Kijk op
Jaarvers l ag
Inho ud
1
2
3.
Vo o r wo o rd Raad van Bestuur
7
Ve rs l ag Raad van To e z i c ht
9
Corporate Gove r n a nc e
11
Organisatorische inbedding Raad van Bestuur Raad van Toezicht Commissies Raad van Toezicht Compliance en risicomanagement Klokkenluidersregeling
11 11 12 12 13 13
Strategie en Organisatieont w i k ke l i ng
15
Strategisch beleid Missie en ambities Strategische doelstellingen Strategische kaders 2006 – 2009 Medisch beleid Organisatieontwikkeling Organisatie en besturingsmodel Inrichting directoraat Sociale Zaken Installatie Verpleegkundig Stafconvent Bedrijfsgezondheids- en Preventiedienst Verzelfstandiging activiteiten Centrale Sterilisatieafdeling Vernieuwing en verzelfstandiging Ziekenhuisapotheek Uitbesteding diagnostiek Radiologie pg Invoering pacs
16 16 17 17 17 19 19 19 19 20 21 21 21 21
C o m municatie en ove r le g
23
Communicatie met unitvoorzitters en leden van de Medische Staf Overleg Raad van Bestuur en Bestuur Medische Staf Overleg Raad van Bestuur en Patiëntenraad Overleg Raad van Bestuur en Ondernemingsraad
24 25 25 25
Me d i s c he dienstve r le n i ng
27
Samenwerking met ziekenhuizen in de regio Innovaties Toepassing nieuwe medische technieken Thematische samenwerkingsverbanden Procesherontwerp Transmurale projecten
28 29 29 29 30 30
4
5
Kwaliteitszorg Kwaliteitssysteem Patiëntveiligheid Patiëntenlogistiek Patiënttevredenheid Documentbeheer Professionele kwaliteit Kwaliteitsvisitaties Prestatie-indicatoren Patiëntenvoorlichting Voorlichtingsmiddelen Projecten Informatiecentrum Voorlichtingsbijeenkomsten Orgaan- en weefseldonatie Weefseldonatie Orgaandonatie Nieuwe procedures
33 33 33 35 36 37 37 37 37 38 38 38 39 39 40 40 40 40
O p le i d i ng en onderzoek
41
Samenwerking amc Medisch onderwijs Specialistenopleidingen Opleidingsvisitaties Verpleegkundig onderwijs Scholing Respiratoire zorg bij dreigende sputumretentie Overige beroepsopleidingen Medisch-Etische Toetsingscommisie Commissie Wetenschappelijk Onderzoek Wetenschapsdag
42 42 43 44 45 46 47 47 47 47
S o c i a le bele i d
49
Managementopleidingen Bedrijfstrainingen Werving en selectie van medisch specialisten en hoger management Competentiemanagement op unitniveau Unit Urologie Unit Gy n a e c o l o g i e / Verloskunde Functiewaardering Loopbaanbegeleiding Reïntegratie Sociaal Plan Klachten medewerkers Externe vertrouwenspersoon Nieuwe kinderopvangregeling Introductie fietsregeling Bedrijfsgezondheidszorg en preventie Risico- Inventarisatie & Ev a l u a t i e Spreekuur Fysiotherapie/Ergotherapie Veiligezorg Personeelssamenstelling Leeftijdsopbouw Verzuim
50 51 51 52 52 52 53 53 53 53 54 55 55 55 56 56 56 57 57 58 58
6
7
O nde rs t e u ne nde ac t i v i t e i t e n
59
Informatisering en automatisering Nieuwe informatiesystemen ict-ontwikkelingen binnen units Milieuzaken Milieucontroles Milieuprestaties Calamiteitencoördinatie Facilitaire Zaken Bouwprojecten Nieuw voedingsconcept voor patiënten Beveiliging Logistiek Patiëntenlogistiek
60 61 61 61 62 63 63 64 64 65 65 65 65
F i n a nciën
67
Productieontwikkeling dbc-systematiek Financieel verslag Baten Lasten Balans Verwachting voor de komende periode Accountantsverklaring
68 69 70 70 71 71 72 73
B i j l agen Organogram Overzicht deelnemingen Personalia Publicaties
75 76 77 80
Vo o r wo o rd Raad van Bestuur Voor u ligt het jaarve rs l ag 2005 van het Onze Lieve Vro u we G a s t huis (OLVG). Anders dan u van ons gewe nd bent, vindt u in één do c u me nt zowel het alge me ne als het financ i ë le jaarve rs l ag. Hiermee beogen wij u een zo vo l ledig mo ge l i j k b e e ld te geven van de belang r i j kste gebeurtenissen en ontw i k ke l i ngen in het afge lopen jaar. Transparantie en maatschappelijk ondernemen staan hoog op de agenda in de Nederlandse gezondheidszorg. Met het jaarverslag 2005 wil het olvg laten zien hoe zij hieraan invulling heeft gegeven. Ook geeft het verslag inzicht in de prestaties die het afgelopen jaar zijn geleverd. Het olvg heeft zich voorbereid op de toekomst en flink geïnvesteerd in de herinrichting van de organisatie. Dit proces heeft de afgelopen jaren vorm gekregen en is in het verslagjaar afgerond. Hiermee is de basis gelegd voor een bedrijfsmatige wijze van besturing met in de kern de overgang naar outputsturing en integrale verantwoordelijkheid op alle niveaus van de organisatie. Ook is met het nieuwe organisatiemodel daadwerkelijk invulling gegeven aan de integratie van de medisch specialist in het ziekenhuisbedrijf. Het model kan, zo het zich laat aanzien, goed mee in de vloedgolf van veranderingen die extern op ons afkomen en biedt de randvoorwaarden om de patiënt daadwerkelijk centraal te kunnen stellen.
houding aannemen, maar pro-actief en naar de juiste maatstaven van kwaliteitsdenken handelen. Dat we op de goede weg zijn, toont de uitkomst van het jaarlijkse Elsevier-onderzoek naar de prestaties van de Nederlandse ziekenhuizen. In 2005 behaalde het olvg voor de tweede keer in drie jaar tijd de eerste plaats. We zijn gepast trots op deze notering, maar de uitkomst is voor ons zeker geen motief om tevreden achterover te leunen. Deze eerste plaats geeft juist een extra stimulans om onze ambities om toonaangevend en vernieuwend te zijn, te kunnen realiseren. Dat vraagt onverminderd om slagvaardigheid, alertheid en scherpte. Onze waardering gaat uit naar al onze medewerkers voor hetgeen zij in 2005 hebben gepresteerd in het belang van het olvg en vooral in het belang van al die mensen die aan onze zorgen zijn toevertrouwd. Mede door hun bijdrage is het jaar 2005 ook in financieel opzicht met een mooi resultaat afgesloten. Patiënten, verwijzers, zorgverzekeraars en overige relaties zijn wij zeer erkentelijk voor het in ons gestelde vertrouwen.
Amsterdam, april 2006 Namens de Raad van Bestuur olvg
drs. Emile A.R.J. Lohman, voorzitter
Raad van Bestuur olvg Om de ambities te kunnen waarmaken, zal de Raad van Bestuur in 2006 de blik nog meer naar buiten richten om een gelijkwaardige positie jegens marktpartijen te kunnen innemen, met behoud van de eigenheid van het olvg. In het licht van de strategische discussie in het afgelopen jaar en vanuit de gezonde uitgangspositie die het olvg heeft, worden door het olvg de intensieve contacten met andere, sterke en gelijkgezinde ziekenhuizen voortgezet, teneinde te komen tot een bundeling van krachten. Met betrekking tot de financiering van de ziekenhuiszorg achten wij het van groot belang dat de Diagnose Behandeling Combinatie systematiek (d b c-systematiek) daadkrachtig verder wordt ingevoerd. Naar onze mening zou binnen twee jaar 70-80% van de reguliere ziekenhuiszorg gecontracteerd kunnen worden op basis van vrij-onderhandelbare dbc-prijzen. Op deze wijze kunnen ziekenhuizen hun positie en prestaties in een marktomgeving verder verbeteren. Het belang van opleiding, onderwijs en onderzoek wordt onderstreept in onze kerndoelstellingen. Het komend jaar gaat het niet alleen om de verdere verankering van het Teaching Hospital concept, maar ook om te komen tot een structurele, autonome financiering van de activiteiten op dit vlak. Voorts heeft het olvg in de voorbije jaren veel geïnvesteerd in ontwikkelingen op ict-gebied. Hierdoor beschikt het ziekenhuis thans over nieuwe informatiesystemen waarmee onder meer goed inzicht is verkregen in de dbc-systematiek. Ook het komend jaar gaan wij door op de ingeslagen weg door in te spelen op nieuwe ontwikkelingen en het datawarehouse uit te breiden.
drs. Emile A.R.J. Lohman, voorzitter dr. Douwe J. Hemrika, lid
Onze klant presenteert zich in drie gedaanten: de patiënt, zijn adviseur – veelal de verwijzer – en de zorgverzekeraar. Ten opzichte van de patiënt zullen ziekenhuizen zich meer en meer moeten verantwoorden. Hierin wil het olvg geen afwachtende 7
8
Diverse onderwerpen van beleidsvoorbereiding en -uitvoering kwamen aan de orde, waaronder de invoering van de dbc-systematiek. De overlegvergaderingen van de Raad van Bestuur en Ondernemingsraad werden bij toerbeurt bijgewoond door één van de leden van de Raad van Toezicht.
Vers l ag Raad van Toezicht De Raad van Toezicht houdt to e z i c ht op de strategie, het b e leid en de alge me ne gang van zaken binnen het OLVG en de met haar ve r b o nden onde r ne m i ngen. In 2005 we rd int e nsief van ge d achten gew i s s e ld over de strategie voor de ko me nde jaren; teve ns ging speciale aand ac ht uit naar de c o r p o rate gove r n a nce structuur binnen het OLVG. In het verslagjaar vergaderde de Raad van Toezicht negen keer met de Raad van Bestuur. Naast de te bespreken actuele vraagstukken, gaven de bestuurders tevens een uitgebreide toelichting op de algemene gang van zaken in het olvg en de met haar verbonden ondernemingen. Gedurende het verslagjaar waren onder andere aan de orde: 1 Financiële gang van zaken, zoals: • goedkeuring van de jaarrekening 2004 in aanwezigheid van de externe accountant; • bespreking van de kwartaalresultaten van het vierde kwartaal 2004 en de eerste drie kwartalen 2005; • bespreking van de resultaten van de businessunits; • goedkeuring van de begroting 2006.
Herbenoemingen Volgens rooster traden in december de heren mr. J.L.P.G. van Thiel en drs. P. Wilson af. Beide toezichthouders zijn vervolgens voor een nieuwe termijn van vier jaar benoemd. Vooruitblik Naast de hierboven vermelde onderwerpen bespreekt de Raad van Toezicht jaarlijks diverse kwaliteitsdocumenten, veelal opgesteld aan de hand van door de Raad van Bestuur gehanteerde prestatie-indicatoren. Teneinde de kwaliteit van dergelijke documenten beter in het perspectief van de strategie en organisatieontwikkeling te kunnen beoordelen, wil de Raad van Toezicht komen tot eigen inhoudelijke beoordelingsnormen. Zoals vele andere ziekenhuisorganisaties wordt ook het olvg in toenemende mate geconfronteerd met financiële risico’s. De verwachting is dat deze risico’s de komende jaren blijven toenemen. Daarom zal in 2006 aandacht worden besteed aan de verdere uitwerking van een sluitend risicobeheersings- en controlesysteem.
Amsterdam, 24 april 2006 Namens de Raad van Toezicht olvg
mr. W.F.C. Stevens, voorzitter 2 Strategie Goedkeuring werd gegeven aan de actualisatie van het strategische kader voor de jaren 2006 tot 2009. In aansluiting op de strategiediscussie is intensief overleg gevoerd over veranderingen die nodig zijn om de organisatie een realiseerbaar toekomstperspectief te bieden, waarbij de continuïteit van het olvg wordt gewaarborgd. In dit kader is bijvoorbeeld gesproken over mogelijkheden om de krachten te bundelen met andere sterke en gelijkgezinde ziekenhuizen. 3 Corporate governance Veel aandacht werd besteed aan de corporate governance structuur binnen het olvg. Elders in dit jaarverslag wordt hierover gerapporteerd. Een en ander leidde ertoe dat de Raad van Toezicht uit zijn midden, naast de reeds bestaande Auditcommissie ook een Corporate Governance commissie en een gecombineerde Benoemings- en Remuneratiecommissie heeft ingesteld. Op de website van het olvg worden de relevante regelingen en gegevens over bestuurders en toezichthouders gepubliceerd.
Raad van Toezicht olvg mr. W.F.C. Stevens, voorzitter drs. P.C.F.M. Vlek, vice-voorzitter mr. A. Overbosch, lid mr. J.L.P.G. van Thiel, lid drs. P. Wilson, lid
4 Co m p l i a n c e Voor het tweede achtereenvolgende jaar werd besproken op welke wijze door het olvg de uitgebreide wettelijke en interne regelingen worden nageleefd. Vertegenwoordigend overleg Ook in 2005 vonden er twee bijeenkomsten plaats met het Bestuur van de Medische Staf.
9
10
Corporate gove r n a nce Onze hu i d i ge same n lev i ng ve r l a ngt tere c ht dat zieke n hu i z e n ve ra nt wo o rd omgaan met de aan hen to eve r t rouwde belangen en duidelijk ve ra nt wo o rd i ng afleggen over stra t e g i e, resultaten en risico’s. Dit wo rdt ook wel aangeduid als c o r p o rate gove r n a nce of goed onde r ne m i ngs b e s t u u r. Corporate governance heeft primair betrekking op de rol en bevoegdheden van toezichthouders in het bijzonder in relatie tot bestuurders, maar ook in relatie tot andere stakeholders, zoals medewerkers, patiënten en de maatschappij als geheel. Het olvg onderschrijft volledig het belang van corporate governance en wil verantwoording afleggen over het beleid dat wordt gevoerd op het gebied van zowel de patiëntenzorg als de bedrijfsvoering. In essentie draait dit om een geheel van samenhangende maatregelen, zowel op strategisch als bedrijfsmatig gebied. Hieraan is in het verslagjaar veel aandacht besteed. Er is vorm en inhoud gegeven aan de corporate governance code binnen de eigen organisatorische context en de toepassing van de regels op dit gebied. Vanuit de inmiddels vastgestelde basisstructuur wordt de code uitgevoerd. In dit jaarverslag wordt deze beknopt weergegeven.
O rg a n i s a to r i s c he inbedd i ng Het olvg is een stichting. Vanuit de statuten zijn een Raad van Bestuur en een Raad van Toezicht ingesteld. Uit het midden van beide raden afzonderlijk is een voorzitter benoemd. De bestuurders worden benoemd door de toezichthouders. De uitgangspunten voor taakstelling en functioneren van bestuurders en toezichthouders zijn vastgelegd in reglementen. Ongeacht de onderlinge taakverdeling in de dagelijkse bedrijfsvoering, treedt de Raad van Bestuur op als college met een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de realisatie van de doelstellingen en strategie en legt daarvoor collectief verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De integrale verantwoordelijkheid voor de dagelijkse beslissingen en de uitvoering van het ziekenhuisbeleid, binnen de daarvoor gestelde kaders, heeft voor wat betreft het medisch-specialistisch bedrijf, vorm gekregen in het unitmodel.
R a ad van Bestuur Beide bestuurders van het olvg hebben een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. In toekomstige contracten zal rekening worden gehouden met de best practice bepaling uit corporate governance codes dat een bestuurder wordt aangesteld voor een periode van maximaal vier jaar met de mogelijkheid van herbenoeming voor een periode van telkens vier jaar. Specifieke omstandigheden kunnen het echter noodzakelijk maken van deze regel af te wijken. Mocht dit in de toekomst nodig zijn, dan 11
zal altijd worden toegelicht waarom een afwijkend besluit is genomen; deze toelichting zal openbaar worden gemaakt. Eenzelfde gedragslijn zal worden toegepast bij een eventuele vertrekregeling. Hierin volgt het olvg de bepaling van de code Tabaksblat dat de maximale vergoeding bij onvrijwillig ontslag één jaarsalaris bedraagt. Bestaande afspraken met de huidige bestuurders zullen worden gerespecteerd. De Raad van Toezicht stelt de beloning van de leden van de Raad van Bestuur jaarlijks vast. Dit gebeurt op voorstel van de Benoemings- en Remuneratiecommissie en met inachtneming van hetgeen in de arbeidscontracten is vastgelegd.
R a ad van To e z i c ht De huidige Raad van Toezicht bestaat uit vijf leden en is evenwichtig samengesteld gezien de deskundigheden die noodzakelijk zijn om de toezichthoudende taak naar behoren te kunnen vervullen. De toezichthouders ontvangen voor hun werkzaamheden voor het olvg een jaarlijks vast te stellen vergoeding, alsmede betaling van de gemaakte onkosten. De jaarvergoedingen worden conform de code per toezichthouder openbaar gemaakt. Ook de personalia en relevante nevenfuncties van de toezichthouders zijn openbaar gemaakt. Deze staan op de olvg-website. Gezien de snelle marktontwikkelingen heeft de Raad van Toezicht er op voorhand niet voor gekozen een generieke profielschets voor toezichthouders op te stellen. Bij elke toekomstige vacaturevervulling zullen de vereiste en gewenste kwalificaties opnieuw worden bezien en in kaart worden gebracht en op basis hiervan zal er een open wervingsprocedure plaatsvinden. De toezichthouders van het olvg zijn benoemd voor een periode van vier jaar en zijn voor twee termijnen herbenoembaar. Het rooster van aftreden is in 2005 geactualiseerd.
Commissies Raad van To e z i c ht De Raad van Toezicht heeft in het kader van corporate governance uit zijn midden drie commissies samengesteld: de Auditcommissie, de Corporate Governance commissie en de Benoemings- en Renumeratiecommissie. De Auditcommissie heeft een ondersteunende rol ter zake van financiële aangelegenheden en de financiële verantwoording. Hiertoe beoordeelt de commissie onder meer het systeem van risicobeheersing, de financiële verslaglegging en compliance, ter voorbereiding op de vergaderingen van de Raad van Toezicht. De in 2004 ingestelde Auditcommissie kwam in 2005 viermaal bijeen. Aan de vergaderingen namen zowel de commissieleden afkomstig uit de Raad van Toezicht als de leden van de Raad van Bestuur deel. De directeur Concernstaf voert het secretariaat van deze commissie. Onder meer zijn in de bijeenkomsten de jaarrekening 2004 en de begroting 2005 inhoudelijk besproken. Hetzelfde geldt voor de Compliance nota. Met de oprichting van de Corporate Governance commissie in het verslagjaar is de bewaking en het onderhoud van corporate governance issues naar de toekomst toe gewaarborgd. Aan de commissiebijeenkomsten nemen twee toezichthouders en de beide leden van de Raad van Bestuur deel. De secretaris van de Raad van Bestuur treedt op als secretaris van de commissie.
12
Eveneens is in 2005 de Benoemings- en Remuneratiecommissie ingesteld, bestaande uit de voorzitter en vice-voorzitter van de Raad van Toezicht. In verband met het behoud van de onafhankelijke positie van de voorzitter is ervoor gekozen dat de vice-voorzitter van de Raad van Toezicht het voorzitterschap van deze commissie op zich neemt. De commissie doet voorstellen op het gebied van (her)benoemingen en honorering van leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht. Tevens bewaakt de commissie de omvang en samenstelling van de Raad van Bestuur, de Raad van Toezicht en haar commissies en ontwikkelt voorstellen betreffende opvolgingsplanning. In het reglement is vastgelegd dat het houden van functioneringsgesprekken met de leden van de Raad van Bestuur en de voorbereiding hierop gebeurt door de Benoemings- en Remuneratiecommissie. Voor de toezichthouders geschiedt dit door de voorzitter van de Raad van Toezicht.
C o m p l i a nce en risicomanage me nt Het olvg kent een planning & control cyclus waarvan periodieke voortgangsrapportages onderdeel zijn. De Auditcommissie van de Raad van Toezicht evalueert aan de hand van rapportages of financiële en administratieve systemen adequaat en effectief zijn en adviseert met betrekking tot mogelijke verbeteringen. Verder is een begin gemaakt met het op systematische wijze in kaart brengen van bedrijfsmatige en overige risico’s met als doel risico’s in de meest brede zin van te voren te onderkennen en zonodig noodzakelijke maatregelen te kunnen treffen.
K lo k ke n l u i de rs re ge l i ng Gezien de reeds bestaande interne en externe klachtenregelingen beraden de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht zich of een expliciete klokkenluidersregeling thans voor het olvg opportuun is.
13
Strategie en o rg a n i s a t i e o ntwikkeling Het zieke n huis opereert in een maatschappij die sterk en snel ve ra ndert. Om als medisch-specialistisch bedrijf adequaat ant wo o rd te kunnen geve n op de uitdag i ngen die deze ve ra nde re nde omgev i ng stelt, is een nieuw organisatie- en besturingsmo del ingevo e rd met re s u l t a a t verant wo o rde l i j ke bus i ne s s u n i ts. In 2005 is het strategisch, org a n i s atorisch en medisch beleid vo o r de kome nde jaren ge fo r mu le e rd en va s tge s t e ld . S t rategisch bele i d Missie en ambities
• • • • •
In de afgelopen jaren is veel aandacht besteed aan de inrichting van het nieuwe organisatie- en besturingsmodel en de verdere professionalisering van de ziekenhuiszorg en de bedrijfsvoering. Nu aan deze belangrijke randvoorwaarden is voldaan, is het moment aangebroken om de blik verder naar buiten te richten om de uiteindelijke ambitie, namelijk een toonaangevend en vernieuwend ziekenhuis te willen zijn dat op vrijwel alle aspecten van medische dienstverlening en organisatie steeds tot de top van Nederland behoort, ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. Deze ambitie staat niet op zichzelf, maar is noodzakelijk om een sterke en onafhankelijke positie in de Amsterdamse regio in te kunnen (blijven) nemen. Deze ambitie geldt in het bijzonder voor: de inhoudelijke kwaliteit van de medische en verpleegkundige dienstverlening; de klantgerichte wijze waarop processen zijn vormgegeven en het niveau van de serviceverlening aan de patiënt; de bedrijfsmatige organisatie van het ziekenhuis; het Teaching Hospital; het scheppen van een professioneel werk- en ontwikkelingsniveau. Bij de externe ontwikkelingen vervult het begrip marktwerking een dominante rol. Maar het gaat hierbij ook om ontwikkelingen op onder andere het gebied van corporate governance, technologie, transmuralisering en samenwerking met andere zorgaanbieders.
15
16
Stra t e g i s c he doelstellinge n Het olvg heeft twee kerndoelstellingen. Het voorzien in de behoefte aan professionele medische dienstverlening in de breedste zin is de eerste kerndoelstelling. Daarbij koerst het ziekenhuis op Amsterdam en in het bijzonder op het centrum en het oostelijk deel van de stad. Voor de meer topklinische zorg richt het olvg zich op een breder verzorgingsgebied. Daarnaast is het olvg een Teaching Hospital dat onderwijs, opleiding en onderzoeksmogelijkheden biedt aan medische en andere zorgprofessionals. Deze tweede kerndoelstelling is voor het olvg een eigenstandige doelstelling, hoewel ondergeschikt aan de eerstgenoemde. Het zijn van een Teaching Hospital wordt ook gezien als een belangrijke randvoorwaarde om de eerste kerndoelstelling te kunnen blijven realiseren.
S t ra t e g i s c he kade rs 2006-2009 In logisch vervolg op de eerdere strategie heeft de Raad van Bestuur in 2005 het beleid voor de komende jaren uiteengezet in de Strategische Kaderbrief 2006-2009. Deze visie is in belangrijke mate gevoed door de uitkomsten van strategieconferenties die met unitvoorzitters, het Bestuur van de Medische Staf, de Ondernemingsraad en de Raad van Toezicht zijn gehouden. Tevens is het Medisch Beleidsplan 2006-2009 hierbij een belangrijk uitgangspunt geweest. Jaarlijks wordt het strategisch beleid kritisch getoetst, mede in het licht van externe ontwikkelingen en gerealiseerd beleid. Zonodig worden de doelstellingen bijgesteld. De Strategische Kaderbrief vormt het referentiekader voor de verdere uitwerking van het beleid op diverse deelgebieden. Voor de units vindt dat bijvoorbeeld plaats in de vorm van de ontwikkeling van businessplannen, die - na vaststelling - de basis vormen voor de begroting. De bereikte resultaten in 2005 op de verschillende beleidsterreinen komen in de verdere hoofdstukken van het jaarverslag uitvoerig aan bod.
Medisch beleid Het olvg heeft zich ontwikkeld tot een ‘geïntegreerd medisch specialistisch bedrijf’. Binnen de unitstructuur is de specialist in the lead. Het medisch beleid van het olvg, in de ware zin van het woord, is dan ook een belangrijk uitgangspunt voor het strategisch beleid van het olvg; het vormt de basis voor de positionering van het ziekenhuis, de organisatie van zorgprocessen, de allocatie van middelen, de personeelsplanning en de keuze voor investeringen. Daar komt bij dat de ontwikkeling van medische zorg zich de afgelopen jaren heeft gekenmerkt door een steeds verdergaande specialisatie met vaak een groter wordende onderlinge afhankelijkheid en daardoor noodzakelijke samenwerking. Ook dit vraagt om een beleidsmatige afstemming, in dit geval tussen de diverse medisch specialismen binnen het olvg. Karakteristiek voor het beeld van de medische zorg van het olvg is dat het een ziekenhuis is waar het zorgproces om de patiënt heen wordt georganiseerd met een effectieve, brede basiszorg en daarenboven ruime mogelijkheden voor complexe zorg en topzorg. Binnen een cultuur van kwaliteitsverbetering wordt gewerkt aan opleiding en innovatie. In het verslagjaar heeft het Bestuur van de Medische Staf het Medisch Beleidsplan voor de komende jaren opgesteld. Uitgangspunt hierbij was niet een bundeling tot stand te brengen van de afzonderlijke vakgroepplannen, maar een geïntegreerd plan op te stellen waar elk specialisme zijn medisch beleid op kan baseren. De Medische Staf heeft keuzes gemaakt en speerpunten benoemd. 17
Ed Pool (45) werd door de huisarts verwezen naar de polikliniek Dermatologie met iets dat leek op een ontstoken insectenbeet. Een afspraak op het reguliere spreekuur ging vier weken duren. Gelukkig kon hij binnen twee dagen terecht op het inloopspreekuur. De dermatoloog stelde meteen de diagnose: pyoderma gangrenosum, een zeldzame huidziekte. De behandeling met ontstekingsremmers en zalf werd ingezet. Twee maanden en vijf bezoeken aan het olvg later, gaat het de goede kant op.
Aan het opstellen van het beleidsplan is een uitgebreide inventarisatie bij de vakgroepen voorafgegaan. Medio 2005 is het Medisch Beleidsplan 2006 –2009 vastgesteld in de vergadering van de Medische Staf. Vervolgens heeft de Raad van Bestuur het plan als centraal uitgangspunt opgenomen in de Strategische Kaderbrief 20062009. De algemene doelstellingen voor het medisch beleid zijn als volgt te omschrijven: • het zijn van een centrum- en binnenstadsziekenhuis voor Amsterdam en omgeving met een breed functiepakket en een sterk ontwikkelde Spoedeisende Hulp; • het leveren van kwalitatief hoogwaardige medisch-specialistische topklinische zorg met een sterke regionale en deels ook supra-regionale functie; • het zijn van een opleidingsziekenhuis en op dit gebied nauw samenwerken met het amc; • het bevorderen van optimale kwaliteit van zorg door de ontwikkeling van een coherent integraal kwaliteitsbeleid; • het bevorderen van inter- en multidisciplinaire communicatie, afstemming en samenwerking, zodat vraaggerichte, geïntegreerde patiëntenzorg wordt verleend met de patiënt als centraal uitgangspunt; • het bevorderen van transmuralisering, zorginhoudelijke netwerken en communicatie en afstemming met de eerste lijn en andere zorgaanbieders; • het stimuleren van ontwikkelingen voor optimale, op de patiënt afgestemde, zorg; • het stimuleren van low-care voorzieningen op hoog niveau op locaties in de stad. Op basis van de individuele beleidsplannen van de vakgroepen is een aantal hoofdgebieden gedefinieerd die buiten het bestek van de unit sec vallen: unitoverstijgende samenwerkingsverbanden, innovatieve projecten en niet-kostendekkende activiteiten. 18
Jaarlijks zullen de ambities voor deze hoofdgebieden opnieuw worden vastgelegd. De unitoverstijgende samenwerkingsverbanden die aan het einde van het verslagjaar grotendeels gerealiseerd waren, zijn: de astma- & allergiepolikliniek, bekkenbodempathologie, diabeteszorg, hart- en vaatlijden, hiv/aids en infectieziekten, intensieve zorg, minimaal invasieve chirurgie, moeder- en kindzorg, oncologische basiszorg, slaapstoornissen/slaapregistratie en spoedeisende hulp. Nog te realiseren zijn 24-uurs verkoever en non-invasieve cardiovasculaire monitoring. De dermatologische dagbehandeling en de psychiatrische unit zijn benoemd als innovatieve projecten. Wat de niet-kostendekkende activiteiten betreft is vastgesteld dat een aantal units sommige activiteiten niet kostendekkend kan verrichten zonder hulp van de overige units, zoals bijvoorbeeld de aanpassing van de operatiekamers voor de toepassing van minimaal invasieve chirurgie en het gebruik van dure geneesmiddelen. Hierin zal de Medische Staf prioriteiten stellen. Jaarlijks wordt het Medisch Beleidsplan geëvalueerd en zo nodig aangepast en is daarmee onderdeel van de planning & control cyclus van het olvg als geheel.
O rg a n i s a t i e o nt w i k ke l i ng Organisatie- en besturings mo del Het nieuwe organisatie- en besturingsmodel heeft de afgelopen jaren steeds verder vorm gekregen en is in het verslagjaar volledig ten uitvoer gebracht. Rond de medisch specialismen zijn resultaatverantwoordelijke businessunits gevormd. De units organiseren het werk naar eigen inzicht, binnen gestelde kaders. Als collectief zijn vakgroepen integraal verantwoordelijk voor de organisatie van de unit, inclusief de medische professie. In 2005 is de werking van dit model nogmaals kritisch geëvalueerd en verder verfijnd.
I n r i c ht i ng directo raat Sociale Zake n In 2005 zijn de beleidsstaf Sociale Zaken en de ondersteunende afdeling hr Services onder één directoraat gebracht. Onder het directoraat Sociale Zaken vallen de activiteiten op het gebied van hr Services, arbeidszaken, functiewaardering en management development. In het verlengde van dit besluit zijn voorbereidingen getroffen om de operationele hr functie, de personeelsfunctionaris en administratieve ondersteuning, hiërarchisch onder te brengen bij de units. In de nieuwe situatie rapporteert de personeelsfunctionaris aan de bedrijfsleider, maar blijft de functionele aansturing plaatsvinden door de manager hr Services.
I nstallatie Ve r p le e g k u ndig Stafc o n ve nt Met de komst van businessunits binnen het olvg zijn de verpleegkundigen niet langer binnen één dienst ondergebracht. Om binnen de huidige organisatie deskundigheidsbevordering van de verpleegkundige beroepsgroep te stimuleren en vakinhoudelijke verbinding tussen verpleegkundigen te bevorderen, is een Verpleegkundig Stafconvent (vsc) ingesteld. In deze ziekenhuiscommissie hebben vijf verpleegkundigen zitting. Samen met een netwerk van verpleegkundige contactpersonen afkomstig uit de units zal het vsc actuele en toekomstige nationale en internationale ontwikkelingen op het gebied van de verpleegkunde volgen, collegiale uitwisseling en samen19
werking stimuleren en als gesprekspartner fungeren op het vakgebied van de verpleegkunde voor de achterban maar ook voor Teaching Hospital, de Medische Staf en andere bedrijfsonderdelen. Begin 2006 zijn de leden geïnstalleerd. Joke Groen-Evers (54) h e e ft samen met een collega een huisartsenpraktijk in de Indische Buurt. De praktijk heeft 3.000 patiënten, waarvan zestig procent van allochtone afkomst is. Dagelijks worden meerdere patiënten naar het olvg verwezen. In 2005 bezocht Joke GroenEvers iedere maand het huisartsenoverleg in het olvg. Zij vertegenwoordigde daar de hagroOost 5 bestaande uit twintig huisartsen. Tevens was zij nauw betrokken bij het transmurale project toolss dat tot doel heeft de zorg aan longpatiënten te verbeteren.
B e d r i j fs ge z o nd heids- en Preve nt i e d i e nst Via een geleidelijke overgang is de eigen Bedrijfsgeneeskundige Dienst (bgd) verder uitgebouwd tot een volwaardige Bedrijfsgezondheids- en Preventiedienst (b g p d). In 2005 zijn achtereenvolgens een coördinerend bedrijfsarts, tevens hoofd van dit bedrijfsonderdeel, en twee bedrijfsartsen in dienst van het olvg gekomen. Met de nieuwe naamgeving wordt ook duidelijk aangegeven dat preventie een belangrijk speerpunt is binnen het bedrijfsgezondheidsbeleid van het olvg. In het licht hiervan is ook de arbofunctie overgegaan van de afdeling Infectiepreventie, Milieu- en Arbozaken naar de bgpd. Parallel aan de uitbouw van de eigen dienst is de samenwerking met de externe arbodienst Commit afgebouwd en per 1 september 2005 beëindigd. Een eigen geautomatiseerd arbovolgsysteem, als ondersteuning voor een zorgvuldige ziekteverzuimbegeleiding, zal naar verwachting in de loop van 2006 in gebruik kunnen worden genomen.
Ve r z e l fs t a nd i g i ng activiteiten Cent ra le Sterilisatie Afde l i ng Sinds januari 2005 zijn de activiteiten van de Centrale Sterilisatie Afdeling uitbesteed aan het bedrijf Clinium en is binnen het olvg de functie van deskundige steriele
medische hulpmiddelen ingevoerd. Deze functie is organisatorisch ondergebracht bij de afdeling Infectiepreventie en Milieuzaken. De deskundige adviseert en controleert de gebruikers van steriele medische hulpmiddelen op een correcte naleving van het besluit Gesteriliseerde Medische Hulpmiddelen Ziekenhuizen, onderdeel van de Wet op de Medische Hulpmiddelen (1984).
Ve r n i e u w i ng en ve r z e l fs t a nd i g i ng Zieke n hu i s a p o t he e k Uitgebreid onderzoek naar de toekomst van de Ziekenhuisapotheek heeft uitgewezen dat verzelfstandiging van dit bedrijfsonderdeel de beste uitgangspositie biedt voor hoogwaardige en betaalbare farmaceutische zorg met veel perspectief voor de apotheekmedewerkers. Samenwerking met andere ziekenhuizen en zorginstellingen is hierbij van groot belang. Hierdoor kan namelijk een aanzienlijke kwaliteitswinst worden gerealiseerd, met name op het gebied van medicatieveiligheid. Tevens wordt dan een schaalgrootte bereikt die moet leiden tot kostenvoordelen en efficiencyverbeteringen. Op basis van de ingewonnen adviezen bij het Bestuur van de Medische Staf, de Ondernemingsraad en de Patiëntenraad heeft de Raad van Bestuur thans besloten de beoogde verzelfstandiging nog niet ten uitvoer te brengen, doch eerst de interne organisatie te versterken en ingrijpende, lopende projecten af te ronden. De verwachting is dat in 2006 de omstandigheden zullen zijn geschapen om de aangekondigde verzelfstandiging met succes te realiseren.
U i t b e s t e d i ng diag nostiek Prins e ng rac ht Medio 2005 heeft de Raad van Bestuur bekendgemaakt voornemens te zijn de diagnostiek onder te brengen op de locatie Prinsengracht bij Diagnostisch Ce n t r u m Prinsengracht bv waarin zowel het olvg als Diagnostisch Centrum Amsterdam belang hebben. Met de uitbesteding wil het olvg het dienstenaanbod op locatie Prinsengracht verbreden, de serviceverlening optimaliseren en tevens kosten besparen. Betrokken medewerkers zullen overgaan naar dit nieuwe bedrijf. De uitbesteding zal in de loop van 2006 zijn beslag krijgen.
Invoering PACS Na een zorgvuldige voorbereiding en een intensieve advisering door alle betrokken partijen heeft de Raad van Bestuur kunnen besluiten tot invoering van het zogenoemde pacs (Picture Archiving and Communication System), een systeem om beeldmateriaal digitaal te acquireren, bewerken, verwerken en op te slaan met daaraan verbonden een spraakherkenningsprogramma voor verslaglegging. Dit systeem zal leiden tot snellere toegangstijden voor radiologisch onderzoek, versnelde verslaglegging alsook tot optimale beschikbaarheid van beeldmateriaal. De daadwerkelijke invoering van pacs staat gepland voor medio 2006.
21
C o m mu n i c a t i e en Overleg Het nieuwe organisatie- en besturings mo del vra agt om p a s s e nde ove r leg- en besluitvormings t r uc t u ren. Het OLVG he c ht zeer aan een goede invulling van de me dezeggenschap en erkent ook d u i delijk de me e r wa a rde die ove r leg heeft voor een go e de besluitvorming. C o m municatie met unitvo o r z i t t e rs en le den van de Me d i s c he Staf U n i t vo o r z i t t e rs overleg
• • • • •
Ten tijde van de implementatie van het nieuwe besturingsmodel is de Raad van Bestuur gestart met een periodiek overleg met de unitvoorzitters. In 2005 vonden zeven bijeenkomsten plaats. Er kwamen verschillende onderwerpen aan de orde; van beleidsmatig tot praktisch. Ook wordt het overleg benut om in opiniërende zin ervaringen met elkaar uit te wisselen. Behalve de onderwerpen die reeds beschreven zijn onder organisatieontwikkeling zijn tal van andere onderwerpen besproken, zoals: de Strategische Kaderbrief 2006 – 2009; de strategieontwikkeling locatie Prinsengracht; de jaarrekening 2004, halfjaarcijfers 2005 en begroting 2006; het doorbelastingsmodel Teaching Hospital; de functieprofielen en -indelingen van artsenfuncties (niet zijnde medisch specialist) en de physician assistant en nurse practitioner.
B e r i c ht Raad van Bestuur Daarnaast is eind 2005 gestart met de uitgifte van een digitaal Bericht Raad van Bestuur. Doel hiervan is om zo vaak als nodig de lijnorganisatie en leden van de Medische Staf te informeren over besluiten en actuele onderwerpen die in de Raad
23
24
van Bestuur aan de orde zijn. Hiermee wordt optimale openheid van zaken gegeven. Tevens hoopt de Raad van Bestuur hiermee de communicatie op alle niveaus binnen de bedrijfsonderdelen te stimuleren.
• • • •
O ve r leg Raad van Bestuur en Bestuur Me d i s c he Staf De Raad van Bestuur en het Bestuur van de Medische Staf hadden nagenoeg wekelijks overleg over beleidsvoornemens en over lopende zaken betreffende het medisch-specialistisch bedrijf. Over belangrijke organisatorische veranderingen heeft de Raad van Bestuur advies gevraagd aan het Bestuur van de Medische Staf. Daarnaast heeft het Bestuur van de Medische Staf – op uitnodiging van de Raad van Bestuur – deelgenomen aan de strategieconferentie 2005. Op deze wijze kon, vanuit het perspectief van het Medisch Beleidsplan 2006-2009, een substantiële bijdrage worden geleverd aan de strategiebepaling voor de komende jaren.
O ve r leg Raad van Bestuur en Pa t i ë nt e n ra ad De Patiëntenraad houdt zich bezig met het behartigen van gemeenschappelijke belangen van cliënten die gebruik maken van het olvg. Dit zijn patiënten, hun familieleden en bezoekers van het ziekenhuis. In november 2004 heeft de Raad van Bestuur de leden van de eerste Cliëntenraad van het olvg benoemd. De naam Cliëntenraad is op verzoek van de raad veranderd in Patiëntenraad. Het jaar 2005 heeft vooral in het teken van oriëntatie gestaan. De Patiëntenraad heeft in het afgelopen jaar kennisgemaakt met de andere adviesorganen in het ziekenhuis. Ook zijn een huishoudelijk reglement, een werkplan en een communicatieplan opgesteld. Verder zijn een publieksfolder en teksten voor het intranet en de olvg-website gemaakt.
• • • • •
de instelling Verpleegkundig Stafconvent; de uitbesteding diagnostiek Radiologie Prinsengracht; de reorganisatie secretariaat Longgeneeskunde; organisatorische wijzigingen met betrekking tot Infectiepreventie en Milieuzaken, bgpd en het project Veiligezorg. De instemmingsaanvragen handelden over: aanpassing reglement Interne Bezwarencommissie fwg; aanpassing kimo-regeling in verband met introductie externe vertrouwenspersoon; introductie Fietsregeling; verruiming Kinderopvangregeling olvg; aanpassing werktijden unit Dermatologie. Naast de formele overlegvergaderingen vonden tussen Raad van Bestuur en Ondernemingsraad twee bijeenkomsten plaats in het kader van de strategie voor de komende jaren. Bij deze gelegenheden werd ook stilgestaan bij thema’s die van groot belang zijn voor de toekomst van het olvg en zijn medewerkers. Op informele wijze heeft de Ondernemingsraad zeer frequent de voortgang van uiteenlopende onderwerpen van meer of minder beleidsmatige aard met de voorzitter van de Raad van Bestuur kunnen bespreken. De Ondernemingsraad legde in het verslagjaar regelmatig afdelingsbezoeken af. Door het onderhouden van contacten met de achterban blijft de Ondernemingsraad goed geïnformeerd over hetgeen er in de organisatie en op de werkvloer leeft.
De Raad van Bestuur heeft de Patiëntenraad drie adviesaanvragen doen toekomen; oprichting van het Verpleegkundig Stafconvent, vernieuwing en verzelfstandiging van de Ziekenhuisapotheek en uitbesteding van diagnostiek Radiologie op locatie Prinsengracht. Daarnaast heeft de Patiëntenraad ongevraagd advies gegeven door praktische aanbevelingen op te stellen. Voorbeelden zijn: een duidelijkere bewegwijzering aanbrengen op diverse gespecificeerde plekken in het ziekenhuis en een informatiesysteem gebruiken op de poliklinieken om patiënten duidelijk te informeren over de wachttijden.
O ve r leg Raad van Bestuur en Onde r nemingsra ad Evenals in voorgaande jaren heeft er maandelijks overleg plaatsgevonden met de Ondernemingsraad. Ingevolge de Wet op de Ondernemingsraden zijn in 2005 diverse advies- en instemmingsaanvragen besproken en behandeld. De adviesaanvragen hadden betrekking op: • de inrichting directoraat Sociale Zaken; • de invoering pacs; • de vernieuwing en verzelfstandiging Ziekenhuisapotheek; 25
26
Medische Dienstverle n i ng Voor het leve ren van prof e s s i o ne le me d i s c he diens t ve r le n i ng richt het OLVG als Ams t e rd a ms z i e ke n huis zich vo o ral op de inwo ne rs va n A ms t e rd a m - C e ntrum en Ams t e rdam-Oost; vo o r de meer bijzondere en ge s p e c i a l i s e e rde zorg s t rekt het ve r z o rg i ngsgebied zich uit buiten de g renzen van de ho ofd s t ad. Bij prof e s s i o ne le me d i s c he dienstverlening gaat het om patiëntge r i c ht e, doelmatige, ge ï nt e g re e rde zorg vo lge ns de mo de r nste stand a a rden. Om dit kwa l i t e i tsn i veau telke ns weer te ve r ho gen, zijn op medisch specialistisch terrein en bele nde nde ge b i e den ve rs c h i l le nde innovaties do o rgevo e rd en activiteiten, onder meer op het gebied va n s a me nwe r k i ng, onde r nomen.
S a me nwe r k i ng met zieke n huizen in de regio De medisch ondersteunende units van het olvg zoeken samenwerking met ziekenhuizen in de regio, omdat schaalvergroting kansen biedt tot specialisatie, een groter pakket aan vooral specialistische diagnostische producten, en dit alles tegen bedrijfseconomisch gunstige condities. De unit Pathologie heeft reeds een langdurig samenwerkingsverband met het Flevoziekenhuis in Almere. Het Hematologisch Klinisch Chemisch Laboratorium (hkcl) verzorgt de laboratoriumdiagnostiek voor zowel het Flevoziekenhuis als de IJsselmeerziekenhuizen in Lelystad/Emmeloord. De unit Medische Microbiologie verkeert in verregaande staat van voorbereiding om de microbiologische diagnostiek voor beide ziekenhuizen te gaan verrichten en ook de unit Ziekenhuisapotheek is met hen in gesprek.
I n nova t i e s Het olvg besteedt veel aandacht aan medische procesinnovatie. Deze heeft onder andere vorm gekregen door het ontwikkelen van thematische zorg binnen unitoverstijgende samenwerkingsverbanden. Voorbeelden hiervan zijn multidisciplinaire poliklinieken en centra. Procesvernieuwing kreeg ook gestalte door het opzetten van transmuraliseringsprojecten en door het herontwerp van processen met als doel de
27
28
doorstroming van bepaalde patiëntencategorieën te bevorderen. Daarnaast wordt in het olvg een aantal nieuwe medische technieken gebruikt. In dit jaarverslag worden enkele hiervan gepresenteerd.
Toepassing nieuwe me d i s c he technieke n Endoscopic vein harvesting Binnen het olvg heeft de minimaal invasieve chirurgie, als speerpunt van het medisch beleidsplan, zich sterk ontwikkeld en wordt als techniek bij verschillende specialismen ingezet. De unit Cardio-thoracale Chirurgie past de voor Nederland relatief nieuwe techniek endoscopic vein harvesting toe. Amerikaanse studies hebben uitgewezen dat deze endoscopische methode voor het vrij prepareren van een ader uit het been ten behoeve van een bypassoperatie veel voordelen heeft vergeleken met de open benadering: een kleinere wond, minder postoperatieve pijn, vrijwel geen wondcomplicaties en snellere postoperatieve mobilisatie. Het olvg is voor deze methode opleidingscentrum voor een deel van Europa.
Insulinepomp bij jonge pubers In 2005 werd voor de eerste keer in de o l v g-geschiedenis een insulinepomp geplaatst bij een twaalfjarige jongere met diabetes mellitus. Datzelfde jaar volgden nog drie jongeren in de leeftijd van tien tot twaalf jaar. Omdat begrip van de technische werking van de pomp en handigheid om ermee om te gaan belangrijk zijn, doorlopen kinderen samen met hun ouders een intensief begeleidingstraject. Hierbij zijn vanuit het ziekenhuis diabetesverpleegkundigen, kinderartsen, kinderverpleegkundigen, diëtisten en een orthopedagoge betrokken. De eerste kinderen zijn hiervoor drie nachten opgenomen geweest. Er zijn voorbereidingen getroffen om in 2006 te starten met het plaatsen van pompen in dagbehandeling. De insulinepomp werd in het olvg al eerder toegepast bij volwassenen.
T he m a t i s c he samenwe r k i ngs ve r b a nden In het olvg werken de verschillende medische disciplines intensief samen aan de integrale aanpak van complexe klachten. Deze multidisciplinaire samenwerkingsverbanden zijn de afgelopen jaren opgezet. Zo kent het ziekenhuis een Astma- en Allergiepolikliniek waar een team bestaande uit een longarts, een allergoloog, een dermatoloog, een kno-arts en een gespecialiseerd verpleegkundige samenwerkt. Voor een effectieve behandeling van complexe en onverklaarbare bekkenbodemproblemen bij patiënten worden binnen het olvg Bekkenbodemcentrum alle klachten in onderling verband beoordeeld door een multidisciplinair team, bestaande uit een uroloog, een gynaecoloog, een chirurg, een maag- darm- leverarts, een seksuoloog, een gespecialiseerd verpleegkundige en fysiotherapeuten. De units Algemene Chirurgie, Radiologie en Pathologie hebben hun krachten gebundeld voor een patiëntgerichte en effectieve aanpak voor diagnostiek en behandeling van patiënten met een knobbeltje in de borst. Wat de diagnostiek betreft, vinden op één ochtend binnen twee uur alle benodigde onderzoeken plaats. Nog diezelfde dag krijgt de patiënt de uitslag. Indien nodig wordt direct het vervolgtraject besproken. Ook kent het ziekenhuis al langere tijd een multidisciplinair samenwerkingsverband voor de aanpak van slaapstoornissen. Hiervoor werken een neuroloog, een longarts, een kno-arts, een kaakchirurg en laboranten van de afdeling Klinische Neurofysiologie nauw samen.
P ro c e s hero nt werp Bij het herinrichten van de organisatie is de routing van patiënten als uitgangspunt genomen. Inmiddels zijn processen voor een groot aantal specifieke patiëntengroepen doorgelicht en zo georganiseerd dat de aangeboden medische dienstverlening goed op elkaar is afgestemd en de toegangstijden en wachtlijsten aanzienlijk zijn verkort. Zo heeft de unit Gynaecologie/Verloskunde de Cervixpolikliniek en de aubpolikliniek ontwikkeld. aub staat voor Abnormaal Uterien Bloedverlies. Een ander voorbeeld is het orthopedische programma Joint Progress waarbij patiënten die een nieuw heup- of kniegewricht krijgen in groepsverband revalideren. In het verslagjaar is de procesgang van een aantal andere patiëntengroepen doorgelicht.
Cataractstraat Oogheelkunde De oogartsen voeren jaarlijks zo’n 800 staaroperaties uit. De organisatie rond deze operaties is dit jaar secuur onder de loep genomen. Door een herontwerp van het gehele cataracttraject en een uitgekiend voorlichtingsprogramma is het gehele proces dat de patiënt doorloopt, teruggebracht van acht naar vijf bezoeken aan het ziekenhuis. In een voorlichtingsprotocol is precies vastgelegd wie de patiënt welke informatie geeft op welk moment. De cataractoperaties die in 99% van de gevallen onder plaatselijke verdoving plaatsvinden, zijn verplaatst van het grote operatiecomplex naar een patiëntvriendelijkere omgeving; de poliklinische operatiekamers.
Inloopspreekuur Ca r d i o l o g i e De unit Cardiologie startte met een inloopspreekuur. Patiënten met een verwijsbrief kunnen voortaan op een vaste dag in de week naar de polikliniek Cardiologie komen. Op die dag worden alle noodzakelijke cardiologische onderzoeken uitgevoerd en wordt een uitgebreide vragenlijst afgenomen, waarna de cardioloog aansluitend de diagnose en de eventuele behandeling met de patiënt bespreekt.
Inloopspreekuur Dermatologie Sinds oktober 2005 houden de dermatologen een ochtend in de week een inloopspreekuur op locatie Oosterpark en Prinsengracht. Het spreekuur is bedoeld voor mensen die voor een eerste consult naar de dermatoloog gaan. Zij kunnen zonder afspraak binnenlopen, maar een verwijsbrief van huisarts of medisch specialist is wel nodig. Hiermee is voor patiënten de toegangstijd teruggebracht tot maximaal een week. Het olvg is het eerste ziekenhuis in Amsterdam dat bij Dermatologie een inloopspreekuur heeft. Wekelijks melden zich voor dit spreekuur zo’n vijftig nieuwe patiënten, die dezelfde ochtend door de dermatoloog worden gezien.
Opname Urologie De unit Urologie heeft het traject doorgelicht dat patiënten doorlopen vanaf het moment dat duidelijk is dat een operatie en een ziekenhuisopname nodig zijn, en diverse verbeteringen doorgevoerd. Voortaan wordt met ruim 80% van de patiënten direct een opnamedatum afgesproken. Ook worden het pre-operatieve onderzoek en de intake door een gespecialiseerd verpleegkundige aansluitend ingepland, zodat de patiënten voor opname maar één keer naar het ziekenhuis terug hoeven te komen.
Tra ns mu ra le pro jecten Om patiënten optimale zorg te kunnen geven, is in Nederland samenwerking tussen diverse echelons noodzakelijk. Inmiddels kent het olvg dan ook vele transmurale samenwerkingsverbanden en projecten, zoals thuismonitoring van zwangeren en
29
30
speciale programma’s voor diabetespatiënten. Ook in 2005 hebben op dit terrein diverse initiatieven gestalte gekregen.
Intentieverklaring Huisartsenzorg Het olvg steunt reeds langere tijd huisartsen bij h o e d-vorming (Huisartsen-OnderEen-Dak). Huisartsen, stadsdeelbestuur, zorgverzekeraar Agis en Raad van Bestuur olvg willen zich de komende jaren inspannen om vanuit hun positie een bijdrage te leveren aan de continuïteit en kwaliteit van de huisartsenzorg in Amsterdam-Oost/ Watergraafsmeer. Hiertoe hebben vertegenwoordigers van deze partijen medio december 2005 deze beoogde samenwerking bekrachtigd via de ondertekening van een intentieverklaring.
Zorgdomein/Horizon Om de samenwerking tussen de eerste, tweede en derde lijnszorg te optimaliseren, werkt het olvg met de webapplicaties Zorgdomein en Horizonwp. Via Horizonwp heeft de huisarts inzage in het ziekenhuisinformatiesysteem van het olvg. Huisartsen hebben alleen toegang tot de gegevens van hun eigen patiënten. Via Zorgdomein kunnen huisartsen langs digitale weg afspraken maken en aanvragen doen in het olvg. Dit gebeurt aan de hand van verwijsprotocollen. In 2005 heeft het olvg onder de aangesloten huisartsen de knelpunten in het gebruik van Zorgdomein geïnventariseerd. Besloten is Zorgdomein te integreren in Horizon wp. Dit betekent dat de huisarts via één userinterface kan communiceren met het olvg. Dit zal in 2006 worden geëffectueerd. 2005 stond ook in het teken van de verdere uitrol van Horizon wp. Aan het begin van het verslagjaar participeerden 33 huisartsen, eind 2005 waren dat er 50.
Diagnostisch Consult Longgeneeskunde De unit Longgeneeskunde biedt sinds 1 januari 2005 een nieuwe service aan patiënten en huisartsen: het Diagnostisch Consult. Het Diagnostisch Consult is bestemd voor patiënten met obstructieve longklachten en bestaat uit een longonderzoek met aanvullend onderzoek door de longarts. De huisarts blijft de hoofdbehandelaar en hij ontvangt, behalve de uitslag van het longonderzoek met een korte beoordeling zoals bij longfunctieonderzoek gebruikelijk is, ook een diagnose en gericht behandeladvies. Het Diagnostisch Consult is snel afgerond. Binnen een week na verwijzing beschikken patiënt en huisarts over de bevindingen. In 2005 zijn 150 patiënten voor een Diagnostisch Consult naar het olvg gekomen. Bij 39% van de patiënten bleek de oorspronkelijke diagnose niet juist en bij 54% moest de medicatie worden aangepast.
TOOLSS In november 2005 is het transmurale project toolss gestart. toolss staat voor Transmurale Optimalisatie Obstructieve Longaandoeningen door Scholing en Samenwerking. toolss richt zich op twee groepen: patiënten met ernstige copd en patiënten met stabiele Astma en/of copd uit huisartsenpraktijken in Amsterdam-Oost en Ce n t r u m . Gebleken is dat veel van deze patiënten niet optimaal worden behandeld en de therapie onvoldoende op de diagnose en de persoon is toegesneden. Dit komt onder andere door onvoldoende afstemming tussen de eerste en tweede lijn en het ontbreken van een multidisciplinaire aanpak. In het nieuwe programma werken huisartsen, praktijkondersteuners, longartsen en fysiotherapeuten samen om patiënten een revalidatieprogramma op maat aan te bieden. Zo krijgen geselecteerde patiënten na een inspanningstest en een consult bij de longarts, een twaalf weken durend revalidatieprogramma bij een fysiotherapeut uit 31
De heer Shayanfar (61) onderging op 12 januari 2005 een open-hartoperatie. Hierbij werd de aortawortel vervangen en een membraan uit de linker hartkamer verwijderd. Na de operatie, die vier uur duurde, verbleef de heer Shayanfar twee dagen op de icu en s c u. Vervolgens lag hij vier dagen op verpleegafdeling B4, waarna hij werd overgeplaatst naar het Elisabeth Gasthuis in Haarlem. Daar heeft hij negen dagen doorgebracht. Na twee maanden revalideren, voelde de heer Shayanfar zich weer goed.
de eerstelijn. Daarnaast kunnen de patiënten diverse voorlichtingsprogramma’s bijwonen waarin onderwerpen als ziektebeloop, voeding en stoppen met roken aan de orde komen.
Diabetesbus In het verslagjaar zijn de voorbereidingen getroffen voor het realiseren van een Diabetesbus. Dit mobiele zorgcentrum biedt diabetespatiënten met diabetes mellitus type 2, de mogelijkheid om dichtbij huis hun jaarlijkse controles in één keer uit te laten voeren. Het gaat hierbij onder andere om onderzoek van de ogen en de voeten, laboratoriumonderzoek en voedings- en lifestyle adviezen. Daarnaast kunnen aanvullende behandelingen plaatsvinden, zoals het instellen op insuline. In de Diabetesbus werken diabetesverpleegkundigen en diëtistes. De huisarts houdt de coördinatie over de behandeling. Bij problemen en complicaties kan direct een beroep worden gedaan op deskundigen in het olvg. De bus is een initiatief van het olvg en de 1ste Lijn Amsterdam. Om de zorg te kunnen leveren, is een contract gesloten met zorgverzekeraar Agis. Naar verwachting zal de bus in de zomer van 2006 gaan rijden door Amsterdam.
CVA-thuiszorg Van de in totaal 270 cva-patiënten die jaarlijks op de Stroke Unit zijn opgenomen, gaat nadat de ziekenhuisbehandeling is afgerond, ongeveer de helft naar huis. Zo’n 15% van deze groep patiënten heeft thuiszorg nodig. Het olvg en Fontis ZorgThuis hebben hun krachten gebundeld om de zorg voor cva-patiënten in de thuissituatie, de laatste stap in de ketenzorg, te verbeteren. Vanuit de Stroke Unit geeft een spe32
cialistisch verpleegkundige trainingen aan thuiszorgmedewerkers. Ook legt hij twee dagen per week huisbezoeken af voor het geven van adviezen aan patiënten die een cva hebben doorgemaakt.
Kwa l i t e i ts z o rg In 2005 is een bescheiden start gemaakt met de ontwikkeling van een geïntegreerd kwaliteitsbeleid met als doel een effectieve en veilige behandeling, verpleging en verzorging van patiënten binnen een servicegerichte omgeving te bewerkstelligen. Medisch specialisten, verpleegkundigen, receptionisten, laboranten, polikliniekassistenten en leidinggevenden; iedereen is verantwoordelijk voor het leveren van kwaliteit. Iedere unit heeft kwaliteit opgenomen in het eigen businessplan en kwaliteit vormt een integraal onderdeel van de planning & control cyclus.
Kwaliteits systeem
• • • •
Het olvg gebruikt een kwaliteitssysteem om de zorg- en serviceverlening aan patiënten continu te kunnen verbeteren en vernieuwen. Belangrijke elementen van dit systeem zijn: het centraal stellen van de wensen en behoeften van de klanten; het herontwerpen van zorgprocessen, de routing die een patiëntengroep in het ziekenhuis doorloopt; het opstellen van indicatoren en het evalueren en bijstellen. Het olvg-kwaliteitsbeleid kent drie pijlers: patiëntveiligheid, patiëntenlogistiek en patiënttevredenheid.
Pa t i ë nt ve i l i g he i d
In het jaar 2005 zijn er 448 meldingen bij de mip-commissie binnengekomen waarbij incidenten in de behandeling/verzorging en medicatie/infusie het grootste deel vormen. De tien procent stijging in 2005 van het totaal aantal meldingen werd vooral veroorzaakt door het toegenomen aantal meldingen betreffende behandeling/verzorging. De stijging was voor het merendeel toe te schrijven aan de organisatorische verandering van de overgang naar een externe Centrale Sterilisatie Afdeling. Deze meldingen betroffen aanloopproblemen en zijn in de loop van het verslagjaar duidelijk afgenomen. Een andere organisatorische verandering was de invoering van nieuwe infuuspompen. Die leidde tot een stijging van het aantal gemelde medicatie- en infusieincidenten. Er zijn maatregelen genomen: intensievere instructies aan de gebruikers en extra beveiliging van de pompinstellingen. Aard van de melding Aantal
2005 %
Aantal
2004 %
Aantal
2003 %
Vallen Medicatie/infusie Behandeling/verzorging Bloed(produkten) Overig
88 157 170 4 29
20% 35% 38% 1% 6%
104 141 132 5 25
26% 35% 32% 1% 6%
94 150 107 11 34
24% 38% 27% 3% 8%
Totaal
448
100%
407
100%
396
100%
Medicatieveiligheid Het project Apotheek logistiek nieuwe stijl moet een belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van risico’s bij het uitschrijven en verstrekken van medicatie. De units Orthopedie, Longgeneeskunde en Cardiologie zijn gestart met unit-based cabinets, een geautomatiseerd distributiesysteem voor geneesmiddelen en hulpmiddelen. Op basis van de positieve ervaringen is besloten dit systeem ziekenhuisbreed in te gaan voeren. Dit geldt ook voor het nieuwe elektronische voorschrijfsysteem, waarmee een start is gemaakt bij de unit Cardiologie en het Transitorium. In 2005 werd bovendien de centrale unit opgeleverd van waaruit infusen, injecties, spuiten en dergelijke kant en klaar aangeleverd kunnen worden.
Het voorkomen van ongewenste effecten van behandelingen krijgt zowel binnen de units als ziekenhuisbreed veel aandacht. Binnen het olvg zijn diverse deskundigen en commissies actief die bevorderen dat ziekenhuisbreed gestuurd wordt op veilige patiëntenzorg, onder meer op het gebied van geneesmiddelen, decubitus en wondverzorging, infecties, bloedtransfusies en steriele hulpmiddelen.
Infectiepreventie Op het gebied van infectiepreventie vinden, naast continue instructie en educatie, jaarlijks toetsingen en projecten plaats.
Meldingen Incidenten Patiëntenzorg Iedere gebeurtenis bij de directe patiëntenzorg – al dan niet veroorzaakt door menselijk handelen of nalaten – die schadelijke gevolgen kan hebben voor de patiënt, dient gemeld te worden. De Meldingen Incidenten Patiëntenzorg (m i p-)commissie behandelt deze meldingen van incidenten. Wanneer de melding hiertoe aanleiding geeft, stelt de commissie een onderzoek in naar de feitelijke toedracht van het incident. De commissie analyseert alle gegevens en onderzoekt of, en zo ja hoe, dergelijke incidenten in de toekomst kunnen worden voorkomen. Vervolgens brengt de commissie adviezen uit over mogelijk te nemen maatregelen. Iedere melder krijgt schriftelijk bericht van de bevindingen van de commissie. Na sluiting van het dossier wordt de melding geregistreerd aan de hand van de door de melder verstrekte informatie en de rapportage van de mip-commissie. Ter bevordering van de terugkoppeling naar de organisatie van de door de commissie verkregen signalen voortkomend uit de ontvangen meldingen, vindt periodiek een overleg plaats met de Raad van Bestuur.
• In totaal werden 22 patiënten met mrsa gesignaleerd, waarbij het in twaalf gevallen een toevalsbevinding was. Bij één van hen werden drie kruisbesmettingen aangetoond; twee patiënten en één medewerker. Van de overige tien patiënten met mrsa waren zeven gerelateerd aan een buitenlands ziekenhuis. • Tijdens het verblijf in het ziekenhuis kunnen patiënten een ziekenhuisinfectie oplopen. Landelijk wordt geschat dat vijf tot tien procent van de patiënten hiermee te maken krijgt. Nederlandse ziekenhuizen, het Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg cbo en het rivm hebben daarom het landelijke kwaliteitsproject prezies opgezet. prezies staat voor Preventie van Ziekenhuisinfecties. Binnen dit systeem worden ziekenhuisinfecties opgespoord en risicofactoren gevolgd om vervolgens verbeteracties in te zetten. Het olvg heeft in het verslagjaar geparticipeerd in het prezies-project Ventilation Associated Pneumonia (v a p). De door het cbo gevalideerde score wees uit dat de Intensive Care Unit van het olvg bijzonder goed scoort: 0% bewezen infecties en 0,6% mogelijke infectie bij 160 patiënten. • In het verslagjaar is de campagne ‘Griepprik vaste prik’ gestart. Omdat het griepvirus voor risicopatiënten vervelende gevolgen kan hebben, wil het olvg actief voor-
33
34
komen dat medewerkers als bron gaan fungeren voor griep bij deze patiëntengroepen. In totaal hebben 522 medewerkers aan de oproep gehoor gegeven. • Het registratieproject Postoperatieve Wondinfecties Orthopedie is gecontinueerd. Bij Vaatchirurgie is het registratieproject gestart. In 2006 zal er uitbreiding van dit project plaatsvinden naar de unit Cardio-thoracale Chirurgie. • In het verslagjaar heeft een audit plaatsgevonden op de operatiekamers van locatie Oosterpark. Hierbij is zowel gekeken naar de algemene als naar de afdelingsspecifieke hygiëne. Er kwamen diverse aandachtspunten naar voren, zoals validatie van het luchtbeheersingssysteem, de discipline van OK-medewerkers en de schoonmaak van de operatiekamers.
Steriele medische hulpmiddelen In totaal gebruiken 21 primaire businessunits en medisch ondersteunende units steriele medische hulpmiddelen. De olvg-deskundige op het terrein van steriele medische hulpmiddelen heeft in het verslagjaar achttien primaire businessunits en medisch ondersteunende units bezocht om te inventariseren in hoeverre er voldaan wordt aan de wettelijke richtlijnen. Hierbij sprong de ISO-gecertificeerde Dialyseafdeling er zeer positief uit.
Foto op patiëntenpas In het licht van patiëntveiligheid plaatst het olvg vanaf 2005 een foto van de patiënt op diens patiëntenpas. Hiervoor is gekozen om te voorkomen dat een pasje door verschillende personen wordt gebruikt waardoor patiëntengegevens worden verwisseld en patiënten onnodige medische risico’s lopen.
Pa t i ë nt e n lo g i s t i e k Voor het herontwerpen van zorgprocessen bestaan verschillende methodieken. Het olvg werkt bijvoorbeeld met de methodiek Klinische Paden en het doorbraakproject Werken zonder wachtlijst van het Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg cbo. Onder het kopje ‘Procesherontwerp’ zijn reeds enkele concrete resultaten van het herontwerpen van zorgprocessen die in 2005 gestalte hebben gekregen, gepresenteerd.
Klinische Paden De unit Cardio-thoracale Chirurgie werkt al langere tijd met de gestructureerde aanpak van Klinische Paden voor patiënten die een open-hartoperatie krijgen. In 2005 is ook een pad ontwikkeld voor patiënten met een cva. Het hele proces van aanmelding tot nazorg is in kaart gebracht en vervolgens zijn veranderingen doorgevoerd om patiënten optimaal en snel te behandelen. Ook voor patiënten met (chronische) mdl-z i e kten is een aanvang gemaakt met deze projectmatige aanpak.
Werken zonder wachtlijst Het doel van het project Werken zonder wachtlijst blijkt uit de naam van het project: elke patiënt snel een afspraak op de polikliniek kunnen aanbieden. Nevendoelen zijn: introductie van nieuwe vormen van zorgverlening en een betere organisatie van de polikliniek. In 2005 deden vier units mee aan het project: Algemene Chirurgie, Interne Geneeskunde, Gynaecologie/Verloskunde en Orthopedie. Door een nieuwe manier van plannen, wisten de units verbeteringen te realiseren. Zo is de toegangstijd voor een afspraak bij de unit Gynaecologie/Verloskunde teruggebracht tot gemiddeld twee weken. Met name voor herhaalbezoeken is dat een enorme verbetering; voorheen kon het zes weken duren voordat een volgende afspraak mogelijk was.
35
Patiënttevre de n he i d Klachten patiënten Patiënten die ontevreden zijn over hun behandeling, kunnen hun klachten rechtstreeks bespreken met degene die naar hun mening de klacht veroorzaakt heeft of daarvoor verantwoordelijk is. Er kan dan spoedig een oplossing worden gezocht. Als het niet lukt de klacht met betrokkenen te bespreken, kan de patiënt zich wenden tot bureau Patiëntenzaken (bpz). Een klachtenfunctionaris van dit bureau neemt met alle klagers die een klacht kenbaar maken bij bpz of bij de Raad van Bestuur contact op om hen te informeren over de verschillende mogelijkheden om de klacht te behandelen: door middel van bemiddeling de klacht tot een oplossing proberen te brengen of de klacht ter beoordeling aan de Klachtencommissie voor te leggen. Op deze manier wordt de klager in de gelegenheid gesteld om te bepalen welke mogelijkheid het beste aansluit bij het doel dat hij nastreeft met zijn klacht. Daarnaast kan de klager het olvg aansprakelijk stellen in het geval dat hij schade heeft geleden of zal lijden als gevolg van een verwijtbare fout bij de behandeling. De klachtenprocedure vindt plaats volgens de ‘Klachtenregeling patiënten olvg’. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een geautomatiseerd systeem, dat zowel de klachtenregistratie adequaat kan ondersteunen als relevante managementinformatie kan aanleveren. Op basis hiervan worden halfjaarlijkse rapportages alsmede een jaarverslag klachten uitgebracht.
Klachten Aantal
2005 %
Aantal
2004 %
Aantal
2003 %
Bemiddelingen Klachtencommissie
527 35
91,9 8,1
649 49
93,0 7,0
605 36
94,4 5,6
Totaal
562
100,0
698
100,0
641
100,0
Aantal
2005 %
Aantal
2004 %
Aantal
2003 %
Bemiddelingen Klachtencommissie
398 16
96,1 3,9
448 21
95,5 4,5
398 10
97,5 2,5
Totaal
414
100,0
469
100,0
408
100,0
Klagers
Het aantal klachten is groter dan het aantal klagers, omdat klagers vaak meerdere klachten tegelijk indienen. De stijging in de afgelopen jaren van het aantal klagers en de door hen ingediende klachten zette zich niet door; er was sprake van een daling ten opzichte van 2004. Hiervoor is geen verklaring te geven. De organisatorische klachten (waaronder 45 klachten betreffende de telefonische bereikbaarheid) vormden in 2005 evenals in de twee voorgaande jaren het grootste deel van de klachten, gevolgd door klachten betreffende de relationele aspecten van de zorg en de behandeltechnische klachten. Het aanpakken van deze klachten is een beleidsspeerpunt voor 2006. Hiervoor wordt op basis van de klachtenpatronen een concreet plan van aanpak opgesteld. Doel hiervan is om, naast kwalitatief hoogwaardige medische zorg, een positief onderscheidende dienst- en serviceverlening aan de patiënt te bieden. Hierbij zal het patiëntenperspectief centraal staan.
36
Patiënttevredenheidsonderzoek Voor het systematisch verzamelen van meningen van patiënten over het olvg werd in het verslagjaar een in 2006 uit te voeren ziekenhuisbreed tevredenheidsonderzoek voorbereid. Voor het meten van de tevredenheid van poliklinische en klinische patiënten is besloten te gaan werken met de nfu-vragenlijsten, opgesteld door de Nederlandse Federatie van Universitaire Ziekenhuizen (n f u). Het gebruik van de gevalideerde nfu-vragenlijsten biedt ook de mogelijkheid tot benchmarking. Op unitniveau vonden diverse onderzoeken plaats. Zo werd onder patiënten de waardering voor de nieuwe Cataractstraat gemeten en vond tevredenheidsonderzoek plaats bij patiënten die de polikliniek Urologie bezochten. Ook patiënten die op de verpleegafdeling Longgeneeskunde en op de Chirurgische Dagbehandeling verbleven, werd gevraagd naar hun ervaringen. Op de laatstgenoemde afdeling is gestart met een landelijke pilot voor een continue vorm van digitale enquêtering via het internet van (ouders van) kinderen en volwassenen. Aan deze pilot werken vijftien ziekenhuizen mee.
Document b e he e r Een belangrijke voorwaarde om continue kwaliteitsverbetering te realiseren is een goed beheer van kwaliteitsdocumenten, protocollen, procedures en richtlijnen. Ter ondersteuning hiervan is in 2005 dks(e) (Documentbeheer voor KwaliteitsSystemen) in gebruik genomen. Gestart is met de invoer van medische en verpleegkundige protocollen en richtlijnen van vakgroepen en units. Het doel is alle kwaliteitsdocumenten in het systeem onder te brengen, ook de bedrijfsmatige die vallen onder het beheer van de stafafdelingen en ondersteunende afdelingen. Het beheersysteem ondersteunt het kwaliteitsbeleid van het olvg alsmede de toetsing en verantwoording hiervan. Het project zal doorlopen tot eind 2006.
P rof e s s i o ne le kwa l i t e i t De Kwaliteitscommissie van de Medische Staf bevordert de kwaliteitsontwikkeling vanuit ziekenhuisbreed perspectief. Binnen deze commissie wordt onder meer een nieuwe opzet van interne audits en visitatie vormgegeven. Verder adviseert de commissie over richtlijnen, bevordert het gebruik van indicatoren en ondersteunt projecten, zoals het patiënttevredenheidsonderzoek en documentbeheer. Ook bereidt de commissie de jaarlijkse kwaliteitsconferentie voor. Voor de kwaliteit van de verpleegkundige beroepsuitoefening is een stimulerende taak weggelegd voor het Verpleegkundig Stafconvent dat in 2005 is opgericht.
Kwaliteitsvisitaties De unit Pathologie werd in het verslagjaar gevisiteerd. Het betrof een kwaliteitsvisitatie. De visitatiecommissie had veel waardering voor de kwaliteit van de bedrijfsvoering.
P re s t a t i e - i nd i c a to re n De Inspectie voor de Gezondheidszorg (i g z) vraagt ziekenhuizen om de geleverde prestaties inzichtelijk te maken. Hiertoe zijn landelijke indicatoren opgesteld door igz, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, de Nederlandse Federatie van Universitaire Ziekenhuizen en de Orde van Medisch Specialisten. Het olvg presenteert de resultaten van de prestatie-indicatoren op de olvg-website en op de landelijke site www.ziekenhuizentransparant.nl. 37
Pa t i ë nt e n voorlicht i ng
Marja Sleeuwenhoek (35) is manager zorg ziekenhuizen bij Agis, de zorgverzekeraar waar het olvg al vele jaren zaken mee doet. Agis is de marktleider in de regio Amsterdam. In januari 2005 werd het contract getekend voor de segment b-behandelingen. Tevens participeerde Agis samen met het olvg en de 1ste Lijn Amsterdam in de totstandkoming van de Diabetesbus die in 2006 door Amsterdam gaat rijden en waarmee de serviceverlening aan patiënten met diabetes aanzienlijk verbetert.
Goede voorlichting aan patiënten begint bij de mondelinge informatie van artsen, verpleegkundigen en andere zorgverleners. Het olvg kent diverse voorlichtingsmiddelen en -activiteiten die deze mondelinge informatie ondersteunen.
Vo o r l i c ht i ngsmidde len Het olvg beschikt over 400 in eigen beheer geschreven en uitgegeven folders. In 2005 is een nieuwe folderlijn geïntroduceerd. Naast de ontwikkeling van 44 nieuwe folders, zijn 142 folders herzien. Per unit zijn één of meerdere contactpersoon belast met het opstellen van de folderteksten, de eindredactie vindt centraal plaats. In 2006 zullen alle folders gepresenteerd worden op de nieuwe olvg-website. Ook hebben andere voorlichtingsmiddelen vorm gekregen, zoals een fotoboek Neonatologie. Dit fotoboek is bestemd voor ouders wiens kind op de Couveuseafdeling verblijft. De fotobijschriften zijn in het Nederlands, Turks, Arabisch, Frans en Engels opgesteld.
P ro jecten Behalve het introduceren van de eerdergenoemde nieuwe folderlijn, hebben diverse andere ziekenhuisbrede patiëntenvoorlichtingsprojecten gestalte gekregen.
• Het olvg heeft de algemene betalingsvoorwaarden omgezet naar algemene voorwaarden. Deze voorwaarden bevatten behalve bepalingen over betalingen ook bepalingen over de legitimatieplicht en de mogelijkheid om de behandelingsovereenkomst te beëindigen of op te schorten bij onbehoorlijk gedrag. Nadat de voorwaarden bekendgemaakt zijn via de diverse communicatiemiddelen, zijn deze thans op de olvg-website te vinden en beschikbaar bij het Informatiecentrum. • Er zijn verbeteringen doorgevoerd in de informatie voor patiënten die na ontslag uit het ziekenhuis zorg nodig hebben. • Aan het eind van het verslagjaar werden in het olvg nieuwe richtlijnen geïntroduceerd voor pre-operatief nuchter zijn. In aansluiting hierop is het voorlichtingstraject voor operatiepatiënten doorgelicht en aangepast.
I n fo r m a t i e c e nt r u m In het Informatiecentrum kunnen patiënten en bezoekers terecht voor aanvullende informatie over onder andere de gang van zaken in het ziekenhuis, rechten en plichten van patiënten en patiëntenverenigingen. In 2005 heeft het Informatiecentrum 8.942 vragen gekregen. In onderstaand overzicht wordt per categorie aangegeven hoeveel vragen bij het Informatiecentrum zijn binnengekomen.
Onderwerp
Aantal verzoeken Informatiecentrum
Algemene informatie over het olvg Informatie over het medisch dossier Aanvragen medisch dossier Verzoek om folders/schriftelijke informatie Informatie over behandeling/onderzoek Informatie over een voorlichtingsbijeenkomst Vraag over factuur Overige Informatie
4.027 1.441 463 572 502 322 246 1.369
Totaal
8.942
(45%) (16%) (6%) (6%) (5%) (4%) (3%) (15%)
Vo o r l i c ht i ngs b i je e n ko ms t e n Het olvg organiseert verschillende voorlichtingsbijeenkomsten voor patiënten. Tijdens inloopmiddagen zijn ervaringsdeskundigen van patiëntenverenigingen aanwezig. De voorlichtingsavonden bieden lezingen van artsen en andere deskundigen uit het olvg en vaak ook van ervaringsdeskundigen. De meeste bijeenkomsten zijn vrij toegankelijk voor geïnteresseerden. De bijeenkomsten worden onder meer aangekondigd in de voorlichtingsagenda in Seizoensbericht, het olvg-kwartaalblad voor patiënten, bezoekers en omwonenden. Daarnaast zijn er diverse voorlichtingsactiviteiten in modulevorm die alleen bestemd zijn voor olvg-patiënten. Een voorbeeld hiervan zijn de voorlichtingsmodules Hartrevalidatie. Deze modules vonden in 2005 doorgang. In 2005 werden inloopmiddagen georganiseerd over Reuma, Hoofdpijn, cva en Blinden en Slechtzienden. Deze werden drukbezocht. Verder vonden voor het tweede jaar voorlichtingsbijeenkomsten plaats over astma en allergie, glaucoom en diabetes. Laatstgenoemde bijeenkomsten waren bestemd voor Turkse mannen en vrouwen met diabetes mellitus. Bij de bijeenkomsten waren de zogenoemde Voorlichters in Eigen Taal en Cultuur (v e t c’ers) aanwezig, om de deelnemers in hun moederstaal te kunnen voorlichten. Verder vonden bijeenkomsten plaats voor ‘Oost beweegt’, 39
een initiatief van het olvg, Thuiszorg Amsterdam en de buurthuizen Oost en Transvaal. Deze bijeenkomsten voor Turkse en Marokkaanse vrouwen uit Amsterdam-Oost met diabetes mellitus type 2 en overgewicht bestonden uit een combinatie van beweging en voorlichting. Verder is er iedere donderdagmiddag een Diabetes Informatie Post van de Diabetes Vereniging Nederland in het olvg aanwezig en geeft de lactatiekundige van het olvg iedere veertien dagen een voorlichtingsbijeenkomst over borstvoeding.
O rgaan- en We e fs e ldo n a t i e In het verslagjaar werd bij iedere patiënt die in het ziekenhuis overleed een donatieformulier ingevuld. Het nationale donorregister werd door het olvg 140 keer geraadpleegd. In het register stonden 48 personen van de 140 geregistreerd. Hiervan hadden 21 personen toestemming gegeven voor donatie, 24 personen bezwaar gemaakt tegen het afstaan van organen en/of weefsels en werd drie maal de beslissing bij de nabestaanden neergelegd. Wanneer na het overlijden van een patiënt uit het donorregister blijkt dat iemand toestemming heeft gegeven voor donatie, vindt een gesprek plaats met diens nabestaanden. Dit gebeurt ook als iemand zich niet heeft laten registreren. Het olvg besteedt veel aandacht aan het informeren en begeleiden van de nabestaanden. Niet alleen voorafgaand aan de donatie, maar ook daarna. Sinds 2005 krijgen nabestaanden vier tot zes weken na de donatie een dankbrief. Als mensen willen weten wat er met de afgestane weefsels of organen is gebeurd, kunnen zij dat aangeven en worden zij hierover persoonlijk geïnformeerd.
We e fs e ldo n a t i e Met de nabestaanden werd 129 keer gesproken over donatie. Opvallend vaak (74%) werd geweigerd. In totaal werd 25 keer een overledene aangemeld voor donatie. Dit resulteerde uiteindelijk in negentien geëffectueerde weefseldonoren, waarvan hoornvlies- en huiddonatie het meest voorkwamen.
O rg a a ndo n a t i e In het olvg worden orgaandonaties alleen verricht vanuit de icu. In totaal werd 22 keer met nabestaanden gesproken over orgaandonatie. Dit resulteerde uiteindelijk in zeven orgaandonatieprocedures. Vijf keer werd de procedure geëffectueerd. Het betrof een heart-beating procedure en vier non-heart-beating procedures.
N i e u we pro c e d u re s Naast de procedure Nabestaandenzorg donatie is ook de procedure Niet natuurlijk dood en donatie ontwikkeld. Verder is op basis van het landelijke protocol NonHeart-Beating Multi-Orgaandonatie een olvg-protocol opgesteld. De procedures en het protocol zijn vervolgens binnen het ziekenhuis geïntroduceerd.
40
O p le i d i ng en Onderzoek Het leve ren van een ac t i eve bijd rage aan de ont w i k ke l i ng van prof e s s i o ne le me d i s c he diens t ve r le n i ng door ople id i ng, onderzoek en onderwijs is een van de twee kerndo e ls t e l l i ngen van het OLVG. Met de onde r t e ke n i ng van het conve n a nt AMC-OLVG in 2003 en in 2004 de oprichting van het OLVG - d i re c to raat Te ac h i ng Hospital wa a r b i n nen alle kennis, ervaring en activiteiten op het gebied van onde r w i j s, o p le i d i ng en onderzoek zijn ge b u nde ld, zijn hieraan sterke impulsen ge geven. In 2005 hebben ve rs c h i l le nde ac t i v i t e i t e n p l a a ts gevo nden ter ve rde re re a l i s a t i e van deze ke r ndo e ls t e l l i ng .
S a me nwe r k i ng AMC Het doel van de overeenkomst tussen het amc en het olvg is uitbreiding van de samenwerking op het gebied van opleiding, onderzoek en geneeskunde- en verpleegkundeonderwijs. Dit heeft inmiddels op diverse vlakken vorm gekregen. Zo participeren o l v g-specialisten in het postdoctoraal onderwijs aan studenten Geneeskunde en is er in de medische bibliotheek een clinical librarian uit het amc werkzaam. Een initiatief dat gestalte kreeg in 2005 is de gezamenlijk opgezette training Teach the Teachers. Binnen deze training werd aandacht besteed aan de verschillende competenties van canmeds (Canadian Medical Education Directions for Specialists), zoals communicatie en samenwerken en het geven van feedback. Vijftien medisch specialisten uit het olvg deden hieraan mee. De training werd positief geëvalueerd en er zal in 2006 een vervolg aan worden gegeven. Verder heeft het olvg in het verslagjaar een actieve bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de vernieuwde opleiding Geneeskunde. Er is onder meer aandacht gevraagd voor knelpunten rond de overgang van de preklinische fase naar de coschappen.
Medisch onde r w i j s In 2005 hebben vier tweedejaars geneeskundestudenten kleinschalig theoretisch onderwijs gevolgd in het olvg. Twee groepen derdejaars volgden dit zogenoemde T-onderwijs. Ten opzichte van 2004 is het aantal co-assistenten afgenomen. Dit is 41
42
voornamelijk veroorzaakt door een afname van het aantal co-assistenten uit het vu Medisch Centrum (v u m c). Alle 420 co–assistenten hebben in 2005 een evaluatiegesprek gevoerd met de onderwijscoördinator aan de hand van een nieuw gestructureerd evaluatieformulier. Uit de gesprekken is gebleken dat de co-assistenten tevreden zijn over de kwaliteit van de co-schappen en het opleidingsklimaat in het o l v g. Nieuw zijn de vijf jaarplaatsen voor de eerste fase van het co-schap Interne Geneeskunde. Hiermee is gestart in oktober 2004. Dit co-schap vergt intensieve begeleiding. De co-assistenten krijgen onderwijs van medisch specialisten en docenten uit het olvg in het uitvoeren van lichamelijk onderzoek en training in klinisch denken. Aantal jaarplaatsen co-assistenten amc Regulier co-schap Oudste co-schap Keuze co-schap vumc Regulier co-schap Oudste co-schap Keuze co-schap
2005
2004
46 7 8,5
36 7 10,5
2 – 0,5
5 – 0,5
Ook studenten van andere medische faculteiten konden (in beperkte mate) in het olvg worden geplaatst.
Specialistenople i d i ngen Er zijn zeventien specialismen die in 2005 een door de Medisch Specialisten Registratie Commisie- erkende opleiding hebben geboden. Aantal opleidingsplaatsen MSRC-erkende opleiding Algemene Chirurgie Anesthesiologie Ca r d i o l o g i e Cardio-thoracale Chirurgie Dermatologie Gynaecologie/Verloskunde Interne Geneeskunde Keel- Neus- en Oorziekten Kindergeneeskunde Longgeneeskunde Maag- Darm- Leverziekten Neurologie Oogheelkunde Orthopedie Pathologie Radiologie Urologie Zelfstandige opleidingen Intensieve Geneeskunde (vervolgopleiding) Klinische Chemie Klinische Farmacie Spoedeisende Hulparts Vervolgopleiding Vaatchirurgie (chivo) (vervolgopleiding) Overige (geaffilieerde) opleidingen Psychiatrie 43
2005 15 3 13 2 3 6 20 1 4 4 2 2 1 10 2 9 2 6 2 2 7 1
Sarah Khalil (8) komt al sinds ze negen maanden oud is op de polikliniek Oogheelkunde. Sarah is scheelziend. Toen ze tweeënhalf jaar oud was, werd duidelijk dat vooral haar rechteroog zwak is en daarom is gestart met het afplakken van haar linkeroog. Om de ogen recht te zetten volgden twee operaties. In 2005 zijn Sarahs ogen iedere drie maanden gecheckt door de orthoptiste op locatie Prinsengracht. Deze controles waren nodig om het resultaat van de behandeling te controleren.
Het directoraat Teaching Hospital van het olvg biedt artsen in opleiding tot specialist (a i o s ) cursorisch onderwijs aan. In 2005 vonden zes bijeenkomsten plaats. Hierbij kwamen onderwerpen aan bod als methodologie van klinisch wetenschappelijk onderzoek, wetenschappelijk publiceren, ziekenhuisorganisatie en -financiering en financiering van medisch specialistische zorg. De bijeenkomsten zijn ook toegankelijk voor andere belangstellenden.
O p le i d i ngsvisitaties Anesthesiologie, Dermatologie, Maag- Darm- Leverziekten (mdl) en Oogheelkunde werden in het verslagjaar gevisiteerd. Aan het einde van het verslagjaar waren de definitieve beslissingen van de Medisch Specialisten Registratie Commissie (m s r c) nog niet ontvangen. Voor Dermatologie, mdl en Oogheelkunde verliepen de visitaties succesvol en worden de beslissingen van de msrc met vertrouwen tegemoet gezien. Bij Anesthesiologie werd de opleiding als zodanig goed bevonden, maar het opleidingsklimaat voor de aios op de werkvloer als onvoldoende beoordeeld. Naar verwachting zal de msrc deze opleiding niet ongeclausuleerd verlengen. In afwachting van het besluit heeft het olvg de opleiding voorlopig gestaakt en zijn maatregelen genomen om de situatie ingrijpend te verbeteren.
3 44
Ve r p le e g k u ndig onderwijs
Basis- en specialistische opleidingen 2005
Het aantal in te stromen duale hbo-v studenten is in 2005 naar omlaag bijgesteld van 37 naar 27. In 2005 zijn zowel studenten van de Hogeschool InHolland als de amc School of Nursing ingestroomd. Het klinisch onderwijs voor beide groepen verpleegkundestudenten is in het olvg gebaseerd op het Klinisch Curriculum hbo-v. Hierin zijn onder andere richtlijnen, procedures en evaluaties voor het praktijkgedeelte van de duale opleiding vastgelegd. In het klinisch onderwijs maakt het olvg gebruik van evidence based nursing; verpleegkundig handelen gebaseerd op bewezen effectiviteit en kosten-batenanalyses. De klinisch verpleegkundig opleiders verzorgen lessen voor verpleegkundestudenten en verpleegkundigen op dit gebied. Ook geven zij trainingen Instrumenteel Technische Vaardigheden en Morele Reflectie, Zingeving en Cultuur. Tevens leveren de klinisch verpleegkundig opleiders, op verzoek van verschillende units, een bijdrage aan diverse verpleegkundige bijscholingscursussen, zoals een specialistische scholing Gynaecologie, een specialistische scholing Urologie en een bijscholingscursus Respiratoire zorg. Aantal HBO-V duaal studenten in 2005 HBO-V duaal september 2001 groep september 2002 groep september 2003 groep september 2004 groep februari 2005 groep september 2005 groep HBO-V duaal verkort 2003 groep Aantal afgestudeerde HBO-V duaal studenten in 2005 Verkorte opleiding Voltijd vierjarig
Basis- en specialistische opleidingen 2005
5 14 20 17 10 13 6
6 14
In opleiding in 2005
Diploma behaald in 2005
Specialistische vervolgopleiding Cardiac Care verpleegkundige
1
1
Specialistische vervolgopleiding Dialyseverpleegkundige
2
1
17
4
Specialistische vervolgopleiding Kinderverpleegkundige
5
2
Specialistische vervolgopleiding Mamma Care verpleegkundige
–
–
Specialistische vervolgopleiding Medium Care verpleegkundige (Chirurgie, Cardiologie, IC)
8
7
Specialistische vervolgopleiding Neonatale Intensive Care verpleegkundige
4
1
Specialistische vervolgopleiding Obstetrische en Gynaecologische verpleegkundige
3
2
Specialistische vervolgopleiding Intensive Care verpleegkundige
45
Ellen Versteeg (69 )is lid van de olvg Patiëntenraad en bestuurslid van de Diabetes Vereniging Nederland (d v n) in Amsterdam. De Patiëntenraad kwam in 2005 elf keer bijeen. Deze vergaderingen duurden twee uur. Er vonden drie overlegvergaderingen met de Raad van Bestuur plaats.Voor het bemensen van de Diabetes Informatie Post kwam Ellen Versteeg 42 donderdagmiddagen van 14.00 tot 16.00 uur naar het olvg. Daar gaf zij als ervaringsdeskundige en als lotgenoot 279 bezoekers informatie over diabetes mellitus.
In opleiding in 2005
Diploma behaald in 2005
Specialistische vervolgopleiding Oncologieverpleegkundige (Interne Geneeskunde, Algemene Chirurgie)
5
4
Specialistische vervolgopleiding Spoedeisende Hulpverpleegkundige
5
3
Physician Assistant (Algemene Chirurgie, Cardiologie, Urologie)
7
–
Nurse practitioner (Cardiologie, Orthopedie)
3
–
S c ho l i ng Re s p i ra to i re zorg bij dre i ge nde sputumre t e nt i e Het olvg heeft een eigen training over respiratoire zorg. De scholing die bestemd is voor verpleegkundigen en (para)medici bestaat uit een theoretisch deel en een praktijkgedeelte in het skills-lab. Daar wordt geoefend met de complexe handeling tracheaal uitzuigen en de zorg voor tracheacanules. Ter ondersteuning van de scholing is een cd-rom ontwikkeld met instructiefilmpjes en protocollen. De scholing wordt afgesloten met een vaardigheidstoets. Het multidisciplinaire docententeam bestaat uit een intensivist, een longarts, een fysiotherapeut, een ziekenhuisapotheker, een icu-verpleegkundige en een verpleegkundige van de afdeling Longgeneeskunde. Vanaf medio 2005 wordt de scholing vier maal per jaar aangeboden. In 2005 namen 75 cursisten deel.
O ve r i ge bero e p s o p le i d i ngen
Wetens c h a p s d ag
Het olvg participeert ook in andere beroepsopleidingen.
Het olvg kent een jaarlijkse wetenschapsdag. Hiermee worden wetenschappelijke activiteiten binnen het olvg voor het voetlicht gebracht. Tevens gaat van deze dag een stimulerende werking uit naar arts-assistenten om aan wetenschappelijk onderzoek te doen. In het verslagjaar werden acht onderzoeken gepresenteerd op de wetenschapsdag. De eerste prijs ging naar cardioloog in opleiding Maurits Dirksen. Hij presenteerde zijn vergelijkend onderzoek naar het plaatsen van verschillende stents bij patiënten met een hartinfarct. Het is een prospectieve gerandomiseerde studie. In totaal zijn 620 patiënten met een acuut hartinfarct bij het onderzoek betrokken. De tweede prijs was voor urologe Marina Hovius. Zij deed een retrospectieve studie waarbij het diagnostisch traject van patiënten met hematurie in kaart werd gebracht. In totaal zijn 1509 casussen voor het onderzoek bekeken. De derde prijs ging naar Guido van Berk, in opleiding tot internist-infectioloog. Hij deed onderzoek naar de gevolgen van het switchen naar een eenvoudiger en meer gebruiksvriendelijke hiv/aids-behandeling. Uit het onderzoek bleek dat de eenvoudigere combinatietherapie goed werkt.
Overige beroepsopleidingen Landelijke opleiding Gipsverbandmeester Opleiding tot Apothekersassistent Opleiding tot ecg-laborant Opleiding tot Echografist Opleiding tot Klinisch Perfusionist Opleiding tot Longfunctieassistent Opleiding tot Laborant Klinische Neurofysiologie Opleiding tot Operatieassistent en opleiding tot Anesthesieassistent Opleiding tot Radiodiagnostisch Laborant Opleiding tot Technisch Oogheelkundig Assistent Opleiding tot Vasculair Diagnostisch Laborant Opleiding Medisch Beeldvormende Radiotherapeutische Techniek (duaal)
In opleiding in 2005 1 – – 2 – 3 1
Diploma behaald in 2005 1 – – 2 – 1 –
15 10 – –
3 2 – –
1
–
Me d i s c h - E t h i s c he To e ts i ngs c o m m i s s i e Het olvg heeft een door de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (ccmo) erkende Medisch-Ethische Toetsingscommissie (metc). In 2005 is door de metc over vijftien protocollen een positief oordeel uitgebracht in de zin van artikel 2 van de Wet Medisch Wetenschappelijk Onderzoek met mensen (w m o). Daarnaast zijn 57 multicenterstudies die reeds positief waren beoordeeld door een andere erkende commissie, door de Raad van Bestuur voorgelegd aan de metc voor het uitbrengen van een advies over de lokale uitvoerbaarheid. Over 34 studies is een positief advies uitgebracht, de resterende onderzoeken waren nog in behandeling op 1 januari 2006. Ook bracht de metc in 2005 een positief advies uit over elf studies die in 2004 waren ingediend. Daarnaast heeft de metc een aantal standard operating procedures vastgesteld betreffende de aanlevering en afhandeling van onderzoeken, de beoordeling van protocollen en de administratieve procedures en voorbereidingen van vergaderingen.
Commissie We t e nschappelijk Onde r z o e k Het ziekenhuis heeft een Commissie Wetenschappelijk Onderzoek geïnstalleerd die een ondersteunende rol heeft bij het opzetten van wetenschappelijk onderzoek, het presenteren van wetenschappelijk onderzoek aan de metc, het werven van fondsen en het publiceren van het onderzoek. Een andere taak van deze commissie is het beoordelen van de wenselijkheid en de haalbaarheid om een wetenschapsbureau in te richten in het o l v g.
47
48
Sociaal beleid Om patiënten prof e s s i o ne le me d i s c he diens t ve r le n i ng te kunnen bieden en optim a le bedrijfs resultaten te behalen, zijn ge k walificeerde en gemotive e rde me dewe rke rs essentieel. Het OLVG investeert dan ook in goed we r kgeve rschap. Daarnaast wil het zieke n huis een ve i l i ge we r komgev i ng cre ë ren voor de me dewe r ke rs. Van alle me dewe r ke rs wo rdt goed we r k ne me rschap gev ra agd. Om in het OLVG vo o r td u re nd te kunnen innove ren, ve ra nde ren en ve r b e t eren, is het van wezenlijk belang eenieder te mo t i ve ren daaraan bij te dragen door een appèl te doen op bero e p s t ro ts, ins p i ratie en ve ra nt wo o rde l i j k he i d s gevo e l .
M a n age me nto p le i d i ngen Door aandacht te besteden aan opleiding en management development ontstaat binnen het olvg een professioneel werk- en ontwikkelklimaat. De afgelopen jaren heeft het olvg gerichte opleidings- en coachingsprogramma’s ontwikkeld die precies aansluiten op de organisatiestructuur en het management de benodigde bagage geven. Het gaat om een managementleergang voor unitvoorzitters, een managementleergang voor bedrijfsleiders, een managementleergang voor afdelingsleiders en een leergang Leidinggeven en Vernieuwen voor beginnend leidinggevenden. Een belangrijk doel van de leergangen is uiteraard kennisoverdracht, maar de leergangen zijn ook een prima middel om de organisatiefilosofie naar de praktijk te brengen. Daarnaast geeft het volgen van een leergang door het uitwisselen van ervaringen, inzicht in en daardoor begrip voor wat zich op andere ziekenhuisafdelingen afspeelt. In 2005 heeft de achtdaagse leergang voor afdelingsleiders twee keer plaatsgevonden. In totaal hebben nu 41 afdelingsleiders deze leergang gevolgd. De leergang is bestemd voor de leidinggevenden die rechtstreeks ressorteren onder de bedrijfsleider, zoals de afdelingsleiders op de verpleegafdelingen, de teamleiders van de poliklinieken en de leidinggevenden binnen de Medisch Ondersteunende Units. De leergang is gebaseerd op de competenties die voor de functie van afdelingsleiders zijn vastgesteld. Tijdens de leergang komen onderwerpen als cultuur en leiderschap, het opstellen van afdelingsplannen, het managen van mensen, middelen en processen en de financiële aansturing van een afdeling aan bod. De docenten komen voor een deel uit het olvg en worden deels van buiten aangetrokken. Ook de leergang Leidinggeven en Vernieuwen vond in het verslagjaar twee maal 49
50
plaats. In totaal namen dertig personen deel. Zij waren afkomstig van diverse afdelingen, zoals de verpleegafdelingen, de poliklinieken, de facilitaire afdelingen en de afdeling Financial Services. Zeven deelnemers werkten in andere organisaties: ziekenhuizen en verzorgingshuizen.
B e d r i j fs t ra i n i ngen Behalve de managementleergangen kent het olvg diverse andere interne bedrijfstrainingen, cursussen en workshops. Voor medewerkers die de leergang Leidinggeven en Vernieuwen hebben gevolgd bijvoorbeeld is een aantal workshops ontwikkeld, zoals Kernkwaliteiten en persoonlijke effectiviteit, Rationele effectiviteit en Bezieling in organisaties & het belang van timemanagement. Deze eendaagse workshops trokken respectievelijk tien, vijf en negen deelnemers. Voor medewerkers die beroepsmatig studenten of cursisten in de praktijk begeleiden, is er een cursus Werkbegeleiders. In het verslagjaar hebben 42 medewerkers deze cursus gevolgd. In het kader van ziekteverzuimpreventie, hebben ruim vijftig leidinggevenden de workshop Balans tussen werk en privé gevolgd. Tijdens deze workshop wordt de actuele wetgeving op dit gebied behandeld en worden de leidinggevenden handvatten aangereikt voor het begeleiden van hun medewerkers. Daarnaast kent het ziekenhuis ook communicatietrainingen, zoals het voeren van sollicitatiegesprekken, functioneringsgesprekken en verzuimgesprekken. Aan deze trainingen namen respectievelijk zes, elf en zeventien leidinggevenden deel. Voor olvg-medewerkers is een training ontwikkeld met als onderwerp feedback geven en feedback ontvangen. Deze training van een dagdeel is in 2005 vier maal georganiseerd. Een andere training voor medewerkers is de cursus Hoe ga ik om met stress. Stress is een belangrijke reden voor verzuim en uitval. Ruim eenderde van het totale verzuim hangt samen met stressgerelateerde klachten. Van de reïntegratiekandidaten heeft driekwart deze klachten. In 2005 hebben 36 medewerkers geparticipeerd. De cursus bestaat uit vier dagdelen, verspreid over twee maanden. Binnen de cursus is er aandacht voor theorie, ontspanningstechnieken en verschillende strategieën om stress te verminderen en te hanteren, zoals timemanagement.
We r v i ng en selectie van medisch specialisten en ho ger manageme nt In het olvg zijn alle medisch specialisten in dienst van het ziekenhuis. Om de werving, selectie en benoeming van nieuwe medisch specialisten, directeuren en managers, ressorterend onder de Raad van Bestuur, overeenkomstig de organisatiefilosofie te stroomlijnen, zijn procedures ontwikkeld en is een begin gemaakt met het ontwikkelen van competentieprofielen voor leidinggevende functies. Aan de hand hiervan vinden werving- en selectieprocessen plaats. Hiervoor worden ad hoc benoemings- en adviescommissies ingesteld. Op voordracht en advies van deze commissies besluit de Raad van Bestuur over de uiteindelijke benoemingen en voert ter afronding de arbeidsvoorwaardengesprekken. Nieuw benoemde medisch specialisten worden het eerste jaar van hun staflidmaatschap begeleid door een mentor uit een andere vakgroep.
51
Leon Verest (37) heeft een huisartsenpraktijk met 2.800 patiënten in een gezondheidscentrum op IJburg. In 2005 verwezen hij en zijn collega 335 keer door naar het olvg. In het kader van de ontwikkeling van een transmuraal elektronisch patiëntendossier bezocht Leon Verest in 2005 twaalf maal het olvg. Ook kon hij als een van de eerste huisartsen o l v g-dossiers van zijn patiënten inzien via de Horizon Hu i sartsenportal. Eind 2005 gebruikten vijftig huisartsen deze portal.
C o m p e t e nt i e m a n agement op unitnive a u Binnen enkele units is een begin gemaakt met de introductie van competentiemanagement, bijvoorbeeld bij de unit Urologie en bij de unit Gy n a e c o l o g i e / Verloskunde.
Unit Urologie De introductie van competentiemanagement binnen de unit Urologie heeft als doel goed gemotiveerde medewerkers met de juiste opleiding en juiste attitude op de juiste plek te krijgen, waardoor ieder een optimale bijdrage levert aan de resultaten van de unit. Na vaststelling van de kerncompetenties van de unit zijn de competentieprofielen voor verpleegkundigen en polikliniekmedewerkers binnen de unit uitgewerkt. Bij de uitwerking zijn de medewerkers nauw betrokken geweest. Op basis van de competentieprofielen is de gesprekscyclus opnieuw vormgegeven; het opstellen van een zelfbeoordeling, het geven van feedback en het voeren van functioneringsgesprekken zijn hiervan belangrijke onderdelen. In 2006 zullen persoonlijke ontwikkelplannen worden geïntroduceerd.
Unit Gy n a e c o l o g i e / Verloskunde De unit Gynaecologie/Verloskunde wil het zorgmodel Single Room Maternity Ca r e invoeren. Dit nieuwe model houdt in dat vrouwen tijdens de bevalling en de eventueel noodzakelijke kraamperiode daarna op een eenpersoonskamer verblijven en gedurende hun verblijf in het ziekenhuis niet worden overgeplaatst. Hierbij is gezinsgerichte zorg het uitgangspunt; patiënten en partners krijgen alle ruimte tot zelfzorg. De ver52
pleegkundigen ondersteunen het gezin hierbij. Deze nieuwe aanpak vraagt om een grondige voorbereiding, niet alleen in bouwkundige zin. Er is ook een ontwikkel- en leercultuur op de verpleegafdeling nodig en daarmee een omslag in denken en handelen van medewerkers. In dat kader zijn competentieprofielen geschreven en wordt bewust gestuurd op leeftijdsgebonden effecten van leren en werken. Het project Bewust voorbereid naar de toekomst heeft een doorlooptijd van tenminste drie jaar.
minimumkaderregeling voorbereid. Over de inhoud daarvan is nog geen overeenstemming bereikt. Dit gegeven alsmede de aanstaande herziening van de Werkloosheidswet hebben het olvg doen besluiten de looptijd van het huidige Sociaal Plan te verlengen tot en met 31 december 2006.
K l ac hten me dewe r ke rs F u nc t i ewa a rde r i ng Omdat de organisatie van het olvg voortdurend in beweging is, behoeft het functiegebouw periodiek onderhoud. Om dit te bewerkstelligen is sinds maart 2005 de nieuwe Onderhoudsprocedure Functiewaardering van kracht. In aansluiting hierop heeft binnen de organisatie een inventarisatie plaatsgevonden van nieuwe, nog te beschrijven, functies en eventuele herindelingen. In het najaar is een interne ad hoc commissie samengesteld die de Raad van Bestuur, naar verwachting in het voorjaar 2006, zal adviseren over de vast te stellen functieprofielen en functie-indelingen. Tevens zijn in de loop van 2005 generieke functiebeschrijvingen en –indelingen vastgesteld voor diverse artsenfuncties binnen het ziekenhuis. In dit kader zijn ook de nieuwe functies van physician assistent en nurse practitioner toegevoegd aan het olvg-functiegebouw.
L o o p b a a n b e ge le i d i ng De opleidings-/loopbaanfunctionaris van het olvg heeft op verzoek van leidinggevenden voor dertig medewerkers een advies uitgebracht omtrent opleidings- en loopbaanvragen. Daarnaast zijn vijf personen die binnen het Sociaal Plan van het olvg vallen, aangemeld voor begeleiding naar een andere passende functie binnen het olvg. Voor twee andere herplaatsingskandidaten die beiden langdurig ziek zijn geweest, is de begeleiding hervat.
Re ï ntegratie De reïntegratiefunctionaris begeleidde 27 medewerkers in het kader van reïntegratie naar een andere, passende functie. Van deze medewerkers zijn er in het verslagjaar negentien herplaatst, waarvan vijf tijdelijk. Voor vijf medewerkers moest ontslag worden aangevraagd wegens toename van gezondheidsklachten en onvoldoende perspectief op herstel. Voor vier medewerkers bleek binnen het olvg geen passende functie aanwezig; hen is een reïntegratietraject aangeboden.
Sociaal Plan Het olvg kent een Sociaal Plan 2001 – 2006 dat een aanvulling vormt op de cao Sociale Begeleiding. Omdat het Sociaal Plan in de loop van 2006 expireert, heeft het olvg in het najaar 2005 bij de vakorganisaties kenbaar gemaakt het op onderdelen te willen bijstellen. De cao Sociale Begeleiding is echter per 1 januari 2006 opgezegd en ter vervanging van deze regeling wordt door de cao-partijen een zogeheten 53
Het olvg kent een klachtenregeling voor individuele medewerkers om klachten van medewerkers die betrekking hebben op de arbeidssituatie onpartijdig te behandelen. Deze regeling wordt ook wel aangeduid als kimo-regeling. De klachtenregeling is gebaseerd op artikel 3.2.3. van de cao Ziekenhuizen en beoogt: • Een effectieve en efficiënte behandeling van klachten, zodat verstoring van werkrelaties en hoogoplopende conflicten kunnen worden voorkomen. • Het opvangen van signalen over ongewenste situaties in de organisatie, waardoor toekomstige klachten kunnen worden voorkomen. Jaarlijks wendt een aantal olvg’ers zich tot de klachtencommissie. In 2005 hebben twee medewerkers de commissie schriftelijk geïnformeerd over een gebeurtenis of situatie, maar daarbij aangegeven (vooralsnog) geen actie van de commissie te verwachten.Van de klachten die formeel worden ingediend, beoordeelt de commissie of deze ontvankelijk zijn. In 2005 zijn drie klachten in behandeling genomen. Eén klager heeft – na het opstarten van de procedure – aangegeven van verdere behandeling af te zien. Er zijn twee adviezen opgesteld. Onderstaande tabellen laten zien hoeveel klachten de afgelopen drie jaar door de commissie zijn behandeld en wat de aard was van de klachten. Het aantal klachten dat in behandeling werd genomen en werd onderzocht, is groter dan het aantal klagers, omdat klagers klachten hebben ingediend die uit meerdere onderdelen bestonden. Aantal klagers
2005
2004
2003
2
4
5
2005
2004
2003
Onvrede over een onbillijke behandeling door een collega of leidinggevende.
2
5
5
Een ten aanzien van de medewerker genomen beslissing of een kennelijke weigering om te beslissen of te handelen die de medewerker persoonlijk in zijn belang treft.
2
5
7
Een op de medewerker van toepassing zijnde maatregel of situatie die in strijd is met een wettelijke bepaling, de cao Ziekenhuizen, een interne (o l v g-)regeling, de individuele arbeidsovereenkomst of bestendig gebruik binnen het o l v g.
1
3
2
Ongewenste omgangsvormen, zoals seksuele intimidatie, pesten, discriminatie, agressie en geweld.
–
1
2
Totaal
5
14
16
Individuele medewerker dient klacht in en deze wordt door commissie behandeld.
Aard van de klachten
54
B e d r i j fs ge z o nd he i d s z o rg en preve ntie
Geconcludeerd kan worden dat het aantal klachten, sinds de invoering van het unitmodel, is teruggelopen. Verondersteld mag worden dat door de invoering van de nieuwe managementfilosofie medewerkers met hun klachten makkelijker terecht kunnen bij hun leidinggevende waardoor de gang naar de Klachtencommissie voor individuele medewerkers niet meer nodig is.
E x t e r ne ve r t ro u we ns p e rs o o n In 2005 heeft de Raad van Bestuur een externe vertrouwenspersoon aangesteld met specifieke deskundigheid op het gebied van ongewenste omgangsvormen. Naar aanleiding hiervan is de oude regeling aangepast. De aangepaste regeling is de Ondernemingsraad gepasseerd en vervolgens door de Raad van Bestuur vastgesteld. Aansluitend zijn de medewerkers geïnformeerd over de mogelijkheid om deze vertrouwenspersoon in te schakelen wanneer zij te maken krijgen met ongewenste omgangsvormen, en is op basis van de herziene regeling de informatie op het intranet aangepast en uitgebreid.
N i e u we kinde ro p va ng re ge l i ng Als gevolg van de invoering van de Wet Kinderopvang heeft het olvg per 1 januari 2005 een nieuwe kinderopvangregeling ingevoerd, uitgaande van een olvg-bijdrage van eenzesde deel van de kinderopvangkosten. Om in aanmerking te komen voor de werkgeversbijdrage werd in nauwe samenspraak met de Ondernemingsraad, besloten een aantal criteria te hanteren, zoals een inkomenscriterium, een arbeidsduurgrens en een contractduurgrens. Dit was ingegeven door eerdere ervaringen met lange wachtlijsten en langzame doorstroming waardoor de kinderopvangregeling in de praktijk niet goed functioneerde. In de eerste helft van het jaar is de feitelijke besteding van het centrale kinderopvangbudget geëvalueerd. Gebleken is dat de regeling kon worden verruimd. Vervolgens is in overleg met de or een inventarisatie uitgevoerd onder medewerkers die gebruikmaken van kinderopvangvoorzieningen. Op basis van de uitkomsten van deze inventarisatie is besloten de eerder gehanteerde criteria per 1 januari 2006 los te laten.
I nt ro d uctie fiets re ge l i ng In 2005 zijn de voorbereidingen getroffen voor het invoeren van een fietsregeling. Belangrijke onderdelen hiervan waren, behalve het opstellen van de regeling, het aangaan van een samenwerking met Nationale Fiets Projecten bv (nfp), het doorlopen van de instemmingsprocedure bij de Ondernemingsraad en het verkrijgen van goedkeuring van de Belastingdienst. Eind 2005 is de regeling onder de medewerkers bekendgemaakt. Vanaf 2006 kunnen medewerkers via het olvg fiscaal aantrekkelijk een fiets aanschaffen tegen inlevering van vakantiegeld of eindejaarsuitkering.
55
Risico- Inve ntarisatie & Eva l u a t i e Dennis van Veghel (31) is senior accountmanager zorginkoop bij Univé. In 2005 bezocht hij namens Univé acht maal het olvg. Tijdens deze bijeenkomsten werd een contract gesloten voor bsegment dbc’s. Ook werden afspraken gemaakt over investeringen van Univé in zorgvernieuwing en bemiddeling van Univé-verzekerden voor behandeling in het olvg. Het olvg is één van de zeven ziekenhuizen waarmee Univé op die manier samenwerkt. Drie procent van de olvg-patiënten is verzekerd bij Univé.
Voor het updaten van de Risico- Inventarisaties & Evaluaties, de zogenoemde ri&e’s, is een rondgang gemaakt langs diverse afdelingen. Het betrof de unit Mondziekten en Kaakchirurgie, het Hematologisch Klinisch Chemisch Laboratorium (hkcl) en de Endoscopie- en Behandelafdeling op locatie Oosterpark. Aansluitend is een plan van aanpak voor de desbetreffende afdelingen opgesteld.
S p reekuur Fys i o t he ra p i e / E rgothe rapie Medewerkers met klachten aan houdings- en bewegingsapparaat en met problemen door fysieke (over)belasting kunnen sinds november 2005 terecht bij een speciaal spreekuur Fysiotherapie/Ergotherapie voor medewerkers. Dit spreekuur vindt vier keer per week plaats. In 2005 maakten ruim veertig medewerkers gebruik van dit spreekuur. Tachtig procent ging met een advies naar huis. Een dergelijke interne service- en dienstverlening aan medewerkers heeft zowel voordelen voor de werkgever als de werknemer. Een bezoek aan een interne fysiotherapeut scheelt reistijd. Bovendien is deze vaak al bekend met de werkplek van een medewerker of kan gemakkelijk komen kijken. Ook zijn de lijnen naar de bedrijfsartsen en leidinggevenden korter. Dat verhoogt de effectiviteit aanzienlijk.
Ve i l i ge z o rg Het landelijke project Veiligezorg waaraan het olvg meedoet, biedt het ziekenhuis een pakket aan maatregelen waarmee het grip kan krijgen op agressie en geweld van patiënten en bezoekers en de negatieve gevolgen daarvan voor de medewerkers. Bij dit project wordt nauw samengewerkt met politie, Openbaar Ministerie en gemeente. Hierdoor is een lik-op-stuk-beleid mogelijk en kan mensen de toegang tot het ziekenhuis worden ontzegd. De afdeling Spoedeisende Hulp en verpleegafdeling Interne Geneeskunde/Aids fungeren als pilotafdelingen voor het project. In het kader van het project worden alle incidenten geregistreerd in een landelijk systeem. Hierdoor ontstaat inzicht in welke vormen van agressie en geweld zich in de ziekenhuizen voordoen. In 2005 kwamen er van de olvg-pilotafdelingen honderd meldingen binnen; 68 vanuit de Spoedeisende Hulp en 32 vanuit verpleegafdeling B6. Meestal betrof het verbaal geweld, maar er was in een groot aantal situaties ook sprake van fysiek geweld. De Raad van Bestuur ontzegde één persoon de toegang tot het ziekenhuis.
Personeel in loondienst (f t e)
2005
2004
Teaching Hospital Teaching Hospital
28,7
36,5
158,7 162,6
162,6 163,1
321,3
325,7
72,4 46,1
63,3 78,8
118,5
142,1
2152,2
2175,7
Directoraat Services Facilitaire Zaken Overige afdelingen directoraat Services
Overhead en overige ondersteunende diensten Overhead Overige ondersteunende diensten
Totaal aantal medewerkers (fte)
Pe rs o ne e ls s a me ns t e l l i ng Leeftijdsopbouw Personeel in loondienst (f t e) Primaire Business Units Algemene Chirurgie Ca r d i o l o g i e Cardio-thoracale Chirurgie Dermatologie Gynaecologie/Verloskunde Interne Geneeskunde Keel- Neus- en Oorziekten Kindergeneeskunde Longgeneeskunde Maag- Darm- Leverziekten Mondziekten en Kaakchirurgie Neurochirurgie Neurologie Oogheelkunde Orthopedie Plastische Chirurgie Psychiatrie en Medische Psychologie i.o. Urologie
Medisch Ondersteunende Units en locatie pg Anesthesiologie/ok hkcl Intensive Ca r e Medische Microbiologie Paramedisch Ondersteunende Unit Pathologie Radiologie Ziekenhuisapotheek Locatie pg
57
2005
2004
190,4 138,2 59,1 14,7 101,3 173,3 10,0 65,3 49,2 29,6 15,2 2,1 51,8 21,2 66,3 11,2 17,2 40,8
189,9 133,1 58,0 12,5 99,5 176,4 10,4 67,3 52,1 24,7 14,4 0,0 51,3 19,5 68,6 9,1 11,7 41,9
1056,9
1040,3
160,3 88,6 103,3 30,3 33,2 25,9 109,0 52,1 24,1
160,5 87,4 100,7 28,7 36,1 26,0 109,4 52,5 29,8
626,8
631,1
Leeftijdsopbouw werknemers op 31-12-2005 Leeftijd
Mannen
Vr o u w e n
Totaal
%
tot 25 25 t/m 29 30 t/m 34 35 t/m 39 40 t/m 44 45 t/m 49 50 t/m 54 55+
25 82 117 109 133 144 88 78
116 257 272 264 287 260 212 187
141 339 389 373 420 404 300 265
5,3 12,9 14,8 14,2 16,0 15,3 11,4 10,1
Totaal
776
1855
2631
100,0
Verzuim Gemiddeld ziekteverzuimpercentage vanaf 2003
2005 2004 2003
Exclusief gravidaverlof
Inclusief gravidaverlof
5,2 5,9 5,3
6,4 6,9 6,0
58
O nders t e u ne nde activiteiten Het OLVG wil to o n a a ngeve nd en ve r n i e uwe nd zijn. Om deze ambities waar te kunnen maken en om te kunnen vo ldoen aan de eisen die de hu i d i ge tijd aan een mo dern topklinisch zieke n huis stelt, is een o p t i m a le onde rs t e u n i ng van de zieke n hu i so rganisatie no o d z a kelijk. Dit beteke nt vo o r td u re nd zoeken naar nieuwe mo ge l i j khe den om zowel de zorg p rocessen als de bedrijfsmatige processen goed te kunne n o nde rs t e u nen en in te spelen op nieuwe o nt w i k ke l i ngen. Dit beteke nt ook cont i nu i n ve s t e ren in zaken als ho o g wa a rd i ge me d i s c he appara t u u r, hu i s ve s t i ng en info rm a t i s e r i ng en auto m a t i s e r i ng .
I n fo r m a t i s e r i ng en auto m a t i s e r i ng De ontwikkelingen op het gebied van informatisering en automatisering nemen razendsnel toe. In het olvg is het informatiebeleid niet het exclusieve terrein van één afdeling. ict wordt beschouwd als een beleidsonderdeel dat rechtstreeks voortvloeit uit de integrale verantwoordelijkheid van het unitmanagement ten aanzien van het primaire proces. Vanuit het oogpunt van maatschappelijk verantwoord ondernemen, lopen er verschillende projecten, zowel medisch als niet-medisch van aard. De implementatie en koppeling van systemen komen uiteindelijk ten goede aan de kwaliteit van zowel de medische dienstverlening als de bedrijfsvoering, alsook de interactie hiertussen. Op het gebied van ict ambieert het olvg een voorhoedepositie. Het belang onderkennend van informatisering bij de realisatie van de gestelde doelen van de organisatie, is met voortvarendheid een reeks van samenvattende maatregelen getroffen om ons ook op dit beleidsterrein te onderscheiden. Inmiddels zijn hierbij flinke vorderingen gemaakt. Zo is in 2003 ter ondersteuning van de unitorganisatie het oude ziekenhuisinformatiesyteem vervangen door twee nieuwe systemen: een voor de zorglogistieke processen binnen de primaire businessunits (X/Care McKesson) en een voor de bedrijfsmatige processen, onder andere op het gebied van personeelbeheer, financiën, inkoop en goederenlogistiek (Oracle E-business suite). De systemen sluiten goed op elkaar aan. In het verslagjaar zijn deze informatiesystemen verder geoptimaliseerd en zijn nieuwe systemen geïmplementeerd.
59
60
N i e u we info r m a t i e systemen
•
•
•
•
Binnen de ondersteunende units zijn ter vervanging van de oude informatiesystemen de volgende systemen aangeschaft en geïnstalleerd. Het laboratorium informatiesysteem glims van de firma mips werd geïmplementeerd voor de medisch ondersteunende units Hematologisch Klinisch Chemisch Laboratorium (hkcl), Medische Microbiologie en Ziekenhuisapotheek. Gelijktijdig werd via een datalijn ook het laboratorium van het Flevoziekenhuis op de glims s e rvers van het olvg aangesloten, waarmee het mogelijk werd om tot een intensieve samenwerking op het gebied van laboratoriumdiagnostiek over te gaan. In het kader van het vergroten van de medicatieveiligheid werd voor het elektronisch voorschrijven van geneesmiddelen het informatiesysteem Falcon Pharma in gebruik genomen. Tevens is op enkele verpleegafdelingen proefgedraaid met ‘unit-based cabinets’, geautomatiseerde kasten voor uitgifte van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen. Deze kasten zijn door een maatwerk interface gekoppeld aan Oracle voor automatisch voorraadbeheer. Het radiologisch informatiesysteem Qdoc is geïntroduceerd. Dit gebeurde mede ter voorbereiding op de invoering van het pacs (Picture Archiving and Co m m u n i c a t i o n System) dat in 2006 in gebruik wordt genomen. Voor de voedingsvoorziening en diëtetiek is het informatiesysteem Foodcare ingevoerd.
IC T- o nt w i k ke l i ngen binnen de units Binnen de units vonden diverse activiteiten plaats op het gebied van ict. Voorbeelden hiervan zijn: • Voor de registratie van patiëntengegevens is binnen de units Anesthesiologie en Operatiekamers en Cardio-thoracale Chirurgie het softwarepakket MetaVision in gebruik genomen. Dit pakket wordt al enkele jaren gebruikt op de Intensive Ca r e Unit. Door de invoering is de informatiseringsgraad van de critical care afdelingen verhoogd alsook onderling gestandaardiseerd. • Binnen een aantal units werden elektronische patiëntendossiers ontwikkeld of uitgebouwd. Zo werd door de unit Interne Geneeskunde een diabetesdossier gerealiseerd en door de unit Dermatologie digitale beeldopslag als uitbreiding op het al langer bestaande Elektronische Patiënten Dossier (epd).
M i l i e u z a ke n Per unit zijn één of meerdere milieucontactpersonen aangesteld. Hierdoor heeft de inbedding van het milieubeleid binnen de unitstructuur gestalte gekregen. De milieucoördinator heeft samen met de milieucontactpersonen in totaal 26 verpleegafdelingen en poliklinieken geauditeerd. Op de meeste afdelingen kwamen verbeterpunten naar voren. Deze zijn ter hand genomen en uitgevoerd. Op het gebied van energiebesparing heeft een extern bureau het ziekenhuis doorgelicht en adviezen gegeven. Vervolgens is een energiecampagne voorbereid die in 2006 zijn beslag zal vinden. Op locatie Prinsengracht is een annolietinstallatie geplaatst. Hierdoor werd beheersing van Legionellabacteriën in het waterleidingnet gerealiseerd en is er geen noodzaak meer het drinkwater te chloreren.
61
Mevrouw Jansen-Schmitt (67) ontdekte in juni 2005 een knobbeltje in de borst. Binnen drie dagen kon zij terecht bij de Mammapolikliniek. Daar vonden alle onderzoeken op één ochtend plaats en ’s middags volgde de uitslag. Die bleek niet goed te zijn en binnen twee weken werd mevrouw Ja n s e n Schmitt geopereerd. Na 35 bestralingen in het amc te hebben ondergaan, wordt zij nu nog iedere drie maanden gecontroleerd. Zij heeft het vrijwilligerswerk dat ze tijdelijk had moeten staken, weer opgepakt.
M i l i e uc o nt roles Om na te gaan of het olvg aan de voorschriften van de milieu- en lozingsvergunningen voldoet, hebben in het verslagjaar verschillende controles plaatsgevonden. Op basis van controles van de Dienst Milieu en Bouwtoezicht (dmb) van de gemeente Amsterdam zijn maatregelen genomen inzake de alcoholopslag van de Ziekenhuisapotheek. Naar aanleiding van een milieucontrole van locatie Prinsengracht in 2004, is in 2005 door de bevoegde instantie dmb besloten de milieuvergunning van locatie Prinsengracht te laten vervallen. Locatie Prinsengracht valt nu onder de Algemene Maatregel van Bestuur het Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer. Na bemonstering conform de lozingsvergunningen zijn aanzienlijk minder (66,5%) overschrijdingen van de lozingseisen aangetroffen ten opzichte van 2004. Voorts is na langdurig onderzoek naar de forse bariumoverschrijdingen in voorgaande jaren geconcludeerd dat er bariumsulfaat in de rioolleidingen zat. Hierop is actie ondernomen waarna op locatie Oosterpark op dit gebied geen overschrijdingen meer zijn aangetroffen. Dit gold niet voor locatie Prinsengracht. De bevoegde instantie de Dienst Waterbeheer en Riolering (d w r) van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht beraadt zich nog over de te nemen maatregelen. In november 2005 heeft er een gecombineerde inspectie van dmb en dwr p l a a t sgevonden op locatie Oosterpark. Hieruit is een aantal aandachtspunten naar voren gekomen, zoals het vastzetten van de gasflessen in de gasflessenopslag, het toezenden van het keuringsrapport van de stookinstallaties aan dmb en het plaatsen van bescherming rond de gasleidingen op het hkcl en de Medische Microbiologie. Alle punten zijn inmiddels uitgevoerd.
62
Fac i l i t a i re Zake n
Milieuprestaties Het elektragebruik is in het verslagjaar met 1,7% gestegen. Deze stijging kan worden verklaard door toename van het aantal medewerkers, toename van het aantal patiënten – met name in dagbehandeling – en toename van het totale vloeroppervlak. Het waterverbruik op locatie Oosterpark is drastisch gedaald. De oorzaak hiervan kan worden gevonden in de uitbesteding van de Centrale Sterilisatie Afdeling sinds 1 januari 2005. De totale hoeveelheid afval is toegenomen met 4,1%. Dit is onder meer het gevolg van een toename van het aantal patiënten. De totale kosten voor inzameling, transport en verwerking zijn met 12% gedaald ten opzichte van 2004. De kostendaling is vooral veroorzaakt door een lagere kostenverwerking van de individuele afvalstof. Milieuprestaties op gebied van afval, energie en water 2004
2005
Afval Gas Elektra Water Kosten afval Kosten energie
961.300 2.307.552 12.727.632 78.729 227.800 1.472.000
kg m3 kWh m3 euro euro
923.473 2.323.844 12.522.050 85.691 259.124 1.475.000
2005 t.o.v. 2004 in procenten kg m3 kWh m3 euro euro
+ 4,1 – 0,7 + 1,6 – 8,1 – 12,1 – 0,2
Uitgaande van de efficiency-indicatoren dient het gebruik van energie en water elk jaar met één procent te verminderen. Aan deze doelstelling is in 2005 ruimschoots voldaan met uitzondering van het elektraverbruik per m 2 en per medewerker. Echter in 2004 was het elektraverbruik per m2 en per medewerker gestegen ten opzichte van 2003, nu is hierin een daling te constateren. Gebruik van energie, water en afval van 2005 ten opzichte van 2004 in procenten, uitgaande van de efficiency-indicatoren. Efficiency-indicatoren M 3/kWh/kg per m2 m3 /kWh per gpe* M 3/kWh/kg per medewerker
Gas
Elektra
Water
Afval
– 2,3% – 10,9% – 2,3%
– 0,3% – 7,8% – 0,02%
– 9,1% – 17,6% – 9,6%
0% – 5,5% – 0,03%
* gewogen patiënteenheden
Calamiteitenc o ö rd i n a t i e Calamiteitencoördinatie kent drie aandachtsgebieden: rampenopvang, continuïteit en bedrijfshulpverlening (bhv). Op het gebied van de rampenopvang is het rampenopvangplan in 2005 volledig herzien. Het aangepaste plan is geplaatst op het intranet. Vervolgens is in samenwerking met het regionaal bureau Geneeskundige Hulpverlening bij grootschalige Ongevallen en Rampen (g h o r) de toetsing van het plan voorbereid. Begin 2006 zal een rampenopvangoefening plaatsvinden. Op het gebied van bedrijfshulpverlening hebben drie kleinschalige ontruimingsoefeningen plaatsgevonden voor de 100 bedrijfshulpverleners van het olvg. Ook zijn voorbereidingen getroffen voor het herzien van het bedrijfsnoodplan. In 2006 zal dit worden geëffectueerd.
63
B o u w p ro je c t e n Sophie van der Stap (22) kreeg in januari 2005 te horen dat ze de zeldzame ziekte rhabdomyosarcoom heeft, een type kanker dat meestal bij kinderen voorkomt. De uva-studente onderging 54 weken lang een behandeling van chemokuren en bestralingen. In totaal verbleef So p h i e negen weken in het ziekenhuis. Op haar weblog schrijft ze over haar ervaringen, binnen en buiten de muren van het ziekenhuis. Deze verschijnen in 2006 in boekvorm bij uitgeverij Prometheus ‘Meisje met negen pruiken.’
Het olvg is continu in beweging en dat stelt eisen aan de gebouwen en de fysieke ruimtes. In 2005 heeft een aantal interne verbouwingen gestalte gekregen. Op locatie Oosterpark is het Bloedafname Laboratorium verbouwd. Voor de verbouwing van de afdeling die wekelijks door ongeveer 1500 mensen wordt bezocht, is de routing die de patiënt doorloopt, doorgelicht. Het gemoderniseerde laboratorium heeft een ruimere wachtruimte gekregen en zeven ruimtes waar bloed wordt afgenomen. Eén ruimte is speciaal ingericht voor kinderen. Deze kamer wordt ook gebruikt voor volwassenen die erg angstig zijn. Daarnaast is het aantal balies verdubbeld van één naar twee en is een patiëntbegeleidingssysteem geïnstalleerd om de wachttijd continu te kunnen bewaken en daarmee de patiënt sneller te kunnen helpen. De afdeling Hartbewaking (c c u) is verplaatst en vernieuwd. Daarnaast is gestart met de bouw van een nieuwe luxe dagbehandeling, de zogenoemde Dotterlounge. Beide ruimtes zijn ingericht volgens het concept Healing Environment, waarbij het uitgangspunt is dat een optimaal ingerichte ruimte het genezingsproces van patiënten bevordert. Ook is gestart met de voorbereidingen van de verbouwing en uitbreiding van de afdeling Spoedeisende Hulp. Bij de bouwplannen zijn de verschillende patiëntenstromen over de afdeling het uitgangspunt geweest. De afdeling seh van het olvg werkt met triage en afhankelijk van de zorgvraag wordt een patiënt verder geholpen op de Fast track afdeling, Urgent care, Shockroom of observatorium. Dit met het
doel de patiëntendoorstroming te bevorderen en de wachttijden te verminderen. In verband met de uitbreiding van de seh is de Centrale Keuken van het ziekenhuis verplaatst. De nieuwe keuken is ingericht als assemblage keuken en wordt begin 2006 in gebruik genomen.
Nieuw vo e d i ngs c o ncept voor patiënten In het verslagjaar zijn de voorbereidingen getroffen voor de invoer van een nieuw voedingsconcept, waarbij voor de bereiding van de voeding gebruik wordt gemaakt van kant en klaar ingekochte maaltijdcomponenten. Behalve de bouw van een nieuwe keuken, zijn alle pantry’s op de verpleegafdelingen aangepast en zijn de servicemedewerkers getraind. Groot voordeel van het nieuwe voedingsconcept is dat de patiënt ’s morgens zijn keuze kenbaar kan maken voor de warme maaltijd die ’s avonds wordt geserveerd. Daarnaast worden de broodmaaltijden op de verpleegafdelingen ’s morgens en ’s middags à la carte geserveerd. Dit houdt in dat patiënten ter plekke een keuze kunnen maken uit een ruim assortiment.
B eveiliging Om de beveiliging en veiligheid van patiënten, bezoekers, medewerkers, middelen en gebouwen te optimaliseren, zijn in het verslagjaar diverse maatregelen genomen. Zo is de inbraakdetectie uitgebreid, zijn camera’s geplaatst en is het toegangsbeheer van ruimtes aangescherpt. Daarnaast vond het landelijke project Veiligezorg plaats op twee pilotafdelingen.
Logistiek Pa t i ë nt e n lo g i s t i e k Dagelijks worden in het olvg 200 patiënten vervoerd door brancardiers van en naar afdelingen. Tot januari 2005 regisseerde een controlecentralist alle transporten. Deze aanpak kende een aantal knelpunten, zoals lange wachttijden, een gemiddelde ritduur van ongeveer 35 minuten en een slechte telefonische bereikbaarheid. Om hierin verbetering aan te brengen, besloot het olvg de schriftelijke en telefonische coördinatie te vervangen door een softwareapplicatie voor patiëntenvervoer. Met het programma dcs-arta kunnen medewerkers van patiëntenafdelingen voortaan zelf precies op tijd een brancardier reserveren. Vervolgens houden brancardiers het overzicht over alle aanvragen, zonder tussenkomst van een coördinator, en kunnen zij snel opdrachten accepteren, uitvoeren en afmelden. Dat deze aanpak werkt, blijkt uit de resulaten; 90% van de patiënten is binnen de norm van twintig minuten op de plaats van bestemming, er is geen centralist meer nodig en de klanttevredenheid is toegenomen.
65
Financiën Op 1 januari 2005 is in de Nede r l a ndse zieke nhuizen de DBC-systematiek ingevo e rd. In dit systeem is één prijs bepaald voor het ge hele behandeltraject van een patiënt. Ter bevo rdering van de marktwe r k i ng we rd bove ndien circa tien pro c e nt van het to t a le zorgaanbod vrij onde r h a nde l b a a r. Zieke n huizen ko nden hierdoor afs p ra ken maken met zorg ve r z e ke ra a rs. Het jaar 2005 we rd afge s loten met een positief resultaat. Vo o ral het opera t i o neel bedrijfs re s u ltaat is ten opzichte van vo o rg a a nde jaren sterk ve r b e t e rd. Deze positieve ont w i k ke l i ng ho ud t ge l i j ke tred met de zieke n hu i s b re de invo e r i ng van het bus i nessunit mo del.
P ro d uc t i e o nt w i k ke l i ng In 2005 kon wederom een stijging van de productie opgetekend worden. Het aantal eerste polikliniekbezoeken nam met 6,5% toe, waaruit kan worden afgeleid dat steeds meer patiënten ons ziekenhuis bezoeken. Het aantal (dag)opnamen hield hier gelijke tred mee en steeg eveneens met 6,5%. Opvallend is dat vooral het aantal dagopnamen toenam (met 15,5%); de groei in het aantal klinische (meerdaagse) opnamen bleef beperkt tot 1,2%. Deze ontwikkeling duidt op een zich voortzettende trend, waarbij nog steeds substitutie plaatsvindt van kliniek naar dagverpleging.
productieparameters (a- + b- s e g m e n t )
2005
2004
2003
Eerste polikliniekbezoeken Dagopnamen Klinische opnamen
133.900 14.300 20.000
125.700 12.500 19.700
121.900 10.600 18.500
Gemiddelde verpleegduur
6,7
6,8
7,4
In 2005 kwam de zogenaamde opnamecoëfficiënt uit op 25,5 (dag)opnamen per 100 eerste polikliniekbezoeken. Dit percentage is in vergelijking met andere ziekenhuizen laag; het landelijk gemiddelde ligt op circa 30 (dag)opnamen per 100 eerste polikliniekbezoeken. 67
68
Als hier ook nog de relatief zware klinische functies van het olvg bij in ogenschouw worden genomen, zoals de Cardio-thoracale Chirurgie en de Interventiecardiologie, dan kan gesteld worden dat het medisch beleid sterk gericht is op poliklinische behandeling. Het olvg is daarmee als relatief kostenefficiënt te kenschetsen.
D B C - sys t e m a t i e k
F i n a ncieel ve rs l ag Het enkelvoudige resultaat 2005 is ten opzichte van 2004 aanmerkelijk verbeterd. Deze resultaatsverbetering is geheel toe te rekenen aan het operationele bedrijfsresultaat, dat in 2005 uitkwam op € 3,4 miljoen. Het resultaat op deelnemingen kwam door eenmalige kosten uit op € 0,3 miljoen negatief.
Verkorte enkelvoudige resultatenrekening
2005
2004
155.757 33.445 7.159 755 8.943
158.006 35.884 – – 6.426
206.059
200.316
124.745 63.818 14.065
123.947 60.951 15.204
202.628
200.102
Operationeel bedrijfsresultaat Resultaat deelnemingen
3.431 – 327
214 840
Het olvg kon in 2005 nog niet geheel voldoen aan de eisen die gesteld zijn in de zogenaamde Administratieve Organisatie/Interne Controle (a o/i c ) kaderregeling. De reden daarvan is enerzijds gelegen in het feit dat op 1 januari 2005 nog lang niet alle voorschriften bekend waren. Thans wordt aan vrijwel alle vereisten voldaan; alleen de voorgeschreven steekproeven konden helaas nog niet in volle omvang uitgevoerd worden.
Resultaat
3.104
1.054
In 2005 werden 197.500 dbc’s geopend, waarvan circa 3,2% in het zogenaamde b-segment; dit zijn de dbc’s die sinds februari 2005 vrij onderhandelbaar zijn. Het olvg kon met alle zorgverzekeraars een contract voor het b-segment afsluiten. Van de in 2005 gestarte dbc trajecten werd 71% ook in 2005 afgesloten. De overige 29% was eind 2005 nog ‘onderhanden’.
De totale opbrengsten zijn met € 5,7 miljoen (2,9%) toegenomen ten opzichte van 2004. De omzet in het b-segment dbc’s bedroeg € 7,2 miljoen, waarvan € 2,9 miljoen aan ‘onderhanden werk’. Het budget aanvaardbare kosten komt € 2,2 miljoen lager uit dat in 2004. Dit wordt veroorzaakt door de opschoning van het vrij onderhandelbare b-segment, de budgetkorting uit hoofde van het zogenaamde ‘prestatiecontract’ en een lagere vergoeding voor nacalculeerbare rente en afschrijvingen. Hogere budgetvergoedingen werden verkregen door uitbreiding van het aantal opleidingsplaatsen voor medisch specialisten, een hoger productievolume (a-segment) en de erkenning van de functie postintensive care/high care neonatologie.
Op 1 januari 2005 werd na een lange voorbereidingsperiode de dbc-systematiek ingevoerd. De periode tussen (politieke) besluitvorming en invoeringsdatum bleek evenwel zo kort dat van een soepele start helaas geen sprake meer kon zijn. De oplevering van de noodzakelijke registratie- en declaratiesystemen werd hierdoor ernstig vertraagd; uiteindelijk kon pas in mei 2005 voor het eerst worden gefactureerd. Helaas doet dit probleem zich nog steeds voor: ziekenhuizen worden keer op keer voor irreële invoeringstermijnen gesteld; soms moeten aanpassingen zelfs met terugwerkende kracht worden doorgevoerd. Het draagvlak voor de dbc-systematiek wordt hierdoor naar onze mening onnodig onder druk gezet. De registratie, validatie en facturering is naar onze mening thans vrij goed op orde, getuige ook het lage uitvalpercentage in de validatie van circa 3%. Een lager percentage is vooral afhankelijk van de oplossing van knelpunten in de systematiek zelf. Wel dient opgemerkt dat de dbc-systematiek geresulteerd heeft in een forse toename van het aantal richtlijnen, voorschriften en regels. Niet alleen van de zijde van de overheid, maar zeker ook vanuit de zorgverzekeraars. Wij schatten in dat de invoering van de systematiek leidt tot een structurele kostentoename van een half tot één miljoen euro per jaar.
dbc-trajecten 2005
Gestart
Gesloten Openstaand
Segment a Segment b
191.200 6.300
137.500 2.700
53.700 3.600
Totaal
197.500
140.200
57.300
69
Baten: wtg-budget Medische Staf dbc b-segment awbz Overige bedrijfsopbrengsten Totaal baten Lasten: Personele kosten Overige bedrijfskosten Overige financiële kosten Totaal lasten
(bedragen x € 1.000)
Baten
De inkomsten van de Medische Staf daalden als gevolg van de opschoning van het honorariumbudget voor het b-segment. De awbz-inkomsten houden verband met de toelating van het olvg als instelling voor ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding en behandeling op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg. De overige bedrijfsopbrengsten stegen vanwege een vrij forse toename van onze (medische) dienstverlening aan andere instellingen.
70
Lasten De personele kosten zijn ten opzichte van 2004 licht toegenomen, met name als gevolg van hogere salariskosten van de Medische Staf. Deze hogere kosten werden veroorzaakt door uitbreiding van het aantal artsen in opleiding tot specialist en anciënniteit. De reservering voor sociale lasten komt lager uit dan in 2004. Dit wordt gecompenseerd door hogere kosten voor afvloeiing en outplacement. De overige bedrijfskosten namen in 2005 met circa € 2,8 miljoen toe. Dit is vooral toe te schrijven aan het feit dat de instrumentensterilisatie per 2005 is uitbesteed; de besparingen die daarmee worden bereikt komen met name terug in de lagere personeelskosten. Daarnaast zijn de kosten van geneesmiddelen met circa 10% toegenomen, alsmede de kosten van uitbestede onderzoeken. Lagere rentelasten zijn er tenslotte de oorzaak van dat de financiële lasten in 2005 fors lager uitkomen.
Balans De toename van de vaste activa is geheel toe te schrijven aan de (bouw)projecten die thans onderhanden zijn. De ontwikkeling van het werkkapitaal is vooral de resultante van enerzijds de post Onderhanden werk en anderzijds de bevoorschotting door zorgverzekeraars. Beide zijn het gevolg van de introductie van de dbc-systematiek. Daarnaast heeft een verschuiving plaatsgevonden van langlopende naar kortlopende schulden.
Vaste activa Werkkapitaal Totaal vaste activa minus werkkapitaal Gefinancierd met: Langlopende schulden Voorzieningen en egalisatierekeningen Eigen vermogen
2005
2004
142.235 – 33.519
138.335 – 28.463
108.716
83.953 11.896 12.867
109.872
91.342 8.767 9.763
(bedragen x € 1.000)
Het geconsolideerd vermogensniveau nam door het resultaat in 2005 toe tot 7,6%. Het weerstandsvermogen kwam uit op 12,6%.
Vermogensniveau Weerstandsniveau
71
2005
2004
7,6% 12,6%
6,4% 9,8%
Desiree Lesscher (38) h e e ft samen met drie collega’s een verloskundigenpraktijk in de Pijp. Van de zwangeren die een medische indicatie krijgen, wordt 95 procent doorverwezen naar het olvg. Met zes andere verloskundigenpraktijken uit AmsterdamOost heeft de praktijk een samenwerkingsverband met het o l v g. Deze samenwerking tussen de eerste en tweede lijn maakt verloskundige zorg op maat voor de zwangere mogelijk. Daarnaast vinden vier keer per jaar casuïstiekbesprekingen plaats met de gynaecologen en kinderartsen van het olvg.
Ve r wac ht i ng voor de ko me nde periode Het financiële resultaat op de operationele bedrijfsvoering is in 2005 wederom sterk verbeterd. Het is verheugend vast te kunnen stellen dat deze resultaatverbetering gelijke tred houdt met de ziekenhuisbrede invoering van het businessunit model. Hoewel dit model nog zeker niet in alle facetten is uitontwikkeld, zijn wij van mening dat het een belangrijke basis vormt voor het huidige resultaat. Door het positieve resultaat in 2005 voldoen we feitelijk voor het eerst aan ons uitgangspunt voor een gezonde financiële bedrijfsvoering: een structureel rendement van 2% op de variabele inkomsten van het ziekenhuis en incidentele baten mogen niet aangewend worden voor structurele lasten. Het is van groot belang dat dit rendement in de komende jaren geborgd is, zodat de middelen die daardoor beschikbaar komen structureel aangewend kunnen worden voor een verdere groei van het weerstandsvermogen en het vergroten van de ruimte voor investeringen en innovatie. Om dit ook op langere termijn te kunnen realiseren is het niet alleen van belang dat scherp op de kosten wordt gestuurd, maar vooral ook dat de klant nog meer centraal komt te staan in onze organisatie en bedrijfsvoering. Het olvg zal moeten uitmunten in kwaliteit, service en dienstverlening om een aantrekkelijk ziekenhuis te zijn en te blijven voor patiënten, verwijzers en zorgverzekeraars.
72
Ac c o u nt a nts ve r k l a r i ng
B i j l agen
73
R a ad van To e z i c ht
Ondernemingsraad
R a ad van Bestuur
Bestuur Medische Staf
Patiëntenraad
Sociale Zaken
Sticht i ng OLVG
Stichting Medische Dienstverlening (smdv)
Medisch Ce n t r u m Jan van Goyen Buitenpoli (met Slotervaart)
Co n c e r n s t a f
Bedrijfsgezondheids- en Preventiedienst
Amsterdam Medical Services (ams) 100%
Juridische Zaken
Geestelijke Verzorging
Voorlichting en Patiëntenzaken Qliniek bv 100%
Stichting Teaching Hospital olvg
Oosterparking bv 100%
Infectiepreventie en Milieuzaken Stichting olv Kapel
Hospital Services olvg bv 51%
olvg Kunst Stichting Primaire Business Units
Medisch Ondersteunende Units
Directoraat Teaching Hospital
Directoraat Services
Algemene Chirurgie
Anesthesiologie en Operatiekamers
Onderwijsvoorzieningen
Logistiek en Inkoop
Onderwijs
Bouwzaken
Onderzoek
Technische Zaken
Ca r d i o l o g i e Cardio-thoracale Chirurgie Dermatologie Gynaecologie/Verloskunde Interne Geneeskunde
Hematologisch Klinisch Chemisch Laboratorium Intensieve Geneeskunde Medische Microbiologie
Medisch Instrumentele Zaken
Kinderdroomkunst olvg
Diagnostisch Centrum Amsterdam bv 10%
c 90 %
cv Expl. Mij
Automatisering- en Informatietechnologie
Keel- Neus- en Oorziekten
Paramedische Ondersteunende Unit
Kindergeneeskunde
Pathologie
Service Unit Facilitaire Zaken
Longgeneeskunde
Radiologie
Financial Services
Maag- Darm- Leverziekten
Ziekenhuisapotheek
Mondziekten en Kaakchirurgie
Locatie pg
c 20%
b 80 %
c v Clinium
Clinium A’dam bv
Neurologie Oogheelkunde Orthopedie Plastische Chirurgie Psychiatrie en Medische Psychologie i.o. Urologie
Toelichting: b = beherend vennoot c = commanditair vennoot Peildatum: 31 december 2005
75
Peildatum: 31 december 2005
76
Pe rs o n a l i a
U n i t vo o r z i t t e rs
M a n age rs
Me d i s c he Staf
Per 31 december 2005
dr. G. van Andel, unitvoorzitter Urologie drs. R.N.J. van Andel, unitvoorzitter Kindergeneeskunde drs. G.A.M. Barendse, unitvoorzitter Anesthesiologie en Operatiekamers drs. T.B. van Benthem, unitvoorzitter Psychiatrie en Medische Psychologie i.o drs. R.G. van den Berg, unitvoorzitter Keel- Neus- en Oorziekten dr. S. de Blok, unitvoorzitter Gynaecologie/Verloskunde dr. C.B. Brouwer, unitvoorzitter Interne Geneeskunde dr. A.A.M. Geraedts, unitvoorzitter Maag- Darm- Leverziekten drs. E.J. Haanraadts, unitvoorzitter Radiologie dr. R. Hoekzema, unitvoorzitter Dermatologie drs. J.G. Imanse, unitvoorzitter Neurologie dr. R.B. Karim, unitvoorzitter Plastische Chirurgie dr. F. Kiemeneij, unitvoorzitter Cardiologie (interventie) dr. H.B. Kwa, unitvoorzitter Longgeneeskunde mw. drs. C.Th.M. van der Linden, unitvoorzitter Ziekenhuisapotheek dr. E.W.P. Nijhuis, unitvoorzitter Pathologie dr. M.L. van Ogtrop, unitvoorzitter Medische Microbiologie dr. N.J.M. Out, waarnemend unitvoorzitter Algemene Chirurgie drs. R.J. Reijntjes, unitvoorzitter Mondziekten en Kaakchirurgie dr. E.H. Slaats, unitvoorzitter Hematologisch Klinisch Chemisch Laboratorium dr. R.G.H. Speekenbrink, u n i t v o o rzitter Cardio-thoracale Chirurgie drs. J.I. van der Spoel, unitvoorzitter Intensieve Geneeskunde dr. W.J. Willems, unitvoorzitter Orthopedie drs. J.P. Witmer, unitvoorzitter Oogheelkunde drs. P.A. van der Wouw, unitvoorzitter Cardiologie (klinisch)
mw. drs. R.T.E. Harmsen, mha, manager locatie Prinsengracht mw. W. Klopper, manager Paramedische Ondersteunende Unit
Algemene Chirurgie dr. P.J. Borgstein dr. M.F. Gerhards dr. F.H.W.M. van der Heijden dr. N.J.M. Out (opleider) dr. M.P. Simons dr. A.C. Vahl dr. M.J.T. Visser dr. L.Th. de Wit
R a ad van To e z i c ht mr. W.F.C. Stevens, voorzitter drs. P.C.F.M. Vlek, vice-voorzitter mr. A. Overbosch, lid mr. J.L.P.G. van Thiel, lid drs. P. Wilson, lid
B e no e m i ngs- en Re mu neratiecommissie drs. P.C.F.M. Vlek, voorzitter mr. W.F.C. Stevens, lid
Aud i tc o m m i s s i e drs. P.C.F.M. Vlek, voorzitter mr. A. Overbosch, lid
C o r p o rate Gove r n a nce commissie mr. J.L.P.G. van Thiel, voorzitter drs. P. Wilson, lid
R a ad van Bestuur drs. E.A.R.J. Lohman, voorzitter dr. D.J. Hemrika, lid mw. drs. C.C. Scheepens, secretaris
( S t a f ) d i re c to raten ir. L.R. Lolkema, stafdirecteur Co n c e r n s t a f dr. H.J. Nordbeck, stafdirecteur Sociale Zaken dr. M.F. Schutte, directeur Teaching Hospital
77
O nde r ne m i ngsra ad mw. S. Moederzoon-Brinxma, voorzitter or, voorzitter db J. Schurink, vice-voorzitter, lid db mw. L. Dijkman, secretaris, lid db mw. drs. H.A. Creyghton-Walraven, lid db S.H. Brouwer R. Faber M. Hofman mw. M.L. Kiewiet R.J. Lorist J. Matola mw. C. Musch mw. A. van Sleen mw. A. Stam-Brommer mw. B. Steggerda J. G. van de Ven mw. A. Weeda mw. M.D. Zandgrond-Stoffels
Allergologie mw. V. Brettlova Anesthesiologie G.A.M. Barendse L.L.A. Berry E.R. Bulder mw. K.E. Demeyer-Iwanska dr. P. de Haan dr. J.E. Kal T. Klok E.J. Krommendijk J.B. Lauwers mw. J.K. Missiuro mw. L.E. Overdijk dr. B.M.P. Rademaker (opleider) J.P. Seijffert mw. M.A.M. Siepel P. Tjong Joe Wai
Patiënt e n ra ad voorzitter, vacature mw. drs. Y. van Loon, vice-voorzitter drs. Y. Dolstra, lid R. de Groot, lid mw. S. Kegel, lid H. Tappell, lid mw. E. Versteeg, lid mw. drs. E.H. Mulder, ambtelijk secretaris
Bestuur Me d i s c he Staf dr. L.Th. de Wit, voorzitter dr. G.W. van Deelen, vice-voorzitter dr. R. Hoekzema, penningmeester drs. E.R. Bulder, lid dr. J.P.J. Wester, lid dr. L.H.L. Winter, lid mw. drs. A. van der Sluys Veer, lid
Ca r d i o l o g i e Klinische cardiologie dr. J.P.R. Herrman G.S. de Ruiter dr. G.A. Somsen P.A. van der Wouw Interventie cardiologie dr. F. Kiemeneij dr. G.J. Laarman (opleider) T. Slagboom L.R. van der Wieken Cardio-thoracale Chirurgie K. Bloemendaal prof. dr. A.Brutel de la Rivière prof. dr. L. Eijsman K. ten Have dr. R.G.H. Speekenbrink dr. W. Stooker (opleider) Dermatologie J.N. Bennen mw. B.R. Boersma dr. R. Hoekzema (opleider)
Gynaecologie/Verloskunde mw. dr. E.A. Bakkum dr. D.J. Bekedam dr. S. de Blok mw. A.G. Groenendijk mw. dr. E.M. Kaaijk dr. P.J.M. van Kesteren dr. J.M.M. van Lith (opleider) dr. M.F. Schutte H.R. Verhoeve Intensieve Geneeskunde R.J. Bosman mw. dr. H.M. Oudemans van Straaten J.I. van der Spoel dr. J.P.J. Wester dr. D.F. Zandstra (opleider)
Klinische Chemie mw. dr. I.A. Haagen mw. dr. A. Leyte dr. E.H. Slaats (opleider) dr. M. Treskes Klinische Farmacie dr. E.J.F. Franssen (opleider) E.A.F. Haak mw. C.Th.M. van der Linden A.M.A. Prins Longgeneeskunde W.B.G.J. Hamersma dr. F.H. Krouwels dr. H.B. Kwa (opleider) K.R. Liesker F.M.J. Toben
Interne Geneeskunde dr. K. Brinkman mw. dr. C.B. Brouwer dr. P.S. van Dam dr. P.H.J. Frissen (opleider) mw. dr. C.W.H. de Fijter J.O. Groeneveld dr. O.C. Leeksma dr. H.W. Reesink dr. J.C. Roos mw. W.E.M. Schouten Y.F.C. Smets dr. W.E. Terpstra dr. B. de Valk dr. J.H. ten Veen H.M. Weigel
Maag- Darm- Leverziekten dr. L.C. Baak dr. A.A.M. Geraedts (opleider) mw. M.L. van Ierland-van Leeuwen mw. A. van der Sluys Veer
Keel- Neus- en Oorziekten R.G. van den Berg dr. G.W. van Deelen (opleider) J. Joustra
Neurologie/Neurofysiologie J.G. Imanse dr. P. Portegies (opleider) dr. I.N. van Schaik dr. J.W. Stenvers G. Tiessens P. Verlooy
Kindergeneeskunde/Neonatologie R.N.J. van Andel dr. D.K. Bosman mw. M. Keessen mw. H.C. Kraakman mw. M.L.C.S. de Sonnaville de Roy van Zuidewijn P.G. Valerio E.M.A. van der Veer (opleider) Kinderpsychologie mw. A.M. Berkelbach van der Sprenkel-Goudswaard mw. E.V.D. van de Pol
Medische Microbiologie dr. M.L. van Ogtrop dr. P.J.G.M. Rietra mw. dr. J.I.B. Spijkerman Mondziekten en Kaakchirurgie G.M. Capello A.W. Ca r l é e J.C. van Hoolwerff R.J. Reijntjes
Onderwijscoördinatie N. Dahhan Oogheelkunde mw. N. Boot J.H. Schotveld H. van Vr e e s w i j k J.P. Witmer (opleider)
78
Orthopedie dr. S.J. Ham C.P. van der Hart A.E.B. Kleipool F.R.A.J. de Meulemeester F. de Nies dr. W.J. Willems (opleider) Pathologie J.L.G. Blaauwgeers (opleider) dr. P. Drillenburg/Lelijveld dr. E.W.P. Nijhuis J.J.A.M. ten Velden dr. A. Walter Plastische Chirurgie dr. R.B. Karim dr. R.C.J. Kanhai Psychiatrie/Psychologie Psychiatrie T.B. van Benthem N.A. van Bommel mw. D.G. Straatsburg mw. J. de Wit Medische Psychologie H. van Dis H.P.J. Ekkes mw. dr. S.M. van Es Radiologie mw. D.A.C. Duijndam mw. dr. D.G. Franssen-Franken E.J. Haanraadts dr. V.P.M. van der Hulst mw. dr. E.J.T. Krul dr. A.D. Montauban van Swijndregt J. Peringa J.G. van Unnik C. de Vr i e s dr. L.H.L. Winter (opleider) dr. H.J. van der Woude Urologie dr. G. van Andel E.A. Heldeweg E.J. Messelink dr. T.J.M. Schlatmann (opleider)
B u i t e ngewo ne le den Me d i s c he Staf/cons u le nt e n
K l ac ht e nc o m m i s s i e Patiënten
Education director F.R. Mencl
mr. J.B.A.M. Groenendaal, extern voorzitter drs. J.M.J.M. Berentzen, extern lid mw. J.M. Courlander-Boomgaardt, lid dr. M.F. Gerhards, lid mw. A.W.M. de Graaff, lid mw. drs. E.H. Mulder, lid mw. drs. K. Reiss-Manusov, extern lid drs. L.R. van der Wieken, lid
SEH
Neurochirurgie dr. W.R. van Furth R.W. Koot Oogheelkunde mw. dr. M.S.A. Suttorp-Schulten L.J. van Rijn Reumatologie dr. P.J.S.M. Kerstens K. Vos Revalidatiegeneeskunde mw. dr. S. Buijsmann F.B. van de Weg Verpleeghuisartsen Transitorium mw. H. Hermans A. Krommenhoek mw. A. van der Linden
mw. mr. M. Ingelse, ambtelijk secretaris
K l ac ht e nc o m m i s s i e I nd i v i d u e le Me dewerke rs OLVG drs. F.M.J. Toben, voorzitter mw. J.W. de Groot-Weij, lid mw. M. Poel, lid S.J. Staphorst, lid mw. C.M. Vinkesteijn-Benoni, lid mw. drs. E.H. Mulder, ambtelijk secretaris
Medisch Ethische To e ts i ngscommisie drs. K. Bloemendaal, voorzitter mw. mr. drs. W. Camstra, secretaris J.P. Detering, extern lid drs. H. P.J. Ekkes, lid S.A.A. Ever, lid dr. C.W.H. de Fijter, lid dr. E.J.F. Franssen, lid dr. F. Kiemenij, lid mw. R.M. Regez, lid dr. A.C. Vahl, lid
Publicaties De vetgedrukte namen zijn van leden van de Medische Staf. De vet-cursief gedrukte namen zijn van de arts-assistenten/chefs de clinique.
Abramoff MD, Suttorp-Schulten MS. Webbased screening for diabetic retinopathy in a primary care population: the EyeCheck project. Telemed J E Health. 2005 Dec;11(6):66874. Akkeren JP van, Tangkau PL, Wester JPJ. The educational value of the second Dutch Test Examination for the European Diploma in Intensive Care Medicine (e d i c) 2004 in Berlin. Neth J Crit Care 2005;9:172-5. Arwert LI, Veltman DJ, Deijen JB, Dam PS v a n, Delemarre-van deWaal HA, Drent ML. Growth hormone deficiency and memory functioning in adults visualized by functional magnetic resonance imaging. Neuroendocrinology. 2005;82(1):32-40. Assink J, Vierhout B, Wisselink W. Emergency endovascular repair of an aortoesophageal fistula, caused by a foreign body. J Endovasc Ther. 2005 Feb;12(1): 129-33. Attema-de Jong M, Spoel H van der, Franssen E J F. Verwisseling ampullen op de IC. Pharm Weekblad 2 0 0 5 ; 2 8 / 2 9 : 9 2 7. Aufenacker ThJ, Bannenberg J, Geldere D van, Scheijde E, Juttman JW, Gouma DJ, Simons MP. What is the quality of an unfunded multicenter randomised trial in general hospitals? An Audit. NTvG 2005. Aufenacker ThJ, Koelemay MJW, Gouma DJ, Simons MP. Systematic review and meta-analysis of the effectiveness of antibiotic prophylaxis in prevention of wound infection after mesh repair of abdominal wall hernia. British Journal of Surgery 2005 Oct 27; Epub. Aufenacker ThJ, Lange DH de, Burg MD, Kuiken BW, Hensen EF, Schoots IG, Gouma DJ, Simons MP. Hernia surgery changes in the Amsterdam region 1994-2001. Decrease in operations for recurrent hernia. Hernia 2005 Mar;9(1):46-50. Epub 2004 Dec 23. Berk G van den, Tonino S, de Fijter C , Smit W, Schultz MJ. Bench-to-bedside review: Preventive measures for contrast-induced nephropathy in critically ill patients. Published online: 7 January 2005 Critical Care 2005, 9 (DOI 10.1186/cc3028). Bilgin YM, Watering LMG van de, Eijsman L, Versteegh MIM, Oers MHJ van, Brand A. Bloedtransfusies en postoperatieve complicaties na hartklepchirurgie. Hart Bulletin 2005;36(4):108-12. Benner PM, Keizer NF de, Arts D G T, Bosman RJ. NICE online for benchmarking i c u. Management 2005Nov:5(4);16. Bosman RJ, Oudemans-van Straaten HM, Spoel JI van der, Wester JPJ, Zandstra DF. Onze Lieve Vrouwe Gasthuis cursorisch fellowonderwijs Intensive Care Geneeskunde ter voorbereiding op het 17th European Diploma in Intensive Care Medicine (e d i c) op 28 sep-
79
tember 2005 te Amsterdam. Vragen & Antwoorden. September 2005, Huisdrukkerij Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam (100). Brinkman K, Zwakkenberg S. d b c: een valse start. Medisch Contact 2005;60(13):536-538. Brinkman K. Lipoatrophy and mitochondrial DNA assays: see all, know all? aids 2005;19(1):91-92. Brinkman K, McGovern BH. Mitochondrial toxicity of HIV nucleoside reverse transcriptase inhibitors. In: Rose BD, editor. UpToDate on-line. Waltham, MA: UpToDate, 2005. Brouwer CB. referaten 2005;149(39);2195 NTvG. Crommentuyn KM, Huitema AD, Brinkman K, Ende ME van der, Wolf F de, Beijnen JH. Therapeutic Drug Monitoring of Nevirapine Reduces Pharmacokinetic Variability But Does Not Affect Toxicity or Virologic Success in the a t h e n a Study. J Acquir Immune Defic Syndr 2005;39(2):249-250. Dam PS van. Neurocognitive function in adults with growth hormone deficiency. Horm Res 2005;64 Suppl 3:109-14. Dam PS van, Winter CF de, Vries R de, Grond J van der, Drent ML, Lijffijt M, Kenemans JL, Aleman A, Haan EH de, Koppeschaar HP. Childhood-onset growth hormone deficiency, cognitive function and brain N-acetylaspartate. Psychoneuroendocrinology 2005 May;30(4):357-63. Damjanovic V, Corbella X, Spoel JI van der, Saene HKF van. Outbreaks of Infection in Intensive care units – Usefullness of Molecular Techniques for Outbreak Analysis. In: Saene HKF van, Silvestri L, Cal MA de la (eds). Infection Control in the Intensive Ca r e Unit. Milan/Berlin/Heidelberg/New York. Springer. 2005:247-96. Deelen GW van. De invloed van chronische sinusitis, recidiverende sinusitis en polyposis nasi op lagere luchtwegpathologie. Ca r a v i s i e 2005:18(2);11-13. Dinant S, Gerhards MF, Busch ORC, Obertop O, Gouma DJ, Gulik TM van. Importance of complete resection of the caudate lobe in resection of hilar choloangiovarcinoma. HPN 2005; 7(4):263-268. Dirksen MT, Ronner E, Laarman GJ, Heerebeek L van, Slagboom T, Wieken LR van der, Wouw PA van der, Kiemeneij F. Early discharge is feasible following primary percutaneous coronary intervention with transradial stent implantation under platelet glycoprotein IIb/IIIa receptor blockade. Results of the aggrastent Trial. J Invasive Cardiol 2005 Oct;17(10):512-7. Es SM van. (On)zichtbaar aangedaan. Een congresverslag. Nederlands Tijdschrift voor Behavioral Medicine 2005 juni;jaargang 16:17. Es SM van, Wippoo P. Pas op, juffrouw, je smelt!’ Over de cognitieve gedragstherapie van een patiente met hyperhidrosis en een sociale fobie. Gedragstherapie 2005 juni; jaargang 38:131-140.
Ettaher F, Valerio PG , Franssen EJF, Bijlmer RPGM. Een pasgeborene met mogelijk ernstige klinische verschijnselen bij maternaal citalopram gebruik. Ned T Kindergeneeskunde 2005, submitted. Fajadet J, Morice MC, Bode C, Barragan P, Serruys PW, Wijns W, Constantini CR, Guermonprez JL, Eltchaninoff H, Blanchard D, Bartorelli A, Laarman GJ, Perin M, Sousa JE, Schuler G, Molnar F, Guagliumi G, Colombo A, Ban Hayashi E, Wulfert E. Maintenance of long-term clinical benefit with sirolimus-eluting coronary stents: three-year results of the ravel trial. Circulation 2005 Mar 1;111(8):1040-4. Epub 2005 Feb 21. Flierman PA, Oberye JJ, Hulst VP van der, Blok S de. Rapid reduction of leiomyoma volume during treatment with the GnRH antagonist ganirelix. bjog 2005;112(5):638-42. Fox MA, Sarginson RE, Zandstra DF, Meynaar I, Saene HK van. Comment on ‘Risk factors for late-onset ventilator-associated pneumonia in trauma patients receiving selective digestive decontamination’ by Leone et al. Intensive Care Med 2005;31(7):999. Franssen EJF. Radiofarmacie een prachtig werkterrei n voor farmaceuten en ziekenhuisapothekers. Foliolum 2005;18:12-13. Franssen EJF, Loenen AC van. Nieuw aangrijpingspunt anti-emetica: de neurokine-1receptor. Voorlopige plaatsbepaling van aprepitant als nieuw middel tegen misselijkheid en braken. Tijdschrift Kanker 2005;29:12-15. Franssen EJF, Meijs VMM, Ettaher F, Valerio PJ, Keessen M, Lameijer W. Citolopram serum levels in mother and infant- a case report. Ther Drug Monit 2005, in press. Garcia-van den Berg E, Es SM van, Vriese R de. Psychologische voorspellers van het effect van een maagbandoperatie voor morbide obesitas. Nederlands Tijdschrift voor Behavioral Medicine 2005 juni;jaargang 16:11-13. Gisbertz SS, Sosef MN, Festen S, Gerhards MF. Treatment of fistulas in ano with fibrin glue. Dig Surg 2005;22(1-2):91-4. Glade GJ, Vahl AC, Wisselink W, Linsen Mam, Balm R. Mid-term survival and costs of treatment of patients with descending thoracic aortic aneurysms; endovascular vs. open repair: a case-control study. Eur J Vasc Endovasc Surg 2005;29:28-34. Gorp SFJ van, Krommendijk EJ, Marcus MAE, Balthasar AJR, Kerkkamp HEM. Do we need a national guideline for obstetric analgesia in the Netherlands? Evaluation of a questionnaire among Dutch Anesthetists. Ned Tijdschrift voor Anesthesiologie 2005;4:100-103. Greuter HNJM, Boellaard R, Geest FDM de, Buijs FL, Ophemert PLB van, Franssen EJF, Takkenkamp K, Schuit RC, Lingen A van, Lammertsma AA, Luurtsema G. Production, quality control and bolus administration of oxygen-15 radiopharmaceuticals. Applied Radiation Isotopes 2005 submitted.
80
Greuter HNJM, Boellaard R, Lingen A van, Franssen EJF, Lammertsma AA. Measurement of [18F]FDG concentrations in blood samples: comparison of direct and standard solution methods. Tijdschrift Nucl Geneeskunde 2005;27( 1 ) : 9 - 1 1 .
Hene IZ, Oudemans-van Straaten HM, Bosman RJ, Spoel JI van der, Wester JPJ, Zandstra DF. Outcome after out-of-hospital cardiac arrest: can early prediction of outcome be justified? Intensive Care Med 2005;31(6):889-90.
Greuter HNJM, Ophemert PLB van, Luurtsema G, Berckel BNM van, Franssen E J F, Windhorst AD, Lammertsma AA. Optimizing an on-line SPE-HPLC method for analysis of (R)[ 11C]1-(2-chlorophenyl)-Nmethyl-N-(1-methylpropyl)-3-isoquinolinecarboxamide [(R)-[11C]PK11195] and its metabolites in humans. Nucl Med Biol 2005;32:307-12.
Hinnen JW, Koning OHJ, Visser MJT, Bockel JH van. Effect of intraluminal thrombus on pressure transmission in the abdominal aortic aneurysm. J Vasc Surg 2005 Dec;42(6):117682.
Greuter HNJM, Ophemert PLB van, Luurtsema G, Franssen EJF, Boellaard R, Lammertsma AA. Validation of a Multiwell g a m m a - Counter for Measuring High-Pressure Liquid Chromatography Metabolite Profile. Tijdschrift Nucl Geneeskunde 2005;27(2):5760. Grijm K, Verberne HJ, Krouwels FH, Weller FR, Jansen HM, Bresser P. 167Gallium scintigraphy as indicator of response to and prognosis after corticosteroid treatment in idiopathic interstitial pneumonia. J Nuclear Medicine 2005;46:1421-26. Groenendijk AG, Blok S de, Birnie E, Bonsel GJ. Interobserver Agreement and Intersystem Comparison of the Halfway System of Baden and Walker Versus the Pelvic Organ ProlapseQuantitation Prolapse Classification System in Assessing the Severity of Pelvic Organ Prolapse. Journal of Pelvic Medicine & Surgery 2005;11:243-50. Groeneveld JO. Randomized, clinical trial comparison of trisodium citrate 30% and heparin as catheter-locking solution in hemodialysis patients. J Am Soc Nephrol 2005 sep;16(9):2769-77. Guijt M, Geloven AAW van, Boerma D, Wit LTh de, Hoitsma HFW, Gerhards MF. Het continent ileostoma: onbekend dus onbemind? Ned Tijschr voor Heelkunde 2005 Nov;4:158. Haijma SV, Dam PS van, Vries WR de, Maitimu-Smeele I, Dieguez C, Casanueva FF, Koppeschaar HP. The GHRH/GHRP-6 test for the diagnosis of GH deficiency in elderly or severely obese men. Eur J Endocrinol 2005 Apr;152(4):575-80. Hart CP van der. De revalidatie van de voorste kruisbandreconstructie naar topsportniveau. Fysio Bizz 2005;12:geen bladnrs bekend. Hehenkamp WJ, Volkers NA, Donderwinkel PF, Blok S de, Birnie E, Ankum WM, Reekers JA. Uterine atery embolization versus hysterectomy in the treatment of symptomatic uterine fibroids (emmy trial): peri- and postprocedural results from a randomized controlled trial. Am J Obstet Gynecol 2005;193(5):161829. Hemelaar M, Mooren MJ van der, Baal WM van, Schalkwijk CG, Kenemans P, Stehouwer CD. Effects of transdermal and oral postmenopausal hormone therapy on vascular function: a randomized, placebo-controlled study in healthy postmenopausal women. Menopause 2005;12(5):526-35.
81
Hinnen JW, Visser MJT, Bocker JH van. Aneurysm sac pressure monitoring: effect of technique on interpretation of measurements. Eur J vasc Endovasc Surg 2005 Mar; 29(3):233-8 Hofman FN, Pasker HG, Speekenbrink RG. Hemoptysis and massive hemothorax as presentation of intralobar sequestration. Ann Thorac Surg 2005 Dec;80(6):2343-4. Hughes RAC, on behalf of the CIDP and MMN trial work group (Blomkwist P, Illa I, Léger JM, McCrone P, Murphy C, NobileOrazio E, Swan A, Berg LH van den, Bergh P van den, Doorn PA van, Schaik IN van.) 129th ENMC International Workshop: Clinical trials for chronic inflammatory demyelinating polyradiculoneuropathy and multifocal motor neuropathy, 27th October 2004, Schiphol airport, The Netherlands. Neuromusc Disord 2005;15:321-5.
Kloosterboer N, Groeneveld PH, Jansen CA, Vorst TJ van der, Koning F, Winkel CN, Duits AJ, Miedema F, Baarle D van, Rij RP van, Brinkman K, Schuitemaker H. Natural controlled HIV infection: Preserved HIV-specific immunity despite undetectable replication competent virus. Virology 2005. Kluit-Dijken CAL van der, Slettenhaar MJ, Joustra J. Hoofdstuk 3: Oorpijn. Diagnostiek van alledaagse klachten 2005:275-284. Kwik CJ, Wester JPJ, Bosman RJ, Oudemansvan Straaten HM, Spoel JI van der, Zandstra DF. Nadroparinecalciumvernevelingen bij patiënten met eindstadium ards. Anesthesiologendagen 2005, 19-20 mei 2005. Congresboek: P19. Krouwels FH. Medicamenteuze therapie bij astma. Pharmaceutisch Weekblad 2005;40: 1240-3. Krouwels FH. De geïntegreerde benadering van bovenste en onderste luchtwegen bij astma en rhinitis: United airways disease. CaraVisie 2005;18:4-5. Laarman GJ, Kiemeneij F, Mueller R, Guagliumi G, Cobaugh M, Serruys PW. Symbiot II Trial Investigators. Fe a s i b i l i t y, safety, and preliminary efficacy of a novel ePTFEcovered self-expanding stent in saphenous vein graft lesions: the Symbiot II trial. Catheter Cardiovasc Interv 2005 Mar;64(3):361-8.
Hughes RAC, Bouche P, Cornblath DR, Evers E, Hadden RDM, Illa I, Koski CL, Léger JM, Nobile-Orazio E, Pollard JD, Sommer C, Berg PYK van den, Doorn PA van, Schaik IN van. Joint Task Force of the EFNS and the PNS: European Federation of Neurological Societies/Peripheral Nerve Society Guideline on management of chronic inflammatory demyelinating polyradiculoneuropathy. Report of a joint task force of the European Federation of Neurological Societies and the Peripheral Nerve Society. J Periph Nerv Syst 2005;10:220-8.
Lange DH de, Aufenacker ThJ, Roest M, Simmermacher RKJ, Gouma DJ, Simons MP. Inguinal hernia surgery in The Netherlands. A baseline study before the introduction of the Dutch Guidelines. Hernia 2005 May;9(2):1727. Epub 2005 Feb 19.
Hunting CB, Deloose ST, Valk B de, Kersten MJ. Ziekte van Castleman. Nederlands Tijdschrift voor Hematologie 2005;2:22-7.
Lips J, Haan P de, Bouma GJ, Holman R, Dongen E van, Kalkman CJ. Continuous Monitoring of Cerebrospinal Fluid Oxygen Tension in Relation to Motor Ev o k e d Potentials during Spinal Cord Ischemia in Pigs. Anesthesiology 2005;102:340-5.
Jong BA de, Engelen M, Schaik IN van, Vermeulen M. Confusing Cochrane reviews on treatment in multiple sclerosis. Lancet Neurol 2005;4:330-1. Kaya A, Schepens MA, Morshuis WJ, Heijmen RH, Brutel de la Riviere A, Dossche KM. Valve related Events after aortic root replacement with cryopreserved aortic homografts Ann Thorac Surg 2005;79:1491-5. Keyzer-Dekker CMG, Boerma D, Geloven AAW v a n, Wit LTh de, Gerhards MF. Laparoscopische resectie van het rectumcarcinoom: evaluatie van de eerste drie jaar. Ned Tijdschr Voor Heelkunde 2005 Nov;4:144-5. Keyzer-Dekker CMG, Moerman E, Leijdekkers VJ, Vahl AC. An evaluation of transcutaneous oxygen tension measurements in selection of amputation level. J Wound Care 2005;14. Klooster JM van der, Zandstra DF. Amphotericin B: the end of an era. Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149(2):107-8.
Leeuwen E van, Vries JW de, Jurriaans S, Verhoeve HR, Prins JM, Repping S, Veen F van der. Intra-uteriene inseminatie met bewerkt sperma bij h i v-serodiscordante paren met een h i v-positieve man. Ned Tijdschr Geneeskunde 2005;149(8):423-4.
Luurtsema G, Molthoff CFM, Schuit RC, Windhorst AD, Lammertsma AA, Franssen E J F. Evaluation of (R)-verapamil as pet tracer of P-glycoprotein function in the blood-brain barrier: kinetics and metabolism in the rat. Nucl Med Biol 2005 32;87-93. Mathus-Vliegen EM, Ierland-van Leeuwen ML v a n, Roolker W. Gastric emptying, CCK release, and satiety in weight-stable obese subjects. Dig Dis Sci 2005 Jan:50-(1):7-14. Mairuhu ATA, Setiati TE, Koraka P, Hack CE, Leyte A, Faradz SMH, Cate H ten, Brandjes DPM, Osterhaus ADME, Reitsma PH, Gorp ECM van. Increased PAI-1 plasma levels and risk of death from dengue: no association with the 4G/5G promoter polymorphism. Thrombosis Journal 2005(7 Nov);3:17.
Meggouh F, Visser M de, Arts WFM, Co o RIFM de, Schaik IN van, Baas F. Early onset neuropathy in a compound form of CharcotMarie-Tooth disease. Ann Neurol 2005;57:58991.
Peppelenbosch N, Cuypers PWM, Vahl AC, Vermassen F, Buth J. Emergency endovascular treatment for ruptured abdominal aortic aneurysm and the risk of spinal cord ischemia. J Vasc Surg 2005;42:608-614.
Minekus JPJ, Valstar ER, Rozing PM, Willems WJ. Factors influencing the surgical process during shoulder joint replacement and three different apporoaches. Med Sci Monit 2005;11 (1):CR 14-20.
Peters R, Oudemans-van Straaten HM, Spoel JI van der, Bosman RJ, Wester JPJ, Zandstra D F. Prognosis of coma after cardiopulmonary resuscitation: reliability of serum neuron-specific enolase. Intensive Care Medicine 2005;31(Supp1) A457 S120.
Sakr Y, Vincent JL, Reinhart K, Payen D, Wiedermann CJ, Zandstra DF, Sprung CL. Use of the pulmonary artery catheter is not associated with worse outcome in the i c u. Chest 2005; 128(4):2722-31.
Peters R, Regez RM, Bosman RJ, Oudemansvan Straaten, Spoel JI van der, Wester JPJ, Zandstra DF. Epidemiology of sharps injuries in the icu of a Dutch teaching hospital Intensive Care Medicine 2005;31(Supp1) A019 S9.
Schaik IN van, Berg LH van den, Haan R de, Vermeulen M. Intravenous immunoglobuline for multifocal motor neuropathy. Co c h r a n e Database Syst Rev 2005;Issue 2:art. No.:CD004429.pub2. DOI: 10.1002/14651858.CD004429.pub2.
Portegies P. Tegen medicamenteuze behandeling van Bell-paralyse. Ned Tijschr Geneeskd 2005;149:1455.
Schouten WEM. Kan met een prednisonstootkuur bij kinkhoestpatienten de ernst en frequentie van de hoestaanval worden verminderd? Vademecum Permanente Nascholing Huisartsen 2005;23:nummer 33.
Nannings B, Abu-Hanna A, Bosman RJ. DataDriven Analysis of Blood Glucose Management Effectiveness Artificial Intelligence in Medicine: 10th Conference on Artificial Intelligence in Medicine, aime 2005, Aberdeen, UK, July 23-27, 2005. Proceedings 2005: 53-57. Narolska NA, Eiras S, Loon RB van, Boontje NM, Zaremba R, Spiegelenberg SR, Stooker W, Huybregts MA, Visser FC, Velden J van der, Stienen GJ. Myosin heavy chain composition and the economy of contraction in healthy and diseased human myocardium. J Muscle Res Cell Motil 2005;26(1):39-48. Niemeijer M, Ginneken B van, Staal J, Suttorp-Schulten MS, Abramoff MD. Automatic detection of red lesions in digital color fundus photographs. ieee Trans Med Imaging 2005 May;24(5):584-92. Oud KTM, Bresser P, Berge RJM ten, Jonkers RE. The shrinking lung syndrome in systemic lupus erythematosus: improvement with corticosteroid therapy. Lupus 2005;(14):959-63. Oudemans-van Straaten HM. Acute Megacolon in Critically Ill patients. In: Mitchel P Fink, Edward Abraham, Jean Louis Vincent, Patrick M Kochanek (eds).Textbook of Cr i t i c a l Care (5th Ed) Elsevier Saunders 2005. isbn 07216-0355-1. Oudemans-van Straaten HM. How to promote circuit survival during continuous venovenous hemofiltration (cvvh)? Neth J Crit Care 2005;9:343-4. Oudemans-van Straaten HM. Klinische Ervaring met Vaatverwijders. Proceedings Nederlandse Intensivistendagen 2005. Ede, 23 februari 2005. Oudemans-van Straaten HM. Strategies to prevent contrast nephropathy. Minerva Cardioangiol 2005 Oct;53(5):445-63.
Post PN, Casparie MK, Blaauwgeers JL, Blok S d e. Reduced risk of ovarian cancer after hysterectomy. Acta Obstet Gynecol Scand 2005;84(10):1024;author reply 1024-5. Rahel BM, Laarman GJ, Suttorp MJ; prison ii study investigators. Primary stenting of occluded native coronary arterie s ii—rationale and design of the prison ii study: a randomized comparison of bare metal stent implantation with sirolimus-eluting stent implantation for the treatment of chronic total coronary occlusions. Am Heart J 2005 Mar;149(3):e1-3. Regez RM, Kleipool AE, Speekenbrink RG, Frissen PH. The risk of needle stick accidents during surgical procedures: HIV-1 viral load in blood and bone marrow. Int J STD aids 2005 Oct;16(10):671-2. Rommes JH, Selbs A, Zandstra DF. Therapy of infection. In: Saene HKF van, Silvestri L, Cal MA de la (eds). Infection control in the intensive care unit (2nd ed) . Springer–Verlag. Italia. 2005:515-34. Rood E, Bosman RJ, Spoel JI van der, Taylor P, Zandstra DF. Use of a computerized guideline for glucose regulation in the icu improved both guideline adherence and glucose regulation. J Am Med Inform Assoc 2005;12:172-80.
Oudemans-van Straaten HM, Bouman CSC, Zandstra DF. Survival in acute renal failure. Intensive Care Med 2005;31:889-90.
Rootselaar AF van, Schaik IN van, Maagdenberg AM van den, Koelman JH, Callenbach PM, Tijssen MA. Familial cortical myoclonic tremor with epilepsy: A single syndromic classification for a group of pedigrees bearing common features. Mov Disord 2005;20:665-73.
Oudemans-van Straaten HM, Tepaske R, Haren FMP van, Mathus-Vliegen L, Zanten A van. Impact and evidence for intravenous glutamine in the critically ill. Neth J Crit Care 2005; 9:27-8.
Riezebos RK, Ronner E, Boer BA de, Slaats EH, Tijssen JGP, Laarman GJ. Dynamics in NT-proBNP concentration in patient with non-Stelevation acute coronary syndrome. A Heart J 2005;149:1-5.
Peelen L, Keizer NF de, Peek N, Bosman RJ, Scheffer GJ, Jonge E de. Influence of entry criteria on mortality risk and number of eligible patients in recent studies on severe sepsis. Crit Care Med 2005;33(10):2178-83.
Rij CM van, Huitema AD, Swart EL, Greuter HN, Lammertsma AA, Loenen AC van, Franssen EJ. Population pharmacokinetics of C-11 flumazenil. Br J Clin Pharmacol 2005;60:477-85.
Roorda LD, Eijken JW van der, Willems JW, Bouter L, et al. Improvement of a Questionaire measuring Activity Limitations in Rising ans Sitting Down in Patients With Lower Extremity Disorders Living at Home. Arch phys Med Rehabil 2005;vol 86:2204-10.
Shahin GMM, Heyden GJMG van der, Bots ML, Cramer MJ, Jaarsma W, Gadella JCA, Brutel de la Riviere A, Swieten HA van. The Carpentier-Edwards Classic and Physio Mitral Annuloplasty Rings : a randomized trial The Heart Surgery Forum 2005(8) E389-95. Simons MP, Elshove-Bolk J, Zwartsenburg M M S, Heijden FHWM van der, Frissen PHJ, Schouten WEM. Vijf jaar opleiding SEH-arts: OLVG levert nieuwe sterke schakel in de acute-zorgketen. Medisch contact 2005; 60: 1580-1583. Simons MP, Simmermacher RKJ. Go PMNYH Reactie op het artikel ‘Endoscopische liesbreukchirurgie – Is er een probleem, en zo ja: voor wie? Ned Tijdschrift Heelk 2005;14:184. Slagboom T, Kiemeneij F, Laarman GJ, Wieken R van der.Outpatient coronary angioplasty: feasible and safe. Catheter Ca r d i o v a s c Interv 2005 Apr;64(4):421-7. Slagboom T, Laarman GJ, Winter RJ de, Schuler G, Thiele H, Heyndrickx GR, Regar E, Serruys PW. Hemoglobin based oxygen therapeutics in (elective) percutaneous (coronary) revascularisation - safety trial. Trans Ca t h e t e r Therapeutics, Washington, october 2005. Sommeijer DW, Joop K, Leyte A, Reitsma PH, Cate H ten. Pravastatin reduces fibrinogen receptor gpIIIa on platelet-derived microparticles in patients with type 2 diabetes. J Thromb Haemost 2005 Jun;3(6):1168-71. No abstract available. PMID: 15946206 [PubMed - indexed for medline]. Sonder GJ, Regez RM, Brinkman K, Prins JM, Mulder JW, Spaargaren J, Coutinho RA, Hoek A van den. Prophylaxis and follow-up after possible exposure to HIV, hepatitis B virus, and hepatitis C virus outside hospital: evaluation of policy 2000-3. BMJ 2005;330(7495):825-829. Springer MA, Geloven AAW van, Groenendijk AG, Boerma D, Wit LTh de, Gerhards MF. Laparoscopische ventrale recto-coloposacropexie voor patiënten met een ‘obstructed defecation syndrome’. Ned Tijschr Voor Heelkunde 2005 Nov;4:145-146.
82
Sorge NM van, Pol WL van der, Jansen MD, Geleijns PW, Kalmijn S, Hughes RAC, Rees JH, Pritchard J, Vedeler CA, Myhr KM, Shaw C, Schaik IN van, Wokke JHJ, Doorn PA van, Jacobs BC, Winkel JGJ van de, Berg LH van den. Severity of Guillain-Barré syndrome is associated with Fcg Receptor III polymorphisms. J Neuroimmunol 2005;162:157-64. Stroom J, Blaauwgeers J, Belderbos J, Klomp H, Liesker K, Pel R van, Boersma L, Lebesque J, Gilhuijs K. Feasibility of in-vivo pathologycorrelated lung imaging for accurate target definition of lung tumors. Radiother Oncol 2005;76:S73-S74. Sturkenboom MGG, Hoekstra OS, Loenen AC van, Franssen EJF. Diazepam en fysiologische opname van [18F]fluorodeoxyglucose in de hoofdhalsregio bij PET. Pharm Weekblad 2005;28/29: 909-12. Sturkenboom MGG, Hoekstra OS, Postema EJ, Zijlstra JM, Franssen EJF. A randomised controlled trial assessing the effect of oral diazepam prior to FDG-PET on the FDG uptake in the neck and upper chest region in oncological patients younger than 40 years. J Nucl Med 2005, submitted. Terpstra WE. Kolieken, koorts en rode urine: een acuut beeld bij een uitgestelde hemolytische transfusiereactie. Nederlands Tijdschrift voor Hematologie 2005;2:59-63. Tjong Joe Wai P. Brachial plexus block by the posterior approach using a stereotactic device. Regional Anesthesia and Pain Medecine 2005;30:54. Toben FMJ, Krouwels FH. Moeite met de ademhaling. Over astma, chronische bronchitis en copd. 2005 Inmerc bv en Davidsfonds Uitgeverij nv Leuven. Toma T, Abu-Hanna A, Bosman RJ. Predicting Mortality in the Intensive Care Using Episodes Mechanisms, Symbols, and Models Underlying Cognition: First International Work-Conference on the Interplay Between Natural and Artificial Computation, IWINAC 2005, Las Palmas, Canary Islands, Spain, June 15-18, 2005, Proceedings, Part I 2005:447-458. Tsumura Y, Toshima J, Leeksma OC, Ohashi K, Mizuno K. Sprouty-4 negatively regulates cell spreading by inhibiting the kinase activity of testicular kinase. Biochem J 2005;387:62737 Uchino S, Bellomo R, Morimatsu H, Morgera S, Schetz M, Tan I, Bouman C, Macedo E, Gibney N, Tolwani A, Doig GS, Oudemansvan Straaten HM, Ronco C, Kellum JA. Beginning and Ending Supportive Therapy for the Kidney (B.E.S.T. Kidney) Investigators. External validation of severity scoring systems for acute renal failure using a multinational database. Crit Care Med 2005 Sep;33(9):19617. Vahl AC, Mali WPTM, Overhagen H van, Reekers JA, Elsman BHP, Lawson JA, Hendriks JM, Booys MA de. Richtlijn Diagnostiek en behandeling van arterie el vaatlijden van de onderste extremiteit. Alphen aan de Rijn 2005, Van Zuiden Co m m u n i c a t i o n s .
83
Vahl AC, Out NJM. Geen markt, maar inzicht. Marktmechanisme schaadt zorg en opleidingsklimaat in ziekenhuizen. Medisch Contact 2005;60;352-5. Vahl AC, Reekers JA. Richtlijn ‘diagnostiek en behandeling van arterieel vaatlijden van de onderste extremiteit’ van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde. Ned Tijdschr Geneesk 2005;149:1670-4. Ned Tijdschr Geneesk 2005;149:2375 (brief ). Velzen E van. Proefschrift : Lymph node involvement and survival in non-small cell lung cancer. Vries A de, Donkervoort SC, Geloven AAW v a n, Pierik EGJM. Conversion rate of laparoscopic cholecystectomy after endoscopic retrograde cholangiography in the treatment of choledocholithiasis: does the time interval matter? Surg Endoscopy 2005;19:996-1001. Vroege R de, Huijbregts MAJM, Oeveren W van, Klarenbosch J van, Linley G, Mutlu J, Jansen E, Hack E, Eijsman L, Wildevuur CR. The impact of heparin-coated circuits on hemodynamics during and after cardiopulmonary bypass. Artif Organs 2005;29(6):490-7. Vroege R de, Stooker W, Oeveren W van, Bakker EW, Huijbregts MAJM, Klarenbosch J van, Kamp GJ van, Hack CE, Eijsman L, Wildevuur CR. The impact of heparin-coated circuits upon metabolism in vital organs: effect upon cerebral and renal function during and after cardiopulmonary bypass. ASAIO J 2005;51(1):103-9. Vuylsteke RJ, Borgstein PJ, Leeuwen PA van, Gietema HA, Molenkamp BG, Statius Muller MG, Diest PJ van, Sijp JR van der, Meijer S. Sentinel lymph node tumor load: an independent predictor of additional lymph node involvement and survival in melanoma. Ann Surg Oncol 2005;12:440-8. Weg FB van de, Windt DAWM van der. A questionnaire survey of the effect of different interface types on patient satisfaction and perceived problems among trans-tibial amputees. Prosthetics and Orthotics International 2005;29(3):231-239. Weijmer MC, Dorpel MA van den, Ven PJ van de, Wee PM ter, Geelen JA van, Worp HB van der, Haan P de, Morrema E, Kalkman CJ. Methodological Quality of animal studies on neuroprotection in focal cerebral ischaemia. J Neurol 2005;252:1108-14. Wester JPJ, Leyte A, Porcelijn L, Bosman RJ, Oudemans-van S t r a a t e n, Spoel JI van der, Zandstra DF. Diagnosis and estimated incidence of heparin-induced thrombocytopenia in the critically ill. Intensive Care Medicine 2005;31(Supp1):A342 S91. Wester JPJ. Antistolling tijdens venoveneuze hemofiltratie. nvic reader nvic Nierinsufficiëntie, electrolytstoornissen en metabole ontregelingen op de ic (nemo) 2005, 9-10 juni 2005 (isbn 90-75523-50-5), 346. Wester JPJ, Leyte A, Porcelijn L, Lo K, Bosman R J, Oudemans-van Straaten HM, Spoel JI van d e r, Zandstra DF. The diagnosis and the estimated incidence of heparin-induced thrombo-
cytopenia in the critically ill according to ISTH SSC criteria. XXth Congress of the International Society on Thrombosis and Haemostasis, August 6-12 2005, Sydney, Australia. J Thromb Haemost 2005;3 (Supplement 1):P0314. Wijnhoven BPL, Wouters MWJM, Boerma D, Wegdam JA. De opleiding tot chirurg anno 2004: een dwarsdoorsnede onderzoek. Ned Tijdschrift Heelk 2005;14:180-3. Wit FW, Blanckenberg DH, Brinkman K, Prins JM, Ende ME van der, Schneider MM, Mulder JW, Wolf F de, Lange JM. Safety of long-term interruption of successful antiretroviral therapy: the athena cohort study. aids 2005;19(3):345-8. Zandstra DF, Assink J. Observations on sublingual microcirculation during therapeutic hypothermia after CPR. In: Proceedings second international symposium on microcirculation and mitochondrial dysfunction in intensive care medicin. Ed: C Ince and PWG Elbers. Amsterdam. 2005. Zandstra DF, Voort PHJ van der, Thorburn K, Saene HKF van. Gutmucosal protection in the critically ill patient. Towards an integrated therapy. In: Infection control in the intensive care unit. (2nd Ed) 2005:565-575. Saene HKF van, Silvestri L, Cal MA de la (eds). Springer –Verlag Italia. Zandstra DF. Acid-base management during accidental hypothermia in. In: Handbook on drowning. Prevention, Rescue Treatment. Bierens Joost JL (eds). Publisher Springer Verlag Berlin Heidelberg New York. 2005;51921. Zandstra DF. Een blik in de toekomst: In 2020 gaan IC-patienten niet meer dood aan MODS. In: Nederlandse Intensivisten Dagen 2005; Ned Ver Intensive Care. 2005: 181185ISBN 90-75523-48-3. Zandstra DF. Hospital rewarming of hypothermic victims. In: Handbook on drowning. Prevention, Rescue Treatment. 2005. Ed: Joost JL Bierens. Springer Verlag Berlin Heidelberg New York, 2005: 502-511. Zandstra DF. Noradrenaline; niet het middel van eerste keuze bij de behandeling van shock Nederlandse Intensivisten Dagen 2005. Ned Ver Intensive Care 2005:29-33. isbn 9075523-48-3. Zandstra DF. Optimalisatie van darmperfusie is het eindpunt van shockbehandeling. nvic Circulatie dagen 2005:97-102. isbn 90-7552349-1. Zandstra DF. Tracheotomie: vroeg versus laat. In: Nederlandse Intensivisten Dagen 2005;. Ned Ver Intensive Care. 2005:55-59. isbn 9075523-48-3. Zanten ARH van, Spoel JI van der, Roos A, Velde L te, Spronk PE, Nierich AP, Stam J. ICtarieven in kader DBC. Neth J Crit Care 2005;9:389-95. Zwan AL van der, Willems WJ. Gonococcal osteomyelitis of the humeral head, a case report. J Shoulder Elbow Surgery.
OLVG Jaarve rs l ag 2005 Tekst Fotografie Illustraties Vormgeving Druk
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Amsterdam Evert Elzinga, Amsterdam Mariet Numan, Amsterdam Nel Punt, Amsterdam dea Drukkerijen b v, Amsterdam Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Postbus 95500 1090 hm Amsterdam telefoon (020) 599 91 11 e-mail
[email protected] www.olvg.nl