Preventie- en Handhavingsplan 2014-2016 Integrale aanpak Drank- en Horecawet in de gemeente Uithoorn
1
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ...................................................................................................................... 2 1
Inleiding .......................................................................................................................... 4 1.1
Aanleiding ............................................................................................................... 4
1.1.1
2
1.2
Kaders..................................................................................................................... 4
1.3
Opzet preventie- en handhavingsplan ..................................................................... 5
Probleemanalyse............................................................................................................ 6 2.1
Alcoholgebruik in Nederland.................................................................................... 6
2.2
Alcoholgebruik in Uithoorn....................................................................................... 6
2.2.1 3
Conclusie ......................................................................................................... 8
Beleidskader .................................................................................................................. 9 3.1
4
Afbakening en focus ......................................................................................... 4
Bestaand beleid ...................................................................................................... 9
3.1.1
Gezondheidsnota ............................................................................................. 9
3.1.2
Koersprogramma Sociaal Domein .................................................................... 9
3.1.3
Integraal veiligheidsbeleid ...............................................................................10
3.1.4
Horecabeleid ...................................................................................................10
3.1.5
Integraal handhavingsbeleid............................................................................10
3.1.6
Horecaconvenant ............................................................................................11
3.1.7
Paracommerciële verordening .........................................................................11
3.2
Preventiemodel ......................................................................................................11
3.3
Beleidsdoelgroep en - omgeving ............................................................................12
3.4
Doelstelling PenH-plan ...........................................................................................12
De aanpak .....................................................................................................................14 4.1
Educatieve en communicatieve activiteiten ............................................................14
4.1.1
Alcoholverstrekkers .........................................................................................14
4.1.2
Onderwijs ........................................................................................................15
4.1.3
Ouders en de thuissituatie ...............................................................................16
4.1.4
Publiekscommunicatie.....................................................................................16
4.2
Handhavingsactiviteiten .........................................................................................17
4.2.1
Jaarlijkse Uitvoeringsprogramma Vergunningen, Toezicht en Handhaving. ....17
4.2.2
Bestuurlijke boete............................................................................................18
4.2.3
Leeftijdsgrenzencontroles ...............................................................................18
4.2.4
Evenementen ..................................................................................................18
4.2.5
Specialistisch jongerenwerk in het kader van jeugdveiligheid ..........................18
4.2.6
Handhaving alcoholverbod voor het tegengaan overlast door alcoholgebruik .19
4.3
Vroegsignalering en doorverwijzen .........................................................................19
4.4
Risicoanalyse en interventiestrategie .....................................................................20
4.4.1
Risico’s in beeld brengen ................................................................................20
4.4.2
Interventiestrategie bepalen ............................................................................20 2
Bronvermelding ....................................................................................................................21
3
1 Inleiding 1.1
Aanleiding
Met de wijziging van de Drank- en Horecawet (hierna DHW) op 1 januari 2013 zijn gemeenten de belangrijkste uitvoerder van de DHW geworden. Met de wijziging van de wet in 2013 wil de wetgever: • Alcoholgebruik onder jongeren terugdringen • Alcoholgerelateerde verstoring van de openbare ruimte aanpakken • Bijdragen aan het verminderen van de administratieve lasten De DHW geeft gemeenten nieuwe bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden. Zowel op juridisch-, handhavings-, en preventief-vlak is gemeente de regisseur van het Nederlands alcoholbeleid. Door deze wetswijziging is het toezicht op de DHW de bevoegdheid van de gemeente geworden. Daarnaast is op 1 januari 2014 de leeftijdsgrens voor het bezit van alcoholhoudende drank verhoogd van 16 naar 18 jaar. Deze rollen en taken worden uitgewerkt in dit Preventie- en handhavingsplan (hierna PenH-plan) Drank en horecawet. De gemeenteraad stelt op basis van de DHW uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van de wetswijziging het PenH-plan vast. Vervolgens wordt dit plan elke vier jaar vastgesteld, gelijktijdig met de verplichte lokale gezondheidsnota (artikel 13, tweede lid van de Wet Publieke Gezondheid). De Uithoornse gezondheidsnota loopt tot en met 2016. Dit PenH-plan heeft daarmee een loopduur van 2,5 jaar. Het Trimbos-instituut heeft een model Preventie- en Handhavingsplan opgesteld voor de uitvoering van de Drank- en Horecawet. We hebben dit model gebruikt als leidraad en toegespitst op de lokale situatie in Uithoorn. 1.1.1 Afbakening en focus Dit plan focust zich op het gemeentelijk terrein waar alcoholpreventie en handhaving van de DHW samenkomen en elkaar kunnen versterken. Het plan vormt de basis voor een integrale aanpak op het gebied van alcoholgebruik. Dit plan zal op een aantal punten overlappen met bestaande gemeentelijk beleidsnotities en plannen. Het onderwerp raakt diverse beleidsterreinen, zoals gezondheidsbeleid, jeugdbeleid, handhavingsbeleid en integraal veiligheidsbeleid. Zaken die al in bestaand preventie- of handhavingsbeleid zijn omschreven, komen gedeeltelijk weer terug in dit PenHplan. Het doel van het PenH-is om preventie en handhaving samen in te zetten om alcoholgebruik, met name onder jongeren tot en met 25 jaar, tegen te gaan.
1.2
Kaders
In artikel 43a van de DHW zijn de kaders voor het PenH-plan vastgelegd. Het plan bevat de hoofdzaken van het beleid betreffende de preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren, en de handhaving van de wet. In dit plan wordt in ieder geval aangegeven: a. wat de doelstellingen zijn van het preventie- en handhavingsbeleid alcohol; b. welke acties worden ondernomen om alcoholgebruik, met name onder jongeren, te voorkomen, al dan niet in samenhang met andere preventieprogramma’s als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van de Wet Publieke Gezondheid; c. de wijze waarop het handhavingsbeleid wordt uitgevoerd en welke handhavingsacties in de door het plan bestreken periode worden ondernomen; d. welke resultaten in de door het plan bestreken periode minimaal behaald dienen te worden. In verschillende beleidsnota’s heeft de gemeente Uithoorn haar doelen en beleidsvoornemens over de preventie en handhaving vastgelegd die kaderstellend zijn voor dit PenH-plan. In hoofdstuk 3 van dit plan zal een weergave worden gegeven van het bestaande beleid en de koppeling met de DHW. 4
1.3
Opzet preventie- en handhavingsplan
Hoofdstuk twee bevat de probleemanalyse. Hierbij is gekeken naar de landelijke problematiek rondom alcoholgebruik en de problematiek in Uithoorn. In hoofdstuk drie gaan we in op de beleidskaders en formuleren we de doelstelling van de PenH-plan. De aanpak om onze doelstelling te bereiken is in hoofdstuk 4 weergegeven. Tot slot is in de bijlage een uitvoeringsprogramma te vinden.
5
2 Probleemanalyse 2.1
Alcoholgebruik in Nederland
In het model PenH-plan van het Trimbos-instituut wordt op basis van wetenschappelijke kennis een probleemanalyse geschetst over het alcoholgebruik onder de Nederlandse jongeren. Sinds 1988 is onder Nederlandse jongeren het alcoholgebruik flink toegenomen. Jongeren gingen in de loop van de afgelopen decennia meer, vaker én op jongere leeftijd drinken. In 2003 waren Nederlandse jongeren zelfs koplopers in Europa, als het ging om bingedrinken, oftewel het op een avond meer dan vijf drankjes drinken (Hibell e.a.,2012). Afgelopen decennium werd sterk ingezet op het voorkomen van drinken door jongeren onder de 16. Gevolg was dat drankgebruik onder jonge pubers sterk afnam, vooral onder de jongste groep: in 2003 had 36% van 12-jarige jongens de afgelopen maand gedronken, in 2011 was dat geslonken tot 9,4%. Bij 12-jarige meisjes daalde het aandeel actuele drinkers van 25,4 naar 5,8% (Verdurmen e.a., 2012). In geen ander Europees land nam drankgebruik onder jonge drinkers zo spectaculair af. Onder jongeren van 16 jaar en ouder veranderde er echter weinig. Zij verminderden hun alcoholgebruik niet. Bijna de helft van de jongeren van 16 jaar was de afgelopen maand een keer dronken of aangeschoten, zo blijkt uit de cijfers van 2011 (Verdurmen e.a., 2012). Als jongeren aan drank willen komen is dat relatief makkelijk in Nederland. Meer dan de helft van de verkooppunten (53%) leefde de oude leeftijdsgrens van 16 jaar niet na in 2013 (Roodbeen e.a., 2014). Als jongeren in hun puberjaren veel drinken, neemt de kans toe dat ze later problemen met hun drankgebruik krijgen. Eén op de drie mannen in de leeftijdsgroep van 16 tot 24 jaar valt onder de noemer “probleemdrinker”. Iemand wordt zo genoemd als “hij of zij problemen heeft door regelmatig stevig drinken”. Regelmatig drinken is daarbij minstens 21 dagen per maand vier of meer glazen drank. Stevig drinken is minstens vier keer per maand zes of meer glazen drank. De problemen lopen uiteen van black-outs door drankgebruik tot alcoholongevallen, regelmatige dronkenschap/katers en problemen met vrienden en familie (Van Dijkck e.a., 2005). Alcoholgebruik kan ongunstig zijn voor de ontwikkeling van de hersenstructuren. Juist als hersendelen in ontwikkeling zijn, zijn ze erg kwetsbaar voor deze giftige stof. Als er in de puberjaren veel wordt gedronken, ontwikkelt het brein zich minder goed. Vooral het drinken van veel alcohol in korte tijd is slecht voor het brein. Wordt er gekeken naar het brein van personen die erg veel gedronken hebben in hun puberteit, dan blijkt dat bepaalde functies bij hen minder goed ontwikkeld zijn. Pubers met alcoholproblemen scoren lager dan andere jongeren op taalvaardigheid, intelligentie, aandacht en ruimtelijk inzicht. Overmatig alcoholgebruik kan dus gevolgen hebben voor het brein, maar vergroot ook de kans op verkeersongevallen, letselschade, geweld (waaronder ook seksueel geweld) en onveilig vrijen. Vooral jongeren die veel drinken zijn vaker bij deze vormen van riskant gedrag betrokken.
2.2
Alcoholgebruik in Uithoorn
Uitkomsten jongerenonderzoek Eind 2013 heeft de gemeente Uithoorn het jongerenonderzoek Communities that Care (CtC) uitgevoerd onder jongeren van 10 tot en met 17 jaar. Dit onderzoek geeft o.a. per wijk inzicht in het probleemgedrag en de risico- en beschermende factoren van jongeren in Uithoorn. De komende periode zullen de uitkomsten van dit onderzoek worden vertaald naar een aanpak om probleemgedrag en maatschappelijke uitval van jongeren te voorkomen. Een van de onderwerpen in het onderzoek is het gebruik van alcohol onder de jongeren. In het 6
jongerenonderzoek wordt door de onderzoekers een vergelijking gemaakt tussen het gemiddelde van Uithoorn en de landelijke baseline en het gemiddelde van tussen de verschillende wijken in Uithoorn. Op basis van dit onderzoek kunnen de volgende uitspraken worden gedaan over het alcoholgebruik van de Uithoornse jeugd (in de leefdtijdscategorie 12 t/m 17 jaar): • In Uithoorn is het gemiddelde percentage van jongeren dat weleens alcohol heeft gedronken (44%) iets lager dan het landelijk gemiddelde (47%) • 22% van de jongeren geeft aan vaak te drinken en 43% drink 6 of meer glazen per week. Alcohol VO
Baseline
Dorpscentr/ buitengeb
De Kwakel
Europarei
Legmeer/
Meerwijk
Thamerdal Zijdelwaard
Kootpark
44
35
50
46
44
43
61
36
298
6
39
10
64
85
40
44
Drinkt vaak (%) 22 17 26 10 Drinkt veel 200 6 29 5 (aantal jongeren) 6 of meer glazen per week (%) 43 2 7 0 Bingedrinken (%) 30 50 32 20 Tabel 1 Alcoholgebruik UIthoornse jongeren (12-17 jaar), DSP 2013
22 37
27 62
10 24
23 31
7 32
17 37
4 21
6 23
Heeft wel eens alcohol gedronken (%) Drinkt vaak (aantal jongeren)
47
Gem. Uithoorn
Opgemerkt dient te worden dat bovenstaande resultaten dateren uit de periode dat alcohol onder de 16 jaar verboden was. Het is mogelijk dat de cijfers een vertekend beeld geven van de huidige situatie. Dit is ook een reden waarom komende beleidsperiode wordt gebruikt om meer te weten te komen over het alcoholgebruik in de gemeente. Rol van ouders/ gezin Het jongerenonderzoek geeft ook een beeld in welke mate ouders het middelengebruik (roken, alcohol en drugs) gedogen. In Uithoorn wordt in gezinnen het middelen gebruik meer dan gemiddeld gedoogd. Analyse van de gezondheidsproblematiek In 2013 heeft de gemeenteraad de gezondheidsnota vastgesteld. In deze nota is een analyse gemaakt van de gezondheidsproblematiek in Uithoorn. Op basis van de gezondheidsmonitor (GGD, 2010) wordt over het alcoholgebruik in Uithoorn het volgende vermeld: • 14% van de volwassen in Uithoorn drinkt te veel alcohol, 8% drinkt overmatig en 11% is (ook) een zware drinker. Deze cijfers wijken niet af van de rest van de regio. • Ook het rijden onder invloed komt in Uithoorn even vaak voor als in andere gemeenten. • Gunstig is dat het overmatig alcoholgebruik in de periode 2006-2010 daalde. • Mannen zijn vaker een zware drinker en rijden vaker onder invloed van alcohol dan vrouwen. • Volwassen van 50-64 jaar rekenen we het vaakst tot de overmatige drinkers. • De regiocijfers laten zien dat laagopgeleiden vaker drinken dan hoogopgeleiden. • Slechts 9% van de inwoners die te veel drinken heeft behoefte aan ondersteuning om hun alcoholgebruik te minderen. De GGD voert naast de gezondheidsmonitor eens in de vier jaar een onderzoek uit onder tweede- en vierdeklassers in het voortgezet onderwijs (13-16 jaar) in de regio Amstelland (Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn). Het laatste onderzoek (2009) voor Uithoorn laat over het alcoholgebruik de volgende resultaten zien: • Het alcoholgebruik onder jongeren de afgelopen jaren sterk is gedaald. 7
Onder tweedeklassers was in 2009 zowel de groep die recent alcohol had gebruikt als de groep die overmatig had gebruikt in vergelijking met 2005 ongeveer gehalveerd. Onder vierdeklassers was het alcoholgebruik met ongeveer een vijfde afgenomen. Ook de houding van ouders is in de periode 2005-2009 veranderd. De groep ouders die het alcoholgebruik van de jongeren goed vond is afgenomen en de groep ouders die het afraadde is groter geworden.
• • •
alcohol drinken ooit gedronken in de afgelopen vier weken gedronken a in de afgelopen vier weken binge gedronken
2009
2009
2005
klas 2 N=274
klas 2 N=310
p
30 20 11
57 43 21
* * *
klas 4 N=274
2005 klas 4 N=228
p
76 64 45
84 79 56
* * *
* significant verschil tussen 2009 en 2005, voor klas 2 of 4 ; p< 0,05 vijf of meer drankjes op één gelegenheid gedronken
a
Tabel 2 Genotmiddelengebruik in Uithoorn, resultaten 2009 versus 2005 (%), GGD, 2009
2.2.1 Conclusie In de gezondheidsnota wordt over alcoholgebruik het volgende geconcludeerd: • Overmatig alcoholgebruik onder volwassenen 50-64 jaar is een probleem • Onder jeugd (15-16 jaar) is overmatig alcoholgebruik (binge-drinking) afgenomen. Het blijft echter wel hoog, met name vierdeklassers (15-16 jaar). Het feit dat het alcoholgebruik onder jongeren hoog is wordt door het jongerenonderzoek bevestigd. Daarnaast blijkt dat in Uithoorn meer dan gemiddeld het middelengebruik door ouders (het gezin) wordt gedoogd. Dit is zorgelijk gezien het feit dat wanneer jongeren in hun puberjaren veel drinken, de kans toeneemt dat zij later problemen met hun drankgebruik krijgen.
8
3 Beleidskader In verschillende beleidsdocumenten van de gemeente zijn kaders en uitgangspunten geformuleerd op het gebied van de preventie en handhaving van alcoholgebruik. Dit hoofdstuk geeft inzicht in deze beleidskaders.
3.1
Bestaand beleid
3.1.1 Gezondheidsnota De algemene doelstelling van het gezondheidsbeleid van de gemeente Uithoorn is als volgt; “De verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid en de keuze voor een gezonde leefstijl ligt in eerste instantie bij de mensen zelf. De gemeente ondersteunt de risicogroepen bij het maken van gezonde keuzes”. Een van de speerpunten uit de nota is het verminderen van het gebruik van genotmiddelen (waaronder alcohol). Dit is vertaald in de volgende doelstelling: • Het voorkomen of verminderen van middelengebruik door jongeren • Het voorkomen of verminderen van overmatig alcoholgebruik onder volwassenen in de leeftijd 50-64 jaar Vanuit de gezondheidsnota worden preventieve maatregelen voor middelengebruik ingezet onder jongeren op de basisscholen. Hiermee wordt getracht de startleeftijd van het middelengebruik te verlagen zodat het risico op problematisch middelen gebruik kleiner wordt. Gezien het overmatige alcoholgebruik onder volwassenen in de leeftijd van 50-64 jaar wordt ook ingezet op preventiemaatregelen in deze leeftijdscategorie. Daarnaast is het signaleren van middelengebruik en het snel doorverwijzen van belang om de problematiek aan te pakken. 3.1.2 Koersprogramma Sociaal Domein De beleidskaders voor jeugd en verslavingsproblematiek zijn vastgelegd in het koersprogramma Sociaal Domein gemeente Uithoorn. Een van de uitgangspunten in het koersprogramma is dat voorkomen beter is dan genezen. Preventie is daarom onderdeel van het sociaal domein en het jeugddomein. In het koersprogramma wordt preventie als volgt gedefinieerd: Onder preventie verstaan we interventies die eraan bijdragen dat ondersteuningsvragen zoveel als mogelijk voorkomen of uitgesteld worden, zodat een beroep op – dure – professionele ondersteuning zo (lang) mogelijk wordt voorkomen. Preventie-interventies of activiteiten worden niet zomaar ingezet. Er moet sprake zijn van een vraag die voortkomt uit signalen. Denk hierbij aan voorlichtingsactiviteiten op scholen naar aanleiding van opvoedvragen over pubers, of vragen die spelen voor een specifieke doelgroep, zoals de opvoedspreekuren in buurthuizen. De gemeente kiest daarmee bewust voor het inzetten van selectieve preventieactiviteiten. Algemene preventie die gericht is op alle inwoners zonder dat daar een specifiek probleem of vraag aan ten grondslag ligt, wordt niet ondersteund. Door preventie specifieker in te zetten wordt het effect uiteindelijk vergroot, omdat er direct op het probleem of de doelgroep in kan worden gezet. Naast dit inhoudelijke argument, betreft het ook een financiële overweging, want algehele preventie is over het algemeen kostbaarder dan selectieve preventie. De preventieactiviteiten in het kader van de DHW zullen worden getoetst aan het criterium van selectieve preventie zoals we dat hanteren binnen het sociaal domein. Alcoholverslaving en preventie. Een van de doelstellingen in het koersprogramma is dat problematische verslavingen waaronder alcohol- en druggebruik worden tegengegaan. De Gemeente Uithoorn wil met 9
gerichte preventie verslavingsproblemen verminderen. Alcohol is een van de gebieden waar verslavingsproblemen zich kunnen voordoen. Hiervoor wordt gerichte voorlichting en ambulante hulpverlening voor verslavingsproblemen ingezet. 3.1.3 Integraal veiligheidsbeleid Het integraal veiligheidsbeleid 2012-2015 geeft een overzicht van de gemeentelijke aanpak, in samenwerking met partners, op het gebied van veiligheid in de gemeente. Het (over)matig gebruik van alcohol onder de jongeren wordt in het Integraal Veiligheidsbeleid (IVB) gezien als een van de belangrijkste aandachtspunten. In verschillende thema’s komt dit terug zoals jeugdveiligheid, veilig uitgaan en veiligheid en leefbaarheid in de buurt. Het IVB streeft er naar door verschillende aanpakken met elkaar te verbinden gezamenlijk op te treden tegen het (overmatig) gebruik van alcohol dat consequenties heeft voor de mate van overlast in de openbare ruimte. Door te investeren in de informatiepositie van de doelgroep is het mogelijk de aanpak te organiseren. De doelstelling van de gemeente voor de aanpak van overmatig alcohol gebruik onder de jongeren een dusdanige inzet te organiseren, inclusief overall regievoering en zorg voor het individu. Op het gebied van veilig uitgaan wordt gestreefd naar borging van veiligheid in het uitgaansgebied door een gremium te vinden waarin publieke en private partners met elkaar zo effectief mogelijk samenwerken. Het IVB heeft ook de doelstelling om veiligheid en leefbaarheid te borgen in de wijken en voor bewoners. Overlast door overmatig alcoholgebruik heeft effect op leefbaarheid van de burgers. Door het regisseren van overlastmeldingen probeert de gemeente een goede informatie positie in te nemen. Toezicht en handhaving in de buurten draagt bij aan de repressieve kant van de aanpak van overlast. Bij dit onderdeel stemt het IVB de uitvoering af met wat in het handhavingsarrangement en –uitvoeringsprogramma wordt opgenomen op het gebied van DHW. 3.1.4 Horecabeleid Op 14 september 1999 is in overleg met de raad het horecabeleid 1999 vastgesteld. Aanleiding voor dit beleid was de behoefte van betrokkenen om tot vaststelling van een geïntegreerd horecabeleid te komen. Doelstellingen voor het integrale horecabeleid zijn: A. een zo efficiënt mogelijke en integrale afhandeling van aanvragen ter verkrijging van vergunningen voor horecazaken: B. het voorkomen van een aantasting van het woon-en leefklimaat rond horeca inrichtingen; C. een goede handhaving; D. een goed voorzieningenniveau; E. goede communicatie met (vertegenwoordigers van) horecaondernemers en omwonenden van horecabedrijven. 3.1.5 Integraal handhavingsbeleid In 2010 is het integraal handhavingsbeleid van de gemeente Uithoorn vastgesteld. Dit plan vorm de leidraad voor de handhaving. Het plan bevat een risicoanalyse en op basis daarvan een prioritering. Daarnaast wordt uitgewerkt hoe de gemeente uitvoering geeft aan haar handhavingstaak. In het handhavingsbeleid is beschreven, in relatie tot dit preventie- en handhavingsplan, dat de volgende zaken prioriteit hebben; toezicht op de naleving van de exploitatie van een buurthuis of kantine, evenementen, vergunningen (op basis van de DHW) en horecaexploitatievergunningen. De concrete uitwerking van deze prioriteit wordt jaarlijks vastgelegd in een uitvoeringsprogramma. Daarnaast is er een specifiek uitgewerkte handhavingsstrategie voor de horeca ontwikkeld, welke hieronder wordt beschreven.
10
Horecasanctiestrategie Omdat de handhavende bevoegdheid al per 1 januari 2013 is verschoven van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit naar de burgemeester, is in 2013 een sanctiestrategie vastgesteld om op een eenduidige wijze te handhaven. De horecasanctiestrategie omvat alle overtredingen die in de DHW zijn genoemd. Er is een onderscheid gemaakt tussen de zwaarte van de overtreding en het handhavingsinstrument dat wordt toegepast. Dit document geldt als leidraad bij het toezicht en handhaving op de horeca in Uithoorn. 3.1.6 Horecaconvenant Wanneer horecabedrijven in aanmerking wensen te komen voor een permanente ontheffing later sluitingsuur, dienen zij in te stemmen met de eisen uit het horecaconvenant. In het horecaconvenant zijn maatregelen opgenomen die door de horeca-ondernemers worden getroffen om in aanmerking te komen voor een permanent later sluitingsuur. Dit convenant bevat onder meer de volgende maatregelen die verband houden met alcoholmatiging: • Het bevorderen van het gebruik van alcoholvrije en alcoholarme dranken, met name onder jeugdigen (18-21 jaar), door middel van algemene voorlichting en een “individu” gerichte benadering in de horeca-inrichting. • Personen die (reeds) in een kennelijke staat van dronkenschap verkeren worden niet tot de horeca-inrichting toegelaten. Alle commerciële horecabedrijven die zich in het Oude Dorp bevinden, hebben van de mogelijkheid tot ontheffing sluitingsuur gebruik gemaakt 3.1.7 Paracommerciële verordening In de gemeente Uithoorn zijn de regels rond paracommerciële horeca opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening. Regels rond paracommercie zijn in eerste instantie bedoeld om oneerlijke concurrentie te voorkomen, maar daarnaast levert het een bijdrage aan de alcoholpreventie. In het kader van de handhaafbaarheid, zijn vaste schenktijden vastgesteld voor alle paracommerciele instellingen. De paracommerciele instellingen hebben, in tegenstelling tot de commerciele horecainstellingen een sluitingstijd tot 01.00 uur. Van deze sluitingstijd kan ontheffing worden verleend.
3.2
Preventiemodel
In het model van het Trimbos-Instituut wordt het preventiemodel van Reynolds (2003) gehanteerd. Het preventiemodel kent 3 beleidspijlers, te weten: educatie, regelgeving en handhaving. De pijlers staan deels op zichzelf maar overlappen elkaar ook (figuur 1). Juist in de overlap zien we de integraliteit terug. Het preventiemodel van Reynolds is gebaseerd op de systeemtheorie van Holder (1998) die duidelijk maakt dat alcoholgebruik altijd een resultaat is van een combinatie van factoren. De persoon, zijn sociale omgeving, het aanbod van drank en het overheidsbeleid vormen samen een systeem dat uiteindelijk de keuze van de gebruiker bepaalt. Holder laat daarmee zien dat alcoholpreventie nooit alleen op het individu gericht kan zijn. Het meest succesvol zijn strategieën die vooral de omgeving van de drinker beïnvloeden. En in die omgeving van de jonge drinker spelen alcoholverstrekkers, scholen en ouders een belangrijke rol. In dit PenHplan staat daarom de omgeving van de jonge drinker centraal.
11
Regelgeving
Handhaving
Preventie
Educatie
Figuur 1: Preventiemodel Reynolds
3.3
Beleidsdoelgroep en - omgeving
Doelgroep van dit preventie- en handhavingsplan zijn jongeren en jongvolwassenen tot 24 jaar. Het accent ligt nadrukkelijk op de groep onder de 18 jaar. Het is bekend dat de gezondheidsschade van alcoholgebruik het grootst is onder de 18 jaar. Jongeren onder de 18 jaar zijn fysiek nog niet geheel volwassen en met name de hersenen zijn nog volop in ontwikkeling. Alcohol kan deze ontwikkeling schaden. Met dit gegeven in het achterhoofd heeft de centrale overheid de leeftijdsgrens voor verkoop én bezit van alcohol verhoogd naar 18 jaar. Het toezicht op de naleving van deze leeftijdsgrens wordt als een belangrijke prioriteit beschouwd binnen het gemeentelijk preventie- en handhavingsbeleid. Voor 18-24 jarigen gaat het vooral om het voorkomen van overmatig alcoholgebruik. De uitgaansavonden zijn hierbij een belangrijk risico moment. Gezien de ontwikkeling van de hersenen tot ongeveer 25 jaar, de oververtegenwoordiging van de leeftijdsklasse tot 24 jaar in het uitgaansleven én de relatie van alcohol met het uitgaansleven (met de daarbij behorende risico’s op dronkenschap, soms uitmondend in een intoxicatie) ligt de nadruk van dit plan in het bijzonder op de uitgaanssetting. Daarbij is uitgaan een breed begrip: het gaat ook om het bezoeken van evenementen en feestjes thuis. Naast gezondheidsproblematiek is veiligheidsproblematiek, overlast in de openbare ruimte, een belangrijke motivatie om aandacht te besteden aan deze leeftijdsgroep.
3.4
Doelstelling PenH-plan
Artikel 43a van de DHW schrijft voor dat de doelstellingen van het beleid duidelijk moeten zijn. Op basis van de Drank- en Horecawet kunnen twee algemene hoofddoelstellingen worden onderscheiden: • Afname alcoholgebruik en de schadelijke gevolgen van alcoholgebruik onder de 18 jaar. • Afname dronkenschap (met name tijdens uitgaansavonden in het publieke domein). Deze doelstellingen sluiten aan bij de doelstellingen die wij hebben geformuleerd in onze bestaande beleid zoals hierboven beschreven. Verdere concretisering van de algemene doelstellingen De ambitie van dit beleidsplan is dat jongeren op een zo gezonde en veilig mogelijke wijze kunnen opgroeien, zodat hun talenten zo optimaal mogelijk tot ontwikkeling kunnen komen. We zouden deze algemene doelstellingen graag verder concretiseren met aandacht voor de omgeving waarin jongeren drinken en de doelgroep zelf. Op basis van het jongerenonderzoek CtC (DSP, 2013) kunnen we de volgende meetbare doelstellingen formuleren voor jongeren onder de 18 jaar:
12
•
•
In 2016 is het percentage jongeren tussen 12 en 17 dat wel eens alcohol heeft gedronken gelijk gebleven t.o.v. 2013 (44%) en in elk geval niet gestegen boven de landelijke baseline van 2013 (47%). In 2016 is het percentage jongeren tussen 12 en 17 jaar dat vaak alcohol drinkt gedaald van 22% (2013) naar 20%
Eind 2014/ begin 2015 verwachten wij nieuwe cijfers over alcoholgebruik en dronkenschap in het EMOVO-onderzoek van de GGD Amsterdam. Dit onderzoek levert kwantitatieve informatie over de jeugd in Uithoorn waaronder informatie over middelen gebruik. De cijfers uit het EMOVO-onderzoek kunnen samen met de gegevens uit het CtC-onderzoek als nulmeting worden gezien. Bovenstaande doelstelling kunnen worden aangescherpt en uitgebreid. Het huidige EMOVO onderzoek dateert uit 2009.
13
4 De aanpak Binnen de verschillende beleidsterreinen worden al acties en maatregelen uitgevoerd op het gebied van de preventie en handhaving van alcoholgebruik. In dit hoofdstuk komt de aanpak van alcoholgebruik samen.
4.1
Educatieve en communicatieve activiteiten
Dit PenH-plan kent twee einddoelgroepen: jongeren onder de 18 jaar en 18-25 jarigen. In hoofdstuk 3 werd al uitgelegd dat preventie activiteiten het beste gericht kunnen zijn op de omgeving van deze groepen. Voor een belangrijk deel gaat het daarbij om de sociale en professionele omgeving van jongeren. Daarom staan omgevingsgerichte educatieve activiteiten centraal in deze paragraaf. Daarbij onderscheiden we drie doelgroepen die invloed kunnen hebben op het alcoholgebruik van jongeren: Alcoholverstrekkers, Ouders en Scholen Vanuit haar wettelijke verantwoordelijkheid om verslavingsproblemen te voorkomen, stimuleert de gemeente Uithoorn met inzet van subsidies onder andere de volgende activiteiten: • Voorlichtingscampagnes en groepsbijeenkomsten voor jongeren, ouders en ouderen. Deze zijn gericht op het voorkomen van overmatig alcohol- en drugsgebruik en andere verslavingen. • Ondersteuning aan mensen met problematisch alcohol- en/of drugsgebruik door individuele adviesgesprekken, lotgenotencontact, outreachende zorg en ambulante hulpverleningstrajecten. 4.1.1 Alcoholverstrekkers Met de term alcoholverstrekkers worden alle personen bedoeld die verantwoordelijk zijn voor een adequate naleving van de eerder genoemde bepalingen in de DHW. Dat kunnen zijn horecaondernemers, barpersoneel, barvrijwilligers (op bijv. sportverenigingen), portiers, caissières, filiaalmanagers etc. Van deze professionals wordt verwacht dat ze de leeftijdsgrens voor de verstrekking van alcohol kennen en naleven, evenals het verbod op doorschenken bij dronkenschap en het toelaten van personen in kennelijke staat van dronkenschap in de onderneming, vereniging of het evenement. Training Belangrijk is vooral dat een alcoholverstrekker zich bewust is van zijn/haar verantwoordelijkheid en in staat is juist te handelen, ook wanneer er weerstand is bij de klant. Om alcoholverstrekkers hierin te bekwamen zijn trainingsprogramma’s ontwikkeld zoals Barcode voor barpersoneel, de IVA (Instructie Verantwoord Alcoholgebruik) training voor barvrijwilligers en de Evenementen IVA. Het aanbieden van dergelijke trainingsprogramma’s is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de alcoholverstrekkers zelf. Wel wijzen we alcoholverstrekkers hier bijvoorbeeld op tijdens informatiebijeenkomsten. Wat de stand van zaken van het trainen van barpersoneel en medewerkers van alcoholverstrekkers is op dit moment onbekend. Het verplichtstellen van een training is geen onderdeel van de handhavingsstrategie. Komende periode moet worden bekeken of het nodig is om alcoholverstrekkers te ondersteunen op dit gebied. Hiervoor is een risicoanalyse, die inzicht geeft hoe jongeren aan alcohol komen, van belang. Nalevingscommunicatie Naleving van de wet kan naast individuele training worden beïnvloed door nalevingscommunicatie. Doel van nalevingscommunicatie is om een gedragsverandering te veroorzaken bij de doelgroep en om de subjectieve pakkans te vergroten. Daarom wordt in samenwerking met de afdeling communicatie een nalevingscommunicatieplan ontwikkeld. 14
Dit kan ook worden ingezet voor andere nalevingsproblemen die in de gemeente spelen. De volgende elementen maken in ieder geval onderdeel uit van de nalevingscommunicatiestrategie: • Educatieve communicatie: Uitleg van de regels, de argumenten voor deze regels, uitleg over mogelijke hulpmiddelen om na te kunnen leven. Dit is nodig als onduidelijkheid over (het belang van) de regels naleving in de weg staat. • Dreigende communicatie: Communicatie over controles, sancties, uitbreiding toezichtcapaciteit, toezichthouders in uniform. Deze vorm beïnvloedt de subjectieve pakkansbeleving en kan effectief zijn als blijkt dat de regels bewust overtreden worden. • Normatieve communicatie: Bijvoorbeeld een interview met een ondernemer die de regels goed naleeft, een nieuwsbericht waarin het percentage nalevers wordt genoemd in plaats van het aantal overtreders. Oftewel: het communiceren van gewenste norm, ervan uitgaande dat de gemiddelde mens graag aan de algemeen geldende norm wil voldoen. Wat doen we al/ is er al gedaan? • Alle horecaondernemers zijn in 2013 over de gewijzigde wetgeving per brief geïnformeerd • Er heeft in 2013 een informatiebijeenkomst plaatsgevonden voor alle horecaondernemers en paracommerciële instellingen over de gewijzigde wetgeving en de invoering van de paracommerciële verordening • Een concrete voorlichtingsactiviteit gericht op paracommerciële instellingen (waaronder de sportverenigingen) wordt in mei 2014 uitgevoerd. In deze maand wordt er een bijeenkomst georganiseerd waarin voorlichting wordt gegeven over de nieuwe DHW. In deze bijeenkomst is ook ruimte voor de instellingen om hun eerste ervaringen met de nieuwe wet naar voren te brengen. Daarnaast worden tips & tricks aangereikt om de naleving van de wet te bevorderen. Mocht de bijeenkomst een succes blijken, dan kan er gekeken worden om dit bijvoorbeeld jaarlijks te organiseren. • Voorlichtingsactiviteit gericht op verstrekkers van alcohol met name over paracommercie en handhaving. (horeca, paracommercie, winkels en slijterijen) • Tijdens integrale controles worden ondernemers geïnformeerd over de DrankHorecawet. Waar overtredingen worden geconstateerd, wordt handhavend opgetreden overeenkomstig de handhavingsstrategie. 4.1.2 Onderwijs De school is een belangrijke pedagogische omgeving voor jongeren. Ook als het gaat om alcoholgebruik leren jongeren op school wat wel en niet verstandig is. Gedragsverandering creëren via voorlichtingsprogramma's blijkt lastig, zo niet onmogelijk (Babor, 2010). Toch is het relevant dat jongeren geïnformeerd raken over de risico's van alcoholgebruik. Niet zozeer om gedrag te beïnvloeden, maar om het gebruik te de-normaliseren en daarmee aan draagvlak te werken voor effectievere gedragsmaatregelen als handhaving en specifieke regelgeving. Met name de informatie over wat alcohol met de hersenontwikkeling doet is bruikbaar hierbij. Dat geld niet alleen voor jongeren, maar ook voor hun ouders. Scholen worden daarom aangemoedigd om activiteiten voor ouders rond dit thema te organiseren. Bij de keuzebepaling van schoolprogramma’s op het gebied van middelengebruik heeft de Brijder een belangrijke adviserende rol, zowel voor basisscholen als scholen voor voortgezet onderwijs. De scholen voor voorgezet onderwijs worden middels het overleg rondom de Lokale Educatieve Agenda geadviseerd met dit thema aan de slag te gaan. binatie met leerlingenvoorlichting wordt ingezet bij de overgang van de basisschool naar het Een goed schoolprogramma biedt meer dan voorlichting en besteedt ook aandacht aan regels voor leerlingen en personeel met betrekking tot alcoholgebruik bij schoolfeesten, kampen, excursies en studiereizen. In het overleg met de VO scholen zal worden gemonitord hoe de scholen in de gemeente omgaan met de regels rond de nieuwe leeftijdsgrens met betrekking tot alcohol en welke maatregelen zij nemen wanneer bij schoolfeesten, kampen, excursies en studiereizen toch wordt gedronken. Gezien de nieuwe leeftijdsgrens mogen vrijwel alle leerlingen in het 15
voortgezet onderwijs nog geen alcohol in bezit hebben in openbare gelegenheden en daarmee lijkt een alcoholvrij schoolbeleid de meest voor de hand liggende keuze. Bekeken wordt of scholen moeite hebben met de handhaving van de regels bij bijvoorbeeld feesten. Daar waar mogelijk wordt bekeken of toezichthouders van de gemeente een ondersteunende rol kunnen spelen.
• •
Wat doen we al/ is er al gedaan? Vanuit de gezondheidsnota worden preventieprogramma’s aan basisscholen aangeboden. Hierbij valt te denken aan een lesboekje over alcohol en roken. Verslavingszorg (de Brijder) verzorgt spreekuren en gastlessen op het voorgezet onderwijs. Zij bieden het onderwijzend personeel aan mee te denken over beleid en trainingen over middelengebruik en verslaving. 4.1.3
Ouders en de thuissituatie
Alcoholopvoeding Ouders onderschatten systematisch hoeveel hun kinderen drinken Dit blijkt ook uit een indicatieonderzoek naar middelen gebruik door jongeren in Uithoorn (Brijder, 2013). Waar ouders aangeven dat ze denken dat hun kind niet drinkt, blijkt dat in de praktijk vaak anders te zijn. Ze denken bovendien veelal dat het gedrag van hun puber volledig wordt bepaald door peers (o.a. vrienden), terwijl zij wel degelijk ook zelf invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kinderen (van der Vorst, 2006). De beschikbaarheid van alcohol in huis en het stellen van regels zijn geschikte instrumenten om alcoholgebruik tegen te gaan. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van ouders die geen duidelijke regels hebben afgesproken en geen leeftijdsgrens hebben gesteld voor het drinken van alcohol al op jongere leeftijd beginnen met drinken. Ze drinken bovendien vaker dan jongeren waarvan de ouders wel een leeftijdsgrens hebben gesteld. Naast het stellen van regels zijn andere beschermende factoren: een goede band tussen ouder en kind en een autoritatieve opvoedstijl. Een slechte ouder-kind relatie en psychische problematiek of middelengebruik van de ouders zijn risicofactoren. Adviezen met betrekking tot alcoholopvoeding zullen in samenwerking met de eerder genoemde VO-scholen aan ouders worden aangeboden. Uitgaansopvoeding Ook door regels te stellen die niet expliciet gaan over alcoholgebruik, kunnen ouders invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Dan gaat het vooral over afspraken omtrent uitgaan, zoals staptijden, hoe vaak per week ze uit mogen. Uitgaansopvoeding is nodig zodat ouders zich meer bewust zijn van de rol die ze kunnen spelen om de schade van middelengebruik tijdens het uitgaan te voorkomen of te beperken. Via diverse relevante kanalen (GGD, verslavingszorginstelling, Centra voor Jeugd en Gezin, lokale media, ouderavonden op scholen en in sportverenigingen) worden ouders voorgelicht over een adequate opvoedstijl en worden zij gewezen op ondersteunende websites als www.hoepakjijdataan.nl en www.uwkindenalcohol.nl. Ook via de niet-vrijwillige route kunnen ouders betrokken worden middels Halt-straffen die worden opgelegd aan jongeren die drinken in de openbare ruimte. Wat doen we al/ is er al gedaan? • Vanuit verslavingszorg worden voorlichtingsactiviteiten georganiseerd gericht op jongeren en hun ouders (voortgezet onderwijs). • De organisatie van een ouderavond over middelengebruik waaronder alcohol. • Op basis van concrete signalen (via bijv. scholen, ouders maatschappelijk werk) organiseert het CJG samen met partners voorlichting over het alcoholgebruik. 4.1.4 Publiekscommunicatie Goed alcoholbeleid is niet vanzelfsprekend populair onder burgers en ondernemers. Maar aan draagvlak voor beleid kan wel gewerkt worden. Zeker in het geval van nieuwe regels 16
zoals de 18-jaargrens voor alcoholverkoop is het verstandig in te zetten op draagvlak verhogende maatregelen. Het is bekend dat de kennis rondom alcohol en de gevolgen van alcoholmisbruik kan bijdragen aan meer draagvlak voor alcoholbeleid. Dit thema leent zich daarom goed voor een lokale campagne die als doel heeft om aan draagvlak te werken voor de handhavende en regelgevende activiteiten die de gemeente op dit vlak uitvoert. Zowel voor ondernemers/verenigingen als ouders en hun kinderen is het van belang tekst en uitleg te krijgen bij de normen die er in de samenleving zijn voor het gebruik en de verkoop van alcohol. Wat doen we al/ Wat is er al gedaan? • De communicatie over de gewijzigde DHW heeft grotendeels plaatsgevonden. De komende tijd is het met name van belang om de informatie op de website up to date te krijgen en te houden. De website moet het middel zijn waar alle informatie over de DHW gemakkelijk te vinden is. • Voor de publiekscommunicatie sluiten we aan bij de landelijke publiekscampagnes zoals Nix18.
4.2
Handhavingsactiviteiten
Met de gewijzigde Drank- en Horecawet (per 1 januari 2013) is de gemeente toezichthouder geworden voor de hele DHW. Handhaving van de wetgeving rond alcohol is dus een relatief nieuwe taak voor de gemeente. Zoals eerder aangegeven ligt de gemeentelijke prioriteit in dit plan, zowel als het gaat om preventie als om handhaving, bij de problemen rondom alcoholverstrekking aan minderjarigen èn het voorkomen van dronkenschap onder jongvolwassenen. Deze doelstellingen sluiten aan bij de volgende wettelijke bepalingen: Leeftijdsgrens 18 jaar • Artikel 20, (lid 1 en 4) van de Drank- en Horecawet. Oftewel het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en het duidelijk zichtbaar aangeven van de leeftijdgrens. • Artikel 20, lid 4 van de Drank- en Horecawet. Het verplicht aanduiden van de leeftijdsgrens. Dronkenschap/doorschenken • Artikel 20, lid 5 van de Drank- en Horecawet. Het verbod om personen in kennelijke staat van dronkenschap toe te laten in een horecazaak of op het terras. • Artikel 252 Wetboek van Strafrecht. Verbod om dronken personen te schenken. • Artikel 453 Wetboek van Strafrecht. Verbod om zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg te begeven. 4.2.1 Jaarlijkse Uitvoeringsprogramma Vergunningen, Toezicht en Handhaving. In het uitvoeringsprogramma Vergunningen, Toezicht en Handhaving, dat jaarlijks wordt opgesteld, zijn voor 2014 de volgende acties benoemd: . • Administratieve controles DHW worden tegelijk met de integrale controles milieu- en brandveilig gebruik uitgevoerd • Integrale horeca-actie. Voor 2014 wordt in samenspraak met de politie in het Oude Dorp en het Amstelplein gecontroleerd op leeftijdsgrenzen • Controle van ontheffingen op grond van artikel 35 van de DHW, met name bij evenementen. Voor 2015 en verder wordt er op basis van een analyse, de prioritering en beschikbare middelen gekeken of het noodzakelijk is andere acties te ondernemen. Dit wordt opgenomen in het uitvoeringsprogramma 2015. In 2015 zal meer bekend zijn over de samenwerking met de gemeenten Diemen, Ouder- Amstel en de Ronde venen (DUO). Dan zal ook onderzocht 17
worden op welke wijze Vergunningen, Toezicht en Handhaving samen kan werken op het gebied van de Drank- en Horecawet. 4.2.2 Bestuurlijke boete Voor drie soorten overtredingen is een bestuurlijke boete ingevoerd. Het betreft verkoop van alcohol zonder vergunning, verkoop van alcohol aan minderjarigen en verkoop van alcohol in bemande benzinepompen. De reden dat het college gekozen heeft om voor deze overtredingen een bestuurlijke boete op te leggen is omdat de doelstelling van de DHW verband houdt met de volksgezondheid. Overtredingen van voornoemde bepaling zijn onomkeerbaar en houden direct verband met de volksgezondheid. 4.2.3 Leeftijdsgrenzencontroles Het uitvoeren van leeftijdsgrenzencontroles is een belangrijk instrument in de aanpak van alcoholgebruik onder jongeren. In 2014 zullen we op basis van de hotspots die uit de risicoanalyse komen (zie verder 4.4) bepalen hoe we de leeftijdsgrenzencontroles gaan uitvoeren. Er zijn een aantal mogelijkheden die we zullen onderzoeken: • De inzet van mysterieshoppers om onderzoek te doen naar het al dan niet verstrekken van alcoholhoudende drank aan minderjarige en de mate waarin wordt gevraagd naar een ID. • Voorbeelden uit andere gemeenten. Recent kwam er bijvoorbeeld in het nieuws dat in de gemeente Hoorn de supermarkten elkaar controleren op leeftijdsgrenzen. Minderjarige verkopers van de ene supermarkt gaan dan proberen alcohol te kopen bij een andere supermarkt. Dit principe komt overeen met de inzet van mysterieshoppers, maar kost minder/geen geld. Daarnaast worden supermarkten op deze manier betrokken bij de naleving, wat wellicht een positieve bijdrage kan leveren aan de naleving. Uitkomsten van de integrale horeca-acties zijn ook input voor het plan van aanpak voor de leeftijdgrenzencontroles. Het voorstel is om de bedrijven die de wetgeving goed naleven, in positief daglicht te zetten. 4.2.4 Evenementen Jaarlijks worden diverse evenementen in Uithoorn georganiseerd. Wanneer horecaondernemers alcohol wensen te verstrekken vanaf een andere locatie dan hun horecagelegenheid dienen zij hiervoor te beschikken over een ontheffing van artikel 35 van de Drank- en Horecawet. In de voorwaarden die aan de ontheffing worden verbonden, wordt ter bevordering van de naleving van de wet en derhalve ter voorkoming van alcoholmisbruik onder meer bepaald dat aan de bezoekers op een duidelijke en zichtbare wijze moet worden aangegeven dat aan personen beneden de leeftijd van 18 jaar geen alcoholhoudende dranken wordt verstrekt. Daarnaast wordt de voorwaarde verbonden dat er voor de bezoekers steeds alcoholvrije drank aanwezig dient te zijn. De aangewezen BOA’s zijn bevoegd om toe te zien op de naleving van de ontheffingen. Ter voorkoming van overmatig alcoholgebruik vanwege meegenomen drank, wordt bij de evenementen Goud van Oud en Tropical Night sinds een aantal jaar een alcoholverbod ingesteld.1 Zowel de politie als de aangewezen BOA’s zijn bevoegd om op te treden tegen een overtreding van dit verbod. 4.2.5 Specialistisch jongerenwerk in het kader van jeugdveiligheid Op gebied van jeugdveiligheid wordt door de specialistisch jongerenwerkers de jongeren aangesproken op hun gedrag. Zowel groepen als individuen die overlast veroorzaken worden aangepakt. Hierbij worden grenzen gesteld en tegelijkertijd wordt dit als aanleiding gebruikt om jongeren te bereiken en met hen te werken aan een duurzame gedragsverandering op verschillende leefgebieden, zoals ook het gebruik van alcohol en drugs. Onderdeel van hun opdracht is het contact met de bewoners en ondernemers op te 1
Voor zover op dit moment bekend is, gaat het evenement Goud van Oud in 2014 niet door.
18
zoeken en hen te verbinden met de jeugd van Uithoorn teneinde onderlinge beeldvorming positief te beïnvloeden 4.2.6 Handhaving alcoholverbod voor het tegengaan overlast door alcoholgebruik Naast de aanpak door het specialistische jongerenwerk heeft de gemeente begin 2014 afspraken gemaakt met de politie voor het in werkingstellen en handhaven van het alcoholverbod. Het handhaven van het alcoholverbod heeft als doel om overlast, dat door gebruik van of te relateren is aan alcohol (zoals gebruik van alcohol in combinatie met geluidsoverlast, rommel, vernieling, openbare dronkenschap, geweld en (verbale) agressie, etc.), tegen te gaan. De plaatsen die zijn aangewezen zijn de plekken waar de meeste overlast wordt ervaren en de consequenties het grootst zijn (denk onder meer aan speelplaatsen en schoolpleinen). Voordat door de politie wordt geverbaliseerd krijgt de overlastgever een folder met daarin de consequenties en de aangewezen gebieden van het verbod. De overlastgever wordt geregistreerd en wordt bij een tweede keer geverbaliseerd. Hiermee dient het verbod ook een preventieve werking te hebben. Na 2014 wordt de inzet van deze aanpak geëvalueerd.
4.3
Vroegsignalering en doorverwijzen
Door het inzetten van preventie maatregelen en handhaving wordt er geprobeerd alcohol gebruik onder de 18 jaar, en het overmatige alcoholgebruik boven de 18 jaar te voorkomen. Wanneer er toch sprake is van (dreigende) alcoholmisbruik, dan is het belangrijk om dit vroegtijdig te signaleren. Een belangrijk onderdeel van preventie is dan ook het maken van afspraken rondom vroegsignalering. Alle instanties en individuen die in staat zijn alcoholmisbruik te signaleren, moeten iets met een melding kunnen doen. Dit is erg breed; van scholen tot horecaondernemers. Het is van belang dat er een snelle doorverwijzing kan plaatsvinden naar de eerstelijnszorg. Wat doen we al/ is er al gedaan? • Afspraken over vroegsignalering. Een van de acties uit het gezondheidsbeleid is het maken van afspraken m.b.t. signaleren middelengebruik onder jongeren en volwassenen en snel doorverwijzen met o.a. eerstelijnszorg, CJG, (school)maatschappelijk werk, scholen en verslavingszorg (de Brijder). • Inzet van jeugd- en jongerenwerk. In 2014 zetten we jeugd- en jongerenwerk in van Tympaan-De Baat. Indien zij signaleren dat er problemen zijn, spreken zij de jongeren aan en bieden hulp bij lichte hulpvragen of verwijzen door naar andere partners. Bij meervoudige of complexe problemen wordt opgeschaald naar het CJG of sociaal team. Het jongerenwerk heeft ook de mogelijkheid om preventieprogramma’s in te zetten die aansluiten bij het leefritme en de behoefte van de doelgroep. • Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan. Een concreet voorbeeld van een middel dat kan bijdragen aan vroegsignalering is de projectgroep MOD (Minder Overlast Dorpscentrum). Dit betreft een projectgroep dat in het kader van Veilig Uitgaan, een speerpunt van het IVB, is opgericht. In het uitgaansgebied brengt het gebruik van alcohol negatieve situaties met zich mee. Zoals overlast, vernielingen, geweld, etc. Het IVB stelt als doel om de veiligheid in het uitgaansgebied te borgen door effectieve samenwerking van verschillende publieke en private partners. Deze projectgroep bestaat uit horecaondernemers, politie, bewoners en de gemeente. Hoewel deze groep tot doel heeft een veiliger uitgaansgebied te creëren , kan er in deze groep wel degelijk aandacht worden besteed aan alcoholmisbruik onder jongeren. Het zijn immers de ondernemers die jongeren tegenkomen in hun horecagelegenheid. Daarmee hebben zij het beste zicht op de problemen die samengaan met alcoholmisbruik. Als deze knelpunten vroegtijdig bij de gemeente binnenkomen, kunnen de preventie-activiteiten op een specifieke doelgroep worden gericht. Het MOD werkt naar een Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan. Deze overlegstructuur borgt de samenwerking tussen horecaondernemers, politie, gemeente en andere betrokkenen. 19
4.4
Risicoanalyse en interventiestrategie
Dit hoofdstuk geeft samen met hoofdstuk 3 weer wat in onze gemeente de beleidsmatige kaders zijn als het gaat om alcoholgebruik en wat er op het gebied van de preventie en handhaving al gedaan wordt. Het uitvoeren van een risicoanalyse en het bepalen van een interventiestrategie kan ons helpen om onze aanpak verder aan te scherpen en het effect van onze aanpak te meten. 4.4.1 Risico’s in beeld brengen Een risicoanalyse geeft inzicht in de concrete kenmerken van de locaties waar jongeren drinken en waar hun alcoholgebruik voor problemen zorgt. Op basis van een risicoanalyse kan de gemeente haar interventies, middelen en capaciteit gericht inzetten op plaatsen waar de grootste gezondheids- en/of veiligheidswinst te behalen is. Op het moment van opstellen van dit PenH-plan hebben we nog geen beschikking over een volledige risicoanalyse als het gaat om het alcoholgebruik. Wanneer we deze analyse wel hebben kunnen we de geformuleerde doelstellingen aanscherpen en indien nodig kan de focus van onze inzet verlegd worden. In overleg met de betrokken gemeentelijke afdelingen en onze partners in de aanpak van alcoholgebruik is het van belang om in 2014 of uiterlijk begin 2015 een risicoanalyse uit te voeren. Er zijn verschillende methodieken en bronnen op basis waarvan risico’s in kaart gebracht kunnen worden: • Mystery-shop onderzoek: geeft gemeenten en regio’s een betrouwbaar inzicht in de mate waarin verkopers zich houden aan de wettelijke leeftijdsgrens voor alcohol. Het beperken van de beschikbaarheid van alcohol voor minderjarigen is één van de belangrijkste pijlers om alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. Mystery-shopping onderzoek is één van de meest concrete mogelijkheden om de beschikbaarheid van alcohol voor minderjarigen te meten. De resultaten van mystery-shop onderzoek geven duidelijk weer hoe het gesteld is met de naleving van de leeftijdsgrens door alcoholverstrekkers binnen de gemeente. Een mystery-shop onderzoek inventariseert ook de hotspots (alcoholverstrekkers waar jongeren alcohol proberen te kopen) in de gemeente. Op basis van de onderzoeksresultaten en de gemeentelijke situatie kunnen aanbevelingen worden gedaan om het nalevingsniveau te verhogen of (indien al hoog) te handhaven. Meer info: http://www.stap.nl/nl/gemeenten/mystery-shop-onderzoek.html
•
•
Gegevens van informanten verzamelen. Om een praktijkgerichte risicoanalyse uit te kunnen voeren is het belangrijk om partners (politie, jongerenwerk, verslavingszorg, BOA’s, scholen) te bevragen over wat zij als belangrijkste risico’s zien als het gaat om alcoholgebruik onder jongeren. Informatie uit onderzoek: de vierjaarlijkse GGD-monitor, de veiligheidsanalyse uit IVB, een jongerenonderzoek bevat informatie over het alcoholgebruik onder jongeren en de risico’s op basis waarvan in combinatie met informatie uit bovenstaande bronnen een compleet beeld worden gegeven van de risico’s met betrekking tot alcoholgebruik onder jongeren.
4.4.2 Interventiestrategie bepalen De risicoanalyse geeft ons inzicht in welke mate er op een specifieke pijler (educatie, regelgeving, handhaving) moet worden ingezet. De analyse geeft inzicht in waar, wanneer en hoe interventies kunnen worden ingezet. Een interventiestrategie kan ons helpen om te bepalen welke interventies er kunnen worden ingezet. Een interventiestrategie kan ons helpen om binnen de beschikbare financiële middelen en capaciteit prioritering te geven de interventies. De gemeente beschikt op dit moment nog niet over een interventiestrategie. Deze kan bepaald worden wanneer de risicoanalyse is voltooid.
20
Bronvermelding Babor e.a. (2010). Alcohol no ordinary commodity. Oxford: University press. Bieleman, B., Kruize, A. & Zimmerman, C. (2011). Monitor alcoholverstrekking jongeren 2011. Groningen: Intraval. Crews, F.T., Braun, C.J., Hoplight, B., Switzer, R.C. 3rd, & Knapp, D.J. (2000). Binge ethanol consumption causes differential brain damage in young adolescent rats compared with adult rats. Alcohol: clinical and experimental research, 24(11), 1712-1723. Dalen, W.E. van, Franken, F., de Greeff, J., Mulder, J., van Straten, P. & van der Wulp, N.Y. (2013). Het perspectief voor de Alcoholvrije School in Nederland. Utrecht: STAP Dijck, D. van, & Knibbe, R.A. (2005). De prevalentie van probleemdrinken in Nederland: Een algemeen bevolkingsonderzoek. Maastricht: Universiteit van Maastricht. Hibell, B., Guttormsson, U., Ahlström, S., Balakireva, O., Bjarnason, T., Kokkevi, A., & Kraus, L. (2012). The 2011 ESPAD report: Substance use among students in 36 European countries. Stockholm: The Swedish Council for Information and Alcohol and Other Drugs (CAN). Holder, H. D. (1998). Alcohol and the Community: A Systems Approach to Prevention. Cambridge: Cambridge University Press. Meier , P. et al. (2008). The independent review of the effects of alcohol pricing and promotion. Summary of Evidence to Accompany Report on Phase 1: Systematic Reviews. School of Health and Related Research, University of Sheffield, UK. Reynolds, R.I. (2003). Building Confidence in Our Communities. London: London Drug Policy Forum. Roodbeen, R., Lie, K.J. & Schelleman-Offermans, K. (2014). Alcoholverkoop aan jongeren 2013. Nuchter, kenniscentrum leeftijdsgrenzen. Van der Vorst, H., Engels, R.C.M.E., Meeus, W., & Dekovic, M. (2006). Parental Attachment, Parental Control, and Early Development of Alcohol Use: A Longitudinal Study. Psychology of Addictive Behaviors , Vol. 20, No. 2, 107–116 Verdurmen, J., Monshouwer, K., Dorsselear, S. van, Lokman, S., Vermeulen-Smit, E., & Vollebergh, W. (2012). Jeugd en riskant gedrag 2011: Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut. Wagenaar, A.C., Toomey, T.L. & Erickson, D.J. (2005). Complying With the Minimum Drinking Age: Effects of Enforcement and Training interventions. Alcoholism: Clinical and Experimental Research, 29, 2, 255-262
21