Uitvoeringsprogramma 2012 - 2015
West-Brabant werkt en pakt door!
02
COLOFON De tekst voor dit uitvoeringsprogramma is aangeleverd door de samenwerkende partners van het rpA. De tekst is, waar nodig, ingekort en / of geredigeerd. Astrid Persons, beleidsmedewerker regionale arbeidsmarkt secretaris rpA West-Brabant
[email protected] www.west-brabant.eu Vormgeving: Spicks & Specks, Breda www.spicks-specks.nl
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
03
INHOUD INLEIDING
04
1. VRAAG
06
1a. DE GOUDEN LIJST VAN WEST-BRABANT 1b. KANSRIJKE SECTOREN 1c. TOPSECTOREN
2. SCHAKEL TUSSEN VRAAG EN AANBOD 2a. VOLDOENDE GEDIPLOMEERDE INSTROOM (ONDERWIJS) 2b. GECOÖRDINEERDE WERKGEVERSBENADERING 2c. REGIONALE AANPAK WET WERK NAAR VERMOGEN
3. AANBOD 3a. NIET-WERKENDEN 3b. WERKENDEN 3c. ARBEIDSMIGRANTEN
08 10 18
20 20 26 31
34 34 35 39
4. ORGANISATIE
22
5. TIJDSPLANNING EN VERANTWOORDELIJKHEDEN
44
6. BRONVERMELDING
46
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
04
INLEIDING In het rpA West-Brabant werken 19 gemeenten (18 West-Brabantse gemeenten en het Zeeuwse Tholen), onderwijs, bedrijfsleven, UWV/Werkbedrijf, kenniscentra, werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties samen aan het ontwikkelen van regionaal arbeidsmarktbeleid en het oplossen van knelpunten op dit beleidsgebied. Het rpA West-Brabant wordt voorgezeten door de wethouder Werk en Ondernemen van de centrumgemeente Breda. Het rpA West-Brabant fungeert voor dit uitvoeringsprogramma als opdrachtgever. Op 20 oktober 2011 is de regionale meerjarenvisie arbeidsmarktbeleid rpA “West-Brabant werkt en pakt door!” gepresenteerd aan de regio. Deze visie is het uitgangspunt en is door de drie O’s (Overheid, Onderwijs en Ondernemers) gezamenlijk vertaald naar dit nieuwe meerjaren uitvoeringsprogramma.
Samenvatting beleidsvisie arbeidsmarktbeleid “WestBrabant werkt en pakt door!” De arbeidsmarkt als geheel wordt krapper, dynamischer en complexer. Ondanks de huidige economische recessie is de voorspelling dat er vanaf 2020 grote tekorten op de arbeidsmarkt gaan ontstaan. Deze tekorten worden hoofdzakelijk veroorzaakt door ontgroening (daling van aantal jongeren) en vergrijzing (stijging van aantal ouderen). West-Brabant heeft in kaart gebracht in welke sectoren en op welk niveau deze tekorten het grootst zullen zijn.
Uitvoeringsprogramma
In de meerjarenvisie is de opgave tot 2020 geformuleerd, waarbij de opgave op de arbeidsmarkt voor West-Brabant inzichtelijk worden gemaakt: (Zie figuur rechterzijde) We staan voor een grote uitdaging om deze disbalans op de arbeidsmarkt op te heffen. Om de arbeidsparticipatie te vergroten en daarmee te kunnen voorzien in het toekomstige aanbod aan banen zijn in de meerjarenvisie 6 ambities geformuleerd: 1. Verbeterde kwalificering van de beroepsbevolking 2. Het beschikbare aanbod zo breed mogelijk benutten 3. Bevordering van mobiliteit en flexibiliteit op de arbeidsmarkt 4. Focus op de kansrijke en topsectoren 5. Versterken en verduurzamen netwerkstructuur West-Brabant 6. Bevorderen instroom leerlingen naar opleidingen voor de kansrijke en excellente sectoren In dit regionaal uitvoeringsprogramma worden de ambities vertaald naar concrete activiteiten voor de jaren 20122015. Met de uitvoerende instanties zullen prestatieovereenkomsten afgesloten worden. Omdat de begroting voor het uitvoeringsprogramma per jaar wordt opgesteld, is deze als aparte bijlage bijgevoegd.
West-Brabant werkt en pakt door!
05
Werkendam
Vraag en aanbod Dreigend tekort arbeidsaanbod van 14.000 personen
Woudrichem Aalburg Geertruidenberg
Moerdijk
Drimmelen
Oosterhout
Halderberge Steenbergen
Etten-Leur
Tholen
Roosendaal
Breda
Vraagzijde 106.5000 baanopeningen in te vullen
Rucphen
Bergen op Zoom Zundert
Opgave 80% arbeidsparticipatie 24.000 personen extra aan het werk
Alphen-Chaam
Baarle-Nassau Woensdrecht
Figuur: opgave tot 2020 Bron: bewerking onderzoek en informatie gemeente Breda
Dit uitvoeringsprogramma richt zich op drie pijlers:
1
Vraag
2
Schakel tussen vraag en aanbod
3
Aanbod
1a.
Gouden lijst met focusberoepen
2a.
Voldoende gediplomeerde instroom (onderwijs)
3a.
Niet-werkenden
1b.
Kansrijke sectoren
2b.
Gecoördineerde werkgeversbenadering
3b.
Werkenden
1c.
Topsectoren
2c.
Wet Werken naar Vermogen
3c.
Arbeidsmigranten
In de volgende hoofdstukken zullen deze drie pijlers nader toegelicht worden aan de hand van een omschrijving, doelen (wat willen we bereiken), startdatum en de uitvoerende partners.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
06
1
VRAAG De regio West-Brabant heeft 4 kansrijke sectoren aangewezen waarin tekorten gaan ontstaan en waar derhalve kansen liggen om het aanbod op te plaatsen. Deze zijn: A. Zorg B. Zakelijke dienstverlening C. Techniek D. Groen We geven in onderstaand overzicht de beroepen aan waar de meest urgente tekorten zijn te verwachten, met als doel om het aanbod te plaatsen op juist deze beroepen: de Gouden Lijst van de kansrijke sectoren. Gezien de bezuinigingen waar de gemeentes en UWV Werkbedrijf voor staan, kan de Gouden Lijst tevens gebruikt worden bij de keuzes voor het inzetten van scholingsgelden. Naast de Gouden Lijst wil de regio West-Brabant focussen op de zogeheten Topsectoren, te weten: Biobased Economy, Logistiek en Maintenance. De opgave van het rpA is hierbij om deze Topsectoren in de toekomst van goed gekwalificeerd personeel te voorzien.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
07
Door regio West-Brabant zijn vier kansrijke sectoren aangewezen: Zorg, Zakelijke dienstverlening, Techniek en Groen.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
08
DE GOUDEN LIJST VAN WEST-BRABANT
1a
Eindverantwoordelijke Begeleidingsgroep Partners Sectorgroepen: Groen Zorg Zakelijke Dienstverlening Techniek Start 1 januari 2013
Kansrijk
Techniek - Metaal Niveau
1
2
Service en Onderhoud
3
4
Contructiewerkers
Te lage instroom
Verspaning Sleutelaars
Middenkaderfunctionarissen
Uitvoeringsprogramma
Opmerkingen
Terugloop in leerlingen
Min. opleidbaar tot niveau 3 Geen vooropleiding nodig, wel in bezit van veiligheidscertificaten
Vooral werk in flexpools
Werkvoorbereider, calculator, tekenaar
West-Brabant werkt en pakt door!
09
Techniek - Electrotechniek Niveau
1
2
3
4
Opmerkingen
Monteurs
Opleidbaar tot niveau 3 en 4
Middenkaderfunctionarissen
Werkvoorbereider, calculator, tekenaar
Service en Onderhoud
Onderhoudsmonteurs
Techniek - Installatietechniek Niveau
1
2
3
4
Opmerkingen
Monteurs Service en Onderhoud
Groeiende behoefte niveau 3 en 4
Middenkaderfunctionarissen
Werkvoorbereider, calculator, tekenaar
Zorg Niveau
1
2
3
4
5
4
5
Verzorgende Verpleegkundige
Zakelijke Dienstverlening Niveau
1
2
3
Schoonmaak
Medewerker schoonmaak
Horeca / Facilitair
Facilitair medewerker
Commercieel
Commercieel medewerker groothandel
IT
ICT netwerkbeheerder
Fincancieel
Commercieel medewerker banken verz. wezen
Groen Niveau
1
2
3
4
5
Voedsel Open teelt Melkvee
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
10
1b
DE KANSRIJKE SECTOREN 1. Zorg
Zorg Eindverantwoordelijke Trekker Sectorgroep Zorg: Calibris Partners UWV Werkbedrijf Gemeenten Werkgevers ROC West-Brabant Start 1 januari 2013
Uitvoeringsprogramma
Op dit moment wordt de arbeidsmarkt voor Zorg en Welzijn nog niet gekenmerkt door wezenlijke knelpunten. Dat komt o.a. door een grote uitstroom vanuit het onderwijs naar de sector. Maar liefst een kwart van de huidige jongeren kiest voor onderwijs in Zorg en Welzijn en er worden de laatste jaren ook steeds meer HBOers opgeleid. Daarbij is de voortijdige schooluitval in de zorgopleidingen laag en ligt het aantal deelnemers dat het MBOdiploma haalt gemiddeld in de buurt van de zeventig procent. De verwachtingen voor de nabije toekomst zijn echter wel somber. In 2025 dreigt landelijk een tekort van 450.000 zorgmedewerkers. Vooral aan mbo’ers en hbo’ers zal dan een gebrek zijn. Met de sterke groei van met name de Kinderopvang en de Jeugdzorg is het in de komende jaren gedaan. Voor deze twee branches maar ook voor de branche Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening (WMD) zal onder invloed van het kabinetsbeleid de werkgelegenheid afnemen in tegenstelling tot de (ouderen) zorg, waar wel sprake is van groei. Op korte termijn zijn in West- Brabant weinig personeelstekorten te verwachten op de arbeidsmarkt Zorg & Welzijn. Het verwachte overaanbod van HBO geschoolden is echter wel een probleem. Het risico bestaat dat een deel van deze groep voor Zorg & Welzijn verloren gaat
als er op de korte termijn geen banen beschikbaar komen. Op de langere termijn zijn deze gediplomeerden hard nodig. Vooral de (ouderen) zorg krijgt onder druk van een toenemende vergrijzing te maken met personeelstekorten. Het kabinet wil daarom in de komende jaren extra banen realiseren. De vraag is of men in staat zal zijn deze groep HBO-ers ook hiervoor in te zetten. Zij zijn op de lange termijn hard nodig, want via het MBO alleen is dit niet mogelijk. Hierbij zal beleid voor specifieke doelgroepen ontwikkeld dienen te worden. Allochtonen, jongeren, vrouwen en potentiële herintreders zullen enthousiast gemaakt moeten worden voor een opleiding en baan in de (ouderen)zorg. Tenslotte moeten we ook maatregelen nemen om het zittende personeel te behouden en het niet-werkende deel van de beroepsbevolking te activeren. De sector zal meer moeite moet doen om zittend personeel langer vast te houden. Dat kan door de zorgberoepen aantrekkelijker te maken. Meer flexibiliteit in arbeidstijden en uitbreiding van carrièremogelijkheden zullen de instroom vergroten en zittende werknemers verleiden om langer door te werken. Daarnaast moeten andere maatregelen de arbeidsvraag in de zorg terugdringen. Te denken valt aan het beperken van het verzekerde zorgpakket, aan preventie, aan mantelzorg of aan technologische innovaties die zorg
West-Brabant werkt en pakt door!
11
met minder mensen mogelijk maakt. Feit is dat er voor de toekomstige werknemerstekorten in de zorg geen “one size fits all” benadering mogelijk is. Enkel een breed maatregelenpakket, uitgevoerd door overheid, instellingen en onderwijs, kan soelaas bieden.
Regionale
Sectorgroep
Tijdens het opstellen van het uitvoeringsprogramma en tot op dit moment zijn de plannen van Transvorm voor de regio West-Brabant niet bekend. In oktober 2012 vindt een gesprek plaats tussen Transvorm en RWB met als primair doel elkaar te informeren over de plannen van de regio en meer specifiek voor de sector Zorg.
Wat willen we bereiken: • Bevorderen van de ketensamenwerking tussen de 3 O’s binnen de sector Zorg & Welzijn gericht op arbeidsmarktgerelateerde oplossingsrichtingen, zoals: • Jaarlijks 20 extra zij-instroom niveau 3 ( mensen met afstand tot de arbeidsmarkt) voornamelijk binnen de VVT, • Jaarlijks 10 extra zij-instroom (mensen met afstand tot de arbeidsmarkt) allochtone medewerkers niveau 3, • Jaarlijks 10 extra zij-instroom (mensen met afstand tot de arbeidsmarkt) allochtone medewerkers niveau 2, • Bevorderen van een omslag naar meer cultuurgevoelige organisaties door regionaal alliantiemanagment en het daardoor bevorderen van behoud allochtone medewerkers. • Stimuleren van extra banen door extra werkgeverscontacten (jaarlijks 20 werkgevers) langdurige zorg om zodoende instroom, doorstroom en behoud te stimuleren. • Stimuleren strategisch opleiden (jaarlijks 15 werkgevers) middels inzetten van gerichte instrumenten, zoals scan strategisch opleiden en arbeidsmarktscan. • Beroepenoriëntatie/ loopbaanoriëntatie/ voorlichting VMBO. “Waar liggen de kansen op werk”, bevorderen reguliere instroom in Zorg & Welzijn. • Bevorderen leerklimaat binnen zorginstellingen d.m.v. inzet instrumenten/methodieken samenwerkingspartners gericht op behoud personeel. • Jaarlijkse update cijfers arbeidsmarkt Zorg & Welzijn West-Brabant. • Positioneren van de sector Zorg binnen regionale, (inter) sectorale mobiliteitstrajecten.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
12
2. Zakelijke Dienstverlening
Zakelijke Dienstverlening Eindverantwoordelijke Coördinator Sectorgroep ZD: ECABO Partners UWV Werkbedrijf Gemeenten SW Bedrijven ROC West-Brabant Kenniscentra: ECABO, Kenwerk, Savantis en KC Handel Start People Start 1 januari 2013
In West-Brabant zijn de sectoren Zakelijke Dienstverlening, Detailhandel en Groothandel sterk vertegenwoordigd. De sector zakelijke dienstverlening heeft een aandeel van ca. 26% in het aantal bedrijven (totaal 18.500) en ca. 17% in het aantal werknemers binnen de totale werkgelegenheid in West-Brabant. De Zakelijke Dienstverlening omvat vele en vooral verschillende sectoren; hooggeschoolde onderdelen zoals ICT, juridische diensten en accountancy, maar ook uitvoerende onderdelen zoals schoonmaak en beveiliging. Kansrijke speerpuntsectoren zijn: schoonmaakbranche, detailhandel, facilitaire dienstverlening, bakkerij, horeca, sales, contactcenterbranche, uitzendwezen, financiële dienstverlening, de veiligheids- en de IT sector. Bijna 40% van de banen in de sector wordt ingenomen worden door de uitzendbureaus. De sector Zakelijke Dienstverlening is zeer conjunctuurgevoelig. Als de arbeidsmarkt krapper wordt, biedt dit mogelijkheden voor groepen zoals laag opgeleiden en langdurig werklozen. Voor lager opgeleiden kan de afstand tot de arbeidsmarkt worden verkleind door (gerichte) scholing en het stimuleren van (intersectorale) mobiliteit . MKB werkgevers ervaren de krapte echter nu nog niet: daarom zal ingezet worden op het stimuleren van modern HRM-beleid, werkgevers informeren over (stimulerings) regelingen, brancheopleidingen, opleidingsfondsen etc.
Uitvoeringsprogramma
Zakelijke Dienstverlening gaat inzetten op de vervangingsvraag en banengroei: ophalen van baanopeningen binnen kanssectoren door gecoördineerde werkgeversbenadering. Duale trajecten leveren de meeste kansen op duurzame instroom: werken en leren tegelijk, zodat de ‘werkplek’ meteen onderdeel is van de opleiding. De aanbodzijde heeft niet altijd een realistisch beeld van de kansrijke beroepen. Daarom is het belangrijk dat werkzoekenden naar werk gebracht worden nadat een kansrijk en passend beroepsbeeld aangebracht is. Daarnaast zorgt beroepenvoorlichting en loopbaanoriëntatie bij schoolgaanden ervoor dat voortijdig schoolverlaten wordt tegengegaan. Omdat de werkenden in de toekomst langer aan het werk zullen blijven, wordt ingezet op werknemersvaardigheden en kennis om deze groep ‘arbeidsfit’ te krijgen en te houden.
West-Brabant werkt en pakt door!
13
Sectorgroep
Regionale
• In 2015 zijn tenminste vijf duale trajecten met een instroom van elk 1520 deelnemers voor de boven genoemde kansrijke beroepen opleiding gerealiseerd. Twee daarvan op het niveau startkwalificatie. • In 2015 zijn 300 individuele en/of groepsgewijze scholings- en loopbaanadviezen (gericht op werknemers en/of schoolgaanden en schoolverlaters) verstrekt, gericht op kanssectoren en beroepen. • In 2015 zijn 100 EVC trajecten uitgevoerd voor instroom naar kansrijke sectoren. 75% hiervan stroomt in in een duaal maatwerk scholingstraject. • In 2015 is een extra instroom van 50 gerealiseerd vanuit het zogenaamd onbenut arbeidspotentieel van gemeenten en UWV. • In 2015 is 75% van de werkgevers in de sector Zakelijke Dienstverlening bekend met (actief geïnformeerd) producten van de samenwerkende partners (branchegerichte opleidingen, scholingsfondsen, HRM, EVC etc.) • In 2015 zijn 150 extra stage- of leerwerktrajecten gerealiseerd. • In 2015 zijn 300 scholingsadviezen aan werkgevers verstrekt. • In 2015 is 15% van de werkgevers op enigerlei wijze bewust bezig met HRM-beleid. • In 2015 wordt tenminste 1x per jaar door de 3O’s een themabijeenkomst rondom werknemersvaardigheden verzorgd om mensen ‘arbeidsfit’ te krijgen en te houden.
Zakelijke Dienstverlening
Wat willen we bereiken:
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
14
3. Techniek
Techniek Eindverantwoordelijke Trekker Sectorgroep Techniek: Kenteq Partners UWV Werkbedrijf Gemeenten ROC West-Brabant Werkgevers Tune Techniek O + O fondsen Koninklijke Metaalunie CNV Start 1 januari 2013
De sector Techniek heeft te maken met een hoge uitstroom als gevolg van de vergrijzing. Werkgevers in de technische sectoren moeten in de nabije toekomst al rekening houden met een grote uitstroom van ervaren werknemers. Verder wordt verwacht dat de globalisering en innovaties in de techniek de komende jaren de vraag naar hoger opgeleid technisch personeel zullen doen toenemen. Een tweede ontwikkeling is een structurele verschuiving van een industriële naar een diensteneconomie. Er wordt verwacht dat dit leidt tot een afname van de werkgelegenheid tot 2014 van 1 % per jaar. Innovatie in deze sector heeft geleid tot een verschuiving van de vraag naar arbeid. Dit leidt tot een stijging van de werkgelegenheid voor hoger opgeleiden en een afname voor lageropgeleiden. Deze afname wordt nog eens versterkt door het verplaatsen van productie naar lage loonlanden. Daarentegen wordt er in andere sectoren steeds meer gezocht naar technische oplossingen, bijvoorbeeld in de zorg. Hierdoor wordt in deze sectoren ook steeds meer naar technici gevraagd. De technische branche is een complexe branche. Er is geen sprake van grote aantallen medewerkers die in één functie werkzaam zijn maar er zijn juist zeer veel verschillende expertisegebieden waar de medewerkers een specifieke en andere opleiding voor nodig hebben. Deze ontwikkeling zet zich nog steeds voort zodat de vraag van het bedrijfsleven en het aanbod aan opleidingen niet goed aansluit. Verder komen er vanuit de overheid of branches steeds meer branchespecifieke vereisten zoals een minimaal opleidingsniveau 3 of 4 en branchediploma’s. Dit wordt vaak veroorzaakt door kwaliteits- en veiligheidseisen vanuit toezichthoudende instanties.
Uitvoeringsprogramma
Tune Techniek, het Brabantse platform dat werken in de technische sector promoot, heeft becijferd dat de regio over drie jaar 9.000 nieuwe techneuten nodig zal hebben, van wie 3.400 vmbo’ers, 4.400 mbo’ers en 1.200 hbo’ers. Tegelijkertijd luiden de werkgeversorganisaties VNO-NCW, MKB-Nederland en het Platform VMBO in een manifest de noodklok over de grote daling van het aantal techniekleerlingen. Veel jongeren in het vmbo stoppen nu met hun opleiding omdat de leerstof te theoretisch is en niet meer aansluit bij hun voorkeur en mogelijkheden. Verder willen zij dat de Cito-toets, de eindtoets in het basisonderwijs, voortaan ook praktische vaardigheden onderzoekt. Hierdoor worden basisschoolleerlingen zich al vroeg bewust van hun vooruitzichten op dit gebied en wordt voorkomen dat zij techniek voorgoed als mogelijkheid wegstrepen. Als de sector actief werkt aan het invullen van de toenemende vervangingsvraag, kunnen ook meer perspectieven ontstaan voor schoolverlaters.
West-Brabant werkt en pakt door!
15
Wat willen we bereiken: A. Zij-instroom: • Organiseren van zij-instroomproject: kennismaken met techniek. 30 personen per jaar die het traject succesvol afronden. • Organiseren versneld traject basisvaardigheden metaal. 20 personen per jaar die dit traject afronden en een baan in de metaal vinden. • Overige zij-instroomprojecten: 20 personen per jaar die via andere instroomtrajecten een baan in de Techniek vinden. Hiervan zal minimaal de helft bestaan uit jongeren B. Bijscholen zittende medewerkers • Met 50 werknemers per jaar aan de slag om hen aan te zetten te werken aan hun persoonlijke ontwikkeling: • Bereiken van 50 werkgevers per jaar om te werken aan in kaart brengen van capaciteiten medewerkers en te werken aan ontwikkelprogramma’s • Voorlichting over modern HRM beleid binnen MKB techniekbedrijven
Regionale
D. Tune Techniek als onderdeel van het brabantbrede techniekprogramma: • Techniekpromotie maakt in West-Brabant integraal onderdeel uit van het arbeidsmarktbeleid • De West-Brabantse prioritaire sectoren zijn in de regio bij de doelgroep (kinderen en jongeren) herkenbaar als de werelden van de West-Brabantse techniek • Tune Techniek geeft uitvoering aan regionaal beleid van landelijke en provinciale programma’s, die zicht richten op het enthousiasmeren van kinderen en jongeren voor de werelden van techniek • 4. Tune Techniek zet in op kwaliteit en effectiviteit van de activiteiten gericht op he enthousiasmeren van kinderen en jongeren voor de werelden van techniek. En het verduurzamen van werkende formules in regionale netwerken.
Sectorgroep
C. Voorkomen uitstroom Techniek • 30 kwaliteitsscans & ontwikkeltrajecten voor leerbedrijven. • + 10% Gecertificeerde praktijkopleiders • Jaarlijks een netwerkbijeenkomst voor praktijkopleiders techniek breed organiseren. • Begeleiden van werk naar werk in de techniek: 30 met ontslag bedreigde werknemers per jaar.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
16
4. Groen
Groen Eindverantwoordelijke Trekker Sectorgroep GROEN: ROC West-Brabant (Prinsentuin College) Partners UWV Werkbedrijf Gemeenten Aequor AB Brabant en Kernsupport Start 1 januari 2013
In West-Brabant zijn 21.378 personen werkzaam in de groene sector. Er zijn 3929 vestigingen (cijfers 2010). Top 3 grootste werkgelegenheid in de sector Groen: 1. Voedsel (207 vestigingen, 8.440 werkzame personen). 2. Open teelt (1.299 vestigingen en 3.923 werkzame personen). 3. Bedekte teelt ( 215 vestigingen en 1656 werkzame personen). De volgende ontwikkelingen binnen groen hebben gevolgen voor de sector: Afname van het aantal land- en tuinbouwbedrijven. Hierdoor is er ook een vermindering van het aantal gezinsarbeidskrachten binnen deze sector. Schaalvergroting en verbreding Door concurrentie en afname van aantal bedrijven, zien ondernemers schaalvergroting als één van de oplossingen. Dit heeft tot gevolg dat er vereenvoudiging plaatsvindt van het uitvoerende werk, waardoor er minder loopbaanmogelijkheden zijn op uitvoerend niveau. Veel werknemers stromen daardoor weer uit de sector. Maar schaalvergroting leidt ook tot nieuwe functies boven en rondom het uitvoerend niveau. Mechanisering en automatisering Automatisering van de sector heeft niet geleid tot daling van de werkgelegenheid, maar voor stijging van de productie met dezelfde hoeveelheid arbeidskrachten. Deze processen van mechanisatie leiden wel tot een vraag naar gespecialiseerd personeel dat gekwalificeerd is om met machines en computersystemen te werken.
Uitvoeringsprogramma
Veranderende voorkeuren van de consumenten; Door demografische en sociaal culturele trends zijn er andere voedselconsumptiepatronen, zoals meer vraag naar exotische producten. Ook is er meer vraag naar gemaksproducten. Door de steeds hoger opgeleide bevolking willen consumenten meer weten over hun voedsel: duurzaamheid, milieu, gezondheid spelen een rol bij aankoopbeslissingen. Binnen de sector Groen is sprake van een sterke innovatieve dynamiek, die veroorzaakt wordt door de overlap met prominente thema’s als energiebesparing, ecologie, milieubeheer, maatschappelijk verantwoord ondernemen, food, zorg, kinderopvang en recreatie. Met recht wordt al gewag gemaakt van de ‘groene economie’ en ‘groene technologie’, als gesproken wordt over het ontwikkelen en exploiteren van marktsegmenten en technieken, die oplossingen moeten bieden voor de uitdagingen op het snijvlak van al deze thema’s. Hierdoor ontstaan veelbelovende ‘groene’ sectoroverschrijdende partnerschappen met private en publieke belanghebbenden en raakt de groensector langzamerhand zijn traditioneel afgebakende grenzen kwijt. Dit heeft tot gevolg dat in onze regio, naast de traditionele agrarische bedrijvigheid, nieuwe ondernemingsvormen ontstaan, die werk bieden aan crosssectoraal opgeleide arbeidskrachten, vaktechnische specialisten en deskundigen. Een risico voor deze sector is een overschot aan HBO-ers en een fors tekort op MBO niveau.
West-Brabant werkt en pakt door!
17
Regionale
Sectorgroep
Groen
Wat willen we bereiken: • In 2015 zijn er 50 extra instromingen voor opleiding “voedsel” op de niveaus 3 en 4 gerealiseerd (te specificeren naar b.v. 15 van allochtone herkomst). • In 2015 zijn er 100 extra instromingen gerealiseerd voor de opleiding “melkvee” op niveau 3 (te specificeren naar b.v. 15 van allochtone herkomst). • In 2015 zijn er 100 extra instromingen gerealiseerd voor de opleiding “open teelt” op de niveaus 2, 3 en 4.(te specificeren naar b.v. 15 van allochtone herkomst). • In 2015 zijn is het aantal instromingen door kinderen van agroondernemers tenminste gelijk aan het aantal in 2011. • In 2015 is de doorstroom binnen HBO-functies in de groene sector met 25% toegenomen t.o.v. 2011. • In 2015 zijn 25 extra instromingen vanuit andere dan de groene sectoren gerealiseerd (zij-instromers). • In 2015 zijn 25 extra instromingen gerealiseerd vanuit het zogenaamd onbenut arbeidspotentieel van gemeenten en UWV Werkbedrijf. • In 2015 zijn vanuit de gezamenlijke ROC-instellingen 500 extra contactmomenten (bedrijfsbezoeken, excursies of uitwisselingen) tussen onderwijs en bedrijfsleven gerealiseerd. • In 2015 is 75% van de werkgevers in de groene sector bekend met (actief en individueel geïnformeerd over) het bestaan en de mogelijkheden van branchegerichte opleidingen. • In 2015 zijn 50 extra stage- of leerwerktrajecten gerealiseerd. • In 2015 is 50% van de werkgevers op enigerlei wijze bewust bezig met kennis- en vaardighedenoverdracht van vertrekkende of stoppende werknemers gedurende het laatste werkzame jaar, blijkend uit de aanwezigheid binnen het bedrijf van opvolgende werknemers. • In 2015 is een toename gerealiseerd t.o.v. 2011 van 25% van het aantal leerlingen binnen VMBO dat kiest voor een ‘groene’ vervolgopleiding of beroepsoriëntatie.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
18
1c Topsectoren Eindverantwoordelijke Sectorgroep Topsectoren Partners RWB Rewin Gemeenten & UWV ROC West-Brabant Avans Hogeschool Werkgevers en werkgeversorganisaties Stuurgroep Biobased Economy, stuurgroep logistiek en stuurgroep maintenance. Start 1 januari 2013
TOPSECTOREN Naast het op orde brengen van de basis wil West-Brabant in het kader van de Strategische Agenda inzetten op het versterken van de economische topsectoren. Daarbij is op basis van de economische kracht van de regio gekozen voor de sectoren Maintenance, Biobased Economy en Logistiek. WestBrabant sluit daarbij aan bij het nationale beleid, waarbij de rijksoverheid zich primair focust op het versterken van een negental topsectoren, hetgeen weerklank heeft gevonden bij de provincie NoordBrabant en tevens gezien kan worden als opmaat voor de nieuwe Europese structuurfondsen. Door de topteams die leiding moeten geven aan de nationale topsectoren wordt arbeidsmarktbeleid als een belangrijk onderdeel gezien. Reden waarom het ontwikkelen van Human Capital Roadmaps integraal onderdeel uit maken van de topsectorenaanpak. West-Brabant kiest zoals aangegeven voor de ontwikkeling van drie topsectoren, waarmee West-Brabant vooral haar groei- en concurrentiekracht verder wil stimuleren. Het betreft kennisspeerpunten waarmee de regio West-Brabant een dynamische en duurzame economie kan behouden en verder uitbouwen. Voor de ontwikkeling van deze sectoren zijn een goede personeelsvoorziening en een juiste afstemming tussen onderwijs en bedrijfsleven kritische succesvoorwaarden. In vergelijking met andere nationale en Europese regio’s beschikt WestBrabant over een bijzondere combinatie van proces- en chemische industrie en
Uitvoeringsprogramma
agrofood bedrijvigheid, hetgeen kansen biedt voor de Biobased Economy. Daarnaast vormt deze procesindustrie samen met activiteiten op het gebied van vliegtuig en scheepvaartonderhoud een belangrijke basis voor een maintenance sector op wereldniveau. Onder andere door haar goede ligging tussen de mainports Antwerpen en Rotterdam is de regio West-Brabant in Nederland een belangrijke logistieke hotspot. Los van sectoren wordt de economie van WestBrabant gekenmerkt door een grote groep MKB bedrijven. Dit bij elkaar geeft richting aan een sectorale invulling van het regionale arbeidsmarktbeleid. Voor de aanpak van de topsectoren wordt in West-Brabant een hechte coalitie gebouwd tussen ondernemingen, onderwijs en overheid. Deze samenwerking wordt verankerd in een stuurgroep per speerpuntsector. Deze stuurgroepen zijn verantwoordelijk voor het opstellen van een businesscase, waarin wordt aangegeven welk programma de komende jaren moet worden uitgevoerd, willen we de sector echt op een hoger en concurrerend niveau krijgen. Nadrukkelijk is het onderwerp “onderwijs en arbeidsmarkt” onderdeel van deze businessplannen. Zoals reeds aangegeven gaan de nationale topteams voor de speerpuntsectoren een Human Capital Roadmap opstellen. Hierin zullen op nationaal niveau de uitdagingen op arbeidsmarktgebied voor de betreffende sector worden geformuleerd. WestBrabant wil hierbij aanhaken door deze roadmaps te vertalen naar een regionale
West-Brabant werkt en pakt door!
19
opgave. Uiteraard zullen deze regionale roadmaps naast de topdown input vanuit de nationale topteams eveneens worden samengesteld op basis van de topdown behoefte in de regio West-Brabant. Een Human Capital Roadmap brengt het personeelskapitaal in de excellente sectoren nu en in de toekomst in beeld door een arbeidsmarktanalyse. Op basis van die analyse wordt een gezamenlijke ambitie geformuleerd vanuit onderwijs en bedrijfsleven ten behoeve van een adequate personeelsvoorziening. Van daaruit ontstaat de regionale roadmap, bestaande uit een aantal actielijnen die de partners gezamenlijk gaan uitzetten. Het rpA regisseert en coördineert de uitvoering van deze actielijnen, in nauw overleg met de sectorale stuurgroepen. In andere regio’s, zoals Limburg, heeft deze methodiek zijn nut reeds bewezen. Naast het beschikbaar krijgen van de nationale Human Capital Roadmaps van de relevante sectoren is er op korte termijn behoefte om per sector dieper op de samenstelling van de arbeidsmarkt, de knelpunten en oplossingsrichtingen in te gaan. Zo kunnen we samen met het bedrijfsleven en het onderwijs op basis van een heldere analyse acties op gang brengen die moeten zorgen voor een betere aansluiting onderwijs – bedrijfsleven. Ook kunnen we hierdoor het beroepsperspectief (o.a. via “Leven Lang Leren”) verbeteren voor werknemers zodat de aantrekkingskracht in de sector toeneemt. We willen een duidelijk beeld voor deze sectoren waardoor we de actielijnen kunnen uitzetten.
Aanpak: Stap 1. Deskresearch. Er zijn al een aantal documenten voorhanden waaronder een drietal concept presentaties van de strategische agenda’s en een aantal business- en werkgelegenheidsplannen per sector. Door het rpA is meerjarenvisie ontwikkeld onder de noemer ‘West-Brabant werkt en pakt door!’. Deze stukken worden bekeken evenals de nationale roadmaps een aantal voorbeelden van regionale roadmaps resp. beschreven werkwijzen om tot een Human Capital Roadmap, -agenda en/of -actieprogramma te komen. Vanuit de deskresearch, wordt een voorstel ontwikkeld voor de aanpak en afgestemd tussen de projectpartners. Stap 2. Een analyse van trends en ontwikkelingen van arbeidsmarkt en onderwijs inzichtelijk te maken per topsector op (middel) lange termijn middels analyses van te verwachten vraag en aanbod, via de volgende stappen: • Aanvullend wordt een inventarisatie gedaan bij bedrijven en onderwijsorganisaties door interviews, ronde tafelgesprekken, enquêtes e.d. • Het door partijen zelf formuleren van ambities voor de excellente sectoren afgezet tegen voorgaande analyse. • Op procesniveau zullen de 3 O’s betrokken worden bij de analyse en de te formuleren ambities om zo te komen tot een netwerk. Daarbij wordt aangesloten bij de Strategische Agenda zoals deze per excellente sector is gemaakt.
Wat willen we bereiken:
Stap 3. Uitwerking actieplan en structuur • Het vertalen van de ambities naar een actieplan op meerdere te onderscheiden niveaus om daarmee de kwalitatieve en kwantitatieve personeelsvoorziening in de toekomst veilig te stellen. • Afspraken maken met beoogde partners over uitvoering van activiteiten. Hier wordt geïnvesteerd in een netwerk of structuur waarmee de partners elkaar regelmatig ontmoeten en er trekkracht ontstaat ten behoeve van uitwerking van de actielijnen. Na deze stappen vormen analyse, actieplan en structuur samen de regionale Human Capital Roadmap voor de topsectoren (tot 2020) en zal deze verder in uitvoering worden genomen.
Deelnemende partijen: • Regio West-Brabant: Regio WestBrabant is een samenwerking tussen de 18 west-brabantse gemeenten + Tholen op verschillende beleidsterreinen, waaronder arbeidsmarktbeleid. Hierdoor is er bestuurlijk draagvlak door alle WestBrabantse gemeenten. • rpA (regionaal platform arbeid) als opdrachtgever regionale arbeidsmarktvisie. • Deltri overleg: Rijnmond, West-Brabant en Antwerpen. • NV Rewin West-Brabant: ontwikkelingsmaatschappij voor West-Brabant. Focus op acquisitie van bedrijven voor de regio en stimulering van ontwikkeling van bedrijven in de regio met als doel behoud en uitbreiding van werkgelegenheid. NV Rewin stelt netwerk ter beschikking voor dit project. • Stuurgroep Biobased Economy, stuurgroep Logistiek en stuurgroep Maintenance.
• 1 roadmap voor de 3 Topsectoren. • Per sector zullen tussen de 5 en 10 ondernemers , dus 15-30 in totaal, betrokken zijn bij het ontwerp en de invulling van de roadmap. De spinoff van de roadmap is vele malen groter en bereikt honderden bedrijven in de drie excellente sectoren. • Daarnaast worden de drie regionale onderwijsinstellingen Avans, NHTV en ROC West-Brabant betrokken bij de uitwerking van actieplannen die onderdeel zijn van de roadmap.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
20
2
SCHAKEL TUSSEN VRAAG EN AANBOD 2a Voldoende gediplomeerde instroom (Onderwijs) I VERBETERDE KWALIFICERING VAN BEROEPSBEVOLKING Een terugtredende overheid legt steeds meer verantwoordelijkheden, ook die ten aanzien van employability, terug bij werkgevers, werknemers en werkzoekenden. Tegelijkertijd zal de arbeidsmarkt in West-Brabant de komende jaren een toenemende uitbreidings- en vervangingsvraag laten zien, terwijl de ontwikkelingen in het werkveld de vraag naar hoger opgeleide werknemers zal doen toenemen. Om er blijvend voor te kunnen zorgen dat de juiste mensen, met de juiste kwalificaties, op de goede plek komen, zal het voor werknemers en werkzoekenden aantrekkelijk moeten worden om zich steeds opnieuw en verder te scholen. Focus ligt op transitie van baanzekerheid naar werkzekerheid. ROC West-Brabant en Avans zetten in op de volgende doelstellingen: • Verbetering van aansluiting binnen het onderwijs. • Betere studie en loopbaanbegeleiding die zoveel mogelijk aansluit bij de vraag van de arbeidsmarkt. • Beter toegeruste docenten.
2a Voldoende gediplomeerde instroom Eindverantwoordelijke ROC West-Brabant Partners Avans Hogeschool Start 1 januari 2013
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
21
Wat willen we bereiken: (I Verbeterde kwalificering) 1. Verbetering van aansluiting binnen het onderwijs: Vmbo en mbo: • De voortijdige schooluitval in het vo en mbo is in het jaar 2016 landelijk teruggedrongen naar 25.000. Daardoor zal de voortijdige uitval ook in de regio West-Brabant in dat jaar verder zijn teruggedrongen; • Vanaf augustus 2013 wordt de route vmbo-mbo-hbo korter en aantrekkelijker gemaakt doordat de meerderheid van de mbo-opleidingen op niveau vier wordt teruggebracht van vier naar drie jaar; • Vanaf augustus 2013 wordt de kwaliteit van het mbo-onderwijs verhoogd doordat de onderwijstijd wordt geïntensiveerd. Voor BOL-opleidingen geldt vanaf dat moment in het eerste leerjaar een minimale onderwijstijd van 1000 klokuren, waarvan tenminste 750 begeleide onderwijsuren te verzorgen door de onderwijsinstelling. De overige leerjaren omvatten minimaal 850 klokuren per leerjaar, waarvan gemiddeld 600 begeleide onderwijsuren te verzorgen door de onderwijsinstelling en gemiddeld tenminste 250 klokuren beroepspraktijkvorming. Hbo • Het aandeel van het totale aantal voltijd bachelorstudenten (eerstejaars HO) dat na één jaar niet meer bij Avans Hogeschool staat ingeschreven bedraagt in 2014 maximaal 25%; • Het aandeel van de voltijd bachelorstudenten dat zich na het eerste studiejaar opnieuw bij Avans Hogeschool inschrijft (herinschrijver), dat in de nominale studietijd + één jaar bij de hogeschool het bachelorsdiploma behaalt, bedraagt in 2014 minimaal 75%; • Het aandeel van de voltijd studenten, dat tevreden of zeer tevreden is over de opleiding in het algemeen bedraagt in 2014 minimaal 75%. • In 2015 kent Avans Hogeschool geen enkele voltijd bacheloropleiding die minder dan 12 geprogrammeerde contacturen in het eerste jaar heeft. 2. Betere studie- en loopbaanbegeleiding: Vmbo en mbo • ROC West-Brabant kent in 2016 een doorlopende en continue begeleidingslijn vanaf het VMBO tot aan het HBO voor studie- en loopbaanoriëntatie. Hiertoe zal het sinds september 2008 in de regio West-Brabant lopende succesvolle project ‘Keuzeprocessen: van ervaring naar zelfsturing’ in de komende periode ook toegankelijk worden gemaakt voor MBO-studenten; • ROC West-Brabant kent in 2016 een doorlopende coachingslijn van BO tot aan HBO; • ROC West-Brabant beschikt in 2016 op alle colleges over opvangvoorzieningen voor heroriëntatie; • ROC West-Brabant beschikt in 2016 over een regionale opvangvoorziening voor plusleerlingen en andere groepen voortijdige schoolverlaters. Hbo • Om studenten een meer bewuste studiekeuze te laten maken wordt uiterlijk in het studiejaar 2015-2016 de landelijke site ‘Studiekeuze 123.nl’ zo ingericht dat expliciete aandacht wordt besteed aan de kwaliteit van het onderwijs en de arbeidsmarktperspectieven.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
22
3. Beter toegeruste docenten: Vmbo en mbo • ROC West-Brabant heeft in 2012 een kwartiermaker aangesteld voor de ROC Academie in oprichting. Deze academie wordt opgericht om in het kader van de professionalisering van docenten en de inrichting van een lerarenregister. De kwartiermaker gaat een plan van aanpak formuleren. In 2013 moet de opbouw en inrichting van de ROC Academie gereed zijn. In 2013-2014 zal de ROC Academie verder worden uitgebouwd en vindt een x% van de deskundigheidsbevordering plaats binnen de context van deze academie; • Het functiebouwwerk van ROC West-Brabant is in 2009 dusdanig aangepast dat onbevoegde medewerkers niet in de functie van docent benoemd kunnen worden, maar in de functie van “Opleider”. Aan laatstgenoemde functie zijn resultaatafspraken over het behalen van een bevoegdheid verbonden. Tegelijkertijd biedt het ROC trajecten aan voor het behalen van een PDA. Op deze manier groeit ROC West-Brabant in de periode tot 2020 naar een 100% bevoegd en bekwaam docentenbestand; • Om de voortijdige schooluitval adequaat te kunnen bestrijden is het noodzakelijk dat problemen al vroegtijdig in de klas worden gesignaleerd en studenten vakkundig worden gecoacht bij het oplossen van deze problemen. In de periode september 2012 tot december 2015 zal ROC West-Brabant daarom alle onderwijsgevenden in het mbo scholen in coachings- en signaleringsvaardigheden en klassenmanagement. Hbo • Op 01-01-2016 is het streefpercentage masteropgeleide docenten bij Avans Hogeschool 70 procent
•
II KANSRIJK OPLEIDEN Om een gezonde economische ontwikkeling in West-Brabant te garanderen moet de arbeidsparticipatie in de regio omhoog. Dit is alleen realiseerbaar wanneer de onderwijsparticipatie in de regio toeneemt en het gemiddeld opleidingsniveau van deelnemers stijgt. Bijgevolg zullen in de periode 2010-2020 o.a. meer mbo- en hbo-gekwalificeerden op de arbeidsmarkt moeten komen, terwijl ook de doorstroom van lagere naar hogere niveaus binnen het mbo en de doorstroom van het mbo naar het hbo geoptimaliseerd zal moeten worden. Om dit te bereiken zijn en worden er maatregelen genomen die een langere verblijfsduur in het onderwijs stimuleren en een betere doorstroom in de beroepskolom garanderen.
ROC West-Brabant en Avans zetten in op de volgende doelstelling: • Een doelmatiger en meer geprofileerd onderwijsaanbod
Wat willen we bereiken: (II Kansrijk opleiden)
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
23
Wat willen we bereiken: (II Kansrijk opleiden) 1. Doelmatiger en meer geprofileerd onderwijsaanbod: Vmbo en mbo: • In 2013 zal in het vo het ‘Passend Onderwijs’ worden ingevoerd; • Het competentiegericht onderwijs (cgo) wordt uiterlijk per 01 augustus 2013 omgebouwd naar beroepsgericht onderwijs (bgo), waarbij de nadruk komt te liggen op kennis en vaardigheden en het begrip ‘vakmanschap’ op een positieve manier wordt gepositioneerd; • Per augustus 2013 wordt de doelmatigheid van het MBO-onderwijs vergroot door de complexiteit van het stelsel te verminderen. Dit gebeurt o.a. door het afschaffen van de drempelloze instroom in MBO-opleidingen op niveau twee en door de MBO-opleidingen op niveau één zelfstandig te positioneren onder de naam ‘Entreeopleidingen’. Voor deze opleidingen wordt een bindend studieadvies ingevoerd, zodat MBO-instellingen een leerprestatie van jongeren vanaf 18 jaar mogen eisen. • Vanaf schooljaar 2014-2015 zal in het kader van ‘opbrengstgericht werken’ het onderwijsportfolio van MBO-instellingen worden herzien. Hierdoor zal het aantal kwalificaties en opleidingen substantieel verminderen; • Uiterlijk 2020 zijn de MBO-opleidingen op niveau vier omgebouwd tot opleidingen met een uitstroomrichting naar werk en een doorstroomrichting naar het HBO. • Uiterlijk 2020 kent ROC West-Brabant een major/minor- structuur voor de MBO-opleidingen op niveau vier. Het brede minors-aanbod zal bestaan uit verdiepende, verbredende en crosssectorale minors. Daarnaast zullen in samenwerking met het HBO speciaal voor de doorstroomrichting naar het hbo doorstroomminors ontwikkeld worden; • Uiterlijk 2017 beschikken het ROC West-Brabant in Roosendaal en Breda over een zorgwelzijnboulevard waar leren en werken in Zorg en Welzijn geïntegreerd kunnen worden; • In 2016 beschikt ROC West-Brabant op het terrein van het MBO-college Prinsentuin in Breda over een duurzame ecologische campus die een verdere impuls zal geven aan het ‘groene’ onderwijs. HBO: • Avans Hogeschool biedt in 2014 een breed opleidingsportfolio aan, conform de nationale en regionale behoefte. Tweejaarlijkse evaluaties met het beroepenveld over omvang en kwaliteit van de opleiding zijn bepalend voor blijvende opname in het portfolio. Avans Hogeschool kiest hierbij voor de volgende indicatoren: • De partners in de regio zijn tevreden over de breedte en de kwaliteit van het portfolio van Avans Hogeschool; • In 2015 geven studenten als rapportcijfer minimaal een zeven voor de voorbereiding op de actuele beroepspraktijk (hbo-monitor) • In de periode tot 2020 wordt het onderwijsaanbod in de regio naar vorm en niveau tegelijkertijd gedifferentieerder doordat het tweejarig Associate-degreeprogramma verder zal worden uitgebreid en er, naast de bestaande HBO-bachelor, aparte excellentieprogramma’s voor excellente studenten geïntroduceerd zullen worden. • Voor VWO-ers zullen uiterlijk 2016 driejarig HBO-bachelor trajecten mogelijk worden gemaakt die aansluitend toegang verlenen tot een beroepsgerichte masteropleiding; • Uiterlijk 2016 zal de titulatuur voor het HBO beter aansluiten bij de titulatuur die internationaal gebruikelijk is; • In 2015 heeft Avans Hogeschool voor al haar opleidingen het bijzonder keurmerk ‘duurzaam onderwijs’ op de NVAO accreditatie gehaald (2 sterren DHO);
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
24
• D e relevantie van het onderwijsaanbod voor de arbeidsmarkt wordt in de periode tot 2020 verder versterkt doordat Avans Hogeschool zich uitdrukkelijk gaat richten op de behoeftes in de economische topsectoren. • Hiertoe bouwt Avans Hogeschool – op voorwaarde van de toekenning van het investeringsbudget - uiterlijk 2015 het bestaande Expertisecentrum Veiligheid uit tot een Centre of Expertise Public & Social Safety (PSS) en de bestaande activiteit op het gebied van Biobased Economy uit tot een Centre of Expertise Biobased Economy (BBE). • Zowel voor de PSS als ook voor de BBE zal in 2015 een doorlopende leerlijn gerealiseerd zijn van bachelor/master/PhD; • Zowel voor de PSS als ook voor de BBE zijn in 2015 alle relevante kennisterreinen bezet met een lectoraat en kenniskring, gericht op onderzoeksopdrachten en projecten in afstemming met externe partijen; • Uiterlijk 2016 beschikt Avans Hogeschool samen met partners uit het mbo en wo over een academische werkplaats ‘Brein en Leren’ waar onderzoek de evidence-based onderwijsinnovatie moet stimuleren.
III AANSLUITING VERBETEREN TUSSEN ONDERWIJS EN BEDRIJFSLEVEN Om een gezonde economische ontwikkeling in West-Brabant te garanderen, is het van groot belang dat de regio het komend decennium kan beschikken over goed geschoold en gemotiveerd personeel. Deze constatering krijgt nog een extra dimensie doordat de vervangings- en uitbreidingsvraag aangaande arbeidskrachten in de periode 2010-2020 sterk zal toenemen, terwijl de beroepsbevolking krimpt. Hierdoor dreigt in de komende jaren op de arbeidsmarkt in WestBrabant een disbalans te ontstaan tussen vraag en aanbod. Om dit te voorkomen zal de arbeidsparticipatie omhoog moeten. Daarbij gaat het er vooral om dat een kwalitatieve match gemaakt kan worden, met andere woorden: dat de juiste mensen met de juiste kwalificaties op de juiste plek komen. Dat betekent concreet dat in de periode 20102020 de instroom van MBO- en HBO-gekwalificeerden op de arbeidsmarkt zal moeten toenemen, omdat juist deze groepen de drijvende kracht achter de groei zullen zijn en zodoende de beste vooruitzichten op een passende baan hebben. Dat betekent ook dat de doorstroom van lagere naar hogere niveaus binnen het MBO en van het MBO naar het HBO vergroot moet worden.
ROC West-Brabant en Avans zetten in op de volgende doelstellingen: • Prioriteit voor initiatieven om voortijdig en vroegtijdig schoolverlaten terug te dringen. • Beroepen- en loopbaanoriëntatie in mbo en hbo met focus op zelfreflectie. • Intensievere samenwerking tussen het onderwijs en het beroepenveld. • Hoogwaardig onderwijs met een juiste balans tussen kennis, vaardigheden en beroepshouding. • Onderwijsinnovatie versus arbeidsmarkttransitie: nieuwe leervormen gericht op nieuwe arbeidsmarkteisen.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
25
Wat willen we bereiken: (III Aansluiting verbeteren tussen onderwijs en bedrijfsleven) Vmbo en mbo: • ROC West-Brabant volgt de eventuele invoering van “numerus fixus” voor minder kansrijke opleidingen. • Het georganiseerde bedrijfsleven krijgt door de Stichting beroepsonderwijs bedrijfsleven in de periode tot 2016 een grote formele zeggenschap met betrekking tot de kwalificatiestructuur en de zogenoemde macrodoelmatigheid; dat wil zeggen dat het mede zal kunnen bepalen wáár en door wie MBO-opleidingen in de regio uitgevoerd kunnen worden. Hierdoor zal het aanbod aan beroepsopleidingen worden afgestemd op de behoefte van het regionale bedrijfsleven en de topsectoren. • Om een ‘Leven Lang Leren’ nog beter te faciliteren zal uiterlijk 2016 de positie en de kwaliteit van het Ervaringscertificaat (EVC) zijn versterkt door wetgeving. In dit kader is er ook extra aandacht voor de uit een EVCprocedure voortvloeiende maatwerkscholing. • Uiterlijk 2020 beschikt ROC West-Brabant over een alumnibeleid dat de contacten met oud studenten borgt en initiatieven in het kader van ‘ een Leven Lang Leren’ structureel mogelijk maakt. Hbo: • Er komt uiterlijk 2016 meer ruimte voor deeltijdaanbod in sectoren waarin dit nodig is. • Er wordt samenwerking gezocht met het bedrijfsleven door arrangementen samen te stellen waarbij werkgevers een deel van collegegeld betalen en de studenten een deeltijdbaan aanbieden.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
26
2b Gecoördineerde werkgeversbenadering Eindverantwoordelijke RWB Partners Gemeenten UWV Werkbedrijf Kenniscentra ROC West-Brabant ACE Start 1 januari 2013
2b Gecoördineerde werkgeversbenadering Door landelijke ontwikkelingen (UWV: 1 werkplein in de regio en de WWNV), de krapte op de arbeidsmarkt en de doelstellingen van de provincie NoordBrabant is de noodzaak tot een gecoördineerde werkgeversbenadering bij deze overheidsinstellingen groter dan ooit. Door de wijziging Wet SUWI worden bij het UWV Werkbedrijf vanaf 1 januari 2012 geen re-intagratiebudgetten meer ingezet voor WW-gerechtigden en loonkostensubsidies zijn vervallen. De bemiddeling vindt langs digitale weg plaats. Het UWV Werkbedrijf richt zich op werkzoekenden met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt (Wajong, WIA en WW > 3 maanden) en werkgevers die openstaan voor deze doelgroepen. UWV verschaft informatie over de landelijke, regionale en sectorale arbeidsmarktsituatie, zodat onder meer inzicht ontstaat in welke sectoren krimp aan de orde is en in welke sectoren juist baanopeningen gevonden kunnen worden (groeisectoren). Het UWV Werkbedrijf heeft 1 regionaal team met bedrijfsadviseurs die werkgevers benaderen. Zij werkt samen met uitzendbureaus, gemeenten, andere bemiddelaars en andere relevante partners aan een zo hoog mogelijk vacaturebereik. Functionaliteit van WERK.NL wordt sterk verbeterd. Er wordt gewerkt aan een regionale versie en de transparantie van de arbeidsmarkt wordt vergroot door middel van het linken aan andere vacaturesites. Hoewel de wet Werken naar Vermogen controversieel verklaard is, blijven de verschillende gemeenten inzetten op gecoördineerde werkgeversbenadering, ook al is dit geen wettelijke taak meer door het controversieel verklaren van de Wet Werken naar Vermogen. Gezien de veranderingen bij deze overheidspartijen, is een herbezinning op samenwerking volop aan de gang. De sociale werkvoorzieningen zijn bij de voorbereiding van de Wet Werken naar Vermogen een belangrijkere partner. In de regio West-Brabant zijn dan ook rondom de drie sociale werkvoorzieningen nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan. (zie hoofdstuk 6) Vanuit deze subregio’s gaan de gemeenten inzetten op gecoördineerde werkgeversbenadering. De samenwerking is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten en UWV. Uitgangspunt is dat UWV en gemeenten eerst gezamenlijk verkennen welke afspraken het meest adequaat zijn. Daarna kan verkend worden of nadere sturing door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid noodzakelijk is.(eventueel dwingend bij AmvB).
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
27
Samenwerking vindt plaats op het gebied van: • Het regionaal arbeidsmarktbeleid; het bepalen van regionaal arbeidsmarktbeleid en de aanpak van regionale arbeidsmarkt. • Wwerkgeversdienstverlening; gemeenten en UWV worden (bij wet) gedwongen om tot samenwerking te komen t.a.v. de werkgeversdienstverlening. Hoe ze dat doen wordt niet vastgelegd. Wel is het van belang dat er in alle arbeidsmarktregio’s één regionaal loket voor werkgevers is. In dit loket kunnen werkgevers terecht voor informatie en advies. UWV en gemeenten geven dit loket gezamenlijk vorm. Op landelijk, regionaal en sectoraal niveau maken gemeenten en/of UWV afspraken met werkgevers, sectoren of branches over de inschakeling van werkzoekenden. Landelijke afspraken moeten regionaal en lokaal worden doorvertaald, regionale afspraken vragen om lokale doorvertaling. • Dienstverlening aan werkzoekenden; registreren van werkzoekenden en het in ontvangst nemen van aanvragen voor een uitkering – ook uit de doelgroep van de gemeenten – blijft een taak voor UWV. Met gemeenten worden afspraken gemaakt over hoe deze digitale dienstverlening voor de gemeentelijke werkzoekenden vorm krijgt. • Digitale dienstverlening: UWV werkt samen met uitzendbureaus, gemeenten, andere bemiddelaars en andere relevante partners aan een zo hoog mogelijk vacaturebereik. Functionaliteit van WERK.NL wordt sterk verbeterd. Er wordt gewerkt aan een regionale versie en de transparantie van de arbeidsmarkt wordt vergroot door middel van het linken aan andere vacaturesites.
Samenwerking sectorgroepen De sectorgroepen Zorg, Groen, Zakelijke Dienstverlening en Techniek zijn in 2012 begonnen met een gezamenlijk CRM systeem waarin de belangrijkste te benaderen werkgevers zijn opgenomen. Deze pilot is inmiddels afgerond. In 2012 en 2013 wordt aan deze dienstverlening een vervolg gegeven door de aangesloten partners. In de regio zal daarom worden ingezet op dienstverlening naar werkgevers in de volgende projecten: 1. Gezamenlijke werkgeversbenadering 2. Matching 3. Kennisoverdracht
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
28
1 Gezamenlijke werkgeversbenadering Eindverantwoordelijke Begeleidingsgroep Partners Sectorgroepen Zorg, Zakelijke Dienstverlening, Techniek en Groen Start 1 januari 2013
Projecten 1. Gezamenlijke werkgeversbenadering In 2011 is een begin gemaakt met een gecoördineerde regionale aanpak werkgeversbenadering. Doel in West-Brabant is om te komen tot een samenhangende en geïntegreerde werkgeversbenadering tussen niet alleen UWV Werkbedrijf en de gemeenten, maar tussen alle verschillende partners: gemeente, UWV, kenniscentra, ROC West-Brabant en eventueel derde partijen zoals uitzendbureaus. Dit vraagt om afstemming tussen de partijen wie naar welke werkgever gaat en terugkoppeling over acties die vervolgens nodig zijn. Doelstelling daarbij is dat er 1 contactpersoon is voor de werkgever en dat deze contactpersoon het eerste aanspreekpunt is voor de werkgever en de vragen van de werkgever uitzet naar de overige partners. Uitgangspunten hierbij zijn: 1. We werken sectoraal 2. We werken samen op basis van vertrouwen 3. We zijn TRANSPARANT in dienstverlening, netwerk en targets 4. We gaan uit van een GEZAMENLIJK BELANG en ondersteunen elkaar wanneer een target niet behaald dreigt te worden. In 2011 is een CRM systeem per sectorgroep ingericht, waarbij elke werkgroep een lijst heeft samengesteld met een aantal werkgevers die volgens vooraf gestelde doelen bezocht gaat worden in 2012. Op basis van deze pilot wordt voor 2013 de systemen verder uitgebouwd. De stuurders van de sectorgroepen zorgen voor vulling van de systemen en zien toe op de voortgang van deze samenwerking. In 2013 wordt opnieuw bekeken hoe hier efficiënt op ingezet kan worden.
2a Matching - Overheid Eindverantwoordelijke UWV Werkbedrijf Partners Gemeenten Start 1 oktober 2012
2. Matching a. Overheid: UWV Werkbedrijf en gemeenten hebben en houden ieder een eigen taak en verantwoordelijkheden voor re-integratie en bemiddeling voor hun werkzoekenden. UWV heeft deze taak voor mensen uit de WGA-, WAO-, de huidige Wajong–klantgroep en WW. Gemeenten voor de huidige WWB doelgroep en werkzoekenden zonder uitkering (NUG). Ook zal er sprake blijven van specifieke arbeidsmarktinstrumenten en middelen per doelgroep. Het UWV Werkbedrijf biedt werkgevers minimaal de volgende dienstverlening (minimum pakket aan diensten): • Selectie en levering van potentiële kandidaten • Voorlichting, informatie en advies (via Leerwerkloketten) • Onderzoek en advies arbeidsmarkt • Inspelen op regionale vraagstukken d.m.v. arrangementen/convenanten • Een “faciliteit/plek” voor werkgevers om uitkeringsgerechtigden te ontmoeten • Naast dienstverlening vanuit de werkgeversservicepunten biedt het UWV Werkbedrijf werkgevers via werk.nl De gemeenten zetten per subregio in op gecoördineerde werkgeversbenadering. Per subregio wordt contact gezocht met het UWV.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
29
2b Matching Werkgevers Eindverantwoordelijke ACE Partners Werkgevers Start 1 januari 2013
3 Kennisoverdacht Eindverantwoordelijke ACE Partners BZW Werkgevers Gemeenten
b. Werkgevers: Transfercentrum (ACE werkgeversnetwerk) Werknemers worden tijdens het dienstverband wendbaar en weerbaar gemaakt voor de volgende stap in hun loopbaan. Bij einde dienstverband wordt vroegtijdig de stap gemaakt naar een transferperiode waarin de werknemer wordt opgeleid en begeleid naar nieuw werk bij een aangesloten werkgever. De uitdaging ligt in het steeds meer verkorten van de periode van werk naar werk. Voor de werknemers is er toekomstperspectief en minder inkomensval. Voor de werkgevers zijn er goed gekwalificeerde medewerkers op het juiste moment.
3. kennisoverdracht: Om kennis van HRM onderwerpen bij de werkgevers te vergroten, wordt (naast de werkgeversbezoeken) gebruik gemaakt van verschillende platforms zoals BZW en ACE. ACE organiseert bijeenkomsten met specifieke HRM onderwerpen, zoals flexibiliteit en mobiliteit, ouderen en van deeltijd naar deeltijd-plus.
Start 1 oktober 2012
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
Projecten
30
Wat willen we bereiken: (3 Projecten) In 2013-2015: 1. Gezamenlijke werkgeversbenadering: • Verdere uitbouw van CRM systeem waarin de vraag is geregistreerd. • Gezamenlijk marktbewerkingsplan , waarin doelen en targets vastgelegd worden op basis van de “Gouden Lijst”. • Gezamenlijk deskundigheidsbevordering voor de professionals waarbij ze op de hoogte zijn van elkaars producten en aandacht voor kennisdeling en professionalisering. • Kennisdeling over producten, projecten, vacatures e.d. voor de professionals. • De begeleidingsgroep is eindverantwoordelijk. • Deelnemende partijen: gemeenten, UWV, ROC West-Brabant, kenniscentra. 2. Matching: • Gemeenten en UWV Werkbedrijf ontwikkelen een systeem gericht op het matchen van vraag en aanbod vanuit landelijke opdracht. • Sectorale benadering (Zorg, Techniek, Zakelijke Dienstverlening en Groen) • 5 grootste gemeenten zijn stuurders (Breda, Bergen op Zoom, Roosendaal, Oosterhout en Etten-Leur) voor de omliggende gemeenten. • In 2013 zal Transfercentrum Regio West-Brabant aanvangen voor een proefperiode van minimaal 5 jaar, in 2012 (3e en 4e kwartaal) planontwikkeling. • Stimuleren van arrangementen flexibiliteit en arbeidsmobiliteit (bijvoorbeeld Treeport). 3. Kennisoverdracht • ACE maakt verbinding met de gemeenten (RWB)en UWV als het platform van werk naar werk en HR-kennisuitwisselingsplatform van de regio voor de aangesloten werkgevers. Om al deze doelen te bereiken zal een regisseur gecoördineerde werkgeversbenadering aangesteld worden, die de verschillende activiteiten gaat coördineren.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
31
2c Regionale aanpak Wet werken naar vermogen (Wwnv)
2c Regionale aanpak Wet werken naar vermogen (Wwnv)
Eindverantwoordelijke Gemeente Breda
Wet Werken naar Vermogen
Partners UWV Werkgevers Start 1 oktober 2013
Op 5 juni heeft de Tweede Kamer besloten dat het voorstel Wet werken naar vermogen controversieel wordt verklaard. Dit betekent dat het wetsvoorstel in de huidige vorm niet terug zal keren. De oorspronkelijke gedachte achter de Wwnv, één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt, wordt echter breed gedragen in de Tweede Kamer. Over de specifieke invulling hiervan bestaat discussie. Ook wanneer de verkiezingen een kabinet van een geheel andere samenstelling opleveren, is de kans op de komst van één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt groot. De invoerdatum van 1 januari 2013 is niet meer realistisch.
Insteek Regio West- Brabant De gemeenten in West-Brabant zijn al enige tijd bezig om voorbereid te zijn op landelijke taakstellingen en de landelijke economische ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen. Voor een groot deel activiteiten/maatregelen die geen wetswijziging vergen. Vanwege de reeds ingeboekte bezuinigingen, is ondanks dat de Wet werken naar vermogen niet doorgaat de noodzaak om verder te gaan op de ingeslagen weg. De regio staat achter de oorspronkelijke gedachte van het wetsvoorstel Wwnv: één regeling aan de onderkant van de arbeidsmarkt en uitgaan van wat mensen wel kunnen. De gemeenten in WestBrabant gaan verder op de ingeslagen weg en gaan verder met de uitwerking van het regionale plan van aanpak Wwnv. Een aantal deelprojecten worden echter uitgesteld totdat er meer duidelijkheid is over nieuwe wetgeving. In 2012 wordt gestart met de deelprojecten Werkgeversdienstverlening en Wajong (samenwerking/ontsluiting onderwijs/arbeidsmarktbeleid). De activiteiten uitwisseling en informatie van deelproject “Beleid” worden ingebed in het reguliere beleidsvooroverleg rpA/Wwnv. De Wwnv dwingt gemeenten om over schaalgrootte en samenwerking na te denken. In het concept-bestuursakkoord zijn afspraken vastgelegd over intergemeentelijke samenwerking waarbij op onderdelen van onder meer de Wwnv de uitvoering bovenlokaal moet worden opgepakt. Gemeenten moeten binnen één jaar na indiening van het wetsvoorstel Wwnv bij de Tweede Kamer komen met een voorstel voor een regionale werkgeversbenadering. Indien gemeenten binnen het jaar geen passende invulling aan de bovenlokale uitvoering geven, zal het Rijk bepalen hoe dit wordt georganiseerd. Daarnaast laten werkgevers en potentiële werknemers zich niet door gemeentegrenzen leiden. Ook de Wsw-organisaties, het onderwijs en UWV Werkbedrijf werken bovenlokaal. Regionale samenwerking is wenselijk om de burgers in de regio van een goede dienstverlening te voorzien en te komen tot een effectieve en efficiënte uitvoering.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
32
Regionale agenda
Regionale agenda
Eindverantwoordelijke Gemeente Breda
Voor de regionale aanpak Wwnv is een plan van aanpak opgesteld. Eén van de fases in het plan van aanpak was het bepalen van de onderwerpen Wwnv voor de regionale agenda. In het rpA West- Brabant van 30 mei 2012 is het regionale plan van aanpak Wwnv vastgesteld.
Partners UWV Werkgevers Start 1 oktober 2013
De volgende onderwerpen zijn onderdeel van de regionale agenda:. • Werkgeversdienstverlening (waaronder communicatiecampagne Wwnv) • Beleid: visie, verordeningen en beleidsregels • Inzet loondispensatie en overige instrumenten voor werkgevers/cliënten • Wajong: samenwerking/aansluiting onderwijs/arbeidsmarktbeleid • Verkenning samenwerking UWV
Stuurdersgemeente Breda: 1. Deelproject Werkgeversdienstverlening Het uitgangspunt van de Wwnv is dat zo veel mogelijk mensen gaan werken naar vermogen bij werkgevers. Gemeenten moeten binnen één jaar na het openbaar maken van het wetsvoorstel komen met een voorstel voor regionale werkgeversdienstverlening. In de afgelopen periode zijn er met betrekking tot werkgeversdienstverlening al veel stappen gezet. Hier wordt in dit deelproject aansluiting bij gezocht. Daarnaast willen we in West-Brabant een gezamenlijke communicatiecampagne over de nieuwe wetgeving/Wwnv opzetten voor het bedrijfsleven/werkgevers. 2. Deelproject Beleid. Nieuw wetgeving vraagt om beleidskeuzes. In West-Brabant willen we dit samen oppakken en informatie uitwisselen. Ook verkennen we of we kunnen komen tot een gemeenschappelijke visie/keuzes/verordeningen en beleidsregels. 3. Deelproject Inzet loondispensatie en overige instrumenten Het instrument loondispensatie is een belangrijk instrument in het wetsvoorstel Wwnv. Ook voor de inzet van dit instrument zijn specifieke beleidskeuzes nodig. In de regio West-Brabant wordt door gemeente Roosendaal al meegedaan met de pilot Loondispensatie. Van deze opgedane kennis kunnen de andere gemeenten gebruik maken. Daarnaast willen we het kennis uitwisselen over het instrumentarium wat we inzetten voor de dienstverlening aan werkgevers en onze cliënten.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
33
4. Deelproject Wajong: samenwerking/aansluiting onderwijs/arbeidsmarktbeleid Op grond van de wet komt een nieuwe doelgroep (jonggehandicapten met arbeidsvermogen) naar de gemeenten. Voor een groot deel zijn deze jongeren afkomstig van het praktijkonderwijs en/of speciaal onderwijs. Het is belangrijk om samenwerkingsafspraken te maken met het onderwijs om de aansluiting onderwijs/arbeidsmarktbeleid zo soepel mogelijk te laten verlopen. De scholen zijn in het algemeen regionaal georganiseerd. Daarnaast willen we de overdracht van kennis/expertise bij het UWV over de doelgroep Wajong, trajecten, voorzieningen en dienstverlening organiseren. 5. Deelproject Verkenning samenwerking UWV Ter voorbereiding op de nieuwe wetgeving/Wwnv worden de mogelijkheden van samenwerking met ketenpartner UWV nader verkend. Het gaat concreet om de onderdelen Werkgeversbenadering, Indicatie en Diagnose, Aanvraagproces en Handhaving.)
Wat willen we bereiken: (Regionale agenda) • De activiteiten en planning van de verschillende deelprojecten worden door de gemeenten in West-Brabant nader uitgewerkt in een actieplan. • Inzet communicatiecampagne richting werkgevers over de Wwnv. • Sluiten van convenant met nieuwe vestigers over inzet van (leer) banen. • Sluiten van convenant met bedrijven in de regio West-Brabant over inzet van banen om zoveel mogelijk mensen te laten werken naar vermogen, hierbij specifieke aandacht voor arbeidsgehandicapten. • Informatie-uitwisseling en verkennen van een gemeenschappelijke visie, beleidskeuzes, verordeningen i.v.m. implementatie nieuwe wetgeving/Wet werken naar vermogen. • Informatie-uitwisseling en verkennen van de mogelijkheid om te komen tot een minimaal pakket van instrumenten voor werkgevers/cliënten. • Verbeteren aansluiting onderwijs/arbeidsmarkt door het maken van concrete samenwerkingsafspraken met het praktijk- en speciaal onderwijs. Dit ter preventie van instroom van jongeren in de uitkering. • Verkennen samenwerking UWV en informatie-uitwisseling t.a.v. Werkgeversbenadering, Indicatie en diagnose (informatie over jonggehandicapten met arbeidsvermogen), Aanvraagproces en Handhaving i.v.m. voorbereiding nieuwe wetgeving.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
34
3
AANBOD 3a Niet-werkenden Verhoging arbeidsparticipatie: Nederland is één van de landen ter wereld met de hoogste arbeidsparticipatie, wat geldt voor zowel mannen als vrouwen. Maar ondanks de voorhoedepositie is er nog wel degelijk ruimte voor verhoging van die arbeidsparticipatie. Iedereen die kan werken, zal nodig zijn om de verwachte tekorten op te heffen. De arbeidsreserve in West-Brabant bestaat uit ongeveer 38.000 personen. Als we de landelijke cijfers op die van West-Brabant leggen, komen we uit op de volgende onderverdeling: 19.000 : kan actief aan de slag en zijn op zoek 9.500: kan wel of korte termijn beginnen, maar is niet actief op zoek 7.600: kan niet direct aan de slag, vanwege bijvoorbeeld het afronden van een opleiding, ziekte of zorg voor gezin of huishouden. We richten ons bij de niet-werkenden op: 1. Uitkeringsgerechtigden van UWV en gemeenten 2. Niet-uitkeringsgerechtigden die op zoek zijn naar een baan
3a Niet-werkenden Eindverantwoordelijke RWB Partners Gemeenten UWV Werkgevers en werkgeversorganisaties Werknemers en Werknemersorganisaties Regionale sectorgroepen Start 1 januari 2013
Uitvoeringsprogramma
Uit ervaringsgegevens van de gemeenten blijkt dat van de WWB-populatie: 25-30% vrijgesteld is van sollicitatieverplichting. 40% stroomt uit, waarvan de helft uitstroomt naar werk De overigen zitten in re-integratietrajecten. Mismatch is DE oorzaak van het niet kunnen plaatsen van uitkeringsgerechtigden op een reguliere baan. Het aanbod van gemeenten en UWV Werkbedrijf sluit niet altijd aan bij de vraag van de werkgever. Uitkeringsgerechtigden hebben een afstand tot de arbeidsmarkt die in meer of mindere mate veroorzaakt wordt door gebrek aan werknemersvaardigheden, werkervaring of scholing. Inzet zal dan ook zijn om niet-werkenden werkervaring te laten opdoen of scholing, uiteraard met focus op de beroepen zoals aangegeven op de Gouden Lijst van West-Brabant. Het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt is primair een verantwoordelijkheid van de uitkeringsinstanties maar ook van de werkgevers indien zij in de toekomst willen beschikken over voldoende maar ook over gekwalificeerd personeel.
West-Brabant werkt en pakt door!
35
Wat willen we bereiken: (3a Niet-werkenden) • In 2015 is de arbeidsparticipatie verhoogt naar 80 % , (verhoging van 11%) • De “Gouden Lijst” vormt het uitgangspunt voor plaatsing van onbenut arbeidspotentieel. • Stimuleren en ondersteunen van startende ondernemers. • Minder mensen afhankelijk van een bijstandsuitkering of WWuitkering. Ambitie: een bestandsontwikkeling, binnen de marges van het budget, die gelijk is aan de gemiddelde landelijke bestandsontwikkeling. • Meer mensen die voor hun inkomen afhankelijk zijn van de gemeente, doen mee naar vermogen. • Netwerk van werkgevers/contractpartners vergroten d.m.v. inzet van social return. • Stimuleren/versterken van publiek/private samenwerking. • Wajong: taakstelling UWV regulier 2012: 145 plaatsingen en 10 extra plaatsingen in 2012. • WIA/ WGA: Taakstelling UWV regulier 2012: 34 plaatsingen en 10 extra plaatsingen in 2012.
3b Werkenden
3b Werkenden Eindverantwoordelijke ACE Partners Gemeenten UWV Werkbedrijf ROC-Westbrabant Werkgevers en werkgeversorganisaties (ACE, BZW, CNV ) Werknemersorganisaties Start 1 januari 2013
Verhoging van arbeidsparticipatie bij werkenden: De werknemer zal zelf de beslissing moeten nemen om wel of niet een paar uur meer te gaan werken. Maar er zijn omstandigheden die deze beslissing positief kan beïnvloeden: • Werkgever: gelegenheid bieden om werk goed te kunnen combineren met thuis. • Overheid: goede en betaalbare kinderopvang. Overigens is kinderopvang niet de belangrijkste randvoorwaarde. Uit cijfers blijkt dat ook vrouwen zonder kinderen vaak parttime werken. Van deeltijd naar deeltijd plus: Behalve het richten op onbenut arbeidspotentieel, wordt een andere inzet om de arbeidsparticipatie te vergroten, de inzet op werkenden. Nu werkt 75% van de vrouwen in een parttime dienstverband. Uit onderzoek blijkt dat waarom vrouwen niet werken, of een deeltijdbaan hebben, niet als reden heeft dat het lastig zou zijn de zorg voor kleine kinderen te combineren met betaald werk. Of met het feit dat werkende ouders hun kinderen liever niet meer dan drie dagen naar de opvang brengen. Maar dat de Nederlandse vrouw niet snel te motiveren is meer te gaan werken, heeft nog andere oorzaken. Het zijn namelijk niet alleen jonge moeders die parttime werken. Bijna 60 procent van de vrouwen die in deeltijd werken, heeft (nog) geen kinderen, of de kinderen zijn twaalf jaar of ouder.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
36
Het blijkt dat kiezen voor deeltijd een bewuste keuze is van vrouwen, omdat ze tijd wil hebben voor huishouden en vrije tijd. Een verlies aan inkomen neemt ze op de koop toe. Meeste vrouwen kiezen bewust voor deeltijdwerk: • Twee op de vijf jonge vrouwen die (nog) geen kinderen hebben werkt minder dan 35 uur per week. • Eén op de drie vrouwen heeft het gevoel te moeten werken omdat hun inkomen niet gemist kan worden. • Dat vrouwen in deeltijd werken wordt geaccepteerd door alle betrokkenen: de vrouwen zelf, hun partners, familie en vrienden en hun werkgevers. • Twee op de drie vrouwen met een zeer kleine deeltijdbaan (1-11 uur) en bijna de helft van de vrouwen met een kleine deeltijdbaan (12-19 uur) willen meer uren werken. • Een kwart van de vrouwen met een grote deeltijdbaan (28-34 uur) en de helft van de vrouwen met een volledige baan zouden juist wat minder uren willen werken. • Het aandeel werknemers dat de eigen werktijden (binnen grenzen) zelf kan bepalen is in 2005 even hoog als in 1995. • Eén op de zes jonge, in deeltijd werkende vrouwen kunnen niet in voltijd werken, terwijl ze dat wel zouden willen. Als vrouwen die nu in kleine deeltijd werken allemaal 2 uur meer gaan werken, levert dat in ons land meer dan 83.000 fte op. Uit onderzoek blijkt dat zes op de tien vrouwen wel meer willen werken als de werkgever hier om vraagt, als ze meer thuis kunnen werken, en als ze werktijden en privé situatie meer op elkaar kunnen afstemmen. Het vergroten van het aantal uren is een taak van werknemers, leidinggevenden en werkgevers. Een pro-actieve houding van werkgevers kan op deze manier een bijdrage leveren aan het aanspreken van onbenut arbeidspotentieel bij vrouwen. Zo kan het functioneringsgesprek een gelegenheid zijn om uitbreiding van uren bespreekbaar te maken. Een andere inzet op vergroten van aantal arbeidsuren van vrouwen is de inzet op flexibel werken binnen een organisatie. Flexibel werken doorvoeren in een organisatie is tevens een middel om talentvolle werknemers aan zich te binden. Meer invloed op tijd en plaats Bij flexibel werken heeft de werknemer zoveel mogelijk invloed op tijd en plaats, voor zover de functie dit toelaat. Dit is met name voor vrouwen ( maar ook mannen) met kinderen belangrijk omdat zij hiermee de zorgtaken beter kunnen combineren met werk. Combineren en verrijken Door flexibel werken komt er ook meer tijd en ruimte vrij voor combinatiefuncties en duobanen. Een baan in de thuiszorg en kinderopvang is bijvoorbeeld goed te combineren. Door taakverrijking blijft een baan aantrekkelijk voor de werknemer. De regio zet in op verhoging van uren deeltijdbanen. Niet alleen voor bijdrage aan verlaging aan de arbeidstekorten, maar ook vanuit het idee dat talenten van vrouwen hierdoor niet ten volle benut worden . Ook willen we hiermee in West-Brabant bereiken dat meer vrouwen doorstromen naar topfuncties.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
37
Ouderen behouden voor de arbeidsmarkt De groep ouderen tussen de 45 en de 65 jaar (onder te verdelen in 45- en 55 plussers) maakt ongeveer de helft uit van de niet-werkende werkzoekende klantpopulatie van het UWV Werkbedrijf. Landelijk is de vergrijzing het grootst in Groningen, Limburg en West-Brabant. De vergrijzing is het sterkst bij de overheid en in het onderwijs (meer dan de helft van de werknemers in deze sectoren is 45 jaar of ouder). Ouderen hebben een lagere arbeidsparticipatie en zijn minder mobiel dan jongeren of personen van middelbare leeftijd. Door de toenemende krapte op de arbeidsmarkt is het noodzaak om de arbeidsparticipatie van ouderen te vergroten. Werkgevers hebben het (vaak onterechte) beeld dat ouderen te duur zouden zijn in relatie tot hun productiviteit. In het genoemde rapport wordt aangetoond dat de relatie tussen kosten, productiviteit en leeftijd meer persoons- sector- en beroepsafhankelijk is. Wel blijkt dat de mobiliteit (baanwisselingen) van ouderen laag is terwijl dit bij kan dragen aan langer doorwerken. Werkgevers geven werknemers steeds vaker een tijdelijk contract en uitzendbanen zijn gebruikelijk voor werkhervatters vanuit de WW. Ouderen trekken zich over het algemeen relatief vaker terug van de arbeidsmarkt, of gaan aan de slag als zelfstandig ondernemer. Voor ouderen is het accepteren van een tijdelijke baan relatief onaantrekkelijk, omdat dit zelden leidt naar een vaste baan voor hen. Gezien de veranderende arbeidsmarkt, waarbij ook flexibiliteit wordt gevraagd van de werknemers, zullen ouderen gestimuleerd moeten worden tot het aanvaarden van ook tijdelijk werk. Daarnaast kan van de werkgevers gevraagd worden om door middel van scholing de ouderen arbeidsfit te houden en ook de oudere werknemers te blijven scholen zodat zij beter kunnen concurreren met de jongeren op zowel specifieke als generieke vakkennis.
Wat willen we bereiken: (3b Werkenden) • Verlaging van parttime dienstverbanden vrouwen met (van 75 naar 70 %) met inzet op verhoging van uren door: • Bespreekbaar maken van uitbreiding van uren bij functioneringsgesprekken. • Beschikbaar stellen van middelen door A+O fondsen om organisaties te steunen bij invoeren van flexibel werken en een personeelsbeleid op maat. A+ O fondsen kunnen middelen beschikbaar stellen voor het vrijmaken van coaches binnen de organisaties, experimenten met duo-banen of voor organisaties die zelfroostering willen invoeren. Ook is het mogelijk om gelden vrij te maken om managers bekend te maken met flexibel werken en anders leiding geven of om te investeren in de praktische organisatie van flexibel werken. • Bijeenkomsten voor werkgevers om flexibel werken te stimuleren (ACE ) • 100 scholingstrajecten voor ouderen (45 plussers). • Verlaging van aantal werkzoekende ouderen van 50 naar 40 %. • Inzet meester-gezel projecten om kennis van ouderen over te dragen naar jongeren. • Inzet op flexibiliteit en mobiliteit bij oudere werknemers door middel van scholing (ACE).
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
38
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
39
3c Arbeidsmigranten
3c Arbeidsmigranten
Eindverantwoordelijke RWB Partners Gemeenten UWV Werkbedrijf Werkgeversorganisatie Start 1 januari 2013
De voorspellingen zoals aangegeven in de arbeidsmarktvisie “West-Brabant werkt en pakt door”, geven aan dat ook als het beschikbaar onbenut arbeidspotentieel volledig ingezet wordt, er nog tekorten op de arbeidsmarkt zullen zijn. Daarom zet de regio ook in op de arbeidsmigranten. De migratie uit Midden- en Oost-Europese landen is een fenomeen dat de laatste jaren sterk is toegenomen. Vooral bewoners uit Polen maken op dit moment gebruik van de kans om te migreren. Daarbij zien we twee categorieën, de kortverblijvers en zij die zich permanent in ons land (gebied) willen vestigen. De migratie kent problemen maar biedt vooral ook veel kansen, mits de begeleiding op diverse aspecten in voldoende mate wordt opgepakt. Omdat migratie geen vraagstuk is van één lokale overheid, maar geldt voor de hele regio, en omdat diverse niet-overheidspartijen direct te maken krijgen met migratie, is het zaak om de aanpak en stroomlijning van de migratie in gezamenlijke afstemming op te pakken. De Regio West-Brabant (overheid, marktpartijen en samenwerkende organisaties) hebben de ambitie uitgesproken dat migranten uit Midden- en Oost Europa op een adequate manier worden opgevangen en begeleid m.b.t. werk, huisvesting, taal en inburgering, integratie en participatie, scholing en gezondheidszorg. Afhankelijk van de urgentie, probleemsituatie en mogelijkheden binnen de regio zal dit vereisen dat maatwerk wordt geleverd. Er zijn 7 werkgroepen opgericht die de modules oppakken. De verschillende probleemstellingen worden nader in beeld gebracht waarna er bestuurlijke keuzes gemaakt kunnen worden. Bij het thema “werk” gaat om het bevorderen van goede werkomstandigheden en het bestrijden van discriminatie, de naleving en controle van primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, en naleving en controle van afdracht van belasting en sociale lasten. Hierbij is een goed werkgeverschap een factor van belang. Tevens wordt ingezet op het maximaal gebruik maken van de competenties van de arbeidsmigrant en de verbinding gelegd met regionale arbeidsmarktbeleid. Naast deze groep arbeidsmigranten wil de regio zeker wat betreft de Topsectoren aandacht schenken aan de kenniswerkers. Dit onderwerp zal de komende periode separaat worden uitgewerkt. Op dit moment vindt er een verkenning plaats met expatloket Tilburg en Eindhoven om tot 1 provinciaal loket te komen.
Wat willen we bereiken: • Bij regionaal project “arbeidsmigranten” is arbeid een nadrukkelijk thema. • Informatiepunt voor arbeidsmigranten en kenniswerkers in WestBrabant.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
40
4
ORGANISATIE rpA (stuurgroep)
Begeleidingsgroep
Regionale sectorgroepen: Zorg
Groen
Zakelijke dienstverlening
Techniek
Topsectoren
Uitvoerenden gemeenten, UWV Werkbedrijf en leerwerkadviseurs
rpA (stuurgroep) Het rpA West-Brabant fungeert voor dit project als opdrachtgever en als Stuurgroep. Binnen het rpA is de voorzitter, de heer Meeuwis, daarmee eerst verantwoordelijk bestuurder. Samenstelling Deelnemers rpA West-Brabant: • wethouder gemeente Breda, voorzitter • wethouder gemeente Bergen op Zoom • wethouder gemeente Etten-Leur • wethouder gemeente Oosterhout • wethouder gemeente Roosendaal • wethouder gemeente Geertruidenberg • UWV Werkbedrijf • Bestuurder UNIE/MHP • Bestuurder CNV • Bestuurder MKB • Bestuurder BZW • Bestuurder ROC West-Brabant, • Bestuurder ZLTO • Vertegenwoordiging begeleidingsgroep
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
41
Taken/bevoegdheden en verantwoordelijkheden In het rpA West-Brabant werken gemeenten, onderwijs, bedrijfsleven, UWV/WERKbedrijf en werknemersorganisaties samen aan het ontwikkelen van regionaal arbeidsmarktbeleid en het oplossen van knelpunten op de regionale arbeidsmarkt. Het rpA West-Brabant wordt voorgezeten door de wethouder Sociale Zaken van de centrumgemeente Breda. Het rpA West-Brabant is geen rechtspersoon en wordt daarom in rechte vertegenwoordigd door Regio West-Brabant, het gemeentelijk samenwerkingsverband in West-Brabant op sociaaleconomisch terrein. De stuurgroep ziet toe op de goede doorloop van het proces teneinde de gestelde resultaten allen tijdig te behalen. De stuurgroep wordt geïnformeerd door de portefeuillehouder de heer Meeuwis, daarin bijgestaan door de projectleider. In voorkomende gevallen zal de stuurgroep (het rpA) een beroep kunnen doen op de partners in het project om actief bij te sturen in het proces.
Begeleidingsgroep In deze begeleidingsgroep werken alle partners op basis van hun expertise en betrokkenheid bij het project samen op strategisch niveau. De feitelijke goede gang van zaken wordt door de begeleidingsgroep bewaakt, de begeleidingsgroep staat daarvoor de projectleider te allen tijde ter zijde en komt met dit doel regelmatig bijeen. Samenstelling De begeleidingsgroep bestaat uit de vier stuurders van de sectorgroepen, 1 afgevaardigde uit het onderwijs, 1 afgevaardigde van UWV, 1 afgevaardigde van gemeente namens de 18 WestBrabantse gemeenten plus Tholen; 1 afgevaardigde ondernemers (ACE in 2013). Taken/bevoegdheden en verantwoordelijkheden De begeleidingsgroep laat zich informeren over de voortgang van het project door de Projectleider en bespreekt in haar vergaderingen knelpunten en oplossingen en de aangewezen werkgroepcoördinatoren. De begeleidingsgroep adviseert de projectleider over de maatregelen die deze kan nemen om het project volgens plan te doen verlopen. De begeleidingsgroep richt zich op: • Het structureel verbeteren van het kennisniveau van de partijen die verantwoordelijk zijn voor het uitvoeringsprogramma. • De verbetering van de interne organisatie van betrokken instellingen en organisaties. • Het verbeteren van de onderlinge samenwerking van de partijen. • Het verbeteren van communicatie en dienstverlening naar bedrijven en scholen. • Het vergroten van inzicht in arbeidsmarktontwikkelingen in de diverse sectoren • Het betrekken van zoveel mogelijk gemeenten in West-Brabant bij dit project • Het voorlichten en involveren van relevante organisaties en instellingen met verantwoordelijkheden en taken • Het monitoren van de doelstellingen van dit project en het tijdig bijsturen van de resultaten De begeleidingsgroep valt onder verantwoordelijkheid van het rpA West-Brabant. De voorzitter van de begeleidingsgroep is de projectleider van West-Brabant werkt en pakt door!
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
42
Sectorgroep Voor elke sector is in 2008 een werkgroep opgericht. In deze sectorgroep hebben zitting: vertegenwoordigers werkgeversorganisaties, kenniscentra, ROC- West-Brabant, gemeenten en UWV/WERKbedrijf. Met alle partners wordt een prestatieovereenkomst afgesloten. Hierin worden de te verrichten activiteiten en resultaten vastgelegd. De sectorgroepen werken nauw samen met de leerwerkadviseurs en Werkgevers/ servicepunten. De deelnemers in de werkgroepen bezoeken de ondernemers en maken daar afspraken over (integrale werkgeversbenadering). De stuurders van de sectorgroepen hebben zitting in de begeleidingsgroep en hebben nauw overleg met de projectleiding. De sector- en begeleidingsgroepleden: • vertegenwoordigen de eigen organisatie (en evt. collega-organisaties indien hiertoe gemandateerd); • zijn beslissingsbevoegd binnen de organisatie (of zijn hiertoe gemandateerd); • dragen zorg voor de interne communicatie over sector- en begeleidingsgroep binnen de organisatie en evt. naar collega-organisaties in de regio/ binnen de eigen sector; • borgen de randvoorwaarden binnen de eigen organisatie die nodig zijn om de doelstellingen van West-Brabant werkt en pakt door! in de organisatie succesvol uit te kunnen voeren; • zorgen op alle niveaus binnen de organisatie voor voldoende draagvlak en commitment ten aanzien van het project West-Brabant werkt en pakt door!; • dragen zorg voor inbedding en implementatie van projecten in de eigen organisatie in het kader van duurzame investering in instroom en behoud van personeel; • regelen voldoende menskracht in de organisatie om de activiteiten m.b.t. de uitvoering van West-Brabant werkt en pakt door! uit te kunnen voeren (bijv. ten behoeve van werving, selectie, begeleiding en innovatie ontwikkelde producten); • leveren desgewenst een bijdrage aan externe PR en communicatie over het traject.
Projectleiding De algehele projectleiding ligt bij Regio West-Brabant (RWB) . RWB is verantwoordelijk voor de voortgang van het project, bewaakt dat de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen worden gehaald en volgt daartoe het verloop van het proces. RWB zal voldoende fondsen verwerven en voor deze cofinanciering als budgethouder optreden. Daarnaast is RWB verantwoordelijk voor de tussenrapportages aan de begeleidingsgroep en stuurgroep en cofinanciers. RWB zal eveneens de eindverantwoording verzorgen, inclusief afrondende verslaglegging en accountantsverklaring.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
43
Subregio’s Aanbod (gemeenten) Voor de pijler Aanbod wordt gebruik gemaakt van bestaande samenwerkingsverbanden die zijn ingericht bij de voorbereiding van de nieuwe wet Werken naar vermogen. Het gaat om de volgende 5 regio’s: 1. intergemeentelijke Sociale Dienst Brabantse Wal Bergen op Zoom, Steenbergen en Woensdrecht. 2. WAVA gemeenten Aalburg, Drimmelen, Geertruidenberg, Oosterhout, Werkendam en Woudrichem 3. Samenwerking gemeenten in het midden van West- Brabant Etten-Leur, Rucphen, Moerdijk, Zundert en Halderberge 4. Breda 5. Roosendaal 6. overig: Tholen, Baarle-Nassau, Alphen-Chaam Deze gemeenten hebben geen aparte gemeenschappelijke regeling/ intergemeentelijke samenwerkingsstructuur. Voor het uitvoeringsprogramma zal aansluiting gezocht worden bij 1 van de genoemde subregio’s.
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
44
TIJDSPLANNING EN VERANTWOORDELIJKHEDEN
6
In dit overzicht staat de tijdsplanning voor de gehele projectperiode. Allereerst de vaststelling door rpA en bestuurscommissie SEZ van de Regio West-Brabant en vervolgens de tijdsplanning voor de uitvoering die start op 1 oktober 2012. Ook wordt aangegeven welke partijen verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de verschillende activiteiten. In het laatste kwartaal van 2012 zullen de prestatieovereenkomsten opgesteld worden.
Algemeen Activiteit
Partij
Concept naar partners
Rpa, Gemeenten, UWV, Werkgroepen, ROC West-Brabant, Avans Hogeschool
Begindatum
Einddatum
23 mei 2012 verzending
30 augustus 2012
Opstellen definitieve versie
Stuurgroep
30 mei 2012
7 september 2012
Bespreking concept rpA
rpA leden
30 mei 2012
30 mei 2012
Bespreking concept gemeenten
Hoofden sociale zaken Contactambtenaren
27 juni 2012
27 juni 2012
Opmerkingen
Nog geen vaststelling
rpA vaststelling
rpA leden
26 september 2012
26 september 2012
SEZ vaststelling
Bestuurscommissie SEZ
2 oktober 2012
2 oktober 2012
Start programma
Regio West-Brabant
3 oktober 2012
1 januari 2015
Afsluiten presentatieoverenkomsten met de eindverantwoordelijken
Regio West-Brabant
1 oktober 2012
31 december 2012
Activiteiten 2013
Afsluiten presentatieoverenkomsten met de eindverantwoordelijken
Regio West-Brabant
1 oktober 2013
31 december 2013
Activiteiten 2014
Afsluiten presentatieoverenkomsten met de eindverantwoordelijken
Regio West-Brabant
1 oktober 2014
31 december 2014
Activiteiten 2015
Communicatie
Regio West-Brabant
2012
2015
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
45
Vraag Doelstelling
Verantwoordelijk
Uitvoerende partijen
Zorg
Stuurder sectorgroep Zorg
Sectorgroep Zorg
2013 - 2015
Tijd
Groen
Stuurder sectorgroep Groen
Sectorgroep Groen
2013 - 2015
Techniek
Stuurder sectorgroep Techniek
Sectorgroep Techniek
2013 - 2015
Zakelijke Dienstverlening
Stuurder sectorgroep Zakelijke Dienstverlening
Sectorgroep Zakelijke Dienstverlening
2013 - 2015
Gouden Lijst
Overheid
Gemeenten, UWV, Kenniscentra, ROC West-brabant, Avans Hogeschool
2013-2015
Topsectoren
Regio West-Brabant
Regio West-Brabant, Rewin
2013 - 2015
Opmerkingen
Elk jaar een bijstelling
Schakel tussen vraag en aanbod Doelstelling
Verantwoordelijk
Uitvoerende partijen
Voldoende gediplomeerde instroom
ROB West-Brabant
Werkgevers, ROC West-Brabant, Avans Hogeschool
2013 - 2015
Gecoördineerde werkgevers benadering
Overheid (matching)
Gemeenten, UWV
2013 - 2015
Stuurders sectorgroep (werkgeversbenadering)
Partners sectorgroepen
2013 - 2015
Gemeente Breda
Gemeenten, RWB
2013 - 2015
Wet Werken naar Vermogen
Tijd
Opmerkingen
Aanbod Doelstelling
Verantwoordelijk
Uitvoerende partijen
Tijd
Niet-werkenden
Overheid
Gemeenten, UWV, Sectorgroepen
2013 - 2015
Werkenden
Ondernemers
ACE
2013 - 2015
Arbeidsmigranten
Overheid
Regio West-Brabant
2013 - 2015
Opmerkingen
Uitvoeringsprogramma
West-Brabant werkt en pakt door!
46
6
BRONVERMELDING • Aanzet tot het ontwikkelen van een arbeidsmarktvisie” Calibris januari 2012 • ‘Brabantse zorg en welzijn, streef naar balans’ Transvorm 2011 • “Regioportret van de regio West-Brabant” Landelijke onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg & Welzijn, waarin onder meer ook Calibris participeert; • BPV-Baronmeters Zorg en Welzijn” Calibris, januari 2012 • Strategische verkenning, PIO , Calibris en rpA West-Brabant • “De Arbeidsmarkt in 2016” Aequor, juli 2011 • Sectorale Arbeidsmarktinformatie, RWI december 2011 • Prognose van de arbeidsmarkt in de techniek tot 2016, Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt Universiteit van Maastricht. December 2011 • Arbeidsmarktschets Techniek, UWV Werkbedrijf en Colo, januari 2011 • “wel of niet aan het werk” SCP en RWI Den Haag 2008 • Tijdschrift voor arbeidsmarktvraagstukken 2010 -12 • “samenwerking werkgeversdienstverlening uwv en gemeenten, ontwikkelvarianten en afwegingen” 7 maart 2012 • UWV Kennisverslag, juli 2012 • Bijdrage ROC West-Brabant en Avans Hogeschool aan uitvoeringsprogramma, managementsamenvatting, maart 2012 • “De Nederlands arbeidsmarkt 2011-2015” Yer • SBB barometer, 2012 • “Verdeelde tijd. Waarom vrouwen in deeltijd werken” SCP 2008 • “Deeltijd (g)een probleem” Taskforce DeeltijdPlus • Enquête werkgevers door ACE
Uitvoeringsprogramma
Mede mogelijk gemaakt met financiële ondersteuning van de provincie Noord-Brabant.