Gezinsdagboek Denk je aan danken? Lukas 17:11-19
1
Gezinsfolder Hoe werkt deze gezinsfolder? Gezinsopdrachtje Beschrijving voor de ouders van een kleine doe-opdracht om met elkaar als gezin te doen. De plek van de beschrijving in de folder (bovenaan of onderaan) geeft aan of de opdracht geschikt is om als introductie te doen of juist als afsluiting. Het doen van dit soort opdrachtjes is niet alleen leuk, maar ook erg functioneel. Kinderen onthouden de boodschap beter als deze gecombineerd wordt met een stukje ‘ervaring’ en ‘doen’. Advies: lees voordat de week begint alle opdrachtjes alvast door ivm de (kleine) voorbereiding die het vraagt. Bijbellezen Het te lezen bijbelgedeelte met een korte uitleg voor de kinderen. Tip: zorg dat de kinderen die kunnen lezen een eigen Bijbeltje voor zich hebben, zodat ze zelf kunnen meelezen (evt. hardop ieder een vers). Ook is het met name voor jonge kinderen leuk om platen bij het verhaal te zien. Zoek een kinderbijbel/bijbelboekje op met zulke platen en wijs aan of vraag wat je uit het verhaal ziet. Gespreksvragen Gespreksvragen om met elkaar door te spreken over het bijbelgedeelte en de boodschap. Probeer het gesprekje met de kinderen zo te leiden dat alle kinderen mee kunnen doen, breng de vragen op het niveau van de kinderen. Voor jonge kinderen: korte, eenduidige vragen (wie/wat/waar). Bij oudere kinderen kun je daarop doorvragen, bijvoorbeeld ‘waarom vind je …’ of ‘hoe denk je …’ Bidden en danken Gebedspunten. Tip: laat de kinderen ook zelf hardop bidden. Zingen Suggesties om te zingen. De nummers verwijzen naar de bundel Op Toonhoogte van Boekencentrum/HGJB. De themaliederen staan in dit boekje afgedrukt. Zingen helpt kinderen enorm om de inhoud van het verhaal te verwerken. Daarnaast brengt zingen vreugde: door te zingen kun je God de lof en dank brengen. Het is belangrijk om de vreugde van het samen zingen ook in je gezin een plek te geven. Tip: laat de kinderen zelf meespelen op hun instrumenten, laat hen gebaren maken (evt. zelf te verzinnen) bij de liederen en zing het lied indien mogelijk in canon.
Maandag Uit dankbaarheid... Bijbellezen Leesvraag: Wat doet Simon de Farizeeër in dit bijbelgedeelte wel? En wat doet hij niet? Lees samen Lukas 7:36-50. Oudere kinderen kunnen zelf (mee)lezen in hun bijbeltje. Simon, de Farizeeër, heeft een plan: Hij nodigt zijn vrienden uit voor een maaltijd, zodat ze tijdens het eten goede gesprekken met elkaar kunnen hebben. Hij nodigt de Heere Jezus ook uit. De mensen zeggen dat Jezus een profeet is en zelfs dat Hij de zoon van God is. Maar Simon wil zelf wel eens horen wat Jezus zegt! En dat kan mooi tijdens de maaltijd. Zo komt het dat de gasten bij Simon thuis komen. Simon begroet hen met een kus en daarna spoelt een knecht het zand van de voeten van de gasten en doet wat heerlijk ruikende olie op hun hoofd. Maar… wanneer Jezus binnenkomt gebeurt dat niet! De gasten gaan op de rustbanken liggen met het hoofd naar de tafel en de voeten naar achteren. De deur blijft openstaan, zodat nieuwsgierige mensen mee kunnen luisteren naar de gesprekken. Plotseling komt er een vrouw binnen die heel slecht bekend staat. Maar ze heeft spijt over wat ze deed en ze gelooft dat Jezus haar zonden vergeven kan. Ze gaat naar Jezus en ze huilt van verdriet om haar verkeerde dingen. De tranen druppelen op de voeten van Jezus. Als ze dat ziet, droogt ze die met haar lange haren. En uit eerbied voor haar Redder kust ze Zijn voeten. Daarna pakt ze een dure fles met olie en zalft daar de voeten van Jezus mee. Alle gasten zien dit zwijgend aan.
3
Simon zegt bij zichzelf: ‘Als Jezus écht een profeet was, zou Hij wel weten hoe slecht deze vrouw is!’ Maar Jezus neemt het voor de vrouw op: ‘Simon, u hebt Mij niet met een kus welkom geheten. U hebt mijn voeten niet gewassen en Mij geen olie gegeven. Maar deze vrouw heeft dat alles wél gedaan, omdat zij weet dat Ik haar zonden vergeven heb. Zij heeft dit alles gedaan uit dankbaarheid.’ Daarna zegt Jezus tegen de vrouw: ‘Uw zonden zijn u vergeven!’ En tot troost van de vrouw zegt Jezus ook: ‘Uw geloof heeft u behouden. Ga heen in vrede!’ Dat kan alleen door de genade die van Jezus komt. Wat heerlijk dat deze vrouw een nieuw leven kan beginnen. Zij heeft nu echt alle reden om God te danken! Gespreksvragen (kom terug op de leesvraag) Wat doet de vrouw in dit gedeelte? Waarom doet zij dat? Wie heb jij lief en hoe laat je dat merken? Hoe kun jij je liefde voor Jezus laten zien? Gezinsopdrachtje Dit heb je nodig: kleine papiertjes, pennen/potloden Zo ga je te werk: Geef ieder gezinslid een papiertje. Schrijf op de voorkant iets wat in de afgelopen week verkeerd is gegaan in het contact met elkaar. Iets waarvan je spijt hebt. Schrijf op de achterkant hoe je dat goed kunt maken of goed hebt gemaakt. Kleine kinderen kunnen in plaats van iets op te schrijven een tekeningetje maken. Hierover kun je napraten: Durf je te zeggen wat je op hebt geschreven? Wat is er mis gegaan? En hoe kun je het weer goedmaken? Net als de vrouw uit de Bijbel, doen wij ook zonden, verkeerde dingen. We mogen met deze dingen naar de Heere God gaan om Hem om vergeving te vragen. Maar we moeten ook degenen die we wat misdaan hebben vragen om vergeving. Pas dan kunnen we het weer helemaal goed maken. Door elkaar om vergeving te vragen en door de ander vergeving te schenken, kunnen we Jezus’ liefde aan elkaar laten zien. Bidden en danken Bid de Heere God om vergeving van de dingen die jullie op hebben geschreven. Dank dat de Heere ons altijd wil vergeven, hoe erg onze zonden ook zijn. Vraag of de Heere jullie wil helpen om Zijn liefde aan anderen te laten zien. Zingen Psalm 116:1 OTH 252 Dankt, dankt nu allen God 4
Themalied (onderbouw) Kijk, daar zijn tien zieke mannen, alle tien zijn ze melaats. Ze zijn uit hun dorp verbannen, want voor hen is daar geen plaats. Dan komt Jezus in die streken. ‘Jezus, Heer, heb medelij!’ En als Hij ze zo hoort smeken, dan gaat Jezus niet voorbij. ‘Ga je aan de priesters tonen en geloof wat Ik je zeg: Je mag nu weer thuis gaan wonen, want je ziekte gaat weer weg.’ Negen mannen zijn verdwenen, eentje keert er dankend weer. Negen zijn dat echt vergeten, maar die ene looft de Heer! Dank U, Heere, voor de dingen, dat U steeds mijn leven leidt. Dat ik ook van U mag zingen, geef mij echte dankbaarheid.
Melodie: Hoger dan de blauwe luchten (OTH 416) Tekst: Roel Bartels (Uit de bundel: Zingen van mijn Heiland)
5
Woordzoeker
A
T E H
U
N K
In de woordzoeker op de volgende bladzijde zitten 25 woorden verstopt. Dit zijn woorden die te maken hebben met de geschiedenis van de tien melaatse mannen. De woordenlijst is alleen nog niet helemaal af… Kun jij ontdekken om welke 25 woorden het gaat? Zoek ze op in de puzzel en vul ze in de vakjes in. Om je te helpen hebben we alvast een paar letters ingevuld.
O E R G
L E
L O O
E N
Z
R
Z
E
P
W F
I
Z
N
A
A
I
A
A
I
V
6
R
A A
E I
ruzie
E R
E
R U
school
R P
I
S
gezondheid
T
G E N
Denk je aan danken? In de wolkjes staan voorbeelden waarvoor je de Heere God kunt danken. Welk denkwolkje past niet bij Dankdag?
R
A
N
M
Z U
M
Welk woord hoort hier niet bij?
familie
A
E S
De woorden staan van links naar rechts, van rechts naar links, van boven naar beneden en van beneden naar boven in de woordzoeker. Er zijn ook 2 woorden schuingedrukt. Succes!
eten en drinken
N
P
E E
werk
D
K E
N
E H
I
V E
F
R
M D
J
F I
G
P
R
I
E
S
T
E
R
T
V
M
R
E
F
T
N
O
R
W
A
T
A
L
B
Z
G
I
S
E
I
K
U
W W
N
X
F
X
R
A
I
E
Z
J
Y
R
M
J
R
R
N
E
F
F
E
H
R
E
V
T
Q
L
R
B
K
V
A
M
U
T
E
F
S
U
D
L
A
M
P
I
F
I
P
Z
M
E
Q
Y
G
T
E
O
T
N
U
X
H
S
M
R
R
L
D
V
I
R
N
S
K
M
R
G
E
A
O
G
G
R
E
A
M
A
O
B
E
H
E
U
E
G
W
G
D
W
H
E
I
A
E
M
E
G
R
U
H
E
Z
Z
R
R
E
S
P
M
E
L
N
I
S
A
L
Q
P
J
Y
E
E
E
E
N
R
I
I
E
B
O
E
R
T
S
A
Q
R
N
I
R
N
J
N
Q
P
I
H
L
G
O
R
A
E
I
Z
R
G
N
I
L
E
D
M
E
E
R
V
A
J
F
U
M
R
H
U
X
N
M
Q
I
G
L
S
N
N
O
K
A
G
J
O
A
C
E
R
Z
E
J
P
J
Q
N
E
K
N
A
D
T
M
S
F
S
V
D
E
D
R
Q
B
K
Q
A
K
Z
G
O
P
S
A
T
T
V
F
W
J
O
E
T
I
E
N
B
R
E
I
Z
E
N
G
V
M
E
A
M
F
J
S
X
Q
N
J
M
J
K
A
F
S
T
A
N
D
O
M
Zoek de 10 verschillen In onderstaande afbeeldingen zijn 10 verschillen te vinden. Kun jij ze vinden?
7
Woordzoeker
N
Themalied Denk je aan danken?
Alle tien zijn ze genezen, één knielt dankend voor Hem neer. Hij wordt om ‘t geloof geprezen, want hij geeft aan God de eer. Als wij onze handen vouwen, Als wij bidden, elke keer, Dan moet iedereen onthouden: Denk aan danken! Loof de Heer!
(bovenbouw)
Jezus ziet melaatse mannen, alle tien zijn ze onrein. Ze zijn uit hun dorp verbannen, mogen niet bij and’ren zijn. Als wij onze handen vouwen, Als wij bidden, elke keer, Dan moet iedereen onthouden: Denk aan danken! Loof de Heer!
Melodie: Samen in de Naam van Jezus (OTH 301) Tekst: Roel Bartels
‘Heer, wij vragen om ontferming.’ Ja, dat smeken alle tien. Jezus antwoordt tot hun redding: ‘Laat je aan de priesters zien.’ Als wij onze handen vouwen, Als wij bidden, elke keer, Dan moet iedereen onthouden: Denk aan danken! Loof de Heer!
8
Dinsdag Dat is schrikken! Bijbellezen Leesvraag: Waarom is het zo erg e om melaats te zijn? Lees samen Lukas 17:11-13 17:11-13. Oudere kinderen kunnen zelf (mee)lezen in hun bijbeltje. Een vader in Israël gaat elke dag gewoon naar zijn werk. ‘s Avonds heeft hij nog even tijd om met zijn kinderen te spelen. Gezellig is dat! Op de sabbat gaat hij naar de synagoge. Net als iedereen. Zo is het elke week. Het gezin is heel gelukkig. Totdat… totdat de vader op een dag wat witte vlekken op zijn arm ziet. Dat is schrikken! Het zal toch niet de ziekte van de melaatsheid zijn? Wanneer hij naar de dokter gaat, zegt die dat het inderdaad zo is. En de dokter zegt ook dat hij de man niet helpen kan, omdat er nog geen medicijnen voor melaatsheid bestaan. Dát is erg! Want als melaatse ben je onrein en mag je niet dichtbij andere mensen zijn. Je mag niet meer in de synagoge komen en niet meer in het dorp. De vader moet weg van zijn gezin en weg uit zijn dorp. Wat een groot verdriet opeens voor de vader, de moeder en de kinderen. Hij neemt afscheid en gaat weg. Hij leeft buiten het dorp. Daar woont hij samen met een groepje van tien mannen, die allemaal melaats zijn en daarom maar troost en hulp zoeken bij elkaar. Gelukkig brengen de familieleden elke dag eten. Dat zetten ze op een afstand neer en daarna gaan ze gauw terug. Wat erg ook voor de kinderen van de man. Ze zien hun papa op afstand, maar hij kan nooit meer gezellig met hen spelen of een verhaaltje vertellen. Als er mensen in de buurt komen, moeten de melaatse mannen roepen: ‘Onrein, onrein.’ Of ze moeten met een ratel geluid maken om de mensen te waarschuwen om uit de buurt te blijven. Zo staat het allemaal in de
9
wetten van Israël. En van melaatsheid wordt bijna niemand weer beter. Toch hebben deze tien mannen gehoord van de Heere Jezus die wonderen doet. Maar waar Jezus ergens is, dat weten ze niet. Vaak zitten ze in stilte hun grote verdriet te verwerken. En waarschijnlijk hebben ze ook vaak gebeden. Want bidden geeft je weer kracht en moed om verder te kunnen. Gespreksvragen Wat is er met de man uit het verhaal gebeurt? (kom terug op de leesvraag: waarom is het zo erg om melaats te zijn?) Zou de Heere Jezus de mannen kunnen helpen? Wat doe jij als je je verdrietig of eenzaam voelt? Hoe kan de Heere God jou helpen? Ken jij iemand die eenzaam is? Wat zou jij kunnen doen? Is er op jouw school een kind dat verdrietig is? Hoe kun jij hem/haar helpen? Gezinsopdrachtje Dit heb je nodig: pennen, potloden/stiften, wenskaarten. Een bosje bloemen: gekocht, geplukt of zelfgemaakt van vouwblaadjes en satéprikkers. Zo ga je te werk: De melaatse mannen uit het verhaal zijn ziek en eenzaam. Ook in onze tijd zijn er mensen die eenzaam zijn, ook al hoeven ze niet apart van de anderen te leven. Bedenk met elkaar welke personen in jullie omgeving ziek of eenzaam zijn, zoals de melaatsen uit het verhaal. Maak bloemen van de vouwblaadjes (vouwen of knippen) en maak de satéprikkers er als een steeltje aan vast. Bind ze aan elkaar tot een mooi bosje bloemen. Of gebruik de gekochte of geplukte bloemen. Schrijf de kaarten en zet er allemaal je naam op. Spreek af wie er wanneer een bezoekje gaat brengen aan de genoemde personen om de bloemen samen met de kaart thuis te brengen. Hierover kun je napraten: Wanneer mensen ziek of oud zijn, zijn ze soms erg eenzaam, net als de mannen uit het verhaal. Ze hoeven dan wel niet apart te leven, maar ze zijn wel veel alleen. De dagen duren lang wanneer je de deur niet uit kunt en (bijna) alleen maar thuis zit. Een bezoekje is dan een welkome afleiding. Zo mogen we als christenen naar onze naasten omzien. De Heere Jezus heeft gezegd: ‘Voor zover u dit voor één van deze geringste broeders van Mij gedaan hebt, hebt u dat voor Mij gedaan.’ (Mattheüs 25:4) Bidden en danken Bid voor mensen die eenzaam en/of ziek zijn, speciaal voor de personen aan wie jullie de bloemen en de kaart gaan brengen. Dank dat Jezus naar ieder omziet. Zingen Psalm 130:1 OTH 183 Heer, ik kom tot U 10
Woensdag
Een echte Dankdag!
Bijbellezen Leesvraag: Wat gebeurt er met de tien melaatse mannen? Lees samen Lukas 17:14-19. Oudere kinderen kunnen zelf (mee)lezen in hun bijbeltje. Gisteren lazen we over de tien melaatse mannen die buiten hun dorp moeten wonen. Op zekere dag komt de Heere Jezus in hun omgeving. Daar horen de mannen over en meteen hollen ze naar Jezus. Maar omdat ze niet dichtbij mogen komen, blijven ze wel gehoorzaam op een afstand staan en schreeuwen ze: ‘Meester, ontferm U over ons! Help ons! Heb medelijden!’ Jezus ziet hen en Hij geeft opdracht om te doen wat in de wetten van Israël staat: ‘Ga heen en laat je aan de priesters zien.’ Terwijl de mannen weglopen, geneest Jezus hen, zodat ze weer rein zijn. Eén van de mannen bekijkt zijn lichaam en ziet dat alle vlekken en zweren weg zijn! Hij kan zijn geluk niet op, draait zich om en rent naar Jezus terug. Nu mag hij ook dichtbij komen. Iedereen kan hem horen juichen: ‘Geloofd zij de God van Israël!’ Hij valt diep voor de voeten van Jezus neer en hij bedankt Hem. De dankende man is een Samaritaan, iemand die wel de God van Israël diende, maar dat op een andere manier deed dan de Joden. De Samaritanen waren niet geliefd bij de Joden en toch komt juist déze man terug bij Jezus! Jezus vraagt verwonderd: ‘Er waren toch tien melaatse mannen die gereinigd wilden worden? Waar zijn die andere negen? Willen die God niet danken en Hem de eer geven, komt alleen deze ene vreemdeling terug?’ Daarna zegt Jezus tegen deze blije en dankende man: ‘Sta op, ga
11
heen. Uw geloof heeft u behouden!’ Zie je wel dat Jezus danken belangrijk vindt! Dank jij de Heere ook steeds voor alle fijne dingen die er zijn? Dat moeten we zeker nooit vergeten! Dus: denk je aan danken? Gespreksvragen (kom terug op de leesvraag) Wat doen de mannen als ze zien dat ze genezen zijn? Wat doet de Samaritaan terwijl hij teruggaat naar Jezus? Wat zegt Jezus tegen de Samaritaan die bij Hem terugkomt? Hoe komt het dat wij méér (of vaker) bidden dan danken? Waar wil jij God op deze dankdag in het bijzonder voor bedanken? Gezinsopdrachtje Dit heb je nodig: pen, papier, (optioneel) fotoalbums. Zo ga je te werk: Er zijn een heleboel dingen waar we God om vragen. Jij vraagt Hem in je gebeden vast ook een heleboel dingen. Bijvoorbeeld of de Heere je wil helpen op school, wil bewaren onderweg of beter wil maken als je ziek bent. Er is altijd wel iets om voor te bidden. Maar het rare is dat we vaak vergeten om voor die dingen te danken. Gelukkig houdt dat God niet tegen. Hij is altijd bij ons. Kun je iets bedenken wat je kort geleden aan God gevraagd hebt en wat ook is gebeurd? Kies er allemaal één uit en schrijf dat op het papier. Optioneel: Pak vervolgens een fotoalbum en blader deze met elkaar door. Steeds wanneer je iets ziet waar je de Heere dankbaar voor bent, schrijf je dit op. Bijvoorbeeld: de verjaardag van …, de gezellige familiedag van vorig jaar, de geboorte van …, etcetera. Hierover kun je napraten: Van de tien melaatse mannen, kwam er maar één terug om Jezus te bedanken. Dat deed Jezus verdriet. En hoe zit het met ons? Als we kijken naar de lijst met dingen om dankbaar voor te zijn… Misschien zijn er bij ons wel tien dingen waar we de Heere God om gevraagd hebben en is er maar één ding waar we Hem voor gedankt hebben… Het is goed om, zeker op een speciale dag als vandaag, erbij stil te staan hoeveel we door Gods genade ontvangen. En hoezeer Hij onze dank verdient! Bidden en danken Dank de Heere voor alle dingen die jullie hebben opgeschreven of hebben genoemd. Vraag of God jullie wil helpen om met een dankbaar hart te leven. Zingen Psalm 103:1 OTH 438 Laat ons met elkander
12