Ketensamenwerking met Zorginstellingen.
FMMU bv
En vele anderen
Een Informatiebrochure voor politiemensen in de regio Utrecht. Door Hans Slijpen, Accountmanager Gezondheidszorg, Politie Utrecht, juli 2009.
Inhoud Inleiding 1. Juridisch kader 2. Wet BOPZ 3. Crisisdiensten 4. Overzicht crisisdiensten in de regio 5. Niet-acute situaties 6. Overzicht niet acute hulp 7. Mishandeling en huiselijk geweld 8. Bedreiging of mishandeling van hulpverleners 9. Weglopers en vermisten 10. Taakverdeling 11. Vervoer 12. Convenanten 13. Omgang met verwarde personen 14. Stappenplan 15. Ziektebeelden 16. Crisiskaart 17. Veelgestelde vragen 18. Telefoonnummers 19. Slot Bijlage, lijst met afkortingen
blz. 3 blz. 3 blz. 4 blz. 5 blz. 7 blz. 9 blz. 10 blz. 10 blz. 11 blz. 11 blz. 12 blz. 13 blz. 14 blz. 15 blz. 16 blz. 18 blz. 19 blz. 18 blz. 23 blz. 24 blz. 25
Opmerking: Alle telefoonnummers en E-mailadressen die in deze brochure worden genoemd zijn uitsluitend voor de politie bestemd en mogen niet aan anderen gegeven worden. Daarom zijn in deze versie sommige nummers of emailadressen verwijderd.
2
Inleiding Een groot deel van het werk van de politie heeft direct of indirect te maken met burgers die verslaafd zijn of psychiatrische problemen hebben. Sommigen hebben een combinatie van meerdere problemen tegelijk. Grof geschat heeft ongeveer 20 % van al het politiewerk daarmee te maken. Zo heeft 72 % van alle veelplegers1 een GGZ-achtergrond. Bij de notoire overlastplegers2 gaat het zelfs om 92 %. Het doel van deze brochure is om politiemedewerkers beter te informeren over de samenwerking met de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Die samenwerking is soms behoorlijk complex. Deze brochure is daarom ook een naslagwerk, waarin je de afspraken kunt opzoeken. 1. Juridisch kader Wanneer er sprake is van een misdrijf of een overtreding is het politieoptreden juridisch goed onderbouwd. Wanneer er echter geen sprake is van een overtreding of een misdrijf, maar de betrokkene heeft wel hulp nodig wordt het moeilijk. Vaak wordt er dan verwezen naar artikel 2 van de Politiewet, waarin ondermeer staat dat de politie tot taak heeft om “te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven”. Dit is echter een taakstellend artikel dat in principe niet bedoeld is om de politie bepaalde bevoegdheden toe te kennen. Artikel 25 van de Ambtsinstructie regelt de zorgplicht in het geval van verwarde personen die een gevaar vormen voor de openbare orde of voor zichzelf. Indien mogelijk moet de politie deze personen in eerste instantie overdragen aan het eigen zorgkader (familie, huisarts, casemanager of een medische - of hulpverleningsinstelling). Als dat niet mogelijk is kan de verwarde persoon meegenomen worden naar het politiebureau, en van daar uit moet er direct gebeld gaan worden met de crisisdienst. In de meeste gevallen zal er sprake zijn van een noodsituatie of een overmachtsituatie (artikel 40 Wetboek van strafrecht), waarbij het gevaar alleen voorkomen kan worden door hem of haar in te sluiten. Kortom, in een dergelijk geval moet de politie optreden. Het nalaten van het verlenen van hulp in een noodsituatie is zelfs strafbaar, ook voor de politie. (artikel 450 Wetboek van strafrecht.) Er zal hier een afweging gemaakt moeten worden, waarbij het beter is te veel dan te weinig te doen. Een wellicht onterechte vrijheidsberoving is achteraf te verantwoorden, nalatigheid is echter veelal niet te herstellen. Soms kunnen de omstandigheden het noodzakelijk maken dat de politie bij de tenuitvoerlegging van de gedwongen opname, geweld toepast. Deze bevoegdheid moet uiteraard worden toegepast met inachtneming van de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. (artikel 8 Politiewet).
1 2
Cijfers meerderjarige veelplegers 3e kwartaal 2007. Onderzoek Notoire Overlastplegers, juli 2007, door Hans Slijpen en Albert Eikenaar.
3
2. Wet BOPZ In de Wet bijzondere opnames in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ) is geregeld hoe verwarde personen gedwongen kunnen worden opgenomen. Vanuit deze wet kan de officier van justitie (artikel 66, Wet BOPZ) of de burgemeester (artikel 20 lid 4) de politie de opdracht geven om een verwarde persoon aan te houden. In de wet staat ook dat de politie om een verwarde persoon aan te kunnen houden, elke plaats mag betreden waar de op te nemen persoon zich bevindt. Kortom de politie heeft de bevoegdheid om een woning te betreden (artikel 20 lid 4/artikel 66 lid 2, Wet BOPZ), en iemand aan zijn kleding of lichaam te onderzoeken, om wapens of gevaarlijke voorwerpen af te nemen (artikel 20 lid 5/artikel 66 lid 3, Wet BOPZ). De medewerkers van de crisisdienst hebben die bevoegdheid niet. Wanneer de patiënt zich tegen zo‟n opname verzet mag de politie zelfs dwang gebruiken. De politie beschikt immers over het geweldsmonopolie. Soms wordt een patiënt zo geïmponeerd door de politie, dat het toepassen van dwang/geweld achterwege kan blijven. Achteraf vragen agenten zich dan af, of de medewerkers van de crisisdienst het niet alleen hadden afgekund. Toch is dit geen reden om deze taak niet door de politie te laten doen. De juridische onderbouwing voor enig politieoptreden in de fase van de acute crisissituatie tot de uitslag van de beoordeling door de medewerkers van de crisisdienst is echter niet goed in de Wet BOPZ geregeld. Zoals al opgemerkt, zal er dan een afweging gemaakt moeten worden tussen het belang van de persoonlijke vrijheid en het belang van hulpverlening voor deze verwarde persoon. Op dit punt is overigens een wetswijziging in voorbereiding.
4
3. Crisisdiensten De politie gaat op grond van een melding, of op verzoek van de crisisdienst, ter plaatse en beoordeelt de situatie daar. Bij aantreffen van een ernstig verwarde persoon bekijkt de politie of het mogelijk is dat de crisisdienst de persoon ter plekke beoordeelt. De aanblik van een vervuilde/gevaarlijke woonsituatie kan voor de medewerkers van de crisisdienst soms doorslaggevend zijn. Wanneer er sprake is van een strafbaar feit of van een gevaarlijke situatie kan de politie de verwarde persoon aanhouden of meenemen naar het politiebureau waar de betrokkene vervolgens beoordeeld wordt door de crisisdienst. De betrokken agent belt zo snel mogelijk naar de crisisdienst, en vraagt om een beoordeling. De crisisdienst in de stad Utrecht arriveert binnen een half uur op het bureau. Elders in de regio duurt dit maximaal een uur. De crisisdienst hoort het verhaal aan van de betrokken agent, en heeft al gezien of het hier gaat om een bekende patiënt waar voor speciale afspraken gelden. Als dat niet het geval is bekijken de medewerkers van de crisisdienst of:
Er sprake is van een geestelijke stoornis Er sprake is van een gevaar Er een verband bestaat tussen het gevaar en de stoornis Het gevaar niet op enig andere wijze is af te wenden De patiënt vrijwillig wil worden opgenomen
Via een computersysteem (BOPZ-online) handelen zij verder de hele procedure af. Zij koppelen vervolgens terug aan de betreffende agent, of de dienstdoende hulpofficier wat er verder gaat gebeuren. Bij een opname regelt de crisisdienst een ambulance. Deze arriveert binnen een half uur na de vraag om vervoer, op het bureau. Wanneer het ambulancepersoneel daar om vraagt biedt de politie assistentie bij het vervoer binnen de regio. Het streven is om het verblijf van de patiënt op het politiebureau niet langer dan twee uur te laten duren. Wanneer er echter ook nog sprake is van een strafbaar feit, ernstige agressie, of meerdere crisissituaties tegelijkertijd, lukt dit meestal niet. Bij een in bewaring stelling (I.B.S. = acute gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis) vindt er binnen vijf dagen een rechtszitting plaats in het psychiatrisch ziekenhuis waar de patiënt is opgenomen. Soms beschikt de politie over informatie die voor de rechter van belang kan zijn. Bijvoorbeeld als het gaat om een verwarde persoon waar de wijkagent al veel informatie over heeft verzameld (in BPS). In dat geval kan er een proces-verbaal van bevindingen gemaakt worden. Dit moet dan direct naar de officier van justitie die de Wet BOPZ in portefeuille heeft, gemaild worden. (Dit is: Naam, Email-adres). Zo komt ook deze informatie bij de rechter terecht die moet beslissen over de gedwongen opname. Uiteraard moeten psychiatrische patienten, die strafbare feiten plegen, naast het feit dat ze geholpen worden, ook gewoon strafrechtelijk vervolgd worden. Het is niet aan ons om te bepalen of iemand toerekeningsvatbaar is.
5
Annemieke Verweij. Crisisbeoordelingen Annemieke Verweij, coordinator van de crisisdienst in Amersfoort, werkt bij RIAGG Amersfoort & Omstreken: “De politie kan een beroep doen op de crisisdienst om mensen die in de war zijn, te laten beoordelen. Vaak is er dan sprake van een dreigend gevaar en/of overlast. Omgekeerd kan de crisisdienst ook een beroep op de politie doen. Als het gaat om een planbaar huisbezoek bij een onberekenbare en mogelijk gevaarlijke patiënt, regelen we dat het liefst via de wijkagent. Soms is zijn/haar aanwezigheid alleen al voldoende om de patiënt te kalmeren. Als een crisisbeoordeling bij iemand thuis, of in ons kantoor uit de hand loopt bellen we de meldkamer. Het overgrote deel van het werk dat wij doen gebeurt echter buiten de politie om. Zo worden er veel mensen door ons begeleid, opgenomen of behandeld, waardoor veel crisissituaties waarbij de politie nodig is, worden voorkomen. RIAGG Amersfoort heeft een uitgestrekt verzorgingsgebied met zowel grote „stadsproblematiek‟ als „plattelandsproblematiek‟. Dit betekent een diversiteit aan inschattingen en interventies, daarom vind ik dit werk zo leuk.” Annemieke vindt een goede samenwerking met de politie, andere verwijzers, maar ook met andere GGZ-partners in de regio van groot belang.
6
4. Overzicht crisisdiensten in de regio. Gemeenten Abcoude Amerongen (U.H.) Amersfoort Baarn Breukelen Bunnik Bunschoten/Sp. De Bilt De Ronde Venen Doorn (U.H.) Driebergen/R. (U.H.) Eemnes Houten Ijsselstein Leersum (U.H.) Leusden Loenen Lopik Maarn (U.H.) Maarssen Montfoort Nieuwegein Oudewater Renswoude Rhenen Soest Utrecht
Utrechtse Heuvelrug Veenendaal Vianen Wijk bij Duurstede Woerden Woudenberg Zeist
Politiedistrict Rijn & Venen Heuvelrug Eemland zuid Eemland noord Rijn & Venen Binnensticht Eemland noord Binnensticht Rijn & Venen Heuvelrug Heuvelrug Eemland noord Lekstroom Lekstroom Heuvelrug Eemland zuid Rijn & Venen Lekstroom Heuvelrug Rijn & Venen Rijn & Venen Lekstroom Rijn & Venen Heuvelrug Heuvelrug Eemland noord Utrecht centrum Utrecht zuid Utrecht noord Utrecht west Heuvelrug Heuvelrug Lekstroom Heuvelrug Rijn & Venen Eemland zuid Binnensticht
Crisisdienst RPC Woerden RIAGG A'foort RIAGG A'foort RIAGG A'foort RPC Woerden SPB Zeist RIAGG A'foort SPB Zeist RPC Woerden SPB Zeist SPB Zeist Rembrandthof SPB Nieuwegein SPB Nieuwegein RIAGG A'foort RIAGG A'foort RPC Woerden SPB Nieuwegein RIAGG A'foort RPC Woerden RPC Woerden SPB Nieuwegein RPC Woerden Gelderse Roos Gelderse Roos RIAGG A'foort Acute Psych. Acute Psych. Acute Psych. Acute Psych. zie MALDD Gelderse Roos SPB Nieuwegein SPB Zeist RPC Woerden RIAGG A'foort SPB Zeist
Tel. 08.30-17.00 Tel. 17.00-08.30 0348-427111 verwijderd 033-4603500 033-4603500 033-4603500 0348-427111 030-6965100 033-4603500 030-6965100 0348-427111 030-6965100 030-6965100 035-6557555 030-6020987 030-6020987 033-4603500 033-4603500 0348-427111 030-6020987 033-4603500 0348-427111 0348-427111 030-6020987 0348-427111 0318-433476 0318-433476 033-4603500 030-2308850 030-2308850 030-2308850 030-2308850 n.v.t. 0318-433476 030-6020987 030-6965100 0348-427111 033-4603500 030-6965100
7
Harry Gras Bemoeizorg. Harry Gras, teamleider van een A.C.T.-team van Altrecht en Centrum Maliebaan: “Wij doen veel werk dat de politie niet ziet. Zo gebruiken we vaker „bemoeizorg‟ om patiënten die aanvankelijk helemaal niets willen, toch in zorg te krijgen. Bemoeizorg is het niet meer loslaten van een patiënt, of het systematisch, en gedurende een vastgestelde periode, volgen en benaderen van psychiatrische patiënten die iedere vorm van hulp afweren. Voorwaarde hiervoor is een goede integrale samenwerking in de volledige keten. Uiteraard hopen we dat iemand alsnog de bereidheid ontwikkelt om zelf hulp te vragen. Het doel van bemoeizorg is het op effectieve wijze hulp en behandeling aanbieden aan de patiënt en zijn omgeving. Soms gaan we daar heel ver in”. Harry vertelt: “Laatst kreeg ik een brief van de klachtencommissie van Altrecht, dat ik werd aangeklaagd wegens „stalking‟. De zitting stelde helaas niet zo veel voor. De patiënt kwam straal lazarus op de zitting. De aanklacht werd nietig verklaard.”
8
5. Niet-acute situaties Hierbij moet je denken aan zorgwekkende situaties rond mensen die soms ernstige overlast veroorzaken voor de omgeving. Het gaat dan om sociaal kwetsbare mensen met meervoudige problemen op diverse levensgebieden, zoals psychiatrische - en/of verslavingsproblematiek en/of een verstandelijke beperking. Ook betreft het soms mensen die vereenzamen of mensen die zichzelf of hun omgeving vervuilen, daklozen, mensen met „stil leed‟ of mensen die door onvoldoende zelfredzaamheid in de problemen komen met bijvoorbeeld financiën of huisvesting. Dus het gaat ook om mensen die geen overlast veroorzaken maar die toch problemen hebben. Wanneer je ongerust bent over zo iemand, kun je de volgende dingen doen: 1. Kijk in MIB, iemand kan al een casemanager vanuit de hulpverlening hebben. 2. Kijk in BPS, soms staat er een afspraak op persoon waarbij ook een contactpersoon wordt genoemd. 3. Overleg met de medewerkers van de crisisdienst, mogelijk kunnen zij je vertellen waar de betrokken persoon al onder behandeling is. 4. Wanneer je geen contactpersonen hebt kunnen vinden, maar je vindt dat er nu toch iets moet gebeuren, meldt het dan bij een van de telefoonnummers uit de tabel met het overzicht van de niet acute hulp (zie blz. 10.). Ga niet zelf heel veel rondbellen naar allerlei hulpverlenende instellingen of opvanginstellingen. Voor overige telefoonnummers verwijs ik naar blz. 22. Wanneer je een melding per E-mail verstuurt zorg dan dat je de volgende gegevens hebt genoemd: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Naam van de betrokkene, Adres van de betrokkene, Geboortedatum van de betrokkene, Evt. telefoonnummer van de betrokkene zelf of andere betrokkenen, Evt. bekende hulpverleners, Korte omschrijving van de problemen. Een telefoonnummer of E-mail adres waarop je bereikbaar bent voor een evt. nadere toelichting.
Mocht je sommige informatie niet hebben, leg dan even uit waarom je die informatie niet hebt. In de tabel op blz. 10 vindt je naast de telefoonnummers ook de E-mail adressen. Sommige meldpunten of loketten zijn alleen van 08.30 tot 12.30 uur bereikbaar. Een melding per E-mail is vaak zeker zo efficient.
9
6. Overzicht niet acute hulp Gemeenten Abcoude Amersfoort Baarn Breukelen Bunnik Bunschoten/Sp. De Bilt De Ronde V. Eemnes Houten Ijsselstein Leusden Loenen Lopik Maarssen Montfoort Nieuwegein Oudewater Renswoude Rhenen Soest Utrecht Utr. Heuvelrug Veenendaal Vianen Wijk bij Duurst. Woerden Woudenberg Zeist
Niet acute meldingen Reg. Meldpunt Zorg en Overlast Alg. gez. zorg GGD Midden Nederland Alg. gez. zorg GGD Midden Nederland Reg.Meldpunt Zorg en Overlast WMO-loket Bunnik 8.30-12.30 Alg. gez. zorg GGD Midden Nederland Reg.Meldpunt Zorg en Overlast Reg.Meldpunt Zorg en Overlast Alg. gez. zorg GGD Midden Nederland Reg.Meldpunt Zorg en Overlast Reg.Meldpunt Zorg en Overlast Alg. gez. zorg GGD Midden Nederland Reg.Meldpunt Zorg en Overlast Reg.Meldpunt Zorg en Overlast Reg.Meldpunt Zorg en Overlast Reg.Meldpunt Zorg en Overlast Reg.Meldpunt Zorg en Overlast Reg.Meldpunt Zorg en Overlast WMO-loket Renswoude WMO-loket Rhenen Alg. gez. zorg GGD Midden Nederland Meld en Actiepunt GGD Utrecht Reg. Meldpunt Zorg en Overlast WMO-loket Veenendaal Reg.Meldpunt Zorg en Overlast Signaleringsnetwerk Wijk bij D. Reg.Meldpunt Zorg en Overlast Alg. gez. zorg GGD Midden Nederland Reg.Meldpunt Zorg en Overlast
Telefoon 030-6305480 033-4678253 033-4678253 030-6305480 030-6595959 033-4678253 030-6305480 030-6305480 033-4678253 030-6305480 030-6305480 033-4678253 030-6305480 030-6305480 030-6305480 030-6305480 030-6305480 030-6305480 0318-578154/64 0317-681682 033-4678253 030-2863040 030-6305480 0318-538519 030-6305480 0343-595667 030-6305480 033-4678253 030-6305480
E-mail
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
7. Mishandeling en huiselijk geweld Kindermishandeling of een vermoeden daarvan meld je bij Bureau Jeugdzorg of het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Zie voor de telefoonnummers blz 22. Kijk ook op korpsnet naar het dossier jeugd. Hier vind je een Handboek jeugd. Is er voor een minderjarige acuut en dringend hulp nodig, dan kan het team Spoedeisende Zorg van Bureau Jeugdzorg worden gebeld. (zie blz 22.) Ook huiselijk geweld kun je melden bij het het Advies en steunpunt huiselijk geweld. Denk daarbij niet alleen aan geweld tegen partners, maar ook aan (mogelijk) geweld tegen andere huisgenoten. Ouderen die mishandeld of verwaarloosd worden kunnen hier ook gemeld worden. Ook deze telefoonnummers vind je terug op blz 22. En ook hierover vind je op korpsnet een aparte themapagina huiselijk geweld. Als je twijfelt over het wel of niet inschakelen van deze instanties, bel ze dan en overleg eerst met hen. Zij willen graag met je meedenken.
10
8. Bedreiging of mishandeling van hulpverleners Het Openbaar Ministerie heeft aangegeven dat zij een hogere strafeis zullen stellen wanneer er sprake is van het bedreigen of mishandelen van hulpverleners in de uitvoering van hun vak. Dat geldt niet alleen voor ambulancepersoneel en politieagenten, maar ook voor personeel van de crisisdienst of van een psychiatrische afdeling. Voorwaarde is echter wel dat dit duidelijk is opgenomen in de aangifte. 9. Weglopers en vermisten Een psychiatrisch ziekenhuis is geen gevangenis. Iemand die gedwongen is opgenomen in de psychiatrie kan weglopen. Vaak komt dat ook doordat er uitgeprobeerd moet worden of iemand wel met vrijheden om kan gaan. Ook kan het voorkomen dat iemand wel een rechterlijke machtiging heeft maar dat dit een voorwaardelijke machtiging is of dat hij of zij met verlof mag en al of niet op tijd terug keert. De afspraak met de psychiatrische ziekenhuizen is dat zij eerst een afweging maken of iemand wel door de politie moet worden opgespoord. Ook gaan zij eerst zelf zoeken. Wanneer het personeel van het psychiatrisch ziekenhuis weet waar de betreffende patiënt verblijft, zullen zij eerst zelf proberen om hem/haar terug te halen. Pas wanneer dit niet lukt, schakelen zij de politie in. Ook wanneer een patiënt die vrijwillig was opgenomen, tegen advies is vertrokken en de behandelende arts maakt zich ongerust over de gezondheid van zijn patiënt, kan deze patiënt als vermist gesignaleerd worden. De politie wordt dus alleen ingeschakeld, als er een beroep op de bevoegdheden van de politie moet worden gedaan. Concreet is dat in de volgende situaties: De patiënt is onvindbaar en moet opgespoord worden. Bij gevaar voor de patiënt of diens omgeving. Bij vluchtgevaar. De patiënt verschanst zich in een woning. De patiënt kan mogelijk gewelddadig worden.
(Opsporingsbevoegdheid) (Alle bevoegdheden) (Alle bevoegdheden) (Bevoegdheid betreden woning) (Geweldsmonopolie)
Wanneer één zelfde patiënt 6 keer of meer als vermist wordt opgegeven, in een periode van 12 maanden, wordt er contact opgenomen met de piketofficier. Deze beslist of deze patiënt opnieuw wordt gesignaleerd. Tevens worden de naam en het aantal keren dat deze patiënt al als vermist geregistreerd stond in de afgelopen 12 maanden, doorgegeven aan de de BOPZofficier. Let op: Deze afweging moet iedere keer opnieuw gemaakt worden omdat de risico‟s iedere keer kunnen verschillen.
11
9. Taakverdeling Politie Strafrechtelijke aanpak van strafbare feiten. Signalering opsporen en aanhouden van vermiste patiënten. Veiligheid tijdens BOPZ-procedures en tijdens het vervoer. Vervoer naar politiebureau. Insluiting op bureau om beoordeling mogelijk te maken. Betreden van woning. Fouilleren van BOPZ-patiënten. GGZ (Geestelijke Gezondheidszorg, psychiatrische ziekenhuizen en crisisdiensten) Beoordelingen in kader van Wet BOPZ. Verwijzing. Het (regelen van) patiëntenvervoer. Opname van de patiënt. Behandeling en verzorging van de patiënt. Openbaar ministerie Strafrechtelijke vervolging van strafbare feiten. Opdrachtgever van politie bij gedwongen opgenomen patiënten. Burgemeester Opdrachtgever van politie bij IBS (Wet BOPZ). Ambulancedienst (RAVU Stichting Regionale Ambulance Voorziening Provincie Utrecht) Vervoer van patiënten. Arrestantenarts FMMU BV ( Forensische Medische Maatschappij Utrecht BV) Controle van gezondheid van arrestanten. Behandeling van arrestanten. Beoordeling detentiegeschiktheid. Bloedonderzoek artikel 8. Sporenonderzoek aan lichaam. NIFP (Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie) Beoordeling detentiegeschiktheid. Gerechtelijk vooronderzoek psyche (GVO-psyche). Rapportage voor de rechtbank. TBS-advies. Observatie en diagnostiek van gedetineerden. GGD arts Lijkschouwing.
12
11. Vervoer De richting waarin het vervoer gaat is bepalend voor wie dit vervoer doet: Moet een verwarde persoon naar het politiebureau gebracht worden, dan vervoert de politie. Moet hij/zij naar een instelling dan organiseert deze instelling het vervoer. Vaak zal die daarvoor de ambulance dienst (RAVU) inschakelen. Moet iemand naar een strafrechtinstelling binnen de regio dan vervoert het RAPT Moet iemand naar een strafrechtinstelling buiten de regio dan vervoert de DJI Tussen 23.00 uur en 07.00 uur kan er geen ambulancevervoer plaatsvinden naar instellingen buiten de regio. Daarom is er afgesproken dat deze patiënten eerst binnen de regio worden opgenomen om vervolgens de volgende dag naar de andere regio te worden vervoerd. De vervoerder is verantwoordelijk tijdens het vervoer. De RAVU kan een beroep doen op de politie om ondersteuning wanneer er sprake is van een gevaarlijke patiënt. Wanneer een patiënt van de ene instelling naar de andere vervoerd moet worden, is het de verantwoordelijkheid van de eerste instelling om de patiënt zodanig voor te bereiden op het vervoer dat politieondersteuning hierbij niet nodig is. Wanneer een patiënt tegen zijn/haar wil vervoerd moet worden, omdat er sprake is van een BOPZ-maatregel, staat zo iemand veelal gesignaleerd bij de politie. Deze signalering is zichtbaar op de meldkamer ambulancezorg en daarom voldoende bewijs voor het ambulancepersoneel om over te gaan tot het vervoer van deze patiënt.
13
12. Convenanten Met alle GGZ-instellingen, instellingen in de gehandicaptenzorg en de ambulancedienst in de regio Utrecht zijn er convenanten gemaakt waarin de samenwerking met de politie is geregeld. In grote lijnen zijn de afspraken in die convenanten voor al deze instellingen hetzelfde. Op operationeel niveau is het de politiemedewerker die samenwerkt met de betreffende instellingen. Op managementniveau is dat de accountmanager gezondheidszorg, Hans Slijpen. Op bestuurlijk niveau is dat de portefeuillehouder gezondheidszorg, Johan van Renswoude. Voorkom discussies op het verkeerde moment, met de verkeerde persoon: Ga nooit tijdens een crisismelding of een crisissituatie een discussie voeren met een verpleegkundige of een hulpverlener over de kerntaken van de politie! Deze hulpverlener of verpleegkundige is immers niet verantwoordelijk voor het gevoerde instellingsbeleid. Mocht je naar aanleiding van concrete incidenten/klachten niet tevreden zijn over de samenwerking met de hier genoemde ketenpartners, dan kun je een mail sturen naar de accountmanager gezondheidszorg. Noem hierbij ook een BPS-nummer zodat hij de zaak verder kan uitzoeken. Hij zal vervolgens contact opnemen met de juiste personen binnen de betreffende instelling en koppelt de resultaten aan je terug.
14
13. Omgang met verwarde personen. Door Marianne Holleman, Politieacademie 2005. Door de hieronder beschreven gedragregels te volgen, kan het contact met een persoon in een psychiatrische crisis gemakkelijker en beter verlopen. a. Wees je ervan bewust dat de persoon een andere belevingswereld heeft dan jij. Soms zien en horen psychiatrische patiënten dingen die er niet zijn. Ze denken vaak op een irrationele manier. Als je, je daar bewust van bent, is het gemakkelijker om te begrijpen waarom zij zich soms vreemd, vervelend of agressief tegen jou gedragen. Het is dan ook gemakkelijker om zelf rustig en zakelijk te blijven. Je bent dan beter in staat om in te spelen op het gedrag van de ander en een inschatting te maken van de situatie. Ga niet mee in de waanideeën van de persoon, maar probeer hem ook niet te corrigeren. Leg uit dat je begrijpt dat de persoon zo denkt, maar dat jij daar anders tegen aan kijkt. b. Houd een veilige afstand. Een psychische stoornis kan bij de patiënt gevoelens van angst en frustratie opwekken. Als jij te dicht bijkomt of onverwachte dingen doet, kan de persoon zich extra bedreigd voelen. Uit angst kan hij vervolgens agressief of onberekenbaar reageren. Let bij de benadering van de persoon dus goed op hoe hij op jou reageert. Kijk hoe dichtbij je kunt komen zonder dat de ander zich in het nauw gedreven voelt. Houd dus een afstand die zowel voor jou als voor de ander veilig is. c. Wees duidelijk. Personen in een psychiatrische crisis hebben vaak moeite om informatie te verwerken. Gebruik daarom korte zinnen. Gebruik geen dubbele ontkenningen. Als je bijvoorbeeld zegt: “ik zeg niet dat ik u niet wil helpen”, zal de persoon alleen onthouden dat je hem niet wilt helpen. d. Blijf zakelijk, maar vriendelijk. Sommige psychiatrische patiënten zullen je in hun problemen proberen te betrekken. Anderen zullen met je in discussie proberen te treden. Leg uit dat jij alleen bent gekomen om het probleem dat nu speelt op te lossen. Andere problemen moeten een andere keer worden opgelost. e. Neem de tijd. Als je het probleem te snel probeert op te lossen, zul je minder oog hebben voor de problemen van de persoon. Deze zal zich door jou niet begrepen voelen en minder snel geneigd zijn om met je mee te werken. Uiteindelijk zal het daardoor langer duren voordat je het probleem kunt oplossen.
15
14. Stappenplan Het hieronder beschreven stappenplan geeft een algemene leidraad voor de benadering van een persoon in een psychiatrische crisis. Iedere situatie is echter anders, waardoor je soms van dit stappenplan af zult moeten wijken. 1. Stel jezelf voor en vertel waarom je bent gekomen. Stel de persoon op zijn gemak. Probeer vanaf het eerste moment het vertrouwen van de persoon te winnen. Maak duidelijke dat je geen bedreiging vormt. Als hij jou niet vertrouwt, zal hij extra gespannen raken. Hij zal dan niet kunnen of willen meewerken. 2. Vraag aan de persoon hoe hij heet en of hij kan vertellen wat er aan de hand is. Probeer waarom vragen zoveel mogelijk te vermijden. De persoon kan dan het gevoel hebben dat hij zich moet verantwoorden en zich defensief gaan opstellen. Probeer te achterhalen of iemand drugs of medicijnen heeft gebruikt. Neem dan de verpakking mee voor de hulpverleners van de gezondheidszorg, zodat zij een betere beoordeling kunnen maken. Als de persoon helemaal niet kan of wil meewerken, bel dan meteen de crisisdienst. 3. Vat het verhaal van de ander samen. Door het verhaal samen te vatten, kun je controleren of je de persoon goed begrepen hebt. 4. Toon begrip voor het verhaal van de ander, maar geef aan hoe jij er tegen aankijkt. Voor een psychiatrische patiënt vormen zijn hallucinaties, angsten en wanen de werkelijkheid. Het heeft geen zin om te proberen de persoon te overtuigen van het feit dat zijn ideeën niet kloppen. Beter is het om de ander te steunen door te vertellen dat je snapt dat hij dat zo voelt en denkt. Tegelijkertijd kun je echter wel aangeven dat jij daar anders tegen aan kijkt. 5. Leg uit dat je denkt dat de persoon een beetje ziek is en vraag of hij een crisiskaart (zie blz. 19) heeft. Bij veel (o.a. allochtone) mensen ligt er nog een taboe op psychische stoornissen. Als je tegen zo iemand zegt dat hij in de war is, zal hij zich beledigd voelen. Hij zal zich dan defensief opstellen. Daarom is het beter om te zeggen dat iemand een beetje ziek is en dat je daarom wil dat een dokter hem onderzoekt 6. Stel voor jezelf vast of de persoon overlast veroorzaakt en welke juridische consequenties dit eventueel heeft. Als de persoon overlast veroorzaakt, dient daar direct tegen opgetreden te worden. Als een persoon in een psychiatrische crisis zit, heeft het echter niet veel zin om het met hem over de juridische consequenties van zijn gedrag te hebben. Hij zal je niet kunnen of willen begrijpen. Beter is het om voor jezelf de feiten te noteren, zodat je hier later, als de persoon weer rustig is, met hem over kunt spreken. 7. Maak duidelijk welk doel jij wilt bereiken. Jouw doel zal vaak zijn dat de overlast stopt en/of dat de persoon door een arts onderzocht wordt. Geef daarbij aan dat je samen met de persoon een oplossing wil zoeken.
16
8. Vraag aan de ander hoe hij denkt dat jouw doel bereikt kan worden. Als gevolg van hallucinaties, wanen en angsten kunnen jouw oplossingen soms negatieve emoties oproepen bij een psychiatrische patiënt. Hij zal dan niet mee willen werken. Aandringen op je eigen oplossing zal alleen tot meer weerstand leiden. Beter is het daarom aan de ander te vragen op welke wijze hij het probleem wil oplossen. Geef daarbij wel duidelijk aan wat jij wilt bereiken. Vertel wat de consequenties zijn als de persoon blijft weigeren om mee te werken. Daarmee geef je hem een keuze, waardoor hij vaak alsnog zal gaan meewerken. 9. Neem contact op met de juiste crisisdienst (zie tabel op blz. 7.) of de casemanager van de persoon. Wanneer iemand een casemanager heeft, kan het zijn dat diens telefoonnummer is terug te vinden in MIB. Soms zal de crisisdienst of de casemanager ter plaatse komen. In sommige gevallen zal de persoon echter mee moeten worden genomen naar het politiebureau. Geef duidelijk aan naar welk adres de hulpverleners moeten komen. 10. Zorg voor de persoon. Op het politiebureau zal de persoon in een verhoorkamer geplaatst worden. Dit kan tot extra verwarring of angst bij de persoon leiden. Leg hem daarom duidelijk uit wat er verder zal gebeuren. Hang een briefje op waarop staat waar hij is en wat de verdere procedure is.
17
15. Ziektebeelden De meest voorkomende ziektebeelden waar de politie mee te maken kan krijgen staan in de onderstaande tabel. Term Alcohol, drugs en medicijnen Angststoornis Antisociale persoonlijkheidsstoornis
Definitie Onder invloed van alcohol, drugs en/of medicijnen kan een persoon de symptomen van een psychiatrische stoornis krijgen. Iemand met een angststoornis heeft een altijd aanwezig gevoel van angst. Mensen met een antisociale persoonlijkheidsstoornis kunnen zich niet aanpassen aan de algemene normen en waarden. Ze zijn impulsief en doen direct wat er in hun opkomt. Ze zijn niet gevoelig voor de mening of gevoelens van anderen. Ze komen hierdoor vaak in aanraking met de politie. Borderline Mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis hebben steeds persoonlijkheidsstoornis wisselende stemmingen. Ze denken vaak zwart-wit. Ze hebben voortdurend behoefte aan aandacht en bevestiging. Er kan sprake zijn van zelfverwonding. Delier Het slecht functioneren van de hersenen door een verstoring in het lichamelijke evenwicht. Als het lichamelijke probleem wordt opgelost, verdwijnt het delier. Symptomen zijn onder meer verwardheid, concentratiestoornissen, hallucinaties en haperende motoriek. Dementie Aangetaste geheugenfuncties, veelal door ouderdom of ziekte. Een demente persoon kan het gevoel hebben in het verleden te leven. Depressie Een persoon met een depressieve stoornis is langdurig somber en neerslachtig. Het lukt de persoon niet om negatieve gedachten opzij te zetten. Dwanghandeling Een handeling die continu herhaald wordt. Personen met een angststoornis voeren dwanghandelingen uit omdat het hun angst tijdelijk vermindert. Dit wordt ook wel obsessief-compulsief gedrag genoemd. Fobie Een meer dan gewone angst voor bepaalde zaken. Hallucineren Zintuiglijke waarnemingen van zaken die er niet zijn. (Bijvoorbeeld stemmen horen die er niet zijn of dingen zien die er niet zijn.) Manie Een persoon met een manische stoornis is langdurig bijzonder opgewonden, blij en overmoedig. De persoon overschat zichzelf en denkt alles te kunnen. Manisch – depressief Bij een manisch-depressieve persoon wisselen depressieve en manische periodes elkaar af. Paranoïde psychose De persoon denkt dat hij achtervolgd wordt, of dat anderen er voortdurend op uit zijn om hem te benadelen. Psychose Een verstoring in het contact met de werkelijkheid. Er is sprake van wanen en/of hallucinaties. Daarnaast kunnen concentratiestoornissen optreden. Schizofrenie Het herhaaldelijk optreden van psychosen. Daarnaast hebben schizofrene mensen moeite met de verwerking van informatie. Wanen Foute, maar niet corrigeerbare opvattingen over de werkelijkheid. (Bijvoorbeeld het idee dat je achtervolgd wordt of het idee dat iemand vergif in je eten doet.)
18
16. Crisiskaart De crisiskaart is een opvouwbaar kaartje van bankpasformaat. De psychiatrische patiënt draagt de crisiskaart bij zich voor het geval hij in een psychiatrische crisis komt en zelf niet meer in staat is om aan te geven wat er aan de hand is. Op de crisiskaart staat informatie over de psychische stoornis, medicijn gebruik, gegevens van artsen en dergelijke. Psychiatrische patiënten bepalen zelf welke informatie op de crisiskaart komt te staan. Door de informatie op de crisiskaart zijn hulpverleners en dus ook de politie beter in staat om de persoon te helpen als hij een psychiatrische crisis heeft. Vraag dus altijd of de persoon een crisiskaart heeft.
19
17. Veelgestelde vragen Is voor het optreden en het toepassen van geweld tegen een patiënt op het terrein van een psychiatrisch ziekenhuis een rechtsgrond aanwezig. Ja, artikel 8 lid 1 Politiewet 1993 Een patiënt bevindt zich op het terrein van een psychiatrisch ziekenhuis, hij moet naar de isoleercel. Moeten wij daarbij bijstand verlenen? Nee. In principe is de instelling zelf verantwoordelijk voor de veiligheid op het terrein van de instelling. Pas wanneer het personeel van de instelling de veiligheid niet meer kan garanderen en er sprake is van een noodsituatie mogen zij de politie inschakelen. Een patiënt bevindt zich in een woonvoorziening van een psychiatrisch ziekenhuis, en hij is agressief naar het personeel, moeten wij daarbij bijstand verlenen? Ja, woonvoorzieningen die niet op het terrein van een psychiatrisch ziekenhuis zijn gehuisvest worden als normale woningen gezien, ook al wonen er psychiatrische patiënten. Een patiënt bevindt zich in een woonvoorziening van een psychiatrisch ziekenhuis of een opvanginstelling. Omdat hij zich niet gehouden heeft aan de afspraken met zijn hulpverleners moet hij uit de woning. Omdat de instelling verwacht dat hij agressief gaat worden vragen zij de politie om ondersteuning. Moeten wij die geven? Ja, de meeste instellingen sluiten geen huurovereenkomst maar een begeleidingsovereenkomst af met een patiënt die in een dergelijke voorziening woont. Daarom is er ook geen sprake van huurrecht. Moet er een signalering als vermiste zijn voordat een weggelopen psychiatrisch patiënt mag worden aanhouden? Nee, dit is niet noodzakelijk, maar wel gewenst. In die gevallen waarbij grote spoed nodig is, omdat de patiënt anders uit het zicht verdwijnt, mag de patiënt op verzoek van het personeel van de instelling direct aangehouden worden. Er hoeft dan niet van te voren gecontroleerd te worden of iemand echt wel een BOPZ-maatregel heeft. Er mag van uit gegaan worden dat de medewerker van de GGZ-instelling de juiste informatie heeft verschaft. Mag er een woning betreden worden om een patiënt met een BOPZ-maatregel aan te houden? Ja, op grond van artikel 20 lid 4 of artikel 66 lid 2 van de Wet BOPZ. Het betreden van plaatsen gebeurt wel conform de voorwaarden genoemd in de Algemene wet op het binnentreden. De crisisdienst vraagt om ondersteuning bij het beoordelen van een mogelijk gevaarlijke patiënt, het gaat om een rechterlijke machtiging (RM), moeten wij mee? Ja. Wel moet er doorgevraagd worden “waarom het nodig is dat de politie meegaat”. Kennelijk is er een gevaar aanwezig. Alvorens tot actie over te gaan is het slim om te bekijken welke voorzorgsmaatregelen er genomen kunnen worden.
20
Er vindt een RM-zitting plaats bij een patiënt thuis, de patiënt weigert de deur open te doen. Mag de woning betreden worden? Nee, want er is nog geen RM afgegeven. Zolang dat niet gebeurd is, mag de politie niets doen. Het is zelfs aan te bevelen om politie en ambulancedienst uit het zicht van de patiënt te houden. De rechter moet immers nog een beslissing nemen. Pas als er sprake is van een machtiging mag er opgetreden worden. De patiënt weigert om beoordeeld te worden er is geen sprake van een noodsituatie, moet de patiënt worden aangehouden en op het bureau worden beoordeeld? Nee, want er is nog geen IBS of RM. Een patiënt wordt met een IBS opgenomen. De politie beschikt over informatie die voor de rechter van belang kan zijn. Hoe komt die informatie bij de rechter? De politie kan een proces-verbaal van bevindingen maken en dat direct naar de BOPZ-officier mailen. Die brengt de informatie onder de aandacht van de rechter. De ambulancedienst of de Crisisdienst vraagt aan de politie om iemand in te sluiten ter beoordeling door de Crisisdienst. Moeten wij dat doen? Iemand kan alleen worden ingesloten op een politie bureau wanneer er sprake is van gevaar of van een strafbaar feit. Kortom in dit geval gaan wij ter plaatse en beoordelen zelf of de patiënt ter plekke beoordeeld kan worden of dat dit om veiligheidsredenen niet kan.
Jonneke Ravenhorst in gesprek met Hans Slijpen over de Crisiskaart.
21
18. Telefoonnummers Functie Accountmanager gezondheidszorg Advies en meldp. Kindermishandeling Advies en meldp. Kindermishandeling Advies en steunpunt huiselijk geweld Advies en steunpunt huiselijk geweld Advies en steunpunt huiselijk geweld Ambulancedienst Arrestantenarts Bureau Jeugdzorg Bureau Slachtofferhulp Crisisdienst Ede, Gelderse Roos Crisisdienst PBC Nieuwegein, Altrecht Crisisdienst PBC Woerden, Altrecht Crisisdienst PBC Zeist, Altrecht Crisisdienst Rembrandthof, Symfora Crisisdienst Riagg Amersfoort e.o. Crisisdienst Stad Utrecht, Altrecht GG & GD Utrecht GGD Midden Nederland GGD Midden Nederland Lijkschouwer MEE, verstandelijk gehandicaptenzorg N.I.F.P. Openbaar ministerie/wet BOPZ Reclassering Centrum Maliebaan 1 Reclassering Centrum Maliebaan 2 Reclassering Centrum Maliebaan 3 Reclassering Leger des Heils Reclassering Nederland Verslavingszorg
Naam/Lokatie Hans Slijpen Lokaal * Landelijk * Utrecht e.o. * Eemland/Heuvelrug * Landelijk * RAVU FMMU BV Regionaal* Regionaal* Ede Nieuwegein Woerden Zeist Hilversum Amersfoort Utrecht Utrecht Amersfoort Zeist GGD MEE Utrecht Mr. M.J. Nijenhuis Utrecht Utrecht Amersfoort Utrecht Utrecht Centrum Maliebaan
09.00-17.00 17.00-09.00 06-53127298 verwijderd 030-2761176 0900-1231230 0900-2300300 0900-6667776 0900-1262626 030-8501200 030-2541850 0900-4005555 0900-0101 0318-433479 030-6020987 0348-427111 030-6965100 035-6557555 033-4603500 030-2308850 030-2863333 033-4678100 030-6086086 n.v.t. 0900-6336363 030-2541850 030-2235657 030-2758758 030-2334558 033-4647735 030-2326950 030-2305454 030-2334558
*Zie ook de dossiers op korpsnet. Zo is er een dossier Jeugd op korpsnet, hier vind je een handboek jeugd, en er is een dossier Huiselijk geweld op korpsnet. Ook is er een dossier van Bureau Slachtofferhulp op Korpsnet te vinden en uiteraard bestaat er een dossier Gezondheidszorg. In de toekomst zul je daar o.a. dit boekje terug kunnen vinden.
22
19. Slot Uiteraard kan een overzicht zoals dat in deze brochure is opgenomen onvolledig zijn. Of na verloop van tijd kan het onvolledig worden. Mocht je nu zelf willen reageren op dit boekje of aanvullingen hebben voor een volgende versie, dan kun je die bij voorkeur per mail naar mij sturen. Overigens zijn er ook veel instellingen en adressen met opzet weggelaten om te voorkomen dat dit een soort telefoongids wordt waarbij je door de bomen het bos niet meer ziet. Ik hoop in ieder geval dat dit boekje er voor zorgt dat wij als politie snel de juiste hulp inschakelen (of laten inschakelen) en dat daarmee veel overlast en ellende wordt voorkomen.
Hans Slijpen, Accountmanager Gezondheidszorg.
23
Afkortingen. A.C.T. A.M.K. B.O.P.Z. B.P.S. D.J.I. F.M.M.U. bv. G.G. & G.D. Utrecht G.G.D. Eemland G.G.D. Midden Nederland G.G.Z. I.B.S. M.I.B. N.I.F.P. O.G.G.Z. O.M. R.A.P.T. R.A.V.U. R.I.A.G.G. R.M. R.P.C. S.P.B. S.P.C. S.P.V. T.B.S. U.H. W.M.O. WA-Hoeve. WA-Huis.
Assertive Community Treatment, bemoeizorg Advies en Meldpunt Kindermishandeling Wet Bijzondere opnames in psychiatrische Ziekenhuizen Bedrijfs Processen Systeem Dienst Justitiële Inrichtingen Forensische Medische Maatschappij Utrecht bv Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst Utrecht Gewestelijke Gezondheidsdienst Eemland Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Midden Nederland Geestelijke Gezondheidszorg In bewaringsstelling, acute gedwongen opname Module Integrale Bevraging Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Openbare Geestelijke Gezondeheidszorg Openbaar Ministerie Regionale Arrestantenzorg Parkettaken Transport Regionaal Ambulance Vervoer Utrecht Regionale Instelling Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg Rechterlijke Machtiging, niet acute gedwongen opname Regionaal Psychiatrisch Centrum Sociaal Psychiatrisch Behandelcentrum Sociaal Psychiatrisch Centrum Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige Ter Beschikking Stelling Gemeente Utrechtse Heuvelrug Wet Maatschappelijke Ondersteuning Willem Arnszt Hoeve in Den Dolder Willem Arnszt Huis in Utrecht
24
Notities
25