Thema: ketensamenwerking
Projecten: Tiwos - Loven, Woonveste - Heusden, Scholengemeenschap De Overlaat - Waalwijk
Complex De Robijn - Sleeuwijk
Editie no. 1 - 2012
Begeleiding knap werk, duurzame ketensamenwerking
Faalkosten omlaag, tevredenheid omhoog
BRABANT PROJECT KETENSAMENWERKING WERKT Soms leert de dagelijkse praktijk van de bouwnijverheid dat het loont om fouten uit het verleden recht te zetten. Een belangrijk euvel is de versplintering van de betrokken disciplines. Hierdoor zijn steeds meer onderaannemers vanuit eigen eilandjes op de bouwplaats aanwezig. Het nastreven van een gemeenschappelijk doel is hierdoor een utopie. Het bestuur van de Stichting Vernieuwing Bouw spreekt in deze kwestie over een ‘gebrek aan vertrouwen tussen alle partijen in de bouwketen’. Ondertussen wijst de praktijk zonneklaar uit dat waar opdrachtgever en (onder-) aannemers projectoverstijgend samenwerken, de kwaliteit stijgt en de kosten dalen. Bij het plegen van groot onderhoud aan 180 woningen in de vooroorlogse woonwijk Loven (Tilburg), doen opdrachtgever Tiwos en hoofdaannemer Hendriks Coppelmans, in conclaaf met de TU Delft, de Hogeschool Utrecht en de Regieraad voor de bouw, aan kennisverdieping in ketenverband. Het project past binnen het branchebreed gedragen initiatief ‘Vernieuwend opdrachtgeverschap’. Het Brabantse pilotproject trekt veel belangstelling vanuit de branche en de vakpers. De doelstelling van deze aanpak is de doorlooptijd van het project te verkorten en daarmee de overlast voor en ontevredenheid onder bewoners te beperken.
Hogere klanttevredenheid Één van de hardnekkige problemen is dat huurders in de regel lange tijd ontheemd raken terwijl er nauwelijks wordt gewerkt in huis. Een efficiënter bouwproces moet bijdragen aan meer efficiency op de bouwplaats, een betere kwaliteit en een hogere klanttevredenheid. Daarnaast kunnen alle partners uit de keten rekenen op financieel voordeel. Want, zoals Tiwos verwacht, ‘dat rolt vanzelf uit het proces’.
De SonWijzer verschijnt 2 maal per jaar. In de SonWijzer worden projecten van onze relaties met de achterliggende visie en beleidskeuzes gepresenteerd.
1e oplevering met Mart Remeijsen (r) en een bewoner
Vervolg voorzijde.
‘Waterdicht bestek is een utopie’
Samenwerken vanaf het begin
2
Complex De Robijn - Sleeuwijk
Jan van Son
Ketenintegratie is vooral bij groot onderhoud en renovatie een uitstekend alternatief voor de klassieke aanbesteding. Veel meer dan bij nieuwbouw, is hier sprake van maatwerk. Bovendien is het praktisch onmogelijk om bij onderhoud of renovatie een bestek op tafel te krijgen dat aan alle kanten sluitend is. De kern van de zaak is in een vroeg stadium samen met alle ketenpartners én in overleg met de bewoners een plan van aanpak te smeden. Transparant en op basis van wederzijds vertrouwen. Voor Tiwos en Hendriks Coppelmans is Loven het eerste project waarin de proef op de som wordt genomen.
Vertrouwen loont Ketenpartner Jan van Son (gevelonderhoud en schilderwerk) is warm voorstander van ketenintegratie. Hij verwoordt zijn visie als volgt: “Je hoort in deze branche opdrachtgevers, aannemers, onderaannemers en toeleveranciers in feite alleen maar over de prijs steggelen. En dat terwijl het onderwerp eigenlijk de gewenste eindkwaliteit moet zijn. Opdrachtgevers -en dan met name de woningcorporaties- profiteren bij het eerstvolgende project opnieuw van de kennis die huidige ketenpartners hebben opgebouwd. Zeker als het team in dezelfde samenstelling op herhaling komt. Dan is er geen sprake meer van aanloopproblemen of verliezen door tekortkomingen in de onderlinge afstemming en gebrekkige communicatie. Ik spreek uit ervaring, ketenintegratie heeft een gunstig effect op de faalkosten én op het welzijn van huurders. Ketensamenwerking werkt. Of, in de woorden van de voorzitter Stichting Vernieuwing Bouw: Vertrouwen loont.”
Ketensamenwerkingpartners:
KWALITEIT IS BOVEN ALLES VERHEVEN IN WOONWIJK LOVEN Bij de renovatie van de vooroorlogse woonwijk Loven aan de noordelijke rand van het centrum, kiest de Tilburgse Woonstichting voor de kracht van ketenintegratie. Projectmanager André van der Wouw stelt onomwonden dat de corporatie bij groot onderhoud en renovatieprojecten vraagtekens heeft bij de klassieke aanbesteding: “Het werk valt nooit in een waterdicht bestek te gieten. Discussies over de kwaliteit, het gevecht om meer- en minderwerk, dat willen we graag voorkomen. Dus gaan we met ketenintegratie een stapje verder dan werken in een bouwteam.”
Complex De Robijn - Sleeuwijk
Loven knapt op!
André van der Wouw, projectmanager Tiwos
De filosofie achter dit verhaal is dat in het klassieke model de opdrachtgever en architect aan de voorkant verzinnen wat er moet gebeuren. De uitvoerende partijen mengen zich pas in een laat stadium in het proces en laten vervolgens een eigen mening los. “Dat werkt alleen maar vertragend”, weet André van der Wouw uit de praktijk. “Iedere onderaannemer legt een eigen planning voor en de hoofdaannemer bundelt die losse delen samen tot de grote planning.” Bij het project rond 180 vooroorlogse woningen in Loven, is de rolverdeling opnieuw geordend. “Hier is de kwaliteit boven alles verheven. Ons hoogste doel is de tevredenheid onder bewoners verhogen. Wij stellen als corporatie dat alle partijen aan de voorkant van het project meedenken en ook allemaal de verantwoording op zich nemen voor de kwaliteit van het eindproduct. Want dat is de gedachte achter ketenintegratie. Om dat te bereiken moet iedereen transparant durven werken en vooral elkaar vertrouwen. Met andere woorden, zodra ergens een probleem opduikt, dan leggen we dat niet op het bordje van één partij neer. Iedereen denkt mee om samen de oplossing te vinden. Dat gebeurt in de Stuurgroep, het overlegorgaan waarin alle ketenpartners -inclusief Tiwos- samenwerken. Naast de Stuurgroep is er een Projectgroep opgericht. Om draagvlak onder bewoners te creëren is er ook nog een Bewonerscommissie samengesteld.”
open staan voor samenwerking in ketenverband. Je vraagt namelijk nogal wat. Met name openheid en transparantie in het financiële verhaal.” Dus geen opslag over opslag.
Geen opslag over opslag Het plegen van groot onderhoud in Loven gebeurt in bewoonde staat. Voor de werkzaamheden aan de schil verwacht Tiwos van alle bewoners medewerking. Dit geldt ook voor de energetische maatregelen. De vernieuwing van keuken, douche en toilet is een vrije keuze. De overlast -beperkt tot maximaal dertien werkdagen per huishoudenwordt ruimschoots gecompenseerd als het oude energielabel E plaats maakt voor het zuinige B-label. Hoofdaannemer Hendriks Coppelmans en alle onderaannemers zijn in augustus dit jaar begonnen met de uitvoering. In het najaar van 2012 moet de klus klaar zijn. De projectmanager van Tiwos benadrukt dat het om een pilot gaat: “Je moet wel vertrouwen hebben in deze aanpak. Dat begint met de keuze van de hoofdaannemer. Het is ook geen uitgemaakte zaak dat alle onderaannemers
Uniform uurloon Wat de bouw kostbaar maakt is dit systeem van opslag over opslag. “Daar willen wij vanaf.” Tiwos bespreekt in openheid de winstmarges van alle ketenpartners. “Het kaal maken van de prijs”, zegt André van der Wouw, “is niet voor iedereen weggelegd. Maar het wel een voorwaarde om deel uit te maken van de keten. Alle partners stemmen in met één uniform uurloon en bedrijfskosten die voor alle disciplines gelijk liggen. Wie zich niet committeert aan de keten, doet niet mee. Aan de andere kant doen wij dat ook. Als wij weten waar de risico’s liggen, komt daar een post voor in de begroting. Je ziet dat het een totaal andere manier van denken en rekenen is. Zo mag de partner alleen direct projectgebonden kosten toekennen. Dat vraagt om een herberekening van alle bedrijfskosten én bouwplaatskosten. Maar het voor- of nadeel van het in- of uitlopen op de planning, delen we ook samen.”
Stil op het callcentre Om een oordeel te vellen over de praktische uitwerking van de plannen in Loven, mengt projectopzichter Mart Remeijsen van Tiwos zich in het gesprek: “Wat ik in de praktijk zie gebeuren is geweldig. Binnen een half jaar is de complete voorbereiding afgerond en dat is uniek voor een project van deze omvang. Op de werkvloer zie ik dat verschillende vakmensen goed met elkaar samenwerken. Sterker nog, alle vaklieden dragen dezelfde werkkleding. Het besef leeft dat verschillende onderaannemers van elkaar afhankelijk zijn. Het is zelfs zo dat die mannen niet de uitvoerder met een probleem opzadelen, maar het onderling oplossen.” Wat dat scheelt bij het terugdringen van faalkosten laat zich raden. “De meeste mensen vinden het veel prettiger werken als de verantwoording lager in de organisatie ligt. Dan is het niet meer jouw dak of jullie schilderwerk, maar ons project en onze bewoners.” De enige klacht die Tiwos tot nu toe heeft geregistreerd, komt van het eigen callcentre. “We wachten op het eerste telefoontje.”
3
Woonveste kiest voor zekerheid op de lange termijn
VAN INSPANNINGSVERPLICHTING NAAR RESULTAATVERPLICHTING
Complex De Robijn - Sleeuwijk
Wooncorporatie Woonveste beheert een portefeuille van rond de 5500 woningen in de regio ’s-Hertogenbosch, Haaren en Heusden. Het eigen ondernemingsplan met als titel ‘Meer waarde aan wonen’, verwoordt de strategie voor de komende jaren. De corporatie belooft ondermeer dat in alle plannen de klant centraal staat. Woonveste verplicht zich om te gaan investeren in de duurzaamheid van de woningen en dat alles op een financieel verantwoorde wijze. Op het eerste gezicht zijn het voornemens die naadloos in het beleid van elke willekeurige woningbouwvereniging passen. Bij nader inzien blijkt de situatie in Heusden veel complexer te zijn. 4
Heusden, het is één van de parels uit de lijst van prominente Nederlandse vestingsteden. Vanaf 1968 wordt het stadje uit alle macht gerestaureerd. Woonveste beheert binnen de markante stadswallen diverse woningen, waaronder 65 woningen die kort na de Tweede Wereldoorlog in monumentale stijl zijn gebouwd. De strategische planning schrijft voor dat deze 65 eenheden nog zeker veertig jaar in de portefeuille blijven. Bij een repeterende massa hoeft dat de beheerder geen hoofdbrekens te kosten, hoe anders pakt de situatie hier uit.
Vakkennis inschakelen
De individueel sterk afwijkende woningen liggen lukraak verspreid over de kern. Daarnaast verkeren ze in een onderling sterk wisselende conditie en hebben ook nog een monumentale status. Hier stapelen de perfecte ingrediënten voor het scenario van een bouwkundige thriller met een open eind zich op.
Onder invloed van de milieuwetgeving en de technologische vernieuwing binnen de branche, is de vakkennis van onderhoudsbedrijven van onschatbare waarde. De synergie ontstaat pas zodra al die partijen bij elkaar over de schouders meekijken aan de ontwerptafel. “Voor elke bouwkundige keuze die wij als opdrachtgever maken, geldt dat die verschillende consequenties heeft voor de uitvoerende partijen.
Laat dat nou precies het allerlaatste zijn waar teamleider onderhoud Jürgen Dekkers en projectopzichter Ilona van Loon van Woonveste aan willen denken. “Wat wij willen is voor een periode van tenminste vijftien jaar minimale onvoorziene kosten. Dat betekent gewoon met maximale zekerheid de beheersbaarheid afkopen bij de aannemers. En dat zowel in kwalitatieve als in financiële zin”, hamert Jürgen Dekkers op het belang van het inmiddels afgeronde renovatieproject.
De puzzelstukjes vallen in elkaar als Woonveste de voornemens uit het ondernemingsplan op tafel legt. “Het streven naar een hogere klanttevredenheid ligt in lijn met onze inzet op het vlak van ketensamenwerking. Bij dit project willen we de expertise van de verschillende vakdisciplines naar voren halen in het proces. Onder normale omstandigheden schakelen wij een hoofdaannemer in die op zoek gaat naar onderaannemers.” Jürgen Dekkers erkent het probleem.
In dit geval is het verstandig om vooraf overeenstemming te bereiken. Bij de nieuwe aanpak bekijken vakmensen vanuit het eigen perspectief de verschillende effecten en wordt iedereen bij het maken van definitieve keuzes betrokken.” Ilona van Loon slaat de spijker op zijn kop: “Wat dat voor verschil uitmaakt? Als alle partijen bij de keuze betrokken zijn, is er achteraf geen excuus of vluchtweg meer mogelijk. Sterker nog, de garantie is dan echt gegarandeerd!”
Vervangen enkelglas voor HR++ isolatieglas
Complex De Robijn - Sleeuwijk
Leo van Delft, van Delft timmerwerken
Het onverenigbare verenigd
Risicobeheer “Wij hebben Van Son de vraag voorgelegd hoe we met deze woningen 40 jaar vooruit kunnen met een minimum aan onvoorziene kosten”, vervolgt Ilona van Loon. “Dat komt uiteindelijk neer op het uitfilteren van risico’s door ze stuk voor stuk inzichtelijk te maken. Risicobeheer is waar het om gaat. Wat te doen met de beglazing, ventilatie en de detaillering van raamkozijnen? Wat moeten we reserveren om de gewenste kwaliteit in stand te houden?” Wie verrassingen wil voorkomen, bundelt alle kennis in een vroegtijdig stadium. “Omdat je dan rekening leert houden met verschillen in gebruiksintensiteit, in de belasting, weersinvloeden en de gevolgen daarvan voor verschillende materialen.”
100 Procent garantie zonder meerkosten “Waarom plant iedereen onderhoud zonder hier rekening mee te houden?”, stelt Jürgen Dekkers de retorische vraag. “Daarom moet de inspanningsverplichting van tafel om plaats te maken voor een resultaatverplichting. Soms is een minimale inspanning voldoende voor maximale kwaliteit. Daarom werken we samen op basis van duidelijke afspraken. Zodat wij weten welke kosten Woonveste in 2017 en in 2024 kan verwachten. Van Son tekent voor de kwaliteit van zijn werk en is contractueel verplicht om dat op de lange termijn na te komen. Hierdoor krijgen wij een betere afstemming in onze meerjarenbegroting.” Van Son biedt honderd procent garantie zonder meerkosten. Jan van Son: “Vakmanschap is onze garantie, over de risicobeheersing zijn duidelijke afspraken vastgelegd.”
HALVE CENTIMETER SCHUIVEN VOOR AKKKOORD Een gecompliceerd project als de renovatie van 65 woningen in Heusden kan alleen slagen als het lukt om de juiste partijen bij elkaar te brengen. Wat het werk technisch en financieel ingewikkeld maakt, is de enorme verscheidenheid van de woningen en het feit dat ze verspreid zijn over de hele vesting tussen particuliere woningen. Daar bovenop geldt de eis van de Monumentencommissie dat het aanzicht van de woningen absoluut niet mag veranderen. Zelfs het kleinste detail als een authentiek stopverfrandje in een hoek van 45 graden op de kozijnen, moet na de ingreep terugkeren. Probeer onder deze voorwaarden maar eens te voldoen aan de aanvullende wens om de energieprestaties te verbeteren. Dat is proberen het onverenigbare te verenigen. Om een indruk te geven van de complexiteit op dit project is het glas en timmerwerk een mooi voorbeeld. Omdat al het enkelglas vervangen moest worden voor dubbelglas was het nodig om de bestaande ramen (schuifconstructie) te vervangen. Hiervoor in de plaats kwam een vast onderraam met daarboven een uitzetraam. Echter de uitstraling en het aanzicht moesten exact hetzelfde blijven. Van seriematige productie was in dit geval geen sprake. Hoofdaannemer Van Son onderhoud en schilderwerken erkent in een vroegtijdig stadium de noodzaak om hiervoor een specialist in te schakelen. Er is gezocht naar een partij die in staat is om in grote aantallen maatwerk te leveren, afspraken na te komen en bovendien betaalbaar is.
5
6
Complex De Robijn - Sleeuwijk
Hugo Brouwer, bewoner
Afwerking duurzame ondergrond
Alles maatwerk
Communicatie met bewoners
Leo van Delft van Van Delft Timmerwerken uit Elshout heeft de klus vakkundig geklaard. Hij neemt het initiatief om eerst een proefwoning onder handen te nemen. Op dat moment begint voor hem het balanceren tussen de eisen van PKVW, tochtwering, isolatievermogen, detaillering en functionaliteit. “Om dubbel glas te plaatsen is een forse verdikking van de ramen nodig. Van de Monumentencommissie mag dat niet naar buiten, dus moeten we naar binnen werken. Op een gegeven moment praten we dan over scharnieren die een halve centimeter terug moeten wijken om de commissie tegemoet te komen.” Alles is maatwerk.
Uitvoering versnellen
Woonveste waakt in samenspraak met Van Son over de communicatie met bewoners. Naast een informatieavond is in overleg met de ketenpartners een ‘smoelenboek’ samengesteld. Dit boekwerkje geeft ook uitleg over de werkzaamheden, werktijden en planning. Vooral de planning is heilig voor Woonveste. Projectopzichter Ilona van Loon vertelt waarom: “Stel dat wij vanuit Woonveste de bewoners vertellen dat de werkzaamheden maximaal een week duren, dan is iedereen daar op voorbereid. Dan mag de uitvoering geen dag langer in beslag nemen, want dan ontstaat een vervelende nasmaak.”
‘Gepaste distantie’
De flexibiliteit waartoe Van Delft en Van Son elkaar in ketenverband verplichten, houdt stand in de praktijk. Leo van Delft: “Dit is mogelijk omdat voor aanvang maatregelen zijn genomen die de uitvoering versnellen. Voor passtukken is de afspraak gemaakt dat de schilders de maten doorgeven en wij deze twee uur later leveren.” Jan van Son ziet hierin de bevestiging dat ketenintegratie niet van vaste partners afhankelijk is. De aard van het project bepaalt de selectie. “Soms heb je behoefte aan iemand die seriematig werk levert, maar in dit geval hadden wij een timmerbedrijf nodig dat de verantwoording neemt over grote hoeveelheden maatwerk.”
Over de intentie om een zo hoog mogelijke bewonerstevredenheid te behalen oordeelt bewoner Hugo Brouwer. Zijn woning aan de Demer is eind oktober opgeleverd. “Ik heb nauwelijks hinder ondervonden van de werkzaamheden. Over het resultaat ben ik zeer tevreden. Het tochten is afgelopen waardoor het nu (veel langer) warm blijft binnen. Door de energiebesparende maatregelen verwacht ik dat de stookkosten komende winter een stuk lager uitvallen. Dan is er nog iets waar ik niet op had gerekend. Het geluid van buiten is namelijk helemaal naar de achtergrond verdrongen. Het vakmanschap van de mensen die over de vloer zijn geweest staat voor mij buiten kijf. Die mensen beseffen heel goed dat ze in je persoonlijke leefomgeving binnendringen. Ze waren dan ook erg vriendelijk. Ik heb namelijk graag dat ze zich met gepaste distantie in mijn huis bewegen.
Ketensamenwerkingpartners:
Otto Dooijens (r) en Peter Kuijsters (l) van De Overlaat school voor MAVO en VMBO
Complex De Robijn - Sleeuwijk
Vernieuwde aula van school De Overlaat
Nieuw en fris imago voormalige ‘staatsgevangenis’ De Overlaat
DRAAGVLAK DOOR IN- EN EXTERNE KETENINTEGRATIE ‘De opstap naar een mooie toekomst’, luidt het veelbelovende credo van scholengemeenschap De Overlaat in Waalwijk. Niets is minder waar, maar dan wel in een omgeving die bij de tijd is. Want dat is precies het probleem waar de school voor MAVO en Voorbereidend MBO lange tijd mee worstelde. Het gebouw dateert van halverwege de jaren tachtig. In voorzichtige bewoording kende het complex aan de Eikendonklaan de uitstraling van een fabriek. Kil en zakelijk. Algemeen directeur Otto Dooijes streeft juist naar warmte en gezelligheid voor de 900 leerlingen. “Omdat de kinderen zich beter thuis voelen in een school die sfeer uitstraalt. In de volksmond werd De Overlaat een staatsgevangenis genoemd. Dat is de realiteit.” Otto Dooijes bestuurt De Overlaat op een manier die anders is dan gebruikelijk in het onderwijs. Hij begint zijn betoog met de stelling dat in zijn optiek geen sprake hoeft te zijn van hiërarchie en tegengestelde belangen tussen leerlingen en onderwijzend personeel. “Mijn gedachte is dat onderwijs iets is dat in samenwerking gebeurt, met minder afstand tussen leerlingen en docenten en in een warm pedagogisch klimaat.” Om de daad bij het woord te voegen is De Overlaat op eigen initiatief en in eigen beheer begonnen met het opfrissen van het interieur van de vier pleinen binnen het gebouw. “Een project dat organisatorisch en financieel niet helemaal gelopen is zoals we gehoopt hadden”, geeft de directeur volmondig toe. Om het gebouw voor minimaal vijftien tot twintig jaar nieuw leven in te blazen, is een overeenkomst getekend met een nieuwe partner om het onderhoud beheersbaar te maken. Van Son maakt daarbij gebruik van het 4-stappenplan (1 > Inspectie / 2 > Inventarisatie / 3 > Scenario’s / 4 > Uitvoering).
Interne ketenintegratie Peter Kuijsters is al een leven lang werkzaam als conciërge bij de huishoudelijke dienst van De Overlaat. Hij vertelt dat het creëren van draagvlak voor de plannen van meet af aan een hoofditem was. “Binnen de school is een werkgroep opgericht waarin alle belanghebbenden zijn vertegenwoordigd. Dat geldt voor het bestuur, mijn afdeling en natuurlijk het onderwijzend personeel, maar vooral ook voor de leerlingen. Met name die van de creatieve afdeling. En dat is heel bijzonder. Jan van Son is in beeld gekomen met zijn 4-stappenplan voor onderhoud.” Het kiezen van deze aanvliegroute is zeker niet de makkelijkste weg, maar vormt uiteindelijk wel de garantie voor een stevig en duurzaam fundament onder de plannen. “Eigenlijk spreekt het voor zich”, zegt Otto Dooijes, “ik kan namelijk niet overal verstand van hebben. Het lijkt me logisch dat de gebruikers van het gebouw meedenken over de inrichting. Daarom zijn we met alle partijen de wensen en eisen gaan inventariseren. Iedereen vanuit zijn eigen invalshoek.” Deze denkwijze wijst op interne ketenintegratie.
De Overlaat is rood! Door de actieve inmenging van de leerlingen is De Overlaat zelfs een cruciale fout bespaard. Het idee om het prominente aanwezige rood uit de kleurenwaaier te schrappen, werd door de leerlingen fel bekritiseerd. “Met de vuist op tafel zelfs”, herinnert Peter Kuijsters zich nog als de dag van gisteren. “Het kwam uit onverwachte hoek, maar de leerlingen waren duidelijk. De Overlaat is rood, haal je die kleur weg, dan halen jullie de school weg, was de boodschap.
7
Trappengedeelte school De Overlaat
8
Ingang school De Overlaat
Dat is toch een punt dat anders aan de aandacht was ontsnapt.” De werkgroep heeft in samenspraak de wensen en eisen omgezet in visie en beleid. Hierna volgde een fase van vergaderen, knippen en plakken en uiteindelijk een presentatie van de concrete plannen. Dit inclusief kleuren voor muren en plafond, verlichting, decoraties en meubilair. Waar nodig zijn experts van buitenaf ingehuurd.
Externe ketenintegratie Leden van de werkgroep hebben als onderdeel van het selectieproces een bezoek gebracht aan toeleveranciers. Om zeker te zijn dat de kosten binnen de budgettaire ruimte bleven, zijn een aantal scenario’s doorberekend. Op deze manier heeft De Overlaat na de interne ketenintegratie ook de externe ketenintegratie in gang gezet. Jan van Son heeft dit proces begeleid. Otto Dooijes: “Wij hebben daar geen kaas van gegeten, Jan heeft de connecties en kent de filosofie achter ketenintegratie. De offertes van alle toeleveranciers
zijn volledig transparant naast elkaar gelegd. Van Son heeft geen opslag gerekend. We hebben na een risicoinventarisatie duidelijke afspraken gemaakt met alle ketenpartners”.
Uiterste gerealiseerd Door de extra genomen tijd in het voortraject en dankzij de duidelijke afspraken met alle in- en externe ketenpartners is de uitvoering probleemloos verlopen. Ouders die nu met kinderen op kennismakingsbezoek komen, ervaren het verschil. De gedempte sfeer van vroeger is verdwenen. Zeker is dat het geheel tot stand is gekomen door te luisteren naar de belangrijkste doelgroep. Het slotwoord is aan de directeur: “Het uitgangspunt van de hele operatie is altijd het verbeteren van de uitstraling van de school geweest. Binnen de marge die we daarvoor beschikbaar hebben, denk ik dat we hiermee het uiterste hebben gerealiseerd.”
Ketensamenwerkingpartners:
Sprangseweg 13b - 5144 NV Waalwijk - Tel.: (0416) 652796 - Fax: (0416) 652718 E-mail:
[email protected] - www.vanson-onderhoud.nl