Kennismaken met Diabetesvereniging Nederland
Diabetes vraagt discipline 28
LHV | De Dokter December 2013
Dossier Diabetes vraagt discipline
POH diabetes Alie Woudstra prikt patiënt Wiepke Terpstra; Margreeth Smilde van DVN kijkt toe
Het wordt volksziekte nummer 1 genoemd. 1 miljoen mensen hebben diabetes en elke dag komen er haast 200 bij. Niet alleen door de vergrijzing en dankzij betere opsporingsmethoden, maar vooral vanwege een ongezonde leefstijl. Patiënten met diabetes worden steeds jonger. Er valt voor de Diabetesvereniging Nederland (DVN) en de huisartsen dus veel te winnen. Wat kunnen huisarts en DVN voor elkaar betekenen? Een kennismaking in huisartsenpraktijk ‘de Aak’ in Stiens. Tekst Peter Sanders, Corien Lambregtse Fotografie Hoge Noorden/ Jaap Schaaf
› LHV | De Dokter December 2013
29
Vervolg Diabetes vraagt discipline
Wat doet Diabetesvereniging nederland?
MARGREETH SMILDE: ‘De moeilijkste patiënten zijn kinderen, met name in de puberleeftijd’
A
ls huisartsen in Friesland een vraag hebben over een patiënt met diabetes, kunnen ze hun licht opsteken bij Jan Woudstra, kaderarts diabetes mellitus, gevestigd in Stiens. Woudstra heeft zich al jarenlang verdiept in deze ziekte, is lid van de expertgroep DIHAG, geeft onderwijs over diabetes aan collega’s en doet mee in overleggroepen. Is hijzelf chef medische inhoud in zijn solopraktijk met hidha, zijn echtgenote is volgens hem de spil van de praktijk. Alie Woudstra is voor 16 uur POH en daarnaast assistente. Patiënten met diabetes komen elk kwartaal voor controle bij haar, daarnaast worden ze eenmaal per jaar door de huisarts zelf gezien. Die rolverdeling is ook precies zo aangegeven in de zorgstandaard voor diabetes, vertelt de huisarts. “Het is mooi dat in veel huisartspraktijken een POH diabetes is gekomen, maar daardoor zien we bij huisartsen zelf de kennis over diabetes wegzakken. Het is van het grootste belang dat de huisarts de patiënt minimaal één keer per jaar ziet. Een POH is er voor de geprotocolleerde zorg, de huisarts kijkt ook naar problemen die buiten de protocollen vallen.” Margreeth Smilde, oud-Tweede Kamerlid (CDA) en sinds een half jaar voorzitter van de Diabetesvereniging Nederland (DVN), heeft zojuist twee jaar- en kwartaalcontroles bij de Woudstra’s meegemaakt. “Ik ben het helemaal met u eens. De DVN dringt daar ook erg op aan. We moeten ervoor zorgen dat de kennis van de huisartsen op peil blijft, ook omdat
30
LHV | De Dokter December 2013
Diabetesvereniging Nederland (DVN) is een patiëntenvereniging met ruim 50.000 leden; veelal mensen met diabetes, maar ook familieleden en zorgverleners. DVN Nederland streeft ernaar dat alle mensen met diabetes voluit kunnen leven met hun ziekte. Hiervoor zet DVN niet alleen informatie en voorlichting in, maar ook instrumenten als belangenbehartiging en lobby. Op het DVN-bureau in Leusden werken 33 beroepskrachten. Daarnaast zijn vrijwilligers van DVN lokaal actief in 21 regio’s.
Naast informatie en voorlichting kunnen leden van DVN korting krijgen op een zorg- of insulinepompverzekering. DVN levert ook producten en diensten zoals cursussen, zorgwijzers, een zorgplan en deskundig advies via de Diabeteslijn. Een lidmaatschap kost € 49,90 per jaar. Steeds meer zorgverzekeraars vergoeden de contributie (deels). Ook huisartsen kunnen informatie opvragen bij DVN. Bel of mail: 033-463 05 66 of
[email protected]. Zie ook www.dvn.nl.
diabetes steeds vaker in combinatie met andere ziektes voorkomt.”
LEEFSTIJL
Als een patiënt bij Alie Woudstra op kwartaalcontrole komt, vraagt ze eerst hoe die patiënt zich voelt, of er bijzonderheden zijn en hoe het met de seks gaat. Daarna kijkt ze naar de bijgehouden glucosemetingen en controleert ze gewicht, bloeddruk en voeten. De voeten zijn een belangrijk punt. Sommige patiënten komen zelfs één keer in de maand bij haar langs voor een voetencheck. Smilde: “Ik vond het leuk om te zien dat u het met de patiënt zo uitgebreid over leefstijl en bewegen had. DVN heeft vorig jaar een onderzoek gedaan waaruit bleek dat dit in de praktijk veel te weinig gebeurt. Het gaat meestal alleen over de metingen, terwijl het bij diabetes enorm belangrijk is om het erover te hebben wat mensen zelf kunnen doen, door gezond te leven en veel te bewegen.” In de praktijk van Woudstra hoort dat er allemaal bij. Zodra bij een patiënt officieel diabetes is vastgesteld, komt de zorgketen op gang. Alie Woudstra: “De patiënt krijgt informatie over een beweegprogramma, waarbij de diëtist en de podotherapeut een deel van de voorlichting verzorgen. De diëtiste gaat bijvoorbeeld met patiënten de winkel in om etiketten te lezen en te vertellen waarop mensen moeten letten. Hoe minder vet en koolhydraten, hoe beter. Bij de kwartaal-
albert brouwer (62):
‘vooral veel bewegen’ Albert Brouwer is patiënt in huisartsenpraktijk ‘De Aak’ in Stiens: “Ik had dorst, vreselijk veel dorst. Ik viel af en voelde me heel erg moe. De huisarts stelde eigenlijk onmiddellijk diabetes type-2 vast. Dat is nu vijftien jaar geleden. De diagnose was geen enorme verrassing, want ook mijn oma, moeder en de broers en zussen van mijn moeder lijden aan deze ziekte. De huisarts en de praktijkondersteuner hebben me de eerste fase intensief begeleid: wat komt er allemaal op je af als diabetespatiënt? Waar moet je je aan houden, wat kun je nog wel en niet? Ook moesten ze een tijdlang regelmatig bloed afnemen om de medicatie vast te stellen. En natuurlijk moest ik een afspraak met de diëtist maken. Ik kom één keer per jaar bij de huisarts om alle waarden te bespreken en te evalueren hoe het
gaat. Iedere drie maanden doet de POH allerlei onderzoeken. Ze vormen echt een team; ze motiveren mij vooral om veel te bewegen. Ik doe mee aan een beweegprogramma voor diabeten, ik volleybal een avond in de week en de andere avonden wandel ik een dik uur met mijn vrouw. Belangrijkste doel van de behandeling is om zo normaal mogelijk te functioneren in het dagelijks leven. En dat werkt heel aardig: soms ben ik aan het eind van de dag wel eens moe of trillerig, maar echte belemmeringen? Nee. Wel vervelend is dat ik steeds meer medicatie nodig heb om ‘binnen de grenzen te blijven’. Ik had gehoopt dat ik het tot mijn pensioen met alleen pillen zou redden, maar dat lukt waarschijnlijk niet. Door mijn levensstijl nog meer aan te passen, hoop ik het toch te redden.”
1 miljoen Nederlanders lijden aan diabetes; 800.000 mensen weten het van zichzelf, 200.000 weten het niet
controle kom ik daar op terug.” Lachend: “Het gebeurt regelmatig dat ik van mensen hoor dat ze thuis zeggen: ‘Nee, dat mag ik niet hebben van mevrouw Woudstra’.”
FOUTE METER
JAN WOUDSTRA: ‘Een POH is er voor de geprotocolleerde zorg, de huisarts kijkt ook naar problemen die buiten de protocollen vallen’
“We proberen de situatie eerst zonder of anders met zo min mogelijk medicijnen te verbeteren”, vertelt Woudstra. “In de loop van de tijd wordt de dosering vaak verhoogd. Als de maximale dosering in tabletten is bereikt, moet de patiënt insuline gaan spuiten.” Het bepalen van de juiste insulinedosering is een hele kunst. De zorg van de POH gaat zo ver dat ze bij patiënten thuis of in het verzorgingshuis komt kijken, als het niet lukt om de patiënt goed ingesteld te krijgen. “Ik heb wel eens meegemaakt dat een patiënt steeds met te hoge waarden terugkwam, wat we ook deden om die naar beneden te krijgen. Bleek de meter in het verzorgingstehuis kapot. En daar had ik toch al drie keer naar gevraagd.” Bij de jaarcontrole kijkt de huisarts alle gegevens van het afgelopen jaar nog eens goed na. Smilde: “Het was mooi om te zien hoe u bij de diabetescontrole bleef. De patiënt had ook nog andere vragen, maar u zei toch: laten we het nu over diabetes hebben, dan komt u voor die andere vragen een keer apart terug.” Woudstra: “Als het een kleinigheid is kan het natuurlijk wel even, maar ik vind het belangrijk om bij de jaarcontrole echt op diabetes te focussen.”
LHV | De Dokter December 2013
31
›
Vervolg Diabetes vraagt discipline
cijfers Bijna 90 procent van alle mensen met type 2 diabetes wordt behandeld in de eerste lijn.
9 op de 10 mensen met diabetes hebben diabetes type 2. Een op de tien heeft diabetes type 1.
Door de verbeterde behandeling van type 2 diabetes is het aantal hartvaatcomplicaties met 33 procent gedaald. Het aantal patiënten met retinopathie, voetamputaties en nierinsufficiëntie is ook fors verminderd.
Het aantal Nederlanders met diabetes is tussen 2000 en 2011 met ruim de helft gestegen.
Jaarlijks horen 87.000 Nederlanders dat ze diabetes hebben; dat zijn ongeveer evenveel mannen als vrouwen.
750.000 Nederlanders zitten in de gevarenzone om diabetes type 2 te krijgen: ze hebben een verstoorde suikerhuishouding. Van hen krijgt een derde binnen zes jaar diabetes.
MOEILIJKSTE PATIËNTEN
De moeilijkste patiënten zijn kinderen, met name in de puberleeftijd, vertelt Smilde. Het gaat bij hen meestal om diabetes type 1, een erfelijke vorm van diabetes waarbij het lichaam geen of te weinig insuline maakt. Diabetes type 2 ontstaat meestal pas op latere leeftijd; mede vanwege overgewicht. Een zorgelijke ontwikkeling is dat er nu ook al kinderen zijn die diabetes type 2 krijgen. DVN besteedt veel aandacht aan kinderen en jongeren, bijvoorbeeld door ’s zomers Sugarkids kampen te organiseren. Smilde: “Kinderen en jongeren willen geen uitzondering zijn. Toch moeten ze geregeld meten en op tijd spuiten, anders gaat het niet goed. Wij helpen hen en ook hun ouders om daar zo goed mogelijk mee om te gaan. Diabetes is een ziekte die een enorme impact heeft; het is er elke dag, zodra je opstaat tot je naar bed gaat, en het gaat ook niet meer over. ” Woudstra voegt daaraan toe: “Als iemand op jonge leeftijd niet goed omgaat met die ziekte, kan dat onomkeerbare gevolgen hebben. Daar krijgt de patiënt op latere leeftijd vaak spijt van.” Voor patiënten en familieleden is DVN een belangrijke vraagbaak, zegt Smilde. “Bijna de helft van onze leden heeft diabetes type 1, hoewel er veel minder patiënten met dat type diabetes zijn. Je ziet dat zij het belangrijk vinden om een vereniging te hebben waar ze met vragen terecht kunnen en die voor hun belangen opkomt. Toch is dat ook belangrijk voor mensen met diabetes type 2. We kunnen hen veel informatie geven over de ziekte, in begrijpelijke,
32
LHV | De Dokter December 2013
ALIE WOUDSTRA: ‘Het gebeurt regelmatig dat ik van mensen hoor dat ze thuis zeggen: ‘Nee, dat mag ik niet hebben van mevrouw Woudstra’
patiëntvriendelijke taal. En we komen ook op voor hun belangen, bijvoorbeeld in het overleg met zorgverzekeraars.”
ZORGPLAN
Smilde vindt het belangrijk dat huisartsen patiënten met diabetes naar DVN verwijzen en hen informatie geven die door DVN is opgesteld of waaraan DVN heeft meegewerkt, zoals het Individueel Zorgplan. Dit is een boekje waarin de patiënt door het jaar heen alle gegevens over de ziekte kan bijhouden, ook over hoe hij zich voelt en functioneert. “Dat is een mooi boekje”, lacht Woudstra. “Het enige is dat het invullen en bespreken wel een kwartier extra kost per patiënt. Wij hebben honderd diabetespatiënten, waar haal ik die honderd kwartieren vandaan? En dan hebben we het nog niet eens over andere chronische ziekten die er vaak nog bij komen, en waarvoor je ook een zorgplan hebt. Wij moeten iets hebben dat werkbaar is.” Smilde: “Ja, dat begrijp ik wel. Het is niet de bedoeling dat het invullen en bespreken zoveel extra tijd kost. Maar we willen de patiënt helpen om meer grip te krijgen op zijn ziekte. Daarvoor is het niet genoeg om alleen meetwaarden bij te houden. We moeten er zeker over spreken hoe we dit punt kunnen verbeteren.” Nu is het nog een boekje, maar over een aantal jaren zal de patiënt zijn gegevens via internet bijhouden, verwacht Woudstra. Zeker is dat de patiënt zelf een grotere rol zal gaan spelen in de behandeling. Smilde: “Dat hoort allemaal bij de participatiesamenleving die het kabinet heeft aangekondigd.” O
DiHag, de oudste expertgroep van nederland GUY RUTTEN, huisarts in Beuningen, hoogleraar diabetologie aan de Universiteit Utrecht én voorzitter van de DIHAG (Diabetes Huisartsen Advies Groep), verbaast zich nogal eens over het gemak waarmee sommige collega’s de behandeling van mensen met diabetes aan zich voorbij laten gaan. “Diabetes is de meest voorkomende chronische ziekte in ons land. Gemiddeld telt elke praktijk 100 mensen met type 2 diabetes. Bijna 90 procent is in de eerste lijn onder behandeling. Het loont dus de moeite voor een huisarts optimaal deskundig te zijn.” Wat de ziekte volgens Rutten speciaal maakt, is dat er allerlei vakgebieden in samenkomen. “De behandeling heeft natuurlijk een medisch-inhoudelijke kant, maar ook leefstijl, bewegen, de woonomgeving, het gezin, werk en stress spelen een rol. De huisarts is degene die dit alles overziet. Wie diabetes links laat liggen, levert niet de persoonsgebonden integrale zorg waar de huisartsgeneeskunde voor staat.” De DIHAG – opgericht in 1996 – is de oudste huisartsen-expertgroep. Rutten is
erbij vanaf het eerste uur. “We zijn met een aantal huisartsen bij elkaar gekropen en hebben gezegd: laten we alles in het werk stellen om de kennis van diabetes onder huisartsen te bevorderen én om de behandeling van deze patiënten zoveel mogelijk te professionaliseren en te standaardiseren.” De DiHAG is de officiële vertegenwoordiging van NHG en LHV binnen de diabeteswereld. De afgelopen jaren heeft de DiHAG een belangrijke rol gespeeld bij het vernieuwen van de NHG-Standaard. Zij vertolkt binnen de Nederlandse Diabetes Federatie en bij het ministerie van VWS de stem van de huisarts. De DIHAG trekt gezamenlijk op met de Landelijke Organisatie voor Ketenzorg (LOK).
RESULTAAT Rutten vindt dat er in zeventien jaar wel resultaat is geboekt. “Diabetes is ongeneeslijk, maar patiënten zijn gebaat bij een duidelijke, consequente aanpak. De Nederlandse eerste lijn doet het in dat opzicht bijzonder goed. Dat heeft geleid tot 30 procent minder complicaties. Een voorbeeld: in plaats van drie van de
honderd worden nu nog maar twee van honderd diabetespatiënten jaarlijks met een hartvaatziekte geconfronteerd.” Omdat kennis cruciaal is, zet de DIHAG stevig in op opleiden. Samen met scholingsinstituut Langerhans zorgt de DIHAG voor onafhankelijke nascholing voor huisartsen en praktijkondersteuners. Ook streven ze naar aanwas van kaderartsen (nu zijn het er 45).
VERGOEDING Rutten: “De diabetesbehandeling vraagt steeds meer maatwerk. Co-morbiditeit maakt de behandeling complexer. Dat kun je als huisarts niet aan de praktijkondersteuner overlaten. Deze huisartsen doen dan wellicht ook een onnodig snel beroep op de tweede lijn. Bovendien is het ook ethisch onjuist: iedere huisarts krijgt binnen een DBC een vergoeding voor zorg die de huisarts zelf levert, naast een vergoeding voor de diabetesnascholing. Wie die zorg niet levert en geen nascholing volgt, maakt daar onterecht aanspraak op. De DiHAG zal niet ophouden huisartsen daar op te wijzen.” Voor meer informatie:dihag.nhg.org.
Jan (huisarts) en Alie Woudstra (POH) vormen een echt team: ze stimuleren patiënten om veel te bewegen
LHV | De Dokter December 2013
33