HANDHAVINGSPLAN EN UITVOERINGSPROGRAMMA 2015
Maart 2015
Voorwoord: Voor u ligt ons Handhavingsplan en Uitvoeringsprogramma 2015. Met dit plan hebben w e afgew ogen w elke toezicht- en handhavingstaken en op w elke w ijze w ij deze in 2015 uitvoeren. Het plan bestaat uit 3 onderdelen: de nota Prioriteit, nota Strategie en de nota Middelen. In de nota Prioriteit hebben w e de thema’ s en taken beschreven, de risico’ s er van ingeschat en de prioritering er van bepaald. In de nota Strategie hebben w e aangegeven op w elke w ijze w ij toezicht en handhaving zouden w ensen uit te voeren rekening houdend met de bepaalde prioritering van de thema’ s en taken. In de nota Middelen hebben w e afgew ogen hoe w e onze capaciteit in kunnen zetten om onze w ensen zoveel als mogelijk te realiseren. In de nota Middelen geven w e aan w elke toezicht en handhavingstaken w ij in 2015 uitvoeren, maar ook w elke w e niet uit kunnen voeren. Een 4 e onderdeel van het Handhavingsplan volgt later: de nota Monitoring. In die nota bepalen w ij op w elke w ijze w ij ons programma, de uitvoering en de resultaten monitoren. De uitkomsten hiervan zullen w e gebruiken bij de evaluatie van het handhavingsplan en uit voeringsprogramma.
NOTA PRIORITEIT
1
Inleiding De nota Prioriteit bestaat uit een omgevingsanalyse (deel 1), een risicoanalyse (deel 2), met daaruit volgend een prioriteit stelling (deel 3). Aan de hand van beide analyses stellen w e prioriteiten in onze uitvoering van vergunningverlening-, toezicht - en handhavingstaken op het gebied van het omgevingsrecht. Deel 1: De omgevingsanalyse (in het Besluit omgevingsrecht probleemanalyse genoemd) schetst een beeld van de omgeving, relevante ontw ikkelingen, bestuurlijke ambities, regionale of landelijke speerpunten, enzovoort. Deel 2: Mede aan de hand van de omgevingsanalyse, benoemen w e een aantal thema’ s w aarop toezicht en handhaving kan w orden uitgeoefend. Met behulp van een risicomatrix maken w e inzichtelijk w elke risico’ s de thema’ s met zich mee brengen als w e geen toezicht en/of handhaving zouden uitvoeren. Deel 3: Hoeveel toezicht en handhaving of op w elke w ijze (zie nota Strategie) w e uit moeten voeren, is afhankelijk van de prioriteit die w e aan het thema toekennen en de doelen die w e daarbij stellen. De prioriteit zal in dit deel w orden bepaald. Hoe verder? De drie delen samen vormen de nota Prioriteit. De nota w ordt gevolgd door de nota Strategie. In die nota formuleren w e gemotiveerde toezicht- en handhaafdoelen. Ook geven w e daarin aan middels w elke strategie w e die doelen haalbaar maken en met behulp van w elke partners. Streven is VTH-breed Vorige jaren had het handhavingsplan en alle onderliggende nota’ s betrekking op onze toezichts- en handhavingstaken die w erden uitgevoerd door de afdeling ‘ Handhaving’ .. Eind 2013 is de afdeling ‘ Handhaving’ samengevoegd met de afdeling ‘ Bouw en, Wonen en Milieu’ . Daardoor is één afdeling ontstaan (afdeling VTH) die niet alleen alle taken uitvoert op gebied van toezicht en handhaving maar ook op gebied van vergunningverlening. Door deze organisatorische w ijziging is onze w ens ontstaan om het traditionele handhavingsplan om te bouw en tot een afdelingsplan voor de gehele afdeling VTH. Het zoeken naar een goede modus om de VTH-taken gelijkw aardig in één plan te verw erken, heeft tijd nodig. We achten het nu nog niet reëel om al voor het jaar 2015 een afdelingsbreed plan gereed te hebben. Ons streven is voor het jaar 2016 een integraal VTH-plan te hebben.
2
Deel 1:
Omgevingsanalyse
3
Hoofdstuk 1: INLEIDING .................................................................................................................. 7 1.1 DOEL OMGEVINGSANALYSE .................................................................................................. 7 1.2 OMGEVINGSFACTOREN ......................................................................................................... 7 1.3 LEESWIJZER ......................................................................................................................... 7
Hoofdstuk 2: ALGEMEEN................................................................................................................. 8 2.1 INLEIDING............................................................................................................................. 8 2.2 LOKAAL ............................................................................................................................... 8 2.2.1 Afdeling VTH .................................................................................................................. 8 2.2.2 Verandering processen en PDCA-cyclus .............................................................................. 8 2.2.3 Realitycheck Provincie ...................................................................................................... 9 2.2.4 Toevoeging Geffen ......................................................................................................... 10 2.2.5 Collegeakkoord .............................................................................................................. 10 2.3 REGIONAAL ........................................................................................................................ 11 2.3.1 Externe partners ............................................................................................................ 11 2.3.2 Omgevingsdienst Brabant-Noord (ODBN) ........................................................................... 11 2.3.3 Wettelijke borging kw aliteitscriteria VTH 2.1 ..................................................................... 11 2.4 LANDELIJK ......................................................................................................................... 12 2.4.1 Landelijke handhavingstrategie......................................................................................... 12 2.4.2 Wet Revitalisering Generiek Toezicht (RGT) ....................................................................... 12 2.4.3 Omgevingsw et .............................................................................................................. 13
Hoofdstuk 3: KLEURSPOOR ROOD ................................................................................................. 14 3.1 INLEIDING........................................................................................................................... 14 3.2 KLACHTEN ......................................................................................................................... 14 3.3 MELDINGEN ........................................................................................................................ 15 3.4 VERZOEK OM HANDHAVING ................................................................................................ 15 3.5 REGULIERE TAKEN .............................................................................................................. 16 3.5.1 Toezichtprotocol ............................................................................................................ 16 3.5.2 Monumenten ................................................................................................................. 16 3.5.3 BRIKS-taken .................................................................................................................. 16 3.5.4 Asbest is Grijs ............................................................................................................... 17 3.6 PROJECTEN ........................................................................................................................ 17 3.6.1. Vergunningvrij bouw en (nieuw Besluit omgevingsrecht) ..................................................... 17 3.6.2 Restant Lithse Ham, permanente bew oning recreatie-objecten ............................................. 17 3.6.3 Oude gevallen-regeling Maasdonk .................................................................................... 18
4
3.6.4 Herziening bestemmingsplan buitengebied ......................................................................... 18 3.6.5. Inrichtingsplannen ......................................................................................................... 19 3.6.6 Huisvesting arbeidsmigranten .......................................................................................... 19 3.6.7 Bestaande bouw ............................................................................................................ 19 3.6.8 Stoppende agrarische bedrijven ........................................................................................ 20 3.6.9 Oneigenlijk gebruik bedrijfsw oningen ................................................................................ 21 3.6.10 Verkoop snippergroen ................................................................................................... 21 3.6.11 BAG ........................................................................................................................... 21
Hoofdstuk 4: KLEURSPOOR GRIJS ................................................................................................. 23 4.1 INLEIDING........................................................................................................................... 23 4.2 KLACHTEN ......................................................................................................................... 23 4.3 MELDINGEN ........................................................................................................................ 23 4.4 VERZOEKEN OM HANDHAVING ............................................................................................ 23 4.5. REGULIERE TAKEN ............................................................................................................. 23 4.5.1 Level Playing Field ......................................................................................................... 23 4.5.2 Regionale prioriteiten ...................................................................................................... 24 4.5.3 Branchegerichte aanpak .................................................................................................. 24 4.5.4 Asbest is Grijs ............................................................................................................... 25 4.6 PROJECTEN ........................................................................................................................ 25 4.6.1 Besluit huisvesting/ Actieplan ammoniak ........................................................................... 25 4.6.2 Tanksaneringen ............................................................................................................. 26 4.6.3 ODBN: puinbreken, grondstromen en asbest ...................................................................... 27 4.6.4 Vuurw erkcontroles ......................................................................................................... 27 4.6.5. Transitie zorgvuldige veehouderij ..................................................................................... 27 4.6.6. Bedrijven zonder melding/vergunning ............................................................................... 27
Hoofdstuk 5: Kleurspoor WIT ......................................................................................................... 29 5.1 INLEIDING........................................................................................................................... 29 5.2 KLACHTEN ......................................................................................................................... 29 5.3 MELDINGEN ........................................................................................................................ 29 5.4 VERZOEKEN OM HANDHAVING ............................................................................................ 29 5.5. REGULIERE TAKEN ............................................................................................................. 29 5.5.1 Drank & Horecaw et ........................................................................................................ 29 5.5.2 Regie op en handhaving bij evenementen .......................................................................... 30 5.5.3 Opiumw et ..................................................................................................................... 30 5.5.4. Wet natuurbescherming ................................................................................................. 31
5
5.5.5 Toezicht Wet kinderopvang (door GGD) ............................................................................ 31 5.5.6 Toezicht terrassen (door HOR/TOR) .................................................................................. 32 5.6 PROJECTEN ........................................................................................................................ 32 5.6.1 Samen sterk in het buitengebied ...................................................................................... 32 5.6.2 Samen tegen dumpen ..................................................................................................... 32 5.6.3 Aanpak hygiënische w oonoverlast .................................................................................... 33
Hoofdstuk 6: VERGUNNINGVERLENING .......................................................................................... 34 6.1. Landelijke Kw aliteit scrit eria VTH (2.7) ................................................................................... 34 6.2. Vergunningvrij bouw en, nieuw Bor ........................................................................................ 34 6.3. Wet BIBOB......................................................................................................................... 35 6.4 Legalisatie-onderzoek ................................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 6.5 Wet natuurbescherming ............................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 6.6 Betrokkenheid bij uitgifte bedrijventerreinen en grootschalige projecten ............... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
6
Hoofdstuk 1: INLEIDING 1.1 DOEL OMGEVINGSANALYSE De omgeving verandert snel. In veel gevallen hebben w e niet of nauw elijks invloed op die veranderingen. Ook zijn deze veranderingen niet altijd even zichtbaar. Toch hebben deze veranderingen w el invloed op ons en de uitvoering van onze vergunningverlening-, toezicht- en handhavingstaken (VTH-t aken). Het is daarom belangrijk om voldoende rekening te houden met die veranderende omgeving en w aar nodig snel en accuraat hierop in te spelen. Om een goed beeld te krijgen van die veranderende omgeving, hebben w e een omgevingsanalyse uitgevoerd. Het doel van die omgevingsanalyse is het verkrijgen van inzicht in de gevolgen van de veranderende omgeving en daaruit voortvloeiende kansen en bedreigingen voor de uitvoering van onze VTH-taken. 1.2 OMGEVINGSFACTOREN De omgeving verandert door verschillende factoren. In deze omgevingsanalyse is per kleurspoor rekening gehouden met de volgende f actoren en de gevolgen daarvan: -
Fysieke omgeving
-
Wet- en regelgeving
-
Organisatorisch
-
Politiek/bestuurlijk
-
Landelijke en regionale priorit eiten
-
Externe partners
1.3 LEESWIJZER In de volgende hoofdstukken hebben w e de omgevingsfactoren in beeld gebracht. De factoren zijn zoveel als mogelijk per kleurspoor (Rood, Grijs en Wit) opgesomd. Omdat een aantal factoren van invloed zijn op alle kleursporen, w orden deze veranderingen eerst in beeld gebracht (Algemeen). Ons streven is om voor het jaar 2016 een integrale VTH-brede omgevingsanalyse op t e stellen. Met de nu voorliggende omgevingsanalyse voor 2015 is daar een eerste aanzet toe gedaan. De omgevingsfactoren die van invloed zijn op vergunningverlening hebben w e nog in een apart hoofdstuk w eergegeven. Volgend jaar zal dit onderscheid tussen vergunningverlening en toezicht/handhaving verdw enen zijn.
7
Hoofdstuk 2: ALGEMEEN 2.1 INLEIDING In 2014 hebben zich een aantal factoren voorgedaan die in meer of mindere mate invloed hebben uitgeoefend of nog steeds invloed hebben op de uitvoering van onze VTH-taken in algemene zin. Deze factoren zijn niet aan een bepaald kleurspoor gebonden. Ze zijn van invloed op alle kleursporen. Om het overzichtelijk te houden zijn de factoren ingedeeld in lokale, regionale en landelijke fact oren. 2.2 LOKAAL Een groot aantal van de omgevingsfactoren hebben betrekking op de eigen organisatie, eigen w erk- en beleidsprocessen of hebben anderszins direct te maken met de gemeent e Oss. 2.2.1 Afdeling VTH Met name de start van de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN, zie 2.3 regionaal) heeft er toe geleid dat 2014 een jaar van grot e organisatorische veranderingen is gew eest. Het vertrek van een groot aantal medew erkers naar de ODBN is één van de aanleidingen gew eest om de afdelingen Handhaving en Bouw en, Wonen en Milieu samen te voegen tot een afdeling VTH: vergunningverlening, toezicht en handhaving. Hierdoor is een robuuste afdeling ontstaan die de VTH-taken van begin tot eind zoveel als mogelijk integraal uitvoert. De taken w orden Wabo-breed en soms zelf s verder, uitgevoerd. De processen w orden zodanig op elkaar afgestemd dat de vergunningverlening en het toezicht en handhaving daarop in elkaar overlopen. Tot nu toe w as het handhavingsplan en het jaarlijkse uitvoeringsprogramma enkel gericht op de uitvoering van de toezicht- en handhavingstaken en w as het plan en het jaarlijkse uitvoeringsprogramma enkel een product van de afdeling Handhaving. Nu vergunningverlening, toezicht en handhaving op één afdeling zijn ondergebracht, achten w ij het w enselijk om ook één plan en één uitvoeringsprogramma voor de hele afdeling te hebben. In 2015 zal daar een eerste aanzet voor gedaan moeten w orden. Die aanzet zullen w e het komende jaar zodanig uitbouw en, dat er volgend jaar een goed integraal (qua kleursporen maar ook op organisatorisch vlak) afdelingsplan ligt. Een eerste stap hierin hebben w e in 2014 gezet. Het bouw toetsingsprotocol en toezicht protocol hebben w e zoveel als mogelijk op elkaar afgestemd. Een volgende stap betreft de betreffende deelnot a’ s zoals deze nota Prioriteit. Aan elke nota zullen w e (minimaal) een hoofdstuk toevoegen dat betrekking heeft op de vergunningverlening. In dat hoofdstuk geven w e aan w elke gevolgen de ontw ikkelingen en keuzes op gebied van toezicht en handhaving hebben voor de vergunningverlening, zow el op het gebied van het proces als de middelen. Door de samenvoeging van de tw ee afdelingen, maar met name door het vertrek van de milieuspecialisten naar een andere organisatie, is de rol van veel medew erkers veranderd. We w orden steeds meer een regie gemeente en onze vergunningverleners en de handhavers zijn meer regisseur gew orden. De w et- en regelgeving is zodanig complex dat het onmogelijk is om van alles veel te w eten. Voor met name het grijze en w itte kleurspoor beschikken w e daar voor het toezicht over specialisten (ODBN, GGD en politie). Doordat deze specialisten steeds meer buitenhuis zitten, transformeren de vergunningverleners en de handhavers zich op deze kleursporen steeds meer tot regisseurs. De zoektocht om deze nieuw e rol optimaal te kunnen uitvoeren is nog niet ten einde, maar duidelijk is w el dat deze steeds beter vorm krijgt. Het op te stellen Handhavingsplan zal dezelfde transformatie moeten ondergaan: ook dit plan zal moeten bijdragen aan de regierol die de gemeente op zich heeft genomen. 2.2.2 Verandering processen en PDCA-cyclus Zoals w e hiervoor al hebben vermeld, hebben w e tw ee af delingen samengevoegd tot een afdeling VTH en is met de komst van de ODBN een groot aantal medew erkers vertrokken. Ook is onze rol enigszins veranderd in een regie rol. Deze ontw ikkelingen hebben de w ens opgeroepen om de processen die golden voor de oude afdeling Handhaving te herzien. Enerzijds betreft het een vereenvoudiging van bijvoorbeeld de
8
registraties, de (tijdschrijf)thema’ s ectetera, anderzijds bet reft het een uitbreiding van (beleids)processen om de zogenoemde PDCA-cyclus beter sluitend te krijgen. We hebben de toezicht- en handhavingstaken gebundeld in een beperkt aantal algemene hoofdthema’ s. Deze thema’ s zijn gebaseerd op de aanleiding van toezicht en handhaving. Per kleurspoor gelden dezelfde algemene thema’ s: •
Klachten
•
Meldingen
•
Verzoeken om handhaving
•
Reguliere taken
•
Projecten
Deze insteek zal mede bepalend zijn voor de vorming van het handhavingsplan en de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’ s. Ook zullen w e de processystemen en de registraties richten op deze algemene thema’ s per kleurspoor. Deze indeling zal als een rode draad terugkomen in de diverse beleidstukken. 2.2.3 Realitycheck Provincie In 2014 heeft de Provincie in haar rol als intergemeentelijk bestuurlijk toezichthouder een zogenoemde Realitycheck uitgevoerd in onze gemeente. Tijdens deze check heeft de provincie zow el inhoudelijk als organisatorisch onderzoek gedaan op het gebied van onze vergunningverlening, toezicht en handhaving. Inhoudelijk heeft de provincie vooral gekeken naar brandveiligheid bij zorginstellingen. In het hoofdstuk Rood zullen w e daar nader op in gaan. De Provincie heeft tijdens de Realitycheck ook de beleidscyclus van toezicht en handhaving onderzocht. Daarbij heeft ze de volgende conclusies gedaan. De Provincie spreekt haar w aardering uit voor de jaarlijkse omgevingsanalyse. Daarin w orden de prioriteiten naast elkaar gelegd en keuzes gemaakt. Deze analyse biedt volgens de Provincie een compleet overzicht van af te w egen prioriteiten die met het bestuur w ordt af gestemd. Gelet hierop hebben w e ook nu w eer er voor gekozen om de procedure om te komen tot het nieuw e handhavingsplan te beginnen met het opstellen van een omgevingsanalyse. Wat echter volgens de Provincie ontbreekt is de zogenoemde risicoanalyse (kans * eff ect = risico). Hierdoor is het totaal aan risico’ s niet inzichtelijk voor het bestuur. Dit gebrek lossen w e op met deel 2 van deze nota Prioriteit (deel 2: Risico analyse). Daarin w orden de thema’ s in een risicoanalyse verw erkt. Een andere opmerking van de Provincie is dat onze toezichts- en handhavingsstrategie niet in het meerjarig handhavingsprogramma is opgenomen. Deze strategieën zijn w el in 2005 opgesteld en bestuurlijk vastgesteld en vertaald in protocollen die w e hanteren en w e hebben ingebed in het systeem van w erken. De in de strategie opgenomen termijnen, dw angsommen en dergelijke volgen w e volgens de provincie niet altijd consequent. Aansluitend aan deze nota Prioriteit stellen w e een nota Strategie op. Ook die nota zal onderdeel uitmaken van ons nieuw e handhavingsplan zodat daarin w el de benodigde strategieën zijn opgenomen. Die strategieën zullen een geactualiseerde versie bevatten van die w e in 2005 zijn opgesteld. Ook zullen w e aansluiten bij de Brabantse handhavingsst rategie of de inmiddels vastgestelde Landelijke handhavingsst rategie. We zullen vervolgens moeten monitoren of w e de strategieën ook consequent toepassen, ook daar w aar de omgevingsdienst gemandateerd is (termijnen, frequenties, e.d.). In de nota Monitoring zullen w e hier aandacht aan geven. Ook merkt de Provincie op dat in het handhavingsplan de doelen niet dusdanig concreet zijn geformuleerd dat monitoring van de doelen mogelijk is. Ook hieraan komen w e tegemoet. In de not a Strategie zullen w e concrete ‘ smart’ geformuleerde doelen st ellen. De monitoring daarop zullen w e in de nota Monitoring beschrijven.
9
Ook heeft de Provincie t en aanzien van de benodigde capaciteit een opmerking gemaakt.. De Provincie is van mening dat de benodigde capaciteit niet berekend is vanuit de gestelde doelen. Het totaaloverzicht van het verschil in benodigde en beschikbare capacit eit ontbreek. Daardoor hebben w e geen overzicht w elke risico’ s horen bij de keuzes die w e maken. Naast de al genoemde nota’ s Prioriteit, Strategie en Monitoring, stellen w e ook een not a Middelen op. In deze nota zullen w e de afw eging maken tussen de gemaakte keuzes en bijbehorende capaciteit (Nota Prioriteit en Nota Strategie) en de bestaande capaciteit. Daarmee voldoen w e aan de w ens van de Provincie om de capaciteit te berekenen vanuit de gestelde doelen. De Provincie maakt tot slot ook een aant al opmerkingen over de monitoring. In een document moet aangegeven w orden op w elke w ijze de gemeente de resultaten en de voortgang van de toezicht en handhavingsactiviteiten registreert en bew aakt. Hier w ordt met name ook aandacht voor gevraagd omdat op milieugebied een verregaande mandatering aan de ODBN plaats vindt. Registratie van resultaten en de voortgang van activiteiten vindt al plaats in ons registratiesysteem. In een nog op te stellen monitoringsdocument (nota Monitoring) zullen w e beschrijven hoe en w at w e zullen monitoren. Omdat dit ook mede afhankelijk is van het handhavingsplan en de daarin opgenomen doelen, zullen w e na de vaststelling van dat plan de nota Monitoring opstellen en vaststellen. 2.2.4 Toevoeging Geffen De gemeente Maasdonk (bestaande uit de kernen Geffen, Nuland en Vinkel) houdt per 1 januari 2015 op te bestaan. Per die datum w ordt de w oonplaats Geffen toegevoegd aan onze gemeente. De w oonplaat s Geffen is vergelijkbaar met andere kernen die recentelijk aan onze gemeente zijn toegevoegd. De w oonplaats bestaat uit een kleine kern (4.600 inw oners), een tw eetal bedrijventerreinen met lichte industrie (veel bouw gerelateerde bedrijven) en een buitengebied. Dat buitengebied bestaat met name uit een aantal kernrandgebieden w aar w onen, bedrijven en kleinschalige agrarische bedrijven elkaar afw isselen. Tegen de noordw estgrens van Oss is nog een aantal grootschalige agrarische bedrijven aanw ezig. De VTH-problematiek in Geff en zal niet veel verschillen van de overige kernen in onze gemeente. De VTHtaken in Maasdonk lijken bovendien op orde. Een situatie zoals bij de toevoeging van de gemeente Lith w ordt niet verw acht. Er zijn w el een beperkt aantal situat ies in Geffen aanw ezig die w ellicht de komende periode om extra handhavingscapaciteit vragen. In het hoofdstuk Rood zal hier nader op in w orden gegaan. De toevoeging van Geffen levert ons geen grote organisatorische knelpunten op. Met de toevoeging komt er ook formatie op gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving over. Mede hierdoor zijn de gevolgen van de beleidsmatige afstemming en de overdracht van dossiers minimaal. Extra benodigde capaciteit voor deze afstemming w ordt niet verw acht. 2.2.5 Collegeakkoord Door de opheffing van Maasdonk en de toevoeging van Geffen aan Oss zijn de verkiezingen uitgesteld tot november 2014. Wij verw achten niet dat er voor het begin van 2015 een nieuw college is gevormd. Het is w enselijk dat het nieuw e college in kan stemmen met het handhavingsplan en handhavingsprogramma. Het college of het coalitieakkoord kan namelijk (politiek bestuurlijke) veranderingen in priorit ering of w erkw ijze als gevolg hebben. Wachten op het nieuw e college betekent automatisch dat vast stelling van het uiteindelijke plan en programma niet voor 1 januari kan plaats vinden. Om er voor te zorgen dat het plan en programma zo snel mogelijk na de collegevorming kan w orden vastgesteld, zal het huidige college de deelnota’ s vast stellen. De uiteindelijk definitieve beslissing ligt dan bij het nieuw e college.
10
2.3 REGIONAAL Net als vele andere beleidsterreinen zijn w ij ook met onze uitvoering van de VTH-taken sterk gericht op de omliggende regio. In die regio bevinden zich een aantal belangrijke partners w aar w ij rekening mee moeten houden. 2.3.1 Externe partners Door de veranderende w etgeving en door de regierol die de gemeente Oss w ens te nemen, heeft de afdeling VTH steeds meer externe partners: politie, openbaar ministerie, GGD, brandw eer, TOR/HOR, ODBN, etcetera. Steeds vaker komen de externe partners aan het einde van het jaar met hun w ensen en prioriteiten. In overleg met deze partners kunnen deze w ensen en prioriteiten leiden tot aanpassingen in onze eigen w ensen en prioriteiten. Hiermee zullen w e zoveel als mogelijk rekening mee houden. Ook onze afdeling VTH zal moeten communiceren met haar externe partners over haar w ensen en prioriteiten. Derhalve zullen w e het overleg aangaan met de betreffende partners, alvorens de plannen ter vaststelling aan het college w orden aangeboden. 2.3.2 Omgevingsdienst Brabant-Noord (ODBN) De externe partner w aarmee w e het meeste samenw erken is de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN). De ODBN is eind 2013/begin 2014 van start gegaan. Net zoals de vorming er van, blijkt ook de start van zo’ n nieuw e organisatie een lastig proces. De lokale bestuurlijk, politieke w ensen en belangen van alle verschillende deelnemers maken dat de kw aliteit die de ODBN levert, nog niet altijd op het niveau is dat w ij w enselijk achten. Daarnaast lopen de processen bij de ODBN nog niet zoals ze te behoren te lopen, w aardoor niet altijd de afgesproken termijnen w orden behaald. Hierover heeft de afdeling VTH structureel overleg met de ODBN met als doel het verbeteren van de kw aliteit , het maken van w erkafspraken en het monitoren hiervan. De ODBN krijgt inhoudelijk st eeds meer vorm. Op steeds meer taakvelden ontw ikkelt de ODBN beleid ten aanzien van de VTH-taken. Deze ontw ikkelingen hebben invloed op de w erkw ijze binnen de processen van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Dit vraagt om afstemming tussen de ODBN en de afdeling. Op strategisch niveau neemt het afdelingshoofd dat voor haar rekening, op tactisch niveau de teamleiders en op operationeel niveau de technisch coördinator en de regisseurs op de vergunnings- en handhavingsdossiers. De ODBN voert verschillende taken uit voor de gemeente Oss. Deze taken behoren allemaal tot het grijze kleurspoor. In hoofdstuk 4 Kleurspoor Grijs gaan w e hier nader op in. Daarnaast voert onze afdeling VTH ook taken uit voor de ODBN. Het betreft de zogenoemde BRIKS-taken. Omdat deze taken tot het rode kleurspoor behoren, zullen w e hierop nader ingaan in hoof dstuk 3 Kleurspoor Rood. 2.3.3 Wettelijke borging kwaliteitscriteria VTH 2.1 Op 14 februari 2014 heeft de minister de Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ingediend bij de Tw eede Kamer. Dit w etsvoorstel (Wet VTH) is gericht op verbetering van de vergunningverlening, toezicht en handhaving. In dit w etsvoorstel is opgenomen dat per Algemene maatregel van bestuur (Amvb) de kw aliteitscriteria VTH 2.1 kunnen w orden vastgesteld. Langs deze w eg kunnen de kw aliteitscriteria een w ettelijke borging krijgen. Van de “ Amvb kw aliteit scriteria VTH 2.1” is nog geen concept beschikbaar. Naar verw achting w ordt het concept eind 2014 gepubliceerd. De bovenbedoelde w et en Amvb zullen uiteindelijk gaan gelden voor alle bevoegde gezagen w aarop de Wabo en de aanpalende w ett en van toepassing zijn. Bij het in w erking treden van de w et en de Amvb treedt in ieder geval direct de w ettelijke verplichting in w erking om bij de uitvoering van het basistakenpakket jegens BRZO-bedrijven en RIE-4 bedrijven te voldoen aan de kw aliteit scriteria. Dat is van belang voor de ODBN.
11
De datum w aarop gemeenten w ettelijk w orden verplicht om aan de kw aliteitscriteria t e voldoen voor de overige taken, w ordt mogelijk naar achteren geschoven om de gemeenten extra tijd te gunnen om de kw aliteit van de uitvoering te verbeteren en de eigen medew erkers toereikend op te (laten) leiden. De provincie houdt vast aan de bestuurlijke afspraak dat met ingang van 1 januari 2015 w ordt voldaan aan de set kw aliteitscriteria VTH 2.1. Vanuit de afdeling VTH w erken w e aan een verbeterplan om onze gemeente per die datum te laten voldoen aan de kw aliteitscriteria zoals w e nu verw achten dat deze in de Amvb zal w orden vastgelegd. Het is niet uitgesloten dat deze criteria nog zullen w orden veranderd. We stellen de deelnota’ s en het uiteindelijke Handhavingsplan/Afdelingsplan zodanig op dat op een makkelijke w ijze te beoordelen en te monitoren is, dat w e voldoen aan de (proces)criteria. De door de Provincie opgestelde format zullen w e als leidraad gebruiken. 2.4 LANDELIJK Naast de lokale en de regionale factoren, hebben w e ook te maken met landelijke fact oren. Die hebben met name betrekking op nieuw e of veranderende w etgeving. Een aantal van die nieuw e of gew ijzigde w etgeving heeft betrekking op een bepaald kleurspoor en zal daarom onder de betreffende kleursporen w orden behandeld. De volgende drie drietal w etten of beleidstukken hebben betrekking op alle kleursporen. 2.4.1 Landelijke handhavingstrategie Op 4 juni 2014 heeft het Int erprovinciaal overleg (IPO) en het Openbaar Ministerie (OM) de Landelijke Handhavingstrategie (LHS) aan Staatssecretaris Mansveld aangeboden. Doel van deze strategie is dat alle handhavende instanties, zoals overheden, omgevingsdiensten, het Openbaar Ministerie en de politie, voortaan op een zelf de manier optreden bij geconstateerde overtredingen. Zo ont staat een gelijk speelveld w aarbij men ervan uit kan gaan dat handhavers zodanig optreden dat het rechtsgevoel w ordt gerespecteerd en de leefomgeving veilig, schoon en gezond blijft. De handhavende instanties w orden gevraagd om tot implementatie van de strategie over te gaan. In Brabant hanteren de gemeenten al sinds jaren de Brabantse handhavingstrategie “ Zò handhaven w e in Brabant” . Deze Brabant se strategie is enigszins verouderd en komt op onderdelen niet overeen met de LHS. Met de komst van de LHS w il de Provincie Noord-Brabant dan ook eind 2014/begin 2015 starten met een traject naar implementatie van de LHS. In samenw erking met de Brabantse omgevingsdiensten zal de provincie in haar rol van regisseur van de handhaving dit ter hand nemen. Met onderst euning van de omgevingsdiensten zullen hulpmiddelen w orden ontw ikkeld om de overgang naar deze landelijke strategie mogelijk te maken. Een projectplan hiervoor is bij de provincie in de maak. De afdeling VTH hanteert de Brabantse Handhavingstrategie. De implementatie van de nieuw e strategie zal consequenties hebben voor de afdeling VTH. We zullen capaciteit nodig hebben om de strategie te implementeren, maar ook zullen w e mogelijk w erkprocessen en denkw ijzen aan moeten passen. Verder zullen w e bij de vaststelling van de handhavingstrategie rekening moeten houden met de LHS. 2.4.2 Wet Revitalisering Generiek Toezicht (RGT) De Wet Revitalisering Generiek Toezicht is op 1 oktober 2012 in w erking getreden. De w et vereenvoudigt het stelsel van interbestuurlijk toezicht w aarbij ervan w ordt uitgegaan dat gemeente (lees: de gemeenteraad) de uitvoering van haar w ettelijke taken (door het college) zoveel als mogelijk zelf controleert. Uitgangspunt hierbij is dat de provincie in principe de enige verticale toezichthouder op de gemeente is en dat de gemeenteraad toezicht houdt op de uitvoering van haar taken door het college. Om de provincie en de raad te ondersteunen bij haar controlerende rol en om de transparantie te vergroten voert het Kw aliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) in opdracht van de VNG het project Revitalisering Generiek Toezicht uit. De gebruikelijke benchmarks, w orden uitgebreid met prestatie
12
indicatoren (pi’ s) die voor het (inter)bestuurlijk toezicht van belang zijn. Zow el de opzet als de hoeveelheid en diepgang van de pi’ s is bepaald door KING in samenw erking met de gemeenten (de opdrachtgevers en financiers van de toepassing). De (inter)bestuurlijk toezichthouder maakt ‘ slecht s’ gebruik van de geboden informatie. Binnen de PI’ s komt ook het voldoen aan de kw aliteitscriteria 2.1 , genoemd in paragraaf 2.6/2.7 naar voren. De prestatie indicatoren die voor onze afdeling VTH van belang zijn bij het interbestuurlijk toezicht zijn uitgew erkt. De PI’ s zullen in het kader van het handhavingsplan met name een rol spelen in de not a Monitoring. Daarin zullen de PI’ s en de registratie daarvan beschreven moeten w orden. Omdat hiervoor en voor het bijhouden van die registratie capaciteit benodigd is, zal ook in de nota Middelen aandacht geschonken w orden aan dit onderw erp. 2.4.3 Omgevingsw et Het Rijk is druk doende met de totstandkoming van de Omgevingsw et. Doel van die w et is het w ettelijke kader voor burgers, ondernemers en overheden inzichtelijker en de ontw ikkeling en beheer van de leefomgeving beter beheersbaar maken. De nieuw e w et zal een aanzienlijke inhoudelijke reductie van regels, w etten en regelingen op het terrein van de fysieke leefomgeving betekenen. Voor w at de VTH-taken betreft zal de w et naar verw achting vooral een verzameling zijn van de ontw ikkelingen die hierboven al zijn omschreven. De omgevingsdiensten, landelijke handhavingstrategie, kw aliteitscriteria, etcetera zullen vastgelegd w orden in deze w et. Op dit moment is het traject nog te prematuur om directe gevolgen te hebben voor de uitvoering van onze VTH-taken. Maar ongetw ijfeld zal deze ontw ikkeling de komende periode invloed gaan uitoefenen op de uitvoering van de VTH-taken, de processen en/of beleidskeuzes.
13
Hoofdstuk 3: KLEURSPOOR ROOD 3.1 INLEIDING Het rode kleurspoor betreft het toezicht en de handhaving op het gebied van bouw en, ruimtelijke ordening en brandveiligheid. Het betreft met name de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht , Woningw et, het Bouw besluit 2012 en de bestemmingsplannen. De volgende factoren hebben invloed op de uitvoering van onze toezicht- en handhavingstaken op het rode kleurspoor. Gelet op het eerder genoemde veranderproces van de PDCA-cyclus (paragraaf 2.2.2), hebben w e de factoren ingedeeld in dezelfde thema’ s als bij die paragraaf genoemd (Klachten, Meldingen, Verzoeken om handhaving, Reguliere taken en Projecten. 3.2 KLACHTEN Burgers w orden steeds mondiger en laten eerder w eten als ze het ergens niet mee eens zijn. Daar komt bij dat de mogelijkheden om hun onvrede kenbaar te maken steeds makkelijker toegankelijk zijn. Het gevolg is een groeiend aantal klachten. De inkomende klachten zijn steeds meer variërend van aard. Omdat de w et en regelgeving daaromtrent steeds meer divers w ordt, hebben w e steeds vaker specifieke kennis nodig om de klacht inhoudelijk te kunnen behandelen. Vaak zit die specifieke kennis buitenshuis. Het gevolg hiervan is dat er meer actoren zijn vereist voor het afhandelen van klachten. De afhandeling van klachten kost steeds meer tijd. Bijkomend nadeel is dat klachten vaak vragen om directe actie die de reguliere planning verstoort. Er vindt een controle plaats door de t oezichthouders (eigen of van een externe partners zoals de ODBN). Daarna vindt een terugkoppeling naar de klager plaat s en als er sprake is van een overt reding, w ordt ook een handhavingsprocedure gest art. Een klacht krijgt op deze manier voorrang op de reguliere geplande taken, ongeacht de aard van de klacht . De reguliere taken vinden plaats naar aanleiding van een prioritering w aar gekeken is naar de risico’ s. Deze prioritering geldt tot op heden echter niet bij klachten. Zo kan het dus voorkomen dat een klacht over een zaak die in het reguliere w erk een lage prioritering zou hebben, voorrang krijgt op een reguliere taak die een hoge prioritering (en dus risico) heeft. Een klacht ‘ frustreert’ dus de geplande w erkvoorraad en maken die w erkvoorraad minder beheersbaar. Toch kunnen klachten belangrijk zijn. Klachten kunnen een goede indicatie zijn van hetgeen er speelt in de leefomgeving. Klachten kunnen een goed beeld geven van overtredingen en/of pijnpunt en op w erkterreinen of in gebieden w aar de gemeente niet of minder actief is. Door goed met klachten om t e gaan en goed op klachten in te spelen, kunnen w e quick w ins maken bij de burgers. Het hiervoor genoemde dilemma vraagt ons om een aantal oplossingen c.q. acties. Allereerst zullen w e moeten bekijken of w e nog w el alle klachten in behandeling moeten nemen. Bij sommige klachten is het bijvoorbeeld voorstelbaar dat w e burgers w ijzen op hun eigen verantw oordelijkheid. Ook is een prioritering van klachten voorstelbaar zodat de geplande w erkvoorraad w eer beheersbaar w ordt. Daarnaast is het w enselijk om het proces van klachtenafhandeling eventueel per kleurspoor of externe partner helder te krijgen en eventueel te stroomlijnen. Ook is een goede klachtenregistratie van belang w aarbij de w ijze van klacht, aard van de klacht, gebied, etcetera w ordt geregistreerd. In de nota Monitoring, die na de vaststelling van het handhavingsplan w ordt opgesteld, zal hier nader op ingegaan w orden. Vooruitlopend op het bovenstaande heeft de portef euillehouder besloten om geen prioriteit te geven aan klachten die betrekking hebben op stookoverlast. Bij dit soort klachten w ordt een beroep gedaan op de eigen verantw oordelijkheid van de burgers. Uiteraard w orden verzoeken om handhaving w el in behandeling genomen.
14
3.3 MELDINGEN Met een klacht meldt een burger zijn of haar onvrede over een bepaalde situatie w aarbij de afdeling VTH om actie w ordt gevraagd. Het kan ook zijn dat bepaalde situaties bij de afdeling VTH w orden gemeld door een van de interne of externe partners. Die w orden dan niet gezien als klacht, maar als melding. Net zoals klachten kan een melding de geplande w erkvoorraad ‘ frustreren’ en dus minder beheersbaar maken. Om dit deels te ondervangen kiezen w e er voor om een aantal meer voorspelbare meldingen op te nemen als project. Dat is mogelijk omdat deze meldingen in ‘ bulk’ -vorm w orden aangedragen en vaak betrekking hebben op een bepaald bestemmingsplan of gemeentedeel. Hierbij kan gedacht w orden aan de meldingen die vanuit de inventarisaties voor de nieuw e bestemmingsplan komen of vanuit de inventarisatie van de Basisadministratie Adressen & Gebouw en. Kortheidshalve w ordt verw ezen naar paragraaf 3.5. Toch kunnen w e niet alle meldingen ondervangen door deze in een project te bundelen. Het betreft dan de onvoorspelbare meldingen. Dat zijn meldingen w aarvan w e nauw elijks vooraf kunnen inschatten op w elk perceel of gemeentedeel ze betrekking hebben, van w elke overtredingen er sprake is en hoeveel het er zijn. Een groot aantal van dit soort meldingen zullen vanuit de controles van de ODBN voorkomen en betrekking hebben op illegale bouw of gebruik in st rijd met het bestemmingsplan. Net zoals bij de klachten, vragen dit soort meldingen ons om een aantal oplossingen c.q. acties. Allereerst zullen w e moeten bekijken of w e w el alle meldingen direct in behandeling moeten nemen. Bij sommige meldingen is het bijvoorbeeld voorstelbaar om te w achten met handhaving totdat er meer van dezelfde overtredingen zijn en deze als project kunnen w orden opgepakt. Ook is een prioritering van deze meldingen voorstelbaar zodat de geplande w erkvoorraad w eer beheersbaar w ordt. Daarnaast is het w enselijk om het proces van afhandeling van meldingen eventueel per kleurspoor of externe partner helder te krijgen en eventueel te stroomlijnen. Ook is een goede registratie van belang w aarbij de w ijze van melding, aard van de melding, gebied, etcetera w ordt geregistreerd. In de nota Monitoring, die na de vaststelling van het handhavingsplan w ordt opgesteld, zal hier nader op ingegaan w orden 3.4 VERZOEK OM HANDHAVING Klachten en meldingen zijn informeel van aard. Steeds vaker komt het voor dat een burger of belanghebbende ons formeel verzoekt om handhavend op te treden. In tegenstelling tot klachten en meldingen, moeten w e zo’ n verzoek direct in behandeling nemen. Ook dienen w e binnen een w ettelijke termijn van acht w eken een besluit te nemen op het verzoek. Indien er sprake is van een overtreding dienen w e binnen die termijn in beginsel ook een handhavingsbesluit te nemen. De hiervoor genoemde w ettelijke termijn maakt het – in t egenstelling tot de klachten en meldingen – onmogelijk om het verzoek om handhaving niet direct op te pakken. We zullen altijd direct actie moeten ondernemen, los van de uiteindelijke beslissing over het handhavingsbesluit. We zullen immers altijd een controle moeten uitvoeren. Ook zullen w e altijd een beslissing moeten nemen op het verzoek. Er zal dus altijd voldoende capaciteit moeten zijn om verzoeken om handhaving in behandeling te nemen. Op basis van voorgaande jaren zullen w e een inschatting maken van de hoeveelheid verzoeken die w e verw achten en de benodigde tijd om dit verzoeken af te handelen. Om die inschatting zo goed mogelijk te doen, zal het aantal verzoeken en de benodigde tijd per verzoek gemonitord moeten w orden (nota Monitoring). In de nota Strategie gaan w e in op de strategische aanpak van verzoeken om handhaving. Daarbij moet gedacht w orden aan het streven naar het intrekken van de verzoeken door bijvoorbeeld mediation, de verhouding tussen het nemen van een handhavingsbesluit binnen acht w eken versus de reguliere handhavingstrategie, etcetera.
15
3.5 REGULIERE TAKEN Bij reguliere taken in het rode kleurspoor moet gedacht w orden aan het toezicht op de verleende vergunningen met bet rekking tot de activiteit bouw en en gebruik bestemmingsplan. Het betreft de taken w aarbij vooraf al is bepaald w elke vorm van toezicht en met hoeveel diepgang dat toezicht plaats vindt. De factoren die invloed hebben op deze taken zijn als volgt. 3.5.1 Toezichtprotocol Een van onze meest omvangrijke reguliere taken is het toezicht op de verleende omgevingsvergunningen voor de activiteit bouw en. Dit toezicht vindt plaats door de toezichthouders/adviseurs VTH. Zij hanteren daarbij een toezichtprotocol dat gebaseerd is op het zogenoemde Bouw toezichtprotocol van de Vereniging Bouw -en Woningtoezicht Nederland. De gemeente heeft al een aantal jaren ervaringen opgedaan met dit protocol. Tijdens een evaluatie van het protocol in 2014 hebben w e geconcludeerd dat het toezichtsprotocol niet helemaal aan sluit met het toetsingsprotocol dat bij de toetsing van aangevraagde vergunningen w ordt gebruikt . Beide protocollen hebben w e daarom in 2014 herzien en op elkaar afgestemd. Daarbij hebben w e zoveel als mogelijk aansluit ing gezocht op het landelijke protocol. Het nieuw e toezichtprotocol hanteert een aantal cat egorieën: Wonen < 50.000 (extra categorie, w ijkt af van het landelijke protocol), Wonen bijbehorende bouw w erken, Wonen, Publiek, Bedrijf en Overig. Per categorie geeft het protocol aan w elke onderdelen op w elk niveau gecontroleerd moet en w orden. In de not a Strategie zullen w e deze strategische kant van het toezichtprotocol toelichten. 3.5.2 Monumenten Het toezicht op monumenten vergt specifieke kennis van de materie. Goed en deskundig toezicht is van groot belang, omdat sloop en eenmaal aangebrachte w ijzigingen vaak niet meer kunnen w orden hersteld of slechts tegen hoge kosten. Het is w enselijk om te bepalen of en zo ja, op w elke w ijze het toezicht kan w orden verbeterd. Hetzelfde geldt voor de vergunningverleningstaken op dit vlak. Om die reden zijn w e in de tw eede helft van 2014 gestart met het project Verbetering Kw aliteit Monumenten VTH. In dit project nemen w e tevens de aanw ijzingsprocedure voor circa 90 monumenten in Oss en Lith mee. De verw achting is dat dit project in 2015 w ordt afgerond. Vooralsnog maken w e onderscheid tussen verbouw en bestaande bouw . Het toezicht op verbouw (met of zonder vergunning) zal als regulier w erk plaat svinden op de momenten dat zich dit voor doet. Toezicht op bestaande bouw heeft de voorkeur op projectmatig op te pakken, w ellicht onder de noemer van het project Bestaande bouw (paragraaf 3.6.6). Dat zal pas plaat svinden als het project Kw aliteit monumenten VTH is afgerond. 3.5.3 BRIKS-taken De provincie Noord-Brabant heeft de uitvoering van haar BRIKS-taken overgedragen aan de ODBN. De ODBN heeft die taken op haar beurt overgedragen aan onze gemeente. De reden daarvoor is dat zij deze taak nog niet zelf kan uitvoeren. Zodra dat dit w el het geval is, gaat de taak terug naar de ODBN. We voeren w erkzaamheden uit zow el op het gebied van vergunningverlening als op het gebied van toezicht en handhaving. BRIKS staat voor: Bouw -, Reclame/ruimtelijke afw ijkingen, Inrit -, Kap- en Sloopvergunningen. Het betreft de provinciale taken voor het gehele w erkgebied van de ODBN, met uitzondering van het grondgebied van de gemeente ‘ s-Hertogenbosch. De w erkzaamheden zijn eind 2013 gestart. In de Dienstverleningsovereenkomst is bepaald dat de looptijd 2 jaar is. Aan het einde van die 2 jaren zal een evaluatie plaats vinden. Dat is dus aan het einde van 2015. In het programma voor 2015 zullen de ervaringen van 2014 w orden gebruikt om een inschatting te maken van de w orkload voor 2015.
16
3.5.4 Asbest is Grijs Tot en met 2014 brachten w e het thema ‘ asbest’ onder het kleurspoor ‘ Rood’ . Het toezicht en de handhaving op asbestverw ijdering als ook de beoordeling van asbestinventarisatierapporten is echter vanaf de start van de ODBN in 2014 een basistaak van deze ODBN gew orden. Het landelijke basistakenpakket beschouw t deze taken als milieu gerelateerde taken en dus moeten deze als basistaak w orden uitgevoerd door de ODBN. Gelet hierop vinden w ij het logischer om het thema asbest over te zetten naar het kleurspoor Grijs. 3.6 PROJECTEN De eerder genoemde taken (klachten, meldingen, verzoeken om handhaving en regulier w erk) komen elk jaar terug. Het zijn zaken w aar w e altijd enige vorm van t oezicht en handhaving op in zullen moeten zetten. Hiervoor hebben w e in veel gevallen een standaard aanpak voor ontw ikkeld. Er blijven een aantal taken over w aarbij een projectmatige aanpak een betere optie is. Het betreft een cluster van (op een of andere manier) gelijke zaken die op enig moment een gezamenlijke aanpak vragen. Het kan zijn dat op deze zaken eenmalig of slecht s een aantal jaar of keer toezicht en handhaving ingezet moet w orden. Een meer projectmatige aanpak achten w ij daarbij gew enst. 3.6.1. Vergunningvrij bouwen (nieuw Besluit omgevingsrecht) Op 1 november 2014 treedt een aangepaste Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht in w erking. De aanpassing van de bijlage van het besluit betekent een verruiming van de mogelijkheden om vergunningvrij te bouw en én te gebruiken. De beoogde verruiming heeft ondermeer betrekking op een verruiming van de vergunningvrije bouw mogelijkheden voor w at betreft de hoogte en de oppervlakte van bijbehorende bouw w erken. Nieuw is dat bijbehorende bouw w erken onder voorw aarden ook zonder vergunning voor bew oning in het kader van mantelzorg kunnen w orden gebruikt. Nog meer bouw w erken/gebruik vergunningvrij vraagt minder capaciteit voor het verlenen van omgevingsvergunningen. We hebben echter de ervaring dat w e zeker in het begin van de nieuw e w etgeving meer legalisatieonderzoeken moeten uitvoeren omdat burgers iet s hebben gebouw d w at net niet vergunningvrij is of net niet voldoet aan alle voorw aarden die daarbij gelden. In hoofdst uk 5 zullen w e nader ingaan op de legalisatieonderzoeken. Ook voor het toezicht komt er maar w einig capaciteit vrij. We hadden namelijk in het Bouw toezichtprotocol al bepaald dat w e geen toezicht meer zouden uitoefenen op bouw w erken van minder dan 50.000,- euro. De verruiming van het vergunningvrij bouw en heeft met name betrekking op deze bouw w erken, dus maakt geen capaciteit vrij. Daar komt bij dat het toevoegen van het gebruik van bijbehorende bouw w erken voor mantelzorg aan het vergunningvrij bouw en, meer toezicht zal vragen. Burgers kunnen zonder enige vorm van melden bouw w erken verbouw en en gebruiken voor bew oning in het kader van mantelzorg. Deze bouw w erken zullen naast de voorw aarden van het vergunningvrije bouw en ook aan de regels van het Bouw besluit 2012 moeten voldoen. Met name de eisen op het gebied van veiligheid en gezondheid zijn dan van belang. Om daarop toezicht uit te kunnen oefenen, zullen w e in ieder geval in beeld hebben w aar zich de mantelzorgw oningen zich bevinden. Naast de reguliere rayoncontroles zal hiertoe af stemming met afdelingen Burgerzaken en WMO georganiseerd w orden. 3.6.2 Restant Lithse Ham, permanente bewoning recreatie-objecten Eerder zijn w e gestart met de aanpak van de permanente bew oning van de Lithse Ham. De afhandeling van de gestart e handhavingszaken loopt ook in 2015 door. De laatste stand van zaken is als volgt. Er zijn 26
17
(inmiddels onherroepelijke) persoonsgebonden gedoogbeschikkingen van kracht . In juli 2014 zijn 14 persoonsgebonden gedoogbeschikkingen komen te vervallen. Op het eerste gezicht hebben, van deze 14 gevallen, 3 bew oners uit eigen bew eging de bew oning gestaakt. Vijf bew oners staan nog ingeschreven en zullen aangeschreven moeten w orden na een kort onderzoek. In 6 gevallen moeten de bew oners aan een nader onderzoek w orden onderw orpen omdat zij w el zijn uitgeschreven van hun recreatieverblijf op De Lithse Ham maar geen reëel nieuw hoofdverblijf hebben. Momenteel lopen er 18 handhavingsdossiers w aarvan 3 gevallen in onderzoek zijn, in 5 gevallen een vooraankondiging is verstuurd, in 10 gevallen een dw angsombesluit is opgelegd, in 2 gevallen een beslissing op bezw aar is genomen en 1 in fase van hoger beroep verkeerd. Hierbij moet rekening gehouden w orden met een aantal dossiers w at aan de handhavingsvoorraad zal moeten w orden t oegevoegd omdat niet alle bew oners w aarbij de gedoogbeschikking is afgelopen, de bew oning vrijw illig zullen staken. Voor de complexe controles op permanente bew oning is specifieke deskundigheid nodig. Dit vraagt immers om speciale deskundigheid en ervaring, zeker met het oog op de gevoeligheid van de betreffende kw esties. De eigen bouw inspecteurs kunnen ingezet w orden voor de minder complexe gevallen. Hiervoor zullen w e capaciteit en/of budget moet en reserveren. 3.6.3 Oude gevallen-regeling Maasdonk Per 1 januari 2015 w ordt de w oonplaats Geffen toegevoegd aan de gemeente Oss. De toezicht- en handhavingsproblematiek in Geffen verschilt niet veel van de overige kernen in de gemeente Oss. De toezicht- en handhavingst aken in Maasdonk lijken op orde. Een situatie zoals bij de toevoeging van de gemeente Lith w ordt niet verw acht. Er zijn w el een beperkt aantal situaties in Geffen aanw ezig die w ellicht de komende periode om extra handhavingscapaciteit vragen. De gemeente Maasdonk heeft een tw intigtal zaken in het buitengebied geregeld met een uitsterfconstructie (de zogenoemde oude gevallen-regeling). Het betreft met name gebruikssit uaties die al tientallen jaren in strijd met het bestemmingsplan zijn. Vanw ege capacitaire problemen is door het gemeentebestuur van Geffen besloten om vooralsnog niet handhavend op te treden tegen deze strijdigheden. De vraag is hoe w ij met deze situaties om w illen gaan. Die vraag beantw oorden w ij met name bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan. Afhankelijk van die uitkomst zullen w e bezien of nog handhavend opgetreden moet w orden. 3.6.4 Herziening bestemmingsplan buitengebied Vanw ege diverse redenen (uitspraak Raad van State Lith, toevoeging Geffen, etcetera) is besloten om het bestemmingsplan voor het gehele buitengebied van de gemeente Oss te actualiseren. Voorafgaand aan het actualiseren zal een inventarisatie plaat svinden. Gebruikelijk daarbij is dat er situaties aan het licht komen w aarvan het mogelijk noodzakelijk is dat daarvoor nog een omgevingsvergunning moet w orden aangevraagd. Het gaat dan over bouw w erken zonder vergunning of gebruik in strijd met het bestemmingsplan w aarvan w ij de legalisatie moeten bezien. Daar w aar legalisatie niet mogelijk is zullen w e handhavend op moeten t reden. Nu is nog niet duidelijk om hoeveel situaties het gaat of om hoeveel capaciteit het vraagt. Aan de hand van de inventarisatie zal bezien moeten w orden w at de capaciteitsvraag is en of deze binnen de reguliere capaciteit passen. Dat zal ook afhankelijk zijn van de prioriteit die aan de situaties w ordt toegekend. De inventarisatie zal in 2015 plaats gaan vinden. Nu is nog niet duidelijk w anneer die inventarisatie zal w orden afgerond, alsook w anneer de benodigde informatie aan de afdeling VTH w ordt aangeleverd. Vooralsnog gaan w e er vanuit dat er capaciteit benodigd is in 2015. Op basis van eerdere ervaringen zullen w e hier een inschatting voor maken. Als te zijner tijd blijkt dat dit niet voldoende is, zullen w e op dat moment bezien of er een verandering het uitvoeringsprogramma zal moeten plaats vinden. Dat is mede afhankelijk van de prioriteit die dan aan de overtredingen w ordt toegekend.
18
3.6.5. Inrichtingsplannen In het bestemmingsplan voor het buitengebied van Lith zijn 27 inrichtingsplannen opgenomen die onderdeel uitmaken van plannen van initiatiefnemers w aaraan w e medew erking hebben verleend middels dat bestemmingsplan. Die inricht ingsplannen zijn een noodzakelijke voorw aarde om medew erking te kunnen verlenen aan de initiatieven. Zonder die inrichtingsplannen zouden w ij geen medew erking kunnen verlenen. Probleem bij de inrichtingsplannen is dat deze pas gerealiseerd (kunnen) w orden als het oorspronkelijke initiatief (bijvoorbeeld w oningbouw , afw ijkend gebruik) gerealiseerd is. Dit is vaak maanden of zelfs jaren later. De inrichtingsplannen zouden in de vergetelheid kunnen raken. In het kader van de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid achten w e het van belang dat dit niet gebeurd. Een projectmatige aanpak is gew enst. Dit soort inrichtingsplannen zullen zich steeds vaker gaan voor doen in nieuw e bestemmingsplannen. Ze zullen steeds meer een vast onderdeel vormen van het bestemmingsplan. Op termijn zal het toezicht op deze inrichtingsplannen regulier w erk w orden. In 2015 zullen w e bezien hoe w e dit toezicht op de beste w ijze in ons regulier w erk kunnen inbedden. 3.6.6 Huisvesting arbeidsmigranten Arbeidsmigratie is voor ons in 2014 een bestuurlijk speerpunt gew eest. Er is behoefte aan regie op de vele aspecten die arbeidsmigratie raakt: w onen, sociaal (scholing, gezondheid), w elzijn, arbeid (omstandigheden), veiligheid, registratie en de toeristenbelasting. De verschillende maatregelen moeten goed op elkaar w orden afgestemd. De aandacht richt zich vooral op integratie en participatie van de MOElanders die zich in Oss w illen vestigen. Degene die zich hier vestigt moet sneller volw aardig deel uit kunnen maken van de Osse samenleving. Aantasting van de leefbaarheid en sociale st ructuur in de w ijken en dorpen w illen w e zoveel mogelijk voorkomen of beperken. Er ligt een gemeente breed Plan van Aanpak, w aarbij op het gebied van de huisvesting van arbeidsmigranten aan de afdeling VTH w ordt gevraagd om te zorgen voor integraal en actief toezicht en handhaving en de afhandeling van vergunningverlening, toetsing aanvragen en registratie. De afdeling VTH heeft hiervoor een afdelingsproject met betrekking tot de huisvesting opgesteld. De nadruk ligt op het maken van een integrale procedure toezicht, handhaving, vergunningverlening op basis van de bestemmingsplantoet s en de Huisvestingsverordening. Binnen de afdeling SROL w ordt gew erkt aan het planologisch mogelijk maken van locaties voor grootschalige huisvesting door arbeidsmigranten. In het handhavingsplan en –programma dient de huisvest ing opgenomen te w orden als een structureel thema. Daarbij dienen w e naast de prioritering ook de strategie te bepalen. Die zal sterk afhangen van de (on)mogelijkheden die de afdeling SROL in haar beleid op neemt. In 2014 hebben w e al controles uitgevoerd. De ervaringen die daarbij w orden opgedaan, nemen w e mee in de te bepalen strategie. 3.6.7 Bestaande bouw Het reguliere bouw toezicht is gericht op de nieuw bouw . De onderdelen brandveiligheid en de const ructieve veiligheid hebben daarbij volgens het bouw toezichtprotocol een hoge prioriteit. Dat houdt in dat deze onderdelen op detailniveau w orden gecont roleerd. Het brandveilige gebruik van gebouw en w ordt daarnaast tijdens de integrale milieucontroles door de ODBN gecontroleerd. We besteden dus veel aandacht aan brandveiligheid. Toch hebben een aantal controles van publieke gebouw en in 2012 en 2013 aangetoond dat w e een aantal belangrijke onderdelen op veiligheid missen. Uit deze controles bleek namelijk dat de gebouw en door de jaren heen als gevolg van (vergunningvrije) interne aanpassingen en/of verbouw ingen niet meer voldeden aan de eisen van bestaande bouw zoals bedoeld in het Bouw besluit 2012. Omdat de inschatting w erd gemaakt dat dit bij veel (publieke) gebouw en aan de hand zou kunnen zijn, hebben w e besloten om in 2013 te starten met het project Best aande Bouw .
19
Omdat er veel soorten publieke gebouw en zijn en het onmogelijk is om alles tegelijkertijd te doen, hebben w e besloten om te starten bij de zorginstellingen. De bedoeling w as om eerst alle zorginstellingen te controleren. Hiervan is echter om moverende redenen afgezien. De zorginstellingen zijn in eigendom zijn van Brabant Wonen/Brabant Zorg. Als alle zorginstellingen in een keer gecontroleerd zouden w orden, zou dat voor de eigenaar betekenen dat in een keer alle gebouw en in orde gemaakt moeten w orden. Financieel gezien is dat een onmogelijke opgaaf. Om die reden zijn w e in gesprek/overleg gegaan met de eigenaar. Uiteindelijke resultaat is dat de eigenaar zelf de (brand)veiligheid van haar gebouw en in beeld heeft laten brengen. Ook heeft ze een plan van aanpak gemaakt w aarmee alle zorginstellingen op basis van een prioritering in orde zullen w orden gebracht. De planning is er op gericht om alle gebouw en eind 2015 in orde te hebben. Het plan van aanpak zal door ons en de brandw eer w orden beoordeeld. Ook zullen w e de zorginstellingen controleren nadat ze zijn aangepast. De beoordelingen van het plan van aanpak zal nog in 2014 plaat svinden. De (her)controles zullen in 2015 plaatsvinden. Hiervoor is uiteraard capaciteit benodigd. De zorginstellingen zullen niet de enige gebouw en zijn w aar de brandveiligheid en de constructieve veiligheid niet meer op orde zal zijn. Het project Bestaande bouw kunnen w e voort zet ten met een nieuw e categorie gebouw en. Op basis van een nog te maken prioritering (zie deel 2 en deel 3 van de nota Prioriteit) zullen w e bepalen w elke categorie gebouw en w e in 2015 oppakken. De Inspectie Veiligheid en Justitie vraagt hierbij aandacht voor de brandveiligheid van w inkelpanden met bovenw oningen. Dit naar aanleiding van de brand in Leeuw arden eind 2013. Met bovenstaande w erkw ijze sluiten w e aan bij de opmerking van de Provincie in haar Realitycheck om keuzes hierin te onderbouw en met een risicoanalyse. 3.6.8 Stoppende agrarische bedrijven We hebben een groot buitengebied met daarin veel agrarische bedrijven. Uit onderzoek van de Universiteit Wageningen van augustus 2014 blijkt dat sinds 2000 al 31% van de agrarische bedrijven is gestopt. Ook blijkt dat daar de komende jaren per jaar 3% bij komt. Volgens het rapport ‘ Op w eg naar 2020’ van de ZLTO-Oss stopt in onze gemeente de helft van de agrarische bedrijven voor 2020. Deze ontw ikkeling heeft enorme planologische impact op het buitengebied met name op en rondom de agrarische bedrijven. In planologisch opzicht w orden de stoppende boeren een scala aan herontw ikkelingsmogelijk geboden. Sloop van bedrijfsgebouw en en eventuele herbouw van ander soortige bouw w erken hoort hierbij. Hoew el er mogelijkheden voor herontw ikkeling w orden geboden, kan een agrariër uit financieel oogpunt niet altijd van die mogelijkheden gebruik maken. Het geheel stoppen van het bedrijf, het slopen van de bedrijfsgebouw en, etcetera is dan niet altijd te realiseren. De agrariër kiest dan niet voor de planologische mogelijkheden. Maar dat w il niet zeggen dat de agrariër dan niet kiest voor hergebruik. De ervaring leert dat de agrariër zonder toestemming de bedrijfsgebouw en gebruikt of laat gebruiken voor activiteiten die niets met het agrarisch bedrijf te maken hebben. Deze activiteit en kunnen in meer of mindere mate negatieve effecten hebben op de omgeving. Zeker omdat het hier meestal gaat om de bedrijven die op locaties zijn gevestigd w aar het bedrijf vanuit milieuw etgeving niet of nauw elijks meer kan groeien. Dat zijn juist de locaties w aar meerdere andere functies zoals w oningen in de buurt zijn gelegen. De agrarische bedrijven w orden regelmatig gecontroleerd door de ODBN op de naleving van de (milieu)voorschriften. De ODBN heeft daarbij de opdracht om de oor- en oogfunctie van de gemeente te zijn op ondermeer ruimtelijke ordening. De frequentie van de controles van de ODBN zijn afhankelijk van de zw aarte van het bedrijf 1 x per jaar tot 1 x 4 jaar. Indien situaties w orden geconstateerd die in strijd zijn met het bestemmingsplan, heeft de ODBN enkel een oog- en oorfunctie. De strijdige situaties zullen door de gemeente w orden aangepakt.
20
3.6.9 Oneigenlijk gebruik bedrijfswoningen We hebben tw ee jaar geleden het Masterplan Bedrijventerreinen Oss opgesteld. Ons primaire doel w as om een basisdocument te hebben voor het binnenhalen van subsidies. In het plan staat een groot aantal projecten genoemd. Het merendeel betreft reconstructie- of revitaliseringsplannen van w egen of gebieden op die terreinen. Ook genoemd w ordt de aanpak van het oneigenlijk gebruik van bedrijfsw oningen op Molada en Elzenburg/De Geer. De achterliggende gedachte is dat bedrijfsw oningen op de bedrijventerreinen een beperking (kunnen) inhouden voor het functioneren van zw aardere bedrijven. Dat speelt met name in de gebieden w aar bedrijven in de milieucategorie 4 en 5 zijn toegestaan. Meer concreet zijn dat: •
het noordelijk deel en middengebied van Elzenburg (aan de randen zijn w el bedrijf sw oningen toegestaan). Op De Geer staan geen bedrijfsw oningen.
•
Moleneind en Landw eer (op Danenhoef is sprake van lichtere bedrijvigheid met de mogelijkheid van bedrijfsw oningen).
Het is w enselijk om dit projectmatig aan te pakken bijvoorbeeld door een inventarisatie van de panden die als w oning in gebruik zijn. Bij de vaststelling van de beide bestemmingsplannen zijn die al gemaakt. Een andere invalshoek is het opvragen van informatie bij Burgerzaken. Vervolgens zullen w e moeten nagaan in hoeverre de panden nog daadw erkelijk w orden bew oond met eventuele vervolgact ies. 3.6.10 Verkoop snippergroen In de tw eede helft van 2014 zijn w e gestart met het project verkoop snippergroen. Dit project heeft betrekking op zow el nieuw e als bestaande situaties. Tegen bestaande situaties die uiteindelijk niet verkocht of verhuurd (kunnen) w orden, zullen w e handhavend op moeten treden. Hoeveel zaken dit uiteindelijk betreft en hoe de handhaving opgepakt zal w orden (best uursrechtelijk of st rafrechtelijk) is op dit moment nog niet bekend. Op het moment dat dit gaat spelen zal er een jurist van handhaving bij dit project betrokken w orden. Op dit moment kunnen w e nog niet bezien of en zo ja hoeveel zaken er door de afdeling VTH opgepakt moeten w orden. Overigens zal de risicoanalyse moeten uitw ijzen hoeveel prioriteit w e aan dit soort zaken zullen toekennen. In 2011 hebben w e een aant al handhavingszaken met bet rekking op reclame opgeschort in afw achting van het nieuw e reclamebeleid. Het nieuw e reclamebeleid maakt onderdeel uit van het nieuw e w elstandsbeleid. In 2013 heeft de gemeenteraad het nieuw e w elstandsbeleid vastgesteld. De uitw erking van de uitvoeringsregels met betrekking tot reclamebeleid maakt e daar echter nog geen onderdeel van uit. Na de vaststelling van het nieuw e w elstandsbeleid zijn de uitvoeringsregels met betrekking tot reclamebeleid opgesteld. Daarbij zijn de w elstandscriteria voor reclametekens concreet gemaakt en verruimd. Deze regels hebben w e nog niet vastgesteld. We hebben al bepaald dat deze taak geen prioriteit heeft. Dit zal meew egen in de risico-analyse (deel 2 van de nota Prioriteit). Het reclamebeleid zal opnieuw ter vaststelling w orden voorgelegd aan het nieuw e college na de verkiezingen van 19 november 2014. 3.6.11 BAG In de BAG (Basis registratie Adressen en Gebouw en) w orden alle basis gegevens van panden in onze gemeente beheerd. Deze gegevens w orden zow el intern als extern o.a. BSOB en KVK gebruikt voor het verkrijgen van gegevens. Voor het beheren van deze gegevens is medio 2013 een verbeterteam opgericht om de w erkprocessen binnen onze gemeente in te richten. De nieuw e processen geven duidelijkheid aan w elke stappen gezet moeten w orden voor een juiste registratie in de BAG. Voor het toezicht betekent dit dat er meer administratieve gegevens verw erkt moeten w orden. Start en gereed meldingen bouw moeten gemeld w orden voor de BAG. Ook w anneer een pand gesloopt is moet dit in de BAG verw erkt w orden. Wijzigingen in de BAG kunnen alleen doorgevoerd w orden met een
21
brondocument. Deze kunnen alleen opgesteld en ondertekend w orden door een aangew ezen toezichthouder van de Gemeente Oss. Vanuit de BAG komen ook terugmeldingen die w orden ingediend door afnemers van de BAG gegevens o.a. KVK of BSOB. Een terugmelding houdt in dat de betreffende instantie iets geconstateerd heeft bij een betreffend pand w at niet overeenkomt met de registratie in de BAG. Bouw toezicht w ordt dan ingeschakeld om de feitelijke situatie te onderzoeken. Dit kan betekenen dat er een omgevingsvergunning aangevraagd moet w orden, of dat alleen de registratie in de BAG aangepast moet w orden. Ook hiervan zal altijd een brondocument opgesteld moeten w orden. Als er een omgevingsvergunning w ordt aangevraagd, of als er een legalisatieonderzoek moet plaatsvinden, zal dit extra capacit eit vragen van de afdeling VTH. In een nog onbekend aantal gevallen zal legalisatie van de door de BAG aangedragen zaken niet mogelijk zijn. Handhavend optreden is dan noodzakelijk. Een duidelijke prioritering van w at direct of w at later opgepakt moet/kan w orden is vereist om de w erkvoorraad beheersbaar te houden.
22
Hoofdstuk 4: KLEURSPOOR GRIJS 4.1 INLEIDING Het grijze kleurspoor betreft het toezicht en de handhaving op het gebied van de diverse milieuw etgeving. Het betreft met name de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet milieubeheer met bijbehorende besluiten en ministeriële regelingen zoals met name het Activiteitenbesluit. De volgende factoren hebben invloed op de uitvoering van onze toezicht - en handhavingstaken op het grijze kleurspoor. Gelet op het eerder genoemde veranderproces van de PDCA-cyclus, hebben w e de factoren ingedeeld in dezelfde thema’ s als bij het rode kleurspoor (Klachten, Meldingen, Verzoeken om handhaving, Reguliere taken en Projecten. 4.2 KLACHTEN Wij hebben de afhandeling van klachten die milieugerelat eerd zijn, direct vanaf de start van de ODBN ondergebracht bij de ODBN. Omdat de afhandeling niet altijd naar w ens verliep, heeft de ODBN In de loop van het jaar een protocol opgesteld over de afhandeling van klachten. Het lijkt er vooralsnog op dat dit protocol voldoende w erkbaar is. In 2015 zal deze geëvalueerd w orden. Daarbij dienen w e intern nog te bekijken hoe de registratie geoptimaliseerd kan w orden. Het betreft hiervoor in feite de incidentele milieucontroles. Een specifieke vorm van incidentele controles is de nachtelijke geluidscontrole. Die controles vinden plaats aan de hand van klachten over bijvoorbeeld horeca, evenementen, etcetera. Omdat de overlast vaak van korte duur is, dient een controle snel plaats te vinden. De ODBN faciliteert dit soort controles. Daarnaast voert de ODBN al enige jaren 4x per jaar nacht elijke geluidscontroles uit bij de horeca in het centrum van Oss. In het handhavingsplan zullen w e moet en bekijken of deze controles nog noodzakelijk zijn. De uitkomsten van de risico-analyse en de nota Strategie zijn hierbij van belang. 4.3 MELDINGEN Inhoudelijk verw ijzen w e hier naar het vorige hoofdstuk, met het verschil dat hier de ODBN de uitvoerende instantie is. We hebben (nog) geen proces beschreven voor het in behandeling nemen en afhandelen van meldingen. Meldingen geven w e als regulier w erk door aan de ODBN. 4.4 VERZOEKEN OM HANDHAVING De opmerkingen en ontw ikkelingen genoemd in het vorige hoofdstuk (paragraaf 3.4) zijn ook hier van toepassing. 4.5. REGULIERE TAKEN Bij reguliere taken in het grijze kleurspoor moet gedacht w orden aan het toezicht op de verleende vergunningen/ geaccepteerde meldingen met betrekking tot de activiteit milieu. Het betreft de taken w aarbij w e vooraf al hebben bepaald w elke vorm van toezicht en met hoeveel diepgang dat toezicht plaats vindt. De factoren die invloed hebben op deze taken zijn als volgt. 4.5.1 Level Playing Field De ODBN hanteert bij de uitvoering van haar taken het zogenoemde Level Playing Field (LPF). In het LPF is vastgelegd w elke taken minimaal bij de ODBN w orden neergelegd (basistakenpakket). Ook is bepaald w at de minimale controlefrequent ie is w aar iedere deelnemer aan gehouden is, w elke diepgang de controle heeft en w elke toezicht- en handhavingstrategie er w ordt gehanteerd (vooralsnog de Brabantse Handhavingstrategie).
23
Het LPF beschrijft dus het minimale niveau. Oss heeft de ODBN opdracht gegeven om een hoger niveau na te streven voor het grondgebied van Oss. Dat hogere niveau zit hem met name in een hogere controlefrequentie en een uitgebreider pakket dat bij de ODBN is neergelegd. Zo w orden de vanuit milieu gezien zw aardere bedrijven vaker gecontroleerd dan in het LPF beschreven. Ook w orden een aantal bedrijven/instellingen door de ODBN gecontroleerd die niet in het basistakenpakket genoemd zijn. Voor dit onderdeel zullen de volgende thema’ s benoemd w orden: •
(voormalige) VVGB bedrijven: het betreft de bedrijven in de gemeent e die tot dit jaar onder de bevoegdheid van de provincie vielen. Door een w ijziging in de w etgeving is de gemeente bevoegd gezag gew orden. De gemeente heeft het toezicht en handhaving een op een doorgezet naar de ODBN
•
IPPC en agrarisch C+ (zw aar)
•
Agrarisch C
•
IPPC en industrieel C+ (zw aar)
•
Industrieel C
•
Activiteitenbesluit B
•
Activiteitenbesluit B+
•
Activiteitenbesluit A
Naast de reguliere taak van t oezicht en handhaving van de milieuw etgeving, hebben w ij ook de ODBN opdracht gegeven om te controleren op brandveilig gebruik. Om die reden nemen w e dit ook op als thema. De genoemde thema’ s nemen w e mee in de risico-analyse (deel 2 van de nota Prioriteit). De onderbouw ing van onze eerdere keuzes om bij bepaalde bedrijven/instellingen een hoger niveau na te streven dan het LPF zal hieruit moeten blijken. Het kan ook zijn dat w e enige aanpassing noodzakelijk achten. Hierbij zullen w e w el rekening moeten houden met de volgende tw ee factoren. 4.5.2 Regionale prioriteiten In 2012 hebben de deelnemende gemeenten aan de ODBN een regionale risicoanalyse uitgevoerd op alle doelgroepen die vallen binnen het basistakenpakket. Dit heeft geleid tot 5 prioritaire doelgroepen voor 2014 voor de ODBN. Voor 2015 zijn dezelfde prioritaire doelgroepen bepaald. Het gaat het om: a. Veehouderijen met luchtw assers b. Bedrijven die gevaarlijke st offen be- en verw erken c. Afvalverw erkende bedrijven (inclusief covergistingsbedrijven) d. (illegale) asbest saneerders e. Grondtransportbedrijven Binnen de ketenaanpak zullen de asbestsaneerders, grondtransportbedrijven en covergistingsbedrijven bijzondere aandacht krijgen via een uit te voeren ketenproject. Voor veehouderijen met luchtw assers ontw ikkelt de ODBN op dit moment een nieuw e toezichtsaanpak die (na instemming) in 2015 w ordt ingezet. Voor de doelgroepen genoemd onder b en c ontw ikkelt de ODBN in 2015 een integrale (projectmatige) aanpak. 4.5.3 Branchegerichte aanpak Voor een aantal branches is landelijk een brancheaanpak ontw ikkeld. De ODBN gaat in 2015 voor de volgende branches met deze plannen w erken. Het betreft hier de (LPG)-tankstations en de garagebedrijven
24
De ODBN adviseert om zoveel mogelijk (LPG)-tankstations en garagebedrijven op te nemen in het uitvoeringsprogramma 2015. Dit zal de kw aliteit, effectiviteit en efficiency van de brancheaanpak ten goede komen. Naar aanleiding van afspraken in het Energieakkoord vragen VNG en het ministerie van IenM gemeenten per brief prioriteit te geven aan toezicht op energiebesparing bij bedrijven. Ter ondersteuning van dat verzoek stellen VNG en ministerie een aantal instrumenten en geld beschikbaar. Voor de volgende bedrijfstakken zijn erkende maatregelen voor energiebesparing aangew ezen. Deze bedrijven dienen de komende 4 jaar te w orden benaderd in dit traject: •
Kantoren overheden en defensie
•
Gezondheids- en w elzijnszorginstellingen
•
Onderw ijsinstellingen
•
Metaalelekt ro en MKB -met aal
•
Autoschadeherstelbedrijven
•
Rubber- en kunst stofindustrie
•
Commerciële datacentra.
De ODBN gaat in 2015 aan de slag om een aanpak hiervoor te ontw ikkelen. Vooruitlopend hierop vraagt de ODBN ons om zo veel mogelijke grote energieverbruikers binnen de hierboven genoemde bedrijfstakken op te nemen in het uitvoeringsprogramma 2015. Wij hebben de genoemde bedrijven al ondergebracht bij de ODBN. Afhankelijk van de uitkomsten van de risico-analyse zullen w e bepalen w elke bedrijven w e op zullen nemen in het uitvoeringsprogramma voor 2015. 4.5.4 Asbest is Grijs Tot en met 2014 brachten w e het thema ‘ asbest’ onder het kleurspoor ‘ Rood’ . Het toezicht en de handhaving op asbestverw ijdering als ook de beoordeling van asbestinventarisatierapporten is echter vanaf de start van de ODBN in 2014 een basistaak van deze ODBN gew orden. Het landelijke basistakenpakket beschouw t deze taken als milieu gerelateerde taken en dus moeten deze w orden uitgevoerd door de ODBN. Gelet hierop is het logischer om het thema asbest over te zetten naar het kleurspoor Grijs. 4.6 PROJECTEN De eerder genoemde taken (klachten, meldingen, verzoeken om handhaving en regulier w erk) komen elk jaar terug. Het zijn zaken w aar w e altijd enige vorm van t oezicht en handhaving op in zullen moeten zetten. Hiervoor hebben w e in veel gevallen een standaard aanpak voor ontw ikkeld. Er blijven een aantal taken over w aarbij een projectmatige aanpak een betere optie is. Het betreft een cluster van (op een of andere manier) gelijke zaken die op enig moment een gezamenlijke aanpak vragen. Het kan zijn dat op deze zaken eenmalig of slecht s een aantal jaar of keer toezicht en handhaving ingezet moet w orden. Een meer projectmatige aanpak achten w ij daarbij gew enst. 4.6.1 Besluit huisvesting/ Actieplan ammoniak Op grond van het Besluit huisvesting moesten alle middelgrote varkens- en pluimveebedrijven per 1 januari 2010 voldoen aan de regels van dat besluit. Vanaf 2010 is het Actieplan ammoniak veehouderij in uitvoering. Dit actieplan is door de ministeries van I&M en EL&I als gedoogbeleid opgesteld. In het plan is aangegeven hoe de middelgrote varkens- en pluimveebedrijven via vergunningaanvragen en stalaanpassingen hun ammoniakemissies reduceren zodat ze (gaan) voldoen aan het besluit Huisvesting. In het actieplan is onderscheid gemaakt in veehouderijen die w illen door ontw ikkelen en veehouderijen die op termijn w illen stoppen. Alle veehouderijen die w illen door ontw ikkelen hebben middels een
25
bedrijfsontw ikkelingsplan kenbaar gemaakt w elke maatregelen zij gaan treffen. Voor de meeste veehouderijen is de vergunnings- of meldingsprocedure reeds afgerond. Met het toezicht op de stalsystemen in deze vergunningen is de ODBN in 2014 gestart. Verder is in het Actieplan Ammoniak aangegeven dat er voor veehouders die w illen st oppen in de periode na 2013 de mogelijkheid geboden om hun bedrijf nog enkele jaren te kunnen voortzett en. Voorw aarde is w el dat zij vanaf 1 januari 2013 met andere maatregelen een even grote emissiereduct ie realiseren als w anneer emissiearme stalsystemen zouden w orden toegepast om aan de emissie-eisen van het Besluit huisvesting te voldoen. Dit zijn de zogenaamde stoppersmaatregelen. De zogenoemde ‘ stoppersregeling’ zal voor varkens- en pluimveehouders gelden tot uiterlijk 2020. Uitgangspunt is dat het bevoegd gezag de feitelijke overtreding van het Besluit huisvesting gedoogd op basis van een aantal vanuit het Rijk bepaalde voorw aarden. De stoppersmaatregelen kunnen ook w orden genomen door kleine veehouderijen die in aanvang qua aantal dieren niet onder het gedoogbeleid van het Actieplan ammoniak vielen.. Een bedrijf dat eerder aangaf te gaan stoppen, kan alsnog besluiten om het bedrijf voort te zetten. In dat geval zal het bedrijf moeten gaan voldoen aan het Besluit huisvesting en een melding Activiteitenbesluit indienen. Wij voeren het gedoogbeleid uit. Voor toezicht en handhaving geldt dat w e controle moeten uitvoeren op de naleving van het Besluit huisvesting en de genomen gedoogbesluiten. Kortw eg dienen de veehouderijen die door-ontw ikkelen te w orden gecontroleerd of ze de vereiste stalsystemen hebben gerealiseerd. Het toezicht zal w orden uitgevoerd door de ODBN, die dit voornamelijk met haar reguliere integrale milieucontroles meeneemt. Bij de ‘ stoppers’ dient te w orden gecontroleerd of ze gestopt zijn of dat ze de gestelde aanpassingen hebben uitgevoerd. Deze controles vinden momenteel door de ODBN projectmatig plaat s. Dat project zal naar verw achting in 2015 w orden afgerond, maar zal in 2015 nog w el enige capaciteit vergen. 4.6.2 Tanksaneringen In het Activiteitenbesluit zijn enkele artikelen opgenomen w aar de opslag van brandbare vloeistoffen in een bovengrondse tankinstallatie aan moet voldoen om de veiligheid voor de omgeving te kunnen garanderen. Zo is bepaald dat een tankinstallatie moet w orden geïnst alleerd door een gecertificeerde tankinstallateur. Deze eis gold voor 1 januari 2000 nog niet. Voor tankinst allaties die voor die datum in gebruik zijn genomen, is dan ook een overgangsrecht van toepassing: Er hoeft tot 1 januari 2015 geen installatiecertificaat getoond te w orden voor deze tankinstallaties. Wel zal een dergelijke tankinstallatie na 1 januari 2015 moeten w orden herkeurd volgens voorschrift 4.5.2 van PGS 30. Indien de installatie niet w ordt gekeurd, of indien deze niet kan w orden goedgekeurd, dient de installatie per 1 januari 201 5 verw ijderd te w orden. De verw achting is dat er nog een groot aantal tankinstallaties gekeurd of verw ijderd moeten w orden. Veel agrarische bedrijven hebben van ouds her zo’ n installatie. Hoew el de eigenaren de afgelopen jaren bij integrale controles zijn gew aarschuw d dat de installaties na 1 januari 2015 herkeurd moeten w orden, is de verw achting dat de eigenaren hier niet actief mee omgegaan zijn. In het kader van de veiligheid en gezondheid is toezicht hierop noodzakelijk. Toezicht kan op tw ee manieren plaatsvinden. Zo kan het toezicht plaatsvinden tijdens de reguliere integrale milieucontroles. Voordeel hiervan is dat er geen aparte controles hoeven w orden uitgevoerd. Nadeel is dat door de controlefrequenties die bij integrale controles w orden gehanteerd, niet alle tankinstallaties in 2015 w orden gecontroleerd. Om die reden zou ook gekozen kunnen w orden voor een apart project w aarin alle tankinstallaties van voor 1 januari 2000 w orden gecontroleerd. In beide opties zal de ODBN de controles uitvoeren. Wij zullen een keuze moeten maken op w elke w ijze het toezicht zal plaat svinden. Die keuze is mede afhankelijk van de plannen van de ODBN voor een mogelijk regionaal project voor dit onderw erp.
26
4.6.3 ODBN: puinbreken, grondstromen en asbest In de tw eede helft van 2014 heeft de ODBN een aantal notities opgesteld w aarin de uitvoering van een aantal basistaken w ordt beschreven. Het betreft de zogenoemde taken in het kader van ketenbeheer. Grofw eg gaat het om toezicht en handhaving op puinbreken (Bouw stoffenbesluit), grondstromen (Wet bodembescherming) en asbest (Asbestverw ijderingsbesluit). De gemeente Oss had deze taken al ondergebracht bij de ODBN dus daarin verandert niets. Procesmatig zal het toezicht en handhaving nu gestructureerder moeten verlopen. In 2015 zal moeten blijken of de afgesproken w erkw ijze voldoende kw aliteit w aarborgt. Ook zal moeten blijken of de aannames in de notities juist zijn. 4.6.4 Vuurw erkcontroles De ODBN houdt jaarlijks aan het einde van het jaar toezicht op de verkooppunten van consumentenvuurw erk. De input voor de controles is de lijst met bedrijven zoals deze bekend is naar aanleiding van de controles het jaar er voor. In november vindt een voorcontrole plaat s en vervolgens een controle tijdens een verkoopdag. De administratieve afhandeling van de controles w ordt uitgevoerd conform de w erkafspraken. Omdat afgelopen jaren bleek dat vuurw erk op de juiste manier w as opgeslagen of w as teruggeleverd aan de leverancier, w orden er geen nacontrole meer uitgevoerd in februari. Indien hercontroles noodzakelijk zijn naar aanleiding van de controle in november of de controle tijdens de verkoopdagen, dan zullen die uiteraard w el uitgevoerd w orden. Vuurw erkcontroles op basis van het vuurw erkbesluit bestaan altijd uit tw ee aspecten, namelijk milieu en brandveiligheid. Beide aspect en zullen tijdens de controle w orden gecontroleerd door de toezichthouders van de ODBN. Indien het noodzakelijk is w ordt cont act gelegd met de regionale brandw eer voor advies. De gemeente w ordt hiervan op de hoogte gesteld. 4.6.5. Transitie zorgvuldige veehouderij In Noord-Brabant richt het beleid zich op de transitie naar een zorgvuldige veehouderij. Alle betrokkenen bij de veehouderij (overheid, ondernemers en stakeholders) hebben gezamenlijk (Brabant beraad en Verbond Den Bosch) afgesproken dat in 2020 iedere veehouderij een zorgvuldige veehouderij moet zijn. Hiervoor is een nieuw instrument vastgesteld: de Brabantse Zorgvuldigheidsscore Veehouderij (BZV). Deze BZV w ordt getoetst in het kader van de vergunningverlening omgevingsrecht (Wabovergunning en bestemmingsplan). Naast een goede vergunningverlening is adequaat toezicht en handhaving en een goede verbinding hiertussen van cruciaal belang. De transitie kan alleen slagen als er in Brabant vertrouw en ontstaat in de w erking van de regelgeving én naleving door de ondernemers. Het project omtrent de transitie bet reft de verduurzaming van de gehele veehouderij. Aangezien de BZV een geheel nieuw instrument is, is het van belang dat hulpmiddelen w orden ontw ikkeld zodat de betrokken overheden op een eenduidige en efficiënte w ijze hun taak kunnen uitvoeren. Dit betreft, naast vergunningverlening, ook de toezicht - en handhavingstaak. De Provincie ontw ikkelt samen met de ODBN in 2015 het bedoelde instrument. De verw acht ing is dat in 2015 nog geen capaciteit w ordt gevraagd voor het uitvoeren van controles en dergelijke. Wel zal enige capaciteit nodig zijn om kennis op te doen van het instrument. Ook voor het implementeren van eventuele beleidstukken zal enige tijd vergen. 4.6.6. Bedrijven zonder melding/vergunning Bedrijven die een melding indienen of vergunning aanvragen w orden automatisch meegenomen in het systeem van cont role door de ODBN. Als tijdens die controle blijkt dat er w et - en regelgeving w ordt overtreden, w ordt daartegen handhavend opgetreden. Als blijkt dat de bedrijfsvoering is veranderd, verzoeken w e deze bedrijven om hun melding of vergunning aan te passen. Er zijn echter ook bedrijven die bew ust of onbew ust geen melding indienen of vergunning aanvragen t erw ijl dat volgens de w et - en regelgeving w el nodig is. Omdat er geen melding of vergunning is, w orden deze
27
bedrijven niet mee genomen in het systeem van controle. Mogelijke overtredingen w orden dan dus niet geconstateerd, voorkomen of beëindigd. Hierdoor kunnen ongew enst e risico’ s ontstaan. We zullen deze bedrijven dan ook in beeld moeten krijgen. We zullen dit soort bedrijven in de risico analyse mee nemen. Afhankelijk van de uitkomsten daarvan zullen w e in de nota Strategie moet en bepalen w elke strategie het meest efficiënt is om deze bedrijven op te sporen en te controleren. Ook zullen keuzes gemaakt moeten w orden w elke bedrijven of gebieden als eerste opgespoord moeten w orden.
28
Hoofdstuk 5: Kleurspoor WIT 5.1 INLEIDING Het w itte kleurspoor betreft het toezicht en de handhaving op het gebied van de w at meer bijzondere w etgeving. Het betreft een zeer verschillend scala van toezicht en handhaving, bijvoorbeeld de evenementen, de kinderdagverblijven, de Opiumw et, etcetera. Naast de specifieke w et geving die voor dit soort thema’ s geldt, is ook bijzonder dat de toezichthoudende instantie vaak een externe partner is: GGD, politie, TOR/Hor, etcetera. De volgende factoren hebben invloed op de uitvoering van onze toezicht - en handhavingstaken op het w it te kleurspoor. Gelet op het eerder genoemde veranderproces van de PDCA-cyclus, zullen w e de fact oren indelen in dezelfde thema’ s als bij het rode en grijze kleurspoor (Klachten, Meldingen, Verzoeken om handhaving, Reguliere taken en Projecten. 5.2 KLACHTEN Inhoudelijk verw ijzen w ij naar de paragraaf van het rode kleurspoor (paragraaf 3.2). 5.3 MELDINGEN Inhoudelijk verw ijzen w ij naar de paragraaf van het rode kleurspoor (paragraaf 3.3). 5.4 VERZOEKEN OM HANDHAVING Inhoudelijk verw ijzen w ij naar de paragraaf van het rode kleurspoor (paragraaf 3.4). 5.5. REGULIERE TAKEN Bij reguliere taken in het w itte kleurspoor moet gedacht w orden aan het toezicht op de verleende vergunningen/ geaccepteerde meldingen met betrekking tot de meer bijzondere w etgeving. Het betreft een zeer verschillend scala van toezicht en handhaving, bijvoorbeeld de evenementen, de kinderdagverblijven, de Opiumw et, etcetera. Naast de specifieke w etgeving die voor dit soort thema’ s geldt, is ook bijzonder dat de toezichthoudende instantie vaak een externe partner is: GGD, politie, TOR/Hor, etcetera. 5.5.1 Drank & Horecawet Door de w ijziging van de Drank & Horeca-w et op 1 januari 2014 zijn een aantal toezicht - en handhavingstaken door het Rijk aan de gemeenten overgedragen. Om die taken in onze gemeente optimaal uit te kunnen voeren heeft de afdeling SMO in 2014 een verordening paracommercie en een handhaving- en preventieplan opgesteld. Prioriteiten daarin zijn toezicht en handhaving op leeftijdsgrenzen, sluitingstijden, bijeenkomsten georganiseerd door paracommerciële instellingen, aanw ezigheid van leidinggevenden en alcoholverst rekking bij evenementen. Het toezicht op de naleving van de nieuw e w et en de verordening w ordt georganiseerd in een samenw erkingsverband met de gemeent e Bernheze. Er zijn hiervoor 5 Bijzonder Opsporingsambtenaren (BOA’ s) benoemd die onderdeel vormen van de afdeling TOR/HOR. Deze BOA’ s controleren op de genoemde prioriteiten en op drankgebruik in de openbare ruimte, cafés, supermarkten en bij evenementen. Dit is afgesproken in het driehoeksoverleg in het basisteam Maasland (gemeenten Oss, Bernheze, politie en Openbaar Ministerie). Hoew el het toezicht primair door een andere afdeling w ordt uitgevoerd, hebben de w et en verordening ook gevolgen voor de afdeling VTH. De w et en de verordening is namelijk ook van toepassing op bedrijven en instellingen w aar de afdeling VTH ook vanuit een andere kleurspoor of thema toezicht en handhaving uitvoert. Dat is met name het geval bij de integrale milieucontroles (uitgevoerd door de ODBN) en het
29
toezicht op evenementen. Waar mogelijk neemt de afdeling VTH hier de verordening paracommercie en het bijbehorende handhaving- en preventieplan in mee. Voor w at betreft handhaving kan w orden opgemerkt dat nu nog niet gebruik w ordt gemaakt van het middel bestuurlijke boetes. Wellicht is dit w el een optie voor de t oekomst. Op dit moment handhaven w e nog door middel van het opleggen van een last onder dw angsom in voorkomende gevallen (tot nu toe nog niet overigens, september 2014). Het is voor dit soort overtredingen w ellicht effectiever om een bestuurlijke boete toe te passen (dit geldt voor meer terreinen, bijvoorbeeld overtredingen huisvestingsverordening). Met de nog op te stellen handhavingstrategieën dient hier rekening mee te w orden gehouden. In ieder geval dient gemonitord te w orden hoe andere vergelijkbare gemeenten hier mee omgaan. 5.5.2 Regie op en handhaving bij evenementen In 2013 is het evenementenbeleid van de gemeente geactualiseerd. Daarbij is onder meer het aspect toezicht nader bekeken. Tot dan toe vond het toezicht voornamelijk plaats op basis van klachten en meldingen. Slechts bij enkele grote evenement en of als er een dw angsom w as opgelegd w erd actief toezicht gehouden. In de praktijk betekende dat het vaak niet meer mogelijk w as om corrigerend op te treden, handhaving achteraf w as dan de enig overgebleven optie. Deze situatie w as onbevredigend, zeker voor de klagende burgers. In 2014 is gestart met een Toezichtslijst Evenementen en een Evenementenspreekuur. De Toezichtslijst Evenementen 2014 is tot stand gekomen in samenspraak met interne partijen en partners zoals brandw eer en politie. Op de lijst staan evenementen die in aanmerking komen voor toezicht op één of meerdere aspecten, te w eten geluid, alcoholgebruik 18+ , brandveiligheid, beveiliging, verkeer en gebruik terrein. Deze lijst kan jaarlijks verschillen (ook mede als gevolg van klachten) Bij deze evenementen w orden de organisatoren uitgenodigd voor het Evenementenspreekuur. Aanw ezig zijn alle partners die bij een evenement envergunning van belang zijn. Dat is de vergunningverlener, de politie, de brandw eer, TOR/HOR en de handhavingsregisseur. Tijdens dit overleg w ordt ondermeer het belang van toezicht en handhaving besproken. De handhavingsregisseur regelt vervolgens het toezicht op maat. Oftew el, de regisseur zorgt dat de juiste toezichthoudende instantie op de juiste tijdstippen op de juiste onderdelen toezicht houdt. De toezichthoudende instanties zijn de ODBN (geluid), brandw eer (brandveiligheid) en TOR/HOR of politie (sluitingstijden, drank aan minderjarige, glasbeleid, etcetera). Indien nodig zet de regisseur de handhavingsprocedure in. Doel van de nieuw e w erkw ijze is niet alleen het structureren van het toezicht en de handhaving, maar ook een betere afstemming tussen vergunningverlening en het toezicht en tussen de relevante interne partijen en externe partners en met de vergunninghouder. De ervaringen tot nu toe zijn positief, maar
de veranderde w erkw ijze vraagt
hier en daar nog w at
uitw erking. Er w ordt onder meer ingezet op het verder intensiveren van de samenw erking tussen de verschillende toezichthoudende partijen., Samengevat is er een belangrijke stap gezet bij het toezicht op de belastende evenementen. Het proces w ordt continu geëvalueerd en w ordt w aar nodig telkens bijgeschaafd. 5.5.3 Opiumwet Op dit moment is het concept van het regionaal Veiligheidsplan 2015-2018 gereed. Dit plan omvat de beleidsopvattingen van de gemeenten, politie, openbaar ministerie en de brandw eer voor de komende periode. Een van de belangrijkste speerpunten zijn de overtredingen van de Opiumw et. De afdeling VTH w ordt daarbij gevraagd om juridische capaciteit te leveren. De politie is de toezichthoudende instantie, de gemeente neemt haar verant w oordelijkheid op het gebied van handhaving. Conform het op 27 juni 2013 vastgestelde beleid ‘ Aanpak overtredingen Opiumw et’ w orden panden en w oningen met behulp van bestuursdw angbesluiten gesloten.
30
Het beleid w ordt nog geactualiseerd. We richten ons daarbij op de aanpak van de zogenaamde “ B-5 gemeenten” , de vijf grootste gemeente in de provincie Noord-Brabant. Verschil met het huidige beleid zit in de mogelijkheid tot sluiting van w oningen w aar softdrugs (hennep) w ordt aangetroffen in grote hoeveelheden. Nu geldt in alle gevallen bij softdrugs in w oningen dat (bij eerste overtredingen) eerst een w aarschuw ing w ordt gegeven. In het beleid van de B-5 gemeenten w ordt ook een w oning bij de eerste overtreding gesloten als het gaat om een handelsvoorraad vanaf 1000 planten en/of 5000 gram. In 2014 hebben de handhavingsregisseurs een behoorlijk aantal zaken behandeld. De ervaring leert dat het complexe zaken zijn w aar meerdere belangen afgew ogen moeten w orden. In het geval van sluiting volgt vaak de gang naar de bezw arencommissie en de rechter. Het merendeel van de zaken blijft bij die commissie en rechter overeind. Panden w orden ook daadw erkelijk gesloten. Naast de grote hoeveelheid tijd die deze zaken in beslag nemen, zijn deze zaken voor de planning lastig. Op het moment dat de politie een overtreding constateert dient de gemeente immers direct actie te ondernemen. Gelet op de hoge priorit eit is het niet opportuun om hierin veranderingen aan te brengen. Wel dient het jaarlijkse programma hiermee rekening te houden. 5.5.4. Wet natuurbescherming Het kabinet is in een vergevorderd stadium om de huidige w etten voor natuurbescherming samenvoegen tot 1 nieuw e w et: de Wet natuurbescherming. Doel van de w et is goede bescherming van de biodiversiteit zonder stijging van lasten voor bedrijven en burgers. Ook moet de w et zorgen voor een breed draagvlak voor natuur. Verder biedt de w et bedrijven meer ruimte om te ondernemen zonder dat dit gevolgen voor de natuur heeft. De w et zal eind 2014 of begin 2015 inw erking treden. Uit de regels van de w et blijkt onder meer dat iedereen, overheid en burgers, een zorgplicht heeft voor dieren en planten die in het w ild voorkomen en hun leefgebieden. Wanneer activiteiten w orden ondernomen, dan moeten planten en dieren daarbij zoveel mogelijk w orden ontzien of maatregelen moeten w orden getroffen om schade te beperken of te compenseren. Het kan gaan om allerhande activiteiten, van grote bouw projecten, tot het aanpassen van dakkapellen, het kappen van bomen of enig andere activiteit die kan leiden tot verstoring, beschadiging of vernietiging van beschermde planten en/of dieren. Als er bij zaken als een bouw -, sloop- of aanlegproject of het kappen van bomen sprake is van een benodigde omgevingsvergunning, dan kan ook een onthef fing op grond van de Wet natuurbescherming nodig zijn. Die ontheffing w ordt dan gekoppeld aan de omgevingsvergunning: de gemeente verleent dan de omgevingsvergunning inclusief de ontheffing. Ook dan is het nodig dat de aanvrager van de vergunning een onderzoek in het kader van de Wet natuurbescherming laat doen. De Provincie zet actief in op het onder de aandacht brengen van de nieuw e w et. Ook gebruikt zij dit moment om meer aandacht t e vragen voor de VTH-taken op dit w erkterrein. Daar w aar nodig, biedt de Provincie ondersteuning aan. De gemeente is verantw oordelijk voor toezicht op en handhaving van de Wet natuurbescherming. Daarom moet de gemeente toezien of een activiteit conform de daarvoor verleende omgevingsvergunning inclusief de VVGB w ordt uitgevoerd. Wanneer er sprake is van overtreding, dan is het in de eerste plaat s aan de gemeente om handhavend op te treden. Omdat het een nieuw e w et betreft, hebben w e nu nog geen ervaringscijfers om de benodigde capaciteit in te schatten. Een goede monitoring zal moeten plaatsvinden. De nota Monitoring zal daarop verder in gaan. 5.5.5 Toezicht Wet kinderopvang (door GGD) Het toezicht op de kinderopvang gebeurt door de GGD volgens een vooraf afgesproken (landelijke) strategie. Elk jaar in september is er een overleg w aarin de strategie w ordt besproken en geëvalueerd. Direct daarna bepaalt de GGD haar toezichtstrategie bij de verschillende kinderopvang.
31
De handhaving vindt plaats op de afdeling VTH. Afhankelijk van de overtredingen en de afgesproken strategie, zal de afdeling het handhavingstraject moeten volgen. Dit is een w ettelijk verplichte taak. De gemeente heeft hierin w einig speelruimte. Qua planning en benodigde juridische capaciteit kunnen w e uitgaan van de cijfers van de vorige jaren. Daarbij dient w el rekening te w orden gehouden met de komst van de kindcentra in Geffen. 5.5.6 Toezicht terrassen (door HOR/TOR) Het toezicht op de terrasvergunningen is in principe een taak van de afdeling GIBOR en w ordt uitgevoerd door de beschikbare buitengew oon opsporingsambtenaren (BOA). Omdat de BOA ook strafrechtelijk kan optreden (boete) heeft de af deling VTH hierin nauw elijks een rol. Een uitzondering is het legalisatieonderzoek w aarbij een rol is w eggelegd voor de vergunningverleners van de afdeling. 5.6 PROJECTEN De eerder genoemde taken (klachten, meldingen, verzoeken om handhaving en regulier w erk) komen elk jaar terug. Het zijn zaken w aar w e altijd enige vorm van t oezicht en handhaving op in zullen moeten zetten. Hiervoor hebben w e in veel gevallen een standaard aanpak voor ontw ikkeld. Er blijven een aantal taken over w aarbij een projectmatige aanpak een betere optie is. Het betreft een cluster van (op een of andere manier) gelijke zaken die op enig moment een gezamenlijke aanpak vragen. Het kan zijn dat op deze zaken eenmalig of slecht s een aantal jaar of keer toezicht en handhaving ingezet moet w orden. Een meer projectmatige aanpak achten w ij daarbij gew enst. 5.6.1 Samen sterk in het buitengebied Samen Sterk in het Buitengebied (SSIB) is een project w aarin de provincie Noord-Brabant, nagenoeg alle Brabantse gemeenten, w aterschappen, Openbaar Minist erie, politie en terreinbeheerders met elkaar samenw erken. Het project richt zich Brabant breed op het in stand houden van een veilig en schoon buitengebied. Na een geslaagde pilot in 2013/2014 hebben de deelnemende partijen in 2014 besloten om het project voort te zetten. De komende periode zal daarbij de focus liggen op de aanpak van stropen, w ildcrossen en (drugs)afvaldumpingen. Naast de financiële middelen zal de gemeente personele ondersteuning moeten leveren indien nodig. De ervaringen uit de pilot zijn dat die bijdrage gering is. Maar als het nodig is, dient er w el capaciteit beschikbaar te zijn vanw ege de vaak hoge prioriteit van de zaken. 5.6.2 Samen tegen dumpen In Noord-Brabant, vinden met enige regelmaat dumpingen van synthetisch drugsafval plaats. Het aantal dumpingen neemt toe en er w orden st eeds meer methoden bedacht/ontdekt om het afval te dumpen zoals in oppervlaktew ater, gierputten, etc. Door (de toename van) dumpingen van synthetisch drugsafval verslechtert onze leefomgeving. Denk hierbij niet alleen aan vaten in bossen, de bodem, maar ook aan de kw aliteit van ons drink- en af valw ater. Daarnaast lijken criminele organisaties hun aandachtsgebied te verleggen naar Brabant. Om dit tegen te gaan moet priorit eit gegeven w orden aan het vergroten van de pakkans van laboratoria om zo het aantal dumpingen te verminderen. De provincie neemt het voortouw om in samenw erking met alle partners een plan van aanpak op te stellen w aarin de problematiek w ordt getackeld en de samenw erking verder w ordt vormgegeven. Dit plan van aanpak is gereed op 1 januari 2015. Uitgangspunt daarin zal zijn: Het opstellen van een plan van aanpak voor de versteviging van de opsporing en bestrijding van drugsdumpingen in de brede zin van het w oord (ook gierkelders en riool). In het plan van aanpak zullen meerjaren doelstellingen opgenomen w orden. Daarnaast zal bekeken w orden w elke doelen in 2015 gerealiseerd kunnen w orden met de gevraagde capacit eit en of aanpassing van de capaciteit noodzakelijk is. De Uitvoering van het plan van aanpak zal door de ODBN moeten plaat s vinden.
32
In 2015 zal de gemeente moeten beslissen over deelname aan het project. De kosten die daaraan verbonden zijn zullen in de nota Middelen moeten w orden meegenomen. 5.6.3 Aanpak woonoverlast De laatste jaren neemt het aantal ontruimingen als gevolg van ernstige (hygiënische) w oonoverlast toe. Steeds vaker doen zich situaties voor w aarbij sprake is van diverse vormen van overlast, zoals stank, stof, law aai, ongedierte, verloedering, aantasting van het w oonklimaat en gevoelens van onvrede bij omw onenden. De impact op de omgeving is doorgaans groot. Als er sprake is (ernstig) gevaar voor de volksgezondheid zijn w e verplicht om op te treden. Maar de problemen doen zich al in een veel eerder stadium voor. In veel gevallen gaat het om mensen met psychosociale problemen, w at om een bredere aanpak vraagt. Het gaat er om dat mensen w eer zelfredzaam w orden en dat de kans op een ernstige situatie of herhaling nihil is. Daar hebben w e hulp bij nodig van de zorginstanties, w aaronder de GGD, GGZ, Jeugdzorg, maatschappelijk w erk maar ook de w oningbouw verenigingen Brabant Wonen en Mooiland. Het afgelopen jaar hebben w e een speciaal protocol opgesteld voor het aanpakken van w oningvervuiling. Het is van cruciaal belang om bij de aanpak de juiste (zorg)instanties bij te betrekken. Voor elk geval moet apart w orden beoordeeld w elke instanties en organisaties w orden ingeschakeld. Dat is niet altijd eenvoudig. Bovendien is er vaak sprake van meer dan alleen hygiënische w oonoverlast. Daarom is aansluiting gezocht bij het project ‘ SamenKracht Oss’ (SKO). Dit is een team van 3 deskundigen uit het w erkveld, aangevuld met een regisseur Toezicht en Handhaving. Binnen SKO w orden de verschillende gevallen van w oningvervuiling geanalyseerd en w orden de benodigde (zorg)instanties ingeschakeld voor een gezamenlijke aanpak. Het project SKO is pas op 1 september 2014 gestart. We hebben nog geen ervaringen opgedaan. Werkenderw ijs w orden de aanpak en de samenw erking tegen het licht gehouden en w aar nodig w ordt er bijgestuurd. Begin 2015 vindt een eerste evaluatie plaats met alle betrokken partijen. Die evaluatie zal (mede) gericht moeten zijn op de benodigde capaciteit en de beste strategie om het gew enste resultaat te bereiken. Ook zal begin 2015 gestart w orden met een pilot van w oonoverlast in de Molenstraat in Oss.
33
Hoofdstuk 6: VERGUNNINGVERLENING In dit hoofdstuk w orden de ontw ikkelingen genoemd die gevolgen (kunnen) hebben voor de vergunningverlening door de gemeente en de gevolgen van de ontw ikkelingen genoemd in de hoofdstukken hiervoor. In tegenstelling tot het toezicht en de handhaving, bestaat vergunningverlening voor het grootste gedeelte uit regulier w erk, namelijk het in behandeling nemen van de vergunningaanvragen op Wabo-gebied. Deze behandeling (ontvangst, ontvankelijkheid, verlening van de vergunning, bezw aar en beroep, etcetera) is bovendien gebonden aan w ettelijke eisen. Er is veel minder beleidsvrijheid zoals daarvan sprake is bij toezicht en handhaving. Het is w ettelijk bepaald w anneer een vergunning verleend moet w orden of niet. Het gevolg is dat minder ont w ikkelingen van invloed zijn op (de processen van) vergunningverlening. Hieronder w ordt kort ingegaan op de ontw ikkelingen die van invloed zijn op de vergunningverlening. Het betreft met name landelijke ontw ikkelingen. Interne ontw ikkelingen zoals nieuw e beleidstukken en dergelijke w orden niet genoemd als deze geen invloed hebben op de processen en capaciteit van vergunningverlening. De ontw ikkelingen die w orden genoemd hebben veel raakvlakken met toezicht en handhaving. Gelet op de samenvoeging van de tw ee afdelingen tot een afdeling VTH is het van zelfsprekend dat de gevolgen van de ontw ikkelingen VTH-breed w orden opgepakt en geïmplementeerd. 6.1. Landelijke Kwaliteitscriteria VTH (2.7) Voor een goede uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn door VNG, IPO en het Rijk (I&M) landelijke kw aliteit seisen ontw ikkeld. In hoofdstuk 2.7 is daar al het een en ander van gezegd. Uit het in 2014 ingezette verbetertraject is gebleken dat de gemeente op enkele punten na voldoet aan de minimale eisen zoals in de criteria gesteld. De punten die nog niet voldoen zijn: •
Het maken van een bestuurlijk vastgestelde probleemanalyse (verw achte vergunningen per jaar, type, aard inrichting, benodigde capaciteit, planologische strijdigheid, aantallen bezw aar en beroep), jaarlijks te actualiseren, prioriteiten en doelstellingen m.b.t. vergunningverlening,
•
Het uitvoeren van VTH-audit s (juridische kw aliteit vergunningen, bezw aar en beroep) bv. vergeleken met andere diensten.
Deze verbeterpunten zullen w orden meegenomen in de verschillende nota’ s om te komen tot een afdelingsplan VTH. Met name de nota Middelen en de Nota Monitoring zullen van toepassing zijn op de vergunningverlening. 6.2. Vergunningvrij bouwen, nieuw Bor In hoofdstuk 3.8 is al genoemd dat het vergunningvrij bouw en (Bor Bijlage II, hoofdst uk II en III) zal w orden verruimd. De verruiming heef t met name betrekking op een aantal kleine bouw w erken en mantelzorgvoorzieningen. Ongetw ijfeld zal het aantal vergunningen dat normaliter voor dit soort bouw w erken/voorzieningen w orden verleend, verminderen. Maar zoals al in hoofdstuk 3.8 is gezegd, zal een grote rol zijn w eggelegd voor repressief toezicht. Gelet op de ervaringen van de af gelopen jaren, is de verw achting dat zeker in het begin veel situaties w orden ontdekt die niet of niet geheel voldoen aan de regels van het nieuw e vergunningvrij bouw en. In die gevallen is legalisatieonderzoek nodig, dat w ordt uitgevoerd door de vergunningverleners. Legalisatie-onderzoek kost meer tijd dan het reguliere vergunningverlenen. Per saldo zal de benodigde capaciteit de eerste jaren gelijk blijven. Of dat er op termijn minder capaciteit nodig is, zal bezien moeten w orden in de Nota Monitoring. 34
6.3. Wet BIBOB In 2014 is de nieuw e Wet Bibob (Bevordering Intergriteitsbeoordelingen Openbaar Bestuur) in w erking getreden. De huidige w et is uitgebreid zodat onder andere vastgoedtransacties en huisjesmelkerij getoetst kunnen w orden. Tegelijkertijd hebben gemeenten meer ruimte gekregen om Bibob toe te passen naar hun lokale behoefte, doordat zij Bibob kunnen toepassen op iedere gemeentelijke vergunning. De w et Bibob voorkomt dat de overheid ongew enst meew erkt aan criminaliteit. Eind 2014 of begin 2015 stelt de gemeente haar BIBOB-beleid vast. In dat beleid w ordt aangegeven hoe in het kader van vergunningverlening gebruik w ordt gemaakt van de mogelijkheden die de w et BIBOB biedt. Hoew el de bedoeling is om hier terughoudend mee om te gaan, zal dit ongetw ijfeld gevolgen hebben voor de processen en capaciteit van vergunningverlening. In de nota Middelen en de nota Monitoring zal hiermee rekening gehouden moeten w orden.
35
Deel 2:
Risicoanalyse
Hoofdstuk 1: INLEIDING .................................................................................................................. 3 1.1 DOEL RISICOANALYSE ................................................................................................. 3
Hoofdstuk 2: HANDHAVINGSTHEMA’S............................................................................................. 4 2.1 INLEIDING ................................................................................................................. 4 2.2 HANDHAVINGSTHEMA’S IN HANDHAVINGSPLAN ............................................................. 4 2.3 OVERZICHT HANDHAVINGSTHEMA’S ............................................................................. 4
Hoofdstuk 3: METHODE VAN RISICOANALYSE.................................................................................. 5 3.1 INLEIDING ................................................................................................................. 5 3.2 DOEL RISICOANALYSE ................................................................................................. 5 3.3 FORMULE RISICOANALYSE ........................................................................................... 5 3.4 NEGATIEVE EFFECTEN ................................................................................................. 5 3.5 BEPALEN OBJECTIEVE SCORES ..................................................................................... 6
Hoofdstuk 4: UITKOMSTEN RISICOANALYSE .................................................................................... 7 4.1 INLEIDING ................................................................................................................. 7 4.2 RISICOANALYSE VERSUS PRIORITEITEN ........................................................................ 7 4.3 SCHEMA UITKOMSTEN RISICOANALYSE......................................................................... 7
Hoofdstuk 1: INLEIDING 1.1 DOEL RISICOANALYSE In deel 1 (de omgevingsanalyse) hebben w e per kleurspoor inzicht verkregen in de gevolgen van de veranderende omgeving en daaruit voortvloeiende kansen en bedreigingen voor de uitvoering van onze toezicht- en handhavingst aken. Mede aan de hand van deze omgevingsanalyse, benoemen w e een aantal thema’ s w aarop toezicht en handhaving kan w orden uitgeoefend. Met behulp van een risicomatrix maken w e inzichtelijk w elke risico’ s die thema’ s met zich mee brengen als w e geen toezicht en/of handhaving meer zouden uitvoeren. De risicoanalyse heeft geen betrekking op de vergunningverlenende taken van de afdeling VTH. De risicoanalyse is namelijk bedoeld om enerzijds keuzes te maken w elke taken w e op w elk niveau uitvoeren en anderzijds te bepalen w elke taken w e direct of op een later tijdstip kunnen uitvoeren. Op gebied van vergunningverlening is dat laatste vanw ege de w ettelijk bepaalde afhandelingstermijn niet mogelijk. 1.2 LEESWIJZER Per kleurspoor (Rood, Grijs en Wit) hebben w e thema’ s benoemd w aarop w e later in dit deel de risicoanalyse op toepassen. Vervolgens beschrijven w e de methode die w e hebben gebruikt voor de risicoanalyse. In het laatste hoofdstuk geven w e de resultaten w eer van het toepassen van die risicoanalyse. De uitkomsten van de risicoanalyse gebruiken w e in deel 3 van deze nota om de prioriteiten te bepalen.
Hoofdstuk 2: HANDHAVINGSTHEMA’S 2.1 INLEIDING Met behulp van de Omgevingsanalyse uit deel 1 van deze nota hebben w e alle w erkzaamheden op gebied van toezicht en handhaving van de afdeling VTH in beeld gebracht. We hebben deze w erkzaamheden op een zo duidelijke en eenduidige manier als mogelijk in thema’ s verdeeld. Vervolgens hebben w e de thema’ s ingedeeld per kleurspoor, zoals w e ook in de omgevingsanalyse hebben gedaan. 2.2 HANDHAVINGSTHEMA’S IN HANDHAVINGSPLAN De thema’ s die w e gekozen hebben komen net zoals de kleursporen steeds terug in de verschillende nota’ s. In die nota’ s bepalen w e voor elk thema de volgende gegevens: -
de prioriteit (later in deze not a)
-
de doelstelling van het thema (nota Strategie)
-
de vorm en niveau van toezicht (nota Strategie)
-
de vorm en niveau van handhaving (nota Strategie)
-
de personele capaciteit die voor het toezicht en de handhaving benodigd en beschikbaar is (nota Middelen)
-
de vorm van monitoring van de doelstelling (nota Monitoring).
2.3 OVERZICHT HANDHAVINGSTHEMA’S Voor een overzicht van de gekozen thema’ s verw ijzen w e naar Hoofdstuk 4. In dat hoofdstuk hebben w e de uitkomsten van de risicoanalyse per thema w eergegeven. Een uitgebreidere beschrijving van de thema’ s zullen w e in de nota Strategie opnemen. Die nota volgt na de nota Prioriteit.
Hoofdstuk 3: METHODE VAN RISICOANALYSE 3.1 INLEIDING In het vorige hoofdstuk hebben alle toezicht- en handhavingstaken van de afdeling VTH in thema’ s w eergegeven. De hoeveelheid taken is dermate groot dat w e op voorhand al kunnen stellen dat het onmogelijk is om al die taken volledig en op het hoogste niveau uit te kunnen voeren. Daarvoor hebben w e niet genoeg capaciteit en middelen voor. Het is daarom van belang dat w e de beschikbare capaciteit en middelen effectief en gericht inzetten. Daarvoor moeten w e inzicht hebben in de risico’ s van de handhavingsthema’ s. Om die risico’ s te bepalen hebben w e een zogenoemde risicoanalyse opgezet. In dit hoofdstuk beschrijven w e deze risicoanalyse. 3.2 DOEL RISICOANALYSE Het doel van de risicoanalyse is het verkrijgen van inzicht in de risico’ s van de handhavingsthema’ s. Om die risico’ s te bepalen hebben w e de risicoanalyse opgesteld. Met deze risicoanalyse beantw oorden w e de vragen: “ w at kan er gebeuren als w e helemaal geen toezicht en handhaving meer zouden uitoefenen?” én “ w at is de kans dat dit dan ook daadw erkelijk gebeurd?” 3.3 FORMULE RISICOANALYSE De vragen die beantw oord moeten w orden zijn dus “ w at kan er gebeuren als w e geen toezicht en handhaving meer doen?” én “ w at is de kans dat dit dan ook daadw erkelijk gebeurd?” De eerste vraag beantw oorden w e door cijfermatig te bepalen w at het negatieve effect is dat zich voor kan doen als w e geen toezicht en/handhaving meer zouden uit voeren. De tw eede vraag beantw oorden w e door cijfermatig te bepalen w at de kans is dat die negatieve effecten zich ook daadw erkelijk voor doen. Dit leidt tot de volgende formule:
Risico= negatief effect x kans op niet spontane naleving
3.4 NEGATIEVE EFFECTEN Bij de handhavingsthema kunnen zich verschillende negatieve effecten voor doen als w e geen toezicht en handhaving meer zouden uit voeren. In de risicoanalyse beoordelen w e de volgende zes effecten: Fysieke veiligheid: heeft betrekking op bouw w erken. Voorbeelden van negatieve effecten zijn explosiegevaar, instortingsgevaar, verzakkingen, scheurvorming. Gezondheid: heeft betrekking op mensen. Voorbeelden van negatieve effecten zijn onvoldoende licht en frisse lucht, te veel vochtigheid, emissie van schadelijke stoffen. Ruimtelijke kw aliteit: heeft betrekking op (de gebruiksw aarde van) de omgeving. Voorbeelden van negatieve effecten zijn bodemverontreiniging, verkeerde opslag van gevaarlijke stoffen, energieverspilling, flora en fauna, oneigenlijk gebruik van panden/percelen. Leefbaarheid: heeft betrekking op (de belevingsw aarde van) de omgeving. Voorbeelden van negatieve effecten zijn verstoring van het aangezicht, aantasting privacy, geluidshinder, stankhinder. Brandveiligheid: heeft betrekking op de brandveiligheid. Voorbeelden van negatieve eff ecten zijn het niet tijdig ontdekken van brand, het niet goed of tijdig kunnen vluchten voor brand, het niet voorkomen van brand(onveilige situaties). Bestuurlijk imago: heeft betrekking op het imago van de gemeente. Voorbeelden van negatieve effecten zijn financieel-economische schade (kosten voor de gemeente en/of de gemeenschap, maatschappelijke en financiële aansprakelijkheid van de gemeente), politiek-bestuurlijke afbreuk, niet nakomen van bestuurlijke afspraken, niet nakomen van besluitvorming college.
3.5 BEPALEN OBJECTIEVE SCORES Zoals w e hiervoor al hebben aangegeven bepalen w e cijfermatig de negatieve effecten en de kansen daarop. Deze beoordeling kan behoorlijk subjectief zijn. Om een zo’ n groot mogelijke mate van objectiviteit te verkrijgen, hebben w e de scores gestandaardiseerd. Zow el de effecten als de kansen w orden beoordeeld met een score van 1 tot 5. EFFECT: 1 = verw aarloosbaar, bijvoorbeeld geen schade, geen (licht) gew onden/dodelijke slachtoffers 2 = gering, bijvoorbeeld lichte schade, een enkele lichte gew onde/geen dodelijke slachtoffers 3 = matig, bijvoorbeeld schade, meerdere gew onden, geen dodelijke slachtoffers 4 = ernstig, bijvoorbeeld ernstige schade, ernstige gew onde(n), een enkel dodelijk slachtoffer 5 = zeer ernstig, bijvoorbeeld zeer ernstige schade, ernstige gew onden en dodelijke slachtoffers KANS: 1 = zeer klein, bijvoorbeeld in percentages 0 – 5% (zelden tot nooit) 2 = matig, bijvoorbeeld in percentages 5-25% 3 = gemiddeld, bijvoorbeeld in percentages 25-50% 4 = groot, bijvoorbeeld in percentages 50-75% 5 = zeer groot, bijvoorbeeld in percentages 75 – 100% Een andere manier om de scores zo objectief mogelijk te bepalen, is de samenstelling van de groep die de risicoanalyse heeft uitgevoerd. In die groep hebben zoveel als mogelijk mensen deelgenomen die w erkzaam zijn met verschillende specialiteiten (Bouw besluit, Apv, evenementen, et cterea) of in verschillende disciplines (toezichthouders, vergunningverleners en handhavers) en kleursporen (rood, grijs en w it).
Hoofdstuk 4: UITKOMSTEN RISICOANALYSE 4.1 INLEIDING In een aantal sessies hebben w e de risicoanalyse uitgevoerd op de w ijze zoals w e die in het vorige hoofdstuk hebben omschreven. De uitkomsten van de risicoanalyse geven w e hieronder in de tabellen w eer. De scores geven aan w elke risico’ s w e lopen als w e geen toezicht en handhaving meer zouden uitvoeren. Ook geven de scores w eer hoe groot die risico’ s zijn. 4.2 RISICOANALYSE VERSUS PRIORITEITEN Nu w e de risico’ s in beeld hebben, kunnen w e gaan bepalen op w elke thema’ s w e intensiever of gerichter toezicht en handhaving zouden moeten uitvoeren en op w elke thema’ s w e ook kunnen volstaan met een minder intensieve of diepgaande vorm van toezicht en handhaving. Om dat te kunnen bepalen, zullen w e met behulp van de uitkomsten van de risicoanalyse eerst de prioriteit van handhavingsthema’ s moeten bepalen. In het volgende en laatste deel van deze nota Prioriteit zullen w e die prioriteit en gaan bepalen. 4.3 SCHEMA UITKOMSTEN RISICOANALYSE Zie volgende tabellen.
Fysieke veiligheid
Gezondheid
Brandveiligheid
Ruimtelijke kwaliteit
Bestuurlijk image
Leefbaarheid
Gemiddeld
Kans
Risico
Kleurspoor ROOD
Controle bouwwerken na brand of andere calamiteit Toezicht op gebruik in strijd met bestemmingsplan zonder toestemming Bewoning Controle (brand)veiligheid en gezondheid zonder vereiste omgevingsvergunning in gebruik Toezicht en handhaving BRIKS-taken Toezicht op gebruik in strijd met bestemmingsplan zonder toestemming Bedrijf Toezicht verleende omgevingsvergunning (brand)veilig gebruik en gezondheid Nachtverblijf > 10 personen Toezicht verleende omgevingsvergunning (brand)veilig gebruik en gezondheid Dagverblijf > 10 kinder jonger dan 12 jaar Toezicht verleende omgevingsvergunning (brand)veilig gebruik en gezondheid Dagverblijf > 10 gehandicapten Toezicht op oude gevallenregeling Maasdonk Toezicht en handhaving huisvesting arbeidsmigranten Controle woningen ongeschikt voor bewoning Toezicht op verbouw zonder vergunning Monumenten Toezicht op afloop termijn tijdelijke ontheffingen gebruik Toezicht en handhaving Lithse Ham
5 3 3 5 2 2 2 2 1 1 2 1 1 1
5 3 3 3 3 2 2 2 2 2 3 1 2 1
5 5 5 3 4 5 4 4 3 2 3 1 3 2
2 4 1 2 4 1 1 1 4 4 3 5 4 4
5 3 5 5 2 4 5 5 5 5 2 4 2 5
5 4 1 4 4 1 1 1 3 3 3 3 3 2
4,5 3,7 3,0 3,7 3,2 2,5 2,5 2,5 3,0 2,8 2,7 2,5 2,5 2,5
5 5 5 4 4 5 5 5 4 4 4 4 4 4
22,5 18,3 15,0 14,7 12,7 12,5 12,5 12,5 12,0 11,3 10,7 10,0 10,0 10,0
Controle brandveiligheid en gezondheid zonder vereiste melding Toezicht op afloop termijn tijdelijke ontheffingen bouw Toezicht en handhaving oneigenlijk gebruik bedrijfswoningen Toezicht melding brandveilig gebruik en gezondheid Dagverblijf > 50 personen Toezicht melding brandveilig gebruik en gezondheid Kamerverhuur Toezicht bouwen met vergunning openbare en maatschappelijke gebouwen Toezicht op mantelzorg Toezicht bouwen met vergunning woongebouwen Toezicht bouwen zonder vergunning < 50.000 euro Toezicht en handhaving inrichtingsplannen Controle op gebruik open erven en terreinen Toezicht bouwen met vergunning bedrijven
2 1 1 2 2 3 1 3 2 1 1 3
2 2 3 2 2 2 2 2 1 1 3 2
4 3 1 3 3 4 2 4 2 1 1 3
1 5 3 1 1 1 2 1 2 2 3 1
3 2 4 3 3 4 2 3 1 4 2 2
1 3 4 1 1 1 2 1 2 1 3 1
2,2 2,7 2,7 2,0 2,0 2,5 1,8 2,3 1,7 1,7 2,2 2,0
4 3 3 4 4 3 4 3 4 4 3 3
8,7 8,0 8,0 8,0 8,0 7,5 7,3 7,0 6,7 6,7 6,5 6,0
Toezicht en handhaving stoppende agrarische bedrijven Toezicht op aanlegactiviteiten zonder omgevingsvergunning Toezicht bouwen met vergunning kantoren Toezicht op gebruik in strijd met bestemmingsplan met toestemming Bedrijf Toezicht bouwen met omgevingsvergunning woningen Toezicht op verleende vergunning Monument
1 1 3 1 3 1
1 1 2 2 2 1
1 1 2 3 4 1
4 3 1 1 1 5
3 1 2 2 3 4
2 2 1 1 1 1
2,0 1,5 1,8 1,7 2,3 2,2
3 4 3 3 3 3
6,0 6,0 5,5 5,0 7,0 6,5
Toezicht op vergunningvrij bouwen artikel 3 Bijlage II Bor Toezicht op gebruik in strijd met bestemmingsplan met toestemming Bewoning Toezicht brandveilig gebruik en gezondheid zonder verplichte vergunning of melding Woongebouwen Toezicht op vergunning instandhoudingstermijn Toezicht en handhaving op strijdig gebruik snippergroen Controle op ernstige mate strijd met welstand Toezicht bouwen zonder vergunning openbare en maatschappelijke gebouwen Toezicht bouwen zonder omgevingsvergunning woningen Toezicht bouwen zonder vergunning woongebouwen Toezicht bouwen met vergunning < 50.000 euro Toezicht bouwen zonder vergunning bedrijven Toezicht brandveilig gebruik en gezondheid zonder verplichte vergunning of melding Kantoren Toezicht brandveilig gebruik en gezondheid zonder verplichte vergunning of melding Bedrijven Toezicht bouwen met omgevingsvergunning bijbehorende bouwwerken Toezicht bouwen zonder vergunning kantoren Toezicht op vergunningvrij bouwen artikel 2 Bijlage II Bor Toezicht bouwen met omgevingsvergunning bijbehorende bouwwerken Toezicht brandveilig gebruik en gezondheid zonder verplichte vergunning of melding Woningen Toezicht op aanlegactiviteiten met omgevingsvergunning Toezicht en handhaving reclamevoeringen
3 1 2 2 1 1 4 4 4 1 4 2 2 1 4 2 1 1 1 1
1 2 1 2 1 1 2 2 2 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1
2 4 2 3 1 1 4 4 4 1 3 2 2 1 2 1 1 1 1 1
2 1 1 1 3 3 2 2 2 1 2 1 1 2 2 1 1 1 1 1
2 3 1 1 2 3 4 3 3 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1
2 1 1 1 2 1 3 3 3 1 4 1 1 2 3 1 1 1 1 1
2,0 2,0 1,3 1,7 1,7 1,7 3,2 3,0 3,0 1,0 2,8 1,3 1,3 1,3 2,5 1,2 1,0 1,0 1,0 1,0
2 2 3 2 2 2 1 1 1 3 1 2 2 2 1 2 2 1 1 1
4,0 4,0 4,0 3,3 3,3 3,3 3,2 3,0 3,0 3,0 2,8 2,7 2,7 2,7 2,5 2,3 2,0 1,0 1,0 1,0
Ruimtelijke kwaliteit
Bestuurlijk image
Leefbaarheid
5 4 4 4 5 1 4 3 3 3 3 3
1 4 3 3 1 2 2 2 2 2 2 4
1 1 1 1 1 5 1 2 2 2 2 1
4 4 3 3 4 3 2 1 1 1 1 3
4 3 3 3 4 2 3 4 4 4 4 1
3,0 3,3 2,8 2,8 2,8 2,7 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5 2,5
5 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
15,0 13,3 11,3 11,3 11,3 10,7 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0
Controle op naleving Besluit bodemkwaliteit Toezicht C industrieel zonder vergunning Toezicht bedrijven A - brandveiligheid Toezicht C agrarisch zonder vergunning Controle op naleving Besluit huisvesting Toezicht op slopen zonder melding Controles op naleving meldingen mobiel puinbreken Toezicht IPPC/BRZO industrieel zonder vergunning Naleving geluidsaspecten vergunning of melding (nachtelijke geluidscontroles) Toezicht IPPC agrarisch zonder vergunning Toezicht op naleving vuurwerkbesluit Toezicht op vergunning slopen (Monument)
1 3 1 3 1 3 2 4 1 3 3 2
4 4 1 4 3 2 3 4 3 4 2 1
1 3 4 2 1 2 1 4 1 3 3 2
2 1 1 1 3 3 2 1 1 1 1 5
2 3 4 2 3 2 2 4 3 3 5 3
3 3 1 3 4 2 4 3 4 3 2 2
2,2 2,8 2,0 2,5 2,5 2,3 2,3 3,3 2,2 2,8 2,7 2,5
4 3 4 3 3 3 3 2 3 2 2 2
8,7 8,5 8,0 7,5 7,5 7,0 7,0 6,7 6,5 5,7 5,3 5,0
Toezicht op melding slopen Toezicht bedrijven A
2 1
2 1
2 1
3 1
2 1
2 1
2,2 1,0
2 2
4,3 2,0
Risico
Brandveiligheid
3 4 3 3 2 3 3 3 3 3 3 3
Kans
Gezondheid
Toezicht op asbest verwijderen zonder melding Toezicht verleende vergunning IPPC/BRZO industrieel Toezicht verleende vergunning IPPC agrarisch Toezicht verleende vergunning C industrieel Toezicht op sloopmeldingen asbestverwijdering Toezicht op slopen zonder vergunning (Monument) Toezicht verleende vergunning C agrarisch Toezicht melding B industrieel Toezicht melding B agrarisch Toezicht B industrieel zonder melding Toezicht B agrarisch zonder melding Controle Tanksaneringen
Gemiddeld
Fysieke veiligheid
Kleurspoor GRIJS
Fysieke veiligheid
Gezondheid
Brandveiligheid
Ruimtelijke kwaliteit
Bestuurlijk image
Leefbaarheid
Gemiddeld
Kans
Risico
Kleurspoor WIT
Controle op produktie en handel in (hard)drugs Controle op evenementen zonder vergunning Controle op sexinrichtingen en straatprostitutie zonder vergunning Controle op horeca zonder vergunning
1 4 1 1
4 2 4 3
4 5 3 4
4 3 4 1
5 5 4 4
5 4 5 4
3,7 3,8 3,5 2,8
5 4 4 4
18,3 15,3 14,0 11,3
Toezicht op vergunning voor evenement (op evenementenlijst) Toezicht op kinderopvang Controle op alcohol < 18 jarige Toezicht op vergunning Controle op crossen buitengebied Toezicht op vergunning voor evenement (niet op evenementenlijst) Toezicht op vergunning Controle op paracommercie zonder vergunning Controle op opslag (zonder vergunning) meststoffen 1 - 10 m3 Controle op sluitingstijden horeca Controle op stoken zonder vergunning en afwijking stookontheffing
4 1 1 1 1 3 1 1 1 1 1
2 4 4 3 3 2 3 3 5 3 3
4 2 1 4 1 3 3 3 1 1 3
2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1
4 3 5 4 3 4 4 4 1 4 1
3 3 1 4 4 3 3 3 4 4 3
3,2 2,3 2,2 2,8 2,0 2,7 2,5 2,5 2,3 2,3 2,0
3 4 4 3 4 3 3 3 3 3 3
9,5 9,3 8,7 8,5 8,0 8,0 7,5 7,5 7,0 7,0 6,0
Controle op standplaatsen zonder vergunning Toezicht op melding voor evenement (niet op evenementenlijst) Toezicht op vergunning exploitatie speelgelegenheid Controle op gevaarlijke honden Toezicht op vergunning voor seksinrinchting Controle op terras zonder terrasvergunning Controle op horeca zonder exploitatievergunning Toezicht op vergunning voor het maken of veranderen van een uitweg Illegaal parkeren (autowrakken, caravans, e.d.) Controle op speelautomaten zonder vergunning
1 3 1 1 1 1 1 1 1 1
2 1 2 3 3 2 2 1 3 3
3 3 3 1 2 1 1 1 1 1
3 1 1 1 1 2 1 3 2 1
2 3 3 2 2 3 3 2 1 2
3 3 3 4 3 3 4 3 3 3
2,3 2,3 2,2 2,0 2,0 2,0 2,0 1,8 1,8 1,8
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
4,7 4,7 4,3 4,0 4,0 4,0 4,0 3,7 3,7 3,7
Controle op kappen zonder vergunning Toezicht op kapvergunning Toezicht op vergunning aanleggen of veranderen van een weg Toezicht op exploitatievergunning Toezicht op terrasvergunning Controle op sluitingstijden winkels Voorwerpen op, aan of boven weg (reclame, containers, uitstalborden) Controle op openen straatkolken e.d. Controle op plakken en kladden zonder vergunning Toezicht standplaatsvergunning niet markt Controle op parkeren stank- verspreidende voertuigen Toezicht op vergunning speelautomaten Toezicht op kansspelvergunning
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 4 1 2 4 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 3 1 1 1
3 3 3 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1
2 2 2 3 3 2 1 4 1 2 1 2 1
3 3 3 4 3 3 3 4 2 3 4 3 2
1,8 1,8 1,8 1,8 1,7 1,5 1,3 2,5 1,2 2,2 2,0 1,5 1,2
2 2 2 2 2 2 2 1 2 1 1 1 1
3,7 3,7 3,7 3,7 3,3 3,0 2,7 2,5 2,3 2,2 2,0 1,5 1,2
Deel 3:
Prioritering
Hoofdstuk 1: INLEIDING .................................................................................................................. 3
1.1 DOEL PRIORITERING .............................................................................................................. 3 1.2 LEESWIJZER ......................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 2: PRIORITEITEN ............................................................................................................. 4
2.1 FORMULE ............................................................................................................................. 4 2.2 PRIORITEIT TOTAALSCORE .................................................................................................... 4 2.3 PRIORITEIT NEGATIEF EFFECT ................................................................................................ 8 2.4 PRIORITEIT KLACHTEN EN MELDINGEN ................................................................................... 8
Hoofdstuk 1: INLEIDING 1.1 DOEL PRIORITERING In de eerst e tw ee delen van deze nota hebben w e de analyse uitgevoerd van de omgeving en de risico’ s die w e zouden lopen als w e geen toezicht en handhaving meer zouden uitvoeren. Helemaal geen toezicht en handhaving uitvoeren is natuurlijk geen optie. Maar alle toezicht- en handhavingstaken optimaal uitvoeren is ook onmogelijk. De hoeveelheid van deze taken is dermate groot dat w e er, net zoals alle andere
handhavingsinstanties, niet genoeg capaciteit voor hebben. Het is van belang dat de beschikbare capaciteit effectief en gericht w ordt ingezet. We zullen dus moeten kijken of w e bepaalde taken op een minder niveau of op een andere manier kunnen uitvoeren. Een duidelijke prioritering is hierbij van belang. 1.2 LEESWIJZER Met behulp van de uitkomsten van de risicoanalyse stellen w e de prioriteiten vast. Daarbij geldt een simpele regel dat hoe hoger de score hoe hoger de risico’ s, dus hoe hoger de prioriteit. Allereerst kijken w e dan naar de totaalscore (hoofdstuk 2.2), daar zijn de totale risico’ s namelijk het hoogst. Maar ook kijken w e naar de specifieke scores (hoofdstuk 2.3). Het kan namelijk zijn dat een thema een lage totaalscore heeft, maar juist op 1 specifiek negatief effect hoog scoort. Dat kan een reden zijn om ondanks de lage totaalscore toch een hoge prioriteit toe te kennen. De “ w aarde” van de toegekende prioriteit bepalen w e in de Nota Strategie. Daarin bepalen w e per taak de mate en w ijze van toezicht en handhaving.
Hoofdstuk 2: PRIORITEITEN 2.1 FORMULE In deel 2 van deze nota hebben w e de uitkomsten van de risicoanalyse w eergegeven. Deze uitkomsten zijn bepalend voor het toekennen van de prioriteiten. Daarbij geldt de simpele redenering dat hoe hoger de score is, hoe hoger w e de risico’ s inschatten en dus hoe hoger de prioriteit zou moeten zijn. Het gaat daarbij in eerste instantie om het totaal van alle risico’ s. De indeling die w e hierbij gebruiken is als volgt:
> 10 punten = prioriteit HOOG 5 – 10 punten = prioriteit MIDDEL < 5 punten – prioriteit LAAG
In sommige gevallen scoort een taak of thema op een van de negatieve effecten heel hoog, maar op de andere negatieve effecten laag. De totaalscore hoeft dan niet hoog te zijn, terw ijl er toch sprake kan zijn van onaanvaardbare risico’ s. Dat kan zich voor doen bij negatieve effecten w aar w e het hoogste cijfer (5) aan hebben toegekend. Deze brengen w e apart in beeld, voor zover w e aan de taak al op basis van bovengenoemde indeling geen hoge prioriteit hebben toegekend. 2.2 PRIORITEIT TOTAALSCORE Op de volgende pagina’ s hebben w e de taken en thema’ s w eergegeven op basis van de toegekende prioritering. De volgorde binnen de toegekende prioriteit is op basis van de totaalscore. Anders gezegd: hoe hoger in de tabel, hoe hoger de kans op negatieve effecten.
PRIORITEIT HOOG Rood Rood Rood Rood Rood
Rood Rood Rood Rood Rood Rood
Controle bouw w erken na brand of andere calamiteit Toezicht op gebruik in strijd met bestemmingsplan zonder toestemming Bew oning Controle (brand)veiligheid en gezondheid zonder vereiste omgevingsvergunning in gebruik Toezicht en handhaving BRIKS-taken Toezicht op gebruik in strijd met bestemmingsplan zonder toestemming Bedrijf Toezicht verleende omgevingsvergunning (brand)veilig gebruik en gezondheid Nachtverblijf > 10 personen Toezicht verleende omgevingsvergunning (brand)veilig gebruik en gezondheid Dagverblijf > 10 kinderen jonger dan 12 jaar Toezicht verleende omgevingsvergunning (brand)veilig gebruik en gezondheid Dagverblijf > 10 gehandicapten Toezicht op oude gevallenregeling Maasdonk Toezicht en handhaving huisvesting arbeidsmigranten Controle w oningen ongeschikt voor bew oning Toezicht op verbouw zonder vergunning Monumenten Toezicht op afloop termijn tijdelijke ontheffingen gebruik
Rood
Toezicht en handhaving Lithse Ham
Grijs
Toezicht op asbest verw ijderen zonder melding
Grijs
Toezicht verleende vergunning IPPC/BRZO industrieel
Grijs
Toezicht verleende vergunning IPPC agrarisch
Grijs
Toezicht verleende vergunning C industrieel
Grijs
Toezicht op sloopmeldingen asbestverw ijdering
Grijs
Toezicht op slopen zonder vergunning (Monument)
Grijs
Toezicht verleende vergunning C agrarisch
Grijs
Toezicht melding B industrieel
Grijs
Toezicht melding B agrarisch
Grijs
Toezicht B indust rieel zonder melding
Grijs
Toezicht B agrarisch zonder melding
Grijs
Controle Tanksaneringen
Wit
Controle op sexinrichtingen en straatprostitutie zonder vergunning
Wit
Controle op horeca zonder vergunning
Wit
Controle op evenementen zonder vergunning
Wit
Controle op produktie en handel in (hard)drugs
Rood Rood
PRIORITEIT MIDDEL Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood
Controle Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Controle Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht
brandveiligheid en gezondheid zonder vereiste melding op afloop termijn tijdelijke ontheffingen bouw en handhaving oneigenlijk gebruik bedrijf sw oningen melding brandveilig gebruik en gezondheid Dagverblijf > 50 personen melding brandveilig gebruik en gezondheid Kamerverhuur bouw en met vergunning openbare en maatschappelijke gebouw en op mantelzorg bouw en met vergunning w oongebouw en bouw en zonder vergunning < 50.000 euro en handhaving inrichtingsplannen op gebruik open erven en terreinen bouw en met vergunning bedrijven en handhaving stoppende agrarische bedrijven op aanlegactiviteiten zonder omgevingsvergunning bouw en met vergunning kantoren op gebruik in strijd met bestemmingsplan met toestemming Bedrijf
Rood
Toezicht bouw en met omgevingsvergunning w oningen
Rood
Toezicht op verleende vergunning Monument
Grijs
Controle op naleving Besluit bodemkw alit eit
Grijs
Toezicht C industrieel zonder vergunning
Grijs
Toezicht bedrijven A - brandveiligheid
Grijs
Toezicht C agrarisch zonder vergunning
Grijs
Controle op naleving Besluit huisvesting
Grijs
Toezicht op slopen zonder melding
Grijs
Controles op naleving meldingen mobiel puinbreken
Grijs
Toezicht IPPC/BRZO industrieel zonder vergunning
Grijs
Naleving geluidsaspecten vergunning of melding (nachtelijke geluidscontroles)
Grijs
Toezicht IPPC agrarisch zonder vergunning
Grijs
Toezicht op naleving vuurw erkbesluit
Grijs
Toezicht op vergunning slopen (Monument)
Wit
Controle op crossen buitengebied
Wit
Controle op opslag (zonder vergunning) meststoffen 1 - 10 m3
Wit
Controle op stoken zonder vergunning en afw ijking stookontheffing
Wit
Controle op alcohol < 18 jarige
Wit
Toezicht op vergunning
Wit
Toezicht op vergunning
Wit
Controle op paracommercie zonder vergunning
Wit
Controle op sluitingstijden horeca
Wit
Toezicht op kinderopvang
Wit
Toezicht op vergunning voor evenement (op evenementenlijst)
Wit
Toezicht op vergunning voor evenement (niet op evenementenlijst)
PRIORITEIT LAAG Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood Rood
Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Controle Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht Toezicht
op vergunningvrij bouw en artikel 3 Bijlage II Bor op gebruik in strijd met bestemmingsplan met toestemming Bew oning brandveilig gebruik en gezondheid zonder verplichte vergunning of melding op vergunning instandhoudingstermijn en handhaving op strijdig gebruik snippergroen op ernstige mate strijd met w elstand bouw en zonder vergunning openbare en maatschappelijke gebouw en bouw en zonder omgevingsvergunning w oningen bouw en zonder vergunning w oongebouw en bouw en met vergunning < 50.000 euro bouw en zonder vergunning bedrijven brandveilig gebruik en gezondheid zonder verplichte vergunning of melding brandveilig gebruik en gezondheid zonder verplichte vergunning of melding bouw en met omgevingsvergunning bijbehorende bouw w erken bouw en zonder vergunning kantoren op vergunningvrij bouw en artikel 2 Bijlage II Bor bouw en met omgevingsvergunning bijbehorende bouw w erken brandveilig gebruik en gezondheid zonder verplichte vergunning of melding op aanlegactiviteiten met omgevingsvergunning en handhaving reclamevoeringen
Grijs
Toezicht op melding slopen
Grijs
Toezicht bedrijven A
Wit
Controle op standplaatsen zonder vergunning
Wit
Toezicht op vergunning exploitatie speelgelegenheid
Wit
Controle op gevaarlijke honden
Wit
Toezicht op vergunning voor seksinrinchting
Wit
Toezicht op vergunning voor het maken of veranderen van een uitw eg
Wit
Illegaal parkeren (autow rakken, caravans, e.d.)
Wit
Controle op speelautomaten zonder vergunning
Wit
Controle op kappen zonder vergunning
Wit
Toezicht op kapvergunning
Wit
Toezicht op vergunning aanleggen of veranderen van een w eg
Wit
Controle op sluitingstijden w inkels
Wit
Voorw erpen op, aan of boven w eg (reclame, containers, uitstalborden)
Wit
Controle op openen straatkolken e.d.
Wit
Controle op plakken en kladden zonder vergunning
Wit
Toezicht standplaatsvergunning niet markt
Wit
Controle op parkeren stank- verspreidende voertuigen
Wit
Toezicht op kansspelvergunning
Wit
Controle op terras zonder terrasvergunning
Wit
Controle op horeca zonder exploitatievergunning
Wit
Toezicht op exploitatievergunning
Wit
Toezicht op terrasvergunning
Wit
Toezicht op vergunning speelautomaten
APV
Toezicht op melding voor evenement (niet op evenement enlijst)
Woongebouw en
Kantoren Bedrijven
Woningen
2.3 PRIORITEIT NEGATIEF EFFECT Een drietal taken/thema’ s behoeven bijzondere aandacht. Deze drie hebben een lage totaalscore en als gevolg daarvan geen hoge prioriteit. Op 1 specifiek negat ief effect scoren deze echter w el de hoogste score. Die score betekent dat w e in de nota Strategie moeten nadenken over een w ijze w aarop w e deze
Bestuurlijk image
Gemiddeld
Kans
Risico
Controle op alcohol < 18 jarige Controle op opslag (zonder vergunning) meststoffen 1-10 m3 Toezicht op vergunning slopen (Monument)
Ruimtelijke kwaliteit
Wit Wit Grijs
Gezondheid
negatieve effecten, ondanks de lagere prioriteit, toch kunnen voorkomen.
4 5 1
1 2 5
5 1 3
1,7 1,3 1,5
4 3 2
6,7 4,0 3,0
2.4 PRIORITEIT KLACHTEN EN MELDINGEN We hebben nu de prioriteiten bepaald aan de hand van de negatieve effecten en de kans dat die effecten zich ook voor doen. Hiermee gaan w e in de nota Strategie bepalen w elke st rategie het beste bij de taken past gelet op de prioriteit die w e hebben toegekend. Die strategie zal w orden toegespit st w orden op het toezicht, de handhaving en de bijbehorende sancties op de betreffende taken. In de nota Strategie zullen w e conform de conclusies uit de Omgevingsanalyse een aparte strategie bepalen voor klachten en meldingen. Bij die strategie gebruiken w e de uitkomsten van de risicoanalyse en de toegekende prioriteiten, maar dan w el op een ietw at andere w ijze als hierboven. Bij klachten en meldingen hoeven w e namelijk de kans dat een negatief effect zich voor doet niet te bepalen. Dat negatief effect doet zich al voor, anders w as er immers geen klacht of meldingen gew eest. Met het bepalen van de strategie voor klachten en meldingen zullen w e dan ook uitgaan van alleen de scores van de negatieve effecten en laten w e de kans buiten beschouw ing. Hierdoor krijgen w e een ietw at andere prioritering bij klachten en meldingen. De uitkomsten en de gevolgen ervan, beschrijven w e in de nota Strategie.
NOTA STRATEGIE
1
Hoofdstuk 1: INLEIDING .................................................................................................. 4 1.1 DOEL NOTA STRATEGIE ............................................................................................... 4 1.2 LEESWIJZER ............................................................................................................... 4 1.3 VERVOLG ................................................................................................................... 4
Hoofdstuk 2: ALGEMENE STRATEGIEËN ............................................................................ 5 2.1 INLEIDING ................................................................................................................. 5
2.2 TOEZICHTSTRATEGIE .................................................................................................. 6 2.2.1 Vormen van toezicht .............................................................................................. 6 2.2.2 Basisprincipes bij toezicht ....................................................................................... 8
2.3 HANDHAVINGSTRATEGIE ............................................................................................ 10 2.3.1 Zo handhaven we in Brabant ................................................................................. 10 2.3.1.1 Beginselplicht tot handhaven ............................................................................... 10 2.3.1.2 Strafrecht of Bestuursrecht ................................................................................. 11 2.3.1.3 Bestuursrecht .................................................................................................... 12 2.3.1.4 Strafrecht ......................................................................................................... 13 2.3.2 Landelijke Handhavingstrategie .............................................................................. 14
2.4 SANCTIESTRATEGIE ................................................................................................... 14
2.5 GEDOOGSTRATEGIE ................................................................................................... 15 2.5.1. Grenzen aan gedogen .......................................................................................... 15 2.5.2. Gedogen in Oss ................................................................................................... 16
2.6 KLACHTENSTRATEGIE ................................................................................................ 16 2.6.1 Prioritering klachten.............................................................................................. 17
Hoofdstuk 3: STRATEGIE PER THEMA EN TAAK............................................................... 26 3.1 INLEIDING ................................................................................................................ 26
2
3.2 KLEURSPOOR ROOD ................................................................................................... 26 3.2.1 Klachten .............................................................................................................. 26 3.2.2 Meldingen ............................................................................................................ 26 3.2.3 Verzoeken om handhaving ..................................................................................... 27 3.2.4 Regulier toezicht .................................................................................................. 27 3.2.5 Projecten ............................................................................................................. 27 3.2.6 Bezwaar en beroep ............................................................................................... 29
3.3 KLEURSPOOR GRIJS ................................................................................................... 29 3.3.1 Klachten (zie kleurspoor Rood) ............................................................................... 29 3.3.2 Meldingen (zie kleurspoor Rood)............................................................................. 29 3.3.3 Verzoeken om handhaving (zie kleurspoor Rood)...................................................... 29 3.3.4 Regulier toezicht .................................................................................................. 29 3.3.5 Projecten ............................................................................................................. 30 3.3.6 Bezwaar en beroep ............................................................................................... 30
3.4 KLEURSPOOR WIT ...................................................................................................... 30 3.4.1 Klachten (zie kleurspoor Rood) ............................................................................... 30 3.4.2 Meldingen (zie kleurspoor Rood)............................................................................. 31 3.4.3 Verzoeken om handhaving (zie kleurspoor Rood)...................................................... 31 3.4.4 Regulier toezicht .................................................................................................. 31 3.4.5 Projecten ............................................................................................................. 31 3.4.6 Bezwaar en beroep ............................................................................................... 31
3.5 BESTAANDE VOORRAAD/OVERGANGSBEPALING ............................................................ 31
3
Hoofdstuk 1: INLEIDING 1.1 DOEL NOTA STRATEGIE In de nota Strategie bepalen w e w elke strategie w e het beste kunnen toepassen bij onze toezicht - en handhavingstaken en thema’ s. We maken daarbij gebruik van een aantal algemene strategieën. Vervolgens stellen w e per toezicht- en handhavingstaak/thema het doel w at w e w illen bereiken en w elke strategie daar het beste bij past . De in de nota Prioriteit bepaalde risico’ s en prioriteiten gebruiken w e hierbij als uitgangspunt. 1.2 LEESWIJZER De nota Strategie bestaat uit 2 delen. Allereerst beschrijven w e in hoofdstuk 2 de algemene strategieën die w e gebruiken bij toezicht en handhaving. Deze strategieën zijn regionaal, provinciaal of zelfs landelijk vastgesteld en vormen daarmee een vaststaand kader voor onze eigen strategieën. Ook stellen w e in hoofdstuk 2 een aantal uitgangspunten vast. Deze uitgangspunten volgen uit de gestelde prioriteiten, de algemene strategieën of vast staande w erkw ijzen/st rategieën van partners. Deze uitgangspunten zijn van invloed op onze eigen keuzes in het tw eede deel van deze nota. In het tw eede deel van deze nota (hoofdstuk 3) bepalen w e per taak/thema het doel en de bijbehorende strategie. Het betreft de taken/thema’ s w aaraan w e in de nota Prioritering een prioriteit hebben toegekend. Het betreft een specificering c.q. verdieping van de algemene strategieën. 1.3 VERVOLG De nota Strategie w ordt gevolgd door de nota Middelen. Nadat w e de doelen en strat egieën bepaald hebben, zullen w e in beeld brengen w elke middelen (tijd, geld en hulpmiddelen) w e nodig hebben om de doelen en st rategieën te kunnen realiseren. Deze behoeft e zetten w e af tegen de best aande middelen.
4
Hoofdstuk 2: ALGEMENE STRATEGIEËN 2.1 INLEIDING In artikel 7.2 van het Besluit omgevingsrecht is bepaald dat ons handhavingsbeleid inzicht moet geven in de strategie die w ij hanteren voor onze toezicht - en handhavingstaken. Het betreft de zogenoemde nalevingstrategie. De nalevingstrategie is onze strategie die w ij inzetten om een zo opt imaal mogelijke naleving van w et en regelgeving te verkrijgen. De nalevingstrategie valt uiteen in de volgende onderdelen: a)
Het houden van toezicht op de naleving van de w etten met betrekking tot de fysieke leefomgeving (Toezichtstrat egie, paragraaf 2.2);
b)
Het bestuursrechtelijk handhaven van de w etten met betrekking tot de fysieke leefomgeving (Handhavingstrategie, paragraaf 2.3);
c)
Het opleggen van een bestuurlijke sanctie vanw ege een activiteit die in strijd is met de w etten met betrekking tot de fysieke leef omgeving (Sanctiestrategie, paragraaf 2.4);
d)
Het w el overw ogen afzien van bestuursrechtelijk handhaven van de w etten met bet rekking tot de fysieke leefomgeving (Gedoogstrategie, paragraaf 2.5).
In de afgelopen jaren hebben w e regionaal, provinciaal of zelfs landelijk afspraken (de Landelijke Handhavingstrategie) gemaakt over de inhoud van deze strategieën. Daarmee vormen deze het kader w aarbinnen w e moeten opereren. In dit hoofdstuk gaan w e inhoudelijk verder in op de genoemde algemene strategieën. In de volgende hoofdstukken specificeren w e de strategie dan specifiek voor de handhavingstaken en -thema’ s.
In de Omgevingsanalyse (not a Prioriteit) hebben w e geconcludeerd dat w e de behoefte hebben om effectiever en efficiënter om te gaan met klachten. Met andere w oorden, w e hebben behoefte aan een strategie als het om klachten gaat. Daarmee sluiten w e al aan op de nieuw e Omgevingsw et, die naar 5
verw achting in 2018 in w erking treed. Wij voegen aan de hiervoor genoemde toezicht- en handhavingstaken het volgende toe: e)
Het behandelen van klachten over de naleving van de w etten met betrekking tot de fysieke leefomgeving (Klachtenstrategie, paragraaf 2.6).
2.2 TOEZICHTSTRATEGIE Onder het begrip ‘ toezicht’ verstaan w e het controleren of en in hoeverre w ettelijke bepalingen w orden nageleefd. Indien tijdens die controle een overtreding w ordt geconstateerd, begint de handhaving. De toezichtstrategie richt zich enkel op het t oezicht dat altijd vooraf gaat aan de handhaving. De strategie heeft dus geen betrekking op de hercontroles die tijdens de handhaving nodig zijn. Het Besluit omgevingsrecht verplicht ons om “ te handelen op grond van een toezichtst rategie, w aarin is vastgelegd w elke vormen van toezicht w orden onderscheiden en w at de basis daarbij is” . Hierna beschrijven w e de verschillende vormen van toezicht die w e over het algemeen zullen toepassen (paragraaf 2.2.1). Ook geven w e aan w elke basisprincipes w e hanteren bij het kiezen van het toezicht per thema/taak (paragraaf 2.2.2). De keuze van toezicht per t hema/taak maken w e in hoof dstuk 3. 2.2.1 Vormen van toezicht Het houden van toezicht kan op verschillende manieren en op basis van diverse methoden plaatsvinden. Om effectief en doelmatig te w erk te gaan vragen verschillende thema’ s en taken om verschillende vormen van toezicht. Dat kan te maken hebben met de inhoudelijke kant van het thema of de taak maar ook met de toezichthouder (toezichthouder VTH, ODBN, GGD, politie, etcetera). Uiteraard hebben de ook uitkomsten van de risicoanalyse en de gestelde prioriteiten invloed op de w ijze en diepgang van het toezicht. Hierna beschrijven w e de vormen van toezicht die w e over het algemeen toepassen. Per vorm geven w e aan w at het toezicht inhoudt , w at de diepgang kan zijn en in w elke mate het toezicht planbaar is. Regulier toezicht Regulier toezicht is zoals de naam al zegt het toezicht w at algemeen gebruik w ordt. Aanleiding van dit toezicht is altijd een verleende vergunning of toestemming en staat in principe los van de verw achting dat er een overt reding plaats vindt of heeft gevonden. Regulier toezicht is (tot in zekere mate) vooraf planbaar. Het betreft het toezicht op de voorw aarden die behoren bij die vergunning of toestemming. Of de toezichthouder alle voorw aarden (integraal) of slechts een deel van die voorw aarden controleert, is afhankelijk van de keuzes die vooraf bij het thema w orden gemaakt. Die keuzes w orden bepaald door de uitkomsten van de risicoanalyse en daaruit voortvloeiende prioritering. Hetzelfde geldt voor de vraag w elke vergunningen en toestemmingen w orden gecontroleerd en w at de frequentie is van de controles. De toezichthouder controleert daarnaast op alle andere zaken die nodig zijn bij een eventuele legalisatievraag van de overtreding. Bij een aantal thema’ s/taken hebben w e geen of slechts een beperkte keuze in de invulling van het reguliere toezicht. Hierover hebben w e immers al af spraken gemaakt of moeten maken met de externe toezichthoudende instanties. Dit geldt bijvoorbeeld bij de GGD, politie en de Omgevingsdienst Brabant Noord. Incidenteel toezicht Incidenteel toezicht vindt ad hoc plaats. Aanleiding van dit toezicht is altijd een bijzondere omstandigheid zoals een calamiteit, klacht, melding, etcetera. De kans is dan ook groot dat er tijdens het toezicht een overtreding w ordt geconstat eerd. Incidenteel toezicht is nauw elijks vooraf planbaar. 6
Het toezicht is in principe specifiek gericht op de aanleiding oftew el de gemelde calamiteit/klacht /melding. De toezichthouder controleert daarnaast op alle andere zaken die nodig zijn bij een eventuele legalisatievraag van de overt reding. Steekproefsgewijs toezicht Steekproefsgew ijs toezicht vindt plaats aan de hand van een vooraf aselect bepaalde groep van locaties, vergunningen, voorw aarden etcetera. Deze vorm van toezicht vindt plaats bij thema’ s of taken w aarbij w e vooraf verw achten dat er geen of nauw elijks overtredingen plaats vinden. Om deze verw achting te staven, voeren w e steekproefsgew ijs controles uit. Steekproefsgew ijs toezicht is vooraf planbaar. Steekproefgew ijs toezicht kunnen w e de komende jaren bijvoorbeeld inzetten bij thema’ s en taken w aarop w e nu gelet op hun lage prioriteit geen toezicht houden omdat w e geen overtredingen verw achten of w e de negatieve effecten laag inschatten. Met steekproefgew ijs toezicht kunnen w e deze verw achtingen/inschattingen testen. Het toezicht is in principe specifiek gericht op die locatie of dat onderdeel van de vergunning w aarvan vooraf bepaald is dat er steekproefsgew ijs toezicht w ordt gehouden. De toezichthouder controleert daarnaast op alle andere zaken die nodig zijn bij een eventuele legalisatievraag van de overtreding. Periodiek toezicht Periodiek toezicht betreft terugkerende controles die om een vooraf bepaalde tijd opnieuw w orden uitgevoerd. Aanleiding van dit toezicht is meestal een verleende vergunning of toestemming met een instandhoudingst ermijn en st aat los van de verw achting dat er een overt reding plaats vindt of heeft gevonden. Periodiek toezicht is vooraf (tot in zekere mate) planbaar. Het betreft het toezicht op de voorw aarden die behoren bij die vergunning of toestemming. Of de toezichthouder alle voorw aarden of slechts een deel van die voorw aarden controleert, is afhankelijk van de keuzes die vooraf bij het thema w orden gemaakt of van de afspraken met de externe partner. Die keuzes w orden bepaald door de uitkomsten van de risicoanalyse en daaruit voortvloeiende prioritering. Hetzelfde geldt voor de vraag w elke vergunningen en toestemmingen w orden gecontroleerd en w at de frequentie is van de controles. Inventariserend toezicht Inventariserend toezicht is er op gericht om bepaalde zaken in beeld te krijgen. Aanleiding van dit toezicht is de behoefte aan informatie over eventuele aanw ezige overtredingen. Deze vorm van toezicht heeft niet direct een handhavingsprocedure tot gevolg. Inventariserend toezicht is vooraf planbaar. Bij deze vorm van toezicht is vooraf specifiek bepaald op w elke aspecten/onderdelen/locaties toezicht w ordt gehouden. De toezichthouder richt zich dan ook specifiek op deze onderdelen. Andere eventuele overtredingen w orden in principe niet meegenomen. Gerichte opsporing Gerichte opsporing is bedoeld om een of meerdere situatie in beeld te krijgen w aarbij w e de kans groot achten dat w e een overtreding constateren of w aar w e de risico’ s van een eventuele overtreding hoog hebben ingeschat. Deze vorm van toezicht vindt met name projectmatig plaats en is vooraf planbaar. Bij deze vorm van toezicht is vooraf specifiek bepaald op w elke aspecten/onderdelen/locaties toezicht w ordt gehouden. De toezichthouder richt zich dan ook specifiek op deze onderdelen. Andere eventuele
7
overtredingen w orden in principe niet meegenomen. De t oezichthouder controleert w el op alle andere zaken die nodig zijn bij een eventuele legalisatievraag van de overtreding. 2.2.2 Basisprincipes bij toezicht In hoofdstuk 3 bepalen w e per thema/taak w elke vorm van toezicht het meest effectief is om te controleren of en in hoeverre w ettelijke bepalingen w orden nageleefd. We maken daarbij gebruik van de vormen van toezicht zoals w e die hebben genoemd in de vorige paragraaf. De vorm van toezicht en de intensiviteit of diepgang daarvan hangt mede af van de te verw achten negatieve effecten en de toegekende prioritering. Daarbij hanteren w e de volgende basisprincipes. Controlefrequenties en toezichtintensiteit Met de toezichtcontroles beogen w e de naleving van w et- en regelgeving, vergunningen en dergelijke te bew erkstelligen en te behouden. We streven er naar gestreefd om het naleefgedrag te maximaliseren door zoveel mogelijk maatw erk te leveren. Dit maatw erk proberen w e te bew erkstelligen door middel van de volgende differentiatie op basis van de uitkomsten van het risicomodel. Prioriteit Hoog De thema’ s en taken met de prioriteit Hoog controleren w e (uiteraard) het meest en het meest intensief. Het uitgangspunt is dat w e in principe alles cont roleren. Dat w il zeggen alle adressen, locaties, percelen en bedrijven op alle relevante w et- en regelgeving. We houden actief toezicht en doen dat gedetailleerd en integraal (dus alles op het bijbehorende perceel). Ook zullen w e bij enige regelmaat toezicht houden op de locaties. We zullen hierbij met name de toezichtvormen Regulier toezicht, Incidenteel (calamiteiten) en Gerichte opsporing inzetten. De thema’ s en taken met de prioriteit Hoog gaan voor op de overige thema’ s en taken. De doelen die w e bij deze thema’ s en taken stellen w illen w e 100% behalen. Indien nodig voeren w e direct toezicht uit, ook al is dat niet gepland. Prioriteit HOOG
Toezichtfrequentie < 1x per 2 jaar
Percentage controles 100%
Toezichtvorm Regulier toezicht gedetailleerd en integraal Incidenteel calamiteit Gerichte opsporing
Actief, Integraal en direct
Prioriteit Middel De thema’ s en taken met de prioriteit Middel geven volgens de risico analyse minder risico’ s. Daardoor kunnen w e het toezicht op een verantw oorde w ijze minder intensief uitvoeren dan bij de thema’ s en taken met de prioriteit Hoog. We houden nog w el toezicht op alle relevante w et- en regelgeving. We doen dat gedetailleerd en integraal (dus alles op het perceel). Ook zullen w e bij enige regelmaat controleren, maar dat doen w e op een minder intensieve w ijze. Zo kan het zijn dat w e niet alle adressen, locaties, percelen en bedrijven controleren en is de toezichtfrequentie lager dan bij de prioriteit Hoog. Ook passen w e hier w at andere – minder intensieve - vormen van toezicht toe: regulier toezicht op hoofdlijnen, periodiek toezicht en inventariserend toezicht. We voeren het toezicht zoveel als mogelijk gepland uit. Dat zal inhouden dat w e niet altijd direct toezicht uitvoeren, maar dit in de tijd plannen. Prioriteit MIDDEL
Toezichtfrequentie 1x per 2 jaar – 1x per 4 jaar
Percentage controles 100% - 50%
Regulier en gepland
8
Toezichtvorm Regulier toezicht hoofdlijnen integraal Incidenteel klacht Periodiek toezicht Inventariserend toezicht
Prioriteit Laag De minste risico’ s hebben w e ingeschat bij de thema’ s/taken met de prioriteit Laag. Het principe is dat w e geen actief toezicht uit gaan voeren op deze thema’ s. Dat w il echter niet zeggen dat w e helemaal geen toezicht zullen uitvoeren. Toezicht zal hetzij steekproefsgew ijs, hetzij aan de hand van verzoeken om handhaving plaats vinden. Als w e dan toezicht uitvoeren, zal dat specifiek gericht zijn op dat aspect w at steekproefsgew ijs gecontroleerd moet w orden of w aar het verzoek om handhaving op gericht is. Uiteraard nemen w e dan alle andere zaken mee die nodig zijn bij een eventuele legalisatievraag van de overtreding. Prioriteit LAAG
Toezichtfrequentie Steekproef
Percentage controles 50% - 5% steekproef
Toezichtvorm Steekproefsgew ijs toezicht Geen toezicht
Passief, Steekproefsgew ijs, Specifiek en enkel als er op gew ezen w ordt
Meerdere prioriteiten Bij de prioriteiten Hoog en Middel houden w e integraal toezicht. Dat betekent dat w e ter plaatse ook kijken of er nog meer overtredingen aanw ezig zijn ongeacht de prioritering daarvan. In het geval dat w e meerdere overtredingen constateren en deze overtredingen op zichzelf een verschillende prioriteit zouden hebben, gaan w e voor de verdere aanpak uit van de hoogste prioriteit van de geconstateerde overtredingen. Dat betekent dat als w e een overtreding constateren met een hoge prioriteit en een of meerdere met een middel of lage prioriteit, w e alle overtredingen afhandelen volgens de strategie die geldt bij de hoge prioriteit. Ook als gedurende de procedure de overtreding met de hoge prioriteit ongedaan zou zijn gemaakt en de overige overtredingen nog niet. Integraliteit en samenw erking Onze afdeling VTH krijgt met steeds meer toezichthoudende instanties te maken w aarvan w ij uit gaan dat ze inhoudelijk de juiste expertise hebben. De politie, GGD, brandw eer en Omgevingsdienst Brabant Noord zijn de voornaamste externe partners. Intern maken w e gebruik van de expertise van met name onze eigen toezichthouders bouw en de afdelingen GIBOR en SSO/SROL. Wij streven naar een manier van toezicht houden w aarbij optimaal w ordt samengew erkt tussen deze verschillende toezichthoudende instanties. Integraal toezicht is daarbij het uitgangspunt. Daarbij hant eren w ij de volgende uitgangspunten: •
‘ controleren met elkaar’ , w aarbij verschillende toezichthoudende instanties gezamenlijk integraal toezicht uitvoeren. Deze vorm zullen w e met name inzetten bij thema’ s/taken die zeer hoog scoren op meerdere negatieve effect en.
•
‘ controleren na elkaar’ , w aarbij verschillende toezichthoudende instanties na elkaar toezicht uitvoeren en w aar tegelijkertijd toezicht houden niet mogelijk is. Een activiteit kan namelijk bestaan uit verschillende fasen: de bouw fase, de gebruiksfase en de sloopfase. Het gevolg hiervan kan zijn dat verschillende toezichthoudende instanties maar in één in bepaalde fase toezicht kunnen houden. Dit doet zich voor bij bijvoorbeeld de bouw van een agrarisch bedrijf. Dit vereist een onderlinge af stemming en het delen van elkaars toezichtinformatie. Deze vorm is niet afhankelijk van de prioriteit of score op negatieve effecten..
•
‘ controleren en signaleren voor elkaar’ : bij thema’ s of taken die slechts op een enkel negatief effect hoog scoren en voor de overige effecten laag scoort, voert de toezichthoudende instantie die verantw oordelijk is voor het hoog scorende effect het toezicht uit. Tijdens dat toezicht is hij ‘ oog en oor’ voor de overige negatieve effecten c.q. toezichthoudende instanties.
9
2.3 HANDHAVINGSTRATEGIE Op het moment dat bij het toezicht een overtreding is geconstateerd die niet direct w ordt opgelost , volgt het handhavingsproces. Dat proces beschrijven w ij in onze handhavingstrategie. De handhavingstrategie geeft inzicht in ons proces dat leidt of kan leiden tot best uursrechtelijk optreden tegen overtredingen. Ook beschrijft de strategie de samenw erking met de partners die strafrechtelijk kunnen optreden. Uit het handhavingsproces volgt vaak het optreden tegen de overtreding door middel van het opleggen van een sanctie: beschikkingen t ot het toepassen van bestuursdw ang, het opleggen van een last onder dw angsom, het geheel of gedeeltelijk intrekken van een vergunning of ontheffing. Voor deze sancties is de sanctiestrategie van toepassing. Die sanctiestrategie volgt in de volgende paragraaf. De gemeente Oss heeft zich net zoals de andere gemeenten in de provincie Noord-Brabant gecommitteerd aan de Brabantse Handhavingstrategie ‘ Zo handhaven w e in Brabant’ . Deze strategie lichten w e hierna toe. De Provincie is voornemens om in 2015 de Brabant se handhavingstrategie te herzien. De Provincie w il deze strategie aanpassen aan de in 2014 opgestelde Landelijke Handhavingstrategie. Ook deze strategie lichten w e in deze paragraaf toe. Als laatste gaan w e in op een t w eetal specifieke handhavingstrategieën die gelden voor de samenw erking met de politie (Opiumw et) en de GGD (kinderdagverblijven). 2.3.1 Zo handhaven w e in Brabant ' Zó handhaven w e in Brabant' is de titel van de handhavingstrategie zoals die sinds begin 2004 in de provincie Noord-Brabant geldt. De strategie is begin 2011 geactualiseerd en door alle gemeenten en diverse andere handhavingsinstanties (w aterschappen, provincie, politie en het Openbaar Ministerie) in de provincie bestuurlijk vastgesteld. Het doel van de strategie is het w aarborgen van een uniforme en snelle aanpak bij constateringen van overtredingen en is toepasbaar op alle overtredingen met betrekking tot bouw en, ruimtelijke ordening, (oppervlakte)w ater, milieu en afval. De strategie gaat uit van een bestuursrechtelijke en strafrechtelijke kant van handhaving. De strategie is gericht op een goede af stemming tussen gemeente en politie/justitie om overtredingen effectief te kunnen beëindigen. De betrokken instanties hebben afgesproken uniform te handhaven, w aardoor de rechtsgelijkheid beter w ordt gew aarborgd. De Brabantse handhavingstrategie hebben w ij verw erkt in onze handhavingst rategie zoals die hierna volgt. Wij verw achten dat de Brabantse handhavingstrategie in 2015 w ordt aangepast aan de Landelijke Handhavingstrategie. In de volgende paragraaf zullen w e hier kort op ingaan. 2.3.1.1 Beginselplicht tot handhaven Als w ij tijdens het toezicht een overtreding hebben geconstateerd, is onze eerste vraag of w ij tegen die overtreding een handhavingsprocedure moeten starten. Op basis van jurisprudentie moeten w ij in principe handhavend optreden tegen elke overtreding van w et- en regelgeving. Dit vanw ege het algemeen belang dat gediend is met handhaving. Slechts onder bijzondere omstandigheden mogen c.q. moeten w ij van handhaving afzien. Dat doet zich slecht s in tw ee gevallen voor: als er sprake is van concreet zicht op legalisatie, of als het handhaven de evenredigheidstoets niet doorstaat. A) Concreet zicht op legalisatie Indien er concreet zicht is op legalisatie van een overtreding, hoeven w ij niet handhavend op te treden. Een uitgangspunt voor legalisering van een overtreding is dat de termijn w aarbinnen gelegaliseerd kan w orden, overzienbaar moet zijn. Het is niet voldoende dat legalisat ie van de overtreding in beginsel mogelijk is. Aan de volgende voorw aarde dient te w orden voldaan:
10
•
Er moet sprake zijn van een aanvraag om vergunning. Het begrip aanvraag om vergunning w ordt hier breed bedoeld. Het betreft aanvragen, meldingen, toestemmingen in het kader van het omgevingsrecht.
•
De vergunningaanvraag dient ontvankelijk t e zijn;
•
De aanvraag moeten w e minimaal marginaal getoetst hebben. Het voorlopig oordeel moet zijn dat er concreet zicht is op legalisatie;
•
Er kan ook sprake zijn van een w ijzigingsplan of herziening van bijvoorbeeld het bestemmingsplan. Dan is er pas sprake van concreet zicht op legalisering w anneer w e een ontw erpbesluit ter inzage hebben gelegd dat strekt tot legalisering van het bestaande gebruik.
B)
Evenredigheidtoets
Ook kunnen w ij af zien van handhavend optreden in gevallen w aarbij de belangen van de overtreder onevenredig w ordt aangetast in verhouding met de te beschermen doelen. Als w e hier voor kiezen, is er sprake van gedogen. Net zoals bij zicht op legalisatie gelden hierbij een aantal voorw aarden. Op het gedogen en de daarbij geldende voorw aarden komen w e later in dit hoofdstuk terug (hoofdstuk 2.5 Gedoogst rategie). Let op: Lage prioriteit is geen reden om af te zien van handhaving Een aantal gemeenten hebben aanvullend op de Brabantse Handhavingstrategie bepaald dat zij niet handhavend optreden tegen overtredingen die een lage prioriteit hebben. Dat is echter in strijd met de beginselplicht tot handhaven, zo bepaalt de recente jurisprudentie. Volgens de Afdeling bestuursrecht spraak is beleid dat vanw ege die beginselplicht inhoudt dat tegen overtredingen die in het handhavingsbeleid een lage prioriteit hebben in het geheel niet handhavend zal w orden opgetreden, rechtens niet aanvaardbaar. Concreet betekent dit dat w ij niet mogen bepalen dat w ij helemaal niets doen tegen overtredingen w aaraan w ij een lage prioriteit hebben toegekend. Wel mogen w ij bepalen dat w ij niet direct tegen zo’ n overtreding optreden en dat w e op een later tijdstip alsnog handhavend optreden (er mag dan uit eraard geen sprake zijn van “ uit stel komt afstel” ). Ook mogen w ij in principe zelf bepalen w aarop w ij toezicht houden. En als w e geen toezicht houden op thema’ s en taken met een lage prioriteit, kunnen w ij ook geen overtreding constateren w aartegen w e in beginsel verplicht zijn om handhavend op te treden. Dit laatste gaat niet op als en sprake is van een formeel verzoek om handhaving. Indien daar sprake van is, zijn w ij verplicht om toezicht te houden en tegen een eventuele overtreding handhavend op te treden. 2.3.1.2 Strafrecht of Bestuursrecht Als er sprake is van een overtreding w aartegen w ij handhavend op moeten treden, moeten w ij ons afvragen of onze bestuursrechtelijke middelen om tegen de overtreding op te treden voldoende effect hebben om de overtreding te beëindigen en in de toekomst een nieuw e overtreding te voorkomen. Het kan zijn dat strafrechtelijk optreden door politie/justitie of een combinatie tussen beiden effectiever is. Ingevolge het Besluit omgevingsrecht moet onze handhavingstrategie gericht zijn op “ een op elkaar afgestemd bestuursrechtelijk – strafrechtelijk optreden tegen overtreding van de gestelde normen” . Met het volgende stroomschema geven w e hier invulling aan.
11
De keuze van de inzet van bestuursrecht en/of strafrecht hangt af van factoren die samenhangen met de overtreding en de overtreder. Wij hanteren daarbij als cent raal uitgangspunt dat het bestuursrecht vooral gericht is op herstel, terw ijl het strafrecht vooral op straffen is gericht. Als een overtreding en de gevolgen ervan niet meer ongedaan te maken zijn, is het bestuursrecht niet effectief. Als daar w el sprake van is, hangt het van een aantal aspecten af of het strafrecht ook een rol zou moeten spelen. Deze zijn: •
acuut gevaar
•
ernstige milieuschade
•
economisch voordeel van ten minste € 50.000,-
•
een malafide, calculerende, recidiverende of belemmerende dader
•
recidive: van recidive is sprake als in de vijf jaar ervoor een sanctiebeschikking tegen de overtreder is genomen met betrekking t ot een overtreding van hetzelfde rechtsartikel.
2.3.1.3 Bestuursrecht Als duidelijk is dat w ij het instrument bestuursrecht gaan t oepassen, is de vraag hoe w ij dat dan toepassen. In principe kunnen w e dit instrument in drie stappen toepassen: 1.
Waarschuw ingsbrief met hersteltermijn. Deze brief is een informele stap bedoeld om de overtreding beëindigd te krijgen voordat w e de formele handhavingsprocedure starten. Het betreft een brief w aarin w ij de overtreder aangeven dat hij w et- en/of regelgeving overtreedt . Wij geven aan w at hij kan doen om die overtreding te beëindigen. Wij w aarschuw en de overtreder dat als hij de overtreding niet beëindigd binnen de door ons gestelde termijn, w ij de (formele) handhavingsprocedure zullen starten.
2.
Voorgenomen last onder bestuursdw ang/dw angsom. Deze brief is de eerste stap van de formele handhavingsprocedure. Het betreft een brief w aarin w ij de overtreder aangeven dat w ij voornemens zijn om hem een last onder bestuursdw ang/dw angsom op te leggen als hij de
12
overtreding niet binnen een door ons gestelde termijn beëindigd. Het betreft een voorgenomen negatief besluit en daarom mag de overtreder zijn ziensw ijze hierop kenbaar maken. 3.
Last onder bestuursdw ang/dw angsom. Deze brief betreft een appellabel besluit w aarmee w ij de overtreder een last opleggen. Die last zullen w ij ten uitvoer brengen als de overtreder niet alsnog de overtreding beëindigd binnen de door ons gestelde begunstigingstermijn.
Welke stappen w e toepassen, is afhankelijk van de categorie overtreding. Wij onderscheiden daarbij de volgende drie categorieën:
•
Categorie 0 acuut gevaar Bij Categorie 0 overtredingen gaat het om urgente, ernstige zaken die direct dienen te w orden beëindigd. Er is sprake van acuut gevaar voor natuur en milieu en/of de volksgezondheid is in gevaar en/of de veiligheid is in het geding. Er is snelheid vereist om tot beëindiging van de overtreding te komen. We leggen direct een last onder bestuursdw ang/dw angsom op (enkel stap 3). De begunstigingstermijn houden w e zo kort : mogelijk afhankelijk van de overtreding van enkele uren tot enkele dagen. De strafrechtpartner ontvangt een afschrift en beoordeelt of strafrechtelijk optreden noodzakelijk is.
•
Categorie 1 overtreding Categorie 1 overtredingen zijn ernstige overtredingen, maar er is geen sprake van een acute (gevaar)situatie. Een overtreding kan ook als categorie 1 w orden aangemerkt als er verzw arende omstandigheden met betrekking tot de overtreder aan de orde zijn (zie hiervoor onder Strafrecht of Bestuursrecht). We sturen de overtreder een voorgenomen last onder bestuursdw ang/dw angsom w aarin w e een redelijke termijn bieden om de overtreding te beëindigen. Indien dit niet het gew enste resultaat heeft, zullen w e de overtreder een last onder bestuursdw ang/dw angsom opleggen (stap 2 en 3).
•
Categorie 2 overtreding Alle andere overtredingen (de reguliere zaken) handelen w e af als een zogenaamde categorie 2overtreding. Bij constatering hiervan volgen w e alle drie de stappen zoals hiervoor omschreven te beginnen bij de w aarschuw ingsbrief.
In principe volgen w ij de hiervoor genoemde strategie. Af w ijken van de strategie blijft echter mogelijk w ant handhaving op maat is de norm. Als w e echter van de strategie afw ijken, zullen w e dit op dat moment motiveren. We zullen dit ook monitoren en als blijkt dat w e vaak van de strategie afw ijken, zullen w e de strategie aanpassen. Handhavingsprocedures met betrekking tot thema’ s en taken met een hoge prioriteit zullen met voortvarendheid w orden afgew erkt. Dit soort procedures hebben in de w erkvoorraad voorrang op de handhavingsprocedures met betrekking tot thema’ s en taken met een middelmatige of lage prioriteit. 2.3.1.4 Strafrecht Als volgens paragraaf 2.3.1.2 strafechtelijk optreden gew enst is, is het de vraag w elke strafrechtpartner aan zet is. Bij milieugerelateerde overtredingen (kleurspoor grijs) is het Functioneel Pakket en het Regionale Milieuteam (RMT) het orgaan dat beoordeelt of strafrecht elijke handhaving aan de orde moet zijn. Deze partners stemmen hierbij af met de Omgevingsdienst Brabant Noord en volgen de tabel op de vorige pagina. Bij overtredingen op het w itte kleurspoor (Apv, kinderdagverblijven en bijzondere w ett en zoals Drank&Horeca en Opiumw et) hebben w e met meerdere st rafrechtelijke partners te maken. Naast de politie, beschikken w aterschappen, rijksinspecties zoals de GGD en ook de interne afdelingen TOR/HOR over eigen omgevingsboa’ s. Deze boa’ s beoordelen zelf of strafrecht elijke handhaving aan de orde moet zijn. Ook hier hanteren zij de tabel op de vorige pagina.
13
Bij overtredingen van het bestemmingsplan (bouw en gebruik) is strafrechtelijke handhaving (nog) niet aan de orde. Wij kunnen met de verschillende strafrechtelijke partners afspraken of arrangementen afspreken. Met de politie (Opiumw et), GGD (kinderverblijven) en de gemeentelijke Boa’ s (Apv en Drank& Horecaw et) hebben w e afspraken gemaakt. Op het grijze kleurspoor maakt de Omgevingsdienst Brabant Noord namens de deelnemende gemeente af spraken en/of arrangementen. 2.3.2 Landelijke Handhavingstrategie In juni 2014 hebben het Interprovinciaal overleg (IPO) en het Openbaar Ministerie (OM) de Landelijke Handhavingstrategie (LHS) opgesteld. Doel van deze st rat egie is net zoals de Brabant se Handhavingstrategie, dat alle handhavende instanties, zoals overheden, omgevingsdiensten, het Openbaar Ministerie en de politie, voort aan op een zelfde manier opt reden bij geconstateerde overtredingen. Zo ontstaat een gelijk speelveld w aarbij men ervan uit kan gaan dat handhavers zodanig optreden dat het rechtsgevoel w ordt gerespecteerd en de leefomgeving veilig, schoon en gezond blijft. Een belangrijk onderdeel van de LHS is de strategie bij cumulatie van overtredingen, herhaling van overtredingen en overtredingen van een calculerende en/of bew uste overtreder. De handhavende instanties w orden gevraagd om tot implementatie van de strategie over te gaan. In Brabant hanteren de gemeenten zoals in de paragraaf hiervoor is genoemd de Brabantse handhavingstrategie. Deze Brabantse strategie is enigszins verouderd en komt op onderdelen niet overeen met de LHS. Met de komst van de LHS w il de Provincie Noord-Brabant dan ook in 2015 starten met een traject naar implementatie van de LHS. In samenw erking met de Brabantse omgevingsdiensten zal de provincie in haar rol van regisseur van de handhaving dit ter hand nemen. Met onderst euning van de omgevingsdiensten zullen hulpmiddelen w orden ontw ikkeld om de overgang naar deze landelijke strategie mogelijk te maken. Een projectplan hiervoor is bij de provincie in de maak. Wij w achten de Brabant se versie van de LHS af. Op het moment dat deze gereed is zullen w ij deze implementeren. Dat betekent dat w e op dat moment onze handhavingstrategie w ijzigen.
2.4 SANCTIESTRATEGIE Als w e een besluit tot het opleggen van een last onder bestuursdw ang/dw angsom nemen, dienen w e in dat besluit de betreffende sanctie te bepalen. Die sanctie is in principe altijd een last onder bestuursdw ang of dw angsom. Onder bestuursdw ang verstaan w e ook sancties als het intrekken van een vergunning, het sluiten van een pand, of het stilleggen van gebruik/bouw activiteiten. In geval van een last onder dw angsom zullen w e de hoogte van de dw angsom en de tijdseenheid van het verbeuren moeten bepalen. Naast de sanctie moeten w e de zogenoemde begunstigingstermijn bepalen. Dat is de termijn w aarbinnen de overtreder de overtreding alsnog ongedaan kan maken voordat de daadw erkelijke sanctie in gaat. In de sanctiestrategie bepalen w ij w elke termijnen w ij bij de meest voorkomende overt redingen hanteren voor het opheffen van de overtredingen en w at de zw aarte is van de sancties. Het uitgangspunt daarbij is dat geconstateerde overtredingen w orden beantw oord met een bij hun aard passende reactie en dat reacties onder andere stringenter w orden naarmate overtredingen voortduren of w anneer van herhaling sprake is. Net zoals bij de handhavingst rategie, hebben w e provincie breed een sanctiestrategie opgesteld. Het betreft de ‘ Handreiking bestuurlijke sanctiemiddelen’ zoals die in april 2013 is opgesteld. Deze sanctiestrategie 14
hanteren w ij bij onze handhavingsbesluiten. Afw ijken van de strategie blijft echter mogelijk w ant handhaving op maat is de norm. Als w e echter van de strategie afw ijken, zullen w e dit op dat moment motiveren. We zullen dit ook monitoren en als blijkt dat w e vaak van de strategie afw ijken, zullen w e de strategie aanpassen De Brabantse sanctiestrategie is tw ee jaar oud, maar w ij achten deze nog steeds actueel. Wij verw achten overigens w el dat de sanctiest rategie in 2015 zal w orden aangepast aan de nieuw e Brabantse Handhavingstrategie. Op het moment dat deze gereed is zullen w ij deze implementeren. Dat betekent dat w e op dat moment onze sanctiestrategie w ijzigen. 2.5 GEDOOGSTRATEGIE Ons uitgangspunt is dat w e de w ettelijke regels handhaven en w e ze zo nodig met sancties afdw ingen. Echter, in de praktijk kunnen zich specifieke situaties voordoen w aarbij w e het (doen) beëindigen van de overtreding onredelijk vinden ten opzichte van de betrokkene(n). In paragraaf 2.3.1.1. hebben w ij de beginselplicht tot handhaven aangehaald. Zoals w e daar hebben opgemerkt kunnen of moeten w ij in een beperkt aantal situaties afzien van handhavend optreden. Dat kan zich voor doen als van concreet zicht op legalisatie sprake is. De voorw aarden die daar bij behoren hebben w e in die paragraaf al genoemd. Een andere reden om af te zien van handhavend optreden hebben w ij als de belangen van de overtreder onevenredig w orden aangetast in verhouding met de te beschermen doelen. Net zoals bij concreet zicht op legalisatie gelden hierbij een aantal voorw aarden. Die voorw aarden hebben w e hierna in onze gedoogstrategie opgenomen. 2.5.1. Grenzen aan gedogen De basis van elk gedoogbeleid is (nog steeds) de rijksnotit ie “ Gedogen in Nederland, Grenzen aan gedogen” . Deze notitie is al in 1997opgesteld, maar vormt nog steeds het actuele kader van het Rijk w aarbinnen volgens het Rijk gedogen dient plaats te vinden. Gedogen w ordt alleen aanvaardbaar geacht als het gestelde onder a. tot en met d. van toepassing is op de situatie: a. het moet één van de volgende uitzonderingsgevallen zijn: - overgangsperiode; - experiment; - vooruitlopende op een vergunning; - overw eging van doelmatigheid; - overgangssituatie; - overmacht- of noodsituatie; - voortkomend uit onvermogen. b. de situatie en de gevolgen moeten beperkt zijn in omvang en/of tijd. Zodra gedogen niet langer aangew ezen is omdat de uitzonderingssituatie zich niet meer voordoet, moet en w e alsnog tot handhaving overgaan. Voort s kan de noodzaak om te gedogen w orden w eggenomen door de gedoogde overtreding alsnog te legaliseren zoals via vergunningverlening, het verstrekken van ontheffingen of aanpassing van de regelgeving. Beperking van de tijdsduur van gedogen is mede van belang om precedentw erking te voorkomen en daarmee de opw aartse druk tot verder gedogen te voorkomen; c. elk gedoogbesluit dienen w e expliciet en na zorgvuldige kenbare belangenafw eging te nemen. Het besluit dient daarnaast ook te voldoen aan de andere eisen die de Algemene w et bestuursrecht daaraan stelt, bijvoorbeeld de motiveringseisen. Alleen dan kan het voor de betrokkene(n) duidelijk zijn w aar deze aan toe 15
zijn. Voorts zal het gedoogbesluit volstrekt duidelijk moeten zijn over de gedragingen die gedoogd w orden, de termijn gedurende w elke dat het geval is en zo nodig voorw aarden moeten bevatten die aan het gedogen gesteld w orden. d. gedogen dient aan controle te w orden onderw orpen. In verband met de geloofw aardigheid is het van belang dat w ij controle uitoef enen op de gedoogde activit eiten. Van belang hierbij is of de overw egingen die hebben geleid tot de beslissing om te gedogen nog actueel zijn en/of de voorw aarden w aaronder gedoogd w ordt nog w el nageleefd w orden. Als dit laatste niet het geval is, zullen w e direct tot handhaving over moeten gaan. 2.5.2. Gedogen in Oss Wij conformeren ons geheel aan de hiervoor genoemde voorw aarden van gedogen. In principe w ijken w e hier niet van af. Als w e dat in een specifiek geval w el doen zullen w e dit uitgebreid motiveren. Wat volgens ons w el bijzondere aandacht heeft, is het legalisatieproces. In principe mogen w ij pas afzien van handhavend optreden als er sprake is van concreet zicht op legalisatie. Daarvan is pas sprake als er een ontvankelijke aanvraag is ingediend of ontw erpplan ter inzage ligt. Omdat w ij liever hebben dat de overtreding w ordt beëindigd door legalisatie in plaat s van een handhavingsprocedure, besteden w ij uitgebreid tijd aan het zogenoemde legalisatie onderzoek. Tijdens dat onderzoek stellen w ij (indien mogelijk) de overtreder in de gelegenheid om alsnog een vergunning/toestemming en/of afw ijking van het bestemmingsplan aan te vragen. Om de kw estie zorgvuldig te kunnen beoordelen en om onnodige kosten voor de overtreder te voorkomen, vragen w ij de overtreder vaak om een vooroverleg in te dienen. Formeel gezien is daarmee geen sprake van concreet zicht op legalisatie en zouden w ij het handhavingsproces moeten voortzetten. Wij kiezen er echt er voor om in dit soort situaties de handhavingsprocedure nog niet in/verder te zetten, totdat op het vooroverleg is beslist. Uiteindelijk zal uiteraard de vergunning/toestemming/afw ijking formeel geregeld moet en w orden om definitief af te kunnen zien van handhavend optreden. 2.6 KLACHTENSTRATEGIE Burgers w orden steeds mondiger en laten eerder w eten als ze het ergens niet mee eens zijn. Daar komt bij dat de mogelijkheden om hun onvrede kenbaar te maken steeds makkelijker toegankelijk zijn. Het gevolg is een groeiend aantal klachten. De inkomende klachten zijn steeds meer variërend van aard. Omdat de w et en regelgeving daaromtrent steeds meer divers w ordt, hebben w e steeds vaker specifieke kennis nodig om de klacht inhoudelijk te kunnen behandelen. Vaak zit die specifieke kennis buitenshuis. Het gevolg hiervan is dat er meer actoren zijn vereist voor het afhandelen van klachten. De afhandeling van klachten kost steeds meer tijd. Bijkomend nadeel is dat klachten vaak vragen om directe actie die de reguliere planning verstoort. Er vindt een controle plaats door de t oezichthouders (eigen of van een externe partners zoals de ODBN). Daarna vindt een terugkoppeling naar de klager plaat s en als er sprake is van een overt reding, w ordt ook een handhavingsprocedure gest art. Een klacht krijgt op deze manier voorrang op de reguliere geplande taken, ongeacht de aard van de klacht. De reguliere taken vinden plaats naar aanleiding van een prioritering w aar gekeken is naar de risico’ s. Deze prioritering geldt tot op heden echter niet bij klachten. Zo kan het dus voorkomen dat een klacht over een zaak die in het reguliere w erk een lage prioritering zou hebben, voorrang krijgt op een reguliere taak die een hoge prioritering (en dus risico) heeft. Een klacht ‘ frustreert’ dus de geplande w erkvoorraad en maken die w erkvoorraad minder beheersbaar. Toch zijn klachten belangrijk. Klachten kunnen een goede indicatie zijn van hetgeen er speelt in de leefomgeving. Klachten kunnen een goed beeld geven van overtredingen en/of pijnpunt en op w erkterreinen
16
of in gebieden w aar de gemeente niet of minder actief is of geen prioriteit heeft gesteld. Door goed met klachten om te gaan en goed op klachten in te spelen, kunnen w e quick w ins maken bij de burgers. Het hiervoor genoemde dilemma vraagt ons om een klacht enstrategie. Die strategie moet bepalen w at w e met onze klachten doen. Allereerst zullen w e bepalen w elke klachten w e direct in behandeling nemen en w elke niet. Bij sommige klachten is het voorstelbaar dat w e burgers w ijzen op hun eigen verantw oordelijkheid. Daarbij zullen w e een prioritering van klachten opstellen w aar w e de komende periode mee w erken. De klachtenstrategie gaat uit drukkelijk niet over de (formele) verzoeken om handhaving. Op dat soort verzoeken moeten w e altijd binnen een w ettelijke termijn een beslissing nemen. We zijn op dit moment niet verplicht om een klachtenstrat egie te hebben. In het Besluit omgevingsrecht w ordt dit immers niet bepaald. Wel zal de komende Omgevingsw et een dergelijke strategie verplichten. Dus los van onze eigen noodzaak, zullen w e sow ieso op termijn over zo’ n strategie moeten beschikken. 2.6.1 Prioritering klachten Zoals w e hiervoor en in de Omgevingsanalyse al hebben aangegeven, hebben w e behoefte aan een duidelijke st rategie w aarin w e bepalen w at w e doen met iedere klacht. Tot nu toe w as ons beleid om elke klacht in behandeling te nemen, ongeacht de prioriteit of dringende noodzaak daarvan. Omdat de burgers steeds makkelijker klagen, w erd zo onze w erkvoorraad bepaald door de klachten en niet door onze eigen keuzes in w at priorit eit zou moeten hebben of niet. Nu w e bij de thema’ s en taken onze prioriteiten hebben bepaald, is het logisch dat w e dit ook doen bij de klachten die w e ontvangen. Net zoals bij de thema’ s en taken gebruiken w e de uitkomsten van de risicoanalyse om de prioritering van de klachten te bepalen. De risicoanalyse is gebaseerd op de negatieve effecten en de kans dat die effecten zich zouden voor doen. Bij (terechte) klachten is die kans niet meer relevant. De negatieve effecten doen zich immers al voor, anders hadden w e geen klacht ontvangen. De prioritering van de klachten w ordt dus enkel door de negatieve effecten bepaald. Dat geeft een w at andere uit komst dan bij de thema’ s en taken. In de tabellen op de volgende pagina’ s hebben w e onze prioritering aangegeven. De prioritering heeft betrekking op toezicht en niet op de eventueel volgende handhaving. De prioriteit van de klacht bepaalt of onze toezichthouders ter plaat se gaan. Als er dan een overtreding w ordt geconstateerd, bepaalt de handhavingstrategie het vervolg. Prioriteit Hoog Klachten die volgens de tabellen een hoge prioriteit hebben, w orden direct in behandeling genomen. Zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen 2 w erkdagen zal een van onze toezichthouders (intern of extern) ter plaatse een controle uitvoeren. Tijdens die controle w ordt zow el de locatie van de klager als de locatie w aar de klacht betrekking op heeft bezocht. Als de toezichthouder een overt reding constateert, zullen w e conform de handhavingstrategie een handhavingsprocedure starten. Die handhavingsprocedure heeft dan automatisch ook de prioriteit Hoog en zal dus in de w erkvoorraad voorrang hebben op procedures met de prioriteit Middel en Laag. Prioriteit Middel Klachten die volgens de tabellen een middelmatige prioriteit hebben, w orden ook in behandeling genomen maar afhankelijk van de w erkdruk kan het w at langer duren. De toezichthouder zal binnen 1 w eek ter plaatse een controle uitvoeren. Tijdens die controle w ordt zow el de locatie van de klager als de locat ie w aar de klacht betrekking op heeft bezocht. Als de toezichthouder een overt reding constateert, zullen w e conform de handhavingstrategie een handhavingsprocedure starten. Die handhavingsprocedure heeft dan 17
automatisch de prioriteit Middel. Het kan zijn dat die procedure niet direct w ordt opgepakt, procedures met een hoge prioriteit hebben immers voorrang. Prioriteit Laag Klachten die volgens de tabellen een lage prioriteit hebben, w orden niet direct in behandeling genomen. Wij w ijzen de klager op zijn of haar eigen verantw oordelijkheid. Dit betekent overigens niet dat w e helemaal niets meer met de klacht doen. We registreren de klacht en afhankelijk van de aard, omvang en aantal klachten bepalen w e in het volgende jaarprogramma of w e de klacht alsnog behandelen. De klachten komen altijd binnen bij onze gemeente. Dat betekent dat w ij de klachten uitzetten bij de toezichthouders, ook al bet reft het een externe toezichthouder. Daar w aar onze toezichthouder een externe partner is, zullen w e met deze partner de klachtenafhandeling en de beoogde snelheid daarvan afstemmen.
18
PRIORITEIT HOOG ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT
19
Bouwwerken na brand of andere calamiteit Gebruik in strijd met bestemmingsplan zonder toestemming Bewoning BRIKS-taken Gebruik in strijd met bestemmingsplan zonder toestemming Bedrijf Bouwen zonder vergunning openbare en maatschappelijke gebouwen (brand)veiligheid en gezondheid zonder vereiste omgevingsvergunning in gebruik Oude gevallenregeling Maasdonk Bouwen zonder omgevingsvergunning woningen Bouwen zonder vergunning woongebouwen Huisvesting arbeidsmigranten Bouwen zonder vergunning bedrijven Woningen ongeschikt voor bewoning Afloop termijn tijdelijke ontheffingen bouw Oneigenlijk gebruik bedrijfswoningen Verleende omgevingsvergunning (brand)veilig gebruik en gezondheid Dagverblijf > 10 gehandicapten Verleende omgevingsvergunning (brand)veilig gebruik en gezondheid Dagverblijf > 10 jonger dan 12 jaar Verleende omgevingsvergunning (brand)veilig gebruik en gezondheid Nachtverblijf > 10 personen Afloop termijn tijdelijke ontheffingen gebruik Verbouw zonder vergunning Monumenten Lithse Ham Bouwen met vergunning openbare en maatschappelijke gebouwen Bouwen zonder vergunning kantoren Toezicht verleende vergunning IPPC/BRZO industrieel Toezicht IPPC/BRZO industrieel zonder vergunning Toezicht op asbest verwijderen zonder melding Toezicht verleende vergunning IPPC agrarisch Toezicht verleende vergunning C industrieel Toezicht op sloopmeldingen asbestverwijdering Toezicht C industrieel zonder vergunning Toezicht IPPC agrarisch zonder vergunning Toezicht op slopen zonder vergunning (Monument) Toezicht op naleving vuurwerkbesluit Toezicht verleende vergunning C agrarisch Toezicht melding B industrieel Toezicht melding B agrarisch Toezicht B industrieel zonder melding Toezicht B agrarisch zonder melding Controle Tanksaneringen Toezicht C agrarisch zonder vergunning Controle op naleving Besluit huisvesting Toezicht op vergunning slopen (Monument) Controle op evenementen zonder vergunning Controle op produktie en handel in (hard)drugs Controle op sexinrichtingen en straatprostitutie zonder vergunning Toezicht op vergunning voor evenement (op evenementenlijst) Controle op horeca zonder vergunning Toezicht op vergunning Toezicht op vergunning voor evenement (niet op evenementenlijst) Toezicht op vergunning Controle op paracommercie zonder vergunning Controle op openen straatkolken e.d.
PRIORITEIT MIDDEL ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS GRIJS WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT WIT
20
Bouwen met omgevingsvergunning woningen Bouwen met vergunning woongebouwen Brandveiligheid en gezondheid zonder vereiste melding Verleende vergunning Monument Gebruik open erven en terreinen Melding brandveilig gebruik en gezondheid Dagverblijf > 50 personen Melding brandveilig gebruik en gezondheid Kamerverhuur Bouwen met vergunning bedrijven Stoppende agrarische bedrijven Gebruik in strijd met bestemmingsplan met toestemming Bewoning Mantelzorg Bouwen met vergunning kantoren Bouwen zonder vergunning bijbehorende bouwwerken Inrichtingsplannen Gebruik in strijd met bestemmingsplan met toestemming Bedrijf Toezicht op slopen zonder melding Controles op naleving meldingen mobiel puinbreken Controle op naleving Besluit bodemkwaliteit Naleving geluidsaspecten vergunning of melding (nachtelijke geluidscontroles) Toezicht op melding slopen Toezicht bedrijven A - brandveiligheid Toezicht op kinderopvang Controle op opslag (zonder vergunning) meststoffen 1 - 10 m3 Controle op sluitingstijden horeca Controle op standplaatsen zonder vergunning Toezicht op melding voor evenement (niet op evenementenlijst) Controle op alcohol < 18 jarige Toezicht op vergunning exploitatie speelgelegenheid Toezicht standplaatsvergunning niet markt Controle op crossen buitengebied Controle op stoken zonder vergunning en afwijking stookontheffing Controle op gevaarlijke honden Toezicht op vergunning voor seksinrinchting Controle op terras zonder terrasvergunning Controle op horeca zonder exploitatievergunning Controle op parkeren stank- verspreidende voertuigen Toezicht op vergunning voor het maken of veranderen van een uitweg Illegaal parkeren (autowrakken, caravans, e.d.) Controle op speelautomaten zonder vergunning Controle op kappen zonder vergunning Toezicht op kapvergunning Toezicht op vergunning aanleggen of veranderen van een weg Toezicht op exploitatievergunning
PRIORITEIT LAAG ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD ROOD
Vergunningvrij bouwen artikel 3 Bijlage II Bor (bouwvrij toets bestemmingsplan) Ernstige mate strijd met welstand Strijdig gebruik snippergroen Vergunning instandhoudingstermijn Brandveilig gebruik en gezondheid zonder verplichte vergunning of melding Bedrijven Brandveilig gebruik en gezondheid zonder verplichte vergunning of melding Kantoren Brandveilig gebruik en gezondheid zonder verplichte vergunning of melding Woningen Brandveilig gebruik en gezondheid zonder verplichte vergunning of melding Woongebouwen Bouwen met omgevingsvergunning bijbehorende bouwwerken Bouwen met vergunning < 50.000 euro Bouwen zonder vergunning < 50.000 euro Aanlegactiviteiten met omgevingsvergunning Aanlegactiviteiten zonder omgevingsvergunning Reclamevoeringen Vergunningvrij bouwen artikel 2 Bijlage II Bor (bouw en bestemmingsplanvrij)
GRIJS WIT WIT WIT
Toezicht bedrijven A Voorwerpen op, aan of boven weg (reclame, containers, uitstalborden) Controle op plakken en kladden zonder vergunning Toezicht op kansspelvergunning
WIT
Toezicht op terrasvergunning
WIT
Controle op sluitingstijden winkels
WIT
Toezicht op vergunning speelautomaten
21
KLACHTEN EN MELDINGEN GEBRUIK zonder vergunning (in ruime zin dus ook inclusief bouwen indien van toepassing) HOOG Openbare gebouwen Bedrijf (inclusief opslag) Wonen Gebruik buiten bestemmingsvlak MIDDEL buitengebied *1
LAAG
ROOD
1 van 2
GEBRUIK in afwijking vergunning (in ruime zin dus ook inclusief bouwen indien van toepassing)
BOUWEN zonder vergunning
BOUWEN in afwijking vergunning
Openbare gebouwen Bedrijf (ook kantoren) Woning Aan- en bijgebouwen en overkappingen
Openbare gebouwen
Bedrijf (inclusief opslag) Wonen
Gebruik buiten bestemmingsvlak Gebruik buiten bestemmingsvlak Bouwwerken van beperkte groenvoorziening/verkeersdoeleinden buitengebied *1 betekenis *3 (bebouwde kom) *2 Bedrijfswegen/paden en sleufsilo's Gebruik buiten bestemmingsvlak Vergunningvrij bouwen groenvoorziening/verkeersdoeleinden (bebouwde kom) *2 *1 Voorbeelden: Tennisbanen Zwembaden Paardenbakken Schuilhutten Verhardingen anders dan onder laag genoemd *2 Voorbeelden: Tuin met of zonder tuinhuis Tuin met of zonder erfafscheiding BRANDVEILIGHEID
HOOG
MIDDEL LAAG
22
Vergunningplichtige inrichtingen
MONUMENTEN BESCHERMD STADS- EN DORPSGEZICHT Altijd hoog
Woning Aan- en bijgebouwen en overkappingen Bouwwerken van beperkte betekenis *3
*3 Voorbeelden: Dakkapel Erker Schoorsteen Antenne Luiffel Tuinhuis Airco Erfafscheiding BOUWBESLUIT
OVERIGE
Woning ongeschikt
Aflopen termijn tijdelijke toestemming (bouw en gebruik) BRIKS
Na brand/calamiteit Meldingplichtige inrichtingen
Bedrijf (ook kantoren)
Gebruik open erven en terreinen
Inrichtingsplannen
Reclamevoeringen Snippergroen Welstand Aanlegvergunning
HOOG (Actief, Integraal en direct)
ROOD Brandveiligheid vergunningsplichtige inrichtingen Monumenten/Beschermd Stads en dorpsgezichten Illegale bewoning of bouw woning zonder vergunning Illegaal bedrijf (betreft ook opslag) of bouw bedrijf zonder vergunning Woning ongeschikt (Bouwbesluit) Na brand/calamiteit (Bouwbesluit) Aflopen termijn tijdelijke toestemming (zowel gebruik en bouwen) BRIKS-taken Openbare gebouwen GRIJS Bedrijven categorie IPPC/BRZO Bedrijven categorie C Bedrijven categorie B Sloop (Asbest en Monumenten) Vuurwerkbesluit Tanksaneringen Besluit huisvesting WIT Evenementen Opiumwet Sexinrichtingen en straatprostitutie Horeca (18 minners en sluitingstijden) Paracommercie (18 minners en sluitingstijden)
23
MIDDEL (Regulier, Integraal en Gepland)
ROOD Brandveiligheid meldingplichtige inrichtingen Gebruik open erven en terreinen (Bouwbesluit) Gebruik buiten bestemmingsvlak buitengebied Gebruik in afwijking van verleende vergunning Bewoning en Bedrijven Woningen in afwijking van omgevingsvergunning Bedrijven (ook opslag) in afwijking van omgevingsvergunning Aan- en bijgebouwen en overkappingen zonder vergunning Inrichtingsplannen
GRIJS Bedrijven categorie A – brandveiligheid Sloop (geen asbest en Monument) Mobiel puinbreken Besluit bodemkwaliteit
WIT Kinderopvang Crossen buitengebied Gevaarlijke honden Terrasvergunning, Exploitatievergunning, Speelautomaten Speelgelegenheden (casino e.d.) Maken of veranderen van een uitweg Illegaal parkeren (autowrakken, caravans, e.d.) Kappen van bomen Standplaatsen Opslag meststoffen 1 - 10 m3
24
LAAG: Pakken we (vooralsnog) niet op, enkel bij verzoek om handhaving of veiligheid/gezondheid in geding) ROOD Gebruik buiten bestemmingsvlak groenvoorziening/verkeersdoeleinden (bebouwde kom) Bouwwerken van beperkte betekenis Aan- en bijgebouwen en overkappingen met vergunning Vergunningvrij bouwen en gebruik Reclamevoeringen Snippergroen Welstand Aanlegvergunning Bedrijfswegen/paden en sleufsilo’s
GRIJS Bedrijven categorie A
WIT Voorwerpen op, aan of boven weg (reclame, containers, uitstalborden) Plakken en kladden zonder vergunning Kansspelvergunning Terrasvergunning Sluitingstijden winkels Speelautomaten Stoken
25
Hoofdstuk 3: STRATEGIE PER THEMA EN TAAK 3.1 INLEIDING Zoals w e in de inleiding van deze nota al hebben opgemerkt, bestaat deze nota uit tw ee delen. In het vorige hoofdstuk hebben w e de algemene strategie bepaald. Nu zoomen w e in op de thema’ s en taken zoals w e die benoemd hebben in de nota Prioriteit. Het betreft een specificering c.q. verdieping van de algemene strategieën. Eerst beschrijven w e de taken kort zodat duidelijk is w at de taak inhoudt. Vervolgens geven w e aan w elke strategieën w e toepassen en w at de doelen van de taken zijn. Daarbij maken w e ook een inschatting van de benodigde uren en geven w e aan op w elke onderdelen w e w illen monitoren. Deze laat ste tw ee hebben te maken met de volgende onderdelen van het handhavingsplan: de nota Middelen en de nota Monitoring. Per thema\taak geven w e aan w at op dit moment onze inschatting is van de omvang van het thema of de taak. We hebben een zogenoemd “ dashboard” opgezet w aarmee w e gedurende het jaar kunnen monitoren of de inschattingen juist zijn. De kengetallen die dit dashboard genereert, gebruiken w e komende jaren om onze inschattingen preciezer te maken. Op dat moment kunnen w e onze doelstellingen ook “ smarter” formuleren. Nu zijn veel van de doelstellingen met name nog gericht op het inzichtelijk maken van de kengetallen. In de nota Monitoring komen w e hier op terug. Voor alle thema’ s en taken geldt dat w e inzichtelijk w illen maken w at de doorlooptijd van een procedure is. Ook w illen w e de zogenoemde “ hitrate” duidelijk hebben. Dat is het percentage dat w eergeeft hoeveel % van de toezichtcontroles leiden tot een handhavingsprocedure. Hiermee brengen w e het naleefgedrag in beeld. Later in de nota Monit oring komen w e hierop terug. 3.2 KLEURSPOOR ROOD Allereerst beschrijven w e de thema’ s en taken voor het rode kleurspoor. De thema’ s en taken zijn gesorteerd op de aanleiding zoals w e die in het hele handhavingsplan aanhouden. 3.2.1 Klachten Een klacht is een signaal van onvrede van een burger of bedrijf over een situatie in de gemeente. Een klacht nemen w e in behandeling conform de Klachtenstrategie (prioritering) in hoofdstuk 2.6 van deze nota. Naast de inhoudelijke afhandeling van de klacht en, is op dit moment ons voornaamste doel van dit thema om de klachtenst room inzichtelijk en beheersbaar te maken (zie conclusie in de Omgevingsanalyse). In de nota Monitoring leggen w e uit hoe w e dit w illen bereiken. We verw achten per jaar zo’ n 200 klachten die betrekking hebben op het rode kleurspoor. We schatten in dat w e bij 100 van die klacht en conform de klachtenstrategie een toezichtcont role houden. Met een ingeschatte “ hitrate” van 25% , verw achten w e dat 25 klachten leiden tot een handhavingszaak. 3.2.2 Meldingen Een melding is een signaal van een externe of interne part ner over een situatie in de gemeente. Bij meldingen hanteren w e dezelfde prioritering als bij de Klachtenstrategie. Net zoals bij de klachten w illen w e ook hier de meldingenstroom inzichtelijk en beheersbaar te maken (zie conclusie in de Omgevingsanalyse). In de nota Monitoring leggen w e uit hoe w e dit w illen bereiken. We verw achten per jaar zo’ n 100 meldingen die betrekking hebben op het rode kleurspoor. We schatten in dat w e bij 70 van die meldingen conform de klachtenstrategie een toezichtcontrole houden. Met een ingeschatte “ hitrate” van 60% , verw achten w e dat 42 meldingen leiden tot een handhavingszaak.
26
3.2.3 Verzoeken om handhaving Een verzoek om handhaving is een formeel verzoek aan ons om een handhavingsprocedure te starten tegen een (vermeende) overtreding. We moeten op dit soort verzoeken binnen een w ettelijk bepaalde termijn van acht w eken beslissen. Het doel is dan ook om de verzoeken binnen de gestelde termijn af te handelen of met toestemming van de verzoeker om de beslissing tot een nader te nomen termijn te verdagen. Ons streven is uiteraard om het aantal verzoeken om handhaving tot nul te reduceren. Gelet op het feit dat w e niet voldoende capaciteit hebben om alle taken uit te kunnen voeren en het feit dat de burger steeds mondiger en juridisch-vaardig is, achten w e dit doel echter niet reëel. Uiteraard w illen w e er w el naar streven door de (ook voor de burger) meest belangrijke juiste taken op een adequate w ijze uit te voeren én door de coöperatie met die burger te zoeken. Het inzichtelijk maken van de stroom van klachten en meldingen gaat ons helpen bij het bepalen van de taken die de burger belangrijk vindt. We verw achten 4 verzoeken om handhaving per jaar te ontvangen. In alle gevallen zullen w e toezicht moeten uitvoeren om te constateren of er een strijdigheid plaats vindt. Met een hitrate van 75% verw achten w e 3 handhavingszaken. 3.2.4 Regulier toezicht Een aantal taken op het rode kleurspoor heeft betrekking op ons regulier toezicht. Hieronder verstaan w e het normale toezicht en de handhaving op de verleende vergunningen/zaken voor de activiteit bouw en en/of gebruik bestemmingsplan. Het betreft de taken die jaarlijks terugkomen. Dit toezicht w illen w e conform het landelijke Bouw toezichtprotocol van de Vereniging Bouw - en Woningtoezicht Nederland uitvoeren. Naast dit doel w illen w e aan het einde van het jaar ook inzichtelijk hebben of de in het protocol geplande toezichtsmomenten per vergunning volstaat. In totaal verw achten w e 782 vergunningen/zaken w aarop w e toezicht moeten houden. Het aantal controles per vergunning verschilt per categorie. Dat geldt ook voor de hitrate (in de nota Middelen nemen w e een schematische w eergave hiervan op). We verw achten 1709 toezichtcontroles en 43 handhavingszaken. 3.2.5 Projecten Net zoals bij de andere kleursporen hebben w e op basis van de Omgevingsanalyse en de Risicoanalyse een aantal thema’ s benoemd onder de noemer Projecten. Dat betekent dat w e deze thema’ s op een projectmatige w ijze gaan uitvoeren. Hierna volgt een opsomming van de projecten en in het kort de doelen en de omvang van die projecten. 1.
Lithse Ham: Het doel is geen permanente bew oning meer op het recreatiepark. Om dit te bereiken w illen w e alle eerder afgegeven gedoogsituaties controleren en daar w aar nodig een handhavingsprocedure starten. Ook w illen w e nieuw e situaties voorkomen. Omdat dit een specifiek w erkveld betreft, huren w e hiervoor het toezicht en handhaving in bij MB-All. Naast dit toezicht en handhaving zullen w e ook communicatie als middel inzetten om onze doelen te bereiken. Op w elke w ijze zullen w e later nader bepalen.
2.
Huisvesting arbeidsmigranten: Op basis van gegevens van andere afdelingen, de Belastingdienst en andere externe partners zullen w e 50 adressen selecteren w aar arbeidsmigranten w orden gehuisvest. Ons doel is dat al deze adressen op het gebied van veiligheid en bestemmingsplan voldoen aan de w et- en regelgeving. Dat w illen w e doen door onze toezicht - en handhavingstaak uit te voeren, maar ook door het overleg aan te gaan met de uitzendbureau’ s en huisvesters om te bekijken w elke strategie w e de komende jaren het beste kunnen inzetten voor dit project. Voor komend jaar verw achten w e 50 toezichtcontroles w aaruit 10 handhavingszaken voort vloeien.
3.
Huisvesting arbeidsmigranten recreatie(park): We verw achten voor dit onderdeel een project van een andere afdeling w aarbij ons toezicht en handhaving op enig moment benodigd is. Hiervoor
27
zullen w e capaciteit ramen. Op w elke w ijze toezicht zal w orden gehouden en hoeveel handhaving vereist zal zijn, w eten w e nu nog niet. Dat zal te zijner tijd in het project bepaald w orden. 4.
Oude gevallenregeling Maasdonk: Ons doel is om daar w aar niet meer aan de voorw aarden van deze gedoogregeling w ordt voldaan, de situatie conform het bestemmingsplan te krijgen. Op basis van ondermeer het Bevolkingsregister zullen w e daarvoor alle gedoogsituaties (w oonsit uaties) 2 keer per jaar administratief controleren. Indien daaruit blijkt dat de bew oners het pand niet meer bew onen, zullen w e controleren of de w oonvoorzieningen uit het pand zijn verw ijderd. We verw achten 3 toezichtcontroles en evenveel handhavingszaken. Overigens zullen w e alle situaties toetsen aan het recent gew ijzigde vergunningvrije bouw en w aardoor w ellicht een aant al van deze situaties vergunningvrij kunnen w orden aangemerkt.
5.
BRIKS provincie: conform de overeenkomst met de Provincie voeren w e het bouw toezicht uit en starten w e indien nodig handhavingsprocedures met betrekking tot de Provinciale inrichtingen. We verw achten 15 vergunningen, 75 controles en 2 handhavingszaken.
6.
Brandveiligheid bestaande bouw : in navolging van de zorgcentra (programma 2014) hebben w e het doel om op alle andere bestaande gebouw en die qua brandveiligheid vergunningplichtig zijn toezicht te houden. Het doel is dat al deze best aande gebouw en voldoen aan de w et - en regelgeving ten aanzien van brandveiligheid. We schatten in dat w e 65 gebouw en moeten controleren. Op basis van de ervaringen bij de zorgcentra en eerdere van dit soort controles, verw achten w e dat in de toezichtfase veel overt redingen w orden opgelost. Ondanks dat, verw achten w e dat w e in 13 gevallen een handhavingszaak moeten starten.
7.
Oneigenlijk gebruik bedrijfsw oningen: Vanuit de afdelingen Vastgoed en SRO(L) hebben w e signalen dat op een aantal bedrijventerreinen sprake is van oneigenlijk gebruik van bedrijfsw oningen. Omdat w e de omvang hiervan niet w eten, is ons eerste doel het inventariseren van de situaties. Vervolgens stellen w e ons tot doel om die situaties conform het bestemmingsplan te verkrijgen. We gebruiken hierbij het bedrijventerrein Danenhoef als pilot. We schatten in dat w e 40 controles moeten uitvoeren en dat w e in 16 gevallen een handhavingsprocedure moeten starten.
8.
Bestemmingsplan Buitengebied: De gemeente is gestart met de inventarisatie voor de herziening van het bestemmingsplan voor het gehele buitengebied. Onze ervaring is dat dit een f ors aantal situaties oplevert w aar w e toezicht en handhaving moeten uitvoeren. Ons doel is om in alle gevallen de situatie conform het (nieuw e) bestemmingsplan te verkrijgen. We verw achten hiervoor 60 zaken w elke in 80% van de gevallen (40 stuks) leiden tot een handhavingszaak.
9.
Herziening bestemmingsplan Megen: onlangs is het bestemmingsplan voor het stad- en dorpsgezicht in Megen herzien. De aanleiding hiervoor w as een vijftiental handhavingszaken die w ellicht gelegaliseerd konden w orden. Vijf van deze situat ies kunnen echter niet gelegaliseerd w orden en in 10 gevallen zal de betrokkene nog een vergunning moeten aanvragen. Ons doel is om in alle gevallen hetzij een vergunning aan te laten vragen, hetzij middels een handhavingsprocedure de situatie conform het bestemmingsplan te verkrijgen.
10. Op basis van de w et Basisadministratie Adressen en Gebouw en moeten alle panden in de gemeente in beeld gebracht w orden. Daarbij bekijkt de betreffende afdeling ook of deze panden zijn opgericht of in gebruik genomen met of zonder de vereiste vergunning/toestemming. Als dat zonder is, zal onze afdeling VTH hierop toezicht en handhaving moeten uitoefenen. Nu al is duidelijk gew orden dat hieruit ontzettend veel zaken zullen voortvloeien. De voorlopige inschatting is dat w e 675 toezichtcontroles moeten uitvoeren w aaruit w e meer dan 500 handhavingzaken verw achten. Hoew el w e de benodigde en beschikbare capaciteit pas in de nota Middelen gaan bepalen, kunnen w e nu al aangeven dat voor dit project de capaciteit ontbreekt. Niet in dit project behoren de reguliere terugmeldingen die uit de BAG voort vloeien. Die behoren tot het reguliere toezicht als bedoeld in paragraaf 3.2.4 11. Snippergroen: In 2014 zijn de zogenoemde groene reststroken oftew el het snippergroen in beeld gebracht. De gemeente beoordeelt op dit moment de mogelijkheden tot verkoop van deze stroken. 28
Daar w aar de stroken niet kunnen w orden verkocht en w aar ze in st rijd met het bestemmingsplan in gebruik zijn genomen, zou de afdeling VTH toezicht en handhaving moeten uitvoeren. In de nota Middelen zullen w e bepalen of w e hiervoor capaciteit beschikbaar stellen. Het thema heeft immers in de nota Prioriteit een lage prioriteit gekregen. 3.2.6 Bezw aar en beroep In sommige gevallen leidt de handhavingsprocedure tot een bezw aarschrift of zelfs een beroepschrift bij de (voorzieningen)rechter of de Afdeling bestuursrechtspraak. Hoew el w e dit soort procedures proberen te voorkomen ontkomen w e er niet aan een aantal bezw aar- en beroepsprocedures. Omdat deze procedures veel tijd in beslag nemen, hebben w e dit onderw erp als apart thema toegevoegd. Voor het rode kleurspoor verw achten w e 15 bezw aar- en/of beroepsprocedures.
3.3 KLEURSPOOR GRIJS In deze paragraaf beschrijven w e de thema’ s en taken voor het grijze kleurspoor. De thema’ s en taken zijn gesorteerd op de aanleiding zoals w e die in het hele handhavingsplan aanhouden. Het t oezicht en de handhaving bij deze taken hebben w ij belegd bij de Omgevingsdienst Brabant Noord. Wij houden de regie op de uitvoering van deze taken. Met de Omgevingsdienst hebben w e regionaal af spraken gemaakt over controlefrequenties, integraliteit, soort toezicht, etcetera. Over doelstellingen en prestatieafspraken w ordt nog overleg gevoerd. Op het moment dat hier duidelijkheid over bestaat, kunnen w e de doelstellingen per thema taak concreet benoemen. Nu betreft het nog algemene doelstellingen. 3.3.1 Klachten (zie kleurspoor Rood) We verw achten per jaar zo’ n 150 klachten die betrekking hebben op het grijze kleurspoor. We schatten in dat w e bij 120 van die klacht en conform de klachtenstrategie een toezichtcont role houden. Met een ingeschatte “ hitrate” van 20% , verw achten w e dat 24 klachten leiden tot een handhavingszaak. 3.3.2 Meldingen (zie kleurspoor Rood) We verw achten per jaar zo’ n 40 meldingen die betrekking hebben op het grijze kleurspoor. We schatten in dat w e bij 35 van die meldingen conform de klachtenstrategie een toezichtcontrole houden. Met een ingeschatte “ hitrate” van 20% , verw achten w e dat 7 meldingen leiden tot een handhavingszaak. 3.3.3 Verzoeken om handhaving (zie kleurspoor Rood) We verw achten 5 verzoeken om handhaving per jaar te ontvangen. In alle gevallen zullen w e toezicht moeten uitvoeren om te constateren of er een strijdigheid plaats vindt. Met een hitrate van 50% verw achten w e 2 a 3 handhavingszaken. 3.3.4 Regulier toezicht Net zoals bij het rode kleurspoor heeft een aantal thema’ s en taken betrekking op ons regulier toezicht. Hieronder verstaan w e het normale toezicht en de handhaving op de verleende vergunningen voor de activiteit milieu en/of verw ijdering van asbest. Dit toezicht w illen w e conform de Dienstverleningsovereenkomst met de Omgevingsdienst laten uitvoeren. De Omgevingsdienst voert het monitoren van de doelstellingen uit de overeenkomst uit. In totaal hebben w e 2300 vergunningen en meldingen w aarop w e toezicht moeten houden. De frequentie van de controles verschilt per categorie vergunning. Dat geldt ook voor de hitrate. We verw achten komend jaar 682 toezichtcontroles en 117 handhavingszaken.
29
3.3.5 Projecten Net zoals bij de andere kleursporen hebben w e op basis van de Omgevingsanalyse en de Risicoanalyse een aantal thema’ s benoemd onder de noemer Projecten. Dat betekent dat w e deze thema’ s op een projectmatige w ijze gaan uitvoeren of laten uitvoeren. Hierna volgt een opsomming van de projecten en in het kort de doelen en de omvang van die projecten. 1.
Vuurw erkcontroles: Jaarlijks w orden alle verkooppunten van consumentenvuurw erk gecontroleerd. De controles vinden plaat s voorafgaand en tijdens de verkoopdagen. De Omgevingsdienst monitort het naleefgedrag en afhankelijk van dat gedrag stuurt zij haar toezicht bij. In totaal verw achten w ij 26 controles en 8 handhavingszaken (hitrate 30% ).
2.
Tanksaneringen: Een groot aantal bovengrondse olie- en/of dieseltanks voldoen niet aan de huidige w et- en regelgeving. Volgens een uitsterfconstructie uit de w et dienen deze per 1 januari 2015 verw ijderd te w orden. Vanuit de Omgevingsdienst verw achten w e een regionaal project w aarbij toezicht w ordt uitgevoerd op deze saneringen. We verw achten 40 controles w aarbij in de helft van de gevallen een handhavingszaak nodig is om de tank verw ijderd te krijgen. De doelst elling daarbij is dat alle tanks verw ijderd zijn.
3.
Nachtelijke geluidcontroles: Sinds enkele jaren voert de Omgevingsdienst (voorheen RMB) steekproefgew ijs nachtelijke geluidcontroles uit bij de horeca in het cent rum van Oss. Deze controles zijn contractueel vast gelegd. Er zullen zo’ n 21 controles plaats vinden w at volgens onze verw achting een tw eetal handhavingszaken oplevert. Dit jaar zullen w e de resultaten van de afgelopen jaren evalueren om te kunnen beoordelen of deze vorm van toezicht voldoende resultaat heeft.
4.
Beoordelen stukken en rapporten: Jaarlijks ontvangen w e 20 rapportages, programma’ s van eisen, etcetera die niet het gevolg zijn van een vergunningaanvraag of een handhavingszaak. Vaak w orden deze stukken ingediend als het gevolg van een voorw aarden van een reeds verleende vergunning. We schatten in dat het om 20 stukken gaat w aarbij in 2 gevallen nadere actie benodigd is. Doel is om goed te monitoren om hoeveel st ukken het daadw erkelijk gaat en of de ingeschatte belasting juist is.
5.
Opsporen nieuw e bedrijven: de Omgevingsdienst ontvangt van ons jaarlijks een budget om bedrijven op te sporen die zich zonder de vereiste vergunning of melding hebben gevestigd. Jaarlijks gaat het om 20 bedrijven w aarbij het in 2 gevallen noodzakelijk is om een handhavingszaak te starten.
3.3.6 Bezw aar en beroep Net zoals bij het rode kleurspoor verw acht en w e een aant al bezw aar- en beroepsprocedures. De ervaring leert ons echter w el dat op het grijze kleurspoor minder vaak bezw aar n/of beroep voorkomt. We schatten in dat w e 2 van dit soort procedures hebben.
3.4 KLEURSPOOR WIT In deze paragraaf beschrijven w e de thema’ s en taken voor het w itte kleurspoor. De thema’ s en taken zijn gesorteerd op de aanleiding zoals w e die in het hele handhavingsplan aanhouden. Het t oezicht bij deze taken w ordt uitgevoerd door een van onze externe partners. De handhavingstaken voeren w e zelf uit. 3.4.1 Klachten (zie kleurspoor Rood) We verw achten per jaar zo’ n 50 klachten die betrekking hebben op het w itte kleurspoor. We schatten in dat w e bij 10 van die klachten conform de klachtenstrategie een toezichtcont role houden. Met een ingeschatte “ hitrate” van 50% , verw achten w e dat 5 klacht en leiden tot een handhavingszaak.
30
3.4.2 Meldingen (zie kleurspoor Rood) We verw achten per jaar zo’ n 5 meldingen die betrekking hebben op het w itte kleurspoor. We schatten in dat w e bij alle meldingen conform de klachtenstrat egie een toezichtcontrole houden. Met een ingeschatte “ hitrate” van 75% , verw achten w e dat 4 meldingen leiden tot een handhavingszaak. 3.4.3 Verzoeken om handhaving (zie kleurspoor Rood) We verw achten 4 verzoeken om handhaving per jaar te ontvangen. In alle gevallen zullen w e toezicht moeten uitvoeren om te constateren of er een strijdigheid plaats vindt. Met een hitrate van 75% houden w e rekening met 3 handhavingszaak.
3.4.4 Regulier toezicht Net zoals bij het rode en grijze kleurspoor heeft een aantal thema’ s en taken betrekking op ons regulier toezicht. Hieronder verstaan w e het normale toezicht en de handhaving op de verleende vergunningen. Het betreft dan activiteiten als evenementen, de kinderopvang, de Drank & Horecaw et en de Opiumw et. Het toezicht w ordt uitgevoerd door partners zoals de brandw eer, TOR/HOR, GGD, en politie. In totaal hebben w e 1070 locaties w aarop w e toezicht moeten houden. De frequentie en het aantal controles verschilt per locatie en thema. Dat geldt ook voor de hitrate. We verw achten komend jaar 239 toezichtcontroles en 58 handhavingszaken. 3.4.5 Projecten Bij het w itte kleurspoor kennen w e op dit moment geen projecten. 3.4.6 Bezw aar en beroep Net zoals bij het rode kleurspoor verw acht en w e een aant al bezw aar- en beroepsprocedures. We schatten in dat w e 5 van dit soort procedures hebben.
3.5 BESTAANDE VOORRAAD/OVERGANGSBEPALING Bovengenoemde strategie passen w e toe op alle nieuw e zaken die zich voor doen. Uiteraard hebben w e nog een voorraad van zaken w aar w e al toezicht hebben uitgevoerd en w ellicht al de handhavingsprocedure hebben gestart. Het kan zijn dat deze gestarte zaken in de nieuw e strategie een lage(re) prioriteit hebben. Hierna geven w ij aan hoe w ij met deze situaties om gaan. De bestaande voorraad w ordt in het nieuw e registratiesysteem ingevoerd zodat deze op een zelfde w ijze als alle nieuw e zaken terug kunnen komen in de (tussentijdse) evaluaties. Bij het invoeren van deze voorraad w orden de zaken verdeeld over de thema’ s en taken zoals w e die in dit plan hebben benoemd. Een van de eerste vragen bij die regist rat ie is w elke prioriteit de zaak heeft. Daarbij hant eren w e de volgende regels. -
Alle formele handhavingszaken zetten w e voort en handelen w e af met een hoge prioriteit, ongeacht de prioriteit die deze zaak in het nieuw e plan zou hebben. Concreet betekent dit dat w e zaken w aar w e een voorgenomen handhavingsbesluit hebben verstuurd of verder zijn in de procedure, invoeren met een hoge prioriteit. Deze zaken w orden dus met voortvarendheid afgehandeld.
-
Alle zaken w aar w e nog geen voorgenomen besluit hebben genomen, behandelen w e als nieuw e zaken. Concreet betekent dit dat deze zaken ingevoerd zullen w orden met de prioriteit die die taak heeft in het nieuw e plan.
31
NOTA MIDDELEN
1
Hoofdstuk 1: INLEIDING .................................................................................................. 3 1.1 DOEL NOTA MIDDELEN ................................................................................................ 3 1.2 LEESWIJZER ............................................................................................................... 3 1.3 VERVOLG ................................................................................................................... 3 Hoofdstuk 2: BESCHIKBARE CAPACITEIT ......................................................................... 4 2.1 UITGANGSPUNTEN ...................................................................................................... 4 2.1 CAPACITEIT TECHNISCH .............................................................................................. 4 2.1.1 Kleurspoor Rood .................................................................................................... 4 2.1.2 Kleurspoor Grijs .................................................................................................... 4 2.1.3 Kleurspoor Wit ...................................................................................................... 4 2.2 CAPACITEIT JURIDISCH ............................................................................................... 5 2.2.1 Kleurspoor Rood .................................................................................................... 5 2.2.2 Kleurspoor Grijs .................................................................................................... 5 Hoofdstuk 3: BENODIGDE CAPACITEIT............................................................................. 6 3.1 UITGANGSPUNTEN ...................................................................................................... 6 3.2 KLEURSPOOR ROOD .................................................................................................... 7 3.4 KLEURSPOOR WIT ....................................................................................................... 9 Hoofdstuk 4: BESCHIKBARE VERSUS BENODIGDE CAPACITEIT ...................................... 10 4.1 INLEIDING ................................................................................................................ 10 4.2 BESCHIKBAAR VERSUS BENODIGD .............................................................................. 10 4.3 NEGATIEVE EFFECTEN TEKORT CAPACITEIT .................................................................. 10 4.3.1 Ambitieniveau ...................................................................................................... 10 4.3.2 Beperkte mogelijkheden tot snijden ........................................................................ 10 4.3.3 Voorbeeld doet volgen .......................................................................................... 11 4.3.4 Uitstel is geen afstel ............................................................................................. 11 4.3.6 Geen reserve ....................................................................................................... 11 4.3.7 Conclusie ............................................................................................................. 11 4.4 AFWEGING AANVULLING CAPACITEIT ........................................................................... 11 4.5 WAT DOEN WE NIET .................................................................................................. 12 4.5.1 Conform strategie................................................................................................. 12 4.5.2 Niet conform strategie........................................................................................... 12
2
Hoofdstuk 1: INLEIDING
1.1 DOEL NOTA MIDDELEN In de nota Prioriteit hebben w e bepaald w elke thema’ s en taken w e hebben en w at de risico’ s zouden zijn als w e geen toezicht en handhaving meer zouden uitvoeren. Op basis daarvan hebben w e onze prioriteiten bepaald. Daarna hebben w e onze nota Strategie opgesteld w aarin w e aan hebben gegeven met w elke strategie w e toezicht en handhaving gaan uitvoeren rekening houdend met de bepaalde prioriteiten. Voor de daadw erkelijke uitvoering van die taken hebben w e natuurlijk middelen (capaciteit en financiële middelen) nodig. Daar gaat deze nota Middelen over.
1.2 LEESWIJZER In deze nota Middelen geven w e aan w elke middelen benodigd zijn om het toezicht en de handhaving op de thema’ s en taken conform de prioritering en conform de strategie uit te kunnen voeren. Die benodigde middelen zetten w e af tegen de capaciteit die w e op dit moment beschikbaar hebben. Als blijkt dat de benodigde capaciteit niet overeen komt met de beschikbare capaciteit, geven w e aan w elke keuzes w e maken om dit op te lossen.
1.3 VERVOLG Na afronding van deze nota is het nieuw e Handhavingsplan compleet. De nota Prioriteit, de nota Strategie en de nota Middelen vormen dan tezamen het nieuw e Handhavingsplan. Wat dan nog volgt is de nota Monitoring. Deze nota staat los van het handhavingsplan, maar is daarvoor w el van essentieel belang. In die nota geven w e aan hoe w e de voortgang van de uitvoering van het toezicht en handhaving volgen en hoe w e de gestelde doelen (t ussentijds) evalueren.
3
Hoofdstuk 2: BESCHIKBARE CAPACITEIT
2.1 UITGANGSPUNTEN In dit hoofdstuk geven w e aan over w elke capacit eit w ij beschikken. We maken daarin onderscheid tussen technische en juridische capaciteit. De technische capacit eit zetten w e met name in voor het toezicht en de juridische voor met name de handhaving. Dit onderscheid maken w e ook in onze processen w aarin het toezicht en de handhaving tw ee aaneensluitende processen zijn. We geven de capaciteit per kleurspoor aan, zoals w e in de overige nota’ s ook steeds dit onderscheid maken. We hanteren over het algemeen 1300 uren per fte die ingezet kunnen w orden voor t oezicht en handhaving. Voor een aantal medew erkers hanteren w e een lager kengetal vanw ege andere activiteiten zoals de ondernemingsraad, technische coördinatie, etcerera. Daar w aar w e gebruik maken van externe capaciteit, geven w e dat aan met enkel de aanduiding ‘ extern’ . Onderaan de schema’ s specificeren w e dit als het mogelijk is. 2.1 CAPACITEIT TECHNISCH In onderstaand schema geven w e w eer w at onze capacit eit op het (technische) toezicht is in 2015. kleurspoor Rood
Uren Regulier
5323
Inhuur IBN
650
Inhuur BRIKS/Vervanging
816
Grijs
Extern
Wit
Extern
2.1.1 Kleurspoor Rood Op onze Afdeling VTH hebben w e in principe de beschikking over 6 toezichthouders (in dit geval fulltimers) voor het uitvoeren van de toezichttaken. Op dit moment voeren tw ee van hen een klus elders binnen de gemeente uit. Deze klussen eindigen dit jaar. Gedurende die klussen huren w e extra capaciteit in, die betaald w ordt uit de vrijvallende uren voor de klussen. Ook huren w e capaciteit in voor de uitvoer van de BRIKS-taken. Daarnaast huren w e capaciteit in van de IBN-groep w at in totaal zo’ n 650 uren zijn. In totaal zijn 6789 uren beschikbaar. 2.1.2 Kleurspoor Grijs Het gehele toezicht op het grijze kleurspoor hebben w ij ondergebracht bij de Omgevingsdienst Brabant Noord. Hiervoor zetten w e financiële middelen in, die voldoende zijn voor 8150 uren (technisch) toezicht en het beoordelen van daaruit voortvloeiende rapporten. De f inanciën zijn cont ractueel vastgelegd. 2.1.3 Kleurspoor Wit Bij het w itte kleurspoor ligt het toezicht bij vier externe partners: de GGD, de politie, af deling GIBOR en de Regionale Brandw eer. Deze vier partners voeren autonoom toezicht uit, dat w il zeggen dat zij zelf (op basis van met ons gemaakte af spraken) gedurende het jaar toezicht houden.
4
Het toezicht van de GGD leggen w e jaarlijks contractueel vast conform een voorstel/of ferte van de GGD Hart van Brabant. De financiën zijn voldoende voor de 105 door de GGD voorgestelde toezichtcontroles. Het toezicht van de politie heeft betrekking op de naleving van de Opiumw et w at valt onder het reguliere w erk van de politie. Er zijn voor ons geen financiële gevolgen als het om toezicht gaat. De afspraak is hier dat de politie toezicht houdt en strafrechtelijk optreedt en dat w ij bestuursrechtelijk optreden via een handhavingsprocedure. De afdeling Gibor houdt toezicht op de horeca en de paracommerciële horeca als het gaat om sluitingstijden en alcoholgebruik van 18-minners. Ook bij het toezicht op de evenementen en eventuele APV-zaken schakelen w e deze afdeling in. Net zoals bij de politie behoort dit w erk bij hun reguliere taken en zijn er voor VTH geen financiële gevolgen. Gibor houdt toezicht en treedt strafrechtelijk op (boete), VTH treedt indien nodig bestuursrechtelijk op. De Brandw eer Brabant Noord voert op onze vraag toezicht uit op brandveiligheid bijvoorbeeld bij evenementen en bij complexe bedrijven. Dit toezicht w ordt gedaan vanuit het algemene budget dat w ij als gemeente per jaar bijdragen aan de regionale brandw eer. In 2015 gaat de Brandw eer in overleg met (ondermeer) ons aan de slag met het opstellen van een uitvoeringsprogramma voor hun toezicht in de hele regio. We verw achten dat dit nog geen gevolgen heeft voor het toezicht in 2015.
2.2 CAPACITEIT JURIDISCH In onderstaand schema geven w e w eer w at onze capacit eit is voor de reguliere (juridische) handhaving op 1 januari 2015. kleurspoor
Fte
Uren
Rood
Regulier
6100
Inhuur MbAll
550
Inhuur
400
Grijs
Inclusief + extern
Wit
Inclusief
2.2.1 Kleurspoor Rood Op onze Afdeling VTH hebben w e in principe de beschikking over 6 personen voor het uitvoeren van de bestuursrechtelijke handhaving. Daarnaast huren w e specialistische capaciteit in van MbAll voor het project Lithse Ham w at in totaal zo’ n 550 uren zijn. Vanw ege lopende inhuur tot 1 april, hebben w e in 2015 nog 400 uur inhuur extra. 2.2.2 Kleurspoor Grijs Naast het toezicht, hebben w e de bestuursrechtelijke handhaving voor een deel (tot de besluitfase) ook ondergebracht bij de Omgevingsdienst. Hiervoor zetten w e financiële middelen in die voldoende zijn voor 1800 uren. De financiën zijn contractueel vastgelegd. De regie op deze handhaving, klachten en meldingen, maar ook op het toezicht is een taak die onze eigen juridische handhavers uitvoeren. De taak zit in de totale capaciteit van de juridische handhavers. 2.2.3 Kleurspoor Wit De juridische handhaving op het gehele kleurspoor w ordt gedaan door onze eigen juridische handhavers. Deze taak zit in de totale capaciteit van de juridische handhavers.
5
Hoofdstuk 3: BENODIGDE CAPACITEIT
3.1 UITGANGSPUNTEN In dit hoofdstuk geven w e aan over w elke capacit eit w ij denken nodig te hebben. Net zoals in het vorige hoofdstuk maken w e onderscheid tussen technische en juridische capaciteit. De benodigde capaciteit berekenen w e op basis van de thema’ s en de bijbehorende prioriteit en strategie. We maken daarbij gebruik van een aantal kengetallen. De omvang van die kengetallen hebben w e bepaald aan de hand van ervaringscijf ers. We hebben onze registratiesystemen (tijdschrijven en processen) zodanig ingericht dat w e gedurende het handhavingsplan de kengetallen kunnen optimaliseren. Toezicht We geven de benodigde capaciteit w eer in drie schema’ s. Per kleurspoor hebben w e de thema’ s en taken benoemd zoals w e deze in de nota Prioriteit hebben opgenomen en geprioriteerd. Op basis van de nota Strategie hebben w e per thema/taak aangegeven hoeveel toezichtcontroles w e noodzakelijk achten om de in die nota genoemde doelen te behalen. Per controle hebben w e de benodigde tijd ingeschat. Dat geldt ook voor de eventuele hercontroles die w e nodig achten als er een handhavingszaak moet w orden gestart. Handhaving Het aantal te verw achten handhavingszaken hebben w e ingeschat met behulp van de zogenoemde ‘ hitrate’ . Daarmee bedoelen w e het percentage van de toezichtcont roles w aarbij een strijdigheid of overtreding w ordt geconstateerd die niet gelegaliseerd kan w orden. Oftew el die leiden tot een handhavingsprocedure. Naast de tijd die benodigd is voor de hercontroles, hebben w e ingeschat hoeveel tijd zo’ n handhavingsprocedure gemiddeld in beslag neemt. Bezw aar en beroep Onderaan elk schema hebben w e de taak ‘ bezw aar en beroep’ toegevoegd. Bij deze taak hebben w e ingeschat hoeveel bezw aar en/of beroepsprocedures w e verw achten en hoeveel tijd daarmee gemoeid is. Optimaliseren kengetallen Zoals w e hiervoor al hebben aangegeven w illen w e de in de schema’ s gebruikte kengetallen optimaliseren. Hiervoor hebben w e onze processen alsook ons tijdschrijf systeem rigoureus veranderd. We hebben deze tw ee in overeenstemming gebracht met de taken en thema’ s uit dit handhavingsplan zodat w e per thema of taak op elk gew enst moment kunnen monitoren of de kengetallen nog juist zijn. Op deze w ijze kunnen w e onze keuzes en doelstellingen bijsturen indien nodig.
6
3.2 KLEURSPOOR ROOD aanleiding
categorie
klachten meldingen verzoeken om handhaving wonen 0 (<50.000 euro) regulier toezicht wonen 1 (>50.000 euro en niet wonen 2) wonen 2 (woningen en woongebouwen) bedrijven 1 (<1.000.000 euro) bedrijven 2 (>1.000.000 euro) publiek 1 (<1.000.000 euro) publiek 2 (>1.000.000 euro) overig (kunstwerken e.d.) tijdelijke ontheffing gebruik monumenten Afloop tijdelijke ontheffing bouw Inrichtingsplannen terugmeldingen BAG projecten illegale bewoning Lithse Ham huisvesting arbeidsmigranten Huisvesting arbeidsmigranten recreatiepark(en) oude gevallenregeling Maasdonk BRIKS provincie brandveiligheid bestaande bouw nachtverblijf >10 pers brandveiligheid bestaande bouw dagverblijven <12 jaar brandveiligheid bestaande bouw gehandicapten BP Buitengebied BP Herziening Megen Oneigenlijk gebruik bedrijfswoningen BAG Verkoop snippergroen bezwaar & beroep TOTAAL
7
aantal aantal kengetal totaal uren hitrate aantal (%) hhcontroles toezicht toezicht zaken toezicht (uren per technisch controle) 200 100 5 500 25% 25 100 70 5 350 60% 42 4 4 5 20 75% 3 300 300 2 600 1% 3
kengetal totaal uren technische handhaving uren technisch handhaving 4 100 4 168 4 12 4 12
kengetal totaal uren totaal uren juridische handhaving toezicht en handhaving uren juridisch handhaving 22,5 562,5 1162,5 22,5 945 1463 25 75 107 20 60 672
110
220
2
440
1%
2,2
4
8,8
20
44
492,8
100 100 10 15 2 5 10 15 25 15 75
500 400 50 60 14 20 10 45 25 15 50
2 2 3 2 3 2 2 2 2 2 4
2% 2% 2% 2% 2% 1% 30% 3% 10% 20% 20%
6
20%
4
30 32 4 4,8 1,12 0,8 12 5,4 10 12 40 0 40
20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20
50
7,5 8 1 1,2 0,28 0,2 3 1,35 2,5 3 10 0 10
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
50
1000 800 150 120 42 40 20 90 50 30 200 0 300
25
150 160 20 24 5,6 4 60 27 50 60 200 551 250
1180 992 174 148,8 48,72 44,8 92 122,4 110 102 440 551 590
1 24 15
1 3 75
100 3 4
100 9 300
100% 100% 3%
1 3 2,25
30 4 4
30 12 9
100 22,5 25
100 67,5 56,25
230 88,5 365,25
10
10
12
120
20%
2
5
10
22,5
45
175
40
40
12
480
20%
8
5
40
22,5
180
700
15 60 15
15 50 15
12 2 0
180 100 0
20% 80% 33%
3 40 5
5 4 4
15 160 20
22,5 22,5 20
67,5 900 100
262,5 1160 120
0 0 0 15
0 0 0
0 0 0
0 0 0
40% 20% 0%
0 0 0
0 0 0
0 0 0
22,5 0 0 20
0 0 0 300 5064,35
0 0 0 300 11894,27
6041
187,48
788,92
3.3 KLEURSPOOR GRIJS aanleiding
categorie
klachten meldingen verzoeken om handhaving regulier toezicht voormalige VVGB bedrijven
projecten
Bezwaar & beroep TOTAAL
8
IPPC en agrarisch C+ (zwaar) Agrarisch C IPPC en industrieëel C+ (zwaar) Industrieel C Activiteitenbesluit B Activiteitenbesluit B+ Activiteitenbesluit A Asbestverwijdering Besluit bodemkwaliteit Besluit mobiel puinbreken Vuurwerkcontroles tanksaneringen nachtelijke geluidcontroles beoordelen stukken rapporten Opsporen nieuwe bedrijven
aantal aantal kengetal totaal uren hitrate aantal controles toezicht toezicht (%) hhtoezicht (uren per zaken controle) 20% 24 2,5 300 150 120 20% 7 35 2,5 87,5 40 2,5 12,5 50% 5 5 2,5 4 40 0,25 10 10% 20
kengetal totaal uren totaal uren handhaving handhaving toezicht en handhaving (uren per hh-zaak) 120 420 5 5 35 122,5 25 5 12,5 22 3 12
42 100
14 33
0,25 0,25
3,5 8,25
10% 20%
1,4 6,6
4 4
5,6 26,4
9,1 34,65
7 143 1016 713 113 63 39 45 13 40 21 20 20 2
7 48 102 178 113 63 39 45 26 40 21 20 20
0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25 0,25
1,75 12 25,5 44,5 28,25 15,75 9,75 11,25 6,5 10 5,25 5 5
10% 20% 20% 20% 10% 10% 25% 25% 30% 50% 10% 10% 10%
0,7 9,6 20,4 35,6 11,3 6,3 9,75 11,25 7,8 20 2,1 2 2
4 4 4 4 4 2 2 2 2 2 4 2 2 20
2,8 38,4 81,6 142,4 45,2 12,6 19,5 22,5 15,6 40 8,4 4 4 40 688,5
4,55 50,4 107,1 186,9 73,45 28,35 29,25 33,75 22,1 50 13,65 9 9 40 1290,75
602,25
184,3
3.4 KLEURSPOOR WIT aanleiding
categorie
Klachten Meldingen Verzoeken om handhaving Regulier toezicht Evenementen Wet kinderopvang Drank- en Horecawet 18commercieel Drank- en horecawet 18paracommercieel Sluitingstijden horeca paracommercieel Handhaving artikel 13b beleid Opiumwet Bezwaar & beroep TOTAAL
9
aantal aantal kengetal totaal uren hitrate aantal controles toezicht toezicht (%) hhtoezicht (uren per zaken controle) 10 3 30 50% 5 50 3,75 5 5 3 15 75% 4 4 8 32 75% 3 300 54 2 108 10% 5,4 350 105 0,25 26,25 20% 21
kengetal totaal uren totaal uren handhaving handhaving toezicht en (uren per hhhandhaving zaak) 142,5 22,5 112,5 22,5 84,375 99,375 25 75 107 20 108 216 20 420 446,25
100
50
0
0
5%
2,5
20
50
50
150
20
0
0
5%
1
20
20
20
150
20
0,25
5
50%
10
20
200
205
20
20
0
0
100%
20
20
400
400
20
100 1569,875
100 1786,125
5
216,25
71,65
Hoofdstuk 4: BESCHIKBARE VERSUS BENODIGDE CAPACITEIT
4.1 INLEIDING In de vorige hoofdstukken hebben w e aangegeven w elke capaciteit w e hebben en w elke capaciteit w e verw achten nodig te hebben. In dit hoofdstuk zetten w e deze gegevens tegen elkaar af . Vervolgens geven w e aan w elke conclusies w e daaruit kunnen trekken en w at de gevolgen zijn voor de gekozen st rategie, prioritering en/of middelen. Uiteindelijk zal de benodigde capaciteit gelijk moeten zijn aan de beschikbare capaciteit.
4.2 BESCHIKBAAR VERSUS BENODIGD In onderstaande tabel geven w e aan w at de uitkomsten zijn van de tw ee vorige hoofdstukken. We maken daarbij onderscheid in technische en juridische uren.
Rood Grijs Wit TOTAAL
Benodigd Technisch 6830 0 0 6830
Beschikbaar Technisch 6783 0 0 6783
Benodigd Juridisch 5064 1290 1756 8130
Beschikbaar Juridisch 7050 X X 7050
Op basis van de bovenstaande gegevens concluderen w ij dat uitvoering van onze prioritering en strategie voor w at betreft het toezicht uren nagenoeg overeenkomt met de beschikbare capaciteit aan technische uren. Voor w at betreft de juridische uren, concluderen w e dat w e een tekort hebben van circa 1000 uren. Met deze capaciteit kunnen w e de gestelde prioriteiten en gekozen strategie niet volgens plan uitvoeren.
4.3 NEGATIEVE EFFECTEN TEKORT CAPACITEIT Duidelijk moet zijn dat w e met de gekozen strategieën en prioriteiten al scherp hebben afgew ogen op w elke thema’ s en taken w e w el, maar vooral ook niet onze capaciteit inzetten. We hebben daarin al gekozen om bepaalde thema’ s en taken in 2015 niet uit te voeren. Dat geldt voor de thema’ s met de prioriteit Laag, maar ook voor een aantal thema’ s met de prioriteit Middel (zie hoofdstuk 4.5). Verder snijden in de uitvoering heeft, naast de vraag of w e dan nog aan een adequaat niveau voldoen, de volgende negatieve gevolgen: 4.3.1. Ambitieniveau Oss is een ambitieuze en vooruitstrevende gemeente, zo ook op het gebied van toezicht en handhaving. Naar de burgers toe, maar ook in de regio hebben w e een goede naam opgebouw d als het gaat om de uitvoering van die taken. Iedereen verw acht van onze gemeente dat w e deze taken ook adequaat blijven uitvoeren. Het strookt niet met onze ambities om niet aan deze verw achtingen te voldoen. Bovendien tast het de geloofw aardigheid en betrouw baarheid van de gemeente aan. 4.3.2 Beperkte mogelijkheden tot snijden De mogelijkheden om de benodigde uren te verminderen door minder taken uit te voeren zijn beperkt. Er gelden namelijk een aantal randvoorw aarden w aaraan w e niet kunnen of w illen tornen: •
Afspraken/verplichtingen: voor veel regulier w erk geldt dat w e ons moeten houden aan bilaterale, regionale of landelijke afspraken zoals het landelijke toezichtprotocol, het level playing field bij de Omgevingsdienst, de 5% norm bij kinderopvang/GGD, zaken met betrekking tot de Opiumw et door politie).
•
Veiligheid en gezondheid: daar w aar de (brand)veiligheid en gezondheid van mensen in het geding is of kan zijn, zijn de risico’ s van niet-handhaven te groot.
10
•
Thema’ s en taken met een hoge prioriteit moeten altijd w orden uitgevoerd. De risico’ s op negatieve effecten is te groot om deze zaken niet uit te voeren.
•
Onomkeerbare schade. Actief toezicht en handhaving is nodig bij zaken w aar onomkeerbare schade kan ontstaan (bijvoorbeeld bij verbouw van Monumenten).
4.3.3 Voorbeeld doet volgen Als w e bepaalde thema’ s en taken niet direct oppakken kan dit negatief kopieergedrag tot gevolg hebben. Dat is zeker het geval bij zaken die duidelijk zichtbaar zijn of w aar de gemeenschap hoort/begrijpt dat w e geen toezicht houden of niet handhavend optreden. Op deze manier neemt de omvang van het probleem niet af, maar juist toe. 4.3.4 Uitstel is geen afstel Als w e er nu voor kiezen om bepaalde thema’ s en taken niet oppakken, betekent dat niet dat deze zaken opgelost zijn. Ze blijven voort duren. Vaak is het zo dat als w e pas later opt reden tegen dit soort overtredingen, de procedure langer duurt omdat de overtreder geneigd is meer gebruik maakt van zijn bezw aar- en beroepsmogelijkheden. Uiteindelijk kosten uit gestelde zaken daarmee meer tijd. 4.3.5 Beleid een papieren tijger Hoe minder toezicht w ordt gehouden op ons grondgebied, hoe minder het grondgebied in overeenstemming is/w ordt gebracht met ons geldende beleid. Het beleid w ordt daarmee een papieren tijger. Daarnaast betekent minder toezicht minder controle op de leefbaarheid (gezondheid en veiligheid). 4.3.6
Geen reserve
Als laatste merken w e op dat w e met de gekozen strategieën, prioriteiten en berekende benodigde capaciteit geen rekening hebben gehouden met reserve uren. Dat houdt in dat als er zich plotseling een ongew enste situatie voor doet w aarmee w e geen rekening hebben gehouden, w e daar niet direct capaciteit voor hebben. Op dat moment zullen w e dus moeten kiezen om bepaalde thema’ s en taken te laten vallen. Als w e nog minder thema’ s en taken uitvoeren dan w e met onze strategieën zouden w illen, w ordt het steeds moeilijker om taken en thema’ s te laten vervallen als dat nodig zou zijn. 4.3.7
Conclusie
Op basis van het hiervoor genoemde concluderen w e dat het tekort aan juridische capaciteit veel negatieve effecten met zich mee brengt. De genoemde argumenten pleiten er voor om het tekort aan juridische uren aan te vullen.
4.4 AFWEGING AANVULLING CAPACITEIT Het hiervoor genoemde pleit er voor om meer juridische capaciteit in te zetten. Daartegenover staat dat meer capaciteit, meer geld kost. En de financiële middelen van de gemeente zijn beperkt. Bovendien hebben w e eerder aangegeven dat onze kengetallen een zo goed mogelijke inschatting betreft maar dat dit geen 100% zekerheid biedt. Het kan dus zijn dat w e teveel capaciteit geraamd hebben. Maar het kan ook zo zijn dat w e nog meer capaciteit te kort komen. Monitoring hiervan is dus essentieel. Hiervoor zullen w e de nota Monitoring opstellen. Gelet op de gestelde prioriteiten (Nota Strategie), de gekozen strategieën (nota Strategie) en de ingeschatte benodigde capaciteit en financiële middelen (nota Middelen), kiezen w e er voor om onze nog beschikbare financiële middelen in te zett en voor het inhuren van extra juridische capaciteit. In totaal is dit voldoende voor 860 extra juridische uren. De financiering past binnen de bestaande middelen van de afdeling door de inkomsten die w e verkrijgen door de uitleen van technische mensen in verband met klussen (zie ook 2.1.1).
11
Rood Grijs Wit TOTAAL
Benodigd Technisch 6830 0 0 6830
Beschikbaar Technisch 6783 0 0 6783
Benodigd Juridisch 5064 1290 1756 8130
Beschikbaar Juridisch 7910 X X 7910
Met deze extra uren kunnen w e het geplande w erk grotendeels conform de prioriteiten en strategieën uitvoeren. We hebben dan nog een tekort van 220 uur. Gedurende het jaar zullen w e bezien (monitoren) of de kengetallen kunnen w orden bijgesteld c.q. kunnen verlagen om dit tekort te kunnen w egw erken. Mocht onverhoopt blijken dat de kengetallen niet lager kunnen w orden bijgesteld of dat ze juist hoger moeten zijn, zullen w e op dat moment een nieuw e afw eging maken.
4.5 WAT DOEN WE NIET In hoofdstuk 3 hebben w e aangegeven w at w e w illen uitvoeren in 2015. Grofw eg komt dat neer op alle thema’ s en taken die de prioriteit Hoog hebben aangevuld met een groot gedeelte van de thema’ s en taken met de prioriteit Middel. Een deel van Middel en alle thema’ s en taken met de prioriteit Laag doen w e niet in 2015. Welke thema’ s en taken dit zijn en w at de risico’ s daarvan zijn, volgt hieronder. 4.5.1 Conform strategie Conform paragraaf 2.2 van de Nota Strategie voeren w e in principe geen toezicht en handhaving uit op de thema’ s en taken met de prioriteit Laag. Enkel als de veiligheid en/of gezondheid in het geding is, of als er sprake is van een verzoek om handhaving, voeren w e toezicht uit en indien nodig starten w e de handhavingsprocedure. Eventuele overtredingen en klachten/meldingen w orden w el geregistreerd. Elk jaar zullen w e bezien w at w e met deze overtredingen en klachten doen. Conform paragraaf 2.2 van de Nota Strategie ligt steekproefgew ijs toezicht dan voor de hand. 4.5.2 Niet conform strategie Naast de thema’ s en taken met de prioriteit Laag hebben w e in 2015 geen capaciteit beschikbaar voor het uitvoeren van een aantal projecten die w e genoemd hebben in de Omgevingsanalyse. In principe voeren w e deze projecten dan ook niet uit in 2015 (tenzij er een andere vorm van middelen gevonden w orden). In het programma voor 2016 zullen w e opnieuw bezien of w e deze projecten in dat jaar w el uitvoeren. Het betreft de volgende projecten: Bag-achterstanden De (reguliere) meldingen vanuit de BAG hebben w e opgenomen in het programma. Deze meldingen w orden dan ook conform de strategie opgepakt. Naast dit reguliere w erk, is de BAG ook bezig met het inhalen van haar achterstanden. Zij brengen alle panden in de gemeent e in beeld en bekijken ook of deze panden conform de regels (met vergunning, niet in strijd met bestemmingsplan) zijn gebouw d of in gebruik zijn genomen. Nu al is duidelijk dat dit enorm veel overtredingen aan het licht zal brengen. Het is niet te doen om deze overtredingen conform de huidige strategie en met de huidige capaciteit op te pakken. Deze problematiek zal vanuit de Bag projectmatig aangepakt moeten w orden. Daarbij zal gezocht moeten w orden naar een andere vorm van middelen. De risico’ s hiervan zijn beperkt. Het betreft vooral overtredingen die in onze strategie een lage of middelmatige prioriteit zouden hebben. Bovendien betreft het zaken die al enige tijd aanw ezig zijn (het is
12
immers een achterstand). Gelet op de hoeveelheid is het w achten op een projectmatige aanpak effectiever dan per jaar een aantal zaken op te pakken.
Snippergroen De gemeente heeft in kaart gebracht w elke percelen die in eigendom zijn van de gemeente en door burgers zonder toestemming in gebruik zijn genomen. In sommige gevallen is dit gebruik verjaard, in andere gevallen kan de grond w orden verkocht. Omdat het vaak om de bestemming groenvoorzieningen gaat moet in die gevallen ook het bestemmingsplan w orden aangepast. Ongetw ijfeld blijven er percelen over w aar het gebruik of de gebouw en op het perceel niet gelegaliseerd kunnen w orden. Daar zouden w ij handhavend op tegen moeten treden. Hiervoor hebben w e echter geen capaciteit. Wellicht dat uit het project snippergroen zelf middelen beschikbaar zijn/komen om alsnog capaciteit beschikbaar te krijgen. De risico’ s hiervan zijn beperkt. Het betreft net zoals bij de Bag-achterstanden met name overtredingen met een lage prioriteit. Bovendien betreft het zaken die al enige tijd aanw ezig zijn. Padenplan De gemeente Oss gaat op basis van het Padenplan de komende jaren zo’ n 40 cultuurhistorische w andelpaden opknappen. De verw achting is dat w e in dit project zo’ n 20 handhavingskw esties tegen gaan komen. Hiervoor hebben w e geen capaciteit. Wellicht dat uit het project zelf middelen beschikbaar zijn/komen om alsnog capaciteit beschikbaar te krijgen. De risico’ s hiervan zijn beperkt. Het betreft net zoals bij de hiergenoemde projecten met name overtredingen met een lage prioriteit. Bovendien betreft het zaken die al enige tijd aanw ezig zijn. Bedrijfsw oningen Bew oning in strijd met het bestemmingsplan heeft in de risicoanalyse een hoge score. De reden daarvoor is dat de veiligheid en gezondheid in het geding kan zijn als het gaat om bew oning van panden dien niet geschikt zijn voor bew oning. Bij oneigenlijke bew oning van bedrijfsw oningen is dat niet aan de orde. Daar zit de strijdigheid in het feit dat de bedrijfsw oning bew oont w ordt door mensen die geen relatie (meer) hebben met het bestemmingsplan technisch bijbehorende bedrijf. Een priorit eit Middel is dan ook meer op zijn plaats. Het probleem bij dit soort bew oning is niet de bew oning zelf, maar de gevolgen er van. De w oning w ordt door de oneigenlijke bew oning niet meer gebruikt als bedrijfsw oning w aardoor de w oning feitelijk een burgerw oning is. Deze burgerw oningen kunnen dan milieutechnisch gezien de ontw ikkeling van in de buurt gelegen bedrijven beperken of zelfs op slot zetten. Dit is dan ook meteen het risico van niet optreden tegen dit soort overtredingen. De gemeente kan hiervoor aansprakelijk w orden gesteld. De risico’ s van niet optreden in dit geval, is naast het in hoofdstuk 4.3 benoemd ‘ uitst el is geen afstel’ dat de afdeling Vastgoed hiervan hinder zal ondervinden bij hun streven om de bedrijventerreinen te revitaliseren.
13