KERKBLAD HERSTELD NEDERLANDSE HERVORMDE KERK URK 2e jaargang nr. 1
“Zie, Ik heb u in de beide handpalmen gegraveerd; uw muren zijn steeds voor Mij”. Jesaja 49 vers 16
Locatie : PNIËLKERK
1
Hersteld Nederlands Hervormde Kerk Postadres
: Zuiderhoofd 4, 8321 LB Urk
Kerkgebouw
: Chr. Geref. Pniëlkerk : Vlaak 10 8321 RV Urk : W. de Boer Fitis 42, tel. 688170
Koster
Kerkenraad Predikant Scriba
: Vacant : J. Visser
Consulent
: Ds. P. den Ouden
Zuiderhoofd 4 tel. 684092
Cassettebandjes en/of : W. de Boer, Fitis 42 C.D.’s kerkdiensten
tel. 688170
Kerkbode Redactie
tel. 684092 tel. 683553 tel. 684909 tel. 684092
Kerkvoogdij:
: J. Visser, : W. Kramer, : J. Pruiksma, : J. Visser
Zuiderhoofd 4, Lijkant 18, De Noord 39, Zuiderhoofd 4,
Bank: Rabo Urk nr. 31.20.18.991 t.n.v. Stichting Vermogensbeheer NHGHV Urk inzake Kerkvoogdij Diaconie:
H. Bakker, Geul 7 tel. 684708 P. Post, Zeeasterstraat 8 tel. 203445 Bank: Rabo Urk nr. 31.20.19.262 t.n.v. Stichting Vermogensbeheer NHGHV Urk inzake Diaconie Financiën : Stichting Vermogens beheer NHGHV te Urk Bank relatie : Rabo bank Urk nummer 39.66.06.520. Voorzitter : J. Veldhuizen Secretaris : T. Verheij 2
2e jaargang nr. 1
28 januari 2005
kst es e T ann h Jo
16 s r e 3v
Meditatie “En zij zongen”. Openbaring 15 vers 3a. De avond valt over de wereld. De lichten worden gedoofd. God komt ten oordeel. Maar in het oordeel haalt Hij Zijn volk thuis. We lezen daarvan in het laatste Bijbelboek. Vooral dit hoofdstuk en ook het voorgaande hoofdstuk is daarvan een bewijs. Onder sprekende beelden wordt het getekend. De oogst der aarde is rijp. De schuren gaan open. En het rijpe koren gaat naar de hemelse korenschuur. Er wordt in dit hoofdstuk gezegd wat aldaar is. Een glazen zee. En rond de glazen zee zijn zangers. 3
Kostelijk is dat gezicht! Een glazen zee, een doorzichtige zee. Hier op aarde is het soms zo ondoorzichtig. Vele raadsels zijn er. Knopen, die niet ontbonden kunnen worden. Maar aldaar is geen nacht daar zijn de raadsels opgelost. Daar is de glazen zee. Daar wordt dan ook gezongen. Hier op aarde wordt veel geklaagd. Maar daar, daar wordt gezongen. Wat ze zingen wordt ook vermeld. Het lied van Mozes en het lied van het Lam. Menigeen kent maar één gezang, de één zingt alleen van Mozes en de ander zingt zo hooggestemd van het Lam. Als men van Mozes zingt, dan hoort ge hoe men het meent met een wettisch leven God te kunnen bevredigen. Men is strak en wat dat betreft kan men niet ernstig genoeg zijn. Als men maar niet meent, dat dit de sleutel is, die past op de hemelpoort. Weer anderen zingen alleen van Jezus als het Lam dat geslacht is. Het is altijd blijdschap en vreugde. Nooit hoort ge een klacht. Ge kent ze wel uit uw omgeving. Misschien zijt ge het zelf wel. Weet dit wel, dat boven aan de glazen zee niet alleen van het Lam en niet alleen van Mozes gezongen wordt. Het is aldaar het gezang van Mozes en het gezang van het Lam. Zoals het dus hier op aarde geleerd wordt, zo wordt het boven voluit gezongen. Nee dan valt het niet mee om op de leerschool van Mozes gebracht te worden. Als de bittere klacht gehoord wordt van zonde en schuld. Hoe bitter is het als dan gehoord wordt: Vervloekt, vervloekt! Maar hoe zalig ook als de Heere de leerschool van het Lam opent. Zalig om met de discipelen heen te gaan om te zien waar Hij woont. Om er eens een dag te mogen blijven. En als dat dan hier zo zalig is, hoe moet het dan daar zijn. Om niet meer te klagen, nooit meer te zuchten, maar om eeuwig te zingen van Gods goedertierenheen. Kent ge er reeds iets van mijn lezer of lezeres? Dat ge er dan dit nog zo prille jaar, dat nog maar zo pas begonnen is, iets van mocht leren. Want het zal hier geleerd moeten worden. Wie het hier niet leert, kan het daar niet leren. Maar die hier onderwezen is, die zal éénmaal verhoogd worden. Verhoogd tot het allerheerlijkste onderwijs. Het wordt donker, donker in de wereld en donker in de kerk. Maar ten tijde van het duister zal het geschieden dat de Heere het licht zal maken. Een licht zo groot zo schoon, Gedaald van ‘s hemels troon, Straalt volk bij volk in d’ogen; Terwijl ‘t het blind gezicht Van ‘t heidendom verlicht, En Isrel zal verhogen. 4
Kerkdiensten Zondag, 30 jan.
11.30 uur 19.00 uur Zondag, 06 feb. 11.30 en 19.00 uur Woensdag, 09 feb. 11.300 en 19.00 uur Zondag, Zondag, Zondag, Zondag, Zondag,
13 feb.11.30 en 19.00 uur 20 feb.11.30 uur 20 feb.19.00 uur 27 feb. 11.30 uur 27 feb. 19.00 uur
Ds. W.J. Teunissen, Kand. Joh. Fekkes, Ds. IJ.R. Bijl, Ds. K.J. Kaptein, Biddag Kand. H. Lassche, Kand.C.M. Klok, Kand. J.K. Abbink, Dienst des Woords Ds. C.M. Buijs,
Melissant Nijkerk Moordrecht Sprang-Capelle Staphorst Katwijk Vriezenveen Nieuwleusen
Pastoralia Avondmaalszondag Op zondag 2 januari j.l. mochten wij door Gods goedheid voor de eerste maal in de nieuwe situatie een avondmaalszondag meemaken. Avondmaalszondagen zijn toch altijd weer bijzondere zondagen. Naast de verkondiging van het Woord zijn daar immers de tekenen van brood en wijn. Tekenen die wijzen op de gemeenschap des lichaams en des bloeds van Christus. Het Avondmaal dat door de Heere ingezet is opdat wij zulks doen zouden tot Zijn gedachtenis. De Heere weet ervan hoe wij deze avondmaalszondag hebben beleefd. Hij weet af van geestelijke worstelingen; Hij kent de heilige schroom van sommigen om aan de tafel plaats te nemen. Hij kent de gesteldheid van de harten. Voor Hem is niets verborgen. 5
Moge er dan een vluchten zijn tot Hem in het geloof. “Die overwint, Ik zal hem geven te eten van de boom des levens, die in het midden van het paradijs Gods is.” In de nabetrachting mocht Ds.Pieters ons wijzen op de verdrukking die mogelijk aanstaande is. “Vrees geen der dingen, die gij lijden zult.” Gevangenschap, haat, martelaarsdood. “Zijt getrouw tot den dood en Ik zal u geven de kroon des levens.” Aangrijpende zaken, wie kan dan staande blijven? De Heere ontferme Zich over allen die Hem vrezen. Bediening Heilige Doop Op zondag 23 januari werd het teken en zegel van Gods Verbond bevestigd aan de voorhoofden van:
Eltje Elisa ten Napel,
dochter van Pieter ten Napel en Jacobje ten Napel – Guyt, en van:
Pietertje Elisabet Post,
dochter van Lubbert Post en Aaltje Post- Hak. In deze dienst ging voor Ds.W.Pieters van Garderen en de tekst van de prediking was Psalm 25 de verzen 12 en 13. Beide ouders wensen wij Gods Zegen toe bij de opvoeding van hun kinderen en in de onderwijzing in de voorzeide leer. Gedenken Wij denken op deze plaats aan alleenstaanden (op wat voor wijze dan ook), weduwen, weduwnaren, wezen en allen die een kind moesten verliezen. Wat een stil verdriet kan er zijn. Mag er dan toch bij alle vragen en waaroms van dit leven de stille geloofsovertuiging zijn, dat God Zich nooit vergist en dat Hij weet wat goed is voor Zijn kinderen. Ook de psychisch zieken in onze gemeente en we denken dan aan Mevr. Boon en Mevr.Kaptijn willen wij Gods nabijheid toebidden. We hopen op herstel van geestelijke krachten en het vinden van rust in de geest. De ouderen in de Talma, mevr.Loosman en mevr.Kaptijn, wensen wij in de avond van het leven toe de woorden van Psalm 92 vers 14 en15: ”Die in het huis des 6
Heeren geplant zijn, dien zal gegeven worden te groeien in de voorhoven onzes Gods. In den grijzen ouderdom zullen zij nog vruchten dragen; zij zullen vet en groen zijn.” De zieken, mevr.van de Berg, mevr.Gnodde, dhr.L.Hakvoort, dhr.W.Pasterkamp, mevr.Hakvoort (wijk 7-108), dhr.L.Snoek en het echtpaar Post (Topshoofd 39) willen wij bemoedigen. Laat er vertrouwen zijn op Gods genade. “De Heere zal hem of haar ondersteunen op het ziekbed; in zijn krankheid verandert Gij zijn ganse leger.” Ps.41 vers 4
CENSURA MORUM WORDT VOORBEREIDING Het is vrijdagavond 24 december. Als ouderlingen, die aangewezen zijn als tafelwachten bij de Viering van het Heilig Avondmaal, zitten wij in de Pniëlkerk te wachten in de keuken bij koster Willem de Boer. Eigenlijk verwachten wij niemand op Censura Morum. Wij praten wat met de koster over de opgegeven psalmen voor de dienst op Eerste Kerstdag. De tekst voor de prediking is genomen uit Openbaringen 12. Wij vragen ons af: Wat heeft dat met het kerstevangelie te maken? We lazen dit hoofdstuk en bij vers 5 gekomen zijnde werd het ons duidelijk: in deze tekst staat het hele kerstevangelie beschreven. Het was inmiddels kwart voor acht geworden en we liepen met de koster naar voren om de aangegeven psalmen op het bord te vermelden. Automatisch kijk je dan in de consistorie en toen was het even schrikken, want daar zat iemand; hij zat er al een tijdje en vroeg ons of hij alleen was. In verwondering gingen wij zitten en vroegen hem: “Vertel maar waar je voor komt.” Het was even stil, maar toen vroeg ons gemeentelid het volgende: “Wat is nu precies Censura Morum”. Wij legden hem uit, dat Censura Morum bedoeld is om eventuele beletsels en/of onenigheden, die er zijn bij of tussen gemeenteleden, kenbaar te maken en dan vervolgens proberen deze weg te nemen. Er viel daarna weer een stilte. Na enige tijd antwoordde deze broeder: “DAN BEN IK HIER VERKEERD!!!” Maar hierop doorvragend werd het ons uiteindelijk duidelijk waarom deze broeder was gekomen: Hij kwam niet omdat er problemen waren, maar hij kwam om VOORBEREIDING te houden. Hij had verwacht, dat er meerderen zouden zijn 7
gekomen om samen voorbereiding te houden op de viering van het Heilig Avondmaal en het gedenken van de Dood des Heeren. Er ging toen wat door ons heen. Wat een genade zou het zijn om samen voorbereiding te houden inplaats van Censura Morum. Dit hebben wij toen gedaan op deze vrijdagavond met zijn drieëen. We hebben gesproken over de geboorte van de Heere Jezus Christus, maar ook over Zijn Kruisdood voor ons, arme verloren zondaren. Deze broeder wist waar hij zijn moest, n.l. aan de voet van het kruis. “Mijn genade is U genoeg!” Hij kwam bij ons, als ouderlingen die zaten te wachten op mensen, die geen Avondmaal konden vieren vanwege beletselen. Hij kwam bij ons om voorbereiding te houden. Wat een voorbereiding hebben wij mogen smaken met deze broeder. We hebben samen gesproken over de betekenis van het Heilig Avondmaal. We hebben samen gelezen uit Gods Heilig Woord en wel uit Hebr.6, waar gesproken wordt over de hoop als het anker der ziel, hetwelk zeker en vast is en ingaat in het binnenste van het voorhangsel. En dit alles omdat de Voorloper voor ons is ingegaan, namelijk Jezus, naar de ordening van Melchizédek, een Hogepriester geworden zijnde in der eeuwigheid. Wat een rijkdom laat Hij, Die alles bestuurt, weer aan ons zien. Waar twee of drie in Mijn Naam vergadert zijn, daar zal Ik in het midden zijn. Wij mochten elkaar in alle vrijmoedigheid opdragen aan de troon der genade, vragend om vergeving van al onze zonden en smekend om samen de dood des Heeren te mogen gedenken totdat Hij komt om Zijn Kerk te verlossen en het Hemels Avondmaal te mogen genieten. Laten wij aan wat hier gebeurde een voorbeeld nemen en hopen dat door de genade van onze Heere Jezus Christus het Censura Morum mag veranderen in een waardige voorbereiding. SAMEN!!!! De genade van onze Heere Jezus Christus zij met ons allen.
Ouderling Kramer 8
Koning manasse vervolg Het is niet geoorloofd naar de wet onschuldig bloed te vergieten, maar er zijn toch mensen die, wat vervolging betreft, zo ver mogelijk gaan. Men kan zich nauwelijks voorstellen op welke verschillende wijzen men bijvoorbeeld een gelovige vrouw kan vervolgen of hoe onchristelijke ouders hun kinderen kunnen tergen en bedroeven. De apostel spreekt ook van beproevingen door bespotting en dat kan wreed zijn en zwaar genoeg vallen. We hebben wel mensen gekend, die hun broers en zusters en zelfs kinderen zulke bittere verwijten en scheldwoorden naar het hoofd wierpen, dat zij hen het leven verbitterden en tot een zware last maakten. Dat is een belediging tegen God. U kunt een man niet meer tot toorn verwekken dan door zijn kinderen te mishandelen. Raak zijn kinderen aan en u zult zien, dat hij driftig wordt; zo ook zal hij, die Gods kinderen beledigt, bespot en bedroeft eenmaal ondervinden, dat de Heere Zijn uitverkorenen wreken zal, hoewel Hij het lang heeft verdragen. Nog één trek om deze donkere schets te voltooien en wel deze, die wij in het tiende vers lezen van 2 Kronieken 33: “De Heere sprak wel tot Manasse en tot zijn volk; maar zij merkten daar niet op.” Manasse weigerde dus naar de waarschuwing te luisteren. Hem werd niet toegestaan te zondigen zonder dat hij bestraft werd. God beproefde hem te beteugelen en de toom in de mond te leggen, maar het baatte niet want dit woeste paard nam het gebit tussen de tanden en rende blind voort in volslagen dolheid. Hij kon of wilde niet buigen voor de tedere waarschuwing van de Allerhoogste. Dit maakte de zonde nog groter, want hij die vaak bestraft is en nochtans zijn nek verhardt, zal gauw verbroken worden zodat er geen genezen aan is. Als iemand geen bestraffing gehad heeft, zal zijn overtreding minder zwaar zijn naar alle waarschijnlijkheid, dan wanneer hij niet heeft willen luisteren naar de waarschuwingen uit de mond van God. Zo was Manasse - men mag wel haast zeggen de grootste der zondaren. Ik ben er van overtuigd, dat onder degenen die dit lezen er geen groter zondaar is dan hij was, ik zou eigenlijk wel mogen zeggen: er leefde nooit een erger zondaar; hij heeft een slecht getuigenis onder de beminnaars van het kwade. En toch werd hij gered door de goddelijke genade. O, u die deze woorden hoort of leest, twijfel toch nooit aan de mogelijkheid dat 9
ook u vergeving geschonken zou kunnen worden. Als zo’n ellendeling als Manasse tot berouw gebracht werd, dan hoeft toch niemand te wanhopen. Luister dan nu naar wat de genade des Heeren deed voor Manasse, die wij nu beschouwen zullen als een merkwaardige bekeerling. Zijn bekering begon of liever werd gewerkt door beproevingen. De koning van Assyrië trok tegen hem op en hij was niet in staat de aanslag af te slaan. Sanherib, een vroegere koning van Assyrië; hij was in de tijd van koning Hiskia het land binnen gevallen en de Heere had Zijn volk verlost, maar er was geen God om Manasse te verlossen. En zo bezetten de legers van Assyrië het gehele land en moest de koninklijke afgodendienaar ondervinden, dat zijn afgoden hem in de steek lieten. Uit vrees dat hij in Jeruzalem gevangen genomen zou worden, vluchtte hij en verborg zich onder de doornen; maar hij werd algauw gevonden en met ketenen beladen naar Babel weggevoerd. Het schijnt, dat hij hard behandeld werd door de koning, waarschijnlijk Esarhaddon, koning van het verenigde Assyrië en Babylon, want van hem wordt verteld, dat hij met haken gevangen werd zoals men dat grote vissen doet en dat hij vastgebonden was aan een ring, zoals men wel door de neusgaten van wilde dieren doet. Ook wordt ons meegedeeld, dat hij gebonden was met een dubbele keten van koper toen hij naar Babel vervoerd werd. De Assyriërs waren bekend als een woest volk en daar Manasse hun toorn had opgewekt, moest hij al de vernedering, minachting en wreedheid ondergaan, die hun woede kon uitdenken. Manasse was nu de slaaf van een heidens volk; hij, die veel bloed had vergoten, verkeerde nu in de angst dat zijn eigen bloed vergoten zou worden; hij, die de Heere had beledigd, moest nu zelf voortdurend beledigingen ondergaan. Met de maat, waarmee hij had gemeten, werd hij nu zelf gemeten. Hij was de verloren zoon in een verafgelegen land. Toen hij daar zo in ketens geklonken in de gevangenis zat, ging het zwaard door zijn ziel en werden zijn gedachten ontroerd. Wat baatte het hem nu of hij al om hulp riep tot Baäl of Astaroth? De sterren, die een flauw schijnsel wierpen door de ijzeren tralies van zijn kerker, bestraften hem over zijn dwaze verering en de zon en de maan deden hem verwijten. Tovenarij noch guichelarij konden hem bevrijden, evenmin als de tovenaars en waarzeggers met hun kunsten. Daar ligt hij neder en vreest dat hij daar zal blijven liggen tot aan zijn dood om te verrotten; maar toen hij zo tot het uiterste was gebracht, zocht de Eindeloze Barmhartigheid hem op en zijn ziel vindt in haar benauwdheid lucht in het gebed. Hij bad tot de God zijner vaderen. (wordt vervolgd) 10
ZONDAGSCHOOLWERK De zondagsschoolleiding van uit de Pniëlkerk is nog op zoek naar een zondagschoolmeester of -juffrouw van uit de H.N.H.K. Is het ook uw verlangen om Het Woord van GOD uit te dragen onder de grote kinderscharen? Is het ook uw verlangen om de ontvangen liefde door te geven aan uw naasten? Is het ook uw verlangen om voor HEM (de HEERE ) te mogen werken in genade en liefde? Is het ook uw verlangen om tot de HEERE te mogen komen, Die gezegd heeft: “En verhindert hen niet tot Mij te komen; want derzulken is het koninkrijk der hemelen.” (Matt:19-14b) Is het ook uw verlangen en begeerte al geworden om ons te versterken in het evangelisatiewerk? U bent dan van harte uitgenodigd om een paar keer op proef mee te draaien om te zien hoe het werkt in en binnen de zondagschool. Of neem eens contact op met diaken P. Post tel. 253445
BARBEZOEK Op de zaterdagavond zijn we op zoek naar mannen of vrouwen die gezamenlijk 2 á 3x per jaar ( naar dat we ingedeeld zijn ) de jeugd op zoekt bij de barren of cafés gedurende drie kwartier of een uur. Om daar een gesprek te beginnen met hen.U moet niet denken, die zijn dan toch dronken en niet aan te spreken; dat heeft dus geen enkele zin. Die spreken we in eerste instantie niet aan. Die late tijden vermijden wij ook, om ze niet tot spotten te drijven. (Tijd 21.30 tot 22.30) Maar toch ons gezicht juist daar als kerk (in gemeenschap met) te laten zien. Te proberen toch nog goede gesprekken los te maken onder sommigen van hen die daar zijn. Is het als christen ook niet een liefdevolle taak om het evangelie naar onze naaste te brengen. Zij beginnen trouwens zelf al als eerste vaak over het WOORD van GOD. Zullen wij ze nou maar op die brede weg laten, het is wel de makkelijkste weg. Maar niet een christelijke weg: Leest u maar eens MATTHEUS 25 : 31 TOT 45 met als opschrift: Het oordeel Wilt u meer weten of u melden: Bel gerust: Telef.nr. diaken Post, 253445 11
Redactioneel ZONDAGSE EREDIENSTEN Er wordt wel eens gezegd, dat er zoveel nood is in onze gemeenten. Er is gebrek aan predikanten. Men hoopt en bidt dat het aantal kandidaten en predikanten mag groeien. De dominees en kandidaten moeten per zondag meerdere keren voorgaan; soms wel vier keer en een enkele keer vijf maal per zondag. Men zegt: Het zou zo fijn zijn om een eigen dominee te hebben. Het is allemaal waar. Maar blijkt het ook uit de opkomst op zondag bij de erediensten? Komen we tweemaal in de kerk om naar Gods Woord te horen? Natuurlijk, wij hebben te maken met ongebruikelijke tijden in de Urker situatie en we begrijpen best, dat er wel eens wettige verhinderingen zijn. Maar wat is nu het belangrijkste? Wij vragen ons af: Is het tijdstip nu werkelijk de reden of is er ten diepste geen of weinig belangstelling voor Gods Woord? Als dit het geval is, hoe komt dat dan toch? Er zijn denk ik twee oorzaken aan te wijzen. In de eerste plaats is daar het jachtige van het moderne leven. Iedereen is druk en niemand heeft tijd. Anders gezegd:overal is tijd voor, maar niet voor de eeuwigheid. Niet voor de nood van onze ziel. Niet voor de dienst des Heeren. In de bijbel staat: “Zoekt eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen (eten,drinken,kleding) zullen u toegeworpen worden.” Wij keren het helaas om! Er is echter nog iets en dan komen we bij de kern van het probleem. Is er wel behoefte? Als we iets graag willen, dan maken we daar toch tijd voor? Als er honger is naar Gods Woord, dan gaat het vanzelf. Dan hoeven we niet naar de kerk gedréven te worden. Dan is er iets dat trekt. Honger maakt trouwens alle bitter zoet. Wie hongert naar het Woord des Heeren krijgt wèl oren aan zijn hoofd, maar zal niet kieskeurig zijn. Het is hem een wonder dat hij nog in de kerk mág zitten. Hij is niet als de man, die voor de ene dominee zijn klompen niet aantrekt en voor de ander stad en land afreist om hem te kunnen horen. Ja maar, zegt u, ik hoef toch niet alles te slikken….? Dat hoeft ook niet! Maar 12
doe dan maar als de kippen die op het grindpad lopen. Ze laten de steentjes liggen, maar als ze ergens een graankorreltje zien liggen, dan pikken ze dat eruit. Kortom: Wie een predikant links of rechts laat liggen om wat steentjes, die is nog dommer dan de kippen. Want wees nou eens eerlijk: Het zou best kunnen zijn, dat die predikant zijn eigen tekort moet ervaren en daar zwaar onder gebukt gaat. Wat zou het echter een zegen zijn als er een biddend volk mag opgaan naar Gods Huis. Daar zijn die knechten doorgaans goed mee! En dan zal ook dat volk daarvan profiteren! Ik wil dan ook een hartelijke opwekking doen om de beide zondagse erediensten trouw te bezoeken. Als iemand leven aan zijn ziel gekregen heeft, dan moet dat leven ook gevoed en onderhouden worden. Misschien zegt u wel: “Maar ik mis dat leven der genade, ik ken die ware behoefte niet.” Dan hebt u des te meer reden om in de kerk te zijn! Dat is immers de plaats waar de Heere wil werken, uit vrije genade. Vraag er maar veel om. Wij hebben geen eigen kerk en geen eigen dominee. Toch hebben we een kerk waarin we elke zondag het Woord mogen horen uit de mond van een dienstknecht. Is het niet verwonderlijk, dat de Heere ons dit schenkt? Laten we al deze onverdiende gunstbewijzen dan toch niet verachten! BEROEPINGSWERK Op huisbezoek wordt vaak de vraag gesteld: Hoe staat het met het beroepingswerk! Wij collecteren al geruime tijd voor het stichten van een predikantsplaats, maar we horen niets! Welnu, om te mogen beroepen moet er door de classis worden bepaald of er sprake is van een predikantsplaats en moet de omvang hiervan worden bepaald. Verder dient er een verklaring te worden afgegeven door de landelijke commissie van Toezicht en Financiën, de zogenaamde solvabiliteitsverklaring. Tenslotte wordt dan door de classis Noord, waaronder wij vallen, toestemming gegeven om te mogen beroepen, de z.g. authorisatie. Wij zijn verheugd u hierbij mee te kunnen delen, dat bovengenoemde aanvragen positief zijn beoordeeld door de classis en door de commissie van Toezicht en Financiën. De schriftelijke verklaringen verwachten wij in de eerste helft van de maand Februari binnen te krijgen en het is de bedoeling om dan z.s.m. een 13
gemeente-avond te houden, waarop de gemeente mag stemmen over een te beroepen dominee. Deze gemeente-avond zal dan plaatsvinden Deo Volente op zaterdag 19 of zaterdag 26 februari a.s. Uiteraard onder voorwaarde, dat de vereiste “papieren” dan ook door ons zijn ontvangen. Wij houden u op de hoogte. Intussen vragen wij u het beroepingswerk in uw gebeden te willen gedenken. VRIJWILLIGE BIJDRAGE Wij zijn erg dankbaar, dat de gemeenteleden royaal geven voor de dienst des Heeren. Hieruit blijkt betrokkenheid en liefde voor onze gemeente. Er is echter veel nodig en dit vraagt offers. Er zijn in onze gemeente momenteel 106 pastorale eenheden, dat wil zeggen 106 verschillende huisadressen. Wellicht is het aan uw aandacht ontsnapt, maar om financieel rond te komen is het noodzakelijk, dat op zijn minst alle pastorale eenheden een vrijwillige bijdrage doen. Lang niet iedereen doet dit en daarom doen wij een klemmend beroep op u dit alsnog te willen regelen. Een vaste maandelijkse bijdrage heeft onze voorkeur en is in de praktijk ook het handigst. U heeft er verder geen omkijken naar. Het ligt in de bedoeling om in de maand Maart 2005 diegenen schriftelijk te benaderen, die alsdan nog steeds geen vrijwillige bijdrage hebben overgemaakt. Overigens benadrukken wij dat het een vrijwillige bijdrage is (wij kunnen u nergens toe verplichten) en dat u mag geven naar draagkracht (u bepaalt zelf de hoogte van het bedrag). Voor eventuele vragen kunt u zich richten tot het stichtingsbestuur, of desgewenst tot de kerkvoogdij.
Milddadigheid Godvrezende mensen behoren (zij het met voorzichtigheid) milddadige mensen te zijn.
Matthew Henry
14
Kerkelijke stand Geboren: 21 december 2004 te Sneek
Pietertje Elisabet Post
dochter van Lubbert Post en Aaltje Post – Hak
Boterbloemstraat 3, Urk
Bediening Heilige Doop: 23 januari 2005
Pietertje Elisabet Post Eltje Elisa ten Napel
Boterbloemstraat 3
Karel Doormanweg 32b, Tollebeek Ingekomen: Vanuit De Ark:
Aaltje Post- Hak , belijdend lid Boterbloemstraat 3
Vanuit Oud Geref.Gem.in Ned. te Oosterland: Theo Kaptein, dooplid Nieuwstraat 10 4307 AC Oosterland
15
van de zondagsschool Terugblik Zaterdag 25 december j.l. hebben we als zondagsschool het kerstfeest weer mogen vieren. Meester Post had de bijbelse vertelling en juf Bakker-Brouwer de vrije vertelling. Alle kinderen deden goed hun best in het opzeggen van hun teksten, het zingen van de versjes en natuurlijk in het bespelen van de muziekinstrumenten. Als leidinggevenden kijken we terug op een mooi kerstfeest en zijn we dankbaar voor de goede opkomst van beide gemeenten. Dat het alles tot eer van Zijn naam mag zijn! Nieuwe leidinggevenden Inmiddels is ons team versterkt met Lubbert Post. We zijn blij Lubbert, dat je je wilt inzetten voor dit prachtige maar ook verantwoordelijke werk. Veel sterkte en bovenal Gods zegen toegewenst! We hebben nu nog één vacature. Lijkt het je wat of wil je het eerst eens vrijblijvend proberen, aarzel niet maar kom gerust langs. Tot ziens! Vertellingen De komende vertellingen zullen gaan over Johannes de doper. Daarna zal er verteld worden over het leven, lijden, sterven en de opstanding (paasviering in de kerk) van Jezus. Na pasen komen er dan enkele gelijkenissen zoals ‘de verloren zoon’ en ‘de koninklijke bruiloft’. Te leren versjes voor de komende zondagen: Datum 4-6 jr 7-9 jr. 10-12 jr. 30 januari Ps 43:5 Ps 27:7 Ps 56:5 6 februari Ps 31:17a Ps 9:1 Ps 146:6 13 februari >>>>>> voorjaarsvakantie <<<<<<<<< 20 februari Ps 116:7a Ps 118:13 Ps 133:2 27 februari Ps 116:7 Ps 69:4a Ps 31:11 6 maart Ps 116:1a Ps 69:4 Ps 38:11 13 maart Ps 116:1 Ps 54:2a Ps 69:4 20 maart Ps 142:2 Ps 54:2 Ps 31:12 27 maart >>>>> Paasviering in de Bron <<<<< 16
Wij zouden het fijn vinden als u elke avond het te leren vers een keer doorneemt met uw kind. Ook hier geldt: ‘jong geleerd, oud gedaan’. De leiding van de zondagsschool groet u allen hartelijk!
C.P. Bakker (voorzitter)
Ik ben de Deur Johannes 10 vers 9 Velen komen in de stal van des Heeren tafel, niet door de Deur, maar door een andere deur; velen gaan in door hun kennis. Zij hebben de weg der zaligheid door Christus in hun hoofd. Zij kunnen de moeilijkste vragen beantwoorden. Zij hebben een gedaante van gezonde woorden, maar meer niet. Ach, dit is niet de deur. De bekering tot Christus is de enige ware deur. Velen gaan in door hun onberispelijk karakter. Velen zijn geacht als leden der gemeente door hun onberispelijkheid in de ogen van de mensen, alhoewel zij onbekeerd zijn in de ogen van God. U leeft niet in openbare zonden, en daarom meent u een goed recht te hebben om aan te zitten aan de tafel des Heeren. Helaas! u bent niets dan wolven in schaapsklederen. Christus is de Deur. Zo u niet bent ingegaan door Hem, door Zijn gehoorzaamheid en door Zijn bloed, zo bent u dieven en moordenaars. Het woord: ‘Vriend, hoe zijt gij hier ingekomen?’ is op een grote menigte van toepassing. Hoe bent u gekomen aan de tafel des Heeren tussen de schapen van Christus? Bent u ingekomen door waarachtige bekering en geloof in Christus? Of bent u langs een andere weg gekomen? Indien u ingekomen bent door uw kennis, door uw ernstig, zedig gelaat, door uw onberispelijk karakter, en niet door Christus, dan bent u een dief en moordenaar. Dan bent u in de stal binnengedrongen om te stelen. Dan zult u weldra uitgeworpen worden bij de leugenaars. O, onderzoek uzelf!
17
Verantwoording collectes t/m 23-01-2005 Hieronder een overzicht van de collecten bestemd voor de instandhouding van de erediensten, predikantsplaats en diakonie: eredienst predikant diakonie Zondag 5 december € 806,42 € 591,65 Zondag 12 december € 800,52 € 564,12 Zondag 19 december € 407,57 € 537,40 € 437,82 Eerste kerstdag € 299,00 € 397,66 Tweede kerstdag € 748,00 € 544,95 Dankdagcollecte € 7.612,36 (via collecte incl. € 1.000,00 van de kerstmarkt) € 625,00 via de bank. Nieuwjaarsdag € 256,40 € 266,00 Zondag 2 januari € 629,02 € 645,41 Zondag 9 januari € 456,80 € 577,10 Zondag 16 januari € 793,47 € 599,40 Zondag 23 januari € 432,56 € 628,46 € 396,63 Avondmaalscollecte Hulp Zuid-Oost Azië Catechisatiebus: Catechisatiebus: Catechisatiebus: Opbrengst cassetteverkoop: Opbrengst cassetteverkoop: Opbrengst kaartverkoop: Trouwdienst 15/12/2004:
€ 170,50 € 3550,00 (incl.verkoop Kaarsjes,CD,Gift) € 23,07 € 70,28 € 32,80 € 60,00 € 98,00 € 363,96 € 155,20
Verantwoording vrijwillige bijdragen: Hieronder een overzicht van de laatste maand van 2004. Vrijwillige bijdrage December € 1.352,00
18
Zaterdag 5 maart 2005 hoopt het bestuur van de stichting weer te vergaderen. Indien u vragen, suggesties of opmerkingen hebt dan horen wij dat graag van u. Elke maandagavond op de zitting van de kerkvoogdij zijn er veel gemeenteleden die eens een bezoek brengen. Misschien is het ook een keer iets voor u om hier datgene te vertellen wat u kwijt wilt. Ook is hier dan de gelegenheid om collectebonnen te kopen. Van het bestuur van de Stichting zal er altijd iemand aanwezig zijn van 19:30 tot 20:30. Met vriendelijke groet,
J. van Veldhuisen T. Verheij (voorzitter)
(secretaris)
Ik ben de Deur Johannes 10 vers 9 Christus is de Deur. Heel duidelijk valt hier de nadruk op de woorden: ‘Ik ben.’ Voor allen, tot wie het Evangelie komt, is er een korte tijd, dat de deur voor hen geopend is, dat het voorhangsel is weggeschoven, dat de toegang tot het heilige der heiligen, de toegang tot des Vaders liefde, voor hen is geopenbaard. Deze tijd is kort. Vergeleken met de lange eeuwigheid die zal volgen, is die tijd slechts een ogenblik, slechts een ademtocht. De weinige jaren, dat voor ieder zondaar de deur open is, zullen spoedig voorbij zijn gevlogen, en dan zal de deur voor eeuwig gesloten zijn. Een ieder van u zal in de eeuwigheid terugzien op die welaangename tijd, toen de deur voor u openstond. ‘ Ik ben de Deur.’ O, mijn broeders, al kon ik u ook beloven, dat de deur van het Evangelie nog honderd jaren voor u zou geopend zijn, toch zou u alleen dan wijs handelen, als u vandaag binnenging; of, als ik u spreken kon van vijftig, of twintig, of tien jaren, zou het ook slechts werkelijk wijs zijn, nú in te gaan.. Maar ik kan niets beloven; geen jaar, geen maand, geen dag. Alles wat ik zeggen kan is: Christus is nú de Deur. Heden is de weg van genade en eeuwige zaligheid voor u geopend. Morgen zal die Deur misschien voor eeuwig gesloten zijn.
19
STOF TOT NADENKEN WAT EEN VERSCHIL Na de dienst van een zendeling in India, kwam een islamiet bij hem en die zei: U moet toch toegeven dat wij, mohammedanen, iets hebben dat u als christenen mist. De zendeling zei: “wat dan” “Als wij naar Mekka gaan, onze heilige plaats, vinden we daar tenminste nog een kist. Maar als jullie christenen naar Jeruzalem gaan, vindt u daar niets meer dan een leeg graf.” De zendeling moest glimlachen en zei: dat is nu juist precies het verschil. Mohammed is dood en in zijn kist. Maar onze HEERE JEZUS CHRISTUS is uit Zijn graf opgestaan en alle macht in de hemel en op aarde is aan HEM gegeven. Hij leeft tot in alle eeuwigheid!!
DE SLAPENDE KONING We lazen eens een geschiedenis, in vroeger eeuwen gebeurd, toch wel waardig nog eens weer te geven. Een zeker koning begaf zich uit gewoonte met zijn gemalin naar de kerk. Een goede gewoonte uiteraard, maar toch meer niet. Al was er een getrouw prediker, de koning sloeg op zijn woord geen acht en had nog een gewoonte, minder goed uiteraard, namelijk meesttijds onder de preek te slapen. Zulks was ook ditmaal het geval Plotseling werd de koning echter wakker, wist eerst niet eens goed waar hij was, maar ving toen enkele woorden op, welke de dominee juist sprak. Hij schrok ervan en vroeg aan zijn gemalin wat de predikant precies gezegd had. Deze herhaalde de woorden, maar de koning sprak: “Het was anders, de prediker zei: de koning is verloren als hij zich niet bekeert”. Toen de koningin deze prediker later eens ontmoette en een persoonlijk gesprek met hem had, vertelde zij hem deze geschiedenis. Ook hoe onrustig de koning er door was geweest. Met ontroering merkte de godsgezant op: “Mevrouw, wat ik de koning terwijl hij wakker is niet mag zeggen, dat zegt de God des hemels hem Zelf in de slaap”. 20
Hoe beleef ik het boek OPENBARING. DE BOEKROL EN HET LAM . Lezen Openbaring 5 Het visioen dat Johannes te zien krijgt in Openbaring 5 vormt een geheel met wat er aan voorafgaat in Openbaring 4. Daar ziet Johannes de troon van God, de Koning der koningen zit op Zijn heerlijke troon, voor zich een plaveisel als een glazen zee, en rondom zich een hemelse troonwacht, en daaromheen de 24 tronen van de oudsten ( vertegenwoordigers van de kerk van het Oude en Nieuwe Testament ). Dit beeld straalt rust en zekerheid uit, het gaat om de overmacht van God, die geprezen wordt als de Heilige, de Almachtige, de Schepper; om Uw wil was het en werd het geschapen. In het boek Openbaring is dit troonvisioen het uitgangspunt van het hele vervolg van het boek, waarin beschreven gaat worden, wat na dezen geschieden moet, dit begin is van wezenlijk belang, er is een Koning, die regeert. Het onmiddellijke vervolg zal laten zien, hoe het kan dat Hij regeert. DE BOEKROL De Koning heeft een boekrol in Zijn rechterhand, die is beschreven van binnen en zelfs van buiten, zoals Johannes kan zien. Helemaal volgeschreven is die rol, er kan niets meer bij, en die rol is verzegeld met zeven zegels, hier zien we het getal zeven weer als het getal der volheid, die rol is zo goed verzegeld er kan dus ook niets meer afgedaan worden. Wat staat er in die boekrol ? we kunnen deze rol vergelijken met de troonrede die onze koningin voorleest op prinsjesdag gezeten op haar troon. Daarin staat het beleid van de regering voor de komende tijd. De Koning der koningen heeft Zijn beleid, Zijn maatregelen vastgelegd in deze volgeschreven rol, dat blijkt straks ook als die rol opengaat; daarin staan Zijn besluiten, waarin Hij heeft vastgelegd hoe Hij Zijn Koninkrijk op aarde zal doen komen. Dit beeld bevat een geweldige troost; God zelf heeft deze rol volgeschreven, daar kan gelukkig geen aardse of duivelse macht iets aan toevoegen of afdoen, zoals de Heere het heeft besloten, ligt het vast in Zijn hand.
21
WIE IS WAARDIG ? Let nu op er gaat wat gebeuren in de Hemel, een sterke Engel komt naar voren en gaat voor de troon staan, hij roept; wie is waardig de boekrol te openen en haar zegels te verbreken? Waarom roept hij zo hard; namelijk om door sterk geroep dit is hard geroep door iedereen in de gehele wereld gehoord te worden, zodat wij nooit kunnen zeggen we hebben het niet gehoord.Iedere zondag horen we deze roep, iedere dag klinkt het door het Bijbel lezen. De roep gaat steeds harder klinken maar dan: dan is het stil !! Niemand in de Hemel en niemand op de aarde kan de boekrol openen of haar inzien. Op dat moment barst Johannes uit in tranen. Hier staat en ik weende zeer. Waarom ? Namelijk omdat hij bang was, dat de belofte aan hem gedaan, niet zou geschieden en daar verlangde hij zo naar want de Heere zelf zei: kom hier en Ik zal u tonen wat haast moet geschieden , hij zag niemand die de rol kon openen. Dat is te begrijpen, als duidelijk wordt wat de betekenis is van het openen van die boekrol, die boekrol openen en lezen kan alleen gedaan worden door degene die ook gemachtigd is om uit te voeren wat daarin beschreven staat, zo ging dat; naast de troon van een koning in die tijd was een onderkoning te vinden die zijn bevelen kon lezen om die vervolgens uit te voeren. Dat is hier de betekenis van de boekrol openen en die inzien, het staat gelijk met de volmacht hebben om ook metterdaad uit te voeren wat erin geschreven staat. Als nu niemand waardig is om dat te doen, betekent dat, dat Gods besluiten wel vastliggen, maar dat niemand kan uitvoeren wat Hij besloten heeft, dat betekent dat er dus nooit een eind zal komen aan de strijd op aarde, de boze zal zijn macht altijd behouden, Gods volk zal nooit definitief bevrijd worden, er zijn wel beloften over een koninkrijk, maar het zal er nooit komen, als niemand metterdaad de vijand kan vernietigen en Gods Koningsmacht op aarde kan vestigen. Het is onthutsend te beseffen wat dat betekent. Geen mens kan die boekrol opendoen, terwijl juist de mens door de Heere geschapen was om als onderkoning in Gods schepping uit te voeren wat de Heere wilde. Juist die mens moest mederegeerder van de Heere zijn, maar wij hebben het recht en de macht daartoe verloren, we zien hier de diepte van de gevolgen van de zondeval en ook van onze schuld voor de Heere. Het is nog veel onthutsender te zien, dat er ook geen macht is in de Hemel die deze boekrol kan openen. Niemand van de 24 ouderlingen; geen van de engelen, niemand kennelijk kan de macht die de duivel heeft zomaar opzij schuiven, door 22
geen mens maar ook niet door iemand uit de Hemel. Dat komt, omdat de boze niet alleen een macht heeft gekregen op aarde, maar ook een zeker recht, en een recht is niet aan de kant te schuiven, ook niet door een leger van engelen. Dat is het ontzettende van dit beeld . Daarom barst Johannes in tranen uit, want dat betekent, dat de strijd altijd moet doorgaan en dat er nooit een einde komt aan de verdrukking en de vervolging van Gods volk. Er kunnen misschien oplevingen komen, een reformatie, een opwekking, maar dan is er toch geen uitzicht op een definitieve overwinning. Gods grote plan ligt klaar, maar het kan niet geopend worden, en dus niet worden uitgevoerd. DE LEEUW KOMT NAAR VOREN Op dat moment klinkt de stem van een der ouderlingen, die zegt tegen Johannes: huil niet !! Want er is er ÉÉN die wel overwonnen heeft, om die boekrol en zijn zeven zegels te openen, de Leeuw uit de stam van Juda, waar zelfs Jacob op zijn sterfbed al van profeteerde. “ De scepter zal van Juda niet wijken, noch de wetgever van tussen zijn voeten, totdat Silo komt en Denzelven zullen de volken gehoorzamen.” De wortel Davids, dat wil zeggen de beloofde Koning die niet slechts uit de Stam van David kwam, maar er in feite al was voordat David koning was, en door wie David koning kon zijn Als Hij naar voren komt, wordt direct duidelijk, hoe Hij overwonnen heeft, Hij komt niet als een verscheurende leeuw naar voren, maar als een Lam en belangrijker als een geslacht Lam. Zo wordt de Christus hier afgebeeld omdat Hij voor ons het Paaslam is dat geslacht is voor onze zonde, iedere dag, Ook de lammeren, die in de Tempel geofferd werden zijn een afspiegeling van onze Heere Jezus. De lammeren stierven voor de zonde van het oude verbonds volk, Christus stierf om zijn uitverkoren volk vrij te maken van de zonde en de schuld die er is bij de Vader. Maar hoe kan het dat Hij wel waardig is om de boekrol te openen en de macht van de boze teniet te doen ? Doordat Hij niet alleen de macht, maar ook het recht van de boze heeft teniet gedaan, dat deed Hij door de zijnen vrij te kopen met Zijn bloed, alleen zo kan Hij het recht ontvangen uit te voeren wat God voor de toekomst besloten heeft, 23
doordat Hij het recht op Gods volk aan de duivel heeft ontnomen. Dat deed Hij door Zichzelf als Lam voor de schuld van Zijn volk te geven. Bij dit Lam ligt alle macht, Hij heeft zeven horens, dit Lam wil bij ons wonen en werken door Zijn geest, Hij heeft zeven ogen, dat is een zevenvoudige, ofwel volle werking van de Heilige Geest die Christus, zonder mate heeft ontvangen waardoor Hij ook Zijn macht en Zijn voorzienigheid in het regeren van Zijn gemeente uitvoert dit is, uitgezonden in alle landen op de gehele aarde in alle talen,hoorbaar door ieder geslacht en in ieder land ook in landen van verdrukking, kijk naar woorden uit Zach 3:9 waar staat dat zeven ogen worden gegraveerd op een steen waar God Zijn tempel onder Jozua opbouwt. Dit zijn de ogen van Christus die het aardrijk doorgaan, dat is de echte voorzienigheid van de Geest Gods, waardoor Hij, n.l.de Christus, de wereld en in het bijzonder Zijn gemeente regeert. Dat geeft werkelijk moed om ook nu in deze tijd van verval, mensenhaat, oorlogen en het ergste van alles het verlaten van de kerk door zovele mensen zodat ik wel eens denk zou de Heere nog geen genoeg hebben van deze wereld die zo vervallen is in het kwaad. Laat ieder van ons maar kijken wat er hier alleen al in ons dorp gebeurt. Ook op Urk in ons beschermde dorp is de wereld gekomen met drank, drugs, geweld onder de jongeren. Christelijke waarden vervagen, de donkere dagen hier voorspelt breken aan. Maar dan is er Een, Hij die voor de schuld betaald heeft, Hij krijgt die volmacht om het plan van God voor de toekomst uit te voeren. Geen menselijke macht, geen duivelse macht, zelfs onze schuld zal niet het laatste woord hebben voor de toekomst, Hij die als Lam de boekrol ontvangt, heeft de toekomst in Zijn doorboorde handen. We zien dat hier uitdrukkelijk wordt gesproken niet van een tegenwoordige, maar van een toekomende heerschappij, die namelijk dan zal komen wanneer zij met Christus in Zijn laatste komst zullen zitten op tronen om de wereld te oordelen. En als Hij dat is het Lam de boekrol aanneemt uit de hand van Zijn Vader, eindigt dit gedeelte zoals het begonnen is in het vorige hoofdstuk; in pure lofzegging op Hem, die op de troon gezeten is en op het Lam. De lofzegging of lofzang komt van de 24 ouderlingen en de vier dieren dit zijn de vertegenwoordigers van de kerk van alle tijden en plaatsen, van de engelen die rondom Zijn troon zijn maar ook wordt de schare genoemd die niemand tellen kan. Tienduizenden der tienduizenden een onvoorstelbaar grote schare, ze vallen voor Hem neer waarmee zij Hem erkennen als de enige en waarachtige Zoon van God, van een wezen en heerlijkheid zij geven Hem dezelfde eer die zij God de 24
Vader geven. Zij bezingen de liefde van God, om Wiens wil alle dingen geschapen werden, en die Zelf dit Lam gaf om Zijn schepsels vrij te kopen uit de macht en het recht van de boze, ze zingen tot eer van het Lam, omdat Hij is waardig gebleken om de boekrol te nemen en de zeven zegels te openen. En terwijl de lofzang klinkt, stijgt het reukwerk uit de schalen van de 24 ouderlingen op voor Gods troon, dit zijn de gebeden der Heiligen, door het reukwerk worden de gebeden geheiligd, door en in deze gebeden mogen de gelovigen zich nu al een weten met die lofzang voor Gods troon, ook voor ons nu hier in deze zaal geldt, dat ook onze gebeden worden geheiligd maar dan alleen door het bloed van Christus die, als een Lam geslacht door ons maar vooral voor ons, ons heeft vrijgekocht van de boze. En dan eindigt het met het noemen van alle schepsel, op of onder de aarde en de zee, hiermee worden de levenden en de doden bedoeld die dan in de wederkomst als de doden uit de graven zullen opstaan en Hem alle lof eer en dankzegging zullen geven. Ook hier horen wij een gebed. De vier dieren zeggen amen en de 24 ouderlingen vallen aan zijn voeten en aanbaden Diegene die leeft in alle eeuwigheid. De genade van onze Heere Jezus Christus zij met ons allen.
Ouderling W. Kramer
NOOIT REIN Ik was eens in een herberg in een van de dalen van Noord-Italië, waar de vloer verschrikkelijk vuil was. Ik was van plan de huisvrouw de raad te geven hem eens flink te schrobben; maar ik zag dat de vloer van klei was en ik dacht er over na; dat hoe meer zij schrobben zou, hoe erger het zou worden. Zo is het ook met de mens, die zijn eigen hart kent. Hij bemerkt spoedig, dat zijn bedorven natuur geen verbetering toelaat. Er moet een nieuwe natuur worden ingeplant, of de mens zal slechts gewassen worden om nog dieper vlekken aan het licht te brengen. “Gijlieden moet wederom geboren worden”, zegt de Heiland.
25
Nieuwjaarswensen Een nieuw jaar zijn we weer ingaan. Wat zal het ons brengen, wat zal het ons nemen? Als we maar weten mogen, dat de Heere Zijn raad uitvoert en in die raad des Heeren mogen rusten. Daarvan kende de dichter van Psalm 86 ook iets als hij bidt in vers 11: “Leer mij, Heere, Uw weg”. Met die bede mochten dit nieuwe jaar beginnen en voleinden. Er zijn twee wegen, die de mens kan gaan: de weg des levens en de weg des doods. Van nature zijn wij op de weg des doods! Welk een voorrecht zal het zijn als de Heere ons leert bidden om Zijn weg te mogen gaan. Die weg gaat niet altijd over rozen. Veel weder-waardigheden, veel rampen zijn des vromen lot, maar uit die alle redt hem God. De dichter blijkt ook alleen zijn verwachting op de Heere te hebben gesteld. Hij weet zich in zichzelf onkundig om die weg te gaan, daarom is het hem een behoefte, dat de Heere hem die weg lere. Wat dan ook dit zo pas begonnen jaar ons mocht brengen, op die weg en geleerd van de Heere, zijn we overal en altijd veilig. Als we dan weer dit nieuwe jaar 2005 door ‘s Heeren goedheid mochten ingaan, dan is dit het allerbelangrijkste, of wij in alles de Heere zoeken en aanroepen. We kunnen en zullen ons wel weer over duizend en één ding druk maken, maar de dichter zegt: “Leer mij, Heere, Uw weg”. En dat wensen wij u allen toe, en dat ook dit eenvoudige werk, u en ons, nog tot zegen mocht strekken.
De redactie Zangavonden in de Pniëlkerk
Hierbij nodigen wij de kinderen in de leeftijd van 5 – 14 jaar van harte uit om mee te komen zingen in de Pniëlkerk. De zangavonden zijn van 19.30 – 20.30 uur. Wij willen samen zingen op een fijne eenvoudige wijze tot eer van God. De ouders worden ook van harte uitgenodigd om een keer te komen luisteren. De avonden vinden plaats op de volgende data ; - 31 januari, - 21 februari, - 14 maart, - 4 april, - 25 april Als u nog vragen heeft kunt u altijd bellen. Namens de commissie kinderzang van de Chr. Ger. Kerk; A. Woord. Tel. 684841 26
VAN HET ACHTSTE GEBOD Zondag 42 “En indien hij u iets verongelijkt heeft of schuldig is, reken dat mij toe. Ik, Paulus, heb het geschreven met deze mijn hand, ik zal het betalen”. Filémon vers 18, 19a Dat nu ieder zijn hart en daden eens vergelijken mocht met hetgeen hier verboden en geboden is. Dat u aan grove diefstal van mensen en vee niet schuldig bent, kunnen we wel geloven. Maar er zijn andere boze stukken en aanslagen waardoor men het eigendom van een ander naar zich neemt. Kom en onderzoek eens het geen u hebt. Hoe bent u eraan gekomen? Hebt u alles op een eerlijke manier verkregen? Kleeft er niets van eens anders goed aan uw vingers? Hebt u zich in alles eerlijk gedragen, met inkomsten en uitgaven van uw werk of koopmanschap? Hebt u alle rekeningen betaal waarvoor arbeiders in het zweet huns aangezichts hebben gewerkt en voor u uitgaven hebben gedaan. Hebt u tussen gierigheid en verkwisting van Gods gaven altijd het midden gehouden? U hoeft niet te vragen of dit volmaakt moet onderhouden worden, want u weet dat ieder die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, vervloekt wordt. Dat de zaligheid voor u niet is weggelegd en dat uw kerkgang u ook niets zal opleveren, dan alleen een zwaarder oordeel, maak dus vandaag nog een schoon geweten en reken af met schuldeisers. Iemand zegt misschien: Ik weet niet, dat ik mij ergens in vergrepen heb. Dat kan zijn. Maar hebt u ook betracht hetgeen hier geboden wordt? Denkt u van wel? Ik zou geloven dat u zich nog niet gespiegeld hebt in dit volmaakte gebod, maar dat uw hart u verleidt. Maar vrienden, zo zal uw rekening niet geëffend worden als de Heere die eens zal opstellen. Dikwijls mag u uw rekening wel nazien, en uw grote schuld gewaarworden en zien dat het slot is, dat u voor God verdoemelijk bent. Daarom: doorzoekt uzelf nauw! Ja zeer nauw! Hebt u uw naaste iets ontvreemd, houd het niet bij u maar geef het hem of haar terug. Het is van een ander en komt u niet toe. Als u het houdt, zal het tussen uw andere goederen die u rechtvaardig bezit, als een kanker wezen om het te verteren en u te verarmen. God zal dat geroofde op Zijn tijd op uw hart doen branden. Of denkt u dat een zondaar genade bij God kan verlangen, als hij het gestolen goed zijn meester onthield? Zachéüs, die genade in des Heeren ogen vond, was 27
direct gereed om vierdubbel weder te geven wat hij door bedrog ontvreemd had. En Paulus bood zich aan, om Filémon te betalen hetgeen Onésimus hem ontvreemd had, zoals we lezen in de tekst. Maar ik vrees dat velen dit niet kunnen, omdat ze zoveel geroofd hebben dat ze al het goed van hun huis zouden moeten geven, en zich zo arm zouden maken. Maar is het niet beter eerlijk arm en begenadigd te zijn, dan een rijke dief en genadeloos te blijven?
Ds. Joh. Van der Kemp
EEN PELGRIMSLIED VAN JAN LUYKEN Geliefden, die de pelgrimsstaf ter grote reis hebt opgenomen, wier moed zich blijd’ op weg begaf om eens in ‘t Vaderland te komen! Wij gaan naar huis! Zijt welgemoed, ofschoon wij ons een wijl vermoeien! Gedenk aan ‘t allerzaligst zoet, waar vrede en eeuw’ge vreugd zal bloeien. Een wandelaar trekt moedig voort, al kan hem ‘t doornig pad niet lusten; hij denkt aan ‘t lang verbeide oord, dan hoopt hij bij zijn vriend te rusten. O Vriend, o dierb’re Zielevriend! Gij deed de wereld ons verlaten, waar ‘t dwaze hart de zonde dient, waar honderdduizenden U haten!
28
Vanuit Rio Allen allereerst een gezegend nieuw jaar toegewenst. “Zo dan, die uit het geloof zijn, worden gezegend...” zo staat in Galaten 3:9. En toen ik keek in m’n griekse nieuwe testament zag ik daar zoiets als “eulogeoo” staan. Dat lijkt op het portugese woord “elogía” wat “compliment” betekent. Het portugees stamt af van het latijns. Ze zeggen hier dan ook “Praat ik soms Grieks?” als je iets niet begrijpt, zoals ze in Holland zeggen “Dat is Latijns voor me”. In het griekse woordenboek zie ik als vertaling “loven, prijzen, danken, zegenen” staan. Nu, en van harte wensen wij jullie allen zó’n jaar toe. Een jaar waarin we, wat er dan ook gebeuren mag, God mogen loven, prijzen, danken en zegenen”. In Manguinhos hebben we een speciaal Kerstfeest met de kinderen gehouden. Voor deze dag had ik 10 verschillende spelletjes bedacht en er waren 13 volwassenen en we waren allemaal druk. Er kwamen zo’n zestig kinderen en die gingen met hun eigen kaart punten verzamelen bij elk spel.Aangezien het regende moest alles binnen gebeuren maar het gebouw was groot genoeg! Ondertussen konden ze in de keuken hun frisdrank en hot-dog en pop-corm ophalen en daarna vertelden we het verhaal van de wijzen uit het oosten. Vorig jaar ging dat prima na de spelletjes maar dit jaar waren de kinderen erg opgewonden en het verhaal werd dan ook ingekort. We troosten ons maar met de gedachte dat ze al twee weken lang kerstverhalen hadden gehoord op de clubs. Daarna kreeg elk kind een stuk taart met weer frisdrank en kregen ze een klein kadootje (van zo’n 0,50 eurocent) waar ze heel blij mee waren. De kinderen in Pedra Lisa hebben we helaas geen kadootje kunnen geven deze keer. Ik hoop dat we ze in eind februari een “schoolpakketje” kunnen geven. Hadassa en Christy hebben vakantie: van 15 december tot 28 februari en ik hoor me zo weer een Urker moeder zeggen “Ik zal blij zijn als de school weer begint!”. Nu, ik kan het begrijpen. Ik geniet er van om ze weer “even” de hele dag bij me te hebben maar m’n huishouding rommelt maar wat aan op het moment. Verder ga ik nu twee keer per week met ze naar zwemles en daar genieten ze heel erg van. Af en toe komt er een vriendinnetje logeren. Al met al een hele drukte. Fernando gaat tegenwoordig lopend naar Manguinhos met de walkman op! Hij is weer verder gegaan met z’n cursus Nederlands maar 29
dat valt niet mee. Al die “sch” en “grr” en “ng” klanken , als ook de “ui” “eu” “ij” zijn erg moeilijk uit te spreken voor Brazilianen! Een hartelijke groet vanuit een regenachtig Rio. Het was dagenlang zo’n 40 graden maar nu regent het weer.
Janneke Alexandre Galvão Hulst
DE OVERWINNING KAN NIET UITBLIJVEN Toen zendeling Dänkle uit Bremen in 1852 naar de ongezonde Slavenkust in West-Afrika ging, sprak hij bij zijn afscheid: “De gedachten, waarmee wij uittrekken, zijn gedachten van overwinning. Want waar in de naam van de Heere Jezus Christus wordt gestreden en gearbeid, waar de banier van het kruis wordt opgeheven, daar kan de overwinning niet uitblijven”. Wel weten we dat West-Afrika een land is, waar reeds meer dan honderd graven van zendelingen zijn. Misschien wacht ons slechts een korte tijd om te arbeiden. Maar wij houden vast aan het Woord van onze Heere: “Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen, en wie zijn leven in deze wereld haat, zal het behouden ten eeuwigen leven” (Johannes 12 vers 25). Wanneer wij vroeg zouden sterven, laat dan het gras van de wildernis niet op onze graven groeien. Versaagt niet en geeft de strijd niet op. Het zijn de oorlogen des Heeren, die de zending te voeren heeft, en in de oorlog vallen er velen. Dan moeten nieuwe strijders aanrukken. De overwinning kan niet uitblijven van Hem, op Wiens bevel zij uitzendt en op Wiens bevel de strijders uittrekken. Het is de Heere, aan Wie gegeven is alle macht in de hemel en op de aarde”.
30
Jeugd verhaal Dertien ogen of een wonder Gods (slot) De morgen van de beslissende zondag was gekomen. Hendrik stond moedig en kalm op, Rudolf daarentegen verliet zijn bed, trots en boos. De klokken luidden voor de godsdienstoefening en de twee gevangenen werden uit hun kerker gehaald, om de kerkdienst bij te wonen, waarbij ook de keurvorst tegenwoordig was. De hofprediker, Bartholomeüs Slotsch, hield een zeer ernstige en aangrijpende predikatie. Alle toehoorders werden bijna zonder uitzondering er door geroerd. Een ootmoedige, maar plechtige kalmte heerste in Hendriks hart en spiegelde zich af op zijn gelaat, hoe bleek en neergebogen van kommer hij er ook uitzag. Menig oog rustte met diepe aandoening op de ongelukkige jonge man. Velen van Berlijns burgers, die hem op die dag zagen, geloofden aan zijn onschuld en hoopten, dat God ze aan het licht zou brengen. De godsdienstoefening was geëindigd. De grote keurvorst trad de kerk uit en stapte het plein voor de Domkerk op. Hem volgden zijn trawanten, welke beide gevangenen naar een vóór hem staande trommel leidden, waarop twee nieuwe dobbelstenen lagen. Met hen trad ook de waardige hofprediker naar buiten. Op bevel van de keurvorst werd allereerst door de vergaderde menigte een geestelijk lied gezongen. Daarna hield de prediker een korte, maar zeer ernstige aanspraak tot de twee gevangenen. Tenslotte ontblootte hij het hoofd., en zei: “Nu dan, in Godsnaam! Des Heeren wil geschiede!” De onmogelijkheid Daarop trad hij achterwaarts en Hendrik en Rudolf werden thans voor de keurvorst gesteld. Zij bogen de knieën voor hem en smeekten hem te bepalen, wie hunner het eerst zou werpen. De vorst gaf bevel, dat Rudolf, die het eerst zijn kameraad beschuldigd had, het eerst de worp zou doen. De beide dobbelstenen werden in een beker gelegd en Rudolf greep trots de beker en schudde hem met vaste hand. Aller ogen waren in dat noodlottig ogenblik op hem gericht. Geen geluid, bijna geen ademtocht werd er op het ruime plein en onder de volksmenigte gehoord. Rudolf wierp, en “Twaalf ogen! De hoogste worp”, riep met luide stem de keurvorstelijke heraut, die de beslissing aankondigde. Rudolf liet een spottend lachen horen, terwijl men in de verte de kreet van een vrouw hoorde, 31
die het volgende ogenblik neerzeeg. Het was de arme vrouw Lichtenberg, Hendriks moeder. Met hartelijk medelijden zagen velen naar de arme Hendrik, die zij thans reeds als veroordeeld beschouwden. Hij stapte nu insgelijks naar de trommel, waarop de stenen lagen. Ook de grote keurvorst sloeg niet zonder aandoening het oog op de jonkman, die hij lief had en aan wiens schuld hij nauwelijks kon geloven. Hendrik knielde op de grond en de “Zwarte Rudolf” zag het met verachting en met een spottende lach aan. Daarover bekommerde de ongelukkige Hendrik zich echter niet. Hij bad overluid, met alle vuur van zijn vroom gemoed: Heere God! Almachtig God, help! Gij kunt de waarheid aan het licht brengen, indien U het wil, en is het niet mogelijk, dat deze beker van mij voorbij gaan zal! ik drink hem dan. Zo geschiede Uw wil. Maar zwijg niet Gij sterke trouwe God! Heere, ik hoop op U! Laat mij niet te schande worden”. Daarop nam ook hij de beker, schudde hem en wierp de stenen op de trommel “Dertien ogen!” riep de heraut met luide stem. Dat was toch niet mogelijk, daar iedere steen hoogstens zes ogen kon tonen. Het verzamelde volk kon het niet geloven. Maar die het dichtst erbij stonden hadden reeds gezien, wat er geschied was. Zij jubelden. “Een wonder Gods! Een wonder Gods is geschied. God heeft de onschuld aan het licht gebracht” Eén van de twee dobbelstenen was middendoor gesprongen. Naast de beide zessen lag de één, welke de afgesprongen helft aanwees. “Een wonder Gods!” zo juichte en jubelde de verzamelde menigte al luider en luider. “Ja, een wonder Gods!” riep nu ook de vrome keurvorst in hevige ontroering uit, terwijl hij de beide gevangenen voor zich liet brengen. “De almachtige God zelf heeft uitspraak gedaan”, sprak hij tot de beide beschuldigden. “Gij zijt onschuldig mijn zoon”, riep de keurvorst Hendrik toe, die diep getroffen was en in dat ogenblik er in het geheel niet aan dacht om de wonderdoende God te danken, Die hem zó genadig verhoord en gered had. “Ja! dank de Heere er voor dat Hij uw onschuld aan het licht gebracht heeft”, zo ging de keurvorst voort. Maar daarna wendde hij zich tot Rudolf en zei tot hem: “Gij hebt de moord begaan, loochen het nu niet langer, opdat uw straf niet zwaarder worde en opdat gij althans aan het gericht Gods nog ontkomen mocht”. De trots van de moordenaar was nu toch gebroken. De hand Gods had zich zó duidelijk getoond, dat hij zich niet langer kon verharden. Met bevende stem beleed hij: “Ja, God is rechtvaardig! Ik ben de moordenaar en smeek om mijn straf”. Op een wenk van de keurvorst werd de misdadiger naar zijn gevangenis teruggevoerd. De wachters, die hem er heen brachten konden hem onderweg slechts met veel moeite tegen de woede van het verbitterde volk beschermen. 32
In zijn kerker teruggekeerd, legde hij ook daar voor de rechters een rondborstige bekentenis van zijn boze daad af. Hij verzocht om een predikant, die als zielsverzorger zijn schuldbelijdenis mocht horen en hem voor de dood voorbereiden. Aan dit verzoek werd natuurlijk voldaan. De ongelukkige betoonde diep berouw over zijn rampzalige daad en over zijn verregaande verblinding. Hij heeft de rechtvaardige straf voor zijn moord hier op aarde ontvangen. Wij hopen echter dat hij als een berouwhebbend en boetvaardig zondaar genade mag gevonden hebben voor de rechterstoel van God. Toen Rudolf door de trawanten was weggevoerd, bleef Hendrik nog voor zijn vorst staan. Op hetzelfde ogenblik drong zijn oude moeder jubelend door de volksmenigte heen en wierp zich onder vreugdetranen in de armen van haar zoon. Beiden spraken geen enkel woord, zij hadden genoeg te danken en te schreien. De grote keurvorst zag hen met liefdevolle deelneming aan. Hij bood de onschuldige man die door dit wonder Gods zozeer begenadigd was, een hogere plaats bij zijn lijfwacht aan en beloofde hem tevens een nog rijkere bezoldiging. Maar Hendrik verzocht dankbaar en onderdanig om zijn ontslag; zijn levensgeluk was verwoest. Hij kon zich in Berlijn niet meer thuis gevoelen en sprak de wens uit tot zijn oude moeder terug te keren en bij haar in stilte te leven. Friedrich Wilhelm stond de vrager, hoe ongaarne ook, toe wat hij begeerde en ontsloeg hem met de hartelijkste woorden. Hendrik ging nu met zijn moeder naar de stille, lieve woning in Bernau terug, na meester Reinhard bezocht en getroost te hebben. Ook van de stille grafheuvel, waaronder Marie sluimerde, nam hij hartelijk en weemoedig afscheid. Moeder en zoon hebben tot aan haar einde kalm en vreedzaam met elkaar geleefd. De gunst van de grote keurvorst bereidde hun een onbezorgd leven. Na de dood van zijn moeder is Hendrik eenzaam in zijn huisje blijven wonen, totdat ook voor hem de gewenste dag en het uur sloeg, die hem met zijn vooruitgegane geliefden voor eeuwig verenigde. In het koninklijk museum te Berlijn, dat zoveel kostbare en merkwaardige zaken bevat, is nog heden ten dage de stuk gesprongen dobbelsteen te vinden, die men u onder de naam van “de doodsteerling” aanwijst. Menigeen die hem daar ziet, weet niet, welke wonderbare geschiedenis daaraan verbonden is. Alleen in de boeken, die het verleden der hoofdstad van Pruisen verhalen, is daarvan te lezen. En wanneer één van mijn jonge vrienden ooit die dobbelsteen krijgt te zien, dan herinnere hij zich deze wonderbare geschiedenis, die tot bevestiging dient van het eeuwenoude Woord van God: “God zal die bevrijden, die onschuldig is”. (Job 22 vers 30). 33
Terugblik Terugziend’ op de snel vergleden dagen, dan rijzen in ons hart zovele vragen; dan is er veel wat niet is naar de wens van d’ op het aardse goed gerichte mens. We willen graag ons eigen leven leiden en trachten tegen Gods beleid te strijden. Gelukkig hij, die zich met heel zijn lot mag overgeven in de hand van God! Kwam God ons tegen met Zijn felle slagen? Hij geev’onslijdzaamheid om die te dragen. Hij weet alléén wat nuttig is en goed, en Hij vergist Zich nooit, wat Hij ook doet. Of scheen de zon van voorspoed in ons leven? Al wat w’ ontvingen is door God gegeven. Hij zorgde voor ons dit gehele jaar, Hij spaarde, ondanks rampen en gevaar. Hoe moesten wij voor al die gunstbewijzen Gods goedheid roemen en Hem dankend prijzen! Ach, knielden we in ootmoed voor Hem neer, Hem smekend om Zijn zegen, telkens weer! Wat dan de toekomst verder moge geven, God weet de weg en Hij bestuurt ons leven. Hij geev’ ons Hem te volgen, waar ook heen. Dan is het goed. God weet de weg alléén!
Christien de Priester 34
Inhoudsopgave Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina
3-4 5 5-7 7- 8 9 - 10 11 11 12-14 15 16-17 17 18-19 19 20 20 21-25 25 26 26 27-28 28 29-30 30 31-33 34 35 36
Meditatie Kerkdiensten Pastoralia Censura Morum Koning Manasse Zondagschoolwerk Barbezoek Redactioneel Kerkelijke stand Van de zondagsschool Ik ben de Deur (1) Verantwoording collecte’s Ik ben de Deur (2) Stof tot nadenken De slapende Koning Openbaring 5 W. Kramer Nooit rein Nieuwjaars wensen Zangavond in de Pniël Kerk Van het achtste gebod Pelgrimslied Vanuit Rio De overwinning kan niet uitblijven Jeugd verhaal Terugblik Inhoudsopgave Bidstond voor de wereld
Verschijning volgende Kerkbode De volgende kerkbode hopen wij D.V. 3 maart 2005, te laten verschijnen. Kopij graag zo snel mogelijk aanleveren, doch uiterlijk tot D.V. donderdag, 24 februari 2005 . e-mail adres van drukker
[email protected]
35
EEN BIDSTOND VOOR DE WERELD Leer ons bidden, Eeuwige koning, voor de wereld zo in nood. Zo verbroken en verworden de ellende is zo groot. Leer ons vragen om genade in de grote zonde smart; Leer ons onze ogen richten op Uw dierbaar Middelaarshart. Leer ons bidden voor de naasten wij staan daar zover vandaan. Lieten hen vaak met hun zorgen eenzaam in het duister staan. Leer ons bidden voor de kerken zo verstrooid en zo verscheurd. Hoe veel harde, wrede woorden, om hoeveel scheiding wordt getreurd. Leer ons bidden dat Uw liefde in de koude harten straalt, en naar Uw rijke belofte eens Uw Geest weer nederdaalt. Heere, voeg Uw kudde samen zo verstrooid en zo verdwaald. Dat de liefde van Uw lijden eens ons donkere hart bestraalt.
36