Jaarplan 2006
1
JAARPLAN 2006
Jaarplan 2006 Effectieve aanpak van misstanden op het gebied van arbeidsomstandigheden, arbeids- en rusttijden en illegale arbeid
Voorwoord De vernieuwing van de Arbeidsomstandighedenwet, die op stapel staat is een duidelijke breuk met het verleden. Niet alleen worden er meer verantwoordelijkheden (en kansen) bij werkgevers en werknemers en hun organisaties neergelegd, maar ook de Arbeidsinspectie zal in haar aanpak daarop scherp in moeten spelen. Dat maakt het nog noodzakelijker om maatwerk in het toezicht te leveren per branche en per bedrijf. Echter zonder de rechtsgelijkheid uit het oog te verliezen. Hoewel de feitelijke invoering van de nieuwe Arbowet nog niet in 2006 haar beslag zal krijgen, moeten we er binnen de AI voor zorgen klaar te zijn voor deze ingrijpende verandering. De Arbeidstijdenwet zal worden vereenvoudigd. Ook op dit terrein is het wetgevingsproces nog in volle gang. Het komende jaar is dan ook vooral het jaar van voorbereiding op de nieuwe situatie. Een overgangsjaar, waarin een aantal zaken nog onzeker zijn en waarop de antwoorden nog moeten worden gegeven. De kabinetsplannen in het kader van het ‘Programma Andere Overheid’ – die de burgers en de bedrijven betere dienstverlening en minder administratieve- en toezichtslasten moet brengen – gaat ook aan de Arbeidsinspectie niet voorbij. Zowel het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO) als de aanpak van illegale arbeid zijn in beeld bij het vervolgproject ‘Samenwerkende Rijksdiensten’. Belangrijk in dit verband is ook de Commissie De Grave, die zich heeft gebogen over de bestuurlijke drukte en onder meer adviseert tot bundeling van inspectiediensten en dienstverlening van inspecties aan andere bestuurslagen. Toezicht is het kernthema van de nieuwe Kaderstellende Visie op Toezicht, waar de Arbeidsinspectie al zo veel mogelijk op inspeelt.
2
Op het terrein van de illegale arbeid doen zich steeds nieuwe ontwikkelingen voor. De veranderingen in de regelgeving en in de vormen en plaatsen waar illegale arbeid zich voordoet, zullen gevolgen hebben voor het toezicht. Al met al genoeg redenen om aan te nemen dat in 2006 de nodige uitdagingen kunnen worden aangegaan. De Arbeidsinspectie en haar medewerkers zullen daarin net zo helder, transparant en professioneel trachten op te treden als degenen, die op haar rekenen, mogen verwachten. Dit jaarplan is niet alleen een weergave van voorgenomen activiteiten, maar het weerspiegelt ook de visie op het werkterrein en de opgaven waarvoor de Arbeidsinspectie zich gesteld ziet.
Dr. J.J.M. Uijlenbroek Algemeen directeur Arbeidsinspectie
JAARPLAN 2006
Jaarplan 2006
3
JAARPLAN 2006
Leeswijzer Verantwoording Dit is het jaarplan van de Arbeidsinspectie (AI) voor 2006. Het is opgesteld op basis van de visie en missie, de wensen van de beleidsdirecties van SZW en de door de Arbeidsinspectie zelf ontwikkelde risico-analyse. Het brengt in beeld welke acties de AI in 2006 gaat ondernemen en welke resultaten ermee worden beoogd. Het voorliggende jaarplan is vastgesteld door de Staatssecretaris van SZW.
Naast inspectie en direct aan inspectie gerelateerde activiteiten verricht de AI een aantal uitvoerende taken. Deze activiteiten zijn opgenomen in hoofdstuk 5. In de bijlagen 1 en 3 is meer uitgewerkt opgenomen hoe de beschikbare inspectiecapaciteit Arbeidsomstandigheden en Arbeidsmarktfraude in 2005 zal worden verdeeld over verschillende producten en projecten en welke productie daarbij wordt geleverd. In bijlage 2 wordt inzicht gegeven in de meerjarenaanpak van de Arbeidsinspectie.
Inhoud Hoofdstuk 1 gaat over de handhavingsstrategie, taken en organisatie van de AI. In hoofdstukken 2, 3 en 4 wordt ingegaan op producten en geplande prestaties van de AI op het gebied van respectievelijk Arbeidsomstandigheden, Major Hazard Control en Arbeidsmarktfraude.
4
JAARPLAN 2006
Inleiding
1 1.1 Taken
Overzicht 1.1 Taakvelden A1
Wettelijk kader
Taakveld 1: Arbeidsomstandigheden (Arbo/Atw) Meer dan 7 miljoen werknemers zijn voor hun veiligheid en gezondheid
De Arbeidsinspectie is toezichthouder voor een groot aantal wetten en besluiten.Voor een belangrijk deel hebben deze wetten en besluiten de bescherming van veiligheid en gezondheid van werknemers als oogmerk.Voor de aanpak van de illegale tewerkstelling biedt de Wet arbeid vreemdelingen de wettelijke grondslag. Bijlage 4 bevat een volledig overzicht van wetten en besluiten waarvoor de AI een toezichthoudende of handhavende taak heeft.
op het werk gebaat bij de naleving van de wetten en besluiten en daarbij dus ook van de handhavingsactiviteiten van de Arbeidsinspectie. Het belang van die handhaving wordt onderstreept door het nog steeds grote aantal ongevallen en de bestaande risico’voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers.
Taakveld 2: Major Hazard Control (MHC)
Taakvelden
De Arbeidsinspectie levert een belangrijke inzet op het terrein van
Het takenpakket van de Arbeidsinspectie valt uiteen in drie kerntaken: • Handhaving van wetten en besluiten, • Uitvoering, • Informatievoorziening.
bijzondere risico’s in bedrijven, die rampen kunnen veroorzaken, die ook de omgeving kunnen treffen. Het gaat daarbij om de bedrijven, waar het Besluit Risico’s Zware Ongevallen van toepassing is of de verplichtingen tot een Aanvullende Risico-inventarisatie. Dat zijn vooral bedrijven, installaties en processen met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen.
Handhaving door de Arbeidsinspectie vindt zowel proactief (o.a. door uitvoering van inspecties) als preventief (o.a. door voorlichting) en reactief (o.a. door optreden naar aanleiding van een ongeval of klacht) plaats. De handhavingactiviteiten zijn binnen de AI onderverdeeld in de taakvelden Arbeidsomstandigheden, Major Hazard Control en Arbeidsmarktfraude. De uitvoering en informatievoorziening zijn gerelateerd aan de handhavingstaak en zijn ondergebracht in het taakveld overige primaire activiteiten. In overzicht 1.1 is een illustratie opgenomen van die taakvelden.
5
Taakveld 3: Arbeidsmarktfraude (AMF) De Arbeidsinspectie levert een belangrijke inzet op het terrein van de arbeidsmarkt: het tegengaan van illegale arbeid. Voor (legale) werknemers is hierbij van belang, dat de toegang tot de arbeidsmarkt niet wordt belemmerd door mensen die niet gerechtigd zijn in Nederland te werken.Voor bonafide werkgevers betekent dit, dat oneerlijke concurrentie als gevolg van inzet van illegale arbeidskrachten, wordt bestreden.
JAARPLAN 2006
Taakveld 4: Overige primaire taken (vergunningen en monitoring)
De Missie
De AI verzamelt informatie over de mate waarin de wet- en regelge-
Om het voorgaande vorm te geven heeft de AI de hieronder weergegeven missie geformuleerd. De missie geeft richting aan de handhaving door de aandacht te concentreren op het overtreden van wet- en regelgeving die het ontstaan, bevorderen of voortduren van ernstige risico’s en eventuele misstanden met zich meebrengt. Geen bemoeizuchtige overheid die zich met minder belangrijke details bezighoudt, maar een organisatie die zich concentreert op zaken die breed in de samenleving als een probleem worden ervaren. Tijdens de Arboinspecties is de aandacht vooral gericht op onderwerpen die arbeidsuitval - zoals ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid - kunnen veroorzaken. In het MHC-taakveld op ernstige veiligheidsrisico’s en bij de illegale arbeid op verstoring van de legale arbeidsmarkt en uitbuiting van (illegaal tewerkgestelde) werknemers.
ving door bedrijven wordt nageleefd. Ook geeft de AI adviezen ten behoeve van de Farboregeling en zorgt voor de afhandeling van boeterapporten en bezwaarschriften. De AI verleent vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen op een aantal wettelijke bepalingen, zoals met betrekking tot de Arbeidstijdenwet en de regels rond Asbestsloop. Onder dit taakveld vallen ook de monitoring-activiteiten.
1.2 Missie & visie De aanpak van ernstige risico’s en misstanden
De Arbeidsinspectie stelt in het toezicht en de handhaving prioriteiten. De invulling daarvan is gebaseerd op een risico-analyse en informatie over de mate van naleving op brancheniveau. In de uitvoering van de handhaving wordt vooral gekeken naar de aanwezigheid van ernstige risico’s en eventuele misstanden. Dat betekent dat de Arbeidsinspectie zich in haar toezicht zoveel mogelijk richt op branches en bedrijven waar op basis van beschikbare informatie, analyses en actuele inzichten mag worden verwacht dat daar de zwaarste en meest frequente overtredingen aan de orde zijn. Overzicht 1.2 Definitie ernstige risico’s en misstanden Onder misstanden moet worden verstaan: (Ernstige ) schending van de wet- en regelgeving waardoor onaanvaardbare risico’s voor veiligheid of gezondheid van mensen kunnen ontstaan; stelselmatige overtreding van wet- en regelgeving, waardoor het rechtsgevoel van de maatschappij wordt geschonden; stelselmatige overtreding van arbeidsmarktbeschermende wetten,
De Arbeidsinspectie geeft een onafhankelijk oordeel over wat ze op haar terrein in de samenleving waarneemt. Waar dat kan leiden tot een mindere toezichtslast van objecten van onderzoek of waar dit leidt tot een beter inzicht in de situatie of een efficiëntere aanpak zoekt de AI samenwerking met andere overheden en inspectiediensten. Missie De Arbeidsinspectie bevordert door middel van handhaving de naleving van de wetgeving op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk en bestrijdt illegale tewerkstelling. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de aanpak van ernstige risico’s en eventuele misstanden. De AI levert relevante informatie over de naleving op deze terreinen en draagt daarmee bij aan inzicht in de werking en vergroting van de effectiviteit van het overheidsbeleid.
waardoor legaal arbeidsaanbod wordt verdrongen, de eerlijke concurrentieverhoudingen tussen marktpartijen wordt verstoord of de overheid financieel wordt benadeeld; uitbuiting van zwakke groepen werknemers (bij illegale arbeid). Ook vormen van (dreigende) risico’s of uitbuiting, die maatregelen of politiek-maatschappelijke aandacht vereisen - wanneer regelgeving ontbreekt of tekortschiet - worden onder het begrip misstand geschaard.
6
JAARPLAN 2006
Overzicht 1.3 Organigram Arbeidsinspectie
Inspecteur generaal Algemeen directeur
Afdeling Concernbeleid
Arbodirectie Industrie Arbodirectie Bouw Arbodirectie Commerciële Dienstverlening
Afdeling Juridische zaken
Directie Major Hazard Control Directie Arbeidsmarktfraude Directie Inspectie ondersteuning
Arbodirectie Publieke Dienstverlening
1.3 Positionering en Organisatiestructuur
marktfraude (AMF) en de directie Inspectieondersteuning. Onder de Algemeen Directeur zijn twee stafafdelingen Positionering gepositioneerd: Concernbeleid en Juridische Zaken. De De Arbeidsinspectie is een onderdeel van het Ministerie Algemeen Directeur rapporteert aan de Inspecteur-genevan Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De AI functioraal van de SZW-inspectiediensten, onder wie ook de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) valt. neert onder de ministeriële verantwoordelijkheid en valt organisatorisch onder de Inspecteur-generaal van de SZW- De Arbeidsinspectie heeft zes vestigingen in het land en een hoofdkantoor in Den Haag. De vestigingen bevinden inspectiediensten. zich in Groningen, Arnhem, Utrecht, Amsterdam, RotConform het kabinetsstandpunt betreffende het houden van toezicht is de AI daarbij op basis van feitenonderterdam en Roermond. Zij vormen de thuisbasis van de inspectieteams van de directies. Daar worden tevens de zoek onafhankelijk in haar oordeel in individuele zaken. administratieve taken vervuld, die samenhangen met de Dat geldt ook voor de handhavingsactiviteiten die daarbij werkzaamheden van de inspectieteams. horen en de rapportage daarover. Dit maakt het mogelijk dat er in overeenkomstige gevallen gelijk wordt gehandeld, dat de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid worden gediend en dat er een betrouwbaar beeld ontstaat van de werking 1.4 Strategische ontwikkelingen van het beleid dat de overheid nastreeft. Ontwikkelingen in de omgeving Toezicht staat volop in de maatschappelijke, politieke en bestuurlijke belangstelling. Organisatiestructuur Naast eisen aan professionaliteit van het toezicht is er De Arbeidsinspectie bestaat uit vier sectordirecties op het taakveld Arbeidsomstandigheden: Industrie, Bouw, Commer- de roep om matiging van de toezichtslast. Het verminciële Dienstverlening en Publieke Dienstverlening en uit de deren en stroomlijnen van (onnodige of ongewenste) directie Major Hazard Control (MHC), de directie Arbeidstoezichtslast wordt steeds belangrijker gevonden.
7
JAARPLAN 2006
Naast verbetering in de samenwerking tussen inspectiediensten wordt ook meer gekeken naar de totale keten. Bij het bevorderen van de naleving komen andere handhavinginstrumenten en het gebruik maken van vormen van horizontale verantwoording meer in beeld. Daarbij kan worden gedacht aan de toepassing en werking van verplichte en vrijwillige certificatie, Raden van Toezicht en ouders- en werknemersparticipatie. Deze ontwikkelingen komen aan de orde in het regeerakkoord en het `Programma Andere Overheid` (PAO) van het kabinet Balkenende II en de vervolgacties op het vlak van de Minister van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, in het SG-beraad en in het IG-beraad. Naar verwachting zal in 2006 een nieuwe Kaderstellende Visie op Toezicht van kracht worden, waarin meer specifiek de eisen aan de inrichting van het nalevingstoezicht wordt neergezet. De AI speelt op deze ontwikkelingen in door na te gaan waar positionering, inrichting en werkwijze nog kan worden verbeterd. Eén van de eisen gaat over het inzichtelijk maken van de bijdrage van toezicht aan de maatschappelijke effectiviteit, wat het uiteindelijke doel is van de regels die worden gehandhaafd. De wijze van optreden en het nagaan welk effect daarmee wordt bereikt zal in 2006 een nieuwe impuls krijgen. De aanpassingen in de Arbeidsomstandighedenwet, die op basis van het SER-advies van 17 juni 2005 worden voorbereid, moeten leiden tot een nieuwe aanpak van de inspectieprojecten, gericht op branches en sectoren. De grotere eigen verantwoordelijkheid voor de invulling van de doelbepalingen en grenswaarden van de wetgeving - die sociale partners hebben gevraagd - houdt in dat de AI een andere rol gaat krijgen, overigens zonder de kerntaak – handhaving van de wet – weg te nemen. Meer maatwerk per sector, branche en individueel bedrijf of instelling is een belangrijk element dat door moet werken in de aanpak van de AI. De wens om de perceptie van de regeldruk te verminderen vraagt om een benadering die voor alle partijen nieuw zal zijn. In 2006 gaat de AI door middel van vier proefonderzoeken in verschillende branches dat nieuwe inspectiebeleid uitproberen, overigens zonder inhoudelijk vooruit te lopen op de inrichting van de nieuwe Arbowet. Het eerder geschetste meerjarenbeeld van de aanpak door de AI gaat door deze ontwikkelingen uiteindelijk wel veranderen.
8
Op het gebied van de aanpak van illegale arbeid is veel in beweging. De nu bestaande vergunningplicht voor tewerkstelling bij grensoverschrijdende dienstverlening wordt vervangen door een handhaafbaar systeem van notificatie vooraf door de betrokken dienstverlener. Deze notificatieplicht geldt voor dienstverleners gevestigd in landen waarvoor een vrij verkeer van diensten geldt (alle EER-landen), die gebruik maken van personen die niet vrij zijn op de Nederlandse arbeidsmarkt. Het voorkomen en bestrijden van mensenhandel is een speerpunt van het kabinetsbeleid, onder meer neergelegd in de ‘Illegalennota’ van het kabinet. In deze nota is uitbreiding van toezicht ook naar uitbuiting op het gebied van arbeid en dienstverlening aan de orde. Op dit vlak verwacht de Arbeidsinspectie een intensivering van de activiteiten, voornamelijk in de vorm van signalering aan en samenwerking met de SIOD. Onder regie van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (beheer VROM) is eind 2004 een grootscheeps en ambitieus verbeterprogramma voor de uitvoering van het BRZO opgestart. In dit verbeterprogramma (BeterZo) wordt in overleg met alle betrokkenen gewerkt aan het realiseren van betere overheidsprestaties bij de uitvoering van het BRZO. In dit programma wordt duidelijk dat zonder een of andere vorm van aanpassing van de schaalgrootte van het toezicht (het bij elkaar brengen van toezichthoudende taken van verschillende overheden) de doelstellingen niet worden gehaald. De resultaten van dit verbeterprogramma moeten in de loop van 2006 ter beschikking komen. Daarnaast is in het kader van het Programma Andere Overheid (PAO) de BRZO-casus tegen het licht gehouden door de Gemengde Commissie Bestuurlijke Coördinatie. Ook in het eindrapport van deze commissie worden aanbevelingen gedaan die de uitvoering door vormen van opschaling vereenvoudigen. Interne ontwikkelingen
De Arbeidsinspectie speelt actief in op de hiervoor geschetste ontwikkelingen in de opzet en uitvoering van de handhavingactiviteiten en waar nodig aanpassing van de organisatie en de werkwijze. Alle inspanningen zijn daarbij gericht op een positief effect op de naleving van wetten en besluiten. Dit resultaat moet zichtbaar zijn en op een
JAARPLAN 2006
kwalitatieve en doelmatige wijze tot stand komen. Met dit oogmerk staan in 2006 de hierna volgende vernieuwingen op de agenda. Informatievoorziening In 2006 wordt een eerder gestart project afgerond met herontwerp van het interne digitale informatiesysteem (I-net). Daarmee worden de beoogde vernieuwingen op ICT-gebied en de informatieprocessen in het primaire proces beter ondersteund. Kwaliteitszorg In het kader van de interne kwaliteitszorg in 2005 zijn verbeteringen in gang gezet op basis van een organisatiediagnose die eind 2004 is gehouden. De invoering van een deel van deze verbeteringen is voorzien in 2006. Speerpunten daarbij zijn verbetering van de interne communicatie, ontwikkeling van loopbaanbeleid voor medewerkers, uitvoering van klantentevredenheidsonderzoek en verbetering van de interne werkprocessen, door betere aansluiting van de bijdragen van afzonderlijke afdelingen. Bij deze vernieuwingen worden de resultaten betrokken van een benchmark tussen Rijksinspectiediensten, welke onder supervisie van het IG-beraad in 2005 is uitgevoerd. Binnen het taakveld Major Hazard Control is behoud van het huidige ISO-9001 certificaat voor de BRZO processen geboden. Het ligt in de bedoeling deze uit te breiden voor de werkprocessen op het gebied van de Aanvullende Risico-inventarisatie (ARIE). Invoering van op outcome gerichte resultaatindicatoren De activiteiten van de AI moeten meer gericht worden op outcome, het maatschappelijk effect. Om beter in beeld te krijgen welke effecten de handhavingsactiviteiten hebben op de naleving is een nieuwe set resultaatindicatoren vastgesteld. De AI zal in 2006 verder werken aan verfijning van het prestatiemeetsysteem. Op een aantal van de nieuwe indicatoren zijn nog geen basismeetgegevens voor handen, die nog wel moeten worden ontwikkeld. Organisatieontwikkeling In 2005 is een evaluatie uitgevoerd van de reorganisatie, die de AI in 2003 heeft doorgevoerd; de zogenaamde ‘kanteling’ van de organisatie van een regiostructuur naar een landelijk gestuurde en opererende bedrijfstakstruc-
9
tuur. Aan de hand van de resultaten van de evaluatie en het daarop gebaseerde interne adviestraject wordt bezien waar en hoe aanpassing van de organisatie nodig en wenselijk is. Overdracht van taken De AI draagt met ingang van 1 januari 2006 de vergunningverlening in het kader van de Kernenergiewet (toestellen en stoffen) over aan SenterNovem, een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken. Daarmee is het proces van overdracht van taken, die niet tot het primaire domein van het toezicht behoren, vrijwel voltooid.
1.5 Samenwerkingsverbanden De Arbeidsinspectie werkt op nationaal en op internationaal niveau samen met collega inspectiediensten, gouvernementele en non-gouvernementele organisaties. Het doel van deze samenwerking is: • Kennisuitwisseling over de aanpak van het inspectiewerk en de organisatie daarvan. • Gezamenlijk optreden om dubbelingen te voorkomen, daar waar raakvlakken zijn in het toezicht of waar dezelfde objecten van toezicht worden benaderd. Daarnaast wordt hiermee de inspectielast voor bedrijven beperkt. De Inspecteur-generaal vertegenwoordigt de Arbeidsinspectie in het Inspecteurs-generaal Beraad. Aan de uitvoering van de kwaliteitsagenda van het IG-beraad wordt actief deelgenomen. Belangrijke onderwerpen in deze kwaliteitsagenda zijn: de ontwikkeling van gezamenlijke risico-analysemodellen, effectiviteitsmeting, personeels- en opleidingsbeleid, benchmarking met andere inspectiediensten en uitwisseling van informatie. Deze leiden in een aantal gevallen tot aanpassing van de werkwijzen of aanvulling van de door de AI te hanteren methodieken. In 2006 zal voor de AI, mede naar aanleiding van de resultaten van het ‘Programma Andere Overheid’, een verdere versterking van de samenwerking met (vrijwel) alle andere inspectiediensten aan de orde zijn. De uitkomsten van het project ‘samenwerkende Rijksinspecties’ geven daar alle aanleiding toe. Gelet op haar werkterrein (alle bedrijven en instellingen in Nederland waar arbeid wordt verricht) hebben de activiteiten van de AI bijna altijd raakvlakken
JAARPLAN 2006
met van die andere inspectiediensten. Daarbij moet worden aangetekend dat de mogelijkheden tot samenwerking - in een vorm die zowel voor de objecten van toezicht als voor de inspectiediensten voordeel oplevert - naar verwachting zeer divers zijn. Om die reden worden bij die samenwerking door de AI uitgangspunten gehanteerd, die er op neer komen dat er voor de samenwerkende partijen en voor de onder toezichtgestelden voordeel moet zijn als effect van die samenwerking. In dit Jaarplan wordt bij alle inspectieprojecten aangegeven met welke inspectiedienst of andere overheid in dat project samenwerking of afstemming aan de orde is. Over dit Jaarplan zal met de andere Rijksinspectiediensten actief informatie worden uitgewisseld, waar mogelijk worden activiteiten op elkaar afgestemd. Onder regie van de Inspectie Gezondheidszorg wordt in het kader van PAO samengewerkt om de inspectie- en toezichtslast in de Ziekenhuizen te verminderen. Ook de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW), de VROM-inspectie en de Voedsel en Warenautoritet (VWA) participeren in dit project. Belangrijk onderdeel is het tussen de inspecties uitwisselen van reeds van ziekenhuizen verkregen gegevens, die dan niet nogmaals hoeven te worden gevraagd.
10
De AI heeft het voortouw bij een Europees inspectieproject op het gebied van fysieke belasting, dat in 2007 wordt uitgevoerd. De internationale voorbereiding zal grotendeels in 2006 plaatsvinden. Ontwikkelingen doen zich voor op het terrein van de grensoverschrijdende handhaving waar zowel van de zijde van de Senior Labour Inspectors Committee als van het Directoraat-generaal Werkgelegenheid, Sociale Zaken en Gelijke Kansen van de EU naar aanleiding van de ‘detacheringsrichtlijn’ nieuwe initiatieven lopen. Dit betreft het grensoverschrijdend toezicht op de naleving van Arbowet, de Arbeidstijdenwet, de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Binnen de Arbeidsinspectie worden een aantal brede inspectieprojecten opgezet, waarbij aandacht is voor ‘ketens van bedrijven’ over de sectoren heen. Een voorbeeld daarvan is het omgaan met was uit ziekenhuizen, vanwege de risico’s voor besmettingen. Ook worden actief signalen uitgewisseld tussen de bedrijfsonderdelen die zijn belast met het toezicht op arbeidsomstandigheden en arbeids- en rusttijden en de bedrijfsonderdelen die zijn belast met het toezicht naleving van de Wet arbeid vreemdelingen. Binnen SZW is in het toezicht sprake van een actieve samenwerking met de SIOD (illegale arbeid) en IWI (toezicht op certificatie-instellingen op arboterrein).
JAARPLAN 2006
Arbeidsomstandigheden en arbeidstijden
2 2.1 Algemeen beeld arbeidsomstandigheden en arbeidstijden Het werkterrein
Het complete werkterrein voor het houden van toezicht op het gebied van de arbeidsomstandigheden en de werken rusttijden bestaat uit meer dan 600.000 vestigingen van bedrijven en instellingen met in totaal meer dan 7 miljoen werknemers. De meeste daarvan zijn kleine tot zeer kleine bedrijven. De samenstelling van dit bestand aan kleine bedrijven verandert jaarlijks aanzienlijk. De aandacht en de capaciteit van de ruim 300 inspecteurs wordt met een scherpe risico-analyse vooral daar ingezet waar de arborisico’s het grootst zijn en de naleving het laagst is. Om organisatorische redenen is het totale werkterrein opgedeeld in een viertal samenhangende sectoren, waarvoor afzonderlijke directies van de Arbeidsinspectie de toezichthoudende verantwoordelijkheid hebben: Industrie, Bouw, Commerciële Dienstverlening en Publieke Dienstverlening. Ontwikkeling op het terrein van de arbeidsomstandigheden
Arbeidsomstandighedenbeleid en -regelgeving staat onder grote belangstelling. Politiek en maatschappij vinden het zeer belangrijk, maar het ondervindt recent ook kritiek. De regeldruk wordt te groot en de regelgeving zelf te moeilijk/te complex geacht om het goed na te kunnen leven. Om die reden is de evaluatie van de Arbowet een
11
belangrijk project. De nieuwe regelgeving die nu wordt voorbereid, moet meer ruimte en meer verantwoordelijkheid geven aan werknemers en werkgevers. De wijziging van de Arbowet zal naar verwachting eind 2006 in werking treden. Hoewel de Arbeidsinspectie in het toezicht en de handhaving niet op nieuwe regelgeving kan vooruitlopen, is het wel degelijk de moeite waard om na te gaan of en in welke mate al in de geest van de gewenste toekomstige situatie kan worden gehandeld. Dat gebeurt in 2006 in een viertal proefprojecten waarin een grotere rol wordt weggelegd voor de sociale partners en waarin met meer middelen dan alleen inspecties en handhaving de naleving wordt gestimuleerd. Die projecten gaan lopen in de branches grafimedia, houthandel, industriële reiniging en verplegingsinrichtingen. De handhavingsaanpak na 2006 zal door de ervaringen met deze nieuwe aanpak en door de verwachte veranderingen in de wetgeving veranderingen ondergaan. Deze zullen mogelijk doorwerken op de meerjarenaanpak, waarvan in dit Jaarplan een beeld wordt geschetst. Vanaf januari 2006 start ook de handhaving op de ‘preventiemedewerker’. Het gaat om per 1 juli 2005 ingegane regeling op het gebied van de arbodienstverlening. Het betekent een verruiming in de mogelijkheden van met name kleine bedrijven om de deskundige ondersteuning op arbogebied meer naar eigen wensen en behoeften te organiseren. Het doel van de wet op dit punt - over bij de risico’s passende deskundige ondersteuning te kunnen beschikken - blijft echter gelijk.
JAARPLAN 2006
Ontwikkeling op het terrein van de arbeids- en rusttijden Ook ten aanzien van de arbeids- en rusttijden is er de tendens van verruiming van regels, waardoor er meer mogelijkheden ontstaan voor werkgevers en werknemers de werkroosters meer naar eigen behoefte in te vullen. Wijziging van de Arbeidstijdenwet is momenteel in voorbereiding.Voor de AI betekent dit dat in de uitvoering van het toezicht de aandacht voor arbeids- en rusttijden substantieel lager is dan enkele jaren geleden gebruikelijk. Het accent ligt op de evidente misstanden en daar waar er een duidelijke relatie is met de veiligheid en gezondheid. Dit is ook gemeld in de brief van Minister De Geus van 11 juni 2004 aan de Tweede Kamer over de Motie Bakker en de invoering van de bestuurlijke boete bij de ATW.Voorbeelden daarvan zijn situaties met lange werktijden in combinatie met fysiek of mentaal zware arbeid en daar waar er een relatie ligt met de veiligheid van anderen, zoals in het vervoer. Risicogestuurde prioriteitenstelling
Door de grote omvang van het werkterrein en de begrenzing van de in te zetten capaciteit aan inspecteurs ontkomt de AI niet aan het maken van keuzes. In de missie is voorrang gegeven aan de aanpak van misstanden en hoge risico’s.Voor de aanpak van arbeidsomstandigheden (inclusief werktijden) is voor de risico-analyse door de AI een model ontwikkeld: het Arbeidsinspectie Risicoanalysemodel Arbeidsomstandigheden (AIRA). In de aanpak wordt voorrang gegeven aan de uit de risicoanalyse voorkomende hoge risico’s voor veiligheid en gezondheid en de risico’s, die aanleiding zijn tot langdurig ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Het gaat daarom om onderwerpen, die ook in brede (maatschappelijke) kring als een probleem worden ervaren en waarbij strikte handhaving wordt gezien als oplossing of inperking van de problemen. Aandacht en ingrijpen van de overheid wordt als gerechtvaardigd gezien. Deze onderwerpen kunnen per sector en branche verschillen. Daarbij betrekt de Arbeidsinspectie ook beschikbare gegevens over de naleving van weten regelgeving op basis van bijvoorbeeld eerder gehouden projecten of onderzoek van derden in het kader van arboconvenanten. De uitkomsten van het overleg tussen SZW en
1)
sociale partners in afzonderlijke branches over het aangaan van een arboconvenant is mede bepalend voor het wel of niet in een bepaalde periode opzetten van een inspectieproject en de onderwerpen die daarbij aan bod komen. Overzicht 2.1: Top 5 onderwerpen arbeidsomstandigheden voor 2006
• • • • •
Fysieke belasting Gevaarlijke stoffen Gevaarlijke machines & transportmiddelen Omvallende en vallende voorwerpen/valgevaar Psychische belasting/werkdruk/ agressie en geweld
De risico’s kunnen per sector anders uitvallen. Naast een algemene analyse is er derhalve ook een analyse per sector en per subsector gemaakt om van daaruit meer specifiek de prioriteiten per sector te kunnen bepalen. In paragraaf 2.2 wordt de doorwerking van deze prioritering per sector nader uitgewerkt. Naast de concrete programmering voor 2006 wordt daarbij per sector een beeld gegeven van de meerjarenaanpak. In bijlage 2 wordt dat voor alle sectoren nog eens schematisch samengevat. Overigens zijn er op dit punt een aantal onzekerheden, die voortkomen uit de veranderde wetgeving. Een concreet meerjarenprogramma is om die reden nu niet aan te geven. Indicatoren
Inspectie en handhavingsprojecten Rond de 55 % van de netto capaciteit van inspecteurs van de Arbeidsinspectie in het taakveld arbeidsomstandigheden en arbeidstijden wordt ingezet voor actieve inspecties1). In het overgrote deel gaat het daarbij om op afzonderlijke branches gerichte projecten, gelet op de gelijksoortige werkzaamheden en problematiek die er aan de orde zijn. In een kleiner deel wordt capaciteit ingezet op thema’s en onderwerpen, die dwars door branches heen worden opgepakt. Een voorbeeld daarvan is het project vakantiewerk. In 2006 lopen er 46 projecten, waarvan er ongeveer 10
De rest van de netto capaciteit wordt ingezet voor ongevals- en klachtenonderzoek en overige primaire activiteiten, zie overzicht 2.5
12
JAARPLAN 2006
een doorloop zijn van lopende projecten in 2005 of een vervolg daarop. Bij de voorbereiding van projecten worden als regel werkgevers- en werknemersorganisaties geconsulteerd. In paragraaf 2.2 en bijlage 1 is meer informatie opgenomen over de projecten. Overzicht 2.2 Indicatoren actieve Arbo/ATW-projecten Indicator Percentage met een ingezet handhavinginstrument afgesloten inspecties in bedrijfstakprojecten (waarmee wordt gemeten of de AI de juiste inspectieprioriteiten stelt)
Streefwaarde in 2006 55 % van het totaal aantal inspecties
Afhandelingsduur van het totale handhavingstraject (inspectie t/m controle op de naleving na opgelegde eisen en boetes)
80 % binnen 1 jaar
Onderzoek van klachten De behandeling van klachten over arbeidsomstandigheden van werknemers, vakbonden of medezeggenschapsorganen is een belangrijk product van de Arbeidsinspectie in het licht van het signaleren en aanpakken van ernstige risico’s en eventuele misstanden. De toegang voor degenen, die de Arbeidsinspectie nodig hebben bij problemen over arbeidsomstandigheden of arbeids- en rusttijden moet laagdrempelig zijn. Om die reden wordt er gewerkt aan het realiseren van de mogelijkheid via het internetloket van de AI meldingen te kunnen doen. Overzicht 2.4 Indicatoren klachten Indicator Percentage van de gegronde of ten dele gegronde klachten (aantal gegronde klachten = 100 %) met toepassing handhavingsinstrument
Streefwaarde in 2006 90 % interventies bij (ten dele) gegronde klachten
Onderzoek van arbeidsongevallen Het onderzoek naar arbeidsongevallen is een belangrijk product van de Arbeidsinspectie in het licht van het `aanpakken van ernstige risico’s en eventuele misstanden`. Alle dodelijke en ernstig of blijvend letsel veroorzakende arbeidsongevallen en de arbeidsongevallen, die leiden tot opname in een ziekenhuis, worden onderzocht. Naast het strafrechtelijke doel – dat in deze onderzoeken voorop staat – is het tevens een bron van informatie over oorzaken van ongevallen, waardoor het gebruikt kan worden om te werken aan verbetering en voor het leveren van aandachtspunten en prioriteiten voor inspecties. Op basis van gegevens over ernstige ongevallen die binnen de Arbeidsinspectie beschikbaar zijn, wordt een evaluatieonderzoek gedaan. Hierin wordt onder meer een beeld gegeven van de kenmerken van de werknemers die bij een arbeidsongeval betrokken zijn geraakt, van de bedrijven waarin die werknemers werkzaam zijn, en van de oorzaken van de ongevallen.
Afhandelingsduur van het onderzoek
80 % binnen 6 weken
Afhandelingsduur van het totale handhavingstraject (onderzoek t/m controle op de naleving na opgelegde eisen en boetes)
75 % binnen 1 jaar
Overzicht 2.3 Indicatoren arbeidsongevallen Indicator Afhandelingsduur van het onderzoek den
Streefwaarde in 2006 65 % binnen 3 maan-
Afhandelingsduur van het totale handhavingstraject (onderzoek t/m controle op de naleving na opgelegde eisen en boetes)
80 % binnen 1 jaar
13
Productievolumes
Voor het totale taakveld arbeidsomstandigheden is de totale capaciteit in zaken en uren als volgt onderverdeeld over de productgroepen.
Overzicht 2.5 Verdeling geplande inspectiecapaciteit in uren en zaken over de productgroepen Productgroep
Capaciteit In % 55
Aantal zaken Aantal zaken in % 19604 76
waarvan specifiek 4660 gericht op of gecombineerd met ATW
2,5
3260
12,6
ongevallen
51096
28
2326
9
klachten
20703
11
2201
8
overig reactief
10383
6
1782
7
Totaal
182283
100
25913
100
actieve inspectieprojecten
Capaciteit in uren 100101
JAARPLAN 2006
In onderstaand overzicht is de totale geplande capaciteit in uren per sector aangegeven. Overzicht: 2.6 Geplande uren inzet per sector 60.000
Capaciteiten in uren
50.000
40.000
verschillende sectoren. In bijlage 1 wordt meer uitgebreid ingegaan op het inspectieprogramma per sector. Daarbij is tevens aangegeven of en met welke andere inspectiediensten en overheden wordt samengewerkt in het specifieke project. In het jaarplan 2005 is een meerjarenbeeld gegeven van vermelde projecten voor de komende jaren.Vergeleken met het beeld voor 2006 in dat jaarplan zijn er een aantal aanpassingen. Deze zijn het gevolg van doorloop van enkele projecten vanuit 2005 naar 2006 en het om verschillende redenen aanpassen van de planningsvolgorde van enkele andere projecten.
2.2.1
30.000
Industrie
Kenmerken van de sector industrie 20.000
10.000
0 Industrie
Bouw
CDV
PDV
Sectoren
Uren per sector: Industrie 42.805 • Bouw 52.834 Commerciële dienstverlening 42.900 Publieke dienstverlening 42.344
2.2 Beeld per sector Binnen het taakveld arbeidsomstandigheden wordt – zoals hiervoor aangegeven - onderscheid gemaakt tussen een viertal sectoren, te weten: industrie, bouw, commerciële dienstverlening en publieke dienstverlening. Omdat de aard van de werkzaamheden per sector verschillend is, verschillen ook de risico’s per sector. Ook de omvang in aantallen bedrijven toont forse verschillen. Dat werkt door in de aanpak van de AI en de relatie tussen de in te zetten capaciteit en programmering van inspectieactiviteiten. Onderstaand volgt per sector een analyse van risico’s en de programmering van de activiteiten voor 2006 en wordt een beeld gegeven van de meerjarenaanpak in de
14
De sector Industrie binnen de AI omvat alle sectoren, waarin sprake is van industriële arbeid. Daarnaast maken aanverwante groothandelsbranches er deel van uit. In totaal gaat het daarbij om circa 107.000 bedrijven en meer dan 1,1 miljoen werknemers. Belangrijke branches zijn: de metaal, de voedings- en genotmiddelenindustrie, de grafimedia (drukkerijen en uitgeverijen), de chemische industrie en de rubber- en kunststofindustrie. Ten aanzien van de sector Industrie zijn de navolgende kenmerken relevant: • Een naar verhouding tot andere sectoren hoge instroom in de WAO, vooral in de Voedings- en genotmiddelen industrie. • Arbeidsongeschiktheid hangt meer dan gemiddeld samen met klachten van het bewegingsapparaat wat een aanwijzing is voor knelpunten met betrekking tot fysieke belasting: tillen, duwen en trekken en RSI oorzaken (klachten van schouder, arm, nek en pols als gevolg van repeterende bewegingen en ongunstige werkhouding). • Veel machinale arbeid waardoor het gevaar van snijden, knellen en pletten aan de orde is. Er gebeuren op dit gebied veel ongevallen met ernstig letsel. • Grote verschillen in de staat van de machineparken. Op moderne machines van na 1995 is naast de Arbowet ook productwetgeving van toepassing. Oudere machines voldoen vaak niet afdoende aan de veiligheidseisen maar vervanging ligt economisch moeilijk.
JAARPLAN 2006
• Intensief gebruik van allerlei gevaarlijke stoffen waarvoor uitgebreide beoordelingen op werkplekniveau noodzakelijk zijn. De genoemde kenmerken verschillen per deelsector. In nagenoeg alle deelsectoren van de industrie komen de onderwerpen acuut gevaarlijke stoffen, knel-, plet- en snijgevaar en kracht zetten terug. Schadelijk geluid komt in de industriële sectoren voor, maar is in de groothandelbedrijven een minder groot probleem. In enkele bedrijfstakken zoals bij de delfstoffenwinning, in de chemie en de rubber- en kunststofsector behoren de kankerverwekkende stoffen tot de top vijf van gevaren. Fysieke overbelasting lijkt behalve in de metaal, een primair probleem in de voeding- en genotmiddelenindustrie en de groothandel. Meerjarenbeeld handhaving in de sector industrie
In de meerjarenaanpak wordt er voor zorg gedragen dat op basis van de beschreven kenmerken van de sector en de beschikbare gegevens over risico’s, knelpunten en naleving alle sectoren waar deze problematiek speelt worden onderzocht. In de periode 2006-2009 worden volgens de huidige inzichten handhavingsprojecten uitgevoerd in de volgende sectoren: metaal (alle subsectoren), voedingsmiddelenindustrie (alle subsectoren), asfalt- en betonwaren, glas en keramiek, papier en karton, textiel, leerindustrie, groothandel in metaal en vuurwerkbranche. Daarbij zijn de volgende thema’s en onderwerpen in elk geval in beeld bij de inspecties en onderzoeken: gevaarlijke stoffen, fysieke belasting, gevaarlijke machines, geluid, straling (Kernenergiewet) en aanrijdgevaar. Inspectieprogramma 2006 sector industrie
Voor de uitvoering in 2006 zijn de in overzicht 2.7 vermelde inspectieprojecten gepland, met daarbij de onderwerpen en thema’s die prioritaire aandacht krijgen. Het project in de grafimedia maakt tevens deel uit van de pilots met het nieuwe inspectiebeleid. In dat kader worden sociale partners actief betrokken bij de voorbereiding en wordt er extra aandacht besteed aan preventieve activiteiten en voorlichting over de eisen die de Arbowet stelt, gelet op de specifieke risico’s in deze sector. Een bijzonder project betreft het project Warenwet. Het
15
gaat hierbij niet alleen om de werknemersbescherming, maar ook om marktoezicht, voortkomend uit Europese richtlijnen. Dit project wordt afgestemd met de Voedselen Warenautoriteit. De directie Industrie is binnen de Arbeidsinspectie verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de bepalingen van de Kernenergiewet. Toepassingen van ioniserende straling beperken zich niet tot deze sector, maar zijn ook te vinden in andere bedrijfstakken, zoals bijv. de gezondheidszorg. In bijlage 1 wordt een nadere uiteenzetting gegeven over de afzonderlijke projecten van het programma. Overzicht 2.7 Programmering inspectieprojecten 2006 in de industrie Projecten Groothandel in metalen
Onderwerpen Transportveiligheid, valgevaar, fysieke belas ting (evt. dieselemissie)
Glas en keramiek
Gevaarlijke stoffen, machine- en transportveilig heid en geluid
Metaalproducten-, machine- Acuut gevaarlijke stoffen en machineveilig en apparatenindustrie heid Warenwet
Markttoezicht Machinerichtlijn
Grafimedia/drukkerijen (nieuw inspectiebeleid)
(Acuut) gevaarlijke stoffen, machineveiligheid, fysieke belasting/werkdruk van desktoppublishers
Leerindustrie
Gevaarlijke stoffen en machineveiligheid
Drankenindustrie en Groothandel in Dranken
Fysieke belasting, machineveiligheid en aanrijdgevaar
Kernenergiewet
Ioniserende straling
In de meerjarenplanning die in het Jaarplan 2005 was opgenomen, was een project ammoniakkoelinstallaties voorzien. Dat project zal op een later moment worden geprogrammeerd. De conclusie van het project dat met betrekking tot dit onderwerp in 2004 is uitgevoerd, was dat de geconstateerde overtredingen vooral door onwetendheid waren begaan. De Arbeidsinspectie is met de brancheorganisaties en de keuringsinstanties van installaties in gesprek hoe tot een zodanig voorlichtingstraject te komen, dat de betrokken bedrijven zich de risico’s gaan realiseren en daar het passende maatregelenpakket bij gaan kiezen. Er wordt daarom voorlopig even pas op de plaats gemaakt met handhaving.
JAARPLAN 2006
Stimuleren van branche-initiatieven De Arbeidsinspectie is belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van de Kernenergiewet (KEW). Hiertoe is in 2000 een strategie vastgesteld waarbij de vergunninghouders zijn ingedeeld in categorieën, afhankelijk van de stralingsrisico’s, waaraan een inspectiefrequentie is gekoppeld. Bij de uitwerking van deze strategie wordt ernaar gestreefd zoveel mogelijk inspectieprojecten op te zetten van gelijksoortige toepassingen binnen bepaalde branches. In dat kader worden jaarlijks een aantal inspectieprojecten uitgevoerd. De inspecties zijn niet alleen gericht op het handhaven van overtredingen, maar ook op het verkrijgen van informatie, waarmee verantwoordelijke instanties worden gestimuleerd om acties te ondernemen om het veiligheidsniveau van de hele sector te verhogen. Zo zijn de producenten van laselektroden naar aanleiding van een inspectieproject van plan om thoriumhoudende elektroden uit te bannen. In samenwerking met het ministerie van onderwijs worden, als uitkomst van een inspectieproject, schoolbesturen gestimuleerd om stralingsbronnen die voor het vak natuurkunde worden gebruikt in te huren en de eigen bronnen in te leveren. Op basis van de bevindingen van de Arbeidsinspectie heeft de Koninklijke Maatschappij ter Bevordering van de Tandheelkunde een voorlichting- en scholingstraject opgezet om de tandartsen te doordringen van de verplichtingen die zij hebben met betrekking tot de risico’s van straling van röntgenapparatuur. Voor 2006 is opnieuw een project in het onderwijs voorzien om de effecten van de inspanningen van de laatste jaren te meten.
2.2.2
Bouw
Kenmerken van de sector bouw
Vanuit de sector bouw van de Arbeidsinspectie wordt toezicht gehouden op de branches hout- en meubelindustrie, bouwnijverheid en bouwinstallatiebedrijven, groothandel in hout en bouwmaterialen, verhuur van bouwmachines en –werktuigen, glazenwasserijen en schoorsteenvegers. Het gaat daarbij in totaal om meer dan 88.000 bedrijven met in totaal ca. 450.000 werknemers. Het merendeel bevindt zich in het segment kleine bedrijven.
16
De sector bouw kent een aantal prominente knelpunten: • Een hoge instroom in de WAO op relatief jeugdige leeftijd en de grote kans op ziektes die op latere leeftijd kunnen leiden tot ernstige gezondheidsschade en de dood. • Een relatief groot aantal ernstige ongevallen.Vallen is de voornaamste oorzaak van ernstige ongevallen. Het ongevallencijfer is 3.6 maal zo hoog als gemiddeld in de industrie.Vooral jongeren lopen een groot risico op ongevallen. • De complexe samenwerking van werkgevers op de bouwplaats en de invloed van het bouwontwerp op de arbeidsomstandigheden in latere fases. • Het mobiele karakter van bouwplaatsen. Belangrijke factoren bij het ontstaan van arbeidsongeschiktheid zijn fysieke overbelasting, psychische overbelasting (werkdruk bij uitvoerders) en blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Kwartsstof, houtstof en asbest zijn verantwoordelijk voor het ontstaan van vaak dodelijke ziektes, jaren nadat de blootstelling heeft plaatsgevonden. Ook allergene stoffen vormen in de bouw een groot probleem. Waar vervanging door andere stoffen niet mogelijk is, zoals bij cement, moet in elk geval gezorgd worden voor een adequate bescherming. Lawaai en trillingen vormen nog steeds een factor met negatieve effecten op de gezondheid. Toepassing van geluidarme machines en werkwijzen, en waar dit onvoldoende mogelijk is het juist toepassen van persoonlijke beschermingsmiddelen, blijft een belangrijk aandachtpunt. Werken in de buitenlucht brengt het risico mee van bovenmatige blootstelling aan UV-licht, met kans op huidkanker als gevolg. Werken met asbest komt in verschillende bedrijfstakken voor. Sommige asbestverwijderingsbedrijven behoren tot sloopbedrijven, anderen tot de sector dienstverlening. Het meest in het oog springend en risicovol is echter de asbestsloop en het daarop volgend transport van asbesthoudend materiaal. De laatste jaren is er meer aandacht gekomen voor het aanrijdgevaar waaraan wegwerkers zijn blootgesteld. Deze gevaren gelden evenzeer voor werkers aan de spoorbaan. De kans op een dodelijk ongeval bedraagt daarbij (als 5-jaarsgemiddelde) 2,2 op de 10.000 werknemers per jaar. De veiligheid kan alleen geborgd
JAARPLAN 2006
Foto Ton Poorthuizen
worden als de opdrachtgever/wegbeheerder in een vroeg stadium adequate maatregelen neemt. Dit kan een spanning opleveren ten opzichte van de verantwoordelijkheid voor de doorgang van het (spoor)wegverkeer. Binnen de sector bouw van de AI zijn ook de branches hout- en meubelindustrie en timmerbedrijven ondergebracht. De belangrijkste arboknelpunten in deze bedrijfstakken zijn: machineveiligheid, vluchtige organische stoffen (VOS), houtstof, geluid en fysieke belasting. In deze branches lopen nog convenanttrajecten, waarin de belangrijkste gezondheidsknelpunten aan bod komen. Meerjarenbeeld handhaving in de sector bouw
De komende jaren zal naast de traditionele aandacht voor veiligheidsonderwerpen meer aandacht worden gegeven aan de hiervoor genoemde onderwerpen, die vooral de gezondheid schaden. Ook in de convenanten is hieraan aandacht besteed. Nu de convenanten aflopen, zal de branches gevraagd worden de beschreven stand van de techniek te borgen. Bij de inspecties zal de AI rekening houden met de resultaten. De activiteiten van bouwinspecteurs zijn altijd sterk gericht geweest op preventie van arbeidsongevallen die ernstig letsel of de dood ten gevolge hebben. Bij grote bouwondernemingen en grote bouwwerken kan met die
17
preventieve aanpak een behoorlijke verbetering plaatsvinden. Bij kleine aannemers en klussen van geringere omvang lijkt dit niet of veel minder het geval. Een forse verbetering van de wetsnaleving op het gebied van bouwveiligheid zal daarom een belangrijke doelstelling blijven. Een methode om dit doel te bereiken vormen de bouwplaatsinspecties en de systeeminspecties, waarbij de oorzaken van concrete tekortkomingen geanalyseerd worden en op het niveau van de onderneming aan de orde gesteld. In het verleden is relatief veel capaciteit van het toezicht besteed aan asbestsloop naar aanleiding van de verplichte meldingen. Mede hierdoor is bewerkstelligd dat het systeem van verantwoorde asbestsloop door gecertificeerde bedrijven een aanvaardbaar niveau van werknemersbescherming heeft bereikt. De aandacht zal nu worden verlegd naar het opsporen van illegale asbestsloop en –transport. Projecten zullen primair gericht worden op de ketenbenadering en de samenwerking met andere inspectiediensten. Tijdens inspecties samen met de IVW zal worden nagegaan of de recent ontwikkelde normen om aanrijdgevaar van spoorwegwerkers te voorkomen daadwerkelijk zijn ingevoerd. Met Rijkswaterstaat vindt overleg plaats over de veiligheid van wegwerkers.
JAARPLAN 2006
Inspectieprogramma 2006 sector bouw
Gelet op de hiervoor beschreven kenmerken van de sector en de aanpak geschetst in het meerjarenbeeld worden in 2006 de volgende concrete inspectieprojecten uitgevoerd: Overzicht 2.8 Programma inspectieprojecten 2006 in de bouw Naam Onderwerp Bouwlocaties, inclusief twee actieperioden Knellen pletten snijden, vallen, vallende voorwerpen, kankerverwekkende stoffen, schadelijk geluid, gevaarlijke stoffen, ondeugdelijke inrichting arbeidsplaats Systeeminspecties
Arbozorg in bedrijven uit projecten bouwlocaties, stratenmaken en sloop- en grondverzet
Stratenmaken
Fysieke belasting, kwarts
Sloop- en grondverzet
Valgevaar, aanrijdgevaar, vallende voorwerpen, knel-, plet-, snijgevaar, kracht zetten, schadelijk geluid, kankerverwekkende stoffen
Meubelindustrie
Acuut gevaarlijke stoffen, knel plet snijgevaar, wegvliegende schietende onderdelen, kankerverwekkende stoffen, schadelijk geluid, kracht zetten
Houthandel (nieuw inspectiebeleid)
Acuut gevaarlijke stoffen, knel-, plet-, snijgevaar, wegvliegende schietende onderdelen, kankerverwekkende stoffen, schadelijk geluid, kracht zetten
Asbestketen
Asbest
EU-project asbest
Asbest
Baanwerkers
Aanrijdgevaar
Het project in de houthandel is een van de pilots in het nieuwe inspectiebeleid. Ook hier wordt extra betrokkenheid van sociale partners mogelijk gemaakt en extra aandacht besteed aan de preventie, onder meer door het uitbrengen van een branche-brochure met aandacht voor de grootste risico’s. In bijlage 1 wordt nader ingegaan op de afzonderlijke inspectieprojecten. De stratenmaker en de vacuümheffer Iedereen is vertrouwd met het beeld van de stratenmaker die gehurkt of op zijn knieën stenen legt, met klemmen handmatig loodzware trottoirbanden stelt, en stenen op maat zaagt in een grote stofwolk. Dit soort werk brengt grote gezondheidsrisico’s met zich mee. Te denken valt aan rugklachten, polsklachten en zelfs silicose door de blootstelling aan kwarts. Gelukkig zijn er nu goede ergonomische hulpmiddelen beschikbaar om deze risico’s te voorkomen of te beper-
18
ken. Zo zijn er mechanische bestratingsmachines, die voor grotere oppervlakken tegenwoordig als stand der techniek kunnen worden beschouwd. Voor het tillen van trottoirbanden zijn kleine vacuümheffers beschikbaar. In plaats van betonnen kolken kunnen lichtgewicht kunststofkolken worden gebruikt. Voor het zagen van stenen is afgezogen gereedschap beschikbaar of gereedschap met watertoevoer. Als dit onvoldoende is, moet gebruik worden gemaakt van doelmatige persoonlijke beschermingsmiddelen. In het afgesloten arboconvenant is veel aandacht besteed aan het inventariseren van de risico’s en de oplossingen. Voor bepaalde technische oplossingen is zelfs subsidie beschikbaar.
Opdrachtgevers hebben een belangrijke rol als het gaat om het toepassen van bestratingsmachines. In 2006 vindt een project stratenmakers plaats, waarbij beoogd wordt deze ergonomische toepassingen verder ingang te doen krijgen.
JAARPLAN 2006
2.2.3 Commerciële dienstverlening Kenmerken van de sector commerciële dienstverlening
De sector commerciële dienstverlening wordt gekenmerkt door een grote diversiteit aan bedrijfstakken, branches en subbranches. Uitgedrukt in aantallen bedrijven (bijna 390.000 vestigingen) en werknemers (ca. 2,9 miljoen) gaat het om een grote sector, met vele soorten werkzaamheden. Onderscheiden worden de zakelijke dienstverlening (waaronder: banken, schoonmaak, uitzendbureaus, beveiliging, ICT), vervoer, horeca, detailhandel en de mobiliteitsbranche (garages e.d.). De zakelijke dienstverlening met 1,3 miljoen, het vervoer met 0,55 miljoen en de detailhandel met bijna 0,5 miljoen werknemers zijn daarin de grootste sectoren. Binnen de gehele commerciële dienstverlening zijn werkdruk, fysieke belasting en agressie en geweld de veel voorkomende arborisico’s. Deze arborisico’s vertalen zich meestal niet onmiddellijk in termen van ongevallen of arbeidsuitval, maar hebben hun effect op de langere duur. In diverse (sub)branches is sprake van nog andere specifieke arborisico’s, zoals de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Meerjarenbeeld handhaving in de commerciële dienstverlening
Op grond van de risicoanalyse is binnen de sector commerciële dienstverlening gekozen voor terugkerende inspectieactiviteiten in 3 bedrijfstakken waar de arborisico’s hoog zijn en de naleving laag: vervoer over de weg, schoonmaak en stuwadoors/cargadoors. Ten aanzien van de veel voorkomende arborisico’s geldt eveneens een meerjarenaanpak. In 2005 is extra aandacht besteed aan werkdruk.Voor 2006 staat het thema agressie en geweld centraal. Rond dit thema zal een aantal projecten worden opgezet in branches die veel te maken hebben met klantcontact en ongewenst klantgedrag. In 2007 zal fysieke belasting speerpunt van de inspecties in deze sectoren zijn. Binnen de sector wordt zoveel mogelijk samenwerking gezocht met andere inspectiediensten, die eveneens toezichthouder zijn binnen bepaalde bedrijfstakken, zoals het vervoer. Zo worden de inspectieprogramma’s afgestemd met de IVW. Ook wordt bekeken of gezamenlijk inspecteren voor alle partijen zinvol is en leidt tot een gewenste vermindering van de toezichtslast van de bedrijven.
19
Inspectieprogramma 2006 commerciële dienstverlening
In 2006 zal veel aandacht worden besteed aan het risico van agressie en geweld door ongewenst klantgedrag, in die bedrijfstakken waar veel klantencontacten plaatsvinden zoals in het openbaar vervoer, de detailhandel en de horeca. In de horeca zal naast het risico op agressie en geweld ook worden geïnspecteerd op het werken door kinderen en jeugdigen, arbeidstijden, geluid en fysieke belasting. In de vorm van grootschalige inspectieprojecten zal aandacht worden besteed aan de risico’s van fysieke belasting als gevolg van laden en lossen bij bezorgdiensten (tilproblematiek) en kankerverwekkende stoffen (dieselmotoruitlaatgassen van voertuigen en machines die worden gebruikt in omsloten ruimten) die in vele branches binnen de commerciële dienstverlening hoog scoren. Enerzijds moet dit leiden tot bewustwording in de bedrijven van de risico’s, anderzijds wordt beoogd de stand der techniek, bijvoorbeeld in de vorm van beschikbare hulpmiddelen en beheersmaatregelen, breder geïmplementeerd te krijgen binnen de bedrijven. In de Industriële reiniging zal een project worden uitgevoerd bij de reinigingsbedrijven die reguliere reinigingswerkzaamheden en reinigingswerkzaamheden tijdens onderhoudsstops uitvoeren voor industriële bedrijven. Hierbij zal worden gekeken naar valgevaar, fysieke belasting, werken in besloten ruimten, arbeidstijden, blootstelling aan reinigingsmiddelen en stoffen die vrijkomen door hogedrukspuiten. Hieraan voorafgaand zal intensief met de branches worden overlegd om in het kader van de nieuwe inspectiewerkwijze de perceptie van de complexiteit van de arbowetgeving bij de bedrijven terug te brengen tot reële en herkenbare proporties. In het project in 2006 wordt tevens aandacht besteed aan de uitkomsten van het arboconvenant met deze branche, dat medio 2006 afloopt. In een sectoroverschrijdende ketenaanpak zullen de wasgoedstromen vanuit de gezondheidszorg worden gevolgd tot en met de verwerking in wasserijen. Daarbij zal geïnspecteerd worden op de risico’s van blootstelling aan gevaarlijke stoffen (waaronder residuen van geneesmiddelen), biologische agentia, geluid, klimaat en fysieke belasting, met de bedoeling de naleving van de regelgeving op deze risico’s te verhogen.
JAARPLAN 2006
In 2006 zal een gebiedsgericht inspectieproject worden gestart, waarbij in korte tijd alle bedrijven binnen de sector commerciële dienstverlening binnen een bepaald gebied worden bezocht, aan de hand van vooraf vastgestelde inspectie-items en monitorvragen. Dit komt enerzijds tegemoet aan de beleving van werkgevers dat sommige bedrijven veel vaker worden bezocht dan andere (perceptie van inspectiedruk), anderzijds biedt het de Arbeidsinspectie de gelegenheid zicht te krijgen op de juistheid van de eigen beschikbare adressenbestanden en de mate van arboproblematiek in bedrijven die wellicht niet zouden zijn bezocht op grond van beschikbare gegevens.
Tenslotte wordt ruimte vrijgehouden voor het uitvoeren van enkele proefonderzoeken. In deze onderzoeken wordt de omvang van arboproblematiek nader verkend. Een uitgevoerd onderzoek naar aanleiding van een ongeval of klacht kan daarvoor de aanleiding zijn, maar ook gesignaleerde lacunes in inzicht in de risico’s of de naleving. Hiermee wordt de mogelijkheid gecreëerd flexibel in te springen op ad hoc zaken en wordt tevens informatie vergaard die van belang kan zijn voor de strategievorming van de Arbeidsinspectie. In bijlage 1 wordt nader ingegaan op de afzonderlijke projecten van het programma.
Overzicht 2.9 Programma inspectieprojecten 2006 in de commerciële dienstverlening Projecten 2006
Inspectieonderwerpen
Agressie en geweld in de detailhandel
Agressie en geweld
Agressie en geweld in het openbaar vervoer
Agressie en geweld
Horeca
Agressie en geweld, arbeidstijden, fysieke belasting, geluid
Laden en lossen door bezorgdiensten
Fysieke belasting, algemene veiligheid, arbeidstijden
Dieselmotoremissie van arbeidsmiddelen
Kankerverwekkende stoffen, machineveiligheid
Gebiedsgericht inspecteren
Machineveiligheid, valgevaar, gevaarlijke stoffen
Wasgoedketen
Gevaarlijke stoffen, biologische agentia, geluid, klimaat, fysieke belasting
Industriële reiniging (nieuw inspectiebeleid)
Fysieke belasting, gevaarlijke stoffen, valgevaar, werken in besloten ruimten, arbeidstijden
Tankbinnenvaart
Valgevaar, machineveiligheid, gevaarlijke stoffen, persoonlijke beschermingsmiddelen
Overslag havens
Valgevaar, hijsen/heffen, verwerken goederen, fysieke belasting
Arbeidstijdenbesluit Vervoer
Arbeidstijden
Samenwerkingsproject andere inspectiedienst
Nader te bepalen
Pilots
Nader te bepalen
Project laden en lossen Fysieke belasting is een probleem in veel magazijnen binnen de detailhandel. Tillen, duwen en trekken van vaak te zware lasten veroorzaken klachten over pijn in de rug, nek, schouders, benen, armen en handen. Risicofactoren zijn daarbij o.a. te zwaar en vaak ook te hoog beladen rolcombi’s, rolcombi’s die niet goed rijden, sjouwen van kratten en dozen en het stapelen van vlonders en pallets. Dit kwam naar voren uit een inspectieproject dat in 2004 is uitgevoerd. Die resultaten zijn van belang omdat in 2006 inspecties worden uitgevoerd bij de zogenaamde wit- en bruingoedhandel. D.w.z. de winkels die handelen in o.a. koelkasten, ovens, wasmachines, dro-
20
gers, televisies en computers. Apparaten die naast zwaar, vaak ook moeilijk te hanteren zijn door hun afmetingen. Naast het feit dat fysieke belasting in de magazijnen en de winkel plaats vindt, speelt binnen deze sector ook dat de verkochte goederen veelal thuis worden bezorgd. Apparatuur die vaak één of twee verdiepingen en soms nog hoger gesjouwd moet worden. Met daarna het meenemen van de oude apparatuur. De praktijk wijst uit dat lang niet altijd (aanwezige) hulpmiddelen bij dat sjouwen worden gebruikt. Werknemers worden dan fysiek bijzonder zwaar belast. In 2006 wordt daarom speciaal geïnspecteerd op het bezorgen van wit- en bruingoed en tegenwoordig ook het grijsgoed (computers) bij de klanten thuis.
JAARPLAN 2006
2.2.4
Publieke dienstverlening
Kenmerken van de sector publieke dienstverlening
Binnen de sector publieke dienstverlening vallen verschillende subsectoren en branches die qua omvang, soorten arbeid en arbeidsrisico’s zeer van elkaar verschillen. In totaal gaat het om circa. 105.000 bedrijven of bedrijfsvestigingen met bij elkaar genomen ongeveer 2,3 miljoen werknemers. De grootste subsector binnen de publieke dienstverlening is die van gezondheid en welzijn met 27.000 vestigingen en rond de 1 miljoen werknemers. Bedacht moet worden dat ook binnen deze subsectoren weer de nodige diversiteit aan de orde is.Van het openbaar bestuur maken bijvoorbeeld provincies, gemeenten, waterschappen en departementen deel uit, maar ook meer specifiek gevangenissen, politie, brandweer en defensie. Binnen de zorg variëren sectoren van thuiszorg tot en met academische ziekenhuizen. Landbouw omvat akkerbouw, glastuinbouw en veeteelt. Ook subsectoren als sport, recreatie, cultuur en onderwijs omvatten zeer veel verschillende activiteiten. De belangrijkste arborisico’s voor het totaal van de publieke sectoren zijn: werkdruk, fysieke belasting, biologische agentia, gevaarlijke stoffen - inclusief brandbare en explosieve stoffen - beeldschermwerk, agressie en geweld. Daarnaast spelen er ook arbeidstijdenproblematiek en diverse risico’s in de sfeer van machineveiligheid. Door de specifieke sectoren en bedrijfstakken nader te analyseren is concreter aan te geven waar de genoemde arbeidsrisico’s daadwerkelijk spelen. Psycho-sociale arbeidsbelasting zoals agressie en geweld, werkdruk, traumatische ervaringen en sexuele intimidatie komen in de publieke dienstverlening relatief vaak voor, wat ook bevestigd wordt door de gegevens over de oorzaken van de WAO-instroom uit sectoren als onderwijs, zorg en overheid. Door een aantal overheidsdiensten zoals de politie, brandweer, ambulancediensten en defensie vaak moet vaak gericht naar gevaarlijke situaties worden gegaan, in plaats van het gevaar te mijden. Dit stelt hoge eisen de wijze van het tegemoet treden van gevaren, wat een belangrijk aandachtspunt is voor de Arbeidsinspectie. Uit de ongevalscijfers blijkt dat men in de praktijk onvoldoende veiligheidsprotocollen of andere preventieve activiteiten heeft ontwikkeld of men zich er niet aan houdt.
21
Ook blijkt uit ongevalscijfers, dat het omgaan met gevaarlijke machines in de landbouw en binnen de sociale werkvoorziening te wensen overlaat. De blootstelling aan gevaarlijke stoffen en biologische agentia speelt vooral in de gezondheidszorg, terwijl in de (glas-)tuinbouw het werken met bestrijdingsmiddelen steeds weer aandacht vraagt. Er vindt nog nader onderzoek plaats naar arbeidsrisico’s rond brandbare en explosieve stoffen in de publieke sectoren. Met name de vraag naar de omvang en waar deze risico’s zich specifiek voordoen staat daarbij centraal, evenals een inschatting van het nalevingsniveau. Meerjarenbeeld handhaving in de sector publieke dienstverlening
De komende jaren zal de Arbeidsinspectie in toenemende mate investeren in branchebeïnvloeding, naast het handhaven van de noodzakelijk inspectiedruk daar waar rond ernstige arbeidsrisico’s de naleving te laag blijft. Kernpunten naast het feitelijk inspecteren zijn: • Tijdige informatieverstrekking over inspectieprojecten. De planning van projecten wordt intensief gecommuniceerd met sectororganisaties en collega-inspectiediensten • Intensivering van de voorlichting over de regelgeving rond de prioritaire arbeidsrisico’s en de wijze waarop de Arbeidsinspectie handhaaft. In 2006 zal een proef-project in de verpleging en verzorging gehouden worden. • Het bevorderen van de implementatie van juiste praktijken binnen de sectoren. In sectoren als de sociale werkvoorziening en het onderwijs zullen daartoe initiatieven genomen worden. De inspectieprojecten passen in het algemeen in een meerjarig perspectief. Eenmalig inspecteren is veelal niet voldoende. Inspecties passen in een traject van bewustwording, netwerkbeïnvloeding en vervolgens feitelijk toezicht. Bovendien kan door het vergelijken van inspectieresultaten meer inzicht ontstaan in de feitelijke verandering van de naleving in de loop van de tijd en de oorzaken daarvan. Enkele projecten die voor de komende jaren geprogrammeerd staan, zijn een vervolg op eerder gehouden projecten waarbij geconcludeerd is dat de naleving rond ernstige arbeidsrisico’s op een te laag niveau lag. Daarbij
JAARPLAN 2006
kan ook nagegaan worden of afspraken die met branches zijn gemaakt naar aanleiding van eerdere projecten zijn opgepakt. Bij dit soort (vervolg-)projecten is uitgangspunt dat in ieder geval de ernstige overtreders uit eerdere projecten een hogere trefkans krijgen. Daarnaast zal er veelal sprake zijn van een aselecte steekproef om tot representatieve uitspraken te kunnen komen. Bij aperte misstanden die een permanente inspectiedruk vragen is een andere benadering aan de orde. Zo is in het geval van de sociale werkvoorziening gekozen voor een permanente inspectiedruk op de in totaal honderd werkgevers totdat een voldoende niveau van naleving is bereikt. In 2006 en in 2007, zullen steeds inspecties plaatsvinden. Er wordt niet gekozen voor een periode inspectierust tussen de projecten. Reden is de lage naleving en de daarmee samenhangende grote kans op ongevallen bij zeer kwetsbare groep werknemers. In het meerjarenprogramma komen alle sectoren en subsectoren temminste één maal voor in de programmering van de inspectieprojecten. De hiervoor genoemde (8) meest voorkomende risico’s zijn daarbij de thema’s die in de aandacht staan.
Inspectieprogramma 2006 sector publieke dienstverlening
Voor 2006 worden de in overzicht 2.10 opgenomen projecten voorbereid. Hierbij zijn inbegrepen de projecten die in 2005 gestart zijn en doorlopen in 2006. In de verpleging en verzorging start een bijzonder project. In deze subsector wordt een van de vier proefprojecten uitgevoerd, die de AI houdt ter voorbereiding op de invoering van de nieuwe Arbo-wet en het nieuwe inspectiebeleid. Kern van de pilot is dat de AI ruim voor de start van het feitelijk inspectieproject een brochure publiceert met daarin informatie over de prioritaire arbeidsrisico’s in de te onderzoeken sector en de wijze waarop gehandhaafd gaat worden. Deze extra informatie zal naar verwachting een positief effect hebben op de nalevingsbereidheid van de doelgroep en onduidelijkheden rond de interpretatie van regelgeving tegengaan. In het (semi) publieke domein wordt voor een verbetering van de toezichtssituatie over het programma en de afzonderlijke projecten actief afgestemd en samengewerkt met de Inspectie Gezondheidszorg, de Onderwijsinspectie en andere Rijksinspectiediensten, zoals de VROM-inspectie. In bijlage 1 wordt nader ingegaan op de afzonderlijke projecten in het programma voor 2006.
Overzicht 2.10 Programma inspectieprojecten 2006 in de publieke dienstverlening Projecten Praktijklokalen VMBO/BVE, doorloop van 2005
Onderwerpen Machineveiligheid, gevaarlijke stoffen
Sociale diensten, doorloop van 2005
Agressie en geweld, werkdruk
Kinderopvang , doorloop van 2005
Fysieke belasting
Thuiszorg, doorloop van 2005
Fysieke belasting, agressie en geweld
Zwembaden, doorloop van 2005
Gevaarlijke stoffen, agressie en geweld
Vakantiewerk, diverse sectoren
Arbeids- en rusttijden, werken met gevaarlijke stoffen/bestrijdingsmiddelen
Ziekenhuizen
Gevaarlijke stoffen, werkdruk, agressie en geweld, biologische agentia, narcosegassen, cytostatica
Nachtopvang Zorg en Welzijn
Agressie en geweld
Verpleeg- en Verzorgingshuizen (nieuw inspectiebeleid) Fysieke belasting, agressie en geweld, werkdruk, cytostatica Wasgoedketen Gezondheidszorg
Biologische agentia, gevaarlijke stoffen, fysieke belasting
HBO
Werkdruk en RSI-oorzaken
Universiteiten
RSI-oorzaken
Stortplaatsen/Vuilverbranding
Machineveiligheid, fysieke belasting, geluid
En Route
Aanrijdgevaar hulpverleners, veiligheid en fysieke belasting bij kraakperswagens, aanrijdgevaar bij bermmaaien e.d.
Sociale Werkvoorziening
Machineveiligheid, fysieke belasting, geluid
Politie Brandweer
Arbeidstijden Veiligheid tijdens uitvoering repressieve taak, blootstelling aan gevaarlijke stoffen
22
JAARPLAN 2006
Gevaarlijke machines in de sociale werkvoorziening Medewerkers in de sociale werkvoorziening hebben een aanmerkelijk hogere kans slachtoffer te worden van een ongeval dan medewerkers in andere bedrijfstakken. Zeer regelmatig vinden er ernstige ongevallen plaats die vervolgens door de Arbeidsinspectie worden onderzocht.Vaak blijkt dan dat het niet alleen gaat om tekortkomingen aan machines, maar ook dat het onderricht en toezicht aan medewerkers volstrekt onvoldoende is. Vandaar dat in de periode van 1 september 2003 tot 1 mei 2004 een inspectieproject heeft plaatsgevonden in de sociale werkvoorziening. De resultaten van de inspecties gaven een zorgwekkend beeld te zien. Er zijn in Nederland 93 SWbedrijven waarvan er 89 zijn geïnspecteerd. Slechts bij 12 van de 89 bedrijven zijn geen overtredingen gevonden. Gegeven de opdracht van de SW-bedrijven en de kwetsbaarheid van de betreffende groep werknemers is het onaanvaardbaar dat bij 45% van de bedrijven het toezicht op het werken met risicovolle machines onvoldoende is georganiseerd en
uitgevoerd. Met betrekking tot de handhaving is opvallend vaak het werk stilgelegd omdat de aangetroffen situatie té gevaarlijk was. Ook de Tweede Kamer bleek zeer ongerust over deze resultaten. In overleg met de Kamer heeft de Staatssecretaris besloten dat de Arbeidsinspectie de inspectiedruk hoog dient te houden in de SW-sector. Er worden extra inspecties gehouden in de periode 2005-2006. Naar aanleiding van eventuele ongevallen wordt aanvullende actie ingezet. Uiteraard is er nader overleg geweest over de problematiek met de branche-organisatie CEDRIS en de VNG namens de betrokken gemeenten. Afgesproken is dat CEDRIS en de VNG zich sterk maken om een structurele aanpak van de ongevallen vorm te laten geven door de werkgevers. Het geven van een hogere managementprioriteit aan de aanpak van de problematiek en het informeren van de werkgevers over best-practices rond voorlichting en onderricht zijn voorbeelden hiervan. De Arbeidsinspectie heeft zich daarbij bereid verklaard goede voorbeelden die zij tegenkomt tijdens inspecties door te geven aan de sociale partners.
2.2.5 Staatstoezicht op de Mijnen Het Staatstoezicht op de Mijnen (Ministerie van EZ) is, m.b.t. de Winningsindustrie (olie, gas, zout), medetoezichthouder voor de Arbowet, ATW, KEW en Warenwet. Voor 2006 staan m.b.t. het AI beleidsveld de navolgende projecten gepland.
Overzicht 2.11 Projecten bij medetoezichthouder SodM 2006 Projecten
Opmerkingen
Blootstelling aan gevaarlijke stoffen
Gevaarlijke stoffen, waaronder oplosmiddelen Project is gestart in 2005
Werkvergunningen
Focus op de implementatie van het mijnbouwindustrie breed geharmoniseerde PTW systeem, taak risico analyses, toezicht op vergunningvoorwaarden e.d.
Fysieke belasting
Focus op boorinstallaties
Duiken
Offshore mijnbouwactiviteiten
Hijsen
In samenwerking met de NSOAF partners
Redding en calamiteiten
Opvolging van het 2004 project
De projecten maken deel uit van het Handhavingsplan 2003 - 2007 van de Dienst. Dit plan en meer informatie m.b.t. de taken en activiteiten van het Staatstoezicht op de Mijnen is te vinden op www.sodm.nl
23
JAARPLAN 2006
Major Hazard Control
3 3.1 Kenmerken taakveld MHC De directie Major Hazard Control houdt toezicht op de specifieke wetgeving die moet leiden tot het zoveel mogelijk voorkómen van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen en tot het zoveel mogelijk beperken van de gevolgen daarvan, met als invalshoek de arbeidsveiligheid. Het betreft hier het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO ’99) en het Besluit Aanvullende Risico-inventarisatie en -evaluatie (ARIE ’05). Er zijn in Nederland ca. 325 bedrijven die met dusdanig grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen werken dat zij onder de werkingssfeer van het BRZO vallen. Het aantal bedrijven dat onder de werkingssfeer van ARIE valt is nog niet exact bekend (nieuwe wetgeving, overgangstermijn nog van kracht). Schattingen lopen uiteen van 300 tot 500. Dat er voor beide soort bedrijven bovenop de algemene wetgeving, zoals Arbowet en Wet Milieubeheer, een specifieke wetgeving van kracht is, wordt ingegeven door het feit dat grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen in potentie aanleiding kunnen zijn tot het optreden van zware ongevallen (brand, explosie, gifwolk) die de omvang van een ramp kunnen aannemen. Afhankelijk van de omvang ervan kunnen hierbij werknemers, omwonenden, het milieu, hulpverleners, roerend en onroerend goed worden bedreigd. Het toezicht op de naleving van het BRZO gebeurt in nauwe samenwerking met het bevoegde gezag ex. Wet Milieubeheer (provincies en gemeenten) en de brandweer.
24
Bij de ARIE is het toezicht voorbehouden aan de AI en geldt een informatieplicht naar de collega-toezichthouders. De bedrijven onder de werkingsfeer van het BRZO en ARIE geven een gevarieerd beeld waar het gaat om de beheersing van de risico’s. Enerzijds betreft het grote ondernemingen, soms multinationals, soms met meerdere vestigingen in het land, waarbij het omgaan met gevaarlijke stoffen tot de kernactiviteit behoort, zoals raffinaderijen en chemische (proces)industrieën. Deze ondernemingen zijn vertrouwd om te werken met vastgelegde systemen voor de beheersing van risico’s (continuïteit, financiën, imago, zaakschade, aansprakelijkheid, veiligheid, arbeidsomstandigheden en milieu). De wettelijke systeemverplichtingen t.a.v. de beheersing van veiligheidsrisico’s worden in de eigen bedrijfsvoering opgenomen. Het wetgevingsbelang en het eigen belang van deze bedrijven bij een ongestoorde procesvoering loopt daarmee grotendeels parallel. Anderzijds zijn er ook kleinere, minder complexe ondernemingen, die bijvoorbeeld grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen op- of overslaan of waarbij het omgaan met deze stoffen niet tot de kernactiviteit behoort (bijv. bedrijven met ammoniak-koelinstallaties). De wettelijke systeemverplichtingen worden hier lang niet altijd als onderdeel van de bedrijfsvoering opgenomen. In de aanpak van de inspecties wordt met deze verschillen rekening gehouden.
JAARPLAN 2006
Foto F. van Arkel
Ongevallen en incidenten in de major hazard sector Tussen april 2003 en september 2004 vonden 55 ernstige incidenten plaats met gevaarlijke stoffen in de bedrijven die vallen onder het Besluit risico’s zware ongevallen. De meeste gebeurden in de chemische industrie. Na analyse van 36 incidenten heeft de Arbeidsinspectie in bijna de helft van de gevallen maatregelen geëist of proces-verbaal opgemaakt. De gevolgen van de incidenten varieerden van het vrijkomen van een kleine hoeveelheid gevaarlijke stoffen tot drie dodelijke slachtoffers onder de werknemers van het bedrijf. In totaal raakten bij 16 onderzochte voorvallen werknemers gewond. In een derde van de incidenten was bovendien sprake van milieuschade. Onderhoud blijkt een belangrijke risicofactor. Meer dan de helft van de ongevallen vindt plaats als gevolg van onderhoudswerkzaamheden. Bijvoorbeeld doordat instructies en toezicht ontbreken of doordat het onderhoud op een verkeerde of onveilige manier wordt uitgevoerd. Andere belangrijke oorzaken van incidenten zijn fouten in het ontwerp van installaties, gebrekkig materieel en het ontbreken van goede procedures voor het werk. De Arbeidsinspectie constateert dat het voorkomen van ongelukken rondom onderhoud meer aandacht verdient. Het rapport is verspreid onder de bedrijven die vallen onder het Besluit risico’s zware ongevallen, zodat zij hun veiligheidsmaatregelen verder kunnen aanscherpen. Een dergelijk rapport zal nu jaarlijks worden uitgebracht.
3.2 Meerjarenbeeld aanpak major hazards In 2004 is een evaluatie-onderzoek naar de effecten van het BRZO gepubliceerd. Naar het oordeel van zowel het bedrijfsleven als de betrokken overheden heeft het BRZO een positief effect op de arbeidsveiligheid, de externe veiligheid en de rampenbestrijding en heeft het gezorgd voor meer aandacht voor veiligheid, een verbeterde samenwerking en kennisuitwisseling en een verhoogd veiligheidsbewustzijn. Het inzicht in de risico’s is toegenomen en er zijn organisatorische en technische maatregelen genomen om risico’s verder te beheersen. Daarentegen bleek uit het onderzoek ook dat de overheidsprestatie bij de uitvoering van het BRZO te wensen overliet (voorgeschreven termijnen worden niet gehaald, kwaliteit en kwantiteit van inspecties en handhaving moet nog sterk worden verbeterd, verwachtingen rond het één-loketprincipe en samenwerking tussen de overheden worden niet waargemaakt). Een onderzoek van de VROM Inspectie bevestigde dit beeld. Een belangrijke oorzaak van de ondermaatse overheidsprestatie is gelegen in de versnippering in de uitvoering aan de zijde van het bevoegd gezag ex. Wet Milieubeheer (12 provincies en 42 gemeenten) en van de Brandweer (25 regionale brandweren en 5 kernregio’s). Onder regie van VROM loopt een grootscheeps en ambitieus verbeterprogramma. In dit verbeterprogramma (BeterZo) wordt in overleg met alle betrokkenen gewerkt aan het realiseren van een overheidsprestatie bij de uitvoering van het BRZO die de toets der kritiek kan doorstaan, terwijl de bestaande structuren niet ter discussie staan. Aandachtspunten hierbij zijn het helder krijgen
25
JAARPLAN 2006
van taken en verantwoordelijkheden van alle betrokkenen, het beschrijven en stroomlijnen van de gezamenlijke processen en bedrijfsvoering, het verbeteren en actualiseren van richtlijnen, handreikingen, methoden en werkwijzen, het beschrijven en implementeren van uitgangspunten t.a.v. kritische massa en deskundigheid, etc. Inmiddels wordt ook in dit programma wel duidelijk dat zonder een of andere vorm van opschaling in de uitvoering de doelstellingen niet zullen worden gehaald. De resultaten van dit verbeterprogramma moeten in de loop van 2006 ter beschikking komen. Daarnaast is in het kader van het kabinetsprogramma PAO de BRZO-casus tegen het licht gehouden door de Gemengde Commissie Bestuurlijke Coördinatie (de Cie de Grave)1). In het eindrapport van deze commissie worden ook aanbevelingen gedaan die de uitvoering moeten vereenvoudigen door vormen van opschaling, het meer concentreren van de toezichthoudende taak.Vereenvoudiging in de uitvoering is in het belang van zowel de bedrijven als de overheid. SZW is voorstander van vereenvoudiging van de uitvoering d.m.v. een opschaling naar Rijksniveau. Ondertussen wordt stelselmatig verder gewerkt aan een verdergaande verhoging in de kwaliteit van het eigen functioneren en optreden. Eind 2004 is het Kwaliteitsmanagementsysteem (KMS), gecertificeerd tegen de ISO 9001:2000 norm. Het willen behouden van het certificaat houdt in dat het systeem actueel moet worden gehouden, verder moet worden verbeterd en dat de uitwerking ervan moet worden geborgd en bewaakt. De nadruk komt hierbij te liggen op een voortgaande professionalisering van de cyclus van planning en control en het uitbouwen van metingen naar de tevredenheid externe belanghebbenden en van medewerkers. Daarnaast, maar wel in samenhang met het KMS, loopt er een aantal ontwikkelingstrajecten op het gebied van kennismanagement, de ontwikkeling van een nieuwe gezamenlijke inspectiemethodiek (NIM) en de introductie van geautomatiseerde ondersteuning van de uitvoering.
1)
3.3 Prioriteiten en programma 2006 De directie MHC werkt bij haar primair proces niet met steekproeven t.a.v. inspectiepunten en bedrijven. In dit werkveld is de prioriteitsstelling immers al bepaald door de wetgeving. Zowel het BRZO als ARIE kennen namelijk een stelsel van grenswaarden, waarmee wordt bepaald of een bedrijf onder deze specifieke wetgeving valt en daarmee onder het bijbehorende toezicht. De risico-prioritering vindt dus plaats op grond van het potentiële effect dat het vrijkomen van grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen kan hebben en nauwelijks op grond van de kans op het optreden daarvan. Dat is niet ongebruikelijk bij activiteiten die in potentie tot een ramp aanleiding kunnen geven. Overigens wordt het kansbegrip in de verdere risicoanalyses en veiligheidsstudies die het bedrijf moet uitvoeren, evenals in de afwegingen inzake de ruimtelijke ordening rond het bedrijf wel meegenomen. Het BRZO schrijft (voor VR-plichtige bedrijven) een jaarlijkse inspectiefrequentie voor, tenzij er in het gezamenlijke inspectieprogramma een andere frequentie is vastgelegd. Bij de ARIE wordt uitgegaan van een tweejaarlijkse inspectiefrequentie. De doelstelling van de directie MHC hierbij is om deze inspecties uit te voeren met een inhoudelijk en procedureel kwaliteitsniveau zoals in het ISO-gecertificeerde KMS van de directie is vastgelegd. Aangezien uit de ongevalanalyses blijkt dat vooral aspecten t.a.v. onderhoudsmanagement en bedrijfsintern toezicht op de uitvoering een rol spelen ligt het voor de hand om in 2006 zowel bij de uitvoering van het BRZO als bij de uitvoering van de ARIE bij de inspecties met name ook deze zaken te bezien. Dit zal met de inspectiepartners worden besproken.Verder zal in 2006 de uitvoering van het primaire proces vooral zijn gericht op: • De verwerking van de 2e ronde Veiligheidsrapporten; • De uitvoering van periodieke BRZO inspecties, waarbij onderhoudsmanagement, beheersing van de uitvoering in de bedrijven en de naleving van de wettelijke verplichtingen t.a.v. het werken in gebieden waar potentieel explosiegevaar bestaat en t.a.v. drukapparatuur aandacht zullen krijgen; • De uitvoering van ARIE-inspecties (inclusief voorlichting en zo nodig opsporing).
‘Je gaat er over of niet’, rapport van juni 2005
26
JAARPLAN 2006
Naast de uitvoering van het primaire proces zullen in 2006 de volgende onderwerpen als prioritair worden aangemerkt: • Het uitvoeren van het project NIM, waarbij zal worden voortgebouwd op de verworvenheden van 2004 en 2005 (in 2005 werd versie 1.0 opgeleverd en getest en werd gekomen tot een programma van eisen voor de geautomatiseerde ondersteuning van de methode); • Het uitvoeren van het project Kennismanagement; • Het uitbrengen van de MHC-incidentenrapportage 2005 (eerdere versies verschenen over 2003 en 2004); • Het uitvoeren cq. voorbereiden van tevredenheidsmetingen belanghebbenden; • Het participeren in het verbeterprogramma BeterZo
Productievolumes
De voor de uitvoering van de taken benodigde capaciteit is voor 2006 vastgesteld op 42 fte aan inspecteurs. Afhankelijk van de met de nieuwe ARIE-taak opgedane ervaringen en de ontwikkeling van het aantal ARIE-plichtige bedrijven zal in 2007 zo nodig een extra instroom van 3 fte worden gerealiseerd.
Overzicht 3.1 Producten en productievolumes Directie MHC in 2006. Producten (uren) Periodieke inspectie (BRZO) ARIE inspectie
Capaciteit (%)
Capaciteit
Zaken (%)
Zaken
20130
62
154
35
4080
13
102
23
Beoordelen VR
2280
7
95
21
Onderzoek zware ongevallen
5400
16
30
7
280
1
35
8
240 32.410
1 100
30 446
7 100
Beoordeling kennisgeving Overig Totaal
Indicatoren Overzicht 3.2 Indicatoren major hazard control Indicator Gecertificeerd kwaliteitssysteem
Streefwaarde in 2006 Behoud ISO 9001:2000 certificaat
Gerealiseerde termijnen inspectierapportage
70% < 6 weken
Inzet handhavingsinstrumenten
> 25% inspecties met inzet instrument
Aantal PV’s bij ongevalsonderzoek
> 25 % ongevalsonderzoek met PV
Toezichtsdruk
> 40% bedrijven
Belanghebbendentevredenheid
80% positief oordeel totale optreden
27
JAARPLAN 2006
Arbeidsmarktfraude
4 4.1 Kenmerken taakveld Arbeidsmarktfraude
De directie Arbeidsmarktfraude (AMF) houdt toezicht op de naleving van de Wet arbeid vreemdelingen (WAV) De WAV is een instrument in het kader van regulering van de Nederlandse arbeidsmarkt. De wet bepaalt dat werkgevers een tewerkstellingsvergunning nodig hebben voor werknemers die afkomstig zijn van buiten de Europese Economische Ruimte (EER). Zo kan verdringing van arbeidsaanbod uit Nederland en de andere EER-landen worden voorkomen. De omgeving van de directie AMF is in 2006, evenals in voorgaande jaren, flink in beweging. In 2006 beslist het kabinet of vrij verkeer voor werknemers uit de in 2004 tot de EU toegetreden Midden-en Oost Europese landen (MOE-landen) wordt ingevoerd. Tot 1 mei 2006 geldt voor de in 2004 tot de EU toegetreden MOE-landen in ieder geval nog een tewerkstellingsvergunningplicht. Inspecteurs worden regelmatig geconfronteerd met constructies om deze vergunningplicht te omzeilen. Bij vrij verkeer van werknemers nemen de constructies naar verwachting af. De AI verwacht dat, na invoering van het vrij verkeer voor de nieuwe EU-lidstaten, in Nederland gevestigde werkgevers een groter beroep gaan doen op werknemers uit landen buiten de EU. Deze zullen goedkoper zijn dan werknemers uit de nieuwe lidstaten. De omvang van deze vervangingsvraag is moeilijk te voorspellen. In oktober 2004 is de kennismigrantenregeling ingevoerd, een regeling waarbij een Nederlandse werkgever na een
28
verkorte procedure werknemers uit alle landen arbeid mag laten verrichten, indien een salaris wordt geboden van € 33.000 voor personen jonger dan 30 jaar en € 45.000 voor de overige werknemers. De AI heeft met de IND een fraudeprofiel opgesteld, aan de hand waarvan de IND signalen van mogelijk misbruik van de regeling aan de AI doorgeeft. Uitgangspunt is dat de AI in 2006 ten minste 100 van deze signalen onderzoekt. De nu bestaande vergunningplicht voor tewerkstelling bij grensoverschrijdende dienstverlening wordt vervangen door een systeem van notificatie. Dit betekent dat de betrokken (buitenlandse) dienstverlener vooraf moet nagaan of hij aan de eisen voldoet en de grensoverschrijdende dienstverlening moet melden. Deze notificatieplicht geldt voor dienstverleners gevestigd in landen waarvoor een vrij verkeer van diensten geldt (alle EER-landen), die gebruik maken van personen die niet vrij zijn op de Nederlandse arbeidsmarkt.Voor grensoverschrijdende uitzendarbeid blijft een tewerkstellingsvergunning noodzakelijk. De notificatie vindt plaats bij CWI. Aan de hand van een risicoprofiel bepaalt de AI welke zaken zij onderzoekt. Bij oneigenlijk gebruik van de regeling (er is geen sprake van daadwerkelijke dienstverlening) en bij niet of te laat notificeren kan de AI een boete opleggen. Tevens wordt een nauwere samenwerking met instanties in Polen en andere MOE-landen beoogd om tot een snellere uitwisseling van gegevens te komen.
JAARPLAN 2006
Foto P. den Blanken
Het voorkomen en bestrijden van mensenhandel is een van de speerpunten van de regering, onder meer neergelegd in de Illegalennota. Er is een Nationaal Rapporteur Mensenhandel (NRM) aangesteld en per 1 januari 2005 is een nieuw artikel opgenomen in het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot mensenhandel en uitbuiting. Strafbare uitbuiting is in dit artikel verbreed van alleen seksuele uitbuiting naar uitbuiting op het terrein van arbeid en dienstverlening. Deze verbreding betekent dat de Arbeidsinspectie en de SIOD een nadrukkelijker rol hebben bij de bestrijding van uitbuiting. De directie AMF is alert op uitbuiting en verstrekt signalen hierover aan de SIOD. Over de uitvoering zal met de beleidsdirectie van SZW, SIOD en de NRM worden afgestemd. Vanaf januari 2006 wordt de premie-inning voor sociale verzekeringen niet langer door UWV uitgevoerd, maar door de Belastingdienst. De noodzaak tot samenwerking van de directie AMF met UWV neemt hierdoor af. Dit betekent dat de huidige samenwerkingsafspraken met UWV en Belastingdienst (deze hebben betrekking op gegevensuitwisseling en interventieteams) wordt aangepast aan de nieuwe taakverdeling. De directie AMF zal zich in 2006 concentreren op samenwerking met de Belastingdienst.
29
De directie AMF heeft met organisaties die zich op aanverwante fraudesoorten richten samenwerkingsafspraken gemaakt, vastgelegd in overeenkomsten. In 2006 richt de directie AMF zich vooral op gezamenlijk inspecteren met de SIOD en de Belastingdienst. Met de Vreemdelingenpolitie maakt AMF voor 2006 nadere afspraken over de inzet van capaciteit bij WAV-controles. Deze afspraken worden neergelegd in regionale dienstverleningsovereenkomsten tussen de politieregio’s en de inspectieteams. Naast contacten met andere inspectie- en opsporingsdiensten, werkt AMF aan het uitbouwen van de contacten met branche- en werknemersorganisaties. Zo heeft AMF met diverse organisaties in de Bouw afspraken gemaakt over het melden van vermoedelijke illegale tewerkstelling. Ook met de Land- en tuinbouwsector voert AMF regelmatig overleg. In de eerste helft van 2006 zal op verzoek van de Tweede Kamer een evaluatie plaatsvinden van de boetehoogte van de bestuurlijke boete WAV. In de in 2006 te houden evaluatie van de bestuurlijke boete WAV zal nadrukkelijk worden bezien of eventuele verhoging van het boetebedrag gewenst is. Gelijktijdig zal een interne evaluatie van de uitvoering van de bestuurlijke boete plaatsvinden.
JAARPLAN 2006
Ook is in de eerste helft van 2006 een wetswijziging van de Wet arbeid vreemdelingen voorzien, waarbij als nieuwe beboetbaar feit wordt toegevoegd het niet meewerken aan het vaststellen van de identiteit van werknemers. Een soortgelijk feit is op dit moment al als misdrijf strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht, maar hiervoor wordt door het Openbaar Ministerie nauwelijks vervolging ingesteld. Het opnemen van de medewerkingsverplichting in de Wet arbeid vreemdelingen zelf biedt als voordeel dat de AI direct zelf een (hoge) boete kan opleggen, waardoor de effectiviteit van de controles naar verwachting wordt vergroot.
Interventieteam Amsterdamse Straatweg Interventieteams zijn een nieuw middel om problemen in bedrijfstakken en wijken multidisciplinair aan te pakken. Het uitgangspunt is dat een gezamenlijke aanpak door verschillende diensten en instanties effectiever werkt dan wanneer de verschillende diensten en instanties alleen aan de slag gaan. De Amsterdamse Straatweg is een winkelstraat in Utrecht die aan het verloederen was. Achter iedere deur gebeurt wel iets dat in strijd is met de wet- en regelgeving. Het kan daarbij gaan om het tewerkstellen van illegalen, het niet afdragen van premies en belastingen, het werken met uitkeringen, het ter beschikbaar stellen van woonruimte in strijd met de bepalingen, drugs en het witwassen van geld. Het interventieteam Amsterdamse Straatweg is een samenwerkingsverband tussen Arbeidsinspectie, UWV, Belastingdienst, Politie en Gemeente. Uitgangspunt was het schoonvegen van de straat, het verbeteren van de situatie en het vasthouden van de bereikte resultaten. Dit alles door middel van strikte handhaving van de regels door de verschillende diensten en instanties. Naast handhaving werkt de gemeente aan het verbeteren van de woon- en leefsituatie door het opknappen van de straat, het herstel van pleinen en parken e.d. De aanpak kan als zeer succesvol gezien worden. Er zijn honderden controles uitgevoerd. Als er iets niet goed was werd er opnieuw gecontroleerd. Uiteindelijk heeft dit er toe geleid dat de controles steeds minder tekortkomingen opleveren. Blijkbaar begint men zich aan te passen aan de nieuwe situatie en beseffen de ondernemers dat ze niet langer op de oude manier door kunnen gaan. De komende jaren zal steekproefsgewijs de vinger aan de pols gehouden worden om de bereikte resultaten vast te houden. Om te voorkomen dat de problematiek zich verplaatst naar andere straten in Utrecht zullen ook daar de komende jaren in het verband van een interventieteam controles worden uitgevoerd.
1)
4.2 Meerjarenbeeld aanpak arbeidsmarktfraude Op basis van risicoanalyse zet AMF haar inspectiecapaciteit vooral daar in waar een hoog risico op overtreding bestaat en naleving van wet- en regelgeving laag is. Begin 2006 komt een risiscoanalysemodel beschikbaar op grond waarvan niet alleen risicovolle sectoren maar ook risiscovolle ondernemingen kunnen worden geselecteerd. De AI verdeelt de beschikbare capaciteit over interventieteams, (landelijke) inspectieprojecten en onderzoeken op basis van tips. De sectoren land- en tuinbouw, bouw, horeca en intermediairs komen uit diverse onderzoeken1) naar voren als de sectoren waar de kans op illegale tewerkstelling groot is. Resultaten van eerdere inspectieprojecten bevestigen dat in deze sectoren illegale tewerkstelling regelmatig voorkomt. AMF zet daarom 30% van haar beschikbare inspectiecapaciteit in op deze sectoren door meerjarige projecten. Ook de politieke en maatschappelijke context waarbinnen de AI opereert heeft invloed op de keuze voor bepaalde inspectieprojecten. Er is veel politieke aandacht voor illegale tewerkstelling via uitzendbureaus en voor werkzaamheden uitgevoerd bij particulieren in verband met de verbouwing van hun woning. De AI besteedt daarom een substantieel aandeel van haar beschikbare capaciteit aan controles bij uitzendbureaus en verbouwingen bij particulieren. De AI zet in samenwerking met de directie Arbeidsmarktbeleid (AM) ook andere instrumenten in om het nalevingsniveau te vergroten. Hierbij kan gedacht worden aan het geven van voorlichting aan individuele werkgevers en aan werkgevers- en werknemersorganisaties, overleg met brancheorganisaties en het wijzigen van wetgeving. Naast de AMF inspectieprojecten zet AMF circa 40% van de beschikbare inspectiecapaciteit in interventieteams. Interventieteams bestaan naast de AI uit de Belastingdienst, UWV, de Sociale Verzekeringsbank, het Openbaar Ministerie, de gemeenten en de betrokken departementen en richten zich op bestrijding van belasting- en premiefraude, uitkeringsfraude, illegale tewerkstelling en de daarmee samenhangende misstanden. De interventieteams en de landelijke projecten fungeren als communicerende vaten; de landelijke projecten vinden plaats in min of meer dezelfde sectoren als waarin de interventieteams actief zijn die door de AI worden geleid. De inspectieprojecten fungeren hierbij als een soort ‘vinger aan de pols” projecten, terwijl de interventieteams fraudeonderzoeken doen bij notoire overtreders.
Research voor Beleid, onderzoek uit 2000 en 2004. Regioplan, onderzoek naar naleving Wav uit 2005.
30
JAARPLAN 2006
In de komende jaren beslist de Europese Unie over de toetreding van een aantal landen zoals Bulgarije, Roemenië en Kroatië en over het werknemersverkeer met de 8 Middenen Oost-Europese landen. Welke gevolgen de uitbreiding van de EU of de beslissing rond het werknemersverkeer heeft voor het werk van de directie AMF is nog niet te zeggen. Om oneerlijke concurrentie vanuit deze potentiële nieuwe lidstaten en natuurlijk ook vanuit alle ander niet-EU landen tegen te gaan, zal de directie AMF in de toekomst wellicht meer onderzoeken uitvoeren naar arbeidsvoorwaarden waaronder vreemdelingen worden tewerkgesteld. De directie AMF houdt ook toezicht op de naleving van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi). Dit gebeurt door het verrichten van onderzoek naar aanleiding van klachten. In het jaarplan van 2005 werd nog gesproken over de invoering van een vestigingsvergunning voor uitzendbureaus, op de naleving waarvan de AI toezicht zou houden. Gelet op de opmerkingen uit de Tweede Kamer heeft de Staatssecretaris besloten dat deze vestigingsvergunning niet wordt ingevoerd. In plaats daarvan komt er een systeem van vrijwillige, door de branche zelf ontwikkelde en uitgevoerde, certificering met een periodieke keuring. Dit betekent dat de directie AMF
haar capaciteit vooral zal gaan inzetten op niet-gecertificeerde bedrijven binnen de branche.Voorwaarde hiervoor is wel dat de sector zelf voor een adequate controle op de naleving van de certificeringsvereisten zorgt.
4.3 Prioriteiten en programma 2006 Inzet capaciteit 2006
In 2006 wordt de uitbreiding van de directie AMF voltooid. Begin 2006 zal de directie naar verwachting 168 fte inspecteurs in dienst hebben. Na het voltooien van de opleidingsperiode zullen ook de laatst binnengekomen 18 inspecteurs in oktober 2006 volledig inzetbaar zijn. In het voorjaar van 2006 zal met de werving van 12 inspecteurs de laatste fase van de uitbreiding van de inspectiecapaciteit zijn voltooid. De beschikbare netto inspectiecapaciteit bedraagt bij een gemiddelde bezetting van 168 fte in 2006 ongeveer 113800 uren. Deze capaciteit wordt als volgt verdeeld over de soorten activiteiten van de directie AMF. In bijlage 3 is de onderverdeling van de capaciteit per productsoort weergegeven
Productievolumes Overzicht 4.1 producten productievolumes AMF in 2006 Producten Reactieve signalen/ verzoeken van derden
Uren 22760
% 20
Zaken 1503
% 15
Landelijke AI-projecten
39830
35
4312
43
Regionale AI-projecten
5690
5
711
7
45520 113800
40 100%
3413 9939
34 100%
Interventieteams Totaal beschikbare inspectiecapaciteit Indicatoren
Overzicht 4.2 Indicatoren arbeidsmarktfraude Indicatoren
Streefwaarde
Nalevingsniveau Wav in gevoelige sectoren Percentage bezochte bedrijven met overtreding WAV
> 85% in 20081) 25% in 2006
1)
Het nalevingsniveau moet in 2006 en 2007 in die richting bewegen
31
JAARPLAN 2006
Overige primaire activiteiten
5 5.1 Kernmerken/inhoud
5. 2. 1 Uitvoerende taken
Naast inspectieactiviteiten zoals opgenomen in voorgaande hoofdstukken, verricht de AI een aantal uitvoerende en monitorende taken. De AI geeft ook adviezen en zorgt voor de afhandeling van opgemaakte boeterapporten en ontvangen bezwaarschriften. De uitvoerende taken betreffen het op grond van een aantal wetten en besluiten verlenen van vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen en beoordeling van meldingen. Tot de uitvoerende taken behoort ook het markttoezicht op algemeen- en drukapparatuur. Bij monitoringactiviteiten en adviezen gaat het om het genereren van (beleids)informatie. Deze informatie beoogt tevens een antwoord te geven op de vraag in welke mate wet- en regelgeving door bedrijven wordt nageleefd. De informatie die benodigd is voor uitvoering van vorenstaande taken komt uit het procesondersteunende systeem van de Arbeidsinspectie, maar ook uit de bevindingen van inspecties bij bedrijven en uit andere bronnen (deskresearch).
Ontheffingen
5.2 Programmering activiteiten 2006 Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de uitvoerende, monitorende en overige activiteiten van de AI voor 2006 en een toelichting daarop.
32
• Arbeidstijdenwet In het kader van de arbeidstijdenwet kunnen bedrijven op dit moment nog vrijstelling vragen van de regels over de maximale arbeidsduur (artikel 5.13 ATW), daarnaast kunnen individuele werknemers een ontheffing vragen ten behoeve van nachtarbeid (artikel 5.14 ATW). Mede tengevolge van de op dit moment lopende wijziging van de Arbeidstijdenwet is nu nog niet duidelijk of beide mogelijkheden in de gewijzigde wetgeving blijven bestaan. • Vervangingsregeling vluchtige organische stoffen Blootstelling aan vluchtige organische stoffen (Vos) zoals tolueen, xyleen, benzeen en terpentine kan leiden tot ernstige vorm van schade aan het zenuwstelsel, het zogenaamde Organisch Psycho Syndroom (OPS). In 1997 heeft SER in een advies OPS erkend als een beroepsgerelateerde aandoening. Het beleid op dit gebied is er sindsdien op gericht om risicovolle blootstelling aan oplosmiddelen en vergelijkbare stoffen tegen te gaan door producten met een hoog gehalte aan deze stoffen te doen vervangen door producten die geen of veel minder vluchtige organische stoffen bevatten. In gevallen waarin het technisch niet mogelijk is om alternatieven toe te passen kan bij de Arbeidsinspectie een aanvraag voor ontheffing van de vervangingsregeling worden ingediend.
JAARPLAN 2006
Overzicht 5.1 Prognose en planningtabel overige primaire activiteiten in 2006 Product ATW beschikkingen Aanvragen ontheffingen Vluchtige Organische Stoffen (VOS) Aanvragen ontheffing asbest Ontheffing/verzegeling liftenbesluit Markttoezicht Algemeen Markttoezicht drukapparatuur Meldingen biologische agentia Meldingen werken onder overdruk Farboregeling
Aantal 20
Afhandelingsduur/opmerkingen 100% binnen acht weken (AWB termijn)
30
90% binnen acht weken (AWB-termijn)
5
80 % binnen acht weken (AWB-termijn)
20
90% binnen acht weken (AWB-termijn)
100 50 20 200 2000
90% binnen acht weken, zie paragraaf 5.2.2
Monitoring ARBO monitoronderzoek
1
(onderzoek op basis van ca. 1600 bedrijfsbezoeken in 2e helft 2006)
AVO-monitor-onderzoek/WML
2
Analyses en rapportages op basis van AVO 2005 (zie paragraaf 5.2.3)
Onderzoek naleving WML
40
Boeterapporten opmaken (door inspecteur)
6000
Waarvan ARBO
3500
ATW
150
WAV
2350
Boetebeschikkingen opmaken Bezwaarschriften
6100 1400
• Asbest Vanaf 1 januari 2005 geldt er een algemeen verbod voor het bewerken, verwerken en in voorraad houden van asbesthoudende materialen. Dit geldt vanaf deze datum niet alleen voor Nederland, maar voor de gehele EU. Het verlenen van een ontheffing van dit verbod is niet meer mogelijk. Het aanvragen van ontheffing van de voorschriften die gelden bij het verwijderen van asbesthoudend materiaal is wel mogelijk, maar hiervan wordt zelden gebruik gemaakt. • Liftenbesluit De behandeling van ontheffingen en verzegelingen voor en van liften is een taak van de Arbeidsinspectie.Verzegelingen vinden meestal plaats op verzoek van certificerende instellingen. Alle aanvragen voor ontheffingen en verzegeling worden behandeld.Voor een deel van deze aanvragen is nader onderzoek ter plaatse noodzakelijk.
33
90 %binnen termijn van orde: 13 weken na dagtekening boeterapport
• Kraanmachinisten Voor een buitenlandse kraanmachinist dient de werkgever een ontheffing van art. 7.32 van het Arbobesluit aan te vragen. Een belangrijke voorwaarde is dat een buitenlandse (c.q. een niet-Nederlandstalige) machinist goed moet kunnen communiceren met degene die met en/of in de omgeving van de kraan of funderingsmachine werken. Bij een voorlopig positief oordeel krijgt de werkgever bericht dat de betreffende werknemer een “praktijktoets” moet afleggen bij een certificerende instelling. Bij positief toetsresultaat wordt een ontheffing van maximaal 6 maanden verleend. Een ontheffing als hier bedoeld kan éénmalig verlengd worden met een termijn van een half jaar.
JAARPLAN 2006
Markttoezicht algemeen
Naar het oordeel van de Europese Commissie moeten de lidstaten van de Europese Unie systematisch aandacht besteden aan het naleven van productregelgeving gebaseerd op Europese richtlijnen. Dat betekent dat toezicht gehouden wordt bij gebruikers en eventueel bij producenten en importeurs. Ook de zogeheten ‘grijze import’ zal aandacht moeten krijgen in dit kader. Afgezien van controle op aanduidingen en documenten zoals de aanwezigheid van de CE-markering, een EG-verklaring van overeenstemming en een Nederlandstalige gebruiksaanwijzing, dient er ook op te worden toegezien dat fabrikanten daadwerkelijk zorgen dat hun product voldoet aan de vastgelegde veiligheids- en gezondheidseisen. In de Warenwet zijn een aantal productrichtlijnen geïmplementeerd waaronder de Richtlijn persoonlijke beschermingsmiddelen, Richtlijn liften, Richtlijn drukapparatuur en Richtlijn Machines. Het toezicht op de naleving ervan is eveneens een taak van de Arbeidsinspectie. In 2006 zal dit markttoezicht nader vorm krijgen door het uitvoeren van projectmatige inspecties onder andere op het terrein van Warenwet besluit machines. In paragraaf 2.2 en bijlage 1 is dit thema meer inhoudelijk uitgewerkt. Meldingen biologische agentia
Meldingen biologische agentia zijn te onderscheiden in ‘Kennisgevingen werken met biologische agentia’ ex Arbobesluit art. 4.94, en ‘Meldingen ongevallen of incidenten biologische agentia’ ex art. 4.95. Werkzaamheden met en ongevallen door biologische agentia kunnen in verschillende branches voorkomen. De AI beoordeelt deze meldingen en voert in minimaal 50% van de meldingen werkplekinspectie uit.
5.2.2. Adviezen Advies Farboregeling
De overheid wil dat ondernemers en non-profitorganisaties in arbovriendelijke arbeidsmiddelen investeren. Om dit te stimuleren, heeft het Ministerie van SZW de Farboregeling in het leven geroepen. Op basis van die regeling stelt het ministerie jaarlijks een lijst samen van innovatieve en arbovriendelijke arbeidsmiddelen, die de blootstelling aan fysieke belasting, lawaai en gevaarlijke stoffen verminderen. Wie een nieuw arbeidsmiddel aanschaft dat op deze lijst staat, kan een subsidie aanvragen van maximaal tien procent van de aanschafkosten. De Arbeidsinspectie voert de selectie uit welke arbeidsmiddelen op de lijst zullen worden geplaatst en brengt hierover advies uit aan de beleidsdirectie Arbeidsomstandigheden van SZW. Arbeidsmiddelen waarvoor een koopovereenkomst is aangegaan vóór 1 januari 2006 vallen nog onder de Farbo-regeling 2005. Hiervan kan men gebruik maken tot uiterlijk drie maanden na de datum van de koopovereenkomst. De Arbeidsinspectie beoordeelt de aanvragen inhoudelijk, voert zonodig inspecties uit en brengt een inhoudelijk bindend advies uit aan het Agentschap SZW. Advies predikaten `Koninklijk` en `Hofleverancier`
De Arbeidsinspectie behandelt jaarlijks ca. 40 verzoeken om advies van de Commissarissen van de Koningin met betrekking tot aanvragen van het predikaat Koninklijke en Hofleverancier.Voor het opstellen van deze adviezen worden de bij de AI bekende gegevens over de aanvrager geraadpleegd. Tevens heeft een inspectie bij de aanvrager plaats.
Meldingen werken onder overdruk
Op grond van ex artikel 6.17 van het Arbobesluit is het melden van duikarbeid verplicht. De indruk bestaat dat de wettelijke verplichtingen steeds beter worden nageleefd. In overeenstemming met het gestelde in artikel 6.17 Arbobesluit worden alle meldingen beoordeeld op volledigheid, betrouwbaarheid en actualiteit. Indien het noodzakelijk wordt gevonden zal de Arbeidsinspectie een inspectie ter plaatse uitvoeren.
34
5.2.3 Monitoringingsactiviteiten Ten behoeve van onderstaande monitor- onderzoeken worden gegevens verzameld bij bedrijven. De hiervoor geplande capaciteit is weergegeven bij de desbetreffende sectoren (zie bijlage 1)
JAARPLAN 2006
Veldonderzoek
ARBO in bedrijf (Arbo-monitor) Met dit (jaarlijkse) onderzoek wordt een beeld gegeven van de stand van zaken met betrekking tot de Arbeidsomstandigheden in bedrijven.Voorafgaand aan elk onderzoek wordt bepaald welke aspecten van arbeidsomstandigheden in het onderzoek worden meegenomen. In 2006 worden de gegevens die in 2005 zijn verzameld, geanalyseerd en vindt nieuwe gegevensverzameling plaats. De gegevens uit de arbomonitor vormen een belangrijk onderdeel van de SZW-arbobalans. AVO-monitor In dit onderzoek wordt op basis van gegevens, verzameld bij bedrijven, de ontwikkeling van verschillende arbeidsvoorwaarden (vooral loonontwikkeling) bekeken. De AI zal dit onderzoek één keer per twee jaar uitvoeren. In 2006 zal geen AVO worden gehouden. Wel vinden er nadere analyses plaats op basis van de bevindingen uit 2005. Onderzoek naleving Wet minimumloon en miniumum,vakantiebijslag (WML) In 2006 zal een onderzoek naar de naleving van de WML worden uitgevoerd. Dit op grond van EU-informatieverplichtingen.
Desk research Beloningsverschillen tussen verschillende groepen werknemers/ arbeidsmarktpositie Op basis van het AVO worden beloningsverschillen tussen mannen/vrouwen, tussen autochtonen/allochtonen en voltijders/deeltijders onderzocht. Dit onderzoek sluit aan bij eerdere onderzoeken die de AI op dit terrein heeft uitgevoerd. De resultaten van onderzoek zullen medio 2006 worden opgeleverd. Analyse van ongevallen Op basis van gegevens over ernstige arbeidsongevallen die door Arbeidsinspectie zijn onderzocht, wordt onder meer een beeld gegeven van de kenmerken van de werknemers die bij een arbeidsongeval betrokken zijn geraakt, van de bedrijven waarin die werknemers werkzaam zijn en van de oorzaken van de ongevallen.
35
Analyse van klachten Bij de AI gemelde, onderzochte, klachten worden jaarlijks geanalyseerd naar achtergrondkenmerken, analoog aan de analyse van ongevallen. Analyse van inspectiegegevens Inspectiegegevens worden ook gebruikt voor informatievoorziening in het kader van EU-richtlijnen over veiligheid en gezondheid en voor beleidsinformatie over bijvoorbeeld de inzet van bestuurlijke boetes en andere handhavingsinstrumenten.
5.2.4 Afhandeling Boeterapporten en bezwaarschriften Boeterapporten
De bestuurlijke boete is als handhavinginstrument voor de Arbeidsomstandighedenwet inmiddels zes jaar beschikbaar. Voor de Arbeidstijdenwet en de Wet arbeid vreemdelingen WAV is het instrument (ruim) een jaar beschikbaar. De bestuurlijke boete blijkt een effectief handhavinginstrument en daarmee een duidelijke bijdrage aan de naleving. In 2006 komt de verantwoordelijkheid voor alle inning van boeten bij de AI te liggen.Voor het boetebeleid blijven de SZW-beleidsdirecties aanspreekbaar. In het kader van de Arbowet worden de boetes voornamelijk opgelegd aan werkgevers, maar eveneens aan werknemers die zich niet houden aan de voor hen geldende wettelijke arboverplichtingen.Voor wat betreft het opleggen van boetes aan werknemers is er sprake van een stijgende lijn sinds de Arbeidsinspectie in overeenstemming met haar aankondiging bij de brancheorganisaties onverantwoord werknemersgedrag steeds vaker aan de orde stelt. Deze lijn zal zich in 2006 verder doorzetten. Door de wetswijziging per 1-10-2004 kan ook een boete worden opgelegd aan de feitelijk leidinggevende (art. 33a Arbowet). De verwachting is dat daarmee in 2006 ervaring zal worden opgedaan. Voor wat betreft de ATW worden de boetes opgelegd aan de werkgevers, maar ten aanzien van de ATW-vervoer kunnen ook werknemers (chauffeurs) een boete opgelegd krijgen. De boetes in het kader van de WAV worden vooral opgelegd aan werkgevers, die te onderscheiden zijn in formele en feitelijke werkgevers, en aan particulieren.
JAARPLAN 2006
Gebaseerd op het verloop van de voorgaande jaren is de verwachting dat er in 2006 voor overtreding van de Arbowet ongeveer 3500 (ongevallen)boeterapporten zullen worden opgemaakt tegen werkgevers, werknemers en feitelijk leidinggevenden. Voor 2006 wordt voorzien dat er in het kader van de ATW maximaal 200 boeterapporten zullen worden opgemaakt.Voor de WAV ligt dit aantal op ruim 2200. Dit brengt het totale aantal verwachte (ongevallen)boetera pporten voor 2006 op ruim 6000, op basis waarvan een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. Bezwaar- en beroepsschriften
De bezwaar- en beroepsprocedures zijn gericht tegen door de Arbeidsinspectie opgelegde beschikkingen. Het gaat hierbij met name om bezwaren tegen bestuurlijke
36
boetes opgelegd wegens overtreding van de Arbowetgeving, de Wet arbeid vreemdelingen en de Arbeidstijdenwet, maar ook tegen gestelde eisen tot naleving en bevolen stilleggingen van het werk op grond van de artikelen 27 en 28 van de Arbowet. De ervaring leert dat circa 8 % van het aantal opgelegde arbo-boetes leidt tot het indienen van bezwaarschriften.Voor de Wet arbeid vreemdelingen wordt op basis van de ervaringen tot en met augustus 2005 uitgegaan van een veel hoger percentage. De raming van 45 % lijkt reëel. Hierdoor zal het totaal aantal af te handelen bezwaarschriften in 2005 en 2006 fors toenemen. Grote aantallen bezwaren tegen de boeteoplegging in de Arbeidstijdenwet worden niet verwacht. In totaal gaat het derhalve om 1400 bezwaarschriften. Extra aandacht zal gegeven worden aan de gevolgen, die herziening van de Arbowetgeving kan hebben voor boeteoplegging en bezwaarschriften.
JAARPLAN 2006
Jaarplan 2006
37
JAARPLAN 2006
Bijlagen
38
JAARPLAN 2006
Capaciteitsoverzicht Arbeidsomstandigheden en toelichting projecten per sector
Bijlage
39
1
JAARPLAN 2006
Sector Industrie Producten Reactief
Klachtenbehandeling Ongevalsonderzoek Overig reactief
Aandeel industrie in Actieve sectoroverstijgende projecten
Arbomonitor KEW
Actieve projecten
Chemie 2005 Culinair 2005 Groothandel metaal Glas en keramiek Metaal Warenwet Grafimedia Dranken Leerindustrie
Totaal generaal
Toelichting per project Grafimedia
Doordat in de sector drukkerijen, ook wel grafimedia genoemd, in de afgelopen jaren druk gewerkt is aan een verbetering van de arbeidsomstandigheden in het kader van een arboconvenant, hebben in deze sector weinig tot geen inspectieactiviteiten plaatsgevonden. Nu het convenantstraject (1e fase convenant) het einde nadert, komt de sector weer in beeld voor inspecties om vast te stellen wat het effect van de afspraken is geweest en om ‘vinger aan de pols’ te houden met deze sector. In het najaar van 2006 zal vanuit dit oogpunt een inspectieproject starten gericht op de belangrijkste arborisico’s. Het inspectieproject zal onderdeel uitmaken van het project Aanpak Nieuw Inspectiebeleid. In dit project introduceert de Arbeidsinspectie een werkwijze waarbij voorafgaand aan de inspecties bedrijven geïnformeerd worden over de belangrijkste arborisico’s in de sector. In een brochure, die in overleg met de branche tot stand zal komen, worden tevens handreikingen gedaan hoe bedrijven aan de normen die door de Arbeidsinspectie worden gehanteerd kunnen voldoen. De brochure zal begin 2006 beschikbaar komen en
40
Capaciteit in uren 4200 19800 2900 26900
Productievolume in aantal zaken 420 792 400 1612
1450 980 2430
290 196 486
240 100 3500 650 1525 2710 3700 575 475 13475 42805
40 20 700 130 275 540 615 115 95 2530 4628
breed worden verspreid in de sector. Hiermee wordt voorkomen dat bedrijven voor een verrassing komen te staan als het inspectieproject van start gaat. Het inspectieproject zal zich richten op (een deel van) de in de brochure vermelde arborisico’s. Onderwerpen die zeker aan bod zullen komen in de brochure zijn werkdruk van desktop-publishers, fysieke belasting, machineveiligheid en blootstelling aan (acuut) gevaarlijke stoffen. Glas en keramiek
Op basis van het risico-analysemodel van de Arbeidsinspectie zullen in de periode februari tot en met april alle bedrijven in deze sector worden geïnspecteerd. Hierbij zijn de volgende drie inspectie onderwerpen relevant. • Geluid: In eerdere inspecties zijn geluidsbeoordelingen gevraagd. Nu is aan de orde om in alle bedrijven na te gaan wat inmiddels de stand van zaken is en of er inmiddels ook daadwerkelijk bronmaatregelen zijn genomen • Gevaarlijke stoffen: Het gaat in de glas- en keramiekbranche om verschillende vormen van het werken met gevaarlijke stoffen.Voor het project gaat het met name om kwarts. Een belangrijk aandachtspunt is de blootstellingbeoordeling en het nemen van maatregelen. Ook opslag en voorlichting zijn belangrijke onderwerpen. De glasbranche werd binnen het Vasttraject (een SZW-campagne gericht op vergroting van
JAARPLAN 2006
veiligheidsbewustzijn en veilig gedrag in bedrijven in geselecteerde branches) gezien als hoogrisico bedrijfstak, maar heeft afgezien van deelname. • Knel-/snij-/ pletgevaar en transportveiligheid: Machineveiligheid is een onderwerp dat de afgelopen jaren uit de projecten als knelpunt naar voren kwam. Daarnaast is snijgevaar in de glasindustrie op verschillende wijzen een veelvoorkomend risico. Metaalproducten, machine- en apparatenindustrie
De laatste jaren is door de Arbeidsinspectie veel aandacht geschonken aan machineveiligheid en gevaarlijke stoffen (lasrook en oplosmiddelen) in de metaalsector. Het nalevingsniveau in de sector blijkt op deze punten laag te zijn. Aandacht op deze punten blijft geboden. Wel hebben sociale partners in de sector de problematiek van met name gevaarlijke stoffen en geluid opgepakt door een plan van aanpak op te stellen. Dit zal hopelijk resulteren in afdoende concrete verbeteringen op de werkplek. Uit het risicoanalysemodel van de Arbeidsinspectie (AIRA) blijkt daarnaast dat acuut gevaarlijke stoffen en
41
machineveiligheid belangrijke knelpunten in de sector zijn. Uit een inspectieproject in 2005 en ook uit eerdere projecten blijkt dat het slecht gesteld is met de veiligheid van en het veilig werken met machines. Behalve op machineveiligheid wordt ook geïnspecteerd op naleving van de wet- en regelgeving rond acuut gevaarlijke stoffen. Leerindustrie
De leerindustrie is een kleine sector met 2.400 werknemers. De bedrijfstak (productie van leer, lederwaren en schoenen) is al sinds langere tijd niet meer bezocht door de Arbeidsinspectie. Een intentieverklaring om te komen tot een arboconvenant is in deze sector ontbonden. De speerpunten van het convenant waren fysieke belasting, gevaarlijke stoffen (met name oplosmiddelen) en reïntegratie. Er bleek uiteindelijk te weinig (financieel) draagvlak bij werkgevers om tot een convenant te komen: de branche is qua activiteiten te divers en heeft een geringe financiële draagkracht vanwege de omvang. De voorkeur ging uit naar bedrijfsaanpak boven branche-aanpak. Wel is de problematiek door onderzoek in kaart gebracht. Het
JAARPLAN 2006
komt nu dus aan op de initiatieven door de afzonderlijke bedrijven in samenwerking met de arbodienst. Door middel van een inspectieproject zullen twee belangrijke knelpunten - te weten machineveiligheid en gevaarlijke stoffen - worden aangepakt en wordt tevens het nalevingsniveau op deze punten in de branche onderzocht. Warenwet 2006/2007
De Arbeidsinspectie is toezichthouder voor enkele besluiten uit de Warenwet die betrekking hebben op werknemersveiligheid, bijv. het Warenwetbesluit machines. Tot en met 2005 is aan deze toezichthoudende taak invulling gegeven ondermeer in inspectieprojecten in specifieke sectoren. Uit deze projecten zijn verschillende signalen naar voren gekomen welke aanleiding zijn om in 2006 een inspectieproject uit te voeren geheel gericht op de Warenwet. Tevens wordt hiermee invulling gegeven aan afspraken die zijn gemaakt op Europees niveau. De inspectieactiviteiten zullen bedrijfstakoverstijgend zijn. Het project wordt afgestemd met de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA), waarbij de mogelijkheden van samenwerking zullen worden onderzocht. Groothandel in metalen
Als onderdeel van de meerjarenstrategie van de directie Industrie 2004-2008 zijn inspecties in de periode februari - april 2006, ondermeer gericht op activiteiten in de groothandel. De afgelopen jaren zijn verschillende groothandelsbedrijven geïnspecteerd, recent de groothandel in computerapparatuur. De groothandelsectoren binnen de directie Industrie kenmerken zich in een grote diversiteit. Op basis van de risico-analyse, zoals binnen de Arbeidsinspectie uitgevoerd, zullen de inspecties gericht zijn op fysieke belasting, transportveiligheid en valgevaar.
42
Dranken
De sector dranken kenmerkt zich door verschillende activiteiten. Ondermeer de productie van bier, frisdranken en waters en de handel in de genoemde dranken. Enkele jaren geleden zijn in deze sectoren inspecties uitgevoerd. Waarbij op het gebied van ondermeer fysieke belasting en veiligheid verschillende overtredingen zijn geconstateerd. Mede op basis hiervan en voortvloeiend uit de AI-risico-analyse, zullen de inspecties gericht zijn op fysieke belasting, machineveiligheid en aanrijdgevaar. Toezicht Kernenergiewet 2006
De directie Industrie is binnen de Arbeidsinspectie verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de bepalingen van de Kernenergiewet. Toepassingen van ioniserende straling beperken zich niet tot deze sector, maar zijn ook te vinden in andere bedrijfstakken, zoals bijv. de gezondheidszorg (directie Publieke dienstverlening). Voor de toepassing van ioniserende straling bestaat een systeem van meldingen en vergunningen. Afhankelijk van de risico’s van een specifieke toepassing en de naleving, worden jaarlijks de inspectieprioriteiten bepaald. Hierbij wordt naar verhouding meer inspectiecapaciteit ingezet voor die toepassingen met hoge risico’s en/of een laag nalevingsniveau. De inspectie-ervaringen uit de afgelopen jaren worden hierin betrokken. Concreet betekent dit voor 2006 dat inspecties gericht op niet destructief onderzoek (mobiele toepassing) en complexvergunninghouders/grote vergunningen wederom onderdeel zullen uitmaken van het inspectieprogramma. Daarnaast zal inspectiecapaciteit ingezet worden op toepassingen die minder risicovol zijn maar waarbij een vervolg wordt gegeven aan eerdere inspectieprojecten (bijv. Onderwijs) of om ‘vinger aan de pols’ te houden. Daar waar dit relevant is, zal de branche over de inspectieactiviteiten vooraf geïnformeerd worden. Er wordt samenwerking gezocht met de andere inspectiediensten die op dit vakgebied opereren, vooral de VROM-Inspectie en de Kernfysische Dienst als onderdeel daarvan.
JAARPLAN 2006
Sector Bouw Producten Reactief
Klachtenbehandeling Ongevalsonderzoek Overig reactief
Aandeel Bouw in Actieve sector-overstijgende projecten
Arbo monitor
Actieve projecten
Bouwlocaties Systeeminspecties Stratenmaken Sloop en grondverzet Meubelindustrie Houthandel Asbestketen EU-project asbest Baanwerkers
Totaal generaal
Toelichting per project Bouwlocaties
In de Bouw vinden jaarlijks inspecties plaats volgens een bottom-up methode, de zogenoemde inspecties bouwlocaties. Hierbij worden adressen van onder af opgevoerd. Er vindt vooraf dus geen selectie van vestigingen plaats. Inspecteurs zoeken in principe zelf gericht de te inspecteren bouwlocaties. Zij handhaven op de aangegeven onderwerpen volgens het projectplan en daarnaast op ernstig beboetbare feiten. Een belangrijk doel van deze inspecties is het leveren van handhavingsdruk.
Capaciteit in uren 7.403 15.796 4.933 28.132
Productievolume in aantal Zaken 871 718 1121 2810
534
107
8459 4834 1692 1933 1692 1208 1692 967 1692 24168 52834
2115 483 423 483 423 201 338 322 169 4958 8874
Sloop en grondverzet
Slopers staan bloot aan een groot aantal risico’s: valgevaar, aanrijdgevaar, vallende voorwerpen, knel-, plet-, snijgevaar, fysieke belasting, schadelijk geluid en kwarts. Aan de belangrijkste daarvan zal in dit project aandacht worden besteed. Meubelindustrie
In deze sector zijn de grootste risico’s: acuut gevaarlijke stoffen, gevaar van pletten, knellen en snijden, wegvliegende of wegschietende onderdelen, kankerverwekkende stoffen, schadelijk geluid en fysieke belasting. Jaarlijks wordt deze sector geïnspecteerd.
Systeeminspecties
De tweede standaardwerkwijze vormt de systeeminspectie. Tekortkomingen die op bouwlocaties zijn vastgesteld worden op het vestigingsadres van de hoofdaannemer gehandhaafd. Hiermee is dit dus ook een bottom-up werkwijze. Het gaat daarbij niet (alleen) om de aangetroffen tekortkomingen, maar om preventie, samenwerking en coördinatie, toezicht en instructie. Stratenmaken
Stratenmakers staan bloot aan grote fysieke belasting en kwarts. In het convenantentraject zijn diverse initiatieven ontplooid om de belasting van de werknemers te verbeteren. Inmiddels zijn technische hulpmiddelen beschikbaar waarmee de belasting aanzienlijk gereduceerd kan worden. Tijdens het inspectieproject zal hierop gehandhaafd worden.
43
Houthandel
Deze sector is uitgekozen voor een pilot in het kader van het nieuwe inspectiebeleid. In overleg met de branche zullen de belangrijkste risico’s en oplossingen worden gedefinieerd. Asbestketen
In het verleden zijn diverse specifieke projecten uitgevoerd met betrekking tot deze sector. Daarbij werden enerzijds meldingen steekproefsgewijs onderzocht (het merendeel van de capaciteit) en anderzijds aandacht besteed aan de asbestketen, te weten puinbrekers, opslag in gemeentedepots etc.Vanaf 2005 worden de meldingen beschouwd als reactieve signalen en worden daar geen specifieke actieve projecten meer voor gedefinieerd.
JAARPLAN 2006
Het steekproefsgewijs inspecteren van meldingen wordt gecontinueerd. Daarnaast vindt jaarlijks een zogenoemd ketenproject plaats. EU-project asbest
In 2006 vindt in een inspectiecampagne plaats in Europees verband. In alle lidstaten zal op vergelijkbare wijze aan bepaalde thema’s invulling worden gegeven. Baanwerkers
Werkers aan de spoorbaan staan bloot aan aanrijdgevaar door passerende treinen. De kans op een dodelijk
ongeval bedraagt daarbij (als 5-jaarsgemiddelde) 2,2 op de 10.000 werknemers per jaar. De veiligheid kan alleen geborgd worden als de opdrachtgever/wegbeheerder in een vroeg stadium adequate maatregelen neemt. Uiteraard levert dit altijd een zekere spanning op ten opzichte van de verantwoordelijkheid voor de doorgang van het (spoor)wegverkeer. Door de sector is inmiddels een Normenkader Veilig Werken aan de railinfrastructuur (NVW) opgesteld. Uitgangspunt daarvan is dat werkzaamheden aan spoorbanen zoveel mogelijk tijdens buitendienststellingen plaatsvinden. Tijdens inspecties samen met IVW zal de implementatie van dit NVW worden gemonitord.
Sector Commerciële dienstverlening Producten Reactief
Capaciteit in uren 5600 7900 1000 14500
Klachtenbehandeling Ongevalonderzoek Overig reactief
Aandeel CD in Actieve sectoroverstijgende projecten
Arbo monitor ATB Vervoer
Actieve projecten
A&G detailhandel A&G openbaar vervoer Horeca Laden en lossen Dieselmotorenemissie Arbeidsmiddelen gebiedsgerichte acties Wasgoedketen Zorg Industriële reiniging Tankbinnenvaart Samenwerkingsproject IVW/KLPD Overslag Havens Pilots Doorloop werkplaatsen beroepsgoederenvervoer
Totaal generaal
Toelichting per project Agressie en geweld in diverse sectoren
Dit is het centrale thema van 2006 in de commerciële dienstverlening.Vooral de sectoren waar sprake is van regelmatig klantcontact en ongewenst klantgedrag zullen worden bezocht. Zo zal er een vervolg gegeven worden aan het project ‘agressie en geweld detailhandel 2005’, waarbij de stand der techniek van organisatorische en technische maatregelen
44
Productievolume in aantal Zaken 560 416 100 1076
2800 2400
700 200
5200 3000 500 4000 3000 3000 2500 1250 900 500 1000
900 857 75 1000 750 857 833 250 180 100 200
1000 1750 800 23200 42900
200 500 178 5980 7956
om ongewenst klantgedrag te voorkomen en te beheersen in overleg met vertegenwoordigers van de Detailhandel in kaart is gebracht. Daarnaast zullen de openbaarvervoersbedrijven en bedrijven in de Horeca worden bezocht. Horeca
In 2006 zal in de horeca eveneens aandacht worden besteed aan agressie en geweld door ongewenst klantgedrag.
JAARPLAN 2006
Daarnaast zal worden geïnspecteerd op het werken door kinderen en jeugdigen, arbeidstijden, geluid en fysieke belasting. Naast de reguliere horeca zullen ook horecabedrijven en cateringbedrijven op (lokale) evenementen en festivals worden bezocht. Het is de verwachting dat hier ten aanzien van arbeid door kinderen en jeugdigen en arbeidstijden de nodige overtredingen zullen worden aangetroffen. In discotheken is in 2000 een inspectieproject uitgevoerd naar de geluidsbelasting van medewerkers. In dit project zal gekeken worden naar de huidige stand zaken ten aanzien van de beheersmaatregelen om hoge geluidsbelasting te voorkomen. Ten aanzien van fysieke belasting zal onder meer gekeken worden naar de aanlevering van dranken en bierfusten. Laden en lossen door bezorgdiensten
Fysieke belasting scoort hoog in vele branches binnen de commerciële dienstverlening. In dit project zal aan de tilproblematiek aandacht worden geschonken in een aantal branches, waaronder de bezorgdiensten van wit- , bruin-en grijsgoed (computers). Daarnaast zal worden gekeken naar algemene veiligheidsaspecten (laadkleppen) en arbeidstijden. Dieselmotoremissie uit arbeidsmiddelen
Het project heftrucks (2005) laat zien dat de naleving van de regelgeving op kankerverwekkende stoffen zeer te wensen overlaat. Dit project zal enerzijds opnieuw druk houden op werkgevers die in omsloten ruimten met dieselheftrucks werken, anderzijds zal geïnspecteerd worden op andere arbeidsmiddelen met dieselmotoremissie (zoals compressoren en aggregaten in binnensituaties). De aandacht zal uitgaan naar arbeidsmiddelen waarvan de stand der techniek bekend is, zodat maatregelen om
45
de dieseluitstoot te reduceren getroffen kunnen worden, zoals een andere aandrijving, een ander arbeidsmiddel of roetfilters. Tevens zal de veiligheid van deze arbeidsmiddelen geïnspecteerd worden. Wasgoedketen zorg
Dit project zal worden uitgevoerd in samenwerking met de AI bedrijfstakdirectie Publieke Dienstverlening. Hierdoor kunnen de werkzaamheden rond wasgoedstromen worden gevolgd van zorginstelling tot verwerking in de wasserij. De focus vanuit Commerciële Dienstverlening ligt bij de wasserijen. Aandachtspunten van inspectie vormen
JAARPLAN 2006
de blootstelling aan gevaarlijke stoffen (waaronder residuen van geneesmidden), biologische agentia, geluid, klimaat, machineveiligheid en fysieke belasting. Industriële reiniging
Dit project vormt een pilotproject in het kader van de nieuwe inspectieaanpak. Hierbij wordt ingezet op zeer intensieve communicatie met de branche om de perceptie van de complexiteit van de arbowetgeving bij de bedrijven terug te brengen tot reële en herkenbare proporties. In dit project zal aandacht worden besteed aan de reguliere reinigingswerkzaamheden en onderhoudsstops (valgevaar, fysieke belasting, werken in besloten ruimten, arbeidstijden, blootstelling aan reinigingsmiddelen en stoffen die vrijkomen door hogedrukspuiten). Het project vormt een vervolg op het project van de bedrijfstakdirectie Industrie in 2005 waarbij naar het valgevaar en de arbeidstijden bij de onderhoudsstops werd gekeken. In het project in 2006 wordt tevens aandacht besteed aan de resultaten op bedrijfsniveau van het arboconvenant dat door SZW met deze branche is gesloten en dat medio 2006 afloopt. Tankbinnenvaart
Dit project is een vervolg op het project binnenvaart van 2005, dat in samenwerking met de Politie te Water (KLPD en Zeehavenpolitie) wordt uitgevoerd. Gesignaleerd is dat deze categorie van schepen tot op heden buiten beschouwing is gelaten, maar dat aandacht voor opslag en blootstelling aan gevaarlijke stoffen tijdens het transport van gevaarlijke stoffen in tanks per binnenvaartschip gewenst is. Daarnaast wordt aandacht besteed aan valgevaar, machineveiligheid en reddingvesten aan boord.
In een korte tijdsperiode zullen alle bedrijven binnen een bepaald gebied, zoals een postcodegebied of een bedrijventerrein worden bezocht. De inspectie-items zullen worden gekozen al naar gelang de keuze voor het te inspecteren gebied en het type bedrijvigheid. Dit komt enerzijds tegemoet aan de beleving van werkgevers dat sommige bedrijven veel vaker worden bezocht dan andere (perceptie van inspectiedruk), anderzijds wordt met een monitorlijst wordt geprobeerd inzicht te krijgen in de juistheid van de bij de AI beschikbare adressenbestanden en de mate van arboproblematiek in bedrijven die wellicht niet zouden zijn bezocht op grond van beschikbare gegevens en de AI-risico-analyse arbeidsomstandigheden. ATB Vervoer
Op grond van Europese afspraken wordt van de Arbeidsinspectie verwacht jaarlijks tenminste 1% van het aantal chauffeurswerkdagen te onderzoeken op naleving van de EU-regels. Dit wordt gedaan door in 270 bedrijven inspecties te verrichten op naleving van het Arbeidstijdenbesluit vervoer. Binnen dit project wordt vervolgonderzoek verricht in de bedrijven waar, naar aanleiding van transportinspecties langs de weg door IVW en Politie, door deze diensten overtredingen zijn geconstateerd. Samenwerkingsproject (gezamenlijke inspecties) met andere inspectiedienst
In het najaar van 2005 wordt in overleg met andere inspectiediensten de definitieve keuze voor een specifiek samenwerkingsproject gemaakt. Het meest waarschijnlijk is een samenwerking met IVW of KLPD. Met de KLPD is onlangs een samenwerkingsovereenkomst gesloten, met IVW zal dat binnenkort gebeuren.
Overslag havens
Dit project vormt de voortzetting van de inspectieaandacht voor de overslagactiviteiten in de havens. Het hoge aantal ongevallen in de havens geeft daarvoor aanleiding. In dit project zal geïnspecteerd worden op belangrijke oorzaken van ongevallen zoals valgevaar, veilig gebruik van hijs- en hefmiddelen, veilig verwerken van goederen en fysieke belasting.
Pilots
In de pilots kan de omvang van problematiek nader worden verkend. Ongevallen of klachten kunnen daarvoor de aanleiding zijn, maar ook gesignaleerde lacunes in inzicht ten behoeve van de strategievorming van de Arbeidsinspectie.
Gebiedsgerichte acties
Toelichting per project
46
JAARPLAN 2006
Sector Publieke Dienstverlening Producten Reactief
Klachtenbehandeling Ongevalsonderzoek Overig reactief
Capaciteit in uren 3.500 7.600 1.750 12.850
Productievolume in aantal Zaken 350 400 175 925
Aandeel PD in Actieve sectoroverstijgende projecten
KEW Arbomonitor
200 1.786 1986
20 447 467
Actieve projecten
Praktijklokalen VMBO/BVE doorloop Sociale diensten doorloop Kinderopvang doorloop Thuiszorg doorloop Zwembaden doorloop Vakantiewerk Ziekenhuizen Nachtopvang Zorg en Welzijn Verpleeg- en Verzorgingshuizen Wasgoedketen Gezondheids HBO Universiteiten Stortplaatsen/Vuilverbranding En Route Sociale Werkvoorziening ATW politie Brandweer 3600 Overige interventies
1500 1600 250 250 360 3000 6000 1000 1200 1250 2800 400 400 1020 300 1300 600 1278 27508 42344
150 265 50 42 60 1000 600 200 150 250 280 40 33 250 60 130
Totaal generaal
Projecten die doorlopen vanuit 2005 (zoals praktijklokalen VMBO/BVE, sociale diensten/UWV, kinderopvang, thuiszorg en zwembaden) worden hier niet nader toegelicht, daarvoor wordt verwezen naar het AI Jaarplan 2005. In deze toelichting wordt ingegaan op de nieuwe projecten voor 2006. Vakantiewerk 2006
In 2006 zal een vakantiewerkproject plaatsvinden in de land- en tuinbouw en de gezondheidszorg. Naast een nieuwe steekproef zullen ook bedrijven geïnspecteerd worden die in het vorige project overtredingen te zien hebben gegeven. In de land- en tuinbouw zal het werken met bestrijdingsmiddelen extra aandacht krijgen. Ziekenhuizen 2006
47
105 4265 5657
Nederland kent 108 ziekenhuizen, waar in totaal 200.000 mensen werken.Van de 108 ziekenhuizen zijn er 8 academische ziekenhuizen. Bij academische ziekenhuizen werken gemiddeld 6000 medewerkers. Voor 2006 staat een inspectieproject gepland dat zich vooral richt op de onderwerpen fysieke belasting en agressie & geweld (incl. seksuele intimidatie). Daarnaast zal ook aandacht besteed worden aan de arbeidsrisico’s als werkdruk, excessieve arbeidstijden bij specifieke groepen werknemers (b.v. arts-assistenten en co-assistenten), blootstelling aan narcosegassen en cytostatica. Het gaat hier om hoge risico’s die allen een direct verband hebben met arbeidsuitval en ernstige gezondheidsschade voor de werknemers en risico’s als narcosegassen voor het ongeboren kind van zwangere werkneemsters. Rond cytostatica en narcosegassen is eerder uit inspecties gebleken dat een systematische aanpak binnen veel ziekenhuizen
JAARPLAN 2006
ontbrak, hetgeen heeft geleid tot de conclusie dat na enige tijd opnieuw geïnspecteerd dient te worden om na te gaan of een structurele verbetering is gerealiseerd. Onderzocht wordt nog in hoeverre ook onderwerpen als biologische agentia en blootstelling aan formaldehyde aandacht behoeven. De ziekenhuizen zijn gedurende een flink aantal jaren niet systematisch geïnspecteerd, behoudens op enkele specifieke onderwerpen als narcosegassen en cytostatica. Door de hoeveelheid inspectiepunten zal het project zo worden ontworpen dat er meerdere inspectiebezoeken per ziekenhuis worden afgelegd.Vandaar dat het totaal aantal geplande zaken uitstijgt boven het feitelijk aantal ziekenhuizen in Nederland. Door zoveel mogelijk uit te gaan van de in convenanten ontwikkelde instrumenten en gedefinieerde stand der techniek voor ziekenhuizen, wordt ook in dit project een vorm van maatwerkhandhaving toegepast. Er hebben tot en met 2004 convenanten gelopen in de ziekenhuizen en academische ziekenhuizen. De Arbeidsinspectie vermoedt dat bij een substantieel deel van de ziekenhuizen de aanpak op de werkvloer tot nu toe onvoldoende vorm heeft gekregen in de vorm van een systematische aanpak van de problematiek. Dit project maakt tevens deel uit van het PAO-project samenwerkende Rijksinspecties. Nachtopvang zorg en welzijn
Uit het project Maatschappelijk Werk, het project GGZ en uit signalen vanuit de sector blijkt de noodzaak specifiek te inspecteren op agressie en geweld, werkdruk, ATW en mogelijk biologische agentia en gevaarlijke stoffen. Het personeel blijkt in de nachtelijke uren regelmatig bloot te staan aan agressie en geweld, zowel bij instellingen voor de opvang van verslaafden als bij instellingen die spoedeisende hulp bieden bij b.v. ongelukken en vechtpartijen (SEH-afdelingen, doktersdiensten).
Nederland kent zo’n 1700 verpleging- en verzorgingshuizen met een totaal aantal werknemers van 230.000.Voor 2006 staat een inspectieproject gepland dat zich richt op de onderwerpen fysieke belasting, agressie & geweld, werkdruk, biologische agentia en gescheiden aanleveren van wasgoed. De laatste keer dat deze sector werd geïnspecteerd was in 2003, waarbij in 311 van de 1700 verpleging- en verzorgingshuizen inspecties werden uitgevoerd. Bij 304 instellingen werden in totaal 1519 overtredingen geconstateerd. Algemene bevindingen waren: • de RIE’s en plannen van aanpak zijn verouderd • risico’s op besmetting met Hepatitis B. (biologische agentia) worden onderschat • bedrijfshulpverlening wordt onvoldoende ingevuld Het werd zorgwekkend gevonden dat zoveel overtredingen werden geconstateerd rond de onderwerpen waarop geïnspecteerd werd. De sector heeft nu ruim 2½ jaar de tijd gehad om de arbozaken meer structureel aan te pakken, en om te zien of dat ook gelukt is, zijn inspecties op zijn plaats. De nu geplande inspecties worden toegespitst op die instellingen waar sprake is van een hoge(re) zorgzwaarte. In dit project zal tevens de fysieke belasting van verplegend en verzorgend personeel een hoge prioriteit krijgen en zal gecontroleerd worden of de maatregelen die in de sector zijn ontwikkeld om deze algemeen erkende problematiek in de zorg aan te pakken, ook feitelijk worden toegepast. Voor dit project zal de samenwerking met IGZ geïntensiveerd worden. Belangrijk punt daarbij is dat de totale inspectiedruk over de instellingen goed wordt gespreid. Dit project is een van de vier pilot-projecten die de AI houdt ter voorbereiding op de invoering van de nieuwe ARBO-wet en het nieuwe inspectiebeleid. Kern van de pilot is dat de AI ruim voor de start van het feitelijke inspectieproject een brochure publiceert met daarin informatie over de prioritaire arbeidsrisico’s en de wijze
Verpleging en verzorging 2006
48
JAARPLAN 2006
waarop gehandhaafd gaat worden. Deze extra informatie zal een positief effect hebben op de nalevingsbereidheid van de doelgroep en onduidelijkheden rond de interpretatie van regelgeving tegengaan. Wasgoedketen gezondheidszorg
Een nieuw project, in aanvulling op de meerjarenstrategie, is “Wasgoedketen Gezondheidszorg”. Dit project wordt opgepakt naar aanleiding van conclusies uit eerdere projecten over misstanden in de verwerking van wasgoed in relatie tot de aanwezigheid van medicijnresiduen. De hele keten wordt aangepakt, van het afhalen van de bedden tot het wassen in de wasserij. Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met de AI bedrijfstakdirectie Commerciële dienstverlening. Inspectiepunten zijn: biologische agentia, gevaarlijke stoffen, fysieke belasting Inspectieproject hoger onderwijs
In de sector hoger onderwijs vormt de psychische arbeidsbelasting (de werkdruk) een groot arbo-risico, zo blijkt uit vele onderzoeken. In convenantverband is inmiddels veel aandacht besteed aan bewustwording en instrumentontwikkeling. In het inspectieproject wordt onderzocht hoe het staat met de wetsnaleving ten aanzien van genoemde arbeidsrisico’s in de praktijk van de instellingen. Inspectieproject universiteiten 2006
Bij een aantal faculteiten van verschillende universiteiten worden inspecties uitgevoerd op de problematiek van RSI bij beeldschermwerk. Dit betreft een follow-up van het inspectieproject dat is uitgevoerd in 2002, waarbij werd aangesloten bij de geconstateerde explosieve stijging van het aantal RSI klachten in deze sector. Uit de inspecties van de Arbeidsinspectie in 2002 bleek dat universiteiten onvoldoende aandacht hadden voor het voorkomen van RSI onder studenten en werknemers. In het inspectieproject universiteiten 2006 wordt nagegaan wat er terecht is gekomen van de plannen van aanpak ten aanzien van beeldschermwerk en of de voorlichting aan studenten en medewerkers ten aanzien van RSI structurele vormen heeft aangenomen Inspectieproject stortplaatsen en vuilverbrandingsin-
49
stallaties
De Arbeidsinspectie inspecteert in de periode 2003 tot 2007 systematisch de verschillende branches binnen de afvalsector. In 2006 wordt het accent verlegd naar de stortplaatsen en de vuilverbrandingsinstallaties in Nederland. Hierbij bestaan de volgende arbo-risico’s: gevaarlijke stoffen, biologische agentia, machineveiligheid, aanrijdgevaar, uitlaatgassen, fysieke belasting en geluid. In 2005 is een inspectieproject uitgevoerd bij de afvalverwerkingsbedrijven, met speciale aandacht voor het sorteren in de grote loodsen van afvalsorteerbedrijven. In 2006 zullen de stortplaatsen en vuilverbrandingsinstallaties worden geïnspecteerd. Arbeidstijden bij de politie
Uit eerdere inspecties van de Arbeidsinspectie is gebleken dat de politiekorpsen grote moeite hadden om binnen de kaders van de arbeidstijdenwet te blijven. Ook uit het in 2005 gehouden onderzoek naar aanleiding van signalen over mogelijke overtredingen rond de registratie van de arbeidstijden bleek dat er weliswaar geen sprake is van “dubbele boekhouding”, doch dat overtredingen van de ATW nog steeds te vaak voorkomen. De staatsecretaris heeft n.a.v. het onderzoek van 2005 richting de Tweede Kamer aangekondigd dat de Arbeidsinspectie in 2006 opnieuw en eerder dan oorspronkelijk gepland gaat inspecteren op de naleving van de ATW bij de korpsen. Bij welke onderdelen van de korpsen met name geïnspecteerd gaat worden, zal nog bezien worden in het kader van de concrete projectvoorbereiding. Inspectieproject brandweer 2006
De brandweer heeft in Nederland ongeveer 500 brandweerkorpsen. Dit aantal is mede afhankelijk van het aantal gemeenten en neemt gestadig af door gemeentelijke herindelingen. Bij de korpsen werken in totaal ongeveer 26.000 mannen en vrouwen. Ongeveer 80% van het brandweerpersoneel is vrijwilliger. Voor 2006 is een inspectieproject gepland dat zich richt op de veiligheidsaspecten tijdens het uitvoeren van de repressieve brandweertaak. De specifieke onderwerpen zijn toezicht en duikarbeid. In 1999/2000 is een inspectieproject uitgevoerd, waarbij bezoeken plaatsvonden bij 118 gemeentelijke brandweerkorpsen en enkele regionale brandweerorganisaties.
JAARPLAN 2006
Bedrijfsbrandweerkorpsen vielen buiten de doelgroep. De nadruk bij de inspecties lag op de beleidsvoering en de repressieve taakbelasting. In dit project is een groot aantal overtredingen geconstateerd. In de follow-up van dit project wordt voorzien in een project na ongeveer 5 jaar om na te gaan of structureel ARBO-beleid vorm heeft gekregen in deze sector, die gekenmerkt wordt door zwaar en gevaarlijk werk met veel fysieke en psychosociale belasting. Ook de ontwikkeling van het aantal ernstige ongevallen baart zorgen. Voldoende aanleiding dus om in 2006 een inspectieproject te plannen, waarbij de structurele aanpak van de problemen aandacht moet krijgen. Daarbij zal overigens ook aandacht besteed worden aan de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Bij de voorbereiding en uitvoering van het project zal samenwerking met het IOOV gezocht worden.
Ook in 2006 zullen inspecteurs overtredingen die zij “onderweg” tegenkomen aan kunnen pakken op basis van het projectplan “EN-route”. Diverse inspectiepunten als het gebruik van reflecterende kleding ter voorkoming van aanrijdgevaar bij hulpverleners, rioolwerkzaamheden, de veiligheid en fysieke belasting rond kraakperswagens, het omgaan met gevaarlijke machines en bescherming tegen aanrijdgevaar bij bermmaaien en snoeiwerkzaamheden staan daarbij centraal. Met deze opzet wordt op een flexibele en efficiënte wijze een zekere inspectiedruk gehandhaafd op deze algemeen erkende en ernstige arbeidsrisico’s die veelal een directe relatie hebben met een verhoogde kans op arbeidsongevallen. Periodiek wordt, bij voldoende waarnemingen, overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de betrokken sectoren over de stand van zaken.
En-routeproject
50
JAARPLAN 2006
Meerjarenbeeld handhavingprojecten Arbeidsomstandigheden en arbeidstijden
Bijlage
51
2
JAARPLAN 2006
Meerjarenbeeld handhavingprojecten Arbeidsomstandigheden en arbeidstijden In deze bijlage wordt een overzicht gegeven van alle sectoren, die in de periode 2006-2009 actief worden benaderd met een inspectie- en handhavingsproject. Door de lopende ontwikkelingen (zie de toelichting in de hoofdstukken 1.4 en 2.1 van dit jaarplan) kan met name voor de periode na 2006 de prioritering anders komen te liggen. Ten opzichte van het in het Jaarplan 2005 gepubliceerde meerjarenprogramma doen zich enkele kleine verschuivingen en aanpassingen voor in het programma voor 2006 zoals dat nu in dit Jaarplan is uitgewerkt.
Project
Onderwerpen
Bedrijfstak Industrie Kernenergiewet
Ioniserende straling
Vuurwerk
Chemische veiligheid, geluid, gevaarlijke stoffen
Metaalproducten
Chemische veiligheid, kracht zetten
Dranken en groothandel in dranken
Machineveiligheid, aanrijdgevaar
Glas en keramiek
Gevaarlijke stoffen, geluid, machineveiligheid
Leerindustrie
Gevaarlijke stoffen, machineveiligheid
Grafimedia
Werkdruk, fysieke belasting, chemische en machineveiligheid
Warenwet Machines
Machineveiligheid en Europese verplichtingen
Metaal Groothandel
Kracht zetten, aanrijd- en valgevaar
Diervoeder, groenten en fruit
Machineveiligheid, kracht zetten
Asfalt en beton
Gevaarlijke stoffen, geluid
Papier en karton
Machineveiligheid, geluid
Vleesverwerking
Chemische veiligheid, kracht zetten
Groothandel
Kracht zetten, val- en aanrijdgevaar
Machinefabrieken
Machineveiligheid, geluid
Textielindustrie
Chemische- en machineveiligheid
Bedrijfstak Bouw Bouwlocaties
Alle prioritaire risico’s
Systeeminspecties
Arbobeleid
Stratenmaken
Zie programma 2006
Sloop en grondverzet
Zie programma 2006
Meubelindustrie
Acuut gevaarlijke en kankerverwekkende stoffen, knel-, plet, snijgevaar, fysieke belasting,
schadelijk geluid Houtverwerkende industrie
Idem als meubelindustrie
Houthandel
Zie programma 2006
Asbestketen
Omgaan met asbest/sloop
EU-project asbest
Omgaan met asbest/sloop
Baanwerkers
Aanrijdgevaar/algemene beheersing van de veiligheid
Tillen op bouwplaatsen
Fysieke belasting
Kwarts
Blootstelling aan kwarts bij sloopwerken
Wegenbouw
Aanrijdgevaar, werk- en rusttijden
Installatiebedrijven
Knel-plet-snijgevaar, valgevaar en vallende voorwerpen, kankerverwekkende stoffen
52
JAARPLAN 2006
Schilders
Gevaarlijke stoffen (oplosmiddelen), valgevaar
Bedrijfstak Commerciële dienstverlening Overslag havens
Algemene veiligheid, machineveiligheid, valgevaar, fysieke belasting
Luchthavens
Algemene veiligheid, machineveiligheid, fysieke belasting
Dieselheftrucks en andere dieselmotoraangedreven arbeidsmiddelen Kankerverwekkende stoffen, machineveiligheid Laden en lossen bezorgdiensten
Fysieke belasting, algemene veiligheid, arbeidstijden
Openbaar vervoer
Agressie en geweld
Arbeidstijden eigen vervoer
Arbeidstijden
Samenwerkingsprojecten vervoer met IVW/KLPD
Zie programma 2006
Tankbinnenvaart
Gevaarlijke stoffen, algemene veiligheid, machineveiligheid
Zeescheepvaart
Machineveiligheid
Detailhandel
Agressie en geweld
Schoenherstelbranche
Diversen
Kappers
Gevaarlijke stoffen, fysieke belasting
Horeca
Agressie en geweld, arbeidstijden, fysieke belasting, geluid
Industriële reiniging, incl. follow-up arboconvenant
Fysieke belasting, valgevaar, gevaarlijke stoffen, arbeidstijden, werken in besloten ruimten
Schoonmaak kantoren
Fysieke belasting, arbeidstijden
Follow-up arboconvenant schoonmaak
Werkdruk, fysieke belasting, gevaarlijke stoffen
Radiotelecommunicatie
Valgevaar, niet-ioniserende straling
Fysieke belasting in diverse sectoren
Fysieke belasting
Follow-up aflopende arboconvenanten
Zie programma 2006
Pilots naar aanleiding van klachten, ongevallen, of actualiteit
Zie programma 2006
Bedrijfstak Publieke dienstverlening Openbaar bestuur Brandweer
Veiligheid, psychische belasting
Politie
Arbeidstijden; werkdruk, agressie en geweld, veiligheid
Buitendiensten overheden
Veiligheid, fysieke belasting
Rechterlijke macht
Werkdruk, agressie en geweld, vervolg project 2004
Gevangenissen
Agressie en geweld, werkdruk, arbeidstijden
Afvalverwerking/Stortplaatsen
Machineveiligheid, gevaarlijke stoffen, geluid, biologische agentia
Afvalverwerking/Compostering
Machineveiligheid, gevaarlijke stoffen
Sociale Werkvoorziening
Machineveiligheid, fysieke belasting, geluid, vervolg project 2004
Onderwijs HBO:
Werkdruk en RSI
Praktijklokalen MBO,
Machineveiligheid, gevaarlijke stoffen
BVE (beroepsonderwijs en volwasseneneducatie)
Werkdruk, agressie en geweld
Universiteiten
RSI
Primair en Voortgezet onderwijs
Werkdruk en agressie en geweld, vervolg op project 2004
Zorg en welzijn Ziekenhuizen
Gevaarlijke stoffen, werkdruk, agressie en geweld, biologische agentia,narcosegassen, cytostatica
Verpleging en verzorging
Fysieke belasting, agressie en geweld, werkdruk, cytostatica
Ambulancediensten:
Veiligheid, fysieke en psychische belasting, ATW, gevaarlijke stoffen
Gehandicaptenzorg/GGZ
Fysieke belasting, agressie en geweld, vervolg op 2004
53
JAARPLAN 2006
Thuiszorg
Fysieke belasting, agressie en geweld, vervolg op project 2005
Landbouw en Visserij Akkerbouw en vollegrondsteelt
(In combinatie met vakantiewerkproject) gevaarlijke stoffen incl. bestrijdingsmiddelen, machineveiligheid, fysieke belasting
Glastuinbouw
Gevaarlijke stoffen, machineveiligheid, valgevaar, fysieke belasting
Loonwerkers
Machineveiligheid, fysieke belasting, valgevaar
Kunst, Cultuur, Recreatie Podiumkunsten/Evenementen
Geluid, fysieke belasting
Audiovisuele Bedrijven
Geluid, fysieke belasting
54
JAARPLAN 2006
Capaciteitsoverzicht Arbeidsmarktfraude
Bijlage
55
3
JAARPLAN 2006
Capaciteitsoverzicht Arbeidsmarktfraude
AMF jaarplanning 20061)
Beschikbare inspectiecapaciteit Reactief
taakstelling (uren)
in %
gem. zaaktijd (schatting)
prognose aantal zaken
113800
100,0%
11,5
9896 1313
17070
15,0%
13,0
Verzoeken van derden
5690
5,0%
30,0
190
AMF-projecten regionaal
5690
5,0%
8,0
711
AMF-projecten landelijk
39830
35,0%
9,2
4312
•
Land- en tuinbouw
9104
8,0%
9,0
1012
•
Uitzendbureaus
7966
7,0%
10,0
797
•
Horeca
6828
6,0%
6,0
1138
•
Bouw
9104
8,0%
12,0
759
•
Dagbladbezorging
2276
2,0%
15,0
152
•
landelijke projecten met regionale invulling
4552
4,0%
10,0
455
45520
40,0%
13,3
3413
113800
100,0%
11,4
9939
Interventieteams (taakstelling)2) •
WIT (Westland)
•
BIT (Bouw Groningen)
•
HIT (Horeca Groningen en Zaanstad)
•
IT Vakantietijd
•
IT Teelten
•
IT Utrecht West
•
IT Den Haag (Markten)
•
IT Pluimvee
•
IT Belwinkels
• IT Pseudozelfstandigen Totaal
1) 2)
De toelichting op deze tabel is te vinden in Hoofdstuk 4 van dit Jaarplan. de exacte verdeling van de capaciteit over de Interventieteams is mede afhankelijk van het werkaanbod en de afspraken met de samenwerkingspartners.
56
JAARPLAN 2006
Overzicht van door de Arbeidsinspectie te handhaven en uit te voeren wetten, besluiten en regelingen
Bijlage
57
4
JAARPLAN 2006
Overzicht van door de Arbeidsinspectie te handhaven en uit te voeren wetten, besluiten en regelingen De Arbeidsinspectie heeft (toezichthoudende en uitvoerende) taken met betrekking tot de volgende wet- en regelgeving: • de Algemene wet gelijke behandeling • de Arbeidsomstandighedenwet 1998 • het Arbeidsomstandighedenbesluit • de Arbeidsomstandighedenregeling • de Arbeidstijdenwet • het Besluit gegevensverstrekking sociale verzekering • het Besluit opslaan in ondergrondse tanks 1998 • het Besluit Risico’s Zware ongevallen • de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 • het Inrichtingen– en vergunningenbesluit milieubeheer • de Kernenergiewet • de Leerplichtwet • de Stoomwet • de Warenwet • de Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten. • de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs • de Wet arbeid vreemdelingen • de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen • de Wet goederenvervoer over de weg • de Wet melding collectief ontslag • de Wet milieugevaarlijke stoffen • de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag • de Wet op de gevaarlijke werktuigen • de Wet op de loonvorming • de Wet op de Ondernemingsraden • de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten • de Wet vaartijden en bemanningsterkte binnenvaart • de Ziektewet
58
JAARPLAN 2006
Gebruikte afkortingen
Bijlage
59
5
JAARPLAN 2006
Gebruikte afkortingen AI *Arbeidsinspectie AIRA* AI Risico analyse model arbeidsomstandigheden AM* (SZW)-Directie Arbeidsmarkt AMF* Directie Arbeidsmarktfaude Arbo *Arbeidsomstandigheden ARIE*Aanvullende Risicoinventarisatie en -Evaluatie ATW *Arbeidstijdenwet AVO *Arbeidsvoorwaardenonderzoek AVR*Arbeidsveiligheidsrapport BIK* Bedrijfsindeling Kamers van Koophandel BRZO *Besluit Risico’s Zware Ongevallen CAO*Collectieve arbeidsovereenkomst CDV* Directie Commerciële Dienstverlening CE *Communauté Europeènne CEDRIS*Brancheorganisatie Sociale werkvoorziening en arbeidsintegratie CWI*Centra voor Werk en Inkomen EER *Europese Economische Ruimte Farbo*Fiscale aftrekmogelijkheid van investeringen in arbeidsomstandigheden FIOD* Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst. GISAI *Geïntegreerd informatiesysteem voor de Arbeidsinspectie IG* Inspecteur-generaal IGZ* Inspectie Gezondheidszorg IMH *Inspectie Milieuhygiëne IND* Immigratie- en Naturalisatiedienst I-net* Informatiesysteem (bij de Arbeidsinspectie) IOOV*Inspectie Openbare Orde en Veiligheid IVW*Inspectie Verkeer en Waterstaat KEW *Kernenergiewet KMS* Kwaliteits Management Systeem KLPD* Korps Landelijke Politiediensten MHC *Major Hazard Control NIM* Nieuwe Inspectie Methodiek NVW*NormenkaderVeiligWerken PDV* Directie Publieke Dienstverlening PI*Prestatie Indicator POA* Programma Andere Overheid PV * proces-verbaal RI&E Risico Inventarisatie en Evaluatie RSI *Repetitive Strain Injuries. RVI *Rijksverkeersinspectie SER* Sociaal Economische Raad SG* Secretaris Generaal
60
JAARPLAN 2006
SIOD*Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst SLIC* Senior Labour Inspectors Committee SodM *Staatstoezicht op de Mijnen SW* Sociale Werkvoorziening SZW *Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid UWV* Uitvoeringsinstelling Werknemersverzekeringen V&G*Veiligheid en Gezondheid VMBO/BVE*Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs/Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie. VOS* Vluchtige Organische Stoffen VR* Veiligheidsrapport VROM * Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer VWA* Voedsel en Warenautoriteit Waadi *Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs WAO *Wet op de Arbeidsheidsongeschiktheidsverzekering WAV *Wet arbeid vreemdelingen WMCO *Wet melding collectief ontslag WML*Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
61
JAARPLAN 2006