Verslag van de REGIONALE BIJEENKOMST DOELGROEPENVERVOER 27 juni 2013 Inleiding Donderdag 27 juni verzamelen in het Bestuurscentrum te Voorhout geïnteresseerden vanuit diverse groeperingen zich voor de Regionale Bijeenkomst Doelgroepenvervoer. Beleidsambtenaren, ervaringsdeskundigen, alsook de Noordwijkerhoutse wethouder De Haas, maar vooral zijn er veel indicatiestellers. Nadat eerder de Provincie een soortgelijke dag organiseerde, maar dan vooral op bestuurlijk niveau en Provinciebreed gericht, was het tijd om in de regio te ervaren en te discussiëren over de vraag hoe het is om met een beperking in het regulier openbaar vervoer te reizen. Wat zijn de mogelijk- en ook de onmogelijkheden, hoe zijn deze aan te pakken? De verwachting is niet dat alle barrières direct geslecht zullen zijn, maar om eens in levenden lijve te zien en te ervaren welke beperkingen en welke kansen er zijn, zijn eveneens belangrijke ondervindingen die bijdragen aan het inzicht hierin. Rondrit Na een korte ontvangst met koffie en thee in het Bestuurscentrum, blijkt al het eerste manco voor rolstoelreizigers in het openbaar vervoer. Als eerste programma-onderdeel staat een rondrit in een Arriva-bus gepland, maar met twee aanwezige rolstoelreizigers blijkt dat er hiermee één plek te weinig is in de bus. Nu komt men er vandaag onderling wel uit, maar wel wordt hiermee onder de aandacht gebracht dat dit een onzekerheid is waar rolstoelreizigers mee te kampen hebben tijdens het reizen in het openbaar vervoer. Gemeentehuis/Station De rondrit begint bij de bushalte Gemeentehuis/Station in Voorhout. Speciaal voor de gelegenheid is dhr. Rob Tooi, vestigingsmanager van Arriva te Leiden, de dagchauffeur. Onder de meereizenden bevinden zich, ondermeer, de heer Jan Meerpoel, volledig blind en mevrouw Leny Korting van het Platform Gehandicapten Leiden die in een rolstoel reist. Als ervaringsdeskundigen kunnen zij tijdens de rit de aanwezigen deelgenoot maken van hun ervaringen in het openbaar vervoer. Reeds bij deze eerste halte valt op dat deze wel goed op hoogte gemaakt is, maar voor een rolstoelgebruiker te smal; de draai om de bus in te komen, kan niet gemaakt worden en de rolstoel moet over het fietspad de bus ingereden worden. In de bus zelf wordt mevrouw Korting gevraagd of zij het gevoel heeft dat zij goed vastzit in de gordel op de rolstoelplaats. Dit kan zij beamen. Tijdens de rit glijdt zij, noch de stoel - die goed op de rem staat - weg en bovendien is er een vasthoudstang die felgeel is, wat erg positief is voor de herkenbaarheid. Zij was echter niet zelf in staat de gordel om te doen; deze draai kan zij niet maken in de rolstoel en hierbij is hulp nodig. Denkend aan Leiden vult zij nog aan dat veel haltes hier nog altijd niet zijn opgehoogd. ’t Soldaatje De eerste halte die wordt aangedaan is Halte ’t Soldaatje in Voorhout en hier wordt een voorbeeld gegeven dat, volgens dhr. Wout Terra van Arriva, vaker voorkomt dan men zou denken. Er is een brede ruimte tussen de bus en de halte doordat de inrijhoek te smal is. De stoep, die slechts 3 tegels breed is en waar de plank al bijna in de 1 heg ligt, vraagt een hoek die voor een rolstoelreiziger vrijwel ondoenlijk te maken is.
Wout Terra wijst erop dat de halte aan de andere kant, ironisch genoeg, wel een goed aangelegde halte is, ofwel de reiziger komt de bus wel in, maar op de terugweg er niet meer uit. Leeweg De rit zet zich voort richting Noordwijkerhout waar de halte Leeweg wordt aangedaan. Deze halte blijkt op zich goed aangelegd te zijn, al zal een rolstoelgebruiker nog wel vrij onontkomelijk met de stoel in het gras terecht komen.
En passant wijst de heer Jan Meerpoel de aanwezigen op een fout in de geleidingslijn die voor hem noodzakelijk is om de halte te kunnen volgen. Op het punt waar de geleidingslijn afloopt of waar de passagier de bus in moet stappen zou een aantal genopte tegels moeten liggen ter aanduiding hiervan; in plaats hiervan is één van de geribbelde tegels een kwartslag gedraaid, waarna er weer een normale volgt. Deze gedraaide tegel is echter eenvoudig over het hoofd te zien en de blinde reiziger is dan nog niet gewaar waar de ingang van de bus is.
2
Langelaan Het volgende voorbeeld dat de heer Wout Terra wil laten zien is de halte op de Noordwijkse Langelaan. Hier is sprake van een goed toegankelijke halte, waar echter bij de inrichting even niet is opgelet. Als gevolg hiervan moet er precies om een onhandige geplaatste vuilnisbak gemanoeuvreerd worden, laat het bushokje weinig ruimte over op het pad naar de bus en een lantaarnpaal staat eveneens middenop.
v/d Mortelstraat Onderweg naar de v/d Mortelstraat worden drie goed opgehoogde haltes gepasseerd die echter bij een bosrijke omgeving zijn gesitueerd en waarbij dus de vraag rijst in hoeverre de doelgroep hier daadwerkelijk gebruik van zal maken. Bij de v/d Mortelstraat wacht de deelnemers nog een praktijk“verrassing”. Door expertisecentrum Koninklijke Visio zijn verduisteringsbrillen en blindengeleidestokken ter beschikking gesteld, zodat men zelf eens kan proberen hoe dit nu is. Mevrouw Peterlien Soels van de Koninklijke Visio is erbij aanwezig voor tips en ondersteuning. Wie wil krijgt een verduisteringsbril op en een geleidestok en mag eerst proberen, samen met iemand die hem/haar begeleidt de bus te verlaten. Eerst zoeken naar de rand van de uitgang, vervolgens naar de geleidelijn die het begin van de stoep aangeeft en daarna de geleidelijn die gevolgd kan worden tot de noppentegels om de bus weer in te gaan.
3
Kerkweg & Gemeentehuis/Station Terug naar het vertrekpunt wordt nog de halte Kerkweg in Voorhout getoond: een halte op de juiste hoogte, zonder obstakels en tevens mooi ingepast in de omgeving. De heer Wout Terra stelt hierover dat een opgehoogde halte evenmin een struikelblok voor andere gebruikers moet zijn en dat is bij deze halte juist goed geslaagd. En zo eindigt de rit weer bij halte Gemeentehuis/ Station. De halte waar de rit vertrok is inmiddels ingenomen door een glazenwassersbusje. De heer Wout Terra wijst erop dat op deze wijze de bus nog wel kan halteren, maar om vlak langs de rand tot stilstand te komen lukt in zo’n geval niet meer, omdat de hoek te krap is. Bij de halte waar uitgestapt wordt, wacht tenslotte nog een verrassing; hier komt de reiziger direct op een druk fietspad te staan, het laatste voorbeeld dat deze rit getoond kon worden. Ook loopt het wegdek hier hellend weg waardoor rolstoelpassagiers via het fietspad in de heg belanden. Presentaties Mevrouw Iris de Bruyne Zoals reeds vermeld, is deze bijeenkomst een spin-off van een soortgelijke, grotere, bijeenkomst georganiseerd door de Provincie, de 14e juni te Dordrecht. Verder had de dag een soortgelijk karakter, met dien verschille dat hier ook rolstoelen beschikbaar waren, zodat dit ook geprobeerd kon worden. Tijdens het plenaire gedeelte waren afgevaardigden van Stichting Zorgbelang en de Oogvereniging aanwezig, naast bestuurders, beleidsambtenaren en enkele Provinciale vertegenwoordigers. Hieruit zijn een aantal suggesties voortgekomen om het openbaar vervoer toegankelijker te maken/het gebruik door reizigers met een beperking te verbeteren. 1. Communicatie De eerste suggesties betreft het duidelijk aangeven aan de doelgroep waar toegankelijke haltes zijn, hoe deze bereikt kunnen worden, etc. Oftewel alles dat de reiziger vooraf wil weten wat hij nodig heeft om zijn reis moeiteloos en succesvol te kunnen maken. Gedeputeerde de Bondt gaf reeds aan uitwerking aan dit punt te willen geven. 2. Haltes Vanuit de Platforms is aandacht gevraagd voor de toegankelijkheid van de haltes, waarbij ook kritisch gekeken moet worden welke haltes juist wel en welke niet per se goed bereikbaar moeten zijn. De hierboven beschreven rondrit toonde ook al drie goed aangepaste haltes op locaties die voor de doelgroep wellicht minder interessant zijn om te gebruiken; haltes in het centrum zijn daarentegen nog niet aangepakt. Bij beperkt budget moet een wegbeheerder goed afwegen welke haltes wel of juist niet worden aangepast. 3. Stippenkaart Een volgende suggestie was het maken van een stippenkaart met de reisbewegingen die veel door Wmo-klanten worden gemaakt en die te leggen naast de lijnnetkaart van het reguliere OV. Vanuit Regiotaxi Holland Rijnland is zo’n lijst met routes vanuit de Regiotaxi al eens ter beschikking gesteld aan de heer Wout Terra en hier bleek toen zo’n diversiteit in ritten 4en routes in te bestaan dat er simpelweg geen eenduidige lijn in te ontdekken viel.
Helaas kan nog geen duidelijkheid over het vervolg door de provincie gegeven worden. Ook niet of er een verslag van de bijeenkomst wordt gemaakt. Dhr. Bakker kon door persoonlijke omstandigheden niet bij deze regionale bijeenkomst aanwezig zijn. Opmerkingen en vragen bij dit onderdeel: Dhr. Orbons pleit, afgaande op de ervaring van vanmiddag voor extra rolstoelplek in de bus. Op deze wijze kan een gezin met meerdere rolstoelgebruikers niet samen met het openbaar vervoer reizen. Daarnaast stelt dhr. Orbons dat wanneer er slechts één rolstoelplek is en elektrische rolstoelen en scootmobielen niet mee mogen in verband met de veiligheid, of er dan überhaupt een doelgroep onder de reizigers met een beperking overblijft. ___________________________________________________________________________ De heer Wout Terra De heer Wout Terra, die de aanwezigen reeds voorzien heeft van de rondrit, is vervoerkundige bij Arriva en is belast met het maken van de dienstregeling. 9 december 2012 is Arriva in deze regio van start gegaan en de eerste maanden werd er gevallen en opgestaan; nu is het tijd om waar nodig verbeteringen aan te brengen waaronder het actualiseren, bijschaven en bijspijkeren van de dienstregeling. Wat is nu de relatie tussen Arriva en het Wmo-vervoer? In de concessie die door de Provincie, als opdrachtgever, is uitgeschreven, staat vermeld dat de bussen rolstoeltoegankelijk moeten zijn met één rolstoelplaats, een lage, vlakke vloer en een uitklapplank bij de achterdeur. Dit zijn, kortweg, alle verplichtingen die Arriva heeft ten aanzien van reizigers in een rolstoel. Chauffeurs zullen soms wel helpen met de uitklapplank, maar dit is niet de standaard: hij zal eerst zijn geldlade en andere waardepapieren moeten hebben opgeruimd, wat weer tot vertragingen voor andere reizigers leidt. Hierin is Arriva gebonden aan de plicht om de dienstregeling op tijd te rijden. Een tweede verplichting van Arriva is dat verzorgings- en ziekenhuizen die eerder al werden aangedaan, ook allemaal worden aangedaan De loopafstand tot een halte mag maximaal 500 meter zijn. Over de stippenkaart van Wmo-vervoer die is gesuggereerd, merkt hij op dat het vervoersgebied zich uitstrekt van Hillegom tot aan Schoonhoven en hiermee al het variërende gebied wat hier binnen valt. Er is door Arriva voorgesteld om in het meer stedelijke gebied een pilot te starten om te zien of de dienstregeling meer op Wmo’ers af te stemmend valt. Hierbij wordt gekeken naar wat voor deze groep nodig is in samenhang met de mogelijkheid om de dienstregeling aan te passen en tegelijk niet de reguliere passagiers uit de bus te verjagen, als gevolg van, mogelijk, extra reistijd of OV-kilometers. Opmerkingen en vragen bij dit onderdeel: Mevr. Korting merkt op dat zij tegengestelde geluiden hoort ten aanzien van wat is toegestaan in de bus. De ene keer is een elektrische rolstoel wel toegestaan, de andere keer niet, een scootmobiel mag helemaal niet, etc. Zij zou hier graag meer duidelijkheid over hebben. Dhr. Terra erkent dat hij deze verschillende geluiden ook heeft vernomen en zelf zal moeten navragen hoe dit nu exact in elkaar steekt. Hij geeft de informatie door aan Iris de Bruyne. Dhr. Meerpoel merkt hierbij op dat stadsbussen niet zijn voorzien van een gordel voor rolstoelen en vraagt hoe dit zit. Dhr. Terra antwoordt dat de rolstoel moet vaststaan, maar regelgeving over hoe dit gedaan moet worden, ontbreekt. Vervolgens vraagt dhr. Meerpoel waarom een scootmobiel niet mee mag, in tegenstelling tot, blijkbaar soms, een elektrische rolstoel. Dhr. Terra antwoordt dat de gordel de rolstoel wel kan vastzetten, zij het een beetje; dit kan niet met een scootmobiel. Gevraagd wordt of de chauffeurs volledig op de hoogte zijn wat wel en niet de bus in mag. Dhr. Terra vermoedt dat dit niet het geval is. Dhr. de Haas heeft hier onlangs een ervaring mee gehad, waarbij een elektrische rolstoel én een scootmobiel allebei de bus inkwamen. Niet alleen zei de chauffeur er niets van, maar tijdens een bocht is de scootmobiel ook daadwerkelijk onderuit gegaan. 5 Gevraagd wordt wat er gedaan wordt wanneer de rolstoelplek bezet is en er nog iemand in een rolstoel mee wil. Dhr. Terra antwoordt dat deze klant, voor dat moment, geweigerd moet worden. Eventueel kan de chauffeur contact opnemen en een busje sturen om de andere
rolstoelgebruiker alsnog op te halen. Wellicht is het een aanbeveling om vooraf te reserveren. Overigens kan dit vooraf reserveren nu nog niet en is niet bekend of dit ook zal worden ingevoerd. Over het sturen van een busje merkt mevr. de Bruyne op dat dit volgens haar afhankelijk is van de frequentie van de buslijn. Hierop wordt gevraagd wat te doen wanneer de plek bezet is door een kinderwagen of een rollator. Dhr. Terra is hierover van mening dat reizigers hierin ook enige eigen verantwoordelijkheid moeten nemen. Dhr. van Scheppingen vraagt of de chauffeur kan zien of de rolstoelgebruiker de gordel goed heeft vastgezet. Dhr. Terra gaat ervan uit dat de chauffeur dit niet kan zien vanaf zijn plek en wijst erop dat dit de eigen verantwoordelijkheid van de reiziger betreft. Het bedrijf verleent graag service waar mogelijk, maar er zijn meerdere factoren die in acht genomen moeten worden. Aansluitend hierop vraagt dhr. van Scheppingen hoe het in de praktijk gaat wanneer een bus vol is en de rolstoel moet eruit. Hebben de medereizigers hier wel het geduld voor? Dhr. Terra wijst er op dat dit niet op regelmatige basis voorkomt. Anders zou het een aanpassing van de dienstregeling betekenen. Gevraagd wordt waarom de uitrijplaat niet elektrisch bediend kan worden. Dhr. Terra antwoordt dat deze er een tijdje geweest zijn, maar in de praktijk zeer kwetsbaar bleken voor, onder andere, steenslag en pekel, bevriezing en defect raakten. Mevr. Korting reageert dat de praktijk voor haar dus inhoudt dat zij iedere keer zou moeten vragen of iemand de plank voor haar wil uitleggen én haar in de gordel wil vastzetten. Dit zijn aanzienlijke drempels. Dhr. Terra geeft aan dat als al dit soort zaken tot in de puntjes geregeld zou worden door Arriva, er geen sprake meer is van Openbaar Vervoer; dan is het Wmo-vervoer geworden. Dit betekent voortdurend het opzoeken van de grenzen die er zijn; grenzen die momenteel al onder druk staan van alle bezuinigingen en waarbij gezegd wordt dat ‘het Openbaar Vervoer er toch al is’ en die de klus dus maar moet klaren. Dhr. van Scheppingen memoreert aan de laatste halte die is aangedaan tijdens de rondrit, waarbij de reiziger direct vanuit de bus op het fietspad staat. Hij vindt dit een onacceptabele situatie. Dhr. Terra beaamt dit zeker, maar de situatie is niet des Arriva’s, maar van de wegbeheer (in dit geval gemeente). Deze huidige situatie is historisch ontstaan. Ware het een nieuwe halte, dan zou die vanuit Arriva ook niet geaccepteerd worden. Uiteraard geeft Arriva wel signalen af over dergelijke ondeugdelijke haltes. Gevraagd wordt naar de voorwaarden voor het deur-haltevervoer. Dhr. Terra legt uit dat dit vervoer is ingericht in gebieden die zo dun bevolkt zijn dat er geen reguliere buslijn hoeft te rijden. In die gevallen wordt het vervoer uitgevoerd door de OV-taxi, die de reiziger naar een aantal vooraf aangewezen haltes kan brengen, van waaraf de rit verder per regulier Openbaar Vervoer kan worden voortgezet. (Zie ook bijlage 2.) ___________________________________________________________________________ De heer Jan Meerpoel De heer Jan Meerpoel is bestuurslid van het Rocov (Reizigers Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer) Holland Midden en deelt graag zijn ervaringen omtrent het reizen in het Openbaar Vervoer met de aanwezigen. Over het gebruik van de geleidelijn, waar men deze middag zelf kennis mee heeft kunnen maken, merkt hij op dat de aanwezigheid ervan fijn is, maar pas echt bruikbaar is wanneer hij zich in een bekende situatie bevind. Wanneer de lijn ophoudt moet hij wel weten welke kant hij vervolgens op moet; hiervoor is een keer of 5 à 6 oefenen met een ziend iemand onontbeerlijk. Ook de discrepanties tussen de wegbeheerder en de vervoerder, zoals die deze middag getoond zijn, komen maar al te vaak voor. Een halte is keurig op hoogte gebracht, de geleidelijn aangelegd en 6de abri staat niet in de weg, waarna vervolgens, bijvoorbeeld, de haltepaal midden op het pad wordt geplaatst.
De huidige DRIS (dynamisch reizigersinformatiesysteem) panelen tonen in hun scherm wel wanneer de bus eraan komt (en ook welke). Maar dan moet je die wel kunnen zien. In grote steden als Amsterdam of Utrecht heeft de heer Meerpoel ervaring met panelen die van spraak zijn voorzien. Hierdoor weet je niet alleen dat de bus eraan komt, maar ook welke bus het is die arriveert; nu moet dat nog bij elke aankomende bus nagevraagd worden. Dat een dergelijke aanpassing kostbaar is, realiseert hij zich echter terdege. Ín de bus is het halte-afroepsysteem wel een enorme uitkomst. Al plaatst hij wel de volgende kanttekening: bij de Connexxionbussen werd eerst aangekondigd: ‘Volgende halte’- pauze - ‘Naam van de halte’. Bij Arriva wordt direct de naam van de halte omgeroepen. Hierover is reeds overleg met Arriva. Dat sommige chauffeurs het systeem uit of heel zacht zetten, kan hij zich goed voorstellen - zij moeten het immers de hele dag aanhoren - maar wanneer je er afhankelijk van bent, is dit natuurlijk buitengewoon onhandig. De hybride bussen die rijden zijn voor mensen met een visuele beperking moeilijk. Deze hoor je simpelweg niet aankomen of wegrijden bij de halte. De bussen zijn, zoals bij een tram, weliswaar voorzien van een bel, maar deze wordt te weinig gebruikt door de chauffeurs. Ook de eenduidigheid is afwijkend in deze bussen. Het kastje voor de OV-chipkaart is anders gesitueerd en de stoelindeling is anders. Ook dit is een aandachtspunt bij Arriva. Over het kastje van de OV-chipkaart kan hij ook nog opmerken dat hij blij is voor uit te mogen stappen. Wanneer meerdere mensen tegelijk uitchecken, weet hij niet of en welk piepje nu van zijn OV-kaart afkomstig is. ___________________________________________________________________________ Mevrouw Peterlien Soels Mevrouw Peterlien Soels is werkzaam bij de Koninklijke Visio. Visio is een AWBZ-revalidatie-instelling en ondersteunt slechtziende en blinde mensen bij het verwezenlijken van hun wens om zelfstandig te zijn. Reizen met het Openbaar Vervoer maakt hier ook deel van uit en hiervoor biedt Visio ondermeer mobiliteitstraining om routes te verkennen en te kunnen lopen. Ook de heer Meerpoel heeft dit soort zaken geleerd via Visio. Daarnaast is er ruimte voor onderzoek, arbeidstrajectbegeleiding en nog veel meer (zie: www.visio.org) Visio richt zich op iedereen, van kinderen tot ouderen, met een visuele beperking, een visuele én auditieve beperking of een visuele én verstandelijke beperking. Daarnaast is er ook aanbod voor professionals in het werkveld. Wanneer de mogelijkheden van de oogarts uitgeput zijn, is het de vraag hoe hier verder mee om te gaan. Dit gaat niet alleen om praktische zaken en hulpmiddelen, maar ook het mentale aspect verdient hierbij de aandacht. Er zijn dan ook maatschappelijk werkers bij Visio betrokken. In principe worden de cliënten doorverwezen door de oogarts, maar soms wordt dit vergeten. Mevrouw Soels is dan ook blij de organisatie ook hier, waar veel indicatiestellers bijeen zijn, onder de aandacht te kunnen brengen. Als aanknopingspunt met de Wmo noemt mevrouw Soels mevrouw Korting, die vanwege haar lichtgevoeligheid, vanuit de Wmo schermen op haar ramen heeft gekregen. Sommige Wmo-loketten wijzen deze af, wat voor de persoon in kwestie betekent dat die altijd zijn/haar bril moet dragen. Tenslotte verneemt zij graag van de aanwezigen of er belangstelling is om een bijeenkomst bij Visio te organiseren (
[email protected]). Opmerkingen en vragen bij dit onderdeel: Gevraagd wordt of er ook trainingen zijn voor hulp in het huishouden. Mevr. Soels beaamt dit. Deze trainingen worden gegeven door ergotherapeuten en richten zich mn. op het zo systematisch mogelijk uitvoeren van het huishouden. Plenaire discussie Dhr. Orbons merkt nogmaals op dat, gelet op de beperkte toegankelijkheid, de vraag gesteld moet worden wat er overblijft van een eventuele doelgroep. Moet daar al die moeite voor gedaan worden. Geopperd wordt dat er een grote groep ouderen is die tegen praktische problemen aanlopen zoals de OV-chipkaart of het niet kunnen bereiken van de halte. Bij deze groep is nog wel winst te behalen. 7 Ook wordt opgemerkt dat, wanneer een reiziger nog wel zelfstandig met een rollator/stok/etc. de bus inkomt, de bus vaak alweer rijdt, voor de reiziger plaats heeft genomen. Dit werkt afschrikwekkend. De beperkte rolstoelplek is inderdaad ook een manco. Anderzijds kan gesteld worden dat hoe meer een bus wordt aangepast op rolstoelen, hoe groter de kans als rolstoelreiziger dat deze al bezet is.
Dhr. Meerpoel geeft aan dat het scheelt om met iemand te reizen. Daarnaast kan ook gesteld worden dat je het iemand ook moet gunnen om eens in het regulier Openbaar Vervoer te reizen. De vervoerder zou zich hier ook voor moeten inspannen. Mevr. de Bruyne snapt deze laatste opmerking, maar wijst erop dat Arriva hierin ook behoorlijk gebonden is aan andere voorwaarden waar zij rekening mee dienen te houden zoals het verplichte op tijd rijden, waarbij de mogelijkheid bestaat dat een boete opgelegd wordt als dit niet het geval is. In dat kader is het beter om bij toekomstige concessies hier vooraf meer rekening mee te houden. Mevr. de Bruyne stelt de vraag in hoeverre indiceerders zich bewust zijn van de beperkingen van deze doelgroep in het Openbaar Vervoer. Geantwoord wordt dat het een en-en-kwestie is. Natuurlijk is het besef er, maar vanuit de Provincie wordt het gebruik van het Openbaar Vervoer juist erg gestimuleerd. Het zijn keuzes die je maakt. Dhr. Meerpoel geeft hierop aan dat de onzekerheden hiervoor nog onvoldoende zijn weggenomen. Zoals de rit met de bus al aantoonde, kan het voorkomen dat je de bus wel inkomt met een rolstoel met het risico dat je er vervolgens niet meer uitkomt. Ook zijn er nog teveel plekken waar je liever niet komt met een rolstoel. Natuurlijk is, bijvoorbeeld, in een oude binnenstad als Leiden ook niet iedere halte aan te passen en wordt er momenteel door de Provincie gewerkt aan een kaart waarop alle goed toegankelijke haltes zijn aangegeven. Maar alles bij elkaar maakt het dat mensen met een beperking vaak angstig zijn om deze stap te nemen. Dhr. Orbons vraagt zich af waarom er zo veel eisen worden gesteld aan vervoer in een rolstoelbus, terwijl in een lijnbus een enkele gordel volstaat. Dhr. Meerpoel, die tevens voorzitter is van Stichting Vast=Beter, erkent dat hier inderdaad discrepanties bestaan. De grondslag voor dit verschil, zo legt hij uit, ligt in het feit dat reguliere OV-reizigers ook niet van een gordel gebruik maken. Mevr. Schalekamp doet de oproep dat bij het Rocov nog gezocht wordt naar een ervaringsdeskundige die mee wil praten over verbeteringen in het Openbaar Vervoer. Over een ander soort doelgroepenvervoer, het leerlingenvervoer, wordt opgemerkt dat ook hier gekeken is of leerlingen niet meer van het regulier Openbaar Vervoer gebruik kunnen maken. Ook hier bleek dat dit maar voor een beperkt aantal opgaat. Dhr. Meerpoel vraagt of het zinvol is een enquête te houden onder leden van de Wmo-adviesraden over hoeveel mensen de overstap naar het regulier Openbaar Vervoer zouden willen maken en daarbij ook de vraag waarom eventueel niet. Dan krijg je inzicht in de beweegredenen van mensen. Mevr. Korting is van mening dat één voornaam probleem is dat er eigenlijk altijd iemand bij moet zijn; zoals aangetoond kan zij zelf de rolstoelgordel niet omdoen. Daarnaast heerst er ook angst onder veel ouderen, zoals opgemerkt door, bijvoorbeeld, het snelle optrekken van chauffeurs. Dhr. Orbons stelt voor om een dergelijke enquête onder de gebruikers van de Regiotaxi te houden. Mevr. de Bruyne zal deze suggestie meenemen naar het volgend Ambtelijk Overleg. Hierop sluit mevr. de Bruyne de bijeenkomst met dank aan alle deelnemers en sprekers. De punten die zijn aangegeven zullen meegenomen worden in verdere discussies die, ondermeer, in de portefeuillehoudersoverleggen Verkeer & Vervoer en Sociale Agenda zullen plaatsvinden.
8
Bijlage 1: Aanwezigenlijst Jan Meerpoel; Truus Schalekamp; H.G.M. Orbons - Alphense Platform Gehandicapten; Marian van Ommeren - Gemeente Boskoop; Marit Blik - Gemeente Boskoop; Monique Schoof - Gemeente Kaag en Braassem; Sophie Straaten - Gemeente Kaag en Braassem; Toekie Amesz - Gemeente Nieuwkoop; Bas de Haas - Gemeente Noordwijkerhout; Elly Loos - Gemeente Noordwijkerhout; Klaartje Passchier Gemeente Noordwijkerhout; Ricardo Heijne - Gemeente Rijnwoude; Arieke van Leeuwen - Gemeente Voorschoten; Caroline Streeder - Gemeente Voorschoten; Cindy Spiegeler - Gemeente Voorschoten; Connie Mesters - Gemeente Voorschoten; Hetty Spaai - Gemeente Voorschoten; Ingrid Taal Gemeente Voorschoten; Ingrid van der Deure - Gemeente Voorschoten; Ivo van Scheppingen Gemeente Voorschoten; Martin van Gurp - Gemeente Voorschoten; Monique Kroshell - Gemeente Voorschoten; Tilly de Waard - Gemeente Voorschoten; Iris de Bruyne - Holland Rijnland; Rutger Lovers - Holland Rijnland; Patrick Cox - ISD Bollenstreek; Leny Korting - Klankbordgroep Regiotaxi Holland Rijnland/Platform
Gehandicapten
Leiden;
Nico
Turk
-
Klankbordgroep
Regiotaxi
Holland
Rijnland/Seniorenpodium Hillegom/Vereniging van Senioren KBO Hillegom; Peterlien Soels - Koninklijke Visio
9
Bijlage 2: Reisvoorwaarden OV-taxi
Vooraf reserveren Zuid-Holland Reist u in de provincie Zuid-Holland, dan reserveert u vooraf: • uw belbus • uw OV-taxi • uw groepsreis
Belbus reserveren De belbus gaat pas rijden nadat hier een reservering voor is gemaakt. In de dienstregeling zijn de belbusritten gemarkeerd met een grijs raster. U kunt uw belbusrit telefonisch reserveren via 088 003 18 00 (lokaal tarief). OV-taxi reserveren De OV-taxi wordt ingezet voor reizigers die willen reizen van of naar een adres dat niet in de buurt van een bushalte ligt. OV-taxi Duin- en Bollenstreek, Leiden en Midden-Holland De OV-taxi in de regio Duin- en Bollenstreek, Leiden en Midden-Holland is beschikbaar buiten de bebouwde kom en in dorpen met minder dan 3.000 inwoners, wanneer regulier lijngebonden openbaar vervoer daar helemaal niet, of minder dan eens per uur rijdt. U kunt hier gebruik van maken als de afstand tussen de halte en een adres meer dan een halve kilometer is. De afstand wordt bepaald aan de hand van postcodes. De OV-taxi biedt voor- en natransport op een bus- of treinreis. Hij rijdt vanaf een overstappunt (zie hieronder) naar het gewenste adres, of andersom, in aansluiting op de vertrek- of aankomsttijd van de reguliere bus of de trein. Met de komst van de OV-taxi vervallen voor reizigers zonder WMO-pas vanaf 9 december 2012 alleen de reismogelijkheden van deur naar sterhalte met de Regiotaxi Holland-Rijnland en met de GroeneHartHopper en vanaf 1 januari 2013 met de RijnstreekHopper. De reismogelijkheden van deur tot deur, voor OV-reizigers en voor WMO-pashouders blijven gewoon bestaan. Hoe kunt u reizen met de OV-taxi? • De OV-taxi brengt u naar een overstappunt op de reguliere bus of naar een nabijgelegen treinstation. • Bij de overstap van OV-taxi op bus of trein is de wachttijd maximaal 10 minuten. • Bij ophalen op een adres is de speling rondom de ophaaltijd maximaal 10 minuten. • De OV-taxi kan een beperkte omweg maken als hij op verschillende adressen reizigers moet ophalen, tot maximaal 20 minuten extra reistijd. • Bij een overstap van bus of trein op de OV-taxi is de taxi minimaal 5 minuten voor aankomst voor de bus of de trein aanwezig. • De OV-taxi wacht op een vertraagde bus of trein. • De OV-taxi is beschikbaar tussen 06.00 en 00.00 uur op maandag tot en met vrijdag en van 1 08.00 tot 00.00 uur in het weekeinde. • De OV-taxi kan vanaf 05.30 uur (vanaf 07.30 uur in het weekeinde) tot 00.30 uur worden gereserveerd.
• de OV-taxi is ook beschikbaar voor rolstoelgebruikers. Bij het aanvragen van de rit geeft u aan dat u met een rolstoel reist. • de OV-taxi is alleen beschikbaar in de Duin- en Bollenstreek, Leiden, de Rijnstreek en Midden-Holland. Waar zijn de overstappunten? De overstappunten voor de OV-taxi zijn: Voor de Duin- en Bollenstreek: • • • • •
Hillegom, Van Limburg Stirumlaan. Lisse, Anna Blamandreef. Sassenheim, NS station. Noordwijk, Boekerslootlaan. Oegstgeest, Transferium A44.
Voor de agglomeratie Leiden: • Voorschoten, NS station. • Leiderdorp, Rijnland Ziekenhuis. • Zoeterwoude-Dorp, Westeindseweg. Voor de Rijnstreek: • • • •
Leimuiden, busstation. Nieuwkoop, Meeuwenlaan. Hazerswoude-Rijndijk, provinciale weg. Hazerswoude-Dorp, Driesprong.
Voor Midden-Holland: • • • • •
Waddinxveen, NS station Centrum. Bodegraven, NS station. Stolwijk, N207 dorp. Lekkerkerk, N210 De Loet. Rotterdam, metro Nesselande.
Wat kost de OV-taxi? Als u een rit maakt met de OV-taxi binnen uw gemeente, betaalt u per persoon € 2,-. Reist u naar een buurgemeente, dan komt daar € 2,- bij en betaalt u € 4,-. Hoe reserveert u de OV-taxi? De OV-taxi moet minimaal 60 minuten vóór de gewenste vertrektijd van het overstappunt of het huisadres worden gereserveerd. Reserveren kan tot maximaal 3 maanden van tevoren. Maakt u regelmatig dezelfde reis, dan kunt u deze reis tot een half jaar vooruit met één reservering boeken. Reserveren kan op diverse manieren:
1
• • • •
Via het telefoonnummer 0900-1961 (€ 0,10 p.m.). Via een gratis sms-service. Via internet of e-mail. Via de mobiele website. Via mobiel internet op de telefoon of tablet kan vanaf elke plek de OV-taxi gereserveerd worden.
Bij de reservering van de OV-taxi geeft u het volgende aan: • De reisdag. • Het aantal personen. • Het ophaal- of thuisbrengadres. • Het overstappunt en de buslijn of de trein waar u op/van overstapt. • Het gewenste tijdstip van ophalen van huis of van het overstappunt van de aansluitende bus. • Een eventuele lichamelijke beperking. Reserveren van de OV-taxi is mogelijk vanaf 1 december 2012.
1
Bijlage 3: Brochure: Visio Zicht op Toegankelijkheid (tekstversie) Toegankelijkheid voor slechtziende en blinde mensen Bij het ontwerp, bouw of inrichting van een (openbare) ruimte is het van belang om rekening te houden met het gebruik door mensen met een visuele beperking. Koninklijke Visio, expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen, adviseert over toegankelijkheid bij nieuwbouw- inrichting en verbouwings-projecten. Visio Zicht op Toegankelijkheid Visio Zicht op Toegankelijkheid biedt toegankelijkheidsadvies aan instellingen, overheden en bedrijven. Wij richten ons specifiek op de aspecten die van toepassing zijn voor slechtziende en blinde mensen. Onlangs heeft de Tweede Kamer besloten om het VN-verdrag over de rechten van mensen met een beperking uiterlijk in 2013 te bekrachtigen. Dit betekent dat het Nederlandse beleid en de wetgeving de komende jaren worden aangepast met concrete maatregelen. Er wordt wettelijk vastgelegd dat informatie, werk, onderwijs, gebouwen en vervoer toegankelijk moeten zijn voor mensen met een beperking. Zowel binnen als buiten Toegankelijkheid is ook van toepassing op buitenruimtes. Naast advisering over bereikbaarheid, toepassing van geleidelijnen en natuurlijke gidslijnen, adviseert Visio in bredere zin over bijvoorbeeld het ontwerpen van een winkelcentrum, park of stationsplein. Shared Space Bij de (her)inrichting van bijvoorbeeld dorps- of stadskernen wordt steeds vaker het Shared Space-principe toegepast. In deze ontwerpen zijn geen trottoirs, fietspaden en stoplichten aanwezig. Slechtziende en blinde mensen hebben meer moeite zich veilig te verplaatsen binnen dergelijke gebieden. Er zijn goede mogelijkheden om in de ontwerpfase rekening te houden met mensen met een visuele beperking. Visio adviseert ook hierbij. We werken hierin nauw samen met het Kenniscentrum Shared Space, gevestigd aan de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Wanneer een toegankelijkheidsadvies? Toegankelijkheidsadvisering is van toepassing bij zowel nieuwbouw als verbouw. In bestaande situaties adviseren wij de verbeteropties. Onze expertise biedt ook inzicht in de mate van verbetering in relatie tot gemaakte kosten. De juiste keuzes in een vroeg stadium zijn lang niet altijd kostenverhogend! Combinatie van factoren De toegankelijkheid voor gebruikers met een visuele beperking wordt onder meer beïnvloed door het gebruik van routing, lichtinval, verlichting, contrastkleuren en materialen. Deze factoren dienen op elkaar te worden afgestemd, de samenhang bepaalt het eindresultaat. Door deze samenhang is het niet mogelijk eenduidige richtlijnen af te geven. Aanpassingen voor slechtziende en blinde mensen veroorzaken geen hinder voor mensen met een andere beperking. 1
In de meeste gevallen zullen deze aanpassingen eerder bijdragen aan de gebruiksvriendelijkheid voor andere gebruikers. Workshops De samenhang tussen de diverse genoemde factoren is een complex geheel. Wij bieden workshops voor ontwerpers en opdrachtgevers over licht en verlichting. Deze workshops kunnen bijdragen aan een meer gerichte vraag aan onze adviseur en een betere verwerking van de aspecten in de basis van het ontwerp. Advisering van een deskundige blijft noodzakelijk om de juiste toepassing en verhouding van factoren te borgen. Visio biedt haar adviezen aan tegen marktconforme prijzen. Onze professionals zetten zich dagelijks in voor de revalidatie van slechtziende en blinde mensen. Zij kennen deze doelgroep en beschikken over de benodigde expertise. Wilt u meer weten over Visio Zicht op Toegankelijkheid? Neemt u dan contact op via 088 585 50 00, of mail naar
[email protected]. Of kijkt u eens op www.visiozichtoptoegankelijkheid.org.
1
Bijlage 4: Brochure: Onderwijs, zorg en dienstverlening voor volwassenen met een visuele beperking (tekstversie)
Volop in het leven staan Ik wil de krant blijven lezen, zijn daar hulpmiddelen voor? Ik ben slechtziend, hoe breng ik de kinderen veilig naar school? Kan ik blijven werken, mijn hobby’s beoefenen en sporten? Kan ik zelfstandig blijven wonen en reizen? Wanneer uw gezichtsvermogen langzaam achteruit gaat, plotseling fors afneemt of helemaal wegvalt, kan dat voor veel onrust zorgen. Alledaagse dingen zoals televisiekijken, een brief schrijven of de straat oversteken gaan opeens niet meer vanzelf. Koninklijke Visio helpt u een passend antwoord te vinden op uw vragen. Wij adviseren over hulpmiddelen en geven praktische trainingen en cursussen. We begeleiden u bij het zelfstandig wonen en werken en bieden hulp bij de verwerking van de vermindering van uw gezichtsvermogen. Begeleiding vindt plaats op een locatie van Visio bij u in de buurt, op het werk, of thuis. Visio helpt u om weer volop in het leven te staan. Hoe we dat doen, leest u in deze brochure.
Wat ziet u nog? Onderzoek Als u ook met een bril of lenzen niet goed meer kunt zien, kunnen andere hulpmiddelen – zoals een loep – misschien nog uitkomst bieden. Uw oogarts kan u dan verwijzen naar Visio voor een low-vision-onderzoek. Tijdens dit onderzoek brengen we in kaart hoeveel u precies ziet. Dit gebeurt onder meer door uw gezichtsscherpte en gezichtsveld te meten en te bepalen in hoeverre u contrast kunt zien. Daarna proberen we een passend antwoord op uw hulpvraag te vinden. Het is belangrijk om te weten onder welke omstandigheden u het beste ziet. Visio kan dat onderzoeken en u vervolgens adviseren over verlichting, inrichting, hulpmiddelen, mobiliteit en eventuele aanpassingen in uw woon- en werkomgeving.
Het leven vergemakkelijken Hulpmiddelen Hulpmiddelen en aanpassingen kunnen uw leven vergemakkelijken. Visio adviseert over hulpmiddelen in de woon- en werkomgeving van mensen met een visuele beperking. Onze medewerkers kunnen u helpen bij het leren omgaan met de hulpmiddelen die nodig of wenselijk zijn. Of dat nu een beeldschermloep, een stok of vergrotingssoftware voor uw computer is.
Opnieuw zelfstandig Revalideren
1
Met een visuele beperking blijft het goed mogelijk om zelfstandig te functioneren. Visio ondersteunt u bij het (opnieuw) leren benutten van uw mogelijkheden en het aanleren van vaardigheden. Dat kan gaan om alledaagse handelingen, zoals aankleden, koffie zetten of schoonmaken, maar ook om vaardigheden op het gebied van mobiliteit, vrijetijdsbesteding, betaald of vrijwilligerswerk. Revalideren kan bij u thuis, of bij een van onze vestigingen. Wanneer er veel hulpvragen zijn die zich tegelijkertijd voordoen is intensieve revalidatie mogelijk zinvol voor u. Dit kan voor kortere of langere tijd intern bij Visio Het Loo Erf in Apeldoorn. “Van nature ben ik nogal zelfstandig. Toch heeft Visio daar zeker ook een bijdrage aan geleverd: ik heb veel mobiliteitstraining gevolgd en trainingen voor dagelijkse vaardigheden, bijvoorbeeld koken. Het gaat hartstikke goed en op het moment heb ik Visio niet nodig. Maar als dat wel zo is, weet ik ze te vinden.” Susan Stevens (27) Oriëntatie en mobiliteit Goedziende mensen verplaatsen zich met een gemak dat voor mensen met een visuele beperking minder vanzelfsprekend is. Onze omgeving staat immers vol obstakels en verandert voortdurend. U kunt uw oriëntatievermogen ontwikkelen door te leren vertrouwen op wat u nog wel kunt zien en door uw andere zintuigen optimaal te gebruiken. Mobiliteitsdeskundigen van Visio kunnen u leren hoe u bijvoorbeeld van uw huis naar de bushalte komt. Dat kan door gebruik te maken van een witte stok, een goedziende begeleider, echolokalisatie of een geleidehond.
Blijven ontwikkelen Cursussen Een cursus volgen met een visuele beperking is vaak goed mogelijk. Visio informeert en adviseert daarover en begeleidt waar nodig volwassen leerlingen en cursisten. Voor ons aanbod kunt u onze website raadplegen. “Toen mijn ogen achteruitgingen en ik moest stoppen met werken, viel ik in een zwart gat. Mijn gevoel voor eigenwaarde ging achteruit en ik kwam in een isolement terecht. Ik leer nu e-mailen bij Visio. Het is best moeilijk, maar ik wil het onder de knie krijgen. Vrienden van mij zijn er ook mee bezig en dat is erg leuk. Het is een passie aan het worden. Het werken met de pc vergroot mijn wereld weer en tegelijk ook mijn zelfvertrouwen.” Jankie van Soest (58)
Werk en vrije tijd Werkplekken aanpassen Wanneer uw ogen achteruitgaan is het moeilijk goed te blijven functioneren op uw werk. U kunt uw computerscherm minder goed lezen, een telefoonnummer intoetsen duurt langer en u kunt de weg binnen uw organisatie minder gemakkelijk vinden. Tijdig hulp zoeken is belangrijk, want sommige problemen zijn met een relatief eenvoudige aanpassing goed te verhelpen. Vaak gaat het echter om complexe vragen. Visio kan u helpen bij het vinden van oplossingen. Wij ondersteunen u bij revalidatie op uw werkplek en het leren werken met speciale programma’s of hulpmiddelen. Ook begeleiden we u bij contacten met uw werkgever,
1
UWV, bedrijfsarts en reïntegratiebedrijf. Vrije tijd plezierig invullen Een favoriete vrijetijdsbesteding zoals tuinieren, handwerken of biljarten wordt veel moeilijker of zelfs onmogelijk als u problemen heeft met zien. Visio kan samen met u bekijken of u deze liefhebberij met enige aanpassing kunt voortzetten. Of we helpen u bij het -zoeken naar nieuwe bezigheden. Daarbij gaan we uit van uw wensen en ervaringen. Maakt u in uw vrije tijd veel gebruik van de computer, dan kan Visio u adviseren over aanpassingen en daarmee leren werken.
Thuis voelen Wonen en dagbesteding Als u te maken krijgt met een visuele beperking moet u uw woonsituatie vaak opnieuw organiseren. Ondersteuning en advies over onder meer verlichting, inrichting en hulpmiddelen kunnen u dan helpen uw zelfstandigheid te behouden. Misschien hebt u behoefte aan dagbesteding buitenshuis om onder de mensen te komen en meer voldoening uit de dag te halen. Misschien is het beter om tijdelijk of permanent ergens anders begeleid te wonen. Enkele mogelijkheden die we u kunnen bieden zijn: ondersteuning bij het thuis wonen en (her)organiseren van het huishouden begeleid op kamers wonen voor (jong)volwassenen tijdelijk logeren of wonen in ons verzorgingshuis. “We zitten hier in De Vlasborch heel fijn. Het is prettig dat iedereen hetzelfde heeft. We krijgen de zorg die we nodig hebben en wat we nog zelf kunnen, doen we zelf.” Annie Beks (72)
Een ingrijpend verlies Verwerking Het verlies van het gezichtsvermogen - of dat nu langzaam of snel gaat - is zeer ingrijpend. Sommige slechtziende mensen hebben extra hulp nodig bij de verwerking daarvan: zij hebben moeite zelfstandig activiteiten te ondernemen en kunnen daardoor in een sociaal isolement terechtkomen. Visio heeft veel kennis en ervaring op dit gebied. Wij kunnen u helpen met het verwerkingsproces. Er is ook een mogelijkheid hierover in groepsverband te praten. U hoort dan van andere slechtziende mensen welke hindernissen zij ondervinden en hoe zij daarmee omgaan.
Informatie en aanmelden Algemene informatie over Visio vindt u op www.visio.org. Voor uitgebreide vragen kunt u contact met ons opnemen. Wij helpen u graag verder. Wilt u meer informatie of wilt u een beroep doen op de diensten van Visio, bel dan onze Cliëntservicelijn via 088 585 85 85. Wij brengen dan samen met u uw vraag zorgvuldig in kaart, zodat we u zo goed mogelijk kunnen helpen of doorverwijzen.
1
Aan de meeste diensten van Visio zijn geen kosten verbonden. Deze zorg wordt gefinancierd uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Uw aanmelding bij Visio loopt via het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), dat onderzoekt of u voor zorg in aanmerking komt. U kunt ook bij Visio terecht als u al ergens anders wordt behandeld. Wij streven naar een optimale samenwerking met andere hulpverleners. Koninklijke Visio expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen www.visio.org
1