e t i i t l a w k n i n e d n o Ve r b Jaarverslag 2008 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Ve r b o n d e n i n k w a l i t e i t De Raad van Toezicht stelt onder waardering voor de grote inzet van alle medewerkers vast, dat de HAN een goed jaar achter de rug heeft. De HAN is wederom gegroeid, manifesteert zich nadrukkelijk in haar maatschappelijke omgeving, levert hoge kwaliteit - zo blijkt steeds weer uit de resultaten van accreditering - en doet dat op een solide financiële basis. Natuurlijk zijn er ook punten voor verdere verbetering. Het zijn juist die verbeterpunten die centraal staan in het nieuwe Instellingsplan 2008-2012. Een ambitieus plan, waarbij de Raad met tevredenheid vaststelt dat dit plan met betrokkenheid van vele medewerkers tot stand is gekomen. Het kan daarmee op een breed draagvlak in de organisatie rekenen. De Raad ziet de realisatie van de doelstellingen uit het instellingsplan dan ook met vertrouwen tegemoet. De Raad van Toezicht heeft ook in 2008 de HAN nauwlettend gevolgd in haar ontwikkelingen en resultaten. Via de viermaandelijkse managementrapportages is de Raad op adequate wijze door het College van Bestuur hierover geïnformeerd. Naar mening van de Raad van Toezicht legt de HAN met deze managementrapportages en ook met dit jaarverslag open en transparant verantwoording af aan haar omgeving, geheel in lijn met de Branchecode Governance Hogescholen. Het afgelopen jaar stond voor de Raad in het teken van de vernieuwing van de samenstelling van het College van Bestuur. Dat proces is goed verlopen, zonder dat discontinuïteiten opgetreden zijn en waarbij blijvend op voortvarende wijze sturing wordt gegeven aan de HAN. Een woord van waardering vindt de Raad van Toezicht hier dan ook op zijn plaats voor het College van Bestuur.
Namens de Raad van Toezicht, H.L.J. Noy, voorzitter (Het volledige verslag van de Raad van Toezicht over 2008 vindt u in het hoofdstuk Organisatie en bestuur op pagina 166)
Vo o r w o o r d
Onder de titel ‘Verbonden in kwaliteit’ presenteren wij u met plezier het jaarverslag van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen over 2008. Verbonden in kwaliteit, want de kracht van de HAN is onze kwaliteit en onze goede reputatie. Daarmee heeft de HAN zich in de afgelopen jaren nadrukkelijk op de kaart van het hoger onderwijs gezet, met hoge kwaliteit, een sterke groei en een fors toegenomen binding met onze omgeving. Het onderhouden en versterken van deze basiskracht is doelstelling nummer een in ons nieuwe Instellingsplan 2008-2012. We gaan de vernieuwingen van de afgelopen jaren verdiepen, bestendigen en verankeren, waarbij strategische samenhang tussen onze kernactiviteiten voorop staat. Kwaliteit, innovatie en synergie zijn de trefwoorden in dit verband. Daarbij streven we naar een betere balans in eenheid en verscheidenheid: we accentueren verschillen in opleidingen, binnen die ene HAN-identiteit. Het nieuwe instellingsplan, dat met brede inbreng vanuit de organisatie in 2008 tot stand is gekomen, vormt de leidraad voor dit jaarverslag. Het verslag geeft u een beeld van ons eerste jaar in het licht van onze nieuwe koers. Open en transparant, op basis van heldere en meetbare resultaatafspraken op vier kernthema’s: de kwaliteit van het onderwijs, de HAN als kennispoort, organisatieontwikkeling en operational excellence. We willen hierop graag door u beoordeeld worden. De HAN is het resultaat van mensen die zich samen verantwoordelijk voelen. Zonder de grote inzet, betrokkenheid en loyaliteit van onze medewerkers kan de HAN haar ambities niet waarmaken. Daarom spreken wij onze grote dank uit voor hun bijdrage in 2008. Samen werken we verder, vanuit die ene ambitie: tot de beste hogescholen van Nederland behoren, met het beste onderwijs voor onze studenten en in nauwe verbinding met onze omgeving.
Het College van Bestuur, Ron Bormans (voorzitter) en Kristel Baele
verbonden
i n K wa l i t e i t
Organogram Stichting Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Raad van Toezicht College van Bestuur concerncontrol
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen medezeggenschapsraad
Service Bedrijf
Faculteit Educatie
Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij
Faculteit Economie en Management
Faculteit Techniek
deelraad service bedrijf
f a c u lt e i t s r a d e n
sensor
Facilitaire Zaken
Instituut Pabo Arnhem en Nijmegen
Instituut Paramedische Studies
Instituut International Business & Communication
Instituut Engineering **
Financieel Economische Zaken
Instituut voor Leraar en School (ILS)
Instituut Verpleegkundige Studies
Instituut Bedrijfskunde
Instituut Autotechniek
Informatie Communicatie Technologie
Afdeling Opleidingskunde
Instituut Sport en Bewegingsstudies
Instituut Financieel Management & Recht
Instituut Built Environment
Marketing Communicatie en Voorlichting
Instituut Sociale Studies
Instituut Applied Sciences
Personeel en Organisatie
Afdeling Mondzorgkunde
Informatica Communicatie Academie
Service Centrum Onderwijs
Lectoraten
Lectoraten
Lectoraten
Lectoraten
Studentzaken
NDO, Dienstverlening in onderwijsontwikkeling*
VDO, Opleidings- en Adviescentrum
Expertisecentrum Economie en Management
Cursussen, post-hbo- en masteropleidingen
* NDO is per 1 januari 2009 gefuseerd met Interstudie BV tot Interstudie NDO BV **Instituut Engineering is per 01-01-2009 opgesplitst in Instituut Engineering en Instituut Autotechniek. Naast de Stichting Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) bestaat HAN Holding BV. Deze BV bevat onder andere een aantal BV’s waarin commerciële activiteiten zijn ondergebracht, zoals Interstudie BV. De Stichting Hogeschool van Arnhem en Nijmegen is de enige aandeelhouder van HAN Holding BV en het College van Bestuur van de HAN is als directeur belast met het bestuur van HAN Holding BV. Voor de samenstelling van de Raad van Toezicht, het College van Bestuur, het management en een overzicht van de opleidingen zie pagina 164.
verbonden
i n K wa l i t e i t
Hoofdstuk 1 Verbonden in kwaliteit
9
1.1 De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen 1.2 Het Instellingsplan 2008-2012
12 13
Hoofdstuk 2 Onderwijskwaliteit
23
2.1 Steeds beter onderwijs 26 2.2 Studenttevredenheid 27 2.3 Studierendement 34 2.4 Zorg voor studenten 36 2.5 Kaders voor goed onderwijs 42 2.6 Kwaliteit van het onderwijs 44 2.7 Groei door kwaliteit 48
Hoofdstuk 3 Kennispoort
51
3.1 Hét kenniscentrum in de regio 54 3.2 Marktactactiviteiten 55 3.3 Lectoraten en onderzoek 56 3.4 Masteropleidingen 61 3.5 Ondernemerschap 64 3.6 De HAN in de regio 66 3.7 Bijzondere activiteiten en momenten in 2008 68 3.8 Internationalisering 70
Inhoudsopgave Hoofdstuk 4 Organisatieontwikkeling
75
Hoofdstuk 7 Financiën van de HAN
4.1 De HAN als werkgever
78
4.2 De tevredenheid van de medewerkers 4.3 Goed werkgeverschap 4.4 Professionalisering en professionele cultuur 4.5 Besteding decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen 4.6 Kerngegevens HAN-medewerkers 4.7 Ontwikkeling rol faculteiten en instituten 4.8 Duurzaamheid in de HAN
79 80 84 85 86 94 95
7.1 Financieel beleid 7.2 Financiële prestaties 7.3 De financiële positie van de HAN 7.4 Financiering 7.5 Treasury 7.6 Deelnemingen 7.7 Risicobeheersing 7.8 Accountantsmededeling
140 141 144 147 147 148 149 151
BIJLAGEN
153
HAN-opleidingen Lectoraten Samenstelling Bestuur en Management Samenstelling Raad van Toezicht Samenstelling medezeggenschapsraad
156 162 164 166 171
Hoofdstuk 5 Operational excellence
99
5.1 Optimale afstemming van voorzieningen en processen 5.2 Kwaliteitsindex tevredenheidsmetingen 5.3 Het Service Bedrijf van de HAN
102 102 109
Hoofdstuk 6 Organisatie en bestuur
113
6.1 De organisatie van de HAN 6.2 Bestuur op basis van good governance 6.3 College van Bestuur 6.4 Raad van Toezicht 6.5 Verticale en horizontale verantwoording 6.6 Medezeggenschap 6.7 Integraal risicomanagement 6.8 Publiek-privaat
116 120 121 125 131 132 134 135
verbonden
137
i n K wa l i t e i t
v e r b o n d e n
i n
k w a l i t e i t
Hoof
dstu
verbonden
k 1
i n K wa l i t e i t
r ecteu tsdir ement i e t l u a n ag p Fac chaa e en m S i m y o t t n Je co teit e fac u l
N i e u we d o c e n t e n o p g o e d n i ve a u Jetty Schaap geeft leiding aan de Faculteit Economie en Management (FEM). Daar volgen zo’n 8.000 studenten een opleiding op het terrein van bedrijfskunde, economie of recht. Door sterke groei zijn er veel nieuwe docenten bijgekomen. Hoe behoud je dan de kwaliteit? Ongelimiteerd brainstormen Schaap: ‘De selectie van personeel is belangrijk. We zoeken daarom actief naar mensen die enthousiast zijn over hun vak, die passen in de dynamiek van onze hogeschool en die bevlogen zijn. Nieuwe docenten moeten breed inzetbaar zijn. Als docent vervul je namelijk verschillende rollen, zoals die van coach, projectbegeleider, loopbaanondersteuner en klassikaal docent. Ook heel belangrijk is het dat mensen zelfstandig zijn. Hoe goed het inwerkprogramma ook is, je zult als docent ook zelf je weg moeten zoeken.’ Inwerkprogramma ‘Natuurlijk werken we docenten goed in. Elke nieuwe docent zonder onderwijservaring krijgt een half jaar lang een cursus didactiek. Als startende docent krijg je ook een vaste mentor. Dat is een ervaren collega-docent die je wegwijs maakt in het vak en in de organisatie. Alle docenten vallen in een team: een groep docenten die met vergelijkbare vakken en inhoud werken. Ook krijgt iedere medewerker een algemeen introductieprogramma van de HAN en één specifiek voor de FEM. Aan het einde van de eerste lesperiode kunnen nieuwe docenten deelnemen aan een tweedaagse workshop die speciaal voor hen wordt georganiseerd. Daar kunnen ze met al hun vragen terecht: van ‘Hoe bereid ik mijn lessen handig voor?’ tot ‘Hoe regel ik mijn kopieën?’. Gelukkig hebben we hier op school een open cultuur: mensen vragen ook advies aan hun collega’s.’
1.1 De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) is hét opleidingscentrum voor hoger beroepsonderwijs in de brede regio Arnhem Nijmegen. Wij bieden aan studenten en cursisten onderwijs van hoog niveau, in een inspirerende, ondernemende en innovatieve omgeving. In 2008 boden we 64 bacheloropleidingen aan voor 26.117 (bekostigde) studenten. Tevens verzorgde de HAN in 2008 zeventien masteropleidingen. Vanuit expertisecentra en lectoraten verzorgden we toegepast onderzoek, advies en (post-hbo)opleidingen voor bedrijven en instellingen.
Kerncijfers HAN 2008 Aantal studenten 26.117 Studenttevredenheid 74,5% Aantal medewerkers 2.906 (2.203 fte) Medewerkertevredenheid 7,5 Aantal bacheloropleidingen 64 Aantal masteropleidingen 17 Aantal lectoraten 38 e 224,3 miljoen Omzet e 29,5 miljoen waarvan uit marktactiviteiten
Onze missie De HAN biedt studenten en cursisten onderwijs van hoog niveau in een inspirerende, ondernemende en innovatieve omgeving die afgestemd is op hun wensen en rekening houdt met verscheidenheid in talent en leerstijlen. De HAN verschaft jonge mensen een uitstekende startpositie op de arbeidsmarkt en stelt werkenden in 12
staat zich verder te ontwikkelen. Ons onderwijs is van hoogwaardige kwaliteit en getoetst op betekenis voor het beroepenveld.
arbeidsvoorwaarden en een uitdagende, professionele werkomgeving. Demografische prognoses laten zien dat het aantal studenten de komende jaren waarschijnlijk nauwelijks groeit: daarom streven we naar consolidatie van het aantal studenten. Dit zal uitmonden in een gedifferentieerde groei van het opleidingenaanbod.
Wij leggen ons erop toe het beste uit onze studenten te halen door hen een uitstekende opleiding te bieden, gecombineerd met intensieve begeleiding van deskundige medewerkers. Voor bedrijven, instellingen en individuen in de regio is de HAN hét opleidingscentrum en een van de belangrijkste kennispartners. Voor studenten en medewerkers is de HAN een aantrekkelijke en professionele omgeving die ontwikkeling, ondernemerschap en innovatie hoog in het vaandel heeft staan. De HAN wil in Nederland tot de beste hogescholen behoren.
De HAN streeft ernaar dat iedere bachelorafgestudeerde een aansluitende masteropleiding kan volgen bij een hogeschool of universiteit. Waar dat financieel haalbaar en gewenst is vanuit de markt willen we passende masteropleidingen aanbieden bij onze eigen bacheloropleidingen. Vragen uit de markt kunnen door toegepast onderzoek een bijdrage leveren aan de innovatieve ontwikkeling van het beroepenveld en ons onderwijs. Daarom zoeken we naar verdergaande synergie tussen de onderwijsactiviteiten, toegepast onderzoek en contractactiviteiten.
1.2 Het Instellingsplan 2008-2012
Doelstellingen
De afgelopen vijf jaar is de HAN sterk gegroeid: van 18.576 studenten in 2003 naar 26.117 studenten in 2008: een groei van maar liefst 40,6%. In deze periode hebben we veel aandacht gegeven aan het ontwikkelen van een gezamenlijke werkwijze, die professioneel, ondernemend en slagvaardig is. Ook hebben we veel geïnvesteerd in een meer praktijkgerichte en flexibele invulling van het onderwijs.
Het College van Bestuur hecht groot belang aan de betrokkenheid van medewerkers bij de plannen voor de toekomst. In 2008 heeft het College daarom in de aanloop naar dit instellingsplan ronde tafelgesprekken gehouden met medewerkers, studenten, medezeggenschapsraad, lectoren, het HAN-management en de Raad van Toezicht over de strategische koers van de HAN. De medewerkers zijn ook uitgenodigd om input te leveren via het HAN-intranet. Het resultaat is een plan met vier pijlers: de kwaliteit van het onderwijs, de HAN als kennispoort, de ontwikkeling van de organisatie en het streven naar operational excellence. Voor elk terrein zijn concrete doelstellingen geformuleerd. In de volgende tabel staan de doelstellingen voor 2012, de behaalde resultaten in 2008 en de resultaten in 2007.
In het nieuwe instellingsplan voor de periode 2008-2012 staat vooral de kwaliteit van het onderwijs centraal. We gaan de eerder doorgevoerde vernieuwingen verdiepen, bestendigen en verankeren in onze opleidingen. Het HAN-onderwijs is gebaseerd op twee pijlers: de beroepscontext als inspiratiebron voor het onderwijs en de tijdens de opleiding steeds toenemende - eigen verantwoordelijkheid van studenten voor hun leerproces. De HAN stelt zich ten doel om modern onderwijs te blijven ontwikkelen en aanbieden, het onderwijs beter te gaan organiseren en de ruimte voor de eigenheid van opleidingen en de betrokken medewerkers verder te benadrukken. Dit doen we vanuit een goed werkgeverschap: goede primaire 13
verbonden
i n K wa l i t e i t
07, 2008 en doelen 0 2 : N A H e d n a v g n i l De ontwikke Resultaatgebied
Realisatie 2007
Realisatie 2008
Doel 2012
Propedeuserendement
63,2%
56,2%
70%
Hoofdfaserendement
73,4%
73,6%
90%
Studenttevredenheid
73,5%
74,5%
80%
Omzet onderzoeksactiviteiten (in % van de totale HAN-omzet)
3,3% (omzet € 6,5 miljoen)
3,3% (omzet € 7,5 miljoen)
10%
Groei marktactiviteiten (5% per jaar)
2,6% (omzet € 24,2 miljoen)
22,1% (omzet € 29,5 miljoen)
5% op jaarbasis
Betrokkenheid medewerkers
65%
Eerstvolgende meting in 2009
75%
Medewerkertevredenheid
niet gemeten in 2007 (7,3 in 2006)
7,5
7,8
Ziekteverzuim
4,6%
4,1%
4,0%
72% docenten is tevreden
Hoge tevredenheid van studenten en medewerkers; precieze doelstelling nog te bepalen
Onderwijskwaliteit
Kennispoort
Organisatieontwikkeling
Operational Excellence volgens kwaliteitsindex ICT – voorzieningen
Niet gemeten
Roosters 65% studenten is tevreden Huisvesting en faciliteiten Interne informatievoorziening 14
vo o r 2 0 1 2
Om onze doelstellingen te realiseren werken we bij de HAN met een strakke vorm van contractmanagement. Jaarlijks stellen het College en de managers van de verschillende organisatieonderdelen gezamenlijk een managementcontract op. De geformuleerde ambities en streefwaarden worden vertaald in de plannen van instituten, faculteiten en het Service Bedrijf. Leidinggevenden bekijken samen met hun medewerkers hoe zij de geformuleerde doelstellingen vertalen in focus en prioriteiten binnen het werk. In de uitvoering krijgen de organisatieonderdelen - binnen de kaders van de HAN - vrijheid om te werken op de manier die het beste aansluit bij de branche(s) waar zij voor opleiden, de kwalificaties van het eigen personeel en de andere specifieke kwaliteiten van hun organisatieonderdeel.
De kwaliteit van het onderwijs De HAN trekt veel studenten aan. De sterke groei in de laatste jaren en de noodzakelijke vernieuwing van het onderwijs hebben veel druk gelegd op de organisatie: de medewerkers zijn zwaar belast en ook de druk op faciliteiten zoals gebouwen, ruimtes, roostering en ICT is groot geweest. Helaas heeft dit ertoe geleid dat in 2007 de studenttevredenheid is gedaald. In 2006 scoorde de HAN op studenttevredenheid nog gemiddeld een 8,1, in 2007 daalde dit naar een 7,4. Met ingang van 2008 werken we mee aan het landelijke Studenttevredenheidsonderzoek.
De onderwijsintensiteit De kwaliteit van het onderwijs staat voor de HAN centraal. We geven modern, maar intensief onderwijs. De student wordt naarmate hij of zij vordert in de opleiding steeds meer aangesproken op de eigen verantwoordelijkheid. In de afgelopen jaren zijn de studenten soms wat “te vrij” gelaten. Daarom willen we dat de onderwijsintensiteit in de periode 20082012 omhoog gaat. Het doel is dat bij een studiebelasting van 40 uur sprake is van 20 contacturen per week. Docenten moeten daarbij 15
70% van hun werktijd kunnen besteden aan hun onderwijstaak. Dit is binnen vrijwel alle HAN-opleidingen nu al het geval. We vinden een goed studierendement zeer belangrijk. Uitval van studenten is hoogst ongewenst: de kostbare tijd van docenten en leerlingen wordt verspild. Ook zet uitval een grote domper op het enthousiasme van jonge mensen om een opleiding te volgen. Onze doelen zijn daarom dat het studierendement in de propedeuse toeneemt tot 70% en dat van de studenten die worden toegelaten tot de hoofdfase zeker 90% het diploma behaalt binnen vijf jaar. Om dit te realiseren investeert de HAN in meer professionele studieloopbaanbegeleiding, in effectievere voorlichting en in een kwalitatief goede aansluiting bij doorstroom, vanuit havo maar ook vanuit vwo en mbo.
Het niveau van het onderwijs De samenleving vraagt om professionals: studenten moeten beschikken over actuele kennis en vaardigheden als zij de opleiding afronden, terwijl zij ook in staat moeten zijn om deze steeds op het gewenste niveau te houden. Het niveau van het onderwijs is daarom van groot belang. Bij de accreditaties van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) streeft de HAN ernaar dat alle opleidingen minimaal voldoende scoren. Daarbij is ons doel om bij NVAO-accreditaties scores op ‘excellent’ (minimaal 10%) en ‘goed’ (minimaal 75%) te behalen. In 2008 richtten we een externe centrale Kwaliteitsadviesraad op die aan het College van Bestuur rapporteert. Deze raad zal gaan toezien op de wijze waarop de kwaliteitszorg wordt ingevuld en adviseert over verdere stappen in het ontwikkelen van de kwaliteit.
Opleidingenaanbod De HAN streeft naar een compleet aanbod van opleidingen, verdeeld over de locaties Arnhem en Nijmegen. We willen in de komende periode op beide locaties alle economieopleidingen gaan aanbieden. 16
Daarnaast zal er - als antwoord op de vraag uit het Nijmeegse bedrijfsleven - ook in Nijmegen meer technisch beroepsonderwijs worden gerealiseerd. Enkele opleidingen, zoals de lerarenopleiding, zijn qua schaal kwetsbaar en hebben een groot maatschappelijk belang. In deze opleidingen streven we naar verdere groei. We concentreren onze onderwijsactiviteiten steeds op de campussen in beide steden: zo zorgen we voor optimale voorzieningen op de onderwijslocaties en een uitstekende bereikbaarheid.
De HAN als kennispoort De HAN wil haar studenten opleiden tot een innovatieve en ondernemende houding. Ook willen we ons eigen onderzoek tot ontwikkeling brengen en actief blijven in de dienstverlening aan het bedrijfsleven in de regio. Daarbij is meer synergie mogelijk. Met ons toegepaste onderzoek - gebaseerd op vragen uit de markt - willen we niet alleen bedrijven helpen maar ook innovaties realiseren in het beroepenveld en ons eigen onderwijs. Ook zien we een situatie voor ons dat contractactiviteiten casuïstiek leveren voor het bacheloronderwijs terwijl tegelijkertijd het bacheloronderwijs expertise levert voor de contractactiviteiten. We willen daarom dat de onderzoeksactiviteiten qua omvang 10% gaan vormen van de omzet van de HAN. In 2008 werden we daarbij ondersteund door 38 lectoraten. Bij de marktactiviteiten streven we naar een groei van 5% van de omzet per jaar.
desgewenst startende en gevorderde ondernemers. Het CvO biedt ook gespecialiseerde programma’s rond regionaal belangrijke thema’s zoals bedrijfsopvolging, internationaal ondernemerschap en innovatie. In 2008 is in aanvulling het project Gelderland Onderneemt (go!) gestart: een gezamenlijk project van de HAN, ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten en Radboud Universiteit Nijmegen met regionale partners zoals de Kamer van Koophandel, ROC’s, de provincie Gelderland, de gemeenten Arnhem en Nijmegen en andere bedrijven en instellingen. Dit project brengt nog meer studenten in aanraking met ondernemerschap en organiseert masterclasses voor docenten.
Relaties met de omgeving De HAN stelt kennis ter beschikking aan haar omgeving en past haar onderwijs steeds aan op de ontwikkelingen die daar plaatsvinden. Daartoe onderhouden onze medewerkers vele contacten met externe partijen. Stages, afstudeeropdrachten en praktische projecten spelen daarin natuurlijk een grote rol. Ook de contractactiviteiten bevorderen de contacten tussen de HAN en haar omgeving. In 2008 waren er twee ontwikkelingen die we hier in het bijzonder willen noemen. Ten eerste is de HAN gaan participeren in de ontwikkeling van een regionaal Expertisecentrum Toerisme. Dit zal bijdragen aan de sociaaleconomische ontwikkeling in de regio. Ten tweede heeft de HAN in augustus 2008 het Servicecentrum Kleve (Duitsland) gestart. Dit punt gaat informatie verstrekken aan Duitse studenten, bemiddelen in stage- en afstudeeropdrachten in Duitsland en het initiatief nemen in Euregionale kennisprojecten.
Ondernemerschap De kenniseconomie vraagt mensen die als ondernemer steeds op zoek zijn naar nieuwe kansen. Ondernemendheid is ook een houding die wordt gevraagd van professionals. Het Centrum voor Ondernemerschap (CvO) biedt cursussen en trainingen voor studenten en verzorgt de opleiding voor het landelijk erkende hbodiploma ‘Certificaat Ondernemerschap ®’. Het CvO adviseert 17
verbonden
i n K wa l i t e i t
Organisatieontwikkeling
en Ontwikkelgesprekken speelt daarin een belangrijke rol. Medewerkers worden uitgedaagd om zich ondernemend, proactief, resultaatgericht en flexibel op te stellen. Alleen zo kunnen wij inspelen op vragen uit de markt, accuraat en snel handelen.
De HAN wil bekend staan om goed werkgeverschap. We bieden onze medewerkers goede primaire arbeidsvoorwaarden en een uitdagende werkomgeving. In de HRM-agenda stellen we de rol, de verantwoordelijkheid en de professionaliteit van onze medewerkers centraal. We investeren structureel in de kennisontwikkeling, de deskundigheidsbevordering en de professionalisering van onze medewerkers. Ook streven wij ernaar dat 70% van de docenten beschikt over een mastergraad. Omdat onderzoeksactiviteiten steeds belangrijker worden voor de HAN willen we dat in 2012 minimaal 10% van de docenten is gepromoveerd of bezig is met promoveren.
Medewerkertevredenheid De houding en betrokkenheid zijn van groot belang voor de kwaliteit van de dienstverlening van de HAN. We streven daarom naar tevreden medewerkers die betrokken zijn bij onze organisatie. De medewerkers beoordeelden de HAN als werkgever in 2006 gemiddeld met een 7,3. In 2008 is de tevredenheid gegroeid: de score is nu gemiddeld 7,5. Dit ligt op koers met onze doelstelling voor 2012: een score van 7,8. Tijdens het Preventief Medisch Onderzoek in 2007 is aan alle deelnemers gevraagd of zij zich betrokken voelen bij de strategie van de HAN. Toen gaf 65% van de medewerkers aan dat zij zich hierbij betrokken voelen. In 2012 willen we dat dit percentage is gestegen tot 75%.
Medewerkers De HAN ervaart in verschillende vakgebieden krapte op de arbeidsmarkt terwijl wij door de leeftijdsopbouw van het personeel te maken zullen krijgen met een aanzienlijke vervangingsvraag. De komende jaren staat het werven en binden van nieuwe collega’s dan ook hoog op de agenda. We streven daarbij naar een evenwichtige opbouw van ons personeelsbestand naar leeftijd en deskundigheid. Het is in het belang van de hogeschool en haar medewerkers dat de medewerkers gezond en vitaal zijn. Binnen de hogeschool bestaan daarom verschillende initiatieven om de gezondheid en vitaliteit van de medewerkers te bevorderen. Zo kunnen zij tegen gereduceerd tarief gebruik maken van de fitnesscentra van Achmea.
Operational Excellence Het leveren van goede prestaties vraagt goede voorzieningen en effectief management. In de afgelopen jaren is er binnen de HAN een goed georganiseerde plannings- en controlecyclus ontstaan. Op basis van het instellingsplan sluit het College van Bestuur ieder jaar een managementcontract met de faculteitsdirecteuren en de directeur van het Service Bedrijf. Het contract bevat specifieke, meetbare en realistische (SMART) afspraken over de te realiseren doelstellingen. Met behulp van de viermaandelijkse managementrapportages wordt in bilateraal overleg gemonitord in hoeverre de doelstellingen worden behaald en waar bijsturing nodig is. De HAN stelt zich ten doel dat zowel medewerkers als studenten tevreden zijn over de voorzieningen waarmee zij werken. Specifieke afspraken zijn gemaakt over ICTvoorzieningen, roosters, huisvesting en interne informatievoorziening.
De HAN-cultuur De HAN is 12 jaar geleden ontstaan uit de fusie van drie, op dat moment onafhankelijke, opleidingsinstituten. De omvorming van de van oudsher enigszins ambtelijke onderwijscultuur naar die van een moderne kennisinstelling is nog steeds gaande. Wij streven naar een cultuur die zich kenmerkt door ondernemend gedrag, betrokkenheid, openheid, vertrouwen, snelheid, daadkracht in de communicatie en ruimte voor een eigen identiteit. Het voeren van jaarlijkse Resultaat18
Huisvesting en roostering De HAN concentreert haar activiteiten en voorzieningen op de campussen in Arnhem en Nijmegen. Op beide plaatsen wordt nieuwbouw gerealiseerd. Ook is in een aantal gevallen tijdelijk ruimte bijgehuurd. Het compartimenteren van onderwijsruimten maakt het roosteren meer beheersbaar. Het vergroot ook de eigenheid van opleidingen. Huisvesting en roostering zijn in de praktijk nauw met elkaar verbonden. Vroegtijdig roosteren maakt een goede planning voor docenten en studenten mogelijk en verhoogt daardoor de kwaliteit van het onderwijs. Wij gaan het roosterproces verder verbeteren: er moeten meer aangesloten roosters komen en de onderwijsactiviteiten moeten beter worden gespreid in de tijd. Door specifieke typen onderwijsactiviteiten toe te wijzen aan bepaalde momenten in de week worden de roosters meer voorspelbaar.
ICT Een goede, toekomstgerichte informatiearchitectuur en actuele voorzieningen op het gebied van software en programmatuur zijn noodzakelijk voor een grote kennisorganisatie als de HAN. We investeren dan ook veel in ICT: in mensen en in middelen. Uiteraard zorgden we in het afgelopen jaar voor voldoende computers en werkplekken. Daarnaast werkten we aan een betere beveiliging, een Identity Management systeem, de verdere uitbreiding van het draadloze netwerk, de uitbreiding van de faciliteiten om vanuit huis of elders buiten de HAN op het HAN-netwerk te werken en een beter beheer van het computernetwerk. Soms zijn de verwachtingen op het gebied van ICT te hoog gespannen: we hebben beperkte middelen en we kunnen dus niet altijd onbeperkte computerfaciliteiten bieden. Ook kopen we niet altijd meteen de nieuwste versies van beschikbare software. Over de mogelijkheden en de onmogelijkheden geven we duidelijke voorlichting aan medewerkers en studenten, zodat iedereen weet wat hij van ons mag verwachten.
19
20
In het afgelopen jaar hebben we met name prioriteit gegeven aan het studentinformatiesysteem HAN-SIS waarin per student het studieprogramma, de behaalde studieresultaten en de voortgang van de studie is vastgelegd. Daarnaast beschikt de HAN over een goed functionerende elektronische leeromgeving met behulp van Blackboard (HAN-Scholar) en adequate voorzieningen voor digitaal portfolio en digitale assessments.
Financiën De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen kent een solide financiële basis. De solvabiliteit is 37,6%. De (inmiddels geliquideerde) Stichting Vangnet HBO heeft een indicatie gegeven van de ondergrens van het vermogen van een hbo-instelling. Deze is gesteld op een solvabiliteit van 25%. Daar zit de HAN ruim boven. Ook hebben we onze liquiditeiten in het verleden niet belegd, maar ondergebracht bij een huisbankier waarmee afspraken zijn gemaakt over een gunstige rente. Mede hierdoor heeft de HAN geen nadelen ondervonden van de kredietcrisis. De belangrijkste financiële risico’s voor de HAN zijn achterblijvende baten als gevolg van dalende studentenaantallen, tegenvallende studierendementen, te lage marktresultaten en een onvoldoende indexatie van de rijksbijdrage ten opzichte van de loonontwikkeling. De HAN is de afgelopen jaren sterk gegroeid. De bekostiging vanuit de overheid wordt gebaseerd op het aantal studenten van twee jaar geleden (t-2 bekostiging). Hierdoor kunnen de risico’s op het gebied van studentenaantallen goed gemanaged worden. Bij een daling van studentenaantallen of sterk tegenvallende rendementen zal niet onmiddellijk krimp in het personeelsbestand nodig zijn maar hebben we enige tijd om aanpassingen door te voeren en de krimp, zo
mogelijk, weer om te buigen naar groei. In geval van tegenvallende marktomzet kan voldoende snel gereageerd worden door het inkrimpen van de tijdelijke arbeidscontracten die specifiek hiervoor zijn aangegaan.
Koers voor de toekomst In de komende periode zullen openheid en transparantie centraal blijven staan in ons beleid. Omdat we een maatschappelijke organisatie zijn, willen we onze verantwoordelijkheid naar mensen en omgeving waarmaken. In dit hoofdstuk trof u heldere, meetbare doelstellingen aan voor onze organisatie. Wij blijven hierover in alle openheid rapporteren, op papier en ook op onze website. Daar staan het jaarverslag, het instellingsplan en de viermaandelijkse managementrapportages ter beschikking van iedereen die hiervan kennis wenst te nemen (zie: www.han.nl/jaarverslag). Samengevat zullen in de komende jaren de volgende thema’s centraal staan: het versterken van de kwaliteit van ons onderwijs, het functioneren als kennispoort voor de regio, het bestendigen en uitbouwen van onze professionele HAN-identiteit, meer synergie bereiken tussen onze kernactiviteiten, verdergaand doorvoeren van de resultaatgerichte werkwijze, operational excellence in organisatie, ICT, huisvesting en roostering, het behoud van goed werkgeverschap en een solide financieel beleid. Dit alles doen we in een open dialoog met medewerkers en leidinggevenden en in nauwe verbondenheid met onze externe omgeving.
21
verbonden
i n K wa l i t e i t
O n d e r w i j s k w a l i t e i t
Hoof
dstu
verbonden
k 2
i n K wa l i t e i t
‘ C re a t i eve m i d d e l e n vo r m e n de student’ De opleidingen Cultureel Maatschappelijke Vorming (CMV), Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) en Creatieve Therapie Opleidingen (CTO) leiden professionals op in de hulpverlening. In deze opleidingen geeft de HAN extra aandacht aan de nonverbale technieken. Kathelijne van Kammen is een van de directeuren van het Instituut Sociale Studies in Nijmegen. Ze vertelt dat de meeste hulpverleners bij het aanpakken van problemen vooral werken met taal als instrument. Dat is goed, maar het is vaak niet genoeg. Daarom doen de Nijmeegse opleidingen méér. ‘Bij creatieve therapie werk je vanzelf al met non-verbale technieken zoals drama, dans, beeldend vormende activiteiten, muziek en beweging. Die technieken zijn heel geschikt om mensen te leren dat zij in hun leven niet alleen hun hoofd maar ook hun hart en hun handen kunnen gebruiken. Daarom kun je juist met nonverbale middelen mensen helpen om te experimenteren met nieuwe oplossingen voor hun problemen. Ook kunnen deze technieken ondersteunen bij het ontwikkelen van nieuw, ander gedrag. Ze nemen daarom ook een belangrijke plaats in bij de opleidingen CMV en SPH.’ Stevige persoonlijkheid ‘Die bijzondere aanpak helpt onze studenten ook om zich te ontwikkelen tot evenwichtige professionals. Een hulpverlener is immers zijn eigen ‘tool’. Hij of zij moet zich ook staande kunnen houden in complexe situaties, bijvoorbeeld als medewerker van de jeugdzorg, in een zogeheten ‘risicowijk’ of bij een tbs-kliniek. Daarnaast beschikken onze studenten over een breed instrumentarium om mensen verder te helpen in hun leven. Dit wordt door werkgevers herkend en gewaardeerd.’
K at h e l i j n e va n Kamm directe en ur Inst ituut S , ociale Studies
2.1 Steeds beter onderwijs Verhoging studenttevredenheid De HAN heeft de maatschappelijke opdracht om onderwijs van hoogwaardige kwaliteit te verzorgen voor studenten en cursisten op hbo-niveau. We willen blijven behoren tot de beste hogescholen van het land. Daarom zetten wij in 2008 en in de komende jaren onze kerntaak centraal: het uitvoeren van kwalitatief hoogwaardig bacheloronderwijs. Een belangrijke indicator hiervoor is de mate van studenttevredenheid. In 2008 stelden we ons ten doel dat gemiddeld 75% van de studenten tevreden zou zijn over de geboden opleiding. Dit doel hebben we bereikt: 74,5% van de studenten oordeelt in 2008 neutraal of positief over het geboden onderwijs. Dit is in lijn met de doelstelling van ons meerjarig beleid op weg naar 2012: een studenttevredenheid van 80%.
Verhoging Studierendement We stellen ons ook ten doel om een goed studierendement te realiseren. Door goed instroommanagement en adequate voorlichting willen we bereiken dat 70% van de studenten binnen 2 jaar de propedeuse behaalt. Daarin zijn we nog niet geslaagd: van de studenten die in 2006 gestart zijn heeft inmiddels (2008) 56,2% de propedeuse afgerond. Dit lage percentage is aanleiding om het propedeuserendement veel hoger op onze prioriteitenlijst te plaatsen. We gaan ons ervoor inzetten om dit rendement structureel te verhogen. Als een student de propedeuse behaald heeft dan is hij of zij in principe ook in staat om de hoofdfase met succes af te ronden. Soms staan persoonlijke omstandigheden - buiten onze invloedssfeer daarbij in de weg. Daarom stellen wij ons ten doel dat 90% van de ingestroomde studenten binnen een totale studieduur van 5 jaar de hoofdfase met succes voltooit. In 2008 is dit nog niet gelukt. Van de studenten die in 2003 gestart zijn en de propedeuse met succes 26
hebben afgerond, rondde 73,6% de studie in 2008 succesvol af. In de komende vier jaar willen we zowel het propedeuse- als het hoofdfaserendement verbeteren. We doen dit door te werken aan de kwaliteit van het bestaande onderwijsaanbod, door nog betere studieloopbaanbegeleiding, door goede aanvullende voorzieningen voor studenten en door aandacht te besteden aan de kwaliteit van de operationele processen.
2.2 Studenttevredenheid Goed onderwijs leidt tot tevreden studenten. We monitoren daarom voortdurend de studenttevredenheid. Daarbij zetten we twee verschillende instrumenten in. Op de eerste plaats gebruiken we ons eigen jaarlijkse HAN-studenttevredenheidsonderzoek (dat per 2008 is aangesloten op het landelijke studenttevredenheidsonderzoek van de HBO-Raad; zie hierna). Daarnaast benutten we de resultaten van de jaarlijks gehouden Nationale Studenten Enquête zoals uitgevoerd door Studiekeuze 123 (voorheen Choice).
Studenttevredenheidsonderzoek 2008 Het HAN-studenttevredenheidsonderzoek (STO) wordt jaarlijks uitgevoerd. We nodigen alle bachelorstudenten uit om aan te geven hoe tevreden zij zijn over de verschillende aspecten van de opleiding. Wij streven er naar in vier jaar tijd een studenttevredenheid te realiseren waarbij 80% van de studenten neutraal of positief oordeelt over de kwaliteit van de opleidingen binnen de HAN als geheel (kengetal studenttevredenheid). Deze doelstelling is voor 2008 vastgesteld op 75%. Deze doelstelling hebben we in de huidige meetsystematiek uitgewerkt als het percentage studenten dat neutraal tot positief reageert op de stelling “Ik ben in het algemeen tevreden over de opleiding”. In 2008 scoorden we hierop 74,5%. Deze score moet echter gezien worden in het licht van de gewijzigde meetsystematiek (zie de uitleg hierna). Omdat de meetsystematiek is gewijzigd benoemen we de prestaties in de periode 2004-2007 apart van de doelstellingen 2008 en 2012 en de realisatie 2008.
Studenttevredenheid 2004-2007, oude meetwijze
De resultaten van deze onderzoeken bevestigen de keuze voor de beleidsspeerpunten in het nieuwe instellingsplan. Studenten zijn het meest tevreden over de inhoud van de opleiding, de beroepsoriëntatie en de docenten. Verbeterpunten die uit de onderzoeken naar voren komen zijn: de betrokkenheid van de studenten bij de kwaliteitszorg, de roostering, de toetsing en de studielast. Daarnaast geven de resultaten aan dat ook meer aandacht besteed moet worden aan de kwaliteit van de faciliteiten, de informatieverstrekking, de keuzemogelijkheden en de studieloopbaanbegeleiding. Dit sluit aan bij de speerpunten voor de komende vier jaar: de onderwijskwaliteit staat centraal. We investeren in een betere organisatie van het onderwijs ofwel ‘operational excellence’.
HAN-studenttevredenheidsmeting
2004
2005
2006
2007
HAN-totaal
75%
79%
81%
74%
Studenttevredenheid 2008, doel en realisatie, doel 2012, nieuwe meetwijze
27
HAN-studenttevredenheidsmeting
Doelstelling Realisatie 2008 2008
Doelstelling 2012
HAN-totaal
75%
80%
74,5%
verbonden
i n K wa l i t e i t
Verandering meetsystematiek studenttevredenheidsonderzoek
,
In het afgelopen jaar is de meetsystematiek van het HAN-studenttevredenheidsonderzoek gewijzigd. De studenttevredenheid werd tot en met 2007 gemeten door middel van een eigen, HAN-specifiek, onderzoeksinstrument. Met ingang van 2008 sluiten we in dit onderzoek aan bij de landelijke systematiek voor studentenonderzoek zoals ontworpen door de HBO-Raad. We gebruiken daarom een andere vragenlijst die deels bestaat uit een aantal vaste stellingen die landelijk uniform zijn. Deze vullen we aan met HAN-specifieke items. Andere wijzigingen in het onderzoek zijn dat de huidige enquête wordt afgenomen onder alle studenten in plaats van bij een steekproef van studenten. Afname vindt ook plaats via het internet en niet langer per telefoon. Het grote voordeel van de nieuwe werkwijze is dat de scores op HAN- en instellingsniveau goed vergelijkbaar zijn met die van andere deelnemende hogescholen. De verandering heeft ook een (tijdelijk) nadeel. In tegenstelling tot voorgaande jaren wordt in de nieuwe vragenlijst een vijfpunts- in plaats van een vierpuntsschaal gehanteerd: er is een ‘neutrale’ categorie in de antwoordschalen toegevoegd (niet mee eens/niet mee oneens). Het gevolg hiervan is dat we de scores van de enquête uit 2008 niet meer rechtstreeks kunnen vergelijken met die van voorgaande jaren.
Tevredenheid op deelaspecten In de volgende grafiek geven we de neutrale en positieve scores van studenten in de enquête van 2008 weer voor verschillende stellingen.
28
Percentage tevreden studenten op verschillende onderdelen 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Docenten
26%
Beroepsorïentatie
27%
57%
Inhoud opleiding
27%
56%
Faciliteiten
100%
38%
29%
Studielast
27%
Roosters
26%
39%
41%
38%
35% neutraal
90%
47%
35%
Informatievoorziening
Interne kwaliteitszorg
80%
60%
28%
Toetsen en beoordelen
70%
28% postitief
Sterke punten die uit het HAN-studenttevredenheidsonderzoek naar voren komen zijn: de inhoud van de opleiding, de beroepsoriëntatie en de kwaliteit van de docenten. Het onderzoek signaleert echter ook
Bron: HAN-STO 2008
nadrukkelijk een aantal punten ter verbetering. Deze liggen met name op de aspecten betrokkenheid, roosters, studielast, toetsen en beoordelen. 29
verbonden
i n K wa l i t e i t
De Nationale Studenten Enquête
Studentenoordeel op basis van de Nationale Studenten Enquête
Naast het landelijke studentenonderzoek zoals hiervoor besproken wordt de kwaliteit van hbo-opleidingen jaarlijks onderzocht door middel van de Nationale Studenten Enquête (NSE). Dit onderzoek vindt plaats in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het onderzoek wordt afgenomen in een driejaarlijkse cyclus waarbij een steekproef wordt genomen van alle studenten aan hogescholen en universiteiten in Nederland. Ook de uitkomsten van de Nationale Studenten Enquête bieden ons de mogelijkheid om de studenttevredenheid bij de HAN te vergelijken met andere hogescholen1. De uitkomsten van dit onderzoek worden gepubliceerd in de Keuzegids Hoger Onderwijs en zijn ook beschikbaar via de Database Studiekeuze 123.
NSE 2005-2008
voltijd
deeltijd
Aantal beoordeelde bacheloropleidingen (per locatie)
69
30
0,1 boven landelijk gemiddelde
25
8
rond het landelijke gemiddelde
28
12
0,1 onder landelijk gemiddelde
16
10
in top 3 (opleidingen met meer dan 3 zusteropleidingen)
17
11 Bron: Database Studiekeuze 123
Een vergelijking van de resultaten van de HAN als geheel met relevante andere hogescholen (multisectoraal en bekostigd onderwijs) uit de Nationale Studenten Enquête over de periode 2005-2008 laat zien dat wij met betrekking tot de studenttevredenheid nog niet die positie verworven hebben die wij ambiëren. Een ranking op hogeschoolniveau resulteert in een gedeelde 7e plaats voor de voltijdopleidingen (van 19 instellingen) en een gedeelde 5e plaats voor de deeltijdopleidingen (van 18 instellingen).
De resultaten van de NSE laten relatief grote verschillen zien in de studenttevredenheid per opleiding. Opvallend is dat de studenten op de locaties in Nijmegen minder tevreden zijn dan die in Arnhem. Wij bouwen in Nijmegen op dit moment een nieuwe accommodatie die is ingericht op een stevige, meerjarige groei. Daardoor zullen de Faculteit Economie en Management en de Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij ieder een duidelijk eigen gezicht krijgen. Waar opleidingen relatief lager scoren dan vergelijkbare opleidingen in het land zullen we gericht actie ondernemen om specifieke belemmeringen weg te nemen.
1 ] Voor de landelijke vergelijking zijn alleen de voor de HAN vergelijkbare collega-instellingen meegenomen (multisectoraal, bekostigde instellingen). De presentatie in deze paragraaf wijkt daarom af van die in de Keuzegids Hoger Onderwijs 2008.
30
31
32
De HAN in vergelijking met andere hbo-instellingen
Evaluatie HOF
Als we de resultaten van de HAN in de Nationale Studenten Enquête in de periode 2005-2008 nader analyseren dan zien we het volgende. In vergelijking tot andere instellingen komen bij de HAN als sterke punten naar voren: de inhoud, de samenhang, de werkvormen en de docenten. Punten die aandacht vragen zijn de communicatie, gebouwen, faciliteiten en de ruimte om keuzes te maken in het studieprogramma.
Het project HAN Onderwijs Flexibilisering (HOF) heeft in de afgelopen vier jaar gezorgd voor een belangrijke modernisering van het onderwijs. In dit project stonden drie doelen centraal: de beroepspraktijk moest beter verankerd worden in het onderwijs, studenten moesten zelfstandiger gaan werken en meer eigen verantwoordelijkheid leren dragen en het onderwijs moest flexibeler worden, zodat het meer kan aansluiten op de wensen van de individuele student. De HOF is ieder jaar geëvalueerd. De evaluaties laten een positieve ontwikkeling zien. Voor zowel studenten als docenten is de onderwijsvernieuwing steeds duidelijker in het onderwijs aanwezig: de studieloopbaanbegeleiding is vast onderdeel van de opleiding en draagt bij aan het ontwikkelen van zelfsturing en studievaardigheden van studenten. Studenten herkennen dat zij beroepscompetenties ontwikkelen en kunnen deze goed toepassen in de praktijk. Ze ontwikkelen tijdens de studie meer en betere studievaardigheden en maken betere keuzes. Ook de toetsing vindt steeds vaker plaats aan de hand van beroepsvaardigheden in de praktijk. Naast de traditionele kennistoetsen worden ook portfolio’s en assessments breed ingezet. Werkgevers merken op dat de huidige generatie studenten meer proactief is en actief op het eigen handelen reflecteert. Toch zijn er ook nog verbeterpunten. Een vierde van de studenten (24,1%) is niet positief over de mogelijkheid om zelf de inhoud van de studie te bepalen. Ruim een derde van de studenten (37,9%) wenst meer flexibiliteit in studietempo. De opleidingen zijn voor een deel nog vrij aanbodgericht waardoor onvoldoende ingespeeld kan worden op individuele verschillen tussen studenten qua capaciteiten en motivatie. Ook over de organisatie van de toetsing zijn studenten niet altijd tevreden: er is vaak sprake van vaste toetsmomenten. Door de diversiteit van toetsvormen is er soms sprake van overlap tussen de verschillende toetsen. Een betere organisatie van het onderwijs (operational excellence) moet hierin verbetering brengen. In paragraaf 2.5 ‘Kaders voor goed onderwijs’ gaan we hier nader op in.
HAN versus ander landelijk, multisectoraal en bekostigd onderwijs op basis van Nationale Studenten Enquête 2005-2008 Voltijd
Deeltijd
HAN
Landelijk
HAN
Landelijk
Inhoud
6,9
6,8
7,1
7,0
Keuzeruimte
6,6
6,6
6,2*
6,4
Samenhang
6,8
6,8
6,8
6,8
Werkvormen
6,7
6,6
6,6
6,6
Voorbereiding op loopbaan
6,9
6,9
6,4
6,4
Docenten
6,9
6,8
6,9
6,9
Communicatie
6,0
6,1
6,4
6,4
Studeerbaarheid
6,9
6,9
6,6
6,6
Gebouwen
6,2*
6,4
6,8
6,9
Faciliteiten
6,6*
6,8
7,0
7,1
Totaal
6,6
6,7
6,7
6,7
Bron: Database Studiekeuze 123
*) Knelpunten zijn in kleur weergegeven. Van een knelpunt is sprake als een onderwerp minimaal -0,2 afwijkt van het landelijk gemiddelde.
33
verbonden
i n K wa l i t e i t
2.3 Studierendement Het uitvallen van studenten tijdens de studie is ongewenst: er wordt tijd en geld verspild terwijl het mensen ook demotiveert voor het volgen van vervolgonderwijs. Om die reden stelt de HAN zich ten doel om een propedeuserendement te realiseren van 70% en een hoofdfaserendement van 90%. Hiermee sluiten wij aan bij de meerjarenafspraak die 30 juni 2008 is gemaakt door de HBO-Raad met de minister van OCW. Deze doelen halen we nog niet: in 2008 realiseerden we een propedeuserendement van 56,2 % en een hoofdfaserendement van 73,6 %. Ons antwoord hierop is HAN-brede actie om de rendementen te verbeteren met specifieke acties op de plaatsen waar de rendementen het meest achterblijven.
Instroommanagement De propedeuse heeft naast een opleidingsdoel ook een oriënterende, selecterende en verwijzende functie. Wie de propedeuse behaalt, moet in principe ook geschikt zijn om het einddiploma te halen. Ons doel is daarom dat 70% van de instromende studenten de propedeuse behaalt binnen twee jaar. In het jaar 2008 werd voor de HAN als geheel een propedeuserendement gerealiseerd van 56,2% (instroom uit 2006). Dit ligt ruim onder de streefnorm van 70%. Een eerste analyse laat zien dat de toename van de instroom bij veel instituten gepaard gaat met een daling van het propedeuserendement. Die daling is echter lang niet altijd evenredig. We zien bij instituten met een dalende instroom overigens ook overwegend een positieve ontwikkeling van het propedeuserendement. De daling van het propedeuserendement is zichtbaar in alle instroomgroepen: havisten, mbo-ers en vwo-ers. Dit is mogelijk een aanwijzing dat er sprake is van gemeenschappelijke factoren die de studievoortgang belemmeren. De cijfers laten echter ook zien dat de mate waarin de verschillende instroomgroepen hier ‘last’ van hebben sterk kan verschillen per instituut. Ten slotte valt op dat de uitval onder ‘nieuwe Nederlanders’ en onder 34
studenten van niet-Nederlandse afkomst relatief erg hoog is. We gaan deze analyse op korte termijn uitdiepen zodat we gericht effectieve acties kunnen ondernemen.
Toegepaste Psychologie. Voor de opleiding Sport Gezondheid en Management en de opleiding Pedagogiek is vanaf 1 september 2008 geen numerus fixus meer gehanteerd, terwijl dit daarvoor wel het geval was.
Propedeuserendement 2004-2008, doel 2012 Hoofdfaserendement 2004-2008, doel 2012
100%
100%
80 60
59,9
63,1
64,5
63
56,2
70
66
90
90 78
80
40
70
20
68,7
72,6
70,7
2005
2006
73,4
73,6
2007
2008
60
0 2004
2005
2006
2007
2008
2008*
2012*
50
*) Doelstelling
40
Voorafgaand aan het moment van inschrijving streven we naar zelfselectie, een goede studiekeuze en juiste verwachtingen bij de student. Om dit te bereiken organiseren we voorlichtingsbijeenkomsten voor decanen en studiebegeleiders, open dagen voor studenten, profielkeuzedagen, online proefstuderen en een digitale competentiewijzer. Ook zorgen we voor heldere en eerlijke informatie in brochures en op internet. We overwegen om in 2009 studiekeuzegesprekken te gaan voeren met specifieke risicogroepen.
30 20 10 0 2004
2008*
2012*
*) Doelstelling
Numerus fixus Voor een aantal opleidingen is de belangstelling van studenten groter dan de capaciteit van de opleiding. In dat geval selecteert de HAN eerstejaarsstudenten. In 2008 gold dit voor de volgende opleidingen: Fysiotherapie, Mondzorgkunde, Voeding en Diëtetiek, Ergotherapie en de Eerstegraads Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding. Vanaf 1 september 2008 geldt ook een numerus fixus voor de opleiding
Hoofdfaserendement Het rendement van de hoofdfase is met 73,6% heel licht toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Toch zitten we hiermee nog lang niet op onze doelstelling van 90%. We werken langs verschillende wegen aan een beter rendement. Een van de pijlers in ons beleid is werken aan een goede inhoudelijke en onderwijskundige aansluiting tussen 35
verbonden
i n K wa l i t e i t
vooropleiding en hbo. We investeren vooral in het actief verbeteren van de aansluiting van onze opleidingen met havo en mbo. Om dit te realiseren vervullen we een voortrekkersrol in decanenkringen, het Platform vo-ho en het samenwerkingsverband met regionale ROC’s onder de naam RxH. Ook tijdens de opleiding besteden we veel aandacht aan begeleiding en ondersteuning. Op de eerste plaats doen we dit door te werken met studieloopbaanbegeleiding: een persoonlijke begeleider helpt studenten om zelf goede keuzes te maken en om hun studievaardigheden te ontwikkelen. Ook het studentendecanaat - dit komt na deze paragraaf nader aan bod - speelt indirect een grote rol bij het effectief begeleiden van studenten. Een ander belangrijk aandachtspunt blijft dat de onderwijsprogramma’s voldoende intensief en dwingend blijven zodat studenten voldoende uitgedaagd worden en structuur aangeboden krijgen. We hanteren drie normen met betrekking tot onderwijsintensiteit. Dit zijn de volgende: 1. Opleidingen hebben minimaal 20 uren in de week contact met de studenten. 2. De studielast bedraagt in principe minimaal 32 uur. 3. Docenten zijn voor minimaal 70% van de tijd direct met onderwijs bezig. We hebben het afgelopen jaar geïnvesteerd in het verder intensiveren van het onderwijs. Deze inspanningen hebben er toe geleid dat op dit moment sprake is van gemiddeld 18 contacturen per week, tegenover 17 uren in 2007. Daarnaast zijn er op verschillende plekken kleinere groepen gevormd en zijn specifieke onderwijsvormen geïntensiveerd. Met name de studieloopbaanbegeleiding heeft meer vorm gekregen. In aanvulling op studieloopbaanbegeleiding en een voldoende onderwijsintensiteit zetten we vanaf 2008 het HAN-Talencentrum in om studenten die problemen ondervinden met hun taalvaardigheid (spreken en schrijven) in staat te stellen zich te verbeteren. Ook zijn we dit jaar begonnen met het digitaal verzamelen van exitgegevens van studenten.
36
In 2009 zullen we meer aandacht gaan besteden aan studiekeuzeadviezen aan de groep ‘switchers’. Dit zijn studenten die niet de juiste keuze hebben gemaakt maar mogelijk wel effectief kunnen worden doorgeleid naar andere opleidingen aan de HAN.
2.4 Zorg voor studenten Het campusdecanaat Het decanaat is een tweedelijns voorziening in de studentbegeleiding. Het gaat hierbij om zaken als studiefinanciering, financiële problemen, persoonlijke problemen, functiebeperking, ziekte, topsport en bestuurswerk. Het campusdecanaat vormt op de genoemde gebieden een expertisecentrum voor studieloopbaanbegeleiders en biedt bijzondere studenten ondersteuning. Ook in 2008 is het campusdecanaat geëvalueerd. De interne klanten zijn tevreden over de dienstverlening van het decanaat. Het ondersteunen van studieloopbaanbegeleiders legt een groot beslag op het decanaat. Om die reden is de formatie tijdelijk uitgebreid naar 2,8 fte, verdeeld over vier campusdecanen, twee in Nijmegen en twee in Arnhem.
Ondersteuning van studenten in bijzondere omstandigheden Het campusdecanaat ondersteunt studenten met een functiebeperking, studenten met financiële en persoonlijke problemen, topsporters en soms ook studenten van allochtone afkomst. Studenten nemen contact op na verwijzing door hun studieloopbaanbegeleider of op eigen initiatief. Het totaal aantal studenten dat een beroep doet op het campusdecanaat bedraagt 6% tot 7% van de HAN-populatie. In 2008 nam het aantal studentcontacten over studeren met een functiebeperking of ziekte toe. Een deel van deze toename is te verklaren uit een betere informatievoorziening over studeren met een handicap bij de HAN. Daarnaast speelt zeker ook, dat voor deze groep de drempel om te gaan studeren in het hoger onderwijs
minder hoog wordt door betere voorzieningen in de vooropleidingen. Bij persoonlijke en psychische problemen hebben de campusdecanen de mogelijkheid te verwijzen naar de studentenpsychologen van de Radboud Universiteit in Nijmegen. In 2008 zijn er 280 studenten doorverwezen.
Studeren met een handicap Landelijk onderzoek wijst uit dat 14% van de studenten in het hoger onderwijs een functiebeperking of chronische ziekte heeft (waaronder dyslexie). 7% van alle studenten ondervindt daadwerkelijk hinder in het volgen van onderwijs. In 2008 hebben wij daarom deelgenomen aan het project ‘Studeren met een handicap’ dat is gefinancierd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Tijdens dit project zijn er door het decanaat extra informatiematerialen ontwikkeld. Ook is er gewerkt aan deskundigheidsbevordering bij studieloopbaanbegeleiders. Daarnaast is er een start gemaakt met de inventarisatie van het aantal studenten bij de HAN met een functiebeperking of chronische ziekte. Studenten die in 2008 hun handicap gemeld hebben worden intensief gevolgd om zo een duidelijk beeld te krijgen van de knelpunten en de mogelijke oplossingen. Fonds voorzieningen en hulpmiddelen Als studenten met een functiebeperking een voorziening of hulpmiddel nodig hebben dan wordt dit in principe betaald door de instelling waar de student zelf studeert. Bedragen boven de € 1.000,- komen in aanmerking voor een vergoeding uit het fonds. In 2008 is er 1 verzoek behandeld en gehonoreerd.
Bestuursbeurzen en subsidieregelingen Met een bestuursbeurs kunnen studenten zonder financieel risico een functie aanvaarden in het bestuur van een studentenvereniging,in een medezeggenschapsorgaan of in een opleidingscommissie. In 2008 hebben zeven studenten een melding bestuursbeurs ingediend. 37
“Onderzoek
a Ta z e l Edwin
ar, d
om en pr ocent
ov e n d
us
n a a r e n e rg i e m a n a g e m e n t vo o r w a t e rs t of vo e r t
uigen”
‘Het eenvoudige antwoord op de vraag of mijn onderzoek past op de HAN-pijlers innovatie en duurzaamheid luidt: dat onderzoek ís innovatie en duurzaamheid’ aldus promovendus Edwin Tazelaar. ‘Ik ben nu ruim anderhalf jaar bezig en heb contact met veel bedrijven die geïnteresseerd zijn. Daartussen zitten niet de kleinste, zoals Connexxion en het Gemeentevervoerbedrijf in Amsterdam. Ik verwacht dat ik in totaal ruim vijf jaren bezig zal zijn met dit onderzoek. Snelheid is niet het belangrijkste. Dat primaat is weggelegd voor de koppeling met het onderwijs. Die binding verenig ik in me; de helft van de tijd geef ik les en ben ik opleidingsmanager van de master Control Systems Engineering. De onderzoekstijd breng ik deels door bij een bedrijf dat brandstofcellen produceert, NedStack. De kennis die ik in het onderzoek opdoe is vaak direct om te vormen tot lesstof. Andersom zijn er studenten in projectgroepen die praktisch bruikbare zaken -“doe-dingen”- kunnen aanleveren voor het onderzoek. Zodoende zijn onderwijs en het praktijkgerichte onderzoek dat ik verricht onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ik focus dus niet zozeer op het doel, de promotie, maar veel meer op het proces daar naartoe. En zo hoort het ook bij een hogeschool. We moeten vooral geen “universiteitje spelen”. Bovendien blijkt er bij veel bedrijven grote interesse te bestaan voor ons soort onderzoek, dat immers kennis direct vertaalt naar praktische toepassingen. Aan de andere kant leiden we studenten op die kennis meekrijgen in hun gang naar de arbeidsmarkt, zo snijdt het mes aan twee kanten.’
Vier zijn er toegekend, een melding loopt nog en twee meldingen zijn afgewezen.
Noodfonds HAN Het noodfonds is een voorziening voor studenten die in een financiële noodsituatie verkeren die via normale kanalen, zoals basisbeurs, collegegeldkrediet of aanvullende lening, niet opgelost kan worden. In het kalenderjaar 2008 verzochten tien studenten om financiële hulp op grond van de regeling Noodfonds. Dit is een daling van het aantal aanvragen ten opzichte van 2007. In 2007 zijn achttien aanvragen ingediend. Van de aanvragen is een aanvraag afgewezen, twee aanvragen zijn toegekend voor een lening en zeven aanvragen zijn toegekend in de vorm van een gift. In de praktijk is gebleken dat de meeste studenten die een lening hebben ontvangen uit het Noodfonds, gelet op hun financiële situatie, niet in staat zijn om deze terug te betalen. Met als gevolg dat er veel oninbare leningen zijn ontstaan. Om te voorkomen dat in de toekomst zich weer dergelijke situaties voordoen, is besloten de criteria voor het geven van financiële ondersteuning aan te passen. In beginsel wordt alleen nog maar financiële ondersteuning verstrekt in de vorm van een gift. Een lening wordt alleen verstrekt indien de student al gelden heeft aangevraagd bij een andere organisatie en de uitkering nog op zich laat wachten. Een lening wordt dus alleen verstrekt als overbruggingsperiode. Besloten is om alle nog openstaande leningen die verstrekt zijn op basis van de oude criteria kwijt te schelden en in één keer af te boeken. Daarnaast is het bedrag van een gift verhoogd van € 500,- naar € 1.000,-.
40
Financiële situatie noodfonds HAN Saldo 1 januari 2008 € 64.475,41 € 2.059,02 Uitgaven giften € 7.177,76 Kwijtgescholden leningen € 55.238,63 Saldo 31 december 2008
Klachtenregelingen bij de HAN De HAN wil dat studenten en medewerkers zich veilig voelen en dat zij gehoord worden als zij problemen ervaren. Voor verschillende klachten heeft de HAN eigen procedures om deze te behandelen. De belangrijkste organen in dit kader binnen de HAN zijn: het College van Beroep Studenten HAN, de Vertrouwenspersonen, de Ombudsman en de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag. Daarnaast is er in 2008 het initiatief gestart een algemene klachtenafhandeling voor studenten in te richten. Er zijn bij vier instituten (één per faculteit) pilots gestart waarbij gewerkt is met een digitale vorm van klachtenafhandeling. Het plan is om deze pilot in 2009 te evalueren met het doel daarna dit studentenvraag- en klachtenmeldpunt in te zetten op de gehele HAN.
Rechtsbescherming rond de studie: College van Beroep Studenten HAN Studenten die klachten hebben over bijvoorbeeld een besluit van een examencommissie of examinator, een negatief bindend studieadvies, een besluit over inschrijving of collegegeld, kunnen in beroep gaan tegen het betreffende besluit bij het College van Beroep Studenten HAN. Dit College heeft in 2008 32 beroepschriften ontvangen, in 2007 waren dat er veertien. Alvorens het College een zaak in behandeling neemt wordt deze terugverwezen naar partijen om te bezien of een minnelijke schikking in het geschil mogelijk is. Dit is in overeenstemming met de voorschriften in de Wet op het Hoger Onderwijs en het Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). Deze terugverwijzing heeft er
toe geleid dat in dertien zaken een minnelijke schikking is bereikt en dat in zes zaken de student het beroep voortijdig heeft ingetrokken. Het College van Beroep Studenten HAN heeft dertien zaken (± 40%) zelf behandeld en hierin een beslissing genomen, wat leidde tot de volgende uitspraken: drie maal gegrond verklaring van het beroep, zesmaal ongegrond verklaring van het beroep, eenmaal het weigeren van een voorlopige voorziening, tweemaal het niet-ontvankelijk verklaren van de student, eenmaal het onbevoegd zijn van het College van Beroep. De hogeschoolgemeenschap kan kennis nemen van de uitspraken van het College van Beroep Studenten HAN doordat ze in anonieme vorm bekend worden gemaakt in het hogeschoolblad Sensor.
Vertrouwenspersonen Als er sprake is van seksuele intimidatie, agressie of ander ongewenst gedrag dan kunnen studenten en medewerkers contact opnemen met een vertrouwenspersoon van de HAN. In 2008 hebben ongeveer 30 personen zich gemeld bij een vertrouwenspersoon, in 2007 waren dat er 23. Dit waren iets vaker studenten dan medewerkers. In de helft van de gevallen is het contact oriënterend van aard gebleven. De overige vijftien meldingen zijn in behandeling genomen.
Klachtencommissie Ongewenst Gedrag Medewerkers en studenten met klachten over seksuele intimidatie, agressie of ander ongewenst gedrag in de HAN jegens hen geuit door medewerkers en/of studenten, kunnen naast een melding bij een vertrouwenspersoon een klacht indienen bij de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag. Deze commissie heeft in 2008 inhoudelijk geen zaken behandeld, in 2007 waren dat er vier. In 2008 is ten behoeve van de vertrouwenspersonen en de Klachtencommissie Ongewenst Gedrag een nieuwe Klachtenregeling seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk vastgesteld. Hierin zijn onder andere recente wijzigingen uit de Arbeidsomstandighedenwet verwerkt. De medezeggenschapsraad heeft met de regeling ingestemd. 41
verbonden
i n K wa l i t e i t
De Ombudsman Als een student of medewerker vindt dat de HAN onzorgvuldig handelt dan kan hij of zij contact opnemen met de Ombudsman. Studenten kunnen de Ombudsman ook inschakelen bij zaken die niet vatbaar zijn voor beroep bij het College van Beroep voor studenten van de HAN. De aanwezigheid van een Ombudsman is op de HAN steeds beter bekend. In 2008 heeft hij elf zaken behandeld tegenover acht zaken in 2007. Alle zaken hebben tot een aanvaardbare oplossing geleid.
Privacy De HAN werkt met de persoonlijke gegevens van tienduizenden studenten en duizenden medewerkers. Om die reden besteden we veel aandacht aan een goede privacy. In het Privacyreglement is geregeld dat gegevens worden beschermd tegen oneigenlijk gebruik en dat de rechten van betrokkenen worden gewaarborgd. Iedere betrokkene heeft recht op informatie, inzage en correctie van zijn of haar persoonlijke gegevens. In 2008 zijn er geen verzoeken of meldingen van studenten gekomen op grond van het Privacyreglement. In 2007 is er een melding binnen gekomen.
2.5 Kaders voor goed onderwijs Het onderwijsaanbod in 2008 De HAN bood in 2008 64 verschillende bacheloropleidingen, vijf Associate Degree Programma’s en zeventien masters aan. Een groot aantal van de bacheloropleidingen kan in voltijd en in deeltijd gevolgd worden. Ook is er een aantal duale varianten (werken en leren) mogelijk. Daarnaast kan een aantal opleidingen worden gevolgd via e-learning. Enkele opleidingen worden zowel in het Engels als in het Nederlands aangeboden. De opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening wordt aangeboden in het Nederlands en 42
in het Duits. Een volledig overzicht van onze opleidingen in 2008 vindt u in de bijlagen op pagina 156. De opleidingen van de HAN zijn kwalitatief hoogwaardig. De HAN levert professionals af waar de samenleving om vraagt: mensen die hun vak verstaan en die bijdragen aan de verdere ontwikkelingen van dat vak. Ons onderwijs is modern en competentiegericht. Door een intensieve aanpak en een duidelijke structuur zorgen we ervoor dat studenten beschikken over actuele kennis en relevante vaardigheden. Omdat studenten ook zelf verantwoordelijkheid moeten leren nemen, krijgen zij gedurende de opleiding stapsgewijs meer verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces. De opleiding ontwikkelt ook het inzicht van studenten in de effecten van hun eigen professionele gedrag.
Het HAN-chassis De doelen en uitgangspunten voor het bacheloronderwijs aan de HAN zijn vastgelegd in een globaal kader voor het onderwijs aan de HAN: het HAN-chassis. Het HAN-chassis vormde de basis voor de invoering in de afgelopen vier jaar van het project HAN Onderwijs Flexibilisering. De belangrijkste uitgangspunten van het chassis zijn: de beroepspraktijk centraal, groeiende zelfstandigheid van de student en flexibele onderwijsprogramma’s. Het HAN-chassis biedt opleidingen de ruimte om binnen een kader van universele en landelijke competenties een eigen karakter te geven aan het geboden onderwijs. De instellingen kunnen zo hun eigen unieke sterktes benutten en inspelen op specifieke behoeften in het regionale afnemersveld. In 2009 gaan we bekijken op welke punten het HANchassis goed werkt en waar verbeteringen nodig zijn.
Flexibel onderwijs Studenten wensen onderwijs dat flexibel kan worden ingevuld en gepland. Wij streven ernaar om dit aan te bieden, maar hebben daarbij te maken met duidelijke financiële en organisatorische kaders.
Individueel onderwijs is relatief erg duur en organisatorisch vaak lastig in te plannen. We stellen dan ook niet iedereen tevreden. In 2008 bestonden de meeste onderwijsprogramma’s uit standaardstudiecontracten voor de propedeusefase. In de hoofdfase is meer differentiatie mogelijk. Een aantal instituten kent differentiaties in de hoofdfase: Verpleegkundige Studies, Engineering (opleiding Elektrotechniek), Pabo, Applied Sciences en de Informatica Communicatie Academie. In de hoofdfase is het tegenwoordig meestal mogelijk om opleidingen in de tijd te versnellen en/of te verkorten. Bij stage en afstuderen kunnen studenten keuzes maken zowel op inhoud als plaats. Daarnaast bieden minoren meer keuzevrijheid. Bij alle instituten zijn inmiddels één of meer minoren beschikbaar. Een minor houdt in dat studenten tijdens de hoofdfase één semester (dat is een achtste deel van hun studie) zelf kunnen invullen. Dit maakt het mogelijk om te kiezen voor een verdieping van gekozen richting of juist om te verbreden. In de keuze van de richting zijn studenten vrij: een student marketing mag bijvoorbeeld kiezen voor een minor in bedrijfseconomie, verpleging of techniek. Minoren kunnen gevolgd worden aan de eigen hogeschool of aan een andere hogeschool naar keuze. Studenten kunnen het aanbod van minoren onderzoeken via de HAN-site en met behulp van ‘Kies Op Maat’. Dit laatste is een landelijk initiatief waarbij verschillende hogescholen hun aanbod van minoren openstellen voor elkaars studenten. Er zijn afspraken gemaakt over bekostiging en vergoeding en er is een online platform beschikbaar met informatie voor studenten. Hoewel het merendeel van de hogescholen deelneemt aan ‘Kies op Maat’ blijkt in de praktijk dat de meeste studenten (nog) kiezen voor een minor bij de eigen onderwijsinstelling.
43
HOF Het project HAN Onderwijs Flexibilisering is in 2008 afgerond. Eerder in dit hoofdstuk bespraken we wat het project tot nu toe heeft opgeleverd. Hier vindt u de middeleninzet in de afgelopen jaren.
Middeleninzet HOF Middelen inzet *)
2005
2006
2007
2008
Geplande inzet
8.022
7.591
5.176
1.763
Werkelijke inzet
8.176
7.693
6.038
1.580
*) Bedragen x € 1.000,-
2.6 Kwaliteit van het onderwijs De kwaliteit van het onderwijs aan de HAN wordt bewaakt door intern en extern onderzoek en door de procedures in het kader van accreditatie. In 2008 werd door de meeste instituten zelf onderzoek gedaan naar de tevredenheid van de afnemers van studenten van de HAN: werkgevers en stageverleners. Werkgevers zijn over het algemeen enthousiast over de huidige generatie studenten.
Accreditatie De kwaliteit van bachelor- en masteropleidingen in Nederland wordt bewaakt door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) op basis van door de Visitatie Beoordelende Instanties (VBI) opgemaakte visitatierapporten. Accreditatie is ‘het verlenen van een keurmerk dat aangeeft dat aan bepaalde maatstaven is voldaan’. In Nederland en Vlaanderen is accreditatie een voorwaarde voor bekostiging van een bacheloropleiding door de overheid en in Nederland bovendien een voorwaarde voor toekenning van studiefinanciering aan studenten. Daarnaast dient accreditatie als voor44
Accreditaties bij de HAN
waarde om erkende diploma’s af te geven voor zowel bachelor- als masteropleidingen en zorgt zij in het licht van de internationalisering van studie en arbeidsmarkt voor (vergelijkbare) kwaliteitsborging binnen het hoger onderwijs. Bij accreditatie wordt de opleiding beoordeeld aan de hand van de doelstellingen van de opleiding, het programma, de inzet van personeel, de voorzieningen, de interne kwaliteitszorg en de behaalde resultaten.
In 2008 werden 14 opleidingen beoordeeld in het kader van de accreditatie. Dit levert een groot aantal oordelen op, zoals te zien is in de onderstaande tabel. We streven bij NVAO–accreditaties naar scores op ‘excellent’ (minimaal 10% ) en ‘goed’ (minimaal 75%). Dit is een ambitieus doel.
Gemiddelde accreditatiescores bacheloropleidingen 2004-2008 + doel 2012 Paneloordelen VBI Aantal opleidingen
2004
2005 9
2006 5
2007 6
Doelstelling 2012
2008 13
14
Aantal varianten
18
7
11
31
21
Aantal oordelen
378
147
231
651
441
50,4
52,3
54,3
55,7
57,6
Gemiddelde totaalscore per opleiding(svariant)* % “excellent”
0,5%
1,4%
0,4%
0,0%
0,0%
10%
% “goed”
39,9%
49,0%
57,6%
65,4%
72,3%
75%
% “voldoende”
59,0%
48,3%
42,0%
34,3%
27,7%
% “onvoldoende”
0,0%
0,0%
0,0%
0,3%
0,0%
% “geen oordeel”
0,5%
1,4%
0,0%
0,0%
0,0%
* Op basis van: 0 = geen oordeel, 1 = onvoldoende, 2 = voldoende, 3 = goed, 4 = excellent.
45
verbonden
i n K wa l i t e i t
Kwaliteitsoordelen van panels Tussen maart en juli 2008 bezochten panels van de VBI Netherlands Quality Agency 14 HAN-opleidingen en maakten hiervan een visitatierapport. Het betrof de volgende opleidingen. (De afkorting vt betekent ‘voltijd’, dt houdt in ‘deeltijd’ en de afkorting du verwijst naar de ‘duale’ variant.) Hbo Bachelor Pabo Arnhem vt Hbo Bachelor Pabo Nijmegen vt Hbo Bachelor Logopedie vt Hbo Bachelor HBO-Rechten vt Hbo Bachelor Elektrotechniek vt Hbo Bachelor Informatica vt Hbo Bachelor Technische Informatica vt Hbo Bachelor Bio-Informatica vt Hbo Master Physician Assistant du Hbo Master Advanced Nursing Practice du Hbo Master in Management and Innovation Hbo Master in Managing Human Resources Hbo Master of Information Systems Development vt Hbo Master of Control Systems Engineering vt
dt dt dt dt dt dt
dt dt dt dt
In 2008 werden beide Pabo’s van de HAN bijzonder positief beoordeeld. Dit na een extra strenge en meer intensieve visitatie dan gebruikelijk, met name waar het gaat om het niveau van het onderwijs. Pabo Nijmegen scoorde 18 keer ‘goed’ op de 20 beoordelingscriteria, Pabo Arnhem scoorde hierop 19 keer ‘goed’. Dat is uitzonderlijk: opleidingen scoren over het algemeen vooral ‘voldoende’. Eruit sprongen met name de onderwerpen: instroombeleid, studielast, didactisch concept, hbo-niveau, kwaliteit van docenten, voorzieningen en het kwaliteitszorgsysteem. Op basis van de visitatierapporten heeft de HAN eind 2008 voor deze opleidingen een Aanvraag Accreditatie ingediend bij de NVAO. 46
Definitieve accreditatiebesluiten
voorgelegd voor een Toets Nieuwe Opleiding, maar deze zijn nog in behandeling. Het gaat om: Hbo Master of Automotive Systems vt dt Hbo Bachelor Medische Hulpverlening
Van de NVAO ontving de HAN in 2008 definitieve Accreditatie Besluiten voor alle 13 opleidingen waarvoor eind 2007 accreditatie werd aangevraagd: Hbo Bachelor Accountancy du vt Hbo Bachelor Bedrijfseconomie vt Hbo Bachelor Commerciële Economie du vt Hbo Bachelor Communicatie du vt Hbo Bachelor Fiscale Economie vt Hbo Bachelor Financial Services Management vt Hbo Bachelor Opleidingskunde vt Hbo Bachelor Maatschappelijk Werk en Dienstverlening vt Hbo Bachelor Opleiding voor Ergotherapie vt Hbo Bachelor Opleiding Management in de Zorg Hbo Bachelor Sport, Gezondheid en Management vt Hbo Bachelor Industrieel Product Ontwerpen vt Hbo Bachelor Technische Bedrijfskunde vt
dt dt dt dt dt dt dt dt dt dt dt
Hiermee zijn deze opleidingen voor een nieuwe periode van zes jaar (namelijk: tot en met 31 december 2014) voorzien van het NVAOkwaliteitskeurmerk.
Toets Nieuwe Opleiding De NVAO nam in 2008 een positief besluit Toets Nieuwe Opleiding voor zes nieuwe HAN-opleidingen: Hbo Bachelor Sport en Bewegingseducatie vt Hbo Master Leraar Algemene Economie du Hbo Master Leraar Engels du Hbo Master Leraar Nederlands du Hbo Master Leraar Wiskunde du Hbo Master Neurorevalidatie dt Daarnaast werden in 2008 nog drie opleidingen aan de NVAO
Doelmatigheidsbeoordeling Voor zes nieuwe opleidingen werd goedkeuring en bekostiging verkregen via het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. De opleidingen zijn gestart in september 2008. Het gaat om: Samenvoeging Bachelor 2e-graads Leraar Economie en 2e graads Leraar Bedrijfseconomie du vt dt Master in Social Work dt Master Leraar Engels du Master Leraar Algemene Economie du Master Leraar Nederlands du Master Leraar Wiskunde du
Hoger Onderwijs Apeldoorn Van de NVAO is een positieve beoordeling ontvangen van een viertal nieuw te starten opleidingen in Apeldoorn (onder de naam Stichting Kenloo, het samenwerkingsverband van de HAN, Hogeschool Windesheim en Saxion Hogescholen): Bachelor Pensioenen en Verzekeren (licentie: HAN) vt Bachelor Security Management (licentie: Saxion) vt Bachelor Public ICT Management (licentie: Windesheim) vt Bachelor Integraal Ontwerpen (licentie: Windesheim) vt
Interne kwaliteitszorg Het HAN-kader Kwaliteitszorg voor Bachelors en Masters geeft richting aan alle activiteiten op het terrein van kwaliteitszorg van instituten en faculteiten. Dit kader is volledig afgestemd op de externe eisen die aan de kwaliteitszorg van de HAN worden gesteld. De interne kwaliteitszorg kent een cyclus waarbij alle opleidingen halverwege de accreditatiecyclus een interne audit ondergaan met als 47
verbonden
i n K wa l i t e i t
Aantal Bachelorstudenten
resultaat een adviesrapport voor verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. In 2008 is het kwaliteitsinstrumentarium verder ontwikkeld en sterker gekoppeld aan de plannings- en controlecyclus. Ook is er instrumentarium ontwikkeld om de afnemertevredenheid in beeld te brengen.
35000
31.599
30000 23.036
24.745
25.717
26.117
27.765
6.910
7.510
8.040
8.065
8.395
8.875
2004
2005
2006
2007
2008
2008*
25000 21.153
Als laatste willen we hier vermelden dat in 2008 de eerste bijeenkomst heeft plaatsgevonden van de HAN Adviesraad Kwaliteit. Deze externe onafhankelijke raad adviseert het College van Bestuur over de eigen kwaliteitszorg.
20000 15000 10000
9.805
5000
2.7 Groei door kwaliteit
0
Studentenaantallen
totaal aantal bekostigde studenten
De studentenpopulatie van de HAN in 2008 bestond uit 26.117 bachelorstudenten. De toename was gering: we groeiden in 20072008 met 1,6%. Deze lage groei is vooral het gevolg van een wetswijziging die bepaalt dat studenten van buiten de Europese Economische Ruimte, de zogenaamde niet EER-studenten, niet langer voor bekostiging vanuit de rijksbijdrage in aanmerking komen. Als we de niet-bekostigde studenten wel meetellen dan groeit de totale HAN-populatie met 2,8% tot 26.857 studenten. De instroom bedroeg in 2008 8.395 nieuwe studenten. In verhouding tot 2007 (8.065 studenten) groeide de instroom met 4,1%. De sterkere groei is vooral terug te zien in de deeltijdopleidingen en in het duale onderwijs. De instroom bij de voltijdopleidingen groeide namelijk met 2,1%, de instroom bij de deeltijdopleidingen met 8,3% en de instroom bij de duale opleidingen groeide met 30,3%. Een berekening van de instroomcijfers voor 2008 inclusief nietbekostigde studenten levert een groei op van 5,4%. Volgens de HBORaad groeide het totale aantal instromers landelijk met 2,1%.
48
instroom
2012*
*) Doelstelling
Voor de komende jaren streeft de HAN naar een gecontroleerde en gedifferentieerde groei op basis van kwaliteit. Daarbij geven we bijzondere aandacht aan drie opleidingsrichtingen die qua schaal kwetsbaar zijn en waarvan het maatschappelijk belang van groei relatief groot is. Dit zijn de technische opleidingen, de pabo’s en de opleidingen financiële dienstverlening. Bij deze opleidingen zien we in 2008 helaas een daling, zowel in de instroom als bij het aantal inschrijvingen. Wij gaan in 2009 extra inspanningen plegen om de instroom hier te vergroten. Ontwikkeling instroom en studentenaantallen bij specifieke opleidingen Instroom Ontwikkeling Totaal instroom PABO Techniek Financiële Dienstverlening
537
-9,1%
2.107
1.091
-4,5%
3.634
548
-2,3%
1.889
49
verbonden
i n K wa l i t e i t
k e n n i s p o o r t
Hoof
dstu
verbonden
k 3
i n K wa l i t e i t
‘ D u u r z a a m b o u we n - h e t ka n n i e t a n d e rs ’ ‘Iedereen moet duurzaam bouwen.’, stelt Frits Schultheiss. ‘Materialen worden schaars en de fossiele energie raakt op. Bovendien is de aarde een kwetsbaar systeem.’ ‘De Nederlandse overheid stelt steeds strengere normen voor duurzaamheid. Die drukken we uit in de zogeheten Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC). In 2008 lag de norm voor de EPC op 0,8. Het Rijk stelt zich ten doel dat er in 2020 volledig energieneutraal wordt gebouwd: een EPC dus van 0,0. Dat lijkt heel goed haalbaar! In België bouwt men nu al zogeheten passiefwoningen, die hebben een EPC van 0,3. In Nederland zijn met name de woningcorporaties erg gemotiveerd om zuinig te bouwen. De kennis die we verzamelen zal door hen zeker worden benut. Een zeer interessant project op dit moment is de particuliere bouw van een zogeheten nulwoning in Groenlo. Wij volgen die op de voet: zo leren we wat de knelpunten zijn en hoe je die kunt aanpakken.’ Een duurzame opleiding ‘Binnen de opleiding bouwkunde werken we er hard aan om kennis te verwerven en over te dragen. Eén van de middelen is het in 2009 gestarte expertisecentrum dat kennis verzamelt én deelt met het beroepenveld. Ook willen we dat duurzaamheid terug gaat komen in alle vakken die we aanbieden. We zetten erop in dat studenten bewust keuzes gaan maken in hun dagelijkse leven. Kies je, bijvoorbeeld, voor dubbelzijdig afdrukken of gebruik je twee maal zoveel papier? Echte duurzaamheid kan niet worden afgedwongen door de overheid, die komt uit mensen zelf.’
r va n i t i ato e n n i n e w cent l bou ofddo eneutraa o h , s i theis energ Schul ecentrum s t i r F is x p e rt het e
3.1 Hét kenniscentrum in de regio De HAN wil verder uitgroeien tot hét kenniscentrum in de regio om op die manier bij te dragen aan de innovatieve kracht van de omgeving. We werken daarbij vanuit het programma Kennispoort. Daarbij hanteren we twee doelstellingen: 1. In 2012 komt 10% van de omzet van de HAN voort uit onderzoeksactiviteiten. 2. De marktactiviteiten groeien met 5% omzet per jaar. De onderzoeksactiviteiten bedroegen in 2008 3,3 % van de omzet van de HAN. Dat betekent dat de HAN nog ver van de doelstelling in 2012 vandaan zit. In 2009 bekijken we of het genoemde percentage van 10% in de planperiode realiseerbaar is of dat meer tijd nodig is om deze doelstelling te behalen. In 2008 bedroeg de omzetgroei van de marktactiviteiten 22,1%. Het doel van 5% groei in marktactiviteiten is dus ruim overtroffen. Het programma Kennispoort moet ervoor zorgen dat ons onderwijs professionals aflevert met een innovatieve en ondernemende houding, dat het onderzoek bij de HAN verder tot ontwikkeling komt en dat we actief blijven in de zakelijke dienstverlening. Een belangrijk aandachtspunt binnen dit programma is dat we meer synergie willen zoeken tussen de kernactiviteiten van onze organisatie: bachelor- en masteronderwijs, toegepast onderzoek en contractactiviteiten. Ons ideaalbeeld is een situatie waarin onderzoek bijdraagt aan de verdere verbetering en innovatie van de beroeps- en onderwijspraktijk, waarbij de contractactiviteiten casuïstiek leveren voor het bacheloronderwijs, waarbij het onderwijs expertise levert voor de contractactiviteiten en waarin contractonderzoek een wezenlijk onderdeel uitmaakt van onze zakelijke dienstverlening. Zo kunnen we praktijkgerichte oplossingen aanreiken aan externe partners en de innovatiekracht in de regio versterken, terwijl we tegelijkertijd sterke 54
beroepsgerichte opleidingen ontwikkelen. Marktactiviteiten dagen onze medewerkers en studenten uit om verder te groeien in hun professionaliteit. Om dit te bereiken moeten we keuzes maken in de thema’s en terreinen waarop we willen excelleren. Door focus kunnen we meer zinvolle verbindingen realiseren tussen de verschillende kernactiviteiten.
aandacht krijgen. De HAN wil hierbij een groei in de marktactiviteiten realiseren van 5% per jaar. In 2008 bedroeg de omzet uit marktactiviteiten € 29,5 miljoen, dat is een groei van 22,1% ten opzichte van 2007. De wens om meer synergie te realiseren tussen contractactiviteiten, bachelor- en masteropleidingen, onderzoek en lectoraten, heeft in de afgelopen jaren geleid tot een flink aantal organisatorische wijzigingen. De contractafdelingen zijn in nauwe verbinding gebracht met de relevante instituten. Hieronder volgt een overzicht per faculteit.
3.2 Marktactiviteiten Het onderwijs aan een moderne hogeschool staat in direct verband met de behoeften van bedrijven en instellingen in haar omgeving. De HAN biedt daarom de volgende marktactiviteiten aan: • Contractactiviteiten: zoals post-hbo opleidingen cursussen,training en advies • Toegepast onderzoek • Masterprogramma’s
Faculteit Educatie Zowel Interstudie BV als NDO bieden contractactiviteiten aan op het terrein van leiderschap en onderwijskunde. In 2006 is daarom een integratie ingezet tussen Interstudie BV en NDO. Per januari 2009 zijn ze gefuseerd (zie ook hoofdstuk 6: ’wijzigingen in de organisatie’). Tegelijkertijd is nader uitwerking gegeven aan de samenwerking van Interstudie/NDO met de Faculteit Educatie (pabo’s en tweedegraads lerarenopleidingen) wat betreft onderzoek en het gezamenlijk ontwikkelen en uitvoeren van marktactiviteiten.
Bij deze marktactiviteiten wenden we onze kennis aan voor concrete vraagstukken in de omgeving en maken tegelijkertijd gebruik van de kennis uit onze omgeving bij de inrichting van het onderwijs. Het streven naar synergie staat voorop: kwalitatief goede projecten staan centraal. Daarmee bevestigen wij de strategische ambitie uit het voorgaande instellingsplan, al geven we de kwantitatieve doelstelling anders vorm. De kwaliteit van de marktactiviteiten en de relatie tot het onderwijs krijgen meer nadruk dan de kwantiteit. Relatiebeheer en een professionele benadering van externe vragen gaan versterkt
Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij Het management van de Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij heeft het verbinden van de bachelorinstituten en de contractafdeling VDO als een van de speerpunten van het strategisch beleid voor de toekomst benoemd. Begin 2008 is besloten om de organisatie van VDO te veranderen. Per 1 januari 2009 zal VDO
Omzet contractactiviteiten 2004-2008, prognose 2012 Omzet (x € 1.000) Contractactiviteiten
2004
2005
2006
2007
2008 werkelijk
2008 begroot
2012 begroot
13.395
14.578
15.831
18.654
22.225
22.086
21.642
55
verbonden
i n K wa l i t e i t
3.3 Lectoraten en onderzoek
Opleiding en Advies de contractactiviteiten verzorgen terwijl de masteropleidingen van de faculteit worden verzorgd onder de vlag HAN Masterprogramma’s.
Sinds het aantreden van de eerste lector in 2002 is het aantal lectoraten aan de HAN sterk gegroeid. In 2008 waren er bij de HAN 38 lectoraten waarin 42 lectoren werkzaam zijn. Daarmee liggen we goed op koers naar onze doelstelling om minimaal 50 lectoren te hebben in 2012.
Faculteit Techniek en de Informatica Communicatie Academie In 2008 zijn ook de contractactiviteiten binnen de Faculteit Techniek anders georganiseerd, met als doel het verbeteren van de externe bereikbaarheid en herkenbaarheid, en het creëren van meer focus, massa en ruimte voor initiatief. Vanaf 1 januari 2009 is daar de afdeling Cursussen, Post-hbo en Masteropleidingen hét aanspreekpunt voor de zakelijke dienstverlening. Daarnaast zijn er diverse expertisecentra met een gerichtheid op Onderzoek & Advies. De lectoraten op het gebied van techniek zijn nauw met deze expertisecentra verbonden.
De onderzoeksactiviteiten bedroegen met een omzet van e 7,5 miljoen in 2008 3,3% van de totale omzet van de HAN. Dat betekent dat de HAN nog ver van de doelstelling voor 2012 vandaan zit. In 2009 bekijken wij of het genoemde percentage van 10% in de planperiode realiseerbaar is of dat meer tijd nodig is om deze doelstelling te behalen.
Faculteit Economie en Management Binnen de Faculteit Economie en Management heeft het Expertisecentrum Economie en Management het afgelopen jaar een forse groei doorgemaakt. Belangrijk zijn de inspanningen geweest om de zichtbaarheid naar de markt te vergroten. Het productportfolio van met name post-hbo-opleidingen en trainingen is verder uitgebreid met als belangrijke speerpunten sales, projectleiderschap en auditing en riskmanagement. Daarnaast is de omzet van de in-company bijdragen vergroot.
56
Het onderzoek van lectoren speelt in op de praktijkvragen die bij organisaties leven. De lectoren betrekken hierbij studenten, docenten en promovendi. Ieder lectoraat heeft een eigen kenniskring, een groep van deskundigen uit het onderwijs en het werkveld. Zo zorgen zij voor afstemming met de beroepspraktijk. In 2008 heeft de HAN gewerkt aan een verdere inbedding van de onderzoeksfunctie in de organisatie en een grotere synergie. Dit past in de ontwikkeling die we doormaken: van primair een onderwijsorganisatie naar een kennisinstituut. Een belangrijke ontwikkeling daarbij was een versterkte clustering van activiteiten rond strategische speerpunten zodat er voldoende grote onderzoekseenheden ontstaan. In 2007 zijn zeven multisectorale onderzoeksprogramma’s benoemd, die op basis van strategische discussie in 2009 opnieuw worden geijkt. Dit kan op onderdelen leiden tot bijstellingen. De zeven tot nu toe vastgestelde onderzoeksprogramma’s zijn: - Mobiliteit, verkeer en vervoer - Zorg, gezondheid en sport - Sociaal en lokaal stedelijk beleid - Ondernemerschap en creativiteit
- Management van bedrijfsprocessen - Kwaliteit van leren - Energie en duurzaamheid. In 2008 hebben we ook gewerkt aan een betere verbinding met het onderwijs. Lectoren denken mee over de curriculumontwikkeling van bachelor- en masteropleidingen, ze leiden docenten op in onderzoeksvaardigheden, dragen bij aan het toetsbeleid van instituten, versterken de onderzoekende houding van docenten, dragen bij aan het ontwikkelen van een leerlijn onderzoeksvaardigheden en ten slotte worden, waar mogelijk, de onderzoeksuitkomsten in het curriculum geïmplementeerd. We streven ernaar dat lectoren bij een voltijdaanstelling minimaal 25% van hun tijd worden ingezet bij het bacheloronderwijs. Bij deeltijdaanstellingen moet dit minimaal 15% zijn.
In 2008 zijn er acht nieuwe lectoraten ingesteld, namelijk: Gezondheid, Gedrag en Maatschappij HRM Lector dr. Robert Verburg Langdurige Zorg Lectoren dr. Marian Adriaansen en dr. Rob van der Sande Levensloopbegeleiding bij Autisme Lector dr. Jan-Pieter Teunisse Zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Lector dr. Petri Embregts Werkzame factoren in de zorg voor jeugd Lector dr. Huub Pijnenburg
Informatica Communicatie Academie Mens, Computer, Interactie Lector drs. Dick Lenior Networked Applications Lector dr.ir. René Bakker
Techniek Zorggericht Bouwen Lector mr. Tom Vroon en ir. Jarno Nillessen Het lectoraat Industrial Safety, met lector dr.ir. Jan Kops is per 1 januari 2009 gestopt. In de bijlagen vindt u op pagina 149 een compleet overzicht van alle lectoren.
57
verbonden
i n K wa l i t e i t
Omzet lectoraten en toegepast onderzoek, 2004-2008 en prognose 2012 (x € 1.000)
Omzet werkelijk
Omzet begroot
Omzet prognose
Jaar
2004
2005
2006
2007
2008
2008
2012
O&O gelden
1.692
1.489
1.907
2.728
3.322
3.312
3.432
Eigen bijdrage
666
561
266
175
413
790
811
Omzet binnen HAN*
243
289
265
1.933
1.418
882
1.738
Externe omzet*
740
1.201
2.714
1.675
2.302
4.204
7.650
3.341
3.540
5.152
6.511
7.455
9.188
13.631
Totaal
* Omzet binnen HAN en Externe omzet tellen mee in de doelstelling 5% groei op jaarbasis van de marktactiviteiten.
Promotiebeleid De hogeschool wil meer gepromoveerde en academisch opgeleide docenten aantrekken. Dit omdat er onderzoeksvaardige docenten nodig zijn voor de begeleiding van afstudeeronderzoek en geschoolde onderzoekers om te kunnen voldoen aan de onderzoeksprojecten die de hogeschool in samenwerking met, of voor, de beroepspraktijk uitvoert. Aan de vergroting van de onderzoekscapaciteit is gewerkt door het aantrekken van mensen en door in te zetten op professionalisering van zittend personeel. Tevens zijn ter uitbreiding van de onderzoekscapaciteit docenten aangesteld die ervaren zijn in het uitvoeren van onderzoek.
Voor het zittend personeel is doorgegaan met de twee mogelijkheden die er zijn voor verdere professionalisering in het uitvoeren van onderzoek. Docenten kunnen solliciteren voor participatie in de kenniskring waardoor ze onder leiding van een lector ervaring opdoen als onderzoeker. Daarnaast kent de HAN sinds 2007 een promotiebeleid waardoor het voor een beperkte groep docenten mogelijk is deels binnen hun werktijd te werken aan een promotieonderzoek. De stand van zaken met betrekking tot het aantal promotietrajecten en toegekende promotiebudgetten is per maart 2009 als volgt:
Promoties HAN HAN
Gestarte promoties
Promoties in voorbereiding
Totaal toegekend budget 2007/2008
18
6
€ 1.070.282
Het totale HAN-budget is gebaseerd op de Rijksbijdrage Promoties, aangevuld met een bijdrage voor vier jaar uit het budget van het programma Kennispoort (totaal € 750.000) . 58
Kwaliteitszorg Onderzoek Vanaf 1 januari 2009 is de Stichting Kennisontwikkeling gestopt met de landelijke kwaliteitszorgmeting van lectoraten en onderzoek: de hogescholen zijn nu zelf hiervoor verantwoordelijk. Om die reden heeft de HAN in 2008 een eigen kwaliteitszorgsysteem ontwikkeld. Dit sluit aan bij het landelijke Kader Kwaliteitszorg Onderzoek Hogescholen.
Kennisvalorisatie Eind 2008 heeft de HBO-Raad, namens de aangesloten hboinstellingen, een landelijk valorisatieakkoord ondertekend. Dit betekent het volgende. Valorisatie, in de zin van het vertalen van kennis naar concrete producten, diensten en bedrijvigheid, behoort tot de kernactiviteiten van de hogeschool. Valorisatie krijgt een plek binnen het kwaliteitszorgsysteem onderzoek. De HAN gaat een eigen infrastructuur voor valorisatie ontwikkelen en zorgt daarbij voor de noodzakelijke deskundigheid. Samen met enkele lectoren gaan we een geschikte infrastructuur voor kennisvalorisatie ontwerpen.
Speciale onderzoeken bij de HAN Binnen de interne communicatiekanalen is de aandacht voor het onderzoek en de onderzoekers binnen de HAN toegenomen. Maar ook extern heeft de HAN met haar onderzoek(ers) op verschillende momenten de publiekspers gehaald. We noemen hier enkele interessante projecten.
Winnaar Hbo-innovatieprijs 2008 Stef Weijers, lector Logistiek en Allianties heeft als initiatiefnemer van het project “Méér halen uit de samenwerking tussen hogescholen en bedrijfsleven - de resultaten van het Kennisakkoord Logistiek” de Hbo-Innovatieprijs 2008 gewonnen. De prijs is uitgereikt tijdens het jaarcongres van de HBO-Raad dat op 24 april 2008 werd gehouden in de Beurs–WTC in Rotterdam.
59
Inspirerende mensen in de techniek Het online wetenschapsmagazine ScienceGuide heeft in een rondgang door ‘kennisland’ een top 10 samengesteld van meest inspirerende en vernieuwende vrouwen en mannen die “een sieraad vormen voor de bèta- en technieksector”. Lector Prof. Ir. Jaap van Till van het lectoraat Telecommunicatie & Netwerken neemt de 9e plaats in. Een van de geprezen en bijzondere projecten van Jaap van Till is de aanleg van breedband in twee dorpen in de Achterhoek. Het denkwerk komt van het lectoraat; de boeren gaan zelf de gleuven graven waar de glasvezel in komt te liggen.
Leesbaar Nederlands op het ministerie Het onderzoek van Els van der Pool (Lector Human Communication Development) en Elisabeth Brand (docent onderzoeker) ‘Graag in leesbaar Nederlands; Een onderzoek naar de beantwoording van burgerbrieven door dertien ministeries’ is zowel door de opdrachtgever De Nationale Ombudsman, als in de pers geprezen om zijn kwaliteit en maatschappelijke bruikbaarheid.
60
3.4 Masteropleidingen De HAN stelt zich ten doel dat in 2012 iedere bachelorafgestudeerde een master kan volgen bij een hogeschool of universiteit. Het is niet de bedoeling om aanbod van elders te dupliceren: we willen - binnen financiële randvoorwaarden en in aansluiting op vragen uit de markt waar dat ontbreekt een passende masteropleiding aanbieden bij onze eigen bacheloropleidingen. De masteropleidingen van de HAN zijn gericht op verdere verdieping en/of verbreding van competenties die verworven zijn in de eerste cyclus hoger onderwijs. Zij hebben een sterke beroepsgerichte oriëntatie (‘professional master’) en zijn specifiek gericht op toegepast onderzoek en verdere ontwikkeling van het vakgebied en beroep. De HAN bood in 2008 zeventien eigen NVAO-geaccrediteerde masteropleidingen. De meeste masteropleidingen worden niet bekostigd: bekostiging gebeurt alleen bij opleidingen waaraan een bijzondere maatschappelijke relevantie wordt toegekend, bijvoorbeeld omdat zij een speciale betekenis kunnen hebben voor het beroepenveld. Ook biedt de HAN vijf masteropleidingen aan onder licentie van een universiteit. Drie van deze masters zijn in samenwerking met een Nederlandse instelling ontwikkeld en baseren zich op de NVAO- accreditatie. Twee zijn een uitdrukking van een samenwerking met een buitenlandse universiteit en worden het komende jaar omgebouwd tot een NVAO-geaccrediteerde master of
afgebouwd. In vergelijking met 2007 is het aantal masteropleidingen met zes nieuwe opleidingen toegenomen, waarvan één onder licentie. Het volledige overzicht van de HAN masterprogramma’s vindt u in de bijlage op pagina 159. In totaal worden acht van de zeventien masters door de overheid bekostigd, dit is minder dan de helft. Gezien de hoge kosten voor potentiële deelnemers hebben de niet-bekostigde masteropleidingen regelmatig moeite om het benodigde aantal deelnemers te werven.
HAN Masterprogramma’s We brengen onze masteropleidingen vooralsnog naar buiten onder de naam HAN Masterprogramma´s (of in het Engels: HAN Masters programmes). Indien wenselijk en noodzakelijk kan deze naamgeving op termijn aangepast worden in lijn met de interne organisatieontwikkeling en in vergelijking met de positionering van masteropleidingen binnen buitenlandse hogescholen. De inhoudelijke ontwikkeling, uitvoering en exploitatie van de HAN Masterprogramma’s is de verantwoordelijkheid van de faculteiten. Wel ontwikkelt de HAN centrale kaders. Daarin liggen zaken vast zoals HAN-masterprofiel, de didactische en onderwijskundige visie, de instroomeisen, de kwaliteitszorg, de administratieve en ondersteunende processen, het merk HAN Masterprogramma’s en de richtlijnen voor de begrotingssystematiek. Binnen de instituten zullen zogeheten ‘kwartiermakers’ de opdracht krijgen om deze kaders te implementeren en door te ontwikkelen.
Omzet masteropleidingen x € 1.000
Werkelijk
Begroot
Prognose
2004
2005
2006
2007
2008
2008
2012
Omzet onbekostigde masteropleidingen*
655
951
1.702
725
1.626
1.266
6.219
Omzet bekostigde masteropleidingen
255
1.101
1.889
1.768
2.012
2.402
5.076
* Telt als omzet mee in de doelstelling 5% groei op jaarbasis van de marktactiviteiten. 61
verbonden
i n K wa l i t e i t
“ I n n o v a t i e, v o r m g e v i n g e n c r e a t i eve e c o n o mie” ‘Ik vind dat de HAN goede ambities toont op het gebied van onderzoek en de lectoraten. Eigenlijk springen we in het gat dat universiteiten naar mijn smaak te makkelijk hebben laten vallen als het gaat om toepassingsgericht onderzoek. Dat men daarvoor in academische kring nog steeds de neus ophaalt, is onterecht. Ook wel zorgelijk als je bedenkt dat universitaire bedrijfskundigen hun bul halen zonder een bedrijf van binnen te hebben gezien.’ aldus lector Dany Jacobs (tevens hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam). ‘Bij sommige lectoraten, waaronder die van mij, is de link met het onderwijs nog wat lastig. Docenten laten de lectoraten nog teveel links liggen, terwijl die hen wel kunnen helpen stappen vooruit te zetten. Voor mij staat het doen van goed onderzoek centraal. Daarvoor zijn de lectoraten ook in het leven geroepen. Hier in Arnhem bij ARCCI (Arnhems Centrum voor Creatieve economie en Innovatie, een samenwerkingsverband van ArtEZ en HAN) doen we dat vooral naar innovatie, vormgeving en creatieve economie. Het gaat daarbij niet enkel om de creatievelingen op zich, maar om hun rol in de hele economie die steeds creatiever wordt. Maar we willen er als kenniskring wel toe bijdragen dat creatievelingen hun ondernemerschap op meer professionele wijze organiseren. Op zich zijn ze wel ondernemend, maar zo zien ze zichzelf in de regel niet. Het belangrijkste is dat ontwerpers en kunstenaars meer de interactie met de samenleving aangaan en dat niet zien als bedreiging voor hun creatieve maagdelijkheid. Maagdelijkheid is zoals bekend een niet erg vruchtbaar ideaal. Maar we hopen dat ons onderzoek over innovatie in de creatieve economie zal doorsijpelen naar het onderwijs en de maatschappij. Voorlopig vind ik het tweede gemakkelijker dan het eerste!’
Da n y Ja cobs,
l e c to r
K u n s t,
c u lt u u r
en econ omi
e
3.5 Ondernemerschap
- Ondernemerschap in Sport en Health - in samenwerking met het Instituut voor Paramedische Studies en het Instituut voor Sport en Bewegingsstudies van de HAN.
In Nederland is meer dan 10% van de beroepsbevolking zelfstandig ondernemer. Per jaar starten er in Nederland ruim 100.000 mensen een eigen bedrijf. Helaas is het nog steeds zo dat na ongeveer 6 jaar de helft van deze starters niet meer werkt vanuit het eigen bedrijf. Vaak komt dat door een slechte voorbereiding en gebrek aan kennis en vaardigheden. Ook vanuit maatschappelijke relevantie is het voor de HAN daarom belangrijk om een infrastructuur te hebben waar studenten zich kunnen ontwikkelen tot een succesvol (toekomstig) ondernemer. Hiervoor is in 2002 het Centrum voor Ondernemerschap (CvO) opgericht.
In augustus 2009 start het CvO met een geheel Engelstalige minor Entrepreneurship. Deze minor wordt ontwikkeld in samenwerking met de Hanze Hogeschool, de Deense Aarhus School of Business (universiteit) en de landelijke stichting Certificaat Ondernemerschap. Het CvO onderzoekt de mogelijkheid om op termijn een Master Entrepreneurship te gaan aanbieden.
YOB Society In 2008 is in samenwerking met het CvO een nieuw netwerk opgericht “Young Business Society“ (YOB). Dit is een netwerk van, voor en door studentondernemers van de HAN. Op deze wijze wordt concreet invulling gegeven aan het alumnibeleid bij het CvO.
Het Centrum voor Ondernemerschap Het Centrum voor Ondernemerschap (CvO) biedt cursussen, training en begeleiding voor studenten van de HAN en andere opleidingen. Met ingang van 2008 is het HBO-certificaat Ondernemerschap gewijzigd in Certificaat Ondernemerschap®. Het voordeel hiervan is dat ook universiteiten zich bij deze landelijke stichting kunnen aansluiten.
Lector Ondernemerschap Binnen de HAN zal onderzoek naar ondernemerschap een nieuwe activiteit worden. Hiervoor is in 2008 gestart met de voorbereiding van een lectoraat Ondernemerschap. Binnen het lectoraat en de kenniskring zal ook aandacht besteed worden aan onderzoek naar Intrapreneurship: het ontwikkelen van een ondernemende houding bij de medewerkers van een organisatie.
Centrum voor Ondernemerschap x € 1.000 Omzet Resultaat
2004
2005
2006
2007
2008
401
452
722
925
1413
6
19
23
11
11
In 2008 hebben circa 220 studenten bij het CvO een van de volgende minoren gevolgd: - Entrepreneurship - Advisering - Innovatie 64
Gelderland onderneemt! (go!) In januari 2008 is het project go! gestart. Binnen go! werken ArtEZ , Hogeschool van de Kunsten, de Radboud Universiteit Nijmegen en de HAN intensief samen. Het CvO van de HAN is penvoerder van go! Bij dit project zijn vele partijen betrokken, zoals de Provincie Gelderland, de gemeenten Arnhem en Nijmegen, de Rabobank, Dirkzwager advocaten en notarissen en Ernst & Young.
Doelstellingen en resultaten De belangrijkste doelstelling van go! is het stimuleren van ondernemend gedrag bij zowel studenten als medewerkers van de HAN. Een ondernemende houding is immers voor hen allebei een belangrijke competentie. In de tabel staan de resultaten van het project. Resultaten en doelstellingen project go! Doelstellingen Studenten laten kennismaken met ondernemerschap Docenten kennismaking ondernemerschap - HAN - overige docenten
Realisatie 2008
Doel 2012
5.699
25.000
605
800
Start & go! -pas - aantal studenten
62
600
Gestarte bedrijven
74
800
Het jaar 2008 was het eerste jaar voor go! Er zijn veel verschillende activiteiten opgezet en van start gegaan. Om die reden ligt de output soms lager dan 25% van de doelen die we ons hebben gesteld in 2012. We verwachten dat we deze activiteiten de komende jaren
kunnen intensiveren zodat we eind 2011 de gewenste doelen hebben bereikt.
Projecten in het kader van go! Binnen go! hebben we in 2008 een aantal programma’s ontwikkeld om ondernemerschap en nieuwe bedrijven te bevorderen. Dit zijn de volgende: - Fashion and design (ArtEZ in samenwerking met Coming Soon) - Bedrijfsopvolging (HAN) - Innovatie en creativiteit (HAN) - Gezondheid, beweging en sport (HAN) - Internationaal Ondernemerschap (HAN) - Kennisintensief ondernemerschap (RU) - Maatschappelijk verantwoord ondernemerschap (RU). In 2008 is ook een speciaal programma gestart in samenwerking met de HAN-Pabo’s. We gaan docenten opleiden met een meer ondernemende houding. Om leerlingen vroegtijdig in aanraking te brengen met het ondernemerschap gaan we ook een aantal leerprojecten ontwikkelen waarmee de leerlingen in het basisonderwijs inhoud kunnen geven aan hun van nature ondernemende houding en ervaring kunnen opdoen met ondernemerschap.
Broedplaatsen Bij de HAN, ArtEZ en de Radboud Universiteit Nijmegen zijn in 2008 “broedplaatsen” geopend. Dit zijn flexibele werkplekken waar studentondernemers gebruik van kunnen maken. De gebruikers zijn heel divers: van uitzendbureau tot chauffeursservice. Heel succesvol is de Start & go!-pas gebleken. Dit is een individuele pas waarmee studentondernemers met concrete adviesvragen advies kunnen krijgen bij de Rabobank, advocatenkantoor Dirkzwager, accountantskantoor Ernst & Young en de Belasting-dienst. In 2008 zijn er 62 Start en go!-passen verstrekt.
65
verbonden
i n K wa l i t e i t
Om de effectiviteit van ondernemerschapprogramma’s te onderzoeken wordt een Startersvolgsysteem ontwikkeld. Dit is een samenwerking tussen go! en de Kamers van Koophandel in Gelderland met hun project ‘Ik Start Smart’. Zowel go! als ‘Ik Start Smart’ verwachten beide 1.400 (toekomstige) ondernemers te gaan begeleiden. Het startersvolgsysteem wordt zo gebouwd dat ook andere projecten en organisaties er in de toekomst gebruik van kunnen maken.
3.6 De HAN in de regio De HAN heeft een sterke regionale binding en koestert deze. Wij werken als kenniscentrum in een voortdurende wisselwerking met de ons omringende bedrijven, instellingen en overheden. Op die manier kunnen we een herkenbare bijdrage leveren aan de regionale sociaaleconomische speerpunten. Wij zoeken naar samenwerking rondom concrete thema’s en focusgebieden om van daaruit tot structurele relaties en partnerships te komen. Vanuit de vraag van de omgeving naar één helder aanspreekpunt voor de kennisinstellingen werken we ook in toenemende mate samen met de ROC’s in de regio.
Netwerken en convenanten De HAN is betrokken bij vrijwel alle relevante regionale netwerken in de driehoek onderwijs - overheden - ondernemingen, zoals: Platform Energie, Milieu en Technologie, B4You, Expertisecentrum Bètatechniek, Health Valley, Platform Leren en Werken in zowel de Achterhoek als in de regio Arnhem Nijmegen, Projectgroep Werk Gemeente Arnhem, de Arnhemse Methode, regionale platforms Onderwijs-Arbeidsmarkt, Ondernemersacademie Achterhoek. Intensieve relaties worden onderhouden met de provincie Gelderland, de gemeentes Arnhem en Nijmegen, de Radboud Universiteit Nijmegen, Het Universitair Medisch Centrum Nijmegen, de ROC’s, de Kamer van Koophandel, de Euregio, MKB Oost66
Nederland, diverse ondernemersverenigingen in met name het MKB en intermediaire relaties als Syntens, Oost NV en Senter Novem. Met een achttal belangrijke externe stakeholders heeft de HAN structurele samenwerkingsrelaties: NOC*NSF, Zorggroep ZuidGelderland, Rabobank Arnhem Nijmegen, Canisius Wilhelmina Ziekenhuis, Ernst & Young, Achterhoeks Centrum voor Technologie (ACT), Randstad Nederland en Dirkzwager advocaten en notarissen. Doel van deze samenwerking is de krachten te bundelen wat betreft kennisontwikkeling, innovatie en opleidingen en meerjarige afspraken te maken over dienstverlening. In 2008 hebben de afspraken met diverse partners meer concreet gestalte gekregen. Zo participeren Ernst & Young en Dirkzwager in het project Gelderland Onderneemt (go!), wordt met de Zorggroep Zuid-Gelderland aan diverse projecten gestalte gegeven rondom het thema ‘Zorg op maat’ en zijn vele studenten en docenten via het ACT betrokken bij diverse innovatieve projecten in de Achterhoek. Randstad Nederland participeert actief in het lectoraat HRM en het Instituut voor Sport en Bewegingsstudies werkt intensief met NOC*NSF samen rondom bijvoorbeeld opleidingen voor topsporters.
Kennis delen De HAN organiseert activiteiten om kennis te delen met partijen uit de regio. De kernactiviteiten zijn de Creative Masterclasses, het HAN Smart Business Center en de HAN Ondernemersdesk.
studenten en ondernemers en een lezing voor (bedrijfs)relaties van de HAN. De opkomst bij de lezing - ruim 400 bezoekers - was hoog. De masterclass was met 50 deelnemers overtekend. Tot slot vond in december de jaarlijkse HAN/NRC Publiekslezing plaats. Spreker was Professor Kishore Mahbubani. Deze decaan en hoogleraar aan de Nationale Universiteit van Singapore is een van Azië’s meest invloedrijke intellectuelen van dit moment. In zijn lezing, onder de titel “De eeuw van Azië”, gaf hij zijn visie op wat de opkomst van Azië écht betekent: het met andere ogen kijken naar globalisering.
HAN Smart Business Center Het HAN Smart Business Center (SBC) is hét netwerk van regionale ondernemers en lectoren van de HAN. Doel van het netwerk is: samen kennis ontwikkelen, uitwisselen en toepassen om de toegevoegde waarde van het Midden en Klein Bedrijf te vergroten. Zo’n 80 ondernemingen uit het MKB zijn inmiddels lid van dit netwerk. In 2008 is met een groot aantal leden van het SBC deelgenomen aan de drie HAN Creative Masterclasses en hebben er twee themabijeenkomsten plaatsgevonden. Ook zijn er 25 individuele bedrijfsprojecten gerealiseerd. In 2008 heeft het SBC het initiatief genomen om ook voor de zorg een netwerk op te zetten van ondernemers, directeuren en managers uit de zorg. In samenwerking met kenniswerkers en professionals uit de HAN-disciplines zorg, techniek en economie wordt gewerkt aan het realiseren van nieuwe oplossingen voor diverse innovatieve vraagstellingen waar de zorg voor staat.
HAN Creative Masterclasses In 2008 zijn drie masterclasses georganiseerd. In maart was hoogleraar Psychologie (aan Stanford University in de VS) Carol Dweck te gast. Onder de titel ‘Mindset: de psychologie van succes’ besprak zij hoe je mindset in hoge mate je succes bepaalt, als student, als partner, als ouder, als manager en als leider. In mei 2008 volgde de masterclass met managementschrijver en organisatievernieuwer Peter Senge. Dit evenement omvatte een masterclass voor
HAN Ondernemersdesk Najaar 2008 werden de gevolgen van de economische recessie in de regio steeds meer voelbaar. Vanuit haar sterke regionale binding wil de HAN ondernemingen ondersteunen en adviseren bij het omgaan met de gevolgen van deze crisis. Zij heeft daartoe het initiatief genomen tot het inrichten van de HAN Ondernemersdesk. Ondernemers kunnen bij deze desk terecht voor vragen over de 67
verbonden
i n K wa l i t e i t
diverse opleidingsmogelijkheden van de HAN voor het bedrijfsleven in het kader van het vergroten en/of op peil houden van de employability van werknemers. Tevens wordt vanuit de desk actief aansluiting gezocht bij de vele initiatieven in de regio die gericht zijn op innovatie en duurzaamheid als antwoord op de ontstane crisis. De HAN Ondernemersdesk is in februari 2009 geopend.
diverse innovaties, waaronder het gebruik van waterstof als brandstof, geïntegreerd te ontwikkelen. Ook wil zij de werking en haalbaarheid van deze innovaties toetsen en ze laten zien in hun uiteindelijke toepassing.
Rollator met TomTom
3.7 Bijzondere activiteiten en momenten in 2008 Ook in 2008 heeft de HAN verschillende bijzondere momenten gekend. Onderstaand een greep hieruit.
VROM-Prijsvraag Twee studenten van de HAN-opleiding Industrieel Product Ontwerpen hebben de VROM-prijsvraag duurzame terrasverwarming gewonnen. De studenten delen de prijs samen met een student van Saxion Hogescholen. Minister Cramer (Ruimte en Milieu) reikte de winnaars € 10.000,- uit. De studenten bedachten een stoel en kussen die verwarmd worden als iemand erop gaat zitten; het concept is makkelijk en snel te realiseren, ook in bestaande horecagelegenheden.
Prautotype 003 De provincie Gelderland heeft een bedrag van € 100.000,- toegekend aan het project Prautotype 003 van de HAN in het kader van een milieuvriendelijk en duurzaam Gelderland. In dit project wordt een prototype van een duurzame auto ontwikkeld. Er werken zo’n 30 HAN-studenten mee van de opleidingen Autotechniek, Industrieel Product Ontwerpen en Werktuigbouwkunde. Zij worden in een motiverende real-life-case uitgedaagd om creatief te zijn op het gebied van milieu en duurzaamheid. Prautotype heeft tot doel om 68
Studenten van de HAN hebben een navigatiesysteem voor (zorg-) instellingen en gebouwen ontwikkeld. Hiermee kunnen mensen die met korte termijn geheugenverlies kampen de weg weer vinden. Het systeem is onder andere bruikbaar voor beginnend dementerenden die zich hiermee zelfstandig kunnen verplaatsen naar hun therapeut, hun kamer of de recreatiezaal. Voor iedere gebruiker kan een apart profiel worden aangemaakt. Het systeem is niet groot: het kan dus eenvoudig op een rollator worden gemonteerd of anders worden vervoerd. Het werkt met een tablet-pc: een laptop zonder toetsenbord. De mogelijke bestemmingen worden aangeduid met een symbool. De Rollator met TomTom is een ware media-hype geweest, van berichten in vrijwel alle Nederlandse kranten tot aan radio en het NOS-journaal op TV.
MBA Business School Nederland De HAN-opleiding post-hbo Bedrijfskunde en Business School Nederland hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten. De samenwerking is gericht op het creëren van een doorlopende leerlijn voor managers, die zijn afgestudeerd aan de post-hbo opleiding Bedrijfskunde van de HAN. Zij kunnen op basis van een collectieve vrijstelling doorstromen naar een verkorte variant van het Executive MBA-programma van Business School Nederland. Deze managers kunnen nu binnen tien maanden de internationaal erkende MBAgraad behalen.
Automotive opleiding in Helmond HAN en Fontys Hogescholen hebben een intentieverklaring ondertekend die het voornemen uitdrukt om gezamenlijk te starten met een hbo-opleiding Automotive op de High Tech Automotive Campus in Helmond. Hiermee willen we tegemoetkomen aan de groeiende vraag naar afgestudeerden met kennis op het gebied van intelligente voertuigsystemen.
De HAN-KAN Marathon Studenten en medewerkers hebben op 11 mei 2008 voor de derde keer een HAN-KAN marathon georganiseerd. Ruim 600 lopers liepen (deels in estafette) de marathon van Nijmegen naar Arnhem.
maakte de aansluiting naar het nieuwe Instellingsplan 2008-2012, dat tijdens de bijeenkomst gepresenteerd werd.
Dig-e-vent 2008 De vierde editie van het Dig-e-vent 2008 vond plaats op 11 en 12 maart 2008. Dit evenement voor Informatica, Media en Communicatie biedt aan een brede groep leerlingen en scholieren de mogelijkheid om kennis te maken met ICT. Er namen ruim 300 havo- en vwoleerlingen en mbo-studenten deel. Ook ontvingen we 80 basisschoolkinderen .
Internationaal voetbaltoernooi voor MYSA Studenten van de Faculteit Economie en Management waren betrokken bij de organisatie van een bijzonder internationaal voetbaltoernooi. Het toernooi had als doel om speelplezier te combineren met het ondersteunen van een goed doel, namelijk de Mathare Youth Sports Association (MYSA). Deze organisatie zet zich in om het leven van jongeren in de sloppenwijken van Kenia te verbeteren.
Arnhems Waterstof Netwerk van start De Arnhemse wethouder Rita Weeda presenteerde in maart het plan Arnhems Waterstof Netwerk. De HAN wil hierin als kennisinstelling samen met waterstofbedrijven zoals HyGear, NedStack en Silent Energy zorgen voor de concrete ontwikkeling van de toepassing van waterstof.
Opening van het studiejaar HAN Onder de titel ‘Het maaiveld’ heeft de HAN op 28 augustus van het afgelopen jaar het studiejaar 2008-2009 geopend. De bijeenkomst stond in het teken van het thema Kwaliteit. Gastsprekers waren Karl Dittrich en Trude Maas. Bestuursvoorzitter Ron Bormans 69
verbonden
i n K wa l i t e i t
3.8 Internationalisering
De belangrijkste contactlanden Top 5 landen waar HAN-studenten vandaan komen
De economie mondialiseert in een hoog tempo. Modern onderwijs speelt daarop in. Binnen de HAN vinden veel activiteiten plaats die een internationaal of internationaliserend karakter hebben. Het geheel van activiteiten is echter niet structureel in kaart gebracht en daardoor staat de HAN onvoldoende op de kaart als een internationaal kennisinstituut. Dit bemoeilijkt ons bij externe projectontwikkeling en bij het aanvragen van subsidies. In 2009 gaan we daarom een quick scan maken van internationalisering binnen de HAN. Op basis van een gedegen analyse willen we een sterke toekomstvisie ontwikkelen op het terrein van internationalisering. Deze inventarisatie presenteren we in een werkconferentie in het voorjaar 2009 aan het management en aan beleidsmedewerkers die actief zijn op het gebied van internationalisering. Vanuit de uitkomsten van deze conferentie wordt in 2009 het Beleidsplan Internationalisering vastgesteld, waarbij de HAN haar beleid zal accentueren en concentreren. Binnen Europa intensiveren we de samenwerking met onze partners. Daarbij beperken wij het aantal partners: we kiezen voor partnerinstituten die in hun profiel overeenkomen en qua ambities leidend zijn. Duitsland is en blijft een belangrijke markt, vooral voor het bacheloronderwijs. Ten slotte streven we naar een beurzenbeleid dat de instroom van buitenlandse studenten bevordert.
2007-2008 Spanje 30 U.S.A. 26 Frankrijk 24 Duitsland 22 Zuid-Afrika 13
Top 5 landen waar HAN-studenten naar toe gaan 2007-2008 Zuid-Afrika 81 Duitsland 79 U.S.A. 66 Spanje 59 Groot-Brittannië 52
De complete tabel met de landen waar studenten heengaan en waar zij vandaan komen vindt u op pagina 72.
In de tussentijd gaan we actief verder met onze internationale activiteiten. Deze bestaan uit het uitzenden van studenten naar het buitenland, het opleiden van buitenlandse studenten en het organiseren van gastdocentschappen.
70
Stage en studie in het buitenland
Gastdocentschappen op basis van beurzen
Een buitenlandse studie- of stageperiode kan in belangrijke mate bijdragen aan de voorbereiding van de student op een steeds internationaler wordende arbeidsmarkt. De HAN sluit daarom bilaterale overeenkomsten met partnerinstellingen in het buitenland. Vóór aanvang van een studie- of stageperiode wordt vastgelegd hoeveel studiepunten aan de buitenlandse instelling kunnen worden behaald en hoe deze zullen worden erkend en ingepast in het curriculum van de student.
Gastdocentschappen dragen bij aan de internationale dimensie van het curriculum. Er is geen HAN-brede registratie van inkomende en uitgaande gastdocentschappen. In totaal 36 docenten van de faculteiten Economie en Management, Educatie en Gezondheid, Gedrag en Maatschappij vervulden in 2007-2008 met een Erasmusbeurs een gastdocentschap bij een Europese partnerinstelling voor hoger onderwijs. Daarnaast traden, zonder Erasmusbeurs, verschillende docenten en lectoren van de HAN op als gastdocent bij een universiteit binnen of buiten Europa, of als spreker op een internationale conferentie.
Een klein deel van de studenten maakt gebruik van een Erasmusof Leonardobeurs om in het buitenland te studeren. Voor studiemobiliteit binnen Europa zijn beurzen beschikbaar via het Erasmusprogramma. Het totaal aantal mobiele studenten is veel hoger: ook zonder beurs worden er buitenlandse studies en stages gerealiseerd.
Studentenmobiliteit Studie
Stage
aantal
bedrag
aantal
bedrag
2003-2004
145
€ 102.600
20
€ 20.448
2004-2005
140
€ 104.492
26
€ 18.937
2005-2006
160
€ 160.249
28
€ 23.425
2006-2007
153
€ 181.545
31
€ 24.750
2007-2008
143
€ 195.815
43
€ 64.852
71
verbonden
i n K wa l i t e i t
Uitgaande en inkomende studenten bij de HAN 2005-2008 inkomende mobiliteit
uitgaande mobilteit
België Bosnië-Herzegowina Bulgarije Denemarken Duitsland Estland Finland Frankrijk Griekenland Groot-Brittannië Hongarije Ierland Italië Litouwen Luxemburg Malta Noorwegen Oostenrijk Polen Portugal Roemenië Slovenië Spanje Tsjechië IJsland Zweden Zwitserland Turkije land onbekend (FT) Totaal EU
2005-2006
2006-2007
totaal
totaal
studie
stage
totaal
12 1 0 5 22 1 15 16 3 30 2 12 4 0
4 3 0 3 21 1 14 14 3 43 0 13 7 0
18 1 3 0 60 0 4 2 12 12 0 2 1 0 1
4 8 2 2 3 0 0 29 3
3 9 3 1 4 1 0 29 1
8 0 0 6 19 0 9 16 0 40 1 6 4 0 0 2 10 1 2 0 0 0 37 0
13 2 20
7 5 21 95 305
26 1 3 6 79 0 13 18 12 52 1 8 5 0 1 2 14 1 2 2 1 0 59 0 1 17 6 30 0 360
209
2007-2008
4 0 0 2 1
11 0 24
22 0 1 6 6 6
196
164
72
2005-2006
2006-2007
2007-2008
14 0 2 1 37 0 20 23 2 9 2 6 4 1
14 0 3 0 13 1 5 21 1 15 4 7 3 3
5
0 3 5 9 3 0 8 39 2 8 2 13
0 1 6 8 7 0 1 27 2 15 0 3 10
213
155
6 1 22 1 8 24 3 9 3 4 2 4
1 6 6 4 2 30 2 4 2 9 158
Uitgaande en inkomende studenten bij de HAN 2005-2008 inkomende mobiliteit
uitgaande mobilteit
Argentinië Armenië Aruba Australië Bolivia Brazilië Cambodja Canada China Curacao Dominicaanse Republiek Equador Gambia Ghana Guatemala India Indonesië Israël Japan Kameroen Kenia Korea Lesotho Malawi Mexico Nederlandse Antillen Nepal Nieuw-Zeeland Nicaragua Oeganda Peru Rusland Sri Lanka Suriname Taiwan Tanzania Thailand Trinidad U.S.A. Zuid-Afrika land onbekend (FT) Totaal niet-EU Totaal
2005-2006
2006-2007
totaal
totaal
studie
stage
totaal
2
0
1
2 12 1 7
8 7 1 0
0 9 0 0
7 4 18
10 6 29
2 7 0
1 15
21
0 0
1 7
5 6
0 5
1 6 2 2 2 7 6 2 2 10 2 2 1 23
0 0 0 6 0 0 4 0 0 3 0 0 0 4 0 0 4 0 3 0 47 3
1 1 1 7 0 2 1 1 3 34 1 4 0 9 2 6 3 1 0 8 0 0 0 2 6 14 3 7 3 2 3 0 0 40 0 9 2 0 19 78
2 1 1 16 0 2 1 3 10 34 1 4 0 9 2 6 8 1 0 8 0 6 0 2 10 14 3 10 3 2 3 4 0 40 4 9 5 0 66 81
8 2 2 3
2 6 2 12 1 22 4 5 2 1 22 50
2007-2008
2005-2006
2006-2007
0
0
0 3 0 0
0 11 0 0
10 5 0
1 3 0
0 0
0
2007-2008
9
4 6
0 0
0 2
4
5
0 8
7
4
3
9
0 0 0 4 0 0 0 0 0 0 16 12
221
20 1 5 4 2 22 14 34 229
98
273
371
60
45
26 13 1 77
430
534
294
437
731
273
200
235
73
3 1 5 8
verbonden
i n K wa l i t e i t
O r g a n i s a t i e o n t w i k k e l i n g
Hoof
dstu
verbonden
k 4
i n K wa l i t e i t
Albert
Ja n K r i kk e
, Proje ct
m a n ag e
r K WTG
J o n g g e l e e rd … Een van de kernwaarden uit het HAN-instellingsplan is maatschappelijke betrokkenheid. De HAN wil hiermee een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de samenleving. Een probleem in onze samenleving is het groeiende tekort aan technisch geschoold personeel. Daarom is het belangrijk om kinderen al op jonge leeftijd het enthousiasme voor, de nieuwsgierigheid naar én een realistisch beeld van wetenschap en techniek bij te brengen. Immers, jong geleerd, is oud gedaan. Het Kenniscentrum Wetenschap en Techniek Gelderland (KWTG) leert leerkrachten in het basisonderwijs en pabo-studenten hoe ze bij kinderen de nieuwsgierige en onderzoekende houding kunnen stimuleren en verder ontwikkelen. En wel zo dat ook de (potentiële) leerkrachten zélf enthousiasme voor en nieuwsgierigheid naar wetenschap en techniek, en hun eigen onderzoekende houding (her)vinden. ‘Een omslag in het denken over wetenschap en techniek in het onderwijs is nodig. Daarmee wordt recht gedaan aan het bètatalent van kinderen. Het KWTG wil directeuren en leraren uit het basisonderwijs, maar ook pabo-docenten en -studenten, enthousiast maken voor wetenschap en techniek, zodat ze er als vanzelfsprekend mee aan de slag gaan in hun onderwijs’, aldus programmamanager Albert-Jan Krikke. Het KWTG werkt nauw samen met onder meer de faculteit Techniek. Zo kregen pabo-docenten en -studenten les in aerodynamica in het waterlab van de opleiding Civiele Techniek. Ook lopen pabo- en techniekstudenten samen stages, wat een interessante combinatie geeft van expertises op het gebied van pedagogiek en techniek. Het KWTG is een van de vijf expertisecentra in het land. Het is een samenwerkingsverband van de Christelijke Hogeschool Ede, Iselinge Hogeschool en de HAN. De HAN is penvoerder. Meer informatie: www.kwtg.nl.
4.1 De HAN als werkgever Om onze doelstellingen te bereiken is het noodzakelijk dat onze medewerkers tevreden zijn over de organisatie. Wij willen een inspirerende en aantrekkelijke werkomgeving bieden met een professionele cultuur. Hierbij hanteren we twee doelstellingen: 1. Binnen vier jaar voelt 75% van de medewerkers zich betrokken bij de strategie van de HAN. 2. De gemiddelde medewerkertevredenheid ligt op of boven het cijfer 7,8. In 2008 scoorde de gemiddelde medewerkertevredenheid een 7,5. Volgens het in 2007 gehouden Preventief Medisch Onderzoek voelt 65% van de medewerkers zich verbonden met de HAN-strategie. In 2009 vindt de eerstvolgende meting van de betrokkenheid plaats via het medewerkertevredenheidsonderzoek.
3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 2004
2005
Personeel aantallen Personeel fte
78
2006
2007
2008
De HAN is een grote organisatie: er werkten in 2008 2.906 medewerkers in 2.203 fte. Dit zijn ongeveer evenveel mannen (48,5%) als vrouwen (51,5%). Meer informatie over het personeel van de HAN vindt u later in dit hoofdstuk (zie: Kerngegevens HAN-medewerkers).
Medewerkertevredenheid, 2004-2008, doel 2012 10 7,8
8
Het aantal medewerkers van de HAN is de afgelopen jaren sterk gegroeid: van 1.965 medewerkers in 2003 naar 2.906 in 2008. Dit is logisch gezien de sterke groei van het aantal studenten in die periode. Tegelijkertijd hebben we de afgelopen jaren veel vernieuwd in onze opleidingen: zowel in het kader van het programma Kennispoort als door de HAN Onderwijs Flexibilisering (HOF). Nu breekt er een periode aan waarin wij deze vernieuwingen willen bestendigen, verdiepen en verankeren in het onderwijs. Het personeel van de HAN speelt daarbij een belangrijke rol.
7,2
7,3
7,3
2004
2005
2006
7,5
7,5
2008
2008*
6 4 2 0 2012* *) Doelstelling In 2007 is geen medewerkertevredenheidsonderzoek gehouden vanwege het vierjaarlijkse Preventief Medisch Onderzoek aan de HAN. De cijfers in 2008
4.2 De tevredenheid van de medewerkers In 2008 hebben we weer gemeten hoe tevreden de medewerkers van de HAN zijn. Op verzoek van de medezeggenschapsraad (MR) is dit jaar gemeten in mei, in plaats van september. De MR vermoedde dat de meting in de maand van topdrukte anders zou kunnen uitvallen dan in de maand na de zomervakantie. De score in 2008 was ondanks de (drukkere) meetmaand goed: een 7,5. Wij zijn er trots op dat ook dit jaar de tevredenheid van de medewerkers weer gestegen is. Er is duidelijk sprake van een stijgende lijn gedurende een aantal jaren: van 7,2 in 2004 tot 7,5 in 2008. Daarmee liggen we op koers om ons langetermijndoel te behalen: een medewerkertevredenheidsscore van 7,8 in 2012. In de grafiek ziet u de gerealiseerde en de gewenste ontwikkeling van de medewerkertevredenheid bij de HAN.
zijn - op verzoek van de MR - gemeten in mei in plaats van september.
Tevredenheid op onderdelen Uit het medewerkertevredenheidsonderzoek kunnen we opmaken over welke onderdelen medewerkers van de HAN méér en minder tevreden zijn. Tevreden is men met name over de inhoud van het werk: de mogelijkheid om competenties te benutten, de variatie in werkzaamheden en de sfeer. Ook de werkomstandigheden scoren ruim voldoende. De (salariële) beloning scoort een (ruime) voldoende.
79
verbonden
i n K wa l i t e i t
4.3 Goed werkgeverschap
Tevredenheid van medewerkers over het werken bij de HAN Tevredenheid over:
2006
2008
Werkzaamheden aansluitend bij competenties
8,0
8,5
Variatie in werkzaamheden
8,5
8,8
De sfeer op de afdeling
8,3
8,2
Veiligheid op de werkplek (fysiek én verbaal)
8,3
8,1
Invloed uitoefenen op taakinhoud
7,6
7,8
Werkomstandigheden algemeen
7,2
7,5
Werkinhoud algeheel
7,7
7,8
Werkdruk
6,4
7,4
Beloning in relatie tot zwaarte werk
6,6
6,6
De HAN wil een goede werkgever zijn. Daarom biedt zij haar medewerkers goede primaire arbeidsvoorwaarden, een uitdagende werkomgeving en de ruimte een eigen bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de organisatie. In de HRM-agenda staat de verbinding tussen de doelstellingen van de organisatie en persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers centraal. Wij gaan uit van de eigen rol, verantwoordelijkheid en professionaliteit van de medewerkers. In ons ontwikkelingsgericht personeelsbeleid hebben we bijzondere aandacht voor de Resultaat en Ontwikkelcyclus, Strategische Personeelsplanning en Management Development (professionalisering). Ook gezondheid en veiligheid spelen een belangrijke rol in het personeelsbeleid.
De Resultaat & Ontwikkel-cyclus
Eigenaarschap De veranderingen in het onderwijs en de rol van de HAN als kennispoort vragen van onze medewerkers om nieuwe rollen te gaan vervullen en andere competenties te benutten. Wij hechten er belang aan dat alle medewerkers zich eigenaar voelen van deze ontwikkelingen in de organisatie. Ons doel is daarom dat 75% van de medewerkers zich in 2012 betrokken voelt bij de strategie van de HAN. In 2008 lukte het niet om een vraag hierover in het medewerkertevredenheidsonderzoek op te nemen: vanaf 2009 zal deze vraag wel gesteld gaan worden. Uit het huidige medewerkertevredenheidsonderzoek blijkt dat medewerkers zeer tevreden zijn over het functioneren van hun afdeling. De samenwerking met collega’s (8,3) en de betrokkenheid bij de afdeling (8,1) scoren meer dan goed, de aansturing door de leidinggevende (7,5) en de onderlinge afstemming van werkzaamheden (7,1) worden als ruim voldoende ervaren en de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op beleidskeuzes (6,9) haalt bijna een ruim voldoende. 80
In 2006 is de HAN gaan werken met de systematiek van de Resultaat & Ontwikkel (R&O-)cyclus. De R&O-cyclus heeft de volgende doelstellingen. In de eerste plaats willen we ervoor zorgen dat de individuele afspraken tussen medewerker en leidinggevende goed zijn afgestemd op de doelstellingen van het bedrijfsonderdeel en daarmee de HAN. Ten tweede willen we zorgen voor een meer resultaatgerichte manier van werken. Ten derde willen we medewerkers meer aan het roer zetten van hun eigen ontwikkeling en stimuleren om hierin actie te ondernemen. En ten slotte willen we met de R&O-cyclus bijdragen aan een open cultuur binnen de HAN waarbij mensen elkaar aanspreken op hun prestaties en gedrag.
Evaluatie van de R&O-cyclus In het najaar van 2008 is deze werkwijze geëvalueerd. De resultaten zijn goed. Ondanks de korte looptijd zien we dat de individuele doelen van medewerkers meer worden afgestemd op de HANdoelstellingen, dat medewerkers meer resultaatgericht zijn gaan werken en dat er meer aandacht is gekomen voor de ontwikkeling van
medewerkers. Ook zijn we als HAN op weg naar een cultuur waarin medewerkers elkaar aanspreken op hun gedrag. De R&O-cyclus wordt breed gedragen onder medewerkers. De medewerkers zijn over het algemeen tevreden over de wijze waarop het beleid van de R&Ocyclus is ingericht. Inmiddels is er met 83% van de medewerkers een R&O-gesprek gevoerd. De overige medewerkers zijn over het algemeen te kort in dienst om al een R&O-gesprek te hebben gehad. Veruit de meeste medewerkers (87%) begrijpen waarom de gesprekscyclus wordt uitgevoerd en zien het nut ervan in (72%). Ongeveer 78% van de medewerkers was het eens met hun laatste beoordeling. De meeste medewerkers (87%) en leidinggevenden (99%) kennen de strategische doelstellingen van de HAN goed of enigszins. Meer dan de helft (61%) van de leidinggevenden geeft aan deze doelstellingen door te vertalen naar persoonlijke doelstellingen. Van de leidinggevenden zegt 53% dat de R&O-cyclus bijdraagt aan de resultaatgerichtheid van medewerkers. Van de medewerkers geeft 66% aan dat er in de R&O-cyclus concrete afspraken over hun ontwikkeling zijn gemaakt. In de komende jaren zullen we de R&O-cyclus verfijnen en nadere accenten aanbrengen.
Strategische personeelsplanning We verwachten de komende jaren als gevolg van de vergrijzing een uitstroom van kennis en ervaring. Ook rekenen we op een aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt. Daarom zullen we planmatig te werk moeten gaan om de continuïteit veilig te stellen. Door middel van strategische personeelsplanning willen we een visie ontwikkelen op de inzet van personeel, anticiperen op ontwikkelingen binnen en buiten de HAN, ruimte geven voor de ontwikkeling van medewerkers, een evenwichtige personeelsopbouw realiseren en mensen met de juiste kwaliteiten in huis halen. Bij de HAN maken de verschillende organisatieonderdelen hun eigen strategische personeelsplannen.
81
Zo kunnen zij reageren op de specifieke problemen in hun werkveld. De service unit P&O ondersteunt hen hierbij met behulp van checklists en modellen voor personeelsplanning.
Gezond zijn en blijven In het Periodiek Medisch Onderzoek van 2007 werd geconstateerd dat het totaalprofiel van de HAN een positief en evenwichtig beeld laat zien. Wat betreft het medische beeld is de gemiddelde HANmedewerker gezond. Dit neemt niet weg dat in de rapportages van de verschillende bedrijfsonderdelen nadrukkelijk aandacht gevraagd is voor een aantal verbeterpunten, waaronder werkstress en tempodruk. De faculteiten hebben aangegeven deze verbeterpunten binnen de eigen financiële ruimte te kunnen realiseren. In 2008 is door de HBO-Raad een collectief contract zorgverzekering medewerkers afgesloten voor het gehele hbo met zorgverzekeraar Zilveren Kruis Achmea. Daarnaast is met deze verzekeraar een werkgeverscontract arbeidsgerelateerde zorg afgesloten. Dit contract biedt praktische ondersteuning om uitval van medewerkers te voorkomen of bij het realiseren van een adequate en snelle reïntegratie. De implementatie zal begin 2009 plaatsvinden.
HAN-Vitaal De HAN zet zich actief in om haar medewerkers vitaal te houden. Het project HAN-Vitaal wil de gezondheid van de medewerkers van de HAN bevorderen. Dit jaar zijn alle bestaande gezondheidsbevorderende activiteiten binnen de organisatie geïnventariseerd, beschreven en beoordeeld op kwaliteit en effectiviteit. Daarnaast is de behoefte aan gezondheidsbevordering binnen de HAN in kaart gebracht. Op basis hiervan is een gezondheidsprogramma op maat in ontwikkeling. Dit programma zal in de loop van de tijd op basis van continue evaluatie verder worden aangepast op de behoeften van de organisatie en haar deelnemers. In mei 2008 zijn er op locatie in Arnhem en Nijmegen diverse gezondheidsbevorderende activiteiten aan de medewerkers 82
aangeboden om de mensen bewust te maken van HAN-Vitaal en de diverse mogelijkheden die het project hen biedt. Tijdens workshops konden medewerkers kennis maken met manieren van bewegen, zoals Tai-Chi, dansen, yoga, fitness en aerobics. Er waren lezingen over arbeidsmotivatie, vitaliteit en gezond eten. En er was de mogelijkheid om via een health check de gezondheid te laten testen. Binnen de decentrale gelden is voor de jaren 2008-2012 budget gereserveerd om onderdelen van het HAN-Vitaal gezondheidsprogramma vorm te geven. Het gaat dan om het programma COACH ‘30 minuten bewegen per dag’, voortzetting van de gratis Health checks voor medewerkers, het digitaal vitaliteitsloket voor vragen en problemen op het gebied van gezondheid en welbevinden, en om diverse workshops op locatie met thema’s die aansluiten op de behoeften die blijken uit de onderzoeken onder medewerkers. De bedragen staan in de tabel. Reserveringen voor het HAN-vitaliteitsprogramma (gedurende looptijd CAO = 3 jaar) COACH
e 95.000
Health checks
e 35.000
Digitaal vitaliteitsloket
e 20.000
Thema’s uit behoefte-inventarisatie
e 20.000
RSI Uit het periodiek medisch onderzoek 2007 bleek dat het aantal mensen met RSI-achtige klachten relatief groot is. Vooral klachten aan rug of nek komen veel voor. Ook zijn er veel klachten over beeldschermwerk. Om deze te voorkomen en op te lossen stellen we alle nieuwe medewerkers in de gelegenheid om hun werkplek te laten controleren. Zittende medewerkers kunnen een werkplekcontrole aanvragen via hun leidinggevende. Bij fysieke klachten behoort een uitgebreid werkplekonderzoek tot de mogelijkheden. We bieden onze medewerkers de mogelijkheid om gebruik te maken van pauzesoftware. Ook kunnen zij zich inschrijven op maandelijkse beeldschermtips per e-mail. Daarnaast bieden we via het intranet ook een training sneltoetsen aan.
Ziekteverzuim Gemiddeld lag het ziekteverzuim in 2008 op 4,1%. Hiermee is het ziekteverzuim gedaald ten opzichte van 2007 en hebben we onze doelstelling voor 2008 behaald (4,3%). Doel voor 2012 is een ziekteverzuim van maximaal 4.0%
Ziekteverzuim bij de HAN 2004-2008 6% 5% 4% 3%
Bedrijfsfitness Sinds maart 2008 zijn alle medewerkers van de HAN in de gelegenheid deel te nemen aan bedrijfsfitness van het HAN Expertisecentrum voor Sport, Arbeid en Gezondheid ‘Seneca’ in Nijmegen of bij een van de Achmea Health Centra in Nederland. Bedrijfsfitness wordt gefinancierd vanuit de decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen. In 2008 hebben ruim 250 medewerkers van deze mogelijkheid gebruik gemaakt.
2% 1% 0% 2004
83
2005
2006
2007
verbonden
2008
i n K wa l i t e i t
Arbo De HAN draagt in haar streven naar goed werkgeverschap zorg voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden voor haar medewerkers. Twee centrale arbocoördinatoren dragen zorg voor de uitvoering van het arbobeleid. Wij werken met centraal uitgevoerde RisicoInventarisatie en -Evaluaties, het Periodiek Medisch Onderzoek en de Medewerkertevredenheidsonderzoeken. Uitvoering van deze werkzaamheden geschiedt in overleg en in samenwerking met het Service Bedrijf van de HAN en instituutsvertegenwoordigers.
(Automatische Externe Defibrillator; hulp bij hartstilstand) als regulier onderdeel aan de BHV-training toegevoegd. In 2008 heeft de HAN deelgenomen aan het onderzoek “Aanpak van ongewenst gedrag in het hbo” uitgevoerd in opdracht van het arbeidsmarkt- en opleidingsfonds Zestor. Centraal in dit onderzoek stond (verbale) agressie, intimidatie en discriminatie tussen medewerkers onderling. De resultaten van het onderzoek komen voorjaar 2009.
Vereniging van oud-medewerkers van de HAN Alle nieuwe medewerkers ontvangen een Arbo-infoset. Voor medewerkers via uitzendbureaus is een verkort informatieblad Arbo opgesteld. De informatie richt zich op elementaire zaken als bedrijfshulpverlening, registratie (bijna)ongevallen, verzuim- en herstelmelding en RSI-voorlichting. Daarnaast geven we informatie via HAN-Insite op de deelsites Insite Arbo, Insite RSI en SOS-Nood! Deze laatste site geeft een overzicht van de handelwijzen rondom diverse crisissituaties, zoals brand, diefstal, ontruimingen, overlijden, (bijna)ongevallen etc.
De HAN koestert haar relatie met oud-medewerkers. In 1993 is de Vereniging van Oud-Medewerkenden (kortweg de VOM) opgericht met het doel om oud-medewerkers in de gelegenheid te stellen op de hoogte te blijven van ontwikkelingen binnen de HAN en tegelijkertijd bestaande onderlinge contacten te verstevigen en uit te breiden. De VOM telt momenteel 124 leden, afkomstig van zowel de Nijmeegse als Arnhemse HAN. De VOM wordt actief ondersteund door het College van Bestuur. In 2008 organiseerde de VOM activiteiten van diverse aard, zoals: informatiebijeenkomsten over de ontwikkelingen binnen de HAN, excursies, een zomer- en een midwinterfeest.
Veiligheid Veiligheid is een belangrijk aspect van goede arbeidsomstandigheden. Risico-Inventarisatie en –Evaluaties (RIE’s) en bedrijfshulpverlening zorgen voor een veilige omgeving voor zowel medewerkers als studenten. In 2008 zijn vijf RIE’s uitgevoerd. Op de overige plaatsen is de uitvoering van de Plannen van Aanpak gecontroleerd en gevolgd door middel van een rondgang. De geplande cyclus ontruimingsoefeningen is gehouden in de door de HAN beheerde panden. Alle oefeningen zijn goed verlopen. Wij zijn verheugd over het feit dat medewerkers en studenten steeds beter reageren op het ontruimingssignaal en dat de medewerking aan de oefening aanzienlijk verbeterd is. De Bedrijfs Hulp Verlening (BHV)- en EHBO-trainingen zijn volgens schema gevolgd. Volgens afspraak is de bediening van een AED 84
4.4 Professionalisering en professionele cultuur De HAN is een gemeenschap van professionals. Zij moeten vanuit hun competenties en motivatie onze ambities waarmaken. De professionalisering van medewerkers is daarom een belangrijk thema binnen de HAN. Vanaf 2008 beschikt iedere medewerker over een persoonlijk budget ter stimulering van de ontwikkeling. Daarnaast worden er vele activiteiten ontplooid zoals trainingen, korte cursussen, opleidingen, assessments, coachingstrajecten, intervisie en
supervisie, loopbaan- en opleidingsadvies, deelname aan congressen, promotiemogelijkheden en stages voor personeel. Professionals wensen een professionele cultuur. De HAN bevordert deze door ruimte te bieden voor variëteit en te investeren in ondernemerschap. We bevorderen actief de betrokkenheid, het vertrouwen van medewerkers en de onderlinge openheid.
Promotiebeleid De markt- en kennisgerichte onderzoeksactiviteiten van de HAN groeien. Promotieonderzoek speelt daarin een bijzondere rol: dit vergroot de onderzoeksvaardigheden van onze medewerkers en geeft een impuls aan de kwaliteit van onze opleidingen (zie hiervoor ook paragraaf 3.2, onderdeel Promotiebeleid). Wij stimuleren daarom onze docenten om te promoveren. Het streven is dat in 2012 minimaal 10% van de docenten uit promoverenden of gepromoveerden bestaat. Daarnaast willen we dat 70% van de docenten over de mastergraad beschikt. Met beide ambities sluit de HAN aan bij de meerjarenafspraken die de HBO-Raad in juni 2008 met de minister van OCW heeft gemaakt. Op dit moment kunnen we nog niet exact vaststellen hoe hoog deze percentages zijn omdat dit niet eerder in kaart is gebracht. In 2009 ontwikkelen we hiertoe een meetinstrument.
Management Development Vanaf 2004 heeft het proces van instituutsvorming binnen de HAN plaatsgevonden. De instituutsdirecties vormen een essentiële schakel tussen beleid (College van Bestuur/Faculteitsdirectie) en onderwijsuitvoering (opleidingen). Om de nieuwe managementlaag te equiperen is in 2004 een management development programma gestart dat begin 2008 is afgerond. In dit programma stond het samen leren met collega’s centraal. Dit beviel ons goed: er is meer verbinding ontstaan tussen onderdelen van onze organisatie. We behouden de methode van het samen leren met collega’s in het nieuwe MD-programma. Dit zal in 2009 starten onder de naam
‘Leerplatform’. Hierbij gaan begeleide leergroepen (learning communities) werken aan vraagstukken en thema’s. De deelnemers zijn zowel instituutsdirecteuren alsook de hoofden van Service Units van het Service Bedrijf. Zij gaan gezamenlijk op zoek naar andere invalshoeken om een situatie in het eigen bedrijfsonderdeel aan te pakken. In 2008 is ook geïnventariseerd welke potential programma’s gewenst zijn bij de HAN: zowel op het gebied van management als op andere gebieden. In 2009 zal hiervoor een traject worden ingezet.
4.5 Besteding decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen De HAN geeft speciale aandacht aan loopbaanontwikkeling, aan de verhoging van het kwalificatieniveau van de medewerkers en het creëren van meer doorstroommogelijkheden. De besteding van de decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen is hiermee in lijn gebracht. De budgetten zijn parallel aan de looptijd van de CAO-hbo verdeeld over de clusters: - arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden, - levensfasebewust personeelsbeleid, - gezondheid/preventie, gezondheidsbeleid en - professionalisering/scholing/loopbaanbeleid/heroriëntatie. In 2008 is er extra geld vrijgemaakt voor bedrijfsfitness, voor twee loopbaanadviseurs en een opleidingsadviseur. Op vrijwillige basis kan een medewerker eens per 5 jaar intern een loopbaanadvies inwinnen.
85
verbonden
i n K wa l i t e i t
4.6 Kerngegevens HAN-medewerkers
Besteding decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen (x e 1.000)
Begroot 2008
Uitgaven 2008
Betaald ouderschapsverlof
278
262
Doelgroepenbeleid: kosten WIW
110
58
20
14
Ouderenbeleid: schaal 1 t/m 5 Aanvullende Fietsregeling 0-10 km
130
182
Premie Kinderopvang
247
304
Extra Fietskilometervergoeding
200
Bedrijfsfitness
200
50
Regeling tegemoetkoming gebruik ICT-faciliteiten (1 jaar)
400
483
Loopbaanbeleid (3 jaar)
500
67
HAN-Vitaal (3 jaar) Totaal 2008
In 2008 werken bij de HAN 2.906 medewerkers in 2.203 fte. In de eerste paragraaf van dit hoofdstuk lieten we zien dat in 2007-2008 het aantal fte’s is gegroeid met 8,5% (van 2.030 naar 2.203 fte). De groei is minder sterk dan het jaar ervoor: in 2006-2007 groeide de formatie met 9,3%. We verwachten dat de formatie de komende jaren steeds minder hard groeit.
32
Reductie werkdruk
Waalsprinter (1 jaar)
Ontwikkeling van de formatie
Ontwikkeling formatie in fte, 2004-2008 2500
30 200
19
2.347
1.439
2000 1500
Arbeidsvoorwaardenoverleg In 2008 vond drie keer overleg met de werknemersorganisaties in het AVO plaats. De belangrijkste gespreksonderwerpen waren: de vaststelling besteding decentrale gelden 2007 en 2008 en de fusie tussen de contractafdelingen Interstudie BV en NDO en daarmee de overgang van NDO-medewerkers naar NDO Interstudie BV.
1000 500 0 2004 totaal mannen vrouwen
86
2005
2006
2007
2008
Ontwikkeling aantal medewerkers 2004-2008 3500 3000 2500 2000 1500
OP
OP
OBP
M
V
M
OBP Totaal Totaal V
M
V Totaal
< - 25
28
39
11
19
39
58
97
26 - 35
117
220
55
160
172
380
552
36 - 45
178
265
94
244
272
509
781
46 - 55
346
287
104
189
450
476
926
56 - >
266
116
86
82
352
198
550
Totaal
935
927
350
694
1.285
1.621
2.906
Vrouwen in managementfuncties In 2004 bestond het HAN-management voor iets minder dan 75% uit mannen. In 2008 is dit deel ten gunste van vrouwen geslonken naar 58%. Met 42% vrouwen in het HAN-management zijn we goed op weg naar een evenredige verdeling. In de Gelderlander kreeg dit feit aandacht onder de kop ‘Topvrouwen veroveren de HAN’. ‘Een ontwikkeling om je petje voor af te nemen’, zo concludeerde de krant.
1000 500 0 2004
2005
2006
2007
2008
Mannen en vrouwen Het personeelsbestand van de HAN bestaat voor ongeveer de helft uit mannen en de helft uit vrouwen. (In 2008 1.285 (48,5%) mannen en 1.621 (51,5%) vrouwen.) In 2008 groeide het aantal vrouwen, gemeten in fte’s, sneller dan het aantal mannen: 11,4% vrouwen tegenover 5,6% mannen. Het aandeel vrouwen neemt met name toe in de groep onderwijzend personeel (OP). Binnen de groep Onderwijs Beheer Personeel (OBP) blijft de verhouding man/vrouw één staat tot twee.
Leeftijdsopbouw De gemiddelde leeftijd van de HAN-medewerkers is in 2008 44,6 jaar. De groep ‘46 - 55 jarigen’ is oververtegenwoordigd in het personeelsbestand: deze groep maakt 31,9% uit van het totaal. Ten opzichte van 2007 is het percentage medewerkers ‘ouder dan 56 jaar’ iets gestegen, van 18,5% in 2007 naar 18,9% in 2008. Het percentage ‘jonger dan 35 jaar’ is gestabiliseerd op 22%. De gemiddelde leeftijd is iets gedaald: in 2007 was deze 44,9 jaar.
87
verbonden
i n K wa l i t e i t
I n t e r n e a u d i t o rs l i c h t e n e e n opleiding d oor Elke erkende HBO-opleiding in Nederland moet, om haar erkenning te behouden, iedere zes jaar opnieuw geaccrediteerd worden. Bij de HAN vindt men dat niet genoeg. De afdeling SCO (Service Centrum Onderwijs) organiseert daarom tussentijds een interne audit door een eigen auditteam. Gert Robbertsen, docent organisatie en communicatie bij de Informatica en Communicatie Academie (ICA), is zo’n interne auditor. ‘Een accreditatie is diep en breed’, vertelt Robbertsen. ‘We onderzoeken dezelfde onderwerpen als bij de officiële accreditatie door de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie). Dat zijn de doelstelling van de opleiding, het maatschappelijk belang, de inhoud van het programma, de toetsing, de kwaliteit van het personeel, de organisatie van de kwaliteitszorg, de voorzieningen voor studenten en het gerealiseerde niveau. De interne audits starten met een documentenonderzoek: op basis van de door de opleidingen aangeboden (beleids)documenten wordt beoordeeld of men voldoet aan de NVAO-criteria. Vervolgens bezoeken we de opleiding. We praten dan met het management, docenten, studenten, alumni en vertegenwoordigers van het beroepenveld. Onze conclusies zetten we in een ‘kort’ rapport van een bladzijde of vijftien. Dat bespreken we na afloop met het opleidingsmanagement.’ Blinde vlek ‘Gelukkig wordt ons onderzoek zeer gewaardeerd.’, vervolgt Robbertsen. ‘We nodigen de mensen uit om hun opleiding van bovenaf te bezien. Wáár leidt je nu eigenlijk voor op? Wat zijn de eisen aan een beroepsbeoefenaar? Wat is het benodigde niveau en hoe toets je dat? Hoe ga je om met klachten en hoe bewaak je de kwaliteit? Met die vragen zetten we mensen aan het denken. Vaak signaleren we blinde vlekken binnen de opleiding: dingen die zo ingeslepen zijn dat niemand ze meer ziet. Door onze audit staan deze dan weer op de kaart.’
Gert ro bbert
sen, in tern
au d i t o
r bij d e H AN
Mannen en vrouwen naar leeftijdscategorie in 2008
Flexibele formatie Het percentage tijdelijke aanstellingen, inclusief ziektevervanging, was in 2007 18,9% en is gedaald in 2008 naar 16,6%.
1000 800
Aandeel flexibele formatie in het totaal (fte)
600
509
400 200
450
380
476 352
272 39
SB
Edu
Tech
GGM
E&M
ICA
Totaal
2,89
107,12
32,03
24,26
119,86
71,15
7,70
365,01
198
172
58
CVB
0 < - 25
26 - 35
mannen
vrouwen
36 - 45
46 - 55
56 - >
Deeltijd en voltijd werken bij de HAN Werken in deeltijd is populair bij de HAN. Liefst 64,5% van de medewerkers werkt in deeltijd. Van de mannen werkt 42,4% in deeltijd, bij de vrouwen is dit 81,9%. Het onderwijzend personeel werkt iets vaker in deeltijd (65,5 %) dan het onderwijs beheer personeel (62,6 %). Deeltijdaanstellingen in 2008 OP
OP
OBP
OBP
Totaal
Totaal
aantal
fte
aantal
fte
aantal
fte
mannen
435
251,22
110
77,86
545
329,08
vrouwen
784
479,03
544
361,57
1.328
840,60
Totaal
1.219
730,25
654
439,43
1.873
1.169,68
90
Uitstroom In 2008 zijn 348 medewerkers uitgestroomd, dat is 7,6% van de formatie in fte. In 2007 was dat 8,1%. De belangrijkste redenen om uit te stromen zijn ten opzichte van 2008 ongewijzigd gebleven. Dit zijn: 1. Einde projectaanstelling (48,6%) 2. Ontslag op eigen verzoek (31,0%) 3. FPU/pensionering (14,4 %).
Uitstroom van personeel in aantallen Uitstroom Ontslag op eigen verzoek VUT/FPU
Totaal aantal 108 50
Ouderdomspensioen
2
Overlijden
1
Invaliditeitsontslag
4
Ontbinding kantonrechter
1
Einde projectaanstelling
169
Einde ziektevervanging
7
Einde overurenbetrekking
0
Reorganisatie/geen omzetting D3->D2
0
Gewichtige redenen
6
Totaal
348
91
Salarissen onderwijzend personeel Van het onderwijspersoneel wordt 40% van het aantal mannen (400) betaald in de salarisschalen 9 tot en met 11 tegenover 60% vrouwen
(594). De salarisschalen 12 en 13 tonen een tegenovergesteld beeld, 62% van het aantal mannen (456) wordt betaald in deze schalen tegenover 38% van de vrouwelijke medewerkers (281).
Medewerkers naar salarisschaal Salarisschaal 1 t/m 5
OP
OP
OBP
OBP
Totaal
Totaal
M
V
M
V
M
V
Totaal
0
0
94
193
94
193
287
6 t/m 8
52
40
89
320
141
360
501
9 t/m 11
400
594
89
132
489
726
1.215
12 t/m 13
456
281
46
36
502
317
819
14 t/m 17
27
12
31
12
58
24
82
0
0
1
1
1
1
2
935
927
350
694
1.285
1.621
2.906
18 Totaal
92
Ontwikkelingen medewerkerbestand van de HAN, 2004-2008 Totale formatie in fte
2004
2005
2006
2007
2008
1.599
1.668
1.857
2.030
2.203
Formatie uitgesplitst naar OP en OBP in %
2004
2005
2006
2007
2008
OP
61,99
61,93
61,75
62,99
62,34
OBP
38,01
38,07
38,25
37,01
37,66
De man-/vrouwverdeling in %
2004
2005
2006
2007
2008
OP man
54,75
52,92
51,55
51,49
50,21
OP vrouw
45,25
47,08
48,45
48,51
49,79
OBP man
37,85
37,09
36,16
34,11
33,52
OBP vrouw
62,15
62,91
63,84
65,89
66,48
Totaal man
48,81
47,32
46,03
45,39
44,22
Totaal vrouw
51,19
52,68
53,97
54,61
55,78
De m/v-verdeling OP schalen 9-11 in aantal
2004
2005
2006
2007
2008
schaal 9-11 man
303
275
319
381
400
schaal 9-11 vrouw
386
382
453
524
594
Totaal
689
657
772
905
994
2004
2005
2006
2007
2008
schaal 12-13 man
421
475
466
461
456
schaal 12-13 vrouw
196
274
273
274
281
Totaal
617
749
739
735
737
2004
2005
2006
2007
2008
man
36
36
41
41
37
vrouw
15
16
25
25
26
De m/v-verdeling OP schalen 12-13 in aantal
De m/v-verdeling in managementfunctie in personen
93
verbonden
i n K wa l i t e i t
4.7 Ontwikkeling rol faculteiten De gemiddelde leeftijd in jaren, 2004-2008 2004
45,7 jaar
2005
45,2 jaar
2006
44,7 jaar
2007
44,9 jaar
2008
44,6 jaar
en instituten De HAN is geëvolueerd van een onderwijsinstelling met één dominant product: bacheloropleidingen, naar een kennisinstelling met een portfolio van vier kernactiviteiten. Deze zijn: bacheloropleidingen, masteropleidingen, onderzoek en contractactiviteiten. De vier faculteiten spelen een belangrijke rol in het verder uitwerken en inrichten van de verbindingen tussen onze kernactiviteiten. Dat heeft consequenties voor de organisatorische inrichting en besturing van de HAN. Het bacheloronderwijs is naar omvang en achtergrond dominant binnen de HAN. Het vormt het fundament van onze instelling. De bacheloropleidingen zijn nauw verbonden met de instituten die op hun beurt in de faculteiten zijn gepositioneerd. Daarom hebben we ervoor gekozen de instituutsdirecties, als integrale managers, meer in de vraagstukken van besturing en strategische agendering te brengen. In 2008 is verder vormgegeven aan de rollen, verantwoordelijkheden en inbreng van instituuts- en faculteitsdirecteuren in de processen van sturing en beleidsontwikkeling. Zo is de planningen controlcyclus verder ingericht op het niveau van de instituten en faculteiten als geheel. In de managementrapportages verantwoorden we ons op deze twee niveaus. Een belangrijk instrument is het eerder genoemde Leerplatform in het kader van management development (zie paragraaf 4.4). Ook de vierjaarlijkse Brede Management Conferentie, waaraan het voltallige HAN-management deelneemt, is een belangrijk instrument voor gezamenlijke beleidsontwikkeling. Onderwerpen die in 2008 aan de orde waren zijn: de implementatie van het Instellingsplan HAN 2008-2012: focus en prioritering voor wat betreft het eigen organisatieonderdeel, de evaluatie van het onderwijs na vier jaar implementatie van de HAN Onderwijs Flexibilisering en de evaluatie van de Resultaat & Ontwikkelcyclus.
De uitstroom van personeel* 2004-2008 2004
8,6%
2005
9,0%
2006
6,0%
2007
8,1%
2008
7,6%
* als percentage van het totale aantal fte’s
De flexibele formatie* 2004-2008 2004
15,7%
2005
17,2%
2006
18,9%
2007
18,9%
2008
16,6%
* als percentage van het totale aantal fte’s
94
4.8 Duurzaamheid in de HAN De HAN hecht vanuit haar maatschappelijke verantwoordelijkheid en de zorg voor mens en omgeving belang aan duurzame bedrijfsvoering. De laatste jaren is er ook meer aandacht gekomen voor de ontwikkeling van duurzaamheid in onderwijs en onderzoek. In 2008 is er een breed samengestelde stuurgroep in het leven geroepen die tot taak heeft om beleidsvoorstellen te doen zodat duurzaamheid nog nadrukkelijker vorm krijgt binnen de HAN. Hiermee willen we onze positie als voorloper op het terrein van duurzame ontwikkeling versterken. Dit komt tot uiting in al onze kernprocessen: onderwijs, onderzoek en contractactiviteiten.
Energieverbruik De HAN is al meer dan tien jaar bewust aan het werk om haar energieverbruik te beperken. De basis hiervoor is het in 1995 opgestelde bedrijfsenergieplan. Het resultaat hiervan is een daling in het energieverbruik per student met 40% in de periode 1996-2007. Dat is een uitstekend resultaat met name omdat in die tijd het gebruik van ICT-voorzieniningen explosief is gestegen. Ook het comfort van de HAN-gebouwen voor gebruikers is sterk toegenomen. Wij continueren onze energiezorg volgens de norm ISO 14001.
95
Energiegebruik HAN 4000 3500 3000 2500 2000 1500 1000 500 0 1994 Aardgas
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Elektriciteit
Op langere termijn zijn er concrete doelstellingen geformuleerd. In de meerjarenafspraak (MJA) 3 heeft de HAN vastgelegd dat er in de periode 2005-2020 een energiebesparing zal plaatsvinden van 30% over de gehele periode, dat is gemiddeld 2% per jaar. Ook hebben we met de partijen uit het Nijmeegse energieconvenant afgesproken dat we in ieder geval tot 2012 een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen met minimaal 3% gemiddeld per jaar gaan realiseren. Waarschijnlijk wordt dit convenant verlengd tot na 2012. In 2009 zal de HAN overschakelen op zogeheten ‘groene stroom’. In 2008 heeft het advies- en ingenieursbureau DHV in opdracht van Senter Novem een uitgebreide studie gedaan naar het directe en indirecte energieverbruik van onderwijsinstellingen. De HAN heeft hier aan meegewerkt. De eindrapportage geeft ons veel informatie 96
over ons energiegebruik. Opvallend is daarbij dat vooral het vervoer een opvallend groot beslag legt op onze energiebronnen. Wij stimuleren daarom het gebruik van het openbaar vervoer. Zo vergoedt de HAN de kosten van woon-werkverkeer volledig als er gebruik gemaakt wordt van het openbaar vervoer. Dat is meer dan we verplicht zijn op basis van de CAO-hbo. Voor het gebruik van de Waalsprinter geven we een extra vergoeding. Ook dienstreizen vergoeden we volledig als deze gemaakt worden met het openbaar vervoer. We helpen medewerkers om, binnen de grens van wat fiscaal aantrekkelijk is, regelmatig een nieuwe fiets te kopen. Ten slotte onderhouden we, samen met mobiliteitsorganisatie VCC Oost, een carpoolbank. VCC zoekt daarbij gericht naar kandidaten die bij bedrijven in de buurt van de HAN werken.
Duurzaamheid in onderwijs Binnen het onderwijs geven we ook vorm aan duurzaamheid. Dit wordt op elke faculteit uitgewerkt op een manier die bij de vakinhoud aansluit. Bij de Faculteit Techniek geeft men les in duurzaam bouwen. Het ‘Cradle to Cradle’-principe is daarbij uitgangspunt: producten moeten meegaan van ‘wieg tot wieg’. Daarmee bedoelt men dat producten zo worden ontworpen en geproduceerd dat zij na het eind van hun levensduur volledig herbruikbaar zijn en dat bij het productieproces niets verloren gaat. Ook wordt binnen de Faculteit Techniek onderzoek gedaan naar waterstoftechnologie en de productie van biobrandstoffen. De Pabo besteedt bijzondere aandacht aan duurzaamheidsontwikkeling bij studenten. Bij de Faculteit Economie en Management heeft Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen een plaats in het curriculum. De HAN stimuleert haar instituten om een externe audit te laten uitvoeren op de duurzaamheid van het onderwijs door DHO, de kennis- en netwerkorganisatie voor hogescholen en universiteiten op het gebied van duurzaamheid in het onderwijs. In 2008 behaalde de Pabo Arnhem twee sterren in de beoordeling AISHE door DHO (Duurzaam Hoger Onderwijs). AISHE is een audit waarbij een school beoordeeld wordt op de mate waarin zij duurzaamheid daadwerkelijk vorm geeft in haar onderwijs en haar beleid. Onderwerpen in de beoordeling zijn de duurzaamheid in beleid en visie, expertise op het terrein van duurzaamheid, onderwijsdoelen en methodologie, onderwijsinhoud en resultaatmeting, interne milieuzorg en relatie met het werkveld. Wij zijn trots op deze beoordeling en we stellen ons ten doel om met de Pabo volgend jaar drie sterren te behalen.
Vermeldenswaard is verder nog, dat de HAN samenwerkt met de gemeente Theewaterskloof (Zuid Afrika, een uur rijden van Kaapstad) aan het verbeteren van het leefklimaat ter plaatse. Armoede, werkeloosheid en aids zijn enkele van de grote problemen, waar deze voornamelijk zwarte en gekleurde gemeenschap mee te kampen heeft. Naast de onderwijsgebonden projecten die daar lopen willen we nieuwe multidisciplinaire projecten starten. Bij de verschillende faculteiten zijn vijf lectoren aangesteld die zich richten op duurzaamheid. Zij richten zich op innovatie, mobiliteit, waterstofmotoren, zorggericht bouwen en logistiek.
97
verbonden
i n K wa l i t e i t
O p e r a t i o n a l
e x c e l l e n c e
Hoof
dstu
verbonden
k 5
i n K wa l i t e i t
‘ O p v r i j d a g s t o n d e n ve e l l o k alen leeg’ In 2005 liep de roostering bij de faculteit Gedrag, Gezondheid en Maatschappij behoorlijk vast. De taakgroep roostering zorgt - samen met de medewerkers - dat de problemen worden opgelost. Gerard Knuppel is adjunct-directeur van het Instituut voor Verpleegkundige Studies in Nijmegen. Hij kijkt terug. ‘In 2005 gebeurde er van alles tegelijk. We verhuisden met een groot aantal opleidingen samen naar een nieuw groot gebouw. Tegelijk vernieuwden we ons onderwijs (HOF). Daardoor raakten we de regie over de roosters kwijt. Goed roosteren en plannen vereist een nauwe samenwerking tussen de ontwerper van het onderwijs en de roosteraar die weet wat er in het gebouw mogelijk is. Stel bijvoorbeeld dat je iedere lesweek wilt beginnen met een hoorcollege - dan kom je op maandag altijd zalen tekort.’ Timeslots ‘Oplossingen vonden we door ieder instituut eigenaar te maken van het eigen rooster en verantwoordelijkheid te geven voor de geleverde kwaliteit. Elk instituut heeft een aantal eigen (vak)lokalen tot zijn beschikking en daar moeten ze het mee doen. Ook kent elk instituut zijn eigen timeslots: een aantal dagdelen waarop de onderwijsactiviteiten moeten worden gepland. Deze aanpak heeft resultaat: de studenttevredenheid is gestegen en het gebouw wordt ook op de vrijdag goed benut. Intussen hebben we als taakgroep een aantal kwaliteitseisen geformuleerd voor de roostering. Bijvoorbeeld ‘niet teveel tussenuren’, ‘een minimum aantal lesuren per dag voor studenten’ en ‘een maximum aantal uren les op een dag voor één docent’. Het komende jaar gaan we daar verder aan werken.’
oost oep r r g k a d e ta pij r va n a at s c h a p e t t i v o o r z d r ag e n M ppel, Ge u n K d heid, Gerar it Gezond te fac u l
ering
5.1 Optimale afstemming van
voorzieningen en processen
Voor een toppositie in het Hoger Onderwijs in Nederland is optimale afstemming van de voorzieningen en de operationele processen op het bacheloronderwijs en de andere kernactiviteiten van de HAN noodzakelijk. De planperiode 2008-2012 staat nadrukkelijk in het teken van kwaliteitsverbetering en het verder op orde brengen van het eigen huis. De vernieuwingen van de afgelopen jaren hebben laten zien dat andere vormen van onderwijs andere vormen van organiseren en andere routines met zich meebrengen. Daar waar we vóór de onderwijsvernieuwing stabiele bedrijfsprocessen kenden, kunnen de afgelopen jaren getypeerd worden als overgangsjaren. De onmiskenbare lijn van het Instellingsplan 2008-2012, het borgen en consolideren van de ingezette vernieuwing, moet een nieuwe stabiliteit opleveren, met een stijging van de student- en medewerkertevredenheid. We streven naar operational excellence, wat zich onder andere moet vertalen in tevredenheid van studenten en medewerkers over ICT-voorzieningen, roosters, huisvesting en faciliteiten en de interne informatievoorziening. Ook willen we de implementatieprocessen verbeteren en de plannings- en controlecyclus verder op orde krijgen.
5.2 Kwaliteitsindex tevredenheidsmetingen Voor het bewaken van de kwaliteitsverbetering wordt een kwaliteitsindex ontwikkeld, die in 2009 operationeel wordt. De kwaliteitsindex geeft een indicatie van de door de studenten en docenten ervaren kwaliteit van bovengenoemde aandachtspunten. De index komt tot stand op basis van de resultaten van de bestaande onderzoeksinstrumenten: het HAN Studenttevredenheidsonderzoek, het HAN 102
Medewerkertevredenheidsonderzoek en het Klanttevredenheidsonderzoek van het Service Bedrijf. In 2008 heeft een nulmeting plaatsgevonden. De cijfers over studenttevredenheid komen voort uit het Studenttevredenheidsonderzoek. De tevredenheid van docenten over de interne informatievoorziening en communicatie en werkplekken is gebaseerd op het Medewerkertevredenheidsonderzoek en de tevredenheid van docenten over ICT en roostering is gemeten in het Klanttevredenheidsonderzoek. De percentages geven weer hoeveel procent van de respondenten ‘neutraal’ of ‘positief’ scoorde op stellingen zoals bijvoorbeeld ‘Ik ben tevreden over de onderwijsruimten’ (studentenonderzoek) en ‘In welke mate bent u tevreden over de ICT-infrastructuur’ (docentenonderzoek). Vaak liggen er meerdere vragen ten grondslag aan één samenvattend oordeel.
Deze metingen geven het volgende beeld (zie ook de figuur Kwaliteitsindex tevredenheidsmetingen): - Over de kwaliteit van voorzieningen en operationele processen als geheel is 72,1% van de docenten tevreden en 65,0% van de studenten tevreden. - Over de interne informatievoorziening is 63,9% van de docenten tevreden. Bij de studenten is dit 73,2%. - Over huisvesting is 72,0% van de docenten tevreden. Bij de studenten ligt dit op 60,9%. - Over ICT-voorzieningen zijn docenten veelal tevreden: 85,8%. Bij studenten is dit 61,5%. - Over de roostering is 66,9% van de docenten en 64,2% van de studenten tevreden. Op basis van deze cijfers zullen we vaststellen welke doelen we formuleren voor de komende jaren.
Kwaliteitsindex tevredenheidsmetingen 2008 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
63,9%
Informatievoorziening
73,2% 72%
Huisvesting
60,9% 85,8%
ICT
61,5% 66,9% 64,9%
Roosters
72,1% 65%
Totaal Docenten
Studenten 103
verbonden
i n K wa l i t e i t
Roostering Vroegtijdig zicht op roosters brengt voor studenten en docenten grote voordelen met zich mee. De planbaarheid neemt toe waardoor het onderwijsproces verbetert en de afstemming studie/werk en privé eenvoudiger wordt. Ons doel is een roosterorganisatie die flexibel en klantgericht onderwijs mogelijk maakt. We streven naar verbetering van het roosterproces en het reserveren van ruimtes. Daarbij willen we tot aaneengesloten roosters komen terwijl we tegelijkertijd de onderwijsactiviteiten beter verdelen zodat pieken in lokaalbenutting afnemen. Uit de nulmeting van de kwaliteitsindex en uit onderwijs(HOF-) evaluaties komt naar voren dat het roosterproces nog niet op orde is. Het is een structureel probleem dat voor ons hoge prioriteit heeft. Het roosteren gebeurt op de faculteiten. Het Service Bedrijf ondersteunt de faculteiten bij het roosteringsproces. Voor de verbetering van het roosterproces is in 2008 een centraal ondersteuningsbudget beschikbaar gemaakt van € 125.000. HAN-breed organiseren we een project waarin best practices worden uitgewisseld. Zo zijn we, in navolging van de Informatica Communicatie Academie, in 2008 ook bij de Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij gestart met de invoering van timeslots en contingentering van onderwijsruimtes (zie ook het interview met Gerard Knuppel elders in dit jaarverslag). Onderzoek toont aan dat dit bijdraagt aan de studenttevredenheid over het rooster. We zijn aan het onderzoeken in hoeverre het door de HAN gebruikte roosterprogramma GP Units en het presentatie- en beheerprogramma Schoolplan technisch en functioneel geschikt zijn om op deze manier te werken. De resultaten worden begin 2009 verwacht.
ICT-voorzieningen Een HAN-brede, toekomstvaste informatiearchitectuur en goede ICTvoorzieningen vormen randvoorwaarden voor de realisatie van onze doelen als organisatie. De HAN investeert daarom continu in medewerkers en techniek om een betere afstemming van applicaties, beter 104
beveiligde ICT-voorzieningen en een adequate beschikbaarheid te verwezenlijken.
De HAN-infrastructuur Met circa 80 fte verzorgt de service unit ICT (als onderdeel van het Service Bedrijf) de ICT-infrastructuur van de HAN. Deze omvat een draadloos en vast netwerk, zo’n 300 servers (waarvan ongeveer 75% virtueel), circa 5.000 werkplek-pc’s met werkplekinrichting en het technisch beheer van circa 1.400 onderwijsapplicaties en rond de 120 bedrijfsapplicaties. In 2008 is gewerkt aan verdere ontwikkeling van deze ICT-diensten. We hebben geïnvesteerd in verdere professionalisering van onze huidige medewerkers en - waar nodig - zijn nieuwe professionals geworven. Ook hebben we geïnvesteerd in apparatuur en technische vernieuwing. Een belangrijk project was de geheugenuitbreiding die nodig is om in 2009 te kunnen migreren naar Office 2007. Pc’s kregen extra geheugen en waar dit niet meer mogelijk was, zijn de pc’s vervangen door nieuwe. De medewerkers van de Helpdesk ondersteunen alle interne klanten. Voor hen is ieder jaar de instroom van de nieuwe studenten aan het eind van de zomer een forse uitdaging. In 2008 waren de regels voor inschrijving aangescherpt en kregen aankomende studenten nog geen HAN-account zolang zij nog niet aan alle inschrijvingsverplichtingen hadden voldaan. Hierdoor lag er in die periode een grote druk op de Helpdesk.
De HAN-brede toekomstvaste informatie-architectuur Het programma Informatie Management en Administratieve Organisatie (IMAO) is zo goed als volledig ingebed in de staande organisatie. Het is de praktische invulling van de realisatie van de HAN-brede toekomstvaste informatiearchitectuur met als doel een geïntegreerde informatiehuishouding binnen de HAN. Geïnitieerd door IMAO zijn er procesanalyses uitgevoerd binnen het gehele
Service Bedrijf. Dit heeft een nog duidelijker beeld gegeven waar registraties en applicaties goed op elkaar aansluiten, waar hiaten zitten of waar nog verbeteringen mogelijk zijn. IMAO vervult als centrale database en als spin in het web een belangrijke rol in het tot stand brengen van deze verbeteringen. Hierbij coördineert de nieuwe afdeling HAN Informatie Architectuur en –Management (HIAM), onder leiding van de begin 2008 aangestelde HAN-informatiemanager, de wensen van de opleidingen en de mogelijkheden van het Service Bedrijf. Dit resulteerde eind 2008 in een Informatievoorzienings(IV)-projectportfolio, met afspraken over uit te voeren projecten op grond van prioritering vanuit het belang voor het instellingsplan. Daarnaast is er in 2008 een financieel beleidskader voor de informatievoorziening/ICT ontwikkeld en is een start gemaakt met de systematische realisering en de verdere uitwerking van de vastgestelde HAN-informatie-architectuur. In 2008 is € 0,8 miljoen geïnvesteerd in de toekomstvaste informatie-architectuur. We hebben ook een nieuwe overlegstructuur ingevoerd waarin een Strategisch Tactische Informatie Beleidsgroep centraal staat in de verbinding tussen de informatiecoördinatoren van de faculteiten en van de service units van het Service Bedrijf.
Identity management Het project Identity Management heeft een structuur gelegd voor gecontroleerde toegang (op maat) tot ICT-voorzieningen van de HAN, ook voor de niet-standaard medewerkers en studenten. Via de HAN-website is een HAN-account portaal beschikbaar gekomen waar iedereen die voor werk of studie toegang tot (bepaalde) ICTvoorzieningen nodig heeft, zelf een account kan aanmaken en de betreffende toegang kan aanvragen. ICT kan hiermee ook ondersteunend zijn bij de ontwikkeling van de HAN als opleidingscentrum en kennispartner in de regio.
105
De laatste jaren zijn de ICT-voorzieningen zo vanzelfsprekend geworden, dat men verwacht dat de voorzieningen altijd en overal beschikbaar zijn. Ook vanuit huis, ‘s avonds en ook met de laptop in alle HAN-locaties. Hierbij spelen echter praktische, financiële, organisatorische of technische beperkingen mee. Dit vereist voortdurend nadere afwegingen en keuzes. Om problemen te voorkomen geven we hoge prioriteit aan goede voorzieningen voor opslag (binnen vastgestelde grenzen), back-up en restore. Ook het beheren van duizenden mailboxen en het zoveel mogelijk tegenhouden van spam en virussen en het afhandelen van incidenten op het gebied van informatiebeveiliging zijn substantiële taken binnen het ICT-programma. Op het gebied van informatiebeveiliging en informatiebeveiligingsbeleid is in 2008 belangrijke vooruitgang geboekt. De investeringen in tijd en geld aan de ontwikkeling en optimalisatie van de HAN-brede onderwijsapplicaties zijn in 2008 gecontinueerd. HAN-SIS (het online informatie- en registratiesysteem dat voor studenten en docenten vanaf elke internetwerkplek bereikbaar is), het digitaal portfolio (het persoonlijke dossier waarin studenten bewijzen van bekwaamheid en voortgang verzamelen) en HAN-Scholar (een elektronisch platform waar studenten en docenten - via internet - met elkaar kunnen leren en werken) zijn intussen breed geland binnen de opleidingen. Nieuwe plannen zijn ontwikkeld voor migratie van HANScholar (en mogelijk ook het digitaal portfolio) naar Sharepoint 2007.
Huisvesting Kwalitatief goede en bereikbare huisvesting is een belangrijke voorwaarde voor een goede uitvoering van onze kerntaak: het geven van onderwijs. De afdeling HAN-huisvesting heeft in 2008 gewerkt aan een betere afstemming van haar werkzaamheden op de behoeften van de studenten en de medewerkers van de HAN en de HAN als organisatie. Met name de kwaliteit van de communicatie met interne klanten staat daarin centraal.
106
De HAN investeert voortdurend in de kwaliteit van haar huisvesting. Nieuwbouw is daarbij een noodzakelijk onderdeel. In de tabel ziet u welke bestedingen er in dat kader zijn gedaan. In 2008 zijn we gestart met het opstellen van een Strategisch Huisvestings Plan voor beide
campussen in Arnhem en Nijmegen. In deze plannen worden de (bouw)activiteiten tot 2012 gedefinieerd en begroot. Beide plannen zullen gereed zijn in 2009.
Investeringen in nieuwbouw x e 1.000,-
2006
2007
2008
budget
gereed
148
26
610
4.700
2010
624
1.309
15.914
2010
622
1.780
2011
7.425
14.300
2009
Nijmegen Uitbreiding HLO Fase 4 Laan v Scheut Infra Nijmegen fase 5 Arnhem Engineering
227
1.371
Campus Nijmegen Binnen een nieuw bestemmingsplan zijn in 2008 op de campus in Nijmegen twee bouwprojecten gestart. De nieuwbouw voor de Faculteit Economie en Management aan de Laan van Scheut 10 (6.800 m2) is van groot belang om een eigen gezicht en een eigen organisatie te realiseren voor de Nijmeegse activiteiten van de Faculteit Economie en Management. De activiteiten zijn zó omvangrijk geworden dat dit nu nodig is. Planning is dat deze nieuwbouw in december 2009 kan worden opgeleverd. Daarnaast werken we in Nijmegen aan de uitbreiding van het gebouw van de Hogere Laboratorium Opleidingen van Faculteit Techniek (2.000 m2) aan de Laan van Scheut 2. Verwachte oplevering is juli 2009 waarna de aanbouw in september 2009 in gebruik genomen zal worden. Een en ander gaat gepaard met een intensivering van de samenwerking van onze HLO met het Middelbaar Laboratorium
Onderwijs (MLO). Vanaf het nieuwe studiejaar zullen HLO en MLO voor een deel samen in het gebouw gehuisvest zijn en in nauwe verbinding met elkaar en het bedrijfsleven hun opleidingen aanbieden. Door deze projecten is een groot aantal parkeerplaatsen op de campus (tijdelijk) komen te vervallen. In de omgeving van de campus zijn alternatieve parkeerplaatsen voor de HAN gezocht en gevonden. Het pand aan de Berg en Dalseweg 81 (Canisius College) is gehuurd en ingericht voor VDO Opleidings- en adviescentrum (de contractafdeling van de Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij). Ook de contract- en marktactiviteiten van het aan de Faculteit Educatie verbonden NDO Interstudie BV zullen in dit pand gehuisvest gaan worden (eind 2009/begin 2010).
107
verbonden
i n K wa l i t e i t
Mobiliteit Door de gemeente Nijmegen, Radboud Universiteit, UMC en HAN wordt gewerkt aan het “Rondje Heijendaal” waarbij alle wegen rondom de universiteits-/HAN-campus worden verbeterd. De uitvoering is inmiddels in volle gang wat merkbaar is aan de verkeerssituatie op de Kapittelweg. De HAN heeft een voortrekkersrol genomen in het Convenant Mobiliteit, een initiatief van de Kamer van Koophandel, waarmee in de komende jaren de mobiliteit in de regio een stevige impuls wordt gegeven. Voorbeelden zijn een snelle shuttle-verbinding (Waalsprinter) tussen het transferium bij Lent en de HAN-campus in Nijmegen en een Dynamisch Reis Informatie Systeem op de HAN-campus waarmee ‘realtime’ alle vertrektijden van het Openbaar Vervoer zichtbaar gemaakt worden.
Campus Arnhem In 2008 hebben we op de campus Arnhem hard gewerkt aan het nieuwe gebouw voor Faculteit Techniek (voor de opleidingen van het instituut Engineering). Deze nieuwbouw is van groot belang voor de verdere ontwikkeling van de Faculteit Techniek. De opening zal samenvallen met de start van een vernieuwd pakket aan opleidingen. Het nieuwe gebouw zal met ingang van het studiejaar 2009-2010 in gebruik genomen worden. De huurlocatie aan de Bethaniënstraat zal na de zomervakantie 2009 worden afgestoten, omdat alle opleidingen vanuit dit gebouw verhuizen naar het nieuwe gebouw van Engineering. Op de Ruitenberglaan 31 zijn de kantine en de keuken vernieuwd, deze zijn nu weer goed geoutilleerd om de studenten en medewerkers te bedienen. In het pand aan de IJssellaan 82 is een grote tentamenzaal ingericht. In samenwerking met Vivare zijn we de realisatie van een studentenflat in Arnhem Presikhaaf aan het voorbereiden. Hier willen we in de toekomst buitenlandse studenten van de Faculteit Economie en Management huisvesten. 108
Op beide campussen - zowel Nijmegen als Arnhem - zijn er rookpaviljoens gerealiseerd die het ingestelde rookbeleid ondersteunen samen met de “verboden te roken”-zones bij de in- en uitgangen van de gebouwen. Ook de copyshops zijn gemoderniseerd en toegankelijk gemaakt voor HAN-studenten.
Interne informatievoorziening Uit de kwaliteitsindex blijkt dat medewerkers en studenten niet altijd tevreden zijn over de interne informatievoorziening van de HAN. De medewerkers willen beter geïnformeerd worden over de ontwikkelingen in hun instelling, hun faculteit en bij de HAN als geheel. Studenten willen graag tijdig geïnformeerd zijn over allerlei zaken rondom hun studie, zoals roosters en cijfers. Ook is het wenselijk dat de aanwezige voorzieningen voor studenten en medewerkers voor beide partijen duidelijk zichtbaar zijn. Daarom gaan we het thema interne informatievoorziening vanaf 2009 nadrukkelijker agenderen. We gaan een aantal ijkpunten formuleren zodat we kunnen toetsen of de interne informatievoorziening goed verloopt. We zullen op instituutsniveau doelstellingen formuleren voor verschillende onderdelen van interne communicatie, die de tevredenheid over bovengenoemde wensen tot uitdrukking brengen. We zijn van plan om interne communicatie, in nauwe samenwerking met de uitvoeringsorganisatie, aan te pakken zodat we zeker weten dat onze doelen worden bereikt. Speciale aandacht krijgt de interne communicatie over de thema’s uit het nieuwe Instellingsplan HAN 2008-2012. Hiervoor is een communicatieplan ontwikkeld dat ‘op maat’ wordt uitgevoerd, naar gelang behoeften en wensen binnen faculteiten en Service Bedrijf. Dit om onze medewerkers meer eigen te maken met de thema’s en de betrokkenheid verder te vergroten.
5.3 Het Service Bedrijf van de HAN Voor toponderwijs is het noodzakelijk om de kwaliteit van zowel het primaire proces als de ondersteunende processen voortdurend te verbeteren. We zetten middelen en mensen daarbij zo efficiënt en effectief mogelijk in. De HAN wil maximaal gebruik maken van de mogelijkheden voor schaalvoordelen van een grote hogeschool. We hebben de ondersteunende diensten daarom sinds 2002 ondergebracht in het HAN Service Bedrijf. Het Service Bedrijf bestaat uit zeven service units: Facilitaire Zaken, Financieel Economische Zaken, Informatie en Communicatie Technologie, Marketing, Communicatie en Voorlichting, Personeel en Organisatie, Studentzaken en Service Centrum Onderwijs. Daarnaast functioneert de afdeling HAN Informatie Architectuur en Management. In 2008 heeft het Service Bedrijf (SB) als beleidsplan een ‘Meerjarenagenda 2009-2012’ opgesteld. Het Service Bedrijf wil zich verder verbeteren als het gaat om de communicatie met de klant: management, medewerkers en studenten van de faculteiten en de instituten. In het licht van Operational Excellence vraagt ook de organisatie van het Service Bedrijf als geheel aandacht. Het Service Bedrijf heeft in 2008 een succesvolle start gemaakt met de invoering van systematisch kwaliteitsmanagement. Hierdoor zullen we betere ketenprocessen realiseren, met name waar het gaat om de samenwerking tussen het Service Bedrijf en de faculteiten en instituten van de HAN. In het kader van de doorontwikkeling van het Service Bedrijf is in 2008 gestart met een traject waarin de verbetering van de vraag- en aanbodarticulatie van dienstverlening centraal staat. Belangrijk punt hierin is hoe de instituten beter betrokken kunnen worden in het proces van het jaarlijkse afsluiten van dienstverleningsovereenkomsten tussen faculteiten en Service Bedrijf. Ook de positionering van nauw met het primaire proces verweven activiteiten is punt van evaluatie. In het kader van de meerjarenagenda 2009-2012 is verder
de prioritering van activiteiten met het oog op de realisering van de strategische doelen van de HAN met daarop gericht beleid van de faculteiten en instituten geoperationaliseerd.
Personeel en financiën van het Service Bedrijf Eind 2008 telde het Service Bedrijf 691 medewerkers in 550 fte’s (= 23,8% van totaal aantal HAN-fte’s). De kosten van het Service Bedrijf lagen op 22,4% van de totale kosten van de HAN. Het Service Bedrijf bleef daarmee binnen de HAN-norm van maximaal 22,8%. Kosten Service Bedrijf per unit (in € 1.000) Directie en staf
Werkelijk 2007
Werkelijk 2008
Begroot 2008
2.612
3.097
2.582
SU-FAZ
14.306
13.550
12.354
SU-FEZ
3.094
3.205
3.557
SU-ICT
7.119
8.196
7.726
SU-MCV
4.471
4.573
4.904
SU-P&O *
3.142
3.367
3.469
SU-SZ
7.425
7.230
7.597
SCO
3.494
5.471
5.235
45.663
48.689
47.424
Totaal Service Bedrijf
* Exclusief overheveling decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen
109
verbonden
i n K wa l i t e i t
Kosten Service Bedrijf als onderdeel totale kosten HAN (in € 1.000)
Werkelijk 2007
Werkelijk 2008
Begroot 2008
Kosten HAN
188.662
217.381
215.313
24,2%
22,4%
22,0%
Kosten SB in % van de HAN
In 2008 zijn de totale kosten van het Service Bedrijf (in absolute zin) gestegen. Dit is in lijn met de uitbreiding van de dienstverlening in een groeiende organisatie. De HAN realiseerde met de opzet van het Service Bedrijf een (relatieve) bezuiniging van circa 20% in de ondersteunende dienstverlening (in relatie tot de groei van de organisatie). Door bundeling en ontwikkeling van vakspecifieke kennis kunnen de service units meer kwaliteit leveren en ervoor zorgen dat HAN-brede ontwikkelingen goed aansluiten bij de missie en doelstellingen van de HAN. De efficiency, effectiviteit en kwaliteit van de dienstverlening van het Service Bedrijf zijn in 2008 verder verbeterd.
De waardering voor het Service Bedrijf Om de waardering over zijn dienstverlening te kunnen beoordelen, meet het Service Bedrijf jaarlijks de tevredenheid van de interne klanten over de ondersteunende dienstverlening.
110
Tevredenheid over dienstverlening Service Bedrijf 2003
2004
2005
2006
2007
2008
Doelstelling 2008
Studenten
7,7
7,5
8,0
8,8
7,8
9,3
7,8
Docenten
7,5
7,1
7,3
7,4
7,3
7,5
7,4
Management
7,4
6,3
6,9
7,5
8,5
8,2
7,5
De tevredenheid van studenten geeft in 2008 een score van 9,3 te zien. Deze score is niet geheel vergelijkbaar met eerdere jaren, omdat in 2008 met name de behulpzaamheid en klantvriendelijkheid van het personeel van het Service Bedrijf is gemeten. De cijfers voor de tevredenheid van de docenten zijn gestegen naar 7,5. Daarmee is een waardering bereikt die ruim uitsteekt boven het niveau van vóór de start van het Service Bedrijf (6,8). De tevredenheid van het management is weliswaar iets gedaald (van 8,5 naar 8,2) maar blijft zeer positief. De kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening wordt duidelijk als positief ervaren. Ook de communicatie en het besef van het belang van goede onderlinge samenwerking ontwikkelen zich positief. Daarnaast is er een groeiend besef van de noodzaak van vergroting van efficiency en ook standaardisering waarneembaar.
De medewerkers van het Service Bedrijf Naast de tevredenheid van de interne klanten, vormt ook de tevredenheid van het eigen personeel van het Service Bedrijf een belangrijke indicator van het succes van het Service Bedrijf. Deze stijgt gestaag. Bij de start van het Service Bedrijf in 2003 scoorde deze 6,8, nu is dat een 7,6. Het Service Bedrijf blijft op basis van de meerjarenagenda werken aan verdere verbetering van zowel de efficiency en kwaliteit van de dienstverlening als de klanttevredenheid, in overeenstemming met de missie, doelstellingen en ambities van de HAN. Tevredenheid van medewerkers van het Service Bedrijf Jaar
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Doelstelling 2008
Tevredenheidsscore
6,8
7,0
7,2
7,3
n.b.
7,6
7,3
Over 2007 zijn geen gegevens met betrekking tot de medewerkertevredenheid beschikbaar. In dit jaar is geen medewerkertevredenheidsonderzoek uitgevoerd maar een Preventief Medisch Onderzoek.
111
verbonden
i n K wa l i t e i t
O r g a n i s a t i e
e n
b e s t u u r
Hoof
dstu
verbonden
k 6
i n K wa l i t e i t
Stef We ijer
s , l e c to r Logis ti
ek en A llianti e
s
“Logistiek is méér dan een v ra c h t wa g e n ” ‘Adequaat opleiden voor de arbeidsmarkt. Dàt is het wezenskenmerk van een hogeschool. Dat is óók het kader van ons onderzoek. Al het praktijkgerichte onderzoek dat we doen moet daarom spin off hebben naar het onderwijs. Direct of indirect. Essentieel is daarbij dat we de resultaten zo verwerken, dat docenten en studenten er mee verder kunnen. Aan de soort opdrachten die we krijgen hoeft het niet te liggen, die zijn interessant genoeg om er aanknopingspunten voor het onderwijs uit te halen. We geven geregeld advies en trainingen aan bedrijven en instellingen over logistieke processen. Dat levert veel materiaal voor het onderwijs. We kunnen dan bedrijven op maat adviseren én tegelijk studenten – al dan niet geanonimiseerd – laten zien wat hen in de praktijk te wachten staat. De oplossing van logistieke problemen kent nogal wat aspecten van bedrijfsvoering en grijpt vaak diep in de organisaties in. Logistiek is veel méér dan de vrachtwagen. Het gaat om slim plannen en organiseren. Vanuit het kennisakkoord Logistiek hebben we een landelijke campagne opgezet om het beperkte beeld van de logistiek te helpen corrigeren: “Nederland is logistiek”. Een belangrijke aanmoediging in dit verband en voor mij ook wel een hoogtepunt in 2008 is het winnen van de HBO-Innovatieprijs, voor de behaalde resultaten van het “Kennisakkoord Logistiek”. Daartoe hadden wij het initiatief genomen. Het doel was om samen met vier andere hogescholen, bedrijfsleven en ministerie meer te halen uit de samenwerking tussen opleidingen en bedrijven op het terrein van de logistiek. Dat blijkt te kunnen! Vaak met betrekkelijk eenvoudige middelen, zoals bij Topcoaching voor Toptalenten.’
6.1 De organisatie van de HAN De HAN stelt zich ten doel om hoger beroepsonderwijs van hoogwaardige kwaliteit te bieden aan studenten en cursisten. Zij is kennispoort voor de regio en biedt een aantrekkelijke professionele omgeving aan haar medewerkers. De structuur en organisatie van de HAN is erop gericht dit waar te maken. Vanuit vier faculteiten bieden we 64 bacheloropleidingen en zeventien masteropleidingen aan bijna 27.000 studenten. De HAN omvat de faculteiten: Educatie, Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (GGM), Economie en Management (FEM) en Techniek. Elke faculteit omvat meerdere instituten die als primaire taak hebben het verzorgen van een aantal - bij die faculteit behorende en logisch samenhangende - bacheloropleidingen. Om de synergie tussen onderwijs en praktijk te bevorderen is binnen iedere faculteit een eigen afdeling contractactiviteiten aanwezig. Ook de lectoraten zijn ondergebracht per faculteit, in nauwe verbinding met de instituten en opleidingen. De ondersteunende diensten van de HAN zijn ondergebracht in het HAN Service Bedrijf en hebben tot doel het primaire proces te ondersteunen. De diensten zijn verdeeld in zeven service units: Facilitaire Zaken, Financieel-Economische Zaken, ICT, Marketing Communicatie en Voorlichting, Personeel en Organisatie, Service Centrum Onderwijs en Studentzaken. Naast de HAN bestaat de HAN Holding BV. Deze bevat onder andere een aantal BV’s waarin commerciële activiteiten zijn ondergebracht, zoals Interstudie BV dat per 1 januari 2009 is gefuseerd met de contractafdeling van de Faculteit Educatie tot Interstudie NDO BV. De Stichting Hogeschool van Arnhem en Nijmegen is de enige aandeelhouder van deze Holding. In het volgende organogram ziet u hoe de HAN is georganiseerd.
116
Stichting Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Raad van Toezicht College van Bestuur concerncontrol
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen medezeggenschapsraad
Service Bedrijf
Faculteit Educatie
Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij
Faculteit Economie en Management
Faculteit Techniek
deelraad service bedrijf
f a c u lt e i t s r a d e n
sensor
Facilitaire Zaken
Instituut Pabo Arnhem en Nijmegen
Instituut Paramedische Studies
Instituut International Business & Communication
Instituut Engineering **
Financieel Economische Zaken
Instituut voor Leraar en School (ILS)
Instituut Verpleegkundige Studies
Instituut Bedrijfskunde
Instituut Autotechniek
Informatie Communicatie Technologie
Afdeling Opleidingskunde
Instituut Sport en Bewegingsstudies
Instituut Financieel Management & Recht
Instituut Built Environment
Marketing Communicatie en Voorlichting
Instituut Sociale Studies
Instituut Applied Sciences
Personeel en Organisatie
Afdeling Mondzorgkunde
Informatica Communicatie Academie
Service Centrum Onderwijs
Lectoraten
Lectoraten
Lectoraten
Lectoraten
Studentzaken
NDO, Dienstverlening in onderwijsontwikkeling*
VDO, Opleidings- en Adviescentrum
Expertisecentrum Economie en Management
Cursussen, post-hbo- en masteropleidingen
* NDO is per 1 januari 2009 gefuseerd met Interstudie BV tot Interstudie NDO BV **Instituut Engineering is per 01-01-2009 opgesplitst in Instituut Engineering en Instituut Autotechniek. Naast de Stichting Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) bestaat HAN Holding BV. Deze BV bevat onder andere een aantal BV’s waarin commerciële activiteiten zijn ondergebracht, zoals Interstudie BV. De Stichting Hogeschool van Arnhem en Nijmegen is de enige aandeelhouder van HAN Holding BV en het College van Bestuur van de HAN is als directeur belast met het bestuur van HAN Holding BV. Voor de samenstelling van de Raad van Toezicht, het College van Bestuur, het management en een overzicht van de opleidingen zie pagina 164.
117
verbonden
i n K wa l i t e i t
Het organisatieperspectief De organisatiestructuur van de HAN volgt de organisatieontwikkeling. Als de aard of de inhoud van het onderwijs verandert, dan verandert de organisatiestructuur mee. In 2006 hebben we de verwante bacheloropleidingen geclusterd tot instituten. Tegelijk hebben de instituten meer eigen verantwoordelijkheid gekregen voor de primaire focus: het bacheloronderwijs. Faculteitsdirecteuren zijn met name verantwoordelijk voor de verbindingen tussen instituten en het bacheloronderwijs en de overige kernactiviteiten van de HAN: masteropleidingen, onderzoek en contractactiviteiten. In 2007 is de cyclus van planvorming, toetsing en verantwoording verder ontwikkeld. De managementcontracten en -rapportages zijn specifiek gekoppeld aan de uitvoerende instituten. Met het uitkomen van het nieuwe Instellingsplan HAN 2008-2012 zijn de kwaliteit van het onderwijs en de organisatie van het onderwijsproces nadrukkelijk als speerpunten benoemd. Op basis hiervan zijn er concrete en specifieke, meetbare doelstellingen geformuleerd op HAN- en instituutsniveau. Na een periode waarin we hebben gewerkt aan de eenheid en de samenhang van onze organisatie is er nu ruimte voor de instituten om - binnen gezamenlijke HAN-kaders - op een meer eigen wijze de afgesproken doelen te realiseren, passend bij de eigen focus en prioriteiten.
Wijzigingen in de organisatie Opsplitsing Instituut Engineering In 2008 is besloten om het Instituut Engineering te splitsen in twee instituten. Deze beslissing is ondersteund door een extern organisatieadvies, met betrokkenheid van betrokken medewerkers en een positief advies van de medezeggenschapsraad, tot stand gekomen. Het Instituut Engineering zal worden opgedeeld in enerzijds het Instituut Autotechniek met de opleiding Autotechniek en anderzijds het Instituut Engineering met de opleidingen Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek, Industrieel Product Ontwerpen, Embedded Systems 118
Engineering en Technische Bedrijfskunde. De daadwerkelijke opsplitsing heeft 1 januari 2009 plaats gevonden. Redenen voor deze opsplitsing liggen in de onbalans die bestond in het instituut vanwege de verschillende grootte en cultuur van de opleidingen. De aansturing van een dergelijk groot en gefragmenteerd instituut bleek ingewikkeld en onduidelijk voor alle partijen. Bovendien bedient Autotechniek de landelijke markt. De overige opleidingen zijn meer regionaal georiënteerd, wat een verschillende branding vraagt.
Fusie Interstudie - NDO Met instemming van de medezeggenschapsraad van de HAN, de Ondernemingsraad van Interstudie BV en het AVO (Arbeids Voorwaarden Overleg) van de HAN is besloten tot fusie tussen de contractafdeling van de Faculteit Educatie met Interstudie BV tot Interstudie NDO BV. Deze fusie heeft 1 januari 2009 zijn beslag gekregen en volgt op jarenlange goede samenwerking tussen beide bureau’s. Argumenten voor de fusie zijn onder andere de toenemende vraag naar geïntegreerde dienstverlening op leiderschapsen onderwijskundig vlak (competenties van de afzonderlijke bureaus) en de gedeelde strategische en bedrijfsmatige ambities van beide bureau’s. Bij deze fusie is geen sprake van ontslagen. Arbeidsvoorwaardelijk hebben de medewerkers verschillende keuzen. De medewerkers die niet in dienst willen treden van Interstudie NDO BV behouden hun arbeidsovereenkomst met de HAN en worden totdat herplaatsing is gerealiseerd voor maximaal één jaar gedetacheerd bij Interstudie NDO BV. Het Sociaal Statuut van de HAN is hierbij van toepassing.
Concerncontrol De functie van de concerncontrol is in 2008 buiten het Service Bedrijf geplaatst en onder directe aansturing gebracht van (de portefeuillehouder financiën) van het College van Bestuur.
Wijzigingen in het management Faculteitsdirecteuren Jetty Schaap is per 1 januari 2008 benoemd tot faculteitsdirecteur Economie en Management. Zij was instituutsdirecteur Bedrijfskunde en Recht bij de Faculteit Economie en Management. Jetty Schaap volgde Frank Stöteler op, die per 1 januari 2008 is benoemd tot directeur van de Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij. Frank Stöteler volgde Walter van Gisbergen op, die afscheid heeft genomen van de HAN onder gebruikmaking van de regeling flexibel pensioen. Wij zijn verheugd dat voorgenoemde personen uit ons eigen personeelsbestand komen. Beide benoemingen zijn gedaan met positief advies van de betrokken faculteitsraden en met goedkeuring van de Raad van Toezicht.
Instituutsdirecteuren In 2008 zijn drie nieuwe instituutsdirecteuren in dienst getreden van de HAN. Op 19 mei 2008 is Theo Joosten gestart als instituutsdirecteur Paramedische Studies. Hij is Marianne Nannings opgevolgd die intern de overstap heeft gemaakt naar de functie van hoofd Service Centrum Onderwijs (SCO) bij de HAN. Theo Joosten komt van NOC*NSF waar hij als directeur Breedtesport werkte. Ans Gielen heeft per februari de overstap gemaakt van de functie van hoodf SCO naar instituutsdirecteur Sociale Studies. Samen met Kathelijne van Kammen (voorzitter) vormt zij de directie van dit instituut. Ad van Dijk startte op 1 augustus 2008 bij het Instituut Bedrijfskunde. Voor die tijd werkte hij als sectordirecteur Economie en Dienstverlening bij het Graafschapcollege in Doetinchem. Samen met Lilian Prevoo (voorzitter) vormt hij de instituutsdirectie Bedrijfskunde. Lilian heeft de voorzittersfunctie overgenomen van Jetty Schaap. Tot slot is 1 november 2008 Caroline van Mierlo begonnen als instituutsdirecteur Verpleegkundige Studies. Zij werkte als 119
opleidingsmanager hbo-V bij de Hogeschool Utrecht. Zij heeft Marian Adriaansen opgevolgd die binnen de HAN de overstap heeft gemaakt naar de functie van Lector. Het College van Bestuur heeft in 2008 twee instituutsdirecteuren benoemd die in 2009 bij de HAN zijn gestart: Menno Pistorius, adjunct instituutsdirecteur Paramedische Studies (12 januari gestart) en Beatrijs Linford, instituutsdirecteur Engineering (1 januari gestart). Ten tijde van de opmaak van dit jaarverslag is de wervingsprocedure voor voorzitter instituutsdirectie Informatica Communicatie Academie (ICA) afgerond. 1 Juni 2009 start Eric Holtman; per die datum zal hij samen met de zittende directeur Deny Smeets de instituutsdirectie ICA vormen. Een compleet overzicht van de samenstelling van de Raad van Toezicht, het College van Bestuur en het management van de HAN (inclusief wijzigingen) is te vinden in de bijlagen op pagina 164.
6.2 B estuur op basis van good governance De HAN is een maatschappelijke instelling die een rol wil vervullen in de ontwikkeling van de samenleving. Daarbij streven wij naar openheid en transparantie naar onze omgeving. Wij willen beoordeeld worden op het realiseren van onze doelstellingen. Om die reden publiceren wij onder meer de viermaandelijkse managementrapportages op het internet van de HAN (www.han.nl/jaarverslag). Ook in ons instellingsplan en het jaarverslag willen we duidelijk en volledig zijn over wat wij doen en hoe wij werken. De HAN biedt onderwijs en diensten die bijdragen aan de bedrijven, organisaties en individuen in haar omgeving. Wij onderhouden daarom actief de contacten met de stakeholders van ons beleid. De 120
HAN participeert in regionale samenwerkingsverbanden en betrekt werkgevers actief bij de inhoud van haar opleidingen. Ook onze contractactiviteiten hebben nadrukkelijk tot doel dat onderwijs en externe organisaties met elkaar interacteren en elkaar versterken.
Good Governance In al onze activiteiten streven we naar Good Governance. De HAN sluit hierbij aan bij de Branchecode Governance Hogescholen die in februari 2006 van kracht is geworden. Naast openheid en transparantie houdt dit onder andere in dat de HAN werkt met een Integriteitscode, een Klokkenluidersregeling en een Klachtenregeling voor seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk. Meer informatie over de corporate governance structuur van de HAN is te vinden op de website van de HAN (www.han.nl, kies ‘Over de HAN’, ‘organisatie’, ‘bestuur’ ‘Good Governance’).
Structuur HAN De HAN heeft als doel een bijdrage te leveren aan het hoger onderwijs, in het bijzonder het hoger beroepsonderwijs, en aan de ontwikkeling van beroepen waarop dit onderwijs is gericht. Zij doet dit door de verzorging van (post-)hoger beroepsonderwijs, toegepast onderzoek, overdracht van relevante kennis aan de maatschappij en andere vormen van maatschappelijke dienstverlening die voor het doel bevordelijk kunnen zijn. Het College van Bestuur is belast met het bestuur van de HAN en de Raad van Toezicht met het toezicht daarop, een en ander volgens de statuten en het bestuursreglement van de HAN. Voor de aansturing van haar activiteiten heeft de HAN een planning- en controlcyclus ingericht die is gebaseerd op managementcontracten en viermaandelijkse managementrapportages. De faculteitsdirecteuren/directeur Service Bedrijf rapporteren aan het College van Bestuur. Het College van Bestuur rapporteert op zijn beurt aan de Raad van Toezicht.
Statuten en bestuursreglement In 2008 zijn de statuten van de Stichting Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en het Bestuursreglement HAN geactualiseerd. Deze actualisatie was nodig omdat de verschillende organisatieontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de instituutsvorming en de veranderingen in het Opleidings- en Examenreglement, juridisch verankerd behoren te worden in statuten en reglement. De Raad van Toezicht heeft statuten en reglement met instemming van de Medezeggenschapsraad goedgekeurd.
6.3 College van Bestuur Het College van Bestuur van de HAN is verantwoordelijk voor de realisatie van strategie en doelstellingen uit het instellingsplan van de HAN. Aansluitend op de wet en de statuten van de Stichting Hogeschool van Arnhem en Nijmegen liggen de taken en bevoegdheden van het College van Bestuur vast in het bestuursreglement van de HAN. Het College van Bestuur stelt het instellingsplan vast, waarmee de kaders zijn geformuleerd waarbinnen de faculteitsdirecties en de directeur Service Bedrijf hun beleid kunnen voeren. In het instellingsplan zijn kernthema’s en resultaatafspraken beschreven. Deze bepalen ook hoe specifiek beleid en middelen op HAN-niveau zullen worden ingezet.
Managementcontracten Op basis van het instellingsplan sluit het College van Bestuur ieder jaar managementcontracten met de faculteitsdirecteuren en de directeur Service Bedrijf over de gewenste resultaten van het beleid. Drie maal per jaar rapporteren de faculteitsdirecties en de directeur Service Bedrijf aan het College over de voortgang en de uitvoering van de gemaakte afspraken. Deze manier van werken biedt de eenheden een grote mate van vrijheid om binnen de afgesproken kaders zelf te bepalen hoe zij de afgesproken resultaten realiseren. 121
verbonden
i n K wa l i t e i t
Managementrapportage De realisatie van de managementafspraken wordt gemonitord door middel van een viermaandelijkse managementrapportage op instituutsniveau. De rapportage bevat gedetailleerde informatie over de financiële situatie van de HAN en de realisatie van de geformuleerde, kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen met betrekking tot onder andere de instroom, aantallen ingeschreven studenten, het studierendement, de studenttevredenheid, het onderwijs en de onderwijsorganisatie, de onderzoeksfunctie, het ziekteverzuim, de medewerkertevredenheid.
Voor een deel staat het plan ook in het kader van het borgen van de vernieuwingen die de afgelopen jaren zijn ingezet. De principes die aan deze vernieuwingen ten grondslag liggen worden hiermee bevestigd: principes die de beroepsgerichtheid van de opleidingen en de zelfstandigheid van onze studenten bevorderen. Voor wat betreft de implementatie van het instellingsplan worden, naast de formele structuur zoals hierboven omschreven, medewerkers uit alle geledingen uitgenodigd dit proces te stimuleren en initiatieven op dit terrein te ontplooien.
Samenstelling College van Bestuur Het nieuwe Instellingsplan 2008-2012 In 2008 is de opmaak van het nieuwe Instellingsplan HAN voor de periode 2008-2012 afgerond. Dit instellingsplan is tot stand gekomen met inbreng van medewerkers, studenten, medezeggenschapsraad, lectoren, het HAN-management en de Raad van Toezicht. Het instellingsplan is met instemming van de medezeggenschapsraad in juni 2008 door de Raad van Toezicht goedgekeurd en gepresenteerd tijdens de openingsbijeenkomst van het HANstudiejaar op 28 augustus. Het plan vormt de basis van dit jaarverslag. Het Instellingsplan HAN 2008-2012 is gericht op het onderhouden en versterken van de kwaliteit en de goede reputatie van de HAN als basiskracht. Vanuit een versterkte focus op het bacheloronderwijs en de ambitie de bacheloropleidingen een uniek profiel te geven, is er de komende jaren ruimte voor verdergaande kwaliteitsverbetering van de vier kernactiviteiten: de bachelor- en masteropleidingen, toegepast onderzoek en zakelijke dienstverlening. De strategische samenhang tussen deze activiteiten is van groot belang. Kwaliteit, innovatie en synergie zijn de trefwoorden in dit verband. Verder is het beter in balans brengen van eenheid (in ambitieniveau) en verscheidenheid (bij specifieke vraagstukken van faculteiten, instituten en opleidingen) in de organisatie een belangrijke insteek. 122
Het College van Bestuur bestaat uit twee leden met de volgende taakverdeling. Drs M.J.G. (Ron) Bormans (1957), voorzitter Zijn taken zijn: externe representatie, onderwijs en studentzaken, huisvesting en facilitaire zaken, ICT en marketing. De Raad van Toezicht heeft hem met positief advies van de medezeggenschapsraad per 1 maart 2008 benoemd tot voorzitter van het College van Bestuur. Hij is per die datum Marcel Wintels opgevolgd. Drs K.F.B. (Kristel) Baele (1959), lid Haar taken zijn: onderzoek en lectoraten, zakelijke dienstverlening, financiën, HRM en internationalisering. Daar waar passend kan ook zij de HAN extern vertegenwoordigen. Kristel Baele is per 1 april 2008 in dienst gekomen. Zij is benoemd door de Raad van Toezicht met positief advies van de medezeggenschapsraad.
De collegeleden zijn samen en ieder afzonderlijk verantwoordelijk voor de wijze waarop zij hun taken uitvoeren. Zij leggen verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Zowel de voorzitter als het lid van het College van Bestuur hebben een arbeidsovereenkomst voor de termijn van vier jaar. Na het verlopen van deze termijn is herbenoeming mogelijk.
Vertrek bestuursvoorzitter Marcel Wintels Marcel Wintels heeft in het voorjaar 2008 de HAN verlaten. Hij had op dat moment bijna twee termijnen van vier jaar volgemaakt, waarvan zes jaar als collegevoorzitter. Per 1 juni 2008 heeft hij de functie van voorzitter Raad van Bestuur van Fontys Hogescholen aanvaard.
Bezoldiging College van Bestuur Overzicht bezoldiging College van Bestuur 2007 en 2008 Bruto salaris incl. vakantie-toeslag
Onkosten vergoeding
Werkgeverslasten, incl. pensioenpremie
Autokosten
Gratificatie
2007
Bruto arbeidskosten
Over 2006
Marcel Wintels, voorzitter
172.342
3.185
26.821
18.890
20.848
242.086
Ron Bormans
136.675
3.180
19.461
29.206
15.095
203.617
CvB Totaal
309.017
6.365
46.282
48.096
35.943
445.703
2008
Over 2007
Marcel Wintels, voorzitter *
79.333
1.326
17.103
10.580
14.774
123.116
Ron Bormans, voorzitter **
145.450
3.180
32.383
28.468
11.719
221.200
92.381
2.385
22.905
9.888
nvt
127.559
317.164
6.891
72.391
48.936
26.493
471.875
Kristel Baele *** CvB Totaal
* Heeft per 1 juni 2008 de HAN verlaten ** Is per 1 maart 2008 benoemd tot voorzitter College van Bestuur *** Is per 1 april 2008 in dienst getreden van de HAN als lid College van Bestuur. Kristel Baele heeft in 2008 tevens een verhuiskostenvergoeding ontvangen van € 763 netto
123
verbonden
i n K wa l i t e i t
De ‘Balkenende norm’ Met een jaarsalaris van €160.349 (zijnde het bruto jaarsalaris ad. € 145.450 + een bonus van € 11.719 + € 3.180 onkostenvergoeding), blijft het jaarsalaris van bestuursvoorzitter Ron Bormans binnen de zogenaamde Balkenende-norm. Deze norm is uit de drie hierboven genoemde componenten opgebouwd. De leden van het College van Bestuur bouwen pensioen op conform de ABP-regeling. Naast het vaste salaris hebben zowel voorzitter als lid in 2008 over 2007 een gratificatie ontvangen van 75% van de maximaal haalbare gratificatie van anderhalf maandsalaris. Deze gratificatie is vastgesteld door de Raad van Toezicht, op voorstel van de remuneratiecommissie en ligt binnen de geldende bandbreedte voor variabele beloning volgens de ‘Adviesregeling Totaal Vast Inkomen CvB Hogescholen’. Het bedrag is gebaseerd op de beoordeling van vooraf overeengekomen performancecriteria, die enerzijds gericht zijn op de realisatie van de concrete prestatie-indicatoren en anderzijds op het algeheel leiderschap.
Nevenfuncties College van Bestuur De nevenfuncties van de leden van het College van Bestuur zijn de volgende.
Ron Bormans Lid bestuur Stichting Duurzaam Hoger Onderwijs (DHO) (onbezoldigd), Lid Platform ICT en organisatie Stichting SURF (onbezoldigd), Lid bestuur Health Valley (onbezoldigd), Bestuurslid Stichting Studiekeuze 123 (onbezoldigd), Voorzitter Board B4You (onbezoldigd), Voorzitter Raad van Toezicht Europees Platform (bezoldigd), Lid Raad van Toezicht ROC Leiden (bezoldigd).
Kristel Baele Voorzitter go! (onbezoldigd), Lid bestuur Van Bergen Fund (onbezoldigd). 124
Tegenstrijdige belangen De HAN en het College van Bestuur vermijden elke vorm en schijn van belangenverstrengeling. Als er bij een te nemen besluit sprake is van tegenstrijdigheid in belangen tussen een lid van het College van Bestuur en de HAN, dan neemt de Raad van Toezicht of een lid van de Raad van Toezicht dat hiervoor is aangewezen dit besluit.
6.4 Raad van Toezicht De Raad van Toezicht van de HAN ziet toe op een adequate besturing van de HAN door het College van Bestuur. De taken van de Raad van Toezicht zijn expliciet beschreven in de statuten van de Stichting Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Hierin staat ook omschreven welke besluiten het College van Bestuur alleen mag nemen met goedkeuring van de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht bestaat uit minimaal vijf en maximaal zeven leden. De leden hebben zitting voor een termijn van vier jaar. Zij treden af volgens een door de Raad vastgesteld rooster, dat gepubliceerd staat op de website van de HAN. Ze zijn onmiddellijk herkiesbaar na de eerste termijn van vier jaar. In principe kunnen de leden van de Raad van Toezicht niet langer dan acht jaar aaneengesloten zitting hebben in de Raad. De medezeggenschapsraad heeft adviesrecht bij de voorgenomen benoeming van een lid van de Raad van Toezicht. In lijn met de Branchecode Governance Hogescholen heeft de Raad van Toezicht een algemeen profiel Raad van Toezicht vastgesteld, dat eveneens gepubliceerd is op de website van de HAN.
Nijmegen. De heer Blom volgde mevrouw prof.dr. J.M. Cramer op, die vanwege aanvaarding van het ministersambt in februari 2007 uit de Raad van Toezicht is getreden. In verband met deze wisseling heeft de Raad van Toezicht een aangepast Rooster van Aftreden vastgesteld. Vanwege het einde van hun zittingstermijn zullen ing. J.W. Ramaekers en mr. E.M. d´Hondt per 1 april 2009 aftreden. Met inzet van een extern searchbureau is inmiddels voorzien in de opvolging. De Raad van Toezicht heeft met een positief advies van de medezeggenschapsraad prof.dr. H. Maassen van den Brink en dr.ir. C.C. Krijger benoemd tot lid Raad van Toezicht per 1 januari 2009. Mevrouw Maassen van den Brink is hoogleraar onderwijs- en arbeidseconomie bij de universiteit van Amsterdam, hoogleraar evidence based onderwijs bij de Universiteit Maastricht en director/vice dean bij de Universiteit van Amsterdam, School of Economics (ASE). Mevrouw Krijger werkt als manager Personeel en Organisatie en Facilitair Bedrijf bij TenneT TSO BV. De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, het College van Bestuur en andere mogelijke belanghebbenden en deelbelangen, onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. Een overzicht van de samenstelling van de Raad van Toezicht, inclusief hoofd- en nevenfuncties, is te vinden in de bijlagen op pagina 166.
Kerncommissies Samenstelling Raad van Toezicht De Raad van Toezicht bestaat uit de heren ir. H.L.J. Noy (voorzitter), ing. J.W. Ramaekers, drs. J.C. Houwert, mr. E.M. d´Hondt en prof. dr. C.W.P.M. Blom. De heer Blom is per 1 januari 2008 toegetreden. Hij is hoogleraar en oud-rector magnificus van de Radboud Universiteit
Volgens de Branchecode Governance is het bij een Raad van Toezicht van vijf leden niet verplicht om kerncommissies in te stellen. De Raad van Toezicht kent een selectie- en remuneratiecommissie, bestaande uit de voorzitter ir. H.L.J. Noy en de heer ing. J.W. Ramaekers. 125
verbonden
i n K wa l i t e i t
I n t e rd i s c i p l i n a i r s a m e nwe r k en September 2009 nemen ca. 1300 studenten en 100 medewerkers van de opleidingen Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek, Industrieel Product Ontwerpen, Technische Bedrijfskunde en Embedded Systems Engineering hun nieuwe gebouw in gebruik. Ook studenten van de nieuwe opleiding Technologie en Samenleving komen in de nieuwbouw. Beatrijs Linford, directeur van het instituut Engineering, is blij dat ze in september starten in de nieuwbouw. ‘Het nieuwe gebouw is opener. We kunnen hier onze opleidingen veel beter zichtbaar maken. Het is belangrijk dat wij voldoende studenten opleiden in deze vakgebieden, de maatschappij heeft daar behoefte aan. We willen laten zien dat studenten hier werken in een levendig vakgebied met ruimte voor innovatie en creativiteit.’ Het gebouw heeft een open structuur. Zowel in materiaal (veel glas) als in opzet. Op de begane grond is een open ruimte met werkplaatsen waar studenten van de verschillende opleidingen gebruik van maken. Door de open structuur is goed zichtbaar wat ieder doet en wordt ook duidelijk waar de activiteiten van de ene opleiding complementair zijn aan die van de andere opleidingen. Beatrijs: ‘Deze nieuwe werkomgeving nodigt studenten uit om samen te leren en om interdisciplinair samen te werken. Dit studiejaar motiveren we dit extra door een Projectweek te organiseren waarin eerstejaarsstudenten uit verschillende opleidingen samenwerken.’ Ook de lectoraten met de bijbehorende masteropleidingen hebben een plaats in het nieuwe gebouw. Dit zorgt voor meer synergie tussen het bacheloronderwijs, onderzoeksactiviteiten en de masteropleidingen.
B e at r
ijs
irec rd, d o f n i L
teur
ins
in t Eng tituu
eerin
g
Deze commissie bereidt besluitvorming voor over de benoeming van leden van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur en over het arbeidsvoorwaardenbeleid voor het College van Bestuur. De precieze taakstelling ligt vast in een reglement. De Raad van Toezicht heeft geen aparte auditcommissie ingesteld; het toezicht op de interne risicicobeheersings- en controlesystemen, de financiële informatieverschaffing en de naleving van de aanbevelingen van de accountant gebeurt door de voltallige Raad van Toezicht.
Vergoeding Raad van Toezicht De totale vergoeding van de Raad van Toezicht bedroeg in 2008 € 40.000, voor leden € 7.500 bruto en voor de voorzitter € 10.000 bruto.
Verslag van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is in 2008 vijfmaal bijeen geweest, in het bijzijn van het College van Bestuur. Daarnaast hadden de voorzitters van het College en de Raad regelmatig bilateraal (voor)overleg. De vergaderingen vonden plaats op basis van een vooraf vastgestelde inhoudelijke jaarplanning, met specifieke (vaste) agendapunten en themabesprekingen. De vergaderfrequentie is per 2008 opgevoerd van vier- naar vijfmaal per jaar. Tot de opmaak van een inhoudelijke jaaragenda en opvoering van de frequentie werd in 2007 besloten, ter ondersteuning van de wens van de Raad van Toezicht om zijn betrokkenheid verder te verstevigen, mede in het licht van de Branchecode Governance Hogescholen. In december heeft de Raad van Toezicht de inhoudelijke jaarplanning voor 2009 vastgesteld. Voorafgaand aan de maart-vergadering vond, buiten aanwezigheid van het College van Bestuur, de evaluatie van het College van Bestuur over 2007 plaats. De uitkomsten zijn in de aansluitende vergadering gedeeld met het College van Bestuur. Op basis van de realisatie van de vooraf overeengekomen performancecriteria over 2007 besloot de 128
Raad van Toezicht op voorstel van de remuneratiecommissie tot een gratificatie voor zowel de voorzitter als het lid van het College van Bestuur van 75% van de maximaal haalbare gratificatie van anderhalf maandsalaris. Een en ander zoals opgenomen in het bezoldigingsoverzicht eerder dit hoofdstuk. Als argumentatie stelde de Raad vast, dat dit gebaseerd is op enerzijds de realisatie van de concrete prestatie-indicatoren en anderzijds op het algeheel leiderschap dat zich heeft vertaald in een HAN die er zowel in financieel als organisatorisch opzicht solide en stabiel voor staat. Deze gratificatie past binnen de geldende bandbreedte voor bezoldiging volgens de ‘Adviesregeling Totaal Vast Inkomen CvB Hogescholen’. In het verlengde van de evaluatie heeft de Raad van Toezicht de performancecriteria College van Bestuur voor 2008 vastgesteld. Met de komst van het nieuwe bestuurslid Kristel Baele, heeft de Raad van Toezicht de portefeuilleverdeling van het per 1 april 2008 nieuwe College van Bestuur vastgesteld. In december vond buiten aanwezigheid van het College van Bestuur de evaluatie van het eigen functioneren van de Raad van Toezicht en dat van het College van Bestuur plaats. Daarbij werd vastgesteld dat het College van Bestuur op transparante wijze de Raad van Toezicht informeert en dat het regelmatig uitnodigen van faculteitsdirecteuren en andere staf- of lijnfunctionarissen in de Raad van Toezicht goed werkt. De Raad van Toezicht heeft zijn goedkeuring gegeven aan de nieuwbouw op de Nijmeegse HAN-Campus voor de faculteiten Gezondheid, Gedrag en Maatschappij en Economie en Management. Daarenboven gaf de Raad van Toezicht goedkeuring aan de bouw van een extra verdieping op deze nieuwbouw. Verder ging de Raad van Toezicht akkoord met participatie van de HAN in de oprichting door NOC*NSF van een Huis voor Kennis op het Nationaal Sportcentrum Papendal waarbij het de bedoeling is dat de HAN een deel van het onderwijs gaat verzorgen voor sporters die in dat Huis gehuisvest
worden. Naast deze goedkeuringsbesluiten heeft de Raad van Toezicht kennis genomen van het Strategisch Huisvestingplan van de HAN in Nijmegen. In maart 2008 gaf de Raad goedkeuring aan de Jaarrekening HAN 2007 en het Jaarverslag HAN 2007. Met de controlerend accountant werd de controle van de jaarrekening inclusief het bijbehorende accountantsverslag en de meerjarenprognose besproken. De Raad van Toezicht sprak hierbij zijn waardering uit voor de versnelde totstandkoming van de jaarrekening en de toegenomen transparantie. De in 2006 in gang gezette versnelling van het jaarrekeningproces heeft ertoe geleid dat de opmaak van de jaarrekening nu twee maanden eerder in de planning- en controlcyclus van de HAN is ingebed. In aansluiting op de maart-vergadering heeft het jaarlijkse overleg van de Raad van Toezicht met de instellingsaccountant, buiten aanwezigheid van het College van Bestuur, plaatsgevonden. Geconstateerd is dat sprake is van open informatieverschaffing vanuit het College van Bestuur richting de accountant. Benadrukt werd het belang van versterking van de financiële functie bij de HAN onder andere door uitvoering van het besluit de HAN-controlfunctie onder directe aansturing van het College van Bestuur te brengen. Met het oog op de vierjaarlijkse evaluatie van het functioneren van de instellingsaccountant na afronding van de jaarrekening 2008, werd door de Raad van Toezicht de evaluatieprocedure vastgesteld, inclusief de ‘Checklist grondige beoordeling accountant (eens per vier jaar)’. In de aanloop naar de goedkeuring van het nieuwe instellingsplan hebben College van Bestuur en Raad van Toezicht in najaar 2007 en voorjaar 2008 verschillende strategiediscussies gevoerd. Daarbij kwamen de volgende thema’s aan de orde: de strategische uitgangspunten voor 2008-2012, de onderwijsvernieuwing in relatie tot de HAN-doelstellingen voor 2008-2012, de bedrijfsvoering, de HAN als 129
Kennispoort en het HRM-beleid. In zijn juni-vergadering heeft de Raad van Toezicht goedkeuring gegeven aan het Instellingsplan HAN 2008-2012. De Raad stelde hierbij vast het een ambitieus en uitdagend instellingsplan te vinden, dat door de betrokkenheid van de HAN-gemeenschap in de totstandkoming ervan breed gedragen wordt binnen de hogeschool. Het nieuwe instellingsplan heeft zijn vertaling gekregen in de begroting HAN 2009 waaraan de Raad van Toezicht in december zijn goedkeuring gaf. Hierbij werd afgesproken om in de HAN-begroting 2010 de faculteiten zichtbaar te maken. Tevens gaf de Raad zijn goedkeuring aan het Treasurystatuut HAN, gericht op het efficiënt omgaan met beschikbare middelen. Over de voortgang in de realisatie van de doelstellingen informeerde het College van Bestuur de Raad van Toezicht met viermaandelijkse managementrapportages. Daarnaast is op basis van analyses van diverse onderwijs- en studenttevredenheidsmetingen uitvoerig gesproken over de inhoudelijke thema’s die het College van Bestuur de komende jaren centraal stelt in zijn onderwijsbeleid, evenals over de organisatieonderdelen die extra aandacht behoeven omdat ze minder goed presteren. De Raad van Toezicht heeft goedkeuring gegeven aan een actualisatie van de statuten van de Stichting Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en het Bestuursreglement HAN. De actualisatie volgde op diverse (organisatie)ontwikkelingen die zich hadden voorgedaan, zoals de instituutsvorming en de invoering van de Branchecode Governance Hogescholen. In december nam de Raad van Toezicht met instemming kennis van de voorgenomen fusie per 1 januari 2009 tussen de contractafdeling van de Faculteit Educatie en Interstudie BV tot Interstudie NDO BV.
130
Het College van Bestuur heeft lopende het jaar regelmatig met de Raad van Toezicht gesproken over strategische ontwikkelingen in het hoger onderwijs in de regio en de positie van de HAN hierin, onder andere in Doetinchem en Kleve. Verder was de voortgang in de samenwerking van de HAN met Saxion, Windesheim en de Gemeente Apeldoorn voor wat betreft de start van een viertal opleidingen in Apeldoorn, en van de HAN met Fontys voor wat betreft Automotive in Helmond regelmatig onderwerp van gesprek. In januari nam de Raad van Toezicht kennis van de uitspraak van de Raad van State inzake het bekostigingsonderzoek Hoger Onderwijs (onderzoek commissie Schutte), waarmee de procedures definitief zijn afgerond. In twee van de drie casussen is aan de HAN-bezwaren grotendeels tegemoet gekomen; in de derde casus is de minister in het gelijk gesteld. Het financiële effect van de uitspraak werd nog volledig in het financiële resultaat van 2007 verwerkt.
Overleg met de medezeggenschapsraad In april vond het jaarlijkse overleg van (een delegatie van) de Raad van Toezicht met de medezeggenschapsraad plaats. Naast het algemene reilen en zeilen van de HAN kwamen de volgende meer specifieke punten aan de orde: de toekomst van het onderwijs in verband met de afloop van het project HAN Onderwijs Flexibilisering (HOF), met als belangrijk thema de studieloopbaanbegeleiding, het ontbreken van formele medezeggenschap op instituutsniveau en de (leeftijds)opbouw van het personeelsbestand van de HAN. Het overleg had een open en plezierig karakter, waarbij de Raad van Toezicht het niveau van de discussie en de grote betrokkenheid bijzonder positief vond.
6.5 Verticale en horizontale verantwoording Het College van Bestuur legt op twee manieren verantwoording af: verticaal en horizontaal. Het jaarverslag en de managementrapportages zijn belangrijke instrumenten in zowel de verticale als horizontale verantwoording. De verticale verantwoording vindt plaats naar de Minister van OCW. Intern rapporteert het College aan de Raad van Toezicht. De HAN kent vele vormen van horizontale dialoog en verantwoording. Naar studenten en medewerkers onder andere via de medezeggenschapsorganen en opleidingscommissies. Het werkveld (bedrijven, beroepsgroepen en instellingen) is betrokken in de opleidingscommissies en de werkveld-/beroepenveldcommissies voor de bewaking van de kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast kennen verschillende organisatieonderdelen een aparte Raad van Advies. Om een goede basis te bieden voor de dialoog ontvangen het volledige HAN-management en de medezeggenschapsraad de viermaandelijkse managementrapportages van het College van Bestuur aan de Raad van Toezicht. Deze rapportages staan ook op het intranet voor alle HAN-medewerkers en -studenten. Verder stelt de HAN de rapportages beschikbaar aan externe doelgroepen via de HAN-website. Naast deze vormen van formele verantwoording en dialoog is het College van Bestuur van de HAN vooral ook gemotiveerd om de informele dialoog te voeren. Zo brengt het College elk jaar werkbezoeken aan de instituten en opleidingen en de service units. Op deze manier spreekt het College met veel medewerkers en studenten over alle goede en minder goede zaken die zij in hun werk en studie ervaren. 2008 stond in het teken van de opmaak van het nieuwe 131
verbonden
i n K wa l i t e i t
Instellingsplan HAN 2008-2012. In rondetafelgesprekken met medewerkers, studenten, medezeggenschapsraad, lectoren en HANmanagement werd van gedachten gewisseld over de strategische koers van de HAN. Deze gesprekken vormden mede de input voor het nieuwe instellingsplan. Ook via een speciale pagina op het HANintranet konden medewerkers en studenten hun input leveren. Zo hebben alle betrokkenen de ruimte gekregen input te geven aan dit plan. Naast regulier bestuurlijke overleggen met de Gemeenten Arnhem en Nijmegen, de Radboud Universiteit en collega-hogescholen, ontvangt de HAN graag externe stakeholders voor ‘werkbezoeken’. In 2008 hebben geen werkbezoeken plaatsgevonden. Voor 2009 staat onder andere een werkbezoek van de Commissaris van de Koningin in Gelderland en alle gedeputeerden op de rol.
6.6 Medezeggenschap Medezeggenschapsstructuur De medezeggenschapsstructuur van de HAN kent een medezeggenschapsraad op hogeschoolniveau en deelraden op het niveau van faculteiten en Service Bedrijf. In de medezeggenschapsraad en de faculteitsraden hebben personeelsleden en studenten zitting. Het College van Bestuur en de medezeggenschapsraad (MR) verhouden zich tot elkaar op de manier die is vastgelegd in het medezeggenschapsreglement. Volgens dit reglement heeft de MR algemene bevoegdheden voor wat betreft de bespreking van alle aangelegenheden die de hogeschool betreffen. Daarnaast zijn er twee bijzondere bevoegdheden van instemming en advies, namelijk: 1. instemmingsbevoegdheid geldt bij principiële beleidsdocumenten en regelingen voor personeel en/of studenten;
132
2. adviesbevoegdheid bij de uitwerking van andere belangrijke zaken met name gerelateerd aan het instellingsplan, de begroting en beslissingen rondom inkrimping of uitbreiding van de werkzaamheden van de hogeschool. Ook in 2008 was het College van Bestuur op vrijwel elke vergadering van de medezeggenschapsraad kort aanwezig voor een algemeen voortgangsverslag, nadere toelichting of overleg over specifieke onderwerpen. Daarnaast hadden het Dagelijks Bestuur van de Raad en de collegevoorzitter om de drie weken regulier overleg. Ook dit jaar is het overleg tussen MR en College van Bestuur constructief en plezierig verlopen.
Activiteiten medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad vergaderde in 2008 dertien keer plenair. Daarnaast kwamen de drie vaste raadscommissies Financiën en Huisvesting (FH), Organisatie, Personeel en ARBO (OPA) en Studentzaken en Onderwijs (SO) ieder twaalf keer bij elkaar. De geleding van studenten vergaderde aansluitend aan de commissievergaderingen op grond van een eigen agenda. Het Dagelijks Bestuur van de medezeggenschapsraad vergaderde vrijwel wekelijks.
Voorgelegde besluiten en aandachtspunten Hier vermelden we, gerangschikt op thema, de voorgelegde besluiten en aandachtspunten. Waar dat van toepassing is staat ook de mededeling dat de raad positief adviseerde of instemde met het genoemde besluit: Algemeen beleid van de HAN - Wijziging bestuursreglement (instemming) en HAN-statuten (positief advies) - Rookbeleid - Vernieuwde klachtenregeling seksuele intimidatie (instemming) - Nieuwe HAY-functie Informatiemanager
- Besluit wijzigingen HAY-profielen - Plan van aanpak Risico-Inventarisaties en Evaluaties van de gebouwen (RIE’s) (instemming) Beleidsvoornemens HAN - Instellingsplan 2008-2012 (instemming) - Intentieverklaring samenwerking Fontys – HAN met betrekking tot Autotechniek in Helmond - Samenwerking Apeldoorn (Stichting Kenloo) - Splitsing instituut Engineering tot twee aparte instituten (positief advies) - Fusie NDO Interstudie (advies voor wat betreft de feitelijke fusie; overleg inzake arbeidsvoorwaarden lag bij het AVO) - Service Unit studentzaken/onderwijsbureaus Financiën Begroting 2009 / kaderbrief (positief advies) Personeelsaangelegenheden - Personeelsdossiers - Arbo-plannen - Vakantiedagen (instemming) - Werktijdenregeling - Interne mobiliteit - Gratificatiebeleid (instemming) Onderwijsorganisatie Studentenstatuut, OER en OS (instemming) Studentzaken - Bestuursbeurzen (instemming) - Noodfonds (instemming) - EVC-procedure - Studentenklachtenmeldpunt 133
Raad van Toezicht - Jaarlijks overleg Raad van Toezicht - Nieuwe leden Raad van Toezicht (positief advies) Voordrachten Voordrachten voor (her)benoemingen van leden voor het College van beroep studenten, de Redactieraad van Sensor en de Commissie taaktoedeling en beoordelingszaken. Het overzicht met de leden van de medezeggenschapsraad in 2008 is te vinden in de bijlagen op pagina 171.
6.7 Integraal risicomanagement In de Branchecode Governance Hogescholen is vastgelegd dat het College van Bestuur verantwoordelijk is voor het beheersen van risico’s en de interne risicobeheersings- en controlesystemen. Het bestuur moet aan de Raad van Toezicht inzichtelijk maken wat de belangrijkste risico’s zijn die de HAN bedreigen in het behalen van haar doelstellingen en welke systemen de HAN gebruikt om deze risico’s te beheersen. In 2008 is bij drie faculteiten en bij het Service Bedrijf voor de eerste maal een formele risicoanalyse uitgevoerd. De faculteiten hebben daarbij gedeeltelijk gewerkt met verschillende analysemiddelen. Ook hebben sommige faculteiten zich gebaseerd op het oude instellingsplan, terwijl andere juist het nieuwe plan als uitgangspunt hebben genomen. Hierdoor is het niet eenvoudig om de uitkomsten op HAN-niveau met elkaar te vergelijken. Om tot een HAN-brede aanpak te komen is besloten om in 2009 de initiërende en coördinerende rol van het risicomanagement bij de 134
controlkolom te leggen. Eerst gaan we de HAN-brede risico’s analyseren en documenteren. Daarna zullen we bij iedere faculteit afzonderlijk samen met het verantwoordelijke management een risicoanalyse maken. We gaan daarbij duidelijk afspreken hoe we omgaan met risico’s die betrekking hebben op meerdere faculteiten of die betrekking hebben op de relatie tussen faculteiten en het Service Bedrijf. Het ligt in de bedoeling om de risicoanalyse jaarlijks te updaten.
Toetsing regelgeving inschrijving en bekostiging Om elke mogelijkheid van onrechtmatig handelen uit te sluiten, kent de HAN een systeem van voortdurende centrale toetsing aan en afstemming op interpretatie van ministeriële regelgeving inzake inschrijving en bekostiging. Het College van Bestuur heeft hiertoe Richtlijnen Inschrijving en Bekostiging vastgesteld die bindend zijn voor de beleids- en uitvoeringsorganisatie. Een apart ingestelde Toetscommissie Inschrijving en Bekostiging (TIB) is belast met voortdurende advisering betreffende benodigde interpretatie van regelgeving inzake inschrijving en bekostiging in bijzondere gevallen. De HAN kent verder één hogeschoolbrede Studenten Inschrijf Administratie met eenvormig gehanteerde instructies en procedures. Tot slot vindt jaarlijks door de externe accountant een beoordeling plaats van de kwaliteit van en controle op de administratieve organisatie, administratieve bedrijfsvoering en interne controles, waarvan de bevindingen worden weergegeven in het accountantsverslag. Dit accountantsverslag wordt met de Raad van Toezicht in het bijzijn van de externe accountant besproken.
6.8 Publiek – privaat Het bekostigde onderwijs wordt niet uitbesteed aan private organisaties. De rijksbijdrage wordt niet besteed aan investeringen in private activiteiten. De opbrengsten en kosten worden zoveel mogelijk toegerekend aan de betreffende door de overheid bekostigde onderwijsactiviteiten of de overige vanuit de markt gefinancierde activiteiten. Echter in toenemende mate hebben veel activiteiten, zoals bijvoorbeeld vanuit de lectoraten, effect op zowel het reguliere onderwijs (dus overheidsbekostigde activiteiten) als op door de markt gefinancierde (private) activiteiten. De financiële scheiding tussen onderwijs en marktactiviteiten is daardoor niet altijd strikt te hanteren. Toch is hier een zo consistent mogelijke toerekening toegepast. De HAN heeft in 2008 vier maatwerktrajecten verzorgd waaraan 129 studenten hebben deelgenomen.
135
verbonden
i n K wa l i t e i t
F i n a n c i Ë n
v a n
d e
h a n
Hoof
dstu
k 7
verbonden in
K wa l i t e i t
ana mmam a r g o r ness tra, p aans onal Busi H e i mar r n at i Anne f Inte o r e Mast
ger
Internationale master voor he t regionale mk b Annemarie Haanstra leidt de Master of International Business van de Faculteit voor Economie en Management (FEM). Deze opleiding onderscheidt zich door haar focus. Annemarie Haanstra licht dit toe. ‘Het programma van onze masteropleiding focust op internationalisering bij het midden- en kleinbedrijf. De beroepenveldcommissie geeft aan dat er dáár behoefte is aan commerciële mensen die internationaal kunnen werken en denken vanuit een helikopterview. Juist zij kunnen nieuwe activiteiten ontwikkelen voor het bedrijf. Want internationaal ondernemen, dat is veel meer dan “wat producten verkopen in het buitenland”. Het lukt een bedrijf alleen om structureel uit te breiden als het effectief inspeelt op de internationale vraag. Dat betekent dat de productieprocessen in de organisatie afgestemd moeten zijn op de wisselende marktvraag, dat je de logistiek op orde hebt en dat je flexibel kunt omgaan met wisselende vragen. Het bedrijf moet juridisch de juiste inbedding kiezen, vaak in de vorm van joint venture. Ook financieel moet het plaatje kloppen: realistische begrotingen en minimale risico’s. In het bedrijf moet dit allemaal op elkaar aansluiten en hoe dat werkt, moet je als internationale manager overzien.’ Synergie ‘Onze master is nauw verweven in de Faculteit Economie en Management. De FEM-lectoren dragen bij aan de master door hun kennis van internationalisering, creatieve economie, innovatie en logistiek. De master is in vijf landen geaccrediteerd: Nederland, België, Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland. Dat versterkt onze internationale uitstraling. Onze masteropleiding stimuleert ook de bacheloropleidingen van de FEM. Zij draagt bij aan de professionalisering van docenten en bevordert een meer onderzoekende houding bij de student.’
7.1 Financieel beleid Uitgangspunt voor het financiële beleid van de HAN is het instellingsplan, waarin de kwaliteit en de (regionale) betekenis van het onderwijs en onderzoek centraal zijn gesteld. Om de realisatie van de strategische doelstellingen kracht bij te zetten zijn extra inspanningen en dus investeringen nodig. Meer informatie over het instellingsplan van de HAN vindt u in hoofdstuk 1. Uitgaande van de doelstellingen uit het instellingsplan worden per faculteit en voor het Service Bedrijf afspraken gemaakt over kwantitatieve en kwalitatieve resultaten. Deze afspraken worden vastgelegd in managementcontracten die worden afgesloten tussen het College van Bestuur en de faculteitsdirecteuren en het College van Bestuur en de directeur Service Bedrijf. Deze afspraken vinden hun financiële vertaling in de onderliggende begrotingen. De directeuren zijn integraal verantwoordelijk voor de betreffende eenheden. De faculteiten en het Service Bedrijf dienen minimaal een sluitende begroting te realiseren. De voortgang van deze afspraken wordt als onderdeel van het integrale planning- en controlproces door middel van viermaandelijkse managementrapportages en bilateraal overleg daarover gemonitord. Het behalen van een maximaal financieel resultaat is uiteraard niet het doel van de HAN. De HAN heeft als voornaamste doel het aanbieden van kwalitatief hoogwaardige bachelor-, master- en overige opleidingen, alsmede andere vormen van kennisdienstverlening. Dit dient te gebeuren op een gezonde financiële basis en binnen de financiële ruimte die de HAN meerjarig ter beschikking staat. De opbrengsten en kosten worden zoveel mogelijk toegerekend aan de betreffende, door de overheid bekostigde onderwijsactiviteiten of 140
de overige vanuit de markt gefinancierde activiteiten. Echter in toenemende mate hebben veel activiteiten, zoals bijvoorbeeld vanuit de lectoraten, effect op zowel het reguliere onderwijs (dus overheidsbekostigde activiteiten) als op door de markt gefinancierde (private) activiteiten. De financiële scheiding tussen onderwijs en marktactiviteiten is daardoor niet altijd strikt te hanteren. Toch is hier een zo consistent mogelijke toerekening toegepast.
7.2 Financiële prestaties In deze paragraaf wordt (in het kort) ingegaan op de exploitatierekening 2008 en de balanspositie. Daar waar mogelijk worden verschillen tussen begroting en realisatie 2008 en tussen realisatie 2007 en 2008 toegelicht en wordt ingegaan op de ontwikkeling in de meerjarencijfers.
Exploitatierekening 2004-2008 en prognose 2012 (x € 1.000)
Werkelijk 2004
%
2005
%
2006
%
2007
%
2008
begroot 2008
%
prognose 2012
%
%
Baten Rijksbijdragen OCW
94.303
63
106.349
64
112.573
62
128.496
65
144.128
64
135.757
62
165.498
63
1.701
1
1.490
1
1.745
1
2.035
1
1.722
1
3.519
2
212
0
Collegegelden
26.612
18
29.570
18
33.414
18
36.507
19
38.667
17
38.536
18
45.991
18
Baten werk i.o.v. derden
18.007
12
17.892
11
21.053
12
22.083
11
30.081
13
30.394
14
37.801
14
Overige overheidsbijdragen
Overige baten
8.401
6
9.845
6
11.848
7
7.663
4
9.668
4
9.409
4
11.289
5
149.024
100
165.146
100
180.633
100
198.784
100
224.266
99
217.615
100
260.791
100
105.177
71
114.712
69
125.119
69
144.365
73
164.052
73
165.486
76
198.572
76
Afschrijvingslasten
6.087
4
7.601
5
8.327
5
8.649
4
9.404
4
9.555
4
10.947
4
Huisvestingslasten
8.379
6
8.327
5
9.583
5
11.896
Totaal baten
Lasten Personele lasten
Overige instellingslasten Totaal lasten Saldo baten en lasten
17.280
12.116
24.622
29.479
19
28.489
17
26.365
15
24.752
13
30.146
13
27.187
12
21.175
8
149.122
100
159.129
96
169.394
94
189.662
90
220.882
90
214.344
92
255.316
98
-98
0
6.017
4
11.239
6
7.122
4
3.384
2
3.271
2
5.475
2
Saldo financiële lasten
214
0
-193
0
38
0
216
0
648
0
-299
0
-371
0
Netto resultaat
116
0
5.824
4
11.277
6
7.338
4
4.032
2
2.972
2
5.104
2
141
verbonden
i n K wa l i t e i t
142
Het totale resultaat van de HAN over 2008 is € 4,0 miljoen. Dit is € 1,0 miljoen hoger dan begroot (€ 3,0 miljoen). Dit is het saldo van hogere baten (€ 6,6 miljoen), hogere lasten (€ 6,5 miljoen) en een hoger saldo financiële baten en lasten (€ 0,9 miljoen). Bij de marktactiviteiten is het totale resultaat € 0,3 miljoen op een omzet van € 29,5 miljoen terwijl € 30,4 miljoen omzet begroot was. De baten uit rijksbijdragen vallen ten opzichte van de begroting 2008 en de werkelijke cijfers 2007 € 4,9 miljoen respectievelijk € 15,6 miljoen hoger uit. De belangrijkste oorzaak hiervan is een groter aantal ingeschreven studenten, hogere compensatie voor prijsstijgingen en meer ontvangen Ontwikkel- en Onderzoeksgelden. Door de stijging van het aantal studenten zijn ook de collegegelden hoger. De baten uit werk in opdracht van derden en overige baten zijn € 0,1 miljoen lager dan begroot. Ten opzichte van 2007 is een stijging van baten van ruim 34,9% (€ 10,0 miljoen) gerealiseerd, dit wordt onder andere veroorzaakt door de toename van het aantal lectoren, wat gepaard gaat met meer baten voor contractonderzoek. Daarnaast is een hoger bedrag aan doorsluisgelden (subsidie die de HAN ontvangt van het ministerie van WVS en doorbetaalt aan ziekenhuizen ter looncompensatie van masterstudenten) ontvangen en is in de overige baten een vrijval van beroepskolom- en stimuleringsgelden verantwoord.
toename van marktactiviteiten en de CAO-loonaanpassingen. De afschrijvingslasten zijn iets lager dan begroot. Ten opzichte van 2007 zijn de afschrijvingslasten toegenomen, wat voornamelijk verklaard wordt door een inhaalafschrijving op de Laan van Scheut. De huisvestingslasten zijn ten opzichte van de begroting 2008 en de werkelijke cijfers 2007 € 5,2 miljoen respectievelijk € 5,4 miljoen hoger. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een extra dotatie aan de voorziening onderhoud van € 3,5 miljoen, hogere huurlasten en hogere energiekosten. De overige instellingslasten zijn € 3,0 miljoen hoger dan begroot. Ten opzichte van de jaarrekening 2007 zijn deze gestegen met € 5,4 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door kosten in verband met de implementatie van het nieuwe Instellingsplan HAN 2008-2012. Het saldo financiële baten en lasten is € 0,9 miljoen hoger dan begroot. Dit is veroorzaakt door een hoger rentepercentage en een hoger uitstaand saldo liquide middelen dan begroot.
Aan de lastenkant zijn de personele lasten per saldo € 4,0 miljoen lager dan begroot. Deze lagere personele lasten zijn onder andere ontstaan door het niet volledig uitputten van beleidsbudgetten, waarvoor extra inzet van personeel was voorzien. Ten opzichte van 2007 zijn de personele lasten met circa 13,6% (€ 19,7 miljoen) gestegen, wat voornamelijk verklaard wordt door een stijging van het aantal fte’s als gevolg van de groei van het aantal studenten, de 143
verbonden
i n K wa l i t e i t
7.3 De financiële positie van de HAN Balans per 31 december (na resultaatbestemming) (x € 1.000)
2004
%
2005
%
2006
%
2007
%
2008
%
Activa Vaste activa Materiële vaste activa
99.560
73
114.023
79
120.272
81
119.898
75
127.383
77
. 118
0
98
0
51
0
51
0
51
0
Voorraden en onderhanden werk
1.127
1
459
0
3.202
2
26
0
30
0
Vorderingen
7.864
6
6.684
5
7.086
5
13.408
8
11.223
7
Financiële vaste activa Vlottende activa
Effecten Liquide middelen Totaal activa
.0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
28.412
21
23.181
16
18.039
12
26.834
17
25.918
16
137.081
101
144.445
100
148.650
100
160.217
100
164.605
100
22.669
17
28.493
20
39.769
27
57.906
36
61.938
37
Passiva Eigen vermogen Egalisatierek. Invest. Subsidies
606
0
562
0
519
0
0
0
0
0
Voorzieningen
37.502
27
33.928
23
25.596
17
18.520
12
22.661
14
Schulden op lange termijn
24.869
18
24.021
17
23.142
16
22.227
14
21.253
13
Schulden op korte termijn Totaal Passiva
51.435
38
57.441
40
59.624
40
61.564
38
58.753
36
137.081
100
144.445
100
148.650
100
160.217
100
164.605
100
144
De materiële vaste activa zijn ten opzichte van 2007 toegenomen met € 7,5 miljoen, de reguliere afschrijvingen zijn lager dan de gedane investeringen in de nieuwbouw. De vorderingen zijn per saldo € 2,2 miljoen hoger dan in 2007 hetgeen met name veroorzaakt wordt door een toename van het saldo van lopende projecten. De liquide middelen zijn met € 0,9 miljoen afgenomen ten opzichte van 2007. Dit is het saldo van het positieve resultaat, investeringen in de nieuwbouw en onttrekkingen aan de voorzieningen. Na toevoeging van het resultaat van € 4,0 miljoen is het eigen vermogen toegenomen tot € 61,9 miljoen. De voorzieningen zijn per saldo toegenomen met € 4,1 miljoen. Voor een nadere specificatie wordt verwezen naar de navolgende tabel “Voorzieningen”, waarin het verloop van de voorzieningen wordt weergegeven.
145
Liquiditeit
Voorzieningen 2008 (x € 1.000)
Saldo 31-12-’07
Mutaties 2008 Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
Saldo 31-12-’08
Personele voorzieningen Wachtgelden
5.733
1.611
1.540
271
5.533
Sociaal Beleid
2.511
106
1.425
-/- 271
1.463
853
80
134
799
5.353
1.114
1.175
5.292
877
1.210
159
1.928
15.327
4.121
4.433
15.015
490
989
490
989
1.175
4.656
597
5.234
Afstudeerfonds
924
-
105
819
Waarborgfonds
604
-
-
604
Totaal overige voorzieningen
2.703
4.656
702
6.657
Totaal voorzieningen
18.520
9.766
5.625
22.661
Jubileumuitkering SOP WAO/WIA Totaal personele voorzieningen Verlieslatende projecten Overige voorzieningen Onderhoud
Current ratio per 31 december 2004
2005
2006
2007
2008
HAN
0,7
0,5
0,5
0,7
0,6
hbo-gemiddelde
0,8
0,9
0,8
De liquiditeitspositie, uitgedrukt in de current ratio (de verhouding tussen de vlottende activa en de kortlopende schulden) bedraagt 0,6. Ten opzichte van 2007 is de liquiditeit licht gedaald, maar deze ligt ruim onder het hbo-gemiddelde. Het beleid van de HAN is gericht op het aanhouden van een zo laag mogelijk saldo liquide middelen. Een ratio van 0,5 ziet de HAN als voldoende om de kortlopende schulden op tijd te voldoen. Indien nodig zou via de rekening courant of een kasgeldlening in een tijdelijke liquiditeitsbehoefte kunnen worden voorzien.
Vermogenspositie Solvabiliteit per 31 december 2004
2005
HAN
16,5%
19,7%
2006 26,8%
hbo-gemiddelde
32,5%
20,1%
37,0%
2007
2008
36,1%
37,6%
Door toevoeging van het resultaat aan het eigen vermogen is dit gestegen van € 57,9 miljoen naar € 61,9 miljoen. De solvabiliteit stijgt hierdoor van 36,1% naar 37,6% en is daarmee boven de HAN-norm van 20%, de financiële positie van de HAN is solide.
146
7.4 Financiering Kasstroomoverzicht 2004-2008 (x € 1.000) Operationele activiteiten Investeringsactiviteiten Financieringsactiviteiten Mutatie kasstroom
2004
2005
2006
2007
2008
14.240
17.661
10.268
17.985
16.947
-/- 16.363
-/- 22.044
-/-14.529
-/- 8.275
-/- 16.889
-/- 654
-/- 848
-/- 879
-/- 915
-/- 974
-/-2.777
-/-5.231
-/- 5.142
8.795
-/- 916
De investeringen hebben voornamelijk betrekking op de uitbreiding van het HLO-gebouw in Nijmegen en de nieuwbouw van Engineering. De investeringen zijn volledig gefinancierd uit de aanwezige middelen en uit de operationele kasstroom.
7.5 Treasury Het liquiditeitsbeheer wordt in eigen beheer uitgevoerd en is gericht op maximalisatie van het renteresultaat. Daartoe zijn rekeningcourantcontracten afgesloten met de huisbankier, waar ook het grootste deel van de deposito’s is afgesloten. Er wordt geen actief beleggingsbeleid gevoerd. Mede in relatie tot de investeringen in vastgoed en de speerpunten wordt een strakke monitoring van de liquiditeitenplanning toegepast, waarbij de ontvangsten en uitgaven gematcht worden.
147
verbonden
i n K wa l i t e i t
7.6 Deelnemingen De meerderheidsdeelnemingen zijn hieronder met enige kerngegevens weergegeven. Deelnemingen 2008 (x € 1.000)
Eigen vermogen per 31 dec. 2008
Omzet 2008
Resultaat 2008
Begroot resultaat 2008
HAN Holding BV excl. deelnemingen
1.195
127
0
0
Interstudie BV
1.215
5.518
104
236
98
4.350
22
0
-/- 58
0
0
0
HAN Flex BV HAN Individueel Onderwijs BV HAN Studentenbedrijven BV
4
HAN Holding geconsolideerd
2
1
0
9.871
127
4.607
HAN Holding BV heeft als dochterondernemingen: Interstudie BV, HAN Flex BV, HAN Individueel Onderwijs BV en HAN Studentenbedrijven BV.
Bij HAN Individueel Onderwijs BV waren de activiteiten van de in 2002 overgenomen PBNA-opleidingen ondergebracht. In de loop van 2004 zijn de activiteiten van deze BV overgeheveld naar de HAN.
Interstudie BV is een onderwijsadviesbureau dat in 2000 is verzelfstandigd. De omzet van Interstudie BV is € 5.518.000, dit is 20% hoger dan begroot. Het resultaat is met € 104.000 lager dan begroot (begroot € 236.000). Dit komt voornamelijk door een extra afschrijving op de verbouwingskosten. Met instemming van de medezeggenschapsraad van de HAN, de Ondernemingsraad van Interstudie BV en het AVO (Arbeids Voorwaarden Overleg) van de HAN is besloten tot fusie van Interstudie BV met de contractafdeling van de Faculteit Educatie tot Interstudie NDO BV. Deze fusie heeft 1 januari 2009 zijn beslag gekregen.
Met het doel studenten de kans te geven om het ondernemerschap te leren is HAN Studentenbedrijven BV opgericht. Het resultaat komt in 2008 uit op € 1.000 positief waar € 0 begroot was. In het najaar van 2006 zijn de onderdelen van HAN Studentenbedrijven samengevoegd met twee andere onderdelen van de HAN. Avvenementi is samengegaan met HAN-Event en Logibiz met een projectenbureau bij ICA. Op deze wijze was het mogelijk om een verdere groei van deze bedrijven te realiseren en de kwaliteit en de continuïteit beter te waarborgen.
HAN-Flex BV verzorgt voor de HAN de inleen van gastdocenten, surveillanten en dergelijke. Het resultaat is € 22.000.
148
7.7 Risicobeheersing De belangrijkste financiële risico’s voor de HAN zijn: achterblijvende baten door dalende studentenaantallen en slechte rendementen, onvoldoende indexatie van de rijksbijdrage in relatie tot de loonontwikkeling en tegenvallende omzet uit marktactiviteiten. Afnemende studentenaantallen hebben door de t-2 bekostiging pas na ruim één jaar een merkbaar financieel effect. Het risico kan op dit punt met name gemanaged worden door adequaat te anticiperen op het gebied van personeelskosten. Vanwege de groei van de HAN in combinatie met de t-2 bekostiging voert de HAN op dit moment een volume aan activiteiten uit op basis van een exploitatie met €9 miljoen minder middelen (en dus mensen). Dit betekent dat bij een substantiële daling van studentenaantallen bij de HAN feitelijk geen krimp in personeel nodig is, aangezien de organisatie nog lang niet op het financierings- en bemensingsniveau is gebracht van de actuele studentenaantallen. Ook de huisvesting is uiteraard gebaseerd op de volumeontwikkeling van het aantal studenten. De rijksbijdrage voor huisvesting heeft eveneens een vertraagd merkbaar effect van ruim één jaar. Daarnaast is het belangrijk op te merken dat de HAN een flexibele huisvestingsschil heeft (gehuurde c.q. eenvoudig af te stoten gebouwen) van bijna 20% van de in gebruik zijnde huisvestingsmeters. De HAN is goed in staat om zonder grote aanpassingen een eventuele onvoldoende indexatie c.q. verlaging van de rijksbijdrage per student op te vangen. Het gaat hierbij met name om beheersing van de kosten. Er is voldoende sturing op kosten mogelijk om met de ontwikkeling in de rijksbijdragevergoeding per student mee te bewegen.
149
verbonden
i n K wa l i t e i t
Ten aanzien van mogelijk tegenvallende marktomzet of druk op marges bij de contractactiviteiten en de lectoraten kan voldoende snel geanticipeerd worden vanwege het grote aantal, vooral tijdelijke, arbeidscontracten dat in dit verband is aangegaan. Hierdoor kan een eventuele tegenvallende omzet of terugloop in omzet in meer of mindere mate opgevangen worden. Door de eerder genoemde viermaandelijkse managementrapportages worden alle organisatieonderdelen gemonitord zodat afwijkingen van de (zowel financiële- als niet financiële kwantitatieve en kwalitatieve) resultaten in relatie tot de begrotingen en doelstellingen tijdig gesignaleerd kunnen worden. De financiële risico’s van calamiteiten zoals brand zijn gedekt door afgesloten verzekeringen. Om te zorgen dat de verzekerde bedragen up-to-date blijven wordt eenmaal per drie jaar door een extern bureau een controle uitgevoerd op de aanwezige risico’s en de dekking daarvan. Daarnaast heeft de HAN een WA-verzekering ter dekking van de wettelijke aansprakelijkheid van bestuur, personeel en studenten. De cijfers in dit hoofdstuk zijn ontleend aan de jaarrekening 2008 van de HAN, waarbij door KPMG een goedkeurende verklaring is afgegeven.
150
7.8 Accountantsmededeling
Oordeel
Opdracht
Naar ons oordeel is ‘Hoofdstuk 7 Financiën van de HAN’ in alle van materieel belang zijnde aspecten op de juiste wijze ontleend aan de jaarrekeningen over de boekjaren 2004 tot en met 2008.
Wij hebben gecontroleerd of het in dit jaarverslag opgenomen ‘Hoofdstuk 7 Financiën van de HAN’ van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen te Arnhem over 2008 op de juiste wijze is ontleend aan de door ons gecontroleerde jaarrekening 2008 van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Bij die jaarrekening hebben wij op 2 april 2009 een goedkeurende accountantsverklaring verstrekt. Wij hebben tevens gecontroleerd of de vergelijkende gegevens met betrekking tot de boekjaren 2004 tot en met 2008 op de juiste wijze zijn ontleend aan de door ons gecontroleerde en van een goedkeurende accountantsverklaring voorziene jaarrekeningen over die boekjaren. Het College van Bestuur van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen is verantwoordelijk voor het opstellen van ‘Hoofdstuk 7 Financiën van de HAN’ in overeenstemming met de grondslagen zoals gehanteerd in de jaarrekening 2008 van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake ‘Hoofdstuk 7 Financiën van de HAN’ te verstrekken.
Toelichting Wij vestigen er de aandacht op dat voor het inzicht dat vereist is voor een verantwoorde oordeelsvorming omtrent de financiële positie en de resultaten van de entiteit en voor een toereikend inzicht in de reikwijdte van onze controle van ‘Hoofdstuk 7 Financiën van de HAN’ dient te worden gelezen in samenhang met de volledige jaarrekening, waaraan deze is ontleend, alsmede met de door ons daarbij op 2 april 2009 verstrekte goedkeurende accountantsverklaring. Deze toelichting doet geen afbreuk aan ons oordeel. Arnhem, 2 april 2009 KPMG Accountants N.V.
Werkzaamheden Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met het Nederlands recht. Dienovereenkomstig dienen wij onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat het ‘Hoofdstuk 7 Financiën van de HAN’ op de juiste wijze is ontleend aan de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
151
b i j l a g e n over
zich
ten
verbonden in
K wa l i t e i t
Bram
Geurt
s,
com at i c a m r o f nt in stude
at i e munic
Ac a d e
mie
‘Door de minor startten wij ons eigen be drijf ’ Bram Geurts is laatstejaars student bij de Informatica Communicatie Academie (ICA). Hij maakte kennis met ondernemen tijdens een minor ‘Entrepreneurship’ bij het Centrum voor Ondernemerschap (CvO). Bram vertelt: ‘De minor duurt een half jaar: je volgt vakken en je werkt in een eigen bedrijf. Daarnaast schrijf je ook een businessplan. Ik heb samen met medestudent Joost Geertsen een plan gemaakt voor een bureau dat websites ontwerpt voor startende ondernemers: Quick and Quality Design. Toen het af was vonden we ons plan zo goed dat we besloten om inderdaad van start te gaan. Joost is een echte ontwerper, ik doe meer de klantcontacten. Van nature ben ik eigenlijk niet iemand die grote risico’s neemt: na verloop van tijd moest ik mijn bijbaan opzeggen omdat het steeds drukker werd. Dat vond ik een grote stap. Gelukkig gaat het hartstikke goed: we hebben nu al achttien klanten. Ik ben heel erg trots op onze nieuwste account, een grote energiemaatschappij.’ De Start & go!-pas Studenten van de HAN die een bedrijf starten of daar concrete plannen voor hebben, krijgen een Start & go!-pas. Daarmee kunnen ze als ondernemer gratis advies vragen bij onder andere advocatenkantoor Dirkzwager, accountant Ernst en Young, de Rabobank en de Belastingdienst. Ook Bram Geurts vroeg advies. ‘Wij zijn bij Dirkzwager geweest om de juridische kant van het servicecontract en de hosting van websites te laten doorlichten. Je wilt tenslotte niet dat je aansprakelijk bent als de website van een klant eruit ligt. We hebben ook met de Belastingdienst gepraat: ze gaven ons tips die meteen geld bespaarden.’
X
X
N
Bachelor Opl leraar VO 2e gr in Algemene Economie
X
X
N
Bachelor Opl leraar VO 2e gr in Bedrijfseconomie
X
X
N
Bachelor Opl leraar VO 2e gr in Biologie
X
X
N
Bachelor Opl leraar VO 2e gr in Duits
X
X
N
Bachelor Opl leraar VO 2e gr in Engels
X
X
N
Bachelor Opl leraar VO 2e gr in Frans
X
X
N
Bachelor Opl leraar VO 2e gr in Geschiedenis
X
X
N
Bachelor Opl leraar VO 2e gr in Natuurkunde
X
X
N
Bachelor Opl leraar VO 2e gr in Nederlands
X
Bachelor Opl leraar VO 2e gr in Pedagogiek
X
X
N
Bachelor Opl leraar VO 2e gr in Scheikunde
X
X
N
Bachelor Opl leraar VO 2e gr in Wiskunde
X
X
N
Bachelor Opleiding tot leraar Basisonderwijs
X
X
N
Bachelor Opleidingskunde
X
X
N
Bachelor Autotechniek
X
X
Bachelor Elektrotechniek
X
X
Bachelor Embedded Systems Engineering
X
Bachelor Werktuigbouwkunde
X
Bachelor Industrieel Product Ontwerpen
X
Bachelor Technische Bedrijfskunde
X
X
N
Bachelor Technische Informatica
X
X
N
Bachelor Bouwkunde
X
X
X
X
N
Bachelor Civiele Techniek
X
X
X
X
N
AD Civiele Techniek Projectuitvoering en Realisatie
X
X
X
N
AD Civile Techniek Directievoering
X
X
X
N
Taal
Deeltijd
Bachelor Opl leraar VO 2e gr in Aardrijkskunde
Duaal
Voltijd
E-learning
Hbo Bacheloropleidingen
Domein Educatie
N
Domein Engineering X X
N N N
X
X
N N
Domein Built Environment
156
E-learning
X
X
X
N&E
Bachelor Chemie
x
X
X
N
Bachelor Bio-informatica
x
Taal
Deeltijd
Bachelor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
Duaal
Voltijd
Hbo Bacheloropleidingen
Domein Applied Sciences
N
ICT + Communicatie Bachelor Technische Informatica
X
X
N
Bachelor Bedrijfskundige Informatica
X
X
N
Bachelor Informatica
X
X
Bachelor Communicatiesystemen
X
X
Bachelor Communication & Multimedia Design
X
X
N X
N N
Domein Health Bachelor Opleiding tot Fysiotherapeut
X
N
Bachelor Opleiding voor Ergotherapie
X
N
Bachelor Opleiding voor Logopedie
X
Bachelor Voeding en Diëtetiek
X
N
Bachelor Opleiding Mondzorgkunde
X
N
X
N/d
Domein Nursing Bachelor Opleiding tot Verpleegkundige
X
X
X
N
Bachelor Opl leraar 2e gr in Gezondheidszorg en Welzijn
X
Bachelor Management in de Zorg
X
X
N
AD Management in de Zorg
X
X
N
N
Domein Sport Bachelor Sport, Gezondheid en Management
X
N
Bachelor Opl leraar VO 1e gr in de Lichamelijke Oefening
X
N
Bachelor Sport- en Bewegingseducatie
X
N
157
verbonden
i n K wa l i t e i t
E-learning
X
X
X
N
Bachelor Sociaal Pedagogische Hulpverlening
X
X
X
N&D (vt)
Bachelor Pedagogiek
X
X
N
Bachelor Culturele en Maatschappelijke Vorming
X
X
N&D (dt)
Bachelor Creatieve Therapie
X
X
N
Bachelor Toegepaste Psychologie
X
Taal
Deeltijd
Bachelor Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
Duaal
Voltijd
Hbo Bacheloropleidingen
Domein Social Studies
N
Domein Commerce Bachelor Commerciële Economie
X
Bachelor Small Business en Retail Management
X
Bachelor International Business and Languages
X
Bachelor International Business and Management Studies
X
E
Bachelor Food & Business
X
N
X
X
N
X
N N
Domein Communicatie Bachelor Communicatie
X
X
N&E (vt)
Bachelor Logistiek en Economie
X
X
X
Bachelor Facility Management
X
X
X
Bachelor Opleiding voor Management, Economie en Recht
X
X
X
Bachelor Personeel en Arbeid
X
X
X
X
Bachelor Accountancy
X
X
Bachelor Bedrijfseconomie
X
X
N&E (vt)
Bachelor Fiscale Economie
X
X
N
Bachelor Financial Services Management
X
X
N
Domein Logistiek en Dienstverlening N&E (vt) N&E (vt) N
Domein Rechten Bachelor HBO-rechten
X
N
Domein Economics
158
X
N
Deeltijd
Master in Construction Project Management
X
X
60
Master in Control Systems Engineering
X
X
75
Master in Information Systems Development
X
X
70
X
67,5
X
67,5
Master in Management & Innovation Master in Managing Human Resources Master of International Business
Duaal
Voltijd
Studiepunten (conform WHW
Hbo Masteropleidingen
X
90
Master in Advanced Nursing Practice*
X
120
Master Physician Assistant*
X
150
Master of Molecular Life Sciences
X
X
72
Master Pedagogiek*
X
90
Master Bedrijfskunde Zorg en Dienstverlening
X
70
X
68
X
60
Master of Telecommunication Management
X
Master in Social Work* Master Leraar Algemene Economie*
X
90
Master Leraar Engels*
X
90
Master Leraar Nederlands*
X
90
Master Leraar Wiskunde*
X
90
Master Begeleidingskunde (vanaf 2009)
X
Master Neurorevalidatie (vanaf 2009)
X
60
* bekostigde masteropleidingen
Masters die de HAN onder licentie van een universiteit of andere hogeschool aanbiedt MSc in Accounting and Finance
via Open Universiteit
MSc in Controlling
via Nijenrode Business Universiteit
Master Begeleidingskunde
via Hogeschool Rotterdam
Master of Automotive Engineering
i.s.m. Universiteit Praag en Brest
MSc in E-Learning, Multimedia and Consultancy
via Sheffield Hallam University
Drie van deze masters zijn in samenwerking met een Nederlandse instelling ontwikkeld en zijn gebaseerd op de NVAO-accreditatie. De Master Automotive Engineering wordt het komende jaar omgebouwd tot een NVAO-geaccrediteerde hbo-masteropleiding. De opleiding MSc in E-Learning, Multimedia and Consultancy wordt het komende jaar afgebouwd.
159
verbonden
i n K wa l i t e i t
L a n d e l i j ke k wa l i f i c a t i e s vo o r de docent ec onomie In mei 2009 wordt vastgesteld over welke kennis een economieleraar dient te beschikken. Roel Grol, docent en coördinator van de economische lerarenopleidingen van de HAN, vertelt hier meer over. ‘De commissie Dijsselbloem stelde in 2008 vast dat goede leraren en een sterke lerarenopleiding de basis vormen voor goed onderwijs. Naar aanleiding daarvan hebben de gezamenlijke lerarenopleidingen in een generieke kennisbasis landelijk vastgelegd wat iedere leraar moet kunnen. Zo moet een docent bijvoorbeeld klassikaal instructie kunnen geven, oudergesprekken kunnen voeren en een zorgplan kunnen maken voor een bepaalde leerling. Binnenkort zullen de vakdeskundigen economie vaststellen over welke specifieke kennis, vaardigheden en houding een economiedocent moet beschikken. Het gaat dan bijvoorbeeld om het kunnen geven van activerend boekhoudonderwijs of om de vaardigheid ‘economische begrippen in een maatschappelijke context plaatsen’. Ook onze opleiding heeft actief meegedacht over de inhoud van deze eisen. Mijn collega Astrid werkt bijvoorbeeld aan het onderwerp ‘leerlingen die in financiële problemen komen’. Dat komt in deze tijd van mobiele telefoons en een los uitgavenpatroon vaak voor. Een economiedocent moet daarom zijn of haar leerlingen kunnen leren om met hun eigen geld om te gaan. Dat herkennen mijn vakgenoten: ook dit is in de kennisbasis opgenomen.’ Landelijke prijs ‘Ik ben ook jurylid voor de toekenning van de jaarlijkse Professor Peer-prijs. Deze wordt ieder jaar uitgereikt door het Ruud de Moor Centrum, onderdeel van de Open Universiteit. De prijs gaan naar de docent die de beste opdracht heeft ingeleverd voor een openbare database met opgaven en opdrachten voor het vak economie (http://economie.rdmc.ou.nl). Zo stimuleert het centrum economiedocenten om hun opdrachten met anderen te delen.’
cent l, do o r G Roel
Insti
tuut
choo r en s leraa
l
Lectoraten Economie en Management Human Communication Development Lector dr. Els van der Pool Innovatie in de Publieke Sector Lector drs. Frans Nauta Internationale handel voor het MKB Lector drs. Louise van Weerden Kunst, Cultuur en Economie Lector prof.dr. Dany Jacobs Logistiek en allianties Lector drs. Stef Weijers Professional & Leadership Development Lector ir. Hans Timmermans Total Quality Management in Organisatienetwerken Lector drs. Gerard Berendsen
Techniek en Life Sciences Experimentele Akoestiek / Vehicle Acoustics Lector dr.ir. Hans-Elias de Bree Industriële Microbiologie Lector prof.dr. Kees van den Hondel Meet- en Regeltechniek Lector prof.dr.ir. Brian Roffel Mobiliteitstechnologie Lector dr.ir. Joop Pauwelussen Telecommunicatie & Netwerken Lector prof.ir. Jaap van Till Voertuigmechatronica Lector dr. Bram Veenhuizen Industrial Safety Lector dr.ir. Jan Kops (lectoraat gestopt per 01-01-09)
162
Zorggericht Bouwen Lectoren mr. Tom Vroon en ir. Jarno Nillesen
Informatica, Media en Communicatie Data Architectures & Metadata Management Lector drs. Guido Bakema Mens, Computer, Interactie Lector drs. Dick Lenior Networked Applications Lector dr.ir. René Bakker
Onderwijs en Opleiden Duurzaam Beoordelen Lector dr. Dominique Sluijsmans Governance en Innovatiedynamiek in het Onderwijs Lector dr. Frans de Vijlder Innovatie van Leren in Organisaties Lector dr. Jürg Thölke Leren in veranderende Organisaties Lector dr. Gertjan Schuiling Leren met ICT Lector dr. Marijke Kral Ontwerpen van Innovatieve Leerarrangementen Lector dr. Bregje de Vries Ontwikkelen van Competenties op de Werkplek Lector dr. Ruud Klarus Pedagogische Kwaliteit van de Leraar Lector drs. Arjan Dieleman
Arbeid en gezondheid: preventie en reïntegratie Lectoren dr. Yvonne Heerkens en dr. Josephine Engels Levensloopbegeleiding bij Autisme Lector dr. Jan-Pieter Teunisse Human Resource Management Lector dr. R.M. Verburg Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief Lector dr. Martha van Biene, associate lector dr. Erik Jansen (gestart per 01-02-09) Management van Zorg en Dienstverlening Lector drs. Rijk van Kooij MBA (gestopt per 01-02-09) Neurorevalidatie Lector dr. Bert de Swart Professionalisering van Agogische Beroepen en Vaktherapeuten Lectoren dr. Kitty Kwakman en dr. Marion van Hattum Werkzame Factoren in de Jeugdzorg Lector dr. Huub Pijnenburg Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking Lector dr. Petri Embregts Langdurige Zorg Lectoren dr. Marian Adriaansen en dr. Rob van der Sande (gestart per 01-02-09)
Sport en Bewegen Sport, Voeding en Leefstijl Lector dr.ir. Gertjan Schaafsma en dr. Victor Schreurs
Gezondheid, Gedrag en Maatschappij Acute en Intensieve Traumazorg Lector dr. Joke Mintjes
163
verbonden
i n K wa l i t e i t
Samenstelling Bestuur en management College van Bestuur Marcel Wintels (voorzitter tot 01-04-08) Ron Bormans (voorzitter per 01-03-08) Kirstel Baele (v.a. 01-04-08)
Faculteit Educatie Faculteitsdirectie Jack Vogels
Instituutsdirectie Jacques van Meegen Hennie Komduur (adj.) Betty van Waesberghe (vz) Yvonne Visser Rien van Domburg (adj.) Erny Holla (adj.) Gert-Jan Jansen Hans van Gansewinkel
Instituut voor leraar en School (ILS HAN) “ Pabo (Arnhem en Nijmegen) “ “ “ Opleidingskunde* Directeur Interstudie/NDO
Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij Faculteitsdirectie Frank Stöteler
Instituutsdirectie Marianne Nannings (tot 21-04-08) Theo Joosten (v.a. 19-05-08) Peter Loonen (adj.) (tot 01-10- 08) Menno Pisterius (adj.) (v.a. 12-01-09) Marian Adriaansen (tot 01-11-08) Caroline van Mierlo-Renia (v.a. 01-11-08) Gerard Knuppel (adj.) Tjeerd de Jong Kathelijne van Kammen (vz) 164
Paramedische Studies Paramedische Studies “ “ Verpleegkundige Studies “ “ Sport en Bewegingsstudies Sociale Studies
Ans Gielen (v.a. 01-02-08) “ Marijke Beckers Mondzorgkunde* Tjeu Verhagen Directeur VDO/Kaderopleiding/ Lerarenopleiding Verpleegkunde
Eric Holtman (vz) (start per 01-06-09) Informatica en Communicatie Academie Deny Smeets “
Faculteit Economie en Management Faculteitdirectie
Louis Pullens
Jetty Schaap
Hoofden Service Units
Instituutsdirectie Gert de Groot (vz) International Business & Communication Masja van Fruchten “ Lilian Prevoo (vz) Bedrijfskunde Ad van Dijk (v.a. 01-08-08) “ Cees de Jong (vz) Financieel Management & Rechten Peter Hoekstra “
Faculteit Techniek Faculteitsdirectie Ella Hueting
Instituutsdirectie Egon Haffmans (tot 01-07-08) Tinus Hammink (tot 01-01-09) Beatrijs Linford-Moojen (v.a. 01-01-09) Vacature (per 01-01-09) René Tönissen Cees van Verseveld
Service Bedrijf HAN Directie
Hans Brouwer Marketing Communicatie en Voorlichting Betty Euser Personeel en Organisatie Geert van Gessel Facilitaire Zaken Ans Gielen (tot 01-02-08) Service Centrum Onderwijs Olga Teunissen “ (ad interim v.a. 01-02-08) Marianne Nannings “ (v.a. 01-04-08) Francien Hoek Financieel Economische Zaken Jan Lemmens Studentzaken Ad Sanders Informatica en Communicatie Technologie
Programmamanagement Engineering “ “ Automotive Built Environment Applied Sciences
Noël Maertens Jaap Gall
Kennispoort HAN Informatiemanager HAN
Concerncontroller Thijs Beelen (v.a. 01-06-08) * Deze opleiding is vooralsnog niet ondergebracht in een instituut en valt rechtstreeks onder de faculteitsdirectie.
165
verbonden
i n K wa l i t e i t
Samenstelling Raad van Toezicht Volgens het geldende Rooster van Aftreden kunnen voorzitter en leden maximaal twee maal voor een periode van vier jaar zitting hebben in de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht bestaat uit:
Dhr. prof. dr. C.W.P.M. Blom (1946) Hoofdfunctie • Persoonlijk Hoogleraar Biologie Radboud Universiteit Nijmegen; tevens lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen; oud Rector Magnificus Radboud Universiteit Nijmegen; Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw Belangrijkste nevenfuncties • Lid Raad van Toezicht Universität Duisburg-Essen • Tweede voorzitter Förderverein Graefenthal; grensoverschrijdende Duits-Nederlandse Cultuurhistorische Vereniging in NordrheinWestfalen • Lid Vorstand Gerhard Mercator Universitäts-Stiftung • Diverse adviseurschappen bij universitaire, departementale en EU-commissies Benoeming 01-01-08 tot 01-03-12
Dhr. mr. E.M. d’Hondt (1944) Hoofdfunctie • Gepensioneerd; daarvoor Voorzitter GGD Nederland, Utrecht; Officier in de Orde van Oranje Nassau Belangrijkste nevenfuncties • President-Commissaris Continuon NV en Commissaris Goudse Verzekeringen • Voorzitter bestuur, o.a. bij Museum Het Valkhof en Stichting 166
Parlementaire Geschiedenis • Vice-voorzitter Bestuur Nederlandse Rode Kruis • Lid bestuur Academie voor Wetgeving • Voorzitter Raad van Commissarissen bij de Brinkgroep • Lid Raad van Commissarissen BMC • Voorzitter Raad van Toezicht Canisius Wilhelmina Ziekenhuis te Nijmegen • Lid Raad van Toezicht Politieacademie Benoeming 01-03-01 tot 01-03-05, Tweede periode ingegaan: 01-03-05 tot 01-03-09
Belangrijkste nevenfuncties • Commissaris bij NV Nederlandse Gasunie • Diverse bestuurslidmaatschappen, o.a. bij VNO-NCW, Stichting Management Studies, Vereniging Effecten Uitgevende Ondernemingen • Lid Adviesraad Uitgevende Instellingen Euronext • Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Vilente (ouderenzorg) Benoeming 01-06-03 tot 01-06-07 Tweede periode ingegaan: 01-06-07 tot 01-06-11
Dhr. ing. J.W. Ramaekers (1947) Dhr. drs. J.C. Houwert (1949) Hoofdfunctie • Adviseur Raad van Bestuur Koninklijke Wegener NV, Apeldoorn Belangrijkste nevenfuncties • Diverse commissariaten, o.a. bij Eden Design & Communication en Goudse Verzekeringen • Diverse bestuurslidmaatschappen in de uitgeversbranche, o.a. bij Nederlands Uitgevers Verbond • Voorzitter Raad van Toezicht Groninger Museum • Lid Bestuur Introdans Benoeming 01-09-02 tot 01-09-06 Tweede periode ingegaan: 01-09-06 tot 01-09-10
Hoofdfunctie • Gepensioneerd; daarvoor Landenmanager NXP Nederland en Site Director Eindhoven en Nijmegen Belangrijkste nevenfuncties • Commissaris bij DAR milieudiensten • Diverse bestuurslidmaatschappen, o.a. bij Kamer van Koophandel, VNO NCW Midden (regio Arnhem-Nijmegen), Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel (afdeling Nijmegen), Industriële Kring Nijmegen en Omstreken en Universiteitsfonds TU Twente • Lid Innovatieplatform Nijmegen • Lid Adviesraad ROC Sector Economie • Lid Klankbordgroep TU Delft • Lid Dagelijks Bestuur Stichting Health Valley • Voorzitter ExPat Platform Nijmegen
Dhr. ir. H.L.J. Noy (1951), voorzitter Hoofdfunctie • Voorzitter Raad van Bestuur ARCADIS NV, Arnhem
Benoeming 01-03-01 tot 01-03-05 Tweede periode ingegaan: 01-03-05 tot 01-03-09
167
verbonden
i n K wa l i t e i t
168
Nieuw benoemd in de Raad van Toezicht per 01-01-2009 Mw. dr. ir. C.C. Krijger (1960) Hoofdfunctie Manager Personeel en Organisatie en Facilitair Bedrijf TenneT TSO BV Belangrijkste nevenfuncties Geen nevenfuncties Benoeming 01-01-09 tot 01-01-13
Mw. prof. dr. H. Maassen van den Brink (1954) Hoofdfunctie Hoogleraar Onderwijs- en Arbeidseconomie Universiteit van Amsterdam, Hoogleraar Evidence Based Onderwijs Universiteit Maastricht, Director/Vice-dean Universiteit van Amsterdam, School of Economics (ASE) Belangrijkste nevenfuncties • Diverse bestuurslidmaatschappen, o.a. bij MaGW Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (voorzitter), Eric, evaluating research in context (voorzitter), Stichting UVA Economisch Onderzoek (penningmeester) • Diverse toezichthoudende functies, o.a. Raad van Toezicht Folia Civitatis (voorzitter), RVU Mediapark Hilversum (vicevoorzitter), Raad van Toezicht Leids Universitair Medisch Centrum (vicevoorzitter), Raad van Toezicht Rijksakademie voor Beeldende Kunsten Amsterdam • Actief in o.a. de Commissie Sorgdrager OCW (kwaliteit en bekostiging), Innovatie Netwerk Onderwijs - OCW, Wetenschappelijke Adviesraad St. GAK (SIG) en Pro-Raak (beoordelingscommissie onderzoeksvoorstellen HBO) Benoeming 01-01-09 tot 01-01-13
169
verbonden
i n K wa l i t e i t
170
Samenstelling medezeggenschapsraad Studentengeleding
Personeelsgeleding
Kiesgroep HAN algemeen - Djawad Soltani (tot 1-3-08), Dolf Senders (v.a. 1-9-08) - Wim Spee (tot 1-8-08) Wendy Harmsen (v.a. 23-9-08) - Dennis Bekking (tot 1-8-08), Nick van Meerwijck (v.a. 1-9-08) - Arjan Jebbink
Kiesgroep HAN algemeen - Mieke Rombouts (tot 1-9-08) Koen Sieben (vanaf 1-9-08) - Marijke Pape
Kiesgroep Faculteit Economie en Management - Margreet van der Vorle (tot 1-8-08), Iris Drenth (v.a. 23-9-08)
Kiesgroep Faculteit Economie en Management - Ineke Takke Kiesgroep Faculteit Educatie - Ina Boersma
Kiesgroep Faculteit Educatie - Nick van Meerwijck (tot 1-9-08), Alette Ouwens (1-9-08 tot 6-11-08) - Sophia Kelders (v.a. 24-11-08)
Kiesgroep Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij - Amy van Duijnhoven
Kiesgroep Faculteit Techniek - Sander Jansen
Kiesgroep Faculteit Techniek - Ria Derksen (tot 1-8-08), Jean Hendriks (v.a. 1-9-08)
Kiesgroep Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij - Lucy Gossens (tot 1-8-08), Maarten Venhovens (v.a. 1-9-08)
Kiesgroep Service Bedrijf - Hanneke de Natris - Kees van Rossum (tot 1-8-08), Mieke Rombouts (v.a. 1-9-08)
171
verbonden
i n K wa l i t e i t
Colofon Realisatie HAN Marketing Communicatie en Voorlichting Redactie Bestuurssecretaris HAN Tekst Mirjam Broekhoff
Ontwerp & uitvoering ter Haar Romeny & Ketel
Fotografie Rob Gieling
Drukwerk Drukkerij Efficiënt Nijmegen Met dank aan alle HAN-medewerkers die een bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van dit jaarverslag. Informatie over de inhoud van het Jaarverslag HAN 2008 kunt u opvragen bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, telefoon (026) 369 15 07.
172