Vidomes Jaarrekening 2010
Inhoudsopgave Balans per 31 december 2010
3
Winst- en verliesrekening over 2010
5
Kasstroomoverzicht 2010
6
Waarderingsgrondslagen: toelichting op de balanswaardering 2010
7
Waarderingsgrondslagen: toelichting op de resultaatbepaling 2010
12
Toelichting op de balans per 31 december 2010
15
Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen
32
Toelichting op de winst- en verliesrekening over 2010
36
Bezoldiging algemeen directeur en van de raad
42
Overige gegevens
44
Kengetallen
45
Accountantsverklaring
47
2
Balans per 31 december 2010 (na voorgestelde resultaatbestemming, * € 1.000,- afgerond)
Ref.
31-12-2010
31-12-2009
Activa Vaste activa Immateriële vaste activa
A1.
Licenties software
218
382
Materiële vaste activa
A2.
Onroerende zaken in exploitatie
A2.1
789.368
690.575
Onroerende zaken in ontwikkeling
A2.2
53.474
87.348
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
A2.3
13.956
14.758 856.798
792.682
Financiële vaste activa
A3.
Te vorderen BWS-subsidies
A3.1
1.852
2.308
Participatie Stichting Woonformatie Ypenburg
A3.2
1.171
1.676
Latente belastingvordering
A3.3
4.340
10.149
Overige financiële vaste activa
A3.4
2.004
2.049 9.367
16.181
Vlottende activa Voorraden
A4.
9.799
752
Onderhanden projecten
A5.
0
0
Vorderingen
A6.
Huurdebiteuren zittende huurders
A6.1
847
873
Gemeenten
A6.2
265
265
Overige vorderingen
A6.3
1.226
334
Vennootschapsbelasting
A6.4
0
40
Overlopende activa
A6.5
3.858
2.654
Liquide middelen
A7.
6.196
4.165
2.553
40
884.931
814.202
3
Balans per 31 december 2010 (na voorgestelde resultaatbestemming, * € 1.000,- afgerond)
Ref.
31-12-2010
31-12-2009
Passiva Eigen vermogen
P1.
Wettelijke reserve participatie Stichting Woonformatie Ypenburg
P1.1
4.465
4.970
Overige reserves
P1.2
135.353
141.084 139.818
Egalisatierekening
P2.
Egalisatie BWS subsidies
P2.1
1.852
146.054
2.308 1.852
2.308
Voorzieningen
P3.
Voorziening onrendabele toppen
P3.1
873
Voorziening onderhanden projecten
P3.2
3.225
0
Voorziening latente belastingverplichting
P3.3
7.134
4.786
Overige voorzieningen
P3.4
677
1.152
76 11.909
Langlopende schulden (leningen o/g)
6.014
P4.
Leningen overheid en kredietinstellingen
638.762
606.814 638.762
606.814
Kortlopende schulden
P5.
Schulden aan kredietinstellingen
P5.1
49.096
24.546
Schulden aan leveranciers
P5.2
7.782
8.624
Belastingen en premies sociale verzekeringen
P5.3
1.436
1.617
Overlopende passiva
P5.4
34.276
18.225 92.590
53.012
884.931
814.202
4
Winst en verliesrekening over 2010 (* 1000,- afgerond)
Ref.
2010
2009
Bedrijfsopbrengsten Huren
1.
94.263
90.273
Vergoedingen
2.
10.685
10.539
Overheidsbijdragen
3.
543
591
Verkopen onroerende goederen
4.
2.909
14.059
Gerealiseerde opbrengst projecten
5.
0
246
Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf
6.
3.196
2.572
Overige bedrijfsopbrengsten
7.
1.208
1.155
Som der bedrijfsopbrengsten
112.803
119.434
Bedrijfslasten Afschrijvingen op materiële vaste activa
8.
12.659
12.098
en onrendabele toppen
9.
3.090
7.308
Personeelskosten
10.
Lonen en salarissen
10a.
13.393
11.972
Sociale lasten
10b.
990
902
Pensioenlasten
10c.
2.103
2.130
Overige personeelslasten
10d.
1.518
2.037
Lasten onderhoud
11.
21.443
26.770
Overige bedrijfslasten
12.
28.039
Overige waardeveranderingen op (im)materiële vaste activa
25.099
Som der bedrijfslasten
83.235
88.317
Bedrijfsresultaat
29.568
31.117
Financiële baten en lasten Rentebaten en soortgelijke opbrengsten
13.
4.755
3.520
Rentelasten en soortgelijke kosten
14.
31.898
29.486
Som der Financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belasting
-27.143
-25.966
2.425
5.151
Belastingen
15.a
-8.157
-3.165
Resultaat deelnemingen
15.b
-505
849
Som der belastingen en deelnemingen
-8.662
-2.315
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belasting
-6.237
2.836
Buitengewone baten
16.
0
0
Buitengewone lasten
17.
0
0
Resultaat na belastingen
0
0
-6.237
2.836
-5.732
1.987
Resultaatbestemming Onttrekking/Dotatie aan de overige reserves Onttrekking/Dotatie aan de wettelijke reserve participatie SWY Totaal
-505
849
-6.237
2.836
5
Kasstroomoverzicht 2010 (indirecte methode, in € 1.000,-)
Boekjaar 2010
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat
29.568
Aanpassingen voor: Boekwinst op verkopen
-2.909
Afschrijvingen op (im)materiële vaste activa
12.903
Afschrijvingen (on)roerende zaken ten dienste van de exploitatie
853
Overige waardeveranderingen en onrendabele toppen
3.090
Voorzieningen (excl. voorziening onrendabele toppen en latente belastingverplichtingen)
3.826
Totaal
47.331
Veranderingen in werkkapitaal: Voorraden
-9.047
Vorderingen
-2.071
Kortlopende schulden
-4.809
Totaal
-15.927
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen belastingen Ontvangen rente Betaalde rente
31.405 40 282 -30.349 -30.026
Totaal operationele activiteiten
1.378
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in: Immateriële vaste activa Onroerende zaken in exploitatie Onroerende zaken in ontwikkeling (excl. afwaardering onrendabele top en nog niet betaalde investeringen) (On)roerende zaken ten dienste van de exploitatie Financiële vaste activa
-79 -122.715 41.433 -51 45
Totaal
-81.368
Desinvesteringen in: Onroerende zaken in exploitatie
4.730
Verkoopresultaat
2.909
Totaal Totaal investeringsactiviteiten
7.639 -73.729
6
Kasstroomoverzicht 2010 (indirecte methode, in € 1.000,-)
Boekjaar 2010
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Langlopende schulden: Ontvangen leningen Aflossing van leningen
81.045 -19.981 61.064
Kortlopende schulden: Ontvangen leningen Totaal financieringsactiviteiten
13.800 74.864
Mutatie liquide middelen
2.513
Mutatie balans liquide middelen A7
2.513
Balanswaardering Regelgeving De jaarverslaggeving door toegelaten instellingen volkshuisvesting dient te voldoen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het Besluit beheer sociale huursector. In dit besluit wordt BW2 Titel 9 voorgeschreven behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Voor verslagjaren vanaf 2005 is door de Raad voor de Jaarverslaggeving de definitieve Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting uitgegeven. In deze richtlijn zijn onder meer specifieke modellen voor de balans en de winst-en-verliesrekening opgenomen en zijn voor de sector specifieke presentatie, waarderings- en verslaggevingsvoorschriften geformuleerd. De inmiddels verschenen nieuwe Richtlijn 645, welke in 2012 in gaat, is nog niet toegepast. De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. In de jaarrekening kunnen afrondingsverschillen voorkomen. Toelichtingen op posten in de balans, winst-en-verliesrekening en kasstroomoverzicht worden in de jaarrekening genummerd. Consolidatie Vidomes heeft in circa 45 verenigingen van eigenaren een belang, veelal middels het bezit van een aantal woningen en in sommige gevallen als beheerder. Dit belang is niet gewaardeerd in de jaarrekening, omdat Vidomes zich beroept op de wettelijke vrijstelling dat de gezamenlijke betekenis te verwaarlozen is op het geheel van de jaarrekening (art. 2:407, lid a BW). Op basis van de beschikbare informatie van de verenigingen van eigenaren is het belang van Vidomes gekwantificeerd op € 2,9 miljoen. Stelselwijziging Overeenkomstig de herziene richtlijnen in RJ 271.3 waardeert de stichting met ingang van 2010 de pensioenverplichtingen volgens de „verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering‟ zoals nader uiteengezet onder de grondslagen voor de waardering van de voorzieningen. Deze stelselwijziging heeft geen effect op vermogen en resultaat.
7
Immateriële vaste activa Licenties De licenties zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen op basis van de verwachte economische levensduur. De cumulatieve afschrijvingen zijn berekend volgens het lineaire systeem. De economische levensduur is overeenkomstig de contractperiode van de licentie. Ultimo 2010 betekent dit een levensduur van 3, 5 of 7 jaar. Materiële vaste activa Onroerende zaken in exploitatie De activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen op basis van de verwachte economische levensduur, danwel lagere bedrijfswaarde. De vervaardigingsprijs (stichtingskosten) omvat de directe kosten van vervaardiging en de volgende indirecte kosten: personeelskosten van projectleiding en rente op schulden over het tijdvak van vervaardiging. De verwachte economische levensduur van de activa in exploitatie is als volgt vastgesteld: Woningen: Bouw: 50 jaar Installaties: 15 jaar Renovatie en na-investeringen zijn geactiveerd tot de verwachte einde levensduur van het complex.
8
Onroerende zaken in ontwikkeling Dit betreffen complexen in aanbouw die worden gewaardeerd tegen uitgaafprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardevermindering uit hoofde van te dekken stichtingskosten. Dit binnen de geadministreerde Pmc's. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, dan wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Bij de bepaling van de bijzondere waardevermindering worden de boekwaarde en de reële waarde van de Pmc waartoe de onroerende zaken gaan behoren betrokken. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. Met betrekking tot zogeheten gecombineerde projecten wordt het aandeel van de verkochte koopwoningen verantwoord onder de post onderhanden projecten, het aandeel onverkochte koopwoningen onder de post voorraden en het aandeel huurwoningen wordt verantwoord onder de onroerende en roerende zaken in ontwikkeling. Voor wat betreft het onrendabele deel van het gecombineerde project wordt bij het aangaan van de verplichting het onrendabele deel verminderd met het verwachte verkoopresultaat in de winst- en verliesrekening verantwoord onder de post overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa. Bij oplevering van het totale project wordt het verkoopresultaat zowel verantwoord onder de post verkoop onroerende zaken als onder de post overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa. Daarmee wordt de economische realiteit van de transactie het best zichtbaar gemaakt. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen op basis van de verwachte economische levensduur. De cumulatieve afschrijvingen zijn berekend volgens het lineaire systeem. De verwachte economische levensduur van de activa ten dienste van de exploitatie is als volgt vastgesteld: Kantoren en inventaris: Bouw: 50 jaar Overig: 5 - 10 jaar Auto's: 5 jaar Automatisering: 3 - 7 jaar Financiële vaste activa De te vorderen BWS-subsidies worden jaarlijks verminderd met de ontvangen termijnen en vermeerderd met de toegezegde subsidies en de rente over het resterende saldo. De waardering is tegen contante waarde. Contant making vindt plaats tegen rentepercentage dat varieert van 3,53% tot 4,38%. De participatie in Stichting Woonformatie Ypenburg (SWY) wordt gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde op grond van de meest recente jaarrekening. Indien het eigen vermogen van SWY negatief is, wordt de participatie gewaardeerd op nihil. Het aandeel in het negatief eigen vermogen wordt in mindering gebracht op de vordering dan wel wordt een voorziening gevormd ter grootte van het aandeel in het eigen vermogen op de passiefzijde van de balans. Van dit laatste is in het verslagjaar geen sprake. De onder de financiële vaste activa opgenomen participaties in het Wif, die worden aangehouden tot het einde van de looptijd, worden gewaardeerd op de geamortiseerde kostprijs. Deze geamortiseerde kostprijs is gelijk aan de nominale waarde. De leningen u/g zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. De leningen personeel bestaan hoofdzakelijk uit hypotheek- en auto leningen. Vanaf 2004 worden geen nieuwe personeelsleningen meer verstrekt.
9
Belastinglatenties Onder de financiële vaste activa zijn actieve belastinglatenties opgenomen, indien en voor zover het waarschijnlijk is dat realisatie van de belastingclaim te zijner tijd zal kunnen plaatsvinden. Deze actieve belastinglatenties zijn gewaardeerd tegen contante waarde en hebben overwegend een langlopend karakter met uitzondering van de waardering van de verliescompensatie, deze is gewaardeerd tegen nominale waarde. Bij het bepalen van de belastinglatentie uit hoofde van verekenbare tijdelijke verschillen tussen de commerciële en fiscale waardering van activa en passiva is rekening gehouden met de verwachte levensduur van deze activa en passiva. Voor de verschillen tussen de fiscale en commerciële waardering van het vastgoed betekent dit dat alleen de latentie als gevolg van voorgenomen verkopen leidt tot een contante waarde hoger dan nihil. De contante waarde van de latentie voor het door te exploiteren bezit tendeert naar nihil. De berekening van de latente belastingvorderingen vindt plaats tegen de op het einde van het belastingjaar geldende tarieven, voor zover bij de wet reeds vastgesteld. Voorraad De voorraad Koopgarant woningen bestaat uit het aantal teruggekochte woningen welke per balansdatum nog niet opnieuw verkocht zijn. De prijs van deze woningen wordt bepaald door een onafhankelijke taxatie. De woningen worden gewaardeerd tegen de betaalde prijs en kosten bij terugkoop. De voorraden onderhanden werk (de onverkochte koopwoningen uit projectontwikkeling) worden gewaardeerd op vervaardigingsprijs. De vervaardigingsprijs bestaat uit directe materiaal- en arbeidskosten, direct toerekenbaar uitbesteed werk en overige externe kosten inclusief een opslag voor aan de productie gerelateerde indirecte vaste en variabele kosten. Indien voor het vervaardigen noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken worden rentekosten opgenomen in de vervaardigingsprijs. Onderhanden projecten Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs (als benoemd in de post voorraad) minus de verwerkte verliezen en reeds gedeclareerde termijnen. Onderhanden projecten waarvan de gedeclareerde termijnen hoger zijn dan de gerealiseerde projectkosten worden gepresenteerd onder de kortlopende schulden. Dit gebeurt naar rato van de prestaties die per balansdatum verricht zijn. Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor verwachte oninbaarheid. Ultimo 2010 is met behulp van een ouderdoms analyse het risico van oninbaarheid en de hiertoe benodigde voorziening op individuele basis bepaald. De voorziening is getoetst aan de werkelijke afschrijving in de afgelopen jaren. Liquide middelen De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Reserves Reserve participatie SWY Vidomes heeft voor 15% een participatie in de Stichting Woonformatie Ypenburg.
10
Egalisatierekening Egalisatierekening BWS Op deze rekening is het nog niet aan de exploitatie toegerekende deel van de toegezegde subsidie opgenomen. De egalisatierekening is gewaardeerd tegen contante waarde. Deze wordt contant gemaakt tegen een rentepercentage dat varieert van 3,53% tot 4,38%. Jaarlijks wordt rente toegevoegd op basis van het subsidierendement. De jaarlijkse vrijval is gebaseerd op een voorgecalculeerd subsidiebedrag. De vrijval komt ten gunste van de post overheidsbijdragen in de winst- en verliesrekening. Voorzieningen Voorziening onrendabele toppen nieuwbouw De voorziening wordt gevormd voor toekomstige nieuwbouwprojecten met een voorcalculatorische onrendabele top. De voorziening wordt slechts getroffen wanneer de Pmc waartoe de nieuw te bouwen woningen gaan behoren geen ruimte biedt (bedrijfswaarde < boekwaarde) om de onrendabele top te dekken én de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling aan de debetzijde van de balans. Voorziening uitgestelde beloningen De voorziening is gevormd voor toekomstige jubileum uitkeringen aan personeel. De waardering van de voorziening is tegen nominale waarde en gebaseerd op de komende 5 jaar. Voorziening onderhanden projecten De voorziening wordt gevormd voor het verwachte verlies op nieuwbouw koopwoningen. Voorziening voor pensioenen De pensioenen zijn verzekerd bij pensioenuitvoerder SPW (bedrijfstakpensioenfonds). Vidomes verwerkt de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie als last in de winst-en-verliesrekening. Voor zover de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie nog niet is voldaan, wordt deze als verplichting op de balans opgenomen. Indien de reeds betaalde premiebedragen de aan de pensioenuitvoerder te betalen premie overtreffen, wordt het meerdere opgenomen als een overlopend actief voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door de pensioenuitvoerder of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Voorziening voor latente belastingverplichtingen Voor in de toekomst te betalen belastingbedragen uit hoofde van verschillen tussen commerciële en fiscale balanswaarderingen wordt een voorziening getroffen ter grootte van de som van deze verschillen vermenigvuldigd met het geldende tarief. Deze passieve belastinglatenties zijn gewaardeerd tegen contante waarde en hebben overwegend een langlopend karakter Voorziening loopbaanontwikkeling Deze voorziening is gevormd voor het bedrag van de te verwachten uitgaven ter stimulering van de loopbaanontwikkeling. Langlopende schulden Langlopende schulden worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag (nominale waarde) rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Kortlopende schulden De kortlopende schulden zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
11
Verplichting verlofuren Een verplichting is getroffen voor de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om aan de verplichting tot uitbetaling van de verlofuren ineens te kunnen voldoen. De verplichting is gevormd op basis van het saldo verlof uren ultimo 2010 en het geldende uurtarief in januari 2011. Financiële instrumenten Onder financiële instrumenten worden zowel primaire financiële instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financiële derivaten verstaan. Voor de grondslagen van primaire financiële instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost. Voor de waardering van de financiële derivaten past Vidomes hedge accounting toe op basis van generieke documentatie. Vidomes documenteert de wijze waarop de hedgerelaties passen in de doelstellingen van het risicobeheer, de hedgestrategie en de verwachting aangaande de effectiviteit van de hedge. Het doel van de hedge accounting is om de resultaten van het hedge-instrument en de afgedekte positie gelijktijdig in de winst- en verliesrekening te verwerken. Vidomes dekt haar renterisico’s (als gevolg van investeringen en herfinancieringen die zullen leiden tot toekomstige kasstromen) onder meer af door middel van renteswaps. Het effectieve deel van financiële derivaten die zijn toegewezen voor kostprijshedge-accounting, wordt tegen kostprijs gewaardeerd en het ineffectieve deel wordt tegen reële waarde gewaardeerd. De waardeveranderingen van de reële waarde van het ineffectieve deel worden direct in de winst-enverliesrekening verwerkt. Marktrisico: Vidomes loopt marktrisico ten aanzien van de waardering van de Swaps. Dit risico wordt beheerst door een spreiding aan te brengen in de portefeuille. Renterisico: Vidomes loopt renterisico’s ten aanzien van de huidige leningportefeuille (conversie en fixeaflossingen) en financiering van toekomstige investeringen. Deze renterisico’s worden beheerst door het aantrekken van Swaps. Liquiditeitsrisico: Als gevolg van de negatieve marktwaarde van de Swaps ultimo 2010 loopt Vidomes geen liquiditeitsrisico. In de overeenkomsten met de tegenpartijen zijn geen aanvullende zekerheden opgenomen in de vorm van aan te houden liquiditeiten. Financieringsrisico: Vidomes heeft geen significante concentraties van financieringsrisico's. Door gebruik te maken van meerdere tegenpartijen om over kredietfaciliteiten te kunnen beschikken is er spreiding in de portefeuille.
Algemeen Het resultaat wordt bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. Bedrijfsopbrengsten worden toegerekend aan het jaar waarin de prestaties zijn verricht. Voor de toerekening van de bedrijfslasten wordt, waar mogelijk, de causale samenhang tussen baten en lasten als grondslag gehanteerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het boekjaar worden in acht genomen indien zij bij het opmaken van de jaarrekening bekend zijn. Huren De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum. Voor het verslagjaar 2010 bedroeg dit maximum 1,2%. De opbrengsten uit hoofde van huur worden aangemerkt als zijnde gerealiseerd in het jaar van opeisbaarheid daar bij tussentijdse beëindiging van het huurcontract geen terugbetalingsverplichting geldt.
12
Vergoedingen De bijdragen van huurders die zijn overeengekomen voor de levering van goederen en diensten. Overheidsbijdragen Voor zover de bijdragen nog niet zijn ontvangen, zijn zij berekend op grond van de regelingen. Verkopen onroerende goederen Het resultaat van de verkooptransacties wordt verantwoord in het jaar van transport van de verkoopakte bij de notaris. Vidomes verantwoordt de opbrengsten uit verkopen via "Koopgarant" ook als verkooptransactie, omdat alle belangrijke rechten en risico's zijn overgedragen. Het resultaat van de reguliere en Koopgarant verkopen wordt verantwoord als "Verkoopresultaat". De post Verkopen onroerende goederen betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde en de gemaakte direct toerekenbare verkoopkosten. Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf De toe te rekenen interne directe kosten ten behoeve van onroerende zaken in ontwikkeling worden hieronder verantwoord. Afschrijvingen Afschrijving van het onroerend goed gebeurt op annuïteitenbasis. Afschrijving van de activa ten dienste van de exploitatie gebeurt volgens het lineaire systeem. Voor beide categoriëen geldt dat de afschrijving van een nieuwe actief start per 1 januari van het volgend boekjaar. Overige waardeveranderingen op (im)materiële vaste activa en onrendabele toppen De overige waardeveranderingen worden gebaseerd op de waardering van de betreffende activa posten onroerende zaken in exploitatie en ontwikkeling. Deze bijzondere waardevermindering ontstaat door een jaarlijkse toets van de reële waarde (bij woningcorporaties is dit de bedrijfswaarde) ten opzichte van de boekwaarde per PMC. Indien de boekwaarde van de PMC hoger ligt dan de bedrijfswaarde vindt een afwaardering plaats ten laste van het resultaat. Voor onroerende zaken in ontwikkeling ontstaat deze bijzondere waardevermindering op het moment van investeringsbeslissing door de directie. Bij het bepalen van de afwaardering op activa in ontwikkeling wordt conform Rj 645 rekening gehouden met een eventuele overwaarde binnen de PMC waartoe het complex in ontwikkeling gaat behoren. Personeelskosten Vidomes is aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds, het SPW, en past tezamen met andere corporaties deze regeling toe. Op basis hiervan is deze pensioenregeling in de jaarrekening 2010 verwerkt als een toegezegde-bijdrageregeling. Dat houdt in dat in de winst-enverliesrekening over 2010 een pensioenlast is opgenomen gelijk aan de in het jaar verschuldigde premie. In de balans is de per ultimo 2010 nog verschuldigde premie over het boekjaar 2010 als kortlopende schuld opgenomen. Voor de uitgestelde beloningen is een voorziening getroffen tegen nominale waarde. De kosten van deze uitgestelde beloning zijn verantwoord als "Brutoloon". Lasten onderhoud In de kosten van het dagelijks onderhoud zijn geen kosten van de eigen dienst opgenomen. Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten onderhoud verantwoord. Van de toerekenbaarheid is sprake als daadwerkelijk de werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden.
13
Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-enverliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Latente belastingvorderingen en latente belastingschulden worden opgenomen tegen contante waarde. Deze worden contant gemaakt tegen de netto rente. Dit percentage bedraagt voor 2010 3,65%. Vidomes heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 2 de fiscale positie ultimo 2010 en het fiscale resultaat 2010 bepaald. Omdat jurisprudentie inzake de uitwerking van VSO 2 voor corporaties nog ontbreekt kan de werkelijk te betalen of te verrekenen belasting over 2010 afwijken van de in de jaarrekening 2010 opgenomen schatting. Bij het berekenen van de belasting bestaat nog steeds onzekerheid. Het resultaat van de deelneming SWY is verwerkt als deelnemingsvrijstelling. Deze kan echter ook transparant behandeld worden. Hierover zijn de participanten in SWY nog met de Belastingdienst in discussie. Resultaatbepaling participatie Stichting Woonformatie Ypenburg Het resultaat wordt verantwoord als opbrengsten/ lasten uit verbindingen en toegevoegd aan de wettelijke reserve participatie SWY in de balans. Het resultaat bedraagt 15% over de mutatie van het eigen vermogen van SWY op balansdatum van 2010. Het resultaat wordt pas verantwoord nadat de jaarrekening van SWY is vastgesteld. Waarderingsgrondslagen kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen. Winstbelastingen en interest worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. De ontvangen renteloze lening van Vestia inzake SWY is opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten.
14
31-12-2010
31-12-2009
217.790
382.108
ACTIVA A1
Immateriële vaste activa Licenties software Per 1 januari Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 01-01-2010
1.170.306 -788.198 382.108
Mutaties Investeringen
79.304
Afschrijvingen
-243.622
Boekwaarde per 31-12-2010
217.790
Per 31 december Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31-12-2010
1.136.220 -918.430 217.790
Buitengebruikstelling: 2010
113.390
Het afschrijvingspercentage varieert van 14,29% tot 33,33%.
A2
Materiële vaste activa
A2.1
Onroerende zaken in exploitatie Woningen
738.648.659 650.973.726
Verzorgingstehuizen
12.339.741
12.576.461
Bedrijfs onroerend goed
28.086.661
16.913.556
Garages
10.292.912
10.111.362
Totaal activa in exploitatie
789.367.973 690.575.106
15
Het verloop van de boekwaarde is als volgt: Woningen Boekwaarde per 01-01-2010 Terugboeking overige waardevermindering per 1-1-2010
650.973.726 5.731.728
Mutaties
106.434.107
Afschrijvingen
-12.226.615
Overige waardevermindering per 31-12-2010
-12.264.287
Boekwaarde per 31-12-2010
738.648.659
Volgens de minimum waarderingsregel is de lagere bedrijfswaarde van toepassing voor een drietal Pmc's. De afwaardering van deze Pmc's is als overige waardevermindering verantwoord. Specificatie van de mutaties: Bij:
Af:
Nieuwbouw
106.383.055
Nagekomen kosten renovatieprojecten
2.786.884
Na-investeringen diverse complexen
1.957.712
Verkopen Saldo mutaties
-4.693.545 106.434.107
Verzorgingstehuizen Boekwaarde per 01-01-2010 Afschrijvingen Boekwaarde per 31-12-2010
12.576.461 -236.720 12.339.741
Bedrijfs onroerend goed Boekwaarde per 01-01-2010
16.913.556
Bij: investeringen
11.293.011
Af: verkopen Afschrijvingen Boekwaarde per 31-12-2010
0 -119.907 28.086.661
Garages Boekwaarde per 01-01-2010
10.111.362
Bij: investeringen
294.000
Af: verkopen
-36.765
Afschrijvingen
-75.685
Boekwaarde per 31-12-2010
10.292.912
16
Per 31 december
Woningen
Verz. Bedrijfsonr.goed tehuizen
Garages
Aanschafwaarde
819.372.159
13.704.797
29.729.647 10.673.421 873.480.024
Cumulatieve afschrijvingen
-68.459.212
-1.365.056
-1.642.986
Cumulatieve waardeverminderingen
-12.264.287
Boekwaarde per 31-122010
738.648.659
-380.509
Totaal
-71.847.763 -12.264.287
12.339.741
28.086.661 10.292.912 789.367.973
Bedrijfswaarde Per ultimo 2005 is er een nieuwe interne indeling van het bezit in Pmc's. De indeling sluit goed aan bij het interne strategisch voorraadbeleid en de bedrijfsvoering van Vidomes. De indeling is gebaseerd op product (exploitatie) en markt (doelgroep). Per éénheid is per ultimo 2010 de bedrijfswaarde berekend en heeft afstemming met de boekwaarde plaatsgevonden. Bedrijfswaarde in € 1.000 Exploitatievorm / Doelgroep
Huur < kwaliteitskortingsgrens
Alle Senioren huishoudens ≥ 55 jr
Jongeren en N.v.t. (sloop, Overige bijzondere verkoop) doelgroepen
45.943
2.935
11.340
389
Kwaliteitskortingsgrens >< Aftoppingsgrens
370.246
143.131
18.828
3.794
0 535.999
Aftoppingsgrens >< Huurtoeslaggrens
158.261
36.062
0
0
0 194.322
20.122
42.554
135
0
0
62.811
Vrije verkoop / koopgarant
0
0
0
31.494
0
31.494
Overige (garages, BOG, verz. tehuizen) Totaal
0
0
0
0
70.566
70.566
594.571
224.682
30.303
35.677
Huur > Huurtoeslaggrens
0
Totaal
60.607
70.566 955.798
17
Verschil bedrijfswaarde en boekwaarde (in € 1.000) Exploitatievorm / Doelgroep Alle Senioren huishoudens ≥ 55 jr
Jongeren en N.v.t. (sloop, Overige bijzondere verkoop) doelgroepen
Totaal
Huur < kwaliteitskortingsgrens
13.062
1.216
-689
228
0
13.817
Kwaliteitskortingsgrens >< Aftoppingsgrens
82.664
14.905
130
-519
0
97.180
Aftoppingsgrens >< Huurtoeslaggrens
22.954
-11.056
0
0
0
11.898
1.853
3.645
94
0
0
5.593
Vrije verkoop / koopgarant
0
0
0
6.243
0
6.243
Overige (garages, BOG, verz. tehuizen) Totaal
0
0
0
0
19.827
19.827
120.533
8.711
-465
5.952
Huur > Huurtoeslaggrens
19.827 154.558
De bedrijfswaarde van het volledige bezit bedraagt ultimo 2010 € 955.798.000,-. Dit is 19,3% meer dan de boekwaarde. De bedrijfswaarde is inclusief de BWS subsidie en de rentabiliteitswaardecorrectie op de leningenportefeuille. Tot en met het boekjaar 2009 bedroeg de afwaardering € 5.732.000,- welk bedrag als overige waardevermindering ten laste van het resultaat van voorgaande boekjaren is afgeboekt. Uit de afstemming van de bedrijfswaarde met de boekwaarde per ultimo 2010 blijkt dat hiervan een verdere afwaardering noodzakelijk is van € 6.532.559,-. Dit bedrag is als overige waardeverandering geboekt ten laste van het resultaat 2010. Tot en met 2010 bedraagt de cumulatieve waardevermindering € 12.264.287,-. De berekening van de bedrijfswaarde sluit aan op de sectorbrede afspraken. Dit houdt in dat voor de eerste 5 prognosejaren de kasstromen worden doorgerekend op basis van het eigen vastgesteld beleid; voor de jaren daarna wordt uitgegaan van de generieke, door het WSW vastgestelde meerjarenparameters. In het eigen vastgesteld beleid is rekening gehouden met het effect van de huidige economische situatie op de bedrijfswaarde. De berekening van de bedrijfswaarde is uitgevoerd op basis van de hierna genoemde uitgangspunten en parameters: Huurstijging Begin 2011 is door de overheid besloten dat de huurverhoging per 1 juli 2011 maximaal 1,3% mag bedragen (gelijk aan de inflatie 2011). Voor de jaren daarna is eveneens gerekend met een inflatievolgend huurbeleid. Vanwege de huidige economische situatie komen de huuropbrengsten onder druk te staan; de inflatieverwachting voor de komende 5 jaren is laag, waardoor een lagere huurverhoging kan worden doorgerekend. In de eerste 5 prognosejaren wordt een opslag ingerekend voor harmonisatie. Vanuit het nieuwe streefhuurbeleid kan in 2011 tot en met 2015 jaarlijks 1% extra huurstijging ten gevolge van harmonisatie worden gerealiseerd. Door de huidige economische situatie zal de mutatiegraad dalen, met als gevolg minder ruimte tot harmonisatie. In 2011 is daarom maar 0,5% extra huurstijging ten gevolge van harmonisatie ingerekend.
18
Huurderving Op basis van de begroting 2011 en realisatie 2010 is besloten om de generieke huurderving voor leegstand en oninbare vorderingen van totaal 1% van de huuropbrengst te hanteren vanaf 2010. Stijging algemeen beheer Voor de eerste 5 prognosejaren zijn de onderstaande stijgingpercentages gehanteerd. Vanaf 2016 is gerekend met een percentage van 1% boven de lange termijninflatie (2%) zoals die door het CFV is gepubliceerd. 2011: 2012 2013 2014 2015 v.a. 2016:
1,2% 1,25% 1,50% 2,25% 2,25% 3,00%
Stijging onderhoudslasten De stijging van de onderhoudslasten is voor de eerste 5 prognosejaren gebaseerd op de volgende stijgingspercentages: 2011; 1,2%, 2012; 1,25%, 2013; 1,75%, 2014; 2,25%, 2015; 2,25% wat gelijk is aan de inflatie. Voor de jaren daarna is gerekend met een extra lastenstijging van 1% boven de lange termijninflatie zoals die door het CFV is gepubliceerd. Het WSW rekent ook voor de eerste 5 jaren met 1% boven inflatie. Verwacht wordt dat op korte termijn nog een efficiëncyslag kan worden gemaakt op zowel het planmatig als het niet planmatig onderhoud. Dit is in de bedrijfswaardeberekening verdisconteerd in een lager stijgingspercentage voor de onderhoudslasten in de eerste 5 prognosejaren. Hoogte variabele lasten De variabele lasten bedragen in 2011 € 1.670,- per woning. Dit is berekend op basis van de begroting 2011. Als variabele lasten worden aangemerkt algemeen beheer (€ 1.225,-) en niet-planmatig onderhoud (€ 445,-). Planmatig onderhoud Voor 2011 is uitgegaan van de vastgestelde begroting 2011. Voor de jaren 2012 tot en met 2019 zijn de cijfers ontleend aan de meerjaren-onderhoudsbegroting van 2011. Gemiddeld per jaar sluit dit aan bij het taakstellend budget van 16,3% van de jaarhuur. Voor de jaren na 2019 is gerekend met € 865,per woning (prijspeil 2011), gelijk aan 16,3% van de netto jaarhuur. Verbeteruitgaven Als verbeteruitgaven zijn alleen de investeringsingrepen opgenomen waar ten tijde van het opstellen van de bedrijfswaardeberekening een directiebesluit aan ten grondslag ligt (criterium: intern besloten/ extern gecommuniceerd). Deze ingrepen leiden tot een verbetering of vergroting van de oorspronkelijke verdiencapaciteit van het complex. Verkoop Op sommige complexen is een verkoopscenario van toepassing. De verkopen zijn onderverdeeld in 3 categorieën: vrije verkoop, Koopgarant en complexgewijze verkoop. Bij de berekening van de bedrijfswaarde is rekening gehouden met de meest actuele inzichten in dit scenario. De verkopen zijn ingerekend voor de jaren 2011 tot en met 2015. Rentevoet en disconteringspercentage Overeenkomstig de parameters die het WSW hanteert voor het verslagjaar 2010, is een disconteringsvoet gehanteerd van 5,25 %. Exploitatieduur: De verwachte restant exploitatieduur is in overeenstemming met het strategisch voorraadbeheer. Restwaarde: Bij de bepaling van de bedrijfswaarde is rekening gehouden met een restwaarde gelijk aan de historische kostprijs van de grond.
19
Toelichting mutatie in bedrijfswaarde in € 1000 De bedrijfswaarde in het verslagjaar is toegenomen met een bedrag van € 61.678.000,- ten opzichte van de bedrijfswaarde ultimo het voorgaande verslagjaar. De mutatie in de bedrijfswaarde laat zich als volgt verklaren: Aantal Bedrijfswaarde ultimo 2009
Bedrijfswaarde
18.942
894.120
Autonome ontwikkeling Vrijval geprognosticeerde kasstromen 2010
-49.237
Effect contante waarde en restant levensduur (opschuifeffect)
61.388 12.151
Voorraadmutaties Verkoop Sloop Correcties Renovatie Nieuwbouw/ aankoop
-54
-22.526
0
0
34
2.407
0
0
417
72.582 52.463
Parameterwijzigingen Wijziging verkoopopbrengsten
9.106
Levensduur
0
Huurstijging
-16.663
Onderhoudskostenstijging
5.943
Inflatie/ lastenstijging
-12.514
Discontovoet
58.919 44.791
Niveauwijzigingen Huren
2.267
Onderhoudsuitgaven
-18.563
Overige exploitatieuitgaven
12.025
Verkoop
-16.578
Verbetering
0
Subsidies/ bijdragen
-57
Restwaarde
-1.636
Overig
3.133 -19.409
Rentabiliteitswaardecorrectie Autonome ontwikkeling
-4.708
Wijziging in lopende leningen (conversie/ vva)
14
Nieuwe leningen
1.148
Disconto
-24.772 -28.318
Bedrijfswaarde ultimo 2010
19.339
955.798
20
31-12-2010
31-12-2009
53.474.380
87.348.427
ACTIVA A2.2
Onroerende zaken in ontwikkeling Het verloop van onroerende zaken in ontwikkeling is als volgt: Boekwaarde per 01-01-2010
87.348.427
Bij: Investeringen 2010
91.699.851
Af: Overgebracht naar activa in exploitatie Overgebracht naar planmatig onderhoud Afboeking haalbaarheidsstudie Huize Bijdorp Overboeking naar voorraad onderhanden werk Bij: Toegerekende rente
-120.403.546 -3.375.669 -218.663 -9.213.301 4.473.281 50.310.380
Bij: Terugname onrendabele toppen
Boekwaarde per 31-12-2010
3.164.000
53.474.380
Bij de toerekening van rente is een percentage van 5% gehanteerd.
21
De boekwaarde per 31-12-2010 betreft de volgende projecten: Gefactureerde werken ACTIVA
Onrendabele top t/m 2010
31-12-2010
31-12-2009
Nieuwbouw Delft Den Haag Leidschendam-Voorburg
613.924 0
0
5.554.026
-7.867.000
Rijswijk
25.886.463
Zoetermeer
17.963.719
-2.456.000
50.018.132
-10.323.000
Strategisch Onderhoud Delft
2.258.553
Leidschendam-Voorburg
7.454.333
Rijswijk
3.235.849
Zoetermeer
Totaal activa in ontwikkeling
A2.3
830.513 13.779.248
0
63.797.380
-10.323.000
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
13.955.784
14.758.170
Per 1 januari Aanschafwaarde
22.807.149
Cumulatieve afschrijvingen
-8.048.979
Boekwaarde per 31-122010
14.758.170
Mutaties Investeringen Afschrijvingen Boekwaarde per 31-122010
50.787 -853.173 13.955.784
Specificatie van de mutaties : Bij:
Investeringen in inventaris en bedrijfspanden
50.787
Per 31 december Aanschafwaarde
22.392.668
Cumulatieve afschrijvingen
-8.436.884
Boekwaarde per 31-122010
13.955.784
22
Gefactureerde werken
Onrendabele top t/m 2010
31-12-2010
31-12-2009
Buitengebruikstelling: ≤ 2009 2010
1.525.092 578.658 2.103.750
A3
Financiële vaste activa
A3.1
Te vorderen BWS-subsidies
1.852.384
2.308.201
31-12-2010
31-12-2009
1.675.592
826.292
Per 1 januari Te vorderen BWS-subsidies
2.308.201
Mutaties Bij: toevoeging rente
88.159
Af: ontvangen BWSsubsidies
543.975
Totaal mutaties
-455.816
Per 31 december Te vorderen BWS-subsidies
1.852.384
ACTIVA A3.2
Participatie SWY Saldo per 1 januari Correctie vorig boekjaar Mutatie i.v.m. stelselwijziging Resultaat participatie vorig jaar Resultaat participatie 2010 Saldo per 31 december
-92
0
-147.900
0
60.450
849.300
-417.450
0
1.170.600
1.675.592
Vidomes is voor 15% participant in de Stichting Woonformatie Ypenburg. Het saldo einde boekjaar bedraagt 15% van het eigen vermogen van SWY per 31 december 2010. De vergelijkende cijfers van SWY zijn in het boekjaar 2009 gewijzigd i.v.m. een stelselwijziging. Van 1 februari tot 1 juni is een kasgeldlening verstrekt ad. € 1.500.000,-. De leningen zijn verstrekt tegen een marktconforme rente plus opslag.
23
31-12-2010
31-12-2009
10.148.522
10.405.037
0
3.404.022
ACTIVA A3.3
Latente belastingvordering Saldo per 1 januari Dotatie Onttrekking Saldo einde boekjaar
-5.808.710
-3.660.537
4.339.812
10.148.522
31-12-2010
31-12-2009
2.000.000
2.000.000
49.098
58.814
-435
0
6.758
4.982
50.954
14.698
4.467
49.098
ACTIVA A3.4
Overige financiële vaste activa Certificaten WIF Leningen personeel: Saldo per 1 januari Correctie vorig boekjaar Verstrekkingen Aflossingen Saldo per 31 december
De latente belastingvordering is gevormd door belastbare tijdelijke verschillen in de fiscale waardering van de verkopen bestaand bezit en de marktwaarde leningen. De actieve latentie te verrekenen verliezen is in 2010 niet opgenomen. De nominale waarde hiervan bedroeg in 2009 € 1.328.615. Verwacht wordt dat van dit bedrag op balansdatum € 779.042,- binnen een jaar wordt gerealiseerd. De actieve belastinglatentie wordt gewaardeerd tegen de contante waarde. De disconteringsvoet bedraagt 3,65%. De nominale waarde van de actieve belastinglatentie bedraagt € 5.383.681,- t.o.v. € 11.898.105,- in 2009. In 2010 hebben er geen mutaties plaatsgevonden op de certificaten WIF. Het rentepercentage bedraagt 4,5% en de looptijd is vooralsnog onbepaald. De certificaten betreffen achtergestelde leningen. Het kortlopende deel is nihil. Per 31 december 2010 ligt de marktwaarde met € 2.345.292 op 117,26% van de nominale waarde. 31-12-2010
31-12-2009
ACTIVA Totaal overige financiële vaste activa
ACTIVA A4
2.004.467
31-12-2010
2.049.098
31-12-2009
Voorraad
24
ACTIVA A4.1
31-12-2010 Voorraad Koopgarant
31-12-2009
0
166.269
Op 31 december 2010 zijn alle teruggekochte woningen verkocht. In 2010 heeft er een aanbetaling voor een tweetal woningen plaatsgevonden waarbij het transport in 2011 plaats vindt. Deze aanbetalingen zijn verantwoord onder de overlopende activa. De woningen zijn gewaardeerd tegen de betaalde prijs verhoogd met overdrachtsbelasting en kosten. De voorraad onderhanden werk bestaat uit de koopwoningen van de projecten Mariënpark (€ 3.275.113), Paulinesymfonie 'De Toren' (€ 2.811.645), Paulinesymfonie 'Koopgarant' (€ 3.206.207), De Drie Torens (€ 506.376). In de waardering van de voorraden van deze projecten is de omzetbelasting opgenomen. De omzetbelasting wordt teruggevorderd bij oplevering van het project. Het project Paulinesymfonie 'Koopgarant' zal in 2011 o.b.v. de nieuwe richtlijn worden overgeboekt naar de post materiële vaste activa verkoop onder voorwaarde. ACTIVA A4.1
A5
31-12-2010
31-12-2009
Onderhanden werk
9.799.341
586.040
Totaal voorraden
9.799.341
752.309
Stand onderhanden werk per 01-01
0
252.900
Uitgaven in het boekjaar
0
0
Ontvangen termijnen woningen
0
-245.661
Gerealiseerde winst
0
-7.239
Totaal onderhanden projecten
0
0
1.125.053
1.105.169
-277.999
-232.102
847.054
873.067
1 - 2 maanden
35%
39%
> 2 maanden
65%
61%
1,07%
1,10%
264.861
264.861
Onderhanden projecten
Per 31-12-2008 stond nog 1 woning te koop. Deze is per 16 januari 2009 verkocht.
A6
Vorderingen
A6.1
Huurdebiteuren zittende huurders Voorziening voor oninbaarheid Stand per 31 december De huurachterstand per 31 december is als volgt opgebouwd:
De huurachterstand in % van de totale jaarhuur en vergoedingen bedraagt: A6.2
Gemeenten
25
ACTIVA
A6.3
31-12-2010
31-12-2009
Vordering vertrokken huurders
805.021
629.877
Voorziening voor oninbaarheid
-688.428
-475.238
116.593
154.639
1.116.807
188.668
-7.542
-9.800
1.109.265
178.868
1.225.858
333.507
Overige vorderingen
Overige debiteuren Voorziening voor oninbaarheid
Totaal overige vorderingen
Voor het risico van oninbaarheid van huur- en overige debiteuren is een voorziening opgenomen. De voorziening is berekend met behulp van een ouderdomsanalyse op individuele basis. De totale voorziening is verdeeld over de zittende en vertrokken huurders.
31-12-2010
31-12-2009
0
40.275
0
40.275
3.334.086
2.229.926
523.866
423.789
3.857.951
2.653.715
ACTIVA A6.4
Vpb Te vorderen vennootschapsbelasting
Dit betreft de vooruitbetaalde vennootschapsbelasting 2009. A6.5
Overlopende activa Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Totaal overlopende activa
De post vooruitbetaalde bedragen bestaat uit de vooruitbetaling van € 1.755.000,- van de koopprijs Marienpark aan KSM. Verder bestaat deze post uit vooruitbetalingen inzake servicekosten, softwarelicenties, verzekeringen en abonnementen. De post nog te ontvangen bedragen bestaat voornamelijk uit rentevergoeding op de klimlening koopprijs Marienpark aan KSM en rente op deposito's, effecten en rekening-courant gelden.
26
31-12-2010
31-12-2009
ACTIVA A7
Liquide middelen Kassen diverse vestigingen
20.914
17.905
ABN AMRO
29.366
10.836
2.490.422
0
12.273
10.788
2.552.976
39.529
ING/Postbank Gelden onderweg Totaal liquide middelen
Vidomes is voor 15% participant in de Stichting Woonformatie Ypenburg. Per 01-01-2005 is de participatie in SWY verantwoord onder de financiële vaste activa. De reserve bevat het aandeel van Vidomes in het eigen vermogen van SWY. De opbrengst uit deze participatie bedraagt 15% van de mutatie van het eigen vermogen van SWY per 31 december 2010. De vergelijkende cijfers van SWY zijn in het boekjaar 2009 gewijzigd i.v.m. een stelselwijziging.
31-12-2010
31-12-2009
4.970.248
4.120.948
PASSIVA P1
Eigen vermogen
P1.1
Wettelijke reserve participatie SWY Saldo per 1 januari Correctie vorig boekjaar Mutatie i.v.m. stelselwijziging Resultaat participatie vorig jaar Resultaat participatie2010 Saldo per 31 december
P1.2
-92
0
-147.900
0
60.450
849.300
-417.450
0
4.465.256
4.970.248
141.084.206
139.097.455
-5.731.558
1.986.751
135.352.648
141.084.206
Overige reserves Saldo per 1 januari Jaarresultaat te onttrekken/toe te voegen aan overige reserves Saldo einde boekjaar
27
31-12-2010
31-12-2009
2.308.203
2.758.920
-543.976
-556.458
88.159
105.741
PASSIVA P2
Egalisatierekening
P2.1
Egalisatie BWS subsidies Het verloop gedurende het boekjaar is als volgt. Boekwaarde per 1 januari 2010 Toekennningen Rentebijschrijving Rentecorrectie voorgaande jaren Boekwaarde per 31 december 2010
P3
Voorzieningen
P3.1
Voorziening onrendabele toppen Saldo per 1 januari Dotatie projecten Onttrekking project Saldo einde boekjaar
P3.2
-2 1.852.384
2.308.203
1.152.000
3.850.000
0
1.152.000
-279.000
-3.850.000
873.000
1.152.000
0
0
3.225.000
0
0
0
3.225.000
0
Voorziening onderhanden projecten Saldo per 1 januari Dotatie projecten Onttrekking project Saldo einde boekjaar
Voor het verwachte verlies op de koopwoningen in het onderhanden project Paulinesymfonie is een voorziening opgenomen ad. € 3.225.000,-. 31-12-2010 31-12-2009 PASSIVA P3.3
Latente belastingverplichtigingen Saldo per 1 januari
4.785.828
1.877.720
Dotatie
2.892.944
2.908.108
-544.851
0
7.133.921
4.785.828
Onttrekking Saldo einde boekjaar
28
De voorziening latente belastingverplichtingen is gevormd door belastbare tijdelijke verschillen in de fiscale waardering van de roerende zaken, de eigen panden, de onderhoudsvoorziening en de voorziening brandbeveiliging Mariënpark. Verwacht wordt dat van dit bedrag op balansdatum € 1.003.921,- binnen een jaar wordt gerealiseerd. De passieve belastinglatentie wordt gewaardeerd tegen de contante waarde. De disconteringsvoet bedraagt 3,65%. De nominale waarde van de passieve belastinglatentie bedraagt € 7.492.206,- t.o.v. € 5.506.340,- in 2009. 31-12-2010 31-12-2010 PASSIVA P3.4
Overige voorzieningen Voorziening voor uitgestelde beloningen Saldo per 1 januari Dotatie Onttrekking Saldo per 31 december
75.994
140.456
1.175
0
0
-64.462
77.169
75.994
Het saldo van deze voorziening bestaat uit toekomstige jubileum uitkeringen in de komende jaren. Verwacht wordt dat € 14.539,- binnen een jaar wordt besteed. 31-12-2010 31-12-2009 Voorziening loopbaanontwikkeling Saldo per 1 januari Dotatie Onttrekking Saldo per 31 december
0
0
600.000
0
0
0
600.000
0
677.169
75.994
Het saldo van de voorziening bestaat uit toekomstige uitgaven ter stimulering van de loopbaanontwikkeling. Verwacht wordt dat € 150.000,- binnen een jaar wordt besteed. Totaal overige voorzieningen
29
P4
Langlopende schulden (leningen o/g)
31-12-2010
31-12-2009
638.762.257
606.813.851
De mutaties in 2010 van de langlopende schulden kunnen als volgt worden toegelicht: Stand per 1 januari 2010 (langlopend + kortlopend) Bij:
Nieuwe stortingen
620.794.536 81.044.505 701.839.041
Af:
Normale jaarlijkse aflossing
-6.937.168
Aflossing ineens bij einde looptijd
-7.043.515
Stand per 31 december 2010 (langlopend + kortlopend)
687.858.358
Stand per 31 december 2010 (kortlopend)
49.096.101
Stand per 31 december 2010 (langlopend)
638.762.257 687.858.358
Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na afloop van het jaar zijn opgenomen onder de kortlopende schulden. De aflossingsverplichting voor 2011 bedraagt € 49.096.101 De gemiddelde restant looptijd van de leningenportefeuille bedraagt 12 jaar. Van het saldo einde boekjaar heeft € 493.338.363,- een resterende looptijd van meer dan 5 jaren. De rentevoet per 31 december 2010 varieert van 0,84% tot 7,5%. Van twee leningen met een variabele rente en een variabele hoofdsom is ultimo 2010 € 40.000.000,- opgenomen. De martkwaarde van de totale leningenportefeuille (kortlopend en langlopend) ligt met € 751.864.479,00 op 109,31% van de nominale waarde. Vidomes stuurt voor het renterisico op de WSW norm van 15%. Het renterisico voor de komende jaren is grotendeels afgedekt door middel van swaps en het oversluiten van leningen met vooraf afgesproken percentages. Het maximaal renterisico voor de jaren 2011-2018 ligt op 18,6 % in 2012. In verband met het grote aandeel aan investeringen waarvan de startdatum nog verder in de tijd kan verschuiven is hier nog geen actie op ondernomen.
30
31-12-2010 31-12-2009 P5
Kortlopende schulden
P5.1
Schulden aan kredietinstellingen Kasgeldleningen ING bank
0
6.000.000
ING/Postbank (krediet)
0
4.564.977
Aflossingsverplichting langlopende schulden volgend boekjaar
49.096.101 13.980.684
Totaal schulden aan kredietinstellingen
49.096.101 24.545.661
Met de ING-bank is een kredietovereenkomst afgesloten van maximaal € 16.000.000,-. Ten behoeve van derden zijn bankgaranties afgegeven op de hoofdrekening bij de ING tot een bedrag van € 541.000,-. P5.2
Schulden aan leveranciers
7.781.550
8.624.111
P5.3
Belastingen en premies sociale verzekeringen 48.373
64.165
Nog af te dragen belastingen
1.387.801
1.553.018
Totaal belastingen en premies sociale verzekeringen
1.436.174
1.617.183
Nog te verrekenen personeelslasten
P5.4
Overlopende passiva Transitorische rente Vooruitontvangen huren Met huurders te verrekenen servicekosten Nog te betalen bedragen Verplichting verlofuren Sociaal Fonds werknemers Totaal overlopende passiva
16.313.942 14.764.202 1.395.694
1.093.072
808.142
332.848
15.442.959
1.721.433
294.749
292.320
20.212
21.253
34.275.699 18.225.128
De post nog te betalen bedragen bestaat hoofdzakelijk uit de nog te betalen service- en onderhoudskosten 2010 en de kortlopende renteloze lening van Vestia ad. € 13.800.000,-
31
Waarborgverplichting
31-12-2010
31-12-2010
Obligo Waarborgfonds Sociale Woningbouw
28.769.664
23.534.226
Het obligo betreft de verplichting om de liquiditeitspositie van het WSW te versterken zodra het vermogen van het waarborgfonds daalt onder het niveau dat met de rijksoverheid en gemeenten is afgesproken. Dit obligo is vastgesteld op 3,85% van het schuldrestant van de door het WSW geborgde leningen. Op basis van de actuele meerjarenliquiditeitspognose verwacht het WSW voor de komende 5 jaar geen beroep te doen op deze obligoverplichting. Onroerende zaken in ontwikkeling
31-12-2010
31-12-2009
Aangegane verplichtingen per 31 december
33.043.551
90.883.822
Planmatig en projectmatig onderhoud
31-12-2010
31-12-2009
2.084.745
973.169
Aangegane verplichtingen per 31 december
Herstructurering Palenstein Samen met twee andere corporaties werkt Vidomes aan dit project. Eind 2004 hebben betreffende partijen een samenwerkingsovereenkomst getekend. Hierin zijn de uitgangspunten voor de herstructurering geformuleerd. De omvang van de aan te gane verplichtingen voor fase 2 en 3 is nog niet bekend. Daardoor is de omvang van de onrendabele top voor deze fasen onbekend en is hiervoor geen (extra) voorziening in de jaarrekening opgenomen. Verplichting uit verkoop van Belvederebos en Landenbuurt Belvederebos: Dit complex is verkocht met een vrijstelling voor de overdrachtsbelasting. In verband hiermee is een bedrag groot € 634.445,- aan opbrengst (bedrag vrijstelling overdrachtsbelasting) geoormerkt. Binnen 7 jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de verkoop heeft plaatsgevonden dient Vidomes de totale verkoopopbrengst ad. € 11.418.528,- te herinvesteren in stedelijke herstructurering. De termijn van 7 jaar vervalt van rechtswege eind 2014. Indien Vidomes dit niet realiseert dan zal zij alsnog de overdrachtsbelasting moeten betalen. Met de herinvestering in de wijk Palenstein in Zoetermeer zal aan de herinvesteringsplicht voldaan worden. Landenbuurt: Dit complex is verkocht met een vrijstelling voor de overdrachtsbelasting. In verband hiermee is een bedrag groot € 587.353,- aan opbrengst (bedrag vrijstelling overdrachtsbelasting) geoormerkt. Binnen 7 jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de verkoop heeft plaatsgevonden dient Vidomes de totale verkoopopbrengst ad. € 9.789.218,- te herinvesteren in stedelijke herstructurering. De termijn van 7 jaar vervalt van rechtswege eind 2016. Indien Vidomes dit niet realiseert dan zal zij alsnog de overdrachtsbelasting betalen. Met de herinvestering in de wijk Palenstein in Zoetermeer zal aan de herinvesteringsplicht voldaan worden. Verplichting uit Koopgarant verkopen Vidomes biedt in een viertal verkoopcomplexen de mogelijkheid van kopen via Koopgarant aan. Er kan worden gekozen voor kortingen van 15%, 25% of geen korting. In alle gevallen ontstaat er voor Vidomes op het moment van verkoop een terugkooprecht; bij de verkopen met korting ontstaat tevens een terugkoopverplichting. Uit deze verplichting ontstaat ook een financiele verplichting. Gezien de onzekerheid van deze financiele verplichting (tijd en omvang), is deze niet opgenomen in de balans.
32
Ultimo 2010 heeft de toekomstige onzekere terugkoopverplichting betrekking op 199 verkochte 2 woningen, 586m bedrijfsonroerend goed en 5 parkeerplaatsen. Er zijn 20 woningen met een marktwaarde van € 2.698.656,- zonder korting verkocht, 7 woningen met een marktwaarde van € 886.662,- tegen 15% korting verkocht en 172 woningen met een marktwaarde van € 23.977.254,tegen 25% korting verkocht. De marktwaarde van het bedrijfsonroerend goed minus de korting van 25% bedraagt € 1.136.250,-. De totale latente terugkoopverplichting bedraagt ultimo 2010 € 22.571.509,Financiële instrumenten Roll-overs met derivaten Dealcode
Euribor
Hoofdsom
Ingangs-
Spread-
x € 1 mln.
datum
herziening
Einddatum
Rente
Marktwaarde (1)
IRS 374
3M
€ 20,0
1-mrt-2009
1-mrt-2028
4,92930%
-3.078.082
Var. LBBT 2698
3M
€ 20,0
1-feb-2010
1-mrt-2012
0,20000%
-
IRS 375
3M
€ 20,0
1-dec-2009
1-dec-2025
4,94860%
-2.674.573
Var. LBBT 3172
3M
€ 20,0
2-aug-2010
1-dec-2025
0,13000%
-
IRS 368
3M
€ 10,0
1-mrt-2010
1-mrt-2030
4,99250%
-1.851.840
Vast LBBT 3414
3M
€ 10,0
1-dec-2010
1-mrt-2030
0,17500%
-
IRS 369
3M
€ 10,0
1-jun-2010
1-jun-2026
4,99250%
-1.425.457
Vast LBBT 3415
3M
€ 10,0
15-dec-2010
1-jun-2026
0,37500%
-
IRS 370
6M
€ 15,0
1-sep-2010
1-sep-2022
4,94250%
-2.183.998
Vast LBBT 3530
6M
€ 15,0
1-mrt-2011
1-sep-2022
0,06500%
-
IRS 371
6M
€ 15,0
1-dec-2010
1-dec-2027
5,01500%
-2.639.109
Vast LBBT 3531
6M
€ 15,0
1-jun-2011
1-dec-2027
0,19000%
-
Subtotaal gekoppelde swaps
1-mrt-2013
1-jun-2015
1-sep-2013
1-dec-2014
-13.853.059
33
Dealcode
Euribor
Hoofdsom (mln.)
Ingangsdatum
Einddatum
Rente
Marktwaarde
5,00000%
0
CAP 64
1M
€ 10,0 15-sep-2005
15-sep-2011
FLOOR 20
1M
€ 10,0 15-sep-2005
15-sep-2011
2,00000%
-73.493
Var. LBBT 1215
1M
€ 15,0 15-sep-2005
15-sep-2015
1M + 0,025%
-
Subtotaal derivaten + roll-over
Dealcode
-73.493
Euribor
Hoofdsom (mln.)
Ingangsdatum
Einddatum
Vaste rente
Marktwaarde (1)
3M
€ 10,0
1-jul-2011
3-jul-2023
5,02000%
-1.381.550
1-sep-2011
2-sep-2024
5,03000%
-1.266.657
1-mrt-2012
1-mrt-2028
4,92930%
PM
IRS 372 Projecten in uitvoering
€ 20,3
Projecten in ontwikkeling
€ 7,2 € 27,4
Totaal (cumulatief t/m start IRS) IRS 373
3M
€ 10,0
Projecten in uitvoering
€ 23,7
Projecten in ontwikkeling
€ 10,2
Totaal (cumulatief t/m start IRS)
€ 33,9
IRS 374
3M
€ 20,0
Projecten in uitvoering
€ 30,9
Projecten in ontwikkeling
€ 24,9
Totaal (cumulatief t/m start IRS) Subtotaal swaps z.o.w.
€ 55,8
Totaal swaps
-2.648.207 -16.501.266
1) Betreft de marktwaarde exclusief opgelopen rente. 2) De opslag boven Euribor van deze lening dient per 1 december 2012 opnieuw overeengekomen te worden. 3) Deze swaps zijn afgesloten om het renterisico over een toekomstige financieringsbehoefte te verminderen. In principe is de werking hetzelfde als bij leningen met een uitgestelde storting, namelijk het fixeren van een toekomstige financieringsbehoefte. De onderliggende (variabele) financiering dient bij een swap nog aangetrokken te worden. Dit gebeurt op het moment dat de financieringsbehoefte daadwerkelijk ontstaat.
34
In 2010 overeengekomen nieuwe stortingen In 2010 zijn de volgende leningen overeengekomen:
Omschrijving
Hoofdsom
Startdatum
Einddatum
Rentepercentage
Variabele roll-over
€ 20.000.000
2-aug-10
1-dec-25
EUR 3M+13bp
Basisrentelening
€ 13.613.406
1-okt-10
1-okt-30
5,09%
Vaste roll-over
€ 10.000.000
1-dec-10
1-mrt-30
EUR 3M+17.5bp
Vaste roll-over
€ 10.000.000
15-dec-10
1-jun-26
EUR 3M+37.5bp
Vaste roll-over
€ 15.000.000
1-mrt-11
1-sep-22
EUR 6M+6.5bp
Vaste roll-over
€ 15.000.000
1-jun-11
1-dec-27
EUR 6M+19bp
Basisrentelening
€ 10.000.000
1-jul-11
1-jul-51
3,99%
Basisrentelening
€ 10.000.000
2-mei-12
2-mei-47
4,16%
Basisrentelening
€ 22.500.000
1-nov-12
1-nov-62
3,23%
Fixe
€ 10.000.000
1-nov-12
1-nov-20
4,38%
Leaseverplichtingen De verplichtingen uit hoofde van met derden aangegane (operational) leaseovereenkomsten bedragen in totaal € 375.345,-- Hiervan vervalt na 1 jaar € 160.538,- en na 5 jaar € 375.345,-. Aansprakelijkheid SWY "Participanten van Stichting Woonformatie Ypenburg zijn in verhouding van de grootte van de door hen aangeboden participatie-rekeningen gerechtigd tot de activa en de schulden alsmede de voor- en nadelen die voortvloeien uit de stichting. De particpatie van Vidomes in SWY is 15%.Vidomes heeft het voornemen haar partipatie in SWY te verkopen. Alvorens tot verkoop en overdracht van de particpatie over te gaan zijn de gevolgen voor vennootschaps- en overdrachtsbelasting van de voorgenomen transactie aan de Belastingdienst voorgelegd. Afhankelijk van de fiscale consequenties is het de intentie van Vidomes de transactie in het kalenderjaar 2011 af te ronden." Koopwoningen Leidschendam-Zuid In het kader van de overeenkomst met Schouten & De Jong Projectontwikkeling B.V. heeft Vidomes de verplichting om 20 koopwoningen af te nemen voor de gezamelijke realisatie en ontwikkeling van project Leidschendam-Zuid. Vidomes heeft de verplichting 10 koopwoningen af te nemen bij de start van de bouw indien de vereiste aantal woningen niet is verkocht 6 maanden na start verkoop. Daarnaast heeft Vidomes de verplichting om maximaal 10 koopwoningen af te nemen indien bij oplevering nog koopwoningen onverkocht zijn. De totale kostendekkende investering van deze verplichtingen wordt geraamd op 5,7 miljoen. Warmtebedrijf Eneco Delft B.V. Vidomes participeert met een tweetal collega corporaties, 2 gemeenten en Eneco New Energy B.V. als prioriteitsaandeelhouder in warmtebedrijf Eneco Delft B.V. De vennootschap is nog in oprichting. Hiervoor heeft Vidomes reeds een aanbetaling gedaan ad. € 80.000,-. Dit bedrag is opgenomen als vooruitbetaalde bedrag onder de overlopende activa. Verliesverrekening vennootschapsbelasting Vidomes heeft voor toekomstige fiscale winsten nog € 6.674.780,- aan verliezen te verrekenen. De verliezen kunnen 9 jaar vooruit gecompenseerd worden. De verliezen zijn als volgt opgebouwd:
35
Jaar
Verrekenbaar verlies
2006
74.792
2007
767.657
2008
3.298.839
2009
1.068.966
2010 Totaal
1.464.526 6.674.780
Heffing projectsteun Vidomes heeft de heffing projectsteun (Vogelaarheffing) als kosten verantwoord in de jaarrekening. Tijdens het opstellen van de jaarrekening loopt er nog een juridische procedure over de rechtmatigheid van deze heffing.
BEDRIJFSOPBRENGSTEN 1.
2010
2009
Huren Woningen
91.228.199
86.962.485
Verzorgingstehuizen
1.720.970
1.714.986
Bedrijfs onroerend goed
1.989.782
1.716.085
Garages
634.313
627.083
Overige
460.060
418.896
96.033.324
91.439.535
-1.176.597
-844.564
-593.351
-322.151
94.263.375
90.272.820
Wegens leegstand
1,23%
0,92%
Wegens oninbaarheid
0,62%
0,35%
Totaal
1,84%
1,28%
Huurderving leegstand Huurderving oninbare vorderingen Totaal huren Huurderving De dervingspercentages bedragen:
De huurderving wegens oninbaarheid bestaat uit de in 2010 afgeboekte vorderingen plus een aanvullende onttrekking aan de voorziening voor het risico van oninbaarheid. De stand van de voorziening ultimo 2010 is bepaald via de statische methode. Met behulp van een ouderdomsanalyse is een risico inschatting gemaakt. Op basis van dit risico is een dotatie bepaald van € 258.000,-.
36
BEDRIJFSOPBRENGSTEN 2.
2010
2009
10.245.282
10.101.745
439.814
436.822
10.685.096
10.538.566
Vergoedingen Vergoedingen verrekenbare servicekosten Vergoedingen niet-verrekenbare servicekosten Totaal vergoedingen
Niet verrekenbare servicekosten zijn servicekosten die niet via de servicekostenafrekening met de bewoners zullen worden afgerekend. BEDRIJFSOPBRENGSTEN 3.
2010
2009
543.976
556.458
-1.293
34.347
542.683
590.805
2010
2009
2.932.692
14.065.065
-24.090
-6.390
2.908.602
14.058.675
Overheidsbijdragen Besluit woninggebonden subsidies Regeling geldelijke steun huisvesting gehandicapten (RGSHG) RGSHG is in 2009 volledig afgekocht door het Ministerie Totaal overheidsbijdragen BEDRIJFSOPBRENGSTEN
4.
Verkopen onroerende goederen Verkoopresultaat woningen uit eigen bezit Verkoopresultaat koopgarant woningen uit voorraad Totaal verkopen
In het boekjaar 2010 zijn 53 woningen en 1 parkeerplaats verkocht. De gemiddelde boekwaarde van de verkochte woningen bedroeg € 88.620,68. Na aftrek van de verkoopkosten bedroeg de nettowinst € 55.551,43 per woning. Van de in 2010 verkochte woningen uit eigen bezit zijn 24 woningen verkocht via het "Koopgarant" concept. Omdat ook in dit concept sprake is van een verkooptransactie, zijn deze verkopen ook als zodanig verantwoord. De opbrengst van de "Koopgarant" verkoop bedraagt in 2010 € 2.658.750,- en de nettowinst € 605.196,-. Dit verkoopresultaat is aan te merken als een ongerealiseerde waardestijging. Het verkoopresultaat van 62 woningen in 2011 wordt geraamd op € 2.989.800,-. Dit is gemiddeld € 48.223,- per woning. De boekwaarde van de verkopen in 2011 is geschat op € 5.879.030,-.
37
BEDRIJFSOPBRENGSTEN 5.
2010
2009
0
245.661
2010
2009
Doorbelasting projecten
3.196.075
2.572.146
Totaal geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf
3.196.075
2.572.146
Gerealiseerde opbrengst projecten Opbrengst onderhanden projecten BEDRIJFSOPBRENGSTEN
6.
Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf
De toename in de geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf is het gevolg van de toename in het aantal projecturen en een toename van het uurtarief. BEDRIJFSOPBRENGSTEN 7.
2010
2009
Vergoedingen t.b.v. onderhoudsabonnementen
447.767
426.419
Vergoeding administratiekosten uit servicekosten
274.170
264.896
Vergoeding administratiekosten t.b.v. VVE's
241.169
227.671
Overige bedrijfsopbrengsten
Vergoeding voor gebruik van plaatsruimte voor zendapparatuur
50.826
66.178
193.628
170.158
1.207.560
1.155.322
2010
2009
12.226.615
11.689.549
Verzorgingstehuizen
236.720
221.234
Bedrijfs onroerend goed
119.907
116.816
75.685
70.539
12.658.927
12.098.137
Overige bedrijfsopbrengsten Totaal overige bedrijfsopbrengsten BEDRIJFSLASTEN 8.
Afschrijvingen Materiële Vaste Activa Woningen
Garages Totaal afschrijvingen
De toename van de afschrijving is in lijn met de annuitaire ontwikkeling (+/+ 7%).
38
BEDRIJFSLASTEN 9.
2010
2009
Overige waardeveranderingen op (im)materiële vaste activa en onrendabele toppen Afwaardering waardevermindering bestaand bezit in de jaarlijkse toets Afwaardering tot lagere bedrijfswaarde nieuwbouw Totaal overige waardeveranderingen en onrendabele toppen
6.532.557
1.619.669
-3.443.000
5.688.000
3.089.557
7.307.669
De afwaardering tot lagere bedrijfswaarde nieuwbouw bestaat uit de afwaardering van de projecten Mariënpark (€ 602.000,-) en Bellamyhove (€ 155.000,-) en een terugname van de afwaardering op het project De Dijken (€ 4.200.000,-). Daarnaast heeft er een overheveling plaatsgevonden van de voorziening onrendabele toppen naar de afwaardering onrendabele toppen van activa in ontwikkeling ad € 279.000,- Dit betreft het project Mariënpark. BEDRIJFSLASTEN 10
2010
2009
10.154.028
10.218.626
3.238.861
1.753.579
13.392.889
11.972.205
989.918
902.157
989.918
902.157
Personeelskosten
10a. Lonen en salarissen Brutolonen Vergoedingen Totaal lonen en salarissen 10b. Sociale lasten Totaal sociale lasten
De verantwoorde brutolonen zijn inclusief het vakantiegeld, de onttrekking aan de verplichting voor verlofuren en het ontvangen ziekengeld. Onder de verantwoorde vergoedingen vallen o.a. de bonussen 2010, de beëindigingvergoedingen, de stamrechtvergoedingen, de reservering uitgestelde beloningen, de bijdrage ziektekostenverzekering, de bijdrage kinderopvang en de woonwerk vergoedingen. De toename van de vergoedingen is voornamelijk het gevolg van de uitbetaling van de beëindigings- en stamrechtvergoedingen. In 2010 bedraagt het gemiddelde aantal fte's 212,6. Hiermee komen de gemiddelde salariskosten per fte uit op € 77.546,- en exclusief de beëindigingsvergoedingen bedragen de gemiddelde salariskosten per fte € 71.260,-. In 2009 was dit € 70.844,-. Dit is een stijging van 0,6 % ten opzichte van 2009. Gedurende het jaar 2010 had de corporatie gemiddeld 239 werknemers in dienst.
BEDRIJFSLASTEN 10c.
2010
2009
Pensioenlasten
2.103.422
2.130.297
Totaal pensioenlasten
2.103.422
2.130.297
0
0
De sociale en pensioenlasten in % van de salarissen en vergoedingen bedraagt: 10d.
Overige personeelslasten:
39
BEDRIJFSLASTEN Ingeleend personeel Overige personeelslasten Doorbelastingen Totaal overige personeelslasten
2010
2009
949.139
1.985.202
1.450.818
1.088.544
2.399.957
3.073.746
-881.562
-1.036.776
1.518.395
2.036.970
18.004.624
17.041.629
3.196.075
2.572.146
14.808.549
14.469.483
Specificatie van de kosten van ingeleend personeel: Ten gevolge van openstaande vacatures
186.315
Ten gevolge van verzuim
291.309
Overige
471.515 949.139
Totaal personeelskosten Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf Totaal netto personeelskosten
De totale netto personeelskosten bedragen € 14.808.549,-. Dit is een toename van 2,3% ten opzichte van 2009. BEDRIJFSLASTEN 11.
2010
2009
Planmatig onderhoud
13.767.255
17.897.958
Dagelijks onderhoud
7.675.955
8.871.862
21.443.210
26.769.821
Lasten onderhoud
Totaal onderhoudslasten
12.
Overige bedrijfslasten
12a
Specifieke bedrijfslasten Verrekenbare servicekosten
10.415.398
10.226.642
Niet-verrekenbare servicekosten
303.912
318.181
Kosten van onderhoudsabonnementen
467.441
472.270
4.307.284
4.104.484
192.410
197.735
Onroerend zaakbelastingen en waterschapslasten Verzekeringen Contributies koepelorganisaties
139.250
141.872
Exploitatiebijdragen VVE' s
1.497.083
1.507.671
Kosten onderhanden projecten
3.225.300
252.900
22.270
0
Verhuur- en promotiekosten nieuwbouw/renovatie Overige exploitatielasten Totaal specifieke bedrijfslasten
191.957
273.900
20.762.304
17.495.655
12b. Overige bedrijfslasten
40
BEDRIJFSLASTEN
2010
2009
Huisvestingskosten
1.638.624
1.852.447
Automatiseringskosten
1.188.018
1.490.348
Algemene kosten
4.449.669
4.260.907
Totaal overige bedrijfslasten
7.276.311
7.603.701
Totaal overige bedrijfslasten
28.038.615
25.099.357
De afschrijvingen van activa ten dienste van de exploitatie en van immateriële vaste activa zijn verantwoord als overige bedrijfslasten. BEDRIJFSLASTEN
2010
2009
Huisvestingskosten: Kantoorgebouwen en inventaris
676.436
813.680
Automatiseringskosten: Automatisering en telefonie
420.358
473.704
1.096.794
1.287.384
73.435
65.450
5.700
7.021
Vermelding accountantshonorarium: Deloitte Accountants bv Onderzoek van de jaarrekening Andere controle opdrachten Overig Deloitte netwerk Andere controle opdrachten
21.410
0
Adviesdiensten op fiscaal terrein
41.275
29.357
Andere niet-controlediensten
3.183
0
145.003
101.828
2010
2009
4.472.961
2.983.669
Rente liquide middelen/ deposito's
70.473
271.936
Rente leningen u/g
96.213
106.086
Rente toegevoegd aan de balanspost te vorderen BWS subsidies
88.166
105.732
Overige renteopbrengsten
27.316
52.465
4.755.129
3.519.888
Totaal Deloitte FINANCIËLE BATEN EN LASTEN 13.
Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rente woningen in ontwikkeling
Totaal rentebaten
Rente woningen in ontwikkeling In 2010 werd 5% rente toegerekend aan 14 projecten. Per 31 december was aan deze projecten in totaal € 162.372.854,- besteed. In 2009 waren dit 16 projecten met een totale investering van € 95.810.000,-.
41
FINANCIËLE BATEN EN LASTEN 14.
2010
2009
29.113.179
28.409.008
Rentelasten en soortgelijke kosten Rente van leningen Rente derivaten
2.642.682
780.357
Rente toegevoegd aan de egalisatierekeningen
88.164
105.732
Disagio WSW
30.620
179.211
Rente rekening courant
10.513
9.557
Rente kasgeldleningen o/g
13.132
1.512
54
519
31.898.343
29.485.897
-3.874.657
-4.484.728
-139.497
2.108.970
Verschillen waardering fiscaal en commercieel voorziening onderhoud
-2.814.034
-2.083.917
Correctie uit hoofde van verliescompensatie
-1.328.615
1.295.053
-8.156.803
-3.164.622
-504.992
849.300
2010
2009
129.386
71.500
42.945
23.447
Uitkering bij beëindiging van het dienstverband
0
0
Winstdeling en Bonus
0
0
172.331
94.947
Overige rentelasten Totaal rentelasten
15.
Belastingen en deelnemingen
15.a
Belastingen Latente vennootschapsbelasting: Verschillen waardering fiscaal en commercieel bezit Verschillen waardering fiscaal en commercieel langlopende schulden
De verschillen tussen de fiscale en commerciele waardering en winst komen voornamelijk voort uit afspraken gemaakt in kader van VSO2. 15.b
Resultaat deelnemingen
FINANCIËLE BATEN EN LASTEN Bestuurders en commissarissen Lasten ter zake van bezoldiging en ter zake van pensioenen van: Bestuurder: Periodiek betaalde beloningen Beloningen betaalbaar op termijn
Totaal
De bezoldiging van bestuurder omvat periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, sociale lasten, vakantiegeld, doorbetaling bij ziekte, fiscale bijtelling vanwege ter beschikking stelling van een auto, beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten).
42
De honorering is in lijn met de aanbevelingen van Commissie Izeboud. De bestuurder is per 1 juni 2009 in dienst getreden. De bezoldiging van de Raad van Commissarissen kan als volgt worden gespecificeerd: 2010
2009
12.112
12.250
Drs. G. Buijs
2.250
0
Drs. M.G.T. Kleijweg
5.792
0
M.W. Lubbi
7.333
11.000
E.H. Oskam
1.625
9.750
Drs. M.C. Oude Veldhuis
6.313
0
C.G. Sleddering
9.146
8.500
M.P. van Veen
4.250
8.500
C.H.J. van der Luijt
9.900
9.750
Presentiegelden Voorzitter Raad van Commissarissen: Drs. C.T.L. Korthout Presentiegelden leden Raad van Commissarissen:
A.J.M. van der Zijden
0
8.938
58.721
68.688
300
357
Drs. G. Buijs
0
0
Drs. M.G.T. Kleijweg
0
0
1.027
1.380
196
1.736
Drs. M.C. Oude Veldhuis
0
0
C.G. Sleddering
0
0
408
155
1.739
1.388
0
0
3.670
5.016
Overige kosten / vergoedingen: Drs. C.T.L. Korthout
M.W. Lubbi E.H. Oskam
M.P. van Veen C.H.J. van der Luijt A.J.M. van der Zijden Totaal
De overige kosten / vergoedingen Raad van Commissarissen betreffen kilometervergoedingen.
43
Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens Vanaf 2006 is de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) van kracht. Een deel van deze wet is van toepassing verklaard op toegelaten instellingen volkshuisvesting. Gemeld dienen te worden de functionarissen die meer verdienen dan het gemiddelde salaris van de minister (in 2010 € 193.000). Voor Vidomes geeft onderstaand overzicht een weergave van de inkomens die blijkens de wet gepubliceerd dienen te worden: Periodiek betaalde beloningen
Functie:
Beloningen betaalbaar op termijn
Uitkering bij Winstdeling Tijdsduur beëindiging en bonus dienstverband van het dienstverband 2009 2010 2009
2010
2009
2010
Sector Directeur - 1 FTE
44.872
101.463
12.986
28.702
172.420
-
01/02/0431/05/10
Sector Directeur - 1 FTE
54.012
117.229
19.741
36.165
298.738
6.604
01/09/0130/06/10
Sector Directeur - 1 FTE
53.701
121.926
16.547
36.370
330.800
6.638
01/01/9731/05/10
Sector Directeur - 1 FTE
52.485
92.995
18.704
28.532
501.512
5.537
01/12/7331/07/10
Resultaatbestemming Voorstel resultaatbestemming is om van het resultaat € 5.731.558,- en € 504.992,- ten laste te brengen van de overige reserves respectievelijk de wettelijke reserve participatie SWY conform artikel 2.2. van de statuten van Vidomes. De resultaatbestemming is vooruitlopend op en onder voorbehoud van de goedkeuring van de Raad van Commissarissen reeds in de jaarrekening 2010 verwerkt. Gebeurtenissen na balansdatum Er is geen sprake van gebeurtenissen na balansdatum. Controleverklaring De controleverklaring is opgenomen op pagina 26 van dit verslag. Ondertekening Vastgesteld en goedgekeurd d.d. 24 mei 2011, te Delft Bestuur: drs. C.H.G.M. van de Wiel MMc, algemeen directeur Raad van Commissarissen: drs. C.T.L. Korthout, Voorzitter C.G. Sleddering, Vice-voorzitter C.H.J. van der Luijt RA, Lid drs. M.C. Oude Veldhuis MRE, Lid drs. M.G.T. Kleijweg, Lid drs. G. Buijs, Lid drs. mr. C.M. Sjerps, Lid
44
Omschrijving
2010
2009
2008
2007
17.713
17.317
17.623
17.663
430
430
430
430
Woningbezit Aantallen verhuureenheden - woningen - verzorgingshuisplaatsen - bedrijfs onroerend goed
120
99
101
100
1.074
1.096
1.064
1.064
510
505
0
0
54
133
49
181
- aantal in dienst, einde boekjaar
208,9
210,8
210,6
188,9
- aantal in dienst gemiddeld
212,6
211,8
198,7
183,8
- totaal formatie inclusief inleenkrachten einde boekjaar
221,4
228,5
223,4
206,1
1,07%
1,10%
1,14%
1,03%
- leegstand
1,23%
0,92%
0,74%
0,76%
- oninbaar (inclusief dotatie aan de voorziening)
0,62%
0,35%
0,47%
0,66%
0,2%
0,1%
0,3%
0,9%
- Solvabiliteit (EV in % van het TV)
15,8%
17,9%
18,8%
18,6%
- Weerstandsvermogen (formule CFV: reserves + egalisatierekening + overige voorzieningen in % van het TV )
16,1%
18,2%
20,0%
19,0%
-4,5%
1,9%
3,5%
10,4%
2,9%
4,0%
4,4%
5,8%
7.894
8.434
8.127
7.823
- garages In aanbouw (woningen) Aantal verkochte woningen (uit bestaand bezit) Personeel Personeelsbezetting (in fte's)
Verhuur en incasso - huurachterstand huidige huurders huurderving in % van de huuropbrengst
Financiën Continuïteit - Liquiditeit (current ratio: vlottende activa / kortlopende schulden)
Rentabiliteit - REV (jaarresultaat / reserves) - RTV (jaarresultaat + rentelasten / balanstotaal) Balans per VHE - woning (x € 1,-) - Eigen vermogen - Egalisatierekening
105
133
157
180
- Schulden op lange termijn
36.062
35.042
30.687
32.763
- Materiële vaste activa
48.371
45.775
41.042
40.672
529
934
852
215
1.047
286
1.224
1.241
- Financiële vaste activa - Vlottende activa
Winst- en verliesrekening per VHE - woning (x € 1,-)
45
Omschrijving - Huuropbrengst - Overheidsbijdragen
2010
2009
2008
2007
5.322
5.213
4.969
4.793
31
34
32
32
- Rentelasten
1.801
1.703
1.607
1.642
- Jaarresultaat
-352
164
286
816
1.016
984
907
846
- Dagelijks onderhoud
433
512
439
456
- Planmatig onderhoud
777
1.034
998
855
- Specifieke bedrijfslasten (exclusief servicekosten)
385
387
397
370
- Huisvestingskosten
93
107
104
110
- Automatiseringskosten
67
86
92
126
Variabele lasten per VHE - woning (x € 1,- ) - Personeelskosten
- Algemene kosten
251
246
284
198
3.023
3.356
3.221
2.961
4,23%
4,68%
4,87%
4,98%
- Materiele vaste activa die met lang vreemd vermogen zijn gefinancierd
75%
77%
75%
81%
- Idem, inclusief met financiers overeengekomen storting na 2008
77%
79%
86%
97%
Totaal Overige financiële kengetallen - Rentevoet lang vreemd vermogen (exclusief afgesloten SWAPS)
- Totaal met grondwaarde gecorrigeerde bedrijfswaarde (x € 1.000,-)
955.798 894.120 860.434 835.551
- Overwaarde in % van de boekwaarde
21,08%
29,47%
26,83%
22,51%
54,0
51,6
48,8
47,3
- Gemiddelde Bedrijfswaarde per woning (x € 1.000,-)
46