Preventie- en Handhavingsplan Alcohol Gemeente Borsele 2014 - 2016
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................. 4 1.
Jeugd en alcohol......................................................................................................... 5
2.
Beleidsfocus ............................................................................................................... 7 2.1
Uitgangspunten en onderbouwing van beleid .......................................................... 7
2.2
Beleidsdoelgroep en -setting ................................................................................... 7
2.3
Doelstellingen van beleid ........................................................................................ 7
Hoofddoelstellingen ........................................................................................................ 8 Inhoudelijke doelstellingen .............................................................................................. 8 3.
Risicoanalyse en interventiestrategie .........................................................................10 3.1
Gegevens uit onderzoek ........................................................................................10
3.2
Gegevens van informanten ....................................................................................10
3.3
Risicoanalyse .........................................................................................................10
3.4
Interventiestrategie .................................................................................................11
4.
Handhavingsactiviteiten .............................................................................................13 4.1
Toezicht .................................................................................................................13
4.2
Handhavingsinterventies ........................................................................................15
4.2.1
Nalevingscommunicatie ..................................................................................15
4.2.2
Sanctiestrategie ..............................................................................................16
4.2.3
Hardheidsclausule ...........................................................................................16
5.
Regelgevende activiteiten ..........................................................................................17 5.1
Regels centraal en decentraal ................................................................................17
5.2
Verordening ...........................................................................................................17
5.3
Beleidsregels ontheffingen .....................................................................................17
6.
Educatie en bewustwording .......................................................................................18 6.1
Doelgroepen ..........................................................................................................18
Alcoholverstrekkers........................................................................................................18 Onderwijs .......................................................................................................................19 Ouders/opvoeders .........................................................................................................19 6.2
Communicatie ........................................................................................................20
Doelen ...........................................................................................................................20 Doelgroepen ..................................................................................................................20 De speerpunten .............................................................................................................20 Kernboodschap ..............................................................................................................20 Acties .............................................................................................................................21 7.
Uitvoering ..................................................................................................................22 7.1
Samenwerking met externe partners ......................................................................22
7.2
Financiën ...............................................................................................................22 2
Pijlers regelgeving en handhaving .................................................................................22 Pijler Bewustwording & educatie ....................................................................................22 8. Evaluatie en effectmeting .................................................................................................23 8.1
Behalen doelstellingen ...........................................................................................23
8.2
Effectmeting Toezicht & Handhaving ......................................................................23
8.3
Effectmeting Bewustwording & Educatie ................................................................23
8.4
Conclusies en aanbevelingen................................................................................23
Literatuurlijst .........................................................................................................................24
Bijlage:
1. Lijst van overtredingen 2. Beleidsregel ontheffing art. 4 lid 4 en art. 35 3. Overzicht activiteiten 2010-2013 LZNVZ
3
Inleiding Sinds 2013 zijn gemeenten de belangrijkste uitvoerder van de Drank- en Horecawet (DHW) geworden. De gemeente is regisseur van het Nederlandse alcoholbeleid. Zowel op juridisch, handhavings, als educatief vlak. Het preventie- en handhavingsplan Alcohol (P&H-plan) is de wettelijke bevestiging hiervan. De gemeenteraad is verplicht dit preventie- en handhavingsplan vast te stellen. Formeel moet dit plan uiterlijk in juli 2014 voor de eerste keer zijn vastgesteld. Daarna moet het plan iedere vier jaar opnieuw worden vastgesteld, tegelijk met de vaststelling van de lokale nota Gezondheidsbeleid. Dit laatste vereiste maakt dat de geldigheidsduur van het preventie en handhavingsplan gelijk loopt aan die van de lokale nota Gezondheidsbeleid, dus tot en met 2016. De DHW dient meerdere belangen. Denk aan openbare orde en veiligheid, economie/concurrentie en volksgezondheid. Het belang volksgezondheid richt zich met name op de bescherming van onze jeugd en jongvolwassenen, tegen de schadelijke effecten die alcoholgebruik heeft. Alle 13 Zeeuwse gemeenten, GGD Zeeland, Indigo, Politie Zeeland-West-Brabant, Provincie Zeeland en andere partijen werken sinds 2010 samen onder de campagne ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’ (LZNVZ). Dit met als doel het alcoholgebruik onder jongeren te verminderen en te voorkomen. De aanpak kenmerkt zich door een integrale benadering en richt zich op de drie pijlers: (1) bewustwording en educatie, (2) regelgeving en (3) handhaving. Als basis voor dit plan is het format gebruikt dat in Zeeuws verband tot stand is gekomen. Dit format is ontwikkeld aan de hand van het landelijke format van het Trimbos-instituut. De Zeeuwse invulling van het format is tot stand gekomen in samenwerking met gemeenteambtenaren vanuit de Oosterschelderegio en Walcheren. Ook heeft afstemming plaatsgevonden met Zeeuws-Vlaanderen. Binnen de Bevelandse gemeenten is daarnaast afstemming geweest over de accenten en speerpunten in dit plan.
4
1. Jeugd en alcohol Sinds 1988 is onder Nederlandse jongeren het alcoholgebruik flink toegenomen. Jongeren zijn de afgelopen decennia meer, vaker én op jongere leeftijd gaan drinken. Om dit tij te keren is sterk ingezet op het voorkomen van drinken door jongeren onder de 16 jaar. Gevolg was dat drankgebruik onder jonge pubers sterk afnam, vooral in de jongste groep. In geen ander Europees land nam drankgebruik onder jonge drinkers zo spectaculair af als in Nederland. Onder jongeren van 16 jaar en ouder is er echter niets veranderd; zij verminderden hun alcoholgebruik niet. Uit onderzoek bleek dat bijna de helft van de jongeren van 16 jaar de afgelopen maand een keer dronken of aangeschoten was (Verdurmen e.a., 2012). In Zeeland verschillen de cijfers niet veel van het landelijke gemiddelde. 51%¹ van de Zeeuwse jongeren tussen de 12 en 18 jaar heeft wel eens alcohol gedronken. Gemiddeld waren jongeren in 2010 13,9 jaar², wanneer zij het eerste glas alcoholhoudende drank hadden gedronken. In 2011 was dit 14,6 jaar en in 2013 15,1 jaar³. In 2010 was een kwart van de jongeren een zogenaamde ‘binge drinker’⁴. Hierbij drinkt een jongere bij één gelegenheid meer dan 5 glazen alcoholische drank. Daarnaast worden steeds meer jongeren opgenomen op de alcoholpoli van het Admiraal de Ruijter Ziekenhuis. In 2013 waren dit 32 kinderen (16 jongens en 16 meisjes) tegenover 15 kinderen in 2010. Als jongeren aan drank willen komen is dat relatief makkelijk in Nederland. Hoewel de naleving van de leeftijdsgrens in vergelijking met 2011 gemiddeld genomen met 18,4% is toegenomen, leefde in 2013 meer dan de helft van de verkooppunten (53%) de oude leeftijdgrens van 16 jaar nog steeds niet na (Roodbeen e.a., 2014). Alcoholgebruik is ongunstig voor de ontwikkeling van de hersenstructuren. Juist als hersendelen in ontwikkeling zijn, zijn ze erg kwetsbaar voor deze giftige stof. Als er in de puberjaren veel wordt gedronken, ontwikkelt het brein zich minder goed. Vooral het drinken van veel alcohol in korte tijd is slecht voor het brein (‘binge drinking’) (Crew e.a., 2000). Onderstaande hersenscan maakt dit inzichtelijk. Zij laat de hersenactiviteit (roze) zien van twee vijftienjarige jongens terwijl zij een geheugentest doen. Beiden zijn op dat moment nuchter. Bij de drinker (rechts) is beduidend minder hersenactiviteit te zien dan bij de jongen die niet drinkt.
1
Bron: Gezondheidsmonitor GGD Zeeland, themarapport Jongeren, 2010.
2
Bron: Gezondheidsmonitor GGD Zeeland, themarapport Jongeren, 2010.
3
51,1 jaar in 2013 en 14,6 jaar in 2011. Bron: Draagvlakonderzoek Alcohol en Jongeren, GGD Zeeland 2013. 4
Bron: Gezondheidsmonitor GGD Zeeland, themarapport Jongeren, 2010.
5
Wordt er gekeken naar het brein van personen die erg veel hebben gedronken in hun puberteit, dan blijkt dat ook bepaalde andere functies bij hen minder goed ontwikkeld zijn. Pubers met alcoholproblemen scoren lager dan andere jongeren op taalvaardigheid, intelligentie, aandacht en ruimtelijk inzicht. Overmatig alcoholgebruik kan dus gevolgen hebben voor de hersenen, maar is ook een niet te onderschatten aanjager van geweld (waaronder ook seksueel geweld) en overlast. Het vergroot daarnaast de kans op verkeersongevallen, letselschade en onveilig vrijen. Vooral jongeren die veel drinken zijn vaker bij deze vormen van riskant gedrag betrokken. Bovendien blijkt dat als jongeren in hun puberjaren veel drinken, de kans toeneemt dat ze later problemen met hun drankgebruik krijgen. Tot slot zijn de kosten ten gevolge van de alcoholproblematiek vele malen hoger dan de middelen die nodig zijn voor preventie (KPMG, 2010).
6
2. Beleidsfocus 2.1
Uitgangspunten en onderbouwing van beleid
Dit plan is gebaseerd op een integrale beleidsvisie. Er is immers sprake van een preventie én handhavingsplan. Dat impliceert dat meerdere afdelingen binnen de gemeenten - en dus ook meerdere typen maatregelen – worden ingezet bij de aanpak van de alcoholproblematiek. Als uitgangspunt voor integraal alcoholbeleid hanteren we het preventiemodel van Reynolds (2003) dat ook de basis vormt voor de Zeeuwse jeugd- en alcoholaanpak evenals de regionale en lokale. Dit model wordt tevens gebruikt in de Handreiking Gezonde Gemeenten van het RIVM. Het preventiemodel kent drie beleidspijlers, te weten: bewustwording & educatie, regelgeving en handhaving. De pijlers staan deels op zichzelf maar overlappen elkaar ook (figuur 1). Juist in de overlap zien we het integrale preventiebeleid terug. Het preventiemodel van Reynolds is gebaseerd op de systeemtheorie van Holder (1998) die duidelijk maakt dat alcoholgebruik altijd een resultaat is van een combinatie van factoren. Het meest succesvol zijn strategieën die vooral de omgeving van de drinker beïnvloeden. In de omgeving van de jonge drinker spelen alcoholverstrekkers, scholen en ouders een belangrijke rol. In dit P&H-plan staat daarom de omgeving van de jonge drinker centraal.
Regelgeving
Handhaving Preventie
Bewustwording & Educatie
Figuur 1: Preventiemodel Reynolds
2.2
Beleidsdoelgroep en -setting
Einddoelgroep van dit P&H-plan zijn jongeren en jongvolwassenen tot en met 23 jaar. Het accent ligt nadrukkelijk op het voorkomen van alcoholgebruik door 18-minners. Voor 18- t/m 23-jarigen gaat het vooral om het voorkomen van risicovol/schadelijk alcoholgebruik. Om die einddoelgroep te bereiken is een hele grote schil van doelgroepen om jongeren heen (school, sportvereniging, straatcoach, welzijns- en jongerenwerk, kerken, dorpsraden, ouders, winkeliers, bestuurders van jeugdsozen enzovoorts) nodig die invloed uitoefenen op die einddoelgroep en deze willen we natuurlijk ook bereiken.
2.3
Doelstellingen van beleid
Artikel 43a van de DHW schrijft voor dat de doelstellingen van het beleid duidelijk moeten zijn. Er zijn hoofddoelstellingen en inhoudelijke doelstellingen opgesteld. Op basis van de Drank- en Horecawet kunnen twee algemene hoofddoelstellingen worden onderscheiden: 7
Hoofddoelstellingen 1. Het in samenwerking met de Zeeuwse gemeenten tegengaan en terugdringen van alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar 2. Het in samenwerking met de Zeeuwse gemeenten aandacht besteden aan het tegengaan van risicovol/schadelijk alcoholgebruik door jongeren van 18 t/m 23 jaar De hoofddoelstellingen hebben we onderverdeeld in een aantal inhoudelijke (sub)doelstellingen. De reden hiervoor is dat we specifieker op een onderdeel van de hoofddoelstelling kunnen focussen. Hierdoor is ook een specifiekere evaluatie van de hoofddoelstellingen mogelijk.
Inhoudelijke doelstellingen 1. Het percentage Zeeuwse jongeren onder de 18 jaar dat alcohol gebruikt zal aantoonbaar afnemen van 51% naar 41% of minder. Onderbouwing Eind 2016 zullen de jongeren van 12 t/m 17 jaar hun meest kwetsbare levensfase (hebben) doorlopen onder de nieuwe Drank- en Horecawet. Naast het decentrale toezicht en de strafbaarstelling zal de norm naar 18 jaar meer ingeburgerd zijn dan nu het geval is. Zeker voor de jongeren die dan 12 t/m15 jaar zijn. Zij zijn immers opgegroeid met het idee dat er pas alcohol gedronken mag worden vanaf 18 jaar. Anderzijds is het onmogelijk om binnen 3 jaar tijd een norm geheel te veranderen. Daarom zal de groep jongeren van 16-17 jaar die in 2016 alcohol drinkt wellicht nog groot zijn. Daarom streven wij naar een daling van 10% of meer. 2. De gemiddelde startleeftijd waarop Zeeuwse jongeren beginnen met het drinken van alcohol stijgt van 15,1 naar 16 jaar. Onderbouwing Net zoals bij doelstelling 1 ligt de onderbouwing van deze doelstelling vooral in de veranderingen van de nieuwe Drank- en Horecawet. De startleeftijd van 15,1 jaar komt uit het Draagvlakonderzoek Alcohol en Jeugd 2013 van de GGD Zeeland. Dit onderzoek is het meest recente onderzoek dat iets zegt over de gemiddelde startleeftijd voor het drinken van alcohol door jongeren. 3. Terugdringen ‘binge drinking’ (5 of meer alcoholische drankjes op één gelegenheid) van 25% naar 20% of minder. Onderbouwing De invloed die de lokale overheid heeft op de hoeveelheid die door jongeren gedronken wordt is waarschijnlijk minder groot dan het aantal jongeren wat drinkt op de startleeftijd. De nieuwe Drank- en Horecawet kent wel een aantal mogelijkheden, zoals het tegengaan van prijsacties om indrinken tegen te gaan, maar uit onderzoek blijkt dat indrinken ondanks alle maatregelen, een steeds grotere toename kent. Daarnaast is ervoor gekozen om op dit moment nog geen gebruik te maken van de mogelijkheid om prijsacties te verbieden. Derhalve streven we naar een lichte verbetering van tenminste 5% of meer. 4. Toename van het draagvlak onder ouders/opvoeders voor de norm geen alcohol onder de 18 jaar van 76% naar 80%.
8
Onderbouwing De verwachting is dat steeds meer ouders het eens zijn met de wettelijke norm dat er onder de 18 jaar geen alcohol gedronken mag worden. Het draagvlak onder ouders/opvoeders is in 2013 gemeten in het draagvlakonderzoek van de GGD. Dit onderzoek zal eind 2016 herhaald worden. 5A. Het percentage alcoholverstrekkers dat zich houdt aan de regels ten aanzien van alcoholverstrekking aan minderjarigen stijgt van 62 tot 70% Onderbouwing De Bevelandse gemeenten, Schouwen en Duiveland, Middelburg en Vlissingen hebben in 2014 een onderzoek laten doen naar de naleving van de leeftijdsgrens van 16 jaar. Daarbij is gebruik gemaakt van mysterie-shoppers. Het onderzoek is uitgevoerd door Scoop. De intentie is om een dergelijk naleefonderzoek 2-jaarlijks te herhalen, mits daarvoor voldoende middelen beschikbaar zijn. In onze gemeente zijn 25 alcoholverstrekkers bij het onderzoek betrokken geweest. Gelet op dat beperkte aantal is een zekere terughoudend op zijn plaats, niettemin geven de cijfers wel een zekere indicatie. Het naleefpercentage bedraagt in onze gemeente 62%. Hieronder splitsen wij dat uit over de volgende categorieën alcoholverstrekkers: -
-
-
Slijters en supermarkten De twee in onze gemeente onderzochte slijters bleken zich aan de leeftijdsgrens te houden. Bij twee van de vier onderzochte supermarkten is wel een overtreding geconstateerd. Verontrustend omdat de alcohol die door jongeren tot 18 jaar wordt geconsumeerd meestal in een supermarkt is aangeschaft. Met een stipte naleving van de leeftijdsbepaling door de supermarkten kan wellicht een grote slag worden gehaald. Reguliere horeca Onder reguliere horeca wordt hier verstaan de commerciële horeca. Van de 10 onderzochte reguliere horecabedrijven hadden 5 zich aan de leeftijdsbepaling gehouden. Paracommerciële horeca. Bij de para-commerciële horeca kan gedacht worden aan sportverenigingen die een bar exploiteren, maar het kan om bijvoorbeeld een museum gaan, die door een vereniging of stichting wordt geëxploiteerd. Van de 12 inrichtingen zijn er 9 binnen de schenktijden en 9 buiten de schenktijden gecontroleerd. Een aantal inrichtingen is dus twee keer bezocht. Bij de 18 bezoeken zijn 6 overtredingen geconstateerd.
5B. Het percentage paracommerciele instellingen dat zich aan de schenktijden stijgt van 56% tot 65% Bij het naleefonderzoek is gebleken dat relatief veel paracommerciële ondernemers zich niet aan de schenktijden houdt. Het streven is er op gericht dat minimaal 65% van de paracommerciële ondernemers zich aan de schenktijden houdt.
9
3. Risicoanalyse en interventiestrategie In dit hoofdstuk wordt geïnventariseerd welke risicogevende settings er zijn en vanuit welke beleidspijler (handhaving, regelgeving, bewustwording en educatie) interventies moeten worden ingezet. Periodiek kan een risicoanalyse worden opgesteld op basis waarvan doelstellingen aangescherpt kunnen worden en de focus verlegd kan worden. De risicoanalyse geeft inzicht in de verschillende soorten settings en de daarbij behorende risicokenmerken (tabel 1). Op basis van deze analyse kan vervolgens een interventiestrategie gemaakt (tabel 2). De interventiestrategie geeft aan welke soorten interventies ingezet worden om de risico’s te verkleinen. Interventies die te maken hebben met controle en handhaving worden verder uitgewerkt in hoofdstuk 4, interventies bestaande uit regelgeving in hoofdstuk 5 en interventies voor educatie en voorlichting in hoofdstuk 7.. Door het periodieke karakter van deze analyse, is het tevens een evaluatie-instrument dat inzicht geeft in de resultaten van het lokale alcoholbeleid, dat aanknopingspunten biedt voor een volgend P&H-plan.
3.1
Gegevens uit onderzoek
De naleving van de wet door alcoholverstrekkers kan worden vastgesteld aan de hand van onderzoek. Bij een nalevingsonderzoek worden jongeren ingezet om de naleving van de leeftijdsgrenzen te toetsen. Met het nalevingsonderzoek kan per setting en zelfs per locatie worden bepaald hoe de naleving van de leeftijdsgrens in de praktijk wordt uitgevoerd. De kenmerken van het alcoholgebruik onder jongeren (frequentie, dronkenschap, koopgedrag etc.) stellen we vast op basis van de Gezondheidsmonitor GGD Zeeland, Jeugdmonitor Scoop Zeeland, het Draagvlakonderzoek GGD Zeeland en de Scholierenenquête vanuit Community that Cares (CtC). De monitors en de Scholierenenquête worden eens per vier jaar afgenomen, het Draagvlak onderzoek eens per 3 jaar. De intoxicatiecijfers worden op basis van ziekenhuisgegevens jaarlijks verzameld. De uitkomsten van bovenstaande studies worden gebruikt om de risicoanalysetabel in te vullen (tabel 1).
3.2
Gegevens van informanten
Om een praktijkgerichte risicoanalyse uit te voeren, ter aanvulling op de bovengenoemde onderzoeken, raadplegen we ook andere bronnen. In eerste instantie zijn dat: politie, jongerenwerk, outreachend werk (verslavingszorg) en in de toekomst ook de DHW BOA’s. Van deze partners zal bij ieder evaluatiemoment worden gevraagd aan te geven wat zij als de belangrijkste risico’s zien. De risicokenmerken in onderstaande tabel staan daarbij centraal.
3.3
Risicoanalyse
De risicoanalyse geeft weer vanuit welke setting risico’s aanwezig zijn dat een jongere of jongvolwassene (te veel) alcoholhoudende drank krijgt. De settings van waaruit dit kan plaatsvinden, zijn in de tabel op de volgende pagina geïnventariseerd.
10
te zien als deze is uitgevoerd. Tabel 1: Voorbeeld risicoanalyse Setting Detailhandel Horeca/ Evenementen Paracommercie (club- en buurt-huizen, jongerencentra en sportverenigingen) Thuis; ouders/ verzorgers
Scholen
Openbare ruimte
Hokken / Keten
3.4
Risico kenmerken - aankoop door minderjarigen t.b.v. indrinken - aankoop en consumptie door minderjarigen - doorschenken bij dronkenschap - aankoop en consumptie door minderjarigen - doorschenken bij dronkenschap - ontbreken van duidelijke huisregels - niet houden aan schenktijden - ontbreken van duidelijke afspraken mbt alcohol en uitgaan. - thuis indrinken - voorbeeldgedrag ouders/verzorgers - gebrek aan toezicht op thuisbezorgkanalen - ontbreken van duidelijke regels rondom alcohol, ook tijdens excursies, studiereizen, schoolfeesten e.d. - gebrek aan toezicht en sancties op (huis)regels door schoolleiding - alcoholgebruik op straat door minderjarigen - openbare dronkenschap en daaraan gerelateerde overlast - alcoholconsumptie zonder toezicht van volwassenen - gebrek aan toezicht op thuisbezorgkanalen
Interventiestrategie
De kern van de interventiestrategie is gebaseerd op de beleidspijlers handhaving, regelgeving en educatie om zodoende inzicht te hebben in de interventiemix (een mix van interventies uit verschillende beleidspijlers). Omdat alcoholproblematiek onderhevig is aan trends, voeren we de analyse periodiek opnieuw uit. Tabel 2 schetst een overzicht van de maatregelen per beleidspijler. Uitgangspunt van dit plan is dat we per setting zoveel mogelijk combinaties maken van elementen van de verschillende pijlers die elkaar versterken. Idealiter stellen we per setting een geschikte maatregelenmix op. In de volgende hoofdstukken werken we per beleidspijler de verschillende maatregelen uit. Tabel 2: Maatregelenmix per setting Setting
Handhaving
Regelgeving
Detailhandel
- toezicht leeftijdsgrenzen - sanctiestrategie - ‘three strikes out’ - toezicht door detailhandel zelf - toezicht leeftijdsgrenzen - toezicht doorschenken
- interne regels van detailhandelsbranche
Bewustwording & educatie - nalevingscommunicatie - training caissières - communicatie over DHW en alcoholregels
- aanvullende eisen t.a.v. ontheffing DHW of evenementenvergunning vastleggen in
- nalevingscommunicatie - training barpersoneel (barcode) - communicatie over DHW
Horeca/ Evenementen
11
- toezicht overige regels DHW - sanctiestrategie
Paracommercie (club- en buurthuizen, jongeren centra en sportverenigingen)
- toezicht leeftijdsgrenzen - toezicht doorschenken - toezicht overige regels DHW - toezicht schenkregels paracommercie - sanctiestrategie
Thuis/ouders
Scholen
- toezicht bij evenementen en feesten
Openbare ruimte
- toezicht en handhaving in de openbare ruimte - toezicht en handhaving in de openbare ruimte
Hokken / Keten
beleidsregels (bijvoorbeeld vergunning voor evenementen waar veel jongeren komen enkel verlenen onder voorwaarde dat polsbandjessysteem aanwezig is) - schenktijden beperken - verbod sterke drank
en alcoholregels
- nalevingscommunicatie - communicatie over DHW en alcoholregels (alcoholbestuursreglement) - IVA training barvrijwilligers
- alcoholopvoeding - nalevingscommunicatie - communicatie over DHW en alcoholregels - nalevingscommunicatie thuisbezorgkanalen - overleg over integrale aanpak alcoholpreventie - alcoholvoorlichting aan ouders - alcoholvrije school - Blijf Cool - nalevingscommunicatie - campagne - alcoholopvoeding (ouders) - communicatie over DHW en alcoholregels - nalevingscommunicatie thuisbezorgkanalen
Afhankelijk van de setting en de omstandigheden met betrekking tot de alcoholconsumptie daaromheen, is de ene maatregel effectiever dan de andere. In sommige gevallen zal een situatie activiteiten op het gebied van handhaving eisen, in andere gevallen regelgeving en in weer andere gevallen bewustwording & educatie. Een mix van activiteiten uit alle drie de pijlers is het meest aan te bevelen. De kracht van de pijler bewustwording & educatie is dat daar sowieso op ingezet kan worden, ook als nog geen sprake is van het niet naleven van regels. Echter dit hangt sterk samen met het stellen van duidelijke regels en toezien op naleving van die regels. Naast deze drie pijlers is communicatie van groot belang zowel om duidelijk te maken waar we als gemeente voor staan maar ook om middels aankondiging van acties, publicatie van overtredingen en succesverhalen te laten zien dat we belang hechten aan het terugdringen van alcoholgebruik onder de jeugd (dit wordt verder uitgewerkt in hoofdstuk 7 Communicatiestrategie).
12
4. Handhavingsactiviteiten Met de gewijzigde Drank- en Horecawet (DHW) is de burgemeester thans het bevoegde gezag voor het toezicht en de handhaving van de DHW. Voorheen werd controle en handhaving uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Handhaving van de wetgeving rond alcohol is dus een relatief nieuwe taak voor de gemeente. Zoals eerder aangegeven ligt de gemeentelijke prioriteit in dit plan, zowel als het gaat om preventie als om handhaving, bij de problemen rondom alcoholverstrekking aan minderjarigen én het voorkomen van dronkenschap onder jongvolwassenen. Deze doelstellingen sluiten aan bij de volgende wettelijke bepalingen: Leeftijdsgrens 18 jaar - Artikel 20, (lid 1 en 4) van de Drank- en Horecawet. Oftewel het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en het duidelijk zichtbaar aangeven van de leeftijdgrens. - Artikel 20, lid 4 van de Drank- en Horecawet. Het verplicht aanduiden van de leeftijdsgrens. Dronkenschap/doorschenken - Artikel 20, lid 5 van de Drank- en Horecawet. Het verbod om personen in kennelijke staat van dronkenschap toe te laten in een horecazaak of op het terras. - Artikel 252 Wetboek van Strafrecht. Verbod om dronken personen te schenken. - Artikel 453 Wetboek van Strafrecht. Verbod om zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg te begeven. Overige regels In de Drank- en Horecawet zijn nog tal van andere regels opgenomen waaraan alcoholverstrekkers dienen te voldoen. Deze regels dragen direct of indirect ook bij aan de naleving van de geprioriteerde regels. Zo moet er altijd een leidinggevende aanwezig zijn tijdens openingstijden, moeten inrichtingen voldoen aan de zogenaamde inrichtingseisen en gelden er specifieke schenktijden/schenkregels voor de paracommerciële horeca. Een totaaloverzicht van de relevante regels is te vinden in bijlage 1.
4.1
Toezicht
Risico-analyse voor toezicht Controle van de inrichtingseisen, om na te gaan of de vergunning kan worden verleend, werd en wordt gedaan door de afdeling Bouwen en Wonen van de gemeente. Verder bestaat het toezicht op de DHW bestaat uit twee typen controles, namelijk reguliere inrichtingencontroles (type 1) en controles op leeftijdsgrenzen, dronkenschap en schenktijden (type 2). Om te bepalen welk type controle moet worden ingezet en met welke frequentie, is een risicoanalyse uitgevoerd op inrichtingenniveau. In de risicoanalyse voor toezicht wordt rekening gehouden met de aanwezigheid van jongeren in een gelegenheid, de kans op overtreding en de openbare ordeproblematiek. Daarnaast wordt bezien of het wel of niet paracommercie betreft. De kans op het overtreden van de regels hangt af van meerdere factoren. Het overtrederniveau wordt ingeschat op basis van de beschikbare informatie van de NVWA, hert recente nalevingsonderzoek van de leeftijdenbepaling en de lokale kennis binnen de gemeente. Indien na controle blijkt dat een ondernemer een betere of slechtere
13
nalever is, dan wordt de score in de risicoanalyse voor toezicht bijgesteld zodat de controlefrequentie bij die inrichting omlaag of omhoog kan. Concreet is het de bedoeling dat de controlecapaciteit dus vooral ingezet wordt naarmate de regels minder goed worden nageleefd en juist op die plekken waar veel jeugd komt. Voor de risicoanalyse wordt gewerkt met een puntensysteem. Voor iedere horeca-inrichting, slijterij of supermarkt worden voor drie factoren 1, 2 of 3 punten toegekend. De factoren zijn de aanwezigheid van jongeren, de kans op overtreding en de openbare orde. Hoe meer punten, des te groter de kans op controle door een BOA. De uitgewerkte risicoanalyse is vertrouwelijk en derhalve niet openbaar. Immers, het is niet wenselijk dat alcoholverstrekkers op voorhand concreet zicht hebben op wanneer een controle plaats zal vinden. Vooral het gegeven dat alcoholverstrekkers dan ook weten wanneer geen controle gepland staat, kan een negatief effect hebben op het naleefgedrag. Alle alcoholverstrekkers komen in principe terug in de programmatische planning. Het verschil zit hem in de frequentie dat een alcoholverstrekker bezocht wordt. Inzet toezicht per type controle Type 1: Inrichtingencontroles Bij de inrichtingencontroles wordt gekeken naar de aanwezigheid en actualiteit van de vergunning of ontheffing, het voldoen aan de voorschriften van de vergunning/ontheffing en andere bepalingen uit de DHW, zoals de aanwezigheid van leidinggevenden tijdens openingstijden.1 Deze controles vinden vaak overdag plaats en er is direct contact met de drankverstrekker. In het vervolgtraject wordt op basis van de risicoanalyse voor toezicht met een bepaalde frequentie een inrichtingencontrole uitgevoerd. De controlefrequentie is eens per 10 jaar, met aan aantal van ca. 80 horecabedrijven komt dat neer op 8 controles per jaar. Naar schatting is voor een dergelijke controle ca. 3 uur nodig, inclusief een eventuele hercontrole, rapportage etc.. Type 2: Leeftijdsgrenzeninspecties/ dronkenschap/schenkregels2 Leeftijdsgrenzeninspecties bij alcoholverstrekkers richten zich in hoofdzaak op het controleren van verstrekking van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de 18 jaar. Daarnaast worden controles uitgevoerd op dronkenschap en op schenktijden binnen de paracommercie. Het toezicht bestaat uit observaties op de plaatsen en tijdstippen waarop (’s avonds en in de weekenden) jongeren alcoholhoudende dranken kopen en gebruiken. Dat kan ook betrekking hebben op een evenement, waarvoor een ontheffing is verleend voor het verstrekken van zwak alcoholische drank, als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet. De controle-inzet voor type 2 controles wordt als volgt vastgesteld: Leeftijdsgrenzeninspecties/ dronkenschap/schenkregels Controlefre Te Benodigde quentie controleren capaciteit inrichtingen per jaar Hotspots Eens per 3 14 ca. 105 uur (jongeren / OOV / leeftijdsgrenzen / jaar* per jaar 1
Voor een volledig overzicht van de regels waarop wordt gecontroleerd wordt verwezen naar de bij dit preventie- en
handhavingsplan opgenomen bijlage 1. 2
Controles type 2 is in dit document de verzamelnaam voor de leeftijdscontroles, het binnenlaten van dronken personen, het
doorschenken van alcohol aan dronken personen en het schenken buiten de schenktijden in paracommerciële instellingen.
14
doorschenken) Paracommercie (schenkregels) Evenementen (jongeren / OOV / leeftijdsgrenzen / doorschenken)
eens per 8 jaar eens per 5 jaar
3
ca. 21 uur
2
ca. 14 uur
*In principe geldt dit voor de inrichtingen die naar verwachting (ook) door jongeren worden bezocht, de andere inrichtingen zullen geen of minder controles krijgen. Uitvoering toezicht Voor het toezicht op de naleving van de andere voorschriften die voortvloeien uit de Dranken Horecawet zal gebruik worden gemaakt van buitengewone opsporingsambtenaren (boa’s), die niet in dienst zijn van de gemeente Borsele. Het voornemen is om in samenwerking met de andere Bevelandse gemeenten daarvoor een gespecialiseerd bedrijf in te schakelen. Voor dat toezicht is vanaf 2015 alleen voor Borsele een budget beschikbaar van € 11.000,00 per jaar. Dat maakt slechts een beperkt niveau van toezicht mogelijk. Zoals eerder beschreven, kan het toezicht door de boa’s worden verdeeld in twee typen controles: reguliere inrichtingencontroles (type 1) en controles op leeftijdsgrenzen, dronkenschap en schenktijden (type 2). Vooralsnog zal een hogere prioriteit worden gegeven aan het tweede type, met name de leeftijdscontroles. Vooral bij die inrichtingen die veel door jongvolwassenen worden bezocht en de detailhandel. Alle type 1 controles worden uitgevoerd door één boa. Deze heeft ongeveer 3 uur nodig voor een controle, inclusief reistijd en rapportage. Iedere controle op leeftijdsgrenzen, dronkenschap en/of schenktijden (type 2), wordt door 2 boa’s uitgevoerd. Op basis van ervaringen in den lande kan de inschatting worden gemaakt dat iedere boa 3,5 uur nodig heeft voor een leeftijdsinspectie (inclusief reistijd en rapportage). In totaal dus 7 uur voor één controle type 2. Om herkenbaarheid te voorkomen is het handig om regelmatig gebruik te maken van verschillende boa’s Onderverdeling kosten In dit stadium kan nog geen exacte opgave van de kosten worden gemaakt. Maar op het eerste gezicht kan gedacht worden aan ca. € 180,- (3 uur á € 60,- per uur) voor een type 1 controle. En ca. € 420,- (7 uur á € 60 per uur) voor een type 2 controle. In het geval dat de kosten per controle hoger blijken, zal het aantal controles worden teruggebracht. Uitgaande van 19 controles type 2 (vooral leeftijdsinspecties) per jaar, komen we uit op een bedrag van afgerond ca. € 8.000,-. Voor de inrichtingscontroles (type 1) gaan we uit van 8 controles per jaar en dat is afgerond € 1.500,-. Voor het tweejaarlijks nalevingsonderzoek resteert een bedrag van € 2.500,-. Daarnaast moeten we ook nog rekening houden met speciale controles door boa’s, als er zich ergens problemen voordoen. (incidentele controles)
4.2
Handhavingsinterventies
4.2.1 Nalevingscommunicatie Communicatie versterkt het effect van de handhaving. Het draagt bij aan een verhoogde subjectieve pakkans en aan meer draagvlak voor de maatregelen. Het is van belang de communicatie naar de diverse doelgroepen in goed overleg met andere afdelingen en partijen vorm te geven. Aangezien communicatie in dit plan vooral een educatief (uitleggen regels) en persuasief (aanzetten tot betere naleving) doel heeft, wordt nalevingscommunicatie verder uitgewerkt in paragraaf 7. 15
4.2.2 Sanctiestrategie Na controle wordt een controlerapport of boeterapportage opgemaakt. Indien is gebleken dat de gecontroleerde zich niet (geheel) aan de regels houdt, kan het bevoegd gezag verschillende sancties toepassen ten einde de overtreder ertoe te bewegen zich in het vervolg wel te houden aan de voor hem geldende regels. Niet alle overtredingen zijn even ernstig. De burgemeester stelt, als bevoegd bestuursorgaan, de sanctiestrategie vast, waarin is bepaald welk sanctiemiddel in beginsel wordt toegepast. De sanctiestrategie heeft de status van beleidsregels. Voor de lichtere overtredingen wordt eerst een waarschuwing gegeven, voor de ernstigere overtredingen wordt direct een daadwerkelijke sanctie opgelegd zoals een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom. In principe wordt bij overtreding van de leeftijdsbepaling de bestuurlijke boete toegepast en bij overtreding van andere bepalingen de last onder dwangsom. Ook intrekken (soms imperatief voorgeschreven) of schorsen van de vergunning zijn sanctiemogelijkheden.
4.2.3 Hardheidsclausule Afwijken van de sanctiestrategie (beleidsregels) is mogelijk. Dat kan ten eerste in spoedeisende gevallen, waarbij direct handhavend optreden vereist is en de waarschuwing derhalve achterwege wordt gelaten. Ten tweede kan ook op basis van bijzondere feiten en omstandigheden worden afgeweken van de sanctiestrategie. De sanctie dient immers in alle gevallen proportioneel te zijn. Het toezicht en de handhaving hebben tot doel te komen tot preventie en een betere naleving en waarborging van de geldende wet- en regelgeving. In uitzonderlijke gevallen kan dit doel beter bereikt worden door af te wijken van de sanctiestrategie, waarbij deze afwijking wordt gemotiveerd.
16
5. Regelgevende activiteiten De DHW geeft gemeenten verschillende verordenende bevoegdheden. De modelverordeningen die gemaakt zijn door de VNG en door het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid (STAP) geven mooi aan welke mogelijkheden er zijn. Regelgeving is een onmisbare factor van een integraal alcoholbeleid. Om die reden wordt in dit hoofdstuk kort uiteengezet welke soorten regels er zijn.
5.1
Regels centraal en decentraal
Er zijn regels die van rijkswege gelden en regels die door de gemeenten zijn opgesteld. De door het rijk opgestelde regelgeving staat in de DHW zelf (bijvoorbeeld niet schenken aan jongeren < 18 jaar) en de daaruit voortvloeiende regelgeving. Ingevolge artikel 4 van de DHW stelt de raad bij verordening regels vast inzake paracommerciële inrichtingen. De burgemeester behandelt aanvragen om een drank- en horecavergunning of een ontheffing. Een ontheffing kan betrekking hebben op het schenken van zwak-alcoholhoudende dranken tijdens evenementen of het schenken van alcohol binnen de paracommercie in afwijking van de schenktijden.
5.2
Verordening
De raad van Borsele heeft op 7 november 2013 aan voornoemde verplichting voldaan middels vaststelling van hoofdstuk 8a van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Borsele 2011 (apv). Daarin is bepaald dat paracommerciële ondernemers geen alcohol mogen verstrekken tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard. Verder worden de schenktijden geregeld van paracommerciële inrichtingen. Het doel is het voorkomen van oneerlijke concurrentie tussen paracommercie en commerciële horeca. De DHW biedt gemeenten daarnaast de mogelijkheid in de verordening regels op te nemen op grond van artikel 25a t/m 25d van de DHW (bijvoorbeeld prijsacties en happy hours beperken of het hanteren van toegangsleeftijden tot 21 jaar bij horecalocaliteiten en terrassen op bepaalde tijdstippen). De gemeenteraad van Borsele heeft besloten bewust geen gebruik te maken van de mogelijkheid om dergelijke regels in de APV op te nemen.
5.3
Beleidsregels ontheffingen
De gemeente hanteert beleidsregels om te bepalen of een paracommerciële inrichting op aanvraag een ontheffing krijgt van de schenkregels voor tijdelijke gelegenheden van bijzondere aard. Daarnaast hanteert de gemeente beleidsregels om te bepalen of en onder welke voorwaarden alcoholhoudende drank geschonken mag worden tijdens evenementen. Het bevoegd gezag voor verlenen van ontheffingen en vergunningen is de burgemeester. De beleidsregels worden dan ook door hem vastgesteld.
17
6. Educatie en bewustwording Dit P&H-plan kent twee einddoelgroepen: jongeren onder de 18 jaar en 18-24 jarigen. In hoofdstuk 2 werd al uitgelegd dat bewustwording & educatie het beste gericht kan zijn op de omgeving. Voor een belangrijk deel gaat het daarbij om de sociale en professionele omgeving van jongeren. Daarom staan omgevingsgerichte educatieve activiteiten centraal in dit hoofdstuk. Daarbij onderscheiden we drie doelgroepen die invloed kunnen hebben op het alcoholgebruik van jongeren: 1. Alcoholverstrekkers 2. Scholen 3. Ouders/opvoeders/andere volwassenen die (veel) met jongeren te maken hebben Binnen de Zeeuwsbrede jeugd- en alcoholaanpak zijn diverse interventies ontwikkeld en uitgevoerd die zich richten op deze doelgroepen. Een overzicht hiervan is te vinden in bijlage 3. Dit overzicht is geen statisch overzicht maar zal continu aangevuld worden met nieuwe interventies. Bovendien zijn de interventies die Indigo Preventie uitvoert nu (nog) niet opgenomen in het overzicht (het gaat dan bijvoorbeeld om de projecten binnen het onderwijs als ‘Blijf Cool’ – basisonderwijs en De gezonde School en Genotmiddelen – voortgezet onderwijs).
6.1
Doelgroepen
Alcoholverstrekkers Met de term alcoholverstrekkers worden alle personen bedoeld die verantwoordelijk zijn voor een adequate naleving van de eerder genoemde bepalingen in de DHW. Dat kunnen zijn horecaondernemers, barpersoneel, barvrijwilligers in bijv. de sportkantine, portiers, caissières, filiaalmanagers etc. Van deze professionals wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol kennen en nagaan, evenals het verbod op doorschenken bij dronkenschap en het toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in de onderneming, vereniging of op een evenement. In tabel 1 van Hoofdstuk 3 ziet u de verschillende settings van waaruit de alcoholverstrekkers opereren. Het gaat in deze paragraaf concreet om: de detailhandel, de horeca/evenementen en de paracommercie. Hieronder worden enkele interventies die van toepassing zijn op deze settings toegelicht. Training Belangrijk is vooral dat een alcoholverstrekker zich bewust is van zijn/haar verantwoordelijkheid en in staat is juist te handelen. Ook wanneer er weerstand is bij de klant. Om alcoholverstrekkers hierin op te leiden, zijn trainingsprogramma’s ontwikkeld zoals de IVA (Instructie Verantwoord Alcoholschenken) voor barvrijwilligers, de Evenementen IVA en Barcode/Goed gastheerschap voor de horeca. Deze trainingen kunnen preventief aan de partijen worden aangeboden, met als doel het nalevingsgedrag te bevorderen. Uit de praktijk blijkt dat sportverenigingen die regelmatig de barvrijwilligers een IVA laten volgen, hier beter scoren dan de sportverenigingen die dat niet (regelmatig) doen. De gemeente Borsele organiseert jaarlijks een IVA, die voor de sportverenigingen en vrijwilligers gratis is. Daaraan kunnen maximaal 20 vrijwilligers per training deelnemen. Bij voldoende belangstelling kan een tweede IVA worden verzorgd. Het is ook mogelijk om een jaarlijkse IVA als voorwaarde in een nieuw af te geven vergunning op te nemen. Voor DHW-vergunningsvrije verkooppunten zoals supermarkten, wordt geadviseerd overleg te voeren met de ondernemers(verenigingen) om helder te krijgen wat men intern aan training van personeel doet. 18
Evenementenbeleid Gemeenten passen waar mogelijk het evenementenbeleid aan en geven tips aan de organisatie op het gebied van alcoholverstrekking. Hier is een folder en informatiepakket vanuit het Zeeuws project Jeugd en Alcohol voor beschikbaar.
Onderwijs De school is een belangrijke pedagogische omgeving voor jongeren. Gedragsverandering creëren via voorlichtingsprogramma's blijkt lastig, zo niet onmogelijk (Babor, 2010). Toch is het relevant dat jongeren geïnformeerd worden over de risico's van alcoholgebruik en de wet- en regelgeving. Met name de informatie over wat alcohol met de hersenontwikkeling doet is hierbij bruikbaar. Dat geldt niet alleen voor jongeren, maar ook voor hun ouders. Scholen voor voortgezet onderwijs, politie, HALT en gemeenten waar voortgezet onderwijs scholen zijn gevestigd, hebben vanuit de Lokale Educatieve Agenda (2014-2016) twee maal per jaar afstemmingsoverleg waarbij preventie van alcohol en drugs tot een van de vijf speerpunten behoort. De gemeente Borsele heeft met het basisonderwijs in de gemeente afspraken gemaakt over de uitvoering van verslavingspreventie, waar alcoholpreventie een onderdeel van is. Zoals al eerder aangegeven kent de Zeeuwse jeugd- en alcoholaanpak diverse interventies die gericht zijn op de setting onderwijs. Naast de projecten in het onderwijs als ‘Blijf Cool’ en ‘De Gezonde School en Genotmiddelen’ kennen we ook de interventie ‘Alcoholvrije School’. Gezien de nieuwe leeftijdsgrens mogen vrijwel alle leerlingen in het voortgezet onderwijs geen alcohol in het bezit hebben in openbare gelegenheden en daarmee lijkt een alcoholvrij schoolbeleid de meest voor de hand liggende keuze. Een goed schoolprogramma biedt meer dan voorlichting en besteedt ook aandacht aan regels voor leerlingen en personeel met betrekking tot alcoholgebruik bij schoolfeesten, kampen, excursies en studiereizen. Een interventie die wij in Zeeland gebruiken die dit alles omvat is de ‘Alcoholvrije School’.
Ouders/opvoeders Ouders denken veelal dat het gedrag van hun puber volledig wordt bepaald door peers (leeftijdsgenoten) en vrienden, terwijl zij wel degelijk ook zelf invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen (van der Vorst, 2006). De beschikbaarheid van alcohol in huis en het stellen van regels zijn geschikte instrumenten om alcoholgebruik tegen te gaan. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die geen duidelijke regels hebben afgesproken en geen leeftijdsgrens hebben gesteld voor het drinken van alcohol, al op jongere leeftijd beginnen met drinken. Ze drinken bovendien vaker dan jongeren waarvan de ouders wel een leeftijdsgrens hebben gesteld. Naast het stellen van regels zijn andere beschermende factoren: een goede band tussen ouder en kind en een autoritatieve opvoedstijl. Adviezen met betrekking tot alcoholopvoeding zullen in samenwerking met de basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs en het Centrum voor Jeugd en Gezin, aan ouders worden aangeboden. Daarnaast kunnen interventies zoals Stapavonden voor ouders van kinderen tussen de 14 en 18 jaar, de ouderavond ‘Help mijn kind wordt een puber’ voor ouders van kinderen tussen de 10 en 13 jaar en de Opvoedcursus van het CJG met een zevende bijeenkomst over genotmiddelen gebruik en opvoeding, een bijdrage leveren in alcoholpreventie in het gezin. Andere zaken waar in de thuissituatie aandacht voor moet komen zijn de hokken & keten en de thuisbezorgkanalen. Omdat hokken & keten zich op privéterrein bevinden is het lastig hier beleid op te formuleren aangezien de zeggenschap van de overheid hierbij beperkt is. Wel kan dit fenomeen worden meegenomen in de alcoholopvoeding richting ouders en kunnen ze geïnformeerd worden over welke regels er gelden rondom hokken & keten.
19
In de gemeente Borsele kennen we ook gemeentelijke hokken & keten, namelijk de Jongeren Ontmoetings Plaatsen (JOP). Hiervoor is ook gemeentelijk beleid opgesteld. Een van de regels in dit beleid is dat jongeren geen genotmiddelen zoals alcohol of drugs mogen gebruiken in en om de JOP. Doen zij dit wel? Dan verwijderd de gemeente de JOP. Van de thuisbezorgkanalen (de zogenaamde bierkoeriers) is bekend dat de naleving in 2013 0% was (Roodbeen, e.a., 2014). Een punt van aandacht, aangezien de verwachting is dat dit een groeiende markt is.
6.2
Communicatie
De gemeente is de belangrijkste uitvoerder van de Drank- en Horecawet (DHW) geworden. Dit brengt een bepaalde verantwoordelijkheid met zich mee. Deze verantwoordelijkheid ligt op juridisch, handhavings en educatief vlak. De juridische verplichting is al een tijd lang een gegeven, hier is communicatie dan ook niet zozeer van toegevoegde waarde. Op het gebied van handhaving en educatie is er wel een belangrijke rol te vervullen. We willen inzetten op nalevingscommunicatie: dit is gericht op naleving van de wet. Voorafgaand aan de ontwikkeling van een nalevingscommunicatiestrategie wordt er door de projectgroep van het Zeeuws project Jeugd en Alcohol een nalevingsonderzoek gedaan. Deze nulmeting wordt gebruikt als uitgangspunt voor het communicatietraject.
Doelen Het doel is om een gedragsverandering te bewerkstellingen bij de doelgroepen jongeren en ondernemers. Daarnaast kun je met behulp van nalevingscommunicatie de ‘subjectieve pakkans’ vergroten: het gevoel dat je gecontroleerd wordt, zonder dat er feitelijk meer wordt ingezet op handhaving. Bovendien is het heel belangrijk om voldoende draagvlak te creëren: iedereen moet het belangrijk gaan vinden dat jongeren onder de 18 geen alcohol gebruiken.
Doelgroepen -
Ondernemers (van supermarkten, cafés, sportkantines, slijterijen etc.) Jongeren onder de 18 (en de scholen) Ouders van jongeren onder de 18
De speerpunten -
-
-
Preventie richting de doelgroep jongeren en scholen. Dit heeft als doel dat het voor de jongeren uiteindelijk een gegeven wordt dat zij tot hun 18e geen alcohol mogen kopen en nuttigen. Uitleg richting de doelgroep ondernemers. De communicatie over het proces en de sancties heeft als doel dat ook deze doelgroep het als een gegeven gaat zien dat dit de regels zijn. (Positieve) procescommunicatie richting de pers, zodat ondernemers, jongeren en ouders zien wat er allemaal gebeurd op dit gebied.
Kernboodschap Algemeen: geen alcohol < 18 jaar en vanaf 18 jaar met mate. Ondernemers: schenken < 18 jaar en aan dronken bezoekers is niet is toegestaan. Het is een teken van goed gastheerschap om je aan deze regels te houden. Overtreden van de regels betekent dat er een boete wordt opgelegd. Alleen door gezamenlijk hierin op te trekken sta je sterk en kun je ervoor zorgen een veilig en gezellig uitgaansklimaat te behouden.
20
Jongeren <18 jaar: onder de 18 geen druppel (NIX18), je kunt een boete krijgen als je dit wel doet. Door alcohol denk je vaak niet meer goed na over wat je doet, hierdoor kun je dingen gaan doen waar je later spijt van krijgt. Ouders: jullie zijn de eerste verantwoordelijke voor het kind. Geef ze duidelijke regels mee en maak afspraken. Thuis(in)drinken lijkt misschien wel veilig, maar daarmee verleg je de drempel om te drinken en de kans op overmatig drinken door je kind enorm vergroot.
Acties Nalevingscommunicatie Naleving van de wet kan naast individuele training worden beïnvloed door nalevingscommunicatie. Doel van nalevingscommunicatie is om een gedragsverandering te veroorzaken bij de doelgroep en om de subjectieve pakkans te vergroten. Daarom wordt in samenwerking met de afdeling communicatie een nalevingscommunicatieplan ontwikkeld. Dit kan ook worden ingezet voor andere nalevingsproblemen die in de gemeente spelen. De volgende elementen maken in ieder geval onderdeel uit van de nalevingscommunicatiestrategie: - Educatieve communicatie Uitleg van de regels, de argumenten voor deze regels, uitleg over mogelijke hulpmiddelen om na te kunnen leven. Dit is nodig als onduidelijkheid over (het belang van) de regels naleving in de weg staat. - Dreigende communicatie Communicatie over controles, sancties, uitbreiding toezichtcapaciteit, toezichthouders in uniform. Deze vorm beïnvloedt de subjectieve pakkansbeleving en kan effectief zijn als blijkt dat de regels bewust overtreden worden. - Normatieve communicatie Bijvoorbeeld een interview met een ondernemer die de regels goed naleeft, een nieuwsbericht waarin het percentage nalevers wordt genoemd in plaats van het aantal overtreders. Oftewel: het communiceren van gewenste norm, ervan uitgaande dat de gemiddelde mens graag aan de algemeen geldende norm wil voldoen. - Publiekscommunicatie Goed alcoholbeleid is niet vanzelfsprekend populair onder burgers en ondernemers. Maar aan draagvlak voor beleid kan wel gewerkt worden. Zeker in het geval van nieuwe regels zoals de 18-jaargrens voor alcoholverkoop is het verstandig in te zetten op draagvlakverhogende maatregelen. Het is bekend dat de kennis rondom alcohol en de gevolgen van alcoholmisbruik kan bijdragen aan meer draagvlak voor alcoholbeleid. Zowel voor ondernemers/verenigingen als ouders en hun kinderen is het van belang tekst en uitleg te krijgen bij de normen die er in de samenleving zijn voor het gebruik en de verkoop van alcohol. Via diverse relevante kanalen (met name de Provinciale en lokale media, maar ook de GGD, Indigo, Centra voor Jeugd en Gezin, ouderavonden op scholen en in sportverenigingen) worden ouders voorgelicht over een adequate opvoedstijl en worden zij gewezen op ondersteunende websites als www.hoepakjijdataan.nl en www.uwkindenalcohol.nl.
21
7. Uitvoering Uitgangspunt van dit plan is het beïnvloeden van de omgeving van de jonge drinker, zodat de jonge drinker meer gezonde en veilige keuzes kan maken met betrekking tot alcohol. In de interventiestrategie (hoofdstuk 3) is vastgesteld binnen welke beleidspijler(s) interventies worden ingezet om de setting van jongeren positief te beïnvloeden. Zoals in hoofdstuk 2 is geschetst, werkt alcoholbeleid het beste als op meerdere beleidspijlers tegelijkertijd wordt ingezet. Dat impliceert ook dat er in de uitvoering meerdere partners en stakeholders betrokken zijn. Hieronder een beschrijving van de belangrijkste samenwerkingspartners en de organisatiestructuur.
7.1
Samenwerking met externe partners
Op een integraal dossier als het alcoholbeleid is samenwerking essentieel voor een goede uitvoering. De volgende externe partners zijn daarbij concreet in beeld: Politie
Hotspots in kaart brengen, veiligheid tijdens inspecties, jongeren vragen naar ID en eventuele samenwerking met betrekking tot de aanpak van doortappen vanuit het Wetboek van Strafrecht en openbare dronkenschap (artikel 252 resp. 453).
Ondernemers/ verenigingen
Naleving DHW, meedenken over systeemontwikkeling, training personeel/vrijwilligers.
Scholen
Halfjaarlijks overleg over intern schoolbeleid (in kader van Lokale Educatieve Agenda) en over informatievoorziening richting ouders.
GezondheidsOrganisaties
Partners als de GGD en Indigo zijn belangrijk bij de uitvoering en ontwikkeling van educatieve interventies.
7.2
Financiën
Pijlers regelgeving en handhaving Voor de toezicht en handhaving op de naleving van de DHW, is vanaf 2015 een budget beschikbaar specifiek voor Borsele van € 11.000,00 per jaar. Dat maakt slechts een beperkt niveau van toezicht mogelijk. Uitgaande van 19 controles type 2 (vooral leeftijdsinspecties) per jaar, komen we uit op een bedrag van afgerond ca. € 8.000,-. Voor de inrichtingscontroles (type 1) is dat afgerond € 1.500,-. En voor het tweejaarlijks nalevingsonderzoek resteert een bedrag van € 2.500,-. Daarnaast moeten we ook nog rekening houden met speciale controles door boa’s, als er zich ergens problemen voordoen.
Pijler Bewustwording & educatie De interventies binnen de pijler Bewustwording & educatie voeren we uit vanuit de Gezondheidsnota. Voor de uitvoering van de speerpunten binnen de Gezondheidsnota, waar preventie genotmiddelen er één van is, worden uren ingekocht bij diverse uitvoeringspartners, waaronder Indigo Zeeland. Van deze uren worden bijvoorbeeld gastlessen op basisscholen gegeven. Naast de Gezondheidsnota wordt er vanuit het vierjarige project Verleidende Zomervakantie, van het Centrum voor Jeugd en Gezin Borsele, ook aandacht besteed aan alcoholpreventie. Tot slot zal er lokaal uitvoering worden gegeven aan landelijke campagnes, zoals de BOB campagnes en NIX18.
22
8. Evaluatie en effectmeting 8.1
Behalen doelstellingen
De mate waarin de doelstellingen uit dit plan zijn behaald, toetsen we aan cijfers die beschikbaar komen vanuit de reguliere monitoringssystemen (o.a. Draagvlakonderzoek GGD Zeeland, Gezondheidsmonitor GGD Zeeland en de Jeugdmonitor Scoop Zeeland). In het najaar van 2015 zal er weer een Jeugdmonitor onderzoek plaatsvinden. Deze cijfers zullen begin 2016 beschikbaar zijn. De Jeugdmonitor wordt één keer per vier jaar uitgezet. In najaar 2014 en voorjaar 2015 zal de Gezondheidsmonitor van de GGD Zeeland worden herhaald. Dit onderzoek vindt ook één keer in de vier jaar plaats. De onderzoeksmethode van de Gezondheidsmonitor gaat echter wel veranderen, waardoor de cijfers van 2010 niet met de latere Gezondheidsmonitoren vergeleken kunnen worden. Daarom zal het Draagvlakonderzoek van de GGD Zeeland leidend zijn voor het toetsen van het behalen van de doelstellingen. Het draagvlakonderzoek zal in 2016 weer worden herhaald. Naast de cijfers uit de verschillende monitoren, halen we ook informatie uit andere monitoringssystemen, zoals politieregistratie, HALT instroom, cijfers alcoholpoli, scholierenenquête Communities that Care, eventueel beschikbare cijfers omtrent veiligheid op straat en café-verbodenregistratie etc. Tevens bestaat er de mogelijkheid om het draagvlakonderzoek van eind 2013, eind 2016 te herhalen. Hierin wordt het draagvlak voor alcoholpreventie onder ouders gemeten. Ook kan naleefonderzoek bijdragen aan informatie over het naleefgedrag van alcoholverstrekkers.
8.2
Effectmeting Toezicht & Handhaving
Het effect van het toezicht en de handhaving op de naleving van de leeftijdsgrens wordt gemeten met nalevingsonderzoek. In april / mei van 2014 is een zogenaamde 0-meting uitgevoerd inzake de naleving van leeftijdsgrenzen en schenktijden. Dit onderzoek zal zo mogelijk (als daarvoor een toereikend budget beschikbaar is) worden herhaald. Alcoholverstrekkers worden in kennis gesteld van het feit dat dergelijke onderzoeken zullen worden uitgevoerd. De onderzoeken zelf worden in het geheim uitgevoerd om betrouwbare informatie te verzamelen. De resultaten uit deze onderzoeken worden overigens enkel gebruikt om het naleefniveau te meten en om de uitkomsten ervan bespreekbaar te maken. Daadwerkelijke sanctieoplegging vindt enkel plaats in het kader van controle en handhaving.
8.3
Effectmeting Bewustwording & Educatie
Het effect van de educatieve maatregelen uit dit plan, wordt primair gemeten met de gezondheidsmonitor van de GGD. Dit onderzoek wordt één keer per vier jaar uitgevoerd. Tevens zal het draagvlakonderzoek van 2011 en 2013 in het najaar van 2016 herhaald worden.
8.4
Conclusies en aanbevelingen
De conclusies en aanbevelingen die voortvloeien uit de onderzoekscijfers en effectmetingen, bieden we tegelijk met het nieuwe preventie- en handhavingsplan aan. Hierdoor wordt direct duidelijk hoe we de evaluatie hebben vertaald in het nieuwe plan.
23
Literatuurlijst Babor e.a. (2010). Alcohol no ordinary commodity. Oxford: University press. Bieleman, B., Kruize, A. & Zimmerman, C. (2011). Monitor alcoholverstrekking jongeren 2011. Groningen: Intraval. Crews, F.T., Braun, C.J., Hoplight, B., Switzer, R.C. 3rd, & Knapp, D.J. (2000). Binge ethanol consumption causes differential brain damage in young adolescent rats compared with adult rats. Alcohol: clinical and experimental research, 24(11), 1712-1723. Dalen, W.E. van, Franken, F., de Greeff, J., Mulder, J., van Straten, P. & van der Wulp, N.Y. (2013). Het perspectief voor de Alcoholvrije School in Nederland. Utrecht: STAP Dijck, D. van, & Knibbe, R.A. (2005). De prevalentie van probleemdrinken in Nederland: Een algemeen bevolkingsonderzoek. Maastricht: Universiteit van Maastricht. Hibell, B., Guttormsson, U., Ahlström, S., Balakireva, O., Bjarnason, T., Kokkevi, A., & Kraus, L. (2012). The 2011 ESPAD report: Substance use among students in 36 European countries. Stockholm: The Swedish Council for Information and Alcohol and Other Drugs (CAN). Holder, H. D. (1998). Alcohol and the Community: A Systems Approach to Prevention. Cambridge: Cambridge University Press. Meier , P. et al. (2008). The independent review of the effects of alcohol pricing and promotion. Summary of Evidence to Accompany Report on Phase 1: Systematic Reviews. School of Health and Related Research, University of Sheffield, UK. Reynolds, R.I. (2003). Building Confidence in Our Communities. London: London Drug Policy Forum. Roodbeen, R., Lie, K.J. & Schelleman-Offermans, K. (2014). Alcoholverkoop aan jongeren 2013. Nuchter, kenniscentrum leeftijdsgrenzen. Van der Vorst, H., Engels, R.C.M.E., Meeus, W., & Dekovic, M. (2006). Parental Attachment, Parental Control, and Early Development of Alcohol Use: A Longitudinal Study. Psychology of Addictive Behaviors , Vol. 20, No. 2, 107–116 Verdurmen, J., Monshouwer, K., Dorsselear, S. van, Lokman, S., Vermeulen-Smit, E., & Vollebergh, W. (2012). Jeugd en riskant gedrag 2011: Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut. Wagenaar, A.C., Toomey, T.L. & Erickson, D.J. (2005). Complying With the Minimum Drinking Age: Effects of Enforcement and Training interventions. Alcoholism: Clinical and Experimental Research, 29, 2, 255-262
24
Bijlage 1: Lijst van overtredingen
Artikel DHW / verorde ning
Overtreding
Toelichting
3 3
Bedrijf exploiteert zonder (rechtsgeldige) vergunning Bedrijf exploiteert zonder (rechtsgeldige) vergunning
Geen vergunning, wel zicht op legalisatie Geen vergunning, geen zicht op legalisatie
8
Leidinggevende voldoet niet langer aan een of meerdere aan hem gestelde vereisten Inrichting voldoet niet langer aan een of meerdere gestelde inrichtingseisen Verstrekken alcoholhoudende drank in een niet op de vergunning vermelde lokaliteit Verbod verstrekking alcohol voor gebruik elders dan ter plaatse Verbod verstrekking alcohol voor gebruik ter plaatse in slijtersbedrijf Verbod andere bedrijfsactiviteiten in slijtersbedrijf
Artikel 31 verplicht in dat geval tot intrekking vergunning Artikel 31 verplicht in dat geval tot intrekking vergunning
10 12, lid 1 en 2 13, lid 1 13, lid 2 14, lid 1
Slechts toegestaan indien een klant erom vraagt de alcoholhoudende drank eerst te proeven In het Besluit aanvulling omschrijving slijtersbedrijf staat welke activiteiten in het slijtersbedrijf zijn toegestaan
14, lid 2 en 15, lid 1 15, lid 2
Verbod kleinhandel in horecalokaliteit of op terras
16
Verbod automatenverkoop alcohol
17
Verbod verstrekken alcoholhoudende drank anders Dit geldt voor supermarkten en slijterijen, niet dan in gesloten verpakking voor horeca-inrichtingen Verkoopverbod zwak-alcoholische drank anders dan in slijtersbedrijf of levensmiddelenbedrijf voor gebruik elders dan per plaatse Onderscheid tussen zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije dranken ontbreekt in ruimte van het levensmiddelenbedrijf Verbod op bestelservice sterke drank voor ander bedrijf dan slijtersbedrijf en partijen-catering
18, lid 1 en 2
18, lid 3
19, lid 1
Verbod rechtstreekse verbinding tussen slijterij en andere neringruimte voor kleinhandel M.u.v. hotelkamers
25
19, lid 2
20, lid 1 20, lid 2 20, lid 4 20, lid 5 20, lid 7 21 22, lid 1 en 2 24, lid 1 en 2 24, lid 3
Verbod bestelservice zwak-alcoholhoudende drank, behalve vanuit de uitzonderingen genoemd in artikel 19 lid 2 Verkoop alcohol aan persoon < 18 jaar en > 18 jaar kennelijk bestemd voor jonger dan 18 Persoon < 18 jaar, zonder toezicht van persoon 21 jaar of ouder, toegelaten in slijtersbedrijf Niet duidelijk aangegeven leeftijdsgrenzen Dronken personen of onder invloed van drugs toegelaten in horeca- en slijtersbedrijf Onder invloed (dronken of drugs) aan het werk zijn in horeca- en slijtersbedrijf Alcohol verstrekken wat tot verstoring openbare orde, veiligheid of zedelijkheid leidt Verbod alcoholhoudende drank te verstrekken in tankstations e.d. Geen leidinggevende of vereiste persoon aanwezig in horeca- en slijtersbedrijf Verkoop alcohol/dienst door personen < 16 jaar
25, lid 1
Verbod aanwezigheid alcoholhoudende drank behoudens uitzondering 25, lid 2 Verbod nuttiging alcoholhoudende drank ter plaatse, in niet-horecabedrijf, behoudens uitzondering 25, lid 3 Verbod alcoholhoudende drank in vervoermiddel, behoudens enkele uitzonderingen 29, lid 3 Vergunning, aanhangsel e.d. niet aanwezig in inrichting 30 jo 31 lid 1 Vergunninghouder heeft geen melding gedaan van sub d wijziging in inrichting cf. artikel 30 30a, lid 1 jo Geen melding nieuwe leidinggevende of doorhaling 31 lid 1 sub d gedaan 31, lid 1 sub c Gevaar voor openbare orde, veiligheid of zedelijkheid door voorgedane feiten 31, lid 2 Handelen in strijd met vergunningvoorschriften of regels uit DHW 31, lid 3 Resultaat Wet bibob of minimaal 3x weigering bijschrijving persoon op aanhangsel 35, lid 1
Imperatieve intrekkingsgrond Imperatieve intrekkingsgrond Imperatieve intrekkingsgrond Facultatieve intrekkingsgrond Facultatieve intrekkingsgrond
Zonder ontheffing zwak-alcoholhoudende drank verstrekken
26
35, lid 2 35, lid 4
Niet voldoen aan beperkingen/voorschriften die gekoppeld zijn aan ontheffing Ontheffing niet aanwezig
44
Niet meewerken aan artikel 5:20 Awb
45
Alcohol bij zich hebben op publiek toegankelijke plaatsen door < 18 jaar, m.u.v. in winkels Paracommercie 4 DHW jo 2:34b APV 4 DHW jo 2:34b APV 2:34 c APV 4, lid 5 9
Paracommerciële instelling houdt zich niet aan de schenktijden voor alcoholhoudende drank Paracommerciële instelling schenkt sterke drank zonder ontheffing Paracommerciële instelling houdt zich niet aan beperkingen of voorschriften vergunning Ontheffing niet aanwezig Geen registratie van barvrijwilligers of reglement aanwezig bij paracommercieel horecabedrijf
* Wanneer blijkt, bijvoorbeeld bij recidivisten, dat bovenstaande richtlijnen niet afdoende werking hebben, wordt voor dat bijzondere geval een handhavingsarrangement op maat toegesneden. Dit kan onder meer inhouden dat meerdere instrumenten (gelijktijdig) worden ingezet, dat de standaard richtlijnbedragen worden verhoogd of dat overgegaan wordt tot schorsing dan wel intrekking van een verleende vergunning. * De genoemde bedragen die behoren bij een bestuurlijke boete zijn door de centrale overheid vastgesteld in het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet. Bij wijziging van deze AMvB gaan de bedragen uit de AMvB voor op de bedragen die hier zijn genoemd.
27
Bijlage 2: risicoanalyse voor toezicht en handhaving
risicoanalyse blad alcohol
Categorie Horeca
Slijterijen
Detailhandel / supermarkten
Evenementen XXXXXXXX
Categorie-indeling bepalen
Inricht Kans ing (overtredersniveau) Effect Risico a b etc a b etc
0 0 0 0 0 0
a b etc a b etc
0 0 0 0 0 0 score van 1 - 3
Veel jongeren?
score van 1 - 3 score van 1 - 3
Openbare orde problematiek?
score van 1 - 3
Paracommercie
Ja of nee 28
Bijlage 3: Overzicht activiteiten LZNVZ 2010 - 2013
29
30