Jaarverslag 20 09
activiteitenverslag
www.jandenul.com
Inhoudstafel Woord van de Raad van Bestuur........................................................................ 3 Overzicht activiteiten........................................................................................ 5 Activiteitenverslag............................................................................................ 11 Investeringen.................................................................................................... 29 Veiligheid, gezondheid, kwaliteit en milieu........................................................ 33 Personeel......................................................................................................... 39 Financiële kerncijfers........................................................................................ 43 Jaarrekening..................................................................................................... 47 Jan De Nul projecten 2009 . ............................................................................. 53
De inhoud van dit document is louter informatief. Hoewel er getracht werd om volledig en accuraat te zijn, wordt er daaromtrent geen (expliciete of impliciete) garantie gegeven, in het bijzonder niet omtrent de geschiktheid voor een specifiek doel. De ondernemingen van Jan De Nul Group zijn in geen enkel geval aansprakelijk voor eender welke schade die direct of indirect voortvloeit uit het gebruik van of het vertrouwen in de inhoud die hierin beschikbaar is, zelfs als (voorafgaand) advies gegeven / ontvangen is, dat deze schade kan voorkomen.
Valpijp- en Mijnbouwschip Simon Stevin
2
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9
1.
Wo o rd va n d e R a a d va n B e s t uur
Zoals aangekondigd in ons verslag over het jaar 2008, zouden de resultaten van 2009 de waardemeter zijn van ons beheer van de krediet- en daaropvolgende economische crisis, ontstaan in 2008. Deze crisis moest worden geweerd door een snelle spreiding van de MiddenOostenactiviteiten over de hele wereld. Deze spreiding eiste grote inspanningen van ons personeel, vooral voor de logistieke afdelingen en de marketing divisie, om er maar enkele te noemen. Het resultaat van deze inspanningen mag er zijn. De bezet tingsgraad van de schepen bleef nagenoeg onveranderd op een hoog niveau. De nieuwe schepen die in de vaart kwamen vonden meteen werk. Alleen de onverwachte opflakkering van de zandleveringen voor Singapore over lange afstanden (Vietnam, Cambodja) bleek slechts een steekvlam te zijn die na luttele weken was uitgedoofd. De omzet liet in 2009 een mooie groei zien en de orderportefeuille, aan te vullen met vele korte termijn projecten, zorgt ervoor dat we 2010 optimistisch tegemoet gaan. In 2009 werden ook onze personeelsafdeling en het QA-HSE departement zwaar op de proef gesteld door de kaping van de ‘Pompeï’. Deze werd na slepende en frustrerende onderhandelingen - waarbij het crisisteam, bestaande uit personeelsdienst, QA-HSE departement, verzekeringsafdeling, overheid (staatsveiligheid) en technische dienst dag en nacht ter beschikking waren - na 71 dagen door de kapers vrijgelaten. Begin 2010 werd Jan De Nul in België voor het tweede jaar op rij uitgeroepen tot ‘Meest Aantrekkelijke Werk gever’. Deze award was een bekroning voor de grote inspanningen die de verschillende afdelingen hebben geleverd in de loop van 2009. Zoals een afgetrainde top atleet, ondanks de vele inspanningen en ontberingen, gezondheid en levenskracht uitstraalt, zo bereikt Jan De Nul Group de top. De Raad van Bestuur is daar bijzonder fier op.
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 3
Kantoor Ondernemingen Jan De Nul n.v. - Aalst (België) Architect: Dr. Ir. Philippe Samyn, Lierman & Lierman
4
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9
2.
O ve r z i ch t a c t i v i te i ten
2.1. Omzet De omzet in 2009 bereikte opnieuw een recordhoogte en steeg tot € 2,1 miljard, een stijging van meer dan 10 % ten opzichte van 2008 (€ 1,88 miljard). Het brutoresultaat (EBITDA) in 2009 steeg tot € 493 miljoen, terwijl de winst dit boekjaar verdrievoudigde tot € 253 miljoen (€ 79 miljoen in 2008). Jan De Nul Group heeft opnieuw een uitstekend jaar achter de rug en dit ondanks de uitdagende markt omstandigheden ten gevolge van de wereldwijde econo mische crisis. Deze sterke cijfers kunnen enerzijds verklaard worden doordat de omzet deels verzekerd wordt door lang lopende contracten en door een goed gevulde orderportefeuille bij het uitbreken van de financiële crisis. Anderzijds werden ook dit jaar enkele schepen uit het investeringsprogramma 2007-2011 opgeleverd. De ingebruikname van de 46.000 m³ sleephopperzuiger ‘Cristóbal Cólon’, de 1.800 m³ splijtbak ‘Concepción’ en de megabackhoe ‘Postnik Yakovlev’ zorgde voor een toegenomen baggercapaciteit. Toch kan men niet stellen dat de crisis geen impact heeft gehad op Jan De Nul Group. Verschillende landwinningprojecten in Dubai (jarenlang een belangrijke omzetmotor) werden opgeschort of uitgesteld. Bij het uitbreken van de crisis waren echter drie van de vier opspuitingsprojecten waarbij Jan De Nul Group betrokken was, min of meer volledig afgewerkt. Enkel een vierde landwinningproject, Dubai Waterfront, werd begin 2009 opgeschort en uit de orderportefeuille geschrapt. Als gevolg van de crisis merken we enige terughoudend heid bij de klanten om nieuwe projecten op de markt te brengen. Dit resulteerde in een lager aanbestedingsritme en is merkbaar aan een trager aangroeiritme van de orderportefeuille.
De omzetgroei in 2009 bewijst evenwel dat Jan De Nul Group goed heeft geanticipeerd en gereageerd op de crisis. Tegelijkertijd beseft Jan De Nul Group dat de baggersector ‘laat cyclisch’ is en dat zowel 2010 en 2011 uitdagend zullen blijven. Regionale verdeling van de omzet Europa
Azië
5%
Afrika
2%
Andere
8%
Australië
9%
20 % 12 %
Latijns-Amerika
Midden-Oosten
44%
Het Midden-Oosten is nog steeds de belangrijkste regio voor Jan De Nul Group met een aandeel van 44 % van de omzet (ten opzichte van 66 % in 2008). Deze evolutie is voornamelijk te verklaren doordat midden 2009 de opspuitingswerken in Dubai waren afgewerkt of opgeschort, zodat hun bijdrage tot de omzet beperkt bleef. In 2009 is het aandeel van Dubai in de omzet gedaald tot 2 %. De belangrijkste werken in deze regio zijn: bagger werken voor een nieuwe haven in Duqm (Oman), uitbouw van een nieuwe gasterminal in de haven van Ras Laffan (Qatar) en de opspuitings- en civiele werken voor het Manifa Field Causeway and Island project in SaudiArabië. Het Midden-Oosten geeft duidelijk terrein prijs ten voordele van Europa, Australië en Latijns-Amerika. De toename van het aandeel van Europa valt te ver klaren door een sterke bagger- en civiele activiteit. De categorie ‘Andere’ verwijst naar werkzaamheden die niet eenduidig kunnen worden toegewezen aan een bepaalde regio.
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 5
Het toenemende belang van Latijns-Amerika tekent zich duidelijk af en deze trend zal zich, gelet op de geo grafische opdeling van de orderportefeuille, de komende jaren nog verder doorzetten. Evolutie omzet
in miljoen EURO
2.500 2.000 1.500 1.000 500 0
De voornaamste schepen die in 2010 worden opge leverd, zijn het valpijpschip ‘Simon Stevin’, de krachtige cutterzuigers ‘Ibn Battuta’ en ‘Zheng He’ en de 46.000 m³ sleephopperzuiger ‘Leiv Eiriksson’, een zusterschip van de ‘Cristóbal Cólon’.
Omzet naar activiteit Civiel 11 Milieu 2
%
Bagger- en mariene werken 87
%
%
Onderhoudsbaggeren 11 % Landwinning 4 % Offshore 18 % Stenenwerken 3 % Verdiepingsbaggeren 43 % Andere 8 %
5.000 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0
Cutter
Hopper
in miljoen EURO
2012
De bagger- en mariene werken kunnen verder opgesplitst worden naar activiteit in onderhoudsbagger werken, verdiepingsbaggeren, landwinning, offshorewerken en rotsbescherming, respectievelijk 11 %, 43 %, 4 %, 18 % en 3 % van de omzet.
Evolutie vloot Jan De Nul Group*
2010
De omzet bestond in 2009 voor ca. 11 % uit civiele werken, 2 % milieuactiviteiten en 87 % bagger- en mariene werken.
Daarnaast werden in 2009 volgende hulpschepen in gebruik genomen: 5 sleepboten Een snel surveyschip
2008
Totaal
2006
2009
2004
2008
Bagger andere
2002
2007
2000
2006
Bagger- en Mariene werken
1998
2005
1996
2004 Civiel & Milieu
6
Samen met de 2 in 2008 opgeleverde megabackhoes, betekent dit dat er eind 2009 reeds 5 schepen uit het nieuwbouwprogramma werden opgeleverd en nog 22 schepen in aanbouw zijn. Oplevering ervan is voorzien voor 2010-2011.
Rest
* Gebaseerd op 2009 ciria waarde De CIRIA waarde is een gestandaardiseerde methode om de waarde van een baggerschip uit te drukken. Via een formule wordt de waarde van het schip bepaald. Voor een sleep hopperzuiger wordt hierbij rekening gehouden met het leeg gewicht van het schip, het vermogen van de bagger pomp(en), het vermogen van de jetpompen op de sleepkop en de aandrijfkracht van het schip. De formule voor de waarde berekening verschilt naar gelang het type baggerschip.
2.2. Investeringen
2.3. Orderportefeuille
Gedurende de periode 2007-2011 wordt door Jan De Nul Group voor meer dan € 2 miljard geïnvesteerd. Om en bij 1,9 miljard daarvan gaat naar de diversificatie en uitbreiding van de vloot. Het totale investerings programma omvat de bouw van 27 schepen. Daarnaast worden nog verschillende hulpschepen gebouwd.
De totale orderportefeuille per einde 2009, inclusief civiele en milieugerelateerde werken, bedraagt meer dan € 2,6 miljard tegenover € 2,8 miljard eind 2008. Deze lichte daling garandeert Jan De Nul Group nog steeds een gezond orderboek met een meer dan evenredig marktaandeel.
In 2009 werden onderstaande schepen opgeleverd: De megasleephopperzuiger ‘Cristóbal Cólon’, met een beuninhoud van 46.000 m³ de grootste sleephopperzuiger ter wereld. De 1.800 m³ splijtbak ‘Concepción’; De megabackhoe ‘Postnik Yakovlev’, de laatste van in totaal drie drijvende baggerkranen die werden gebouwd onder het investeringsprogramma.
De belangrijkste baggercontracten zijn de bagger- en opspuitingswerken voor een nieuw havencomplex in Duqm (Oman), de uitbreiding van de haven van Mesaieed (Qatar) en het verdiepings-, onderhouds- en uitbatingscontract voor de rivieren Río Paraná en Río de la Plata. Begin 2010 besloot de Argentijnse regering dit contract te verlengen tot 2021.
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9
Als we kijken naar de geografische spreiding van de orderportefeuille van baggerwerken, valt voornamelijk het sterk gestegen aandeel van Latijns-Amerika op. Het belang van het Midden-Oosten is gedaald tot ongeveer 16 % van de totale orderportefeuille, waar het aandeel in 2008 nog 37 % bedroeg. Deze daling is deels te wijten aan de afwerking van belangrijke landwinningsprojecten in 2009. Sinds begin 2009 werd voor meer dan € 750 miljoen baggerwerken binnengehaald op het Latijns-Ameri kaanse continent. Een belangrijk deel hiervan is toe te schrijven aan de uitbreiding en verlenging van de werken op de Argentijnse rivieren Río Paraná en Río de la Plata, toegekend in januari 2010. Hiernaast werden volgende werken gegund aan Jan De Nul Group: baggerwerken in de Braziliaanse havens Río Grande, Aratu en Salvador, een werk in de haven Buenaventura (Colombia) en Buenos Aires (Argentinië) en herstellingsbaggerwerken aan de Mexicaanse kust voor de badsteden Cozumel, Playa del Carmen en Cancún. Jan De Nul Group won tevens het contract voor de baggerwerken van de Atlantische toegang van het Panama kanaal (Panama). Verder werd in 2009 een contract ondertekend voor de uitbreiding van de exportcapaciteit van een ijzererts terminal in de haven van Port Hedland (Australië) en werden een reeks kleinere offshore werken binnen gehaald. Op vlak van civiele werkzaamheden werd het orderboek versterkt door de toekenning van het contract voor de constructie van een nieuw sluizencomplex in het Panamakanaal. Nadat het contract midden 2009 werd toegekend aan een consortium waarvan Jan De Nul Group deel uitmaakt, werd eind 2009 gestart met de voorbereidende werkzaamheden. De oplevering is voorzien tegen eind 2014, ter gelegenheid van het eeuwfeest van de opening van het Panamakanaal in 1914. Dit ‘historisch’ contract bewijst dat Jan De Nul Group in staat is haar kunde geïntegreerd aan te bieden in het buitenland. Werken in portefeuille Afrika 2
%
Midden-Oosten 16
Europa 25
%
%
Latijns-Amerika 50
%
Azië 2
%
Australië 5
%
Het grootste milieugerelateerde werk in portefeuille is het in 2008 gegunde Amoras project nabij de haven van Antwerpen (België). Dit werk omvat het ontwerp, de bouw en de exploitatie van een slibverwerkingsinstallatie. De vloot haalde in 2009 een bezettingsgraad1 van 93,4 %, een quasi status quo ten opzichte van het recordjaar 2008 (97,8 %). Door de oplevering van verscheidene projecten in het Midden-Oosten werd het merendeel van de vrijgekomen baggercapaciteit ingezet op het Latijns-Amerikaanse continent. De productiviteitsgraad2 van de vloot lag met 81 % op eenzelfde niveau als in 2008 (81,9 %). De parameter geeft aan hoeveel tijd wordt verloren door weerverlet, haventrafiek en kleinere reparaties. Bezettingsgraad 100 % 98 % 96 % 94 % 92 % 90 % 88 % 86 % 84 %
2004
2005
Totale vloot
2006
2007
2008
Hoppervloot
2009
Cuttervloot
Productiviteitsgraad 100 % 80 % 60 % 40 % 20 % 0% 2004
2005
Totale vloot
2006
2007
2008
Hoppervloot
2009
Cuttervloot
Bezettingsgraad: (aantal uren dat een schip is toegewezen aan een project + grote reparaties en dokkingen + mobilisatie + project gerelateerde stillig) / (aantal uren in een jaar). Bij de berekening wordt ook rekening gehouden met de CIRIA waarde van het schip.
Productiviteitsgraad: (aantal uren dat een schip baggert / productief is) / (aantal uren dat een schip is toegewezen aan een project)
1
2
2.4. Evolutie van de baggermarkt Sinds 2000 is de baggermarkt spectaculair gegroeid. Eind 2008 werd een volume bereikt van meer dan 10 miljard euro, tegenover 4 miljard euro eind 2000. Ook in 2008, het jaar waarin de kredietcrisis uitbrak, werd nog altijd een groei opgetekend van ongeveer 10 %! Deze decenniumgroei is zeer verschillend over de geografisch regio’s heen: het Midden-Oosten verveel voudigde met een factor 14 waar ook de Chinese markt met meer dan 70 % groeide. Europa volgde de gemiddelde groei van 150 %. Ook Azië, Australië en Afrika lieten mooie groeicijfers optekenen.
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 7
Geografische groei 2000-2008 12.000 10.000
Australië Latijns-Amerika VS Indië Afrika Azië China Europa Midden-Oosten
8.000 6.000 4.000 2.000 0
2000
2007
In die globale context is het nuttig de factoren of zogenaamde ‘drivers’ onder de loep te nemen die de bagger markt de laatste decade sterk hebben aangezwengeld, namelijk: de wereldhandel; de bevolkingsaangroei en toenemende verstedelijking; de energienoden; het (water-) toerisme.
2008
BRON: International Association of Dredging Companies
Deze marktvolumes moeten worden ingedeeld in de zogenaamde ‘open’ en ‘gesloten’ markt. De gesloten markt kan geschat worden op 3 miljard euro met NoordAmerika en China als prominent afgeschermde markten, goed voor 70 % van het volume. Het aandeel van deze gesloten markten daalde van 42 % in 2000 naar 29 % in 2008. Totaal 2008
1.595
Azië
450
455
905
Afrika
600
100
700
Indië
435
210
645
Noord-Amerika
15
560
575
Latijns-Amerika
525
25
550
Australië
350
10
360
TOTAAL1
7.260
2.965
10.225
Het aandeel van havenonderhoud en –uitbreiding is goed voor 50 % van de globale baggermarkt.
waarvan steenwerken € 1.225 BRON: International Association of Dredging Companies
1
Vandaag kunnen we voorzichtig optimistisch naar de markt kijken. Er is duidelijk een heropleving van belang rijke aanbestedingen merkbaar. Het is echter voorbarig om te voorspellen of deze heropleving de vertraging zal opvangen of het bestaande volume verder zal laten toenemen in 2010 en 2011. De orderportefeuille van Jan De Nul Group is dan wel goed gevuld, maar rekening houdend met de toegenomen baggercapaciteit, is het van cruciaal belang hoe de aangroei van de orderportefeuille in de nabije toekomst zal evolueren.
8
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9
World Seaborne Trade 1969-2010 35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 1970
Miljard ton - mijl
Het hoeft weinig betoog dat in oktober 2008 de wereld drastisch veranderde. De kredietcrisis werd gevolgd door een schokgolf die resulteerde in een wereldwijde recessie die ook voelbaar is binnen de baggerindustrie. Een stagnatie trad op in 2009, dit door het schrappen of uitstellen van private infrastructuur- en vastgoedprojecten. Eén en ander kon worden gecompenseerd door de blijvende vraag van publieke investeringsprojecten.
Ruwe olie
Olie producten
IJzererts
2010 est.
1.515
2006
80
China
2002
1.810
1998
3.085
40
1994
50
1.770
1990
3.035
Europa
1986
Midden-Oosten
1982
Gesloten markten
1978
Open markten
Meer dan 90 % van de globale wereldhandel verloopt via internationale scheepstrafiek. Onderstaande grafiek illustreert de forse toename van het aantal scheepsbewegingen in het verleden, een trend die zich ook in de toekomst zal doorzetten. De toename van de wereldhandel, en de daarmee gepaard gaande stijging van de scheepstrafiek heeft een tweeledig gevolg voor Jan De Nul Group. Enerzijds moet de capaciteit van bestaande havens worden opgevoerd en volledig nieuwe havens worden gebouwd. Anderzijds zorgt de toename van transport over water ervoor dat de schepen steeds groter worden, waardoor investeringen in het aanpassen van de bestaande haveninfrastructuur noodzakelijk is. Jan De Nul Group is uitstekend gepositioneerd om zowel onderhouds- als verdiepingsbaggerwerken uit te voeren, maar beschikt ook over de nodige kennis en materiaal voor de uitvoering van volledige haveninfrastructuurprojecten.
1974
in miljoen euro
De Wereldhandel.
Kolen
BRON: UNCTAD, Maritime Transportvrachten 2009 Graan Review ofOverige geschatte
Bevolkingsaangroei en verstedelijking De wereldbevolking blijft permanent aangroeien, vooral in de steden. Hierbij komt dat acht op tien steden in een kustzone gelegen zijn, goed voor een populatie van 3 miljard mensen. De bevolkingsdruk in deze gebieden geeft aanleiding tot landwinning-
projecten en de kwetsbaarheid van gebieden gelegen in kuststreken noopt tot kustverdediging. Deze tendens wordt nog versterkt door de gestage stij ging van het zeeniveau. De meest recente studie van het Intergovernmental Panel on Climate Change (Climate Change 2007) voorspelt een stijging van 18 tot 59 cm tegen 2025, ten opzichte van het niveau in 1990. Deze driver van ‘verstedelijking’ telt voor € 1,8 miljard van de baggermarkt, een stijging met 48 % ten opzichte van 2000. Kustverdediging groeide over dezelfde periode met 100 % tot een volume van € 695 miljoen.
Energie Fossiele brandstoffen blijven essentieel voor de invulling van onze energienoden. In 2008 werd dit volume aan energiegerelateerde werken geschat op om en bij de € 2 miljard, een stijging van ongeveer 350 % ten opzichte van 2000. Het investeringsprogramma van Jan De Nul Group illustreert het stijgende belang van de offshore olie- en gasindustrie. Offshore ontginningen noodzaken tot aanleg van pijpleidingen, waarbij de baggerindustrie instaat voor het maken van sleuven in de zeebodem en aanlandingen aan de kust, om na plaatsing van de leidingen, deze met stenen af te dekken. LNG terminals combineren landwinning- met havenbouwprojecten. Het wereldwijd groeiende milieubewustzijn en het besef dat fossiele brandstoffen niet onuitputbaar zijn, geeft aanleiding tot alternatieve energieprojec ten. Hieronder vallen ook de windmolenparken op zee. Jan De Nul Group biedt voor dergelijke projecten gedetailleerde ontwerpen van funderingen aan, alsook het plaatsen van windmolens. Een economische recessie gekoppeld aan een lagere energieprijs kan een vertragende rol spelen in deze sterk kapitaalintensief gedreven markten. Begin 2010 anticiperen de stijgende olieprijzen echter al op het aantrekken van de economie waardoor het voor de olie- en gasspelers aantrekkelijk wordt om hun investeringen op te drijven.
Wat ooit een ‘nevenproduct’ van kustbescherming was, evolueerde naar een volwaardige driver goed voor € 630 miljoen over 2008. Omzet van de algemene baggermarkt per driver Wereldhandel verdiepingsbaggeren
3.575
Toerisme 630
Wereldhandel - onderhoudsbaggeren 1.505 Kustverdediging
695
Stedelijke ontwikkeling
1.805
Energie
2.015
(in miljoen euro) BRON: International Association of Dredging Companies
And Going Forward ? De laatste 2 jaar stonden verschillende drivers en markten onder druk, met als meest zichtbare component de vastgoedprojecten in Dubai. Door de sterk gevulde orderportefeuille bij het uitbreken van de crisis noteert Jan De Nul Group toch een recordomzet voor 2009. Begin 2010 is enige voorzichtigheid op zijn plaats, al zien we een aantal markten opnieuw aantrekken. De sterke stijging van de olieprijs begin 2010 uit zich in een toename van energiegerelateerde aanbestedin gen. Het opnieuw en voorzichtig opleven van economieën zorgt ervoor dat de wereldwijde handel opnieuw toeneemt en de hiermee gerelateerde infra structuurprojecten. De economische evolutie zal mee bepalen wanneer en of deze werken zich effec tief zullen materialiseren. Een daling van de bezettingsgraad is dan ook voor 2010 niet uitgesloten. Anderzijds geloven we sterk in de wisselwerking en diversiteit van de hiervoor beschreven drivers die allemaal, zonder uitzondering, de lange termijn noden invullen, die wel cyclisch kunnen vertragen maar op lange termijn niet wegvallen.
Toerisme Watergebonden toeristische activiteiten zijn een be langrijke vorm van inkomsten in verschillende landen: bescherming en verbetering van stranden, aanleg van jachthavens en cruiseterminals … zijn diverse uitingen van watergebonden investeringen waar belangrijke baggeractiviteiten mee gemoeid zijn.
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 9
Verdieping van de Westerschelde (Nederland) – Sleephopperzuiger Alexander von Humboldt
10 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
3.
A c t i v i te i te nve r s l ag
3.1. België De Belgische baggermarkt is vrij stabiel qua omzet en kenmerkt zich voornamelijk door verdiepings- en onder houdsbaggerwerken in de zeehavens van Nieuwpoort, Oostende, Gent en Zeebrugge en op de rivier de Schelde. Het hele jaar door waren de sleephopperzuigers ‘Alexander Von Humboldt’ (9.000 m³), de ‘Manzanillo II’ (4.000 m³), de ‘Pinta’ (3.400 m³) en de cutterzuigers ‘Ortelius’ (5.140 kW) en ‘Hendrik Geeraert’ (350 kW) aan het werk op de Belgische markt. Op de Schelde, de rivier die de Antwerpse haven verbindt met de Noordzee, werd het meerjarige verdie pings- en onderhoudsprogramma in samenwerking met een partner verder uitgevoerd. De verdieping moet ondermeer een getij onafhankelijke doorvaart mogelijk maken voor schepen met een diepgang tot 13,10 m. De werken zijn van belang om de concurrentiepositie van de Antwerpse haven, een belangrijke toegangspoort tot Europa, te handhaven. Op het Belgische gedeelte van de Zeeschelde werd de verdieping van de vaargeul afgewerkt, waarbij een groot deel van de baggerspecie werd opgespoten op de Linkerscheldeoever. Begin 2010 werd uiteindelijk ook het startsein gegeven voor de verdieping van het Nederlandse gedeelte van de Schelde. Het contract voor de onderhoudsbaggerwerken loopt tot 2013. Verder werd in België het onderhoudscontract uit gevoerd voor het op diepte houden van de belangrijkste vaargeulen in de Noordzee en het onderhouden van de zeehavens van Zeebrugge en Oostende. Dit contract loopt tot eind 2011. Klimaatveranderingen en de daarmee gepaard gaande stormen en stijging van de waterspiegel vormen een uitdaging voor de Belgische kust. Ongeveer 1/3 van de totale kustlijn is onvoldoende beschermd en uitermate
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 11
Sleephopperzuiger Cristóbal Colón aan het werk in Cuxhaven (Duitsland)
kwetsbaar indien er op korte termijn geen adequate maatregelen worden genomen. Momenteel liggen er plannen op tafel voor het beveiligen van de meest kwets bare stukken kust door middel van zandopspuitingen. In het kader van een duurzame langetermijnvisie voor de kust en het hinterland werd door een aantal privé partijen, waaronder Jan De Nul Group, een ambitieus toekomstplan voorgesteld: ‘Vlaamse Baaien 2100’. Hierbij kadert de veiligheid in een groter geheel van duurzame ontwikkeling van de Belgische kust. Jan De Nul Group was verder actief in volgende projecten: Verdiepingsbaggerwerken voor een kaaimuur in het Verrebroekdok in de haven van Antwerpen; Verdiepingsbaggerwerken voor een kaaimuur in de Gentse haven ter hoogte van het Kluizendok; Onderhoudsbaggerwerken in de jachthaven van Nieuwpoort tot 2012.
3.2. Rest van Europa Begin 2009 werd, samen met een partner, gestart met de zandsuppletie ter hoogte van Westkapelle en Nieuwe Sluis in het mondingsgebied van de Westerschelde (Nederland). Hierbij werd door het aanbrengen van zand onder de waterlijn getracht de hellingsgraad van de oever te reduceren om zodoende de stabiliteit ervan te verstevigen. In totaal werd iets meer dan 10 miljoen m³ gewonnen op zee en door middel van sleephopper zuigers gestort nabij de oeverwand. Eind 2009 werden de werken opgeleverd.
12 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
Voor een nieuwe verkeerstunnel onder de rivier Tyne in het Noord-Oosten van Engeland werd in november 2009 gestart met het baggeren van een sleuf in de rivier bodem. Na het afzinken van de betonnen tunnel elementen staat Jan De Nul Group in voor het ballasten en terug afdekken van deze structuren. Voorziene opleverdatum is begin mei 2010. In de haven van Hamburg, Duitsland, werden in samenwerking met een partner onderhoudsbaggerwerken uitgevoerd waarbij het gebaggerde sediment op 170 km van de site werd gedumpt. Eind 2009 waren al twee campagnes afgewerkt. Mogelijk wordt nog een derde campagne uitgevoerd in het voorjaar van 2010. Verder werd nabij de Duitse stad Cuxhaven, gelegen aan de oevers van de Elbe, midden november gestart met het opspuiten van een industrieel terrein van 600 ha. De opgespoten specie, ongeveer 2,5 miljoen m³, wordt stroomafwaarts in de Elbe gewonnen. De werken zullen in de eerste helft van 2010 worden opgeleverd. Ook in Spanje werden verschillende projecten uitgevoerd. De werken voor de reconstructie van de verzakte kademuur Muelle Prat in de haven van Barcelona werden voortgezet. Hierbij werd het terrein achter de vernieuwde kademuur opnieuw opgespoten. Voor de uitbreiding van de bestaande containerhaven van Valencia werd een sleuf gebaggerd voor het plaatsen van een beschermingsmuur. In de haven van Castellón werd midden 2009 gestart met bagger- en opspuitingswerken in het toegangskanaal en het bassin. Oplevering is voorzien voor begin 2010.
3.3. Latijns-Amerika De orderportefeuille toont duidelijk aan dat de LatijnsAmerikaanse markt aan belang wint.
verbeterd om aldus het verkeer van duwvaartkonvooien mogelijk te maken gedurende het hele jaar.
In Argentinië werd het bestaande langlopende con cessiecontract voor de rivieren Río Paraná en Río de la Plata uitgebreid en met ongeveer 8 jaar verlengd tot 2021. In 1995 kregen Jan De Nul en zijn Argentijnse partner de concessie toegekend. Samen zijn ze verantwoordelijk voor het onderhouden van de vaargeul en voor de signalisatie van de rivieren Río Paraná en Río de la Plata tussen Santa Fe en de Atlantische Oceaan, over een afstand van 800 km. De concessie is uniek omdat een privé-firma instaat voor het onderhoud van de navigatiediepte en tol heft op de schepen die gebruik maken van de vaargeul. Het concessiecontract werd een eerste keer verlengd tot 2013. Het onderhoud van de vaargeul vereist de inzet van 3 tot 4 sleephopperzuigers, verscheidene survey- vaartuigen en schepen voor het onderhoud van het signalisatiesysteem.
Verder werd in Argentinië een contract binnengehaald voor het verbreden en verdiepen van de zwaaikom en het kanaal in de binnenhaven van Buenos Aires, de grootste containerhaven van Argentinië. Een eerste fase werd al volledig afgewerkt. De oplevering van de tweede fase is voorzien voor 2010.
De uitbreiding van het contract tot 2021 houdt de verdieping in van de sectie tussen de Atlantische Oceaan en Santa Fe tot -8,5 m. De verdieping zal ongeveer 2 jaar in beslag nemen en zal de inzet van nog 2 extra baggerschepen vereisen. Daarenboven werd ook een nieuwe sectie toegevoegd aan het contract, tussen Santa Fe en Corrientes, over een lengte van 500 km. In dit gedeelte zal de vaargeul onderhouden worden tot op een diepte van -3,6 m en de signalisatie zal worden
In 2007 werd door de Braziliaanse overheid een nationaal baggerprogramma aangekondigd voor Braziliaanse havens. Dit investeringsprogramma moet de concurrentie positie van de havens versterken. In dit kader werden in 2009 twee werken toegekend aan Jan De Nul Group. Een eerste werk omvat het baggeren van 19 miljoen m³ in het 24 km lange kanaal van Río Grande, één van Braziliës belangrijkste havens. Het contract wordt in twee fases uitgevoerd. In een eerste fase wordt het kanaal verdiept tot maximaal -18 m. In een tweede fase worden gedurende twee jaar onderhoudsbaggerwerken uitgevoerd. De werken zijn in juli 2009 van start gegaan. Een tweede project zijn de verdiepingswerken in de havens van Aratu en Salvador, gelegen in de provincie Bahía. De werken omvatten het verbreden en verdiepen van het toegangskanaal en de zwaaikom van beide havens. In Salvador zal een deel van het gebaggerde materiaal gebruikt worden voor het opspuiten van een terrein. Startdatum van de werken is gepland voor april 2010. De werken zullen tot eind 2010 duren.
Verdiepings- en onderhoudsbaggerwerken in de haven van Manzanillo (Mexico)
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 13
Andere belangrijke projecten in uitvoering zijn: Het vijfjarig onderhoudscontract van het toegangs kanaal en de aanlegplaatsen in de haven van Bahía Blanca, Argentinië (tot 2010); Onderhoudsbaggerwerken in de haven van Quequén, Argentinië; Verdiepen van toegangskanaal, zwaaikom en aanlegplaatsen in de haven van Aracruz, Brazilië. De werken werden eind 2009 opgeleverd; Onderhoudsbaggerwerken in de haven van Tumaco, Colombië; Beëindiging van de baggerwerken voor eerste fase voor een nieuwe terminal in Puerto Cortés, Honduras; De verdiepings- en onderhoudsbaggerwerken in de havens van Ensenada en Mazatlán, Mexico, werden opgeleverd. De werken in de haven van Manzanillo zullen begin 2010 worden afgewerkt; Oplevering van de onderhouds- en verdiepings baggerwerken in het toegangskanaal en draaicirkel in de haven van Veracruz, Mexico. Mariene werken voor een nieuwe LNG-terminal in de haven van Pampa Melchorita, Peru. Eind 2009 waren deze werken zo goed als afgewerkt; Baggeren van ongeveer 5 miljoen m³, waarvan 600.000 m³ vervuild, voor een nieuwe terminal in de haven van Santos, Brazilië. Start van de werken is voorzien voor de tweede helft van 2010; Baggerwerken voor een containerterminal in Callao, Peru. Werken zijn gestart in april 2008. Verdiepingsbaggerwerken en landwinning in de haven van Galeota, Trinidad & Tobago. Werken zijn gestart in augustus 2009 en zullen 1 jaar in beslag nemen.
In Mexico won Jan De Nul Group de werken voor strand suppletie van de geërodeerde kustlijn van de populaire badplaatsen Cancún, Playa del Carmen en Cozumel. In totaal werd 6 miljoen m³ zand opgespoten en 2 onderwater golfbrekers werden geplaatst. Deze laatste moeten de erosie van de stranden tegengaan. De werken zijn eind 2009 van start gegaan en duren 5 maanden. Voorts werd een belangrijk contract toegewezen voor het baggeren van een toegangskanaal en een zwaaikom voor een nieuwe containerterminal in Buenaventura, Colombia. In totaal moet er 5,3 miljoen m³ worden gebaggerd. De werken zijn in de zomer van 2009 van start gegaan en zullen worden opgeleverd eind 2010. De aanwezigheid van Jan De Nul Group op de Panamese markt werd versterkt door het binnenhalen van twee con tracten. Beide werken hebben betrekking op het inves teringsprogramma voor de verbreding van het Panama kanaal. Deze verbreding is levensnoodzakelijk voor Panama, aangezien in 2007 nog slechts 57 % van de con tainerschepen door het kanaal kon. Een uitbreiding is noodzakelijk als men de steeds grotere schepen wil blijven bedienen. Naast de constructie van 2 nieuwe sluizencomplexen, toegekend midden 2009 aan het consortium met Jan De Nul Group, zullen bestaande kanalen worden verbreed en verlengd. Ook het contract voor de uitbreiding aan de Atlantische zijde werd toe gewezen aan Jan De Nul Group. Dit project voorziet het baggeren van 17 miljoen m³ materiaal en het droog uitgraven van 800.000 m³. De werken zijn van start gegaan eind 2009 en zullen 2 jaar in beslag nemen.
Verdiepings- en onderhoudsbaggerwerken van de Río Grande (Brazilië)
14 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
“Onze jarenlange aanwezigheid in Zuid-Amerika werpt nu zijn vruchten af.” “Het procentuele aandeel van Zuid-Amerika in de totale baggeromzet van Jan De Nul Group steeg in 2009 met 50 % : van 8 % in 2008 tot 12 % dit jaar. Dat is een sterk resultaat, omdat wij, zelfs toen er heel veel werk was in andere regio’s, onze markt in Zuid-Amerika nooit hebben verwaarloosd. Jan De Nul Group is al actief in LatijnsAmerika sinds het begin van de jaren ‘90. In 2009 was de grootste uitdaging vooral de uitbreiding van onze opera tionele basis. Na lange onderhandelingen hebben we onze concessie in Argentinië voor het onderhoud van Río de la Plata en Río Paraná dan ook kunnen verlengen tot 2021. Van daaruit kunnen we makkelijker actief zijn in de omliggende gebieden: het zuiden van Brazilië, Peru en Colombia. Zo hebben we dit jaar drie projecten binnengehaald in Brazilië: twee van het strategische PACprogramma van de Braziliaanse overheid om de havens te versterken en een derde project waarvan de financie ring nog afgerond moet worden. Anderzijds zijn in 2009 ook enkele grote projecten afgewerkt, zoals de LNGterminal in Peru en de werken in Manzanillo, Mexico.” Lokale partnerships “Zonder lokale partner blijft het moeilijk werken in ZuidAmerika. De meeste landen worden stilaan internatio naler, maar in de praktijk is de Zuid-Amerikaanse markt nog altijd relatief gesloten. Zo mochten aannemers in Brazilië tot voor kort enkel aanbesteden met Braziliaanse schepen, en in de meeste Zuid-Amerikaanse landen krij gen schepen die onder de vlag van het land varen ook voorrang. Als aannemer moet je dat mechanisme kennen - Jan De Nul Group heeft bijvoorbeeld één schip onder Argentijnse vlag - of partnerships sluiten met lokale bedrijven. Voor baggerwerken in Zuid-Amerika merken we dat vooral China een grote concurrent wordt, met de financiering van belangrijke projecten in exporthavens voor grondstoffen en mineralen en dikwijls lage prijzen. Alleen zit China op vlak van technische kennis en coör dinatie nog lang niet op Europees niveau.” Zes Berendrechtsluizen in Panama “Met het sluizenproject in Panama stapt de civiele afde ling van Jan De Nul Group in een nieuw verhaal. Op de Belgische civiele markt werden bedrijven rondom ons massaal geconsolideerd of overgenomen. Om onze con currentiële positie als civiele topspeler te behouden, voelden we de nood om onze horizon te verruimen tot buiten de landsgrenzen. Panama is voor Jan De Nul Group een prestigieus project met internationale uitstra ling. Sinds augustus 2009 bouwen we aan zes nieuwe sluizen, vergelijkbaar met de Berendrechtsluis die we
Alan Lievens - area director Zuid-Amerika Dirk Van Rompaey - hoofd afdeling Civiele Bouwkunde 30 jaar geleden in de haven van Antwerpen realiseerden. Vooral de omvang maakt het werk in Panama complex. De zes sluizen, drie langs de Atlantische Oceaan en drie langs de Stille Oceaan, vergen samen 5 miljoen m3 beton, 40 miljoen m3 droog grondverzet, 50.000 ton stalen deuren en wandafsluiters, en maar liefst 6.000 tot 7.000 arbeiders. De uitdaging zit dus niet alleen in de technische moeilijkheid, maar vooral in de ontplooiing van het groot aantal middelen en medewerkers. Boven dien is de eindtermijn - het project zal 52 kalender maanden in beslag nemen - heilig voor de opdrachtgever. De eerste Panamasluis werd in dienst genomen in oktober 1914, de nieuwe sluizen moeten exact honderd jaar na datum openen. Jan De Nul Group maakt zich sterk deze strikte deadline te kunnen respecteren. De opdracht werd binnengehaald dankzij een aantal crea tieve en innovatieve oplossingen, onder andere de keuze om het beton niet aan te voeren, maar zelf te produceren uit de uitgebroken rotsen die we fijnmalen tot granulaten en zand. Daardoor stonden we niet alleen technisch heel sterk, maar konden we ook de prijs strak houden.” Totaalpakket “Vandaag kennen klanten een groeiende behoefte aan aannemers die multifunctionele projecten kunnen bieden: een totaalpakket van baggerwerken met civiele en milieuwerken. Binnen Jan De Nul Group leeft al een tiental jaar het besef dat we ook toekomst hebben op vlak van civiele en milieuwerken. Projecten als Manifa in Saudi-Arabië speelden al in op die trend, met combi naties van baggerwerk, platformen en stenenwerk. Ook Panama, voor 3 % baggerwerk en voor 97 % infra structuurproject, biedt op dit vlak een uitdaging. Onze ambitie is om in de toekomst vaker geïntegreerde pro jecten aan te nemen. Dankzij de baggerprojecten is Jan De Nul Group al actief in veertig landen, waardoor de lokale opdrachtgevers en studiebureaus al gekend zijn. Bovendien geven totaalpakketten ons de kans om con currentiële prijzen te bieden, omdat we niet met externe civiele aannemers in onderaanneming moeten werken. Voor ons maakt dit de cirkel rond: Jan De Nul Group is ooit begonnen als civiele aannemer.”
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 15
3.4. Afrika In de haven van Douala, Kameroen, werd gestart met verdiepingsbaggerwerken. Douala is één van de belang rijkste industriële centra aan de Oostkust van Afrika en verzekert 95 % van het maritiem verkeer van Kameroen. De haven is gelegen aan de oevers van de sedimentrijke rivier Wouri, waardoor binnen de haven veel verzanding optreedt. Bovendien nemen de tonnage en diepgang van schepen binnen de internationale scheepvaart toe, waardoor een verdieping van het toegangskanaal naar de haven zich opdrong. Momenteel wordt de diepgang van de haven gebracht tot -8 m, waarna de haven op deze diepte zal worden gehouden door onderhoudsbaggerwerken uit te voeren gedurende de komende vier jaar. De werken worden meegefinancierd via een Belgische lening van staat tot staat en commerciële exportkredieten. Begin 2009 werden de werkzaamheden met betrekking tot een nieuwe LNG exportterminal nabij Soyo, Angola, afgewerkt. In samenwerking met een Joint Venture partner was Jan De Nul Group verantwoordelijk voor het baggeren van een 4 km lang toegangskanaal en bijhorende zwaaikom. Voor de aanleg van de nieuwe terminal, gelegen in de monding van de Congostroom, werd 70 ha land op zee gewonnen en werd 150 ha land opgehoogd.
De uitdiepingswerken voor het toegangskanaal van de haven van Ambriz, Angola, gepland voor het voorjaar 2009, werden uitgesteld tot eind 2010. In 2009 werden de saneringswerken en strandsuppletie van een vervuild strand in Sfax, Tunesië, voortgezet. In totaal werd 2 miljoen m³ vervuilde grond droog afgegraven en 0,5 miljoen m³ grond onder de waterlijn. Het afgegraven strand werd opgespoten met 6,8 miljoen m³ zand en zal nu verder ontwikkeld worden als toeristische zone en residentieel gebied. Het grootste deel van de werken werd al in 2008 opgeleverd. In 2009 werd enkel het pompensysteem geplaatst in het ingekapselde depot waarin de vervuilde grond wordt opgeslagen. De definitieve oplevering van de werken is voorzien voor 2010. De vooruitzichten voor de Afrikaanse markt blijven positief voor de volgende jaren, maar kunnen door de economische crisis wel naar de toekomst worden verschoven. De projecten kaderen voornamelijk in investeringen in haven infrastructuur voor het uitvoeren van vele grondstoffen die het Afrikaanse continent rijk is. De vraag naar grondstoffen kende gedurende de wereldwijde economische crisis een serieuze terugval, maar zal naar verwachting snel herstellen bij heropleving van de wereldeconomie waarbij voornamelijk China en India het voortouw nemen.
Sanering en rehabilitatie van een zwaar vervuild strand – Sfax (Tunesië)
16 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
Havenuitbreiding in Port Botany – Sydney (Australië)
3.5. Australië Net als op het Afrikaanse continent kunnen de meeste projecten in Australië worden toegeschreven aan de opnieuw gestegen vraag naar grondstoffen. In de haven van Port Hedland werden twee werken uitgevoerd telkens in opdracht van een mijngigant. IJzererts wordt er via kilometerslange spoorlijnen aangevoerd vanuit de mijnen in het binnenland, waarna het via de haven wordt geëxporteerd. Dit vereist de nodige uitbreidingen van de bestaande exportcapaciteit. Het eerste project in Port Hedland omvat de baggerwerkzaamheden voor een nieuwe aanlegpositie met bijhorend toegangskanaal en zwaaikom. Met behulp van een cutterzuiger werd 3,5 miljoen ton hard materiaal ver wijderd. Begin 2009 werden deze werken opgeleverd. Rond diezelfde periode werd gestart met het baggeren van vier nieuwe aanmeerposities en bijhorende aanloopkanalen voor een andere mijnbouwgroep. De grootste uitdaging van dit project is het respecteren van de zeer strenge milieuvereisten. Om aan de normen te voldoen wordt het gebaggerde materiaal eerst naar een 5 km verderop gelegen bezinkingsbassin gepompt, voordat het stortwater wordt geloosd. Eind
2009 werd een eerste fase van 4 miljoen m³ afgerond. De tweede fase van 5,5 miljoen m³ moet begin 2011 worden opgeleverd. Verder werden volgende projecten uitgevoerd: Uitbreiding van de containerhaven van Sydney, namelijk Port Botany, met een 1,8 km lange kaai muur en het opspuiten van 9 miljoen m³ zand. In totaal zal ongeveer 62 hectare land op zee gewonnen worden. In 2009 werd de sleuf voor de fundering van de kaaimuur gebaggerd en werd gestart met de opspuitingswerken. Uitbaggeren van een 5 km lang toegangskanaal en havenbassin voor een nieuwe nikkelexport haven in Nieuw-Caledonië. Eind 2009 was al 7 miljoen m³ gebaggerd. De oplevering van de werken is voorzien voor april 2010. In de nabije toekomst zullen nog een aantal belangrijke projecten worden uitgevoerd. Verschillende aanbestedingen voor havenuitbreidingen of ontwikkelingen van nieuwe exportinfrastructuur lopen. Alle projecten zijn gerelateerd aan de export van primaire grondstoffen.
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 17
3.6. Zuidoost-Azië
3.7. Midden-Oosten
Naast landwinningprojecten in Singapore, werden in 2009 opnieuw verschillende werken uitgevoerd in ZuidoostAzië.
2009 kondigde zich aan als een moeilijk jaar voor de baggersector in het Midden-Oosten. Jarenlang waren de landwinningprojecten in Dubai een belangrijke motor voor de baggermarkt. Deze projecten kwamen, door de wereldwijde economische crisis, echter abrupt tot stilstand. De expansie- en diversificatiepolitiek van Dubai, met projecten als Dubai Waterfront en Palm Jebel Ali, die het Emiraat op de wereldkaart moesten zetten, kwam onder druk te staan. Het gevolg was dat de meeste landwinningprojecten werden bijgesteld en werken werden opgeschort.
In Taiwan werden met de sleephopperzuiger ‘Taccola’ drie projecten uitgevoerd. In de haven van Taichung, gelegen aan de westkust van Taiwan, werd het toegangskanaal van de haven opnieuw op diepte gebracht. De gebaggerde specie werd vervolgens opgespoten voor een toekomstig industrieel terrein in de achterhaven. Ten noorden hiervan, in de haven van Taipei, werden werkzaamheden uitgevoerd voor een nieuwe container terminal. Hierbij moest het toegangskanaal en het haven bekken van de nieuwe terminal worden verdiept. Het gebaggerde materiaal werd hergebruikt voor de aanleg van nieuwe industriële terreinen in de haven. Vervolgens werd in de haven van Kaoshiung de zwaaikom verdiept. Met de baggerspecie werd een nieuw industrieel terrein opgespoten. Bovenstaande werken hadden elk een uitvoeringsperiode van ongeveer 2 maand. In Maleisië werden opspuitingswerken uitgevoerd voor de bouw van een nieuwe haven, gelegen op 1,5 km van de haven van Tanjung Pelepas. Het op te spuiten materiaal, 400.000 m³, werd aangevoerd over een afstand van 150 km. De uitvoeringsperiode van dit project bedroeg 1 maand.
De impact van de crisis op Jan De Nul Group is relatief beperkt gebleken, omdat drie van de vier landwinningprojecten waarbij de Jan De Nul Group betrokken was, zich in een finale fase bevonden bij het uitbreken van de crisis. Palm Jebel Ali, het grootste van de 2 palm eilanden, werd zo goed als volledig afgewerkt. Bijna al het zand (220 miljoen m³) werd opgespoten en alle stenenwerken werden uitgevoerd. New Island Development project, een halvemaanvormig eiland, 50 km uit de kust van Dubai, werd eind augustus 2009 volledig afgewerkt. Palm Cove Canal, het onshore gedeelte van Dubai Water front werd tevens voltooid. Hierbij werd 10 miljoen m³ materiaal droog uitgegraven en 12 km kaaimuren aangelegd langsheen de dokken van het inlandse kanaal.
Verdiepingsbaggerwerken van de haven van Taichung (Taiwan)
18 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
Enkel Dubai Waterfront werd opgeschort zonder volledig te zijn afgewerkt. Dit project moest uitgroeien tot een sliert van zeven eilanden in de vorm van een schorpioenstaart, gelegen rondom Palm Jebel Ali, goed voor een op te spuiten volume van 350 miljoen m³. Voorlopig is slechts één eiland gedeeltelijk afgewerkt en zijn de rots contouren voor een tweede aanwezig.
Landwinningproject Saadiyat Island Abu Dhabi (V.A.E.)
De perceptie die door deze crisis ontstaat van het economisch gebeuren in het Midden-Oosten mag echter niet louter negatief zijn, integendeel. Andere landen en hun projecten werden veel minder geraakt door de crisis. Bovendien zijn de andere projec ten in de regio, op het landwinningproject Saadiyat Island in Abu Dhabi na, grotendeels energie- en infrastructuur gerelateerde werken. De aangetrokken olieprijs in de tweede helft van 2009 ondersteunt dan ook de haalbaarheid van deze projecten. Bovendien lag het aanbestedingsritme in 2009 op hetzelfde niveau als de voorgaande jaren. Het aantal werken dat echter finaal werd toegekend lag lager, omdat klanten veel voorzichtiger en afwachtend zijn alvorens met de uitvoering van een groot werk te starten. In Qatar werden de uitbreidingswerken van de haven van Ras Laffan afgewerkt. Deze haven is nu de grootste LNG haven ter wereld en moet de positie van Qatar, als grootste exporteur van LNG, veilig stellen. Jan De Nul Group stond, in samenwerking met een partner, in voor de bouw van verschillende golfbrekers met een totale lengte van 21 km. Hiervoor was volgend materiaal nodig: 30 miljoen ton lokale rotsen, 9 miljoen ton rotsen aangevoerd van overzee en ongeveer 1 miljoen ton beton dat deels werd gebruikt voor de productie van 240.000 betonblokken. Veder werd ongeveer 24 miljoen m³ harde kalksteen gebaggerd en 29 miljoen m³ zand opgespoten. Begin 2010 werd het contract voor de uitdieping van de haven van Umm Qasr, Irak, ondertekend. Deze haven is de poort van Irak naar de Perzische Golf en de levensader voor import van stuk- en bulkgoederen. De dichtgeslibde haven moet verdiept worden tot -12,5 m. De werken starten in april 2010.
Verder werden volgende projecten uitgevoerd: De bouw van een aanlegkade en het uitdiepen van het toegangskanaal voor het Gabbro Berth project in Mesaieed, Qatar. De extreem harde ondergrond vereist het gebruik van de krachtige cutterzuiger ‘J.F.J. De Nul’. Verwachte oplevering is begin 2010; Het verbreden van het toegangskanaal tot de aanlegplaatsen van Qafco in de haven van Mesaieed, Qatar (opgeleverd);
Bagger- en opspuitingswerken voor een nieuw havencomplex in Duqm, Oman. Jan De Nul Group is verantwoordelijk voor het baggeren van 68 miljoen m³ waarvoor ongeveer een derde zal worden hergebruikt voor landwinning achter de kademuren. Eind 2009 was al 50 % van de bagger werken voltooid en ongeveer 7 miljoen m³ opge spoten achter de kademuren. Einde van de werken is voorzien voorjmidden a a r 2012. v e r s l a g 2 0 0 9 19
Manifa Field Causeway and Island project - Manifa (Saudi-Arabië)
3.8. Offshore Het toenemende belang van de offshoremarkt wordt weerspiegeld in het investeringsprogramma 2007-2011 van Jan De Nul Group. De specifieke eisen van de offshore- industrie vragen immers de inzet van gespecia liseerd, hoogtechnologisch materieel. Onder het inves teringsprogramma werden onder andere volgende schepen gebouwd: twee sleephopperzuigers met een diepbaggerinstallatie tot 155 m waterdiepte (‘Cristóbal Cólon’ en de ‘Leiv Eiriksson’ die nog in aanbouw is), vier cutterzuigers om harde rots te baggeren (‘Ibn Battuta’, ‘Zheng He’, ‘Fernão de Magalhães’ en de ‘Niccolò Machiavelli’, alle 4 nog in aanbouw), een dynamisch gepositioneerde steenstorter ‘Willem de Vlamingh’ en een valpijpschip die zeer nauwkeurig stenen kan storten tot op een diepte van 2.000 m (‘Simon Stevin’). Al deze schepen zijn bijzonder geschikt om te worden ingezet op offshore projecten.
leren door het injecteren van water in het olieveld. Deze eilanden zijn onderling met elkaar verbonden via 41 km wegen, 5 bruggen van 180 meter lang, 8 bruggen van 90 meter lang en een verbindingsbrug met het vaste land van 2,4 km. Jan De Nul Group is hoofdaannemer en staat in voor alle bagger- en opspuitwerkzaam heden, alsook de rotswerken. De civiele werken werden uitbesteed aan een onderaannemer. In totaal zal 44,5 miljoen m³ zand opgespoten worden, beschermd tegen erosie door de aanleg van 115 km rotsbescherming. Ongeveer 12 miljoen ton gesteente zal naar de Manifa site getransporteerd zijn. Dagelijks werden 600 vracht wagens en aanhangwagens ontvangen waarna de rotsen werden opgeslagen op grootte en kwaliteit. Om aan de vereiste hoeveelheid stenen te komen, werden steengroeven gebruikt, soms tot op 500 km afstand van de site verwijderd.
Het grootste offshoreproject van de laatste jaren is het Manifa Field Causeway and Island project in Saudi- Arabië. Het Manifa olieveld, gelegen in de Perzische Golf, zal worden ontgonnen via 25 opgespoten eilanden en 2 eilanden voor waterinjectie. Waterinjectie wordt ondermeer gebruikt om de productie van olie te stimu-
Een van de grote uitdagingen van het Manifa Project is de enorme omvang van het werkgebied. De werkzone omvat immers niet minder dan 80 km².
20 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
De logistieke coördinatie en het transport over land en water van bouwmaterialen, uitrusting, brandstof, be-
In de baai van Arzew, Algerije, wordt een nieuwe gasuitvoerhaven gebouwd. Jan De Nul Group is verantwoordelijk voor het nivelleren van de zee bodem en het aanleggen van een fundering met rotsen. Op deze fundering komen grote caissons die geballast moeten worden met zand. De lange rij caissons vormen dan de golfbreker en bescher men de havenkom. Hiernaast dienen ook twee bestaande pijpleidingen te worden afgedekt met rotsen. Deze rotswerken gebeuren met het valpijp schip ‘La Boudeuse’ dat is uitgerust met een dynamisch positioneringsysteem. De werken zijn gestart in oktober 2009 en werden begin 2010 opgeleverd. In Algerije werd een werk binnengehaald voor het baggeren van een sleuf in harde rotsbodem. Nadat de pijpleidingen voor watertoevoer voor een elektriciteitscentrale door de klant waren aange legd, werd de sleuf opnieuw opgevuld. De werken werden in 2009 voltooid. In de Noordzee werden met behulp van een sleep hopperzuiger de toppen van een reeks onderwater duinen afgebaggerd, zodoende een vlakke zee bodem te creëren voor de installatie van een nieuwe pijpleiding.
manning en personeel, eten en drinken enz is bij een project van deze omvang een enorme uitdaging. Tijdens piekperiodes stelden Jan De Nul Group en haar onderaannemers niet minder dan 3.000 mensen tewerk. Dicht bij het werkgebied bouwde Jan De Nul Group de Manifa Habitat met verblijfsaccommodatie voor meer dan 2.000 personen. In een recordtijd werd in dit desolate woestijnlandschap een heus dorp gebouwd, compleet met sport- en ontspanningsfaciliteiten, wateropslag tanks, een waterbehandelingsinstallatie voor het zuiveren van afvalwater en volledig uitgeruste keukens met een capaciteit van 6.000 bereide maaltijden per dag. Het project is inmiddels voor meer dan 95 % voltooid. In november werd trouwens de eerste boring naar olie gestart door de klant. De definitieve oplevering is voorzien voor maart 2010. In 2009 werden verschillende offshore projecten binnengehaald. Gemeenschappelijke kenmerken zijn de relatief korte looptijd van de werken, de nood aan hoog technologische apparatuur en de link met de olie- en gasindustrie:
Aan de oostkust van Sakhalin, Rusland, werden de weggespoelde funderingen van een pijpleiding opnieuw hersteld met behulp van het valpijpschip ’La Boudeuse’. Voor de kust van Iran werden een aantal sleuven gebaggerd voor de aanleg van pijpleidingen die het South Pars / North Dome gasveld moeten verbinden met het vasteland. Voor de ontwikkeling van het Pluto LNG project, voor de kust van Australië, was Jan De Nul Group verantwoordelijk voor het afdekken van een aantal pijpleidingen. In 2010 zal voor ditzelfde project de ‘Simon Stevin’ worden ingezet voor het herstellen van de fundering van de pijpleiding door het plaatsten van rotsen op een diepte van 80 meter.
Verder werd in 2009 volgend project afgewerkt: Het baggeren van een aanlanding voor pijpleidin gen nabij Ras Laffan, Qatar. Hierbij werd na het baggeren van de aanlanding deze opnieuw afge dekt door het plaatsen van een rotsen stenenberm tot 12 km offshore.
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 21
3.9. Civiel slagplaats voor gedroogd slib. Met het gas dat ontstaat bij de gisting van het slib, zal elektriciteit worden opgewekt. De voorziene opleverdatum is november 2010.
Doorheen de jaren heeft Jan De Nul Group een indrukwekkende referentielijst opgebouwd op het vlak van civiele werken in België en het buitenland. In 2009 werden in diverse segmenten van de burgerlijke bouwkunde volgende belangrijke projecten gerealiseerd: Waterzuiveringsstations (o.a. Basse-Wavre, Essen, Thuin, en Mornimont); Collectorwerken (o.a. Antwerpen, Virton, Court-St-Etienne en Seraing); Bruggen (in Aalst, Lummen, Libramont en Welkenraedt); Kaaimuren (in Kortrijk en Verrebroek); Grondwerken (o.a. Gaurain, Charleroi en Lummen); Wegeniswerken (o.a. het verkeersknooppunt in Lummen); Gebouwen (o.a. Herent, Hoeilaart, Tielrode, Zele, Tielt, St-Pieters-Leeuw, Berlare, Lodelinsart en Velzeke); Waterwerken en sluizen (in Kruibeke en Waterloo); Tunnelwerken (in Brussel).
Naast de uitvoering van tal van projecten heeft Jan De Nul Group ook de nodige kennis opgebouwd voor Publiek-Private Samenwerking (PPS). Hierbij werken de overheid en privébedrijven samen voor het uitvoeren van investeringsprojecten om tot een oplossing te komen die niet enkel oog heeft voor de prijs, maar voornamelijk de nadruk legt op de parameter prijs-kwaliteit.
In Wallonië werden verschillende werken uitgevoerd in de waterzuiveringssector. Eind 2008 werd gestart met de uitbreiding van het waterzuiveringsstation van BasseWavre. De capaciteit van dit station zal worden verhoogd tot 20.000 inwonersequivalent door het bouwen van een extra beluchtings- en bezinkingsbekken en een op-
Jan De Nul Group stelde zich in 2009 kandidaat voor twee DBFM-projecten (Design Build Finance & Maintain) van de Vlaamse vervoermaatschappij De Lijn: Spartacus en Pegasus. DBFM is een vorm van PPS waarbij de pri vate opdrachtnemer de infrastructuur ontwerpt en bouwt volgens de specificaties opgelegd door de overheid,
Spoorwegverbinding Schuman-Josaphat – Brussel (België)
22 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
Eén van de grootste projecten binnen de Belgische civiele sector is de spoorwegtunnel Schuman-Josaphat in Brussel. Dit project kadert in de uitbreiding van het spoorwegnet in de omgeving van Brussel en omvat een 1,25 kilometer lange tunnel die twee bestaande spoorweglijnen verbindt. Midden 2008 werd gestart met de werken en de spoorwegtunnel moet in 2013 operationeel zijn.
“Onze structuur leent zich perfect voor PPS-projecten” “PPS (Publiek Private Samenwerking) is een nieuwe vorm van aanbesteden, waarbij de overheid meer taken en risico’s in handen van de privésector geeft in vergelijking met een klassieke overheidsaanbesteding. Sinds de be faamde Oosterweelverbinding maakt de overheid meer en meer gebruik van deze constructies om grote infra structuurprojecten op de markt te brengen. Vandaag zijn er in België drie PPS-infrastructuurprojecten in uitvoe ringsfase: het Diabolospoorproject in Zaventem, de Lief kenshoekspoorverbinding in Antwerpen en de tramlijn verlenging Brabo I in Antwerpen. Deze projecten werden toegekend aan buitenlandse bedrijven, die konden buigen op een jarenlange ervaring in hun thuisland, waar PPS al veel langer bestaat. Jan De Nul Group heeft mee gedongen aan de eerste twee projecten en heeft onge twijfeld leergeld betaald. Maar vandaag zijn we volop in de running voor twee wegeninfrastructuurprojecten van de Vlaamse ‘missing links’: de R4 Zuid in Gent en de Kempense noord-zuidverbinding. Meer zelfs, Jan De Nul Group is aangeduid als voorkeursbieder voor de reali satie van de Kempense noord-zuidverbinding.“ Spreiding van budget “Voor de overheid is samenwerken met private partijen tegenwoordig een must. De Belgische infrastructuur van levensbelang voor Vlaanderen als sterke logistieke regio - moet vernieuwd of aangepast worden en de over heid kampt met geldgebrek. In een PPS-project wordt o.a. de financiering van de bouwwerken de verantwoor delijkheid van de privésector. Na de realisatie van het project kan de overheid via zogenaamde beschikbaar heidsvergoedingen het investeringsbedrag gespreid terugbetalen, en dit over een periode van 25 tot 30 jaar. Je kan het eigenlijk vergelijken met een particulier die een lening aangaat voor de aankoop van een woning. De bank financiert (deels) de aankoop en de particulier betaalt de bank maandelijks een som geld terug. Op die manier kan de overheid de betaling van de bouwwerken over vele jaren spreiden en hoeven de huidige budget taire beperkingen geen rem te zijn op de uitvoering van noodzakelijke investeringen. “ Design & Build “Het verschil met gewone overheidsaanbestedingen is de ‘atypische’ risicoverdeling. Een openbare aanbesteding is vooral een technische kwestie: de aannemer baseert zijn offerte op het bestek met meetstaat van de overheid, en staat in voor de afwerking van de bouw binnen een bepaalde termijn. PPS gaat veel verder. De overheid schuift, naast de bouw, ook het ontwerp, het onderhoud en de financiering door naar de private sector. Hierdoor verliest de aannemer een aantal beschermingsmechanis men die ingebouwd zijn bij een klassieke overheidsaanbe steding. De PPS-formule varieert echter per project. Deze Design & Build aanpak vergroot enerzijds de risico’s, maar
Bruno Van den Eede - Financiële Dienst Jo Roelants - Civiele Bouwkunde biedt de aannemer anderzijds de mogelijkheid een pro ject van ‘nul’ te starten met inspraak in het ontwerp en het budget. Dit is een uitdaging waar Jan De Nul Group graag voor gaat. Dankzij de familiale traditie om alle winst binnen de firma te herinvesteren (en niet uit te keren) heeft Jan De Nul Group een zeer sterke financiële draagkracht. Een hoge solvabiliteit en liquiditeit zijn zeer belangrijk in dit soort projecten, omdat de aannemer verantwoordelijk is voor de financiering, deels uit eigen vermogen, maar grotendeels met vreemd vermogen of bankenschuld. Voor opdracht gevers, financiers en banken is de financiële draagkracht van de aannemer binnen dit soort projecten van groot belang. Ook onze organisatorische structuur leent zich uitstekend voor PPS-projecten. Naast de afdeling voor de uitvoering van de werken vormen de uitgebreide finan ciële, juridische en ontwerpafdeling belangrijke troeven bij dit soort projecten. Uiteraard zijn sommige aspecten van PPS zo specifiek dat voor de nodige bijkomende en specifieke competenties een beroep gedaan wordt op externe adviseurs. De risico’s zijn immers van zo’n aard dat alle aspecten tot in het kleinste detail behandeld moeten worden tijdens de biedingsfase.“ Schat aan ervaring “De procedure van een PPS-aanbesteding kan jarenlang aanslepen, net ten gevolge van de atypische risicoverde ling. Na de eerste kwalificaties (PQ) moeten aannemers een eerste kwalitatieve offerte inleveren, een tweede offerte met financiële aanvullingen en tot slot hun BAFO (best and final offer). Tijdens de procedure wordt er ook met de overheid onderhandeld over het contract en de risicoverdeling. Hierdoor is deze procedure zeer tijds- en arbeidsintensief. Naast een aantal kwalitatieve evaluatiecriteria, blijft de prijs uiteraard heel bepalend. Bij de recente aanbestedin gen doen we het goed: voor de realisatie van de R4 behoren we tot de laatste twee kandidaten, en zoals eerder aangegeven, werden we recent aangeduid als voorkeursbieder voor de Kempense noord-zuidverbin ding. Aan dit project wordt al twee jaar gewerkt, met een prijskaartje van ruim 2 miljoen euro. Een grote investering, maar ook een bron van inkomsten op korte en lange termijn en een schat aan nieuwe ervaringen voor het bedrijf, die eventueel in de toekomst ook voor buiten j a a r v e r s l a g 2 0 0 9 23 landse PPS-projecten van pas zal komen.”
Palm Cove Canal – Dubai (V.A.E.)
maar tevens instaat voor de financiering en het onderhoud ervan. De rol van de overheid beperkt zich tot het bepalen van het uiteindelijke resultaat. Het Spartacusproject wil de kwaliteit van het openbaar vervoer in de provincie Limburg verbeteren door een netwerk van snelle verbindingen tussen de steden uit te bouwen. Het project omvat een sneltramlijn tussen Hasselt en Lanaken. Met het Pegasusplan wil men een tramnet in en rond Antwerpen realiseren. Twee van de grootste weginfrastructuurprojecten die wellicht in 2010 onder de vorm van een DBFM-contract toegewezen zullen worden, zijn de noord-zuidverbinding Kempen en de R4-Zuid te Gent. Voor beide projecten heeft Jan De Nul Group zich weten te plaatsen bij de laatste twee kandidaten. Dat de ambitie van de Jan De Nul Group ook voor de civiele werken steeds internationaler gericht is, werd bevestigd door het binnenhalen van één van ’s werelds grootste en meest prestigieuze infrastructuurwerken, namelijk de bouw van het nieuwe sluizencomplex op het Panamakanaal. Het consortium Grupo Unidos por el Canal, waar Jan De Nul Group deel van uitmaakt, had niet enkel de beste prijs, maar tevens de beste technische oplossing ingediend. De werken voorzien in de constructie van twee sluizencomplexen, één aan de Atlantische Oceaan en een aan de Stille Oceaan. Dit moet grotere schepen toelaten om, via het Panamakanaal, van de Atlantische Oceaan naar de Stille Oceaan te varen. De capaciteit van het Panamakanaal zal na de werken met ongeveer 50 % verhoogd zijn. Ongeveer 6.000 mensen zullen meewerken aan dit project dat tegen het einde van 2014 zal worden afgerond, 100 jaar na de opening van het Panamakanaal. Naast het megaproject in Panama werden in 2009 nog internationale civiele werken tot een goed einde gebracht in Dubai, Qatar, Saudi-Arabië en Kroatië.
24 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
Sedimentbehandeling Amoras – Antwerpen (België)
3.10. Milieuwerken Envisan, de milieudivisie van Jan De Nul Group, is actief in havengebonden milieuprojecten, locatiesaneringen en de verwerking van speciale afvalstoffen.
Havengebonden milieuprojecten In 2009 heeft Envisan zijn positie versterkt in de traditio nele havengebonden markten van sedimentbehandeling en de sanering van sterk verontreinigde industriële terreinen. Met het Amorasproject in de Antwerpse haven staat Envisan mee aan de top van de nieuwste ontwikkelingen in sedimentbehandeling. Een consortium, waarin Envisan een leidende rol heeft, staat in voor het ontwerp, de bouw en de exploitatie van de sedimentverwerkings installatie in de Antwerpse haven. Het Amorasproject voorziet voldoende verwerkings- en opslagcapaciteit voor de sedimenten die jaarlijks in de Antwerpse haven worden gebaggerd. Na de ontwerpfase in 2008, werd in 2009 gestart met de bouw van het verwerkingscentrum. De bouw loopt nog tot september 2010, waarna een test fase van 6 maanden volgt. Op 31 maart 2011 gaat dan de exploitatiefase van start, die duurt tot 31 maart 2026. De verwerking en berging van de onderhoudsbaggerspecie wordt geraamd op 500.000 ton droog stof per jaar. Niet alleen voor havens, maar ook voor rivieren zijn oplossingen voor de verwerking en berging van veront reinigde sedimenten noodzakelijk. De Europese Kader richtlijn ‘Water’ zal de volgende jaren het opruimen van verontreinigde rivieren stimuleren. Envisan heeft daarom
bewust gekozen voor een meerjarenstrategie met de ont wikkeling en bouw van een drijvende mobiele sediment ontwateringinstallatie. De aanzet voor deze investeringen is de ondertekening van de contracten voor het baggeren en verwerken van verontreinigde sedimenten uit Waalse rivieren (België). De verwerking en berging wordt geschat op 70.000 ton droog stof op jaarbasis. Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met verschillende partners en heeft een voorlopige looptijd van 1 jaar en is tot drie maal verlengbaar voor één jaar. Deze trend van duurzame ontwikkeling zet zich verder door naar het zuiden van Europa, waar havenautoriteiten actief zoeken naar duurzame oplossingen voor de toe passing van gebaggerde verontreinigde sedimenten. Envisan werkt samen met lokale partners en biedt oplos singen aangepast aan lokale behoeften en omstandig heden.
Locatiesaneringen In 2009 is door Envisan verder gewerkt aan enkele van de grootste bodemsaneringprojecten in België. Na de sluiting van de drie Carcoke sites in de jaren negentig, bleven zwaar vervuilde terreinen achter. Er werd besloten deze terreinen te saneren en te herontwikkelen. Envisan is betrokken bij twee van de drie projecten. Na de sanering van de teerstorten op de site in Zee brugge werd in 2009, samen met verschillende partners, de saneringen van de ovensite, het compressiestation en stockplaats uitgevoerd. Hierbij plaatste Envisan twee
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 25
waterzuiveringstations die het met cyanide veront reinigd grondwater van de site moeten reinigen. Op de Carcoke-site in Brussel werd in 2009 het grootste deel van de kernontgraving uitgevoerd. Ongeveer 120.000 ton zwaar verontreinigde bodem werd per schip afgevoerd voor verwerking en het terrein werd aange vuld zodat de bouw van de bovengrondse infrastructuur kan starten. Tevens werd gestart met de voorbereiding van de grondwatersanering. Het grondwater van deze sterk verontreinigde locatie zal nog tot 2022 gezuiverd worden.
Verwerking speciale afvalstoffen Envisan investeert niet alleen in West-Europa. Ook in Oost-Europa wordt ingezet op nieuwe ontwikkelingen. De toetreding van Roemenië tot de Europese Unie heeft de noodzaak gecreëerd om afvalstoffen conform de Europese wetgeving te verwerken. Envisan investeert in deze ontluikende milieumarkt met de ontwikkeling
Olieslibbehandeling Arpechim – Pitesti (Roemenië)
26 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
en bouw van een verwerkingsinstallatie in Roemenië voor de verwerking van ongeveer 200.000 m³ olie houdende afvalstoffen. Deze afvalstoffen, afkomstig van een raffinaderij, liggen momenteel opgeslagen in open bekkens en zouden zonder behandeling een hypotheek leggen op de lokale fauna en flora. De bij de verwerking vrijgekomen stoom zal worden omgezet in elektriciteit die op zijn beurt zal worden gebruikt voor de verwer kingscentrale. De opstart van de installatie is voorzien voor de tweede helft van 2010.
Vooruitzichten Onder impuls van de Wereldhandelsorganisatie wordt milieubewustzijn in bepaalde groeilanden omgezet in lokale wetten en worden actieve milieuadministraties uitgebouwd. Verwacht wordt dat Envisan daarom haar activiteiten zal ontwikkelen in de thuismarkten van Jan De Nul Group, waaronder Midden- en Zuid-Amerika. Wereldwijd stijgt de vraag naar milieuwerken en milieu technologie, terwijl de bestaande technische capaciteit niet even snel wordt uitgebreid. Hierdoor kan verwacht
worden dat er de volgende jaren nieuwe markten zullen ontstaan. Envisan staat voor de uitdaging om haar milieutechnologie en expertise in te zetten in deze nieuwe markten en regio’s, waar de milieusector nog in haar kinderschoenen staat. In 2009 werd in de drie grond- en slibverwerkingscentra van Jan De Nul Group enerzijds bagger- en ruimings specie uit waterlopen verwerkt en anderzijds uitge graven gronden opgeslagen en/of gereinigd. Er werd ongeveer 100.000 ton vervuilde baggerspecie verwerkt via mechanische ontwatering en lagunering. 65.000 ton hiervan was afkomst van baggerwerken in het Kanaal Gent-Terneuzen en de haven van Brussel. Een deel van de verwerkte specie werd omgezet tot ‘bouwstof’. Via voornamelijk biologische reiniging werd verder ongeveer 80.000 m³ verontreinigde niet-baggergerela teerde materie verwerkt.
GEERT IDE - Hoofd Envisan, milieudivisie van JDN Group
“Steeds meer vraag naar duurzame oplossing voor baggerspecie” “Met het Amoras project in de Antwerpse haven wordt voor het eerst in Vlaanderen (misschien zelfs in Europa of op wereldschaal) een nieuwe oplossing gelanceerd voor baggerspecie: kamerfilterpersen. In landen met veel ruimte worden gebaggerde sedimenten gedumpt of op natuurlijke wijze door de zon en de wind ontwaterd in lagunes. Maar Vlaanderen kent dat voordeel niet. In de haven van Antwerpen zou 120 hectare nuttige opper vlakte verloren gaan bij dergelijke natuurlijke ontwate ring. Daarom lanceerde Envisan - sinds 1996 de milieu divisie van Jan De Nul Group - een innovatieve technische variant op lagunering. Bij kamerfilterpersen wordt het natte baggersediment met 30 % droge stof in doeken geperst tussen grote platen, tot een specie met 60 % tot 70 % droge stof. Ideaal om opslagruimte te besparen in een project als Amoras, dat per jaar ruim 2 miljoen m3 aan natte sedimenten oplevert. Vandaag plukt Envisan de vruchten van zijn ervaring met baggerspecie in Vlaanderen. Sinds afval dumpen in zee verboden is, stijgt de vraag naar duurzame oplossingen voor de opslag van sedimenten. Projecten voor de behandeling van baggersedimenten zijn onder andere gepland in Duinkerken en Toulon in Frankrijk, en in Italië. Maar om de druk van de crisis op te vangen wijken we ook uit naar landen in Centraal- en Oost-Europa en breiden we onze activiteiten uit van klassieke bodem- en grondwaterbehandeling naar speciale afvalstoffen, zoals olieslib en metaalslib. Die nichemarkt vraagt hoge inves teringen en complexe technieken, en telt daarom weinig concurrenten. Zo bouwen we in Roemenië een speciale installatie van 12 miljoen euro, en zijn we in Saudi-Arabië kandidaat voor een sanering van 150.000 m3 olieslib. In Koeweit is Envisan in de running om de gevolgen van de Golfoorlog op te ruimen. Het prijskaartje voor de behandeling van dergelijk slib is niet min, maar nu ook steeds meer exotische landen investeren in toerisme en natuurbehoud, kan Envisan zijn rol als geografische voortrekker optimaal spelen.”
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 27
Sleephopperzuiger Leiv Eiriksson te water gelaten in Bilbao (Spanje)
28 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
4.
I nve s te r i n g en
4.1. Afgewerkte schepen Een belangrijke mijlpaal binnen het investerings programma was de oplevering van de ‘Cristóbal Colón’ op 25 juni 2009. De 46.000 m3 sleephopperzuiger, veruit de grootste in de wereld, voer onmiddellijk naar Duqm in Oman voor haar eerste opdracht. Het nieuwe vlag genschip van de groep krijgt begin 2010 het gezelschap van haar zusterschip, de ‘Leiv Eiriksson’. Deze twee schepen, samen met de 33.000 m3 ‘Vasco da Gama’ en de 30.500 m3 ‘Charles Darwin’ vormen een geduchte vloot, geschikt voor het economisch uitvoe ren van landwinningprojecten. Op 13 maart werd het valpijp- & mijnbouwschip ‘Simon Stevin’ te water gelaten op de scheepswerf La Naval in Bilbao. Achteraf werd een module van 2.000 ton aan boord geplaatst, door middel van de drijvende kraan ‘Rambiz’. Deze module, ontwikkeld door Jan De Nul Group, bevat een installatie die de valpijp volauto matisch opbouwt en na het storten ook weer afbreekt. In de tweede helft van 2009 werd deze module en het schip vaarklaar gemaakt en getest. Begin 2010 werd de ‘Simon Stevin’ al opgeleverd en in productie gezet. Op de scheepswerf La Naval wordt momenteel de 46.000 m3 sleephopperzuiger ‘Leiv Eiriksson’, die te water gelaten werd op 4 september 2009, afgewerkt. Tegelijkertijd krijgt de 30.500 m3 hopper, ‘Charles Darwin’, vorm in dezelfde scheepswerf. Dit vooruit strevende schip dat speciaal werd ontworpen voor werken in ondiep water, wordt te water gelaten halfweg 2010. In november werd de eerste van een reeks van vier 1.800 m³ splijtbakken, de ‘Concepción’, opgeleverd door de scheepswerf Tianjin Xinhe in China. Deze splijtbakken zijn kleiner dan de 3.700 m3 ‘L’Aigle’ klasse splijtbakken, gebouwd of nog in aanbouw op dezelfde scheepswerf. Dat maakt hen meer geschikt voor werken samen met de grote backhoe’s uit de vloot, of in beperkte of ondiepe wateren.
De ‘Concepción’ voer daarna naar Koniambo in NieuwCaledonië, waar ze aan het werk was samen met de backhoe ‘Mimar Sinan’. Ondertussen werd in januari 2010 ook het tweede schip, de ‘Santiago’, opgeleverd. Ook op de Xinhe Tianjin scheepswerf, werd de backhoe ‘Postnik Yakovlev’ opgeleverd. Dit schip, met een Backacter 1100 graafmachine, is bijna identiek aan de ‘Vitruvius’ en de ‘Mimar Sinan’. Een bewijs van de intensieve samenwerking tussen Xinhe Tianjin Shipyard en Jan De Nul Group is dat maar liefst 6 schepen te water werden gelaten in 2009: De 3.700 m3 splijtbak ‘Astrolabe’; De 3.700 m3 splijthopperzuiger ‘De Lapérouse’; De 1.800 m3 splijtbakken ‘Concepción’, ‘Santiago’, ‘Trinidad’ en ‘Victoria’; Daarenboven werden ook nog 3 werkboten, gebouwd op deze werf, te water gelaten. Wanneer het 2007-2011 investeringsprogramma beëin digd is, zal Xinhe Tianjin Shipyard 28 schepen gebouwd hebben voor de groep! De eerste in de rij, de ‘L’Aigle’ werd besteld in 2003. Deze langdurige, uitstekende samenwerking is gebaseerd op het correct vervullen van contractuele verplichtingen door beide partijen, het wederzijds respect, de technische knowhow van Xinhe Shipyard, samen met de adequate ondersteuning van Jan De Nul Group, en tenslotte de vriendschappelijke relaties tussen de werknemers van beide bedrijven.
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 29
4.2. Status investeringsprogramma
Bij de hulpschepen werden vijf sleepboten, elk met een vermogen van 2x450 kW en gebaseerd op de standaard Damen Stantug 1600 type, werden opgeleverd. Deze werden gebouwd door de Albwardy scheepswerf in Dubai. Een snelle peilboot, de ‘DN 96’ werd geleverd door No Limits Ships in Nederland. En ten slotte werden enkele duwbakken en kleinere pontons aangekocht.
In 2009 werden de bouwcontracten met Asia Heavy Industries Co.Ltd. (voorheen Heun Woo Co.Ltd.) in Busan, Korea, noodgedwongen stopgezet. De reden hiervoor was dat de bouw van de twee 7.500 m3 sleephopperzuigers en de 6.000 ton zijsteenstorter extreme vertraging had opgelopen. Ondertussen werd de scheepswerf failliet verklaard. Ondanks de gewijzigde economische situatie, werd er beslist deze schepen opnieuw te bestellen. Deze 2 hoppers zijn, omwille van hun grootte, perfect voor onderhoudswerk en kleinere baggerwerken. Daarom zijn ze een noodzakelijke aanvulling van de vloot, net als een grote zijsteenstorter. Dat schip zal het valpijp-
30 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
Beuninhoud (m3)
350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000
2011
2009
2010
2008
2007
2006
2005
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
Totaal geïnstalleerd vermogen (kW)
2002
200.000 180.000 160.000 140.000 120.000 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0.000
2001
Cuttercapaciteit
2004
2003
2002
2001
0.000
2000
Op 14 augustus 2009 werd o.a. de eerste van de vier grote zelfvarende cutterzuigers te water gelaten op de scheepswerf Uljanik in Pula, Kroatië. De ‘Ibn Battuta’ wordt momenteel vaarklaar gemaakt en getest. Ondertussen, in januari 2010, werd ook het tweede schip, de ‘Zheng He’, te water gelaten en op hetzelfde moment werd de kiel gelegd van de ‘Fernão de Magalhães’. De kiellegging van het vierde schip in de reeks is voorzien voor midden 2010. Deze complexe en gesofisticeerde schepen zullen worden opgeleverd in 2010 en 2011 en moeten bij de krachtigste ter wereld gerekend worden. Momenteel heeft trouwens enkel de ‘J.F.J. De Nul’ een cuttervermogen dat groter is dan dat van de ‘Ibn Battuta’ klasse.
Hoppercapaciteit
2000
Het totale investeringsprogramma telt 27 schepen. In 2008 werden de eerste 2 schepen uit het investeringsprogramma opgeleverd: de megabackhoes ‘Mimar Sinan’ en ‘Vitruvius’. Over 2009 werden 3 schepen opgeleverd wat betekent dat begin 2010 nog 22 schepen in aanbouw zijn. Daarnaast omvat het investerings programma ook nog verschillende hulpschepen.
4.3. Andere investeringen Naast het investeringsprogramma van de vloot, werd er in 2009 ook geïnvesteerd in droog materieel. In Luxemburg werd verder gewerkt aan de bouw van het nieuwe hoofdkantoor. De oplevering is voorzien voor het voorjaar van 2010.
schip ‘Simon Stevin’ perfect aanvullen voor het storten van stenen in ondiepere wateren, en voor het uitvoeren van waterbouwkundige werken. Na onderhandelingen met verschillende scheeps werven in Europa, China en Korea, heeft Jan De Nul Group in oktober de contracten getekend met STX Offshore & Shipbuilding Co.Ltd in Korea. De schepen worden gebouwd op de scheepswerf van STX in Busan en worden opgeleverd in 2011. De namen van deze schepen bleven ongewijzigd: de sleephopperzuigers zullen ‘Al-Idrisi’ en ‘Vitus Bering’ worden genoemd en de zijsteenstorter krijgt de naam ‘Willem De Vlamingh’.
“Groter, dieper en competitiever” “Met het valpijp- en mijnbouwschip ‘Simon Stevin’ stapte Jan De Nul Group in een nieuwe dimensie van scheepsbouw. Alle andere steenstortschepen op de markt zijn bestaande schepen die werden omgebouwd, maar voor de ‘Simon Stevin’ zijn we - zowel voor het schip als voor de valpijpinstallaties - vertrokken van een totaal nieuw ontwerp. Die manier van werken heeft voordelen: de ‘Simon Stevin’ is 25 tot 50 % groter dan andere val pijpschepen en kan tot op ca. 2.000 meter diepte werken. Bovendien werkt het schip productiever en sneller dan alle bestaande schepen. Dankzij zijn volledig geautoma tiseerde valpijp kan de ‘Simon Stevin’ in enkele minuten een pijp van twaalf meter installeren. Een onvoorstelbare uitdaging, die met manuele besturing nooit gerealiseerd kan worden. De ‘Simon Stevin’ is met andere woorden een bijzonder competitief schip, waardoor Jan De Nul Group scherpe prijzen kan bieden aan zijn klanten.” Eerste opdrachten in Australië “Onze klanten appreciëren die efficiënte aanpak van de ‘Simon Stevin’. In februari is het schip opgeleverd, direct begon het al aan zijn eerste opdracht. Dat is een groot succes in de huidige moeilijke markt. Met één vracht stenen uit Dubai van 33.000 ton - een hoeveelheid waar onze concurrenten een paar keer op en neer voor moeten varen - zal de ‘Simon Stevin’ twee werken uitvoeren in Australië. We starten met een ‘freespan correction’ op een onder waterpijplijn. Omdat de pijpleiding niet overal op de zeebodem rust, kan ze overbelast raken wanneer er gas doorheen voert. De ‘Simon Stevin’ zal die putten opvul len met stenen, zodat de pijpleiding overal voldoende ondersteund is. Daarna volgt een onderwater pijplijnoverbrugging op 70 meter waterdiepte die uit te voeren is binnen toleranties van 20 centimeter. Een werk dat kan vergeleken worden met het bouwen van een brug onder water, om ervoor te zorgen dat twee pijpleidingen kruisen zonder elkaar te raken. In de tweede helft van 2010 komt de Simon Stevin dan wellicht terug voor opdrachten in de Noordzee. De ‘Simon Stevin’ biedt nog voordelen voor de klanten, als enige steenstorter ter wereld heeft het schip, naast de ROV (Remotely Operated Vehicle) onderaan de valpijp, een tweede ‘workclass’ ROV aan boord dat vrij van het schip kan bewegen. Daarmee kan de bemanning inspecties uitvoeren op een steenbestorting of kleine reparatiewerken uitvoeren voor wanneer er iets mis is met de grote ROV. Uniek aan de ‘Simon Stevin’ is ook
Robby De Backer - hoofd afdeling Nieuwbouw Noël Pille - hoofd afdeling Offshore een operationeel helikopterplatform. De klant in Australië wil daar onmiddellijk gebruik van maken, omdat het schip tot op 150 kilometer van de kust werkt. Diepzeemijnbouw “De ‘Simon Stevin’ bevat tevens voorzieningen om diep zeemineralen tot op 2.000 meter diepte te baggeren en te laden. Vandaag is dat een markt die zich nog moet waarmaken. Voor de crisis was diepzeemijnbouw econo misch, maar nu zijn de prijzen gedaald. Toch ziet Jan De Nul Group mogelijkheden in deze sector als de markt zich herstelt.” Uniek scheepsontwerp “Jan De Nul Group bouwt schepen omdat ze passen in de vloot, niet voor kortetermijnopdrachten. Daarom zien wij in economisch moeilijke tijden geen reden om onze plannen voor nieuwbouw aan te passen. Toen na het uitbreken van de crisis in 2008 de werf in Korea, waar Jan De Nul Group drie schepen had besteld, failliet ging, hebben wij die bestelling gewoon bij een andere scheepswerf geplaatst. Bovendien is dit het perfecte moment om schepen te bestellen: de scheepswerven zijn sinds de crisis vragende partij, waardoor we opnieuw evolueren naar een buyers market met scherpere prijzen. In de loop van 2010 zullen mogelijk enkele schepen minder actief zijn. De projecten in Dubai zijn in één maand tijd teruggevallen op nul. We proberen dat op te vangen door naar nieuwe markten te trekken en door kleinere opdrachten aan te nemen. Een aanpak die tot nog toe zeker loont. Maar de grote sterkte van Jan De Nul Group ligt in zijn unieke scheepsontwerpen, die dankzij de in-house ontwerpafdeling snel aangepast kunnen worden aan nieuwe behoeften. Het valpijpschip ‘La Boudeuse’ bijvoorbeeld, kan op een veilige afstand rond stalen palen van windmolens met een gerichte pijp steenbestortingen uitvoeren zonder gevaar voor bescha diging van de paal. De klanten betalen graag iets meer voor zo’n efficiënte en veilige werkwijze. Ook de ‘Simon Stevin’ past perfect binnen dat plaatje: Jan De Nul Group heeft er opnieuw een concurrentieel schip bij.”
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 31
32 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
5.
Ve i l i g h e i d , g e z o n d h e id, k wa l i te i t e n m i l i eu
5.1. Veiligheid, gezondheid en kwaliteit Omdat veiligheid, gezondheid, kwaliteit en milieu essen tieel zijn bij de uitvoering van de projecten, streeft Jan De Nul Group steeds naar de hoogst mogelijke standaarden op dit gebied. Hierbij vervullen de klant, de werknemers en andere belanghebbenden steeds een centrale rol. In 2009 werden drie surveillance audits uitgevoerd, in navolging van de renewal audit in 2008. Tijdens deze audits werden geen belangrijke tekortkomingen vastgesteld in de werking van de zorgsystemen. De status van de certificatie bleef daardoor onveranderd. Niettegenstaande bovenstaande is een QA-HSE beleid nooit af. Het is een dynamisch proces dat continu evolueert en moet worden bijgestuurd. Naast het opvolgen van de Key Performance Indicatoren is in 2009 vooral aandacht besteed aan het consequent doorvoeren van meer uitgebreide kwaliteitscontrole plannen op de diverse werven. Het oordeelkundig plaatsen van daarvoor bestemde controlepunten is een evenwichtsoefening en moet bewerkstelligen dat de technische uitvoering van het werk conform het bestek en de daarin vermelde eisen verloopt, en dat de admi nistratieve opvolging van de controles praktisch, haalbaar en redelijk is, zonder dat ze een eigen leven gaat leiden, weg van de realiteit van de uitvoering. Kwaliteitssystemen met doorgedreven kwaliteitscontro les op werven zijn onontbeerlijk en steeds een uit daging van opstart tot oplevering. Jan De Nul Group zal hier blijvend aandacht aan besteden.
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 33
CASE STUDY: MANIFA FIELD CAUSEWAY and island PROJECT Ter illustratie nemen we het Manifa Field Causeway and Island Project in Saudi-Arabië onder de loep. Voor dit project werd een Quality Management System en een adequaat kwaliteitscontrolesysteem succesvol geïmple menteerd, gericht op continu verbeteren.
dirk traen - hoofd afdeling Veiligheid
“71 dagen en 133 gesprekken heeft het ons in de ban gehouden” “Zoals elk baggerbedrijf kende de Jan De Nul Group al een aantal noodsituaties: de brand op de ‘Vasco da Gama’ in december 2007 bijvoorbeeld, of de ‘Cristoforo Colombo’ die in Sakhalin op de rotsen terecht kwam. Maar de kaping van de ‘Pompeï’ in april 2009 - op een zogenaamd veilige 1.000 kilometer afstand van de Somalische kust - was vol komen onverwacht. Zodra het noodsignaal op zaterdag ochtend 18 april 2009 rond 5 uur bij mij aankwam, heb ik de leden van het emergency team samengeroepen: de directie van de Jan De Nul Group en DEME, de veiligheidsdiensten, de technici die de ‘Pompeï’ kenden, nadien ook de gerech telijke politie en onze adviseur-woordvoerder ... Tegen zater dagmiddag was iedereen aanwezig in ons crisislokaal te Aalst, dat speciaal voor noodsituaties is uitgerust met computer- en communicatiefaciliteiten. In een kaping word je meegezogen. Dag en nacht vrees je voor het leven van de bemanning, kan je nergens anders aan denken, laat staan je normale werkzaamheden verder zetten. Medewerkers bij de Jan De Nul Group zijn technisch ge vormd, maar hoe ga je om met de menselijke aspecten, met een huilende of angstige moeder of echtgenote? Van bij het begin hebben we beslist om de families twee maal per dag op te bellen. Dat werd geapprecieerd, zo hoorden we achter af. Alle bemanningsleden werken vandaag trouwens nog bij Jan De Nul Group. Na 71 dagen en zo’n 133 onderhande lingsgesprekken werd de bemanning uiteindelijk vrijgelaten. Nu de crisis voorbij is, beseffen we hoe noodzakelijk een onafhankelijke onderhandelaar was tijdens de gesprekken met de gijzelnemers. Als externe partij kon hij tijd winnen of met de nodige afstand onderhandelen. We leerden het belang van een goede voorbereiding: voor elke actie (een telefoongesprek met de gijzelnemers, de repatriëring van de bemanning …) werden minutieuze stappenplannen opgesteld. Sinds de kaping voorzien we extra beveiligingen, zoals prikkeldraad op de schepen, en de crew krijgt speciale opleidingen. We doen er alles aan om dit soort situatie in de toekomst te vermijden.”
34 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
Om de kwaliteit van de materialen, evenals de goede uitvoering van dit unieke werk te garanderen, werd een gedetailleerd Quality Management System opgezet, gebaseerd op de internationaal erkende ISO 9001-norm en het basissysteem voor de groep. De implementatie gebeurde onder supervisie van het Manifa kwaliteits departement van Jan De Nul Group (een team van 30 kwaliteitsinspecteurs en 5 administratieve bedienden). Een kwalitatieve duurzaamheid van 50 jaar garanderen zoals voorgeschreven in het contract, gebeurt namelijk niet in een-twee-drie. Vanzelfsprekend kan een kwaliteitssysteem pas slagen, als het aan regelmatige controle onderworpen wordt. In de eerste plaats zijn interne audits een belangrijk instrument voor het toetsen en het constant bijsturen van het kwaliteitssysteem. Zo werd het Manifa project aan 13 interne audits onderworpen, alvorens een door gedreven driedaagse audit te ondergaan, uitgevoerd door het wereldwijd erkende certificatiebureau Lloyd’s Register QA. De auditor heeft geen afwijkingen tegenover de norm gerapporteerd. Voorts is de klachtenbehandeling ook een vorm van controle op het kwaliteitssysteem. Klachten dienen om informatie te verzamelen over situaties die in de ogen van de klant ongewenst zijn. Door de klachten periodiek te analyseren, alsook individueel te behandelen kunnen verbeteringsacties op systeemniveau worden gedefi nieerd. Meer dan 300 interne observaties en ongeveer 100 klantenobservaties werden tot op heden door de Manifa kwaliteitsdienst behandeld. Een derde manier om te komen tot een kwalitatief hoog staand resultaat zijn de kwaliteitscontroles zelf. De ISOnorm verplicht de organisatie om de werken, de uitvoe ringsmethodes, alsook de kwaliteitsvereisten vooraf uitvoerig te beschrijven in projectspecifieke documenten. Hierdoor kan de organisatie nadenken over de uitvoe ringswijze en de controle ervan, en over de samenwerking tussen verschillende departementen. De documenten zijn eveneens een naslagwerk voor de klant.
Voor het Manifa project werden van ontwerp tot en met voltooiing kwaliteitscontroles uitgewerkt, zoals: Uniformiteit van de zandkorrels: Per 30.000 m³ zand dat opgespoten werd, werden zandstalen genomen om te testen op uniformiteit. Organische materialen: Per 120.000 m³ zand werden zandstalen gecontroleerd op de aanwezigheid van organische materialen, carbonaten en andere criteria. Geotextiel: Per 10.000 m² geotextiel werden testen uitgevoerd op rekgrens, treksterkte en permeabiliteit. Stenenwerken: Per 10.000 ton stenen van gelijk formaat en gewicht, afkomstig uit verschillende steengroeven in Saudi-Arabië, werden 200 individuele stenen geselecteerd om te testen op afmeting en gewicht, en werden 50 stenen getest op sterkte.
Het Manifa Field Causeway and Island Project in de Perzische Golf is een werk in opdracht van de Saudische Staatsoliemaatschappij Saudi Aramco. Het Manifa-olieveld ligt voor de kust van Saudi-Arabië, in ondiepe wateren, waardoor oliewinning op de traditionele offshore manier onmogelijk is. Daarom heeft de klant geopteerd voor ontginning via 25 opgespoten eilanden en 2 verderop gelegen water injectie-eilanden. De eilanden worden onderling verbonden met 41 km wegen, 5 bruggen van 180 m, 8 bruggen van 90 m en een brug naar het vasteland van 2,4 km. Naast de opspuitings- en rotswerken worden een toegangskanaal en 3 afmeerplaatsen gebaggerd en wordt er een kade gebouwd. Jan De Nul Group is verantwoordelijk voor zowel het ontwerp als de uitvoering. De civiele betonwerken werden uitbesteed aan de Turkse onderaannemer STFA. Tegen midden 2011 zullen hier dagelijks 900.000 vaten extra ruwe olie worden ontgonnen, een toename van de totale Saudische ontginningscapaciteit met zo’n 8 %.
Manifa Field Causeway and Island project - Manifa (Saudi-Arabië)
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 35
Jan De Nul Group ongevallenstatistieken maritieme werken 2005-2009
2005
2006
2007
2008
2009
Blootstellingsuren per jaar (1) 7.755.514
7.997.880
8.147.843
10.308.791
10.754.632
Ongevallen met werkverlet (2)
35
27
37
33
43
Frequentiegraad ( ) (Fg)
4,5
3,38
4,5
3,2
3,99
Verloren kalenderdagen
982
1.823
1.010
1.224
2.118
Werkelijke ernstgraad (4)
0,13
0,23
0,12
0,12
0,19
Dodelijke ongevallen
geen
geen
geen
geen
geen
Recordable injuries (5)
79
56
63
79
87
10,19
7,01
7,73
7,66
8,08
3
TRI ratio (6)
(1) Blootstellingsuren: Jan De Nul Group (2) Ongeval met werkverlet: Ongeval met minimum 1 dag werkverlet tot gevolg, de dag van het ongeval niet inbegrepen. (3) Frequentiegraad: - Berekend als aantal ongevallen met werkverlet per miljoen uren blootstelling. - bij de berekening wordt ervan uitgegaan dat de bemanning aan boord 24 uur per dag risico loopt. (4) Ernstgraad: - Berekend als aantal verloren kalenderdagen per 1.000 werkuren. - Sinds de invoering van de veiligheids management systemen in 1996 e.v. is een lage frequentie- en ernstgraad gehandhaafd. (5) Recordable injuries: Alle ongevallen exclusief EHBO ongevallen (6) TRI ratio: Berekend als het totale aantal recordable injuries per miljoen uren blootstelling.
5.2. Milieu Momenteel telt het Marine Environmental Department (MARED) meer dan 20 biologen, geologen en mariene wetenschappers, die wereldwijd de milieuaspecten van de projecten kritisch opvolgen. Het milieueffecten rapport (MER) en de projectspecificaties omschrijven de mogelijke milieueffecten van de werken en toetsen het project aan de relevante milieuwetgeving. Op basis van deze documenten stellen de Marine Enviromental Engineers op kantoor een milieumonitoring en een milieumanagement plan (MMP) op. Bij de opvolging van het baggerproces is het van groot belang dat de baggerwerken overeenstemmen met de voorgeschreven milieunormen. In de loop van 2009 voerde het MARED-team studies uit voor een aantal projecten waarbij het milieuaspect een bepalende rol speelt bij de aangewende uitvoeringstechniek. De werken in Koniambo, Sydney, Port Hedland, Mesaieed en Panama spreken daarbij het meest tot de verbeelding. Zowel in Port Hedland, Australië, als in Mesaieed, Qatar, zijn havenuitbreidingen in uitvoering waarbij het te baggeren materiaal een groot gehalte aan fijn sedi ment bevat. Om te vermijden dat fijne deeltjes met het proceswater meegenomen worden en zich kunnen afzetten op gevoelige biotopen in de buurt, werden grote bezinkingsbekkens gebouwd waarin deze deeltjes opgevangen worden.
36 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
In Koniambo, Nieuw-Caledonië, wordt een nieuwe nikkeluitvoerhaven gebouwd in een lagune achter één van de grootste koraalriffen ter wereld. Om de 5 km lange vaargeul en bijkomende zwaaikom uit te baggeren, wordt gebruik gemaakt van de backhoe ‘Mimar Sinan’, omdat dit type schip ideaal is om de harde grondsoort binnen de zeer strenge milieucriteria te verwijderen. In Sydney, Australië, werkt Jan De Nul Group aan de uitbreiding van de containerhaven. Om de werkgebieden af te scheiden van de gevoelige biotopen, werden over een totale lengte van 3 km onderwaterschermen aangebracht. Die schermen zorgen ervoor dat de in suspensie gebrachte sedimenten zich niet kunnen verspreiden over de hele baai, zodat de biotopen niet in gevaar komen. In de haven van Mesaieed, Qatar, wordt de Gabbroterminal uitgebreid met bijkomende kades. Hiervoor moeten er in het havenbassin en het toegangskanaal baggerwerken uitgevoerd worden en moet er ook een bijkomend haventerrein gecreëerd worden. Op korte afstand van de baggerzones liggen zones met zeegras die fungeren als broedplaats voor garnalen, vis en ander marien leven. Om deze biotopen te beschermen zijn strenge eisen gesteld die enkel te halen zijn door het gebruik van slibschermen en bezinkingsbekkens.
Koniambo Nikkel Project (Nieuw-Caledonië)
Het project in Panama vormt een nieuwe uitdaging. De verbreding van het Panamakanaal, de aanleg van een nieuw sluizencomplex en de bijhorende toegangskanalen vereisen het rooien van een aantal zones met variërende plantengroei, gaande van grasland tot woud.
Hierbij horen een aantal compenserende maatregelen, zoals het verplaatsen van de aanwezige dieren (beschermde en niet-beschermde) naar een natuurreservaat in de buurt. Ook deze activiteiten volg het MARED-team nauwkeurig op.
In 2009 publiceerde het wereldwijd erkende certificatiebureau Lloyd’s Register QA het artikel ‘Milieuproble matiek actueler en internationaler dan ooit’ over de certificatie van Jan De Nul Group. Jan De Nul Group hanteert de diverse gecertifieerde systemen van kwaliteits-, milieu-, welzijns- en veiligheidszorg. De invoer van deze kwaliteitssystemen door Jan De Nul NV, en later als maatstaf binnen de groep gehanteerd, bracht heel wat verduidelijking in de structuur van het familiebedrijf. Het is een systeem als eigenheid. Per project wordt een kwaliteits-, een veiligheids- en een milieuplan opgesteld, volgens de eisen van de klant. Met andere
woorden, het basissysteem moet reeds de eisen van de klant omvatten. Envisan N.V., de milieudochter van de groep, volgt het systeem van Jan De Nul, maar heeft daarnaast een jonge milieuwetgeving. Envisan koos daarom voor een geïntegreerd systeem met een extra focus op milieu. Milieuaspecten nemen over de hele wereld toe. Wanneer het gaat om een saneringsproject, moeten niet alleen de eigen werknemers beschermd worden, maar ook de omgeving en het milieu. Jan De Nul en Envisan’s manage mentsysteem is zeer operationeel, efficiënt en functioneel. Het dient om het werk te ondersteunen en niet omgekeerd.
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 37
38 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
6.
Pe r s o n eel
6.1. Aantrekkelijke werkgever Voor het tweede jaar op rij won Jan De Nul de Randstad Award voor de meest aantrekkelijke werkgever, op basis van een onderzoek dat werd uitgevoerd in 2009. Dit betekent dat het behalen van deze prijs vorig jaar geen toevalstreffer was, maar het resultaat van een positieve perceptie bij het grote publiek, waarbij de werkzekerheid en de financiële gezondheid van het bedrijf doorslaggevende criteria bleken. Zonder een doel op zich te zijn, bevestigt deze prijs dat Jan De Nul Group op het vlak van rekrutering en selectie erin slaagt de positieve en sterke aspecten van een professionele carrière bij Jan De Nul in de verf te zetten en over te brengen bij onze doelgroep. Onze doelgroep blijft bij uitstek schoolverlaters.
6.2. Personeelsevolutie In 2009 heeft Jan De Group verder gerekruteerd ten behoeve van de groei van de baggervloot en de onder steunende diensten: 126 nieuwe stafleden werden aange worven uit de diverse disciplines: burgerlijk ingenieurs, industrieel ingenieurs, vertalers, masters en bachelors financiële richtingen en informatici. Hiervoor richten wij ons op studierichtingen die het dichtst aanleunen bij onze sector en houden via een aantal activiteiten contact met de laatstejaarsstudenten. De studenten van deze richtingen krijgen tijdens hun laatste jaar via verschillende kanalen de mogelijkheid om ons bedrijf te leren kennen. Ze worden uitgenodigd op bedrijfs- en werfbezoeken, zodat ze onze activiteiten van dichtbij kunnen zien. Wij bieden ook stageplaatsen aan, zodat ze kunnen proeven van een job in ons bedrijf en van werken in het buitenland. Op jobbeurzen kunnen de studenten ook vragen stellen over de verschillende tewerkstellingsmogelijkheden. Door deze persoonlijke en gerichte aanpak hebben sollicitanten vaak al een goed beeld van het bedrijf en de functie alvorens ze hun kandidatuur stellen.
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 39
Personeel per categorie Bemanning 66
%
Bedienden 24
%
Arbeiders 10
%
Industrieel ingenieur 28
%
Bedienden per opleiding Universitaire graad (Masters) 13
Bachelors
%
26 %
Burgelijk ingenieur
20 %
Andere 13
%
Dit jaar is Jan De Nul Group eveneens van start gegaan met een vernieuwd evaluatiesysteem voor bedienden en kaderleden. Wij hebben gekozen voor een systeem waarbij iedere werknemer wordt beoordeeld op de competenties die voor zijn/haar functie relevant zijn. Het nieuwe evaluatiesysteem zal ertoe bijdragen om de capaciteiten van onze werknemers nog beter te af te stemmen op onze bedrijfsnoden.
en simulatortraining en vervolmaakten hun Dynamic Positioning opleiding. Het resultaat is een enthousiast team dat volop uitkijkt naar zijn offshore opdrachten. Ondertussen wordt verder gewerkt aan de aanwerving en opleiding van bijkomende baggeraars voor de 22 nieuwe units die er in 2010 en 2011 bijkomen. In 2009 werden 435 nieuwe zeevarenden aangeworven, die wereldwijd verspreid, aan boord getraind worden om op korte termijn de nodige posities in te nemen. De aantrekkingskracht van een bedrijf als Jan De Nul, met een stevige internationale reputatie, een moderne vloot en goede uitzendvoorwaarden en arbeidsomstan digheden, blijven ervoor zorgen dat de zeevarenden spontaan de weg naar Jan De Nul blijven inslaan. Een groot deel van de bemanning wordt geselecteerd door onze vaste crewing agencies in Kroatië, Litouwen, de Filippijnen en Indonesië. Het totale personeelsbestand is in 2009 gestegen van 4.985 tot 5.034. Ook de volgende jaren zien wij het personeelsbestand verder – zij het in mindere mate toenemen. Personeelsevolutie 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000
6.3. Bemanning
De echte uitdaging komt er in 2010, wanneer maar liefst 10 nieuwe schepen en daarnaast verscheidene hulpunits in de vaart komen. Een ware uitdaging om op korte termijn gerichte aanwerving en gedegen opleiding te com bineren. In 2009 werd een deel van de crew opgeleid tot valpijpoperators. ‘La Boudeuse’ werd midden 2009 immers in de vaart gezet als valpijpschip met een ROVmodule (Remote Operated Vehicle). Onze engineers, pijpmannen en elektriciens wisten zich op korte termijn wonderwel om te scholen tot bedreven ‘fall pipe crew’. Als voorbereiding op deze nieuwe offshore-activiteit werd de bemanning opgeleid in samenwerking met de leveranciers van onze ROV-module. Voor de ‘Simon Stevin’ werd ervaren bemanning geselec teerd van onze hoppervloot. Zij volgden theoretische
40 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2002
2003
2001
2000
1999
1997
0
1998
1.000
Ook de zoektocht naar technisch gekwalificeerd personeel gaat verder. In 2009 werden de ‘Cristóbal Colón’, ‘Postnik Yakovlev’ en de ‘Concepción’ dan ook succesvol bemand. Hierbij wordt telkens gestreefd naar een mix van ervaren Jan De Nul crew en nieuwe officieren.
6.4. Opleiding Leren baggeren is één ding, het repareren aan boord van onze vloot is minstens even belangrijk. Omdat we beseffen dat door onze exponentiële groei ook hier een groot deel ervaring gedeeld moet worden, wordt vanaf december een opleiding ’pompkamertraining’ georganiseerd. Zeevarenden met minder dan 3 jaar baggerervaring krijgen van onze technische trainingscel, onder leiding van technical training Intendent Joop Van Tatenhove, een driedaagse theoretische en prak tische opleiding over onder meer slijtage en reparatie van pompen en afsluiters. Hiervoor werd een volledige ruimte ingericht, met een waarheidsgetrouwe opstelling zoals die aan boord van onze hopper- en cutterzuigers terug te vinden is. De reacties van de eerste cursisten zijn uitermate positief.
6.5. Pompeï In april 2009 werd onze firma onaangenaam verrast door de kaping van de Pompeï, waarbij een aantal beman ningsleden 71 dagen gegijzeld werden door Somalische piraten. Vanuit het Jan De Nul Crew Department werd dagelijks ondersteuning geboden aan de betrokken families, die een lange en onzekere periode moesten doorstaan. Dagelijks werden de echtgenotes op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen en de onderhandelingen. Een goede coördinatie en vlotte samenwerking met de onderhandelaars en het crisiscentrum
van de overheid zorgden voor een continue informatiestroom. Ook professionele psychologische bijstand werd verleend. Niettemin betekende deze periode een zware beproeving voor de families van onze crewleden en een intensieve tijd voor de betrokken werknemers en directie van Jan De Nul. Gelukkig kende de gijzeling een goede afloop en na een welverdiende lange rustperiode zijn alle betrokken crewleden inmiddels weer volop aan de slag op de Jan De Nul vloot.
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 41
Bouw van nieuw hoofdkantoor - Mamer (Luxemburg)
42 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
7.
F i n a n c i ë l e ke r n c i j fers
7.1. Resultatenrekening Kerncijfers resultatenrekening in absolute cijfers en relatief ten opzichte van de omzet in miljoen euro
2005
2006
2007
2008
2009
Omzet
795
1.191
1.830
1.883
2.103
Brutoresultaat
178
298
456
389
493
Brutoresultaat na afschrijvingen
84
191
331
234
319
Nettoresultaat
81
182
338
79
253
205
328
439
315
440
2005
2006
2007
2008
2009
Brutoresultaat
22
25
25
21
23
Brutoresultaat na afschrijvingen
11
16
18
12
15
Nettoresultaat
10
15
18
4
12
Operationele Cashflow
26
28
24
17
21
Operationele Cashflow
in % van omzet
1
(1) Brutoresultaat = Inkomsten – kosten, exclusief afschrijvingen, financiële en uitzonderlijke kosten en opbrengsten, belastingen en deelnemingen (EBITDA) Brutoresultaat na afschrijvingen = Inkomsten – kosten, exclusief financiële en uitzonderlijke kosten en opbrengsten, belastingen en deelnemingen (EBIT) Cashflow = Nettoresultaat exclusief wijzigingen in omzettingsverschillen, in provisies voor risico’s en kosten en waardeverminderingen en afschrijvingen op oprichtingskosten, materiële vaste activa en immateriële vaste activa.
De omzet nam in 2009 toe tot EUR 2,1 miljard (+11,7 % vs. 2008). Het bruto resultaat steeg tot EUR 493 miljoen en het bruto resultaat na afschrijvingen tot EUR 319 miljoen. De toename van de afschrijvingen tot EUR 174 miljoen werd voornamelijk gedreven door de oplevering van schepen in 2009. Het nettoresultaat (EUR 253
iljoen) bevat een negatief financieel resultaat van EUR m -20,9 miljoen en een negatief uitzonderlijk resultaat van EUR -2,9 miljoen. Het financieel resultaat bevat o.a. een negatief nettowisselkoersverschil van EUR – 8.5 miljoen en een netto saldo van EUR -10 miljoen interestkosten.
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 43
7.2. Balans Kerncijfers Balans in miljoen euro
2005
2006
2007
2008
2009
Vast actief
735
745
1.129
1.446
1.774
Vlottend actief
724
1.032
1.278
1.489
1.583
1.460
1.777
2.407
2.935
3.357
245
398
744
845
918
1.215
1.379
1.663
2.090
2.439
835
983
1.286
1.377
1.611
Voorzieningen voor risico’s en kosten
66
94
76
160
163
Vreemde middelen op lange termijn
262
235
251
468
503
51
67
50
85
162
TOTAAL ACTIEF Kortetermijnschuld NETTO ACTIEF Kapitaal en reserves (incl. minderheidsbelangen)
Over te dragen opbrengsten Het ‘Vast Actief’ steeg in 2009 tot EUR 1,774 miljard voornamelijk door de aanbetalingen voor schepen in aanbouw. De toename van het ‘Vlottend Actief’ wordt voornamelijk gedragen door een toename van ‘Werken in Uitvoering’ ten gevolgen van de leveringen aan scheepswerven die volgens een programma van mijl palen gefactureerd worden en ten gevolge van een beperkte toename van de openstaande vorderingen.
Het ‘Eigen Vermogen’ nam verder toe tot EUR 1,611 miljard door de overdracht van de gerealiseerde resultaten. De lange termijn financiële schuld nam toe met EUR 35 miljoen, de korte termijn financiële schuld EUR 74 miljoen, voornamelijk opgenomen d.m.v. commercial paper. Gegeven de aanbetalingen voor schepen onder het investeringsprogramma is deze aangroei beperkt.
7.3. Ratio’s Financiële ratio’s2
2005
2006
2007
2008
2009
Solvabiliteitsratio
0,57
0,55
0,53
0,47
0,48
Acid Ratio
2,82
2,49
1,63
1,52
1,24
Current Ratio
2,45
2,22
1,61
1,60
1,47
-0,03
-0,64
-0,27
0,23
0,55
ettoschuld / Brutobedrijfsresultaat N voor afschrijving ( 2)
Solvabiliteitsratio = (Kapitaal en Reserves + Minderheidsbelangen) / Totaal Actief Acid Ratio = (Vlottend Actief – Voorraden) / Kortetermijnschulden (<1jaar) Current Ratio = Vlottend Actief / Vlottend Passief Nettoschuld = (Langetermijnschuld aan Financiële instellingen (excl. leasing) + Kortetermijnschuld aan financiële instellingen) – (Cash + Deposits (excl. leasing)) Brutoresultaat = Inkomsten – kosten, exclusief afschrijvingen, financiële en uitzonderlijke kosten en opbrengsten, belastingen en deelnemingen (EBITDA)
7.4. Bezettingsgraad van de vloot Gemiddelde bezettingsgraad gewogen met CIRIA-waarde
TOTALE VLOOT
HOPPERVLOOT
CUTTERVLOOT
2006
93 %
95 %
92 %
2007
96 %
99 %
96 %
2008
98 %
99 %
95 %
2009
93 %
93 %
88 %
Cijfers zijn gewogen gemiddelde met CIRIA-waarde bezetting = (aantal uren dat een schip is toegewezen aan een project + grote reparaties en dokkingen + mobilisatie + projectgerelateerde stillig)/ (aantal uren per jaar)
44 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
“Ondanks de crisis draaide Jan De Nul Group een recordjaar” “Ondanks de zeer brede economische crisis heeft Jan De Nul Group in 2009 een recordjaar neergezet. Met een omzet van 2,1 miljard euro en een EBITDA van bijna 500 miljoen euro, werd het sterkste resultaat ooit in de geschiedenis van Jan De Nul Group afgeleverd! Dit resultaat is er mede dankzij onze grootste troef: onze veerkracht. Alle schepen die bijvoorbeeld aan het werk waren in Dubai, konden meteen worden ingezet op nieuwe pro jecten. Ook het investeringsprogramma loopt onvermin derd door. Zelfs toen de werf in Korea, waar Jan De Nul Group drie schepen had besteld, failliet ging, hebben wij die bestelling bij een andere scheepswerf herplaatst. Zo’n zaken vragen heel wat logistieke organisatie, menselijke flexibiliteit en commerciële flair. Maar het is ons gelukt. In haar 70-jarig bestaan heeft Jan De Nul Group wel meer economische crisissen doorstaan. Uitzonderlijk was deze keer dat ook de banken werden meegesleurd, om eigenlijk niet te zeggen dat de kredietcrisis aan de basis lag van de daaropvolgende recessie. Die nooit geziene en snelle instorting van de kredietmarkt was onverwacht. Bij grote projecten, zoals nu in Panama bijvoorbeeld, moet Jan De Nul Group kunnen aantonen dat het een ernstige bieder is via zogenaamde garantielijnen. Daar hebben we de banken voor nodig, maar in volle ‘credit crunch’ was dat niet evident. Onze zegen is geweest dat we bij Jan De Nul Group een goede en evenwichtige verstandhouding hebben met onze banken: we laten hen meedelen in het rendement van onze internationale expansie, zoals exportfinanciering, bonding, hedging en andere producten. Verder moet gezegd dat Jan De Nul Group over de laatste jaren geëvolueerd is van een gesloten familie bedrijf in een transparante onderneming. Ook dat helpt.
Paul Lievens - Chief Financial Officer Bovendien - en zeker niet minder belangrijk - bestaat onze balans uit 50 % eigen vermogen. Elke euro schuld is afgedekt door een euro eigen vermogen. Bovendien wordt elke euro winst die Jan De Nul Group maakt, opnieuw geïnvesteerd in het bedrijf. Onze uitdaging bestaat er nu in om onze groeiende internationalisering te blijven ondersteunen en dusdanige ‘netwerken’ met de banken op te bouwen, rekening houdend met een evolutie waar steeds meer Belgische banken zich terugplooien op hun thuismarkt en zelfs voor hun corporate banking activiteit sterk afhankelijk zijn van de policies en kapitaalvereisten van het beleid van hun moederhuis, niet meer noodzakelijk gevestigd in België. 2010 wordt een overgangsjaar. De baggermarkt en de aanbestedingsactivitieit trekken opnieuw aan, maar pro jecten die tijdens de crisisjaren werden uitgesteld, zullen pas vanaf 2011 uitgevoerd worden. De investeringen van Jan De Nul Group zitten alvast op schema. In april van dit jaar hebben we al 70 % betaald van ons vijfjarig investe ringsprogramma, dat eind 2011 afloopt. Het komt er nu op aan onze mensen goed te ondersteunen. Door het groter aantal kleinere projecten krijgen veel en dikwijls vrij jonge mensen namelijk een pak verantwoordelijkheid toegeschoven. De kennis en ervaring die Jan De Nul Group heeft opgebouwd consolideren in ons jonge team, dat is onze uitdaging voor de volgende jaren.”
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 45
Sleephopperzuiger De Bougainville vaart langs het Sydney Opera House (Australië)
46 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
8. Verslag van de geconsolideerde jaarrekeningen Volgend op onze aanstelling door de Algemene Vergade ring van Aandeelhouders hebben we de bijgevoegde geconsolideerde jaarrekeningen van JAN DE NUL GROUP* gecontroleerd, bestaande uit de geconsolideerde balans op 31 december 2009 en de geconsolideerde winst-en-verlies rekening voor het jaar eindigend op die datum en een samen vatting van de gebruikte boekhoudkundige principes en andere verklarende toelichtingen.
Raad van Bestuur verantwoordelijk voor de geconsolideerde jaarrekeningen De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de voorbe reiding en de eerlijke voorstelling van deze geconsolideerde jaarrekeningen in overeenstemming met de wettelijke vereisten en de regelgeving van Luxemburg met betrekking tot de voorbereiding van de geconsolideerde jaarrekeningen. Deze verantwoordelijkheid omvat: het ontwerpen, uitvoeren en handhaven van de interne controle met betrekking tot de voorbereiding en de eerlijke voorstelling van de geconsolideerde jaarrekeningen vrij van materiële fouten, hetzij omwille van bedrog of vergissing; het selecteren en toepassen van de geschikte boekhoudkundige principes; en het maken van billijke boekhoudkundige ramingen.
Verantwoordelijkheid van de bedrijfsrevisor (Réviseur d’entreprises agréé) Het is onze verantwoordelijkheid om een opinie te geven over deze geconsolideerde jaarrekeningen, gebaseerd op onze audit. We hebben onze audit uitgevoerd overeen komstig de Internationale Normen voor de uitvoering van audits zoals die worden toegepast door de Commission de Surveillance du Secteur Financier gewijzigde vorm. Deze normen eisen dat we de ethische vereisten naleven en onze audit zodanig plannen en uitvoeren dat met redelijke zekerheid kan worden gesteld of de jaarrekeningen vrij zijn van materiële fouten. Een audit omvat het uitvoeren van procedures om bewijsmateriaal te bekomen dat de bedragen en onthullingen in de geconsolideerde jaarrekeningen ondersteunt. De geselecteerde procedures zijn afhankelijk van het oordeel van de Bedrijfsrevisor, inclusief de beoordeling van
Grant Thornton Lux Audit S.A.
83, Pafebruch
Ja a r re ke n i ng
het risico op materiële fouten in de geconsolideerde jaarrekeningen, hetzij omwille van bedrog of vergissing. Bij het beoordelen van dat risico, beschouwt de Bedrijfsrevisor de interne controle relevant voor de voorbereiding en de eerlijke voorstelling van de jaarrekeningen met de bedoeling om geschikte auditprocedures te ontwerpen maar niet relevant om een opinie te geven over de doeltreffendheid van de interne controle. Een audit omvat ook een beoordeling van de gebruikte boekhoudkundige principes en de billijkheid van de boekhoudkundige ramingen uitgevoerd door de Raad van Bestuur, evenals een evaluatie van de algehele voorstelling van de geconsolideerde jaarrekeningen. We zijn van oordeel dat het bewijsmateriaal dat we verzameld hebben voor deze audit, voldoende en geschikt is om een basis voor onze auditopinie te vormen.
Opinie Naar onze mening, geven de geconsolideerde jaarrekeningen een waarheidsgetrouw en eerlijk beeld van de financiële toe stand van JAN DE NUL GROUP* op 31 december 2009 en van de resultaten van haar activiteiten voor het jaar eindigend op die datum, overeenkomstig de wettelijke vereisten en de regelgeving van Luxemburg met betrekking tot de voor bereiding van de geconsolideerde jaarrekeningen.
Verslag van andere wettelijke vereisten en regelgeving Het geconsolideerd verslag van het management, welke de verantwoordelijkheid is van de Raad van Bestuur, is in over eenstemming met de geconsolideerde jaarrekeningen. Luxemburg, 30 april 2010
Thierry REMACLE Bedrijfsrevisor (Réviseur d’entreprises agréé) Grant Thornton Lux Audit S.A. *JAN DE NUL GROUP is de handelsbenaming voor Sofidra SA
L-8308 Capellen Luxembourg
Tel.: +352 40 12 99
Fax: +352 40 05 98
www.gtlux.lu
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 47
Geconsolideerde balans op 31 december 2009 Jan De Nul GROUP * Maatschappelijke zetel: Luxembourg - H.R. Luxembourg: B 73.723
ACTIVA
2009
VASTE ACTIVA
2008
1.773.808.973,47
1.446.126.738,02
Immateriële vaste activa
5.621.861,94
1.794.623,82
Concessies, octrooien, licenties, handelsmerken & gelijkaardige rechten
5.621.861,94
1.794.623,82
Verworven door de vennootschap
5.621.861,94
1.794.623,82
1.758.480.124,38
1.434.194.251,82
33.048.393,91
53.975.846,68
881.892.585,96
688.176.783,80
12.104.216,74
12.344.355,52
831.434.927,77
679.697.265,82
Financiële vaste activa
9.382.081,98
10.072.509,02
Effecten als vaste activa
1.399.600,00
1.550.726,08
Andere leningen
7.982.481,98
8.521.782,94
324.905,17
65.353,36
1.576.639.043,43
1.477.129.390,74
Voorraden
321.006.278,90
190.357.812,05
Grond- en verbruiksstoffen
103.935.611,15
78.996.497,12
Werken in uitvoering
217.070.667,75
111.361.314,93
Vorderingen
921.098.690,97
875.176.155,98
Handelsvorderingen
794.836.640,25
741.643.433,78
Op ten hoogste 1 jaar
679.913.403,80
741.643.433,78
Op meer dan 1 jaar
114.923.236,45
0,00
Vorderingen op participaties
22.273.529,09
22.930.815,82
Op ten hoogste 1 jaar
22.273.529,09
22.930.815,82
Overige vorderingen
103.988.521,63
110.601.906,38
Op ten hoogste 1 jaar
103.988.521,63
110.601.906,38
Verhandelbare effecten
0,00
45.000.000,00
Andere verhandelbare effecten
0,00
45.000.000,00
334.534.073,56
366.595.422,71
7.018.231,98
12.382.588,28
3.357.466.248,88
2.935.638.717,04
Materiële vaste activa Terreinen en gebouwen Installaties, machines en uitrusting Overige materiële vaste activa Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
Vennootschappen geconsolideerd volgens de netto vermogensmutatiemethode
Vlottende activa
Liquide bankmiddelen
Overlopende rekeningen TOTALE ACTIVA
(Uitgedrukt in euro) *JAN DE NUL GROUP is de handelsbenaming voor Sofidra SA
48 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
Geconsolideerde balans op 31 december 2009 Jan De Nul GROUP * Maatschappelijke zetel: Luxembourg - H.R. Luxembourg: B 73.723
PASSIVA Eigen vermogen
2009
2008
1.611.197.620,52
1.377.319.130,71
450.000.000,00
450.000.000,00
19.080.411,00
19.080.411,00
(37.067.870,49)
(36.146.661,88)
2.306.855,65
2.284.773,65
Consolidatiereserve
(39.374.726,14)
(38.431.435,53)
Overgedragen resultaat
992.411.326,06
913.890.092,91
Minderheidsparticipatie
107.395.811,36
99.075.877,60
(173.850.021,05)
(147.123.904,07)
253.227.963,64
78.543.315,15
163.186.297,09
160.011.611,50
40.249.547,70
36.185.147,13
122.936.749,39
123.826.464,37
1.420.953.582,15
1.313.059.066,92
607.724.069,88
497.873.708,39
Op ten hoogste 1 jaar
104.168.309,71
29.910.456,97
Op meer dan 1 jaar
503.555.760,17
467.963.251,42
211.547.337,98
353.719.883,07
211.547.337,98
353.719.883,07
519.918.618,10
419.526.268,04
519.918.618,10
419.526.268,04
Schulden op participaties
83.148,15
0,00
Op ten hoogste 1 jaar
83.148,15
0,00
Schulden met betrekking tot belastingen en sociale lasten
18.216.800,47
12.142.756,83
Schulden met betrekking tot belastingen
14.566.854,81
7.481.324,66
3.649.945,66
4.661.432,17
Andere schulden - te betalen binnen het jaar
63.463.607,57
29.796.450,59
Op ten hoogste 1 jaar
63.463.607,57
29.796.450,59
162.128.749,12
85.248.907,91
3.357.466.248,88
2.935.638.717,04
Geplaatst kapitaal Uitgiftepremies Reserves Wettelijke reserve
Translatieverschillen Inkomsten voor het jaar
Voorzieningen voor risico’s en kosten Voorzieningen voor belastingen Andere voorzieningen
Schulden Bedragen verschuldigd aan kredietinstellingen
Betalingen ontvangen op rekening Op ten hoogste 1 jaar Handelsschulden/schulden op aankoop en voorziening van diensten Op ten hoogste 1 jaar
Schulden met betrekking tot sociale lasten
Overlopende rekeningen TOTALE PASSIVA
(Uitgedrukt in euro)
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 49
GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING VOOR HET BOEKJAAR EINDIGEND OP 31 DECEMBER 2009 Jan De Nul GROUP* Maatschappelijke zetel: Luxembourg - R.C.S. Luxembourg: B 73.723
2009
Netto-omzet
2008
2.103.222.107,68
1.882.582.802,04
20.060.222,88
108.649.177,31
Eigen werk gekapitaliseerd
105.709.352,82
3.414.097,17
Andere bedrijfsopbrengsten
34.472.675,46
67.301.459,15
totaal opbrengsten
2.263.464.358,84
2.061.947.535,67
Goederen en diensten
1.527.244.982,52
1.430.790.061,09
1.128.787.313,29
1.070.753.351,98
398.457.669,23
360.036.709,11
Personeelskosten
225.917.324,64
203.988.300,83
Bezoldigingen
156.016.081,63
133.990.533,32
Sociale lasten met betrekking tot bezoldingen
42.551.781,04
40.340.980,89
Andere personeelskosten
27.349.461,97
29.656.786,62
174.257.682,17
154.617.625,72
173.949.412,23
146.353.489,20
308.269,94
8.264.136,52
17.456.141,84
38.420.465,23
1.944.876.131,17
1.827.816.452,87
318.588.227,67
234.131.082,80
Opbrengsten uit participaties
934.244,63
1.563.949,02
Andere participaties
934.244,63
1.563.949,02
Andere ontvangen interesten en gelijkaardige opbrengsten
28.986.892,88
33.027.882,18
Andere ontvangen interesten en gelijkaardige opbrengsten
28.986.892,88
33.027.882,18
308.425,37
119.733,84
Betaalde interesten en gelijkaardige kosten
50.543.854,29
65.729.336,58
Andere te betalen interest en kosten
50.543.854,29
65.729.336,58
(20.931.142,15)
(31.257.239,22)
Wijziging in de voorraad goederen in bewerking en gereed product en in de bestellingen in uitvoering
Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen Andere externe kosten
Afschrijvingen en waardeverminderingen Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten en op materiële en immateriële vaste activa Afschrijvingen en waardeverminderingen op vlottende activa Andere bedrijfskosten totaal bedrijfskosten bedrijfsresultaat
Afschrijvingen en waardeverminderingen op financiële activa en op verhandelbare effecten als vlottende activa
financieel resultaat
(Uitgedrukt in euro)
50 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
2009
2008
Uitzonderlijke opbrengsten
2.339.003,15
8.724.556,98
Uitzonderlijke kosten
5.248.680,78
112.527.976,92
uitzonderlijk resultaat
(2.909.677,63)
(103.803.419,94)
Inkomstenbelasting
20.054.592,97
11.672.185,18
Andere belastingen niet vermeld in bovenstaande items
12.133.552,22
7.687.399,03
262.559.262,70
79.710.839,43
331.584,65
(75.263,62)
(9.662.883,71)
(1.092.260,66)
253.227.963,64
78.543.315,15
Resultaat voor minderheidsparticipatie
Aandeelhouders van de moedermaatschappij Minderheidsparticipatie
RESULTAAT VOOR HET JAAR
(Uitgedrukt in euro)
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 51
8.
Jaarrekening
Sleephopperzuigers Cristóbal Colón en Francis Beaufort aan het werk aan de haven van Duqm (Oman)
52 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
9.
Ja n D e N u l p ro j e c te n 2 0 09
EUROPA Benelux 1
Onderhoudsbaggerwerken in de Noordzee, de maritieme toegang en de havens van Oostende en Zeebrugge
2
Uitvoeren van baggerwerken in de Westerschelde en de Zeeschelde tussen Vlissingen en de nieuwe zeesluis te Wintam
3
Uitvoeren van onderhoudsbaggerwerken in de kustjachthaven van Nieuwpoort
4
Uitvoeren van baggerwerken en aanleg spoorbeddingen - Kluizendok Gent
5
Uitvoeren van baggerwerken en ophogen van terreinen in het zuidelijk kanaaldok in de achterhaven te Zeebrugge
6
Aanleg Intertijdengebied Hedwige Prosperpolder
7
Verdiepingsbaggerwerken voor een kaaimuur in het Verrebroekdok in de haven van Antwerpen
Duitsland 8
Onderhoudsbaggerwerken in de haven van Hamburg
9
Onderhoudsbaggerwerken in de Ems
10 Offshore
basis Cuxhaven, 3de en 4de fase
Spanje 11 Renovatie
van aanlegplaats Muelle Prat
12 Baggeren
van het toegangskanaal en zuidelijk bekken van de haven van Castellon
13 Beschermingswerken
voor uitbreiding van de Haven van Valencia
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 53
Ierland
28 Waterfront
14 Corrib
Project – sleuf uitgraving in de branding voor een gaspijpleiding
Verenigd Koninkrijk 15 New
Oman 29 Muscat
Tyne Oeververbinding
16 Viking
Project, Landwinning voor de aanleg van een kunstmatig eiland
Project - Presweeping
(Seeb) Luchthaven opspuitwerken
30 Haven
van Duqm, Nieuwe haven en droogdokkencomplex in Duqm
Qatar
AFRIKA
31 Baggerwerken
voor het Pearl GTL Project ijpleidingen / Offshore werken voor Qatar Shell P GTL Limited
Angola 17 Angola
LNG Project
32 Ras
Laffan Port Expansion Project, Havenuitbreidingswerken
Seychellen 18 Bouw
van golfbrekers in de Zilwa Marina Fase 1: Aanmaken breuksteen
Tunesië 19 Taparura
Project, Sanering en heraanleg van de noordelijke kuststrook van Sfax
Algerije 20 Terga
Power Plant intake pipelines: baggeren van een sleuf voor de installatie van een water aanvoer- en afvoersysteem voor een thermische elektriciteitscentrale
21 Arzew
Project: baggerwerken, plaatsen van f undering voor caissons, opvullen van caissons en plaatsen van bescherming tegen erosie
Kameroen 22 Baggerwerken
voor de kanaaltoegang in de haven van Douala
33 Mesaieed,
Uitbreiding van de Gabro aanlegplaats
34 Verbreding
van het toeganskanaal tot de aanleg plaatsen van Qafco in de haven van Mesaieed
Saudi-Arabië 35 Manifa
Field Causeway and Island Construction Project, Ontwerp en bouw van 27 kunstmatige eilanden aan het Manifa Oilfield, Saudi-Arabië, verbonden door een opgehoogde hoofdweg en daarmee verbonden zijwegen, inclusief bruggen en duikers.
Iran 36 South
Pars phase 15/16 - Baggeren van een 4 km lange sleuf voor de aanlanding van twee 32” gas export pijpleidingen
37 South
Pars 12 - Baggeren van een 500 m lange sleuf voor de aanlanding van drie 32” pijpleidingen en een 30” pijpleiding
38 Asalouyeh
Mini-Port - Baggeren van een 600 m lange sleuf voor de installatie van een kademuur in een haven
MIDDEN-OOSTEN Abu Dhabi 23 Saadiyat
Island Project
LATIJNS-AMERIKA
Dubai 24 Palm
Island II (Palm Jebel Ali), Landwinning voor de aanleg van het kunstmatige eiland en stenenwerken voor de bouw van de golfbreker
25 Jebel
Ali Nieuwe Containerterminal, Fase 1, MCC3
26 Palm
Cove Canal - Fase 1, Droge uitgraving van een kanaal
27 New
Island Development (NID), Landwinning voor de aanleg van een kunstmatig eiland
54 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
Argentinië 39 Río
Paraná / Río de la Plata Waterwegconcessie
40 Baggerwerken
in de haven Puerto la Plata
41 Bahía
Blanca contract voor 5 jaar onderhouds baggerwerken van het kanaal en de aanlegplaatsen
42 Quequén
contract voor 3 jaar onderhoudsbaggerwerken van het kanaal en de aanlegplaatsen
43 Baggerwerken
in de binnenhaven van Buenos Aires
OCEANIË
Brazilië 44 Uitdiepen
van het toegangskanaal, havenbekken en de aanlegplaatsen in de haven van Barra do Riacho in Aracruz
45 Baggerwerken
voor de uitbreiding van de haven van Rio Grande
46 Uitdiepingsbaggerwerken
van het toegangskanaal en de draaikom van de TCbuen Containerterminal toegangskanaal Tumaco
Honduras 48 Bagger-
en landwinningswerken voor de nieuwe containerterminal in Puerto Cortés voor ENP
49 Verdiepings-
en onderhoudsbaggerwerken in de havens van Ensenada, Mazatlán en Manzanillo
50 Baggerwerken
in de oostelijke uitbreiding van de draaicirkel van de haven van Veracruz strandopspuitingswerken
59 Havenuitbreidingswerken
in Port Botany
LNG Project - Offshore steenstorten
61 Havenuitbreidingswerken
in Newcastle
Nieuw-Caledonië 62 Baggerwerken
voor toegangskanaal en haven bekken voor Koniambo Nickel Project
AZIË
52 Chartercontract
voor baggermachine / backhoe dredge, Contract CDC-179913
53 Verbreding
en uitdieping van het Atlantisch toegangskanaal en het noordelijk toegangskanaal tot het derde sluizencomplex in het Panama Kanaal
54 Ontwerp
en bouw van het derde sluizencomplex, Panama Kanaal
Peru 55 Baggerwerken
63 Landwinning
voor de eilanden Pulau Ubin en Pulau Tekong (Deel 1)
64 Jurong 65 Pasir
Island Terminal, Fase 4, Landwinning
Panjang Terminal, Fase 3 en 4, Landwinning
Taiwan 66 Baggerwerken
Panama
56 Peru
voor BHP Iron Ore in Port Hedland
Singapore
Mexico
51 Cancún
58 Havenuitbreidingswerken
60 Pluto
Colombië
47 Onderhoud
Australië
voor de Callao Containerterminal
LNG Export Project Marine Facilities
Trinidad & Tobago
en opspuitingswerken in de haven van Taichung
67 Baggerwerken
en opspuitingswerken in de haven van Taipei
68 Baggerwerken
en opspuitingswerken in de haven van Kaoshiung
Maleisië 69 Opspuitingswerken
uitgevoerd voor de bouw van een nieuwe coastguard-haven
Rusland 70 Herstelling
van weggespoelde funderingen van een pijpleiding met behulp van het valpijpschip ‘La Boudeuse’
57 Verdiepingsbaggerwerken
en landwinning in de haven van Galeota
ja a r v e r s l ag
2 0 0 9 55
9.
Ja n D e N u l p ro j e c te n 2009
7 6 5 4 3 15
14
13
50
12
16 2 1
10
9
11 20 21
51
49 48
52 54
54
53 47
22
46
17 53
55
44 45 43 39 42 41
40
35
0
9
8 70
19
36 37 38 23
27
67 66
24 28
68
25 31
35
26
32 33 34
7
29 30
63 64 65 69
18 58 60
62
61 59
This report is also available in English. Ce rapport est également disponible en français. Este informe también está disponible en español. Настоящий отчет предоставляется также на русском языке. Contact: voor verduidelijking omtrent de gegevens in dit jaarverslag kan men zich wenden tot Dave Vander Heyde - Financiële Dienst -
[email protected] Verantwoordelijke uitgever: Jan De Nul Group correspondentieadres: 34-36, Parc d’Activités Capellen, 8308 Capellen, Luxembourg
56 j a a r v e r s l a g
2 0 0 9
Jan De Nul Group
(Sofidra sa)
Luxemburg
[email protected] www.jandenul.com België Ondernemingen Jan De Nul NV Tragel 60 9308 Hofstade-Aalst - België T Nat. Divisie +32 53 73 15 11 Int. Divisie +32 53 73 17 11 F +32 53 78 17 60 +32 53 77 28 55
[email protected]
LUXEMBURG Dredging and Maritime Management SA 34-36, Parc d’Activités Capellen 8308 Capellen - Luxemburg T +352 39 89 11 F +352 39 96 43
[email protected]
MAURITIUS Jan De Nul Pacific Ltd. Suite 220, 2nd Floor St. James Court, St. Denis Street Port Louis - Mauritius T +230 210 69 97 F +230 210 66 61
[email protected]
FRANKRIJK Sodraco International SAS 32, place de la Gare 59000 Lille - Frankrijk
[email protected]
NIGERIA Dredging and Reclamation Jan De Nul Ltd. 164B Ikeja Way, Dolphin Estate Ikoyi, Lagos - Nigeria T +234 1 269 67 66 F +234 1 269 67 68
[email protected]
VERENIGDE ARABISCHE EMIRATEN Jan De Nul Dredging Ltd. Office 116, Sultan Business Center P.O.Box 28805, Bur Dubai, Dubai - V.A.E. T +971 4 335 55 47 F +971 4 335 53 56
[email protected] [email protected]
ITALIë Jan De Nul (Italia) SpA Via Matteucci 38/F 56124 Pisa - Italië T +39 050 54 24 35 F +39 050 97 39 03
[email protected] RUSLAND Jan De Nul NV Russian Branch Office A-415, Business Center Senator V.I., 18th Line, 31 199178 Saint-Petersburg - Rusland T +7 812 332 50 64 F +7 812 332 50 63
[email protected] Nederland Dredging and Contracting Rotterdam BV P.O. Box 18024 - 4601 ZA Bergen op Zoom Zuid-Oostsingel 24 D 4611 BB Bergen op Zoom - Nederland T +31 164 26 61 44 F +31 164 26 04 54
[email protected] Groot-Brittannië Jan De Nul (UK.) Ltd. Richmond House, High Street Ascot Berks SL5 7HG - Groot-Brittannië T +44 1344 627 010 F +44 1344 627 139
[email protected]
Raad van bestuur J.P.J. DE NUL D. DE NUL G. BECQUER D. VANDER HEYDE J. VAN BOXSTAEL
ARGENTINIË Hidrovia SA Corrientes 316, Piso 2 (C1043AAQ) Buenos Aires - Argentinië T +54 11 43 20 69 00 F +54 11 43 20 69 11
[email protected] [email protected] BRAZILIË Jan De Nul do Brasil Dragagem Ltda. Av. Das Americas 700, Bloco 1, sala 201 22640-100 Barra da Tijuca Rio de Janeiro, RJ - Brazilië T +55 21 2132 73 71 F +55 21 2132 73 75
[email protected] MEXICO Mexicana de Dragados SA de CV Paseo de las Palmas No. 405 – Desp. 1104 Lomas de Chapultepec - 11000 México, D.F. Mexico T +52 55 53 95 59 60 F +52 55 53 95 58 75
[email protected] SAUDI-ARABIË Jan De Nul Saudi Arabia Co. Ltd. P.O. Box 76616, Al-Khobar-31952 Saudi-Arabië T +966 3 887 72 35 F +966 3 887 72 53
INDIA Jan De Nul Dredging India Pvt. Ltd. No. 2 (1st Floor), 25th East Street Kamaraj Nagar, Thiruvanmiyur Chennai 600041 - India T +91 44 2445 63 23 +91 44 2445 63 24 F +91 44 2445 63 25
[email protected] FILIPPIJNEN Jan De Nul NV Philippine Branch The Excelsior Building, Room 303 161 Roxas Boulevard, Baclaran Paranaque City 1700, Manila - Filippijnen T +63 2 879 80 42 F +63 2 879 82 39
[email protected] SINGAPORE Jan De Nul (Singapore) Pte. Ltd. 400, Orchard Road, # 18-06 Orchard Towers 238875 Singapore T +65 6 235 27 90 F +65 6 235 27 91
[email protected] Envisan nv Tragel 60 9308 Hofstade-Aalst - België T +32 53 73 16 52 F +32 53 77 28 55
[email protected] I www.envisan.com
Jan De Nul Group Luxemburg
[email protected] www.jandenul.com
(Sofidra sa)