MOEILIJK LERENDE KINDEREN IN HET PASSEND ONDERWIJS
13.00
OPENING DAGVOORZITTER Dr. Mariëtte Huizinga – Vrije Universiteit Amsterdam
13.05
HISTORISCHE BESCHOUWING Dr. Dorien Graas – Teambased Jeugdhulp
13.15
(H)ERKENNING IN DE KLAS Dr. Xavier Moonen – Zuyd Hogescholen, Universiteit van Amsterdam, Koraalgroep en Landelijk Kenniscentrum LVB
13.45
DE ENE LVB-ER IS DE ANDERE NIET
Dr. Anika Bexkens – Universiteit Leiden
14.00
TAAK EN ROL VAN DE SCHOOLPSYCHOLOOG
Drs. Mathieu Peters – Altra Onderwijs en Jeugdhulp
14.30
Pauze
14.45
SOCIALE NETWERKEN
Dr. Jacqueline van Swet – Fontys Hogeschool
15.15
LEERKRACHT EN DIRECTIE
Drs. Cees Blij – Stichting Orion, Speciaal Openbaar Onderwijs Amsterdam
15.45
LEERKRACHT EN IB-ER
Dr. Tirza Bosma – Vrije Universiteit Amsterdam
16.15
IMPLEMENTATIE VAN DE VISIE
Marcel Bogaarts & Peter Pijl – Bazalt
16.45
AFSLUITING EN OPMAAT NAAR EEN VISIE Dr. Mariëtte Huizinga – Vrije Universiteit Amsterdam
PROGRAMMA SYMPOSIUM
13.00
Opening dagvoorzitter Dr. Mariëtte Huizinga – Vrije Universiteit Amsterdam
Kinderen met een LVB in het passend onderwijs Terugblik op een actuele onderwijs- en zorgvraag Dr. Dorien Graas – Teambased Jeugdhulp
13.05
Welke invloed hebben het overheidsbeleid en wet- en regelgeving gehad op de groei en ontwikkeling van het onderwijs aan kinderen met een licht verstandelijke beperking (LVB)? Of moeten we ons eerder afvragen welke invloed de onderwijspraktijk heeft gehad op wet- en regelgeving? En helpt kennis hierover ons verder in de praktijk van het huidige passend onderwijs? Ja! Zeker op een symposium waarin de uitwerking van een visie op de begeleiding van LVBkinderen in de school(klas) centraal staat. Het gaat specifiek om een gefundeerde visie op inclusief onderwijs, op de betrouwbaarheid van diagnostiek en vroegsignalering, op de professionele vorming van de leerkrachten en op partnerschap van scholen met ouders en over de uiteindelijke sociale inclusie van mensen met een LVB. Essentiële vraagstukken waarover de wetgever (toen en nu) niet expliciet spreekt en waarop het wel aankomt in de praktijk van de samenwerkingsverbanden, de schoolbesturen, directies, begeleiders en leerkrachten. Het symposium beginnen met een historische beschouwing helpt ons, praktijkmensen, in de voetsporen te treden van de onderwijzers en schoolartsen van het eerste uur (1900-1950). Als er geen enkele door de overheid gefinancierde (speciale) onderwijsvoorziening was voor kinderen met een zorgvraag, waar zouden we dan als eerste beginnen om deze kinderen passend onderwijs te bieden?
Screening en nader onderzoek bij leerlingen die mogelijk functioneren op het niveau van een licht verstandelijke beperking in het kader van passend onderwijs Dr. Xavier Moonen – Zuyd Hogescholen, Universiteit van Amsterdam, Koraalgroep en Landelijk Kenniscentrum LVB
13.15
Het herkennen van een leerling die functioneert op het niveau van een LVB is niet eenvoudig. Bij deze leerlingen is er in de regel sprake van een gegeneraliseerde onderwijsachterstand, maar veel van deze leerlingen presenteren zich als ‘streetwise’ en laten onaangepast gedrag zien dat hun leermoeilijkheden kan verbloemen. Vaak blijft de LVB onontdekt. Er wordt een drietal instrumenten gepresenteerd dat kan helpen een LVB te herkennen: de SCIL, de BSA en de SAF. Maar dan blijft de vraag: waarom presteert de leerling op dit niveau? De VALT kan de leerkracht helpen hier achter te komen. Als de screening het vermoeden van LVB bevestigt kan verdiepend diagnostisch onderzoek gedaan worden. Maar daarnaast is erkenning van de LVB ook heel belangrijk. Door de klassesituatie aan te passen, door gepaste communicatie en aandacht voor de (wijze van het aanbieden van de) leerstof en het stimuleren van de samenwerking met andere leerlingen en met de ouders kunnen leerlingen die functioneren op het niveau van een LVB met gepaste ondersteuning een gewaardeerde plek in de samenleving verwerven.
De ene LVB-er is de andere niet Omgaan met individuele verschillen in passend onderwijs Dr. Anika Bexkens – Universiteit Leiden
13.45
Het is van belang om LVB vroeg te signaleren in de klas om overvraging, en daarmee de ontwikkeling van (gedrags)problemen, te voorkomen. Maar wat nu als het is gelukt om LVB vroeg te signaleren? Geeft het cognitieve niveau van het kind voldoende informatie om goed bij het kind te kunnen aansluiten? Voor een deel van de kinderen wel. Op basis van kennis uit de LVB-zorg en het speciaal onderwijs kunnen een aantal algemene handelingsadviezen opgesteld worden. Deze algemene aanpak zal niet voor alle kinderen goed werken, want kinderen met LVB verschillen minstens net zo veel van elkaar als van kinderen zonder LVB. In deze presentatie wordt aandacht besteed aan welke vaardigheden in kaart gebracht zouden moeten worden voor het opstellen van een effectief individueel ondersteuningsplan.
De taak en rol van de schoolpsycholoog binnen een visie op passend onderwijs voor leerlingen met een LVB Drs. Mathieu Peters – Altra Onderwijs en Jeugdhulp
14.00
Leerlingen met een LVB hebben specifieke onderwijsbehoeften. Binnen de grote klassen van de reguliere scholen, waarbinnen zij sinds de invoering van de Wet Passend Onderwijs moeten functioneren, vraagt dit veel van het handelen van de leerkrachten. Ze moeten deze onderwijsbehoeften invullen, en tegelijkertijd passend onderwijs bieden aan de rest van de klas. Ook spelen ze een belangrijke rol bij preventie en signalering van problemen. De leerkrachten hebben dus even bijzondere ondersteuningsbehoeften. Daarnaast vraagt het inclusief onderwijs veel van het partnerschap tussen ouders en school, en het herkennen en invullen van ondersteuningsbehoeften van ouders. Invulling geven aan de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften die het hebben van LVB-leerlingen in de klas met zich meebrengt is moeilijk en complex. De schoolpsycholoog kan hierbij ondersteuning en inzicht bieden. De schoolpsycholoog is een generalist werkzaam op het snijvlak tussen onderwijs en zorg. Hij werkt op alle domeinen van de regulatieve cyclus: preventie en signalering, onderkenning en verklaring van problemen, indicatiestelling en advies, begeleiding, behandeling en evaluatie. Vanuit dit kader kan de schoolpsycholoog leerling, leerkracht, ouders, directies en bestuur ondersteunen bij het bieden van passend onderwijs dat aansluit bij de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften.
14.30
PAUZE
Kinderen met een licht verstandelijke beperking: dit vraagt samenwerking. Natuurlijk ook met school! Dr. Jacqueline van Swet, Fontys Hogeschool
14.45
Kinderen met een licht verstandelijke beperking hebben extra ondersteuning nodig. De leerkracht heeft daarbij een belangrijke rol. Ieder kind gaat immers naar school en de school heeft een belangrijke plaats in het leven van kinderen en hun ouders. De leerkracht doet ertoe en het is zaak diens kracht optimaal te benutten. Passend onderwijs voor leerlingen met een verstandelijke beperking vraagt veel deskundigheid, wijsheid en creativiteit van de school, zoals van de leerkracht, de directeur, de IB-er. Het vraagt om samenwerken met anderen, zeker ook met ouders, om te komen tot tijdige en optimale signalering en begeleiding. Samenwerken met ouders, leerlingen, collega’s, andere professionals en betrokkenen om optimale sociale inclusie binnen de klas te bewerkstelligen. Samenwerken om planmatig en tijdig eraan te werken dat álle leerlingen, ook die met een beperking, hun plaats krijgen in de samenleving. En eraan bijdragen dat die samenleving een plaats biedt aan álle burgers. Dat is beslist niet makkelijk en samenwerken is natuurlijk geen oplossing voor alle problemen. Samenwerken vraagt een brede blik, expertise, inzicht in de eigen bijdrage aan de ontwikkelingskansen van leerlingen en in die van andere betrokkenen. Het vraagt bereidheid om over de grenzen van het eigen beroep, van de eigen klas en de eigen school heen te gaan, bereidheid om elkaars taal en cultuur te begrijpen en naar elkaar te luisteren.
Leerkracht en directie Drs. Cees Blij – Stichting Orion, Speciaal Openbaar Onderwijs Amsterdam
15.15
15.45
Tijdens deze presentatie wordt het passend onderwijs bekeken met een speciaal onderwijsbril. De kernvraag is of leerlingen met een licht verstandelijke beperking in het regulier onderwijs überhaupt op hun plek zijn. Daar het paradigma van maatschappelijke inclusie op dit moment leidend is, dienen we deze vraag bevestigend te beantwoorden. De vervolgvraag is dan op welke wijze scholen, directie en team, de rode loper moeten uitrollen en hoe het programma eruit gaat zien, zodat de kinderen zich optimaal kunnen ontplooien op cognitief, maar ook op sociaal en emotioneel gebied. Als eerste wordt een korte schets gegeven van het onderwijs aan LVB-leerlingen binnen het so, specifiek gericht op het vso (12-20 jaar). Daarnaast wordt stilgestaan bij het belang van voldoende expertise binnen het regulier onderwijs, tevens worden er veranderingen gevraagd van het curriculum, met veel aandacht voor leerstofoverstijgende vakken. We staan stil bij de overgang van school naar arbeidsmarkt c.q. dagbesteding. Dit alles vraagt veel van directie en personeel op de scholen. Daar zijn mensen en middelen voor nodig, maar ook een andere mindset. Ten slotte nog enkele woorden over het bestaansrecht van het speciaal onderwijs in de toekomst.
Nog niet bekend
Implementatie van de visie Marcel Bogaarts & Peter Pijl – Bazalt
16.15
Gaan doen wat we willen, gaat met vallen en opstaan. Onderzoek naar succesvolle invoerings- en implementatiestrategieën biedt richtingwijzers. In deze sessie zullen we uitkomsten van research verbinden met ervaring rondom implementatie van vormen van inclusief (of inclusiever) onderwijs in Nederland. We zullen ons richten op de kernopdracht voor scholen, waarbij we implementatie zullen bekijken als een verander- en leerproces. Een veranderproces op organisatieniveau en een leerproces, omdat deskundigheidsbevordering in brede zin nodig is. Slimmer worden is niet genoeg, het gaat zeker ook om het herkaderen van de doelen en beoogde resultaten in uw groep, school, bestuur of samenwerkingsverband. Dit raakt de opvattingen en overtuigingen van alle betrokkenen. Om een voorbeeld te noemen: gaat het in uw gedachten om resultaten en uitstroomgegevens of om lerende kinderen? En hoe vertaalt uw opvatting zich in gewenst gedrag van leraar, intern begeleider, schoolleider, ambulante zorg etc.? Een belangrijk aspect is de dynamische parallel tussen het leerproces van leraren, teams, de school, bestuur en samenwerkingsverband (‘alignment’). In deze bijdrage zijn de pedagogisch-didactische activiteiten rondom het kind het aangrijpingspunt voor de verkenning van de implementatie van de visie. Naast de literatuur zullen de inleiders putten uit hun ervaringen met het inrichten van zorg op het niveau van kinderen, groep, school en samenwerkingsverband.
16.45
Afsluiting en opmaat naar een visie Dr. Mariëtte Huizinga – Vrije Universiteit Amsterdam
17.00
EINDE
BOEK CADEAU Als deelnemer aan het symposium Moeilijk lerende kinderen in het passend onderwijs op 9 december 2015 krijgt u een boek cadeau. In het boek wordt de tijdens het symposium gezamenlijke ontwikkelde visie uitgewerkt. De verschillende auteurs gaan dan ook na het symposium aan de slag. Het boek verschijnt voorjaar 2016. Over het boek Het boek beoogt leraren, IB-ers en RT-ers in het reguliere basisonderwijs te ondersteunen bij het begeleiden van zorgleerlingen met een lichte verstandelijke beperking. Het boek bevat acht hoofdstukken die zijn geschreven door koppels van experts uit wetenschap en praktijk. Gezamenlijk vormen ze een nieuw ontwikkelde visie op de inrichting van het onderwijs aan kinderen met een licht verstandelijke beperking in de reguliere setting. In de klas Het boek verschijnt in de serie ‘In de klas’. Deze serie is een praktische reeks boeken met tips voor leerkrachten, intern begeleiders, remedial teachers en andere onderwijsprofessionals. Professionals uit het vakgebied geven achtergrondinformatie en praktische tips. Uitgeverij Boom streeft ernaar het boek op 5 april 2016 te presenteren tijdens de Beurs Beter Begeleiden in Utrecht (zie www.lbbo.nl). Wilt u op de hoogte blijven van de verschijningsdatum van het boek? Stuur dan een e-mail naar onze afdeling klantenservice:
[email protected].