nieuwetijd magazine voor openbare diensten
Jong ACV-Openbare Diensten ging aan de slag als vrijwilliger
maandblad van AC V-O p enbare D iensten – maar t 2016 v.u.: L . H a m e lin ck, H e lihave nl aa n 21, 10 0 0 B r u s s e l
2
In dit nummer
06
03 04 05
FOCUS
FEDERALE OVERHEId
edito
federale overheid
Het geld van de mensen
Topambtenaren zouden einde willen maken aan discriminatie
ZORG
13
Overleg werkt! Nieuw evaluatiesysteem voor
tussen statutairen en contractuelen
gemeente- en OCMW-personeel
Jong ACV-Openbare Diensten
ACV-openbare diensten nuanceert
Beernem
Een nummertje sociaal overleg?
zorg
aan de slag als vrijwilliger Samenwerkingsakoord tussen drie Vlaamse watermaatschappijen
ACV-Openbare Diensten voert actie voor: ‘Leefbaar pensioen en betaalbare zorg, wereldwijd’
08
09
14
focus
Meer leveringszekerheid voor water
06
10
Loopbaanonderbreking onderbroken?
10 11 12 12
vlaamse overheid
14
Zonder sterke openbare zorg geen betaalbare zorg
Vlaanderen is een slechte klusser lokale & regionale besturen Brussels Sociaal Handvest naar een wettelijke basis?
17 19
bijzondere korpsen Mogen agenten van politie een vuurwapen dragen? Terugroepbaar? Wie? Wanneer?
Vrijwillige fusies van gemeenten, Onvrijwillige overdracht van personeel
COLOFON
Redactie Luc Hamelinck | Dorien De Wit | Chris Herreman | Joris Lermytte | Laura Bernaerts | Ilse Heylen | Marc Saenen | Frédéric De Gelissen | Jan Mortier Eindredactie Dorien De Wit | Luc Hamelinck Vormgeving Gevaert Graphics Druk Corelio Printing | www.corelio.be
3
edito
Het geld van de mensen
19
Deze federale regering heeft haar start niet gemist. De kracht van de verandering bracht ons al een hele reeks plagen. Denk aan de indexsprong, de harde ingrepen in de pensioenen, de hogere kosten voor nutsvoorzieningen, de zware besparingen op personeel en werking van openbare diensten. En terzelfdertijd gingen stap voor stap de baten, zoals de fameuze tax shift die iedereen 100 euro netto zou opleveren, naar beneden. In de zomer van vorig jaar stelde de regering haar begroting voor 2016 op. Ze voorzag onder meer 700 miljoen euro besparingen in de sociale zekerheid. Een herstructurering van de federale administratie zou dit jaar dan weer 100 miljoen euro opbrengen en 450 miljoen euro voor het einde van de legislatuur. Iedereen wist dat dit onrealistisch hoge bedragen waren. Kortom, de begroting hing aan elkaar met nat vingerwerk en de regering rekende zich rijk. We hebben daarop gereageerd, het aangeklaagd. Maar de politieke berekening was eenvoudig: de economie zou wel aantrekken en verbeteren. Die blijft echter achterwege. Er zijn ook cadeaus uitgedeeld aan grote bedrijven. De nucleaire taks verminderde met meerdere honderden miljoenen euro’s. Ook vindt Europa dat er 700 miljoen euro onrechtvaardigde staatssteun is gegeven aan enkele bedrijven. Terugvorderen die handel, stelt Europa. Toch verklaart onze minister van Financiën dat hij dat niet zal doen. Deze maand moet de regering haar begrotingscontrole rond hebben. En dat voorspelt niets goeds. Het gat in de begroting is onverwacht groot. Naargelang de manier van berekenen gaat het om meer dan twee miljard tot ruim drie miljard euro. Huizenhoge bedragen. We vrezen zware gevolgen en een nieuwe reeks negatieve maatregelen.
DEFENSIE
21 22
vervoer Sociale verkiezingen in de autobus- en autocarsector pensioenen Solidariteit gaat niet met pensioen
De lasten zijn helemaal niet eerlijk verdeeld. Gewone mensen en openbare diensten betalen de factuur. We vrezen dat dit alleen maar erger wordt. De grootste regeringspartij (N-VA) wuift eventuele kritiek van meet af aan weg. Als er een gat is in de begroting dan komt dat “omdat de mensen al een pak voordelen hebben gekregen”, is nu de uitleg. Heb jij die voordelen al gezien? Wél zichtbaar zijn de negatieve maatregelen die we hebben betaald. Wél zichtbaar is dat de minister van Financiën zich voor ruim een miljard euro heeft misrekend aan verwachte belastingopbrengsten. Nee, van de kracht van de verandering hebben we nog niet veel positiefs gezien. En het ziet er niet naar uit dat dit snel zal veranderen. Want nu speculeert de regering opnieuw op een verbetering van de economie tegen het einde van de legislatuur. Al ziet dat er helemaal niet naar uit. Er liggen nog harde noten te kraken.
Volg ons op twitter.com/acvopenbaar Like ons op facebook.com/acv-openbarediensten
www. acv-openbarediensten.be
Luc Hamelinck Voorzitter
De lasten zijn helemaal niet eerlijk verdeeld. Gewone mensen en openbare diensten betalen de factuur
4
focus
Jong ACV-Openbare Diensten aan de slag als vrijwilliger Miet De Bruycker De buitengewone kinderopvang Villa Clementina was in februari het decor voor de jaarlijkse teambuilding van de jongerenwerking van ACV-Openbare Diensten. Met 15 militanten (enkele waren helaas geveld door ziekte) zetten we ons een hele dag in als vrijwilliger.
Dat militanten niet vies zijn van vrijwilligerswerk, is evident. In hoog tempo werd dan ook geboend, geverfd en in de tuin gewerkt. De taken waren divers: kasten uitkuisen, speelgoed ontsmetten, meubels opknappen, plafonds van de stallen schilderen, tuinpaden ontmossen…
Katya Verhaeren, voorzitster van Villa Clementina leidde ons rond en vertelde gepassioneerd over het ontstaan en het reilen en zeilen van de organisatie. Tijdens de rondleiding werd al snel duidelijk dat Villa Clementina meer is dan enkel een geïntegreerde kinderopvang. De organisatie wordt gedra-
De jongerenwerking is er voor alle militanten jongeren dan 35 jaar. Ben jij jonger dan 35 en wil je ook graag militant worden of wil je meer informatie over wat dat inhoudt? Of ben je al militant en wil je aansluiten bij de jongerenwerking? Laat het ons dan weten!
gen door heel wat vrijwilligers uit de buurt, waaronder ook een aantal jongeren met een beperking. Bij Villa Clementina is iedereen welkom en worden de taken verdeeld op basis van de talenten en sterktes van iedereen. De organisatie is voortrekker in het bieden van extra kansen voor kinderen met een beperking. Ze ijveren ervoor dat ook andere kinderopvanginitiatieven hun deuren openen voor kinderen met speciale noden. Ook bieden ze de kinderen kleuteronderwijs aan.
Villa Clementina is een geïntegreerd en inclusief kinderdagverblijf in Zemst waar zowel kinderen met als zonder een beperking terecht kunnen. Het is tot nu toe de enige kinderopvang die zich echt richt tot kinderen met een beperking. Dagelijks worden er 25 kinderen opgevangen waarvan een 8-tal kinderen speciale noden hebben. Voor de kinderen met een beperking, die tot 6 jaar in Villa Clementina kunnen blijven, is er een extra aanbod uitgewerkt: zo krijgen de kinderen kleuteronderwijs aangeboden, is er therapie met paarden, kunnen de kinderen ter plaatse door hun kinesist hulp krijgen,… Villa Clementina kan rekenen op dezelfde middelen als een reguliere kinderopvang, wat niet voldoende is. De extra hulp en het extra personeel zorgen voor een grote meerkost zodat men aangewezen is op extra financiële steun en de inzet van vrijwilligers. Voor meer info: www.villaclementina.be
“De passie en plezier waarmee katya vertelde, was genoeg motivatie voor ons om te wroeten en te ploeteren. Een paar uurtjes vrijwilligerswerk maakt hier een groot verschil. Hoe klein of hoe groot ook. De honderden bedankjes achteraf zijn zoveel meer waard dan wat ook.” Aldus Tatjana Devos, één van de jonge militanten van FOD Financiën. Sven De Guise, militant bij de brandweermannen, vult aan: “Ikzelf heb me heel de dag in de stallen bezig gehouden. Het hooi en stro aan de kant doen, de Halloweenversiering uit de stallen halen, en vervolgens de plafonds schilderen. Een heel karwei, dat jammer genoeg trager verliep dan verwacht. Maar dat we doorzetters zijn, hebben we bewezen. De linkerzijde van de stallen moest af, en dat is ons gelukt!”
focus
Peter De Paepe Op 18 december 2015 tekende de TMVW/Farys, water-link en De Watergroep een overeenkomst die de onderlinge levering van drinkwater regelt. Dit project kreeg de naam Aquaduct. Zo wordt Vlaanderen voor drinkwater minder afhankelijk van andere regio’s en wordt de leveringszekerheid versterkt.
Zowel Water-link als De Watergroep beschikken over productiecentra met grote capaciteit op basis van oppervlaktewater. FARYS|TMVW beschikt over een uitgebreid net van transportleidingen met een grote doorvoercapaciteit. Via gerichte investeringen in de transportinfrastructuur - samen geraamd op 70 miljoen euro - komt een geïntegreerd waternetwerk tot stand. Hierdoor kunnen de bestaande waterproductiecentra van water-link in Oelegem en Walem en van De Watergroep in Kluizen, en de bestaande opslaginfrastructuur optimaal worden ingezet. Voor dit project bouwt water-link momenteel een nieuwe waterfabriek in Walem, een investering van 40 miljoen euro. De Watergroep staat in voor een versterkte transfer van water vanuit de Antwerpse winningen naar de Gentse kanaalzone.
Aquaduct, ecologie en economie hand in hand De Vlaamse regering heeft in haar beleid prioriteit gegeven aan het zuinig omspringen met drinkwater en hergebruik van regenwater. Deze beslissing heeft als effect dat het waterverbruik daalt en de prijs onder druk komt te staan. Drinkwatervoorziening is immers een netgebonden dienstverlening, met hoofdzakelijk vaste kosten. Via het Aquaduct project kunnen belangrijke watervolumes die De Watergroep en FARYS|TMVW momenteel buiten het Vlaamse gewest aankopen, worden vervangen door goedkoper water afkomstig van de aangekoppelde productiecentra van water-link. In totaal gaat het om circa 20 miljoen kubieke meter drinkwater op basis van oppervlaktewater of 20 miljard liter per jaar. Het prijsverschil laat op korte termijn toe de belangrijke investeringen te financieren. Op langere termijn zorgt Aquaduct voor stabilisering in de prijszetting van drinkwater.
Aquaduct, iedereen wint
De jongerenwerking van ACV-Openbare Diensten groeide de voorbije jaren uit tot een leuke groep militanten die op geregelde tijdstippen samenkomen. De militanten bepalen zelf mee de agenda van de bijeenkomsten. Er is ruimte voor vorming, standpuntbepaling, actie, ontmoeting, uitwisseling… Sven vat het zo samen: “Met de jongeren van ACV-Openbare Diensten samenkomen is voor mij iets heel waardevols. We leren van elkaars sector iets bij, we durven ruimer kijken dan enkel onze eigen werkvloer, we helpen elkaar met problemen en oplossingen in ons militant zijn... Daarnaast is het ook gewoon een leuke vriendengroep. Dat hebben we afgelopen maandag nog maar eens laten zien tijdens ons projectwerk voor Villa Clementina.” In de toekomst willen we ook initiatieven opstarten voor jonge leden. In het voorjaar komt Jong ACV-Openbare Diensten alvast op verschillende overheidslocaties met de ijskar langs.
5
Samenwerkingsakoord tussen drie Vlaamse watermaatschappijen Meer leveringszekerheid voor water
Zuinig omgaan met drinkwater wordt actief gepromoot en ondersteund. De productie en levering van drinkwater op basis van oppervlaktewater wordt versterkt. Hierdoor wordt grondwater minder belast. Door de nieuwe transportleidingen zorgt Aquaduct voor een grotere bevoorradingszekerheid in Vlaanderen. De optimale aanwending van productiecapaciteit binnen het Vlaamse gewest beschermt de klanten tegen extra externe heffingen uit Wallonie, traditioneel een grote leverancier van drinkwater voor Vlaanderen.
Planning Aquaduct wordt progressief uitgebouwd. De eerste leveringen starten in 2016. Tegen 2019 zal de samenwerking op volle kracht draaien.
6
focus
ACV-Openbare Diensten voert actie voor: ‘Leefbaar pensioen en betaalbare zorg, wereldwijd’ lingssamenwerking. Daarom wil ACV-Openbare Diensten samen met Wereldsolidariteit en OKRA actievoeren.
Hoe? Door foto’s of handtekeningen te verzamelen met de oproep ‘leefbaar pensioen en betaalbare zorg wereldwijd’. Hiermee trekken we eind 2016 naar de Belgische minister van Ontwikkelingssamenwerking. Met de dringende vraag werk te maken van ‘sociale bescherming voor iedereen’, de sleutel om wereldwijd armoede aan te pakken. Met specifieke aandacht voor ouderen.
Wat we vragen aan onze politici:
Jaklien Broekx Blijven werken tot je erbij neervalt: in België is het al even geen realiteit meer. Dankzij een uitgekiend pensioenstelsel kunnen de meeste Belgen genieten van hun oude dag. De verplichte ziekteverzekering maakt ook dat de kosten van de zorg bij ons binnen de perken worden gehouden. In heel veel landen is dit anders. 48% van de pensioengerechtigden wereldwijd heeft geen pensioen. In de meeste landen is het pensioen te laag om van te leven. De ngo HelpAge International berekende dat een pensioen voor elke 60-plusser tussen de 0,7 en 2,5 % van het BNP kost. Een kwestie van politieke wil dus, eerder dan van gebrek aan geld. Leeftijd brengt ook fysieke beperkingen mee. 46% van de ouderen kampt met ziekte of een fysieke handicap. In ontwikkelingslanden zijn oogen longaandoeningen de meest voorkomende kwalen. In Burundi is er geen enkel rusthuis, ziekenhuizen hebben geen speciale zorg voor bejaarden en er is geen enkele geriater aan het werk. Betaalbare, toegankelijke en warme zorg is dé verzuchting van ouderen over ter wereld. In 2050 zijn er wereldwijd twee miljard zestigplussers. Dat is 1/5 van de wereldbevolking!
Hoog tijd dus om ‘ouderen’ zichtbaar te maken en een verdiende plaats te geven in ontwikke-
1. Versterk het beleid van ‘sociale bescherming voor iedereen’ wereldwijd. Dé sleutel om armoede aan te pakken. 2. Met inspraak van lokale sociale organisaties als vakbonden, mutualiteiten en ouderenbewegingen. 3. Ontwikkel een strategie naar ouderen. Hun prioriteiten: een leefbaar pensioen of inkomen en betaalbare zorg. Deze actie kadert in de gemeenschappelijke campagne ‘sociale bescherming voor iedereen’ die Wereldsolidariteit, OKRA, CM en ACV voeren samen met de andere vakbonden, mutualiteiten en de Noordzuidbeweging o.l.v. 11.11.11.
7
focus
KOM OP VOOR “LEEFBAAR PENSIOEN, BETAALBARE ZORG VOOR IEDEREEN, WERELDWIJD” Doe mee! Zo zet je politici onder druk om echt iets te veranderen. Hoe? • Neem (groeps)foto’s met de ‘mini-affiche’. Mail die naar:
[email protected]. Foto’s te bekijken op www.socialebescherming.be • Of onderteken de petitie online op www.wereldsolidariteit.be, hier ook meer info over de campagne Steun ouderen wereldwijd Doe een gift op: BE96-7995-5000-0005, surf hiervoor naar: www.wereldsolidariteit.be
PRAKTISCH • De mini-affiche voor de fotoshoot/petitielijst en campagnefolders kan je opvragen bij
[email protected] • Bezorg ten laatste op 1 december 2016 de ingevulde petitielijsten aan je afgevaardigde of secretaris van ACV-openbare Diensten • De foto’s mag je mailen naar:
[email protected]. Je kan de foto’s bekijken op www.socialebescherming.be Foto’s: Wereldsolidariteit, Tim Dirven/11.11.11 en Geert Wandels. Lees verder in dit magazine ook het artikel “Zonder sterke openbare zorg geen betaalbare zorg”.
“Een pensioen dat ken ik niet” In Mali moet 78% van de inwoners het stellen zonder enige vorm van sociale bescherming. Maar er is hoop. De mutualiteit UTM* biedt een betaalbare ziekteverzekering voor iedereen. Ze telt momenteel 224.000 leden en die zijn alvast overtuigd van de voordelen. Hoe gaat UTM te werk? En zijn er ook andere vormen van bijstand? We trokken naar het West-Afrikaanse land en zochten het uit.
Tien meter onder de grond Dramane Traore is zesenzestig jaar en werkt al sinds 1973 als puttendelver. “Het is heel zwaar werk. En bijna niemand anders wil het doen.” Dramane krijgt voor elke put een kleine vergoeding, maar kan niet rekenen op een maandelijks vast bedrag. “Tijdens het droge seizoen kom ik net rond, maar tijdens het regenseizoen wordt het al een pak moeilijker.” Zijn oude, verweerde gezicht verraadt een hard en moeilijk leven. “Ik blijf werken”, zegt hij. “Tot ik niet meer kan. Een pensioen, zeg je? Ik zou niet weten wat dat is. Ik heb een gezin en een grote familie die ik moet onderhouden, daarom moet ik blijven werken. Als ik echt niet meer kan, zullen mijn kinderen voor mij zorgen. Daarom heb je ook kinderen, natuurlijk.” (lacht) Dramane heeft al gehoord van het systeem van de mutualiteiten, maar wil zich niet aansluiten. “Als er een familielid ziek wordt, zoek ik het geld bijeen om de dokterskosten te betalen. Een aansluiting bij de mutualiteit kost veel geld”, zegt hij. “En momenteel kan ik niets missen.” Ook niet als het is om het leven van zijn kinderen en kleinkinderen te redden? “Het is niet dat ik het niet wil, het is gewoon onmogelijk”, klinkt het. *UTM is een partnerorganisatie van CM en Wereldsolidariteit
‘Mijn kinderen zijn te arm om mij te helpen’ Gunairami uit Bangladesh heeft 5 zonen en 2 dochters. Ze is 70 jaar en nog steeds aan het werk. “Voor mijn man overleed, 10 jaar geleden, was voor mij alles beter. Nu woon ik alleen in mijn huis. Alle kinderen zijn uitgezwermd. Om te overleven kook ik elke dag rijst, die ik probeer te verkopen. Per dag verdien ik daarmee 60 à 70 taka (1 euro=85 taka). Dat is mijn enige inkomen. Gelukkig woon ik in mijn eigen huis. Mijn kinderen wonen te ver en zijn te arm om mij te helpen. Ik heb pijn in mijn knie en lijd aan hoge bloeddruk. Daarom neem ik medicijnen. Dit kost 60 taka voor 6 pillen.” © Wereldsolidariteit
© Tim Dirven/11.11.11
8
focus
Loopbaanonderbreking onderbroken? Joris Lermytte en Luc Hamelinck De Vlaamse regering voorziet vanaf 2 september 2016 een nieuw systeem van loopbaanonderbreking. Dat zal een drastische beperking inhouden van de huidige mogelijkheden. Vanaf 1 februari worden geen nieuwe aanmoedigingspremies meer toegekend in het kader van het eindeloopbaanstelsel. Die maatregel van de Vlaamse regering is de voorbode van een nog veel drastischere hervorming van het stelsel van loopbaanonderbreking. Door de jongste staatshervorming is Vlaanderen bevoegd geworden voor loopbaanonderbreking in de lokale sector en bij de Vlaamse overheid. De Vlaamse regering maakt daarvan gebruik om de gewone loopbaanonderbreking te vervangen door een nieuw systeem van ‘zorgkrediet’. De kortstondige thematische vormen van loopbaanonderbreking (ouderschapsverlof, medische bijstand en palliatief verlof) zullen wel nog verder kunnen worden opgenomen. Zij blijven geregeld via de RVA.
Wie is betrokken? Overheidspersoneel dat onder bevoegdheid van de Vlaamse regering valt. Het gaat om de personeelsleden (contractueel en statutair) van: ■ De Vlaamse overheid (incl. agentschappen) ■ De lokale besturen in Vlaanderen, dat wil zeggen gemeenten, ocmw’s, pronvincies, intercommunales… met inbegrip van de zorgsector. Vandaag bevinden zich respectievelijk 4000 en 22.600 personeelsleden in de regelingen.
Wat verandert? Vlaams minister van Werk Muyters (N-VA) heeft volgende voorstellen op de onderhandelingstafel gelegd: 1. Vandaag kan je loopbaanonderbreking nemen zonder dat daar specifieke motieven moeten worden voor opgegeven. Dat verandert. Vanaf september kan je enkel nog ‘zorgkrediet’ bekomen mits bepaalde ‘motieven’ zijn vervuld. Het moet gaan om: ■ Zorg voor kind jonger dan 12 jaar ■ Zorg voor een zwaar ziek gezins- en familielid tot 2e graad ■ Palliatieve zorgen ■ Zorg voor gehandicapt kind (min. 66%)
■ Het
volgen van een erkende opleiding met minimum 120 contacturen of 9 studiepunten. 2. De huidige ‘landingsbanen’ (specifieke loopbaanonderbreking voor 55-plussers) worden afgeschaft. Belangrijk gevolg: wie van die regeling nog gebruik wil maken moet die tijdig aanvragen! 3. De omvang van dit zorgkrediet gaat drastisch naar beneden tegenover de huidige mogelijkheden loopbaanonderbreking. De maximale duur van het zorgkrediet is alles samen: ■ 18 maanden indien voltijds ■ 36 maanden indien halftijds ■ 90 maanden indien 1/5. Opgelet: je mag die regelingen niet afzonderlijk tellen. De verschillende periodes worden opgeteld tot één maximum dat overeen komt met 18 maand voltijds. Positief punt is wel dat de ‘tellers op 0 worden gezet’, dat wil zeggen dat vroegere periodes loopbaanonderbreking niet worden meegeteld. 4. Er worden geen afzonderlijke Vlaamse aanmoedigingspremies meer toegekend. De vroegere vergoeding loopbaanonderbreking werd samen met de vroegere aanmoedigingspremies omgevormd tot 1 premie. De voorstellen voorzien volgende bedragen: Onderbreking
Algemeen
Indien alleenstaande ouder
Voltijds Halftijds 1/5
527€ 275€ 131€
527€ 330€ 200€
De premies worden enkel toegekend binnen de beschikbare budgettaire kredieten (te weinig voorzien in het budget = geen premie meer). En wie geen premie geniet krijgt geen zorgkrediet. 5. Je kan nog gebruik maken van de kortlopende federale thematische loopbaanonderbreking (dat wil zeggen: ouderschapsverlof max. 4 maand – medische bijstand van 3 tot max. 24 maand – palliatief max. 2 maand), maar hiervoor kunnen geen Vlaamse aanmoedigingspremies meer worden bekomen.
Overgangsmaatregelen? Op dit ogenblik is voorzien dat wie voor 2 september gebruik maakt van een lopende regeling loopbaanonderbreking, hier verder kan van gebruik maken.
Maar van zodra je de modaliteiten van de bestaande regeling wijzigt (voorbeeld: je stapt over van halftijds naar 1/5) of als de federale regeling een einde neemt, moet je gebruik maken van de regeling zorgkrediet. Gevolg: nu nog aanvragen betekent zeker vóór 1 juni 2016! De aanvraagtermijn voor loopbaanonderbreking bedraagt drie maand. Wie nog van de huidige stelsels gebruik wil maken, moet voor 1 juni 2016 een aanvraag doen bij de werkgever. Je kan periodes van minimum drie maanden tot maximum twaalf maanden aanvragen. Binnen het eindeloopbaanstelsel kan je een aanvraag indienen tot het pensioen. We vernemen dat de Vlaamse administratie de opdracht heeft gekregen om besturen aan te zetten de nieuwe aanvragen loopbaanonderbreking te weigeren. Dit is ongezien en een miskenning van de rechten van het personeel! Wacht dus niet tot het laatste moment, maar zet tijdig de procedure in!
Wat hiervan te denken? Vlaams minister van Werk Muyters (N-VA) vindt dat hij die wijzigingen moet doorvoeren omwille van besparingen. De besparing loopt op tot bijna 40 miljoen (op een uitgave van 110 miljoen €). Zijn kabinet laat het ook duidelijk horen: wij willen geen eindeloopbaanregelingen meer subsidiëren. Mensen moeten langer voltijds werken… Die financiële argumenten zijn wat ons betreft onterecht. Want wie de berichtgeving aandachtig volgt, weet dat de deelstaten meer geld dan voorzien zullen ontvangen van de federale overheid. Van onze kant kunnen we onze afkeur niet genoeg laten blijken. De lijst met motieven die kunnen worden ingeroepen voor het zorgkrediet is veel té beperkt. De huidige mogelijkheden worden met een derde geamputeerd, en dan hebben we het nog niet eens over de afschaffing van de landingsbanen. De wijzigingen gaan volledig in tegen de huidige noden voor een goede combinatie werk/privé. Het hele verhaal over ‘werkbaar werk’ maakt de Vlaamse overheid meteen ongeloofwaardig. Wat we zelf doen, doen we duidelijk opnieuw verkeerd. Een vorm van loopbaanonderbreking zonder vergoeding zou volgens kabinet Muyters mogelijk zijn, maar er worden daarover geen preciseringen gegeven, noch engagementen aangegaan. Als er zo’n regeling komt, moet die ook ‘gecompenseerd’ worden door vermindering van bestaande verlofmogelijkheden in het statuut.
9
federale overheid
Topambtenaren willen einde maken aan discriminatie tussen statutairen en contractuelen? ACV-openbare diensten nuanceert Mark Saenen Topambtenaren die discriminatie tussen statutairen en contractuelen willen aanpakken. Een goede zaak natuurlijk, maar wij plaatsen wel enkele kanttekeningen. Wij begrijpen de euforie van minister Vandeput van ambtenarenzaken eigenlijk niet zo goed. Hij juicht het initiatief van de topambtenaren toe. Nochtans overhandigde ACV-Openbare Diensten een jaar geleden al heel wat voorstellen om de werking van het federaal openbaar ambt te verbeteren. Die wezen in dezelfde richting als wat de topambtenaren nu voorstellen, maar werden op minder gejuich onthaald. Tot op vandaag weigert de minister om onderhandelingen die kunnen uitmonden in een sectoraal akkoord zelfs maar op te starten. ACV-Openbare Diensten wil één en ander dus toch even nuanceren: • De vorige regering maakte het voor contractuelen mogelijk om toegang te hebben tot de eerste drie weddenschalen, wat in de praktijk betekent dat een contractueel en een statutair die vandaag in het federaal openbaar ambt beginnen, dezelfde wedde hebben tot 2037.
• Er zijn inderdaad minieme verschillen inzake vakantiestelsels, maar het zou niemand moeite kosten die weg te werken. • Benchmarking van de pensioenstelsels binnen Europa leert dat het Belgisch overheidspensioen zowat de vergelijking met de rest kan doorstaan, maar dat de Belgische privépensioenen beduidend onder het Europees gemiddelde liggen.
• De vorige regering deed een poging om betwistingen inzake ambtenaren van de - inderdaad trage - Raad van State over te hevelen naar een nieuw op te richten Raad voor Ambtenarenbetwistingen. We raden de minister aan om dit project verder te zetten. De topambtenaren wijzen er fijntjes op dat het regeerakkoord enkel voorziet in ‘een evaluatie van de contractuele tewerkstellingsvormen’. En dat wenst ACV zeker en vast ook: statutaire tewerkstelling is de norm, contractueel de uitzondering. Al wat er voor kan zorgen de wildgroei aan contractuele wervingen in te dijken, krijgt onze steun. Onze topambtenaren weten trouwens zelf heel goed wat de voordelen van een statuut zijn. Als mandaathouder (manager) hebben ze ervoor gezorgd dat ze zelf niet contractueel geworven worden, maar het statuut van ‘tijdelijk ambtenaar’ hebben.
10
federale overheid
Een nummertje sociaal overleg? Mark Saenen Comité B zou het hoogste onderhandelingsorgaan voor de federale overheid moeten zijn, maar is ondertussen verwaterd tot een verplicht nummertje binnen het sociaal overleg. De onderhandelaars krijgen hun politieke opdracht, vervolgens gaan ze bij enkele getrouwe topambtenaren of HR-managers langs die hun zegje over de verdere inhoud mogen doen. Dan worden de juristen van de FOD P&O aan het werk gezet om de teksten in ontwerp-KB’s op te stellen. En tenslotte mogen de vakbonden pro forma hun opmerkingen maken, die het kabinet vervolgens naast zich neerlegt. Even dachten we dat de minister onze boodschap - dat het zo niet verder kan - had begrepen. Hij zou immers voorstellen formuleren om de kwaliteit van de onderhandelingen op te krikken, en om het sociaal overleg over de heikele punten ‘Quickwin’ en ‘Tucht’ opnieuw te openen. Helaas, we zijn nu drie weken verder en het kabinet blijft knoeien met de organisatie van de onderhandelingen. Geplande vergaderingen gaan niet door, beloofde teksten krijgen we niet te zien, en zelfs in het vastleggen van de brugdagen voor 2016 slaagt de minister niet. De zo verguisde ontwerp-KB’s blijken dan toch minder onderhandelbaar dan eerst voorzien.
Het Ontwerp-KB ‘Tucht’ Dat het huidige tuchtstelsel gemoderniseerd mag worden, daar is iedereen het over eens. Nooit toegepaste straffen mogen best geschrapt worden. Niemand moet maandenlang in onzekerheid leven wanneer er een tuchtstraf boven zijn hoofd hangt en onnodig zware procedures hebben nog nooit iemand geholpen. Maar wat men nu voorstelt, tart alle verbeelding: tot drie jaar lang zou een deel van
de wedde kunnen worden ingehouden. Hoe moeten we dat interpreteren? Betekent dat niet zoveel als «we willen u niet ontslaan, dus hopen we dat je de eer aan jezelf houdt”? In de ogen van de minister is een overplaatsing als tuchtmaatregel een zwaardere straf dan die looninhouding tot drie jaar. Is de wedde van een minister dan zo groot dat hij niet meer beseft wat meer dan een half jaar loon betekent voor een modaal gezin? Ook wil de minister dat een strafvordering (voor een gewone rechtbank) een tuchtprocedure niet meer in de weg staat? Leest de minister dan nooit op de sociale media hoe snel iemand door de goegemeente veroordeeld wordt nog voor er een rechter aan te pas komt?
Het ontwerp-KB «Quickwin» En hier ging de minister echt te ver. Onder het mom van kleine aanpassingen waar iedereen beter van zou worden, deed hij voorstellen die elke zekerheid rond plaats van tewerkstelling op de helling zetten. Zij het nu door te knoeien met de standplaatsen, of met de prioriteitsregels voor mutaties, het doel was alle ambtenaren zo mobiel te maken dat ze
op zowat elk moment overal inzetbaar zouden zijn. We overdrijven? Wat dacht u dan hiervan: • Anne is van Turnhout, en heeft met haar partner een huis gebouwd dicht bij haar werk in Hasselt. Maar niets garandeert haar nog dat ze volgend jaar niet naar elders overgeplaatst wordt. · Wout woont in Aarschot en investeerde in een elektrische fiets om naar het werk in Leuven te rijden. Maar nu is er sprake van een standplaats in Zaventem. Weg fiets, en elke dag in een tweede gezinswagen in de file. · Luc werkt in Brussel, en geniet daar van een tweetaligheidspremie. Maar de werklast zou verschuiven naar Steenokkerzeel. Wat voor hem betekent: een langer verplaatsing, hetzelfde werk, en verlies van de taalpremie. · David werkt in een gevangenis in de Noorderkempen. Maar hij weet niet in welke van de vier gevangenissen hij volgende maand zal moeten werken. Dus telkens opnieuw moeten hij en zijn vrouw zich aanpassen om de kinderen naar de crèche en de school te voeren. Voorlopig blijft bovenstaande enkel een voorstel. We hebben alles gelukkig stevig kunnen corrigeren.
Wat wil de minister? Uiteraard is het niet de bedoeling van de minister om personeel de duvel aan te doen. Maar hij wil het management van de federale overheid wel alle vrijheid gunnen om het personeel steeds elders te kunnen inzetten, en liefst zonder inspraak of inmenging van de vakbonden.
11
vlaamse overheid
Vlaanderen is een slechte klusser Luc Verhaeven Sinds 1 januari 2015 is Vlaanderen bevoegd voor de organisatie, werking en opdrachten van justitiehuizen. Deze zorgen onder meer voor slachtofferonthaal, elektronisch toezicht en bemiddeling in strafzaken. Al meer dan een jaar timmert de Vlaamse regering aan een eigen beleid voor justitiehuizen en elektronisch toezicht. Minister Jo Vandeurzen heeft de blauwdruk klaar voor dit toekomstig Vlaams beleid, maar bij de uitvoering loopt één en ander mis. Zo zijn na een jaar de wachtlijsten voor bemiddeling en werkstraffen spectaculair gestegen en is de onderbezetting van het personeelsbestand problematisch.
Ondanks engagementen die de minister na de staking bij het elektronisch toezicht in het najaar van 2015 aanging, is de personeelsuitstroom nog steeds groter dan de instroom, en kampt de monitoring van de justitiabelen nog altijd met ICT-problemen. Daardoor vallen de signalen van verouderde en vaak defecte enkelbanden regelmatig uit.
De minister deelde onlangs mee dat de invulling van de behoeften in volle uitvoering is. Op de werkvloer worden de werknemers echter geconfronteerd met toenemende werkdruk, “on hold” zetten van verlofaanvragen omdat een planning op lange termijn ontbreekt, en slechte synchronisatie tussen de monitoring en mobiele equipe die de enkelbanden plaatst. Regelmatig worden op de monitoring shiften door één persoon gedraaid omdat er onvoldoende personeel ter beschikking is. Na een jaar zijn de verouderde en De minister deelde onlangs frequent defecte enkelbanden nog mee dat de invulling van steeds niet vervangen. Daardoor de behoeften in volle zijn er meerdere tijdrovende interventies van de mobiele equiuitvoering is. Op de werkvloer pe nodig. worden de werknemers
echter geconfronteerd met toenemende werkdruk
Dit is in het huidige klimaat van terreurdreigingen onverantwoord en zal vroeg of laat nefaste gevolgen hebben. Wij klaagden dit op meerdere formele- en informele overlegmomenten aan en ijverden voor snelle en duurzame oplossingen. Er moet dringend werk worden gemaakt van een volledige invulling en uitbreiding van het personeelskader, van vernieuwing van de elektronische enkelbanden en een performante ICT-ondersteuning. Daarbij komt ook nog dat vanaf 1 mei 2016 het elektronisch toezicht als autonome straf kan worden opgelegd door de strafrechter, dit naast de gevangenisstraf, de werkstraf en geldboete. Deze autonome straf wordt toegevoegd als oplossing voor de overbevolking in de gevangenissen. Het is evident dat met de huidige personeelsbezetting en middelen zo’n bijkomende taken niet kunnen worden ingevuld. De continuïteit van de betrokken diensten steunt momenteel op zwakke fundamenten en het “kaartenhuis van beloften” staat op instorten. We rekenen erop dat onze politici zorgen voor solide oplossingen zodat deze nieuwe Vlaamse justitiële bevoegdheden verankerd worden in stevige justitiehuizen.
12
lokale en regionale besturen
Brussels Sociaal Handvest naar een wettelijke basis? Rudi De Coster Het sociaal handvest brengt de personeelsstatuten van de plaatselijke besturen met elkaar in overeenstemming. Het wordt toegepast op alle personeelsleden van de Brusselse gemeenten en OCMW’s. Wat wijzigt De Brusselse Hoofdstedelijke Regering gaat een aantal algemene bepalingen wijzigen en bekrachtigen via Besluiten. De onderhandelingen zijn nog niet afgerond. Waarschijnlijk is dat pas voor na de paasvakantie.
De evaluatievermeldingen zijn: “zeer gunstig”, “gunstig”, “onder voorbehoud” en “onvoldoende”. De vermelding “onvoldoende” leidt tot een bijkomende evaluatie na één jaar. Tweemaal na elkaar de vermelding “onvoldoende” leidt tot ontslag.
Voorwaarden evaluatie
Voorwaarden werving en bevordering
De evaluatie moet op tweejaarlijkse basis plaatsvinden. Ze wordt uitgevoerd door de “functionele meerdere”. Die moet niet statutair zijn, maar wel een vorming hebben gevolgd. ACV-Openbare Diensten verwacht problemen wanneer de evaluator onvoldoende de taal van het te evalueren personeelslid kent of niet beschikt over het juiste Selor-taalattest. Het personeelslid krijgt een individueel plan voor de komende periode.
Het ontwerpbesluit voorziet voor elke vaste benoeming in statutair verband een stage met inlooptijd van één jaar voor niveau A en B en maximum één jaar voor de overige niveaus. ACV-Openbare Diensten gaat naar de onderhandelingen met volgend standpunt: Niveau A - B
1 jaar
Niveau C
9 maanden
Niveau D - E
6 maanden
De beroepscommissie bij evaluatie is ook bevoegd voor betwistingen over het eindverslag van de stage.
Voorwaarden bezoldigingsregeling en weddeschalen De gewone functionele loopbaan voorziet verhogingen in de rangen E2, D2, C2, B2, A2 na negen jaar graadanciënniteit, mits een gunstige evaluatievermelding. De verhoging in de rangen E3 tot A3 kan na achttien jaar graadanciënniteit, mits een gunstige evaluatievermelding.
Versnelde functionele loopbaan Deze mogelijkheid bestaat na zes jaar graadanciënniteit en na een zeer gunstige evaluatievermelding. ACV-Openbare Diensten vindt dat, bij gebrek aan evaluatie, de vermelding “gunstig” moet zijn. Een aantal besturen zullen dit in de praktijk aanwenden om de versnelde functionele loopbaan niet te moeten toepassen. Wij willen de vermelding “zeer gunstig” geschrapt zien in het besluit.
Vrijwillige fusies van gemeenten, Onvrijwillige overdracht van personeel Christoph Vandenbulcke De Vlaamse regering wil de bestuurskracht van steden en gemeenten vergroten. In de logica dat bestuurskracht en schaalgrootte samen gaan, wordt volop ingezet op samenvoeging van gemeentebesturen. Hiervoor lanceerde minister Homans het ‘decreet houdende de regels voor de vrijwillige samenvoeging van gemeenten’. Bestuurskracht? ACV-Openbare Diensten heeft niets tegen bestuurskrachtige lokale besturen, integendeel. Sterke besturen zorgen voor een kwalitatieve dienstverlening aan de burger. Personeelsleden spelen daarin een sleutelrol: een goed werkende organisatie zorgt voor motivatie bij het personeel waardoor kwalitatieve diensten kunnen worden verzekerd. Kosten noch moeite… Dat de minister komaf wil maken met weinig bestuurskrachtige gemeenten, blijkt duidelijk uit haar beleidskeuzes. Na lancering van de ‘Bestuurskrachtmonitor’ en opmaak van een ‘Draaiboek fusies’, worden nu ook grove financiële middelen bovengehaald. De Vlaamse regering houdt noodlijdende besturen de
wortel van een ferme schuldovername van wel 500 euro per inwoner voor, weliswaar met een maximum van 20 miljoen euro. Daarnaast wordt voorzien in een tijdelijk hoger aantal mandaten, als zoethoudertje voor zij die uit de politieke boot dreigen te vallen. Als dat geen verleidelijk aanbod is. Iedereen tevreden? Ondanks inzet van alle middelen - en ook belastinggelden - ziet het er niet naar uit dat gemeentebesturen nu plots massaal gaan fuseren. Maar hier en daar zullen besturen - om den brode of uit politiek opportunisme - misschien toch de vlucht vooruit nemen en ‘cashen’. Iedere samenvoeging van besturen gaat nochtans ook gepaard met een ‘samenvoeging’ van verschillende arbeidsvoorwaarden. En daar knelt
voor ons het schoentje. Keer op keer weigert de Vlaamse regering om het behoud van de arbeidsvoorwaarden van verplicht overgeplaatst personeel volledig te garanderen. Decretale graden… en ‘de anderen’ In het ontwerpdecreet is bijzonder veel proza gewijd aan de decretale graden. Daar is op zich ook niets mis mee. Maar het contrast met de weinige en minimale bepalingen voor het ‘andere personeel’ is beschamend. Garanties op behoud van de hoogte van het tweede pijlerpensioen, het bedrag van de maaltijdcheque, de voorzieningen van de sociale dienst… al die zaken weigert de Vlaamse regering te garanderen voor het overgedragen personeel. Niet akkoord ACV-Openbare Diensten gaat niet akkoord met het ontwerpdecreet. Niet omdat wij tegen faciliteiten zijn voor besturen die willen samengaan. Wél omdat de Vlaamse regering weigert de gevolgen - het verloren gaan van verworven arbeidsvoorwaarden voor het gewone personeel - te ondervangen.
13
lokale & regionale besturen
Overleg werkt!
Nieuw evaluatiesysteem voor gemeente- en OCMWpersoneel Beernem Johan Beernaert De gemeente Beernem legde op het syndicaal overleg van 4 december 2015 en 13 januari 2016 een voorstel voor een nieuw evaluatiesysteem aan de vakbonden voor. Dat systeem betekent een hele ommekeer in evaluatie van personeelsleden. In het verleden gebeurde zo’n evaluatie zeker niet systematisch of tweejaarlijks zoals voorzien in de rechtspositieregeling. Evaluatie was louter functioneel, bijvoorbeeld voor een bevordering of een volgende stap in de loopbaan. Het evaluatieverslag was eerder traditioneel, een “schoolrapport” voor het personeelslid, en dus niet meer aangepast aan de huidige tendensen en evoluties in personeelsevaluatie. Het gemeentebestuur wil het personeel nu systematisch evalueren en werkte hiervoor een nieuw systeem uit. Zo werd er onder andere voorzien om verloning te koppelen aan de evaluaties. Het personeel wordt ook geëvalueerd op basis van competenties, gedrag, kennis en resultaten. Daarvoor werd beroep gedaan op consultancy A&S Solutions die een aangepast evaluatiesysteem mochten uitwerken. De start van de onderhandelingen verliep niet bepaald vlekkeloos. ACV-Openbare Diensten legde duidelijk andere accenten dan A&S Solutions. Voor ons lag de nadruk niet op het systeem maar op de toepassing ervan en op de criteria die zouden dienen voor de evaluatie. Wij wilden op voorhand duidelijkheid en transparantie. Aan de hand van een demonstratie van het nieuwe evaluatiesysteem door A&S Solutions werd ons duidelijk(er) hoe het systeem in elkaar zat en hoe er zou worden geëvalueerd. We vonden de veranderingen zo belangrijk dat we eerst een personeelsvergadering wilden organiseren, vooraleer we een definitief standpunt zouden innemen. Het gemeentebestuur was bereid om hieraan mee
te werken. De burgemeester gaf A&S Solutions de opdracht om op onze vergadering het nieuwe evaluatiesysteem toe te lichten. Na de toelichting konden personeelsleden hun opmerkingen aan ons overmaken. Met een duidelijk personeelsstandpunt kon ACV-Openbare Diensten daarna naar het syndicaal overleg van 24 maart. Kort samengevat: • We gaan akkoord met een evaluatiesysteem dat meer gradaties in de score voorziet (niet enkel gunstig of ongunstig). • We gaan niet akkoord met het koppelen van financiële gevolgen aan de resultaten van de evaluatie, niet in positieve en niet in negatieve zin. We hebben dit ook gemotiveerd: - Uit ervaringen in andere sectoren, zowel privé als openbaar, blijkt dat een systeem van individuele prestatiebeloning niet werkt. Waarom dan een systeem invoeren waar anderen van afstappen? - Individuele prestatiebeloning is nadelig voor de relatie met leidinggevenden en collega’s. - Bij individuele prestatiebeloning moeten de prestaties individueel toewijsbaar zijn. De prestaties van veel personeelsleden hebben niet alleen te maken met hun individuele prestaties, maar zijn vaak het resultaat van teamwork of afhankelijk van factoren waarop zij geen vat hebben. - Uit de praktijk blijkt dat beoordelaars het moeilijk hebben met differentiëren. Zo blijkt dat zij dikwijls hun
medewerkers om beurt de beste laten zijn. - Concluderend: wij menen dat er te weinig garanties zijn voor het personeel om een dergelijk systeem in te voeren. • We zijn vragende partij om een testevaluatie te doen, vooraleer de nieuwe evaluatieperiode start. Zo heeft iedereen bij de start een “nulmeting” en weet men waaraan men zich kan verwachten op het einde van de evaluatieperiode. • We zijn ook vragende partij om op termijn een 360°-evaluatie te voorzien, waarbij de medewerkers anoniem hun diensthoofd kunnen evalueren. • We vragen ook dat elk personeelslid een tweede evaluator krijgt, als kwaliteitsbewaker. Het gemeentebestuur wil rekening houden met onze opmerkingen en het evaluatiesysteem eraan aanpassen. Wij zijn tevreden met het bereikte resultaat. Alle partijen waren bereid om met elkaars bekommernissen rekening te houden. Overleg kost wat tijd, maar dit resultaat bewijst dat het echt wel werkt.
We vonden de veranderingen zo belangrijk dat we eerst een personeelsvergadering wilden organiseren, vooraleer we een definitief standpunt zouden innemen.
14
zorg
Zonder sterke openbare zorg Jan Mortier Ook ACV-Openbare Diensten ondersteunt volop de campagne “Leefbaar pensioen en betaalbare zorg wereldwijd” van Wereldsolidariteit. ACV-Openbare Diensten nam op de startdag van de campagne plaats aan één van de debattafels. Een leefbaar pensioen en betaalbare zorg voor iedereen is nu eenmaal ook onze sterke bekommernis. Maar we stellen vast dat zelfs in ons land betaalbare zorg geen evidentie meer is. Ook in ons land worden zorgdiensten geprivatiseerd en gecommercialiseerd en dat is een bijzonder slechte zaak voor de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg. Beschouwt de overheid zorg eigenlijk nog als een kerntaak?
Maar de overheid legt toch fors bij zodat de financiering gewaarborgd blijft?
ACV-Openbare Diensten vindt in elk geval dat de verschillende overheden zorg als een kerntaak moeten beschouwen. Door de complexe organisatiestructuur van onze staat is de bevoegdheid en dus ook de verantwoordelijkheid voor zorg en sociale bescherming verdeeld en verspreid. Overheden gaan daar heel verschillend mee om maar ze zijn wel bezig met het uitstippelen van een zorgbeleid.
Misschien, al zijn we daar op termijn nog niet zo zeker van. De bijkomende middelen die steeds opnieuw nodig zijn, worden - in plaats van ze te halen waar ze moeten worden gehaald - opgehaald bij de mensen. De verschuiving van de middelen door de Tax shift is zeker een goede zaak voor de werkgevers: ze betalen minder patronale lasten en ertegenover staat geen tewerkstellingsverplichting. Maar door die lagere patronale bijdragen mist de sociale zekerheid inkomsten en de overheid past andermaal bij. Dus wordt de overheid steeds belangrijker in die sociale zekerheid. We maakten het al mee dat zelfs als er een akkoord is tussen de sociale partners rond bepaalde maatregelen binnen de sociale zekerheid, de regering toch meent het anders te moeten beslissen.
Dat de overheid verder inzet op zorg is een goede zaak, toch? Niet alleen een goede zaak, het is van moeten. Sociale zekerheid is een mensenrecht dat in verschillende internationale verdragen vastligt. Het recht op sociale zekerheid, bescherming van de gezondheid en sociale, geneeskundige en juridische bijstand is ook één van de basisrechten uit de Grondwet die moeten worden vervuld om mensen in staat te stellen een menswaardig leven te laten leiden.
De sociale zekerheid is dus zeer belangrijk, maar die werd toch voornamelijk door werkgevers en werknemers uitgebouwd? Dat is juist. Maar van uitbouwen is geen sprake meer, integendeel. We stellen gevaarlijke evoluties vast, zoals het afbouwen van bepaalde rechten binnen die sociale zekerheid die niet in het minst de zwakkeren treffen. Bovendien is er ook een verschuiving in de financiering van die sociale zekerheid. Waar de sociale zekerheid inderdaad door werknemers en werkgevers werd opgebouwd, wordt die sociale zekerheid vandaag alsmaar minder gespijsd vanuit rechtstreekse bijdragen van werkgevers.
Heeft de laatste staatshervorming een grote impact gehad op die sociale zekerheid? Zeker, en we hebben het einde nog niet gezien. Met de zesde staatshervorming werden ganse delen van de sociale zekerheid naar de deelstaten overgeheveld, zoals de kinderbijslag, tegemoetkoming hulp aan bejaarden en belangrijke delen van het gezondheidsbeleid. Het geld dat via dotaties naar Vlaanderen gaat voor deze bevoegdheden, is eigenlijk geld dat afkomstig is van de sociale zekerheid. Maar de regering hoort dat niet graag, want dan zouden de sociale partners meer moeten worden betrokken. Dus zegt de regering: op geld staat geen naam en dus zijn het algemene middelen. Als werknemers hebben we alsmaar minder impact op de maatregelen die genomen worden binnen de sociale zekerheid.
Heeft dit ook gevolgen voor de ouderenzorg? Niet voor de ouderenzorg in zijn geheel want vóór de zesde staatshervorming waren al een aantal diensten en instellingen Vlaams, zoals de dienstencentra en de thuiszorgdiensten. Maar vergeet niet dat de financiering van de vroegere zogenaamde federale gezondheidsinstellingen, zoals de woonzorgcentra, de dagverzorgingscentra, de centra voor kortverblijf… gebeurde - en voorlopig nog steeds gebeurt - via de ziekteverzekering, het RIZIV. Hoewel de financiering onvoldoende is, biedt ze toch garanties voor de instellingen en het personeel. De financiering hangt ook samen met personeelsnormen, die weliswaar veel te laag zijn, maar ze zijn er tenminste nog. Vlaams Minister Vandeurzen wil op termijn het financieringsmechanisme wijzigen en gaan naar een soort persoonsvolgende financiering, zoals in de gehandicaptensector. Wij vinden dat allesbehalve een goede zaak.
Los van deze problematiek, moet de overheid zorg en bescherming van de gezondheid dus verder zien als een basistaak? Net zoals onder andere veiligheid en onderwijs kerntaken zijn, is zorg en bescherming van de gezondheid een basisopdracht voor de overheid. Gezondheid moet beschermd worden. In de praktijk stellen we vast dat dit recht op zorg weliswaar niet altijd even direct afdwingbaar is wanneer de uitvoering ervan in gebreke blijft.
En op het Vlaamse niveau? De overheid speelt hier vooral een sterke rol op het vlak van financiering, maar ook vergunnings-, erkennings- en subsidiëringsnormen, zijn bevoegdheden van de deelstaten.
Zijn er voorbeelden van privatisering? Bij alle overheden hebben we te maken met privatisering, outsourcing tot zelfs commercialisering. In de meeste gevallen gaat het nog om bepaalde afdelingen en blijft de instelling zelf buiten schot. Vooral in de onderhoudsdiensten, keuken en technische diensten is dit merkbaar. Dat heeft nefaste gevolgen voor het personeel en het toekomstig personeel want betere loon- en arbeidsvoorwaarden, nog los van het feit of het be-
15
zorg
geen betaalbare zorg staand personeel hun opgebouwde rechten behouden, zal het personeel in elk geval niet hebben.
En instellingen die volledig worden geprivatiseerd? Een mooi voorbeeld van commercie in de gezondheidszorg is het nieuw Forensisch Psychiatrisch Centrum van Gent (en straks ook van Antwerpen). Dergelijk centrum is een soort mengvorm van een gevangenis en een zorginstelling. Wat doet de federale overheid? Ze lanceert een aanbesteding en wijst de volledige opdracht toe aan een commerciële uitbater: een groep rond het maaltijdchequebedrijf Sodexo. Veel commerciëler kan je moeilijker zijn. Zelfs een VZW rond de Broeders van Liefde haalde het niet. Dat de uitbating aan een commerciële partner wordt uitbesteed, vinden wij niet verantwoord, want twee kerntaken van de overheid worden gecommercialiseerd: veiligheid en zorg.
De rol die OCMW’s de laatste decennia hebben gespeeld in het realiseren van die basisrechten is immens en onmogelijk te overschatten. We mogen niet vergeten dat het zogenaamde “recht op maatschappelijke dienstverlening” de reden was waarom de OCMW’s in april 1977 werden geïnstalleerd. OCMW’s hebben dit bijzonder goed gedaan en ze doen dat nog elke dag heel goed. Op vlak van armoedebestrijding en kansarmoede, maar ook op het vlak van sociale zekerheid en bescherming van de gezondheid zijn OCMW’s onmisbaar.
Voorbeelden? Het OCMW brengt dagelijks mensen in regel met de ziekteverzekering maar ook met de sociale zekerheid in het algemeen. En ook voor medische kosten is het OCMW onmisbaar. Soms vergeten we dat medische kosten, zelfs met alle mogelijke correcties, voor mensen met een laag inkomen onmogelijk
te betalen zijn. En het OCMW is natuurlijk ook de grootste openbare aanbieder van zorginstellingen en -diensten. Ze hebben zich vooral toegelegd op ouderenzorg, thuiszorg en kinderopvanginitiatieven.
Hoe sterk is de openbare zorgsector nog wat de woonzorgcentra betreft? Op Belgisch niveau is de openbare residentiële ouderenzorgsector goed voor 1/3 van het totale aantal bedden. In Vlaanderen heeft de VZW-sector 52% van de bedden en de openbare sector 32%. We zijn dus zowel op Belgisch als op Vlaams niveau nog steeds een zeer belangrijke speler en onmisbaar in het landschap, net zoals de andere diensten die een OCMW aanbiedt.
Waarom onmisbaar? Eigenlijk vrij simpel. De instellingen en de diensten kwamen er niet vanzelf maar werden opgericht omdat er een behoefte of een
En wat doet het lokale niveau op vlak van zorg? Het belangrijkste bestuur in de uitvoering van de basisrechten is ontegensprekelijk het OCMW.
Op Belgisch niveau is de openbare residentiële ouderenzorgsector goed voor 1/3 van het totale aantal bedden
16
zorg
(zorg)vraag was. En deze behoeften zijn niet verdwenen, integendeel, de vraag naar bijkomende zorgvragen was nog nooit zo groot.
Maar de besturen kunnen die diensten ook privatiseren, ze zijn dan toch niet weg, ze blijven bestaan? Besturen die zorgdiensten privatiseren, weten helemaal niet met was ze bezig zijn, een enkele uitzondering misschien niet te na gesproken. Besturen die zorgdiensten privatiseren, krijgen dus met ons te doen. Bijvoorbeeld het stadsbestuur en OCMW-bestuur van Ronse. Ronse is hét typevoorbeeld van hoe het alleszins niet moet. Ronse wil via een soort aanbesteding al haar zorgdiensten van de hand doen. Zowel het woonzorgcentrum, kinderopvanginitiatieven, poetsdienst, dienstencentrum, dienstenchequebedrijf… Alles op de markt. De eerste poging van het bestuur is in elk geval mislukt want de beslissing werd door de gouverneur geschorst en we zullen alle wettelijke middelen, zowel juridische als actie, blijven aanwenden om dergelijke uitverkopen tegen te gaan.
Het bestuur zal zeggen dat het niet meer betaalbaar is. Maar hoe komt het dan dat de VZW-sector op zijn minst break even draait en de commerciële sector er zelfs geld aan verdient? Wat rusthuizen betreft, is het voor de commerciële sector vrij gemakkelijk om winkeltje te spelen en te doen alsof zorg koopwaar is. Je weet op voorhand dat bijna de helft van je inkomsten zeker zijn en van de overheid komen (40 à 45 % van de ontvangsten komen van het RIVIV) en dat door de schaarste aan plaatsen mensen geen keuze hebben als ze dringend moeten worden opgenomen. Dat weet de commerciële sector maar al te goed. En als de bewoner niet meer kan betalen, zal het OCMW wel bijspringen. En als het OCMW niet zelf over een woonzorgcentrum beschikt, zal het niet anders kunnen dan het tekort volledig bij te passen tot aan de gevraagde ligdagprijs, hoe hoog die ook is. Want andere alternatieven zijn er niet.
De commerciële sector zal haar personeel ook echt wel tot een minimum beperken en zij zal er alles aan doen om het juiste zorgprofiel - men neemt geen bewoners op maar zorgprofielen – aan te trekken zodat een maximalisatie van de RIZIV-financiering kan worden bekomen… Ook sommige instellingen uit de VZW-sector doen dit. En we zien dat de prijzen in de VZW-sector in het algemeen genomen zelfs nog hoger zijn dan in de commerciële sector. Daar staat wel tegenover dat in de VZW-sector er meer personeel per bewoner is dan in de commerciële sector.
Dus openbare zorg is noodzakelijk en zelfs onmisbaar, zonder enige twijfel? Natuurlijk. Openbare zorg is beschikbaar voor iedereen. Een OCMW kan niemand weigeren om welke reden ook. Hierdoor vindt elke bevolkingsgroep een antwoord op haar zorgnoden. Anno 2016 is het nog altijd zo dat het niet beschikken over een voldoende inkomen vaak een drempel is voor het krijgen van zorg. En een OCMW is verplicht om voor deze kwetsbare groepen kwalitatieve zorg aan te bieden, het is zelfs een recht dat voor de arbeidsrechtbank afdwingbaar is.
Maar het kost toch wel heel wat voor het lokaal bestuur om zorgdiensten zelf te organiseren? En dan? Mag alles wat met sociaal beleid te maken heeft dan misschien niets meer kosten? Moet een woonzorgcentrum breakeven draaien? Nee. Al wil dat niet zeggen dat overheden niet moeten zoeken naar efficiëntie, schaalvergroting en misschien zelfs naar nieuwe openbare beheersvormen.
Wat mag het dan wel kosten? Dat weet ik niet, dat hangt af van de prioriteiten die een gemeente wil leggen, welk niveau van zorgkwaliteit maar ook van infrastructuur en comfort het wil aanbieden en vooral hoeveel ze de bewoners daarvoor wil laten betalen. Met een jaarlijkse dotatie van pakweg 20 à 30 EUR per jaar per inwoner zal je in de meeste gevallen wel in staat zijn om een volwaardig residentieel ouderenbeleid uit te bouwen. Als je dan merkt dat de ligdagprijzen in de VZW-sector en commerciële sector, ge-
makkelijk 5 tot soms zelfs 15 à 20 EUR per dag hoger liggen dan in de openbare sector, wie zou er dan niet in zijn oude dag willen investeren voor kwaliteitsvolle en betaalbare openbare zorg? Dan is een peulschil van 20 à 30 EUR per jaar toch gemakkelijk verdedigbaar?
Zijn de ligdagprijzen dan zo verschillend? Ja, er zijn heel belangrijke verschillen tussen de regio’s maar ook binnen een regio. Bijvoorbeeld in de regio Turnhout kan je al in een woonzorgcentrum worden opgenomen vanaf 40,60 EUR per dag. Een ander woonzorgcentra in deze regio vraagt dan weer 67,27 EUR per dag. Dat is een prijsverschil van bijna 27 EUR per dag. Er zullen wel grote verschillen zijn in comfort, de kamergrootte… maar de zorg zou in principe dezelfde moeten zijn. Neem nu iemand die dringend moet worden opgenomen en er is enkel nog plaats in het dure woonzorgcentrum? Waar blijft de vrije keuze dan? Nog maar eens een voorbeeld dat de nood aan een openbaar zorgaanbod aantoont.
Dus conclusie: verder investeren in publieke zorg? Jawel, een andere mogelijkheid is er eigenlijk niet. Een OCMW, een lokaal bestuur of een publieke verzelfstandiging, welke ook de vorm is, moet blijven investeren in zorg. In de thuis- en ouderenzorg maar ook in kinderopvang. En gelukkig doen nog heel wat besturen investeringen in zorg en welzijnsdiensten. Bouwt een bestuur haar dienstverlening nu af, dan zal de ganse bevolking de rekening betalen want privatisering en commercialisering maakt het systeem onbetaalbaar.
Of wil men de zorgbehoevenden zelf volledig laten opdraaien voor de werkelijke kosten van de zorgen die ze nodig hebben? Zonder sterke openbare sector stevenen we af op onbetaalbare zorg voor de mensen. Maar we zullen als gemeenschap wel de factuur betalen want die wordt hoe dan ook vereffend. Tenzij we zorgbehoevende ouderen gewoon aan hun lot overlaten. Gelukkig zijn er in onze maatschappij nog voldoende krachten om dat scenario te voorkomen.
17
bijzondere korpsen
Mogen agenten van politie een vuurwapen dragen? Jan Adam De kogel is door de kerk. De onderhandelingen over wapendracht en bevorderingsmogelijkheden van agenten van politie werden afgerond met een gedeeltelijk akkoord vanwege ACV Politie.
De bevoegdheden van de agenten van politie wijzigen in eerste instantie niet. De agenten van politie behoren tot het operationeel kader. Het zijn echter geen politieambtenaren en bijgevolg zijn ze niet bevoegd voor de uitoefening van alle opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie. De politiebevoegdheid van de agenten van politie blijft beperkt tot het wegverkeer, toezicht op de naleving van gemeentelijke reglementering en bijstand aan politieambtenaren. In dat kader mogen agenten van politie zelf personen fouilleren en gebouwen of transportmiddelen doorzoeken. De uitvoering van speciale opdrachten van bescherming (van personen, goederen en posten) behoort op zich niet tot de bevoegdheden van agenten van politie, maar alleen tot die van politieambtenaren. Agenten van politie kunnen niet worden ingezet voor deze opdrachten en kunnen hun vuurwapen dus alleen gebruiken in het kader van hun opdracht van bijstand aan de politieambtenaren (artikel 44/12 Wet op het Politieambt). Agenten van politie hebben ook een specifieke interventiebevoegdheid ingeval van ontdekking van een misdaad of wanbedrijf op heterdaad. In deze situatie mogen agenten van politie de dader van de feiten vasthouden, een veiligheidsfouillering op hem uitvoeren en, in voorkomend geval, zijn voertuig tegenhouden. Hoewel ook de modale burger het recht heeft een persoon vast te houden die bij een misdaad of wanbedrijf op heterdaad betrapt werd, kan men het gevaar van zo een interventie niet ontkennen.
Dezelfde beschermingsmiddelen Het is dus moeilijk te verantwoorden dat agenten van politie bijstand verlenen aan
een opdracht waarbij politieambtenaren al hun wapens moeten dragen, terwijl agenten niet over dezelfde beschermingsmiddelen beschikken. De vraag tot bewapening voor agenten van politie is niet nieuw. De nood aan betere bescherming bleek eerder al uit een onderzoek naar geweld bij politie waarbij deze personeelscategorie zich bijzonder kwetsbaar bleek te voelen. De actuele terreurdreiging en de syndicale druk hebben de onderhandelingen van dit dossier ongetwijfeld bespoedigd. De reglementaire bewapening van agenten van politie wordt nu gelijkgesteld met de individuele bewapening van politieambtenaren. Dit noopt tot een aanpassing van de wet op het politieambt en de opleiding. De nieuwe agenten van politie zullen automatisch met de individuele bewapening worden uitgerust. De andere agenten van politie kunnen mits individueel akkoord en op voorwaarde dat hun overheid toestemming geeft, de voorziene opleiding volgen. Met de voorwaarde van toestemming door de r e s p e c t i e ve lijke overheid gingen wij niet akkoord. De collectieve bewapening van agenten van politie is niet aan de orde. Dat zal ongetwijfeld aan bod
komen tijdens besprekingen van de nieuw op te richten directie van bewaking en bescherming binnen de Federale Politie. Voor de doorstroming van agenten van politie naar inspecteur worden de slaagkansen duidelijk groter (er zijn meer instroommogelijkheden en de selectieprocedure is aangepast). Iedereen zal uiteraard wel moeten bewijzen dat hij na het volgen van de opleiding (volledig of verkort) beschikt over de vereiste competenties. Dit moet allemaal nog vervolg krijgen door een aanpassing van de wet- en regelgeving.
18
bijzonderekorpsen korpsen bijzondere
Wet diverse bepalingen geïntegreerde politie Dit wetsontwerp werd op 9 februari 2016 ingediend in de Kamer van Volksvertegenwoordigers en biedt een antwoord op politionele noden van diverse aard. Onder meer: • verduidelijking van de mogelijkheid voor agenten van politie om zelf personen te fouilleren en gebouwen of transportmiddelen te doorzoeken in het kader van bijstand aan de politieambtenaren; • een fijnmaziger rekruteringsproces voor de toekomstige personeelsleden van de geïntegreerde politie, met specifieke aandacht voor risicofactoren, en dit in de huidige context van radicaliseringen terrorismebestrijding (zo zal bijvoorbeeld rekening worden gehouden met het feit dat de kandidaat een band met het crimineel milieu vertoont, zelfs als hij zelf (nog) geen strafbare feiten heeft gepleegd;
• toekenning van bevoegdheid OGP/HPK aan bepaalde inspecteurs van politie, wat de operationaliteit in het gerechtelijke domein sterk zal bevorderen en de flexibiliteit qua personeelsaanwending zal verhogen; - de inspecteurs van politie die zijn aangewezen voor de lokale of federale recherche, zullen de OGP/HPK-hoedanigheid verkrijgen (en régime); - de inspecteurs van politie met 6 jaar kaderanciënniteit, zullen eveneens die hoedanigheid kunnen verkrijgen op vrijwillige basis (valoriseren van ervaring – uitvoering protocol 340/1 23/04/2014 – vereist nog uitvoeringsbesluiten); - de toekenning van die hoedanigheid beoogt de uitvoering van de aan die hoedanigheid verbonden bijzondere bevoegdheden en dus niet de verantwoordelijkheden van omkadering door een lid van het middenkader of het officierenkader; • de mogelijkheid voor de korpsen van lokale politie om over te gaan tot defusie, voor zover dit een operationeel-organisatorische meerwaarde heeft en kadert in een globalere fusieoperatie; • de overheveling van de beschermingsassistenten van de Veiligheid van de Staat (close protection) naar een bijzondere personeels categorie van de federale politie, en dit op zowel statutair, functioneel, organisatorisch en logistiek-budgettair vlak; • de bescherming van personeelsleden van het operationeel kader
• •
•
•
•
tegen mogelijke wraakacties door vervanging van het naamplaatje door het identificatienummer van het betrokken personeelslid; aanpassing rechtshulp; een expliciete rechtsgrond om CALogpersoneelsleden in dienst te kunnen nemen door middel van een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur wanneer de vacante statutaire betrekkingen dringend moeten worden ingevuld en de mobiliteit dus niet kan worden afgewacht. Wat de invulling van statutaire betrekkingen betreft, is en blijft mobiliteit de basis. Een statutaire betrekking die tijdelijk contractueel wordt ingevuld, moet in de navolgende mobiliteitscyclus vacant worden verklaard (indien naderhand vereist externe statutaire werving); De door een personeelslid opgebouwde anciënniteit zal gevaloriseerd worden door toevoeging van het kwalificatief “eerste” aan de graad (van toepassing op alle personeelsleden van de geïntegreerde politie, ongeacht of ze statutair of contractueel personeelslid van het operationeel kader of personeelslid van het administratief en logistiek kader zijn); Dezelfde normen inzake integriteit en normbesef voor kandidaten voor het administratief en logistiek kader; de benoemende overheid de mogelijkheid bieden een contractueel personeelslid dat niet langer een betrekking bekleedt die gefinancierd wordt door tijdelijke of wisselende middelen (bijvoorbeeld: een gesubsidieerde contractueel), onder het stelsel van een arbeidsovereenkomst in dienst te houden (regularisatie gesco’s Vlaanderen als gevolg van akkoord Vlaamse Regering 2014-2019).
De tekst werd aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd. Nog geen publicatie in het Belgisch Staatsblad op ogenblik van redactie.
19
bijzondere korpsen
Terugroepbaar? Wie? Wanneer? Walter Van den Broeck Het Koninklijk Besluit van 18 maart 2003 over de bezoldigingsregeling van militairen wordt verder eenzijdig uitgewerkt door de militaire overheid. In december 2014 paste de militaire overheid de bijlage met de voorziene beurtrollen aan. Door deze aanpassing worden bepaalde rollen geschrapt en andere herleid naar een lagere frequentie. Zo worden de beurtrol van kapitein van week, officier op de hoogte, officier eerste interventie, waaraan een terugroepbaarheid was verbonden van zeven dagen, herleid naar “prestaties enkel in het weekend, zijnde twee dagen. Dit ten gevolge van een wilde besparing van de militaire overheid ten koste van het personeel. Verschillende kwartiercommandanten zoeken een oplossing om hun personeel de volledige zeven dagen ter beschikking te houden en al snel duiken heel inventieve maatregelen op. Waarom geen terugroepbaarheid van 4,5 uur? Een vergoeding is toch enkel voorzien voor een terugroepbaarheid van binnen de 2 uur of binnen de 4 uur.
Inventieve maatregelen Begin 2015 klaagde ACV Defensie deze inventieve maatregelen aan, want voor iets hoort iets. De definitie die wordt hernomen in deze administratieve beslissing is klaar en duidelijk: “terugroepbaar personeel is personeel aan wie een waarschuwing werd gegeven om binnen een termijn van maximaal twee of vier uur, de dienst te hervatten. Deze terugroepbaarheid vindt plaats binnen het kader van een beurtrol.” Op 9 maart 2015 stuurde ACV Defensie een brief aan minister Steven Vandeput met de vraag om het hoger overlegcomité te vatten met als doel de reglementaire basis (administratieve beslissing) aan te passen
en een correcte toepassing van de terugroepbaarheid van militairen te bekomen. De huidige tekst geeft te weinig weer dat men enkel en alleen personeel kan aanduiden als “terugroepbaar personeel” wanneer zij voldoen aan de voorwaarden in het koninklijk besluit van 18 maart 2003. Al snel ontdekten we dat de minister de problemen ontwijkt en niet bereid is hierover overleg te voeren. Op 13 april ontvangen we van de minister volgend antwoord: “de beurtrollen, die de verschillende vormen van terugroepbaarheid vastleggen, zijn verbonden met de paraat stelling van de krijgsmacht.” Na aandringen, geeft de militaire overheid aan dat ze bezig zijn met een studie over
20
bijzonderekorpsen korpsen bijzondere
de beschikbaarheid van de militairen buiten de diensturen. Begin 2016 vroegen de vakorganisaties een onderhoud met de minister omdat het overleg eenzijdig wordt gevoerd en geen punten van de vakorganisaties worden behandeld. Er werd beslist dat de vakorganisaties, samen met beleidsdirecteur personeel en vorming, GenMaj Claeys, een onderhandelingsagenda gaan opmaken. Die zou zowel overlegmateries gevraagd door de militaire overheid alsook overlegmateries aangebracht door de vakorganisaties bevatten.
De militaire overheid wil dit voorstel verkopen met volgende argumenten: • Bij een terugroepbaarheid binnen 4 uur heeft de militair een grote bewegingsbeperking, hij moet binnen 4 uur het kwartier kunnen bereiken. Bij een contacteerbaarheid valt deze beperking weg. • Bij contacteerbaarheid moet je enkel bereikbaar zijn, verder zijn er geen beperkingen. • Een diensttelefoon wordt ter beschikking gesteld. ACV Defensie stelt vast dat militairen alweer slecht werden vergoed.
Contacteerbaarheid Op 22 januari 2016 stelde de overheid een nieuw dossier voor over de problematiek die ontstond na de hertekening van zeven naar twee prestaties in het weekend voor de weekdiensten. De overheid zou een nieuwe toelage met nieuwe modaliteiten willen invoeren voor 60 rollen kapitein van week, officier op de hoogte, officier eerste interventie en 1 rol DG COM. Aangezien deze operatie budgetneutraal moest worden uitgevoerd, zagen we al snel dat dit project boekhoudkundig werd benaderd. Een vergelijking met andere departementen of een marktconforme toelage werd niet onderzocht. • Voor december 2014 ontving de kapitein van week nog een toelage van: 7 dagen aan 0,5/1850 = 3,5/1850 per weekdienst • Vanaf januari 2015 ontving de kapitein van week ten gevolge van een wilde besparingsmaatregel nog een toelage van: 2 dagen (weekend) aan 0,5/1850, zijnde 1/1850 per weekdienst. • Met het nieuwe voorstel zou de kapitein van week opnieuw 7 dagen, 24 uur op 24 uur bereikbaar moeten zijn en dit aan een toelage van: 7 dagen aan 0,15/1850 = 1,05/1850 per weekdienst Aangezien 1/1850 gemiddeld overeenkomt met 30 euro, stelde de militaire overheid dus voor om 30 * 0,15 = 4,5 euro per 24 uur telefonische bereikbaarheid toe te kennen.
Wist u dat? • Politie 1/15 van 1/1850 per uur ontvangt voor terugroepbaarheid. Dit komt overeen met 1,6/1850 per 24 uur terugroepbaarheid. 1/1850 per 24 uur ontvangt voor bereikbaarheid (= contacteerbaarheid) (berekend aan 1/24 van 1/1850 per uur) • het OCMW-personeel een permanentietoelage van 2,01 euro (te indexeren) ontvangt per uur dat hij/ zij zich buiten de normale diensturen thuis beschikbaar moet houden voor interventies. Wij vinden dus dat dit dossier de problematiek rond “terugroepbaarheid” en beschikbaarheid niet oplost. ACV Defensie gaat helemaal niet akkoord met een boekhoudkundige oplossing die geen rekening houdt met personeel en absoluut niet marktconform is.
Tevreden, en nu? ACV Defensie is dan ook tevreden om te horen dat dit dossier op 19 februari 2016 definitief werd opgeschort. Maar daarmee is het probleem van “terugroepbaarheid” niet opgelost. De directeur generaal Human Resources, LtGen Grosdent, engageert zich om opnieuw de strikt te volgen richtlijnen over te maken aan de eenheden en de militaire overheden.
Duidelijke richtlijnen • De administratieve beslissingen uit de bezoldigingsinstructie voorzien in toelagen voor terugroepbaarheid minder dan twee en vier uur. • Andere vormen van terugroepbaarheid kunnen niet worden opgelegd. • Enkel de uitvoering van geofficialiseerde terugroepbaarheid opent het recht op de toelage. Dit omhelst enkel de rollen, zowel structurele als tijdelijke, die voorzien zijn in de bijlage van de bezoldigingsinstructie alsook deze voorzien in een order van ACOS Ops&Trg voor de operationele rollen die geactiveerd worden voor de duur van een opdracht. • Een dringende en onvoorziene terugroepbaarheid moet a posteriori geformaliseerd worden met vermelding van de gerechtvaardigde dienstredenen die geleid hebben tot de behoefte. • Het exacte tijdstip van begin en einde van een rol moet op ondubbelzinnige wijze worden gecommuniceerd naar de uitvoerder. Bij de (des)activatie moet rekening worden gehouden met de tijd noodzakelijk voor de top-down communicatie.
En dus Bovendien stelt ACV Defensie zich vragen Alle militairen onder de rang van officier bij de uitvoerbaarheid van dit project. werken 38 uur per week. Buiten deze perioMoet de kapitein van week in zijn vrije des zijn ze vrij en kunnen ze op geen enkele tijd constant zijn dossier meesleuren, manier verplicht worden om zich - buiten om als hij gebeld wordt een antwoord te het kader van de terugroepbaarheid hierkunnen geven? Wat als er geen boven geschreven - ter beoplossing via telefoon schikking te houden kan worden gegeven? van de eenheid. ACV Defensie Moet hij dan toch naar het kwartier gaat niet akkoord met een gaan? We spreken boekhoudkundige oplossing dan immers over die geen rekening houdt met terugroepbaarheid personeel. en niet over contacteerbaarheid.
21
vervoer
Sociale verkiezingen
in de autobus- en autocarsector
Laura Bernaerts “Een goede militant heeft geen gadgets nodig om mensen te overtuigen bij de sociale verkiezingen. Je werkt vier jaar lang aan die verkozen plek.” In mei zijn er in heel wat bedrijven weer sociale verkiezingen. Ook ACV-Openbare Diensten is volop bezig met de voorbereidingen. In volle campagnestrijd gingen wij langs bij enkele ACV-kandidaten uit de grote bedrijvenclusters van onze autobus- autocarsector. Een goed gesprek met gemotiveerde militanten die zich dagelijks met volle overtuiging inzetten voor de rechten van hun collega’s.
Hoe verloopt het sociaal overleg in jullie bedrijf? Zijn er bepaalde verwezenlijkingen van de voorbije jaren waar jullie trots op zijn? Maria Bouwen: “Een eerste verwezenlijking is alvast de betere syndicale sfeer in onze onderneming. Die is doorheen de jaren moeten groeien. Stilaan worden we au sérieux genomen, denken we mee met het bedrijf en stellen we grenzen aan wat men van onze werknemers vraagt.” Wim Raeymaekers: “Staca had in het verleden geen al te beste reputatie voor de naleving van cao’s en gemaakte afspraken. Het liep zelfs uit tot een hevige strijd waarbij het personeel meermaals het werk neerlegde. Nu we recent zijn overgenomen door de grotere Keolis-groep hopen we op een meer constructieve overlegsfeer. Het wordt nog even afwachten.” Ludo Michiels: “Ook De Duinen kende in het verleden geen syndicale traditie of overlegcultuur. Er waren meermaals problemen met de verloning en de naleving van de cao’s. Vandaag is de sociale dialoog nog steeds niet optimaal, maar merken we zeker verbeteringen. Als vakbond zien we erop toe dat de bestaande reglementeringen en cao’s juist worden toegepast en niet vervangen worden door één of andere interpretatie van deze akkoorden.” Guy Van Hyfte: “De afgelopen jaren werkten we binnen de Flanders Coach Group
rond verschillende thema’s: van ergonomie en functieclassificatie tot de vernieuwing van werkkledij voor de toerismechauffeurs.” Chris Van Gils: “Ik heb me de afgelopen jaren heel concreet ingezet voor betere sanitaire voorzieningen in het bedrijf. Er waren slechts één toilet en één douche voor een bedrijf van toen een vijftigtal werknemers. Vijf jaar lang kaartte ik dit probleem aan in het Comité PB. Een echte strijd werd het. Na de verkiezingen in 2012 kregen we eindelijk onze toiletten. Een kleine overwinning waar ik trots op ben.” Mark Vesters: “Met ACV Hansea Limburg verkregen we een jaarlijkse bijeenkomst met de directie van De Lijn Limburg. Deze vergadering bereiden we met onze militantengroep goed voor. Hier maken we verschillende problemen bespreekbaar en zetten we de directie ertoe aan effectief iets te doen. Dat gaat dan bijvoorbeeld over de opvolging van agressiegevallen tot toiletmogelijkheden die niet toegankelijk zijn of verkeersomleidingen die we onlogisch vinden.”
Welke thema’s houden jullie syndicaal bezig? Waar willen jullie de komende verkiezingen op inzetten? Jacques Plasch: “Onze rusttijden worden niet meer gerespecteerd. We staan onder enorme druk om op tijd te rijden, waardoor sommige chauffeurs rustpauzes overslaan of te snel rijden om toch een pauze te kunnen nemen. Ook plas- of eetpauzes moet je op bepaalde dagen overslaan. Dat weegt op de mensen en het ziekteverzuim piekt dan ook.” Wim Raeymaekers: “Samen met mijn collega’s wil ik ook inzetten op reële rij- en rusttijden. Het algemene verkeer is enorm toegenomen, er zijn meer omleidingen... Dat heeft gevolgen voor de rijtijden, ten koste van onze nu al te korte rusttijden.” Mark Vesters: “Bij ACV Hansea Limburg leeft het thema ‘werkbaar werk’ heel erg. Via cao 104 proberen we druk te zetten bij de werkgever om werk te maken van concrete maatregelen om oudere werknemers langer aan het werk te houden, met oog voor kwaliteit en gezondheid. Het is be-
v.l.n.r.: Jacques Plasch (De Decker-Van Riet), Maria Bouwen (Kruger - Waaslandia), Chris Van Gils (Mattheesen – Waaslandia), Wim Raeymaekers (Staca), Sylvie Voet (Heyerick – Flanders Coach Group), Guy Van Hyfte (Flanders Coach Group)
22
vervoer
langrijk dat het niet enkel bij praten blijft, maar dat werkbaar werk ook in de praktijk wordt omgezet.” Ludo Michiels: “Binnen de huidige context van langer werken, vinden we het inderdaad een acute vraag of het chauffeursberoep werkbaar genoeg is om tot 67 uit te oefenen.” Sylvie Voet: “Wat me syndicaal het meest bezighoudt op dit moment? Als autocar-
chauffeur in het toerisme ben ik zeer bezorgd over de problematiek van de economische werkloosheid en de eventuele gevolgen voor de werknemers op financieel vlak.” Guy Van Hyfte: “De Lijn zit al jaren in een besparingsoperatie. Dit zorgt ook bij onze collega’s voor veel ongerustheid en spanning. Zo werken er in onze onderneming verschillende belbuschauffeurs die te maken krijgen met de afschaffing van belbus-
lijnen. Mensen zijn onzeker over hun toekomst.”
Wat zijn de kwaliteiten van een goede afgevaardigde? Waarom moet men in mei stemmen op een ACV-kandidaat? Chris Van Gils: “Als ACV-afgevaardigden laten we bij de werkgever horen wat er leeft bij de achterban, ondanks de tegenstand die we soms krijgen. Die stem van de basis laten klinken, vinden wij erg belangrijk. Zo gingen we bij Waaslandia ook bewust op zoek naar nieuwe kandidaten van allochtone afkomst, een groep die tot op vandaag geen spreekbuis had in het overleg.” Jacques Plasch: “We maken het verschil door de leden altijd snel en correct te informeren. We hebben voor ons bedrijf zelfs een eigen ACV-website waarop we actuele info posten.” Sylvie Voet: “Ook al zijn er bepaalde periodes waarin we elkaar minder zien, toch probeer ik altijd bereikbaar te zijn voor mijn collega’s. Ik probeer hen bij te staan met raad en daad en haal er veel voldoening uit wanneer ik iets betekenisvol heb kunnen bereiken.”
Ludo Michiels (4de van links) zetelde de afgelopen 12 jaar in de ondernemingsraad van Hansea
Wim Raeymaekers: “Een goede militant heeft geen gadgets nodig om de mensen te overtuigen bij de sociale verkiezingen. Je werkt zelf vier jaar lang aan die verkozen plek. Door open te staan voor de bekommernissen van collega’s, vragen zo goed mogelijk op te vangen en informatie snel te communiceren.”
We wensen jullie veel succes met de sociale verkiezingen! Stem op ACV, lijst 3!
Werkbaar Werk voor buschauffeurs is prioriteit voor Mark Vesters (links) en de ACV collega’s in het CPBW Hansea Limburg
23
pensioenen
Solidariteit Joris Lermytte Veel gepensioneerden blijven de vakbond steunen. En daar hebben ze goede redenen voor. Maria Keirsebelik, gepensioneerd maatschappelijk werkster van het Zorgbedrijf Antwerpen en Jo Keersmaekers, gepensioneerd verpleger bij Kind en Gezin kiezen er bewust voor om lid te blijven van ACVOpenbare Diensten. Maria: “in de eerste plaats wil ik op de hoogte blijven. Het is niet omdat je gepensioneerd bent dat je niet meer mee wil zijn. Ik vind dat heel belangrijk. Kennis is nog altijd macht. Op die manier kan je ook mee op andere vlakken. Voor mij is het één grote puzzel en het lidmaatschap van de vakbond is er één stuk van”. Jo beaamt: “mee op de hoogte blijven, met het reilen en zeilen, met wat actueel is, dat vind ik belangrijk. Wie interesse heeft in wat er nog gebeurt, die vindt bij de vakbond nog steeds informatie die je nergens anders vindt”. “Solidariteit is voor mij ook erg belangrijk”, stelt Maria. “Opkomen voor elkaar. Op die manier kunnen we solidair zijn met mensen die minder verdienen, het minder goed hebben. Voor mij gaat het ook om engagement.” “Ik zit ook wel in m’n hoofd met de zorg voor anderen”, zegt Jo. “De vakbond ondersteunt zaken die iedereen aanbelangen. De vakbond is met veel bezig. Met de zorg voor zowel wie werkt, niet kan werken en de gepensioneerde bevolking. Op veel vlakken zet de vakbond zich in voor belangen van mensen die anders niet aan bod zouden komen. Omdat ze alleen niet aan bod kúnnen komen.” “De vakbond zorgt nog altijd mee voor goede arbeidsvoorwaarden. Dankzij de vakbond hebben werkgevers geen vrij spel. Daarvoor zijn ze zeer belangrijk om ons economisch bestel in evenwicht te houden. Als er geen vakbond meer zou zijn, gaan we gegarandeerd terug naar een situatie die we nu enkel kennen in minder ontwikkelde landen”, vindt Maria.
“Voor mij is de vakbond belangrijk uit sociale overwegingen”, stelt Jo. “Alleen kan je niets, ‘den dienen de Natie (Fernand Huts) die kan dat natuurlijk wel’. Het geld regeert ook de economie. De grootste sterkte van de vakbond is het aantal leden. Het aantal is een sterkte, dus hoe meer mensen lid blijven, hoe meer de vakbond kan wegen bij onderhandelingen. De vakbond is ook nog steeds een organisatie die het volk bijeenbrengt: het is een van de weinige plaatsen waar nog mensen die gestudeerd hebben en die niet gestudeerd hebben samenkomen. Dat wil ik mee ondersteunen.” “De Vakbond komt ook nog steeds tussen bij individuele problemen. Wij hebben er sinds ons pensioen al twee keer beroep op gedaan. De vakbond is dus ook een soort van verzekering. Voor als het fout loopt”, zegt Jo nog. Door lid te blijven van ACV-Openbare Diensten steun je onze werking. Daarmee kunnen we het voortouw blijven nemen tijdens het sociaal overleg in de openbare sector en daarbuiten. Ook na je loopbaan blijft jouw engagement dus belangrijk! Lid blijven als gepensioneerde biedt de volgende voordelen: • je blijft ACV-Openbare Diensten steunen in haar werking en je blijft solidair met je collega’s • je ontvangt een getrouwheidspremie bij pensionering, volgens het aantal jaar lidmaatschap • je betaalt een verminderde bijdrage • je blijft De Nieuwe Tijd thuis ontvangen en blijft op de hoogte van de syndicale actualiteit
• je hebt recht op advies en steun vanuit de secretariaten • je kan je stem laten horen in de vakbond en deelnemen aan verschillende vergaderingen en bijeenkomsten van gepensioneerden
1 jaar brandweerhervorming eren i v t o t n e d e r r e d n o z maar n om te juichen.
en de er weinig rede dweerhervorming is rking, de motivatie van het personeel an br tse oo gr de na zonewe Eén jaar en beïnvloeden de Verschillende problemrgers: dienstverlening aan bu volgen voor de ee mét negatieve ge sn de n va rp he sc t t werken op he • bemanning moe ige zone; sis voor een slagkracht lling van g; ba de ns ta ch no , dienstverlenin en akke personeelsplann ijwilligers, door uitho • ontbrekende of zw ering van personeel, zowel beroeps als vr ard federaal niveau; • onvoldoende wa nes; wel op zonaal als op zo dit en , ut welzijnsbeleid in de zo ie te vormen; tu en sta t he ids he ilig ve n ee n at sprake va de organis • geen of nauwelijks selijke leiding en degelijke coaching om en m n va n icatie. • ontbreke le dialoog en commun hende rol • gebrekkige socia ing aan, met een coac m or rv he de n va ng opvolgi minister Jambon een blijven uit. n Najaar 2015 kondigt te lta su re ve ar effectie n wij voor de inspectie. Ma nomen. Daarom vrage ge t rd wo ux rie sé au aal vlak dat deze rol op feder k aan te pakken. Enerzijds wordt het tijd verschillende problemen stuk voor stu leiding hun verantwoordelijkheid ne de een stappenplan om k tijd dat zonevoorzitters, zoneraden en zo ze krijgen. oo t die ie he t m rd et de autono Anderzijds wo cte manier omgaan m nemen en op een corre veiligheid van iedereen. de Het gaat immers om deze problemen ofd te bieden aan al ho t he om r ste ini m rke initiatieven van de We verwachten nu ste snel stijgende demotivatie. scherming. die oorzaak zijn van de verdien je een basisbe n. er rg bu s Al l. aa rh ve al in dit middele van burgers zijn crucia erd personeel, voorzien van de nodige Want ook de rechten ive ot m ge en de voldoen En dat kan enkel met andweerpersoneel. or burgers en voor br vo , en rd wo n ve tie ar van perspec Laat 2016 dus een ja
lees er alles over en teken de peti tie op www.acv-openb arediensten.be en betere besc herming