u N n a v s r e d u O e d i u G e
Beginscherm Terug naar alle eGuides
Inhoud
Alle hoofdstukken
Terug
Terug naar het vorige scherm
Favorieten
Onthoud je favoriete hoofdstukken
Deel
Hier kun je een scherm delen met anderen
Overzicht
Bekijk alle pagina’s in een overzicht
Hoe werkt deze eGuide Colofon Deze eGuide werkt als een boek. Swipe naar rechts voor de volgende pagina. Als je op het Ouders van Nu-logo rechts bovenin de pagina klikt, kom je weer terug in de inhoudsopgave. Als je een
ziet dan loopt het hoofdstuk door op de volgende pagina. Als je een ziet dan is het hoofdstuk afgelopen. Als je nu naar rechts swiped, begin je aan het volgende hoofdstuk.
Tip: tik ergens op je scherm en je krijgt de navigatie te zien zoals die op deze pagina bovenen onderaan te zien is.
Hoofdredacteur: Hilde Tholen Eindredactie: Suzanne de Goeij Projectcoördinatie: Floor Soeteman Redactie: Nanouk van Gennip Art director: Saga Søborg Vormgeving: Floor Soeteman, Hans Jelles Beeldredactie: Floor Soeteman, Madeleine Schönherr Aan deze uitgave werkten mee: Benthe Kuijpers Dit is een uitgave van Ouders van Nu, onderdeel van Sanoma.
> Bronvermelding > Disclaimer
© Copyright
i
Inhoud Voorwoord 1 Is je kind er klaar voor?
en wat heb je allemaal nodig?
2 Zindelijk maken, hoe doe je dat?
met deze 7 stappen lukt het zeker
3 Een beloningssysteem kan helpen
stickers, cadeautjes en uitjes
4 Hoe hou je het leuk? tips voor een zorgeloze zindelijkheidstraining
5 Overdag wel maar 's nachts niet
zo stimuleer je je kind droog te blijven
6 Mam, gaat het WC- monster mij opeten?
eerste hulp bij kinderangsten
7 Zindelijk, en dan?
Over billen afvegen, verstopping en meer
8 Het is bruin en zit op de muur...
waarom poepsmeren er soms bij hoort
9 Terug bij af
Wat te doen bij een terugval
over deze eGuide
Voorwoord Dé manier om je kind zindelijk te maken is er niet, maar er zijn wel veel tips die je kunt toepassen om je kind er bij te helpen. Wanneer begin je bijvoorbeeld met zindelijkheidstraining, hoe laat je je kind aan een grote-mensen-wc wennen en hoe hou je het leuk?
Deze en vele andere vragen worden beantwoord in deze Ouders van Nu eGuide.
Wij wensen je veel succes en een voorspoedig luiervrij leven toe!
Hilde Tholen, Hoofdredacteur Ouders van Nu
hoofdstuk 1
Is je kind er klaar voor? En wat heb je allemaal nodig? Zo rond de 2 jaar beginnen veel ouders zich af te vragen hoe ze hun kind zindelijk kunnen maken. Het antwoord is simpel: dat kan niet, dat doet het kind zelf. Aanmoedigen kan natuurlijk wél. Met heel veel geduld en liefde. Wanneer wordt een kind zindelijk? In Westerse landen worden de meeste kinderen tussen de 2 en 3 jaar zindelijk. Zo’n 24 tot 30% is pas na het 4e jaar overdag luiervrij. Vervolgens duurt het nog 6 tot 12 maanden extra voordat een kind ook ’s nachts zindelijk is. Meisjes worden over het algemeen iets eerder zindelijk dan jongens. Maar dat is een gemiddelde. Misschien is jouw kind er al eerder aan toe, of later. Eén ding is zeker: om zindelijk te worden, zijn twee dingen nodig: je kind moet er fysiek én emotioneel aan toe zijn.
Over het algemeen wordt aangenomen dat een kind onder de 18 maanden nog niet zindelijk kan worden. Hij heeft dan namelijk nog niet voldoende controle over zijn sluitspieren om zijn plas en
ontlasting op te kunnen houden. Maar elk kind is anders, en elk kind wordt anders zindelijk. Ook binnen gezinnen komen grote verschillen voor. Dat is heel normaal. Ouders kunnen dus niet verwachten dat een nieuw kind net zo snel zindelijk wordt als zijn oudere broertje of zusje.
Is je peuter eraan toe? Je kind geeft zelf aan als hij aan het potje toe is. Let op deze signalen: Je kind heeft steeds vaker een droge luier; Het is duidelijk dat je kind bewust plast of poept (concentreert zich of wijst naar luier); Je kind toont interesse voor wat er uit zijn eigen lichaam komt; Je kind vindt het heel interessant wat jij op de wc doet; Je kind begint zelf aan de luier te trekken om hem af te doen. Heb jij 3 keer ‘ja’ geantwoord? Ga ervoor!
Wat heb je allemaal nodig? Gewillige peuter Stapel mooie onderbroekjes Potje Billendoekjes Emmer sop en dweil Plastic zakjes (voor ongelukjes buitenshuis) Matrasbeschermer of onderlegger Eventueel: toiletverkleiner of krukje
rond en voelt hij precies wanneer er iets komt. En jij hebt de tijd om hem op het potje te zetten. Of om ongelukjes op te dweilen. Dit zijn momenten waarop het niet handig is om te beginnen met zindelijkheidstraining: als je kind ziek is; of als er een grote verandering aan staat te komen, zoals een verhuizing of de geboorte van een baby.
Heel veel geduld
Wat voor soort potje? Er zijn heel veel soorten potjes te koop. Sommige ouders kiezen voor een simpel, functioneel potje en anderen schaffen liever een potje aan dat een melodietje afspeelt bij succesvol gebruik. Er bestaat geen goed of fout. Om je peuter enthousiast te krijgen, kunnen jullie samen een potje gaan kopen. Heeft je kind niets met een potje, dan kun je hem natuurlijk ook meteen op de wc zetten. Voor meer stabiliteit kun je een toiletverkleiner gebruiken. Eventueel ook verkrijgbaar met een opstaptrapje waardoor je kind helemaal zelfstandig naar de wc kan. Er zijn tegenwoordig zelfs opvouwbare toiletverkleiners, die je gemakkelijk over de grote wc-bril plaatst. Handig voor onderweg of op reis.
Wat is een goed moment? Het perfecte moment bestaat niet. Maar veel ouders kiezen voor de zomer. Het wordt niet gestaafd door wetenschappelijk onderzoek, maar praktisch is het zeker. In de vakantie loopt je kind meestal veel in zijn blote billen of onderbroekje
Goed om te weten Zindelijkheidstraining is in principe geen handige term. Je kunt een kind niet trainen. Hooguit een handje helpen. Schiet niet in de stress als het wat langer duurt. Je mag van een kind verwachten dat hij (overdag) luiervrij is met 5 jaar. Dan pas zijn alle organen volledig uitgerijpt die een rol spelen bij de zindelijkheid.
hoofdstuk 2
Zindelijk maken, hoe doe je dat? Met deze 7 stappen lukt het zeker Na zo’n 2 jaar luiers verschonen ben je er waarschijnlijk wel een beetje klaar mee. Het is zo veel makkelijker als je kindje zindelijk is. Plus: het scheelt enorm in je portemonnee en is minder belastend voor het milieu. Volg dit stappenplan en zwaai de luiers voorgoed vaarwel! 1. Zet je kind op het potje Haal een potje in huis en zet het op een plek waar je kind er makkelijk bij kan. Haal er eens een (plas) pop bij om te laten zien waarvoor het bedoeld is. Je kunt zelf ook het goede voorbeeld geven door het potje naast de wc te zetten. Iedere keer dat je zelf gaat, neem je je peuter mee en laat je hem op het potje zitten. Voor sommige kinderen is het even wennen: met blote billen op het potje, zonder vertrouwde luier. Maar misschien vindt jouw kind het wel heel interessant. Zo niet, dan kun je hem afleiden door bijvoorbeeld samen een blokkentoren te bouwen, te zingen, een verhaaltje te lezen of jouw ‘verboden’ handtas binnenstebuiten te keren. Net als met eten heeft
dwingen geen zin; vaak aanbieden is het devies. Ideaal moment: voordat hij in bad gaat. Een lopende kraan wekt een plasje wat makkelijker op. Heeft je kind voor het eerst op het potje geplast? Vier die mijlpaal uitbundig en ga iets leuks doen of geef een cadeautje. Natuurlijk hoeft dat niet elke keer, maar prijs je kind wel altijd als hij heeft geplast of gepoept.
2. Let op het ritme De meeste kinderen plassen of poepen zo’n 5 minuten na een maaltijd of na het slaapje. Als je ze dan op de pot zet, heb je meestal snel resultaat. Hou het plas- en poepritme van je kind dus goed in de gaten. Als er daadwerkelijk wat wordt geproduceerd, beloon je dat natuurlijk met een knuffel, applaus en eventueel een mooie sticker op de plaskaart (zie hoofdstuk 3 ‘Een beloningssysteem kan helpen’. Dat stimuleert om door te gaan.
3. Maak er een gewoonte van Voer langzaam de frequentie op, zodat je kind uiteindelijk na alle maaltijden, maar ook na tussendoortjes en na het middagslaapje op het potje gaat. Dan wordt het voor hem, en ook voor jou, routine. Je zult merken dat er al aanzienlijk minder luiers nodig zijn. Als je kiest voor een beloningssysteem (zie hoofdstuk 3) ga dan door met stickers plakken voor ieder goedgemikt plasje of poepje.
4. Doe thuis de luier af Zonder luier merkt je kind pas echt goed wanneer hij moet poepen of plassen. In de zomer kun je hem gewoon in zijn blote billen laten lopen. Maar het is ook goed als hij voelt dat zijn kleding nat wordt: dat is niet prettig en motiveert om de volgende keer weer op het potje te plassen.
5. Stuur bij Zet je kind na een ‘ongelukje’ altijd op de pot, zodat hij leert dat hij het daar moet doen. Blijf rustig, anders schrikt hij. Dan houdt hij misschien zijn plas op, waardoor hij even later weer in zijn broek plast. Gaat het nog vaak mis, hou dan bij wanneer dat gebeurt: vaak ontdek je ook dan een ritme. Goed om te weten: ook als kinderen zindelijk zijn, kan het nog best eens gebeuren dat ze te laat bij de wc zijn. Omdat ze geconcentreerd aan het spelen zijn bijvoorbeeld, of omdat ze moe zijn. Zeker onder de vier jaar komt het nog regelmatig voor.
6. Ga op stap zonder luier Begin met een kort uitstapje, boodschappen doen bijvoorbeeld. Zet je kind bij thuiskomst meteen
op het potje. Gaat dat goed, dan kun je langere uitstapjes maken. Moet je een tijdje in de auto zitten, neem de pot gewoon mee, dan kun je onderweg nog even stoppen. Vergeet niet extra ondergoed en schone kleding mee te nemen.
7. Bouw af Na verloop van tijd geeft je kind – naast jouw routine – nu ook zelf aan dat hij naar de wc moet. Hij slaapt nog wel met een luier, maar na ongeveer twee maanden merk je dat ook die tijdens de middagslaap droog blijft. Zo’n halfjaar tot een jaar nadat hij overdag zindelijk is geworden, kan hij ook ’s nachts zijn plas en poep ophouden. Om de kans te vergroten dat hij de hele nacht droog blijft, kun je hem nog eens (slapend) laten plassen voordat je zelf naar bed gaat.
Een paar handige tips: Een romper is nu onhandig. Schaf meisjes- of jongensondergoed aan, dat vindt je kind maar wat stoer, en het gaat makkelijker aan en uit. Gebruik als overgang trainingsbroekjes in plaats van luiers. Ze zijn makkelijker door je kind zelf uit te trekken en hij voelt een ongelukje daarmee beter dan in een ultra-absorberende wegwerpluier. Een maillot of legging is handig als je kind geen luier draagt: vocht wordt goed opgevangen en poep is makkelijker op te ruimen. Gebruik tijdelijk een matrasbeschermer om vlekken te voorkomen.
Geef je kind steeds meer verantwoordelijkheid. Je kunt hem vanaf tweeënhalf jaar leren zelf een schoon trainingsbroekje aan te trekken als hij erin geplast heeft. Prijs hem als dat lukt. Vertel ook op de crèche wat hij al kan. Ben je het gedweil en het gewas even zat? Trek je kind dan een onderboek onder de luier aan. Zo voelt je kind wel wanneer hij een boodschap heeft gedaan, zonder dat jij er veel gedoe van hebt. Wel snel verschonen om geïrriteerde billen te voorkomen.
Blijf relaxed Scheppen andere moeders in je omgeving op dat hun kinderen héél snel zindelijk waren? Dat is vaak een bewust of onbewust gevalletje van geschiedvervalsing. Laat je in ieder geval niet opjagen. Ieder kind wordt zindelijk op zijn eigen tijd. Dus geef je kind de tijd.
Haastige spoed, is zelden goed Uit onderzoek blijkt dat hoe jonger het kind is, hoe langer het duurt voor het zindelijk is. Intensief trainen heeft geen zin: kinderen die niet meer dan drie keer per dag op het potje worden gezet, zijn sneller zindelijk dan kinderen die er vaker op worden gezet.
hoofdstuk 3
Een beloningssysteem kan helpen Stickers, cadeautjes en uitjes Als het goed gaat met de zindelijkheidstraining hoort daar natuurlijk een beloning bij. Soms werkt een complimentje. Maar de meeste kinderen hebben meer motivatie nodig. Een beloningssysteem kan dé oplossing zijn. Maar hoe gebruik je het effectief? Belonen werkt altijd goed bij kinderen. Zo leren ze op een positieve manier wat er van ze verwacht wordt. Belangrijk: bepaal van te voren heel precies waar je kind een beloning mee kan verdienen. Voor ieder plasje of alleen het eerste plasje op het potje? Voor overdag zindelijk zijn of krijgt je kind pas een beloning als hij ook ’s nachts geen luier meer nodig heeft? Communiceer dit ook duidelijk met je kind.
Hoe werkt een beloningssysteem: Allereerst bedenk je hoe lang je met het stickersysteem door wilt gaan. Een week, twee weken, een maand of langer? Het kan allemaal. Je kunt een kalender gebruiken, het liefst met grote vierkante hokjes. Als je die niet hebt, kun je ook hokjes tekenen. Op de volgende pagina staat een beloningskaart die je kunt downloaden. Elk plasje verdient een sticker. Gepoept? Dan verdient je kind of een grote sticker of 2 stickers. Leg je kind steeds uit waarom hij een sticker mag plakken. Plak meteen na een succesvol potjesbezoek, anders verliest het zijn kracht.
Het is belangrijk om consequent te zijn. Je kind mag dus geen sticker plakken als hij zich niet aan de afspraak heeft gehouden. Leg je kind dan ook uit waarom hij geen sticker mag plakken.
download hier de beloningskaart
download hier de stickers
Als je kind een bepaald aantal stickers heeft, krijgt hij een beloning. Je kunt dus zelf bepalen na hoeveel stickers jij een beloning aan je kind geeft.
Wat geef je als beloning?
Tips voor een goed beloningssysteem
De beloning hoeft niet groot te zijn, maar geef wel iets waar je kind heel blij van wordt. Dat kan variëren van een boekje voorlezen of zijn favoriete gerecht maken tot een bezoekje aan de kinderboerderij. Probeer een goede balans te vinden tussen de beloning haalbaar maken en het niet te snel belonen. Gaat het gedrag van je kind de goede kant op? Maak het dan moeilijker voor hem om de beloning te krijgen. Zo houd je het uitdagend en ziet je kind het als een spel.
Ga niet in onderhandeling en sjoemel niet als je kind verdrietig is omdat hij het niet gehaald heeft.
Wat voor effect heeft het beloningssysteem?
Zorg voor goede afwisseling van materiële en immateriële beloningen. Bepaal deze ook van te voren, zodat je geen valse beloftes maakt.
Met het beloningssysteem kun je veel bereiken. Je kind zal moeite doen om de beloning te krijgen. Hij zal dan ook apetrots zijn als hij alle stickers heeft en zijn doel heeft behaald. Als de beloning is verdiend, kan je er nog een ronde aan vastplakken als het nodig is. Dit is vooral aan te raden als het een aantal dagen niet goed ging en er dus geen sticker was verdiend.
Pas de ingewikkeldheid van het beloningssysteem aan op de leeftijd van je kind. Voor kleine kinderen kun je bijvoorbeeld ook alleen stickers gebruiken en niet op dagen letten. Gebruik een beloningssysteem niet te lang, dan verliest het zijn kracht.
hoofdstuk 4
Hoe hou je het leuk? Tips voor een zorgeloze zindelijkheidstraining Veel ouders proberen hun kind zindelijk te maken voordat hij naar school gaat. Door de druk die er dan op komt te liggen, lukt het vaak helemaal niet meer. Probeer het dus leuk te houden met deze tips. 1. Forceer niets Maak het potje aantrekkelijk door samen iets leuks te doen als je kind erop zit. Leg de nadruk op het samen zijn. Hij hoeft nu nog niets in het potje te doen. Blijft je kind niet zitten? Forceer niets en probeer het de volgende dag gewoon nog een keer.
2. Zorg voor afleiding Je kunt samen een (zindelijkheids)boekje lezen, samen een liedje te zingen of een favoriet spelletje doen. Maakt niet uit wat het is, probeer iets te vinden wat je kind onweerstaanbaar vindt en bewaar die activiteit voor op het potje.
3. Plak wc-stickers Tegenwoordig zijn er leuke wc-stickers te koop, die je in de toiletpot kan plakken. Ze zijn met name bedoeld voor jongens, die zo een grappig focuspunt hebben om op te mikken.
4. Kijk, pop doet het ook Met plaspoppen kun je tijdens het zindelijk worden een rollenspel spelen. Op deze manier stimuleer je je peuter om op het potje te gaan plassen. Want ja, als pop het kan…
hoofdstuk 5
Overdag wel maar ’s nachts nog niet Zo stimuleer je je kind droog te blijven Kinderen worden vaak eerst overdag zindelijk en dan pas ’s nachts. De meesten worden vanzelf ’s nachts zindelijk, maar je kunt je kind er ook een handje bij helpen. Hier 6 praktische tips.
4. Drinken: Laat je kind overdag voldoende drinken, zodat hij regelmatig moet plassen en de blaas goed leert voelen. ’s Avonds drinken mag ook, maar niet te veel. Vermijd cola of thee. Dat bevat cafeïne en theïne die zowel de blaas als
1. Extra plasmoment: Als je je kind ’s avonds voordat je zelf naar bed gaat even op de wc zet, helpt dat om ’s nachts droog te blijven.
5. Regelmatig slaapritme: Verder is het belangrijk om een regelmatig slaapritme aan te houden. En maak er een klein feestje van als je kind droog is.
2. Maak het makkelijk(er): Zorg ervoor dat je kind makkelijk in en uit bed kan. Een nachtlampje kan daarbij helpen. Vermijd flanellen pyjama’s en zwaar beddengoed. Deze kunnen het je kind moeilijk maken om te voelen wanneer ze moeten plassen en wakker worden.
6. Plaskalender: Wat vaak goed helpt, is een plaskalender ophangen. Bij deze methode mag het kind voor elke droge nacht een sticker opplakken. Als de kalender vol is, krijgt hij een beloning. Zo benadruk je de droge, in plaats van de natte nachten.
3. Experimenteer: Probeer je kind na een paar nachten met een droge luier eens zonder luier te laten slapen. Gebruik wel een matrasbeschermer voor de zekerheid.
de nieren prikkelen. Ook ijskoude dranken kun je beter niet geven.
Wanneer wordt bedplassen een probleem? Veel kinderen beginnen aan de basisschool terwijl ze ‘s nachts nog in bed plassen. Sommige van deze kinderen schamen zich voor het bedplassen, vooral uit angst om ermee gepest te worden. De kans is groot dat ze proberen te vermijden om bij vriendjes te slapen. Tot een jaar of 7 hoeft bedplassen geen signaal te zijn voor een achterliggend probleem. Vaak gaat bedplassen vanzelf over. Mocht dit niet het geval zijn, dan zou je de huisarts kunnen raadplegen. Die kan je een van de volgende hulpmethodes adviseren:
Plaswekker: Een plaswekker bestaat uit een zender en een ontvanger. De zender is het broekje en de ontvanger is een alarmkastje. Wanneer er een beetje urine in het broekje komt, gaat een alarm af om het kind wakker te maken.
Blaastraining: De plaswekker wordt vaak gebruikt in combinatie met een blaastraining. In ziekenhuizen worden cursussen gegeven, waarbij kinderen aan de hand van verschillende technieken leren om hun plas op te houden en beter naar hun plassignaal te luisteren. Je kind leert dus eigenlijk een beetje op te letten tijdens zijn slaap.
Geneesmiddelen: In het uiterste geval zijn er medicijnen die kunnen helpen. Desmopressine beïnvloedt het hormoon dat de vochtafscheiding stimuleert. Normaal gesproken zorgt een lichaamseigen stof ervoor dat ons lijf ’s nachts meer vocht vasthoudt dan overdag. Veel bedplassers maken ’s nachts niet genoeg van deze stof aan. Ze produceren meer urine dan de blaas aankan met als gevolg: een nat bed. Desmopressine vult het tekort aan deze stof aan en zo wordt er niet zoveel urine gevormd. Het is alleen op recept verkrijgbaar.
hoofdstuk 6
Mam, gaat het wcmonster mij opeten? Eerste hulp bij kinderangsten Veel kinderen vinden het eng om op de pot of wc te poepen en plassen. Of ze plassen wel op de wc, maar willen alleen in hun luier poepen. Hoe ga je om met die angsten?
Dan kan het helpen als hij ziet dat zij ook naar de wc gaan. Vertel je kind dat op de wc plassen en poepen niet eng is. Je kind de wc laten doortrekken of hem laten helpen met schoonmaken kan de angst doen verdwijnen.
Het is vooral belangrijk dat je je kind niet gaat dwingen. Doe je dat wel, dan ontaardt dat meestal in een machtsstrijd, die je doorgaans verliest. Ook het weglachen van de angst met goedbedoelde opmerkingen als ‘Welnee joh, het potje bijt niet in je billen!’ is af te raden. Neem de angst van je kind serieus.
Alleen poepen in de luier
Het kan zijn dat je kind even moeten wennen aan de nieuwe houding, want in zijn luier kan hij ook staand of liggend plassen en poepen. Het kan ook zijn dat je kind nog niet toe is aan zindelijk worden.
Het beste is om eerst met een potje te beginnen. Stap pas als dat goed gaat over op de wc. Heeft je kind grotere broers of zussen?
Verder zijn er leuke boekjes over zindelijk worden die je samen kunt lezen.
Wat ook veel voorkomt, is dat kinderen wel op de wc of het potje plassen, maar het poepen liever in de luier doen. Eigenlijk is je kind dan al zindelijk, maar het poepen lukt nog niet op de goede plek. Sommige peuters zijn bang om hun ontlasting los te laten. Ze zien het als een deel van zichzelf dat ze niet graag in de po of wc laten vallen. Orthopedagoog Mariëlle Beckers: ‘Dit is meer een gedragsprobleem dan een zindelijkheidsprobleem.
Word in ieder geval niet boos en dwing je kind niet, want dan wordt zijn angst alleen maar groter. Hij kan zijn ontlasting gaan ophouden, waardoor hij verstopt raakt. Zo ben je nog verder van huis.’
Stickersysteem Wat je wel kunt doen, is met een stappenplan en beloningssysteem je kind leren op de wc te poepen. Mariëlle Beckers: ‘Elke genomen stap die goed gaat, kun je belonen met bijvoorbeeld een sticker. De eerste stap is je kind in de luier laten poepen, maar wel in de buurt van de wc. Als dat goed gaat, laat je hem in zijn luier poepen terwijl hij op de wc of het potje zit. Bij de volgende stap gaan de plakkers van de luier los. En zo ga je door tot je kind zonder luier op de wc poept.’
hoofdstuk 7
Zindelijk, en dan? Over billen afvegen, verstopping en meer Hoera, je zoon of dochter is zindelijk! Maar dan ben je er nog niet. Hoe leer je een kind om zijn of haar billen af te vegen, hoe ga je om met ongelukjes en wat als je kind last krijgt van verstopping? Hoe breng ik mijn kind goede hygiëne bij? Billen vegen, handen wassen na het plassen: hygiëne is belangrijk. Maar hoe breng je het je kleuter bij? Begin met oefenen zodra je kind goed zelf op de wc kan poepen, maar in ieder geval ruim voor zijn vierde verjaardag. Leer je kind hoeveel papier hij nodig heeft én hoe je het beste kunt vegen. Oefen hier veel mee, maar leg geen druk op je kind. Check na iedere veegbeurt zijn billen. Hou het leuk en deel veel complimenten uit. Ook hierbij kan een beloningssysteem een duwtje in de rug geven. Geef bijvoorbeeld een sticker als je kind het goed probeert. Vergeet niet dat hij goed zijn handen wast na het poepen. Leg uit dat handen wassen belangrijk is in verband met allerlei bacteriën waar je ziek van kunt worden.
Gaat je kind al naar school en is het vegen een probleem? Geef je kind dan vochtige doekjes mee, dit veegt makkelijker en hij voelt beter waar hij al geweest is. Let er dan wel op dat het biologisch afbreekbare doekjes zijn, want grote kans dat je kind vergeet dat ze in de prullenbak moeten.
Overleg met de juf Veel kinderen die nét naar school gaan, vinden het enorm spannend om op school te poepen. Je kind zal de eerste niet zijn die met een poepbroek thuis komt of juist op school niet wil poepen. Overleg met de juf. Sommige juffen willen namelijk wél de billen van je kind afvegen of even checken of het klusje grondig genoeg is gedaan. Dat kan je kind nét dat steuntje in de rug bieden om gewoon naar de wc te gaan. Tóch een ongelukje? Zorg dat je een tasje met reservekleding aan de kapstok van je kind hangt en laat hem ongelukjes melden bij de juf. Het stinkt namelijk niet alleen, het leidt ook tot pijnlijk, rode billen.
Mijn kind houdt zijn poep op. Hoe erg is dat? Zindelijke kinderen kunnen poepen uitstellen omdat ze net zo fijn aan het spelen zijn. Help je kind op tijd naar de wc te gaan, want te lang wachten kan voor verstopping zorgen, waardoor hij bang kan worden dat poepen pijn doet. Hij gaat het ophouden, waardoor het alleen maar erger wordt. Je kunt dan een poepdagboek gaan bijhouden (Download hier een poepdagboek), zodat je meer inzicht krijgt in het poepgedrag van je kind en waar het dus mis gaat. Mocht het een probleem blijven dan kan de huisarts je eventueel doorverwijzen naar een poeppoli.
Mijn kind heeft dunne poep, soms wel een paar keer per dag. Hoe komt dat? Veel kinderen tussen de één en vier jaar hebben hier last van, daarom wordt het wel peuterdiarree genoemd. Als je kind dit heeft, voelt hij zich vaak niet ziek en eet en groeit hij goed. De diarree komt dan ook niet door een virus of bacterie, maar door verkeerde eetgewoontes. Een grote boosdoener is vruchtensap. Zo zit er in appelsap veel fructose en dat kunnen de darmen van je kind niet goed opnemen. Af en toe een glas is geen probleem, maar kies liever voor water, thee of aanmaaklimonade.
Hoe voorkom ik verstopping? Een keertje flink moeten persen, is niet zo erg. Als je kind vaker moeilijk poept en er duidelijk last van heeft, is het tijd om in actie te komen. Bij een verstopping poept je kind minder vaak (minder dan drie keer per week) en heeft hij waarschijnlijk buikpijn. Soms is de boel zo ernstig geblokkeerd, dat er langs de verstopping waterige poep lekt. Ga dan naar de dokter, die kan een poeder of drankje voorschrijven om de ontlasting zachter te maken. Laat je kind genoeg drinken en zorg dat hij veel vezels eet. Bruine boterhammen en veel fruit dus! Ook voldoende gezonde vetten zijn belangrijk. Die zitten onder andere in volle melk en boter. Daarnaast houdt rennen, dansen en (buiten) spelen de darmen aan het werk.
Waarom verandert de poep van mijn baby als er een tandje doorkomt? Het is niet wetenschappelijk bewezen dat doorkomende tandjes voor andere poep zorgen, maar toch zien veel ouders de luierinhoud veranderen. De poep van je kind is dunner en ruikt zurig. Vaak heeft hij ook luieruitslag als er een tandje op komst is. Als het tandje eenmaal is doorgekomen, dan wordt zijn ontlasting weer normaal. Is dat niet zo, dan kan het zijn dat je kind ziek is.
Hoe voorkom ik poepproblemen op vakantie? Was voor het eten altijd je handen. Eet buiten Europa geen ongekookt voedsel. Koop fruit dat nog niet geschild is en check of je het kraanwater kunt drinken. Pas op met ijsblokjes en rauwkost, beiden worden vaak onder de kraan gewassen. Warmte of ander eten kan diarree veroorzaken. In dat geval zijn zakjes kinder-ORS, om suiker- en zouttekorten aan te vullen, heel handig; voor kinderen mag je namelijk geen diarreestoppers gebruiken. Ga langs een dokter als de diarree na een paar dagen nog niet over is. Vreemd eten op vakantie kan trouwens ook voor verstopping zorgen. Let dan extra op of je kind genoeg vezels en vocht binnenkrijgt.
hoofdstuk 8
Het is bruin en zit op de muur... Waarom poepsmeren er soms bij hoort Poepsmeren, sommige peuters zijn er dol op. Heb jij ook zo’n kleine kunstenaar in huis? Zo deal je ermee. Het is even wennen dat poep zo’n grote plek in je leven krijgt als je moeder bent. Je vervangt soms wel 5 poepluiers per dag. En ‘heeft-ie al gepoept?’ wordt ineens een hele normale vraag. Is je peuter eenmaal zindelijk, dan ben je blij dat die volle luiers verleden tijd zijn. Maar dan komt de poepfase. En met die fase kan het poepsmeren om de hoek komen kijken. Bij de meeste kinderen blijft het bij een een- à tweemalige actie, maar je hebt ook dreumesen die eigenhandig romper en luier uittrekken en de muur en bedspijltjes een smeerbeurt geven. Veel ouders maken zich dan zorgen, ze denken dat een kind een probleem heeft.
Waar komt die behoefte vandaan? Pedagogen zeggen dat het bij de bevrijding van de luier hoort. Als de luier wegvalt, en daarmee het wegmoffelen van de inhoud, is wat er uit hun
lichaam komt een nieuwe ontdekking. En alles wat nieuw is, is interessant. Veel kinderen zien poep als een soort speelgoed. De substantie is ook niet onaardig. We geven kinderen tenslotte klei en later op school brooddeeg om mee te boetseren, maar wat is eigenlijk het verschil? Dat er bacteriën in zitten, dat weten wij als ouders, maar daar heeft een kind geen weet van.
Hoe reageer je erop? Hoewel het een normale fase is, is het natuurlijk niet de bedoeling dat je kind het blijft doen. Reageer er niet te gestrest op, ook al vindt je het nog zo vies. Help je kind zijn handen te wassen, geef hem een doekje en laat hem zichzelf schoonmaken. Zo laat je merken dat poep niet fris is en dat het opgeruimd moet worden, zonder dat je het volledig afkeurt.
Wanneer wordt het een probleem? Neemt poepsmeren extreme vormen aan, dan is het slim dit in de gaten te houden, zeggen pedagogen. Kinderen die poep blíjven smeren bijvoorbeeld, zelfs als ze al een jaar zindelijk zijn. Het zou kunnen dat een kind een grote verandering heeft meegemaakt, of op deze manier aandacht wil vragen. Ook de reactie van ouders op poepsmeren is van belang. Zo kan verbieden averechts werken. En als je er steeds om lacht, wordt het een succesvolle grap.
De ‘leuke’ kant van poepsmeren Peuters die vaak poepsmeren horen bij het type ‘zintuigelijke kinderen’. Bij de beschrijving hoort ‘in aarde en klei wroeten’. Zij zijn meer dan anderen bezig met ruiken, voelen en proeven. Later doen ze hier hun voordeel mee. Oftewel, peuterpoepsmeerders zijn pottenbakkers, koks en kunstenaars in de dop. Ze houden ervan om deeg te kneden en te kleien. Geef gehoor aan die behoefte en wie weet neemt het poepsmeren dan af.
hoofdstuk 9
Terug bij af Wat te doen bij een terugval Het kan voorkomen dat je al zindelijke kind toch ineens weer in bed plast of niet meer op de wc wil. Wanneer ongelukjes structureel worden dan is er sprake van een terugval. Wanhoop niet, dit komt veel voor en is normaal bij zindelijk worden. Kinderen vallen soms tijdelijk terug in hun ontwikkeling. Opeens doen ze niet meer wat daarvoor wel lukte, zoals droog blijven. Dat kan gebeuren in situaties die veel energie kosten of spanning geven. Een baby erbij, voor het eerst naar de peuterspeelzaal of uit logeren, ziek zijn, een echtscheiding of te veel dwang om zindelijk te worden...
Tip: laat je kind op zo’n moment merken dat je er alle vertrouwen in hebt. Zeg dat het vast weer goed komt. Jouw vertrouwen kan hem er snel bovenop helpen. Zorg dat je kind zich bij jou veilig voelt en met zijn verhaal bij je terecht kan. Als je kind zich weer prettiger voelt, houdt het broekplassen hopelijk op. Zo niet, neem dan eventueel contact op met je huisarts.
Terugval als manipulatie Tijdens de peuterpuberteit kunnen kinderen zindelijkheid gebruiken als machtsmiddel. Krijgt een kind zijn zin niet dan kan het gaan broekplassen of protestpoepen om zijn zin door te drijven. Het advies is om het zindelijk worden dan even te laten rusten en na een paar weken opnieuw te beginnen. Een kind moet niet uit angst voor de ouder zindelijk worden, maar om de ouder een plezier te doen.
Disclaimer Ondanks de constante zorg en aandacht die wij besteden aan de samenstelling van de eGuides en de daarin opgenomen gegevens kan Sanoma niet instaan voor de volledigheid, juistheid of voortdurende actualiteit van de gegevens en de inhoud. De geboden informatie is uitdrukkelijk niet bedoeld ter vervanging van deskundig advies en Sanoma kan er niet voor instaan dat de informatie geschikt is voor het doel waarvoor de informatie door u wordt geraadpleegd. Sanoma aanvaardt dan ook geen aansprakelijkheid voor enigerlei directe of indirecte schade, van welke aard ook, die voortvloeit uit of in enig opzicht verband houdt met het gebruik van de eGuides.