Haven Centrum Oost Apeldoorn Notitie beeldkwaliteit
Gemeente Apeldoorn
November 2008 Vastgesteld door de raad op 17 december 2009
colofon Gemeente Apeldoorn:
Huub Selen, Suzanne Dirks, Theo Straatsma,
Gerrit van Oosterom, Albert Fien
Rein Geurtsen & partners:
Rein Geurtsen, Feddo Zielstra, Menno Brouwer
Vastgesteld door de raad op 17 december 2009 Datum van publicatie: 24 februari 2010
Haven Centrum Oost Apeldoorn Notitie Beeldkwaliteit November 2008
Gemeente Apeldoorn
Inhoud
1
Inleiding
7
3.10 Poorten, onderdoorgangen en overstekken
35
1.1
Methodiek en centrale thematiek
9
3.11 Reclamevoering en rolluiken
35
1.2
Stedebouwkundige hoofdopzet Kanaaloevers
11
3.12 Uitbreidingsmogelijkheden en dakopbouwen
37
1.3
De stedebouwkundige opgave
13
1.4
Stedebouwkundige Uitgangspunten
13
4
Matrix
39
1.5
Architectonische eenheden in deelgebied
Haven Centrum
17
2
Welstandsniveaus en Beheerskader
19
2.1
Welstandsniveaus
19
2.2
Beheerskader
21
3
Criteria voor de Beeldkwaliteit
23
3.1
Haven Centrum Oost
23
3.2
Stedebouwkundige kenmerken en criteria
per bouwblok
23
- Hoektoren
23
- Hofblok en kanaalwand
23
- Grondgebonden woningen
25
- De Havenweg
25
- De Kayersbeek
25
- Molendwarstraat
27
- Noordwand van de Molenstraat
27
- Het Woonplein met de palazzi
29
3.3
Oriëntatie
31
3.4
Architectuur, massa en dakvorm
31
3.5
Openbare parkeergarages en private
stallingsgarages
33
3.6
Materialisatie
33
3.7
Ontsluiting
33
3.8
Erfafscheidingen
35
3.9
Openbare ruimte
35
5
Plankaart
6
Masterplan Kanaaloevers februari 2007
Inleiding
1
In september 1993 is voor het herstructureringsgebied Kanaaloevers een Masterplan ontwikkeld: ‘Beeldvisie Kanaaloevers, nieuw leven voor een verlaten gebied’. In maart 2003 is vervolgens voor het deelgebied Haven Centrum het Voorlopig Ontwerp Stedebouwkundig plan opgesteld. Hierin staat beschreven dat voor de architectonische uitwerking van het plangebied, in overleg met de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en met alle betrokkenen, een Notitie Beeldkwaliteit zal worden opgesteld. In deze voorliggende Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost zijn de toetsbare kwalitatieve criteria verwoord welke zijn samengevat in de matrix. De criteria vormen het beoordelingskader voor de supervisor en de welstandscommissie. In de raadsvergadering van 15 februari 2007 zijn de voorgestelde welstandniveaus voor Haven Centrum toegelicht. Dit gebied wordt gekenmerkt als ontwikkelgebied. Hiervoor wordt dan ook een ontwikkelingsgericht welstandskader opgesteld. Dit boekwerkje beschrijft dit kader. De hoofdstukken 2 “Welstandniveaus en Beheerskader” en 3 “Criteria voor de Beeldkwaliteit” bevatten de kaders zoals omschreven in de Woningwet, die op 1 januari 2003 in werking is getreden. Deze hoofdstukken (2 en 3) zullen na de terinzagelegging, door de raad worden vastgesteld. Protocol Supervisor Voor dit gebied is een supervisor gewenst om de kwaliteit en de samenhang te bewaken. De taken, rollen en verantwoordelijkheden van de supervisor zijn vastgelegd in het protocol supervisie december 2004.
Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost, Apeldoorn
7
8
Het Stadsontwerp Inleiding Inleiding
1.1
1
Methodiek en centrale thematiek
De Notitie Beeldkwaliteit is het kader voor een hoogwaardige en duurzame ruimtelijke kwaliteit van de gebouwen en de openbare ruimte - mede in hun onderlinge samenhang. Door vooraf de uitgangspunten vast te leggen voor de kwaliteit van de omgeving, is het ambitieniveau voor alle betrokkenen al in een vroeg stadium duidelijk. De Notitie Beeldkwaliteit is daarmee de leidraad voor het werk van de stedebouwkundig supervisor. De centrale thematiek van de Notitie Beeldkwaliteit legt een sterk accent op ruimtelijke samenhang en duurzaamheid. Daarmee wordt gedoeld op een architectuur die niet modieus is, maar eerder tijdloos. Op een architectuur die zich voegt naar het primaat van de stedebouwkundige samenhang. Op een architectuur die de kwaliteit van de openbare ruimte centraal stelt, die ruimtelijke problemen ‘op eigen erf’ weet op te lossen, zonder deze af te wentelen op de openbare ruimte. Op een architectuur die zich richt op principes van duurzaam bouwen, zoals duurzaam materiaalgebruik en inventiviteit ten aanzien van milieueffecten.
Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost, Apeldoorn
9
P
P
P P Legenda Loopstroom Aanlooproute Winkelgebied Marktstraat/ Beekstraat
P
10
Plankaart Voorlopig Ontwerp Stedebouw Haven Centrum 2008
Parkeergarage
Verbinding Haven Centrum met Apeldoornse binnenstad
Inleiding
1.2
Stedebouwkundige hoofdopzet Kanaaloevers
1
hechte verbinding tussen binnenstad en kanaal en tussen stationsgebied en kanaal. Naast de bestaande, historische
Het plangebied Haven Centrum is één van de zeven
verbinding, de lijn Brinkpark, Hofstraat, Kanaalstraat,
deelgebieden van het stadsdeel Kanaaloevers, een
ontstaat nu de mogelijkheid tot het realiseren van een
omvangrijke binnenstedelijke herstructureringsgebied,
aantal nieuwe verbindingen, vanuit de Stationsstraat, vanuit
gelegen aan weerszijde van het Apeldoorns Kanaal, en
het knooppunt Stationsstraat en Molenstraat en vanuit de
opgespannen tussen Spoorbrug en Deventerbrug. Vanaf
Molenstraat.
het begin van de jaren negentig heeft de gemeente, in samenwerking met marktpartijen en in intensieve
Een uitermate complex gegeven hierbij is dat de raakvlakken
samenspraak met bewoners en betrokkenen, de
van Haven Centrum met de binnenstad erg groot zijn.
planontwikkeling voor dit gebied ter hand genomen. Deze
Het gebied grenst over een lengte van 250 meter aan
is in 1993 vastgelegd in een masterplan, getiteld ‘Beeldvisie
de Stationsstraat en met 300 meter aan de Molenstraat.
Kanaaloevers, nieuw leven voor een verlaten gebied’. Dit is
Daarentegen is het raakvlak met het kanaal extreem kort.
ontworpen door Rein Geurtsen, stedenbouwkundige en Paul
Haven Centrum heeft van alle deelgebieden het kortste
Achterberg Bureau Quadrat, Landschapsarchitect.
raakvlak aan het kanaal. Toch wil het zich uitdrukkelijk op het kanaal richten. In dat gegeven ligt een groot deel van de
Apeldoorn werd hier een unieke kans geboden: pal tegen de
stedenbouwkundige uitdaging voor dit gebied besloten.
binnenstad lag een grotendeels verouderd industriegebied dat op veel plaatsen sporen van fysieke slijtage vertoonde.
In paragraaf 1.3 wordt kort ingegaan op de
Dit gebied wordt getransformeerd tot een binnenstedelijk
stedebouwkundige hoofdopzet van Haven Centrum. Een
woon-, werk- en verblijfsgebied. Daarmee geeft de stad
uitgebreide planomschrijving is te vinden in het rapport
uitvoering aan een van de speerpunten van haar ruimtelijk
Voorlopig Stedenbouwkundig Ontwerp d.d. maart 2003,
beleid, de “Compacte stad”. Beperking van mobiliteit, zuinig
opgesteld door Rein Geurtsen.
zijn met grond en behoud van waardevolle landschapen zijn hierbij de inmiddels haast vanzelfsprekende uitgangspunten. Naast verstedelijking en verdichting is er ook aandacht voor de landschappelijke kwaliteit. Het kanaal wordt in ere hersteld, en wordt begeleid door parkzones, afwisselend aan beide zijden van het kanaal gelegen. Daardoor slingert het zich als een groenblauwe lint door het stedelijk landschap. Binnenstad en kanaal, voorheen twee gescheiden werelden, kunnen nu aan elkaar worden verbonden. Het gebied Haven Centrum speelt daarbij een cruciale rol. Het deelgebied Haven Centrum is getypeerd als de ruimtelijke ‘sluitsteen’ van het project Kanaaloevers. Een sluitsteen, omdat dit deelgebied bij uitstek zorgt voor een
Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost, Apeldoorn
11
Pleinenreeks van Haven Centrum: Rood - Entreeplein Geel - Evenementenplein Groen - Woonplein Blauw - Waterplein
12
Inleiding
1.3
De stedebouwkundige opgave
De stedebouwkundige opgave voor Haven Centrum is
1.4
1
Stedebouwkundige Uitgangspunten
Als algemene uitgangspunten gelden:
tweeledig: - hoofdtypering stedelijk milieu • ten eerste: de opgave om een optimale verbinding
Gelet op de ligging ten opzichte van de binnenstad is er
te realiseren tussen binnenstad, stationsgebied en
gekozen voor een stedelijk milieu met een relatief hoge
kanaal. De gecombineerde opgave van ‘verbinding’ en
bebouwingsdichtheid, analoog aan het aangrenzende
‘recreatief circuit’ is uitgewerkt in drie onderdelen; een
project Stadskade. Dat betekent onder meer: intensief
geschakelde reeks pleinen ter verbinding van het kruispunt
ruimtegebruik, een gemengd stedelijk programma en
Stationsstraat - Molenstraat met de kanaalbocht, een
meervoudig ruimtegebruik, door stapeling van programma’s
wandelroute langs de Kayersbeek, die het kanaal met de
en ondergronds parkeren.
Molenstraat en het ‘Talensplein’ verbindt, en een verbinding tussen het evenementenplein in Haven Centrum naar de binnenstad via een levendige straat naar de Stationsstraat. • ten tweede: de opgave om het hele plangebied een optimale gerichtheid op het kanaal te geven. Optimaal profiteren van het kanaal zou dichtzetten van de kanaalwand betekenen. Daar in tegen zou het optimaal richten van het gehele gebied op het kanaal als uiterste consequentie hebben: het situeren van één groot plein aan het kanaal. Dit zou strijdig zijn met de beoogde ruimtelijke continuïteit van het kanaal, die gebaat is bij een zekere beslotenheid van de bebouwing langs de buitenbocht, om te voorkomen dat de kanaalruimte in het luchtledige wegloopt. Ook de woontoren Koningshaven, gebouwd midden in de bocht, voor de helft in het kanaal, leidt door zijn omvang en hoogte tot beperkingen. Hogere accenten in de kanaalwand zouden leiden tot een ongewenste concurrentie en een onrustige opeenhoping van bouwmassa’s. Het gekozen planconcept tracht een antwoord op de hier geschetste dilemma’s te geven, door langs het kanaal te zoeken naar een optimaal evenwicht tussen gesloten wandbebouwing en pleinruimte, en door te streven naar een homogene opbouw van de bouwhoogte van de kanaalwand.
- cultuurhistorische waarden Duurzame stedenbouw begint met het zo veel mogelijk inspelen op de cultuurhistorische waarde van het ruimtelijk erfgoed. Gelet op de beperkte cultuurhistorische waarde van de bestaande bebouwing in het gebied richt de aan dacht zich hier vooral op de openbare ruimte, zoals het bomenscherm langs het kanaal en op het integreren van de gelaagdheid van de historische topografie in het nieuwe plan. Daarbij gaat het met name om de richtingen van wegen en verkavelingpatronen. Dit betekent bijvoorbeeld dat het mogelijk is om recht te doen aan de karakteristieke schegvormige bebouwing op de scherpe hoek van Station straat en Korte Kanaalstraat, zonder dat het nodig is om de bestaande bebouwing te behouden, of te kopiëren. Daarnaast wordt de cultuurhistorische waarde versterkt door waar mogelijk verdwenen historische sporen te repareren. Voorbeelden hiervan zijn de Kayersbeek, ‘de Sprengenbeek’ en de boombeplanting in de Stationsstraat. - bebouwingstypologie: menging van woningtypen Het Kanaaloeversplan is opgebouwd uit grote bebouwings velden waarvan de randen bestaan uit bouwblokken met een menging van grondgebonden en gestapelde woningtypes. In de luwte van deze blokken liggen kleinschalige binnenwerelden, die qua sfeer aansluiten op de karakteristieke Apeldoornse woonmilieus. Ze zijn door voetgangersverbindingen gekoppeld aan het kanaal.
Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost, Apeldoorn
13
- menging van schalen Stedenbouwkundig plan is een evenwicht tussen klein- en grootschalig en tussen het stedelijk interieur en exterieur. Stedebouwkundig plan combineert de kleine schaal van het karakteristieke schaal van de woonmilieu van de typische Apeldoornse hûskes met de grote schaal van de stedelijke hoofdsstraten, pleinen en het kanaal. - openbare ruimte Inherent aan het proces van toenemende verdichting in de binnenstad is dat de openbare ruimte wordt geconcentreerd en ingeperkt. Ook ontstaat er een scherper onderscheid tussen verkeersruimtes en verblijfsruimten. Daardoor groeit de behoefte aan goed ingerichte openbare ruimtes en aan stedelijk groen. Bij verblijfsruimten met gemengd verkeer moet duidelijk zijn welke verkeerssoort op welke plek prioriteit heeft. Het gebied Haven Centrum zal voldoen aan hoge eisen van sociale veiligheid, zoals deze zijn verwoord in de Woonkeur. In dit Beeldkwaliteitsplan wordt met name aandacht gevraagd voor het aspect sociale veiligheid op onderwerpen die zich afspelen op het raakvlak tussen gebouwen en de openbare ruimte. Juist omdat het een nieuw stuk binnenstad wordt waar ook plaats moet zijn voor de meer kwetsbare stedelijke programma elementen, zoals uitgaansvoorzieningen, horeca en zorginstellingen, is sociale veiligheid hier één van de speerpunten. Beeldende kunst in openbare ruimte
- openbare ruimte en beeldende kunst Een belangrijk kwaliteitsaspect van de openbare ruimte is de beeldende kunst. Hiervoor heeft de gemeente de Visie Kunsttoepassing Kanaaloevers 2002 opgesteld. Deze visie biedt een stedenbouwkundig kader voor de toepassing van kunst in de Kanaalzone, met als doel een wederzijdse versterking van openbare ruimte, architectuur en kunst. Uitgangspunt is om kunst in te zetten voor het bereiken van een nieuw evenwicht tussen het klein- en grootschalige,
Poort met lichtkunstwerk (architect: P. Geusebroek, kunstenaar: T. van Summeren)
14
Inleiding
1
tussen het bestaande en het nieuwe en tussen het stedelijk interieur en exterieur. In de visie wordt daarom gekozen voor vier thema’s, waarvan er drie in Haven Centrum aan de orde zijn: • perspectief: een nieuw evenwicht tussen het bestaande en het nieuwe. In de komende jaren zal het karakter van de Molenstraat sterk veranderen. Het gedeelte ten westen van het kanaal ontwikkelt zich tot een belangrijke binnenstedelijke ader, terwijl het gedeelte ten oosten van het kanaal verandert in een rustige woonstraat Het is van belang om de historische continuïteit van de Molenstraat op enigerlei wijze in stand te houden. Het belangrijkste middel om dit te garanderen is van functionele aard: de Molenstraat wordt over de gehele lengte een hoofdfietsroute. Aanvullend daarop kan beeldende kunst bijdragen aan de visuele continuïteit. • verborgen plekken: de te herstellen Kayersbeek is een beek met verborgen plekken. Op verschillende plaatsen zal de beek onverwacht verschijnen en weer verdwijnen. De beek is daardoor te lezen als een architectonisch object dat slechts in fragmenten kan worden beleefd. De monding van de Kayersbeek in het Apeldoorns Kanaal markeert het einde van de reeks verborgen plekken. Het ontdekken van deze verborgen plekken is het thema voor de toepassing van kunst rond de Kayersbeek. • poorten: Op sommige plaatsen wordt het contrast tussen de grootschalige buiten wereld en kleinschalige binnen wereld leesbaar gemaakt door een poort. Beeldende kunst kan een belangrijke bijdrage leveren aan het versterken van de identiteit van de poort. De poorten kunnen een gemeenschappelijk thema krijgen, bijvoorbeeld in de vorm van een lichtkunstwerk. Ook kan worden gekozen voor een gedifferentieerde aanpak, waarbij de uitwerking wordt gerelateerd aan de architectuur van de bebouwing.
Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost, Apeldoorn
15
A
B
D
C C
C
C
C
architectonische eenheden haven Centrum
16
Architect Architect Architect Architect
A: B: C: D:
1.1 en 2.1 1.2 2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 3 en 4.1 4.2
Inleiding
1.5
Architectonische eenheden in deelgebied Haven
Centrum
1
Het project Haven Centrum is opgebouwd uit verschillende architectonische eenheden. De indeling in architectonische eenheden spreekt zich uit over twee fenomenen: samenhang en differentiatie. Bij samenhang gaat het over stedelijke ruimtes die uitdrukkelijk bedoeld zijn om als één geheel te worden ervaren. Bij differentiatie gaat het vooral over de gewenste afwisseling in het stedelijke beeld en de behoefte aan herkenbaarheid en verbijzonderingen. Het deelplan Haven Centrum is bijzonder omdat het in wezen vier verschillende stedelijke dimensies in zich verenigt: -
de grote stadslandschappelijke schaal van het
kanaal en van Molenstraat; Hier zal een accent liggen op zo groot mogelijke architectonische eenheden en op lange doorgaande lijnen. -
de historische, gedifferentieerde architectonische
opbouw van de Stationsstraat, hetgeen heeft geleid tot de keuze voor twee afzonderlijke architectonische eenheden (Omnizorg en Hoekgebouw) -
de kleinschalige binnenwereld van de Havenweg,
Kayersbeek en Molendwarsstraat. Hier zal het accent liggen op de homogeniteit van de sfeer van het binnengebied. -
de binnenstadspleinen. Ook hier zal het accent
liggen op de betekenis van deze ruimten als stedelijke kamers. Daarom stellen we ons hier ook een gemengde benadering voor, waarin een accent ligt op een zo veel mogelijk geparcelleerde opbouw, met palazzi en met het Omnizorgcomplex, en daarnaast aangevuld met enkele grotere ensembles, waarbij schaal en maat van deze ensembles zijn afgestemd op hun programmatische karakteristiek als groot publiek gebouw in de stad.
Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost, Apeldoorn
17
Welstandniveau’s Haven Centrum
18
Welstandsniveaus en Beheerskader
2.1
Welstandsniveaus
2
Ontwikkelingsfase Tijdens de ontwikkelingsfase zal er een opdeling zijn
In de herijkte Kadernota Welstand van de Gemeente
in een normaal en zwaar welstandsniveau. Het zware
Apeldoorn uit mei 2004 staat in hoofdstuk 2 het volgende
welstandsniveau wordt aangewezen voor de grootschalige
beschreven:
buitenschil, de kleinschalige binnenwereld krijgt een normaal welstandniveau (zie de kaart “welstandsniveaus” op pagina
“Het welstandsbeleid voor ontwikkelingsgebieden is tijdelijk.
18). De supervisor zal er op toezien dat dit onderscheid
Het geldt namelijk voor de duur van de ontwikkeling. Zodra
in welstandniveau niet strijdig is met de kwalitatieve
de ontwikkelingsfase is afgerond, worden de welstandseisen
samenhang tussen de verschillende architectonische
verwerkt tot beheerseisen. Hiermee vervalt de status van
ensembles in het plangebied.
ontwikkelingsgebied.” Beheersfase De welstandsniveaus staan in hoofdstuk 3 van de Kadernota
Tijdens de beheersfase is hetzelfde onderscheid in
Welstand beschreven. Er wordt gewerkt met 4 niveaus; een
welstandniveaus van kracht.
vrij, licht, normaal en een zwaar niveau. De voorgestelde welstandsniveaus voor Haven Centrum zijn zoals gezegd toegelicht tijdens de raadsvergadering van 15 februari 2007.
Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost, Apeldoorn
19
Welstandthema’s Haven Centrum
20
Welstandsniveaus en Beheerskader
2.2
2
Beheerskader
Op het moment dat de bouwplannen gerealiseerd zijn krijgen we te maken met een beheerskader. Hiervoor worden de welstandsthema’s uit het bestaande welstandsbeleid gebruikt. Voor dit gebied worden in de beheersfase twee welstandsthema’s aangezewezen te weten, “Thematische architectuur en stedebouw” voor het binnengebied met de lage woonbebouwing en “Stedelijke bebouwing met gemengde functies” voor de grootschaligere randen met een gemengd programma van woningen en andere voorzieningen (zie de kaart “welstandsthema’s” op pagina 20). Deze thema’s zullen samen met de niveaus het kader vormen voor de beoordeling door de welstand.
Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost, Apeldoorn
21
Middelhoge bebouwing vouwt zich om en vormt een plein Hohe Luft, Hamburg; architect: Bolles en Wilson
22
Criteria voor de Beeldkwaliteit
3.1
Haven Centrum Oost
3
De bouwmassa en de vorm van de toren worden afgestemd op die van architectonische eenheid 1.2. en vice versa.
In deze Notitie Beeldkwaliteit worden de bouwblokken in het oostelijke deel van het plan beschreven, Haven Centrum
In de architectonische expressie van de toren gaat het niet
Oost. Dit betreft de bouwvlekken 1.1 tot en met 4.4. In
om het benadrukken van de stapeling van de 9 bouwlagen,
paragraaf 3.2 zullen de vlekken worden beschreven in de
maar om de alzijdige expressie van het volume, dat zich
navolgende paragraven zal er ingegaan worden op algemene
losmaakt van de omringende middelhoge bebouwing.
criteria. De gegeven bouwhoogte en de geleding van de bouwmassa 3.2
Stedebouwkundige kenmerken en criteria per
bouwblok
moeten leiden tot een slanke bouwmassa.
- Hofblok en kanaalwand (Blok 1.2) - Hoektoren( Blok 1.1)
Het hofblok heeft een tweeledig karakter: een stedelijke,
De hoektoren maakt onderdeel uit van de wandbebouwing
stoere buitenschil én een intieme, beschutte en
langs het kanaal. De toren markeert de entree naar de
warme binnenwereld: de Leypuntenhof. Toch is het
pleinen van Haven Centrum vanuit het landschap langs het
hofblok één alzijdig woonblok dat daarom ook in één
kanaal. Daarnaast vormt de hoektoren de overgang naar het
architectuurhandschrift wordt uitgevoerd.
bestaande gekromde woonblok Woondrome. Een tussenlid tussen het bestaande gebouw van Woondrome en de nieuwe
De buitenschil maakt aan de kanaalzijde deel uit van de
hoektoren is gewenst en zal er voor zorgen dat de nieuwe
totale kanaalwand. In stedebouwkundig opzicht is het een
en de bestaande bebouwing samen een gesloten bouwblok
voortzetting van het gekromde blok in het aangrenzende
vormen. Op deze manier wordt een heldere overgang tussen
plandeel Stadskade. Daarom vormen deze blokken samen
openbaar en privé gemaakt.
één architectonische eenheid.
Enerzijds is de toren onderdeel van de middelhoge
De bouwmassa, de dakhelling en de vorm van de
bebouwing van de wand aan het woonplein, en anderzijds
kanaalwand wordt afgestemd op die van architectonische
maakt de toren zich daarvan los doordat het uitkragende
eenheid 1.1. en vice versa.
volume in verschillende richtingen een relatie aan gaat met de omgeving. Doordat een deel van het volume een gelijke
Het Hofblok is een gesloten bouwblok met een private
hoogte heeft als het aangrenzende palazzo en in hetzelfde
binnenhof. Vanuit de Kayersbeek is de hof toegankelijk via
gevelvlak is gelegen blijft de toren, ondanks de afwijkende
een poortvormige opening. Dat kan een overbouwde poort
hoogte en de uitkraging, onderdeel van het geheel.
zijn maar ook een spleetvormige niet-overbouwde poort.
Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost, Apeldoorn
23
Woningen aan de Havenweg gaan dialoog aan met de bestaande woningen van Rijnvos Voorwinde Architecten Stadskade, Apeldoorn
hoofdgevelvlak met terugliggend gevelvlak Java eiland zuidzijde, Amsterdam; architect: AWG, Karelse van der Meer
Stedelijk blok met een stedelijke, stoere buitenschil én een intieme, beschutte en warme binnenwereld Sevilla, Spanje; architect: Cruz & Ortis
24
Criteria voor de Beeldkwaliteit
Het hofblok heeft een formele buitenschil en een meer
samenhang tussen erfafscheidingen en de hoofdbouwmassa.
informele binnenzijde, een ruime binnenhof, waar de
Ook zijn architectuur en openbare ruimte als één
woningen aan de kanaalzijde met balkons op georiënteerd
geheel ontworpen, zeker langs de Kayersbeek. Dit zal in
zijn, en waaraan ook enkele grondgebonden woningen
samenspraak gebeuren tussen de architect en de ontwerper
liggen. Deze hof heet de Leypuntenhof omdat deze is
van de openbare ruimte.
3
uitgespaard rondom het enige aanwezige leycentrum in Apeldoorn. Een leycentrum is een punt waar geologische
Het dakvlak wordt op een homogene wijze gematerialiseerd,
stralingbronnen, de zgn. leylijnen, elkaar ontmoeten.
bij voorkeur met hellende vorm en keramische pannen in een
Essentieel is dat een leycentrum vrij dient te blijven van
éénduidige, warme kleurstelling. De beoogde differentiatie
bebouwing.
in beeld tussen de twee binnenstraten wordt bereikt door de diversiteit aan woningtypen zoals, diepe, smalle rijwoningen,
Het leycentrum dat zich hier bevindt is volgens historicus
2-onder-1-kap woningen, brede ondiepe woningen én
Wigholt Vleer oorspronkelijk een sacrale plaats geweest van
patiowoningen.
vóór de kerstening van onze beschaving. Daarna moet hier tot in de late middeleeuwen een eenvoudige houten kapel
- De Havenweg (blok 2.1 )
hebben gestaan. Dit Leycentrum geeft een bijzondere lading
Dit blok gaat een dialoog aan met de tegenovergelegen
aan de “Genius Loci” van deze plek en vormt dan ook een
woningen van Rijnvos Voorwinde Architecten, waarin het
inspirerend aanknopingspunt voor de inrichting van openbare
accent ligt op de architectonische eenheid van het bouwblok
ruimte van het binnenhof.
als geheel.
De (afsluitbare) toegangspoort naar het Leypuntenhof
Het architectonisch beeld van blok 2.1 en 1.2 vormen ten
kan worden vormgegeven als een hek in de vorm van een
opzichte van elkaar een contrast op een vergelijkbare wijze
kunstwerk of als een gesloten poort. Om het intieme en
als de oostelijke wand van deze straat.
beschutte karakter van de Leypuntenhof te accentueren vormt de materialisatie van de wanden van het hof een
- De Kayersbeek (blok 2.2/2.3)
contrast met die van de buitengevel.
De straat met de Kayersbeek, met ondiep, stromend water, is een voor Apeldoorn nieuw en verassend woonmilieu.
- Grondgebonden woningen (blok 2.1 t/m 2.5)
Het ‘waterstraatje’ heeft aan de westzijde een berijdbaar
Bij de grondgebonden woningen ligt het accent op de
voetpad, dat alleen toegankelijk is voor bewoners en
homogeniteit van de stedelijke ruimte, met andere woorden
diensten. De oostzijde (de bezonde zijde) is uitsluitend
de twee tegenover elkaar liggende gevels van de straat,
bedoeld voor de voetgangers. In deze straat is de auto te
en op het onderscheidende en verrassende karakter
gast. Vertoeven langs de beek is de hoofdzaak van deze
van deze stedelijke ruimte. Primair wordt een robuuste
openbare ruimte.
baksteenarchitectuur voorgesteld, in een zachte, warme kleurstelling. Het robuuste karakter komt tot uitdrukking
Het stedebouwkundig ontwerp kiest ten aanzien van
in de toepassing van diepe neggen (terug gelegen delen
de wanden van de Kayersbeekstraat voor een zekere
in de gevel), waardoor er in de relatief smalle straten een
contrastwerking, die met name is afgestemd op lichtval en
zekere overgangsruimte ontstaat tussen buiten en binnen.
bezonning. Aan de oostzijde is het een korte doorgaande
Daarnaast is sprake van een sterke architectonische
Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost, Apeldoorn
25
Plint met markante architectonische expressie, die niet wordt overstemd door daarboven gelegen woningen Mariaplaats, Nijmegen; architect: Sjoerd Soeters
Appartementen op plint met interne ontsluiting (brandveilige trappenhuizen) Bijlmerdreef, Amsterdam Zuidoost; architect: Köther Salman
26
Criteria voor de Beeldkwaliteit
gevel, de westzijde daarentegen is een langgerekt
- Noordwand van de Molenstraat (Blok 3)
afwisselend ritme van open en gesloten vlakken. Door de
(Appartementen op een basement met stadswoningen en
openingen schijnt gedurende grote delen van de dag zonlicht
commerciële voorzieningen)
op de zijgevels en tot op de Kayersbeek.
Blok 3 maakt deel uit van de buitenschil van Haven-Centrum
3
langs de Molenstraat. Deze schil is opgebouwd uit twee Dit asymmetrische straatbeeld stelt een specifieke opgave
grote architectonische eenheden: de blokken 7 en 3. Bij het
aan de architectuur. Ondanks de beoogde contrastwerking
Project Stadskade is als stringent uitgangspunt gehanteerd
geldt voor beide wanden dat het architectonisch accent
dat de schil en de binnenwereld altijd twee verschillende
ligt op de individuele woning en op de architectonische
architectonische eenheden zijn. Op dit punt kan in Haven
samenhang tussen beide wanden.
Centrum op één punt een uitzondering gemaakt worden, n.l. bij blok 3, aangezien dit als poortgebouw over de Kayersbeek
De woningen aan de westzijde zijn overhoeks gericht op de
een sterke ruimtelijke relatie heeft met de architectuur van
Kayersbeek bijvoorbeeld doordat de entree is gesitueerd in
de binnenwereld langs de Kayersbeek. Daarom is voor het
een entreepatio die aan de zijgevel grenst. Daardoor kan dit
vaststellen van de architectonische eenheden gekozen voor
woningtype maximaal op Kayersbeek worden georiënteerd
het samenvoegen van de blokken 3 en 2.2. en 2.3.
vanuit de woonkamer. In blok 3 vormt het poortgebouw, dat toegang biedt tot de De vormgeving van de overgang tussen openbare ruimte
Kayersbeek, een architectonisch hoofdmotief. De poort naar
en woning zal in ateliervorm in samenspraak gaan tussen
de kayersbeekstraat is twee lagen hoog.
architect, ontwerper openbare ruimte en supervisor.
Daarom heeft dit blok een basement van twee verdiepingen.
Waarbij als uitgangspunt geldt dat, ondanks de
Dit basement bevat zowel tweelaagse stadswoningen, met
assymetrische typologie, er in het beeld van de voortuinen
voordeuren aan de Molenstraat, woonwerkwoningen en
sprake moet zijn van symmetrie
commerciële ruimten. De commerciële ruimten liggen met name op de hoeken van de Molenstraat en de Havenweg.
- Molendwarstraat (blok 2.4, 2.5) Op de begane grond heeft de stadswoning een woonfunctie
De bovenbouw met appartementen kraagt op de kruispunten
aan de straatzijde. Het architectonisch accent ligt op de
Molenstraat met de Havenweg en de Molendwarsstraat
afzonderlijke woning. Door de architectonische uitwerking
enkele meters uit, analoog aan de bouwblokhoek in het
met de hoge verticale insnijding van de entrees, heeft dit
project Stadskade. Daardoor wordt het hiërarchisch
een verticaal beeld tot gevolg.
onderscheid tussen Molenstraat en dwarsstraten verhelderd.
Voor de westelijke wand van deze straat gelden meerdere
De typologische tweedeling basement-bovenbouw hoeft
varianten, waaruit nog een keuze dient plaats te
niet automatisch te leiden tot een geijkte architectonische
vinden. Daarom moet ook nader worden bepaald of het
tweedeling van een basement met een daarop zwevende
architectonisch accent hier komt te liggen op de afzonderlijke
bovenbouw. De voorkeur heeft een architectuur die het blok
woning óf op het blok als geheel.
als een eenheid ziet en als een blok dat duidelijk “met zijn voeten” op de straat staat.
Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost, Apeldoorn
27
Casa alle Zattere 1953-58 archetype van het Palazzo Venetië; architect: Ignazio Gardella
Voorbeeld van een modern Palazzo met een transparante gevel London; architect David Lescun
Palazzo’s Welgelegen Haven Kanaaloevers, Apeldoorn
28
Criteria voor de Beeldkwaliteit
Voor de ontsluiting zijn meerdere typologische oplossingen
ook een publieke voorziening gecombineerd. Essentie is
mogelijk. Om te voorkomen dat het beeld langs de
de combinatie van meerlaagse grondontsloten woningen
Kayersbeek wordt gedomineerd door zicht op een noordgevel
met stedelijke plintfuncties en met appartementen en
met vier galerijen gaat de voorkeur gaat uit naar een
penthouses. Het stadspalazzo heeft daardoor zo veel
oplossing met twee vierspanners, met brandveiligheids-
mogelijk voordeuren. Deze zorgen voor een verlevendiging
trappenhuizen.
van het straatbeeld.
Aan de Molenstraatzijde liggen aan de voorzijde balkons,
Essentieel is dat het beeld van het palazzo niet wordt
deels inpandig, deels uitkragend.
bepaald door de optelling van verschillende types en door
3
het fenomeen ‘stapelen’, maar door de compositie van het
- Het Woonplein met de palazzi (blokken 4.1 t/m 4.4)
gevelbeeld als één geheel. Elk kadehuis heeft een eigen
Onderdeel van bouwfase 1 is het woonplein. De pleinwanden
architectonische handschrift. Hiermee wordt de autonomie
van het woonplein hebben een geparcelleerde opbouw,
van de palazzo’s onderstreept en ontstaat langs het
bestaande uit architectonische eenheden van circa 25 meter
woonplein het gevarieerde beeld van een geparcelleerde
breed. Naast het torenvormige hoekblok 1.1. zijn dit aan de
(verticale verdeling van de gevel) en stedelijke wand.
noordzijde vier eenheden en aan de zuidzijde drie eenheden in de vorm van een stadspalazzo.
In stedebouwkundig opzicht is met name van belang dat bij de pallazzi trappenhuizen en stijgpunten in de voorgevel
Een stadspalazzo is een op zich zelf staande architectonische
ontbreken. Verticale stijgpunten zijn vaak de beeldiconen
eenheid, met een bijzondere typologie. Het is ontwikkeld als
van de modernistische woningbouwarchitectuur, als het
een concept voor de bebouwing langs waterfronten. Aan de
verbeeldingsmiddel van het collectivistische karakter van het
overzijde van het kanaal, in het project Welgelegenhaven,
meergezinshuis. Stijgpunten hebben vaak een kille uitstraling
is het type in Apeldoorn voor het eerst toegepast. Het is
naar de openbare ruimte vanwege de doorgaans sfeerloze
geïnspireerd op de karakteristieke negentiende-eeuwse
verlichting van deze trappenhuizen.
herenhuizen aan de rivierfronten van de IJsselsteden. Deze negentiende-eeuwse inspiratiebron wordt niet
Samenvattend combineert het pallazzo een aantal doelen
ingezet als nostalgische code of als aanbeveling voor een
van stadsontwerp:
neostijl, integendeel. Architecten worden gevraagd om een
− Een geparcelleerde en architectonisch gedifferentieerde
eigentijdse interpretatie van deze typologie te geven. Een inspirerend voorbeeld daarvan is het befaamde palazzo uit
opbouw van de pleinbebouwing; − Een middelhoge bouwmassa, die past bij de
de jaren vijftig, aan het Guidecca in Venetië, van architect
stedebouwkundige maat van het woonplein, met een
Ignazio Gardella, leermeester van Aldo Rossi. Deze slaagde
bouwhoogte van vijf bouwlagen;
er in om aan de rijkdom van vroeggotische palazzi aan het
− Een levendige uitstraling naar de openbare ruimte vanuit
Guidecca een even tijdloos als eigentijds repertoire toe te
de onderste bouwlagen, door de typologische invulling van
voegen.
stadswoningen van meerdere lagen. Essentie daarbij is dat de stadswoningen een eigen voordeur hebben.
In typolopgisch opzicht onderscheidt het pallazzo zich van
− Aan de voorgevel worden zo veel mogelijk
een appartementenblok, wat doorgaans een opeenstapeling
hoofdwoonfuncties gesitueerd. Mede daarom zijn
is van X maal het zelfde woningtype. In het stadspalazzo
trappenhuizen en liftschachten inpandig gesitueerd.
worden daar in tegen meerdere woningtypen en soms
− Een gevarieerde stapeling van types: grondgebonden Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost, Apeldoorn
29
Appartementen op plint Puntenburg, Amersfoort; architect: Vera Yanovchinsky
Inpandige balkons aan voorzijde Hunnerstaete, Nijmegen; architecten: Van Gameren /Mastenbroek
Tweezijdig georienteerde hoek Kop van Zuid, Rotterdam; architect: Karelse van der Meer
Voorbeeld van stapeling op een commerciële plint. De galerijen zijn geïntegreerd in de architectuur. Architect Theo Bosch
30
Criteria voor de Beeldkwaliteit
woningen, appartementen en penthouses. In de
• De constructieve gevels (“zijgevels”) van de bouwblokken,
architectonische opbouw van het palazzo domineert echter
alsmede alle bovendakse kopgevels, zullen als
de autonomie van het architectonische totaalbeeld boven
volwaardige gevels worden uitgewerkt; evenzeer om het
de expressie van de stapeling van types.
stedenbouwkundige beeld, als om de overhoekse oriëntatie
− De herkenbaarheid als totaalvolume. Niet alleen in de voorgevel komt dit tot uitdrukking, maar ook in de andere gevels. Dit speelt met name bij de palazzo uit de eerste
3
vanuit de woning gestalte te kunnen geven. • Stedelijke plinten en winkel puien hebben een uitnodigend karakter.
bouwfase die een hoekpositie heeft. Daar is de zijgevel gelijkwaardig aan de voorgevel. 3.3
Oriëntatie
3.4
Architectuur, massa en dakvorm
De architectuur van Haven Centrum zal één samenhangend geheel worden van authentieke architecturen, gebaseerd op
De plint van de bebouwing bepaalt de sfeer van de openbare
een herkenbaar auteurschap. Apeldoorn legt in dat opzicht
ruimte. De straatgerichtheid en de transparantie van de
de lat hoog. Haar architectonische cultuur biedt geen ruimte
plintlaag draagt bij aan een levendig straatbeeld en de
voor anonimiteit en voor neo-stijlen.
sociale veiligheid. Haven Centrum wordt vernieuwd met gebouwen die zich Het plangebied Haven Centrum wordt gekenmerkt door een
manifesteren als een afzonderlijke, herkenbare identiteit.
hoge stedelijke dichtheid en een intensief gebruikte openbare
De zeggingskracht van de gevels van de gebouwen wordt
ruimte. Het principe van gesloten bouwblokken brengt met
in hoge mate door een aantal strategische details bepaald:
zich mee dat een strakke regie wordt gevoerd ten aanzien
die details/gebouwonderdelen vormen de belangrijkste
van de bouwblokhoeken, zowel wat betreft de massaopbouw
ingrediënten voor de plastiek van de gevelvlakken. Belangrijk
als ook wat betreft de erfafscheidingen, die grenzen aan
zijn hier de verhoudingen open/dicht van een gevelvlak, de
de openbare ruimte, hier wordt later in paragraaf 5.8 op
neggediepte van de raamopeningen ( of het ontbreken van
ingegaan.
neggen), m.a.w. de plaatsing van raamkozijnen of glazen geveldelen in het gevelvlak.
De hoekwoningen zijn altijd tweezijdig georiënteerd, in de
Daarnaast wordt het gevelbeeld bepaald door de verhouding
regel met de entree aan de zijkant en voorzien van een
tussen enerzijds het hoofdgevelvlak en anderzijds de
raam vanuit een verblijfsfunctie. Blinde kopgevels zijn niet
uitkragende en inspringende elementen.
toegestaan. Ook komen er geen situaties voor waarbij er een
Het zijn stedelijke percelen die een samenspel aangaan met
garage op de kopgevel is gesitueerd, omdat dit doorgaans
de andere percelen.
leidt tot gesloten en sociaal onvriendelijke hoekoplossingen. Als toetsingscriteria gelden: Als toetsingscriteria gelden: • Er grenzen nergens achterzijde van bebouwing aan de openbare ruimte. • Woningen zijn met de woonfuncties gericht op de
• Er is een goed evenwicht nodig tussen repetitie en verbijzondering. • Het voorgevelvlak heeft een uitgesproken karakter door toepassing van naar voren en terugspringende delen zoals;
openbare ruimte. Dit geldt voor zowel grondgebonden-
erkers, balkons, loggia’s, galerijen, dakoverstekken en
eengezinswoningen als voor gestapelde woningen.
kroonlijsten.
Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost, Apeldoorn
31
Bandbreedte van kleur en textuur van het metselwerk
32
Stadhuis Hilversum architect: Dudok
Jac. P. Thijseplein, Hilversum architect: Geurst & Schulze
Ceramiqueterrein, Maastricht architect: B. Albert
Debisgebouw, Potzdammerplatz, Berlijn architect: Renzo Piano
Melange van verschillende bakstenen
Brandweerkazerne, Breda architect: Neutelings Riedijk
Baksteen i.c.m. natuursteen
Amstelveenseweg, Amsterdam architect: Claus en Kaan
Norbruislaan - Zuilen, Utrecht architect: de Architecten Cie
Voltstraat, Tilburg architect: Rijnvos Voorwinde
Stadstuinen, Kop van Zuid - Rotterdam architect: KCAP
Welgelegen centrum, Apeldoorn architect: van Gameren
Criteria voor de Beeldkwaliteit
• Bergingen zijn zoveel mogelijk uit het zicht geïntegreerd
3.6
3
Materialisatie
in het bouwvolume. Daar waar losse bergingen voorkomen dienen ze te worden ontworpen in samenhang met
Omdat het hier over een binnenstedelijk gebied gaat
erfafscheidingen en de woningen.
is hier gekozen voor een sterk gedifferentieerd beeld
• Bijzondere stedenbouwkundige accenten, zoals het snijpunt
dat tot uiting komt in de gekozen onderverdeling in
van de Stationsstraat met de Korte kanaalstraat worden
architectonische enembles (zie de kaart op pagina 16). Het
architectonisch gemarkeerd.
gekozen prinicipe van een sterke differentiatie vraagt om
• Bouwvolumes worden scherp omlijnd door middel van
een nauwgezette afstemming van de materialisatie en het
dakoverstekken, set-back verdieping met uitkragende
kleurgebruik van de afzondelijk gekozen architectonische
kroonlijsten, schijfvorming overgangsvlakken bij
eenheden. De onderlinge afstemming zal plaatsvinden bij de
bouwhoogtesprongen.
welstandsbeoordeling.
• Bouwvolumes doen zich niet voor als een opeenstapeling van lagen, maar zijn ontworpen als een afgeronde
Als toetsingscriteria gelden:
totaalvorm met een voet, een midden en een top.
• Een robuuste materialisering, in baksteenarchitectuur,
• Bij aansluiting van nieuwbouw op bestaande bebouwing
waarbij het kleurenpallet van de totaalcompositie op elkaar
wordt aandacht besteed aan de opsluiting van het dakvlak
is afgestemd. Om het verschil in binnen en buitenwereld,
en de detaillering van de aansluiting.
de kanaalwand en de binnenstraten en hoven te accentueren, kan er voor de binnenschil gekozen worden
3.5
Openbare parkeergarages en private
om een baksteen (of een ander materiaal) toe te passen
stallingsgarages
met een andere (contrasterende) kleurstelling. • Combinaties met keramische materiaal, geschilderd
Haven-Centrum kent een duidelijk onderscheid tussen
metselwerk en Keimwerk, stucwerk (Kratz-putz-kwaliteit)
publieke parkeergarages en private stallingsgarages, ook
en verschillende soorten plaatmateriaal waaronder
beheersmatig. Mengvormen worden zo veel mogelijk
geschilderd hout is mogelijk.
voorkomen. Indien toch een mengvorm dient te worden toegepast, bijvoorbeeld bij uitbreiding van een bestaande garage, beschikt het stallinggedeelte over een duidelijke en sociaal veilige compartimentering. Als toetsingscriteria gelden: • Ondergrondse c.q. verdiepte parkeergarages, zowel openbare- als stallingsgarages, liggen opgesloten in het bouwblok, zodat de geparkeerde auto’s niet zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte. • De entrees van de garages worden dusdanig opgenomen in het architectonische beeld van het bouwblok dat deze niet opvallen in de gevel. Ook dient zicht op de parkeergarage voorkomen te worden door een dichte garagedeur toe te passen.
• Er wordt aandacht gevraagd voor het kleurgebruik op de vaak vergeten delen, zoals de onderzijde van het dakoverstek (reflectie-effect), onderzijde van poorten (sociale kwaliteit) en de bergingen (duurzaam beeld van het binnengebied). 3.7
Ontsluiting
Elk in het plan voorkomend gebouwtype heeft een eigen ontsluitingsstructuur, waarbij er nauwkeurig op is toegezien dat de entrees van elk (woon)gebouw aan de openbare ruimte (kade, straat of plein) zijn gesitueerd, en er een logische adressering ontstaat, die maximaal bijdraagt aan het verlevendigen van de openbare ruimte.
Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost, Apeldoorn
33
Referentiebeelden voor regenwateropvang.
Ramen onder de poort verbeteren de sociale veiligheid Nijmegen; architect: Dick van Gameren
34
Criteria voor de Beeldkwaliteit
In veel gevallen ligt trap en lift in het hart van de plattegrond
betekent dat overbodige obstakels uit de openbare ruimte
van de woongebouwen; dit geldt uitdrukkelijk voor de
worden geweerd.
3
palazzi. Daarnaast wordt in Haven Centrum een verbeterd gescheiden Als toetsingscriteria gelden:
stelsel aangelegd. Het hemelwater van de daken wordt niet
• Ontsluiting vindt zo veel mogelijk plaats aan de voorzijde
oppervlakkig afgevoerd maar wordt via leidingen afgevoerd
van het gebouw.
in de Kayersbeek.
• Trappenhuizen zijn ontworpen als integraal architectonisch bestanddeel van het betreffende eenheid. • Het toepassen van gallerijontsluitingen dient terughoudend en zorgvuldig plaats te vinden in verband met de veelal negatieve uitstraling hiervan. • Entrees van woningen en winkels verdienen bijzondere expressie binnen het architectonische beeld. 3.8
Erfafscheidingen
Als toetsingscriteria gelden: • Het onderscheid tussen openbaar en prive is helder. Er komen geen onduidelijk beheerssituaties voor. • Bij vormgeving van de bouwblokken dient rekening te worden gehouden met een goede inpassing wat betreft hemelwaterafvoer. 3.10 Poorten, onderdoorgangen en overstekken
Omdat het hier om een centrum gebied gaat, met een sterke
Poorten, onderdoorgangen en overstekken zijn zowel
functiemenging en een intensief gebuik van de openbare
onderdeel van de openbare ruimte als van het gebouw.
ruimte vraagt de inpassing van woongebouwen op de begane
Deze worden daarom als integraal ontwerp in relatie tot de
grond bijzondere aandacht. Dit betreft ook de overgang
buitenruimte ontworpen.
tussen woning en openbare ruimte. Als toetsingscriteria gelden: Als toetsingscriteria gelden: • De tuinafscheidingen die grenzen aan de openbare ruimte
• De belendende bebouwing bij onderdoorgangen en poorten heeft een overhoekse oriëntatie ter bevordering
zijn met het oog op duurzaamheid gebouwde afscheidingen
van de sociale controle. Dat wil zeggen dat er in de poort
die aansluiten op de sfeer van de openbare ruimte.
gevelopeningen worden toegepast.
• De erfafscheidingen, zowel voor als achter, zijn
• In het Kanaaloevergebied worden, als specifiek thema
geïntegreerd in de architectuur, met voldoende afscherming
van beeldende kunst, kunstwerken toepast in poorten en
van de achtertuin, zodat er geen aanleiding is om de
onderdoorgangen. Dit is bij voorkeur een lichtkunstwerk.
privacy door middel van een timmerwinkel te beschermen. • Er dient een overtuigende overgang naar de privebuitenruimte aan de straatzijde gemaakt te worden.
• Collectieve privé-ruimtes zoals binnenhoven en brandgangen zijn altijd afsluitbaar middels een als kunstwerk ontworpen hekwerk. • Poorten en openbare onderdoorgangen hebben een ruime
3.9
Openbare ruimte
Door de hoge bebouwingsdichtheid in Haven Centrum en
hoogte van, bij voorkeur, minimaal twee verdiepingen. 3.11 Reclamevoering en rolluiken
de gewenste verblijfskwaliteit van de openbare ruimte is het van belang dat alle schakelkasten en trafo’s van
Overdaad aan reclame en overschreeuwing door opvallende
nutsvoorzieningen bouwkundig worden geïntegreerd. Dat
individuele reclames verstoort het sfeerbeeld van Haven Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost, Apeldoorn
35
Poort is onderdeel van de openbare ruimte. Rue Suisse, Parijs; architect: Herzog en de Meuron
Voorbeelden van ingetogen reclamegebruik in Kanaaloevers
36
Criteria voor de Beeldkwaliteit
Centrum als geheel en heeft een negatief effect op het
worden geaccordeerd door de welstandcommisie en zullen
commerciële succes van het centrum.
deel uitmaken van de bouwvergunning en het koopcontract.
3
Niet te min zal er in dit gebied behoefte zijn aan reclamevoering van wege het binnenstedelijk karakter en
Als toetsingscriteria geldt:
met name van wege het functionele invulling met een leisure
• Het architectonisch ontwerp omvat de principe ontwerpen
programma. Daarom zal onder regie van de supervisor een
van uitbreidingen.
integraal ontwerp voor de reclamevoering worden ontwikkeld Dit beleid zal ook gelden voor de landelijk opererende winkelketens. Als toetsingscriteria gelden: • Reclametoepassingen zijn onderdeel van het architectonische ontwerp. • Losse reclame objecten en lichtbakken worden niet toegepast. • Indien er behoefte is aan verticale reclame dient hiervoor een collectief ontwerp te worden gemaakt. • Bij reclamevoering wordt rekening gehouden met de belangen van direct omwonenden. Hinderlijk bewegende, flikkerende of geluidsproducerende reclamevoering is in de woonomgeving niet toegestaan. • De inpassing van rolluiken is integraal onderdeel van de geveldetaillering, ten einde aantasting van het gevelbeeld in latere instantie te voorkomen. Ten aanzien van afmeting en plaatsingsmogelijkheden van reclame wordt de Welstandsnota gevolgd. 3.12 Uitbreidingsmogelijkheden en dakopbouwen Met name bij de grondgebonden woningen dient de architectuur bestand te zijn tegen uitbreidingen zoals dakkapellen en uitbouwen aan de achterzijde en deze dienen dus integraal mee ontworpen te worden. Hiervoor zullen principe ontwerpen worden vervaardigd deze dienen te
Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost, Apeldoorn
37
38
Matrix
4
Samenvatting Notitie Beeldkwaliteit Ontwikkelingsgerichte welstandscriteria Bebouwing Haven Centrum "Oost"
Architectuur, massa en dakvorm
Bestemmingsplan is maatgevend
Oriëntatie
Er grenzen nergens achterzijde van de bebouwing aan de openbare ruimte; Woningen zijn met de woonfunctie gericht op de openbare ruimte. Dit geldt voor zowel grondgebonden-eengezinswoningen als voor gestapelde woningen; De constructieve gevels ("zijgevels") van de bouwblokken, alsmede alle bovendakse kopgevels, zullen als volwaardige gevels worden uitgewerkt, evenzeer om het stedenbouwkundige beeld, als om de overhoekse oriëntatie vanuit de woning gestalte te kunnen geven; Stedelijke plinten en winkelpuien hebben een uitnodigend karakter; Er is een goede evenwicht nodig tussen repetitie en verbizondering; Het voorgevelvlak heeft een uitgesproken karakter door toepassing van naar voren en terugspringende delen zoals; erkers, balkons, loggia’s, galerijen, dakoverstekken en kroonlijsten; Bergingen zijn zoveel mogelijk uit het zicht geïntegreerd in het bouwvolume; Daar waar losse bergingen voorkomen dienen ze te worden ontworpen in samenhang met erfafscheidingen en de woningen; Bijzondere stedenbouwkundige accenten, zoals het snijpunt van de Stationsstraat met de Korte kanaalstraat worden architectonisch gemarkeerd; Bouwvolumes worden scherp omlijnd door middel van dakoverstekken, set-back verdieping met uitkragende kroonlijsten, schijfvorming overgangsvlakken bij bouwhoogtesprongen; Bouwvolumes doen zich niet voor als een opeenstapeling van lagen, maar zijn ontworpen als een afgeronde totaalvorm met een voet, een midden en een top; Bij aansluiting van nieuwbouw op bestaande bebouwing wordt aandacht besteed aan de opsluiting van het dakvlak en de detaillering van de aansluiting; Ondergrondse c.q. verdiepte parkeergarages, zowel openbare- als stallingsgarages, liggen opgesloten in het bouwblok, zodat de geparkeerde auto’s niet zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte; De entrees van de garages worden dusdanig opgenomen in het architectonische beeld van het bouwblok dat deze niet opvallen in de gevel. Ook dient zicht op de parkeergarage voorkomen te worden door een dichte garagedeur toe te passen.
Materialisatie
Een robuuste materialisering, in baksteenarchitectuur, waarbij het kleurenpallet van de totaalcompositie op elkaar is afgestemd; Om het verschil in binnen en buitenwereld, de kanaalwand en de binnenstraten en hoven te accentueren, kan er voor de binnenschil gekozen worden om een baksteen (of een ander materiaal) toe te passen met een andere (contrasterende) kleurstelling; Combinaties met keramische materiaal, geschilderd metselwerk en Keimwerk, stucwerk (Kratzputz-kwaliteit) en verschillende soorten plaatmateriaal waaronder geschilderd hout is mogelijk; Er wordt aandacht gevraagd voor het kleurgebruik op de vaak vergeten delen, zoals de onderzijde van het dakoverstek (reflectie-effect), onderzijde van poorten (sociale kwaliteit) en de bergingen (duurzaam beeld van het binnengebied);
Ontsluiting
Ontsluiting vindt zo veel mogelijk plaats aan de voorzijde van het gebouw; Trappenhuizen zijn ontworpen als integraal architectonisch bestanddeel van het betreffende eenheid; Het toepassen van galerijontsluitingen dient terughoudend en zorgvuldig plaats te vinden, in verband met de veelal negatieve uitstraling hiervan; Entrees van woningen en winkels verdienen bijzondere expressie binnen het architectonische beeld;
Erfafscheiding
De tuinafscheidingen die grenzen aan de openbare ruimte zijn met het oog op duurzaamheid gebouwde afscheidingen die aansluiten op de sfeer van de openbare ruimte; De erfafscheidingen, zowel voor als achter, zijn geïntegreerd in de architectuur, met voldoende afscherming van de achtertuin, zodat er geen aanleiding is om de privacy door middel van een timmerwinkel te beschermen; Er dient een overtuigende overgang naar de privé-buitenruimte aan de straatzijde gemaakt te worden;
Aanbeveling indien niet vergunningplichtig
Openbare parkeergarages en private stallingsgarages
Openbare ruimte
Het onderscheid tussen openbaar en privé is helder. Er komen geen onduidelijk beheerssituaties voor; Bij vormgeving van de bouwblokken dient rekening te worden gehouden met een goede inpassing wat betreft hemelwaterafvoer;
Poorten, onderdoorgangen en overstekken
De belendende bebouwing bij onderdoorgangen en poorten heeft een overhoekse oriëntatie ter bevordering van de sociale controle. Dat wil zeggen dat er in de poort gevelopeningen worden toegepast; In het Kanaaloevergebied worden, als specifiek thema van beeldende kunst, kunstwerken toepast in poorten en onderdoorgangen. Deze zijn bij voorkeur een lichtkunstwerk; Collectieve privé-ruimtes zoals binnenhoven en brandgangen zijn altijd afsluitbaar middels een als kunstwerk ontworpen hekwerk; Poorten en openbare onderdoorgangen hebben een ruime hoogte van, bij voorkeur, minimaal twee verdiepingen;
Reclamevoering en rolluiken
Reclametoepassingen zijn onderdeel van het architectonische ontwerp; Losse reclame objecten en lichtbakken worden niet toegepast; Indien er behoefte is aan verticale reclame dient hiervoor een collectief ontwerp te worden gemaakt; Bij reclamevoering wordt rekening gehouden met de belangen van direct omwonenden. Hinderlijk bewegende, flikkerende of geluidsproducerende reclamevoering is in de woonomgeving niet toegestaan; De inpassing van rolluiken is integraal onderdeel van de geveldetaillering, ten einde aantasting van het gevelbeeld in latere instantie te voorkomen;
Uitbreidingsmogelijkheden en dakopbouwen
Het architectonisch ontwerp omvat de principe ontwerpen van uitbreidingen;
Regie en thema
De grootschalige buitenschil krijgt een zwaar welstandsniveau aangewezen, de kleinschalige binnenwereld krijgt een normaal welstandsniveau. In de beheersfase zal voor de kleinschalige binnenwereld met lage bebouwing het welstandsthema "Thematische architectuur en stedebouw" worden toegepast en voor de grootschalige buitenschil het thema "Stedelijke bebouwing met gemengde functies”.
Notitie Beeldkwaliteit Haven Centrum Oost, Apeldoorn
39