Jaarverslag GR OGZ Amstelland GGD Amsterdam 2011
Uitgave GGD Amsterdam, juni 2012
Tekst Tekstschrijfster Yvonne van Osch en afd. Communicatie
Fotografie Afdeling Communicatie
Vormgeving SDA Print+Media, Amsterdam
2
GGD Amsterdam
Algemeen Jaarverslag 2011 Inleiding
4
1. GGD-organisatie
5
2. Zorgwethouders aan het woord
6
Focus op jeugd
6
Zedenzaak in veilige handen
7
Nieuw elan
7
Praktisch blijven
8
3. WPG-taken
9
3.1
9
3.2 Milieu & Gezondheid
16
3.3 Infectieziektenbestrijding
18
3.4 Hygiëne en Inspectie
18
3.5 Tuberculosebestrijding
18
3.6 Soa/aids-bestrijding
19
3.7 Gezondheidsbevorderende taken
20
3.8 Epidemiologie
26
3.9 Beleidsadvisering
26
3.10 Lijkschouw
27
Jeugdgezondheidszorg
4. Geen WPG-taken
29
4.1
29
4.2 Openbare Geestelijke Gezondheidszorg
Reizigersvaccinatie
29
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
3
4
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
Inleiding In dit jaarverslag wordt door de GGD Amsterdam verantwoording afgelegd over de ondernomen activiteiten in het jaar 2011 waarvoor de GR OGZ Amstelland (Gemeenschappelijke Regeling Openbare Gezondheidszorg Amstelland, bestaande uit de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Ouder-Amstel en Uithoorn) op grond van de Wet Publieke Gezondheid, ofwel WPG (voorheen WCPV) verantwoordelijk is. Dit is vastgelegd in een bestuurlijk convenant dat is afgesloten op 29 oktober 2007 en waarin de samenwerking tussen de GGD Amsterdam en GR Amstelland staat uitgewerkt.
In het jaar 2011 zijn de taken conform afspraak uitgevoerd. Uitzondering hierop vormt de inspectie kinderopvang. Voor het eerst sinds de GGD Amsterdam hiervoor verantwoordelijk is in de regio Amstelland, zijn niet alle inspecties uitgevoerd. Oorzaak is de grote zedenzaak die eind 2010 in Amsterdam aan het rollen kwam. Daarnaast waren er nog twee andere zedenzaken in de regio die capaciteit van de GGD gevraagd hebben. De schok die de zaak in het Hofnarretje veroorzaakt heeft, heeft wel geleid tot een kwaliteitsimpuls in kinderopvang. Gemeenten bemoeien zich er meer mee. De GGD heeft deelgenomen aan relevante regionale overleggen, waaronder het ambtelijk en bestuurlijk overleg Zorg en Welzijn, Jeugd en Onderwijs, overleggen met betrekking tot Centra Jeugd en Gezin, Multi Probleem Gezinnen, Lokaal
Gezondheidsbeleid en overleggen rondom openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ). De GGD trad hierbij op als adviseur. Daarnaast heeft er één bestuurlijke overleg plaatsgevonden tussen de gemeente Diemen, de gemeente Amsterdam, GR OGZ Amstelland en de GGD, waarbij gezamenlijke GGD-gerelateerde zaken en de regionale volksgezondheidsituatie aan de orde zijn gekomen. In hoofdstuk 1 wordt algemene uitleg gegeven over de GGD-organisatie. Vervolgens komen de wethouders Zorg van de gemeenten aan het woord. Daarna worden de activiteiten die in 2010 zijn uitgevoerd toegelicht. Deze zijn uitgesplitst naar WPG-taken (hoofdstuk 3) en geen WPG-taken (hoofdstuk 4). Per activiteit wordt uitleg gegeven over de inhoud en doelstelling, de activiteiten die daarvoor zijn ondernomen en eventuele bijzonderheden die zich hebben voorgedaan.
1
5
GGD-organisatie De GGD Amsterdam is de grootste en oudste geneeskundige en gezondheidsdienst van Nederland en heeft een breed scala aan werkzaamheden op het terrein van de volksgezondheid. Het werkgebied omvat de gemeenten Amsterdam, Amstelveen, Uithoorn, Ouder-Amstel, Diemen en Aalsmeer (zie kaart). Gezamenlijk betreft dit zo’n 900.000 inwoners. Ongeveer 1400 GGD-medewerkers, verspreid over meer dan veertig gebouwen in de regio, zijn iedere dag druk in de weer om de gezondheid van de inwoners te bewaken en bevorderen.
Amsterdam Ouder-Amstel Amstelveen Uithoorn Aalsmeer Diemen
De afdelingen zijn in het onderstaande organogram weergegeven:
• Algemeen Directeur • Directeur DIRECTIE
• Ondernemingsraad
• Beleidsadvisering • Communicatie • Directiesecretariaat STAFAFDELINGEN
• Facilitair Bedrijf • Financiën • Informatisering & Automatisering • Personeel & Organistie ONDERSTEUNENDE AFDELINGEN
• Algemene Gezondheidszorg • Epidemiologie, Documentatie en Gezondheidsbevordering • Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio • Infectieziekten • Jeugdgezondheidszorg • Leefomgeving • Maatschappelijke en Geestelijke Gezondheidszorg UITVOERENDE CLUSTERS
6
2
Zorgwethouders aan het woord Keken de zorgwethouders van de Amstelland-gemeenten in 2010 nog op tegen hoge bezuinigingen, 2011 bleek voor het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling vooral het jaar van vernieuwing. Vernieuwing in de kinderopvang bijvoorbeeld, in de vorming van centra voor jeugd en gezin, de uitvoering van maatschappelijke taken. De GGD wordt daarbij over het algemeen als een grote steun ervaren. Alleen verschillen in schaalgrootte vragen blijvend aandacht.
Wethouder Jacqueline Koops (CU), Amstelveen
Focus op jeugd Zomerschool, een 75+lunch, Praat met de Raad. Het wemelt in Amstelveen van de initiatieven om burgers te betrekken bij elkaar, bij lokale tradities en bij de politiek. Bezuinigingen hebben in 2011 volgens Jacqueline Koops vooral aangezet tot het benutten van nieuwe kansen. Het meest markant voor haar was de door het Rijk gestimuleerde harmonisatie van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven, waaraan de gemeente besloot gehoor te geven. “Dit is een ingreep om kwaliteit en toezicht beter te kunnen regelen. In Amstelveen betekent dit dat gesubsidieerde peuterspeelzalen zijn overgenomen door de kinderopvang. De gemeente koopt alleen nog plaatsen in voor de opvang van kinderen van ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag. Een verdedigbare bezuiniging, want de lasten worden zo eerlijker verdeeld. In 2011 werd ook gekeken naar de resultaten van E-MOVO, een online gezondheidsonderzoek onder middelbare scholieren. Zoals in veel gemeenten blijkt in Amstelveen sprake te zijn van overgewicht, maar wat vooral naar voren komt is dat veel jongeren niet gezond eten. Voor Jacqueline Koops reden in te zetten op Gezonde School, een GGD-programma rond alcohol, drugs en voeding. De zorgwethouder is zelf moeder van een 1-jarige. Voor haar is de focus op jeugdig Amstelveen vanzelfsprekend. Ze is enthousiast over Triple P, een programma gericht op positief opvoeden waarmee het consultatiebureau werkt. Op haar eigen initiatief werd een zogenaamde complimententeller geïntroduceerd, waarmee ouders het aantal positieve signalen aan hun opgroeiende kind kunnen tellen. Ter bewustwording. “Eén van de talrijke dingen die nog in de steigers staan, is de realisatie van een ‘stenen’ Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), een verzamelgebouw waarin partners als GGD, Altra, Spirit, MEE en Vita samenwerken. Ik hoop dat ook het consultatiebureau hierin een plek krijgt.”
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
Wethouder Ad Verburg (CDA), Aalsmeer
Zedenzaak in veilige handen Ook Ad Verburg kijkt terug op een belevenisvol jaar. In Aalsmeer speelde de zedenzaak rond de Uithoornse zwemleraar André V. een grote rol. Een beperkt delict qua aantal slachtoffers - de beschuldiging luidde seksueel misbruik van drie jonge meisjes tijdens de zwemlessen - maar de impact was groot. “Aalsmeer is een hechte gemeenschap, iedereen kent elkaar,” zegt Verburg. “Het leverde een ongelooflijke onrust op. De inzet van de GGD was ook daarom zeer waardevol. Het zedenprotocol is onmiddellijk in werking gezet, er was direct opvang en informatie aan ouders. Je voelde dat de afwikkeling in veilige handen was. Door ouders goed en duidelijk te informeren in een afgeschermde sessie samen met justitie, politie en het zwembad, hebben we een hype kunnen voorkomen. Inmiddels hebben we stappen gezet om met sportclubs, scouting en vrijwilligersorganisaties centrale afspraken te maken over de begeleiding van jonge kinderen.” Van een andere orde is de begrotingssystematiek van de GGD. Wethouder Verburg is blij met de aanpassingen die zijn gedaan. “De cijfers waren voorheen te algemeen, we zagen niet welke producten de afzonderlijke gemeenten hadden afgenomen. Daar zijn in de raad destijds vragen over gesteld. Het is nu een stuk duidelijker. Hierdoor kunnen we de activiteiten in het lokale gezondheidsbeleid ook beter op elkaar afstemmen. Zo hielden zowel de gemeente als de GGD zich bezig met bijvoorbeeld alcohol en drugs. De GGD heeft alle ervaring en expertise in huis, onnodig voor ons om zelf het wiel uit te gaan vinden. We waarderen de input van de GGD en de bereidheid om mee te denken. Wat interessant wordt, is de uitvoering van de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR). Het rijk bepaalt dat GGD’en straks één regeling hebben per veiligheidsregio, in ons geval Amsterdam, Amstelland en Diemen. De verschillende schaalgroottes maken het natuurlijk lastig, we moeten als kleine gemeente altijd al oppassen om niet onder te sneeuwen. De oplossing die we hebben bedacht is een overkoepelend structureel overleg van alle betrokken zorgwethouders. We zijn benieuwd hoe dat gaat werken.”
Wethouder Crys Larson (VVD), Ouder-Amstel
Nieuw elan Ouder-Amstel is in beweging. Het dorpsplein van Duivendrecht wordt gerevitaliseerd, straten gaan op de schop, er komen twee nieuwe scholen. Wethouder Crys Larson voelt zich er goed bij. “Vernieuwing is nodig, maar ook leuk om mee bezig te zijn. Het geeft nieuw elan.” Wat haar wel zorgen baart is de luchtkwaliteit in de schoolgebouwen. “Dat blijft een probleem voor de gemeente en voor ouders. Omdat we tussen twee snelwegen zitten, zijn onze mogelijkheden beperkt. Niettemin komen de nieuwe scholen gunstiger te liggen en met een state-of-the-art ventilatiesysteem bereiken we een grote verbetering.” “Gezondheid staat hoog op de agenda. Het komend jaar willen we aan de slag met de resultaten van de gezondheidsmonitor. Opvallend is dat mensen in onze gemeente relatief veel aan sport doen, maar ongeveer de helft kampt desondanks met overgewicht. Binnenkort bespreken we de bevindingen van de monitor met alle eerstelijners in Ouder-Amstel. We hebben de GGD gevraagd een toelichting te geven en te adviseren. Ik vind dat we als gemeente en zorgsector moeten proberen dichter bij elkaar te komen, bijvoorbeeld op het gebied van alcoholpreventie. Omdat de drank- en horecawet verandert en handhaving straks
7
8
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
een gemeentelijke taak wordt, zijn wij in gesprek met horeca-ondernemers en sportclubs. Maar de input van huisartsen is daarnaast heel wezenlijk, omdat die meer licht kunnen schijnen op de achterliggende problemen van alcoholmisbruik.” Decentralisatie vraagt veel organisatie. Ouder-Amstel kiest ervoor het Wmo- en het CJGloket te combineren. Anders dan in Amstelveen maakt het consultatiebureau in deze gemeente geen deel uit van het CJG. “Dat is het mooie van gemeentelijk beleid. Je kunt doen wat het beste bij de burgers past. Wij vinden dat de GGD als sterk en vertrouwd merk best op zichzelf kan blijven staan.”
Wethouder Maarten Levenbach (PvdA), Uithoorn
Praktisch blijven Maarten Levenbach deed laatst mee met Zumba-dansen. Het was op een basisschool waar het startschot werd gegeven voor het bewegingsprogramma JUMP-In. Eén van de mooie producten van de GGD, vindt hij. De PvdA-wethouder is voorstander van gerichte acties om problemen aan te pakken. “De afgelopen maanden riep iedereen foei en schande omdat er 5% minder is voor de zorg. Ik vind: laten we vooral kijken hoe we omgaan met die resterende 95%. Wat ik een heel goed initiatief vind, is het structureel overleg dat we hebben ingevoerd met alle partijen in de gezondheidszorg - huisartsen, ziekenhuis, tweedelijn, GGD, Vita. Het hele sociale domein wordt opgeschud, verantwoordelijkheden komen veel meer bij de gemeenten te liggen. Denk aan de Wet werk en bijstand en de AWBZ. Ook op veranderingen in de Jeugdzorg per 2015 wordt al voorgesorteerd. De GGD speelt in veel van deze discussies een rol. Wat voor ons altijd een kwestie is: wat regel je lokaal en wat regionaal? De burger moet terecht kunnen bij één loket. Maar daarachter moeten ook de regionale voorzieningen toegankelijk zijn. Hoe zet je dat goed in elkaar? Het is niet eenvoudig.” “Iets anders is de eis van het rijk om per veiligheidsregio een gemeenschappelijke regeling voor de openbare gezondheidszorg te creëren. De oplossing waar we voor hebben gekozen is een soort holding, een overleg van bestuurders. Cosmetisch misschien, maar ook praktisch. We moeten gewoon dingen voor elkaar zien te krijgen. Zo zou ik ook de GGD aanraden op momenten dat er frictie ontstaat tussen wetenschappelijke inzichten en praktische uitvoering: maak het niet te ingewikkeld. De organisatie is soms misschien wat te veel op Amsterdam georiënteerd, op de problematiek en hectiek van de grote stad, de waan van de dag. Daar zal zo’n overleg hopelijk goed voor zijn: dat we de aandacht kunnen opeisen waar we recht op hebben. Je merkt dat de bereidheid er altijd is om te luisteren en te veranderen. Het is een zeer professionele organisatie.”
3
9
WPG-taken 3.1 Jeugdgezondheidszorg
preventieve gezondheidsonderzoeken (pgo’s).
Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg
Kidos
In het Basistakenpakket (BTP) Jeugdgezondheidszorg (JGZ) zijn de taken en verantwoordelijkheden van de Jeugdgezondheidszorg van 0 tot 19 jaar beschreven. Deze zijn gebaseerd op de Wet Publieke Gezondheid (WPG).Het wettelijke basistakenpakket JGZ maakt onderscheid tussen een uniform en een maatwerkdeel. Het uniforme deel bestaat uit verplichte activiteiten die volgens (landelijk) protocol aan alle kinderen en jongeren op een bepaalde leeftijd worden aangeboden. Het maatwerkdeel is een verplicht onderdeel van het Basistakenpakket JGZ en omvat activiteiten die afgestemd moeten worden op behoeftes die binnen een bepaalde gemeente/regio of bij bepaalde doelgroepen bestaan. Het aanbod kan zowel individueel als groepsgewijs worden ingevuld. Dit basistakenpakket is in goede onderlinge samenwerking in 2011 voor de periode 2012-2016 opnieuw vastgesteld. Het nieuwe BTP voldoet aan de huidige ontwikkelingen (landelijk, lokaal, regionaal), de lokale situatie, de inspectie-eisen en de richtlijnen JGZ.
De invoering van Kidos, het Digitaal Dossier JGZ, verliep in 2011 conform de planning en begroting. De laatste stap was het inscannen van het laatste restant van papieren dossiers eind 2011. Hiermee is binnen een periode van drie jaar een megaklus volbracht, waarbij vele JGZ’ers betrokken waren en waaraan velen hard aan hebben gewerkt. Het was plezierig om vast te stellen dat planning, fasering, aanpak en begroting juist waren. Wel is het zo dat het werken met een digitaal dossier voor alle professionals binnen JGZ een grote omschakeling is en de registratie in een digitaal dossier structureel extra tijd kost. Dit blijkt ook uit landelijk beschikbare gegevens.
Uitvoering basistakenpakket, projecten en plusproducten Het basistakenpakket (uniform en maatwerk) is conform de ‘Productbeschrijvingen openbare gezondheidszorg Regio Amstelland d.d. 10-102007’ uitgevoerd. De daarbij behorende personele formatie was vooralsnog op sterkte; maar het begint echter wel meer moeite te kosten om te beschikken over een goede invalpool. De arbeidskrapte begint meer en meer voelbaar te worden.
Twee scholen erbij In september 2011 kwamen er twee scholen bij in de regio Amstelland. Zo ging basisschool ‘de Tra’’ in Uithoorn van start met zo’n 25 leerlingen in het eerste schooljaar. De verwachting is dat de school verder gaat groeien. Daarnaast verhuisde de Praktijkschool Koningin Emma (een school voor voortgezet speciaal onderwijs, met 155 leerlingen) per september van Hoofddorp naar Uithoorn. De Koningin Emmaschool is de eerste school voor voortgezet speciaal onderwijs in de regio Amstelland. Beide scholen doen mee aan de
SamenStarten Begin 2011 zijn we gestart met de invoering van SamenStarten, een instrument voor vroegsignalering van psychosociale problemen bij 0-4 jarigen, SamenStarten gaat uit van de eigen kracht van ouders en richt zich mede op versterking van de lokale samenwerking in gezondheid en welzijn, waardoor het ook stimulerend is voor de ontwikkeling van het CJG. SamenStarten is evidence based en wordt door de inspectie aanbevolen. Tijdens het verlengd 8-wekenconsult bij JGZ wordt door de verpleegkundige het DMO-protocol gehanteerd. Dit protocol, ontwikkeld door de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) van de gemeente Amsterdam, is een hulpmiddel om in gesprekken met ouder(s)/opvoeder(s) zicht te krijgen op vijf aspecten die van invloed zijn op de ontwikkeling van het kind: het welbevinden van het kind, de competentie van de ouder, de rol van de partner, sociale steun en ‘obstakels’ (wonen/werken/verslaving/schulden). Indien nodig volgt een huisbezoek en/of wordt verwezen naar passende hulp. In de daaropvolgende Preventieve Gezondheidsonderzoeken (PGO’s) evalueert de verpleegkundige de situatie en ondernomen acties. Zonodig zet zij nieuwe acties in. De medewerkers zijn in 2011 intensief getraind in de methodiek, middels scholingen, intervisie en video-interactiebegeleiding. Vanaf april zijn we gestart met de uitvoering en uitrol. In het
10
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
najaar was er een startbijeenkomst voor JGZ’ers en samenwerkingspartners. Hier kon men nader kennismaken met de methodiek, maar ook informatie uitwisselen rondom adequaat verwijzen binnen de regio.
Triple-P Triple-P /Positief Opvoeden is een laagdrempelig en integraal programma met als doel (ernstige) emotionele en gedragsproblemen bij kinderen te voorkomen of te verminderen door het bevorderen van competent ouderschap. JGZverpleegkundigen zijn de uitvoerders van niveau 2, wat inhoudt dat zij antwoord geven op alledaagse opvoedingsvragen aan ouders. Andere niveaus gaan over informatiecampagnes, gericht advies en ondersteuning bij gedragsproblemen. JGZ neemt het grootste aandeel in van Triple P interventies in Amstelland en het aantal daarvan blijft ook onveranderd hoog: 1037 eerste contacten over opvoedingsvragen (niveau 2).
Babygroepen Voor ouders van eerste kinderen (kind tussen de 2 en 20 weken) organiseert JGZ zogenaamde babygroepen. Dit zijn vier bijeenkomsten gericht op het ondersteunen en versterken van ouders van eerste kinderen, om opvoedingsonzekerheid bij de ouders weg te nemen. De nadruk ligt op het geven van voorlichting, onderling uitwisselen van ervaringen en het wennen aan het ouderschap. Onderwerpen die aan de orde komen: zwangerschap, bevalling, kraamtijd, huilen, troosten, slapen, ritme, hechting, ontwikkeling, spelen en ouderschap. Deelname aan de babygroep wordt gestimuleerd door de verpleegkundige en/ of de arts, waardoor gericht toeleiding plaatsvindt. Uit de evaluaties blijkt dat de babygroepen zeer gewaardeerd worden. Ouders geven aan zich na afloop zekerder te voelen in de omgang met hun kind. Daarnaast werkt de babygroep versterkend voor het eigen netwerk; de meeste ouders houden na afloop onderling contact met elkaar. In 2011 werden vijf babygroepen georganiseerd. In totaal namen 48 ouders/ouderparen deel. Hiervan waren er 35 afkomstig uit Amstelveen, zes uit Ouder-Amstel, vier uit Aalsmeer en drie uit Uithoorn.
Vroeg- en Voorschoolse Educatie Eind 2010 hebben we nieuwe afspraken met de Amstelland-gemeenten kunnen maken over eenduidig indiceren en toeleiden naar Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE) voorzieningen in de regio. Bestaande protocollen, werkwijzen en
het Digitaal Dossier JGZ zijn aangepast en in het voorjaar van 2011 zijn deze gepresenteerd aan beleidsambtenaren van de gemeenten en de VVE-aanbieders. Per 1 maart 2011 wordt conform de herziene afspraken gewerkt. Na evaluatie met gemeenten en aanbieders hebben we in het najaar van 2011 opnieuw enkele aanpassingen gedaan. In de periode maart t/m december 2011 heeft JGZ in de regio Amstelland 231 kinderen geïndiceerd voor VVE. Het gaat hierbij om kinderen in de leeftijd in de leeftijd van 11 maanden tot en met 2 jaar en 10 maanden. Tijdens de contactmomenten in deze periode kan VVE-indicatie plaatsvinden.
Lokaal Analyse Team/RCA JGZ heeft deelgenomen aan het Lokaal Analyse Team/RCA. De afdeling heeft haar expertise ingebracht om samen met ketenpartners te komen tot één plan voor gezinnen die te maken hebben met complexe problematiek. Daarnaast heeft JGZ ook eigen cases ingebracht. Al langer bestond het plan binnen de regio Amstelland om het LAT en het Multi-Disciplinair Overleg Plus (MDO+), waarin onder voorzitterschap van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam complexe problematiek met diverse Jeugdzorgaanbieders werd besproken, samen te voegen. Vanaf oktober werd deze samenvoeging gerealiseerd in het RCA. Uiteindelijk zat JGZ vooralsnog niet als vaste deelnemer in het RCA. Wel heeft JGZ met BJAA werkafspraken gemaakt zodat de informatie en het advies van JGZ meegenomen kan worden. Ook zijn er met de voorzitter van RCA werkafspraken gemaakt, zodat JGZ tijdig de agenda ontvangt en informatie kan geven, dan wel indien nodig aanschuift. Afgelopen periode bleek dat een aantal malen wenselijk. Afgesproken is dat genoemde werkafspraken in 2012 geëvalueerd worden.
Stevig Ouderschap In 2011 werden dertig nieuwe trajecten Stevig Ouderschap gestart, een interventieprogramma dat voorziet in begeleiding van gezinnen met een verhoogd risico in een crisis te komen die kan leiden tot huiselijk geweld.
gemeente Amstelveen
nieuwe trajecten 13
Aalsmeer
5
Uithoorn
6
Ouder-Amstel
6
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
Nog eens negentien gezinnen kregen op basis van de ingevulde vragenlijsten een indicatie voor het volgen van het programma, maar weigerden deelname: gemeente
deelnameweigeraars
Amstelveen
7
Aalsmeer
5
Uithoorn
3
Ouder-Amstel
4
en Ouder-Amstel doen dit vooralsnog individueel. Eind 2011 was nog niet duidelijk wat een en ander zou betekenen voor het CJG-loket/frontoffice. Wij hebben daarom een voorstel gedaan waardoor de frontoffice vooralsnog door ons bemenst blijft. JGZ is de grootste kernpartner van het CJG. Binnen JGZ wordt de noodzaak en urgentie gevoeld om het CJG Amstelland goed neer te zetten en te ontwikkelen. Wij dragen daar met onze expertise graag aan bij.
Ondersteuning voor Kinderrijk Ondanks alle inspanningen blijft het aantal deelnemende gezinnen over de afgelopen jaren stabiel; steeds rond de dertig geïndiceerde gezinnen die deelnemen en tegen twintig geïndiceerde gezinnen die weigeren.
Bemoeizorg Bemoeizorg richt zich op kinderen waarover ernstige zorgen bestaan en waarbij men twijfelt aan de verantwoordelijkheid die de ouders nemen in de zorg voor de gezondheid en de ontwikkeling van hun kind. Door middel van extra contacten wordt gedeelde zorg geformuleerd met als doel het inzetten van passende zorgverlening. Bemoeizorg wordt gefinancierd uit OGGZ-middelen. In 2011 namen 28 gezinnen met in totaal 45 kinderen deel aan bemoeizorg, drie gezinnen meer dan geraamd en bekostigd. In het eerste half jaar ging het nog maar om vier gezinnen, in het tweede half jaar kwamen er 24 bij.
Centra voor Jeugd en Gezin JGZ heeft in 2011 de frontoffice van het regionaal knooppunt van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Amstelland bemenst, alsook de lokale inlooppunten CJG in Aalsmeer en Uithoorn. Verder leverde ze de maandelijkse rapportages telefonie en cliëntcontacten van alle inlooppunten CJG. JGZ-medewerkers en leidinggevenden namen deel aan diverse werkgroepen en (lokale) bijeenkomsten van het CJG. Daarnaast was JGZ trekker van een van de werkgroepen, namen JGZ’ers deel aan de redactieraad, nam de teamleider deel aan het organisatieteam van de CJG-dag in september en regelden de frontoffice-medewerkers de toegang tot het intranetgedeelte op de CJG-website voor alle professionals. Tevens werd JGZ trekker van een werkgroep sociale kaart. Eind 2011 werd bekend dat het convenant CJG Amstelland zou worden opgezegd. Gemeenten Aalsmeer en Amstelveen gaan samen aan de slag met de doorontwikkeling van het CJG, Uithoorn
In het vroege voorjaar van 2011 hebben we als JGZ gedurende een week op diverse kinderdagverblijven en locaties voor buitenschoolse opvang van Kinderrijk in Amstelland ondersteuning geboden aan personeel en ouders. Dit naar aanleiding van de aanhouding van een verdachte in relatie tot de zedenzaak in Amsterdam. De aanwezigheid en betrokkenheid van GGD’ers werd door zowel Kinderrijk als ouders erg op prijs gesteld.
Overige ontwikkelingen De stadsregionale verwijsindex risicojongeren Matchpoint werd eind november door JGZ in gebruik genomen. JGZ-medewerkers zijn geschoold en getraind in het gebruik ervan. Medio juni is de pilot Transitie Jeugdzorg in regio Amstelland van start gegaan, een traject waarin de verantwoordelijkheid voor jeugdzorg van provincie naar gemeenten wordt overgedragen. JGZ is een van de deelnemers en zal een grotere rol gaan spelen in toeleiding en verwijzing naar jeugd- en opvoedhulp. Deze taak past goed bij de rol en de expertise van JGZ. We zijn enthousiast over de pilot, die zich met name richt op kinderen/ jongeren in het basis- of voortgezet onderwijs. In september verhuisde de JGZ-locatie in Uithoorn van het Amstelplein naar het nieuwe gezondheidscentrum de Waterlinie. Een mooie, eigentijdse en praktische locatie voor zowel klanten als medewerkers. In 2011 werd binnen JGZ een uitvoerig klantenonderzoek uitgevoerd door Bureau O+S (Onderzoek + Statistiek, onderdeel van gemeente Amsterdam). Niet alleen ouders, maar ook jongeren en contactpersonen uit het onderwijs werden op diverse wijzen bevraagd. De onderwerpen van onderzoek waren bejegening, communicatie, bereikbaarheid, contacten, dienstverlening, deskundigheid en kwaliteit van de adviezen.
11
12
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
De ervaringen van alle genoemde groepen waren overwegend positief. We zijn trots op dit resultaat. Om hulpverlening aan multiprobleemgezinnen effectiever te maken is door het Rijk de aanpak ‘Eén gezin, één plan’ geïntroduceerd. De aanpak moet zorgen voor optimale afstemming van alle hulp en zorg die vanuit verschillende voorzieningen aan een gezin wordt geboden. Vanwege deze aanpak werken wij sinds oktober 2011 met integrale teams JGZ 0-19 jaar. Dit betekende ook in Amstelland een herinrichting. De JGZ-teams in Amstelland vormen nu samen met de teams in Amsterdam Zuid regio 4. Met de integrale teams willen we de aansluiting met wijkgerichte ketenpartners en de CJG’s verder versterken. Al sinds vele jaren plant JGZ in de regio Amstelland de spreekuren, consulten en daaraan gekoppelde personele inzet voor 0-4 jaar centraal. Ook haar telefonische bereikbaarheid is centraal geregeld. Vanaf begin 2011 zijn we gestart om het regionaal centraal plannen verder uit te breiden naar JGZ 4-19 jaar. In het derde kwartaal was deze vernieuwde werkwijze volledig geïmplementeerd. Het regionaal centraal plannen levert een belangrijke bijdrage aan een efficiënte klantvriendelijke JGZ met een hoog bereik.
Huisvesting De huisvesting van JGZ in de regio Amstelland kan beter. Dit is al een aantal jaar gespreksonderwerp tussen de GGD en de regio. In 2011 is een begin gemaakt met het oplossen van huisvestingsproblemen.
• De huur van de JGZ-locatie in Aalsmeer hebben we voor de duur van één jaar kunnen verlengen. De eigenaar heeft het pand al geruime tijd in de verkoop staan. Het pand kent veel achterstallig onderhoud, is te klein, voldoet niet aan de eisen en is eigenlijk niet op de juiste plek gehuisvest binnen de gemeente (te ver van kinderrijke nieuwbouwwijk). Een andere locatie lijkt vooralsnog echter niet voorhanden. • De huidige huisvesting van de JGZ-locatie in Duivendrecht voldoet niet meer aan de tegenwoordige eisen voor JGZ-locaties. Daarnaast is het gezien de beperkte openstelling in verband met het geringe aantal kinderen ook kostbaar om een geschikte en kwalitatief goede JGZ-locatie in Duivendrecht te exploiteren. Samen met de gemeente Ouder-Amstel gaan we in 2012 op zoek naar een oplossing. • De locaties Bourgondische Laan en Melkweg in Amstelveen kampen met achterstallig onderhoud en ruimtegebrek. Samen met de locatie Laan van de Helende Meesters zijn er drie JGZ-locaties in Amstelveen, maar spreiding hiervan is niet ideaal. Een mogelijkheid zou zijn de JGZ-locatie Melkweg onder te brengen in locatie Orion die ten behoeve van het CJG ontwikkeld wordt. Eind 2011 is een onderzoek hiernaar gestart. De GGD blijft in overleg met de gemeente Amstelveen om voor de JGZ- locaties een kwaliteitsslag te maken. • De locatie in Uithoorn is net vernieuwd en prima geschikt voor het werk van JGZ. GGD Amsterdam wil graag samen met de regio bekijken of het totale huisvestingsvraagstuk in 2012 verder aangepakt kan worden door verbeteringen te realiseren waar dat nodig en mogelijk is.
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
13
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
14
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
Kengetallen JGZ Aantal kinderen van 0-4 jaar onder zorg 0 jaar
1 jaar
2 jaar
3 jaar
Aalsmeer
354
409
405
443
0-4 jaar 1.611
Amstelveen
887
964
945
1.020
3.816
Ouder-Amstel
127
123
131
145
526
Uithoorn
296
283
316
318
1.213
1.664
1.779
1.797
1.926
7.166
Totaal
Bereik 0-jarigen: kinderen geboren in 2011 met consult in 2011
Bereik 3-jarigen: kinderen geboren in 2008 met consult in 2011
consult
geen consult
Aalsmeer
354
1
Aalsmeer
consult
Amstelveen
887
4
Amstelveen
geen consult
443
7
1.020
79
Ouder-Amstel
127
0
Ouder-Amstel
145
6
Uithoorn
296
1
Uithoorn
318
16
1.664
6
Totaal
1.926
108
Totaal
Aantal leerlingen van 4-19 jaar onder zorg Totaal aantal kinderen PO Totaal aantal kinderen SBO Totaal aantal kinderen VO + SVO Totaal aantal kinderen ROC totaal aantal leerlingen onder zorg
13.897 370 8.892 850 24.009
Het gaat hier om de kinderen die onder de zorg van de JGZ-regio Amstelland vallen. Het aantal leerlingen van 4-19 onder zorg kan niet makkelijk per gemeente worden uitgesplitst, aangezien het kind niet altijd naar school gaat in de
gemeente waar hij/zij woont. Dit geldt vooral voor het voortgezet onderwijs, zoals in Ouder-Amstel, waar geen school voor voortgezet onderwijs is. Kinderen uit Ouder-Amstel gaan dus naar diverse scholen in Amsterdam of elders in de regio.
15
16
Jeugdgezondheidszorg: preventie voorop Van hielprik tot coaching van ouders: alles wat cluster Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Amsterdam moet en kan doen, staat in het JGZ-productenboek. De Amstelland-gemeenten zijn blij met de heldere systematiek en positief over de ervaringen met producten als Samen Starten en Stevig Ouderschap. JGZ-productenboek De overheveling van taken naar gemeenten veroorzaakt veel beweging in het sociale domein. Gemeenten en partners in zorg en welzijn slaan de handen steviger in elkaar. Maar wie doet wat in de nieuwe situatie? En op welke schaal? Waar ligt de regie? Het is ook in Amstelland een behoorlijke puzzel. De plaats van de jeugdgezondheidszorg is een van de puzzelstukjes. Moet het GGDconsultatiebureau als aparte naam blijven bestaan, zoals het bestuur van Uithoorn en Ouder-Amstel wil? Of moet het als icoon opgaan in het Centrum voor Jeugd en Gezin? De gemeenten doen hun best lokale behoeften met landelijke eisen te verenigen. En het productenboek van de JGZ komt aan deze maatwerkgedachte tegemoet.
Maatwerk In het JGZ-productenboek staat een omschrijving van alle activiteiten, de inzet en de prijs van het aanbod. Er is een verplicht uniform deel, waaronder de reguliere huisbezoeken en de rijksvaccinaties. Er is een maatwerkdeel, waarin de door het rijk gegeven kaders zijn uitgewerkt in een lokaal toepasbaar product. En er zijn de plusproducten, programma’s en projecten waarvoor de blauwdruk veelal landelijk klaarligt en die lokaal worden ingevuld, zoals het programma Stevig Ouderschap.
Heldere omschrijving “Het resultaat is een mooie, afgewogen waaier van producten,” zegt Marius Reijnen, beleidsadviseur bij de gemeente Uithoorn, die namens de Amstellandgemeenten over het productenboek overlegde met regiomanager JGZ-Amstelland Petra van Tiggelen. “Alles is helder omschreven zodat we snappen waar het voor is en wat we ervan kunnen verwachten. Je weet wat je krijgt voor je geld en wie je aan moet spreken als iets niet goed gaat.” De meeste plusproducten zijn door Amstelveen, Aalsmeer, Ouder-Amstel en Uithoorn gezamenlijk
ingekocht. Zoals de toeleiding naar vroeg- en voorschoolse educatie (VVE), waarbij is de indicatiestelling is geharmoniseerd.
SamenStarten SamenStarten is een van de producten in het basistakenpakket voor nul tot vierjarigen waarvan het belang in de Amstelland-gemeenten alom wordt erkend. Een programma ter ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling van jonge kinderen, dat de GGD conform inspectie-eisen aanbiedt als evidence based instrument voor vroegsignalering. SamenStarten is met name gericht op het bijstaan van ouders. Bij het acht weken consult is twintig minuten extra tijd gereserveerd om met hen te praten over alle aspecten van het gezinsleven. Verpleegkundigen die met SamenStarten werken noemen vooral deze empowerment als winst. Marjolein Keij is projectleider van het programma in Amsterdam en Amstelland. “Je bouwt een vertrouwensrelatie met elkaar op, waardoor een open gesprek vaak mogelijk is. Ouders delen wat goed gaat en waar ze trots op zijn, dit werkt versterkend. Daarnaast ontstaat een sfeer waarin ze ook hun zorgen durven uit te spreken. Vaak komt een ouder zelf tot een oplossing tijdens het gesprek. Dat ze hulp inschakelen van hun eigen netwerk, zodat ze een avondje kunnen ontspannen bijvoorbeeld. Er zijn ook situaties waarin ouders hulp willen, dan helpen wij ze op weg.”
Normaliseren Marjolein werkte zelf acht jaar als jeugdverpleegkundige in Amsterdam Zuidoost. Het DMO-protocol, nu onderdeel van SamenStarten, vond ze enorm motiverend. “Je pikt als verpleegkundige altijd veel signalen op. Het protocol voorzag in extra tijd en systematische aandacht voor al die factoren. Dat was een enorme erkenning.” “SamenStarten is een verrijking voor je rol als verpleegkundige,” vindt ook Anneke Bijl, teamleider van cluster JGZ in Amstelland. “Met gerichte vragen
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
vorm je een beeld. Hoe ouders het samen rooien, waar ze hun steun vandaan halen, wat ze belangrijk vinden en wat hun verwachtingen zijn. Je merkt dan ook wanneer het minder gaat en waarin je ze kunt steunen. Ouders moeten weten dat sommige problemen vaker voorkomen, dat anderen ze ook hebben. Baby’s die urenlang huilen, bijvoorbeeld, druk op de relatie. Normaliseren, noemen we dat. We merken dat dat veel ouders geweldig helpt. En wat al goed gaat, dat wil je alleen maar versterken.”
Stevig Ouderschap Het interventieprogramma Stevig Ouderschap had in Amstelland al eerder wortel geschoten. Het programma voorziet in begeleiding van gezinnen met een verhoogd risico op kindermishandeling. Een gekwalificeerde interventieverpleegkundige legt in dit programma in anderhalf jaar tijd zes à zeven huisbezoeken af, waarbij zij ouders steunt bij het veilig opvoeden van hun kind. Anders dan bij Samen Starten, dat álle kinderen betrekt, selecteert Stevig Ouderschap te volgen gezinnen middels een vragenlijst aan ouders. De vragen gaan over risicofactoren zoals geweld en onveiligheid in de eigen jeugd.
Laagdrempelig Marianne Telgenhof is één van de drie interventieverpleegkundigen die werken met Stevig Ouderschap in Amstelland. “Het invullen van de vragenlijst is niet verplicht, maar wij proberen ouders te stimuleren dit wel te doen. Tijdens het eerste huisbezoek vraag je naar hun ervaringen met het ouderschap. Je zeg bijvoorbeeld: ‘Soms begint ouderschap wat minder ontspannen. Hoe is dat bij u?’ Ook vraag je naar de eigen jeugd. Blijken er negatieve ervaringen te zijn, dan brengen we Stevig Ouderschap onder de aandacht en proberen we hen te motiveren deel te nemen.” Marianne denkt wel dat de toeleiding beter kan, door meer aandacht voor het programma in een vroeger stadium. “Ik denk dat de doelgroep groter is dan de mensen die we zien, en dat is een gemiste kans.” De kracht van het programma zit in de laagdrempeligheid, denkt ze. “Je bent geen therapeut, je bent gewoon luisterend aanwezig. Wat je vaak hoort is: ‘Fijn dat je er bent, want familie en vrienden hebben altijd hun mening klaar en hebben
ook lang zoveel geduld niet.’ Ouders uit de doelgroep zijn vaak onzeker en stellen zich afhankelijk op van wat de directe omgeving vindt. Ze ervaren weinig sociale steun.”
Huilbaby’s Een veel voorkomend probleem zijn baby’s die heel veel huilen. “Soms zien ouders niet dat het kind huilt omdat het moe is. Het is voor hen moeilijk om de verschillende soorten huiltjes (honger, vermoeidheid, vieze luier etc.) te onderscheiden. Ook kan het huiltje haken aan pijnlijke persoonlijke ervaringen uit het verleden van de ouders. Iemand kan bijvoorbeeld ooit in de steek zijn gelaten en dat gevoel projecteren op de huilende baby. Het is dan makkelijk om niet een baby te zien die moe is en naar bed moet, maar een baby die zielig is, in de steek gelaten. Het gevolg kan zijn dat ouders de baby oppakken en bij zich houden. Daardoor gaat men voorbij aan het eigenlijke probleem, wordt het inslaapproces verstoord en kan de baby makkelijk overprikkeld raken. Ik vraag de ouders wat zij zien aan het huiltje van de baby, dan vertel ik wat ik zelf zie en denk dat de baby nodig heeft. Ik help ouders het kindje rustig in bed te leggen en laat ze dan weglopen. Het is fijn om ouders te leren hun eigen gevoelens niet te projecteren op hun baby en ze onder meer door het leren interpreteren van verschillende huilsoorten in staat te stellen om in te zien wat de baby werkelijk nodig heeft. Als ouders merken dat de aanpak werkt, worden ze merkbaar ontspannen. En de baby natuurlijk ook. Geen afwijzing of oordeel dus, maar naast de ouders staan en ze ondersteunen. Ik geef ouders de regie en zet ze in hun kracht.”
Schulden en huisvestingsproblemen In Amstelland startten in 2011 in totaal 30 gezinnen een traject Stevig Ouderschap. ‘Ik heb zelf één keer het Steunpunt Huiselijk Geweld ingeschakeld, maar geen enkel gezin heb ik tot nu toe hoeven melden bij de Kinderbescherming.” Marianne en haar collega’s ervaren veel steun van partners uit zorg en welzijn, ook van vrijwilligersorganisaties als Homestart en Humanitas. Waar ze zich zorgen over maken zijn de schulden en huisvestingsproblemen die in veel gezinnen de sfeer bepalen. “Daar hebben wij vaak geen antwoord op.”
17
18
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
3.2 Milieu & Gezondheid Algemeen Het cluster Leefomgeving bestaat uit drie afdelingen: Milieu & Gezondheid, Luchtkwaliteit en Dierplaagbeheersing. De afdeling Milieu & Gezondheid houdt zich bezig met alle onderwerpen waar milieu en gezondheid elkaar raken. De afdeling behandelt meldingen van burgers, geeft adviezen aan bestuur, collegadiensten en bewoners, geeft voorlichting, doet onderzoek en signaleert nieuwe problemen. De afdeling voert deze activiteiten uit in alle gemeenten van het werkgebied van de GGD Amsterdam, dus ook voor Amstelland en Diemen. Milieu & Gezondheid biedt daarnaast tweedelijns ondersteuning aan de GGD’en van de provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland en coördineert de zogenaamde GAGS (Gezondheidkundige Adviseur Gevaarlijke Stoffen) functie voor de veiligheidsregio’s in deze provincies. Medewerkers van de afdeling draaien zelf mee in de piketfunctie GAGS. De afdeling luchtkwaliteit beheert het luchtmeetnet van Amsterdam. Daarnaast doet de afdeling (aanvullend en betaald) het beheer van de online luchtmeetnetten van de provincie Noord-Holland, de gemeente Zaanstad, de haven van Amsterdam en de Milieudienst van Curaçao. Ook doet ze offline metingen met Palmesbuisjes in Zaanstad, Amstelveen, Diemen, Utrecht en Ouder-Amstel (buiten de reguliere begroting, tegen betaling). In opdracht van diverse gemeenten en bedrijven voert de afdeling Luchtkwaliteit projectmatige metingen uit bij bodemverontreinigingen, arbo-hygiënische vraagstukken en wetenschappelijke onderzoeken. Elk jaar rapporteert de afdeling onder andere over de luchtkwaliteit in Amsterdam. Samen met de afdeling Milieu & Gezondheid doet de afdeling onderzoek naar onder andere maatregelen om de lucht schoner te maken (waaronder een landelijk onderzoek naar de effectiviteit van de milieuzone), de invloed van scheepvaart op de luchtkwaliteit en filter- en ventilatietechnieken op scholen langs rijkswegen en andere drukke wegen. De afdeling Dierplaagbeheersing (DPB) sluit contracten af met bedrijven/instellingen om door dieren veroorzaakte overlast beheersbaar te maken. De afdeling komt in actie zodra particulieren/ instellingen incidentele meldingen van overlast
doen. Daarnaast vinden er in samenspraak met de stadsdelen activiteiten plaatst in de openbare ruimte (monitoring en beheersbaar maken overlast). De nadruk ligt daarbij op het voorkómen van overlast van dierplagen, met dierenwelzijn en milieu als belangrijke pijlers. We hebben deze visie ook voor de openbare ruimte ontwikkeld, samen met andere diensten van de gemeente Amsterdam, de stadsdelen en diverse dierenwelzijnsorganisaties. De visie is te lezen in de nota ‘Beleid en aanpak van schade of overlast door dieren in de openbare ruimte (met gezond verstand samenleven met dieren)’. Dierplaagbeheersing is grotendeels een markttaak. Voor Amsterdam voert de afdeling DPB ook zorgtaken uit, zoals het ophalen van dode dieren, afhandeling van meldingen over de bruine rat in en om woningen en een 24-uurs beschikbaarheiddienst. Sinds 2009 coördineert DPB samen met de afdeling Milieu & Gezondheid de bestrijding van de eikenprocessierups, in opdracht van de stadsdelen verenigd in het Groenoverleg (GGA).
Activiteiten 2011 Een ontwikkeling die vanaf 2006 is ingezet is het meer aandacht geven aan gezondheid bij ruimtelijke projecten. De afdeling heeft jarenlang geijverd om gevoelige groepen beter te beschermen tegen luchtverontreiniging, bijvoorbeeld door terughoudend te zijn bij het bouwen van gevoelige bestemmingen zoals scholen langs drukke wegen. In 2010 was de Academische Werkplaats Medische Milieukunde afgelopen. Dit was een samenwerkingsverband met het toonaangevende onderzoeksinstituut IRAS van de Universiteit Utrecht, waarin onderzoek werd gedaan naar verschillende maatregelen om de lucht schoner te maken, zoals filter- en ventilatietechnieken op scholen langs rijkswegen en andere drukke wegen. Het succes van de Academische Werkplaats heeft geleid tot een vervolg waaraan ook de GGD Rotterdam-Rijnmond en de Erasmus Universiteit meedoen (2011-2014). Hierin zal onder andere onderzoek plaatsvinden naar de gecombineerde gezondheidseffecten van factoren in de stedelijke leefomgeving (lucht, geluid, groen). In 2010 is in de Amstelland-gemeenten (aangevuld met Diemen) de vierjaarlijkse gezondheidsmonitor gedaan. In 2011 is een uitgebreide analyse gedaan van de gegevens die in verschillende hoofdstukken over de verschillende aspecten van gezondheid zijn beschreven. De afdeling Milieu & Gezondheid heeft bijdragen geleverd aangaande bezorgdheid
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
over veiligheid en gezondheid in de woonomgeving, overlast en slaapverstoring door geluid, geurhinder en vocht en schimmel in de woning.
van de dag twee bouwplannen (uit Amstelveen en Aalsmeer) bekeken en van advies voorzien. Naar aanleiding van problemen met asbest op scholen in Amsterdam is een brief verstuurd aan de gemeenten, waarin de afdeling waarschuwt om ook bij kleinere (ver)bouwwerkzaamheden op scholen goed op de eventuele aanwezigheid van asbest te letten.
In alle gemeenten werd geadviseerd over de eikenprocessierups en gezondheid. Daarbij werd materiaal aangeleverd over de bestrijding en monitoring zoals die in Amsterdam plaatsvindt. In het kader van het project ‘Verbetering ventilatie basisscholen’ hebben we in 2011 twee scholen bezocht in Amstelveen: De Zwaluw en Palet Noord. In Aalsmeer, Ouder-Amstel en Uithoorn hadden zich geen scholen aangemeld die in aanmerking kwamen voor het project. In Amstelveen is vanwege klachten over vocht en beperkte ventilatie een onderzoek uitgevoerd in een bijgebouw van de Roelof Venemaschool. In Uithoorn is vanwege klachten over temperatuur en ventilatie nog een onderzoek gaande in de Brede school Legmeer. In beide gevallen is het rapport verstuurd naar de betreffende gemeenten. Om het werk van de afdeling onder de aandacht te brengen bij de bevolking van Amstelland en Diemen werden regelmatig artikelen aangeleverd bij de gemeente en de plaatselijke kranten. In de artikelen zijn verschillende onderwerpen behandeld die interessant zijn voor de bevolking, bijvoorbeeld asbest, kwik, koolmonoxide, vochtproblemen, mechanische ventilatie, balansventilatie et cetera. Een medewerker heeft op 24 januari op RTV Amstelveen verteld over de noodzaak en juiste wijze van ventileren. In Amstelveen heeft de afdeling op 13 januari een voorlichting georganiseerd over de eikenprocessierups en gezond groen in de wijk. De dag was bedoeld voor geïnteresseerde ambtenaren uit de regio (voornamelijk uit de Amstellandgemeenten). In verband met het bestrijden van de eikenprocessierups werd onder andere gekeken naar ervaringen uit Amsterdam en uit Brabant, waar de rups al langere tijd voorkomt. Er bleek veel behoefte te zijn aan kennis delen en samenwerken. In het kader van gezond groen zijn aan het einde
De afdeling heeft een notitie gemaakt voor de regio rond Schiphol, naar aanleiding van een Zwitsers onderzoek over de invloed van geluid van vliegverkeer op gezondheid. Het Zwitserse onderzoek bleek vergelijkbare resultaten op te leveren met eerdere resultaten op dit gebied. De notitie is gestuurd naar alle Amstelland-gemeenten. Aan Ouder-Amstel is twaalf keer advies uitgebracht. De adviezen gingen over ventileren op een school langs een snelweg en over onderzoek op het gebied van luchtkwaliteit en gezondheid. Daarnaast is er input geleverd voor het Actieplan Geluid. Aan Uithoorn zijn adviezen uitgebracht over een kinderdagverblijf waar men zich zorgen maakte over het geluidsniveau (in verband met Schiphol) en over luchtkwaliteit. Ten tijde van de brand in Moerdijk maakte men zich zorgen over deeltjes die terechtkwamen op auto’s. Het bleek echter om stuifmeel te gaan. De afdeling Milieu & Gezondheid heeft verder deelgenomen aan overleg over natuurspeelterreinen. Ook is het nog interessant om te vermelden dat een GAGS (Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen) van onze afdeling betrokken was bij een oefening van de GHOR op het terrein van Cindu Chemicals in Uithoorn. De GGD Amsterdam verricht geen reguliere taken op het terrein van luchtmetingen in Amstelland. In Amstelveen en Ouder-Amstel werden luchtmetingen (NO2) verricht met een palmesbuisjes-netwerk. Deze metingen worden apart gefinancierd.
Gerealiseerde aantallen Aalsmeer
Amstelveen
Ouder-Amstel
Uithoorn
Totaal
Aantal meldingen
2
15
2
11
30
Aantal adviezen
3
2
12
2
19
Aantal voorlichtingsactiviteiten
0
1
0
0
1
Aantal publicaties
0
1
0
0
1
19
20
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
Het grootste deel van de meldingen betrof in 2011 klachten in verband met bezorgdheid (36%), longen/ luchtwegen (26%) en hinder (19%) De oorzaak van de klacht betreft vaak vocht en schimmel (25%), vervuilde lucht (15%, stank inbegrepen) en asbest (12%). Dit beeld is weinig anders dan dat van voorgaande jaren. Het aantal meldingen is lager dan geschat, maar hoger dan vorig jaar. Dit is gunstig uit het oogpunt van actief burgerschap en wijst erop dat de Amstelland-gemeenten bezig zijn met een inhaalslag. Het aantal adviezen is weliswaar lager dan geschat, maar de adviezen die niet specifiek aan een gemeente zijn toe te schrijven (ook niet aan Amsterdam) zijn allemaal bij Amsterdam gerekend en komen dus niet terug in de voorgaande tabel. Dit geldt ook voor algemene adviezen ten behoeve van de regio Amstelland, alsook voor de voorlichtingsactiviteiten (met name presentaties) en publicaties, die in totaal (dus inclusief Amsterdam) hoger uitkomen dan gepland.
3.3 Infectieziektenbestrijding De onderafdeling Infectieziekten van cluster Infectieziekten houdt zich bezig met het opsporen, behandelen en voorkomen van infectieziekten. Om deze activiteiten mogelijk te maken is er een meldingsplicht voor de behandelend arts en het laboratorium waar de diagnose is gesteld: zij moeten de patiënt melden bij de GGD. Daarnaast dienen instellingen zoals verpleeghuizen en scholen melding te doen van een ongewoon aantal zieken.
Kengetallen Infectieziektenbestrijding Amstelland Gemelde ziektes
verbeteren, doet inspecties van tatoeage- en piercingstudio’s en geeft in Amsterdam ship sanitation certificaten aan schepen.
Activiteiten 2011 Bij de Inspectie Kinderopvang zijn in 2011 niet alle inspecties kinderopvang gerealiseerd vanwege alle extra werkzaamheden die verband houden met de aanbevelingen van de Commissie Gunning. Deze commissie was ingesteld om te leren van de grote zedenzaak in Amsterdam. Wat kan er allemaal beter in de kinderopvangsector, samen met het toezicht op de sector en de handhaving. De commissie Gunning en haar uitwerking heeft veel capaciteit gevraagd van de Inspectie Kinderopvang. Als gevolg daarvan zijn niet alle inspecties uitgevoerd. Wel zijn er prioriteiten bij het toezicht gesteld op basis van ervaringen uit het verleden. Het niet kunnen uitvoeren van alle inspecties is niet tijdig aan alle gemeenten gecommuniceerd. Om dit niet opnieuw te laten gebeuren zijn hierover inmiddels afspraken gemaakt. Bij het uitvoeren van de inspecties wordt vanaf september bovendien gewerkt met het opstellen van zogenaamde risicoprofielen per locatie. Dit is een nieuw instrument op basis waarvan het inspectieregime per locatie in de toekomst bepaald kan worden. Dit instrument is landelijk vastgesteld. Rondom de Technische Hygiënezorg is eind 2010 een uitgebreid contract afgesloten met zorgaanbieder Cordaan voor een intensieve begeleiding van al hun verpleeghuizen in de regio Amstelland.
Kengetallen Hygiëne en Inspectie Amstelland 89
Controles piercing/tatoo
4
H&P
Bezoekers
503
Contracturen kinderopvang
2078
3.4 Hygiëne en Inspectie
3.5 Tuberculosebestrijding
Algemeen
De GGD Amsterdam verzorgt de tuberculosebestrijding voor haar gehele werkgebied vanuit het hoofdkantoor te Amsterdam. De volgende resultaten zijn in 2011 behaald.
De afdeling Hygiëne en Inspectie heeft twee aparte taken: • De Inspectie Kinderopvang houdt toezicht op kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen. • De Technische Hygiënezorg geeft adviezen om de hygiëne en infectiepreventie bij diverse instellingen en collectieve voorzieningen te
• De aanbevelingen uit het visitatierapport van 2010 zijn in 2011 besproken en waar mogelijk is implementatie gestart. In 2011 is toegewerkt naar een nieuw contract met de regio NoordHolland Flevoland voor de inzet van artsen
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
tuberculosebestrijding. Deze wijzigingen betreffen de opzegtermijn (verlenging naar 2 jaar) en de formatieverdeling over de verschillende GGD’en. • De nieuwe vorm van screening van gedetineerden is in 2011 geïmplementeerd. De verwachting dat dit tot een forse afname van de werkzaamheden zou leiden is voor de regio Noord-Holland Flevoland niet uitgekomen. • Nederland is de verplichting aangegaan om elke 3 jaar 1500 uitgenodigde vluchtelingen op te nemen. Vanaf 2011 worden jaarlijks ongeveer 500 vluchtelingen bij de GGD Amsterdam gescreend op tbc alvorens zij elders in het land worden geplaatst. Per 1 januari 2011 is naast het aanmeldcentrum Ter Apel ook gestart met screenen op tbc bij asielzoekerscentrum Schiphol. • Per 1 september 2011 is het hoofd van de afdeling met pensioen gegaan en is een nieuw hoofd van buiten de GGD aangetrokken.
3.6 Soa/aids-bestrijding Kengetallen Tuberculosebestrijding Amstelland
nieuwe en opnieuw opduikende infectieziekten die relevant zijn voor de openbare volksgezondheid. Onderzoek is geconcentreerd rond de sinds 1984 lopende Amsterdamse Cohort Studies (ACS) naar hiv onder homomannen en druggebruikers, waarvan de deelnemers op de afdeling worden gezien. Ook vindt onderzoek plaats naar andere met name seksueel - en bloedoverdraagbare aandoeningen, met de nadruk op hepatitis C virus (HCV) infecties. De afdeling behuist tevens een unit die online onderzoek doet naar preventie van seksueel -en bloedoverdraagbare aandoeningen en een unit die HCV-behandeling aan druggebruikers met een chronische HCV-infectie biedt in samenwerking met het cluster MGGZ en het AMC. De afdeling is samen met het cluster EDG de trekker van de GGD/ AMC Academische Werkplaats Publieke Gezondheid en coördineert het infectieziektenetwerk waarbinnen ook onderzoek wordt gedaan naar reizigersgerelateerde infecties (naast hiv, soa en virale hepatitis).
Activiteiten 2011
Patiënten
14
Patiënt- contacten
453
Screeningen
843
Vaccinaties
130
Algemeen De Soa-polikliniek voert de volgende taken uit: curatieve soa-zorg: testen en behandelen van soa bij risicogroepen partnerwaarschuwing: bron- en contactopsporing bij gevonden soa seksualiteitshulpverlening (Sense-consulten) De GGD verzorgt de soa-bestrijding en de bron- en contactopsporing voor haar gehele werkgebied vanuit het hoofdkantoor te Amsterdam. Het Streeklaboratorium is werkzaam voor inzenders in de regio Amsterdam en Amstelland en heeft als doel het verrichten van microbiologische laboratoriumdiagnostiek voor o.a. huisartsen, verloskundigen, specialisten en andere afdelingen van de GGD.
Twee regionale projecten zijn uitgevoerd door het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb, ondergebracht bij het RIVM): 1) Uniforme registratie van de resultaten van bronen contactopsporing bij de gemelde infectieziekten; 2) Inventarisatie van de afhandeling van risicovolle accidenten in de regio. Een regionaal project met betrekking tot het oefenen van uitbraken van infectieziekten en een regionaal intervisieproject voor verpleegkundigen zijn in 2011 gecontinueerd. In 2011 is het aantal soa-consulten verder gestegen tot ongeveer 31.715. Het vindpercentage soa is vergelijkbaar met andere jaren, 15,1%. Bron- en contactopsporing is uitgevoerd bij de relevante gevonden soa. In 2011 is de partnerwaarschuwing geïntensiveerd, omdat blijkt dat 29% van de gewaarschuwde mensen een soa heeft.
Soa-polikliniek bestrijding Soa/hiv-testen
De afdeling Onderzoek verricht onderzoek naar
Nieuwe consulten
887
Cliënten
134
Hiv-testen
843
Niet curatieve geslachtsziekte
21
22
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
3.7 Gezondheidsbevorderende taken Algemeen De afdeling Gezondheidsbevordering ontwikkelt en implementeert preventieprojecten rond gezond gedrag, door het geven van voorlichting en educatie aan de doelgroep en intermediairs en door het creëren van een gezonde leefomgeving. Gezondheidsbevordering heeft als doel het beschermen, bevorderen en/of behouden van gezondheid van (risico)groepen door planmatige, structurele en gedragsgerichte interventies.
Activiteiten 2011 JUMP-in JUMP-in is een multi-level interventie gericht op meer bewegen en een gezond eetpatroon van basisschoolkinderen in achterstandswijken. Vanuit de Amstelland-gemeenten hebben in 2011 Amstelveen en Uithoorn aangegeven mee te willen doen met het programma. JUMP-in bestaat uit vier basisonderdelen: signaleren en monitoren, schoolsport, gezond eten op school beleid en oudervoorlichting. Daarnaast kunnen aanvullende onderdelen in het JUMP-in programma opgenomen worden, met keuzethema’s zoals ontbijten, groente/ fruit, buitenspelen, actief vervoer naar school etc. De implementatie vindt plaats in nauwe samenwerking met het Sportbedrijf, de GGD, basisscholen, sportverenigingen, de jeugdgezondheidszorg en diëtisten. JUMP-in is gecertificeerd door het RIVM als theoretisch goed onderbouwde jeugdinterventie. • Amstelveen In het voorjaar van 2011 is de voorbereidende fase uitgevoerd voor de start van JUMP-in in 2011/2012. Met drie scholen zijn contracten ondertekend in september 2011. • Op alle scholen is in het begin van het schooljaar een teampresentatie verzorgd waarbij de leerkrachten geïnformeerd werden over de inhoud van JUMP-in. Naar aanleiding daarvan is er per school een JUMP-in werkgroep samengesteld en zijn er schooljaarwerkplannen opgesteld. Op twee scholen zijn de ouders ingelicht door middel van een presentatie op de algemene ouderavond. Op één school ging dit door middel van een brief. • Op 30 november was de officiële kick-off van JUMP-in in Amstelveen op de Wending. Wethouder Sport J. Levie gaf het officiële startsein. Voor de andere scholen is er een apart aftrapmoment georganiseerd. Tijdens deze kick-offs zijn er activiteiten georganiseerd zoals
oudervoorlichting over gezonde voeding door een diëtiste van Amstelring, dansclinics, gastlessen over gezonde voeding en het maken van smoothies. Aan de start van JUMP-in is aandacht besteed door de lokale media. Met het signaleren en monitoren is in januari 2012 gestart. De leerlingen van de groepen 4 zijn gemeten, gewogen en geïnterviewd. Voedingsbeleid In september 2011 zijn met alle scholen gesprekken gevoerd over een gezond(er) voedingsbeleid. Naar aanleiding daarvan is met de scholen een plan gemaakt voor het schooljaar 2011-2012. In 2011 zijn de volgende activiteiten/plannen reeds uitgevoerd: • Joost van den Vondel (lunchen) • Verandering voedingsbeleid: na overleg met GGD aanscherping in de regels en handhaving m.b.t. traktaties. • Vijfweekse fruitactie tijdens de lunch (2x per week groente/fruit bij de lunch) geïnitieerd door de GGD. Als stimulans om groente of fruit mee te nemen tijdens de lunch. • Verandering voedingsbeleid: na een teamvergadering met de diëtiste en de GGD besloten op schoolactiviteiten geen gezoete dranken meer te schenken. • Traktatiewedstrijd: kinderen die een verantwoorde traktatie meenemen komen in de nieuwsbrief. Aan het eind van het schooljaar wordt een winnaar gekozen. Hierdoor is het aantal ongezonde traktaties enorm afgenomen. • Wending (groente, fruit en traktaties) • Verandering voedingsbeleid: na een teamvergadering met de diëtiste en de GGD is besloten om tijdens de pauze om 10 uur geen andere tussendoortjes te accepteren dan groente of fruit. • Gezonde kookworkshop met veel groente en fruit. • Oudervoorlichting over gezonde basisvoeding en verantwoorde tussendoortjes door diëtiste. Sport In 2011 zijn er de volgende sportactiviteiten op de scholen georganiseerd. Hierbij is een combinatie gemaakt met de promotie van de JeugdActiviteitenPas. • Joost van den Vondel • Schooljudo voor groepen 3, 4, 5, zes weken onder schooltijd, met mogelijkheid tot zes weken na schooltijd (sept.-okt.) • Clinic ropeskipping (een gevorderde vorm van
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
touwtjespringen) voor alle kinderen van de TussenSchoolseOpvang (TSO) (nov.) • Clinic ropeskipping, theorie en praktijk voor de begeleiding van de TSO (nov.) • Leentas springtouwen voor alle kinderen (nov.) • Pionier • Schooljudo voor groepen 3 en 4, zes weken onder schooltijd, met mogelijkheid tot zes weken na schooltijd (sept.-okt.) • Clinic Go biking voor groepen 6,7 en 8 (okt.) • Clinic taekwondo voor groep 5 (nov.) • Volleybalclinics gr 5 t/m 8 (dec.-jan.) • Schoolcoördinator heeft geïnventariseerd wat er aan buitenspeelmaterialen aanwezig is en biedt tijdens gymles spellen aan die buiten in pauzes ook gedaan kunnen worden. • Wending • Clinic streetdance onderbouw, middenbouw (nov.) • Clinic capoeira bovenbouw (nov.) • Clinic dans tijdens kick-off voor alle klassen (nov.)
• Uithoorn In 2011 was de start van JUMP-in en op twee scholen zijn contracten ondertekend. Op een andere school vond de start vanwege reorganisaties begin 2012 plaats. De twee scholen startten de implementatie aan het begin van het schooljaar. Op beide scholen is een teampresentatie verzorgd waarbij de leerkrachten geïnformeerd werden over de inhoud van JUMP-in. Naar aanleiding daarvan is er per school een JUMP-in werkgroep samengesteld. Op beide scholen zijn de ouders ingelicht door middel van een presentatie op de algemene ouderavond. Met de groepen 3 en 4 van de twee scholen gezamenlijk is er met een zumbaclinic een aftrapmoment geweest voor JUMP-in. Het officiële startsein werd gegeven door wethouder M. Levenbach. Aan de start van JUMP-in is tevens aandacht besteed in de lokale media. Signaleren en monitoren • Door te meten en wegen is de BMI van de kinderen van groep 4 in kaart gebracht. Kinderen met overgewicht/obesitas of een sterk stijgende BMI-curve werden uitgenodigd voor een gesprek over het overgewicht met de schoolverpleegkundige. Dit ging om zes van de 24 kinderen van de ene school en vijf van de 78 kinderen van de andere school. De schoolverpleegkundige maakt tijdens dit gesprek een plan van aanpak met de ouders en/of
verwijst ouder/kind door naar passende zorg of preventieprogramma’s. • Met het sportinterview is de sportdeelname van de kinderen van groepen 3 t/m 8 in beeld gebracht. Vervolgens zijn de inactieve kinderen hieruit gefilterd en is met de school een plan gemaakt waarmee de school gedurende de rest van het schooljaar gaat proberen deze kinderen te motiveren tot sportdeelname. Voedingsbeleid • Tijdens de ouderavond van de Toermalijn is er een oudervoorlichting geweest door de diëtiste. Dit was voor de ouders van groep 3 en 4, en ging over gezonde basisvoeding en tussendoortjes voor kinderen. • Met beide scholen zijn gesprekken gevoerd over het voedingsbeleid. Naar aanleiding daarvan hebben de scholen speerpunten vastgesteld. Voor beide scholen was dit het stimuleren van de groente-en-fruitconsumptie. De Toermalijn heeft daarnaast nog het stimuleren van verantwoorde traktaties gekozen. Rond deze thema’s is voor beide scholen een plan gemaakt voor het schooljaar 2011/2012. In 2011 is daar al een deel van uitgevoerd: • De Kwikstaart heeft op aanraden van de GGD meegedaan aan de EU-fruitactie (10 weken lang 3x per week fruit/groente voor alle kinderen van de school). • De Toermalijn kwam hier niet voor in aanmerking wegens eerdere deelname. Voor deze school is door de GGD een 10-weekse fruitactie georganiseerd (10 weken lang 1x per week fruit/ groente voor de groepen 3/4). Sport In 2011 zijn er de volgende sportactiviteiten op de school georganiseerd: • Zumba clinic voor de groepen 3 en 4 tijdens de Kick-off (okt.) • Hockey clinic voor de groepen 3 en 4 (okt.) • Beeball clinic voor de groepen 3 en 4 (nov.) • Schooljudo voor de groepen 4 (vanaf december zes weken lang)
• Aalsmeer In Aalsmeer is in schooljaar 2010/2011 op zeven scholen On the Move uitgevoerd. In schooljaar 2011/2012 is On the Move gecontinueerd op deze scholen en hebben twee nieuwe scholen zich aangesloten. On the Move is een preventieprogramma dat zich richt op het voorkomen van overgewicht bij
23
24
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
basisschoolleerlingen. On the Move richt zich op een blijvende bewustwording van het belang van een actieve leefstijl met gezonde voeding en voldoende bewegen bij leerlingen en hun ouders. Daarnaast wil het de kennis hierover vergroten. Het programma is een Community Based Intervention: het wordt grotendeels bepaald door de gemeenschap, in dit geval leerlingen, leerkrachten en ouders. Samen vormen zij een stuurgroep waarin wordt besproken welke lessen, activiteiten en beleidsaspecten zij gaan inzetten. De school wordt hierbij ondersteund door de GGD en het sportbedrijf. Gemeentebrede activiteiten • Alle deelnemende scholen zijn uitgenodigd op de gemeentebrede kick-off, zes scholen hebben hieraan meegedaan. Tijdens de bijeenkomst werden er clinics rope-skipping, taekwondo en airtumbling-baan gedaan, speelden kinderen ‘levend voedingsbingo’ en beschilderden ze elk hun On the Move shirt met een eigen gezonde boodschap. Wethouder Verburg gaf het startsein voor deze dag. • Voor de drie scholen van De Mikado in Aalsmeer Oost is er een interscholair beachvolleybaltoernooi georganiseerd, waarbij een gezonde hap geserveerd werd. Verder hebben de stuurgroepen op de verschillende scholen op het gebied van gezonde voeding de volgende activiteiten bedacht en uitgevoerd in 2011: • Fruitdagen • Zeven scholen hebben meegedaan aan de 10-weekse EU-fruitactie (10 weken lang 3x per week groente/fruit voor alle leerlingen). • Twee scholen hebben naar aanleiding van de EU fruitactie het aantal fruitdagen opgeschroefd. Op alle On The Move scholen zijn nu 1 tot 3 fruitdagen per week. Op deze dagen wordt er in de pauze van 10.00 uur alleen maar groente of fruit gegeten. • Diëtiste/gastlessen • Op vijf scholen zijn voor verschillende groepen gastlessen over gezonde voeding verzorgd door een diëtiste. • Op twee scholen heeft de diëtiste ook een oudervoorlichting over gezonde voeding verzorgd. • Op één school zijn er voor verschillende groepen gastlessen verzorgd over gezonde voeding door twee studenten van de opleiding Voeding & Diëtiek. • Lespakketten • Vijf scholen hebben het lespakket ‘Help, waar blijft
mijn eten!?’ (over spijsvertering) uitgevoerd. • Drie scholen hebben het lespakket ‘Hoera, de dag begint!’ (over ontbijten) uitgevoerd. • Twee scholen hebben het lespakket ‘Ik eet het beter’ (gezonde voeding) uitgevoerd. • Eén school heeft een stagiaire gehad die zelf lesmateriaal over gezonde voeding heeft ontwikkeld en uitgevoerd. • Activiteiten in de klas of op locatie • Eén school heeft gezond gekookt in De Binding te Aalsmeer. • Eén school heeft een project gedaan over ‘vreemd fruit’. • Eén school heeft plantenbakken aangelegd op het schoolplein waarin groente en fruit worden verbouwd, die vervolgens op school worden opgegeten. • Eén school heeft een gezond kerstdiner georganiseerd. • Eén school heeft gewerkt met ‘drinkkaarten’ en ‘fruitkaarten’ waarop de leerlingen gedurende een bepaalde periode bijhouden hoeveel ze drinken en hoeveel fruit ze eten. • Eén school heeft artikelen over gezonde voeding in de schoolkrant geplaatst. • Twee scholen hebben een gezond ontbijt georganiseerd. • Drie scholen hebben smoothies gemaakt in de klas. • Drie scholen hebben meegedaan aan de ‘Pimp mijn plein’ actie (een actie om meer beweging op het schoolplein te krijgen) • Eén school heeft met de ‘Pimp mijn plein’ actie de 5e prijs gewonnen: een uitgebreid buitenspelpakket met materialen voor op het schoolplein. Sport De stuurgroepen op de verschillende scholen hebben op het gebied van sporten en bewegen de volgende activiteiten bedacht en vervolgens uitgevoerd in 2011. • Acht scholen hebben twee keer een judo-clinic gehad op school tijdens de gymles • Vijf scholen hebben een clinic veilig skaten gehad op het schoolplein • Drie scholen hebben meegedaan aan het ‘On the Move beachvolleybaltoernooi’ • Drie scholen hebben een clinic ropeskipping gehad op het schoolplein • Twee scholen hebben een clinic schaatsen gehad op de ijsbaan in Haarlem • Twee scholen hebben een clinic schermen gehad op school tijdens de gymles
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
• Twee scholen hebben een clinic dans gehad op school tijdens de gymles • Twee scholen hebben doeltjes op het schoolplein gekregen om het bewegen tijdens de pauze te stimuleren • Eén school heeft een dansdag georganiseerd • Eén school heeft een clinic BMX gehad • Eén school heeft met groep 8 een sport en speldag georganiseerd voor de kleuters • Eén school heeft sportactiviteiten gedaan bij de reddingsbrigade in Bloemendaal • Eén school heeft een cursus ‘Rots en water’ (weerbaarheid) gedaan • Eén school heeft gewerkt met ‘Hupla’ (beweegtussendoortjes in de klas) • Eén school heeft gewerkt met ‘De klas beweegt’ (beweegtussendoortjes in de klas) • Eén school is naar sportschool Health City geweest SchoolGruiten SchoolGruiten is een stimuleringsprogramma voor gezonde voeding in het basisonderwijs. Het is een onderdeel van JUMP-in en On the Move en heeft als belangrijkste doel het verhogen van de consumptie van groenten en fruit. De kern van het programma vormt het gezamenlijk in de klas eten van groenten en fruit op twee dagen per week. Aan een selectie van scholen (geselecteerd op basis van sociaaleconomische status van de ouders) wordt het leveren van fruit voor de groepen 3 en 4 aangeboden. Deelnemende scholen moeten zelf zorgen dat er ook in groep 5 gezamenlijk fruit gegeten gaat worden; ofwel door fruit te laten bezorgen, ofwel door met ouders af te spreken dat zij op vaste dagen een stuk fruit meegeven aan hun kind. Bij het project kunnen ook lesmaterialen geleverd worden. Ouders worden betrokken door het plaatsten van stukjes in nieuwsbrieven van de school. Het programma is als onderdeel geïntegreerd in het JUMP-in programma. Op de implementatie vindt voortdurende procesevaluatie plaats. SchoolGruiten in Amstelveen en Uithoorn Zeven scholen hebben in het voorjaar of najaar van 2011 meegedaan aan de landelijke EUSchoolGruiten actie: tien weken lang kregen zij drie dagen per week gruiten (groente en fruit) voor alle leerlingen van de school. Voor deze scholen is de actie ingezet als impuls voor het beleid omtrent gezond eten op school. De scholen die niet bij JUMP-in zijn aangesloten hebben met algemene informatiebrieven van de GGD advies gekregen over een passend vervolg van de actie.
Alcohol en opvoeding Onderzoek van de laatste jaren wijst uit dat alcohol schadelijker is dan men lange tijd dacht. Zo groeien de hersenen tot gemiddeld het 24e levensjaar en wordt deze groei belemmerd door alcohol. Kinderen die vroeg beginnen met alcohol hebben bovendien later meer kans om overmatig te drinken. Ouders hebben meer invloed dan zij denken op het alcoholgebruik van hun kind. Belangrijk is dat zij een standpunt innemen over (toekomstig) alcoholgebruik en hierover met hun kind in gesprek gaan. Dit heeft het meeste effect wanneer het kind nog geen alcohol drinkt. Preventie kan daarom het beste al plaatsvinden op de basisschool. Dit gebeurt in groep 8. De GGD voert hier het programma Alcohol en Opvoeding van het Trimbos-instituut uit. De nadruk in het programma ligt op het bereiken van de ouders. Zij worden gestimuleerd duidelijke grenzen te stellen ten aanzien van het (toekomstig) alcoholgebruik (géén alcohol voor het 16e jaar). Lesmateriaal voor leerlingen van groep 7 en 8 wordt ingezet ter ondersteuning van ouderparticipatie. Er zijn twee lesmethoden waaruit gekozen kan worden: 1) ‘Alcohol, een ander verhaal’ waarbij leerlingen een ontwerp maken voor een voorlichtingsbureau 2) Les- en werkboekjes ‘Alcohol?!’ Beide methoden worden gewoonlijk afgesloten met een oudervoorlichting in de vorm van een ouderavond (met interactief theater) of een koffieochtend. De wedstrijd ‘Ouders wijs, de klas een prijs!’ maakt tevens deel uit van het project zoals dit door de GGD wordt uitgevoerd. • Amstelveen In Amstelveen deden vijf scholen mee aan ‘Alcohol en opvoeding’. Er zijn twee interactieve ouderavonden georganiseerd, gecombineerd met lessen voor de kinderen. Op drie scholen is de wedstrijd ‘Ouders wijs’ uitgevoerd. • Aalsmeer Drie basisscholen waren actief: alle drie kozen zij voor de intensieve benadering: ‘Alcohol, een ander verhaal’. • Ouder-Amstel Vier basisscholen voerden activiteiten uit in het kader van ‘Alcohol en opvoeding’. Drie maal is uitvoering gegeven aan ‘Alcohol, een ander verhaal’ en eenmaal is de prijsvraag ‘Ouders wijs’ georganiseerd. De Gezonde School en Genotmiddelen De puberteit is voor veel jongeren een periode waarin ze hun grenzen proberen te ontdekken.
25
26
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
Experimenteren hoort daarbij, met alcohol, maar soms ook met andere genotmiddelen zoals tabak, cannabis en xtc. ‘De Gezonde School en Genotmiddelen’ is een interventie die probeert riskant experimenteergedrag onder leerlingen van het voortgezet onderwijs te voorkomen of terug te dringen. Het project biedt een brede aanpak. Naast lessen over de verschillende middelen is er aandacht voor schoolregels, voorlichting aan de ouders en het signaleren en begeleiden van leerlingen die op riskante wijze gebruiken. • Amstelveen Op alle drie de scholen in Amstelveen waar de GGD actief is loopt het programma goed. Er zijn ouderavonden uitgevoerd en vrijwel alle leerlingen zijn met de lessen bereikt. • Aalsmeer De beide scholen voor VO in Aalsmeer zijn bijzonder actief. ‘Gezonde School en Genotmiddelen’ wordt zorgvuldig geïmplementeerd, dit jaar met ouderavonden en veel aandacht voor cannabis.
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
Alcoholpreventie Ook een pilsje, jongen? De politie kan ze ook in Amstelland wekelijks van de straat dweilen: jongeren die te veel drinken. Een geschikte aanpak? We moeten vooral de ouders zien te bereiken, zegt Steffie Nooy, gezondheidsbevorderaar bij de GGD. Dat gebeurt via school. “Veel ouders denken dat het niet uitmaakt wat ze zeggen. Maar dan onderschatten ze hun invloed. Kinderen die grenzen meekrijgen, blijken minder te drinken dan kinderen van makkelijke ouders.” Steffie Nooy is duidelijk over wat jongeren nodig hebben: géén gepreek, wél heldere afspraken.
Leerlingen als voorlichters Steffie leidt een door het Trimbos Instituut ontwikkeld programma voor het basis- en voortgezet onderwijs dat misbruik van alcohol en drugs moet helpen voorkomen. Voor het basisonderwijs zijn er vier projecten onder de noemer Alcohol en Opvoeding waaruit scholen kunnen kiezen. Een intensief project is dat waarbij leerlingen zelf optreden als voorlichters. Ze verdiepen zich in het onderwerp, maken een folder en beantwoorden vragen van denkbeeldige klanten. Het eindigt met een presentatie aan de ouders. Steffie: “Betrokkenheid van ouders is vaak het grootste probleem. Ze denken vaak voorlichting, GGD, saai. Het inzetten van hun eigen kinderen is dé manier om hen toch naar school te krijgen en dan draaien ze doorgaans vanzelf bij. Na afloop kunnen ze gesterkt met informatie en praktische handvatten de deur uitgaan.”
Bring your own beer party In een ander project spelen twee acteurs tijdens een ouderavond een aantal scènes, waarin de ouders betrokken worden. Ze spelen bijvoorbeeld een 14-jarig kind dat bier mee wil nemen naar een bring your own beer party. Moeder, die net met een wijntje op de bank zit, voelt er weinig voor. De acteur gaat tekeer als een schuimbekkende puber. Erg herkenbaar voor veel ouders. “Het is niet dat wij voorschrijven wat de moeder in zo’n geval moet doen,” zegt Steffie. “Want dat hangt ook van de situatie en het kind af. Maar we geven tips. Hoe je in gesprek kunt gaan, hoe je grenzen kunt stellen, wat geldt als goed voorbeeldgedrag. Er zijn natuurlijk weinig kinderen van 12 die al drinken, maar ouders moeten er alert op zijn, daar gaat het om.”
Draagvlak en regels In het voortgezet onderwijs worden onder andere lesboekjes, computermodules en een training voor docenten aangeboden. Dit zijn projecten die vallen onder De Gezonde School en Genotmiddelen (DGSG). Voor de duidelijkheid: dit is iets anders dan De Gezonde School, wat een aanpak is om algemeen gezond gedrag bij leerlingen te stimuleren. DGSG richt zich op drinken, roken en blowen. Steffie Nooy stemt met scholen af waar het accent moet liggen. “In Amstelland wordt ten opzichte van Amsterdam meer gedronken en minder geblowd. Het is een probleem met een flinke traditie. Het idee dat het erbij hoort, of zelfs dat je kinderen moet leren drinken, leeft bij sommige groepen hardnekkig. Draagvlak is dus ook belangrijk, afstemming op school, een duidelijk beleid, een duidelijk signaal: geen 16, geen druppel. En natuurlijk regels. Op schoolfeesten adviseren wij bijvoorbeeld om indrinken te voorkomen door een aangekondigde blaastest uit te voeren bij de ingang. Verder kun je werken met bijvoorbeeld een armbandjessysteem.”
Lange adem In totaal hebben ruim dertig scholen in Aalsmeer, Ouder-Amstel en Amstelveen ingehaakt bij het aanbod voor genotmiddelenpreventie, dat is zo’n 70% van het totaal aantal scholen. De GGD levert dit aanbod in samenwerking met Brijder, een organisatie voor verslavingszorg. Het preventieprogramma wordt door de gemeente gesubsidieerd, de school helpt alleen mee bij de organisatie. “Het is belangrijk dat gemeenten het project structureel steunen. Die lange adem is nodig als het om voorlichting gaat: je moet draagvlak opbouwen en de boodschap herhalen, telkens weer. Dan dringt het pas door.”
27
28
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
3.8 Epidemiologie Algemeen De afdeling Epidemiologie, Documentatie en Gezondheidsbevordering (EDG) doet onder meer onderzoek naar gezondheid en gezondheidsverschillen in Amsterdam en de regio Amstelland, zowel van jongeren als van volwassen en ouderen. Epidemiologie heeft als doel inzicht te verwerven in de gezondheidssituatie van de bevolking en hiermee een bijdrage te leveren aan het beschermen en bevorderen van de volksgezondheid. Dit gebeurt door het uitvoeren van gezondheidsenquêtes, het opstellen van gezondheidsprofielen en ondersteuning van ander GGD-onderzoek. De afdeling Infectieziekten onderzoekt, veelal in samenwerking met andere onderzoeksinstellingen, infectieziekten zoals soa, hiv en aids.
Activiteiten 2011 Jeugdgezondheidsmonitor Amstelland E-MOVO Met de Jeugdgezondheidsmonitor wordt periodiek de lichamelijke en psychosociale gezondheid van kinderen in de regio Amstelland in kaart gebracht. Nemen bepaalde gezondheidsproblemen af of juist toe? De Jeugdgezondheidsmonitor is gebaseerd op informatie verzameld via papieren of digitale vragenlijsten bij kind en/of ouder. Daarnaast worden registraties gebruikt uit het digitale kinddossier van de jeugdgezondheidszorg. De Jeugdgezondheidsmonitor geeft inzichten in de gezondheid van kinderen op regionaal, gemeentelijk en schoolniveau. Deze kunnen een goede basis vormen voor het jeugdgezondheidsbeleid van gemeenten en scholen. Gerealiseerde resultaten en uitkomsten De gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, OuderAmstel en Uithoorn ontvingen in juni 2011 het regionaal gezondheidsprofiel. Deze regiorapportage beschrijft de resultaten over 2252 jongeren die aan E-MOVO hebben meegedaan en in de regio Amstelland wonen. Voor elk gezondheidsthema worden de resultaten gepresenteerd voor jongens en meisjes, voor leerlingen van klas 2 en klas 4, en voor leerlingen van verschillende opleidingsniveaus (vmbo-bkg, vmbo-t en havo/vwo). Daarnaast zijn voor de verschillende gezondheidsthema’s de cijfers voor elke regiogemeente apart gepresenteerd. Waar mogelijk zijn vergelijkingen gemaakt met de
resultaten van E-MOVO uit 2005. Een persbericht over het onderzoek is 28 juni 2011 uitgegeven en het onderzoek is breed opgepikt door de landelijke pers. De Amstelland-gemeenten hebben de rapporten onder de medewerkers van de gemeenten, scholen en regionale instellingen verspreid.
3.9 Beleidsadvisering Algemeen De GGD adviseert het bestuur op diverse terreinen over gezondheidsaspecten, zoals bij het opstellen van de nota Volksgezondheidsbeleid. De werkzaamheden bestaan uit: • het volgen en doorgeven van relevante regionale en landelijke ontwikkelingen; • het signaleren van gezondheidsproblemen en formuleren van passend beleid; • het geven van ondersteuning aan de beleidsambtenaren van de gemeenten bij het ontwikkelen van lokaal gezondheidsbeleid.
Activiteiten 2011 Wonen, Welzijn en Zorg Amstelveen (WWZ) De WWZ-partners in Amstelveen hebben in een convenant vastgelegd bepaalde acties in hun domein af te stemmen en gezamenlijk uit te voeren. De partners nemen vier keer per jaar deel aan het platformoverleg. De agenda voor dit overleg wordt door de WWZ-werkgroep voorbereid. De werkgroep speelt een rol in de interactieve beleidsontwikkeling en komt acht keer per jaar bijeen. In de wijken zijn wijkteams actief die bestaan uit werknemers van de verschillende organisaties. Er is ook een WWZbeleidsteam. Dit stuurt de wijkteams aan en zorgt voor de koppeling tussen beleid en uitvoering. Het beleidsteam komt acht keer per jaar bijeen. Regelmatig worden daarnaast thema’s in het beleidsteam besproken. Valpreventie De GGD heeft deelgenomen aan de werkgroep en het beleidsteam Wonen Welzijn en Zorg. Er zijn in de wijkteams valpreventieactiviteiten uitgezet. In buurtcentrum Alleman zijn twee cursussen ‘In Balans’ georganiseerd met vijftien deelnemers per cursus. In wijkcentrum MOC is een bijeenkomst georganiseerd waar twintig deelnemers aanwezig waren. Samen met stichting Brentano (in WWZverband) is bij ZonMw een subsidie ‘Preventiekracht Dichtbij Huis’ aangevraagd voor het uitvoeren van valpreventieactiviteiten en het opzetten van een
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
valpreventieketen in 2012. Deze aanvraag is niet gehonoreerd, maar de gemeente Amstelveen had wel subsidie toegekend voor activiteiten van eind 2011 tot begin 2012. Verder is er een expertmeeting voor de wijkteams georganiseerd over het thema eenzaamheid. Consultatiebureau voor ouderen Het pilotproject ‘Consultatiebureau voor Ouderen in Aalsmeer en Uithoorn’ (CBO) is afgerond (2009). In mei 2011 is het evaluatierapport hiervan uitgebracht door de GGD. In november is een werkconferentie georganiseerd. Er waren ongeveer vijftig vertegenwoordigers van ouderen, welzijnswerk, zorgaanbieders, hulpverleners en beide gemeenten aanwezig. Tijdens de werkconferentie werden de knelpunten in de huidige organisatie van het preventieaanbod gesignaleerd. Gebruikers vinden niet gemakkelijk hun weg in het huidige aanbod. Wonen, Welzijn en Zorg (WWZ) aanbieders bleken ook zelf niet altijd op de hoogte van elkaars aanbod en de wijze om daar toegang toe te krijgen. Tevens was sprake van een overlappend aanbod. De GGD heeft bijgedragen aan de voorbereidingen en tijdens de bijeenkomst de resultaten van het evaluatierapport CBO gepresenteerd. Een werkgroep van de gemeenten Aalsmeer en Uithoorn, thuiszorgorganisatie Amstelring, de VUMC en de GGD zouden het initiatief voor een consultatiebureau verder vorm gaan geven. De werkgroep besloot een integraal en cliëntgericht preventieaanbod voor (dreigend) eenzame ouderen van 65 jaar en ouder in de twee gemeenten te
ontwikkelen en implementeren. Het VUmc heeft hiervoor met input van de GGD een concept projectvoorstel geschreven. De gemeente Uithoorn heeft zich gedurende 2011 teruggetrokken en ook de gemeente Aalsmeer zag zich eind 2011 door een reorganisatie genoodzaakt uit het traject te stappen. De GGD heeft het traject daarom eind 2011 afgesloten.
3.10 Lijkschouw Algemeen De afdeling Forensische Geneeskunde van het cluster Algemene Gezondheidszorg (AGZ) verricht 24 uur per dag specifiek forensische taken zoals lijkschouwingen en medische zorg, onder andere door het voorschrijven en verstrekken van methadon aan arrestanten. Sinds 2009 is bepaald dat een lijkschouwer geregistreerd moet staan als forensisch arts. Hiervoor geldt een overgangsregeling van drie jaar. Buiten de gemeentelijke taak verricht de afdeling medisch onderzoek van slachtoffers en daders van geweld, bloedafnames in het kader van de Wegenverkeerswet en urineafnames voor Reclassering Nederland. Daarnaast wordt de afdeling benaderd voor medisch advies en verleent de afdeling curatieve zorg aan arrestanten en gedetineerden. Dit in opdracht van gemeente, politie, KMAR en justitie voor de politieregio’s Amsterdam-Amstelland, Zaanstreek-Waterland, Schiphol en Alphen.
Activiteitenoverzicht cluster AGZ Aalsmeer
Amstelveen
Uithoorn
Ouder-Amstel
Letselbeschrijvingen
6
64
3
0
arrestantenzorg
7
81
3
0
intoxicatie beoordeling
7
19
2
0
Bloedafnames
0
10
2
0
DNA-onderzoek
1
0
0
0
Natuurlijke dood
6
15
2
2
niet-natuurlijke dood
3
24
6
1
euthanasie
7
27
11
3
29
30
Lijkschouw Voor het eerst is de inzet en bereikbaarheid van lijkschouwers in de begroting van GR OGZ Amstelland opgenomen. De GGD Amsterdam voert deze taak uit.
In de Wet op de lijkbezorging staat wat er moet gebeuren als iemand overlijdt. Sinds 2010 schrijft deze wet voor dat een arts of een lijkschouwer van de gemeente het overlijden moet vaststellen. Aangezien de regio Amstelland geen lijkschouwers heeft, voert de forensische dienst van de GGD Amsterdam deze taak uit.
• Natuurlijke dood
• Niet-natuurlijke dood
Nodo-procedure (Nader Onderzoek DoodsOorzaak)
De forensisch arts, oftewel gemeentelijk lijkschouwer, wordt ingeschakeld als het vermoeden bestaat dat een overlijdensgeval niet-natuurlijk is: een overlijden als gevolg van een ongeval, moord, doodslag, suïcide, euthanasie of hulp bij zelfdoding, dood door schuld of nalatigheid of overlijden door medische fouten. In samenwerking met de politie onderzoekt de forensisch arts de situatie en het lijk en probeert de doodsoorzaak en het tijdstip van overlijden vast te stellen. Een belangrijk doel bij de forensische lijkschouw is het verzamelen van sporen en aanwijzingen, die van belang kunnen zijn voor de opsporing en aanhouding van de vermoedelijke dader.
• Euthanasie of hulp bij zelfdoding
Wanneer euthanasie of hulp bij zelfdoding door de behandelend arts wordt gemeld, gaat de forensisch arts hier naartoe, verricht de lijkschouw en rapporteert de bevindingen aan de Officier van Justitie en aan de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie. De Regionale Toetsingscommissie beoordeelt of de behandelend arts aan alle zorgvuldigheidseisen heeft voldaan. Als dat het geval is, stelt de Officier van Justitie geen vervolging in.
Bij een natuurlijke dood (overlijden als gevolg van ziekte) handelt de eigen arts de lijkschouw af. Overlijdt iemand buiten zijn eigen woonplaats of op straat, dan wordt de gemeentelijk lijkschouwer ingeschakeld om de lijkschouw en de daarmee samenhangende formaliteiten af te handelen.
Elk sterfgeval van een kind onder achttien jaar moet sinds 2010 worden gemeld bij een gemeentelijke lijkschouwer. De meeste kinderen overlijden als direct of indirect gevolg van een ziekte: een natuurlijke dood. Bij een onverklaard overlijden start de forensische dienst van de GGD Amsterdam de NODO-procedure. Deze is gericht op het achterhalen van de doodsoorzaak en de omstandigheden rond het overlijden bij onverklaard overlijden. De procedure heeft een neutraal, niet-justitieel karakter. Ouders moeten immers niet ten onrechte in de verdachtenbank komen bij het overlijden van hun kind. Kees Das, clusterhoofd AGZ GGD Amsterdam: “Als we domweg niet weten wat er met het kind aan de hand was, volgt grondig onderzoek door onze forensische artsen. Ook de kinderarts en patholoog zijn hier nauw bij betrokken. Een onverklaard overlijden van een minderjarige komt naar schatting 200 keer per jaar voor. In onze regio is dat circa 25 keer. Het afgelopen jaar was het een groot probleem als ouders niet meewerkten. Dan hadden we verder geen mogelijkheden.” Dit laatste is inmiddels verbeterd. Als ouders geen toestemming geven om nader onderzoek in te stellen, kan de forensisch arts nu via de rechter vervangende toestemming krijgen.
4
31
Geen WPG-taken 4.1 Reizigersvaccinatie Het Reizigersadvies en Vaccinatiebureau in Amstelveen is in het voorjaar 2011 gesloten gezien de sterke daling in de laatste jaren van het aantal bezoekers: 4% van de bezoekers van het Reizigersen vaccinatiebureau in Amsterdam kwam uit de regio, wat neerkomt op ongeveer 920 personen. Bij het vaccinatiebureau is het sinds januari 2011 mogelijk online een afspraak te maken. Het percentage bezoekers dat op afspraak kwam nam toe van 15% tot 45%.
4.2 O penbare Geestelijke Gezondheidszorg Algemeen De afdeling Vangnet & Advies van cluster MGGZ (Maatschappelijke en Geestelijke Gezondheidszorg) houdt zich bezig met personen die zich in een sociaal- maatschappelijke crisis bevinden. Het gaat hierbij om mensen met psychiatrische en/of psychosociale problematiek die hulp nodig hebben en/of overlast veroorzaken. De problematiek kan acuut zijn, maar ook al lang bestaan. Deze OGGZcliënten vermijden vaak zorg of hebben geen (adequate) hulpvraag. De reguliere hulpverlening kent deze cliënten vaak niet, is de cliënt uit het oog verloren of nog niet in staat een adequate behandeling te bieden. Intrinsiek aan het OGGZtakenpakket is dat de interventies een hoog ‘crisis’gehalte hebben. Zij komen tot stand in het kader van de 24-uurs crisisdienst indien de politie in acute gevallen de melder is, danwel via de meldpunten Zorg en Overlast, waarbij het meldpunt om ondersteuning vraagt.
Activiteiten 2011 Deelname aan Meldpunt Zorg en Overlast (Z&O) De afdeling Vangnet & Advies (V&A) werkt samen met het Meldpunt Zorg en Overlast. Hier kunnen burgers en hulpverleners terecht als zij zich zorgen maken om iemand in de buurt of zelf overlast ervaren van buren, in de vorm van bijvoorbeeld agressie, lawaai of stank. Het meldpunt neemt de
melding in behandeling en waar nodig wordt V&A ingeschakeld. De afdeling onderzoekt door middel van netwerkanalyse en probleeminventarisatie wat er precies aan de hand is en zoekt passende hulp. V&A werkt samen met externe instanties, waaronder de GGZ, verslavingszorg, woningcorporaties, Thuiszorg en politie. Crisisdienst Wanneer de politie wordt geconfronteerd met personen, die in een crisis vreemd gedrag of extreme overlast veroorzaken, kunnen zij 24 uur per dag en 7 dagen per week een beroep doen op Vangnet & Advies voor een consult. De afdeling kijkt wat er aan de hand is en verwijst door naar de juiste hulpverlening. Hygiënisch Woningtoezicht De inspecteur Hygiënisch Woningtoezicht is belast met het opsporen, opruimen en ontruimen van vervuilde woningen. Bij de huisbezoeken werkt de inspecteur regelmatig samen met een sociaalpsychiatrisch verpleegkundige van V&A, omdat vervuiling vaak gerelateerd is aan psychiatrische, psychosociale en/of verslavingsproblemen. Overig V&A heeft gesprekken gevoerd met verschillende betrokken partijen om de samenwerkingafspraken te optimaliseren. Verder heeft de afdeling een adviserende rol vervuld bij de beleidsvoornemens omtrent het Meldpunt Zorg en Overlast. Er werden onder andere adviezen gegeven over het preventief huisverbod, een aanvullende maatregel die het mogelijk maakt om eerder in te grijpen bij signalen van huiselijk geweld, waarmee tegelijkertijd de hulpverlening eerder op gang wordt gebracht.
32
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
Kengetallen Vangnet&Advies Amstelland 2010
2011
Meldingen Crisisdienst
289
278
Verschillende personen
274
239
Meldingen Meldpunt Zorg en Overlast*
198
Verschillende personen
333
Acties Hygiënisch Woningtoezicht
17
9
Aantal personen
16
13
Tijdelijke huisverboden Amstelveen
9
41
Uithoorn
10
15
Aalsmeer
10
24
Ouder-Amstel
0
1
* Tot op heden werd geen onderscheid gemaakt tussen meldingen Crisisdienst of meldingen Meldpunt Z&O. Vanaf 2012 wordt dit onderscheid wel gemaakt
Sinds 2011 komen OGGZ-meldingen binnen bij zowel de Crisisdienst als het Meldpunt Zorg en Overlast. Bedroeg dit aantal 298 in 2010, in 2011 waren het er 476 (278 meldingen Crisisdienst + 198 meldingen Meldpunt Z&O), een toename van 20%. Deze toename is mogelijk toe te schrijven aan het feit dat meer mensen het meldpunt weten te vinden.
Jaarverslag GR OGZ Amstelland 2011 GGD Amsterdam
Zorg en overlast Aandacht helpt Hoe voorkom je dat mensen uit de bocht vliegen en situaties escaleren? Het Meldpunt Amstelland heeft zijn handen vol aan meldingen van zorg en overlast. Meestal wordt Vangnet & Advies ingeschakeld. Soms is een gesprek genoeg.
Bij mevrouw K. blijven de gordijnen al de hele week dicht. Je hoort haar poezen krijsen van de honger en bij haar voordeur hangt een smerige stank. Goede aanleiding voor een melding van zorg en overlast. Meldpunt Amstelland (voorheen Meldpunt Zorg en Overlast) krijgt dergelijke meldingen dagelijks. Mensen die vervuilen, mannen en vrouwen die elkaar of hun kinderen slaan, schreeuwers, stampers, liefhebbers van kruidig eten, luide muziek of exotische dieren. Volgens Michael Willemsen, teamleider van de meldpunten in Amsterdam en betrokken bij Meldpunt Amstelland, verschilt niet de aard van de problemen tussen kleinere gemeenten en de grote stad, alleen de concentratie. ”Gezinsproblematiek, psychiatrie, verslaving, schulden; het speelt overal.”
Mensen in zorg krijgen Marjolein van Dijk is medewerker van het meldpunt. “Veel meldingen komen van familieleden die zich zorgen maken,’ vertelt zij. ‘Maar vaak zijn het ook buren of de buurtregisseur die wordt aangesproken door mensen op straat. Het kan een woningbouwcorporatie zijn bij huurachterstand, het Wmo-loket als ze mensen zien die zich niet goed lijken te redden. Het eerste wat wij doen is uitzoeken of er al iets bekend is over de persoon. Bij maatschappelijk werk bijvoorbeeld, de GGZ of de verslavingszorg. Zo ja, dan leggen we de melding voor aan de betrokken hulpverlener. Zo niet, dan gaat de melding in de meeste gevallen naar afdeling Vangnet MGGZ van de GGD. De sociaal-psychiatrisch verpleegkundigen van deze afdeling proberen vervolgens contact te maken en binnen te komen. Het doel is de mensen in zorg te krijgen. Als dit gelukt is, sluiten wij de melding af en geven wij een terugkoppeling aan de betrokken partijen. Onze rol is vooral verbindend.”
Top600 Michael Willemsen onderstreept het belang van die verbinding. “Wat je vaak ziet is dat verschillende organisaties zich met dezelfde persoon bezighouden en deze toch niet krijgt wat hem verder helpt. Disciplines blijven gescheiden, regie schiet te kort. Ik denk dat ook in Amstelland de ketenaanpak nog wel iets beter kan. Politie, welzijn en zorg zouden nog meer kunnen samenwerken.” Ketenaanpak is ook de inzet van Top600, geeft hij aan, een gemeentelijk initiatief in de regio Amsterdam om jeugdige criminele veelplegers door een soort wasstraat te halen. Consequent streng optreden van politie en justitie en een duidelijke toeleiding naar zorg en welzijn ook na detentie, moet voorkomen dat jongeren steeds opnieuw de fout in gaan.
Beter Buren Soms is een beetje aandacht al voldoende. Bij burenruzies schakelt het meldpunt Beter Buren in, het buurtbemiddelingsbureau. “Het gaat meestal om lichte overlast die bij voortduring als zwaar wordt ervaren,” zegt coördinator Jeanine de Koster. “Harde muziek, hakken op laminaat, hondengeblaf, sterke kookgeuren. Vaak speelt er meer dan het praktische probleem. Net als bij de Rijdende Rechter: achter woede over een overhangende tak kan gekwetstheid om iets anders zitten.” Jeanine, die als coördinator wordt betaald door de gemeente en de woningbouwcorporatie, werkt met een leger getrainde vrijwilligers die optreden als bemiddelaar. Ze praten eerst met partijen afzonderlijk en proberen vervolgens die partijen samen te brengen. Daarbij richten ze zich vooral op de communicatie, met de inhoud houden ze zich minder bezig. Of buurtbemiddeling werkt in Amstelland? “Van de 130 meldingen die wij vorig jaar kregen uit Amstelveen en Uithoorn, zijn er 91 opgelost. Een oplossingspercentage van 70%; dat is 5% boven het landelijk gemiddelde.”
33