Statenvoorstel nr.
PS/2015/853
Kaders beleid voor Omgevingsvisie
Datum 2 december 2015
GS-kenmerk 2015/0369732
Inlichtingen bij mw. W.S. Moes, telefoon 038 499 81 15 e-mail WS.
[email protected] mw. J. Wessels, telefoon 038 499 8098 e-mail
[email protected]
Aan Provinciale Staten Onderwerp Kaders revisie Omgevingsvisie Bijlagen I. Ontwerpbesluit nr. PS/2015/853(bijgevoegd) I I . Korte film (te vinden op omgevingsvisie.nl) I I I . Overzicht van de verschillende bijeenkomsten (bijgevoegd) IV. Factsheet 4 thema's (bijgevoegd) Samenvatting van het voorgestelde besluit Provinciale Staten 1. stellen voor de 4 thema's logistiek, bestaand bebouwd gebied, agro & food en energietransitie de kaders vast voor uitwerking in de ontwerpomgevingsvisie en - verordening.
Inleiding en probleemstelling Overijssel is nooit af en de Overijsselse Omgevingsvisie ook niet. Het is een levend document. Wij zijn flexibel en passen cyclisch (elk jaar) onze Omgevingsvisie aan aan de consequenties van vastgesteld ingezet beleid ("APK"). Daarnaast richt de Omgevingsvisie zich ook op initiatiefnemers die ruimte zoeken waar hun initiatief het best kan renderen. Wij bieden maatwerk door te sturen op kwaliteit, geven duidelijk aan waar ontwikkelingsmogelijkheden zijn (en waar niet) en beschermen tegelijkertijd kwetsbare waarden. Hierover voeren wij continu het gesprek met onze partners over de inkleuring van Overijssel, zoals bijvoorbeeld bij het festival "jij kleurt Overijssel", "Beken Kleur" bijeenkomsten en de regiobijeenkomsten. De tijd van blauwdrukplannen en een visie "uitrollen" die voor langere tijd aangeeft hoe de fysieke omgeving van Overijssel zich zou moeten ontwikkelen, is voorbij. De tijden zijn veranderd: • In de huidige omgevingsvisie (2009) is de groeigedachte op praktisch elk thema nog het uitgangspunt; groei van economie, woningbouw, mobiliteit, bevolking. Anno 2015 bestaan groei en krimp steeds meer naast elkaar en nemen de verschillen tussen de gebieden toe. • En ook de participatiesamenleving is nog steviger aan zet dan zo'n 6 jaar geleden. Wij willen een uitnodigende en participerende provincie zijn die, samen met partners en inwoners, tot oplossingen komt voor maatschappelijke opgaven en -initiatieven in de fysieke leefomgeving. Kortom: het beleid voor de Omgevingsvisie kwam tot stand in een andere context en mindset dan die van vandaag de dag.
Opdracht In mei 2014 is door uw Staten (PS/2014/476) opdracht gegeven om te werken aan een samenhangende en uitnodigende visie voor de fysieke leefomgeving, door: 1. Het aanpassen van de Omgevingsvisie aan de huidige tijd met het verleidelijke verhaal van Overijssel. Hoe ziet Overijssel er in 2030 uit, met doorkijk naar 2050? 2. Het cyclisch up to date brengen (jaarlijkse APK) door reeds genomen besluiten te verwerken. 3. En het verzoek om deze opdracht uit te voeren in de context van"de andere overheid" en de participatiesamenleving. 4. Een verdieping op vier thema's: logistiek, bestaand bebouwd gebied, agro & food en energietransitie. 1. Aanpassen van de Omgevingsvisie aan de huidige tijd Overijssel is nooit af en de Overijsselse Omgevingsvisie ook niet. Het is een levend document. Met de Omgevingsvisie willen wij een uitnodiging doen aan de samenleving om bij te dragen aan (de omgevingskwaliteit in) Overijssel. De Omgevingsvisie richt zich, naast de gebruikelijke partners als gemeenten en waterschappen ook op (potentiële) initiatiefnemers die ruimte zoeken. Met de uitspraak "De omgeving is van ons allemaal!" in gedachten is een korte film gemaakt ("Omgevingsvisie provincie Overijssel: Overijssel bekent kleur", te vinden op omgevingsvisie.nl onder Revisie Omgevingsvisie) die in woord en beeld onze visie op de omgeving van Overijssel vertelt. 2. Cyclisch up to date brengen (jaarlijkse APK) Onderwerpen waarover uw Staten al kaders hebben gesteld en/of besluiten hebben genomen worden uitgewerkt en opgenomen in de Omgevingsvisie. Onderwerpen die buiten de door uw Staten verstrekte opdracht vallen, maar die (op uw verzoek) nog wel een nadere verkenning en politiek besluit vragen, gaan mee in een volgende ronde (de "jaarlijkse APK") van de Omgevingsvisie. 3. Context andere overheid en participatiesamenleving Met de Omgevingsvisie willen wij een uitnodiging doen aan de samenleving om bij te dragen aan Overijssel. In het najaar van 2014 zijn Overijsselaars met elkaar in gesprek geweest over de 4 revisiethema's ("huiskamerdebatten"). Op het Festival "_7y Kleurt Overijssel" kwamen zo'n 250 deelnemers samen om hun visie en reflecties te geven op de toekomst van Overijssel. Daarna is het gesprek verder gegaan aan rondetafels, stadscafé's en regiobijeenkomsten. In bijlage 3 is een overzicht van de verschillende bijeenkomsten. Op omgevingsvisie.nl staat een link naar een beeldverslag van het festival. 4. Verdieping op thema's De vier thema's energietransitie, logistiek, agro& food, bestaand bebouwd gebied hebben wij verkend, geduid en verdiept. Voor elk thema is in beeld gebracht wat de reikwijdte van het thema is, wat opgaven en kansen zijn en wat dit betekent voor de centrale beleidsambities in de Omgevingsvisie en de richting van het nieuwe beleid. Dit is vervolgens gespiegeld in themaspecifieke "Beken Kleur" bijeenkomsten en regiobijeenkomsten voor stakeholders inclusief PS. Deze werksessies hebben ons voorlopig standpunt verrijkt. Op basis van de totale oogst van alle bijeenkomsten zijn wij tot een voorstel aan uw Staten voor nieuw beleid gekomen. Dit Statenvoorstel Dit statenvoorstel betreft het voorstel voor nieuw beleid op de 4 thema's logistiek, bestaand bebouwd gebied, agro & food en energietransitie. Nieuwe onderwerpen die hierbuiten vallen maar die (op verzoek van uw Staten) nog wel een nadere verkenning en politiek besluit vragen gaan mee in een volgende ronde (APK) van de Omgevingsvisie. Wij vragen uw Staten: 1. Voor de vier thema's: logistiek, bestaand bebouwd gebied, agro & food en energietransitie de kaders vast te stellen voor de uitwerking van het nieuwe beleid in de Ontwerp-Omgevingsvisie en -verordening.
Statenvoorstel nr. PS/2015/853
Overwegingen 1. Het nieuwe beleid is tot stand gekomen in gesprek met onze partners Tijdens een 10 tal spiegelsessies, met in totaal meer dan 200 deelnemers, is ons voorlopige standpunt op de 4 thema's en een korte film die in woord en beeld onze visie op de omgeving van Overijssel vertelt gespiegeld met stakeholders inclusief PS. Opmerkingen uit de spiegelsessies • Maak duidelijk waar je voor staat met heldere kaders. Biedt binnen die kaders alle ruimte om te ondernemen en laat de gemeenten aan zet om het draagvlak te organiseren. • De voorlopige standpunten zijn (door de oogharen heen) goed houdbaar. • Besteed aandacht aan maatwerk per regio (Twente is anders dan Zwolle) en de dwarsverbanden tussen de thema's (zo heeft logistiek ook een rol bij Agro & Food). • Kies voor elk vraagstuk het juiste netwerk en de hierbij passende wijze van samenwerking. Het is "dansen tussen de schalen", dus niet of-of maar en-en. 2. Dit beleid vindt zijn basis in duiding en verdieping van opgaven & kansen, beleidsambities en -richting van de 4 thema's. Zie bijlage 4 Factsheet 4 thema's. 3. De algemene uitgangspunten blijven van toepassing Het nieuwe beleid doet niets af aan bestaande generieke beleidskeuzes. Net als voor alle andere thema's in de Omgevingsvisie blijven de volgende generieke beleidskeuzes uit het bestaande omgevingsvisiebeleid van toepassing op de 4 revisiethema's: 1) Concentratiebeleid; 2) regionale afstemming; 3) integraliteit; 4) zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik (zowel in de stedelijke omgeving als in de groene omgeving). Hier sturen wij als provincie op in heel Overijssel (overal). Deze generieke beleidskeuzes maken onderdeel uit van de sturing op ruimtelijke kwaliteit (vishaak). In de vishaak komen naast de generieke beleidskeuzes (OF-vraag), ook de ontwikkelingsperspectieven (WAAR-vraag) en de gebiedskenmerken (HOE-vraag) aan de orde. Het gaat om een motiveringseis waarbij initiatiefnemers en gemeenten uitgedaagd worden om te onderbouwen dat de nieuwe ontwikkeling bijdraagt aan ruimtelijke kwaliteit. De sturing op ruimtelijke kwaliteit laat veel ruimte voor lokaal maatwerk, maar maakt ook duidelijk - door middel van normstellende en richtinggevende uitspraken - welke kwaliteiten vanuit provinciaal belang altijd gerespecteerd moeten worden. In al ons beleid zoeken wij naar de balans tussen ecologische, economische en sociaal-culturele belangen. Immers: het geheel van beleidskeuzes moet de duurzaamheid, ruimtelijke kwaliteit en sociale kwaliteit van onze leefomgeving versterken. 4. Kaders voor de 4 thema's logistiek, bestaand bebouwd gebied, agro & food en energietransitie Logistiek voorlopig standpunt van GS Wij willen ruimte bieden aan logistieke bedrijven om zich te vestigen in Overijssel. Wij voeren een helder ruimtelijk beleid met logische koppelingen naar ons mobiliteitsbeleid. Elke gemeente mag altijd voorzien in de lokale behoefte inclusief lokaal gewortelde bedrijvigheid. Voor de bovenlokale en (boven)regionale behoefte voeren wij een richtinggevend beleid voor nieuwvestiging van logistieke bedrijven op een aantal logistieke hotspots met een duidelijk profiel. Op deze hotspots bieden wij ruimte en maken ondernemers hun eigen afweging welke plek hen het beste past. Wij gaan dit beleid samen met de sector verder uitwerken en vermarkten. Verrijking door stakeholders Er is steun voor het voorlopig standpunt van GS op logistiek. Leg in de Omgevingsvisie de relatie met bereikbaarheid. Goede infrastructuur is een essentiële randvoorwaarde om logistiek verder te kunnen ontwikkelen. Benoem, in aansluiting op nationaal beleid, logistiek binnen Overijssel als topsector en spreek de ambitie uit dat de randvoorwaarden bereikbaarheid, ruimte, kennis en menselijk kapitaal voor deze topsector op orde moeten zijn. Suggesties voor Hotspots: Deventer, Zwolle, Twente (meerdere) en Hardenberg.
Statenvoorstel nr. PS/2015/853
Zet fors(er) in op profilering en acquisitie. Hiermee komen de gezamenlijke ambities rond logistiek als één van de economische dragers in de provincie dichterbij.
Dit vraagt om: a. een heldere propositie van logistiek in Overijssel en extra inzet op promotie en acquisitie; b. een actieve lobby richting mainports, achterlandregio's, Den Haag en Brussel. c. versterking van de samenwerking met de provincies Drenthe en Gelderland. Verbind, versterk en werk samen: d. zet in op de clustering van bedrijven om zo de gewenste economische groei te faciliteren. Voorkom daarom dat bedrijven zich versnipperd vestigen; e. hou regie op het vestigingsbeleid, maar voer dit niet restrictief uit; f. nieuwvestiging van bedrijven met een (boven)regionale behoefte dienen zich bij voorkeur te vestigen op XL Business Park, Hessenpoort, Zuiderzeehaven en A l bedrijventerrein. Maar ga niet op de stoel van de ondernemer zitten. Luister naar en denk mee met nieuwvestigers. Zorg dat er voldoende te kiezen valt. Acquisiteurs gaan samen met hen op zoek naar de meest geschikte locatie. De provincie stuurt door het scheppen van de juiste randvoorwaarden; g. neem waar nodig de regie om ook de regelgeving op gemeentelijk niveau te harmoniseren en daarmee de drempels voor logistiek te verlagen. Voorstel nieuw beleid logistiek Wij willen ruimte bieden aan logistieke bedrijven om zich te vestigen in Overijssel. Wij voeren een helder ruimtelijk beleid met logische koppelingen naar ons mobiliteitsbeleid. Elke gemeente kan voorzien in de lokale behoefte inclusief lokaal gewortelde bedrijvigheid. Voor de (boven)regionale behoefte voeren wij een richtinggevend en stimulerend beleid voor nieuwvestiging van logistieke bedrijven op een beperkt aantal hotspots met een duidelijk profiel. Nieuwvestiging van logistieke bedrijven met een (boven)regionale behoefte dienen zich bij voorkeur te vestigen in: 1. Hotspot Twente (Hengelo, Almelo). 2. Hotspot Zwolle-Kampen (met goede overslagpunten in Meppel en Hasselt). 3. Hotspot Deventer. 4. Euroterminal Emmen-Coevorden-Hardenberg. Op bedrijventerreineniocaties binnen deze drie hotspots en op bedrijventerreinenlocaties in Hardenberg, bieden wij ruimte voor nieuwvestiging van (boven)regionale logistieke bedrijvigheid. Ondernemers maken hun eigen afweging welke plek hen het beste past. Wij gaan dit beleid samen met onze partners verder uitwerken en vermarkten. • •
Concentratie van (boven)regionale logistieke bedrijven op hotspots. Elke gemeente kan voorzien in lokale behoefte inclusief lokaal gewortelde bedrijvigheid.
Bestaand Bebouwd Gebied Voorlopig standpunt Bestaand Bebouwd Gebied Wij zien de vijf grote steden in Overijssel als motoren van een stedelijk netwerk waarin grotere en kleinere steden elkaar aanvullen en versterken. In stedelijke netwerken sturen wij op concentratie van bovenlokale en (boven)regionale functies op economische toplocaties en hoogdynamische plekken als binnensteden, stationsgebieden en stadsassen. Wij koppelen dit aan ons mobiliteitsbeleid. In steden en dorpen sturen wij op concentratie van detailhandel in kernwinkelgebieden. Op basis van de inhoudelijke opgave zetten wij instrumenten in voor inbreiding en herstructurering van leegstand in steden en dorpen. Wij gaan dit beleid samen met de steden en dorpen verder uitwerken. Wij houden vast aan gemaakte afspraken met de netwerksteden Netwerkstad Twente, Zwolle Kampen Netwerkstad en StedendriehoekDeventer. Verrijking door stakeholders Er wordt verschillend gedacht over het vervallen van de status"streekfunctie" voor Steenwijk en Hardenberg.
Statenvoorstel nr. PS/2015/853
Enerzijds: het is wel duidelijk waarom deze steden in 2009 op de kaart zijn gezet; ze liggen aan de rand van Overijssel en hebben een relatief omvangrijk verzorgingsgebied. Hardenberg en Steenwijk geven beide aan profijt van de kwalificatie als streekcentrum te hebben. Daarnaast stellen Hardenberg 1 en Steenwijk 2 dat ze wel degelijk een regionale functie hebben. Politieke stakeholders herkennen dit. Anderzijds wordt opgemerkt dat het vervallen van de functie als streekcentum logisch gevolg is van meer focus op stedelijke netwerken. Ook daar is steun voor. Gevraagd wordt om een overgangsregeling. Kies voor een benadering vanuit de stedelijke netwerken/netwerksamenleving. Maak niet alleen beleid voor de 5 grote steden. Vergeet de dorpen niet en stop niet bij de provinciegrens (Deventer maakt deel uit van het Gelders-Overijssels stedelijke netwerk Stedendriehoek). Lokaal gewortelde bedrijvigheid maakt de "couleur lokaal", steun om ruimte te blijven bieden aan lokaal gewortelde bedrijvigheid. Complementariteit/diversiteit is een geweldige opgave. Focus op speerpunten in het netwerk en maak het beleid uitnodigend. De provincie heeft een regierol, maar kan dit niet alleen. Leegstand wordt nu vooral economisch ingestoken, denk ook aan het verbeteren van de steden uit het oogpunt van sociale kwaliteit en vitale binnensteden in het algemeen. Het functioneren van de binnensteden wordt in een aantal gevallen gezien als (ook) provinciale verantwoordelijkheid. De provincie heeft een regierol, maar kan dit niet alleen. De provincie heeft een kaderstellende rol, bijvoorbeeld bij nieuwvestiging van detailhandel buiten het centrum (runshoppingcentra). Deze moet ze benutten door concurrentie met binnensteden te voorkomen, zonder hierbij elke ontwikkeling uit te sluiten. Een faciliterende rol past de provincie altijd. De provincie sluit aan. Focus op daar waar de energie zit, maar wel met een eigen idee. "weidewinkels" is een verwarrende term omdat het lijkt alsof de winkel bij de boer daar ook onder valt. Betere term "hypermarkten". Voorstel nieuw beleid Bestaand Bebouwd Gebied Wij leggen de focus in ons beleid op de stedelijke netwerken. Stedelijke netwerken hebben een steeds groter aandeel in productiviteit en concurrentiekracht. De vijf grote steden in Overijssel maken onderdeel uit van dat stedelijke netwerk waarin grotere en kleinere steden, elk met een eigen karakter en profiel, elkaar aanvullen en versterken. Wij sturen in de stedelijke netwerken, afhankelijk van behoefte, op concentratie van (boven)regionale functies op economische toplocaties en hoogdynamische plekken als binnensteden, stationsgebieden en stadsassen. Omdat connectiviteit steeds belangrijker wordt, koppelen wij dit ruimtelijke beleid aan ons mobiliteitsbeleid. In steden en dorpen sturen wij op concentratie van detailhandel in kernwinkelgebieden. Op basis van de inhoudelijke opgave en kansrijkheid zetten wij instrumenten in voor inbreiding en herstructurering van leegstand in steden en dorpen. •
•
•
Wij gaan dit beleid met relevante partijen verder uitwerken. Wij houden vast aan gemaakte afspraken met de netwerksteden Netwerkstad Twente, Zwolle Kampen Netwerkstad en Stedendriehoek-Deventer. Concentratie van (boven)regionale functies in de stedelijke netwerken op economische toplocaties en hoogdynamische plekken als binnensteden, stationsgebieden, stadsassen. Economische toplocaties zijn: XL Businesspark Twente (Almelo), High Tech Systems Park Twente (Hengelo), Kennispark Twente (Enschede), en Technology Base Twente (TecBT, Enschede). De economische top-locaties in de stedelijke netwerken van West Overijssel worden nog vastgesteld. Elke gemeente kan voorzien in lokale behoefte inclusief lokaal gewortelde bedrijvigheid.
1
Gemeente Hardenberg heeft op 29 oktober in de spiegelsessie voor wethouders en per brief aangegeven zich niet te herkennen in de onderbouwing van het voorlopige standpunt van GS inzake het laten vervallen van de status "streekfunctie" 2 De gemeente Steenwijkerland herkent en erkent de concentratie van bedrijvigheid in stedelijke netwerken, maar pleit voor lokaal maatwerk in kleinere steden. De gemeente wil samen met de provincie en overige gemeenten dit maatwerk doordenken en daarbij de streekfunctie betrekken. De gemeente vindt dan ook dat PS zich op dit moment nog niet uit kan spreken over de streekfunctie.
Statenvoorstel nr. PS/201S/853
Inbreiding gaat voor uitbreiding, bestaand kantoor gaat voor nieuw. De status "Streekcentrum" van de kernen Hardenberg, Steenwijk vervalt. Gelet op de (boven)regionale functie van de Euroterminal Coevorden-EmmenHardenberg, is er op bedrijventerreinenlocaties in Hardenberg ruimte voor nieuwvestiging van (boven)regionale logistieke bedrijvigheid. Grootschalige detailhandel 3 buiten kernwinkelgebieden is alleen toegestaan in de 5 grote steden, mits aangetoond is dat dit niet leidt tot ontwrichting van de bestaande detailhandelsstructuur. Wij werken de Overijsselse versie van de ladder van duurzame verstedelijking verder uit. Weidewinkels4 worden niet toegestaan.
Aqro en Food Voorlopig standpunt Agro&Food GS wil bij de Intensieve Veehouderij bedrijven uitsluitend sturen op kwaliteit. Dit betekent dat er geen maximale grootte van bedrijven wordt vastgesteld. Wij willen hiermee ruimte bieden aan ondernemerschap met oog voor de kwaliteit van de Overijsselse gebiedskenmerken. Bij sturen op kwaliteit hoort ook een duurzame, innovatieve sector met ketenoptimalisatie. Je kunt groeien door op locatie te voldoen aan milieuwinst, oog voor ruimtelijke kwaliteit, innovatie. Voor de ketenoptimalisatie wordt bezien waar de beste kansen liggen met de minste impact op mens en natuur. Zodat bedrijven maximaal toekomstbestendig kuflnen groeien en verbreden. Verrijking door stakeholders Bij de transitie naar duurzaamheid is de hele keten van belang. Zet in op meer toegevoegde waarde met een brede keten verantwoordelijkheid. De nieuwvestiging van IV bedrijven uitsluitend op bestaande IV locaties wordt als te beperkend aangemerkt; omdat je hiermee beperkt keuze hebt voor eventuele nieuwvestigers terwijl met ruimere mogelijkheden meer keuze en meer kwaliteit geboden kan worden. Stuur ontwikkelingen op basis van kwaliteit en draagvlak in de omgeving. Benoem duidelijke voorwaarden en borg deze in de realisatie. Geef aan hoe je omgaat met Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB's)5. De meeste stakeholders willen geen nieuwvestiging van IV bedrijven. Ketenoptimalisatie kan ongewenste effecten hebben (zoals meer mobiliteit, geluidshinder). Voorstel nieuw beleid Agro & Food Wij willen bij agrarische bedrijven uitsluitend sturen op kwaliteit: bedrijfsontwikkeling moet passen bij de schaal van het landschap en bijdragen aan versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Dit betekent dat er geen maximale grootte van bedrijven wordt vastgesteld. Wij zetten in op duurzame en innovatieve ketenoptimalisatie op bestaande locaties en concretiseren de kansen, inclusief mogelijke ruimtelijke consequenties daarvan, met onze partners. Zodat bedrijven maximaal toekomstbestendig kunnen ontwikkelen. Nieuwvestiging van Intensieve veehouderij is uitsluitend mogelijk op bestaande agrarische bedrijfslocaties. Op bestaande agrarische bedrijfslocaties bieden wij ruimte aan ondernemerschap met oog voor de kwaliteit van Overijssel, zoals opgenomen in de catalogus gebiedskenmerken en met verbrede toepassing van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO). Bij sturen op kwaliteit hoort ook duurzaamheid en innovatie. Je kunt groeien door op locatie te voldoen aan milieuwinst, bijdrage aan ruimtelijke kwaliteit en oog voor innovatie. • Maximum 1.5 ha (varkens) en 1.8 ha (kippen) voor intensieve veehouderij komt te vervallen. • Wij concretiseren de kansen van ketenoptimalisatie, met onze partners. • Bij uitbreiding of overname op bestaande agrarische bedrijfslocaties gelden aanvullende kwaliteitsvoorwaarden (ruimtelijke kwaliteit, sociale kwaliteit en duurzaamheid) die zorgen voor efficiënte, duurzame productie en versterking van de concurrentiekracht.
3
zeer groot winkelvloeroppervlak dat (hoog)-frequent wordt bezocht zelfstandige detailhandelvestigingen aan de rand van bebouwde kommen of in de groene omgeving. Onder weidewinkel wordt niet verstaan detailhandel in de vorm van 'verkoop bij de boer". 5 VAB's alsook andere ruimtelijk relevante onderdelen van de beleidsbrief Agro&Food (2014/0315718, PS/2014/1092) worden uitgewerkt in de Omgevingsvisie conform de in de brief opgenomen beleidsuitgangspunten. 4
Statenvoorstel nr. PS/2015/853
Enerqietransitie Voorlopig standpunt GS GS wil extra ruimtelijk beleid inzetten om te werken aan de energietransitie ambitie van 20% hernieuwbare energie in 2023. Wij willen ruimte bieden aan groen ondernemerschap in Overijssel. Wij zetten ons ruimtelijk instrumentarium actief in. Wij concretiseren het palet aan bruikbare instrumenten en (beoogde) effecten daarvan samen met onze partners. Wij bieden daarnaast extra fysieke ruimte voor hernieuwbare energie waarbij wij in eerste instantie denken aan zon, biovergisters, warmte koude opslag, geothermie en windenergie. Wij zetten geen dwingende ruimtelijke instrumenten in voor windmolens (indien wordt voldaan aan de afspraak in 2020 85,5 MW windenergie in Overijssel te realiseren). Verrijking door stakeholders Algemeen: Urgentie wordt breed gevoeld. Het gaat niet vanzelf, er is veel inzet van alle partijen nodig om de provinciale ambitie te halen. Benut kansen voor functiecombinaties, zoals parkeren/waterberging onder zonnepanelen. Actieve inzet ruimtelijk instrumentarium: voor- en tegenstanders. Zon: Wees terughoudend met zonnevelden in de Groene Ruimte, vanwege de grote impact op het landschap en vanwege de ruimtevraag voor landbouw. Wind: Laten vervallen clustereis voor winturbines: voor - en tegenstanders (vanwege de impact op het landschap). Richt je meer op windenergie, als je doorrekend hoeveel zonepanelen nodig zijn om de energietransitie-ambitie te halen zal blijken dat de impact vele malen groter is. Met dat perspectief zullen windmolens wellicht in ander daglicht komen te staan. En de andere kant op: geen ruimte bieden aan windenergie in Nationale Landschappen en EHS. Want verlies aan ruimtelijke kwaliteit, de impact is te groot. Daar kan geen KGO tegen op en het schept wellicht precedenten voor andere - onwenselijke - bouwwerken. Verken mogelijkheden voor windenergie in het Nationaal Landschap IJsseldelta en het veenontginningsgebied binnen Nationaal Landschap NO Twente. Verken mogelijkheden voor windenergie in EHS. Biomassa: Stuur niet op vestigingslocaties, maar informeer over de mogelijkheden van biomassa. Geothermie: Er is draagvlak voor een verkenning naar begrenzing en zonering van de boringsvrije zone. Nieuw beleid Wij willen ons ruimtelijk instrumentarium uitnodigend en actief inzetten om te werken aan de energietransitie ambitie van 20% hernieuwbare energie in 2023. Wij willen ruimte bieden aan groen ondernemerschap in Overijssel. Wij monitoren de voortgang en zetten ons ruimtelijke instrumentarium uitnodigend in. Wij concretiseren het palet aan bruikbare instrumenten en (beoogde) effecten daarvan samen met onze partners. Wij bieden daarnaast extra fysieke ruimte voor hernieuwbare energie waarbij wij denken aan zonne energie, bioenergie, energie uit de ondergrond zoals warmte-koude opslag en geothermie en windenergie. Wij zetten geen dwingende ruimtelijke instrumenten in voor windturbines (indien wordt voldaan aan de afspraak in 2020 85,5 MW windenergie in Overijssel te realiseren). Na 2 jaar evalueren wij de voortgang in het realiseren van onze ambitie 20% hernieuwbare energie in 2023. Indien blijkt dat die voortgang niet voldoende is, zullen wij - in overleg met onze partners- ons ruimtelijk instrumentarium richtinggevend en/of normerend gaan inzetten. 1. De omgevingsvisie biedt meer fysieke ruimte voor: a. Zonne-energie: De mogelijkheden voor ruimte voor zonne energie: • In bestaand bebouwd gebied op daken, dan wel, • In bestaand bebouwd gebied op bedrijventerreinen en braakliggende gronden, dan wel, • In de groene omgeving op bestaande bouwvlakken.
Statenvoorstel nr. PS/2015/853
Als bovenstaande mogelijkheden afvallen komt (pas) de mogelijkheid in de groene ruimte niet zijnde natuur (waar onder EHS en N2000-gebied) in beeld. b. Bio-energie: verkennen van groeimogelijkheden bij bestaande biovergisters. c. Energie uit de ondergrond: Voor koude- warmte opslag: geen aanvullend beleid. Gemeenten aan zet voor optimaliseren potentie door ruimtelijke ordening van warme en koude bronnen. Geothermie: verkennen met partners wat de mogelijkheden kunnen zijn van geothermie in de boringsvrije zone. d. Windenergie: laten vervallen clustereis van 4 windturbines. Met partners verkennen van mogelijkheden voor windenergie in Nationale Landschappen. e. Met partners verkennen van mogelijkheden voor windturbines in (delen van) de EHS. 2. Verdeling verantwoordelijkheid provincie en gemeenten ten aanzien van ruimtelijk mogelijk maken van opwekking hernieuwbare energie. a. De provincie zet haar ruimtelijk instrumentarium uitnodigend en actief in ten behoeve van de energietransitieambitie van 20% hernieuwbare energie in 2023. b. Wij achten de gemeenten aan zet om het draagvlak te organiseren. c. De voortgang ten aanzien van het bereiken van het doel 20% hernieuwbaar in 2023 wordt jaarlijks gemonitord. d. Indien de voortgang onvoldoende is, kan de provincie overwegen haar ruimtelijk instrumentarium richtinggevender en normerend in te zetten.
Conclusie
Het vernieuwende participatieproces waarin luisteren, verbinden en samen doen (werksessies) op de 4 thema's centraal staat, heeft geleid tot kaders voor de 4 thema's logistiek, bestaand bebouwd gebied, agro & food en energietransitie.
Vervolg De verschillende onderdelen van uw opdracht pakken wij parallel aan elkaar op en zullen voldoen aan de integraliteitsvereisten en wettelijk vastgestelde digitaliseringsvereisten voor online publicatie van de ontwerp-Omgevingsvisie. Alles landt in één Omgevingsvisie en -verordening met "look en feel" van deze tijd. Volgens de planning ligt de ontwerp-Omgevingsvisie en -verordening in het voorjaar van 2016 ter visie en zal het definitieve ontwerp van de Omgevingsvisie en -verordening aan uw PS in het najaar van 2016 ter vaststelling worden aangeboden6. Voorstel Gelet op het voorgaande stellen wij u voor het besluit te nemen, als in concept in bijlage I verwoord.
Gedeputeerde Staten van Overijssel,
^j&jd^uu^M^ voorzitter,
secretaris,
6
Met behandeling in PS op 6 en 20 januari 2016 is deze planning (nog)haalbaar. Dit is wel de laatste mogelijkheid om het definitieve ontwerp van de Omgevingsvisie in het najaar 2016 in uw Staten ter vaststelling aan te bieden. Verder uitstel betekent voorziene vaststelling in voorjaar 2017.
Statenvoorstel nr. PS/2015/853
Bijlage I
Ontwerpbesluit
nr.
PS/2015/853
Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 2 december 2015 - kenmerk 2015/0369732 overwegende: 1. dat de opdracht is uitgevoerd in de context van de andere overheid en de participatiesamenleving; 2. dat dit tot een vernieuwend proces heeft geleid met nadruk op zowel de gebruikelijke partners (gemeenten, waterschappen, maatschappelijke partners, bedrijfsleven, uw PS) als ook de ongebruikelijke partners (de "gewone" Overijsselaar, studenten en scholieren, kunstenaars) en een veelheid aan verschillende bijeenkomsten (ronde tafelgesprekken, regiobijeenkomsten, beken kleur sessies) om met open vizier het gesprek aan te gaan over de toekomst van Overijssel; 3. dat op het Festival "jij kleurt Overijssel" nadrukkelijk, naast de gebruikelijke partners, ook de ongebruikelijke Overijsselaar zijn uitgenodigd om in interactie de visie en reflecties te verkennen op de toekomst van Overijssel en dat dit geleid heeft tot richting en verdieping aan de ontwikkeling van het nieuwe beleid; 4. dat op basis van alle bijeenkomsten tot aan de zomer 2015 GS gekomen is tot een voorlopig standpunt met consequenties op de 4 thema's Logistiek, Bestaand Bebouwd Gebied, Agro & Food en Energietransitie; 5. dat dit voorlopige standpunt met consequenties in oktober en november 2015 in een 10-tal sessies met partners (inclusief PS) is gespiegeld; 6. dat daarmee de beleidskeuzes op de 4 thema's bestaand bebouwd gebied, logistiek, agro & food, energietransitie verrijkt en aangescherpt zijn; 7. dat het vernieuwende proces ook geleid heeft tot een korte film "Omgevingsvisie provincie Overijssel: Overijssel bekent kleur", die in woord en beeld onze visie op de omgeving van Overijssel vertelt; 8. dat daarnaast gewerkt wordt aan de aanpassingen van de Omgevingsvisie aan de huidige tijd en de jaarlijkse doorvertaling van reeds genomen PS besluiten (jaarlijkse APK-rondes), de wettelijke digitaliseringsvereisten en de online leesbaarheid van de Omgevingsvisie; 9. dat alle onderdelen, inclusief de boodschap in de korte film, landen in één gereviseerde Omgevingsvisie; 10. dat volgens de planning het ontwerp van deze Omgevingsvisie in de eerste helft van 2016 ter visie ligt. besluiten 1. het onderstaande beleid op de 4 thema's van de Revisie Omgevingsvisie: Logistiek, Bestaand bebouwd gebied, Agro & food en Energietransitie vast te stellen ter uitwerking in de ontwerp Omgevingsvisie en - verordening: Logistiek Wij willen ruimte bieden aan logistieke bedrijven om zich te vestigen in Overijssel. Wij voeren een helder ruimtelijk beleid met logische koppelingen naar ons mobiliteitsbeleid. Elke gemeente kan voorzien in de lokale behoefte inclusief lokaal gewortelde bedrijvigheid. Voor de (boven)regionale behoefte voeren wij een richtinggevend en stimulerend beleid voor nieuwvestiging van logistieke bedrijven op een beperkt aantal hotspots met een duidelijk profiel. Nieuwvestiging van logistieke bedrijven met een (boven)regionale behoefte dienen zich bij voorkeur te vestigen in: 1. Hotspot Twente (Hengelo, Almelo) 2. Hotspot Zwolle-Kampen (met goede overslagpunten in Meppel en Hasselt) 3. Hotspot Deventer 4. Euroterminal Emmen-Coevorden-Hardenberg
Statenvoorstel nr. PS/2015/853
Op bedrijventerreinenlocaties binnen deze drie hotspots en op bedrijventerreinenlocaties in Hardenberg, bieden wij ruimte voor nieuwvestiging van (boven)regionale logistieke bedrijvigheid. Ondernemers maken hun eigen afweging welke plek hen het beste past. Wij gaan dit beleid samen met onze partners verder uitwerken en vermarkten. • •
Concentratie van (boven)regionale logistieke bedrijven op hotspots Elke gemeente kan voorzien in lokale behoefte inclusief lokaal gewortelde bedrijvigheid.
Bestaand Bebouwd Gebied Wij leggen de focus in ons beleid op de stedelijke netwerken. Stedelijke netwerken hebben een steeds groter aandeel in productiviteit en concurrentiekracht. De vijf grote steden in Overijssel maken onderdeel uit van dat stedelijke netwerk waarin grotere en kleinere steden, elk met een eigen karakter en profiel, elkaar aanvullen en versterken. Wij sturen in de stedelijke netwerken, afhankelijk van behoefte, op concentratie van (boven)regionale functies op economische toplocaties en hoogdynamische plekken als binnensteden, stationsgebieden en stadsassen. Omdat connectiviteit steeds belangrijker wordt, koppelen wij dit ruimtelijke beleid aan ons mobiliteitsbeleid. In steden en dorpen sturen wij op concentratie van detailhandel in kernwinkelgebieden. Op basis van de inhoudelijke opgave en kansrijkheid zetten wij instrumenten in voor inbreiding en herstructurering van leegstand in steden en dorpen. •
•
• • •
•
• •
Wij gaan dit beleid met relevante partijen verder uitwerken. Wij houden vast aan gemaakte afspraken met de netwerksteden Netwerkstad Twente, Zwolle Kampen Netwerkstad en Stedendriehoek-Deventer. Concentratie van (boven)regionale functies in de stedelijke netwerken op economische toplocaties en hoogdynamische plekken als binnensteden, stationsgebieden, stadsassen. Economische toplocaties zijn: XL Businesspark Twente (Almelo), High Tech Systems Park Twente (Hengelo), Kennispark Twente (Enschede), en Technology Base Twente (TecBT, Enschede). De economische top-locaties in de stedelijke netwerken van West Overijssel worden nog vastgesteld. Elke gemeente kan voorzien in lokale behoefte inclusief lokaal gewortelde bedrijvigheid. Inbreiding gaat voor uitbreiding, bestaand kantoor gaat voor nieuw. De status 'Steekcentrum' van de kernen Hardenberg, Steenwijk vervalt. Gelet op de (boven)regionale functie van de Euroterminal Coevorden-Emmen-Hardenberg, is er op bedrijventerreinenlocaties in Hardenberg ruimte voor nieuwvestiging van (boven)regionale logistieke bedrijvigheid. Grootschalige detailhandel 7 buiten kernwinkelgebieden is alleen toegestaan in de 5 grote steden, mits aangetoond is dat dit niet leidt tot ontwrichting van de bestaande detailhandelsstructuur. Wij werken de Overijsselse versie van de ladder van duurzame verstedelijking verder uit Weidewinkels8 worden niet toegestaan
Agro & Food: Voorstel nieuw beleid Agro & Food Wij willen bij agrarische bedrijven uitsluitend sturen op kwaliteit: bedrijfsontwikkeling moet passen bij de schaal van het landschap en bijdragen aan versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Dit betekent dat er geen maximale grootte van bedrijven wordt vastgesteld. Wij zetten in op duurzame en innovatieve ketenoptimalisatie op bestaande locaties en concretiseren de kansen, inclusief mogelijke ruimtelijke consequenties daarvan, met onze partners. Zodat bedrijven maximaal toekomstbestendig kunnen ontwikkelen. Nieuwvestiging van Intensieve veehouderij is uitsluitend mogelijk op bestaande agrarische bedrijfslocaties. Op bestaande agrarische bedrijfslocaties bieden wij ruimte aan ondernemerschap met oog voor de kwaliteit van Overijssel, zoals opgenomen in de catalogus gebiedskenmerken en met verbrede toepassing van de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving (KGO). Bij sturen op kwaliteit hoort ook duurzaamheid en innovatie. Je kunt groeien door op locatie te voldoen aan milieuwinst, bijdrage aan ruimtelijke kwaliteit en oog voor innovatie. • Maximum 1.5 ha (varkens) en 1.8 ha (kippen) voor intensieve veehouderij komt te vervallen. • Wij concretiseren de kansen van ketenoptimalisatie, met onze partners • Bij uitbreiding of overname op bestaande agrarische bedrijfslocaties gelden aanvullende kwaliteitsvoorwaarden (ruimtelijke kwaliteit, sociale kwaliteit en 7
zeer groot winkelvloeroppervlak dat (hoog)-frequent wordt bezocht zelfstandige detailhandelvestigingen aan de rand van bebouwde kommen of in de groene omgeving. Onder weidewinkel wordt niet verstaan detailhandel in de vorm van 'verkoop bij de boer". 8
10
Statenvoorstel nr. PS/2015/853
duurzaamheid) die zorgen voor efficiënte, duurzame productie en versterking van de concurrentiekracht. Energietransitie Wij willen ons ruimtelijk instrumentarium uitnodigend en actief inzetten om té werken aan de energietransitie ambitie van 20% hernieuwbare energie in 2023. Wij willen ruimte bieden aan groen ondernemerschap in Overijssel. Wij monitoren de voortgang en zetten ons ruimtelijk instrumentarium uitnodigend in. Wij concretiseren het palet aan bruikbare instrumenten en (beoogde) effecten daarvan samen met onze partners. Wij bieden daarnaast extra fysieke ruimte voor hernieuwbare energie waarbij wij denken aan zonne energie, bio-energie, energie uit de ondergrond zoals warmte-koude opslag en geothermie en windenergie. Wij zetten geen dwingende ruimtelijke instrumenten in voor windturbines (indien wordt voldaan aan de afspraak in 2020 85,5 MW windenergie in Overijssel te realiseren). Na 2 jaar evalueren wij de voortgang in het realiseren van onze ambitie 20% hernieuwbare energie in 2023. Indien blijkt dat die voortgang niet voldoende is, zullen wij - in overleg met onze partners- ons ruimtelijk instrumentarium richtinggevend en/of normerend gaan inzetten. De omgevingsvisie biedt meer fysieke ruimte voor: a. Zonne-energie: De mogelijkheden voor ruimte voor zonne-energie: • In bestaand bebouwd gebied op daken, dan wel, • In bestaand bebouwd gebied op bedrijventerreinen en braakliggende gronden, dan wel, • In de groene omgeving op bestaande bouwvlakken. Als bovenstaande mogelijkheden afvallen komt (pas) de mogelijkheid in de groene ruimte niet zijnde natuur (waar onder EHS en N2000-gebied) in beeld. b. Bio-energie: verkennen van groeimogelijkheden bij bestaande biovergisters c. Energie uit de ondergrond: Voor koude- warmte opslag: geen aanvullend beleid. Gemeenten aan zet voor optimaliseren potentie door ruimtelijke ordening van warme en koude bronnen. Geothermie: verkennen met partners wat de mogelijkheden kunnen zijn van geothermie in de boringsvrije zone. d. Windenergie: laten vervallen clustereis van 4 windturbines. Met partners verkennen van mogelijkheden voor windenergie in Nationale Landschappen. e. Met partners verkennen van mogelijkheden voor windturbines in (delen van) de EHS. 2. Verdeling verantwoordelijkheid provincie en gemeenten t.a.v. ruimtelijk mogelijk maken van opwekking hernieuwbare energie. a. De provincie zet haar ruimtelijk instrumentarium uitnodigend en actief in ten behoeve van de energietransitieambitie van 20% hernieuwbare energie in 2023. b. Wij achten de gemeenten aan zet om het draagvlak te organiseren. c. De voortgang ten aanzien van het bereiken van het doel 20% hernieuwbaar in 2023 wordt jaarlijks gemonitord. d. Indien de voortgang onvoldoende is, kan de provincie overwegen haar ruimtelijk instrumentarium richtinggevender en normerend in te zetten.
Zwolle,
Provinciale Staten voornoemd,
voorzitter,
griffier,
Statenvoorstel nr. PS/2015/853
11
Bijlage 3: belangrijke bijeenkomsten in het kader van de revisie Omgevingsvisie • Ronde tafels met partners en experts – voorjaar 2014 • Huiskamerdebatten met Overijsselaars – najaar 2014 • PS sessies 25 juni ‘2014 (cie), 3 december 2014 (info) • (stads)café’s, thematafels – voorjaar 2015 • Inwerkprogramma Omgevingsvisie PS – 22 april 2015 • Startbijeenkomst partners - 30 april 2015 • Festival Jij Kleurt Overijssel - 12 juni 2015 • 1e ronde Regiobijeenkomsten 23, 24, 25 juni 2015 • Technische infosessie PS - 30 september 2015 • 2e ronde regiobijeenkomsten – 29 okt, 3, 12 nov 2015 • Wethouders ruimtelijk Domein - 29 okt, 30 sep 2015 • 4 x Beken Kleur Sessies stakeholders incl. PS – okt. & nov 2015 • PS werkessie 4 november 2015
1
Bijlage 4: factsheet 4 thema’s Thema Logistiek Reikwijdte Logistiek gaat over: De kansen van logistieke bedrijvigheid en processen voor de economie én de (fysieke) leefomgeving van Overijssel. Opgaven en kansen Overijssel heeft waardevolle troeven voor een sterkere positie in het (inter)nationale logistieke netwerk en bijbehorende verduurzamingsopgaven. Logistiek is een groeisector die, zowel binnen als buiten de sector, nieuwe werkgelegenheid, economische groei en innovaties ter verbetering van leefbaarheid en duurzaamheid oplevert. Beleidsambities Revisie O2 Economie en vestigingsklimaat Een vitale en zichzelf vernieuwende regionale economie met flexibele vestigingsmogelijkheden. Naast kennisintensieve maakindustrie, MKB en logistiek ook voor topsectoren, ondernemingen, start-ups en zzp’ers. Gerichte groei van de logistieke sector. Mobiliteit en logistiek Een vlotte, betrouwbare (tijdsduur), veilige (keten)reis van personen en goederen van en naar stedelijke netwerken binnen en buiten Overijssel Een duurzaam en betaalbaar openbaar vervoer (OV)-systeem. Een goede (auto)bereikbaarheid van de stedelijke netwerken. Het stimuleren van het goederenvervoer over water, het optimaal faciliteren over de weg en het beheersen van de doorgaande goederenstroom per spoor (en daarmee de leefbaarheid en veiligheid langs het spoor). Vergroten van het aandeel fietsverkeer. Hoe doen we het nu (huidige Omgevingsvisie)? Elke gemeente mag altijd voorzien in de lokale behoefte, inclusief lokaal gewortelde bedrijvigheid. Alleen de stedelijke netwerken (bovenregionaal, regionaal en bovenlokaal) en de 2 streekcentra Hardenberg en Steenwijk mogen meer (regionale behoefte en bovenlokale behoefte) (concentratiebeleid). Hier wordt de eis van lokaal geworteld zijn niet gesteld. Inbreiding gaat boven uitbreiding (SER-ladder). Het Concentratiebeleid en SER-ladder zijn ook van toepassing op logistieke bedrijven. Lokaal gewortelde logistieke bedrijven kunnen een plek vinden op bestaande /bestemde bedrijventerreinen. Bij een bovenregionale behoefte moet worden doorverwezen naar de stedelijke netwerken. De streekcentra mogen voorzien in een bovenlokale en (boven)regionale behoefte. Vier gemeenten van de Netwerkstad Twente (Almelo, Borne, Hengelo, Enschede) zijn op basis van bestuursrechtelijke afspraken verplicht om door te verwijzen naar XL Businesspark bij bedrijven waarvoor geldt: er is sprake van grootschalige industriële productie of de sector transport en distributie, de terreinbehoefte is minstens 2 ha en het terreinquotiënt is 20-50 arbeidsplaatsen per hectare. De provincie participeert in XL Businesspark (Almelo), de Containerterminal (Hengelo) en de Zuiderzeehaven (Kampen). Begrippen: Lokale behoefte: wordt gedefinieerd vanuit het begrip van lokaal gewortelde bedrijven; bedrijven die hun oorsprong of verzorgingsgebied hebben of vinden in de gemeente of kern waar zij gevestigd zijn of zich vestigen en die een toegevoegde waarde bieden aan de lokale sociaal/economische structuur/voorzieningenniveau. (boven)regionale behoefte: behoefte aan bedrijventerreinen die boven de lokale behoefte ligt. richtinggevend: gemeentenraden kunnen hiervan gemotiveerd afwijken, mits aannemelijk is gemaakt dat met het alternatief de ruimtelijke kwaliteitsambities evengoed of zelfs beter worden gerealiseerd. Logistieke hotspot: Een hotspot is een ‘ecosysteem’ liggend aan of zeer nabij een (inter)nationale verkeerscorridor, waarbij een sterke groei van goederenstromen (dynamiek) is voorzien. Dit ecosysteem omvat: Grote kavels (greenfield) die beschikbaar zijn voor nieuwe vestigers en voldoende ruimte voor logistieke bedrijven die willen uitbreiden. Multimodale of syngromodale (weg, water, spoor) ontsluiting naar de mainports en achterlandbestemmingen en een goede digitale ontsluiting. Logistieke faciliteiten, waaronder overslagfaciliteiten, terminals, kranen, warehousing, douanefaciliteiten, etc. Een breed aanbod van (gespecialiseerde) logistieke dienstverleners. Beschikbaarheid van gekwalificeerde arbeidskrachten. Netwerken waarin ondernemers, overheden, onderwijs- en onderzoeksinstellingen samenwerken op o.a. het gebied van innovatie, arbeidsmarkt, promotie en acquisitie.
2
Agglomeratievoordelen: voordelen van stedelijke gebieden voor de locatie van bedrijven, vooral door aanwezigheid van afzetmarkt, arbeidsmarkt, toeleveringsbedrijven en goede infrastructuur Streekfunctie: kernen met een verzorgende functie voor de streek. In de huidige omgevingsvisie hebben Steenwijk en Hardenberg ruimte voor extra mogelijkheden voor woningbouw, voorzieningen en werkgelegenheid. Stedelijke netwerken: sterk verstedelijkte zones die de vorm aannemen van een netwerk van grotere en kleinere steden, elk met een eigen karakter en profiel binnen het netwerk. In de huidige Omgevingsvisie zijn de volgende stedelijke netwerken benoemd: netwerkstad Zwolle-Kampen, Netwerkstad Twente (Almelo, Hengelo, Borne, Enschede, Oldenzaal), Stedendriehoek (Deventer). Logistiek bedrijf: Logistieke bedrijven houden zich bezig met het ontvangen, opslaan, bewerken, distribueren of verzenden van goederen. Logistieke bedrijven vallen globaal uiteen in twee categorieën: Bedrijven met logistieke werkzaamheden als hoofdactiviteit (logistieke dienstverleners zoals: transportbedrijven, opslagbedrijven, overslagbedrijven). Bedrijven in de maakindustrie, bouw, groothandel of detailhandel waar het zwaartepunt van de activiteiten logistiek is (bijvoorbeeld een distributiecentrum van een levensmiddelenbedrijf) en gemengde vormen waarin een logistiek dienstverlener toegevoegde waarde activiteiten uitvoert voor 1 of meerdere klanten. Logistieke bedrijven kunnen dus ook buiten de SBI-codes transport gevonden worden. Coalitieakkoord Overijssel werkt! Economie en werkgelegenheid Aantrekkelijk vestigingklimaat voor het bedrijfsleven, betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, stimuleren van innovatie en ondernemerschap. Toegroeien naar een circulaire economie. Voor bedrijfsleven het beter benutten van de internationale positie van Overijssel ten opzichte van andere Europese landen. Aansluiten op de kracht en eigenheid van economische regio’s, waarbij focus op topsectoren, MKB en ZZP’ers. Stimuleren samenwerking tussen ondernemers, kennisinstellingen en bedrijven. Leefomgeving Zorgvuldig ruimtegebruik door het bevorderen van regionale afstemming van vraag en aanbod. Mobiliteit Goederenvervoer biedt kansen, maar heeft ook nadelen voor de leefbaarheid. Daarom duurzame inzet op goederenvervoer over water. Ontwikkelen netwerkvisie op de totale mobiliteits- en logistieke opgave in verband met vervangingsinvesteringen en regulier beheer en onderhoud.
Thema Bestaand Bebouwd Gebied (BBG) Reikwijdte BBG gaat over: De best mogelijke verdeling van functies en activiteiten in steden en dorpen op regionale schaal. Functies zijn onder andere wonen, werken, voorzieningen en bereikbaarheid. Opgaven & kansen Woonomgeving Bruisende binnensteden, wonen, culturele voorzieningen en aantrekkelijke omgeving zijn van betekenis voor economie en als vestigingsfactor. Afname ruimtedruk, overaanbod. Grote herstructureringsopgave. Economie en vestigingsklimaat Overcapaciteit/mismatch bedrijventerreinen, kantoren, detailhandel; leegstand en transformatie als kans. Toplocaties als aanjagers van economische groei. Hoogdynamische plekken als motor voor gebiedsontwikkeling. (Binnen)steden en landschap Agenda Stad: Complementaire steden en connectiviteit tussen stedelijke netwerken. Meer behoefte aan culturele identiteit. Culturele voorzieningen en aantrekkelijke omgeving zijn van betekenis voor economie en als vestigingsfactor. Behoud cultureel erfgoed verbinden aan andere provinciale opgaven. Leegstand als kans voor creatieve economie.
3
Beleidsambities Revisie O2 Woonomgeving Goed en plezierig wonen, nu en in de toekomst Passend en flexibel aanbod van woonmilieus (typen woningen én woonomgeving) kwantita- tief en kwalitatief, die voorzien in de vraag. Beschikbaarheid en bereikbaarheid van bovenlokale, regionale en (boven)regionale voorzieningen. Economie en vestigingsklimaat Een vitale en zichzelf vernieuwende regionale economie flexibele vestigingsmogelijkheden. Naast kennisintensieve maakindustrie en MKB ook voor topsectoren, ondernemingen, start-ups en zzp’ers. Vitale werklocaties, die aansluiten bij de vraag, waarbij de overcapaciteit wordt teruggedrongen. Ontwikkelingsmogelijkheden en kwaliteitsverbetering toerisme en vrije tijdsbesteding. Steden, dorpen en groene omgeving Versterken complementariteit bruisende steden en een vitaal platteland als ruimtelijk, cultureel, sociaal en economisch samenhangend geheel. Behoud en versterken van de leefbaarheid en diversiteit van het landelijk gebied. Stedelijke Netwerken die optimaal in verbinding staan met andere netwerken en waarin grotere en kleinere steden elkaar onderling versterken en aanvullen. Behouden en versterken van cultureel erfgoed als drager van identiteit. Hoe doen we het nu (huidige Omgevingsvisie)? Elke gemeente mag altijd voorzien in de lokale behoefte voor woningbouw, aanleg van bedrijventerreinen voor lokaal gewortelde bedrijvigheid en het realiseren van stedelijke voorzieningen met bijbehorende infrastructuur en groenvoorzieningen om te voldoen aan de lokale behoefte en de behoefte van bijzondere doelgroepen. Alleen de stedelijke netwerken en de 2 streekcentra Hardenberg en Steenwijk mogen voorzien in (boven)regionale en bovenlokale (concentratiebeleid). Inbreiding gaat boven uitbreiding (SER-ladder). Voor kantoren is een extra trede ingebouwd op grond waarvan altijd bekeken moet worden of in de behoefte aan nieuwe kantoren kan worden voorzien door gebruik te maken van een bestaand kantorenpand. Detailhandel is in principe alleen toegestaan in kernwinkelgebieden. Bij uitzondering kan volumineuze detailhandel worden toegestaan op bedrijventerreinen. Grootschalige detailhandel buiten kernwinkelgebieden is alleen toegestaan in de stedelijke netwerken. Weidewinkels (zelfstandige detailhandesvestigingen aan de rand van bebouwde kommen of in de groene omgeving) worden niet toegestaan. In het advies van de commissie Wientjes dat door PS is omarmd, zijn in Twente 4 econcomische toplocaties benoemd. Vier gemeenten van de Netwerkstad Twente (Almelo, Borne, Hengelo, Enschede) zijn op basis van bestuursrechtelijke afspraken verplicht om door te verwijzen naar XL Businesspark bij bedrijven waarvoor geldt: er is sprake van grootschalige industriële productie of de sector transport en distributie, de terreinbehoefte is minstens 2 ha en het terreinquotiënt is 20-50 arbeidsplaatsen per hectare. Begrippen Stedelijk netwerk: Stedelijke netwerken: sterk verstedelijkte zones die de vorm aannemen van een netwerk van grotere en kleinere steden, elk met een eigen karakter en profiel binnen het netwerk. In de huidige Omgevingsvisie zijn de volgende stedelijke netwerken benoemd: netwerkstad Zwolle-Kampen, Netwerkstad Twente (Almelo, Hengelo, Borne, Enschede, Oldenzaal), Stedendriehoek (Deventer). Economische toplocaties: XL Businesspark Twente (Almelo), High Tech Systems Park Twente (Hengelo), Kennispark Twente (Enschede), en Technology Base Twente (TecBT, Enschede) bovenlokale, regionale en (boven)regionale functies: woningbouw, bedrijven en stedelijke voorzieningen (kantoren, winkels, cultuur, openbaar vervoer) die voorzien in een behoefte die boven de lokale behoefte ligt. Kernwinkelgebieden: aaneengesloten gebied in het centrum van een stad of dorp met een hoge concentratie aan handels-, horeca- en commerciële dienstverlening. Weidewinkel: Zelfstandige detailhandelsvestigingen aan de rand van bebouwde kommen of in de groene omgeving. Onder weidewinkel wordt niet verstaan detailhandel in de vorm van ‘verkoop bij de boer’. Coalitieakkoord Overijssel Werkt! Economie en werkgelegenheid Aantrekkelijk vestigingklimaat voor het bedrijfsleven, betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, stimuleren van innovatie en ondernemerschap. Toegroeien naar een circulaire economie. Voor bedrijfsleven het beter benutten van de internationale positie van Overijssel ten opzichte van andere Europese landen. Aansluiten op de kracht en eigenheid van economische regio’s, waarbij focus op topsectoren, MKB en ZZP’ers. Stimuleren samenwerking tussen ondernemers, kennisinstellingen en bedrijven. Leefomgeving Zorgvuldig ruimtegebruik bevorderen door middel van regionale afstemming van vraag en aanbod.
4
Thema Agro&Food Reikwijdte Agro&Food gaat over: De transitie van de keten naar duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Cross-overs met andere sectoren en maatschappelijke opgaven . En is gericht op versterking van omgevingskwaliteit. Opgaven & kansen Versterken van het belang van agro&foodsector voor de werkgelegenheid en verdiencapaciteit van Overijssel. Overijssel kan koploper worden in de transitie naar een duurzame agro en food sector. Tot 2030 veel VAB met aanzienlijk deel asbestdaken. Beleidsambities Revisie O2 Economie en vestigingsklimaat Een innovatieve en concurrerende agro&foodsector. Hoe doen we het nu (huidige Omgevingsvisie)? Vanuit de Reconstructiewet is reconstructiebeleid van toepassing in delen van Overijssel. Binnen LOG’s is nadrukkelijk ruimte voor nieuwvestiging van intensieve veehouderijen. In extensiveringsgebieden geldt een uitplaatsingsbleid. In verwevingsgebieden is uitbreiding mogelijk van bestaande intensieve veehouderijbedrijven. Buiten reconstructiegebied is in principe overal nieuwvestiging en uitbreiding van intensieve veehouderijen toegestaan. Op nieuwvestiging en grootschalige uitbreiding van agrarische bedrijven is de Kwaliteitsimpuls Groene Omgeving van toepassing. Bij vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen is de KGO alleen van toepassing als er sprake is van herinrichting van het erf (sloop en vervanging). Beleidsbrief Agro&Food: Aankondiging dat in de revisie omgevingsvisie de reconstructiezonering wordt opgeheven; LOG’s en extensiveringsgebieden vervallen als gebiedscategorieën. Coalitieakkoord Overijssel werkt! Duurzaamheid en innovatie zijn belangrijke pijlers in ondernemerschap in de natuur en in de landbouw Vol inzetten op realisatie ambities uit beleidsbrief Agro&Food om duurzaamheid in Agro&Foodketen te versterken: Marktgericht: faciliteren innoverend vermogen van marktpartijen, ruimte geven aan voorlopers in proeftuinen Leefomgevingsgericht: uitgaan van wet- en regelgeving en de best beschikbare techniek om innovaties te laten landen en een gelijk speelveld te handhaven Gebiedsgericht: KGO blijven inzetten o.m om ruimtelijke kwaliteit rond agrarische bedrijven. ‘Wij vinden het belangrijk dat de ontwikkelruimte die ontstaat evenwichtig wordt verdeeld over belanghebbenden (agrargische ondernemers en andere partijen) zodat een gezonde en duurzame ontwikkeling van de Overijsselse economie in alle sectoren voor nu en in de toekomst mogelijk is”.
5
Thema Energietransitie Reikwijdte Energietransitie gaat over 1. Terugdringen van het fossiel energiegebruik. 2. Bevorderen aandeel hernieuwbare energie en het hiervoor beschikbaar maken van ruimte. 3. Bevorderen van het gebruik van aanwezige hernieuwbare energiebronnen. Opgaven & kansen 1. 20% Nieuwe Energie in 2023 en 30% in 2030: Energie-efficiency gebouwde omgeving Ruimte voor opwekking hernieuwbare energie Infrastructuur nieuwe energie 2. Benutten van restwarmte. 3. Reductie en efficiënter gebruik van fossiele energie. 4. verduurzaming van de mobiliteit door voorbeeldwerking en stimulering. Beleidsambities Een betrouwbare duurzame en betaalbare energievoorziening met beperking van uitstoot broeikasgassen 20% hernieuwbare energie in 2023 en 30% in 2030. Bevorderen energie-efficiency. Toepassen nieuwe energie infrastructuur. Hoe doen we het nu (huidige Omgevingsvisie)? Windmolens zijn overal in de Groene Omgeving toegestaan mits in cluster van minimaal 4 turbines en mits passend bij de gebiedskenmerken. Alleen binnen EHS en Nationale landschappen zijn windmolens uitgesloten. De provincie heeft voorkeursgebieden aangewezen voor windenergie. Het provinciale instrumentarium wordt ingezet uitsluitend in de voorkeursgebieden als gemeenten medewerking weigeren aan het plaatsen van windturbines. KWO is in principe overal toegestaan, behalve in grondwater/drinkwaterbeschermingsgebieden. Verder mag niet geboord worden in de Boringsvrije zone Salland Diep. Mestvergisters voor eigen gebruik zijn toegestaan op agrarisch bedrijfspercelen. Als mest van meerdere bedrijven wordt verwerkt, wordt dit gezien als een industriele bedrijvigheid en moet daarvoor plek gezocht worden op regulier bedrijventerrein. Voor zonnevelden is geen expliciet beleid geformuleerd. Tot dusver is dit niet specifiek grondgebonden gebruik aangemerkt als stedelijke functie, die vanuit de SER-ladder geredeneerd in principe een plek dient te krijgen binnen bestaand stedelijk gebied, bij voorkeur als dubbelgebruik op daken Coalitieakkoord Overijssel werkt! Economie en werkgelegenheid Aantrekkelijk vestigingsklimaat voor het bedrijfsleven. Toegroeien naar een circulaire economie. Stimuleren innovatie en ondernemerschap. Leefomgeving Ladder van duurzame verstedelijking met ruimte voor lokaal maatwerk. Gericht transformeren, beheer, renovatie en onderhoud. Energie en duurzaamheid Aandeel hernieuwbare energie in Overijssel naar 20% in 2023. Geen dwingende ruimtelijke instrumenten voor windmolens (indien voldaan aan de afspraak in 2020 85,5 MW windenergie in Overijssel te realiseren). Ontsluiten energiefonds voor alternatieve vormen van windenergie. Natuur Duurzaamheid en innovatie zijn belangrijke pijlers in ondernemerschap in de natuur en in de landbouw. De Nationale Landschappen en Nationale Parken zijn de parels van de natuur en landschap in Overijssel. Wij willen de kwaliteiten van de 2 Nationale Landschappen (NOT en IJsselvechtdelta) voor de toekomst behouden en versterken. Nationaal Park met toegevoegde waarde, een sterk merk met visie en structuur.