Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2014 Gemeente Hengelo
“Een gezamenlijke verantwoordelijkheid”
Voorwoord De invoering van de nieuwe Drank- en Horecawet (DHW) per 1 januari 2013 heeft verschillende consequenties. Met de DHW beoogt het kabinet onder andere het tegengaan van het schadelijk alcoholgebruik onder jongeren, het voorkomen van overlast als gevolg van overmatig alcoholgebruik en het terugdringen van de administratieve lasten voor ondernemers. Het toezicht op de DHW is overgegaan van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) naar gemeenten. De burgemeesters zijn nu verantwoordelijk voor de uitvoering van de DHW. Vanaf 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens waarop alcohol gedronken mag worden verhoogd van 16 naar 18 jaar. Sinds 1988 is onder Nederlandse jongeren het alcoholgebruik flink toegenomen. Jongeren gingen in de loop van de afgelopen decennia meer, vaker én op jongere leeftijd drinken. Als jongeren in hun puberjaren veel drinken, neemt de kans toe dat ze later problemen met hun drankgebruik krijgen. Overmatig alcoholgebruik kan gevolgen hebben voor de hersens, maar vergroot ook de kans op verkeersongevallen, letselschade, geweld en onveilig vrijen. Het is bekend dat de gezondheidsschade als gevolg van alcoholgebruik het grootst is onder de 18 jaar. Jongeren onder de 18 jaar zijn fysiek nog niet geheel volwassen en vooral de hersenen zijn nog volop in ontwikkeling tot 23 jaar. Alcohol kan deze ontwikkeling schaden. Met dit gegeven heeft de centrale overheid de leeftijdsgrens voor verkoop én bezit van alcohol verhoogd naar 18 jaar. Het toezicht op de naleving van deze leeftijdsgrens wordt als een belangrijke prioriteit beschouwd binnen het gemeentelijk preventie- en handhavingsbeleid. Voor 18-24 jarigen gaat het vooral om het voorkomen van overmatig alcoholgebruik. Naast gezondheidsproblematiek is de veiligheidsproblematiek een belangrijke motivatie om aandacht te besteden aan deze leeftijdsgroep. Hoogachtend, Burgemeester van Hengelo,
1 juli 2014
2
Samenvatting De aanleiding voor dit Preventie en Handhavingsplan Alcohol 2014 is de verplichting om op grond van artikel 43a van de gewijzigde Drank- en Horecawet (DHW) een dergelijk plan te hebben. Het plan bevat in hoofdzaken het beleid met betrekking tot de preventie van alcoholgebruik door jongeren en de handhaving van de wet. De gemeente kent bestaand handhavingsbeleid voor de horeca. Het “Handhavingsbeleid Horeca 2010” is gericht op bepaalde overtredingen die door de horecaondernemer gemaakt worden. Zoals overtreding van de sluitingstijd of het niet aanwezig zijn van de leidinggevende. Door de wetswijziging zijn toezichts- en handhavingstaken van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit overgegaan naar de gemeente. De burgemeester is nu het bevoegd gezag. Toezicht op het bezit van alcohol door personen beneden de 18 jaar is één van de nieuwe taken. In december 2013 is de Algemene Plaatselijke Verordening 2014 (APV-2014) vastgesteld. Daarin zijn bepalingen opgenomen over onder andere schenktijden en bijeenkomsten van persoonlijke aard bij paracommerciële rechtspersonen. In hoofdstuk 2 van dit plan wordt het juridische en beleidskader geschetst. Daarmee wordt duidelijk dat het preventie- en handhavingsplan alcohol niet een op zichzelf staand plan is, maar dat het raakvlakken heeft met ander gemeentelijk beleid. Daarmee wordt ook de afstemming gezocht. De capaciteit voor toezicht op de DHW en drank en horecabepalingen uit de APV-2014 is zeer beperkt. Voor 2014 is vanuit de afdeling Stadtoezicht 200 uur gereserveerd voor toezicht. Om deze capaciteit zo effectief mogelijk in te zetten is een risico-inventarisatie gemaakt. Daaruit blijkt dat de grootste risico’s op gebied van alcoholmisbruik en als gevolg daarvan verstoring van de openbare orde plaatsvinden in de binnenstad tijdens uitgaansnachten, bij grote evenementen en op diverse schoolpleinen in Hengelo. Dat laatste is een punt van aandacht voor het Stedelijk Jeugd Groepen Overleg (SJGO). Vanuit deze overlegstructuur is inzichtelijk op welke schoolpleinen de problematiek zich voordoet, op welke tijden en of de problematiek zich verplaatst naar andere schoolpleinen of locaties in de openbare ruimte. Vanwege de beperkte toezichtcapaciteit is vooral inzet op preventie belangrijk. Daarmee wordt bedoeld preventie om te voorkomen dat jongeren beneden de 18 jaar vroegtijdig alcohol gebruiken en bewerkstelligen dat jongeren boven de 18 jaar op een verantwoorde manier om weten te gaan met alcohol. Hiervoor zijn binnen de gemeente middelen vrijgemaakt. De afdeling Maatschapplijke Ontwikkeling heeft hierin de regie. De GGD en Tactus vervullen een belangrijke rol als het gaat om voorlichting. Verder geldt voor de (para)commerciële horeca en detailhandel dat zij een maatschappelijke verantwoordelijkheid vervullen als het gaat om alcoholverstrekking aan jongeren. Dit punt is tijdens diverse bijeenkomsten met (para)commerciële rechtspersonen besproken. Ten aanzien van handhaving is de lijn van het in 2010 vastgestelde beleid overgenomen in dit plan. Het uitgangspunt is dat de overtredingen van de ondernemer voor de sanctionering een cumulatieve werking hebben. Het maakt voor de sanctionering dus niet uit welke regel uit de DHW, de APV-2014 of een andere wet op het gebied van het schenken van alcohol wordt overtreden. Voor iedere geconstateerde overtreding geldt het handhavingsbeleid zoals al is vastgesteld in 2010 en in dit plan is overgenomen. Uitzondering vormt het toezicht op en de handhaving van het verbod op het in bezit hebben en gebruiken van alcohol door jongeren beneden de 18 jaar. Hiervoor geldt dat ter plekke een boete kan worden opgelegd aan de jongere die in overtreding is. Het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2014 wordt na een jaar geëvalueerd. Hierbij wordt ook de Drank- en Horecawetgeving betrokken en de wijze waarop het beleid wordt toegepast.
1 juli 2014
3
Inhoudsopgave 1 Inleiding
5
1.1 Aanleiding 1.2 Handhavingsbeleid Horeca 2010 2 Juridisch- en beleidskader 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
6
Drank- en Horecawet Drank- en horecavergunningen Drank- en Horecaverordening 2010 Algemene Plaatselijke Verordening 2014 Horecavisie Exploitatievergunning Veiligheidsbeleid 2013-2016 Gezondheidsbeleid Overige regelgeving
3 Risico-inventarisatie
10
3.1 Inleiding 3.2 Risico-inventarisatie 4 Preventie 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Doelstellingen preventie Plan van aanpak Alcohol en Jeugd 2008-2011 Voorlichting GGD en Tactus Samenwerking horeca, detailhandel, paracommercie (Alco)Halt
5 Toezicht 5.1 5.2 5.3 5.4
14 Inleiding Toezicht gemeente Capaciteitsberekening Samenwerking politie
6 Handhaving 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
12
16
Inleiding DHW handhavingsbevoegdheid Bestuurlijke boete Uitgangspunten Handhavingsmodel en sanctionering
7 Effectmeting en evaluatie
22
8 Communicatie en inwerkingtreding
23
8.1 Bekendmaking 8.2 Inwerkingtreding 8.3 Citeertitel
1 juli 2014
4
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding In artikel 43a van de Drank- en Horecawet (DHW) is bepaald dat de gemeente verplicht is een preventie- en handhavingsplan op te stellen. Hierin legt de gemeente vast hoe ze invulling geeft aan haar toezicht- en handhavingstaak in het kader van de DHW. Het plan bevat de hoofdzaken van het beleid met betrekking tot de preventie van alcoholgebruik door jongeren en de handhaving van de wet. In het plan komen in ieder geval aan bod: a. De doelstellingen van het preventie- en handhavingsbeleid alcohol. b. Welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, vooral onder jongeren, te voorkomen (al dan niet in samenhang met andere preventieprogramma’s gericht op gezondheid). c. De wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen. d. De minimaal te behalen resultaten in de door het plan bestreken periode. Met ingang van 1 januari 2013 zijn gemeenten verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van de Drank- en Horecawet (DHW). Met de wijzigingen in de DHW wil de wetgever onder andere alcoholgebruik onder jongeren terugdringen, alcohol gerelateerde verstoring van de openbare orde aanpakken en bijdragen aan het verminderen van de administratieve lasten. Ook is één van de doelen het terugdringen van oneerlijke concurrentie. Door de recente wetswijziging hebben gemeenten meer bevoegdheden gekregen om op lokaal niveau het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen en invulling te geven aan het alcoholbeleid. Het onderwerp raakt diverse beleidsterreinen, zoals gezondheid, jeugd, alcohol, handhaving en openbare orde en veiligheid. Door een passende invulling en uitvoering van deze wet heeft de gemeente de mogelijkheid om te sturen op het terugdringen van de negatieve effecten van alcoholgebruik. Een belangrijke wijziging is de verhoging van de leeftijdsgrens van zestien naar achttien jaar. Een andere wijziging is dat gemeenten elke vier jaar een preventie- en handhavingsplan alcohol vast moeten stellen, gelijktijdig met de lokale nota gezondheidsbeleid. Dit plan beschrijft naast de hoofdzaken uit het beleid met betrekking tot preventie van alcoholgebruik onder vooral jongeren, ook op welke manier invulling wordt gegeven aan de handhavingstaken die op grond van de Drank- en Horecawet zijn verkregen. Supermarkten, warenhuizen, tabakszaken en snackbars mogen zonder vergunning zwak-alcoholische dranken verkopen voor gebruik elders dan ter plaatse, maar dienen zich daarbij wel aan de Drank- en Horecawet te houden. Dit wijzigt niet met de nieuwe Drank- en Horecawet. 1.2 Handhavingsbeleid Horeca 2010 In 2010 is het gemeentelijk Handhavingsbeleid Horeca vastgesteld. Dat beleid is in dit plan verwerkt met een aanpassing vanwege de invoering van de gewijzigde Drank- en Horecawet, verschuiving van bevoegdheden en wijzigingen in de Algemene Plaatselijke Verordening 2014 (APV). Gekeken is naar de samenhang van het Handhavingsbeleid Horeca uitgebreid met sancties die samenhangen met de nieuwe Drank- en Horecawet. Hieronder vallen ook de sancties voor detailhandel en paracommerciële rechtspersonen. Toezicht en handhaving zijn belangrijke middelen om de naleving te bevorderen.
1 juli 2014
5
Hoofdstuk 2 Juridisch- en beleidskader 2.1 Drank en Horecawet De belangrijkste wijzigingen van de DHW zijn 1: 0F
• Burgemeester bevoegd gezag (DHW, o.a. art. 3 en 11) Niet het college van burgemeester en wethouders, maar de burgemeester is het bevoegd gezag voor vergunningverlening én toezicht op de naleving van de DHW in de gemeente. De burgemeester is ook verantwoordelijk voor de taken ten aanzien van de openbare orde en heeft hiervoor extra instrumenten. • Decentralisatie toezicht op de naleving (DHW, art. 41 en 44) De nieuwe DHW maakt de gemeente verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van de DHW. Deze taak is naast de bevoegdheid gekomen voor het verlenen van DHW-vergunningen die al bij de gemeente lag. Hiermee is de gemeente verantwoordelijk voor het gehele proces van vergunningverlening en het toezicht op de naleving van de DHW. Een voordeel van gedecentraliseerd toezicht voor de gemeente is de mogelijkheid om in te spelen op de lokale situatie en problematiek, om vervolgens zelf te sturen in het toezicht. Het gemeentelijke toezicht kan daarmee efficiënter en effectiever ingezet worden. Daarmee heeft de gemeente een extra instrument om de grip op de naleving van DHW-regels te verbeteren. • Interbestuurlijk toezicht vervallen In de DHW is het toezicht van de NVWA vervallen op de uitvoering van de DHW door gemeenten. Dit sluit aan bij de gedachte om de DHW op decentraal niveau uit te voeren. Het toezicht op de gemeentelijke uitvoering van de DHW maakt onderdeel uit van de controlerende taak van de gemeenteraad. • Strafbaarstelling jongeren (DHW, art. 45) De DHW verbiedt jongeren onder de 18 jaar om alcoholhoudende drank bij zich te hebben op voor publiek toegankelijke plaatsen. De gemeente heeft de bevoegdheid om handhavend op te treden en deze jongeren te beboeten. Dit nieuwe artikel maakt een jongere ook zelf verantwoordelijk voor het bij zich hebben van alcoholhoudende dranken. Hiermee ligt de verantwoordelijkheid niet meer alleen bij de drankverstrekkers. • Verordenende bevoegdheid (DHW, art. 25) Op grond van de Gemeentewet en de DHW kan de gemeente regels in een verordening vastleggen. De nieuwe DHW breidt deze mogelijkheden uit. De nieuwe gemeentelijke verordening kan regels stellen op het gebied van: - Koppeling tussen toegangsleeftijd en sluitingstijd. - Regulering van prijsacties. - Beperken van happy hours. Met deze wijziging kan het lokaal bestuur maatregelen kiezen die aansluiten bij de lokale situatie. • ‘Three strikes out’ (DHW, art. 19a) De nieuwe DHW geeft de burgemeester een extra sanctiemogelijkheid om regelnaleving te bevorderen ten aanzien van de verstrekking van alcohol aan jongeren onder de 18 jaar, te weten: ‘three strikes out’. Niet DHW-vergunningplichtige detaillisten die alcohol verkopen, zoals supermarkten, warenhuizen, snackbars, bezorgdiensten etc., kan voor de duur van tenminste een week en ten hoogste 12 weken de bevoegdheid worden ontzegd zwak-alcoholhoudende drank te verkopen vanuit hun zaak indien ze in een periode van 12 maanden drie keer aldaar alcoholhoudende hebben verstrekt aan personen waarvan niet is vastgesteld dat ze 18 jaar of ouder zijn of indien de drank kennelijk voor zodanige personen bestemd is (zie art. 20, 1e lid DHW) De burgemeester kan ter handhaving van deze ontzegging zo nodig bestuursdwang opleggen. • Schorsing vergunning (DHW, art. 32) Schorsing van de vergunning is een nieuw sanctie-instrument. De burgemeester kan de DHWvergunning voor maximaal 12 weken schorsen. Dit instrument is minder drastisch dan het intrekken van de vergunning. • 1
Regulering paracommerciële horeca (DHW, art. 4, 5, 6, 8, 9 en 24)
Zie: Handreiking Drank- en Horecawet voor gemeenten
1 juli 2014
6
De regels voor drankverstrekking door de paracommerciële horeca zijn gewijzigd. De gemeente is verplicht om een verordening vast te stellen om de drankverstrekking binnen de paracommercie te reguleren. In de verordening bepaalt de gemeenteraad onder meer op welke dagen en tijdstippen het mogelijk is alcohol te verstrekken. Daarbij is het mogelijk om onderscheid te maken naar de aard van de paracommerciële rechtspersoon. Voor bijvoorbeeld sportverenigingen kunnen de regels anders zijn dan voor studentenverenigingen of club- en buurthuizen. • Vereenvoudiging vergunningenstelsel (DHW, art. 8, 9, 29, 30, 31 en 35) Gemeenten hebben – ook onder de oude wet – een vergunningverlenende taak. In de nieuwe DHW zijn de regels ten aanzien van vergunningverlening zo eenvoudig mogelijk opgesteld om daarmee de administratieve lasten voor vergunninghouders te verminderen. Het gaat om de volgende aanpassingen van het vergunningenstelsel: De vergunning staat op naam van de ondernemer en beschrijft inrichtinggebonden eisen. In een aanhangsel staan de personalia van de leidinggevenden. De meldplicht voor een nieuwe leidinggevende met een landelijk formulier in plaats van het aanvragen van een nieuwe vergunning. In de toekomst een landelijk digitaal systeem van personen met een SVH-diploma (Sociale Hygiëne0. • Begripsbepalingen (DHW, art. 1) In de DHW zijn enkele nieuwe, dan wel gewijzigde, begrippen opgenomen, waardoor de vindbaarheid en duidelijkheid verbetert. Het gaat om de begrippen: “leidinggevende”; “wijn”; “paracommerciële rechtspersoon”; “barvrijwilliger”; “vergunninghouder”. • Wetswijziging per 1 januari 2014 De DHW is met ingang van 1 januari 2014 gewijzigd. De leeftijdsgrenzen in de DHW zijn verhoogd van zestien naar achttien jaar en gemeenten moeten preventie en handhaving verankeren in een preventie- en handhavingsplan alcohol. 2.2 Drank- en horecavergunningen Het verlenen van drank- en horecavergunningen voor het schenken van alcoholhoudende dranken is niet nieuw. Tot de inwerkingtreding van de gewijzigde DHW op 1 januari 2013 was het college het bevoegd gezag voor de vergunningverlening en handhaving. Sindsdien is dat de burgemeester. De gemeente Hengelo telt ruim 300 van kracht zijnde drank- en horeca-vergunningen. Daarvan zijn er ruim 100 verleend aan paracommerciële rechtspersonen. Verder kent de gemeente nietvergunningplichtige drankverstrekkers. Op grond van artikel 18 van de DHW mogen bedrijven zwak-alcoholhoudende drank verkopen indien dit past in de branche, zoals supermarkten, slagers, delicatessezaken, tabakszaken, groentezaken. Ook kan bij evenementen alcoholhoudende drank worden geschonken indien daarvoor een ontheffing op grond van artikel 35 van de DHW van het verbod tot het uitoefenen van het horecabedrijf en daarmee van het bedrijfsmatig of anders dan om niet schenken van alcoholhoudende drank zonder vergunning is verleend. 2.3 Drank- en Horecaverordening 2010 Nadere regels ten aanzien van horeca-inrichtingen zijn onder andere gesteld in de Drank- en Horecaverordening 2010. Tegelijk met het vaststellen van de wijzigingen van de APV-2014 op 10 december 2013 zijn de hoofdstukken 3 en 5 van de Drank- en Horecaverordening 2010 ingetrokken en overgeheveld naar de APV-2014. Deze verordening regelt alleen nog de verstrekking van alcoholvrije drank (alcoholvrij verlof). 2.4 Algemene Plaatselijke Verordening 2014 De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is op 10 december 2013 door de gemeenteraad gewijzigd vastgesteld. Hierin zijn onder andere regels opgenomen over paracommercie en het verbod op het verstrekken van sterke drank in cafetaria’s/snackbars en andere inrichtingen als bedoeld in artikel 2:34F van die verordening waar jongeren komen. In de gemeente Hengelo zijn in totaal ruim 300 drank- en horecavergunningen verleend aan drijvers van commerciële horecainrichtingen en paracommerciële rechtspersonen. Omdat de burgemeester zijn bevoegdheid tot vergunningverlening rechtstreeks aan de wet ontleent, kan de raad hier verder geen regels over stellen bij verordening. De burgemeester kan hiervoor zelf wel beleidsregels opstellen.
1 juli 2014
7
2.5 Horecavisie De horecavisie is een richtinggevend document voor de ontwikkeling van de horeca in Hengelo voor de komende jaren. Het is voor de gemeente het kader voor nieuwe (gewenste) ontwikkelingen in de horeca. Het biedt voor horecaondernemers en andere marktpartijen duidelijkheid over de toekomstige ontwikkelingsrichting en vormt hiervoor het toetsingskader. 2.6 Exploitatievergunning De gemeente Hengelo werkt nog niet met een exploitatievergunningstelsel. In veel gemeenten verbiedt de APV de exploitatie van een horeca-inrichting zonder vergunning van de burgemeester. Met een exploitatievergunning kunnen voorwaarden gesteld worden aan de exploitatie van een horeca- inrichting. De burgemeester kan deze vergunning weigeren indien de verwachting is dat het woon- en leefklimaat of de openbare orde in de omgeving van de horeca-inrichting op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van de inrichting. Het invoeren van een exploitatievergunningstelsel in Hengelo wordt in overweging genomen. 2.7 Veiligheidsbeleid 2013-2016 In 2012 is het veiligheidsbeleid voor de gemeente Hengelo vastgesteld. Veilig uitgaan en het beperken van uitgaansoverlast is en blijft één van de speerpunten van dit beleid. Met cameratoezicht als laatste aanvullende maatregel is het pakket aan maatregelen gecompleteerd. Bij de uitvoering van de gewijzigde Drank- en Horecawet is ook dit thema prominent in beeld. De invoering van de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (KVU)-aanpak wordt doorgezet. 2.8 Gezondheidsbeleid In de regionale nota over gezondheidsbeleid “vitale coalities” is aangegeven dat terugdringing van schadelijk alcoholgebruik op jonge leeftijd een belangrijk speerpunt is van het gezondheidsbeleid. De lokale en regionale inrichting van de uitvoering van de drank- en horeca-wetgeving biedt mogelijkheden om alcoholpreventie aan te haken. Voor het aanpakken van gezondheidsproblemen in de gemeente zijn ook maatregelen en acties nodig op andere beleidsterreinen. Andersom kan alcoholpreventie ook een bijdrage leveren aan het bereiken van doelstellingen op andere beleidsterreinen. De centrale doelstelling van het lokaal gezondheidsbeleid in de komende vier jaar is het bevorderen van de gezondheid en vitaliteit van de Hengelose burger. De aanpak van alcoholmisbruik is daarbij een continu proces. Het uitgangspunt is dat jongeren onder de achttien jaar geen alcohol drinken en jongeren van achttien tot drieëntwintig jaar matigen in het alcoholgebruik. Het zal een uitdaging zijn om de groep jongeren die nu zestien of zeventien is en alcohol mocht gebruiken tot 1 januari 2014, te bereiken met de boodschap dat alcoholconsumptie en bezit onder de achttien jaar niet alleen verboden is, maar uit oogpunt van gezondheid ook heel onverstandig. 2.9 Overige regelgeving Naast specifieke regelgeving voor drankverstrekking hebben (horeca)inrichtingen te maken met andere regels, waar deze nota niet op in gaat, bijvoorbeeld opgenomen in: Milieuwetgeving Naast de voorschriften die op basis van de APV-2014 aan de horeca worden gesteld, moet zij ook voldoen aan de voorschriften gesteld krachtens de Wet milieubeheer, in het Activiteitenbesluit milieubeheer en de ministeriële Activiteitenregeling milieubeheer. De voorschriften gesteld bij of krachtens het Activiteitenbesluit hebben betrekking op gevaar, schade en/of hinder veroorzaakt door een inrichting. Dit geldt ook voor indirecte hinder. Bij de handhaving van het bepaalde bij of krachtens de Wet milieubeheer blijkt in de praktijk vaak sprake te zijn van een zekere overlap met het gemeentelijk handhavingsbeleid op het gebied van drank en horeca op grond van de APV2014. Voor de toepassing van dit handhavingsbeleid betekent dit dat de grondslag voor een bestuurlijke sanctie gevonden moet worden in de bescherming van de openbare orde, de veiligheid, de volksgezondheid en/of het voorkomen van de aantasting van het woon- en leefklimaat. In de praktijk houdt dit in dat tegen horeca inrichtingen die door het veroorzaken van geluidsoverlast tevens de openbare orde verstoren of het woon- en leefklimaat ter plaatse aantasten, in eerste instantie wordt opgetreden op basis van het handhavingsbeleid voor drank en horeca op grond van de APV-2014. Het gaat dan om omstandigheden waarbij direct (dreigend) gevaar voor anderen bestaat of de rechten van anderen worden of dreigen te worden aangetast. Die gevaren en bedreigingen verschillen naar situatie en tijd: wat op de ene plaats een gevaar voor van de openbare orde is, wordt elders mogelijk niet zo ervaren. Bij de handhaving van de openbare orde gaat het om de zorg voor de naleving van regels die, de rust in het openbare leven beogen. Niet naleving van de voorschriften van de drank- en horeca/wetgeving, gevoegd bij het niet voldoen aan de eisen van de milieuwetgeving, kan leiden tot bestuurlijke sancties en de verplichting tot het treffen van milieuhygiënische maatregelen, waaronder bouwtechnische
1 juli 2014
8
voorzieningen. Tegen horeca- inrichtingen die geluidsoverlast veroorzaken, maar daarbij niet tevens de openbare orde verstoren of het woon- en leefklimaat ter plaatse aantasten, wordt uiteraard alleen opgetreden op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer, de Activiteitenregeling milieubeheer en eventuele andere van toepassing zijnde wettelijke regels. Ruimtelijke ordening De vestigingslocatie van een inrichting waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcolholhoudende drank wordt verstrekt voor gebruik ter plaatse of anders dan ter plaatse, moet uiteraard passen binnen de bestemming en de regels van het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) Soms is een omgevingsvergunning voor het bouwen of het afwijken van het bestemmingsplan nodig om een bedrijfspand te mogen (ver)bouwen en gebruiken. Bouwbesluit 2012 Op grond van het Bouwbesluit 2012 gelden onder meer brandveiligheidseisen, op het voldoen waaraan periodiek door de Regionale Brandweer, ondergebracht bij de Veiligheidsregio Twente, toezicht wordt gehouden. De frequentie en wijze van toezicht op de naleving van deze regels en de handhaving daarvan, zijn vastgelegd in het handhavingsbeleid. Wet op de Kansspelen In geval van aanwezigheid in een zogenoemde hoogdrempelige of laagdrempelige inrichting van een kansspel-/behendigheidsautomaat gelden de regels van de Wet op de Kansspelen.
1 juli 2014
9
Hoofdstuk 3 Risico-inventarisatie 3.1 Inleiding Het is van belang om inzichtelijk te maken welke negatieve effecten van alcoholmisbruik op kunnen treden en hoe groot de kans daarop is, met name wanneer geen toezicht wordt gehouden. De risico-inventarisatie brengt voorgenoemde risico’s in beeld, maar geeft geen inzicht in overige risico’s op overtreding van voorschriften van de DHW en de APV-2014. Daarbij moet gedacht worden aan overtredingen zoals het niet aanwezig zijn van een leidinggevende, het niet in acht nemen van de sluitingstijd of aan andere gedragingen in strijd met de wet. De wetgever heeft nadrukkelijk de bedoeling de alcoholproblematiek onder jongeren aan te pakken. Daar is deze inventarisatie op gericht. 3.2 Risico-inventarisatie De gemeente Hengelo heeft nog onvoldoende ervaring opgedaan met toezicht en handhaving op basis van de DHW. Voor de risico-inventarisatie kan daarom niet of nauwelijks geput worden uit (eigen) ervaringsgegevens over het naleefgedrag van de DHW binnen onze gemeente. De risicoinventarisatie is gemaakt op basis van een inschatting van het naleefgedrag op basis van landelijke en lokale onderzoeken en gesprekken met onder andere sportverenigingen, politie, jongerenwerk, Tactus, horecaondernemers en Koninklijke Horeca Nederland afdeling Hengelo. Van deze partners is gevraagd aan te geven wat zij als de belangrijkste risico’s zien. Daarnaast zijn betrokken beleidsmedewerkers van de gemeente Hengelo geraadpleegd. Op basis van de risico-inventarisatie is een tabel gemaakt waarin voor een aantal inrichtingen, plaatsen en activiteiten, op een drietal terreinen, te weten gezondheid, openbare orde / leefbaarheid en oneerlijke concurrentie (door paracommerciële rechtspersonen), de risico’s van alcoholmisbruik door jongeren zijn aangegeven. De praktijkervaring die met handhaving en toezicht wordt opgedaan, wordt jaarlijks geëvalueerd. Op deze manier blijft het toezicht- en handhavingsbeleid actueel en gericht op de inrichtingen, plaatsen en activiteiten waar dit het meest noodzakelijk wordt geacht. De drie terreinen zijn dus: 1. Gezondheid Overmatig gebruik van alcohol kan vooral bij jongeren leiden tot blijvende schade voor de gezondheid, in het bijzonder voor de ontwikkeling van de hersenen. Daarom moet de inzet gericht zijn op het tegengaan van het verstrekken (schenken of verkopen) van alcoholhoudende drank aan 18-minners of het voorhanden hebben van alcoholhoudende drank bij 18-minners, en ook op het doorschenken van alcoholhoudende drank. 2. Openbare orde/leefbaarheid Aantasting van de openbare orde door alcoholgebruik, zowel in de horeca-inrichtingen als in de directe omgeving daarvan. Het betreft hier ongewenst gedrag dat leidt tot verstoring van de openbare orde en gevaar oplevert voor de veiligheid, de volksgezondheid of de zedelijkheid. Veelal gaat het om verstoringen en gevaar veroorzaakt door uitgaanspubliek en bezoekers of personeel van horeca-inrichtingen. Daarnaast kan er aantasting zijn van het woon- en leefklimaat door overlast en gevaar, schade of hinder, bijvoorbeeld door lawaai, vervuiling of wangedrag van aan horeca-inrichtingen gerelateerde personen. 3. Oneerlijke concurrentie Oneerlijke concurrentie door ongeoorloofde verstrekking van alcoholhoudende drank, bijvoorbeeld door paracommerciële rechtspersonen. Ongelijke kansen of financiële schade kunnen ontstaan door niet toegestane activiteiten in horeca-inrichtingen die ten koste gaan van andere inrichtingen, of door niet toegestane horeca-activiteiten door paracommerciële rechtspersonen die ten koste gaan van de inkomsten van andere horeca-inrichtingen. In onderstaande tabel is voor elk van de drie bovengenoemde risicogebieden een risico-inschatting gemaakt. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat deze inschatting gemaakt is op basis van gesprekken met betrokken partners die hiervoor zijn genoemd. Daar waar een classificering (bijvoorbeeld detailhandel) is aangegeven, is dat een schatting van het gemiddelde risico. Uitzonderingen zijn mogelijk.
1 juli 2014
10
Locatie
3 Oneerlijke concurrentie
Opmerking
++
2 Openbare orde/ leefbaarheid ++
-
0
0
-
Horeca: snackbar, cafetaria, fastfood, grillrooms
+
++
-
Detailhandel: supermarkt, avondwinkel, slijterij
+
0
-
Paracommerciële instellingen
0
0
+
Grote C evenementen binnenstad
++
++
-
Openbare ruimte / Schoolpleinen
++
++
-
Thuis/Drinkketen
++
+
-
Geldt vooral tijdens uitgaansnachten Minder risico vanwege doelgroep en sluitingstijden Geldt voor verkoop van alcohol aan jongeren en de leeftijdscontrole Avondwinkel wordt specifiek genoemd als verkooppunt alcohol aan jongeren Schenktijden en bijeenkomsten is een verhoogd risico. Zijn geen klachten of meldingen bekend Vooral leeftijdscontrole bij jongeren. Wordt specifiek genoemd in het Stedelijk Jeugd Groepen Overleg Met name het thuis indrinken wordt genoemd door alle paratijen. Drink keten speelt op dit moment in Hengelo een minder grote rol
Horeca: café/bar/ Discotheek Horeca: restaurant, bistro, lunchroom, hotel
1 Gezondheid
++ = bovengemiddeld risico, += middel risico, 0 = laag risico, - geen risico
Uit de inventarisatie komt naar voren dat in eerste instantie de aandacht uit moet gaan naar de nachthoreca, grote evenementen en openbare ruimte (schoolpleinen). Op gebied van preventie geldt dat extra ingezet moet worden op het voorkomen of beperken van thuis drinken door jongeren beneden de 18 jaar. Dat geldt voor voorlichting aan jongeren, maar vooral ook aan ouders.
1 juli 2014
11
Hoofdstuk 4 Preventie 4.1 Doelstellingen preventie Op het gebied van preventie wordt eigen verantwoordelijkheid gevraagd van partners zoals horecaondernemers, supermarkten en (sport)verenigingen. Ondernemers en paracommerciële rechtspersonen worden gestimuleerd om zelf maatregelen te treffen om de naleving van de Dranken Horecawet te bewerkstelligen. Tijdens overleggen met de verschillende partijen, is gesproken hoe hieraan invulling te geven om het (overmatig) alcoholgebruik onder jongeren tegen te gaan. Met een op preventie gerichte aanpak willen we voorkomen dat: - jongeren voor de 18e verjaardag beginnen met alcoholgebruik; - dat er geen sprake is van toename van het gebruik van alcohol onder jongeren; - dat meer mensen afhankelijk worden van alcohol; - schadelijke gevolgen van alcohol in bijzondere situaties zoals bij het uitgaan, op het werk, in het verkeer en in het gezin optreden. Daarvoor wordt onder andere van (para)commerciële rechtspersonen, detailhandel, ouders en jongeren een gezamenlijke inspanning gevraagd. Daarmee kan een bijdrage geleverd worden aan het terugdringen van alcoholgebruik onder (met name) jongeren. 4.2 Plan van aanpak Alcohol en Jeugd 2008-2011 Er is onderzoek verricht naar de gerealiseerde doelstellingen van het Plan van aanpak Alcohol en Jeugd 2008-2011. De conclusie uit dat onderzoek is dat het alcoholgebruik onder middelbare scholieren afneemt, maar dat het gebruik op jongere leeftijd toe lijkt te nemen. Dit sluit aan bij recente signalen van de betrokken professionals in de stad. Samen met de politie (jeugdagent), Scala jongerenwerk, Tactus verslavingszorg en Halt is de gemeente hierover in gesprek. Centraal staat daarbij de vraag hoe de inspanningen van die organisaties elkaar nog meer kunnen versterken en hoe onderwijs daarin ondersteund kan worden, zowel het basis- als het voortgezet onderwijs. 4.3 Voorlichting GGD en Tactus Om de preventiedoelstellingen op het gebied van preventie te halen werkt de gemeente Hengelo samen met de GGD en Tactus. Deze partners voeren al een groot aantal interventies uit. Hier wordt door de gemeente zoveel mogelijk gebruik van gemaakt en bij aangesloten. Voor het terugdringen van schadelijk alcoholgebruik onder jongeren in het kader van het project Happy Fris Hengelo 2014 wordt ingezet op de volgende activiteiten: -
op Tijd Voorbereid voor de basisschool (leerling-deel) 14 scholen; risicoleerlingen van ROC Twente; ondersteuning van professionals van het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) en ouderbijeenkomsten in samenwerking met / opdracht van LOES; jongerenwerk/risicojongeren: ondersteuning van professionals, voorlichting en bewustwording van de doelgroep, kortdurende preventieve interventies, indien nodig leiden naar behandeling; activiteiten op maat t.b.v. bijvoorbeeld sportverenigingen; publieksacties bij grote evenementen; overige op maat-activiteiten.
4.4 Samenwerking horeca, detailhandel, sportverenigingen Het is van belang om onze jeugd, maar ook de ouders en de betrokken (para)commerciële rechtspersonen goed te betrekken bij het realiseren van de doelstellingen van de wetswijziging van de DHW en de APV-2014, maar ook bij de consequenties van overtreding hiervan. Eind 2013 is een informerende brief over de wetswijziging aan alle horeca en (para)commerciële horeca-inrichtingen gestuurd. Door in overleg te blijven met commerciële horeca-inrichtingen (Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan) en met paracommerciële rechtspersonen (sportverenigingen) wordt het belang van preventie en verantwoord omgaan met alcohol gediend. Horeca De meerderheid van de nachthoreca in de binnenstad van Hengelo hanteert een leeftijdsgrens van 18 jaar. Dit is gebleken uit het overleg met de vertegenwoordiger van Koninklijke Horeca Nederland, enkele horecaondernemers in de Hengelose binnenstad en ambtenaren van de politie. Uitzondering in de binnenring is VIOS (voorheen New York). Bij de zgn. 18+ zaken vindt leeftijdscontrole aan de deur plaats door middel van ID of paspoortcontrole. Verder worden
1 juli 2014
12
polsbandjes gebruikt voor jongeren boven de 18 jaar bij horecazaken waar toegang mogelijk is vanaf 16 jaar (zoals VIOS). Detailhandel Ten aanzien van de supermarkten in Hengelo is duidelijk geworden dat zij streng controleren op de leeftijdsgrens bij de verkoop van alcohol aan jongeren. Albert Heijn heeft hiervoor zelfs landelijk beleid ingevoerd. Bij andere supermarkten geldt dat ook hier streng wordt toegezien op verkoop van alcohol aan jongeren beneden de 18 jaar. Deze werkwijze werkt preventief en uit gesprekken met supermarktmanagers komt naar voren dat geen verkoop van alcohol aan jongeren beneden de 18 plaatsvindt. Sportverenigingen Met een groot aantal sportverenigingen is contact geweest en zijn afspraken gemaakt over het gebruik van alcohol. Ná overleg met sportverenigingen zijn bepalingen over schenktijden en bijeenkomsten van persoonlijke aard of bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de betreffende vereniging zijn betrokken opgenomen in de APV2014. Veel verenigingen kennen al het verplicht voorgeschreven huishoudelijk reglement waarin kwalificatienormen voor een voorlichtingsinstructie en afspraken zijn opgenomen over het schenken van alcohol. Er is mede in het kader van alcoholmatiging gekozen om het schenken van alcohol van maandag t/m vrijdag pas na 16.00 uur toe te staan, voor de zaterdag en zondag vanaf 11.00 uur. Veel verenigingen kennen een huishoudelijk reglement waarin afspraken zijn opgenomen over het schenken van alcohol. Tijdens informatiebijeenkomsten met sportverenigingen wordt het onderwerp jeugd en alcohol besproken en wordt gewezen op de risico’s van alcoholgebruik onder jongeren, maar ook op het overtreden van de regels. 4.5 (Alco)Halt Bij artikel 45 van de DHW, is bepaald dat jongeren onder de 18 jaar strafbaar zijn als zij op een openbare plaats alcohol bij zich hebben of voor consumptie gereed hebben. (Alco)Halt is bedoeld voor jongeren van 12 tot 18 jaar, die onder invloed een delict plegen of vanwege dronkenschap of het in bezit hebben van alcohol door de politie zijn aangehouden. (Alco)Halt heeft een tweeledig doel: een Halt-traject om recidive voor het Halt-waardige delict te voorkomen en een leeropdracht met als doel het schadelijk alcoholgebruik terug te dringen. Deze doorverwijzing kan momenteel alleen door de politie gedaan worden. De buitengewone opsporingsambtenaren van de gemeente kunnen nog geen jongeren doorsturen naar (Alco)Halt. Hiervoor is toestemming van het OM nodig. Halt ziet graag dat hier in regionaal verband naar gekeken wordt. De (jeugd)politie in Hengelo is zeer actief met betrekking tot het doorverwijzen van jongeren. Het aantal doorverwijzingen in Hengelo ligt ver boven het Twents gemiddelde.
1 juli 2014
13
Hoofdstuk 5 Toezicht 5.1 Inleiding De burgemeester is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de DHW. Voorheen lag deze taak bij de NVWA. Toezicht en handhaving zijn integraal onderdeel van de aanpak om het schadelijk alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen en alcohol gerelateerde verstoringen van de openbare orde tegen te gaan. Ondernemers en paracommerciële rechtspersonen worden gestimuleerd om zelf maatregelen te treffen om de naleving van de Drank- en Horecawet te verbeteren. In eerste instantie ligt de nadruk op het aanspreken van ondernemers en niet op sancties. Op 10 december 2013 heeft de gemeenteraad de APV-2014 vastgesteld. In de APV-2014 zijn regels opgenomen over alcoholverstrekking bij paracommercie, het organiseren van bijeenkomsten waar drank wordt geschonken en het verbod op happy hours. Naast het handhavingsinstrumentarium van de DHW (bijvoorbeeld het intrekken of schorsen van vergunningen of het opleggen van bestuurlijke boetes), kennen de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht bestuurlijke sancties als het opleggen van lasten onder dwangsom of onder bestuursdwang en het opleggen van bestuurlijke boetes. Een voorbeeld van het toepassen van bestuursdwang is of het sluiten van een horecapand. Om het toezicht op de naleving zo effectief en efficiënt mogelijk te laten zijn, is een geactualiseerd vergunningenbestand essentieel. Bij overtreding van de vergunningvoorschriften kan de burgemeester op basis van de gronden genoemd in artikel 31 van de DHW zo nodig drank- en horecavergunningen intrekken. De burgemeester moet toezichthouders aanwijzen die worden belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de DHW. Daarnaast heeft de gemeente een taak op het gebied van openbare orde, veiligheid en leefbaarheid. Duidelijk is dat niet iedere regel op elk moment te controleren is. Behalve inzet op preventie moeten hierin dus keuzes worden gemaakt. Toezicht is dus geen doel op zich, maar moet gericht zijn op verhoging van het naleefgedrag. Naast voorlichting wordt ook toezicht en handhaving als instrument ingezet. De gemeente wil beter zicht krijgen op de verkoop van alcohol aan jongeren onder de achttien jaar. Met dit inzicht is de verwachting dat zorgvuldig omgegaan kan worden met de beschikbare middelen voor toezicht en handhaving. Daarom geen uitgebreide ongerichte handhavingsacties maar inzet van de handhavingscapaciteit gericht op hotspots. Uit de risicoanalyse blijkt dat vooral te gaan om openbare ruimte (schoolpleinen) en horeca-inrichtingen waar jongeren onder de 18 jaar worden toegelaten. 5.2 Toezicht gemeente Per 1 januari 2014 is voor het toezicht op de DHW 200 uur beschikbaar voor de buitengewoon opsporingsambtenaren van de afdeling Stadstoezicht. Op grond van de risico-inventarisatie worden deze uren besteed aan toezicht bij: - Reguliere horeca inrichtingen; - Grote evenementen; - Openbare ruimte (schoolpleinen); - Meldingen (para)commerciële inrichtingen. De acties die hierbij steekproefsgewijs uitgevoerd worden zijn leeftijdsgrenzencontroles en vergunning controles. De vergunning controles richten zich op de controle van de naleving van de vergunning(voorschriften), bijvoorbeeld op de aanwezigheid in de inrichting van een leidinggevende. Kanttekening hierbij is dat de inzet van uren in de meeste situaties verdubbeld moeten worden. De NVWA adviseert om de controles in bepaalde horecalokaliteiten (cafés, sportinstellingen) in tweetallen uit te voeren. Daarbij geldt vaak rechtspositioneel de verplichting een onregelmatigheidstoeslag toe te kennen, hetgeen extra salariskosten met zich meebrengt. Samen met de gemeenten Hof van Twente, Haaksbergen, Borne en Hengelo wordt een uitvoeringsplan opgesteld waarin het toezicht is vastgelegd. 5.3 Capaciteitsberekening 2 De benodigde toezichtcapaciteit kan onder andere bepaald worden op basis van: - Het gewenste aantal controles per jaar; - Het soort controles (basiscontrole, leeftijdsgrenzencontrole); 1F
2
Zie: Expertisecentrum handhaving DHW (www.handhavingdhw.nl)
1 juli 2014
14
-
De duur van de controles; Of de controles worden gecombineerd met andere controles; Of de controles alleen of in duo worden uitgevoerd.
De gemeente kent ruim 300 alcoholhoudende drank verkopende inrichtingen (horeca, supermarkten, slijterijen, sportkantines, evenementen, cafetaria’s, etc.) en een onbekend aantal “leeftijdsgrenzen hotspots”. Dat kunnen lokaliteiten zijn waar jongeren alcohol (proberen te) kopen of locaties in de openbare ruimte waar door jongeren alcohol gedronken wordt. De gemiddelde duur van een controle van één van deze lokaliteiten (op basis van ervaringen NVWA) bedraagt voor een basiscontrole ½ uur en voor een leeftijdsgrenzencontrole 1½ uur. Verder moet met het volgende rekening worden gehouden: Voor de administratieve werkzaamheden (bijvoorbeeld het schrijven van boeterapporten) en de reistijd moet aanvullend tijd worden gereserveerd. Veelal worden leeftijdsgrenzencontroles (zeker in de nachtelijke uren en tijdens evenementen) in duo uitgevoerd. Hiervoor moet aanvullend tijd worden gereserveerd. Bij deze berekening is geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat de DHW controles in de openbare ruimte gecombineerd kunnen worden met andere controles. Hierdoor kan tijd worden bespaard. Naast de toezichtcapaciteit (front office) moet ook rekening gehouden worden met extra capaciteit in de back office. Voor deze extra taak zal binnen de bestaande formatie van de afdeling Handhaving ruimte gevonden moeten worden. 5.4 Samenwerking politie Naast de gemeente, heeft ook de politie een toezicht- en handhavingstaak. Politieambtenaren zijn bevoegd strafrechtelijk een geldboete op te leggen en/of door te verwijzen naar Alcohalt, wanneer zij jongeren onder de 18 jaar op voor het publiek toegankelijke plaatsen aantreffen die alcoholhoudende dranken aanwezig hebben of voor consumptie gereed hebben. Daarnaast kan de politie verbaliseren op grond van de Wet op Economische Delicten (zoals bijvoorbeeld in het geval van het schenken van alcohol in een horecabedrijf aan dronken klanten). Daarnaast heeft de politie een signaleringsfunctie (bijvoorbeeld voor APV overtredingen) zodat de gemeente, samen met de politie, gericht (bijvoorbeeld op hotspots) kan optreden.
1 juli 2014
15
Hoofdstuk 6 Handhaving 6.1 Inleiding Handhaving in ruime zin is het door toezicht en het toepassen van bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke middelen bereiken dat de bij of krachtens de wet gestelde voorschriften worden nageleefd. Handhaving heeft tot doel de naleving van wettelijke regels te bevorderen en zo nodig af te dwingen. Als bij het toezicht blijkt van een overtreding wordt in principe overgegaan tot handhaving. De burgemeester heeft o.a. op grond van de Gemeentewet de beschikking over diverse handhavingsinstrumenten die toegepast kunnen worden als de bepalingen van de DHW en aanverwante (rijks)wetgeving, zoals de Opiumwet, de Wet op de Kansspelen, de Wet wapens en munitie en gemeentelijke verordeningen als de APV-2014 worden overtreden. Er kan zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk worden opgetreden. 6.2 DHW handhavingsbevoegdheid De algemene wettelijke grondslag van de bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang door de burgemeester tot handhaving van regels welke hij uitvoert is gelegen in artikel 125, 3e lid van de Gemeentewet. Een bredere grondslag voor het optreden door bestuursorganen, waaronder de burgemeester, tegen overtredingen biedt hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht. De Drank- en Horecawet (artikel 44a) biedt de burgemeester daarnaast onder meer de bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen. Verder is, zoals hiervoor is opgemerkt, in artikel 19a van de DHW een extra handhavings- bevoegdheid aan de burgemeester toegekend: het three-strikesout-principe, ofwel de bevoegdheid de verkoop van zwakalcoholhoudende drank voor ten hoogste 12 weken te verbieden indien blijkt van het binnen 12 maanden tot driemaal toe verkopen van alcoholhoudende drank aan minderjarigen. Verder zijn in artikel 31 van de DHW een aantal imperatieve en facultatieve intrekkingsgronden voor verleende vergunningen opgenomen en kan op grond van artikel 32 van die wet een vergunning door de burgemeester voor een periode van ten hoogste 12 weken worden geschorst. Hierbij is het bestuursrecht van toepassing en in sommige gevallen van het strafrecht. Binnen de bestuurlijke sancties in het bestuursrecht (Awb) is er een onderscheid te maken tussen bestraffende en herstelsancties. Als bestraffende sanctie geldt de bestuurlijke boete, geregeld in afdeling 5.4 van de Awb. Een bestuurlijke sanctie moet o.a. aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit voldoen. Dit houdt in dat de bestuurlijke sanctie niet verder mag strekken dan in de gegeven situatie noodzakelijk is en dat bij de keuze uit de verschillende sancties bevoegdheden geen zwaardere sanctie wordt toegepast gebruikt dan de concrete situatie vereist. De feiten en omstandigheden van het geval spelen dan ook een belangrijke rol bij de beantwoording van de vraag of, en zo ja, welke sanctiemaatregel nodig is. Resumerend onderstaand een aantal bestuurlijke sancties: Onderwerp Intrekken van de DHW-vergunning Schorsen van de vergunning
Artikel 31 DHW
Ontzegging toegang tot ruimte i.g.v. verboden verstrekking
36 DHW
Bestuurlijke boete
44a DHW e.v.
Three strikes out
19a DHW
1 juli 2014
32 DHW
Opmerking Dit artikel bevat verplichte en facultatieve intrekkingsgronden Dit is een nieuw instrument dat alleen van toepassing is op niet-imperatieve intrekkingsgronden. De burgemeester kan de DHW-vergunning voor maximaal 12 weken schorsen Betreft bevelsbevoegdheid ex artikel 174, 2e lid van de Gemeentewet. Niet opvolging bevel is strafbaar o.g.v. artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht In een aantal gevallen is het toegestaan een bestuurlijke boete op te leggen. De hoogte van de bestuurlijke boete is vastgelegd in de bijlage van het Besluit Bestuurlijke Boete Drank- en Horecawet Dit is een nieuwe maatregel. Niet DHW-vergunningplichtige bedrijven die alcohol verkopen, zoals supermarkten en snackbars, kan de bevoegdheid ontzegd worden zwak-alcoholhoudende drank te verkopen als ze in een periode van 12 maanden drie keer hetzelfde verbod (art. 20, lid 1) overtreden. Met dit instrument kan de burgemeester een ondernemer het recht om zwak alcohol houdende drank te verkopen tijdelijk ontnemen, minimaal voor 1 week en maximaal voor 12 weken
16
De APV-2014 van de gemeente Hengelo kent de volgende regulerende verbodsbepalingen: Onderwerp Regulering Paracommerciële horecaactiviteiten
Artikel 2:34c, 2:34d
Prijsacties horeca
2:34e
Verbod op het verstrekken van sterke drank
2:34f
Opmerking De Drank- en Horecawet verplicht gemeenten om regels te stellen ter voorkoming van oneerlijke mededinging waaraan paracommerciële rechtspersonen die in eigen beheer het horecabedrijf uitoefenen, zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank. In artikel 2.34c, 2:34d van de APV-2014 zijn deze regels opgenomen Verbod tot verkoop alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse tegen een prijs lager dan 60% van de reguliere prijs Verbod tot verkoop sterke drank in bepaalde inrichtingen
Daarnaast zijn onderstaande bestuurlijke sancties uit de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht van toepassing: Onderwerp (Last onder) Dwangsom/ Bestuursdwang/bestuurlijke boete
Artikel 125 Gemeentewet en hoofdstuk 5 van de Awb
(Tijdelijke) Sluiting van een horeca-inrichting
174 Gemeentewet
Opmerking Dwangsom: waarbij onder dreiging van het invorderen van een geldbedrag de overtreding ongedaan moet worden gemaakt en/of voortduring en herhaling moet worden voorkomen; de last kan ook preventief worden opgelegd Bestuursdwang: waarbij door feitelijk handelen de overtreding door of namens de gemeente ongedaan wordt gemaakt. Hieronder valt ook het sluiten en verzegelen van gebouwen en terreinen. De kosten van het toepassen van bestuursdwang kunnen worden verhaald op de overtreder. Bestuurlijke boete: bestraffende sanctie inhoudende onvoorwaardelijke verplichting tot betaling van de geldsom Bevelsbevoegdheid in het kader van het toezicht op onder meer horeca-inrichtingen in het belang van de bescherming van de veiligheid en de volksgezondheid
Daarnaast kan op basis artikel 45 in de Drank- en Horecawet óók alleen strafrechtelijk worden opgetreden. Dit artikel gaat over het verbod voor jongeren beneden de 18 jaar om op het voor publiek toegankelijke plaatsen alcohol aanwezig te hebben of voor consumptie gereed te hebben, m.u.v. plaatsen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drankvoor gebruik elders dan ter plaatse wordt verstrekt. Deze overtreding is uitsluitend af te doen met een proces verbaal. 6.3 Bestuurlijke boete Op basis van artikel 44a van de nieuwe DHW is de burgemeester bevoegd om voor de daar bedoelde overtredingen een bestuurlijke boete op te leggen. Het opmaken van een overtredingsrapport op grond waarvan een bestuurlijke boete op basis van de DHW wordt opgelegd, geschiedt door een door de burgemeester aangewezen toezichthouder. De bestuurlijke boete is onderdeel van de handhaving in het bestuursrecht. De bestuurlijke boete is een bestraffende sanctie. Dit betekent dat een aantal waarborgen, zoals de plicht tot het geven van de cautie (zie artikel 5:10a Awb), gelden wanneer een bestuursorgaan voornemens is een bestuurlijke boete op te leggen. De hoogte van de bestuurlijke boete is vastgelegd in het Besluit Bestuurlijke boete Drank- en Horecawet. De bestuurlijke boete is geschikt voor de handhaving van veel voorkomende en overlast gevende overtredingen in de publieke ruimte en voor lik op stuk beleid. Het is geregeld in artikel 44a van de DHW. Bijna alle overtredingen van de DHW zijn met een bestuurlijke boete te bestraffen, m.u.v. enkele overtredingen die strafrechtelijk moeten worden afgedaan. De hoogte van de bestuurlijke boete is bij de DHW afhankelijk van het aantal werknemers van de overtreder (I = minder dan 50 werknemers, II = 50 of meer werknemers) en de aard/zwaarte van de overtreding: - Categorie A: € 680,- (I) en € 1360,- (II) - Categorie B: € 1020-, (I) en € 2040,- (II) - Categorie C: € 1360,- (I) en € 2720,- (II) - Bij recidive is sprake van verhoging met 50 of 100%.
1 juli 2014
17
Er wordt geen bestuurlijke boete opgelegd voor deze overtredingen als: - de overtreding een direct gevaar voor de volksgezondheid of veiligheid van de mens tot gevolg heeft; - het behaalde economisch voordeel als gevolg van de overtreding aanmerkelijk hoger is dan de bestuurlijke boete; - de burgemeester artikel 19a van de DHW toepast; - de burgemeester het voornemen tot het intrekken van de DHW-vergunning heeft kenbaar gemaakt. Bij het handhavingsbeleid voor drank- en horeca wordt de bestuurlijke boete niet ingezet omdat het beleid er in eerste instantie op is gericht ongewenst gedrag te voorkomen. In die gevallen waarin er in het sanctiebeleid geen maatregelen zijn opgenomen tegen overtredingen van de Drank- en Horecawet, kan alsnog worden overgegaan tot het opleggen van een bestuurlijke boete. 6.4 Uitgangspunten Bij het constateren van overtredingen van wet- en regelgeving geldt, zoals boven al vermeld, als algemeen uitgangspunt, dat er in beginsel altijd tegen overtredingen wordt opgetreden (beginselplicht tot handhaving). Dit uiteraard voor zover de wettelijke bevoegdheden en de gemeentelijke prioriteitsstelling dit toelaten. Daarnaast wordt een aantal uitgangspunten gehanteerd bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van de juiste sanctie: 1. De mogelijke gevolgen van die overtreding; 2. De omstandigheden waaronder die overtreding is begaan; 3. De houding en het gedrag van de overtreder; 4. De voorgeschiedenis; 5. Het subsidiariteit- en proportionaliteitsbeginsel. Recidive In geval van herhaling van de overtreding binnen een bepaalde tijd wordt strenger opgetreden. Dit strenger optreden kan bestaan uit het volgen van minder stappen, maar ook in het opleggen van een andere/zwaardere sanctie. Algemeen geldt dat indien een alcoholverstrekker of alcoholgebruiker dezelfde overtreding binnen een jaar na de laatste constatering begaat dit als recidive wordt beschouwd. Voor zover de periode van een jaar verstrijkt zonder overtreding door de alcoholverstrekker (exploitant) of alcoholgebruiker, wordt bij een nadien gepleegde overtreding in beginsel weer gestart met de eerste stap in de sanctiestrategie in de oorspronkelijke sanctiecategorie. Als de aanbevolen sanctie niet effectief blijkt te zijn (geweest), ligt het voor de hand in geval van recidive te kiezen voor een ander (meer effectief) sanctiemiddel. “Erfelijke belasting” Handhaving vindt plaats per ondernemer, per rechtspersoon en per locatie. Wanneer een nieuwe ondernemer de horeca-inrichting overneemt, worden in beginsel de stappen in de sanctiestrategie teruggebracht naar de startsituatie. Dit is anders indien een horecaondernemer de ondernemingsvorm wijzigt, bijvoorbeeld wanneer er een vennoot in de zaak bij komt of sprake is van een overname om de sanctiestrategie te “omzeilen”. De intredende ondernemer krijgt dan ook te maken met het verleden van zijn compagnon. We spreken dan van “erfelijke belasting”. De sanctiestrategie blijft in dat geval gewoon gelden. Bij een volgende overtreding, ook al is er een nieuwe vennoot, volgt de volgende stap in de handhaving. Dit geldt ook als een ondernemer in de tussentijd zijn drank- en horecavergunning laat wijzigen. Afwijkingsbevoegdheid De burgemeester beschikt bij de besluitvorming over de op te leggen sancties op grond van de artikelen 3:4, 2e lid en 4:84 van de Awb over een zogenoemde inherente afwijkingsbevoegdheid indien de nadelige gevolgen van deze sancties in het betreffende geval onevenredig bezwarend zijn voor de betrokkene . Bij de beoordeling of hier sprake van is, gelden de stappen in het handhavingsbeleid daarbij als uitgangspunt. Als de feiten en omstandigheden van het geval hiertoe aanleiding geven, kan de burgemeester ook in het nadeel van betrokkene afwijken van deze stappen. Zo kan worden besloten om een stap over te slaan en niet eerst te waarschuwen maar direct tot het opleggen van een sanctie over te gaan, bijvoorbeeld als sprake is van ernstige gezondheidsschade door verstrekking van alcoholhoudende drank. Bij een dergelijk besluit wordt dit uiteraard expliciet gemotiveerd. Bestuursrecht en strafrecht Het kan zijn dat een incident of overtreding maakt dat zowel op basis van bestuursrecht als op basis van strafrecht een maatregel of sanctie wordt opgelegd. Bestuursrecht en strafrecht kunnen
1 juli 2014
18
naast elkaar worden toegepast. Zo kan het OM besluiten om degene die de overtreding heeft begaan strafrechtelijk te vervolgen en kan de burgemeester in plaats daarvan een bestuursrechtelijke sanctiemaatregel opleggen (zie wel de artikelen 5:43 en 5:44 Awb). 6.5 Handhavingsmodel en sanctionering De Drank- en Horecawet geeft regels voor de uitoefening van het horecabedrijf. Nadere regels voor de drank- en horeca worden onder andere gesteld in de Drank- en Horecaverordening 2010 en de APV. De handhaving van deze regels geldt voor inrichtingen die het bezit zijn van een drank- en horecavergunning dan wel beschikken over een alcoholvrij verlof. Bestuurlijke sancties zijn te onderscheiden in reparatoire sancties en punitieve sancties. Bij reparatoire sancties is de handhaving erop gericht om de gevolgen van een begane overtreding ongedaan te maken of herhaling of voortduring ervan te voorkomen (om de situatie die ontstaan is te repareren). Bij de punitieve sancties is de handhaving erop gericht om de begane overtreding te bestraffen. Wanneer er een overtreding wordt begaan, zal in het algemeen geen reparatoire én punitieve sanctie worden opgelegd. In geval van constatering van een overtreding wordt deze in een proces-verbaal (pv) of overtredingenrapport vastgelegd opgesteld door een toezichthouder van de afdeling Handhaving. De horecaondernemer krijgt vervolgens een schriftelijke vooraankondiging tot sanctioneren (voornemen tot opleggen bestuurlijke sanctie), met daarin verwoord de mogelijkheid voor de ondernemer om zijn zienswijze te geven. Hierop volgt het definitieve sanctiebesluit (met toepassing van de Algemene wet bestuursrecht, hierna Awb) Voor zover in het coffeeshopbeleid niet anders is geregeld, geldt het handhavingsbeleid eveneens voor coffeeshops. Het sanctiebeleid is zo opgebouwd dat bij de vierde overtreding, binnen één jaar na de vorige, de vergunning zal worden ingetrokken, dit ongeacht uit welke categorie de overtreding is begaan. Wanneer na één overtreding er binnen een jaar geen nieuwe overtreding is begaan, zullen alle vorige overtredingen vervallen. Bij de uitvoering van dit handhavingsbeleid zijn de bepalingen van de Awb, de DHW, aanverwante regelgeving en de APV 2014 onverkort van kracht. De burgemeester kan, naast of in afwijking van dit beleid, in specifieke gevallen besluiten van het beleid af te wijken (inherente afwijkingsbevoegdheid). Bovendien kan hij aanvullende voorschriften vaststellen om verstoring van de openbare orde en/of aantasting van het woon- en leefklimaat te voorkomen. Gelet op de toepasselijke bepalingen in de APV 2014, de Drank- en Horecawet, de Wet op de kansspelen en de Gemeentewet, geldt voor de horeca- inrichtingen in Hengelo het beleid om de openbare orde en veiligheid te handhaven, verstoringen van de openbare orde en veiligheid te voorkomen en het woon- en leefklimaat ter plaatse te beschermen. Per overtreding worden de stappen van de sanctiestrategie weergegeven. Overtredingen die betrekking hebben op de vergunningplichtige domeinen (horeca, paracommercie en detailhandel) zijn te verdelen in een vijftal categorieën: Categorie A Niet aanwezige leidinggevende (artikel 24 lid 1 DHW) Gedurende de openingstijden dient er een leidinggevende aanwezig te zijn in de onderneming. Het is dan ook verboden om een horeca-inrichting voor het publiek geopend te houden indien in de inrichting geen leidinggevende aanwezig is (artikel 24 lid 1 drank- en horecawet). Voor een paracommerciële inrichting geldt dat er een leidinggevende dan wel een gekwalificeerde barvrijwilliger aanwezig moet zijn. Wanneer er sprake is van filiaalbedrijven kan het nodig zijn dat de leidinggevende ter incidentele vervanging aanwezig is in een ander filiaal. Een dergelijke vervanging is toegestaan door de formulering dat een leidinggevende aanwezig moet zijn die op enige vergunning van dezelfde ondernemer staat vermeld. Onder incidentele vervanging verstaat de gemeente Hengelo maximaal 1 dag per maand. De politie kan alleen een proces verbaal of rapport opmaken als er sprake is van een verdenking, dan wel indien de politie in het kader van een andere actie een gelegenheid zonder leidinggevende aantreft. De politie mag niet optreden met als doel gelegenheden op te sporen waar de leidinggevende niet aanwezig is. Categorie B Leidinggevende onder invloed (artikel 20 lid 6 DHW) Een leidinggevende dient in staat te zijn leiding te geven aan de onderneming. Zo dient hij in het kader van de sociale hygiëne, kennis en inzicht te hebben in gedragskenmerken van overmatig alcoholgebruik en dient hij alcoholmisbruik te herkennen en dit te beperken en/of te voorkomen. Wanneer er sprake is van een leidinggevende die in de kennelijke staat van dronkenschap verkeerd zal hij deze functie niet naar behoren kunnen uitoefenen en zal er een sanctie worden verbonden aan deze overtreding. De kennelijke staat van dronkenschap zal door de politie moeten worden geconstateerd. Omdat bij deze overtreding sprake is van moedwillige gedragingen zal deze gedraging niet worden gebonden aan een termijn.
1 juli 2014
19
Categorie C Gedragingen in strijd met overige wetgeving Het vertonen van gedrag door een leidinggevende niet in overeenstemming met wetgeving, nadere regelgeving of de eisen van fatsoen kan in de horeca niet worden getolereerd. Er valt te denken aan activiteiten die onder de Wet op de kansspelen vallen, geweldsdelicten, fraude of andersoortige strafbare feiten. Het gaat hierbij om overtredingen waarbij de leidinggevende onherroepelijk is veroordeeld in de afgelopen 5 jaar. De gemeente wil een duidelijk signaal afgeven dat dit soort overtredingen niet getolereerd worden in de Hengelose horeca en het levert een strafbaar feit op. Wanneer bij de beoordeling van de vergunningaanvraag wordt geconstateerd dat er sprake is (geweest) van gedragingen in strijd met overige wetgeving, kan dit reden zijn om de vergunning te weigeren. Indien er reeds een vergunning is verleend, kan het reden zijn deze in te trekken. Categorie D Overtreding sluitingstijd (artikel 2:29 APV) In de APV zijn de sluitingstijden opgenomen voor de Hengelose horeca. De horeca-inrichtingen dienen te voldoen aan deze sluitingstijden. Wanneer er wordt geconstateerd dat een horecainrichting tijdens de in de APV opgenomen sluitingstijden is geopend, zal het onderstaande sanctiebeleid worden gevolgd. Categorie E Alcoholverstrekking aan personen beneden de 18 jaar (artikel 20 lid 1 DHW) Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt. Categorie F Overtreding schenktijden paracommerciële instellingen (artikel 2:23c APV) Volgens de Drank- en Horecawet stellen gemeenten vanaf 1 januari 2014 regels om oneerlijke concurrentie door bijvoorbeeld sportverenigingen te voorkomen. Daarom heeft het college besloten de gemeenteraad voor te stellen vanaf 1 januari 2014 in de Algemene plaatselijke verordening 2014 regels op te nemen over de tijden waarop alcohol mag worden geschonken. Dit handhavingsmodel betreft een niet limitatieve opsomming van verschillende overtredingen met het daarbij behorend stappenplan. Dat betekent dat niet alle overtredingen van de DHW in dit beleidsmodel zijn opgenomen. Dit is gedaan om zo gericht mogelijk de beschikbare handhavingscapaciteit in te zetten. Dat betekent niet dat niet zal worden opgetreden tegen overtredingen van bepalingen die niet zijn opgenomen in het handhavingsmodel. Indien een overtreding wordt geconstateerd zal worden aangesloten bij het reguliere handhavingstraject waarbij de meest geëigende bestuurlijke handhavingsmaatregel zal worden toegepast. Ten aanzien van de mogelijkheid om het ‘three strikes out’ principe toe te passen is bewust gekozen dit niet te doen. De reden is dat dit veel handhavingscapaciteit vraagt. Pas na de derde geconstateerde overtreding kan worden overgegaan tot deze wijze van sanctionering. Het voorgestelde sanctioneringbeleid treft de ondernemer al na de 1e geconstateerde overtreding. Het bevoegd bestuursorgaan is de burgemeester. Alle sancties betreffen een besluit van de burgemeester en worden door de burgemeester opgelegd. De doelstelling van het sanctiebeleid is de naleving van de DHW en APV te bewerkstelligen. Hiermee wordt beoogd schadelijk alcoholgebruik onder jongeren en alcohol gerelateerde openbare ordeproblemen als overlast, agressie en geweld tegen te gaan. De achterliggende gedachte bestaat dus uit zowel een gezondheid- als een openbare orde perspectief. Beide perspectieven zijn leidend voor de opbouw van de handhavingsstappen. Categorie A tot en met F Overtreding ondernemer 1e overtreding 2e overtreding binnen één jaar na de 1e overtreding
Actie Opmaken PV of rapport door politie/stadstoezicht Waarschuwing gemeente Opmaken PV of rapport door politie/stadstoezicht Vooraankondiging toepassen sanctie door gemeente Besluit: Een week 2 uur eerder dicht t.o.v. reguliere sluitingstijd of schenktijd 3 Opmaken PV of rapport door politie/stadstoezicht Vooraankondiging toepassen sanctie door burgemeester Besluit: Twee weken 4 uur eerder dicht t.o.v. 2F
3e overtreding binnen één jaar na de 2e overtreding
3 Met reguliere sluitingstijd of schenktijd wordt bedoeld wat algemeen gebruikelijk is voor die betreffende inrichting
1 juli 2014
20
4e overtreding binnen één jaar na de 3e overtreding
reguliere sluitingstijd of schenktijd Opmaken PV of rapport door politie/stadstoezicht Vooraankondiging intrekken vergunning door burgemeester Besluit: Intrekken vergunning
Bij een overtreding krijgt de ondernemer in alle gevallen een proces verbaal van de politie of overtredingenrapport van de toezichthouder. Daarnaast krijgt de ondernemer bij de eerste overtreding een schriftelijke waarschuwing van de burgemeester met een aankondiging dat bij de volgende overtreding binnen één jaar overgegaan zal worden tot handhavingsmaatregelen. Bij iedere volgende overtreding binnen één jaar na de vorige overtreding, krijgt de ondernemer bovendien een aankondiging van de gemeente dat de afdeling Handhaving voornemens is om hem een sanctie op te leggen (art. 4:8 Awb). De ondernemer heeft vervolgens twee weken de tijd om zijn zienswijze hierover kenbaar te maken. Vervolgens besluit de afdeling Handhaving, daarbij de eventueel ingediende zienswijze in overweging nemende, om al dan niet een sanctie op te leggen. Indien er sprake is van bijzondere omstandigheden kan van de standaardsancties worden afgeweken, of kan worden afgezien van het opleggen van een sanctie. Bij de vierde overtreding wordt de DHW-vergunning door de burgemeester ingetrokken. 6.6 Alcoholbezit van personen beneden de 18 jaar Artikel van de Drank- en Horecawet bepaalt dat het verboden is dat een persoon die jonger is dan 18 jaar alcoholhoudende drank aanwezig heeft of voor consumptie gereed heeft op voor het publiek toegankelijke plaatsen. Deze bepaling geldt dus niet alleen voor overtredingen in de openbare ruimte, maar ook in inrichtingen waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend. Categorie G Alcoholbezit van personen beneden de 18 jaar (artikel 45 DHW) Sinds 1 januari 2014 is in artikel 45 van de DHW bepaald dat jongeren onder de 18 jaar strafbaar zijn als zij op een openbare plaats alcohol bij zich hebben of voor consumptie gereed hebben. Voor jongeren onder de 18 jaar geldt dat wanneer zij vanaf 1 januari 2014 op een openbare plek in het bezit zijn van alcohol een boete kunnen krijgen. Voor jongeren onder de 16 jaar bedraagt deze € 45,-. Voor jongeren tussen de 16 en 18 jaar is de boete € 90,-. Sinds 1 januari 2014 is artikel 45 DHW een haltwaardig feit. Dit betekent dat de overtreders doorverwezen kunnen worden naar Halt voor een alternatieve straf.
1 juli 2014
21
Hoofdstuk 7 Effectmeting en evaluatie Het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol wordt na een jaar geëvalueerd. Hierbij wordt ook de drank- en horecawetgeving betrokken en de wijze waarop het beleid wordt toegepast. De waarschuwingen en opgelegde sancties voortkomend uit het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol worden in een apart bestand geregistreerd. Jaarlijks wordt dit beleid besproken tijdens het bestuurlijk overleg met Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Hengelo. De komende jaren doen we meer ervaring op rond dit onderwerp. Als het nodig is gebruiken we deze nieuwe inzichten voor bijstelling van dit plan. Uiteindelijk wordt de evaluatie van dit plan gelijktijdig met het lokale gezondheidsbeleid uitgevoerd.
1 juli 2014
22
Hoofdstuk 8 Communicatie en inwerkingtreding 8.1 Bekendmaking Het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2014 wordt bekendgemaakt op de gemeentelijke website en hiervan wordt mededeling gedaan door publicatie in het Hengelo’s Weekblad. Daarnaast wordt een persbericht geplaatst op de gemeentelijke website. 8.2 Inwerkingtreding Het Preventie- en Handhavingsplan alcohol 2014 treedt de dag na bekendmaking in werking. Met ingang van de dag waarop het Preventie- en Handhavingsplan alcohol 2014 in werking treedt, wordt het Handhavingsbeleid Horeca 2010 ingetrokken. De sancties en waarschuwingen die zijn genomen op basis van het Handhavingsbeleid Horeca 2010 blijven gelden als het Preventie en Handhavingsplan Alcohol 2014 in werking treedt. Bij een herhaalde overtreding wordt het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2014 toegepast in vervolg op de sancties uit het Handhavingsbeleid Horeca 2010. 8.3 Citeertitel Dit Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2014 wordt aangehaald als Preventie- en Handhavingsplan Alcohol. Waar nog sprake is van Handhavingsbeleid Horeca 2010 in andere stukken en nota’s dient dit vanaf de datum van inwerkingtreding van dit beleid te worden gelezen als Preventie en Handhavingsplan Alcohol.
1 juli 2014
23