Preventie- en Handhavingsplan Alcohol Gemeente Reimerswaal Periode 2014 - 2016
Datum definitieve versie: Vastgesteld op:
17 september 2014 28 oktober 2014
2
Inhoudsopgave Inleiding................................................................................................................. 4 1.
Jeugd en alcohol ................................................................................................ 5
2.
Beleidsfocus ..................................................................................................... 7 2.1
Uitgangspunten en onderbouwing van beleid ........................................................ 7
2.2
Beleidsdoelgroep en -setting ........................................................................... 7
2.3
Doelstellingen van beleid ................................................................................ 7
Inhoudelijke doelstellingen ....................................................................................... 8 3.
Risicoanalyse en interventiestrategie.......................................................................10 3.1
Gegevens uit onderzoek................................................................................10
3.2
Gegevens van informanten ............................................................................10
3.3
Risicoanalyse ............................................................................................10
Tabel 1: Risicoanalyse setting en risicokenmerken ............................................................11 3.4
Interventiestrategie ......................................................................................11
Tabel 2: Maatregelenmix per setting..............................................................................11 Prioriteiten ........................................................................................................13 4.
Handhavingsactiviteiten ......................................................................................14 4.1
Toezicht ...................................................................................................14
4.2
Handhavingsinterventies ...............................................................................16
4.2.1 4.2.2 4.3
Sanctiestrategie ..............................................................................................16 Hardheidsclausule ...........................................................................................17
Effectmeting en evaluatie ..............................................................................17
5.
Regelgevende activiteiten ....................................................................................18
6.
Educatie en bewustwording ..................................................................................19
7.
Uitvoering .......................................................................................................22 7.1
Samenwerking met externe partners .................................................................22
7.2
Financiën ..................................................................................................22
7.3
Effectmeting en evaluatie ..............................................................................23
Literatuurlijst ..........................................................................................................25
Bijlage: 1. Sanctiestrategie 2. Overzicht activiteiten 2010-2013 LZNVZ
3
Inleiding Alle 13 Zeeuwse gemeenten, GGD Zeeland, Indigo, Politie Zeeland-West-Brabant en andere partijen werken sinds 2010 samen onder de vlag ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’ (LZNVZ) met als doel het alcoholgebruik onder jongeren te voorkomen. De aanpak kenmerkt zich door een integrale benadering en richt zich op de drie pijlers: (1) bewustwording en educatie, (2) regelgeving en (3) handhaving. Gemeenten zijn sinds 2013 de belangrijkste uitvoerder van de Drank- en Horecawet (DHW) geworden. Zowel op juridisch, handhavings-, als educatief vlak is de gemeente de regisseur van het Nederlandse alcoholbeleid. Het verplicht, door de gemeenteraad vast te stellen, preventie- en handhavingsplan Alcohol (P&H-plan), is in feite de wettelijke bekrachtiging hiervan. Dit plan moet formeel uiterlijk in juli 2014 voor de eerste keer zijn vastgesteld, daarna moet het plan iedere vier jaar opnieuw worden vastgesteld, tegelijk met de vaststelling van de lokale nota Gezondheidsbeleid. Dit laatste vereiste maakt dat de geldigheidsduur van het voorliggende plan gelijk is aan die van de lokale nota Gezondheidsbeleid, dus tot en met 2016. De DHW dient meerdere belangen, zoals openbare orde en veiligheid, economie/concurrentie en volksgezondheid. Het laatstgenoemde belang is met name ook gericht op de bescherming van onze jeugd en jongvolwassenen tegen de schadelijke effecten van alcoholgebruik. Als basis voor dit plan is het format gebruikt dat in Zeeuws verband tot stand is gekomen en waarvoor het landelijke format van het Trimbos instituut is gebruikt. De Zeeuwse invulling hiervan is tot stand gekomen in samenwerking tussen gemeenteambtenaren vanuit de Oosterschelderegio en Walcheren. Hiernaast heeft afstemming plaatsgevonden met ZeeuwsVlaanderen. Binnen de Bevelandse gemeenten is daarnaast afstemming geweest over de accenten en speerpunten in dit plan. Dit preventie- en handhavingsplan alcohol vormt de kaders op basis waarvan een uitvoeringsprogramma wordt opgesteld; dit geeft de mogelijkheid in te spelen op nieuwe ontwikkelingen.
4
1. Jeugd en alcohol Sinds 1988 is onder Nederlandse jongeren het alcoholgebruik flink toegenomen. Jongeren zijn de afgelopen decennia meer, vaker én op jongere leeftijd gaan drinken. Om dit tij te keren is sterk ingezet op het voorkomen van drinken door jongeren onder de 16 jaar. Gevolg was dat drankgebruik onder jonge pubers sterk afnam, vooral in de jongste groep. In geen ander Europees land nam drankgebruik onder jonge drinkers zo spectaculair af als in Nederland. Onder jongeren van 16 jaar en ouder is er echter weinig veranderd; zij verminderden hun alcoholgebruik niet. Uit onderzoek bleek dat bijna de helft van de jongeren van 16 jaar de afgelopen maand een keer dronken of aangeschoten was (Verdurmen e.a., 2012). In Zeeland verschillen de cijfers niet veel van het landelijke gemiddelde. 51% van de Zeeuwse jongeren tussen de 12 en 18 jaar heeft wel eens alcohol gedronken en gemiddeld is men 13,9 jaar wanneer het eerste glas alcoholhoudende drank wordt gedronken. Een kwart van deze jongeren is een zogenaamde ‘binge drinker’, waarbij er bij één gelegenheid meer dan 5 glazen alcoholische drank wordt gedronken (Gezondheidsmonitor, 2010). Daarnaast worden steeds meer jongeren opgenomen op de alcoholpoli van het Admiraal de Ruijter Ziekenhuis. In 2013 waren dit 32 kinderen (16 jongens en 16 meisjes) tegenover 15 kinderen in 2010. Als jongeren aan drank willen komen is dat relatief makkelijk in Nederland. Meer dan de helft van de verkooppunten (53%) leefde de oude leeftijdgrens van 16 jaar niet na in 2013 (Roodbeen e.a., 2014). Alcoholgebruik is ongunstig voor de ontwikkeling van de hersenstructuren. Juist als hersendelen in ontwikkeling zijn, zijn ze erg kwetsbaar voor deze giftige stof. Als er in de puberjaren veel wordt gedronken, ontwikkelt het brein zich minder goed. Vooral het drinken van veel alcohol in korte tijd is slecht voor het brein (‘binge drinking’) (Crew e.a., 2000). Onderstaande hersenscan maakt dit inzichtelijk. Zij laat de hersenactiviteit (roze) zien van twee vijftienjarige jongens terwijl zij een geheugentest doen. Beiden zijn op dat moment nuchter. Bij de drinker (rechts) is beduidend minder hersenactiviteit te zien dan bij de jongen die niet drinkt.
Wordt er gekeken naar het brein van personen die erg veel hebben gedronken in hun puberteit, dan blijkt dat ook bepaalde andere functies bij hen minder goed ontwikkeld zijn. Pubers met alcoholproblemen scoren lager dan andere jongeren op taalvaardigheid, intelligentie, aandacht en ruimtelijk inzicht.
5
Overmatig alcoholgebruik kan dus gevolgen hebben voor de hersenen, maar is ook een niet te onderschatten aanjager van geweld (waaronder ook seksueel geweld) en overlast. Het vergroot daarnaast de kans op verkeersongevallen, letselschade en onveilig vrijen. Vooral jongeren die veel drinken zijn vaker bij deze vormen van riskant gedrag betrokken. Bovendien blijkt dat als jongeren in hun puberjaren veel drinken, de kans toeneemt dat ze later problemen met hun drankgebruik krijgen. Tot slot zijn de kosten ten gevolge van de alcoholproblematiek vele malen hoger dan de middelen die nodig zijn voor preventie (KPMG, 2010).
6
2. Beleidsfocus 2.1
Uitgangspunten en onderbouwing van beleid
Dit plan is gebaseerd op een integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van een preventie én handhavingsplan. Dat impliceert dat meerdere afdelingen binnen de gemeenten - en dus ook meerdere typen maatregelen – worden ingezet bij de aanpak van de alcoholproblematiek. Als uitgangspunt voor integraal alcoholbeleid hanteren we het preventiemodel van Reynolds (2003) dat ook de basis vormt voor de Zeeuwse jeugd- en alcoholaanpak. Dit model wordt tevens gebruikt in de Handreiking Gezonde Gemeenten van het RIVM. Het preventiemodel kent drie beleidspijlers, te weten: bewustwording & educatie, regelgeving en handhaving. De pijlers staan deels op zichzelf maar overlappen elkaar ook (figuur 1). Juist in de overlap zien we het integrale preventiebeleid terug. Het preventiemodel van Reynolds is gebaseerd op de systeemtheorie van Holder (1998) die duidelijk maakt dat alcoholgebruik altijd een resultaat is van een combinatie van factoren. Het meest succesvol zijn strategieën die vooral de omgeving van de drinker beïnvloeden. In de omgeving van de jonge drinker spelen alcoholverstrekkers, scholen en ouders een belangrijke rol. In dit P&H-plan staat daarom de omgeving van de jonge drinker centraal.
Regelgeving
Handhaving
Preventie
Bewustwording & Educatie
Figuur 1: Preventiemodel Reynolds
2.2
Beleidsdoelgroep en -setting
Einddoelgroep van dit P&H-plan zijn jongeren en jongvolwassenen tot en met 23 jaar. Het accent ligt nadrukkelijk op het voorkomen van alcoholgebruik door 18-minners. Voor 18- t/m 23-jarigen gaat het vooral om het voorkomen van risicovol/schadelijk alcoholgebruik. Om die doelgroep te bereiken is een hele grote schil om de jongeren heen (school, sportvereniging, straatcoach, welzijns- en jongerenwerk, kerken, dorpsraden, ouders, winkeliers, bestuurders van jeugdsozen etc.) nodig om invloed uit te kunnen oefenen op deze jongeren.
2.3
Doelstellingen van beleid
Artikel 43a van de DHW schrijft voor dat de doelstellingen van het beleid duidelijk moeten zijn. Er zijn hoofddoelstellingen en inhoudelijke doelstellingen opgesteld. Op basis van de Drank- en Horecawet kunnen twee algemene hoofddoelstellingen worden onderscheiden:
7
Hoofddoelstellingen 1. Het tegengaan en terugdringen van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar 2. Het tegengaan van risicovol/schadelijk alcoholgebruik door jongeren van 18 t/m 23 jaar Elke doelstelling zal getoetst worden aan cijfers die beschikbaar komen vanuit de reguliere monitoringssystemen (o.a. Jeugdmonitor GGD en Scoop). In het najaar van 2015 zal er weer een Jeugdmonitor onderzoek plaatsvinden. Deze cijfers zullen begin 2016 beschikbaar zijn. Naast de cijfers uit de Jeugdmonitor wordt ook informatie gehaald uit andere monitoringssystemen, zoals bijvoorbeeld politieregistratie, HALT instroom, cijfers alcoholpoli, eventueel beschikbare cijfers omtrent veiligheid op straat en café-verbodenregistratie etc. Tevens bestaat er de mogelijkheid om het draagvlakonderzoek van eind 2013 eind 2016 te herhalen waarin bijvoorbeeld ook het draagvlak onder ouders gemeten kan worden en kan naleefonderzoek bijdragen aan informatie over het naleefgedrag van alcoholverstrekkers. De hoofddoelstellingen hebben we onderverdeeld in een aantal inhoudelijke (sub)doelstellingen. De reden hiervoor is dat we specifieker op een onderdeel van de hoofddoelstelling kunnen focussen. Hierdoor is ook een specifiekere evaluatie van de hoofddoelstellingen mogelijk. Inhoudelijke doelstellingen 1. Het percentage Zeeuwse jongeren onder de 18 jaar dat alcohol gebruikt zal aantoonbaar afnemen van 51% naar 41% of minder. Onderbouwing Eind 2016 zullen de jongeren van 12 t/m 17 jaar hun meest kwetsbare levensfase (hebben) doorlopen onder de nieuwe Drank- en Horecawet. Naast het decentrale toezicht en de strafbaarstelling zal de norm naar 18 jaar meer ingeburgerd zijn dan nu het geval is. Zeker voor de jongeren die dan 12 t/m15 jaar zijn. Zij zijn immers opgegroeid met het idee dat er pas alcohol gedronken mag worden vanaf 18 jaar. Anderzijds is het onmogelijk om binnen 3 jaar tijd een norm geheel te veranderen. Daarom zal de groep jongeren van 16-17 jaar die in 2016 alcohol drinkt wellicht nog groot zijn. Een daling van 10% of meer is daarom een reële ambitie. 2. De gemiddelde startleeftijd waarop Zeeuwse jongeren beginnen met het drinken van alcohol stijgt van 13,9 naar 18 jaar. Onderbouwing Net zoals bij doelstelling 1 ligt de onderbouwing van deze doelstelling vooral in de veranderingen van de nieuwe Drank- en Horecawet. De startleeftijd van 13,9 jaar komt uit de Jeugdmonitor van de GGD. Omdat het zeker is dat dit onderzoek herhaald zal worden, wordt deze startleeftijd aangehouden in deze doelstelling. 3. Terugdringen ‘binge drinking’ (5 of meer alcoholische drankjes op één gelegenheid) van 25% naar 20% of minder. Onderbouwing De invloed die de lokale overheid heeft op de hoeveelheid die door jongeren gedronken wordt is waarschijnlijk minder groot dan het aantal jongeren wat drinkt op de startleeftijd. De
8
nieuwe Drank- en Horecawet kent wel een aantal mogelijkheden, zoals het tegengaan van prijsacties om indrinken tegen te gaan, maar uit onderzoek blijkt dat indrinken ondanks alle maatregelen, een steeds grotere toename kent. Daarnaast is ervoor gekozen om op dit moment nog geen gebruik te maken van de mogelijkheid om prijsacties te verbieden. Derhalve streven we naar een lichte verbetering van tenminste 5% of meer. 4. Toename van het draagvlak onder ouders/opvoeders voor de norm geen alcohol onder de 18 jaar van 76% naar 85%. Onderbouwing De verwachting is dat steeds meer ouders het eens zijn met de wettelijke norm dat er onder de 18 jaar geen alcohol gedronken mag worden. Het draagvlak onder ouders/opvoeders is in 2013 gemeten in het draagvlakonderzoek van de GGD. Dit onderzoek zal eind 2016 herhaald worden. 5. Het naleefpercentage van de alcoholverstrekkers aan minderjarigen gaat per doelgroep omhoog van gemiddeld 55% naar gemiddeld 85%. Naleefpercentages (% goed) per doelgroep: Onderneming Commerciële horeca Paracommercie - binnen schenktijden - buiten schenktijden Slijterijen Supermarkten
Huidig percentage 22 % 79 % 57 %
Streefpercentage
100%
100%
0% 67 %
90% 90%
75% 90% 90%
Onderbouwing De regels van de Drank- en Horecawet richten zich voor het grootste deel tegen de verstrekkers van alcohol. Verstrekkers van alcoholhoudende drank moeten zich aan allerhande voorschriften houden. Met name het verbod om alcohol te verstrekken aan minderjarigen en het verbod voor paracommerciële instellingen om alcohol buiten de geldende schenktijden aan te bieden zijn belangrijke speerpunten. In mei 2014 is een naleefonderzoek uitgevoerd in opdracht van onze gemeente. In onze gemeente zijn een beperkt aantal alcoholverstrekkers bij het onderzoek betrokken geweest. Gelet op het beperkte aantal is een zekere terughoudendheid op zijn plaats, niettemin geven de cijfers wel een zekere indicatie. De intentie is om een dergelijk naleefonderzoek 2-jaarlijks te herhalen. In bovenstaande tabel zijn de naleefpercentages genoemd die afgeleid zijn uit het onderzoek. Tevens zijn ook de streefpercentages opgenomen.
9
3. Risicoanalyse en interventiestrategie In dit hoofdstuk wordt geïnventariseerd welke risicogevende settings er zijn en vanuit welke beleidspijler (handhaving, regelgeving, bewustwording en educatie) interventies moeten worden ingezet. Periodiek wordt een risicoanalyse opgesteld op basis waarvan doelstellingen aangescherpt kunnen worden en de focus verlegd kan worden. De risicoanalyse geeft inzicht in de verschillende soorten settings en de daarbij behorende risicokenmerken (tabel 1). Op basis van deze analyse is vervolgens een interventiestrategie gemaakt (tabel 2). De interventiestrategie geeft aan welke soorten interventies ingezet worden om de risico’s te verkleinen. Interventies die te maken hebben met controle en handhaving worden verder uitgewerkt in hoofdstuk 4, interventies bestaande uit regelgeving in hoofdstuk 5 en interventies voor educatie in hoofdstuk 6. Door het periodieke karakter van deze analyse, is het tevens een evaluatie-instrument dat inzicht geeft in de resultaten van het lokale alcoholbeleid, dat aanknopingspunten biedt voor een volgend P&H-plan.
3.1
Gegevens uit onderzoek
De naleving van de wet door alcoholverstrekkers kan worden vastgesteld aan de hand van onderzoek. Aan de hand van een nalevingsonderzoek worden jongeren ingezet om de naleving van de leeftijdsgrenzen te toetsen. Met het nalevingsonderzoek bepalen we per setting hoe de naleving van de leeftijdsgrens in de praktijk wordt uitgevoerd. Ook kan worden onderzocht in hoeverre voor doortappen en het toelaten van dronken klanten de regels worden nageleefd. In onze gemeente is in mei 2014 een naleefonderzoek uitgevoerd waarvan de cijfers zijn verwerkt in de doelstellingen die beschreven staan in hoofdstuk 2. De kenmerken van het alcoholgebruik onder jongeren (frequentie, dronkenschap, koopgedrag etc.) stellen we vast met de GGD gezondheidsmonitor en de Jeugdmonitor Scoop Zeeland. Deze monitor wordt eens per vier jaar afgenomen. De intoxicatiecijfers worden op basis van ziekenhuisgegevens jaarlijks verzameld.
3.2
Gegevens van informanten
Om een praktijkgerichte risicoanalyse uit te voeren, ter aanvulling op de bovengenoemde onderzoeken, raadplegen we ook andere bronnen. In eerste instantie zijn dat: politie, jongerenwerk, outreachend werk (verslavingszorg) en de DHW BOA’s. Van deze partners zal bij ieder evaluatiemoment worden gevraagd aan te geven wat zij als de belangrijkste risico’s zien. De risicokenmerken in onderstaande tabel staan daarbij centraal.
3.3
Risicoanalyse
De risicoanalyse geeft weer vanuit welke setting risico’s aanwezig zijn dat een jongere of jongvolwassene (te veel) alcoholhoudende drank krijgt. De settings van waaruit dit kan plaatsvinden, zijn in de tabel op de volgende pagina geïnventariseerd. te zien als deze is uitgevoerd.
10
Tabel 1: Risicoanalyse setting en risicokenmerken
Setting Detailhandel Horeca/ Evenementen Paracommercie (club- en buurthuizen, jongeren-centra en sportverenigingen) Thuis; ouders/ verzorgers
Scholen
Openbare ruimte
Hokken / Keten / thuisbezorgkanalen
3.4
Risico kenmerken - aankoop door minderjarigen t.b.v. indrinken - aankoop en consumptie door minderjarigen - doorschenken bij dronkenschap - aankoop en consumptie door minderjarigen - doorschenken bij dronkenschap - ontbreken van duidelijke huisregels - niet houden aan schenktijden
- ontbreken van duidelijke afspraken mbt alcohol en uitgaan - thuis indrinken - voorbeeldgedrag ouders/verzorgers - gebrek aan toezicht op thuisbezorgkanalen - ontbreken van duidelijke regels rondom alcohol, ook tijdens excursies, studiereizen, schoolfeesten e.d. - gebrek aan toezicht en sancties op (huis)regels door schoolleiding - alcoholgebruik op straat door minderjarigen - openbare dronkenschap en daaraan gerelateerde overlast - alcoholconsumptie zonder toezicht van volwassenen - thuisbezorgservice bevindt zich buiten het gezichtsveld van de gemeente
Interventiestrategie
De kern van de interventiestrategie is gebaseerd op de beleidspijlers handhaving, regelgeving en educatie om zodoende inzicht te hebben in de interventiemix (een mix van interventies uit verschillende beleidspijlers). Omdat alcoholproblematiek onderhevig is aan trends, voeren we de analyse periodiek opnieuw uit. Tabel 2 schetst een overzicht van de maatregelen per beleidspijler. Uitgangspunt van dit plan is dat we per setting zoveel mogelijk combinaties maken van elementen van de verschillende pijlers die elkaar versterken. Idealiter stellen we per setting een geschikte maatregelenmix op. In de volgende hoofdstukken werken we per beleidspijler de verschillende maatregelen uit. Tabel 2: Maatregelenmix per setting
Setting
Handhaving
Regelgeving
Detailhandel
- toezicht leeftijdsgrenzen - sanctiestrategie - ‘three strikes out’ - toezicht door detailhandel zelf - toezicht leeftijds-
- interne regels van detailhandelsbranche
Bewustwording & educatie - nalevingscommunicatie - training caissières - communicatie over DHW en alcoholregels
- aanvullende eisen
- nalevingscommunicatie
Horeca/
11
Evenementen
grenzen - toezicht doorschenken - toezicht overige regels DHW - sanctiestrategie
Paracommercie (club- en buurthuizen, jongeren centra en sportverenigingen)
- toezicht leeftijdsgrenzen - toezicht doorschenken - toezicht overige regels DHW - toezicht schenkregels paracommercie - sanctiestrategie
Thuis/ouders
Scholen
- toezicht bij evenementen en feesten
Openbare ruimte
- toezicht en handhaving in de openbare ruimte - algemeen toezicht (in de meeste gevallen zal hier niet tegen opgetreden kunnen worden, omdat dit zich afspeelt in het privédomein)
Hokken / Keten / thuisbezorgkanalen
t.a.v. ontheffing DHW of evenementenvergunning vastleggen in beleidsregels (bijvoorbeeld vergunning voor evenementen waar veel jongeren komen enkel verlenen onder voorwaarde dat polsbandjessysteem aanwezig is) - schenktijden beperken - verbod sterke drank
- training barpersoneel (barcode) - communicatie over DHW en alcoholregels
- nalevingscommunicatie - communicatie over DHW en alcoholregels (alcoholbestuursreglement) - IVA training barvrijwilligers
- alcoholopvoeding - nalevingscommunicatie - communicatie over DHW en alcoholregels - nalevingscommunicatie thuisbezorgkanalen - overleg over integrale aanpak alcoholpreventie - alcoholvoorlichting aan ouders - alcoholvrije school - Blijf Cool - nalevingscommunicatie - campagne - alcoholopvoeding (ouders) - communicatie over DHW en alcoholregels - nalevingscommunicatie thuisbezorgkanalen
Afhankelijk van de setting en de omstandigheden met betrekking tot de alcoholconsumptie daaromheen, is de ene maatregel effectiever dan de andere. In sommige gevallen zal een situatie activiteiten op het gebied van handhaving eisen, in andere gevallen regelgeving en in weer andere gevallen bewustwording & educatie. Een mix van activiteiten uit alle drie de pijlers is het meest aan te bevelen. De kracht van de pijler bewustwording & educatie is dat daar sowieso op ingezet kan worden, ook als nog geen sprake is van het niet naleven van regels. Echter, dit hangt sterk samen met het stellen van duidelijke regels en toezien op naleving van die regels.
12
Prioriteiten In mei 2014 is een 0-meting uitgevoerd inzake de naleving van leeftijdsgrenzen en schenktijden. Dit onderzoek maakt duidelijk dat verkopers in horeca, sportkantines, slijterijen en supermarkten artikel 20 van de Drank- en Horecawet, het verbod op het verkopen van alcohol aan personen jonger dan 18 jaar, onvoldoende naleven. Drankverstrekkers hebben een belangrijke rol om de beschikbaarheid van alcoholhoudende drank voor personen onder de 18 jaar te verkleinen. Natuurlijk is het mogelijk dat personen ouder dan 18 jaar de alcohol kunnen kopen en vervolgens doorgeven aan personen jonger dan 18 jaar. Om dit tegen te gaan is het jongeren onder de 18 jaar verboden om alcoholhoudende drank bij zich te hebben op een voor het publiek toegankelijke plaats. Zij kunnen hiervoor een boete krijgen. Daarom hebben wij ervoor gekozen om de komende periode prioriteit te geven aan het voorkomen dat personen onder de 18 jaar alcohol kunnen aanschaffen. Tijdens de controles zal ook aandacht zijn voor de tweede hoofddoelstelling: het voorkomen van doorschenken. Wij zullen vooral inzetten op voorlichting en educatie in combinatie met toezicht en handhaving. Tevens worden verkopers van alcohol zoveel mogelijk betrokken bij dit proces. Na deze periode zal geëvalueerd worden of het gewenste resultaat is bereikt en zal een nieuw preventie- & handhavingsplan opgemaakt worden met een risicoanalyse en daaraan gekoppeld een controlefrequentie.
13
4. Handhavingsactiviteiten Met de gewijzigde Drank- en Horecawet (DHW) is de burgemeester thans het bevoegde gezag voor het toezicht en de handhaving van de DHW. Voorheen werd controle en handhaving uitgevoerd door de Voedsel- en Warenautoriteit. Handhaving van de wetgeving rond alcohol is dus een relatief nieuwe taak voor de gemeente. Zoals eerder aangegeven ligt de gemeentelijke prioriteit in dit plan, zowel als het gaat om preventie als om handhaving, bij de problemen rondom alcoholverstrekking aan minderjarigen én het voorkomen van dronkenschap onder jongvolwassenen. Deze doelstellingen sluiten aan bij de volgende wettelijke bepalingen: Leeftijdsgrens 18 jaar - Artikel 20 (lid 1 en 4) van de Drank- en Horecawet. Oftewel het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en het duidelijk zichtbaar aangeven van de leeftijdgrens. - Artikel 20, lid 4 van de Drank- en Horecawet. Het verplicht aanduiden van de leeftijdsgrens. Dronkenschap/doorschenken - Artikel 20, lid 5 van de Drank- en Horecawet. Het verbod om personen in kennelijke staat van dronkenschap toe te laten in een horecazaak of op het terras. - Artikel 252 Wetboek van Strafrecht. Verbod om dronken personen te schenken. - Artikel 453 Wetboek van Strafrecht. Verbod om zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg te begeven. Overige regels In de Drank- en Horecawet zijn nog tal van andere regels opgenomen waaraan alcoholverstrekkers dienen te voldoen. Deze regels dragen direct of indirect ook bij aan de naleving van de geprioriteerde regels. Zo moet er altijd een leidinggevende aanwezig zijn tijdens openingstijden, moeten inrichtingen voldoen aan de zogenaamde inrichtingseisen en gelden er specifieke schenktijden/schenkregels voor de paracommerciële horeca. In de Drank- en Horecawet is tevens opgenomen dat jongeren onder de 18 jaar niet in het bezit mogen zijn van alcohol (in de publieke ruimte) en hiervoor beboet kunnen worden. Een totaaloverzicht van de relevante regels is te vinden in de sanctiestrategie, toegevoegd als bijlage 1.
4.1
Toezicht
Het toezicht op de DHW bestaat uit twee typen controles, namelijk reguliere inrichtingencontroles (type 1) en controles op leeftijdsgrenzen, dronkenschap en schenktijden (type 2). Type controle Type 1: Inrichtingencontroles Bij de inrichtingencontroles wordt gekeken naar de aanwezigheid en actualiteit van de vergunning of ontheffing, het voldoen aan de voorschriften van de vergunning/ontheffing en andere bepalingen uit de DHW, zoals de aanwezigheid van leidinggevenden tijdens openingstijden.1 Deze controles vinden vaak overdag plaats en er is direct contact met de drankver-
1
Voor een volledig overzicht van de regels waarop wordt gecontroleerd wordt verwezen naar de bij dit preventie- en handha-
vingsplan opgenomen sanctiestrategie.
14
strekker. De controlefrequentie voor type-1 controles is eens per 4 jaar. Dit geeft het volgende overzicht. Inrichtingencontroles (type 1) Categorie Bejaardentehuizen / Verzorgingstehuizen Cafés Cafetaria’s Dorpshuizen Sportkantine clubgebouwen Slijterijen Restaurants Supermarkten / Detailhandel Campings Totaal aantal controles per jaar
Aantal Controlefrequentie 2 12 6 7 18 5 16 8 2
Eens per 4 jaar
Controles per jaar (gem.)
Hercontroles per jaar (gem.)
Totalen controles
0,5 3 2 1,75
0,25 1,5 1 0,875
0,75 4,5 3 2,625
4,5 1,25 4
2,25 0,625 2
6,75 1,875 6
2 0,5
1 0,25
3 0,75
19,5
9,75
29,25
76
Na de planperiode zal worden bezien of de controlefrequentie naar beneden of naar boven moet worden bijgesteld voor de inrichtingencontroles. Type 2: Leeftijdsgrenzeninspecties/dronkenschap/schenkregels2 Leeftijdsgrenzeninspecties bij alcoholverstrekkers richten zich in hoofdzaak op het controleren van verstrekking van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de 18 jaar. Daarnaast worden controles uitgevoerd op dronkenschap en doorschenken. Tot slot zijn er controles die zich specifiek richten op schenktijden binnen de paracommercie. Het toezicht op leeftijdsgrenzen bestaat uit observaties op de plaatsen en tijdstippen waarop (’s avonds en in de weekenden) jongeren alcoholhoudende dranken kopen en gebruiken. Dat kan ook betrekking hebben op een evenement, waarvoor een ontheffing is verleend voor het verstrekken van zwak alcoholische drank, als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet. Het toezicht op schenktijden binnen de paracommercie wordt uiteraard afgestemd op de activiteiten van de betreffende instellingen. De controle-inzet voor de type 2 controles worden als volgt vastgesteld. Jaarlijks wordt een leeftijdsgrenzeninspectie uitgevoerd bij sportverenigingen, supermarkten, slijterijen en bij de cafés waar veel jongeren komen. Bij het uitvoeren van leeftijdsgrenzeninspecties in een voor het publiek toegankelijke plaats wordt tevens gecontroleerd op het doorgeven van alcoholhoudende drank.
2
Controles type 2 is in dit document de verzamelnaam voor de leeftijdscontroles, het binnenlaten van dronken personen, het
doorschenken van alcohol aan dronken personen en het schenken buiten de schenktijden in paracommerciële instellingen.
15
Er wordt bij leeftijdsgrenzeninspecties bij cafés in de avond-/nachturen ook gecontroleerd op de aanwezigheid van een leidinggevende én of er door barpersoneel aan een reeds beschonken persoon wordt geschonken. Tot slot worden de evenementen bezocht waarbij het risico aanwezig is dat jongeren alcohol kunnen verkrijgen. Na de planperiode kan worden bezien of de controlefrequentie omhoog of omlaag bijgesteld moet worden. Het bovenstaande geeft het volgende overzicht. Leeftijdsgrenzeninspecties/ dronkenschap/schenkregels (type 2) Categorie
Aantal
Hotspots commerciële horeca Supermarkten en slijterijen Paracommercie leeftijdsgrenzen Evenementen Totaal aantal controles per jaar
12
Controlefrequentie 1 x per jaar
Controles per jaar 12
Hercontroles per jaar 6
Totalen controles 18
13
1 x per jaar
13
6,5
19,5
18
1 x per jaar
18
9
27
5 48
1 x per jaar
5 48
21,5
5 69,5
Daarnaast vinden ondersteunende werkzaamheden plaats. Hierbij is een nadrukkelijke rol weggelegd voor de gemeentelijke BOA, alsmede voor administratieve en juridische ondersteuning. Overig Naast bovengenoemde activiteiten inzake controle en handhaving van de Drank- en Horecawet zal de gemeente reageren op klachten en meldingen en kan er zo nodig in de openbare ruimte worden opgetreden. Hier ligt een gedeelde taak tussen de eigen toezichthouders en de politie.
4.2
Handhavingsinterventies
Communicatie versterkt het effect van de handhaving. Het draagt bij aan een verhoogde subjectieve pakkans en aan meer draagvlak voor de maatregelen. Het is van belang de communicatie naar de diverse doelgroepen in goed overleg met andere afdelingen en partijen vorm te geven. Aangezien communicatie in dit plan vooral een educatief (uitleggen regels) en persuasief (aanzetten tot betere naleving) doel heeft, wordt nalevingscommunicatie verder uitgewerkt in hoofdstuk 6.
4.2.1 Sanctiestrategie Na controle wordt een controlerapport of boeterapportage opgemaakt. Indien is gebleken dat de gecontroleerde zich niet (geheel) aan de regels houdt, kan het bevoegd gezag verschillende sancties toepassen teneinde de overtreder ertoe te bewegen zich in het vervolg wel te houden aan de voor hem geldende regels. Niet alle overtredingen zijn even ernstig. Bijlage 1 van dit preventie- en handhavingsplan geeft de sanctiestrategie weer waarin is bepaald met
16
welk sanctiemiddel de burgemeester in beginsel reageert op overtredingen. Voor de lichtere overtredingen wordt eerst een waarschuwing gegeven, voor de ernstigere overtredingen wordt direct een daadwerkelijke sanctie opgelegd zoals een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom. Ook intrekken of schorsen van de vergunning behoort tot de mogelijkheden die de burgemeester ter beschikking staan. De burgemeester stelt, als bevoegd bestuursorgaan, de sanctiestrategie vast, waarin is bepaald welk sanctiemiddel in beginsel wordt toegepast. De sanctiestrategie heeft de status van een beleidsregel. Om reeds tijdens de vaststelling van dit plan inzicht te geven in de sanctiemiddelen die de burgemeester bij de verschillende soorten overtredingen kan inzetten, is in het overzicht van bijlage 1 weergegeven is hoe hij dat zal doen.
4.2.2 Hardheidsclausule Afwijken van de sanctiestrategie is mogelijk. Dat kan ten eerste in spoedeisende gevallen, waarbij direct handhavend optreden vereist is en de waarschuwing derhalve achterwege wordt gelaten. Ten tweede kan ook op basis van bijzondere feiten en omstandigheden worden afgeweken van de sanctiestrategie. De sanctie dient immers in alle gevallen proportioneel te zijn. Het toezicht en de handhaving hebben tot doel te komen tot preventie en een betere naleving en waarborging van de geldende wet- en regelgeving. In uitzonderlijke gevallen kan dit doel beter bereikt worden door af te wijken van de sanctiestrategie, waarbij deze afwijking wordt gemotiveerd.
4.3
Effectmeting en evaluatie
Het effect van het toezicht en de handhaving op de naleving van de leeftijdsgrens wordt gemeten met nalevingsonderzoek. In mei 2014 is een zogenaamde 0-meting uitgevoerd inzake de naleving van leeftijdsgrenzen en schenktijden. Dit onderzoek zal worden herhaald. Alcoholverstrekkers worden in kennis gesteld van het feit dat dergelijke onderzoeken zullen worden uitgevoerd. De onderzoeken zelf worden in het geheim uitgevoerd om betrouwbare informatie te verzamelen. De resultaten uit deze onderzoeken worden overigens enkel gebruikt om het naleefniveau te meten en om de uitkomsten ervan bespreekbaar te maken. Daadwerkelijke sanctieoplegging kan enkel plaatsvinden in het kader van controle en handhaving door daartoe bevoegde toezichthouders.
17
5. Regelgevende activiteiten De DHW geeft gemeenten verschillende verordenende bevoegdheden. De modelverordeningen die gemaakt zijn door de VNG en door het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid (STAP) geven mooi aan welke mogelijkheden er zijn. Regelgeving is een onmisbare factor van een integraal alcoholbeleid. Om die reden wordt in dit hoofdstuk kort uiteengezet welke soorten regels er zijn. Regels centraal en decentraal Er zijn regels die van rijkswege gelden en regels die door de gemeenten zijn opgesteld. De door het rijk opgestelde regelgeving staat in de DHW zelf (bijvoorbeeld niet schenken aan jongeren < 18 jaar). De regels van gemeentewege zijn neergelegd in de verordening paracommercie en/of de APV. Daarnaast verstrekt de gemeente vergunningen voor horecabedrijven, al dan niet onder voorwaarden. Tevens voert de gemeente beleid inzake het al dan niet verstrekken van ontheffingen op grond van 35 van de DHW. Deze laatste ontheffing hebben met name betrekking op het schenken van zwak-alcoholhoudende dranken tijdens evenementen. Verordening De verordening op grond van artikel 4 van de DHW geeft schenkregels voor paracommerciële inrichtingen (schenktijden en verbod op schenken van sterke drank). Hiervoor regels maken is verplicht. Het doel is het voorkomen van oneerlijke concurrentie tussen paracommercie en commerciële horeca. Met het stellen van de regels is rekening gehouden met de pijler alcohol en jeugd (bijvoorbeeld bij sportverenigingen wordt de jeugd zo min mogelijk geconfronteerd met alcoholconsumptie). De DHW biedt gemeenten daarnaast de mogelijkheid in de verordening regels op te nemen op grond van artikel 25a t/m 25d van de DHW (bijvoorbeeld prijsacties en happy hours beperken of het hanteren van toegangsleeftijden tot 21 jaar bij horecalocaliteiten en terrassen op bepaalde tijdstippen). De gemeente Reimerswaal heeft vooralsnog geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om dergelijke regels in de APV op te nemen. Beleidsregels ontheffingen De gemeente hanteert een beleidsregel om te bepalen of en onder welke voorwaarden alcoholhoudende drank geschonken mag worden tijdens evenementen. Het bevoegd gezag voor verlenen van ontheffingen en vergunningen is de burgemeester. De beleidsregel is dan ook door hem vastgesteld.
18
6. Educatie en bewustwording Dit P&H-plan kent twee einddoelgroepen: jongeren onder de 18 jaar en jongeren van 18 t/m 23. In hoofdstuk 2 werd al uitgelegd dat bewustwording en educatie het beste gericht kunnen zijn op de omgeving. Voor een belangrijk deel gaat het daarbij om de sociale en professionel omgeving van jongeren. Als het gaat om omgevingsgerichte educatieve maatregelen onderscheiden we drie doelgroepen die invloed kunnen hebben op het alcoholgebruik van jongeren: 1. Alcoholverstrekkers 2. Scholen 3. Ouders/opvoeders/andere volwassenen die (veel) met jongeren te maken hebben. Daarnaast zijn er ook nog de jongeren zelf. Het is namelijk lastig om de regels na te leven wanneer je niet weet wat de regels zijn. Bovendien zijn jongeren gevoelig voor de houding en het gedrag van hun leeftijdgenoten. 4. Jongeren Binnen de Zeeuwsbrede jeugd- en alcoholaanpak zijn diverse interventies ontwikkeld en uitgevoerd die zich richten op deze doelgroepen. Een overzicht hiervan is te vinden in bijlage 2. Dit overzicht is geen statisch overzicht maar een dynamisch stuk dat steeds wordt aangevuld met nieuwe interventies. Alcoholverstrekkers Met de term alcoholverstrekkers worden alle personen bedoeld die verantwoordelijk zijn voor de verstrekking van alcoholhoudende dranken en hiermee zorg moeten dragen voor een adequate naleving van de eerder genoemde bepalingen in de DHW. Dat kunnen zijn horecaondernemers, barpersoneel, barvrijwilligers in de sportkantine, portiers, caissières, filiaalmanagers etc. Van deze professionals wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol kennen en naleven, evenals het verbod op doorschenken bij dronkenschap en het toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in de onderneming, vereniging of op een evenement. In tabel 1 van Hoofdstuk 3 worden de verschillende settings van waaruit de alcoholverstrekkers opereren uiteengezet. Nalevingscommunicatie Nalevingscommunicatie begint bij het communiceren van de nulsituatie, namelijk hoe worden de regels op dit moment nageleefd en wat gaat er goed en wat niet. Aansluitend hierop wordt gecommuniceerd hoe de verbeterpunten worden opgepakt. Daar hoort bij dat duidelijk wordt gemaakt welke consequenties er aan niet-naleving van regels zijn verbonden (waarschuwing of boetes). Andersom is het ook belangrijk om positieve ontwikkelingen te laten zien. Er kan bijvoorbeeld bekend worden gemaakt dat (een bepaalde categorie) alcoholverstrekkers zich niet goed aan de regels heeft gehouden en welke consequenties dat heeft gehad. Er kan ook juist gecommuniceerd worden dat (een bepaalde categorie) ondernemers zich goed aan de regels houdt. Het gaat hierbij primair om de naleving van de wet. Het schenken aan jongeren onder de 18 jaar en aan dronken bezoekers is niet toegestaan. Daarnaast wordt ingezet op het creëren van draagvlak. Iedereen moet het belangrijk gaan vinden dat jongeren onder de 18 jaar geen alcohol gebruiken en dat er vanaf 18 jaar ‘met mate’ wordt gedronken. Het is een teken van goed gastheerschap om je aan de regels te houden. Tevens wordt hiermee gezorgd voor een veilig en gezellig uitgaansklimaat. Het is van belang dat alcoholverstrekkers hierin gezamenlijk optrekken.
19
Training Een alcoholverstrekker moet zich bewust zijn van zijn/haar verantwoordelijkheid en in staat zijn juist te handelen, ook wanneer er weerstand is bij de klant. Om alcoholverstrekkers hierin te bekwamen zijn trainingsprogramma’s ontwikkeld zoals de IVA (Instructie Verantwoord Alcoholgebruik) voor barvrijwilligers in de paracommercie, de Evenementen IVA en barcode/ goed gastheerschap voor de horeca. Deze trainingen kunnen preventief aan de partijen worden aangeboden teneinde het nalevingsgedrag te bevorderen. Uit de praktijk blijkt dat sportverenigingen die regelmatig de barvrijwilligers een IVA laten volgen, hier beter scoren dan sportverenigingen die dat niet (regelmatig) doen. De gemeente Reimerswaal organiseert jaarlijks een IVA training voor vrijwilligers, van onder andere sportverenigingen. De training wordt kosteloos aangeboden aan de betreffende verenigingen. Tevens is het mogelijk dit als voorwaarde in een nieuw af te geven vergunning op te nemen. Voor DHW-vergunningsvrije verkooppunten zoals supermarkten kan overleg gevoerd worden met de ondernemers(verenigingen) om helder te krijgen wat men intern aan training van personeel doet. De gemeente Reimerswaal heeft al twee maal eerder een interventie gehouden bij de supermarkten, waarbij de supermarktmanagers gevraagd werd wat zij doen om hun personeel op de hoogte te brengen van de geldende wettelijke regels. Daarnaast kregen de caissières een aantal hulpmiddelen aangereikt, zoals een pasje met de DHW-regels, die het hen makkelijker maakte om “nee” te zeggen tegen te jonge alcoholkopers. Tevens werden in de winkels op zichtbare plaatsen posters gehangen, waarbij duidelijk werd dat onder de geldende leeftijdsgrens in die betreffende winkel geen alcohol verkocht wordt. Evenementenbeleid De gemeente Reimerswaal voert een evenementenbeleid en geeft tips aan evenementenorganisaties op het gebied van alcoholverstrekking. Hier is een folder en informatiepakket voor ontwikkeld. Scholen De school speelt een belangrijke rol in het leven van jongeren. Ze zijn er een groot deel van de dag en het is ook een belangrijke pedagogische omgeving, waar jongeren zijn om te leren en informatie te vergaren. Scholen voor voortgezet onderwijs, politie, Halt en gemeente hebben vanuit de Lokale Educatieve Agenda (2014-2016) twee maal per jaar afstemmingsoverleg waarbij preventie van alcohol en drugs tot een van de vijf speerpunten behoort. Communicatie De Zeeuwse jeugd- en alcoholaanpak kent diverse interventies die gericht zijn op de setting onderwijs, zoals de projecten ‘Blijf Cool’. Gezien de nieuwe leeftijdsgrens mogen vrijwel alle leerlingen in het voortgezet onderwijs geen alcohol in het bezit hebben in openbare gelegenheden en daarmee lijkt een alcoholvrij schoolbeleid de meest voor de hand liggende keuze. Een goed schoolprogramma biedt meer dan voorlichting en besteedt ook aandacht aan regels voor leerlingen en personeel met betrekking tot alcoholgebruik bij schoolfeesten, kampen, excursies en studiereizen. Een interventie die wij in Zeeland gebruiken die dit alles omvat is de ‘Alcoholvrije School’. Ouders/opvoeders Een veelgehoorde opvatting van ouders is dat het gedrag van hun puber volledig wordt bepaald door leeftijdsgenoten en vrienden, terwijl zij wel degelijk ook zelf invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen (van der Vorst, 2006). De beschikbaarheid van alcohol in huis en het stellen van regels zijn geschikte instrumenten om alcoholgebruik tegen te gaan. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die geen duidelijke regels hebben afgesproken
20
en geen leeftijdsgrens hebben gesteld voor het drinken van alcohol al op jonge leeftijd beginnen met drinken. Ze drinken bovendien vaker en meer dan jongeren waarvan de ouders wel een leeftijdsgrens hebben gesteld. Naast het stellen van regels spelen ook andere beschermende factoren een rol bij de alcoholconsumptie van jongeren: een goede band tussen ouder en kind en een autoritatieve opvoedstijl. Adviezen met betrekking tot alcoholopvoeding zullen in samenwerking met de basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs aan ouders worden aangeboden. Daarnaast kunnen interventies zoals stapavonden voor ouders van kinderen tussen de 14 en 18 jaar, de ouderavond ‘Help mijn kind wordt een puber’ voor ouders van kinderen tussen de 10 en 13 jaar en de Aanpak Per Kern een bijdrage leveren en blijvend worden aangeboden. Communicatie Voor ouders en opvoeders moet duidelijk zijn dat het belangrijk is dat kinderen/jongeren van huis uit duidelijke regels mee krijgen en dat er afspraken gemaakt worden. Ouders zijn de eerste verantwoordelijken voor hun kind. Ook thuis (in)drinken verdient hierbij aandacht. Hoewel het belangrijk is om het kind in een ‘veilige’ omgeving kennis te laten maken met alcohol, is het niet handig om dit voor het 18e levensjaar te laten plaatsvinden. Ook uitzonderingen maken door een drankje toe te staan met feestdagen of tijdens vakanties is niet aan te bevelen. Daarmee verleg je immers als ouder/opvoeder de drempel om te drinken en wordt de kans op meer alcoholgebruik door je kind enorm vergroot. Bovendien worden dan twee verschillende signalen afgegeven, je mag niet drinken voor je 18e jaar, maar af en toe toch wel. Andere zaken waar in de thuissituatie aandacht voor moet komen zijn de fenomenen Hokken en Keten en thuisbezorgkanalen. Deze fenomenen spelen zich af op privéterrein en daarom is het lastig hier beleid op te ontwikkelen, omdat de zeggenschap van de overheid hierbij beperkt is. Wel kan dit fenomeen worden meegenomen in de alcoholopvoeding richting ouders en kunnen ze geïnformeerd worden over welke regels er gelden rondom hokken & keten. Van de thuisbezorgkanalen (de zogenaamde bierkoeriers) is bekend dat de naleving in 2013 0% was (Roodbeen, e.a., 2014). Dit is een punt van aandacht aangezien de verwachting is dat dit een groeiende markt is. Jongeren Gedragsverandering creëren via voorlichtingsprogramma's blijkt lastig, zo niet onmogelijk (Babor, 2010). Toch is het van belang dat jongeren geïnformeerd worden over de risico's van alcoholgebruik en de wet- en regelgeving. Met name de informatie over wat alcohol met de hersenontwikkeling doet is hierbij bruikbaar. Dat geldt niet alleen voor jongeren, maar ook voor hun ouders. Communicatie De boodschap is duidelijk: onder de 18 jaar geen druppel alcohol. Wanneer jongeren toch alcohol drinken, dan riskeren ze een boete. Door de subjectieve pakkans te vergroten en hierover te communiceren kun je bewerkstelligen dat dat jongeren de regels beter naleven. Het gaat dan met name over het drinken van alcohol in de openbare ruimte, want op privéterrein gelden de wettelijke regels niet. Belangrijk is dat alle partijen waar jongeren mee te maken krijgen dezelfde boodschap uitdragen, hoe duidelijker, hoe grotere de kans op naleving.
21
7. Uitvoering Uitgangspunt van dit plan is het beïnvloeden van de omgeving van de jonge drinker opdat deze meer gezonde en veilige keuzes kan maken met betrekking tot alcohol. In de interventiestrategie (hoofdstuk 3) is vastgesteld binnen welke beleidspijler(s) interventies wordt ingezet om de setting van jongeren positief te beïnvloeden. De daadwerkelijke uitvoering waarvan de kaders in hoofdstuk 4 (toezicht en handhaving) en hoofdstuk 6 (educatie, bewustwording en communicatie) zijn aangegeven wordt in jaarlijkse uitvoeringsplanningen opgenomen. Zo kennen we voor toezicht en handhaving het jaarlijkse integrale handhavinguitvoeringsprogramma, waarin op basis van deze nota een hoofdstuk wordt toegevoegd ten aanzien van controle en handhaving van de Drank- en Horecawet. Zoals in hoofdstuk 2 is geschetst, werkt alcoholbeleid het beste als op meerdere beleidspijlers tegelijkertijd wordt ingezet. Dat impliceert ook dat er in de uitvoering meerdere partners en stakeholders betrokken zijn. Hieronder een beschrijving van de belangrijkste samenwerkingspartners en de organisatiestructuur.
7.1
Samenwerking met externe partners
Op een integraal dossier als het alcoholbeleid is samenwerking essentieel voor een goede uitvoering. De volgende externe partners zijn daarbij concreet in beeld: Politie
Hotspots in kaart brengen, veiligheid tijdens inspecties, jongeren vragen naar ID en eventuele samenwerking met betrekking tot de aanpak van doortappen vanuit het Wetboek van Strafrecht en openbare dronkenschap (artikel 252 resp. 453).
Ondernemers/ verenigingen
Naleving DHW, meedenken over systeemontwikkeling, training personeel/vrijwilligers.
Scholen
Halfjaarlijks overleg over intern schoolbeleid (in kader van Lokale Educatieve Agenda) en over informatievoorziening richting ouders.
GezondheidsOrganisaties
Partners als de GGD en Indigo zijn belangrijk bij de uitvoering en ontwikkeling van educatieve interventies.
7.2
Financiën
Er is een bestaand budget voor de pijler Bewustwording & Educatie. Regelgeving en Beleid vindt plaats binnen de reeds bestaande formatie. Voor controle en handhaving zijn tot nu toe geen middelen vrijgemaakt, omdat dit een nieuwe taak is. Voorlichting en educatie Ondersteuning onderwijs door GGD en Indigo* Projectmanagement Alcohol en Jeugd** Ambtelijke ondersteuning beleidsmedewerker**
Totaal aantal uren -
Lopend project¹
Kosten
-
Nieuw project² -
64
10
54
-
24
5
19
-
-
22
Overige bewustwording** Handhaving BOA (incl. klachten) Ambtelijke ondersteuning beleidsmedewerker Externe inhuur leeftijdsgrenzeninspecties Mysteryshopping en monitoring
20
10
10
-
300 100
-
300 100
-
-
-
-
€ 30.000,-
-
-
-
P.M.
*Deze uren vallen onder de jaarbegroting van Indigo. Deze kosten worden betaald vanuit regionale preventiemiddelen **De kosten voor de uitvoering van deze projecten vallen onder de uitvoeringskosten voor de projectgroep alcohol en jeugd. Hiervoor worden jaarlijks voldoende kosten geraamd in het jeugdbudget. Gemiddeld is er een budget beschikbaar van € 1.500,¹ benodigde uren zitten al in het werkprogramma. ² benodigde uren worden in het werkprogramma ingepast. De capaciteit voor juridische backoffice, de capaciteit om adequaat te kunnen reageren op klachten en meldingen en de capaciteit voor het houden van toezicht in de openbare ruimte wordt ingevuld door bestaande capaciteit.
7.3
Effectmeting en evaluatie
Behalen doelstellingen De mate waarin de doelstellingen uit dit plan zijn behaald, toetsen we aan cijfers die beschikbaar komen vanuit de reguliere monitoringssystemen (o.a. Draagvlakonderzoek GGD Zeeland, Gezondheidsmonitor GGD Zeeland en de Jeugdmonitor Scoop Zeeland). Naast de cijfers uit de verschillende monitoren halen we ook informatie uit andere monitoringssystemen, zoals politieregistratie, HALT instroom, cijfers alcoholpoli en eventueel beschikbare cijfers omtrent veiligheid op straat. Tevens bestaat er de mogelijkheid om het draagvlakonderzoek van eind 2013, eind 2016 te herhalen. Hierin wordt het draagvlak voor alcoholpreventie onder ouders gemeten. Ook kan naleefonderzoek bijdragen aan informatie over het naleefgedrag van alcoholverstrekkers. Effectmeting Toezicht & Handhaving Het effect van het toezicht en de handhaving op de naleving van de leeftijdsgrens wordt gemeten met nalevingsonderzoek. In mei 2014 is een zogenaamde 0-meting uitgevoerd inzake de naleving van leeftijdsgrenzen en schenktijden. Dit onderzoek zal zo mogelijk worden herhaald. Alcoholverstrekkers worden in kennis gesteld van het feit dat dergelijke onderzoeken zullen worden uitgevoerd. De onderzoeken zelf worden in het geheim uitgevoerd om betrouwbare informatie te verzamelen. De resultaten uit deze onderzoeken worden overigens enkel gebruikt om het naleefniveau te meten en om de uitkomsten ervan bespreekbaar te maken. Daadwerkelijke sanctieoplegging vindt enkel plaats in het kader van controle en handhaving. Effectmeting Bewustwording & Educatie Het effect van de educatieve maatregelen uit dit plan, wordt primair gemeten met de Gezondheidsmonitor van de GGD. Dit onderzoek wordt één keer per vier jaar uitgevoerd. Tevens zal het draagvlakonderzoek van 2011 en 2013 in het najaar van 2016 herhaald worden.
23
Conclusies en aanbevelingen De conclusies en aanbevelingen die voortvloeien uit de onderzoekscijfers en effectmetingen bieden we tegelijk met het nieuwe preventie- en handhavingsplan aan. Hierdoor wordt direct duidelijk hoe we de evaluatie hebben vertaald in het nieuwe plan.
24
Literatuurlijst Babor e.a. (2010). Alcohol no ordinary commodity. Oxford: University press. Bieleman, B., Kruize, A. & Zimmerman, C. (2011). Monitor alcoholverstrekking jongeren 2011. Groningen: Intraval. Crews, F.T., Braun, C.J., Hoplight, B., Switzer, R.C. 3rd, & Knapp, D.J. (2000). Binge ethanol consumption causes differential brain damage in young adolescent rats compared with adult rats. Alcohol: clinical and experimental research, 24(11), 1712-1723. Dalen, W.E. van, Franken, F., de Greeff, J., Mulder, J., van Straten, P. & van der Wulp, N.Y. (2013). Het perspectief voor de Alcoholvrije School in Nederland. Utrecht: STAP
Dijck, D. van, & Knibbe, R.A. (2005). De prevalentie van probleemdrinken in Nederland: Een algemeen bevolkingsonderzoek. Maastricht: Universiteit van Maastricht. Hibell, B., Guttormsson, U., Ahlström, S., Balakireva, O., Bjarnason, T., Kokkevi, A., & Kraus, L. (2012). The 2011 ESPAD report: Substance use among students in 36 European countries. Stockholm: The Swedish Council for Information and Alcohol and Other Drugs (CAN). Holder, H. D. (1998). Alcohol and the Community: A Systems Approach to Prevention. Cambridge: Cambridge University Press. Meier, P. et al. (2008). The independent review of the effects of alcohol pricing and promotion. Summary of Evidence to Accompany Report on Phase 1: Systematic Reviews. School of Health and Related Research, University of Sheffield, UK. Reynolds, R.I. (2003). Building Confidence in Our Communities. London: London Drug Policy Forum. Roodbeen, R., Lie, K.J. & Schelleman-Offermans, K. (2014). Alcoholverkoop aan jongeren 2013. Nuchter, kenniscentrum leeftijdsgrenzen. Van der Vorst, H., Engels, R.C.M.E., Meeus, W., & Dekovic, M. (2006). Parental Attachment, Parental Control, and Early Development of Alcohol Use: A Longitudinal Study. Psychology of Addictive Behaviors , Vol. 20, No. 2, 107–116 Verdurmen, J., Monshouwer, K., Dorsselear, S. van, Lokman, S., Vermeulen-Smit, E., & Vollebergh, W. (2012). Jeugd en riskant gedrag 2011: Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut. Wagenaar, A.C., Toomey, T.L. & Erickson, D.J. (2005). Complying With the Minimum Drinking Age: Effects of Enforcement and Training interventions. Alcoholism: Clinical and Experimental Research, 29, 2, 255-262
25
Artikel DHW / verordening
Overtreding
Toelichting
Stap: waarschuwen = 1 (direct) optreden = 2
sanctiemiddel bij (direct) optreden
Indicatie hoogte dwangsom
BegunstigingBestuurlijke boete* (bestermijn (terdragen in euro's); verhomijn voor het ging boete bij recidive ongedaan mabinnen 12 mnd ken van de on- natuurlijke natuurlijke rechtmatige persoon of persoon of situatie) rechtsperrechtspersoon telt soon telt 50 minder dan of meer 50 werkne- werknemers mers
3
Bedrijf exploiteert zonder (rechtsgeldige) vergunning
Geen vergunning, wel zicht op legalisatie
1
Last onder dwangsom
€ 5000,-per week, max € 50.000,--
3 maanden
3
Bedrijf exploiteert zonder (rechtsgeldige) vergunning
Geen vergunning, geen zicht op legalisatie
2
Bestuursdwang (sluiting inrichting)
8
Leidinggevende voldoet niet langer aan een of meerdere aan hem gestelde vereisten
Artikel 31 verplicht in dat geval tot intrekking vergunning Artikel 31 verplicht in dat geval tot intrekking vergunning
2
Intrekking vergunning
Niet mogelijk
1 week tot 12 weNiet mogelijk ken, afhankelijk van (art. 44a DHW) vereiste
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
10
Inrichting voldoet niet langer aan een of meerdere gestelde inrichtingseisen
2
Intrekking vergunning
Niet mogelijk
1 week tot 12 weNiet mogelijk ken, afhankelijk van (art. 44a DHW) inrichtingsaanpassingen
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
12, lid 1 en 2
Verstrekken alcoholhoudende drank in een niet op de vergunning vermelde lokaliteit
1
Last onder dwangsom
€ 2000,-per overtreding, max € 20.000,--
2 weken
2 weken
13, lid 1
Verbod verstrekking alcohol voor gebruik elders dan ter plaatse
13, lid 2
Verbod verstrekking alcohol voor gebruik ter plaatse in slijtersbedrijf
14, lid 1
Verbod andere bedrijfsactiviteiten in slijtersbedrijf
14, lid 2 en 15, lid 1
15, lid 2
16
17
€ 2000,-per overtreding, max € 20.000,-€ 5000,-per overtreding, max € 50.000,--
1 dag
Last onder dwangsom
€ 2000,-per overtreding, max € 20.000,--
2 weken
1
Last onder dwangsom
2 weken
1
Last onder dwangsom
€ 2000,-per overtreding, max € 20.000,-€ 2000,-per week, max € 20.000,--
M.u.v. hotelkamers
1
Last onder dwangsom
1 dag
Dit geldt voor supermarkten en slijterijen, niet voor horeca-inrichtingen
1
Last onder dwangsom
€ 2000,-per overtreding, max € 20.000,-€ 2000,-per overtreding, max € 20.000,--
1
Last onder dwangsom
1
Last onder dwangsom
1
Verbod kleinhandel in horecalokaliteit of op terras
Verbod rechtstreekse verbinding tussen slijterij en andere neringruimte voor kleinhandel Verbod automatenverkoop alcohol
Verbod verstrekken alcoholhoudende drank anders dan in gesloten verpakking
Slechts toegestaan indien een klant erom vraagt de alcoholhoudende drank eerst te proeven In het Besluit aanvulling omschrijving slijtersbedrijf staat welke activiteiten in het slijtersbedrijf zijn toegestaan
1 dag
6 weken
1 dag
27
18, lid 1 en 2
18, lid 3
19, lid 1
19, lid 2
20, lid 1
Verkoopverbod zwakalcoholische drank anders dan in slijtersbedrijf of levensmiddelenbedrijf voor gebruik elders dan per plaatse Onderscheid tussen zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije dranken ontbreekt in ruimte van het levensmiddelenbedrijf Verbod op bestelservice sterke drank voor ander bedrijf dan slijtersbedrijf en partijencatering
1
Last onder dwangsom
€ 2000,-per overtreding, max € 20.000,--
2 weken
1
Last onder dwangsom
2 weken
2
Last onder dwangsom
Verbod bestelservice zwak-alcoholhoudende drank, behalve vanuit de uitzonderingen genoemd in artikel 19 lid 2 Verkoop alcohol aan persoon < 18 jaar en > 18 jaar kennelijk bestemd voor jonger dan 18
2
Last onder dwangsom
€ 2000,-per overtreding of per dag, max € 20.000,-€ 2000,-per overtreding of per dag, max € 20.000,-€ 2000,-per overtreding of per dag, max € 20.000,--
2
* Bestuurlijke boete * Tijdelijke ontzegging bevoegdheid verkoop zwakalcoholhoudende drank door niet DHWvergunningplichtige detailhandel (ex art 19a DHW; min. 1 en max. 12 wk; three strikes out)
2 weken
2 weken
* 1360 * Geen bestuurlijke boete mogelijk bij toepassing van art. 19a DHW (three strikes out).
* 2720 * Geen bestuurlijke boete mogelijk bij toepassing van art. 19a DHW (three strikes out).
28
20, lid 2
Persoon < 18 jaar, zonder toezicht van persoon 21 jaar of ouder, toegelaten in slijtersbedrijf Niet duidelijk aangegeven leeftijdsgrenzen
2
Bestuurlijke boete
1
Last onder dwangsom
Dronken personen of onder invloed van drugs toegelaten in horeca- en slijtersbedrijf Onder invloed (dronken of drugs) aan het werk zijn in horeca- en slijtersbedrijf
2
Last onder dwangsom
2
Last onder dwangsom
Alcohol verstrekken wat tot verstoring openbare orde, veiligheid of zedelijkheid leidt Verbod alcoholhoudende drank te verstrekken in tankstations e.d.
2
Last onder bestuursdwang (sluiting alcoholverkoop)
2
Last onder dwangsom
24, lid 1 en 2
Geen leidinggevende of vereiste persoon aanwezig in horeca- en slijtersbedrijf
2
Last onder dwangsom
24, lid 3
Verkoop alcohol/dienst door personen < 16 jaar
2
Last onder dwangsom
20, lid 4
20, lid 5
20, lid 7
21
22, lid 1 en 2
1360
2720
€ 750,-- per 2 weken week, max € 7.500,--
680
1360
€ 2000,-per overtreding, max € 20.000,-€ 2000,-per overtreding, max € 20.000,--
1 uur
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
1 uur
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
1 uur
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
€ 2000,-per overtreding, max € 20.000,-€ 2000,-per overtreding, max € 20.000,-€ 2000,-per overtreding, max € 20.000,--
1 dag
1 dag
1 uur
29
25, lid 1
Verbod aanwezigheid alcoholhoudende drank behoudens uitzondering
1
Last onder dwangsom
25, lid 2
Verbod nuttiging alcoholhoudende drank ter plaatse, in niethorecabedrijf, behoudens uitzondering Verbod alcoholhoudende drank in vervoermiddel, behoudens enkele uitzonderingen
1
Last onder dwangsom
1
Last onder dwangsom
Vergunning, aanhangsel e.d. niet aanwezig in inrichting
1
Last onder dwangsom
Imperatieve intrekkingsgrond
1
Imperatieve intrekkingsgrond Imperatieve intrekkingsgrond Facultatieve intrekkingsgrond
Nadat andere handhavingsinstrumenten geen soelaas hebben geboden
25, lid 3
29, lid 3
30 jo 31 lid 1 sub d
Vergunninghouder heeft geen melding gedaan van wijziging in inrichting cf. artikel 30 30a, lid 1 jo Geen melding nieuwe 31 lid 1 sub d leidinggevende of doorhaling gedaan 31, lid 1 sub c Gevaar voor openbare orde, veiligheid of zedelijkheid door voorgedane feiten 31, lid 2 Handelen in strijd met vergunningvoorschriften of regels uit DHW
€ 2000,-per overtreding, max € 20.000,-€ 2000,-per overtreding, max € 20.000,-€ 2000,-per overtreding, max € 20.000,--
2 weken
1 dag
Niet mogelijk door burgemeester (art. 44a DHW), wel door NVWA (art. 44aa lid 1 DHW)
Niet mogelijk door burgemeester (art. 44a DHW), wel door NVWA (art. 44aa lid 1 DHW)
Intrekking vergunning
€ 500,-- per 1 week overtreding of per dag, max € 5.000,-Niet mogelijk
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
1
Intrekking vergunning
Niet mogelijk
1 week
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
1
Intrekking vergunning
Niet mogelijk
1 dag
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
termijn afhankelijk van omstandigheden concrete geval
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
* Schorsing vergunning (art. 32 DHW) * Intrekking vergunning
1 dag
30
31, lid 3
Resultaat Wet bibob of minimaal 3x weigering bijschrijving persoon op aanhangsel
35, lid 1
Zonder ontheffing zwak-alcoholhoudende drank verstrekken
2
35, lid 2
Niet voldoen aan beperkingen/voorschriften die gekoppeld zijn aan ontheffing
2
35, lid 4
Ontheffing niet aanwezig
1
44
Niet meewerken aan artikel 5:20 Awb
1
45
Facultatieve intrekkingsgrond
1
* Schorsing vergunning (art. 32 DHW) * Intrekking vergunning Last onder bestuursdwang (sluiting alcoholverkoop) Last onder bestuursdwang (sluiting alcoholverkoop of alsnog voldoen aan voorschriften en beperkingen) Last onder dwangsom
Last onder bestuursdwang (afhankelijk van waaraan niet meegewerkt wordt) Strafrechtelijk (PV)
termijn afhankelijk van omstandigheden concrete geval
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
1 uur
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
Niet mogelijk (art. 44a DHW)
1 uur
€ 250,-- per 1 dag overtreding, max € 2.500,-Zeer korte termijn, aangezien de werkzaamheden door moeten kunnen gaan
Alcohol bij zich hebben op publiek toegankelijke plaatsen door < 18 jaar, m.u.v. in winkels Paracommercie
2
4 DHW jo 2:34b APV
Paracommerciële instelling houdt zich niet aan de schenktijden voor alcoholhoudende drank
2
Bestuurlijke boete
1020
2040
4 DHW jo 2:34b APV
Paracommerciële instelling schenkt sterke drank zonder onthef-
1
Bestuurlijke boete
1020
2040
31
2:34 c APV
4, lid 5
9
fing Paracommerciële instelling houdt zich niet aan beperkingen of voorschriften vergunning Ontheffing niet aanwezig
Geen registratie van barvrijwilligers of reglement aanwezig bij paracommercieel horecabedrijf
1
Last onder dwangsom
Afhankelijk van de concrete overtreding
Afhankelijk van de concrete overtreding
1
Last onder dwangsom
1
Last onder dwangsom
€ 250,-- per 2 weken overtreding, max € 2.500,-€ 250,-- per 2 weken overtreding, max € 2.500,--
* Wanneer blijkt, bijvoorbeeld bij recidivisten, dat bovenstaande richtlijnen niet afdoende werking hebben, wordt voor dat bijzondere geval een handhavingsarrangement op maat toegesneden. Dit kan onder meer inhouden dat meerdere instrumenten (gelijktijdig) worden ingezet, dat de standaard richtlijnbedragen worden verhoogd of dat overgegaan wordt tot schorsing dan wel intrekking van een verleende vergunning. * De genoemde bedragen die behoren bij een bestuurlijke boete zijn door de centrale overheid vastgesteld in het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet. Bij wijziging van deze AMvB gaan de bedragen uit de AMvB voor op de bedragen die hier zijn genoemd.
32
GEMEENTE REIMERSWAAL
afdeling Bouwen, Milieu en Handhaving Poststuknr.: 14.014590
1
GEMEENTE REIMERSWAAL
afdeling Bouwen, Milieu en Handhaving Poststuknr.: 14.014590
2