Kansrijk Leren Monitor Expertiseklas sector HT&R ROC Aventus Apeldoorn
Jaap Terpstra Maart 2008 Notitienummer N08 2102JT-av07-0198b Versie 9 mei 2008
SPECTRUM Centrum Maatschappelijke Ontwikkeling Gelderland
Inhoud Samenvatting management ............................................................................1 1.
Inleiding ........................................................................................3 1.1 Expertiseklas ...................................................................................3 1.2 Wettelijk kader cluster-4 ...................................................................3 1.3 Definiëring ......................................................................................4 1.4 Doelgroep zorgleerlingen ..................................................................5 1.5 De opbouw .....................................................................................5
2.
De monitor .......................................................................................7 2.1 Monitor Expertiseklas .......................................................................7 2.2 Achtergronden ................................................................................7 2.3 Opzet monitor .................................................................................8
3.
Zorgbegeleiding binnen ROC Aventus ........................................................9 3.1 Instroom van zorgleerlingen ..............................................................9 3.2 Conclusies .................................................................................... 12 3.3 Aanbevelingen ............................................................................... 12
4.
Expertiseklas Horeca, Toerisme en Recreatie (HT&R) ................................ 13 4.1 Uitgangspunten Expertiseklas .......................................................... 13 4.2 Conclusies .................................................................................... 18 4.3 Aanbevelingen ............................................................................... 19
5.
Meningen leerlingenbegeleiding Expertiseklas .......................................... 21 5.1 Wie: Leerlingen HT&R .................................................................... 21 5.2 Conclusies .................................................................................... 23
6.
Meningen ouders begeleiding Expertiseklas ............................................. 25 6.1 Wie: Ouders van leerlingen HT&R .................................................... 25 6.2 Conclusies .................................................................................... 27
7.
Begeleiding binnen Gezondheid, Dienstverlening en Welzijn (GDW) ............ 29 7.1 Instroom van zorgleerlingen ............................................................ 29 7.2 Conclusies .................................................................................... 30 7.3 Aanbevelingen ............................................................................... 31
8.
Meningen leerlingen begeleiding GDW .................................................... 33 8.1 Wie: leerlingen GDW ...................................................................... 33 8.2 Conclusies .................................................................................... 34
9.
Begeleiding binnen Techniek .................................................................. 35 9.1 Instroom zorgleerlingen .................................................................. 35 9.2 Conclusies .................................................................................... 36 9.3 Aanbevelingen ............................................................................... 36
10. Meningen leerlingen begeleiding binnen Techniek ..................................... 37 10.1 Wie: leerlingen Techniek ................................................................ 37 10.2 Conclusies .................................................................................... 38 11. Samenvatting onderzoek ....................................................................... 39
Samenvatting management
Aanleiding ROC Aventus heeft voor leerlingen met een rugzakje (LGF-financiering) binnen de sector Horeca, Toerisme & Recreatie een Expertiseklas (E-klas)ingericht. In deze aparte ruimte kunnen leerlingen met gedragsproblemen terecht voor hulp en advies bij het uitwerken van de opdrachten. Dit kan in de E-klas als zij hier behoefte aan hebben, maar kan ook elders in het gebouw. Overigens moet de E-klas niet gezien worden als een onderwijsvoorziening. Ook binnen de andere sectoren van Aventus nemen leerlingen met gedragsproblemen deel aan het reguliere onderwijsprogramma maar hier is niet gekozen voor een speciale opvangklas. Aventus wil graag weten hoe zij de beide onderwijs-zorg vormen moet beoordelen en of het concept van de E-klas ROC breed ingevoerd kan worden. Spectrum heeft onderzoek gedaan naar de ervaringen en tevredenheid van onderwijsmedewerkers van de sectoren Horeca Toerisme & Recreatie (HT&R), Gezondheid, Dienstverlening & Welzijn (GDW) en Techniek en van leerlingen en ouders.
Aanbevelingen
De overdracht van zorgleerlingen vanuit het vo/vmbo naar het mbo dient door alle sectoren binnen ROC Aventus volgens de afgesproken route uitgevoerd te worden. Het is van belang om de overdrachtafspraken/zorgroute regelmatig in de vorm van een protocol bij de sectoren onder de aandacht te brengen. De opvang van zorgleerlingen in de Expertiseklas binnen HT&R dient gecontinueerd te worden omdat leerlingen met gedragsproblemen in tegenstelling tot andere sectoren te maken krijgen met praktijklessen (koksopleiding, etc.) die veel hectiek en onrust kennen en waar veel tegelijk gebeurd. Maar ook een sector die een groot beroep doet op de zelfwerkzaamheid van de studenten en waar deelnemers met gedragsproblemen in het begin erg aan moeten wennen. Voor hen is het van belang dat zij zich zo nu en dan even kunnen afzonderen in de E-klas om zo met hulp weer structuur in de activiteiten te brengen. De werking van de E-klas dient op een aantal punten verbeterd te worden. Deze kwaliteitsslag betreft vooral de uitwerking van de taakstelling (visieontwikkeling zorg en onderwijs) en privacy. De opvang van zorgleerlingen is sectorspecifiek en dient bezien te worden in de onderwijscontext. Om deze reden kan de opzet van de Expertiseklas niet zondermeer ROC-breed ingevoerd worden. Vanwege de benodigde kennis van en expertise met de doelgroep is het gewenst om voor alle sectoren de ambulante begeleiding extern in te huren. Het is van belang om voor alle sectoren een visie voor onderwijs en zorg uit te werken. Dit bepaalt de positie van zorg (Ambulant Begeleiders) binnen de sectoren en de mate waarin dit ondersteunend kan zijn aan het onderwijs. Een aanvullende hulpvorm voor de zorgstructuur binnen Aventus is het schoolmaatschappelijk werk. Argumenten voor het invoeren van schoolmaatschappelijk werk zijn de volgende:
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
1
Schoolmaatschappelijk werk is een hulpvorm die snel ingezet kan worden zonder vooraf eerst het hulpverleningscircuit (procedures) te raadplegen; Schoolmaatschappelijk werk is een belangrijke ondersteunende voorziening in de aanpak van voortijdig schoolverlaten; Schoolmaatschappelijk werk helpt het onderwijs de draagkracht van de zorgplicht te verbeteren; Schoolmaatschappelijk werk kan in het kader van de zorgplicht ondersteuning bieden in de contacten met de ouders. Voor een verdere uitwerking van de argumenten zie hoofdstuk 11 (Samenvatting onderzoek). De toelating van zorgleerlingen tot de E-klas dient explicieter gemaakt te worden door aanvullende criteria te formuleren. Deze criteria zijn verderop geformuleerd en kunnen helpen om de visie op zorg en onderwijs vorm te geven.
Motivatie Door middel van interviews en gesprekken met medewerkers, leerlingen en ouders hebben we onderzocht hoe zij tegen de opzet en werking van de Expertiseklas (HT&R) en zorgbegeleiding binnen Techniek en GDW aankijken en wat zij van dit aanbod van Aventus vinden. Ouders en leerlingen, maar ook de medewerkers van HT&R vinden de Expertiseklas in de huidige opzet erg belangrijk. “Zonder deze achtervang redden jongeren met gedragsproblemen het niet binnen de Horeca en andere sectoren binnen Aventus”. Wel wijzen zij er op dat het onderwijsproces het vertrekpunt moet zijn en dat de jongere hier steeds naar terug moet. Daarom moeten docenten beschikken over de nodige vaardigheden om jongeren tijdens het leerproces goed te kunnen ondersteunen. Zorgbegeleiding dient gericht te zijn op het leerproces en de grenzen moeten voor iedereen duidelijk zijn. Uit de gesprekken kwam eveneens naar voren dat de overdacht en instroom van zorgleerlingen voor verbetering vatbaar is. Deze is nu niet eenduidig en vraagt om meer centrale regie.
Consequenties Uitgaande van het feit dat bovenstaande aanbevelingen een belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van het aantal voortijdige schoolverlaters dient Aventus de volgende maatregelen te overwegen. Voor de werking van de Expertiseklas binnen HT&R dient een verbetertraject ingezet te worden: Uitwerking taakstelling voor wat betreft het verlenen van zorg in relatie tot onderwijs. Het gaat om de positie van zorg binnen onderwijs. Opzetten van een volgsysteem om de werking en voortgang van de E-klas sneller zichtbaar te maken. Toelatingscriteria (zie verderop in de nota) verder uitwerken. De procedure voor overdracht en instroom van zorgleerlingen dient voor alle sectoren eenduidig ingevoerd te worden. Invoeren schoolmaatschappelijk werk.
2
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
1.
Inleiding
ROC Aventus krijgt in toenemende mate te maken met een groep studenten waarbij sprake is van (forse) gedragsproblematiek. Het gaat dan vooral om jongeren die afkomstig zijn van REC-4 scholen en doorstromen naar het mbo onderwijs. Per 1 januari 2006 is de lgfsystematiek ingevoerd in het mbo waardoor leerlingen met gedragsproblemen de gelegenheid krijgen om met extra ondersteuning een vervolgopleiding in het mbo te volgen. Aventus staat positief tegenover de instroom van cluster 4 leerlingen, maar realiseert zich wel dat het hier gaat om specifieke gedragsproblemen waar docenten veelal onvoldoende voor geschoold zijn. Er is behoefte aan extra kennis en ondersteuning in de begeleiding van zorgleerlingen omdat men constateert dat de tussentijdse uitstroom veel te hoog is. Op grond hiervan heeft het management van Horeca Toerisme&Recreatie (HT&R) besloten een expertiseklas in te richten waar leerlingen met gedragsproblemen worden opgevangen door ambulant begeleiders. Het ondersteunen en begeleiden van leerlingen met gedragsproblemen is mogelijk omdat met het zogenaamde rugzakje ambulante begeleiding bij het Regionaal Expertisecentrum Oost Nederland kan worden ingekocht. Ook in de andere sectoren nemen studenten met gedragsproblemen deel aan het reguliere onderwijsprogramma. Aventus wil graag weten hoe zij beide onderwijs-zorg vormen moet beoordelen. Is het met andere woorden wenselijk om het concept van de E-klas ROC-breed in te voeren.
1.1
Expertiseklas
In de expertiseklas werken twee ambulant begeleiders fulltime vanuit één van de cluster 4 scholen. Eén begeleider vanuit een externaliserende en één vanuit een internaliserende achtergrond. Beide begeleiders vangen alle cluster 4 geïndiceerde deelnemers op. De begeleiders werken zowel deelnemer (gedrag) als systeem (lesstof) gericht. Voor hun activiteiten kunnen zij terugvallen op en zijn verantwoordelijk voor afstemming met andere organisaties zoals de cluster 4 scholen, Bureau Jeugdzorg, zorgloket Apeldoorn, leerplicht en politie. De expertiseklas bestaat naast cluster-4 leerlingen ook bestaan uit leerlingen die deze indicatie niet hebben maar na overleg met de Zorgcoördinator voor deelname zijn aangemeld. Vervolgens is de werkwijze en procedure dezelfde als voor de cluster-4 leerlingen.
1.2
Wettelijk kader cluster-4
Om in aanmerking te komen voor de indicatie cluster-4 onderwijs moet de leerling voldoen aan de landelijk geldende indicatiecriteria. Deze worden getoetst door een onafhankelijke commissie, de Commissie voor Indicatiestelling (CvI). Wanneer ouders er voor kiezen hun kind met een cluster-4 indicatie onderwijs te laten volgen op een reguliere school, krijgt deze school vanuit het ministerie extra middelen.
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
3
Deze middelen (budget en/of formatie) gaan als het ware in ‘een rugzakje’ mee naar de reguliere school. In het rugzakje zitten twee delen: Gelden die rechtstreeks naar de school van de leerling gaan en direct ingezet worden ten behoeve van extra hulp aan de leerling. Ambulante begeleiding vanuit de REC-4 scholen.
1.3
Definiëring
Cluster 4 leerlingen Dit zijn deelnemers met ernstige gedragsproblemen, ontwikkelingsproblemen en/of psychiatrische problemen. Het gaat om deelnemers met een psychische stoornis/ontwikkelingspathologie en met ernstige sociaal-emotionele of gedragsproblemen in de schoolsituatie, thuis of bij vrijetijdsbesteding en waarvoor gerichte hulp is of wordt verleend door een voorziening voor GGZ of hulp is geweest van een psychiatrische voorziening of Jeugdbescherming. Een REC-4 indicatie wordt afgegeven wanneer een deelnemer door de sociaal-emotionele problematiek niet kan profiteren van het onderwijs door ontbrekende leervoorwaarden in gedragsmatige zin of een bedreiging voor zichzelf of voor anderen vormt. Bovendien moet duidelijk zijn dat het beschikbare zorgarrangement van het reguliere onderwijs niet toereikend is.
Cluster 1,2 en 3 leerlingen Ook de leerlingen met visuele beperkingen (cluster 1) en dove en slechthorende leerlingen en leerlingen met ernstige spraakmoeilijkheden (cluster 2 ) en leerlingen met verstandelijke en/of lichamelijke beperkingen (cluster 3) hebben rechtsreeks toegang tot het reguliere onderwijs en komen in aanmerking voor speciale begeleiding.
Leerlinggebonden financiering (LGF): Met LGF heeft een leerling meer zeggenschap over de speciale begeleiding of ondersteunende middelen die hij op het mbo nodig heeft. Het bedrag van LGF wordt in z’n geheel overgemaakt aan het mbo. Voor het inzetten van extra ambulante begeleiding werkt de school samen met het Regionaal Expertisecentrum Oost Nederland of een school voor voortgezet speciaal onderwijs.
Ambulante begeleiding Ambulante begeleiding is een vorm van hulp door specialisten uit het speciaal onderwijs vanuit het REC Oost Nederland. Zij begeleiden leerkrachten/docenten bij het geven van onderwijs aan leerlingen met ernstige gedragsstoornissen, psychiatrische stoornissen en/of sociaal-emotionele problemen.
Inclusief onderwijs Alle leerlingen, ongeacht hun achtergrond, bezoeken dezelfde scholen, functioneren in heterogene groepen en volgen het curriculum afgestemd op hun eigen mogelijkheden. Leerlingen leren van en met elkaar als ze samen leren en samen worden onderwezen in dezelfde leer - en leefgemeenschap. Ze ontwikkelen zich zo tot volwaardige burgers met een actieve deelname in de maatschappij.
4
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
1.4
Doelgroep zorgleerlingen
Omdat we in het onderzoek niet alleen kijken naar de LGF-leerlingen maar ook andere zorgleerlingen zullen we hen in de verdere uitwerking betrekken. Het gaat hierbij om de volgende doelgroepen: 1. Jongeren met een leerlinggebonden financiering/rugzak vanuit het VO die binnen het ROC Aventus lessen gaan volgen. Dit zijn jongeren met een cluster 1, 2, 3 en 4 indicatie, de jongeren met sociaal emotionele problemen en de jongeren met een LZK (langdurig zieke kinderen) achtergrond, ZMOK jongeren. 2. Jongeren die met een ingekochte plek onderwijs volgen binnen de sectoren van het ROC Aventus. Dit zijn jongeren die wonen binnen een internaat, bijv. Rentray, jongeren die komen van een cluster 4 school bijv. Rentray Suringarschool te Deventer, jongeren die uit een ander internaat komen bijv. de Hoenderloo Groep of de Bolster. Jongeren die uit het Praktijkonderwijs komen uit de regio rond Apeldoorn 3. Jongeren die vanuit het VO/vmbo het ROC Aventus instromen en waarvan op het overdrachtsformulier, in het kader van de doorgaande zorglijn, is aangegeven dat extra hulp noodzakelijk is. De leertrajectbegeleider (LTB-er) en de ambulant begeleider bespreken samen hoe de hulpvraag verder op te pakken. Dit geldt ook voor jongeren die gedurende het schooljaar aangeven extra hulp nodig te hebben.
1.5
De opbouw
In hoofdstuk 2 gaan we in op de onderzoeksvragen, de achtergrond waartegen we deze uitwerken en de onderzoeksopzet. Alvorens in te gaan op de werking van de Expertiseklas kijken we in hoofdstuk 3 eerst naar de beleidsuitgangspunten van ROC Aventus ten aanzien van leerlingen met zorgvragen en hoe de overdracht en instroom van deze leerlingen verloopt. In hoofdstuk 4,5 en 6 kijken we naar de opzet en werking van de Expertiseklas en hoe leerlingen en ouders deze opvang waarderen. Wat zijn met andere woorden de effecten. De hoofdstukken 7 tot en met 10 laten zien hoe de zorgbegeleiding bij de sector Gezondeheid, Dienstverlening en Welzijn (GDW) en Techniek er uit ziet en wat de leerlingen hiervan vinden. Tot slot zetten we in hoofdstuk 11 de onderzoeksvragen nog een keer op de rij en geven antwoord op de vraag of het begeleidingsconcept van de Expertiseklas overdraagbaar is naar alle sectoren binnen ROC Aventus.
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
5
6
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
2.
De monitor
2.1
Monitor Expertiseklas
Onderzoeksvraag Aventus heeft Spectrum gevraagd een eerste monitor uit te voeren naar de werking van de Expertiseklas. HT&R heeft de keuze gemaakt voor een E-klas, maar wat zeggen de onderzoeksresultaten over het vervolg. Het gaat hierbij om de volgende vragen: Is de huidige opzet en vormgeving van een expertiseklas voor REC 4 leerlingen te verkiezen boven een reguliere deelname (inclusief onderwijs)? Wat zijn de voor- en nadelen? Is het inhuren van ambulante begeleiders een juiste keus of moet Aventus zelf de kennis in huis hebben? Docenten moeten kunnen omgaan met de ingewikkelde interactie tussen gedrags- en leerproblemen, omgaan met handelingsplannen en cluster 4 leerlingen tot actief leren brengen. Is de begeleiding die nu vanuit REC 4 en andere hulpverleners wordt ingezet voldoende of moeten er nog andere vormen aan toegevoegd worden? Zijn er criteria aan te geven voor de plaatsing van REC 4 leerlingen? Om een goed beeld te krijgen van de werking van de Expertiseklas was het van belang om met de direct betrokkenen te praten over de zorgbegeleiding vanuit de E-klas, begeleiding in de klas en de wisselwerking daartussen. Maar bovenal ging het om de vraag hoe de begeleiding van leerlingen met gedragsproblemen binnen ROC Aventus vorm moet krijgen. En wat moeten docenten zelf in huis hebben. Maar ook de vraag of het concept van de Expertiseklas ROC breed ingevoerd zou moeten worden.
2.2
Achtergronden
In het schooljaar 2005/2006 gingen landelijk 56.500 jongeren voortijdig van school. Dat zijn er 14.500 minder dan in 2002, maar nog steeds te veel. Het kabinet wil het aantal nieuwe voortijdige schoolverlaters in 2012 halveren. Dan mogen er niet meer dan 35.000 over zijn, vergeleken met de 71.000 in 2002. Het provinciale en regionale beleid sluit hierop aan. De opzet en uitvoering van de Expertiseklas staat niet op zich en heeft nauwe raakvlakken met het landelijk en regionaal beleid om het aantal voortijdige schoolverlaters terug te dringen. Volgens het CBS hebben schoolverlaters zonder een startkwalificatie moeite om een baan te vinden en te behouden, maar lopen zij ook een verhoogd risico om het criminele pad op te gaan. De overheid wil het ingezette beleid nog verder versterken en de problemen nog meer aanpakken bij de bron1. De extra maatregelen richten zich op: Extra aandacht voor een soepele overgang van vmbo naar mbo. Betere loopbaanoriëntatie studiekeuze en begeleiding. Meer en betere zorg op school. Aantrekkelijker onderwijs, met sport en cultuur, om jongeren op school te houden. Meer ruimte voor vmbo-scholieren die het best leren met hun handen. 1
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Uitvoeringsbrief schooluitval november 2007.
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
7
Meer maatwerktrajecten om uitval te voorkomen. Inzet van 20.000 EVC-trajecten voor schooluitvallers van 18-23 jaar.
Uit diverse onderzoeken blijkt dat vroeg ingrijpen op school uitval op latere leeftijd kan voorkomen. Dat ingrijpen gebeurt met het organiseren van een zorgstructuur en het bieden van hulp die dicht bij de jongeren staat, maar ook te zorgen voor een goede aansluiting tussen de schooltypen.
2.3
Opzet monitor
De monitor heeft zich op het volgende gericht: 1. ‘Wat’ is het beleid van HT&R ten aanzien van het ondersteunen van zorgleerlingen. Wat is het idee hierachter, hoe stromen zorgleerlingen in en wie is waarvoor verantwoordelijk. Hiervoor hebben we een aantal beleidsdocumenten van HT&R bestudeerd. 2. ‘Hoe’ ziet de opvang in de Expertiseklas er uit en wat zijn de effecten hiervan. Hoe ervaren leerlingen, ouders en docenten de opvang in de Expertiseklas en draagt dit bij aan een veilig gevoel en het voorkomen van voortijdige schooluitval. Ook hebben we gekeken naar de zorgbegeleiding bij de sector Gezondheid Welzijn en Dienstverlening (GDW) en Techniek om zo een uitspraak te kunnen doen over het breed invoeren van Eklas model in alle sectoren. 3. Tot welke ‘conclusies’ leiden de onderzoeksgegevens en wat kan op grond hiervan gezegd worden over het continueren van de Expertiseklas. Maar ook in hoeverre de opzet van de Expertiseklas overdraagbaar is naar de andere sectoren. Welke factoren zijn hierbij bepalend. Om meer zicht te krijgen op het proces en de effecten van zorgbegeleiding zijn er groepsinterviews gehouden met docenten, trajectbegeleiders, zorgcoördinatoren, ambulant begeleiders, sectorcontactpersonen en teammanagers van de sectoren HT&R, GDW en Techniek. Tot slot zijn er interviews gehouden met leerlingen van de drie sectoren en ouders van de sector HT&R. Tijdens het groepsinterview is gesproken over de instroom van zorgleerlingen, de zorgbegeleiding en het belang van een aparte opvangklas zoals de Expertiseklas bij HT&R. Er is met vier leerlingen van HT&R, twee van GDW en twee van Techniek gesproken over de begeleiding al dan niet in een aparte E-klas en hun tevredenheid hierover. Hierbij ging het steeds om de wisselwerking tussen de begeleiding tijdens de (praktijk)lessen en daarbuiten. Met drie ouders van leerlingen die worden opgevangen in de Expertiseklas is gesproken over hun tevredenheid over de Expertiseklas en de manier waarop zij hierbij betrokken zijn.
8
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
3.
Zorgbegeleiding binnen ROC Aventus
Visie ten aanzien van zorgbegeleiding Binnen ROC Aventus staan leerlingen met een hulpvraag centraal. In de praktijk betekent dit zoveel als mogelijk en het verantwoord centraal stellen van de jongere met zijn hulpvraag in het dagelijks onderwijskundig handelen. Binnen het onderwijsaanbod is dit concreet: hulp bieden bij het zoeken van antwoorden op de verschillende hulpvragen.
3.1
Instroom van zorgleerlingen
Alvorens de zorgbegeleiding van een aantal sectoren verder onder de loep te nemen focussen we eerst kort op de wijze van instroom van zorgleerlingen en de aansturing van de begeleiding. Een belangrijk kenmerk van het primaire proces van Aventus is de begeleiding van deelnemers bij de verdere beroepsontwikkeling en het bijtijds signaleren van risico’s die zich hierbij kunnen voordoen. Dit alles met de bedoeling om zo goed mogelijk op de onderwijsvraag van de deelnemers te kunnen inspelen en het voortijdig schoolverlaten zo te voorkomen. Bij het beoordelen van de zorgbegeleiding kijken we eerst naar de instroom van zorgleerlingen in z’n algemeenheid en komen daarbij drie groepen tegen. In de eerste plaats is dit de groep zorgleerlingen met een rugzak. Dit zijn de zogenaamde cluster4 leerlingen met een REC indicatie(LGF-financiering). Overigens stromen er ook leerlingen met een cluster 2 of 3 indicatie in. De tweede categorie bestaat uit leerlingen die binnen komen op plaatsen die zijn ingekocht door internaten zoals Rentray, de Hoenderloo Groep en de Bolster. Ook vanuit het praktijkonderwijs stromen leerlingen binnen. De derde groep die binnen komt zijn de leerlingen die zelf aangeven een zorgvraag te hebben of door de toeleverende school zijn aangemeld met extra aandacht voor begeleiding. Dit zijn jongeren zonder indicatie die op basis van de intake of gedurende het schooljaar te kennen hebben gegeven extra begeleiding nodig te hebben.
Aantal LGF studenten schooljaar 2007 – 20082 Sector
formeel geregistreerde LGF studenten
GDW Apeldoorn
11
GDW Deventer/Zutphen
12
E&O Apeldoorn
15
E&O Deventer/Zutphen
17
HT&R
16
Mobiel
4
Techniek
13
Totaal
88
2
Volgens opgaaf ROC Aventus
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
9
De overdracht van vmbo naar mbo Binnen de Beroepskolom van Aventus staat de overdracht van zorgleerlingen hoog in het vaandel en zijn door het Apeldoorns Samenwerkingsverband Beroepskolom (ASB) en het Samenwerkingsverband Beroepskolom Midden-IJssel (SBMIJ) in het kader van doorlopende zorg, overdrachtsformulieren ontwikkeld om zo de overstap van vmbo naar ROC Aventus te waarborgen. Wanneer het vmbo het van belang acht om de zorg te continueren wordt dit op het overdrachtsformulier (B-gedeelte) aangegeven. Soms kiest een leerling en/of ouders hier niet voor en dan dient het vmbo vanuit de eigen professionaliteit te handelen. Binnen ROC Aventus is een procedure voor de overdracht van zorgleerlingen uitgewerkt en deze ziet er in het kort als volgt uit: Het Servicecentrum van Aventus verstuurt het overdrachtsformulier naar de sectorcontactpersoon nadat een aantal gegevens zijn vastgelegd en maakt een inschatting van de zorg en kijkt of LGF aan de orde is. Zonodig vraagt men een indicatiestelling aan. De sectorcontactpersoon is verantwoordelijk voor de verdere verspreiding van het formulier binnen de sector en zorgt er voor dat de leertrajectbegeleider (LTB-er) en ambulant begeleider geïnformeerd worden over de zorg die de desbetreffende leerling nodig heeft. De sectorcontactpersoon dient zich hierbij aan het volgende protocol te houden: De zorgcoördinator van het vmbo krijgt binnen 10 dagen een schriftelijke bevestiging van de ontvangst van het zorgoverdrachtformulier. Het servicecentrum krijgt een CC van de bevestigingsmail. De sectorcontactpersoon is verantwoordelijk voor het informeren van de LTB-er/ABer en het vastleggen van de nodige gegevens. Uit het gesprek met de projectleider van de beroepskolom blijkt dat Aventus ernst maakt van de overdracht van zorgleerlingen. Sinds kort is men bezig met een ronde langs alle vmboscholen in de Stedendriehoek om de gemaakte afspraken over de overdracht opnieuw onder de aandacht te brengen. Doel is het creëren van een doorgaande zorglijn en het voorkomen van schooluitval.
Knelpunten in de overdracht Een knelpunt in de overdracht is dat zorgcoördinatoren van het vo/vmbo vaak de nieuwe afdeling en de contactpersoon niet kenen en zorgmeldingen onvoldoende worden teruggekoppeld. Om dit te voorkomen zijn er binnen Aventus overdrachtsafspraken gemaakt die er toe moeten leiden dat overdrachtsformulieren bij de juiste persoon terecht komen. Ondanks deze afspraken is de afwikkeling van overdracht en het op gang brengen van zorg nog een zorgelijk punt. De reden hiervan is dat het vo/vmbo ondanks eerdere afspraken nog veel te weinig zorgleerlingen volgens de afgesproken procedure overdraagt. Dit is een kwart van wat het zou moeten zijn als we er van uit gaan dat 5% van de leerlingen behoefte heeft aan extra ondersteuning. vmbo’s melden niet omdat er te weinig wordt teruggekoppeld. Nu haken studenten binnen het ROC soms af zonder dat iemand weet wat er aan de hand is. Dit betekent dat de overdrachtsafspraken met klem ROC-breed onder de aandacht gebracht moeten worden.
Intake Een belangrijke stap in de overdracht is de ‘intake’. Tijdens de intake komt het portfolio met daarin de loopbaanoriëntatie van de student aan de orde en op basis van de ontwikkelde
10
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
leerstijl kan samen met de student bekeken worden waar mogelijke risico’s liggen. Door hier de bevindingen van de mentor van het vmbo bij te betrekken kan er een goed beeld geschetst worden van de verdere beroepscarrière en de onderdelen die extra aandacht vragen. Kortom een route die op zich helder op papier staat maar niet door alle sectoren éénduidig wordt gehanteerd. Dit maakt de beeldvorming naar de toeleverende scholen (vo/vmbo) niet duidelijk. Een punt van aandacht is eveneens de inbreng van zorgvragen door de ambulant begeleiders. Soms gebeurt het dat ambulant begeleiders leerlingen vanuit de vorige school meenemen en de leertrajectbegeleider hierover niet bijtijds informeert. Op zich een begrijpelijke stap maar uiteindelijk niet effectief omdat niet alle personen bijtijds worden geïnformeerd Kort samengevat ziet de routing voor zorgoverdracht er als volgt uit:
vmbo
Servicecentrum Aventus
Sectorcontactpersoon
Leertrajectbegeleider (LTB-er)
Ambulant begeleider
Zorgcoördinator
Naar interne/externe hulp
:
vaste overdrachtsafspraken voor alle sectoren
:
de afspraken in de verdere zorgroute kunnen vanaf dit punt voor de sectoren verschillend zijn.
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
11
3.2
Conclusies Een belangrijke conclusie is dat de sectoren binnen Aventus verschillend omgaan met de overdracht van zorgformulieren, terwijl hiervoor één vastgestelde route is afgesproken. Er wordt naar aanleiding van de overdracht niet voldoende teruggekoppeld naar het vo/vmbo waardoor de doorgaande zorglijn in gevaar komt. Er zijn geen basisafspraken voor leerlingen die binnen het mbo met een schone lei willen beginnen en waarover het vmbo zich toch zorgen maakt. De intake zou beter benut kunnen worden voor het in beeld krijgen van mogelijke uitvalrisico’s. Door goed te letten op de motivatie en het gekozen beroepsprofiel kan men beoordelen of een gekozen schoolloopbaancarrière kansrijk is. Het portfolio is hierbij een belangrijk hulpmiddel omdat dit iets zegt over de persoonlijke ontwikkeling en omstandigheden waarin het leerproces heeft plaatsgevonden. De ambulant begeleiders nemen de gemaakte overdrachtsafspraken onvoldoende in acht.
3.3
Aanbevelingen De overdracht vanuit het vo/vmbo naar het mbo dient door alle sectoren binnen ROC Aventus volgens de afgesproken route uitgevoerd te worden. Vooral de terugkoppeling is een belangrijk punt Het is van belang om de bekendheid van de overdrachtafspraken/zorgroute centraal te regisseren en deze in de vorm van een protocol voortdurend bij de sectoren onder de aandacht te brengen. Ook voor leerlingen die met een schone lei willen beginnen moet tussen vmbo en mbo basisoverdrachtsafspraken gemaakt worden. Bij de intake dient nadrukkelijker gekeken te worden naar de motivatie van een deelnemer voor een bepaald beroepsperspectief en de mogelijke risico’s daarin. Ambulante begeleiders die zelf zorgleerlingen binnen brengen moeten de zorgroute van de sector in acht nemen. Dit betekent dat zorgleerlingen centraal aangemeld dienen te worden overeenkomstig de bestaande procedure/protocol.
12
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
4.
Expertiseklas Horeca Toerisme & Recreatie (HT&R)
4.1
Opzet Expertiseklas3
Voor de Expertiseklas zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: De opzet van een Expertiseklas4 als brede (opvang)voorziening binnen de sector HT&R Eén loket binnen de sector HT&R waar leerlingen zorg/begeleiding kunnen krijgen. Daarin worden drie doelgroepen onderscheiden. De E-klas heeft ook een ondersteuningstaak naar het docententeam. Deel bekostiging vanuit ambulante middelen, deels vanuit ingeschreven leerlingen en deels uit de ingekochte plekken. Uitvoeren van collegiale consultatie op de werkvloer bij collega’s van de sector HT&R Brugfunctie vervullen tussen jongeren die van het reguliere VO/vmbo komen met een Leerling Gebonden Financiering, ingekochte plekken van verschillende instanties en leerlingen die zelf om hulp vragen. Samenwerking tussen ROC Aventus en de cluster 4 scholen die jongeren leveren aan het ROC Aventus, sector HT&R. Het toekomstig perspectief/beeld zou kunnen zijn het uitbreiden van Expertiseklas naar een dekkend netwerk binnen het ROC Aventus.
De uitwerking hiervan De basis van de Expertiseklas is een plek/ruimte binnen HT&R, van waaruit jongeren ondersteuning krijgen om aan de reguliere lessen van de sector deel te kunnen nemen. Het biedt veiligheid aan leerlingen die dat nodig hebben om zo een aantal taken uit te kunnen voeren. De Expertiseklas is geen aparte onderwijsvoorziening en vormt een integraal onderdeel van de sector HT&R. Twee ambulant begeleiders uit het cluster 4 onderwijs zijn permanent in de E-klas aanwezig en ondersteunen de leerlingen en docenten. Daarnaast nemen zij deel aan het zorgteam, onder leiding van de zorgcoördinator van de sector HT&R. Dit team bespreekt zorgvragen en – ontwikkelingen binnen het team.
De deelnemers Binnen de Expertiseklas worden de volgende groepen leerlingen opgevangen: rugzakleerlingen met ambulante begeleiding; ingekochte plekken door internaten; leerlingen die binnenkomen met een zorgformulier (tijdens intake ingevuld of vanuit de vorige vo/vmbo school) of deze in de loop van het schooljaar invullen.
Waarom een Expertiseklas? Er komen bij HT&R leerlingen binnen die al een LGF/rugzak hebben en op basis van een REC-4 indicatie (of een andere cluster indicatie) extra begeleiding krijgen van een ambulant begeleider. Deze hulp dient gecontinueerd te worden. HT&R heeft er voor gekozen om de kennis en expertise van de ambulante begeleiding te bundelen in de Expertiseklas. Op deze manier kunnen deelnemers met gedragsproblemen zich even terugtrekken in de E-klas en ondersteuning vragen bij het uitwerken van opdrachten en andere vragen. Deze behoefte aan ondersteuning heeft ook te maken met het feit dat de sector een groot beroep doet op 3 4
Zorg op Maat april 2007 ROC Aventus (HT&R) Oorspronkelijk: Cluster 4 Begeleidingscentrum/Expertiseklas
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
13
de zelfwerkzaamheid van deelnemers als onderdeel van het competentiegericht leren. Voor deelnemers met gedragsproblemen is dit in het begin heel erg wennen. Bovendien hebben zij met een leeromgeving te maken die soms erg hectisch is (o.a. koksopleiding) waardoor zij zich moeilijk kunnen concentreren. Daarnaast spelen de grote groepen hen soms ook parten. Een andere belangrijke wens van HT&R was om de begeleiding van leerlingen en docenten goed te stroomlijnen vanuit één loket van waaruit de kennis zich ook verder kan ontwikkelen. De Expertiseklas houdt de ontwikkelingen bij en brengt deze over naar de praktijk. Ook voor de jongeren die uit de kleine internaten of het praktijkonderwijs komen is het van belang om vanuit een kleine setting ondersteuning te krijgen om zo hun weg te vinden binnen het grote onderwijs. Voor deze jongeren is de Expertiseklas een goede basis waar zij te allen tijde op terug kunnen vallen voor hulp en begeleiding.
Hoe ziet de Expertiseklas van HT&R er uit? In een goed ingerichte ruimte binnen de sector HT&R, waarin twee ambulant begeleiders werken vanuit de cluster 4 scholen. Over de voortgang van de begeleidingsvragen voeren zij regelmatig overleg met het zorgteam van HT&R. In deze ruimte is een telefoon voor intern en extern gebruik, vaste computers, meubilair om werkzaamheden te verrichten, administratie e.d., spreekruimte, meubilair voor jongeren om zelfstandig aan te kunnen werken. Vanuit deze ruimte wordt de zorg en begeleiding van de leerlingen en de coaching van de docenten geregeld en het is een rustplek binnen de sector voor onvoorziene calamiteiten. Kortom, jongeren vinden binnen de Expertiseklas de veiligheid en rust om zelfstandig te kunnen werken. De leiding van de Expertiseklas bestaat uit twee ambulant begeleiders vanuit cluster 4 scholen met kennis en vaardigheden vanuit deze onderwijsachtergrond. Het
aantal deelnemers aan de Expertiseklas is momenteel 40 en is als volgt samengesteld: 14 deelnemers met een LGF indicatie 5 deelnemers met een LGF in wording 6 deelnemers op ingekochte plaatsen door internaten 15 deelnemers met een zorgformulier of in wording.
Doel van de Expertiseklas Leerlingen krijgen opvang en begeleiding zolang dit nodig is met als doel om zich cognitief alsook sociaal-emotioneel goed te kunnen ontwikkelen. Hiermee wil HT&R voortijdig schooluitval tegen gaan en leerlingen in de gelegenheid stellen om op een voor hen haalbare manier een startkwalificatie te halen.
Werkwijze van de Expertiseklas Alle 40 leerlingen starten in principe in de Expertiseklas en één van de ambulant begeleiders is bij toerbeurt in de klas aanwezig voor opvang en begeleiding van leerlingen die: eruit worden gestuurd; niet welkom zijn in de les; die binnen de sector op dat moment niet opgevangen kunnen worden; te laat komen en waarvan de afwezigheid moet worden achterhaald; met acute problemen te maken hebben en waarvoor een oplossing bedacht moet worden; in verband met hun LGF indicatie begeleidingsafspraken moeten maken.
14
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
In de Expertiseklas houdt men een rooster bij van waar leerlingen op een bepaald moment zitten en wanneer een ambulant begeleider in een les aanwezig is om te observeren of extra ondersteuning te bieden. De taken van de ambulant begeleiders zien er samengevat als volgt uit. Collegiale consultatie tijdens praktijklessen. Observaties tijdens de praktijk- of theorielessen. Begeleidingsgesprekken met collega’s over hoe om te gaan met jongeren met gedragsproblemen tijdens de les. Oudergesprekken. Naast de vaste contactmomenten die vanuit HT&R worden georganiseerd zijn er ook overlegmomenten met de ouders om de voortgang van de begeleiding te bespreken. Soms is dit telefonisch, maar ouders komen ook naar school voor een gesprek. Soms is er sprake van extra toezicht als er meerdere leerlingen van de Expertiseklas aan de praktijkles deelnemen. Dit gaat veelal in overleg met de LTB-er, zorgbegeleider of praktijkdocent. Het geven van presentaties aan de afdelingen van de sector over de verschillende gedragsstoornissen en de aanpak. Wekelijks overleg met de zorgcoördinator over de voortgang. Overleg met de teammanager over de nieuw te plaatsen jongeren.
Instroom van zorgleerlingen De sectorcontactpersoon van HT&R krijgt via het Servicecentrum de overdrachtsformulieren van de toeleverende scholen (vo/vmbo) aangereikt. Dit zijn leerlingen die extra zorg nodig hebben (o.a. LGF-leerlingen). De sectorcontactpersoon verspreidt de overdrachtsformulieren over de desbetreffende LTB-ers/AB-ers en koppelt de informatie terug naar de toeleverende scholen. Vervolgens bespreekt de LTB-er de zorgvraag met de leerlingen en betrekt hier de ambulant begeleider bij. Ook kan het zijn dat er een specifieke training nodig is zoals sociale vaardigheden. In dat geval wordt er kontact gelegd met het servicecentrum. Verder wordt er bij de start van het nieuwe schooljaar bij alle eerstejaarsgroepen een powerpointpresentatie verzorgd over zorgbegeleiding binnen het ROC en krijgen leerlingen een vertrouwelijk intake formulier voorgelegd over gezondheid en begeleidingsvragen. De sectorcontactpersoon verzamelt deze gegevens en spreekt deze eventueel door met de LTB-er. De sectorcontactpersoon heeft als het ware een helicopterview en houdt spreekuren. De LTB-er is de eerste persoon waar de leerling de begeleidingsvragen mee bespreekt. Wanneer blijkt dat er meer nodig is of de klik tussen leerling en LTB-er is er niet, dan wordt doorverwezen naar de sectorcontactpersoon. Als er specifieke zorgvragen zijn zoals faalangstreductie of een training sociale vaardigheden, dan wordt er in overleg met de zorgcoördinator doorverwezen naar het servicecentrum. Tijdens het groepsinterview met de docenten en andere betrokkenen bleek dat de zorgroute van zorgleerlingen naar buiten toe niet eenduidig gehanteerd wordt. Voor de beeldvorming is het van belang dat iedereen zich aan de procedure houdt. Dat geldt ook voor de overdracht van LGF jongeren vanuit voorliggende scholen of ingekochte plaatsen door de internaten. Momenteel gaat er te veel buiten de sectorcontactpersoon om met als gevolg dat niet de juiste personen worden geïnformeerd en niet alle registraties plaatsvinden. Daardoor kan het gebeuren dat een herindicatie niet op tijd wordt aangevraagd.
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
15
Intake De sector HT&R heeft een behoorlijke instroom van zorgleerlingen en naast de melding via de sectorcontactpersoon is het van belang om bij de intake goed te kijken naar de voorgeschiedenis van de deelnemer. Hoe is het leerproces tot nu toe verlopen en waar liggen mogelijke risico’s. De intake is een belangrijk moment omdat hier de zorgvragen in wording boven tafel moeten komen. Tijdens het interview bleek dat het intakegesprek een verbeterslag nodig heeft. Het beleid ten aanzien van de intake is nu nog ongericht terwijl dit de eerste stap in het begeleidingsproces is. Tijdens het gesprek vinden verschillende processen plaats. De intaker probeert te achterhalen waarom een deelnemer voor een bepaalde opleiding kiest, maar ook wat de persoonlijke motieven zijn. Bij de intakeprocedure komen verschillende aspecten aan de orde waar iedereen een eigen invulling aan kan geven. Voor een goede en eenduidige intake is het van belang dat iedereen het er over eens is hoe en welke doelen met de intake nagestreefd worden.
Toelatingscriteria Expertiseklas In principe hebben rugzakleerlingen (LGF) en leerlingen van de internaten toegang tot de Expertiseklas. Voor zorgleerlingen geldt het volgende: Wat heeft de LTB-er tot nu toe gedaan Wat heeft de zorgbegeleider gedaan Wat is de zorgvraag Deze gegevens worden vastgelegd in een zorgformulier. Om een goed beeld van de zorgleerling te krijgen wordt er in samenspraak met de LTB-er een intakeformulier ingevuld. Wanneer er een REC-indicatie in het geding is worden hiervoor de voorbereidingen getroffen zoals het opstellen van een handelings- en begeleidingsplan. Het is van belang om naar de verschillende afdelingen binnen de sector duidelijk te maken wat de voorwaarden/criteria zijn en hoe de routing is om aan de E-klas te kunnen deelnemen. Wat wordt van de docenten, LTB-ers, etc. verwacht en wat kunnen zij van de E-klas verwachten. Dit zou in een schema weergegeven moeten worden. Maar ook de vraag of de E-klas een vangnetfunctie vervult voor leerlingen waar het niet goed mee gaat en die nog niet zijn aangemeld voor deze klas. Dit heeft enerzijds te maken met de visie op deelnemers en wat de grenzen zijn van inclusief onderwijs en hoe en wanneer je externe hulp kunt inschakelen. Dit alles tegen de achtergrond van het gezamenlijk verantwoordelijk zijn in het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Mogelijke aanvullende criteria zijn: Prestatieniveau van de leerling. Didactische problemen van de leerling. Organisatiestructuur van de afdeling die de grenzen van inclusief onderwijs bepalen. Gedrag en motivatie van de leerling. Motivatie en betrokkenheid ouders. Deze aanvullende criteria kunnen behulpzaam zijn bij het toelaten van leerlingen tot de Eklas. Maar zijn ook criteria die behulpzaam kunnen zijn bij het verder toespitsen van de activiteiten van de ambulant begeleider.
16
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
Kritische factoren De LTB-ers en zorgbegeleiders worden getraind in het oppakken van zorgvragen. Ook voor docenten worden er trajecten uitgezet. De geïnterviewden geven aan dat er soms een spanning bestaat tussen leer- en begeleidingstrajecten. Wat is een kritische grens op basis waarvan je kunt zeggen dat het leerproces in het geding is en externe begeleiding in de vorm van de Expertiseklas of andere hulp gewenst is. Dit heeft ook te maken met de visie op zorgleerlingen. Voor docenten is het van belang om hier duidelijkheid over te hebben omdat dit ook ieders verantwoordelijkheid duidelijk maakt. Zie ook het toelatingscriteria hierboven. Een aantal kritische factoren zijn: psychiatrische problematiek; complexe omgevingsproblemen zoals het gezin; verslaving, schulden, geen woonruimte, politiecontacten. Dit bepaalt ook de mogelijkheden die onderwijs en zorg samen hebben om daadwerkelijk de ontwikkeling van leerlingen ten goede te keren. Veel problemen hebben te maken met aanleg en temperament van de leerlingen en worden in stand gehouden door moeilijk te beïnvloeden factoren in de gezinssituatie.
Effecten zorgbegeleiding (o.a.Expertiseklas) Er is op dit moment 25% minder voortijdig schooluitval dat te wijten zou zijn aan een aantal preventieve maatregelen zoals vroegtijdig signaleren en het bijtijds aanbieden van zorg op maat. Dit kan zijn tijdens groepsactiviteiten of het inschakelen van de E-klas. Het gevolg is wel dat leerlingen langer over hun studie doen en er meer uitzonderingen per deelnemer gemaakt moeten worden. Een nadelig effect hiervan is dat dit een negatief effect heeft op de rendementscijfers van Aventus. De effecten van de E-klas worden verderop uitgewerkt.
Binnenhalen externe deskundigheid De deelnemers wijzen er op dat het belangrijk is om een aantal deskundigheden, zoals die van de ambulante begeleiders, in huis te hebben. Zij zijn direct aanspreekbaar en kunnen snel ingezet worden. Hierdoor zijn de lijnen kort en voorkomt dat deelnemers uit beeld verdwijnen.
Meerwaarde van de Expertiseklas De meerwaarde van de E-klas is dat er direct actie kan worden ondernomen en er snel naar een oplossing wordt gezocht. Deelnemers die naar de E-klas worden doorverwezen krijgen een kort gesprek en na overleg met de LTB-er en de sectorcontactpersoon wordt er een plan uitgewerkt. Ondertussen blijft de deelnemer actief betrokken bij het onderwijsproces en gaat alleen terug naar de E-klas om opdrachten uit te werken en gesprekken te voeren. Ook worden de ouders direct bij de plannen betrokken.
Faciliteiten Zoals hierboven ook al is aangegeven is het gebrek aan tijd een belangrijke complicerende factor. De AB-ers komen onvoldoende toe aan het ondersteunen en opstellen van handelings- en begeleidingsplannen zodat de resultaten van de begeleiding onvoldoende inzichtelijk gemaakt worden. Nu is men druk met iedereen voortdurend te informeren terwijl er een volgsysteem gebruikt zou moeten waar betrokkenen op een redelijk eenvoudige manier de stand van zaken terug kunnen halen.
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
17
In principe treden de ambulant begeleiders op als luisterend oor terwijl er behoefte is aan een schoolmaatschappelijk werker of een gedragswetenschapper.
4.2
Conclusies
De Expertiseklas bevindt zich in een experimenteerfase en dit betekent dat er in de praktijk nog een aantal zaken verder uitgewerkt moet worden. De conclusies hebben betrekking op de volgende zaken: HT&R kent een behoorlijke instroom van zorgleerlingen en de problematiek die dit met zich meebrengt is complex. De toename van zorgleerlingen is het gevolg van het feit dat zij de gelegenheid krijgen om regulier onderwijs te volgen. Vroeger was er meer een selectie aan de poort, maar met het nieuwe instroombeleid kunnen studenten op niveau 1 en 2 starten. Binnen HT&R besteedt men veel aandacht aan de begeleiding van zorgleerlingen met als doel om uitvalrisico’s tijdig te signaleren en aan te pakken. Veel zorgleerlingen willen graag in deze sector aan de slag maar hebben soms moeite met de hectiek en snelheid die bepaalde opleidingsonderdelen kennen (koksopleiding). Er gebeurt soms veel tegelijk. Daarnaast is er ook het competentiegericht leren dat veel vraagt van de zelfwerkzaamheid van de deelnemers. De Expertiseklas ondersteunt hen bij het plannen en het structuren van de verschillende leeractiviteiten. Op deze manier kan voorkomen worden dat er een onevenredige zware druk op het onderwijsproces wordt gelegd en deelnemers voortijdig afhaken. Het bieden van hulp in een onderwijscontext is geen eenvoudige opgave en vraagt om de ontwikkeling van een visie op deelnemerszorg. Het gaat vooral om de balans tussen deelnemers- en onderwijsbegeleiding. Docenten moeten instrumenten aangereikt krijgen om gedragsproblemen in het reguliere onderwijsproces te kunnen hanteren. Daarbij is ondersteuning vanuit de Expertiseklas noodzakelijk. Het gaat om een juiste afweging tussen wie wat doet. Wanneer dit niet goed geregisseerd wordt is de kans groot dat de Expertiseklas op termijn gebruikt wordt als een soort ‘regelbureau’ dat in de gaten moet houden hoe het met leerlingen gaat. Dit zou maar gedeeltelijk het geval moeten zijn. De Expertiseklas ondersteunt binnen de omschreven grenzen en verwijst altijd terug naar het reguliere onderwijsproces. Hier moet goed naar gekeken worden. De taakomschrijving van de ambulant begeleiders is nogal omvangrijk en heeft het risico in zich om vooral naar de begeleidingstaak van de leerlingen uit te dijen. Gezien de problematiek waar de Expertiseklas mee geconfronteerd wordt is dit logisch, maar heeft tot gevolg dat de interne ondersteuning van de docenten, het bespreken van de voortgang en het bijhouden van rapportages in gevaar dreigt te komen. De communicatie tussen de Expertiseklas en de afdelingen moet meer aandacht krijgen. Vanwege de grote toeloop en complexe problematiek van de zorgleerlingen is er nog niet een goede manier gevonden om de verschillende betrokkenen goed te informeren. Op dit moment gebeurt er nog veel mondeling en dit is begrijpelijk omdat er soms snel gehandeld moet worden als een leerling niet op school verschijnt. Toch is het noodzakelijk om een aantal ontwikkelingen in een soort volgsysteem te registreren met behulp waarvan de resultaten van de E-klas zichtbaar gemaakt kunnen worden. Ook de aansturing van de Expertiseklas is niet eenvoudig omdat de ambulant begeleiders van buiten komen en de verhouding onderwijs en zorg altijd een lastig punt is. Wanneer het ROC aangeeft oog te hebben voor psychosociale problematiek is het ook logisch dat
18
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
4.3
er intensieve samenwerking ontstaat met leerling en ouder. Dit is geen geringe taakstelling en vraagt om veel duidelijkheid in afbakening. Dit betekent helderheid naar leerling en ouders, maar ook naar docenten voor wat betreft ondersteuning. Het gaat vooral om een goede balans. Zonder deze duidelijkheid kan de Expertiseklas heel kwetsbaar worden. De aanvullende toelatingscriteria kunnen hierbij behulpzaam zijn. Verder is het van belang om in het kader van het inclusief onderwijs nog nadrukkelijker een visie op zorgdeelnemers te ontwikkelen. Wat zijn ondersteuningstaken binnen het primaire leerproces en wanneer schakel je de E-klas in. Het gaat vooral om de wisselwerking tussen zorg en onderwijs en het zichtbaar maken van de kracht van Eklas. Het benutten van de E-klas moet de leerling in staat stellen om het einddiploma te halen. Voor docenten is een dergelijke visie van belang. Voor het ontlasten van de E-klas en het snel aanbieden van hulptrajecten is er behoefte aan schoolmaatschappelijk werk en een gedragswetenschapper.
Aanbevelingen Het voortbestaan van de Expertiseklas continueren waarbij de volgende kritische kanttekeningen in acht genomen moeten worden: Voor een goede verhouding van onderwijs en zorg is het ontwikkelen van een deelnemersvisie van belang; Bepaal op grond hiervan duidelijk wat de grenzen zijn van de Expertiseklas om hiermee aan te geven dat het gaat om kortdurende begeleiding en het fungeren als een Expertiseloket voor het onderwijsleerproces. Voor het arrangeren van daadwerkelijke hulp wordt de interne zorgstructuur geraadpleegd en direct doorverwezen naar de externe instellingen. Belangrijke aanvullende criteria voor de opvang in de E-klas zijn: prestatieniveau van de leerling; didactische problemen van de leerling; organisatiestructuur van de afdeling die de grenzen van inclusief onderwijs bepalen; gedrag en motivatie van de leerling; motivatie en betrokkenheid ouders. Bij de taakomschrijving van de ambulant begeleiders moet gezocht worden naar een goede afweging tussen begeleiding van leerlingen en docententeams. Naast een aantal regeltaken heeft de E-klas ook te maken met complexe probleemsituaties waardoor het risico groot is dat de begeleidingstaak naar de deelnemerskant doorslaat. Dit is begrijpelijk maar niet de bedoeling. De interne communicatie over de voortgang van de afspraken tussen de E-klas en de afdelingen dient goed bewaakt te worden. Er dient nagedacht te worden over een kort en bondig volgsysteem waarin de resultaten van de E-klas zichtbaar gemaakt kunnen worden. Nu vraagt de begeleiding soms meer tijd, waardoor er stagnatie in het leerproces kan optreden. Dit heeft gevolgen voor het individuele programma en de afronding hiervan. Om vertraging zo veel mogelijk te beperken is het van belang dat de ambulant begeleider samen met de LTB-er en zorgbegeleider kritisch kijkt wanneer bepaalde trajecten weer gestart kunnen worden. Nu blijft dit soms wel eens hangen.
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
19
Bij de instroom en intake dient kritisch gekeken te worden naar eventuele zorgvragen. Het verspreiden van zorgvragen naar de afdelingen dient nog nadrukkelijker aangestuurd te worden.
20
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
5.
Meningen leerlingen begeleiding Expertiseklas
5.1
Wie: Leerlingen HT&R
leerling: HT&R Opleiding: Manager Ondernemer Horeca Indicatie: Cluster 4 LGF Begeleiding algemeen D. is tevreden over de begeleiding vanuit de E-klas. Als er iets is kun je er terecht en samen met de AB-er is een plan van aanpak opgesteld. De begeleiding is nu wat minder intensief omdat het goed gaat met D. De overdracht vanuit de vorige opleiding naar Aventus is goed gegaan. D. vindt dat bij aankomst in het mbo iedereen goed op de hoogte moet zijn. Ook als de leerling dit niet wil. Door vanaf het eerste moment open en transparant te zijn plaats je iemand niet in een hokje, aldus D. “Ik vind dat in de groep bekend moet zijn wat er aan de hand is omdat je hiermee het leertraject veel kansrijker kunt maken. Je kunt er dan makkelijker over praten”.
Begeleiding tijdens groepsactiviteiten (workshops, praktijklessen, etc.) D. zit bijna nooit meer in de E-klas en krijgt ondersteuning van de docenten. Iedereen weet er van en geeft speciale aandacht als dit nodig is. Daarnaast worden de docenten ook ondersteund door de AB-ers van de E-klas D. vindt het belangrijk dat docenten hiervoor de instrumenten krijgen aangereikt omdat het anders niet zou lukken. Toch heeft hij ook zelf ervaren dat concentratie in een drukke omgeving zoals de Horeca niet altijd even gemakkelijk is. Dan is de E-klas een uitkomst en past goed bij deze sector. ‘Op afstand even oefenen’
Bijdrage beroepsbeeld Het gaat goed met D. en hij voelt zich helemaal op z’n plaats. Heeft goed contact met de andere leerlingen en is open en communicatief. De begeleiding van de E-klas heeft hier een belangrijke rol in gespeeld
Tevredenheid over de begeleiding Tevreden
leerling: HT&R Opleiding: Horeca assistent Indicatie: Cluster 4 LGF Begeleiding algemeen In het eerste jaar ging het mis met M. De overdracht was niet goed gegaan waardoor er geen begeleiding was. Bovendien was de groep te groot. Na een tussenstop is M. weer opnieuw begonnen met de opleiding en kreeg vanaf dat moment ondersteuning van de Eklas. Met de AB-ers werden de plannen goed doorgesproken en was er altijd ruimte om in de E-klas te werken. Tijdens de praktijklessen ging het volgens M. vaak mis omdat de docenten onvoldoende in de gaten hadden dat je het niet snapte. Het gaat vooral om duidelijkheid,
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
21
structuur en zeggen hoe het moet, aldus M. “Ik voelde me in de praktijklessen niet op m’n gemak en daarom ben ik gestopt”.
Begeleiding tijdens groepsactiviteiten (workshops, praktijklessen, etc) Naast de begeleiding van de E-klas is ook de begeleiding en de betrokkenheid van de docenten van belang. De docenten en het team moeten vanaf het eerste moment goed op de hoogte zijn van wat er speelt en dit ook afstemmen met de E-klas.
Bijdrage beroepsbeeld Ondanks de goede begeleiding vanuit de E-klas is het M. niet gelukt en is zij gestopt met de opleiding.
Tevredenheid over de begeleiding M. is zeer te spreken over de ondersteuning vanuit de E-klas. Vooral de eerlijkheid en duidelijkheid van de AB-ers was belangrijk voor haar. De intake en overdracht is erg belangrijk. Hier moet duidelijk worden wat er met iemand aan de hand is. Ook al wil iemand er niet over praten, dan is het toch van belang om vanuit de vorige school hier iets over te zeggen.
leerling: HT&R Opleiding: Medewerker Recreatie BOL 2 Indicatie: Cluster 4 LGF Begeleiding algemeen D. heeft zich zelf aangemeld bij het ROC en bij de intake aangegeven dat er extra begeleiding nodig was. Voor D. was dit belangrijk omdat zij voelde dat het anders niet zou gaan. Eerst is er gekeken hoe het liep en vervolgens is de hulp van E-klas ingeroepen. Nu vinden er regelmatig gesprekken plaats.
Begeleiding tijdens groepsactiviteiten (workshops, praktijklessen, etc.) Juist vanwege de begeleiding gaat het in de klas ook goed. Docenten moeten volgens D. wel de vaardigheden hebben om met zorgleerlingen om te gaan. Dit kun je niet alleen bij de Eklas neerleggen omdat je toch altijd weer terug moet naar de praktijklessen. Bovendien moet er in de klas verteld worden waarom iemand extra begeleiding nodig heeft. Op zo’n moment ontstaat er meer vertrouwen en wellicht spontane hulp.
Bijdrage beroepsbeeld De opleiding is leuk en juist vanwege de extra begeleiding lukt het om het einddoel te halen.
Tevredenheid over de begeleiding D.
is tevreden over de hulp van de E-klas: Je kunt er altijd terecht. Je kunt bellen om te zeggen hoe het gaat. Vooral het extra steuntje in de rug is belangrijk.
Enkele kritische kanttekeningen: De stagebegeleiding bij zorgleerlingen moet beter.
22
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
Zorgleerlingen vinden het moeilijk om bij de stagebegeleider van het leerbedrijf aan te geven wat er aan de hand is. Binnen Aventus zelf moet hier ook meer aandacht voor zijn.
leerling: HT&R Opleiding: Toerisme BOL 4 Indicatie: Cluster 4 LGF Begeleiding algemeen S. heeft niet direct bij binnenkomst gemeld wat er aan de hand was, heeft dit na 5 weken gedaan. Achteraf was het beter geweest om dit direct te zeggen. HT&R had dan direct de begeleiding kunnen regelen. Nu ontstaat er een soort knip. S. krijgt nu begeleiding vanuit de E-klas en er is een handelingsplan opgesteld.
Begeleiding tijdens groepsactiviteiten (workshops, praktijklessen, etc.) De begeleiding vindt hoofdzakelijk plaats vanuit de E-klas en docent/mentor hebben onderling overleg over de aanpak. Deze wisselwerking is van belang. S. vindt het erg belangrijk dat docenten goed op de hoogte zijn van de problematiek en leerlingen op basis van afspraken goed in de gaten houden. Hier moet in het lesprogramma ruimte en openheid over zijn. “Nu voelt het soms alsof je een geheim meedraagt”. Alleen begeleiding via de docent of zorgbegeleider is geen optie voor S. omdat je dan moet afwachten wanneer iemand kan. “In de E-klas kun je altijd binnen lopen en zijn ze er voor je”.
Bijdrage beroepsbeeld De opleiding vindt S. goed bij haar passen, maar zonder de begeleiding vanuit de E-klas zou het veel moeilijker zijn om de eindstreep te halen. Nu kun je in de E-klas rustig de opdrachten uitwerken en hulp vragen. ‘Als het even niet goed gaat is het belangrijk dat je naar iemand toe kunt om even te praten. Anders is het moeilijk om de dag door te komen.’
Tevredenheid over de begeleiding S. is tevreden over de begeleiding vanuit de E-klas: Directie actie en hulp bij het uitwerken van opdrachten en tijdsplanning. Ook directe actie naar de docent. Geeft veiligheid. Als verbeterpunt geeft S. aan dat de privacy in de E- klas wat meer in acht genomen zou moeten worden. Nu wordt er in het bijzijn van anderen soms met leerlingen, ouders of docenten gebeld.
5.2
Conclusies De leerlingen zijn tevreden over de begeleiding vanuit de E-klas. Zij waarderen vooral de ondersteuning bij de planning, de ruimte voor een praatje als het even niet goed gaat en het er rustig kunnen werken omdat de omgeving van de horeca soms behoorlijk druk is. Doordat de ambulant begeleiders de docenten ondersteunen gaat het tijdens de groepsactiviteiten ook goed. Deze wisselwerking is voor leerlingen erg belangrijk en maakt voor hen het leerproces kansrijker.
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
23
Ook wijzen de leerlingen er op dat de overdracht vanuit de voorliggende scholen goed dient te gebeuren. Zij hebben zelf ervaren hoe belangrijk dit is omdat er anders een breuk in de zorg ontstaat en je in het slechtste geval weer helemaal opnieuw moet beginnen. Dit kan het leerproces stagneren en de onderwijskansen beperken. Voor zorgleerlingen is het belangrijk dat er ruimte is om vragen te stellen als zij iets niet snappen. Wanneer zij deze ruimte voelen durven zij ook beter voor zichzelf op te komen en voelt het ook veiliger. Wel merken zij op dat de groepen soms erg groot zijn waardoor de begeleiding niet goed van de grond komt. Sommige leerlingen hebben dan de neiging om zich terug te trekken. Veel leerlingen stellen dat de E-klas hen in staat stelt om een diploma te halen en dat zij zonder deze hulp veel moeite zouden hebben gehad om de eindstreep te halen. Daarbij gaat het vooral om de directe ondersteuning van de ambulant begeleiders en de plek om even rustig te kunnen werken. Zoals al eerder is gezegd is de Horeca omgeving voor zorgleerlingen soms erg onrustig en hectisch om geconcentreerd te kunnen werken. Eén van de leerlingen vindt dat de stagebegeleiding van zorgleerlingen beter moet omdat deze leerlingen het moeilijk vinden om bij de stagebegeleider van het leerbedrijf aan te geven wat er aan de hand is. Tot slot wijst één van de leerlingen er op dat de E-klas de privacy van de leerlingen beter in acht moet nemen.
24
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
6.
Meningen ouders begeleiding Expertiseklas
6.1
Wie: Ouders van leerlingen HT&R
ouder leerling HT&R Opleiding: Horeca Indicatie: Cluster 4 LGF Begeleiding algemeen In het eerste jaar is de overdracht vanuit Oscar naar Aventus niet goed gegaan. Is volgens de ouder niet goed door Aventus opgepakt. Het gevolg was dat de dochter halverwege het studiejaar is gestopt. Bij een hernieuwde start is de begeleiding goed opgepakt en is de ouder goed geïnformeerd over de gang van zaken.
Begeleiding tijdens groepsactiviteiten (workshops, praktijklessen, etc.) De begeleiding in de E-klas was belangrijk omdat er dan rustig en in een kleine groep gewerkt kon worden. Bij terugkeer in de praktijklessen ging het vaak mis omdat er dan veel eigen initiatief verlangd werd. Dit lukte dan niet omdat de groep vaak erg groot was en leerlingen met gedragsproblemen veel uitleg nodig hebben en niet voor zich zelf opkomen en vragen durven stellen. Naast de opvang in de E-klas moeten docenten ook tijdens de lessen over extra vaardigheden beschikken om leerlingen met gedragsproblemen sneller te doorzien en iets extra’s te bieden. Wanneer er meerdere leerlingen met gedragsproblemen zijn is een kleinere groep veel kansrijker.
Bijdrage beroepsbeeld Ondanks de extra begeleiding is het niet gelukt en is de dochter gestopt met de opleiding. Vooral het volgen van de praktijklessen was een struikelblok.
Tevredenheid over de begeleiding De ouder is zeer tevreden over de begeleiding vanuit de E-klas. De AB-er was altijd duidelijk en eerlijk en zo wisten we allebei wat ons te doen stond. Het is jammer dat het uiteindelijk niet gelukt is.
ouder leerling HT&R Opleiding: MOH BOL 4 Indicatie: Cluster 4 LGF Begeleiding algemeen De ouder is heel erg blij met de begeleiding van D. vanuit de E-klas, anders zou het niet gelukt zijn. De E-klas is laagdrempelig en biedt toegankelijke hulp. Voor D. is het belangrijk dat de AB-er op de achtergrond meedraait en daardoor loopt het op school en thuis niet meer uit de hand. Vanaf het eerste moment zijn de ouders betrokken bij de begeleiding en was er intensief contact met de ambulant begeleider. Dit is heel belangrijk, aldus de ouder. D. maakt nu niet veel gebruik meer van de E-klas en de ouders ervaren thuis ook geen grote problemen meer.
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
25
Begeleiding tijdens groepsactiviteiten (workshops, praktijklessen, etc.) Ook leerkrachten moeten volgens de ouder goed op de hoogte zijn van wat er met een jongere aan de hand en hier goed op in kunnen spelen. Een probleem is dat er in grote groepen vaak veel dingen tegelijk gebeuren en dit leidt voor jongeren met gedragsproblemen (o.a. autisme) enorm af. Een achtervang in de vorm van een E-klas is dan noodzakelijk anders red je het niet. “Er komt dan zo veel op ze af”. Daarnaast is ook de wisselwerking tussen ouders, E-klas en leerkrachten van belang.
Bijdrage beroepsbeeld Voor jongeren met gedragsproblemen en in dit geval autisme is het opzetten van een goede begeleidingsstructuur essentieel, anders lukt het niet. Het ROC moet hierbij vasthoudend zijn aan de eigen regels maar ook weten dat de inspanning van deze jongeren groot is en een goede achtervang onontbeerlijk is. Door helderheid, passie en achtervang maak je leren voor deze doelgroep kansrijk.
Tevredenheid over de begeleiding Het voordeel van de E-klas is dat er één aanspreekpunt is en dat er snel hulp geboden wordt. Juiste de snelle hulp heeft ertoe bijgedragen dat D. het tot zover heeft gehaald, anders was dit niet gelukt. Wel wijst de ouder er op dat docenten in het begeleidingsplan een belangrijke rol spelen. In principe zitten de jongeren in de les en dan is het van belang dat docenten over de instrumenten beschikken om gedragsproblemen te kunnen hanteren. Kortom, men is dik tevreden met de opvang en heeft dit in voorgaande school- en hulptrajecten enorm gemist.
ouder leerling HT&R Opleiding: Recreatie BOL 2 Indicatie: Cluster 4 LGF Begeleiding algemeen In het begin was de begeleiding van D. nog niet goed geregeld. De E-klas was er toen nog niet, nu gaat het beter. De ouder heeft zowel met E-klas alsook met de docenten contact en er wordt regelmatig even teruggekeken of alles goed loopt. Voor D. is de E-klas erg belangrijk omdat zij zich hier kan uiten en er samen altijd naar een oplossing wordt gezocht. Thuis lukt dit niet altijd.
Begeleiding tijdens groepsactiviteiten (workshops, praktijklessen, etc.) Er is begeleiding in de klas, maar leerlingen met gedragsproblemen trekken zich in een grote groep met veel activiteiten om hen heen terug en komen niet voor zichzelf op als ze iets niet snappen. Zij krijgen dan concentratieproblemen en haken af met alle gevolgen van dien. Nu kunnen ze naar de E-klas die hen verder helpt, maar die ook de docent ondersteunt bij de verdere aanpak.
Bijdrage beroepsbeeld D. heeft zelf gekozen voor deze opleiding en het is merkbaar dat juist de extra begeleiding vanuit de E-klas helpt om de opdrachten aan te kunnen. De E-klas heeft een belangrijke opvangfunctie en hier kunnen deelnemers rustig aan een opdracht werken. Zonder deze extra begeleiding zou D. al lang met de opleiding gestopt zijn, aldus de ouder.
26
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
Tevredenheid over de begeleiding De ouder is tevreden over de E-klas en zou willen dat het experiment voor alle scholen zou gelden.
6.2
Conclusies De ouders zijn tevreden over de opvang van hun kinderen in de E-klas. “Hier kunnen zij even rustig werken en stoom afblazen. Tijdens de praktijklessen gaat het wel eens mis en durven zij vanwege de grootte van de groep niet goed voor zichzelf op te komen. In een grote groep zoals bij Horeca gebeuren soms veel dingen tegelijk. Een achtervang is dan erg prettig”. Daarnaast vinden de ouders dat de E-klas toegankelijke en laagdrempelige hulp biedt. Volgens de ouders is het van belang dat de AB-ers op de achtergrond meedraaien en direct aangesproken kunnen worden. “Dit geeft ook thuis heel veel rust”. Ook wijzen zij er op dat niet alleen de E-klas leidend mag zijn in de opvang, maar ook docenten voldoende bagage moeten hebben om leerlingen met gedragsproblemen te kunnen hanteren. Tevreden zijn zij ook over de wijze waarop zij bij de begeleiding betrokken zijn. Partijen weten zo over en weer wat er speelt en men kan elkaar op de afspraken aanspreken. De hulp van Aventus is hierbij onontbeerlijk omdat deze jongeren anders de eindstreep nooit zouden halen, aldus één van de ouders.
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
27
28
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
7.
Begeleiding binnen Gezondheid, Dienstverlening en Welzijn
7.1
Instroom zorgleerlingen
Tijdens het groepsinterview met medewerkers van deze sector is naar voren gebracht dat de overdracht en intake van zorgleerlingen en met name van LGF-leerlingen beter moet. De ambulant begeleider brengt de leerlingen meestal binnen en zorgt voor een warme overdracht. Het gevolg hiervan is dat leerlingen soms dubbel gemeld worden en het registreren en informeren van de inhoudelijk betrokkenen niet goed verloopt. Voor de studenten is dit lastig omdat zij niet weten waar ze aan toe zijn en er een stagnatie in de zorg optreedt. Er is al eerder afgesproken dat de overdracht via het servicecentrum verloopt en de direct betrokkenen van hieruit worden geïnformeerd.
Zorgbegeleiding In principe wordt binnen de sector de zorgbegeleiding voor wat betreft niveau 1 en 2 goed opgepakt. De leerlingen met zorgvragen bevinden zich meestal binnen deze twee niveaus en docenten zijn betrokken bij het opstellen van handelings- en zorgplannen. Bovendien hebben de docenten vanwege de welzijnsachtergrond al meer oog en oor voor zorgvragen. Volgens de deelnemers aan het groepsgesprek ligt dit voor niveau 3 en 4 wat lastiger omdat de docenten minder tijd hebben voor rechtstreeks contact met de ambulant begeleiders. Zij staan meer op afstand waardoor de mogelijkheden om kennis en informatie uit te wisselen voor het beter ondersteunen van zorgleerlingen in hun leerproces onvoldoende wordt benut. De ambulant begeleider heeft o.a. als taak om de docenten te ondersteunen bij de aanpak van zorgleerlingen. Voor docenten is het belangrijk om te weten welke leerlingen extra begeleiding nodig hebben en hoe het structureel overleg hierover geregeld is. Maar ook de visie op de deelnemer voor wat betreft onderwijs en zorg is van belang. Wat doe je in de groep en wat gebeurt daar buiten. Voor GDW is het van belang dat, wanneer er zich in het gedrag problemen voor doen, er direct gehandeld kan worden en niet eerst een begeleider geraadpleegd hoeft te worden. Wel is het van belang dat er over specifieke stoornissen zoals PDD-NOS (autisme) kennisuitwisseling plaatsvindt zodat er adequater opgetreden kan worden. Samenvattend: Meer uitwisseling tussen ambulant begeleiders en docenten over aanpak en ondersteuning van zorgleerlingen. Meer structureel overleg hierover. Het centraal ontwikkelen van een visie op de deelnemers voor wat betreft onderwijs en zorg. In takenpakket ruimte voor overleg over zorgtaken.
Zorgadviesteam (ZAT) Het zorgadviesteam binnen GDW is nog in ontwikkeling. Er is behoefte aan duidelijkheid hierover, omdat een ZAT een belangrijke toegevoegde waarde heeft als het gaat om het inschakelen van externe experts. Bovendien kan met behulp van een bespreking in het ZAT een totaal beeld van de problematiek geschetst worden. Dit kan docenten helpen de aanpak naar een ander niveau te tillen en andere deskundigen in te schakelen. De medewerkers geven te kennen dat de zorgbegeleiding binnen GDW verdere aandacht nodig heeft. Op dit
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
29
moment werkt iedereen op basis van z’n eigen professionaliteit en heeft als nadeel dat de verschillende instrumenten en verantwoordelijkheden onvoldoende op elkaar afgestemd worden. Het gaat vooral om het benutten van externe kennis en een visie op onderwijs en zorg. Wie doet wat wanneer en hoe faciliteer je dit?
Effecten van zorgbegeleiding tot nu toe De effecten zijn volgens de medewerkers nu nog moeilijk aan te geven en de resultaten zijn afhankelijk van de visie op onderwijs en zorg. Belangrijk is om nieuwe studenten bewust te ondersteunen bij de beroepskeuze en zorgen voor een goede overdracht van vmbo naar mbo. Hier liggen belangrijke aangrijpingspunten die je goed moet benutten. Het is belangrijk om studenten die binnenkomen met een zorgvraag, vanaf het eerste moment op een vasthoudende manier tegemoet te treden.
Mening over Expertiseklas GDW heeft een ruimte waar leerlingen, die daar behoefte aan hebben, zich tijdelijk even kunnen terugtrekken. Er is een docent aanwezig waar zij even mee kunnen praten. Voor GDW geldt dat zij leerlingen in niveau 1 en 2 met zorgvragen vrij snel binnen het team kunnen oppakken. Voor de zorgvragen vanuit niveau 3 en 4 is dit lastiger en moet er meer kennis ontwikkeld worden. De ambulant begeleiders ervaren dat zij bij deze groep meer op afstand staan, terwijl er situaties zijn die om meer binding vragen. Dit doet zich vooral voor als studenten met de opleiding stoppen en zij merken dat er in het voortraject waarschijnlijk meer gedaan had kunnen worden. Voor ambulant begeleiders is een Expertiseklas of een variant daarvan, gekoppeld aan een sector, een goed vertrekpunt om begeleiding en kennisoverdracht op gang te brengen. Met een duidelijke visie op onderwijs en zorg kan een Expertiseklas een goed bindmiddel zijn zonder de verantwoordelijkheden van docenten op het terrein van zorg over te nemen. Voor ambulant begeleiders is het een goede ingang om nauwer betrokken te zijn bij de zorgbegeleiding en kennisoverdracht. Op deze manier kunnen zij studenten gerichter ondersteuning bieden en docenten adviseren bij de aanpak van zorgleerlingen. Kortom, een aparte Expertiseklas is voor GDW nu geen optie, wel dient men bij verdere ontwikkeling van de zorgbegeleiding na te denken over de relatie en positie van de ambulant begeleiders. Deze is nu niet duidelijk.
7.2
Conclusies De instroom en intake voor zorgleerlingen verloopt niet goed, waardoor er dubbel gemeld wordt of de begeleiding te laat start. De zorgbegeleiding wordt voor niveau 1 en 2 goed opgepakt. Wel dient op termijn de kennisontwikkeling omtrent zorgbegeleiding in een onderwijscontext verder uitgewerkt te worden. Wanneer het competentiegericht leren straks breed ingevoerd gaat worden is het van belang om de taken met betrekking tot zorgbegeleiding helder te hebben. De positie van de ambulant begeleiders binnen het zorgproces is niet duidelijk.
30
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
7.3
Aanbevelingen De instroom van zorgleerlingen (o.a. rugzakleerlingen) dient verbeterd te worden en dan gaat het vooral om het helder maken van de route vanaf intake tot aan het inschakelen van externe hulp. De opzet van de zorgbegeleiding binnen GDW handhaven, maar het is aan te bevelen deze op termijn verder te ontwikkelen. De positie en binding van de ambulant begeleiders in het zorgbegeleidingsproces kan verbeterd worden. Zij staan nu nog te veel op afstand waardoor hun expertise onvoldoende benut wordt.
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
31
32
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
8.
Meningen leerlingen over begeleiding GDW
8.1
Wie: leerlingen GDW
leerling GDW Opleiding: Helpende welzijn, BOL Indicatie: ja LGF REC 4 Begeleiding algemeen J. heeft regelmatig overleg met de LTB-er en zij bespreken samen de planning en het uitwerken van de opdrachten. Dit laatste doet zij zelfstandig. De LTB-er is altijd op de achtergrond aanwezig. J. is tevreden over de begeleiding en vind dat Aventus dit goed doet. Er is een aparte klas binnen GDW waar een docent aanwezig is voor het beantwoorden van vragen en een kort gesprek. Leerlingen kunnen hier even ontspannen en zelfstandig aan hun opdrachten werken. J. kan zich soms niet goed concentreren in deze klas en heeft dan behoefte aan een aparte ruimte waar zij de opdrachten kan uitwerken.
Begeleiding tijdens groepsactiviteiten (workshops, praktijklessen, etc.) J. is blij met de begeleiding buiten de klas omdat zij merkt dat docenten tijdens de les minder tijd hebben om te helpen en uit te leggen. Bovendien is er tijdens het begeleidingsoverleg ruimte om te kijken hoe J. tijdens de les voor zichzelf kan opkomen maar ook hoe zij tijdens de projectgroepvergadering de ruimte kan nemen om de opdracht met anderen te bespreken.
Bijdrage beroepsbeeld J, wil heel graag onderwijsassistente worden en de stages op het kinderdagverblijf en de basisschool hebben haar een goed beeld gegeven. Het helpen met activiteiten spreekt J. aan en samen met de LTB-er gaat ze kijken hoe dit te realiseren is. Doordat J. meer ruimte krijgt voor haar leertempo en hulp krijgt met plannen en structureren hoopt J. dat het allemaal gaat lukken. Zij heeft er alle vertrouwen in.
Tevredenheid over de begeleiding Over de begeleiding is J. erg tevreden en zonder deze hulp zou het veel moeilijker geweest zijn om het gekozen beroepsprofiel af te ronden.
leerling GDW Opleiding: Helpende Welzijn, BOL Indicatie: ja LGF REC 4 Begeleiding algemeen N. is bezig met de voorbereiding van de eindtoets en heeft geen klassikale lessen meer. Zij werkt zelfstandig in het Open Leer Centrum en krijgt begeleiding bij het maken van verslagen en het voorbereiden van de toets. De ambulant begeleider spreekt zij nauwelijks. N. zat voorheen in de trajectklas van het Edisoncollege en dat heeft haar enorm geholpen. Bij de intake van het ROC Aventus heeft zij haar hulpvraag direct kenbaar gemaakt en deze hulp ook gekregen. Er is een aparte klas binnen GDW waar altijd een docent aanwezig is en
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
33
waar zij haar punten bespreekbaar kan maken. Soms werkt zij hier ook aan kleine opdrachten.
Begeleiding tijdens groepsactiviteiten (workshops, praktijklessen, etc.) Het is belangrijk dat docenten goed letten op leerlingen die problemen hebben, aldus N. Zelf heeft zij geleerd om in groepslessen extra uitleg te vragen als ze iets niet snapte. “Sommige leerlingen hebben veel problemen of moeilijkheden thuis en docenten moeten hiervan op de hoogte zijn zodat zij bij de verdere activiteiten hier rekening mee kunnen houden. Bij het begeleiden gaat het vooral om vertrouwen en veiligheid, aldus N”.
Bijdrage beroepsbeeld De begeleiding heeft haar goed geholpen bij het bepalen van een beroepsbeeld. Zij moet nog een definitieve keus maken.
Tevredenheid over de begeleiding Voor N. is de extra hulp erg belangrijk omdat zij anders niet zo ver gekomen zou zijn. Zij was ook bang dat er geen hulp zou zijn zoals die van de trajectklas. Dit is erg mee gevallen. In het begin was er wel even behoefte aan een aparte klas, maar nu helemaal niet meer. ‘Ik kan altijd bij m’n LTB-er terecht en krijg aanwijzingen hoe ik het verder moet aanpakken’
8.2
Conclusies De leerlingen zijn tevreden over de begeleiding en ondersteuning van de LTB-er. Het is prettig als zij op de achtergrond altijd aanwezig is en aanwijzingen kan geven. Vooral de begeleiding buiten de praktijklessen vinden de deelnemers belangrijk omdat hier tijdens de groepsles niet altijd ruimte voor is. Eén van de leerlingen geeft te kennen dat zij zonder de extra begeleiding de eindstreep niet gehaald zou hebben. Leerlingen zijn wel van mening dat docenten ook in staat moeten zijn om leerlingen met problemen tijdens de praktijklessen te ondersteunen. De groepen zijn vaak groot en niet iedereen is in staat om goed voor zichzelf op te komen en zonodig opnieuw uitleg te vragen. Voor leerlingen is het van belang dat zij zich veilig voelen. De aparte ruimte, waar altijd een docent aanwezig is, is voor leerlingen belangrijk omdat zij hier even kunnen praten met de docent (LTB-er) en aan korte opdrachten kunnen werken. Om geconcentreerd te kunnen werken is deze ruimte minder geschikt omdat iedereen er binnen kan lopen om te relaxen of naar muziek te luisteren. Deelnemers moeten dan zelf naar een rustig plekje zoeken.
34
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
9.
Begeleiding binnen Techniek
Vooraf Er is behoefte aan duidelijkheid over geldstromen bestemd voor zorgbegeleiding. Het gaat dan vooral om het expliciet maken voor dit onderdeel in de jaartaken. Hoeveel ruimte is er in de jaartaak voor extra begeleiding van zorgleerlingen en overleg met extern deskundigen zoals de ambulant begeleiders. Kortom een leerling met zorgvragen heeft tijdens de groepslessen meer aandacht nodig maar ook het overleg met de ambulant begeleider voor de verdere aanpak kost extra tijd. Wanneer er meer zorgleerlingen zijn vraagt dit meer tijd van een docent. Vooral bij eerstejaars leerlingen met zorgvragen is dit het geval. Techniek hecht er aan dat de expertise van de ambulant begeleider direct in de klas wordt gebracht zodat de docent goed verder kan en de leerling direct kan helpen. Het gaat om actief handelen en de lijnen kort houden. Men bespreekt samen het handelingsplan en de ambulant begeleider is onderdeel van de zorg in de klas.
9.1
Instroom zorgleerlingen
Techniek ondervindt bij de instroom van zorgleerlingen geen problemen. Bij de intake wordt het portfolio besproken en wanneer er extra zorg nodig is zien zij dit op het overdrachtsformulier terug. Leerlingen met een rugzak (LGF) komen veelal via de ambulant begeleider binnen of de leerling geeft dit zelf aan. Het gaat om een groep leerlingen die zelf goed kan aangeven wat er nodig is, ook als het gaat om aanwijzingen en ondersteuning in de lessen. Men wijst er op dat veel uitval ontstaat op het moment dat leerlingen binnenkomen bij het ROC en moeite hebben met het kiezen van een beroepsprofiel. Daarnaast is het nieuwe competentieonderwijs voor leerlingen met gedragsproblemen extra zwaar omdat zij juist veel structuur en begeleiding nodig hebben. Dit nieuwe leren vraagt van de deelnemers veel eigen initiatief en zelfstandig werken terwijl zij hier juist moeite mee hebben.
Mening over Expertiseklas Techniek kiest niet voor aparte begeleiding in een Expertise- of opvangklas. Uitgangspunt van Techniek is dat men inclusief onderwijs wil leveren en dit betekent dat leerlingen met zorgvragen in de klas extra aandacht krijgen van de docent/mentor. Er vinden regelmatig gesprekken met de ambulant begeleider plaats waarin de aanpak en ondersteuning van gedragsproblematiek aan de orde komt. Men is tevreden over de resultaten tot nu toe. Wel wijzen de medewerkers er op dat er binnen Aventus een permanent scholingsprogramma voor zorgbegeleiding aanwezig moet zijn. Op dit moment organiseert Aventus al middagen waarin op maat voorlichting over zorgbegeleiding wordt gegeven. Kenmerkend voor Techniek is dat de ambulant begeleider en de docent nauw met elkaar samenwerken. In de praktijk heeft dit er toe geleid dat het handelingsplan en het begeleidingsplan in elkaar zijn geschoven en beide partijen gericht aan de afspraken werken en tussentijds de voortgang evalueren. Techniek pleit voor deze aanpak omdat studenten hiermee niet apart worden gezet en blijven deelnemen aan het groepsproces. Techniek kan deze aanpak verdedigen omdat het gaat om een relatief kleine groep zorgleerlingen. Wanneer er sprake zou zijn van een grote groep zorgleerlingen ontkom je niet aan het inrichten van een aparte klas omdat een docent dan niet in staat is om aan meerdere
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
35
leerlingen specifieke aandacht te geven, aldus de medewerkers. Verder valt op dat zorgbegeleiding binnen dit concept vaak nauw verbonden is met de betrokkenheid en enthousiasme van sommige docenten. Dit is een belangrijke beschermende factor om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan. Een meerwaarde is eveneens dat leerlingen die niet direct tot de risicogroep behoren maar wel door allerlei kleine gebeurtenissen de neiging hebben om het onderwijs de rug toe te keren, met behulp van het brede aandachtsconcept langer binnenboord worden gehouden. Een docent: “Plak ze geen stempel op en laat ze zo veel mogelijk in hun eigen omgeving. Ze moeten vrienden kunnen maken en zelf het verhaal vertellen. Hier is over het algemeen veel begrip voor. Met een individuele aanpak in een niet al te grote onderwijssetting is veel winst te behalen”.
Effect van de begeleiding In kwantitatieve zin loopt het aantal voortijdige schoolverlaters terug. Net zo belangrijk zijn de resultaten die geboekt worden met het extra begeleiden van studenten met gedragsproblemen om hen zo in staat te stellen het gewenste einddoel te halen. Dat vraagt om specifieke maatregelen en programma’s die per sector aangestuurd worden. Hier is men tevreden over ondanks het feit dat het soms beter kan. Desondanks realiseert men zich ook dat er studenten zijn die vanwege hun beperkingen nooit dat ene einddoel zullen halen. Dan is het de kunst om hen toch zonder de bewuste startkwalificatie toe te leiden naar die ene plek op de arbeidsmarkt. De kracht moet volgens de geïnterviewden vooral in de sector zelf zitten door met elkaar de zorgbegeleiding op te pakken. Soms moet er iets extra’s gebeuren en dan is het van belang om een aantal deskundigheden in huis te hebben.
9.2
Conclusies Binnen Techniek is niet gekozen voor een apart project in de vorm van een Expertiseklas voor het begeleiden van zorgleerlingen. De visie hier is dat de begeleiding binnen het regulier programma dient plaats te vinden. Ook de ambulant begeleiders zijn nauw verbonden met het onderwijs programma en ondersteunen de docenten bij de aanpak van gedragsproblemen. Dit maakt het bijzonder omdat het ook een neveneffect heeft naar niet echte zorgleerlingen. Een punt van aandacht is dat de huidige werkwijze sterk afhankelijk is van de persoonlijke inzet van mentoren en docenten. Onduidelijk is of er een gezamenlijke visie op deelnemerszorg is ontwikkeld.
9.3
Aanbevelingen De aanbeveling is om de huidige zorgbegeleiding bij Techniek te continueren. Het is van belang om binnen de sector Techniek een visie op zorgbegeleiding te ontwikkelen zodat duidelijk wordt dat inclusief onderwijs ook betekend dat zorgbegeleiding een deel van het takenpakket is. Onderzoeken hebben uitgewezen dat aandacht en betrokkenheid een belangrijke beschermende factor is bij het tegen gaan van voortijdig schoolverlaten.
36
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
10.
Meningen leerlingenbegeleiding Techniek
10.1
Wie: Leerlingen Techniek
leerling Techniek Opleiding: Electrotechniek Bol niveau 4 Indicatie: Cluster 4 LGF Begeleiding algemeen W. krijgt ondersteuning van de mentor en krijgt uitleg tijdens of na de les wanneer iets niet duidelijk is. Er is tijd als dit nodig is en men helpt bij het vinden van oplossingen
Begeleiding tijdens groepsactiviteiten (workshops, praktijklessen, etc.) W. is erg tevreden over de begeleiding, vooral vanwege de openheid en het geduld om het meerdere keren uit te leggen. De mentor wordt daarnaast ondersteund door de AB-er en bepalen samen welke hulp er nodig is. Voor W. is een E-klas niet aan de orde omdat je dan uit de kas gehaald wordt en een speciaal stempel krijgt. Het contact met de medeleerlingen is voor W. van belang en “ik leer zoals anderen leren en moet me aanpassen”. De groep moet de basis zijn en daarnaast extra begeleiding in en buiten de groep. Als het nodig is kan W. even ergens apart gaan zitten.
Bijdrage beroepsbeeld W. voelt zich op z’n plaats en hij wil straks verder met verbindingstechniek/automatisering. Tevredenheid over de begeleiding Zoals gezegd is W. tevreden over de begeleiding en het feit dat hij op iemand kan terugvallen. Vooral als de druk te hoog wordt. W. vindt het belangrijk dat de hulp en aandacht direct in de klas aanwezig is. De AB-er ziet hij zo nu en dan maar weet dat de mentor en AB-er elkaar regelmatig spreken en dit stelt hem gerust.
leerling Techniek Opleiding: Chem.Fys.analist Indicatie: CBOL 4 LGF Begeleiding algemeen R. heeft regelmatig gesprekken met de sector contactpersoon en de AB-er ziet hij minder vaak. De laatste twee hebben regelmatig overleg met elkaar. De contactpersoon is altijd via de mail bereikbaar, maar R. kan voor de vakspecifieke vragen altijd bij de mentor terecht.
Begeleiding tijdens groepsactiviteiten (workshops, praktijklessen, etc.) Voor R. is de groep en het volgen van de lessen het uitgangspunt en wanneer het even niet wil is de ondersteuning van de vakdocenten voor R. van belang. Een aparte E-klas is voor R. geen optie. Hij wil inclusief onderwijs en samen met anderen met het toekomstig vak bezig zijn.
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
37
Bijdrage beroepsbeeld De gekozen richting past prima bij R. en hij wil hierna graag naar het hbo.
Tevredenheid over de begeleiding R. is tevreden over de begeleiding en het vangnet van de contactpersoon en de AB-er.
10.2
Conclusies
De leerlingen zijn tevreden over de begeleiding en ondersteuning van de docenten. Door de nauwe samenwerking tussen ambulant begeleider en docent zien de leerlingen de AB-er minder vaak. Een aparte opvangklas is voor de zorgleerlingen geen optie. Zij willen de groep als basis en directe ondersteuning en advies van de docenten. Voor het rustig en geconcentreerd werken aan een opdracht is er altijd een aparte ruimte te vinden.
38
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
11.
Samenvatting onderzoek
Op basis van het uitgevoerde onderzoek geven we hieronder antwoord op de vragen die aan het begin van het rapport zijn gesteld.
Expertiseklas versus reguliere zorgbegeleiding Allereerst moeten we stellen dat de zorgbegeleiding binnen ROC Aventus een belangrijke bijdrage levert aan het terugdringen van het aantal voortijdige schoolverlaters. Tijdens de interviews met leerlingen en ouders werd steeds benadrukt dat de nodige zorg en aandacht onontbeerlijk is voor het halen van de eindstreep. Een belangrijke vraag tijdens het onderzoek was of de Expertiseklas als concept voor ROC Aventus als geheel ingevoerd kon worden. De conclusies van het onderzoek wijzen uit dat dit niet het geval is en dat zorgbegeleiding niet los gezien kan worden van de onderwijscontext. Concreet bedoelen we hiermee dat de E-klas binnen de HT&R een belangrijke functie vervult omdat deze sector behoorlijk wat jongeren aantrekt met gedragsproblematiek. Maar ook leersituaties aanbiedt in grote groepen in een hectische leeromgeving waar veel tegelijk gebeurt (zoals de koksopleiding), waardoor de combinatie onderwijs en zorg veel vaardigheden vraagt van docenten. Bij Techniek en GDW is dit minder het geval en leent de structuur zich meer voor inclusief onderwijs. Toch moet ook nog op termijn nagedacht worden hoe zorgbegeleiding binnen een onderwijscontext verder vorm moet krijgen. Het gaat om de kennisontwikkeling en de eisen die aan het nieuwe leren worden gesteld. Leerlingen en ouders van de E-klas wijzen er op dat deze opvangvorm nodig is voor leerlingen met gedrags- en complexe problemen omdat je het anders binnen deze sector niet redt. Het is vooral de hectiek en snelheid die voor deze groep leerlingen verwarrend kan zijn. Maar ook de nadruk die vanuit het competentiegericht leren wordt gelegd op de zelfwerkzaamheid. De E-klas kan in dergelijke situaties deelnemers helpen om weer structuur in de activiteiten te krijgen en voorkomen dat zij voortijdig afhaken. Op grond hiervan is het advies dan ook om de Expertiseklas te continueren maar niet als breed concept binnen ROC Aventus in te voeren. Wel dient de werking van de E-klas op een aantal punten verbeterd te worden en we verwijzen hiervoor naar onze eerdere conclusies. Verder is het van belang om ROC breed een deelnemerszorgvisie te ontwikkelen om zo met elkaar helder te krijgen waar de grenzen voor zorgbegeleiding liggen. Hierbij gaat het om het volgende: Een deelnemer krijgt tijdens het leerproces (praktijklessen) de nodige zorg. De ambulant begeleider steunt hierin. In de sector HT&R wordt hierbij de E-klas ingeschakeld. In geval van complexe situaties wordt externe hulp ingeschakeld en kan het zorgadviesteam hierbij een rol spelen. De Zorgcoördinator van de sector speelt hierbij een coördinerende rol.
Inhuren ambulante begeleiding Op de vraag of het inhuren van ambulante begeleiding een juiste keus is, moeten we positief antwoorden, omdat de ingewikkelde interactie tussen gedrag- en leerproblemen veel van een docent vraagt en externe ondersteuning hierbij van belang is. De ambulant begeleiders hebben veel kennis en expertise en zijn vanwege hun achtergrond goed op de hoogte van de problematiek van de doelgroep en kunnen docenten goed adviseren bij de aanpak. Wel is het van belang om goed met elkaar na te denken over het bieden van zorg binnen een onderwijscontext. Wanneer het onderwijsleerproces centraal staat moet goed gekeken
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
39
worden welke noodzakelijke instrumenten ingezet moeten worden om dit tot het gewenste resultaat te laten leiden. Wat vraagt dit aan inzet en expertise van de ambulant begeleiders en wat behoort tot de onderwijstaak. Nu is de inzet en binding van de AB-er erg verschillend en is het evenwicht wat zoek. Dit dient voor alle sectoren uitgewerkt te worden en hangt samen met de deelnemerszorgvisie.
Meer hulpvormen nodig? Tijdens het onderzoek is gewezen op het belang van extra expertise in de vorm van gedragswetenschappers. Natuurlijk is het vanuit zorgbegeleiding altijd prettig als er bepaalde specialismen voor handen zijn die snel ingezet kunnen worden. Naast het aanbod van het servicecentrum is schoolmaatschappelijk werk een laagdrempelig hulpaanbod waarmee deelnemers binnen het ROC snel geholpen kunnen worden. We geven hieronder een aantal argumenten voor het invoeren van schoolmaatschappelijk werk: Voor veel scholen is het niet duidelijk voor welke ondersteuning men bij welke instellingen terecht kan, welke procedures daarbij van toepassing zijn en hoe de samenwerking in de praktijk verloopt. Het voorzieningenaanbod is soms moeilijk te doorgronden en bovendien zijn veel instellingen niet gericht op het aangaan van directe relaties met scholen. Schoolmaatschappelijk werk kan hierin een brugfunctie vervullen en zo bijdragen aan een goede afstemming met externe partijen in de zorg (jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg, jeugd GGZ, opvoedingsondersteuning, algemeen maatschappelijk werk etc.). De inzet van schoolmaatschappelijk werk ondersteunt een aantal beleidsontwikkelingen op lokaal, regionaal, provinciaal en landelijk niveau. Zo is schoolmaatschappelijk werk een belangrijke activiteit binnen de ketenaanpak voortijdig schoolverlaten, maar ook binnen de ketenaanpak risicojongeren, waarvoor op alle bestuurlijke niveaus veel aandacht bestaat. Daarnaast vormt het schoolmaatschappelijk werk een essentiële voorliggende voorziening voor jongeren die (mogelijk) zijn aangewezen op jeugdzorg. Bovendien kan schoolmaatschappelijk werk een belangrijke partner zijn bij de (verdere) ontwikkeling van zorgadviesteams5. Een van de uitkomsten van overleg door de overheid met het onderwijsveld over de zorgplicht, is dat de draagkracht van de scholen in het regulier onderwijs verbeterd moet worden. Dit kan onder andere door de deskundigheid van leerkrachten te bevorderen en hen meer ondersteuning te bieden. Inzet van schoolmaatschappelijk werk is één van middelen hiertoe. Een belangrijk aandachtspunt bij invoering van de zorgplicht is de versterking van de positie van ouders. Dit vraagt veel aandacht van intern begeleiders en leerkrachten. Schoolmaatschappelijk werk kan scholen ondersteunen in de contacten met ouders. Het is van belang om het zorgadviesteam hierin een rol te geven omdat zij in verband met de wachtlijsten bij de geïndiceerde zorginstellingen kunnen aangeven of deze hulpvorm de druk op de externe hulp kan verlagen. Daarnaast is het de moeite waard om binnen Aventus na te denken over mentoring en coaching door jongeren zelf. Door jongeren gericht aan jongeren te koppelen kunnen zij elkaar helpen en ondersteunen. Dit kan vooral bij aanvang van de studie erg behulpzaam zijn. Het gaat dan niet zo zeer om hulpverlening, maar jongeren die dat nodig hebben een
5 ‘Invoeren ZAT in PO en VO’ is een van de deelprojecten van het Kleine Steden Beleid. De projectorganisatie wordt uitgevoerd door Expertisecentrum De Opmaat.
40
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
Spectrum CMO
steuntje in de rug te bieden en wegwijs te maken, zodat zij zo nu en dan even op iemand terug te kunnen vallen.
Aanvullende criteria toelating Expertiseklas Naast de bestaande criteria adviseren wij de volgende aanvullende criteria mee te laten wegen bij de toelating tot de Expertiseklas: prestatieniveau van de leerling; didactische problemen van de leerling; organisatiestructuur van de afdeling die de grenzen van inclusief onderwijs bepalen; gedrag en motivatie van de leerling; motivatie en betrokkenheid ouders. Deze aanvullende criteria kunnen helpen om de zorgvraag explicieter te maken en biedt handvatten bij het bepalen hoe en in welke omvang de E-klas zorgvragen dient op te pakken. Hiermee kan de positie van de E-klas versterkt worden en dit voorkomt dat alle problemen doorgestuurd worden naar deze klas. De bevindingen wijzen hier niet direct op, maar het risico is aanwezig dat bij de E-klas, vanwege de bijzondere setting, de begeleiding en zorg naar verschillende kanten kan uitdijen. Door een juiste set criteria te hanteren kan duidelijk gemaakt worden wat de ambulant begeleider in de E-klas, ter ondersteuning van het leerproces, aan taken uitvoert. Deze zijn vooral onderwijs gerelateerd.
Spectrum CMO
‘Kansrijk Leren’ Monitor Expertiseklas sector HT&R
41