Preventie- en Handhavingsplan Alcohol Periode 2014-2018
Inhoudsopgave Inleiding ..................................................................................................................................................... 1.
Jeugd en alcohol.............................................................................................................................. 4
2.
Beleidsfocus .................................................................................................................................... 5 2.1 Uitgangspunten en onderbouwing van beleid ......................................................................... 5 2.2 Beleidsdoelgroep en -setting ................................................................................................... 5 2.3 Doelstellingen van beleid......................................................................................................... 5 - Hoofd doelstellingen .............................................................................................................. 9 - Inhoudelijke doelstellingen..................................................................................................... 5
3.
Risicoanalyse en interventiestrategie .............................................................................................. 7 3.1 Gegevens uit onderzoek.......................................................................................................... 7 3.2 Gegevens van informanten ..................................................................................................... 7 - Risicoanalyse ......................................................................................................................... 7 Tabel 1: Voorbeeld risicoanalyse ........................................................................................... 12 3.3 Interventiestrategie .................................................................................................................. 8 Tabel 2: Maatregelenmix per setting........................................................................................ 9
4.
Handhavingsactiviteiten................................................................................................................. 10 4.1 Toezicht ................................................................................................................................. 10 4.2 Handhavingsinterventies ....................................................................................................... 12 4.3 Effectmeting en evaluatie ...................................................................................................... 13
5.
Regelgevende activiteiten ............................................................................................................. 14
6.
Educatieve/communicatieve activiteiten ............................................................15 6.1 Alcoholverstrekkers .....................................................................................15 6.2 Onderwijs............................................................................................................................... 16 6.3 Ouders en de thuissituatie..................................................................................................... 16 6.4 Publiekscommunicatie ........................................................................................................... 17 6.5 Effectmeting en evaluatie ...................................................................................................... 17
7.
Uitvoering....................................................................................................................................... 18 7.1 Samenwerking met externe partners..................................................................................... 18
Literatuurlijst ..............................................................................................................................................
Bijlage: 1. Sanctiestrategie 2. Beleidsregel ontheffing art. 4 lid 4 en art. 35 3. Overzicht activiteiten 2010-2013 LZNVZ
2
Inleiding Aanleiding Op 1 januari 2014 is de Drank- en Horecawet (hierna: DHW) gewijzigd. Op grond van artikel 43a van de DHW is de gemeenteraad verplicht om voor 1 juli 2014 een preventie- en handhavingsplan op te stellen. Met het vaststellen van dit plan wordt aan deze verplichting voldaan. Het plan beschrijft de hoofdzaken van het beleid rond de preventie van alcoholgebruik, vooral onder jongeren, en de handhaving van de wet. Daarnaast wordt in het plan aangegeven wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsbeleid (hierna: PHP). Welke acties worden er ondernomen om alcoholgebruik te voorkomen, vooral onder jongeren, en zoveel mogelijk in samenhang met andere preventieprogramma? Op welke wijze wordt het handhavingsbeleid uitgevoerd? Welke handhavingacties worden ondernomen en welke resultaten minimaal behaald dienen te worden? Deze vragen worden in het PHP beschreven. Alle 13 Zeeuwse gemeenten, de GGD Zeeland, Indigo, Politie Zeeland-West-Brabant en andere partijen werken sinds 2010 samen onder de vlag ‘Laat ze niet verzuipen!’ (LZNVZ) met als doel het alcoholgebruik onder jongeren te voorkomen. De aanpak kenmerkt zich door een integrale benadering en richt zich op de drie pijlers: (1) bewustwording en educatie, (2) regelgeving en (3) handhaving. In de regionale voorbereiding op het vervolg van de Zeeuwse aanpak voor jeugd en alcohol, in februari 2014, is afgesproken om voor de tien gemeenten boven de Westerschelde tot een gezamenlijk format voor dit preventie- en handhavingsplan te komen. De gemeenten in Zeeuws-Vlaanderen kozen ervoor een eigen plan te maken. Het landelijke format van het Trimbos Instituut is als basis gebruikt. Het format vormde de basis van het PHP van Vlissingen. Het focust zich op dat deel van het gemeentelijke terrein waar voorlichting/educatie en handhaving samen komen en elkaar versterken. Leeswijzer Dit preventie- en handhavingsplan bestaat uit de volgende onderdelen: - een toelichting op het belang van preventie en handhaving als het gaat om jongeren en alcohol (hoofdstuk 1); - doelstellingen van dit preventie- en handhavingsplan (hoofdstuk 2); - een algemene inleiding over de link tussen preventie en handhaving als onderdelen van de risicoanalyse en interventiestrategie (hoofdstuk 3); - een kort overzicht van de landelijk een lokale regelgeving (hoofdstuk 4); - het handhavingsdeel, met een toelichting op de handhavingsacties en activiteiten (hoofdstuk 5); - het preventiedeel, met de toelichting op de wijze waarin dit wordt uitgezet in communicatieve en educatieve activiteiten (hoofdstuk 6); - informatie over de uitvoering, waarbij aandacht is voor samenwerking met externe partners en de financiële verantwoording (hoofdstuk 7)
3
1 Jeugd en alcohol 1.1. Ontwikkelingen alcoholgebruik onder jongeren Sinds 1988 is onder Nederlandse jongeren het alcoholgebruik flink toegenomen. Jongeren zijn de afgelopen decennia meer, vaker én op jongere leeftijd gaan drinken. Om dit tij te keren werd sterk ingezet op het voorkomen van drinken door jongeren onder de 16 jaar. Gevolg was dat drankgebruik onder jonge pubers sterk afnam, vooral in de jongste groep. In geen ander Europees land nam drankgebruik onder jonge drinkers zo spectaculair af als in Nederland. Onder jongeren van 16 jaar en ouder veranderde er echter weinig. Zij verminderden hun alcoholgebruik niet. Bijna de helft van de jongeren van 16 jaar was de afgelopen maand een keer dronken of aangeschoten. (Verdurmen e.a., 2012). Als jongeren aan drank willen komen is dat relatief makkelijk in Nederland. Meer dan de helft van de verkooppunten (53%) leefde de oude leeftijdgrens van 16 jaar niet na in 2013 (Roodbeen, e.a., 2014). 1.2. Alcoholgebruik onder de Zeeuwse jongeren In Zeeland verschillen de cijfers niet veel van het landelijke gemiddelde. 51 % van de Zeeuwse jongeren tussen de 12 en 18 jaar heeft wel eens alcohol gedronken en gemiddeld is men 13,9 jaar wanneer het eerste glas alcoholhoudende drank wordt gedronken. Een kwart van deze jongeren is een zogenaamde ‘bingedrinker’, waarbij er bij een gelegenheid meer dan 5 glazen alcoholische drank wordt gedronken (Gezondheidsmonitor, 2010). Hiernaast worden steeds meer jongeren opgenomen op de alcoholpoli van het Admiraal de Ruijter Ziekenhuis. In 2013 waren dit 32 kinderen (16 jongens en 16 meisjes) tegenover 15 kinderen in 2010. 1.3. Gevolgen van het gebruiken van alcohol bij jongeren Alcoholgebruik kan ongunstig zijn voor de ontwikkeling van de hersenstructuren. Juist als hersendelen in ontwikkeling zijn, zijn ze erg kwetsbaar voor deze giftige stof. Als er in de puberjaren veel wordt gedronken, ontwikkelt het brein zich minder goed. Vooral het drinken van veel alcohol in korte tijd is slecht voor het brein (‘bingedrinking’) (Crew e.a., 2000). Deze hersenscan maakt dit inzichtelijk. Zij laat de hersenactiviteit (roze) zien van twee vijftienjarige jongens terwijl zij een geheugentest doen. Beiden zijn op dat moment nuchter. Bij de drinker (rechts) is beduidend minder hersenactiviteit te zien dan bij de jongen die niet drinkt. Wordt er gekeken naar het brein van personen die erg veel hebben gedronken in hun puberteit, dan blijkt dat ook bepaalde andere functies bij hen minder goed ontwikkeld zijn. Pubers met Figuur 1. Hersenscan gevolgen alcoholgebruik alcoholproblemen scoren lager dan andere jongeren op taalvaardigheid, intelligentie, aandacht en ruimtelijk inzicht. Overmatig alcoholgebruik kan dus gevolgen hebben voor de hersenen, maar is ook een niet te onderschatten aanjager van geweld (waaronder ook seksueel geweld) en overlast. Het vergroot daarnaast de kans op verkeersongevallen, letselschade en onveilig vrijen. Vooral jongeren die veel drinken zijn vaker bij deze vormen van riskant gedrag betrokken. Bovendien blijkt dat als jongeren in hun puberjaren veel drinken, de kans toeneemt dat ze later problemen met hun drankgebruik krijgen. Tot slot zijn de kosten ten gevolge van de alcoholproblematiek vele malen hoger dan de middelen die nodig zijn voor preventie (KPMG, 2010).
4
2.
Integrale aanpak van beleid en uitvoering
2.1 Uitgangspunten en onderbouwing van beleid Dit plan is gebaseerd op een integrale beleidsvisie. Er is namelijk sprake van een preventie én handhavingsplan. Dat impliceert dat meerdere afdelingen binnen de gemeenten - en dus ook meerdere typen maatregelen – worden ingezet bij de aanpak van de alcoholproblematiek. Als uitgangspunt voor integraal alcoholbeleid hanteren we het preventiemodel van Reynolds (2003) dat ook de basis vormt voor de Zeeuwse jeugd- en alcoholaanpak. Dit model wordt ook gebruikt in de Handreiking Gezonde Gemeenten van het RIVM. Het preventiemodel kent 3 beleidspijlers: educatie, regelgeving en handhaving. De pijlers staan deels op zichzelf, maar overlappen elkaar ook (figuur 2). Juist in de overlap zien we het integrale preventiebeleid terug. Het preventiemodel van Reynolds is gebaseerd op de systeemtheorie van Holder (1998), die duidelijk maakt dat Regelgeving Handhaving alcoholgebruik altijd een resultaat is van een combinatie van factoren. Het meest succesvol zijn strategieën die vooral de omgeving van de drinker beïnvloeden. In de Preventie omgeving van de jonge drinker spelen alcoholverstrekkers, scholen en ouders een belangrijke rol. In dit PHP staat daarom de omgeving van de jonge drinker centraal. Figuur 2. Preventiemodel Reynolds
2.2 Beleidsdoelgroep en -setting Einddoelgroep van dit preventie- en handhavingsplan zijn jongeren jongvolwassenen tot 24 jaar. Het accent ligt nadrukkelijk op het voorkomen van alcoholgebruik door 18-minners. Voor 18-24 jarigen gaat het voorkomen van overmatig alcoholgebruik.
Educatie
en het vooral om
2.3 Doelstellingen van beleid Artikel 43a van de DHW schrijft voor dat de doelstellingen van het beleid duidelijk moeten zijn. Er zijn hoofddoelstellingen en inhoudelijke doelstellingen opgesteld. Op basis van de Drank- en Horecawet kunnen twee algemene hoofddoelstellingen worden onderscheiden: Hoofddoelstellingen 1. Het tegengaan en terugdringen van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar 2.
Het tegengaan van risicovol/schadelijk alcoholgebruik door jongeren van 18 tot en met 23 jaar
Elke doelstelling zal getoetst worden aan cijfers die beschikbaar komen vanuit de reguliere monitoringssystemen (o.a. Jeugdmonitor GGD en Scoop). In het najaar van 2015 zal er weer een Jeugdmonitor onderzoek plaatsvinden. Deze cijfers zullen begin 2016 beschikbaar zijn. Dan is er nog een heel jaar te gaan. Naast de cijfers uit de Jeugdmonitor zal dan ook gekeken worden naar andere monitoringssystemen, zoals bijvoorbeeld politieregistratie, HALT instroom, cijfers alcoholpoli, eventueel beschikbare cijfers omtrent veiligheid op straat en café-verbodenregistratie etc. Tevens bestaat er de mogelijkheid om het draagvlak- onderzoek van eind 2013 eind 2016 te herhalen waarin bijvoorbeeld ook het draagvlak onder ouders gemeten kan worden. Inhoudelijke doelstellingen 1. Het percentage Zeeuwse jongeren onder de 18 jaar dat alcohol gebruikt zal aantoonbaar afnemen van 51% naar 41% of minder. Onderbouwing Eind 2016 zullen de jongeren van 12-18 jaar hun meest kwetsbare levensfase (hebben) doorlopen onder de nieuwe Drank- en Horecawet. Naast het decentrale toezicht en de strafbaarstelling zal de norm naar 18 jaar meer ingeburgerd zijn dan nu het geval is. Zeker voor de jongeren die dan 12-15 jaar zijn. Zij zijn immers opgegroeid met het idee dat er pas alcohol gedronken mag worden vanaf 18 jaar. Anderzijds is het onmogelijk om binnen 3 jaar tijd een norm geheel te veranderen. Daarom zal de groep jongeren van 16-17 jaar die in 2016 alcohol drinkt wellicht nog groot zijn. Een daling van 10% of meer is daarom een reële ambitie.
5
2.
De startleeftijd waarop Zeeuwse jongeren beginnen met het drinken van alcohol stijgt van 13,9 naar tenminste 18 jaar. Onderbouwing Net zoals bij doelstelling 1 ligt de onderbouwing van de doelstelling 2 vooral in de veranderingen van de nieuwe Drank- en Horecawet. De startleeftijd van 13,9 jaar komt uit de Jeugdmonitor van de GGD. Omdat het zeker is dat dit onderzoek herhaald zal worden, wordt deze startleeftijd aangehouden in deze doelstelling. 3.
Terugdringen ‘bingedrinking’ (5 of meer alcoholische drankjes op een gelegenheid) van 25% naar 20% of minder. Onderbouwing De invloed die de lokale overheid heeft op de hoeveelheid die door jongeren gedronken wordt, is waarschijnlijk minder groot dan het aantal jongeren wat drinkt op de startleeftijd. De nieuwe Drank- en Horecawet kent wel een aantal mogelijkheden, namelijk het tegengaan van prijsacties om indrinken tegen te gaan, maar uit onderzoek blijkt dat indrinken, ondanks alle maatregelen, een steeds grotere toename kent. Derhalve streven we naar een lichte verbetering van tenminste 5% of meer. 4.
Toename van het draagvlak onder ouders/opvoeders voor de norm geen alcohol onder de 18 jaar van 76% naar 85%. Onderbouwing De verwachting is dat steeds meer ouders het eens zijn met de wettelijke norm dat er onder de 18 jaar geen alcohol gedronken mag worden. Het draagvlak onder ouders/opvoeders is in 2013 gemeten in het draagvlakonderzoek van de GGD. Dit onderzoek zal eind 2016 worden herhaald. 5. Alcoholverstrekker gaan de regels beter naleven. De gemeente Vlissingen wil inzicht in de mate waarin alcoholverstrekkers zich houden aan de wettelijke leeftijdsgrens van 18 jaar voor de verkoop van alcohol. Daarvoor hebben wij samen met Goes, Kapelle, Reimerswaal, Borsele, Noord-Beveland, Schouwn-Duiveland en Middelburg in april/mei 2014 een nalevingsonderzoek laten uitvoeren door mysteryshoppers. Scoop en Inview hebben gezamenlijk het onderzoek in opdracht van deze gemeenten uitgevoerd. Het onderzoek wordt herhaald in 2016.
6
3.
Risicoanalyse en interventiestrategie
Periodiek wordt een risicoanalyse opgesteld op basis waarvan doelstellingen aangescherpt kunnen worden en de focus verlegd kan worden. De risicoanalyse geeft inzicht in de concrete kenmerken van de locaties waar jongeren drinken en waar hun alcoholgebruik voor problemen zorgt. Met behulp van de risicoanalyse worden middelen ingezet op de meest effectieve manier. De analyse in dit hoofdstuk is dus niet bedoeld om te bepalen welke interventies worden ingezet maar waar, wanneer en hoe interventies het beste kunnen worden ingezet. In de hoofdstukken hierna wordt meer de diepte in gegaan. Door het periodieke karakter van deze analyse, is het tevens een evaluatie-instrument dat inzicht geeft in de resultaten van het lokale alcoholbeleid, dat aanknopingspunten biedt voor een volgend P&H-plan. 3.1 Gegevens uit onderzoek De naleving van de wet door alcoholverstrekkers kan worden vastgesteld aan de hand van onderzoek. Aan de hand van een nalevingsonderzoek worden jongeren ingezet om de naleving van de leeftijdsgrenzen te toetsen. Met het nalevingsonderzoek bepalen we per setting en zelfs per locatie hoe de naleving van de leeftijdsgrens in de praktijk wordt uitgevoerd. Ook kan worden onderzocht in hoeverre voor doortappen en het toelaten van dronken klanten de regels worden nageleefd. In onze gemeente wordt blijkens het in het vorige hoofdstuk genoemde naleefonderzoek in 59% van de gevallen de regels goed nageleefd. Bovengenoemd nalevingsonderzoek in de 8 gemeenten is uitgevoerd in supermarkten, slijterijen, commerciële horeca en paracommercie. Ten opzichte van eerder onderzoek in 2011 zijn supermarkten en slijterijen het gemiddeld beter gaan doen (procentueel goed is respectievelijk 67% en 65 %). Bij de paracommercie scoorde 70% goed, alleen de commerciële horeca deed het minder: 1 40% leeft de leeftijdsgrenzen voor alcohol na. De kenmerken van het alcoholgebruik onder jongeren (frequentie, dronkenschap, koopgedrag etc.) stellen we vast met de GGD gezondheidsmonitor. Deze monitor wordt eens per vier jaar afgenomen. De intoxicatiecijfers worden op basis van ziekenhuisgegevens jaarlijks verzameld. De uitkomsten van bovenstaande studies worden gebruikt om de risicoanalysetabel in te vullen, waarover meer in de volgende paragraaf. 3.2 Gegevens van informanten Om een praktijkgerichte risicoanalyse uit te voeren, ter aanvulling op de bovengenoemde onderzoeken, raadplegen we ook andere bronnen. In eerste instantie zijn dat: politie, jongerenwerk, veldwerk verslavingszorg en de DHW BOA’s. Van deze partners zal jaarlijks worden gevraagd aan te geven wat zij als de belangrijkste risico’s zien. De risicokenmerken, -locaties en tijdstippen in onderstaande tabel stonden daarbij centraal. Risicoanalyse De risicoanalyse geeft de kans weer dat een jongere of jongvolwassene in een bepaalde setting (te veel) alcoholhoudende drank krijgt. De settings van waaruit dit kan plaatsvinden, zijn in de tabel hieronder geïnventariseerd.
als deze is uitgevoerd.
1
Nalevingsonderzoek verkoop alcohol 2014, Scoop
7
Tabel 1: Risicoanalyse Setting Detailhandel Horeca/ Evenementen Club huizen en jongeren centra
Thuis/ouders
Sport
Scholen
Openbare ruimte
(Jongeren) campings Hokken / Keten Overigen
Risico kenmerken - Aankoop door minderjarigen t.b.v. indrinken. - Bij bepaalde zaken beperkte naleving. - Aankoop en consumptie door minderjarigen. - Doorschenken bij dronkenschap. - Aankoop en consumptie door minderjarigen. - Doorschenken bij dronkenschap - Ontbreken van duidelijke huisregels - Niet houden aan schenktijden (paracommercie) - Ontbreken van duidelijke afspraken mbt alcohol en uitgaan. - Thuis indrinken. - Verkeerd voorbeeld ouders - Aankoop en consumptie door minderjarigen. - Doorschenken bij dronkenschap - Ontbreken van duidelijke huisregels - Niet houden aan schenktijden (paracommercie) - Ontbreken van duidelijke regels rondom alcohol, ook tijdens excursies, studiereizen, schoolfeesten en dergelijke. - Communicatie over deze regels - Gebrek aan toezicht en sancties op (huis)regels door schoolleiding. - Alcoholgebruik op straat door minderjarigen. - Openbare dronkenschap en daaraan gerelateerde overlast - Aankoop en consumptie door minderjarigen. - Ontbreken van duidelijke (huis)regels - Alcoholconsumptie door jeugd zonder toezicht van volwassenen. - Overmatige alcoholconsumptie - Alcoholconsumptie door minderjarigen
3.3 Interventiestrategie De kern van de interventiestrategie is gebaseerd op de beleidspijlers handhaving, regelgeving en educatie. De risicoanalyse bepaalt in welke mate op een specifieke pijler wordt ingezet en welke setting de meeste aandacht krijgt. De analyse is dus niet bedoeld om te bepalen welke interventies er worden ingezet, maar waar, wanneer en hoe interventies het beste kunnen worden ingezet. Op basis van de uitkomsten bepalen we de uitvoeringsstrategie die we in opvolgende jaren verfijnen en bijsturen. Omdat alcoholproblematiek onderhevig is aan trends, voeren we de analyse idealiter elk jaar opnieuw uit. Tabel 2 schetst een overzicht van de maatregelen per beleidspijler. Uitgangspunt van dit plan is dat we per setting zoveel mogelijk combinaties maken van elementen van de verschillende pijlers die elkaar versterken. Idealiter stellen we per setting een geschikte maatregelenmix op. In de volgende hoofdstukken lichten we per beleidspijler de verschillende maatregelen toe.
8
Tabel 2: Maatregelenmix per setting Setting Detailhandel
Horeca/ Evenementen
Club huizen en jongeren centra
Handhaving - Toezicht leeftijdsgrenzen. - Sanctiestrategie. - Three strikes out - Toezicht door detailhandel zelf -Toezicht leeftijdsgrenzen -Toezicht doorschenken - Toezicht regels DHW - Sanctiestrategie.
-Toezicht leeftijdsgrenzen -Toezicht doorschenken - Toezicht regels DHW - Toezicht schenkregels paracommercie. - Sanctiestrategie.
Regelgeving - Interne regels van detailhandelbranche
Educatie - Nalevings-communicatie - Training caissières - Communicatie over DHW en alcoholregels
- Aanvullende eisen tav ontheffing DHW bij evenementen - Beleidsregels ontheffingen art. 35 DHW - Schenktijden beperken - Verbod sterke drank
-Nalevings-communicatie -IVA Training barpersoneel - Communicatie over DHW en alcoholregels
-Alcoholopvoeding -Uitgaansopvoeding - Communicatie over DHW en alcoholregels -Training barvrijwilligers
Thuis/ouders
Sport
Overleg over interne regels op school
Scholen
Toezicht bij evenementen en feesten.
Openbare ruimte
- Toezicht en handhaving in de openbare ruimte. -Toezicht leeftijdsgrenzen -Toezicht doorschenken - Toezicht regels DHW - Toezicht schenkregels paracommercie. - Sanctiestrategie.
(Jongeren) campings
Hokken / Keten
- Toezicht en handhaving in de openbare ruimte.
Overleg over (huis)regels
- Alcoholopvoeding - Uitgaansopvoeding -Communicatie over DHW en alcoholregels -alcoholregels duidelijk zichtbaar -IVA training barpersoneel -Overleg over integrale aanpak alcoholpreventie -alcoholvoorlichting aan ouders -Alcoholvrije school -Blijf Cool -Nalevings communicatie -Campagne -Nalevings communicatie -Alcoholvoorlichting aan ouders en jongeren zelf
-Voorlichting aan ouders
Afhankelijk van de setting en de omstandigheden met betrekking tot de alcoholconsumptie daaromheen, is de ene maatregel effectiever dan de andere. In sommige gevallen zal een situatie activiteiten op het gebied van handhaving eisen, in andere gevallen regelgeving en in weer andere gevallen educatie. Een mix van activiteiten uit alle drie de pijlers is het meest aan te bevelen.
9
4.
Handhavingsactiviteiten
Met de gewijzigde Drank- en Horecawet is de burgemeester bevoegd gezag voor het toezicht en de handhaving van de gehele DHW. Handhaving van de wetgeving rond alcohol is dus een relatief nieuwe taak voor de gemeente. Op basis van ervaringen en inzichten van eerdere toezichthouders (NVWA, Pilotgemeenten) is gekozen voor een programmatische aanpak. Zoals eerder aangegeven ligt de gemeentelijke prioriteit in dit plan, zowel als het gaat om preventie als om handhaving, bij de problemen rondom alcoholverstrekking aan minderjarigen èn het voorkomen van dronkenschap onder jongvolwassenen. Deze doelstellingen sluiten aan bij de volgende wettelijke bepalingen: Leeftijdsgrens 18 jaar - Artikel 20, (lid 1 en 4) van de Drank- en Horecawet. Oftewel het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en het duidelijk zichtbaar aangeven van de leeftijdgrens. - Artikel 20, lid 4 van de Drank- en Horecawet. Het verplicht aanduiden van de leeftijdsgrens. Dronkenschap/doorschenken - Artikel 20, lid 5 van de Drank- en Horecawet. Het verbod om personen in kennelijke staat van dronkenschap toe te laten in een horecazaak of op het terras. - Artikel 252 Wetboek van Strafrecht. Verbod om dronken personen te schenken. - Artikel 453 Wetboek van Strafrecht. Verbod om zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg te begeven. Overige regels In de Drank- en Horecawet zijn nog tal van andere regels opgenomen waaraan alcohol- verstrekkers dienen te voldoen. Zo moet er altijd een leidinggevende aanwezig zijn tijdens openingstijden, moeten inrichtingen voldoen aan de zogenaamde inrichtingseisen en gelden er specifieke schenktijden/schenkregels voor de paracommerciële horeca. Een totaaloverzicht van de relevante regels is te vinden in de sanctiestrategie, toegevoegd als bijlage 1.
4.1 Toezicht Er zijn nog meerdere thema's relevant in het kader van de DHW. Hierbij valt te denken aan de aanwezigheid leidinggevende, de inrichtingseisen, en eisen m.b.t. het personeel. In bijlage 1 staat een kort overzicht met de meest voorkomende overtredingen van de DHW. Daarnaast wordt er bij controles in de horeca ook op andere wet‐ en regelgeving gecontroleerd, zoals naleving sluitingstijden, terrasvergunning en wet op de kansspelen. Deze thema's zijn inmiddels ingebed in de reguliere toezichtstaak mbt de horeca en worden daarom in deze notitie niet apart benoemd. Risico-analyse Het toezicht op de DHW bestaat uit twee typen controles, namelijk reguliere inrichtingencontroles (type 1) en controles op leeftijdsgrenzen, dronkenschap en schenktijden (type 2). Om te bepalen welk type controle moet worden ingezet en met welke frequentie, is een risicoanalyse uitgevoerd op inrichtingenniveau. De risico-analyse gaat uit van de kans dat de regels worden overtreden maal het effect dat daarmee wordt veroorzaakt. Daarnaast wordt bezien of in een bepaalde gelegenheid veel jongeren komen. De basis van de risico-analyse wordt gevormd door de formule: Risico = Kans X Effect. De kans wordt in dit verband ook wel genoemd: het overtredersniveau, dus de kans dat de regels niet worden nageleefd. De kans op het overtreden van de regels hangt af van meerdere factoren. Te denken valt aan de drukte, het in werking hebben van een eigen (leeftijdscontrole)systeem en het nalevingsgedrag van de ondernemer in het verleden. Het overtrederniveau wordt ingeschat op basis van de beschikbare informatie van de NVWA en de lokale kennis binnen de gemeente. Indien na controle blijkt dat een ondernemer een betere of slechtere nalever is, dan wordt de score in de risico-analyse bijgesteld. Dit gebeurt in ieder geval jaarlijks voorafgaande aan de jaarplanning.
10
Het effect is hoger naarmate er bijvoorbeeld meer jongeren of jong-volwassenen in de inrichting komen. Maar het kan ook zijn dat het effect bepaald wordt doordat bij overtreding van de regels meer oneerlijke concurrentie wordt veroorzaakt of meer problemen van openbare orde en veiligheid gepaard gaan. Concreet is het de bedoeling dat de controlecapaciteit dus vooral ingezet wordt naarmate de regels minder goed worden nageleefd en juist op die plekken waar veel jeugd komt. Beide variabelen bevinden zich op een geleidende schaal. Inzet toezicht per type controle Type 1: Inrichtingencontroles Bij dit type controles wordt gekeken naar de aanwezigheid en actualiteit van de vergunning of ontheffing, het voldoen aan de voorschriften bij de vergunning/ontheffing en andere bepalingen uit de 2 DHW, zoals de aanwezigheid van leidinggevenden tijdens openingstijden . De inrichtingencontroles zijn programmatisch opgenomen in het Deelprogramma Milieu van het jaarlijks door het college van B&W op te stellen Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP). In het HUP 2014 is een controlelijst toegevoegd waarin inrichtingen worden gecontroleerd aan de hand van de bepalingen van de dranken horecawet en de Wet milieubeheer. Deze controles vinden vaak overdag plaats en er is direct contact met de drankverstrekker. De controles worden in beginsel aangekondigd. In eerste instantie wordt een controle uitgevoerd naar aanleiding van een vergunningenprocedure. Voor dit type inrichtingencontroles wordt dan ook verwezen naar het jaarlijks op te stellen HUP. 3
Type 2: Leeftijdsgrenzeninspecties/ dronkenschap/schenkregels Naast de reguliere inrichtingencontroles die zijn opgenomen in het HUP richten de type 2 controles zich op leeftijdsgrenzeninspecties bij drankverstrekkers. De controles richten zich in hoofdzaak op het controleren van verstrekking van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de 18 jaar. Daarnaast worden controles uitgevoerd op dronkenschap en op schenktijden binnen de paracommercie. Het toezicht bestaat uit observaties op de plaatsen en tijdstippen waarop (’s avonds en in de weekenden) jongeren alcoholhoudende dranken kopen en gebruiken. De scores uit de bijgevoegde risico-analyse worden als volgt vertaald in controlefrequentie. De indicatie aspecten behorend bij de prioriteringsscore zijn: • Alcoholverstrekking aan jongeren • Verstoring openbare orde • Oneerlijke concurrentie De scores worden als volgt vertaald: 0 = niet aanwezig 1 = zeer gering 2 = reëel 3 = zeer groot
2
Voor een volledig overzicht van de regels waarop wordt gecontroleerd wordt verwezen naar de bij dit preventie- en
handhavingsplan opgenomen sanctiestrategie. 3
Controles type 2 is in dit document de verzamelnaam voor de leeftijdscontroles, het binnenlaten van dronken personen, het
doorschenken van alcohol aan dronken personen en het schenken buiten de schenktijden in paracommerciële instellingen.
11
De controle-inzet voor type 2 controles wordt als volgt vastgesteld: Leeftijdsgrenzeninspecties/ dronkenschap/schenkregels aantal Prioriteits Bezoek score frequentie in maanden Café’s 34 2/3 12 Restaurants 33 1/2 24 Hotels/B&B 13 1 24 Cafetaria/Lunchroom/Broodjeszaak 42 1/2 24 Strandtenten 4 2 12 Clubhuizen/buurthuizen/verenigingen 43 1/2 24 Slijterijen 5 2 12 Campingbedrijven 3 1 24 Detailhandel/supermarkten 13 2 12 Soort
Naast de hierboven genoemde programmatische type 1 controles op basis van de HUP en type 2 controles op basis van het bovengenoemde overzicht vinden nog de volgende incidentele controles/acties plaats. - Steekproefsgewijze controles bij evenementen vinden plaats aan de hand van de afgegeven evenementenvergunningen. Vaak jaarlijks terugkerende evenementen, waarbij op basis van ervaringen van de vorige jaren een afweging wordt gemaakt voor een eventuele steekproef. - Controles bij ontmoetingsplaatsen/hotspots vinden plaats op locaties waarover klachten of signaleringen of meldingen van de politie zijn binnengekomen. - Juridisch vervolg komt aan de orde wanneer na een controle een bestuurlijke reactie volgt. Met name indien er sprake is van een last onder dwangsom/bestuursdwang of het intrekken van een vergunning.
4.2
Handhavingsinterventies
Nalevingscommunicatie Communicatie versterkt het effect van de handhaving. Het draagt bij aan een verhoogde subjectieve pakkans en aan meer draagvlak voor de maatregelen. Het is van belang de communicatie naar de diverse doelgroepen in goed overleg met andere afdelingen en partijen vorm te geven. Aangezien communicatie in dit plan vooral een educatief (uitleggen regels) en persuasief (aanzetten tot betere naleving) doel heeft, werken we ze verder uit in het hoofdstuk 6 dat gaat over educatieve activiteiten. Sanctiestrategie Na controle wordt een controlerapport of boeterapportage opgemaakt. Indien is gebleken dat de gecontroleerde zich niet (geheel) aan de regels houdt kan het bevoegd gezag verschillende sancties toepassen teneinde de overtreder ertoe te bewegen zich in het vervolg wel te houden aan de voor hem geldende regels. Niet alle overtredingen zijn even ernstig. Bijlage 1 van dit preventie- en handhavingsplan geeft de sanctiestrategie weer waarin is bepaald met welk sanctiemiddel de burgemeester in beginsel reageert op overtredingen. Voor de lichtere overtredingen wordt eerst een waarschuwing gegeven, voor de ernstigere overtredingen wordt direct een daadwerkelijke sanctie opgelegd zoals een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom. Ook intrekken of schorsen van de vergunning behoort tot de mogelijkheden die de burgemeester ter beschikking staan. Hardheidsclausule Afwijken van de sanctiestrategie is mogelijk. Dat kan ten eerste in spoedeisende gevallen, waarbij direct handhavend optreden vereist is en de waarschuwing derhalve achterwege wordt gelaten. Ten tweede kan ook op basis van bijzondere feiten en omstandigheden worden afgeweken van de sanctiestrategie. De sanctie dient immers in alle gevallen proportioneel te zijn. Het toezicht en de handhaving hebben tot doel te komen tot preventie en een betere naleving en waarborging van de geldende wet- en regelgeving. In uitzonderlijke gevallen kan dit doel beter bereikt worden door af te wijken van de sanctiestrategie, waarbij deze afwijking wordt gemotiveerd.
12
4.3 Effectmeting en evaluatie Het effect van het toezicht en de handhaving op de naleving van de leeftijdsgrens wordt gemeten met nalevingsonderzoek. Dit onderzoek wordt een keer per twee jaar uitgevoerd. Meer over (effect)evaluatie in paragraaf 3.1.
13
5.
Regelgevende activiteiten
De DHW geeft gemeenten verschillende verordenende bevoegdheden. De model- verordeningen die gemaakt zijn door de VNG en door het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid (STAP) geven mooi aan welke mogelijkheden er zijn. Regelgeving is een onmisbare factor van een integraal alcoholbeleid. Om die reden wordt in dit hoofdstuk kort uiteengezet welke soorten regels er zijn. Regels centraal en decentraal Er zijn regels die van rijkswege gelden en regels die door de gemeenten zijn opgesteld. De door het rijk opgestelde regelgeving staan in de DHW zelf (bijvoorbeeld niet schenken aan jongeren < 18 jaar). De regels van gemeentewege zijn neergelegd in de Algemene plaatselijke verordening Vlissingen 2013. Daarnaast verstrekt de gemeente vergunningen en ontheffingen, al dan niet onder voorwaarden en stelt de gemeente het toetsingskader vast in beleidsregels van de burgemeester inzake de ontheffingen ex. artikel 35 van de DHW en de ontheffing in het kader van artikel 4 van de Drank- en Horeca. Verordening De verordening op grond van artikel 4 van de DHW geeft schenkregels voor para- commerciële inrichtingen (schenktijden en sterke drank). Hiervoor regels maken is verplicht. Het doel is het voorkomen van oneerlijke concurrentie tussen paracommercie en commerciële horeca. Met het stellen van de regels is rekening gehouden met de pijler alcohol en jeugd (bijvoorbeeld bij sportverenigingen wordt jeugd zo min mogelijk geconfronteerd met alcoholconsumptie). Daarnaast zijn in de Apv Vlissingen 2013 regels opgesteld op grond van artikel 25c van de DHW (beperken van prijsacties en happy hours). Beleidsregels ontheffingen De gemeente Vlissingen hanteert beleidsregels om te bepalen of een paracommerciële inrichting op aanvraag een ontheffing krijgt van de schenkregels voor tijdelijke gelegenheden van bijzondere aard. Daarnaast hanteert de gemeente beleidsregels om te bepalen of en onder welke voorwaarden alcoholhoudende drank geschonken mag worden tijdens evenementen. Deze beleidsregels, welke zijn vastgesteld door de burgemeester, zijn (ter informatie) als bijlage 2 bij dit plan gevoegd.
14
6.
Educatieve/communicatieve activiteiten
Dit P&H-plan kent twee einddoelgroepen: jongeren onder de 18 jaar en 18-25 jarigen. In hoofdstuk 2 werd al uitgelegd dat preventie activiteiten het beste gericht kunnen zijn op de omgeving van deze groepen. Voor een belangrijk deel gaat het daarbij om de sociale en professionele omgeving van jongeren. Daarom staan omgevingsgerichte educatieve activiteiten centraal in dit hoofdstuk. Daarbij onderscheiden we drie doelgroepen die invloed kunnen hebben op het alcoholgebruik van jongeren: 1. Alcoholverstrekkers 2. Scholen 3. Ouders/opvoeders/andere volwassenen die (veel) met jongeren te maken hebben 6.1 Alcoholverstrekkers Met de term alcoholverstrekkers worden alle personen bedoeld die verantwoordelijk zijn voor een adequate naleving van de eerder genoemde bepalingen in de DHW. Dat kunnen zijn horecaondernemers, barpersoneel, barvrijwilligers, portiers, caissières, filiaalmanagers etc. Van deze professionals wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol kennen en naleven, evenals het verbod op doorschenken bij dronkenschap en het toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in de onderneming, vereniging of het evenement. In tabel 1 van Hoofdstuk 3 ziet u de verschillende settings van waaruit de alcoholverstrekkers opereren. Het gaat in deze paragraaf concreet om: de detailhandel, de horeca/evenementen en de sportkantines. Hieronder worden enkele interventies die van toepassing zijn op deze settings toegelicht. Training Belangrijk is vooral dat een alcoholverstrekker zich bewust is van zijn/haar verantwoordelijkheid en in staat is juist te handelen, ook wanneer er weerstand is bij de klant. Om alcoholverstrekkers hierin te bekwamen zijn trainingsprogramma’s ontwikkeld zoals de IVA (Instructie Verantwoord Alcoholgebruik) training voor barvrijwilligers en de Evenementen IVA. Gekoppeld aan het handhavingsplan kunnen horecaondernemers en sportverenigingen bij wie voor een tweede maal een overtreding is vastgesteld op bovengenoemde zaken worden verplicht een training barcode/IVA door hun personeel/vrijwilligers en management te laten volgen. Voor DHW-vergunningsvrije verkooppunten zoals supermarkten wordt geadviseerd overleg te laten plaatsvinden met de ondernemers(verenigingen) om helder te krijgen wat men intern aan training van personeel doet. Nalevingscommunicatie Naleving van de wet kan naast individuele training worden beïnvloed door nalevings-communicatie. Doel van nalevingscommunicatie is om een gedragsverandering te veroorzaken bij de doelgroep en om de subjectieve pakkans te vergroten. Daarom wordt in samenwerking met de afdeling communicatie een nalevingscommunicatieplan ontwikkeld. Dit kan ook worden ingezet voor andere nalevingsproblemen die in de gemeente spelen. De volgende elementen maken in ieder geval onderdeel uit van de nalevingscommunicatiestrategie: -
-
-
Educatieve communicatie Uitleg van de regels, de argumenten voor deze regels, uitleg over mogelijke hulpmiddelen om na te kunnen leven. Dit is nodig als onduidelijkheid over (het belang van) de regels naleving in de weg staat. Dreigende communicatie Communicatie over controles, sancties, uitbreiding toezichtcapaciteit, toezichthouders in uniform. Deze vorm beïnvloedt de subjectieve pakkansbeleving en kan effectief zijn als blijkt dat de regels bewust overtreden worden. Normatieve communicatie Bijvoorbeeld een interview met een ondernemer die de regels goed naleeft, een nieuwsbericht waarin het percentage nalevers wordt genoemd in plaats van het aantal overtreders. Oftewel: het communiceren van gewenste norm, ervan uitgaande dat de gemiddelde mens graag aan de algemeen geldende norm wil voldoen.
15
Evenementenbeleid Gemeenten passen waar mogelijk het evenementenbeleid aan en geven tips aan organisator op het gebied van alcoholverstrekking. Hier is een folder en informatiepakket vanuit LZNVZ voor beschikbaar.
6.2 Onderwijs De school is een belangrijke pedagogische omgeving voor jongeren. Gedragsverandering creëren via voorlichtingsprogramma's blijkt lastig, zo niet onmogelijk (Babor, 2010). Toch is het relevant dat jongeren geïnformeerd raken over de risico's van alcoholgebruik. Met name de informatie over wat alcohol met de hersenontwikkeling doet is hierbij bruikbaar. Dat geld niet alleen voor jongeren, maar ook voor hun ouders. Zoals al eerder aangegeven kent de Zeeuwse jeugd- en alcoholaanpak diverse interventies die gericht zijn op de setting onderwijs. Enkele voorbeelden worden hieronder aangehaald. Alcoholvrije school Gezien de nieuwe leeftijdsgrens mogen vrijwel alle leerlingen in het voortgezet onderwijs nog geen alcohol in bezit hebben in openbare gelegenheden en daarmee lijkt een alcoholvrij schoolbeleid de meest voor de hand liggende keuze. Een goed schoolprogramma biedt meer dan voorlichting en besteedt ook aandacht aan regels voor leerlingen en personeel met betrekking tot alcoholgebruik bij schoolfeesten, kampen, excursies en studiereizen. Een interventie die wij in Zeeland gebruiken die dit alles omvat is de ‘Alcoholvrije School’. Bekeken wordt of scholen moeite hebben met de handhaving van de regels bij bijvoorbeeld feesten. Daar waar mogelijk wordt Indigo ingezet voor Blaasacties voorafgaand aan de schoolfeesten en zal bekeken worden of toezichthouders van de gemeente een ondersteunende rol kunnen spelen. Scholen die hierop gericht beleid hebben ontwikkeld ontvangen daarvoor een keurmerk “Alcoholvrije school”. In Vlissingen hebben in 2014 beide locaties van voortgezet onderwijs Scheldemond en CSW het keurmerk uitgereikt gekregen door leden van het college van B&W. Help mijn kind wordt een puber voor het BO Help mijn kind wordt een puber omvat een bovenlokale ouderavond voor ouders van kinderen uit groep 7 en 8 met als thema’s voorbereiding op pubergedrag en alcohol. In 2013 is een veel bezochte avond georganiseerd in het stadhuis van Vlissingen. Gezonde school en genotmiddelen Het onderwijs wordt al veel langer benaderd voor de preventie van middelengebruik waaronder alcohol. Reeds sinds 2004 wordt het samenwerkingsproject Gezonde school en genotmiddelen ingezet op zowel basis, voortgezet als speciaal onderwijs. De uitvoering is in handen van Indigo en de GGD. 6.3 Ouders en de thuissituatie Alcoholopvoeding Ouders denken veelal dat het gedrag van hun puber volledig wordt bepaald door peers (o.a. vrienden), terwijl zij wel degelijk ook zelf invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen (van der Vorst, 2006). De beschikbaarheid van alcohol in huis en het stellen van regels zijn geschikte instrumenten om alcoholgebruik tegen te gaan. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die geen duidelijke regels hebben afgesproken en geen leeftijdsgrens hebben gesteld voor het drinken van alcohol al op jongere leeftijd beginnen met drinken. Ze drinken bovendien vaker dan jongeren waarvan de ouders wel een leeftijdsgrens hebben gesteld. Naast het stellen van regels zijn andere beschermende factoren: een goede band tussen ouder en kind en een autoritatieve opvoedstijl. Adviezen met betrekking tot alcoholopvoeding zullen in samenwerking met de eerder genoemde VO-scholen aan ouders worden aangeboden. Daarnaast zullen interventies zoals stapavonden voor ouders van kinderen tussen de 14 en 18 jaar, ouderavonden en de Aanpak Per Kern blijvend worden aangeboden. In Vlissingen zijn in 2011 en 2013 stapavonden georganiseerd.
16
6.4 Publiekscommunicatie Goed alcoholbeleid is niet vanzelfsprekend populair onder burgers en ondernemers. Maar aan draagvlak voor beleid kan wel gewerkt worden. Zeker in het geval van nieuwe regels zoals de 18jaargrens voor alcoholverkoop is het verstandig in te zetten op draagvlak- verhogende maatregelen. Het is bekend dat de kennis rondom alcohol en de gevolgen van alcoholmisbruik kan bijdragen aan meer draagvlak voor alcoholbeleid. Zowel voor ondernemers/verenigingen als ouders en hun kinderen is het van belang tekst en uitleg te krijgen bij de normen die er in de samenleving zijn voor het gebruik en de verkoop van alcohol. Via diverse relevante kanalen (met name de Provinciale en lokale media, maar ook de GGD, Indigo, Porthos, ouderavonden op scholen en in sportverenigingen) worden ouders voorgelicht over een adequate opvoedstijl en worden zij gewezen op ondersteunende websites als www.hoepakjijdataan.nl en www.uwkindenalcohol.nl. Landelijke en lokale campagnes en activiteiten kunnen elkaar versterken. Onder de i 6.5 Effectmeting en evaluatie Het effect van de educatieve maatregelen uit dit plan wordt primair gemeten met de gezondheidsmonitor van de GGD. Dit onderzoek wordt één keer per vier jaar uitgevoerd. Tevens zal het draagvlakonderzoek van 2011 en 2013 in het najaar van 2016 herhaald worden.
17
7.
Uitvoering
Uitgangspunt van dit plan is het beïnvloeden van de omgeving van de jonge drinker opdat deze meer gezonde en veilige keuzes kan maken met betrekking tot alcohol. In de interventiestrategie (hoofdstuk 3) is vastgesteld op welke pijlers wordt ingezet om jongeren te beïnvloeden richting een verantwoorde leefstijl. De daadwerkelijke uitvoering waarvan de kaders in hoofdstuk 4 (toezicht en handhaving) en hoofdstuk 6 (educatie) zijn aangegeven wordt in jaarlijkse uitvoeringsplanningen opgenomen. Zo kennen we voor toezicht en handhaving het integrale handhaving uitvoeringsprogramma, waarin op basis van deze nota een hoofdstuk wordt toegevoegd ten aanzien van de Drank- en Horecawet. Voor educatie en bewustwording is er de Nota gezondheidsbeleid Walcheren 2013-2016 “Samenwerken voor gezondheid”. Zoals in hoofdstuk 2 is geschetst, werkt alcoholbeleid het beste als op meerdere beleidspijlers tegelijkertijd wordt ingezet. Dat impliceert ook dat er in de uitvoering meerdere partners en stakeholders betrokken zijn. Hieronder een beschrijving van de belangrijkste samenwerkingspartners en de organisatiestructuur.
7.1 Samenwerking met externe partners Op een integraal dossier als het alcoholbeleid is samenwerking essentieel voor een goede uitvoering. De volgende partners zijn daarbij concreet in beeld: Politie
Hotspots in kaart brengen, veiligheid tijdens inspecties, jongeren vragen naar ID en eventuele samenwerking met betrekking tot de aanpak van doortappen vanuit het Wetboek van Strafrecht en openbare dronkenschap (artikel 252 resp. 453).
Ondernemers/ verenigingen
Nalevingsommunicatie, meedenken over systeemontwikkeling, training personeel/vrijwilligers.
Scholen
Halfjaarlijks overleg over intern schoolbeleid (in kader van Lokale Educatieve Agenda) en over informatievoorziening richting ouders.
GezondheidsOrganisaties
Partners als de GGD en Indigo, de Instelling voor verslavingszorg zijn belangrijk bij de uitvoering en ontwikkeling van educatieve interventies.
7.2 Financiën Bij de activiteiten zoals benoemd zijn de gemeentelijke afdelingen Veiligheid, Vergunningen en Handhaving en SBP betrokken. Budget en personele capaciteit voor educatie Aan de ondersteuning en coördinatie vanuit het Zeeuws project “Laat ze niet verzuipen” dragen wij jaarlijks € 5.829 bij. Uitvoering op het terrein van educatie is veelal in handen van gezondheidsorganisaties op grond van een subsidierelatie. Het beleid van de gemeente Vlissignen is dat de verschillende interventies van deze organisaties in principe zoveel mogelijk binnen de eigen begroting wordt opgevangen. Budget en personele capaciteit voor toezicht en handhaving De in het plan geschetste type 1 en type 2 controles worden meegenomen in de beschikbare capaciteit, zoals deze aanwezig is en beschreven in het Integrale Handhavingsuitvoeringsplan 2014. De capaciteit zal jaarlijks worden meegenomen in het op te stellen Handhavingsuitvoeringsplan.
18
Babor e.a. (2010). Alcohol no ordinary commodity. Oxford: University press. Bieleman, B., Kruize, A. & Zimmerman, C. (2011). Monitor alcoholverstrekking jongeren 2011. Groningen: Intraval. Crews, F.T., Braun, C.J., Hoplight, B., Switzer, R.C. 3rd, & Knapp, D.J. (2000). Binge ethanol consumption causes differential brain damage in young adolescent rats compared with adult rats. Alcohol: clinical and experimental research, 24(11), 1712-1723. Dalen, W.E. van, Franken, F., de Greeff, J., Mulder, J., van Straten, P. & van der Wulp, N.Y. (2013). Het perspectief voor de Alcoholvrije School in Nederland. Utrecht: STAP Dijck, D. van, & Knibbe, R.A. (2005). De prevalentie van probleemdrinken in Nederland: Een algemeen bevolkingsonderzoek. Maastricht: Universiteit van Maastricht. Hibell, B., Guttormsson, U., Ahlström, S., Balakireva, O., Bjarnason, T., Kokkevi, A., & Kraus, L. (2012). The 2011 ESPAD report: Substance use among students in 36 European countries. Stockholm: The Swedish Council for Information and Alcohol and Other Drugs (CAN).
Holder, H. D. (1998). Alcohol and the Community: A Systems Approach to Prevention. Cambridge: Cambridge University Press. Meier , P. et al. (2008). The independent review of the effects of alcohol pricing and promotion. Summary of Evidence to Accompany Report on Phase 1: Systematic Reviews. School of Health and Related Research, University of Sheffield, UK. Reynolds, R.I. (2003). Building Confidence in Our Communities. London: London Drug Policy Forum. Roodbeen, R., Lie, K.J. & Schelleman-Offermans, K. (2014). Alcoholverkoop aan jongeren 2013. Nuchter, kenniscentrum leeftijdsgrenzen. Van der Vorst, H., Engels, R.C.M.E., Meeus, W., & Dekovic, M. (2006). Parental Attachment, Parental Control, and Early Development of Alcohol Use: A Longitudinal Study. Psychology of Addictive Behaviors , Vol. 20, No. 2, 107–116 Verdurmen, J., Monshouwer, K., Dorsselear, S. van, Lokman, S., Vermeulen-Smit, E., & Vollebergh, W. (2012). Jeugd en riskant gedrag 2011: Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut. Wagenaar, A.C., Toomey, T.L. & Erickson, D.J. (2005). Complying With the Minimum Drinking Age: Effects of Enforcement and Training interventions. Alcoholism: Clinical and Experimental Research, 29, 2, 255-262
19
Bijlage 1
Artikel DHW / verordenin g
Overtreding
Toelichting
3
Bedrijf exploiteert zonder (rechtsgeldige) vergunning
Geen vergunning, wel zicht op legalisatie
3
Bedrijf exploiteert zonder (rechtsgeldige) vergunning
8
10
12, lid 1 en 2
Geen vergunning, geen zicht op legalisatie Leidinggevende voldoet Artikel 31 niet langer aan een of verplicht in dat meerdere aan hem geval tot gestelde vereisten intrekking vergunning Inrichting voldoet niet Artikel 31 langer aan een of verplicht in dat meerdere gestelde geval tot inrichtingseisen intrekking vergunning Verstrekken alcoholhoudende drank in een niet op de vergunning vermelde lokaliteit
Stap: waarschuw en = 1 (direct) optreden = 2
(aanbevolen) sanctiemiddel bij (direct) optreden
Indicatie hoogte dwangsom
Modaliteit last onder dwangsom
Begunstigingsterm Bestuurlijke boete (bedragen in ijn (termijn voor euro's); verhoging boete bij het ongedaan recidive binnen 12 mnd maken van de natuurlijke natuurlijke onrechtmatige persoon of persoon of situatie) rechtspersoon rechtspersoon telt minder dan telt 50 of meer 50 werknemers werknemers 1 week 680 1360 (vergunning nog (vergunning nog niet verleend) niet verleend)
1
Last onder dwangsom
* 750-1500 dag tot 50m2, * 1500-3000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 3000-5000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 5000-7500 boven 500 m2.
2
Bestuursdwang
2
Intrekking vergunning
Niet mogelijk
1 week tot 12 weken, afhankelijk van vereiste
2
Intrekking vergunning
Niet mogelijk
1
Bestuurlijke boete * 750-1500 overtreding tot 50m2, * 1500-3000 van 51 m2 t/m 150 m2,
1 week tot 12 Niet mogelijk (art. Niet mogelijk (art. weken, afhankelijk 44a DHW) 44a DHW) van inrichtingsaanpassin gen 1 week 1020 2040
1 week
1360 (vergunning niet aangevraagd of geweigerd) Niet mogelijk (art. 44a DHW)
2720 (vergunning niet aangevraagd of geweigerd) Niet mogelijk (art. 44a DHW)
13, lid 1
Verbod verstrekking alcohol voor gebruik elders dan ter plaatse
1
13, lid 2
Verbod verstrekking Slechts alcohol voor gebruik ter toegestaan plaatse in slijtersbedrijf indien een klant erom vraagt de alcoholhoudend e drank eerst te proeven
1
14, lid 1
Verbod andere bedrijfsactiviteiten in slijtersbedrijf
1
In het Besluit aanvulling omschrijving slijtersbedrijf staat welke activiteiten in het slijtersbedrijf
* 3000-5000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 5000-7500 boven 500 m2. Bestuurlijke boete * 1500-3000 overtreding tot 50m2, * 3000-6000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 600010000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 1000015000 boven 500 m2. Bestuurlijke boete * 1500-3000 overtreding tot 50m2, * 3000-6000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 600010000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 1000015000 boven 500 m2. Bestuurlijke boete * 1000-2000 overtreding tot 50m2, * 2000-4000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 4000-7000 van 151 m2
1 dag
1360
2720
1 dag
1360
2720
1 dag
1020
2040
zijn toegestaan
14, lid 2 en 15, Verbod kleinhandel in lid 1 horecalokaliteit of op terras
1
15, lid 2
Verbod rechtstreekse verbinding tussen slijterij en andere neringruimte voor kleinhandel
1
16
Verbod automatenverkoop alcohol
M.u.v. hotelkamers
1
t/m 500 m2, * 700010000 boven 500 m2. Bestuurlijke boete * 1000-2000 overtreding tot 50m2, * 2000-4000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 4000-7000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 700010000 boven 500 m2. Last onder * 1000-2000 week dwangsom tot 50m2, * 2000-4000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 4000-7000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 700010000 boven 500 m2. Last onder * 1000-2000 overtreding dwangsom tot 50m2, * 2000-4000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 4000-7000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 700010000
1 dag
1020
2040
1 week
1020
2040
1 dag
1020
2040
boven 500 m2. Dit geldt voor supermarkten en slijterijen, niet voor horecainrichtingen
1
17
Verbod verstrekken alcoholhoudende drank anders dan in gesloten verpakking
18, lid 1 en 2
Verkoopverbod zwakalcoholische drank anders dan in slijtersbedrijf of levensmiddelenbedrijf voor gebruik elders dan per plaatse
2
18, lid 3
Onderscheid tussen zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije dranken ontbreekt in ruimte van het levensmiddelenbedrijf
1
Bestuurlijke boete * 1000-2000 overtreding tot 50m2, * 2000-4000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 4000-7000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 700010000 boven 500 m2. Bestuurlijke boete * 1500-3000 overtreding tot 50m2, * 3000-6000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 600010000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 1000015000 boven 500 m2. Last onder * 1000-2000 overtreding dwangsom tot 50m2, * 2000-4000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 4000-7000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 700010000
1 dag
1020
2040
1 dag
1360
2720
1 dag
1020
2040
boven 500 m2.
19, lid 1
Verbod op bestelservice sterke drank voor ander bedrijf dan slijtersbedrijf en partijen-catering
2
19, lid 2
Verbod bestelservice zwak-alcoholhoudende drank, behalve vanuit de uitzonderingen genoemd in artikel 19 lid 2
2
20, lid 1
Verkoop alcohol aan persoon < 18 jaar en > 18jaar kennelijk bestemd voor jonger dan 18
2
Bestuurlijke boete * 1000-2000 overtreding tot 50m2, * 2000-4000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 4000-7000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 700010000 boven 500 m2. Bestuurlijke boete * 1000-2000 overtreding tot 50m2, * 2000-4000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 4000-7000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 700010000 boven 500 m2. * Bestuurlijke * 1500-3000 overtreding boete tot 50m2, * 3000-6000 * Tijdelijke van 51 m2 ontzegging bevoegdheid t/m 150 m2, verkoop zwak* 6000alcoholhoudende 10000 van drank door niet 151 m2 t/m DHW500 m2, vergunningplichti * 10000-
1 dag
1020
2040
1 dag
1020
2040
1 uur
* 1360 * Geen bestuurlijke boete mogelijk bij toepassing van art. 19a DHW (three strikes out).
* 2720 * Geen bestuurlijke boete mogelijk bij toepassing van art. 19a DHW (three strikes out).
15000 ge detailhandel (ex art 19a DHW; boven 500 min. 1 en max. 12 m2. wk; three strikes out)
20, lid 2
Persoon < 18 jaar, zonder toezicht van persoon 21 jaar of ouder, toegelaten in slijtersbedrijf
2
20, lid 4
Niet duidelijk aangegeven leeftijdsgrenzen
1
20, lid 5
Dronken personen of onder invloed van drugs toegelaten in horeca- en slijtersbedrijf
2
Bestuurlijke boete * 1500-3000 overtreding tot 50m2, * 3000-6000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 600010000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 1000015000 boven 500 m2. Last onder * 750-1500 week dwangsom tot 50m2, * 1500-3000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 3000-5000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 5000-7500 boven 500 m2. Last onder * 1500-3000 overtreding dwangsom tot 50m2, * 3000-6000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 6000-
1 uur
1360
2720
1 dag
680
1360
1 uur
Niet mogelijk (art. Niet mogelijk (art. 44a DHW) 44a DHW)
10000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 1000015000 boven 500 m2. * 1500-3000 overtreding tot 50m2, * 3000-6000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 600010000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 1000015000 boven 500 m2.
20, lid 6
Onder invloed (dronken of drugs) aan het werk zijn in horeca- en slijtersbedrijf
2
Last onder dwangsom
21
Alcohol verstrekken wat tot verstoring openbare orde, veiligheid of zedelijkheid leidt Verbod alcoholhoudende drank te verstrekken in tankstations e.d.
2
Last onder bestuursdwang (sluiting alcoholverkoop) Bestuurlijke boete * 1500-3000 overtreding tot 50m2, * 3000-6000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 600010000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 1000015000 boven 500 m2.
22, lid 1 en 2
2
1 uur
Niet mogelijk (art. Niet mogelijk (art. 44a DHW) 44a DHW)
Zeer korte termijn
Niet mogelijk (art. Niet mogelijk (art. 44a DHW) 44a DHW)
1 dag
1360
2720
24, lid 1 en 2
Geen leidinggevende of vereiste persoon aanwezig in horeca- en slijtersbedrijf
2
24, lid 3
Verkoop alcohol/dienst door personen < 16 jaar
2
25, lid 1
Verbod aanwezigheid alcoholhoudende drank behoudens uitzondering
2
Bestuurlijke boete * 1500-3000 overtreding tot 50m2, * 3000-6000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 600010000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 1000015000 boven 500 m2. Bestuurlijke boete * 1000-2000 overtreding tot 50m2, * 2000-4000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 4000-7000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 700010000 boven 500 m2. Bestuurlijke boete * 1500-3000 overtreding tot 50m2, * 3000-6000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 600010000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 1000015000 boven 500 m2.
1 uur
1020
2040
1 uur
1020
2040
1 dag
1360
2720
25, lid 2
Verbod nuttiging alcoholhoudende drank ter plaatse, in niet zijnde horecabedrijf, behoudens uitzondering
2
25, lid 3
Verbod alcoholhoudende drank in vervoermiddel, behoudens enkele uitzonderingen
1
29, lid 3
Vergunning, aanhangsel e.d. niet aanwezig in inrichting
1
30
Vergunninghouder heeft geen melding gedaan van wijziging in
Imperatieve intrekkingsgrond
2
Bestuurlijke boete * 1500-3000 overtreding tot 50m2, * 3000-6000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 600010000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 1000015000 boven 500 m2. Last onder * 1000-2000 overtreding dwangsom tot 50m2, * 2000-4000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 4000-7000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 700010000 boven 500 m2. Last onder * 750-1500 overtreding dwangsom tot 50m2, * 1500-3000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 3000-5000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 5000-7500 boven 500 m2. Intrekking Niet vergunning mogelijk
1 dag
1360
2720
1 dag
Niet mogelijk door burgemeester (art. 44a DHW), wel door NVWA (art. 44aa lid 1 DHW)
Niet mogelijk door burgemeester (art. 44a DHW), wel door NVWA (art. 44aa lid 1 DHW)
1 dag
680
1360
1 week
Niet mogelijk (art. Niet mogelijk (art. 44a DHW) 44a DHW)
inrichting Imperatieve intrekkingsgrond
2
Intrekking vergunning
Niet mogelijk
1 week
Niet mogelijk (art. Niet mogelijk (art. 44a DHW) 44a DHW)
Imperatieve intrekkingsgrond
2
Intrekking vergunning
Niet mogelijk
1 dag
Niet mogelijk (art. Niet mogelijk (art. 44a DHW) 44a DHW)
Facultatieve intrekkingsgrond
1
1 week
Niet mogelijk (art. Niet mogelijk (art. 44a DHW) 44a DHW)
31, lid 3
Resultaat Wet bibob en Facultatieve minimaal 3x weigering intrekkingsgrond bijschrijving persoon op aanhangsel
1
1 week
Niet mogelijk (art. Niet mogelijk (art. 44a DHW) 44a DHW)
35, lid 1
Zonder ontheffing zwak-alcoholhoudende drank verstrekken
2
1 uur
Niet mogelijk (art. Niet mogelijk (art. 44a DHW) 44a DHW)
35, lid 2
Niet voldoen aan beperkingen/voorschrift en die gekoppeld zijn aan ontheffing Ontheffing niet aanwezig
2
* Schorsing vergunning (art. 32 DHW) * Intrekking vergunning * Schorsing vergunning (art. 32 DHW) * Intrekking vergunning Last onder bestuursdwang (sluiting alcoholverkoop) Last onder bestuursdwang (sluiting alcoholverkoop) Last onder dwangsom
1 uur
1020
2040
1 uur
680
1360
30a, lid 1
31, lid 1
31, lid 2
35, lid 4
Geen melding nieuwe leidinggevende of doorhaling gedaan Gevaar voor openbare orde, veiligheid of zedelijkheid door voorgedane feiten Handelen in strijd met vergunningvoorschrifte n of regels uit DHW
1
* 750-1500 overtreding tot 50m2, * 1500-3000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 3000-5000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 5000-7500 boven 500 m2.
44
Niet meewerken aan artikel 5:20 Awb
1
45
Alcohol bij zich hebben op publiek toegankelijke plaatsen door < 16 jaar, m.u.v. in winkels
2
Paracommercieel horecabedrijf houdt zich niet aan de schenktijden voor alcoholhoudende drank
2
Bestuurlijke boete 1000
overtreding
1 dag
1020
2040
Paracommercieel horecabedrijf schenkt alcoholhoudende drank tijdens verboden genoemde bijeenkomsten of boven het maximum aantal genoemde bijeenkomsten Paracommercieel horecabedrijf doet geen of te laat melding van het schenken van alcohol tijdens bijeenkomst
2
Bestuurlijke boete 1000
overtreding
1 dag
1020
2040
2
Bestuurlijke boete 1000
overtreding
1 dag
1020
2040
Ontheffing niet aanwezig
2
Last onder dwangsom
overtreding
1 dag
680
1360
Verordening 4 DHW 2:36 APV
2:36 APV (4 DHW)
2:36 APV
4, lid 5
Zeer korte termijn, Niet mogelijk (art. Niet mogelijk (art. aangezien de 44a DHW) 44a DHW) werkzaamheden door moeten kunnen gaan
Last onder bestuursdwang (afhankelijk van waaraan niet meegewerkt wordt) Strafrechtelijk (PV)
Niet mogelijk (art. Niet mogelijk (art. 44a DHW) 44a DHW)
750
9
Geen registratie van barvrijwilligers of reglement aanwezig bij paracommercieel horecabedrijf
2
Last onder dwangsom
2:36 APV 25a DHW
Horecabedrijf of slijtersbedrijf houdt zich niet aan het verbod en de beperkingen (ingesteld op geografische gebieden, de aard van de inrichting en in tijd)
1
2:37 APV 25b DHW
Bedrijf (andere detailhandel dan slijtersbedrijf) houdt zich niet aan het verbod en de beperkingen (ingesteld op geografische gebieden en tijd)
1
2:39 APV 25d DHW
Horecabedrijf past happy hours toe, ondanks verbod
1
Bestuurlijke boete * 1000-2000 overtreding tot 50m2, * 2000-4000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 4000-7000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 700010000 boven 500 m2. Bestuurlijke boete * 1000-2000 overtreding tot 50m2, * 2000-4000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 4000-7000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 700010000 boven 500 m2. Bestuurlijke boete * 1000-2000 overtreding tot 50m2, * 2000-4000 van 51 m2 t/m 150 m2, * 4000-7000 van 151 m2 t/m 500 m2, * 7000-
750
week
1 week
680
1360
1 week
1020
2040
1 week
1020
2040
1 dag
1020
2040
10000 boven 500 m2.
Bijlage 2
BELEIDSREGEL ONTHEFFINGEN AFDELING 8A APV VLISSINGEN 2014 Burgemeester van Vlissingen; overwegende dat - het paracommerciële rechtspersonen verboden is om zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken anders dan vanaf twee uren voor de aanvang tot twee uren na afloop van een activiteit die wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon; - het paracommerciële rechtspersonen verboden is om zwak alcoholhoudende drank te verstrekken anders dan op voor haar categorie van toepassing zijnde dagen en tijden; - het verboden is om tegen vergoeding sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting zoals bedoeld in artikel 2:37 Algemene Plaatselijke Verordening Vlissingen 2014 (hierna: de APV); - de burgemeester ontheffing kan verlenen van de hiervoor genoemde verbodsbepalingen; - de burgemeester ten aanzien van het beoordelen van verzoeken om ontheffing verplicht is beleidsregels vast te stellen; - dat het daarnaast gewenst is beleidsregels vast te stellen met het oog op het tegen gaan van oneerlijke concurrentie en overmatig alcoholgebruik; gelet op de artikelen 2:36, leden 1, 2 en 3, 37 en 2:39A van de APV, artikel 4, lid 4 van de Drank- en Horecawet (hierna: de DHW) en de artikelen 1:3, vierde lid en 4:81 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb); besluit : bij het beoordelen van verzoeken om ontheffing de volgende beleidsregel vast te stellen: Artikel 2. Termijnen 1. De beslistermijn op een verzoek om ontheffing bedraagt acht weken. 2. De burgemeester kan de termijn voor ten hoogste zes weken verdagen. 3. Indien een aanvraag wordt ingediend minder dan acht weken voor het tijdstip waarop de aanvrager de ontheffing nodig heeft, kan de burgemeester besluiten de aanvraag niet te behandelen. 4. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Artikel 3. De aanvraag algemeen Een aanvraag kan uitsluitend schriftelijk worden ingediend. Artikel 4. De aanvraag ontheffing schenktijden bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard
1. Van het verbod voor paracommerciële rechtspersonen om op andere dan voor haar categorie van toepassing zijnde dagen en tijden zwak alcoholhoudende drank te verstrekken kan ten behoeve van bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard ontheffing worden verleend. 2. Onder bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard worden in ieder geval verstaan een jubileumfeest, een clubkampioenschap, een competitieavonden en een nieuwjaarsborrel. 3. Een ontheffing dagen en tijden bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard wordt maximaal zes keer per jaar en hooguit voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen verleend. 3. Geen ontheffing wordt verleend voor het verstrekken van zwak alcoholhoudende drank anders dan vanaf 2 uren (twee uren) voor de aanvang tot 2 uren (twee uren) na afloop van een activiteit die wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon (artikel 2:36, eerste lid, sub a APV). 4. Een aanvraag kan per seizoen of kalenderjaar worden ingediend en meerdere dagen en activiteiten bevatten waarvoor een ontheffing wordt aangevraagd. 5. De aanvraag bevat minimaal de volgende gegevens: a. contactgegevens van de aanvrager en de rechtspersoon namens wie de ontheffing wordt aangevraagd. b. De locatie van de rechtspersoon en/of waar de activiteiten worden gehouden. c. Dag(en) waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd. d. Tijdstip(pen) waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd. Artikel 5. De aanvraag ontheffing schenktijden anders dan bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard 1. Van het verbod voor paracommerciële rechtspersonen om op andere dan voor haar categorie van toepassing zijnde dagen en tijden zwak alcoholhoudende drank te verstrekken anders dan bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard kan ontheffing worden verleend. 2. Een ontheffing dagen en tijden anders dan bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard wordt uitsluitend verleend in de volgende gevallen: - a. als de activiteiten, die worden uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de paracommerciële rechtspersoon, sinds tenminste één jaar vóór het van kracht worden van deze beleidsregel, in overwegende mate op andere dagen en tijden dan waarop zwak alcoholhoudende drank verstrekt mag worden, plaatsvinden waardoor de paracommerciële rechtspersoon ten opzichte van andere paracommerciële rechtspersonen onevenredig benadeeld wordt én; - b. de activiteiten die plaatsvinden tijdens de dagen en tijden waarvoor ontheffing wordt gevraagd niet gericht zijn op minderjarigen. 3. Geen ontheffing wordt verleend voor het verstrekken van zwak alcoholhoudende drank anders dan vanaf 2 uren (twee uren) voor de aanvang tot 2 uren (twee uren) na afloop van een activiteit die wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon (artikel 2:36, eerste lid, sub a APV). 4. De aanvraag bevat gelet op het vorige lid minimaal de volgende gegevens: a. contactgegevens van de aanvrager en de rechtspersoon namens wie de ontheffing wordt aangevraagd. b. de locatie van de rechtspersoon en/of waar de activiteiten worden gehouden. c. dag(en) waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd. d. tijdstip(pen) waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd. e. die documenten die nodig zijn om datgene wat op grond van het eerste lid is vereist aan te tonen. Artikel 6. De aanvraag ontheffing sterke drank bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard 1. Van het verbod om sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting kan ten behoeve van bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard, wanneer de aard van de gelegenheid dat rechtvaardigt ontheffing worden verleend. 2. Deze rechtvaardiging bestaat in ieder geval ten aanzien van het schenken van Oranjebitter tijdens Koningsdag, het schenken van whisky tijdens een whiskyproeverij en het schenken van likeuren tijdens een cocktailparty of een apres ski-feest. 3. Een ontheffing sterke drank bij bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard wordt maximaal zes keer per jaar en hooguit voor een aaneengesloten periode van ten hoogste twaalf dagen verleend. 4. Een aanvraag kan per seizoen of kalenderjaar worden ingediend en meerdere dagen en activiteiten bevatten waarvoor een ontheffing wordt aangevraagd. 5. De aanvraag bevat gelet op het vorige lid minimaal de volgende gegevens: a. contactgegevens van de aanvrager en de rechtspersoon namens wie de ontheffing wordt
aangevraagd. b. de locatie van de rechtspersoon en/of waar de activiteiten worden gehouden. c. dag(en) waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd. d. tijdstip(pen) waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd. e. een omschrijving van de aard van de gelegenheid; f. de soorten sterke drank die men wenst te verstrekken. Artikel 7. De aanvraag ontheffing sterke drank anders dan bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard 1. Van het verbod om sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting anders dan bij bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard kan wanneer de doelgroep dat rechtvaardigt ontheffing worden verleend. 2. Deze rechtvaardiging bestaat in ieder geval: - voor wat betreft het verstrekken van jenever ten aanzien van de paracommerciële rechtspersoon die zich voornamelijk richt op het organiseren van biljartactiviteiten; - voor wat betreft het verstrekken van jenever en advocaat ten aanzien van de paracommerciële rechtspersoon die zich voornamelijk richt op het organiseren van activiteiten voor bejaarden. 3. De aanvraag bevat minimaal de volgende gegevens: a. contactgegevens van de aanvrager en de rechtspersoon namens wie de ontheffing wordt aangevraagd. b. de locatie van de rechtspersoon en/of waar de activiteiten worden gehouden. c. dag(en) waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd. d. tijdstip(pen) waarvoor de ontheffing wordt aangevraagd. e. een lijst van de leden met daarop hun geboortedata; f. de soorten sterke drank die men wenst te verstrekken. Artikel 8. Weigerings- en intrekkingsgronden gronden 1. De burgemeester weigert in ieder geval de ontheffing als: a. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet overeenkomt met hetgeen in de aanvraag wordt gesteld. b. de aanvrager niet beschikt over een geldige Drank- en Horecawetvergunning en een exploitatievergunning. c. als naar zijn oordeel dit noodzakelijk is ter bescherming van de volksgezondheid, in het belang van de openbare orde en/of ter bevordering van de naleving van artikel 20 van de wet; d. de paracommerciële rechtspersoon geen bestuursreglement heeft vastgesteld; e. voor het kalenderjaar waarop de aanvraag ziet, al het maximaal aantal toegestane ontheffingen aan de vergunninghouder is verleend of het maximaal aantal toegestane bijeenkomsten is gehouden. f. bij een eerdere ontheffing de voorwaarden verbonden aan de ontheffing niet zijn nageleefd in het voorgaande jaar. 2. De ontheffing wordt ingetrokken: a. indien ter verkrijging van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt; b. indien de houder dit verzoekt; c. Indien dit noodzakelijk is ter bescherming van de belangen genoemd in lid 1, sub c, van dit artikel. Artikel 9. Hardheidsclausule In bijzondere omstandigheden kan de burgemeester gemotiveerd van deze beleidsregel afwijken, indien toepassing ervan niet in verhouding staat tot de met deze beleidsregel te dienen doelen. Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel ontheffingen afdeling 8A APV Vlissingen 2014. 2. Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking. Aldus vastgesteld d.d. door de burgemeester van Vlissingen Mw. A.M. Demmers-Van der Geest
Bijlage 3