2011 Jaarverslag
Midden Jaarverslag 2011 in de samenleving
Inhoud De thema’s uit dit jaarverslag staan ook online. Met de smartphone kunt u deze ophalen. Download de gratis layar-app. Zoek vervolgens de app van Reclassering Nederland en download deze ook. Open de app en scan met de camera de items op pagina 12 en 13 en u ziet foto’s, filmpjes of animaties rond de verschillende thema’s uit 2011. Heeft u geen smartphone? Kijk dan op http://jaarverslag.reclassering.nl
3. Naar een veiliger samenleving Veel in gang gezet en bereikt in 2011 6. Jeugd en jongvolwassenen JoVo-aanpak eindelijk volwassen 8. Toezicht: balans tussen controle en begeleiding Tussen controle en begeleiding: wat werkt? 10. Samenwerking binnen de keten Grote thema’s: versnellen en informatie-uitwisseling 12. Layars 14. Werkstraffen Werkstraffen: mede mogelijk gemaakt door… 16. Veilig terugkeren in de samenleving Geen nieuwe slachtoffers, geen geheimen
Colofon Reclassering Nederland Jaarverslag 2011, ‘Midden in de samenleving’ Vormgeving www.enof.nl, Utrecht Interviews, tekst en eindredactie Lamar communicatie, Amsterdam Fotografie Eelco Hofstra en Shutterstock Druk Drukkerij Libertas Begeleiding Afdeling Media & Communicatie Utrecht, juni 2012
En verder
18. Huiselijk geweld hoog op de agenda 18. Korte maar krachtige trainingen 19. Proeftuin Forensisch Psychiatrisch Toezicht succesvol 19. Bureau Buitenland vol aan de bak 20. Reclasseringswerk sluit aan bij maatschappelijke ontwikkelingen 21. Verslag Raad van Toezicht 22. Balans 2011 23. Exploitatierekening en dienstverlening
26 mei 2011 - De publieke omroep zendt de documentaire ‘3Doc: de reclassering’ uit. Voor deze documentaire volgde documentairemaakster Jessica Villerius gedurende anderhalf jaar drie reclasseringswerkers.
Naar een veiliger samenleving
Samenwerking op alle niveaus
Veel in gang gezet en bereikt in 2011 Voor Reclassering Nederland was 2011 een belangrijk jaar waarin op verschillende vlakken veel bereikt is. Intern werden veranderingen geconsolideerd die eerder ingezet waren. Er was veel aandacht voor de aanpak van jongvolwassenen, licht verstandelijk beperkten, zedendelinquenten en plegers van huiselijk geweld. En de banden met partners in de strafrechtketen werden verder aangehaald.
In 2011 was er veel aandacht voor het veranderen van het primaire proces. Eerder was al fors geïnvesteerd in de vernieuwing van de producten van Reclassering Nederland, maar met name het nieuwe model toezicht is in 2011 verder geïmplementeerd. Zo’n nieuw model is een ingrijpende verandering die veel vraagt van medewerkers. Kennis borgen en delen Toezicht is gestructureerd en gestandaardiseerd in drie transparante varianten die uit een aantal heldere methoden en technieken bestaan. Algemeen directeur Sjef van Gennip van Reclassering Nederland: ‘Het afgelopen
jaar is hard gewerkt om de automatisering op het nieuwe model aan te passen. De implementatie van IRIS, het nieuwe auto matiseringssysteem, is zonder noemens waardige problemen verlopen. Ook is het nieuwe model opgenomen in het Handboek Reclassering. Nu is het zaak dat medewerkers niet alleen naar de letter, maar ook in de geest van het nieuwe gedachtegoed handelen.’ Veiligheid was een belangrijk intern thema in 2011. Er werden landelijke afspraken gemaakt over de minimale veiligheidseisen waaraan gebouwen, werkruimtes en spreekkamers moeten voldoen. Daarnaast zijn er twee >>
3
Er is fors geïnvesteerd in de samenwerking met strafrechtketenpartners.
<< interne veiligheidscampagnes opgestart.
In mei werd het nieuwe intranet gelanceerd. Daardoor is niet alleen de kennisuitwisseling tussen de regio’s gemakkelijker geworden, ook kunnen regio’s van elkaar zien hoe ze te werk gaan. De onderlinge verschillen zijn beter zichtbaar. Door middel van de Reclasseringswiki op intranet wordt kennis geborgd en kunnen medewerkers kennis delen.
adolescentenstrafrecht. Een ontwikkeling die ons kansen biedt om onze JoVo-aanpak verder uit te rollen.’
Verder is de groep cliënten met een ver standelijke beperking in 2011 op de agenda gezet. Reclassering Nederland heeft geconstateerd dat een substantieel deel van haar cliënten een of andere vorm van verstandelijke beperking heeft. Dat vraagt om deskundige medewerkers op dit terrein en daarom is vorig Aandacht voor specifieke doelgroepen jaar samenwerking gezocht met de William Het afgelopen jaar heeft Reclassering Schrikker Groep. Deze organisatie richt zich Nederland meer gefocust op criminele op jongeren met een beperking. jongvolwassenen in de leeftijd van 18 tot 25 jaar; de zogeDoor gebruik te noemde JoVo’s. maken van hun Jongvolwassenen zijn Deze groep verexpertise verwacht oververtegenwoordigd in oorzaakt overlast, Reclassering de criminaliteit en daarom pleegt misdrijven Nederland meer en recidiveert veel. grip te krijgen op is een specifieke aanpak ‘Het is wetenschapdeze moeilijke voor deze groep nodig. pelijk aangetoond groep. dat de hersenen van jonge mensen pas volgroeid zijn rond hun 25e’, Doorbreek de vicieuze cirkel zegt Van Gennip. ‘Dat mag geen excuus zijn Eén van de ontwikkelingen die in 2011 tot voor crimineel gedrag, maar houdt wel in dat volle wasdom is gekomen, is COSA. Zedenvoor deze specifieke groep een speciale aanpak delinquenten vormen weliswaar een relatief is vereist. Die kenmerkt zich door een combinakleine groep van het totale cliëntenbestand tie van intensieve begeleiding en een strakke van Reclassering Nederland, maar vanwege de controle, bijvoorbeeld door de enkelband. Ook maatschappelijke onrust die zij veroorzaken, hebben we veel geïnvesteerd in het netwerk is het een zeer belangrijke groep. ‘COSA staat eromheen. We overlegden onder andere met voor Cirkels voor Ondersteuning, Samen burgemeesters en met het departement. Om werking en Aanspreekbaarheid, twee kringen te kijken: kun je via een heel gerichte aanpak rond een zedendelinquent’, zegt Van Gennip. recidivevermindering voor deze groep bereiken. ‘De binnenste kring zijn de vrijwilligers. De Er is in de media veel aandacht voor deze buitenste kring zijn professionals, zoals de groep. Dat heeft er toe geleid dat het kabinet toezichthouder, de behandelaar en de politiein 2011 plannen heeft gemaakt voor het agent. Daarnaast heeft de dader reclasserings-
4
Jaarverslag 2011
toezicht. Samen voorkomen we dat iemand in een sociaal isolement raakt. In Canada en Engeland, waar de methodiek al langer wordt toegepast, zijn verbluffende resultaten geboekt. Het meest recente onderzoekcijfer uit Engeland laat een recidivevermindering van 80% zien. En hoewel COSA alleen geschikt is voor een specifieke groep zedendaders, zijn de verwachtingen ook in Nederland hoog.’ Reclassering Nederland heeft de kennis en vaardigheden in huis om een effectieve rol te kunnen spelen bij de aanpak van huiselijk geweld. Door specifieke diagnostiek, controle, begeleiden en trainen van de daders. In 2011 zijn die kennis en vaardigheden geborgd om medewerkers zo goed mogelijk te onder steunen tijdens het werkproces. Het boekje ‘Doorbreek de vicieuze cirkel’ werd gepubli ceerd, met allerlei handvatten voor de aanpak van huiselijk geweldzaken. Ook is het diagnostisch instrument B-Safer getest in een aantal regio’s.
In het buitenland zijn goede resultaten geboekt met de COSA-methode: tot 80% minder recidive! Samenwerking in de strafrechtketen Het afgelopen jaar heeft Reclassering Nederland fors geïnvesteerd in de samen werking met strafrechtketenpartners. ‘We zijn met name bezig geweest om de uitwisseling van informatie met onze ketenpartners – Openbaar Ministerie, rechtbank, politie en
Veel kamerleden vragen aandacht voor meer eigen verantwoordelijkheid van de professional @sjefvangennip, 8 september 2011
Dienst Justiële Inrichtingen – te verbeteren’, bij huiselijk geweld kunnen burgemeesters vervolgt Van Gennip. ‘Als reclassering nemen ingrijpen en iemand tijdelijk uit huis plaatsen. wij een unieke positie in binnen het strafproVan Gennip: ‘Dat betekent voor ons dat we ces. Wij zijn de enige partij binnen de keten die onze expertise ook buiten het strafproces in alle fasen van het strafproces aanwezig is. in kunnen zetten. Daarom zijn we met zo’n Dat is ook de reden dat wij ons steeds nadruk100 gemeenten de dialoog aangegaan over kelijker profileren in de keten. Sterker nog, wat we voor elkaar kunnen betekenen en hoe ik durf te stellen we dat kunnen dat we niet meer invullen.’ Gemeenten hebben steeds weg te denken zijn. meer bevoegdheden, zodat Moesten we vroeOp wijkniveau Reclassering Nederland haar heeft Reclassering ger echt een plaats aan tafel bevechten, Nederland de expertise ook buiten het nu is het eerder omsamenwerking strafproces kan inzetten. gekeerd. We worden met de politie om advies gevraagd geïntensiveerd. en geraadpleegd, we doen zowel landelijk als Er is een convenant gesloten om informatie regionaal mee in overleggen en discussies.’ uit te wisselen. Met name bij zedenzaken en geweldmisdrijven is afgesproken om elkaar op Kansen op lokaal niveau de hoogte te houden. De samenwerking wordt In 2011 is ingezet op een intensievere steeds inniger en wordt over en weer gewaarsamenwerking op lokaal niveau. Dat komt deerd. Ook de samenwerking met de advocadoordat steeds meer verantwoordelijkheden tuur is nieuw leven ingeblazen. ‘We hebben en bevoegdheden worden neergelegd bij contact gezocht met de Nederlandse Orde van burgemeesters. In het kader van de nazorg Advocaten omdat de banden die we voorheen rond ex-gedetineerden hebben Reclassering hadden verwaterd zijn’, zegt Van Gennip. Nederland en burgemeesters elkaar opnieuw ‘In het verleden waren we meer natuurlijke gevonden. De pilot Bestuurlijke Informatiepartners. Nu vinden veel strafrechtadvocaten voorziening Justitiabelen (BIJ), die in 2011 is dat we zijn opgeschoven naar de strenge kant. uitgebreid, is een mooi voorbeeld van de lokale Die adviseren hun cliënten soms om een tijdje betrokkenheid van Reclassering Nederland. te gaan zitten, zodat ze niet onder toezicht Doelstelling van de BIJ is dat burgemeesters van Reclassering Nederland komen. Maar dan goed geïnformeerd en voorbereid zijn als een wordt er niets gedaan aan het gedrag van dader van een ernstig gewelds- of zedenmisde dader. Wij geloven dat daders die onder drijf terugkeert naar de gemeente. En weten toezicht staan meer hebben aan reclasseringswelke mogelijkheden er zijn om snel en toezicht Dat moeten we blijven uitleggen, ook effectief te handelen wanneer de terugkeer aan de advocatuur.’ leidt tot verstoring van de openbare orde. Ook
U kunt fragmenten van het interview met Sjef van Gennip ook horen en zien. Scan de layar in het hart van dit jaarverslag en u ziet het filmpje op de smartphone.
5
JoVo-aanpak eindelijk volwassen Jessica Westerik, Jenny Schim van der Loeff en Fatima Ghabri waren in 2011 nauw betrokken bij de ontwikkelingen rondom de aanpak van jongvolwassenen (JoVo’s). In een rondetafelgesprek wisselen ze ervaringen uit, aan de hand van een aantal stellingen.
Via de layar in het hart van dit jaarverslag, op pagina 13, hoort u fragmenten van het ronde tafelgesprek tussen Jessica, Fatima en Jenny.
Jessica Westerik unitmanager toezichtunit Den Haag Jenny Schim van der Loeff toezichthouder en projectmedewerker JoVo Amsterdam Fatima Ghabri project leider JoVo, landelijk en regio Utrecht-Arnhem. Het is niet nodig om jongvolwassenen binnen de reclassering een ‘status aparte’ te geven. Jenny Het is juist goed dat deze groep eindelijk erkenning krijgt. Een specifieke aanpak is nodig om hen te bereiken en een gedragsverandering tot stand te brengen. Daarnaast hebben we met andere ketenpartners te maken dan bij vol wassenen. Denk aan het Jongerenloket, Bureau Jeugdzorg en de Raad van de Kinderbescherming. Jessica Onderzoeken hebben aangetoond dat het brein van jongvolwassenen pas rond hun 25e volgroeid is. Bovendien is bekend dat deze groep moeite heeft met autoriteit en niet in staat is om de consequenties van impulsief gedrag te overzien. Daarom werkt de enkelband bij hen ook zo goed. Jenny Die geeft structuur. Er wordt gecontroleerd of ze naar school of werk gaan, en ze komen niet in de verleiding om overlast te plegen. Het is voor zo’n jongen echt zwaarder dan een gevangenisstraf: je vrienden in de buurt en dan niet mee kunnen doen. Fatima We controleren streng. Tegelijkertijd heeft deze groep goede begeleiding 6
Jaarverslag 2011
nodig. Zo is het belangrijk om met ze mee te gaan naar een eerste gesprek dat ze ergens hebben. Of je stuurt een sms’je om iemand succes te wensen en hem tegelijkertijd aan een afspraak te herinneren. Jenny Je moet heel erg op de relatie met jongeren zitten. Alleen op die manier bouw je een vertrouwensband met ze op. Fatima Een specifiek aandachtspunt voor jongvolwassenen is scholing en arbeid. In de vier grote steden heeft de pilot Scholing & Arbeid gedraaid. Daaruit bleek dat gebrek aan scholing of werkloosheid criminogene factoren zijn waar ze allemaal problemen mee hebben. Daar gaan we in 2012 per regio werk van maken. Crimineel is crimineel. Of ze nu uit Drenthe of de Randstad komen. Fatima Alleen Amsterdam, Utrecht, Den Haag en – in mindere mate Rotterdam – hebben ervaring met de JoVo-aanpak. In de brief van staatssecretaris Teeven met daarin de plannen voor het adolescentenstrafrecht, heeft Reclassering Nederland middelen toegezegd gekregen om de JoVo-aanpak landelijk uit te rollen. Omdat de aanpak in de praktijk is ontstaan, was er geen eenduidige methodiek. Daar komt nu verandering in. Jenny Elke regio, stad en wijk kent zijn eigen problemen. De
www.trouw.nl 23 november 2011 - Verslaggever Perdiep Ramasar van Dagblad Trouw liep een maand mee met de politie Haaglanden. Hij zag hoe complex de aanpak van jongvolwassen daders in de praktijk is. En dat het belangrijk is niet alleen in te zetten op repressie, maar ook perspectief te bieden.
Jeugd en jongvolwassenen
‘Zo’n enkelband lijkt wel lekker, maar is voor zo’n jonge jongen veel zwaarder dan een gevangenisstraf.’ Jessica
‘Onderzoek toont aan dat het brein van jongeren pas rond hun 25e volgroeid is. Zij zijn vaak onvoldoende in staat om de consequenties van hun gedrag te overzien.’ Jessica
‘Goed dat deze groep eindelijk erkenning krijgt.’ Jenny
‘Meegaan naar een eerste gesprek of af en toe een sms’je sturen om iemand succes te wensen. Begeleiding is zo belangrijk als je werkt met jong volwassenen.’ Fatima
‘Specifieke aandachtspunten zijn scholing en arbeid. Veel jongvolwassenen hebben hier problemen mee.’ Fatima
gevaren en verleidingen waar jongvolwassenen aan bloot gesteld worden, verschillen dus ook. Jessica Neemt niet weg dat jongvolwassenen in meer of mindere mate allemaal dezelfde ontwikkeling doormaken. Ze zijn net gestopt met school, kunnen geen werk vinden en wonen voor het eerst op zichzelf. Die transitie is voor iedereen hetzelfde, ongeacht of ze in Friesland, Drenthe of Amsterdam wonen. Het is goed dat jonge criminelen straks dankzij het adolescentenstrafrecht strenger gestraft kunnen worden. Jessica Het adolescentenstrafrecht is nog niet ingevoerd, maar als dat gebeurt, betekent dat niet automatisch dat er strenger gestraft wordt. Sterker nog, rechters blijken nu al amper gebruik te maken van de maximale strafmogelijkheden voor jongeren en jongvolwassenen. Het adolescentenstrafrecht biedt straks de mogelijkheid tot meer flexibiliteit bij het op leggen van sancties rond de huidige leeftijdsgrens van 18 jaar. Fatima Dat betekent dat een 16-jarige die een ernstig delict pleegt straks berecht kan worden volgens het volwassenenrecht. Maar andersom kan het straks ook. Een 20-jarige jongen met een licht verstandelijke beperking kan berecht worden volgens het jeugdstrafrecht. Jenny We gaan meer kijken welke
‘Met de komst van het adolescentenstrafrecht kunnen we beter kijken welke bijzondere voorwaarden passen bij de ontwikkeling van een jong volwassene.’ Jenny
voorwaarden passen bij de ontwikkeling van de jongvolwassene in kwestie. Als reclassering krijgen we meer ruimte en middelen om jongvolwassenen verantwoordelijkheden aan te leren. Die ruimte bestaat uit een mogelijk langer voorwaardelijk deel en specifieke bijzondere voorwaarden waar ze zich aan moeten houden tijdens het toezicht.
Het kabinet verkondigt spierballentaal, maar dat is niet de enige oplossing. Jessica Wij sporen niet op, wij straffen niet af, maar controle ren én begeleiden. Je bereikt niks door alleen maar de zweep eroverheen te halen. Jenny Het wordt steeds harder. Ik merk dat onze doelgroep als eerste wordt getroffen door de economische malaise. Ze kunnen al moeilijk werk vinden en in deze tijden helemaal. Mensen worden gewezen op hun eigen verantwoordelijkheid. Voor jonge ‘die hard’ criminelen heeft Amsterdam een Top-600 opgesteld. Die groep wordt keihard aangepakt. Deze jongvolwassenen op het criminele pad bieden wij een alternatief. En dat werkt.
7
Toezicht: balans tussen controle en begeleiding
13 maart 2011 - Reclassering Nederland reageert op de plannen van de Taskforce Overvallen om veelplegers preventief aan de enkelband te leggen. ‘Elektronische controle is bij ons altijd onderdeel van toezicht en een plan van aanpak. Alleen een enkelband als controlemiddel? We zijn geen opsporingsinstantie.’
Tussen controle en begeleiding: wat werkt? De juiste balans vinden binnen het toezicht, dat is een opgave waar reclasseringswerkers iedere dag voor staan. 2010 en 2011 stonden in het teken van het verder verbreden en uitdiepen van de kennis over goed toezicht. Senior beleidsmedewerker Toezicht Ada Andreas onderstreept de vaak lastige situaties waarmee reclasseringswerkers moeten omgaan. ‘Mensen zijn nou eenmaal moeilijke, vloeibare materie.’
8
Jaarverslag 2011
Een reclasseringswerker moet balanceren tussen de regels en de ruimte. ‘Onder toezicht valt heel veel’, zegt Andreas. ‘Denk aan zedenzaken, jongvolwassenen, penitentiaire programma’s, tbs, voorwaardelijke invrijheidsstelling. Het systeem van toezicht moet op al die mensen toepasbaar zijn.’ Reclassering Nederland heeft daarom afgelopen twee jaar de manieren van toezicht verder verbeterd. Andreas: ‘Het toezicht staat op twee benen: controle en begeleiding. Die moeten wel samenwerken, anders kun je niet lopen.’
praktijkkennis over goed toezicht oppompen, structureren, verbreden en verdiepen.
Goed gerecht Reclasseringswerk is complex, realiseert Andreas zich maar al te goed. ‘Een beleids medewerker wil zo gedetailleerd mogelijk omschrijven, maar voor een reclasseringswerker is het de kunst al die ingrediënten tot een goed gerecht te combineren.’ Hoe dat het beste werkt, verschilt per cliënt en per reclasseringswerker. Maar het resultaat moet altijd Effectief hetzelfde zijn: goed toezicht. Dit moet zo Met name het onderdeel controle moest opgebouwd zijn dat het voldoet aan de verbeterd en aangescherpt worden. Het onder behoeften en ontvankelijkheid van de cliënt, werp stond hoog op de agenda van 2010. In maar tegelijkertijd risico’s beheerst. Een 2011 heeft Reclassering Nederland zich gericht reclasseringswerker moet dus iets aanbieden op de verbetering van dat planmatig, de begeleiding. Bij te doelgericht, Controle en begeleiding veel nadruk op consamenhangend en trole neemt de uitval risicobewust is. zijn de twee benen van toe, maar bij te veel het toezicht. Ze moeten wel nadruk op begeleisamenwerken, anders kun Handboek ding ook. Een goede In 2011 is het toezicht je niet lopen. balans tussen beide meer samenhanmaakt toezicht het gend ingericht. meest effectief. Ook recente wetenschappeDeze innovatie wordt nu geïntegreerd in de lijke inzichten onderschrijven dit. ‘We proberen werkwijze, die daardoor gestructureerder en nu de combinatie van deze twee factoren zo concreter wordt. Andreas: ‘We willen herkengoed mogelijk te verhelderen en ‘gewoonte’ baar verwoorden wat voor veel medewerkers te maken.’ 2011 stond in het teken van: de al jaren een goede werkwijze is. De groep
Meer weten over de balans tussen controle en begeleiding? Scan de layar in het hart van dit jaarverslag voor een animatiefilmpje over reclasseringstoezicht.
reclasseringswerkers die in 2011 meewerkte aan de ontwikkeling van toezicht heeft ons dan ook van essentiële informatie voorzien. Hiermee wordt het Handboek Reclassering verder verdiept en uitgewerkt, op een leesbare en begrijpelijke manier. We actualiseren de teksten en maken het toezicht samenhangend voor iedereen die ermee te maken heeft: medewerkers en opdrachtgevers namens de samenleving.’ Druk Als reclasseringswerker moet je goed kunnen onderbouwen wat je doet en wat je kunt doen. Reclasseringswerkers zijn zich bewust van deze druk, volgens Ada Andreas. ‘Vanuit hun werk, maar ook vanuit de media en de sociale omgeving. Om dit werk te doen, moet je er in geloven. Je moet lol hebben in het spel tussen mensen. Je moet durven normeren en begrenzen, en kunnen omgaan met de paradoxen die dat soms oplevert. Een reclasseringswerker moet balanceren tussen de regels en de ruimte. Ze zijn tactisch bezig met praktische zaken en nemen kleine stapjes tegelijk. Het is belangrijk dat collega’s onderling veel samenwerken en feedback krijgen. En dan nog kan er altijd iets gebeuren dat je niet had kunnen voorzien. 100% garantie op veiligheid is on mogelijk, dat is nu eenmaal een gegeven van het leven. Dat zullen we moeten accepteren.’
Hoe verder? Afgelopen jaren is er vooral gekeken naar wat er werkt en hoe het werkt. Nu houdt Reclassering Nederland zich bezig met wie er werkt: de reclasserings werkers. In 2012 worden de begeleidingsactiviteiten verder geïntegreerd en opgenomen in het Handboek Reclassering. Andreas: ‘Ons werk krijgt veel aandacht vanuit de media en politiek. Wat is in het belang van de samenleving en wat in het belang van een dader? Het demissionaire kabinet creëert een illusie van veiligheid door de nadruk te leggen op strenger straffen, terwijl dat de samenleving niet veiliger maakt. Reclassering Nederland draagt liever bij aan een werkwijze die zorgt dat daders onder toezicht kunnen deelnemen aan de maatschappij. Hierbij gaan we niet op kantoor zitten wachten tot de cliënt komt opdagen, maar zetten we in op toezicht op maat. Dicht in de buurt van daders en als het nodig is levenslang.’
9
Samenwerking met ketenpartners
Grote thema’s: versnellen en informatie-uitwisseling In 2011 heeft Reclassering Nederland veel geïnvesteerd in een goede samenwerking met de strafrechtketenpartners. Henk Korvinus van het OM in Den Haag en Rutger Krabbendam van DJI lichten de ketensamenwerking toe. Henk Korvinus, hoofdofficier van Justitie in de regio Haaglanden:
‘ZSM: spanningsveld tussen versneld afhandelen en weloverwogen diagnose.’
Versnelling was het afgelopen jaar een van de grote thema’s binnen de strafrechtketen. Henk Korvinus vertelt over de verschillende initiatieven die in 2011 zijn opgestart en de rol van Reclassering Nederland daarin. Nieuw in 2011 is de ZSM-werkwijze, een manier om strafzaken versneld af te doen. Er loopt een pilotproject in Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Rotterdam en Den Bosch. ‘In elke van deze steden is een fysieke locatie waar het Openbaar Ministerie, politie, reclassering en slachtofferhulp nauw samenwerken om eenvoudige strafzaken zoals winkeldiefstal, vandalisme of lichte mis handeling ter plekke af te handelen’, zegt Korvinus. Daders krijgen lik op stuk en slachtoffers of gedupeerden zien dat er direct maatregelen worden getroffen. Bovendien pikken we zo sneller signalen op. Een voorbeeld. ‘Een winkeldievegge van boven de 50 pleegt binnen een jaar voor de tweede keer een winkeldiefstal, terwijl zij daarvoor nooit met justitie in aanraking is geweest. In zo’n geval laat ik haar op een TOM (Transactie Openbaar Ministerie) plaatsen inclusief een gesprek met Reclassering Nederland, om te zien of reclasseringstoezicht of een taakstraf wellicht meer zinvol is dan opnieuw een boete.’
kan ook zijn dat ZSM niet altijd het beste traject voor iemand is. In die gevallen verwacht ik dat de reclassering zelf aan de bel trekt. De reclassering zal de komende tijd moeten kijken in hoeverre hun huidige reclasseringsproducten passen binnen de service die zij aanbieden in het kader van ZSM.’ USB en KPI’s Snelheid staat ook centraal in het programma Uitvoeringsketen Strafrechtelijke Beslissingen. ‘Doel hiervan is om de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen sneller te laten starten’, zegt hij. ‘In dit kader richt Reclassering Nederland zich op hoe zij sneller en effectiever aan de slag kunnen zodra er een strafrechtelijke beslissing is genomen. Om de uitvoering binnen de keten goed te kunnen evalueren, is in 2011 een aantal Kritieke Prestatie Indicatoren geformuleerd. Daarmee is in elk geval een gezamenlijk einddoel vastgesteld.’
Daders krijgen lik op stuk en slachtoffers zien dat er direct maatregelen worden getroffen.
Spanningsveld Tussen het versneld afhandelen van strafzaken en een weloverwogen diagnose van Reclassering Nederland bestaat een spanningsveld. Dat erkent Korvinus: ‘Het kan voorkomen dat de reclassering meer tijd nodig heeft voor een diagnose. Het
Aanpak overvallers Tot slot nog een concreet voorbeeld van efficiënte aanpak. Korvinus: ‘In samenwerking met Reclassering Nederland regio Den Haag zijn we in 2011 gestart met een aanpak voor daders van zware overvallen die in de laatste fase van hun gevangenisstraf zitten. Dit is een groep die snel recidiveert. We laten ze weten dat we ze in de gaten houden en bereiden ze voor op hun toekomst buiten de gevangenis.’
Openbaar Ministerie
Ketenpartners
Jaarverslag 2011
Politie Gemeenten
16 oktober 2011 - Verslaggever Merel van Leeuwen van De Pers liep een dag mee op ZSM-locatie bureau Zuidplein in Rotterdam. Zij doet verslag van ‘Lik op stuk’, een project waarbij verdachten van kleine vergrijpen zo snel mogelijk weten wat hun straf is.
Rutger Krabbendam, programmamanager Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI):
‘Uitwisseling van informatie essentieel.’
In 2011 is een aantal stappen gezet om de samenwerking tussen Reclassering Nederland en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) te verbeteren. Namens DJI is Rutger Krabbendam als programmamanager verantwoordelijk voor de modernisering van het gevangeniswezen. Hij vertelt over de manier waarop keten partners elkaar kunnen versterken.
Samen werking binnen de keten
gedetineerden met een detentiestraf langer dan vier maanden, en kortgestraften. Voor de langgestraften zijn de bekende gedragstrainingen van de reclassering beschikbaar. Die zijn logistiek soms moeilijk te organiseren. Denk bijvoorbeeld aan het vereiste minimaal aantal deelnemers, beschikbaarheid van trainers en hoe snel bepaalde risicoanalyses in orde gemaakt zijn. In 2011 hebben we hard gewerkt om de logistieke onvolkomenheden aan te pakken. Ook hierbij is communicatie en efficiënte uitwisseling van informatie tussen de ketenpartners belangrijk. Afgelopen jaar is dat goed gelukt, al moet ik eerlijk toegeven dat er altijd logistieke problemen zullen bestaan.’
Samen met ketenpartners een bijdrage leveren aan een succesvolle re-integratie van gedetineerden.
‘Een van de punten waar we met het programma Modernisering Gevangeniswezen (MGW) op inzetten, is om met onze ketenpartners een grotere bijdrage te leveren aan een succesvolle re-integratie van gedetineerden’, zegt Krabbendam. ‘Om dat te bereiken streven we naar een betere informatie-uitwisseling met onze ketenpartners. Op die manier ontstaat een beter beeld van een gedetineerde en kunnen we een goed detentie en re-integratie plan opstellen. In zo’n D&R-plan staat onder meer een risicoanalyse, het soort zorg dat de gedetineerde in kwestie nodig heeft en de re-integratiemogelijkheden. Ons doel is dat het zoveel mogelijk een gedeeld plan wordt van alle ketenpartners.’
Logistieke onvolkomenheden DJI biedt ook re-integratieactiviteiten aan tijdens detentie. ‘Dat doen we samen met ketenpartners. Reclassering Nederland speelt daarbij een grote rol’, vervolgt Krabbendam. ‘Belangrijk in deze is om een onderscheid te maken tussen langgestraften, Gevangeniswezen
Rechtbanken
Modules kortgestraften Een probleem bij kortgestraften is dat het vaak lastig is om voor die groep re-integratieactiviteiten te organiseren. Simpelweg omdat ze daarvoor vaak te kort in detentie zitten. Krabbendam: ‘En dan gebeurt er dus niks, terwijl de kortgestraften met 80% veruit de grootste groep gedetineerden zijn. Daarom zijn we voor deze groep begonnen met het ontwikkelen van programma’s praktische vaardigheden en motivatietrainingen. In 2011 hebben we twee modules geïntroduceerd: “Kies voor verandering” en “Reflector”. Deze zijn voor alle gedetineerden die in detentie komen. Reclassering Nederland levert de trainers voor de programma’s. Het is de bedoeling dat dit een opmaat is voor een intensiever samenwerking tussen DJI en Reclassering Nederland. Naast de terugkeeractiviteiten zal Reclassering Nederland aanwezig zijn in de PI en deelnemen aan het multidisciplinair overleg. Bovendien wordt de binnen-buitenbeweging verbeterd door een intensievere begeleiding van de gedetineerde.’
Ook met gemeenten werd de samenwerking versterkt, onder meer in de pilot Bestuurlijke Informatievoorziening Justitiabelen. Via de layar op pagina 13 ziet u een interview met twee betrokkenen.
naar een veiliger samenleving
Veel in gang gezet en bereikt in 2011 Algemeen directeur Sjef van Gennip blikt terug op een belangrijk jaar voor Reclassering Nederland. Met aandacht voor interne processen, bijzondere doelgroepen én de samenwerking binnen de strafrechtketen. Een deel van het interview is terug te zien op film. Lees het volledige artikel op pagina 3, 4 en 5.
werkstraffen
Werkstraffen: mede mogelijk gemaakt door… Een werkstraf is een straf waarbij iemand door de rechter of de officier van justitie verplicht wordt een aantal uren zinvol en onbetaald werk te verrichten. Recidive na een werkstraf ligt lager dan na een korte gevangenisstraf. Bekijk online de cijfers van de eerste vier jaren na een straf. Op pagina 14 en 15 vertellen vier begeleiders van projectplaatsen over hun ervaringen met werkgestraften. Zij vinden de werkstraf een zinvolle straf. Wat vindt u ervan? Vul online de poll in. Lees het volledige artikel op pagina 14 en 15.
Recidive na 1 jaar na een werkstraf
24%
44%
Recidive na 1 jaar na een korte gevangenisstraf
veilig terugkeren in de samenleving
Geen nieuwe slachtoffers, geen geheimen Na een voorzichtige start nam COSA in 2011 in Nederland een enorme vlucht. Er kwam budget en er werden samenwerkingspartners en vrijwilligers gevonden. In het jaarverslag laten we zien hoe succesvol COSA inmiddels is. Aart Zeeman van KRO Brandpunt interviewde Anke, vrijwilliger bij COSA. Bekijk hier een fragment uit de uitzending. Lees het volledige artikel op pagina 16 en 17.
12 Jaarverslag 2011
1. D ownload gratis de Layar-app. 2. Z oek de Layar van
Reclassering Nederland.
3. O pen de app en scan met de camera de items op deze pagina’s.
Heeft u geen smartphone? Kijk dan op http://jaarverslag. reclassering.nl
toezicht: balans tussen controle en begeleiding
Tussen controle en begeleiding: wat werkt? Het jaar 2011 stond in het teken van het verder verbreden en verdiepen van de kennis over toezicht. Het reclasseringstoezicht staat op twee benen: controle en begeleiding. Die moeten wel samenwerken, anders kun je niet lopen. Hoe toezicht van Reclassering Nederland werkt, ziet u in een animatiefilmpje. Lees het volledige artikel op pagina 8 en 9.
jeugd en jongvolwassenen
JoVo-aanpak eindelijk volwassen
Reclassering Nederland midden in de samenleving
In 2011 heeft Reclassering Nederland meer gefocust op criminele jongvolwassenen van 18 tot 25 jaar, de zogenoemde JoVo’s. Drie medewerkers van Reclassering Nederland deelden hun ervaringen met de JoVo-aanpak tijdens een rondetafelgesprek. Beluister de fragmenten van het gesprek.
De medewerkers geven hun mening over de volgende stelling: Het is goed dat JoVo’s als aparte doelgroep erkenning krijgen.
Lees het volledige artikel op pagina 6 en 7.
samenwerking binnen de keten
Grote thema’s: versnellen en informatie-uitwisseling Reclassering Nederland werkt samen met alle partners in de strafrechtketen. Henk Korvinus, hoofdofficier van Justitie in de regio Haaglanden, en Rutger Krabbendam, projectmanager DJI, vertellen over de samenwerking met Reclassering Nederland. In een gefilmd interview belichten Henk Boelens van de gemeente Breda en Annemiek Bengel van Reclassering Nederland de succesvolle BIJ-pilot. Lees het volledige artikel op pagina 10 en 11.
13
Werkstraffen: mede mogelijk gemaakt door… Werkstrafprojecten trots op hun samenwerking met Reclassering Nederland
Heerhugowaard en Sint Pancras Jaap Kooijman van De Dreef Enschede Leon Haghuis van Kinderboerderij De Wesseler
‘Werken met werkgestraften is positief voor beide partijen. Wij kunnen extra dingen voor elkaar krijgen op de kinderboerderij en in het park, zij doen iets terug voor de maatschappij. Ze helpen mee met netjes houden van de boerderij, beesten verzorgen of onderhoud van het park. Ik laat ze doen waar ze goed in zijn. Je ziet dan dat ze in hun sas zijn. Ik hoor regelmatig “liever dit werk, dan zitten”!’
‘Als organisatie in de zorg voelen we ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Maar dat is niet de belangrijkste reden dat er afgelopen jaar acht werk gestraften bij De Dreef meehielpen. De bewoners hébben ook echt iets aan ze! Ze onderhouden de tuin, doen huishoudelijke klusjes en houden de buurt rondom de woonvoorzieningen schoon. En zij doen zinvol werk waar ze echt iets van kunnen leren. Een echte win-win situatie dus.’
Een werkstraf is een straf waarbij iemand door de rechter of de officier van justitie verplicht wordt een aantal uren zinvol en onbetaald werk te verrichten. Werkgestraften werken voor non-profitorganisaties zoals ziekenhuizen boswachterijen en bejaardentehuizen. Of voor gemeentes, bijvoorbeeld in de plantsoenendienst. In 2011 zijn 25.874 werkstraffen uitgevoerd door Reclassering Nederland. Van de werkgestraften rondt 88% de werkstraf positief af. 14 Jaarverslag 2011
Augustus 2011 - Uit onderzoek van het WODC (Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie centrum van het ministerie van Veiligheid en Justitie) onder burgers blijkt bij veel delicten de werkstraf de meest gekozen straf te zijn. Op de vraag welke straf passend is bij lichtere delicten kiezen relatief veel Nederlanders voor de werkstraf. Ook bij zwaardere delicten krijgt de werkstraf steun, al verschuift de voorkeur dan richting onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Werkstraffen
Bergen op Zoom Sybrand Verweij van Stichting Samen Werken
Assen Regina van der Veen van Kringloopwinkel Het Goed
‘Het Goed is een kringloopwinkel, waar vooral mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken. Er werken meestal drie tot vijf werkgestraften, die de goederen in ontvangst nemen. Wij zeggen altijd: net als tweedehands spullen moeten ook mensen een tweede kans krijgen. Ze hebben vaak spijt van wat ze hebben gedaan en moeten weer in hun ritme komen. Daar helpen we graag bij!’
‘Ik ben niet geïnteresseerd in wat mensen hebben gedaan, maar in wat ze willen gaan doen. Bij ons krijg je alle kansen, als je ze ook maar pakt. We zijn streng, maar motiveren ook. Mensen doen bij Stichting Samen Werken werkervaring op of ze leren een vak. Bijvoorbeeld door demontagewerk, het onderhoud van de midgetgolfbaan of als lid van het buurtserviceteam. Een werkstraf is dan ook vaak een opstap naar werk.’
Deze begeleiders van werkgestraften vinden de werkstraf een zinvolle straf. Wat vindt u ervan? Scan de layar op pagina 12 en vul de poll in.
15
Veilig terugkeren in de samenleving
23 juli 2011 - Erik vertelt in de Volkskrant over zijn rol als COSA-vrijwilliger. ‘We vormen een sociale setting voor hem. […] We laten hem zien hoe wij met elkaar omgaan. Die simpele dingen ontbeert hij. Daar heeft hij al baat bij. […] Het is een jongen die zich al lang eenzaam en ellendig voelt.’
Geen nieuwe slachtoffers, geen geheimen Reclassering Nederland voerde COSA in 2009 in. Na een voorzichtige start nam de methode in 2011 een hoge vlucht. Wat gebeurde er allemaal en vooral, dankzij wie? Hoe werkt COSA?
Cirkels voor Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid, ofwel COSA, is een middel om daders van zedendelicten op een veilige manier te laten terugkeren in de samenleving. Reclassering Nederland bepaalt of iemand in aanmerking komt voor COSA. Daarnaast moet een zedendelinquent inzien dat zijn gedrag onacceptabel is en willen meewerken. Vaak gaat het om mensen met een gebrek aan sociale vaardig heden of een contactstoornis. Hierdoor raken ze geïsoleerd en vervolgens helemaal uit beeld, wat uiteindelijk de kans op recidive vergroot. Om de vicieuze cirkel te doorbreken, bouwt COSA een kring van vrijwilligers rond een zedendelinquent, het zogenaamde kernlid. Rond deze kring staat weer een ondersteunende cirkel van professionals. Samen met de vrijwilligers onderneemt het kernlid sociale activiteiten. De vrijwilligers houden ‘gewone’ gesprekken en bouwen aan een band of zelfs vertrouwensrelatie. Het belangrijkste doel is om nieuwe slachtoffers te voorkomen. Deze daders worden uit een isolement gehaald. Er is openheid over wat de delinquent gedaan heeft, wat hem bezighoudt en over wat hij niet meer wil doen. Tegelijkertijd houden de vrijwilligers zijn gedrag goed in de gaten. Zo wordt een delinquent gemonitord, zonder dat hij er last van heeft. COSA heeft als motto: ‘Geen nieuwe slachtoffers, geen geheimen.’ In Nederland staat het kernlid van COSA – de zedendelinquent – altijd onder reclasseringstoezicht. Dit toezicht is opgelegd door de rechter en dus verplicht. Meldt u aan als Daarbinnen is COSA wel een vrijwilliger op vrijwillige keuze. www.cosanederland.nl
16 Jaarverslag 2011
‘Ik ben het niet eens met mensen die roepen: “Zet ze maar tegen de muur!”.’ Vrijwilliger Erik
En nu verder In 2012 staat verdere uitbreiding van het project en de voortgang van het wetenschappelijk onderzoek op stapel. Maar hoe de cirkels zich ontwikkelen, is ook een kwestie van afwachten. Een traject duurt gemiddeld twee jaar. In Engeland en Canada is gebleken dat als de cirkel ophoudt, deze vaak overgaat in het mentorschap. Het contact blijft dan bestaan, maar op een andere manier. Vaststaat dat COSA met 80% minder recidive zeer succesvol is.
COSA doorontwikkeld Omdat COSA afkomstig was uit Canada en Engeland, werd deze eerst vertaald naar Nederlandse situatie. Zo is bijvoorbeeld ons rechtssysteem anders dan in de landen van oorsprong. COSA is hier doorontwikkeld, waarbij Avans Hogeschool de wetenschappelijke vinger aan de pols houdt. In de beginperiode kostte de implementatie veel energie en organisatie. Zo moest Reclassering Nederland samenwerkingspartners vinden en het ministerie moest een budget ter beschikking stellen. Gelukkig waren de reacties positief. Eind 2010 gingen de eerste cirkels van start in de regio Den Bosch. In 2011 breidde COSA zich uit naar achttien cirkels en inmiddels draait COSA in bijna heel Nederland.
Gouden greep Maar voor het zover was, moest het belangrijkste nog gebeuren: vrijwilligers vinden. Dat was in het begin bepaald niet eenvoudig. Reclassering Nederland begon met zoeken in het eigen netwerk. Ook werden gemeenten en vrijwilligers organisaties benaderd. Met name deze laatste groep durfde het niet goed aan. Uiteindelijk lukte het met veel inspanning de eerste cirkel van vijf vrijwilligers op te zetten. Toen het traject succesvol bleek, besloot Reclassering Nederland een advertorial met positieve verhalen van deze deelnemers te plaatsen in een aantal kranten en huis-aan-huisbladen. Een gouden greep. De pers pakte het op en snel daarna meldden zich spontaan een groot aantal nieuwe vrijwilligers.
Zo gemêleerd mogelijk Het is nu steeds makkelijker om vrijwilligers voor COSA te vinden. Vooral het idee dat met COSA nieuwe slachtoffers kunnen worden voorkomen, spreekt vrijwilligers enorm aan. Ook de humane kant – elk mens verdient een tweede kans – wordt gewaardeerd. Deelnemers willen graag iets goeds doen voor de samenleving. Iedereen kan zich aanmelden als vrij williger, van student tot senior. De vrijwilligersgroep moet zo gemêleerd mogelijk zijn. Deelnemers moeten wel geschikt zijn. Ze worden vooraf gescreend en krijgen daarna een training.
Proeffase Reclassering Nederland, Avans Hogeschool, gemeenten, het ministerie en de vrijwilligers, iedereen gelooft in COSA. Er wordt dan ook hard gewerkt om het project succesvol te maken en obstakels te overwinnen. Omdat COSA nog steeds in de proeffase verkeert, is er alle ruimte om de praktijk te analyseren en nieuwe of onverwachte situaties zo goed mogelijk het hoofd te bieden. Daarnaast spelen de meer beleidsmatige vragen: Hoe leiden we de vrijwilligers op? Wat moeten ze allemaal weten? Hoe kunnen ze goed hun werk doen en signalen oppikken, maar ook weer niet zelf de professional worden?
‘Als door mijn inzet iemand niet opnieuw de fout in gaat – al voorkom ik maar één geval van misbruik – dan is dat het waard geweest.’ Vrijwilliger Anke
Aart Zeeman van KRO Brandpunt interviewde Anke, vrijwilliger bij COSA. Bekijk een fragment uit de uitzending via de layar op pagina 12. 17
bezoeken
316
vrijwillige 21 november 2011 - Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie schrijft in een brief aan de Tweede Kamer: ‘Sinds kort heeft de reclassering een diagnostisch instrument tot haar beschikking, specifiek voor zaken van geweld in huiselijke kring.’
bezochte
in het buitenla
Huiselijk geweld hoog op de agenda In 2011 lag de focus voor de aanpak van huiselijk geweld op de interne organisatie. Doel is medewerkers zo goed mogelijk te ondersteunen tijdens het werkproces en zorgen dat zowel landelijk als regionaal zaken op orde zijn. Het project staat inmiddels als een huis. Huiselijk geweld is de meest voorkomende vorm van geweld in Nederland. Reclassering Nederland schat dat bij 30 tot 40% van de dossiers van Reclassering Nederland, huiselijk geweld aan de orde is. Dat vraagt om een specifieke aanpak. Begin 2011 werd het boekje ‘Doorbreek de vicieuze cirkel’ gelanceerd. In dit praktische naslagwerk is samengevat wat er specifiek is aan de aanpak van huiselijk geweld en binnen welk kader
316
wordt gewerkt. Ook stimuleert het medewerkers de Reclasseringswiki op intranet te raadplegen. De leden van de landelijke werkgroep huiselijk geweld hebben het boekje in elke regio verspreid. Daarnaast hebben bijna alle reclasseringswerkers en medewerkers werkstraf afgelopen jaar de basistraining ‘Huiselijk geweld’ vrijwillige gevolgd.
bezochte
in het buitenla
In 2011 is het diagnostisch instrument de B-Safer getest in een aantal regio’s. De B-Safer is een gevalideerd instrument, waarmee een inschatting kan worden gemaakt van de kans op recidive en de benodigde gedrags- of zorginterventies. Het wordt ingezet om een goede taxatie te kunnen maken van het risico op herhaling van relationeel geweld. Op basis van de evaluatie besluit het Ministerie van Veiligheid en Justitie in 2012 over de financiering van een landelijke uitrol.
17 september 2011 - Sjef van Gennip twittert: ‘Tweede Kamer pleit voor meer gedragsveranderende activiteiten voor kortgestraften, terecht, anders worden zij de langgestraften van morgen.’
80% <4mnd
Korte, maar krachtige trainingen In 2011 zijn twee kortdurende trainingen voor gedetineerden ontwikkeld. Centraal thema in de trainingen: hoe pak je zo snel mogelijk na je vrijlating de draad weer op? Van alle gedetineerden is 80% kort gestraft(minder dan 4 maanden). Voor deze doelgroep is in twee gevangenissen een pilot met een motivatieprogramma opgezet door Reclassering Nederland. Het programma Focus op Re-integratie (FOR) is bedoeld om kortverblijvenden al tijdens hun detentie voor te bereiden op hun terugkeer naar de maatschappij. In een korte training maken gedetineerden een concreet actieplan voor na hun vrij lating. Na ontslag ondersteunen reclasseringswerkers de ex-gedetineerden onder andere bij het vinden van huis vesting of werk. Zo wordt de overgang
18 Jaarverslag 2011
van binnen naar buiten makkelijker en kunnen ze sneller de draad weer oppakken. Dertig deelnemers verdeeld over vier groepen startten met dit programma, dat in het buitenland al zeer succesvol is. Omdat deelname aan FOR vrijwillig is, ligt de uitval nog hoog. Daar staat tegenover dat deelnemers die het programma hebben afgemaakt, zeer enthousiast zijn. Zij beoordelen de training met een 8,5. Kiezen voor verandering De module ‘Kiezen voor Verandering’ is toegevoegd aan het basispakket van de
Terugkeeractiviteiten (TRA) van de DJI. Trainers van Reclassering Nederland geven deze kortdurende training aan álle instromende gedetineerden. ‘Kiezen voor Verandering’ is een motivatieprogramma opgebouwd rond vragen als: wat wil je met je leven en hoe ga je er weer iets van maken? Het motivatieprogramma kent onder andere een succesvol beloningssysteem. Omdat het een omvangrijke operatie betreft, komen vanzelfsprekend enige opstartproblemen om de hoek kijken. Desondanks zijn de eerste resultaten positief.
25 februari 2011 - PowNews besteedt aandacht aan twee tbs’ers die ‘zomaar’ op straat zijn gezet. Sjef van Gennip reageert: ‘Dit is goed waardeloos. Elke ex-tbs’er die nog begeleiding nodig heeft en zomaar op straat komt, is er eentje te veel.’
Proeftuin Forensisch Psychiatrisch Toezicht succesvol Een heldere samenwerking met regionale GGz-instellingen om het Forensisch Psychiatrisch Toezicht zo goed mogelijk uit te voeren. Met dat doel werden in 2011 overal in Nederland proeftuinen opgezet. De drie reclasseringsorganisaties en de GGz-instellingen bouwden samen aan een concrete procesbeschrijving. De laatste jaren daalt het recidivecijfer van mensen die veroordeeld zijn tot tbs. De samenwerking met forensisch psychiatrische instellingen bij de uitstroom van tbs’ers blijkt vruchtbaar, maar de informatie-uitwisseling is een knelpunt. Het medisch beroepsgeheim mag immers niet in gevaar worden gebracht, terwijl Reclassering Nederland wel zo goed mogelijk toezicht moet kunnen houden. In navolging van het eerdere succes met de klinische FPT-variant, waarbij tbs’ers geleidelijk terugkeren naar de maatschappij, startte in 2011 een project ambulant FPT voor de maatregel ‘tbs met voorwaarden’. Onderdeel van dit project is een over eenkomst waarbij de cliënt, de behandelaar en de reclasseringswerker een overeenkomst tekenen, waarbij per situatie specifieke afspraken worden gemaakt. Landelijk convenant De proeftuinen hebben volop gedraaid en inmiddels kan worden vastgesteld dat ze zeer succesvol zijn. Juist omdat het proces vanuit de praktijk en in nauwe samenwerking met de regionale GGz-instellingen is vastgelegd. Er ligt nu een mandaat om met elkaar het toezicht uit te oefenen. De pilot is inmiddels in de afrondende fase. Voor 2012 staat een landelijk convenant op de agenda, waarna het Forensisch Psychiatrisch Toezicht voor de maatregel tbs met voorwaarden in heel Nederland kan worden uitgerold.
Maart 2011 - Reclasseringsvrijwilliger Guus van Bladel (79) stopt met zijn werk. Van Bladel bezocht vele Nederlanders die in gevangenissen in Singapore, Maleisië, Indonesië en Thailand zaten. Zoals Johannes van Damme en Maria Krol, die werden terechtgesteld wegens drugssmokkel in Singapore.
Bureau Buitenland vol aan de bak Bureau Buitenland begeleidt in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Veiligheid & Justitie Nederlanders in buitenlandse detentie. Ook in 2011 ging deze afdeling vol aan de bak. De circa 300 vrijwilligers die zich in het buitenland bezighouden met reclasseringswerk, verzetten ook in 2011 weer een hoop werk. Om dat nóg deskundiger te kunnen doen, verzorgden de coördinatoren van Bureau Buitenland deel twee van de training ‘Motiverende gesprekstechnieken’. Ook zijn er belangrijke stappen gezet in verband met de invoering van de WETS, de Europese wet die regelt dat een gedetineerde in het thuisland zijn straf kan uitzitten. Reclassering Nederland heeft een buitenlandbalie ingericht, die de spil gaat zijn bij de uitvoering van de wet voor Nederlandse gedetineerden in het buitenland.
316
vrijwilligers
bezochten in het buitenland
1715
gedetineerden in
5892 bezoeken
Stichting Reclassering Caribisch Nederland startte met een nieuwe bestuursstructuur. Er werd voor het eerst actief gereclasseerd op de eilanden Saba en Sint Eustasius. Bovendien werden voorbereidingen getroffen voor de inzet van de GPS-enkelband. Tot slot is op initiatief van Reclassering Nederland een tweejarig onderzoek gestart naar de grondslagen en effecten van begeleiding door Bureau Buitenland van in het buitenland gedetineerde Nederlanders. Het expertisecentrum voor veiligheid van Hogeschool Avans voert het onderzoek uit, onder regie van Dr. Bas Vogelvang.
316
1715
gedetineerden vrijwilligers In 2011 zaten 2556 Nederlandse gedetineerden vast in het buitenland,
5892 bezoeken
bezochten verspreid over 47 verschillende landen. 1586 hiervan verbleven in de EU. in buitenland 316het vrijwilligers bezochten 1715 gedetineerden en in totaal werden 5892 bezoeken afgelegd.
in
19
November 2011 - Tijdens de ‘Week van de Elektronische Controle’ zijn twintig mensen aan de enkelband gelegd. Een rechter, een advocaat, een districtschef van politie en algemeen directeur Sjef van Gennip van Reclassering Nederland lieten zich vrijwillig onder toezicht stellen, omdat ze wilden begrijpen hoe dat voelt.
Ed Nijpels, voorzitter van de Raad van Toezicht
Reclasseringswerk sluit aan bij maatschappelijke ontwikkelingen Onder aanvoering van voorzitter Ed Nijpels houdt de Raad van Toezicht de ontwikkelingen van Reclassering Nederland nauwgezet in de gaten. Nijpels blikt terug op de ontwikkelingen in 2011.
‘Voor Reclassering Nederland is 2011 een goed jaar geweest. Zeker als je bedenkt dat wij opereren op een buitengewoon gevoelig maatschappelijk terrein. De afgelopen jaren is het strafrechtelijk klimaat in Nederland aanzienlijk verhard. De manier waarop Reclassering Nederland zich binnen deze ontwikkelingen profileert, vind ik een compliment waard. Er is in 2011 hard gewerkt aan nieuwe methodes en producten om het reclasseringswerk te laten aansluiten bij maatschappelijke ontwikkelingen. De bijzondere aandacht voor dadergroepen als jongvolwassenen, licht verstandelijk beperkten en plegers van huiselijk geweld is daar een goed voorbeeld van. Ook wordt steeds meer de nadruk gelegd op een goede samenwerking binnen de strafrechtketen. Tegelijkertijd heeft Reclassering Nederland politici van repliek gediend als zij in hun ogen te ver doorschoten. Bijvoorbeeld in de discussie over de minimumstraffen of de wettelijke beperking van de mogelijkheden om een taakstraf op te opleggen.’
Reclasseringswerk is mensenwerk.
Midden in de samenleving ‘Het is belangrijk dat Reclassering Nederland van zich doet spreken in het publieke en politieke debat. Ik vind dat 20 Jaarverslag 2011
de organisatie een heel actieve rol heeft gespeeld in het maatschappelijke debat. Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop COSA onder de aandacht van media is gebracht. Daarnaast zwengelt Sjef van Gennip ook zelf onderwerpen aan. Hij reageert niet alleen passief op krantenartikelen of uitspraken van politici, maar draagt zelf ook nieuwe ideeën aan. En de medewerkers zijn altijd bereid een ‘kijkje in de keuken’ te geven. Dat is wat wij als Raad van Toezicht enorm appreciëren. Zo laat je als organisatie zien dat je midden in de samenleving staat.’ De professional centraal ‘Reclasseringswerk is mensenwerk. Niemand anders dan de reclasseringsmedewerker uit het veld weet hoe hij of zij het beste met cliënten om kan gaan. Daarom staat bij Reclassering Nederland de professional centraal. Het is de ambitie voor 2012 om samen met die professional werkwijzen en processen aan te passen op de eigen verantwoordelijkheid van de reclasseringswerker. Op deze manier kan de kwaliteit van onze adviezen, toezichten en werkstraffen gewaarborgd worden. Dat betekent ook iets voor de wijze waarop je in de organisatie leiding geeft. Op elk niveau.’
Elektronische controle ‘Wij hebben als Raad van Toezicht ook een adviserende rol. Via strategiesessies, werkbezoeken en themabesprekingen passeren regelmatig actuele strafrechtelijke ontwikkelingen de revue. Zo houden wij aansluiting bij de reclasseringspraktijk. Wij zijn bijvoorbeeld zeer enthousiast
over elektronische controlemiddelen bij het toezicht. Delinquenten kunnen op deze manier wel blijven werken of naar school gaan, maar tegelijkertijd kunnen vanuit het oogpunt van preventie en straf alle beperkingen worden opgelegd die nodig zijn. Zo wordt er op een heel efficiënte manier maatwerk geleverd. Wij vonden het bijzonder dat Sjef van Gennip en een aantal burgemeesters zich in november 2011 vrijwillig een enkelband lieten aanmeten en aan den lijve ondervonden wat zo’n straf precies inhoudt.’
Verslag van Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is in 2011 in vier reguliere vergaderingen bij elkaar gekomen. Verder is de Raad twee keer op werkbezoek geweest, waarbij onder meer het Veiligheidshuis, ZSM en de outreachende groepsaanpak in de wijk aan de orde kwamen. Eind 2011 is na ruim 8 jaar afscheid genomen van Anton van Kalmthout. In het kader van de spreiding van deskundigheden wordt hij in 2012 in de Raad opgevolgd door iemand die afkomstig is uit de wetenschappelijke hoek. Ed Nijpels en Leon Bovée zijn herbenoemd. De Raad van Toezicht constateert dat er ook politiek waardering is voor het werk van Reclassering Nederland. Dat blijkt ook uit het feit dat Reclassering Nederland tijdens de bezuinigingsrondes van (demissionair) kabinet Rutte gespaard is gebleven. Het betekent echter niet dat er geen problemen waren om de begroting sluitend te krijgen. Zo is bijvoorbeeld al enkele jaren achtereen geen loon- en prijscompensatie uitgekeerd, wat inmiddels optelt tot een structurele kostenpost van 7,5 miljoen euro. Bij de financiering van Reclassering Nederland is voorzien dat er meer vraag zal zijn naar reclasseringsadviezen en -toezichten. Als die instroom achterblijft, brengt dat het risico met zich mee dat er minder reclasseringsproducten worden geleverd dan verwacht. Terwijl er wel is geïnvesteerd om de gewenste groei te realiseren. Dat was in 2011 het geval op het gebied van toezicht. Verder ontplooit Reclassering Nederland diverse niet productiegerelateerde activiteiten, waar geen vergoeding tegenover staat. De aanwezigheid van Reclassering Nederland in Veiligheidshuizen is daar een goed voorbeeld van. De raad van toezicht maakt zich zorgen over de uitblijvende overeenstemming met het departement over de kostprijs van reclasseringsproducten en de financiële consequenties daarvan. De Raad van Toezicht ziet erop toe dat er kostenreducerende voorstellen op tafel komen met daarin structurele oplossingen voor de gaten in de begroting. Er wordt in dat opzicht onderzocht hoe geanticipeerd kan worden op toekomstige ontwikkelingen. Niet alleen door te kijken of en hoe bepaalde processen
efficiënter ingericht kunnen worden, maar ook door te onderzoeken hoe ontwikkelingen als het nieuwe werken van invloed kunnen zijn op huisvesting en facilitaire voorzieningen. De Raad van Toezicht houdt nauwlettend de ontwikkelingen in de gaten die de slag vaardigheid van de organisatie kunnen ver groten. De Raad juicht het toe dat Reclassering Nederland de afgelopen jaren, in 2011 in het bijzonder, een kwaliteitsslag heeft gemaakt. De advisering en het reclasseringstoezicht zijn verder verbeterd en ondergebracht in nieuwe werkwijzen. Ook wordt er hard gewerkt om de samenwerking met de verschillende partners in de strafrechtketen te verbeteren. De Raad van Toezicht prijst de dynamiek van Reclassering Nederland en de manier waarop de organisatie zich naar buiten toe profileert. Dat moet ook in de toekomst zo blijven en daar is aandacht voor in het strategisch personeelsplan. In het communicatie- en personeelsbeleid van de komende jaren wordt geanticipeerd op de vergrijzing van de samenleving. De Raad van Toezicht heeft een audit commissie die kritisch toeziet op financiën, kostprijs, huisvesting en automatisering. Voor deze commissie was in 2011 de implementatie van IRIS een belangrijk dossier. IRIS is het nieuwe automatiseringssysteem dat het cliëntvolgsysteem heeft vervangen. De auditcommissie heeft in de voorbereidingen een adviserende rol gehad met betrekking tot de financiën, kwaliteit, functionaliteit, beheer en besturing van het project. Met name het kostenbeheer en de besturing van het project IRIS is regelmatig onderwerp van gesprek geweest in de raad van toezicht. Mede naar aanleiding daarvan zijn voor de projectmatige doorontwikkeling van het systeem in 2012 een aantal waarborgen ingericht om risico’s te verkleinen. IRIS is, zij het met vertraging, in het najaar van 2011 succesvol geïmplementeerd. De Raad van Toezicht heeft in 2011 haar jaarlijkse zelfevaluatie uitgevoerd. Tijdens de evaluatie is gekeken naar het eigen functioneren, de samenstelling van de Raad, het functioneren van de directie, de rol van de remuneratieen auditcommissie en de interactie met de Ondernemingsraad. De raad besteedt veel aandacht aan zaken op bedrijfseconomisch gebied. Zij neemt zich voor om in de toekomst meer aandacht te besteden aan haar adviserende rol.
De Raad van Toezicht bestaat uit vijf leden Ed Nijpels, Anton van Kalmthout , Joost van Dijk, Leon Bovée en Margriet Meindertsma.
Functies en nevenfuncties leden Raad van Toezicht
Voor de functies en nevenfuncties van de Raad van Toezicht verwijzen wij u naar de online versie van ons jaarverslag op http://jaarverslag.reclassering.nl
21
Begroot 142.614.669
2010
Exploitatierekening 2011
132.554.000
Baten 132.823.308
Subsidie Ministerie V&J
Dienstverlening Toezicht en Interventies
Diagnose en Advies
99,5%
90,3%
93,4%
T.o.v. planning
100,0%
28,0%
50,0%
22,0%
T.o.v. het totaal
Kerntaken
Taakstraffen
93,2%
Producten Advisering
4.330.511
101.593.663
3.659.000
2010
103.182.000
Adviezen nieuw
3.327.737
6.752
102.492.069 3.271.182
Bijdragen van derden
2011
9.049
4.206.000 13.457.659
Voorlichtingsrapport
Vroeghulpinterventie
1.102
1.976
12
Toeleiding zorg
Adviezen totaal
6.318
1.867
24.979
440
4.679
5.367
1.894
24.874
86
Toezichtniveau 1
667
8.209
1.027
16.276
–
1.082
27.278
1.156
15.678
4.530
662
Toezichtniveau 3 Toezicht totaal
25.874
112
Leerstraf
Werkstraffen
Toezicht overgangsregeling / oud
Gedragsinterventie
-
77.744
Toezichtniveau 2, PP/ET
Redesign Toezicht
Toezicht
Toezichtniveau 2
Maatregelrapport
Adviesrapport
Adviezen overgangsregeling / oud
Milieurapportage
Reclasseringsadvies
Reclasseringsadvies (beknopt) zonder diag.instr
Reclasseringsadvies (beknopt)
3.580.238 12.965.000
2.342.089
6.270
2.603
12.307.914 9.078.139
2.459.000
11.270
9.883
8.691.000
4.142.773
2.310
8.841.587
Overige baten
10.977
-
23.866.383
149.287.269
114
17
146
151.267.026
138.672.000
Reclasseringsadvies met verdiepingsdiagnostiek
27
281
Vroeghulpbezoek
Reclasseringsadvies tbv TBS/PIJ
10.543.000
-1.660.728
319.029
-1.979.757
139.587.000
-500.000
415.000
-915.000
15.492.861
-1.821.395
599.456
-2.420.851
142.714.669
140.293.818
Totaal baten
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Projectbestedingen
Resultaat uit reguliere bedrijfsvoering Financiële baten en lasten Financiële baten
Exploitatiesaldo Alle bedragen zijn in euro’s.
Honoraria
In 2011 is aan de algemeen directeur een salaris van b 176.448 betaald. De beloning voor de Raad van Toezicht bedraagt: • Voorzitter b 15.000 • Overige leden b 8.000 Dit verslag is een maatschappelijke verantwoording, geen formele. Getracht is de gegevens goed en toegankelijk te presenteren. Eventuele fouten kunnen niet leiden tot enige aansprakelijkheid van Reclassering Nederland.
76.293
Totaal
22 Jaarverslag 2011
Balans 2011 Activa
14.961.968
-
31-12-2010
3.868.664
5.642.063
31-12-2011
14.079.169 188.493
Vaste activa
4.586.924 20.792.524
Immateriële vaste activa
760.084
Kosten ontwikkeling software Gebouwen en terreinen
19.426.177
125.430
Vervoermiddelen
Materiële vaste activa Inventaris en apparatuur
109.963
Financiële vaste activa Leningen U/G
1.205.154
20.917.954
1.438.255
2.923.231
-
3.964.333
23.000.000
851.047
14.000.000
25.923.231
3.384.885
17.964.333
30.513.270
2.454.136
22.707.771
51.431.224
4.590.039
46.112.575
4.743.438
23.404.804
Totaal vaste activa
Vlottende activa Vorderingen Debiteuren Leger des Heils Overige vorderingen Liquide middelen Kas- en banksaldi Deposito’s Totaal vlottende activa
Totaal activa
Algemene reserve
Passiva
5.190.975
3.553.391
6.861.037
31-12-2011
10.406.674
5.218.487
5.188.187
8.682.432
31-12-2010
Voorzieningen
Eigen vermogen
Personele voorzieningen
8.744.366
23.077
6.753.766
6.776.843
-
6.267.134
7.182.708
6.267.134
Voorziening onderhoud
Langlopende schulden Latente verplichtingen
4.544.060
321.609
4.891.369
Leningen O/G
Ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J)
453.827
4.475.786
Kortlopende schulden
Crediteuren
2.516.654
-
9.245.448
1.258.583
2.583.867
81.691
Stichting Verslavingsreclassering GGZ Nederland
Belastingen en premies sociale verzekeringen
1.290.105
25.565.275
Leger des Heils Schulden terzake pensioenen
10.959.606
51.431.224
24.240.038
46.112.575
Overige kortlopende schulden
Totaal passiva
Alle bedragen zijn in euro’s.
23
Dit jaarverslag 2011 bevat ook online content. Deze is beschikbaar via Layar en via http://jaarverslag.reclassering.nl