Vitalis College JAARVERSLAG 2013
Jaarverslag 2013
Inhoudsopgave
3.
4. 5.
6.
2.1 2.2 3.1 3.2 3.3
3.4 4.1 4.2 5.1 5.2 5.3
Voorwoord................................................................................................................ 3 Directieverslag .......................................................................................................... 4 Strategische positionering ..................................................................................... 4 Resultaten speerpunten 2013................................................................................ 5 Prestaties 2013 ......................................................................................................... 8 Wettelijke vereisten ............................................................................................... 8 Opbrengst .............................................................................................................. 8 Onderwijsproces .................................................................................................. 11 3.3.1 Programma .................................................................................................... 11 3.3.2 Leren in de onderwijsinstelling ...................................................................... 11 3.3.3 Begeleiding .................................................................................................... 13 3.3.4 Leren in de beroepspraktijk ........................................................................... 14 Examinering ......................................................................................................... 14 Kwaliteitszorg ......................................................................................................... 18 Kwaliteitszorg onderwijs ...................................................................................... 18 Beoordeling kwaliteit onderwijs .......................................................................... 20 Bedrijfsvoering........................................................................................................ 23 Financiën .............................................................................................................. 23 Personeel ............................................................................................................. 28 Huisvesting ........................................................................................................... 29 Vooruitblik naar 2014 ............................................................................................. 30
2 -Jaarverslag Vitalis college 2013
1. 2.
Voorwoord.
1.
2013 was voor het Vitalis college het jaar waarin alles in het werk is gesteld om weer een gezonde financiële basis voor onze onderwijsorganisatie te creëren. Een noodzakelijk proces omdat het lastenniveau van het Vitalis college te hoog was opgelopen in verhouding tot de baten. Om dit herstel te kunnen realiseren moesten er veel structurele maatregelen worden genomen die direct of indirect gevolg hadden voor het primaire proces. De belangrijkste hiervan: -
het afslanken van de onderwijsondersteunende organisatie, toename van de groepsgrootte, bijstelling van onderwijsprogramma’s, beperking van het aantal tijdelijke onderwijsaanstellingen, beperking van de materiële lasten, vermindering van de inleen van externen, interne herplaatsing van medewerkers.
Het zal duidelijk zijn dat de gevolgen hiervan op onze onderwijsorganisatie ingrijpend zijn. Zo is de werkdruk bij veel collega’s fors toegenomen. Aan het eind van 2013 kan geconstateerd worden dat de financiële gezondheid van het Vitalis college is hersteld en de huidige onderwijskwaliteit in grote mate behouden is gebleven. Er heeft zich in 2013 bij het Vitalis college een forse toename van het aantal studenten voorgedaan (+ 140). Het betreft vooral voltijdsstudenten in de sectoren Gezondheidszorg en Mode & Veiligheid. Het Vitalis college toont daarmee aan bij haar doelgroep zeer in trek te zijn. En dat stemt tot gepaste trots!
3 -Jaarverslag Vitalis college 2013
Marc van Campenhout Directeur
2.
Directieverslag
2.1 Strategische positionering VISIE EN MISSIE Verbindend Mensen zijn sociale wezens. Dat veronderstelt context: het zoeken van verbindingen met elkaar. Onze pay-off ‘Meer voor elkaar’ is dan ook meer dan zomaar een slogan. We willen een energieke werkgemeenschap zijn met een ‘sense of belonging’. Het gaat dan om de menselijke maat en het zoeken van de verbinding. Ofwel om échte aandacht voor elkaar, maar met oog voor de directe omgeving. Er écht zijn voor elkaar: samen werken maar vooral samenwerken. Die verbondenheid zoeken we ook met de student en we vragen er ook om: écht inhoud en betekenis geven aan het leren doen we immers in interactie. Cocreatie Wij geloven in de kracht en vitaliteit die uitgaat van verbindingen, ook waar het gaat om groei, ontwikkeling en leren. Samen realiseer je meerwaarde. De echte groei en ontwikkeling en het echte leren, onze kernactiviteit, vindt vooral plaats in de beroepspraktijk en midden in de samenleving. School, stage, werk, maatschappij en privé vloeien daarbij samen tot een krachtige context. Theorie krijgt betekenis door de realiteit ervan te ervaren én te beleven in de praktijk. Zo zitten we ook dicht op het leerproces en op de laatste ontwikkelingen in het werkveld en de maatschappij. Samen met studenten, bedrijven, gemeenten en collega’s geven we inhoud en vorm aan het onderwijs en onze organisatie. Effectieve netwerken en een veelheid aan gezamenlijke projecten geven daar blijk van en maken partnerschap waar. Grenzen verleggen Van zowel studenten als medewerkers verwachten wij dat ze bewust ruimte gaan zoeken en benutten. Tegen grenzen aanlopen en grenzen verleggen hoort daarbij. Bij het Vitalis college werken ondernemende teams. Het gaat daarbij om ondernemingszin, de juiste balans vinden tussen focus, koers en kaders en over grenzen heen kunnen kijken. Het is een bewuste strategie studenten geregeld uit te dagen de grenzen van hun mogelijkheden af te tasten. Uit de comfortzone maar altijd binnen een beschermde leeromgeving. Want grenservaringen en het reflecteren erop leiden tot groei. Zo kan de student het maximale uit zijn/haar leerproces halen. In een balans tussen bewust stimuleren en (geholpen) zelfreflectie coachen wij de student hierbij. Samen met de leerbedrijven creëren we de ruimte, condities en faciliteiten die de student activeren om binnen een optimale context zijn leerproces aan te gaan.
KERNWAARDEN Onze visie en missie maken we waar via de onze kernwaarden Partner, Praktijk en Passie.
4 -Jaarverslag Vitalis college 2013
Missie Het is onze ambitie medewerkers, studenten en maatschappij met elkaar in verbinding te brengen en te laten zoeken naar de meerwaarde die ze kunnen hebben voor elkaar. Met als resultaat: de student groeit, de medewerker groeit en de maatschappij groeit.
Partner Onderwijs creëren en uitvoeren is geen domein meer van de individuele docent. In de huidige tijd is onderwijs een zaak van teamwork. Gezamenlijk rondom de student staan en gebruikmakend van de verschillende kwaliteiten binnen een team de student optimaal begeleiden naar het einddoel: een diploma en een ontwikkeling naar (jong) volwassen beroepsuitvoerder en persoonlijkheid. Onderwijs creëren en uitvoeren is niet langer gebonden aan de school alleen. Creatie en uitvoering vinden gezamenlijk met onze partners, bedrijven en instellingen plaats, onder verantwoordelijkheid van het Vitalis college. Zij zijn de afnemers en/of aanbieders van onze studenten en bepalen binnen de mogelijkheden mede inhoud en vorm van ons onderwijs. Praktijk Ons onderwijs is beroepsonderwijs en zal zoveel mogelijk een afspiegeling zijn van de beroepspraktijk. Waar mogelijk creëren we onderwijssituaties waarin onze studenten worden uitgedaagd de benodigde beroepscompetenties te ontwikkelen in zo reëel mogelijke situaties. Hiertoe wordt de beroepspraktijkvorming optimaal benut en zal het binnenschoolse onderwijsdeel maximaal benut worden door middel van de uitvoering van concrete projecten. Passie Onze medewerkers geven met gedrevenheid gestalte aan hun beroep, hun verbinding met studenten en de maatschappij. We zoeken met verstand en met ons hart naar verbindingen tussen ons onderwijs en de omliggende maatschappij, er naar strevend door middel van deze verbinding mens en maatschappij te laten groeien, beetje bij beetje.
2.2 Resultaten speerpunten 2013 1 KWALITEITSRIJK VRAAGGESTUURD ONDERWIJS Studenten-Bedrijven ( 1.a) Een aantal teams heeft een studentenpanel georganiseerd. Resultaten hebben, indien nodig, geleid tot verbeteracties. De overige teams pakken dit in 2014 op. Om overleggen met bedrijven of instellingen te structureren is er een vragenlijst ontwikkeld. Vervolgacties hierop vinden plaats in 2014.
Voorbereiding implementatie MBO 2015 (1b2) Op operationeel niveau zijn actiepunten aangepast aan de voortschrijdende wet- en regelgeving. Per thema zijn de kaders voor de teams geformuleerd en via het teamvoorzittersoverleg geïmplementeerd. Onderzocht is op welke thema’s en dossiers overleg met het Kellebeek College wenselijk of noodzakelijk is. Dit heeft inmiddels geleid tot afstemmingsoverleg op diverse niveaus, van MT tot team. Implementatie generiek onderwijs (1c) Het beleidsdocument generiek onderwijs is geactualiseerd. Vitalisbrede examenplannen zijn ontwikkeld en in gebruik genomen. Daarnaast zijn teksten, formulieren en slaag-, zakregeling
5 -Jaarverslag Vitalis college 2013
Instrumentarium teamondersteuning (1b1) Voor het gebruik van de Onderwijscalculator is er een pilot met 4 deelnemende teams gestart. Vervolg hierop in 2014. Twee teams hebben een pilot uitgevoerd met de jaartaakmodule van Untis. Evaluatie hiervan heeft duidelijk gemaakt dat het gebruik hiervan niet zal worden gecontinueerd.
gestandaardiseerd. Vitalisbrede instellingsexamens zijn ontwikkeld en vastgesteld. Planning en organisatie centrale examens en instellingsexamens is afgerond. Een Vitalisbreed handboek voor docenten is ontwikkeld en in gebruik genomen. Lesmethodes zijn doorontwikkeld en er zijn besluiten genomen omtrent de te gebruiken toetsinstrumenten voor 0-meting en de voortgangsmeting. Assessoren Nederlands hebben deelgenomen aan ROC-training of aan de verkorte assessorentraining. Daarnaast zijn er diverse studiedagen geweest. Kaders voor onderwijs (1d) Bestaande kaders zijn, in afwachting van definitieve ontwikkelingen rondom MBO 2015, nog niet geactualiseerd. Wel zijn een aantal voorstellen hiervoor uitgewerkt en opgenomen in de actieplannen Onderwijs en Generieke vakken 2014. De “was-wordt situatie” voor alle opleidingen door intensivering is in kaart gebracht. Teams zijn er mee aan de slag. Concept BPV-scenario’s is in samenwerking met Kellebeek College opgeleverd. Bijstelling volgt aan de hand van de nieuwe kwalificatiestructuur. Met zorginstellingen is een werkveldbijeenkomst georganiseerd. Nieuwe ontwikkelingen intake n.a.v. intensiveren, passend onderwijs en RSA zijn besproken met alle direct betrokkenen. Activiteiten inzake het School-Ex programma zijn geïmplementeerd. Gesprekken zijn georganiseerd en worden uitgevoerd. Er is meegewerkt aan de ROC-notities Loopbaanleren en Onderwijstijd MBO. Doorontwikkeling Student Succes Center (1e) Het rendement van het SSC is getoetst en geeft reden tot tevredenheid. Voor 2014-2015 is er een nieuwe projectaanvraag ingediend. Het project is geëvalueerd en er is besloten door te gaan. 2 PROFESSIONELE MEDEWERKERS Scholing medewerkers (2a) Scholing van medewerkers is conform het interne scholingsplan uitgevoerd. Scholing voor 2014 is geïnventariseerd.
Kwaliteitszorginstrumentarium (4a) De zelfevaluatie door teams loopt conform planning. Enkele teams doen dit voor de 2e keer. De teamresultatenbox is, in overleg met teamvoorzitters, vastgesteld. De eerste resultaten zijn gepresenteerd. Dit vraagt om beperkte bijstelling in 2014. De Vitalis documentenbibliotheek is geactualiseerd en wordt aangeboden via de portal. Alle clusterexamencommissies hebben een zelfevaluatie uitgevoerd. Centrale en decentrale verbeterplannen zijn geactualiseerd op basis van zelfevaluaties. De vertaling van sectorale examenprofielen naar regionale afspraken wordt besproken in de werkveldadviesraden. De eerste pilot lesobservaties is gestart. De enquête “feedback studenten over docenten” is ontwikkeld en wordt in een pilot uitgevoerd. Het verbeterplan in relatie tot de staat van instelling voor team SCW-PW4 is afgerond en aangeleverd.
6 -Jaarverslag Vitalis college 2013
4 RESULTAATVERANTWOORDELIJKHEID EN KWALITEITSBORGING
Functioneringsgesprekken (4b) Het Vitalis college is overgestapt naar de reguliere gesprekscyclus volgens de afspraken binnen het ROC. In 2013 is 75% van alle te voeren functioneringsgesprekken gevoerd.
7 -Jaarverslag Vitalis college 2013
Deskundigheid examenbetrokken (4.2) Scholing constructeurs kennisexamens is uitgevoerd. Uitvoering scholingstrajecten voor examenvaststellers tot startcertificaat en tot certificaat professional zijn voorbereid. Uitvoering zal in 2014 plaatsvinden. Zie voor nadere toelichting hoofdstuk 3.
3.
Prestaties 2013
3.1 Wettelijke vereisten Het Vitalis college opereert binnen de wettelijke kaders van het MBO-onderwijs en tracht zo goed mogelijk te voldoen aan de wettelijke vereisten op het gebied van: • Zorgplicht informatievoorziening/OER, • OOK en POK • IIVO-uren • VSV-meldingen • Klachtenregeling examens en vertrouwenszaken • Wet BIO • Hanteren vrijwillige bijdragen • Toegankelijkheid Betreffende onderwerpen worden regelmatig onderzocht en getoetst en indien nodig worden verbeteracties uitgevoerd.
3.2 Opbrengst STUDENTENAANTALLEN Per 1 oktober 2013 had het Vitalis college 3.019 bekostigde studenten. Dit zijn 140 studenten meer dan in 2012. Met name de clusters Gezondheidszorg en Economie laten een stijging zien. De 1 oktobertelling (steekproeffoto) gaf het volgende beeld van het aantal bekostigde studenten:
Mode Beveiliging BBL Veiligheid* Economie Verpleging BBL Verpleging BOL Verzorging BBL Verzorging BOL Gezondheidszorg Helpende/Zorghulp MMZ Uiterlijke verzorging* Welzijnszorg OA SCW-PW4 PW3-BOL Pedagogie Vitalis college total
2013 BOL 107
BBL
2012 BOL 101
188 322 429
188 212
250
BBL 190
273 374
190 238
195
154 404 239 154
370 77 659 59 99
131 326 227 148
623 94 111
197
66
184
63
590 200 135 189 524 1.947
224
559 206 92 206 504 1.763
268
1
385
35
1 35 1.072 1.116 3.019 2.879 * Met ingang van schooljaar 2013-2014 is het team Uiterlijke Verzorging overgegaan van het cluster Economie naar het cluster Welzijnszorg.
8 -Jaarverslag Vitalis college 2013
1 oktobertelling
RENDEMENTEN In onderstaande tabel zijn de rendementspercentages van het Vitalis college afgezet tegen de inspectienorm. Hieruit blijkt dat het Vitalis college op alle niveaus boven dit gemiddelde presteert. Niveau
1 2 3 4
Inclusief Bedrijfsgroepen JaarDiplomaResultaat resultaat 85,71% 81,82% 84,13% 81,14% 78,13% 76,89% 74,51% 78,61%
Inspectieoordeel Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende
Exclusief Bedrijfsgroepen JaarDiplomaInspectieresultaat resultaat oordeel 79,50% 72,00% Voldoende 81,00% 77,80% Voldoende 71,30% 75,20% Voldoende 74,00% 76,80% Voldoende
Analyse resultaten 2012-2013 Vitalis college De resultaten zijn vergeleken met de laatst bekende inspectienorm, die van medio 2010. Over het geheel scoort het Vitalis college op beide resultaten en op alle niveaus voldoende. De vergelijking met de resultaten 2011-2012 laat zien dat het resultaten voor alle niveaus gestegen zijn. De reeds ingezette verbeterplannen hebben de dalende trend doen keren. Een aantal opleidingen scoort onder de norm. Van deze opleidingen is een analyse van het rendement en verbeterplannen gemaakt. Particuliere beveiliging, niveau 3 Jaarresultaat 2012-2013 60,0%, 2011-2012 53,8%, 2010-2011 26,1%. Uitval betreft met name BBL-studenten. Voor een groot deel van de beveiligingsbranche heeft het certificaat C van de Stichting Vakexamens voor de Particuliere Beveiligingsorganisaties (SVPB) meer waarde dan het MBO-diploma Coördinator Beveiliging. De branche-CAO schrijft voor dat medewerkers met het MBO 3-diploma meer betaald moeten krijgen, terwijl veel spelers in de branche vinden dat het weinig toegevoegde waarde heeft voor het werk. Dit heeft tot gevolg dat veel studenten stoppen na het behalen van certificaat C. Werkgevers stimuleren vaak niet het doorstuderen van hun medewerkers. Eind 2011 is dit onderkend en is actie ondernomen. Er zijn betere afspraken met de branche gemaakt en er wordt meteen gereageerd bij afwezigheid van de student. Dit is terug te zien in de gestage stijging van het resultaat.
Verzorgende IG, niveau 3 Jaarresultaat 2012-2013 47,6%, 2011-2012 64,2%, 2010-2011 68,5%. De uitval betreft voornamelijk BOL-studenten. Belangrijkste oorzaak is het verlagen van de toelatingseisen voor de niveau 4-opleiding met ingang van 2011-2012. Hierdoor gaan de beter voorbereide studenten een niveau 4 opleiding volgen. De groep wordt dus kleiner, aantal uitvallers neemt iets toe, resultaat daalt. In schooljaar 2012-2013 zijn reeds een aantal verbeteracties gestart zoals betere voorlichting, intake en advisering op basis van uitgevoerde testen. Een kleine stijging is nu zichtbaar. De resultaten van de verbeteracties zullen pas in de komende jaren duidelijk worden.
9 -Jaarverslag Vitalis college 2013
Toezicht en Veiligheid, niveau 3 Jaarresultaat 2012-2013 35,7%, 2011-2012 0%. Dit betreft een nieuwe opleiding waarvoor pas voor de eerste keer geëxamineerd en gediplomeerd is. Zal komend jaar boven de norm komen.
Kapper, niveau 3 Diplomaresultaat 2012-2013 35,7%, 2011-2012 45,7%. Deze daling heeft diverse oorzaken. De studieloopbaanbegeleiding besteedt extra aandacht aan het voorkomen van vsv. De verwachting is dat hiermee de resultaten zullen verbeteren. Schoonheidsspecialist, niveau 3 Diplomaresultaat 2012-2013 47,6%, 2011-2012 44,2%. Het lage resultaat heeft diverse oorzaken. De studieloopbaanbegeleiding besteedt extra aandacht aan het voorkomen van vsv. Verpleegkundige, niveau 4 Jaarresultaat 2012-2013 59,3%, 2011-2012 57,1%. De uitval betreft voornamelijk BOL-studenten. Belangrijkste oorzaak is het verlagen van de toelatingseisen voor de niveau 4-opleiding met ingang van 2011-2012. Hierdoor stromen ook minder goed voorbereide studenten in. Produktiemedewerker Fashion, niveau 4 Jaarresultaat 2012-2013 50%, 2011-2012 81,8%. Deze daling heeft diverse oorzaken. Voor komend schooljaar wordt de intake verbeterd en wordt hierbij ook het niveau van de generieke vakken betrokken. Sociaal-cultureel werker, niveau 4 Jaarresultaat 2012-2013 52,0%, 2011-2012, 52,0%, 2010-2011 39,1% Begin 2012 is het lage resultaat reeds onderkend en is er een analyse gemaakt en zijn er verbeteracties uitgevoerd. Deze acties zijn zeer divers en betreffen zowel de student, het werkveld, als de opleiding en organisatie. Deze acties hebben geresulteerd in een flinke verbetering van het resultaat. Aangezien het een driejarige opleiding is zal het volledige effect pas in 2013-2014 zichtbaar zijn. VSV-ERS Dit betreft het aantal voortijdig schoolverlaters, die zonder een niveau 2-diploma vertrekken. Over deze aantallen zijn prestatieafspraken gemaakt met het ministerie van OC&W.
VSV Doelstelling reductie 05/06 12/13 (45%)
Maximum VSVers 12/13
Werkelijk aantal VSV-ers 11/12
Werkelijk in % van maximum
248
137
89
65%
111
Dit aantal van 89 is een daling met 19 % ten opzichte van de 110 VSV-ers vorig schooljaar. Om voortijdige uitval verder tegen te gaan zijn er in de afgelopen jaren een aantal maatregelen genomen. Met de hulp van VSV-projectgelden is er een Student Succes Centrum (SSC) ingesteld, dat ondersteuning biedt aan studenten die dreigen uit te vallen. Inmiddels is het SSC verder geëvolueerd en biedt het nu ook een onderwijssetting om dreigende VSV-ers op te vangen. Om dreiging van voortijdige uitval tijdig te kunnen signaleren is een Vitalis-brede applicatie ter registratie van aan- en afwezigheid van studenten geïmplementeerd.
10 -Jaarverslag Vitalis college 2013
Doelstelling en realisatie VSV-ers
Vitalisbreed is er een intakebeleid vastgesteld, waarmee de teams aan het werk zijn gegaan. Binnen de verschillende teams zijn daarnaast diverse verbeteracties ter voorkoming van uitval ingezet.
3.3 Onderwijsproces 3.3.1 Programma SAMENHANG Het onderwijs is inhoudelijk en didactisch samenhangend en afgestemd op competenties, waaronder leer- en burgerschapscompetenties. De clustermanager geeft jaarlijks het onderwijsteam de opdracht het opleidingsprogramma voor het volgende cohort te ontwerpen. Om kwaliteit en samenhang te borgen zijn er Vitalisbrede formats zoals het examenplan, IDOP (onderwijsprogrammering) en OER. Deze formats worden vergezeld door een handleiding. Hierin staat een toelichting op de aanvullingen/wijzigingen van de formats en een productieschema OER met tijdpad. Tijdens het productieproces wordt op aanvraag onderwijsinhoudelijk en technische ondersteuning door (staf)medewerkers gegeven. In het productieschema zijn controlemomenten en formele vaststellingsmomenten bij alle documenten ingebouwd. Controle examenplan vindt plaats a.d.h.v. een checklist door de examensecretaris. Deze checklist is in 2013 aangepast aan de examenstandaarden en het toezichtkader 2012. Controle op onderwijsplan vindt in het team en door de clustermanager plaats. De onderwijsteams zijn eigenaar van OER, examenplan en IDOP. In de loop van het jaar is er in diverse gremia meer afstemmingsoverleg met het Kellebeek College op gang gekomen, mede ten gevolge van de intensiveringsmaatregelen en de komende herziene kwalificatiestructuur. Het project ROCKO waarin 4 scholen gezamenlijk een opleidingstraject pedagogisch werk ontwikkeld gaat worden is hier een voorbeeld van. In 2013 is voor het eerst voor alle opleidingen een voorgestructureerd examenplan generieke vakken gemaakt. Tevens is er Vitalisbreed voor één methode voor Nederlands en rekenen gekozen, enkele opleidingen uitgezonderd. Bij Engels was dit al eerder gerealiseerd. Er is geregeld vakgroep overleg. Om het onderwijs op een hoger plan te brengen is er in schooljaar 2013-2014 vier keer een studiedag gepland.
3.3.2 Leren in de onderwijsinstelling
11 -Jaarverslag Vitalis college 2013
MAATWERK Er zijn in 2013 meerdere maatwerktrajecten aangeboden zoals trajecten in het cluster gezondheidszorg; het combitraject Verzorgende IG – Maatschappelijke Zorg voor BBL studenten en trajecten bij defensie en veiligheid (wijkbeheer). Kinderopvangorganisatie Kober en het Vitalis college zijn een intensief samenwerkingsverband gestart dat in een Kober-PW3 opleiding geresulteerd heeft. De geselecteerde studenten volgen een reguliere opleiding Pedagogisch medewerker Kinderopvang niveau 3, in de lessen zit het Koberprofiel verweven. Alle trajecten zijn een voortzetting van 2012. Een andere vorm van maatwerk wordt aangeboden middels het eerder vernoemde Student Succes Centrum (SSC) van het Vitalis college.
LEERTIJD De leertijd geeft inzicht in de voldoende aanwezigheid van deelnemers op leermomenten en in de praktijk. Registratie van aan- en afwezigheid vindt via het Vitalisbrede presentie, absentieregistratiesysteem (PARS) plaats. Afwezigheid wordt direct in het systeem geregistreerd en doorgegeven aan de SLB-er. Volgens procedure neemt de SLB-er contact op met de student, dit is vastgelegd in het SLB handboek. Er is met meer regelmaat contact met de leerplichtambtenaar. Aan- en afwezigheid in de BPV wordt geregistreerd. Afwezigheid in de BPV moet aan de instelling / het bedrijf en op school gemeld worden. Indien nodig onderneemt een BPV-begeleider actie. Aanwezigheid bij de studenten van de ViP kapsalon, een praktijkplek voor studenten van de kappersopleiding is te laag. In 2014 volgt een evaluatie om meer duidelijkheid te krijgen omtrent de oorzaken. Hierna kunnen verbeteracties plaatsvinden. In het kader van terugdringen VSV is in oktober 2013 is een pilot gestart voor huisbezoeken aan studenten die (on)geoorloofd verzuim plegen. Samen met het Cingel College neemt het Vitalis college deel aan een pilot van het Regionaal Bureau Leerplicht. Regelmatig of onduidelijk verzuim (al dan niet gemeld) kan gecontroleerd worden door CBZ, een organisatie die gespecialiseerd is in verzuimbezoeken aan huis. Deze huisbezoeken helpen betreffende studenten de goede richting op en helpen ons als organisatie onze eigen processen op het gebied van verzuimvoorkoming en verzuimbehandeling te verbeteren. Je\ LEEROMGEVING De leeromgeving is voldoende veilig, met een respectvolle omgang en biedt een positief werkklimaat voor onderwijsgevenden. De opleiding kent voldoende materiële voorzieningen. Uit onderzoeken en audits blijkt dat over het algemeen de leeromgeving als voldoende veilig, met een respectvolle omgang wordt ervaren. Er is september 2013 een project BYOD (Bring Your Own Device) gestart bij team MMZ en bij team Mode. De opleidingen bij MMZ zijn volledig overgegaan op digitaal materiaal, elke student brengt zijn eigen laptop of I-pad mee. Het project heeft bij dit team vele opstartproblemen gekend omdat de prestatie van het draadloze netwerk onvoldoende is. Daarnaast zijn er licentieproblemen en is het voor docenten onbekend hoe zij het digitale materiaal didactisch kunnen toepassen. Voor het team Mode is het anders. Zij gebruikten al digitale programma’s, dit project betekent een verdere aanpassing van de leermiddelenmix. De bekabeling zal begin 2014 aangepast worden. Na afloop van de projectperiode vindt evaluatie plaats en zal bezien worden of de ingezette weg vervolgd of aangepast moet worden. Een docent van het team MMZ heeft, in
12 -Jaarverslag Vitalis college 2013
DIDACTISCH HANDELEN De opleiding biedt voldoende structurering van de leeractiviteiten, begeleiding van de leeractiviteiten, praktische oefening en feedback op de vorderingen. Er wordt in het Vitalis college gewerkt met het leerlijnenmodel. Er zit een didactische opbouw in het programma van de opeenvolgende leerjaren voor het begeleiden van de student: van geleid, naar begeleid naar zelfstandig werken. Bij een korter opleidingstraject is deze opbouw minder scherp. In de onderwijsprogrammering is te zien welke (on)begeleide onderwijsactiviteiten (beroepsgericht, generiek en loopbaan en burgerschap) onder welke leerlijn vallen en in welke mate ze aangeboden worden. Het team voorziet in een balans tussen kennis, vaardigheden en houding. Een aandachtspunt is dat studenten van sommige opleidingen aangeven dat docenten onvoldoende eenduidig handelen. Verbetering van het didactisch en pedagogisch handelen is wenselijk, evenals het eenduidig omgaan met de regelgeving van een opleiding.
het kader van haar masterscriptie, onderzoek gedaan naar het effect van BYOD en aanbevelingen geformuleerd. Op de locatie Nieuwe Inslag is er een forse toename van studenten, het gebouw is qua faciliteiten niet toereikend voor alle groepen.
3.3.3 Begeleiding INTAKE EN PLAATSING Elk onderwijsteam verzorgt zelf de voorlichting, intake en plaatsing van haar studenten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van Vitalisbrede kaders. In 2013 is gestart met structureel overleg met een aantal decanen van het vmbo. Tijdens dit overleg bleek dat bovengenoemde kaders door de onderwijsteams erg breed worden geïnterpreteerd waardoor het intake- en plaatsingsproces van het Vitalis college ondoorzichtig is geworden. Om hierin verbetering aan te brengen zijn er met de vmbo-decanen een aantal concrete verbeterafspraken gemaakt die in 2014 zullen worden gerealiseerd.
ZORG Zorg voor deelnemers met specifieke zorgbehoeften is voldoende eerste- en tweedelijnszorg beschikbaar en er is een structurele samenwerking met derdelijnszorg buiten de instelling. Om tegemoet te komen aan deelnemers met specifieke behoeften is er een OSB Zorg, waarin trajectbegeleiders zorg, schoolmaatschappelijk werk en het Student Succes Centrum samenwerken om deze tweedelijnszorg zo goed mogelijk vorm te geven. T.b.v. alle locaties van het Vitalis college zijn deze Trajectbegeleiders Zorg beschikbaar. De Trajectbegeleiders Zorg hebben door jarenlange ervaring veel know–how over allerlei verschillende opleidingen en zijn bekend met allerlei soorten problematiek. Het streven is gemakkelijk aanspreekbaar te zijn voor studieloopbaanbegeleiders die de eerstelijnszorg van de deelnemers op zich nemen. Afstemming met studieloopbaanbegeleiders en hen advies en
13 -Jaarverslag Vitalis college 2013
STUDIELOOPBAANBEGELEIDING Studieloopbaanbegeleiders en de onderwijsteams zijn direct verantwoordelijk voor hun studenten. Zij spelen een cruciale rol in de eerstelijnszorg en scheppen voor de student de optimale onderwijs voorwaardelijke kaders. Het informeren van de student vindt plaats m.b.v. de OER en/of studiegids. De OER-en staan gepubliceerd op de studentenportal. In het team Verzorgende IG is in samenwerking met twee vmbo scholen een VSV project gestart. Doel is terugdringen VSV door het verhogen van het percentage studenten dat een juiste studie/beroepskeuze maakt. Medewerkers van team OA hebben een training loopbaangesprekken gevolgd om hun professionaliteit te verhogen. In 2013 is in samenwerking met de ministeries van OC&W en Sociale Zaken het SchoolEx Programma 2.0 in het mbo ingevoerd. Doel hiervan is het plegen van extra inspanningen ter voorkoming van de jeugdwerkloosheid, die onder invloed van de economische crisis de afgelopen jaren fors is toegenomen. De eerste stap hierbij is een inventarisatie van de plannen van de examenkandidaten aan de hand van een exit formulier. Vervolgens worden examenkandidaten door middel van exitgesprekken ondersteund bij het vinden van een vervolgopleiding of het vinden van een baan. Naast deze exitgesprekken moeten er ook gesprekken worden gevoerd met nieuwe studenten die op het punt staan een opleiding te kiezen met weinig arbeidsmarktperspectief: de zogenaamde ombuiggesprekken. Met de MBO Raad is afgestemd dat wij onze intakegesprekken als zodanig mogen beschouwen. De MBO Raad gaat via enquêtes onder de ROC’s en de studenten de resultaten van het SchoolEX Programma 2.0 in beeld brengen.
ondersteuning bieden is ook een zorgtaak, naast de directe ondersteuning en advies aan de deelnemer zelf. De studieloopbaanbegeleider verwijst de deelnemer door naar de trajectbegeleider zorg, indien de zorgvraag van de deelnemer qua intensiteit en deskundigheid, niet meer past binnen de 1e-lijnsbegeleiding. De schoolgebonden problematiek blijft bij de trajectbegeleider zorg, waar de niet schoolgebonden problematiek wordt doorverwezen naar de schoolmaatschappelijk werker (intern) of naar externen zoals Indigo (GGZ), Algemeen Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg, Bureau Leerplicht. Multidisciplinair deelnemersoverleg vindt zeswekelijks plaats in het Zorgadvies Team, daarnaast zijn veel incidentele contacten met externe hulpverleners. Contact met de leerplichtambtenaar vindt wekelijks structureel plaats. De begeleiding van de 2e-lijnszorg vindt plaats tijdens verschillende fases in het onderwijsproces; instroombegeleiding, voortgangsbegeleiding, doorstroombegeleiding en de uitstroombegeleiding. Een deelnemer kan zo nodig contact nemen met een van de twee vertrouwenspersonen. De vertrouwenspersonen zijn onafhankelijk van teams en of afdelingen en werken voor het gehele Vitalis college. De diensten die het OSB Zorg biedt zijn: voorlichten, adviseren, behandelen, begeleiden, ondersteunen en verwijzen, deskundigheid bevorderen.
3.3.4 Leren in de beroepspraktijk OSB beroepspraktijkvorming verzorgt voor de meeste BOL-studenten de plaatsing in een leerbedrijf. In de zorgsector kost het meer inspanning een opleidingsplaats te vinden, mede omdat het aantal studenten sterk groeit. Bij de opleiding Kapper raken veel studenten hun BPV plaats kwijt (economische crisis). Met hulp van de ViP kapsalon kunnen studenten zonder BPV plaats toch praktijkervaring opdoen in twee kapsalons in/bij bejaardencentrum in wijk. Cliënten worden geholpen door studenten onder supervisie van gediplomeerde kappers. Vaardigheden die studenten nog niet kunnen uitoefenen worden door de gediplomeerden uitgevoerd. Vanuit het OSB BPV en de opleidingen van het Kellebeek College en Vitalis college heeft er overleg met de zorginstellingen plaats gevonden over de gevolgen van de intensivering van begeleide onderwijstijd vanaf augustus 2014. Een werkgroep van medewerkers van beide colleges heeft ten gevolge van de wetswijziging een aantal nieuwe BPV scenario’s ontwikkeld en voorgelegd aan de instellingen. Ook overleg omtrent intensivering van begeleide onderwijstijd met andere branches begint op gang te komen.
Examinering EXAMENINSTRUMENTARIUM Ontwikkelingsgerichte toetsen en kwalificerende examinering - In de OER van de opleiding wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen de ontwikkelingsgerichte toetsen en de kwalificerende examinering. - De kwalificerende examens zijn opgenomen in het examenplan, dat onderdeel uitmaakt van de OER-en. In het examenplan is aangegeven op grond van welke examens en overige eisen (bijv. BPV) het diploma wordt verstrekt. - De examenplannen worden door de coördinatoren van de onderwijsteams gemaakt en daarna door de secretarissen van de clusterexamencommissies gecontroleerd en na akkoord vastgesteld.
14 -Jaarverslag Vitalis college 2013
3.4
-
De studenten worden digitaal (op de website en in Itslearning) en mondeling geïnformeerd over hun OER en het daarin opgenomen examenplan. Indien er na publicatie van de OER-en wijzigingen worden doorgevoerd in het examenplan of een ander onderdeel, worden deze via een wijzigingsblad bekend gemaakt, op de website gepubliceerd en met de studenten besproken.
Dekking kwalificatiedossier - Binnen het Vitalis college geldt dat de exameninstrumenten 100% de inhoud van het kwalificatiedossier dienen te dekken en dat minimaal 80% van de werkprocessen geëxamineerd wordt. - Kennis, vaardigheden en houding worden (separaat en/of geïntegreerd) in een goede balans beoordeeld. - De niveau 2, 3 en 4 opleidingen hebben meegedaan aan de landelijke pilot voor wat betreft centrale examinering van Nederlands en rekenen. - De instellingsexamens van Nederlands en rekenen zijn ontwikkeld en vastgesteld. Cesuur - In de meeste gevallen wordt gewerkt met het materiaal van het Consortium Zorg en Welzijn. - De cesuur van ieder exameninstrument ligt op het niveau waarop de deelnemer gemiddeld voldoet aan de vereisten die in de examinering zijn verwerkt. - De cesuur is 100%, wat inhoudt dat werkprocessen op “aangetoond” moeten gescoord worden. De cesuur en weging staan vermeld op alle exameninstructies.
Transparantie - De beoordelaars (van het Vitalis college en van de praktijk) en de studenten ontvangen voorafgaand aan de examens instructies en een handleiding over de examens en de wijze van beoordelen. - De vaststellingscommissies controleren met behulp van een checklist of de handleidingen voor studenten en beoordelaars bij de exameninstrumenten aan de eisen voldoen. Als dat niet / onvoldoende het geval is wordt aan een examenconstructeur de opdracht gegeven te worden om een aanvulling te maken. Deze wordt daarna door de examenvaststellingscommissie vastgesteld. - Voor de borging van het proces van vaststelling van examenprocessen zijn de volgende maatregelen genomen c.q. gepland: • In het handboek examinering zijn checklists opgenomen voor het vaststellen van examenproducten (inkoop en zelfconstructie); • Clusterexamencommissies maken een planning voor de vergaderingen van de examenvaststellingscommissies;
15 -Jaarverslag Vitalis college 2013
Beoordelingswijze - De examens zijn voorzien van een beoordelingsvoorschrift, waarin: • de beoordelingscriteria/prestatie-indicatoren duidelijk zijn aangegeven; • de toe te kennen deel- en eindwaardering is aangegeven. - De beoordelaar onderbouwt de gegeven waardering op het beoordelingsblad. - De beoordeling vindt plaats door middel van een 3-puntsschaal plaats op het niveau van kerntaken en werkprocessen. - Niet behaalde examen(s) c.q. onderdelen daarvan worden op het niveau van de prestatie-indicator verantwoord.
• • •
Leden van examenvaststellingscommissies worden begin 2014 (was aanvankelijk eind 2013 gepland) door ICE geschoold in het vaststellen van examenproducten; ICE geeft na de scholing feedback op de checklists voor vaststelling van de examenproducten. De feedback kan tot bijstelling leiden van de checklists; De competenties van de leden van examenvaststellingscommissies worden na de scholing door ICE beoordeeld en leiden bij een positieve beoordeling tot het certificaat van professional. Voor diegenen waarbij geen positieve beoordeling werd gegeven, zal op maat een aanvullend scholingsprogramma worden aangeboden om alsnog het certificaat van professional te kunnen behalen.
AFNAME EN BEOORDELING
Betrouwbaarheid - Examenvastellingscommissies controleren via de examenopdrachten en de afnamecondities de voorwaarden voor een betrouwbare beoordeling. - In processen verbaal wordt vastgelegd en gemonitord of de examens zoals beoogd zijn verlopen. - Om de gelijkheid en objectiviteit van de beoordeling te waarborgen zijn door de clusterexamencommissies voorlichtings- en scholingsbijeenkomsten georganiseerd voor praktijkassessoren. - Bij de opleiding kappen is een certificeringstraject voor praktijkassessoren afgerond. - De competenties van de examenbetrokkenen zijn vastgelegd in het handboek examinering, dat op de procesarchitectuur is gebaseerd. - De enquête over de examinering onder studenten en interne en externe assessoren is naar aanleiding van de lage respons in 2012 en het gebrek aan inhoudelijke meerwaarde in 2013 niet meer georganiseerd. De centrale examencommissie beraad zich over de wijze waarop feedback van betrokkenen op een efficiënte en effectieve wijze kan worden gegeneerd. - Er vindt een (centrale) registratie plaats van bezwaren, die door studenten worden ingediend met betrekking tot de (betrouwbaarheid van de) examinering. De bezwaren
16 -Jaarverslag Vitalis college 2013
Authentieke afname - De examens zijn afgestemd op het kwalificatiedossier. Ze bevatten activiteiten, die de student als beginnend beroepsbeoefenaar uitvoert. - De beoordeling van de proeve van bekwaamheid vindt plaats in de beroepssituatie of in een simulatie daarvan. De beoordeling vindt ofwel plaats door 2 (geschoolde) praktijkassessoren ofwel door een praktijkassessor en schoolassessor. - Het blijkt voor de praktijk niet altijd mogelijk te zijn om 2 onafhankelijke beoordelaars bij en proeve in te zetten. Daarom is in 2013 een aanvang gemaakt met het steekproefsgewijs beoordelen van de examinering in de beroepspraktijk. Voor deze beoordeling wordt gebruik gemaakt van een checklist. - Het examenbureau vergewist zich met behulp van een checklist van de authenticiteit van het verantwoordingsverslag. - Alle clusterexamencommissies voeren frequent overleg met het beroepenveld (werkveldadviesraad / werkgeversoverleg) over de examinering. - In 2013 is een project uitgevoerd om sectorale examenprofielen in regionale afspraken om te zetten. De afspraken, die met de werkveldadviesraden van de clusters zorg en welzijn en pedagogie zijn gemaakte afspraken zullen in 2014 in een document worden vastgelegd en na vaststelling elk jaar worden geëvalueerd.
hebben in een drietal gevallen ertoe geleid dat op teamniveau bijsturende maatregelen werden genomen voor de borging van de betrouwbaarheid van de beoordeling. DIPLOMERING
Verantwoordelijkheid examencommissie - Tijdens de jaarlijkse interne ROC-audit vindt een beoordeling plaats van de kwaliteit van het exameninstrumentarium en de examenprocessen van 1 opleiding. - Bij de interne audit is een externe onafhankelijke deskundige (Phasis) betrokken. - De kwaliteit van de clusterexamencommissies en van de processen, die onder hun operationele verantwoordelijkheid vallen, wordt sinds 2012 1 x per 2 jaar gemonitord via een zelfevaluatie-instrument. De clusterexamencommissies leggen hierin aan de centrale examencommissie verantwoording af over de kwaliteitszorg m.b.t. hun examenproducten en –processen. De volgende zelfevaluatie zal plaats vinden in 2014. - Verbeterpunten, die in de zelfevaluaties zijn opgenomen, worden afhankelijk van de reikwijdte opgenomen in het centraal of decentraal verbeterplan examinering. - De onderwijsteams voeren 2 jaarlijks met behulp van de applicatie Yucan een zelfevaluatie uit over de onder hun verantwoording vallende onderwijs-, begeleidingsen examenprocessen. Verbeterpunten worden op basis van prioritering opgenomen in een teamactiveitenplan. Halverwege en bij het begin van de volgende cyclus vindt een evaluatie plaats van de mate waarin de verbeterdoelstellingen werden gerealiseerd. - Hoofdstuk 6 van het handboek examinering bevat diverse maatregelen voor de borging van de kwaliteit van de examinering. - In 2013 is een scan examentaken uitgevoerd om te beoordelen of alle examentaken zijn belegd en of deze functionarissen over de hiervoor benodigde competenties / deskundigheden beschikken. Naar aanleiding van deze scan is het besluit genomen om de constructeurs van kennisexamens te scholen en voor de vaststellers van examenproducten een scholings- en certificeringstraject te organiseren. De training van de constructeurs van kennisexamens is in 2013 uitgevoerd. Het scholings- en
17 -Jaarverslag Vitalis college 2013
Besluitvorming - Voor het verlenen van vrijstellingen is een procedure van kracht. Vrijstellingscoördinatoren adviseren clusterexamencommissies over te verlenen vrijstelling. Ze baseren zich daarbij (o.a.) op vastgestelde vrijstellingsgronden en EVK’s. - Tijdens vaststellingsvergaderingen wordt een besluit genomen over het verstrekken van diploma’s (of certificaten, indien van toepassing). Er worden uitsluitend diploma’s uitgereikt op basis van vaststellingslijsten, die door de secretarissen van de cluster worden aangeleverd. - Voor het verzilveren van ervaringscertificaten wordt gebruik gemaakt van een checklist. Een ad hoc (bij elke aanvraag) ingestelde EVC-verzilveringscommissie, bestaande uit de secretaris van de clusterexamencommissie en een collega-secretaris of een lid van de clusterexamencommissie beoordeelt in welke mate het ervaringscertificaat dekkend is voor alle werkprocessen. Als dat niet het geval is wordt een maattraject aangeboden om de niet gedekte werkprocessen en/of taal- en rekeneisen alsnog te examineren.
certificeringstraject voor de vaststellers van examenproducten is uitgesteld tot 2014 (zie onder “Transparantie”).
4.
Kwaliteitszorg De kwaliteitszorgsystematiek (zie figuur) rondom het primaire proces is in het Vitalis college ingebed in de resultaatverantwoordelijke teams. De meeste bouwstenen van deze systematiek zijn reeds in 2010, 2011 en 2012 geïmplementeerd. De implementatie van de laatste bouwsteen (i.c. de teamresultatenbox) heeft eind 2013 plaats gevonden. De kwaliteitszorgsystematiek bestaat uit de volgende bouwstenen: Een tweejaarlijkse zelfevaluatie (1a) aan de hand van de toezichtkaders van de inspectie met behulp van de applicatie Yucan. 1b. Een jaarlijkse interne audit van een opleiding, die op basis van een risicoanalyse door de auditcommissie wordt geselecteerd, om te waarborgen dat periodiek ook van buitenaf een beoordeling plaats vindt van de kwaliteit van de primaire processen en hun resultaten. Een tweejaarlijkse teamscan (2) aan de hand waarvan de teams inzicht verwerven in hun ontwikkelingsgraad. De teamontwikkelingsgraad heeft grote invloed op de kwaliteit van het onderwijs. Een teamresultatenbox (TRB) (3a), waarin de prestaties, die door de teams dienen te worden geleverd worden afgezet tegen de vastgestelde prestatienormen. De informatie in de teamresultatenbox heeft betrekking op 13 kernprestatie-indicatoren (KPI’s). Enkele van deze kernprestatie-indicatoren zijn voorzien van aantal operationele indicatoren. De teamprestaties worden op afgeleid uit rapportages van ROC-brede kwaliteitsonderzoeken (3b) en interne controles. Om teams in staat te stellen bij (te) lage resultaten verbeterdoelstellingen te bepalen worden van de kwaliteitsonderzoeken analyses aangeleverd (en op verzoek toegelicht). In sommige gevallen (bijv. diplomaresultaat, uitval) zijn diepgaandere analyses (3c) noodzakelijk om tot verbeterdoelstellingen te komen. Bij tevredenheids-onderzoeken vinden de diepgaandere analyses plaats tijdens besprekingen van de resultaten met de betreffende doelgroepen (bijv. studentenpanels). Verbeterpunten uit kwaliteitsonderzoeken, die alle teams of de teams van 1 cluster aangaan, kunnen op college- of clusterniveau door een worden opgepakt. De resultaten (beleidskaders, hulpmiddelen, procesbeschrijvingen, etc.) die zij opleveren worden na vaststelling in de organisatie geïmplementeerd. Een teamactiviteitenplan (4) (TAP), waarin de teams jaarlijks hun verbeter- en ontwikkeldoelstel-lingen vastleggen. Dit vindt plaats op basis van prioriteitstelling van verbeterpunten, die uit de resultaten (rapportages) van de vorige 3 bouwstenen worden afgeleid. Voor de realisatie van elke doelstelling word een activiteitenplanning en zo nodig kostenraming gemaakt. Dit laatste ten behoeve van opname in de begroting. Afspraken over persoonlijke ontwikkeling (5). Bij de bespreking van het TAP worden tevens de persoonlijke ontwikkelingsbehoeften (in relatie tot het TAP en de persoonlijke teamtaken / rollen) van de teamleden besproken. De afspraken, die hierover worden gemaakt, vormen input voor het (2-jaarlijkse) functioneringsgesprek.
18 -Jaarverslag Vitalis college 2013
4.1 Kwaliteitszorg onderwijs
2a. Team(competentie )
1a. Zelfevaluatie Yucan
3b. Rapportages enquêtes/interne controles
2b. Enquête ontwikkeling RVT’s
1b. Interne audit
3a. TRB
4. Teamactiviteitenplan (TAP) - Ontwikkel- en verbeterdoelstellingen - Activiteitenplanning - Begroting
5a. Pers. ontwikkeling Afspraken over pers. ontwikkeling i.r.t. TAP en taken/rollen
3c. Diepgaandere analyse
5b. Pers. Functioneren 1 x per 2 schooljaren functioneringsgesprek
Implementatie zelfevaluaties Interne audits
Teamscan
Enquêtes
Teamresultatenbox (TRB)
Het zelfevaluatiemodel is in het laatste team geïmplementeerd. Alles teams (14) voeren nu 2 jaarlijks een zelfevaluatie uit. De zelfevaluatierapportages vormen is input voor de teamactiviteitenplannen, die jaarlijks worden gemaakt. In 2013 werden interne audits uitgevoerd bij: - PW4/SCW: volledige toezichtkader en een aantal INKinspanningsgebieden zoals leiderschap en medewerkers. - SCW: analyse en verbetering jaar- en diplomaresultaat - 91420 Zorghulp Volckaert: maatwerktraject - 93280 Medewerker toezicht en veiligheid: maatwerktraject - 93510 GGZ Breburg: maatwerktraject De resultaten hiervan zijn opgenomen in hoofdstuk 4.2 beoordeling kwaliteit onderwijs. De bestaande teamscan is omgevormd tot een scan waarmee 2jaarlijks de ontwikkelingsgraad van de teams in relatie tot 9 teamcompetenties wordt gemeten. De eerste meting zal plaats vinden in maart/april 2014 aan de hand van een online enquête. De resultaten vormen input voor de teamactiviteitenplannen van de onderwijsteams. Naar aanleiding van de lage respons op het bedrijvenonderzoek dat in juli 2012 was afgerond, is besloten om BPV-bedrijven te bezoeken om hen op een aantal kwaliteitsaspecten met betrekking tot de BPV en de examinering in de beroepspraktijk te bevragen. De bespreekpunten en meetmethode zijn in 2013 vastgesteld. De bezoeken zijn gepland in het eerste kwartaal van 2014. De inhoud van de teamresultatenbox (TRB) is vastgesteld. De eerste rapportage ervan zal plaats vinden in februari/maart 2014. In samenhang met de TRB is op de portal een map kwaliteitszorg aangemaakt. In deze map worden alle relevante beleidsdocumenten en resultaten van kwaliteitsmetingen gepubliceerd. De teamprestaties, die in de TRB zijn opgenomen, worden uit de kwaliteitsmetingen afgeleid. De clustermanagers bespreken voorafgaand aan het opstellen van een teamactiviteitenplan met de teamvoorzitters het prestatieniveau van
19 -Jaarverslag Vitalis college 2013
In 2013 zijn in relatie tot de kwaliteitszorgsystematiek de volgende resultaten gerealiseerd
Teamactiviteiten -plan (TAP)
Functioneringsgesprekken
de teams en gebruiken de TRB voor (tussentijdse) sturing. Alle teams hebben voor schooljaar 2013-2014 een TAP gemaakt. Doelstellingen zijn afgeleid uit kwaliteitsonderzoeken en interne controles. Vastgesteld is dat teamplannen niet altijd aansluiten op het jaarplan van het Vitalis college en dat niet altijd helder is uit welke bron een verbeterdoelstelling is afgeleid. Ook is niet altijd duidelijk te achterhalen in welke mate de verbeterdoelstellingen werden gerealiseerd. Daarom zal in 2014 het format van het TAP worden aangepast. Voor de functioneringsgesprekken is een planning gemaakt om te waarborgen dat elke 2 jaar met elke medewerker een functioneringsgesprek wordt gevoerd.
Overige resultaten - Op verzoek van de teamvoorzitters is besloten om, ter bevordering van de professionaliteit van de medewerkers en de kwaliteit van het onderwijs, twee nieuwe instrumenten te ontwikkelen: lesobservaties en evaluaties van studenten over docenten. - Voor de ontwikkeling van beide instrumenten is in 2013 een pilot gestart om de instrumenten in diverse teams uit te testen. De resultaten van de pilots worden in april 2014 verwacht. Op basis daarvan zal beleid worden bepaald voor het structureel invoeren van lesobservaties en docentenevaluaties door studenten. Door docenten vanuit deze twee invalshoeken (docenten en studenten) informatie te verschaffen over hun professioneel handelen wordt hen de mogelijkheid geboden om hier gericht over te reflecteren en verbeteracties te bepalen. - Enkele teams hebben daarnaast ook eigen instrumenten ontwikkeld. Zo heeft het team MMZ een systematiek ontwikkeld voor de periodieke evaluatie van het geboden onderwijs. - Bij het cluster pedagogie heeft een docent, in het kader van een afstudeeropdracht voor haar opleiding Master of education, specialisatie onderwijskunde een onderzoek verricht naar studentenparticipatie. Om haar bevindingen te concretiseren heeft ze in samenwerking met de kwaliteitscoördinator een systematiek ontwikkeld voor het bespreken van de resultaten van de JOB-monitor, die in 2014 wordt uitgevoerd. De systematiek zal in 2014 worden gepresenteerd en ter beschikking worden gesteld van de onderwijsteams.
4.2 Beoordeling kwaliteit onderwijs
20 -Jaarverslag Vitalis college 2013
KWALITEITSONDERZOEKEN IN RELATIE TOT TEAMRESULTATENBOX Voor de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs wordt gebruik gemaakt van diverse kwaliteits-onderzoeken en interne controles. Onderstaande tabel bevat de onderzoeken en interne controles die in een jaarlijkse, twee-of driejaarlijkse cyclus worden uitgevoerd. In de kolom ROCWB / VC is aangegeven of het betreffende onderzoek centraal (ROCWB) of decentraal (VC) wordt uitgevoerd. In de kolom afnameperiode is aangegeven wanneer het onderzoek zal worden uitgevoerd.
Tabel Onderzoek kalender Onderzoek
ROCWB / VC
Frequentie
Afnameper iode
JOB monitor
ROC WB
2 jaarlijks
Bedrijvenonderzoek (BOZ)
ROC WB
3 jaarlijks
Enquête teamontwikkeling (teamscan) Interne audits
VC (KZ)
Personeelsonderzoek (POZ) Alumni onderzoek
ROC WB
2 jaarlijks m.i.v. ‘14 Jaarlijks (1 crebo 3 jaarlijks
december – maart maart – april 1/2 maart – 1.2 april Najaar
ROC WB
2 jaarlijks
Zelfevaluatie clusterexamencommissie Controle oer-en Controle IIVO
VC (CEC) VC (A&C) VC (A&C)
Jaarlijks vanaf 2012 jaarlijks 4 * per jaar
Controle bekostiging inschrijvingen Controle bekostiging diploma’s Controle presentie studenten Controle VSV
VC (A&C)
Controle verzuimregistratie Controle wettelijk cursusgeld Controle balansdossier Controle projecten
ROC WB
Rapportage niveau college, cluster, team college, cluster, team Team Team college, cluster
Elk schooljaar
Maart – april Januari – maart Septdecember Voorjaar Per onderwijs periode Voorjaar
VC (A&C)
Elk schooljaar
Voorjaar
Team
VC (A&C)
Elk schooljaar
Voorjaar
Team
VC (A&C)
Elk schooljaar
Team
VC (A&C)
Elk schooljaar
Maandelijks Voorjaar
VC (A&C)
Elk schooljaar
Voorjaar
Student
VC (A&C) VC (A&C)
Elk schooljaar Elk schooljaar
Voorjaar Voorjaar
College Project
college, cluster, team college, cluster College, cluster, team College, cluster, team Team
Student
De resultaten van deze onderzoeken vormen input voor verbeteringen. Deze verbeteringen worden, afhankelijk van reikwijdte op basis van prioriteitsstelling op college-, cluster- of teamniveau opgepakt. - Verbeterdoelstellingen, die collegebreed worden opgepakt, worden in het daarop volgende jaarplan als speerpunt opgenomen. - Verbeterdoelstellingen, die op teamniveau worden opgepakt, worden in de het daarop volgende teamactiviteitenplan opgenomen.
21 -Jaarverslag Vitalis college 2013
De rapportages van de kwaliteitsonderzoeken hebben in de meeste gevallen betrekking op de kernprestatie-indicatoren en de daaronder vallende operationele indicatoren, die in de teamresultatenbox zijn opgenomen. In de teamresultatenbox wordt (aan de hand van de uitkomsten van deze onderzoeken) aangegeven in welke mate de geleverde teamprestaties met de prestatienorm overeenkomen. Afwijkingen van deze norm kunnen aanleiding zijn voor het bepalen van verbeterdoelstellingen in de teamactiviteiten-plannen. De rapportages van de onderzoeken bieden detailinformatie. De uitkomsten op vraagniveau kunnen behulpzaam zijn bij het concretiseren van een verbeterdoelstelling.
RESULTATEN ONDERZOEKEN UITGEVOERD IN 2013 Alumni onderzoek. Highlights • 94% van de gediplomeerden heeft een baan in de sector van de opleiding. Aantal is groter dan ROC WB als geheel (88%) en op landelijk niveau (86%). • 90% heeft een baan niet alleen binnen de sector, maar ook binnen het domein van het kenniscentrum van de opleiding. Aantal is groter dan ROCWB als geheel (81%) en op landelijk niveau (80%). • 85% volgt een vervolgopleiding binnen de sector van de gevolgde opleiding. Toename ten opzichte van 2009 (77%). Hoger dan ROCWB als geheel (58%) en op landelijk niveau (54%) Terugblik op school: • BOL-gediplomeerden zijn het meest tevreden (75%) over: begeleiding. • Minst tevreden (42%) over: voorbereiding op zoeken van werk / kiezen van een vervolgopleiding. • Toename van tevredenheid over vrijwel alle kwaliteitsaspecten ten opzichte van 2009. De toename is het hoogst m.b.t. de ‘aansluiting van de theorie op het praktijkdeel van de opleiding’ (van 53% naar 66%). • Vooral over de inhoud van de lesprogramma’s zijn BOL-ers minder vaak tevreden (61%) in vergelijking met ROCWB als geheel (73%) en op landelijk niveau (76%). • BBL-gediplomeerden van 2012 zijn over alle kwaliteitsaspecten tevreden. • Meest tevreden zijn zij over ‘begeleiding tijdens het werk door het bedrijf’ (84%). • Relatief het minst tevreden zijn zij over de ‘inhoud van het lesprogramma’ (72%). • De tevredenheid van BBL-gediplomeerden van 2012 is lager dan in 2009. Vooral de over de ‘inhoud van het lesprogramma zijn zij minder tevreden dan in 2009 (72% versus 83%). • Gediplomeerden van het VC zijn het meest tevreden over de stellingen ‘Ik werd op school als een persoon gezien, niet als een nummer’ (89% is tevreden) en ‘Mijn oude school is een veilige school, waar ik me op mijn gemak voelde’ (91%). • Gediplomeerden van het VC staan minder positief tegenover het in contact blijven met de oude school (52% wil dat). Dit is lager dan de gediplomeerden van ROCWB als geheel (57%).
Uit de rapportages bleek dat de betrokken teams over het algemeen aan de eisen voldoen m.b.t. leiderschap; kwaliteitszorg; medewerkers; naleving wettelijke vereisten; onderwijsprocessen, examenproducten en examenprocessen. De onvoldoende hebben betrekking op: - maatwerk: teams PW4/SCW en Veiligheid - BPV uitvoering: team Verpleegkundige BOL - Betrouwbaarheid van de beoordeling van de examens: teams PW4/SCW, Veiligheid - Transparantie van de examinering: team Veiligheid - de deugdelijkheid van de diplomering: team Veiligheid De tijdens de zelfevaluatie vastgestelde verbeterpunten zijn naar verbeterdoelstellingen vertaald in de teamactiviteitenplannen van de teams. De looptijd hiervan is aug. 2013 – juli 2014.
22 -Jaarverslag Vitalis college 2013
Zelfevaluatie De volgende teams hebben in 2013 een zelfevaluatie uitgevoerd: Verpleegkundige BOL, Verpleegkundige BBL, PW4/SCW (2x) en Veiligheid. Naar aanleiding van de zelfevaluatie is een kwaliteitsprofiel gemaakt waarin is aangegeven aan welke eisen volgens de teams al wel en nog niet is voldaan. De zelfevaluaties vonden plaats aan de hand van toezichtkader 2012.
Interne audits In 2013 werd de interne audit uitgevoerd bij het team PW4/SCW. De audit maakte duidelijk dat het team in vergelijking met 2 jaar geleden een zeer sterke kwaliteitsontwikkeling heeft doorgemaakt, die op alle onderwijs- en examenprocessen en op de tevredenheid van de stakeholders een zeer positieve uitwerking heeft gehad. Het team voldoet aan alle eisen, met uitzondering van maatwerk en beoordeling in de beroepspraktijk. Bij dit laatste is de kwaliteit van de beoordeling door praktijk-assessoren nog onvoldoende geborgd. Uitbreiding van steekproefcontroles is aangewezen. • Specifiek voor de verbetering van het jaar- en diplomaresultaat van opleiding SCW is een verbeterplan gerealiseerd. De verbeteracties hebben geleid tot een hogere instroom en een lagere uitval in het daaropvolgende jaar. Aangezien het een driejarige opleiding betreft, zal het volledige effect pas zichtbaar zijn na schooljaar 2013-2014. Het eerst effect van de verbeteracties is wel tussentijds vast te stellen: van de 44 studenten, die in 2012-2013 zijn gestart zijn er 38 overgegaan naar het 2e-jaars. Dit is ruim 85% en belooft veel voor het toekomstige rendement. • In 2013 heeft ook een audit plaats gevonden bij maatwerktrajecten. - Het traject 91420 Zorghulp Volckaert bleek volgens de geldende definitie eigenlijk geen maatwerktrajecten te zijn, maar werd toch als dusdanig met een voldoende beoordeeld. - Bij het traject 93280 Medewerker toezicht en veiligheid stelde het auditteam vast dat aan alle beoordelingscriteria is voldaan. Bij het traject 93510 GGZ Breburg was de eindbeoordeling onvoldoende omdat de betrouwbaarheid van de beoordeling in de BPV nog onvoldoende is geborgd. Het team heeft een verbeterplan opgesteld, dat het met haar partners zal realiseren. In mei/juni 2014 vindt hiervan een herbeoordeling plaats. •
5.
Bedrijfsvoering
5.1 Financiën ALGEMEEN De verantwoording van de ontvangen Rijksbijdragen, alsmede een overzicht en analyse van de staat van baten en lasten is te vinden in de Jaarrekening 2012 van het Vitalis college. De oorspronkelijke begroting 2013 gaf een tekort van € 500.000 te zien. De realisatie bedraagt € 100.000. Belangrijkste oorzaken van dit positief verschil zijn de onverwachte hogere rijksbijdrage en lagere lasten over de gehele breedte door de begrotingsdiscipline. INTENSIVERING TAAL & REKENEN Betreft Nederlandse taal (T) en /of rekenen (R)
Hieraan besteedde middelen in euro’s
Aantal Aantal bereikte bereikte deelnemers personeelsleden
A Aanpassingen in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op de intensivering van het taal- en rekenonderwijs 1. Vitalis actieplan 2013 opgesteld door speerpunthouders, T/R coördinatoren. Vastgesteld in MT. 2. Waar noodzakelijk nemen teams aandachtspunten t.a.v. ontwikkelen, uitvoeren onderwijs en examinering generiek
T+R
160
T+R
160
23 -Jaarverslag Vitalis college 2013
Activiteit(en)
onderwijs op in TAP.
2. Deelname pilot (COE) niveau 2, 3, en 4 studenten van alle Vitalis opleidingen. 3.Vitalisbrede invoering instellingsexamens Nederlands. Spreken, gesprekken. 4. Taak Vitalis toetsleider COE is voor 2013 uitgebreid. Geeft ook leiding aan implementatie Vitalisbrede organisatie en logistiek van afname instellingsexamens Nederlands (spreken, gesprekken, schrijven). C Extra onderwijstijd 1. Doorontwikkeling onderwijsprogramma cohort 2013 2. Toetsplannen Nederlands en Engels , zijn advies aan onderwijsteams 3. Doorontwikkeling lopende cohorten REN D Nieuwe of aangepaste faciliteiten 1.Vitalisbrede 'extra ondersteuning' Nederlands en rekenen 2. Vrijstellingen beleid examinering en onderwijs 3.M.i.v. schooljaar 2013-2014 inrichting Vitalisbrede 3 vakgroepen generiek onderwijs. E Professionalisering van docenten en overige functionarissen op het gebied van taal en rekenen 1. Professionalisering van vakdocenten 2. Bijwonen studiedagen vakgroepen 3. Vakdocenten volgen assessorentraining 4.Docenten volgen lerarenopleiding Nederlands, Engels 5. Informeren van MT, centrale examencommissie en examensecretarissen.
T+R
50
Nederlands
50 30
T+R
20
T+R
1
Nederlands 370 T+R T T+R
3000 n.v.t. n.v.t. n.v.t.
T+R T+R
2800 n.v.t.
T+R
2800
35 n.v.t.
T+R T+R Nederlands T+R
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
5 5
T+R
n.v.t.
31
191.350,00
24 -Jaarverslag Vitalis college 2013
3. Doorontwikkeling curriculum T/R, inzet T/Rcoordinatoren per cluster tot zomervakantie. Vanaf sept. 2013 vakdocenten deel van onderwijsteam, 3 vakgroepen (REN) met eigen vakgroepvoorzitter. Doel: beter kunnen inspelen op wettelijke maatregelen/intensivering waaronder intensivering. 4. Onderzoek naar nieuwe Vitalisbrede methode Nederlands die meer mogelijkheden biedt voor maatwerk, verrijking en verdieping. B Toetsing van deelnemers 1. Ontwikkeling Vitalisbrede examenplannen generiek onderwijs 2013
REFLECTIE OP RESULTATEN
B. Toetsing van deelnemers B1 In maart zijn Vitalisbreed de examenplannen 2013 voor Nederlands, rekenen en Engels niveau 4 zoveel mogelijk van tevoren standaard ingevuld door T/R coördinatoren i.s.m. stafmedewerker O&I en de secretarissen examenbureaus. Teams hebben juist plan uit totaaloverzicht gekozen en vulden de ontbrekende gegevens in (= afnamedata examens). In september is dit weer gebeurd voor de lopende cohorten 2010, 2011, 2013 (erratum OER). Door alle landelijke wijzigingen van de laatste jaren waren examenplannen niet up to date. B2 MT besluit: alle Vitalisstudenten niveau 2,3, en 4 BOL en BBL nemen vanaf heden (april 2013) deel aan de pilots Nederlands, rekenen. Deze regeling geldt tot aan de verplichte centrale examinering. De toetsleider heeft een plan van aanpak en een communicatieplan opgesteld, vastgesteld in het MT, waarna voorbereiding COE bij studenten, medewerkers en instellingen heeft plaatsgevonden en deelname COE is gevolgd. B3 MT besluit juni 2013: invoering Vitalisbrede instellingsexamens Nederlands spreken, gesprekken 2F en 3F in voorlaatste lesperiode opleiding en jaarlijkse vaststellingsprocedure (aanvulling handboek ex.). Ontwikkeling Instellingsexamens Spreken, gesprekken 2F en 3F ontwikkeld in format van Vc handboek examinering. Examens in september voor jaar vastgesteld volgens procedure. In 2014 wordt deze lijn ingevoerd voor generiek Engels. Examen schrijven is TOA examen 2F of 3F. B4 Vitalisbrede organisatie en logistiek COE én instellingsexamens Nederlands brengt diverse knelpunten aan het licht. Deze worden 2-wekelijks besproken in overleg (CM-er, toetsleider en stafmedewerker O&I) en er worden oplossingen gezocht. Afhankelijk van wat er speelt wordt er actie ondernomen richting MT, CM-er, examensecretarissen, onderwijsteam, vakdocent, enz. Geconstateerde knelpunten zijn er op het gebied van examenprocedures, vaststelling examens, afnamedata examens, exameninhouden/examenplan, formatie vakdocenten, beoordelaars, surveillanten, vakbekwaamheid medewerkers, interpreteren regelgeving (kwalificatiedossiers). Opzetten externe surveillanten- en assessorenpoule. C. Extra onderwijstijd C1. Doorontwikkeling onderwijsprogramma cohort 2013 is beter te realiseren door Vitalisbreed gebruikte methoden (nieuwe methode Nederlands vanaf aug. 2013). Hier zijn wel
25 -Jaarverslag Vitalis college 2013
A. Aanpassingen in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op de intensivering van het taal- en rekenonderwijs A1 In oktober 2012 zijn er wederom speerpunthouders voor taal en rekenen aangesteld: 2 clustermanagers en de stafmedewerker O&I. In samenwerking met de taal/rekencoördinatoren is er in opdracht van het MT een implementatieplan gemaakt t.a.v. Talen en rekenen voor 2013. Plan is vastgesteld in het MT. Aan het einde van een periode wordt er steeds een rapportage voor A&C opgesteld en regelmatig naar het MT teruggekoppeld. A2-3 Naar aanleiding van interne ontwikkelingen is in de loop van 2013 de Vitalis organisatiestructuur T/R aangepast door vakdocenten te koppelen aan onderwijsteam en door vorming van 3 vakgroepen met vakgroepvoorzitter. De vakgroepvoorzitters zijn het aanspreekpunt voor het MT en de examensecretarissen. Op deze manier is er beter in te spelen op de specifieke onderwijsbehoefte van een opleiding, ook wat betreft formatie. De verbinding met het beroep is ook beter te maken A4 Met ingang van september 2013 Vitalisbrede invoering nieuwe methode Nederlands. Op studiedagen '13-'14 scholing in het gedifferentieerd omgaan met deze methode, die ook digitaal ingezet kan worden.
uitzonderingen op, bijv. door samenwerkingsafspraken met branche (Paars partnerschap). Voor zomervakantie is er een Hand(ig) boek voor vakdocenten Nederlands gemaakt met basislesplannen voor alle opleidingen. MT besluit okt. 2013: TOA toetsen worden slechts als 0meting ingezet, verder gebruik van voortgangstoetsen lesmethode. C2. Bijlage ontwikkelgerichte toetsplannen Nederlands en Engels voor alle opleidingstrajecten cohort 2013; deze plannen zijn ontwikkeld door de vakgroepen. Een advies wat teams kunnen inzetten bij de ontwikkeling van het onderwijsplan in de OER. C3. Doorontwikkeling lesmethoden is agendapunt op studiedagen generieke vakken. In het ene team/cluster verloopt doorontwikkeling beter dan in het andere. Formatie inzet en inzet vakbekwame docenten spelen hierbij een rol. In een aantal teams komt wisseling van docenten tijdens het schooljaar meerdere malen voor, dit bevordert de continuïteit in het ontwikkelen niet. Inzet lesuren op het rooster is ook niet overal gelijk. Het proces om zaken te stroomlijnen en af te stemmen zal meerdere jaren in beslag nemen. Er wordt gezocht naar de balans tussen de verantwoordelijkheid en eigenaarschap van vakdocenten en onderwijsteams. In bepaalde teams wordt geworsteld met de balans tussen de beroepsgerichte en de generieke onderwijsactiviteiten. Zeker als er ook aan andere (branche) verplichtingen voldaan moet worden, zoals de verplichte BIG -uren.
E. Professionalisering docenten en overige functionarissen E1. Een aantal vakdocenten hebben de NOT en een informatiebijeenkomst van ICE gevolgd. Vakdocenten zijn bekend met de site Steunpunt Talen en rekenen mbo. Digitaal: er is een centrale map talen/rekenen door de vakgroepvoorzitters ingericht. Vakdocenten hebben hiertoe lees- en schrijfrecht. Op deze manier kan ook kennisdeling plaatsvinden. E2. Er zijn voor 2013-2014 5 studiedagen gepland voor alle vakdocenten aan het begin van toetsweken zodat zoveel mogelijk collega's aanwezig kunnen zijn. Studiedag wordt georganiseerd door vakgroepvoorzitter i.s.m. vakdocent(en). Er zijn aparte programma onderdelen m.b.t. onderwijs en examinering. Er wordt aandacht besteed aan differentiatie binnen lessen. Er worden specialisten op een bepaald onderdeel uitgenodigd. Desondanks alle inspanningen kan de opkomst verbeterd worden. E3. MT besluit, juni 2013: deelname 5 vakdocenten aan ROC brede verkorte assessorentraining E4. Docent Nederlands heeft de lerarenopleiding Nederlands afgerond. 2 Docenten volgen de lerarenopleiding Engels. E5. Vitalisbrede onderwerpen, besluiten worden i.s.m. deskundigen door de stafmedewerker O&I voorbereid en door de manager (verantwoordelijk voor T/R) ingebracht in de centrale examencommissie of in het managementoverleg. Onderwijszaken horen thuis in het managementoverleg, examinering in de CEC. De 4 examensecretarissen worden geregeld in hun eigen overleg over nieuwe landelijke, ROC of Vitalis ontwikkelingen en besluiten inhoudelijk geïnformeerd door de stafmedewerker O&I en/of de toetsleider. De secretarissen
26 -Jaarverslag Vitalis college 2013
D. Nieuwe of aangepaste faciliteiten D1. Extra ondersteuning Nederlands en rekenen. MT besluit: er wordt voor 2013-2014 geen formatie toegekend voor extra ondersteuning Nederlands/rekenen. Extra oefenen kan m.b.v. de (digitale) lesmethodes. (Voor)screening op dyslexie en dyscalculie, in opdracht van het Servicecentrum Studie & Beroep, gebeurt door C. den Rooijen. D2. Besluit CEC: geen ontwikkeling Vc vrijstellingenbeleid examinering in afwachting van ROC beleid op dit gebied in 2014. Vrijstelling onderwijs is aan de teams. D3. Per vakgroep een voorzitter, deze heeft een beschreven takenpakket voor 2013-2014, krijgt daar extra uren voor. Organiseert 5x per jaar een studiedag voor vakdocenten. Data aan het begin van schooljaar al vastgelegd en gecommuniceerd om kans op aanwezigheid vakdocenten te vergroten.
worden, waar mogelijk ook betrokken in de voorbereidingsfase van besluiten. De secretaris van de CEC informeert over besluitvorming CEC m.b.t. procedures. INNOVATIEBOX-ARRANGEMENTEN Binnen het Vitalis college worden innovatieboxgelden aangewend ter financiering van de onderwijsinnovatie en het ondersteunen van teams bij de (door)ontwikkeling van competentiegerichte opleidingen. Daarnaast worden deze gelden ook ingezet ter financiering van de invoering van It’s Learning als digitale leeromgeving. De verantwoording van deze gelden is als volgt: 2.2: optimaliseren/flexibiliseren van de schoolorganisatie
aantal docenten cgostudiedagen
aantal docenten cgoscholing toetsen
Ambitie Realisatie
600 600
150 150
STAGEBOX-ARRANGEMENTEN Binnen het Vitalis college worden stagebox-gelden aangewend ter financiering van projecten die tot doel hebben stage- of simulatieplaatsen te creëren. Dit met name ten behoeve van moeilijk plaatsbare studenten. Het betreft de volgende projecten: Baronie Security Beveiligingsstage Cyprus BOL-beveiliging BPV-bezoeken Extra BPV-plaatsen Leerafdelingen Leergezinnen VIP Zandoogjes De verantwoording van deze gelden is als volgt: Doel 6.1: zorgen voor stage- en simulatieplaatsen voor moeilijk plaatsbare deelnemers aantal stageplaatsen aantal simulatieplaatsen Ambitie 702 196 Realisatie 699 190
27 -Jaarverslag Vitalis college 2013
Doel 6.2: zorgen voor opleidingstrajecten voor moeilijk plaatsbare deelnemers aantal deelnemers aantal begeleiders Ambitie 28 Realisatie 23
5.2 Personeel FORMATIE Elke maand ontvangen leidinggevenden een overzicht van de actuele bezetting per medewerker en de totale formatie ten opzichte van het beschikbare budget. Ook staat de verhouding vaste ten opzichte van flexibele formatie vermeld. In onderstaande tabel staan de aantallen Fte’s , uitgesplitst naar direct/indirect, tijdelijk/vast en man/vrouw tussen 2011, 2012 en 2013.
Vast Tijdelijk Totaal
31-12-2013 FTE % 178,9 92% 14,9 8% 193,7
FTE 180,9 21,5 202,4
Direct Indirect Totaal
134,6 59,1 193,7
70% 30%
146,9 55,5 202,4
73% 27%
147,6 51,9 199,5
74% 26%
Man Vrouw Totaal
63,2 130,5 193,7
33% 67%
64,3 138,1 202,4
32% 68%
67,6 131,9 199,5
34% 66%
Incl. CIOS
11,7
Peildatum
31-12-2012 % 89% 11%
FTE 183,3 16,1 199,4
11,4
31-12-2011 % 92% 8%
11,2
Er is een verlaging van de totale formatie van 8,7 FTE in 2013 ten opzichte van 2012. Dit komt tot uiting in meer indirecte en minder directe formatie. Tot slot is er minder tijdelijke en meer vaste formatie; de flexibele schil is afgenomen. Redenen hiervoor is met name de doorgevoerde bezuinigingen in 2013 en het herschikken van werkzaamheden tussen medewerkers. Onderstaand een overzicht van het verloop van het personeel op leeftijdscategorie. De groei zit met name in de categorie 60+. Door deze vergrijzing van het personeel zullen er tekorten, maar ook vervangingsmogelijkheden ontstaan in de komend jaren.
Incl. CIOS
11,7
% 0% 7% 17% 22% 34% 20%
31-12-2012 FTE 0,0 15,0 37,4 50,7 67,4 31,8 202,2
% 0% 7% 18% 25% 33% 16%
11,4
31-12-2011 FTE 0,0 13,9 37,0 50,1 69,5 28,9 199,5 11,2
ZIEKTEVERZUIM De verzuimcijfers van 2013: Voortschrijdend
December 2013
Verzuimpercentage Verzuimfrequentie
% 0% 7% 19% 25% 35% 14%
4,06 %
Oktober 2012 6,97 %
Norm 4,00 %
1,08
0,98
1,30
28 -Jaarverslag Vitalis college 2013
t/m 19 jaar 20 - 29 jaar 30 - 39 jaar 40 - 49 jaar 50 - 59 jaar 60 - 69 jaar Totaal
31-12-2013 FTE 1,0 13,1 33,0 43,1 65,7 37,9 193,7
Peildatum
De volgende maatregelen zijn genomen in het kader van het verlagen van het ziekteverzuim: Verzuim op de agenda Het verzuimpercentage bij Vitalis college was in het verleden erg hoog. Er zijn in 2012 een aantal maatregelen genomen om het verzuimpercentage te verminderen, zoals aanpassing van de ziek- en hersteldmeldingsprocedure, invoeren van frequent verzuimgesprekken, structureel bespreken van het verzuim op alle niveaus in de organisatie. Deze maatregelen zijn in 2013 geëvalueerd en aangezien de effecten positief zijn, is besloten om deze maatregelen te continueren. Daarnaast hebben we in 2013 afscheid kunnen nemen van een aantal langdurig verzuimers door instroom in de WIA (2 personen), gebruik maken van een uitstroomregeling (1 persoon) en 1 langdurig zieke medewerker is door nieuwe medische behandeling toch nog succesvol gereïntegreerd. Door deze vermindering van langdurig verzuim (≥ 1 jaar ziek) is het verzuimpercentage fors gedaald. PROFESSIONELE ONTWIKKELING Gesprekkencyclus Het Vitalis college heeft als doel nagestreefd om eind 2013 met iedere medewerker een functioneringsgesprek gevoerd te hebben. Er is door het MT een gezamenlijke gespreksagenda opgesteld waarbij de bijdrage van de medewerker aan het realiseren van de Vitalis doelstellingen, de clusterdoelstellingen en de doelstellingen van het team centraal staan. Er wordt aan de medewerker gevraagd om na te denken over zijn/haar rol ten aanzien van de persoonlijke ontwikkeling, de ontwikkeling van je team en de ontwikkeling van het Vitalis college. In 2013 zijn 75% van de te realiseren functioneringsgesprekken uitgevoerd. Scholing
De geplande scholingen voor 2013 zijn eind 2013 door het MT geëvalueerd en er is een nieuw scholingsplan en -begroting voor 2014 opgesteld. Enkele grote scholingstrajecten die niet hebben plaatsgevonden of (gedeeltelijk) zijn doorgeschoven zijn: de training assessmentvaardigheden vanuit speerpunt cluster: "kwaliteit van examinering", training vanuit speerpunt cluster "efficiënt organiseren", BHV herhalingen, BIG registratie, doorontwikkeling RVT’s, scholing generiek onderwijsteam. Eind 2013 is door het MT besloten om professionalisering van medewerkers als speerpunt op te nemen in het jaarplan van 2014.
In 2013 is er een onderzoek uitgevoerd door de TU Delft in samenwerking met Ecophon en het Vitalis college. Er is onderzoek gegaan naar het klimaat en de akoestiek op de Terheijdenseweg 414. Er zijn drie lokalen op een verschillende wijze ingericht. Er is vooraf bepaald dat dezelfde doelgroep in de lokalen ingeroosterd worden om een zo eenduidig mogelijke meting te kunnen realiseren. Uit de analyse bleek dat de akoestiek en de klimaatbeheersing in de lokalen onder de maat is. Nieuwbouw voor het Vitalis college is gezien die situatie een noodzakelijk streven. In augustus bleek tevens dat het studentaantal van het Vitalis college gestegen is. Hierdoor zijn er diverse ruimten in de gebouwen aangepast en is het meubilair in de aula op de Terheijdenseweg uitgebreid.
29 -Jaarverslag Vitalis college 2013
5.3 Huisvesting
6.
Vooruitblik naar 2014 De focus van het Vitalis college is in 2014 gericht op een tweetal speerpunten:
1. Anticiperen op de verwachtingen van de klant. Hieraan wordt invulling gegeven door onze klanten in een hogere mate van helderheid en eenduidigheid te informeren, met hen in gesprek te gaan en in samenspraak verbeteringen aan te brengen. Onder onze klanten verstaan wij: onze studenten en aankomende studenten, ouders, instellingen en bedrijven, toeleverende- en afnemende scholen. Om dit speerpunt te realiseren worden in 2014 de nodige activiteiten gestart, zoals: - het invoeren van een instrument om te komen tot feedback van studenten op docenten, - de oprichting van een studentenraad, - het organiseren van studentenpanels ter verdieping, - het organiseren van meeloopdagen vmbo, - de werkvelden en bedrijven bevragen over samenwerking met Vitalis college, - het verbeteren van de samenwerking met de decanen van toeleverende scholen, - het verbeteren van de begeleiding van studenten naar werk en/of vervolgopleiding. 2. Investeren in de professionaliteit van onze medewerkers. Voor het Vitalis college staat de kwaliteit van het onderwijs voorop. Cruciaal daarbij is de kwaliteit van de docenten, de overige medewerkers en het management. Het Vitalis college zet ook sterk in op teamsamenwerking. Gezamenlijk beter functioneren door met en van elkaar te leren. Van iedere medewerker wordt een professionele houding verwacht: het eigen functioneren transparant maken en de wil en bereidheid tonen om daarop te reflecteren, te blijven ontwikkelen en met de organisatie mee te groeien. Hiervoor worden in 2014 de volgende activiteiten ontplooid: - het ontwikkelen en invoeren van een inwerkprogramma voor beginnende docenten en vakof team‘switchers’, - het aanbieden van een training digitale vaardigheden voor medewerkers, - het versterken van het klassenmanagement middels de CIO-trainingen, - het organiseren van team ontwikkeltrajecten, - het organiseren van intercollegiale feedback middels lesbezoeken, - het arrangeren van Individuele professionaliseringstrajecten, - het stimuleren van bedrijfsstages. Andere belangrijke ontwikkelingen die in 2014 hun beslag moeten krijgen:
-
Organisatorisch: het verplaatsen van de opleidingen Zorghulp /Entree, Helpende, MMZ/MZ en Mode tussen de verschillende locaties van het Vitalis college op kwalitatieve en kwantitatieve gronden, de definitieve besluitvorming over de nieuwbouw van het Vitalis college.
30 -Jaarverslag Vitalis college 2013
-
Onderwijsinhoudelijk: de intensivering van de bol-opleidingen , de verkorting van de Mode-opleidingen van 4 naar 3 jaar, de herpositionering van de opleiding Zorghulp naar Entree-opleiding.