Preventie en handhavingsplan alcohol 2014
Datum: 12 mei 2014 Directie Openbare Orde en Veiligheid en GGD Amsterdam
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
3
2.
Alcoholbeleid in Amsterdam
4
3.
Doelstellingen Preventie- en Handhavingsplan Alcohol
5
4.
De Amsterdamse aanpak in het kort
6
Bijlagen: -
Alcoholmatigingsbeleid 2011-2014
-
Alcoholmatigingsbeleid; stavaza en verdere maatregelen
-
Handhavingsstrategie horeca
2
1. Inleiding Vanaf 1 januari 2013 is de Drank- en horecawet op een aantal punten gewijzigd. Het toezicht op de naleving van de Drank- en horecawet is overgeheveld naar de gemeenten en in de wet is de verplichting opgenomen dat gemeenten een preventieen handhavingsplan alcohol moeten opstellen. In dit hoofdstuk beschrijven we de belangrijkste wijzigingen en nieuwe bevoegdheden van de gemeente en wordt kort ingegaan op de bestaande plannen en activiteiten wat betreft alcoholmatiging in Amsterdam. Belangrijkste wijzigingen Drank- en horecawet De belangrijkste wetswijziging, vanaf 1 januari 2013, betreft een uitbreiding van de bevoegdheden van gemeenten, met het oog op de bescherming van de volksgezondheid (met name van jongeren) en het voorkomen van alcoholgerelateerde ordeverstoring. Toezicht op de naleving van de Drank- en horecawet is van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit overgegaan naar gemeenten. Daarnaast heeft de gemeente een aantal mogelijkheden gekregen zoals het verbieden van alcoholverkoop voor een periode van maximaal 12 weken voor supermarkten die de regels m.b.t. de leeftijdsgrenzen vaker hebben overtreden. Gemeenten waren verder verplicht om vóór 1 januari 2014 een paracommerciële verordening vast te stellen waarin de schenktijden en de alcoholverstrekking tijdens privé bijeenkomsten en bijeenkomsten van derden in gebouwen voor verenigingen, stichtingen en kerken wordt geregeld. In deze verordening worden aspecten ter voorkoming van oneerlijke mededinging als bescherming van de jeugd meegenomen. Ook hiervoor ligt de verantwoordelijkheid van de handhaving bij de gemeentelijke toezichthouders. Op 1 januari 2014 is een tweede wetswijziging van de Drank- en horecawet doorgevoerd. Hiermee is de leeftijdsgrens voor verstrekking van alcohol verhoogd naar 18 jaar. Dit betekent dat jongeren vanaf dat moment geen alcohol mogen kopen als zij nog geen 18 jaar zijn. Ook is vastgelegd dat jongeren onder de 18 jaar geen alcohol mogen bezitten op voor het publiek toegankelijke plaatsen. In het wijzigingsvoorstel is eveneens opgenomen dat gemeenteraden periodiek een preventie- en handhavingsplan alcohol vaststellen. Wat is het preventie- en handhavingsplan alcohol? In de gewijzigde Drank- en horecawet van 1 januari 2014 is opgenomen dat de gemeenteraad iedere vier jaar een preventie- en handhavingsplan alcohol vaststelt (artikel 43a DHW). De gemeente is verplicht om voor 1 juli 2014 een alcoholmatigingsbeleid in de gemeenteraad vast te stellen. Hiermee wil de wetgever stimuleren dat gemeenten actief nadenken over en uitvoer geven aan het verbinden van de beleidsterreinen Volksgezondheid en Openbare Orde en Veiligheid als het gaat om alcoholpreventie. Onderzoek heeft meerdere malen laten zien dat beide beleidsterreinen van belang zijn voor effectieve alcoholpreventie. In het preventie- en handhavingsplan wordt in ieder geval aangegeven: a. wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsplan; b. welke acties ondernomen worden om alcoholgebruik te voorkomen, met name onder jongeren en al dan niet in samenhang met andere preventieprogramma’s vanuit de Wet Publieke Gezondheid (artikel 2, tweede lid, onderdeel d);
3
c. de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen; d. welke resultaten in de door het plan bestreken periode minimaal behaald dienen te worden. In Amsterdam is de afgelopen jaren al veel ingezet op het terrein van alcoholmatiging. De gemeente Amsterdam heeft eind 2010 een alcoholmatigingsbeleid vastgesteld voor de periode 2011 – 2014 waarin staat beschreven hoe alcoholproblematiek integraal wordt aangepakt. Eind 2012 heeft een tussentijdse evaluatie plaatsgevonden op basis waarvan aanvullende initiatieven zijn ondernomen. Daarnaast is in 2013 de handhavingsstrategie horeca aangepast waarin o.a. de handhavingsstappen bij overtreding van de Drank- en horecawet zijn opgenomen. Gezien de looptijd van het huidige alcoholmatigingsbeleid tot het einde van het jaar, is besloten om voor 2014 het huidige alcoholmatigingsbeleid, de aanvullende initiatieven, en de nieuwe handhavingsstrategie samen te voegen tot het “Preventie en handhavingsplan alcohol Amsterdam 2014”. Daarmee zijn de pijlers voor een effectief alcoholbeleid (voorlichting, regelgeving en handhaving) goed geborgd. Voor de periode 2015 – 2018 zal een nieuw alcoholmatigingsbeleid worden opgesteld. In het volgende hoofdstuk worden de doelstellingen en belangrijkste maatregelen van het alcoholmatigingsbeleid samengevat.
2. Alcoholbeleid in Amsterdam Eind 2010 heeft de gemeente Amsterdam het alcoholmatigingsbeleid vastgesteld voor de periode 2011 – 2014. Recent is ook de handhavingsstrategie horeca vastgesteld. Daarmee zijn de belangrijkste pijlers voor het preventie- en handhavingsplan gerealiseerd. Er heeft een tussentijdse evaluatie van het alcoholmatigingsbeleid plaatsgevonden op basis waarvan aanvullende initiatieven zijn ondernomen. Hieronder lichten we dit toe. Nota alcoholmatigingsbeleid 2011-2014 In het lopende alcoholmatigingsbeleid 2011-2014 heeft het College haar doelen en inspanningen beschreven om overmatig alcohol terug te dringen (zie bijlage 1). Vanwege de noodzaak tot een integrale benadering is toentertijd al gekozen voor een samenhangende aanpak waarbij zowel voorlichting, regelgeving en handhaving een plek hebben gekregen. Eind 2013 is het alcoholmatigingsbeleid tussentijds geëvalueerd. Dat heeft geleid tot de notitie “Alcoholmatigingsbeleid; stavaza en verdere maatregelen”. Op basis hiervan zijn twee aanvullende initiatieven genomen. Alcohol en jeugd Amsterdam In 2013 heeft overleg plaatsgevonden met kinderarts Van der Lely, VeiligheidNL en GGD naar aanleiding van het door Van der Lely ingediende projectplan alcohol en jeugd Amsterdam-Amstelland, d.d. 12 juni 2012. Dit overleg heeft geleid tot een projectplan “Alcohol en jeugd Amsterdam” met maatregelen en interventies die, aanvullend op de acties uit het alcoholmatigingsbeleid 2011- 2014, moeten bijdragen aan uitstel van eerste gebruik en matiging onder jongeren die (overmatig) drinken.
4
Aanpak uitgaansgeweld Bij veel geweldsincidenten, waaronder in het uitgaansleven, is overmatig alcohol gebruik in het spel. Om die reden zet de gemeente zich samen met partners in om het aantal geweldsincidenten in de uitgaansgebieden te verminderen. Hierover heeft in 2012 een eerste ambtswoninggesprek plaatsgevonden met horecavertegenwoordigers, politie, OM en medisch deskundigen. In 2013 heeft er vervolggesprek plaatsgevonden waar aan de hand van een rapport van de Vrije Universiteit en de trainneepool 30 maatregelen tegen uitgaansgeweld zijn doorgenomen. Hierbij is afgesproken om gezamenlijk een plan van aanpak op te stellen, daar wordt op dit moment aan gewerkt. . Verbeterde informatiepositie De gemeente Amsterdam is samen met alle ziekenhuizen in de regio Amsterdam een pilot gestart om de informatiepositie van de politie en de gemeente over letselslachtoffers te verbeteren. Aanname is dat een deel van de groep die letsel oploopt door geweldsuitoefening, zich wel bij de eerste hulppost meldt maar niet bij de politie. De gegevens die uit dit project voorkomen, kunnen mogelijk een bijdrage leveren aan de preventieve aanpak van uitgaansgeweld. Nieuwe handhavingsstrategie In 2013 heeft de gemeente voorbereidingen getroffen voor de nieuwe taak van de gemeente: het toezicht op naleving van de Drank- en horecawet. Daartoe heeft de burgemeester de Drank- en horecawet opgenomen in de handhavingsstrategie horeca. Deze nieuwe handhavingsstrategie is op 17 december 2013 inwerking getreden. In deze handhavingsstrategie wordt aangegeven welke bestuurlijke maatregelen er worden genomen als overtredingen van de Drank- en horecawet worden geconstateerd. Hierbij zijn overtredingen ingedeeld in drie soort categorieën. Hoe ernstiger de overtreding, des te zwaarder de maatregel. Er zijn handhavers opgeleid tot inspecteur Drank- en horecawet. De burgemeester heeft daarnaast bijeenkomsten met de horeca georganiseerd om (persoonlijk) uitleg te geven over de nieuwe handhavingsstrategie, waarbij met name ook is ingegaan op de wijze waarop de gemeente omgaat met het doorschenken aan evident dronken personen. Paracommerciële verordening Op basis van de Drank- en horecawet (artikel 4) is de gemeente verplicht om een paracommerciële verordening op te stellen. Naar aanleiding van de nieuwe Drank- en horecawet is in 2013 de verordening technisch aangepast. In 2014 wordt na gesprekken met de sector gekeken welke aanpassingen van de verordening wenselijk en haalbaar zijn om alcoholmatiging te bevorderen.
3. Doelstellingen Preventie- en Handhavingsplan Alcohol De komende periode blijven we onverminderd doorwerken aan het realiseren van onze doelen uit het alcoholmatigingsbeleid. Het terugdringen van alcoholgebruik onder jeugd is daarin een belangrijk doel, maar ook het beperken van de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik in de uitgaanssetting.
5
Doelstellingen In navolging van de landelijke doelstellingen en de doelstellingen van de nota Volksgezondheid willen we het volgende bereiken: 1) jongeren op latere leeftijd laten beginnen met de consumptie van alcohol, in elk geval niet onder de 18 jaar (uitstel eerste gebruik); 2) het verminderen van overmatige alcoholconsumptie van Amsterdamse jongeren (18-24 jaar) die drinken*; 3) het terugdringen van het aantal volwassen probleemdrinkers; 4) een sluitend hulpaanbod voor probleemdrinkers en (dakloze) alcoholverslaafden; 5) het tegengaan van de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik in bijzondere situaties (in het gezin, in het verkeer en bij het uitgaan). *
Voor jongeren onder de 18 jaar is uitstel van gebruik de primaire doelstelling. Bij de groep 18-minners die echter al drinken, richten we ons op vermindering van (overmatig) alcoholgebruik.
4. De Amsterdamse aanpak in het kort De aanpak bestaat uit een mix van maatregelen op het terrein van beleid/regelgeving, handhaving, en educatie/voorlichting. Deze integrale benadering is het meest succesvol in termen van effectiviteit. De aanpak bestaat uit een mix van maatregelen op het terrein van beleid/regelgeving, handhaving, en educatie/voorlichting (zie figuur 1). Daarbij zijn veel partijen betrokken waaronder: politie, horeca, detailhandel, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), OGGZ, verslavingszorg, scholen, welzijn, sport en verschillende afdelingen van de gemeente Amsterdam. Belangrijke aandachtsgroepen zijn: jongeren en hun verzorgers; autochtone Amsterdamse mannen en in het bijzonder de groep alleenstaande mannen; 5574 jarigen, en de groep gemarginaliseerde alcoholverslaafden. Bij de aanpak richten we ons op de verbinding tussen de domeinen: onderwijs, privé en gezin, het uitgaanscircuit, sportverenigingen, en de openbare ruimte. Door deze domeinen te verbinden, vinden acties gericht op jongeren bijvoorbeeld niet alleen plaats in de schoolbanken, maar ook in hun omgeving: via hun ouders, de vereniging waar ze sporten, het park waar ze rondhangen en de kroeg of club waar ze uitgaan. Figuur 1: De drie beleidspijlers van lokaal alcoholbeleid, Reynolds 2003
6
Hieronder bespreken we de belangrijkste maatregelen en inspanningen per doelstelling van het huidige alcoholmatigingsbeleid. Doel 1: Om jongeren op latere leeftijd te laten beginnen met alcoholgebruik worden jongeren én hun opvoeders in verschillende settings geadresseerd. Op school via preventieprogramma’s zoals ‘De Gezonde School en Genotmiddelen’ en ‘Alcohol en opvoeding’. In de setting sport via ‘awarenessmeetings’ van kinderarts Van der Lely, waarna vervolgondersteuning vanuit de GGD wordt aangeboden. Daarnaast wordt dit jaar gewerkt aan een verdere invulling van de paracommerciële verordening, waarbij alcoholmatiging onder jeugd een belangrijk aandachtspunt is. Via de nieuwe handhavingsstrategie vindt informatiegestuurde handhaving plaats gericht op alcoholverkoop aan 18 minners. Dat geldt voor (para)commerciële horeca, de supermarkten en slijters. Om meer zicht te krijgen op de naleving van de leeftijdsgrenzen zal de gemeente mogelijk mystery guests inhuren. Deze controles zijn niet bedoeld als handhavingsmethode maar om de informatiepositie te verbeteren zodat voorlichting en handhaving gerichter ingezet kunnen worden. Doel 2: Voor het verminderen van overmatig alcoholgebruik onder jongeren die al drinken richt de inzet zich op betere signalering in het voorgezet onderwijs, bijvoorbeeld via schoolmaatschappelijk werk en schoolgezondheidszorg. Samen met sport- en studentenverenigingen willen we nagaan hoe barvrijwilligers beter in staat zijn niet te schenken aan minderjarigen en aan dronken jongeren. Bijvoorbeeld door het stimuleren van een training Verantwoord Alcohol Schenken. Via het programma Jeugdnet wordt extra aandacht gegeven aan het signaleren van problematisch middelengebruik onder jongeren in de jeugdhulpverlening. Voor jongeren die ten gevolge van alcoholgebruik met de ambulance worden vervoerd, is afgelopen jaar geëxperimenteerd met een nazorgtraject. De komende tijd wordt gekeken of en hoe dit een structureel karakter kan krijgen. En evenals bij doel 1 geldt ook hier het belang van toezicht en handhaving. Doel 3: Voor het terugdringen van problematisch alcoholgebruik wordt ingezet op goede signalering. Signalering van problematisch alcoholgebruik vanuit de eerstelijnszorg is een zaak van lange adem. Huisartsen herkennen overmatig alcoholgebruik niet altijd en vinden het vaak ook lastig om het onderwerp bespreekbaar te maken. De aanwezigheid van verslavingsdeskundigheid in de praktijk kan hier verandering in brengen, bijvoorbeeld door de inzet van een Praktijk Ondersteuner Huisarts (POH). Dat betekent dat de POH niet alleen inzetbaar moet zijn voor GGZ-problematiek maar ook voor verslavingsproblematiek. Om die reden wordt via scholing van de POH gewerkt aan een bredere inzetbaarheid van de POH GGZ-ers. De eerste praktijkondersteuners met deze brede achtergrond zijn in Amsterdamse gezondheidscentra met succes ingezet. Doel 4: Voor het realiseren van een sluitend aanbod voor probleemdrinkers en (dakloze) alcoholverslaafden zijn verschillende initiatieven gestart. GGD Amsterdam heeft een inventariserend onderzoek uitgevoerd naar de verschillende interventies voor (dakloze) alcoholverslaafden, om zo inzicht te krijgen in effectieve maatregelen en interventies voor deze doelgroep. Inmiddels is in stadsdeel West gestart met een alcoholgebruikersruimte, waar alcohol onder toezicht wordt gedronken. Er wordt gezocht naar dagbestedingsvormen die aansluiten bij de mogelijkheden van de doelgroep. In stadsdeel Oost is eveneens gestart
7
met dagbesteding waar onder toezicht alcoholverstrekking plaatsvindt. Het veelplegersspreekuur en ook de acties volgens het model Wasstraat blijven doorgaan. Doel 5: De laatste doelstelling betreft het tegengaan van de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik in bijzondere situaties. Daarbij richten we ons op huiselijk geweld, grootschalige evenementen, uitgaan en veiligheid, en rijden onder invloed. Bij de Steunpunten Huiselijk Geweld worden risicofactoren, waaronder middelengebruik, in kaart gebracht. Indien van toepassing wordt de hulpverlening hierop aangepast. Voor grootschalige evenementen zoals Koningsdag worden de laatste jaren rondom alcoholmatiging afspraken gemaakt met het CBL (Centraal Bureau Levensmiddelenhandel) en de detailhandel om terughoudend te zijn met de verkoop van alcohol. Ook wordt op Koningsdag bij bepaalde verkooppunten éénstuksbeleid gevoerd. Conform de handhavingsstrategie horeca wordt gehandhaafd bij doorschenken aan evident dronken personen.
8