Halfjaarlijks magazine ACV-Openbare Diensten Hoven en Rechtbanken
HOVEN EN RECHTBANKEN Helihavenlaan 21 1000 Brussel Tel. 02 / 208 23 11 Nationaal Secretaris Johan Vermeire GSM : 0477 / 97 97 73
[email protected]
Hoven en Rechtbanken
Permanent afgevaardigde Marijke Konings Tel. : 02 / 208 24 57
[email protected]
Nationaal Voorzitter Guy De Lobelle Tel : 09 / 234.51.32
[email protected]
Voorzitter Vlaamse vleugel Dennis De Vriese Tel. 050 / 473 711
[email protected]
Regio West-Vlaanderen
Jozef De Rouck (Oudenaarde) Tel. : 055 / 23 11 44 e-mail :
[email protected]
Dirk Vandevoorde (Kortrijk Ieper Veurne) Tel. 056 / 26 98 53 e-mail :
[email protected]
Kurt Kesteleyn (Gent) Tel. : 09 / 234 44 66 e-mail :
[email protected]
Nathalie Lhoest (Brugge) Tel. 050 / 47 31 31 e-mail :
[email protected]
Regio Antwerpen
Regio Limburg
Anny Keuleers (Mechelen) Tel. : 015 / 28 82 45 e-mail :
[email protected]
Liliane Gerrits (Tongeren) Tel. 012 / 39 95 07 e-mail :
[email protected]
Carine Deschuymer (Antwerpen) Tel. : 03 / 257 92 55 e-mail :
[email protected]
Liliane Vaes (Hasselt) Tel. 011 / 29 05 05 e-mail :
[email protected]
Regio Brussel - Leuven Bart Arents Tel. : 02/ 519 80 27 e-mail :
[email protected] Yvan Mertens Tel. : 0486/37 39 75 e-mail :
[email protected]
V.U. Johan Vermeire, Helihavenlaan 21, 1000 Brussel
Regio Oost-Vlaanderen
Voorwoord 1.Afwezigheden wegens ziekte Pag.2
2.Interview met Dhr. Thierry Begeyn
Reeds een geruime tijd vraagt ACV-Openbare Diensten Hoven en Rechtbanken zich af hoe we de communicatie met onze leden nog kunnen verbeteren. Sinds de uitbouw van ons netwerk van militanten krijgen we nog regelmatig vragen van onze leden over hun wedde, vakantie, loopbaan of opleiding. Dus rees bij ons de idee om naast de ACV nieuwsbrieven – die meestal per e-mail verspreid worden of aan een prikbord worden uitgehangen – ook een ledenkrantje te verspreiden. Zo zijn we zeker dat al het laatste nieuws over jouw job bij Justitie echt tot bij u geraakt.
Pag. 9 Neen, het is niet de bedoeling om de concurrentie aan te gaan met 3.Rechterlijke orde – Deontologie Pag. 12
4.Loopbaan – Opleidingen Pag. 14
5.Parlementaire vragen Pag. 19
6.Faits divers – krantenkoppen
“De Nieuwe Tijd”, we willen jullie informatie doorspelen die specifiek van toepassing is op jullie. Informatie waar je, als personeelslid van Rechterlijke Orde, echt iets mee kan aanvangen op de ‘werkvloer’. Een tijdschrift om te bewaren, om te kunnen nagaan waar je je aan moet houden, maar ook om te weten waar je recht op hebt! Een neutraal naslagwerk, gebaseerd op wetten en omzendbrieven. Wij willen dit krantje voor jou maken, en het is tot stand gekomen dankzij de inzet van enkele vrijwilligers die het belangrijk vinden om de leden maximaal te informeren. Wij zijn natuurlijk steeds op zoek naar nieuwe vrijwillige medewerkers, freelance auteurs en losse journalisten om ons tijdschrift de nodige onderbouwde inhoud te geven. Ben je dus specialist in een bepaalde materie, hielp je mee aan het tot stand komen van nieuwe wetten, volgde je een specifieke werkgerelateerde opleiding, en wil je deze informatie graag delen? Meld je dan zeker aan bij onze redactie, we werken graag met u samen! Zo bezorgen we professionele, betrouwbare informatie, vanuit de eerste hand, zoals je dat van ACV-Openbare Diensten gewoon bent. Met syndicale groeten, Johan Vermeire
Pag. 23
1
1. Afwezigheden wegens ziekte G. De Lobelle Laatst bijgewerkt op 21 april 2009
I.Wettelijke basis KB 16 maart 20011 – artikel 45 KB 19 november 19982 – Hoofdstuk VIII
II. Algemeen A. Toepassingsgebied Zowel vast benoemd als contractueel personeel: - griffiers, secretarissen en personeel griffie en parketsecretariaten - referendarissen Hof van Cassatie, referendarissen en parketjuristen hoven en rechtbanken - attachés dienst documentatie en overeenstemming der teksten Hof van Cassatie B. Begrip “ziekte of ongeval” Onder “ziekte of ongeval” wordt verstaan: elke ziekte of ongeval in de privé-sfeer, met uitsluiting van de afwezigheden ingevolge arbeidsongeval, ongeval op de weg van of naar het werk en beroepsziekte.
III. Verwittiging - het personeelslid moet zijn afwezigheid wegens ziekte of ongeval onmiddellijk ter kennis brengen aan zijn hiërarchische meerdere - bij afwezigheid van langer dan 1 dag moet het personeelslid zo snel mogelijk een geneeskundig getuigschrift3 indienen bij Medex4. - het geneeskundig getuigschrift moet, gefrankeerd als brief, onmiddellijk toegezonden worden aan het centrum van de regio waar het personeelslid woont - contractuele personeelsleden moeten zich vanaf het begin van hun ziekteperiode eveneens in orde stellen met de geldende voorschriften van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (mutualiteit)
1
KB 16/03/01 betreffende de verloven en de afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan - BS 03/04/01 gewijzigd bij KB 31/07/09 – BS 19/08/09 2 KB 19/11/98 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen- BS 28/11/98, gewijzigd bij KB 17/01/07 – BS 19/02/07 3 zie bijlage 1, pagina 8 4 Bestuur voor Medische Expertise (opvolger van Administratieve Gezondheidsdienst – AGD)
2
IV. Controle A. Vraag tot controle - op vraag van de hiërarchische overheid - op initiatief van Medex B. Controlearts - wordt aangeduid door Medex - personeelslid is verplicht de controlearts te ontvangen of in te gaan op het verzoek om zich te melden C. Controle - vindt plaats in de woon- of verblijfplaats van het personeelslid5 - bij afwezigheid laat de controlearts een bericht achter waarin het personeelslid verzocht wordt zich op vermelde uur en plaats aan te melden bij de controlearts6 - het personeelslid dat de woon- of verblijfplaats mag verlaten, kan door Medex eveneens opgeroepen worden om zich te melden bij de controlearts - het personeelslid dat de woon- of verblijfplaats niet mag verlaten en afwezig is bij controle, wegens redenen van overmacht, kan niet worden verplicht om naar de controlearts te gaan. Het personeelslid dient onmiddellijk contact op te nemen met de controlearts zodat een nieuwe controle kan plaatshebben - het medisch onderzoek mag niet worden geweigerd - het medisch onderzoek mag niet worden belemmerd7 - kan gebeuren vanaf de eerste dag van afwezigheid en tijdens de volledige periode van afwezigheid (dus ook op dagen waarop het personeelslid niet verplicht is te werken)8 - vindt in elk geval plaats tussen 8 uur en 20 uur D. Mogelijke beslissingen van de controlearts - de controlearts overhandigt onmiddellijk schriftelijk zijn bevindingen aan het personeelslid ofwel is de afwezigheid medisch gerechtvaardigd ofwel is de afwezigheid medisch gerechtvaardigd voor een kortere periode dan vermeld in het geneeskundig getuigschrift; in dat geval moet het personeelslid het werk hervatten op de door de controlearts vastgestelde datum ofwel is de afwezigheid medisch ongerechtvaardigd; in dit geval 5
het is van groot belang dat het personeelslid zijn hiërarchisch overheid op de hoogte brengt van elke wijziging van zijn woonplaats of zijn (tijdelijke) verblijfplaats (bvb ziekenhuis, revalidatiecentrum, …) 6 personeelslid dient dus regelmatig, na korte of lange afwezigheid, de brievenbus te controleren 7 nalaten om wijziging van woonplaats of (tijdelijke)verblijfplaats door te geven, kan beschouwd worden als een belemmering van de controle 8 voor personeelsleden die in continudienst werken, kan de controle ook uitgevoerd worden gedurende de periode van 24 uur volgend op het begin van de afwezigheid, zelfs indien op dat ogenblik het personeelslid niet verplicht is te werken
3
moet het personeelslid het werk de volgende werkdag hervatten - indien het personeelslid op het ogenblik van de overhandiging van de bevindingen van de controlearts kenbaar maakt niet akkoord te gaan, wordt dit door de controlearts onmiddellijk vermeld op het document
V. Niet akkoord – scheidsrechterlijke procedure - binnen 2 werkdagen na overhandiging van de bevindingen door de controlearts - de meest belanghebbende partij9 kan mits akkoord van de controlearts, een arts-scheidsrechter aanwijzen om het medisch geschil te beslechten - indien geen akkoord kan bereikt worden binnen de 2 werkdagen kan de meest belanghebbende partij een arts-scheidsrechter aanwijzen die voldoet aan de bepalingen van de wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde en voorkomt op de door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg opgemaakte lijst - de lijst van erkende artsen-scheidsrechters is te vinden op de website www.meta.fgov.be , klikken op “erkenningen” (rechts op het scherm onder “Modules”) en klikken op “controlegeneeskunde: lijst van artsenscheidsrechters”. - arts-scheidsrechter voert een nieuw medisch onderzoek uit - binnen de 3 werkdagen na zijn aanwijzing neemt de arts-scheidsrechter een beslissing - de arts-scheidsrechter brengt zowel de behandelde arts als de controlearts op de hoogte - het personeelslid en Medex worden onmiddellijk schriftelijk bij ter post aangetekende brief verwittigd door de arts-scheidsrechter - tijdens het verloop van de procedure blijft de administratieve toestand geregeld door de bepalingen die betrekking hebben op de afwezigheid wegens ziekte, in zoverre dat de ziekteperiode vermeld in het geneeskundig getuigschrift nog niet afgelopen is - bij negatieve beslissing wordt de periode tussen datum werkhervatting bepaald door de controlearts en datum beslissing arts-scheidsrechter omgezet in non-activiteit - kosten10 van procedure en eventuele verplaatsingskosten van het personeelslid vallen ten laste van de verliezende partij - de kosten worden rechtstreeks betaald aan de arts-scheidsrechter
VI. Gevolgen bij niet indienen getuigschrift, weigeren onderzoek, verhinderen onderzoek A. statutair personeel - bevindt zich van rechtswege in non-activiteit11 - 1 uitzondering: overmacht12 - bij overmacht brengt het personeelslid zijn hiërarchische overheid op 9
in meeste gevallen is dit het personeelslid, maar dit kan ook Medex zijn vastgesteld bij KB 20/09/02 tot vaststelling van de kosten van de procedure in geval van tussenkomst van een arts-scheidsrechter ingevolge toepassing van artikel 31 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten – BS 03/10/02 11 non-activiteit betekent geen recht op wedde en geen aanspraak op bevordering en op bevordering in weddenschaal 12 onder “overmacht” dient te worden verstaan “de niet-toerekenbare onmogelijkheid om zijn verplichting na te komen” 10
4
de hoogte - de hiërarchische overheid gaat al dan niet akkoord met de reden van overmacht B. contractueel personeel - gewaarborgd loon wordt ontzegd13 - 1 uitzondering: overmacht - bij overmacht brengt het personeelslid zijn hiërarchische overheid op de hoogte - de hiërarchische overheid gaat al dan niet akkoord met de reden van Overmacht
VII. Specifieke situaties A. ziekte van één dag - het personeelslid moet pas een medisch attest bezorgen om de derde dag afwezigheid van 1 dag die in het kalenderjaar voorkomt, te rechtvaardigen (na tweemaal een dag zonder attest) - wanneer de controlearts van oordeel is dat de afwezigheid niet gerechtvaardigd is kan het personeelslid vragen om 1 dag jaarlijks vakantieverlof op te nemen, met akkoord van de hiërarchische overheid B. ziekte in de loop van de dag - toelating van de overste om het werk te verlaten om naar huis te gaan of medische zorgen te ontvangen wordt gedekt door een dienstvrijstelling - geen geneeskundig getuigschrift vereist indien de afwezigheid zich beperkt tot die dag - indien de afwezigheid verschillende dagen duurt, zal de dag waarop het personeelslid ziek geworden is, niet aangerekend worden als afwezigheid wegens ziekte of ongeval C. moederschapsverlof en ziekte 1. statutair personeel - onderscheid tussen ziekte te wijten aan de zwangerschap of niet - enkel de periode van ziekte te wijten aan de zwangerschap wordt omgezet in moederschapverlof, wanneer deze valt tussen de 6de tot en met de 2de week voorafgaand aan de bevallingsdatum 2. contractueel personeel - geen onderscheid tussen ziekte te wijten aan de zwangerschap of niet - elke afwezigheid wegens ziekte in de periode van de 6de tot en met de 2de week voorafgaand aan de bevallingsdatum wordt omgezet in moederschapverlof14 13
tussentijdse verhoging wordt vertraagd in verhouding tot de ongewettigde afwezigheid
5
D. verblijf in het buitenland - enkel van toepassing voor statutair personeel15 - mits voorafgaande toestemming van Medex - personeelslid moet zich aanbieden in het bevoegde medisch centrum, minstens 1 week voor vertrek - voorafgaand moet het personeelslid een telefonische afspraak maken - personeelslid dient een attest van de behandelde arts voor te leggen waarin deze het verblijf in het buitenland medisch motiveert E. verminderde prestaties wegens ziekte - enkel van toepassing voor statutair personeel - heeft tot doel het personeelslid opnieuw te laten aanpassen aan het normale arbeidsritme - wordt steeds toegestaan voor een periode van 30 dagen (verlengbaar met nogmaals 30 dagen op vraag van het personeelslid) - prestaties moeten elke dag worden verricht, tenzij de arts van het Bestuur van de medische expertise uitdrukkelijk anders beslist. - verminderde prestaties wegens ziekte moeten steeds aansluiten op een ononderbroken periode van afwezigheid van tenminste 30 dagen - personeelslid dient advies te vragen van de arts van Medex en moet aan de arts van Medex een geneeskundig getuigschrift en een plan voor reïntegratie voorleggen van zijn behandelend arts - het reïntegratieplan moet de vermoedelijke datum van volledige werkhervatting vermelden - de arts van het Bestuur van de medische expertise spreekt zich uit over de medische geschiktheid en bepaalt tevens het percentage16 - het advies van Medex moet ten minste 5 werkdagen vóór de aanvang van de verminderde prestaties bezorgd worden aan het personeelslid - er is dezelfde arbitraire procedure voorzien zoals in geval van niet akkoord met de bevindingen van de controlearts (zie hierboven punt V) F. Aanvraag erkenning “langdurig en ernstige ziekte” - enkel van toepassing voor statutair personeel - in geval van disponibiteit wegens ziekte - personeelslid kan vanaf begin van disponibiliteit onmiddellijk vragen om te verschijnen voor de pensioencommissie - pensioencommissie kan ziekte erkennen als ernstig en langdurig - bij erkenning heeft het personeelslid recht op een wachtgeld dat gelijk is aan 100% van de laatste activiteitswedde, met uitwerking vanaf het moment dat het personeelslid in disponibiliteit werd geplaatst 14
Arbeidswet 16/03/71 – artikel 39 niet op contractueel personeel omdat Medex zich niet in de plaats mag stellen van het ziekenfonds 16 50%, 60% of 80% van de normale prestaties 15
6
G. Ongeval op weg naar het kabinet van de controlearts - in dergelijk geval wordt het personeelslid beschouwd als slachtoffer van een ongeval op de weg van en naar het werk
VIII. Omzendbrieven -
ministeriële omzendbrief nr. 99 van 16 april 2007 ministeriële omzendbrief nr. 99bis van 30 mei 2007 ministeriële omzendbrief nr. 106 van 19 juli 2007 ministeriële omzendbrief nr. 99ter van 7 december 2007 e-mail van 19 december 2008 absenteïsme-team FOD
7
Bijlage I - Medisch attest MEDEX (VOORBEELD) http://intranet.just.fgov.be:81/nl.php3?id_rubrique=504
1. In te vullen door het personeelslid (vóór raadpleging van de arts) Rijksregisternummer : ………………………………..
Geboortedatum: …………….
Medisch nummer MEDEX : ………………………… Naam (identiteitskaart): …………………………………………………… Voornaam: ………………… Straat : ………………………………………………………………… Nr./Bus :……….. Postcode : ………… Gemeente : …………………..………………….. Eventueel, tijdelijke verblijfplaats (ziekenhuis, instelling, andere verblijfplaats tijdens de ziekte) : Benaming van de instelling :……………………………………………………………….. Straat :…………………………………………………………. Nr./Bus :………………… Postcode :………………. Gemeente: …………….…………………… Gegevens werkgever Administratieve code (alleen voor de aangesloten administraties) : …………………………. Benaming administratie : ……………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………... Adres administratie : …………………………………………………………………….
2. In te vullen door de arts Ondergetekende, dokter in de geneeskunde, verklaart heden persoonlijk onderzocht te hebben : Mevr./M. : .……………………………………………. Voornaam: …………………………… en haar/zijn werkongeschiktheid te hebben vastgesteld van ………….tot …...……..inbegrepen. Diagnose: ………………………………………………………………………………………… Deze werkongeschiktheid is te wijten aan: o o o o o o o
Ziekte Hospitalisatie Verlenging van ziekteperiode Arbeidsongeval overkomen op…………………… Verlenging van arbeidsongeval Beroepsziekte Zwangerschap
Datum en handtekening
Het huis verlaten is: o toegelaten o verboden De hierboven vermelde gegevens die het personeelslid in overeenstemming met de modaliteiten inzake het toezicht op sommige afwezigheden meedeelt aan MEDEX, evenals de hierboven vermelde gegevens betreffende de behandelende geneesheer, worden opgenomen in een geautomatiseerde verwerking met als doel het toezicht op de afwezigheden te verzekeren. De houder van deze verwerking is de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu met zetel te 1060 Brussel, Victor Hortaplein 40, bus 10. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens hebben zowel het personeelslid als de behandelende geneesheer het recht mededeling te verkrijgen van de hen betreffende gegevens uit het bestand evenals het recht de verbetering ervan aan te vragen. Aanvullende gegevens over deze verwerking kunnen bekomen worden bij het door de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer gehouden openbaar register.
8
2. Interview met Dhr. Thierry Begeyn Substituut-procureur bij het parket van de procureur des konings bij de rechtbank van eerste aanleg
K. Maes Fotografie: Joris Zwaenepoel Naam: Thierry Begeyn Geboortedatum: 21/09/1964 Werkplaats: Parket van de procureur des konings te Brugge Functie: - substituut-procureur bij het parket van de procureur des konings - leidinggevende van de dienst jeugd en gezin
ACV: Kunt u een kort overzicht geven van uw loopbaan? Een loopbaan bij Justitie betekent dat ik in 1992 benoemd werd als gerechtelijk stagiair op het parket te Brussel. Tijdens de gerechtelijke stage via het arbeidsauditoraat hier in Brugge werd ik ten slotte benoemd op 8 februari 1995 tot substituut procureur des konings op het parket te Brugge. ACV: Wat houdt een dergelijke functie juist in? Sedert het begin van dit jaar ben ik het hoofd van de dienst jeugd en gezin van het parket Brugge. In eerste instantie zijn wij diegenen die misdrijven onderzoeken, opsporen en desgevallend vervolgen. Dat is natuurlijk heel bondig uitgedrukt, maar er komt daar veel bij kijken. Je hebt enerzijds de contacten met de politiemensen waarmee je samenwerkt om inderdaad strafbare feiten te gaan onderzoeken. Anderzijds is er het luik waarbij wij de zwaardere dossiers overmaken aan een onderzoeksrechter en dan eigenlijk binnen het kader van een gerechtelijk onderzoek de zaken verder opvolgen om op het einde van de rit al dan niet over te gaan tot vervolging. Maar binnen de opsporingsonderzoeken, gaan wij ook heel vaak over tot het voorstellen van alternatieve sancties, strafbemiddeling, of herstelbemiddeling. Er worden ook minnelijke schikkingen voorgesteld. Daarnaast worden er mensen al eens gewoon vermaand. Zeker in de materie van intra-familiaal geweld wordt er heel vaak uitgekeken om de zaken alternatief aan te pakken, omdat met loutere strafvervolging vaak weinig resultaat geboekt wordt. Het aspect jeugd en gezin betekent ook dat we een heel luik jeugd-dossiers hebben waarin er samengewerkt wordt met de jeugdrechters, de jeugdrechtbank en de sociale dienst van de jeugdrechtbank. Daarnaast is er een sociaal luik, sociale sector, comités bijzondere jeugdzorg en bemiddelingscommissie. Dit is een heel boeiend gegeven, maar de laatste jaren enorm toegenomen, door de stijging van het aantal echtscheidingen maar ook omwille van de verhoogde aandacht zowel mediathiek als door de overheid FOD Justitie die dat intussen ook belangrijker acht dan vroeger. Toen had men alleen maar oog voor de grote criminaliteit. Men is dus beginnen beseffen dat er binnenshuis heel veel criminaliteit was die het daglicht niet zag en waar er toch ook een oplossing voor nodig was en dat is nu hetgeen waar wij ons voornamelijk op richten. Het is evident dat dit een heel andere aanpak vraagt dan de klassieke manier van criminaliteitsaanpak. Vrouwenmishandeling is trouwens ook een 9
problematiek die zelfs een psychiatrisch luik kent. Bij het battered-women syndroom gaan wij bijsturen door psychologische begeleiding te gaan opleggen voor het slachtoffer. Deze mensen moeten soms gedwongen worden tot hulp omdat ze het in feite zelf niet willen inzien. Al deze factoren maken dit tot een heel boeiende, maar geen evidente job om tot resultaten te komen. Mijn bijkomende opleiding als sociaal assistent is zeker een pluspunt in deze intra-familiale problematiek. ACV: Hoe ziet uw dagindeling eruit? Deze bestaat er voor mij in om het telefoonverkeer van de afgelopen 24 uur naar prioriteit te behandelen. Dit geldt ook voor de binnen gekomen processenverbaal. Als leidinggevende van de dienst jeugd en gezin is één van mijn belangrijkste taken het managen van mijn parketjurist, parketcriminoloog en collega’s van de dienst. Mijn middagpauze is eigenlijk mijn dagelijkse sportpauze. Mijn moment om ‘uit te waaien’ in de polders tussen Brugge en Damme. Na 14 à 15 kilometer trainen en een verkwikkende douche, vertrek ik terug naar het werk om mijn dagtaak verder te zetten. Naast het runnen van de dienst jeugd en gezin, zetel ik ook als magistraat van het openbaar ministerie. De zittingen kunnen voor ons opgedeeld worden in drie soorten. De correctionele zittingen waarop we iemand gedagvaard hebben, maar hierin zetel ik de laatste tijd minder en laat ik deze over aan mijn collega’s. De zittingen op de jeugdrechtbank neem ik dan wel voor mijn rekening. Op woensdagnamiddag zijn dit protectionele zittingen waar men dossiers behandelt van minderjarigen die in problematische opvoedingssituaties terecht zijn gekomen of die eventueel al misdrijven hebben gepleegd. De donderdagochtend zijn er dan de burgerlijke zittingen op de jeugdrechtbank. Daarop worden geschillen behandeld tussen koppels die uit elkaar zijn, die gezamenlijke kinderen hebben en die niet tot een regeling in verband met de kinderen kunnen komen. Een groot toenemend probleem in de jeugdbescherming is het nijpend tekort aan opvang. Zoals iedereen weet uit de media zitten de instellingen nokvol. Zo is het moeilijk om krachtdadig op te treden naar deze jonge misdadigers, want zij weten ook dat we hen moeilijk kunnen plaatsen. Dit is redelijk frustrerend. We proberen dit te relativeren en putten vooral moed uit enkele succesvolle zaken om gemotiveerd te kunnen verder werken. Gelukkig heb ik dus mijn triatlonsport om mijn gedachten terug te ordenen en mijn geest weer helder te maken.
10
ACV: En wat met uw vrije tijd? Gemiddeld kan ik stellen dat ik een 10 à 11 uren per week looptraining houd. Dit is ten opzichte van collega-triatleten relatief laag, maar voor mij is dat voldoende. Zwemmen doe ik tweemaal pet week en fietsen is mijn zwakste broertje. Dat beperkt zich tot een tweetal uren per week op de rollen, wegens tijdsgebrek. Eénmaal in drie maanden, train ik mee met de fietstraining van ons Triatlonteam uit Brugge. Ondertussen ben ik 45 jaar en mag ik zeggen dat ik, aangezien ik blessurevrij blijf, relatief goed scoor. Ik piek dan meestal naar de belangrijke wedstrijden. Dit zijn de wedstrijden in het Iron-man circuit. (3,8 km zwemmen, 180 km fietsen en 1 marathon lopen) Hiervan heb ik reeds 11 edities op mijn palmares: waaronder Brazilië, Maleisië en natuurlijk Hawaï. Maar bijvoorbeeld ook Klagenfürt in Oostenrijk en Lanzarotté zijn mooie locaties. Op mijn verlanglijstje staan onder andere nog Zuid-Afrika, Canada, Australië en Arizona (USA). Door mijn vaste gemiddelde tijd en mijn snelle recuperatie ben ik in de ranking van mijn leeftijdscategorie altijd maar aan het stijgen. Dit stimuleert mij natuurlijk om nog door te gaan. ACV: U bent ook verbonden aan de Triatlon van Brugge, wat is daar uw functie? De Triatlon in Brugge is het geesteskind van mij en een aantal vrienden. We hebben de aanzet gegeven om het op de kaart te zetten. Ik was het die de brug heeft weten leggen tussen de overheden (politieke en politie) en de organisatie. Ik denk dat we na al de voorbije edities hebben bewezen dat het een haalbare kaart was om dit in Brugge te organiseren. En met meer dan 1000 deelnemers is dit zeker geen sinecure. Mijn taak is om het totaaloverzicht te behouden want we zijn toch de grootste triatlon wedstrijd van het land geworden. De organisatie is opgesplitst in afdelingen, want je organiseert eigenlijk drie sportwedstrijden. Het blijkt een goeie formule te zijn want er is een veel grotere vraag naar deelname dan het door ons begrensde aanbod. We proberen het ook altijd aantrekkelijk te houden door ons onder meer te richten naar bedrijven. Ook financieel zijn we goed bezig want elk evenement is een nuloperatie. Elke ‘verdiende’ euro wordt terug in de wedstrijd en het organiserend team geïnvesteerd. ACV: Wat is uw volgende uitdaging? Zolang het lichaam toelaat om te sporten, sport ik. Ik heb eigenlijk al mijn aanvankelijke droom kunnen waarmaken door te mogen starten in 2007 aan de triatlon in Hawaï, die in feite het einddoel is van elke triatleet. Het is zeker geen evidentie maar ik was toch de dertigste in mijn leeftijdscategorie. Ik ben eigenlijk wat dat betreft heel tevreden maar natuurlijk verlegt een mens zijn doelstellingen. Nu is mijn droom om, als ik ooit nog eens in Hawaï mag starten, een positie te behalen in de top tien. Ik blijf ervoor gaan zolang de gezondheidsgoden met mij mee zijn en de job het toelaat. Ik mag mijn korpschef dankbaar zijn dat hij dat mogelijk heeft gemaakt, want het is geen evidentie voor een parketmagistraat om midden in een gerechtelijk jaar dan toch een aantal weken afwezig te blijven. Het vraagt van de collega's en van de korpschef toch wat engagement om toe te laten dat één van de collega's dat gaat doen. Ik ben hen daar heel dankbaar voor.
11
3. Rechterlijke Orde Deontologie Deel 1 G. De Zutter en N. Lhoest Over een gevoelig – en a fortiori dan ook een beetje onbekend – onderwerp als “deontologie”, is er op het terrein niet al te veel literatuur te vinden en voor handen. Het is dan ook de bedoeling om – op regelmatige wijze – nu en dan eens door dit toch belangrijke parcours te fietsen. Indien men over de deontologie van een aantal functies en/of beroepen wil spreken of schrijven, dient men eerst en vooral: a. deze functies en/of beroepen en b. de ambtsverrichtingen en taken ervan te kennen. Er zal dus moeten nagegaan worden: 1.welke verwaarlozing van taken of ambtsverplichtingen en 2.welk gedrag afbreuk doet aan de goede werking van justitie en/of hoe het vertrouwen in die instelling beschaamd kan worden.
Het is dan ook noodzakelijk eerst enkele begrippen toe te lichten of te herinneren. Vooreerst het woord ‘deontologie’ zelf. Het is samengesteld door de Griekse woorden “deon” hetgeen ‘het doen, het nodige’ betekent en “ logica”, dat als ‘ verhandeling’ begrepen kan worden. Dus in feite: ‘de leer van het doen of de leer van de plicht of plichtenleer’. Elk beroep, elk ambt heeft zijn eigenheid en zijn specifiteit…. Dus zijn eigen deontologie met de uiteindelijke bedoeling om vertrouwen of geloofwaardigheid te geven en een goede werking te garanderen. Het is dan ook onmiskenbaar dat de rechtzoekende verwacht dat elke medewerker van het gerechtelijk gebeuren vandaag zijn verantwoordelijkheid opneemt en op zoek gaat naar een eigentijdse deontologie van zijn ambt of zijn functie. Gerechtelijke deontologie is – hoe contradictorisch het ook klinkt in een wereld van de geschreven teksten – minimaal uitgedrukt in wetteksten…. Zelfs rechtsleer en rechtsspraak zijn zuinig. Onze deontologie is grotendeels ongeschreven. De basisdeontologie wordt opgetekend uit jarenlange beroepservaring in die groep, die groeide uit rechtspraak van de tuchtstraffen gedurende een bepaalde tijd, ingevolge het schenden van de beroepscode. Men vertrekt van hetgeen gekend is, daarna vult men steeds verder in, volgens de steeds wijzigende maatschappelijke normen en gebruiken. De deontologie van een groep is dus eigenlijk nooit definitief en nooit volledig. Waarop steunt men zich uiteindelijk dan wel? Het geheel van gedragsregels, ofwel geschreven en evengoed ongeschreven, die de verplichtingen uitmaken van diegenen die behoren tot een bepaald werkmiddengroep. Dit kan zowel handelen over interne verhoudingen als over hun verhouding tot derden. 12
In de eerste plaats op geschreven stukken, zoals wetteksten, rechtsleer, beoordelingscriteria uit periodieke evaluaties, omzendbrieven en/of dienstnota’s en sinds 2007 in het pakket van opleidingen. Anderzijds uit gebruiken, tradities en overlevering. De enige geschreven wettelijke bepaling, die, bij mijn weten, de criteria vastlegt waarop de gerechtelijke deontologie stoelt – zonder het woord ‘deontologie’ erin zelf te noemen - , is artikel 404 van het Gerechtelijk Wetboek: “ Op diegenen die hun ambtsplichten verzuimen of door hun gedrag afbreuk doen aan de waardigheid van hun ambt, kunnen de tuchtstraffen, bepaald in dit hoofdstuk, worden toegepast. De in dit hoofdstuk vastgestelde tuchtstraffen kunnen tevens worden toegepast ten aanzien van diegenen die de taken van hun ambt verwaarlozen en zodoende afbreuk doen aan de goede werking van de justitie en aan het vertrouwen in die instelling.” Deze tekst is dan nog vrij algemeen en vaag. Men spreekt er uitsluitend van ‘plichten’ en van ‘straffen’, niettegenstaande elke vorm van samenleving uiteindelijk bestaat uit een gezonde mix van rechten en plichten. Voor de personeelsleden van Justitie werd eerst met de omzendbrief nr. 58 van 27 mei 2005 aan elk personeelslid zelfs tegen ontvangstbewijs het “arbeidsreglement, overeenkomstig de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen “ overhandigd. De wet van 18 december 2002 had immers de verplichting om een arbeidsreglement op te stellen uitgebreid naar de openbare sector. Het bleek dat de statutaire en contractuele personeelsleden slecht geïnformeerd waren omtrent de voorwaarden die op hun arbeidsovereenkomst of – verhouding van toepassing waren. Dit arbeidsreglement, waarin duidelijk rechten en plichten vermeld staan, plant samen met de wet van 25 april 2007 “tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzonderheid met betrekking tot bepalingen inzake het gerechtspersoneel van het niveau A, de griffiers en de secretarissen en inzake de rechterlijke organisatie”, een mijlpaal waarop straks de personen die zich over de deontologie van dit personeel moeten buigen, ook moeten en kunnen terugvallen.
13
4. Loopbaan – Opleidingen D. De Vriese en K. Maes
1. HET OPLEIDINGSINSTITUUT VAN DE FEDERALE OVERHEID (OFO) http://www.fedweb.belgium.be/nl/opleidingen_en_ontwikkeling/ofo/ http://intranet.just.fgov.be:81/nl.php3?id_rubrique=44 (Rechterlijke Organisatie) Competenties ontwikkelen betekent nieuwe kennis verwerven om beter te functioneren op de werkplek. Dit is een continu proces waarmee je je zowel persoonlijk als professioneel kunt ontwikkelen in het kader van je loopbaan. Op de site van OFO vind je verschillende soorten opleidingen: • Standaardopleidingen, onderverdeeld in 6 domeinen: - pc-vaardigheden - talen - persoonlijke effectiviteit - management en humanresourcesmanagement - bestuurskunde - opleidingsmethodologie en kennismanagement Verschillende brochures kan je via de site downloaden. • Gecertificeerde opleidingen, onderverdeeld per niveau (A, B, C en D) en per vakrichting (voor niveau A) of functiefamilie (voor de niveaus B, C en D) • Begeleiding van de stagiairs van niveau A: specifiek opleidingsprogramma voor de nieuwe statutairen van niveau A • Voorbereiding van een overgangsselectie: begeleiding van de statutairen die wensen door te groeien in hun loopbaan door deel te nemen aan de overgangsproeven naar een hoger niveau (A, B of C) • Public Management Programme (PuMP): intensieve opleiding overheidsmanagement voor de personeelsleden van niveau A. Laten we de drie grootste soorten opleidingen uit het aanbod van OFO onder de loep nemen, aangezien dit degene zijn waarvoor er het meest interesse getoond wordt. A. Standaardopleidingen Bij de meeste standaardopleidingen worden reeds de data van de opleidingssessies vermeld. Ze worden louter ter informatie meegedeeld.
14
Opgelet : je kan niet rechtstreeks de opleidingsdata kiezen die jou het best passen op het moment van je inschrijving. Enkel wie ingeschreven is, een uitnodigingsbrief van het OFO heeft ontvangen en zijn deelname heeft bevestigd, wordt tot de opleiding toegelaten. Je moet ook je uitnodiging meebrengen wanneer je op de dag(en) van de opleiding naar het OFO komt. Inschrijvingsprocedure: Download het inschrijvingsformulier http://www.fedweb.belgium.be/nl/opleidingen_en_ontwikkeling/ofo
te
vinden
op
Vul de rubrieken in die bestemd zijn voor de kandidaat en onderteken het formulier. Leg het formulier voor aan je functionele chef voor akkoord. Stuur het formulier naar de opleidingsverantwoordelijke van jouw organisatie. Je opleidingsverantwoordelijke schrijft je rechtstreeks in via het opleidingsbeheersysteem (ITMA) van het OFO. Kort nadat het OFO je inschrijving ontvangen heeft, krijg je een uitnodigingsbrief toegestuurd met de concrete data van de sessie met als bijlage een vragenlijst en een antwoordformulier. Bevestig je deelname aan de hand van het antwoordformulier, dat je vóór de in de brief vermelde datum terugstuurt. Enkele weken voor de opleiding van start gaat, ontvang je een bevestiging van je deelname. Als je echter verhinderd zou zijn om de opleiding te volgen, moet je het betrokken OFO-secretariaat daarvan op de hoogte brengen. B. Gecertificeerde opleidingen http://www.fedweb.belgium.be/nl/opleidingen_en_ontwikkeling/gecertificeerde_opleidinge n/index.jsp http://intranet.just.fgov.be:81/nl.php3?id_rubrique=44(Rechterlijke Organisatie) Dankzij de gecertificeerde opleidingen kan je je kwalificaties en competenties updaten en ontwikkelen. Ze sluiten af met een test die nagaat of je de leerdoelstellingen in voldoende mate behaald hebt. Als je voor de test slaagt, krijg je, naargelang je situatie en je niveau, een competentietoelage (premie) of een verandering van weddeschaal. Om voor de test te slagen, moet je minstens 60% behalen. Raadpleeg voor meer informatie over de premie en de gevolgen voor je loopbaan het deel van de website over de loopbaan van het Rijkspersoneel. Je bent niet verplicht een gecertificeerde opleiding te volgen. Jij beslist of je al dan niet je competenties verder wenst te ontwikkelen. De keuze van een gecertificeerde opleiding moet beantwoorden aan de behoeften van je dienst en moet nuttig zijn voor je functie. Je verzendt je aanvraag tot deelname met het daarop vermelde advies van je functionele chef . Inschrijvingsprocedure: Download het inschrijvingsformulier te vinden op http://www.fedweb.belgium.be/nl/opleidingen_en_ontwikkeling/gecertificeerde_opleidinge n/inscription. Vul de rubrieken in die bestemd zijn voor de kandidaat en onderteken het formulier.
15
Leg het formulier voor aan je functionele chef, waarop hij zijn eventueel advies kan vermelden. Het akkoord van de functionele chef is niet uitdrukkelijk nodig. Hij dient het enkel te ondertekenen voor kennisname. Stuur het formulier naar de opleidingsverantwoordelijke van jouw organisatie. Kort nadat het OFO je inschrijving ontvangen heeft, krijg je een uitnodigingsbrief toegestuurd met de concrete data. Enkele weken voor de opleiding van start gaat, ontvang je een bevestiging van je deelname. Als je echter verhinderd zou zijn om de opleiding te volgen, moet je de opleidingsverantwoordelijke daarvan op de hoogte brengen. De gecertificeerde opleidingen worden aangeboden per niveau en per vakrichting of functiefamilie. Maar heel wat opleidingen staan open voor alle vakrichtingen en functiefamilies. Zij richten zich op het ontwikkelen van meer generieke competenties die in de meeste functies voorkomen. Sommige opleidingen staan ook open voor deelnemers van verschillende niveaus. In die gevallen is de opleiding identiek, maar is er een verschil qua moeilijkheidsgraad op niveau van de test. Het aanbod van gecertificeerde opleidingen wordt minstens één keer per jaar herbekeken en herschikt in functie van opleidingsnoden en deelnemersaantallen. Dit kan tot gevolg hebben dat nieuwe opleidingen worden toegevoegd, maar ook dat opleidingen uit het aanbod geschrapt worden. Deelnemers die op de wachtlijst stonden van een opleiding die uit het aanbod verdwijnt, krijgen de kans een andere opleiding te kiezen, zonder dat ze hun rechten verliezen wat de begindatum van de premie betreft. Ze worden er door het OFO per brief van op de hoogte gebracht dat ze een andere keuze moeten maken. Deelnemingsvoorwaarden • stagiairs: je kunt je inschrijven vanaf de laatste maand van je stage. • statutaire personeelsleden: je moet 1 jaar niveau-anciënniteit hebben om je te kunnen inschrijven. • contractuele personeelsleden: je moet 1 jaar anciënniteit zonder onderbreking hebben in de bewuste functiefamilie om je te kunnen inschrijven.
C. Voorbereiding op overgangsselectie http://www.fedweb.belgium.be/nl/opleidingen_en_ontwikkeling/voorbereiding_op_overgan sselectie/index.jsp http://intranet.just.fgov.be:81/nl.php3?id_rubrique=44(Rechterlijke Organisatie) Een voorbereiding op een overgangsselectie vergt een permanente inspanning en een proactieve aanpak en kadert binnen een competentieontwikkeling op langere termijn. Wacht dus niet tot er een selectie aangekondigd wordt om je voor te bereiden! De standaardopleidingen van het OFO bieden je de kans om in overleg met je functionele chef en je opleidingsverantwoordelijke een opleidingstraject te bepalen dat je helpt je competenties continu te ontwikkelen.
16
2. INSTITUUT VOOR GERECHTELIJKE OPLEIDINGEN (IGO) Website: www.igo-ifj.be Het IGO is het onafhankelijk federaal orgaan dat verantwoordelijk is voor het concept en de uitvoering van het integraal ontwikkelings- en opleidingsbeleid voor de magistraten en leden van rechterlijke orde teneinde bij te dragen tot een kwaliteitsvolle justitie. Het IGO werd opgericht in 2007 en heeft de taak overgenomen van de FOD Justitie – gerechtelijke opleidingen. Het IGO is na heel wat opstart-moeilijkheden in 2009 (betrekken van een eigen gebouw, de inrichting ervan, het aanwerven van medewerkers, …) stilaan begonnen met de uitbouw van het aanbod van de interne opleidingen, waarmee tegemoet zal gekomen worden aan de specifieke behoeften van de leden en medewerkers van rechterlijke orde. Het IGO wordt geleid door haar directeur mevrouw Edith Van den Broeck en zij wordt hierin bijgestaan door mevrouw Béatrice Homans (adjunct-directeur opleiding magistraten) en mevrouw Thérèse Tuts (adjunct-directeur opleiding personeel rechterlijke orde). De administratie van het IGO wordt verzorgd door een tiental medewerkers. De Raad van Bestuur ziet toe op de goede werking van het IGO. In deze raad van bestuur zetelt o.m. onze nationaal voorzitter ACV-openbare diensten – Hoven en rechtbanken, de heer Guy De Lobelle. Het IGO organiseert 2 soorten opleidingen: • de interne opleidingen die georganiseerd worden voor de magistraten, de gerechtelijke stagiairs, de griffiers, de parketsecretarissen en de andere personeelsleden van de rechterlijke orde; (dit zijn dus de opleidingen die georganiseerd worden door en met het IGO en welke meestal doorgaan in de gebouwen van de FOD Justitie of in de gebouwen door het IGO gekozen.) • de externe opleidingen waaraan magistraten en personeelsleden van de rechterlijke orde deel kunnen nemen met ten laste neming van hun inschrijvingskosten door het IGO; (dit zijn dus de opleidingen die georganiseerd worden door organisaties, verenigingen,opleidingscentra, privébedrijven die doorgaan op hun eigen gekozen locaties en waarvoor het IGO enkel tussenkomt in de deelnemingskosten. De interne opleidingen worden voor een goede werking nog eens verdeeld in de opleidingen voor de magistraten en gerechtelijk stagiairs enerzijds en anderzijds de opleidingen voor het Personeel Rechterlijke Orde. Deze beide groepen hebben de keuze uit drie soorten vormingen : de initiële opleiding, de permanente opleiding en de loopbaanbegeleiding. Op het programma van het IGO staan o.m. voor december 2009 een opleiding inzake tucht. Voor februari 2010 is er een examen niveau A gepland (A2 – A3). Dit examen zal een ‘Assesments’17-proef zijn. Aangezien er niet veel mensen vertrouwd zijn met dit soort proeven, zal het IGO samen met SELOR infosessies organiseren voor de thans 140-tal ingeschreven kandidaten.
17
Eigentijdse benaming voor “de psychologische test’ aangevuld met een aantal praktijksimulaties (rollenspellen of praktijkopdrachten). Er zijn drie soorten assessment : de selectieassessment, de ontwikkelingsassessment en de loopbaanassessment.
17
In mei 2010 zal er een bevorderingsexamen worden georganiseerd voor griffier/secretaris (niveau B). Dit zou een computerexamen worden, georganiseerd door SELOR. Het is ook de bedoeling dat het IGO voor dit examen een specifieke opleiding zal organiseren in vervanging van de traditionele opleiding voor griffier/secretaris. Voor het volledige programma en aanbod van opleidingen door het IGO, raadpleegt u het best hun website.
18
5. Parlementaire vragen http://www.dekamer.be/kvvcr/showpage.cfm?section=/qrva&language=nl &cfm=qrvaList.cfm&rightmenu=right bulletin nr. 75 en 76 DO 2008200909350 Vraag nr. 748 van mevrouw de volksvertegenwoordiger Valérie De Bue van 08 juli 2009 (Fr.) aan de minister van Justitie: Personen met tatoeages die aanstoot kunnen geven of op een ongepaste plaats zijn aangebracht. - Uitsluiting van de selectie door Justitie. Met sommige personeelsleden die Justitie aanwerft, heeft de bevolking visueel contact, in het bijzonder bij de griffies en de rechtbanken. Vele mensen hebben tegenwoordig tatoeages of piercings. Voor sollicitanten die tot deze groep behoren, zou het erg jammer zijn dat ze een baan in het openbaar ambt zouden mislopen om een al met al vrij futiele reden. 1. Kunnen kandidaten voor een betrekking bij de griffies, de diensten van het parket of de hoven en rechtbanken van de selecties worden uitgesloten omdat ze een tatoeage hebben die aanstoot kan geven of op een ongepaste plaats is aangebracht? 2. a) Kunt u de eisen van de griffies, de parketten en de hoven en rechtbanken op dat vlak toelichten? b) Welke voorschriften gelden er op dat vlak, en welke richtlijnen hebt u uitgevaardigd? 3. a) Zijn de vigerende regels toereikend? b) Is er een evaluatie of herziening van die regels gepland? 4. Kunt u meedelen of er vaak kandidaten van de selecties worden uitgesloten omdat ze een tatoeage of een piercing hebben, en over hoeveel personen het bij benadering gaat? Antwoord van de minister van Justitie van 04 september 2009, op de vraag nr. 748 van mevrouw de volksvertegenwoordiger Valérie De Bue van 08 juli 2009 (Fr.): 1. De selecties van kandidaten voor betrekkingen bij de griffies of parketsecretariaten zijn enkel gebaseerd op het diploma dat vereist is voor de toe te kennen betrekking en het resultaat van de vergelijkende proef. 2.3. Enkel de algemene bepaling inzake respect van de waardigheid van het ambt (artikel 404 Gerechtelijk Wetboek) bestaat. Er is geen enkele specifieke richtlijn aangenomen met betrekking tot een tatoeage of een piercing. 4. De jury van een vergelijkende selectie is onafhankelijk om op basis van de antwoorden van een kandidaat te beslissen over het slagen of zakken van een kandidaat. De vermelding van de aanwezigheid van een tatoeage of een piercing werd nooit naar voren gebracht. 19
DO 2008200905827 Vraag nr. 223 van mevrouw de volksvertegenwoordiger Rita De Bont van 15 januari 2009 (N.) aan de minister van Justitie: Departementen. - Personeelsuitgaven. - Afslanking overheid. In zijn beleidsverklaring van de regering heeft de eerste minister het over het optimaliseren van de overheidsdiensten en een strikt uitgavenbeleid dat zich vertaalt in een betere inzet van de personeelsuitgaven. Men was het er binnen de schoot van de regering nog niet helemaal over eens in welke mate deze besparing ook een besparing in het aantal ambtenaren zal betekenen. In de Vokastudie 08 "Efficiënte overheid: Meer mogelijk maken met minder middelen" stelt men echter duidelijk dat enkel een slankere overheid toelaat middelen vrij te maken voor de aanpak van de vergrijzing, meer te investeren in de groeikracht van de economie en de fiscale lasten voor de burgers en ondernemingen te verzachten. Terwijl in de meeste Europese landen sprake is van een vermindering van het aantal werkenden in de publieke sector (backoffice), gaat men bij ons, waar het aantal ambtenaren bij de publieke administratie al een maximum heeft bereikt, de omgekeerde weg op. Nochtans biedt de nakende vergrijzing, waardoor ook veel ambtenaren zullen uittreden, een belangrijke gelegenheid om de backoffice van onze overheid af te bouwen. Daarom zijn er echter doelstellingen nodig die ook nagestreefd en gehaald worden. 1.Zijn er binnen uw departement plannen om het aantal ambtenaren concreet te verminderen? 2.Is er in uw departement reeds onderzoek verricht om een eventuele afbouw door te voeren zonder te moeten inbinden op de geleverde kwaliteit? 3.Werden er binnen uw departement al kwantitatieve doelstellingen naar analogie met de doelstellingen van de Vlaamse overheid onder het motto "geen snoei, geen bloei" voorgesteld? 4.Werden er binnen uw departement al maatregelen genomen om de mensen die er werken mobieler te maken of programma's ingevoerd om de efficiëntie te verhogen door interne werkprocedures te optimaliseren? 5.Zo niet, overweegt u om in de toekomst de personeelsuitgaven in uw departement te optimaliseren?
Antwoord van de minister van Justitie van 10 september 2009, op de vraag nr. 223 van mevrouw de volksvertegenwoordiger Rita De Bont van 15 januari 2009 (N.): Graag wil ik het Geachte Lid verwijzen naar de beleidsverklaring van de minister van Ambtenarenzaken en de omkadering van het budget 2009 waarin de problematiek wordt aangepakt. De FOD Justitie zal zich ook in die optiek inschrijven.Ik moge er echter op wijzen dat de FOD Justitie inspanningen doet om de discussie te objectiveren door de invoering van werklastmetingen.De BPR Just-intime heeft een algemeen raamwerk gecreëerd voor de centrale diensten. De BPR Justitiehuizen heeft een werklastmodel uitgewerkt waarin de variabelen jaarlijks worden aangepast om de gevolgen op de noodzakelijke effectieven te kunnen inschatten. Eenzelfde oefening is reeds bezig voor onderdelen van de griffies en parketten. Het is mijn bedoeling een gelijkaardige inspanning te leveren voor de zetel. Waar dergelijk werklastmodel niet bestaat wordt de evolutie naar de effectieven gerelateerd aan objectiveerbare elementen, zoals bijvoorbeeld de evolutie van het aantal gevangenen versus het 20
aantal penitentiaire agenten. Bij dergelijke beperkte werklast- vergelijking riskeert men echter een aantal inhoudelijke aspecten uit het oog te verliezen, bij voorbeeld de supplementaire werkdruk ten gevolge van de uitvoering van de basiswet.Gezien de FOD Justitie op het vlak voor ICT nog steeds een reële achterstand heeft ten aanzien van andere departementen, kon uit de modernisering van sommige processen nog geen afdoende tijdswinst gehaald worden. Daarenboven sta ik erop dat ook actief gezocht wordt naar werklastverlaging door administratieve vereenvoudiging. §§§ DO 2008200909321 Vraag nr. 740 van de heer volksvertegenwoordiger Filip De Man van 06 juli 2009 (N.) aan de minister van Justitie: Het verlenen van de toegang tot het Justitiepaleis in Brussel aan gesluierde moslima's. Bij het bekijken van het RTL-journaal van 24 juni 2009 steeg mijn verbazing met de minuut: beelden werden getoond vanuit het Brussels Justitiepaleis waar zich vier gesluierde moslima's bevonden. Het ging om aanhangsters van een reeds veroordeelde moslimterrorist, die op voornoemde dag - tevergeefs - zijn uitwijzing naar de Verenigde Staten had betwist. Heel concreet was te zien hoe de moslima's een "niqab" droegen, een islamitisch gewaad dat het hele lichaam bedekt en enkel een spleet vrijlaat voor de ogen. Meer zelfs: een van hen gaf ter plekke een persconferentie in dergelijke "niqab", zonder door welk veiligheidspersoneel dan ook te worden opgepakt. Nochtans bleek uit de beelden dat heel wat veiligheidsmensen aanwezig waren. 1. Is het tegenwoordig toegelaten om gemaskerd rond te lopen in een justitiepaleis? 2. Wordt er misschien een uitzondering gemaakt voor moslima's? 3. Mogen zij islamitische gewaden dragen zoals de "niqab", de "burka" en andere "tsjadors"? 4. Overweegt u ter zake dringend maatregelen treffen? 5. Welke maatregelen zijn dat dan wel?
Antwoord van de minister van Justitie van 04 september 2009, op de vraag nr. 740 van de heer volksvertegenwoordiger Filip De Man van 06 juli 2009 (N.): Ik wijs er het geachte lid op dat gerechtsgebouwen behoren tot het publiek domein. Ter zitting geldt het artikel 759 van het Gerechtelijk Wetboek welke stelt dat "de toehoorders de zittingen bijwonen met ongedekte hoofden, eerbiedig en stilzwijgend". §§§ DO 2008200906467 Vraag nr. 298 van de heer volksvertegenwoordiger Renaat Landuyt van 15 januari 2009 (N.) aan de minister van Justitie: Begroting 2009. - Besparing inzake personeelskosten. Budget 2009
21
In uw beleidsnota stelt u dat er meer dan 10 miljoen euro moet worden bespaard inzake personeelskosten. U hebt deze opdracht - blanco - doorgeschoven aan de voorzitter van de FOD Justitie. Tijdens de bespreking van de beleidsnota op 26 november 2008 in de commissie voor de Justitie stelde ik u de vraag of u niet zelf enige richtlijnen hebt gegeven. U ontweek toen de vraag. Waar en hoe zal u bezuinigen op personeel? Antwoord van de minister van Justitie van 10 september 2009, op de vraag nr. 298 van de heer volksvertegenwoordiger Renaat Landuyt van 15 januari 2009 (N.): Justitie, zoals andere departementen, hebben een inspanning geleverd om solidair het federale overheidsbudget binnen de grenzen te houden, zoals afgesproken op de ministerraad van 23 oktober 2008. Daartoe werd voor Justitie inderdaad een bedrag van 9 694 221 euro vooropgesteld. Het is u niet onbekend dat de beleidsverklaring het accent legt op een efficiënte strafuitvoering. In die optiek werden de gevangenissen en justitiehuizen niet in dezelfde mate als de andere entiteiten van Justitie ingebed in de besparingsgolf. De verhoging van het aantal gevangenen, de groei van Elektronisch Toezicht en de alternatieve straffen noodzaken een alerte opvolging om de creatie van achterstanden te vermijden. Binnen Justitie doen zich echter 2 zeer verschillende situaties voor qua budgettechniek, enerzijds het systeem van enveloppes en anderzijds het wettelijk kader van de rechterlijke organisatie. Voor wat de enveloppes betreft, geldt sinds 5 jaar het principe dat elk leidend ambtenaar in functie van de hem toegewezen kredieten de prioriteiten voor het lopende jaar vastlegt inzake aantallen en profielen en aldus het gebruik van de personeelskredieten optimaliseert ten aanzien van de beoogde resultaten. Die oefening wordt gegoten in een personeelsplan dat door het directiecomité, de inspectie van financiën en met advies van de vakbonden aan de minister van Justitie wordt voorgelegd. Deze vraagt daarenboven het akkoord van de minister van Ambtenarenzaken en de staatssecretaris van Budget. Op die manier wordt elk jaar opnieuw een nieuw operationeel kader vastgelegd. Voor wat de kredieten betreft van de Rechterlijke Organisatie zijn deze momenteel niet in een enveloppesysteem ingebed. De referentie voor personeelsuitgaven is en blijft het vaste wettelijke gegarandeerde personeelskader. Hier stelt zich dus de concrete vraag in hoeverre dit kader kan ingevuld worden (decalage tussen vertrek en vervanging, deeltijdse afwezigheden, ... enz) en in hoeverre het op basis van de realisaties van vorig jaar mag ingevuld worden. De continue oefening, elk maand opnieuw, is het na te gaan in hoeverre besparingen de doelstelling van het wettelijk gegarandeerde kader zouden kunnen beïnvloeden. De praktijk van de voorbije jaren heeft echter geleerd dat steeds 1 à 1,5% van het budget de facto niet kan gebruikt worden omdat een 100% ideale invulling alle dagen van het jaar de facto niet kan gegarandeerd worden.
22
6. Faits Divers - Krantenkoppen Cassatie maakt ontslag trage rechter ongedaan Het Nieuwsblad: 31/11/2009 Het Hof van Cassatie heeft het ontslag van ambtswege van de Brugse rechter Paul Verstraete ongedaan gemaakt. De man krijgt als tuchtsanctie wel twee maanden gedeeltelijke inhouding van zijn wedde, omdat zijn achterstand te hoog opliep. Dat wordt maandag gemeld op de website van de regionale zender Focus TV. De Brugse rechter Paul Verstraete werd in 2006 voor het eerst op de vingers getikt. Er werden hem toen een zestigtal dossiers onttrokken, omdat het vonnis te lang op zich liet wachten. Dit had nadelige gevolgen voor de betrokken partijen. De rechter werd toen ook tijdelijk geschorst. In juni 2007 werd een nieuwe tuchtprocedure opgestart. Die nam meer dan twee jaar in beslag en werd op dinsdag 24 november 2009 door het Hof van Cassatie beslecht met enkel
twee maanden weddevermindering. Het hof van beroep in Gent had in 2007 nog het advies van de nationale tuchtraad gevolgd om de man te ontslaan. De voorzitter van de Brugse rechtbank reageert dat hij zoals elke rechtsonderhorige het arrest loyaal zal uitvoeren, maar hij geeft geen commentaar op de inhoud van het arrest. Wel wordt gesteld dat de beslissing van Cassatie voor beroering zorgt binnen het korps.
Justitie en ICT De Standaard 21/10/2009 De informatisering van justitie ligt stil. Dat is de conclusie van magistraat Hans Van Bossuyt. Gisteren raakte bekend dat hij ontslag heeft genomen als ondervoorzitter van het beheerscomité voor de informatisering van justitie. In zijn afscheidsbrief verwijt hij de politiek onwil en een gebrek aan visie. In een reactie zei de minister van Justitie, Stefaan De Clerck (CD&V), dat er wel stappen worden gezet, maar dat hij zijn prioriteiten ‘wat anders heeft gelegd'. Zo krijgt de hervorming van het gerechtelijk landschap nu voorrang. Brugse rechters even in staking De Morgen 1/12/09 In verschillende zalen in de rechtbank van Brugge werden de zittingen vanochtend even geschorst. De rechters legden het werk neer als stil protest omdat het ontslag van de 'trage' rechter Paul Verstraete door het Hof van Cassatie werd opgeheven. De rechter werd een jaar geleden ontslagen omdat hij te traag werkte. Er werden hem toen een zestigtal dossiers onttrokken, omdat het vonnis te lang op zich liet wachten. 23
Gezocht ACV- hoven en rechtbanken zoekt journalist(e) Heb je een uitgesproken mening over een aspect van Justitie? Heb je een vlotte pen? Zou je graag je werk gepubliceerd zien? Voel je je geroepen om een artikel te schrijven voor ons krantje? Heb je een vraag en zou je die vraag hier graag beantwoord zien? Heb je een unieke blik op de actualiteit? Ben je creatief aangelegd?
Mail ons dan je artikel of cartoon op volgend e-mail adres :
[email protected]
ACV- hoven en rechtbanken zoekt titel voor het krantje Heb je de ideale naam voor ons krantje? Mail ons dan op volgend e-mail adres :
[email protected]
Ben je ACV-lid, maar ontvang je geen info van ACV-Openbare Diensten – Hoven en Rechtbanken ? Wil je op de hoogte blijven van syndicaal nieuws bij hoven en rechtbanken ? Stuur ons jouw coördinaten, dan kunnen wij ons databestand actualiseren.
BEWAAR DEZE KRANT ZORGVULDIG, HET KAN NUTTIG ZIJN IN JOUW VERDERE LOOPBAAN !
24
Redactie: Guy De Lobelle Marijke Konings Dennis De Vriese Kathy Maes Guido De Zutter Nathalie Lhoest
Eindredactie: Kathy Maes Amélie Janssens Lay-out en druk www.peetersenpeeters.be
-
Nationaal nr.
Stamnummer
Stad
Datum aansluiting ACV
Postcode
Postcode
Geslacht
Datum aansluiting ACV-Openbare Diensten
Geboortedatum
Identificatienr. van de schuldeiser: ………/…………………………/………
Onder het nummer: ………/…………………………/………
Wordt u niet alleen lid, maar bent u ook bereid u mee in te zetten om onze syndicale werking uit te bouwen, neem gerust contact op met ons secretariaat. Bedankt voor de medewerking!
Gelieve dit formulier volledig ingevuld terug te sturen naar ACV-Openbare Diensten –Helihavenlaan 21, 1000 Brussel. (of afgeven aan uw lokale afgevaardigde)
Ref. nr ACV-Openbare Diensten: ……..…/………………………..…/………
Handtekening:
De hierboven vermelde domiciliëring werd aanvaard
Voorbehouden aan de bank:
Datum:
Ik betaal mijn ledenbijdrage via de bank en geef hierbij ACV-Openbare Diensten toelating om mijn maandelijkse bijdrage te innen via mijn rekeningnummer hierboven vermeld
-
Bankrekening nr.
Graad
Eenheid
Gemeente
Thuisadres
Naam - Voornaam
Ja, ik word lid van ACV-Openbare Diensten
Colofon