Kick-off regionale transformatie- agenda 3 november 2014, het Ketelhuis Eindhoven. Verslag en opbrengst van de bijeenkomst Het Ketelhuis in Eindhoven, gelegen op het terrein van de GGZe, was op 3 november het toneel voor een inspirerende en constructieve bijeenkomst over de transformatie van de jeugdzorg in regio Zuid Oost Brabant. Onder de genodigden bevonden zich onder andere vertegenwoordigers van zorginstellingen, gemeenten, cliënten en onderwijs. Centraal stond de vraag “waar willen we als regio de komende tijd werk van maken als het om het transformeren van het jeugdstelsel gaat?“. Het doel was om gezamenlijk te komen tot een regionale transformatieagenda. In dit verslag vindt u een sfeerimpressie én de belangrijkste uitkomsten van de thema tafels. Deze uitkomsten worden gebruikt om de voorbereidingscommissie , die op 20 november opnieuw bij elkaar komt, te voeden. Op basis van hetgeen aan tafel is besproken wordt een vervolg bepaald. Aandachtspunten voor het vervolg zijn: heldere communicatie, voldoende mogelijkheid voor inspraak en waar nodig en gepast een sub regionaal vervolg. Sfeerimpressie Wethouder Jannie Visscher van de gemeente Eindhoven opende de bijeenkomst waarin zij benadrukte dat, ondanks de dynamiek van deze onzekere tijden, de successen van de afgelopen jaren in de regio niet vergeten moeten worden. Successen zoals: de al jarenlange succesvolle samenwerking tussen instellingen in het kader van vroegsignalering bij kinderen met verstandelijke beperkingen; de 25 instellingen en 15 gemeenten die reeds jaren lang samenwerken bij de aanpak kindermishandeling (Regio Eindhoven was bij het laatste NJI rapport in 2012 de beste regio in Nederland op dit vlak!) en instellingen en gemeenten die samen inhoudelijk gekozen hebben voor de werkmethoden van Triple P (opvoedingsondersteuning) en SOS (Signs of Safety = aanpak bij kindermishandeling) Ook benoemde zij de uitdagingen van de komende tijd, de tijdsdruk richting de deadline van 1 januari 2015, de moeilijkheden die dat voor alle partijen meebrengt. Ze gaf aan dat een aantal acute zaken nog geregeld moeten worden en dat de gemeente Eindhoven, als inkoper voor de gehele regio, daar druk mee bezig is. Ab Czech (gemeente Eindhoven) gaf toelichting op de stand van zaken en nodigde betrokkenen uit voor een transitie-inhoudelijke bijeenkomst op 19 november. Na deze inhoudelijke inleiding was het woord aan Kees Bakker (voorzitter raad van bestuur van het Nederlands Jeugdinstituut/NJi) Hij gaf meer context over de aanleiding en invulling van de transformatie van het jeugdstelsel en sprak over de landelijke Transformatie denktank. Deze denktank heeft op nationaal niveau transformatie bouwstenen geformuleerd die richting kunnen geven aan een transformatie agenda en aanpak in de regio’s. Aanknopingspunten om gezamenlijk, met álle spelers in het brede jeugdveld, de thema’s en hun samenhang nader invullen. Elke regio moet dit proces zelf inhoud en vorm geven. Een blik op het totale jeugdstelsel, dat in zijn geheel moet transformeren is hierbij belangrijk. Het gevaar ligt op de loer om de transformatie-agenda enkel via inhoudelijke thema’s uit te werken en de blik op het geheel, de samenhang, en het proces te verliezen. Mede om deze reden is het belang van een lerende regio zo groot, een regio waarin een constante uitwisseling tussen betrokken partijen en integrale thema’s plaatsvindt. Waarin de regio een meet-weet-leer cyclus vormgeeft. “Alleen ga je sneller, samen kom je verder”, met deze woorden werd de kern van de lezing door Kees Bakker samengevat. Thematafels De kern van de bijeenkomst waren de thematafels, waaraan de genodigden met een zeer diverse achtergrond met elkaar in gesprek gingen. De thema’s, die door de eerder genoemde landelijke Transformatie denktank opgesteld zijn, beslaan het gehele jeugdveld. Iedere gast werd door een gespreksleider uitgenodigd om zijn of haar ideeën over het thema te geven. Wat gaat u aan het hart? Wat zou u anders willen zien? Wat betekent dit voor de transformatieagenda? Deze vragen werden tijdens geanimeerde gesprekken beantwoord en leidden tot concrete bouwstenen voor de
1
transformatie agenda. Per thema vindt u hieronder een korte inleiding, een samenvatting wat aan tafel besproken is en puntsgewijs welke bouwstenen dit opgeleverd heeft. In een plenaire terugkoppeling nodigde dagvoorzitter Herma Ooms (NJi) alle gespreksleiders uit om, vanuit het belang van de samenhang tussen de thema’s, een korte samenvatting te geven van het gesprek aan tafel. De gespreksleiders formuleerden bouwstenen die als opdracht aan de voorbereidingscommissie meegegeven werd. Tot slot werd een reflectie op de avond in beeld gebracht door de treffende tekeningen van tekenaar Luuk Poorthuis.
2
Opbrengst 1.
Versterk de basis en verleg de regie naar het gezin/de jeugdige.
Het is niet altijd makkelijk om een balans in te vinden tussen uitgaan van eigen kracht van burgers (kinderen en gezinnen) en het inzetten van professionele beoordeling. Volgens de deelnemers aan deze tafel gaat dit thema over het versterken van ouders en kinderen, hen erkennen en in de basis vertrouwen. Ouder zijn verantwoordelijk, expert en gelijkwaardig. De focus moet hierbij niet liggen op problemen maar juist op talenten. Vanuit die blik zou de professional samen met de ouder kunnen kijken hoe er om gegaan kan worden met gedrag in plaats van een oordeel te vormen over ‘het probleem’. Niet vragen: wat is het probleem? Maar: waar maakt u zich zorgen over? Daarvoor moet de basishouding van elke professional zijn om ouders als gelijkwaardige partner te zien, te zien als degene die expert is over zijn eigen kind. Dus niet alleen ‘ erbij betrekken’ maar actief te laten meedenken over ‘wat denk je dat nodig is voor jou en voor je kind/ouders om hier mee om te gaan?. Tegelijkertijd moeten de basisprincipes van goed opvoeden en normen en waarden weer bij iedereen tussen de oren komen. Dat betekent al vroeg betrouwbare informatie geven over te verwachte ontwikkelings- en gedragspatronen bij kinderen, en zodoende aan verwachtingsmanagement doen. Dat betekent ook verandering in het huidige preventieve maar ook curatieve aanbod, dat veelal nog gericht is op het opsporen en behandelen van problemen. Klantgericht werken is in de GGZ voor volwassenen bijvoorbeeld effectief gebleken (dus niet op zoek gaan naar de diagnose, maar naar de klacht en hoe kunnen we daar wat aan doen). Dat kan ook doorgetrokken worden naar de J-GGZ. Bouwstenen: • Organiseer dat er in de basis, in de wijk voldoende kennis over normaliseren en aandacht voor talentontwikkeling • Investeer in netwerken rondom ouders en kinderen, zodat zij kunnen toetsen of hun verwachting klopt en steun van andere ouders kunnen vinden. • Zet in op een professionele houding die niet inzoomt op diagnoses of probleemomschrijvingen maar juist de ouders/kind in staat stelt zelf met oplossingen te komen.
3
2. Effectief bereik van kwetsbare gezinnen De transformatie is er op gericht om gezinnen met opvoed- en opgroeiproblemen vroegtijdig te bereiken. Nu zijn we vaak te laat en worden er relatief veel jongeren onder toezicht gesteld, is er te lang onveiligheid in gezinnen, vallen kinderen met internaliserende problematiek te laat op. Het gaat bij het bereiken van deze gezinnen volgens de tafelgenoten over vertrouwen, maatwerk, gebruik maken van het aanwezige netwerk en de inzet van het “gewone”. Snel aanwezig zijn en brede en vroege signalering zijn belangrijk in het effectief bereiken van deze gezinnen. Voor de professional betekent dit dat er tijd en ruimte moet zijn, korte lijnen moeten bestaan en er geen onduidelijkheid moet bestaan over bijvoorbeeld bevoegdheid en privacy. Structureel vraagt dit een goede verbinding tussen de voorkant, achterkant én zijkant en het snel, met inzet van de juiste expertise kunnen op en afschalen. De aanwezigen aan dit tafelgesprek hebben de volgende drie concrete bouwstenen voor de transformatieagenda genoemd: Bouwstenen • Versterk de basisstructuur door middel van deskundigheidsbevordering met betrekking tot brede vroegsignalering. o Goed faciliteren van de lokale professionals (o.a bevoegdheid) o Sneller op/afschalen met de juiste expertise o Professioneel netwerk inrichten in de wijken • Versnel de inzet van gespecialiseerde jeugdhulp (tandemfunctie) • Faciliteer ervaringsgewijs (blijven) leren, zowel bijhouden van trends als een structureel aanbod. Gebruik hierbij de ervaringen van lokale teams in de beleidscyclus.
4
3. Onderwijs, werk en hulp op maat voor iedere jeugdige! Kinderen en jongeren gezond en veilig op laten groeien en optimale ontwikkelingskansen bieden. Dat is gemakkelijk gezegd, maar wat als dit hapert? Of echte problemen oplevert? Het kind wordt gepest, is angstig? Spijbelt? Dit alles leidend tot schooluitval? En uitval op andere levensgebieden? Er is een betere afstemming tussen zorg en onderwijs nodig, daar zijn alle tafelgenoten het over eens. Dat vraagt om een perspectief vanuit het kind, waarvoor de school een belangrijke leefwereld is. Om deze aansluiting bij de leefwereld te borgen zouden zorgtrajecten veel vaker op school moeten worden geboden, bijvoorbeeld ook na schooltijd of in het weekend. Hierbij zou ouderparticipatie ook speciale aandacht moeten hebben evenals een positieve insteek als talentontwikkeling. Het vraagt om denken vanuit een ononderbroken schoolloopbaan perspectief. Een belangrijk streven is dat geen kind zonder onderwijs thuis mag komen te zitten. Hiervoor zijn de volgende bouwstenen geformuleerd: Bouwstenen • Zorg dat het zorgtraject voor kinderen die dat nodig hebben zoveel mogelijk rondom of in de school georganiseerd wordt. • Zorg dat de gedeelde en gescheiden verantwoordelijkheden van gemeente, school duidelijk en bij alle betrokkenen bekend zijn • Blijf denken vanuit het perspectief van het kind, school gaat niet alleen om diploma resultaten maar ook om zelfontplooiing en talentontwikkeling • Inventariseer hoe wijkteams/schoolteams kunnen borgen dat onderwijs en zorg op elkaar afgestemd worden. 4. Hoe kunnen we de hulp aan jeugdigen met ernstige gedragsproblematiek verbeteren? Welke hulp is nodig voor jongeren met ernstige gedragsproblemen? Het zijn de jeugdigen die overlast geven in de wijken, soms in aanraking komen met politie. Bij deze jeugdigen wordt een psychische stoornis of lvb problematiek vaak over het hoofd gezien en had er in een eerder stadium mogelijk al veel voorkomen kunnen worden. Een klein deel jeugdigen met ernstige gedragsproblematiek heeft langdurige intensieve zorg nodig, maar voor hen is vaak geen langdurige opvangplek beschikbaar waardoor zij na verloop van tijd (bijvoorbeeld na één jaar) steeds doorschuiven. Juist voor deze groep is continuïteit van zorg op dezelfde plek van belang, het lukt vaak niet dit te realiseren. Een vergeten groep zijn kinderen van verslaafde ouders. Effectieve hulp voor deze kinderen, en andere kinderen met multiproblem problematiek vraagt gezamenlijke verantwoordelijkheid op regionaal en lokaal niveau. Dit vraagt ook gezamenlijke deskundigheidsbevordering voor deze doelgroep. Het leidt tot de volgende bouwstenen: Bouwstenen • Stem voor deze kleine groep zorg-intensieve jeugdigen op lokaal en regionaal niveau een passend aanbod af en draag gezamenlijk de verantwoordelijkheid. Streven hierbij is optimale continuïteit van zorg. De diverse financieringsstromen en bekostigingsmodellen (declaraties) vergen hierbij aandacht. • Laat onderwijs en praktijk nog beter op elkaar aansluiten, een mogelijkheid hiervoor is professionals deel te laten nemen aan de onderwijscommissie die het curriculum van de opleidingen vormgeeft.
5
5. Hoe bundelen we de krachten voor jeugdigen met een verstandelijke en lichtverstandelijke beperking in het transformatieproces? Het meest kwetsbaar zijn misschien wel de jeugdigen met een (licht) verstandelijke beperking. Maatschappelijke participatie vraagt om zowel algemene ondersteuning als specifieke zorg. Hoe kunnen we goede zorg voor deze jeugdigen en hun ouders garanderen en algemene ondersteuning en specifieke zorg goed met elkaar af te stemmen? Kansen zien de tafelgenoten in de ontschotting en inhoudelijke stroomlijning van GGZ, Jeugdhulp en (L)VB. Goede nesteling in de omgeving is hierbij van essentieel belang. Als een omgeving/netwerk (ook wijkgericht) de juiste protectieve factoren biedt kan er veel, zo leert de eerste ervaring. Er is tot nog toe te zeer een systematiek gecreëerd waarin bestempeling van problemen erkenning opleverde. Zorgen zijn er richting gemeenten en richting onderwijs. Daarvoor is deze doelgroep nieuw en complex. Van belang is om tijdig de juiste partners in te schakelen. Van ‘jullie’ naar ‘we’ gaan. Sowieso moet men elkaars taal leren verstaan, waarbij verschillen tussen sectoren en tussen sub regio’s gerespecteerd worden. Er juist van de verschillen geleerd wordt. Van belang is het om, nu er veel aandacht is uitgegaan naar transitie, een lerende transformatie op te zetten met een stip op de horizon met harde meetpunten ter check tijdens het lerend proces. Dit zodat gepaard gaande met de forse bezuinigingsopdracht niet het kind met het badwater wordt weggegooid. Al moeten we ook niet de illusie hebben dat we dit proces probleemloos kunnen doen voor deze kwetsbare groep jeugd. Derhalve is een vangnet van belang. Bouwstenen • Organiseer juist voor deze groep in deze tijdens van transitie een vangnet zodat zij niet tussen wal en schip raken. • Creëer een lerende regio, met stippen op de horizon, meetpunten. Blijf hierbij dit regionale platform organiseren, wellicht ook rondom het thema licht verstandelijk beperkten. Respecteer daarbij regionale verschillen en richt een goed proces in; gezamenlijke doelen, wijze van besluitvorming en verdeling regionale/sub regionale verantwoordelijkheden.
6
6. Jeugdbescherming in transformatie Nederland is internationaal gezien één van de koplopers in het toepassen van jeugdbeschermingsmaat-regelen en het beperken van ouderlijk gezag. Wat zegt dit van ons systeem? Hoe gaan we om met jeugdbescherming? De tafelgenoten die dit thema bespraken zijn het er over eens dat de expertise die bij de jeugdbescherming aanwezig is veel eerder, in het voorliggende veld, beschikbaar moet zijn. Jeugdbescherming zou niet meer als een aparte sector en uiterst middel moeten worden gezien, maar veel meer moeten richten op samenwerking en preventie. Uitgangspunt moet zijn dat problematiek zoveel mogelijk dicht bij het gezin wordt opgelost, dat een contactpersoon expertise van buiten het gezin in brengt. Dat kan dan ook expertise vanuit de jeugdbescherming zijn. Dit hangt ook samen met de beeldvorming van de jeugdbescherming, meer nadruk leggen op dat een jeugdbeschermingsmaatregel ondersteunend kan zijn aan een gezin in een bepaalde fase. Hiervoor is het belangrijk dat professionals zoveel mogelijk naast ouders gaan staan en vanaf het begin samenwerken met ouders en kinderen. De behoefte van ouders zou ook bij een jeugdbeschermingsmaatregel gehoord moeten worden zodat de zeggenschap van ouders, het gezin en het kind een plek krijgt. Om deze samenwerking tot stand te brengen is het nodig dat professionals uit verschillende sectoren elkaar ook echt kennen en elkaars expertise beter benutten. Deze gespreksonderwerpen leidden tot de volgende bouwstenen: Bouwstenen • Faciliteer meer uitwisseling van expertise, hiervoor is het belang dat professionals uit verschillende sectoren elkaar echt kennen, dus face-to-face contact • Houd de leefwereld van ouders en jongeren als uitgangspunt ook bij de inzet van jeugdbeschermingsmaatregelen. Faciliteer ook zeggenschap van ouders en jongeren bij de transformatie van de jeugdbescherming • Verbind de jeugd en volwassenenzorg wanneer dat nodig is, de verantwoordelijkheden van de verschillende behandelaars vragen hierbij speciale aandacht • Zet in op een betere beeldvorming van jeugdbescherming, blijf benadrukken dat een jeugdbeschermingsmaatregel ondersteunend kan zijn aan een gezin, ouders of kind en niet enkel een uiterst middel. 7. Transformeren doe je samen: maar langs welke strategie en wie heeft de regie? De transformatie van de zorg voor jeugd vraagt om een integrale aanpak. Vernieuwingen zijn daarbij ingebed in het lokale en regionale jeugdbeleid en doordacht op hun consequenties voor de hele jeugdketen. Dat is niet mis. Rollen en verhoudingen veranderen en wie heeft dan de regie om vernieuwingen tot stand te brengen? En langs welke strategie? De tafelgenoten aan deze tafel hadden een grote opdracht om na te denken over de wijze en strategie van transformeren. De voorbereidingscommissie, die ook na afloop van de bijeenkomst aan de slag gaat met het vervolg zat ook aan deze tafel. Er werden tijdens het diner enkele suggesties en aandachtspunten geformuleerd en uiteraard blijft dit thema een belangrijk gespreksonderwerp voor de regionale denktank die verder zal gaan met het vormgeven en uitvoeren van de regionale transformatie agenda. Bouwstenen • Werk structureel aan een gezamenlijke visie/ ambitie. Het visiedocument ‘21 voor de jeugd’ is hiervoor de basis, nu de regio verder gevorderd is met het aanbestedingsproces is het wellicht nodig om deze visie verder uit te werken en te delen. Zorg daarbij dat het ook duidelijk wordt waar het debat, de tegenstellingen en de verschillen zitten en houd de dialoog hierover open. Nu wordt vaak onnodig gepolariseerd (bv het demedicaliseringsdebat). Dat belemmert .
7
•
•
•
•
•
•
•
Werk gezamenlijk aan de transformatie ontwikkelagenda; de bijeenkomst op 3 november was een hernieuwde start van dit proces. Het faciliteren van dialoog, inspraak en actieve bijdragen vraagt hierbij speciale aandacht. Het belang van een denktank die bestaat uit bestuurders met diverse achtergronden en zich verantwoordelijk voelt voor dit proces is groot. Een mogelijkheid is het starten van verschillende thema dialogen rondom concrete thema’s die (iets gemakkelijker) tot collectieve ambitie kunnen leiden. Bijv. gezamenlijk terugdringen van ‘uithuisplaatsing’ of ‘gesloten zorg’ door meer gezamenlijk (Oe, 1e en 2e/3e lijn) van vroeghulp, sneller op- en afschalen etc. Keuze voor diversiteit of juist focusgroepen vraagt hierbij aandacht. Bepaal gezamenlijk ook het transformatie programma/ strategie (proces); Sluit aan op bestaande netwerken/ initiatieven die passen in de ambities en bouw deze uit. Werk hierbij ook aan interpersoonlijke relaties. Evalueer het aanbestedingsproces om te leren waar het wantrouwen gegroeid is en hoe dit in het vervolg beter kan. Minder in termen van opdrachtgever – opdrachtnemer maar sturen op inhoud en proces en gezamenlijke ambitie en resultaten. Organiseer een reflectieve praktijk: een ‘lerende regio’. Een meet-leer-enverbetersystematiek voor werkveld en gemeenten: monitoren/ benchlearning; van elkaar leren d.m.v. kennis-praktijk-leer werkplaatsen rond concrete thema’s. En houdt zicht op functioneren/ verbetering van totaal (keten). Wees bewust van noodzaak simultane innovatie/ transformatie: o werkwijze/ cultuur, o organisatie/ systeem/ inrichting en o aansturing/ bekostiging. Het kan heel goed zijn dat gekozen bekostigingssystematiek (inkoop) haaks kan staan op wat je wilt bereiken als je aan gezamenlijkheid wilt werken. Dat de bekostiging concurrentie en ‘duikgedrag’ / eigenbelang aanmoedigt (zoals nu bij de aanbestedingen/ contracten). Enkele deelnemers zagen dit als een zeer relevant thema/ aspect van transformatie en een potentiële belemmering of juist stimulans voor de gewenste transformatie. Het zou dan wel heel anders moeten (bv populatiebekostiging). Onderzoek andere voorbeelden aanpak in andere regio’s’ (waarvan geleerd kan worden) (bv A’dam). Het Nederlands jeugdinstituut kan hierbij helpen.
8
8. De zorgzame samenleving? Of overbelaste burgers/ouders en hun netwerk? Er wordt steeds meer verwacht van burgers, gezinnen en hun netwerk, op verschillende gebieden: eigen kracht en zelfredzaamheid zijn het adagium. Dit biedt kansen, maar ook risico’s voor overbelasting. Aan deze tafel werd de dialoog vooral gevoerd rondom de vraag hoe mensen zonder netwerk toch een plek in de zorgzame samenleving krijgen. In die zin is inzetten van eigen kracht niet gelijk aan alles maar zelf moeten oplossen. De tafelgenoten waren het er over eens dat een sterke eerste lijn nodig is. Goede screening van hulpvragen vraagt daarbij speciale aandacht, hier is nog veel winst op te boeken. Los van het centrale thema werd in deze tafel ook gesproken over de knelpunten rondom de DBC’s. De financiering voor behandeling is in de DBC's in tijdsblokken geregeld. Het loont om die reden om te zeggen dat een behandeling 40 minuten vereist, want dan krijg je een uur gefinancierd. Er zat een eerstelijnspsycholoog aan tafel die was benaderd door een adviesbureau en die hadden aangeboden om te helpen met een slim gebruik van de DBC's. Hij was er nog kwaad over. Maar hier zit dus een bezuinigingsmogelijkheid, als er gerekend wordt met de daadwerkelijk vereiste minuten. Dit leidt tot de conclusie: laten we verantwoorde zorg leveren in plaats van de geleverde zorg verantwoorden. Conclusie De bijeenkomst heeft concrete aanknopingspunten en bouwstenen opgeleverd om een regionale transformatie agenda op te stellen. Ook zijn de aandachtspunten om dit proces vorm te geven zijn besproken. Op basis van deze input gaat de voorbereidingscommissie, in de vorm van regionale denktank, verder met het vormgeven van de transformatie agenda. Alle genodigden van de bijeenkomst worden op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen.
9