Jaarverslag Dollard College
∆∆2011
1
2
Voorwoord Raad van Toezicht Voorwoord College van Bestuur Hoofdstuk 1 Dollard College, de organisatie 1.1 Missie 1.2 Visie 1.3 Strategische beleidsdoelen 1.4 Organisatie 1.5 Leerlingenaantallen Hoofdstuk 2 Onderwijskwaliteit 2.1 Onderwijsontwikkelingen 2.2 Passend onderwijs 2.3 Zorgbeleid 2.4 Onderwijskwaliteit 2.5 Beoordeling Hoofdstuk 3 Leeromgeving 3.1 Maatschappelijke Stages 3.2 Internationalisering 3.3 Veiligheid 3.4 Huisvesting 3.5 Digitalisering Hoofdstuk 4 Medewerkers 4.1 Onze medewerkers 4.2 Professionalisering personeel 4.3 Functiemix VO 4.4 Gezondheidsmanagement Hoofdstuk 5 Financiën 5.1 Financiën 2011 5.2 Begroting 5.3 Risicoanalyse 5.4 Treasury
Jaarrekening Bijlagen
3
voorwoord>> Raad van Toezicht Wij bieden u hierbij het jaarverslag 2011 aan van het Dollard College. De jaarrekening is opgesteld door het College van Bestuur en gecontroleerd door KPMG Accountants N.V.. Na vaststelling door het College van Bestuur en advies van de Auditcommissie hebben wij op grond van de controleverklaring de jaarrekening vastgesteld. In 2010 bestond de Raad van Toezicht uit vier leden. In 2011 is een wervings- en sollicitatieprocedure gestart voor een nieuw lid van de Raad. De selectie en benoeming zal naar verwachting in 2012 plaatsvinden. Het lid zal op voordracht van de medezeggenschapsorganen worden benoemd. De Raad van Toezicht zal dan uit vijf leden bestaan. Dit is conform de statuten van de stichting. Vanwege de pensionering van de heer Wout van den Bor halverwege 2011 als lid van het College van Bestuur, is een wervings- en selectietraject gestart voor de invulling van de vacature. In mei van 2011 hebben wij mevrouw Astrid Berendsen MBA benoemd als nieuw lid van het college. Sinds haar indiensttreding, na de zomervakantie, is het college van bestuur daarmee weer op sterkte. Samen met de invulling van de nieuwe functie van bestuurssecretaris is het weer in lijn met het nieuwe besturingsfilosofie van de organisatie. De Wet tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (van 6 juni 2011 / Stb. 275), samen met het voorstel van Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht, stelt beperkingen aan het aantal commissariaten bij grote NV, BV en stichtingen. De Raad heeft vastgesteld dat de Raad voldoet aan de nieuwe wetgeving. De voorzittersrol komt in 2014 vacant, het aanblijven van de huidige voorzitter van de Raad is tot die tijd te verantwoorden. In 2011 is de Raad vier keer in formele zin en drie keer in informele zin (op een schoollocatie) bij elkaar geweest. De auditcommissie is twee keer bijeen geweest, in aanwezigheid van het College van Bestuur. In informele zin hebben wij vier keer met directeuren en vertegenwoordigers van de medezeggenschapsorganen gesproken.
4
Na extern begeleide sessies is een toezichtskader op- en vastgesteld, op basis hiervan houdt de Raad toezicht op het bestuur. Om de kwaliteit van ons toezicht te verbeteren hebben we ons eigen functioneren aan de hand van een evaluatieinstrument beoordeeld. De conclusies hieruit nemen we mee in de verdere deskundigheidsbevordering waarmee de Raad in 2012 aan de slag wil gaan. De actuele ontwikkelingen op, de onder druk staande bekostiging en de gevolgen ervan voor de resultaten van de stichtingen, vormden een vast agendapunt van de formele vergaderingen van de Raad. Er is daarbij gewezen op de noodzaak om de hoge personele kosten in een onderwijsmarkt terug te dringen. Het dwingt ons te komen tot creatieve oplossingen voor wat betreft het onderwijs. Daarnaast blijft het noodzakelijk scherpe beleidskeuzes te maken en alert te blijven op de financiële consequenties van besluiten binnen de organisatie. Onderwerpen die in 2011 verder onze aandacht hadden: Besturenfusie: wij volgen de ontwikkelingen op de voet die moeten leiden tot een bestuurlijke fusie van de stichtingen per 1 januari 2013. Onderwijskwaliteit: door middel van de interne audits en de zogenaamde stoplichtenrapportages volgen wij de ontwikkelingen ten aanzien van de uiteenlopende beleidsterreinen. Die ontwikkelingen worden mede en in sterke mate mede bepaald door de financiële situatie van de stichting. Onder lastige omstandigheden van krimp en krapper wordende financiële middelen toont de stichting zich een robuuste onderwijsorganisatie. Wij spreken daarom graag onze grote waardering uit voor de wijze waarop het College van Bestuur en de medewerkers van de stichting Dollard College zich in 2011 hebben ingezet voor de stichting. Namens de Raad van Toezicht, Erik Kuik, voorzitter
Het College van Bestuur De verhoudingen in de wereld verschuiven en de Nederlandse economische situatie verslechtert in rap tempo. Die ontwikkelingen raken ook het Dollard College. Voeg daarbij de demografische krimp die vooral in onze regio voelbaar wordt, en het palet aan uitdagingen waarvoor wij staan is snel en rijk ingekleurd. Dalende baten, niet geïndexeerde bekostiging vanuit het Rijk, stijgende sociale lasten en pensioenpremies hebben in grote mate bijgedragen aan het negatieve financiële resultaat. De opdracht om kwalitatief hoogwaardig onderwijs aan te bieden hebben wij echter onverkort en succesvol uitgevoerd. Daarvoor spreken wij onze dankbaarheid uit voor onze medewerkers die met hun inzet en betrokkenheid die dit alles mogelijk gemaakt hebben.
Onderwijsgroep Noord is, als we de goede onderwijsresultaten bezien, met het Dollard College, AOC Terra en rsg de Borgen een maatschappelijk beeldbepalende onderwijsorganisatie in de noordelijke regio van Nederland. Wij hebben het vertrouwen dat onze gebundelde kracht, capaciteit, creativiteit en visie binnen het Dollard College, het ook in 2012 mogelijk maken om de ambities van onze leerlingen te realiseren. Roel Schilt, voorzitter College van Bestuur en
Astrid Berendsen, lid van College van Bestuur
Gezien de demografische krimp, waarmee wij in toenemende mate te maken zullen krijgen, hebben wij met de directeuren de positionering van het Dollard College besproken. Dit thema staat hoog op de agenda vanwege ons streven naar behoud van het huidige marktaandeel. Intussen hebben wij ook gewerkt aan optimalisering van onze interne organisatie. De invoering van een netwerkorganisatie waarbij directeuren van alle stichtingen in netwerkgroepen aan de uitwerking van beleidsthema werken, bevorderd de synergie. De stappen die wij in 2011 hebben genomen richting een fusie van de stichtingen brachten ons weer dichter bij een grotere efficiency van onze backoffice per 1 januari 2013.
>>
Juist als de uitdagingen om te excelleren groot zijn en de marktomstandigheden ogenschijnlijk niet meewerken, wordt een beroep gedaan op het ondernemerschap en de expertise van onze scholen. Met de gebundelde kracht van de stichtingen binnen Onderwijsgroep Noord, die sterk te noemen is, zien wij juist ook heel veel nieuwe kansen voor onze organisatie.
5
Hoofdstuk 1
De organisatie 1.1
Missie
Onze missie: jongeren in ons verzorgingsgebied begeleiden naar de best mogelijke uitgangspositie voor het ontwikkelen van hun talenten en het realiseren van hun ambities in de maatschappij. Deze missie is onze bestaansreden. Ze vormt het uitgangspunt voor onze visie op goed onderwijs en geeft richting aan ons dagelijks handelen. Daarom onderstrepen we in een aantal punten wat we met deze (bondige) formulering willen zeggen: • Centraal staat de positieve instelling: we gaan ervan uit dat er voor iedereen een plek in de samenleving is waar zijn talenten optimaal tot hun recht komen. • Onderwijs is een bewezen waardevolle manier om jongeren te helpen zich te ontwikkelen en voor te bereiden op de maatschappij. We mogen trots zijn op onze onderwijstraditie en ervaring. • ‘De best mogelijke uitgangspositie’ is voor ieder individu anders en vereist dus aandacht voor individuele behoeftes. • Onderwijs is meer dan kennis en vaardigheden overbrengen; om tot je recht te komen in de samenleving moet je ook de juiste instelling hebben. Het aanleren daarvan zien we als wezenlijk onderdeel van onze taak. • Tot de juiste instelling rekenen we houdingen als: tolerantie, veranderingsgezindheid, zelfreflectie en wijsheid. • Bovenal hebben jongeren een veilige basis nodig; daarom geven we onderwijs met grote betrokkenheid, dichtbij de doelgroep.
1.2
Visie
Onze visie: om in onze missie te slagen moet het Dollard College een leerlinggerichte school zijn en een professionele organisatie. Ook in onze visie hebben de begrippen een specifieke, welomschreven betekenis. Onder ‘leerlinggericht’ verstaan we: • We streven er naar de leerstof en de activiteiten zo aan te bieden dat leerlingen deze als betekenisvol ervaren. • Leerlingen en docenten staan stil bij de betekenis van leerstof en opdrachten voor henzelf, elkaar, anderen en hun omgeving. • De leerlingen leren zoveel mogelijk ervarenderwijs. Wij moedigen hen aan om hun (leer) ervaringen serieus te nemen en hun keuzes erop te baseren. 6
• Wij streven naar brede vorming, optimale zelfstandigheid van leerlingen en verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces. • Wij creëren een veilige en doelgerichte leeromgeving, met doorlopende leer- en begeleidingslijnen, zodat de leerlingen zich geborgen weten en de zorg en aandacht krijgen die zij nodig hebben. • De relatie tussen docenten en leerlingen is gebaseerd op respect, samenwerking en betrokkenheid. • Ook de moderne, praktijkgerichte leeromgeving en de moderne, effectieve hulpmiddelen dragen bij aan een sfeer die leerlingen uitdaagt om het beste uit henzelf te halen. • Wij bieden ons onderwijs in de woonomgeving van de leerling aan. Onder ‘professionele organisatie’ verstaan we: • De school is een ‘lerende’ organisatie. Reflectie en evaluatie zijn vanzelfsprekende begrippen. • De school communiceert open naar binnen en naar buiten. • Korte communicatielijnen en sturing op resultaatgerichtheid en eigen verantwoordelijkheid, kenmerken de organisatie. • De school heeft aandacht voor de ontwikkeling en ontplooiing van haar medewerkers en biedt daartoe ruime mogelijkheden.
1.3
Strategische beleidsdoelen
De beleidsdoelen voor de komende jaren zijn verwoord in het strategisch beleidsplan. Deze doelen worden verder uitgewerkt / geconcretiseerd in de vestigingsjaarplannen. De verbindende schakel hierbij is de kaderbrief van het College van Bestuur. Hierin staat wat het CvB van de vestiging verwacht en wat zij zal doen om die verwachtingen te faciliteren. Ook voor 2011-2012 heeft het College van Bestuur in de kaderbrief prioriteiten aangeven. In overleg met het managementteam is gekozen om deze te beperken tot vijf doelen: • bewaking, borging en verbetering van het onderwijsrendement • verbetering van de kwaliteitsindicatoren • invoering passend onderwijs • benutting ICT/ELO en digitaal lesmateriaal • verbetering relatiemanagement In het schooljaar 2010-2011 is met name veel aandacht geschonken aan kwaliteitszorg met inbegrip van de interne audits. Hierover en over de andere resultaten die zijn behaald in het tweede deel van schooljaar 2010-2011 en het eerste deel van het schooljaar 2011-2012 zijn te lezen in dit jaarverslag.
1.4
De organisatie Raad van Toezicht
College van Bestuur
Bestuursbureau
Vestiging Vestiging Vestiging Bovenburen Bellingwedde Hommesplein en De Flint
Vestiging Pekela
Governance Het Dollard College is een organisatie voor Voortgezet Onderwijs (VO) en daarmee een instelling die publieke taken uitvoert met door de rijksoverheid beschikbaar gestelde middelen. In de bestuurlijke verhoudingen met de rijksoverheid heeft het Dollard College een grote mate van autonomie om deze taken uit te voeren. De rijksoverheid is verantwoordelijk voor de kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid van het stelsel, de wet- en regelgeving, de kaders en randvoorwaarden. Het Dollard College is als maatschappelijke onderneming verantwoordelijk voor de prestaties met betrekking tot de publieke taken in de regio en de horizontale en verticale verantwoording die daarover moet worden afgelegd. Bestuurlijke autonomie gaat hand in hand met verantwoording afleggen en toezicht houden. Onderwijsinstellingen moeten daarom voldoen aan de eisen van goed bestuur, intern toezicht en verantwoording. Het interne toezicht wordt bij het Dollard College uitgeoefend door de Raad van Toezicht. Naarmate de instellingen hun ‘corporate governance’ beter in orde hebben, kan het toezicht vanuit de rijksoverheid worden beperkt, zonder ooit geheel te verdwijnen. Er moet sprake zijn van een goede balans tussen intern toezicht, bestuur, verantwoording en extern toezicht.
Vestiging Stikkerlaan
Vestiging Scheemda
Vestiging Woldendorp
Vestiging Campus Winschoten
In de statuten van het Dollard College is rekening gehouden met de bepalingen van de ‘Code goed onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs’. In verband hiermee zijn tevens reglementen opgesteld, en door de Raad van Toezicht vastgesteld, voor de Raad van Toezicht en het College van Bestuur. Daarnaast is een regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand (klokkenluiderregeling) vastgesteld. Voorts kent de Raad van Toezicht een remuneratiecommissie en een auditcommissie. Daarmee zijn voor de Raad van Toezicht de belangrijkste randvoorwaarden voor het adequaat uitoefenen van haar toezichthoudende taak gecreëerd.
1.5 Leerlingenaantallen Onderzoek Demografische gegevens wijzen uit dat het leerlingenpotentieel in Oost-Groningen daalt. Op basis van de eigen prognoses gaat het om een daling van 2.750 leerlingen in 2011 naar 2.270 leerlingen in 2017. Dit is een daling van ruim 15% in zes jaar. Toch wil het Dollard College de krimp in het aantal leerlingen zo beperkt mogelijk houden. Dit betekent dat het marktaandeel moet worden vergroot, een ambitieus streven. Het is belangrijk om te weten op welke gronden leerlingen en hun ouders kiezen voor een school voor voortgezet onderwijs
7
en dan met name voor het Dollard College. Het MT (en M&C) heeft natuurlijk een beeld van het keuzeproces, maar dat zijn aannames. In de periode mei-juli 2011 is daarom een kwantitatief online onderzoek gedaan onder ouders van leerlingen groep 8, leerkrachten groep 8 en onze eigen eerstejaars leerlingen en hun ouders. Helaas was de respons erg laag, ondanks verlenging van de onderzoeksperiode. De uitkomsten moeten worden gezien als richtinggevend, aangezien de respons te laag is voor valide conclusies.
Het aantal leerlingen in de basisvorming, inclusief LWOO, is gestegen met 56 ten opzichte van het schooljaar 2010-2011. Dat is een stijging van bijna 5%. Het aantal leerlingen in het VMBO, inclusief LWOO, is nagenoeg gelijk gebleven. Bij het havo en vwo is sprake van een daling van het aantal leerlingen. Deze grote daling bij de havo doet zich hoofdzakelijk voor in de het derde leerjaar. Ook het aantal PRO-leerlingen is in 2011-2012 gedaald.
Voor het verhogen van het leerlingenaantal is allereerst de onderwijskwaliteit en kwaliteit van de medewerkers belangrijk. Maar ‘be good’ alleen is niet voldoende: be good and tell it. Dit doen we op verschillende manieren vanaf de voorlichting op basisscholen en eigen vestiging tot en met de aanmelding van leerlingen. Hiervoor worden diverse middelen en media ingezet. In alle middelen komen ‘kwaliteit’ en ‘de beste schoolkeuze’ tot uiting. Online heeft meer aandacht gekregen, inclusief de inzet van social media als facebook en twitter.
Leerlingen per opleiding Basisvorming lwoo Basisvorming avo/vmbo lwoo vmbo havo vwo pro
Ontwikkeling leerlingenaantallen Het aantal ingeschreven leerlingen op de teldatum 1 oktober 2011 is 2.750. Ten opzichte van 1 oktober 2010 is sprake van een stijging van 20 leerlingen. Groei heeft zich voorgedaan bij de vestigingen Bellingwedde, Pekela, Campus Winschoten en Woldendorp. Het aantal leerlingen daalde bij de vestigingen De Flint, Scheemda en Hommesplein-Stikkerlaan.
8
2011-2012 2010-2011 213 998 198 587 324 249 181
292 863 185 589 356 254 191
Totaal
2.750
2.730
Leerlingen per vestiging Bellingwedde Pekela Scheemda Bovenburen Hommesplein-Stikkerlaan Campus Winschoten Woldendorp De Flint
182 311 166 15 1.262 323 310 181
170 289 206 14 1.273 297 290 191
Totaal
2.750
2.730
Hoofdstuk 2
Onderwijskwaliteit 2.1 Onderwijsontwikkelingen Vestiging
Onderwijsvorm
Bellingwedde Bovenburen De Flint Hommesplein Pekela
Onderbouw, vmbo-TL lwoo Praktijkonderwijs vmbo-TL, havo, vwo Onderbouw, vmbo-TL, vmbo- beroepsgerichte leerwegen vmbo-beroepsgerichte leerwegen Onderbouw, vmbo-TL Onderbouw, Internationale Schakelklas Onderbouw, vmbo-TL, vmbo-beroepsgerichte leerwegen
Poststraat Scheemda Stikkerlaan Woldendorp
In ons Strategisch Beleidsplan geven we aan dat we goede doorlopende leerlijnen garanderen tussen het primair onderwijs en ons voortgezet onderwijs. In dat kader zoeken we een intensieve samenwerking met het basisonderwijs. De contacten met het primair onderwijs worden ingevuld door een POVO-overleg per vestiging (primair onderwijs en voortgezet onderwijs) en het bij elkaar in de keuken kijken. Najaar 2011 is samen met het SOOOG (Stichting openbaar onderwijs Oost Groningen) een samenwerkingsovereenkomst ontwikkeld die begin 2012 zal worden ondertekend. Daarmee wordt de samenwerking met de basisscholen verder versterkt. Schoolplan Volgens de Wet Voortgezet Onderwijs dient een onderwijsinstelling een schoolplan te hebben. Een schoolplan is een vierjarig beleidsdocument waarin een onderwijsinstelling aangeeft waar ze de komende vier jaar mee aan de slag gaat. Het schoolplan is een publiek document. In het schoolplan zijn de ambities uitgewerkt in onderwijskundige vormgeving, personeelsbeleid en kwaliteitsbeleid. Het schoolplan voor de planperiode 2011-2014 van het Dollard College is eind 2010/begin 2011 opgesteld. Dit is gebeurd binnen de kaders van het strategisch beleidsplan dat ook een doorlooptijd van vier jaar kent. Het schoolplan is ontwikkeld
in een aantal werkbijeenkomsten met de directeuren en coördinatoren van de vestigingen van het Dollard College, onder leiding van het College van Bestuur. De medezeggenschap heeft ingestemd met het schoolplan. Het schoolplan is te vinden op de portal van het Dollard College. Bovenburen/De Flint Het praktijkonderwijs heeft de verplichting om leerlingen tot twee jaar na het verlaten van de school te volgen. De Flint heeft hiervoor een netwerk schoolverlaters geïnstalleerd. Daarnaast heeft deze vestiging een begeleidingscommissie voor de leerlingen in het laatste schooljaar. Hieraan nemen stagedocenten, UWV, Noorderpoort, MEE, reïntegratiebedrijven, leerplichtambtenaren van Pekela/Veendam en Oldambt, Synergon en Oldambt Werkt deel. In het laatste schooljaar wordt er door de mentor met de leerling een individueel transitieplan opgesteld. In het netwerk worden de leerlingen besproken en aan de juiste instantie gekoppeld. Dit resulteert er in, dat vrijwel iedere leerling aan het eind van het schooljaar een vervolgtraject heeft. Na het verlaten van de school worden alle leerlingen nog twee jaar lang gevolgd door ons netwerk en waar nodig worden ze gecoacht om hun werkplek of vervolgopleiding te kunnen voorzetten. Hiermee wordt voorkomen dat leerlingen thuis komen te zitten. De ervaring leert dat problemen die de leerlingen ondervinden snel moeten worden opgelost, om continuïteit in de opleiding of de werksituatie te waarborgen. Campus Winschoten In het schooljaar 2010-2011 werd op Campus Winschoten voor het eerst het vak CKV (Culturele en Kunstzinnige Vorming) in projectvorm aangeboden. Vier keer in het jaar is aandacht besteed aan zeer uiteenlopende culturele activiteiten. Leerlingen konden een keuze maken uit workshops, variërend van een eigen dans maken tot en met het bouwen van je droomhuis in maquettevorm. De inhoudelijke invulling van de workshops werd verzorgd door kunstacademiestudenten van de docentenopleiding Minerva te Groningen. De organisatorische en didactische ondersteuning werd verzorgd door de Campus-docenten. Uit de jaarlijkse enquête is gebleken dat zowel leerlingen, kunstacademiestudenten als docenten hebben genoten van deze CKV-ochtenden. Volgend schooljaar wordt dit samenwerkingsverband tussen de Groninger kunstacademie en Campus Winschoten dan ook voortgezet.
9
Vmbo-leerlingen van Campus Winschoten hebben afgelopen jaar de eerste tot en met de vijfde prijs gewonnen tijdens de finale van de klimaatcampagne van Plan Nederland. Een geweldige prestatie. Ruim 500 inzendingen van scholen uit heel Nederland dongen mee naar de titel. De eerste prijs was voor Lady’s Voice, een groep Campusmeiden die een voorlichtingscampagne ontwikkelden voor basisscholen. Zij leggen daarin de nadruk op de rol van vrouwen in de ontwikkeling naar een duurzame wereld. Met dit programma hebben zij verschillende basisscholen bezocht.
Scheemda Eind 2009 heeft de vestiging na bezoek van de inspectie een aangepast arrangement gekregen en werd als zeer zwak aangemerkt. Snel daarna is een verbeterplan opgesteld en een intensief verbetertraject gestart. Dit heeft geleid tot het toekennen van het basisarrangement begin 2011. Scheemda wordt door de inspectie dus niet meer gezien als zeer zwakke school. De verbetering is onder meer terug te zien in de goede examenresultaten die behaald zijn.
Het project Make the link - Climate exChange heeft tot doel jongeren bewust te maken van de klimaatverandering wereldwijd. Maar ook om hen te laten ontdekken hoe we hier zelf invloed op kunnen uitoefenen. Wereldwijd dragen leerlingen een steentje bij door projecten te ontwikkelen. Hierover wisselen ze ook ervaringen uit. De leerlingen van Campus Winschoten hadden via Skype contact met leerlingen in Malawi.
Leerlingenzorg
Pekela Bewegen en sport staat bij de vestiging hoog in het vaandel. Op de vestiging Pekela is LO2 (lichamelijke oefening) als examenvak ingevoerd. De vestiging Pekela is gecertificeerd door het NOC-NSF KVLO, als Sportactieve school. Daarnaast is er geïnvesteerd in het stimuleren van ICT-toepassingen in de klas. Hiervoor is op de vestiging een denktank ingericht die werkt aan het draagvlak bij de docenten voor ICT gebruik in de lessen. Tevens wordt gewerkt aan een beleidsplan digitalisering. Docenten worden geschoold in het gebruik van computers, software en smartboards tijdens de les. In het kader van het aangaan van de dialoog en het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs is er een Leerlingenraad binnen de vestiging ingericht. Doel van een leerlingenraad is de leerlingen meer te betrekken bij de school. Er kan worden gesproken over allerlei praktische, onderwijsinhoudelijke en andere activiteiten binnen de school. Aan leerlingen wordt (extra) bagage meegegeven op het gebied van kunst en cultuur. Een voorbeeld hiervan zijn jaarlijkse de Dolle-Dollard Dagen. Er worden dan geen gewone lessen gegeven, maar leerlingen nemen deel aan allerlei creatieve workshops en sportieve activiteiten. Ook wordt leerlingen aangeboden deel te nemen aan internationaliseringsprojecten. Er is een samenwerkingsverband met een school uit Großefehn (Duitsland). Daarnaast is er een vierdaagse ontmoeting in Christianslyst (Denemarken) en een sportief programma in de Ardennen. 10
2.3 Zorgbeleid
Het zorgplan van het Dollard College heeft een looptijd van vier jaar. Gezien de voortdurende ontwikkelingen op het gebied van leerlingenzorg wordt het zorgplan jaarlijks geactualiseerd. Er is een structuur ontwikkeld, zodat iedereen die betrokken is bij de leerling de wegen kent om de hulpvraag bij de juiste persoon of instantie te leggen. Binnen het Dollard College wordt zorg breed opgevat. Elke leerling heeft recht op begeleiding en zorg op maat. Daarnaast zorgt het Dollard College bij een overgang naar een andere school voor een zorgvuldige overdracht en een tijdige afstemming met de externe zorgpartners. Alle leerlingen zijn in beeld, het proces wordt bewaakt en er wordt regelmatig over de voortgang gerapporteerd. Zo is er bijvoorbeeld op elke vestiging van het Dollard College een zorgteam. Deze bestaat uit docenten, leerlingbegeleiders, maatschappelijk werk en een orthopedagoog die zich hebben gespecialiseerd om leerlingen met leer- en/of sociaal emotionele problematiek te kunnen begeleiden. De taak van de zorgteams is om de docenten te ondersteunen bij het begeleiden van leerlingen met problemen en een eventueel vervolgtraject voor de leerlingen in beeld te brengen. Zoals het aanmelden bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL), Zorgadviesteam (ZAT) en andere instanties. Het zorgplan 20112015 is eind 2010 aan de MR aangeboden. Begin 2011 heeft de MR met het zorgplan ingestemd. Daarnaast zijn de ontwikkelingen in het kader van Passend Onderwijs nauwlettend gevolgd. Het Dollard College heeft deelgenomen aan het netwerk Passend Onderwijs. In 2011 heeft dit netwerk zich gericht op een inventarisatie van het huidige zorgaanbod en het inventariseren van benodigde (externe) expertise. Het Dollard College maakt deel uit van het samenwerkingsverband RSNOWG (regionaal samenwerkingsverband
Noord Oost West Groningen). Samen met het RSNOWG werkt het Dollard College aan de voorbereidingen en het uiteindelijk realiseren van passend onderwijs. De vestigingen van het Dollard College zijn van start gegaan met het opstellen van de zorgprofielen. Voor 1 augustus 2012 moeten de zorgprofielen klaar zijn. Elke vestiging heeft dan de basiszorg, de breedtezorg en de dieptezorg verder uitgewerkt.
scholen een beter zicht op voortijdig schoolverlaters: VO-instellingen leveren examenkandidaten aan in Intergrip (alleen vmbo). De mbo-instellingen leveren wekelijks een bestand aan met nieuwe inschrijvingen/aanmeldingen. Op die manier kan de VO-school zien welke (oud)leerling zich nog niet heeft ingeschreven voor een vervolgopleiding.
Verwijsindex Sinds februari 2010 is de Verwijsindex Risicojongeren ingevoerd in alle gemeenten in Nederland. In 2011 is het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd Groningen verder ontwikkeld. De vestigingen van Dollard College zijn aangesloten bij dit signaleringssysteem. Dit systeem is bedoeld om problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 - 23 jaar in een vroegtijdig stadium te signaleren en vervolgens de coördinatie van zorg te organiseren. Het doel van Zorg voor Jeugd Groningen is dat de hulpverlening beter op elkaar wordt afgestemd. Door het op tijd signaleren, moet bovendien worden voorkomen dat problemen bij jongeren uitgroeien tot grote risico’s voor hun ontwikkeling.
Kwaliteitszorg
Voortijdig schoolverlaten De problematiek rond voortijdig schoolverlaten (VSV) krijgt veel aandacht. Ook het Dollard College doet mee in het landelijke beleid om de uitval van leerlingen terug te dringen. Het Dollard College participeert in het convenant van OostGroningen. In dit convenant voor 2008/2011 is de volgende afspraak gemaakt: een reductie van 40%, overeenkomend met een gemiddelde jaarlijkse reductie van 10%. In oktober 2011 zijn de definitieve cijfers VSV 2009-2010 door het Ministerie gepubliceerd. De aantallen van het Dollard College zien er als volgt uit: 2005/06 2007/08 2008/09 2009/10 ambitie 10/11 Totaal VSV’ers Ambitie
2.624 34
2.609 40 31
2.513 33 27
2.461 29 24
20
Het Dollard College had in het jaar 2009-2010 in totaal 29 voortijdig schoolverlaters. De verwachtting was 24. In vergelijking met de landelijke cijfers doet ook het Dollard College het goed: Landelijk is het percentage 3,0% voortijdig schoolverlaters, bij het Dollard College is dat 1,2%. In de provincie Groningen is binnen het VSV convenant de software applicatie Integrip ontwikkeld. Met ingang van het schooljaar 2011-2012 maken alle vestigingen van het Dollard College gebruik van deze tool. Met Intergrip krijgen
2.4 Onderwijskwaliteit
Najaar 2010 is een nieuw project met betrekking tot kwaliteitszorg gestart. Dat project is in 2011 verder uitgebreid. De hoofdlijnen van het project zijn het ontwikkelen en invoeren van kwaliteitsindicatoren, de deelname van de scholen aan Vensters voor Verantwoording coördineren en ondersteunen en het ontwikkelen van audits binnen Onderwijsgroep Noord. Voor het kwaliteitszorgsysteem is een dertigtal kwaliteitsindicatoren het uitgangspunt. Om deze indicatoren praktisch hanteerbaar te maken en ze overzichtelijk op te kunnen nemen in ons handboek kwaliteitszorg, worden ze allemaal beschreven in een vast format. Ook voor de in te zetten instrumenten is zo’n format ontworpen. Het handboek zal de komende jaren stelselmatig gevuld worden met al deze beschrijvingen. Daarmee wordt het een naslagwerk voor alle medewerkers van Onderwijsgroep Noord die in hun schoolpraktijk proberen kwaliteitszorg vorm te geven. Van een aantal kwaliteitsindicatoren zijn in 2011 de definities bepaald, instrumenten beschreven en verantwoordelijkheden vastgelegd. Voor het voortgezet onderwijs is bijvoorbeeld de kwaliteitsindicator ‘Examenresultaten VO’ ontwikkeld. Er is vastgelegd dat de examenresultaten jaarlijks geïnventariseerd en geanalyseerd worden, welke stappen er wanneer gedaan worden en door wie, en dat er zo nodig een plan van aanpak komt om verbeteringen door te voeren. Bij alle kwaliteitsindicatoren geldt natuurlijk dat het bedenken één ding is, het invoeren en systematisch gebruiken in de school een tweede stap. Aan dit aspect wordt door de projectgroep systematisch aandacht besteed door kwaliteitsaspecten in de uitwerking en uitvoering door te spreken met de kwaliteitscoördinatoren en directeuren van de vestigingen. Tevens wordt regelmatig over de ontwikkelingen geschreven in de Springtij. Dit moet allemaal bijdragen aan een cultuur van het werken aan en het borgen van een goede kwaliteitszorg.
11
Voor het onderzoeken van de tevredenheid van leerlingen, ouders, bedrijven en personeel kunnen we gebruik maken van een online pakket: de VO/ AOC-spiegel. In het najaar van 2011 hebben we voor alle scholen standaard-enquêtes gemaakt waar scholen zelf nog vragen aan toe kunnen voegen. Hier zit ook een personeelsenquête bij. Deze enquêtes moeten vanaf 2012 in de kwaliteitszorg gebruikt worden en scholen kunnen dan door onderlinge vergelijking een beeld krijgen van hun sterke en zwakke punten. In november 2011 heeft de projectgroep kwaliteitszorg een scholing voor de VO/AOC-spiegel georganiseerd zodat elke school een beheerder heeft die enquêtes kan maken, aan kan passen en uit kan zetten naar bijvoorbeeld collega, leerlingen, ouders en/of bedrijven, en daarna een rapportage kan maken van de uitkomsten. Vensters voor Verantwoording Vensters voor Verantwoording is ontstaan als project vanuit de VO-Raad. Alle cijfermatige informatie over scholen voor voortgezet onderwijs wordt verzameld in één systeem. Deze informatie, afkomstig van de overheid, de Onderwijsinspectie en van de scholen zelf, wordt bewerkt en gevisualiseerd. Vensters biedt scholen hiermee een betrouwbare basis voor de dialoog met hun belanghebbenden. Met Vensters voor Verantwoording bieden scholen inzicht in hun resultaten, op basis van twintig indicatoren. In 2011 heeft de projectgroep kwaliteitszorg samen met de kwaliteitscoördinatoren op de vestigingen veel tijd besteed aan de invoering van Vensters voor Verantwoording. Eind 2011 hebben de meeste scholen van het Dollard College zich gepresenteerd op www. schoolvo.nl. De laatste twee scholen gaan in het voorjaar van 2012 online. 12
Audits Met ingang van schooljaar 2010-2011 is binnen Onderwijsgroep Noord een auditteam gestart. Bij een audit worden lessen bezocht en beoordeeld en tevredenheidsonderzoeken uitgevoerd bij leerlingen, ouders en docenten. Het is een breed kwaliteitsonderzoek gericht op het onderwijsproces. Eind 2011 hebben in totaal 18 VO vestigingen van Onderwijsgroep Noord een audit ondergaan, waaronder alle vestigingen van het Dollard College, behalve Bovenburen/De Flint. Een auditrapport bevat onder meer aanbevelingen voor de vestiging die vervolgens door de directie van de vestiging worden opgepakt in de reguliere kwaliteitscyclus. Er worden, waar nodig, verbeterplannen gemaakt. Deze maken onderdeel uit van de nieuwe vestigingsjaarplannen. Eind 2011 is gestart met de ontwikkeling van een specifiek auditinstrument voor het praktijkonderwijs om in 2012 audits uit te voeren op de PROvestigingen van Onderwijsgroep Noord, waaronder Bovenburen/De Flint. Taal en rekenen Voor de verbetering van de kwaliteit van het voortgezet onderwijs (VO) heeft de overheid een meerjarige subsidieregeling. Het Dollard College gebruikt deze subsidieregeling voor een traject gericht op de ontwikkeling van taalen rekenen. Een belangrijke doelstelling van het taal en rekenbeleid van afgelopen jaar is verwezenlijkt: de ontwikkeling van een strategisch beleidskader taal en rekenen voor Onderwijsgroep Noord-breed dat als leidraad voor de aanpak binnen de stichtingen gehanteerd kan worden. Met behulp van dit beleidskader kan goed worden vastgesteld of de aanpak voldoende is om in 2013/2014 aan de
referentieniveaus taal en rekenen te kunnen voldoen. Een ander belangrijk doel is om meer verbindingen te leggen tussen de aanpak van de 3 stichtingen om zo het leren van elkaar te versterken. Bij het Dollard College hebben stichtingsbrede expertisegroepen voor taal en rekenen bouwstenen voor een beleidsplan opgeleverd. In het onderwijsberaad zijn gezamenlijke afspraken voor de implementatie gemaakt voor het lopende schooljaar. De ontwikkelgroepen voor taal en rekenen hebben een begin gemaakt met het ontwikkelen en implementeren van vestigingsplannen op elke vestiging. Belangrijke ondersteuning daarbij is het besluit om het Cito volgsysteem te gebruiken als instrument om de uitgangspositie en de voortgang van de leerlingen op rekenen en taal bij te houden. Klachten De klachtenregeling van het Dollard College is erop gericht om klachten in eerste instantie op te lossen zo dicht mogelijk bij de plek waar ze ontstaan. Bijvoorbeeld op een vestiging. Als dit niet lukt kan de klacht bij het College van Bestuur worden neergelegd en vervolgens bij de externe Landelijke Klachtencommissie (LKC). In 2011 bereikten een negental klachten het College van Bestuur. Vier daarvan werden alsnog door de directeur van de betreffende vestiging naar tevredenheid afgehandeld en drie door het College van Bestuur. Eén klacht werd uiteindelijk voorgelegd aan de LKC. Deze werd deels gegrond verklaard. Het College van Bestuur heeft daarop de door de LKC gegeven adviezen opgevolgd. Eén klacht is nog in behandeling. De Medezeggenschapsraad is van het advies van de LKC op de hoogte gesteld.
2.5 Beoordeling Onderwijstijd De wetgeving met betrekking tot de onderwijstijd in het VO wordt aangepast. De streefdatum voor de inwerkintreding is het schooljaar 2012-2013. Vooruitlopend op de wetgeving heeft de staatssecretaris van OCW bepaald dat de nieuwe norm voor onderwijstijd geldt vanaf het schooljaar 2009-2010. Dit betekent dat alle leerlingen in het VO in de onderbouw en de bovenbouw recht hebben op minimaal 1000 uren onderwijs per schooljaar. In het examenjaar is de norm 700 uur.
schooljaar 2010/2011 gerealiseerd. Op bijna alle vestigingen wordt dus de minimale norm van 1000 uur behaald. De gesignaleerde tekorten bij één vestiging zijn zo marginaal dat ze niet problematisch zijn. De betreffende vestiging heeft hier wel op geanticipeerd bij de planning voor het nieuwe schooljaar. Het centraal gebruikte leerling-registratie en -volgsysteem SOM is vanaf 2012 operationeel. Hierin kan de onderwijstijd op een adequate, effectieve en uniforme wijze worden geregistreerd en gerapporteerd Examenresultaten en rendementen De examenresultaten zijn over het algemeen goed, zowel wat de cijfers als de slagingspercentages betreft. Voor de vestigingen Hommesplein, Pekela en Campus Winschoten zijn respectievelijk de resultaten voor de havo, vmbo KB en vmbo KB wat aan de lage kant. Voor de vestiging Pekela moet worden opgemerkt dat het hier gaat om kleine leerlingaantallen. De vestiging Hommesplein heeft begin 2011 een plan van aanpak voor verbetering van de onderwijskwaliteit gemaakt. Dit plan is in 2011 al grotendeels uitgevoerd en wordt in 2012 afgerond. Het instrument (in 2010 ontwikkeld) is door alle vestigingen op maat gemaakt en in gebruik genomen. Met dit instrument kunnen de vestiging hun examenresultaten analyseren, terugkoppelen naar docenten en verbeteringen vastleggen. Op de volgende pagina volgt een overzicht van de slagingspercentages per vestiging en per leerweg. De examenresultaten zijn over het algemeen redelijk, zowel wat de cijfers als de slagingspercentages betreft. Voor de vestigingen Hommesplein, Pekela en Campus Winschoten zijn respectievelijk de resultaten voor de havo, vmbo KB en vmbo KB wat aan de lage kant. Voor de vestiging Pekela moet worden opgemerkt dat het hier gaat om kleine leerlingaantallen. De slagingspercentages van de theoretische leerweg zijn, uitgezonderd die van het Hommesplein, één of enkele procenten lager dan vorig jaar; dat betekent dat er hier en daar een leerling meer gezakt is. Er zijn in Pekela en aan de Campus Winschoten in totaal 4 leerlingen geweest die een examen basisberoepsgerichte leerweg hebben gedaan, deze leerlingen zijn allemaal geslaagd.
De vestigingen van het Dollard College hebben in vrijwel alle gevallen voldoende onderwijstijd in het 13
Vestiging
Leerweg
Geslaagd % aantal
Bellingwedde Campus Winschoten Hommesplein
Pekela
Scheemda Woldendorp
Theoretische leerweg Basisberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Theoretische leerweg havo vwo Theoretische leerweg Basisberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Theoretische leerweg Theoretische leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg
97 100 84 97 87 97 93 100 86 97 95 100
29 2 63 88 101 46 28 2 6 29 18 23
Afgewezen % aantal 3
1
13 3 10 3 7
10 2 12 1 2
14 3 5
1 1 1
Inspectiezaken en opbrengsten In 2011 heeft de Inspectie van het Onderwijs een bezoek gebracht aan de vestiging Scheemda als slotstuk van het traject van intensief toezicht door de inspectie. De opbrengsten zijn weer voldoende en er zijn geen belangrijke tekortkomingen in het onderwijsleerproces. Hierdoor krijgt de school weer een basisarrangement. Bij een basisarrangement hanteert de Inspectie de normale vorm van toezicht, een vestiging ontvangt dan één keer in de vier jaar een inspectiebezoek.Ook de vestigingen Pekela, Bovenburen/ De Flint, Bellingwedde en Woldendorp hebben een basisarrangement. Het basistoezicht bestaat uit een jaarlijkse risicoanalyse en is geldig voor één jaar. Voor de vestiging Campus Winschoten zijn nog geen opbrengsten bekend. In opdracht van het College van Bestuur is wel een eigen onderzoek gedaan naar de rendementen van en ervaringen met de vmbo basisberoepsgerichte leerweg die in een experiment met doorlopende leerlijnen opleidt tot mbo2. De inspectie zal naar verwachting in 2012 hier ook onderzoek naar doen. De vestiging Hommesplein is eind 2010 door de inspectie bezocht. Het oordeel zwak werd afgegeven aan de afdelingen havo en vwo, de school kreeg hierdoor een aangepast arrangement. De directie van de vestiging heeft hierop een verbeterplan geschreven. In 2011 is gestart met de uitvoering van dit plan. Dit moet leiden voldoende kwaliteit in de loop van 2012. De afdelingen vmbo kader en basisberoeps hebben in 2011 een basisarrangement gekregen. De opbrengsten voor de theoretische leerweg zijn onvoldoende. In genoemd verbeterplan wordt, naast de havo en vwo afdeling, ook de theoretische leerweg betrokken met als doel om ook de kwaliteit van de TL te verbeteren en de opbrengsten te verhogen. De inspectie bezoekt deze afdeling in 2012. 0 = gemiddeld - = onder gemiddeld -- = ruim onder gemiddeld + = bovengemiddeld ++ = ruim boven gemiddeld
In de opbrengstenkaart benoemt de inspectie een aantal kwaliteitsaspecten, met name doorstroomgegevens en examenresultaten. Vestiging
Leerweg
Bellingwedde Hommesplein
Theoretische leerweg Basisberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Theoretische leerweg havo vwo Theoretische leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Theoretische leerweg Basisberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Theoretische leerweg
Pekela Scheemda Woldendorp
14
Rendement onderbouw*
0 0 0 + +
% in % van Gemiddeld leerjaar 3 3e leerjaar cijfer zonder naar diploma centraal zittenblijven zonder examen zittenblijven 100 100 100 100 100 100 97
100
6,7
7 54 52 91
100 100 100 93
79
6,5 6,4 6,3 6,5 6,1 6,5
75 81
6,4 6,6
Cito Volgsysteem In juni 2011 heeft het College van Bestuur besloten om op alle vestigingen te gaan werken met het Cito Volgsysteem. Dit is een genormeerd leerlingvolg- en toetssysteem. Met dit volgsysteem worden de prestaties van leerlingen op kernvaardigheden (rekenen/wiskunde, Nederlands en Engels) getoetst. Vanaf het moment van binnenkomst in de brugklas tot en met het eind van de tweede klas. Hiermee willen we de kwaliteit van de begeleiding, advisering en determinatie verder verbeteren. De resultaten van de toetsen worden enerzijds gebruikt om de kwaliteit van ons onderwijs in kaart te brengen. Anderzijds gebruiken we de resultaten om de prestaties van elke individuele leerling te volgen en als ondersteuning bij onderwijskundige beslissingen, zoals de bepaling van het schoolniveau van de leerling. Vanuit de wet- en regelgeving gaan er de komende jaren voorwaarden gesteld worden op gebied van leerlingvolgsystemen, toetsen en referentieniveaus taal en rekenen. Met het invoeren van het Cito volgsysteem voldoen we voor een belangrijk deel al aan deze voorwaarden. Binnen het Dollard College is in 2011 al de stap gezet om met het Cito Volgsysteem te gaan werken. Enkele vestigingen werken al langere tijd met het systeem.
Hoofdstuk 3
Leeromgeving 3.1 Maatschappelijke stage Vanaf schooljaar 2011-2012 moeten alle scholieren in het voortgezet onderwijs verplicht minimaal 30 uur maatschappelijke stage (MaS) lopen gedurende hun schoolloopbaan. Tijdens deze stage onder schooltijd doen zij vrijwilligerswerk waarbij ze kennismaken met de samenleving en daaraan een bijdrage leveren. Er is een Dollardbreed beleidsplan Maatschappelijke stage en burgerschap ontwikkeld. Hierin wordt de plaats, de rol en de doelen van maatschappelijke stage en burgerschap omschreven en de verbinding naar het strategisch beleid van het Dollard College gelegd. Verder wordt hierin onder meer de opbouw, aanpak en begeleiding van de MaS beschreven. Het Dollard College biedt leerlingen stages aan in overleg met diverse sectoren van het bedrijfsleven, instellingen en overheden. Onze school wil graag dat haar leerlingen zich bewust zijn van de omgeving waarin zij wonen en zich inzetten voor ande-
ren. De maatschappelijke stage speelt daarop in. De leerlingen hebben bijvoorbeeld stage gelopen in het ziekenhuis en bij Staatsbosbeheer, boodschappen gedaan voor ouderen en een actie voor een goed doel georganiseerd. Ook zorgt een groep leerlingen voor sportieve activiteiten. Meestal vinden de leerlingen zelf een stageplek. Eventueel kunnen zij hulp krijgen van de mentor of de stage-coördinator. Ook binnen het Praktijkonderwijs nemen leerlingen deel aan een vorm van maatschappelijke stage. Het PrO heeft hiervoor contacten met de Ommelander ziekenhuisgroep, Oosterlengte, Staatsbosbeheer, de Boschpoort, Kinderopvang Hummelstee en Kiwi. Verder worden de leerlingen gestimuleerd om iets voor anderen te betekenen. Het organiseren van activiteiten als kanotochten, zeiltrips, barbecues en het maken van producten op bestelling voor andere partners, behoren eveneens tot de maatschappelijke stage. In het leerlingenvolgsysteem wordt het totaal aantal uren voor iedere leerling bijgehouden en aan het eind van de opleiding toegevoegd aan het portfolio.
3.2 Internationalisering Binnen het Dollard College maken we kennis met andere culturen door reizen, uitwisselingen en de (nieuwe) media. Maar ook doordat we steeds meer leerlingen uit andere culturen in de klas krijgen. De multiculturele samenleving is een gegeven. Wij willen dat onze leerlingen in deze multiculturele samenleving hun grenzen leren verleggen. Dat begint met een open en respectvolle manier van omgaan met mensen uit andere culturen. Internationalisering is daarvoor een uitstekende, aansprekende manier. Alle vestigingen besteden aandacht aan internationalisering. Bestaande projecten worden, waar mogelijk en wenselijk, gecontinueerd en nieuwe partners worden gezocht. Door internationalisering in te bedden in het curriculum krijgt het een steviger plaats in de organisatie. De bestaande projecten variëren van internationaal debatteren tot uitwisselingen met Duitsland, Denemarken, Polen, Italië, Engeland en Tsjechië. Vestigingen van het Dollard College maken gebruik van subsidieregelingen van het Europees Platform. De leerlingen van het vijfde jaar van het Hommesplein doen ieder jaar mee met een uitwisseling met scholen uit Europa en Japan. De uitwisseling is onderdeel van het studieprogramma. De partnerscholen komen uit Italië (Dolo), Polen (Plonsk), Engeland (Londen) en Japan (Sakura). Het Hommesplein verwelkomde in november 2011 zo’n 50 buitenlandse gasten uit de genoemde landen. 15
Naast het ontwerpen en fabriceren van een educatief spel was er ruime aandacht voor ontspanning met cultuur, muziek en International Cooking. De vestiging Bovenburen weet elk jaar weer subsidie binnen te halen voor diverse internationale projecten. Het Dollard College neemt daarnaast deel aan Committee Europe (culturele uitwisselingen) met twaalf internationale scholen. Daarnaast participeert het in Investor, een internationale competitie minionderneming. Aan dit project doen ook leerlingen van de IGS Egels uit Aurich en partnerschool de KGS Großefehn mee. Bellingwedde heeft al 22 jaar goede contacten met de Ludgerusschule in Rhede. Ze hebben samen les in de Duitse-Nederlandse spreekvaardigheid en ze sporten met elkaar. Dit jaar bezochten de leerlingen van Bellingwedde en Rhede de voetbaloefeninterland Duitsland‚ Nederland in Hamburg. Pekela organiseerde een sportieve ‘EuroSport’ voor de leerlingen van Grossefehn en haar eigen leerlingen. Een soort Olympische Spelen waarbij de leerlingen gemixt worden en op één van de negen aangeboden sportonderdelen uitkomen. Scheemda heeft een groep leerlingen en docenten van een school uit Frankrijk op bezoek gehad. Een prima ervaring die dit jaar haar vervolg gaat vinden in een tegenbezoek. Op deze wijze proberen alle vestigingen te bereiken dat al hun leerlingen in hun schoolloopbaan contacten hebben met het buitenland, via uitwisseling, stage en/of mailcontacten. Opdat zij, in de meest brede zin, over hun eigen grenzen heenkijken.
3.3 Arbo & Veiligheid Arbo & Veiligheidsbeleid
naar de omgeving van het schoolgebouw, het werken met gevaarlijke stoffen, machineveiligheid, beeldschermwerk bedrijfshulpverlening, agressie en geweld. Met de vestigingsdirectie zijn de sociale en psychische (arbeids)omstandigheden onderzocht. Nadat alle RI&E zijn uitgevoerd heeft de Arbodienst de RI&E op procesniveau getoetst en voorzien van een aantal aanbevelingen en opmerkingen. Het volgende is gezegd: Cultuurverschillen binnen de instellingen hoe Arbo- en Veiligheidsbeleid wordt uitgevoerd zijn nog duidelijk zichtbaar. • De Arbo-catalogus (richtlijnen) blijkt onvoldoende bekend te zijn bijv. scheikunde docenten. • Organiseer voor leerlingen niet alleen werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen, maar organiseer ook het schoonhouden, opbergen en het praktisch gebruik hiervan. Instructeur, houd toezicht en treed corrigerend op. Geef veiligheid een plek in de les als het doel is om de “werkelijke” praktijkomgeving te simuleren. Geef als docent hierin het goede voorbeeld. Om het Arbo- en Veiligheidsbeleid op de vestigingen te borgen wordt er in 2012 een schoolveiligheidsplan gemaakt dat elk jaar wordt geactualiseerd. Alle vestigingen hebben de mogelijkheid gehad om medewerkers te trainen in het bedienen van de AED (automatische externe defibrillator). Mocht zich een levensbedreigende situatie voordoen dan zijn er voldoende medewerkers toegerust die weten wat te doen.
3.4 Facilitair/Huisvesting Inkoop
16
In 2011 zijn wij vooruitlopend op de instemming van de medezeggenschapsraden gestart met het uitvoeren van het Arbo & Veiligheidsbeleid. Het beleid is erop gericht om de diverse betrokkenen bewust te maken van Arbo en veiligheid en daar waar mogelijk de betrokkenheid te vergroten.
Wij hebben meer dan 50% van het totale volume van aankopen en investeringen duurzaam ingekocht. Uiterlijk in 2015 zal 100% duurzaam worden ingekocht.
Van februari 2011 tot juni 2011 zijn op alle vestigingen de risico geïnventariseerd door een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Dit is gedaan met behulp van een digitale arbo-scan die officieel door de branche is erkend. De afdeling huisvesting en facilitaire zaken van Onderwijsgroep Noord heeft samen met een medewerker van de vestiging, veelal de hoofd conciërge of hoofd facilitaire dienst, een rondgang door de vestiging(en) gemaakt. Onder andere is gekeken
Aan deze doelstelling kunnen wij ons conformeren door gezamenlijk in te kopen. In 2011 is geïnventariseerd welke inkoopsegmenten de komende jaren Europees worden aanbesteed. Door ons alleen al op deze segmenten te richten realiseren we de doelstelling van 50% omdat in het programma van wensen en eisen duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen als harde eis is opgenomen. Leveranciers dienen zich hieraan te conformeren en aan te geven hoe zij aan onze doelstelling kunnen bijdragen. In aansluiting hierop
worden de kleinere segmenten geïnventariseerd. Door voorkeursleveranciers aan te wijzen die aan de duurzaamheidscriteria voldoen, moet de doelstelling van 100% kunnen worden bereikt. Begin 2011 kochten we voor ruim 90% in bij onze voorkeursleveranciers. Dit is in lijn met de door ons gestelde doelstelling.
In november 2010 is het leerlingendeel van de portal opgeleverd. De leerlingen konden vanaf dat moment direct doorlinken naar de elektronische leeromgeving, hun cijfers, rooster en e-mail. De ouders konden meekijken met hun kind(eren). Zij hebben in maart 2011 een eigen inlogaccount gekregen, tenzij er een ‘informatiebeperking’ is aangegeven in @VO.
Huisvesting Dollard College De kantine van de vestiging Hommesplein was al enkele jaren te klein. Door de garderobe bij de kantine te trekken is nu een grote ruimte ontstaan. Dit levert een goede bijdrage aan de rust binnen de school. De vestiging heeft ook de inrichting van de kantine vernieuwd. Dit heeft geleid tot een aangename en plezierige verblijfsruimte voor de leerlingen.
3.5 Digitalisering
De medewerkers konden vanaf dat moment de informatie op het leerlingen- en ouderdeel bekijken en direct doorlinken naar @VO, Brainbox en e-mail. Vervolgens is het medewerkersdeel gebouwd en gevuld. Voordat de medewerkersportal online kon, moest eerst de overgang naar het nieuwe mailprogramma Exchange/Outlook gerealiseerd zijn. Dit was een van de redenen waarom het medewerkersdeel nog niet zoals gepland in 2011 ‘live’ is gegaan. Infrastructuur
Elektronische Leeromgeving (ELO) Digitalisering en het gebruik van de Elektronische Leeromgeving (ELO) zijn speerpunten in het Strategisch Beleidsplan 2011-2014. Het Dollard College participeert in de Onderwijsgroep Noordbrede beleidswerkgroep, die zich onder meer bezig houdt met de (visie-)ontwikkeling op Onderwijs & ICT. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het 4 in Balans model van Kennisnet. Dit model gaat uit van vier randvoorwaarden (onderwijsvisie, deskundigheid, digitaal leermateriaal en ICTinfrastructuur) die een rol spelen bij de invoering van ICT in het onderwijs. Alleen als deze randvoorwaarden in balans zijn, komt de meerwaarde van ICT in het onderwijs tot zijn recht In 2011 heeft Dollard College een andere ELOaanbieder gekozen. De nieuwe ELO, die voorjaar 2012 geïmplementeerd wordt, is aan het begin van schooljaar 2012-2103 voor gebruik beschikbaar. Verder is er bij het Dollard College gewerkt aan een betere ontsluiting van digitaal lesmateriaal. Door problemen bij uitgevers kon de ontsluiting via de ELO nog niet worden gerealiseerd. Bij de invoering van de nieuwe ELO zal dit opnieuw een speerpunt zijn. Portal Digitalisering is één van de acht ontwikkelingen die in het strategisch beleidsplan genoemd worden. De portal heeft daarin een belangrijke centrale functie. De portal- en intranetomgeving biedt via ‘single sign on’ toegang tot informatie en applicaties die voor de gebruikers relevant zijn.
Het onderwijs krijgt steeds meer belangstelling voor de mogelijkheden van ICT. In de afgelopen jaar lag het accent van de werkzaamheden van de ICT-afdeling vooral op het realiseren en het beheer van een goede technische ICT-infrastructuur, zoals de (aanschaf) van PC en laptops, het Glasvezelnetwerk, de Server-computers, en twee nieuwe Computerruimtes. Daarnaast heeft de integratie van de bestaande computernetwerken veel tijd in beslag genomen. Het resultaat is dat de ICT-voorzieningen op alle vestigingen van Onderwijsgroep Noord en op het Dollard College uniform zijn. Dat heeft grote voordelen voor de gebruikers en voor efficiency van het beheer. In 2011 is ook een nieuw draadloos netwerk op alle vestigingen geïnstalleerd. Daarmee is de infrastructuur geschikt voor nieuwe ontwikkelingen met laptops, tablets en smartphones. Natuurlijk blijft de ontwikkeling en het beheer van de totale ICT-infrastructuur essentieel. Vanaf het schooljaar 2010/2011 is extra aandacht gegeven aan de efficiënte toepassing van ICT in het onderwijs en de bedrijfsvoering. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het ‘Vier in balans’-model van Kennisnet. Om de mogelijkheden van ICT te benutten moeten visie, infrastructuur, deskundigheid en digitaal leermateriaal in ‘balans’ zijn. In 2011 is besloten om gebruik te maken van Microsoft IT Academy om de ICTdeskundigheid van de medewerkers te stimuleren.
17
ICT participeert in het ICT-ambassadeursprogramma van Kennisnet. Daar wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan de het gebruik van tablets en laptops door leerlingen.
Onderstaand schema laat de verdeling mannen en vrouwen per vestiging zien. Figuur A laat de leeftijdsopbouw zien. man aantal
Naar verwachting groeien we naar een situatie waarbij iedere leerling en medewerker beschikt over een laptop (of tablet) waarmee hij/zij op school en/of thuis optimaal kan werken met een digitale leer- en communicatie-omgeving Na de uitvoering van een volledige integratie van de ICT-netwerken is in 2011 gewerkt aan het optimaliseren van de nieuwe netwerkomgeving. Dat heeft bijvoorbeeld betrekking op het ‘Identity Management’, het volledig geautomatiseerd aanmaken van gebruikers vanuit de deelnemersadministratiesystemen @VO en de Personeelssystemen. Verder heeft ICT veel aandacht besteed aan de ‘performance’ zodat de apparatuur zo snel mogelijk opgestart kan worden. De overgang van drie naar één e-mail-systeem is in 2011 afgerond. Alle leerlingen en medewerkers maken nu gebruik van Outlook. E-mail is zowel op kantoor als thuis te gebruiken. ICT voorziet de vestigingen tevens van een modern telefoniesysteem (Voice-over-IP) en van smartphones. In de afgelopen jaren werd bij nieuwbouw van scholen al overgestapt op dit nieuwe telefoniesysteem. Nu wordt geleidelijk in 2011 en 2012 op alle vestigingen de overstap gemaakt.
Hoofdstuk 4
Medewerkers
11 18 17 69 15 11 19
Met hoeveel medewerkers verzorgen wij het onderwijs en hoe ziet de groep eruit als het gaat om leeftijd, functiegroep en geslacht?
In het Strategisch Beleidsplan 2010-2014 wordt aangegeven hoe wij als goed werkgever willen functioneren. Professionaliteit van onze medewerkers staat daarbij hoog in ons vaandel. Om die professionaliteit blijvend te garanderen hebben wij in het recente verleden de leiderschapsacademie en de docentenacademie opgericht. Iedere medewerker heeft de verplichting om zijn/ haar bekwaamheid op peil te houden. Als werkgever hebben wij de verplichting om medewerkers hiertoe in staat te stellen. Het Dollard College faciliteert medewerkers door: • het behalen van een bevoegdheid (vereiste voor vast dienstverband bij het Dollard College), • individuele scholing op basis van scholingswensen uit persoonlijke ontwikkelingsplannen, • scholing van groepen medewerkers/teams op basis van de gestelde doelen in de vestigingsjaarplannen.
leeftijdsopbouw 25 - 35 35 - 45 45 - 55
55 - 60
60 - 100
6
1
5
6
2
Bovenburen/de Flint
6
6
15
7
4
Campus Winschoten
1
6
10
17
3
4
Hommesplein/Stikkerlaan
3
20
24
42
21
16
8
9
12
5
2
2
2
10
7
3
5
6
15
8
3
Scheemda Woldendorp
1
Figuur A
18
20 38 41 126 36 25 37
4.2 Professionalisering personeel
Bellingwedde
Pekela
9 20 24 57 21 14 18
In het kalenderjaar 2011 zijn binnen het Dollard College zeven docenten gefaciliteerd om een bevoegdheid te halen. Eén van hen heeft de studie succesvol afgerond; de studie van de anderen verloopt volgens plan. De directeuren hebben op basis van de opbreng-
4.1 Onze medewerkers
0 - 25
Bellingwedde Bovenburen/DeFlint Campus Winschoten Hommesplein Pekela Scheemda Woldendorp
vrouw aantal totaal
sten uit de persoonlijke ontwikkelingsgesprekken/ functioneringsgesprekken en hun vestigingsjaarplannen teamscholing georganiseerd. De ontwikkelingsgerichte gesprekkencyclus zal ervoor zorgen dat medewerkers en leidinggevenden bewuster omgaan met de ontwikkeling en de inzet van hun kennis en vaardigheden.
4.3 Functiemix VO In het Convenant Leerkracht van Nederland (VO) hebben de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de sociale partners afspraken gemaakt over de verdeling van de docenten over de salarisschalen LB, LC en LD, de zogenaamde functiemix. Met de functiemix wordt het versterken van de aantrekkelijkheid van het beroep van docent beoogd. De intentie van de functiemix is dat het aandeel docenten dat volgens een LC- of LD-schaal beloond wordt op elke school groeit. Het percentage LC docenten op 1 oktober 2011 is binnen het Dollard College met 9,1% gegroeid ten opzichte van 1 oktober 2010. Het percentage LD docenten is op 1 oktober 2011 gestegen met 3,7% ten opzichte van 1 oktober 2010. De te realiseren waarde van de functiemix in 2011, zoals vastgesteld in het meerjarenplan functiemix, is behaald. Het voornemen was om een waarde van 45,44 te behalen en feitelijk is 52,63 behaald. Binnen de Flint is ten opzichte van 1 oktober 2011 het percentage LC docenten met 12,0% gegroeid ten opzichte van 1 oktober 2010. Het percentage LD docenten is op 1 oktober 2011 ten opzichte van 1 oktober 2010 gelijk gebleven. De te realiseren waarde van de functiemix in 2011, zoals vastgesteld in het meerjarenplan functiemix, is behaald. Het voornemen was om een waarde van 12,19 te behalen en feitelijk is 20,95 behaald
Idem als ZV1%, exclusief ziektegevallen die langer dan een jaar geduurd hebben; • ZMF: ziekmeldingsfrequentie. Aantal ziektegevallen in de rapportage per 100 personeelsleden. Ten opzichte van 2010 is het ziekteverzuimperZiekteverzuimpercentage Dollard College
2010
2011
ZV 1% ZV 2% ZMF
6,58% 4,96% 1,37
7,14% 4,62% 1,55
5,42% 2,34% 1,13
5,24% 5,24% 1,27
De Flint ZV 1% ZV 2% ZMF
centage van het Dollard College licht gestegen en die van de Flint enigszins gedaald. Het merendeel van het ziekteverzuim is niet beïnvloedbaar omdat het ziekteverzuim een gevolg is van ernstige ziektes. Daar waar het ziekteverzuim wel beïnvloedbaar is, zet de directeur is samenspraak met de bestuursadviseur P&O adequate interventies in. In 2011 zijn de volgende interventies ingezet: • scherp formuleren van de hulpvraag door werknemer/direct leidinggevende alvorens interventie wordt gestart; • vrijheid in keuze bedrijfsmaatschappelijk werk, arbeidsdeskundige, coach etc. • getekende offerte met resultaatomschrijving, duur en kosten. Het streefpercentage van maximaal 5% ziekteverzuim is zowel bij het Dollard College als de Flint niet behaald.
4.4 Gezondheidsmanagement Gezondheidsmanagement is een strategisch thema binnen het Dollard College. Verzuim is voor elke werkgever een belangrijke factor, zowel de persoonlijke kant van het verhaal als de financiële. Het ziekteverzuimpercentage is daarbij een belangrijk meetinstrument. Bij de ziekteverzuimgegevens onderscheidden we een aantal categorieën: • ZV1%: ziekteverzuimpercentage 1. Het aantal gewogen kalenderdagen ziekteverlof van het reguliere personeel, gedeeld door de gemiddelde personeelssterkte en gedeeld door het aantal kalenderdagen van de rapportageperiode, maal 100%; • ZV2%: ziekteverzuimpercentage 2. 19
Hoofdstuk 5
Financiën 5.1 Financiën 2011 Resultaat Het Dollard College heeft het jaar 2011 afgesloten met een negatief financieel resultaat van € 614.455 (2010: negatief € 1.524.906). Het exploitatieresultaat over 2011 is als volgt verdeeld: 2011
2010
Onttrekking aan de Algemene Reserve Onttrekking aan de Bestemmingsfonds Mediatheek Onttrekking aan de Bestemmingsfonds Dr. D. Bosfonds Onttrekking aan de Herwaarderingsreserve
- 610.098 - 420 0 - 3.937
-1.479.462 - 598 - 38.497 - 6.349
Exploitatieresultaat
- 614.455
-1.524.906
In de begroting 2011 was rekening gehouden met een tekort van € 550.000. Het uiteindelijke verlies is nog iets hoger. De baten komen hoger uit dan was begroot. De normatieve rijksbijdrage valt lager uit maar de overige rijksbijdragen zijn gunstiger dan was begroot. Per saldo is sprake van een stijging. De overige overheidsbijdragen en -subsidies vallen fors hoger uit maar daar staan in gelijke mate hogere lasten tegenover. De overige baten zijn hoger, onder andere als gevolg van meevallende ouderbijdragen. De personele lasten zijn bijna € 0,7 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door hogere sociale lasten, vooral WAO/WGA en ZVW, en hogere pensioenlasten, vooral voor ouderdomspensioen. Ook is sprake van hogere kosten voor personeel niet in loondienst als gevolg van hogere kosten van inhuur van externe dienstverleners. De afschrijvingslasten en komen iets hoger uit dan was begroot omdat meer is geïnvesteerd in meubilair en ICT-apparatuur. De huisvestingslasten zijn hoger door het uitvoeren van bouwkundige aanpassingen bij de vestigingen Hommesplein-Stikkerlaan. Deze kosten waren niet begroot. De overige lasten komen bijna € 0,2 miljoen lager uit door lagere kosten van het boekenfonds.
20
Financiële kengetallen
5.2 Begroting 2011 Op basis van de jaarrekening kunnen de volgende financiële kengetallen worden berekend: De solvabiliteit (verhouding eigen vermogen/totaal vermogen) is in 2011 afgenomen van 0,26 naar
Solvabiliteit Liquiditeit Rentabiliteit
2011
2010
0,25 0,28 -2,59
0,26 0,35 -6,50
0,25 maar kan nog steeds als sterk worden gekwalificeerd. De daling is het gevolg van het negatieve resultaat dat ten laste van het eigen vermogen is gebracht. Het eigen vermogen is nog steeds voldoende groot om bij te sturen in het geval van veranderende omstandigheden die een nadelige invloed hebben op de exploitatie. De liquiditeit (vlottende activa/vlottende passiva) is eveneens gedaald ten opzichte van 2010. Dit is onder andere het gevolg van de sterke toename van de vooruit ontvangen investeringssubsidies welke onder de vlottende passiva zijn verantwoord. Laten we deze investeringssubsidies buiten beschouwing dan is er sprake van een liquiditeit van 1,63. Dit kan als ruim voldoende worden beschouwd. De rentabiliteit (resultaat gewone bedrijfsvoering/ totale baten uit gewone bedrijfsvoering x100) is verbeterd te opzichte van 2010 maar nog wel negatief omdat ook in 2011 sprake is van een exploitatieverlies.
De begroting 2011 liet een tekort zien van ruim € 0,5 miljoen. Voor onvoorziene uitgaven was een bedrag van € 0,03 miljoen beschikbaar. Dat is bijzonder weinig maar voor onvoorziene uitgaven was binnen de begroting eenvoudigweg geen financiële ruimte aanwezig. In de begroting voor het jaar 2011 moest, na het minimaliseren van de investeringen en bezuinigingen op de materiële exploitatie, noodgedwongen worden gekozen voor het aanpassen van de ratio’s en het beperken van de formatie voor het schooljaar 2011-2012. Personeel Als gevolg van de stijging van het aantal ingeschreven leerlingen was de formatieve inzet, ten opzichte van 2010, iets toegenomen. Daarnaast werd de stijging van de personele lasten deels veroorzaakt door naleving van de afspraken op basis van de CAO-VO en anderzijds door een stijging van de pensioenpremies. In de loonkosten zijn de reguliere periodieken opgenomen. Tevens is opgenomen de inkorting van het carrièrepatroon voor onderwijspersoneel per 1 januari 2011. Met de functiemix wordt beoogd om binnen de formatie van de onderwijsgevenden het aantal LC- en LD-functies te vergroten, ten koste van het aantal LB-functies, teneinde het docentschap aantrekkelijker te maken. Deze maatregel heeft een verhoging van de totale personeelskosten voor onderwijsgevenden tot gevolg. Het ministerie heeft aangegeven dat de financiële gevolgen van de afgesloten CAO-VO niet geheel gecompenseerd zullen worden in de bekostiging. Als gevolg hiervan is een gat ontstaan tussen de personele lasten enerzijds en de daarop betrekking hebbende bekostiging anderzijds. Het is dan ook om financiële redenen dat bezuinigd zal moeten worden op de personele kosten. Met ingang van schooljaar 2011-2012 zijn de ratio’s voor het onderwijzend personeel aangepast. Hierbij wordt de zwakkere leerling zoveel mogelijk ontzien. Deze bezuiniging heeft in de begroting 2011 slechts effect voor vijf maanden, te weten augustus tot en met december 2011, en zal pas in 2012 voor het gehele jaar effect sorteren. Deze aanpassing van de ratio’s levert een besparing op van negen formatieplaatsen. Daarnaast moet de vestigingsoverstijgende formatie grotendeels indalen in de reguliere formatie van de vestigingen. Het gaat hierbij om zes formatieplaatsen, zodat de totale beoogde besparing vijftien formatieplaatsen zal omvatten. Hier is op jaarbasis vanaf 2012 een bedrag van € 1,0 miljoen mee gemoeid. 21
De problemen als gevolg van het achterblijven van de bekostiging bij de ontwikkeling van de loonkosten doen zich voor in het hele voortgezet onderwijs. Voor de komende jaren worden dan ook geen forse loonrondes meer verwacht aangezien daarvoor eenvoudigweg de financiële ruimte ontbreekt bij de scholen. Indien het ministerie ook voor de komende jaren, evenals in 2011, een indexering van 0,8% toekent, dan ontstaat er jaarlijks ruimte voor aanpassing van de ratio’s. Het gaat dan, op basis van het huidige aantal leerlingen, om bijna twee formatieplaatsen per jaar. Als gevolg van de afgenomen dekkingsgraad bij het ABP gaat de pensioenpremie voor ouderdomspensioen in 2011 stijgen maar daar staan lagere premieverplichtingen voor FPU tegenover. Per saldo is sprake van een lichte stijging van de premies. Huisvesting De begrote huisvestingslasten dalen ten opzichte van 2010 met € 0,5 miljoen. Dit wordt geheel veroorzaakt door het niet uitvoeren van verbouwingen en aanpassingen aan de gebouwen en een kritischer opstelling bij het uitvoeren van het planmatig groot onderhoud aan de gebouwen. Investeringen In het strategisch beleidsplan van het Dollard College is een hoge prioriteit toegekend aan de huisvestingssituatie van de vestigingen. De diverse gemeenten in het werkgebied van het Dollard College zijn verantwoordelijk voor een goede huisvesting. Het College van Bestuur is in gesprek met de gemeenten over aanpassingen in de huisvestingssituatie. In de (meerjaren)begroting van het Dollard College is geen financiële ruimte om deze aanpassingen in de huisvesting zelf te realiseren. In vervanging en uitbreiding van inventaris was in 2011 € 0,3 miljoen begroot. Hiervan heeft de helft betrekking op investeringen in ICT-apparatuur. Jaarlijks wordt er geïnvesteerd in vervanging van PC’s en laptops. Het Dollard College hanteert hierbij voor het gebruik van ICT-apparatuur in het onderwijs een ratio van één PC of laptop per tien leerlingen. Voor een optimale ICT-netwerkomgeving en infrastructuur waren verder middelen begroot voor extra dataopslag en servercomputercapaciteit. Zoals bij vrijwel alle organisaties groeit de dataopslag ook bij het Dollard College exponentieel door toenemend ICT-gebruik in combinatie met toepassingen die steeds meer data opslaan, zoals bijvoorbeeld pdf en multimediale bestanden.
22
Onderwijs, kwaliteitszorg en internationalisering In het nieuwe Schoolplan 2010-2014 staan een groot aantal doelen verwoord met betrekking tot de ontwikkeling van het onderwijs. Speerpunten daarin zijn onder andere de doorlopende leeren zorglijnen van PO naar VO en de verbetering van de determinatie in de onderbouw. Specifiek worden in het kader van onderwijsinnovatie de mogelijkheden van de ontwikkeling van een beroepsgerichte havo verkend. In het verlengde van het project kwaliteitszorg wordt op alle vestigingen extra ingezet op bewustwording van kwaliteitszorg en het optimaal gebruiken van instrumenten en procedures. Het gaat hierbij zowel om de kwaliteit van het onderwijsproces als van de verantwoording over deze kwaliteit. Bij de realisatie hiervan zal het Bestuursbureau de vestigingen van het Dollard College ondersteuning bieden. Met ingang van schooljaar 2010-2011 is een auditteam gestart bestaande uit een aantal vaste en wisselende deelnemers. De vaste deelnemers zijn bestuursadviseurs van Onderwijs & Kwaliteitszorg. Medewerkers van de diverse vestigingen maken wisselend deel uit van het auditteam. Het is de bedoeling uiteindelijk één keer per twee jaren op elke vestiging een audit uit te voeren. Als er aanleiding toe is, bijvoorbeeld naar aanleiding van indicaties van de Onderwijsinspectie of opbrengsten van eigen onderzoeken, wordt de audit eens per jaar uitgevoerd en zo nodig vaker op specifieke onderdelen. Het ziet ernaar uit dat de invoering van passend onderwijs voor alle scholen een verplichting gaat worden. Om te voldoen aan de wettelijke eisen moeten scholen aan bepaalde voorwaarden voldoen (referentiekader passend onderwijs). Om dit proces goed binnen de verschillende organisaties gestalte te geven is er een bedrag opgenomen in de begroting. Om bovenstaande onderwijskundige vernieuwingen en ontwikkelingen goed vorm te kunnen geven is, naast extra inzet in formatie, een bedrag van bijna € 0,24 miljoen gereserveerd in de begroting 2011. Vestigingsbudget Het College van Bestuur heeft de vestigingsbudgetten voor 2011 aangepast aan de prijsontwikkelingen. Voor het verstrekken van lesmaterialen en boeken aan de leerlingen ontvangen de vestigingen een bedrag gelijk aan de ontvangen bekostiging van het ministerie. Voor het overige zijn de vestigingsbudgetten met 7,1% ten opzichte van 2010 verhoogd.
Begroting 2012
Voor het begroten van de normatieve bekostiging is gebruik gemaakt van de laatst bekende, door de overheid verstrekte, bekostigingsinformatie. Omdat de indexering voor 2012 onzeker is wordt in de begroting de nul-lijn aangehouden. Bij het begroten van de bekostiging wordt gebruikt gemaakt van de bekostigde leerlingenaantallen op de van toepassing zijnde teldatum. Voor de meerjarenbegrotingen wordt gebruik gemaakt van de leerlingenaantallen uit de vastgestelde notitie ‘Marktaandeel en prognose aantal leerlingen 2011-2018’. Additionele bekostiging wordt alleen begroot als daarvoor beschikkingen zijn ontvangen.
Ook projecten worden uitsluitend uitgevoerd als daarvoor een schriftelijk toegezegde financiële dekking is. De overige activiteiten vanuit projecten moeten worden uitgevoerd binnen de beschikbare formatie. Bij additionele formatie op basis van extra middelen, vindt afroming plaats voor bijkomende personele kosten zoals bijvoorbeeld wachtgeldverplichtingen en vervanging. De flexibele schil wordt teruggebracht tot een absoluut minimum. In huur van externen kan uitsluiten plaats vinden binnen de beschikbare formatie, waarbij rekening wordt gehouden met het hogere kostenniveau ten opzichte van eigen personeelsleden, of binnen het vestigingsbudget. Vervanging van personeel in verband met ziekte vindt uitsluitend plaats indien realisatie van de aangeboden onderwijstijd in gevaar komt. Vervanging vindt in eerste instantie plaats door tijdelijke uitbreiding van de inzet bij de eigen medewerkers en pas als blijkt dat dit niet mogelijk is door middel van uitzendkrachten. Boventalligheid moet worden teruggebracht en vooruitlopend op de bezuinigingen per 1 augustus 2012 geldt een vacaturestop vanaf 1 januari 2012.
Voor het begroten van de loonkosten is gebruik gemaakt van de personele inzet en formatie per ultimo september 2011. Verwacht wordt dat de sociale lasten met 3% en de pensioenpremie met 1% zullen stijgen. Formatie mag uitsluitend worden ingezet als daarvoor financieel dekking is. Formatie waarvoor geen dekking is wordt gestopt.
Investeringen in huisvestiging en ICT-apparatuur moeten zijn voorzien van een deugdelijke en inhoudelijke onderbouwing. Daarbij moet worden aangegeven wat minimaal noodzakelijk is, wat de extra investering is en wat daarbij de keuzemogelijkheden zijn. Tevens moet duidelijk worden gemaakt wat de plannen opleveren.
Bij het opstellen van de (meerjaren)begroting 2012-2017 is gebruik gemaakt van de beschikbare informatie en van de aangeleverde gegevens door directeuren en coördinerend bestuursadviseurs. Daarbij is te allen tijde het uitgangspunt dat Dollard College kwalitatief goed onderwijs moet bieden voor het budget dat beschikbaar is.
23
Verwacht Resultaat en meerjarenperspectief De begroting voor 2012 laat een negatieve exploitatie zien van € 0,5 miljoen. Het tekort is het gevolg van het feit dat op de normatieve rijksbijdrage geen indexering wordt toegepast. Het ministerie heeft aangegeven dat de financiële gevolgen van de afgesloten CAO-VO niet geheel gecompenseerd zullen worden in de bekostiging. Als gevolg hiervan is een gat ontstaan tussen de personele lasten enerzijds en de daarop betrekking hebbende bekostiging anderzijds. De gevolgen van de in 2008 afgesloten CAO-VO worden voor slechts 0,8%, van de loonkosten van het onderwijzend personeel, in de normatieve rijksbijdrage gecompenseerd. Voor compensatie van de gestegen pensioenpremie wordt 0,29% toegevoegd aan de rijksbijdrage. De compensatie wordt echter geheel teniet gedaan door de korting van 1,05% in verband met de kasschuif van 2010. Het ministerie komt doorgaans pas in november van het lopende begrotingsjaar met definitieve informatie over de normatieve bekostiging zodat adequaat bijsturen in het lopende jaar moeilijk is. In het huidige onzekere economische klimaat is het daarom niet verantwoord om vooruit te lopen op een mogelijke extra prijsindexering. Om weer te komen tot een sluitende exploitatie heeft het College van Bestuur bezuinigingen opgenomen in de begroting 2012. Deze bezuinigingen zijn in de begroting verwerkt en daarmee nadrukkelijk taakstellend voor alle betrokkenen. Een deel van deze bezuinigingen kan direct worden geëffectueerd en het meeste zal bij de aanvang van het schooljaar 2012-2013 zijn beslag moeten krijgen. Als gevolg daarvan resteert voor 2012 wel een begroot tekort van € 0,5 miljoen. Het College van Bestuur vindt het niet verantwoord om in het schooljaar 2012-2013 nog verder te bezuinigen omdat daarmee de kwaliteit van het onderwijs te zeer onder druk komt te staan.
24
Het College van Bestuur heeft zich bij de bezuinigingen in eerste instantie gericht op de investeringen, huisvestingslasten en overige materiële lasten. Bezuinigingen op de formatie zijn echter onontkoombaar en om die reden zal voor het schooljaar 2012-2013 een korting van 5% op de formatie noodzakelijk zijn, naast het beëindigen van extra toegekende formatie en het verder terugdringen van de boventalligheid. Het Dollard College heeft jarenlang een positief exploitatieresultaat gerealiseerd en er is nog steeds sprake van een solide vermogenspositie. Om deze reden vindt het College van Bestuur het verantwoord om voor 2012 te werken met een niet sluitende begroting. Uiteraard zullen de geplande bezuinigingen gerealiseerd moeten worden waarbij de kwaliteit van het onderwijs voorop staat. De ontwikkeling van de rijksbijdrage en de ontwikkeling van het aantal leerlingen zullen daarbij nauwlettend in de gaten worden gehouden. Ook in de komende jaren zal sprake moeten zijn van een strakke begrotingsdiscipline want de exploitatie biedt geen ruimte voor overschrijdingen. Het beleid in 2012 zal dan ook nadrukkelijk gericht zijn op kostenbeheersing waarbij de inhoud en de kwaliteit van het onderwijs voorop blijven staan. Uiteraard spelen de ontwikkeling van de rijksbijdrage en van het aantal leerlingen daarbij een grote rol.
Begroting 2012 (x € 1.000,-)
Begroot 2012
Baten Rijksbijdragen Overige Overheidsbijdragen Overige baten Som der baten
21.508 466 793
Lasten Personele lasten Afschrijvingslasten Huisvestingslasten Overige lasten Som der lasten
18.197 890 1.684 2.531
Begroot 2011
21.922 335 910 22.767
23.167
18.444 893 1.683 2.742 23.302
23.762
Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten
-535 26
-595 45
Resultaat
-509
-550
25
5.3 Risicoanalyse Risicoanalyse en -beheersing Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de interne risicobeheersing van het Dollard College. Deze risicobeheersing is bedoeld om het risico dat de doelstellingen van de organisatie niet worden gerealiseerd, te beperken. Het is niet bedoeld om dit risico geheel uit te sluiten. Een systeem voor beheersing van risico’s kan redelijke, maar geen absolute bescherming bieden tegen onjuistheden van materieel belang of verlies. Het Dollard College heeft enige jaren geleden een risico-inventarisatie gemaakt hetgeen geresulteerd heeft in een lijst met risicoscenario’s die ernstige effecten voor de continuïteit en/of rentabiliteit van het Dollard College kunnen hebben. Maatgevend hierbij is geweest de inschatting kans x effect met betrekking tot de benoemde risico’s. Deze risico’s zijn door het College van Bestuur en het management geprioriteerd. Op basis van de prioritering is een risico top 5 vastgesteld. Hierop zijn, voor zover mogelijk, maatregelen getroffen die er toe moeten leiden dat de effecten van deze risico’s worden voorkomen of worden beperkt. Het belangrijkste risico is de daling van het aantal leerlingen. Het College van Bestuur en het management streven naar een teruggang die kleiner is dan de demografische ontwikkelingen in de regio, met andere woorden voor vergroting van het marktaandeel. Het streven is het leerlingenaantal de komende vier jaar zo dicht mogelijk bij het niveau van 2011 te houden. Dit kan alleen gerealiseerd worden als de kwaliteit op orde blijft en waar mogelijk nog wordt verbeterd. Onderwijskwaliteit is daarbij heel belangrijk, evenals de kwaliteit van de medewerkers. Het risico van een lagere bekostiging als gevolg van bezuinigingen bij de overheid is in 2011 groter geworden. Deze bezuinigingen, in combinatie met de toenemende vraag om innovatie en vernieuwing, de toenemende vraag om verantwoordingen vanuit de overheid en de complexiteit van de wet- en regelgeving, hebben grote gevolgen voor de organisatie en dus ook voor de medewerkers. De werkdruk neemt toe en daarmee ook de belasting van de medewerkers. Het College van Bestuur zal dan ook duidelijke keuzes moeten maken om te voorkomen dat de medewerkers, maar ook de kwaliteit van het werk, in het gedrang komen. Risico en vermogen In 2009 heeft de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen, ook wel genoemd 26
Commissie Don, haar rapport gepubliceerd. De commissie had van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Financiën opdracht gekregen om onderzoek uit te voeren naar de financieringsstructuren en de financiële risico’s van onderwijsinstellingen en het in kaart brengen van mogelijkheden tot optimalisatie van de financieringsstructuur in relatie tot de aanwezige risico’s en/of tot een andere verdeling van de risico’s. De Commissie Don heeft een beoordelingskader aangereikt met kengetallen en signaleringsgrenzen. Het beoordelingskader is behalve voor de instelling ook ontwikkeld als instrument voor zowel het decentrale toezicht als dat van de Inspectie van het Onderwijs. Afwijking van de signaleringsgrenzen kunnen aanleiding zijn voor een nadere analyse van de financiële situatie door de inspectie. De commissie hanteert in het beoordelingskader kengetallen voor vermogensbeheer en budgetbeheer. Bij het vermogensbeheer gaat het om de kengetallen kapitalisatiefactor en solvabiliteit. Bij het budgetbeheer kunnen de liquiditeit en de rentabiliteit als indicator worden gehanteerd. De kapitalisatiefactor wordt berekend door van het balanstotaal de bedragen voor gebouwen en terreinen af te trekken en het dan overblijvende bedrag te delen door het totaal van de jaarlijkse baten. De gedachte is dat een bepaalde verhouding tussen deze beide grootheden redelijk is tegen het licht van de risico’s die een instelling loopt, de omvang van de liquide middelen die nodig zijn om fluctuaties tussen inkomsten en uitgaven in de loop van het jaar op te vangen. Naar de mening van het College van Bestuur moet onder de gebouwen en terreinen eveneens worden verstaan de investeringen in gebouwen en terreinen in uitvoering. De signaleringsgrens van 35% waarmee de commissie komt is bedoeld als eerste indicatie. Boven deze grens zou sprake kunnen zijn van te veel kapitaal. Uiteraard blijft de toelichting op de specifieke vermogenspositie van een instelling van belang omdat de situatie bij de diverse instellingen onderling sterk kunnen verschillen. De commissie komt als volgt aan de genoemde 35%: 1. een risicobuffer van 5%; 2. voor investeringen in materiële vaste activa 17,5%; 3. voor transactieliquiditeit (verschil ontvangsten en uitgaven gedurende het jaar) van 11,5%. Vooral het percentage van 5% als risicobuffer wordt door het College van Bestuur als te laag ervaren. Op basis van de demografische ontwikkelingen in de regio waarin het Dollard College actief
is, moet ernstig rekening worden gehouden met een daling van het aantal leerlingen in de komende jaren. Dit heeft grote gevolgen voor de opbouw van het personeelsbestand en de bezettingsgraad van de gebouwen. Eind 2011 bedraagt voor het Dollard College de kapitalisatiefactor 26,2% (2010: 32,2%). De kapitalisatiefactor ligt daarmee onder de signaleringsgrens van 35%. De solvabiliteit bedraagt, ultimo 2011 24,5% (2010: 25,5%), wat voldoende is boven de ondergrens van 20%. Op basis van de uitgevoerde risicoanalyse en rekening houdend met de daarop ingerichte beheersmaatregelen, zou de berekende vermogensbuffer van het Dollard College een minimale omvang van € 3,9 miljoen moeten hebben. Deze vermogensbuffer is daarmee voldoende groot om de benoemde risico’s te kunnen opvangen en biedt daarmee ook voldoende tijd om bij te sturen. Niet alle financiële gevolgen van de risico’s kunnen immers binnen één jaar worden gereduceerd naar nihil. Het eigen vermogen bedraagt ultimo 2011 € 4,3 miljoen zodat sprake is van een vermogensbuffer die voldoende groot is. Eind 2011 bedraagt de liquiditeit 0,28 (2010: 0,35) wat beneden de onderste signaleringsgrens van 0,5 ligt. Met de komst van de nieuwe regels voor jaarverslaggeving is de egalisatierekening voor investeringssubsidies niet langer toegestaan. De instellingen hadden daarbij de mogelijkheid om deze investeringssubsidies te salderen met de investeringen of te rubriceren onder de kortlopende schulden (overlopende passiva). Het Dollard College heeft gekozen voor deze laatste optie. De keuze ten aanzien van de rubricering in de jaarrekening van deze investeringssubsidies heeft geen gevolgen voor de kapitalisatiefactor. Dit is omdat bij de berekening van de kapitalisatiefactor de gebouwen en terreinen, al dan niet verminderd
met investeringssubsidie, in mindering worden gebracht op het balanstotaal. Bij de berekening van de liquiditeit heeft deze rubricering wel gevolgen. Als de investeringssubsidies worden gesaldeerd met de materiële vaste activa, zullen de kortlopende schulden daarmee afnemen en komt de liquiditeit van het Dollard College uit op 1,63 (2010: 1,73), wat zelfs hoger is dan de bovenste signaleringsgrens van 1,5. Hiermee wordt aangetoond dat deze ratio onbedoeld wordt beïnvloed door de keuze van de instelling ten aanzien van de rubricering van de investeringssubsidies in de jaarrekening. De rentabiliteit bedraagt over 2011 -2,59% (2010: -6,50%). De rentabiliteit ligt daarmee voor 2011 buiten de signaleringsgrenzen van 0% tot 5%. De commissie Don gaat er bij de signaleringsgrenzen van uit dat de gemiddelde meerjarige rentabiliteit over een periode van drie tot vijf jaren binnen deze grenzen blijft. Het blijft daarmee mogelijk voor een instelling om in enig jaar een negatieve rentabiliteit te hebben.
5.4 Treasury Het treasurybeleid maakt onderdeel uit van het financiële beleid van de stichting Onderwijsgroep Noord en de daaraan verbonden instellingen en is op de hele groep van toepassing. Het treasurybeleid vindt plaats binnen de kaders van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 16 september 2009, met kenmerk FEZ/CC-2009/150185, houdende regels over het beleggen en belenen van publieke middelen (Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010). Bij het aantrekken respectievelijk uitzetten van alle benodigde respectievelijk overtollige liquide middelen wordt gehandeld in overeenstemming met de in deze regeling gestelde verplichtingen.
27
De algemene doelstellingen van het treasurybeleid luiden: • het beheren van financiële geldstromen op de korte termijn met als doel op het juiste moment over de juiste hoeveelheid liquide middelen in rekening-courant te kunnen beschikken, zonder dat er sprake is van een overschot of tekort aan liquide middelen in rekening-courant. Essentieel voor het bereiken van deze doelstelling is een korte termijn liquiditeitsplanning. De korte termijn liquiditeitsplanning wordt gepland vanaf één week tot één jaar vooruit; • de solvabiliteit (verhouding eigen vermogen/ totaal vermogen) dient te allen tijde groter dan 20% te zijn; • het minimaliseren van de kosten van leningen (kostenminimalisatie) in relatie tot de gelden kapitaalmarktrente; • het optimaliseren van het rendement van de overtollige liquide middelen binnen de kaders van het treasurystatuut (rentemaximalisatie); • het beheersen en bewaken van financiële risico’s die aan de financiële posities en geldstromen van de instelling zijn verbonden (risicominimalisatie); Uitgangspunt bij beleggingen van tijdelijk overtollige liquide middelen is dat nimmer een risico mag worden gelopen ten aanzien van de hoofdsom. Als gevolg van deze beleidskeuze vinden beleggingen van overtollige liquiditeiten daarom uitsluitend plaats doormiddel van fixed-deposits of spaarrekeningen bij een Nederlandse bankinstelling. Uit oogpunt van interne controle is bij beleggingen sprake van functiescheiding tussen de front office en back office. In 2011 is het treasurystatuut geactualiseerd en vastgesteld door het College van Bestuur. In dit treasurystatuut wordt het treasurybeleid uiteengezet en wordt een beschrijving gegeven van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de treasuryfunctie van de instelling. Het treasurystatuut heeft tot doel sturing te geven aan de treasuryfunctie en risico’s te beperken. De Treasury-commissie rapporteert twee keer per jaar aan het College van Bestuur. Na de scherpe daling van de geldmarktrente in het laatste kwartaal van 2008, bleef de geldmarktrente in 2009 nog verder dalen. Vanaf het derde kwartaal 2010 is weer een stijgende lijn te zien. Deze stijging zet zich door tot juli 2011, maar haalt niet meer het niveau van oktober 2008. De gemiddelde rente in 2011 is ongeveer 0,6% hoger dan in 2010. De rentevergoeding op spaarrekeningen is ook in 2011 hoger dan op fixed-deposits, waar rente op basis van Euribor wordt berekend. De tijdelijk 28
overtollige liquide middelen zijn daarom in 2011 weer weggezet op spaarrekeningen. De rente op de spaarrekeningen is in 2011 met 0,2% gestegen ten opzichte van ultimo 2010. Als gevolg hiervan zijn de rentebaten hoger dan begroot. Voor zowel de fixed-deposits als de spaarrekeningen geldt dat er geen risico wordt gelopen over de hoofdsom. De rating van de huisbankier is in 2011 gelijk gebleven en voldoet aan de ratingeisen in artikel 3.3 van de ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’. De liquiditeitspositie van het Dollard College is gedaald van € 3,0 miljoen per ultimo 2010 naar € 2,1 miljoen per ultimo 2011. Deze daling is het gevolg van een investering in het interne boekenfonds en investeringen in inventaris en apparatuur.
De jaarrekening
29
Jaarrekening Balans per 31 december 2011 Staat van baten en lasten over 2011 Kasstroomoverzicht over 2011 Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening Toelichting behorende tot de balans Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Bezoldiging bestuurders en toezichthouders Staat van baten en lasten over 2011 Dollard College (20CM) Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Dollard College (20CM) Staat van baten en lasten over 2011 De Flint (19UR) Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten De Flint (19UR) Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Bestemming van het exploitatiesaldo Gebeurtenissen na balansdatum
30
Balans per 31 december 2011 (na resultaatbestemming) 31-12-2011 €
1.2
Vaste activa Materiële vaste activa
31-12-2010 €
13.948.482
14.366.335 13.948.482
1.4 1.5 1.7
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen
Totaal Activa
2.1
Eigen vermogen
2.3
Voorzieningen
2.5
Kortlopende schulden
Totaal Passiva
565.863 867.087 2.143.765
14.366.335
496.441 1.354.800 3.034.189 3.576.715
4.885.430
17.525.197
19.251.765
4.300.775
4.915.230
313.513
298.581
12.910.909
14.037.954
17.525.197
19.251.765
31
Staat van baten en lasten over 2011
2011 €
3.1 3.2 3.5
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten
22.056.914 632.756 996.261
Totaal baten
4.1 4.2 4.3 4.4
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten Netto resultaat
32
Begroting 2011 €
2010 €
21.922.000 335.000 910.000 23.685.931
19.117.878 918.034 1.761.612 2.562.647
21.499.349 465.747 1.452.391 23.167.000
18.444.000 893.000 1.683.000 2.742.000
23.417.487
19.437.229 883.400 2.201.095 2.481.000
24.360.171
23.762.000
25.002.724
-674.240
-595.000
-1.585.237
59.785
45.000
60.331
-614.455
-550.000
-1.524.906
Kasstroomoverzicht over 2011
2011 €
2010 €
Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat Aanpassingen voor: - afschrijvingen - financieringsbaten - financieringslasten - mutaties voorzieningen
-614.455
918.034 -59.787 2 14.932
-1.524.906
883.400 -60.491 160 63.154 873.181
Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - vorderingen - schulden
-69.422 487.713 -1.127.045
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
-496.441 -265.936 3.122.824 -708.754
2.360.447
-450.028
1.721.764
59.787 -2
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
886.223
60.491 -160 59.785
60.331
-390.243
1.782.095
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
Mutatie liquide middelen
-603.096 102.915
-11.411.266 8.895.649 -500.181
-2.515.617
-500.181
-2.515.617
-890.424
-733.522
33
Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening
Algemeen Rechtspersoon, voornaamste activiteiten en relatie met moedermaatschappij Dollard College is een stichting en is gevestigd aan de Hereweg 101 te Groningen. Dollard College is een onderwijsinstelling die praktijkonderwijs, VMBO-, HAVO- en VWO-onderwijs aanbiedt op acht vestigingen in Bellingwolde, Pekela, Scheemda, Winschoten en Woldendorp. Stichting Dollard College maakt samen met Stichting AOC Terra en Stichting rsg de Borgen deel uit van Onderwijsgroep Noord. Verslaggevingsperiode Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' van 17 december 2007. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Het resultaat over het boekjaar 2011 is reeds in de balans verwerkt conform het voorstel. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Fiscale eenheid Stichting Dollard College vormt een fiscale eenheid voor de omzetbelasting met Stichting Onderwijsgroep Noord, Stichting AOC Terra en Stichting rsg de Borgen. Grondslagen van waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Algemeen Voor zover niet anders is vermeld worden de activa en passiva opgenomen tegen de nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Lasten worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Dit met uitzondering van de bijdragen van leerlingen, welke worden verantwoord in het jaar waarin het schooljaar, een aanvang neemt. Baten en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de stichting. Alle financiële informatie is afgerond op hele euro's. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
34
Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden opgenomen voor de verkrijgings- of vervaardigingsprijs c.q. taxatiewaarde bij herwaardering onder aftrek van de afschrijvingen. Activeren vindt plaats voor investeringen met een verkrijgings- of vervaardigingsprijs vanaf € 500. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode. Voor de toe te passen afschrijvingen geldt dat deze gebaseerd zijn op de voor de betreffende activa geschatte economische levensduur. Deze levensduur wordt voor de onderscheiden activa gesteld op: Gebouwen 30 jaar Semi-permanente gebouwen en verbouwingen/renovatie 10 jaar Apparatuur, machines en installaties 4-10 jaar Schoolmeubilair 15 jaar Kantoormeubilair 10 jaar Hard- en software 3 jaar Op terreinen wordt niet afgeschreven. Voor een deel van de in gebruik zijnde gebouwen berust het economisch eigendom bij de gemeenten. Deze gebouwen zijn om deze reden niet geactiveerd. Investeringssubsidies welke betrekking hebben op de materiële vaste activa worden als schuld gepresenteerd onder de overlopende passiva (vooruitontvangen investeringssubsidies). Voorraden De voorraden betreffen de lesboeken die aan de leerlingen worden verhuurd en zijn gewaardeerd tegen de actuele waarde. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats. Vorderingen De vorderingen zijn opgenomen tegen de nominale waarde onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen. De vordering op het Ministerie van OC&W betreft het bekostigingsbedrag ten behoeve van de personeelskosten 2005 welke door de invoering van de kalenderjaarbekostiging niet is ontvangen. Het ministerie zal deze vordering verrekenen wanneer het Dollard College ophoudt te bestaan. Dit betreft een in de praktijk niet invorderbare vordering, tenzij op een moment de school daadwerkelijk wordt opgeheven. Om die reden is in 2007 besloten de vordering op het ministerie af te boeken en op te nemen als een niet in de balans opgenomen activa. Eigen Vermogen Op basis van de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' wordt de algemene reserve als geheel aangemerkt als publiek vermogen. Onderwijsinstellingen hebben in 2007 de mogelijkheid gehad een, als zodanig aantoonbaar, deel van de algemene reserve als eigen privaat vermogen te rubriceren als bestemmingsreserve. Het Dollard College heeft op grond hiervan de bestemmingsfondsen 'Mediatheek' en 'Dr. Bosfonds' als privaat vermogen gerubriceerd. Het bestemmingsfonds Mediatheek is ontstaan bij de liquidatie van de Stichting Voorziening Leer- en Hulpmiddelen en bijzondere activiteiten Dollard College. Het batig saldo van deze stichting is bij opheffing overgedragen aan het Dollard College met de bepaling dat de middelen besteed moeten worden aan het inrichten van mediatheken en computerlokalen en zo ten goede komen aan de leerlingen van het Dollard College. Het bestemmingsfonds Dr. D. Bosfonds is ontstaan bij de liquidatie van de Stichting Dr. D. Bosfonds. Het batig saldo van deze stichting is bij opheffing overgedragen aan het Dollard College met de bepaling dat met deze middelen de stoffelijke belangen moeten worden behartigd van het Lager Beroepsonderwijs, zoals dat werd gegeven aan de Scholengemeenschap voor Beroepsonderwijs Dr. D. Bosschool te Winschoten, inmiddels het VMBO, zoals dat wordt gegeven bij de Onderwijs Campus Winschoten van het Dollard College. Bij de invoering van de lumpsum bekostiging voor De Flint is de daar aanwezige inventaris geïnventariseerd en geactiveerd. Op basis van de vastgestelde waarde van deze inventaris is een herwaarderingsreserve gevormd.De vrijval uit deze herwaarderingsreserve zal geschieden al naar gelang de afschrijving van de betreffende activa. Voorzieningen De personele voorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden en voorziening ambtsjubilea. De voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van de huidige wachtgeldverplichtingen. Bij het berekenen van de contante waarde wordt een rentepercentage van 2,222% gehanteerd. Dit is het tarief van de 10-jaars kapitaalmarktrente voor Nederland per ultimo 2011. De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van deze verplichting leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening.
35
Kortlopende schulden De kortlopende schulden zijn, tenzij anders is aangegeven, opeisbaar binnen één jaar. Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord. Personeelslasten Onder personeelslasten is begrepen de in het boekjaar verschuldigde salarissen, sociale lasten, pensioenpremies, inleenkrachten en overige personeelskosten, verminderd met de ontvangen uitkeringen van sociale fondsen. Pensioenen Het Dollard College heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen welke afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. De regeling is ondergebracht bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. Het Dollard College heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bedragen in geval van een tekort bij Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Het Dollard College heeft daarom de pensioenregeling verwerkt als een toegezegde bijdrageregeling en heeft alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Segmentatie In de bijlagen bij dit jaarverslag zijn overeenkomstig de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' afzonderlijke staten van baten en lasten, alsmede de daarbij behorende toelichting, opgenomen per BRIN-nummer. Het betreft hier BRIN-nummer 20CM 'Scholengemeenschap Dollard College voor Lyc Havo Mavo Vbo Lwoo' en BRIN-nummer 19UR 'School voor Praktijkonderwijs De Flint'. Bij de verdeling van de resultatenrekening per segment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De directe kosten van de segmenten zijn volledig toegerekend aan het betreffende segment. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
36
Toelichting behorende tot de balans
1.2
Materiële vaste activa Aanschafprijs
Cumulatieve
Boekwaarde
Investeringen
Desinvesteringen
Afschrijvingen
afschrijvingen
1 januari 2011
2011
2011
2011
Aanschafprijs
Cumulatieve
Boekwaarde 31 december
afschrijvingen 2011
en waarde-
en waarde-
verminderingen
€ 1.2.1 Gebouwen en terreinen 12.223.447 1.2.2 Inventaris en apparatuur 6.875.618 1.2.4 In uitvoering en vooruitbetalingen 85.192 1.2.5 Niet aan het proces dienstbare materiële vaste activa 66.252 Totaal
19.250.509
€
verminderingen
€
€
€
€
€
€
€
606.297
11.617.150
40.679
0
354.755
12.264.126
961.052
11.303.074
4.277.877
2.597.741
545.538
844
563.279
7.009.620
4.430.464
2.579.156
0
85.192
16.879
102.071
0
0
0
0
0
66.252
0
0
0
66.252
0
66.252
4.884.174
14.366.335
603.096
102.915
918.034
19.339.998
5.391.516
13.948.482
Het bedrag aan investeringen bij 1.2.1 Gebouwen en terreinen en 1.2.2 Inventaris en apparatuur omvat tevens de bij 1.2.4. In uitvoering en vooruitbetalingen vermelde desinvesteringen. De materiële vaste activa is ten opzichte van 2011 gedaald met een bedrag van bijna € 0,42 miljoen. In 2011 is voor een bedrag van € 0,60 miljoen geïnvesteerd in gebouwen en inventaris. De desinvesteringen bedroegen € 0,10 miljoen en de totale afschrijvingslast bedroeg € 0,92 miljoen. Investeringen vonden bij alle vestigingen van het Dollard College plaats, maar met name bij de vestiging Hommesplein-Stikkerlaan in Winschoten. De investeringen in inventaris hebben voor een derde betrekking op ICTapparatuur. Voor het overige betreft het investeringen in meubilair, machines en apparatuur en installaties.
1.4
Voorraden 2011 €
Stand per 1 januari Inkoop Waardevermindering 1.4.1 Gebruiksgoederen Totaal
2010 €
496.441 252.734 -183.312
0 563.625 -67.184 565.863
496.441
565.863
496.441
In 2011 is voor een bedrag van € 0,25 miljoen aan lesboeken aangeschaft. Dit is aanmerkelijk minder dan in 2010. In 2010 is het boekenfonds gestart en heeft de initiële aanschaf van de voorraad plaatsgevonden. Deze boeken worden gedurende het schooljaar aan de leerlingen in bruikleen gegeven. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats. Deze afwaardering was in 2011 € 0,18 miljoen. De afwaardering in 2010 was veel lager omdat deze betrekking had op een deel van het jaar, te weten de periode autustus tot en met december 2010.
37
1.5
Vorderingen 2011 €
1.5.1 1.5.3 1.5.5. 1.5.6.
Debiteuren Groepsmaatschappijen Studenten / deelnemers / cursisten Overige overheden
2010 € 826.202 0 35.374 26.151
Vooruitbetaalde kosten 1.5.8 Overlopende activa
908.766 287.713 92.178 94.672
0
1.5.9 Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid Totaal
517 0
517
20.640
29.046
867.087
1.354.800
Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt: 2011 € Stand per 1 januari Onttrekking Dotatie 1.5.9 Stand per 31 december
2010 €
29.046 38.948 30.542
31.810 35.298 32.534
20.640
29.046
De vorderingen zijn ten opzichte van 2010 gedaald met € 0,49 miljoen. Deze daling wordt grotendeels veroorzaakt door het wegvallen van de vorderingen op groepsmaatschappijen voor een bedrag van € 0,29 miljoen. Daarnaast zijn ook de vorderingen op debiteuren, ouders/leerlingen en overige overheden gedaald. De omvang van de voorziening voor oninbaarheid is ten opzichte van 2010 gedaald. Als gevolg van de afgenomen omvang van de vorderingen op ouders/leerlingen is het risico van oninbaarheid eveneens afgenomen.
1.7
Liquide middelen
2011 €
2010 €
1.7.1 Kasmiddelen 1.7.2 Tegoeden op bankrekeningen 1.7.3 Deposito's
5.777 2.137.988 0
4.960 289.229 2.740.000
Totaal
2.143.765
3.034.189
2.1
Eigen vermogen Saldo
Resultaat
Overige mutaties
Stand per
1 januari 2011
2011
2011
31 december 2011
€
€
€ 2.1.1 Algemene reserve Algemene reserve 2.1.5 Bestemmingsfonds (privaat) Bestemmingsfonds Mediatheek Bestemmingsfonds Dr. Bosfonds
€
4.695.770
129.175 76.700
€
-610.098
0
-420 0
0 0
205.875 2.1.6 Herwaarderingsreserve Totaal vermogen
38
€
4.085.672
128.755 76.700 205.455
13.585
-3.937
0
9.648
4.915.230
-614.455
0
4.300.775
Het totale eigen vermogen komt, na de verdeling van het resultaat, uit op € 4,3 miljoen. Dit eigen vermogen kan worden onderverdeeld in een algemene reserve van € 3,6 miljoen, een bestemmingsreserve van € 0,5 miljoen en bestemmingsfondsen en een herwaarderingsreserve van tezamen € 0,2 miljoen. Het eigen vermogen is onderverdeeld in publiek en privaat vermogen, waarbij de bestemmingsfondsen van € 0,2 miljoen als privaat worden aangemerkt en de overige reserves van € 4,3 miljoen als publiek vermogen.
2.3
Voorzieningen
Recente mutatie Stand per
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
(bij contante
Stand per
Kortlopende
Langlopende
1 januari 2011
2011
2011
2011
waarde)
31 december 2011
deel < 1 jaar
deel > 1 jaar
€
€
€
€
€
€
€
€
2.3.1 Personeelsvoorzieningen
298.581
109.990
95.058
0
0
313.513
82.609
230.904
Totaal
298.581
109.990
95.058
0
0
313.513
82.609
230.904
De personeelsvoorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden en een voorziening ambtsjubilea. De Voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van de huidige wachtgeldverplichtingen. De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van deze verplichting leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening.
2.5
Kortlopende schulden 2011 €
2.5.3 Crediteuren 2.5.5. Schulden aan groepsmaatschappijen Loonheffing Omzetbelasting 2.5.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 2.5.8 Schulden terzake van pensioenen Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI geoormerkt Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI niet-geoormerkt Vooruitontvangen investeringssubsidies Vooruitontvangen termijnen Vakantiegeld en -dagen Accountants- en administratiekosten Overige 2.5.10 Overlopende passiva Totaal
2010 € 287.347 74.301
717.379 0
785.896 0 696.608 798
717.379 226.223 26.453 193.244 10.722.437 0 635.631 6.717 21.177
697.406 222.393 26.441 425.183 11.207.935 14.849 615.919 9.000 32.932
11.605.659
12.332.259
12.910.909
14.037.954
De kortlopende schulden zijn gedaald met bijna € 1,13 miljoen. De crediteuren zijn gedaald met bijna 0,5 miljoen. Het hoge bedrag per ultimo 2010 hield verband met de bouw van de Campus Winschoten. De vooruit ontvangen subsidies van het Ministerie van OCW zijn in 2011 afgenomen met € 0,23 miljoen. De vooruit ontvangen investeringssubsidies zijn in 2011 afgenomen met een bedrag van € 0,49 miljoen als gevolg van vrijval ten gunste van de exploitatie.
39
G2
Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule
G2-A Aflopend per ultimo verslagjaar Omschrijving
Kenmerk
Doorontw PRO
287969-1
19UR
Studieverlof
369437-1
20CM
Bedrag van
Saldo
Ontvangen
Lasten
Investeringen
Saldo
de toewijzing
2010
in 2011
2011
2011
2011
€
€
€
€
€
€
28.800 35.160
26.441
0 35.160
26.441 35.160
0 0
0 0
63.960
26.441
35.160
61.601
0
0
G2-B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Omschrijving
Doorontw PRO
Totaal
40
Kenmerk
393349-1
19UR
Bedrag van
Saldo
Ontvangen
Lasten
Investeringen
Saldo
de toewijzing
2010
in 2011
2011
2011
2011
€
€
€
€
€
€
29.100
0
29.100
2.647
0
26.453
29.100
0
29.100
2.647
0
26.453
93.060
26.441
64.260
64.248
0
26.453
Overzicht niet-geoormerkte doelsubsidies OCW en ELI Omschrijving
Kwaliteit VO
261262-2
19UR
Maatschappelijke stage
296034-1
19UR
LGF VO 2010-2011
BEK-10/56083 M
19UR
Lumpsum personeel
301305-2
19UR
Lumpsum materieel
300347-1
19UR
Verr. Uitkeringskosten
312533-2
19UR
Kwaliteit VO
361389-1
19UR
Maatschappelijke stage
394520-1
19UR
Gratis lesmateriaal
364254-1
19UR
Nieuwkomers 2011
301558-2
19UR
Nieuwkomers 2007
07/7758
20CM
Invoering gratis lesmat.
185125-2
20CM
Opvang vreemdelingen
214213-1
20CM
Kwaliteit VO
261680-2
20CM
Maatschappelijke stage
296084-1
20CM
Opvang vreemdelingen
274050-2
20CM
Praktijkleren groen onderwijs
301711-1
20CM
LGF VO 2010-2011
BEK-10/56083 M
20CM
Prestatiesubsidie
BEK-10/82244 M
20CM
Prestatiesubsidie
BEK-11/54818 M
20CM
Lumpsum personeel
301079-2
20CM
Lumpsum materieel
300305-1
20CM
Verr. Uitkeringskosten
312812-2
20CM
Gratis lesmateriaal
364297-1
20CM
Nieuwkomers VO
301540-2
20CM
Visueel gehandicapte leerling
317514-1
20CM
1e opvang vreemdelingen
296739-2
20CM
Kwaliteit VO
361534-1
20CM
1e opvang vreemdelingen
362572-1
20CM
Maatschappelijke stage
394167-1
20CM
Verr. Uitkeringskosten
ODS-2011/3487 M
20CM
Verr. Uitkeringskosten
ODS-2010/92552 M 20CM
Verr. Uitkeringskosten
ODS-2011/28788 M 20CM
Verr. Uitkeringskosten
ODS-2011/28789 M 20CM
Verr. Uitkeringskosten
ODS-2011/28791 M 20CM
Verr. Uitkeringskosten
ODS-2011/37918 M 20CM
Verr. Uitkeringskosten
ODS-2011/37919 M 20CM
Verr. Uitkeringskosten
ODS-2011/37911 M 20CM
Verr. Uitkeringskosten
ODS-2011/37912 M 20CM
Verr. Uitkeringskosten
ODS-2011/37913 M 20CM
Verr. Uitkeringskosten
ODS-2011/37914 M 20CM
Verr. Uitkeringskosten
ODS-2011/37915 M 20CM
Verr. Uitkeringskosten
ODS-2011/37916 M 20CM
Verr. Uitkeringskosten
ODS-2011/37917 M 20CM
Totaal *
Kenmerk
Bedrag van
Saldo
Ontvangen
Lasten
Investeringen
Saldo
de toewijzing
2010
in 2011
2011
2011
2011
€
€
€
€
€
€
7.469 10.440 23.886 1.951.113 252.420 -17.651 10.728 9.360 61.407 2.889 0 16.293 0 134.642 86.430 0 3.386 149.032 15.000 0 15.832.526 2.137.681 -144.873 816.932 205.617 3.150 71.208 142.559 0 137.760 -483 -2.204 -1.765 -2.125 -2.074 -2.145 -1.393 -2.113 -4.914 -2.111 -1.945 -2.510 -2.502 -2.003
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2.144 59.746 0 0 0 0 0 0 0 28.000 0 0 0 0 0 0 6.604 0 96.750 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
21.889.117
0
193.244
12.173 18.000 23.886 1.951.113 252.420 -17.651 10.728 9.360 61.407 2.889 * 62.816 78.771 16.000 161.551 149.640 16.000 3.386 149.032 20.000 28.000 15.832.526 2.137.681 -144.873 816.932 205.617 3.150 101.250 142.559 96.750 137.760 -483 -2.204 -1.765 -2.125 -2.074 -2.146 -1.393 -2.113 -4.914 -2.112 -1.945 -2.510 -2.502 -2.003
7.469 8.100 0 0 0 0 0 0 0 0 2.144 76.039 16.000 134.642 66.977 16.000 0 0 20.000 0 0 0 0 0 0 0 77.812 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 2.340 23.886 1.951.113 252.420 -17.651 10.728 9.360 61.407 2.889 0 0 -16.000 0 19.453 -16.000 3.386 149.032 -5.000 28.000 15.832.526 2.137.681 -144.873 816.932 205.617 3.150 0 142.559 96.750 137.760 -483 -2.204 -1.765 -2.125 -2.074 -2.145 -1.393 -2.113 -4.914 -2.111 -1.945 -2.510 -2.502 -2.003
22.308.584
425.183
21.657.178
De saldi van de toegekende subsidies welke gemarkeerd zijn met een * worden niet (meer) besteed. Hier is feitelijk geen sprake van vooruitontvangen subsidies maar van een schuld aan het Ministerie van OCW/ELI.
41
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Huren Het jaarbedrag van met derden aangegane huurverplichtingen terzake van onroerend goed bedraagt € 218.000. De huurverplichtingen hebben een looptijd van één tot achtentwintig jaar. Investeringsverplichtingen Terzake van reeds verstrekte opdrachten ultimo 2011 belopen de geldende verplichtingen € 9.499. Dit bedrag heeft uitsluitend betrekking op inventaris en apparatuur. Hoofdelijke aansprakelijkheid Statutair is bepaald dat Stichting Dollard College hoofdelijk aansprakelijk is voor schulden, nu en in de toekomst, van alle tot de Stichting Onderwijsgroep Noord behorende instellingen. Vordering op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Stichting Dollard College heeft een vordering van € 1.568.673 op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het betreft de personeelskosten over het jaar 2005 welke, door de invoering van de kalenderjaarbekostiging, niet is ontvangen. Het Ministerie zal deze vordering verrekenen indien de Stichting Dollard College ophoudt te bestaan.
42
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten
3.1
Rijksbijdragen 2011 €
Rijksbijdrage sector VO 3.1.1 Rijksbijdrage OCW/ELI Geoormerkte OCW/ELI subsidies Niet-geoormerkte OCW/ELI subsidies Toerekening investeringssubsidies OCW 3.1.2 Overige subsidies OCW/ELI
Begroting 2011 €
20.889.555
21.497.000 20.889.555
64.248 1.029.850 73.261
Totaal
2010 € 20.562.058
21.497.000 44.300 334.905 45.795
20.562.058 89.111 774.829 73.351
1.167.359
425.000
937.291
22.056.914
21.922.000
21.499.349
De rijksbijdrage is gestegen ten opzichte van 2010. Dat is het gevolg van het gestegen aantal leerlingen op basis waarvan de rijksbijdrage 2011 wordt berekend. Ook de overige subsidies zijn hoger dan in 2010. Dit wordt veroorzaakt door hogere subsidies voor maatschappelijke stage, nieuwkomers, leerling gebonden financiering en verbetering kwaliteit voortgezet onderwijs. De rijksbijdrage valt wel lager uit dan is begroot. Dit is het gevolg van het uitblijven van prijscompensatie en een lager dan verwachte compensatie van de gestegen pensioenpremie. Ook is in de begroting nog rekening gehouden met het feit dat de bekostiging voor het uitvoeren van de maatschappelijke stage zou worden opgenomen in de normatieve rijksbijdrage. In de tweede helft van 2011 bleek dat het ministerie de bekosting voor maatschappelijke stage alsnog als een aanvullende rijksbijdrage beschikbaar zou stellen en niet zou versleutelen in de lumpsum. Als gevolg van deze verschuiving van de subsidie voor maatschappelijke stage vallen de overige subsidies, met name de niet-geoormerkte, hoger uit dan dan begroot.
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 2011 €
Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies 3.2.1 Gemeentelijke bijdragen en subsidies 3.2.2 Overige overheidsbijdragen Totaal
Begroting 2011 €
563.295
2010 €
335.000
345.273
563.295
335.000
345.273
69.461
0
120.474
632.756
335.000
465.747
De gemeentelijke bijdrage valt fors hoger uit dan in 2010 en dan is begroot. Dit wordt veroorzaakt door compensatie ter hoogte van € 36.000 voor de energiekosten van de Poststraat. Dit pand is overgedragen naar de gemeente maar het Dollard College heeft, tot overschrijving van de aansluitingen bij de nutsbedrijven, nog enige tijd de energiekosten moeten betalen. Daarnaast is sprake van hogere gemeentelijke bijdragen in de zakelijke lasten. Hier staan echter ook hogere lasten tegenover. De overige overheidsbijdragen zijn gedaald ten opzichte van 2010. In 2010 was nog sprake van het laatste deel van de ESF-bijdrage in de ontwikkeling van de doorlopende leerlijn bij de Campus Winschoten. In 2011 is deze bijdrage er niet meer. Het bedrag van de overige overheidsbijdragen in 2011 betreft de vrijval van de investeringssubsidie van de Provincie Groningen in de Campus Winschoten. Dit bedrag valt jaarlijks, tot en met 2019, vrij ten gunste van de exploitatie. Hier staan voor dezelfde periode afschrijvingslasten tegenover.
43
3.5
Overige baten 2011 €
3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.5 3.5.6
Verhuur Detachering personeel Schenking Ouderbijdragen Overige
Begroting 2011 €
27.703 429.055 2.456 280.899 256.148
16.000 419.000 0 250.000 225.000
Totaal
996.261
2010 € 32.654 851.251 225 245.008 323.253
910.000
1.452.391
De opbrengsten uit verhuur van lokalen is iets gedaald ten opzichte van 2010 omdat de gymzalen minder worden verhuurd aan de gemeenten. Ten opzicht van de begroting is wel sprake van hogere opbrengsten omdat de huur van de dienstwoning niet was begroot omdat deze woning, tegelijk met het schoolgebouw, naar de gemeente zou overgaan. De opbrengsten uit detachering zijn gedaald ten opzichte van 2010. In 2010 was nog sprake van een ontvangst van ruim € 0,2 miljoen over eerdere jaren en van een groter aantal gedetacheerde medewerkers. De opbrengsten uit detachering zijn wel iets hoger dan is begroot. De opbengsten uit schenking betreft een bijdrage van de ouderraad in de aanschaf van meubilair bij van één van de vestigingen. De ouderbijdragen zijn, zowel ten opzichte van 2010 als ten opzichte van de begroting, gestegen. Dit betreft de bijdragen voor excursies en werkweken. Hier staan echter in gelijke mate uitgaven tegenover. De overige baten zijn lager dan in 2010. Er is sprake van lagere opbrengsten voor internationale uitwisselingen en een lagere omzet uit de kantine. Daarnaast was in 2010 nog sprake van een uitkering van de verzekering in verband met schade aan één van de schoolgebouwen. Ten opzichte van de begroting komen de overige baten hoger uit als gevolg van de verkoop van een strook grond in Winschoten en de verkoop van lesmaterialen.
4.1
Personele lasten 2011 €
Bruto lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies 4.1.1 Lonen en salarissen Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overige 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.4 Af: uitkeringen Totaal Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)
44
Begroting 2011 €
11.576.101 1.635.981 2.673.322
11.460.000 1.280.000 2.456.000 15.885.404
109.990 2.978.588 209.670
2010 € 11.605.779 1.482.688 2.632.242
15.196.000 187.000 2.822.000 295.000
15.720.709 223.377 3.352.511 222.297
3.298.248
3.304.000
3.798.185
65.774
56.000
81.665
19.117.878
18.444.000
19.437.229
2011
2010
Onderwijsgevend personeel Directie en Onderwijsondersteunend personeel
208,7 47,1
218,7 39,2
Totaal
255,8
257,9
De personele lasten zijn ten opzichte van 2010 gedaald met ruim € 0,3 miljoen. Ten opzichte van de begroting is echter sprake van een stijging van bijna € 0,7 miljoen. De lonen en salarissen van het personeel met een aanstelling bij het Dollard College zijn, ten opzichte van 2010, gestegen. Ook ten opzichte van de begroting is sprake van een stijging. Deze stijging wordt veroorzaakt door een toename van de sociale lasten en de pensioenlasten. De dotaties aan de personele voorzieningen zijn lager dan in 2010 en tevens lager dan begroot. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een lagere dotatie aan de voorziening voor wachtgeldverplichtingen. De kosten van personeel niet in loondienst vallen aanmerkelijk lager uit dan in 2010. In 2011 is voor ruim € 0,2 miljoen minder personeel ingehuurd via een uitzendbureau. Daarnaast valt de bijdrage aan Onderwijsgroep Noord lager uit. Ten opzichte van de begroting vallen deze kosten wel hoger uit. Dit wordt veroorzaakt door het langer inhuren van externe dienstverleners en een iets hogere bijdrage aan Onderwijsgroep Noord. De overige personele lasten komen lager uit dan in 2010. In 2010 was nog sprake van een verhuiskostenvergoeding voor een nieuw personeellid. In 2011 is dat niet het geval geweest. Ten opzicht van de begroting vallen de overige personele lasten lager uit omdat minder gebruik is gemaakt van het budget voor scholing van medewerkers. De uitkeringen uit sociale fondsen zijn lager dan in 2010 maar wel hoger dan begroot. Hier staan echter ook lasten voor vervanging tegenover.
4.2
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 2011 €
4.2.2 Materiële vaste activa
Begroting 2011 €
918.034
Totaal
893.000 918.034
2010 € 883.400
893.000
883.400
De afschrijving op de materiële vaste activa is gestegen ten opzichte van 2010 en valt ook hoger uit dan is begroot. De afschrijvingslasten gebouwen zijn hoger dan in 2010 omdat voor de Campus Winschoten in 2011 gedurende het gehele jaar afgeschrijving heeft plaatsgevonden. In 2010 was dat nog een deel van het jaar. Ten opzichte van de begroting 2011 is sprake van lagere afschrijvingslasten voor de gebouwen. De afschrijvingslasten van de inventaris zijn iets lager dan in 2010 maar wel hoger dan is begroot in 2011. Dit wordt veroorzaakt door hogere investeringen in meubialir, met name bij de vestiging Hommesplein-Stikkerlaan in Winschoten, en in ICT-apparatuur.
4.3
Huisvestingslasten 2011 €
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen
Totaal
Begroting 2011 €
247.508 21.367 502.600 369.124 430.426 190.587
450.000 12.000 372.000 392.000 375.000 82.000 1.761.612
2010 € 129.082 5.806 947.140 527.603 497.904 93.560
1.683.000
2.201.095
De daling bij de kosten voor energie en water ten opzichte van 2010 heeft betrekking op de kosten van gas en electriciteit van de Campus WInschoten. In 2010 heeft hier een afrekening plaatsgevonden van het energieverbruik, inclusief een nabetaling over de bouwfase, als gevolg waarvan de kosten fors hoger waren. Ten opzichte van de begroting vallen met name de kosten voor electriciteit lager uit. De schoonmaakkosten zijn lager dan in 2010 maar wel hoger dan is begroot. Evenals bij de kosten voor energie en water is ook hier sprake van lagere lasten omdat in 2010 afrekeningen hebben plaatsgevonden van schoonmaakkosten die verband houden met de bouw en oplevering. Ten opzichte van de begroting wordt de stijging veroorzaakt door extra schoonmaakwerkzaamheden die niet in de aanbesteding zijn meegenomen. Ook de kosten van schoonmaakmaterialen vallen aanmerkelijk hoger uit dan begroot. De kosten van heffingen en belastingen zijn fors hoger dan in 2010 en dan is begroot. Dit wordt veroorzaakt door hogere gemeentelijke heffingen maar daar staan ook hogere gemeentelijke bijdragen tegenover omdat de gemeente de zakelijke lasten moet compenseren.
45
De kosten voor huur zijn hoger dan in 2010 maar lager dan is begroot. De stijging ten opzichte van 2010 wordt veroorzaakt door de huurvergoeding die in 2011 voor het eerst moet worden betaald voor het aandeel in de Campus Winschoten. Ten opzichte van de begroting valt deze huurvergoeding echter mee. De kosten van de verzekeringen vallen hoger uit dan in 2010 en ook hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een nabetaling van verschuldigde premies over het jaar 2010. De kosten van onderhoud zijn in 2011 lager dan in 2010 maar wel hoger dan is begroot. In vergelijking met 2010 is sprake van lagere kosten voor groot onderhoud en voor bouwkundige aanpassingen. De kosten van onderhoud terreinen en van klein onderhoud zijn gestegen, zowel in vergelijking met 2010 als ten opzichte van de begroting. Bij de vestiging Hommesplein-Stikkerlaan heeft een bouwkundige aanpssing plaatsgevonden aan de entree en kantine. Deze was niet begroot.
4.4
Overige lasten 2011 €
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
Begroting 2011 €
999.830 1.430.337 30.542 101.938
Totaal
976.000 1.682.000 12.000 72.000 2.562.647
2010 € 1.006.480 1.256.297 32.534 185.689
2.742.000
2.481.000
De administratie- en beheerslasten zijn nagenoeg onveranderd ten opzicht van 2010. De stijging ten opzichte van de de begroting wordt veroorzaakt door gestegen kosten van software-licenties. De kosten van inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn gestegen ten opzichte van 2010. Dit is het gevolg van het feit dat de waardevermindering van de boeken in het boekenfonds in 2010 over een deel van het jaar, en in 2011 over het hele jaar, heeft plaatsgevonden. Daarnaast is sprake van hogere kosten van excursies. Ook ten opzichte van de begroting vallen de kosten van het boekenfonds lager uit. Daarnaast is sprake van lagere kosten voor onderwijskundige vernieuwing en internationale uitwisselingen. De dotatie overige voorzieningen betreft de dotatie aan de voorziening wegens oninbaarheid debiteuren. Deze dotatie is iets lager dan in 2010 maar wel fors hoger dan is begroot. Een hogere dotatie is echter noodzakelijk in verband met het toegenomen risico van oninbaarheid in combinatie met een stijging van de kosten die voor het invorderen gemaakt moeten worden. De overige lasten zijn lager dan in 2010. In 2010 was sprake van een afboeking op de woning aan de P.B. Venemastraat in Winschoten. Deze woning hoort bij het complex aan de Poststraat en is, evenals het schoolgebouw, teruggegaan naar de gemeente. Het Dollard College heeft voor het leveren van de woning geen vergoeding ontvangen zodat sprake is van een boekverlies. Deze overdracht maakt echter deel uit van de totale deal met de gemeente met betrekking tot de Campus Winschoten. Accountant: KPMG Accountants N.V. Honorarium controle jaarrekening en bekostiging: Honorarium overige controles: Honorarium overige dienstverlening:
2011 €
2010 €
15.329 0 0
13.285 0 0 15.329
5
Financiële baten en lasten 2011 €
5.1 5.5
13.285
Rentebaten Rentelasten
Totaal
Begroting 2011 €
59.787 -2
45.000 0 59.785
60.491 -160 45.000
De rentebaten zijn nagenoeg gelijk aan de rentebaten in 2010. De rente op de spaarrekeningen is in 2011 met 0,2% gestegen ten opzichte van ultimo 2010. Als gevolg hiervan zijn de rentebaten hoger dan begroot.
46
2010 €
60.331
Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders
2011 €
Begroting 2011 €
2010 €
College van Bestuur R. Schilt mw. A.A. Berendsen MBA (vanaf 01-09-2011) dr.ir. W. van den Bor (tot 01-08-2011)
0 0 0
Totaal College van Bestuur
0 0 0 0
0 0 0 0
0
Raad van Toezicht H. Bleeker (tot 14-10-2010) mw. C.Y.D. Hoeksema-van Orden H. Holman F. Kuik F. Migchelbrink mw. H.P.A.J. Persoon-Klijn (tot 17-12-2010)
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
Totaal Raad van Toezicht
0
0
0
Totaal bezoldiging bestuurders en toezichthouders
0
0
0
De leden van het College van Bestuur en van de Raad van Toezicht ontvangen hun bezoldiging bij de Stichting Onderwijsgroep Noord. In het jaarverslag van deze stichting wordt de bezoldiging verantwoord.
47
Staat van baten en lasten over 2011 Brinnummer: 20CM 2011 €
3.1 3.2 3.5
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten
19.709.611 617.658 867.676
Totaal baten
4.1 4.2 4.3 4.4
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten
Netto resultaat
48
Begroting 2011 €
2010 €
19.575.000 318.000 739.500 21.194.945
17.161.920 880.497 1.638.314 2.378.193
19.189.894 442.818 1.214.027 20.632.500
16.584.700 859.924 1.567.401 2.464.502
20.846.739
17.508.879 845.630 2.011.417 2.302.754
22.058.924
21.476.527
22.668.680
-863.979
-844.027
-1.821.941
59.785
45.000
60.331
-804.194
-799.027
-1.761.610
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Brinnummer: 20CM 3.1
Rijksbijdragen 2011 €
Rijksbijdrage sector VO 3.1.1 Rijksbijdrage OCW/ELI Geoormerkte OCW/ELI subsidies Niet-geoormerkte OCW/ELI subsidies Toerekening investeringssubsidies OCW 3.1.2 Overige subsidies OCW/ELI
18.642.266
35.160 967.524 64.661
63.589 713.471 65.550
1.067.345
350.000
842.610
19.709.611
19.575.000
19.189.894
Begroting 2011 €
548.197
2010 €
318.000
3.2.2 Overige overheidsbijdragen Totaal
322.344
548.197
318.000
322.344
69.461
0
120.474
617.658
318.000
442.818
Overige baten 2011 € Verhuur Detachering personeel Schenking Ouderbijdragen Overige
Begroting 2011 €
27.703 316.455 2.456 274.939 246.123
16.000 305.000 0 244.000 174.500
Totaal
4.1
18.347.284
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies 3.2.1 Gemeentelijke bijdragen en subsidies
3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.5 3.5.6
18.347.284 19.225.000
16.300 287.905 45.795
2011 €
3.5
2010 €
19.225.000 18.642.266
Totaal
3.2
Begroting 2011 €
867.676
2010 € 32.654 682.451 225 236.598 262.099
739.500
1.214.027
Personele lasten 2011 €
Bruto lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies 4.1.1 Lonen en salarissen Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overige 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.4 Af: uitkeringen Totaal
Begroting 2011 €
10.331.316 1.465.637 2.382.570
10.233.000 1.148.000 2.192.000 14.179.523
109.990 2.741.801 196.380
2010 € 10.407.848 1.337.344 2.362.101
13.573.000 172.000 2.623.000 272.700
14.107.293 223.377 3.052.579 206.841
3.048.171
3.067.700
3.482.797
65.774
56.000
81.211
17.161.920
16.584.700
17.508.879
49
2011
Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)
4.2
Onderwijsgevend personeel Directie en Onderwijsondersteunend personeel
184,9 44,4
194,9 37,5
Totaal
229,3
232,4
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 2011 €
4.2.2 Materiële vaste activa
Begroting 2011 €
880.497
Totaal
4.3
859.924 880.497
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen
1.638.314
Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
1.567.401
2.011.417
971.115 1.274.598 30.542 101.938
934.002 1.446.500 12.000 72.000 2.378.193
2010 € 975.341 1.109.190 32.534 185.689
2.464.502
2.302.754
Financiële baten en lasten
Rentebaten Rentelasten
Totaal
50
2010 € 120.976 5.806 838.876 492.378 469.093 84.288
Begroting 2011 €
2011 € 5.1 5.5
845.630
Overige lasten
Totaal
5
859.924
441.500 9.700 342.801 350.600 347.300 75.500
2011 € 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
845.630
Begroting 2011 €
239.273 16.290 489.504 319.383 396.996 176.868
Totaal
4.4
2010 €
Huisvestingslasten 2011 €
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6
2010
Begroting 2011 €
59.787 -2
45.000 0 59.785
2010 € 60.491 -160
45.000
60.331
Staat van baten en lasten over 2011 Brinnummer: 19UR 2011 €
3.1 3.2 3.5
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten
2.347.303 15.098 128.585
Totaal baten
4.1 4.2 4.3 4.4
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Netto resultaat
Begroting 2011 €
2010 €
2.347.000 17.000 170.500 2.490.986
1.955.958 37.537 123.298 184.454
2.309.455 22.929 238.364 2.534.500
1.859.300 33.076 115.599 277.498
2.570.748
1.928.350 37.770 189.678 178.246
2.301.247
2.285.473
2.334.044
189.739
249.027
236.704
51
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Brinnummer: 19UR 3.1
Rijksbijdragen 2011 €
Rijksbijdrage sector VO 3.1.1 Rijksbijdrage OCW/ELI Geoormerkte OCW/ELI subsidies Niet-geoormerkte OCW/ELI subsidies Toerekening investeringssubsidies OCW 3.1.2 Overige subsidies OCW/ELI
2.247.289
29.088 62.326 8.600
25.522 61.358 7.801
100.014
75.000
94.681
2.347.303
2.347.000
2.309.455
Begroting 2011 €
15.098
Totaal
2010 €
17.000
22.929
15.098
17.000
22.929
15.098
17.000
22.929
Overige baten 2011 €
3.5.2 Detachering personeel 3.5.5 Ouderbijdragen 3.5.6 Overige
Begroting 2011 €
112.600 5.960 10.025
Totaal
2010 €
114.000 6.000 50.500 128.585
168.800 8.410 61.154 170.500
238.364
Personele lasten 2011 €
Bruto lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies 4.1.1 Lonen en salarissen Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overige 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.4 Af: uitkeringen Totaal
52
2.214.774
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies 3.2.1 Gemeentelijke bijdragen en subsidies
4.1
2.214.774 2.272.000
28.000 47.000 0
2011 €
3.5
2010 €
2.272.000 2.247.289
Totaal
3.2
Begroting 2011 €
Begroting 2011 €
1.244.785 170.344 290.752
2010 €
1.227.000 132.000 264.000 1.705.881
0 236.787 13.290
1.197.931 145.344 270.141 1.623.000
15.000 199.000 22.300
1.613.416 0 299.932 15.456
250.077
236.300
315.388
0
0
454
1.955.958
1.859.300
1.928.350
2011
Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)
4.2
Onderwijsgevend personeel Directie en Onderwijsondersteunend personeel
23,8 2,7
23,7 1,8
Totaal
26,5
25,5
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 2011 €
4.2.2 Materiële vaste activa
Begroting 2011 €
37.537
Totaal
4.3
33.076 37.537
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen
37.770 33.076
Begroting 2011 €
8.235 5.077 13.096 49.741 33.430 13.719
Totaal
4.4
2010 €
37.770
Huisvestingslasten 2011 €
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6
2010
8.500 2.300 29.199 41.400 27.700 6.500 123.298
2010 € 8.106 0 108.264 35.225 28.811 9.272
115.599
189.678
Overige lasten 2011 €
4.4.1 Administratie- en beheerslasten 4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen Totaal
Begroting 2011 €
28.715 155.739
41.998 235.500 184.454
2010 € 31.139 147.107
277.498
178.246
53
Overige gegevens
54
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: Het College van Bestuur en Raad van Toezicht van Stichting Dollard College Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2011 van Stichting Dollard College te Groningen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de staat van baten en lasten over 2011 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag Het bevoegd gezag van de school is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bevoegd gezag is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bevoegd gezag is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 18, derde lid van het Bekostigingsbesluit W.V.O. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2011. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bevoegd gezag van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Dollard College per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2011 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2011. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:393 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Zwolle, 7 juni 2012 KPMG ACCOUNTANTS N.V. G.J. Kamerling RA
55
Bestemming van het exploitatiesaldo
Het exploitatiesaldo van de Stichting Dollard College is, conform het besluit van het College van Bestuur, van 12 maart 2012 verdeeld zoals onderstaand is weergegeven. Deze verdeling is reeds in de balans per 31 december 2011 verwerkt.
2011 € Onttrekking aan de Algemene Reserve Onttrekking aan de Bestemmingsfonds Mediatheek (privaat) Onttrekking aan de Bestemmingsfonds Dr. D. Bosfonds (privaat) Onttrekking aan de Herwaarderingsreserve
56
2010 €
-610.098 -420 0 -3.937
-1.479.462 -598 -38.497 -6.349
-614.455
-1.524.906
Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich na balansdatum geen gebeurtenissen voorgedaan die van invloed zijn op de feitelijke situatie per balansdatum.
57
Bijlagen
58
Instellingsgegevens
Naam instelling: Bezoekadres: Postadres: Postcode/Plaats:
Stichting Dollard College Hereweg 101 Postbus 17 9700 AA Groningen
Telefoon: Fax: E-mail: Internet-site:
050-529 29 29 050-529 29 28
[email protected] www.dollardcollege.nl
Bestuursnummer: Brinnummers: Handelsregister:
41320 20CM en 19UR 02077743
Contactpersoon: Telefoon: Fax: E-mail:
H. Zwiep, controller 050-5292987 050-5292928
[email protected]
College van Bestuur dhr. R. Schilt mw. A. Berendsen MBA Raad van Toezicht dhr. F. Kuik mw. C.Y.D van Orden dhr. F. Migchelbrink dhr. H. Holman
Winsum, voorzitter Bunne
Yde, voorzitter Groningen Roden Steenbergen
(Neven)functies van bestuurders en toezichthouders per 31 december 2011 College van Bestuur R. Schilt, Winsum, voorzitter voorzitter College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord voorzitter College van Bestuur Stichting rsg de Borgen voorzitter College van Bestuur Stichting Dollard College voorzitter College van Bestuur Stichting AOC Terra voorzitter Aequor te Ede bestuurslid Vereniging AOC raad, brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs A. Berendsen, Bunne, lid lid College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord lid College van Bestuur Stichting rsg de Borgen lid College van Bestuur Stichting Dollard College lid College van Bestuur Stichting AOC Terra lid Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs lid Bestuursadviesraad van de Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs vicevoorzitter Raad van Toezicht Bevolkingsonderzoek Noord Raad van Toezicht F. Kuik, Yde, voorzitter lid Raad van Bestuur Stichting Zorggroep Alliade lid Raad van Bestuur Stichting Zorgcentra Moerborch lid Raad van Bestuur Werkstichting Driever's Dale voorzitter Stichting Maaltijdservice Tjongerborch voorzitter Stichting Venturafriesland voorzitter Stichting Friesland Bedrijven secretaris Stichting ‘Baan Plus’ (Stichting voor trajectbegeleiding arbeidsintegratie gehandicapten)
59
-
lid bestuur Stichting ‘De Compaen’ lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra lid G-Beraad Stichting Dienstverlening Gezondheidszorg De Open Ankh lid Directiewerkgroep ’62 Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland lid Adviescommissie voor Arbeidszaken Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland arbiter Scheidsgerecht Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisdirecteuren
mw. C.Y.D van Orden, Groningen, lid Beleidsmedewerker stafbureau P&O Stichting Hanzehogeschool Groningen Onderzoeker/lid kenniskring Excellentie in Hoger Onderwijs en Samenleving Lid werkveldadviescommissie lectoraat Duurzaam HRM Gastdocent part time MBA, International Business School lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra lid NVP (Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement en Organisatieontwikkeling) lid Groepsoudercommissie Praedinius Gymnasium Eigenaar/trainer Zen.nl Groningen H. Holman, Steenbergen, lid Voorzitter European Dairy Farmers Nederland Vice-voorzitter European Dairy Farmers Europa Lid klankbordgroep Animal Science Group lid bestuur Waterschap Noorderzijlvest voorzitter voetbalvereniging Oranje Nassau Roden, Roden lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra F. Migchelbrink, Roden, lid lid RvC Teijin Aramid B.V., Arnhem lid Raad van Advies Alwaysbemobilecompany, Veenendaal voorzitter Stichting KwamUtegen, Bilthoven lid Raad van Commissarissen Sportstad Heerenveen, Heerenveen Lid bestuurs Noorderlicht, Roden lid RvA Fooq b.v. Heerenveen lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Commissarissen LabNoord, Groningen lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra
60
Afkortingenlijst pro
praktijkonderwijs
vmbo
voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
havo
hoger algemeen vormend onderwijs
vwo
voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
kb
kaderberoepsgerichte leerweg
bb
basisberoepsgerichte leerweg
tl
theoretische leerweg
gl lwoo vo
gemengde leerweg Leerweg ondersteunend onderwijs voortgezet onderwijs
MaS Rpo wvo nisb vas mt mr CvB Elo RSNOWG
maatschappelijke stage Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen Wet op het Voortgezet Onderwijs Nationaal Instituut voor Sport en Bewegen volg en advies systeem management team medezeggenschapsraad College van Bestuur Elektronische leeromgeving Regionaal samenwerkingsverband Noord-, Oost- en West-Groningen
61
62