Begroting 2012
Kader Programma's Meerjarenraming op hoofdlijnen Begroting baten en lasten Toelichting begroting baten en lasten Contributiebijdrage Waterschappen 2012
5 12 31 33 34 36
Kader
KADER De Unie van Waterschappen is de vereniging van alle waterschappen in Nederland en de werkgeversorganisatie van ongeveer 11.000 waterschapsmedewerkers bij 25 waterschappen in Nederland. De waterschappen zijn verantwoordelijk voor het beheer van waterkeringen, het regionale waterbeheer en het zuiveren van afvalwater. Het Uniebureau ondersteunt de vereniging op het gebied van beleidsontwikkeling, belangenbehartiging en lobby bij de Europese Unie, het parlement en de ministeries en bestuurlijke besluitvorming (binnen de vereniging, met het Rijk, IPO en de V N G , het Parlement, de Europese instellingen en andere belangenorganisaties). Daartoe is een uitgebreid netwerk opgebouwd. Deze taken worden voor en met de waterschappen voorbereid en uitgevoerd waarbij bestuurders en medewerkers van waterschappen (meer) betrokken worden bij Uniewerkzaamheden; tevens wordt bij het implementeren van vastgestelde of nieuwe regelgeving (meer) gebruik gemaakt van de expertise van medewerkers van waterschappen. Visie en doelstelling De Unie van Waterschappen wil leidend zijn in de strategische discussie over regionaal waterbeheer, in zowel de nationale als internationale context, met als doel: 'Duurzaam waterbeheer'. De Unie streeft ernaar de meest inspirerende gesprekspartner over regionaal waterbeheer te zijn en dus aanwezig te zijn op plekken waar (belangrijke) besluiten worden genomen. De ambitie is te excelleren in strategisch netwerken, adequaat in te spelen op veranderingen, initiatieven te nemen en communicatief te zijn: te inspireren en te verbinden, kennis van zaken te hebben, inhoudelijk generalist en volwaardige gesprekspartner te zijn en het kennen van de 'ins' en 'outs' van de 'Haagse' en 'Brusselse' bureaucratie. Een vereniging ook die er voor zorgt dat haar leden als regionale waterbeheerders optimaal kunnen (samen)werken aan waterveiligheid, voldoende en schoon water. Kortom, een (h)erkend belangenbehartiger. Hiermee anticipeert het Uniebureau met het bestuur van de Unie op veranderende wensen van waterschappen, veranderende maatschappelijke vraagstukken en toenemende internationalisering. De beoogde proactieve inzet van het Uniebureau, als ondersteuner van het bestuur, wordt bereikt met een organisatiestructuur die op samenwerking is gericht. Deze begroting vormt het raamwerk voor de werkzaamheden van de Unie van Waterschappen in 2012. De begroting is gebaseerd op de meerjarenplannen uit het Bestuursprogramma en het Bestuursakkoord Water. Bestuursprogramma Het bestuur van de Unie van Waterschappen heeft in het Bestuursprogramma 2010- 2013, genaamd Scherp aan de wind, het beleid op hoofdlijnen vastgelegd. Zij streeft hierin naar een daadkrachtige, zichtbare, eensgezinde en betrouwbare Unie van Waterschappen. Het Bestuursprogramma focust op een viertal thema's, te weten: 1. Wateropgaven (kernwoorden: waterveiiigheid, waterkwantiteit en waterkwaliteit) 2. De kracht van de waterschappen (kernwoorden: slagvaardig, doelmatig, zichtbaar) 3. Innovatieve oplossingen (kernwoorden: innovatieve overheid, internationale samenwerking) 4. De kracht van de Unie (kernwoorden: visievorming, aangaan nieuwe coalities, aantrekkelijk werkgeverschap) Deze thema's zijn in het Bestuursprogramma verder uitgewerkt, met onderwerpen als waterveiligheid, -kwaliteit en -kwantiteit, doelmatig waterbeheer, waterschapsverkiezingen, internationale samenwerking en aantrekkelijk werkgeverschap. Zichtbaarheid, verbinding met de waterschappen en het aangaan van (nieuwe) coalities zijn daarbij steeds terugkomende elementen.
5
Kader
Bestuursakkoord Water Op 23 mei 2011 is het Bestuursakkoord Water getekend door staatssecretaris Joop Atsma en de voorzitters van alle betrokken partijen. Waterschappen, gemeenten, provincies, drinkwaterbedrijven en het Rijk hebben concrete afspraken gemaakt over het waterbeleid in Nederland. Het belangrijkste doel van het Bestuursakkoord Water is met minder kosten en minder bestuurlijke drukte Nederland de komende jaren droog en veilig te houden. Dit is een belangrijke stap vooruit, gezien de uitdagingen waarvoor de watersector staat. In het akkoord hebben de waterschappen meer taken en verantwoordelijkheden gekregen. De uitdagingen om Nederland nu en in de toekomst droog te houden, en voldoende schoon water beschikbaar te hebben, zijn groot. Door de klimaatverandering neemt de wateroverlast toe. Verdroging is een steeds groter probleem voor de landbouw en de natuur. Het Bestuursakkoord Water anticipeert op deze veranderingen en benodigde investeringen, door de komende jaren onder andere in te zetten op een doelmatigheidswinst die oploopt tot 750 miljoen euro per jaar in 2020. Naast structurele besparingen voorziet het Bestuursakkoord Water een stevige reductie van bestuurlijke drukte. Uitgangspunt hierbij is "je gaat erover of niet". Op het gebied van de waterveiligheid krijgen de waterschappen meer verantwoordelijkheid. De waterschappen nemen de helft van de financiering en uitvoering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma voor hun rekening. Thema's De werkzaamheden van de Unie van Waterschappen in 2012 worden ingericht rond de thema's die voortkomen uit het Bestuursprogramma en het Bestuursakkoord Water, met als aandachtspunten: •
klimaatbestendig maken van Nederland
•
de uitvoering van werken in relatie tot K R W , Deltaprogramma en N W B afspraken
•
gebiedsgericht samenwerken (veel meer integrale aanpak)
•
meer invloed van de Europese wetgevende macht (position papers in Brussel)
•
uitvoering Deltaprogramma
•
doelmatig beheer van de waterketen
Organisatie Het Uniebureau wordt aangestuurd door een tweehoofdig directieteam. Er wordt gewerkt binnen vier programma's die de doelstellingen van het Uniebureau op een samenhangende wijze clusteren: Vereniging & Communicatie, Waterbeleid, Moderne Overheid en Innovatie&lnternationaal. Hiernaast kent de Unie een Bestuurlijk Juridisch account en een Stafbureau Bedrijfsvoering. De Programma's worden hieronder kort beschreven, verderop in deze begroting volgt een uitgebreidere beschrijving. Programma Vereniging & Communicatie (voorheen Programma Besturing), sturing van beleidsen besluitvormingsprocessen. Kenmerkende producten en diensten in dit programma zijn: •
ondersteuning bij de uitvoering van het bestuursprogramma, voorbereiding van commissievergaderingen, bestuurs- en ledenvergaderingen
•
communicatie
•
bestuurlijke overleggen
•
lobbyrol
6
Kader
In 2012 wordt voor dit programma een uitgave begroot van € 759.000,De beschikbare formatie is 7,2. Programma Waterbeleid (voorheen Programma Beleidsontwikkeling), de beïnvloeding van het nationale beleid & besluitvormingsproces. Kenmerkende producten en diensten in dit programma zijn: •
Richting geven, sturen en bijdragen aan het Hoogwaterbeschermingsbeleid
•
Volgen van de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en Waterkwantiteit (WB21) en het N B W
•
Richting geven aan het volgende KRW-proces en agrarische emissies verder terugdringen.
•
Zorgen dat waterschappen goede instrumenten bezitten om hun taken uit te voeren (fiscale beleid herijken en waterschappen profileren in Waterwetgevingsprocessen en onderliggende AMvB's).
In 2012 wordt voor dit programma een uitgave begroot van € 280.000,De beschikbare formatie volgens begroting is 6,1. Programma Moderne Overheid, waterschappen positioneren als volwaardige medeoverheid die goed toegerust is op zijn taak. Het programma vertegenwoordigt de waterschappen in Den Haag en Brussel door middel van een krachtige lobby en maakt hen zichtbaar als een krachtige, doeltreffende, doelmatige, transparante en dienstverlenende overheid. Het programma zorgt eveneens voor een goede samenwerking tussen 'Den Haag' en 'Brussel'. Kenmerkende producten en diensten in dit programma zijn: •
Intensiveren van samenwerking in de (afval)waterketen;
•
Vergroten van de doelmatigheid, onder andere door de samenwerking tussen waterschappen onderling en waterschappen en derden te versterken;
•
Professionaliseren van de bedrijfsvergelijkingen, monitoring en informatievoorziening;
•
Aantrekkelijk werkgeverschap.
In 2012 wordt voor dit programma een uitgave begroot van € 480.000,De beschikbare formatie volgens begroting is 9,5. Programma Innovatie en Internationaal (voorheen de Programma's Internationaal en het Programma Innovatie en Bestuurlijke Vernieuwing), het profileren van innovatie en bestuurlijke vernieuwing. Kenmerkende thema's in dit programma zijn: •
Kennis en Innovatie
•
Klimaat en Energie
•
Europese beleidsontwikkeling en belangenbehartiging
•
Coördinatie van de sectorale inzet van waterschappen op bepalend (inter) nationaal beleid (Water Mondiaal, Water 2020)
•
Versterken strategische positie van waterschappen bij gebiedsontwikkeling
•
Institutionele vraagstukken
Kader
In 2012 wordt voor dit programma een uitgave begroot van € 604.000,De beschikbare formatie volgens begroting is 6,3. Account Bestuurlijk Juridisch, interne afstemming en samenwerking op bestuurlijk gebied versterken. Kenmerkende producten en diensten van dit Account zijn: •
Participeren in wetgevingstrajecten met alle nazorg
•
Algemeen: Grondwet, Wet gemeenschappelijke regelingen, Algemene Wet Bestuursrecht etc.
•
Waterschapswet
•
Fiscale Wetgeving
•
Omgevingswetgeving: water (wijzigingen Waterwet)
In 2012 wordt voor dit account een uitgave begroot van € 77.000,De beschikbare formatie volgens begroting is 5. Daarnaast zorgt het Stafbureau Bedrijfsvoering voor de ondersteuning van het bureau en de vereniging (14,3 fte). Bezetting Uniebureau Ongeveer 55 medewerkers voeren de werkzaamheden uit. Hierbij wordt er naar gestreefd 10% in te vullen met medewerkers van waterschappen voor tijdelijke projecten, in verband met tijdelijke vervanging en uit een oogpunt van loopbaanontwikkeling. Het aantal fte zal in 2012 gelijk blijven (51,7). Wel is de bezetting iets groter, onder andere in verband met het aantrekken van een medewerker 'Brussel' in verband met de detachering van een aldaar werkzame Uniemedewerker bij een Europese Commissie. De drie in 2012 nog op tijdelijke basis werkzame beleidsmedewerkers (boven de formatie) konden door het vertrek van enkele andere medewerkers een definitieve aanstelling krijgen. Dat betekent dat het in de begroting vervatte voornemen om 50% van de tijdelijke medewerkers binnen de vaste formatie te brengen, is geslaagd. Personeel De werkwijze van de medewerkers is aan het veranderen, mede als gevolg van de veranderende omgevingseisen. De nadruk binnen werkzaamheden van de beleidsmedewerkers komt nog meer te liggen op de regiefunctie van de Unie. In 2011 is een strategische HR notitie vastgesteld waarin dit wordt aangegeven, maar waarin ook de persoonlijke ontwikkeling in relatie tot de organisatiedoelstellingen centraal staat. De sleutel tot succes is het bieden van richting, ruimte en resultaat en vanuit die conclusie zullen de benodigde competenties nader worden beschouwd. Financiële gevolgen en verwachte contributiestijging De totale begroting bedraagt ruim 9 miljoen euro. Daarvan is ongeveer 6,4 miljoen bestemd ten bate van de exploitatie (kapitaallasten, personeelslasten, huisvesting et cetera). Dit betekent dat uiteindelijk circa 2,5 miljoen euro bestemd is om de programma's hun activiteiten te kunnen laten verrichten. In percentages ziet de verdeling er als volgt uit:
S
Kader
P r c c r a m ~ a Moderne Ove"c\c
Progra~ma v e - e n i g r e en Comm_nicat)G
Progra — ma n-ovatie en 1-ternatiD-aal rogramma w a t e r b e eid P^igramm P r c e r a i - m a D rcctic-
4»
inciuatc-l
per i.cnc-: l u c h t e n
A c c o u n t BJi;
:
/
Een aantal zaken binnen de begroting is niet beïnvloedbaar. Te denken valt aan bijdragen voor het Watermuseum, Schilthuisfonds en een aantal contributies. Deze zijn in de cijfermatige opstelling van de begroting als zodanig 'uitgelicht'. Voor deze posten geldt dat de kosten niet door bestuur- en bureau worden gemaakt maar waarbij de Unie slechts als 'kassier' optreedt. Het uitgangspunt bij het maken van de begroting voor 2012 was dat het totaal van de uitgaven van de Unie gelijk bleef aan de voorziene totale uitgaven voor 2011. Dit is in 2011 bij de begrotingsbesprekingen vastgelegd. Daarbij is de zogenaamde nullijn als uitgangspunt gehanteerd. Omdat conform afspraak in 2012 minder uit de Algemene Reserve zou worden gehaald stijgt de contributie echter wel met 3% in 2012 en in 2013 ook met 3% (besluit LV 24 juni 2011). Bijzondere posten In de ledenvergadering van 2 juli 2010 is besloten dat de bijzondere posten voortaan in de begroting zullen worden opgenomen. Overigens worden niet alle vroegere 'extracomptabele posten' onder 'bijzondere posten' geschaard. De kosten voor muskus- en beverrattenbestrijding blijven volgens de bestaande verdeelsleutel gefactureerd worden. Hieronder een overzicht van het totaal aan, bijzondere posten in 2012. Dit bedrag zal dus gelijk zijn aan het bedrag in 2011. De verwachting is dat dit ook de daarop volgende jaren in beginsel gelijk zal blijven. 2012
2011
Bijzondere post Bestuurdersdag (n.b. bij 2 bestuurdersdagen per jaar zal
€ 40.000
sprake moeten zijn van enige versobering in de logistiek om binnen het budget te blijven) Gebiedsontwikkeling (stopt eind 2012) Bestuursakkoord/communicatie/digitaie media
€
40.000
€
120.000
€
50.000
€ 120.000 €
50.000
€
80.000
Professionalisering PianOo (aanbesteding/contractvorm)
€
80.000
Eventuele uitfasering SIKB/versterking inzet Waterveiligheid
€
130.000
€ 130.000
Het Waterschap
€
156.000
€ 156.000
Totaal
€
576.000
€ 576.000
De bijzondere posten zijn in de begroting 2012 toegewezen aan de betreffende programma's. Dit in tegenstelling tot 2011 toen een totaalbedrag in de begroting was opgenomen.
S
Kader
Het item 'Bestuursakkoord/communicatie/digitale media/website' is in de plaats gekomen van 'Storm'. De uitvoeringsactiviteiten 'Storm' staan nu integraal in de begroting en zijn verdeeld over de diverse programma's. Ten aanzien van de SIKB is het voornemen de samenwerking vanuit de Unie met de Stichting te beëindigen Hoewel een en ander de afgelopen jaren nuttig is geweest lijkt nu voldoende basis te zijn gelegd voor de toekomst. Ingezet zal worden op een omvorming van de samenwerking vanuit de Unie naar een samenwerking met geïnteresseerde waterschappen. Ten aanzien van Het Waterschap zal het bedrag hetzelfde blijven als in 2011. Wel lopen de advertentie-inkomsten terug. Daarom zullen om de kosten te drukken meer beleidsmedewerkers (dus eigen menskracht) worden ingeschakeld en zal minder gebruikt worden gemaakt van professionele journalisten. Daarnaast zal de hoeveelheid pagina's worden verminderd. Hoewel uiteraard getracht wordt dit te vermijden kan dat een lichte terugval in journalistieke kwaliteit tot gevolg hebben. Algemene Reserve In april 2011 is conform de toezegging aan de leden een geactualiseerde versie van het onderzoeksrapport naar het benodigde weerstandsvermogen gemaakt door het externe adviesbureau Alterim. De conclusie van Alterim is gezien de huidig in te schatten risico's en andere inzichten dat het benodigde weerstandsvermogen niet minimaal 1,5 miljoen euro hoeft te zijn doch 'slechts' € 1 miljoen. De risico's waarmee rekening is gehouden lopen uiteen van het derven van huurinkomsten tot reorganisatiekosten bij gedwongen ontslagen. Daarbij is het uitgangspunt bij de berekening dat de gebeurtenissen gelijktijdig plaatsvinden maar geen meerjarig karakter hebben. Het is onwaarschijnlijk (aldus Alterim) dat alle denkbare tegenslagen zich op hetzelfde moment voor zullen doen. Maar in het risicoscenario is daar toch vanuit gegaan. Omdat met de bovenstaande constructie, 3% verhoging in 2012, 3% verhoging en, conform toezegging in de jaren er na geen verhoging, dient een extra bedrag uit de Algemene Reserve te worden geput en zal het benodigde weerstandsvermogen, onder ongeveer gelijkblijvende opstandigheden dus eerder bereikt worden dan in 2020 (zoals aanvankelijk de bedoeling was) namelijk reeds in 2018. In onderstaande grafiek wordt dat weergegeven. Na 2018 zal het peil van de Algemene Reserve op dat niveau (moeten) blijven. 4.500.000 4.000.000 3.500.000 3.000.000 2.500.000 2.000.000 1.500.000 1.000.000 500.000 0 2006 2007 2008 2009 2 0 1 0 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
Afspraak 2006 (bol)
Werkelijke situatie (driehoek)
10
Nieuwe situatie (vierkant)
Kader
Risico's en onzekerheden Er is een aantal risico's en onzekerheden in 2012 en daarna voor het financieel beheer. Hieronder een overzicht. Risico's Op 29 april heeft de Provincie-Zuid Holland conform de huurovereenkomst een jaar voor het einde van het huurcontract (1 mei 2012) het contract formeel opgezegd. Dat betekent een inkomstenderving van ongeveer € 240.000,- in 2012, er vanuit gaande dat niet meteen een nieuwe huurder zal zijn gevonden. Vanzelfsprekend zal wel actief geprobeerd worden het ontstane 'gat' te dichten. Hoewel in de begroting voor 2012 en later gerekend is op ongeveer 1/3 van de inkomsten die nu van de Provincie-Zuid Holland worden verkregen is er, gezien de huidige markt, het risico dat ook dit deel niet kan worden waargemaakt. Daarnaast wordt door Alterim, in het eerder genoemde rapport, gewaarschuwd voor het feit dat de financieringsprojecten de komende jaren naar verwachting zullen 'opdrogen' en dat dit voor een korte periode in het jaar liquiditeitsbehoefte met zich zal brengen. Dat betekent dat geld moet worden geleend, hetgeen extra rentekosten met zich mee brengt. Een prognose laat zien dat het probleem zich in 2013 voor het eerst kan voordoen. Een ander risico is dat de capaciteit van het Uniebureau onvoldoende is voor de hoeveelheid werk. De Programma's ontwikkelen activiteiten die voortkomen uit het Bestuursprogramma en het Bestuursakkoord Water. Deze zijn leidend, maar een en ander genereert extra werk hetgeen met dezelfde hoeveelheid medewerkers moet worden gedaan. Een schatting laat zien dat er zo'n 50 acties uit het akkoord en het programma (zullen) voortvloeien die becijferd zijn op 4 tot 5 fte. Weliswaar zal gebruik gemaakt worden van de waterschappen, hetgeen goed is voor de betrokkenheid, maar dit zal niet altijd direct rendement opleveren. Mede om die reden is per Programma bekeken welke zaken (regulier werk) eventueel niet meer zouden kunnen worden uitgevoerd wanneer de ambities en afspraken uit het Bestuursprogramma en het Bestuursakkoord Water leidend zijn. Onzekerheden In de bestuursvergadering 13 mei 2011 is besloten dat, indien de waterschappen bronhouder B G T (Basisregistratie Grootschalige Topografie) worden zij ook zullen gaan participeren in het Samenwerkingsverband BGT. De kosten hiervan bedragen voorde waterschappen in totaal € 65.000. Omdat op het moment van vaststelling van deze begroting nog niet duidelijk is wie deze kosten zal dragen (de Unie van Waterschappen of het Ministerie van Infrastructuur en Milieu) is deze post vooralsnog niet meegenomen in de begroting (Programma Moderne Overheid). Het bestuur stelt voor dat deze kosten, indien nodig, ten laste zullen worden gebracht van de begroting 2012. Tot slot is het van belang te wijzen op de afbouw van de tegemoetkoming aan de kadastrale kosten. Elk jaar wordt een bedrag van het Rijk ontvangen van ruim 1,5 miljoen euro. Daarvan wordt € 600.000 benut voor de betaling aan de Waarderingskamer en de rest wordt overgemaakt aan de waterschappen. In verband met de forse bezuinigingen heeft het Ministerie van Infrastructuur & Milieu besloten de tegemoetkoming af te bouwen. Dit zal in 3 jaar geschieden. In 2014 is de tegemoetkoming geheel afgebouwd. In 2012 en 2013 zal van de tegemoetkoming eerst de Waarderingskamer worden betaald en in 2012 zal het restbedrag nog over de waterschappen worden verdeeld.
11
Programma's
PROGRAMMA VERENIGING EN COMMUNICATIE Programmaleider: Pierre de Vries Portefeuillehouder: Peter Glas
Doel Het programma Vereniging en Communicatie heeft het overzicht over de (water)onderwerpen die in de diverse programma's bij het Uniebureau, bij de waterschappen en in de politiek en maatschappij spelen. Visievorming, strategieontwikkeling, regievoering, standpuntbepaling en communicatie op water(schaps)zaken die in de diverse programma's zijn ondergebracht, behoren tot de kerntaken van het programma. In 2012 ligt de focus van het programma op de uitvoering van het bestuursprogramma en het faciliteren van het besluitvormingsproces in Unieverband rond bijvoorbeeld de implementatie van de acties uit het Bestuursakkoord Water, het Hoofdlijnenakkoord en het Deltaprogramma. In 2012 wordt met name aandacht besteed aan interne en externe communicatie en het gebruik van sociale media. Bestuursprogramma Het in 2011 vastgestelde bestuursprogramma bevat een 24-tal ambities die doorwerken in concrete acties in de diverse programma's. De voortgang daarvan wordt door het programma Vereniging en Communicatie bewaakt. Verenigingsstructuur De verandering van de verenigingsstructuur is in 2011 samen met de waterschappen verder geoptimaliseerd. Het betreft onder andere de samenstelling van de werkgroepen en de voorraadagenda's van de commissies ten behoeve van een helder besluitvormingsproces. In 2012 zijn de vergaderingen van de commissies zo ingepland dat alle stukken van de commissies in een bepaalde week beschikbaar zijn voor behandeling in het eigen waterschap. Secretariaat werkgroepen.commissie,bestuur en LV Alle beleidsmedewerkers van de Unie (ongeveer 30 fte) leveren een bijdrage om tot 'gedragen' besluitvorming te komen. Hun inzet resulteert in een stukkenstroom van beleidsnotities, rapporten, en brieven die aan werkgroepen, commissies, bestuur en (veelal) de ledenvergaderingen worden voorgelegd. Om die stukkenstroom in goede banen te leiden en vergaderingen te kunnen faciliteren, heeft elke werkgroep en commissie, alsook het bestuur en de ledenvergadering, een eigen secretaris. Ze faciliteren de besluitvorming binnen de Uniestructuur, zorgen voor het opstellen van de agenda, verzamelen van de stukken, het bijwonen van de vergadering, het maken van het verslag en het uitzetten van eventuele acties. Daarnaast vindt er regulier overleg tussen programmaleiders, secretaris en de portefeuillehouders plaats in de aanloop naar behandeling van stukken in commissies, bestuur en LV. Het overleg met de bestuursdiensten van de waterschappen wordt voortgezet. Dit om tot verdere efficiency in de stukkenstroom en voorbereiding door de waterschappen van de vergaderingen te komen. SharePoint vervult een belangrijke schakel in de informatievoorziening naar de leden. Overleggen Het bestuursprogramma wordt uitgevoerd, onder andere via een gestroomlijnde interne besluitvormingsstructuur. Waterschappen spreken met één mond. De van belang zijnde onderwerpen worden in de daarvoor geschikte gremia geagendeerd ten einde de doelstelling van het doelmatig waterbeheer dichterbij te brengen. Er wordt structureel overleg gepleegd met van belang zijnde departementen en belangrijke koepelorganisaties. Belangrijke koepelorganisaties zijn bijvoorbeeld: V N G , IPO, V N O - N C W , V E W I N , Landbouw- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO), Vereniging Eigen Huis (VEH), etcetera.
12
Programma's
Het Waterschap Het blad heeft een strategische functie in het duurzaam waterbeheer. De kwaliteit van het blad als informatiebron over (achtergronden van) beleid, kritische beschouwingen en opiniërend medium wordt zoveel mogelijk behouden en zo mogelijk versterkt. Pers, communicatie en PR De bekendheid van het waterschap en het daaraan gekoppeld imago verdient blijvende aandacht (zie ook het programma Moderne Overheid). De Unie wil de waterschappen neerzetten als democratisch, deskundig, transparant en afrekenbaar. Om het werk van de waterschappen helder' op de kaart te zetten', worden de contacten met Kamerleden, pers en PR-activiteiten versterkt. Daarnaast zullen het blad Het Waterschap, 'de factsheets', de wekelijkse emailbrieven, de websites, www.uvw.nl en www.waterbestendiq.nl via duidelijke boodschappen richting pers en politiek, er toe bijdragen als inspirerende gesprekspartner te worden gezien. De waterschappen en Unie treden actiever naar buiten en bepalen zelf mediamomenten met nieuws dat ze zelf dicteren en daarmee ook meer positieve publiciteit generen (free publicity ). In 2011 is gestart met de verkenning van de mogelijkheden van 'social' media voor de Unie. In 2012 zal invulling aan de uitkomsten van die verkenning worden gegeven. Relatiebeheer Relatiebeheer gaat over opbouwen en onderhouden van goede structurele interne en externe relaties. Waterschapsdag, Bestuurdersdag, Waterdiner en Waterbarbeque zijn bij uitstek gelegenheden om doelmatig waterbeheer op een inspirerende wijze voor het voetlicht te brengen. Per dossier is een actueel openbaar factsheet beschikbaar waarin de stand van zaken is beschreven. Voor de belangrijke dossiers zijn factsheets voorzien van het standpunt van de Unie en de punten die onder de aandacht van derden moeten worden gebracht (lobbyagenda). Het lobby en relatiemanagement zal daartoe op een professionele wijze verder vorm worden gegeven. Er wordt een jaarverslag opgesteld voor de contacten (waterschappen, politiek, koepels, maatschappelijke organisaties). Wekelijks worden de voorzitters en de secretaris-directeuren met een e-mailnieuwsbrief, en de digitale nieuwsdienst en knipseldienst (die breder worden verspreid) geïnformeerd over vermeldenswaardige ontwikkelingen. Educatiebeleid Educatiebeleid bestaat uit verschillende elementen. Enerzijds gaat het om kennisoverdracht over water aan jongeren. Anderzijds is het gekoppeld aan arbeidsmarktcommunicatie (programma Moderne Overheid) en de activiteiten op het gebied van Water Wovernance en de waterleerstoelen (programma Innovatie en Internationaal). De Unie zal voornamelijk zorg dragen voor het onderling verbinden van 'kennisgroepen' en het stimuleren van partijen, waaronder de waterschappen, om hiermee aan de slag te gaan. Dit alles in goed overleg met de Stuurgroep Watereducatie. O m de jeugd actief te laten meedenken over doelmatig waterbeheer en het bestuur te adviseren over de wijze waarop waterschappen de jeugd kunnen bereiken zijn de jeugddijkgraaf en het jeugdwaterschap geïntroduceerd. De Unie vervult een coördinerende rol bij het tot stand komen van het jeugdwaterschap. Het doel voor 2012 is dat alle waterschappen met één persoon in het jeugdwaterschap vertegenwoordigd zijn. Daarnaast vervult de Unie een coördinerende rol in de diverse activiteiten die onder de vlag van 'Droppie Water' worden ontwikkeld. Waterschapsaccounts De leden van het bestuur zijn als waterschapsaccounthouder aanspreekpunt voor de regio. Zij worden daarbij ondersteund door medewerkers van de Unie. De bestuursleden houden voeding met de besturen van de waterschappen door in elk geval eenmaal per jaar een bestuursvergadering van het waterschap bij te wonen om over bestuurlijke onderwerpen met het bestuurslid van de Unie van gedachten te wisselen.
13
Programma's
Bestuurlijke organisatie De bijzondere positie van het waterschap als functioneel bestuur in het staatsbestel staat met enige regelmaat ter discussie. Om die reden is het belangrijk dat de voordelen van functioneel bestuur voor het waterbeleid actief en structureel worden uitgedragen (zie ook het Programma Moderne overheid). Tevens moet deze positie in diverse kaders nauwlettend bewaakt en veiliggesteld worden. De Unie zal zich op de hoogte moeten houden van, en anticiperen op, de bestuurlijke indeling van Nederland. Dit geldt zowel voor de nationale als regionale indeling.
14
Programma's
PROGRAMMA WATERBELEID Programmaleider: Mark van der Werf Portefeuillehouders: Jan Geluk voor Hoogwaterbescherming, Stefan Kuks voor Waterkwantiteit en Gert Verwolf voor Waterkwantiteit.
De werkzaamheden van het programma Waterbeleid dienen om de Nederlandse regionale waterhuishouding op het gebied van waterkwantiteit, waterkwaliteit en hoogwater-bescherming op orde te krijgen en te houden. Nederland en zijn watersysteem dient hiertoe op een duurzame, robuuste, veerkrachtige maar ook betaalbare wijze te worden ingericht en onderhouden. Het waterschap is daarvoor medeverantwoordelijk en is als uitvoeringsorganisatie een betrouwbare moderne overheid. Om de gestelde nationale waterdoelen te bereiken is het nodig dat de waterschappen kunnen beschikken over het daartoe benodigde instrumentarium en een netwerk van waterambassadeurs die staan voor het instituut. De Unie wil, samen met de waterschappen, een leidende en inspirerende gesprekspartner in Den Haag zijn over regionaal waterbeheer. Om dit te bereiken richt het programma Waterbeleid zich voor de primaire taken van het waterschap op de beïnvloeding van het nationale beleid & besluitvormingsproces. Hiervoor worden de ministeries (ambtelijk en bestuurlijk), koepel organisaties, verenigingen, maatschappelijke organisaties, het parlemen.t maar ook de waterschappen benaderd. De Unie doet dit door te lobbyen en te onderhandelen, door partijen te stimuleren en te ondersteunen en door de tactische inzet van het ambtelijke, bestuurlijke, politieke en het informele spoor. De Unie heeft veel contacten met de waterschappen zodat bekend is wat er in de regio speelt en waar behoefte aan is. De beleidsmedewerkers van de Unie doen veel van het werk zelf of zetten daarvoor waterschappen in. Uitbesteding aan derden wordt zoveel mogelijk voorkomen om de kosten van het programma laag te houden. Beleidsmedewerkers en programmaleider zorgen met elkaar voor de implementatie van de inhoudelijke waterbeheer onderdelen uit het bestuursprogramma 2010-2013 en het bestuursakkoord Water. Ze zorgen voor een duidelijke beschrijving (focus) van wat de waterschappen willen bereiken en binnen welke randvoorwaarden (kaders). Het programma zorgt verder voor de invulling van de behoefte van beleidsmedewerkers aan verbondenheid met collega's op inhoud, werkwijze en sfeer. Het programma zorgt daarom ook voor inhoudelijke dwarsverbanden binnen de drie thema's van het programma namelijk: Hoogwaterbescherming, waterkwaliteit en -kwantiteit. Daarnaast maakt het programma ook de collectieve dwarsverbanden expliciet die gaan de werkwijzen van collega's. Enkele ontwikkelingen Deze ontwikkelingenschets bepaalt deels waar vanuit de Unie op ingezet gaat worden in 2012. De fysieke
omgeving
Het Nederlandse volk vergrijst en wil per persoon in grotere ruimtes verblijven. De verwachting is dat de bevolking groeit; in het jaar 2035 zijn er mogelijk 19 miljoen inwoners. De ruimtelijke ontwikkeling is erg afhankelijk van de ICT-ontwikkeling (tijd-en plaatsonafhankelijk werken). Nederland krijgt de komende decennia te maken met krimp in 'de nieuwe' woonkernen en herontwikkeling/renovatie/ uitbreiding van bestaande oude kernen,met name de kernen die na 1945 zijn gebouwd. Circa 37% van het stedelijke gebied is nu al economisch afgeschreven en wordt de komende 10 (tot 20) jaar heringericht . Er blijft dus een herstructureringsbouwopgave bestaan waarbij verdichting, meer kwaliteit en meer ruimte per hoofd moet samen gaan . De enige oplossing in de krappe ruimte is dat afwegingen niet meer sectoraal worden gemaakt. 1
2
Eric van Nieuwkerk, Building the Netherlands climate proof, spatial distribution of the Expected End of Lifespan, deltaris Wouter Jonkhoff van TNO (researcher regional economics and political economy)
15
Programma's
Multifunctioneel bouwen, klimaatbestendigheid en aanpasbaar , de integrale gebiedsopgave en stedelijke hitte problemen vormen uitdagingen. Een aangename stedelijke leefomgeving van hoge kwaliteit waarin gezondheid van mensen steeds belangrijker biedt kansen voor het waterbeheer. Waterschappen moeten meerdere en andere wegen vinden (en gebruiken) om de wateropgave te koppelen met deze stedelijke ontwikkelingen. De Unie-onderwerpen 'water en ruimte' en 'nieuwbouw en herstructurering' uit het Deltaprogramma blijven dus speerpunten. 3
Dat het klimaat verandert staat vast, alleen de snelheid en de mate waarin is nog onzeker. Het weerbeeld laat meer extremen zien. De zeespiegel blijft stijgen, de bodem blijft dalen, er zijn grotere fluctuaties in rivierafvoer en neerslag en het kapitaal 'achter de dijk' blijft stijgen. Kortom een stijgend overstromingsrisico. Vaker zal geconstateerd worden dat er zeer natte of zeer droge perioden zijn waarbij er schade aan o.a. landbouw, gebouwen, natuur ontstaat. Verdere verzilting zet door. Waterschappen zijn de partijen om daar wat aan te doen. De Unie-onderwerpen zoetwaterverdeling en het hoogwaterbeschermingsprogramma blijven speerpunten. Institutioneel Vragen die beantwoord moeten worden hebben te maken met de wijze waarop de bestuurlijke drukte moet afnemen. Er mogen zich niet meer dan 2 overheden met 1 onderwerp bezighouden. Het nationaal plannenstelsel moet simpeler en efficiënter. Vragen als waar, hoe en wanneer doelmatigheidswinsten gerealiseerd kunnen worden, zijn relevant. Er wordt verwacht dat waterschappen zich verder ontwikkelen tot grote sterke organisaties die goed instaat zullen zijn om rijksbeleid te vertalen naar regionaal uitvoeringsbeleid, uitvoeringsprogramma's en resultaten. Waterschappen zullen moeten werken aan een nog efficiëntere uitvoering (incl HWBP-3). Waterschappen moeten dus in staat zijn om ook grote integrale projecten te managen. Er moet voor gezorgd worden dat waterschappen een sterke uitvoeringspartner zijn. Voor waterschappen betekent dit concreet het zorgen voor meer invloed op het HWBP-programma en zorgen voor een doelmatige uitvoer hiervan; tevens het laten afnemen van bestuurlijke drukte door o.a. vereenvoudiging planstelsel W B P en S G B P . Organisatie De uitvoering moet zo efficiënt mogelijk gebeuren. Het denken in de integrale gebiedsopgave zal een vlucht nemen waarin de multisectorale opgave centraal staat. Waterschappen zullen zich meer en meer zich moeten richten op gelijkwaardige samenwerking met andere organisaties om deze opgave ook mede te realiseren. Wordt een betrouwbare partner. Laat zien dat de burger centraal staat in plaats van het bestuurlijke belang. Overheden komen in een informatietijdperk terecht waarbij alle informatie direct beschikbaar moet zijn voor iedereen en continu. Voor de waterschappen betekent dit dat informatiemanagement belangrijker gaat worden. Monitoringsgegevens moeten nauwkeuriger een beeld geven van de toestand van het watersysteem en sneller beschikbaar komen. Bestuursprogramma 'Scherp aan de wind' Het Uniebestuur heeft ook prioriteiten benoemd. Vanuit het Bestuursprogramma 'Scherp aan de wind 2010-2013' komen de volgende onderwerpen aan de orde die betrekking hebben op het programma Waterbeleid. Het programma probeert, met de beperkte menskracht die het bezit, daar invulling aan te geven: • • • • • • •
De ambities inzake het Deltaprogramma worden met kracht uitgevoerd Het Regionaal watersysteem wordt meegenomen bij Deltabeslissingen Het toezicht op primaire waterkeringen komt bij het Rijk (één Rijksinspectie) Aanleg, beheer en onderhoud van waterkeringen komen bij de waterschappen. Verdere overname van het H W B P Het terugdringen van diffuse bronnen en verbetering rendement van RWZI's Besparingen door een jaarlijks monitoringsprogramma
Frans van der Ven, delta ris
16
Programma's
• • • •
Invulling geven aan N B W Het uitvoeringsprogramma Storm uitvoeren Waterschappen zijn leidend in de discussie over regionaal waterbeheer Invulling wordt gegeven aan de lopende activiteiten (invulling geven aan N W P , K R W , W B 2 1 , Hoogwaterbescherming, ILG, etc).
Wat betekenen deze ontwikkelingen concreet voor het programma Waterbeleid? Naar aanleiding van het bestuursprogramma, ontwikkelingen in onze omgeving, het bestuursakkoord Water en de werkzaamheden uit andere programma's van de Unie kunnen binnen het programma Waterbeleid de volgende acties en 3 prioriteiten worden geformuleerd: De unie moet, samen met de waterschappen, zorgen dat: • de wateropgave onderdeel wordt van het integraal ruimtelijk beleid en dat de waterschappen meerdere wegen gaan bewandelen om deze doelen te bereiken. • de waterkwaliteit voor o.a. recreatie wordt verbeterd waarbij het zuiveringsrendement omhoog moet en landbouwemissies (gewasbeschermingsmiddelen, reductie meststoffen) omlaag . • er meer invloed komt op het HWBP-programma en dat doelmatig wordt uitgevoerd • bijdragen aan dat waterschappen flexibel genoeg zijn om de gebiedsopgave (groen, rood, blauw) centraal te stellen in plaats van vast te houden aan eigen waterbelang; dit om zo een betere samenwerking onderling en de omgeving te kunnen creëren. • waterschappen een krachtiger uitvoerder wordt (en blijf)t voor de lopende en komende uitvoeringsprojecten (KRW, W B 2 1 , Hoogwaterbescherming). • de maatschappij inziet dat waterschappen staan voor bescherming en een zo optimaal mogelijke waterverdeling van afgesproken kwaliteit; goede monitoringsgegevens en informatievoorziening is daarbij cruciaal. • het planstelsel wordt vereenvoudigd, waaronder het Waterbeheerplan van waterschappen hetSGBP. • het beeld en de positie van de waterschappen bij de beslissers wordt verbeterd. Prioriteiten voor het programma Waterbeleid A. Uitvoering van het Deltaprogramma Het Deltaprogramma is een programma met een scope tot het jaar 2100. Het gaat om de bescherming van Nederland tegen de gevolgen van klimaatverandering. Hoe kan Nederland zo ingericht worden dat het klimaatbestendig is, veilig tegen overstromingen, en een aantrekkelijke plaats is (en blijft) om te leven, te wonen, te werken, te recreëren en te investeren. De Unie wil bereiken dat de waterschappen als belangrijke partners worden gezien van de deltacommissaris bij de uitvoering van het Deltaprogramma. Het programma Waterbeleid focust zich in 2012 op: o o o o o
zorgen voor een goede zoetwaterverdeling in natte en droge tijden. zorgen voor blijvende betrokkenheid van waterschappen bij de uitvoering van het deltaprogramma (uitvoering start pas na 2015). zorgen voor blijvende beïnvloeding van de nationale regie door ons Bestuurlijk kernteam uitvoering deltaprogramma (BKT). zorgen voor een goede lange termijn financiering hoogwaterbescherming (o.a. H W B P en deltaprogramma). zorgen dat waterschappen gevraagd worden mee te denken bij ruimtelijke ontwikkelingen.
B. Bestuursakkoord Water Uitvoer van het bestuursakkoord Water vraagt ook in 2012 inzet vanuit het programma waterbeleid voor de onderwerpen: o samenwerking H W B P Waterschappen betalen 50% mee aan H W B P . Daarmee willen waterschappen ook meer invloed als het gaat om de vraag waar het geld aan besteed gaat worden. Dit wordt gerealiseerd door o.a. het opzetten van een gezamenlijk HWBP-bureau met R W S . 17
Programma's
zorgen voor een gedragen verdeling van het waterschapsdeel aan het H W B P tussen projectkosten en solidariteitsdeel. o doelmatigheid In beeld brengen wat de doelmatigheidsprikkel is door de projectbijdrage aan het H W B P In beeld brengen van consequenties bezuinigingen ILG en K R W Zorgen voor meer en betere samenwerking onderling en de omgeving C. Kostenbesparing in uitvoering door gebiedsbenadering De wateropgave wordt steeds groter en de middelen daarvoor steeds schaarser. De maatschappij verwacht dat er winsten ingelost gaan worden zoals in het regeerakkoord 2010 staat omschreven. Er moet op allerlei fronten gezocht worden naar synergie tussen maatregelen van verschillende opgaven uit verschillende beleidssectoren (rood, groen, blauw). Er moet meer integraal worden gedacht en gepland waarbij de gebiedsopgave sector overstijgend centraal staat. Regionale overheden moeten los durven komen van hun eigen belangen en planningen. Hierdoor kunnen kosten bespaard worden bij de realisatie van maatregelen en het beheer en onderhoud ervan. Voorbeelden in 2012 zullen zijn om samen met anderen te bezien wat de gevolgen van de herijking E H S en ILG betekent en hoe daar mee om kan worden gegaan. Waterschappen dienen actief te zoeken naar de meerwaarde van waterbeheer bij de stapeling van functies zoals recreatie, natuur, wonen, waterberging, etc. Waterschappen hebben veel ervaringen opgedaan in de K R W en WB21 met gebiedsprocessen en de Unie wil graag met de waterschappen deze rol verder uitbreiden en verstevigen in de zoektocht naar synergievoordelen in hun beheergebied. Wat niet meer of minder Vanuit het programma wordt minder ingezet op waterbodem en stedelijk waterbeheer. Alleen de hoofdlijnen zullen aandacht krijgen inzake de Kaderrichtlijnwater (met uitzondering van de reductie van agrarische emissies). Er zal meer ingezet worden op Water&Ruimte en het onderwerp Hoogwaterbescherming zoals genoemd in bestuursakkoord en minder op kust en regionale keringen en. Dat wordt gerealiseerd door (kleine) interne verschuivingen. Portefeuillehouders voor het Programma Waterbeleid De werkzaamheden binnen het programma zijn onderverdeeld in 3 thema's met elk zijn eigen portefeuille houder uit het uniebestuur. 1.
Hoogwaterbescherming, portefeuillehouder Jan Geluk. Werkzaamheden richten zich o.a. op de belangenbehartiging voor het deltaprogramma, normering primaire waterkeringen, H W B P 2 en 3, toetsing keringen, muskus- en beverbeheer, R O R , overdracht areaal van R W S , Buitendijks.
2.
Waterkwaliteit portefeuillehouder Gert Verwolf. Werkzaamheden richten zich o.a. op de belangenbehartiging voor reductie agrarische emissies, zwemwater, 2 S G B P , voortgang uitvoering K R W , Europese beleidsbeïnvloeding, stoffen beleid (diffuse bronnen en RWZI's), vis, etc. d e
3.
Waterkwantiteit portefeuillehouder Stefan Kuks. Werkzaamheden richten zich o.a. op de belangenbehartiging Zoetwaterverdeling, droogte, verdroging en verzilting, natuur en E H S , ILG, wateren ruimtelijke ordening, stedelijk waterbeheer, waterbodem, NBW-uitvoering en evaluatie, watersysteemtoetsing, etc.
13
Programma's
PROGRAMMA MODERNE OVERHEID Programmaleider: Cathelijn Peters Portefeuillehouder: wordt genoemd bij de diverse onderwerpen
Doel Het doel van het programma Moderne Overheid is om er aan bij te dragen dat waterschappen zich positioneren als volwaardige medeoverheid die goed toegerust is op zijn taak. Het programma vertegenwoordigt de waterschappen in Den Haag en Brussel door middel van een krachtige lobby en maakt hen zichtbaar als een krachtige, doeltreffende, doelmatige, transparante en dienstverlenende overheid. Om dit te bereiken richt het programma Moderne Overheid zich op de beïnvloeding van het nationale beleid en, via Bureau Brussel, op het Europese besluitvormingsproces als het gaat om zaken die betrekking hebben op de waterschappen als overheidsorganisatie. Het programma Moderne Overheid vormt de 'linking pin' tussen de waterschappen en Den Haag en Brussel op deze dossiers. Daarnaast bevordert het programma kennisuitwisseling en samenwerking tussen waterschappen onderling en tussen waterschappen en andere partijen. Omge ving son twikkelingen De positie die de waterschappen hebben ingenomen in het Bestuursakkoord versterkt de positie van de waterschappen als volwaardige medeoverheid. Er wordt een plek ingenomen naast de andere overheden op basis van gelijkwaardigheid. Maar met deze verworven positie is er ook de verplichting om verwachtingen waar te maken. In het Bestuursprogramma staat dat het implementatieprogramma Storm de komende tijd zal moeten worden uitgevoerd. Deze doelstelling raakt het programma Moderne Overheid waar het gaat om kostenbesparingen en verbeteringen van efficiency, meer samenwerking tussen waterschappen en strategische partners (zoals oa. gemeenten, provincies, R W S , drinkwaterbedrijven), verbeteren van de zichtbaarheid en het imago van de sector. De waterschappen moeten zichtbaar zijn, op samenwerking gericht en de legitimiteit moet zijn gewaarborgd. Het is van groot belang dat de waterschappen .bestuurlijk en organisatorisch gezien, een krachtige uitstraling hebben en naar burgers en bedrijven optimale dienstverlening bieden. Kortom: bestuurskrachtige waterschappen die functioneren als een moderne overheid. Werkwijze De ambitie om waterschappen te positioneren als volwaardige mede-overheid betekent voor het programma Moderne Overheid dat als volwaardige partner wordt meegepraat en meebeslist over zaken die raken aan 'het zijn' van een professionele, moderne overheid. Op nieuwe gebieden en op bestaande gebieden; intensiever dan tot nog toe het geval was. Hieromtrent is overleg met de verschillende ministeries zoals Financiën, EL&I, l&M, BZK, S Z W (ambtelijk en bestuurlijk), andere koepelorganisaties, verenigingen, maatschappelijke organisaties en het parlement. De ervaringen van de waterschappen zijn daarbij een belangrijke kracht. Ook de verenigingsstructuur wordt hiervoor optimaal benut. Er is veel en goed contact met de waterschappen zodat bekend is wat er speelt, wat er kan en wat er niet kan. Verbanden worden gelegd, belemmeringen worden weggenomen, er wordt gestimuleerd en gefaciliteerd om de waterschappen nog verder te optimaliseren. Prioriteiten 2012 Het programma Moderne Overheid kent voor 2012 de volgende prioriteiten: • Intensiveren samenwerking in de (afval)waterketen; • Vergroten van de doelmatigheid, onder andere door de samenwerking tussen waterschappen onderling, en waterschappen en derden, te versterken; • Professionaliseren van de bedrijfsvergelijkingen, monitoring en informatievoorziening; • Aantrekkelijk werkgeverschap. 19
Programma's
Samenwerken in de (afval)waterketen (Portefeuillehouder: Gert verwoif) Eén van de prioriteiten van het Programma Moderne Overheid betreft de intensivering van de samenwerking in de afvalwaterketen. In het bestuursakkoord Water zijn de afspraken van april 2010 tussen de V N G en de Unie, om een besparing te realiseren in de afvalwaterketen, oplopend tot 380 miljoen euro per jaar in 2020, opgenomen. Het gaat daarbij vooral om 'minder meer' investeren waardoor de jaarlijkse kosten minder zullen stijgen. Dit komt ten goede aan de burgers en bedrijven die via de lokale lasten minder hoeven te betalen voor het beheer in de afvalwaterketen. De Staatssecretaris van l&M zal jaarlijks op de hoogte worden gehouden van de voortgang. Vanaf 2013 moet in meer dan 7 5 % van de samenwerkingsverbanden op de nieuwe wijze doeltreffend en doelmatig worden samengewerkt. De koepels werken intensief samen om de doelstellingen te faciliteren. Partners in de afvalwaterketen maken regionaal afspraken met de drinkwaterbedrijven over gebruik en benutting van hun ervaring en kennis. Landelijk werken de koepels intensief samen om de doelstellingen te realiseren. V N G en Unie hebben gezamenlijk een projectorganisatie ingericht met als doel het aanleggen en ondersteunen van de initiatieven in het land. De kernbegrippen zijn faciliteren (juridisch, communicatie en kennis), omgevingsmanagement en monitoren. In 2012 zal regie worden gevoerd op de feitelijke implementatie van deze verstrekkende optimalisatie in de keten. Daarnaast zal er een besluit genomen moeten worden over de Routekaart voor de afvalwaterketen in 2030 en zal gestart worden met de implementatie hiervan. Samenwerking (Portefeuillehouder: Gerard Doornbos) Verdergaande samenwerking tussen waterschappen onderling maar vooral ook tussen waterschappen en derden wordt zowel in het Stormaanbod, het bestuursprogramma als in het bestuursakkoord benoemd als belangrijke kans om kosten te besparen en de doelmatigheid te vergroten. Er zijn afspraken gemaakt over het versterken van de samenwerking op het gebied van inkoop en aanbesteden, H R M , ICT, administratieve processen, belastingen, crisisbeheersing, bedrijfsvoering en e-overheid. Deze afspraken zullen met de waterschappen moeten worden ingevuld en uitgewerkt. Ook wordt gekeken naar samenwerkingsvormen, met de regionale diensten van R W S , om meer gezamenlijk op te trekken als waterbeheerders in de regio. De Unie is het centrale aanspreekpunt, faciliteert, ondersteunt, communiceert en monitort. Op de verschillende onderdelen zal hieronder nader worden ingegaan. Professionaliseren Huub
bedrijfsvergelijkingen,monitoring
en informatievoorziening
(Portefeuillehouder.
Hieltjes)
Bedrijfsvergelijking is een instrument dat een bijdrage levert aan transparantie, verantwoording en verbetering van de bedrijfsvoering. Laten zien wat gedaan wordt, en ook laten zien wat goed gaat vervolgens van elkaar te leren om nog verder te verbeteren. In 2012 zal weer een nieuwe editie van Waterschapspeil (transparantie, presenteren sector) en Waterschapsspiegel (verantwoording naar achterban/omgeving, signaalfunctie voor leren en verbeteren) worden uitgebracht. Daarnaast zorgt de Unie door middel van een persbericht en een beknopte financiële publicatie jaarlijks voor een tijdige en heldere communicatie over de waterschapsbelastingen. De Unie levert een actieve bijdrage aan de totstandkoming van Water in Beeld (de jaarlijkse voortgangsrapportage van het ministerie van Infrastructuur & Milieu over het waterbeheer in Nederland). De roep om transparantie en de behoefte aan informatie nemen alleen maar toe. Ook uit het Bestuursakkoord Water komt weer een extra behoefte aan informatie en dus monitoring voort. De Unie draagt er zorg voor dat deze extra behoefte wordt ingevuld binnen de huidige jaarlijkse uitvraag voor Waterschapspeil en Waterschapsspiegel. Er worden ook steeds hogere eisen gesteld aan de beschikbaarheid, kwaliteit en de toepasbaarheid van de gegevens. Dit alles vraagt om een professionaliseringsslag van de bedrijfsvergelijkingen. Hierbij zal in samenwerking met Het Waterschapshuis ook het databasebeheer verbeterd en gemoderniseerd worden. In 2012 zal ten aanzien van dit aspect een slag geslagen worden. 20
Programma's
Aantrekkelijk
werkgeverschap/arbeidsvoorwaarden
en arbeidsmarkt
(Portefeuillehouder:
Gerard
Doornbos)
De Unie fungeert als werkgever in het kader van het tot stand komen van een C A O voor de waterschappen. De inzet daarbij is om de sector als moderne, diverse en duurzame werkgever te positioneren, om daarmee de concurrentie met andere overheidssectoren en het bedrijfsleven aan te kunnen. De waterschappen moeten blijvend kunnen beschikken over gekwalificeerde en betrokken medewerkers om met hen de grote opgaven, waarvoor zij zich gesteld zien, in te vullen. In 2011 is een nieuwe visie op arbeidsvoorwaarden vastgesteld voor de jaren 2012-2015. Via vijf H R M thema's (Arbeidsmarkt, Het Nieuwe Werken, leeftijdsbeleid/duurzame inzetbaarheid, de veranderende relatie werkgever/werknemer en E-HRM) wordt invulling gegeven aan voor de waterschappen belangrijke ontwikkelingen op arbeidsvoorwaarden. In 2012 zal met deze inzet en in deze context een nieuwe C A O worden afgesloten. De Unie zal intensief betrokken blijven bij het Arbeidsmarkt- en Ontwikkelfonds voor de waterschappen zodat gezamenlijk opgetrokken zal blijven worden bij het verbeteren van het H R beleid van de waterschappen. In 2012 zal op het gebied van arbeidsmobiliteit actief worden samengewerkt met andere overheden. Tevens zal door de Unie samen met de waterschappen invulling worden gegeven aan de in 2011 opgestelde visie op arbeidsmarktcommunicatie. Dienstverlening
en e-Overheid
(Portefeuillehouder: Jan Geluk)
Het programma MO stimuleert en inspireert waterschappen om zich verder te ontwikkelen tot een ,voor burgers en bedrijven, klantvriendelijke overheid. In 2012 wordt met de waterschappen invulling gegeven aan de visie op dienstverlening door onder andere het gezamenlijk ontwikkelen van servicenormen. Verder zal het Nationaal Uitvoerings Programma betere dienstverlening en e-overheid (NUP) verder geïmplementeerd worden, dit alles in nauwe samenwerking met Het Waterschapshuis. Belangrijke bouwstenen zijn de basisregistraties, elektronisch bekendmaken en Europese regelgeving, zoals INSPIRE, de Digitale Agenda en SEIS, waar waterschappen aan moeten voldoen. Daarnaast zal de visie op geo-informatie verder geïmplementeerd worden, opdat deze essentiële informatie adequaat is. De belangen van de waterschappen worden op dit terrein behartigd in Den Haag en Brussel. Professioneel inkopen en aanbesteden (PortefeuillehoudenHuub Hieltjes) Het project om de inkoop- en aanbestedingsprocessen binnen de waterschappen verder te professionaliseren loopt begin 2012 ten einde. Na een positieve evaluatie van het project in 2011 is besloten tot een verlenging van dit project. Het project levert een bijdrage aan het verbeteren van de naleving van de (Europese) regels, efficiency/effectiviteit, harmonisatie van het aanbestedingsbeleid en de transparantie en interne controle. De focus van het project lag de eerste jaren op het bevorderen van de rechtmatigheid maar de focus van het project is duidelijk verschoven naar het verder bevorderen van doelmatigheid: 'door professionalisering en samenwerking geld besparen'. Ook vernieuwing van opdrachtgeverschap, oog voor integriteit en het stimuleren van innovatieve aanbestedingsvormen zijn doelstellingen binnen dit project. Financieel economische dossiers (Portefeuillehouder: Huub Hieltjes) Het is de bedoeling dat de waterschappen als medeoverheid ook op financieel economische dossiers (in Brussel en Den Haag) een steeds nadrukkelijker strategische positie gaan innemen. De werkgroep Middelen fungeert als dossierteam om input te verzorgen op de financieeleconomische dossiers die in Brussel spelen, zoals mededinging, de diensten van algemeen belang, P P S etc.
2'
Programma's
In het bestuursakkoord is een aantal financiële dossiers benoemd waar de waterschappen s a men met rijk, gemeenten en provincies de komende tijd mee aan de slag moeten. Het gaat dan om onderwerpen zoals: E M U , kasgeldlimiet en rente-risiconorm, rechtmatigheid, uniforme monitor lokale lasten en het beperken van administratieve lasten en controlelasten van de financiële functie. Transparantie en verantwoording Waterschapswet (Portefeuillehouder: Huub Hieltjes) De wijziging van de Waterschapswet betekende onder andere een wijziging van de verslaggevingsregels, van de rechtmatigheidcontrole door de accountant en van een hernieuwde aandacht voor het verankeren van doeltreffendheid en doelmatigheid bij de waterschappen. Als volwaardige medeoverheid is een transparant bestuur dat zichtbaar en adequaat verantwoording aflegt van groot belang. Daarom ondersteunt de Unie de waterschappen met nadere uitleg van de regelgeving, modelverordeningen, organisatie van kennis- en ervaringsuitwisseling, afstemming met de accountancy en dergelijke. Belastingsamenwerking (Portefeuillehouder: Huub Hieltjes) Voor het heffen van belastingen maken waterschappen en gemeenten in belangrijke mate gebruik van dezelfde gegevens. Bij belastingsamenwerking hoeven die niet langer op twee plaatsen te worden bijgehouden. De Unie van Waterschappen en de V N G hebben in het Bestuursakkoord Water afgesproken dat zij de samenwerking tussen waterschappen en gemeenten bij het heffen en invorderen van belastingen zullen bevorderen. Doel is om de kwaliteit verder te verbeteren, de kwetsbaarheid van de organisatie te verkleinen en de perceptiekosten zoveel mogelijk te verlagen. Dit proces bestrijkt een aantal jaren en zal ook in 2012 de nodige inspanningen vergen. Bestuurskracht {Portefeuillehouder: Huub Hieltjes) Bestuurskracht zal, mede gezien de overdracht van taken van de ene overheid richting de andere overheid, aan belang winnen. Waterschappen willen ook meer van buiten naar binnen werken, de slagkracht en doeltreffendheid verbeteren en de samenwerking intensiveren. Het concept bestuurskracht richt zich op de kwaliteit van het waterschap op deze aspecten. Er ligt op dit dossier ook een duidelijke link met de activiteiten op het gebied van bedrijfsvergelijkingen en dienstverlening. De Unie faciliteert de discussie tussen de waterschappen en tussen waterschappen en andere overheden over bestuurskracht. Bestuurskrachtmetingen kunnen als instrument een nuttige bijdrage leveren aan deze discussie. Andere overheden zijn al meer bekend en vertrouwt met instrumenten als bestuurskrachtmeting. Waarderingskamer (Portefeuillehouder: Huub Hieltjes) De Wet waardering onroerende zaken (WOZ) regelt de waardering van alle onroerende zaken in Nederland ten behoeve van belastingheffing (voor de waterschappen: watersysteemheffing). De uitvoering van de Wet W O Z ligt in handen van de gemeenten. De Waarderingskamer, een zelfstandig bestuursorgaan met een publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid, bevordert in de rol van toezichthouder het vertrouwen in een juiste uitvoering van de Wet W O Z . De waterschappen dragen voor een vierde deel bij aan de apparaatskosten en participeren met de Unie in de verschillende commissies (regelgeving en controle, gegevensuitwisseling, benchmarking). Jaarlijks is er een bestuurlijk WOZ-overleg met de bewindspersonen van Financiën en BZK. In 2011 zijn afspraken gemaakt over een landelijke voorziening voor de W O Z , de openbaarheid van de WOZ-gegevens en de belemmeringen voor belastingsamenwerking. In 2012 zal door partijen nader invulling worden gegeven aan de bestuurlijke afspraken. Crisisbeheersing (Portefeuillehouder: Jan Geluk) De Unie vervult een ondersteunende rol richting de waterschappen op de verschillende terreinen van crisisbeheersing, zoals grieppandemie, droogte etc. De adviesgroep crisisbeheersing, bestaande uit calamiteitencoördinatoren van de waterschappen, fungeert als adviserend orgaan richting de Unie op deze terreinen. Ook participeert de Unie in de Stuurgroep Management 22
Programma's
Overstromingen (SMO), die sturing geeft aan een aantal projectgroepen waaraan ook waterschappers deelnemen. Voorbeelden van producten die uit deze projecten voortvloeien zijn draaiboeken, convenanten over samenwerking en een kennisnetwerk. In 2012 zal veel aandacht blijven voor de implementatie van het netcentrisch werken en informatievoorziening tijdens crises. Wegbeheer
(Portefeuillehouder: Jan Geluk)
De Unie faciliteert de kennisuitwisseling tussen waterschapsmedewerkers wegenbeheer. De Unie fungeert als vraagbaak en makelaar tussen waterschappen en kennisorganisaties op beheer en mobiliteitsvraagstukken. Het optimaal functioneren als koepelorganisatie vraagt om het opbouwen en in stand houden van contacten met andere koepelorganisaties, rijksoverheid, kenniscentra (innovatie en onderzoek). De Unie is een gewaardeerde partner in het bestuurlijk overleg van het verkeersdepartement. De Unie start met de voorbereiding van een standpunt over de evaluatie van de Wet herverdeling wegenbeheer in 2013. Minder of niet Omdat prioriteit gegeven zal worden aan de extra acties die voortkomen ma kan binnen het programma
uit het Bestuursakkoord
en
Bestuursprogram-
MO in 2012 geen of slechts zeer beperkte tijd worden besteed aan de
onderstaande
onderwerpen:
•
Duurzaam inkopen (programmaoverleg, De in het Klimaatakkoord
geen monitor, duurzaam hout e.d).
door l&M toegezegde
subsidie ter stimulering
van duurzaam inkopen bij de water-
schappen wordt niet uitgekeerd. Hierdoor is het niet mogelijk ambities te realiseren. koop en aanbesteden •
Financieel
komt te liggen op doelmatigheid
economische
Focus van de Unie bij in-
en minder op
duurzaamheid.
dossiers
SEPA (naar 1 Europese betaalmarkt: nis hierover), Rekenkamers BTW compensatiefonds
(en rechtmatigheid)
NWB), Staatssteun
(geen inventarisatie
(Kenniscentrum
Europa Decentraal
heeft veel ken-
door de Unie, geen onderzoek naar andere
mogelijkheden),
(blijven bij ingenomen standpunt),
en invulling door Unie met Kosten baten Waterbeheer:
Waterprijsbeleid
(kiezen voor beperkte
KBW), de discussie rondom
bijdragen
Vennootschapsbelasting
en PPS. •
In zijn algemeenheid
zal binnen het programma
mentatie en uitvoering van beleid (bijvoorbeeld den, Europees •
minder tijd beschikbaar
zijn voor de ondersteuning
op het gebied van dienstverlening,
CAO, inkoop en
bij impleaanbeste-
beleid).
Bovendien zal er minder tijd beschikbaar De focus en tijdsbesteding
zijn voor de inhoudelijke
komt te liggen op de meer strategische
23
(advies)rol vanuit de Unie naar de sector. lobby en
netwerkrol.
Programma's
PROGRAMMA INNOVATIE EN INTERNATIONAAL Programmaleider. Sonja Timmer- Brand Portefeuillehouder: Stefan Kuks (onderdeel Klimaatakkoord: Gert Verwolf), Gerard Doornbos (Internationaal)
Doel Innovatie en Internationaal; Het programma Innovatie en Internationaal verkent, agendeert, beïnvloedt en stimuleert nieuwe onderwerpen, Brusselse dossiers en thema's om belemmeringen in de dagelijkse praktijk van het waterbeheer weg te nemen en om waterschappen nationaal en internationaal te positioneren als een innovatieve en toekomstgerichte waterbeheerder en op samenwerking gerichte medeoverheid. Voor 2012 heeft Innovatie en Internationaal de volgende speerpunten: 1) Kennis en Innovatie 2) Klimaat en Energie 3) Europese beleidsontwikkeling en belangenbehartiging 4) Coördinatie van de sectorale inzet van waterschappen op bepalend (inter)nationaal beleid (Water Mondiaal, Water 2020) 5) Versterken strategische positie van waterschappen bij gebiedsontwikkeling 6) Institutioneel Deze speerpunten sluiten nauw aan bij een aantal thema's uit het bestuursprogramma en het bestuursakkoord water. Het programma l&l draagt bij aan de volgende thema's van het bestuursprogramma: • Wateropgaven via uitvoering Klimaatakkoord, Energiefabriek, Groen Gas Nederland en Nutriëntenplatform. • De kracht van de waterschappen via lobby Bureau Brussel, waterschapsverkiezingen en omvang van besturen • Innovatie oplossingen via (inter)nationale evenementen, kennis en innovatie agenda met bepalende overleggen. • De kracht van de Unie via lobby Bureau Brussel. Het programma l&l is voor het bestuursakkoord vooral actief op institutionele items als: verkiezingen waterschapsbesturen en omvang van besturen. Kennis en Innovatie Kennis en innovatie zijn speerpunten in het regeerakkoord; gekoppeld aan de voor de Unie van belang zijnde topgebieden Water, Landbouw en Energie. Kennis & Innovatie omvat een portefeuille in het Uniebestuur. De Unie heeft een innovatiestrategie opgesteld in 2011 en deze gaat functioneren als een meerjarige visie. De Unie is nauw betrokken bij de uitwerking van het Topgebied water waarvan in de zomer 2011 een rapport is uitgebracht. De Unie werkt daarbij samen met het eerstverantwoordelijke departement EL&I. De Unie zet in op verbreding van de positie van de waterschappen in Den Haag, door in ieder geval het contact met EL&I uit te bouwen en daarbij in te zetten op het economisch belang van waterschappen voor de thuismarkt en voor de export, op het regionaal belang van waterschappen voor innovatiegerichte experimenteerruimte, op het regionaal belang van waterschappen bij het verbinden van water met landbouw, natuur, landelijk gebied, of kort gezegd de regiofunctie, die vanouds voor LNV van belang was maar die wordt verbreed met EZ. Jaarlijks komt er een strategische innovatie agenda waarbij intern en extern de bekendheid van waterschappen met andere partijen wordt vergroot. Innovatieve projecten worden gepresenteerd in een virtuele etalage waarbij de watersector en andere partijen kunnen ervaren welke innovatie kracht de waterschappen bezitten.
24
Programma's
Waterschappen worden gestimuleerd om buiten de kaders te werken en onverwachte allianties aan te gaan. Bij samenwerking ontstaan innovaties op het snijvlak van waterbeheer, duurzame energiewinning, watertechnologie en inrichting van de openbare ruimte. De Unie is volwaardige partij in landelijke kennis- en innovatienetwerken (Innovatieberaad l&M, Stuurgroep Deltatechnologie, Stuurgroep Watertechnologie, Raad voor Deltaonderzoek, Kennisplatform Water). In 2010 is het initiatief gestart met het directoraat-generaal Water om de aansturing van kennis en de doorwerking naar de uitvoeringspraktijk te verbeteren. De interactie met S T O W A , kennisinstellingen (o.a. Deltares, TU Delft, KNMI) en kennisprogramma's (Kennis voor Klimaat) wordt verder geïntensiveerd. De Unie ondersteunt de actie uit het bestuursakkoord water om op voordracht van S T O W A / R W S tot een voorstel van gezamenlijke programmering van kennis en onderzoek te komen. De strategische positie van de waterschappen wordt gekleurd door de heroverwegingen, S T O R M en het bestuursakkoord Water waarbij de inzet vanuit de Unie zich richt op een tweelagenmodel (Rijkswaterstaat en waterschappen). De kracht van het waterschap schuilt in de kennis en kunde van de medewerkers. Dit wordt versterkt door contacten met de wetenschap en het bedrijfsleven. Waterschappen staan open voor kennisinstellingen en bedrijven om zo een platform te vormen waar nieuwe oplossingen en concepten worden ontwikkeld. Klimaat en Energie De Unie zet volop in op duurzaamheid; het klimaatakkoord, Meerjarenakkoord Energieefficiency 2001-2020 (MJA3), wordt voortgezet. Voor MJA3 wijzigt de focus naar een strategische lange termijn discussie ten aanzien van zuivering (routekaart SenterNovem, task force waterketen). Voor het klimaatakkoord ligt het accent op implementatie door waterschappen en uitdragen van goede voorbeelden. De Energiefabriek bewijst dat waterschappen zich bewust zijn van de innovatieve mogelijkheden in hun werkveld in de waterketen. Er wordt gewerkt aan een convenant waarbij alle waterschappen zich committeren om bij renovatie van een rwzi of een nieuw te bouwen rwzi er voor te kiezen deze energieneutraal te laten zijn. Waterschappen naast 'blauw' ook als 'groen' positioneren. Waterschappen zijn een moderne, innovatieve en duurzame overheid en hebben de potentie om de meest duurzame overheid te worden. Dit heeft een relatie met het programma Moderne Overheid. Europese beleidsontwikkeling en belangenbehartiging Ruim 90% van de wetgeving en het beleid dat van invloed is op de kerntaken van de waterschappen wordt gemaakt door de Europese Unie. Het staat buiten kijf dat het van groot belang is om er naar te streven dat het Europese beleid aansluit op de ontwikkelingen bij de waterschappen en dat dit voor de waterschappen geen onhaalbare verplichtingen met zich meebrengt. Een effectieve belangenbehartiging is daarom essentieel. Door middel van Bureau Brussel, de gezamenlijke vertegenwoordiging van de Unie van Waterschappen en VEWIN bij de instellingen van de Europese Unie, geeft de Unie van Waterschappen invulling aan deze verantwoordelijkheid. Bureau Brussel omvat 3 medewerkers: 2 senioren en 1 junior medewerker. Verder is een medewerker gedetacheerd bij de Europese Commissie. De betrokkenheid en inbreng van de waterschappen is nodig voor het voeren van een effectieve belangenbehartiging. Waterschappen leveren (pro)actief relevante informatie aan en worden nauw betrokken bij het tot stand komen van de inhoudelijke positiebepaling op Europese dossiers. Het waterschapsdossierteam waarin alle waterschappen vertegenwoordigd zijn is ingericht om hieraan invulling te geven. Het dossierteam komt regelmatig bijeen om de verschillende prioritaire dossiers inhoudelijk te bespreken, van input te voorzien en om te bespreken of er aanvullende dossiers opgepakt moeten worden. Het dossierteam garandeert daarnaast dat B u reau Brussel in de belangenbehartiging met een breed gedragen positie naar buiten kan treden. Daarnaast zijn waterschapsmedewerkers actief in Nederlandse interbestuurlijke dossierteams en in de werkgroepen van de Europese koepels. 25
Programma's
Jaarlijks stelt Bureau Brussel een werkplan op met prioritaire dossiers die bestuurlijk wordt geaccordeerd. Alle Brusselse prioritaire dossiers worden door het bestuur van de Unie op inhoud verdeeld over de unie werkgroepen en commissies om zorg te dragen voor een goede inhoudelijke discussie en positiebepaling. Sinds 2010 richt Bureau Brussel zich, naast de water en milieu dossiers, ook op financieel economische dossiers.
Het Uniebureau zoekt actief naar nauwe samenwerking met de nationale vakdepartementen op het gebied van de Brusselse prioritaire dossiers, met als doel om beter invulling te geven aan de Haagse component van de Brusselse lobby. Hiertoe is er nauw contact tussen Bureau Brussel en het programma Verenigingszaken en Communicatie. Bureau Brussel onderhoudt een goed functionerend netwerk met de leden van het Europees Parlement, de ambtenaren van de Europese Commissie en overige relevante stakeholders. Voorts is er een actieve inzet in de Europese koepelorganisaties (European federation of national associations of drinking water suppliers and waste water services - E U R E A U ; European Union of Water Management Associations - E U W M A en European Water Association - E W A ; European Centre of Employers and Enterprises providing pubic services - C E E P ) . Deze koepels zijn van groot belang omdat het de mogelijkheid creëert om door een actieve inzet de Nederlandse positie als een Europese positie naar voren te brengen in Brussel, waarmee de impact van de positie wordt versterkt. Voorts bezoekt Bureau Brussel regelmatig waterschappen en organiseert het bezoeken van waterschappen aan Brussel. Coördinatie van de sectorale inzet van waterschappen op bepalend (internationaal beleid (Water Mondiaal, Water 2020) Waterschappen hebben in 2010 uitgesproken dat ze de ambitie hebben om als waterschapssector gezamenlijk een bijdrage te leveren aan het oplossen van mondiale watervraagstukken. De Unie sluit daarbij aan bij het rijksbeleid van Water Mondiaal en Dutch Wash Alliance met een focus op vijf delta's (Egype, Indonesië, Mozambique, Vietnam en Bangladesh) en Water 2020 - toekomstvisie van de Nederlandse watersector. Er is nauwe samenwerking met de ministeries van EL&I, BUZA, l&M maar ook met het N W P , Partners voor Water, V N G international, N G O ' s , S T O W A , Vewin, kennisinstituten en Europese organisaties. In 2012 treden waterschappen meer als sector naar buiten op de vijf delta's. Het internationaal beschikbaar stellen van de specifieke kennis en kunde van de waterschappen wordt tot op z e kere hoogte tot de maatschappelijke verantwoordelijkheid en taak van het waterschap gerekend. Internationale samenwerking kan bovendien in sterke mate bijdragen aan de voortzetting van strategische kennisontwikkeling van de waterschappen en het werken aan innovatieve methoden om met nieuwe uitdagingen om te gaan. Via internationale samenwerking promoten de waterschappen het model van decentraal waterbeheer. In 2012 worden ook de afgesloten samenwerkingsverbanden met verschillende organisaties kritisch beschouwd en wordt beoordeeld welke samenwerkingsverbanden zinvol zijn om voort te zetten en welke verbanden beter kunnen worden afgebouwd of stopgezet. Versterken strategische positie waterschappen bij gebiedsontwikkeling De strategische positie van waterschappen wordt versterkt door het Actieprogramma Water en Ruimte dat in oktober 2010 van start is gegaan. Dit volgt op het Manifest Water en Ruimte die in maart 2010 door de LV is vastgesteld. Waterschappen richten zich op de ruimtelijke ordening - leefomgeving en zijn daarbij een goede partner voor allerlei betrokkenen; Infrastructuur en Milieu, gemeenten, provincies, landschapsarchitecten etc. Waterschappen nemen de leefomgeving in hun plannen mee en creëren meerwaarde voor haar gebied. Water als ordenend principe voor het landschap en de bebouwing. Waterschappen hebben hierbij het initiatief en voeren de regie.
26
Programma's
Dit onderdeel heeft ook een nauwe relatie met het programma Waterbeleid voor wat betreft water in het stedelijk gebied en is door l&M omarmd binnen het deltadeelprogramma Nieuwbouw en Herstructurering.
Institutioneel Institutionele aspecten waar het Programma Innovatie en Internationaal zich mee bezig houdt zijn de toekomstige inrichting van de waterschapsverkiezingen, de omvang van de waterschapsbesturen (beiden bestuursakkoord water) en het Water Governance Center. In het bestuursakkoord water is opgenomen dat in de toekomst de besturen van de waterschappen voor de categorie ingezetenen via indirecte verkiezingen door de gemeenteraad worden gekozen. In het bestuursakkoord is door de Unie van Waterschapen een voorbehoud gemaakt ten aanzien van indirecte verkiezingen. De Unie is van mening dat directe verkiezingen de beste manier is om de bestuurders van de waterschappen te kiezen. Echter, het departement van Infrastructuur en Milieu voert het beleid van het regeerakkoord uit en dient een wetsvoorstel met de introductie van indirecte verkiezingen in. De Unie van Waterschappen schrijft niet mee aan het wetsvoorstel maar geeft indien nodig wel aanwijzingen aan het departement van l&M om de verkiezingen zo optimaal mogelijk te organiseren. In het bestuursakkoord water is verder opgenomen dat er een voorstel komt om de omvang van besturen (tweede kamer - provincie - gemeente - waterschap) te verkleinen. Het initiatief voor wetgeving ligt bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het Uniebureau is proactief betrokken bij de ontwikkeling van deze regelgeving. De in het Schilthuisfonds ontplooide activiteiten worden verbonden met Uniebeleid en Water Governance. Verder in 2011; toonaangevende (internationale gremia, grensoverschrijdende samenwerking, waarde van water. De Unie van Waterschappen is, indien gewenst en opportuun, betrokken bij toonaangevende (inter)nationale gremia, zoals het komende Wereld Water Forum 6 in maart 2012 in Marseille, de Stockholm Wereld Water Week, de Internationale Water Week. De Unie sponsort de V N jongerenvertegenwoordiger water die met een jongerenvisie op governance komt, welke wordt gebruikt bij de International Water Week 2011 als opmaat naar W W F 6 in Marseille en RIO 2012. De Unie van Waterschappen geeft ondersteuning bij grensoverschrijdende evenementen en overleggen. Primair zijn waterschappen actiefin de commissies van de Rijn, Maas, Schelde en Eems. Met EL&I, de A N W B , R E C R O N , R W S en andere partijen heeft de Unie regulier contact om de waarde van water onder haar achterban te promoten en te wijzen op de verbinding van de kerntaken van het waterschap met toerisme - recreatie - werk - vrije tijd. Het bestuursprogramma en het bestuursakkoord krijgen de volle aandacht en prioriteit van de Unie. Dit betekent keuzes maken en voor 2012 houdt dit in dat het programma l&l niet meer inzet op: • Waterwegen • Permanente aanwezigheid internationale evenementen zoals de Stockholm Wereld Water Week en het Wereld Water Forum. Als deelname gewenst is, zal de inzet 'low key' worden ingevuld. • Waterbewustzijn. De afgelopen jaren heeft de Unie de nodige inzet geleverd op waterbewustzijn - recreatie - de waarde van water. Dat wordt in 2012 ook 'low key' ingevuld.
27
Programma's
ACCOUNT BESTUURLIJK JURIDISCH Programmaleider: Sonja Timmer (portefeuillehouder Huub Hieltjes) Accounthouder: Hans Bolkestein
Vanaf 2010 zijn de medewerkers van het Account Bestuurlijk Juridisch (BJ) bijeen geplaatst om zodoende de interne afstemming en samenwerking, op met name het juridisch gebied, te versterken. De medewerkers werken, waar nodig, samen met beleidsmedewerkers in verschillende programma's. De BJ-werkzaamheden moeten op de juiste plek, op het juiste moment door mensen met de juiste deskundigheid worden uitgevoerd . BJ levert bijdragen in de totstandkoming van tal van nieuwe wet- en regelgeving, voor zover van belang voor de waterschappen. Met de waterschappen wordt samengewerkt om juridische producten op te stellen (bijvoorbeeld de actualisatie van de model Keur van de Unie van Waterschappen of een model aanvraagformulier Watervergunning). Daarbij geldt dat BJ de regie heeft op proces en inhoud. Per jaar zijn er 3 tot 4 BJ-Netwerkdagen en is er een fiscalistendag. Onderdelen • Participatie in wetgevingstrajecten met alle nazorg. • Algemene aangelegenheden: Grondwet, Wet gemeenschappelijke regelingen, Algemene wet bestuursrecht, Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, Algemene wet rijksbelastingen. • Waterschapswet • Fiscale Wetgeving: aanpassing belastingstelsel, modernisering verontreiniginggsheffing en zuiveringsheffing, kwijtscheldingsbeleid en samenwerking met gemeenten op fiscaal gebied. « Omgevingswetgeving water (wijzigingen Waterwet): de werkzaamheden die daar onder vallen hebben betrekking op ruimte (AMvB Ruimte), milieu (nieuwe A M v B ' s , vorming regionale uitvoeringsdiensten, natuur (nieuwe Natuurwetgeving), bodem, nieuwe Raamwet omgevingsrecht, Wetgeving die moet worden aangepast naar aanleiding van Bestuursakkoord Water en Hoofdlijnenakkoord, service verlenen (zo mogelijk met juristen van waterschappen en alleen als het landelijk opportuun is), organiseren van BJ-Netwerkdagen en fiscale Netwerkdagen (in 2012 zullen dat er 5 zijn); gerechtelijke procedures voeren dan wel waterschappen hierbij ondersteuning bieden (Raad van State: Gedragscode Flora en Fauna; Hoge Raad: Wilnisdijk; rechtbanken: bezwaren systeemheffing ongebouwd); schrijven van artikelen voor het blad 'Het Waterschap' of juridisch vaktijdschrift. Meer aandacht zal er in 2012 zijn voor de verbinding met' Brussel' en de verbinding met het Waterschapshuis voor wat betreft wet- en regelgevende aspecten; het pro-actief acteren in de voorbereiding van de overdracht van het vaarwegbeheer naar waterschappen en wegenbeheer naar de algemene democratie; aanpassing wet- en regelgeving naar aanleiding van Actie Storm en Regeerakkoord; netwerken, lobbyen en regievoeren. Daar staat tegenover dat vanwege de beperkte capaciteit niet (meteen) elke vraag vanuit een waterschap kan worden beantwoord en dat de Unie meer de regie gaat voeren en juristen uit waterschappen gaat betrekken bij verschillende onderwerpen in plaats van als Unie zijnde zelf zaken uit te zoeken.
28
Programma's
STAFBUREAU BEDRIJFSVOERING Het doel van het bureau is het primaire proces op adequate, snelle en efficiënte manier te ondersteunen/adviseren. Het betreft ondersteunen en adviseren in brede zin waarbij er voor wordt gezorgd dat werkprocessen effectief en efficiënt kunnen worden uitgevoerd. Het bureau Bedrijfsvoering hecht veel waarde aan de mening van diegenen die ondersteund en geadviseerd worden. Zij worden gezien als (interne) opdrachtgevers die weten wat zij nodig hebben. Het bureau speelt daar op in, maar adviseert ook pro-actief op basis van verworven nieuwe inzichten. Het bureau Bedrijfsvoering onderschrijft het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen en is daar alert op bij de inkoop van goederen en diensten en de keuze van leveranciers. De meerwaarde van het feit dat verschillende ondersteunende diensten in één bureau zijn samengevoegd is evident en voldoet aan hetgeen gebruikelijk is bij andere organisaties. De flexibele instelling van medewerkers is daarbij een vereiste maar ook een gegeven. De begroting 2012 van het stafbureau bestaat voornamelijk uit personele kosten en de kosten die nodig zijn om het proces te laten 'draaien' zoals kantoorkosten, kosten catering, onderhoudskosten etc.
Taken en ontwikkelingen: In essentie zorgt Bedrijfsvoering er voor dat er 'gewerkt' kan worden; daarbij is een aantal taken te onderscheiden. P&O: Zorg dragen dat medewerkers voldoende plezier en uitdaging in de werkzaamheden houden. Daarvoor tools en ondersteuning aanbieden. Uitvoering geven aan afspraken die met waterschappen zijn gemaakt ofwel dat zelfstandig beleid, toegesneden op het Uniebureau, wordt ontwikkeld. Zorg voor arbeidsomstandigheden en verzuimbegeleiding. In 2012 zullen adviezen die in 2011 zijn verwoord in een Strategisch HR document nadere invulling krijgen. Nadruk zal liggen op de kracht van de mensen die bij de Unie werken. De kernwoorden 'ruimte, richting en resultaat' staan bij de ontwikkeling van het HR beleid centraal. Financiën: Financiële administratie en een adequate Planning en Control cyclus. Essentieel is dat op goede wijze wordt geadministreerd en vervolgens juiste rapportages en waarheidsgetrouwe prognoses kunnen worden gemaakt. ICT: In 2012 zal de nadruk gaan liggen op het benutten van de nieuwe mogelijkheden die er zijn om processen zo efficiënt mogelijk te laten lopen en waarbij met name het tijd- en plaats onafhankelijk werken aandacht zal krijgen. De activiteiten binnen de ICT zullen zich concentreren op de ondersteuning in de vorm van 1 lijns hulp, adviseren inzake gestroomlijnde processen en anticiperen op ontwikkelingen die van belang zijn om de Bedrijfsvoering in zijn totaliteit goed te laten functioneren. e
Interne zaken (secretariaat, receptie, posten repro, Digitale Informatievoorziening, huisvestingsbeheer, catering): Onder deze noemer valt een veelheid aan activiteiten. Het secretariaat zal conform het Handboek Secretariaat ondersteuning op verschillende niveau's geven aan medewerkers, programmaleiders en directie. Bij de Digitale Informatie Voorziening zal de aandacht steeds meer uit gaan naar de actieve informatievoorziening en daar wordt nadrukkelijk een link gelegd met het Programma Vereniging en Communicatie (bijvoorbeeld de dagelijkse digitale nieuwsdienst en Knipselkrant). Via Interne zaken wordt ook het huisvestingsbeheer uitgevoerd. Daartoe behoort ook de zorg voor de huurders. Zo als het er nu naar uit ziet zal na 1 mei 2012 de provincie Zuid-Holland als huurder wegvallen. Dat betekent eventueel derving van inkomsten maar ook (extra) werkzaamheden als een nieuwe huurder (of huurders) hun intrede doen.
29
Programma's
Een aantal speerpunten kunnen, min of meer los van bovenstaande, voor 2012 nog apart worden benoemd t.w.: • impuls'het nieuwe werken' • strategisch HRM beleid implementeren en onderhouden • zo mogelijk aanhaken bij initiatieven in relatie tot 'shared service'. • kosten zodanig bewaken dat daadwerkelijk met een hoeveelheid middelen gelijk aan 2011 kan worden volstaan of minder hoeft te worden uitgegeven. •
implementatie Individueel Keuze Budget
30
M e e r j a r e n b e g r o t i n g op hoofdlijnen 2 0 1 2
Omschrijving kostensoort/product
Jaar Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
2014
2016
2015
LASTEN Exploitatie Bureau 400 410 420 430 500
Kapitaallasten Personeelslasten Huisvesting Algemene lasten Kosten diensten
730 4431 304 467 152
886 4.653 321 448 155
783 4.703 292 452 140
783 4.703 292 452 140
783 4.703 292 452 140
783 4.703 292 452 140
783 4.703 292 452 140
Totaal exploitatiekosten
6.084
6.463
6.370
6.370
6.370
6.370
6.370
426 390 538 83 97 457
330 669 531 108 93 617
480 759 604 280 77 450
580 759 604 280 77 450
480 759 604 280 77 450
480 759 604 280 77 450
480 759 604 280 77 450
576
0
0
0
0
0
1.991
2.924
2.650
2.750
2.650
2.650
2.650
50 -150
50 -610
50 -440
50 -289
50 -189
50 -189
50 -189
8.827
8.630
8.881
Programma's Moderne Overheid Vereniging en Communicatie Innovatie en Internationaal Waterbeleid Account BJZ Directie Bijzondere posten TOTAAL BELEIDSACTIVITEITEN Onvoorzien Toevoegen/onttrekken aan algemene reserve
31
HB39ÜHHSHi H l
881
M e e r j a r e n b e g r o t i n g o p hoofdlijnen 2 0 1 2
Omschrijving kostensoort/product
JaarRekening 2010
Begroting 2011 '
Begroting 2012
2013
2014
2015
2016
BATEN
823 829 830
Opbrengsten exploitatie Bureau Huuropbrengsten Opbrengsten Algemeen Rente
507 476 31 0
539 452 7 80
255 210 5 40
255 210 5 40
255 210 5 40
255 210 5 40
255 210 5 40
Totaal opbrengst activiteiten
193
176
20
20
20
20
20
Opbrengst activiteiten
193
176
20
20
20
20
20
7.275
8.112
8.355
8.606
8.606
8.606
8.606
11,51% 3,59%
3,00% 3,00%
3,00% 3,00%
0,00% 0,00%
0,00% 0,00%
0,00% 0,00%
Te dekken uit opbrengst contributie
TOTAAL BATE Contributiestijging Contributiestijging zonder integratie bijzondere posten
32
Begroting baten en laster
|l3eqrotinq baten en lasten
Werkelijke cijfers
Begroting
Begroting
2010
2011
2012
A. Baten 1,
Contributies
€
7.274.988
€
8.111.306
€
8.355.230
II.
Verhuur
€
476.543
€
452.000
€
210.000
III.
Programma's
€
192.767
€
176.000
€
20.000
IV.
Overige baten
€
31.459
€
7.000
€
5.000
Totale baten
€
7.975.757
€
8.746.306
€
8.590.230
B. Lasten
1.
Projectkosten programma's
€
1.991.774
€
2.348.000
€
2.650.000
II.
Personeelskosten
€
4.430.723
€
4.653.367
€
4.703.231
III.
Huisvestingskosten
€
304.123
€
320.500
€
292.090
IV.
Algemene kosten
€
467.134
€
448.000
€
451.166
V.
Kosten diensten
€
152.224
€
154.500
€
140.394
VI.
Afschrijvingen vaste activa
€
286.960
€
337.000
€
323.093
VII.
Onvoorzien/Reorganisatie
€
50.438
€
50.000
€
50.000
Subtotaal
€
7.683.376
€
8.311.367
€
8.609.974
Bijzondere posten
€
-
€
576.000
€
-
7.683.376
€
8.887.367
€
8.609.974
€
292.381
€
141.061-
€
19.744-
Totale lasten
Resultaat voor financiële baten en lasten
C . Financiële baten en lasten 1.
Rentebaten
€
20.383
€
80.000
€
40.000
II.
Rentelasten
€
441.935
€
423.051
€
334.000
III.
Overige lasten
€
21.246
€
126.256
€
126.256
Saldo financiële baten en lasten
€
442.798-
€
469.307-
€
420.256-
Exploitatieresultaat
€
150.417-
€
610.368-
€
440.000-
Onttrekkingen via algemene reserve
€
150.417
€
610.368
€
440.000
33
Toelichting begroting baten en lasten Werkelijke cijfers 2010
Toelichting op beqrotinq van baten en lasten
Begroting
Begroting
2011
2012
A. Baten Opbrengst "Het Waterschap" Opbrengst overige publicaties
€ €
156.000 36.767
€ €
156.000 20.000
€ €
20.000
III. Proqramma's
€
192.767
€
176.000
€
20.000
Diversen
€
31.459
€
7.000
€
5.000
IV. Overiqe baten
€
31.459
€
7.000
€
5.000
Moderne Overheid Vereniging en Communicatie Innovatie en Internationaal Waterbeleid Account BJZ Directie
€ € € € € €
426.487 389.587 537.638 82.760 97.823 457.479
€ € € € € €
330.000 669.000 531.000 108.000 93.000 617.000
€ € € € € €
480.000 759.000 604.000 280.000 77.000 450.000
I. Proiektkosten proqramma's
€
1.991.774
€
2.348.000
€
2.650.000
Salariskosten Pensioenlasten Uitzendkrachten Sociale lasten Wervingskosten Overige personeelskosten Opleidingskosten Reis- en verblijfkosten Terug ontvangen salarissen
€ €
€
€ € €
3.612.719 541.908 130.000 259.475 15.000 91.000 90.318 70.778 157.831-
€ € €
€ €
3.660.000 511.801 82.255 317.348 21.037 86.787 66.472 79.422 394.399-
€
3.670.323 550.548 130.000 274.538 15.000 91.000 91.758 70.683 190.619-
II. Personeelskosten
€
4.430.723
€
4.653.367
€
4.703.231
€
€
€
80.500 86.500 47.500 27.500 64.000 14.500 -
€
€
76.815 85.684 44.415 25.518 56.644 14.511 536
€
82.083 86.813 42.329 27.114 37.551 14.632 1.568
€
304.123
€
320.500
€
292.090
B. Lasten
Schoonmaak Energie Onderhoud gebouw Belastingen Kantoor Brussel Beveiliging gebouw Overige huisvestingskosten III. Huisvestinqskosten
€
€ € €
€
€ € € € €
34
€ € € € €
€ €
€ € €
€
€ € € €
€ €
€ €
€
Toeiichting begroting baten en lasten Werkelijke cijfers 2010
T o e l i c h t i n q o p b e q r o t i n q v a n baten en lasten
€
€
130.696 103.096 72.448 61.074 74.687 1.568 23.565
IV. A l a e m e n e kosten
€
Restaurant Receptie Lasten verhuur
€
Kantoorkosten Telefoonkosten Acccountants- en advieskosten Documentatie Portokosten / drukwerk Contributies en abonnementen Verzekeringen
€
Begroting
Begroting
2011
2012
€ €
€
158.000 110.000 58.000 35.000 60.000 4.000 23.000
€
153.000 110.000 64.000 42.052 54.575 4.419 23.120
467.134
€
448.000
€
451.166
€ € €
72.000 59.000 23.500
€ €
€
78.251 56.345 17.628
€
76.605 52.289 11.500
VI. Kosten diensten
€
152.224
€
154.500
€
140.394
Afschrijvingslasten Afschrijvingslasten Afschrijvingslasten Afschrijvingslasten
€ €
€ €
163.000 40.000 24.000 110.000
€
€ €
162.575 41.429 13.073 69.883
€ € €
162.575 40.000 22.000 98.518
VII. Afschriivinqen vaste activa
€
286.960
€
337.000
€
323.093
Onvoorzien/Reorganisatie
€
50.438
€
50.000
€
50.000
VIII. Reorqanisatiekosten
€
50.438
€
50.000
€
50.000
Rente betaalrekeningen Rente fiscus
€
15.561 4.822
€ €
80.000
€
40.000
€
-
€
-
1. Rentebaten
€
20.383
€
80.000
€
40.000
Rente hypothecaire lening Financiële lasten
€
441.445 490
€
423.051
€
334.000
€
€
-
€
-
II. Rentelasten
€
441.935
€
423.051
€
334.000
Mutatie voorziening groot onderhoud Mutatie pensioenvoorziening Dotatie dubieuze debiteuren
14.033 7.363 150-
€
126.256
€
126.256
€ €
-
-
€ €
-
III. Overige lasten
€
21.246
€
126.256
€
126.256
€ € € €
268.000 130.000 36.000 434.000
€
€ €
€ €
€
gebouwen hardware software overige inventaris
€ € € € €
€ €
€ € €
€
C. Financiële baten en lasten
€
€
€
-
NIET beïnvloedbare posten 'uitgelicF? Sponsoring (Gemalenstichting en Watermuseum Internationaal Waterbeleid (contributies) Stichting Schilthuisfonds
35
Contributiebijdrage Waterschappen 2012
LI aterschap Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Hoogheemraadschap van Delfland Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Hoogheemraadschap van Rijnland Waterschap Rivierenland Waterschap Hollandse Delta Wetterskip Fryslan Waterschap Brabantse Delta Waterschap Aa en Maas Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Waterschap De Dommel Waterschap Roer en Overmaas Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Waterschap Hunze en Aa's Waterschap Regge en Dinkel Waterschap Rijn & IJssel Waterschap Zuiderzeeland Waterschap Vallei & Eem Waterschap Veluwe Waterschap Groot Salland Waterschap Noorderzijlvest Waterschap Peel en Maasvallei Waterschap Reest en Wieden Waterschap Velt en Vecht Waterschap Zeeuws-Vlaanderen/Waterschap Zeeuwse Eilanden Totaal
2011 189.164.525 187.593.221 164.207.597 147.097.455 143.142.246 144.338.643 113.683.208 101.239.597 89.452.739 102.653.624 80.240.046 79.126.136 79.403.216 75.908.677 76.365.001 69.698.799 71.488.664 59.726.103 52.590.840 57.814.031 55.594.391 50.441.957 40.185.512 35.183.208 76.668.908 €
'/o opbrengst 8,07% 8,01% 7,01% 6,28% 6,11% 6,16% 4,85% 4,32% 3,82% 4,38% 3,42% 3,38% 3,39% 3,24% 3,26% 2,97% 3,05% 2,55% 2,24% 2,47% 2,37% 2,15% 1,72% 1,50% 3,27%
2.343.008.344
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
100,00% €
25
36
el 45% Variabel deel 55% Benodigde contributie 2012 3.759.854 | € 4.595.377 | € 8.355.230 Contributie 2012 totaal vast vast variabel en variabel 521.405 150.394 € 371.011 € 518.323 150.394 € 367.929 € 472.457 322.063 € 150.394 € 438.899 150.394 € 288.504 € 280.747 € 431.141 150.394 € 433.488 150.394 € 283.093 € 373.363 150.394 € 222.969 € 348.957 150.394 € 198.563 € 325.839 150.394 € 175.445 € 351.730 150.394 € 201.336 € 307.770 150.394 € 157.376 € 305.585 150.394 € 155.191 € 306.129 150.394 € 155.735 € 299.275 150.394 € 148.881 € 300.170 150.394 € 149.776 € 287.095 150.394 € 136.701 € 290.606 150.394 € 140.212 € 267.536 150.394 € 117.142 € 253.541 150.394 € 103.147 € 263.786 113.392 € 150.394 € 259.432 150.394 € 109.038 € 249.327 150.394 € 98.933 € 78.816 € 229.211 150.394 € 69.005 € 219.399 150.394 € 300.766 150.394 € 150.372 € 3.759.854
€
4.595.377
€
mmmm,
8.355.230