Verslag van de bijeenkomst ‘Voedsel’ van De Groene Zaak en Smaackmakers 10 juni 2015 – Utrecht Het was een succesvolle bijeenkomst op woensdagmiddag 10 juni in de Moestuin in Utrecht. De bijeenkomst was de aftrap van het Programma Voedsel, dat gestart is vanuit de wens van partners van De Groene Zaak en van het bestuur. Zo lichtte Maurits Hekking van De Groene Zaak (DGZ) toe. De Groene Zaak en Smaackmakers slaan de handen in één voor dit Programma en kwamen samen tot twee onderwerpen: Schone Bodem en Overgang naar meer plantaardige en minder dierlijke eiwitten. Deze komen voort uit een inventarisatie bij uiteenlopende bedrijven. Tijdens de bijeenkomst gingen we dieper in op deze twee onderwerpen. Afhankelijk van de interesse en financiering wordt voor één of beide onderwerpen een project opgestart inclusief een lobbytraject. In het eerste deel van de bijeenkomst werden beide onderwerpen met een korte presentatie toegelicht en werden wat mogelijkheden voor interventies die het project kan omvatten genoemd. Naar een ‘Schone Bodem’ “Doel van het project is bijdragen aan een gezonde bodemkwaliteit en schoon (grond)water, mede in het kader van het VN jaar van de bodem.” Aldus Jeroom Remmers (De Groene Zaak). Hij licht de keuze voor het onderwerp nader toe: Diverse partijen steunen al de campagne www.saveoursoils.com (die na de zomer meer zichtbaar voor het publiek zal zijn). In navolging hierop kunnen we (inclusief partners van DGZ) aanhaken op deze campagne. Een andere mogelijkheid is een lobby voeren om een schone bodem te bevorderen via bijvoorbeeld: stimuleren dat in bepaalde regio’s (bijv. grondwaterwingebieden) boeren schone(re) landbouwmethoden toepassen en omschakelen naar bijv. biologische landbouw. Ook kunnen we inzetten op het verder verduurzamen van bedrijfsrestaurants en kantines van overheden en alle soorten bedrijven. Hiermee raken we direct aan het tweede onderwerp: de overgang naar een ander eetpatroon. De transitie naar meer plantaardig (de eiwittransitie) “De eiwittransitie is een chique woord voor de overgang naar minder dierlijke en meer plantaardige producten. Het is gedefinieerd als een van de belangrijkste thema’s als het gaat om verduurzaming van ons voedselpatroon en –systeem. Mede vanwege de immense impact van de vee industrie op het klimaat, voedselzekerheid, gezondheid.” Zo begon Natascha Kooiman (Smaackmakers). Ze benadrukte de voordelen, die nog niet altijd gezien worden door alle partijen die baat kunnen hebben bij deze transitie. Want naast de voordelen op macroniveau (ecologisch, maatschappelijk en economisch), zijn er volop voordelen op het niveau van het bedrijf en zelf het individu. Een aanbod of voedselpatroon met meer plantaardig en minder dierlijk, is gezonder en duurzamer. Het zorgt voor een daling van verzuim bij medewerkers, bevordert de productiviteit en betrokkenheid én is een belangrijke pijler bij het halen van CO2 reductiedoelstellingen. Kortom: het onderwerp is relevant voor ieder soort bedrijf met een bedrijfskantine. Daarnaast zijn er commerciële belangen van organisaties die direct met voedsel te maken hebben. Natascha noemde een hele rits van mogelijke interventies die we met een project kunnen realiseren. In grote lijnen zijn deze onder te verdelen in 6 categorieën: 1) Prijsmaatregelen (bijv. via BTW verhoging op dierlijke producten), 2) Beïnvloeding / voorlichting richting bedrijfsleven (bijv. duurzamere en gezondere (bedrijfs)kantines), 3) Communicatie / voorlichting consumenten, 4) Innovatie stimuleren en drempels voor nieuwe producten en producenten verlagen, 5) Verzekeringsvoordelen gebaseerd op eetpatronen, 6) Beïnvloeden aanbod/manier van aanbieden (bijv. andere verhoudingen op menukaarten en andere benamingen).
De eerste reacties van de aanwezigen Dat het draagvlak en enthousiasme voor beide onderwerpen groot is, bleek uit de vele vragen die gesteld werden en de vele suggesties die werden gedaan. Vele partijen in de zaal waren zelf al actief op een van de onderwerpen of wilde dat worden. De eerste reacties bestonden vooral uit het meedenken van hoe we het project zo goed mogelijk kunnen inrichten. Daarnaast werden ideeën gedeeld om de versnelling te realiseren. Een greep uit de eerste reacties:
De twee projecten bodem en eiwittransitie samenvoegen in één project; Een lijst maken met perverse prikkels die nu bestaan zoals subsidies van Ministeries aan de gangbare, vervuilende landbouw en gangbare voedsel/retailbedrijven, ten opzichte van de verduurzamingstrajecten; (Onderzoek naar) Communicatie door aanbieders richting consumenten op het beslissingsmoment (bijv. in de schappen van supermarkten); Verplichting van duurzaamheidslabel op producten; Vlees en zuivel scheiden in het project en qua benadering.
Twee discussietafels Na een korte plenaire discussie gingen de aanwezigen in twee groepen uiteen: Bodem en Eiwittransitie. Het doel hiervan was om te verkennen welke van de interventies we in het project willen realiseren en hoe een project zou passen in de doelstellingen of lopende projecten van de aanwezigen. Hieronder een weergave per groep van de reacties van de aanwezigen. Discussietafel ‘Bodem’ Onderstaande is een samenvatting van de interventies die de aanwezigen aanspreken en/of waar ze aan bij kunnen dragen.
Sanne Minten (WUR): Permacultuur moestuinen aanbevelen bij de DGZ leden.
Frans Jan de Waard: Boeren laten omschakelen naar milieuvriendelijke methoden via een bottom-up aanpak. De film ‘Bodemboeren’ aanbevelen bij de DGZ leden.
Dennis Iseger (Arla): Omschakelsubsidies voor boeren om naar extensieve, biologische landbouw te gaan. De huidige hoge grondprijs zorgt dat steeds minder boeren willen overschakelen. Arla wil minder milieubelastende melk produceren en meer biologische melkveehouders in Nederland (nu komt de biologische zuivel uit Denemarken).
Catharinus Wierda (Boerengilde): Naar een eerlijkere prijs voor melk. Dat betekent winst voor weidevogels, weidegang en het milieu; dat geeft een kans om te komen tot meer milieu- en natuurvriendelijke melkveehouders, los van het biologisch keurmerk. Zoals de groep in Friesland die wij vertegenwoordigen.
Merle Koomans van den Dries (Estafette/Odin): Gedragsverandering (de consument meer bewust laten kopen) via bewustwording over de bodemproblematiek. Bijvoorbeeld via inhoudelijke artikelen en TV-items.
Jan Diek van Mansveld (Helphumus): 1) Bodembeleid bij de DGZ leden stimuleren. Bijvoorbeeld via hun website waarop ze aangeven campagnes voor een gezonde bodem te steunen; 2) Bewustzijn bodemproblematiek bij de consument vergroten; 3) Boeren faciliteren een gezond bodembeleid te voeren.
Michael Wilde (Eosta): 1) Lobby bij de Tweede Kamer om aandacht te geven in de eigen restaurants aan het onderwerp bodemkwaliteit; 2) Stimuleren bekendmaken bodemcampagnes (bijv. Saveoursoils).
Sophie Hankinson (One World – FoodGuerrilla): 1) Het onderwerp ‘bodem’ laten leven, bijvoorbeeld met wormenhotels; 2) Ondersteuning van bestaande campagnes.
Jos Verheul (Rijkswaterstaat): 1) Voedselbedrijven duurzamer laten inkopen. Bijvoorbeeld via het organiseren van masterclasses “Bodembewust inkopen” over het belang van bodemkwaliteit voor: de inkopers van supermarkten; 2) Agenderen bodemproblematiek bij politici.
Heleen (Bionext): 1) Doorbouwen op feit dat FAO biologische landbouw promoot; 2) Ketenaanpak; 3) Bewustwording bij consumenten van bodemproblematiek; 4) Biologische boeren ondersteunen om 100% bodemvriendelijk te boeren. Bijvoorbeeld via biologische grondbank (behouden van vruchtbare grond, ook als biologische boeren ermee stoppen, voorkomen dat een gangbare boer weer gaat spuiten en kunstmest gebruikt); 5) Nieuwe business modellen die boeren belonen bij een betere bodem: Carbonfarming; 6) Integreren van veeteelt en akkerbouw: i.p.v. monocultuur; 7) Verduurzamen catering bij overheid, ziekenhuizen, bejaardenhuizen.
Jaap Harthoorn (Provincie Noord-Brabant): 1) Boeren ondersteunen om schoner te produceren, o.a. via afzet voor hen bij catering te vergroten; 2) Meerprijs voor boeren die schoner produceren en afzetkanalen voor die boeren vinden; 3) Lobby voor een belasting op bodemaantasting; 4) Aanschuiven (net als VNO-NCW) in het overleg Ministerie van I&M over bodem en ondergrond.
Discussietafel ‘Eiwittransitie’ Onderstaande is een samenvatting van de interventies die de aanwezigen aanspreken en/of waar ze aan bij kunnen dragen.
Quintijn Hoogenboom (Werkgroep Voetafdruk Nederland): 1) Politieke lobby voor overheidsmaatregelen om alle import van soja te stoppen; 2) Catering beïnvloeden richting meer plantaardig; 3) Politieke partijen meekrijgen; 4) Voetafdruk als verplichte info op verpakkingen.
Jan Juffermans (Werkgroep Voetafdruk Nederland): 1) Gedragsverandering bewerkstelligen via verbreden van eiwittransitie problematiek naar energie-uitdagingen: direct energiegebruik koppelen aan indirect energiegebruik: vlees maakt daar groot onderdeel van uit. 2) Verduurzamen catering.
Wim Ruiterkamp (Ministerie van EZ): 1) Binnenkort volgt de reactie van EZ op de Nota WRR (voedselrapport) wat mogelijke scenario’s vanuit het Ministerie verduidelijkt; 2) Gedragsverandering bij burgers, via het stimuleren van de consumentenvraag naar alternatieve eiwitten; 3) Onderwijs (toekomstige generatie): eiwittransitie integreren; 4) Bewustwording van de noodzaak van circulaire landbouw (de koolstof-, fosfaat- en stikstofkringloop sluiten); 5) Stimuleren toepassingen en acceptatie algen en insecten in voedsel .
Jelmer Vierstra (Natuur en Milieu): 1) Communicatie door supermarkten en retail waarmee ze alternatieven aantrekkelijk maken; 2) Vlees in het hoge BTW-tarief: daarmee halen we overproductie omlaag en minst duurzame van de producenten halen we eruit; 3) Quotering op hoeveelheid die geproduceerd mag worden (Europees beleid nodig); 4) Boeren anders leren produceren.
Natuur en Milieu federaties (Frank Hart): Gedragsverandering door duurzamer eten leuk maken en de ervaring bieden van alternatieven voor de huidige eiwitten ( = positieve beleving). Deze aanpak werkt vooral op klein schaalniveau, bijvoorbeeld regionaal. Het vervolgens op individueel niveau terugkoppelen. Dat werkt om gedragsverandering nog waarschijnlijker te maken.
Gerard Kramer BLONK Milieu Advies: 1) Vlees als speerpunt nemen vanwege de grote impact en omdat het voedingskundig ook OK is om vleesconsumptie naar beneden te brengen; 2) Insecten zouden geen focus moeten zijn als alternatief eiwit. Het komt op het niveau van kip qua efficiëntie; 3) Vlees duurder maken (supermarkten maken winst op groente en fruit. Vlees is een lokkertje).
Mariken Stolk Milieu Centraal: Voorlichting via retail en op andere plekken waar de beslissingen worden genomen.
Imke Haenen, Ministerie I&M: 1) Gedragsverandering bij consumenten door positieve beïnvloeding (zoals bijv. met Meatless Mondays); 2) Scholen/kinderen tools bieden (bijv. een app om het veranderen van hun eetpatroon iets leuks te maken); 3) Onbewust beïnvloeden, bijvoorbeeld via aanbod; 4) Samenwerking met bedrijfsleven.
Rob van Dijk (Meatless): 1) Gedragsverandering door ander aanbod (bijv. niet de keuze bieden); 2) Voorlichting op het keuzemoment van de consument.
Jerwin Tholen (KPMG): 1) Lobby om regelgeving aan te passen die nu belemmert om bepaalde ingrediënten te gebruiken; 2) Lobby voor belastingmaatregelen die minder dierlijke voeding stimuleren. Niet richten op moeten maar condities benoemen die nodig zijn om duurzaam te ondernemen; 3) Regels omtrent plantaardig/dierlijk in aanbestedingen opnemen; 4) Onderwijs: eiwittransitie integreren in basis onderwijs en food opleidingen.
Pieter Goudswaard (MVO Nederland): 1) Bestaande energie op dit onderwerp versterken; 2) Onderwijs; 3) Gedragsverandering via ervaringen bieden.
Conclusie en vervolg Hoe gaan we nu verder? We werken toe naar concreet projectplan dat we willen uitvoeren met de partners die ons hierin willen ondersteunen. De verzamelde input nemen we mee in de aanscherping van de projectplannen. We verwachten begin juli een aangescherpt projectplan toe te sturen aan geïnteresseerden. Daarin doen we een concreet voorstel voor de aanpak, formuleren we concrete doelstellingen en zetten we duidelijk uiteen wat we verwachten van partners en wat partners kunnen verwachten uit het project te halen. Afgelopen twee weken hebben we al gesprekken gevoerd met enkele partijen die interesse hebben om projectpartner te worden. Daar gaan we de komende tijd mee door. We staan uiteraard open voor suggesties of tips welke bedrijven mogelijk interesse hebben. Bijlagen Als bijlagen zijn toegevoegd: de aanwezigheidslijst en de projectplannen zoals deze ook voorafgaand aan de bijeenkomst werden gepresenteerd. Contact en meer informatie Meer weten over het project, de achtergrond of sparren over hoe het project interessant ka n zijn voor uw organisatie? Mail of bel Natascha Kooiman:
[email protected] , tel. 0654366200 of Jeroom Remmers:
[email protected] , tel 0622407712 Het projectplan Bodem vind je hier en het projectplan Eiwittransitie kun je hier lezen. Deze projectplannen worden aangepast.