Jaarverslag 2013 Udens College. consolideren en innoveren

Jaarverslag 2013 Udens College consolideren en innoveren

www.udenscollege.nl/documenten

Udens College Jaarverslag 2013

2

Voorwoord Dit is het jaarverslag 2013 van het Udens College (UC). 1 Het Udens College is een school voor voortgezet onderwijs met een eigen bestuur. Het UC heeft twee sectoren, een sector vmbo en een sector havo/vwo, elk gehuisvest op een aparte locatie. 2013 kenmerkte zich voor het Udens College door:  Een lichte daling van het totale leerlingenaantal met 2,2% (vmbo 1,8%, hv 2,8%)  Goede examenresultaten, met bovengemiddelde slaagpercentages in alle afdelingen. Het rendement in de bovenbouw vwo kwam na 3 jaar weer op groen. Alle opleidingen scoorden goed qua gemiddeld CE-cijfer. Het vmbo basis hoorde met het CE-cijfer tot de best presterende 50% van alle vmbo scholen. Dit was net niet genoeg om in het 3 jaars gemiddelde van de inspectie op deze indicator weer voldoende te scoren.  Voorbereiding van een keuzemogelijkheid voor wiskunde D voor leerlingen met een NT profiel in het havo/vwo en aandacht voor versterking van het gymnasium en invoering van de stroom T-excellent in de onderbouw van het vmbo t en T-science in de bovenbouw  Meer aandacht voor opbrengstgericht werken, met name binnen de secties, onder andere via inzet van het programma CumLaude om opbrengsten van leerlingen inzichtelijk te maken. Bijna alle ORION scholen maken gebruik van dit pakket, wat de mogelijkheid biedt voor een onderlinge bench mark.  Meer aandacht voor differentiatie en activerende werkvormen, via onderzoek en pilots op beide sectoren  Meer focus op de problematiek van het onderpresteren in het havo/vwo  Structurele aandacht voor rekenvaardigheden in beide sectoren  Versterking van de internationaliseringsactiviteiten en het Vreemde Talen Onderwijs in de sector havo/vwo, onder andere via de invoering van DELF Scolaire  Onderzoek van docenten en studenten van lerarenopleidingen, mede in het kader van onze samenwerking binnen de Academische Opleidingsschool Passie voor Leren  Start van de pilot PIE in het vmbo om te komen tot een vakmanschapsroute in de beroeps richting Metalektro en Instalektro. In het project werken het vmbo en mbo in de regio samen in het kader van de subsidieregeling Toptechniek in Bedrijf.  Voorbereiding van de invoering van Passend Onderwijs in 2014 binnen het samenwerkingsverband Brabant Noordoost  Een stabiel aantal fte (286,1 tegenover 286,4 in 2012), maar wel met een dalend aantal tijdelijke dienstverbanden  Versterking van de samenwerking met de scholen binnen ORION, onder meer via het Leraar Plus en het Meesterschap Traject, een financiële benchmark en een ORION lesobservatie traject in een uitwisseling tussen meerdere scholen  Een stabiele financiële situatie. 1 Dit jaarverslag is in digitale vorm te vinden op de website van het UC.


3

Een leeswijzer voor dit jaarverslag is te vinden op de volgende pagina. Mocht u naar aanleiding van het jaarverslag opmerkingen of suggesties hebben, dan horen wij deze graag. Reageren kan via ons algemene emailadres [email protected], rechtstreeks naar kwaliteitsmedewerker [email protected] of naar één van de directieleden van de sectoren.

Wiel Sporken, directeur-bestuurder namens het directie overleg.


4

Leeswijzer Dit jaarverslag begint met een schets van onze missie en visie, zoals we deze ook hebben opgenomen in ons Strategisch Beleidsplan 2010 2014. In hoofdstuk 2 wordt een beeld geschetst van de organisatie van de school aan de hand van een organogram. Hoofdstuk 3 biedt een overzicht van leerlingenaantallen, leerlingkenmerken en onderwijsresultaten. In hoofdstuk 4 zoomen we in op het onderwijsbeleid en speerpunten in onze beide sectoren in het afgelopen jaar. Hoofdstuk 5 is gewijd aan governance en kwaliteitszorg. Eveneens is er in dit hoofdstuk aandacht voor klachten. Hoofdstuk 6 gaat in op onze samenwerkingsverbanden. Bedrijfsvoering staat centraal in hoofdstuk 7, 8 en 9. Hoofdstuk 7 gaat over Personeel, hoofdstuk 8 over Huisvesting en hoofdstuk 9 over Financiën. Helemaal achterin dit jaarverslag vindt u een overzicht van de kerngegevens van onze school.


5

1. Missie en visie van het Udens College Het Udens College is één school met twee sectoren, een sector vmbo en een sector havo/vwo. Het UC is de enige vo school in Uden en is voor iedereen toegankelijk, ongeacht geloof of achtergrond. Het bevoegd gezag van de school is de Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs Uden. In deze stichting zijn confessioneel en openbaar onderwijs verenigd. De missie van het UC is Ruimte voor Ambitie, voor leerlingen en medewerkers, met als pijlers:  Kennis en kunde als basis voor ambitie. Op een school voor voortgezet onderwijs is leren natuurlijk een vanzelfsprekendheid. Dat geldt voor leerlingen, maar ook voor medewerkers.  Interactie als sleutel tot ontwikkeling. Leren doe je niet alleen, maar samen met medeleerlingen, docenten, mentoren en alle andere medewerkers van het UC.  Het UC als poort naar Europa en de rest van de wereld. Het UC wil leerlingen kennis laten maken met de mogelijkheden die Europa en de wereld bieden. We maken daarbij waar mogelijk gebruik van digitale middelen. Kernwaarden van onze school zijn  Betrokkenheid  Vertrouwen  Veiligheid  Openheid  Zelfverantwoordelijkheid. Het antwoord op de vraag hoe wij onze missie en visie de komende jaren via concrete acties willen waarmaken voor onze leerlingen en medewerkers, vindt u in het volledige Strategisch Beleidsplan op onze website: www.udenscollege.nl.


6

2. Organogram De organisatie van het UC zag er in 2013 als volgt uit:

Raad van Toezicht

controller (Directeur bedrijfsvoering) CvB Directeur/bestuurder (missie, visie, kaders) MR (COR) Diro: College van Bestuur Directeur bedrijfsvoering sectordirectie vmbo sectordirectie havo-vwo Sector Directie vmbo Voorzitter en Plaatsvervanger integraal verantwoordelijk onderwijs is primaat

Stuurgroepen zorg ICT werving en plaatsing leerlingen PR opleidingsschool kwaliteitszorg

Deelraad vmbo (Ouderraad) (Leerlingraad)

Bedrijfsbureau Directeur bedrijfsvoering personeel financiën ICT gebouwen en beheer kwaliteitsbeheer

Sector Directie havo/vwo Voorzitter en Plaatsvervanger integraal verantwoordelijk onderwijs is primaat

Deelraad h/v (Ouderraad) (Leerlingraad)

Afdeling

Afdeling

Afdeling

Afdeling Afdeling Facilitair bedrijf


Afdeling Facilitair bedrijf

7

Kaders voor het functioneren van onze organisatie zijn:  Het Udens College is één organisatie met twee sectoren.  Vanuit de sectoren vindt de onderwijskundige aansturing plaats. Daar ligt ook de verantwoording voor de uitvoering van het primaire proces.  Het College van Bestuur stelt kaders en vraagt verantwoording van de sectoren.  Ondersteuning vindt plaats vanuit een centrale stafdienst (het Bedrijfsbureau). De Raad van Toezicht bestaat uit 5 personen. Het overzicht van de leden van de Raad van Toezicht is opgenomen achterin dit jaarverslag. Het College van Bestuur bestaat uit één persoon, de directeur bestuurder. Deze functie wordt vervuld door de heer Wiel Sporken.


8

3. Het UC in cijfers Het overgrote deel van de UC leerlingen woont in Uden. In 2013 was dat 71%. Twaalf procent woont in Zeeland, 8 % in Boekel en 3% in Mill. De overige 6% komt onder andere uit Veghel, Langenboom en Reek. Deze verdeling was gelijk aan de verdeling naar woonplaats op 1 oktober 2012. Bron: Magister. Leerlingen naar sector  In 2013 daalde het leerlingenaantal van de sector vmbo van 1582 naar 1554 (- 1,8%).   In de sector havo/vwo daalde het leerlingenaantal van 1487 naar 1446 (-2,8%).   In totaal daalde het leerlingenaantal van het UC als geheel daarmee licht, van 3069 naar 3000 (2,2%). Bron: Magister. Profielkeuze examenleerlingen UC havo/vwo, 2013 Traditioneel kiezen veel UC havo/vwo leerlingen voor een natuur profiel (NT of NG). In 2013 kozen echter veel minder havo leerlingen voor een Natuur profiel dan in 2012: 42% tegen 52%. Binnen het vwo steeg het percentage juist, van 54% in 2012 naar 59% in 2013. Voor de hele sector havo/vwo lag het percentage N profielen in 2013 op 47%, een daling met 5% ten opzichte van 2012. De sector zit daarmee onder het streefpercentage N-profielen uit het VO-bestuursakkoord, dat voor 2015 is vastgelegd op 55%. Alle leerlingen met een profiel Natuur & Techniek hadden in 2013 een dubbelprofiel NT/NG. profielkeuze eindexamenleerlingen UC hv 2013 in % EM/CM NT/NG NG

UC vwo 2013 UC havo 2013

EM CM 0

10

20

30

40

50 %

Bron: Magister. Voor het eerst deden er ook leerlingen eindexamen met een dubbelprofiel EM/CM. Hun aantal was relatief groot onder de vwo leerlingen. In 2012 was het percentage vwo leerlingen met een


9

EM profiel 34%; in 2013 was dat percentage 13%, met daarnaast 18% vwo leerlingen met een dubbelprofiel EM/CM. Beroepskeuze vmbo, 2013 UC vmbo leerlingen konden in 2013 examen doen in de beroepsrichtingen Zorg & Welzijn, Techniek en Handel en Administratie.Van de leerlingen in vmbo basis en kader had 59% een technisch beroepsprofiel (60% in 2012). Het percentage basisleerlingen met een technisch beroepsprofiel daalde met 10%, van 70% in 2012 naar 60% in 2013. Bij de kaderleerlingen steeg dat percentage echter, van 55 naar 58%. Van de eindexamenleerlingen vmbo t koos net als in 2012 ruim de helft (53%) voor Economie als sector. Dertig procent koos Zorg en Welzijn (in 2012 was dat 36%), 13% voor Techniek (in 2012 11%) en 4% voor Groen. Zorgleerlingen Het aantal leerlingen met leerwegondersteuning (lwoo) in het UC vmbo daalde van 541 leerlingen in het schooljaar 2012 2013 (34,4%) naar 492 leerlingen in 2013 2014 (32%). Dit ligt iets onder het landelijk gemiddelde percentage van 34,8% lwoo leerlingen op vmbo scholen. Bron: Bureau Extra Begeleiding/Vensters voor Verantwoording. Het percentage leerlingen dat gebruik maakt van Leerling Gebonden Financiering (LGF) bleef met 2,2 procent (66 leerlingen) ongeveer gelijk aan dat in 2012: 2,3% (71 leerlingen). Het LGF is een persoonlijk budget voor leerlingen met een lichamelijke of psychische handicap.Van de 66 leerlingen met LGF volgden er 25 een opleiding op de sector havo/vwo, 41 op het vmbo. Bron: zorgcoördinator havo/vwo/Bureau Extra Begeleiding. Onderwijsopbrengsten Qua onderwijsopbrengsten worden alle afdelingen van het UC beoordeeld als voldoende door de onderwijsinspectie. De inspectie baseert haar eindoordeel op de volgende onderdelen:  Rendement onderbouw: hierbij wordt gekeken naar hoe leerlingen in het derde leerjaar presteren ten opzichte van het advies van de basisschool. Bij de score op dit onderdeel betrekt de inspectie ook gegevens over zitten blijven.  Rendement bovenbouw: het percentage leerlingen dat zonder vertraging leerjaar 3 tot aan het diploma doorloopt.  Gemiddeld cijfer Centraal Examen (CE).  Afwijking tussen gemiddeld cijfer schoolexamen en Centraal Examen. Deze afwijking mag niet hoger zijn dan 0,5.


10

Rendement onderbouw- en bovenbouw Het rendement onderbouw is voor alle afdelingen van het UC voldoende volgens het oordeel van de inspectie. Dit geldt ook voor het rendement bovenbouw. Het vwo scoorde op deze indicator in 2013 na 3 jaar weer voldoende. Slaagpercentages UC 2013 Alle afdelingen van het UC scoorden in 2013 qua slaagpercentage bovengemiddeld. Het havo hoorde in 2013 tot de beste 12%, het vwo zelfs tot de beste 5% van de scholen. Ook vmbo basis, kader en t scoorden beter dan gemiddeld (bij de beste 50%). vwo havo

vmbo g/t vmbo k

Landelijk 2013 UC 2013

vmbo b 75

80

85

90

95

100 %

Bron: Duo,Vensters voor Verantwoording Gemiddeld cijfer CE 2013 Vmbo b Vmbo k Vmbo g/t Havo Vwo

UC 6,7 6,4 6,4 6,6 6,7

Landelijk 6,7 6,2 6,3 6,5 6,6

Bron: Duo,Vensters voor Verantwoording Het gemiddelde voor het Centraal Examen van vmbo basis was gelijk aan het landelijk gemiddelde, het gemiddelde CE cijfer van de overige afdelingen lag boven het landelijk gemiddelde. Het havo hoorde met het gemiddeld CE cijfer bij de beste 25% van de scholen. Afwijking gemiddeld cijfer SE en CE Voor het UC geldt voor alle afdelingen, dat er tussen het gemiddelde cijfer voor het schoolexamen (SE) en CE slechts een gering verschil bestaat. Daarmee voldoet het UC aan de norm van de inspectie. Gerealiseerde onderwijstijd Beide sectoren van het UC zetten structureel onderwijsassistenten in om lesuitval op te vangen. Het resultaat hiervan is, dat maar zeer weinig lesuren daadwerkelijk uitvallen.


11

4. Onderwijskundig beleid In 2012 ontving het UC voor het eerst middelen in het kader van de “Prestatiebox”. De Prestatiebox is met name gericht op het verbeteren van prestaties en het versterken van de aandacht voor excellente leerlingen. Die doelen sluiten direct aan bij de missie Ruimte voor Ambitie en bij de pijler Kennis en Kunde. Na een nulmeting in 2012 hebben beide sectoren begin 2013 aanvullende acties en doelstellingen geformuleerd met betrekking tot de Prestatiebox, onder andere ten aanzien van de examenresultaten voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde. Kennis en kunde Resultaten kernvakken De examenresultaten van 2013 laten zien, dat de afdelingen havo en vwo op of (ruim) boven de gemiddelde landelijke CE cijfers voor de kernvakken scoren en ook boven de eigen doelstellingen voor 2015. Het vmbo geeft een grilliger beeld. Hieronder is weergegeven, hoe de gemiddelde CE cijfers voor Nederlands, Engels en wiskunde in 2013 waren ten opzichte van het landelijk gemiddelde en de eigen doelstelling, zoals geformuleerd in de Prestatiemonitor (alleen voor vmbo t).

2013 Nederlands Engels Wiskunde

vmbo b t.o.v. landelijk

vmbo k t.o.v. landelijk

t.o.v. landelijk

+ +

--++

= -++

vmbo t t.o.v. eigen doelstelling in prestatiemonitor +

Excellente leerlingen In het kader van het stimuleren van excellentie heeft de sector vwo in het schooljaar 2013-2014 extra middelen ingezet voor het versterken van het gymnasium. Ook is er door middel van onderzoek meer aandacht voor onderpresteerders: hoe herken je ze en hoe ga je met deze leerlingen om? Het vmbo heeft na een ontwikkelperiode met ingang van het schooljaar 2013 2014 een T-excellent stroom ingevoerd, gericht op vmbo-T leerlingen die willen doorstromen naar havo.


12

Rekenonderwijs Met het naderbij komen van de verplichte rekentoets in 2016 blijven beide sectoren investeren in het rekenonderwijs. Het vmbo doet dit via een Taal- en Rekencentrum (TRC). Het TRC verzorgt toetsing voor taal en rekenen voor alle leerlingen en ondersteuning en re-teaching voor leerlingen die dit nodig hebben om de door de overheid vastgestelde referentieniveaus te kunnen halen. Binnen het TRC zijn taal- en rekencoördinatoren aangesteld. Er is ook in de reguliere lessentabel meer ruimte gemaakt voor rekenen, met een uur rekenen per week voor alle leerlingen in leerjaar 2 en een extra uur rekenen voor de leerlingen in leerjaar 3 van de basisberoepsgerichte leerweg. Ook de sector havo/vwo heeft het rekenbeleid bestendigd in 2013. De sector stelt het digitale rekenprogramma Got it!? ter beschikking van alle leerlingen. Daarnaast worden alle leerlingen getoetst op rekenvaardigheden en is er verplichte remedial teaching voor leerlingen die niet aan het vereiste niveau voldoen. De resultaten en de voortgang ten aanzien van het rekenen worden bewaakt door een rekencoördinator. Determinatie en doorstroom Beide sectoren van het UC hebben in 2013 verder ingezet op het verbeteren van determinatie en doorstroom van leerlingen. De afdeling vwo, die een aantal jaren door de inspectie op de indicator Rendement Bovenbouw als onvoldoende werd aangemerkt, heeft dit met een goed resultaat in 2012 2013 weer omgezet in een oordeel voldoende. De afdeling havo onderbouw (havo leerjaar 2 en 3) is een pilot gestart om leerlingen die een twijfelachtig advies vmbo t/havo krijgen aan het eind van de brugklas te behouden voor de havo door intensievere begeleiding. Opbrengstgericht werken – aandacht voor leerling resultaten Toetsing en het onderscheid tussen reproductie van kennis en inzicht blijven aandachtspunten in beide sectoren. Daarnaast worden analyses van resultaten van leerlingen meer en meer ingezet binnen het team- en sectie overleg. Als instrument voor die analyses is het UC in 2013 overgestapt van het programma MMP (Magister Management Platform ) naar CumLaude van Magnaview. Reden hiervoor is dat CumLaude de informatie grafisch beter inzichtelijk maakt. Een ander argument is dat binnen het samenwerkingsverband ORION een voorkeur werd uitgesproken voor CumLaude. De ORION scholen hebben afgesproken, gezamenlijk stappen te nemen om met behulp van CumLaude leerling resultaten onderling te kunnen bench marken. Om secties op beide sectoren beter te kunnen begeleiden en ondersteunen bij het opbrengstgericht werken, heeft het UC in 2013 professionele ondersteuning ingekocht bij KPC groep.


13

Interactie als sleutel tot ontwikkeling Onderwijsinnovatie & interactie Innovatie en interactie/samenwerking met anderen zijn in de ogen van het UC onlosmakelijk met elkaar verbonden. In 2013 is in de bovenbouw vmbo T een stroom T-science gestart, gericht op doorstroom naar technische richtingen binnen het mbo. Daarvoor is aansluiting gezocht met onder andere ROC De Leijgraaf, ROC Koning Willem 1 College en het Mondriaan College. Ook werkt het UC vmbo nauw samen met het mbo en het vmbo in de regio binnen de pilot PIE in het kader van de subsidieregeling Toptechniek in Bedrijf. Het UC voert de pilot uit in het kader van de vernieuwing van de examenprogramma’s beroepsgericht. De ervaringen uit de pilot worden breed gedeeld met derden zoals collega scholen en het vervolgonderwijs. De pilot is in 2013 gestart in de beroepsrichting Metalektro en Instalektro. Het is de bedoeling dat deze de komende jaren wordt uitgebouwd naar de andere beroepsrichtingen. In het schooljaar 2013 2014 is binnen het vmbo verder de ontwikkeling in gang gezet van het vak ZOOM, een combinatie van de vakken Verzorging, Techniek en Mens en Vormgeving, gericht op 21st century skills. ZOOM wordt geïntroduceerd in het schooljaar 2014 2015. Onderzoek Onderwijsinnovatie binnen de school wordt op beide sectoren ondersteund en gestimuleerd door het (laten) uitvoeren van onderzoek door medewerkers en studenten van lerarenopleidingen, mede in het kader van de samenwerking in de Academische Opleidingsschool Passie voor Leren (zie ook onder Samenwerking). In 2013 hebben docenten binnen de sector havo/vwo onderzoek gedaan naar gym Plus, het mentoraat in leerjaar 3 en 4 en naar het systeem van de doorwerktijd. In september 2013 zijn leerlingen in de examenklassen havo/vwo geprofessionaliseerd in het doen van onderzoek voor hun Profielwerkstuk via ‘speeddates’ met studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen. Twee afdelingsdirecteuren van het havo hebben onderzoek gedaan in het kader van de Leergang Hoger Management. Eén docent van de sector havo/vwo volgt een masteropleiding Evidence Based Innovation in Teaching aan het Top Institute voor Educational Research (TIER) in Maastricht. Zij voert in dat kader een onderzoek uit gericht op verbetering van de resultaten in het vak wiskunde in havo 4. Binnen het vmbo is vooronderzoek gedaan ten behoeve van de invoering van de stroom T-excellent en T-science.


14

Differentiatie en activerende werkvormen In het vmbo is er in 2012 2013 een werkgroep actief geweest om de mogelijkheden van inzet van ICT in het onderwijs verder te verkennen.Vanuit die doelstelling zijn er in 2013 contacten gelegd met het Kenniscentrum ICT van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Deze contacten hebben geresulteerd in een onderzoek onder docenten binnen het UC naar differentiatie in de klas en de inzet van ICT, dat in het schooljaar 2013 2014 wordt uitgevoerd onder alle docenten van het vmbo. Op het havo/vwo is dezelfde vragenlijst afgenomen in het team vwo leerjaar 2 en 3. Doelstelling is om te komen tot aanbevelingen om differentiatie in de klas te stimuleren en te bevorderen. Op het terrein van activerende didactiek is in 2013 in de onderbouw vmbo T verder uitvoering gegeven aan een coachings- en intervisie traject gericht op het versterken van activerende didactiek binnen de school. Eigen docenten werken daarin samen met het Van Maerlant in ’s-Hertogenbosch (zie ook onder Personeel – professionalisering). Het UC als poort naar Europa en de rest van de wereld Op de laatste pijler: “Het UC als poort naar Europa en de rest van de wereld” is met name binnen de sector havo/vwo inspanning gepleegd door activiteiten als ELOS school, onder meer via uitwisselingen met andere Europese scholen. In 2013 heeft onder meer een uitwisseling plaatsgevonden met de Gazprom school in Rusland.Verder is er extra aandacht voor versterking van het Vreemde Talen Onderwijs. Naast Cambridge Engels en Goethe Duits is in 2013 ook DELF Scolaire geïntroduceerd voor Frans.


15

5. Samenwerkingsverbanden Het UC heeft in 2013 samengewerkt met:  Collega vo-scholen in het samenwerkingsverband ORION rond thema’s als P&O, ICT, Kwaliteitszorg en Financiën. De samenwerking heeft onder andere gestalte gekregen via  Het Leraar Plus en het Meesterschap Traject voor docenten op weg van LB naar LC  Deelname van beide sectoren aan een ORION visitatie, waarbij docenten elkaars scholen bezoeken en een groot aantal lessen observeren. De deelnemers werden op de visitatie voorbereid via een scholing door een oud-inspecteur van het onderwijs.  Deelname aan de ORION inspiratiemiddag in april 2013, waar docenten van vmbo en havo/vwo ook workshops hebben gegeven .  Een bench mark op het vlak van financiën en bedrijfsvoering  Kartrekkersrol; zo is de directeur-bestuurder van het UC lid van het tweehoofdige presidium van het ORION rectorenoverleg.  Het samenwerkingsverband SVO Brabant Noordoost, rond zorg aan leerlingen en de invoering van Passend Onderwijs  Het primair onderwijs, rond werving, plaatsing, determinatie en doorlopende leerlijnen taal en rekenen  Lerarenopleidingen, zowel op bachelor- als masterniveau, en partner vo-scholen van Rijk van Nijmegen binnen de Academische Opleidingsschool Passie voor Leren  Het mbo, met name met ROC De Leijgraaf en ROC Koning Willem 1 College, en het vmbo in de regio. Het UC vmbo voert in samenwerking met het mbo en het vmbo in de regio het project Pie uit in het kader van de subsidieregeling Toptechniek in Bedrijf (zie ook hoofdstuk 4. Daarnaast richt de samenwerking met het mbo zich op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten, opvang van zorgleerlingen en inhoudelijke afstemming, onder andere rond taal en rekenen.  De vo-scholen in de regio en de gemeenten rond een traject waarbij de Maatschappelijke Stage wordt omgezet in/wordt geïntegreerd in activiteiten gericht op burgerschapsvorming.  Europese collega-scholen, vanuit onze ambitie als ELOS-school  Hbo & wo, in het kader van doorstroom van leerlingen vanuit de sector havo/vwo  Stichting C voor het kunst- en cultuurbeleid  De gemeente Uden, in het kader van huisvesting en de Lokale Educatieve Agenda.


16

6. Governance en kwaliteitszorg Het begrip governance verwijst naar de code Goed Bestuur. Kenmerken van Goed Bestuur zijn transparantie en oog voor de omgeving. Kwaliteitszorg is daarvoor een belangrijk instrument. De planning van de jaarlijkse kwaliteitszorgactiviteiten wordt in juni vastgelegd in de agenda van het directie overleg voor het schooljaar daarop en bewaakt door een stuurgroep Kwaliteitszorg, die bestaat uit de directeur-bestuurder, een directielid van beide sectoren en de beleidsmedewerker Kwaliteitszorg. Vaste onderwerpen in de jaarlijkse cyclus zijn de onderwijstijd, opbrengsten en examenresultaten, de opbrengstenkaart van de inspectie, tevredenheidsonderzoeken en de (evaluatie van de) sectorplannen. Andere actuele Kwaliteitszorgthema’s in 2013 waren Opbrengstgericht werken (mede in het kader van de Prestatiebox) en Differentiatie in de klas (zie ook hoofdstuk 4: Onderwijskundig beleid). In het kader van het Opbrengstgericht werken is het pakket CumLaude aangeschaft. De sectorleidingen hebben hierover een voorlichtingsbijeenkomst gehad en ook sectievoorzitters van beide sectoren zijn voorgelicht over de mogelijkheden van dit pakket. In 2013 zijn er tevredenheidonderzoeken uitgevoerd onder alle de leerlingen van het UC, met uitzondering van de brugklassen. Daarnaast zijn de ouders van alle leerlingen van het derde jaar digitaal uitgenodigd voor deelname aan een tevredenheidonderzoek in het kader van Vensters voor Verantwoording. De resultaten van de derdejaars leerlingen en hun ouders zijn in mei gepubliceerd op de Vensters, de overige resultaten op de website van het UC. Er is een overlegstructuur tussen ouders, directie en medewerkers via de oudercontactgroepen, de deelraden en de ouderraden. Twee maal per jaar is er een overleg tussen de gezamenlijke ouderraden, het bestuur en de schooldirectie om de ouders te informeren over belangrijke ontwikkelingen binnen het UC. In november 2013 is er door de Centrale Ouderraad van het UC een avond voor alle ouders georganiseerd rond het thema Pubers en Geld, met ondersteuning van het NIBUD. Communicatie Ter verbetering van de communicatie is in 2013 een onderzoek uitgevoerd door een communicatiebureau onder leerlingen, medewerkers en ouders, om in kaart te brengen over welke onderwerpen zij geïnformeerd moeten en wensen te worden (need to know en nice to know) en via welke kanalen. Als uitvloeisel van dat onderzoek is voor het UC als geheel de richtlijn Digital First geformuleerd.


17

Als gevolg daarvan zijn het Jaarverslag 2012 en de schoolgids 2013 2014 alleen digitaal uitgebracht, met een papieren flyer met de belangrijkste praktische informatie over de school. Daarnaast is het UC gestart met een actief social media beleid. In het vmbo is met ingang van het schooljaar 2013 2014 het verbod op het gebruik van eigen mobiele devices in de school voor leerlingen opgeheven. Deze mogen nu in de pauzes gebruikt worden en in de lessen als de docent daar een onderwijskundige meerwaarde in ziet. Verder heeft het UC een eigen Facebook pagina gelanceerd. Deze wordt beheerd door twee social media teams op beide sectoren, die bestaat uit een docent en een aantal leerlingen. Om dit goed van de grond te krijgen, is externe ondersteuning ingehuurd. Tenslotte is een traject ingezet om de website te vernieuwen. De nieuwe UC website is in mei 2014 ‘live’ gegaan. Klachten Het Udens College heeft een Centraal Meldpunt Incidenten, waarvan leerlingen en docenten gebruik kunnen maken om incidenten of ongevallen onder de aandacht te brengen. In 2013 zijn er dertien ongevallen gemeld in verband met gym en twee incidenten. Er werd één bezwaar ingediend. Het ging om het bezwaar van een personeelslid tegen zijn ontslag. Dit is afgehandeld volgens een juridische procedure. De commissie van beroep inzake toelating ontving in 2013 negen bezwaren ten aanzien van plaatsing op het Udens College. In vijf gevallen werd beslist in het voordeel van ouders en leerling, in drie gevallen niet. Eén leerling heeft ervoor gekozen om naar een andere school te gaan. Bezoldiging bestuurders en toezichthouders De leden van de Raad van Toezicht ontvangen een tegemoetkoming in de kosten en vacatiegeld. De directeur-bestuurder wordt bezoldigd conform de geldende CAO Bestuurders VO.


18

7. Personeel Op 31 december 2013 had het UC 360 medewerkers in dienst, precies evenveel als op 1 januari. Er was wel een verschil in het aantal mannen en vrouwen: er waren twee mannen minder in dienst en twee vrouwen meer. Speerpunten in het personeelsbeleid in 2013 waren:  Het (verder) vullen van het bekwaamheidsdossier van elke UC medeweker en het versterken van de gesprekkencyclus  Voldoende gekwalificeerd onderwijspersoneel, via een effectief wervings-, selectie- en scholingsbeleid en via deelname aan de Opleidingsschool  Professionalisering van docenten, onder andere via het Leraar Plus Traject en de lesobservatietraining van ORION, onderzoek, coaching op het vlak van activerende werkvormen en aandacht voor opbrengstgericht werken, met name in secties. Het beleid ten aanzien van de Functiemix is in 2013 ‘on hold’ gezet met het oog op de onduidelijkheid over het bijbehorende financiële plaatje. Functiecategorieën & groei UC personeel, 2013 In 2013 nam het aantal FTE onderwijzend personeel (OP) iets af, evenals het aantal FTE management. Het aantal FTE OOP groeide enigszins. Al met al bleef het aantal FTE praktisch gelijk.

OOP In FTE

OP

01/01/2013 01/01/2014 Groei

208,9 206,9 -2,0

OOP

AOP

28,9 29,0 0,1

30,8 33,4 2,6

Management

Totaal

17,8 16,8

286,4 286,1 -0,3

-1,0

Leeftijdsopbouw & ziekteverzuim Meer dan de helft van de UC medewerkers is 45 jaar of ouder (56%). In 2013 daalde het percentage medewerkers jonger dan 45 jaar met 2% (van 46 naar 44%). Het ziekteverzuimpercentage in het UC steeg in 2013 van 3,53 naar 3,91, met name vanwege een langere verzuimduur. Het ziekteverzuimpercentage ligt al jaren onder het landelijk gemiddelde, dat in 2010, 2011 en 2012 boven de 5 procent lag. bron: personeelszaken UC en Vensters voor Verantwoording.


19

Onbevoegde docenten Het aantal onbevoegde docenten dat werkzaam is op het UC nam in 2013 af van 22 naar 18 personen. Twaalf van hen zijn studerend om een bevoegdheid te halen.Van de overige 6 start één personeelslid in 2014 met een opleiding en één personeelslid gaat met pensioen. Twee docenten hebben wel een PABO bevoegdheid. Drie docenten op de sector havo/vwo hebben wel een bevoegdheid, maar gaven in 2013 les in een vak of op een niveau waarvoor ze niet bevoegd zijn. Twee van hen zijn studerend om de juiste bevoegdheid te behalen. Professionalisering docenten Ten aanzien van scholing en professionalisering voert het UC een actief beleid om onbevoegde docenten te ondersteunen om hun bevoegdheid te halen en om bevoegde docenten te stimuleren om zich verder te ontwikkelen. In 2013 hebben vier docenten van het vmbo het Leraar Plus Traject van de ORION Academie afgesloten, een traject van anderhalf jaar gericht op ontwikkeling van LB naar LC.Voor de tweede keer werd de ORION Onderzoeksaward daarbij uitgereikt aan een deelnemer van het UC.Voor de vernieuwde professionaliseringstrajecten van ORION voor 2013 2014, het Leraar Plus Traject (smal) en het Meesterschapstraject, hebben zich opnieuw 3 docenten van het UC aangemeld, één van havo/vwo en twee van het vmbo. Een docent van de sector havo/vwo neemt deel aan een bijzonder professionaliseringstraject, de masteropleiding Evidence Based Innovation in Teaching aan de universiteit van Maastricht. Op beide sectoren wordt jaarlijks 200 uur voor onderzoek gereserveerd voor praktijkonderzoek door docenten, deels gefinancierd uit de middelen die het UC ontvangt als partner in de Academische Opleidingsschool “Passie voor Leren”. Onderzoek doen naar de eigen handelingspraktijk zien we als een krachtig instrument voor professionalisering. Docenten worden hiervoor getraind in onderzoeksvaardigheden. In het kader van de samenwerking in de Opleidingsschool stelt het UC ook jaarlijks stageplaatsen, met de bijbehorende deskundige begeleiding, beschikbaar voor minimaal 60 studenten van de lerarenopleidingen van ILS HAN en RU. In 2013 is in de onderbouw vmbo T verder uitvoering gegeven aan een coachings- en intervisie traject gericht op het versterken van activerende didactiek binnen de school, waarin eigen docenten samenwerken met het Van Maerlant in ’s-Hertogenbosch. Beide sectoren hebben deelgenomen aan een onderlinge ORION visitatie, begin 2013, waarbij docenten elkaars scholen bezoeken en een groot aantal lessen observeren.


20

De deelnemers werden op de visitatie voorbereid via een scholing door een oud-inspecteur van het onderwijs. De ervaringen met deze visitaties waren zo positief, dat het UC door diezelfde oud-onderwijsinspecteur in company een training lesobservaties heeft laten uitvoeren in december 2013. De bedoeling was om docenten te trainen om ook intern bij elkaar lesobservaties te kunnen gaan doen. Op elk van de sectoren heeft een twintigtal docenten deelgenomen aan deze training.


21

8. Huisvesting In 2010 zijn besprekingen met de gemeente Uden gestart over de doordecentralisatie van de middelen met betrekking tot huisvesting . Deze gesprekken hebben niet tot een overeenkomst geleid . Los van deze besprekingen heeft het Udens College in 2013 een tweetal aanvragen voor (gedeeltelijke) nieuwbouw bij de gemeente ingediend. In de begroting voor 2014 heeft de gemeente middelen vrijgemaakt voor nieuwbouw van de onderbouw van het havo/vwo, ter vervanging van de ‘rode school’. Onderhouds- en servicekosten maken dit gebouw volgens bouwkundig onderzoek op korte en middellange termijn onrendabel.


22

9. Financiën en jaarrekening Algemeen Het Udens College wordt voor meer dan 97% bekostigd door het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, voor het merendeel op basis van het aantal leerlingen dat jaarlijks onderwijs volgt. Hiermee wordt het UC in staat gesteld om haar belangrijkste doelstelling, “het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs”, te realiseren. In deze bekostiging zitten ook middelen voor een adequate zorgstructuur. Naast deze reguliere bekostiging ontvangt het UC middelen voor specifieke activiteiten of speerpunten zoals “de Academische Opleidingsschool”, “Maatschappelijke Stage” en middelen ten behoeve van “de Prestatiebox”. Deze extra middelen worden jaarlijks ingezet voor extra personeel of materiaal in overleg met de beide sectoren en externe partners. Om de continuïteit van de organisatie te waarborgen streeft het UC naar een gezonde financiële situatie. Dit wordt gewaarborgd via het jaarlijks opstellen van een begroting en een formatieplan en de bewaking hiervan en het waar nodig bijstellen van activiteiten gedurende het jaar. Risicoparagraaf De belangrijkste risico’s en onzekerheden komen voort uit enerzijds de leerlingenontwikkelingen en het daarop afstemmen van de huisvesting en anderzijds de zorg om in de toekomst voldoende gekwalificeerd personeel aan de school te binden. Ook nieuwe regelgeving zoals de invoering van de Functiemix brengt risico’s met zich mee. Om deze risico’s het hoofd te kunnen bieden, heeft eind 2012 de tweejaarlijkse risico inventarisatie plaatsgevonden met inbreng van sectorleiding, MR, directie, bestuur en Raad van Toezicht. Op grond van de uitkomsten is een aantal maatregelen genomen.Vastgesteld is, dat de aanwezige reserves van voldoende niveau zijn om resterende risico’s af te dekken. Jaarrekening De financiële gegevens op pagina 19 tot en met 21 zijn een verkorte weergave van de jaarrekening 2013. Een meer gedetailleerd beeld van de financiële situatie van het Udens College is opgenomen in de volledige jaarrekening 2013, die is voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring. Het exploitatiesaldo van 2013 is zeer positief. Oorzaken hiervoor zijn:  toekenning van middelen door het ministerie van OC en W op basis van het najaarsakkoord in november waarvoor de kosten in 2014 en verder gemaakt gaan worden  hogere subsidie voor de “Prestatiebox” en “maatschappelijke stage” dan verwacht  minder kosten voor het Boekenfonds als gevolg van de afschrijvingsmethodiek op de boeken en de inzet van de “oude” voorraad  de financiële baten.


23

De balans laat een financieel gezonde organisatie zien met kengetallen die zich binnen de normen bevinden.

Baten en lasten UC 2013, ontleend aan de jaarrekening 2013

Baten Rijksbijdragen OC en W Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten

Realisatie Begroting Realisatie 2013 2013 2012 x €1.000 x € 1.000 x € 1.000 23.850 0 358 24.208

22.512 0 593 23.105

22.943 5 423 23.371

Lasten Personele lasten Afschrijvingslasten Huisvestingslasten Overige Instellingslasten Totaal lasten

18.665 452 2.227 1.730 23.074

18.840 623 1.394 2.283 23.140

18.903 505 1.444 1.994 23.174

Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Resultaat

1.134 170 1.304

-35 63 28

197 202 399


24

Balans ontleend aan de jaarrekening 2013 (na resultaatbestemming)

Activa Vaste Activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal Vaste activa Vlottende activa Vorderingen Liquide middelen Totaal Vlottende activa Totaal activa

31-12-2013 31-12-2012 x € 1.000 x € 1.000 x € 1.000 x €1.000 3.659 709

3.985 1.607 4.368

162 7.365

Passiva Eigen vermogen Vreemd vermogen Voorzieningen 2.547 Kortlopende schulden 1.822 Overlopende passiva 908 Totaal vreemd vermogen Totaal passiva

5.592 137 4.491

7.527 11.895

4.628 10.220

5.314 2.261 1.839 806

5.277 11.895

4.906 10.220

Kasstroomoverzicht UC 2013, ontleend aan de jaarrekening 2013 2013 x € 1.000

2012 x € 1.000

Kasstroom uit operationele activiteiten 2.316 Kasstroom uit investeringsactiviteiten 584 Kasstroom uit financieringsactiviteiten - 26

1.723 - 495 -26

Mutatie Liquide middelen

1.202


2.874

25

Treasury In 2010 is het Treasury Statuut aangepast op basis van veranderende wet- en regelgeving zoals die door het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen is voorgeschreven. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestond in 2013 voor € 105.000 uit een algemene reserve, voor € 6.456.000 uit bestemmingsreserves en voor € 162.000 uit een bestemmingsfonds. Op grond van de eind 2012 begin 2013 uitgevoerde risicoanalyse heeft het bestuur de omvang van deze bestemmingsreserves als voldoende gekwalificeerd. Financieel beoordelingskader Naar aanleiding van het rapport “Financieel beleid van onderwijsinstellingen” opgesteld door de commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (commissie Don) heeft in 2010 een viertal kengetallen hun intrede gedaan: solvabiliteit, de kapitalisatiefactor, liquiditeit en rentabiliteit. Vermogensbeheer: solvabiliteit en kapitalisatiefactor Solvabiliteit Een organisatie wordt solvabel geacht als ze voldoende eigen kapitaal heeft om financiële risico’s op te vangen. De solvabiliteitspositie is een momentopname op balansdatum. Ter bepaling van de solvabiliteit wordt een verhoudingspercentage berekend tussen het Eigen Vermogen (EV) + Voorzieningen en het Totale Vermogen (TV).

Eigen Vermogen Voorzieningen Totaal Vermogen Solvabiliteit Grenswaarden ondergrens

2011 € 4.157.398 € 2.191.076 € 8.756.520 0,72 0,20

2012 € 5.313.961 € 2.261.155 € 10.219.742 0,74 0,20

2013 € 6.618.232 € 2.547.055 € 11.895.416 0,77 0,20

Kapitalisatiefactor Ter bepaling van dit kengetal wordt een verhoudingspercentage berekend tussen het Totale vermogen (TV) -/- Gebouwen en Terreinen (GT) en de Totale Baten (TB).

Totaal Vermogen Gebouwen en Terreinen Totale Baten Kapitalisatiefactor Grenswaarden bovengrens


2011 € 8.756.520 € 1.580.203 € 22.553.562 0,32 0,35 - 0,60

2012 € 10.219.742 € 1.469.028 € 23.577.408 0,37 0,35 - 0,60

2013 € 11.895.416 € 917.607 € 24.384.142 0,45 0,35 – 0,60

26

Budgetbeheer: liquiditeit en rentabiliteit Liquiditeit Liquiditeit is het vermogen om op korte termijn aan kortlopende betalingsverplich-tingen te voldoen. Als het kengetal voor liquiditeit groter of gelijk is aan 1, is er sprake van een liquide organisatie. Ter bepaling van de liquiditeit wordt de current ratio gehanteerd. Dit is de verhouding tussen de Vlottende Activa (VA) en de Vlottende Passiva (VP).

Vlottende Activa Vlottende Passiva Current Ratio Grenswaarden onderresp. bovengrens

2011 € 3.487.370 € 2.408.047 1,45

2012 € 4.627.450 € 2.644.627 1,75

2013 € 7.526.898 € 2.730.129 2,76

0,5 - 1,5

0,5 - 1,5

0,5 - 1,5

Rentabiliteit Dit kengetal geeft de verhouding weer tussen het Exploitatieresultaat en de Totale Baten.

Exploitatietresultaat Totale baten Rentabiliteit Grenswaarden onderresp.bovengrens

2011 € 571.880 € 23.370.583 1,71

2012 € 398.644 € 23.577.408 1,69

2013 € 1.304.271 € 24.384.142 5,35

0,0 – 5,0

0,0 – 5,0

0,0 – 5,0

Uit het bovenstaande blijkt dat het Udens College in 2013 met betrekking tot het vermogensbeheer binnen de grenswaarden blijft . Met betrekking tot het budgetbeheer wordt, mede als gevolg van de extra toekenning van middelen op grond van het herfstakkoord, ruim € 900.000, buiten de gestelde grenswaarden getreden. Indien deze middelen buiten beschouwing zouden worden gelaten zou het Udens College ook binnen de grenswaarden van het budgetbeheer zijn gebleven.


27

Kerngegevens van het Udens College Samenwerkingsschool voor vmbo, havo, atheneum en gymnasium

Bevoegd gezag

Directeur/bestuurder

Samenwerkingsstichting voor Voortgezet Onderwijs Uden Dhr. W.H. Sporken MME

Directie Sectordirectie havo/vwo, voorzitter: Dhr. drs .J.F.M. Olsthoorn MEM Plaatsvervangend voorzitter: Mevr. C.J.M. Oomens Sectordirectie vmbo, voorzitter: Dhr. drs. G. de Bruin Plaatsvervangend voorzitter: Dhr. A.A.W.M. van Kemenade Directeur Bedrijfsvoering: Dhr. M.H.W. Spierings Bestuur en bedrijfsbureau Bezoekadres: Schepenhoek 203, 5403 GB Uden postadres: Postbus 108, 5400 AC Uden telefoon: 0413 – 28 30 00 e-mail: [email protected] Sector havo/vwo bezoekadres: Schepenhoek 101, 5403 GA Uden postadres: Postbus 104, 5400 AC Uden telefoon: 0413 – 28 30 00 e-mail: [email protected] Sector vmbo bezoekadres: Kleinveld 25, 5401 ZW Uden postadres: Postbus 391, 5400 AJ Uden telefoon: 0413 – 28 30 00 e-mail: [email protected]


28

Raad van Toezicht Mevr. M.H.W. van Doorn - van Boxtel RA, voorzitter Dhr. drs T. van Kleef, vice voorzitter Leden: Mevr. P.R.M. van den Brand, lid op voordracht van het gemeentebestuur Uden Dhr. P. Schreuder, lid op voordracht van de medezeggenschapsraad Dhr. mr. T. van Gulick Postadres: Postbus 108, 5400 AC Uden


29

Jaarverslag 2013 Udens College. consolideren en innoveren

Recommend Documents