Nulmeting 2013 - Eindrapportage
Pioniers in passend onderwijs Bundeling van gepubliceerde teksten op Passendonderwijs.nl april 2013-juli 2014
Pioniers in passend onderwijs Bundeling van gepubliceerde teksten op Passendonderwijs.nl april 2013-juli 2014
Miriam Walraven, AnneLuc van der Vegt, Sanne Weijers en Pauline van Eck Utrecht, augustus 2014 © Oberon Postbus 1423 3500 BK Utrecht tel. 030-2306090 fax 030-2306080 e-mailadres:
[email protected]
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
3
Inhoudsopgave 1
Inleiding ................................................................................................................................................... 5
2
Startfoto’s ................................................................................................................................................ 6 2.1 Startfoto samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland (po) ................................................................. 6 2.1.1 Basisondersteuning en extra ondersteuning ................................................................................ 6 2.1.2 Verdeling, besteding en toewijzing middelen ............................................................................... 7 2.1.3 Procedure en criteria voor toelaatbaarheid ................................................................................. 8 2.1.4 Plaatsing en overplaatsing ............................................................................................................ 9 2.1.5 Informeren van ouders ................................................................................................................. 9 2.1.6 Beoogde resultaten ..................................................................................................................... 10 2.1.7 Factsheet samenwerkingsverband PO_Haarlem, Heemstede e.o. (PO2704) ............................. 11 2.2 Samenwerkingsverband Helmond-Peelland (vo) ................................................................................. 12 2.2.1 Basisondersteuning en extra ondersteuning .............................................................................. 12 2.2.2 Verdeling, besteding en toewijzing middelen ............................................................................. 14 2.2.3 Procedure en criteria voor toelaatbaarheid ............................................................................... 15 2.2.4 Plaatsing en overplaatsing .......................................................................................................... 15 2.2.5 Informeren van ouders ............................................................................................................... 16 2.2.6 Beoogde resultaten ..................................................................................................................... 17 2.2.7 Factsheet Samenwerkingsverband Helmond-Peelland .............................................................. 17 2.3 Samenwerkingsverband Sterk VO, Utrecht en Stichtse Vecht ............................................................. 18 2.3.1 Basisondersteuning en extra ondersteuning .............................................................................. 18 2.3.2 Verdeling, besteding en toewijzing middelen ............................................................................. 20 2.3.3 Procedure en criteria voor toelaatbaarheid ............................................................................... 21 2.3.4 Plaatsing en overplaatsing .......................................................................................................... 21 2.3.5 Informeren van ouders ............................................................................................................... 21 2.3.6 Beoogde resultaten ..................................................................................................................... 22 2.3.7 Factsheet Sterk VO, Utrecht en Stichtse Vecht ........................................................................... 23
3
Startinterviews: Pioniers in passend onderwijs ..................................................................................... 24 3.1 samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland ...................................................................................... 24 3.2 Samenwerkingsverband Helmond-Peelland (vo) ................................................................................. 25 3.3 SterkVO Utrecht-Stichtse vecht (vo) .................................................................................................... 26
4
Betrekken van leraren en begeleiders .................................................................................................... 28 4.1 Zuid Kennemerland .............................................................................................................................. 28 4.2 Helmond-Peelland ................................................................................................................................ 29 4.3 Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht ..................................................................................................... 30
5
Ondersteuningsplan: OOGO en instemming van de OPR ........................................................................ 32 5.1 Zuid-Kennemerland .............................................................................................................................. 32 5.2 Helmond-Peelland ................................................................................................................................ 34 5.3 Sterk VO, Utrecht-Stichtse Vecht ......................................................................................................... 36
6
Afstemming met gemeenten.................................................................................................................. 39 6.1 Zuid Kennemerland .............................................................................................................................. 39 6.2 Helmond-Peelland ................................................................................................................................ 40
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
4
6.3 Sterk VO Utrecht-Stichtse Vecht .......................................................................................................... 42 7
Ervaringen van betrokken gemeenten ................................................................................................... 44 7.1 Zuid Kennemerland .............................................................................................................................. 44 7.2 Helmond-Peelland ................................................................................................................................ 45 7.3 Sterk VO Utrecht-Stichtse Vecht .......................................................................................................... 47
8
Interviews: terugblik na een jaar pionieren in passend onderwijs .......................................................... 49 8.1 SWV Zuid-Kennemerland PO................................................................................................................ 49 8.2 SWV Helmond-Peelland VO ................................................................................................................. 50 8.3 SWV Sterk VO Utrecht-Stichtse Vecht.................................................................................................. 52
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
1
5
Inleiding
De pioniers in passend onderwijs hebben ruim een jaar ervaring opgedaan met passend onderwijs. Drie samenwerkingsverbanden hebben passend onderwijs per 1 augustus 2013 versneld ingevoerd: Zuid Kennemerland (po) Helmond-Peelland (vo) SterkVO, Utrecht-Stichtse Vecht (vo) In opdracht van OCW heeft Oberon deze pioniers in passend onderwijs gevolgd in de periode april 2013 tot juli 2014. Op basis van interviews met direct betrokkenen hebben we verschillende teksten geschreven voor de “pionierspagina” op www.passendonderwijs.nl. In dit rapport zijn de webteksten gebundeld per thema. Ieder hoofdstuk behandeld een thema en is uitgewerkt voor de drie pioniers. De teksten zijn in de periode april 2013 tot juli 2014 gepubliceerd op de pionierpagina van passendonderwijs.nl.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
2
Startfoto’s
2.1
Startfoto samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland (po)
6
In deze startfoto wordt de koers van het samenwerkingsverband passend onderwijs Zuid-Kennemerland beschreven. (bron: [link:] Goed onderwijs maak je samen, ondersteuningsplan Samenwerkingsverband passend onderwijs Zuid-Kennemerland)
2.1.1
Basisondersteuning en extra ondersteuning
Passend onderwijs is er voor alle leerlingen. Daarom staat de basiskwaliteit van het onderwijs voorop in ZuidKennemerland. Zoveel mogelijk leerlingen gaan naar het reguliere basisonderwijs, ook leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. Zo nodig schakelen basisscholen daarbij de expertise in van speciaal onderwijs en externe zorgpartners. Doorklik (bron: Goed onderwijs maak je samen, ondersteuningsplan Samenwerkingsverband passend onderwijs Zuid-Kennemerland) http://www.wsns-zk.nl/135/Plannen_en_Verslagen.html Passend onderwijs gaat over aansluiten bij de onderwijsbehoefte van leerlingen en de wijze waarop dit is georganiseerd en gefinancierd. Dit betreft niet alleen ‘de zorgleerlingen’, passend onderwijs omvat alle leerlingen in de regio. Dit betekent dat goed onderwijs het uitgangspunt is. Het realiseren van kwalitatief goed onderwijs en het efficiënt arrangeren naar de speciale voorzieningen zal binnen het SWV zoveel mogelijk op schoolniveau worden georganiseerd. Dit betekent dat de bijbehorende middelen ook zoveel mogelijk op schoolniveau inzetbaar moeten zijn. De bekostiging moet zodanig ingericht zijn, dat wordt bevorderd dat basisscholen hun onderwijs kwalitatief ontwikkelen en minder beroep hoeven te doen op dure speciale onderwijsvoorzieningen. Het samenwerkingsverband zorgt ervoor dat er genoeg middelen op schoolniveau beschikbaar komen, waarmee de scholen zelf onderwijs kunnen organiseren. In sommige gevallen zal het realiseren van een goed onderwijsaanbod om de expertise van externe zorgpartners vragen. Het geven van passend onderwijs moet in nauwe samenwerking met de expertise rondom scholen georganiseerd worden. Wat de beste onderwijsplek is, moet op maat door school, ouders en de nieuwe school zelf geregeld kunnen worden. Deze nieuwe situatie vereist dat scholen anders met ouders moeten gaan praten. Het SWV moet ouders leren zien als gelijkwaardige partners, die een stem hebben in het kiezen van een passend onderwijsaanbod (doorklik ouders). Doorklik Basisondersteuning De basisondersteuning zorgt dat ouders weten wat zij tenminste van iedere school in de regio mogen verwachten als het om onderwijs en onderwijsondersteuning gaat. De basisondersteuning legt vast welke bekwaamheidseisen aan het personeel gesteld worden en wat de mogelijkheden van de school zijn om ondersteuning in te zetten. Een verbreding van interventies in de onderwijsstructuur binnen de school heeft immers consequenties voor het handelen van leerkrachten. In het samenwerkingsverband moeten alle scholen voldoen aan het basisarrangement van de inspectie van onderwijs. Het bestuur en de directeur van de school zijn verantwoordelijk voor deze kwaliteit van het primair proces. Het samenwerkingsverband ondersteunt de verschillende besturen door kennisuitwisseling over goed onderwijs door alle grenzen heen. Het samenwerkingsverband voegt er aan toe dat iedere school
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
7
voor derden zichtbaar moet maken welke bekwaamheidseisen aan het personeel gesteld kunnen worden. Iedere school is verplicht deze bekwaamheidseisen te beschrijven in het onderwijsprofiel van de school en dit minimaal iedere vier jaar bij te stellen. Onderwijsconsulenten ondersteunen de scholen bij het organiseren van passend onderwijs. De onderwijsconsulent is een vast element van de basisondersteuning van het samenwerkingsverband en is structureel gelijkwaardig beschikbaar voor alle scholen. Zij zijn de meest schoolnabije, direct benaderbare en laagdrempelige ondersteuningsmogelijkheid binnen het samenwerkingsverband. De onderwijsconsulent heeft een kennisfunctie, signalering- en analyse functie en een makelaarsfunctie binnen het samenwerkingsverband. Hoe het onderwijsprofiel leerkrachten helpt in dagelijkse onderwijspraktijk staat beschreven in het artikel [link:] Kwaliteit in de klas - hoe werkt het onderwijsprofiel in de praktijk? Doorklik Extra ondersteuning Het samenwerkingsverband geeft scholen ook de beschikking over de ondersteuningsmiddelen waarmee zij tijdig extra ondersteuning op maat kunnen inzetten. Een school kan deze extra middelen gebruiken om de basisondersteuning verder te verbreden met expertise vanuit de school zelf of met expertise van buitenaf. De school kan er ook voor kiezen om de ondersteuningsmiddelen te gebruiken voor het inkopen van een tijdelijke plaatsing op het speciaal onderwijs of het speciaal basisonderwijs. Het samenwerkingsverband gaat de extra ondersteuning vanuit het SO en het SBO organiseren vanuit een basisorganisatie en een offerteorganisatie. De arrangementen uit zowel de basisorganisatie als de offerteorganisatie kunnen voor alle leerlingen worden ingezet. De basisorganisatie is vrij toegankelijk voor alle basisscholen uit het samenwerkingsverband en wordt geheel betaald door het samenwerkingsverband. Daarnaast is iedere SO- en SBO-school vrij om eigen arrangementen te ontwikkelen om basisscholen langdurig te ondersteunen (de offerteorganisatie). De basisscholen kopen deze ondersteuning in vanuit hun eigen ondersteuningsbudget. Voor het inschakelen van extra ondersteuning gaat het samenwerkingsverband werken met de triade; school, ouders en SO of het SBO. Zij komen in overleg tot een gezamenlijke oplossing voor de benodigde ondersteuning. Het kan gaan om extra ondersteuning op de basisschool of een tijdelijke plaatsing op het SO of het SBO.
2.1.2
Verdeling, besteding en toewijzing middelen
Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland heeft het TOP-initiatief ontwikkeld, een uitwerking van Passend Indiceren. Basisscholen ontvangen van het samenwerkingsverband een budget per leerling en zijn vrij om dat te investeren binnen de school of om ondersteuning in te kopen. Niet het volledige ondersteuningsbudget wordt verdeeld over de basisscholen; een beperkt deel wordt beheerd door het samenwerkingsverband.
In het samenwerkingsverband is afgesproken welke middelen bij de start van passend onderwijs op samenwerkingsverbandniveau worden betaald. Doorklik (bron: Goed onderwijs maak je samen, ondersteuningsplan Samenwerkingsverband passend onderwijs Zuid-Kennemerland) Passend Indiceren is een verdeelmodel voor de ondersteuningsmiddelen voor samenwerkingsverbanden en past bij het streven om scholen te stimuleren leerlingen thuisnabij een passend onderwijsaanbod te doen. Passend Indiceren gaat er vanuit dat het totale beschikbare ondersteuningsbudget van het
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
8
samenwerkingsverband verdeeld wordt over de basisscholen. De basisscholen krijgen daarmee zeggenschap over alle ondersteuningsmiddelen. De basisschool moet vervolgens alle extra ondersteuning vanuit het eigen budget organiseren. De basisschool is vrij in de besteding van haar budget. De school kan de extra ondersteuning binnen de school zelf mogelijk maken of ondersteuning inkopen. De extra ondersteuningskosten van een onderwijsplaats in het SO of het SBO koopt de basisschool ook in vanuit het eigen ondersteuningsbudget. Het legt de prikkel voor het creëren van een breder onderwijsaanbod bij de school zelf. TOP-initiatief staat voor transparant, opbrengstgericht en passend onderwijs. TOP-initiatief is een eigen uitwerking van Zuid-Kennemerland op Passend Indiceren. In TOP-initiatief worden niet alle middelen direct doorbetaald aan de reguliere basisscholen. In het samenwerkingsverband is afgesproken welke middelen bij de start van passend onderwijs op samenwerkingsverbandniveau worden betaald. Het deel dat overblijft gaat wel volgens het model van Passend Indiceren naar de basisscholen. Het TOP-initiatief is uitgewerkt in de volgende vijf punten: 1. Het samenwerkingsverband betaalt de verwijzingen tot 1 oktober 2012. 2. Het samenwerkingsverband betaalt het schooldeel van de ‘oude rugzakken cluster 4’ die zijn toegekend voor 1-10-2012 en het schooldeel van alle ‘oude rugzakken cluster 3’. 3. Leerlingen op het SO en het SBO 4. Toelaatbaarheidsverklaringen 5. Expertiseniveau van het samenwerkingsverband Elk van deze punten staat uitgewerkt in het ondersteuningsplan Goed onderwijs maak je samen Doorklik naar ondersteuningsplan
2.1.3
Procedure en criteria voor toelaatbaarheid
Het samenwerkingsverband bepaalt of een leerling in aanmerking komt voor extra ondersteuning. Deze leerlingen krijgen een toelaatbaarheidsverklaring. Voor het inschakelen van extra ondersteuning gaat het samenwerkingsverband werken met de ‘triade’ basisschool, ouders en speciaal (basis)onderwijs. De triade doet de inhoudelijke beoordeling, het samenwerkingsverband controleert of de gekozen oplossing door alle partijen wordt gedragen. Doorklik (bron: Goed onderwijs maak je samen, ondersteuningsplan Samenwerkingsverband passend onderwijs Zuid-Kennemerland) Het samenwerkingsverband bepaalt of een leerling in aanmerking komt voor extra ondersteuning en organiseert deze indicatie voor het afgeven van toelaatbaarheidsverklaringen. Er komen vier verschillende toelaatbaarheidsverklaringen (hierna: TLV). SBO Categorie I (huidige zml, lzk, epilepsie, cluster 4) Categorie II (huidige lg) Categorie III (huidige mg) Voor het inschakelen van extra ondersteuning gaat het samenwerkingsverband werken met de triade basisschool, ouders en speciaal (basis)onderwijs. Zij komen in overleg tot een gezamenlijke oplossing voor de benodigde ondersteuning. Het kan gaan om extra ondersteuning op de basisschool of een tijdelijke plaatsing
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
9
op het SO of het SBO. Het uitgangspunt is de oplossing op de werkvloer die samen met ouders, leerkrachten en leerlingen (kerntriade) handen en voeten krijgt.
2.1.4
Plaatsing en overplaatsing
Leerlingen met een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) kunnen direct instromen in het speciaal (basis)onderwijs of met extra middelen naar een basisschool gaan. Alle plaatsingen zijn tijdelijk van aard. Bij plaatsing wordt direct over mogelijke terugplaatsing gesproken. Doorklik (bron: Goed onderwijs maak je samen, ondersteuningsplan Samenwerkingsverband passend onderwijs Zuid-Kennemerland) Plaatsing in het regulier of speciaal onderwijs Voor leerlingen waarvan bekend is vanuit de zorg dat ze extra ondersteuning nodig hebben, geeft het samenwerkingsverband een 'toelaatbaarheidverklaring' (TLV) af. Daarmee kan de leerling met extra ondersteuningsmiddelen naar de basisschool of naar het speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs. De leerling kan met een TLV direct instromen in het speciaal (basis) onderwijs of met extra middelen naar een basisschool gaan. In het eerste geval start de leerling op het SO of SBO. De leerling kan daarna altijd doorstromen naar een reguliere basisschool. De extra middelen verhuizen in dit geval ook met de leerling mee. In het tweede geval gaat de leerling direct naar een basisschool. De basisschool krijgt gedurende de basisschoolperiode extra middelen bovenop de reguliere ondersteuningsmiddelen. De leerling kan met de TLV altijd tussentijds naar het speciaal (basis) onderwijs. De extra middelen verhuizen uiteraard wederom met de leerling mee. Overplaatsing Een belangrijk verschil met de huidige situatie is dat alle plaatsingen op het SO en SBO tijdelijk van aard zijn. Bij een tijdelijke plaatsing kunnen de scholen afspraken met elkaar maken en die informatie uitwisselen die voor de inzet van de extra ondersteuning nodig is. In de afspraken is bij de start direct het moment van terugplaatsing vastgelegd. Wanneer het scholen lukt om tijdig de problematiek te signaleren (bij jonge leerlingen) is de kans van een terugplaatsing ook het grootst.
2.1.5
Informeren van ouders
Scholen en ouders zijn elkaars partners; ze bespreken samen welke ondersteuning de leerling nodig heeft. Het onderwijsloket vervult daarbij een verbindende rol. Het onderwijsloket onderhoudt contacten met scholen en zorgpartners en geeft ouders onafhankelijke voorlichting. Doorklik (bron: Goed onderwijs maak je samen, ondersteuningsplan Samenwerkingsverband passend onderwijs Zuid-Kennemerland) Scholen en ouders hebben elkaar nodig bij het vormgeven van passend onderwijs. De betrokkenheid thuis levert een bijdrage aan het succes op de school. Het samenwerkingsverband ziet ouders als gelijkwaardige partners, die een stem hebben in het kiezen van een passend onderwijsaanbod. Onderwijsloket Het onderwijsloket geeft ouders onafhankelijke voorlichting en zorgt dat ouders goed op de hoogte zijn van alle regels, mogelijkheden en procedures. Ouders worden geïnformeerd over de mogelijkheden van begeleiding op de basisschool en hoe de route naar het speciaal onderwijs of speciaal basisonderwijs verloopt. Het
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
10
onderwijsloket onderhoudt contact met scholen en andere instellingen die specifieke zorg of deskundigheid bieden. De onderwijsprofielen worden een belangrijk middel in het zichtbaar maken en bepalen of een school het juiste aanbod voor een leerling heeft. Samen met ouders ontwikkelt het SWV een gespreksinstrument voor ouders. Dit gespreksinstrument komt beschikbaar in het schooljaar 2013-2014.
2.1.6
Beoogde resultaten
De beoogde resultaten van het samenwerkingsverband liggen op verschillende terreinen: ondersteuning van goed onderwijs, samenwerking met zorgpartners, een dekkend netwerk, arrangementen met specifieke onderwijsvoorzieningen, ondersteuning van ouders, financiële beheersbaarheid en transparantie, transparante organisatie. Doorklik (bron: Goed onderwijs maak je samen, ondersteuningsplan Samenwerkingsverband passend onderwijs Zuid-Kennemerland) Doelstellingen voor de komende vier jaar 1.
Ondersteunen en faciliteren van goed onderwijs op de scholen. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6.
2.
Samenwerking met de zorgpartners 2.1. 2.2. 2.3.
3.
Onderzoek Bao-bao verwijzingen (inclusief aanname bij de start). Jaarlijkse evaluatie van leerlingen die thuiszitten of dreigen thuis te zitten. Jaarlijkse evaluatie van het aanbod en de vraag naar speciale voorzieningen.
Betrokkenen zelf passend laten arrangeren naar specifieke onderwijsvoorzieningen. 4.1. 4.2. 4.3.
5.
Iedere school heeft een eigen CJG-coach. Iedere school heeft een aandachtsfunctionaris Project rondom de signalering en ondersteuning van leerlingen met een LVB
De zorg voor een dekkend netwerk voor alle leerlingen 3.1. 3.2. 3.3.
4.
Koppeling van het onderwijsprofiel met de beleidscyclus van de afzonderlijke besturen (minimaal 5 besturen). Ontwikkelen van arrangementen voor de basis en de extra ondersteuning vanuit het SO en het SBO. Deze zijn ontwikkeld en bekend op de basisscholen. Inzet van de onderwijsconsulent als onderdeel van het jaarplan van de school. Alle scholen hebben het onderwijsprofiel verder aangescherpt. Opzetten van vijf nieuwe projecten ter bevordering van de kwaliteit op de reguliere scholen . Inhoudelijke bijeenkomsten op een vergelijkbaar niveau behouden.
De voortgang van leerlingen met extra ondersteuning in het PO wordt gemonitord. De aanmelding en de voortgang van leerlingen met extra ondersteuning in het VO wordt gemonitord en de procedure voor aanmelding wordt uitgewerkt. 20% van de plaatsingen naar het SO zijn daadwerkelijk ook een terugplaatsing naar het regulier onderwijs.
Ondersteuning van ouders 5.1.
Uitbreiding mediators naar 3 intern opgeleide mensen en 3 externe mogelijkheden.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
5.2. 5.3.
6.
In alle schoolgidsen staat voor ouders een verwijzing naar het gespreksinstrument. Scholen hebben een beleid ontwikkeld en opgenomen in het schoolplan over hoe zij omgaan met ouders.
De financiële beheersbaarheid en transparantie bewaken 6.1. 6.2. 6.3. 6.4.
7.
11
Rentabiliteit van maximaal 10% Kapitalisatiefactor van maximaal 25% Weerstandsvermogen van maximaal 10% Monitoring ondersteuningsmiddelen van de scholen
Transparante organisatie 7.1. 7.2.
2.1.7
Medewerkers werken direct voor het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband heeft een eigen functiehuis.
Factsheet samenwerkingsverband PO_Haarlem, Heemstede e.o. (PO2704)
(Bron: kengetallen www.passendonderwijs.nl , peilmoment 1-10-2012) Gemeenten:
Haarlem, Heemstede, Bloemendaal, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Zandvoort.
Schoolbesturen:
12
BaO-scholen: SBaO-scholen: SO scholen:
75 5 7
Aantal BaO-leerlingen: Aantal BaO-leerlingen: Aantal SO-leerlingen: Aantal rugzakken:
20.148 493 (2,4%) 250 (1,2%) 166 (0,8%)
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
2.2
12
Samenwerkingsverband Helmond-Peelland (vo)
De regio Helmond-Peelland start op 1 augustus 2013 versneld met de invoering van passend onderwijs. Het samenwerkingsverband en de 9 betrokken gemeenten zetten samen deze stap. Op 17 april voerden ze hun eerste op overeenstemming gericht overleg (OOGO). De ondersteuningsplanraad stemde op 22 april unaniem in met de versnelling en het ondersteuningsplan dat beschrijft hoe de regio de versnelling uitvoert. Ondersteuning binnen de regio Het samenwerkingsverband biedt leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben zo veel mogelijk ondersteuning binnen de regio, dicht bij huis en in een reguliere school. Dat gebeurt in overleg met de ouders en de leerlingen zelf. De partners binnen het samenwerkingsverband zijn hiervoor gezamenlijk verantwoordelijk. Belangrijkste doelen van het samenwerkingsverband Het belangrijkste doel van het samenwerkingsverband is alle leerlingen zo onderwijs te bieden dat zij hun schoolloopbaan met een diploma en met een startkwalificatie kunnen afsluiten. Leerlingen voor wie dit niet mogelijk is, worden voorbereid op een arbeidsplaats of dagbesteding in de regio. Verder werkt het samenwerkingsverband aan de aansluiting van het vmbo op het mbo en ontwikkelt het doorlopende zorg- en leerlijnen vmbo-mbo-hbo. Het samenwerkingsverband heeft speciale aandacht voor het voorkomen van voortijdig schoolverlaten (VSV).
2.2.1
Basisondersteuning en extra ondersteuning
Alle scholen in het samenwerkingsverband bieden basisondersteuning. Deze ondersteuning is voldoende voor leerlingen die kunnen functioneren zonder de veiligheid van de omgeving in het geding te brengen. Daarnaast zijn er scholen in het samenwerkingsverband die extra ondersteuning bieden voor leerlingen die dat nodig hebben. Basisondersteuning Onder basisondersteuning verstaan we de basis- en breedtezorg die op elke school binnen het samenwerkingsverband beschikbaar is. Uitgangspunt is dat deze basisondersteuning toereikend is voor leerlingen die kunnen functioneren zonder dat de veiligheid van hun omgeving in het geding komt. De komende jaren zal steeds duidelijker worden waar de grenzen liggen van de basisondersteuning. Het samenwerkingsverband combineert waar mogelijk expertise vanuit verschillende disciplines, zoals ambulante begeleiding, schoolmaatschappelijk werk en jeugdzorg. Het samenwerkingsverband wil op die manier een onnodig beroep op zware ondersteuning voorkomen, bijdragen aan het tegengaan van vroegtijdige schooluitval en een sterke ontwikkelingsgerichte leeromgeving voor leerlingen stimuleren. In het ondersteuningsplan staat een overzicht van alle relevante aspecten op het gebied van onderwijs, beleid, ondersteuning, organisatie en resultaten.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
13
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
14
Extra ondersteuning Leerlingen voor wie de basisondersteuning niet voldoende is, komen in aanmerking voor extra ondersteuning. Dit kan in de vorm van bovenschoolse voorzieningen in het samenwerkingsverband (bijvoorbeeld synthese- en integratieklassen), het vso of de geïndiceerde jeugdhulpverlening. Er zijn veel soorten onderwijsarrangementen en voorzieningen mogelijk, eventueel in combinatie met instellingen voor jeugdzorg en jeugdhulpverlening.
Onderwijsarrangementen Extra onderwijsondersteuning op de reguliere school: scholen geven deze ondersteuning op verschillende manieren vorm, bijvoorbeeld met kleinere klassen, een vaste groepsleerkracht, specifieke ondersteuning van specialisten uit regulier of speciaal onderwijs of vanuit hulpverlening. De ondersteuning valt onder de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag van de school. In het samenwerkingsverband HelmondPeelland valt deze onderwijsondersteuning onder de basisondersteuning die op alle scholen beschikbaar is. OPDC, Herstart, Op de Rails of rebound: leerlingen die tijdelijk geen onderwijs kunnen volgen op de reguliere school kunnen worden geplaatst op een orthopedagogisch en didactisch centrum (OPDC) of een voorziening voor Herstart, Op de Rails of Rebound. De PCL-pao beslist daarover en bepaalt de duur van het verblijf en de doelen die de leerling moet bereiken. Op een OPDC kunnen leerlingen ook een deel van het onderwijsprogramma volgen. Doel is om de leerling te laten terugkeren in het regulier voortgezet onderwijs of mbo. Symbiose: leerlingen die staan ingeschreven in het vso, kunnen een deel van het onderwijs op een reguliere school voor voortgezet onderwijs of een instelling voor educatie en beroepsonderwijs volgen. Dit noemen we symbiose. In dat geval maken regulier en speciaal onderwijs afspraken over het programma en de bekostiging en leggen deze vast in een symbioseovereenkomst. Samenwerkingsverband Helmond-Peelland heeft integratieklassen (regulier onderwijs in samenwerking met vso cluster 3-onderwijs) en syntheseklassen (regulier onderwijs in samenwerking met vso cluster 4-onderwijs). Voortgezet speciaal onderwijs (inclusief nevenvestigingen): leerlingen die geen regulier onderwijs kunnen volgen, kunnen naar het voortgezet speciaal onderwijs.
2.2.2
Verdeling, besteding en toewijzing middelen
Het samenwerkingsverband Helmond-Peelland heeft een relatief grote negatieve vereveningsopdracht. Het percentage leerlingen met zware ondersteuning ligt 50% hoger dan het landelijk gemiddelde. De belangrijkste uitdaging van het samenwerkingsverband is daarom het verminderen van de instroom naar het vso. Het samenwerkingsverband zet de beschikbare middelen in om de instroom naar het vo te vergroten. Verminderen van zware ondersteuning Het samenwerkingsverband gaat zich zo snel mogelijk richten op het verminderen van de zware ondersteuning. Dit betekent onder meer het volgende: Schoolbesturen krijgen zorgplicht. De Permanente Commissie Leerlingenzorg passend onderwijs (PCL-pao) kent zware ondersteuning en toelaatbaarheid in het vso toe. Het samenwerkingsverband krijgt het reguliere deel van de middelen ambulante begeleiding en sluist het komende jaar deze middelen door naar de scholen met leerlingen die leerlinggebonden financiering ontvangen.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
15
Zo veel mogelijk leerlingen in het regulier onderwijs Het samenwerkingsverband gebruikt de beschikbare middelen om de vo-scholen in staat te stellen zo veel mogelijk leerlingen een plek die in het regulier onderwijs te geven en succesvolle leerroutes te bieden. Het samenwerkingsverband wil minder inzet van gespecialiseerde opvangvoorzieningen (exclusie) en meer inzet van voorzieningen om de opvoeding in de eigen sociale context te versterken (inclusie). Zo krijgen alle reguliere vo-scholen de opdracht om leerlingen met een autismespectrumstoornis (ASS) aan te nemen en extra ondersteuning te bieden.
2.2.3
Procedure en criteria voor toelaatbaarheid
Het samenwerkingsverband wordt verantwoordelijk voor toelating van leerlingen tot het vso en extra ondersteuning. De Permanente Commissie Leerlingenzorg passend onderwijs (PCL-pao) gaat beoordelen welke vorm van ondersteuning nodig en passend is. Als het noodzakelijk is om een leerling in het vso te plaatsen, verstrekt de PCL-pao daarvoor een toelaatbaarheidsverklaring. Permanente Commissie Leerlingenzorg passend onderwijs (PCL-pao) Met de invoering van passend onderwijs bepaalt de PCL of een leerling extra ondersteuning in het reguliere vo krijgt of wordt toegelaten tot het vso. De deelcommissie PCL Passend onderwijs (PCL-pao) gaat deze taak uitvoeren. De deelcommissie bestaat uit de coördinator van de PCL, een orthopedagoog en een voorzitter. Zij beschikken over ruime deskundigheid en veel ervaring. . Uitgangspunten voor criteria De klankbordgroep passend onderwijs werkt de nieuwe criteria voor toelaatbaarheid uit. Hierbij hanteert de klankbordgroep de volgende uitgangspunten: De PCL-pao geeft alleen een TLV voor plaatsing in het vso af als de veiligheid van de leerling of de leeromgeving in het regulier vo in het geding is of komt. De PCL-pao geeft een toelaatbaarheidsverklaring voor het vso of wijst een arrangement toe op basis van leerlingenkenmerken en het ontwikkelingsperspectief op cognitief en gedragsmatig gebied. Inschrijving in het vso betekent niet automatisch dat de leerling gedurende de gehele schoolloopbaan in het vso blijft: na uiterlijk 2 jaar bekijkt de PCL-pao opnieuw of de leerling kan instromen in het vso reguliere vo.
2.2.4
Plaatsing en overplaatsing
Alle leerlingen melden zich aan bij een reguliere vo-school. De aannamecommissie van de vo-school beoordeelt aan de hand van het ondersteuningsprofiel of zij de betreffende leerling een passende onderwijsplaats kan bieden. Als de basisondersteuning van de school onvoldoende is, doet de vo-school via de PCL-pao een beroep op extra ondersteuning. Dit kunnen arrangementen zijn, maar ook een (tijdelijke of gedeeltelijke) plaats op een school voor vso. Extra ondersteuning op andere school of in het vso Als het niet mogelijk is om een leerling een passend onderwijsplaats op de eigen school te bieden, heeft de aannamecommissie 2 opties: 1. De commissie legt een passend aanbod voor op een andere school voor vo binnen het samenwerkingsverband. 2. De commissie verwijst de leerling naar de PCL-pao, die bepaalt of de leerling toelaatbaar is tot passend onderwijs binnen cluster 3 of 4 van het vso of extra ondersteuning krijgt in de vorm van een arrangement.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
16
Leerlingen in het reguliere vo Leerlingen die op een reguliere vo-school zitten, kunnen om pedagogisch-didactische redenen in aanmerking komen voor een plaats in het vso of voor een tussenvoorziening, zoals een syntheseklas, integratieklas of plusvoorziening. Als de ouders of school van mening zijn dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft, dan wordt dit besproken binnen de interne zorgstructuur van de school. De zorgcoördinator is de aangewezen persoon om deze leerling aan te melden bij de PCL-pao, die beslist of de leerling een toelaatbaarheidsverklaring krijgt.
2.2.5
Informeren van ouders
Het samenwerkingsverband Helmond-Peelland vindt het belangrijk om ouders goed te informeren over het ondersteuningsaanbod van de verschillende vo-scholen. Ook betrekt het samenwerkingsverband de ouders bij de besluitvorming over de toewijzing van extra ondersteuning. Ondersteuningsprofiel Leerlingen en hun ouders of verzorgers maken een weloverwogen keuze voor een school waar zij hun kind willen laten inschrijven. Het is goed dat ouders weten welke ondersteuning de school van hun eerste keuze biedt. Het primair onderwijs heeft daarvan een goed overzicht en zal dit in het adviesgesprek in groep 8 met de ouders bespreken. Elke school brengt in het ondersteuningsprofiel in kaart welke ondersteuning ze biedt. Dit ondersteuningsprofiel is te vinden op de websites van de scholen en zal vanaf schooljaar 2014-2015 ook in de schoolgidsen staan. Ouders betrekken bij besluitvorming De PCL-pao betrekt ouders bij de besluitvorming over toewijzing van extra ondersteuning. Dit kan zijn bij plaatsing in het VSO of bij toekenning van een arrangement in het VO. De school legt de gemaakte afspraken tussen ouders en school schriftelijk vast. Een procedure hiervoor wordt nog uitgewerkt . Medezeggenschap over passend onderwijs Sommige ouders denken graag mee over de ondersteuningsvoorzieningen die binnen de scholen in het samenwerkingsverband beschikbaar zijn. Per school kan de medezeggenschapsraad 2 mensen afvaardigen in de zogenaamde ondersteuningsplanraad: een lid namens het personeel en een namens de ouders. De ondersteuningsplanraad praat samen met het samenwerkingsverband over de totale ondersteuning op scholen en de verdeling van de middelen, zoals beschreven in het ondersteuningsplan.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
2.2.6
17
Beoogde resultaten
Het samenwerkingsverband heeft voor het schooljaar 2013-2014 11 beoogde resultaten geformuleerd. De belangrijkste uitdaging voor het samenwerkingsverband Helmond-Peelland is het beperken van de instroom in het vso. 11 resultaten 1. Voor ouders en basisscholen is toegankelijke, begrijpelijke en toereikende informatie over toelaatbaarheid en ondersteuningsaanbod beschikbaar. 2. Om de instroom tot het vso te beperken realiseert het samenwerkingsverband minimaal 3 syntheseklassen verspreid over het samenwerkingsverband. 3. De groei van het aantal leerlingen in het vso is op 1 augustus 2014 gestopt. 4. Het samenwerkingsverband heeft beleid ontwikkeld over de inzet van de voormalige rugzakmiddelen in de komende jaren. 5. Voor de jaren 2014-2018 is een meerjarenbegroting vastgesteld en goedgekeurd, inclusief de vertaling naar de afzonderlijke scholen in het samenwerkingsverband. 6. Er is een meerjarenperspectief ontwikkeld voor de daling van het aantal vso-leerlingen voor elke aangesloten vso-school en voor de regio als geheel, aansluitend op de meerjarenbegroting. 7. De aandachtsgebieden en daarin te behalen resultaten voor de netwerken begeleiding en zorg en zorgcoördinatoren zijn voor 4 jaar vastgesteld. 8. Het voor het samenwerkingsverband ontwikkelde systeem van kwaliteitszorg is geheel geoperationaliseerd. 9. Per school is er een helder aanbod voor basis- en breedtezorg. 10. De plusvoorziening is heringericht in directe relatie tot het voorkomen van voortijdig schoolverlaten (VSV). 11. De Ondersteuningsplanraad stemt in met het 4-jarig ondersteuningsplan 2014-2018.
2.2.7
Factsheet Samenwerkingsverband Helmond-Peelland
(Bron: kengetallen www.passendonderwijs.nl , peilmoment 1-10-2012) Gemeenten:
Asten, Boekel, Deurne, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Someren
Schoolbesturen: 10 VO-scholen: VSO scholen:
20 6
Aantal vo-leerlingen: Aantal vso-leerlingen: Aantal rugzakken:
14.917 779 (5,2%) 333 (2,2%)
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
2.3
18
Samenwerkingsverband Sterk VO, Utrecht en Stichtse Vecht
In deze startfoto wordt de koers van het samenwerkingsverband (SWV) VO Utrecht en Stichtse Vecht beschreven (bron: ondersteuningsplan Sterk VO). Sterke basis op school Een sterke basis op school, steun als dat nodig is en specialistische voorzieningen als het moet. Deze visie is het ijkpunt van waaruit alle beslissingen worden genomen. Een sterke basis vraagt goed toegeruste docenten en een goed werkende ondersteuningsstructuur. Lees verder Doorklik (bron; http://www.sterkvo.nl/doc/sterkvo/Ondersteuningplan2013-2016.pdf) De visie gaat uit van een sterke basis op school: de school biedt zelf zo veel mogelijk extra ondersteuning, samen met de kernpartners (leerplicht, jeugdgezondheidszorg, schoolmaatschappelijk werk en het samenwerkingsverband) die de vier belangrijkste leefgebieden vertegenwoordigen De visie is vertaald in een model met drie lagen: een sterke basis op school, in het gezin en in de wijk, steun als dat nodig is en specialistische voorzieningen als het moet. Ondersteuning wordt altijd ingezet volgens het principe van één kind, één gezin, één plan, en in samenspraak met leerling en ouders.
2.3.1
Basisondersteuning en extra ondersteuning
Een voorwaarde voor passend onderwijs is kwalitatief goed onderwijs in samenhang met een goed werkende ondersteuningsstructuur in en om de school. Figuur 2 (doorklik) geeft de gewenste ondersteunings- en begeleidingsstructuur weer.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
19
De letter S staat voor een sterke basis op school met de docent, de mentor, de team- en schoolleiders en de interne ondersteuners als spil. Samen vormen zij de verbinding tussen leerling, ouders en schoolteam. De interne ondersteuners hebben een rol bij hulpvragen van leerlingen en docenten die de les overstijgen en gericht zijn op de schoolloopbaan van de leerling. Ze zijn ook de verbinding met de kernpartners (de blauwe ring) van de school. Wanneer de onderwijs- of ondersteuningsvraag van een leerling, docent of een team de mogelijkheden van de kernpartners overstijgt, is inzet van andersoortige of specifieke expertise nodig (de grijze ring). (doorklik).Een sterke basis Om de doelstellingen van passend onderwijs te realiseren heeft het SWV een ‘standaard’ voor de basisondersteuning ontwikkeld. De standaard bestaat uit 8 referenties die beschrijven welk kwaliteitsniveau van passend onderwijs de schoolbesturen voor V(S)O willen bereiken: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
De school heeft zicht op de leerontwikkeling van alle leerlingen en werkt opbrengstgericht. De school werkt handelingsgericht en versterkt de handelingsbekwaamheid en competenties van haar personeel. De school heeft een positief pedagogisch klimaat en is fysiek en sociaal veilig voor leerlingen en docenten. De school neemt leerlingen zorgvuldig aan en draagt leerlingen zorgvuldig over. De school werkt samen met kernpartners aan een effectieve ondersteuningsstructuur. De school heeft de verantwoordelijkheid van leerling, ouders, docenten en ondersteuners voor de ontwikkeling van de leerling vastgelegd. De school stelt jaarlijks de effectiviteit van de ondersteuning en begeleiding vast. De school heeft een ondersteuningsprofiel dat is opgenomen in het schoolplan.
doorklik naar document http://www.sterkvo.nl/doc/Standaardbasisondersteuningvovso.pdf (doorklik).Steun waar nodig Het team passend onderwijs, bestaande uit voormalige ambulant begeleiders en zorgconsulenten, ondersteunt scholen en docenten in het versterken van de basis, zoals het kunnen omgaan met verschillen in de klas. Iedere school heeft een vaste contactpersoon. Het team begeleidt ook scholen en leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte. De begeleiders passend onderwijs doen dat door deel te nemen aan het team van kernpartners van de school en door docenten en scholen te ondersteunen in het bieden van goed onderwijs.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
20
Het team begeleidt ook scholen die extra ondersteuning bieden en dit hebben vastgelegd in een speciaal profiel. (doorklik).Speciaal als het moet De meeste ondersteuningsvragen kunnen door de school en de kernpartners opgepakt worden. Echter, als de onderwijs of ondersteuningsvraag van een leerling, een docent of een team de mogelijkheden van de kernpartners of het buurteam jeugd en gezin overstijgt, is inzet van andersoortige of specifieke expertise nodig. De kernpartners zijn de schakel naar specialistische ondersteuning. Uitgangspunt voor speciale ondersteuning is de ondersteuningsbehoefte van een leerling en de vraag waar deze leerling het best passende aanbod kan krijgen.
2.3.2
Verdeling, besteding en toewijzing middelen
Het samenwerkingsverband heeft vier hoofdbronnen van inkomsten: een bedrag per leerling voor realisatie lichte ondersteuning (bestaand), een bedrag per leerling voor realisatie zware ondersteuning (nieuw), bijdragen van de scholen voor leerlingen OPDC (bestaand) en subsidies gemeente Utrecht en plusmiddelen Rijk (bestaand, jaarlijks aan te vragen). De toewijzing van middelen verloopt volgens een werkmodel. Lees verder Doorklik Met ingang van 1 augustus 2013 gaat het SWV Utrecht en Stichtse Vecht de middelen voor passend onderwijs bundelen en integraal inzetten. De schoolbesturen in het SWV realiseren hun zorgplicht met financiële ondersteuning van het SWV. Het samenwerkingsverband: 1. faciliteert scholen in uren begeleiding voor het versterken van de basisondersteuning; 2. faciliteert scholen die extra ondersteuning bieden met inzet uit het team passend onderwijs en formatie; 3. betaalt mee aan lesplaatsen VSO en speciale voorzieningen; 4. zorgt voor ondersteuning via het team passend onderwijs en eventueel specialisten; 5. coördineert schoolloopbanen; 6. houdt een OPDC in stand. Werkmodel Om de omslag van bestaand (indicatiestellingen) naar nieuw (ondersteuningsarrangementen) te kunnen maken, heeft het SWV samen met de scholen, schoolleiders en besturen een werkmodel gemaakt. (evt doorklik): De ondersteuningsroute die loopt vanaf de overgang PO/SO-V(S)O tot en met nazorg en evaluatie. Het groeidocument dat ‘meeloopt’ op die route en eindigt met een voorstel voor een onderwijs- en ondersteuningsarrangement. Het is daarmee ook de inhoudelijke onderlegger voor de zorgtoewijzing; Arrangementen komen voort uit wat een leerling nodig heeft aan ondersteuning bij zijn schoolloopbaan en ontwikkeling. Voor het toewijzen van arrangementen maakt het samenwerkingsverband onderscheid in licht (veel van de bestaande rugzakken), medium (deel van de bestaande rugzakken, andere vormen van ondersteuning) en intensief (meestal een VSO-plaats). Voorstellen of aanvragen voor een arrangement gaan altijd langs het Schakelloket voor registratie en voor het afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring als een VSO-plaats nodig is. Wanneer onderwijs niet meer mogelijk is, heeft het Schakelloket ook een rol in de toeleiding naar dagbestedingstrajecten.
doorklik naar document http://www.sterkvo.nl/doc/Ondersteuningsroutedec2012.pdf
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
2.3.3
21
Procedure en criteria voor toelaatbaarheid
De vraag naar passende ondersteuning wordt zoveel mogelijk door de school en de kernpartners opgepakt. Het schakelloket komt in beeld als inzet van speciale ondersteuning nodig is. De indicatiestelling wordt vervangen door handelingsgerichte diagnostiek en ondersteuningsarrangementen. Bestaande indicaties worden geleidelijk omgezet in arrangementen. Lees verder Doorklik Het Schakelloket komt in beeld als alle stappen uit de ondersteuningsroute zijn gezet en het team van kernpartners advies nodig heeft of als inzet van speciale ondersteuning nodig is. De toelating tot het V(S)O verloopt dus altijd via het Schakelloket. Het loket heeft samengevat twee hoofdtaken: 1. adviseren van het team van kernpartners van de school op vragen die de basis en de steun waar nodig overstijgen; 2. formele toewijzing van speciale onderwijsondersteuningsarrangementen (een speciaal arrangement op een reguliere school of een lesplaats op een speciale voorziening) en geld De verwachting is dat de nieuwe werkwijze van arrangeren zorgt voor meer flexibiliteit als het gaat om de duur en de omvang van de ondersteuning. De komende tijd zal systematisch worden gevolgd wat de trends zijn, of scholen bijzondere vragen hebben en of het SWV er in slaagt om alle leerlingen passend onderwijs te bieden binnen het beschikbare budget.
2.3.4
Plaatsing en overplaatsing
Als een leerling een speciaal arrangement in de vorm van een plaats in het VSO toegewezen heeft gekregen, dan kijkt het Schakelloket jaarlijks of deze plaats nog het meest passend is of dat terugplaatsing naar het reguliere onderwijs of overplaatsing naar een andere speciale voorziening gewenst is. Lees verder Doorklik De zorgtoewijzing ‘nieuwe stijl’ betekent dat ook afspraken worden gemaakt over de duur van een arrangement en de wijze waarop dit wordt geëvalueerd. Met het wegvallen van de rugzakken zijn de duur en omvang van ondersteuning namelijk niet meer vooraf vastgelegd. De flexibiliteit die hierdoor ontstaat is volgens het SWV één van de grote pluspunten van het nieuwe stelsel. Voor leerlingen van OPDC Utrecht (plusvoorziening) geldt een maximale verblijfsduur van twee jaar.
2.3.5
Informeren van ouders
Het SWV stimuleert dat ouders vanaf het begin worden betrokken bij het onderwijs en de ondersteuning van hun kind, niet pas als er problemen zijn. De ondersteuningsroute wordt in samenspraak met de ouders vastgelegd in het groeidocument. Leerling en ouders zijn eigenaar van het groeidocument. Lees verder Doorklik Spreken mèt ouders in plaats van spreken òver ouders is één van de prioriteiten van het SWV. In de ondersteuningsroute is het gesprek en de afstemming met ouders bij elke stap aan de orde. Vanaf de overgang vanuit het PO naar het V(S)O wordt gewerkt met een groeidocument waarin gegevens over de ondersteuningsbehoefte van de leerling en de acties die zijn ingezet worden bijgehouden. Met dit document kan vanaf het begin samen met leerling en ouders en kernpartners worden gebouwd aan één plan voor onderwijs en ondersteuning. Hierdoor kan ondersteuning sneller en beter geboden worden. Leerling en ouders zijn de eigenaar van het groeidocument. Op basis daarvan kan een ondersteuningsarrangement worden voorgesteld.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
22
Op de website kunnen ouders alle basisinformatie over passend onderwijs binnen het SWV lezen (doorklik naar documenten: http://www.sterkvo.nl/basisdocumenten onderdeel effectieve ondersteuning/groeidocument). In 2013 wordt een informatiepunt voor ouders en professionals ingericht. Verder werkt het SWV aan ouderinformatie voor de PCL en het Schakelloket. Voor de POVO-procedure bestaat al een ouderbrochure.
2.3.6
Beoogde resultaten
De doelen, beoogde resultaten en indicatoren zijn uitgebreid beschreven in het ondersteuningsplan. Het SWV verwacht dat er binnen het regulier onderwijs nog integraler en handelingsgerichter kan worden gewerkt. Het lijkt het SWV realistisch om op of net iets onder het landelijk gemiddelde van verwijzing naar het speciaal onderwijs te blijven. Met de financiële ruimte die hierdoor ontstaat kunnen andere vormen van ondersteuning worden versterkt. Lees verder Doorklik Beoogde doelen, activiteiten en resultaten Het ondersteuningsplan geeft een uitgebreid overzicht van de doelen, de beoogde resultaten (met bijbehorende indicatoren en meting) en de uit te voeren activiteiten. Dit is uitgewerkt voor de volgende onderwerpen: Visie op passen onderwijs; Doelstelling, organisatie en communicatie; Een sterke basis; Steun waar nodig; Speciaal als het moet; Doorgaande schoolloopbanen, arrangeren volgens één plan; Samenwerken met ouders;
Monitoring en evaluatie.
Doorklik voor een totaaloverzicht: http://www.sterkvo.nl/doc/sterkvo/Ondersteuningplan2013-2016.pdf Voorbeelden van resultaten en indicatoren Resultaat: minder thuiszitters Indicator: 0% thuiszitters als gevolg van onvoldoende passend onderwijs; Resultaat: Indicator:
alle scholen en kernpartners communiceren tijdig en effectief met ouders ouders zijn tevreden over de geboden ondersteuning (rapportcijfer > 6.5)
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
2.3.7
Factsheet Sterk VO, Utrecht en Stichtse Vecht
(Bron: kengetallen www.passendonderwijs.nl , peilmoment 1-10-2012) Gemeenten:
Utrecht, Stichtse Vecht.
Schoolbesturen: 12 VO-scholen: VSO scholen:
22 6
Aantal vo-leerlingen: Aantal vso-leerlingen: Aantal rugzakken:
15.880 543 (3,4%) 200 (1,3%)
23
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
3
Startinterviews: Pioniers in passend onderwijs
3.1
Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland
24
april 2013, Interview met Lucas Rurup, directeur samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland Wat vind je zelf kenmerkend voor dit samenwerkingsverband? Passend onderwijs is voor ons op de eerste plaats goed onderwijs voor alle leerlingen. We denken niet in de eerste plaats aan zorg, of aan ondersteuning. De vraag die we ons stellen is: hoe stemmen we ons onderwijs af op de leerling. Dat is het vertrekpunt, niet de vraag welke stoornis of handicap een kind heeft. Een voorbeeld: we spreken niet over de aanwezigheid van een dyslexieprotocol, maar over de manier waarop het leesonderwijs wordt geïntensiveerd. Niemand krijgt dus een label en niemand wordt buitengesloten. Belangrijk is ook dat het niet alleen gaat om de juiste didactiek, maar vooral om een pedagogisch klimaat waarin alle leerlingen welkom zijn. De zorgplicht nemen we zeer serieus. Wat zijn jullie motieven om experiment te willen zijn? De wet passend onderwijs past uitstekend bij de richting die wij op willen als samenwerkingsverband. Niet leerlingen labelen, maar uitgaan van hun onderwijsbehoefte. Toen zich de mogelijkheid aandiende om als experiment een jaar eerder te beginnen met passend onderwijs, hebben we die kans dan ook gegrepen. Het bestuur van het samenwerkingsverband en de scholen waren overtuigd dat we dit moesten doen. Het algemene gevoel was: waarom zouden we wachten? Doordat we al een lange voorbereiding achter de rug hebben, zaten we in drie maanden tijd op één lijn om een jaar eerder van start te gaan. Dat is ook kenmerkend voor het samenwerkingsverband: er is enorm veel betrokkenheid, op bestuurlijk niveau en op schoolniveau. Er is een groot vertrouwen in de gezamenlijke koers. Wat zijn de belangrijkste successen die tot nu toe zijn bereikt? In de eerste plaatst is de ‘slagboomdiagnostiek’ van de CvI en PCL bij ons echt verleden tijd. We indiceren leerlingen op een heel andere manier dan voorheen. Ouders, basisonderwijs en speciaal onderwijs bepalen in overleg welk onderwijs een leerling nodig heeft. Dit schooljaar (2012-2013) draaien we al een pilot om in de triade ouders, basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 25 leerlingen te plaatsen. Een tweede belangrijk succes is dat het lukt om basisscholen uit te dagen om op de eigen school naar een passende oplossing te zoeken. Dat is een belangrijk doel van ons en daarom hebben we de financiering daarop afgestemd. Er gaat geen budget rechtstreeks naar het speciaal onderwijs, maar de basisscholen ontvangen van het samenwerkingsverband een budget per leerling. Ze zijn vrij om dat te besteden. Ze kunnen investeren in hun eigen onderwijs of ondersteuning inschakelen. Het eerste doen ze natuurlijk veel liever, want a) dat is ons gezamenlijke doel, b) de financiering stimuleert het. Maar als het niet lukt, kunnen ze expertise van het speciaal onderwijs inschakelen. Daar is het budget ook voor. Welke knelpunten zijn jullie tegengekomen? Tot nu toe lijken we de wind mee te hebben. Grote knelpunten zijn we nog niet tegengekomen. Maar de komende maanden is er een hoop te doen. De financiering van rugzakleerlingen bijvoorbeeld. Dat moeten we op 1 augustus draaiende hebben. Wat zijn jullie ambities voor de komende tijd, voor de korte en langere termijn?
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
25
Een goede informatievoorziening voor ouders en leerlingen heeft een hoge prioriteit. Ze moeten in een vroeg stadium geïnformeerd worden over de veranderingen ten gevolge van passend onderwijs. Daarnaast zijn er belangrijke praktische vraagstukken waarmee je als samenwerkingsverband wordt geconfronteerd. Als de ‘rugzak’ verdwijnt, hoe besteed je dan het budget voor ambulante begeleiding? Het zal niet eenvoudig zijn om dat op een manier te doen die door alle scholen eerlijk wordt gevonden. Je streeft naar een eerlijke systematiek, maar scholen denken aan individuele gevallen. Dan zul je altijd zien dat je systematiek nooit 100% past voor alle leerlingen. Je moet daarin dus flexibel kunnen zijn.
3.2
Samenwerkingsverband Helmond-Peelland (vo)
April 2013, Interview met Marja van Leeuwen, coördinator van het samenwerkingsverband Helmond-Peelland Samenwerkingsverband Helmond-Peelland start een jaar eerder met passend onderwijs, omdat het uit wil gaan van wat kinderen wel kunnen, en niet van tekorten en labels. Daarnaast heeft het samenwerkingsverband een financieel motief: de regio krijgt de komende jaren te maken met een forse negatieve verevening. Coördinator Marja van Leeuwen vertelt over de aanpak, successen en knelpunten. Hoe zou u samenwerkingsverband Helmond-Peelland omschrijven? “Onze kernwoorden zijn samenwerken, consensus, in gesprek gaan en aanpakken! Samenwerken zit echt in de genen van deze regio. Samenwerking tussen schoolbesturen, met het primair onderwijs, met het speciaal onderwijs en met gemeenten. Natuurlijk verschillen de partijen weleens van mening, maar we zijn altijd bereid om tot consensus te komen. Daarnaast zijn we in deze regio echte doeners: we gaan gewoon aan de slag en pakken gaandeweg de zaken aan die we tegenkomen.” Waarom wil het samenwerkingsverband pionieren in passend onderwijs? “We kunnen ons goed vinden in de doelstellingen van passend onderwijs. We vinden het belangrijk om uit te gaan wat kinderen wel kunnen, en niet van tekorten en labels. We gaan uit van mogelijkheden en eigen kracht. Daarnaast hebben we een financieel motief. Onze regio krijgt de komende jaren te maken met een forse negatieve verevening. We moeten de kosten voor extra ondersteuning drastisch terugbrengen. Daar willen we zo snel mogelijk grip op krijgen.” Wat zijn de belangrijkste successen die jullie tot nu toe hebben bereikt? “We zijn er trots op dat we samen met het primair onderwijs, speciaal onderwijs en gemeenten een integrale benadering tot stand hebben gebracht. Daarbij koppelen we passend onderwijs aan andere ontwikkelingen op het gebied van zorg voor jeugd en de arbeidsmarktparticipatie. We werken vanuit de visie dat al onze inspanningen en investeringen de kinderen en jongeren ten goede komen. Daarnaast zijn we er trots op dat we voortvarend inzetten op nieuwe onderwijsarrangementen, zoals synthese- en integratieklassen. Deze voeren we op een aantal scholen gefaseerd in. Zo kunnen meer leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte aan het reguliere voortgezet onderwijs deelnemen. Een heel recent succes is dat we met de 9 gemeenten op overeenstemming gericht overleg (OOGO) hebben gevoerd over het ondersteuningsplan. We hebben al in een vroeg stadium ons concept-ondersteuningsplan met de betrokken partijen gedeeld en hun input meegenomen in de definitieve versie. Doordat we met een groeidocument werkten, konden we met alle partijen een open gesprek voeren.” Welke knelpunten zijn jullie tegengekomen? “Een pijnpunt is natuurlijk de verevening. Hierdoor moeten we soms moeilijke beslissingen nemen. Het samenwerkingsverband vervult een sobere staffunctie, we hebben afgesproken dat het beschikbare geld zo
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
26
min mogelijk in overhead gaat zitten. Dat betekent wel dat de schoolbesturen veel taken zelf moeten oppakken. Schoolbesturen moeten hierdoor steeds meer laveren tussen de belangen van het eigen bestuur en de eigen scholen en de belangen van het samenwerkingsverband. Dat vraagt andere competenties van bestuurders. Daarnaast besteden we aandacht aan draagvlak op de werkvloer. Bestuurlijk zitten we goed op 1 lijn, maar de volgende stap is om ook docenten mee te nemen in onze nieuwe visie en manier van werken.” Wat zijn jullie ambities voor de komende tijd? “De komende tijd richten we ons vooral op de communicatie. In eerste instantie richting ouders en docenten. We gaan daarvoor een website opzetten, zodat alle betrokkenen weten wat het samenwerkingsverband doet en wat ze van ons kunnen verwachten. Samen met de schoolbesturen willen we ook aandacht besteden aan draagvlak creëren bij docenten. We moeten hen nog beter informeren en we moeten samen met hen kijken wat ze nodig hebben om leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte les te geven. De primaire verantwoordelijkheid hiervoor ligt natuurlijk bij de scholen en de schoolbesturen, maar het samenwerkingsverband wil hier zeker over meedenken.”
3.3
SterkVO Utrecht-Stichtse vecht (vo)
April 2013, Interview met Harriët Smit, programmaleider van SterkVO Samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht start versneld met passend onderwijs omdat het de ondersteuning van kinderen eenvoudiger en beter wil maken. Bovendien is het leuk en inspirerend om mee te denken over de koers van passend onderwijs. Programmaleider Harriët Smit vertelt over de successen, aandachtspunten en ambities. Hoe zou u samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht omschrijven? “De eerste woorden die in mij opkomen zijn ambitie, inhoud, drive, tempo, betrokken scholen en besturen en kwaliteit. We werken in hoog tempo en hebben een hoge ambitie. We streven naar hoge kwaliteit en proberen om alles wat we doen en maken zo toegankelijk mogelijk te houden. Dit doen we steeds vanuit het perspectief om jongeren de steun te bieden die ze nodig hebben om zich optimaal te ontwikkelen.” Waarom wil het samenwerkingsverband pionieren in passend onderwijs? “We willen de ondersteuning van kinderen eenvoudiger en beter maken en vooral de basis versterken. Dat betekent goed onderwijs en toegeruste docenten, een goed werkende ondersteuningsstructuur en lerende organisaties. We willen dat samen met de scholen, besturen en gemeenten echt waarmaken en het verschil maken. Daarnaast willen we voorkomen dat expertise vanuit de ambulante begeleiding ‘weglekt’. Mede daarom zijn we in augustus 2012 gestart met een team passend onderwijs. We vinden het ook inspirerend om invloed te hebben op de koers van passend onderwijs. Als voorloper krijgen we de kans en ruimte om mee te denken met het landelijke beleid. Zo hebben we de landelijke begroting en bekostigingssystematiek tot op de bodem uitgewerkt en samen de vragen en onduidelijkheden eruit gehaald. Daar kunnen andere samenwerkingsverbanden ook van profiteren.” Wat zijn de belangrijkste successen die jullie tot nu toe hebben bereikt? “Onze visie is het belangrijkste succes tot nu toe. Deze visie vormt het uitgangspunt voor alles wat we doen. Daarnaast ben ik trots op de teams van kernpartners in de scholen die we hebben gevormd. Met die kernpartners kunnen we snel handelen en de school ontlasten met allerlei regelwerk. Vanaf het begin werken vo en vso samen in ons samenwerkingsverband, wat zorgt voor kruisbestuiving, wisselwerking en vooral
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
27
draagvlak. We voelen ons als samenwerkingsverband echt gesteund door het bestuur. Het voltallige bestuur heeft in het najaar van 2012 de training ‘Policy Governance’ gedaan, en dat heeft bijgedragen aan een heldere rolopvatting en verantwoordelijkheden. Tot slot vind ik onze aanpak om samen met de gemeente en kernpartners het aantal thuiszitters terug te dringen een belangrijk succes.” Welke knelpunten zijn jullie tegengekomen? “We zijn geen knelpunten tegengekomen, wel aandachtspunten. Zo is de keerzijde van een hoog tempo dat we ook té snel kunnen gaan. We moeten er rekening mee houden dat scholen en docenten ook voldoende tijd moeten hebben om vernieuwingen door te voeren. Daarnaast is het belangrijk dat we onze kernpartners in de gemeente Stichtse Vecht ook goed kennen. Goed overleg heeft ervoor gezorgd dat de aansluiting tussen po en vo verder verbeterd is en dat de gemeente Stichtse Vecht ook gaat bijdragen aan schoolgericht maatschappelijk werk op de vo-scholen in de gemeente.” Wat zijn jullie ambities voor de komende tijd? “Op de korte termijn zijn we vooral bezig met de laatste voorbereidingen om in augustus te kunnen starten met passend onderwijs. Daarnaast moeten we goede afspraken maken met de REC’s voor cluster 3 en 4, onder andere over hoe we met toelaatbaarheidsverklaringen omgaan. Verder moeten we scholen en ouders duidelijk informeren over wat de gevolgen van de versnelde invoering zijn voor bestaande indicaties en nieuwe arrangementen. Voor de langere termijn is het belangrijk dat we de nieuwe werkwijze nog verder versterken, dat we beslissingen nemen over de voorzieningen en dat we verder uitdragen hoe de scholen in ons samenwerkingsverband werken aan passend onderwijs. We zijn bezig met een flyer van het ondersteuningsplan en gaan vanuit het perspectief van leerlingen een film maken over wat passend onderwijs is.”
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
4
Betrekken van leraren en begeleiders
4.1
Zuid Kennemerland
28
Passend onderwijs betekent dat álle leerlingen het onderwijs krijgen dat bij hen past. Niet alleen de leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte. Dat laatste is vaak het beeld dat leraren hebben, maar dat past niet bij de visie van samenwerkingsverband PO Zuid-Kennemerland. Passend onderwijs is een breed begrip en daarom zijn de activiteiten voor directies, intern begeleiders (IB’ers) en leraren heel divers. Budget en toewijzing van zorg De directies van basisscholen in de regio Zuid-Kennemerland krijgen van de besturen binnen dit samenwerkingsverband budgettaire verantwoordelijkheid, zoals het samenwerkingsverband die heeft gekregen van de Rijksoverheid. Dat betekent dat ze weloverwogen beslissingen moeten nemen over de besteding van hun budget. IB’ers vervullen een belangrijke rol bij de toewijzing van de zorg. Ze doen dat niet meer op basis van indicaties, maar op basis van overleg tussen scholen en ouders. Netwerken voor directies en IB’ers Binnen het samenwerkingsverband zijn verschillende netwerken voor directeuren en interne begeleiders. Directienetwerk: directeuren ontmoeten elkaar 4 keer per jaar. Financiën zijn daarbij een belangrijk onderwerp van gesprek. De financiële verantwoordelijkheid voor de eigen ondersteuningsmiddelen maakt directeuren bewust van de consequenties van passend onderwijs. Geld is een belangrijke ‘trigger’ om schoolbeleid te maken. IB-netwerk: IB’ers van 3 subregio’s ontmoeten elkaar 4 keer per jaar. Bij deze netwerken staan wisselende inhoudelijke onderwijsthema’s op de agenda, bijvoorbeeld omgaan met escalerend gedrag, ‘De kracht van klagende ouders’ en het belang van executieve functies. Groot netwerk: 1 keer per jaar komen directeuren, IB’ers en leerkrachten uit de regio bij elkaar voor inhoudelijke presentaties, workshops en uitwisseling. In 2013 stond het thema ouderbetrokkenheid centraal. Communicatietrainingen voor directies Een groep directeuren van scholen in het samenwerkingsverband volgt een training in communicatie met het schoolteam en in communicatie met ouders. De trainingen zijn gebaseerd op de principes van mediation. Directies leren hoe de school kan investeren in de relatie met ouders. Rol van de onderwijsconsulenten Onderwijsconsulenten zijn in dienst van het samenwerkingsverband. Zij onderhouden contact met de directie en IB’ers van alle basisscholen in de regio. De consulenten geven praktische ondersteuning en fungeren als vraagbaak. Ze kunnen vaak vragen beantwoorden en zorgen wegnemen die leven bij directies en leerkrachten. Bijvoorbeeld: moeten we een indicatiecommissie of bezwaarcommissie instellen? Consulenten kunnen uitleggen wat er wel en niet verandert met passend onderwijs. Studiemiddagen en trainingen voor leerkrachten Voor leerkrachten en IB’ers organiseert het samenwerkingsverband 3 studieavonden over autisme spectrum stoornissen (ASS). Binnenkort organiseert het ook trainingen in het omgaan met leerlingen met externaliserend gedrag. De studiemiddagen en trainingen zijn bedoeld voor leerkrachten en IB’ers in het basisonderwijs en het speciaal onderwijs. Het is een verkeerd uitgangspunt dat alleen leerkrachten in het regulier onderwijs hoeven
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
29
te worden geschoold. Juist omdat het speciaal onderwijs ondersteuning moet bieden aan het regulier onderwijs, is het van groot belang dat ook zij hun deskundigheid op peil houden.. Project Leerkracht in beeld Het samenwerkingsverband voert meerdere projecten uit. Een mooi voorbeeld waarin de leraar centraal staat is het project Leerkracht in beeld. Dit project laat zien hoe een onderwijsprofiel er in de praktijk uitziet. Het samenwerkingsverband heeft inmiddels 40 video’s van ongeveer 1 minuut gemaakt, waarop een succesvolle vaardigheid in beeld komt. Bijvoorbeeld kleuters leren werken met planborden of feedback geven. De video’s zijn voorbeelden van goed onderwijs die andere leerkrachten inspireren om onderwijs op hun eigen school te verbeteren. En ze passen bij de visie van het samenwerkingsverband: ook bij Leerkracht in beeld gaat het om onderwijs aan álle leerlingen. De filmpjes komen begin 2014 online, zodra de nieuwe website van het samenwerkingsverband gereed is. Aandacht voor communicatie Het samenwerkingsverband investeert veel in goede communicatie. Naast de netwerken, trainingen en studiedagen heeft het samenwerkingsverband een website waarop veel praktische informatie staat. Eens in de paar maanden verschijnt een nieuwsbrief. En het samenwerkingsverband blogt elke 3 maanden een maand lang over de ervaringen met passend onderwijs.
4.2
Helmond-Peelland
De regio Helmond-Peelland heeft afgesproken dat de primaire verantwoordelijkheid voor het informeren en toerusten van scholen en leraren bij de schoolbesturen ligt. Het samenwerkingsverband speelt vooral een indirecte rol, via de netwerken van zorgcoördinatoren en het toekennen van extra ondersteuning. Deze taakverdeling past ook bij de sobere organisatiestructuur van samenwerkingsverband Helmond-Peelland. Gedragsverandering De grootste verandering die de werkvloer moet ondergaan is een gedragsverandering. Volgens de coördinator gaat het om een cultuuromslag: werken vanuit van een medisch model naar een onderwijskundig model. De inzet is dat leraren en ondersteuners steeds meer in mogelijkheden gaan denken in plaats van tekorten. De vraag is steeds: wat heeft deze leerling nodig om optimaal rendement te halen uit het onderwijs? En de volgende vraag is: wat heeft de leraar of het team daarvoor nodig? Gezamenlijke verantwoordelijkheid Zorgcoördinatoren en schoolleiders hebben in de toekomst een sleutelpositie in de vormgeving van passend onderwijs. Zij spelen een belangrijke rol als het gaat om succesvol passend onderwijs. De invoering van passend onderwijs zorgt voor een positieve ontwikkeling: de zorgcoördinatoren opereren als team steeds meer vanuit een gezamenlijke opdracht. Passend onderwijs wordt een gezamenlijke verantwoordelijkheid, ook op de werkvloer. Netwerk van zorgcoördinatoren Het bereiken en betrekken van de werkvloer valt of staat bij een goede overlegstructuur met duidelijke lijnen en verantwoordelijkheden. Volgens het samenwerkingsverband kun je alleen dan met elkaar vanuit een gedeelde visie werken. Daarom zijn alle bestaande overleg- en communicatielijnen doorgelicht en opnieuw ingericht. Het netwerk van zorgcoördinatoren neemt een sleutelpositie in. De zorgcoördinatoren brengen deskundigheid in van de afzonderlijke scholen en geven samen vorm aan de ondersteuningsstructuur van het
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
30
samenwerkingsverband. De voorzitter van het netwerk stemt met het dagelijks bestuur af voor welke opdracht het netwerk staat. De zorgcoördinatoren komen minimaal 6 keer per jaar bij elkaar. Projecten als aanjager Het samenwerkingsverband heeft een budget voor tijdelijke projectgelden. Hiermee kan het scholen betrekken bij de invoering van passend onderwijs. Scholen kunnen zelf een projectplan indienen. Dit stimuleert de betrokkenheid in de school: wat willen wij, wat gaan we uitproberen en hoe kunnen we bijdragen aan passend onderwijs? Interne audits Het betrekken van de werkvloer gebeurt in dit samenwerkingsverband vooral op en door de werkvloer zelf. Zo gaan zorgcoördinatoren interne audits uitvoeren om de basisondersteuning die op papier in kaart is gebracht te beoordelen: wat gaat goed en wat kan beter. Op deze manier vindt er inhoudelijke uitwisseling plaats en pakt de werkvloer de kwaliteitsverbetering zelf op. Rol van schoolteams Leraren zullen in hun dagelijks werk niet per definitie met grote veranderingen te maken krijgen. Van hen wordt verwacht dat ze kwalitatief goed onderwijs geven en daarbij rekening houden met de mogelijkheden en talenten van alle leerlingen. Het aanvragen en inzetten van extra ondersteuning zal wel veranderen. Het samenwerkingsverband zal daarvoor meer dan voorheen aan zorgcoördinatoren en leraren vragen wat zij denken dat een leerling nodig heeft. Hebben ze extra ondersteuning op schoolniveau of professionalisering nodig? Of is een andere onderwijsplek beter voor deze leerling? Kortom: schoolteams worden in de toekomst veel meer betrokken bij deze afwegingen. Aandacht voor communicatie Het samenwerkingsverband investeert in communicatie, omdat het belangrijk is te blijven uitleggen waar het samenwerkingsverband voor staat en wat scholen wel en niet van het samenwerkingsverband kunnen verwachten. Veel informatie staat op de website www.swv-peelland.nl. Ook houdt Helmond-Peelland geïnteresseerden via Twitter op de hoogte van wat er speelt binnen het samenwerkingsverband. En eens in de 3 maanden blogt het samenwerkingsverband over de ervaringen met passend onderwijs.
4.3
Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht
Samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht besteedt veel aandacht aan het betrekken van de ‘werkvloer’: leraren en ondersteuners in de school. Want het samenwerkingsverband en de betrokken scholen en partners willen passend onderwijs samen laten slagen. Besturen en schoolleiders zijn primair verantwoordelijk voor de implementatie van passend onderwijs op schoolniveau. Het samenwerkingsverband richt zich vooral op het ondersteunen van de implementatie. Dit doen ze door door intensief samen te werken en van schoolleiders en zorgcoördinatoren te horen wat zij van het samenwerkingsverband nodig hebben om passend onderwijs te realiseren. Investeren in vaardigheden Passend onderwijs is goed onderwijs en ondersteuning op maat bij de schoolloopbaan. Daarom investeren schoolleiders en leraren in de vaardigheden die nodig zijn om goed onderwijs te bieden. Hierbij gaat het om opbrengstgericht werken en omgaan met verschillen in de klas. Daarbij hoort ook beter signaleren wat de onderwijsbehoefte en het ontwikkelingsperspectief van een leerling zijn en systematischer inzetten van ondersteuners voor leerlingen die dat nodig hebben.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
31
Sleutelrol voor schoolleiders en zorgcoördinatoren Schoolleiders en zorgcoördinatoren hebben een sleutelrol bij de implementatie van passend onderwijs. Zij zijn de ‘dragers’ in het verbinden van onderwijs en ondersteuning in de school. Ruimte en steun van het management is voor zorgcoördinatoren in deze rol van groot belang. Schoolleiders zorgen ervoor dat leraren voldoende worden toegerust om goed onderwijs te geven. Namens het samenwerkingsverband ondersteunen de begeleiders passend onderwijs de scholen. Zij richten zich op het stroomlijnen van de ondersteuningsroute binnen de school en naar buiten toe en het versterken van de handelingsbekwaamheid van het schoolteam. Intensieve samenwerking Het samenwerkingsverband heeft geholpen bij het tot stand brengen van een intensieve samenwerking tussen scholen en ondersteuners op scholen om passend onderwijs samen te implementeren. Leraren uit het primair onderwijs en docenten uit het voortgezet ontmoeten elkaar een aantal keer per jaar om van elkaar te leren op casuïstiekniveau. Scholen wisselen kennis en ervaringen uit op alle niveaus: zorgcoördinatoren, loopbaanbegeleiders, kernpartners, schoolleiders en bestuur. Het netwerk van zorgcoördinatoren en orthopedagogen is actief bezig met het ondersteuningsaanbod van de scholen en de procedure om extra ondersteuning aan te vragen. Schoolleiders spreken in hun overleg ook over het ondersteuningsaanbod van de school, maar dan bijvoorbeeld in relatie met financiën. Tijdens bijeenkomsten wisselen de kernpartners – begeleiders passend onderwijs, medewerkers van leerplicht, schoolmaatschappelijk werk en jeugdgezondheidszorg – kennis uit over elkaars werkprocessen, om de nieuwe werkwijze verder te verbeteren. De werkgroep po-vo coördineert de werkzaamheden rond de procedure van de overgang van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs. De werkgroep vo-mbo doet dit voor de overgang van voortgezet naar middelbaar beroepsonderwijs. Een netwerk van loopbaanbegeleiders helpt het schoolloopbanenbeleid te versterken. Ieder jaar is er een startdag po-vo en vo-mbo en het samenwerkingsverband organiseert een paar keer per jaar werkconferenties in wisselende samenstelling. Enquête onder schoolleiders, zorgcoördinatoren en begeleiders Het samenwerkingsverband evalueert regelmatig in bijeenkomsten, en heeft daarnaast in juni 2013 een digitale enquête uitgezet onder schoolleiders, zorgcoördinatoren en begeleiders passend onderwijs. Met deze enquête heeft het ervaringen met de implementatie van passend onderwijs in Sterk VO, de informatievoorziening en de overlegstructuur verzameld. Het samenwerkingsverband gebruikt de uitkomsten om de implementatie van passend onderwijs samen met de scholen verder te verbeteren. Aandacht voor communicatie Het samenwerkingsverband investeert veel in goede communicatie. Bijvoorbeeld via de website www.sterkvo.nl. Op deze website staat onder meer een toolbox communicatie die scholen kunnen gebruiken bij het informeren van hun team of ouders. Ook brengt het samenwerkingsverband maandelijks een nieuwsbrief uit en schrijft het eens in de 3 maanden blogs over de ervaringen als pionier in passend onderwijs. Verder houdt Sterk VO regelmatig Open Huis voor belangstellenden en sluit het aan bij de kenniscafés ‘Onderweg naar zorg voor jeugd in 2015’ die de gemeente Utrecht organiseert.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
32
5
Ondersteuningsplan: OOGO en instemming van de OPR
5.1
Zuid-Kennemerland
Het samenwerkingsverband voerde op overeenstemming gericht overleg (OOGO) over het conceptondersteuningsplan met de gemeenten. Dit is verplicht, omdat beleid over en weer gevolgen kan hebben. Voorbereiding op het OOGO Het samenwerkingsverband begon ruim van tevoren met de voorbereiding op het OOGO. De directeur van het samenwerkingsverband schoof verschillende keren aan bij ambtelijke overleggen om mee te praten over wat passend onderwijs is en wat de transitie van de jeugdzorg voor de regio gaat betekenen. Het samenwerkingsverband heeft samen met de gemeenten een aantal basisprincipes afgesproken voor de organisatie van passend onderwijs. Op deze basisprincipes kunnen de partijen terugvallen. Betrokkenen schreven mee aan ondersteuningsplan Het ondersteuningsplan is geschreven op basis van de hoofdlijnennotitie. Van elk onderdeel heeft de directeur de eerste versie aan betrokkenen voorgelegd, die de volgende stap hebben gezet. Zo hebben ambtenaren van de 5 gemeenten het hoofdstuk over de aansluiting tussen onderwijs en zorg voor jeugd verder uitgewerkt, omdat de gemeente de regie heeft bij de transitie jeugdzorg. Het is gebleken dat er meer draagvlak is voor het ondersteuningsplan als betrokkenen meeschrijven aan onderdelen van het plan. Verloop van het OOGO Het OOGO was onderdeel het Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO), dat bestaat uit alle schoolbesturen po, vo, (v)so, mbo en hbo en de 5 gemeenten in de regio Zuid-Kennemerland. Na het OOGO in het RBO heeft het samenwerkingsverband nog een aantal dingen aangepast in het ondersteuningsplan. Op 25 april 2013 hebben de gemeenten ingestemd met het ondersteuningsplan tijdens het portefeuillehouders-overleg Onderwijs. Ondersteuningsplan is basis voor activiteitenplan Het samenwerkingsverband legde in het ondersteuningsplan doelstellingen voor de komende 4 jaar vast. Het ondersteuningsplan wordt jaarlijks herzien voor een nieuwe 4-jarige periode. De planperiode verschuift dus telkens 1 jaar. Hierdoor blijft het ondersteuningsplan een levend document. Op basis van het ondersteuningsplan maakt het samenwerkingsverband voor ieder schooljaar een activiteitenplan. Verder organiseert het samenwerkingsverband een bijeenkomst voor scholen om het ondersteuningsplan verder te operationaliseren. Het RBO zorgt voor de planning en voorbereiding van het volgende OOGO over de ondersteuningsplannen PO en VO voor de periode na 1 augustus 2014. Instemming van de OPR De ondersteuningsplanraad (OPR) van het samenwerkingsverband moet instemmen met het ondersteuningsplan. De OPR van Zuid-Kennemerland is in februari 2013 opgericht. Regulier en speciaal onderwijs zijn beide vertegenwoordigd. In de OPR zitten 1 personeelslid en 1 ouders uit het speciaal onderwijs, en 3 personeelsleden en 3 ouders uit het regulier onderwijs. Bijeenkomsten van de OPR
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
33
In maart 2013 kwam de OPR 2 keer bij elkaar om het ondersteuningsplan te bespreken. De raad had enkele waardevolle aanvullingen op het conceptondersteuningsplan. Zo herkende 1 van de leden het speciaal onderwijs niet in de definitie van passend onderwijs. Daarom is de definitie zo bijgesteld dat die aan zowel het regulier als het speciaal onderwijs recht doet. Instemming met het ondersteuningsplan Op 18 april 2013 heeft de OPR ingestemd met het ondersteuningsplan. Het samenwerkingsverband heeft nog geen reglement opgesteld voor de OPR, vanwege de korte tijd tot het moment waarop gestart zou worden met passend onderwijs, 1 augustus 2013. 3 bijeenkomsten per jaar De leden van de OPR hebben inmiddels een voorzitter gekozen. Verder stelt het samenwerkingsverband het komende schooljaar een reglement voor de OPR op. Het samenwerkingsverband wil minimaal 3 keer per jaar met de OPR bij elkaar komen. Tijdens deze bijeenkomsten komen minimaal het activiteitenplan, de begroting en een thematisch onderwerp aan bod. Zo blijft de OPR op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen en kan ze het bevoegd gezag scherp houden. In het schooljaar 2013/2014 komt de OPR vaker bijeen om de verdere inrichting van de OPR te bespreken en wederom in te stemmen met het aangepaste ondersteuningsplan. Tips voor het OOGO
Bepaal de basisprincipes waar iedereen het over eens is. Op deze punten weet je elkaar altijd te vinden. Betrek partijen bij het schrijven van onderdelen van het ondersteuningsplan. Zo creëer je meer draagvlak bij betrokkenen. Stel het ondersteuningsplan voor een termijn van 4 jaar op, maar leg het voor slechts 1 jaar vast. Het plan blijft daardoor ondersteunend aan het proces. Voer het OOGO binnen een bestaand overleg. Voordelen hiervan zijn dat de deelnemers elkaar kennen en dat het makkelijker te organiseren is. Bespreek op tijd de formele procedure van het OOGO en stel een planning van het OOGO op.
Tips voor samenwerking met de OPR
Zorg dat regulier en speciaal onderwijs evenredig zijn vertegenwoordigd in de OPR. Organiseer ook na het officiële instemmingsmoment bijeenkomsten voor de OPR. Zo blijft de OPR op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
5.2
34
Helmond-Peelland
Het samenwerkingsverband voerde op overeenstemming gericht overleg (OOGO) over het conceptondersteuningsplan met de gemeenten. Dit is verplicht, omdat beleid over en weer gevolgen kan hebben. Voorbereiding op het OOGO Het samenwerkingsverband heeft veel tijd gestoken in de voorbereiding van het OOGO met de 9 gemeenten. Ook de betrokken ambtenaren van deze gemeenten hebben veel voorwerk verricht. Door deze goede voorbereiding kijkt iedereen positief op het OOGO terug. De voorbereiding bestond uit het bespreken en bijstellen van conceptversies van het ondersteuningsplan in de ambtelijke werkgroep. Ook heeft een lid van het dagelijks bestuur van het samenwerkingsverband samen met steeds een andere lokale schoolbestuurder de verschillende wethouders bezocht om met hen in gesprek te gaan over de visie en plannen van het samenwerkingsverband. Modelprocedure voor het OOGO De sectorraden en VNG hebben een modelprocedure opgesteld voor het OOGO, die samenwerkingsverband en de gemeenten hebben gebruikt. Dat betekent dat er in alle 9 gemeenten collegebesluiten zijn genomen ter voorbereiding op het officiële OOGO. Verloop van het OOGO Alle 9 gemeenten waren op 17 april 2013 vertegenwoordigd bij het OOGO. Het OOGO bestond uit 2 delen: een informatief deel en een formeel deel. De inhoudelijke discussie richtte zich op de verbinding met gemeentelijk jeugdbeleid, onderwijshuisvesting, grensverkeer, leerlingenvervoer, ouders en financiën. Ook de afstemming met de nieuwe Jeugdwet, de Participatiewet en de AWBZ kreeg aandacht. Deze thema’s hadden de 9 gemeenten vooraf ingebracht. Aan het formele deel van het OOGO namen alleen de bestuurders deel. Zij gaven allen hun reactie op zowel de inhoud als het gelopen proces en stemden in met het ondersteuningsplan. Het OOGO heeft niet meer geleid tot inhoudelijke aanpassingen. Verder uitwerking van het ondersteuningsplan Het samenwerkingsverband ziet het OOGO niet als eindpunt, maar als een stap in een proces. Daarom hebben de bestuurders in het OOGO een opdracht geformuleerd voor de verdere uitwerking van passend onderwijs en de verbinding met het gemeentelijke beleid. Werkgroepen gaan hier komend jaar mee aan de slag. Het ondersteuningsplan is vastgesteld voor 1 jaar. Dat betekent dat de voorbereidingen voor het nieuwe OOGO en het nieuwe ondersteuningsplan alweer zijn gestart. Instemming van de ondersteuningsplanraad De ondersteuningsplanraad (OPR) van het samenwerkingsverband moet instemmen met het ondersteuningsplan. Het samenwerkingsverband heeft het overleg met de ondersteuningsplanraad (OPR) zorgvuldig voorbereid. Samenstelling van de OPR Het samenwerkingsverband organiseerde een informatieve bijeenkomst voor alle medezeggenschapsraden, waarin het de aanwezigen informeerde over passend onderwijs en de rol van de OPR. Ook de coördinator, de voorzitter van de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) en het dagelijks bestuur van het samenwerkingsverband waren daarbij aanwezig. Het samenwerkingsverband zorgt voor de facilitaire ondersteuning van de OPR.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
35
Bijeenkomsten van de OPR Na oprichting van de OPR gaf het samenwerkingsverband informatie over de ontwikkelingen rond passend onderwijs en presenteerde het een eerste versie van het ondersteuningsplan. Daarna heeft het samenwerkingsverband tussendoor met de OPR besproken. De OPR heeft steeds kritisch meegedacht en reacties gegeven op het conceptondersteuningsplan. In totaal zijn er 4 bijeenkomsten met de OPR geweest. Instemming met het ondersteuningsplan De OPR stemde op 22 april 2013 unaniem in met het ondersteuningsplan. Deze formele bespreking bestond uit 2 delen. Eerst was er ruimte voor inhoudelijke vragen en uitwisseling. Daarna volgde het formele gedeelte. Download het ondersteuningsplan van samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO (PDF, 1,5 MB).
OPR komt regelmatig bijeen De OPR blijft op regelmatige basis samenkomen. Het samenwerkingsverband regelt de procesondersteuning, voor de voorbereiding, verslaglegging en communicatie. Tips voor het OOGO
Investeer in een goede voorbereiding en betrek en informeer ambtenaren en wethouders, ook die van kleine gemeenten. Zo is er voldoende aandacht voor lokale verschillen in het samenwerkingsverband. Gebruik het OOGO om draagvlak te creëren. Markeer het formele gedeelte, maar besteed ook aandacht aan de inhoudelijke uitwisseling. Beloon ieders constructieve bijdrage en maak er een feestelijke bijeenkomst van. Leg in het OOGO de verbinding tussen passend onderwijs en de Jeugdwet, Participatiewet en de veranderingen in de AWBZ. Vergeet vervolgafspraken niet. Een bestuurlijke opdracht met vervolgafspraken waarborgt de continuïteit.
Tips voor samenwerking met de OPR
Begin op tijd met het samenstellen van de OPR. Zorg voor betrokkenheid van schoolbesturen en bestuur van het samenwerkingsverband bij de formatie van de OPR. Neem de OPR mee in de ontwikkeling van het ondersteuningsplan door tussenproducten te bespreken. Zo creëer je draagvlak. Zie de OPR als een welkom adviesorgaan in plaats van een wettelijke verplichting.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
5.3
36
Sterk VO, Utrecht-Stichtse Vecht
Het samenwerkingsverband voerde op overeenstemming gericht overleg (OOGO) over het conceptondersteuningsplan met de gemeenten Utrecht en Stichtse Vecht. Dit is verplicht, omdat passend onderwijs ook veel te maken heeft met de zorg voor de jeugd die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente valt. Voorbereiding op het OOGO Het samenwerkingsverband informeerde een halfjaar voor het OOGO alle betrokken wethouders en ambtenaren van de gemeenten Utrecht en Stichtse Vecht over het doel van dit overleg. Het samenwerkingsverband besprak de conceptversies van het ondersteuningsplan 3 keer met de wethouders en gemeenteambtenaren en paste ze op basis daarvan aan. Vooral gezamenlijk taalgebruik en definities kregen daarbij veel aandacht. De gesprekken over de inhoud van het ondersteuningsplan verliepen goed. Zo brachten de wethouders goede aanvullende punten in, bijvoorbeeld de aansluiting met de Participatiewet. De invoering van deze wet, de invoering van passend onderwijs en de decentralisatie van de jeugdzorg moeten zoveel mogelijk in samenhang worden opgepakt. Geen formele procedure Het samenwerkingsverband en de 2 gemeenten hebben voor dit OOGO geen procedure opgesteld. Ze hadden hiervoor toestemming van het ministerie, omdat ze als pioniers een jaar eerder zijn gestart met passend onderwijs. Bij het volgende OOGO zullen het samenwerkingsverband en de gemeenten wel formeel de gezamenlijke procedure vaststellen. Verloop van het OOGO Het OOGO over het ondersteuningsplan vond plaats op 10 april 2013. Daarbij waren de wethouders Jeugd en Onderwijs van beide gemeenten en de ambtenaren van beide afdelingen aanwezig. Vanuit het samenwerkingsverband namen de voorzitter van het bestuur, de directeur en de programmaleider deel aan het OOGO. Het samenwerkingsverband PO was aanwezig als toehoorder. Na afloop tekenden de wethouders en de voorzitter van het samenwerkingsverband een intentieverklaring, waarmee ze verdere samenwerking in de verbinding tussen passend onderwijs en zorg voor jeugd bekrachtigden. Lees de intentieverklaring op de website van Sterk VO en Utrecht Stichtse Vecht.
Aansluitingsthema’s voor het komende jaar
Het ondersteuningsplan is voor 1 jaar vastgesteld. Tijdens het OOGO hebben het samenwerkingsverband en de gemeenten aansluitingsthema’s benoemd waar ze het komende jaar samen aan werken: preventie en signalering doorgaande schoolloopbanen thuiszitten voorkomen integrale samenwerking tussen ondersteuners in de school en zorgpartners buiten de school integrale toewijzing naar specialistische ondersteuning en zorg werken naar vermogen consequenties passend onderwijs voor leerlingenvervoer en onderwijshuisvesting en dekkend aanbod Een programmateam met medewerkers van de samenwerkingsverbanden PO en VO, het mbo en de gemeenten gaat met de aansluitingsthema’s aan de slag.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
37
In 2014 opnieuw OOGO Het samenwerkingsverband en de gemeenten hebben afgesproken om volgend jaar de geactualiseerde versie van het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht, het 1e ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband PO en de kadernota jeugd in het volgende OOGO te bespreken. Lees meer over de bespreking van het ondersteuningsplan en de aansluitingsthema’s in het verslag van het OOGO op de website van Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht.
Instemming van de OPR De ondersteuningsplanraad (OPR) van het samenwerkingsverband moet instemmen met het ondersteuningsplan. In december 2012 kregen de besturen van het samenwerkingsverband het verzoek om kandidaten voor de OPR voor te dragen. Elk bestuur heeft 2 zetels in de OPR: 1 voor een personeelslid en 1 voor een ouder of leerling. In totaal zijn er 24 zetels. Modellen van het steunpunt medezeggenschap Het samenwerkingsverband heeft ter voorbereiding op het overleg met de OPR gebruikgemaakt van het modelreglement en -statuut van het steunpunt medezeggenschap passend onderwijs. Deze modellen bleken erg nuttig. Het samenwerkingsverband heeft ze aangepast op de eigen situatie. Bekijk het reglement, de samenstelling en het statuut van de ondersteuningsplanraad.
Bijeenkomsten van de OPR In februari 2013 kwam de OPR voor de 1e keer bij elkaar. Het samenwerkingsverband was voorzitter en gaf toelichting op de ontwikkelingen rond passend onderwijs. Ook bespraken het samenwerkingsverband en de OPR het statuut en het reglement. Tijdens de tweede bijeenkomst van de OPR stond het conceptondersteuningsplan centraal. De leden van de OPR stelden kritische vragen, die het samenwerkingsverband gebruikte om het ondersteuningsplan aan te scherpen. Instemming met het ondersteuningsplan Op 23 april 2013 vond de 3e bijeenkomst van de OPR plaats. De raad besprak de laatste versie van het ondersteuningsplan, dit deel nog onder voorzitterschap van het samenwerkingsverband. Het 2e deel van de bijeenkomst stond in het teken van de instemming en werd voorgezeten door een van de leden van de OPR. De OPR is akkoord met de start van de nieuwe werkwijze passend onderwijs en stemde in met het ondersteuningsplan 2013-2016. Bij deze bijeenkomst was ook een vertegenwoordiger van het landelijk steunpunt medezeggenschap als toehoorder aanwezig. Klankbordfunctie voor het samenwerkingsverband In oktober 2013 komt de OPR weer bij elkaar. Het is de bedoeling dat de OPR 3 keer per jaar vergadert en ook een klankbordfunctie voor het samenwerkingsverband gaat vervullen.
Tips voor het OOGO
Neem ruim voor het OOGO voldoende tijd voor kennismaking en inhoudelijke afstemming met betrokkenen over het ondersteuningsplan. Een gezamenlijke visie helpt bij het formuleren van de aansluitingsopgaven tussen onderwijs en gemeenten. Stel een gezamenlijke werkagenda op en ga met duidelijke opdrachten aan de slag. Zorg ook dat de uitvoering daarvan goed belegd is en gevolgd wordt. De programmaleider van het samenwerkingsverband heeft de ervaringen met het OOGO samen met SWV Helmond-Peelland en het NJI verwerkt tot een procestoets. De verbinding tussen passend onderwijs en zorg voor jeugd staat daarbij centraal.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
38
Tips voor samenwerking met de OPR
Het steunpunt medezeggenschap passend onderwijsondersteunt bij de oprichting van de ondersteuningsplanraad. Het samenwerkingsverband vond deze ondersteuning waardevol. Maak gebruik van de beschikbare instrumenten van het steunpunt, zoals modellen en het tijdpad. Gebruik de inbreng van de OPR om het ondersteuningsplan aan te scherpen. Leg al in een vroeg stadium conceptversies voor. Gebruik de OPR ook als klankbord in het volgen van de uitvoering van het ondersteuningsplan.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
6
Afstemming met gemeenten
6.1
Zuid Kennemerland
39
Samenwerkingsverband Zuid-Kennemerland PO voerde in het voorjaar van 2013 het eerste op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met gemeenten over het ondersteuningsplan. In maart 2014 staat het tweede OOGO op de agenda. Zeker in deze pioniersfase is regelmatig overleg tussen samenwerkingsverband en gemeenten van groot belang. Zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau. Het samenwerkingsverband deed een half jaar lang ervaring op met passend onderwijs. Plannen zijn uitgewerkt en worden inmiddels uitgevoerd. Op basis van die ervaringen maken samenwerkingsverband en gemeenten samen nieuwe plannen. Passend onderwijs op agenda van kamer Zorg Het regionale overleg over onderwijs heeft vaste vorm gekregen in het Regionaal Besturenoverleg ZuidKennemerland. De samenwerkingsverbanden primair en voortgezet onderwijs, gemeenten en schoolbesturen overleggen daar over gemeenschappelijke thema’s. Passend onderwijs staat, samen met zorg voor jeugd, op de agenda van de ‘kamer Zorg’. Daarin bereiden de directeuren van de beide samenwerkingsverbanden en ambtelijke vertegenwoordigers van gemeenten binnen de regio besluiten voor, die de schoolbestuurders en wethouders vervolgens bekrachtigen. Ook leerplicht en voortijdig schoolverlaten worden besproken in de kamer Zorg. Dit laatste thema speelt natuurlijk vooral in het voortgezet onderwijs en is voor het samenwerkingsverband primair onderwijs minder relevant. Afstemming passend onderwijs en zorg voor jeugd De kamer Zorg heeft een werkagenda opgesteld voor de komende jaren, waarop de verschillende thema’s regelmatig terugkeren. Een belangrijk thema is de afstemming van passend onderwijs en zorg voor jeugd. De kernvraag hierbij is ‘Wat kunnen zorg voor jeugd en passend onderwijs voor elkaar betekenen?’ Ook op het gebied van de jeugdzorg loopt de regio voorop bij de landelijke ontwikkelingen. Zuid-Kennemerland gaat in 2014 aan de slag met een pilot voor toegang. In deze pilot wordt bekeken hoe de toegang tot de zorg voor jeugd moet worden georganiseerd. Wie voert welke taken uit, gebeurt dit lokaal of regionaal, wat is de rol van de CJG? Door nu al te starten, is er ruimte om te oefenen met de taken en aanpak, en deze bij te stellen voor de jeugdzorg naar de gemeenten gaat. In 2015 wil de regio de nieuwe toegang voor jeugdhulp georganiseerd hebben. Voorbeeld: CJG-coaches De afstemming binnen de kamer Zorg heeft al tot enkele concrete resultaten geleid. Een eerste voorbeeld van een opbrengst van de afstemming betreft de CJG-coaches. Het Centrum voor Jeugd en Gezin beantwoordt vragen van ouders over opvoeding, opgroeien en gezondheid van kinderen. Om deze hulp zo laagdrempelig mogelijk te maken, is een begin gemaakt met het aanstellen van CJG-coaches op de scholen. Zij bieden ambulante zorg aan kinderen, jongeren en gezinnen. Hierdoor krijgt jeugdzorg een plek op de scholen. Het is de bedoeling dat op elke school een CJG-coach gaat komen. Voorbeeld: samenwerking school en Orthopedagogisch Centrum Een tweede voorbeeld is de samenwerking tussen de Antoniusschool in Aerdenhout en Orthopedagogisch Centrum Kennemerland (OCK) het Spalier. Kinderen tussen de 4 en 7 jaar met een jeugdzorgindicatie komen op de Antoniusschool voor een behandeling van maximaal anderhalf jaar. Vervolgens stromen ze uit naar een andere school, regulier of speciaal. Landelijke indicatiecriteria gelden niet meer, dus zijn er geen
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
40
belemmeringen om de leerlingen te plaatsen op een school die het beste bij hen past. Er zijn al 2 kinderen geplaatst op een basisschool, wat volgens het oude systeem niet had gekund. Deze kinderen konden alleen starten met een jeugdzorgindicatie als het duidelijk was welke behandeling de leerling gingen volgen. Nu kan het ook gebruikt worden als een observatieplek. Dit is mede te danken aan een andere visie bij de jeugdzorg. Ook jeugdzorg heeft de ambitie om criteria los te gaan laten. Leerlingen profiteren daar nu al van. Lees de blog ‘Passend onderwijs, wat merken wij er al van?’ van Kitty Booms en Simone de Waart over de aanpak van de Antoniusschool. Afstemming over andere onderwerpen Op de werkagenda van de kamer Zorg staan niet alle onderwerpen waarover OOGO wordt gevoerd. Zo is er voor huisvesting een apart overleg tussen gemeenten en schoolbesturen. Als er aanleiding voor is, worden de samenwerkingsverbanden hierbij betrokken. Ook leerlingenvervoer is nu nog geen thema dat op de agenda van de kamer Zorg staat. Wel overleggen gemeenten en samenwerkingsverband over individuele gevallen, als maatwerk gewenst is. Een nieuw ondersteuningsplan De afgelopen maanden heeft het samenwerkingsverbanden het nieuwe ondersteuningsplan geschreven, samen met interne begeleiders van de basisscholen en gemeenteambtenaren. Dit plan bouwt voort op het eerste ondersteuningsplan. De basisprincipes daaruit gelden nog steeds; koerswijzigingen bevat het nieuwe plan niet. Wel zijn ontwikkelingen van het afgelopen jaar in het nieuwe ondersteuningsplan meegenomen. Ook het nieuwe ondersteuningsplan bestrijkt een vierjarige periode: 2014-2018. De planperiode verschuift dus 1 jaar. Hierdoor blijft het ondersteuningsplan een levend document. Tip voor andere samenwerkingsverbanden
6.2
Zet in het ondersteuningsplan gezamenlijk de grote lijn uit, probeer niet alles dicht te timmeren. De uitvoering van de plannen is een avontuur, dat je vol overtuiging aangaat. Houd de vinger aan de pols en monitor hoe de uitvoering verloopt: hoeveel toelaatbaarheidsverklaringen worden afgegeven en wat zijn de uitgaven per school? Als de resultaten anders zijn dan gehoopt, stuur dan bij en verwerk aanpassingen in het nieuwe ondersteuningsplan.
Helmond-Peelland
“Denk niet dat het op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met gemeenten over het ondersteuningsplan een eenmalige mijlpaal is. Na het OOGO begint het pas”, zegt Marja van Leeuwen, coördinator van samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO. Het samenwerkingsverband voerde een jaar geleden het eerste OOGO. Dat resulteerde in een gezamenlijke bestuurlijke opdracht om een aantal thema’s verder uit te werken. De ambtelijke regiowerkgroep passend onderwijs ging daarmee aan de slag. In deze werkgroep zitten beleidsmedewerkers van de 10 gemeenten en de coördinatoren van de samenwerkingsverbanden. In het tussenliggende jaar is veel gebeurd. In januari 2014 voerden het samenwerkingsverband en de gemeenten opnieuw OOGO over het ondersteuningsplan voor 2014-2018. Lees het verslag van het tweede OOGO.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
41
Belang van het bestuurlijk overleg Het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband is voor 4 jaar vastgesteld. Het samenwerkingsverband heeft afgesproken om het plan ieder jaar bij te stellen en aan te vullen. Ook wordt jaarlijks een bestuurlijk overleg met gemeenten gevoerd. Daarnaast is het samenwerkingsverband geregeld te gast in commissie- of raadsvergaderingen. Zo kunnen gemeenten en samenwerkingsverband elkaar goed informeren en kunnen ze gezamenlijke lijnen uitzetten. Bijvoorbeeld voor de aanpak van thuiszitters, leerlingenvervoer, doorlopende leerlijnen, jeugdhulp en aansluiting op de arbeidsmarkt. Lees de blog ‘Dagbesteding is ook passend onderwijs’ van Addie Smolders. Transitie zorg voor jeugd De gemeente betrekt het samenwerkingsverband nauw bij de gemeentelijke plannen voor de transitie zorg voor jeugd. Op bestuurlijk en beleidsmatig niveau is hier al volop overleg over. Het samenwerkingsverband en gemeenten inventariseren welke onderwijsondersteuning en jeugdhulp er nu al beschikbaar is. Op basis van deze inventarisatie doen ze aanbevelingen voor een optimale afstemming tussen ondersteuning in de school en jeugdhulp. Het samenwerkingsverband heeft met 10 gemeenten te maken die van elkaar verschillen in de transitie van de jeugdzorg. Zo zijn 6 Peelgemeenten al per 1 januari 2014 verantwoordelijk voor een deel van jeugdhulp. In deze gemeenten werken de scholen al samen met jeugdprofessionals die toegang hebben tot de geïndiceerde, zwaardere jeugdzorg. Gevolgen voor leerlingenvervoer In het nieuwe ondersteuningsplan staat informatie over het leerlingenvervoer in de verschillende gemeenten. De wethouders hebben veel aan dit overzicht. Het brengt een discussie op gang: waar liggen de verschillen en hoe zorgen we samen voor minder leerlingenvervoer en meer thuisnabij onderwijs? Het is interessant om te volgen wat de spreiding van ondersteuningsarrangementen betekent voor het leerlingenvervoer. Soms biedt het mogelijkheden om incidenteel geldstromen te verleggen. In 1 van de gemeenten zorgde de oprichting van een integratieklas binnen de gemeentegrenzen voor minder leerlingenvervoer. Deze gemeente leverde vervolgens een eenmalige financiële bijdrage aan de inrichtingskosten van de integratieklas. Afspraken over onderwijshuisvesting In het laatste OOGO namen het samenwerkingsverband en de gemeenten een belangrijk regionaal besluit over onderwijshuisvesting. Ze hebben afgesproken aanvragen voor onderwijshuisvesting in het kader van passend onderwijs alleen te behandelen als het samenwerkingsverband een positief advies heeft uitgebracht. Zo wordt de onderwijshuisvesting met betrekking tot passend onderwijs beter gestroomlijnd. Gemeenten kunnen controleren of een (spoed)aanvraag voor onderwijshuisvesting te maken heeft met passend onderwijs. Doorgaande lijn tussen po en vo In de volgende OOGO’s krijgt de afstemming tussen het primair onderwijs (po) en voorgezet onderwijs (vo) een aparte plaats. Het plan is een gezamenlijk OOGO te voeren tussen de samenwerkingsverbanden po en vo en de gemeenten. Maar ook op uitvoerend niveau krijgt de doorgaande lijn tussen po en vo veel aandacht. Aandachtspunten zijn de aanmelding van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften in het voortgezet onderwijs en de uitstroom naar het voortgezet onderwijs buiten de regio. Kennismaking met nieuwe wethouders De gemeenteraadsverkiezingen komen eraan. Dat betekent voor veel samenwerkingsverbanden nieuwe wethouders om mee af te stemmen. In Helmond-Peelland organiseert het samenwerkingsverband een kennismakingsronde met de nieuwe wethouders. Daarbij worden de lokale onderwijsbestuurders ook
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
42
uitgenodigd. Zo wordt meteen de link gelegd tussen het lokale onderwijs- en jeugdbeleid en het (meer regionale) passend onderwijs beleid van het samenwerkingsverband. Tips over afstemming met gemeenten:
6.3
Sluit het OOGO af met een bestuurlijke opdracht. Zo waarborg je de continuïteit. Zet een goede overlegstructuur op, op bestuurlijk en ambtelijk niveau. En zorg voor goede terugkoppeling naar de eigen organisaties. Sluit aan bij het ambtelijk overleg over de plannen zorg voor jeugd van de gemeenten. Zo kan de verbinding tussen passend onderwijs en zorg voor jeugd al in een vroeg stadium worden verkend en uitgewerkt. Ga straks kennismaken met de nieuwe wethouders. Neem je ondersteuningsplan mee en vertel wat het samenwerkingsverband van plan is!
Sterk VO Utrecht-Stichtse Vecht
Samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht -Stichtse Vecht voerde begin 2013 het eerste op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met de gemeenten. De uitkomst van het OOGO was een bestuurlijke agenda met aansluitingsopgaven. Deze worden verder uitgewerkt in het afstemmingsoverleg, waarbij ook het samenwerkingsverband po en het mbo aansluiten. Het samenwerkingsverband werkt goed en intensief samen met de gemeenten en kernpartners. Geactualiseerd ondersteuningsplan 2013-2016 In het OOGO van april 2014 bespreken de partijen het geactualiseerde ondersteuningsplan 2013-2016 van Sterk VO. Dit ondersteuningsplan is korter en concreter dan de vorige versie. Zo zijn de zorgtoewijzing en de verbinding met de gemeentelijke buurtteams al verder uitgewerkt. Naast het ondersteuningsplan van Sterk VO bespreken de gemeenten ook de plannen van het samenwerkingsverband po en het reformatorisch samenwerkingsverband. Daarnaast staat de uitvoeringsnota Zorg voor Jeugd op de agenda. Het OOGO is vooral een formeel moment om jaarlijks de verbinding tussen de transities te bespreken en de samenwerking te bekrachtigen. Tussentijds worden de aansluitingsopgaven inhoudelijk verder uitgewerkt. Er is tussen de samenwerkingsverbanden en de gemeenten een goede overlegstructuur, de lijnen zijn kort en men weet elkaar te vinden. Gezamenlijke visie in beleidsvorming en uitvoering Een belangrijke succesfactor bij deze samenwerking is de gezamenlijke visie: sterke basis, steun waar nodig, speciaal als het moet. Deze visie is terug te vinden in de ondersteuningsplannen voor de samenwerkingsverbanden po en vo en ook in het Jeugdplan van de gemeenten. Dit zorgt voor een gemeenschappelijke lijn in de beleidsvorming en de uitvoering. Sterk VO heeft te maken met 2 gemeenten: Utrecht en Stichtse Vecht. Het samenwerkingsverband investeert ook veel in de samenwerking met de gemeente Stichtse Vecht. Er is oog voor de lokale verschillen, bijvoorbeeld bij de afstemming met de plannen voor Zorg voor jeugd en de afstemming met het primair onderwijs. Stichtse Vecht heeft voor het samenwerkingsverband po namelijk met een andere regio te maken. De kunst is om de thema’s op de verschillende agenda’s zo veel mogelijk samen vorm te geven. Andere transities in het sociale domein Naast Zorg voor de jeugd komen ook de andere transities in het sociale domein steeds meer in beeld. Op dit moment speelt de vraag hoe je onderwijsbekostiging en zorgbekostiging voor ondersteuning op school goed
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
43
samen organiseert. Sterk VO is bezig met een inventarisatie. Wat betalen scholen vanuit de onderwijsbekostiging en wat vanuit de zorgbekostiging? Welke ondersteuning moet beschikbaar blijven en hoe kan dat straks met de gemeenten worden georganiseerd? Deze inventarisatie biedt informatie om met de gemeenten in gesprek te gaan over de toekomstige jeugdhulp in en om de school. Pilots met jeugdteams Bij de uitvoering van Zorg voor jeugd werken de gemeenten onder andere met sociale wijk- of buurtteams. Maar de buurt- of wijkoriëntatie past minder goed bij de schaal van het voortgezet onderwijs. Leerlingen komen vaak uit meerdere wijken of andere gemeenten. Bovendien is bij opgroeiende jongeren een gezinsaanpak alleen niet meer voldoende. Er is ook ondersteuning nodig in het schoolsysteem, vergelijkbaar met schoolmaatschappelijk werk. Sterk VO en de gemeente Utrecht zijn van plan om een pilot te starten op 2 scholen met een jeugdteam VO. Dit jeugdteam VO is niet wijk- of buurtgebonden, maar werkt wel via de principes van de buurtteams en sluit aan op de kernpartneraanpak. De intentie is om met deze pilot ook gebruik te maken van de ervaringen die het mbo opdoet met deze werkwijze. Ondersteuningsbehoefte bij vervoer De gemeente Utrecht is bezig met het opstellen van een nieuwe verordening leerlingenvervoer. In de uitwerkingsfase stemt de gemeente af met de beide samenwerkingsverbanden en de (v)so-scholen. De gemeenten en de samenwerkingsverbanden hebben afgesproken om eventuele vervoersondersteuning op te gaan nemen in het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Betrek de lokale politiek Het is belangrijk om de lokale bestuurders en politiek goed te betrekken bij de plannen van het samenwerkingsverband en de verbinding van passend onderwijs met de andere transities. Hoe geeft het samenwerkingsverband vorm aan passend onderwijs en hoe legt het de verbinding met het gemeentelijk beleid? Het initiatief kan zowel van het samenwerkingsverband als van de gemeenten komen. Recent organiseerde de gemeente Utrecht een expertmeeting passend onderwijs. Het doel was de raad te informeren over wat passend onderwijs in de praktijk betekent. De fracties lieten zich door het veld bijpraten over de ervaringen, knelpunten en mogelijkheden van passend onderwijs. Zo wordt ook duidelijk hoe ze goed op het onderwijs kunnen aansluiten met de transities Zorg voor Jeugd, AWBZ en de Participatiewet. Tips over afstemming met gemeenten:
Werk vanuit een gezamenlijke visie. Daar kunt u steeds op terugvallen. Kies voor een pragmatische/actuele aanpak. Een bestuurlijke agenda of aansluitingsopgaven waar gemeenten en samenwerkingsverbanden mee aan de slag kunnen, werkt goed en is concreet. Daarmee kunt u de verbinding tussen de transities ook echt vormgeven. Maak de tijdshorizon niet te breed. Het is verstandig om het ondersteuningsplan voor een jaar vast te stellen en vervolgens jaarlijks te actualiseren. Betrek de lokale politiek bij wat er gebeurt. Informeer de raad. Zeker bij publiciteit over passend onderwijs: informeer heel direct en zorg voor afstemming van beleid en goede communicatie naar alle betrokkenen.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
7
Ervaringen van betrokken gemeenten
7.1
Zuid Kennemerland
44
Gemeenten in de 3 pioniersregio’s zijn al een jaar eerder betrokken bij passend onderwijs dan andere gemeenten in het land. Welke ervaringen hebben deze gemeenten opgedaan en wat kunnen andere gemeenten daarvan leren? Hier delen enkele gemeenten betrokken bij de pioniers hun ervaringen. Samenwerking tussen gemeenten en samenwerkingsverband De regio Zuid-Kennemerland bestaat uit 5 gemeenten: de kustgemeenten Zandvoort en Bloemendaal, ten oosten daarvan Heemstede en provinciehoofdstad Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, dat tussen Haarlem en Amsterdam ligt. Haarlem is van de 5 veruit de grootste gemeente, met ruim 150.000 inwoners. De andere 4 gemeenten zijn samen half zo groot, met in totaal ruim 70.000 inwoners. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Haarlem binnen de regio een voortrekkersrol heeft. Regionaal onderwijsbeleid Al sinds enkele jaren werken de gemeenten samen aan regionaal onderwijsbeleid. De ontwikkelingen rond passend onderwijs waren hiervoor een belangrijke aanleiding. In 2011 zijn de schoolbesturen en gemeenten gestart met het Regionaal Besturenoverleg Onderwijs Zuid-Kennemerland (RBO). Passend onderwijs is een van de thema’s die ze in dit overleg bespreken. Deelnemers aan deze kamer zijn alle po- en vo-besturen en afhankelijk van het agendapunt andere schoolbesturen en gemeentebesturen. Naast het overleg in het RBO is er een portefeuillehoudersoverleg. Hierin zitten alle wethouders van onderwijs uit de regio Zuid-Kennemerland. Gezamenlijke visie op passend onderwijs Bestuurders en ambtenaren hebben samen de visie op passend onderwijs ontwikkeld. 3 jaar geleden kwamen schoolbestuurders, schooldirecteuren, de directeur van het samenwerkingsverband en ambtenaren van de gemeente Haarlem samen om hierover na te denken. In de aanloop naar het eerste op overeenstemming gericht over (OOGO) over het ondersteuningsplan van Zuid- Kennemerland primair onderwijs bespraken ze het ondersteuningsplan in het RBO en in het portefeuillehoudersoverleg van het RBO. Er is toen 1 verhaal voor het ondersteuningsplan voorbereid voor alle gemeenten, dat vervolgens is voorgelegd aan de verschillende colleges en overal is aangenomen. De regio was vanaf dat moment pionier passend onderwijs. Afstemming tussen gemeenten De gemeente Haarlem voert al jaren actief onderwijsbeleid. In hun vooruitstrevendheid vinden Haarlem en het samenwerkingsverband elkaar. Een risico is dat de gemeente en het samenwerkingsverband te hard willen. “Dan kun je de verbinding niet meer leggen met collega-ambtenaren uit andere gemeenten. Je wilt niet dat zij afhaken omdat het hen te snel gaat.” Tussentijdse afstemming is van groot belang. De gemeente Haarlem heeft dit ervaren tijdens de aanloop naar het eerste OOGO. De ambtenaren uit de andere gemeenten waren tot enkele maanden voor het OOGO nog weinig betrokken bij de voorbereiding. Uiteindelijk heeft de gemeente Haarlem een voortrekkersrol vervuld in het overleg met de andere gemeenten. Het ambtelijk overleg verliep vervolgens goed. Ook in de aanloop naar het tweede OOGO was er aandacht voor de afstemming op ambtelijk niveau. Dit jaar werd niet alleen het ondersteuningsplan van het swv po besproken maar ook dat van het swv vo. Toen er overeenstemming was bereikt over de rollen van de gemeenten binnen de regio, verliep de afstemming in de voorbereiding op het tweede OOGO voorspoedig.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
45
Voorbereiden op transities in sociale domein De gemeente bereiden zich voor op 3 transities: de transitie van de jeugdzorg, de invoering van de Participatiewet en de nieuwe Wmo. De gemeenten en het samenwerkingsverband PO-ZK willen samen optrekken bij het zoeken naar de verbinding tussen passend onderwijs en de transitie jeugdzorg. “Nu alles op de schop gaat, heb je de kans om er echt iets van te maken, met als uitgangspunt 1 kind 1 plan.” Ze hebben besloten om de relatie onderwijs-jeugdzorg integraal te benaderen. Daarom zijn ook alle partners van jeugdzorg, zoals GGD en JGZ, betrokken bij de uitwerking van de verbinding. De gemeente Haarlem startte een aantal jaar geleden met de ontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Binnenkort heeft elke school een eigen ‘CJG-coach’ die gezinnen en jeugdigen ondersteunt bij opvoed- en opgroeiproblemen. De gemeente Haarlem merkt dat de scholen de inzet van de CJG-coaches waarderen. De meeste omringende gemeenten, behalve Bloemendaal, hebben ook gekozen voor het concept van de CJG-coach. Uitdagingen voor de komende tijd Met de verschillende transities in het sociale domein komt er veel op gemeenten af. Vooral van kleinere gemeenten kan dat wat veel vragen. De gemeente Haarlem benadrukt daarom hoe belangrijk het is om in de regio met de verschillende gemeenten gezamenlijk op te trekken. Dit vraagt van gemeenten wel dat ze een deel van hun autonomie opgeven. Het organiseren van een regionaal overleg kan een belangrijke bijdrage leveren aan de onderlinge afstemming tussen gemeenten en tussen gemeenten en schoolbesturen. Voor het RBO ligt er nu de opdracht om vanuit de ondersteuningsplannen po en vo werkagenda’s uit te werken. Die werkagenda’s bevatten per thema een vertaling naar een activiteitenprogramma en een planning . Tips voor gemeenten Investeer op tijd in relaties tussen samenwerkingsverbanden en gemeente en tussen gemeenten onderling. Houd voldoende ruimte vrij voor de ontwikkelingen rondom passend onderwijs en zorg voor jeugd. Het is geen klusje om er even bij te doen. Bedenk goed wat de rol van het onderwijs en wat de rol van de gemeente is.
7.2
Helmond-Peelland
Gemeenten in de 3 pioniersregio’s zijn al een jaar eerder betrokken bij passend onderwijs dan andere gemeenten in het land. Welke ervaringen hebben deze gemeenten opgedaan en wat kunnen andere gemeenten daarvan leren? Hier delen enkele gemeenten betrokken bij de pioniers hun ervaringen. Samenwerking tussen gemeenten en samenwerkingsverband Samenwerkingsverband Helmond-Peelland VO werkt samen met 9 gemeenten: Asten, Boekel, Deurne, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek en Someren. Helmond is hiervan de grootste gemeente met bijna 90.000 inwoners. De grootte van de overige gemeenten varieert tussen de 40.000 en 10.000 inwoners. De 6 Peelgemeenten (Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren) kennen een lange traditie van samenwerking. Gezamenlijke visie op passend onderwijs en jeugdzorg Toen in 2010 passend onderwijs werd aangekondigd, zochten de Peelgemeenten direct de samenwerking met de andere gemeenten binnen het samenwerkingsverband. Om een basis te leggen voor de samenwerking, werkten ze samen met het samenwerkingsverband een visie op de verbinding tussen passend onderwijs en jeugdzorg uit. Deze visie is vastgelegd in de notitie Passend Onderwijs regio 30.08 Helmond-Peelland. Deze notitie schept duidelijkheid over rollen en verantwoordelijkheden van de gemeenten en van het onderwijs rondom passend onderwijs en jeugdhulp.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
46
Scherp blijven op verantwoordelijkheden Volgens de gemeenten is het heel belangrijk om scherp te blijven op ieders verantwoordelijkheden. Bij passend onderwijs hebben de schoolbesturen de ‘lead’. “Als gemeente kun je wel een regierol nemen in het aansturen op samenwerking, maar de schoolbesturen blijven verantwoordelijk voor de uitvoering.” De gemeenten beschouwen het als hun taak om te faciliteren en ondersteunen waar nodig en gewenst. De duidelijke afspraken over rollen en verantwoordelijkheden zorgen voor rust bij zowel bestuurders als ambtenaren. “Met de naderende transities zien we veel werk op ons afkomen. Doordat nu duidelijk is afgebakend waarvoor wij als gemeenten verantwoordelijk zijn, kunnen we deze verantwoordelijkheid ook goed oppakken.” De samenwerking met het samenwerkingsverband verloopt naar tevredenheid. Het samenwerkingsverband houdt de gemeenten goed op de hoogte van ontwikkelingen en stemt regelmatig af. De gemeenten hebben veel geleerd van het pioniersjaar. Ze proberen deze ervaringen te benutten bij de afstemming met het samenwerkingsverband voor primair onderwijs, dat per augustus 2014 start met passend onderwijs. Historie van samenwerking is goede basis De gemeenten merken dat een historie van goede samenwerking een goede basis is. “We kennen elkaar en houden elkaar goed op de hoogte.” Door het vaststellen van een visie op samenwerking en door de formulering van een bestuurlijke opdracht hebben de gemeenten zich gecommitteerd aan een langdurige samenwerking. Dit commitment vraagt van alle gemeenten dat zij formatie vrijmaken voor de samenwerking rondom passend onderwijs. De hoeveelheid fte’s die per gemeente beschikbaar zijn, verschilt. Uitgangspunt bij de samenwerking rondom passend onderwijs is ‘zo veel mogelijk lokaal waar dat kan en regionaal waar dat moet’. De ambtelijke regiowerkgroep passend onderwijs (ARPO) formuleert per thema op hoofdlijnen beleid en stelt dit vast. De verdere uitwerking van een thema is een lokale kwestie en wordt binnen het lokaal educatief overleg afgestemd met de betrokken schoolbesturen. Verbinding via zorgcoördinatoren en jeugdzorgprofessionals De naderende transities brengen veel veranderingen voor de gemeenten. De grootste uitdaging is de verbinding leggen tussen passend onderwijs en de zorg voor jeugd. De jeugdzorgtaken zijn immers nieuw voor de gemeenten. Gemeenten en onderwijs hebben elkaar nodig om deze verbinding goed te leggen. Ook hierbij is het van belang dat beide partijen scherp blijven op hun verantwoordelijkheden. Het onderwijs is daarbij primair verantwoordelijk voor de interne ondersteuningsstructuur op scholen en de gemeenten voor de externe ondersteuningsstructuur. Afgesproken is dat de verbinding tussen onderwijs en jeugdzorg loopt via zorgcoördinatoren en jeugdzorgprofessionals. De jeugdzorgprofessional is een vast aanspreekpunt op de school en kan doorverwijzen naar jeugdzorg. De zorgcoördinator en de jeugdzorgprofessional waken er samen voor dat leerlingen niet tussen wal en schip vallen. Uitdagingen voor de komende tijd De komende tijd werkt de ARPO verder aan de bestuurlijke opdracht. De bestuurlijke opdracht omvat de thema’s jeugdzorg, doorlopende leerlijnen, maatschappelijk werk, leerlingenvervoer en toeleiding naar werk. Jaarlijks worden actieplannen gemaakt voor de uitwerking van de thema’s. Het samenwerkingsverband en de gemeenten bespreken de voortgang en resultaten in het jaarlijkse OOGO. Een grote uitdaging bij de uitwerking van passend onderwijs is om een goede vertaling te maken van beleid naar uitvoering. “Daarbij blijven we kritisch kijken naar of we wel het goede doen.” Het resultaat van passend onderwijs voor ouders en kinderen staat altijd voorop.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
47
Tips:
7.3
Maak duidelijke afspraken over rollen en verantwoordelijkheden, zodat gemeenten weten wat ze te doen staat. Blijf scherp op ieders verantwoordelijkheden. Daarmee voorkom je dat partijen op elkaar wachten of dat ze zich bezighouden met andermans taken. Blijf tussentijds met elkaar communiceren en afstemmen. Besteed voldoende aandacht aan professionalisering van bestuurders en beleidsmedewerkers, zowel bij schoolbesturen als gemeenten. Zij krijgen immers steeds meer verantwoordelijkheden.
Sterk VO Utrecht-Stichtse Vecht
Gemeenten in de 3 pioniersregio’s zijn al een jaar eerder betrokken bij passend onderwijs dan andere gemeenten in het land. Welke ervaringen hebben deze gemeenten opgedaan en wat kunnen andere gemeenten daarvan leren? Hier delen enkele gemeenten betrokken bij de pioniers hun ervaringen. Samenwerking tussen gemeenten en samenwerkingsverband Samenwerkingsverband Sterk VO Utrecht en Stichtse Vecht werkt samen met 2 gemeenten: Utrecht en Stichtse Vecht. De gemeente Utrecht bestaat uit de stad Utrecht en sinds 2001 ook Vleuten en De Meern. Utrecht is een grote gemeente met bijna 330.000 inwoners. De gemeente Stichtse Vecht is in 2011 ontstaan door samenvoeging van de gemeenten Breukelen, Loenen en Maarssen. Stichtse Vecht bestaat uit 12 kernen en heeft ongeveer 63.000 inwoners. Fundament voor samenwerking in 2011 De gemeente Utrecht werkte al goed samen met de voorloper van het huidige samenwerkingsverband. Gemeente en schoolbesturen legden het fundament voor de nieuwe samenwerking tijdens een bijeenkomst in 2011 en stelden een gezamenlijke visie op. Later verankerden de schoolbesturen po, vo en mbo en beide gemeenten deze visie tijdens een startconferentie waarbij ook de minister van OCW aanwezig was. Gezamenlijk vertrekpunt “Passend onderwijs vormgeven vanuit samenwerking is een keuze.” Samenwerking vraagt om een gezamenlijk vertrekpunt en een gezamenlijk doel. Gemeenten merken hoe belangrijk het is dat er bij gemeenten én het samenwerkingsverband trekkers zijn die verbindingen leggen tussen personen, afdelingen en inhoudelijke ontwikkelingen. “Je moet je verbinden met de uitgangspunten en de personen. Daarbij moet je schakelen, iedereen er voortdurend bij betrekken. Dat vergt veel energie.” Aansluitingsopgaven voor po, vo en gemeenten Het op overeenstemming gericht overleg (OOGO) is de bestuurlijke markering van de samenwerking. Het samenwerkingsverband en de gemeenten hebben gezamenlijke aansluitingsopgaven geformuleerd voor het po en vo en beide gemeenten. Het gaat onder meer om preventie en signalering, doorgaande schoolloopbanen, voorkomen van thuiszitten, integrale samenwerking tussen ondersteuners in de school en zorgpartners buiten de school. Lokale verschillen in de uitwerking van deze aansluitingsopgaven zijn mogelijk. Verschillende rollen van gemeenten De gemeente Utrecht loopt in de ontwikkelingen rond passend onderwijs voor op de gemeente Stichtse Vecht. Utrecht heeft een trekkende en bepalende rol. Stichtse Vecht kan de ervaringen die zij opdoet binnen Sterk VO goed gebruiken bij de samenwerking met het samenwerkingsverband po Passenderwijs. In dit samenwerkingsverband heeft Stichtse Vecht te maken met 5 andere gemeenten waarbij ze zelf een van de
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
48
grotere is. Daardoor speelt Stichtse Vecht hierin een actieve rol. Ook Utrecht neemt bij het samenwerkingsverband Utrecht po een andere positie in omdat zij hierbij het normale tijdpad volgt. Voorbereiden op transities in sociale domein Beide gemeenten bereiden zich voor op de 3 transities in het sociale domein: de transitie van de jeugdzorg, de invoering van de Participatiewet en de verbreding van de Wmo. Verbinding van deze transities is van belang om een integraal sociaal beleid te ontwikkelen. “Onderwijs en jeugdzorg lijken soms gescheiden werelden, maar de transities moeten juist in samenwerking vorm krijgen.” Dit proces is al zichtbaar in de manier waarop de werkvloer nu veel scherper dan voorheen kijkt naar waar de oorzaak van een probleem ligt en welke interventie daarbij past. “Het eigenaarschap is duidelijker, je bent meer oplossingsgericht bezig. Praktische vraagstukken zetten ons ertoe de verbinding te zoeken tussen de transities.” Een voorbeeld hiervan zijn de buurtteams in Utrecht. Deze teams werken samen met onder meer (jeugd)zorginstellingen en scholen. Uitdagingen voor komende tijd Door de nieuwe organisatie en bekostiging van onderwijsondersteuning en zorg voor jeugd verandert er veel. Wat betekent dit concreet voor gemeenten, scholen en ouders? Er is een sterke behoefte aan overzicht. Daarom inventariseren het samenwerkingsverband en de gemeenten binnenkort gezamenlijk de financieringsstromen en afbakening van verantwoordelijkheden. Een ander aandachtspunt is de vertaling en uitwerking van het beleid naar de dagelijkse praktijk in alle betrokken lagen. Tot slot vraagt ook het betrekken van het mbo bij passend onderwijs de komende tijd veel aandacht. Door de regionale functie heeft het mbo te maken met vele andere gemeenten. “De huidige overlegtafel is in dit geval te klein om afspraken te maken” Tips voor gemeenten
-
-
-
Zorg voor verbinding. Denk niet vanuit systemen maar vanuit het gezamenlijke doel. Vooral grote gemeenten moeten ook intern de juiste verbindingen leggen tussen verschillende afdelingen en personen. Zorg voor bestuurlijke borging en schakel door naar alle niveaus. Casuïstiek kan helpen om het doel voor ogen te houden en op de gekozen aanpak te reflecteren. In Utrecht gebeurt dit in de intensieve thuiszittersaanpak en ook in de kernteams en overleggen van kernpartners (begeleider passend onderwijs vanuit het swv, (school) maatschappelijk werk, leerplicht en jeugdgezondheidszorg). http://www.passendonderwijs.nl/hoe-werkt-passend-onderwijs/pioniers-in-passendonderwijs/utrecht/basisondersteuning-en-extra-ondersteuning/ Blijf koersvast. “Er is wel flexibiliteit mogelijk, maar in het hart van de beweging moet je vasthouden aan de dingen die je samen hebt bedacht en hebt afgesproken.” Wees trots op wat u al bereikt hebt, ook al gaat het soms om kleine stapjes.
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
8
Interviews: terugblik na een jaar pionieren in passend onderwijs
8.1
SWV Zuid-Kennemerland PO
49
Juni 2014. Aan het woord: Lucas Rurup, directeur samenwerkingsverband. Bij de start van dit pioniersjaar vertelde directeur Lucas Rurup over de ambities voor het komende jaar. Aan het einde van dit schooljaar blikt hij op de afgelopen periode terug.
Hoe kijken jullie terug op een jaar pionieren in passend onderwijs? “Dit schooljaar heeft geen grote verassingen gebracht. Het vorige schooljaar was eigenlijk spannender. Toen werkten we heel hard aan de voorbereiding. Daardoor konden we de omslag goed maken. We wilden de verantwoordelijkheden zo veel mogelijk bij de scholen leggen en dat is gelukt. De schoolteams denken nu meer na over de noodzaak van verwijzingen naar speciaal onderwijs. Ook de relaties tussen scholen zijn belangrijker geworden. Dit jaar hebben we veel geëvalueerd. We hebben het nieuwe ondersteuningsplan verder ingekleurd, maar de koers is hetzelfde gebleven.”
Waar zijn jullie trots op? “We zijn 4 jaar geleden al begonnen en zijn altijd koersvast gebleven. De basis is een ‘menukaart’ met begrippen die we belangrijk vinden. Stimuleren van leerlingen aannemen in plaats van verwijzen. We kijken naar de onderwijsbehoefte van kinderen, in plaats van ze een etiket op te plakken. Het is gelukt om dit uit te dragen en hieraan vast te houden. Daarbij hebben we goede contacten binnen het samenwerkingsverband. We focussen op vragen uit het veld en konden daar tot nu toe heel goed op inspelen.” Wat zijn aandachtspunten? Communicatie “De communicatie binnen scholen en tussen scholen kan beter. We willen graag dat leerkrachten problemen bij hun school aankaarten in plaats van bij het samenwerkingsverband. Ze moeten zelf verantwoordelijkheid nemen, tot actie overgaan en daardoor leren en ontwikkelen.” Planmatige aanpak “De planmatige aanpak van interventies, handelingsgericht werken en de transparantie daarvan kan nog verbeteren. Dit is onder meer van belang bij de communicatie met ouders en bij een overgang naar sbo of so.” Samenwerking en eigen verantwoordelijkheid “In Zuid-Kennemerland hechten we aan samenwerking, maar dat is iets anders dan solidariteit. Solidariteit regelt alles al bij voorbaat, waardoor de impuls verdwijnt om jezelf te verbeteren. Daarom hebben we als samenwerkingsverband geen solidariteitsbeginsel. Besturen hanteren het solidariteitsbeginsel nog wel, zodat ze scholen die veel verwijzen kunnen compenseren. Dit monitoren we scherp. Het is namelijk de bedoeling dat er iets verandert op die school. Elke school is verantwoordelijk voor haar eigen leerlingen.”
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
50
Vooruitblik: ambities voor de komende tijd Inspelen op veranderingen in sbo en so “Het sbo en so gaan veranderen. Het sbo krimpt. Leerlingen die nog richting het sbo gaan hebben te maken met zwaardere problematiek. Leerlingen met zware problematiek worden nog wel aangemeld, leerlingen met lichte problematiek blijven steeds meer in het regulier onderwijs. Verder zitten er op het speciaal onderwijs nu veel leerlingen van buiten de regio. Maar als die steeds vaker regulier onderwijs volgen in hun eigen regio, krimpt ook het so.” Verbeteren van regulier onderwijs “We zijn hier continu mee bezig, bijvoorbeeld met professionaliseringsdagen voor leerkrachten. Sommige schoolleiders voeren heel intensieve gesprekken met hun team. Dit moet overal op gang komen.” Logische integratie van ondersteuningsplan en -profielen “We kunnen geen afspraken maken die we los van elkaar uitvoeren. Daarom streven we ernaar dat de onderwijsprofielen van de scholen logisch samenhangen. Daarvoor zijn we voortdurend met elkaar in gesprek. Besturen zijn daarbij verantwoordelijk, het samenwerkingsverband faciliteert en ondersteunt alleen.”
Tot slot Laatste adviezen voor startende samenwerkingsverbanden
Het geeft energie als je leuke dingen organiseert, zoals een speeddate passend onderwijs, een vragenuurtje. En energie geeft weer meer energie. Creëer een omgeving waarin mensen elkaar vertrouwen, elkaar iets gunnen en willen leren van elkaar. Passend onderwijs gaat niet alleen over inhoud, maar ook over financiën. Je kunt niet over de inhoud praten zonder het over geld te hebben. Maak een menukaart met basisbegrippen waar je voor staat. Gebruik die om je systeem te testen, bijvoorbeeld op bureaucratie. Ga samenwonen of samenwerken met het samenwerkingsverband vo (of po). Maak een analyse van de geldsturing die plaatsvindt binnen het samenwerkingsverband. Ga na of dit overeenkomt met je ambities.
8.2
SWV Helmond-Peelland VO
Juni 2014. Aan het woord: Marja van Leeuwen, directeur samenwerkingsverband Bij de start van dit pioniersjaar vertelde directeur Marja van Leeuwen over de ambities voor het komende jaar. Aan het einde van dit schooljaar blikt ze op de afgelopen periode terug. Hoe kijken jullie terug op een jaar pionieren in passend onderwijs? “We kijken terug op een goed jaar. In ons samenwerkingsverband zijn we met veel enthousiasme en samen met alle partners met passend onderwijs gestart. We zijn gewoon begonnen en hebben veel gedaan en bereikt. Tot nu toe hebben we alle besluiten in het samenwerkingsverband unaniem genomen! Een van onze ambities was meer leerlingen in het regulier onderwijs op te vangen. Deze ontwikkeling is duidelijk begonnen. We hebben ook hard gewerkt aan het voorbereiden van nieuwe arrangementen, zoals de syntheseklas. Al met al is het transformatieproces ingezet het afgelopen jaar. Bijvoorbeeld door sneller te handelen bij
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
51
ondersteuningsvragen. Steeds meer mensen begrijpen hoe belangrijk de veranderingen zijn én welke kansen passend onderwijs biedt.” Waar zijn jullie trots op? “We hebben op verzoek van de ondersteuningsplanraad een populaire versie gemaakt van het ondersteuningsplan. Daar kregen we veel positieve reacties op. Ook betrekken we ouders beter bij besprekingen over toelaatbaarheid en plaatsing. Ouders zijn het misschien niet altijd eens met de uitkomst, maar waarderen wel dat we erover in gesprek gaan. Waar we ook blij mee zijn, is dat we het afgelopen jaar geen klachten of bezwaarschriften hebben gehad.” Wat zijn aandachtspunten? Grensverkeer “Doordat wij een jaar eerder met passend onderwijs zijn begonnen, was er nog veel onduidelijkheid over grensverkeer naar en van omliggende samenwerkingsverbanden. Dit leidde soms tot vervelende situaties voor ouders en leerlingen. Gelukkig konden we dat steeds oplossen door de dialoog aan te gaan. De komende tijd zullen we meer aandacht besteden aan communicatie met de ‘buren’, bijvoorbeeld over hoe we de basisondersteuning invullen en de toelaatbaarheid tot extra ondersteuning regelen.” Verwachtingsmanagement “Een ander aandachtspunt is verwachtingsmanagement. We moeten blijven uitleggen waar ons samenwerkingsverband voor staat. Welke dingen gaan nu echt anders? Maar ook: waar liggen de kansen? Het heeft tijd nodig om draagvlak te creëren in de scholen. We hebben de eerste stappen gezet. Het netwerk begeleiding en zorg en vooral ook het netwerk zorgcoördinatoren speelden daarbij een belangrijke rol. De komende tijd richten we ons nog meer op het betrekken en toerusten van docenten. Hier hebben de schoolbesturen en scholen een belangrijke taak.” Communicatie “We zetten sterk in op communicatie. Zo lanceren we in augustus met het samenwerkingsverband po een gezamenlijke huisstijl en website. Daarmee laten we ook zien dat we de doorgaande lijn belangrijk vinden. Dat doen we ook in de praktijk: afgelopen jaar voerden we gesprekken op alle aanleverende basisscholen die daarvan gebruik wilden maken. Het is belangrijk om korte lijnen te hebben en elkaar te kennen. Dat is een belangrijke reden waarom we nu ook samen met het samenwerkingsverband po naar geschikte huisvesting zoeken.” Vooruitblik: ambities voor de komende tijd Samenwerking met gemeenten “We zetten onze nauwe samenwerking met de gemeenten voort. Zo werken we samen met gemeenten aan de ontwikkeling van een onderwijs-zorg arrangement als alternatief voor de huidige plusvoorziening. Dit doen we regionaal, waarbij we gebruik willen maken van de beschikbare voorzieningen in de jeugdzorg en het onderwijs. Nu gemeenten de regie krijgen over de jeugdhulp zien we meer kansen om integraal te werken. Hiermee kunnen jongeren passende onderwijsondersteuning én jeugdhulp krijgen.” Planmatige aanpak “We gaan door op de ingezette koers. Daarvoor hebben we een jaarplan opgesteld. Hierin hebben we al onze doelen en beoogde resultaten uit het ondersteuningsplan omgezet in concrete acties: dat geeft structuur en houvast. Bovendien helpt het plan ook als toetsingskader en voor de borging van de kwaliteitszorg.” Doorgaande lijn met primair onderwijs
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
52
“Komend jaar bouwen we onze contacten met het primair onderwijs verder uit. Zo hebben we al afgesproken om de mogelijkheid te bieden gezamenlijk gesprekken te voeren met ouders van leerlingen van wie de basisschool verwacht dat ze extra ondersteuning nodig hebben in het voortgezet onderwijs. We wachten dus niet tot ze worden aangemeld in het vo, maar zorgen dat we al eerder met hen in gesprek gaan. Zo kunnen we anticiperen op mogelijke ondersteuningsvragen.” Structureel overleg met het mbo “Onze samenwerking met het mbo gaan we structureel vormgeven. Volgend jaar plannen we vaste overlegmomenten met het mbo in de regio, op strategisch, tactisch en operationeel niveau.” Tot slot Adviezen voor startende samenwerkingsverbanden Gewoon beginnen! Focus op verwachtingsmanagement: benoem de grenzen maar zeker ook de kansen. Investeer als samenwerkingsverband vo in soepele overgangen van po naar vo. Betrek ook ouders er (vroeg) bij, zeker bij overgangen die wat ingewikkelder (lijken te) zijn. Laat het po zien wat je als vo in huis hebt. Zorg dat basisscholen een juist beeld hebben van de mogelijkheden van de verschillende vo-scholen in het samenwerkingsverband zodat ze goed kunnen adviseren over passend vervolgonderwijs.
8.3
SWV Sterk VO Utrecht-Stichtse Vecht
Juni 2014. Aan het woord: Harriet Smit, programmaleider van Sterk VO Bij de start van dit pioniersjaar vertelde programmaleider Harriet Smit over de ambities voor het komende jaar. Aan het einde van dit schooljaar blikt ze op de afgelopen periode terug. Hoe kijken jullie terug op een jaar pionieren in passend onderwijs? “We kijken met een positief gevoel terug op het afgelopen jaar. We hebben samen met scholen, besturen, kernpartners en gemeente veel werk verzet en onze ambities waargemaakt. Samen hebben we de hoofddoelen uit het ondersteuningsplan gerealiseerd. Onze visie blijft het ankerpunt en we zien dat deze vorm krijgt in de praktijk. We merken wel dat we goed moeten volgen en waar nodig bijstellen. Zo werkt het kernteam nu goed, maar de aansluiting met jeugdhulp in de jeugdteams is nog in ontwikkeling.” Waar zijn jullie trots op? “We zijn echt trots op wat de scholen in korte tijd hebben neergezet en wat we samen met hen en onze partners hebben bereikt. Met een duidelijke visie als leidraad. Ook de inspectie is hier positief over en gaf aan dat Sterk VO een voorbeeld is van een goed werkende netwerkorganisatie. Die verbinding op alle niveaus en met alle partners is de kern van onze pioniersaanpak. Het is goed om te zien dat die aanpak werkt.” Wat zijn aandachtspunten? Zorgvuldige communicatie
“Communicatie blijft een aandachtspunt. We moeten zorgvuldig blijven implementeren en de tijd nemen waar dat moet. Zo kunnen we weerstand voorkomen en eigenaarschap stimuleren.” Verminderen van ervaren bureaucratie “We willen de bureaucratie verminderen die scholen nog ervaren. Ze hebben vaak het gevoel dat ze extra dingen moeten doen, de meerwaarde ervan is nog niet altijd helder. Een voorbeeld is het
Oberon – Pioniers in passend onderwijs (teksten gepubliceerd op www.passendonderwijs.nl)
53
invullen van het ontwikkelingsperspectiefplan of het werken met digitale systemen zoals Onderwijs Transparant.” Investeren in kwaliteitszorg “We vinden het belangrijk om ondanks grote druk bij scholen de energie en ruimte te houden om vooruit te blijven kijken, te reflecteren en planmatig te werken. Dit geldt ook voor het samenwerkingsverband. De inspectie gaf aan dat we nog duidelijker moeten investeren in de kwaliteitszorgcyclus (PDCA). Deze is op onderdelen goed, bijvoorbeeld bij de overgang van po naar vo, maar we moeten hem ook systematisch toepassen op het hele samenwerkingsverband.” Vooruitblik: ambities voor de komende tijd Verdere professionalisering
“We willen onze organisatie en de samenwerking met scholen en partners nog verder professionaliseren om het onderwijs en de ondersteuning voor jongeren zo passend mogelijk te maken. We zijn al veel bezig met reflectie maar we moeten ook de stap tot duurzame verbetering zetten waar dat nodig is. De kernwaarden, zoals planmatig werken, moet je ook zelf voorleven.” Verbindingen tussen de transities “Verdere verbinding tussen passend onderwijs en zorg voor jeugd is de komende tijd belangrijk. Ook richten we ons op de hervorming van de AWBZ en de invoering van de Participatiewet. Door al deze transities wordt het speelveld en de opdracht van gemeenten, scholen en samenwerkingsverbanden ingewikkelder. Onze aanpak is dan: terug naar de praktijk, elkaar blijven opzoeken, leren aan de hand van casuïstiek. Dat geldt voor het niveau van wethouders maar ook in de lagen daaronder. Je moet elkaars werelden kennen en vanuit verschillende invalshoeken zoeken naar de best passende aanpak.” Overgangen po-vo en vo-mbo “Een doorlopende schoolloopbaan van po naar vo en mbo blijft de rode draad in ons werk. Ook komend jaar investeren we in het verder verbeteren van de overgangen van po naar vo en naar het mbo. We gebruiken hierbij de ervaringen van ouders en jongeren in de overstap van po naar vo en van vo naar mbo.” Tot slot Adviezen voor startende samenwerkingsverbanden
Wees niet bang om te beginnen met vernieuwing. Durf stappen te zetten die passen binnen jouw situatie. Investeer in communicatie, netwerken en samenwerking, ook tussen samenwerkingsverbanden. En deel kennis en ervaringen. Creëer mogelijkheden en ruimte voor reflectie. Zoek ook naar informele manieren om contact te houden en te horen hoe het op de scholen gaat. Zorg voor eenvoudige werkprocessen waar dat kan. Stimuleer eigenaarschap en planmatig werken. Luister goed naar het veld en doe wat je belooft. Neem de tijd voor veranderen.