RELIGIE
actieve kunstbeoefening
THEATER
Inhoudsopgave
Voorwoord Inleiding
unst en religie: cijfers en feiten K Theater Religie Christelijke tradities Nieuwe spiritualiteit
3 4 6 6 6 7 8
Theater, vertoning van een spelende mens Ritueel theater Homo ludens Grieks drama en volkstheater Lekenspel
9 9 9 10 11
unst vanuit religie of esthetiek? K Religieuze ervaring Esthetiek Instrumenteel en devotioneel
13 13 14 16
eligie en kunstvorm R Christendom Katholiek Protestant Evangelisch christendom Jodendom Hindoeisme Boeddhisme Islam Nieuwe spiritualiteit
19 19 19 20 21 22 23 24 24 24
etwerk en Infrastructuur N Theater van kerk tot kerk Sociale positie Het passiespel voor iedereen in Nederland?
26 26
Bijlage
30
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 2
28 28
Voorwoord
Kunstfactor inspireert en promoot de amateurkunst en vertegenwoordigt deze op nationaal en internationaal niveau. Door te stimuleren dat veel mensen actief kunst beoefenen, leveren we een bijdrage aan een creatieve en harmonieuze samenleving. Om deze missie te ondersteunen en verder te ontwikkelen besteedt Kunstfactor aandacht aan het thema ‘amateurkunst en religie’. De relatie tussen amateurkunst en religie is aanleiding voor een landelijke inventarisatie. Dit is het derde deel van een zesdelige reeks waarin de verschillende kunstdisciplines aan bod komen. In het eerste deel wordt de relatie behandeld tussen beeldende kunst en religie. In het tweede deel kijken we vanuit de dans naar de rol van religie. In dit derde deel wordt gekeken naar de relatie tussen theater en religie.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 3
Inleiding In zijn artikel Voorbij de ‘clash of fundamentalism’ beschrijft filosoof Henk Oosterling hoe ons huidige bestaan langzaam verwordt tot een groot theaterstuk of een performance. Waar vroeger het theatrale element werd gebruikt om een cultureel of religieus ritueel extra zeggingskracht te geven, zo kan men tegenwoordig op elk moment een rol spelen in een theatrale setting. Zo zijn we dus, net als Shakespeare al stelde, allemaal spelers en is de wereld ons toneel.
‘De openbare ruimte wordt tot een fundamenteel theatrale ruimte die volgens bepaalde vooraf vastgelegde scenario’s verlopen.’ (H. Oosterling)
Theater, het spelen van rollen en het uitvergroten van de werkelijkheid om een bepaalde boodschap te benadrukken lijkt hiermee dus aan de basis van ons denken te liggen. En inderdaad, door de toenemende massa- en nieuwe media zijn we steeds beter in staat om te bepalen hoe mensen ons zien, wat onze boodschap is of welke rol we spelen. Er is veel discussie over de ‘rol’ van religie in de maatschappij. Met name in de politiek neemt deze een hoge vlucht. Verschillen worden sterk aangezet, gevolgen van religieus denken worden onderzocht en nauw omschreven. Is de gelovige ook een speler geworden die zich dient te gedragen naar het scenario dat onze maatschappij heeft geschreven of de regels die de openbare ruimte ons voorschrijft? Dit is een discussie waarin theater als metafoor wordt gebruikt voor de wijze waarop religie zich uit in de maatschappij. Theater als kunstvorm staat hier los van. Desondanks geeft deze metafoor aan op welke wijze theater en het spelen van rollen aan de basis liggen van onze samenleving. Bovendien komt deze thematiek op verschillende manieren nadrukkelijk naar voren in het beschrijven van de relaties en uitingsvormen van amateurtheater en religie. Hoe opener de deelnemers van de Nederlandse samenleving staan ten opzichte van religieuze uitingen, hoe groter de kans is dat we meer religieuze kunst in het openbaar zullen zien. Deze publicatie is onderdeel van de inventarisatie van amateurkunstvormen die hun oorsprong in de religie hebben. De inventarisatie heeft als doel de actieve kunstbeoefening binnen het werkveld van amateurkunst en religie zichtbaar te maken en kunstinhoudelijke, culturele en sociale informatie over deze sector beschikbaar te maken. We bieden hiermee kennis en aanknopingspunten om het werkveld verder te ontdekken en te begrijpen. De inventarisatie heeft een vaste structuur van vier thema’s die in elke publicatie is terug te vinden. Deze structuur is bedoeld om een handvat te bieden waarmee de lezer vergelijkingen kan maken tussen niet alleen de verschillende religies maar uiteindelijk ook de verschillende kunstdisciplines. Het gaat hier om de volgende thema’s: • Kunst vanuit religie of esthetiek
Hoe komt een religieuze vorm van amateurkunst tot stand? Is het vertrekpunt het geloof of de religieuze ervaring, of juist de kunst, de esthetiek?
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 4
• Religie en kunstvorm Op welke wijze is de invloed van religie terug te zien in het werk van amateurkunstenaars? Welke theatervormen zijn ‘typisch religieus’?
• Netwerk en infrastructuur
Hoe zijn de netwerken en de infrastructuur van de religieuze amateurkunst opgebouwd?
• Sociaal-maatschappelijke positie van de amateurkunstenaars
Zijn er verbanden te ontdekken tussen de religieuze achtergrond of affiniteit, het uitoefenen van theater en de sociale positie? Zijn er bevolkingsgroepen die zich op een bepaalde manier bewegen op basis van cultuur, inkomen of sociale status?
Tien (amateur)kunstenaars en professionals die betrokken zijn bij theater en religie kregen deze thema’s in interviews voorgelegd. Om een concreet beeld te geven van de omvang, opbouw en ontwikkeling van de verschillende groepen binnen dit werkveld is ook gebruikgemaakt van verschillende statistische gegevens.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 5
Kunst en religie: cijfers en feiten Theater Nederland telt acht miljoen amateurkunstenaars. Van deze acht miljoen houden 0,75 miljoen mensen zich onder andere bezig met theater. Dit is slechts 5 procent van de Nederlanders van 6 jaar en ouder (MAK, 2010). In cijfers is theater hierdoor de kunstdiscipline die het minste aantal beoefenaars kent. In de praktijk kan het wel voorkomen dat theater als podiumkunst een verzamelterm is voor verschillende andere kunstdisciplines. Zo kunnen dans, muziek en soms ook beeldende kunst een prominente rol spelen bij theaterproducties. Bijvoorbeeld bij musicals waar zang, dans, decor en kostuums van groot belang zijn. Net als de discipline muziek, en in het bijzonder de zang, is theater bij uitstek een groepsactiviteit. 28 procent van de actieve kunstbeoefenaars binnen de discipline theater is lid van een club of vereniging (MAK, 2009). Daarnaast is theater een kunstdiscipline waar relatief veel aandacht wordt besteed aan scholing. 24 procent van de actieve kunstbeoefenaars binnen de discipline theater volgt lessen of volgt cursussen. Naast de discipline dans, waar ook 24 procent deelneemt aan lessen of cursussen, is dit het hoogst gemeten percentage. Bij de discipline schrijven bijvoorbeeld neemt slechts 7 procent van de actieve kunstbeoefenaars deel aan lessen of cursussen. Ook is bij theater nog eens 11 procent van de beoefenaars ingeschreven bij een instelling voor de kunsten, hetgeen doorgaans inhoudt dat ze daar lessen volgen of aan producties werken. Verder is het interessant om te zien dat de actieve theaterbeoefenaar het minste tijd per week besteedt aan het beoefenen van theater. Zoals ook in de Monitor Amateurkunst beschreven staat kan dit liggen aan de aard van de activiteiten rond de kunstdiscipline. Zo kan het mogelijk zijn dat mensen alleen rond een theaterproductie gedurende een korte periode zeer intensief bezig zijn. Het kan zijn dat ze daardoor over een langere periode niet gemiddeld vijftig minuten per week halen (MAK, 2009).
Religie Religie is een maatschappelijk fenomeen waartoe alle geloofsovertuigingen, spiritueel gedachtegoed, godsdiensten en levensbeschouwingen gerekend worden. Onze samenleving kent meerdere religieuze groeperingen. Op basis van het aantal leden van geloofsgenootschappen zijn deze als volgt verdeeld. Figuur 1 | Religieuze groeperingen in Nederland Christendom
6,90 miljoen
Katholicisme
4,30 miljoen
Protestantisme
2,30 miljoen
Overig/evangelisch Islam
0,30 miljoen 0,91 miljoen
Turkse moslims
0,33 miljoen
Marokkaanse moslims
0,31 miljoen
Overig
0,27 miljoen
Hindoeïsme
0,22 miljoen
Boeddhisme
0,25 miljoen
Jodendom
0,04 miljoen
Bron: Geloven in het publieke domein (WRR 2006) Moslims in Nederland (Forum 2009)
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 6
Elke verzamelterm voor een religieuze groepering dient zorgvuldig gehanteerd te worden. Een belangrijke kanttekening is bijvoorbeeld dat het christendom wel is uitgesplitst naar verschillende stromingen maar dat differentiatie in de islam alleen plaatsvindt op land van herkomst. Binnen de islam zijn er meerdere stromingen die niet noodzakelijk overeenkomen met geografische spreiding, waardoor deze indeling tot een vertekend beeld van de werkelijke situatie kan leiden.
Christelijke tradities De christelijke tradities vormen in Nederland een belangrijke groep in de religieuze amateurkunst. Niet alleen gaat het hier om de grootste groep in absolute aantallen, maar de tradities zelf zijn sterk aan verandering onderhevig. Onderstaande grafiek laat zien hoe ze zich hebben ontwikkeld. Vooral de algemene afname van kerkgangers bij de bekende tradities, maar ook de toename van de groep ‘overige gezindten’ en ‘geen kerkelijke gezindte’ zijn opvallende ontwikkelingen. Figuur 2 | Kerkelijke gezindten, 1889/2008 100%
0%
1889
geen kerkelijke gezindte
Katholiek
1930
Hervormd
1971
Gereformeerd
2008
Overige gezindten
PKN
Bron: Volkstellingen (CBS 2008)
Aan de hand van deze grafiek kunnen we niet vaststellen welke verschuivingen er plaatsvinden tussen de tradities onderling. Wel wordt er over het algemeen aangenomen dat de leegloop van kerken bijdraagt aan de groei van nieuwe evangelische of spirituele stromingen. De ontwikkeling van de joodse en christelijke tradities in Nederland is goed gedocumenteerd. De andere geloofstradities zijn echter minder goed in kaart gebracht, maar dit verandert. Inmiddels zijn er meer gegevens bekend over de ontwikkeling van de islam in Nederland, onder andere vermeld in De positie van moslims in Nederland (Factbook 2010, van Forum). Recentelijk is ook het onderzoek Zwevende gelovigen (blz. 51) verschenen. Hierin wordt de ontwikkeling van de zogeheten nieuwe spiritualiteit beschreven, een verzamelterm voor verschillende nieuwe religieuze stromingen.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 7
Nieuwe spiritualiteit Joep de Hart beschrijft in zijn onderzoek de verschillende aspecten van de inhoud en ontwikkeling van nieuwe spiritualiteit. Een interessant punt dat uit zijn onderzoek Zwevende gelovigen (blz. 53) naar voren komt is dat de ontwikkeling van eigen spiritualiteit vaak gepaard gaat met antireligieuze sentimenten. Maar dit is niet een vanzelfsprekendheid. De uitwisseling tussen kerk en spiritualiteit en de stroming waartoe mensen zich verbonden voelen, is een zeer trendgevoelige en bovendien dynamische ontwikkeling. Nieuwe spiritualiteit is niet vast te leggen aan de hand van een duidelijk toetsbare definitie. De Hart laat zien dat de mate van spiritualiteit van verschillende ontwikkelingen kan samenhangen. Zo rekende 36% van de Nederlandse bevolking zich in 2006 tot de ietsisten, mensen die geloven dat er wat is maar niet weten wat dat is. Ook is er een ontwikkeling te zien waaruit is op te maken dat er een ruimere visie wordt ontwikkeld op het idee van geloof. Het idee van Christus als een bijzonder mens met bijzondere gaven, is duidelijk toegenomen. Dit idee leefde in 1966 bij 18% van de Nederlandse bevolking en in 2006 bij 29%. Het staat tegenover het idee dat Christus Gods zoon is of door God is gezonden. Dit is duidelijk terrein aan het verliezen: 59% van de Nederlandse bevolking hing dit idee nog aan in 1966, wat terugliep naar 40% in 2006 (Zwevende gelovigen, blz. 51). Een belangrijk punt dat in het onderzoek ‘Zwevende gelovigen’ naar voren komt, is dat het aantal mensen in Nederland die heil zoeken in geloof of spiritualiteit niet zozeer afneemt. Eerder is er sprake van de genoemde uitwisseling tussen kerk en spiritualiteit. Algemene opvattingen over geloof in hemel en hel nemen niet af, maar veranderen van inhoud en vorm. Onder gelovigen is er zelfs sprake van een duidelijke toename van het idee dat religieuze wonderen bestaan. Dit geldt voor zowel de kerkleden als de buitenkerkelijken (Zwevende gelovigen, blz. 53). Daar staat tegenover dat het geloof in het verhaal van Adam en Eva duidelijk is afgenomen, van 35% van de Nederlandse bevolking in 1985 tot 24% in 2002. Hieruit valt op te maken dat de essentie van de religieuze behoefte in Nederland niet verdwijnt. Mensen kiezen ervoor om de religieuze behoefte te uiten in termen die niet strikt genomen behoren tot het christendom. Ze vinden nieuwe uitingen voor het ervaren van een religieuze behoefte, ook in de kunst.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 8
Theater, vertoning van een spelende mens Ritueel theater The ritual life of the court, and in fact the life of the court in generally, is thus paradigmatic, not merely reflective, of social order. What it is reflective of, the priests declare, is supernatural order, “the timeless Indian World of the Gods” upon which men should, in strict proportion to their status, seek to pattern their lives. Bron: Negara: the theatre state in nineteenth-century Bali (New Jersey 1980)
Dit is een citaat uit het onderzoek van de beroemde antropoloog Clifford Geertz (1926 -2006). In zijn onderzoek ‘Negara: the theatre state in nineteenth-century Bali’ uit 1980 beschrijft hij hoe de traditionele machtsstructuur van hindoeïstisch Bali in de 19e eeuw in sociaal, cultureel en religieus opzicht een theaterspel was. In dit theaterspel had iedereen aan het hof een vaste rol en verliep elke actie volgens een bepaald scenario. Volgens Geertz was dit theaterspel bedoeld als voorbeeld voor de bevolking. Het was een rituele spelvorm waarmee de religieuze, culturele en sociale structuur van de samenleving duidelijk werd gemaakt. Binnen de theaterwetenschap wordt dit ook wel verbeelde werkelijkheid genoemd. Clifford Geertz gebruikt het concept theater om gebeurtenissen en fenomenen in de Balinese maatschappij te ordenen. In feite is hier geen sprake van een kunstvorm. Hooguit kan er gesteld worden dat de manier waarop het politieke, religieuze en sociale ritueel zich heeft ontwikkeld, wordt geuit op een theatrale, extraverte manier. Dit neemt echter niet weg dat een ritueel vaak een theatraal karakter heeft. Binnen een ritueel zijn er spelers, er is een duidelijke verhaallijn waarlangs het ritueel zich ontwikkelt. Andere kunstdisciplines als dans, muziek en beeldende kunst hebben vaak een prominente plek binnen een ritueel. Zoals ook Geertz beschrijft in zijn onderzoek is een ritueel vaak een afspiegeling van de gewenste maatschappelijke structuur.
Homo ludens Een bredere omschrijving van de ‘vervlechting’ van theater en het karakter van de mens heeft Johan Huizinga (1872-1945) gegeven. Hij benoemt de homo ludens, de spelende mens. In zijn onderzoek ‘Homo ludens. Proeve eener bepaling van het spelelement der cultuur’ uit 1933 benoemt hij de mens als een wezen dat van nature speelt. Een spel wordt volgens Huizinga door ieder mens gespeeld vanuit sociaal, cultureel en ook religieus opzicht. Een spel is een wedstrijd om iets of een vertoning van iets. Zo maakt Huizinga het onderscheid tussen sport en kunst. In het spel als vertoning ziet Huizinga, net als Geertz, een afspiegeling van de structuur van de wereld. Het spel is daarmee een uiting van de fascinatie voor wat de mens om zich heen waarneemt.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 9
Daarnaast is het een hulpmiddel om de mens een plek te geven in het geheel van de samenleving en het religieuze. Ook in onze huidige samenleving is de homo ludens goed vertegenwoordigd door vertoning van kunst en sport. Zo is Prinsjesdag goed te zien als een groot geregisseerd theaterstuk met kostuums, muziek en decorstukken zoals de gouden koets. Maar ook een voetbalwedstrijd van het Nederlands elftal doet ons meespelen in kostuum, lied, dans en emotie. Toch zegt de aard van de mens als spelend wezen niet concreet iets over de manier waarop religie of religieuze gevoelens worden weergegeven in theater. Bij professioneel theater komt de connectie tussen kunst en religie vaak tot uiting door het gebruik van religieuze symboliek, terwijl de aard van het werk niet religieus hoeft te zijn. Bij amateurtheater is deze connectie vaak directer en kan er eerder worden gesproken van religieus theater omdat het vaker gespeeld wordt vanuit een religieuze behoefte of gemeenschap.
Prinsjesdag (Foto ANP)
Desondanks is de connectie tussen religie en theater niet vanzelfsprekend. Jacques de Vroomen, oud docent theater aan de Radboud Universiteit van Nijmegen, stelt dat theater en godsdienst nooit een harmonieus huwelijk hebben gehad. Zo legt hij uit dat theater en religie beide beeldtaal hanteren bij het vertellen en uitbeelden van een verhaal. Maar waar men het er in theater over eens is dat de theatrale beeldtaal verwijst naar een fictieve werkelijkheid, zo verwijst de religieuze beeldtaal voor de gelovige wel degelijk naar een echt bestaande werkelijkheid (Theater en religie, blz. 21-22). Hierdoor is het gebruik van theater voor het uitbeelden van een religieuze boodschap zeker voor de christelijke kerk door de geschiedenis heen een problematisch geval geweest. Daarnaast zou ook het volkse karakter van theater afbreuk kunnen doen aan het heilige karakter van religie of van een specifieke kerkdienst. Hoe heeft zich dit ontwikkeld?
Grieks drama en volkstheater De westerse vorm van theater is afgeleid van het Griekse woord theatron. Het oude Griekenland in de 6e en 5e eeuw v.Chr. wordt dan ook gezien als bakermat van het moderne westerse theater. Theater was in die tijd een onderdeel van een groter geheel van publieke activiteiten waarin religieuze rituelen, politiek en een breed scala aan sociale evenementen een essentieel onderdeel vormden van de maatschappij en zij die hieraan deelnamen. Vooral de Griekse tragedies waren vaak uitbeeldingen van de Griekse mythes. De ontwikkeling van het westerse theater heeft zich verder voortgezet
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 10
onder invloed van de Romeinen. Hoe centraal de vertoning stond in de Romeinse samenleving bleek wel uit de bekende spreuk ‘geef het volk brood en spelen’. Spelen kunnen hier worden opgevat als sport en kunst. Daarnaast vervulde het theater een vergelijkbare rituele en religieuze rol. De ontwikkeling van religieus theater na deze periode loopt gelijk op met de ontwikkeling van de christelijke kerk. Na de val van het Romeinse Rijk verviel ook het Romeinse theater tot het peil van zedeloze voorstellingen. Dit theater werd door de katholieke kerk effectief uit West-Europa verdreven tussen de 6e en 5e eeuw n.Chr. Gek genoeg was het diezelfde kerk die voor een opleving zorgde van het theater. Zo werden in de 9e eeuw zogeheten tropen toegevoegd aan de misgezangen. Dit waren zelfgemaakte melodieën die in voor het toneel bekende dialoogvorm werden opgevoerd (Hoe een leek tot spel kwam, blz. 17). Hieruit ontwikkelde zich een nieuwe vorm van theater, het religieuze drama of liturgisch drama. Dit religieuze drama werd eerst opgevoerd voor het volk en later ook door het volk. Hierdoor kreeg het religieuze drama langzaam weer een volks karakter. Dit had tot gevolg dat er in 1293 een pauselijk verbod werd uitgevaardigd tegen spel in de kerk. Naarmate het volk zich de religieuze drama’s verder meester maakte buiten de kerk, werd dit zelfs door de overheid verboden omdat het te ruw en te banaal zou Mirakelspel gespeeld door de gilden
zijn geworden (Hoe een leek tot spel kwam, blz. 18). Dit betekende echter niet dat het theater werd verdreven
uit de samenleving. Wat wel ver-dween was het religieus of liturgisch drama in een vorm die te vereenzelvigen was met het standpunt van de kerk. Mede door de invloed van de verlichting verdwenen in de 18e eeuw ook de religieuze moraal en symboliek uit het volkstheater (Hoe een leek tot spel kwam, blz. 20).
Lekenspel In Nederland is vooral vanuit katholieke theaterverenigingen een opleving te zien van religieus theater of theater gespeeld vanuit een religieus oogpunt. Al sinds de opleving van het religieuze drama in de middeleeuwen zijn er volksverenigingen en gildes opgericht die zich bezighielden met theater. De verzuiling vanaf 1870 heeft in belangrijke mate de ordening en beleving van de Nederlandse maatschappij gevormd. Met name de katholieke zuil kenmerkte zich in het begin van de 20e eeuw door een sterke bekeringsdrang. Dit uitte zich niet alleen in het oprichten van verschillende katholieke verenigingen op het gebied van politiek, cultuur en school maar ook in het zich toe-eigenen van andere vormen van volks vermaak, zoals sport en theater. De katholieke zuil kende destijds de sterkste verbinding tussen sociale gemeenschap en religieuze overtuiging. De protestante zuil was als religieuze zuil meer versnipperd (Zwevende gelovigen, blz. 45). Met name in het begin van de 20e eeuw ontplooide volgens Sabine Oprins het katholieke kader een interesse voor amateurtheater (Gesouffleerd katholicisme, blz. 7). Voor deze tijd was de katholieke kerk een duidelijke tegenstander van dramatische kunst. De hernieuwde interesse was vooral het resultaat van de behoefte de verdere grip van de katholieke zuil te versterken. Amateurtoneel als instrument van het katholieke netwerk. Tussen 1912 en 1915 werden de eerste katholieke toneeltijdschriften opgericht. Deze tijdschriften, en de activiteiten die hiermee samenhingen, waren vooral gericht op amateurs, het zogeheten lekentoneel.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 11
De katholieke kerk had de stellige overtuiging dat verdere ontwikkeling en sturing van amateurtoneel sociaal opvoedend en wellicht zelfs bekerend konden werken. Alleen door de bestaande vormen van amateurtoneel naar de katholieke zuil te trekken was het mogelijk de algehele kwaliteit en achterliggende boodschap van het amateurtoneel te verbeteren. Daarom werd er nadruk gelegd op een aparte vorm van amateurtoneel, het zogeheten lekentoneel. Het lekentoneel is toneel vanuit een bepaalde politieke, religieuze of sociaalethische overtuiging. Het interessante aan de opkomst van katholieke toneelverenigingen en hun lekenspel is dat het geloof of de religie als instrument werd toegepast door de katholieke kerk. Volgens het katholieke toneeltijdschrift ‘Roomsch Tooneel’ uit 1931 was dit een vanzelfsprekendheid.
‘Het katholieke geloof zou in alle aspecten van iemands leven weerspiegeld moeten zijn en iemands hele doen en laten moeten beheersen. Wanneer dat niet zo is, dan is iemand niet goed katholiek.’ Bron: Roomsch Tooneel, jaargang 8, 1931
De vraag is in hoeverre de beleving van de spelers van de katholieke toneelverenigingen overeenkwam met de gestelde boodschap van de katholieke kerk. In haar onderzoek naar katholieke toneelverenigingen als instrument van een verzuild Nederland laat Sabine Oprins zien dat er altijd sprake was van een spanningsveld tussen wat de kerk voorschreef en de sociale gemeenschap daadwerkelijk beleefde. Zo beschrijft zij de spanningsboog tussen religieuze controle van de kerk en behoefte van de toneelspelers. Geestelijke adviseurs, zogeheten censors, waren belast met een vorm van religieuze kwaliteitscontrole op het lekenspel. Uiteindelijk mag geconcludeerd worden dat het publiek vaak meer behoefte had aan zogeheten kluchten, komische voorstellingen, dan aan religieuze en morele voorstellingen voorgeschreven door de kerk en censors. Bovendien stelt Sabine Oprins ook dat de spelers de boodschap in deze voorstellingen niet altijd consequent doorvoerden in hun dagelijkse, persoonlijke leven (Gesouffleerd katholicisme, blz. 85).
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 12
Kunst vanuit religie of esthetiek? Hoe komt men tot een religieuze vorm van amateurkunst? Is het vertrekpunt het geloof of juist de voorliefde voor de specifieke kunstvorm? De voorkeur voor of afkeer van religie in de samenleving is altijd aan verandering onderhevig. In onze maatschappij lijkt een verschuiving gaande van traditionele religieuze structuren naar een meer persoonlijke, ongestructureerde geloofsbeleving. Dit wordt door Joep de Hart ook wel omschreven als nieuwe spiritualiteit. De behoefte van de katholieke kerk om inhoudelijk het toneelspel te beïnvloeden zal niet meer op het niveau van de verzuiling zitten. Toch zijn er nog verschillende katholieke toneelverenigingen actief. Hoe gaan zij om met het religieuze aspect van het theater? Is kunst een middel om religieuze gevoelens te uiten of is religie een reden om actief kunst te beoefenen?
Religieuze ervaring Theater gespeeld binnen een religieuze context kent veel verschillende vormen en toepassingen. Vast staat dat vooral binnen de christelijke stromingen in Nederland theater wordt gespeeld. Het genoemde katholieke lekentoneel beoogde tijdens de verzuiling in Nederland een sterkere sociale en morele samenhang onder de gelovigen. De protestantse kerken wijzen van oudsher theater af. De laatste vijftig jaar is hier veel in veranderd. Niet alleen de protestantse kerk heeft meer ruimte voor theater, maar juist ook de nieuwere, evangelisch christelijke stromingen maken veel gebruik van theater en andere kunstvormen om de geloofsuitingen te ondersteunen. In een gesprek met Hans Middag van de pinkstergemeente Beth Shalom uit Nijverdal kwam dit duidelijk naar voren.
‘Wij zijn een theatergroep die echt nog maar net begonnen is onder deze noemer. Daarvoor zijn we wel met een groep vrijblijvend wat met cabaret bezig geweest. Wat we dan deden was het ondersteunen van diensten. Wat cabaret voor de preek en na de preek en ook het ondersteunen van kinderwerk, wat ik heel belangrijk vind.’ (Hans Middag)
Bij de protestantse kerken in Nederland (PKN) is, zoals eerder gesteld, het gebruik van theater minder vanzelfsprekend. Vanaf ongeveer 1950 is daar in Nederland verandering in gekomen, onder andere door toedoen van vernieuwende initiatieven als de jongerenbeweging ‘Youth for christ’ en ‘Koffiebar’. Vanuit verschillende jongerenbewegingen ontstond de behoefte om te experimenteren met het verbinden van geloofszaken aan creatieve uitingsvormen, waaronder zang, dans en theater. Crux Kerktheater is een protestantse theatergroep die de liturgie als basis voor haar voorstellingen heeft. Ze verzorgt een volledige kerkdienst op de zondagochtend maar houdt wel de oorspronkelijke structuur in stand.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 13
Crux Kerktheater
Juist de kracht van beeldtaal in theater wil zij toepassen binnen de kerkdienst. Pieta Landweer van Crux Kerktheater vindt het belangrijk om te werken vanuit respect voor de eredienst, de belevingswereld en geloofservaring van de kerkgangers.
‘We hebben eerst heel veel nagedacht over de manier waarop je de liturgie volgt. Wil je dat eigenlijk wel? We hebben toen gekozen om de vaststaande liturgie min of meer te volgen. Dit ook vanwege de herkenbaarheid. Formeel gezien is het bovendien ook een eredienst. En het is belangrijk om binnen een vast concept toch goed je eigen ding te kunnen doen. Dit is toch echt een principiële keuze. Er zijn natuurlijk wel varianten in te vinden, zo gebeurt dat binnen de liturgie ook vaak.’ (Pieta Landweer)
Een spirituele stroming waarbij theater een duidelijk persoonlijk karakter heeft, is de antroposofie. Deze vorm van nieuwe spiritualiteit is sterk gericht op het leren kennen van eigen houding en wetmatigheden. Theater en het spelen ervan zijn daarin onderdeel van het proces om bepaalde wetmatigheden bloot te leggen, het zogeheten karma.
Esthetiek Naast de sociale en verhalende aspecten van theater is het visuele aspect van belang. Theater binnen een religieuze context is ook hierin zeer divers. Binnen de antroposofie zijn bijvoorbeeld de mysteriedrama’s een visueel spektakel, met kostuums en decors. In het katholieke theater zijn de passiespelen grote gebeurtenissen die met veel vertoon opgevoerd kunnen worden. Maar daarnaast is er binnen dezelfde stroming ook theater te vinden waarbij de nadruk meer ligt op soberheid en kleinschaligheid.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 14
Het interessante aan theater en religie is dat er een grote verscheidenheid is aan verhalen, de manier waarop ze worden uitgebeeld en vooral de wijze waarop ze worden toegepast. Dit laatste aspect is heel belangrijk. De toepassing van theater binnen een religieuze context is in de meeste gevallen gericht op het aanspreken van de religieuze identiteit van een groep. In deze zin is het niet zozeer het esthetische aspect dat mensen aantrekt om zich bezig te houden met theater. Juist het sociale aspect is doorslaggevend. Dit is eigenlijk wel logisch omdat de mate van religiositeit van theater vooral gewaarborgd blijft als het theater wordt gespeeld vanuit een religieuze gemeenschap. Een individu zal in de praktijk niet bij een seculier theatergezelschap gaan met het idee dat er religieus theater gespeeld zal worden. Hiermee valt het spelen van theater vaak ook samen met de keuze voor een sociale groep. In een aantal onderzochte vormen van theater was wel ruimte voor spelers vanuit een bredere religieuze en sociale achtergrond. Dit hoeft in de praktijk niet altijd te betekenen dat deze diversiteit er ook daadwerkelijk is. Juist vanwege het groepskarakter van theater kan het voor sommige mensen een sociale drempel zijn om een bepaalde groep binnen te stappen. Zeker als er sprake is van een religieus ‘kleurtje’. In de gevallen waar de spelers meer divers zijn gaat het vaak om theater dat meer naar buiten is gericht. Dit betekent echter niet dat er sprake hoeft te zijn van een verminderde religieuze of culturele boodschap. Een mooi voorbeeld is het hindoeïstisch theatergezelschap Ganpati Padam Nataykala. Onder leiding van Ramdew Krishna is dit theatergezelschap sinds 1997 bezig met het onder de aandacht brengen van de Hindoestaanse cultuur en tradities. Hoewel het hier gaat om een pakket van cultuur, kunst en tradities is religie hier onlosmakelijk mee verbonden. Ramdew Krishna stelt zelf dat zijn gezelschap werkt met spelers uit verschillende culturen en religieuze achtergronden. Desondanks wordt er wel van de spelers verwacht dat ze de theatervoorstellingen in de traditionele taal Hindi opvoeren. Ramdew leert zijn spelers deze taal dan ook fonetisch.
Ramraj, het rijk van Ram Fotograaf: Ramdew Krishna
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 15
‘In Utrecht was 95% van ons publiek blank en werd het stuk ondertiteld omdat het in traditioneel Hindi werd opgevoerd. De spelers zijn zelf ook niet allemaal Hindoestaan, er zitten zelfs moslims bij. Dat is uniek en nooit vertoond. Het was een hele klus met 49 spelers inclusief de dansers.’ (Ramdew Krishnah)
In dit geval kan er wel gesteld worden dat de interesse van de spelers die geen Hindoestaan zijn mogelijk gebaseerd is op een affiniteit met het traditionele uiterlijk van Hindoestaans theater. Juist vanwege dit karakter heeft het Hindoestaanse theater een zeer herkenbare visuele stijl. Ramdew Krishna kiest hier nadrukkelijk voor door dicht bij de oorspronkelijke traditionele bron te blijven in zijn verhalen, in het taalgebruik en ook in de kostuums. De theatervoorstellingen hebben dan ook een sterke educatieve functie. Ramdew Krishna acht het van groot belang dat er genoeg kennis blijft bestaan onder de Hindoestaanse jeugd over de tradities en verhalen. Theater is hier een belangrijk middel in.
Instrumenteel en devotioneel Zoals eerder gesteld is theater een verhalende kunstvorm. Door de combinatie van beeld, geluid, gesproken woord en soms dans kan er op veel verschillende manieren worden gecommuniceerd met het publiek. Theater kan hierdoor goed worden ingezet om een boodschap over te brengen op het publiek. Dit aspect kan vanuit een religieuze context zeker van belang zijn. Het lastige van theater is echter dat de persoonlijke beleving van de spelers zelf door de veelheid van verschijningsvormen en spelers moeilijk te zien is. Uit gesprekken blijkt dat deze beleving zeker bestaat, maar dat ze andere vormen aanneemt dan bij bijvoorbeeld religieuze dans.
‘Mijn aanvankelijke motivatie bij mijn eerste stukken is zeker het religieuze aspect. Ook vermengd met allerlei emoties, maar daar kom je eigenlijk pas later achter.’ (Machteld Vos de Wael)
‘Aan de ene kant is theater dus goed in te zetten als middel voor het overbrengen van verhalen. Aan de andere kant is er ook sprake van een persoonlijk, religieus aspect wat voor veel beoefenaars van belang is. Om deze twee vormen van theater duidelijk van elkaar te onderscheiden zouden ze verschilende benamingen moeten krijgen: instrumenteel en devotioneel theater.’ Theater als middel en theater als persoonlijk, religieus proces. Dit zijn uiteraard geen sluitende categorieën, theater kan goed worden ingezet om een boodschap te verkondigen terwijl de spelers zich persoonlijk en religieus betrokken voelen. Dit onderscheid zal aan de hand van twee voorbeelden worden toegelicht.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 16
De evangelisch christelijk kerk heeft als een van haar grondbeginselen het verspreiden van het evangelie. Bij Theatergroep ACTS is deze behoefte ook een belangrijke motivatie om haar theater aan veel mensen te laten zien.
‘De behoefte om de evangelische boodschap naar buiten te brengen is bij ons heel sterk aanwezig. Wij willen iets vertellen, maar als je in een kerk een musical draait dan krijg je kerkmensen. Door in een theater te spelen verlaag je voor mensen buiten de kerk de drempel om de voorstelling te bezoeken.’ (Hans Middag)
Op deze manier functioneert theater onder andere als instrument waarmee het doel van evangelisatie kan worden gehaald. Dit doet uiteraard niets af aan de bezieling van de spelers die meedoen aan het stuk zelf. Integendeel, de intentie van de theatermakers vanuit de pinkstergemeente is dan ook om een kwalitatief hoogwaardig stuk neer te zetten, zowel visueel als inhoudelijk. Maar de boodschap achter het stuk is een aspect waardoor Theatergroep ACTS zich probeert te onderscheiden van regulier theater.
Theatergroep ACTS, musical Twins Fotograaf: Hans Middag
Een voorbeeld van devotioneel theater is te vinden in de antroposofie. Hoewel deze spirituele stroming niet als religie bestempeld wordt, biedt zij de beoefenaars genoeg middelen om hun leven vorm en houvast te geven. Binnen de antroposofie zijn er verschillende vormen van theater. Karmatheater brengt een variant die heel erg gericht is op het weergeven van een proces van persoonlijke ontwikkeling. Door het uitbeelden van sociale relaties tussen twee personen proberen de makers van het karmatheater bepaalde wetmatigheden te laten zien. De acties van een persoon worden beïnvloed door acties uit een vorig leven, het karma.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 17
Karma gaat er van uit dat je meerdere levens doormaakt. Na de dood maak je een reis door de geestelijke wereld waarin het afgelopen leven moreel geëvalueerd wordt, en daaruit leerdoelen consequenties worden getrokken voor een volgend leven. (Jaap van de Weg)
Doordat de voorbereidingen van het theaterstuk voor een deel bestaan uit improvisaties is
het
voor
de
spelers
ook
een
soort
ontdekkingstocht naar het eigen karma. Juist omdat de spelers kunnen putten uit eigen ervaringen wordt de voorstelling ook een persoonlijk proces. Het karmatheater heeft verder wel als doel om een theaterstuk op te voeren dat mensen raakt, dat herkenbaar is.
Karmatheater Fotograaf: Floris Bouma
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 18
Religie en kunstvorm Op welke wijze komt religie, ritueel, cultuur of traditie terug in de actieve theaterbeoefening? Op welke wijze sluiten de voorbeelden uit de praktijk aan bij de voorgestelde indeling van religieuze vormen van theater?
Christendom Theater en christendom zijn nauw met elkaar verbonden. Zoals beschreven in de geschiedenis van het religieus theater zijn er verschillende verbanden en verschijningsvormen. In professioneel theater wordt met beeld en verhaal op verschillende manieren geflirt met religieuze tradities. Met name christelijke symbolen als het kruis of de kruisiging van Jezus worden vaak toegepast om het stuk een extra lading mee te geven. Het religieuze amateurtheater maakt veel minder gebruik van deze symboliek, die aanstootgevend kan zijn. Het gaat hier om het uitbeelden van verhalen, het overbrengen van een boodschap of het versterken van de ervaring van een kerkdienst.
Katholiek Voor dit onderzoek zijn er drie christelijke stromingen bekeken die zich bezighouden met theater: katholiek, protestants en christelijk evangelisch. Machteld Vos de Wael heeft veel ervaring met amateurtheater vanuit een katholieke context. Ze schreef toneelstukken voor haar parochie en regisseerde er ook een paar. Daarnaast speelde ze een aantal keren mee in een zelfgeschreven toneelstuk over Maria Magdalena. Met name dit toneelstuk staat haar nog helder voor de geest. De boodschap in het stuk over de rol van de vrouw in de kerk was volgens Machteld een heftige ervaring voor de kerkgangers.
‘Het meest bijzondere was dat ik me nooit gerealiseerd had wat voor impact het stuk had op de mensen. In het stuk kwamen drie personen voor, Maria, Petrus als symbool voor de kerk en Jezus. Na afloop keken mensen mij als Maria meewarig aan, Jezus werd met respect behandeld en Petrus, daar hadden mensen echt de pest in, die kon wegwezen.’ (Machteld Vos de Wael)
Volgens Machteld is het katholieke theater vooral beeldend en theatraal. De kracht ligt in de herkenbaarheid van het verhaal dat wordt gespeeld. Met name verhalen uit het Nieuwe Testament zijn voor de kerkgangers niet alleen zeer herkenbaar, ze roepen volgens Machteld vaak ook heftige emoties op. De theaterstukken worden meestal in de kerk gespeeld, of voor publiek dat affiniteit heeft met de verhalen. Er zijn ook katholieke toneelverenigingen die niet bezig zijn met theater speciaal voor in de kerk. Hier zorgt het geloof vooral voor de sociale gemeenschap waarbinnen de vereniging is georganiseerd. De voorstellingen zelf zijn dan ook niet religieus georiënteerd maar vinden wel plaats binnen de katholieke gemeenschap.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 19
Protestant In het protestantisme is een hele andere vorm van theater te vinden. Het Crux Kerktheater maakt theater gemodelleerd naar de liturgie. Dit betekent dat de vorm, inhoud en religieuze boodschap van een kerkdienst in stand worden gehouden maar dat ze worden ingevuld door een theatergroep. Dus zonder dominee maar wel met ruimte voor gebed. Pieta Landweer, die speelt in Crux Kerktheater, geeft aan dat de grens tussen respect voor de eredienst en het spelen van theater lastig te trekken is. Maar juist deze vorm van theater zorgt ervoor dat mensen binnen het hun bekende geloofskader iets nieuws ervaren zonder dat het iets afdoet aan hun religieuze behoefte.
‘Ik vind het wel inspirerend. Reacties van mensen, het doorbreken van het consumptieve van een kerkdienst. Meer dialoog. Een kerkdienst heeft dat als het goed is wel, maar het kan nog wel beter aan worden gezet.’ (Pieta Landweer)
Crux
Kerktheater
heeft
zich
ontwikkeld uit de verschillende jeugdbewegingen binnen de PKN die vanaf de jaren vijftig en zestig bezig zijn om meer creatieve uitingsvormen aan
de
toe
te
voegen
geloofsbeleving.
Kerktheater
heeft
Crux
bijvoorbeeld
het toneelstuk Rachab gemaakt. Thema’s als prostitutie worden volgens Pieta wel gebruikt in decors Crux Kerktheater
en
met
een
bepaalde
gereserveerdheid in de kostuums. Het is zeker niet de bedoeling
om verhalen uit de weg te gaan. Maar echt uitbundig wordt het volgens Pieta nooit. Hiervoor is vaak geen geld en de kerk is bovendien niet altijd een ideale locatie voor een mooie belichting. Het theatrale zit vooral in de toevoeging van bepaalde elementen uit het gespeelde verhaal waardoor de boodschap meer eigentijds wordt. De kerkgangers hebben vaak veel kennis van de verhalen en zullen hierdoor veel dingen herkennen.
‘Voor de dienst loopt een rechercheur door de kerkzaal. Iedereen kan begrijpen dat dat zijn functie is. Dat sluit dus aan bij de rest van het verhaal van Rachab. Zo krijgt het verhaal op een andere manier een lezing zonder uit de Bijbel te lezen.’ (Pieta Landweer)
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 20
Evangelisch christendom Theatergroep ACTS is een recentelijk opgerichte theatergroep die is ontstaan vanuit de pinkstergemeente Beth Shalom. In de eerste instantie werd er ter ondersteuning van de kerkdienst wat cabaret toegevoegd. Dit is uitgegroeid tot een theatergroep met 45 mensen. Hans Middag is een drijvende kracht achter Theatergroep ACTS. In mei 2011 is de eerste voorstelling in première gegaan, de musical ‘Twins’. Het verhaal over twee broers die elkaars tegenpolen zijn, is gebaseerd op thema’s uit de Bijbel maar heeft een eigentijdse invulling. Het overbrengen van deze boodschap is voor Hans een belangrijk element in hun theaterproductie. Het theater is een uitstekend middel om mensen te vertellen over verschillende onderwerpen.
‘We doen nu de musical Twins. De een is christen en de ander wil met wereldlijke dingen roem krijgen, die is muzikant. Tussen de twee ontstaat een conflict. Aan het einde van de rit laat je een spiegel aan je publiek zien. Je laat zien dat je eigenlijk een verhaal hebt gespeeld dat Bijbels is. Mensen die het kennen zullen het begrijpen en zij die het nog niet kennen zullen misschien wel positief verbaasd zijn.’ (Hans Middag)
De bedoeling van het theatergezelschap is om de musical naar verschillende podia buiten de kerken te brengen. Niet alleen vanwege de boodschap maar ook om een breed publiek kennis te laten maken met de kwaliteit van zijn theaterproductie. Hans Middag stelt ook dat hij graag de samenwerking opzoekt met andere kerken en met niet-gelovigen. Het is uiteraard wel van belang dat de spelers zich kunnen vereenzelvigen met de christelijke boodschap van de musical.
Theatergroep ACTS, musical Twins Fotograaf: Hans Middag
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 21
Jodendom Joods amateurtheater komt in Nederland onder die noemer niet veel voor. In professioneel theater wordt veel gebruikgemaakt van verschillende thema’s uit het jodendom of worden bepaalde tradities en periodes uitgelicht. Het gaat hier om verhalen en niet zozeer om theaterspel vanuit een joods religieuze identiteit. Stichting Kaits is een initiatief van vrijwilligers met als doel het beleven van de Israëlische cultuur in Nederland en het bevorderen van het gebruik van de Hebreeuwse taal. Stichting Kaits onderneemt verschillende activiteiten, zoals lezingen, workshops beeldende kunst en ook theater. Volgens Diklah Zohar, penningmeester van de stichting, speelt religie in de meeste activiteiten geen rol, ook niet in het theaterstuk. Omdat in de joodse traditie cultuur en religie één geheel vormen, wordt er in theater of workshops wel gebruikgemaakt van religieuze symboliek of religieuze feesten. Het religieuze aspect wordt door de deelnemers over het algemeen niet ervaren.
‘De Israëliërs die naar ons komen, zijn niet religieuze mensen en zij hebben andere behoeftes om hun Israëlisch/joodse identiteit te ontplooien. Het zijn mensen die naar Nederland zijn gekomen wegens hun carrière of hier hebben gestudeerd en vervolgens zijn gebleven of met een Nederlandse partner (soms niet-joods) trouwden.’ (Diklah Zohar)
Het gaat bij stichting Kaits voornamelijk om traditie en behoud van cultuur in een ander land. In het laatste theaterstuk, ‘To Be or Not To Be ... in Holland?’ werd het onderwerp heimwee en vooral integratie behandeld. Volgens Diklah is er veel behoefte bij de Israëliërs in Nederland om over dit onderwerp te praten. Het theaterstuk werd in de traditionele taal Ivriet opgevoerd. Dus hoewel iedereen welkom was om het stuk te zien, was het vooral bedoeld voor Israëliërs. Juist door het benadrukken van de Israëlische tradities in taal en verhaal had het stuk volgens Diklah ook een therapeutisch effect op de toeschouwers. Hoewel
religie niet
nadruk-
kelijk naar voren komt werd het
wel
behandeld
in
de
verschillende oefensessies van het theaterstuk. Omdat enkele vrouwelijke spelers orthodox joods zijn was dit een reden om toch met de spelers over religie te praten. Met name over de rol van de vrouw en wat acceptabel is voor hen om op het toneel te spelen. Dit bood de spelers de Stichting Kaits speelt ‘To Be or Not To Be … in Holland?’ Fotografe: Diklah Zohar
gelegenheid om met elkaar van gedachten te wisselen.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 22
Hindoeïsme Van oorsprong wordt er binnen het hindoeïsme, met name in India, veel aan theater gedaan. De tempeldans is op zichzelf al een dansvorm die niet alleen theatraal is maar ook verhalend. De grote verzameling verhalen uit het hindoeïsme leent zich goed voor vertaling naar theater. In Nederland komt het hindoeïstische theater als stilistische weergave van de verhalen weinig voor. Ramdew Krishna, van de eerder genoemde stichting Ganpati Padam Nataykala, legt uit dat dit vooral komt doordat de interesse voor de traditionele hindoeïstische cultuur niet bij veel mensen leeft. Desondanks zijn er in Nederland een aantal initiatieven te vinden. Ramdew Krishna heeft vanuit Ganpati Padam Nataykala verschillende stukken geregisseerd. Daarnaast speelt hij zelf soms ook mee als er geen geschikte acteurs zijn gevonden.
‘Ja, we doen wel eens letterlijk het heilige verhaal. Ik heb iets uit de Bhagavad gita gedaan, en lang geleden heb ik iets gedaan uit de Ramayana, het huwelijk tussen Sita en Ram. Maar ik doe niet regelmatig iets uit het epos. Financieel is het ook gewoon niet haalbaar. Het verhaal is zo omvangrijk.’ (Ramdew Krishna)
Veel theaterproducties gaan over thema’s die ook terugkomen in het jodendom. Waardering voor tradities, immigratie en culturele identiteit. Maar ook onderwerpen als trouw zijn en familie. Het religieuze aspect van de theaterproducties uit zich dan in die onderwerpen die verankerd zijn in de hindoeïstische cultuur en religie.
Rama, koning van Ayodhiya Fotograaf: Ramdew Krishna
Soms worden er ook klassieke verhalen opgevoerd, zoals Gita Gyan (the wisdom of the Gita), een kort klassiek dramaspel dat de dialoog laat zien tussen Krishna en zijn leerling Arjun op het slagveld Kurukshetra. Dit spel is een fragment uit het vermaarde werk Bhagavad gita uit de Indiase klassieke literatuur. Ramdew benadrukt wel dat het op de planken zetten van dergelijke producties veel tijd kost. Daarnaast trekt een minder traditioneel stuk vaak een breder publiek.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 23
Boeddhisme Het boeddhisme als religieuze stroming kent geen duidelijke theatercultuur. De grootste volkscultuur waarbinnen het boeddhisme in Nederland bestaat is de Chinese. Hierbinnen is de Chinese opera een bekend fenomeen. Deze heeft echter geen duidelijke banden met het boeddhisme. Het is goed mogelijk dat sommige thema’s van het boeddhisme worden uitgebeeld binnen deze vorm van theater, maar echt boeddhistisch is het niet. Het zogeheten Nòh-theater is een vorm van theater die wel nadrukkelijk verwijst naar het boeddhisme. Het komt uit het Japanse zenboeddhisme. Deze vorm van theater is zeer zeldzaam en is in Nederland slechts twee keer opgevoerd door internationale professionals. Volgens actrice en boeddhist Kiemlan M Tjong ligt het ook niet voor de hand om de kernwaarden van het boeddhisme uit te willen drukken in theater. Daarvoor is het boeddhisme te veel een individuele ontdekkingsreis. Wel komt het vaak voor dat theaterproducties vanuit nieuwe spirituele stromingen gebruikmaken van verschillende symbolen en thema’s uit het boeddhisme.
Islam Net als bij de dans kent ook het theater geen duidelijke traditie binnen de islam. De algemene terughoudendheid van moslims in Nederland in het uitbeelden van verhalen uit de Koran zorgt voor een beperkt kunstzinnig kader waarbinnen theater plaats zou kunnen vinden. Zeker met het oog op de sociale aspecten van theater kan expliciet religieus theater op weinig draagvlak rekenen binnen een islamitische gemeenschap. Dit neemt echter niet weg dat er geen ruimte is voor theater. Zolang de religieuze symboliek beperkt blijft zijn er wel mogelijkheden. In Nederland wordt weinig theater gespeeld vanuit de islamitische hoek. Met name gezelschappen ontbreken. Er bestaan wel verschillende voorbeelden van individuen die zich bezighouden met theater. In het theatergezelschap Ganpati Padam Nataykala speelt ook een Surinaamse moslim. Daarnaast wordt theater bijvoorbeeld als educatiemiddel ingezet bij wijkinitiatieven gericht op Marokkaanse jongeren. Onduidelijk is in hoeverre religie bij dergelijke initiatieven een rol speelt.
Nieuwe spiritualiteit Binnen de verschillende stromingen die onder de term nieuwe spiritualiteit vallen worden uiteenlopende vormen van theater beoefend. Omdat nieuwe spiritualiteit een verzamelterm is, is het lastig om de verschillende uitingsvormen te duiden en te benoemen. Een stroming binnen de nieuwe spiritualiteit die wel goed te duiden is, is de antroposofie. De antroposofische vereniging omschrijft antroposofie als een weg om door zelfkennis en kennis van de wereld te komen tot bewustwording van je menszijn, in vrijheid en vanuit eigen verantwoordelijkheid. Deze zogeheten spirituele filosofie is gebaseerd op de leer van Rudolf Steiner (1861-1925). Zijn leer was gericht op persoonlijke ontwikkeling en innerlijke kennis. Rudolf Steiner heeft veel geschreven. Een onderdeel van zijn oeuvre vormen de mysteriedrama’s, een vierluik waarin hij op verhalende wijze de verschillende aspecten van zijn leer behandelt. Er zijn verschillende internationale antroposofische theaterverenigingen die als doel hebben het opvoeren van deze mysteriedrama’s. Het drempeltheater is een Nederlandse theatervereniging die is opgericht in 1993. De doelstelling is niet alleen het spelen van de mysteriedrama’s maar ook het betrekken van het publiek bij de beleving van de inhoud. De mysteriedrama’s staan erom bekend dat ze lane duren en veel tekst bevatten. Oprichtster van het Drempeltheater Corrie Hendriks stelt dat dit niet alleen voor het publiek een proces is, maar ook voor de spelers. Juist het sociale en gemeenschappelijke aspect van theater speelt een belangrijke rol in het de denkwereld van de antroposofie.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 24
Het Drempeltheater speelt een mysteriedrama Fotograaf: Hans Koot
‘Wat is de reden dat je met zoiets meedoet? Het daagt je uit en het zet heel veel in beweging. Het bijzondere is dat je een strevend mens bent. Maar als je in een groep bezig bent met allerlei mensen die ook zo bezig zijn, is dat een exponentiële versterking van datgene waar je zelf mee bezig bent. Je overstijgt je eigen ikjes.’ (Corrie Hendriks)
Een andere vorm van antroposofisch theater wordt gespeeld door Karmatheater. Ook hier staat de vormende gedachte van de antroposofie centraal. Het theater zelf heeft een meer sobere vorm. Bovendien speelt het Karmatheater niet de mysteriedrama’s. Jaap van de Weg van het Karmatheater legt juist uit dat hij zich meer richt op wetmatigheden van het karma. Door de spelers hier persoonlijk in te betrekken ontstaat deels door regie en deels door improvisatie een eigen, uniek verhaal waarin de karmische relaties en wetmatigheden naar voren komen. Ook hier speelt de band met het publiek en het overdragen van de ervaringen van de spelers centraal. Het proces zelf is intiemer dan bij het Drempeltheater.
‘Het is heel erg zoeken naar de juiste vorm. Hoe maak je de dingen zo zichtbaar dat mensen ze herkennen als iets wat ze zelf ook mee hebben gemaakt. Dit is bij ons namelijk wel een belangrijke achtergrond van ons theater. Herkenning van het publiek.’ (Jaap van de Weg)
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 25
Netwerk en infrastructuur Theater speel je over het algemeen niet alleen. Uit de beschrijving van het katholieke theater blijkt al hoe belangrijk de verenigingsstructuur was ten tijde van de verzuiling. Hoewel het aantal katholieke theaterverenigingen is afgenomen sinds de ontzuiling zijn er nog verschillende actief. Bij veel van deze verenigingen vormt het geloof de sociale basis van de gemeenschap. Dit hoeft, zoals eerder gesteld, niet te betekenen dat het gespeelde theater daadwerkelijk religieus is. Door de ontwikkelingen binnen de protestantse kerk en de nieuwe evangelisch christelijke stromingen zijn er verenigingen bij gekomen. Over het algemeen kent theater een hoge organisatiegraad. Van de actieve kunstbeoefenaars binnen de discipline theater is 28 procent (MAK 2009) lid van een club of vereniging. Het gemeenschappelijke aspect van theater is iets wat bij alle onderzochten naar voren komt. Dit wordt versterkt omdat de spelers niet alleen verbonden zijn door de voorliefde voor theater maar ook door een gemeenschappelijk geloof of culturele traditie.
Theater van kerk tot kerk Bijna alle onderzochte vormen van theater vanuit een religieuze context zijn ontstaan vanuit de kerk of de religieuze stroming die de spelers onderling verbindt. Uitzonderingen vormen de genoemde vormen van theater waar het accent meer op culturele tradities ligt, zoals bij het jodendom of het hindoeïsme. Vanuit de gemeenschap van een kerk of religieuze stroming ontwikkelt het theater zich op verschillende manieren. Bij Theatergroep ACTS ontstond het bijvoorbeeld vanuit een initiatief om cabaret toe te voegen aan de kerkdienst. Dit initiatief bleek een goede impuls om een musical te ontwikkelen. Machteld Vos de Wael begon met het schrijven van theater voor de katholieke school en werd vervolgens door haar parochie gevraagd om hetzelfde te doen voor de kerkgemeenschap. In de voorbeelden van antroposofisch theater bestond er al een antroposofische gemeenschap van waaruit de verschillende vormen van theater werden ontwikkeld. Hoewel de meeste besproken theatergezelschappen en initiatiefnemers openstaan voor een breed publiek wordt het theater in de meeste gevallen gespeeld voor de eigen achterban. Naarmate de religieuze stroming of gemeenschap explicieter in de voorstellingen naar voren komt, wordt de doelgroep ook meer specialistisch. In het geval van Theatergroep ACTS wordt er bijvoorbeeld geen melding gemaakt van de christelijke achtergrond van de musical om op deze manier een breder publiek aan te spreken. Crux Kerktheater daarentegen heeft een vrij specifieke vorm van theater. Doordat zij de liturgie als basis neemt voor haar voorstellingen is haar toneel beperkt tot de kerk en de kerkgangers. Dit neemt niet weg dat de behoefte bestaat om de voorstellingen aan een breder publiek te laten zien.
‘We hebben dus een link met kerken. Het maakt op zich niet uit welke kerk, maar in de praktijk komt het erop neer dat we altijd binnen de PKN functioneren. Maar dat is geen bewuste keuze, zo loopt het gewoon. Bovendien is dat natuurlijk het kanaal waar we de meeste connecties mee hebben omdat we allemaal daar uit komen of nog in zitten.’ (Pieta Landweer)
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 26
Een belangrijk aspect van theater vanuit een bepaalde religieuze stroming is de connectie met andere, overeenkomstige gemeenschappen. Crux Kerktheater maakt gebruik van het netwerk binnen de PKN. De antroposofische theatergemeenschappen staan in verbinding met een nationaal en internationaal netwerk. Daarnaast worden er verschillende workshops gegeven op dit gebied, wat helpt in de verdere ontwikkeling van het netwerk. De katholieke toneelverenigingen zijn meer lokaal en eerder geneigd te spelen binnen de eigen gemeenschap. Theater voor en door de gemeenschap. Het Hindoestaanse theatergezelschap Ganpati Padam Nataykala probeert veel in het land te spelen. De meeste voorstellingen worden in de Randstad gegeven. Het gebrek aan tijd en geld blijft voor alle theaterinitiatieven een groot probleem. Hierdoor blijven sommige producties noodgedwongen klein of is het lastig om de voorstelling op verschillende locaties op te voeren.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 27
Sociale positie Zijn er relaties te ontdekken tussen de religieuze achtergrond of affiniteit, het uitoefenen van theater en de sociale positie? Er is een aantal opvallende kenmerken van de amateurkunstenaars in het theater. Ten eerste is het de minst beoefende kunstvorm onder de leeftijdscategorie 65+. Slechts 2 procent van de amateurkunstenaars die zich bezighouden met theater, is ouder dan 65 jaar (MAK, 2009). Verder ligt het grootste aantal beoefenaars in de leeftijdscategorie van 35 tot en met 49 jaar. Hoe dit zich vertaalt naar theater binnen een religieuze context is afhankelijk van de samenstelling van de kerkelijke gemeenschap. Bij evangelisch christelijke stromingen ligt de participatie van de jeugd hoger vanwege het feit dat dergelijke kerkgemeenschappen meer jongeren naar zich toe weten te trekken. Een ander opvallend kenmerk is de geringe mate van verstedelijking van het theater. Van alle vormen van amateurkunst scoort theater het laagst op de schaal ‘stedelijk’. Dit sluit enigszins aan bij het romantische beeld van een dorp met een theatervereniging. Meer informatie over het hoe en waarom dit zo is, ontbreekt. Theater is verder een kunstvorm die in Nederland met name wordt beoefend door de autochtone bevolking. Wel is theater voor allochtone groepen een manier om samen te komen en te delen in gemeenschappelijke verhalen of tradities. Opvallend is dat bij dergelijke groepen religie een minder grote rol speelt. Zoals bleek uit het onderzoek naar het Hindoestaanse en het joodse theater is dit vooral gericht op traditie en cultuur. Toch is het lastig om ook binnen deze sociale groepen een bepaalde gemeenschap op te zetten rond een kunstvorm.
Het passiespel voor iedereen in Nederland? Een opvallende tendens is de toegenomen aandacht voor het katholieke passiespel. Het passiespel is een voorstelling over het lijden van Jezus Christus en wordt een keer per jaar opgevoerd tijdens Pasen. Hoewel de laatste jaren ook in de PKN met theater de kerkelijke vieringen worden benadrukt, is het passiespel in die vorm katholiek. Verschillende katholieke toneelverenigingen spelen het. Het bekendste passiespel wordt in Nederland in Tegelen opgevoerd. In 2010 werd echter voor het eerst het passiespel ‘the passion’, opgevoerd in het centrum van Breda. Dit was een initiatief van verschillende christelijke stromingen in Nederland. De cast bestond uit bekende Nederlandse acteurs, zangers en zangeressen. Opvallend was de wijze waarop de spelers expliciet verwezen naar de religieuze ervaring die werd beleefd tijdens het spelen van het stuk. Bovendien was de opvoering een groot succes: meer dan een miljoen kijkers op televisie en een vol marktplein in het centrum van Breda. Het zwaartepunt van dit soort passiespelen ligt over het algemeen in het katholieke zuiden van Nederland. Desondanks werd de rol van Jezus in het passiespel gespeeld door de Friese zanger Syb van der Ploeg. Een mogelijke ommekeer in de landelijke waardering voor religie en het religieus theater?
‘Mijn deelname aan The Passion heeft diepe indruk op mij gemaakt. Het paasverhaal was voor mij al belangrijk, maar kreeg door de grootsheid van The Passion een nieuwe dimensie. Toen het hele plein meeschreeuwde voor “mijn” veroordeling, kwam het lijden van Jezus behoorlijk op me af. De koude rillingen liepen over mijn rug.’ (Syb van der Ploeg)
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 28
Persfoto The Passion
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 29
Bijlage Respondenten Diklah Zohar
Pieta Landweer
Ramdew Krishna
Jaap van de Weg
Corrie Hendriks
Sabine Oprins
Laura Bergmans
Hans Middag
Machteld Vos de Wael
Kiemlan M Tjong Tjin Joe
Literatuurlijst Theater & Educatie (december 2007) Theater en religie. Naar een nieuwe, kritische spiritualiteit? Amsterdam: Prins Bernhard Cultuurfonds.
Oprins, S. (1997) Gesouffleerd katholicisme. Een onderzoek naar het functioneren van de katholieke amateurtoneelverenigingen ‘Ad Altiora’ en ‘Het Noorden’ als instrumenten van verzuild sociaal-cultureel leven in Tilburg van 1908 tot en met 1964. Zeist: W. de Haan. Nanda, S. en Warms, R. L. (1998) Cultural Anthropology. Sixth edition. West/Wadsworth: Thomson Publishing Company. Hart, J. de (2011) Zwevende gelovigen, Oude religie en nieuwe spiritualiteit. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker. Toxopeus, H. en Toxopeus-Dirks, P. H. (1990) Hoe een leek tot spel kwam. Een geschiedenis van de dramatische vorming. Amersfoort: Academische uitgeverij Amersfoort. Borg, M. ter, Borgman, E. Buitelaar, M. Kuiper, Y. en Plum, R. (2008) Handboek religie in Nederland. Zoetermeer: Meinema. Kroessen, J., Kuiper, Y. en Nanninga, P. (2010) Religie en cultuur in hedendaags Nederland. Observaties en interpretaties. Assen: Koninklijke Van Gorcum. Monitor Amateurkunst (2009) Data uit de Monitor Amateurkunst. Kunstfactor/Bureau Veldkamp. Monitor Amateurkunst (2010) Data uit de Monitor Amateurkunst. Kunstfactor/Bureau Veldkamp. CBS (2009) Religie aan het begin van de 21ste eeuw. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 30
Becker, J. en J. de Hart (2006) Godsdienstige veranderingen in Nederland. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau. FORUM, Instituut voor Multiculturele Vraagstukken (2010) De positie van moslims in Nederland. Feiten en cijfers. Utrecht: Forum. Waines, D. (1995) An Introduction to Islam. Cambridge: Cambridge University Press. Geertz, C. (1980) Negara: the theatre state in nineteenth-century Bali. New Jersey: Princeton University Press. Huizinga, J. (1933) Homo ludens, Proeve eener bepaling van het spel-element der cultuur. Haarlem: Tjeenk Willink.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 31
Colofon
Auteur Gijs van Veldhuizen Eindredactie TekstISupport, Amsterdam Vormgeving Ontwerpbureau Taluut, Utrecht
© Kunstfactor Utrecht, augustus 2011 Religie & actieve kunstbeoefening - Theater is een uitgave van Kunstfactor, sectorinstituut amateurkunst. Tenzij anders overeengekomen, geeft Kunstfactor u als lezer toestemming deze uitgave voor eigen gebruik te downloaden en af te drukken. Het is niet toegestaan om inhoudelijk, tekstueel of anderszins wijzigingen aan te brengen. Bij citeren is bronvermelding verplicht. Overdracht aan derden van het gebruiksrecht is uitgesloten. Het gebruiksrecht geldt niet voor commerciële doeleinden. De overdracht van de rechten van intellectueel eigendom, waaronder het auteursrecht, rustend op de door Kunstfactor opgestelde of ontworpen werken zijn bij het gebruiksrecht niet inbegrepen. Kunstfactor is het landelijk sectorinstituut amateurkunst. Als sectorinstituut zijn wij gesprekspartner voor overheden, beleidsmakers en opinievormers en stimuleren we het debat over de amateurkunst. We adviseren, informeren, onderzoeken, initiëren en inspireren. We leggen verbindingen binnen en buiten de sector amateurkunst, nationaal en internationaal.
Kunstfactor | RELIGIE & actieve kunstbeoefening | theater | 32