Factsheet
Senioren en actieve kunstbeoefening In 2009 is ongeveer een op de zes Nederlanders ouder dan 65 jaar en in 2030 zal bijna een kwart van de bevolking bestaan uit 65-plussers1. Een groeiende groep senioren neemt actief deel aan de samenleving, en blijft op cultureel gebied niet achter. Deze factsheet bevat de basiscijfers over actieve kunstbeoefening van senioren en enkele andere wetenswaardigheden op dit gebied.
Jonge ouderen? Wanneer we praten over senioren worden verschillende leeftijdsdefinities gehanteerd zoals 50-, 55- of 65-plussers. Vaak wordt nog onderscheid gemaakt tussen jonge ouderen, babyboomers van 50 tot 65 jaar, en de groep 65-plussers, die op zijn beurt soms wordt onderverdeeld in 65- tot 75-jarigen en 75-plussers. Leeftijd is hiervoor echter niet de belangrijkste factor; meestal zijn levensfase, levensstijl en gezondheid betere indicatoren. De ene senior is de andere niet, maar doordat ouderen meestal geen thuiswonende kinderen meer hebben en minder of helemaal niet meer werken, beschikken ze over meer vrije tijd.
‘Senioren: actiever en gezonder.’ Het actief invullen van die vrije tijd met nieuwe doelen en activiteiten draagt bij aan succesvol verouderen2. Veel senioren zijn ondernemend en het clichébeeld van achter-geraniums-zittende grijsaards is allang niet meer aan de orde. Ouderen van nu zijn fysiek fitter, gedragen zich jonger en staan volop in de maatschappij doordat zij zich bezighouden met cultuur, sport, vrijwilligerswerk, mantelzorg en zorg voor de kleinkinderen3.
1 CBS Statline 2 Ouwehand 2005 3 Kamphuis en Van der Dool 2008; Van Kampen 2008; Kuperus et al. 2008
Kunstfactor
Factsheet senioren en actieve kunstbeoefening - pagina 2
Receptieve cultuurdeelname Als we kijken naar receptieve cultuurdeelname (bezoek van musea, concerten, e.d.) zijn ouderen in bepaalde categorieën opvallend aanwezig. Hierbij vertonen zij niet zelden gelijkenis met hun jeugdigere landgenoten die vaak in schoolverband culturele activiteiten ondernemen. Enkele bevindingen4: • Tussen 1995 en 2007 groeide het aantal bezoekers van de podiumkunsten. De sterkste groei was te vinden bij ouderen in de leeftijd van 50 tot 80 jaar en jongvolwassenen (20 tot 35 jaar). • Op het gebied van cultureel erfgoed (musea, monumenten, archieven) bestaat de grootste groep deelnemers uit schoolgaande jeugd, maar zijn daarnaast relatief veel jonge senioren, 50 tot 65 jaar, actief. Opvallend is dat archieven in toenemende mate 80-plussers trekken. • Balletvoorstellingen worden relatief veel bezocht door 50- tot 65-jarigen, wat ze wederom gemeen hebben met jongeren, in dit geval tieners. • Klassieke muziek trekt veel senioren, waarbij de leeftijdsgroep van 65 tot 80 jaar relatief het sterkst vertegenwoordigd is. • Tussen 1995 en 2007 bezocht een toenemend aantal mensen in de leeftijd van 50 tot 65 jaar een cabaretvoorstelling of popconcert.
Actieve kunstbeoefening Hoewel actieve kunstbeoefening nog altijd meer in de eerste dan in de tweede helft van de levensloop wordt beoefend, dansen, zingen of schilderen Nederlandse senioren heel wat af. Niet vreemd dus dat de grootste toename van het aantal volwassen actievelingen te vinden is in de leeftijdscategorie van 50 tot 80 jaar5. In 2007 deed ruim 40% van de 50- tot 80-jarigen aan actieve kunstbeoefening en van de 80-plussers nog bijna 30% (figuur 1). Figuur 1 Actieve kunstbeoefening van ouderen (in procenten), 1995-2007.
50
50-65 jaar
44
45
39
40 35
43
65-80 jaar
41 > 80 jaar
35 35 31
30
29
28
28
25
23 21
20 15 10 5 0 1995
1999
2003
2007
Bron: SCP (AVO ’95-’07)
4 Van den Broek et al. 2009 5 Van den Broek et al. 2009
Kunstfactor
Factsheet senioren en actieve kunstbeoefening - pagina 3
2,5 miljoen! Uit een recente peiling blijkt dat gemiddeld 52% van de Nederlanders van 6 jaar en ouder aan actieve kunstbeoefening doet. Senioren hebben hierin een flink aandeel: 46% oftewel 1,5 miljoen van de 50 tot 65 jarigen doet in 2009 aan actieve kunstbeoefening. Van deze ‘jonge ouderen’ is 20% intensief, dat wil zeggen meer dan 50 minuten per week, bezig met kunstbeoefening. Van de mensen van 65 jaar en ouder is ruim 1 miljoen, 44%, in de vrije tijd bezig met kunstbeoefening (tabel 1). Dat hier het percentage intensieve beoefenaars met 26% iets hoger ligt, kan worden verklaard doordat met 65 jaar vrijwel iedereen met pensioen is en daardoor waarschijnlijk meer tijd heeft voor hobby’s. Tabel 1 Gemiddelde deelname en deelname van ouderen aan actieve kunstbeoefening (in procenten en aantallen), 2009
Doet aan actieve kunstbeoefening
Doet het wekelijks meer dan 50 minuten
Leeftijd
%
Aantal
%
Aantal
Gemiddeld (6+)
52
8.088.200
25
3.888.557
50-65 jaar
46
1.508.528
20
655.882
65+
44
1.087.599
26
642.672
Bron: MAK 2009 (Kunstfactor / Bureau Veldkamp) en CBS Statline 2009
Wat doen die 2,5 miljoen actieve senioren dan? In figuur 2 is te zien hoeveel procent van de ouderen aan muziek, dans, theater, nieuwe media, beeldende kunst of schrijven doet. Muziek en beeldende kunst zijn het populairst onder amateurkunstenaars van 6 jaar en ouder, ook onder senioren worden deze disciplines het meest beoefend. De lagere deelname van senioren bij dans en theater zou verklaard kunnen worden doordat bij deze kunstvormen een verminderde fysieke gezondheid eerder een belemmering kan zijn. Figuur 2 Deelname aan actieve kunstbeoefening naar leeftijdsgroep en discipline (in procenten), 2009
25
6+
21 20
21
65+
14
15
14 12
12 10
50-65 jaar
20
19 19
8
7
6
13
12
11 7
6
5 1 0 muziek
dans
theater
nieuwe media
beeldende kunst
schrijven
Bron: Monitor Amateurkunst 2009 (Kunstfactor / Bureau Veldkamp)
Kunstfactor
Factsheet senioren en actieve kunstbeoefening - pagina 4
Kunstbeoefening: nooit te oud om te leren Het principe van ‘een leven lang leren’ is ook zichtbaar in de kunstbeoefening. Veel amateurkunstenaars beginnen al tijdens hun jeugd met een hobby en blijven deze op latere leeftijd beoefenen. Een ander gebruikelijk patroon is dat senioren na een tijd waarin vooral werk en gezin centraal stonden, de hobby uit hun jongere jaren weer oppakken. Tot slot bestaan er ook senioren met een late roeping: pas na hun pensionering beginnen zij met toneel spelen of leren ze een instrument bespelen. Over culturele loopbanen werd al vastgesteld dat volwassenen die een kunstvak beoefenen hier vaak pas na hun 18e mee zijn begonnen. Dit patroon is het sterkst in de beeldende kunst en podiumkunsten6. Het grote aantal oudere amateurkunstenaars kan erop duiden dat steeds meer senioren pas op latere leeftijd een langgekoesterde wens in vervulling laten gaan door zich te bekwamen in een kunstvak7. Dat actieve kunstbeoefening bij uitstek geschikt is om op latere leeftijd te doen, heeft onder meer te maken met de beschikbare tijd en aandacht van deze groep. Over het algemeen vraagt kunstbeoefening behoorlijk wat inzet en geduld, en senioren hebben hiervoor vaker de tijd, motivatie en middelen. Daarbij lenen de kunsten zich, in tegenstelling tot bijvoorbeeld sport, doorgaans goed voor beoefening tot op hoge leeftijd. Met name bij meer fysieke kunstvormen als dans kunnen verminderde mobiliteit of gezondheidsproblemen op den duur een belemmering zijn. Maar dit neemt niet weg dat kunstbeoefening nog steeds goed mogelijk is, mits er door de aanbieders van activiteiten rekening wordt gehouden met de beperkingen én mogelijkheden van hun doelgroep.
Lesdeelname en verenigingslidmaatschap In figuur 3 is te zien dat ouderen voor hun kunstbeoefening minder vaak dan gemiddeld (de groep van 6 jaar en ouder) zijn ingeschreven bij een instelling, zoals een kunstencentrum, dansschool of volksuniversiteit. Wel heeft bijna 20% van de oudere kunstbeoefenaars deelgenomen aan lessen in ander verband, bijvoorbeeld bij een particuliere docent, vereniging of in een workshop. Relatief beoefenen veel ouderen hun hobby in verenigingsverband, namelijk 29% van de groep 50-64 jaar en 38% van de 65-plussers, tegenover 24% gemiddeld. Figuur 3 Lesdeelname en verenigingslidmaatschap naar leeftijd (in procenten) 40
38
35
50-65 jaar
29
30 24
25 20
6+
65+
24 20 20
16
15 10 5 0
8 5
Ingeschreven bij educatie-instelling
Deelgenomen aan lessen
Lid van een vereniging
Bron: Monitor Amateurkunst 2009 (Kunstfactor / Bureau Veldkamp)
6 Nagel & Ganzeboom 1996. 7 Knulst 2007.
Kunstfactor
Factsheet senioren en actieve kunstbeoefening - pagina 5
Vrijwilligerswerk Drijvende kracht achter veel actieve kunstbeoefening is de inzet van vrijwilligers. Vrijwilligers vervullen bijvoorbeeld in een vereniging een bestuursfunctie of verrichten taken voor de pr, kleding, decors, catering of logistiek. Meer dan een half miljoen 50-plussers is actief als vrijwilliger in de amateurkunst: 8% (ruim 260.000) van de 50- tot 65-jarigen en 10% (247.000) van de 65-plussers. De vergelijking met het gemiddelde in figuur 4 laat zien dat ouderen een stevig aandeel hebben, en 65-plussers zelfs relatief vaker vrijwilliger zijn voor een amateurkunstgezelschap. De actieve senioren zijn vaker mannen dan vrouwen. Mogelijk speelt de traditionele rolverdeling, waarin vrouwen belast zijn met zorgtaken en mannen buitenshuis werken, hierin mee. Van de volgende generaties senioren zouden dan kleinere verschillen te verwachten zijn, omdat een groter deel van de vrouwen dan een betaalde baan heeft (gehad) en die ervaring ook eerder zal benutten door vrijwilligerswerk te verrichten. Uit de Monitor Amateurkunst blijkt verder dat zowel mannen als vrouwen het vaakst vrijwilliger zijn binnen de muziek. Opvallend is dat mannen van 65 jaar en ouder vaker actief zijn als vrijwilliger op het gebied van nieuwe media en schrijven dan hun seksegenoten tussen de 50 tot 65 jaar (Monitor Amateurkunst 2009). Figuur 4 Deelname naar leeftijd aan vrijwilligerswerk voor de amateurkunst (in procenten)
14 12
12 10 8
9 7
vrouwen
13 10
8
6
totaal
8 5
mannen
5
4 2 0
Gemiddeld (16+)
50-65
65+
Bron: Monitor Amateurkunst 2009 (Kunstfactor / Bureau Veldkamp)
Kunstfactor
Factsheet senioren en actieve kunstbeoefening - pagina 6
Voordelen van actieve kunstbeoefening voor senioren? Dat kunstbeoefening een mens goed doet zal elke liefhebber bevestigen. Het is aannemelijk dat een kunstzinnige hobby senioren een prettige tijdsbesteding geeft en vaak ook een sociaal netwerk oplevert. Daarnaast dragen fysieke kunstvormen (met name dans) direct bij aan de lichamelijke gezondheid. Kortom, kunstbeoefening kan iets betekenen voor de gezondheid en levenskwaliteit van ouderen. Er zijn, vooral in de Verenigde Staten, dan ook verschillende onderzoeken gedaan naar effecten van kunstbeoefening door ouderen. Een greep uit de onderzoeksresultaten: • In een studie werd een groep ouderen die deelnam aan community art vergeleken met een groep die actief was in ‘gewone’ gemeenschapsprojecten. Op verschillende momenten werd de psychische en lichamelijke gezondheid en het sociaal functioneren getest, waarbij de ouderen die zich bezighielden met kunst stabiel bleven of zelfs verbeterden, terwijl de controle groep de achter uitgang liet zien die gebruikelijk is bij het ouder worden8. • In een vergelijkende studie werden ouderen ingedeeld in een wandelgroep en een tangogroep die twee keer per week twee uur oefende. Na tien weken presteerden de tangodansers in vergelijking met de wandelaars beter op zowel cognitief als motorisch gebied. Tango kan volgens de onderzoekers goed ingezet worden als middel voor valpreventie en is bovendien goed voor de sociale contacten van de deelnemers9. • Ouderen die een semester les kregen op een toetsinstrument, bleken na afloop minder last te heb ben van depressieve, angstige gevoelens en eenzaamheid dan voor ze begonnen met deze muzikale bezigheid en in vergelijking met een controlegroep die geen les kreeg10.
Aanbod voor senioren Met 2,5 miljoen kunstzinnig actieve senioren is de vraag naar aanbod voor deze groep actueel maar ook complex. Senioren hebben niet alleen een grote spreiding in leeftijd, maar ook in opleidingsniveau, culturele ervaring en interesse, koopkracht en gezondheid. Bij het ontwikkelen van aanbod is het dus belangrijk om allereerst te bepalen welke (sub)groep bereikt moet worden, bijvoorbeeld actieve, koopkrachtige ouderen die streven naar artistieke ontwikkeling of juist ouderen met een laag inkomen en klein sociaal netwerk met behoefte aan ontmoeting en gezelligheid. Bij het ontwikkelen van aanbod voor senioren kunnen bevindingen uit onderzoek naar cultuurparticipatie van senioren van pas komen11: • Senioren informeren zich voornamelijk door traditionele media, zoals huis-aan-huisbladen, folders en tijdschriften, maar jongere senioren gebruiken hiervoor in toenemende mate het internet. • De bereikbaarheid en veiligheid van de locatie is erg belangrijk. • Qua tijdstip hebben senioren geen eenduidige voorkeur, maar doorgaans kunnen ouderen die van thuiszorg afhankelijk zijn niet te vroeg op de ochtend, en zijn veiligheid en bereikbaarheid vaak minder in de avond. • Combinaties zijn kansrijk, bijvoorbeeld een activiteit gericht op grootouders en hun kleinkinderen of een etentje gekoppeld aan een workshop.
8 Cohen 2001 9 Kotzia & Lee 2005 10 www.amc-music.com/musicmaking/wellness/hormone.htm 11 Sanders, Schaap & Masius 2006; Ligtvoet-Jansen & De Wit 2006
Kunstfactor
Factsheet senioren en actieve kunstbeoefening - pagina 7
Bronnen Broek, A. van den, J. de Haan en F. Huysmans (2009) Cultuurbewonderaars en cultuurbeoefenaars. Trends in cultuurparticipatie en mediagebruik. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. CBS (2008) Kerncijfers Bevolking 2008-2050 (Statline Databank). Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek. CBS (2009) Bevolkingsaantallen naar leeftijd (Statline Databank). Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek. Kampen, C. van (2008). Jongere ouderen. In: C. van Kampen (red.) Grijswaarden. Monitor ouderenbeleid 2008. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Kamphuis, C. en R. van der Dool (2008). Sportdeelname. In: K. Breedveld, C. Kamphuis en A. Tiessen-Raaphorst (red.) Rapportage Sport 2008 (p. 74-101). Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau / WJH Mulier Instituut. Knulst, W. (2007). Het leeftijdsprofiel van amateurs verder uitgediept. In: Wim Knulst (red.) Amateurkunst in de lage landen (p. 84-106). Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland. Kotzia, R. en C. Lee (2005) Shall We Dance. http://www.mcgill.ca/newsroom/news/item/?item_id=17607. Kuperus, M, K. Rat en N. Wilbrink (2008) Lokaal onder de loep. Trendrapport vrijwillige inzet 2008. Utrecht: MOVISIE. Monitor Amateurkunst (2009) Data uit de Monitor Amateurkunst. Kunstfactor / Bureau Veldkamp. Ligtvoet-Jansen, M.G.A. en J.P. de Wit (2006) Cultuurdeelname door senioren. Resultaten van een onderzoek onder het Seniorenpanel Zuid-Holland. Den Haag: Tympaan Instituut. Nagel, I., Ganzeboom, H. en Haanstra, F. (red.) (1996) Cultuurdeelname in de levensloop. Utrecht: Cultuurnetwerk. Ouwehand, C. (2005) Proactive Coping and Succesful Aging. What role do resources and strategies play in the preparation for potential goal threats associated with aging? Proefschrift Universiteit Utrecht. Sanders, E., S. Schaap en M. Masius (2006) Marktonderzoek Senioren en Cultuur in Brabant. Conclusies en aanbevelingen voor de sector. Tilburg: UITmarketingburo.
Kunstfactor
Factsheet senioren en actieve kunstbeoefening - pagina 8
Kromme Nieuwegracht 66 Postbus 452 3500 AL Utrecht T + 31 (0)30 711 5100 www.kunstfactor.nl Kunstfactor is het landelijk sectorinstituut amateurkunst. Als sectorinstituut zijn wij gesprekspartner voor overheden, beleidsmakers en opinievormers en stimuleren we het debat over de amateurkunst. We adviseren, informeren, onderzoeken, initiëren en inspireren. We leggen verbindingen binnen en buiten de sector amateurkunst, nationaal en internationaal. Colofon Samenstelling & tekst: Lotte Volz Op de foto: Diane Amans en de Marple Movers Fotograaf: Matt Priestley Vormgeving: Stof Rotterdam © Kunstfactor, december 2009 Overname van teksten is toegestaan met bronvermelding.