GOUD VOOR OUD
Kadernota Senioren en Vidomes
ir. Saskia Kaarsgaren drs. Ronald Everard
2
Inhoudsopgave 1.
Waarom een kadernota senioren? ............................................................. 4 1.1 1.2 1.3
2.
Zoveel mensen, zoveel wensen .................................................................. 6 2.1 2.1.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.5 2.6
3.
Economische crisis........................................................................ 14 Hervormingen in de zorg ............................................................... 14 Scheiding wonen en zorg .............................................................. 14 Afschaffen persoonsgebonden budget (PGB) ............................ 15 De gemeente als regisseur............................................................ 15 Wijkgericht werken wordt steeds belangrijker............................ 15 Hervormingen in het pensioenstelsel .......................................... 15 Ontwikkelingen in de corporatiesector ........................................ 15 Wat doen de partners?................................................................... 15
Het vastgoed van Vidomes ....................................................................... 17 4.2 4.3
5.
De specifieke woonwensen van senioren ..................................... 6 Woononderzoek Nederland ............................................................. 6 De woonwensen van onze senioren............................................... 7 USP-onderzoek ................................................................................. 7 Klantenpanels ................................................................................... 7 De woonsituatie van senioren......................................................... 8 Werkgebied totaal............................................................................. 8 Woonsituatie van onze senioren .................................................... 9 De mogelijkheden van senioren ................................................... 10 Financiële mogelijkheden.............................................................. 10 Kwetsbaarheid ................................................................................ 10 Fysieke en mentale mogelijkheden .............................................. 10 De lokale mismatch .........................................................................11 Samenspel met huurders en partners.......................................... 12
Maatschappelijke context ......................................................................... 14 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.3 3.3.1 3.4 3.5 3.6
4.
Ook ons werkgebied vergrijst ......................................................... 4 Onze huurders zijn relatief ouder ................................................... 4 Voor iedere senior een arrangement op maat ............................... 5
Achilleshiel 1: Verzorgingshuizen ................................................ 17 Achilleshiel 2: tweekamerwoningen............................................. 18
Antwoorden van Vidomes 2011-2014 ....................................................... 19 5.1 5.1.1 5.1.2 5.1.3 5.1.4 5.1.5 5.1.6 5.1.7 5.1.8
Instrumenten ................................................................................... 19 Seniorenmakelaar........................................................................... 19 Opplussen op maat ........................................................................ 20 Woonservicezones ......................................................................... 20 Verhuisarrangement....................................................................... 21 Toegankelijkheid woningvoorraad ............................................... 21 Kleinschalige woonzorgconcepten .............................................. 21 Wooncatalogus naar leefstijlen .................................................... 22 Aanpak verzorgingshuizen............................................................ 23
3
1.
Waarom een kadernota senioren?
Nederland gaat de komende jaren in verdubbeld tempo vergrijzen. In de periode 20112015 komen er een half miljoen 65-plussers bij. In de afgelopen vijf jaar ging het nog om een kwart miljoen. De versnelling wordt veroorzaakt doordat de grote `babyboomgeneratie` de komende jaren 65 wordt. Tussen 2016 en 2040 komen er nog eens 1,5 miljoen 65-plussers bij. In 2040 zal het aantal ouderen zijn opgelopen tot 4,6 miljoen, ten opzichte van 2,6 miljoen nu. Na 2040 zet een daling in. Dit blijkt uit de bevolkingsprognose voor de lange termijn van het CBS.
1.1
Ook ons werkgebied vergrijst
Ook de gemeenten waar Vidomes actief is vergrijzen. De mate van vergrijzing verschilt wel sterk per gemeente. In 2011 is het percentage 65-plussers in ons werkgebied het hoogst in Rijswijk en het laagst in de gemeente Zoetermeer. Over 10 jaar zal Leidschendam-Voorburg de meeste vergrijsde gemeente zijn en in 2030 steekt Leidschendam-Voorburg nog verder boven het gemiddelde uit. Dit is het gevolg van de ouder wordende bevolking en beperkte instroom van jonge mensen. In Delft zie je daarentegen duidelijk het effect van het feit dat een studentenstad betreft. Relatief vindt de grootste groei van het aandeel 65-plussers plaats in Zoetermeer. Dit komt omdat de gemeente als het ware ‘achterloopt’ bij de rest.
Percentage 65-plussers in 2011
1.2
Prognose percentage 65-plussers in 2030
Onze huurders zijn relatief ouder
Senioren vormen een belangrijke doelgroep voor Vidomes. De figuur op de volgende paringa toont aan dat Vidomes in vergelijking met de regio Haaglanden relatief oude bewoners als klant heeft: 35% is ouder dan 65 jaar ten opzichte van 17% in de regio. Voor Vidomes aanleiding om goed na te denken of deze bijzondere doelgroep.
4
Leeftijdsopbouw huurders Vidomes en inwoners Haaglanden Huurders Vidomes
Bewoners Haaglanden 95+ 0%
85-94 5%
85-94 2%
75-84 65-74 6% 9%
75-84 14% <55 48%
65-74 16%
55-64 16% <55 67%
55-64 17%
1.3
95+ 0%
Voor iedere senior een arrangement op maat
Een van de idealen uit de strategische visie 2011-2014 is: Voor iedere senior een arrangement op maat. Hierbinnen hebben we vier doelen:
Wij kennen de woonwensen van individuele senioren De eerste stap naar een arrangement op maat is het kennen van de individuele woonwensen van onze senioren. Daar zetten wij onderzoek en onze seniorenmakelaar voor in. Die zoekt senioren op en effent samen met hen het pad voor een passend woonarrangement.
Wij verleiden senioren te verhuizen naar de meest passende woning Appartementen ontwikkelen wij met het oog op ouder worden. Voor onze seniore klant die wil of moet verhuizen, hebben wij daardoor voldoende aantrekkelijke woningen. Deze klanten bieden wij het Naar een passender huis–arrangement. Als senioren in onze schaarse grotere woningen wonen, of in een omgeving met onvoldoende zorgaanbod, verleiden wij ze met dit arrangement te verhuizen naar een andere woning. Dit doen wij ook omdat wij een taak hebben in het beschikbaar maken van grote woningen die voor gezinnen een schaars goed zijn.
Senioren kunnen in het merendeel van onze woningen zelfstandig blijven wonen Senioren die in hun huidige woning willen blijven wonen, bieden wij waar mogelijk ons Aangepast–huis–arrangement. Zo nodig passen wij hun woning en directe omgeving aan. Soms maken we een heel wooncomplex drempelloos. In samenspraak met onze partners sturen wij aan op goede zorg- en welzijnsvoorzieningen. Uitgangspunt hierbij is dat senioren zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen als zij dit graag willen.
Met onze zorgpartners en gemeenten realiseren we woonzorgconcepten op menselijke maat Voor de mensen die een zware zorgvraag hebben, bieden wij woonzorgconcepten met een menselijke maat. Dit vraagt creativiteit, want zorg moet efficiënt georganiseerd worden. Dit doen wij in samenwerking met onze zorgpartners.
Deze kadernota gaat in op de instrumenten die nodig zijn om deze doelen te bereiken. Deze instrumenten zijn het resultaat van de wensen van senioren en onze stakeholders, waaronder onze eigen senioren (hoofdstuk 2); de maatschappelijke trends en ontwikkelingen (hoofdstuk 3) en de mogelijkheden die ons vastgoed biedt (hoofdstuk 4). In hoofdstuk 5 worden de instrumenten zelf beschreven.
5
2.
Zoveel mensen, zoveel wensen
Woonwensenonderzoek biedt veel inzicht in de woonwensen van senioren. Diverse landelijke onderzoeken, zoals het WoonOnderzoek Nederland (WoON), aangevuld met onderzoeken die we de afgelopen jaren zelf – al dan niet met partners - hebben uitgevoerd bieden een goed beeld van de woonwensen van ouderen. Naast de wensen is ook bekend hoe senioren nu wonen en wat hun gezondheid is. Lastiger is het om de toekomst te voorspellen. De vraag vanuit de senioren-doelgroep is onzeker. Zal men in de huidige woning blijven wonen, of zal men toch de stap maken naar een specifiek voor senioren ontwikkeld woningconcept?
2.1
De specifieke woonwensen van senioren
De uitkomst van de verschillende onderzoeken is dat de wensen van senioren nauwelijks afwijken van wat de meeste mensen willen: een woning in een (sociaal) veilige omgeving die niet te klein is en die past bij hun portemonnee. Dé senior is hiermee net zo divers als alle andere groepen op de woningmarkt. Hoewel het dus om een zeer heterogene groep gaat zijn er wel een aantal specifiek aspecten die ouderen onderscheiden van jongere doelgroepen. Ouderen verhuizen minder vaak dan jonge huishoudens. Waar jonge huishoudens nog bezig zijn met hun wooncarrière gekoppeld aan hun levensfase, staan ouderen al op de (één na)laatste trede van de woonladder. De reden om te verhuizen is vaak gekoppeld aan een afnemende gezondheid en de verhuizing wordt dan ook zo lang mogelijk uitgesteld. Als men eenmaal de knoop heeft doorgehakt wordt een woning gezocht die zo dicht mogelijk bij de huidige woning in de buurt ligt. De woonomgeving wint naarmate men ouder wordt aan belang. Dit wordt nog eens versterkt door het scheiden van wonen en zorg. Steeds meer zaken op het gebied van zorg, welzijn en services worden geregeld in en rond de ‘gewone’ zelfstandige woning. Pas als ‘gewoon wonen’ echt niet meer mogelijk is, komen andere woonvormen in beeld. 2.1.1 Woononderzoek Nederland Uit het Woononderzoek Nederland (WoON) komt naar voren dat de groep senioren is op te ‘knippen’ in een groep die niet meer verhuist en een groep die wel graag wil verhuizen. Op dit moment is het zo dat de helft van alle huishoudens van 55 jaar en ouder minimaal nog één keer verhuist: de ‘movers’. De ander helft is honkvast en blijft tot op late leeftijd in de huidige woning wonen: de ’stayers’. Als je aan 65-plussers de vraag stelt of ze verwachten tot op hoge leeftijd in hun huidige woning te blijven wonen dan beantwoordt 71% deze vraag met “ja”, 23% met “nee” en 6% weet het niet. De senioren die de stap maken om te verhuizen doen dit vaak over een korte afstand. Boven de 65 jaar neemt de verhuisafstand snel af. Mensen willen het liefst in hun eigen buurt blijven. Huurders blijven vrijwel allemaal huren. Men wil vrijwel allemaal minimaal 3 kamers. Qua oppervlakte wensen oudere huurders 75 m2 woonoppervlakte. Naarmate men ouder wordt neemt het percentage dat een nultredenwoning wenst toe. Dit geldt ook voor de wens naar verzorgd wonen (seniorenwoningen met zorgpost in de nabijheid). Uit het WoON komt verder naar voren dat er op basis van de woonwensen van senioren wel een markt lijkt te bestaan voor woonconcepten waarbij ouderen bij elkaar wonen. Het gaat dan echter vooral om kleinschalige ‘communes’, waarvan in het land ook al flink wat voorbeelden te vinden te zijn. De markt voor grootschalige concepten lijkt beperkt, niet in de laatste plaats omdat ouderen een sterke binding kennen en slechts over kleine afstanden verhuizen.
De kinderen spelen een belangrijke rol bij het realiseren van de verhuizing van ouderen. Zij zijn vaak degene die inzien dat de ouder zorg of een aangepaste woning nodig heeft.
6
Hoewel dé senior niet bestaat kan grofweg worden gezegd dat senioren de volgende specifieke wensen hebben:
2.2
Woning
Woonomgeving
Gelijkvloers
Menselijke maat
Minimaal 3 kamers
Nabij voorzieningen
Goede buitenruimte
Ontmoetingsplekken
In dezelfde buurt
Veilig
Veilig, comfortabel,kwaliteit,diensten
Identieke leefstijl
De woonwensen van onze senioren
USP-onderzoek en klantenpanels geven inzicht in de specifieke wensen van onze huurders. 2.2.1 USP-onderzoek Uit intern USP-klantenonderzoek komt naar voren dat onze 55plus-bewoners niet massaal op zoek zijn naar een andere woning. Van de ondervraagden wil 80% nooit meer verhuizen, 10% heeft het voornemen om binnen 2 jaar te verhuizen. De helft van onze huurders die wel willen verhuizen, geeft aan dat dit te maken heeft met veranderingen in de persoonlijke situatie. Slechts 14% van de bewoners geeft aan dat de woning niet meer voldoet. Voorzieningen in de buurt- en leefomgeving zijn maar in 5% van de gevallen een reden om te verhuizen. Onze oudere bewoners hebben een aantal specifieke wensen als het om de nieuwe woning gaat. Zo wil 83% minimaal een 3-kamerwoning. Slechts 17% geeft aan ook interesse te hebben in een 2-kamerwoning. Verder vinden onze oudere huurders de buitenruimte (balkon, terras), de veiligheid (in de volle breedte) en voldoende parkeergelegenheid bovengemiddeld belangrijk. Tot slot wordt de wens uitgesproken voor een aantal aanvullende diensten. Op nummer één is dit een vast aanspreekpunt in de vorm van een huismeester of complexbeheerder. Daarnaast worden – door een kleinere groep - zaken genoemd als alarmering, zorgvoorzieningen en een klussendienst. 2.2.2 Klantenpanels Uit klantenpanels die we Zoetermeer hebben gehouden samen met de gemeente en collegacorporaties, komt naar voren dat de groep verhuisgeneigde senioren bestaat uit twee groepen: mensen die alvast uit voorzorg voor later verhuizen en mensen die nu al hulpbehoevend zijn. In de klantenpanels zaten zowel ouderen uit een huurwoningen als uit een koopwoning. Gezondheid speelt een grote rol, maar ook het verlies van een partner kan aanleiding zijn om te verhuizen. Zaken die ook genoemd worden zijn: ‘huis te groot’, ‘trappen’, ‘geen zin om woning op te knappen’. Mensen die niet verhuizen geven aan tevreden te zijn met hun huidige woning. Een deel geeft aan het aanbod te duur en/of te klein te vinden. Ook zijn er mensen die er nog niet over hebben nagedacht. Uit de klantenpanels is ook helder naar voren gekomen dat verhuisgeneigde senioren behoefte hebben aan informatie. Informatie over de mogelijkheden om te verhuizen, maar ook informatie over de mogelijkheden om de huidige woning aan te passen.
7
2.3
De woonsituatie van senioren
Naast de woonwensen speelt ook de huidige woonsituatie een belangrijke rol. We kijken hierbij naar alle bewoners in ons werkgebied en specifiek naar onze huurders. 2.3.1 Werkgebied totaal Ons werkgebied (met uitzondering van Den Haag) valt in de GGD regio Zuid Holland West. Op dit schaalniveau is veel informatie beschikbaar over de woonsituatie en de gezondheid van 65-plussers. Het laatste uitgebreide onderzoek dateert uit 2008. Van de 65 plussers in onze regio woont 13% in een woning specifiek voor ouderen (serviceflat, aanleunwoning, woon-zorg combinatie), 87% woont in een ‘gewone’ woning. De verschillen tussen gemeenten zijn groot. Het percentage 85-plussers dat in een specifieke ouderenwoning woont is het laagst in Leidschendam-Voorburg (21%) en het hoogst in Zoetermeer (50%). Afgezet tegen het feit dat de vergrijzing juist in Leidschendam-Voorburg hoog is en in Zoetermeer laag, een opvallend gegeven.
Percentage 65-plussers in een specifieke ouderenwoning
Bron: GGZ Zuid-Holland West
Van de ondervraagden gaf 78% aan te denken dat de woning over 5 jaar nog geschikt was. 17% gaf aan dat de woning met enkele aanpassingen nog geschikt was. 5% denkt dat de woning over 5 jaar niet meer geschikt is om zelfstandig te kunnen wonen. Het gaat bij deze laatste groep relatief vaak om ouderen, lagere inkomens en allochtonen.
Bron: GGZ Zuid-Holland West
8
2.3.2 Woonsituatie van onze senioren Van het grootste deel van onze huurders weten we de leeftijd van de hoofdhuurder. Van de ruim 5.500 huurders boven de 65 jaar woont het grootste deel in Zoetermeer (45%). In onderstaande figuur is de situatie per gemeente naar woningtype aangeven.
Woonsituatie 65-plussers Vidomes naar woningtype per gemeente
2500
portiekw oning
2000
hotelgangw oning
1500
galerij flat
1000
eengezinsw oning
500
boven-en benedenw oning
0 DELFT
L'DAMV'BURG
RIJSWIJK
DEN HAAG ZOETERMEER
Bron: Huurplus, peildatum 1-1-2011 De meeste 65-plussers wonen in een galerijflat (39%), gevolgd door de zogenaamde hotelgangwoning1 (26%), 22% woont in een eengezinswoning, 13% woont in een portiek- of een duplexwoning (boven-benedenwoning). De circa 1.200 senioren in een eengezinswoning vormen een interessante categorie voor de seniorenmakelaar. In onderstaande figuur is deze categorie uitgesplitst naar het aantal kamers. Met name in Zoetermeer liggen kansen. Woonsituatie 65-plussers Vidomes in een eengezinswoning naar aantal kamers per gemeente
600
5 of meer kamers
500
4 kamers
400 300
3 kamers
200 2 kamers
100 0 DELFT
L'DAMV'BURG
RIJSWIJK
DEN HAAG ZOETERMEER
Bron: Huurplus, peildatum 1-1-2011
1
Hieronder van de woningen die ontsloten worden via een binnengang en woningen ontsloten via een binnenlift (urban villa’s).
9
2.4
De mogelijkheden van senioren
Naast de wensen spelen de mogelijkheden natuurlijk een rol. Wat kunnen senioren betalen? Welke beperkingen komen voort uit hun lichamelijke en fysieke gesteldheid? In hoeverre zijn ze in staat om op eigen gelegenheid andere woonruimte te vinden? Hebben ze genoeg kennis van de mogelijkheden op de woningmarkt? 2.4.1 Financiële mogelijkheden Het aandeel 65-plussers met een inkomen onder de armoedegrens is in de afgelopen jaren sterk gedaald, van rond 20% in 1996 tot 7% in 2005. Helaas worden deze cijfers niet meer geactualiseerd na 2005. Senioren lopen inmiddels geen verhoogd risico meer op armoede in vergelijking tot andere groepen. 2.4.2 Kwetsbaarheid De laatste jaren worden met name de cijfers over ‘kwetsbare senioren’ gebruikt in allerlei rapporten. Kwetsbaarheid bij ouderen is een proces van het opeenstapelen van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten in het functioneren, dat de kans vergroot op ernstige gezondheidsproblemen. Zo´n 73% van de 65-plussers is niet kwetsbaar, ruim een kwart dus wel. De verwachting is dat niet alleen het aantal, maar ook het aandeel kwetsbare senioren de komende 20 jaar gaat toenemen. Van circa 700.000 (27%) nu naar 1.060.000 (28%) in 2030. Kwetsbaarheid van senioren is ook van belang voor het woonbeleid. De kans op opname in een zorginstelling binnen drie jaar is voor zelfstandig wonende kwetsbare ouderen bijna vier tot vijfmaal zo groot als voor de groep niet-kwetsbare ouderen Jaar
Aantal senioren
%-kwetsbaar
Aantal kwetsbare senioren
2010
2.500.000
27%
690.000
2030
4.100.000
28%
1.160.000
Toename 2010-2030
61%
68%
Bron: SCP, 2011 2.4.3 Fysieke en mentale mogelijkheden Hoe ouder men wordt, hoe slechter de gezondheid en als gevolg daarvan, hoe meer beperkingen. Deze beperkingen stellen eisen aan de woning en aan de woonomgeving. Logischerwijs neemt het aantal mensen met een functionele beperking toe met de leeftijd. Vooral de mobiliteit neemt af naarmate men ouder wordt. Percentage mensen met een functionele beperking naar leeftijdsklasse
Bron: GGZ Zuid-Holland West
10
Ook de psychische gezondheid van ouderen is onderzocht. In Delft wonen relatief veel 65plussers die psychisch matig of ernstig ongezond zijn (10%). Dit hangt samen met het opleidings- en inkomensniveau dat in Delft relatief laag is (zie linker figuur). Psychische gezondheid 65-plussers
Aandeel senioren met moeite met de dagelijkse verrichtingen
Bron: GGZ Zuid-Holland West Een groot deel van de senioren heeft moeite met dagelijkse huishoudelijke verrichtingen (zie rechter figuur). Boodschappen doen, koken of bijvoorbeeld een formulier invullen is geen vanzelfsprekendheid meer. Hieruit is af te leiden dat een groot deel niet in staat zal zijn, of grote moeite moet doen, om aan te haken bij het woonruimteverdeelsysteem.
2.5
De lokale mismatch
Wat betekenen al deze cijfers en informatie nou, voor de vraag-aanbod verhouding voor ‘voor senioren geschikte woningen’. Er zijn in Nederland op moment 9 verschillende methoden in omloop die de toekomstige vraag naar wonen in combinatie met zorg in beeld proberen te brengen. Deze veelheid aan methoden geeft eigenlijk al aan hoe moeilijk het is om dit goed te voorspellen. De tabel op de volgende pagina is samengesteld op basis van Horizonline van TNO. Een - tot voor kort - gratis beschikbare bron. Daarbij is op basis van het WoON de huidige situatie afgezet tegen de verwachte vraag als gevolg van de vergrijzing en de extramuralisering. Het betreft een theoretisch model. De berekende mismatch geeft beleidsmakers wel een houvast voor het maken van plannen. Uit de cijfers blijkt dat in al onze werkgemeenten de vraag groter is dan het aanbod. De huidige discrepantie is het grootst in Delft en Rijswijk. De (ver)bouwprogramma’s in alle gemeenten zullen rekening moeten houden met een toenemende vraag naar voor senioren geschikte woningen. GGZ Zuid-Holland West maakt ook gebruikt van de methodiek van Horizonline. Zij geven aan dat ook de vraag naar intramurale plaatsen in de regio Zuid-Holland West zal in de periode 2010-2020 zal toenemen met 31%, van tot 5.400 naar 7.100 plaatsen. In 2020 wordt de vraag geraamd op ongeveer 4.000 somatische plaatsen en 3.100 psychogeriatrische plaatsen. Het huidige aanbod van intramurale plaatsen is 4.900 (inclusief 2.900 plaatsen in verpleeghuizen). Indien geen veranderingen in de capaciteit plaatsvinden zal er in 2020 een tekort zijn van 2100 plaatsen.
Vraag en aanbod naar geschikt en verzorgd wonen in 2010 en 2030 per gemeente
11
Geschikt wonen* 2010 Vraag Delft
13.846
1.467
2.113
9.715
934
934
-1.548
-4.131
-533
-1.179
Vraag
9.101
11.400
1.284
2.067
Aanbod
7.530
7.530
642
642
-1.571
-3.870
-642
-1.425
Vraag
6.326
7.538
929
1.180
Aanbod
5.340
5.340
603
603
-986
-2.198
-326
-577
Vraag
12.178
15.535
1.206
2.356
Aanbod
11.441
11.441
869
869
-737
-4.094
-337
-1.487
Mismatch
Mismatch
Zoetermeer
2030
9.715
Mismatch
Rijswijk
2010
11.263
Aanbod
Leidschendam-Voorburg
2030
Verzorgd wonen**
Mismatch
* Geschikt wonen: zelfstandige woningen waaraan diverse kenmerken aangeven dat ze meer geschikt zijn voor ouderen en andere hulpbehoevenden dan gebruikelijke woningen. ** Verzorgd wonen: ouderenwoningen waarbij het mogelijk is om via een nabij gelegen zorgpunt, zoals verzorgingshuis of dienstencentrum, verpleging of verzorging te ontvangen Bron: Horizonline
2.6
Samenspel met huurders en partners
We kijken niet alleen naar de harde cijfers, maar we hebben onze huurders en stakeholders ook gevraagd hoe zij onze rol zien als het gaat om de huisvesting van ouderen. Een beknopte weergave: Op 25 maart 2008 is in het Centraal Bewonersoverleg gesproken over een notitie Vidomes _ Senioren, een voorloper van het seniorenbeleid. Diverse aspecten die een plek hebben gekregen in deze kadernota zijn destijds aan de orde geweest, waaronder kleinschalige woonvormen, doorstroming bevorderen, woongroepen en leefstijlen. Bij de (eerste) stakeholders bijeenkomst in april 2008 is met diverse belanghebbenden gesproken over ons seniorenbeleid. Men vond dat we ons moeten richten op de betaalbaarheid van de voorraad voor senioren, het realiseren van kleinschalige woonvormen en het bevorderen van de doorstroming. In 2009 hebben we onze huurders en stakeholders geënquêteerd om te onderzoeken wat zij van ons verwachten. Hieruit is duidelijk naar voren gekomen dat zowel huurders als professionele partners vinden dat Vidomes zich moet inspannen voor voldoende seniorenhuisvesting. Het USP-onderzoek2 dat in 2009 heeft plaatsgevonden geeft 25% aan dat het geschikt maken van onze woningen voor senioren een belangrijk thema is voor de komende 5 jaar. Van onze stakeholders vindt 60% ons een prima partner voor het realiseren van kleinschalige huisvestingsvormen voor senioren/minder validen in wijken. Slechts 4% ziet hier geen rol voor ons weggelegd. De overige 37% is neutraal of heeft geen mening. Het visitatierapport van PwC uit juni 2010 geeft aan dat we er goed in slagen om onze doelstelling ten aanzien van senioren te realiseren. Een punt dat we (nog) niet hebben opgepakt is een pilot klantgericht ontwikkelen van seniorencomplexen.
2
USP, Maatschappelijk imago-onderzoek Vidomes, “Hoe wordt Vidomes een maatschappijgedreven corporatie?”, december 2009
12
In 2010 hebben we vier stakeholderontbijten gehouden. Onze partners onderschrijven de focus van Vidomes op senioren en zorg binnen de kaders van betaalbaar wonen en vitale buurten. Het gaat te ver om in deze nota alle al lopende samenwerkingsverbanden te noemen. Het mag duidelijk zijn dat we als maatschappijgedreven corporatie constant in dialoog zijn met onze huurders en partners. Doel daarbij is om samen zaken op te pakken en elkaar daarin te versterken en ondersteunen.
13
3.
Maatschappelijke context
Het aantal senioren neemt in Nederland toe van 2,6 miljoen in 2011, naar 4,6 miljoen in 2040. Omdat de zorgkosten en de pensioenen niet meer opgebracht kunnen worden als gevolg van deze vergrijzing, worden deze stelsels hervormd. De vraag is wat de gevolgen zullen zijn voor onze doelgroep, zeker nu we ook nog te maken met de gevolgen van de economische crisis. Daarnaast hebben we te maken met decentralisatie van bevoegdheden naar de gemeenten in een tijd van forse bezuinigingen op de gemeentelijke begrotingen. Een lastige opgave die vraagt om een gezamenlijke aanpak met partners.
3.1
Economische crisis
De crisis heeft ook gevolgen voor de senioren. Ook zij worden geconfronteerd met de bezuinigingen van de overheid. Ook de onzekerheid rond het inkomen (met name de indexering van het pensioen), maar ook zaken als een hogere eigen bijdragen hebben uitwerking op het inkomen van de senioren de komende jaren.
3.2
Hervormingen in de zorg
Het huidige kabinet kiest voor ingrijpende hervorming van de AWBZ. In de toekomst is deze alleen nog maar bestemd is voor het leveren van langdurige zorg aan mensen met ernstige beperkingen of aandoeningen. Het kabinet doet dit door decentralisatie van taken naar gemeenten en door burgers aan te spreken op hun eigen kracht. De stelselwijziging brengt met zich mee dat aanspraak op zorg (intra- en extramuraal) wijzigt en verantwoordelijkheden voor aanbod van zorg, wonen en begeleiding verschuiven. Corporaties en zorgorganisaties krijgen te maken met geheel andere uitgangspunten bij het huisvesten van ouderen met een zorgvraag. 3.2.1 Scheiding wonen en zorg Het kabinet kiest ervoor om wonen en zorg te scheiden. In een eerder stadium was al bepaald dat de vergoeding voor verblijf niet aan een locatie was gekoppeld maar aan een zorgvrager. Nu is ook besloten dat cliënten zelf voor hun woonruimte gaan betalen. Bedoeling is dat bewoners van instellingen hierdoor meer keuzevrijheid krijgen en dat meer huisvestingsvarianten worden aangeboden om tegemoet te komen aan hun woonwensen. Mensen met een zorgvraag die ervoor kiezen zelfstandig thuis te blijven wonen worden beter gefaciliteerd. Het aantal zelfstandig wonende senioren zal de komende jaren toenemen. Daarmee samenhangend zal de zorgvraag van zelfstandig wonende senioren toenemen. Naast de zorgverleners ziet de minister hierbij ook een rol voor gemeenten en woningcorporaties. Scheiden van wonen en zorg hangt nauw samen met de introductie op 1 januari 2012 van integrale tarieven. Voor een cliënt in een verpleeg- of verzorgingshuis zal een AWBZvergoeding beschikbaar zijn voor zorg, maar ook voor huisvesting via de normatieve huisvestingscomponent (NHC). Door de ontwikkelingen in de bekostiging van de zorg zijn de zorgpartijen sterk afhankelijk en gericht op cliënten met de zwaardere zorgvraag. De ene instelling is gericht op verpleeghuizen en zorghotels nieuwe stijl, de andere partner is sterker gericht op kleinschalige zorgconcepten in de buurt. Bijna al onze zorgpartners hebben het ook financieel steeds lastiger. Dit geldt eveneens voor onze welzijnspartners. Zij worden veelal gefinancierd door de gemeenten en hebben te maken met lagere budgetten en veel onzekerheid door steeds wijzigende financieringsarrangementen van de overheid. Het clusteren van cliënten met een lichtere zorgvraag maakt het voor zorgaanbieders financieel makkelijker om zorg te leveren. In Leidschendam-Voorburg hebben wij al het verzoek gehad om via de woonruimteverdeling deze cliënten in één complex te clusteren. We onderzoeken of dit mogelijk is. Voor nieuwbouw zal het nieuwe stelsel direct gelden, bestaande gebouwen kennen een overgangstermijn van zes jaar. Het kabinet biedt geen oplossing aan voor het boekwaardeprobleem dat hierdoor ontstaat bij corporaties die verhuren aan zorgorganisaties.
14
3.2.2 Afschaffen persoonsgebonden budget (PGB) Per 1 januari 2014 komt als gevolg van rijksbezuinigingen voor 90% van de gevallen het PGB te vervallen. PGB-ontvangers kunnen zelf zorg inkopen en daarmee regie te voeren over de invulling ervan. Vanaf 2014 zijn ze weer aangewezen op de financiering van zorg conform de Zorg In Natura-constructie (ZIN) waarbij zorginstellingen direct door de staat of de zorgverzekeraars worden betaald.
3.3
De gemeente als regisseur
Sinds 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) van kracht. De gemeenten zijn uitvoerders van deze wet. De positie van de gemeente in de trits wonen, welzijn en zorg is daarmee belangrijk versterkt. Gemeenten bezuinigen de komende jaren flink op de WMO, terwijl het aantal cliënten dat aangewezen is op de WMO zal toenemen. Onder andere omdat een deel van de langdurige zorg uit de AWBZ, de dagbesteding en begeleiding, naar de gemeenten gaat. De WMO wordt hiervoor aangepast. Mensen die niet zelfredzaam zijn kunnen vanaf 2013 een beroep doen op de WMO in hun gemeente 3.3.1 Wijkgericht werken wordt steeds belangrijker De afgelopen jaren zijn veel gemeenten, partners op het gebied van wonen, welzijn en zorg en senioren bezig geweest met het realiseren van complete woonservicezones. In onze gemeenten hebben we woonservicezones in alle wijken en gemeenten die streefden naar enkele van dergelijke zones. Centraal in dergelijke gebieden staat een dekkend netwerk aan voorzieningen en goede toegankelijke woningen en openbare ruimte. De komende jaren zal dit beleid veel meer geïntegreerd worden in de wijk- en buurtaanpak. Er zijn al veel voorbeelden waar gewerkt wordt met zogenaamde wijkzorgteams, waarbij teams van zelfstandige werkende professionals de zorg leveren in een wijk. Verschillende organisaties en disciplines komen in een dergelijk team bij elkaar. De verwachting is dat het welzijnswerk op een soortgelijke manier georganiseerd gaat worden in de toekomst. Een vergaande vorm hiervan is het verlenen van mandaat aan zogenaamde wijkcoaches. Zij handelen zelfstandig namens de verschillende instanties zoals corporaties, bureau leerplicht, het Centrum voor Werk en Inkomen, de jeugdzorg, het maatschappelijk werk en de verslavingszorg.
3.4
Hervormingen in het pensioenstelsel
Door de vergrijzing zijn er straks minder werkenden om het toenemend aantal pensioenen te betalen. De pensioenleeftijd wordt in twee stappen verhoogd naar 67 jaar in 2025. Daarnaast worden maatregelen genomen die werkenden stimuleren langer door te werken. Ook het aandeel werkenden op leeftijd binnen onze doelgroep zal toenemen. Zij hebben immers niet de financiële mogelijkheden om – zoals mensen uit een koopwoning dat wellicht wel hebben hun kapitaal in te zetten om eerder met pensioen te gaan.
3.5
Ontwikkelingen in de corporatiesector
Per 1 januari 2011 moeten corporaties minimaal 90% van de woningen met een huurprijs tot de huurprijsgrens (prijspeil 2011: € 652) toewijzen aan huishoudens met een fiscaal jaarinkomen van maximaal € 33.614 (prijspeil 2011). Senioren met een (iets) hoger inkomen komen dus niet meer zo makkelijk in aanmerking voor een sociale huurwoning. Een deel van onze 10%-ruimte zullen we inzetten voor senioren met een zorgvraag. Een deel van de senioren is in de toekomst aangewezen op woningen met een huurprijs van € 650-750. Hetgeen niet erg spoort met de wensen van de senioren. Zij kunnen in theorie vaak wel wat meer betalen dan ze nu doen, maar een te grote huursprong belemmert de verhuizing. Een experiment met huurgewenning biedt mogelijk uitkomsten.
3.6
Wat doen de partners?
Hoe reageren de verschillende partners op de ontwikkelingen die gaande zijn? Binnen ons werkgebied is een groot aantal corporaties actief. Het palet is zeer divers; van kleinere lokaal verankerde organisaties tot grote landelijk werkende partijen. Wat focus betreft zijn er overeenkomsten en verschillen. Wat we gemeenschappelijk hebben is dat alle corporaties op dit moment kritisch kijken naar hun financiële poolstok. Dit leidt tot het bijstellen van
15
investeringen. Hetzelfde geldt ook voor de gemeenten. De komende jaren wordt stevig bezuinigd op de gemeentelijke uitgaven. De organisaties en de gemeentelijke begrotingen worden kritisch tegen het licht gehouden. Bezuinigingen op bijvoorbeeld de WMO en Welzijn hebben direct gevolgen voor een deel van onze oudere bewoners. Het ‘gat’ dat hierdoor ontstaat zal zo goed mogelijk opgevangen moeten worden in de vorm van een gezamenlijke aanpak. Zorginstellingen spelen hierbij ook een rol. Wat daarnaast voor de zorgpartners van belang is, zijn de wijzigingen in wet- en regelgeving. De scheiding van wonen en zorg gaat grote consequenties hebben voor deze organisaties. Kernvraag waar zij mee worstelen is hoe we in de toekomst omgaan met mensen die een beschermde woonomgeving nodig hebben, maar (nog) niet naar een verpleeghuis hoeven. Hoe zorgen we er als partijen samen voor dat zelfstandig wonende ouderen de zorg krijgen die ze nodig hebben op een betaalbare manier? Het antwoord zit voor Vidomes in het pakket aan instrumenten dat we in hoofdstuk 5 van deze nota presenteren.
16
4.
Het vastgoed van Vidomes
We zeiden het al: dé senior bestaat niet. Dit betekent dat dé seniorenwoning ook niet bestaat. Dit vraagt om een woningportefeuille met een compleet palet aan woningen om de brede seniorengroep te kunnen bedienen. Voor de klant moet duidelijk zijn dat er wat te kiezen valt bij Vidomes. Daarbij rekening houdend met de specifieke eisen van senioren. Voor Vidomes blijft het van groot belang om in te spelen op de verschillende wensen van senioren en daarin ook onderscheid te maken. Er zijn senioren die graag met elkaar en bij elkaar willen wonen, soms vooral met gelijkgestemden. Andere groepen senioren willen juist gemengd wonen met gezinnen en kinderen om zich heen en moeten er niet aan denken om met alleen ouderen te wonen. Deze wensen zijn niet aan leeftijd gekoppeld, maar worden bepaald door de persoonlijkheid van mensen.
4.1
Toegankelijkheid
Een specifieke eis aan voor senioren geschikte woningen is de toegankelijkheid. Binnen de regio wordt hiervoor een sterrenindeling gehanteerd bestaande uit 4 categorieën: 1 ster: Nultredenwoning: woning op de begaande grond of toegankelijk met een lift 2 sterren: Rollator toe- en doorgankelijke woning 3 sterren: Rolstoelwoning 4 sterren: Extra ruime rolstoelwoning. Onderstaande tabel geeft een eerste grove indeling. Hierbij is op complexniveau gekeken naar de toegankelijkheid. Binnen een complex zijn er vaak verschillen. Deze eerste verkenning laat zien dat we ongeveer 8.300 woningen bezitten met één of meerdere sterren. Dit is 47% van onze woningvoorraad. De toegankelijkheid op woningniveau zal binnen de kaders van het portfoliobeleid scherper in beeld worden gebracht. Eind 2014 moet 55% van onze woningvoorraad geschikt zijn voor senioren met een duurzaam perspectief. Dit willen we bereiken door de woningtypen die gelijkvloers (traploos) zijn op te waarderen naar goed toegankelijke woningen. Toegankelijkheid seniorenwoningen Vidomes – op hoofdlijnen L’dam-V’burg Nultreden
Delft
Rijswijk
Zoetermeer
Den Haag
Totaal
1.352
924
925
2.079
183
5.463
Rollator
41
492
35
1.385
71
2.024
Rolstoel
129
176
--
511
--
816
1.522
1.592
960
3.975
254
8.303
Totaal
Bron: SGITobias Naast de woning speelt ook de directe woonomgeving een grote rol. Niet alleen het voorzieningenniveau, maar ook de buren/bewoning en de leefbaarheid/veiligheid zijn belangrijke aspecten. Het totaalplaatje bepaalt de leefstijl van het complex. Aan deze leefstijlbenadering van seniorencomplexen willen we de komende jaren verder invulling geven. In hoofdstuk 5 wordt dit nader toegelicht.
4.2
Achilleshiel 1: Verzorgingshuizen
Vidomes heeft een drietal verzorgingshuizen in haar bezit in Zoetermeer. Deze complexen zijn voor lange periodes verhuurd aan zorgpartner Vierstroom. De komende periode zullen voor de drie locaties plannen gemaakt worden. De complexen zijn in de toekomst voor minder senioren het antwoord op hun huisvestingsvraag. Dat betekent dat per locatie gekeken zal worden naar de mogelijkheden van het vastgoed en de mogelijkheden om woningen te maken die wel passen bij de wensen van zittende en toekomstige senioren.
17
Het zal nadrukkelijk een samenspel zijn tussen Vidomes, Vierstroom en de gemeente Zoetermeer. Daarbij verwachten we van de samenwerkende partijen ook een bijdrage. We beginnen met plannen voor ’t Seghe Waert, daarna volgen Buytenhaghe en Morgenster. In de aanpakken zullen we ook steeds kijken naar de mogelijkheden voor kleinschalige verpleeghuiszorg en de mogelijkheden elders in Zoetermeer. Drie verzorgingshuizen in Zoetermeer Aantal kamers Complex
Cluster
Wijk
5540
WZC De Morgenster
Dorp
5548
WZC Buytenhaghe
5549
WZC ’t Seghe Waert
1
2
Totaal
54
3
57
De Leyens
136
12
148
Seghwaert
167
10
177
357
25
382
Er zijn grofweg drie mogelijke scenario’s te onderscheiden: Opwaardering: een verbetering met als doel verhuur aan senioren met een zorgvraag Transformatie: wijzigen van de doelgroep Herbestemming: sloop & nieuwbouw Een combinatie van deze scenario’s is ook denkbaar, waarbij bijvoorbeeld een deel wordt opgewaardeerd voor de combinatie wonen en zorg en een deel geschikt wordt gemaakt (getransformeerd) voor een andere (bijzondere) doelgroep. Welk scenario we ook kiezen, het ‘boekwaarde-probleem’ blijft een feit. Verkorting van de exploitatietermijn van verpleeg- en of verzorgingshuizen levert boekhoudkundige tekorten op. Dit is een landelijk probleem en de komende periode moet duidelijk worden of hier ook een landelijke oplossing voor gevonden kan worden.
4.3
Achilleshiel 2: tweekamerwoningen
De eigentijdse senior neemt geen genoegen meer met een tweekamerappartement. Geen plek voor een logeerpartij van de (klein)kinderen, een hobbykamer of gewoon een ruimte om je was te doen. Deze woningen moeten we daarom niet meer bouwen. Maar wat te doen met de 1.300 tweekamerwoningen die we bestemd hebben voor senioren en waarvan 70% kleiner is dan 60m2? Een deel van deze woningen zullen we langzaamaan en op een zeer zorgvuldige wijze bestemmen voor andere doelgroepen bijvoorbeeld jongeren of gescheiden ouders. Voorwaarde daarbij is natuurlijk wel dat er voldoende aanbod is voor senioren. We zullen daarom binnen ons portfoliobeleid het aantal voor senioren geschikte woningen scherp in kaart brengen en hier op sturen. Een ander aandachtspunt is de vraag hoeveel kwaliteit we in de toekomst kunnen bieden voor woningen met een lage huurprijs (tot de aftoppingsgrenzen). Huishoudens die weinig te besteden hebben, zullen kwalitatief minder goede woningen bewonen. Tweekamerwoningen zijn vanuit prijs-kwaliteit verhouding wellicht een prima product voor de allerlaagste inkomens. Zeker als in de toekomst de huren zullen toenemen.
18
5.
Antwoorden van Vidomes 2011-2014
De strategische visie 2011-2014 geeft de kaders aan voor ons seniorenbeleid voor de komende jaren. Hierin zijn de idealen, doelen, resultaten en activiteiten benoemd. Deze visie vormt de kapstok voor de instrumenten waar we in de periode 2011-2014 aan werken om ons ideaal ‘voor iedere senior een arrangement op maat’ waar te kunnen maken.
5.1
Instrumenten
Om de activiteiten uit de strategische visie uit te voeren zetten we een aantal instrumenten in. In hiernavolgende paragrafen staan deze instrumenten beschreven. Voor de uitwerking wordt per instrument een apart plan van aanpak opgesteld. A. B. C. D. E. F. G. H.
Seniorenmakelaar Opplussen op maat Woonservicezones Verhuisarrangement Toegankelijke woningvoorraad Kleinschalige woonzorgconcepten Wooncatalogus naar leefstijlen Aanpak verzorgingshuizen
(§ 5.1.1) (§ 5.1.2) (§ 5.1.3) (§ 5.1.4) (§ 5.1.5) (§ 5.1.6) (§ 5.1.7) (§ 5.1.8)
Schematisch ziet de koppeling met de doelen uit de strategische visie er als volgt uit: DOELEN
INSTRUMENTARIUM
Ken de individuele klant
- Seniorenmakelaar (A)
2
Oud in eigen huis
- Seniorenmakelaar (A) - Opplussen op maat (B) - Woonservicezones (C)
3
Verleiden tot verhuizen
- Seniorenmakelaar (A) - Verhuisarrangement (D)
4
Zorg voor voldoende passend aanbod
- Toegankelijke woningvoorraad (E) - Kleinschalige woonzorg (F) - Wooncatalogus naar leefstijlen (G) - Aanpak verzorgingshuizen (H)
Communicatiestrategie
1
Communicatiestrategie als randvoorwaarde De communicatiestrategie is een instrument dat als voorwaarde geldt voor het slagen van alle andere instrumenten. De strategie moet de instrumenten ondersteunen en versterken. Op basis van bijeenkomsten met stakeholders zijn de verwachtingen en belangen van de diverse partijen helder. 5.1.1 Seniorenmakelaar De seniorenmakelaar is hét aanspreekpunt voor senioren met een woonvraag in ruime zin. Welke mogelijkheden zijn er om met aanpassingen/diensten aangenaam in de huidige woning te kunnen blijven wonen. Wat zijn de geschikte woonmogelijkheden elders? Hoe kan men effectief zoeken naar nieuwe woonruimte, al of niet ondersteund door Vidomes? De seniorenmakelaar is een adviseur die aan oudere (kandidaat)huurders voorlichting kan geven en kan bemiddelen naar welzijn- en zorgdiensten. De makelaar bouwt een relatie op met onze oudere huurders en heeft inzicht in de woon- en verhuiswensen van deze klant. Samen wordt gekeken naar geschiktheid van de huidige woning en de woonomgeving in geval van lichamelijke, psychische en of sociale beperkingen.
19
De seniorenmakelaar gaat actief op zoek naar senioren met een verhuiswens in ruime appartementen en eengezinswoningen. Ook bij grootschalige onderhoud- en renovatieprojecten wordt de seniorenmakelaar ingezet. Hierbij wordt in eerste instantie gezocht naar passende woonruimte elders in het bezit van Vidomes. De seniorenmakelaar werkt met concrete zoekopdrachten en heeft de beschikking over een de instrumenten uit het verhuisarrangement (zie § 5.1.4). Resultaat: Jaarlijks 25 senioren uit schaarse woningen naar tevredenheid huurder verleid tot verhuizen. 5.1.2 Opplussen op maat De huidige woning is de ultieme seniorenwoning voor veel van onze bewoners. Veel woonconsumenten vinden het prettig als preventief een beperkt aantal voorzieningen in de woning wordt aangebracht, zoals het weghalen van drempels in de woning, het plaatsen van beugels in het toilet, de badkamer en de trap en bijvoorbeeld het plaatsen van een verhoogde toiletpot e.a. De kosten hiervan komen voor een deel voor rekening van de gemeente via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), als mensen daarvoor geïndiceerd zijn. Het oppluspakket van Vidomes is gereed. Vidomes wil snel aan de slag met woningaanpassingen op maat. We bieden dit alleen aan bij bewoners in seniorenwoningen (65+) Voorwaarde is verder dat de kosten van dergelijke ingrepen gezamenlijk worden betaald door Vidomes, de betreffende gemeente en een eigen bijdrage van de bewoners. Te denken valt aan een verdeling van 1/3, 1/3 en 1/3de deel. De ervaringen in Delft van Vestia en Vidomes hebben geleerd dat het totale oppluspakket circa € 2.500 kost. Als het geheel kosteloos wordt aangeboden doet de helft van de senioren mee. Zij kiezen dan voor de helft van het maatregelenpakket. Rekening houdend met de eigen bijdrage zal het aantal senioren dat mee wil doen iets lager zijn dan de 50%. We houden rekening met 40%. Resultaat: Vanaf 2012 jaarlijks 400 woningen opgeplust. 5.1.3 Woonservicezones Door alle bezuinigingen en budgetten die onder druk staan is het vooral zaak om ook de bestaande voorzieningen zoveel mogelijk in de lucht te houden en slimme koppelingen te maken met vooral de gemeenten, de collega-corporaties en andere partners. We streven samen met hen naar een dekkend netwerk van zorgvoorzieningen en diensten in de wijk. In verschillende wijken horen daar ook multifunctionele wijkservicecentra bij. De komende periode moeten prioriteiten gesteld worden. Daarbij kiezen we als Vidomes primair voor de meest kwetsbare buurten en wijken. De betrokken instanties zullen hierbij nog nadrukkelijker moeten samenwerken. Een aantal van onze complexen (gaan) fungeren als centrum van een woonservicezone: In Zoetermeer zijn dit: Gondelkade (De Leyens), Albrandswaard (Meerzicht) en Bijdorp (Driemanspolder). In Leidschendam-Voorburg: De Dillenburgh (Prinsenhof) en Mariënpark (Raadhuiskwartier). In Delft ontwikkelen we de komende jaren samen met de partners een woonservicezone in de wijken Voorhof en Tanthof (light-variant). In Rijswijk verloopt het proces moeizamer. Daarnaast hebben we in Zoetermeer samen met onze zorgpartner Vierstroom twee ‘grand cafés’, in de Albrandswaard en de Gondelkade. Beide fungeren als complex- en wijkontmoetingsplaats. Ook deze functies staan onder forse financiële druk door gemeentelijke bezuinigingen en bezuinigingen op de AWBZ. Woonservicezones bieden ook de mogelijkheid om de wijkgerichtheid van Vidomes en de partners een impuls te geven. Samenwerking in wijkteams bestaande uit professionals uit verschillende organisaties, waaronder corporaties, is de toekomst. De teams kennen de wijkbewoners, bieden waar nodig hun diensten aan en voeren acties uit die bijdragen aan de leefbaarheid in de wijk. Deze beweging is al goed zichtbaar in Delft en Zoetermeer. In Rijswijk en Leidschendam-Voorburg wordt nog niet wijkgericht gewerkt, maar is wel de bestuurlijke intentie hiertoe uitgesproken. Onze prioriteit gaat uit naar de wijken waar we als Vidomes veel bezit hebben en waar de problemen het grootst zijn. De wijkteams zullen ook inzet worden
20
om, samen met partners, de vraag-aanbodverhoudingen in kaart te brengen met betrekking tot wonen met zorg. Resultaat: Vidomes levert een bijdrage aan de bestaande wijkteams. Nieuwe wijkteams in gemeenten waar deze nog niet bestaan worden door ons gesteund, maar we nemen niet de regie. De Vidometer wordt ingezet als instrument. Op wijkniveau wordt samen met partners de vraag-aanbod verhouding in kaart gebracht met betrekking tot wonen met zorg. 5.1.4 Verhuisarrangement Om de doorstroming te bevorderen ontwikkeld Vidomes een ‘verhuisarrangement’. Dit arrangement bestaat uit verschillende onderdelen en heeft tot doel ondersteuning te bieden bij de verhuizing op moment dat huurders niet op eigen gelegenheid kunnen verhuizen. Een verhuisarrangement is maatwerk. Per verhuizing wordt gekeken welke hulp we kunnen bieden. Dit kan bijvoorbeeld zijn in de vorm van dienstverlening, een éénmalige onkostenvergoeding of huurgewenning. Resultaat: Een uitgewerkt instrumentarium in 2012.
5.1.5 Toegankelijkheid woningvoorraad Voor senioren is een goede toegankelijkheid van de woning en de directe omgeving een voorwaarde. In de woningen moet eventuele (thuis-)zorg geleverd kunnen worden. In een deel van onze woningvoorraad kan dat al prima, in een ander deel (nog) niet. Complexen die qua ligging (midden in de woonservicezone) en bewoning bij uitstek geschikt zijn voor senioren zullen aangepakt moeten worden wat betreft de toegankelijkheid. Vidomes gaat in het kader van het portfoliobeleid inzichtelijk maken welke woningen gelabeld blijven voor senioren en hoe de voorraad toegankelijke seniorenwoningen zich moet ontwikkelen gezien de vergrijzing in onze werkgemeenten en onze complexen in het bijzonder. Welke woningvoorraad nultreden-woningen hebben we nu en welke woningvoorraad hebben we in de toekomst nodig. Daarbij zullen we ook inzichtelijk maken welke aanpassingen noodzakelijk zijn voor de scootmobielen. Dit is echt maatwerk per complex. Gaat hierbij zowel om stallingmogelijkheden als om oplaadpunten. Resultaat: Op complexniveau is duidelijk welke aanpassingen we gaan uitvoeren om de toegankelijkheid te verbeteren. Binnen de regio en met de gemeenten zijn er afspraken gemaakt over de woningtoewijzing van goed toegankelijke woningen (rollator- en rolstoelwoningen).
5.1.6 Kleinschalige woonzorgconcepten Er is veel behoefte aan kleinschalige woonvormen met zorg. Het gaat hierbij met name om voorzieningen voor dementerenden en de geestelijke gezondheidszorg. In de regel projecten met zo’n 25 tot 30 eenheden. In de huidige verpleeghuizen zitten vooral mensen met lagere inkomens. Zij kunnen momenteel niet kiezen voor een kleinschalige voorziening, omdat het aanbod ontbreekt. Verder is er nadrukkelijk ook behoefte aan clusters voor bepaalde groepen: bijvoorbeeld MIVA-woningen voor lichamelijk gehandicapten (FoKus-projecten), projecten voor verstandelijk gehandicapten en beschermde doelgroepen uit de GGZ. Vidomes gaat de komende periode een universeel concept ontwikkelen voor kleinschalige woonzorgvormen dat voor meerdere doelgroepen geschikt is. Hiervoor stellen we een breed gedragen programma van eisen op. Vidomes is bereid om in combinatie met de woonprojecten meer huisvestingsfaciliteiten voor zorg en welzijn in de wijk te ontwikkelen en het investeringsrisico voor de kleinschalige voorzieningen voor eigen rekening te nemen. Projectontwikkeling is trekker van het programma van eisen. Samen met de vestigingen worden locaties onderzocht waar kleinschalige woonzorg gerealiseerd kan worden. Het gaat dan zowel om onze bestaande complexen als om nieuwbouw. Te denken valt aan: De Heuvel, Paulinesymfonie, Palenstein, ’t Seghe Waert, Buytenhaghe, Morgenster, Petuniatuin en Buitenhof.
21
Beschutte woonvormen Samen met onze bewoners, de werkgemeente en zorgpartners zullen we kijken of enkele complexen met zelfstandige woningen ontwikkeld kunnen worden richting een meer beschutte woonvorm. Het worden geen verzorgingshuizen, maar blijven zelfstandige woningen. Samen kunnen we bekijken of er behoefte is aan een kleinschalige zorgpost voor de thuiszorg in het complex en de directe omgeving. Medewerkers van de thuiszorgorganisatie, de ouderenadviseurs en de Vidomes complexbeheerder kunnen vanuit die kleinschalige post werken. Het lijkt het meest voor de hand te liggen om dit vooral te combineren met bestaande gemeenschappelijke ruimtes en spreekkamers in het complex. Bij de verhuur van vrijkomende woningen kan dan ook zo nodig gekeken worden naar de zorgindicatie van de klanten. Resultaat: Vidomes start in 2012 intern een kerngroep voor het stimuleren van kleinschalige woonzorgprojecten. Naast eigen medewerkers zullen hiervoor ook externe deskundigen uit de zorgsector worden betrokken. In 2012 is het PvE kleinschalige woonzorgvormen gereed. Samen met de zorgpartners, gemeenten en bewoners maakt de kerngroep afspraken over de realisatie van beschutte woonvormen en kleinschalige zorgposten in een aantal complexen (buurtzorg). We streven naar de afronding van vier projecten voor senioren in de periode tot e met 2014 en de start van één nieuw project per jaar. 5.1.7 Wooncatalogus naar leefstijlen Een mooi ideaal voor de toekomst is om al onze complexen in te delen op zo’n manier dat woningzoekenden een goed beeld krijgen van de woning waar ze op reageren. Het gaat dan niet alleen om de harde feiten zoals de toegankelijkheid, het woningtype en het aantal kamers, maar ook wat de sfeer is in een complex. In deze nota doen we een allereerste aanzet. In de toekomst zullen we onze complexen ook gaan indelen op basis van hun imago en identiteit. Was is de huidige leefstijl in een complex? Wat is de waardering voor de woning en de woonomgeving? Wat zijn de interesses van de bewoners en waarom kiest men juist voor dit complex? Deze manier van naar een complex of een gebied kijken helpt om de specifieke kwaliteiten van dit complex of gebied te versterken. Daarbij oriënteren we ons onder andere op de leefstijlenbenadering van Smart Agency die in Haaglanden al op een aantal plaatsen wordt toegepast. Wellicht biedt dit ook goede aanknopingspunten. In deze kadernota beperken we ons voorlopig tot een indeling in vijf hoofdcategorieën. Deze vormen de basis voor een nadere uitwerking naar leefstijlen in een later stadium. De vijf segmenten zijn:
Klassiek wonen: aanleunwoningen en verzorgingshuizen Compleet wonen: woongebouwen met welzijns- en zorgvoorzieningen voor senioren Anders wonen: wonen in woongroepen voor senioren en/of zorgvragers Gewoon wonen: woningen die momenteel voorzien zijn van een label 55+, 65+ of 75+ Overige nultredenwoningen: nultredenwoningen zonder leeftijdslabel, maar waar senioren ook prima kunnen wonen.
Catalogus seniorenwoningen Vidomes L’dam-
Delft
Rijswijk
Zoetermeer
V’burg
Den
Totaal
Haag
Klassiek wonen
117
114
35
648
24
938
Compleet wonen
211
111
--
517
--
839
Anders wonen*
--
--
--
202
--
202
Gewoon wonen
535
492
421
955
71
2.474
Overig nultreden
730
875
504
1.623
159
3.891
22
Totaal
1.593
1.592
960
3.975
254
8.374
(*) Anders Wonen Vidomes heeft een tweetal woongroepen in Zoetermeer: Juweellaan/Nathaliegang en Sarabande. In meerdere werkgemeenten is behoefte aan dergelijke woonvormen. In het land zijn woongroepen voor verschillende culturele achtergronden of andere groepen bewoners. Vaak hebben ze een gemeenschappelijke ruimte, keuken en/of tuin. De komende periode zijn we bereid op basis van concrete belangstelling enkele trajecten te starten. Dit kan zowel in bestaande als nieuwe projecten. We blijven wel letten op passendheidscriteria met betrekking tot inkomen en de kracht van de woongroep. Woongroepen zijn ook maatschappelijk zeer nuttig. Mensen helpen en steunen en elkaar en zijn minder afhankelijk van professionele hulp. Met name woongroepen met dezelfde culturele achtergrond zullen in de toekomst toenemen. Verhuur op basis van leefstijlen In 2012 willen we starten met de verhuur van een aantal complexen op basis van leefstijlen. Daarbij haken we aan op bestaande modellen die hun succes hebben bewezen, zoals het model van Smart Agency dat al jaren in Dordrecht en Rotterdam en op diverse plaatsen in Haaglanden experimenteel wordt toegepast. Zowel voor de klant als voor Vidomes bieden deze modellen voordelen. Door samen met de klant te bepalen welk complex het beste past zijn huurders gemotiveerd en geïnteresseerd. De klant weet waar hij aan toe is en voor Vidomes betekent dit minder weigeringen, minder herhaald adverteren en meer tevreden klanten. We beginnen met onze seniorenwoningen, maar ook voor meer gemengde complexen kan dit een prima model zijn. Bij gemengde complexen kijken we naar de mogelijkheden om woningen toe te wijzen aan mantelzorgers (indien deze wens zich aandient). Voor dit experiment zullen we draagvlak moeten creëren. Binnen de regio gaan we in gesprek met het Stadsgewest en de SVH om dit structureel in te vullen binnen de mogelijkheden van de (nieuwe) Regionale Huisvestingsverordening. Resultaat: Catalogus naar leefstijlen. Een geslaagd experiment met toewijzing op basis van leefstijlen. Twee nieuwe woongroepen gefaciliteerd. 5.1.8 Aanpak verzorgingshuizen Vidomes heeft een drietal verzorgingshuizen in haar bezit. Deze complexen zijn voor lange periodes verhuurd aan zorgpartner Vierstroom. De komende periode zullen voor de drie locaties plannen gemaakt worden. Resultaat: In de komende 4 jaar worden samen met zorgpartner en gemeente plannen ontwikkeld en uitgevoerd voor de verzorgingshuizen in ons bezit.
23