1
Jouw Stad in de Klas Thema 'Pesten'
2
Algemene inleiding Maak het onbespreekbare bespreekbaar met Jouw Stad in de Klas Jouw Stad in de Klas is een interactieve, educatieve toolkit die kant en klare, laagdrempelige, online lespakketten biedt voor leerlingen van 10 tot en met 14 jaar (PO en VO). De thema's die aan bod komen hebben alles te maken met burgerschapsvorming enerzijds en mediawijsheid anderzijds en worden op een verfrissende en interactieve wijze aangeboden. Met behulp van aansprekende, zorgvuldig gemonteerde filmpjes, het bijbehorende lesmateriaal en leuke opdrachten met nieuwe-‐ en social media, zijn lespakketten samengesteld waarmee u moeilijke onderwerpen zoals 'homoseksualiteit', 'discriminatie' of 'pesten' bespreekbaar maakt. Maak het onbespreekbare bespreekbaar. Leerlingen worden op een voor hen aansprekende en bekende manier uitgedaagd buiten de klas op zoek te gaan naar meningen, deze te respecteren en uiteindelijk zélf hun mening te vormen en te formuleren.
Burgerschapsvorming Sinds februari 2006 zijn scholen wettelijk verplicht een bijdrage te leveren aan actief burgerschap en sociale integratie. Dit past in een bredere beweging om de verbanden in onze samenleving te verstevigen en de fundamenten van onze samenleving (zoals democratie, grondrechten, participatie en vrijheidsrechten) nadrukkelijker naar voren te brengen. De vraag vanuit het ministerie aan het onderwijs is aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Centraal daarin staat de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. De kern van het beleid is jongeren in staat stellen deel te nemen aan onze samenleving en hen de kans op een goede toekomst bieden. Het ministerie van onderwijs benoemt burgerschapsvorming binnen de kerndoelen, maar deze aanwijzingen zijn niet altijd even concreet. Jouw Stad in de Klas biedt met de online lespakketten concrete handvatten om de basiskennis, vaardigheden en houding die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving bij te brengen. Leerlingen maken kennis met begrippen als democratie, grond-‐ en mensenrechten, duurzame ontwikkeling, conflicthantering, sociale verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid en het omgaan met maatschappelijk diversiteit. Hiermee voldoet u als docent aan de inspanningsverplichting op het gebied van burgerschapsvorming. Bovendien vallen de thema's binnen de kerndoelen van 'Oriëntatie op jezelf en de wereld' (PO) en 'Mens en Maatschappij' (VO). In de lespakketten van Jouw Stad in de Klas staan drie domeinen centraal zoals bepaald door het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling SLO: −
democratie -‐ kennis over de democratische rechtstaat en politieke besluitvorming; democratisch handelen en de maatschappelijke basiswaarden
−
participatie -‐ kennis over de basiswaarden en mogelijkheden voor inspraak en vaardigheden en houdingen die nodig zijn om op school en in de samenleving actief mee te kunnen doen
−
identiteit -‐ verkennen van de eigen identiteit en die van anderen; voor welke (levensbeschouwelijke) waarden sta ik en hoe maak ik die waar?
3
Mediawijsheid Naast burgerschapsvorming is een belangrijk doel van Jouw Stad in de Klas het verhogen van het mediabesef en de mediawijsheid van leerlingen. In een tijdperk waarin voortdurend vanuit allerlei kanalen media on demand beschikbaar is, is het van belang dat kinderen leren hoe deze te interpreteren en hoe hier mee om te gaan. Wat is waar, wat is werkelijkheid en wanneer heb je te maken met een mening of juist een feit? De lespakketten van Jouw Stad in de Klas helpen leerlingen op zoek te gaan naar meningen van anderen, deze te respecteren en gedurende dit proces hun eigen mening vorm te geven.
Opbouw lessen Elk lespakket binnen Jouw Stad in de Klas omvat vier lessen van elk ongeveer een uur. De opzet van elk lespakket is om in de eerste les het onderwerp te verkennen vanuit een algemeen, breed perspectief. In de lessen die daarop volgen wordt het onderwerp steeds dichterbij de belevingswereld van de leerlingen gebracht. Na het onderwerp verkend te hebben in de eerste twee lessen wordt in les drie de huiswerkopdracht uitgelegd, in les vier presenteren de leerlingen hun bevindingen en wordt het thema afgesloten. Elk lespakket is voorzien van een uitgebreide docentenhandleiding. In deze handleiding zijn de lessen telkens op eenzelfde manier opgebouwd en uitgewerkt: Doel van de les Materiaal en voorbereiding Lesopbouw −
Inleiding
−
Lesdoel bespreken
−
Leeractiviteiten
−
Evaluatie en vooruitblik
De lessen worden altijd ingeleid en tussendoor aangekleed met speciaal gemonteerde filmpjes. Deze filmpjes zijn geschikt voor digibord en zijn beschikbaar op www.jouwstad.nl onder het betreffende thema. In de handleiding wordt precies aangegeven wanneer de filmpjes bekeken moeten worden. Naar aanleiding van de filmpjes zijn vragen geformuleerd. De antwoorden staan schuin gedrukt onder de vragen. Aan het eind van de handleiding worden nog eventuele extra opdrachten vermeld.
Digitale tools Per les worden verschillende digitale tools genoemd die gebruikt kunnen worden tijdens de les of door de leerlingen thuis. Van deze tools zijn lesbrieven toegevoegd aan de lerarenhandleiding. Daarnaast zijn de links naar de online tools terug te vinden op de betreffende lespagina op www.jouwstad.nl. Op de website is ook een deel van het Sociale Media ABC van Mijn Kind Online opgenomen waaruit de gebruikte tools komen. De tools die in de lespakketten van Jouw Stad in de Klas gebruikt worden zijn gratis, maar vaak zijn er ook betaalde/educatieve versies beschikbaar. Het is raadzaam om voor aanvang van elke les te bekijken welke tools er gebruikt worden en te bepalen of u eventueel gebruik wilt maken van betaalde versies.
4
Social Media Jouw Stad in de Klas is een eigentijdse interactieve toolkit en maakt dan ook graag gebruik van verschillende social media. In de lespakketten worden leraren en leerlingen aangespoord hun bevindingen en projecten te delen via de speciaal aangemaakte Jouw Stad in de Klas platforms. De volgende kanalen zijn beschikbaar: −
Hyves: www.jouwstad.hyves.nl
−
Twitter: Twitter.com/jsindeklas
−
YouTube: Youtube.com/jouwstad
Er zijn natuurlijk nog andere manieren om het proces van een klas digitaal te publiceren, zoals door middel van een blog (denk aan Blogger maar ook Hyves) of via de schoolwebsite. In de lespakketten van Jouw Stad in de Klas draait het om het onderzoeken van meningen en daarom vinden we het als makers leuk om terugkoppeling te krijgen vanuit de klassen. Dit kan via de social media platforms maar ook door ons te mailen via
[email protected]. Jouw Stad in de Klas is nauw verbonden aan het Schooltv programma Basta en wie weet neemt de redactie wel contact op voor een leuk project.
Privacy Wanneer u met uw klas gebruik maakt van de verschillende tools en social media platforms, houdt dan goed de privacy van uw leerlingen en anderen in de gaten. Het is goed om dit met uw klas te bespreken zodat leerlingen zich bewust worden van de mogelijke gevolgen. Ook dit is mediawijsheid! Maak bijvoorbeeld gezamenlijk een account aan en bespreek wat een goede nickname is (niet je volledige naam) en wat een goed wachtwoord is. Bespreek ook de eventuele leeftijdsgrenzen en laat leerlingen meedenken waarom dit zo is. Presentaties die via gratis tools gemaakt worden zijn vaak niet privé. Laat de leerlingen aan betrokken personen bij eventuele interviews of filmpjes vragen of zij akkoord gaan met het openbaar maken van het gemaakte materiaal via (sociale) media. Daarbij is het van belang uw leerlingen te wijzen op hun verantwoordelijkheid bij het plaatsen van informatie en/of comments op social media. Bespreek dit ook in de klas. Hoe hoor je je te gedragen op het internet?
Partners Jouw Stad in de Klas is een project van AT5/ RTV N-‐H Producties en is mede ontwikkeld door de makers van Basta Schooltv. Het project wordt gefinancierd door de gemeente Amsterdam afdeling DMO en Mediawijzer.net. De lespakketten zijn ontwikkeld in samenwerking met Mijn Kind Online. De website is gerealiseerd door Driebit. Het lespakket Pesten in mede tot stand gekomen met hulp van Reactif en Pestweb.
5
Inleiding ‘Pesten’ Dit lespakket van Jouw Stad in de Klas gaat over het thema ‘Pesten’. Het thema heeft als doel de vorming van burgerschap bij leerlingen te stimuleren. Dat gebeurt door de klas in te zetten als oefenplaats voor het uiten van democratische principes, kinderen te helpen zich verantwoordelijk en proactief te gedragen en het ontwikkelen van waarden en normen. Leren door doen! De drie domeinen van burgerschapsvorming komen aan bod: -‐ Democratie : Leerlingen leren verschillende opvattingen en belangen rondom het onderwerp. Door het benaderen van het onderwerp vanuit verschillende perspectieven, leren zij zich in te leven in de ander en wordt een kritisch onderzoekende houding gestimuleerd. Zij vormen op een respectvolle manier hun eigen mening ten aanzien van het onderwerp en accepteren de mening van een ander. -‐ Participatie : Leerlingen leren verschijnselen te plaatsen in een breder perspectief. Ze nemen een betrokken en verantwoordelijke houding aan ten aanzien van het onderwerp. Kennis en inzicht rondom discriminatie, gelijkheid en ongelijkheid wordt verworven. -‐ Identiteit : Leerlingen leren omgaan met diversiteit, ontwikkelen eigen opvattingen in discussie en debat en leren opvattingen vergelijken. Zij erkennen dat er verschillende opvattingen mogelijk zijn en ontwikkelen verdraagzaamheid, empathie, het gevoel van gelijkwaardigheid van alle burgers. De leerlingen gaan op zoek naar verhalen over, en perspectieven op het onderwerp. Die zoeken zij binnen verschillende generaties en culturen in hun eigen familie en leefomgeving. Ze leren dat het onderwerp ‘Pesten’ verschillende kanten heeft en dat iedereen een rol speelt in dit proces, ook als je zelf niet pest of gepest wordt. De lessenreeks begint ver van de belevingswereld van de leerlingen en eindigt dichtbij hun belevingswereld. Les 1 omvat een algemeen inleidende les over het onderwerp. In les 2 komt het onderwerp iets dichterbij en wordt van de leerlingen gevraagd een visie te vormen. Tijdens les 3 gaan de leerlingen nadenken over de meningen van anderen, en hoe zij die mening te weten kunnen komen. In de afsluitende les zijn de leerlingen van dichtbij betrokken geraakt op het onderwerp. Ze hebben ervaring opgedaan met het onderwerp en de bevindingen worden tijdens presentaties met elkaar gedeeld. In het lespakket worden diverse digitale werkvormen aangeboden. Door deze actief in te zetten en met de leerlingen samen het medium te leren kennen, vergroot u de technische digitale mediavaardigheden van de leerlingen. Ook kunnen zij via deze nieuwe technieken hun creativiteit kwijt. Naast deze werkvormen, kunnen de leerlingen hun opdrachten ook maken met traditionele media. Leerlingen leren goede mediaboodschappen te maken en mediaboodschappen te analyseren. Door te reflecteren op mediaproducties leren ze de waarde zien van burgerrechten zoals privacy, vrijheid van meningsuiting en morele kwesties als online respect en tolerantie. Ook worden ze meer bewust van hun houding en gedrag via media.
6
Inhoudsopgave
Les 1: Pesten
9 -‐ 14
Les 2: Jouw Mening
15 -‐ 20
21
22 -‐ 23
24
25
26
27 -‐ 28
Bijlage 5: Bitstrips
29 -‐ 31
32
Bijlage 7: Filmpje maken
33
Les 3 & 4: It's up to you
Extra opdracht
Bijlage 1: Rollenspel
Bijlage 2: Glogster
Bijlage 3: Pinterest
Bijlage 4: Prezi
Bijlage 6: Collage
7
8
Les 1: Pesten Doel van de les: • Kennis en ervaringen inventariseren rondom het thema. • Democratisch denken stimuleren ten aanzien van het thema. De leerlingen hebben aan het einde van de les: • Een beeld van verschillende manieren van pesten die er bestaan. • Kernwoorden verzameld over het thema. • Stof tot nadenken gekregen voor het vormen van een eigen mening. • Geleerd dat een verhaal meerdere kanten heeft.
Materiaal en voorbereiding: •
Computer met internetverbinding, digitaal schoolbord of beeldscherm zichtbaar voor leerlingen.
•
Filmpje: Pesten in het nieuws (1.25 minuut)
•
Filmpje: Cyberpesten (2.47 minuut)
•
Maak een keuze tussen de werkvormen ABCya (www.ABCya.com/word_clouds.htm)en Post-‐its. Zorg dat u het benodigde materiaal heeft.
ABCya: Post-‐its: Zet de webpagina www.abcya.com/word_clouds.htm klaar Zorg dat elke leerling en u zelf een eigen blokje en probeer het uit: type een paar woorden en klik op de pijl. Post-‐its heeft (minimaal 20 velletjes) en een stift. De Misschien moet u eerst de gratis versie van Java™ steekwoorden die op de Post-‐its komen, worden downloaden, klik dan op de link. aan het einde van de les per onderwerp geclusterd.
U gebruikt tijdens de les ook een tekstverwerker zoals Hang ongeveer 10 grote vellen papier op in de klas. Microsoft Word. Hierin verzamelt u eerst alle kernwoorden Hier plakt u later de Post-‐its op. die tijdens de les genoemd worden, ook herhalingen van woorden. Later verwerkt u die in ABCya tot een woordenwolk.
Lesopbouw: Inleiding (8 minuten) Vraag de leerlingen naar hun algemene kennis over het thema: “Wat weet jij over pesten? Wat betekent pesten? Ken jij mensen die pesten of gepest worden? Hoe wordt er gepest?” Lesdoel bespreken (2 minuten) Benoem het lesdoel: “Tijdens deze les leren we over pesten. Iedereen plaagt wel eens een beetje, en soms wordt je zelf geplaagd. Maar wanneer wordt plagen nou pesten? Misschien ben je wel eens gepest, ken je iemand de werd gepest, of heb je zelf wel eens gepest. In Nederland wordt 1 op de 10 kinderen gepest. Dat
9
betekent in elke klas 2 of 3 kinderen. Pesten kan heel vervelende gevolgen hebben en daarom is het belangrijk samen te bespreken wat we hier met zijn allen aan kunnen doen om het te voorkomen in onze klas. Aan het eind van deze les hebben we met de klas woorden verzameld die te maken hebben met het onderwerp en weten we welke soorten pesten er bestaan.” Leeractiviteiten (45 minuten) Pesten in het nieuws (15 minuten) Bekijk klassikaal het filmpje: ‘Pesten in het nieuws’ (1:25 minuut) en doorloop de volgende vragen over dit filmpje. •
Wat betekent ‘pesten’? En plagen? en wat is het verschil? o
•
Bij plagen kun je elkaar aan. De ene keer wordt je geplaagd en de andere keer plaag jij. Het is niet kwaad bedoeld, maar meer als geintje. Je kunt er zelf om lachen. Bij pesten ben je niet meer gelijk aan elkaar. De pester heeft een grotere mond, is sterker en anderen kijken tegen hem of haar op. Hij of zij moet steeds jou hebben. De pester wil je expres kwetsen of pijn doen. Plagen mag wel, pesten niet. In elke klas in Nederland worden gemiddeld 1 tot 3 kinderen gepest. Komt pesten in deze klas voor? Op welke manieren kun je pesten? o
In elke klas zit wel een kind dat een paar keer per week gepest wordt. Pesten vindt niet alleen plaats in de klas, op het schoolplein of op de sportclub, maar ook op internet en via sms.
o
Pesten kan op allerlei manieren, ze kiezen je bijvoorbeeld niet met gym, je mag niet meedoen, niemand wil naast je zitten, er wordt niet naar je geluisterd, ze maken je belachelijk, je krijgt duwen en porren, ze maken grapjes over je, je wordt uitgescholden, ze noemen je homo of lesbisch, je wordt uitgelachen, ze maken je spullen kapot, ze pakken je spullen af, ze roddelen over je, je wordt opgewacht of achtervolgd, ze discrimineren je, je wordt bedreigd, je wordt geslagen of geschopt, je wordt aangeraakt of betast, je moet meedoen met seksspelletjes.
o
Bij cyberpesten kunnen ze je bedreigen via sms, ze schelden je uit op msn, ze hacken je, ze zetten een naaktfoto met jouw hoofd erop op het internet of ze zetten je op een bangalijst.
•
Wat is een anti-‐pestbeleid? Weten jullie of deze school een anti-‐pestbeleid heeft? Wat houdt dit in denk je? Helpt dit tegen pesten? o
•
Wat wordt er bedoeld met 'pesten bespreekbaar maken'? Waarom is het belangrijk dat pesten bespreekbaar is? Met wie kun je praten over pesten in de klas? o
School moet er voor zorgen dat alle kinderen veilig zijn in de klas en op het schoolplein. Iedereen moet beschermd worden tegen agressie en geweld. Pesten is een vorm van agressie en geweld, daarom moet elke school een anti-‐pestbeleid hebben. Dit bestaat soms uit lessen of boeken voor in de bibliotheek. Ook moet de school opletten of er niet gepest wordt, in de klas, in de pauze's en na de les.
Iets bespreekbaar maken betekent dat je er met elkaar over kunt praten met elkaar. Praten over pesten is opkomen voor jezelf en anderen. Het is de eerste stap die je kunt zetten om het pesten te doen stoppen. Het is dus juist heel goed om aan je vader of moeder, aan je vriend of vriendin, je meester of juf te vertellen wat je dwars zit. Zij willen graag dat je je goed en veilig voelt en
10
zullen je daarom steunen en helpen om een oplossing voor het probleem te vinden. Dan stopt het sneller. o
Ook samen praten over pesten zoals we nu in de klas doen helpt om pesten te stoppen doordat je leert van elkaar wat het betekent en samen bedenkt wat je er aan kunt doen.
ABCya: Terwijl een leerling de beurt heeft, typt u in Microsoft Word: •
•
Post-‐its: Terwijl een leerling de beurt heeft, schrijft u op Post-‐it briefjes:
De kernwoorden van het antwoord van de leerling, • zowel positief als negatief. Indien een antwoord meerdere keren voorkomt, typt u het ook meerdere keren. Het is juist goed als er kernwoorden meer voorkomen! In ABCya worden deze kernwoorden groter afgedrukt. De woordenwolk in • www.ABCya.com/word_clouds.htm wordt later gemaakt. Herhaal na elke beurt: “Ik heb de kernwoorden … • en … getypt. Klopt het dat jij hier aan denkt?” Zo controleert u of u de leerling goed begrepen heeft én geeft u het voorbeeld voor de kinderen hoe zij kernwoorden kunnen herkennen. Benoem dat de leerlingen dit later in de les zelf gaan doen.
De kernwoorden van het antwoord van de leerling, zowel positief als negatief. Indien een antwoord meerdere keren voorkomt, schrijft u het ook meerdere keren op. Het is juist goed als er kernwoorden meer voorkomen! De post-‐its plakt u voorlopig op de muur of op uw bureau, maar nog niet op een van de grote vellen papier. Herhaal na elke beurt: “Ik heb de kernwoorden … en … opgeschreven. Klopt het dat jij hier aan denkt?” Zo controleert u of u de leerling goed begrepen heeft én geeft u het voorbeeld voor de kinderen hoe zij kernwoorden kunnen herkennen. Benoem dat de leerlingen dit later in de les zelf gaan doen.
Cyberpesten (15 minuten) Bekijk klassikaal het filmpje: ‘Cyberpesten’ (2.47 minuut) en doorloop de volgende vragen over dit filmpje. •
Het nieuwsbericht gaat over een meisje dat mishandeld is nadat er een foto van haar op Twitter stond. Dit wordt ook wel digitaal pesten of cyberpesten genoemd. Wat betekent dit? o
• •
•
Bij digitaal pesten of cyberpesten wordt er niet alleen in de klas of op het schoolplein gepest maar ook op sociale media. Het verschil is dat je elkaar dan niet kunt zien en daardoor kun je soms misverstanden krijgen. Iets wat grappig bedoeld is kan heel vervelend overkomen. Vaak zeggen mensen op sociale media ook makkelijker dingen die ze in het 'echt' niet zo snel zouden durven zeggen, vaak ook negatieve dingen. Doordat pesten nu ook online gebeurt gaat het 24 uur per dag door, ook thuis waar je anders misschien veilig was.
De directeur vindt social media gevaarlijk. Ben je het hier mee eens? De directeur zegt dat 'kinderen zich niet realiseren wat ze aanrichten' als ze dingen op Twitter of Hyves zetten. Heb jij wel eens iets geks of doms op Twitter of Hyves gezet? Heb je wel eens gezien dat iemand anders dat deed? Wat gebeurde er toen? In het filmpje wordt gesproken over 'massahysterie', wat betekent dit?
11
o •
Massahysterie betekent dat een groep mensen heel heftig reageert op een gebeurtenis die eigenlijk helemaal niet zo erg is of misschien niet eens echt bestaat.
Wat vind je er van dat het meisje mishandeld is door deze foto? Mag je iemand schoppen of slaan omdat ze iets doen wat jij niet goed vindt? Denk je dat pesten strafbaar is? o
Er is nog geen officiële wet tegen pesten, maar soms ben je toch strafbaar als je pest. Privacy schending, bedreiging of smaad is strafbaar, net als het gebruiken van geweld. Daders van (cyber)pesten kunnen een taakstraf krijgen en/of een geldboete. Een pester kan ook verplicht worden door de officier van justitie om foto's of andere informatie van internet af te halen.
ABCya: Tijdens het doornemen van de vragen voegt u de kernwoorden toe in het Word document.
Post-‐its: Laat de leerlingen kernwoorden opschrijven tijdens het bekijken van het filmpje. Benoem voor het bekijken van het filmpje duidelijk dat op elke Post-‐it slechts één kern-‐ Laat eventueel één of twee leerlingen op de computer of steekwoord mag komen. of op het digibord de kernwoorden typen. Zo raken zij langzaamaan bekend met deze Tool. Sla het document Laat ook tijdens het doornemen van de vragen de tussendoor op. leerlingen kernwoorden aanvullen op hun Post-‐its. De leerlingen plakken de Post-‐its voorlopig op hun tafel.
12
Clusteren van kernwoorden (15 minuten) Hierna heeft u genoeg kernwoorden verzameld en gaat u met de woorden een cluster maken. ABCya: U gaat klassikaal met de woorden uit het Word document een ABCya Woordenwolk maken. Dat gaat als volgt: •
Kopieer met de rechtermuisknop de kernwoorden uit het tekstdocument.
•
Ga naar de website www.ABCya.com/word_clouds.htm. Klik met de rechtermuisknop op het tekstvlak en kies voor ‘plakken’. De kernwoorden staan nu in het tekstvlak. Klik vervolgens op de pijl.
•
Van de kernwoorden wordt nu een woordenwolk gemaakt. De woorden die veel zijn genoemd worden in de woordenwolk groter afgedrukt. U kunt de opmaak van de afbeelding wijzigen. Klik op de knop ‘Randomize’ voor een willekeurige nieuwe opmaak, of met de opties Font, Layout en Color.
•
Met de rechtermuisknop kunt u woorden verwijderen en onderaan kunt u het aantal woorden wijzigen.
•
Klik op ‘Print’ om de ABCya woordenwolk af te drukken. Hang de afdruk op in klas, deze kunt u gebruiken voor de volgende lessen van het thema ‘Homoseksualiteit’. Bewaar ook het originele tekstdocument voor de volgende les.
•
Post-‐its: U gaat klassikaal de Post-‐its clusteren. Dat gaat als volgt: • Vraag aan de klas: “Wie wil één Post-‐it voorlezen en het kernwoord kort toelichten?” Laat deze leerling de Post-‐it op een groot vel papier plakken. • Vervolgens vraag u: “Wie heeft er een Post-‐it die hier op lijkt?” De leerling die de eerste Post-‐it heeft opgeplakt (clustereigenaar) bepaalt of het daadwerkelijk aansluit op zijn kernwoord. De Post-‐its die er bij passen, worden toegevoegd aan het grote vel. Als er meerdere dezelfde kernwoorden zijn, laat ze dan op elkaar plakken. Als het kernwoord of de uitleg niet aansluit, of als het cluster klaar is, gaat u verder. Vraag de clustereigenaar om een naam te bedenken voor het cluster van kernwoorden. • Ga verder met een nieuw cluster door vraag 1 opnieuw te stellen. • Als alle clusters klaar zijn en er nog Post-‐its over zijn die niet opgeplakt zijn, kunt u gezamenlijk bekijken of het kernwoord toch nog ergens bij past. Zo niet, dan kunt u een cluster ‘overige’ toevoegen en de Post-‐its daar opplakken. • Bewaar de vellen met Post-‐its. U kunt ze tijdens de volgende lessen weer gebruiken. • Plak de Post-‐its goed vast met plakband of lijm, zodat ze er niet afvallen. Maak een foto van de clusters voor de zekerheid.
Als u de ABCya als een digitale afbeelding wilt bewaren, drukt u op ‘Save’ en kiest u de juiste map en bestandsnaam.
Evaluatie en vooruitblik (5 minuten) Blik gezamenlijk kort terug op de ABCya of op het schrijven en clusteren van de Post-‐its. Zijn jullie tevreden? Mist iemand nog iets?
13
Bespreek klassikaal kort of de doelen zijn behaald. U kunt hiervoor het lesdoel herhalen: “Aan het eind van deze les hebben jullie met de klas woorden verzameld die te maken hebben met het onderwerp en weten jullie welke verschillende meningen er zijn over het thema.” Zet de ABCya Woordenwolk of enkele foto’s van de Post-‐it clusters op jullie sociale medium: tweet het, zet het op jullie blog of plaats een update op Hyves. Doe dat klassikaal en geef hiervoor een aantal leerlingen de opdracht. Zo leren jullie gezamenlijk hoe dit moet. Houd in de gaten dat de privacy gewaarborgd wordt. Vooruitblik volgende les: ‘In de volgende les gaan we aan de slag met het vormen van een mening of perspectief over dit thema. Denk alvast na wat jij vindt van het onderwerp. Je kunt het er ook thuis of met vrienden over hebben.’
14
Les 2: Jouw mening Doel van de les: • •
Erkennen en vergelijken van verschillende opvattingen en het ontwikkelen van een eigen opvatting in discussie en debat. Bewustwording bijbrengen dat het thema vanuit verschillende perspectieven gezien kan worden, afhankelijk van ervaringen, context, cultuur.
De leerlingen hebben aan het einde van de les: • geleerd verschillende standpunten te (h)erkennen ten aanzien van het thema. • ervaren dat hun mening persoonlijk is en kan afwijken van andere meningen. • gediscussieerd over het thema en stelling genomen ten aanzien van dit onderwerp. • geleerd hun mening respectvol te formuleren waarmee ze anderen hun vrijheid van meningsuiting niet ontnemen.
Materiaal en voorbereiding: •
Computer met internetverbinding, digitaal schoolbord of beeldscherm zichtbaar voor leerlingen
•
ABCya Woordenwolk of Post-‐it clusters van Les 1
•
Filmpje: Sonny werd gepest (4.08 minuut) kinderen over het onderwerp
•
Filmpje: Pesten, wat moet je doen (0.35 minuut) verschillende meningen
•
Als u kiest voor de activiteit Rollenspel, open of print dan de Bijlage Rollenspel
Lesopbouw: Inleiding (5 minuten) Bekijk de ABCya of Post-‐it clusters van Les 1. Vraag de leerlingen kort te herhalen wat ze in Les 1 hebben geleerd. Kunnen ze nog enkele kernwoorden benoemen? Tijdens deze les kunt u de kernwoorden weer aanvullen. Lesdoel bespreken (2 minuten) Benoem het lesdoel: “Tijdens deze les leer je op verschillende manieren te kijken naar het thema. Je neemt een standpunt in, denkt na over je mening en bekijkt deze ook kritisch. Je leert je mening op een respectvolle manier te benoemen. Ook leer je respect te hebben voor de mening van anderen. Aan het einde van deze les ken je ook een aantal gevolgen van pesten en begrijp je wat dit voor mensen betekent." Leeractiviteiten (45 minuten) Perspectieven op homoseksualiteit (15 minuten) Bekijk klassikaal het filmpje: Sonny werd gepest (4.08 minuut) en doorloop de volgende vragen over dit filmpje. •
Waarom werd Sonny gepest? Hoe gebeurde dit? Hoe voelde Sonny zich hierover?
15
•
Hoe vind je dat Sonny het heeft aangepakt toen hij het zat was om gepest te worden? Hoe zou jij reageren als je gepest werd? Of als een vriend of vriendin van jou gepest werd?
•
Pesten heeft grote gevolgen voor kinderen die gepest worden, denk je dat het ook gevolgen heeft voor de pester, of de rest van de klas? Wat dan? o
Pesten heeft gevolgen voor de pester, de gepeste en ook voor de rest van de klas. Als je gepest bent kun je last hebben van het gevoel dat je alles fout doet, je soms heel alleen bent, anderen je misschien een beetje raar vinden, dat het niet goed gaat op school, je bang bent om naar school te gaan of liever helemaal niet naar school gaat, je bent bang om nieuwe vrienden te maken, je kunt niet goed meer slapen omdat je ligt te denken aan het pesten, je voelt je heel verdrietig en je gaat geloven wat de pesters over je zeggen.
o
Als je pest zijn andere kinderen misschien een beetje bang voor jou omdat jij pest. Je hebt niet veel echte vrienden of vriendinnen.
o
Als er in de klas gepest wordt komt er een ongezellige sfeer in de klas. Sommige kinderen uit de klas doen niet meer goed mee omdat ze het niet leuk meer vinden in de klas. Klasgenootjes voelen zich rot omdat ze vinden dat ze iets tegen het pesten zouden moeten doen, maar durven dit niet omdat ze bang zijn zelf gepest te worden.
•
Niet iedereen durft zoals Sonny de goede stappen te zetten om het pesten te stoppen. Hoe zou jij het vinden als je gepest wordt en niemand helpt je of wil naar je luisteren?
•
Wat vind jij van de scheldwoorden 'krullebol' of 'nerd'? Gebruik je zelf ook wel eens dit soort woorden tegen iemand, en wanneer? Denk je er bij na dat sommige mensen het kwetsend vinden als je zo'n scheldwoord zegt? Heb je wel eens meegemaakt dat iemand zo werd uitgescholden?
•
Wat vind je van de reactie van Sonny: “Je moet je eigen gedrag ook veranderen, want altijd als je er van wegloopt is het eigenlijk alleen maar uitstel van executie. Als je voor jezelf opkomt kun je er nog wat aan doen." Wat zou jouw reactie zijn als je wordt gepest? Geldt dit ook als iemand anders wordt gepest denk je?
Veel meer mensen worden gepest dan je denkt, en misschien jij zelf ook wel eens. Hoe je je hierover kunt voelen zien we in het volgende filmpje. Bekijk nu klassikaal het volgende filmpje: Pesten, wat moet je doen (0.35 minuut) en doorloop de volgende vragen over dit filmpje. •
•
'Pesten doet pijn', zegt een van de jongens in het filmpje, waarom doet het pijn? Doen woorden net zo veel pijn als schoppen of slaan? Heb jij wel eens gepest ondanks dat je weet hoe het voelt?
Aan de hand van de filmpjes hebben de leerlingen nagedacht over wat hun mening is ten aanzien van het onderwerp. Nu gaan de leerlingen nog dieper nadenken over hun mening en de gevolgen daarvan. Zo wordt deze meer genuanceerd en krijgen de leerlingen een completer beeld van het onderwerp en de bijbehorende problematieken. De twee werkvormen waar u uit kunt kiezen zijn ‘Meningen op een rij’ en ‘Rollenspel’. Let bij uw keuze op de toon van het gesprek dat tijdens de afgelopen lessen en activiteiten in de klas wordt gevoerd. Zijn de meningen in uw klas al erg uitgesproken en is het belangrijk dat uw leerlingen leren vanuit een ander perspectief te kijken? Kies dan voor het ‘Rollenspel’. Uiten de leerlingen hun gedachten juist nog weinig en wilt u juist dat zij hun mening meer zichtbaar maken aan de klas en deze leren te verwoorden? Kies dan voor ‘Meningen op een
16
rij’. Houdt u tijdens deze activiteiten het doel van de les goed in de gaten; als een leerling zijn of haar mening op een kwetsende manier omschrijft, stimuleer de leerling dan deze mening op een respectvolle manier te formuleren. ‘Rollenspel’ (30 minuten) De activiteit ‘Rollenspel’ heeft als doel dat leerlingen meer inlevingsvermogen en wederzijds begrip ontwikkelen. Ze worden geprikkeld hun eigen perspectief los te laten en zich te verplaatsen in de rol en belangen van een ander. U gaat als volgt te werk: • Benoem het doel van de activiteit zoals deze hierboven staat beschreven. Leg uit dat de leerlingen verschillende rollen krijgen en dat zij tijdens een discussie over het thema argumenten moeten geven die past bij hun rol. •
Zorg dat de rollen en de stellingen op het bord staan (als digitaal bestand of overgeschreven). Gebruik hiervoor de onderstaande tabel. U kunt ook zelf stellingen bedenken die wellicht beter bij de toon van het gesprek in de groep passen. Geef iedere leerling een rol en probeer daarbij af te wijken van de rol die in het ‘echt’ bij hem / haar past. Laat de leerlingen die dezelfde rol hebben bij elkaar zitten.
•
Herhaal nogmaals het doel: “Leef je zoveel mogelijk in in de rol die je speelt: wat is de mening van deze persoon, wat is voor deze persoon belangrijk?”. Begin nog niet direct met de discussie maar geef de leerlingen eerst tijd om te overleggen over de argumenten die bij hun rol passen.
•
Open de discussie door een stelling te benoemen, geef beurten en laat de verschillende groepjes op elkaar reageren. Vervul zelf de rol als procesbegeleider: vat tussendoor de argumenten samen, noteer de punten in de tabel en vraag door. Bouw eventueel een Time-‐out moment in, zodat de groepen weer even kunnen overleggen over de volgende stelling. U kunt ondertussen de argumenten opschrijven.
•
Als u vier stellingen heeft behandeld, bouwt u de discussie af. Zorg dat u tijd overhoudt om de leerlingen uit hun rol te laten stappen en terug te laten kijken op de discussie. Vat de input samen en bespreek welke inzichten de discussie heeft gebracht en wat de leerlingen ervan vonden.
17
Tabel bij het Rollenspel Rollen: 1.
2.
Stelling: Slachtoffer van pesten
Pester
1.
Slachtoffer van pesten
Pester
1.
Slachtoffer van pesten
Pester
1.
Slachtoffer van pesten
3.
Je kunt best iemand voor de grap uitschelden op Twitter of Hyves
Je kunt pesten stoppen door het bespreekbaar te maken
Vrienden/familie van slachtoffer
3.
2.
Vrienden/familie van slachtoffer
3.
2.
Af en toe een keer pesten kan geen kwaad
Vrienden/familie van slachtoffer
3.
2.
Argumenten:
Vrienden/familie van slachtoffer
Je mag geweld gebruiken als je iets wat iemand doet heel erg stom vindt
Pester
‘Meningen op een rij’ (ongeveer 30 minuten, per stelling 10 minuten) De activiteit ‘Meningen op een rij’ maakt meningen visueel. Deze activiteit is vooral geschikt om de mening van de leerlingen in de klas aan te scherpen. De werkvorm is minder geschikt om het beeld dat de leerlingen over het thema hebben, te veranderen. De leerlingen gaan tijdens de activiteit op een denkbeeldige lijn staan tussen Oneens en Eens waardoor het duidelijk wordt hoe de meningen zijn verdeeld. Ook stille leerlingen krijgen een stem, ook zonder dat zij hun standpunt hebben toegelicht. Deze werkvorm vereist duidelijke leiding. Drie voordelen van deze werkvorm zijn: • •
Niet iedereen hoeft het woord te krijgen, je plek op de lijn zegt veel; De leerlingen kunnen zich minder laten leiden door de mening van een ander. Het zoeken van een plek op de lijn vindt namelijk plaats zonder overleg. Ze moeten vervolgens zelf verwoorden waarom ze op die plek gaan staan;
18
•
Het is waarschijnlijker dat nieuwe standpunten eerder naar voren komen, in plaats van de herhaling van (ongeveer) dezelfde standpunten. Doordat op een lijn staan meer energie kost, zal iemand die ongeveer hetzelfde wil vertellen eerder geneigd zijn om te gaan zitten, in plaats van hetzelfde standpunt nogmaals te vertellen. De discussie wordt daardoor krachtiger.
U gaat als volgt te werk: • Vraag voordat u de opdracht uitlegt ongeveer 10 leerlingen op te staan en vraag ze naar voren te komen. Geef vervolgens aan dat er een denkbeeldige lijn loopt van de ene kant naar de andere kant van het lokaal, van Eens naar Oneens. Benoem het doel van de activiteit zoals deze hierboven staat beschreven. •
Benoem nu één stelling. U kunt daarvoor de volgende stellingen nemen, of er zelf enkele bedenken die passen bij de toon van het gesprek over het thema in uw klas. Noteer de stelling op het bord. o
Af en toe een keer pesten kan geen kwaad
o
Je kunt best iemand voor de grap uitschelden op Twitter of Hyves
o
Je kunt pesten stoppen door het bespreekbaar te maken
o
Je mag geweld gebruiken als je iets wat iemand doet heel erg stom vindt
•
Vraag de leerlingen positie in te nemen op de lijn: ‘Ben je het er helemaal mee eens, een beetje, zit jouw mening in het midden, ben je het er een beetje mee oneens of helemaal mee oneens?”
•
Geef een leerling die op de lijn staat de beurt en vraag om zijn standpunt toe te lichten. Schrijf de argumenten op het bord onder de stelling. Geef een volgende leerling op de lijn de beurt. Stel tussendoor veel (reflectie)vragen en blijf de argumenten samenvatten.
•
Vraag tot slot wie nog een standpunt heeft dat nog niet genoemd is. Dat kan ook een leerling zijn die nog niet op de lijn staat. Nodig de leerling dan uit positie in te nemen op de lijn en zijn standpunt te verwoorden. Leerlingen kunnen tussendoor verschuiven op de lijn. Vraag eventueel waarom ze dat doen.
•
Hierna kunt u eventueel de stelling herformuleren op basis van de argumenten. Herhaal deze stappen met een nieuwe stelling. Laat leerlingen op de lijn staan die nog niet aan de beurt zijn geweest.
Evaluatie en vooruitblik (8 minuten) Blik gezamenlijk terug op de activiteit(en). Wat hebben de leerlingen geleerd? Is iemands mening veranderd, meer gespecificeerd of juist versterkt? Wat vond je van de perspectieven of meningen van een ander? Bespreek klassikaal of de doelen zijn behaald. U kunt hiervoor het lesdoel herhalen: “Tijdens deze les leer je op verschillende manieren te kijken naar het thema. Je neemt een standpunt in, denkt na over je mening en bekijkt deze ook kritisch. Je leert je mening op een respectvolle manier te benoemen. Ook leer je respect te hebben voor de mening van anderen. Aan het einde van deze les ken je ook een aantal gevolgen van pesten en begrijp je wat dit voor mensen betekent." Zet enkele reacties of filmpjes of foto’s van de lesactiviteit op jullie sociale medium: tweet het, zet het op jullie blog of plaats een update op Hyves. Doe dat klassikaal en geef hiervoor een aantal leerlingen de opdracht. Zo leren jullie gezamenlijk hoe dit moet. Houd in de gaten dat de privacy gewaarborgd wordt.
19
Vooruitblik volgende les: ‘In de volgende les gaan we aan de slag met het voorbereiden van een interview. Dat interview gaat over iemand anders’ ervaring of mening over het thema. Denk alvast na of je iemand weet die je wilt interviewen, bijvoorbeeld iemand heel erg bekend is met het thema of juist iemand er niets vanaf weet. Misschien kun je iemand vinden die een andere mening heeft dan jij zelf, iemand waar je van kunt leren waarom hij of zij zo denkt. Dat betekent niet dat je het aan het einde met iemand eens hoeft te zijn.’
20
Les 3 & 4: It's up to you Inleiding: De interactieve film 'It's up to you' en bijbehorende les maakt leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs bewust van hun eigen houding en invloed op digitaal pesten. Aan de hand van een korte film (7 min) kruipen de leerlingen in de huid van een leeftijdsgenoot die als buitenstaander een aantal pestsituaties heeft meegemaakt. De leerlingen komen tijdens het kijken naar de film voor keuzemomenten te staan waar ze beslissingen over nemen: worden ze medeplichtig aan het pesten, kiezen ze ervoor actief acties te ondernemen tegen het pestgedrag of negeren ze wat ze zien? Aan de hand van de gemaakte keuzes wordt het verhaal vervolgd, waardoor iedere leerling zijn persoonlijke verhaal creëert. Waar het verhaal eindigt, hangt af van de gemaakte keuzes: It's up to you! De film is digitaal te bekijken via www.itsuptoyou.nu. Hier is ook de uitgebreide lesbrief voor deze les te vinden.
NB De film 'It's up to you' wordt op vrijdag 19 april, de nationale dat tegen cyberpesten, gelanceerd. Tot die tijd kunt u deze opdracht nog niet uitvoeren.
Doel van de les: • Bewustwording creëren van de eigen houding en invloed op pesten • Bewustwording bereiken ten aanzien van de verschillende keuzes die iedereen voor zich kan maken • Bewustwording bereiken over de gevolgen van al dan niet ondernomen acties De leerlingen hebben aan het einde van de les: • Geleerd wat voor gevolgen (online) gedrag en handelen kan hebben • Geleerd dat (online) pesten strafbaar kan zijn • Afspraken gemaakt over het gebruik van sociale media
Materiaal en voorbereiding: •
•
Voor iedere leerling een computer met internetverbinding, de film 'It's up to you' is te vinden op www.itsuptoyou.nu.Het gebruik van koptelefoons is aan te raden. Grote vellen papier, dikke stiften
De uitgebreide lesbrief is te downloaden op www.itsuptoyou.nu.
21
Extra opdracht Doel van de les: •
Verbinding van de verschillende meningen op een creatieve manier
Materiaal en voorbereiding: •
Divers, ligt aan de werkvorm
Lesopbouw: Inleiding (5 minuten) Laat leerlingen kort vertellen: wat ze hebben geleerd tijdens de lessenreeks, wat indruk op hen heeft gemaakt, wat hun beeld en mening is en wat zij vinden van de meningen en vooroordelen die er zijn over het thema. Kunnen zij tot een soort gezamenlijke visie, moraal of les komen? Een alomvattende zin? Of komen de kernwoorden uit les 1 en 2 weer terug? Tijdens deze les gaat u met de klas op zoek naar teksten, woorden, melodieën, bewegingen die volgens jullie passen bij het onderwerp. U kunt bijvoorbeeld een verhaal laten uitbeelden dat uit een van de interviews naar voren is gekomen. Of laat de leerlingen het proces uitbeelden wat zij hebben doorgemaakt Lesdoel bespreken (2 minuten) Benoem het lesdoel: “Tijdens deze les gaan we alles wat we geleerd hebben over het thema omzetten in iets creatiefs. We mogen allemaal een andere mening hebben, maar we kunnen wel van elkaar accepteren dat we anders denken en anders kijken naar het onderwerp. Dit gaan we allemaal samenbrengen tot één geheel over wat het thema voor ons is en wat het voor ons betekent.” Leeractiviteiten (45 minuten) Er zijn verschillende manieren om op een creatieve manier meningen, (leer)ervaringen en beelden samen te brengen. Het ligt geheel aan de mogelijkheden, interesse en talenten van u en uw klas welke activiteit u kiest. Let er tijdens het creatieve proces goed op dat het eindproduct een eenheid wordt en de verschillende gedachten met elkaar worden verbonden. Verschillende kanten komen aan bod en geven een moraal of les mee. •
Tekenen: groot schilderij, rol behangpapier, www.Odosketch.com
•
Teken een smiley (voorbeeld smileys) die je gevoel ten aanzien van het onderwerp uitdrukt. Als je niet de geschikte smiley vindt, mag je er zelf één bedenken. (bekijk bijv. samen smileys op Hyves, ter inleiding)
•
Collage: Voorbereiding: tijdschriften verzamelen. Maak een creatieve klassikale creatie waarbij iedereen een eigen rol heeft. Enkele leerlingen krijgen de opdracht om verbinding in de collage te maken door middel van tekenen, knippen/plakken, etc… Kijk in de bijlage voor een handleiding.
•
Muzikaal: Rap, lied, instrumentaal muziekstuk
•
Poster maken over groepsproces, dingen die de groep geleerd heeft, www.glogster.com, kijk in de bijlage voor een handleiding.
•
Taal: Ieder kind maakt een gedicht of Elfje bij deze presentatie. (De opbouw van een Elfje: regel 1, 1 woord; regel 2, 2 woorden; regel 3, 3 woorden; regel 4, 4 woorden; regel 5, 1 woord. Samen 11 woorden.)
22
•
Drama/dans: kort toneelstuk bedenken, scenes en rollen uitspelen
•
Kijk voor meer creatieve ideeën in de bijlagen of op www.Jouwstad.nl/sociale-‐media-‐abc
Evaluatie (8 minuten) Bespreek het proces en het product. Blik terug op het lesdoel en bespreek met de leerlingen wat ze hebben geleerd. Plaats het eindresultaat op jullie sociale medium en mail het naar de redactie van Jouw Stad in de Klas
[email protected].
23
Bijlage 1 : Rollenspel
Tabel bij het Rollenspel Rollen:
Stelling:
1.
Slachtoffer van pesten
Af en toe een keer pesten kan geen kwaad
2.
Vrienden/familie van slachtoffer
3.
Pester
1.
Slachtoffer van pesten
2.
Vrienden/familie van slachtoffer
3.
Pester
1.
Slachtoffer van pesten
2.
Vrienden/familie van slachtoffer
3.
Pester
1.
Slachtoffer van pesten
2.
Vrienden/familie van slachtoffer
3.
Pester
Jouw Stad in de Klas, Thema 3 les 2 Argumenten:
Je kunt best iemand voor de grap uitschelden op Twitter of Hyves
Je kunt pesten stoppen door het bespreekbaar te maken
Je mag geweld gebruiken als je iets wat iemand doet heel erg stom vindt
24
Bijlage 2 : Glogste •
Jullie gaan nu een Poster maken met de website www.glogster.com. Je hebt toestemming van je ouders nodig als je jonger bent dan 13 jaar.
•
Ga naar de website en Log in: bedenk een gebruikersnaam (niet je echte naam, maar een nickname) en wachtwoord.
Klik op Create a Glog en kies Wide Glog.
•
Ga eerst naar Wall om een achtergrond voor je poster te kiezen.
•
Met Text kun je teksten toevoegen
•
Met Image plaatjes of foto’s uploaden.
•
Met Audio kun je muziek maar ook geluidsfragmenten toevoegen.
• •
Met Video kun je filmpjes van jezelf of van Youtube er op zetten. Hiervoor moet het adres kopiëren en -‐-‐-‐-‐-‐plakken.
Met Preview (rechts in de hoek) kun je kijken of de filmpjes het doen.
•
Geef de poster een duidelijke naam.
• •
Ben je klaar? Save or Publish de poster rechts in de hoek.
25
Bijlage 3 : Printerest •
Jullie gaan nu een Pinterest maken met de website: pinterest.com.
•
Ga naar deze website en Log in. Je moet 13 jaar of ouder zijn om gebruik te maken van Pinterest.
•
Pinterest is een website met allemaal foto’s die je bij elkaar kunt zetten.
Kijk maar eens bij categorie naar een onderwerp dat je leuk lijkt. •
Kies nu voor Toevoegen. En maak een bord.
•
Geef dit de naam van je presentatie. Kies dan voor Bord maken.
•
Je kunt nu gaan zoeken naar afbeeldingen die bij het thema passen door links op zoeken te klikken. Je kunt Engelse en Nederlandse woorden invullen. Zo kun je heel eenvoudig afbeeldingen toevoegen. Zoek minimaal 10 afbeeldingen.
•
Maak zo nog 2 moodboarden over de andere twee thema’s
•
Je kunt ook plaatjes zelf uploaden of toevoegen door de w website naam te knippen en te plakken.
•
Vergeet niet uit te loggen als je klaar bent.
26
Bijlage 4 : Prezi •
Jullie gaan nu een Prezi maken met de website prezi.com
•
Ga naar deze website en Log in met het account dat je hebt gekregen.
•
Je gaat nu zelf aan de slag en kies voor New Prezi
•
Geef de prezi een naam
•
Kies dan voor New Prezi
•
Je komt hierna in het scherm om een template te kiezen, klik dit weg met het kruisje
•
Kies hierna links voor Theme en kies een achtergrond (of met theme wizzard kun je je kleuren zelf bepalen)
•
Hierna kun je met insert en image plaatjes uploaden of zoeken op google en toevoegen. Zet minimaal 10 afbeeldingen of foto’s in je prezi.
•
Als je op het plaatje klikt, kun je met het handje een plaatje verplaatsen. Met het buitenste wieltje een plaatje draaien en met het andere wieltje een plaatje groter of kleiner maken
•
Je kunt met insert, Youtube filmpjes van youtube toevoegen
•
Je kunt met 2x klikken in het scherm tekst toevoegen
27
•
Maak eventueel een path aan, om je prezi te presenteren. Je kunt je prezi bekijken door op het pijltje rechts te klikken.
•
Ben je klaar? Klik op Save (dit gebeurt ook automatisch) En klik op Exit en Log uit.
28
Bijlage 5 : Bitstrips •
Je gaat een stripverhaal maken met www.bitsrips.com Je moet toestemming aan je ouders vragen als je jonger bent dan 13.
•
Schrijf eerst 3 dingen op die zeker in het stripverhaal moeten komen.
1. ……………………………………………………………………………. 2. ……………………………………………………………………………. 3. …………………………………………………………………………….
•
Teken je stripverhaal in het klein.
29
•
Je maakt de strip met Bitstrips.com/create/comic
•
Klik bij Create op Comic en maak 6 ‘ (vakjes)
•
Ga naar Art Library
•
Kies nu eerst de achtergrond bij Scene
•
Sleep je achtergrond op je strip
•
Kies nu voor Characters
•
Zo sleep je je poppetjes in je strip
•
Als je dubbelklikt op een persoon kun je gezichten veranderen. Maar je kunt ze ook laten lopen, rennen, zitten etc.
•
Je kunt poppetjes en alle andere dingen groter en kleiner maken. Dit kan met de knoppen onder de hokjes.
•
En hierna laat je ze wat zeggen! Ga hiervoor naar het tabblad Text Bubbles en kies de juiste ballon. Typ de tekst in.
•
Je kunt verschillende dingen in je strip zetten. Ga hiervoor naar het tabblad Furniture.
•
En als laatste kun je verschillende effecten toevoegen met het tabblad effects. Zo kun je het laten regenen of vuur in je strip zetten.
30
•
Een onderdeel verwijderen uit je strip gaat met het prullenbakje onderin je hokjes.
•
Ben je helemaal klaar? Geef je strip een naam en klik hierna op save, geef een gebruikersnaam (niet je echte naam, maar een nickname) en wachtwoord op en vul het emailadres van je ouders in. Vertel je ouders dat ze een mailtje krijgen. Klik hierna nog een keer op save.
•
Klik op Print this Bitstrip om jouw strip te printen.
31
Bijlage 6 : Collage •
Jullie gaan nu een collage maken over het thema door het thema op een creatieve manier uit te beelden.
•
Zoek in tijdschriften naar plaatjes die overeenkomen met het thema of met het gevoel dat het thema bij je oproept.
•
Scheur of knip deze uit
•
Leg ze op jullie vellen papier. Net zo lang tot jullie zo’n 10 afbeeldingen over het thema gevonden hebben.
•
Maak hier dan een mooie collage van en lijm jullie collage vast.
•
Schrijf (of type) eventueel teksten bij de afbeeldingen.
•
Verbind de plaatjes en teksten eventueel met tekeningen, schilderingen,…
•
Maak een foto van de collage.
32
Bijlage 7 : Filmpje maken Maak een filmpje van maximaal 5 minuten. Je kunt dit bijvoorbeeld doen met: •
www.animoto.nl
: zie voor instructie: http://www.youtube.com/watch?v=dvjRzaUYoLw
•
windows moviemaker
: zie voor instructie: http://www.youtube.com/watch?v=r44VOpLig7E
Stappenplan bij het maken van een filmpje: 1.
Bedenk wat je wilt vertellen (de boodschap)
2.
Bedenk hoe je dat wilt doen (ideeën en verhaallijn)
3.
Denk na hoe je dat wilt laten zien (scenes)
4.
Waar ga je filmen?
5.
Wie spelen er in de film en weten ze wat ze moeten doen?
6.
Wat heb je nog meer nodig om de film te maken?
7.
Wil je muziek gebruiken? Welke muziek past bij dit filmpje?
8.
Heb je ergens hulp bij nodig? Wie zou je kunnen vragen?
33