Handhavingsbeleid en uitvoeringsprogramma 2016
Vastgesteld door College van B&W op 16-2-2016
1
Inhoudsopgave 1.
2.
3.
4.
5.
Inleiding .......................................................................................................................................... 3 1.1
Wettelijke grondslag ............................................................................................................... 3
1.2
Stukje geschiedenis ................................................................................................................ 3
1.3
Veranderende maatschappij, veranderende gemeente ......................................................... 4
1.4
Gezondheid, veiligheid en leefbaarheid ................................................................................. 4
1.5
Landelijke handhavingstrategie .............................................................................................. 5
1.6
VTH ......................................................................................................................................... 5
1.7
Leeswijzer ............................................................................................................................... 6
Wie en wat gaan wij controleren? ................................................................................................... 7 2.1
Beleidsterrein milieu ............................................................................................................... 7
2.2
Beleidsterrein Bouwen en Ruimtelijke Ordening: ................................................................... 9
2.3
Openbare Ruimte ................................................................................................................. 10
2.4
Beleidsterrein Brandveiligheid .............................................................................................. 11
2.5
Overige Beleidsterreinen ...................................................................................................... 11
Hoe gaan we controleren? ........................................................................................................... 13 3.1.
Initiële controle...................................................................................................................... 13
3.2.
Hercontrole ........................................................................................................................... 16
Overig ........................................................................................................................................... 17 4.1.
Ontvankelijkheid klachten/meldingen/verzoeken om handhaving ........................................ 17
4.3
Preventie ............................................................................................................................... 17
Uitvoeringsprogramma 2016 ........................................................................................................ 17 5.1
Formatie ................................................................................................................................ 17
5.2
Ambitieniveau met betrekking tot de controles ..................................................................... 18
5.3
Afhandeling van controles en overige werkzaamheden team Preventie & Handhaving 2016. .............................................................................................................................................. 25
5.4
Coördinatie team Preventie & Handhaving 2016 ................................................................. 26
Bijlage 1 ............................................................................................................................................ 27
2
1.
Inleiding
1.1
Wettelijke grondslag
In het Besluit omgevingsrecht (Bor) is geregeld dat het college van burgemeester en wethouders met betrekking tot het omgevingsrecht handhavingsbeleid vaststelt. Voorts dient het college jaarlijks bekend te maken op welke wijze het komende jaar uitvoering zal worden gegeven aan het beleid. Dit is vastgelegd in het integraal handhavingsprogramma. Tenslotte dient er jaarlijks verslag uitgebracht te worden aan het college over de wijze waarop in het voorgaande jaar uitvoering is gegeven aan het beleid en het programma. Dit wordt vastgelegd in het handhavingsjaarverslag. Voor u ligt het handhavingsbeleid en uitvoeringsprogramma 2016 van de gemeente Oirschot.
1.2
Stukje geschiedenis
Op 9 september 2003 heeft de gemeenteraad de Nota Handhaving vastgesteld. Hiermee heeft zij het toenmalige beleidsmatige kader bepaald voor de handhaving in Oirschot. De aanleiding voor het opstellen van dit beleid was ten eerste de landelijke (negatieve) ervaringen met het niet naleven van regels zoals in Enschede (vuurwerkramp) en Volendam (café-brand). Dit heeft geleid tot een landelijk project Professionalisering van de (milieu)handhaving. Een andere reden om nieuw handhavingsbeleid op te stellen was de veronderstelling dat consequent handhavend optreden juist een positieve invloed heeft op het naleven van regels. Dit laatste hing samen met het feit dat in de periode voor 2003 in Oirschot te weinig prioriteit werd gegeven aan handhaving. In 2003 lag de nadruk op “transparant, daadkrachtig en betrouwbaar”. Dit betekent onder meer dat er eenduidige regelgeving wordt gemaakt en toegepast én dat er consequent en zonder aanzien des persoon wordt gehandhaafd. In januari 2007 is de Nota Handhaving geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Dit had onder andere te maken met de nieuwe raad en het nieuwe college van B&W dat in 2006 was aangetreden. Ook de visie op handhaving werd toen bijgesteld. Die kwam er kort gezegd op neer dat “de gemeente ‘overtreders’ consequent aanspreekt op het niet naleven van de regels, maar wel op een klantvriendelijke en menswaardige manier” met oog voor een heldere communciatiestijl. De Nota Handhaving is de basis geweest voor het de handhavingsprogramma’s van 2005 tot en met 2012. In deze programma’s is concreet uitgewerkt op welke wijze de gemeente handhaaft.
3
1.3
Veranderende maatschappij, veranderende gemeente
Wij hebben stilgestaan bij de toekomst van de organisatie van de gemeente Oirschot. De samenleving is aan het veranderen. Mensen worden mondiger, weten goed wat ze willen en in toenemende mate pakken ze zelf het initiatief om hun leefomgeving in te richten. Technologische ontwikkelingen zorgen daarnaast voor ongekende mogelijkheden op het gebied van communicatie. We zien dan ook dat de samenleving steeds meer verandert in een informatie- en netwerksamenleving. Hiërarchische structuren worden langzaam maar zeker vervangen door flexibelere netwerkmodellen. Centraal daarin staat dat de kwaliteit van de samenleving in de mensen zelf zit. Door de jaren heen zijn wij in staat geweest om heel veel initiatieven uit de samenleving weg te organiseren en daar als gemeente vaak een eigen invulling aan te geven. We staan wat dat betreft op een keerpunt, de samenleving zal in toenemende mate weer zelf het heft in handen nemen. Vanuit de lokale overheid moeten we borgen dat er kansen voor iedereen worden gecreëerd en dat iedereen in de gelegenheid wordt gesteld om deel te nemen aan de samenleving. Dit alles heeft tot gevolg dat wij onze visie op handhaving in 2013 opnieuw hebben bijgesteld. Wij willen de verantwoordelijkheid voor de naleving van regels terug leggen bij de ondernemers en burgers. Daarbij gaan wij uit van het zelfregulerend en zelfcontrolerend vermogen van de samenleving. In het coalitieakkoord 2014-2018 is hierover bepaald dat dit niet mag betekenen dat er een kloof ontstaat tussen de burgers en de gemeentelijke organisatie. Dit kan voorkomen worden door te kiezen voor een menselijke maat. Door mensen voorop te stellen, door mensen nauw te betrekken en te ondersteunen bij initiatieven. Deze visie hebben wij verder uitgewerkt in de navolgende hoofdstukken. Opgemerkt moet worden dat deze werkwijze geleidelijk is ingevoerd. Zowel de burger als het team Preventie en Handhaving heeft tijd nodig om zich aan de nieuwe werkwijze aan te passen. Bovendien zal voor een aantal voorstellen nog moeten worden onderzocht of het juridisch haalbaar is en er genoeg draagvlak is. In 2016 gaan we door op de ingeslagen weg. Dit betekent dat het handhavingsbeleid voor 2016 grotendeels ongewijzigd blijft ten opzichte van de jaren 2013 tot en met 2015. Het uitvoeringsprogramma is wel aangepast aan de beschikbare formatie en gelden van 2016.
1.4
Gezondheid, veiligheid en leefbaarheid
De afgelopen jaren hebben we een aantal keer een risicoanalyse uitgevoerd via een risicomatrix die is opgesteld door de SRE Milieudienst. Deze matrix wordt binnen Brabant door bijna alle gemeenten gebruikt om prioriteiten te stellen op het gebied van handhaving. De matrix is een instrument voor het stellen van prioriteiten van de thema’s en slechts een hulpmiddel voor het maken van keuzes. Hoewel de matrix objectief wordt benaderd blijft het gebruik ervan subjectief. Ook vertelt de matrix niet wát en in welke mate bij een bepaald thema moet worden gehandhaafd. De matrix maakt gebruik van het (negatief) effect als gevolg van het niet naleven van voorschriften én de kans dat voorschriften niet worden nageleefd.
4
Prioritering gemeenteraad We hebben deze systematiek en de uitkomst eind 2014 gepresenteerd aan de gemeenteraad. Na aanleiding van deze bijeenkomst hebben de raadsfracties elk een top 3 van handhavingsonderwerpen opgesteld. De onderwerpen risicovolle bedrijven, intensieve veehouderij en kleine ergernissen vormen de gezamenlijke top 3. De onderwerpen horeca en evenementen en Drank- en horecawet volgen daar kort op. Conclusie is dat er nagenoeg geen afwijkingen zijn tussen de prioriteiten van het college en de gemeenteraad. Bovengenoemde onderwerpen krijgen dan ook extra aandacht in hoofdstuk 6, het uitvoeringsprogramma. Centrale thema’s Rode draad is dat binnen de gekozen onderwerpen de thema’s gezondheid, veiligheid en leefbaarheid centraal staan bij de keuzes in toezicht en handhaving. Op veel gebieden willen wij de verantwoordelijkheid terugleggen bij burgers en ondernemers. Maar met name deze 3 gebieden vergen de komende jaren ook een actieve rol vanuit de gemeente. Deze onderwerpen vindt u terug in hoofdstuk 6 waarin de uit te voeren werkzaamheden staan beschreven. Met de concrete uitwerking en uitvoering staan deze thema’s dan ook centraal.
1.5
Landelijke handhavingstrategie 1
De wijze van handhavend optreden is in dit programma niet beschreven. Wij hebben in dit programma enkel het houden van toezicht omschreven. Vanaf 1 januari 2016 volgen wij de Landelijke Handhavingstrategie. De landelijke handhavingsstrategie bevat een concreet stappenplan dat start bij een tijdens het toezicht gedane bevinding. De interventiematrix van de landelijke handhavingsstrategie helpt handhavers ten eerste bij het typeren van de ernst van de bevinding in combinatie met het gedrag van de overtreder. De interventiematrix geeft ten tweede houvast bij het bepalen van de (combinatie van) interventie(s) die in de betreffende situatie passend is. Regionaal is afgesproken dat alle Brabantse gemeenten per 1 januari 2016 gaan werken conform de Landelijke Handhavingstrategie. Op 29 december 2015 heeft het College van B&W de landelijke handhavingsstrategie vastgesteld.
1.6
VTH
Vanaf 1 april 2016 gaan de gemeente Oirschot, Bladel, Eersel en Reusel-de Mierden een intensieve samenwerking aan op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving (VTH) Deze samenwerking zal zijn gestalte krijgen door het oprichten van een gezamenlijke afdeling VTH, die zal worden gehuisvest in Eersel. Met de vorming van deze gezamenlijke afdeling willen de betrokken gemeenten de kwaliteit van VTH verbeteren, de kwetsbaarheid van de afzonderlijke gemeenten beperken en op termijn efficiency-voordelen behalen door in de toekomst minder (meer) uit te geven
1
Hiermee wordt niet het toezicht bedoeld, maar het handhavingstraject nadat een overtreding is geconstateerd.
5
voor deze taken. Tevens wordt er op deze wijze ook voldaan aan de kwaliteitscriteria zoals opgenomen in het wetsvoorstel verbetering VTH. Met de VTH samenwerking creëren we één afdeling met betrokken en deskundige medewerkers die voor de lange termijn invulling kan geven aan de vraag van de gemeenten en die kan voldoen aan de wettelijke en kwalitatieve eisen. We onderscheiden ons van de Omgevingsdienst op het gebied van interne en externe klantgerichtheid, lokale sensitiviteit en kennis, en maatwerk door onze nauwe relatie met de gemeenten. We staan dichtbij inwoners, bedrijven en bestuur. De dienstverlening zal verbeteren, zelfs al staat de dienst op iets meer afstand dan nu. Inwoners, bedrijven en bestuurders zullen hier geen last van hebben. De nieuwe afdeling kan voor een continue kwantitatieve en kwalitatieve bezetting zorgen. Vanaf 1 april zal de uitvoering van dit programma dan ook komen bij de op te richten afdeling VTH.
1.7
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 geven wij per beleidsterrein aan wie en wat wij gaan controleren. In hoofdstuk 3 is beschreven op welke wijze deze controles gaan plaatsvinden. Vervolgens geven wij in hoofdstuk 4 aan hoe wij omgaan met klachten, meldingen en verzoeken om handhaving. Tot slot hebben wij in hoofdstuk 5 onze voorstellen vertaald in concrete controles en werkzaamheden.
6
2.
Wie en wat gaan wij controleren?
2.1
Beleidsterrein milieu
In de gemeente Oirschot zijn ongeveer 800 inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer (Wm). In het verleden werd jaarlijks een controleprogramma opgesteld met daarin de te controleren bedrijven voor het betreffende jaar. De controlefrequentie hing samen met de zwaartecategorie van het bedrijf. Zo hebben wij alle inrichtingen in categorieën (categorie I: 1 keer per 10 jaar; categorie II: 1 keer per 5 jaar; categorie III: 1 keer per 2 jaar; categorie IV: 1 keer per jaar) verdeeld. Deze traditionele manier van controleren is verouderd. Vanaf 2013 werken wij meer aan de hand van thema’s. De controles zijn dan een combinatie van: 1. Controles bij risicovolle bedrijven 2. Controles bij bepaalde branches 3. Controles naar aanleiding van klachten of meldingen 4. Controles bij nieuw op te richten bedrijven of bedrijven waarin veranderingen worden doorgevoerd. 5. Controles op thema’s (bijv. de vetputten bij de horeca of de wasplaatsen bij garagebedrijven) 6. Controles bij notoire overtreders Ad 1. Controles bij risico-bedrijven (RIS-bedrijven) Het betreft het handhaven van de eisen, gesteld aan bedrijven, die door hun aard en ligging een verhoogd risico voor hun directe omgeving vormen. Hierbij moet gedacht worden aan LPGtankstations. Ad. 2. Controles bij bepaalde branches Wij willen specifieke branches gaan controleren. Dit scheelt in de voorbereiding van de controles (bijv. één checklist voor gezamenlijke controlepunten, en de relevante regelgeving hoeft er maar 1 keer bij gezocht te worden). In 2014 en 2015 hebben wij de intensieve veehouderij als branche prioriteit gegeven. Gelet op de huidige problemen in het buitengebied van de gemeente Oirschot die worden veroorzaakt door de intensieve veehouderij, is in het coalitieakkoord een tweeledige doelstelling vastgelegd met als ijkpunt 2020. Enerzijds wordt gestreefd naar de economische rentabiliteit van de veehouderijen te verhogen, anderzijds moet ook worden bijgedragen aan een vitaal, divers, aantrekkelijk en gezond buitengebied. Concreet is vastgelegd dat de gemeente doortastend optreedt bij de uitvoering van (nieuw) beleid. Dit houdt onder andere effectief handhaven in. Handhavend optreden tegen overtredingen van het besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (hierna: Besluit huisvesting) past geheel binnen de doelstellingen en afspraken van het coalitieakkoord. Op 1 januari 2010 verstreek de overgangstermijn
7
van het Besluit huisvesting voor het aanpassen van bestaande huisvestingssystemen binnen veehouderijen. Omdat in de aanloop naar deze datum al bekend wat dat veel ondernemers de aanpassingen van de bestaande huisvestingssystemen niet tijdig gerealiseerd konden hebben, is toen een landelijk gedoogbeleid van kracht geworden. De gedoogtermijnen van dit beleid zijn, op één na, inmiddels verstreken. In 2016 gaan wij de laatste controles in het kader van het Besluit Huisvesting uitvoeren. Ook zullen wij de opgestarte handhavingstrajecten wegens overtredingen van het Besluit huisvesting afronden. Ad. 3. Controles bij klachten of meldingen Naar aanleiding van een klacht, een melding, een ongeval of een incident wordt in beginsel altijd een controle uitgevoerd. Een anonieme klacht of melding wordt niet in behandeling genomen, tenzij de aard en de ernst van de (eventuele) overtreding daartoe aanleiding geven. Indien de aard en de ernst van de (potentiële) overtreding daaraan niet in de weg staan, wordt de controle van te voren aangekondigd. In beginsel zal de controle alleen worden gericht op het aspect waarop de klacht, de melding, het ongeval of het incident toeziet. Ad. 4. Controles bij nieuw op te richten bedrijven of bedrijven waarin veranderingen worden doorgevoerd. Wanneer een omgevingsvergunning is verleend in verband met het oprichten of veranderen van een inrichting dan wel daartoe een melding is ingediend, wordt binnen één jaar na het verlenen van deze vergunning of het indienen (of akkoord bevinden) van de melding een opleveringscontrole uitgevoerd. Deze controle wordt zoveel als mogelijk tezamen met de eindcontrole van de omgevingsvergunning voor het onderdeel bouwen uitgevoerd. Voorwaarde is dat er sprake is van een wezenlijke verandering. Hiervan is in ieder geval sprake wanneer ge- of verbouwd wordt in de zin van de Wet algemene bepalingen omgevingswet (Wabo). In beginsel zal de controle alleen betrekking hebben op de doorgevoerde veranderingen. Ad. 5. Controles op thema’s Wij willen gaan bekijken of het mogelijk is om met bepaalde thema’s te werken. In 2016 willen wij de dieselolietanks gaan controleren. Bij deze controle vindt er een korte scan van het bedrijf plaats en verder wordt alleen de dieselolietank uitgebreid gecontroleerd. Verder willen wij ook controles gaan uitvoeren om te beoordelen of verleende (maar niet gerealiseerde) vergunningen kunnen worden ingetrokken. Het idee bij het werken met thema’s is dat de relevante wet- en regelgeving het zelfde is en de controles redelijk snel kunnen worden uitgevoerd. Ad. 6 Controles bij notoire overtreders In de toekomst is het echter de bedoeling om het naleefgedrag als uitgangspunt te nemen. Daartoe willen wij na iedere controle registreren of een inrichting de regels goed naleeft (koploper), redelijk naleeft (middenmotor) of slecht naleeft (achterblijver).
8
Voor alle controles blijft gelden: de gemeente controleert, maar de ondernemer blijft eindverantwoordelijk!
2.2
Beleidsterrein Bouwen en Ruimtelijke Ordening:
De gemeente Oirschot voert toezicht uit op de activiteit bouwen. Om de controletaak bij verleende omgevingsvergunningen (voor het onderdeel bouwen) optimaal te kunnen uitvoeren zou de gemeente alle bouwwerken moeten controleren. Controle van een bouwwerk is gedurende het bouwproces meerdere malen nodig om tijdens het bouwproces eventuele gebreken te kunnen opsporen. Een frequentie van 5 controles noemen wij het 100% model. Wij controleren dan bij het grondwerk, de e
e
fundering, 1 en 2 verdiepingsvloer en oplevering. Formeel is de vergunninghouder of diegene die de werkzaamheden uitvoert verantwoordelijk voor de kwaliteit en het nakomen van wettelijke voorschriften. Ook wij onderschrijven deze gedachtegang. Wij zijn dan ook van mening dat we deze verantwoordelijkheid moeten neerleggen bij de vergunninghouder of bouwer. Dit laatste betekent dat wij een 100% norm voor gemeentelijke controles van alle bouw- en sloopwerken niet zinvol vinden. Hiermee maken wij duidelijk dat de vergunninghouder en uitvoerende partij verantwoordelijk zijn. Desondanks vinden wij dat we onderscheid moeten maken in categorieën bouwwerken. In de onderstaande tabel hebben wij aangegeven welke toezichtsfrequentie wij voldoende achten bij bouwvergunningen. Het aantal toezichtsmomenten hangt af van de grootte en aard van een bouwwerk. Publiek Bouwwerk
Bedrijfsmatige
Particuliere Particuliere
Bouwwerken
woningen
vrijstaande
geen gebouw
bouwwerken
bouwwerken
zijnde
en
en aan- en
projectbouw
uitbouwen
toegankelijke bouwwerken
Controle Grondwerk
X
X
Fundering
X
X
e
X
2 verdiepingsvloer
e
X
Gereedmelding
X
1 verdiepingsvloer
X
X
X
X
Wij controleren hoofdzakelijk op basis van meldingen. In de vergunning nemen wij verplichte meldingsmomenten op. Zonder melding kunnen wij onmogelijk alle bovenstaande controles uitvoeren. 9
Het melden is de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder. Afwijkingen kunnen later tot handhavingacties en onnodige kosten leiden. 2
De controles naar aanleiding van gereedmeldingen nemen wij mee in gebiedscontroles die op een later tijdstip plaatsvinden of als de toezichthouders voor een andere controle in de buurt zijn. Dat betekent dat er niet onmiddellijk een controle wordt ingepland. Het bovenstaande is een richtlijn. Afhankelijk van de complexiteit kunnen wij voor meer of minder controlemomenten kiezen. Bijvoorbeeld een aanbouw aan een bedrijfspand behoeft minder toezicht dan een nieuwbouw van een bouwmarkt met kantoren op de eerste verdieping.
2.3
Openbare Ruimte
Het betreft het handhaven van voorschriften (APV) ter verbetering of voorkoming van overlast met betrekking tot de openbare ruimte, zoals hondenpoep, aanlijning honden, spandoeken/reclameborden, parkeeroverlast, zwerfafval, afvalafvoer, aanbieden afval, illegale stort particulier afval en zwerfafval. Wij concentreren ons hierbij met name op de bebouwde kom. Naast de reguliere controles op onder andere foutief parkeren en honden, hanteren wij een zogenoemd ‘piepsysteem’. Dat wil zeggen dat inwoners hun klachten of meldingen kunnen doorgeven aan de gemeente. In principe wordt er dan een controle uitgevoerd om te bekijken of er inderdaad sprake is van een overtreding. In 2016 willen wij strenger omgaan met deze meldingen. Dat wil zeggen dat de melding aan bepaalde eisen voldoet. Hierover meer in paragraaf 4.1. Daarnaast willen wij de volgende werkwijze gaan proberen: 1. Geen burenrecht 2. Beheer openbare ruimte bij bewoners Ad 1. Geen burenrecht Wij ontvangen regelmatig meldingen over overhangende beplanting (bomen), overlast van (blaffende) honden, inkijk door buren (privacy) en andere vormen van hinder veroorzaakt door buren. Deze meldingen worden regelmatig op het bordje van de gemeente gelegd, terwijl het in de meeste kwesties om burenruzies gaat. Wij gaan dit soort meldingen in het vervolg kritisch bekijken en zullen daar waar mogelijk klagers verwijzen naar de privaatrechtelijke weg. Ad. 2 Beheer openbare ruimte bij bewoners Wij willen gaan bekijken in hoeverre het mogelijk is om het openbaar gebied (speeltuinen, fietspaden, plantsoenen etc) gedeeltelijk in beheer te geven bij omwonenden. Het idee daarbij is om burgers zelf 2
Controles op gereedmeldingen moeten wij invoeren gelet op de wettelijke verplichting vanuit de Wet basisregistratie adressen
en gebouwen.
10
verantwoordelijk te maken voor een schone en leefbare buurt. Door deze vorm van verantwoordelijkheid wordt de sociale controle vergroot en spreken burgers elkaar eerder aan. Zo denken wij erover om een paar keer per jaar een actie “Oirschot Schoon” te houden waarbij 3
bewoners hun eigen buurt gaan schoonmaken of het onderhouden/venieuwing van speeltoestellen voor hun rekening nemen. Het organisatorische gedeelte hiervan moet meer en meer bij de bewoners komen te liggen en de gemeente krijgt hierin enkel nog een faciliterende rol. 4
In 2013 hebben wij als proef een aantal hondenbakken geplaatst in probleemgebieden . Deze proef is goed verlopen en wij zijn nu de mogelijkheden aan het bekijken om op meer plekken in de gemeente bakken te plaatsen. We nodigen bewoners expliciet uit om met voorstellen te komen voor een duurzame leefomgeving en om mensen meer eigenaar te maken van hun eigen omgeving. De komende jaren willen we drie projecten realiseren. Deze projecten moeten ertoe leiden dat het aantal meldingen over de openbare leefomgeving verminderen. Dit alles onder het motto verantwoordelijkheden terug leggen bij burgers.
2.4
Beleidsterrein Brandveiligheid
Het gaat hier om de controles op brandveiligheid. De controles van gebruiksvergunningsplichtige gebouwen (kinderdagverblijven, bejaardenhuizen, scholen, etc) besteden wij uit aan de veiligheidsregio. Verder houden we rond kerst en carnaval acties op brandveiligheid bij horecaondernemers.
2.5
Overige Beleidsterreinen
De overige beleidsterreinen waar we aandacht aan besteden betreffen: 1.
Horeca, paracommercie en evenementen:
Het gaat hier om de controle op geluidhinder, sluitingstijden, APV, wet op kansspelen, terrasvergunning, evenementenvergunning, tijdelijke verkeersmaatregelen, standplaatsvergunning en illegale activiteiten. 2.
Handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen:
Op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp) ziet de gemeente toe op de naleving van de bij of krachtens die wet gestelde voorschriften. De gemeente Oirschot heeft de GGD Brabant-Zuidoost aangesteld als toezichthouder voor controles in het kader van de Wkkp. Het team Preventie & Handhaving is belast met de handhavingstrajecten.
3 4
Op dit moment doen wij alleen mee aan de landelijk schoonmaakdag Gebieden waar op dit moment veel overlast van hondenpoep is.
11
Op 27 november 2012 hebben wij besloten om met ingang van 1 januari 2013 voor geconstateerde overtredingen in het kader van de Wet Kinderopvang het zogenaamde 'tweesporenbeleid' te volgen (naast het opleggen van herstellende sancties ook bestraffende sancties opleggen voor overtredingen die vallen onder prioriteit hoog en overtreding die een herhaling is van voorgaande jaren, ongeacht op welk domein dit plaats vond – met uitzondering van het onderdeel “ouders/oudercommissie). Begin 2016 evalueren wij het boetebeleid en gaan wij bekijken in hoeverre het voortzetten van dit beleid nog wenselijk en noodzakelijk is. 3.
Drank en Horecawet:
Op 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet in werking getreden. De nieuwe Drank- en Horecawet regelt onder andere de overdracht van het toezicht op de Drank- en Horecawet naar de gemeenten. Dit was voorheen de taak van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Op 1 januari 2014 is de wet op nog twee punten aangepast. Zo is de leeftijdsgrens voor alcohol verschoven van 16 naar 18 jaar en moeten gemeenten over een preventie- en handhavingsplan beschikken. Op 24 juni 2014 heeft de gemeenteraad het preventie- en handhavingsplan voor de gemeente Oirschot opgesteld. Het plan gaat in op ons beleid op gebied van preventie, met name richting jongeren, en de handhaving van de wet. In 2016 zullen wij ons richten op de verdere uitvoering van de acties zoals beschreven in het plan. De controles in het kader van de Drank- en Horecawet besteden wij uit aan de Stichting Stadswacht Helmond. Hiervoor is 216 uur beschikbaar. Medio 2016 zal worden bekeken of uitbreiding van het aantal uren noodzakelijk is. In de voorgaande jaren hebben wij enkel waarschuwend opgetreden bij overtredingen in het kader van de Drank- en Horecawet. Wij vinden dat na twee jaar de tijd rijp is voor strenger optreden. Daarom hebben wij in 2016 wij het voornemen om wél verbaliserend op te treden. Voor de sportverenigingen hebben wij een specifieke handhavingsaanpak vastgesteld, in die zin dat we gaan werken met een kaartsysteem. Het kaartsysteem houdt in dat we voor sportclubs de regels uit het voetbal toepassen. Dat betekent dat de sportvereniging een gele kaart krijgt op het moment dat er een overtreding in het kader van de Drank- en Horecawet wordt geconstateerd. De sportvereniging krijgt daarbij een verplichting opgelegd om maatregelen te nemen ter preventie van alcoholgebruik onder de 18 jaar. Daarbij kan de vereniging kiezen uit een lijst van maatregelen van het regionaal project ‘Laat Je Niet Flessen’, bijvoorbeeld het (laten) volgen van een IVA-cursus door bar(vrijwilligers). Mocht de sportvereniging binnen het jaar wederom de fout ingaan, volgt er een rode kaart en krijgt de vereniging een boete opgelegd.
12
4.
Natuurbeschermingswet en groene wetten
Sinds medio 2014 hebben we een groene Boa tot onze beschikking. Het handhavingsprogramma van de Groene Boa voor 2016 is gebaseerd op een handhavingsanalyse van risico’s en bedreigingen die spelen in het buitengebied van onze gemeente. Daarbij is onderscheid gemaakt in onderwerpen die een hoge en minder hoge prioriteit (kunnen) krijgen. De capaciteit en inzet van de Groene Boa met betrekking tot problemen als crossen, dumpen van (XTC)-afval is te beperkt om een voldoende pakkans te hebben. Niettemin blijven deze onderwerpen, naast handhavingszaken rondom landschappelijke inpassing, het bestemmingsplan buitengebied (bijvoorbeeld met betrekking tot zaken als strijdige opslag, het verwijderen van groen of andere ongewenste ingrepen), groene wetten, relevante onderdelen van de A.P.V., strijdig grondgebruik (onderzoek) en ingekomen meldingen/klachten, wel hoge prioriteit krijgen. Dit gebeurt in de vorm van gebiedscontroles, gerichte bezoeken of vrije veld toezicht. In 2016 zal meer samenwerking gezocht worden met Politie, Samen Sterk in het Brabant of andere bevoegde gezagen (zoals provincie of waterschap), en terreinbeheerorganisaties over de rolverdeling en in te zetten capaciteit. Hierbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan het inzetten van capaciteit bij de aanpak van een aantal grote ergernissen zoals crossen, dumpen van afval of de aanpak van stroperij. Met ingang van 1 januari 2016 maakt Oirschot weer onderdeel uit van Samen Sterk in Brabant. Met deze organisatie zullen in 2016 nog nadere afspraken worden gemaakt. Met de Politie en enkele collega Boa’s is al sprake van een nuttige en intensievere samenwerking. Een vorm van nieuwe samenwerking zien we ook in de opzet rondom de op te stellen Handhavingsplannen voor de Natura 2000 gebieden: Kampina inclusief het omliggend gebied en Natura 2000 gebied Kempenland. In deze plannen worden afspraken gemaakt over nieuwe vormen van samenwerking zoals het gezamenlijk controleren op bepaalde problemen of een gezamenlijke acties over één thema (bijvoorbeeld crossen). Ook is er behoefte aan het signaleren voor elkaar op basis van oog- en oorfunctie of checklisten (bijvoorbeeld met betrekking tot de handhaving van de Natuurbeschermingswet). Dit nieuwe afsprakenkader zal worden vastgelegd in de vorm van een intentieverklaring. Hiermee geven de deelnemende partijen aan dat ze meedoen aan een gezamenlijke handhaving in de vorm van een inspanningsverplichting.
3.
Hoe gaan we controleren?
3.1.
Initiële controle
De initiële controle betreft het eerste bedrijfsbezoek. Wij willen deze controles “slimmer” aanpakken. Het doel van deze wijze van toezicht is verminderen van de toezichtlast voor het bedrijfsleven en het maken van tijdwinst voor de toezichthouder.
13
- Basiscontroles Wij zijn in 2011 gestart met een andere werkwijze bij milieucontroles. Wij werken momenteel in de meeste gevallen met basiscontroles. De basiscontrole is een milieucontrole op hoofdlijnen. Dit betekent dat tijdens het bedrijfsbezoek alleen op de (meest) relevante milieuaspecten binnen de bedrijfsvoering wordt gecontroleerd. Daarnaast wordt nagegaan of de actuele bedrijfssituatie overeenkomt met de vergunde/gemelde situatie. Van de basiscontrole wordt een bezoekverslag gemaakt met aanbiedingsbrief voor de ondernemer. Doordat alleen op zwaartepunten wordt gecontroleerd, duurt een controle bij bedrijven korter, hetgeen tijdbesparing oplevert. Er worden minder hercontroles uitgevoerd, doordat hercontroles op minder relevante zaken niet voorkomen. Door op zwaartepunten te controleren kunnen alle bedrijven binnen een branche gecontroleerd worden. Dit geeft de ondernemers het gevoel dat iedereen gelijk behandeld wordt. Dit zal resulteren in betere naleving van wet en regelgeving. Uiteindelijk zal dit leiden tot minder hercontroles. Met deze manier van werken maken we ook een efficiencyslag. We proberen zoveel mogelijk controles uit te laten voeren met het beperkte budget. De controles worden uitgevoerd door de regionale uitvoeringsdienst - Bedrijven controleren zichzelf met vragenlijsten (zelfcontroles) In de tweede helft van 2007 is binnen de regio Brabant Zuidoost een pilot uitgevoerd op het gebied van zelfcontroles door garagebedrijven. De pilot had als hoofddoelen: tijdsdruk op het gebied van controles reduceren met 30% en meer verantwoordelijkheid neerleggen bij de ondernemers. Om die reden was een systematiek opgezet dat geselecteerde bedrijven eerst zelf een vragenlijst rond controleonderwerpen zouden beantwoorden. Wij gaan deze vorm van controleren implementeren in Oirschot bij de lichte categorie bedrijven. Daarbij krijgen ondernemers een brief met een bijbehorende checklist. In de brief wordt duidelijk aangegeven wat het doel is van de ‘doe het zelf controle’ en hoe het verdere verloop van de procedure is. Het bedrijf vult de checklist in en stuurt deze per post of per e-mail terug. De gegevens van de ontvangen checklist inventariseren wij. Van de bedrijven die op de checklist geen overtredingen hebben aangegeven, wordt een deel alsnog gecontroleerd. De bedrijven die hebben aangegeven dat er mogelijk sprake is van een overtreding, worden schriftelijk verzocht om de overtreding binnen de gestelde termijn te doen beëindigen. In die brief wordt aangegeven hoe de overtreding beëindigd kan worden. Na de gestelde termijn wordt een hercontrole gehouden om te beoordelen of de overtreding daadwerkelijk is beëindigd. Bedrijven die de checklist niet hebben teruggestuurd worden altijd gecontroleerd. De resultaten van de controles worden gecommuniceerd met de branche. Het bijkomend voordeel van de zelfcontroles is dat bedrijven zelf bewust worden van de kleine overtredingen van hun vergunning en deze op eigen initiatief kunnen beëindigen. Hierdoor worden bedrijven zich meer bewust van de voorschriften die gelden voor hun bedrijf. De eigen verantwoordelijkheid wordt hierdoor gestimuleerd.
14
- Ondernemersdossiers Samen met de Odzob en geïnteresseerde ondernemers bekijken we in 2016 de mogelijkheden van het ondernemersdossier. Met het Ondernemingsdossier kunnen ondernemers slim voldoen aan wetten en regels. Daarmee besparen ondernemers en overheden tijd, geld en onnodige irritatie. Ondernemers hebben te maken met een groot aantal regels, toezichthouders en bijbehorende inspectiemomenten. Het Ondernemingsdossier stelt een ondernemer in staat om bepaalde informatie uit de bedrijfsvoering eenmalig vast te leggen en meerdere keren beschikbaar te stellen aan overheden zoals toezichthouders en vergunningverleners. De ondernemer bepaalt zelf welke overheden toegang hebben tot zijn Ondernemingsdossier. Het Ondernemingsdossier is dan ook van de ondernemer. Geautoriseerde toezichthouders kunnen actuele gegevens raadplegen en zijn dus beter geïnformeerd over de situatie. Zo kunnen op afstand controles worden uitgevoerd en risicoinschattingen worden gemaakt, zodat gericht toezicht op locatie bij de bedrijven met het hoogste risico mogelijk is. -
Administratieve controles
Wij willen bedrijven die zich daar voor lenen administratief gaan controleren. Dit wil zeggen dat bedrijven zelf verantwoordelijk zijn om bijvoorbeeld eens in de drie jaar gegevens te verstrekken over bijvoorbeeld de dieraantallen, het rendement van de luchtwassers en opslag van producten. Bij industriële bedrijven gaat het dan om rapporten, keuringen, verzekeringsgegevens, foto’s etcetera. Ook zullen wij in gesprek gaan met verzekeringsmaatschappijen om te bekijken in hoeverre het mogelijk is om gebruik te maken van de documentatie die daar beschikbaar is. Zo stellen verzekeringsmaatschappijen ook bepaalde eisen aan hun verzekeringsnemers. Steekproefsgewijs zullen nog fysieke controles uitgevoerd worden. Daarnaast blijft actief optreden naar aanleiding van klachten noodzakelijk. Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering. Door ruimte in het controle programma beschikbaar te maken, kan direct ingesprongen worden op meldingen. Wel is het risico op kleine overtredingen groter. - Controles waarbij het rapport meteen wordt uitgedraaid Bij deze wijze van controleren houden we een gewone controle. Tijdens de controle noteert de inspecteur de afwijking(en) op een doordrukformulier. Op het doordrukformulier geeft hij tevens aan binnen welke de termijn de afwijkingen moeten zijn hersteld. Na afloop van de controle tekent de hoofdverantwoordelijke van het bedrijf vervolgens voor akkoord, waarmee hij aangeeft akkoord te zijn met de overtreding en de hersteltermijn. Als het bedrijf het niet eens is met de genoteerde afwijkingen dan ondertekent het bedrijf het doordrukformulier niet. De gebruikelijke procedure treedt dan in werking waarbij het bedrijf een brief ontvangt met de
15
bevindingen. Het doordrukformulier bestaat uit een wit exemplaar voor het bedrijf, een roze exemplaar voor toevoeging bij het controleverslag en een geel exemplaar voor de toezichthouder. Wij willen gaan bekijken of we in plaats van het doordrukformulier gebruik kunnen maken van pda’s. De bovenstaande voorstellen zullen wij samen met het Odzob vorm gaan geven.
3.2.
Hercontrole
Het aantal hercontroles willen we tot een minimum beperken en zo veel mogelijk ‘on the job’ laten plaatsvinden. Daarom willen we alleen nog maar hercontroles bij “zware” overtredingen. Voor “lichte” overtredingen willen we de volgende werkwijze toepassen: -
indien de ondernemer iets moet realiseren/repareren, moet hij dit aan te tonen met behulp van foto’s en/of factuur van reparatie.
-
voor keuringen geldt dat de ondernemer, het keuringsrapport aan ons moet toesturen
-
voor de overige overtredingen moet de ondernemer een antwoordkaart/gereedmelding indienen zodra de overtreding is opgeheven. Deze overtredingen worden bij de volgende periodieke controle meegenomen. Wij voeren enkele steekproeven uit om te controleren of de overtreding inderdaad is opgeheven. Voor dit onderdeel sluiten wij aan bij de ‘Pilot vereenvoudiging toezichtlasten bij hercontroles’. Zie bijlage 1 voor een uitgebreide toelichting van de pilot.
16
4.
Overig
4.1.
Ontvankelijkheid klachten/meldingen/verzoeken om handhaving
Naar aanleiding van een klacht, een melding, een ongeval of een incident wordt in beginsel altijd een controle uitgevoerd. Een anonieme klacht of melding wordt niet in behandeling genomen, tenzij de aard en de ernst van de (eventuele) overtreding daartoe aanleiding geven. Wij willen gaan bekijken of het mogelijk is om zwaardere eisen te stellen aan verzoeken om handhaving. Bij een verzoek om handhaving moet er in ieder geval sprake zijn van een ‘belanghebbende’. Daarnaast willen wij gaan onderzoeken of het mogelijk is dat de klager ook de vermoedelijke overtreding concretiseert (dus niet volgens mij woont er iemand in het bijgebouw) en de ernst en mate van overlast (het belang) aantoont. Hierbij kan gedacht worden aan het omschrijven van overtreding en veroorzaker, het toelichten van de duur van de overtreding en het overleggen van foto’s.
4.3
Preventie
De laatste jaren is er langzaam een accentverschuiving ontstaan op het gebied van handhaving. Op dit moment willen we niet alleen maar repressief handhaven maar ook actief bezig zijn met preventie. In 2009 zijn wij gestart met deze nieuwe werkwijze. Zo willen wij gesprekken aangaan met voor ons ‘bekende’ aannemers en architecten. Door goed met elkaar te communiceren en goede afspraken te maken, hopen wij te bereiken dat ze voordat ze hun plannen wijzigen contact opnemen met de gemeente in plaats van dat zij zonder toestemming wijzigingen aanbrengen in de uiteindelijke bouw. Ook in 2016 blijven we het accent leggen op preventie.
5.
Uitvoeringsprogramma 2016
5.1
Formatie
In de onderstaande tabel treft u een overzicht aan van de huidige formatie binnen het team Preventie & Handhaving: Functie
Fte
Coördinator
0,2
Juridisch medewerker
1,67
Toezichthouder Bouwen
17
1
Buitengewoon
0,89
5
Opsporingsambtenaar (BOA) Groene BOA
0,42
Totaal
3,92
Totaal hebben wij 2915 (2,01 x 1450 fte) uren aan (buiten-) toezicht en handhaving beschikbaar. Daarnaast hebben wij in de begroting van 2016 geld beschikbaar voor 85 integrale controles en 25 hercontroles (56.000 euro). Daarnaast hebben we in 2016 tot en met 2017 50.000 euro extra ter beschikking voor toezicht en handhaving bij de veehouderij bedrijven. Tenslotte nemen we 216 uur af bij Stadswacht Helmond ten behoeve van toezicht Drank & Horecawet. Gezien de prioriteiten gaan wij de uren als volgt te besteden:
5.2
Ambitieniveau met betrekking tot de controles
Risicovolle bedrijven Controlefrequentie
Gewenste
Aantal controles
Uitvoering
4 controles
Odzob
situatie Wm-controles
1 x per jr
Risicovolle bedrijven Totaal Het betreft het handhaven van de eisen, gesteld aan bedrijven, die door hun aard en ligging een verhoogd risico voor hun directe omgeving vormen. Veehouderijen Controlefrequentie
Gewenste situatie
Milieucontroles
1 x per 3 jr
Intensieve
(totaal 117
veehouderijen
veehouderijen)
Milieucontroles overige
1 x per 6 jr (totaal 159
veehouderijen
veehouderijen)
Controles nav klachten
Direct actie ondernemen
Totaal
5
De BOA zit voor 50% in de ziektewet.
18
Aantal controles
Uitvoering Odzob
40 controles 20 controles
Odzob
Zie boven
Odzob/Boa
60 controles
In 2016 voeren we extra controles uit vanwege het aanvullend budget voor toezicht en handhaving van de veehouderijbedrijven. Overige bedrijven Controlefrequentie
Gewenste situatie
Benodigde uren
Uitvoering
Meenemen met
Aandachtspunt tijdens overige
Toezichthouder/
gebiedscontroles illegale
controles, geen aparte
Boa
bewoning en huisvesting,
controles.
milieucontroles en meldingen diverse collega’s. Milieucontroles
Categorie 4 1 x per 3 jaar,
Industrieterreinen
categorie 3, 1 x per 4 jaar en
25 controles
Odzob
Overige bedrijven
5 controles
Odzob
Totaal
25 controles
categorie 1 en 2 1 x per 6 jaar. Uitgangspunt administratieve controles, bedrijfsbezoeken alleen indien nodig
Het betreft hier de controles op de naleving van de voorschriften op De Stad, De Scheper, industrieterrein Middelbeers en het bedrijventerrein Den Heuvel, maar ook controles bij nietindustriele bedrijven. Het kan daarbij gaan om milieuvoorschriften, bodemvoorschriften, voorschriften uit de bestemmingsplannen, voorschriften uit het Bouwbesluit, voorschriften uit de gebruiksvergunningen, het parkeren in de groenstrook en laden en lossen op de openbare weg Illegale bewoning en tijdelijke huisvesting Controlefrequentie
Gewenste situatie
Benodigde uren
Uitvoering
Opsporen illegale situaties via
48 gebiedcontroles per
250 uur
Toezichthouder
gebiedscontroles
jaar
controle tijdelijke
Alle afgegeven
vrijstellingen/gedoogbeschikkingen
beschikkingen
alleen administratief via bevolking.
controleren/meenemen
Voor tijdelijke woonunits volgend jaar
met gebiedscontroles
/Boa 0 uur
/Boa
extra aandacht Totaal
19
Toezichthouder
250 uur
Het betreft hier de naleving van de voorschriften van aspecten die gerelateerd zijn aan illegale bewoning en tijdelijke huisvesting. Bestaande bouw Controlefrequentie
Gewenste situatie
Benodigde uren
Uitvoering
Gebouwen
30 controles (30x 8 uur)
240 uur
Veiligheidsregio
Integrale controle
2 themacontroles
20 uur
Veiligheidsregio
Evenementen
65 uur
Veiligheidsregio
Totaal
325 uur
horeca incl brandveiligheid
Het gaat hier om de controles op brandveiligheid en controles van omgevingsvergunningen (aspect bouwen). De controles van gebruiksvergunningsplichtige gebouwen gaan wij uitbesteden aan de veiligheidsregio. Wij kunnen 0,25 fte hiervoor inhuren. Dit komt neer op 322 uren. Hierbij dient opgemerkt te worden dat voor de gewenst situatie 0,4 fte nodig is (regionaal). Wij hebben dus moeten snijden in de controlefrequentie en het aantal bedrijven die we controleren. Bestemmingsplan Buitengebied Controlefrequentie
Gewenste situatie
Meenemen met
Aandachtspunt
gebiedscontroles Illegale
tijdens overige
bewoning en
controles, geen
huisvesting,
aparte controles.
Benodigde uren
Uitvoering Toezichthouder/Boa
milieucontroles en meldingen diverse collega’s. Naleving herplantplicht,
Controles en
anterieure
gebiedscontroles
overeenkomsten en voorschriften
20
175 uur
Groene Boa
omgevingsvergunningen. Controles nav klachten
Direct actie
200 uur
Toezichthouder/Boa
ondernemen Totaal
375 uur
Het betreft hier de controles met betrekking tot het illegaal splitsen van woningen, illegaal gebruik van percelen, aanlegvergunningen, vrijkomende agrarische bebouwing (Vab's), mini-campings (openluchtrecreatie) en de toeristenpoorten.
21
Illegale activiteiten en gebruik Controlefrequentie
Gewenste situatie
Benodigde uren
Uitvoering
Meenemen met
48 gebiedcontroles
150 uur (naast uren
Groene Boa
gebiedscontroles
per jaar en inzet
gebiedscontroles)
Illegale bewoning en
groene Boa
huisvesting, Wm controles en meldingen diverse collega’s. Flora- en faunawet, de
150 uur
Groene Boa
Bomenverordening, de Boswet, de Natuurbeschermingswet Totaal
300 uur
Het betreft het opsporen van niet vergunde milieu-activiteiten en het opsporen van illegaal gebruik gemeentegrond. Kleine ergernissen Controlefrequentie
Gewenste situatie
Benodigde uren
Uitvoering
Hondenoverlast
3 uur per week
150 uur
Boa
Parkeercontrole
5 uur per week
250 uur
Boa
Afval
1,5 uur per week (incl.
100 uur
Boa/groene Boa
afvaldumpingen) Overig
2 uur per week
100 uur
Boa
Illegale kap, stoken
1 uur per week
50 uur
Groene Boa
5 uur per week
250 uur
Boa
en stiltegebieden Klachten Totaal
900 uur
Het betreft het handhaven van voorschriften (APV) ter verbetering of voorkoming van overlast met betrekking tot de openbare ruimte, zoals hondenpoep, aanlijning honden, spandoeken/reclameborden, parkeeroverlast, zwerfafval, afvalafvoer, aanbieden afval, illegale stort particulier afval en zwerfafval. Wij concentreren ons hierbij met name op de bebouwde kom.
22
Drank- en Horecawet Controlefrequentie
Gewenste situatie
Benodigde uren
Uitvoering
Verkoop van alcohol
1 controle per maand
16 uur
Stadswacht Helmond
1 controle per maand
200 uur
Stadswacht Helmond
Happy Hours
0 uur per week
0 uur
Stadswacht Helmond
Doorschenken
0 uur per week
0 uur
Stadswacht Helmond
onder 18 jaar Schenken van alcohol onder 18 jaar
Stadswacht Helmond Totaal
216 uur
Stadswacht Helmond
Deze controles worden uitgevoerd door de Stadswacht Helmond. We hebben hiervoor circa 12.000 euro beschikbaar. Horeca en evenementen Controlefrequentie
Gewenste situatie
Evenementen
15 horeca-controles (incl.
Benodigde uren
Uitvoering Toezichthouder/Boa
evenementen en controles geluid en sluitingstijd)
60 uur
2 themacontroles
40 uur
Geluid en sluitingstijd horeca Integrale controle horeca incl
Toezichthouder/Boa icm veiligheidsregio
brandveiligheid Klachten
237 uur
Totaal
337 uur
Toezichthouder/Boa
Het gaat hier om de controle op geluidhinder, Drank en Horecawet, gebruiksbesluit, milieuvoorschriften, APV, wet op kansspelen, terrasvergunning, evenementenvergunning, tijdelijke verkeersmaatregelen, standplaatsvergunning. De themacontroles voeren we uit rond oud op nieuw, kermis en/of de carnaval. Onderwerp is brandveiligheid binnen de horeca. Onder ander de aanwezigheid van brandbare versiering krijgt hierbij aandacht.
23
Bouw- en woningtoezicht Controlefrequentie
Gewenste situatie
Benodigde uren
Uitvoering
Bouwen en slopen met
Controle vergunningen
752 uur
Toezichthouder
Bouwen en slopen
Meenemen tijdens
0 uur
Toezichthouder/Boa
zonder vergunning
gebiedscontroles
vergunning
Totaal
752 uur
Het gaat hier om illegale bouw en sloop van een bouwwerk, het toezicht op asbestverwijdering. Ook het bouwen en slopen bij monumentale panden valt hieronder.
24
5.3
Afhandeling van controles en overige werkzaamheden team Preventie &
Handhaving 2016 Totaal hebben wij 2421 (1,67 x 1450 fte) uren voor de (juridische) afhandeling van controles en overige werkzaamheden beschikbaar. Activiteit
Uitleg
Uren
Totaal
Juridische trajecten
Algemeen:
966
1061
-
Waarschuwing (50x)
-
100
-
Vooraanschrijving (15x)
-
60
6
-
Definitieve aanschrijving (10x)
-
51
-
Bezwaar (5x)
-
150
-
Beroep en vovo (4x)
-
160
-
Verzoek om handhaving (8x)
-
80
-
Gedoogbeschikkingen (10x)
-
50
-
Wrakingsbrieven (3x)
-
15
7
-
Bestuurlijke boete (2x)
-
20
-
Overige brieven (tussenbrieven, afloopberichten)
-
280
Permanente bewoning recreatieverblijven:
95
-
Waarschuwing (20x)
-
30
-
Overig (onderzoek legalisatie-mogelijkheden,
-
65
communicatie, raadsinformatiebrieven, claim enz.) Overig
Onvoorzien
-
Klachtafhandeling
-
200
-
Preventie
-
50
-
Collegiale toets
-
200
-
Advisering
-
100
-
Opstellen handhavingsbeleid en programma
-
100
-
Jaarverslag
-
80
-
Wet Kinderopvang
-
80
-
Kempensamenwerking/Organisatieontwikkeling
-
200
-
Besluit Huisvesting
-
50
-
Aansturing/Afhandeling controles Odzob
-
100
-
Plop’s (Plotseling opkomende prioriteiten)
-
200
Totaal
6
Dit kan een last onder dwangsom, bestuursdwang of een stillegging van de bouw of sloop zijn.
7
Het gaat hierbij om het opleggen van bestuurlijke boete in het kader van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
25
1160
200 2421
5.4
Coördinatie team Preventie & Handhaving 2016
Activiteit
Uitleg
Uren
Totaal
Coördinatie
-
-
200
Totaal
26
Aansturing handhavingsunit
200
200
Bijlage 1 In 2009 heeft er in Brabant de ‘Pilot vereenvoudiging toezichtlasten bij hercontroles’ gedraaid. Bij deze pilot hielden we een gewone controle. Na afloop van de controle noteerde de inspecteur de afwijking(en) op een doordrukformulier. Op het doordrukformulier gaf hij tevens aan binnen welke de termijn de afwijkingen moesten zijn hersteld. De hoofdverantwoordelijke van het bedrijf tekende vervolgens voor akkoord, waarmee hij aangaf akkoord te zijn met de overtreding en de hersteltermijn. Als het bedrijf het niet eens was met de genoteerde afwijkingen dan ondertekende de ondernemer het doordrukformulier niet. De gebruikelijke procedure trad dan in werking waarbij het bedrijf een brief ontving met de bevindingen. Het doordrukformulier bestond uit een wit exemplaar voor het bedrijf, een roze exemplaar voor toevoeging bij het controleverslag en een geel exemplaar voor de toezichthouder. Tijdens de inspectie krijgt het bedrijf een of meer antwoordkaarten overhandigd waarop het bedrijf het ongedaan maken van een overtreding aan het bevoegd gezag kan melden. Het aantal antwoordkaarten dat wordt afgegeven hangt af van het aantal geconstateerde afwijkingen met verschillende termijnen. Na het herstellen van de afwijkingen, zendt het bedrijf de antwoordkaart naar de gemeente terug. Het bedrijf verklaart hiermee schriftelijk dat alle overtredingen ongedaan zijn gemaakt en ondertekent deze mededeling. We gaan op basis van deze verklaring ervan uit dat er geen noodzaak meer is om dit te controleren. Door het inzenden van de antwoordkaart voorkomt het bedrijf verdere repressieve controles over de eerder geconstateerde afwijkingen. Om echter te controleren of iedereen zich aan de spelregels van de pilot houdt, worden steekproefsgewijs de ingevulde antwoordkaarten gecontroleerd door een inspecteur via een bezoek aan het bedrijf. Als blijkt dat de overtreding, in tegenstelling tot hetgeen op de antwoordkaart is aangegeven, niet ongedaan is gemaakt volgt via de bestuurlijke lijn een voornemen dwangsom. Daarnaast wordt een PV opgemaakt. Indien geen antwoordkaart wordt geretourneerd volgt overigens altijd een hercontrole. In Brabant is er voor gekozen om de beschreven werkwijze alleen toe te passen voor de cat. 2 overtredingen. In alle andere gevallen dient gewoon conform de handhavingstrategie "Zo handhaven wij in Brabant" te worden gehandeld”.
27