Handhavingsbeleid Bouw- en woningtoezicht en Uitvoeringsprogramma 2010 Gemeente Haaksbergen
augustus 2009
Inhoud 1.
Visie
3
2.
Toezicht 2.1. Vergunninggebonden toezicht 2.2. Niet-vergunninggebonden toezicht 2.3. Samenvatting
5
3.
Handhaving 3.1. Handhavingstraject 3.2. Legalisatietoets 3.3. Sanctiemiddelen
8
4.
Gedogen 4.1. Situaties 4.2. Uitgangspunten
11
5
Uitgangspunten programma 2010
12
Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Bijlage 4.
Toezichtmatrixen Afwegingskader voor prioritering van overtredingen Richtlijnen voor dwangsommen en begunstigingstermijnen Uitvoeringsprogramma BWT 2010
13 17 18 19
2
1 Visie Sinds 1april 2007 zijn de Woningwet en enkele andere wetten ingrijpend aangepast. De normstellingen voor handhaving en toezicht zijn aangescherpt en de gemeenten hebben meer armslag gekregen om overtredingen van de bouwregelgeving (onder andere Woningwet, Bouwbesluit, bouwverordening) daadwerkelijk te kunnen aanpakken. Met deze wetwijziging is de verantwoordelijkheid voor de naleving van de (bouw)regelgeving nadrukkelijk bij de burger en bedrijven neergelegd. Aan de gemeente is een zorgplicht tot handhaving opgelegd. Het college van burgemeester en wethouders is belast met het toezicht en handhaving van deze regelgeving. De uitvoering van deze taak is niet vrijblijvend. Het college is verplicht jaarlijks aan de gemeenteraad en de VROM-inspectie te rapporteren over het gevoerde en het te voeren handhavingsbeleid. Van belang is in dit verband is ook de jurisprudentie van de Raad van State. Enerzijds geldt er een beginselplicht tot handhaven, anderzijds is er ook ruimte voor gemeentelijk handhavingsbeleid. Het handhavingsbeleid zegt iets over hoe er gehandhaafd wordt en met de inzet van welke middelen. Het voorliggend handhavingsbeleid richt zich kort gezegd op de handhaving van bouwregelgeving en de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Doel is een praktisch beleidskader, meer dan academische volledigheid. Voor de uitvoering van handhavingstaken is de beschikbare personele capaciteit beperkt. Het is niet mogelijk om alle handhavingstaken volledig uit te voeren. Die gedachte past ook niet meer in deze tijd. Dit leidt tot een prioriteitenstelling. Ons uitgangspunt is het zogenaamde “minimaal adequate handhavingsniveau”.
We doen niet alles, maar wat we doen, doen we rechtvaardig, consequent en goed Voor de prioriteitstelling staat de risicoanalyse uit de nota integrale handhaving 2005 voor het beleidsveld Bouw- en woningtoezicht en Ruimtelijke Ordening centraal. Voor Bouw- en woningtoezicht scoort het thema fysieke veiligheid hoog.
Prioriteit op veiligheid Het veiligheidsrisico is in meer of mindere mate aanwezig, afhankelijk van de grootte en de aard van een bouwobject. Op de volgende pagina vindt u het overzicht van (bouw)objecten en prioritering. De prioriteitstelling werkt door in de manier waarop toezicht uitgeoefend wordt. Met andere woorden, bij objecten met een hoge prioriteit past een andere toezichtsfrequentie en -intensiteit dan bij objecten met een lagere prioriteit (hoofdstuk 2). De prioriteitstelling werkt ook door in de handhavingsstrategie, dat wil zeggen de bestuurlijke reactie op een geconstateerde overtreding (hoofdstuk 3 en 4). Uiteindelijk vertaalt de prioritering zich ook in de inzet van mensen (hoofdstuk 5).
3
OBJECT
PRIORITEIT
Reguliere bouwvergunningen
Publiek > € 1.000.000
HOOG
Bedrijf > € 1.000.000
HOOG
Wonen > € 1.000.000
HOOG
Sloopvergunning
risicovol
HOOG
Illegale bouw
niet gereed - bouwstop
HOOG
Reguliere bouwvergunningen
Sloopvergunning
Publiek € 100.000 - € 1.000.000
MIDDEL
Bedrijf € 100.000 - € 1.000.000
MIDDEL
Wonen € 100.000 - € 1.000.000
MIDDEL
niet risicovol
Aanlegvergunning
MIDDEL MIDDEL
Illegaal gebruik
MIDDEL
Illegale bouw / gebouwen Reguliere bouwvergunningen
gereed
MIDDEL
Publiek < € 100.000
LAAG
Bedrijf < € 100.000
LAAG
Wonen < € 100.000
LAAG
overig
LAAG
Lichte bouwvergunningen
LAAG
Illegale sloop
LAAG
andere Illegale (bouw) werken
LAAG
Monumentenbescherming
LAAG
Wonen Bedrijf Publiek Overig
: : : :
woonfunctie, logiefunctie industrie, kantoor gezondheidszorg, onderwijs, sport, winkel, overig publiek (bijv. horeca) overige gebruiksfuncties, bouwwerk geen gebouw zijnde (bijv. kunstwerken, vlaggenmasten, reclameobjecten etc.)
4
2 Toezicht Toezicht betreft de controle op de naleving van regelgeving. We onderscheiden vergunninggebonden en nietvergunninggebonden toezicht. Vergunninggebonden toezicht vraagt een andere aanpak dan niet vergunninggebonden toezicht. Daarnaast verschilt de intensiteit van het toezicht met de aard en grootte van een (bouw)object. De frequentie en intensiteit van het toezicht is in het schema op het eind van dit hoofdstuk schematisch weergegeven. In de paragrafen 2.1. en 2.2. wordt dit toegelicht. Onder het toezicht vallen de volgende activiteiten: o Reistijden naar en van de locatie waar toezicht wordt gehouden; o Inspectie ter plaatse; o Verslaglegging van de inspectie overeenkomstig de gemaakte afspraken; o Eventuele informerende correspondentie direct naar aanleiding van de inspectie; o Dossiervoorbereiding. Uitgangspunt is dat het dossier een voldoende juridische basis vormt voor mogelijk handhavingstraject. 2.1 Vergunninggebonden toezicht Vergunninggebonden toezicht betreft de controle op de uitvoering van de volgende vergunningen: - bouwvergunningen - monumentenvergunningen - sloopvergunningen - aanlegvergunningen Bouwvergunning Bouwwerken met een hoog en gemiddelde prioriteit worden allemaal gecontroleerd . Bouwwerken met een lage prioriteit worden steekproefsgewijs (25%) gecontroleerd. Tijdens het bouwproces - vanaf de aanloop tot en met de afbouw - kunnen 29 te controleren onderdelen worden onderscheiden (zie bijlage 1). Uiteraard vindt het toezicht niet altijd op al deze onderdelen plaats. De intensiteit van de controles – het aantal toezichtsmomenten – is afhankelijk van de aard en omvang van het bouwobject. Bovendien zullen waar mogelijk en noodzakelijk meerdere onderdelen gelijktijdig worden gecontroleerd. Voor de keuze van toezichtsmomenten, zal de controle op veiligheidsaspecten leidend zijn. Voor zover het bouwen geen veiligheidsrisico met zich mee brengt en het bouwen geen gevolgen heeft voor het publieke domein zal het toezicht door de gemeente bescheiden zijn. Daarbij zijn wij van mening dat het toezicht op de kwaliteit van het bouwen primair tot de verantwoordelijkheid van de bouwer hoort. Daarnaast geldt als uitgangspunt dat bij alle bouwwerken ten minste een opleveringscontrole ofwel eindcontrole wordt uitgevoerd. Dit is noodzakelijk om redenen van uniformiteit, administratieve en juridische zorgvuldigheid. Monumentenvergunning Het toezicht op de monumentenvergunningen is beperkt van omvang. Waar mogelijk wordt dit toezicht gecombineerd met de bouwvergunning. Sloopvergunning Sloopvergunningen worden verdeeld risicovol en niet-risicovol. Risicovol is een sloop als: o het bouwwerk een bouwvolume heeft groter dan 700 m3; o in het bouwwerk gevaarlijke materialen zijn gebruikt (bijv. asbest); o in het bouwwerk risicovolle bedrijfsactiviteiten (bijv. chemische processen) hebben plaatsgevonden; o bij de sloop gebruik wordt gemaakt van puinbrekers; o er omgevingsfactoren die tot bijzondere voorwaarden en/of toezicht moeten leiden (waardevolle bebouwing, belendende percelen, kwetsbare gebieden, verkeersaders, mensenstromen, enzovoorts). Uitgangspunt is dat voor een niet-risicovolle sloop één toezichtmoment wordt vastgelegd, en wel na afronding van de sloop. Bij de risicovoller sloopactiviteiten zal het aantal toezichtmomenten worden vergroot afhankelijk van de bij de toetsing geïnventariseerde bijzondere omstandigheden. In het algemeen zal bij risicovolle sloop drie maal gecontroleerd worden: bij de start, tijdens de sloopwerkzaamheden en na afronding van de sloop.
5
In een aantal gevallen zal de sloopvergunning worden gecombineerd met een sloopveiligheidsplan, namelijk als er risico’s zijn met gevolgen voor het publieke domein. Het beoordelen van de gestelde voorwaarden vindt plaats tijdens het eerste bezoek voorafgaande aan de feitelijke sloop. Aanlegvergunning In verschillende bestemmingsplannen is een aanlegvergunningstelsel opgenomen. Op jaarbasis komt het niet zo vaak voor dat aanlegvergunningen worden aangevraagd en verleend. Bij het toezicht op de wijze van uitvoering van de aanlegvergunning is het van belang om zicht te hebben op de daadwerkelijke mogelijke bedreiging van het gebied. Eén toezichtmoment tijdens de uitvoering is daarom wenselijk. 2.2 Niet-vergunninggebonden toezicht Niet-vergunning gebonden toezicht betreft het algemeen toezicht en de controle op: o illegale bouw; o illegaal gebruik; o illegale werken; o tijdelijke bouwvergunningen en vrijstellingen o gedoogsituaties Gebiedstoezicht / thematisch toezicht Niet-vergunning gebonden toezicht vindt gebiedsgericht en thematisch plaats. Deze vorm van toezicht leent zich in het bijzonder voor onderwerpen die bestuurlijk de aandacht hebben of onderwerpen die (weer) beheersbaar moeten worden gemaakt, bijvoorbeeld de toezichtstaken met een lage prioriteit. Van het gebiedsgericht thematisch toezicht moet het algemene gebiedstoezicht worden onderscheiden op basis van visuele controle (quick scan) vanuit het openbare gebied. Tijdens het reguliere werk kunnen ernstige overtredingen worden geconstateerd, die aanleiding geven tot een diepgaander onderzoek. Toezicht op bestaande bouw Het Bouwbesluit stelt eisen aan bestaande gebouwen. Hoewel ook het toezicht op deze taken een gemeentelijke verantwoordelijkheid is, zijn wij van mening dat deze verantwoordelijkheid een indirecte is. Uitgangspunt is dat de eigenaar zelf verantwoordelijk is om zijn eigendom in goede staat te onderhouden. Ook het toezicht op nutsinstallaties en de kwaliteit van het binnenmilieu is in eerste aanleg de eigen verantwoordelijkheid van de eigenaar. Dit impliceert dat het toezicht alleen op excessen zal plaatshebben. Klachten en handhavingverzoeken Uitgangspunt is dat op klachten wordt gereageerd binnen de daartoe door de Algemene wet bestuursrecht gestelde termijn van acht weken. Om een klacht te onderzoeken zal een controle op de locatie noodzakelijk zijn. Klachten en handhavingsverzoeken worden afgewikkeld overeenkomstig het gemeentelijk handhavingsbeleid.
6
2.3 Samenvatting OBJECT Reguliere bouwvergunningen*
PRIORITEIT
FREQUENTIE
INTENSITEIT (toezichtsmomenten)
HOOG HOOG
100%
23
Bedrijf > € 1.000.000
100%
16
100%
16
100%
Publiek > € 1.000.000 Wonen > € 1.000.000
HOOG
Sloop (vergunning)
Risicovol
HOOG
IIlegale bouw
niet gereed – bouwstop
HOOG
Reguliere bouwvergunningen*
Publiek € 100.000 - € 1.000.000
3 4
MIDDEL MIDDEL
100%
10
Bedrijf € 100.000 - € 1.000.000
100%
9
Wonen € 100.000 - € 1.000.000
MIDDEL
100%
8
niet risicovol
MIDDEL
100%
1
Aanlegvergunning
MIDDEL
100%
1
Illegaal gebruik**
MIDDEL
projectmatig
2
MIDDEL
projectmatig
5
LAAG LAAG
25%
4
Bedrijf < € 100.000
25%
4
Wonen < € 100.000
LAAG
25%
4
overig, geen gebouw zijnde
LAAG
25%
3
Lichte bouwvergunningen*
LAAG
25%
3
Illegale sloop
LAAG
--
--
andere Illegale (bouw) werken**
LAAG
projectmatig
2
Monumentenvergunning
LAAG
25%
2
Sloop (vergunning)
Illegale bouw / gebouwen**
Gereed
Reguliere bouwvergunningen*
Publiek < € 100.000
* Zie toezichtmatrixen. Per object zijn op onderdeel de toezichtsmomenten aangegeven (bijlage 1) ** constatering ambtshalve ofwel op basis van klacht
7
3 Handhaving Het opleggen van een sanctie wordt vaak in één adem met handhaving genoemd. Het daadwerkelijk opleggen van een sanctie is slechts een uiterst middel en is slechts een deel van het gehele handhavingsproces. Tussen het tijdstip van constatering van een overtreding en het tijdstip dat er daadwerkelijk een sanctiebesluit wordt genomen, ligt een periode waarin wordt gepoogd de overtreder zover te krijgen dat deze uit zichzelf de overtreding ongedaan maakt. Het doel van bestuursrechtelijke handhaving is om de situatie (weer) in overeenstemming te brengen met de geldende wet- en regelgeving, herstel van de geloofwaardigheid van de (normerende) overheid en rechtsgelijkheid. Daarnaast geldt ook hier, dat niet elke geconstateerde overtreding bestuurlijk gehandhaafd wordt. Door de beperkte inzetbare capaciteit worden noodzakelijkerwijs, afhankelijk van de aard en ernst van de overtreding, ook hier prioriteiten gesteld. In bijlage 2 is hiervoor een afwegingsmodel opgenomen. De handhaving van o.a. de volgende overtredingen heeft voor ons een lage prioriteit: o illegale interne verbouwingen o illegale bouwwerken geen gebouw zijnde (dakkapellen, schuttingen, reclameobjecten etc) o illegale sloop - gereed 3.1 Handhavingstraject In het handhavingsproces kunnen vier reacties worden onderscheiden: 1. Controlebrief: De overtreder wordt door middel van een brief op de overtreding gewezen en geïnformeerd over het vervolg. 2. Eerste aanschrijving De overtreder wordt door middel van een brief op de overtreding gewezen en krijgt de mogelijkheid binnen een gestelde termijn de overtreding te beëindigen. Daarbij wordt duidelijk gemaakt welke sancties de gemeente open staan om de overtreding te beëindigen. 3. Bestuurlijke waarschuwing De overtreder wordt door middel van een brief op de overtreding gewezen en krijgt de mogelijkheid binnen een gestelde termijn de overtreding te beëindigen. Daarbij worden voorgenomen sancties aangekondigd als na het verstrijken van de termijn de overtreding niet is beëindigd. De overtreder wordt in de gelegenheid gesteld tegen het voorgenomen besluit een zienswijze naar voren te brengen. 4. Bestuursrechtelijke beschikking De gemeente legt een handhavingsbeschikking op. Na het verstrijken van de (begunstigings)termijn in deze beschikking worden de aangekondigde sancties geëffectueerd. Het bestuursrechtelijke traject zal waar mogelijk en wenselijk (bijv. bij recidive) samen gaan met passende strafrechtelijke maatregelen, zoals het opmaken van een procesverbaal. In sommige situaties staat die weg ook alleen nog maar open, bijv. bij een gerealiseerde sloop. SPOEDEISEND
NIET-SPOEDEISEND, HOGE EN GEMIDDELDE PRIORITEIT
NIET-SPOEDEISEND, LAGE PRIORITEIT
controlebrief
controlebrief
eerste aanschrijving bestuurlijke waarschuwing bestuurlijke beschikking
bestuurlijke beschikking
8
Spoedeisend In spoedeisende gevallen wordt er direct een handhavingsbesluit genomen. Onder omstandigheden kan een begunstigingstermijn achterwege blijven. In zeer spoedeisende gevallen kan het college daadwerkelijk overgaan tot het toepassen van bestuursdwang en achteraf het besluit opstellen. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij het opleggen van een bouwstop. In dat geval dient het besluit zo spoedig mogelijk alsnog op schrift te worden gezet. Niet spoedeisend - hoge of gemiddelde prioriteit De standaardaanpak van overtredingen is handhaving in vier stappen. In eerste instantie wordt de overtreder/rechthebbende geïnformeerd over de geconstateerde overtreding en de stappen die naar aanleiding daarvan zullen worden gezet. Als blijkt dat de situatie niet kan worden gelegaliseerd of als met oog op legalisatie noodzakelijke acties van de zijde van de overtreder uitblijven, volgt een eerste aanschrijving. Als ook deze brief niet het beoogde effect heeft volgt de bestuurlijke waarschuwing, waartegen zienswijzen kunnen worden ingediend. De volgende stap in het handhavingstraject is het daadwerkelijke handhavingsbesluit. Niet spoedeisend - lage prioriteit Bij niet-spoedeisende overtredingen met een lage prioriteit krijgt de overtreder uitsluitend een controlebrief. 3.2 Legalisatietoets Alleen in bijzondere gevallen kan van het bestuursorgaan worden verlangd dat het afziet van optreden tegen een illegale situatie (zie ook Hoofdstuk 3 over gedogen). De aanwezigheid van een bijzonder geval kan onder meer worden aangenomen, indien er concreet zicht bestaat op legalisatie. Behoudens spoedeisende gevallen, zal daarom voordat het bestuursrechtelijke handhavingstraject wordt ingezet eerst een “legalisatietoets” plaatsvinden. De legaliteitstoets vindt plaats aan de hand van een concrete aanvraag van de overtreder. In de controlebrief wordt de overtreder daartoe in de gelegenheid gesteld. Indien de aanvraag uitblijft, kan wegens het ontbreken van een concreet zicht op legalisatie – alsnog het handhavingstraject worden ingezet. De beslissing op de aanvraag is bepalend voor de vraag of het handhavingstraject al dan niet wordt voortgezet. Indien de aanvraag wordt geweigerd, wordt gelijktijdig met het besluit tot weigering van de vergunning een sanctiebesluit verstuurd, zodat de bezwaartermijnen van beide besluiten synchroon lopen 3.3 Sanctiemiddelen De volgende bestuurlijke sanctiemiddelen kunnen worden toegepast: o last onder bestuursdwang; o last onder dwangsom; o geheel of gedeeltelijk intrekken van een vergunning; Het bestuursorgaan is in beginsel vrij in de keuze van welk sanctiemiddel wordt toegepast. Het gelijktijdig toepassen van bestuursdwang en een last onder dwangsom bij één en dezelfde overtreding is niet mogelijk. Hierop geldt één uitzondering, te weten het toepassen van bestuursdwang op een ernstige overtreding, waarbij het gevaar bestaat dat de overtreding zal worden herhaald. Daarbij kan bestuursdwang gecombineerd worden met het opleggen van een preventieve last onder dwangsom. In de bestuurspraktijk van Haaksbergen gebeurd dat bijvoorbeeld bij het opleggen een bouwstop. Bestuursdwang Bestuursdwang, dat wil zeggen het feitelijk beëindigen van een overtreding door het bevoegd gezag, kan bij uitstek worden toegepast in de volgende situaties: o bij acuut dreigende calamiteiten. Met name indien de overtreder in dergelijke situaties niet bereikbaar is; o indien de overtreder niet genegen of (financieel) niet in staat is om de overtreding ongedaan te maken; o als een dwangsom niet het beoogde effect heeft gehad. De kosten van de bestuursdwang kunnen verhaald worden op de overtreder. Dwangsom Een dwangsom is de sanctie waarbij de overtreder per tijdseenheid, per overtreding of ineens een geldbedrag verbeurt indien of zolang de overtreding voortduurt. Indien een dwangsom per tijdseenheid of per overtreding
9
wordt opgelegd, dient het bestuursorgaan een bedrag te noemen waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd. De hoogte van de dwangsom moet in redelijke verhouding moet staan tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van het opleggen van de dwangsom. Bijlage 3. geeft een overzicht van begunstigingstermijnen en de hoogte van de op te leggen dwangsommen, gerelateerd aan de soort overtreding en de mate van prioriteit. Dit overzicht is enkel richtinggevend. In elke specifieke situatie moet de hoogte van de dwangsom en de begunstigingstermijn worden gemotiveerd. Intrekken van een vergunning Een verleende vergunning kan geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken, indien niet overeenkomstig die vergunning is of wordt gehandeld, dan wel indien aan de vergunning verbonden voorschriften of regels niet worden nageleefd. Tot intrekking van de vergunning kan pas worden overgaan nadat de overtreder de gelegenheid heeft gekregen zijn handelen alsnog in overeenstemming te brengen met de vergunning. Zodra de vergunning is ingetrokken, kunnen verdergaande sanctiemiddelen, zoals bestuursdwang of een last onder dwangsom.
10
4 Gedogen Onder gedogen wordt verstaan: het willens en wetens afzien van handhaving waar het bestuursorgaan bevoegd is en feitelijk in staat is om handhavend op te treden. Een besluit om niet handhavend op te treden en te gedogen moet voortvloeien uit een zorgvuldige belangenafweging. In dit verband kunnen drie situaties worden onderscheid: o overmachtsituaties; o overgangssituaties; o situaties waarin een zwaarder wegend belang het gedogen rechtvaardigt. Overmachtsituatie Overmachtsituaties zijn situaties waarin bepaalde activiteiten onvermijdelijk zijn door bijzondere omstandigheden die buiten de invloedssfeer van de betrokkene plaatsvinden. Voorbeelden van deze bijzondere omstandigheden zijn: een elektriciteitsstoring, of de gevolgen van een heftige storm. Indien er sprake is van een overmachtsituatie en hierdoor een overtreding wordt begaan kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn dat in het concrete geval van handhavend optreden (tijdelijk) kan worden afgezien. Overgangssituatie In overgangssituaties kan gedogen aanvaardbaar zijn als de consequenties van handhaving niet in redelijke verhouding staan tot de belangen die met (onmiddellijke) handhaving gemoeid zouden zijn. Dit kan bijv. als nieuwe regelgeving in voorbereiding is, zoals bijv. een nieuw bestemmingsplan, een beleidswijziging of een wetswijziging. Van een overgangssituatie kan ook sprake zijn wanneer een illegale situatie binnen een korte termijn opgeheven wordt. (bijv. bedrijfsbeëindiging). Zwaarwegend belang Bij deze categorie van situaties is er sprake van een rechtsbeginsel waar het bestuur meer gewicht aan moet toekennen dan aan bescherming van de overtreden rechtsnorm. Als voorbeeld wordt genoemd een situatie waarin een beroep op het vertrouwensbeginsel (in verband met inlichtingen of toezeggingen van de overheid), of het gelijkheidsbeginsel of het verbod van willekeur zwaarder weegt dan het belang dat bij handhaving is gediend. Gedacht kan ook worden aan situaties waarin handhaving geen redelijk doel dient – hoewel er formeel sprake is van een overtreding – en daarom niet zou getuigen van behoorlijk bestuur. Daarvan is bijvoorbeeld sprake bij geringe overtredingen, waarbij belangen van derden niet worden geraakt. 4.2 Uitgangspunten Indien een overtreding voor gedogen in aanmerking komt, worden de volgende uitgangspunten in acht genomen: o gedogen vindt altijd plaats in de vorm van een gedoogbeschikking; o de beschikking bevat een kenbare belangenafweging; o de beschikking bevat waar mogelijk een eindtermijn; o de beschikking bevat waar nodig beschermende/beperkende voorwaarden. Tenslotte is het van belang dat actief nagegaan wordt of de overtreder zich houdt aan de gedoogvoorwaarden uit de beschikking. Gebeurd dat niet, dan kan de gemeente alsnog besluiten handhavend op te treden.
11
5 Uitgangspunten programma 2010 ACTIVITEITEN
PERCENTAGE HANDHAVING
JURIDISCH
65
55
Ontwikkelingsactiviteiten Operationele activiteiten
10 vergunninggebonden niet-vergunninggebonden
Onvoorzien
25
25
10
10
De activiteiten voor 2010 zijn opgesplitst in ontwikkelings- en operationele activiteiten. Ontwikkelingsactiviteiten zijn activiteiten die noodzakelijk zijn om het programmatische, cyclische, handhavingsproces mogelijk te maken en mogelijk te houden. Deze activiteiten zijn ondersteunend aan de operationele handhavingsactiviteiten. Daarnaast is rekening gehouden met met een percentage van 10 % voor onvoorzien. De speerpunten van de ontwikkelingsactiviteiten zijn de volgende: o het eenduidig registreren en monitoren van relevante handhavingsparameters, zoals de bestede uren, zodat deze gegevens gebruikt kunnen worden voor het Uitvoeringsprogramma van (een) volgend jaar; o het opstellen en het verder ontwikkelen van protocollen, werkinstructies, standaardbrieven waar nodig met aandacht voor integrale handhaving. o het integreren van milieu handhaving en het bouw- en woningtoezicht. De speerpunten van de operationele handhavingsactiviteiten zijn de volgende: o toezicht zoals beschreven in hoofdstuk 2; o toezicht bedrijventerrein Stepelo op strijdig gebruik; o behandeling van overtredingen zoals beschreven in hoofdstuk 3 en 4 Voor het uitvoeren van de taken is de volgende formatie beschikbaar - toezichthouders 2 fte, waarvan 1 vacature - juridisch medewerker 1fte Het uitvoeringsprogramma BWT 2010 is opgenomen in bijlage 4. Om dit programma uit te kunnen voeren is het noodzakelijk dat de vacature voor een toezichthouder opengesteld en ingevuld wordt.
12
Toezichtmatrixen
Bijlage 1
Aanloop
Onderbouw
Bovenbouw
Gevel / dak
Afbouw
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
Riolering
Begane grond
Wanden / kolommen
Stempels / steigers
Vloeren / balken
Constructie overige verdiepingen
Dakconstructies HWA
Dakafwerking
Buitenblad gevel
Gevelopeningen
Nutsvoorzieningen
Hoogteverschil / vloerafscheidingen
Ventilatie / spuicapaciteit
Brandveiligheid
Vluchtmogelijkheden
Brandveiligheidsinstallaties
Bescherming geluid
Bescherming geluid van installaties
Wering van vocht
Verbrandingslucht / rook
EP gerelateerde installaties
Duurzaam bouwen
Eindcontrole
5
4
Fundering op palen
3
Fundering op staal
Uitgraven bouwput
2
1
Uitzetten bouw
Oriënteringsgesprek
Funderingsconstructie
Inspectieschema
1. Aanloop
1
2. Onderbouw
3
3. Bovenbouw
6
4. Gevel / dak
4
5. Afbouw
6
6. Oplevering
3
Totaal aantal
23
Publiek > € 1.000.000
Bedrijf > € 1.000.000 1. Aanloop
1
2. Onderbouw
3
3. Bovenbouw
4
4. Gevel / dak
3
5. Afbouw
3
6. Oplevering
2
Totaal aantal
16
1
3
4
3
3
2
Wonen > € 1.000.000 1. Aanloop 2. Onderbouw 3. Bovenbouw 4. Gevel / dak 5. Afbouw 6. Oplevering Totaal aantal
16
13
Aanloop
Onderbouw
Bovenbouw
Gevel / dak
Afbouw
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
Riolering
Begane grond
Wanden / kolommen
Stempels / steigers
Vloeren / balken
Constructie overige verdiepingen
Dakconstructies HWA
Dakafwerking
Buitenblad gevel
Gevelopeningen
Nutsvoorzieningen
Hoogteverschil / vloerafscheidingen
Ventilatie / spuicapaciteit
Brandveiligheid
Vluchtmogelijkheden
Brandveiligheidsinstallaties
Bescherming geluid
Bescherming geluid van installaties
Wering van vocht
Verbrandingslucht / rook
29
6 Funderingsconstructie
28
5 Fundering op palen
Eindcontrole
4 Fundering op staal
27
3 Uitgraven bouwput
Duurzaam bouwen
2 Uitzetten bouw
EP gerelateerde installaties
1 Oriënteringsgesprek
Inspectieschema
Publiek € 100.000 - € 1.000.000 1. Aanloop 2. Onderbouw 3. Bovenbouw 4. Gevel / dak 5. Afbouw 6. Oplevering Totaal aantal
1
2
2
2
2
1
10
Bedrijf € 100.000 - € 1.000.000 1. Aanloop
1
2. Onderbouw
2
3. Bovenbouw
2
4. Gevel / dak
2
5. Afbouw
1
6. Oplevering
1
Totaal aantal
9
Wonen € 100.000 - € 1.000.000 1. Aanloop 2. Onderbouw 3. Bovenbouw 4. Gevel / dak 5. Afbouw 6. Oplevering Totaal aantal
1
2
1
2
1
1
8
14
Aanloop
Onderbouw
Bovenbouw
Gevel / dak
Afbouw
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
Riolering
Begane grond
Wanden / kolommen
Stempels / steigers
Vloeren / balken
Constructie overige verdiepingen
Dakconstructies HWA
Dakafwerking
Buitenblad gevel
Gevelopeningen
Nutsvoorzieningen
Hoogteverschil / vloerafscheidingen
Ventilatie / spuicapaciteit
Brandveiligheid
Vluchtmogelijkheden
Brandveiligheidsinstallaties
Bescherming geluid
Bescherming geluid van installaties
Wering van vocht
Verbrandingslucht / rook
29
6 Funderingsconstructie
28
5 Fundering op palen
Eindcontrole
4 Fundering op staal
27
3 Uitgraven bouwput
Duurzaam bouwen
2 Uitzetten bouw
EP gerelateerde installaties
1 Oriënteringsgesprek
Inspectieschema
Publiek < € 100.000 1. Aanloop 2
1
4. Gevel / dak
5. Afbouw
2. Onderbouw 3. Bovenbouw
6. Oplevering Totaal aantal
1 4
Bedrijf < € 100.000 1. Aanloop 2. Onderbouw
2
3. Bovenbouw
1
4. Gevel / dak
5. Afbouw
6. Oplevering
1
Totaal aantal
4
Wonen < € 100.000 1. Aanloop 2. Onderbouw
2
3. Bovenbouw
1
4. Gevel / dak
5. Afbouw
6. Oplevering
1
Totaal aantal
4
15
Aanloop
Onderbouw
Bovenbouw
Gevel / dak
Afbouw
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
Oriënteringsgesprek
Uitzetten bouw
Uitgraven bouwput
Fundering op staal
Fundering op palen
Funderingsconstructie
Riolering
Begane grond
Wanden / kolommen
Stempels / steigers
Vloeren / balken
Constructie overige verdiepingen
Dakconstructies HWA
Dakafwerking
Buitenblad gevel
Gevelopeningen
Nutsvoorzieningen
Hoogteverschil / vloerafscheidingen
Ventilatie / spuicapaciteit
Brandveiligheid
Vluchtmogelijkheden
Brandveiligheidsinstallaties
Bescherming geluid
Bescherming geluid van installaties
Wering van vocht
Verbrandingslucht / rook
EP gerelateerde installaties
Duurzaam bouwen
Eindcontrole
Inspectieschema
Bouwwerk geen gebouw zijnde + overige projecten 1. Aanloop
2. Onderbouw
1
3. Bovenbouw
1
4. Gevel / dak
5. Afbouw
6. Oplevering
1
Totaal aantal
3
Lichte bouwvergunningen 1. Aanloop
2. Onderbouw
1
3. Bovenbouw
1
4. Gevel / dak
5. Afbouw
6. Oplevering
1
Totaal aantal
3
16
Afwegingskader voor prioritering van overtredingen *
Bijlage 2
soort overtreding
wegingsfactor
illegale bouw
niet gereed
10
Illegale sloop
niet gereed
10
illegale bouw
gereed
gebouw > 30 m2
situatie bestaat < 2 jaar
5
situatie bestaat > 2 jaar
2
gebouw < 30 m2
1
intern
1
bouwwerk geen gebouw (dakkapellen, reclameobjecten, erfscheiding etc.)
1
gevaar fysieke veiligheid / gezondheid
3
monument
1
strijd met planologisch beleid bestemmingsplan
welstand
illegaal gebruik
1 < 3 jaar oud
3
3 -7 jaar oud
2
> 7 jaar oud
1
exces
3
strijd met redelijke eisen
1
gebruiksoppervlakte > 150 m2
3
situatie bestaat < 2 jaar
3
situatie bestaat > 2 jaar
2
Invloed op publiek domein
1
strijd met planologisch beleid bestemmingsplan
Illegale (aanlegvergunningplichtige) werken
prioriteit
>9
hoog
7–9
middel
<7
laag
3 - 7 jaar oud
2
> 7 jaar oud
1
situatie bestaat < 1 jaar
4 2
gereed
score
3
situatie bestaat > 1 jaar bestemmingsplan
Illegale sloop
1 < 3 jaar oud
< 3 jaar oud
3
3 - 7 jaar oud
2
> 7 jaar oud
1 6
* niet van toepassing bij handhavingsprojecten
17
Richtlijnen voor dwangsommen en begunstigingstermijnen
Bijlage 3
In de referenties is alleen de eerste hersteltermijn opgenomen. Een tweede hersteltermijn en/of de begunstigingstermijn is in principe altijd korter dan de eerste hersteltermijn. prioriteit *
overtreding
hoog
middel
dwangsom per maand
dwangsom maximum/ ineens
hersteltermijn minimaal
illegale bouw – niet gereed
--
Preventief € 10.000
bouwstop
illegale sloop – niet gereed
--
Preventief € 10.000
sloopstop
illegale bouw
€ 3.000
€ 30.000
1 maand
illegaal gebruik
€ 3.000
€ 30.000
1 maand 6 weken
illegale bouw
€ 2.000
€ 20.000
illegale aanlegvergunningplichtige werken
€ 2.000
€ 20.000
6 weken
illegaal gebruik
€ 2.000
€ 20.000
6 weken
* volgens afwegingskader (bijlage 2)
18
opmerkingen
ttaal aantal uren per object
kengetal / gemiddeld tijdsbeslag
gemiddeld aantal toezichtsmomenten
Bijlage 4
raming o.a. o.b.v aant. 2008
UITVOERINGSPROGRAMMA BWT 2010
VERGUNNINGGEBONDEN TAKEN Bouwvergunningen licht
115
Bouwvergunningen regulier
132
2
2
115
steekproefsgewijs 25% steekproefsgewijs 25%
Wonen < 100.000 (klein, verbouw en uitbreiding)
57
4
2
114
Wonen 100.000 - 1 miljoen (middel, nieuwbouw)
26
8
2
416
Wonen > 1 miljoen (groot, woongebouwen)
1
16
2
32
Publieksfuncties < 100.000 (klein, verbouw en uitbreiding)
6
4
2
12
Publieksfuncties 100.000 - 1 miljoen (middel, o.a. nw.bouw)
2
10
2
40
Publieksfuncties > 1 miljoen (groot)
0
23
2
0
Bedrijfsfuncties < 100.000 (klein)
3
4
2
6
Bedrijfsfuncties 100.000 - 1 miljoen (middel)
24
9
2
432
Bedrijfsfuncties > 1 miljoen (groot)
0
16
2
0
13
3
2
20
Overige (overige gebruiksfuncties + bggb zijnde) Sloopvergunningen
steekproefsgewijs 25%
steekproefsgewijs 25%
63 Niet-risicovol
42
1
2
84
Risicovol
21
3
2
126
Sloopveiligheidsplan (25% van risicovol)
5
1
2
10
Aanlegvergunningen
2
2
2
8
Monumentenvergunningen
4
2
2
16
Adm. jur. afhandeling overtredingen t/m eerste aanschrijving (15% aantal verg.)
48
10
Subtotaal handhaving
480 1931
(Voorgenomen) handhavingsbesluit
20
24
480
Bezwaar
10
15
150
Beroep
4
10
40
Schorsing
4
15
60
Hoger beroep
3
15
45
Effectuering incl. nazorg
5
8
40
Subtotaal juridisch
Totaal vergunning gebonden
steekproefsgewijs 25%
815
65% handh. cap.= 1937
55% jur. cap. = 820
2746
19
250
Klachten/handhavingsverzoeken
8
3
2
Thematisch toezicht
48 250
Adm. jur. afhandeling klachten en overtredingen t/m eerste aanschrijving
20
10
Subtotaal handhaving (Voorgenomen) handhavingsbesluit incl. weigeringen
200 748
10
24
240
Bezwaar
4
15
60
Beroep
2
10
20
Schorsing
2
15
30
Hoger beroep
1
15
15
Effectuering incl. nazorg
2
8
16
Subtotaal juridisch
Totaal niet-vergunning gebonden
opmerkingen
ttaal aantal uren per object
kengetal / gemiddeld tijdsbeslag
gemiddeld aantal toezichtsmomenten
raming o.a. o.b.v aant. 2008 NIET-VERGUNNINGGEBONDEN TAKEN Gebiedstoezicht
381
25% handh. cap.= 745
25% jur. cap. = 372
1129
OVERIGE Beleidsontwikkeling
149
10% jur. cap.
Onvoorzien
447
10% tot. cap.
Totaal overig
596
TOTALEN Inzet 2010
4471
Handhaving
2977
Juridisch
1494
Beschikbaar obv begroting 2010
4470
Handhaving
2980
2 fte. toezichthouders
Juridisch 1fte
1490
1 fte juridisch medewerker
Verschil
-1
Handhaving
3
Juridisch
-4
20