Albeda College Jaarverslag 2010
1
Lijst met gebruikte afkortingen AC: AD: AKA: AMC: ARBO: ASS: BAPO: BBL: BD: BHV: BOL: BOS: BPV: BV: BVE: CAO: CGO: CITO: CMR: COLO: COP: CvB: DTO: DUO: ESF: EVC: F&AZ: FES: FTE: FUWA: GGD: GGZ: GSO: havo: hbo: HRM: HR: IBO: ICT: IGO: INK: ISB: JOB: KBB: KTO: LB: LMC: MBO Raad: mbo: MTO: OBP:
Audit Committee Associate Degree Arbeidsmarktgekwalificeerd Assistent Auditing, Monitoring & Control Arbeidsomstandigheden Autistisch Spectrum Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen Beroepsbegeleidende Leerweg (combinatie werken en leren) Business Development Bedrijfshulpverlening Beroepsopleidende Leerweg (leren op school, stage, bedrijf of instelling) Begeleider op School Beroeps Praktijk Vorming Besloten Vennootschap Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Collectieve Arbeidsovereenkomst Competentiegericht Onderwijs (modern beroepsonderwijs) Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling Centrale Medezeggenschapsraad Centraal Orgaan van Landelijke Opleidingsorganen van het bedrijfsleven Competitie Ontwikkel Punt College van Bestuur Studententevredenheidsonderzoek Dienst Uitvoering Onderwijs Europees Sociaal Fonds Eerder Verworven Competentie Financiën & Administratieve Zaken Fonds Economische Structuurversterking Fulltime-Equivalent (een rekeneenheid waarmee de omvang van een functie of de personeelssterkte kan worden uitgedrukt) Functiewaardering Gemeentelijke Gezondheids Dienst Geestelijke Gezondheids Zorg Grootstedelijk Overleg hoger algemeen voortgezet onderwijs hoger beroepsonderwijs Human Resource Management Hogeschool Rotterdam Interdepartementaal Beleidsonderzoek Informatie- en Communicatietechnologie Instelling Georganiseerd Overleg Instituut Nederlandse Kwaliteit Internationaal Stagebureau Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Klanttevredenheidsonderzoek Loopbaan en Burgerschap Lars Maasoevers Combinatie, koepel vo Brancheorganisatie van de onderwijsinstellingen in het Middelbaar Beroepsonderwijs middelbaar beroepsonderwijs Medewerkerstevredenheidsonderzoek Ondersteunend en Beheerspersoneel
2
OCW: OER: OOP: OP: or: PDCAPOP: R&D: R&O: RI&E: REC: RiTC: RMC: ROA: roc: rvt: RxH: S&A: SISA: SLB: SMW: SPW: SSC: vavo: vmbo: vo: VSV: VVE: vwo: WEB: WET BIO: WIA: WMS: WOPT: WOR: ZAT:
(Ministerie van) Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Onderwijs- en Examenregeling Onderwijs Ondersteunend Personeel Onderwijzend Personeel ondernemingsraad Plan-do-check-act cyclus van het INK-model. Persoonlijke Ontwikkel Plannen Research & Development Resultaat en Ontwikkel Regionaal Expertisecentrum Rotterdam International Trading Company Regionaal Meld- en Coördinatiepunt Rotterdams Ondernemers Academie regionaal opleidingencentrum raad van toezicht Samenwerkingsverband tussen ROC‟s en de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Secretarieel & Administratie (branche) Signaleringssysteem Sluitende Aanpak Studie Loopbaan begeleiding Schoolmaatschappelijk Werk Sociaal Pedagogisch Werk Shared Service Centrum voortgezet algemeen vormend onderwijs voor volwassenen voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs voortgezet onderwijs voortijdig schoolverlaten: zonder startkwalificatie, jonger dan 23 jaar Voor- en vroegschoolse educatie voorbereidend wetenschappelijk onderwijs Wet Educatie en Beroepsonderwijs De Wet op de beroepen in het onderwijs Wet Werk en inkomen naar arbeidvermogen Wet Medezeggenschap op Scholen Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens Wet op de Ondernemingsraden Zorgadviesteams
3
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Organisatie 1.1 Albeda algemeen 1.2 College van bestuur 1.3 Raad van Toezicht 1.4 WOPT (Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens) 1.5 Centrale medezeggenschapsraad 1.6 Veiligheid en klachten 1.6.1 Veiligheid 1.6.2 Klachten
7 7 9 15 21 21 23 23 24
Hoofdstuk 2 Onderwijs & Kwaliteit 2.1 Ruim baan voor de kwaliteit van ons onderwijs 2.1.1 Hoe weten we of de kwaliteit van ons onderwijs op orde is? 2.1.2 Goed onderwijs is meer dan alleen rendement 2.1.3 Voortijdig schoolverlaten 2.1.4 Zorgstructuur 2.1.5. Doorlopende leerwegen 2.2 Onderwijs en Arbeidsmarkt 2.2.1 Een Leven Lang Leren 2.2.2 Internationalisering 2.2.3 Ruimte voor ondernemen 2.3 Onderwijs in ontwikkeling 2.3.1 Invoering competentiegerichte kwalificatiedossiers 2.3.2. Taal & Rekenen 2.3.3 Loopbaan & Burgerschap 2.4 Kwaliteitszorg 2.4.1 Verticale verantwoording (inspectie) 2.4.2 Horizontale verantwoording 2.5 Branches 2.5.1 AKA (Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent) 2.5.2 Business Services 2.5.3 Gezondheidszorg 2.5.4 Handel & Commercie 2.5.5 Horeca & Toerisme 2.5.6 Lifestyle, Sport & Entertainment 2.5.7 Secretarieel & Administratie 2.5.8 Techniek 2.5.9 Welzijn en Onderwijs 2.5.10 Educatie
26 26 26 26 29 30 30 33 33 34 34 35 35 36 37 38 38 39 41 41 42 44 45 46 48 49 50 51 52
Hoofdstuk 3. Personeel 3.1 Taaktoedeling binnen de onderwijsteams 3.2 Formatiebeleid / LB-LC eerste tranche 3.3 Informatie en communicatie 3.4 Verzuim 3.5 Nieuw beleid 3.5.1. Functiebouwwerk Albeda College 3.5.2. Beoordelen en belonen 3.6 Ontwikkeling 3.6.1 Scholing competentiegericht onderwijs (CGO) 3.6.2 Ontwikkeling en professionalisering van leidinggevenden 3.6.3 Ontwikkeling en professionalisering van medewerkers
54 58 58 58 59 60 60 61 61 61 61 62
4
3.6.4 Startende werknemers 3.6.5 Subsidieregelingen 3.6.6 Project Duaal HRM 3.7 Prioriteiten HRM 2011
62 62 62 62
Hoofdstuk 4. Bedrijfsvoering – Een vitale onderwijsorganisatie 4.1 Ontwikkelingen facilitair – De branche als basis 4.2 Stand van zaken ICT 4.2.1 Portaal 4.3 Communicatie & Marketing 4.4 Ontwikkelingen huisvesting 4.5 Projectmanagement: Innovatie, Ontwikkeling en Subsidieverwerving (IOS) 4.6 Financiële bedrijfsvoering 4.6.1 Exploitatieresultaat 4.6.2 Begroting en vooruitblik 4.6.3 Ontwikkelingen 4.6.4 Stelselwijziging RJ660 4.6.5 Interne risicobeheersing- en controlesysteem 4.6.6 Vermogensbeheer en treasury management 4.6.6.1 Algemeen 4.6.6.2 Eigen Vermogen 4.6.6.3 Treasury management 4.6.7 Helderheid in bekostiging
63 63 64 64 64 65 66 68 68 68 69 70 70 72 72 72 72 73
Hoofdstuk 5. Jaarrekening (geconsolideerd) 5.1 Algemene toelichting op de Balans en de Exploitatierekening 5.2 Balans per 31 december 2010 Geconsolideerd 5.3. Exploitatierekening 2010 Geconsolideerd 5.4 Kasstroomoverzicht geconsolideerde jaarrekening 2010 5.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2010 5.6 Niet in de balans opgenomen verplichtingen
78 78 82 84 85 86 93
Hoofdstuk 6. Overige gegevens 6.1 Voorgestelde bestemming exploitatieresultaat boekjaar 2010 6.2 Gebeurtenissen na balansdatum 6.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
100 100 100 100
5
Voorwoord College van Bestuur Voor u ligt het jaarverslag 2010 van het Albeda College. Het was een jaar waarin het bestuur in de nieuwe samenstelling voltallig was en waarin grote stappen zijn gezet in het formuleren van de koers van het Albeda College. De uitwerking is door velen met enthousiasme ter hand genomen. Er gebeurt heel veel tegelijkertijd. Natuurlijk geeft dat spanningen, niet alles kan gelijktijdig. Maar we zijn er van overtuigd dat het resultaat beter zal zijn voor het onderwijs en dus voor de studenten. Daarom gaan we door en faseren waar gewenst. Naast deze positieve ontwikkeling moet het bestuur helaas afscheid nemen van vele collega‟s van de branche Educatie. Door het terugvallen van financiële middelen is het noodzakelijk geweest een sociaal plan te maken dat aangeeft hoe en met welk tempo collega‟s moeten vertrekken. Wij betreuren deze gang van zaken zeer, ook omdat wij ervan overtuigd zijn dat in de Rotterdamse samenleving een grote behoefte is aan inburgerings- en educatieactiviteiten. U kunt in dit jaarverslag lezen hoe velen zich hebben ingezet voor het Albeda en wij zijn ervan overtuigd dat dit slechts een beperkt beeld geeft van wat er allemaal met heel veel enthousiasme en doorzettingsvermogen gebeurt. In een lastige omgeving, waarin af en toe tegenstrijdige eisen worden gesteld. In die omgeving werken wij om studenten een volwaardige plaats in de samenleving te kunnen geven als actief burger met een goed beroepsperspectief. Het bestuur dankt alle personeelsleden voor hun grote betrokkenheid, de medezeggenschapsraad met zijn commissies in het bijzonder. En ook de raad van toezicht, die het hele jaar klaar heeft gestaan en zijn verantwoordelijkheid op gepaste wijze heeft genomen. Anja van Gorsel Marcel Nollen Renata Voss
6
Hoofdstuk 1 Organisatie 1.1 Albeda algemeen Dit eerste hoofdstuk van het jaarverslag laat zien wie we zijn en waar we voor staan. Het jaar 2010 wordt geëvalueerd door het college van bestuur (cvb), de raad van toezicht en de centrale medezeggenschapsraad. We kijken daarbij ook vooruit naar 2011. Het Albeda College is een regionaal opleidingencentrum (roc) voor educatie en beroepsonderwijs. Ons roc is er voor iedereen in Rotterdam en omgeving voor wie een mboopleiding of volwassenenonderwijs een nuttige stap kan zijn op weg naar werk of een hogere opleiding. Bij het Albeda College kunnen studenten kiezen uit meer dan 350 mboopleidingen en kwalificatiemogelijkheden, verdeeld over ruim 60 locaties. Onderwijstrajecten worden samen met bedrijven, instellingen, gemeenten en deelgemeenten ontwikkeld. Het grootste deel van ons onderwijs wordt gefinancierd uit publieke middelen, een deel is privaat. Missie Doel van het Albeda College is iedere jongere en volwassene in Rotterdam en omgeving de kans te geven zich zo hoog mogelijk te kwalificeren en zich te ontwikkelen tot een vakbekwaam en creatief werknemer én actief burger. Iemand die zich duurzaam een plek verwerft op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Dat doen wij door steeds de balans te zoeken tussen wat studenten willen en kunnen, wat het bedrijfsleven nodig heeft, wat de maatschappij van ons vraagt en de (kwaliteits)eisen die we aan onze opleidingen stellen. Ankerpunten Bij het vormgeven van ons onderwijs laten we ons inspireren door onder andere de volgende ankerpunten: Loopbaan deelnemer centraal Op het Albeda College draait het om de studenten. We bereiden ze voor op een toekomst in de maatschappij. Hoe? Door deskundig studieadvies aan de poort en vervolgens uitdagend en goed onderwijs te geven. Daarbij wordt rekening gehouden met wat studenten al weten en kunnen. Samen met de docenten ontwikkelen ze hun sterke kanten. Leren in betekenisvolle beroepscontext Het Albeda College maakt zich sterk voor leren in de praktijk. Studenten zitten bij het Albeda niet alleen in de schoolbanken. Ze leren in de context van het beroep, simulatieomgevingen en lopen veel stage bij bedrijven en instellingen. Binding, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid Door het Albeda College worden studenten zelfstandiger. Ze leren om zelf keuzes te maken en verantwoordelijkheid te nemen voor de weg die ze kiezen op school en in de maatschappij. Daarbij houden ze rekening met de mensen om hen heen. Want leven, leren en werken doe je niet alleen. Ondernemerschap en ondernemend zijn We dagen studenten uit om actief en creatief te zijn op school. Niet afwachten, maar aanpakken. Want actieve, ondernemende mensen maken meer kans op een goede baan. Willen studenten na de opleiding een eigen bedrijf starten? Dat kan. Het Albeda College helpt ze waar mogelijk op weg. Begeleiding en zorg Bij het Albeda College kunnen studenten rekenen op begeleiding door hun docenten en vanuit hulpverleningsinstanties in de regio. Als bijvoorbeeld een deelnemer thuis problemen heeft of ziek is, is er extra begeleiding en zorg. Wij werken daarvoor samen met bijvoorbeeld
7
de GGD, Bureau Jeugdzorg en het Jongerenloket. Zo wordt het meestal toch mogelijk voor studenten hun opleiding af te maken en een diploma halen. Identiteit Het Albeda College is een open school. Met respect, aandacht en tijd voor iedereen. Het maakt ons niet uit waar studenten vandaan komen en wat hun achtergrond is. Het Albeda College geeft ze een kans. Altijd. Het Albeda College is een interconfessionele school, met een fundament van christelijke waarden. Dat betekent dat iedereen er mag zijn, wat je ook gelooft of niet gelooft. Dit mensbeeld is leidend bij de inrichting van ons onderwijs. Met daaraan verbonden kernwaarden willen we medewerkers en studenten houvast geven. Onze kernwaarden zijn toewijding, vertrouwen, verbinden en verantwoordelijkheid. Juridische structuur Het Albeda College is een stichting. Er wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de scheiding tussen publieke en private geldstromen. Het cvb vormt het bestuur. De raad van toezicht (rvt) heeft een toezichthoudende rol. Dat betekent dat het cvb in formele zin eindverantwoordelijk is voor de volledige gang van zaken binnen de stichting en de met haar verbonden instellingen. De rvt controleert dit beleid. Organisatiestructuur In 2010 bestond Albeda College uit de volgende onderdelen:
Een trajectbureau dat de branches op het terrein van studentenbegeleiding faciliteert Tien onderwijsbranches Een staforganisatie bestaande uit zes afdelingen: I. AMC (Auditing Monitoring & Control) II. HRM (Human Resource Management) III. F&AZ (Financiën & Administratieve Zaken) IV. Onderwijs & Kwaliteit V. BSC (Beleid, Strategie & Communicatie) VI. Vastgoed Eén faciliteit voor alle mogelijke ondersteunende en uitvoerende diensten: het Shared Service Center (SSC) Verder participeert het Albeda College in de volgende samenwerkingsverbanden: o Topsportcentrum: Medio 2010 is het vernieuwde, uitgebreide Topsportcentrum te Rotterdam naast De Kuip officieel geopend. Het is een uiterst modern, multifunctioneel sportcentrum dat sportieve mogelijkheden biedt voor sport op alle niveaus. Het centrum beschikt onder meer over twee topsporthallen, twee breedtesporthallen en een verdieping met diverse onderwijsruimten. De gemeente Rotterdam heeft dit centrum in nauwe samenwerking met het Albeda College gerealiseerd. Het Albeda College draagt de zorg voor de exploitatie van het centrum, die is ondergebracht in de Exploitatie Topsportcentrum B.V., waarvan het Albeda College enig aandeelhouder is. Het Albeda College is daarbij feitelijk de hoofdhuurder van het pand en verantwoordelijk voor de verhuur aan diverse, uiteenlopende partijen. Hierbij valt te denken aan (top)sportverenigingen, een fysiotherapeutische praktijk, de Feyenoord Fanshop, maar ook private personen die ruimte willen huren om sport te kunnen beoefenen. Ook kan er ruimte worden gehuurd voor conferenties. Vrijwel alle sportopleidingen van de branche Lifestyle, Sport & Entertainment zijn gehuisvest in het Topsportcentrum, dat door zijn veelzijdigheid een passende contextrijke leeromgeving voor de studenten vormt.
8
o
Rotterdamse Ondernemers Academie (ROA) De ROA is een stichting die is voortgekomen uit een samenwerkingsverband tussen Zadkine en Albeda College. Het bestuur van de stichting wordt gevormd door bestuurders van beide colleges. De stichting richt zich erop om studenten, maar ook jonge ondernemers, te ondersteunen bij hun stappen naar het ondernemerschap. Hierbij kan in onderwijskundige zin gebruikt worden gemaakt van de faciliteiten van beide colleges.
o
VAVO Rijnmond College Dit college is een samenwerkingsverband tussen Zadkine en Albeda College gericht het algemeen vormend onderwijs voor volwassenen (18+). Sinds enige jaren hebben beide roc‟s op dit vlak de krachten gebundeld in dit succesvolle college, waar inmiddels veel cursisten hun diploma hebben behaald. Bij het vavo kunnen overdag of in de avond de diploma‟s mavo, havo of vwo in verschillende onderwijstrajecten worden behaald.
Figuur
1:
Organogram
1.2 College van bestuur Het bestuur kijkt met tevredenheid terug op 2010. Wat betreft het onderwijs hebben alle inspanningen van de onderwijsteams de volgende zichtbare resultaten opgeleverd. Het aantal voortijdig schoolverlaters is verder gedaald tot 11,4%. De voorlopige cijfers over het studiejaar 2009-2010 geven aan dat het aantal VSV’ers bij het Albeda College met 25,3% is teruggebracht ten opzichte van het peiljaar, (20052006). Daarmee is het Albeda College de koploper van de G4 roc’s wat betreft het terugdringen van VSV. De gediplomeerde uitstroom is over de gehele linie van het Albeda College gestegen van 54,3% in 2007-2008 naar 58.8% in 2008-2009. Uit het deelnemertevredenheidsonderzoek valt af te leiden dat over de gehele linie van het Albeda College sprake is van een lichte daling van de studenttevredenheid. De uitkomsten verschillen per opleidingsbranche. Per branche wordt gewerkt aan verbetering van de tevredenheid.
9
Om als maatschappelijke onderneming zoveel mogelijk actieve en hoog gekwalificeerde jongeren en volwassenen op te kunnen leiden, is niet alleen een gezonde bedrijfsvoering nodig, maar ook een duidelijke, actuele en breed gedragen missie. In de eerste helft van 2010 is het bestuur intensief aan de slag gegaan met het herformuleren van de koers van het Albeda College. Met een grote betrokkenheid van de directeuren, de managers en de leden van de centrale medezeggenschapsraad (cmr) is de notitie Ruim baan voor goed beroepsonderwijs tot stand gekomen. Deze is door de raad van toezicht goedgekeurd en door de cmr van een positief advies voorzien. De presentatie aan het personeel vond tijdens de jaaropening in augustus plaats. De belangrijkste uitgangspunten voor de koers van Albeda zijn: De basis moet op orde zijn: voldoende onderwijstijd, goede voorzieningen, realistische roosters en vakkundige docenten Een kans moet een echte kans zijn: iedere student moet in principe in staat zijn een diploma te halen. Daarvoor is een beter intake- en plaatsingsbeleid noodzakelijk. De relatie met de bondgenoten, vooral met het bedrijfsleven, moet en kan beter De organisatie moet professioneler Deze uitgangspunten zijn in september vertaald in een uitvoeringsagenda en vervolgens opgenomen in managementcontracten met de directeuren. Daarbij realiseert iedereen zich dat niet alles in één keer kan, maar Ruim baan geeft richting aan ons handelen. Het is een levend document, dat jaarlijks wordt geëvalueerd en waar nodig aangepast. Monitoring vindt plaats door het tweewekelijkse directeurenoverleg, bilaterale overleggen tussen cvb-leden en directeuren, en de kwartaalgesprekken rondom begroting en beleid. Ten aanzien van dit laatste heeft in 2010 een belangrijke verbetering plaats gevonden. Er zijn indicatoren vastgesteld rondom de kwaliteit van het onderwijs, die nu onderdeel vormen van de managementrapportages. De uitgangspunten zijn vertaald in acties over onder andere de volgende onderwerpen: Organisatieontwikkeling Competentiegericht onderwijs Referentieniveaus taal en rekenen Loopbaan en burgerschap Intake en plaatsing Verzuimbeleid Betere randvoorwaarden onderwijs Huisvesting Medezeggenschap Bondgenotenstrategie Herstructurering Educatie Organisatieontwikkeling Vooral dit onderwerp heeft grote impact op de organisatie en het personeel. Besloten is om de branchedirecties te versterken met adjunct-directeuren, maar tegelijkertijd de verantwoordelijkheden lager in de organisatie te leggen. Dit bereiken we door het schrappen van twee managementlagen: de onderwijsmanagers en de teamleiders. Daarvoor in de plaats komt de managementlaag onderwijsleiders. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de onderwijsleiders zijn groter dan die van de huidige teamleiders. Deze belangrijke operatie is in het najaar van 2010 gestart en wordt in 2011 verder uitgewerkt en geïmplementeerd. Het Albeda College zal hierdoor een plattere en minder bureaucratische organisatie worden. Onderwijsteams zullen efficiënter en gerichter gaan werken. Ook krijgen deze teams meer verantwoordelijkheid voor de manier waarop het primaire proces wordt ingevuld. Op dit niveau is immers beter zicht op wat werkt en wat niet. Positief punt is dat steeds meer managementinformatie op teamniveau beschikbaar is,
10
waardoor teams beter zicht hebben op hun resultaten. Verantwoording afleggen over deze resultaten en het sturen daarop wordt daardoor vergemakkelijkt. Natuurlijk blijven de teams handelen binnen de randvoorwaarden die binnen de algemene bedrijfskaders en de specifieke branchekaders zijn gesteld. Om deze organisatieverandering te ondersteunen is in 2010 hard gewerkt om de informatievoorziening en de administratieve processen te verbeteren en te standaardiseren. Het Kern Registratiesysteem Studenten (KRD) is ingevoerd, de aanwezigheidsregistratie en het personeelsinformatiesysteem worden vernieuwd, ict wordt in grote mate uitbesteed en het Portaal wordt de digitale werkplek van werknemers en studenten. Onderdeel van de organisatieontwikkeling is een andere verhouding tussen branches en staven. In 2010 zijn grote stappen gezet om beide dichter bij elkaar te brengen. Natuurlijk blijven de staven gericht op algemeen beleid en control, maar ze moeten toch vooral ook in dienst staan van het primaire proces. Deze cultuurverandering is zeker nog niet afgerond en zal zich in de loop van het cursusjaar 2011/2012 vertalen in service level agreements tussen de meeste onderdelen van de staven en de branches. De branches dienen hun integrale verantwoordelijkheid voor onderwijs, personeel, financiën, communicatie en facilitaire ondersteuning waar te kunnen maken. Daarnaast is een project rond normen en kaders gestart, is het „in control‟-programma ontwikkeld en zal in 2011 de begrotingssystematiek worden aangepast aan de nieuwe bevoegdheden, verantwoordelijkheden en werkwijzen. Rondom de branche Educatie heeft het bestuur helaas zware maatregelen moeten nemen. Door het grotendeels wegvallen van zowel rijksbijdragen als gemeentelijke bijdragen is het draagvlak onder Educatie grotendeels komen te vervallen. Hierdoor zag het bestuur zich gedwongen de formatie van Educatie in relatief korte tijd fors te reduceren. Met de vakbonden is een sociaal plan afgesproken, dat in het najaar van 2010 aan het personeel is gecommuniceerd. Het zorgt voor veel emoties. Wij doen er alles aan om de schade te beperken, door te proberen om zoveel mogelijk medewerkers in het beroepsonderwijs op te nemen of elders te herplaatsen. Daarom is in het najaar een vacaturestop afgekondigd. In 2011 zullen de resultaten zichtbaar worden, waarbij een balans wordt gezocht tussen inkrimping van de educatieformatie en continuïteit van onderwijsteams in het beroepsonderwijs. Competentiegericht onderwijs Met ingang van augustus 2010 zijn alle eerstejaars studenten ingestroomd in een cgo opleiding (op een enkele uitzondering na). Er is in 2010 hard gewerkt in de onderwijsbranches om deze verbreding van het cgo-onderwijs goed te laten verlopen. In het studiejaar 2010/2011 volgen nagenoeg alle de studenten een cgo-opleiding. Referentieniveaus taal en rekenen Met ingang van het studiejaar 2010/2011 zijn de referentieniveaus taal en rekenen van kracht geworden. Het Albeda College heeft in 2010 een doortimmerd implementatieplan Taal en Rekenen opgesteld en is gestart met de implementatie ervan. Daarnaast zijn in het najaar alle nieuw ingestroomde studenten getoetst op hun beheersing van taal en rekenen. Hieruit blijkt dat grote groepen studenten met forse achterstanden het Albeda binnenkomen. Van de nieuw ingestroomde studenten voldoet 60% niet aan niveau 2F (het niveau dat men aan het eind van het vmbo behoort te hebben) voor taal, terwijl 85% niet voldoet aan niveau 2F voor rekenen. Loopbaan en burgerschap (LB) In 2010 is een richtinggevende notitie uitgebracht waarin een gezamenlijke richting voor de invulling van de lessen loopbaan en burgerschap wordt geadviseerd. De notitie is gebaseerd op de waarden die passen bij de identiteit van het Albeda college als interconfessioneel
11
instituut. In 2011 zal voor alle docenten LLB een conferentie plaatsvinden over de inrichting van de lessen LLB. Intake en plaatsing In het afgelopen jaar is de basis gelegd voor een verbeterde intake en plaatsing van studenten door te werken aan de voorbereiding van brede domein-instroomgroepen. Studenten die nog niet goed een keuze voor een specifieke opleiding kunnen maken, kunnen in de toekomst instromen in een brede instroomgroep in de domeinen zakelijk, sociaal en techniek. De feitelijke start vindt plaats met ingang van het studiejaar 2011/2012, te beginnen voor het domein zakelijk. Verzuimbeleid Er is werk gemaakt van het scherper volgen en melden van verzuim van studenten. Op enkele locaties zijn pilots gehouden waarbij een leerplichtambtenaar van de gemeente Rotterdam op locatie aanwezig was zodat er onmiddellijk gevolg kon worden gegeven aan onterecht verzuim. Betere randvoorwaarden onderwijs Het netwerk van zorgadviesteams (ZAT‟s) is verder uitgebreid en in alle onderwijsbranches zijn zorgcoördinatoren aangesteld, die de verbinding tussen onderwijsteams en zorgstructuur leggen. Het aantal Schoolmaatschappelijk werkers is uitgebreid en dankzij de zogenaamde Plusmiddelen (een extra subsidiestroom van OCW voor ondersteuning van risicojongeren) is de beschikbaarheid van zogenaamde Time4You voorzieningen uitgebreid. In de begroting 2010 zijn extra middelen uitgetrokken voor scholing van docenten gericht op de invoering van cgo. Daarnaast is onderzoek verricht naar de concrete scholingsbehoefte van docenten in huidige implementatiefase van cgo. De uitkomsten daarvan kunnen worden benut voor de effectieve inzet van scholingsgelden. Huisvesting We kiezen voor kleinschalige, praktijkgerichte locaties in de stad. Kleinschalig in de zin van afgebakende ruimtes waarbinnen theorie en praktijk succesvol zijn geïntegreerd. In de komende jaren zullen we dit soort locaties waar mogelijk verder uitbouwen. Dit past bij het ankerpunt twee: het leren in een betekenisvolle beroepscontext. Een goede verbinding van opleiding en beroep kan ook worden gerealiseerd door locaties te zoeken in de buurt van bedrijven en organisaties waar onze studenten hun stage kunnen vervullen. Voor niveau 1 opleidingen en educatie kijken we ook naar spreiding in de wijken en deelgemeenten, om zo verbinding te leggen met maatschappelijke voorzieningen in de wijk op het gebied van zorg, opvang en welzijn. In de regio‟s kiezen we juist voor brede onderwijslocaties, met een aanbod op alle niveaus, waarbij de verantwoordelijkheid grotendeels op lokaal niveau kan worden genomen. In beleidsplannen is het hoe en wanneer van het aanpassen van de vastgoedstrategie vastgelegd. Ook is er een analyse gemaakt van de mogelijkheden voor co-creatie en cofinanciering van deze strategie.
12
Medezeggenschap Het bestuur is tevreden over alle activiteiten die in 2010 zijn gestart rondom het vergroten van de medezeggenschap in het kader van de invoering van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) in het Albeda College. Naast de reguliere personele vertegenwoordiging is de focus ook nadrukkelijk gericht op studenten en ouders. Doel hierbij is om bij aanvang van 2011 de ondernemingsraad te installeren en in het voorjaar van 2011 de studentenraad. Tevens zullen in 2011 ouderplatforms een positie krijgen. Dit zal in 2011 leiden tot een permanent debat rondom de kwaliteit van het onderwijs. Alle cvb-leden bezoeken regelmatig de branches en spreken daarbij afzonderlijk met zowel studenten, docenten en management. Dit wordt zeer gewaardeerd en het geeft het cvb input voor de besprekingen met de directeuren. Het bestuur denkt overigens met genoegen terug aan de medezeggenschapsraad die in 2010 actief was. Deze heeft zeer constructief met het bestuur samengewerkt. Zij heeft de voorbereiding voor de nieuwe ondernemingsraad verzorgd en samen met ons de randvoorwaarden geformuleerd waaronder deze kan functioneren. In 2010 hebben Albedamedewerkers ook veel andere mogelijkheden gehad om over actuele thema‟s met elkaar in debat te gaan, bijvoorbeeld via Albeda Cafés en diners pensants. Een goed voorbeeld van horizontale kennisdeling. Daar wordt uiteindelijk de student beter van. Bondgenotenstrategie De branches zijn natuurlijk vooral gericht op het geven van goed onderwijs. Maar omdat het Albeda College een belangrijke verantwoordelijkheid voelt richting het werkveld, is er een voordurende interactie met het bedrijfsleven. Zo kunnen we op tijd innovatie in ons onderwijsproces aanbieden en slagen we erin voldoende gekwalificeerde studenten af te leveren. Studenten waar het bedrijfsleven behoefte aan heeft. Dat zal in 2011 worden doorgezet door meer verbintenissen met het bedrijfsleven aan te gaan. Het cvb neemt ook hierin zijn verantwoordelijkheid en is actief binnen vele gremia. Het college van bestuur is tevreden met de opgaande lijn in de resultaten van het onderwijs en zet samen met de directies van de onderwijsbranches de lijnen uit die tot verdere verbetering zullen leiden. We zijn er nog lang niet, maar de ingezette koers wordt gedragen door alle geledingen van de organisatie en zal leiden tot nog meer focus op het onderwijs. Wij gaan ervan uit dat daarmee de uitval van studenten verder zal worden teruggedrongen en dat het Albeda College studenten nog effectiever zal opleiden tot volwaardige burgers met een goed beroepsperspectief. Dat is waarvoor wij het allemaal doen. Anja van Gorsel Marcel Nollen Renata Voss
13
Nevenfuncties cvb-leden 2010 Anja van Gorsel
Lid en voorzitter a.i. (vanaf september 2010) Raad van Commissarissen WSW Lid Commissie Honorering Bestuurders Woningcorporaties (tot juni 2010) Lid Kandidaatstellingscommissie PVDA (tot 26 mei 2010)
Marcel Nollen
Vicevoorzitter Nederlandse Badmintonbond Bestuurslid samenwerkingsverband Healthy Cities Voorzitter stichting Triple A Bestuurslid VVE Rosestraat Rotterdam Lid Raad van Beheer Exploitatie Topsportcentrum Rotterdam B.V.
Renata Voss
Plv. voorzitter Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs Lid Raad van Toezicht Algemeen Pedagogisch Studiecentrum Lid Programmaraad ECBO Lid Sponsorteam Jeugdwerkloosheid SZW Lid Ondersteuningsteam Arbeidsmarktmaatregelen SZW Lid bestuur stichting Rotterdamse Ondernemers Academie Lid bestuur Rotterdam Entrepeneurship Week Lid bestuur Rotterdams Offensief Lid Bestuur The Dutch Alliance
14
1.3 Raad van Toezicht Overeenkomstig de statuten houdt de raad van toezicht (rvt) toezicht op het beleid van het college van bestuur (cvb) en de algemene gang van zaken van de stichting en de met haar verbonden instellingen. De vaste taken van de rvt bestaan onder meer uit het goedkeuren van de strategische keuzes, het goedkeuren van de begroting, jaarrekening en het jaarverslag, beoordelen en bespreken van het accountantsrapport, toezicht houden op het functioneren van het cvb, vaststellen meerjarenplannen, bespreken van de kwaliteit van onderwijs en het toezicht houden op de algemene gang van zaken. Voor het goed kunnen uitoefenen van de geschetste taken van de rvt is het van belang dat de rvt goed geïnformeerd wordt door het cvb. Gesteld kan worden dat de informatievoorziening vanuit het cvb en de algehele samenwerking in 2010 uitstekend is verlopen, zodat de rvt haar rol naar behoren heeft uit kunnen voeren. Nieuwe leden In 2009 kondigde Casper Dickmann aan dat hij uiterlijk in 2010 zou stoppen als lid van de rvt. Hij maakte sinds 2002 deel uit van de rvt van het Albeda College. Als financieel deskundige heeft hij als voorzitter van het Audit Committee een enorme bijdrage geleverd, waarvoor wij hem van harte danken. Zijn vertrek en het feit dat er al een vacature was, heeft ertoe bijgedragen dat de rvt zich in 2010 heeft versterkt met drie nieuwe leden die met ingang van 1 augustus 2010 in functie zijn getreden. In de gezamenlijk met het cvb vastgestelde procedure met betrekking tot het vinden van de geschikte kandidaten, zijn door de rvt profielschetsen opgesteld, rekening houdend met de specifieke kennis, maatschappelijke ervaring en gewenste competenties van de onderscheiden leden. Voor de werving is gebruik gemaakt van een extern bureau en advertenties in landelijke en regionale dagbladen. Belangrijk te vermelden punt hierbij is dat één van de nieuwe leden is geselecteerd en voorgedragen door de centrale medezeggenschapsraad (cmr). De nieuwe leden zijn: Elly van der Vliet, Paul Zevenbergen en Wim van Gelder (op voordracht van de cmr). Jos Elbers heeft besloten zich terug te trekken uit de rvt per 31 december 2010. Commissies De rvt beschikt sinds 2007 over twee commissies, te weten het audit committee en de remuneratiecommissie. Het audit committee verricht in zijn algemeenheid een eerste beoordeling van de financiële stukken en het cvb rapporteert dan ook in eerste aanleg de van belang zijnde financiële zaken aan het audit committee, die door laatstgenoemde commissie worden getoetst en waar nodig van adviezen worden voorzien. Het verslag van de vergaderingen van het audit committee worden integraal in de vergadering van de raad besproken zodat de gehele raad volledig op de hoogte is van de financiële gang van zaken. De werkgeverstaken van de rvt richting het cvb worden door de remuneratiecommissie uitgevoerd. De commissie voert hiertoe de evaluatie- en de functioneringsgesprekken met het cvb en doet voorstellen aan de rvt voor de invulling van vacatures in het cvb, indien die zich voordoen. Op voorstel van deze commissie wordt het honoreringsbeleid vastgesteld. Op 1 januari 2010 is Anja van Gorsel gestart als voorzitter cvb waardoor het cvb is gecompleteerd. De overige leden zijn Marcel Nollen en Renata Voss. Naast de hierboven beschreven commissies beschikt de rvt sinds het najaar van 2010 over een onderwijscommissie, welke commissie zich specifiek richt op onderwijsinhoudelijke aangelegenheden. In 2010 is deze commissie twee keer bijeen geweest, in aanwezigheid van de portefeuillehouder Onderwijs & Kwaliteit (O&K) uit het cvb en de stafdirecteur O&K. Ook de verslagen van deze commissie worden integraal in de raad besproken zodat de raad als geheel haar verantwoordelijkheid kan nemen voor onderwijsinhoudelijke aangelegenheden. Bestuur De Raad heeft op voorstel van het bestuur de portefeuilleverdeling vastgesteld. Er is sprake van een driehoofdig collegiaal college van bestuur met de volgende taakverdeling op hoofdlijnen: 15
Marcel Nollen: Bedrijfsvoering Renata Voss: Onderwijs en Kwaliteit Anja van Gorsel: Strategie en Externe Betrekkingen (voorzitter) Daarnaast zijn zowel de stafdiensten als branches verdeeld over de drie leden zodat er daadwerkelijk sprake is van een brede gezamenlijke overall verantwoordelijkheid van alle drie de leden voor het geheel. Ten aanzien van de honoreringsbeleid heeft de raad de volgende uitgangspunten vastgesteld: Aangesloten wordt op de honoreringsregeling die is vastgesteld voor de BVE sector; Er is sprake van tijdelijke aanstellingen voor de duur van 4 jaar; De leden van het cvb hebben een niet aan de cao gelieerde arbeidsovereenkomst; Er is minimaal één functioneringsgesprek en één beoordelingsgesprek per jaar; In het contract is vastgelegd dat eventueel een extra toelage kan worden verstrekt op basis van expliciete beoordeling van de raad; Voor nevenfuncties dient toestemming aan de raad te worden gevraagd; De declaraties van de leden van het cvb worden één maal per jaar beoordeeld door de voorzitter van de raad. In 2010 heeft Marcel Nollen de opleiding Advanced Management Program aan INSEAD gevolgd te Fontainebleau. In de jaarrekening zijn de exacte gegevens ten aanzien van de honorering opgenomen. Corporate Governance De rvt heeft ook in 2010 de nodige tijd en aandacht besteed aan de corporate governance. Dit heeft er mede toe geleid dat de statuten en het bestuursreglement zijn geactualiseerd en wel vooral rekening houdend met de richtlijnen uit de branchecode over bestuur Goed bestuur in de Bve-sector, een en ander in overleg met het cvb en de centrale medezeggenschapsraad (cmr). Dit heeft er op hoofdlijnen toe geleid dat: in de nieuw vastgestelde statuten en het bestuursreglement is vastgelegd dat de cmr een voordracht kan doen voor de benoeming van één lid rvt de vergoeding van de leden rvt is vastgesteld overeenkomstig de richtlijnen van de laatste versie “De honorering van leden van de rvt van mbo-instellingen” de rvt een accountant aanwijst die de jaarrekening onderzoekt, het cvb de rvt goedkeuring vraagt omtrent onderlinge taakverdeling, majeure beslissingen en strategisch beleid dat de rvt in het jaarverslag verantwoording aflegt over de uitvoering van zijn taken. In dit kader is het van belang te vermelden dat de rvt vanaf 2011 in ieder geval twee keer per jaar een informatieve vergadering belegt met de ondernemingsraad. Teneinde in het licht van de corporate governance gelijke tred te houden met de actualiteit, heeft een aantal leden van de rvt namens het Albeda College vergaderingen bijgewoond van het Platform Raden van Toezicht. Hiermee weet de rvt zich direct betrokken bij de actuele ontwikkelingen op het terrein van de governance. De raad heeft in het verslagjaar meerdere malen onderwerpen besproken die de governance van de onderneming raken zoals: belangenverstrengeling (zo nodig zijn leden niet bij specifieke onderwerpen betrokken geweest), nevenfuncties, bespreking eigen functioneren en beoordeling van het bestuur. Vergaderingen In het verslagjaar 2010 heeft de rvt zes keer formeel vergaderd in aanwezigheid van het cvb en drie keer zonder. Ook is het audit committee zes keer bij elkaar geweest om de financiële
16
ontwikkelingen te monitoren. De remuneratiecommissie heeft gesprekken gevoerd met de onderscheiden leden van het Cvb en de (nieuwe) Onderwijscommissie is twee keer bijeen geweest teneinde te praten over onderwijsinhoudelijke aangelegenheden de organisatie betreffend. De rvt heeft in 2010 één keer met de cmr vergaderd. De voorzitter van de rvt heeft meermaals gesproken met het dagelijks bestuur van de cmr. Tot slot valt hierbij te vermelden dat de voorzitter van de rvt en de voorzitter cvb elkaar met regelmaat hebben gesproken. Naast deze formele momenten is er in 2010 op meerdere momenten informeel contact geweest met de directeuren van het Albeda College. Op deze wijze heeft de raad ook zicht op het echelon onder het cvb. De raad heeft naar aanleiding van het goedkeuren van de jaarrekening 2009 overleg gevoerd met de accountant die daarvoor tijdens een reguliere vergadering in juni aanwezig was. De raad meent dat zij door deze diversiteit aan mogelijkheden om informatie te verkrijgen haar verantwoordelijkheid als Intern Toezichthoudend Orgaan op een volwaardige manier kan invullen. Zij verheugt zich op het moment dat ook de studentenraad formeel in positie is. Strategische koers Al in 2009 vingen de gesprekken met het cvb aan betreffende de strategische koers die de organisatie vanaf 2010 wenst te gaan varen. In de zomer van 2010 werd de Beleidsnota Ruim baan voor goed beroepsonderwijs gepresenteerd tijdens de jaaropening. Vanuit de adviserende rol, die de rvt eveneens is toebedeeld, is de rvt nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van deze strategische beleidnota. In deze nota staat de visie vervat van het Albeda College op de positie van het college in Rotterdam Rijnmond - in verbinding met onze bondgenoten - en wordt de wijze geschetst waarop de doelen moeten worden gerealiseerd. De nota gaat uit van de reeds eerder vastgestelde kernwaarden en ankerpunten wat door de raad is onderschreven. Er zijn vier belangrijke doelstellingen geformuleerd waar de organisatie zich vanaf de zomer 2010 op is gaan richtten: De basis op orde (onderwijstijd, vakkundige docenten en voorzieningen) Een kans moet ook een echte kans zijn! (alle studenten die binnen komen moet in staat zijn een diploma te behalen) De relatie met onze bondgenoten en vooral het bedrijfsleven, moet worden versterkt op alle niveaus Een professionele organisatie Deze vier onderwerpen zijn zoals gezegd richtinggevend voor de organisatie. De rvt heeft kennis genomen van de uitvoeringsagenda en de daaraan gelieerde managementcontracten en volgt het proces met grote belangstelling. De raad adviseert gevraagd en ongevraagd. Ontwikkelingen 2010 In 2010 heeft een aantal ontwikkelingen plaatsgevonden die hier bijzondere aandacht verdienen. In de eerste plaats de ontwikkelingen binnen de branche Educatie. Doordat grote aanbestedingstrajecten met betrekking tot vooral de inburgering niet werden binnengehaald, was het college genoodzaakt een sociaal plan overeen te komen met de verschillende bonden. Eind 2010 is dit plan van kracht geworden, met als gevolg dat veel medewerkers van deze branche elders binnen of buiten de eigen organisatie emplooi dienden en dienen te vinden. Op 1 mei 2011 zal de gedwongen fase van het sociaal plan ingaan, wat naar verwachting helaas zal leiden tot gedwongen ontslagen. Naast alle positieve ontwikkelingen is dit een spijtige, zowel voor de medewerkers als voor de raad.
17
Veel aandacht is er wederom besteed aan het Rotterdams Offensief. Een Rotterdams initiatief waarin ook het Albeda College actief participeert, met als doel het realiseren van wijk- en vakscholen voor jongeren en het terugdringen van het vroegtijdig schoolverlaten. Een ontwikkeling waarbij inmiddels ook meerdere vo-scholen zich hebben aangesloten en die in 2011 zal gaan leiden tot de oprichting van een coöperatieve vereniging. In 2010 is door de raad geadviseerd ten aanzien van het bestuursakkoord dat over deze onderwerpen met de gemeente Rotterdam gaat worden gesloten. Verder is er in 2010 een groot Europees aanbestedingstraject afgerond ten behoeve van de optimalisering van de ict. Het audit committee is zeer nauw betrokken geweest bij deze aanbesteding aangezien statutair is bepaald dat bij een zo grote omvang van de bestedingen de raad expliciet goedkeuring dient te geven. Die goedkeuring is door ons verstrekt. Ondanks het feit dat het Albeda College zich bevindt in een roerige omgeving en in een tijdgewricht dat zich kenmerkt door een economische recessie, zijn de resultaten van het onderwijs goed te noemen. Niet onvermeld kan blijven dat de VSV-cijfers wederom een positiever resultaat laten zien, met als gevolg dat het college hiervoor inmiddels complimenten heeft ontvangen van de minister van OCW. Tijdens de reguliere vergaderingen is voor het overige ruim aandacht besteed aan de formele documenten zoals jaarverslag, jaarrekening en begroting. Daarnaast is de raad gesprekspartner geweest op de volgende belangrijke onderwerpen: Organisatieontwikkeling waarbij aandacht voor het verminderen van het aantal lagen in de organisatie en het verleggen van de verantwoordelijkheid naar een lager niveau; Besteding van de Plasterkgelden om de kwaliteit van het docentenkorps te verhogen; Verbeteren onderwijskwaliteit en terugdringen vroegtijdig schoolverlaten; Bespreking inspectierapporten en bezoeken; Bespreking ontwikkelingen op landelijk niveau en adviezen MBO Raad; Ontwikkelingen in de regio; Ontwikkelingen huisvesting (o.a. Topsportcentrum en renovatie Schiedamseweg); Invoering WOR; Samenwerking Hogeschool Rotterdam en Zadkine (mede in het licht van de doelmatigheidsdiscussie) Rest mij tot slot dank te zeggen aan het cvb voor de goede en constructieve samenwerking en verder aan het voltallige personeel van het Albeda College. De rvt is blij met de ambitieuze koers die is ingezet en de voortvarende aanpak van het cvb. Snel veranderende regelgeving en de opgelegde bezuinigingen trekken een stevige wissel op grote onderwijsorganisaties als het Albeda College. De rvt is heel tevreden over de wijze waarop het cvb hierop acteert. Klaas Groenendijk (voorzitter)
18
Vergoedingen De leden van de Raad van Toezicht ontvangen een passende vergoeding conform de richtlijnen als hiervoor aangegeven. Deze vergoeding bedroeg in totaal voor de 8 leden in 2010 (drie nieuw en één vertrekkend) EUR 45.750,= in 2010. De totale vergoeding per persoon was als volgt: Klaas Groenendijk (voorzitter): EUR 9.500,= Jos Elbers (vice voorzitter): EUR 8.250,= Margriet Drijver (lid): EUR 7.000,= Jan van Merwijk (lid): EUR 7.000,= Elly van der Vliet (lid): EUR 3.000,= Paul Zevenbergen (lid): EUR 3.000,= Wim van Gelder (lid): EUR 3.000,= Casper Dickmann (lid): EUR 5.000,= Samenstelling rvt Samenstelling raad van toezicht per 1 januari 2010: Klaas Groenendijk (voorzitter) Jos Elbers (vice voorzitter) tot 1 januari 2011 Casper Dickmann (lid) – tot 1 september 2010 Margriet Drijver (lid) Jan van Merwijk (lid) Elly van der Vliet (lid) – vanaf 1 augustus 2010 Wim van Gelder (lid) – vanaf 1 augustus 2010 Paul Zevenbergen (lid) – vanaf 1 augustus 2010 Audit committee: Casper Dickmann – tot 1 september 2010 Jan van Merwijk Elly van der Vliet – vanaf 1 september 2010 Remuneratiecommissie: Margriet Drijver Jos Elbers tot 1 januari 2011 Onderwijscommissie Wim van Gelder – vanaf 1 september 2010 Paul Zevenbergen – vanaf 1 september 2010 Jos Elbers – vanaf 1 september 2010 tot 1 januari 2011 De rvt wordt ondersteund in haar werkzaamheden door een secretaris. Hoofd- en overige nevenfuncties leden rvt: Klaas Groenendijk: Hoofdfunctie: Directeur/grootaandeelhouder van Binnenmaas Groep B.V. Barendrecht Nevenfuncties: Gemeenteraadslid Barendrecht Lid Raad van Commissarissen Rabobank Ridderkerk Midden-IJsselmonde Lid Algemeen Bestuur Samenwerkingsverband Midden-IJsselmonde (OMMIJ) Afgevaardigde Amateurvoetbal KNVB te Zeist tot 30 november 2010 Voorzitter Stichting Amateurvoetbal te Barendrecht
te
19
Casper Dickmann: Hoofdfunctie: CFO Hamer Houdstermaatschappij B.V. te Hendrik Ido Ambacht Nevenfuncties: Lid Raad van Toezicht stichting Thuiszorg Rotterdam Lid Raad van Commissarissen Koninklijke Wijma B.V. te Kampen Voorzitter Bestuur stichting Enviu te Rotterdam
Margriet Drijver: Hoofdfunctie: Bestuurder Com·wonen Rotterdam Nevenfuncties: Lid Raad van Commissarissen K+V interimmanagement Veenendaal Lid Raad van Toezicht Stichting Thuis op Straat (TOS) tot 21 april 2010 Lid Bestuur Vernieuwing Bouw Zoetermeer Lid Bestuur Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten Hoevelaken Lid Algemeen Bestuur Aedes tot 1 december 2010 Hilversum Lid Dagelijks Bestuur Aedes tot 1 oktober 2010 Lid Bestuur Nirov Rotterdam Jan van Merwijk: Hoofdfunctie: Directeur stadion Feijenoord N.V. Nevenfuncties: Lid Raad van Toezicht Stichting De Jodan Boys te Gouda Bestuurslid Goudse Mixed Hockey Club tot 30 juni 2010 Inkomend voorzitter Rotaryclub Gouda-Bloemendaal Jos Elbers: Hoofdfuncties: Consultant Capgemini Consulting Nederland tot 31 december 2010 Adviseur Inholland Den Haag, tot 31 december 2010 Nevenfuncties: Lid Raad van Commissarissen QuaWonen Woningcorporatie Krimpenerwaard Lid Bestuur Rotterdam Media Fonds Rotterdam Voorzitter Bestuur Rutger Hauer Film Factory Rotterdam Lid Raad van Commissarissen Avantage Rotterdam tot 31 december 2010 Lid Bestuur Pincoff‟s Studie Fonds Rotterdam Voorzitter Bestuur Afdeling D66, Rotterdam tot 25 november 2010 Wim van Gelder: Hoofdfunctie: Consultant Beroepsonderwijs Nevenfuncties: Lid Raad van Toezicht Axioncontinu Utrecht Voorzitter Bestuur COSBO-stad Utrecht Paul Zevenbergen: Hoofdfunctie: Voorzitter college van bestuur IJsselgroep Educatieve Dienstverlening en Opleiding Nevenfuncties: Voorzitter Raad van Advies GEN Group B.V. Utrecht President-Commissaris SOCV B.V. Lid van het curatorium Zijlstra Center
20
Lid Raad van Commissarissen Schilder‟s COOL Lid van het curatorium Marnix Gymnasium Rotterdam
Elly van der Vliet: Hoofdfunctie: Directeur Vereniging Zorgboulevard Rotterdam Nevenfuncties: Lid Raad van Toezicht Arduin Middelburg Lid Raad van Toezicht GGZ Delfland
1.4 WOPT (Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens) De verplichting voortkomend uit de in het verleden tot stand gekomen overeenkomst tussen de raad van toezicht en Piet Boekhoud, voormalig voorzitter van het college van bestuur, is in 2010 geëffectueerd middels een afstorting van ad EUR 381.320,= ten behoeve van een pensioenvoorziening van laatstgenoemde. Genoemd bedrag is reeds in de jaarrekening van 2007 als voorziening opgenomen en in het jaarverslag 2007 gemeld.
1.5 Centrale medezeggenschapsraad In het Albeda College vindt de medezeggenschap daar plaats waar de besluiten worden genomen. De centrale medezeggenschapsraad (cmr) is in gesprek met het college van bestuur, de deelmedezeggenschapsraden met de branchedirecteuren, met als doel de belangen van medewerkers en studenten zo goed mogelijk te behartigen. Naast gesprekken met het cvb overlegt de cmr ook met de raad van toezicht, onder andere in het kader van de Governance Code. Daarnaast is het dagelijks bestuur van de cmr als toehoorder aanwezig bij de overleggen met de vakbonden in het instellingsgeorganiseerd overleg (IGO) en participeert het in het grootstedelijk overleg (GSO). Het dagelijks bestuur bestond uit de heren Van Dam en Van ‟t Hof. In 2010 heeft de cmr het vanaf 2009 ingezette werkgroepmodel gecontinueerd. Er zijn vier werkgroepen: onderwijs, personeel, organisatie en financiën. Elke werkgroep adviseert de gehele cmr. De werkgroepen hebben hierover contacten met relevante bestuursleden en/of stafdirecteuren. De cmr is mede door de komst van een ambtelijk secretaris, mevrouw Van Hooydonk, professioneler geworden. 2010 was voor het Albeda College een jaar van consolidatie, waarin bezuinigingsmaatregelen nog verder werden uitgewerkt. De cmr vindt dat er meer geld beschikbaar moest komen voor onderwijs. Naast een visie op onderwijsontwikkeling werd vastgoed efficiënter gebruikt. Beide elementen kwamen terug in het Strategisch plan Vastgoed. Verder was 2010 een jaar van veranderingen, die hieronder worden besproken: Ruim baan voor goed beroepsonderwijs De cmr heeft in het voortraject van de totstandkoming van de beleidsnotitie Ruim baan voor goed beroepsonderwijs enkele malen verkennend met het cvb gesproken over de toekomst van het Albeda College. Ook is het document ter advisering voorgelegd aan de cmr. Verandering van de organisatie In 2010 is er een start gemaakt met het wijzigen van het functiebouwwerk, waardoor het voor docenten mogelijk is om door te groeien naar salarisschaal LC. De cmr volgt dit proces en stuurt waar nodig bij om een juiste mix van LC- en LB-docenten te krijgen. Ook de topstructuur zal veranderen: de functies van teamleider en onderwijsmanager verdwijnen, die van onderwijsleider en adjunct-directeur zijn nieuw. Onderwijsleiders zullen in relatie tot teamleiders meer managementverantwoordelijkheden krijgen, waarin zij ondersteund moeten worden door voldoende LC-docenten. Adjunct-directeuren krijgen een takenpakket
21
dat meer nadruk legt op extern beleid. Samen met de branchedirecteur gaan zij integraal personeelsbeleid voeren. Er wordt gestreefd naar een plattere organisatie, waarbij de besparingen wat de cmr betreft terug moeten vloeien naar het onderwijs. Educatie De raad was betrokken bij het businessplan voor de branche Educatie, wat heeft geleid tot het samenvoegen van de branches Toeleiding, Inburgering en Re-integratie & Employability. In het businessplan is de doorstart van het contractonderwijs en de inburgering geregeld. Het beroepsonderwijs is overgedragen aan de beroepsbranches. Verdere afbouw van de branche Educatie in 2011 is helaas nodig om te komen tot een kleine, maar stevige vaste kern die recht doet aan de vraag vanuit de markt. Daarom is er met de vakbonden in het IGO een sociaal plan opgesteld dat in 2011 wordt uitgevoerd. Docenten In 2010 heeft de cmr bij het cvb aangedrongen op meer aandacht voor de docent. De cmr vond dat er vooral budget vrij gemaakt moest worden voor de startende docent. Nieuwe collega‟s moeten worden behouden voor het onderwijs, wat volgens de cmr onder andere bereikt kan worden door starters in het begin minder lessen te laten verzorgen en voldoende professionele coaching door collega‟s te geven. Onderwijsteams De cmr vindt dat onderwijsteams beter gefaciliteerd moeten worden bij de invoering van CGO. De implementatie van het vrije model taakbeleid draagt bij aan meer zeggenschap van het team over de eigen werkzaamheden. Tenslotte zal in 2011 de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) van kracht worden, waarin naast het ondernemingsraadmodel voor de medewerkers ook een studentenraad verplicht is en aan ouders de gelegenheid wordt geboden zich te verenigen in een ouderraad.
Figuur 2: Samenstelling centrale medezeggenschapsraad per 1 januari 2010
Naam
Branche
Dhr. M. van Dam (voorzitter)
Techniek
Dhr. M. J. A. van 't Hof (plaatsvervangend voorzitter)
H&C
Mw. T. Meijerink
Educatie
Dhr. N. H. J. Bloemendal
S&A
Dhr. G.T.R. Klijberg
LS&E
Dhr. P. Simons
Gezondheidszorg
Dhr. G. A. Huurman
H&T
Dhr. A. Goudriaan
Centraal
Mw. M. T. Flinkerbusch
W&O
Dhr. A. G. Blok
Gezondheidszorg
Dhr. P. den Turk
Business Services
Dhr. P.G. Baris
AKA
Mw. J.C. van de Drift - van de Hee
SSC
Mw. J. Hoek
Educatie
22
1.6 Veiligheid en klachten Ons veiligheidsbeleid sluit aan op de onderwijsvisie. De basis hiervan is naast de ontwikkeling van normen en waarden en sociale competenties, een sociale binding van de student met onze school. Intensieve samenwerking met zorginstellingen en ouders is van groot belang voor de veiligheid op onze locaties. Onderdeel van het veiligheidsbeleid is het beleid rond klachten.
1.6.1 Veiligheid Protocollen Veiligheid In 2010 is het handboek Veiligheid, inclusief het calamiteitenplan, geactualiseerd. Met het van start gaan van dit vernieuwde handboek is er ook een Albeda-breed veiligheidsoverleg ingericht met als doel kennis en inzichten op dit terrein te delen. Het Albeda College is overgegaan op een nieuw incidentenregistratiesysteem: Iris+. In 2010 zijn enkele pilots uitgevoerd, waarna het in 2011 definitief wordt ingevoerd. Incidenten Naast ehbo-incidenten zijn in 2010 42 veiligheidsincidenten geregistreerd, variërend van onheuse bejegening van medewerkers en diefstal tot vechtpartijen tussen studenten onderling. Naar aanleiding hiervan is in twee gevallen in opdracht van het College van Bestuur een intern onderzoek gestart. In 2010 heeft op alle locaties een ontruimingsoefening plaatsgevonden. Waar nodig zijn procedures aangepast. Risico-inventarisatie en – evaluatie De Risico Inventarisatie & - Evaluatie (RI&E) geeft inzicht in de veiligheids- en gezondheidsrisico‟s die medewerkers van het Albeda College lopen tijdens de uitvoering van hun dagelijkse werkzaamheden. Dit overzicht is vastgelegd in een rapportage en plan van aanpak op locatieniveau waarin onder andere de aandachtspunten en verbetermaatregelen worden beschreven. In de periode 2009/2011 is voor iedere locatie van het Albeda College een RI&E, inclusief plan van aanpak, opgemaakt met diverse verbeter- en beheersmaatregelen. Vooral op het gebied van binnenklimaat, gevaarlijke stoffen en arbeidsmiddelen/machineveiligheid heeft dat geleid tot onder andere betere registraties en verdiepend onderzoek. Op diverse locaties is gewerkt aan het verbeteren van zaken als de arbeidsomstandigheden door bijvoorbeeld aanpassing van vluchtwegsignalering, de opslag van gevaarlijke stoffen, het wegwerken van loshangende snoeren, het vastzetten van magazijnstellingen en de verbetering van de ergonomie van de werkplekken. De RI&E is een dynamisch en continu proces. Nieuwe inzichten, verbouwingen, herinrichting, maar ook strengere normen en aanpassing van weten regelgeving leiden zo nodig om aanpassing en actualisatie van de RI&E. Aanvalsplan Alcohol&Drugs Samen met de gemeente Rotterdam en de GGD hebben Albeda en Zadkine december 2010 het Aanvalsplan tegen alcohol en drugs gelanceerd, met als doel daaraan gerelateerde voortijdige schooluitval terug te dringen. Onderdeel hiervan is een zero-tolerance beleid in en om de school, voorlichting aan studenten en medewerkers, samenwerking met ouders en veiligheidscertificering van de onderwijslocaties van de twee roc‟s. Wat doen we in 2011? Samen met de locatiemanagers, de leden van de arbocommissie en de partners van het veiligheidsoverleg houden we continue de vinger aan de pols en zullen we er voor zorgen dat ook de komende schooljaren het onderwerp veiligheid en arbeidsomstandigheden op de agenda staat. Op het daadwerkelijk registreren van incidenten zal worden toegezien. De verschillende instrumenten van het Aanvalsplan Alcohol &Drugs zullen worden uitgewerkt.
23
1.6.2 Klachten In 2010 zijn 35 klachten bij het cvb ingediend. De bezwaren waren in gelijke mate gericht tegen de organisatie van het onderwijs, verwijdering en een negatief bindend studieadvies. Er zijn geen klachten ingediend betreffende discriminatie. Een deelnemer kan tegen een besluit van de branchedirecteur in beroep gaan bij het cvb. Bezwaren tegen besluiten die gerelateerd zijn aan het studentenstatuut legt het cvb voor aan de Interne Geschillencommissie Studenten. Interne Geschillencommissie Studenten Deze commissie adviseert het cvb over de afhandeling. Deze commissie bestaat uit een onafhankelijke vertegenwoordiger uit het onderwijs, een deskundige van juridische zaken en een onafhankelijke interne voorzitter van de stafdienst Onderwijs & kwaliteit. Aan deze commissie zijn in 2010 twee klachten voorgelegd. De bezwaren zijn geheel of gedeeltelijk gegrond verklaard en in overeenstemming met het advies van de commissie afgehandeld. In 2011 zal de werkwijze en de samenstelling van de commissie worden gewijzigd. Interne Geschillencommissie Medewerkers Voor medewerkers is er de Interne Geschillencommissie. Deze commissie behandelt onder andere klachten die voortvloeien uit de interpretatie van de CAO, de jaartaak en FUWA. De commissie bestaat uit een vertegenwoordiging op voordracht van de werkgever en de centrale medezeggenschapsraad en wordt voorgezeten door een externe voorzitter. De Interne Geschillencommissie heeft in 2010 nog drie lopende zaken van 2009 afgehandeld en tevens een aantal bezwaarschriften ontvangen. Voor drie bezwaarschriften was de commissie conform voorschrift van het vigerende reglement niet bevoegd om de bezwaren in behandeling te nemen. De resterende drie bezwaarschriften zijn door de Interne Geschillencommissie in 2010 afgehandeld. Bureau Vertrouwenspersonen Naast het afhandelen van klachten bestaat het werk van de vertrouwenspersonen uit het adviseren van de eerste lijn, het geven van voorlichting en het gevraagd en ongevraagd adviseren op het gebied van ongewenst gedrag. Ook in 2010 was er een lichte stijging in het aantal klachten zichtbaar tot in totaal 57 in 2010. In 2008 waren er 45 en in 2009 54 klachten. Deskundigheidsbevordering was een belangrijke prioriteit. Twee vertrouwenspersonen zijn begonnen met een opleiding tot mediator. Wat doen we in 2011? Een centraal registratiesysteem is van groot belang. Vanaf januari 2011 maken de vertrouwenspersonen daarom gebruik van het centrale registratiesysteem IRIS+. In 2011 wordt een onderzoek verricht naar pesten onder studenten van het Albeda College. Verder wordt er een gedragscode vastgesteld en mediation meer structureel ingevoerd. Ook zal verder worden gewerkt aan de bekendheid van Bureau Vertrouwenspersonen. Externe Commissie Ongewenst Gedrag Deze commissie behandelt klachten over ongewenst gedrag waaronder discriminatie, en seksuele intimidatie. Bij de commissie is in oktober 2010 een klacht binnengekomen. Dit betrof intimidatie, discriminatie en pesten van een docent door een manager. Ook in deze zaak zijn klager, aangeklaagde en getuigen gehoord. Op 14 december 2010 zijn de bevindingen gerapporteerd aan het college van bestuur met als slotsom van de commissie dat de klacht op alle onderdelen ongegrond was.
24
In de vergadering van november 2010 is de klachtenbehandeling door de commissie besproken en is eveneens vastgesteld dat het Reglement aanpassing behoeft, vooral wat betreft de procedure, termijnen en terminologie. Aan de afdeling Juridische Zaken is verzocht om hiervoor een voorstel te doen.
25
Hoofdstuk 2 Onderwijs & Kwaliteit 2.1 Ruim baan voor de kwaliteit van ons onderwijs Studenten hebben recht op onderwijs van een hoogwaardige kwaliteit. Dat betekent vakbekwame en inspirerende docenten, een veilige leeromgeving en dat leren op school en in de beroepspraktijk op elkaar afgestemd zijn. We houden vast aan de brede toegankelijkheid, maar tegelijk moeten kansen die we onze studenten willen geven wel échte kansen zijn. Dat stelt hoge eisen aan ons intake-, plaatsings- en doorstroombeleid. Het percentage risicojongeren met uiteenlopende en complexe problemen in de regio Rijnmond is hoog (44,7 %). Dit maakt onze taakstelling uitdagend en van groot maatschappelijk belang. Uit een benchmark in opdracht van de G4-ROC‟s van Rotterdam, Den Haag, Amsterdam en Utrecht blijkt dat het aandeel risicostudenten in de totale studentenpopulatie bij de G4 roc‟s ruim twee keer zo groot is (38%) als bij de overige roc‟s (18%). De 'grootste' risicogroep voor schooluitval vormen vmbo-studenten zonder diploma die wonen in APC (armoedeprobleemcumulatie)-gebieden. Binnen de G4-roc‟s is deze groep ruim drieënhalf keer groter dan bij de overige roc‟s. Kijken we binnen de G4 dan zien we dat bijvoorbeeld het aantal huishoudens met een laag opleidingsniveau in een APC-gebied in Rotterdam bijna twee keer zo groot is dan in de andere grote steden. Figuur 3: Percentage huishoudens met een laag opleidingsniveau in APCgebieden. APC-gebied G4 gemiddeld Rotterdam Den Haag Utrecht Amsterdam
Percentage huishoudens opleidingsniveau 30,3% 44,7% 34,4% 21,3% 20,7%
met
laag
Binnen deze context streeft het Albeda College naar onderwijs van hoge kwaliteit. De kansen en mogelijkheden van onze studenten zijn daarbij het vertrekpunt.
2.1.1 Hoe weten we of de kwaliteit van ons onderwijs op orde is? We doen regelmatig onderzoek. Zo bekijken we elk jaar of onze opleidingen voldoen aan de wettelijke eisen rondom klokuren, voeren we interne audits uit naar de kwaliteit van de examens en monitoren we afhandeling van de klachten van studenten en werknemers. Verder toetsen de kwaliteit van onze opleidingen regelmatig aan de hand van een aantal gegevens: de opbrengsten in termen van diploma’s, het aantal jongeren dat de school verlaat zonder startkwalificaties, de resultaten van de tevredenheidonderzoeken (van studenten, werknemers en bedrijven). 2.1.2 Goed onderwijs is meer dan alleen rendement De ultieme manier om te zien of we als school succesvol zijn is gelijkblijvende of groeiende instroom en rendementen in de vorm van meer diploma‟s en minder uitvallers. Goede resultaten in termen van diploma‟s staan niet vanzelfsprekend gelijk aan goed onderwijs geven. In de kern wordt de kwaliteit van ons onderwijs bepaald door de kwaliteit van de pedagogisch-didactische relatie tussen docenten en studenten. Kwaliteit is daarmee geen statisch begrip. Het gaat erom dat we in een
26
continue en open proces met elkaar bepalen welke (basis)kwaliteit we binnen het Albeda willen realiseren. Mits verstandig gehanteerd zijn resultaten wat ons betreft wel een indicatie van goede kwaliteit. In 2008-2009 lag ons jaarresultaat (aantal gediplomeerden per jaar, vooropleiding bekend) op 60,19 %. Landelijk was dit 66,2%. In 2010 hebben we het rendement verder kunnen verbeteren, door het terugdringen van de uitval op alle niveaus (zie par. 2.2.1), met uitzondering van een (lichte) daling op niveau 3. Albeda-breed lagen de resultaten voor niveau 2 en 4 in 2008-2009 (licht) boven de (landelijke) norm van de inspectie. Voor het schooljaar 2009-2010 moeten deze normen nog worden bepaald.
Figuur 4: Overzicht jaarresultaten per branche, per niveau JAARRESULTAAT BRANCHE
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Totaal in % in % in % in % in %
AKA
- Schooljaar 09-10 - Schooljaar 08-09
45,0%
45,0%
56,4%
56,4%
Business Services
- Schooljaar 09-10 - Schooljaar 08-09
0,0%
52,1%
53,1%
69,8%
54,2%
0,0%
53,7%
67,9%
77,6%
60,1%
69,9%
88,8%
74,8%
69,4%
76,0%
57,0%
77,9%
76,4%
65,1%
70,7%
83,3%
65,4%
59,7%
60,4%
62,1%
82,6%
58,7%
41,1%
53,0%
52,7%
55,6%
43,1%
55,0%
69,8%
54,2%
61,5%
57,6%
53,3%
68,1%
58,6%
100,0%
65,2%
61,1%
65,1%
63,9%
46,2%
55,7%
58,7%
65,6%
58,7%
3,8%
48,3%
50,0%
72,5%
56,6%
5,9%
42,5%
31,6%
64,7%
48,7%
66,8%
61,7%
89,4%
72,3%
68,6%
55,4%
51,7%
81,4%
69,0%
61,8%
73,2%
57,0%
75,7%
68,1%
70,5%
64,2%
76,5%
70,1%
Gezondheidszorg
- Schooljaar 09-10 - Schooljaar 08-09 Handel & Commercie
- Schooljaar 09-10 - Schooljaar 08-09 Horeca & Toerisme
- Schooljaar 09-10 - Schooljaar 08-09 Lifestyle, Sport & Entertainment
- Schooljaar 09-10 - Schooljaar 08-09 Secretarieel & Administratie
- Schooljaar 09-10 - Schooljaar 08-09 Techniek
- Schooljaar 09-10 - Schooljaar 08-09 Welzijn & Onderwijs
- Schooljaar 09-10 - Schooljaar 08-09
27
JAARRESULTAAT ALBEDA
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Totaal in % in % in % in % in %
- Schooljaar 09-10 - Schooljaar 08-09
51,8%
62,8%
62,1%
69,2%
60,23%
48,0%
57,2%
62,5%
65,7%
60,19%
JAARRESULTAAT NORM INSPECTIE
Niveau 1 in %
Niveau 2 in %
Niveau 3 in %
Niveau 4 in %
- Schooljaar 09-10 - Schooljaar 08-09
nnb
nnb
nnb
nnb
60,7%
56,5%
65,3%
64,2%
Bron: AMC - De rendementen volgens de methode van DUO CFI
Tevredenheidonderzoek studenten (DTO) Jaarlijks wordt onder studenten van het Albeda College de tevredenheid gemeten op aspecten zoals voorlichting en intake, onderwijs en onderwijsvoorzieningen, hulp en begeleiding, klachtenafhandeling en veiligheid, doorstroom naar werk en/of vervolgopleiding. Voor alle vragen uit het DTO is de tevredenheidsnorm gesteld op 70%. Net als vorig jaar is de respons op het DTO toegenomen. 11.232 studenten van het Albeda College hebben deelgenomen. Dat was 71% van het aantal klassen, een toename van 11%. Het gemiddelde rapportcijfer voor de opleidingen in 2010 is een 6,4. Vorig jaar was dat nog een 6,6. Een deel van de daling van de tevredenheid ligt op organisatorisch niveau: organisatie van de lessen en het lesrooster. Ook is de tevredenheid over de digitale leeromgeving en bruikbaarheid van leermiddelen afgenomen. De grootste daling is bij de tevredenheid van laatstejaars studenten over de begeleiding naar werk of een vervolgopleiding. Evenals vorig jaar zijn studenten tevreden over de voorlichting en de intake en het niveau van de opleiding. De studenten voelen zich veilig en gerespecteerd binnen het Albeda College. Ze zijn tevreden over de geboden zorg (extra les, hulp of maatschappelijk werk). Ook als de studenten maatwerk krijgen of informatie over een eigen bedrijf gekregen hebben, zijn ze hierover tevreden. De studenten zijn over het algemeen ook tevreden over de BPV en de toetsing. De voorbereiding op de BPV en de organisatie van de toetsing zijn echter wat betreft de studenten voor verbetering vatbaar. Verder zijn de studenten tevreden over de begeleiding door de mentor en vinden dat de docenten genoeg weten van het beroep. De leermiddelen zijn goed bruikbaar en de praktijk is goed herkenbaar in de lessen. De studenten zijn bovendien tevreden over de informatie over rechten en plichten. De uitkomsten van de DTO‟s zijn op teamniveau beschikbaar, omdat daar de verbeteringen moeten plaatsvinden. Klachten Naast de tevredenheidonderzoeken kent het Albeda College een aantal specifieke klachtenregelingen voor studenten, medewerkers en externe partijen. In eerste instantie wordt een klacht die is ingediend bij het cvb voor afhandeling teruggelegd bij de directeur van de organisatorische eenheid waar de klacht tegen gericht is. De afhandeling wordt gemonitord door de stafafdeling Onderwijs & Kwaliteit in het geval van studenten en door de afdeling hrm in geval van medewerkers. Deze stafdiensten onderzoeken ook of de klacht naar tevredenheid van de klager is afgehandeld.
28
2.1.3 Voortijdig schoolverlaten Het Albeda College heeft in december 2007 het convenant Voortijdig schoolverlaten (VSV) getekend. Centraal in het tegengaan van voortijdig schoolverlaten staan persoonlijke aandacht en het verzuimbeleid. Het tegengaan van voortijdig schoolverlaten kreeg ook in 2010 veel aandacht. Ruim 2.800 studenten die twijfelden of zij wilden doorgaan met de opleiding, werden begeleid door het Trajectbureau. Hiervan heeft 57% de studie voortgezet, al dan niet in combinatie met werk. Het aantal VSV„ers daalde bij het Albeda College in 2009-2010 tot 11,4%. Dit is een afname met 25% ten opzichte van 2005-2006. Daarmee behoort het Albeda College tot de koplopers van de G4-ROC‟s wat betreft terugdringen uitval. Figuur 5: Doelstelling en realisatie reductie VSV vanaf het peiljaar ‘05/’06
Wat doen we om VSV terug te dringen? Om voortijdig schoolverlaten terug te dringen hebben we het verzuimbeleid aangescherpt, zorgen we voor een dekkende zorgstructuur en investeren we in doorlopende leerwegen vanaf het vmbo. Vanaf 2007-2008 zien we dat de voortijdige schooluitval langzaam maar gestaag daalt. Onze inzet is om deze daling in de komende jaren door te zetten, ook al bereiken we langzaamaan de harde kern, die als gevolg van de meervoudige problematiek waarin sommige groepen jongeren verkeren, voor ons als school niet altijd meer bereikbaar is. Aanscherpen verzuimbeleid In 2010 heeft het Albeda College het verzuimbeleid aangescherpt. Samen met Zadkine is er een website ontwikkeld: www.waarwasje.nu voor de implementatie van het in de regio Rijnmond ontwikkelde verzuimprotocol. Het digitaal melden van ongeoorloofd verzuim heeft brede bekendheid gekregen bij de onderwijsteams: in 2009 meldden opleidingen 1.226 keer ongeoorloofd verzuim via het digitale verzuimloket van de IB-groep/DUO. In 2010 is dit ruim verdubbeld tot 2.519 meldingen. In 2010 is extra gestuurd op verbetering van de protocollen voor intake en 29
plaatsing, en op de processen rond verzuim, uitschrijven en begeleiding. Ook worden maandelijks uitvalcijfers op teamniveau beschikbaar gesteld.
2.1.4 Zorgstructuur In 2010 is het netwerk zorgcoördinatoren van start gegaan. De zorgcoördinatie is per branche geregeld. 70 onderwijsteams hebben eind 2010 een intern Zorgoverleg. Het Trajectbureau regisseert de zorgstructuur gericht op voorkomen van voortijdige schooluitval. De samenwerking met de jongerencoaches, gesubsidieerd vanuit het ministerie van Jeugd en Gezin was een groot succes. De subsidie voor deze jongerencoaches is stop gezet. Zij vormden een aanvulling op de zorgstructuur in de roc‟s. Zorgadviesteams (ZAT) In samenwerking met de GGD Rijnmond is een regionaal netwerk van 5 ZAT‟s Plus ontwikkeld voor het Albeda College: zorgafstemmingsteams met inbreng van de expertise van Bureau Jeugdzorg, Centrum Jeugd en Gezin (CJG), leerplicht/ Regionaal Meld- en coördinatiefunctie.(RMC), GGZ, voor afspraken over de begeleiding van studenten met complexe problematiek. De expertise in de ZAT‟s is uitgebreid met sociaalpsychiatrisch verpleegkundigen (GGZ) en jeugdverpleegkundigen CJG op diverse locaties van het Albeda College. Ook leerplicht/RMC is op steeds meer locaties aanwezig om ongeoorloofd verzuim tegen te gaan. Schoolmaatschappelijk werk De zorg in en om de school is versterkt in 2010. vijftien FTE schoolmaatschappelijk werkers (smw) hebben aan 2.120 studenten hulp geboden. In 2010 is er door het schoolmaatschappelijk werk onderzoek gedaan naar de klanttevredenheid. Het gemiddeld rapportcijfer voor smw‟ers is 8.7. De inzet zou uitgebreid moeten worden om wachttijden te verkorten en meer tijd te hebben voor gesprekken. Door afname in de subsidie van OCW en de gemeente kan een verdere groei niet worden gerealiseerd. Overige activiteiten In 2010 waren 225 jonge moeders in begeleiding bij het Trajectbureau en 450 studenten met een handicap in begeleiding bij Studie en Handicap; ruim 250 van hen met Leerling Gebonden Financiering (LGF). De activiteiten van Time4you (Stek Jeugdzorg) zijn in augustus 2010 uitgebreid. Het betreft een tijdelijke uitbreiding met acht fte vanuit de Plusgelden van OCW. In 2010 zijn door Time4you 380 studenten begeleid vanwege (sociale) vaardigheidstekorten waardoor zij dreigden uit te vallen.
2.1.5. Doorlopende leerwegen Een goede aansluiting van ons onderwijs op het vmbo is naast adequaat doorstroombeleid van groot belang om uitval te voorkomen, studenten zo hoog mogelijk te kwalificeren en ze voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Aansluiting vmbo-mbo In samenwerking met Zadkine zijn vijftien onafhankelijke mbo-punten gestart in het voortgezet onderwijs. Een mbo-punt is gevestigd op een locatie van het voortgezet onderwijs (vo) en wordt afwisselend een dagdeel per week bemand door een trajectbegeleider van Albeda of Zadkine. Het doel van het mbo-punt is de eindexamenkandidaten vo voor 1 april in te schrijven in een vervolgopleiding in het 30
mbo. Derde- en vierdejaars leerlingen kunnen in hun beroeps- en opleidingskeuze begeleid worden. De samenwerking tussen mbo en vo bevordert bovendien de doorgaande ontwikkelingslijn van loopbaanbegeleiding, een warme overdracht van de leerlingen en extra aandacht voor de zorgleerlingen. Er is veel belangstelling voor de mbo-punten. Ze zijn zelfs als good practice opgenomen op de website van het ministerie van OCW www.aanvalopschooluitval.nl. In juni 2011 zijn er twintig mbopunten operationeel. Om een soepele overgang te borgen , is het gebruik van Doorstroom-Terugkoppeling (DT)-formulieren bij overdracht gestimuleerd via het mailadres
[email protected]. De toeleverende school meldt feiten die van belang zijn, zodat de zorg voor de leerlingen in het mbo kan worden voortgezet. Over de doorstroom van praktijkleerlingen zijn specifieke afspraken gemaakt: de scholen voor praktijkonderwijs geven in een doorstroomadvies aan of zij de overstap naar het roc kansrijk achten. Voorlichting Goede voorlichting is belangrijk om te komen tot een juiste opleidingskeuze. De voorlichting aan aspirant-studenten gaat het gehele jaar door: het Albeda College neemt deel aan regionale beurzen als Skills Masters in Ahoy, maar ook aan kleinschalige voorlichtingsactiviteiten op vmbo-scholen en geeft op open dagen toekomstige studenten (en hun ouders) informatie over de opleidingen en beroepsmogelijkheden. Het Studie Infopunt ontving in 2010 meer dan 2.500 bezoekers, beantwoordde 24.000 telefonische vragen en 12.000 vragen via de mail. Figuur 6: Tevredenheid oriëntatiemomenten potentiële studenten Activiteit
Aantal Tevredenheid studenten 1500 derdejaars Decanen/begeleiders van 21 scholen Leerlingen
Praktische sectororiëntatie Dagdeel 230 vierdejaars Geen meting gedaan proefstuderen van 16 scholen
Cijfer 7,3 7,0
Het Albeda College ziet ouders als partners. Er zijn experimenten om de contacten tussen ouders en school te versterken, bijvoorbeeld door hen uit te nodigen mee te komen naar de intake. Gedurende de opleiding worden regelmatig ouderavonden georganiseerd. Op de website wordt gericht informatie aan ouders gegeven over de overstap van hun kinderen naar het mbo. Vmbo/mbo2 trajecten (VM2) Op meerdere vmbo-scholen worden in samenwerking met het Albeda College VM2trajecten uitgevoerd op het gebied van techniek, handel & commercie, administratie en gezondheidszorg. Een VM2-traject is een geïntegreerd leertraject van vmbo naar een mbo niveau 2 opleiding. In augustus 2008 is op initiatief van het ministerie van OCW een experiment gestart waarbij kwetsbare vmbo leerlingen binnen hun eigen vertrouwde omgeving worden opgeleid voor hun mbo-diploma op niveau 2. Dit gebeurt door het integreren van de bovenbouw van de basisberoepsgerichte leerweg vmbo met het mbo niveau 2.
31
In 2010 volgden in totaal 210 leerlingen een VM2-traject. In juni 2010 zijn alle twaalf eerste leerlingen gediplomeerd. Minister Van Bijsterveldt heeft de diploma‟s uitgereikt. In samenwerking met de gemeente Rotterdam is er in 2010 een start gemaakt met de ombouw van de VM2-trajecten Techniek en Handel & Commercie naar vakscholen in oprichting. Dit is voor leerlingen die met hun handen willen werken en een mbodiploma nodig hebben voor de arbeidsmarkt. Bij Techniek doen er zeventig studenten aan mee en bij Handel & Commercie tachtig. Dit is 25% van de studentenpopulatie die in Rotterdam deze opleidingen volgen op niveau 2. Aansluiting mbo-hbo AD-trajecten In 2010 is er samen met Zadkine een start gemaakt met de ontwikkeling van vijf Adprogramma‟s (Associate degree): tweejarige hbo-opleidingen. Vier in samenwerking met de Hogeschool Rotterdam en één in samenwerking met Hogeschool InHolland. In september 2011 zullen deze opleidingen van start gaan. De Ad‟s zijn: Officemanagement Maintenance & Mechanics Pedagogisch-Educatief Medewerker Ondernemen Arts & Crafts Accountancy Met deze arbeidsmarktrelevante Ad‟s willen de instellingen de doorstroom van het mbo naar het hbo bevorderen. Het aantal Ad‟s zal in de komende jaren toenemen. De verwachting is dat de belangstelling groot zal zijn bij pas afgestudeerde mbo‟ers, die normaliter na het behalen van hun diploma niet voor een vierjarige hbo-opleiding zouden kiezen en mbo-ers met enige jaren werkervaring die in de praktijk ervaren dat ze een hbo-diploma nodig hebben om hogerop te komen. Actieplan jeugdwerkeloosheid Het Albeda College heeft samen met alle belanghebbende partners (Zadkine, UWV en gemeente Rotterdam) een enquête opgesteld voor alle examenkandidaten van beide roc‟s. Het Albeda College heeft 10.444 examenkandidaten actief benaderd. 4.634 examenkandidaten hebben de enquête ingevuld. De studenten die in de enquête hebben aangegeven hulp of begeleiding te willen bij het vinden van een vervolgopleiding of een baan, zijn benaderd door studieloopbaanbegeleiders van het Albeda College of door het UWV. Figuur 7: Resultaat enquête actieplan jeugdwerkloosheid Aantal Percentage studenten van het Plannen na het examen 2009 totaal 20% Werken 730 Verder leren 1810 47% 16% Werken en verder leren 605 7% weet het niet 259 0% iets anders 12 10% Niet ingevuld 379 Totaal
3845
Aantal studenten 2010 1246 2083 524 662 119 0 4634
Percentage van het totaal 27% 45% 11% 14% 3%
32
Wat doen we in 2011? Aankomende studenten hebben vaak een onvoldoende uitgekristalliseerd beroepsbeeld en lopen de kans om vervolgens op oneigenlijke gronden een opleidingskeuze te maken. Om deze jongeren meer tijd te geven een weloverwogen studiekeuze te maken, worden in het nieuwe cursusjaar twee brede domeingroepen gestart: Sociaal georiënteerde opleidingen Zakelijk georiënteerde opleidingen De focus ligt in eerste instantie op jongeren die instromen op niveau 2 en 3 (BOL). Door brede instroomprogramma‟s krijgen jongeren de mogelijkheid zich nader te oriënteren op het bepalen van de juiste beroeps- en opleidingskeuze. Er start een traject voor verbetering van het intake-, plaatsings- en doorstroombeleid, onder het motto Kansen moeten wel échte kansen zijn.
2.2 Onderwijs en Arbeidsmarkt Aansluiting en afstemming van het beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt kent drie componenten: opleiden van voldoende hoog gekwalificeerde arbeidskrachten door onderwijs te laten aansluiten op de vraag van de arbeidsmarkt/beroepspraktijk het aanbod van opleidingen goed afstemmen op de vraag (doelmatigheid, internationalisering) her- en bijscholen van werknemers en werkzoekenden (leven lang leren)
2.2.1 Een Leven Lang Leren Als het gaat om een leven lang leren staan we nog aan het begin. In de afgelopen jaren had de invoering van de competentiegerichte kwalificatiestructuur prioriteit. De focus lag op het herontwerpen van opleidingen. Er wordt wel contractonderwijs verzorgd, maar dat is marginaal op het totaal bezien (<3% van de totale baten). In 2010 en 2011 bouwen we verder op het project Voorhoedescholen (2009), waarvoor we salesplannen opstellen en werken met accounthouders. Activiteiten worden ondergebracht in een programma voor leven lang leren, onder leiding van een programmamanager. Leren & Werken Het project Leren & Werken III liep nog door tot en met 31 december 2010. In Rotterdam is hiervoor een samenwerkingsverband opgericht, waarin verschillende partners.participeren, zoals de instellingen voor beroepsonderwijs (waaronder Albeda College), servicepunt voor werkgevers Daad, SoZaWe, de dienst onderwijs gemeente Rotterdam (JOS), UWV en de Roteb. Binnen het Albeda College zijn in het kader van dit project verschillende scholingsactiviteiten uitgevoerd, waardoor werkloze en met werkloosheid bedreigde jongeren meer kans op een baan of behoud van werk kregen. Binnen het totale project zijn meer dan duizend jongeren opgeleid. Het Albeda College heeft hiervan enkele honderden trajecten uitgevoerd. Het project is afgerond en de projectdirectie Leren & Werken is ontbonden. EVC EVC is nog niet écht geïntegreerd in ons aanbod. Het EVC-loket voert desgevraagd wel EVC-trajecten uit en ondersteunt de branches op dit punt. In 2011 wordt onderzocht of aan uitbreiding van het aantal uit te voeren EVC-procedures wenselijk is.
33
Wat doen we in 2011? In de komende jaren willen we meer studenten tot doorleren stimuleren door gestructureerd in te zetten op alumnibeleid.
2.2.2 Internationalisering Het afgelopen jaar is er in nauwe samenwerking met onder andere de branches, een kadernotitie internationalisering 2010-2015 tot stand gekomen, met een nulmeting op grond waarvan branches hun ambities kunnen bepalen. Belangrijke lijnen binnen de kadernotitie zijn het versterken van mobiliteitsmogelijkheden voor studenten en medewerkers, aansluiten op wensen vanuit het bedrijfsleven en het volgen van ontwikkelingen op Europees niveau. Kennisdeling binnen Nederland is belangrijk om de internationale ontwikkelingen te kunnen blijven volgen. Vandaar dat een lid van het college van bestuur tot de raad van toezicht van de The Dutch Alliance (TDA) is toegetreden. TDA is een strategisch platform waar zeven roc‟s en twee aoc‟s samenwerken op het gebied van internationalisering. Internationaal Stagebureau Internationaal Stagebureau vervult een belangrijke functie op het gebied van de buitenlandstages en heeft zich in het cursusjaar 2009-2010 ook sterk gemaakt om programma‟s te introduceren voor docenten naar de hotspots van het Albeda College: Malta, Barcelona, Antalya en Hamburg. De keuze is mede gebaseerd op plaatsen waar onze regio belang bij heeft. Drie van de vier hotspots zijn havensteden. In 2011 zal Antwerpen er als nieuwe hotspot bijkomen. In het cursusjaar 2009-2010 hebben er zes studiereizen voor in totaal zeventig medewerkers plaatsgevonden naar de hotspots. De reizen waren vooral bedoeld voor het werven van mogelijke stagebedrijven en om opleidingsinstituten te bezoeken in het kader van kennisdeling. In totaal hebben er in het cursusjaar 2009-2010 ongeveer 230 studenten een buitenlandervaring opgedaan.
2.2.3 Ruimte voor ondernemen Rotterdam wil de economie versterken door stad, haven en duurzaamheid met elkaar te verbinden door versterking van de regionale en stedelijke economie in de meest kansrijke sectoren. Het creëren van stagemogelijkheden is een manier waarop onderwijs en arbeidsmarkt elkaar op dit punt kunnen versterken. Beroepspraktijkvorming In het cursusjaar 2009-2010 hebben de Albeda-studenten bij ruim achtduizend verschillende erkende leerbedrijven stage gelopen. Hiervan zijn zevenduizend bedrijven binnen de regio gevestigd, 1.600 buiten de regio en enkele tientallen bedrijven in het buitenland. In 2010 was hiervan op grond van de invoering code leerbedrijf, 94,2% een erkend leerbedrijf. Ondanks de economische crisis is, mede door de inzet van stageboxgelden, het tekort aan bpv-plaatsen gelijk gebleven: er zijn voldoende erkende bpv-plaatsen en leerwerkbanen voor 96% van het opleidingenaanbod. Het stageservicepunt, gefinancierd met stageboxgelden, heeft 203 moeilijk plaatsbare studenten succesvol bemiddeld naar een erkende bpv-plaats en heeft afspraken kunnen maken met een aantal grote bedrijven, waaronder de bouwcombinatie Erasmus MC, bestaande uit BAM en Ballast Nedam.
34
Bij alle opleidingen is het landelijk ontwikkelde bpv-protocol uitgangspunt bij de versterking van de relatie met de leerbedrijven. Het bpv-protocol geeft aan wat er op enig moment van de verschillende actoren wordt verwacht. Wat doen we in 2011? In de eerste helft van 2011 wordt het klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder onder andere bpv leerbedrijven. Dit onderzoek wordt tweejaarlijks uitgevoerd. Het onderzoek is gericht op diegenen die betrokken zijn bij de begeleiding van de studenten in de beroepspraktijkvorming. In het klanttevredenheidsonderzoek wordt aan de hand van het bpv-protocol, ondermeer gevraagd naar de mate waarin studenten zijn voorbereid, de bpvbegeleiding vanuit de school, de kwaliteit van de bpv-opdrachten en de examinering.
De dienstverlening van het Stageservicepunt (bemiddeling naar een erkende bol-bpv plaats) en Leerwerkplaza (bemiddeling bij het vinden van een erkende bbl-leerwerkbaan) worden nauwer op elkaar afgestemd.
De relatie met bedrijven en instellingen wordt verder versterkt. We investeren in een brede, interne en externe dialoog en het vastleggen van afspraken, waar mogelijk regionaal en met meerdere partijen. Meer en beter samenwerken met onze stakeholders vergroot ons innovatieve vermogen en de kwaliteit van ons onderwijs.
Doelmatigheid van ons opleidingenaanbod is hierbij een van de speerpunten. De zorgplicht richting studenten vereist een doelmatige spreiding van publiek bekostigde opleidingen, rekening houdend met de behoeften van studenten en van het landelijke en regionale bedrijfsleven.
2.3 Onderwijs in ontwikkeling Onderwijs is voortdurend in ontwikkeling. De omslag naar competentiegericht onderwijs is gemaakt, maar daarmee is de implementatie nog niet afgerond. We werken intensief met onze stageaanbieders samen om de theorie en praktijk beter op elkaar aan te laten sluiten. Intensivering van het taal- en rekenonderwijs staat hoog op de agenda. Naast de beroepsspecifieke vereisten, vraagt ook loopbaan en burgerschap als onderdeel van een mbodiploma om aandacht.
2.3.1 Invoering competentiegerichte kwalificatiedossiers Met ingang van 1 augustus 2010 hebben nagenoeg alle opleidingen de omslag gemaakt naar de nieuwe kwalificatiedossiers. Deze uitzonderingen betreffen relatief kleine opleidingen. Redenen voor uitstel zijn: een kwalificatiedossier dat nog te veel in ontwikkeling is, onvoldoende herkenning door het bedrijfsleven van het nieuwe kwalificatiedossier en enkele deeltijd trajecten die nog een laatste kans willen bieden aan volwassenen om een afgebroken (eindterm-)opleiding alsnog met certificaten te kunnen afronden. Op 1 augustus 2010 volgen nagenoeg alle studenten onderwijs op basis van de nieuwe competentiegerichte kwalificatiedossiers. Wat doen we in 2011? De doorontwikkeling op inhoud (programmering, beroepspraktijkvorming en examinering) blijft belangrijk. Vooral examinering in de praktijk is daarbij één van de speerpunten.
35
2.3.2. Taal & Rekenen Om het mbo in staat te stellen op volle kracht te werken aan de verhoging van het taal- en rekenniveau van hun studenten is een Uitvoeringsplan taal en rekenen mbo opgesteld (Tweede Kamer, 2008-2009). Met deze regeling worden in de periode 2010-2013 extra middelen ter beschikking gesteld voor intensivering van taal- en rekenonderwijs. Voor het overzicht van de ondernomen activiteiten, bestede middelen en bereikte deelnemers en personeelsleden verwijzen we naar de bijlage op pagina 76. Hieronder vindt u een reflectie op de behaalde resultaten in 2010. Behaalde resultaten in relatie tot het implementatieplan 2010 In 2010 is de uitvoering van het Implementatieplan Taal & Rekenen voortvarend aangepakt. In alle branches is een structuur neergezet om extra aandacht aan taal en rekenen te besteden. Vanuit een gezamenlijke visie wordt gewerkt aan verhoging van het taal- en rekenniveau van de studenten. De uitvoering ligt bij de branches zelf. Er worden overal (extra) lessen taal en rekenen aangeboden. Er is een kenniscentrum Taal + Rekenen, inclusief Mediatheek, ingericht met als opdracht kennisdeling, productontwikkeling en scholing van docenten. De voortgang taal en rekenen is een vast agendapunt in de kwartaalgesprekken tussen de branchedirecteuren en het college van bestuur. Daarnaast wordt de voortgang gemonitord via de Albeda-brede platforms waarin alle taal- en rekencoördinatoren van de branches vertegenwoordigd zijn. De behaalde resultaten in relatie tot de beoogde effecten op de taal- en rekenprestaties van de deelnemers In het najaar van 2010 is een nulmeting taal en rekenen afgenomen onder de eerstejaars studenten. Het blijkt dat voor taal 60% van de nieuwe studenten binnenkomt op een niveau onder 2F voor Nederlands, het wenselijke eindniveau vmbo. Bij rekenen is de achterstand nog groter: 85% scoort lager dan 2F. Aangezien de jaarlijkse voortgangsmeting taal en rekenen in de meeste branches pas in mei of september 2011 plaatsvindt, is het nog te vroeg om iets te zeggen over de opbrengsten eind 2010. Op basis van de methodegebonden toetsen kan met enige voorzichtigheid gezegd worden dat er sprake is van vooruitgang. Vooral bij rekenen heeft de achterstand te maken met gebrek aan onderhoud. Wel is duidelijk dat er ook een flinke groep studenten is met serieuze taal- en rekenproblemen. Er is grote zorg over de haalbaarheid van de referentieniveaus in 2013-2104, met name voor BBL-studenten. De achterstanden in Rotterdam lijken groter dan elders in het land. Met de zak-/slaagregeling zoals die voor mbo 4 is vastgesteld, is het risico reëel dat we grote groepen beginnende beroepsbeoefenaren niet kunnen kwalificeren, omdat er onvoldoende tijd is om de achterstanden weg te werken. Conclusies op basis van de reflectie met betrekking tot de bijstelling van het implementatieplan van april 2010 Voor 2011 heeft iedere branche een nieuwe activiteitenplanning Taal en rekenen opgesteld. Lag in 2010 het accent op voorbereiding, voorlichting en het neerzetten van een structuur, in 2011 is het zaak dat de referentieniveaus ook daadwerkelijk verankerd worden in het denken en doen van alle docenten. Niet alleen bij de taal- en rekendocenten, maar ook bij vakdocenten en begeleiders op de werkvloer. Om de achterstanden in te lopen zoeken we in 2011 in toenemende mate de samenwerking met het vmbo en het hbo. Samen met het vmbo (CVO) hebben het Albeda College en Zadkine bij de gemeente Rotterdam een aanvraag ingediend voor een (pre) summerschool Taal en rekenen vmbo-mbo. 2011 is ook het jaar van de vertaling van de opbrengsten van het project Rekenpiloot vmbo-mbo in het kader van de landelijke pilots doorlopende leerlijnen taal en rekenen.
36
2.3.3 Loopbaan & Burgerschap Het mbo leidt niet alleen op voor een beroep, maar ook voor actief burgerschap en voor doorstroom in je loopbaan. Alle branches hebben een hiervoor een verantwoordingsdocument Leren loopbaan en burgerschap opgesteld. Loopbaan Loopbaanoriëntatie en Begeleiding (LOB) is een verantwoordelijkheid van het onderwijsteam, zodat het kan worden afgestemd op de kenmerken van de student. LOB is belangrijk om voortijdig schoolverlaten te voorkomen en studenten te stimuleren tot maximale talentontwikkeling. LOB begint al bij de voorlichting en de intake. Om Albeda-breed een extra impuls te geven aan de kwaliteitsborging van LOB hebben wij ons aangemeld voor het Stimuleringsproject LOB in het mbo.1 Door een te ontwikkelen plan van aanpak willen we meer afstemming en samenhang aanbrengen in alle activiteiten in het kader van LOB. Ook zou de begeleiding van laatstejaars studenten naar werk of vervolgopleiding beter kunnen. In het DTO 2010-2011 was 58% hierover ontevreden. Daarbij moet in ogenschouw genomen worden dat de vraag in het najaar wordt gesteld, terwijl deze begeleiding veelal in het voorjaar plaatsvindt. Over de voorlichting en intake geven eerstejaars studenten aan tevreden te zijn (respectievelijk 78% en 82%). Burgerschap Met als basis onze identiteit en kernwaarden dragen wij bij aan de vorming tot actief burgerschap. In de afgelopen periode hebben de verschillende branches programma‟s ontwikkeld die aansluiten op de eisen van de overheid, op grond van de volgende vier dimensies: politiek-juridisch economisch sociaal maatschappelijk vitaal burgerschap In 2010 is specifiek ingezet op vitaal burgerschap. In dat kader participeert het Albeda College in het landelijk project Sport, bewegen en gezondheid 2010 van de MBO Raad. Het Albeda College erkent het belang van sport, bewegen en gezondheid voor studenten en medewerkers en maakt werk van de prioriteiten zoals die door het college van B&W Rotterdam in het coalitieakkoord zijn benoemd. Op 12 november 2010 stond het thema centraal op de Albedag, een personeelsdag voor alle medewerkers. Om het thema verder uit te werken heeft de MBO Raad het Albeda College een subsidie toegekend van tweemaal € 175.000, - voor de periode 2010-2012. Het project omvat drie projectlijnen: Test je leefstijl, waarin studenten digitaal en fysiek hun leefstijl kunnen onderzoeken en naar aanleiding van de uitslag een adviesgesprek krijgen Workshops voor studenten Workshops voor medewerkers Wat doen we in 2011? In 2011 zoeken we samen met docenten en studenten naar de verbindingen tussen de programma‟s in de branches. Belangrijk zijn de pedagogisch-didactische vaardigheden van docenten en de gemeenschappelijke thema‟s die ons binden vanuit
1
Het Ministerie van OCW stelt middelen ter beschikking om Loopbaanoriëntatie en Begeleiding (LOB) in het mbo te stimuleren in de vorm van het „Stimuleringsproject LOB in het mbo‟. Scholen zijn in de gelegenheid gesteld zich hiervoor aan te melden. Het project heeft een looptijd van 2-3 jaar. De regie ligt bij MBO Diensten van de MBO Raad.
37
onze visie en kernwaarden. Onderdeel van het project is een voorstel voor de wijze waarop we de inbedding van sport, bewegen en gezondheid in het curriculum.
2.4 Kwaliteitszorg Doen we de goede dingen en doen we de goede dingen goed, dat is de titel van ons Handboek Kwaliteitsmanagement. In het handboek staan alle aspecten beschreven die leidend zijn voor het bewaken van de kwaliteit van ons onderwijs. We hanteren daarbij de PDCA-cyclus. Verantwoording leggen we af aan de inspectie (verticale verantwoording) en onze stakeholders (horizontale verantwoording) Figuur 8: PDCA-cyclus PDCA-cyclus Plan
Do Check
Act
Strategisch beleidsplan Albeda College Beleidsbrief Albeda College Managementcontract (meerjarige) beleidsplannen branches en stafdiensten Plannen onderwijsteams Uitvoering (Zelf)evaluaties Audits Tevredenheidsonderzoeken van studenten, medewerkers en klanten Verbeterplannen worden geformuleerd Bijstelling beleidsplannen
2.4.1 Verticale verantwoording (inspectie) De Inspectie voor het Onderwijs houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs. Hierbij wordt gekeken naar rendementen, examens, didactiek en het functioneren van onderwijsteams, maar ook naar het naleven van wettelijke vereisten, het bestuurlijk vermogen en de financiën. Dit gebeurt aan de hand van het toezichtkader BVE 2009. Het Inspectietoezicht kent verschillende onderzoeken. Er bestaan structurele onderzoeken: het jaarlijks onderzoek, het onderzoek naar de examenkwaliteit, onderzoek naar de onderwijstijd en onderzoek naar de kwaliteit van EVC. Dit jaar waren de incidentele onderzoeken: onderzoek kwaliteitsverbetering, themaonderzoeken en dit jaar het onderzoek naar de gastoudertrajecten, rugzakstudenten en naar de basisvaardigheden taal en rekenen. Jaarlijks onderzoek naar kwaliteit van het onderwijs In het kader van het regulier jaarlijks onderzoek naar de onderwijskwaliteit zijn, op basis van een risicoanalyse, vier branches bezocht. Voor Horeca &Toerisme en Secretarieel & Administratie werd op grond van te lage rendementen een vervolgonderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs (KO) aangekondigd. Het vervolgonderzoek vond plaats in mei en juni 2010. De door de inspectie genoemde aandachtspunten waren het intake- en plaatsingsbeleid en het verzuimprotocol. De onderwijsinspectie toonde zich positief over de betrokkenheid van de onderwijsteams bij het onderwijs en de studenten. Onderzoek naar de kwaliteit van de examens. De te onderzoeken opleidingen naar de kwaliteit van de examens worden door een steekproef bepaald. In 2010 zijn hiervoor veertien opleidingen geselecteerd, verdeeld 38
over zes branches. Het accent lag bij de branche Techniek: zes opleidingen. In totaal is één opleiding met een onvoldoende beoordeeld, te weten Eerste monteur industrieel onderhoud, crebo 10082. Het betrof de ingekochte toetsen bij Kenteq die door de inspectie waren afgekeurd. Onderzoek naar onderwijstijd Onderzoek naar onderwijstijd met als doel te onderzoeken of de 850 klokurennorm wordt gehaald vindt jaarlijks plaats. In 2010 heeft het onderzoek plaatsgevonden bij de branches Handel & Commercie en Techniek. De onderwijstijd bij de onderzochte opleidingen is op orde bevonden. Er wordt Albeda-breed expliciet gestuurd op het geven van voldoende lesuren via jaarplanners en interne controles. Onderzoek naar de kwaliteit van Eerder verworven competenties(EVC) De kwaliteit van de EVC-procedures is gemeten aan de normen van de landelijke Kwaliteitscode EVC. Dit onderzoek was op 7 december 2010. Onderzocht zijn de volgende procedures: Secretarieel medewerker (S&A) Directiesecretaresse (S&A) Boekhoudkundig medewerker (S&A) De procedures van zijn door KCE (Kwaliteitscentrum Examinering) goedgekeurd. Incidentele onderzoeken Onderzoek naar de gastoudertrajecten Bij de branche Welzijn & Onderwijs heeft het onderzoek naar de examenroute voor gastouders plaatsgevonden. De uitkomst van het onderzoek is dat de exameninstrumenten de inhoudelijke uitstroomeisen onvoldoende afdekken. De inspectie onderzoekt in 2011 of het ingezette verbetertraject voldoende is. Onderzoek naar het Bestuurlijk Vermogen Bestuurlijk Vermogen is hét kernbegrip uit het toezichtkader BVE, waarbij het er om gaat te onderzoeken in hoeverre een organisatie bestuurlijk op orde is, zowel op financieel gebied als op alle andere thema´s uit het toezichtkader, apart en in onderlinge samenhang. Onderzoek naar basisvaardigheden taal en rekenen In aansluiting op het Uitvoeringsplan taal en rekenen in het mbo, heeft er medio september/oktober 2010 bij 65 mbo-opleidingen in het land een inspectieonderzoek plaatsgevonden. Dit onderzoek was gericht op het behaalde taal- en rekenniveau en op de effectiviteit van het aanbod taal en rekenen. De resultaten van dit onderzoek zullen worden teruggekoppeld in de vorm van een benchmark.
2.4.2 Horizontale verantwoording Het Albeda College vindt het belangrijk de kwaliteit van het onderwijs te borgen en de kansen van de jongeren te vergroten. Middels het jaarverslag leggen we jaarlijks verantwoording af aan de verschillende stakeholders, zoals de eigen organisatie (medewerkers, maar ook studenten en hun ouders), bedrijven en instellingen, de toeleverende scholen, gemeenten en het ministerie OCW. We beschouwen onze partners als bondgenoten om in open dialoog van gedachten te wisselen over de kwaliteitsaspecten van het onderwijs.
39
Interne stakeholders Mede onder invloed van de ontwikkeling naar competentiegericht onderwijs is er de laatste jaren een toenemende interactie ontstaan met studenten, medewerkers en het betrokken bedrijfsleven. De (twee)jaarlijkse tevredenheidsonderzoeken voor studenten, medewerkers en klanten (DTO, MTO en KTO) zijn daar een voorbeeld van, maar daar blijft het niet bij. De uitkomsten van de DTO‟s zijn door de onderwijsteams in studentenpanels teruggekoppeld en besproken. Medewerkers worden actief betrokken bij de voortgang van de onderwijsvernieuwing. In 2010 is een start gemaakt met het organiseren van bijeenkomsten (diner pensants) voor medewerkers met leden van het college van bestuur om van gedachten te wisselen over onderwerpen die de organisatie aangaan. Daarnaast hebben er diverse werkbezoeken aan branches plaatsgevonden, waarbij leden van het College van Bestuur in gesprek gaan met studenten, docenten, teamleiders en onderwijsmanagers. Beide activiteiten worden in 2011 voortgezet. Aandachtspunt is de vertaling van de opbrengsten van deze bijeenkomsten naar nieuw beleid. Externe stakeholders De contacten met het bedrijfsleven over de kwaliteit van het onderwijs vinden vooral plaats vanuit de branches, in het bijzonder vanuit de onderwijsteams. De contacten zijn in ieder geval geborgd in de begeleiding van de beroepspraktijkvorming. Afstemming over programmering en examinering van opleidingen vindt plaats in daarvoor georganiseerde werkveldbijeenkomsten en regioraden. De mate van betrokkenheid is mede afhankelijk van de eenduidigheid en georganiseerdheid van de sector. Voorbeeld van een geformaliseerde samenwerkingsrelatie is de Advisory Board (branche Handel &Commercie), een klankbordgroep met daarin sleutelfiguren uit het regionale beroepenveld, overheden e.d. Wat doen we in 2011? In januari 2011 gaan we starten met een centrale studentenraad. Daarnaast is het streven om ook per branche een studentenraad actief te krijgen. Ook vinden we het belangrijk de stem van de ouders te horen. We zijn van mening dat ouderbetrokkenheid kan bijdragen aan het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. Vandaar dat we ook werken aan het oprichten van een ouderraad. De samenwerking met het bedrijfsleven gaan we op meerdere niveaus op een meer systematische en gestructureerde manier versterken.
40
2.5 Branches 2.5.1 AKA (Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent) Kerngegevens: Jaarresultaat Rapportcijferopleiding (DTO)
51,8%% 2009: 7.4 2010: 7.2
Terugblik doelen 2010 Onderwijs Doel is dat elk team een bij diverse leerstijlen passende aanpak ontwikkelt. In 2010 zijn doelgroepen geformuleerd en is de intakeprocedure aangepast. Alle studenten zijn getest op IQ en EQ. Hierdoor is zicht gekregen op de verschillende leerstijlen en leer- en gedragsproblemen. De zorgstructuur is uitgebreid. Op elke locatie functioneert een Zorg Advies Team (ZAT). Medewerkers De onderwijsteams hebben in 2010 gewerkt met het vrije jaartaakmodel. De implementatie van de teamrollen is nog niet afgerond. De prioriteit is gegeven aan Van aanbod naar aanpak en de functiemix. Er is deskundigheidsbevordering aangeboden op het gebied van intake, toetsing en beoordeling, Nederlands en rekenen, studentenzorg- en begeleiding. Werkveld De branche AKA is zich meer gaan profileren op de re-integratiemarkt om ook andere doelgroepen te bereiken. Er is een aantal nieuwe samenwerkingsverbanden met instellingen en bedrijven aangegaan in 2010 en 2011. Highlights 2010 De branche AKA heeft een intensieve samenwerking met een aantal scholen voor vmbo en praktijkonderwijs. Evaluatie- en rendementsonderzoek zijn onderdeel van deze samenwerkingsprojecten We geven samen met niveau 2 vorm aan trajecten die de doorstroom naar niveau 2 vergemakkelijken. Evaluatie en rendementsonderzoek zijn onderdeel hiervan. Onze leerbedrijven en kenniscentra worden meer betrokken bij de evaluatie van ons onderwijs, middels de AKA Werkbank en het klanttevredenheidsonderzoek Verantwoording aan de gemeente wordt nu mede gedaan met het verantwoordingsformulier per deelnemer voor SOZAWE Voor onze doelgroep is een goed functionerende zorgstructuur van belang. De instanties betrokken bij het ZAT overleg/Time4you zijn betrokken bij de evaluaties per onderwijsteam. Alle teams hebben de kwadrant scholing van Microconsult gevolgd. Er is een Bouman/GGZ medewerker op locaties, een sense-verpleegkundige op de Sportlaan en het Wajong-uitstroomoverleg vindt plaats op alle locaties. Een aantal projecten: o AKA+Welzijn niveau 2: het organiseren activiteiten voor ouderen op locatie Ridderkerk o AKA+Beveiliging niveau 2: Safe To School, waarbij AKA‟ers meelopen mee met studenten beveiliging o AKA+Educatie: geïntegreerd traject 320 uur extra Nederlands voor AKA Doelen 2011 Onderwijs Doel is de juiste student met zijn eigen leerstijl op de juiste plek met de juiste aanpak te krijgen. In 2010-2011 wordt de aangepaste intakeprocedure toegepast. Teams maken een
41
teamplan. Welke specifieke doelgroepen men bedient, welke expertises er zijn, welke scholing is nodig en aan welke randvoorwaarden moet zijn voldaan. In 2011-2012 worden pilots en deskundigheidsontwikkeling uitgevoerd. In 2012-2013 is de implementatie hiervan De branche AKA heeft een duidelijk doelgroepafbakening geformuleerd. Het kwalificatiedossier AKA biedt bij uitstek de mogelijkheid om brede instroomprogramma‟s uit te voeren en doorstroommodules naar vervolgopleiding of arbeidsmarkt verder te ontwikkelen. In 2011 heeft de branche AKA dit op een aantal locaties in de sectoren handel, administratie, zorg, techniek en horeca gedaan. In het schooljaar 2010-2011 wordt een start gemaakt met een pilot waarbij praktijkonderwijs en roc zich gezamenlijk inspannen voor een succesvolle arbeidsbemiddeling van de doelgroep moeilijk lerenden en wordt een verkennend onderzoek gedaan naar de mogelijkheden aan te sluiten bij een Werkschool. Medewerkers Doel hiervan is versterking van de functiemix en organisatieontwikkeling naar drie besturingslagen, wat een ontwikkeling naar resultaatverantwoordelijke teams betekent. Relatie werkveld De branche wil meer focus op de re-integratiemarkt. In 2011 komt er AKA aanbod voor vierhonderd studenten ouder dan 23 jaar en voor honderd voortrajecten cq leerwerktrajecten in het kader van de wet WIJ.
2.5.2 Business Services De branche Business Services bestaat uit de clusters Facilitaire Dienstverlening, ICT en Beveiliging. De opleidingen worden aangeboden op negen locaties. Kerngegevens: Jaarresultaat Rapportcijferopleiding (DTO)
60,1% 2009: 6.1 2010: 5.8
Terugblik 2010 Onderwijs De opleidingsteams worden structureel ondersteund en de studenten zijn op de hoogte Van de zorg die vanuit de opleiding wordt aangeboden. Studieloopbaanbegeleiding is centraal komen te staan. Werkveld Regioraadbijeenkomsten, docentenstages in het beroepenveld, vertegenwoordigers van het in de examencommissies en gastlessen hebben bijgedragen aan de betrokkenheid van de arbeidsmarkt bij ons onderwijs. De aandacht voor houding, sociale vaardigheden en talen is vergroot. Medewerkers De professionele ontwikkeling van de medewerkers stond centraal. De Wet op de beroepen in het onderwijs ( Wet BIO) was het vertrekpunt. Om de communicatie te bevorderen wordt nu tweewekelijks een nieuwsbrief verspreid.
42
Highlights 2010 Structuurklas In het kader van het thema kwetsbare studenten was onze branche in 2009 gestart met een geheel nieuwe klas: een structuurklas, speciaal gericht op leerlingen die goed kunnen werken in een gestructureerde omgeving. Vaak zijn dit jongeren met een stoornis in het Autistisch Spectrum (ASS). Een tussentijds resultaat laat zien dat er van deze groep studenten niemand voortijdig de school heeft verlaten. Een tweede klas is al gestart in schooljaar 2010-2011 en ook van deze groep heeft nog niemand voortijdig de school verlaten. Dit concept is zo succesvol dat aanmeldingen enorm stijgen en uitbreiding aan de orde zou kunnen zijn. Het initiatief waarin intensieve ketenwerking plaatsvindt, kreeg landelijke aandacht en heeft een voorbeeldfunctie. Testcentrum Binnen de branche is een IT- testcentrum gerealiseerd met een regionale functie. Het testcentrum heeft licenties om wereldwijd erkende certificeringen te examineren en uit te reiken. Topklas Er is in samenspraak met en mede bekostigd door het bedrijfsleven een topklas ICT niveau 4 gerealiseerd ten behoeve van internationaal erkende certificering. Doelen 2011 Onderwijs De leermiddelen zullen in het primaire proces versterkt worden ingezet. Zowel de lesruimtes als de leermiddelen zullen nog meer worden afgestemd op de curricula, rekening houdend met de wensen op dit vlak van studenten en docenten. De nieuwe opleidingseisen met betrekking tot taal en rekenen inclusief de voorbereiding op de toekomstige centraal ontwikkelde examens zullen conform het implementatieplan integraal binnen de branche worden geïmplementeerd. Zorg en (studieloopbaan)begeleiding zijn voorwaardelijk om ervoor te kunnen zorgen iedere student de kans te geven zich zo hoog mogelijk te kwalificeren. Een gedegen plaatsings- en doorstroombeleid is hierbij voorwaarde. Medewerkers De branche ondersteunt en stimuleert het proces van besluitvorming binnen de onderwijsteams om de transparantie van deze besluitvormingsprocessen te vergroten, meer feedback aan medewerkers en teams te geven en te vragen en de cultuur van aanspreekbaarheid verder te ontwikkelen. De branche maakt zich sterk om meer structurele aandacht te hebben voor de ontwikkeling van medewerkers. Uitgangspunt hierbij is de wet BIO en de daarbij behorende bekwaamheidseisen, gerelateerd aan de specifieke situatie binnen de branche en de keuzes van prioriteitsgebieden. Doordat de verantwoordelijkheden lager in de organisatie worden gelegd, betekent dit voor onze medewerkers een andere manier van aansturing. Er zal ingezet gaan worden op goede voorlichting. Werkveld De branche zal nog meer aandacht hebben voor de aansluiting van het onderwijs op de wensen, behoeften en ontwikkelingen in het werkveld. Er zal versterkt worden ingezet op alle aspecten rondom de begeleiding met betrekking tot de bpv. Daarnaast worden zowel docentstages als gastlessen structureel verankerd binnen de drie clusters. Komend jaar worden drie regioraden operationeel. Hier zal praktische invulling worden gegeven aan strategische besluiten.
43
2.5.3 Gezondheidszorg Kerngegevens: Jaarresultaat Rapportcijferopleiding(DTO)
76,0% 2009: 7.0 2010: 6.8
Terugblik doelen 2010 Onderwijs Bij alle kwalificaties voor alle groepen die starten met het volledige opleidingsprogramma is dit gerealiseerd per 1 augustus 2010. Veel energie is gestoken in het op tijd gereed krijgen van onderwijsmateriaal en in het vergroten van de benodigde competenties bij docenten. Het creëren van voldoende draagvlak voor het CGO en de daarbij gewenste pedagogische didactische benadering heeft veel inzet gevraagd. Effecten van deze complementaire maatregelen lijken positief. De samenwerking met het vmbo kreeg gestalte in het opstarten van het VM2 – project: Helpende Zorg & Welzijn. Medewerkers Langere termijnbeleid voor scholing en professionalisering van de medewerkers van de branche is geformuleerd en vastgesteld Participeren in het deelproject “Salesplannen” Dit project in het kader van het landelijk project 23+ - markt en Voorhoedeschool is gerealiseerd.
Highlights van 2010 Kwalificatiestructuur Per 1 augustus 2010 is in elk onderwijsteam begonnen met tenminste één groep die wordt opgeleid volgens de competentiegerichte kwalificatiestructuur. Het draagvlak daarvoor was bij de medewerkers gegroeid en ontwikkeld lesmateriaal was in voldoende mate beschikbaar. Pilots Verzuimcoördinatie De pilots Verzuimcoördinatie in de locatie Rosestraat zijn bevredigend verlopen. De studenten ervaren dat verzuim (geoorloofd of ongeoorloofd) streng wordt bijgehouden en dat zij snel worden aangesproken op hun gedrag en zich daarover moeten verantwoorden. Het verzuim is verminderd evenals VSV. Vanaf september 2010 is verzuimcoördinatie in elk onderwijsteam een vast onderdeel. Samenwerking zorginstellingen Een aantal grote werkgevers in de zorg, waaronder de Thuiszorg en Careyn, hebben zich aan ons verbonden om de professionalisering in hun eigen organisatie door de branche Gezondheidszorg te laten ondersteunen. 100% diploma Een resultaat om trots op te zijn was het succes van de eerste groep studenten in het VM2traject. Zij hebben allemaal het diploma behaald en zijn doorgestroomd naar een aanverwante MBO opleiding. Onderwijsinnovatie werkveld De branche heeft geïnvesteerd in het ondersteuningstraject voor het werkveld. Met Werkveldbijeenkomsten, Kennis - Deling, Workshops en bezoeken aan het werkveld wordt de onderwijsinnovatie ondersteund. De begeleiding van de studenten en de examinering in de praktijk krijgen daarmee een hogere kwaliteit.
44
Instroom en doorstroom In het kader van het vergroten van de instroom en doorstroom naar de zorg is extra aandacht besteed aan studenten van de branche Welzijn & Onderwijs, om na het daar behaalde diploma Helpende een vervolgopleiding op niveau 3 binnen de branche Gezondheidszorg te gaan volgen. In 2010 zijn 27 studenten (drie studenten in februari, 24 in augustus) gestart met de opleiding Verzorgende-IG bij de branche Gezondheidszorg. Een nog bescheiden aantal, maar een eerste begin! Doelen 2011 Onderwijs Monitoring op verdere implementatie en indien nodig aanpassing van invoering CGO, blijft in 2011 noodzakelijk. De branche Gezondheidszorg gaat verder door met het uitvoering geven aan de bovengenoemde doelen. De resultaten van de bestrijding van het voortijdig schoolverlaten moeten verder worden verbeterd. Medewerkers Het professioneel statuut zal binnen de onderwijsteams worden vorm gegeven. Werkveld De branche zal in 2011 blijvend vormgeven aan samenwerkingsrelaties met de zorginstellingen zoals bij de zorgboulevard. Tevens wil zij een grotere rol als gesprekspartner voor gemeentes en zorgaanbieders in Rotterdam en Drechtsteden
2.5.4 Handel & Commercie De branche Handel&Commercie bestaat uit de clusters Detailhandel, Internationale handel/groothandel, Bank- en verzekeringswezen, Marketing&Communicatie, Logistiek, het Albeda Business College en de verkorte opleidingen(Sprint) Kerngegevens: Jaarresultaat Rapportcijferopleiding(DTO)
76,0% 2009: 7.0 2010: 6.8
Terugblik doelen 2010 De branche heeft zich in de zelfevaluatie 2009 drie belangrijke verbeterdoelstellingen gesteld voor 2010: Onderwijs Maatwerk en tempodifferentiatie: in de diverse onderwijsprogramma‟s moet meer ruimte worden geboden aan verschillen in onderwijsbehoefte en de keuze van studenten De branche wilde op grond van de intake, assessment en begeleidingsstructuur inzicht krijgen in de individuele onderwijsbehoeften van de student. De branche kiest er echter niet voor de student zijn/haar eigen individuele leerroute te laten samenstellen. Het werken in groepen blijft volgens de branche een wezenlijk onderdeel van de vorming van zestien- tot twintigjarigen. De branche focust echter op een aantrekkelijk en passend aanbod van opleidings- en uitstroomvarianten, met als doel de flexibiliteit te vergroten en de uitval te verminderen. Er is een discrepantie zichtbaar tussen de inzet door de teams en de ervaringen van de studenten, vooral op het gebied van de aantrekkelijkheid van de lessen en de afwisseling in werkvormen. De verbeterdoelstelling Terugkoppeling DTO-resultaten is nog niet gerealiseerd. De branche hecht echter veel belang aan de terugkoppeling van dto-resultaten en het bespreken van opvallende zaken in de studentenpanels. Bij vrijwel alle opleidingen heeft dit de aandacht. Helaas is dit nog niet terug te zien in het DTO 2010.
45
Medewerkers We halen het bedrijfsleven de school binnen, maar verlangen ook van de docenten dat zij een substantiële tijd per jaar buiten de schoolmuren doorbrengen. In 2010 zijn de docentenstages bestempeld als standaard onderdeel van de deskundigheidsbevordering van alle docenten. De opzet en organisatie van docentenstages worden door elk team uitgewerkt in de teamplannen voor het schooljaar 2011-2012. Highlights Visiedocument De branche heeft in 2010 een eigen visie geformuleerd. Hierbij is uitgegaan van de Albedabrede visie en de vijf ankerpunten. Tijdens de jaarlijkse branchemiddag is deze branchevisie 2010+10 gepresenteerd en uitgereikt aan alle medewerkers. Advisory Board is opgericht De Advisory Board is een klankbordgroep met daarin sleutelfiguren uit onder andere het regionale beroepenveld en overheden. Zij heeft haar eerste bijeenkomst gehad met het managementteam van Handel & Commercie. Betrokkenheid werkveld bij examinering De branche-examencommissie heeft vergaderd met vier vertegenwoordigers van het beroepenveld. De jaarlijkse relatieavond met praktijkopleiders en BPV-bedrijven heeft plaatsgevonden met als centraal thema de examinering in de beroepspraktijk. Terugdringen vierkante meters In 2010 is de branche er, in samenwerking met de stafafdelingen Facilitair en Vastgoed en met de opleiding Toerisme, in geslaagd het gebruik van de beschikbare vierkante meters op enkele belangrijke leslocaties succesvol te intensiveren. Mede daardoor is op deze locatie de pilot van het ICT-Masterplan uitgevoerd. Doelen 2011 Onderwijs In het kader van doorontwikkeling CGO wordt studieloopbaanbegeleiding en examinering in de BPV verder geprofessionaliseerd. Tevens wordt de doelmatigheid van onze crebo‟s onderzocht. Commerciële opleidingen worden geherstructureerd. Medewerkers Professionalisering van de docenten met als belangrijk onderdeel docentenstages is een speerpunt. Eigen verantwoordelijkheid van medewerkers wordt gerealiseerd door teamcontracten in te voeren. Contractonderwijs In het kader van Leven lang leren wordt geïnvesteerd in de uitbreiding van contractonderwijs. Ondernemerschap wordt gepromoot.
2.5.5 Horeca & Toerisme De branche Horeca & Toerisme bestaat uit de clusters Horeca, Brood en banket en Toerisme/Recreatie. Kerngegevens: Jaarresultaat Rapportcijferopleiding(DTO)
54,2 % 2009: 6.6 2010: 6.5
46
Inspectiebezoek De onderwijsinspectie heeft de kwaliteit van de onderzochte examinering voldoende beoordeeld. Het onderwijs van de opleidingen met onvoldoende rendement is voldoende beoordeeld. Het didactisch handelen van het team Voeding werd als onvoldoende beoordeeld. Het verbetertraject is door de betreffende teams ingezet. Terugblik doelen 2010 Onderwijs Voor alle nieuwe cohorten wordt CGO onderwijs aangeboden en zijn passende exameninstrumenten beschikbaar. Met ingang van cursusjaar 2010-2011vindt er een verbeterde intake plaats. Studieloopbaanbegeleiding en zorg zijn aangescherpt, met als doel het voortijdig schoolverlaten verder te laten dalen Medewerkers Bijna alle onderwijsteams zijn met ingang van het cursusjaar 2010-2011 resultaatverantwoordelijk. Huisvesting De vernieuwing van de praktijklokalen Horeca op de locatie Rosestraat is gerealiseerd. Het n restaurant en de bijbehorende keukens zijn geheel gemoderniseerd en in 2010 feestelijk geopend. Highlights 2010 De branche heeft in 2010 de nodige successen geboekt. Examenproject Horeca en Voeding In dit project zijn in samenwerking met het kenniscentrum Kenwerk voor alle CGOopleidingen Horeca & Voeding examens (door)ontwikkeld en vastgesteld. Realisatie verbouwing opleidingsrestaurant VIPZ aan de Rosestraat. Nieuwe opleidingsrestaurant VIPZ De restaurants Mozart en Jazz aan de locatie Rosestraat waren zowel qua bedrijfsconcept als onderhoud dringend aan vervanging toe. Na een intensieve verbouwing is in september 2010 het nieuwe opleidingsrestaurant VIPZ in gebruik genomen. Dit restaurant biedt de studenten in meerdere bedrijfsconcepten de gewenste contextrijke ruimte voor hun opleiding. Samenwerking opleiding Luchtvaartdienstverlening en Schiphol Sinds september 2010 maakt de opleiding gebruik van de simulatieruimte van Schiphol. Van buiten ziet deze loods in Hoofddorp er doorsnee uit, maar wie een voet over de drempel zet, ziet nagemaakte interieurs van cabines van vliegtuigen, flight simulators en in de hoek een opgeblazen noodglijbaan waarmee evacuaties kunnen worden geoefend. Doelen 2011 Voor de periode 2011-2014 zijn de volgende beleidsprioriteiten aangewezen: Onderwijs Voor de onderwijsteams worden op de volgende terreinen trajecten ingezet voor kwaliteitsverbetering: Evaluatie en doorontwikkeling van het CGO, verhogen rendementen / onderwijstijd, verder tegengaan Voortijdig School Verlaten en de implementatie Taal en Rekenen. Door het inrichten van een studentenraad/-panel zullen studenten nauwer betrokken worden bij het onderwijs. Ouders zullen betrokken worden bij de studievoortgang van hun zoon/dochter. Tenslotte zal In 2011 wordt ingezet op rendabel contractonderwijs. Hiertoe zal een plan van aanpak ontwikkeld worden Medewerkers De verandering van de organisatiestructuur zal op niveau van de onderwijsteams ingezet worden op integraal personeelsbeleid. Ook de topstructuur zal worden ingevoerd.
47
2.5.6 Lifestyle, Sport & Entertainment Deze branche bestaat uit drie clusters te weten Sport & Bewegen, Lifestyle en Entertainment. Kerngegevens: Jaarresultaat Rapportcijferopleiding(DTO)
63,9 % 2009: 6.9 2010: 7.1
Terugblik doelen 2010 Onderwijs Bij de opleiding Muzikant/Producer is in 2010 het eerste examen afgenomen. Tijdens dit examen doorlopen de studenten de muziekcyclus van muziek schrijven, opnemen en optreden. Het examen is goed verlopen. De jaarrendementen van de branche zijn het afgelopen jaar verbeterd. Lifestyle leverde vele positieve noteringen op in de kwaliteitskaart mbo, een onafhankelijk onderzoek naar de kwaliteit van mbo-opleidingen. De opleiding Pedicure werd daarin zelfs getipt als de beste van Nederland. Bij Sport & Bewegen blijft het rendement op niveau 3 laag. Voor een deel komt dit doordat alle studenten op niveau 3 starten, waardoor ook alle uitval op dit niveau plaatsvindt. Het rendement op niveau 4 is juist erg hoog. De opleidingen vragen zowel lichamelijk als geestelijk veel van de studenten en vaak hebben zij moeite met de gevraagde werkhouding (zelfstandigheid en verantwoordelijkheid). Bij Entertainment is hard gewerkt aan het verbeteren van de voorlichting en selectie van studenten. We verwachten dat dit komende jaren effect zal opleveren. Uitval van studenten wordt hier ook vaak veroorzaakt door (psychische) problemen buiten school, die veel voor komen bij deze studenten. Ook vallen studenten soms uit door langdurige blessures. Sommigen stromen voortijdig door naar het hbo of naar een andere mbo-artiestenopleiding. Huisvesting Afgelopen jaar is de huisvesting van zowel de Lifestyle- als de Sport & Bewegen-opleidingen sterk verbeterd. De modeopleiding heeft een passend onderkomen gekregen op de locatie Sportlaan, met een nieuw naaiatelier. De opleiding Schoonheidsverzorging kreeg een nieuwe schoonheidssalon. In beide opleidingen lukt het beter de beroepspraktijk in de opleiding te integreren. De opleidingen Sport & Bewegen zijn ondergebracht in het nieuwe Topsportcentrum, een perfecte contextrijke leeromgeving. Studenten en docenten hebben daardoor meer sportfaciliteiten binnen handbereik. Ter voorbereiding op de intrek in het nieuwe gebouw is veel aandacht besteed aan het verbeteren van het pedagogisch klimaat om de leerprestaties te verhogen. Het centrale overdekte leerplein op de locatie speelt hierbij een belangrijke rol. Highlights Studenten en teams van de opleidingen Sport & Bewegen en Dans vervulden een belangrijke rol in de voorbereiding en uitvoering van de opening van het Topsportcentrum en bij de sportieve personeelsdag in november Lifestyle heeft met succes het initiatief genomen om in samenwerking met ander roc‟s een consortium op te richten dat examenproducten voor de opleidingen Uiterlijke Verzorging gaat ontwikkelen De voorbereidingen op de invoering van de topstructuur hebben op een positieve en constructieve manier plaatsgevonden De inspectie heeft in 2010 onze examinering bij Kappen en Sport & Bewegen onderzocht en goed bevonden Het cluster Sport & Bewegen zet alle zeilen bij om het rendement te verhogen, door in brede zin het pedagogisch klimaat te verbeteren. Dit blijkt vanaf de intrek in het nieuwe Topsportcentrum in oktober 2010 al tot positieve resultaten te leiden.
48
Doelen 2011 Onderwijs De branche wil de deskundigheid en de betrokkenheid van de medewerkers bij CGO vergroten. Daarnaast zal het werkveld in het kader van de noodzakelijke feedback meer worden betrokken. Tenslotte zal er meer aandacht worden besteed aan de pedagogisch didactische aanpak. Voor wat betreft de BPV bij Sport zal een leerwerkbedrijf worden opgericht. Bij Entertainment /muziek wordt de studieloopbaanbegeleiding geïntensiveerd en de opleidingsprofielen en curricula verder ontwikkeld. Medewerkers In 2011 zal door invoering van de topstructuur meer helderheid komen over leiderschap.
2.5.7 Secretarieel & Administratie De branche Secretarieel&Administratie kent 5 clusters: Bedrijfsadministratie, Juridisch, Secretarieel, Special products en de Startkwalificatie 0-2 Kerngegevens: Jaarresultaat Rapportcijferopleiding(DTO)
56,6 % 2009: 6.3 2010: 6.0
Inspectiebezoek Uit het kwaliteitsonderzoek van de inspectie in 2010 is gebleken dat de kwaliteit van het onderwijs van de opleidingen op niveau 2 en 3 voldoende is, maar toch onvoldoende opbrengsten genereert en daarmee als zwak is beoordeeld. De Inspectie van het Onderwijs kent daarom aan deze opleidingen een aangepast arrangement toe en zij vallen daarom onder intensief toezicht. Met het College van Bestuur is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in september 2011 weer voldoende moet zijn. De inspectie voert in september 2011 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven. Terugblik doelen 2010 De branche heeft grote vooruitgang geboekt op alle beleidsdoelen die de branche zich had gesteld. Onderwijs Alle teams hebben een taalbeleidsplan geschreven. De rekenspecialisten hebben het rekenonderwijs verbeterd. De resultaten die we hebben behaald zijn goed, gezien de doelstelling studenten binnen te houden om zo de jeugdwerkloosheid niet op te laten lopen. Studenten stromen door naar andere branches. Toch is die prestatie niet voldoende. De dalende resultaten maken een herbezinning op ons onderwijsaanbod noodzakelijk. Er is veel aandacht voor intake en plaatsing zodat de studenten geplaatst worden op een opleiding waar zij in redelijkheid een kans maken. De rendementen van de branche stijgen door de inzet van het zorgbudget en coleur locale middelen. De verwachting is dat, mede door het ingezette beleid op niveau 2 en 3, de jaarresultaten in het cursusjaar 2010-2011 op de niveaus 2, 3 en 4 wederom gestegen zullen zijn. Medewerkers In elk team zijn aan de slag gegaan met teamontwikkeling. Er zijn specialisten aangesteld zoals taalcoaches, rekenspecialisten, zorgregisseurs. De verantwoordelijkheden zijn gekaderd. Managementinformatie wordt op teamniveau aangeleverd.
49
Werkveld BPV-bezoekdocenten hebben de cursus intermediair gevolgd. Docentenstages hebben plaatsgevonden bij de belastingdienst. Bovendien wordt het werkveld meer bij de examinering betrokken. Highlight 2010 EVC Afgelopen december is er een audit uitgevoerd naar de kwaliteit van de EVCmodelprocedure binnen de branche S&A. De kwaliteit is voldoende bevonden, wat betekent dat de branche voor drie jaar is gecrediteerd om EVC-trajecten aan te bieden. Doelen 2011 Heroriëntatie opdracht branche De branche zal zich verder profileren als een kwalitatief hoogwaardige beroepsbranche, waar studenten en medewerkers trots op zijn. De kans dat iemand in onze branche een diploma haalt, zal fors toenemen en er zullen minder studenten zijn die veel zorg nodig hebben. Omdat we onderdeel uitmaken van een groot instituut met vele scholingsmogelijkheden betekent dit dat studenten die we voorheen opnamen in onze branche, worden doorverwezen naar andere opleidingen binnen ons instituut. Cruciaal hierbij is dat de intake professioneel en onafhankelijk van het team is georganiseerd. Onderwijs Hoger rendement. De jaarresultaten op niveau 2 en 3 moeten de komende periode omhoog en er wordt gestreefd om in 2012 te voldoen aan de norm. Er komt meer betrokkenheid van studenten bij de inrichting en organisatie van onderwijs. Naar aanleiding van het DTO zal aan aantrekkelijk onderwijs en aan vervanging bij lesuitval meer aandacht worden besteed. Medewerkers In 2011 zal met alle medewerkers een functioneringsgesprekgevoerd worden. Door invoering van de topstructuur zal de aansturing veranderen. Dit zal op een zorgvuldige wijze plaatsvinden.
2.5.8 Techniek De branche Techniek bestaat uit de clusters Metalektro, Mobiliteit, Elektrotechniek en Bouw. Kerngegevens: Jaarresultaat Rapportcijfer opleiding (DTO)
68,6 % 2009: 6.6 2010: 6.3
Terugblik doelen 2010 In het afgelopen jaar heeft de branche Techniek met prioriteit uitvoering gegeven aan het verbeterplan van 2008, dat een looptijd had van 2 jaar en dus doorliep tot en met 2010. Het verbeterplan kende de volgende speerpunten: Onderwijs Bij het examenonderzoek door de Onderwijsinspectie in 2010 scoorde de opleiding Eerste monteur industrieel onderhoud (crebo 10082) onvoldoende omdat de toetsen van de exameninstelling Kenteq waren afgekeurd. Vooruitlopend op het heronderzoek in 2011 heeft de opleiding het volledige exameninstrumentarium aangepast. De opleiding is ervan overtuigd dat het exameninstrumentarium nu volledig aan de gestelde eisen voldoet. Voor alle experimentele opleidingen die in 2011 voor de eerste keer diploma‟s afgeven zijn in 2010 de examenplannen en ook de examens ontwikkeld en vastgesteld. De initiatieven van de opleidingen om te komen tot verbeterde rendementen zijn in 2010 verder verbreed. Binnen alle teams is bespreking van de studievoortgang van de studenten
50
nadrukkelijker op de agenda geplaatst. Om gericht te kunnen blijven sturen, ontvangt de branche nu maandelijks actuele informatie over de in-, door- en uitstroom van studenten. Medewerkers In 2010 is binnen de branche Techniek veel aandacht gegeven aan het goed en consequent doorlopen van de planning en controlcyclus door de units en de teams. Er is intensief overlegd met de medewerkers over het beleid van de branche en de noodzaak dat beleid te vertalen in resultaten en verantwoordelijkheden van de teams. Nieuwe onderwijsmanager voor de unit Bouw en Wonen Met de benoeming hiervan werd het managementteam weer voltallig. Om het management te ondersteunen, vooral op het gebied van onderwijskundig leiderschap, zijn in samenwerking met de afdeling HRM verschillende coachingstrajecten uitgevoerd. Highlight Audit Platform Betatechniek Van het Platform Bètatechniek, de instelling die van de overheid moet zorgen voor voldoende en kwalitatief goed opgeleide bèta's en technici, heeft de branche Techniek bij de audit in 2010 de complimenten ontvangen voor de wijze waarop de branche haar taken. Doelen 2011 De branche vindt het belangrijk dat de verbeteractiviteiten worden gecontinueerd. De doelen waaraan in 2010 is gewerkt blijven daarom ook voor 2011 van kracht. De onderwerpen waar we in 2011 extra aandacht aan willen besteden zijn: Onderwijs De nieuwe accenten die zijn gelegd op het gebied van de loopbaanbegeleiding van de studenten en het streven naar differentiatie bij de onderdelen Nederlands en rekenen, moeten ertoe bijdragen dat de komende jaren beter aan de vraag naar maatwerk in de vorm van extra ondersteuning tegemoet wordt gekomen. Het vergroten van de aantrekkelijkheid van het onderwijs door het bieden van meer afwisseling en het doen van een groter beroep op het eigen initiatief van studenten. Door de ingezette verbetertrajecten voort te zetten, streeft de branche naar een verdere verlaging van het aantal voortijdig schoolverlaters (12,0% in 2011-2012). Medewerkers Het inrichten van de nieuwe organisatiestructuur - met specifieke aandacht voor de aanbevelingen van de Audit Platform Betatechniek -. waarbij teamontwikkeling wordt uitgevoerd en ingebed in de regio. Wel deed de auditcommissie de terechte suggestie om behaalde resultaten nadrukkelijker te communiceren, met als doel het leren met en van elkaar te vergroten. Het management van de branche heeft die suggestie ter harte genomen. In samenwerking met de afdeling Communicatie zijn innovaties en good practices van vooral de projectorganisatie onder de aandacht gebracht.
2.5.9 Welzijn en Onderwijs Kerngegevens: Jaarresultaat Rapportcijferopleiding(DTO)
86,1 % 2009: 6.5 2010: 6.1
Rendement Uit de rendementscijfers valt op dat de branche voor niveau 3 een lage opbrengst scoort. Deze opbrengst is echter beïnvloed door de invoering van een basisjaar voor alle PW opleidingen. Hierdoor werden veel studenten ingeschreven op niveau 3 maar zij stroomden door naar een niveau 4 opleiding zonder eerst niveau 3 te hebben afgerond. De overstappers uit het basisjaar geven daarmee een correctie op de cijfers zodat de
51
rendementseisen van de inspectie wel worden gehaald. De branche zal naar de inspectie en naar de stakeholders deze cijfers kunnen verantwoorden. Terugblik doelen 2010 Onderwijs Het jaar 2010 was voor de branche het eerste jaar waarin alle opleidingen het onderwijs hebben verzorgd met een curriculum dat past bij het CGO. De ontwikkeling van de curricula met daarin opgenomen taal en rekenen en Loopbaan Burgerschap (LB) is voor alle crebo‟s afgerond. De curricula zijn ontwikkeld in samenwerking met het werkveld. Door het inzetten van studentenpanels vragen we van onze studenten feedback op onze ideeën en producten. De jaarlijkse zelfevaluatie gebruiken we om te onderzoeken in welke mate we onze doelstellingen hebben gerealiseerd. Verzuimregistratie en het naleven van het verzuimprotocol hebben in alle teams aandacht gehad. De branche hoopt met de aanval op de uitval goede resultaten te bereiken. Highlights Convenanten kinderopvang Er zijn twee convenanten gesloten met grote organisaties in de kinderopvang. De curricula zijn ontwikkeld door de onderwijsteams, waarbij de convenantpartners een belangrijke rol hebben gespeeld. Relatie werkveld Met het werkveld zijn we via werkveldbijeenkomsten in overleg over de ontwikkelingen in het onderwijs en in het beroep. Verder heeft de branche een eigen plan voor kennisdeling opgesteld. Doelen 2011 De Albeda-brede onderwijsnotitie Ruim baan voor goed beroepsonderwijs blijft de basis voor alle ontwikkelingen in 2011 en de invoering van het competentiegerichte onderwijs blijft het hoofdthema. Onderwijs Studenten zonder diploma VMBO zijn vanaf 2012 niet meer toelaatbaar op niveau 2. In samenwerking met AKA ontwikkelt de branche hiervoor een programma. Uit het DTO blijkt dat het onderwijs aantrekkelijker moet. De achterstanden die veel van onze studenten hebben bij taal en rekenen worden in kaart gebracht en weggewerkt. Ook maatwerk, doorlopende leerlijnen en contextrijk leren zijn speerpunt. Medewerkers We besteden aandacht aan de veranderingen die dit met zich meebrengt voor de medewerkers. De branche zorgt voor scholingen rond examinering voor alle medewerkers. Zorg dragen voor kwantitatief en kwalitatief goed personeel en goed werkgeverschap zal de nodige aandacht vragen. Werkveld Over deze ontwikkelingen willen we in 2011 voortdurend in contact staan met het werkveld. We evalueren daarom de eerste resultaten van de convenanten.
2.5.10 Educatie Het jaar 2010 was voor Educatie een in grijpend jaar. Met ingang van 1 januari 2010 zijn de branches Toeleiding, Re-integratie en Inburgering onder de noemer Educatie verder gegaan, inclusief de VAVO-activiteiten van het voormalige deel van Albeda. Reorganisatie en sociaal plan Einde 2009 werd duidelijk dat de Gemeente Rotterdam voor haar inburgeractiviteiten slechts zeer beperkt met het Albeda College verder wilde gaan. Ook was toen al duidelijk dat er een flinke afbouw zou gaan plaatsvinden van de beschikbare WEB-middelen. In het voorjaar van
52
2010 moesten we helaas het verkrijgen van een aantal aanbestedingen op prijs of (vermeende) kwaliteit aan andere onderwijsinstellingen overlaten. De vooruitzichten voor 2011 en volgende jaren laten nog eens een flinke reductie zien van de hoeveelheid werk. Daarop komen de algemene bezuinigingen op het inburgeronderwijs. In het tweede kwartaal besloten we daarom tot een formele reorganisatie en in overleg met de bonden is een sociaal plan opgesteld, dat in het vierde kwartaal van kracht is geworden. Direct na de zomer hebben we ons personeel daarover geïnformeerd. Aansluitend zijn we met maatregelen gekomen om zoveel mogelijk personeel van werk naar werk te kunnen laten gaan. De reorganisatie moet een reductie realiseren tot 84 fte in het najaar van 2011 en 65 fte in het najaar van 2012. Er is een herstructureringsvoorziening getroffen voor personeel. De branche heeft een positief eindresultaat weten te bereiken door zelf strak te sturen op ontwikkelingen en risico‟s. Het realiseren van een verbeterde effectiviteit en efficiency in de bedrijfsvoering heeft veel aandacht gekregen en is succesvol geweest. Het door een externe partij uitgevoerde kwaliteitsonderzoek en het dto gaven leerpunten die inmiddels zijn geïmplementeerd. De tussen- en eindrapportages die de branche aan opdrachtgevers oplevert zijn goedgekeurd. Doelen 2011 Voor 2011 staan een uitgebreid klanttevredenheidsonderzoek (kto) gereserveerd en komt er een grote externe visitatie van ons inburgeronderwijs. Ook staat er wederom een efficiencyslag op de agenda, vooral door het verbeteren van het onderwijsproces. De reorganisatie moet bovengenoemde reductie realiseren.
53
Hoofdstuk 3. Personeel Algemene gegevens Figuur 9: Aantal FTE‟s in loondienst per jaar ultimo FTE'S IN JAAR LOONDIENST 2006 2094,3 2007 2184,1 2008 1932,3 2009 1956,3 2010 1994,1
Figuur 10: Gemiddelde leeftijd medewerkers Albeda College JAAR 2006 2007 2008 2009 2010 GEMIDDELDE LEEFTIJD MEDEWERKERS ALBEDA COLLEGE 45,4 45,8 47,0 47,0 47,6
Figuur 11: Percentage personen in dienst per leeftijdscategorie LEEFTIJDS AANTAL CATEGORIE PERCENTAGE PERSONEN -24 0,82% 20 25 - 34 13,77% 336 35 - 44 20,98% 512 45 - 54 33,57% 819 55 - 64 30,25% 738 Overig 0,61% 15
54
Figuur 12: Percentages per leeftijdscategorie in m/v 31-12-2010
Figuur 13: Leeftijdsopbouw 31-12-2010
55
Figuur 14: Aantal medewerkers naar aantal jaren in dienst 1000 900 800 700 600 500
Totaal
400 300 200 100 0 0 t/m 5
6 t/m 10
11 t/m 15
16 t/m 20
21 t/m 25
26 t/m 30
31 t/m 35
36 t/m 40
40 t/m 45
Figuur 15: Leeftijdsopbouw primair/secundair proces 31-12-2010
56
Figuur 16: Verhouding tijdelijk en vast personeel, peildatum: 31-12-2010
TOTAAL 90,00%
83,73%
80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 16,14%
20,00% 10,00%
0,12%
0,00% Stageovereenkomst
Tijdelijke benoeming
Vaste benoeming
Contractsoort
Beleidsplan HRM In 2010 is de visie op het HRM-beleid geactualiseerd. De huidige visie luidt: Het Albeda College wil een uitdagende, aansprekende, veeleisende organisatie zijn, waarin medewerkers de mogelijkheden krijgen om hun talenten te ontwikkelen. Een organisatie waar medewerkers ambitieus zijn en resultaatgericht werken. Flexibiliteit en dynamiek staan hoog in het vaandel. Dit past bij een organisatie die in Rotterdam en Rijnmond op de kaart wil staan. Dit betekent dat alle medewerkers weten welke bijdrage zij leveren aan het realiseren van de organisatiedoelen, zelf de verantwoordelijkheid nemen om hieraan een bijdrage te leveren en trots zijn op de resultaten die zij en de organisatie hiermee bereiken. Goede arbeidsomstandigheden, samenwerking en volop kansen voor professionele ontplooiing zijn daarbij de meest belangrijke elementen om werknemers te boeien en te binden aan onze organisatie. Dit vraagt structurele aandacht en investeringen in eigentijdse vormen van (mede)zeggenschap en de eigen inbreng van medewerkers bij het verbeteren van werksituaties en werkprocessen. Thema‟s zoals demografische ontwikkelingen, productiviteit en inzetbaarheid, relatie bedrijfsleven, resultaatgerichtheid en leiderschap en verantwoordelijkheid worden in relatie tot de visie in Ruim Baan de komende jaren verder uitgewerkt in het HRM-beleid en de personeelsinstrumenten. Bedrijfsplan HRM In het bedrijfsplan van de stafdienst HRM 2010-2013 komen de visie en missie met betrekking tot de organisatie, bedrijfsvoering en ontwikkeling van de stafdienst zelf aan de orde. De stafdienst HRM vindt haar bestaansrecht in het ondersteunen en faciliteren op het terrein van personeel & organisatie van de branches en staven bij het realiseren van de
57
ambities van het Albeda College. Zij fungeert als business partner van het lijnmanagement op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Missie van de stafdienst HRM HRM voelt zich sterk verbonden met het primair proces van het Albeda College. Onze capaciteit en expertise op het terrein van personeel en organisatie wenden we aan om het management te ondersteunen bij het realiseren van deze ambitie. Als HRM streven we naar een kopgroeppositie onder de Nederlandse mbo-instellingen als het gaat om onze operationele dienstverlening: de basis moet op orde zijn en we automatiseren en digitaliseren onze administratieve processen verregaand. Voor onze adviesfuncties geldt dat we onze kennis van de business en expertise op het vakgebied aanwenden om (HRM-)beleid, organisatieontwikkeling en personeelsinstrumenten voor de hele organisatie te realiseren.
3.1 Taaktoedeling binnen de onderwijsteams Het vrije jaartaakmodel (artikel F-5) komt tegemoet aan de wens om de jaartaak op teamniveau vast te stellen, als een onderdeel van de professionele cultuur binnen het Albeda College. Door het vrije jaartaakmodel krijgen de teams meer zeggenschap over de eigen werkzaamheden. Dat betekent meer tijd voor begeleiding en het ontwikkelen van onderwijs. In het voorjaar van 2010 is bij alle managementteams voorlichting gegeven over het vrije jaartaakmodel. Er is een instrument voor leidinggevenden ontwikkeld, als ondersteuning bij de implementatie van het vrije jaartaakmodel. De enquête ten behoeve van de eerste evaluatie is eind januari 2011 uitgezet. De besluitvorming voor de regeling taaktoedeling 2011-2012 wordt in maart 2011 afgerond.
3.2 Formatiebeleid / LB-LC eerste tranche Voor de versterking van de salarismix in de Randstadregio‟s heeft het Albeda College financiële middelen gekregen van de overheid. Het doel van de regeling vloeit voort uit het Convenant Leerkracht en beoogt aanpak van het lerarentekort, verbetering van de positie van docenten en kwaliteitsverbetering van het onderwijs. 75% van het bedrag is beschikbaar voor verhoging van de salarisschalen. Benoeming in hogere functieschalen is mogelijk op basis van een kwalitatieve toets. HRM heeft hiertoe een cyclus van ontwikkelen, functioneren en beoordelen ontwikkeld. Voor elke beroepsbranche is vastgesteld wat de huidige verhouding is tussen de percentages LB-LC docenten en welke streefpercentages in 2014 uiteindelijk bereikt moeten worden. Op basis van een formatieplaatsenplan geven de branches een kwalitatieve onderbouwing van de noodzakelijk en gewenste functiemix. Het lijnmanagement van de branches bracht alle docenten op de hoogte van de beschikbare doorstroomfuncties en de geldende criteria. Ook het portaal werd als communicatiemiddel ingezet. Inmiddels is de eerste tranche LB-LC afgesloten.
3.3 Informatie en communicatie RAET In 2010 is na een Europese aanbesteding gekozen voor een nieuw HR-systeem: RAET. We hopen hierdoor de dienstverlening aan management en medewerkers te verbeteren. In de tweede helft van 2010 is gewerkt om vanaf januari 2011 de personeels- en salarisadministratie via de nieuwe leverancier succesvol te laten verlopen.
58
3.4 Verzuim Het verzuim, inclusief het tweede ziektejaar, is in 2010 licht gedaald, van 6,33 % naar 6,05%. Ook het verzuim in het eerste ziektejaar daalde licht, van 5,51% naar 5,28%. De meldingsfrequentie daalde van 1,3 naar 1,2. Dit sluit aan bij het landelijk gemiddelde (tussen de 1 en 1,5). We lijken dus meer grip op het kort frequent verzuim en het zeer langdurig verzuim te krijgen. Daarentegen steeg de gemiddelde verzuimduur van 13,2 naar 30,3 dagen.
Figuur 17: Percentage ziekte per branche/stafdienst BRANCHE/STAFDIENST
ZIEKTEPERCENTAGE
AKA Business Services College van Bestuur Educatie Gezondheidszorg Handel & Commercie Horeca & Toerisme ID banen (Centraal) Lifestyle, Sport & Entertainment ROA (R'damse Ondernemers Academie) Rotterdams Offensief Secretarieel & Administratie Shared Service Centrum AMC BSC F&AZ HRM Onderwijs & Kwaliteit Vastgoed Techniek Trajectbureau Welzijn & Onderwijs
5,93% 6,17% 4,07% 6,58% 3,74% 4,06% 4,36% 6,03% 1,57% 4,54% 18,36% 5,25% 6,24% 1,89% 6,08% 7,52% 3,76% 1,18% 2,64% 3,44% 8,61% 6,18%
Figuur 18: Gemiddeld ziekteverzuim in dagen jaar gem.verzuimduur dagen
2005
2006
2007
2008
2009
2010
14,4
15,7
18,5
12,1
13,2
30,3
in
De bedrijfsartsen van de Arbodienst zien door het eigen regiemodel dat bij het Albeda College wordt gehanteerd slechts een klein deel van de zieke medewerkers op het spreekuur. Zij constateren in elk geval dat de leidinggevenden een actievere rol spelen in de verzuimbegeleiding. In plaats van naar beperkingen wordt meer gekeken naar mogelijkheden om de inzetbaarheid bij medewerkers te vergroten en de eigen verantwoordelijkheden van werknemers hierbij te stimuleren. Een punt van aandacht is dat problemen op de werkvloer of privé nog te vaak onder de noemer van ziekteverlof worden gebracht. Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) We hebben voor het eerst sinds jaren een actuele RI&E van vrijwel alle locaties, uitgevoerd in de periode juni 2009 tot en met juli 2010. Over het algemeen is het van de arbeidsomstandigheden (veiligheid, gezondheid en welzijn) op de diverse locaties en bij 59
verschillende functiegroepen positief. Veel zaken die te maken hebben met veiligheid en gezondheid zijn goed georganiseerd, zoals de aandacht voor agressie en geweld, bedrijfshulpverlening, vluchtwegen en nooduitgangen, orde en netheid en de aandacht voor verzuim en arbeidsongeschiktheid. Op basis van de RI&E zijn de volgende prioriteiten gesteld voor 2010 en volgende jaren: Registratie gevaarlijke stoffen Verdiepend onderzoek en opstellen van een registratie van gebruikte arbeidsmiddelen Klimaat en temperatuur in les- en werkruimtes Legionellapreventie en –beheersing Figuur 19: Ziekteverzuim 2010 (gele lijn = secundair proces)
Bedrijfsmaatschappelijk werk In de verzuimbegeleiding van medewerkers werd zowel door het lijnmanagement, de HRM-ers, als de bedrijfsartsen geconstateerd dat psychosociale problematiek in het verzuim een belangrijke rol speelt. Het omgaan met deze problematiek en het begeleiden van medewerkers hierin vraagt het nodige vraagt van de leidinggevende. Daarom is besloten Bedrijfsmaatschappelijk Werk (BMW) in te zetten voor korte preventieve en curatieve begeleiding. Alcohol, Medicijnen, Drugs (ADM) De richtlijn ADM heeft als doelstelling het voorkomen van problemen als gevolg van alcohol-, drugs-, of medicijnmisbruik door medewerkers, waarbij het risico bestaat dat deze medewerker schade toebrengt aan zichzelf, studenten of collega‟s. Bovendien is bij misbruik vaak sprake van een verminderde productiviteit, een wisselende kwaliteit van het geleverde werk, een toename van (bijna) ongevallen en een verhoogd ziekteverzuim.
3.5 Nieuw beleid 3.5.1. Functiebouwwerk Albeda College In 2010 is een nieuw functiebouwwerk in concept gereed gemaakt dat voor het hele Albeda College geldt. Alle functieniveaus van schaal 1 tot en met schaal 15 zijn in dit nieuwe
60
generieke bouwwerk opgenomen, waarmee een nieuwe wijze van omgaan met functies en functieprofielen is geïntroduceerd. We willen de volgende functiefamilies onderscheiden:
Beleid, Beleidsondersteuning & Advies Leiding & Management Onderwijs & Onderwijsondersteuning Operationele ondersteuning
Voor de functiefamilie Onderwijs & Onderwijsondersteuning zijn de samenhangende functies beschreven (instructeur, docent LB, docent LC/docent teamleider). Ook zijn aan de functiefamilie onderwijsrollen en competenties gekoppeld (een en ander BIO-proef). De functieprofielen geven een indicatie van resultaatgebieden, taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, en de context waarin deze zich manifesteren. De functiewaardering is conform afspraken in de BVE-sector door een gecertificeerd bureau uitgevoerd. Door gebruik te maken van generieke functies kan personeel breder ingezet worden. Het huidige verouderde functiebouwwerk FUWASYS is versnipperd, heeft weinig relatie met de werkelijkheid meer en is niet dynamisch genoeg. Over invoering van het nieuwe functiebouwwerk wordt in 2011 besloten.
3.5.2. Beoordelen en belonen Een adequaat beoordelingssysteem stuurt op prestaties en professionele ontwikkeling van medewerkers. Het onderwerp beoordelen en belonen maakt onderdeel uit van het “pakket nieuw beleid” en is in 2010 ingericht in relatie tot de gesprekscyclus en de functiemix. We willen beter gebruik maken van de ruimte die de cao BVE biedt om vormen van belonen te ontwikkelen die flexibeler zijn en directer gekoppeld kunnen worden aan individuele resultaten. Deze beoordelingssystematiek moet voor alle medewerkers gelden. Ze geeft inzicht in verwachtingen en vergroot de betrokkenheid.
3.6 Ontwikkeling Wij willen het Albeda-personeel ontwikkelen en professionalisering, om zo samen de strategische doelstellingen van de organisatie te kunnen halen. Daarom bieden we individuele en collectieve adviesgesprekken, opleidingen, trainingen, teamontwikkeling, loopbaanontwikkeling en developmenttrajecten.
3.6.1 Scholing competentiegericht onderwijs (CGO) In januari 2010 is het project Van A naar Beter gestart. Dit project had twee doelen: 1. op teamniveau de stand van zaken inventariseren rond CGO-scholing in branches, wat door middel van deskresearch is onderzocht. Bijna alle branches blijken uitgebreid aandacht te besteden aan scholing en benoemen in hun branchejaarplannen aandachtspunten voor het komende jaar. Vooral assessoren trainingen, studie loopbaanbegeleider en het verder ontwikkelen van CGO worden genoemd. 2. door een nieuwe methodiek de behoefte aan scholing op teamniveau vaststellen en vervolgens scholingsadviezen geven. Dit is door HRM in samenspraak met de stafafdeling Onderwijs & Kwaliteit uitgevoerd, vooral onder medewerkers van de branche Secretarieel & Administratie.
3.6.2 Ontwikkeling en professionalisering van leidinggevenden In 2010 is een belangrijk aandeel van het scholingsbudget besteed aan het vergroten van managementvaardigheden als het voeren van functionerings-, beoordelings- en verzuimgesprekken, feedback geven, beoordelen van portfolio‟s en een basistraining voor leidinggeven, in de rol van (team-)leider.
61
3.6.3 Ontwikkeling en professionalisering van medewerkers Op basis van open inschrijving hebben medewerkers gewerkt aan hun persoonlijke en professionele ontwikkeling, door deel te nemen aan trainingen op het gebied van communicatie, timemanagement en intakevaardigheden. De ontwikkeling van het competentiegericht onderwijs is gestimuleerd door grotendeels teamgerichte trajecten met betrekking tot het Albeda Rollen-model in de rollen van assessor, studieloopbaanbegeleider, pedagoog/didacticus, teamworker en begeleider op de school (Bos). Daarnaast hebben in 2010 drie groepen van in totaal 45 studenten in het kader van de WEB benoembaarheid de BVE-cursus van ongeveer tien maanden, succesvol afgerond.
3.6.4 Startende werknemers In 2010 is verder beleid ontwikkeld voor startende werknemers. Er is nu een handleiding voor leidinggevenden in de branches met alle aandachtspunten bij de introductie en begeleiding van startende werknemers. Ook zijn er weer Albeda-introductiebijeenkomsten voor nieuwe medewerkers georganiseerd.
3.6.5 Subsidieregelingen Deze regelingen zijn bedoeld voor scholing, begeleiding en facilitering van zij-instromende nieuwe docenten. Afgelopen jaar is gebruik gemaakt van de subsidieregeling zij-instroom.
3.6.6 Project Duaal HRM Het Albeda College is vanuit de beleidsvisie Ruim baan en haar onderwijsvisie bezig met het verder professionaliseren van de organisatie en de ondersteunende diensten. HRMmedewerkers hebben daarbij een belangrijke rol. Daarvoor is in eerste instantie het professionaliseren van de stafafdeling HRM zelf nodig. Daarom voert de stafafdeling HRM het project Duaal HRM uit. Voorwaarde is dat het college van bestuur en branchedirecties participeren in het vaststellen van de gewenste HRM-profiel voor de komende jaren. Ook de branches Gezondheidszorg, S&A en LSE zijn bij het project betrokken.
3.7 Prioriteiten HRM 2011
In het kader van de nieuwe topstructuur zullen nieuwe management development trajecten voor adjunct-directeuren en onderwijsleiders ontwikkeld en uitgevoerd worden Voor 2011 staat competentiemanagement nadrukkelijk op de agenda Een verdere invoering van management feedbackinstrumenten en een integrale implementatie van het Albeda Rollenmodel (competentieprofielen voor onderwijsgevenden), mede in verband met met de Wet Bio Extra ondersteuning in de rollen van pedagoog en didacticus voor het werken met studenten niveau 2 Het ontwikkelen van een teamscan, te gebruiken bij teamontwikkeling Projectmanagement, in samenwerking met BSC ondersteuning bieden aan professionaliseren van projectmanagers Functiemix tweede tranche LB-LC Naar verwachting invoering in 2011 van een nieuw functiebouwwerk Digitalisering personeelsdossiers en invoering verzuimmodule in RAET Uitvoering geven aan het Sociaal Plan Educatie; tijdens de vrijwillige fase tot 1 mei 2011, de vaststelling van de boventalligheid per 1 mei 2011, tevens aanvang van de verplichte fase, het doorlopende matchproces en zo nodig effectuering van het onvrijwillig ontslag per 1 oktober 2011
62
Hoofdstuk 4. Bedrijfsvoering – Een vitale onderwijsorganisatie 4.1 Ontwikkelingen facilitair – De branche als basis SSC Het jaar 2010 stond voor het SSC in het teken van een aantal nieuwe ontwikkelingen en een financiële bezuiniging. Belangrijkste ontwikkeling was de totstandkoming van een bedrijfsplan. Bedrijfsplan SSC 2010-2013: Ruim baan voor professionals in dienstverlening Dit plan is opgeleverd en vastgesteld door het college van bestuur. Voor wat betreft de inhoud is er nauw samengewerkt met de branches (directies en teamleiders) en de SSCmedewerkers. Als uitgangspunten voor dit bedrijfsplan zijn de notitie Ruim baan voor goed onderwijs evenals de uitkomsten uit het medewerkerstevredenheidonderzoek meegenomen. Vanuit professionalisering als leidend thema zijn drie resultaatgebieden benoemd:
Integraal management Om onze klant in het kader van integraal management en verwachtingenmanagement beter van dienst te zijn, is gekozen voor Service Level Management (SLM). In 2010 is de projectstructuur hiervoor opgezet. Het beleidskader voor SLM is inmiddels goedgekeurd door het college van bestuur en aan de verdere invulling ervan wordt hard gewerkt. De producten diensten catalogus is bijna gereed en de verdere SLM- en communicatiestructuur wordt in kaart gebracht. De verwachting is per 1 januari 2012 met SLM te starten
Kwaliteit van medewerkers Uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek kwam onder andere naar voren dat medewerkers hun rol als onduidelijk ervaren. Hiervoor zijn de volgende acties benoemd en gedeeltelijk in 2010 al uitgevoerd: In de periode 2010-2013 wordt als constante factor gewerkt aan het implementeren en internaliseren van de SSC-gedragsregels Alle SSC-medewerkers hebben uiterlijk aan het einde van kwartaal twee van 2011 conform het format functieprofiel een functieomschrijving met een taakbijlage waarin gewenste competenties en vaardigheden helder staan omschreven Met alle SSC-medewerkers worden jaarlijks functioneringsen beoordelingsgesprekken gevoerd, op basis waarvan heldere Persoonlijke Ontwikkel Plannen worden geformuleerd (POP) Servicegroepmanagers stellen jaarlijks in overleg met de directeur van het SSC – scholingsbehoeften van hun medewerkers vast die zijn gebaseerd op competentieinventarisatie en hun taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zoals vastgesteld in het functieprofiel.
Locatiespecifiek werken Het doel is de dienstverlening kleinschaliger en op locatie te organiseren. In 2010 zijn locatiemanagers verantwoordelijk gemaakt voor de dienstverlening op hun locaties; taken bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn lager in de organisatie gelegd. De locatiemanager organiseert op iedere locatie regelmatig een gebruikersoverleg. Hierin participeren afgevaardigden uit het onderwijs en vertegenwoordigers vanuit ict, ruimtebeheer en roosteren. Ook is er per locatie budget toegekend om aanvragen en problemen sneller en beter te kunnen oplossen. De locatiemanager geeft een locatiespecifieke nieuwsbrief uit. Bezuiniging Door de bezuinigingsoperatie moesten een aantal projecten worden geschrapt, waaronder Bedrijfskleding en FMIS (facilitair management informatie systeem).
63
4.2 Stand van zaken ICT De uitvoering van het masterplan ict is in 2010 gestart. De uitgestelde vervangingen van bijvoorbeeld hardware en hoognodige verbeteringen aan de ict-infrastructuur zijn conform planning gerealiseerd, evenals het installeren van digiborden en draadloze netwerken. Helaas is de doelstelling met betrekking tot terugdringen van het aantal werkplekken zoals opgenomen in het masterplan niet gehaald. Dit is mede veroorzaakt door het niet behalen van de doelstelling de aantallen eigen laptops voor studenten te verhogen. De outsourcing zoals opgenomen in het masterplan ict is afgerond. In 2011 wordt de samenwerking met de nieuwe partner gestart.
4.2.1 Portaal In 2010 is een projectgroep aan de slag gegaan om het portaal om te bouwen tot een echte digitale werkplek, waar zowel de studenten als de medewerkers alles kunnen vinden voor hun opleiding of hun werk. Daarvoor moest het mogelijk worden voor iedereen om onafhankelijk van de locatie in te loggen op het portaal. In maart 2011 is het vernieuwde portaal als digitale werkplek technisch opgeleverd. De omvangrijke operatie loopt op schema. Na de zomervakantie 2011 kan iedereen gebruik maken van het portaal als digitale werkplek.
4.3 Communicatie & Marketing Support & Events Bij een groot aantal Rotterdamse evenementen en eigen Albeda-festiviteiten worden via ons eigen bureau Support&Events studenten van Albeda betrokken. Op deze wijze kan het bureau een bijdrage leveren aan:
Het opdoen van (beroeps-)ervaring van studenten in een buitenschoolse, contextrijke leeromgeving Het realiseren van opdrachten binnen het Competentie Gericht Onderwijs; De promotie van het Albeda College bij externe partijen en organisaties en het bij de evenementen aanwezige publiek Het versterken van de relatie met bedrijven, instellingen en organisaties in Rotterdam e.o., wat een positief effect kan hebben op het aantal beschikbare BPV-plaatsen Het vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid van zowel studenten als medewerkers op Albeda-locaties bij de wijkinstellingen en wijkbewoners van Rotterdam en omgeving
In 2011 zal hier verder aan worden gewerkt. De evenementen die met studenten zijn gefaciliteerd kunnen worden onderverdeeld in: Externe evenementen op verzoek (met neme sport en stad) Interne evenementen corporate (jaaropening, sint, kerst, Albedag etc.) Interne evenementen branches (jubilea, recepties, etc.) Cvb-bijeenkomsten (werkbezoeken, Albeda Cafés, diners pensant, etc.) Vanaf 2011 worden ook de personele activiteiten, kunst- en cultuur en de activiteiten voor post-actieven ondergebracht bij Support&Events. Marketing & Communicatie In 2010 is de nieuwe afdeling Marketing & Communicatie van start gegaan. Communicatiebeleid en -uitvoering zijn hiertoe samengevoegd. Ook maken het crossmediale jongerenplatform DNAMC en de afdeling Support & Events nu onderdeel uit van de afdeling. De gehele afdeling valt weer onder de stafdienst BSC (Bestuur, Strategie & Communicatie). 64
De afdeling Communicatie heeft de ambitie om het onderwijs bij de diverse doelgroepen op een zodanige wijze onder de aandacht te brengen dat dit een aantrekkend effect heeft op (toekomstige) studenten, opdrachtgevers, partners en nieuwe medewerkers. Tevens draagt de afdeling Communicatie bij aan interne motivatie, onderlinge samenwerking en samenhang en een effectief en efficiënt verloop van interne processen. Doelen 2010 De hoofddoelstelling voor 2010 was om de afdeling zo te organiseren dat bovenstaande ambities waargemaakt kunnen worden. Insteek daarbij was dat de communicatiemedewerkers zoveel mogelijk fysiek op de locatie aanwezig zijn van de opdrachtgevers waar ze voor werken. Hierin zijn we grotendeels geslaagd. Op basis van de uitkomsten van het medewerkerstevredenheidsonderzoek zijn er teamafspraken gemaakt ten aanzien van klantgericht werken, samenwerken en professioneel werken. Doelen 2011 In 2011 krijgt de werving van mbo-studenten extra aandacht. Bekeken zal worden in hoeverre de huidige middelen en activiteiten (algemene informatie, evenementen, opleidingeninformatie, contacten met decanen en doorverwijzers) voldoen aan de volgende uitgangspunten: Staat de loopbaan van de student centraal? Is er voldoende samenhang bij de inzet van de middelen? Komen onderwijsvisie, missie en kernwaarden voldoende tot uiting? Is voldoende rekening gehouden met prognoses van bijvoorbeeld studentenaantallen, groeipotentieel en arbeidsmarktrelevantie? Is voldoende rekening gehouden met interne organisatieontwikkelingen en landelijke ontwikkelingen (recessie, jeugdwerkloosheid, onderwijsontwikkelingen, zoals competentiegericht onderwijs en de splitsing tussen de verschillende niveaus)? Is er voldoende ruimte voor individuele wensen van de verschillende branches?
4.4 Ontwikkelingen huisvesting Visie op vastgoed Studenten en medewerkers ervaren ruimte in de gebouwen. Maar de ruimte leidt er niet toe dat de studenten zich verloren voelen, doordat lessen ingeroosterd worden in de zogenaamde regiegebieden. Groepen hebben een herkenbare eigen plek waar studenten elkaar kunnen ontmoeten. Waar ze kunnen overleggen en samenwerken. Er moet snel en soepel ingespeeld kunnen worden op veranderingen. De gebouwen van het Albeda College worden daarom gekenmerkt door multifunctionaliteit en flexibiliteit. Ze zijn ruim en open opgezet en bieden mogelijkheden voor colleges voor grote groepen en voor projectmatig werken in kleine groepen. Er zijn ruimtes voor praktijksimulaties en voorzieningen met moderne leermiddelen, bijvoorbeeld met behulp digiborden, laptop en dergelijke. Niet in de vorm van klaslokalen, maar zichtbaar in een dynamische leeromgeving met werkplekken. Tenslotte staan de gebouwen en de voorzieningen ook ten dienste van de directe omgeving en de omwonenden. Ver- en nieuwbouw Zo is het restaurant in de Rosestraat gerenoveerd en geschikt gemaakt voor het competentiegericht onderwijs. Dit restaurant heeft een open karakter en dus een wijkfunctie. Met deze verbouwing is een bijzondere leeromgeving gecreëerd. Hier kunnen de studenten oefenen, zodat de overgang naar de stageplek zo gemakkelijk mogelijk zal verlopen.
65
Op de locatie Sportlaan is een gedeelte van het gebouw geschikt gemaakt voor praktijklessen voor de opleiding Mode & Kleding. In het derde kwartaal van het afgelopen jaar is de nieuwbouw van het tweede gedeelte van het Topsportcentrum gerealiseerd, waar de opleiding Sport & Bewegen is geconcentreerd. De komende jaren zullen in de directe nabijheid van deze locatie nog een aantal sportvoorzieningen worden gecreëerd. Ook hier ontstaat een contextrijke leeromgeving voor onze studenten. In Maassluis wordt, door onze partner MaasDelta, in de nieuwbouw van Zorg Plaza Maassluis een praktijk leeromgeving voor onze studenten. De opleidingen Horeca en Kapper komen hier in een bijzonder contextrijke leeromgeving terecht. Kosten Vastgoed Het leeuwendeel van de kosten van het vastgoed hangt direct samen met het oppervlaktegebruik. De grootste efficiëntieslag op langere termijn is dus te behalen met het reduceren van oppervlaktegebruik. Rekenkundig is er nog steeds sprake van overcapaciteit. De reden hiervoor is dat in de vastgestelde normeringen geen rekening is gehouden met het nieuwe werken, spreiding, ouderdom van het bestand, fricties in functionaliteiten en de effecten van het competentiegericht onderwijs. Bovendien is extra reductie van vierkante meters noodzakelijk vanwege de inkrimping bij de branche Educatie. Reductie In 2010 is het reductieplan uit 2008 bijgesteld aan de laatste ontwikkelingen. Het gaat nu vooral uit van mutaties van panden waarin het onderwijs is gehuisvest. Overcapaciteit betekent verspilling van middelen, die dan niet ten dienste van het primair proces komen. Een aantal uitgangspunten, zoals studiebelastinguren, spreiding van BPV, flexibel gebruik van werkplekken van medewerkers, flexibele inrichting van werkplekken en inzet van personeel, verkleinen of vergroten van groepsgrootte in relatie tot het ruimtegebruik zullen daarom in heroverweging genomen moeten worden. Zo is het gebruik van vierkante meters bij de branche Techniek geconsolideerd. De afname van het volume bij deze branche heeft tot gevolg dat middelen vrijkomen die geïnvesteerd worden in de panden van de branche Techniek. Kosten worden bespaard door het realiseren van een nieuwe locatie in het centrum van Rotterdam. Vooruitlopend op de nieuwe aanpassingen op het meerjaren huisvestingsplan is verdere optimalisatie van het huisvestingsbestand mogelijk. De realisatie van de beoogde reductie uit het reductieplan 2008 is sterk afhankelijk van de strategie en overige efficiencymaatregelen binnen het Albeda College. Bij de realisatie van 2008 is afgeweken van oorspronkelijke plannen. Zo wordt de concentratie van de opleidingen bij de branche Techniek gefaseerd over twee jaar gerealiseerd en zal het pand aan de Aleyda van Raephorstlaan later worden verkocht. Vooruitblik 2011 Begin 2011 wordt een herijking uitgevoerd op de Albeda-brede inzet van vastgoed. Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar het ruimtegebruik in vergelijking met het ruimterecht en de relevante ontwikkelingen bij de diverse onderwijsbranches. Op basis van onderzoek en gesprekken met betrokkenen zullen keuzes voorgelegd worden aan branches en cvb. De beoogde uitkomst is een strategisch huisvestingplan 2011 waarin de inzet van vastgoed in lijn is gebracht met een goede positionering van de betrokken onderwijsbranches, op basis van een optimale kostenstructuur.
4.5 Projectmanagement: Innovatie, Ontwikkeling en Subsidieverwerving (IOS) Sinds 1 november 2010 heeft het Albeda College een afdeling Innovatie, Ontwikkeling en Subsidieverwerving, kortweg IOS. De directe aanleiding daarvan was het vertrek van drie van de vijf leden van het onderdeel Research & Development (R&D) van de toenmalige stafdirectie IFC. Naar aanleiding van hun vertrek is een onderzoek uitgevoerd naar de
66
activiteiten en resultaten van deze afdeling. Uit dit onderzoek is duidelijk naar voren gekomen dat er nog steeds behoefte is aan een centrale stafdienst met expertise en ervaring met het verwerven van externe middelen. Dit heeft geleid tot de afdeling IOS. IOS manifesteert zich als mediator, regisseur en facilitator bij het verwerven van externe middelen voor ontwikkelingsactiviteiten binnen het Albeda College. Het takenpakket van IOS bestaat uit de volgende activiteiten: ● De afdeling biedt Albeda-breed en op brancheniveau ondersteuning bij het verwerven van externe subsidies en andere mogelijke financiële middelen (prijzen, (O&O) fondsen) ● De afdeling vervult een regisserende en ondersteunende rol bij projecten.
Figuur 20: Gehonoreerde projecten in 2010 Branche Project Albeda breed FAST II (ISB) Albeda breed ATEK (ISB Gezondheidszorg Face2face Business Services ICT Academie AKA Techniek AKA H&C H&C Totaal
Programma
Subsidiebedrag in € 156.000
Leonardo da Vinci Mobiliteit (studenten) Leonardo da Vinci 33.000 Mobiliteit (docenten) Leonardo da Vinci 17.000 Partnerships Schools Association for Leonardo da Vinci 10.000 Improving ICT Vocational Partnerships Training Studenten uitwisseling met BAND 18.000 Hamburg MBO schilderen in het VO BIB 193.000 MEET, EAT & ACT TSROA 2010 43.000 Logistiek medewerker Prov. Zuid-Hol A&O 94.000 groen op weg 2010 Rotterdamse Rossen Innovatiearrangement 962.000 1.526.000
Doelen 2011 Doelstelling is dat de afdeling in 2011 streeft naar een subsidieopbrengst van ca. 3 miljoen euro, met een netto opbrengst van 60 k. Omdat de afdeling in opbouw is, wordt niet verwacht dat deze doelstelling in 2011 zal worden gehaald. Gelet op een veranderende subsidiemarkt moet de afdeling zich samen met het cvb en de branches oriënteren op ontwikkelingen die Albeda raken, maar ook uitdagingen bieden. Een aantal van deze ontwikkelingen zijn:
Landelijke ontwikkelingen in de maatschappij die van invloed zijn op het beroepsonderwijs, rond onderwerpen als gezondheidzorg, ouderen, veiligheid en ICT Onderwerpen die binnen het Albeda College leven, zoals betrokkenheid bij onderwijsvernieuwing en het van voorkomen voortijdig schoolverlaten
Albeda-breed valt te denken aan externe financieringsmogelijkheden die gericht zijn op de ontwikkeling van de organisatie, de ontwikkeling van leraren en extra ondersteuning van personeel. Brancheoverstijgend valt te denken aan externe financieringsmogelijkheden gericht op (ouderen)projecten op het snijvlak van gezondheidszorg, medische techniek en ICT en op (jongeren)projecten op het gebied van brede beroepskeuzes die goed aansluiten op de arbeidsmarkt. Hiervoor is noodzakelijk dat de branches in nauwe samenwerking met
67
hun netwerkpartners projectideeën formuleren. De mogelijke aanvrager van externe financiering is vaak een bedrijf en niet een onderwijsinstelling. Ook is de band met de kenniscentra en O&O- fondsen van belang.
4.6 Financiële bedrijfsvoering 4.6.1 Exploitatieresultaat De goedgekeurde geconsolideerde begroting over 2010 ging uit van € 196,0 miljoen baten en een exploitatieresultaat van € 0,9 miljoen. De gerealiseerde baten bedragen € 194,5 miljoen en vallen daarmee € 1,5 miljoen lager uit dan begroot. Dit komt onder andere door afwijking in het aantal studenten, waarvoor een T0 bijdrage van OCW lager uitvalt. In de begroting was rekening gehouden met een groei in aantal studenten als uitvloeisel van de economische verslechtering. Het exploitatieresultaat in 2010 bedraagt € 2,0 miljoen positief. Dit is inclusief € 0,4 miljoen incidentele baten vanwege toegekende ESF subsidies van oude jaren. Het resultaat wordt toegevoegd aan het Eigen Vermogen. In 2010 is een voorziening gevormd voor het sociaal plan bij de branche Educatie wegens de sterk afnemende Educatie omzet. De personeelsformatie is in 2010 van 1.956,3 FTE toegenomen tot 1.994,1 FTE per jaareinde. Bij Educatie en stafdiensten is een afname gerealiseerd, terwijl bij het beroepsonderwijs het aantal FTE is toegenomen. Dit ten behoeve van de ingezette kwaliteitsimpuls beroepsonderwijs. Het resultaat is als volgt opgebouwd: Educatie-branches Voorziening herstructurering Educatie Beroepsonderwijsbranches, Shared Service Center centrale staven, en instellingskosten Interestlasten Resultaat deelnemingen Totaal positief exploitatieresultaat
€ €
42.000 4.279.000 -/-
€ 6.982.000 € 1.169.000 -/€ 379.000 € 1.955.000 ==========
4.6.2 Begroting en vooruitblik Voor 2010 zijn de meerjarenprognose 2008-2012 evenals het beoogde herstel van het eigen vermogen de basis geweest voor het positieve begrotingsresultaat van € 0,9 miljoen. Het gezochte evenwicht tussen enerzijds de maatschappelijke verantwoordelijkheid van maximaal inzetten van middelen voor het onderwijs en anderzijds het bedrijfseconomisch bestendig maken van de organisatie richting de toekomst, is hiermee gevonden. Naast dit uitgangspunt is de kwaliteit van het onderwijs in 2010 nadrukkelijker aan de orde gekomen middels het vaststellen van de strategienota “Ruim Baan”. Het verbeteren van het onderwijsrendement is daarin als topprioriteit benoemd. Ondersteuning van die prioriteitstelling geschiedt onder andere door investeringen in: Zorg en begeleiding van deelnemers, waarvoor extra middelen van het Rijk en de gemeente Rotterdam inzetbaar waren Scholing van medewerkers en teams, waarvoor het scholingsbudget is verhoogd met € 0,5 miljoen De ict-organisatie en de ict-middelen Flexibele inrichting van huisvesting en Het versterken van sturingsmogelijkheden door op alle niveaus informatievoorziening te verbeteren
68
In de strategische notitie Ruim Baan wordt de aanzet gegeven voor een nieuw besturingsmodel. Centraal doel van dit model is meer in te zetten op het primaire onderwijsproces en minder op management en ondersteuning. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden komen zo laag mogelijk in de organisatie. De planning- en control cyclus is aangepast door in de kwartaalrapportages en verantwoordingsgesprekken nadrukkelijk aandacht aan de kwaliteit van het onderwijs te schenken. Hiertoe zijn onder andere nieuwe kritieke prestatie-indicatoren benoemd. Het vastgoedbeleid is verder uitgewerkt in een geüpdate vastgoed beleidsnotitie waarin het afbouwen van het aantal gehuurde vierkante meters aan de orde komt, evenals het afstoten van één van de panden in eigendom. De reductie van het aantal vierkante meters blijft financieel noodzakelijk. Het project In Control, dat gericht is op verbetering van de interne beheersing, is in het stadium van het in lijn brengen van kritische bedrijfsapplicaties en processen.
4.6.3 Ontwikkelingen De externe ontwikkelen op het gebied van beroepsonderwijs, die via de besparingsdoelstellingen van de overheid op ons afkomen, zoals de 30+ maatregel, het inkorten van niveau 4 opleidingen, de 1000-uren norm etc., worden vertaald in een hogere productiviteit en doelmatige inzet van mens en middelen. De kwaliteit van het onderwijs komt hierdoor onder druk te staan. Om de effecten te kunnen kwantificeren, is begin 2011 een meerjarenprognose 2011 – 2015 opgesteld. De ontwikkelingen in de vrije markt op het gebied van Educatie noodzaken het Albeda om een sociaal plan ten uitvoer te brengen in 2011. Daarbij wordt dit organisatie onderdeel afgeslankt tot een vaste kern van 65. Om dit te bereiken wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van interne mobiliteit. Via subsidie vanuit de gemeente Rotterdam heeft het Albeda gedurende enkele jaren extra taken op zich kunnen nemen op het gebied van zorgverlening aan studenten met problemen in meerdere leefgebieden. Deze subsidie wordt in de komende jaren afgebouwd tot nul. Ten tijde van opstellen van de begroting 2011 was er grote onzekerheid over de voortzetting van deze subsidie, die daarom voorzichtigheidshalve niet is meegenomen. In de begroting van 2011 zijn de invloeden van het slinkende marktaandeel op de Educatiemarkt en het wegvallen van de zorgsubsidie (totaal € 14,0 miljoen) duidelijk zichtbaar. De afnemende baten worden opgevangen door: de uitvoering van het sociaal plan bij Educatie afname flexibele kosten bij intern en extern personeel terugbrengen van aantal beschikbare vierkante meters
69
in € 1.000
Begroting 2011
Realisatie 2010
- Baten
180.092
194.515
- Personeelskosten - Overige lasten - Financieringslasten
130.987 46.467 1.300
142.967 48.419 1.174
- Exploitatieresultaat
1.338
1.955
4.6.4 Stelselwijziging RJ660 In het jaarverslag 2010 hebben zich twee stelselwijzigingen voorgedaan. De eerste betreft het niet langer activeren van de voorraden drukwerk, kantoorbehoeften en ICT randapparatuur, die qua aard niet van rechtstreeks belang zijn voor de reguliere bedrijfsactiviteiten. Daarnaast is de wettelijk verplichte OCW regeling inzake verwerking van BAPO lasten (Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen) als periodelasten toegepast. De BAPO voorziening is vrijgevallen ten gunste van het Eigen Vermogen.
4.6.5 Interne risicobeheersing- en controlesysteem Reikwijdte Alle gebeurtenissen die het Albeda College kunnen hinderen om de strategische doelstellingen te behalen worden als risico‟s beschouwd. Adequaat risicomanagement is een proces dat op alle niveaus in de organisatie plaats moet vinden. Dit omvat niet alleen het tijdig signaleren en identificeren van potentiële dreigingen, maar vooral het met een bepaalde mate van zekerheid ervoor zorgen dat ze binnen aanvaardbare proporties blijven. Het Albeda College wordt ondermeer geconfronteerd met risico‟s ten aanzien van aantal deelnemers, kwaliteit onderwijs, personeel en organisatie, huisvesting, inventaris en apparatuur en ten slotte politiek bestuurlijke risico‟s. Uiteraard dienen deze risico‟s in eerste instantie beheerd te worden door middel van goed bestuur. Een aantal risico‟s is echter moeilijk te voorzien. Dit betreft vooral: Fluctuaties in deelnemersaantallen Financiële gevolgen arbeidsconflicten Instabiliteit in de bekostiging Onvolledige indexatie van de bekostiging Kostendekking voor bijzondere zorgstructuur in de grote steden Aanvullend hebben we te maken met: economische krimp, bezuinigingen vanuit de rijks - en lokale overheid en marktwerking educatie en inburgering. Raamwerk risicomanagement De basis voor Albeda-breed risicomanagement ligt vast in het handboek Governance gebaseerd op de Governancecode BVE. Hierin zijn ondermeer de uitgangspunten voor risicobeheersing vastgelegd.
70
Middels het Reglement Vermeende Onregelmatigheden is de positie van een klokkenluider geregeld. Voor specifieke risicogebieden zijn beheersingsmaatregelen benoemd en operationeel. Een raamwerk voor organisatiebreed risicomanagement wordt ontwikkeld. In het jaar 2010 is het traject In control voortgezet dat een hoger niveau van interne beheersing nastreeft. De eerste fase stond in het teken van de basis op orde. Hierbij zijn de bedrijfskritische applicaties op het gebied van deelnemers, personeel en financiën zo veel mogelijk op elkaar afgestemd en procedures zijn waar mogelijk versimpeld. In 2011 wordt gewerkt aan een aanpassing in de verantwoordingscyclus via integrale rapportages, gebruik van kritische prestatie indicatoren en integrale kwartaalgesprekken per bedrijfsonderdeel. Tenslotte wordt gewerkt aan het opstellen van meerjarenprognoses per onderwijsbranche en het actualiseren van de interne budgetverdeling. Planning- en controlcyclus Door middel van de planning- en controlcyclus verankert de organisatie het strategisch beleid in concrete plannen. Jaarlijks wordt de planning- en controlcyclus geactualiseerd. Uitgangspunten zijn de kaders zoals geformuleerd in de onderwijsvisie en meerjarenbegroting en geconcretiseerd in de jaarlijkse kaderbrief. Op basis hiervan maakt ieder organisatieonderdeel een jaarplan en een begroting die worden bekrachtigd middels een managementcontract. De raad van toezicht maakt voor het hele Albeda College een managementcontract met het college van bestuur. Hierin worden de belangrijkste prestatieafspraken met concrete doelstellingen opgenomen. De planning- en controlcyclus geeft tevens aan welke stappen voor 31 december ondernomen moeten worden voor goedkeuring van de jaarplannen en een sluitende begroting door het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. De realisatie wordt gevolgd via periodieke rapportages over de totale baten, kosten, exploitatieresultaat, liquiditeitspositie en – prognose en door gesprekken tussen het management en het College van Bestuur waarin zo nodig bijsturingmaatregelen worden besproken. Beheersingsmaatregelen Risicobeheeractiviteiten zoals functiescheiding, autorisaties, procedures, rapportages en dergelijke maken onderdeel uit van de reguliere bedrijfsvoering. Onafhankelijke toetsing vindt plaats op specifieke beheersmaatregelen van risicogebieden die, bijvoorbeeld op basis van regelgeving, extra aandacht vereisen. Zo worden risico‟s ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs specifiek getoetst tijdens de verantwoordingsgesprekken tussen branchedirecties en CvB en de jaarlijkse zelfevaluaties door de branches. Daarnaast wordt door middel van interne audits de betrouwbaarheid van de gegevens uit de deelnemersadministratie getoetst, die de basis zijn voor de bekostiging vanuit OCW. Financiële risico’s De directie Rekenschap van Inspectie van het Onderwijs houdt op iedere onderwijsinstelling in het MBO toezicht. De intensiteit hiervan is afhankelijk van het financieel risicoprofiel van de onderwijsinstelling, wat wordt bepaald aan de hand van de financiële kerngetallen solvabiliteit, liquiditeit en rentabiliteit en/of specifieke signalen. Bij het Albeda College is gedurende 2009 sprake geweest van het verscherpt toezicht voor onderwijsinstellingen met een hoog risicoprofiel. Door de financiële ontwikkelingen in 2010 is het vertrouwen bij de Inspectie toegenomen, die het financieel risicoprofiel heeft aangepast van hoog naar gematigd. Bij dit profiel behoort het geïntensiveerd toezicht zoals dat in 2010 werd toegepast.
71
4.6.6 Vermogensbeheer en treasury management 4.6.6.1 Algemeen Als gevolg van de in voorgaande paragraaf beschreven risico‟s is een financiële buffer noodzakelijk om de continuïteit te waarborgen. Deze buffer dient als “garantievermogen” voor externe financiers en hiermee kunnen tijdelijke tekorten worden opgevangen. Tegelijkertijd wenst Albeda invulling te geven aan haar maatschappelijke taakstelling. Winstmaximalisatie staat daarmee op gespannen voet.
4.6.6.2 Eigen Vermogen Het Albeda heeft in 2010 kaders opgesteld voor de verbetering van de financiële positie en het vermogensbeheer. Hierbij is gekeken naar de maatschappelijke verantwoordelijkheid van het Albeda, de uitgangspunten van de externe onderzoeken naar financieringsstructuren in het onderwijs (Commissie Don) en de verantwoording naar externe stakeholders zoals banken. Het Albeda College streeft naar een solvabiliteit van 35% en een gemiddeld rendement van 1%. Met de beoogde exploitatieresultaten wordt de beoogde solvabiliteit in 2016 bereikt. De ontwikkeling van de kengetallen 2010 omtrent het vermogen van de organisatie om aan verplichtingen te kunnen blijven voldoen en het rendement op het eigen vermogen zijn in onderstaande tabel weergegeven. 2010 Solvabiliteit Eigen Vermogen (Excl. Herwaarderinsgreserve) Vreemd Vermogen
2009
in mln. €
in %
in mln. €
in %
19,1
21,7%
17,1
18,5%
68,8
78,3%
75,6
81,5%
87,9
92,7
Current ratio
21,7%
18,5%
Rentabiliteit
1,0%
1,2%
De current ratio is toegenomen tot 21,7% (intern doel bedraagt 50%) Deze afname is terug te vinden bij de balanspost crediteuren en overige kortlopende schulden. Hieronder vallen vooruitontvangen termijnen van subsidiebedragen en de onderhanden werkpositie van Educatie. De rentabiliteit valt met 1% binnen de doelbandbreedte van 0,5% tot maximaal 2,0%. De doelstelling om bedrijfseconomisch verantwoord maximaal middelen voor het onderwijs in te zetten, is hiermee gerealiseerd.
4.6.6.3 Treasury management Het treasury beleid richt zich op het beheersen van de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen en de hieraan verbonden risico‟s op het gebied van de financieringspositie, liquiditeitspositie en de beheersing van het renteresultaat. Hierbij wordt het innemen van risicovolle, speculatieve beleggingsposities uitgesloten. Een en ander is vastgelegd in het Treasury Statuut van het Albeda College. De liquiditeitspositie van het Albeda College is volgens de geconsolideerde jaarrekening ultimo 2010 afgenomen met € 6,7 miljoen. Er resteert een balanspost van liquide middelen ad € 5,1 miljoen. De liquiditeitspositie wordt bewaakt door de opgestelde prognoses maandelijks te monitoren en vergelijken met de realiteit. 72
Van de beschikbare kredietfaciliteiten bij de huisbankiers van in totaal € 33,5 miljoen is per balansdatum geen gebruik gemaakt. De aanpassing in de liquiditeitspositie is vooral ontstaan door: het positieve exploitatieresultaat de inzet van vooruitontvangen subsidiebedragen (afname kortlopende schulden) het investeringsniveau aflossing van langlopende schulden Het Albeda College stelt jaarlijks een cashflow prognose op en zorgt er voor dat er voldoende faciliteiten zijn om tijdelijke tekorten te kunnen financieren.
4.6.7 Helderheid in bekostiging Uitbesteding onderwijs Ook in 2010 worden de afspraken uit het convenant “scholing zonder drempel” voortgezet. Binnen dit project wordt aan 63 deelnemers bij een vijftal 5 penitentiaire inrichtingen en 1 TBS instelling onderwijs verzorgd. Deze instellingen verzorgen voor eigen rekening een deel van het onderwijs, onder toezicht en verantwoordelijkheid van het Albeda College. De rijksmiddelen, die het Albeda College heeft ontvangen, zijn aangewend om gestalte te geven aan de intensieve begeleiding van de individuele deelnemers, de deelnemersregistratie en om toezicht te houden op de uitvoering, de examinering, de kwalitatieve inhoud van het onderwijs door het Albeda College. Voor het schooljaar 2010 / 2011 is de projectomvang afgenomen tot 2 penitentiaire inrichtingen en 1 TBS instelling met in totaal 21 deelnemers. Het Albeda College voert de MBO Theaterschool uit in nauwe samenwerking met Stichting Jeugdtheater Hofplein. De onderwijsprogrammering en examinering geschiedt onder verantwoordelijkheid van het Albeda College. Voor de beschikbaar gestelde middelen van het theater worden de kosten vergoed door het Albeda College. In het kader van doorlopende leerlijnen worden steeds vaker samenwerkingsverbanden in het leven geroepen tussen het Albeda en andere onderwijsinstellingen. Met verscheidene VMBO scholen lopen VM2 trajecten, die de overgang van vmbo naar mbo drempelverlagend maken. De leerlingen blijven voor dit traject ingeschreven bij het vmbo. Vergelijkbare samenwerkingstrajecten ter bevordering van de doorstroom naar het hbo worden momenteel onderzocht. Met Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Isolatiebedrijf (OOI) is voor het schooljaar 2010 / 2011 een overeenkomst gesloten ten behoeve van het uitbesteden van een deel van een tweetal BBL opleidingen. De inbreng van de samenwerkende partij (OOI) betreft specifieke materiedeskundigheid van de isolatiebranche middels beschikbaar stellen van de contextrijke omgeving alsmede de branche-innovatie in het opleidingstraject. Dit wordt vormgegeven door het uitvoeren van theorielessen, waarbij de kwaliteit onder verantwoording staat van het Albeda College en is vastgelegd in de van toepassing zijnde Onderwijs Examenregelement (OER). Bij alle vormen van uitbesteding wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan de navolging van de wettelijke eisen inzake uitbesteding van onderwijstaken. Investeringen in private activiteiten Uit de rijksbijdrage zijn in 2010 geen investeringen in private activiteiten aan de orde geweest.
73
Eigen fonds voor les- en cursusgelden Er is geen eigen fonds voor les- en cursusgelden in onze instelling aanwezig. In-/uitstroom deelnemers relatief kort na de inschrijfdatum Het aantal deelnemers dat kort na de inschrijfdatum (door ons gedefinieerd als voor 31 december 2010) weer uitgeschreven is, bedraagt 904. Dit afgezet tegen een totaal aan bekostigde inschrijvingen van 21.766 is dit 4,2%. (vorig jaar 4,1%). Met diploma 357 Zonder diploma 547 Daarentegen bedraagt het aantal deelnemers dat kort na 1 oktober 2010 is ingeschreven 295, ofwel 1,4% (vorig jaar 1,6%). Verandering leerweg Het aantal deelnemers dat tijdens het cursusjaar 2010/2011 (na 1-10-2010 t/m 31-12-2010) van leerweg veranderde, bedraagt 30 oftewel 0,1%. Dit percentage is gelijk aan vorig cursusjaar. Binnen dezelfde leerweg veranderden 174 deelnemers van opleiding (0,8%) vorig jaar bedroeg dit aantal 191 (0,9%). Maatwerktrajecten De door de onderwijsbranches uitgevoerde maatwerktrajecten zijn binnen het OER beschreven en worden conform wet- en regelgeving uitgevoerd. Stapeling van diploma’s In 2010 heeft geen stapeling van diploma‟s plaats gevonden. Rotterdam, 16 juni 2011. Namens het college van bestuur, A. van Gorsel Voorzitter college van bestuur
74
Bijlage Taal & Rekenen behorende bij paragraaf 2.3.2: overzicht van de ondernomen activiteiten, bestede middelen en bereikte deelnemers en personeelsleden. Activiteit(en)
Betreft Nederlandse taal (T) Hieraan bestede Aantal bereikte Aantal bereikte en/of rekenen (R ) middelen in euro’s deelnemers personeelsleden A Aanpassingen in de didactiek en padagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op de intensivering van het taal- en rekenonderwijs 1. Leerplan, taal- en 731.780 1000 AKA, 1082 GEZ, rekendossier, POP 1000 + 1024 H&C, 2500 S&A, 970 TEC 2. Lesmateriaal, licenties, ontwikkeling, onderzoek 3. organisatiestructuur taal- en rekenbeleid 4. Coaching nieuwe didactiek B Toetsing van deelnemers 1.nulmeting
1000 AKA, 1000 H&T, 2500 S&A, 5500 W&O 1087 BUS, 1500 H&T, 800 LSE, 5500 W&O 800 LSE
200.189
700 AKA, 1087 BUS, 900 GEZ, 185 + 250 H&T, 1500 + 1000 H&C, 800 LSE, 870 TEC, 2000 W&O
2. Toets en examenplan, (voortgangs) toetsing en examinering
260 AKA + 900 GEZ, 900 + 200 H&T, 2500 S&A
3. Pilot Taal de Baas
40 S&A
4. beoordeling stageverslag
80 S&A
C Extra onderwijstijd 1. Studio's RT, remediering, extra leertijd, 2. Extra onderwijstijd ondersteuning
lessen
/ /
549.110
34 AKA, 25 BUS, 70 GEZ, H&T 47, 8 H&C, 34 S&A 1600 H&T, 800 H&C, 800 LSE, 270 TEC, 2000 W&O
75
D Nieuwe of aangepaste faciliteiten 1. taal- en rekenmethodes, materialenbank 2. PC's, laptopkarren etc.
99.209
GEZ, H&C, 2000 W&O 250 H&T, 2000 W&O
150
3. website / portaal
TEC, 35 H&T
4. Inzet duo-docent ism educatie of stagiaires 5. Extra inzet Muiswerk
60 S&A, 50 H&T 80 S&A
E Professionalisering van docenten en overige functionarissen op het gebied van taal en rekenen 1. scholing AKA
217.393
137 AKA
2. scholing taalcoaches BUS
5 BUS
3. Scholing GEZ
25 GEZ
4. Scholing H&T
40 H&T
5. scholing H&C
44 H&C
6. scholing, opleiding LSE 7. Scholing S&A
coaching
14 LSE 35 S&A
8. scholing TEC
270 TEC
9. Scholing W&O 10. scholing Kenniscentrum Rekenen
50 W&O vanuit Taal +
498 taal-, reken- en vakdocenten, coordinatoren etc. alle branches
E2 Professionalisering van overige functionarissen (zie E1 professionalisering docenten) 1. Training taal / rekencoordinatoren, taalen rekencoaches
44.766
2. Training (analyse) nulmeting 3. Scholing, conferenties TOTAAL
27 H&T, 44 H&C, 100 LSE, 29 S&A H&C 1 270 W&O
1.842.447
76
FINANCIEEL VERSLAG 2010
VAN DE STICHTING VOOR INTERCONFESSIONEEL BEROEPS- EN ALGEMEEN VORMEND ONDERWIJS EN VOLWASSENENEDUCATIE VOOR ROTTERDAM & OMSTREKEN
ALBEDA COLLEGE
Rekening is gehouden met de inrichtingsvereisten van boek 2 titel 9 BW, de richtlijnen van de Raad voor Jaarverslaggeving en de toelichtingen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen op deze richtlijnen, zoals deze gelden met ingang van verslagjaar 2008
77
Hoofdstuk 5.
Jaarrekening (geconsolideerd)
5.1 Algemene toelichting op de Balans en de Exploitatierekening
Grondslagen, waardering en resultaatbepaling
Algemeen Basis voor het opstellen van de jaarrekening zijn de inrichtingsvereisten van boek 2, titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en de adviezen van de Raad voor de Jaarverslaggeving. Specifiek voor onderwijsinstellingen gelden de bepalingen en modellen zoals opgenomen in Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 660. De jaarrekening is weergegeven in duizendtallen (euro's). Grondslagwijziging In dit jaarverslag zijn twee stelselwijzigingen toegepast. De eerste vanwege het niet langer activeren van de voorraad gebruiksgoederen en de tweede vanwege het toepassen van het principe van periodelasten voor de BAPO regeling. (zie paragraaf Voorzieningen) Beiden hebben invloed op de beginpositie van het Eigen Vermogen.
Waardering Tenzij anders vermeld worden activa en passiva opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs. De liquide middelen worden opgenomen tegen nominale waarde. Consolidatie In de geconsolideerde jaarrekening zijn de financiële gegevens van het Albeda College en haar groepsmaatschappijen per 31 december van het boekjaar opgenomen op basis van de integrale methode. Hierbij worden de activa en passiva, alsmede de baten en lasten voor 100% in de geconsolideerde jaarrekening van de stichting opgenomen. Het aandeel van derden in het eigen vermogen en in het resultaat wordt afzonderlijk in de geconsolideerde jaarrekening tot uitdrukking gebracht. De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn toegelicht bij de financiële vaste activa. De gelieerde maatschappijen worden niet meer in de consolidatie opgenomen vanaf de datum waarop geen sprake meer is van beslissende zeggenschap. Materiële vaste activa Investeringen met een waarde groter dan € 5.000 worden geactiveerd vanaf het moment van ingebruikname. De afschrijving geschiedt lineair op basis van de verwachte economische levensduur. Op materiële vaste activa in uitvoering wordt niet afgeschreven.
Gebouwen en terreinen Vanaf 2008 waardeert het Albeda College de gebouwen en terreinen tegen actuele waarde verminderd met de jaarlijkse afschrijvingen op basis van de verwachte economische levensduur en rekeninghoudend met de restwaarde.
78
Kosten aan onderhoud, verbouwingen of aanpassingen worden geactiveerd indien zij een aanmerkelijke verbetering van de vastgoedsituatie tot gevolg hebben, dan wel een verlenging van de levensduur van het actief bewerkstelligen. Inventarissen en apparatuur De inventarissen en apparatuur worden gewaardeerd tegen de aanschafwaarde verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. Investeringssubsidies worden waar mogelijk in mindering gebracht op de aanschafwaarde. Afschrijvingstermijnen In de jaarrekening zijn de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd: Gebouwen en terreinen - Gebouwen - Erfpacht - Verbouwingen
25-40 jaar 26-45 jaar 10-20 jaar
Investeringen in een huurpand worden afgeschreven over de resterende huurtermijn. Op terreinen wordt niet afgeschreven, met uitzondering van niet eeuwigdurende erfpacht. Inventarissen/apparatuur - Inventaris en apparatuur - Hardware
5 - 10 jaar 3 jaar
Bijzondere waardevermindering Vaste activa met een lange levensduur worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte economische waarde, wordt een bedrag ten laste van het resultaat geboekt voor het verschil tussen de boekwaarde en de economische waarde van het actief. Financiële vaste activa Deelnemingen waarmee de instelling een economische en organisatorische verbondenheid heeft en waarin zij overheersende zeggenschap heeft of de centrale leiding uitoefent worden tegen de vermogensmutatiemethode gewaardeerd. Overeenkomstig deze methode worden de deelnemingen in de balans opgenomen tegen het aandeel van de vennootschap in de nettovermogenswaarde vermeerderd met haar aandeel in de resultaten van de deelnemingen vanaf het moment van de verwerving, bepaald volgens de grondslagen in deze jaarrekening. In de exploitatierekening wordt het aandeel van de stichting in het resultaat van de deelnemingen opgenomen. Voorraden Vanwege de aard (drukwerk, kantoorbehoeften, ICT randapparatuur), worden voorraden met ingang van dit boekjaar rechtstreeks in de exploitatielasten verwerkt. Deze stelselwijziging leidt er toe dat de vergelijkende cijfers met voorgaand jaar zijn aangepast en de voorraad mutatie rechtstreeks is gecorrigeerd ten laste van het Eigen Vermogen. Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs onder aftrek van een voorziening wegens oninbaarheid.
79
Eigen Vermogen Het eigen vermogen wordt verdeeld in: Een algemene reserve Een herwaarderingsreserve Vanaf het verslagjaar 2009 is gekozen om geen segmentatie toe te passen op het eigen vermogen en het gehele vermogen als publiek te bestempelen. Het deel van het vermogen dat als privaat gepresenteerd zou kunnen worden, wordt hiermee op nihil gesteld. Afhankelijk van het resultaat wordt besloten tot toevoeging c.q. onttrekking aan de algemene reserve. De herwaarderingsreserve brengt de herwaardering van de gebouwen en terreinen tot uitdrukking, zijnde alleen de positieve verschillen tussen de waardering tegen actuele waarde en verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Negatieve herwaarderingen worden direct ten laste van het exploitatieresultaat gebracht. Het gerealiseerde deel van de herwaarderingsreserve komt ten gunste van het exploitatieresultaat. Voorzieningen Een voorziening wordt op de balans opgenomen indien sprake is van een verplichting (in recht afdwingbaar of feitelijk), waarvan het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen benodigd is en een betrouwbare schatting kan worden gemaakt. Vrijvallen uit en dotaties aan de voorzieningen vinden plaats ten gunste of ten laste van het bedrijfsresultaat. Uitgaven vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorziening. Voorziening personeel De voorziening personeel is opgenomen voor verplichtingen aan personeel als gevolg van ondermeer de wachtgeldregeling, de regeling spaarverlof langdurig zieken en inactief personeel. Voorziening uitgestelde personele beloningen De voorziening voor uitgestelde personele beloningen is in 2010 teruggebracht tot de voorziening voor jubileumuitkeringen vanwege langdurige dienstverbanden. Hiertoe wordt jaarlijks per medewerker een evenredig deel van de potentieel toekomstige uitkering opgebouwd. De voorziening in het kader van de BAPO regeling zoals vastgelegd in de CAO is in dit verslagjaar komen te vervallen. De voorziening is vrijgevallen ten gunste van het Eigen Vermogen via een grondslagwijziging. De huidige wijze van verwerking van de periodelasten is ontleent aan de regeling van OCW, vermeld in de Staatscourant onder nummer WJZ-237131, waarin de afwijking op de richtlijnen van hoofdstuk 271 inzake Personeelsbeloningen uiteen wordt gezet. De regeling zelf, die tot doel heeft het behouden van senioren voor het arbeidsproces door taakverlichting en taakvermindering, blijft bestaan. De lasten in het kader van de BAPO regeling worden vanaf het verslagjaar 2010 in het exploitatieoverzicht verantwoord als periodelasten. De gevormde voorzieningen vallen volledig vrij ten gunste van het eigen vermogen.
80
Voorziening herstructurering De voorziening herstructurering is ondermeer bedoeld voor de afronding van de uitvoering van het sociaal plan van 2008, het nieuwe sociaal plan voor Educatie 2010 alsmede het transitie- en integratieproces van de diverse branches. Resultaatbepaling
Baten en lasten Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarin de prestatie is geleverd c.q. waarop de prestatie betrekking heeft. Een uitzondering hierop betreft de door studenten verschuldigde bijdragen welke worden verantwoord in het kalenderjaar waarin het betreffende studiejaar aanvangt. De geoormerkte rijksbijdragen en de meerjarige doelsubsidies worden in de exploitatierekening verantwoord voor zover er daadwerkelijk kosten gerealiseerd zijn. Baten uit 'tweede geldstroomactiviteiten' en 'werken voor derden' worden bepaald naar rato van de uitvoering van de betreffende projecten/contracten. Pensioenregeling Het Albeda College kent een Pensioen- en Flexibele Uittredingsregeling voor huidige en voormalige werknemers. De pensioenen zijn ondergebracht bij Stichting Pensioenfonds ABP en de Flexibele Uittreding bij Stichting Flexibel Uittreden Onderwijs. Beide regelingen zijn te karakteriseren als zogeheten toegezegd-pensioenregelingen, waarbij de pensioenuitkering gebaseerd is op de lengte van het dienstverband en het gemiddelde salaris van de werknemer gedurende dit dienstverband, een zogenoemde middelloonregeling. De pensioenregelingen kunnen worden aangemerkt als 'multi-employer funds'. De regeling is conform het verplichtingenstelsel en de richtlijnen van de jaarrekening opgenomen. De dekkingsgraad van de pensioenen, die bij het ABP ondergebracht zijn, bedraagt per jaareinde 105%.
81
5.2 Balans per 31 december 2010
Geconsolideerd
(* € 1.000) (na verwerking voorstel bestemming exploitatieresultaat) Activa 31 december 2010
31 december 2009
99.983
103.642
Materiële vaste activa Gebouwen en Terreinen Inventaris en apparatuur
9.651 +
Totaal Materiële vaste activa
Voorraden
7.559 + 109.634
111.201
0
0
Vorderingen Debiteuren en deelnemers
5.703
3.621
Vorderingen op overheden
0
1.240
Overige vorderingen en overlopende activa
2.184 +
2.344 +
Totaal Vorderingen
7.887
7.205
Liquide middelen
5.137
11.835 +
Totaal activa
122.658
82
+
130.241
Geconsolideerd
Passiva 31 december 2010
31 december 2009
Eigen Vermogen Algemene reserve
19.075
17.120
Herwaarderingsreserve
34.777 +
37.493 +
Totaal Eigen vermogen
53.852
54.613
Voorzieningen Personeelsvoorzieningen
3.570
4.634
Overige voorzieningen
7.079 +
6.149 +
Totaal Voorzieningen
10.649
10.783
Langlopende schulden Kredietinstellingen
10.552 +
Totaal Langlopende schulden
11.710 + 10.552
11.710
Kortlopende schulden Kredietinstellingen
1.100
980
Crediteuren en overige kortlopende schulden
7.600
12.221
Pensioenen, belastingen en sociale premies
7.631
7.447
Overlopende passiva
31.274 +
Totaal Kortlopende schulden
32.487 + 47.605 +
Totaal passiva
122.658
83
53.135 +
130.241
5.3. Exploitatierekening 2010
Geconsolideerd
(* € 1.000) Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
Baten
Rijksbijdragen
144.226
149.842
141.393
Overige overheidsbijdragen en subsidies
24.836
22.107
27.747
Werk in opdracht van derden
18.447
18.029
13.609
Les- en Examengelden
3.183
2.798
3.359
Overige baten
3.822 +
3.240 +
3.730 +
Totaal Baten
194.514
196.016
189.838
Lasten
Personele lasten
142.967
144.610
138.826
Afschrijvingen
10.137
12.253
12.101
Huisvestingslasten
13.767
14.747
15.110
Overige lasten
27.230 +
Totaal lasten
24.569 + 194.101 -/-
Saldo baten en lasten Vrijval Herwaarderingsreserve Financiële baten Bijzondere baten en en lasten lasten
413 2.716 -1.174 0+
84
819 2.716
-1.626 0+
1.955
189.019
-163 2.700
1.542 + Exploitatieresultaat
22.982 + 196.179 -/-
-1.254 0+ 1.074 + 911
1.462 + 2.281
5.4 Kasstroomoverzicht geconsolideerde jaarrekening 2010 (* € 1.000) 2010
Kasstroom uit operationele activiteiten Exploitatieresultaat
2009
1.955
Aanpassingen voor: - Afschrijvingen - Vrijval herwaarderingsreserve - Mutaties voorzieningen
10.137 -2.716 -134 +
2.281
12.101 -3.047 2.361 + 7.287
Mutaties werkkapitaal: - Voorraden - Vorderingen - Kortlopende schulden
0 -682 -4.476 +
11.415
8 1.853 15.127 + -5.158 + 4.084
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen rente Betaalde rente
29 -1.203 +
16.988 + 30.684 186 -1.472 +
-1.174 + 2.910
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-8.574 4+
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie kredietinstellingen Mutatie overige langlopende schulden Mutaties lening u/g Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
120 -1.158 0+
-1.286 + 29.398
-3.551 405 + -8.570
Mutatie liquide middelen
-17.018 -705 0+ -1.038
-17.723
-6.698
8.530
11.835 -6.698
Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
Eindstand liquide middelen
3.305 8.530 5.137
85
-3.145
11.835
5.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2010 (* € 1.000) activa Materiële vaste activa gebouwen en terreinen
inventaris en apparatuur
bouwkundige projecten in uitvoering
Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijving en waardevermindering
145.718 -42.076
20.670 -13.111
0 0
166.388 -55.187 +
Boekwaarde 31 december 2009
103.642
7.559
0
111.201
Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen
3.485 -4 -7.140
5.089 0 -2.997
0 0 0
8.574 -4 -10.137 +
Boekwaarde per 31 december 2010
99.983
9.651
0
109.634
149.199 -49.216
25.759 -16.108
0 0
174.958 -65.324 +
99.983
9.651
0
109.634
Actuele waarde per 31 december 2010 Cumulatieve afschrijvingen en waardevermindering Boekwaarde per 31 december 2010
Totaal materiële vaste activa
De investeringen in gebouwen en terreinen betreffen renovaties en aanpassingen aan huurpanden en panden in eigendom. De totale investeringsomvang ligt in lijn met de planning. Hieronder is een overzicht opgenomen van de getaxeerde bedrijfswaarde en boekwaarde van gebouwen:
Plaats
Boekwaarde per 31 december 2010
Getaxeerde bedrijfswaarde voor eigen gebruik (* € 1.000)
Adres
Rotterdam Weena 743 OudeTonge Mercuriuslaan 16 Rotterdam Rosestraat 1101 Rotterdam Spinozaweg 398/400 Capelle aan den IJssel Van Speijkstraat 5a Vlaardingen Buys Ballotlaan 25 Rotterdam Haastrechtstraat 3-5 Rotterdam Breitnerstraat 92-94 Rotterdam Sportlaan 90 Rotterdam A. van Raephorstlaan 245 Rotterdam Slingeplein 8/13 Rotterdam Baljuwstraat 2 Rotterdam Schiedamseweg 245 Rotterdam Zst. Hennekeplein 80 Rotterdam Mathenesserlaan 321 Verbouwingen en aanpassingen aan huurpanden Totaal
8.100 1.980 30.525 4.730 835 4.155 12.970 4.580 6.105 3.865 1.390 4.850 3.460 9.825 9.175 + 106.545
7.212 1.842 28.027 3.830 685 3.559 11.766 4.168 4.789 3.192 1.195 3.641 2.975 9.118 7.947 6.037 + 99.983
Er zijn in 2010 geen panden aangeschaft of verkocht. De waardebepaling van de in eigendom zijnde onroerend goed zaken is gebaseerd op een in 2007 uitgevoerde taxatie, met als peilmoment oktober 2007. De opbrengst bij beoogd voortgezet gebruik door de koper is daarbij uitgangspunt geweest. 86
Grondslag is de comparatieve methode waarbij aspecten zoals markt, locatie en de onroerende zaak zelf een rol hebben gespeeld. Periodiek wordt een hernieuwde taxatie uitgevoerd. De WOZ-waarde van de geactiveerde panden bedraagt € 93,4 miljoen en de verzekerde waarde € 183.8 miljoen. Het pand Rosestraat 1101 is belast met een 1e hypotheek met een schuld van € 4,8 miljoen per 31 december 2010. Op het pand aan de Breitnerstraat 92-94 rust een hypotheek met een restschuld van € 3,1 miljoen per balansdatum. Bij de ING Bank is voorts een Roll-Over lening afgesloten met een restschuld van € 3.5 miljoen per balansdatum inzake het pand Rosestraat 1101. Aan de gezamenlijke huisbankiers Rabobank en ING Bank is in 2008 als zekerheid voor het verstrekte rekening-courant krediet een hypotheekinschrijving verstrekt. Vorderingen 31 december 2010
Debiteuren en deelnemers
31 december 2009
Debiteuren Deelnemers/cursisten Af: Voorziening wegens oninbaarheid
4.598 1.701 -596
2.649 1.598 -626 +
Totaal
5.703
3.621
De toename bij de post debiteuren is ontstaan doordat afrekening van gemeentelijke opdrachten veelal plaatsvindt op basis van facturatie van geleverde diensten in plaats van standaard bevoorschotting van gemeenten zonder factuur. Voor het bepalen van de gewenste omvang van de voorziening geldt: - Vorderingen kleiner dan € 10.000 : standaardpercentages in relatie tot ouderdom - Vorderingen groter dan € 10.000 : volgens individuele beoordeling 31 december 2010
Vorderingen op overheden
31 december 2009
Ministerie OCW
0
1.240 +
Totaal
0
1.240
De vordering op OC&W betreffende Europese projectsubsidies uit het Europees Sociaal Fonds in het kader van bestrijding van voortijdig schoolverlaten is in 2010 voldaan. 31 december 2010
Overige vorderingen en overlopende activa
31 december 2009
Personeel Overige Vooruitbetaalde kosten Nog te ontvangen inkomsten Verstrekte voorschotten
2 35 1.396 670 81
4 11 1.698 512 119 +
Totaal
2.184
2.344
De post nog te ontvangen inkomsten betreft onder andere nog te factureren detacheringen en te ontvangen uitkeringen AAW /ZW uitkeringen.
87
Liquide middelen 31 december 2010
31 december 2009
Kasmiddelen Tegoeden op bank- en girorekeningen
79 5.058
98 11.737 +
Totaal
5.137
11.835
De liquide middelen staan ter vrije beschikking. De hier vermelde tegoeden betreffen tegoeden van lopende bankrekeningen bij de huisbankiers Rabobank en ING Bank. De liquiditeitsprognose ging uit van een toename in de liquiditeitsbehoefte met € 16 miljoen in 2010. De werkelijke toename is beperkt gebleven tot € 6,7 miljoen door terughoudendheid bij investeringen, het positieve exploitatieresultaat en de ontvangst van een aantal subsidiebedragen, die in 2011 worden ingezet. De belangrijkste subsidie in dit kader betreft de ontvangst van € 9,4 miljoen aan Plusvoorzieningen ten behoeve van overbelaste jongeren.
88
passiva Eigen vermogen 31 december 2009
mutatie agv stelselwijziging
1 januari 2010
resultaat 2010
overige mutaties
31 december 2010
Algemene reserve Herwaarderingsreserve
1.226 37.493
15.894
17.120 37.493
1.955
0 -2.716
19.075 34.777 +
Totaal
38.719
15.894
54.613
1.955
-2.716
53.852
De mutatie als gevolg van de stelselwijziging is gerelateerd aan het niet meer activeren van de voorraden gebruiksgoederen en de hieronder vermelde BAPO voorziening in het kader van uitgestelde personele beloningen. Vanaf 2011 worden de lasten uit deze regeling als periodelasten verwerkt. De vergelijkende cijfers in de balans zijn aangepast. (zie paragraaf 6.1) De herwaarderingsreserve heeft betrekking op de panden in eigendom die sinds 2008 worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Hierop valt jaarlijks een bedrag ter grootte van de afschrijving van geherwaardeerde panden vrij. Het effect op de exploitatie is minimaal. Voorzieningen Voorziening personeel
Voorziening uitgestelde personele beloningen
31 december 2009 Mutatie agv stelselwijziging
4.245
16.340 -15.951
20.585 -15.951
4.789
1.360
6.149 0
1 januari 2010
4.245
389
4.634
4.789
1.360
6.149
966 -833 -1.264
44 32 -9
1.010 -801 -1.273
4.275 -3.111 -19
324 -244 -295
31 december 2010
3.114
456
3.570
5.934
1.145
7.079
Kortlopend deel (<1 jaar) Langlopend deel (>1 jaar) Langlopend deel (>5 jaar)
1.462 1.652 0
0 0 456
1.462 1.652 456
4.800 1.134 0
1.145 0 0
5.945 1.134 0
Dotatie Onttrekking Vrijval
totaal personeelsvoorzieningen
Voorziening herstructurering
Overige voorzieningen
totaal overige voorzieningen
4.599 -3.355 -314 +
De voorziening personeel ad € 3,1 miljoen per eind 2010 bestaat uit vier afzonderlijke onderdelen. - De voorziening voor de spaarloonregeling bedraagt ca. € 1,0 miljoen. Hierin hebben vrijwel geen mutaties plaatsgevonden. - De voorziening voor langdurig zieken die in 2010 per saldo is afgenomen met € 0,2 miljoen tot € 0,5 miljoen. - Een voorziening voor inactieve personeelsleden. Deze voorziening is van € 1,3 miljoen afgenomen tot € 0,3 miljoen. - Een voorziening voor wachtgeldverplichtingen aan het UWV. Deze voorziening is in 2010 toegenomen met € 0,1 miljoen tot € 1,3 miljoen. De stelselwijziging van de voorziening voor uitgestelde personele beloningen van € 15,9 miljoen betreft de grondslagwijziging van de BAPO voorziening zoals vermeld in paragraaf 6.1. Het resterende voorzieningsbedrag van € 0,5 miljoen betreft voorziening ambtsjubilea.
89
De voorziening herstructering is opgebouwd in 2007 ten behoeve van uitvoering van het sociaal plan dat is vastgesteld in 2007. De onttrekking uit de herstructureringsvoorziening dekt de maandelijkse FPU lasten van het sociaal plan 2007. De steeds verder afnemende contractbaten vanwege de vrije marktwerking bij de branche Educatie heeft het Albeda doen besluiten tot het opstellen en laten goedkeuren van een nieuw sociaal plan 2010, dat in 2011 en 2012 zal worden uitgevoerd. Het sociaal plan 2010 heeft tot doel de personeelsformatie bij de branche Educatie terug te brengen tot een kernformatie van ca. 65 FTE. Dat is een afname van ca. 100 FTE. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van interne mobiliteit, maar gedwongen ontslagen zijn niet uitgesloten. Voor de kosten van loopbaanbegeleiding, outplacement, faciliteiten ter ondersteuning van interne herplaatsing, herstructureringsbegeleiding, juridische bijstand etc. is een voorziening herstructurering opgebouwd van € 4,3 miljoen. De overige voorzieningen bestaan onder meer uit toekomstige kosten voor niet meer aan het productieproces ten dienste staande huurpanden.
Langlopende schulden 1 januari 2010 Langlopend deel schulden Lening BNG 021928 Aanvulling lening BNG 021928 Lening ING 67.69.98.275 Lening BNG 096413 Gem. Hellevoetsluis (De Vloot) Totaal
aangegane leningen 2010
aflossingen 2011
4.345 488 3.549 3.066 262 11.710
0
31 december 2010
looptijd > 1 jaar
looptijd > 5 jaar
870 0 135 133 20
3.475 488 3.414 2.933 242
3.475 488 540 533 74
0 0 2.874 2.400 168
1.158
10.552
5.110
5.442
rentevoet 7,98 7,98 1,85 5,07 4,75
vast vast variabel vast vast
Alle panden zijn in 2008 hypothecair in onderpand gegeven aan de huisbankiers Rabobank en ING Bank. Het pand aan de Breitnerstraat is hier in 2010 aan onttrokken ten gunste van de dekking van de lening van de BNG, via de stichting Waarborgfonds Bve. Deze lening heeft een resterende schuld van € 2,9 miljoen, kent een vaste rente van 5,07% en een looptijd tot 13 januari 2033. De lening bij de BNG met een restantschuld van € 4,0 miljoen heeft een looptijd tot 18 februari 2015 en een rentepercentage van 7,98%. Bij de ING Bank is een Roll-Over Lening afgesloten met een restschuld per balansdatum van € 3,5 miljoen en een variabele rente van 1,85% per jaar op balansdatum. Het kortlopende deel bedraagt € 0,1 miljoen. Het renterisico uit variabele rente van deze lening wordt valutair gedekt met een renteswap, die in hoofdsom gelijk is aan de schuld van de lening. De renteswap heeft een looptijd tot 1 juni 2014 en een vaste rente van 4,04%. De variabele rentevergoeding op balansdatum bedraagt 1,027%. De marktwaarde van de renteswap bedraagt € 259.620 negatief per balansdatum. Bij de gemeente Hellevoetsluis is een annuïteitenlening afgesloten voor de verbouwingen aan het pand De Vloot in Hellevoetsluis met een looptijd tot 2022 en een rentevoet van 4,75%.
90
Kortlopende schulden 31 december 2010
Kredietinstellingen
31 december 2009
Krediet instellingen Kortlopend deel langlopende schuld kredietinstellingen
0 1.100
0 980 +
Totaal
1.100
980
Van de verstrekte rekening courant kredieten door de huisbankiers Rabobank en ING Bank is per balansdatum geen gebruik gemaakt. De Rabobank heeft een rekening courant krediet verstrekt met een maximum van € 17,8 miljoen op basis van een variabel rentepercentage van 0,4% boven het geldende éénmaands Euribor tarief. De ING Bank heeft een gelijkluidend rekening courant krediet verstrekt met een maximum van € 15,7 miljoen op basis van een variabel rentepercentage van 0,5% boven het geldende éénmaands Euribor tarief. Ter dekking van het renterisico, ontstaan door de kredietverstrekking op basis van de variabele Euribor rentetarieven, is een renteswap bij de Rabobank afgesloten voor een bedrag van € 10 miljoen met een vast rentepercentage van 4,92% tot 1 januari 2018. Op balansdatum bedroeg de variabele rentevergoeding 0,70%. De marktwaarde van de renteswap bedraagt € 1.564.640 negatief per balansdatum.
31 december 2010
Crediteuren en overige kortlopende schulden Crediteuren Overig
6.899 701
Totaal
7.600
31 december 2009 8.036 4.185 + 12.221
De overige kortlopende schulden betreffen de onderhanden werk positie van de lopende contracten bij de Educatiebranche na aftrek van de daarop van toepassing zijnde vooruitontvangen termijnen. 31 december 2010
Pensioenen, belastingen en sociale premies
31 december 2009
Loonbelasting Omzetbelasting Schulden terzake van pensioenen
5.897 4 1.730
5.624 130 1.693 +
Totaal
7.631
7.447
91
31 december 2010
Overlopende passiva
31 december 2009
Vooruitontvangen college- en lesgelden Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt Vooruitontvangen termijnen Vakantiegeld en -dagen Overige
91 22.157 496 4.080 4.450
203 14.857 8.177 4.035 5.215 +
Totaal
31.274
32.487
De geoormerkte vooruitontvangen subsidies van OCW zijn per beschikking verantwoord in bijlage 8.3 en betreffen nog in te zetten middelen in 2011. De toename is vooral ontstaan door de ontvangst van de gelden voor de Plusvoorziening. Een subsidie voor extra activiteiten rond overbelaste jongeren die in de jaren 2011 en 2012 zal worden ingezet (deels via andere onderwijsinstellingen). Het bedrag vermeld onder vooruitontvangen termijnen betreft al ontvangen bedragen van uiteenlopende subsidieverstrekkers waarvoor het Albeda College de diensten in 2011 levert. De afname van deze post is vooral ontstaan door de ontvangst van een subsidiebedrag van de Gemeente Rotterdam inzake het Rotterdams Offensief per einde 2009. De post Overige omvat nog te betalen kosten van in 2010 geleverde diensten. Hieronder vallen onder andere onderaannemers van Educatie contracten.
92
5.6 Niet in de balans opgenomen verplichtingen Per 31 december 2010 heeft het Albeda College: - 54 huurcontracten met een gevarieerde looptijd (max. 2023) met een totale huursom van € 5,6 miljoen op jaarbasis. - 1 erfpachtovereenkomst met de gemeente Schiedam voor een jaarlijkse canon van € 67.600. - 7 leaseovereenkomsten voor personenauto's met een totale contractsverplichting van € 141.000 en een jaarlijkse verplichting van € 101.000. - een aantal contracten voor periodiek onderhoud en kopieerapparatuur e.d. Op balansdatum waren door de Rabobank voor 7 huurcontracten bankgaranties afgegeven tot een totaalbedrag van € 184.942. Via investeringsverplichtingen is per 31 december 2010 een totaalbedrag van circa € 751.000 vastgelegd ten behoeve van functionele aanpassingen en groot onderhoud in meerdere panden. De voorziening voor uitgestelde personeelsbeloningen bestaat uit de BAPO regeling en toekomstige jubilea. Door de stelselwijziging van de BAPO regeling is dit gedeelte van de verplichting voor uitgestelde personeelsbeloningen niet meer in de balans opgenomen. Per balansdatum bedraagt de maximale verplichting € 15,9 miljoen, berekend conform de uitgangspunten zoals gehanteerd voor de balanspositie in de jaarrekening van 2009, In de personeelsvoorzieningen is een bedrag opgenomen voor verplichtingen inzake de Werkloosheidswet. Voor personeel werkzaam bij het onderwijs is een bovenwettelijke regeling van kracht, waarbij het dagloon ruimer wordt berekend en tevens een langere looptijd van kracht is. Voor het voormalig Albeda personeel dat per balansdatum gebruik maakt van de bovenwettelijke WW regeling is het maximale risico berekend op € 1,9 miljoen over een looptijd van 5 jaar. Het sociaal plan van de branche Educatie zal mogelijk leiden tot extra werkloosheidsverplichtingen en bovenwettelijke regelingen. Het maximale risico wordt ingeschat op nominaal € 7,4 miljoen met een looptijd tot 2023. De jaarlijkse exploitatielasten uit deze regeling blijven naar de huidige verwachting lager dan de hieraan gerelateerde jaarlijkse exploitatiebijdrage van OCW, die Albeda hiervoor ontvangt.
93
5.7 Toelichting geconsolideerde exploitatierekening over het boekjaar 2010 (* € 1.000) Baten Rijksbijdrage Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
Normatieve rijksbijdragen OCW Geoormerkte subsidies OCW Overige subsidies OCW
129.667 10.060 4.499
132.860 12.207 4.775
129.739 7.058 4.596 +
Totaal
144.226
149.842
141.393
De begrote normatieve rijksbijdragen zijn € 3,2 miljoen hoger dan gerealiseerd vanwege de verwachte groei in aantal deelnemers als gevolg van de krimp op de arbeidsmarkt. Deze verwachting is niet gerealiseerd. De geoormerkte subsidies OCW zijn ten opzichte van 2009 met € 2,8 miljoen toegenomen vanwege subsidie voor verbetering van de positie van docenten ad € 1,4 miljoen. Daarnaast is de inzet van middelen voor Stagebox en Taal en Rekenen verhoogd met €1,4 miljoen. Onder de geoormerkte subsidies zijn ook de baten verantwoord uit Innovatiebox- en FES gelden, de leerlinggebonden financiering, VSV en schoolmaatschappelijk werk. Zie hiervoor de specificatie van geoormerkte bijdragen in paragraaf 8.3. Het totaal van de kolom lasten 2010 in genoemd overzicht wijkt af van de in deze tabel genoemde baten vanwege enerzijds een ontvangst van ESF gelden ad € 0,4 miljoen met betrekking tot oude jaren en anderzijds het doorstorten van de subsidie Plusvoorziening ad € 4,5 miljoen aan andere deelnemende partijen. De overige subsidie betreft de wachtgeldbaten. Overige overheidsbaten Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
Gemeentelijke bijdrage educatie Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
8.594 16.242
9.200 12.907
7.265 20.482 +
Totaal
24.836
22.107
27.747
Onder de Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies zijn een groot aantal subsidies verantwoord waaronder: - SoZaWe subsidie van de Gemeente Rotterdam inzake zorgverlening aan jongeren met gestapelde problematiek - Project De Nieuwe Kans, dat scholingsmogelijkheden biedt voor kansarme jongeren. - Project Aan de Slag ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid - Wijkschool Noord, bekostigd uit het Rotterdams Offensief - HRM Duaal inzake de ontwikkeling van CGO in relatie tot de rollen en competenties van onderwijsgevend personeel - Subsidies in het kader van Voortijdig Schoolverlaten en Schoolmaatschappelijk werk - ID – banen Het aantal subsidies en de hoogte daarvan vormden tot en met 2009 een structurele basis. In 2010 is gezien de overheidsbesparingen voorzichtiger begroot en ook lager gerealiseerd.
94
Werk in opdracht van derden Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
Contractactiviteiten gericht op: Educatie en Inburgering Beroepsonderwijs Totaal
9.537 8.910
12.369 5.660
7.137 6.472
18.447
18.029
13.609
De toename van de baten bij Beroepsonderwijs is ontstaan door inzet van gelden uit specifieke subsidies gericht op haven- en technische opleidingen. Bij de branche Educatie zijn de baten toegenomen op het gebied van individuele additionele begeleidingstrajecten van inburgeraars etc. Les- en examengelden Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
Deelnemersbijdragen Examengelden
3.115 68
2.772 26
3.280 79 +
Totaal
3.183
2.798
3.359
De deelnemersbijdragen zijn rechtstreeks gerelateerd aan de programmalasten. De lasten zijn eveneens lager begroot dan 2009 en in realisatie van 2010 toch hoger uitgekomen. Overige baten Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
Huurontvangsten Detacheringen Ontvangsten kantines, restaurants, automaten Overigen
1.969 612 246 995
1.635 517 177 911
1.663 915 178 974 +
Totaal
3.822
3.240
3.730
Aan het plan voor het terugdringen van aantal in te zetten vierkante meters is gekoppeld dat niet gebruikte vierkante meters worden verhuurd aan derden. In 2010 leverde dit een hogere baat op van € 0,3 miljoen. Een aantal detacheringsovereenkomsten is in 2010 conform plan beëindigd. Hieraan liggen vaak samenwerkingsovereenkomsten met collega-organisaties aan ten grondslag. In de post Overigen is net als vorig jaar een bijdrage in de uitvoeringskosten opgenomen van het experiment Informatie- en Communicatie Technologie, als gevolg van de ministeriële regeling Herontwerp Kwalificatiestructuur MBO 2007/2008. Van de bijdrage in 2009 ad. € 63.000 voor het penvoerderschap van het toegewezen cluster is 7/12e gedeelte in de jaarrekening 2010 verantwoord vanwege de inzet van de gelden per schooljaar in plaats van per kalenderjaar. Van de nieuwe bijdrage in 2010 is 5/12 verantwoord in deze jaarrekening en zal 7/12 verantwoord worden in de jaarrekening over het boekjaar 2011. Daarnaast zijn in de overige baten ondermeer begrepen schade-uitkeringen, administratieve dienstverlening aan derden, kortingen op ingekochte lesmateriaal/boeken, stagevergoedingen en lesmateriaal/boeken bekostigd door bedrijven.
95
Lasten
Personele lasten Realisatie 2010 Lonen en salarissen, incl. verplichtingen VU/ZKOO Sociale lasten Pensioenlasten Bovenwettelijke wachtgelduitkering Dotatie/vrijval personele voorzieningen Mutatie voorziening herstructurering Personeel niet in loondienst Overige personeelslasten af: Uitkeringen (AAW/ZW-opbrengsten) Totaal
Begroting 2010
Realisatie 2009
97.033 9.939 12.289 1.507 -263 4.279 13.977 4.661 -455
108.276 8.375 11.716 1.000 -1.477 0 12.399 4.463 -142
142.967
144.610
94.570 9.187 12.002 1.315 3.173 1.282 14.248 3.692 -643 + 138.826
In 2010 is een voorziening opgebouwd van € 4,3 miljoen voor het sociaal plan bij Educatie dat in 2011 en 2012 wordt uitgevoerd. De toename in de kosten voor bovenwettelijke wachtgelduitkering heeft zich in 2010 doorgezet vanwege de uitvoering van het eerste sociaal plan uit 2007. De toename van de posten lonen en salarissen, sociale- en pensioenlasten is vooral ontstaan door een toename van de gemiddelde personeelsformatie met 44 FTE. (2,1%) De gemiddelde personeelslast is ten opzichte van 2009 met ruim 1% toegenomen. Het personeel niet in loondienst is ingezet op incidentele geldstromen, zoals geoormerkte subsidies en contractbaten. Daarnaast is onder andere ICT personeel ingehuurd voor regulier werk, alsmede projectmatige inzet, waarvoor intern de expertise ontbreekt. De vermelde pensioenlasten zijn gebaseerd op het gemiddelde aantal FTE gedurende het verslagjaar van 1.992 FTE. In 1999 bedroeg dit aantal 1.948 FTE.
Bestuurdersbezoldiging in € De heer P. Boekhoud (tot 31 december 2009) Mevrouw A. van Gorsel De heer M.J.W.T. Nollen Mevrouw R.G.K. Voss
Belastbaar loon 2010 2009 150.401 154.342 130.760 142.084 136.945 117.686
Pensioenpremie 2010 2009 22.104 22.246 19.623 19.705 17.325 17.403
Totaal 2010 2009 172.505 176.588 150.383 161.789 154.270 135.089 481.241 469.383
In de bovenstaande tabel is de berekening van het belastbaar loon opgenomen zoals dat is voorgeschreven in de regelgeving van de WOPT (Wet Openbaarmaking Publieke Topinkomens). De reguliere vergoeding aan de bestuurders valt in 2010 binnen deze regeling. De vergelijkende gegevens van 2009 zijn aangepast aan deze weergave. Vorig jaar is in deze tabel nog uitgegaan van weergave van brutoloon inclusief werkgeverslasten en emolumenten.
96
WOPT Duur Dienstverband vanaf De heer P. Boekhoud
tot
01-09-71 31-12-2012
Belastbaar loon 2010 € 147.282
2009 € 150.401
Pensioenpremie 2010 € 22.050
2009 € 22.104
Voorzieningen beloning 2010 € 381.320
Totaal 2010 € 550.652
2009 € 172.505
De verplichting, voortkomend uit de in het verleden tot stand gekomen overeenkomst tussen de Raad van Toezicht en Piet Boekhoud, voormalig voorzitter van het College van Bestuur, is in 2010 geëffectueerd middels een afstorting van ad € 381.320 ten behoeve van een pensioenvoorziening van laatstgenoemde. Genoemd bedrag is reeds in de jaarrekening van 2007 als voorziening opgenomen en in het jaarverslag 2007 gemeld. Bezoldiging van de Raad van Toezicht in €
Realisatie 2010
De heer K. Groenendijk De heer J.M.M. Elbers Mevrouw M. Drijver De heer J.W.N. van Merwijk Mevrouw E. van der Vliet De heer R.P. Zevenbergen De heer W.J. van Gelder De heer A.F.C. Dickmann Totaal
Realisatie 2009
Aangetreden 9.500 per 01.01.2007 9.500 Aangetreden 8.250 per 01.01.2007 7.000 Aangetreden 7.000 per 01.01.2007 7.000 7.000 7.000 3.000 3.000 3.000 5.000 7.000 + 45.750
37.500
De Raad van Toezicht is per augustus 2010 gewijzigd qua samenstelling. Er zijn drie nieuwe leden toegetreden. Afschrijvingen Realisatie 2010 Erfpacht terreinen Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur ICT-inventaris Totaal
Begroting 2010
173 6.966 1.558 1.440
173 7.559 3.226 1.295
10.137
12.253
Realisatie 2009 173 7.306 3.229 1.393 + 12.101
Van de investeringsruimte is in 2010 terughoudend gebruik gemaakt. Dit leidt vooral bij inventaris tot lagere afschrijvingskosten. Om de beschikbare middelen op gewenst kwaliteitsniveau te houden, is het ongebruikte investeringsbudget als additionele ruimte doorgeschoven naar 2011. Huisvestingslasten Realisatie 2010 Huren Verplichtingen inzake afstoten panden Onderhoudskosten vastgoed Advieskosten vastgoed Energie en water Schoonmaak Heffingen Overige huisvestingslasten Totaal
97
Begroting 2010
5.681 -70 1.762 329 2.904 2.139 623 399
6.471 0 2.683 350 2.230 2.164 597 252
13.767
14.747
Realisatie 2009 5.199 916 2.665 427 2.629 2.299 615 360 + 15.110
Bij de huisvestingslasten zorgen de stijgende energieprijzen voor hogere lasten. Daarnaast is het Topsportcentrum als nieuwe accommodatie in 2010 in gebruik genomen voor de sportopleidingen van het Albeda. Per ultimo verslagjaar is 171.333 m2 in gebruik, waarvan een deel wordt verhuurd. Zie ook de toename van de huurbaten bij de post overige baten. De onderhoudskosten zijn afgenomen door de veranderde werkmethodiek waarbij het onderhoud vaker pandgericht tegelijk met grondige renovatie wordt opgepakt. Overige lasten Realisatie 2010 Administratie- en beheerslasten Administratie en beheer Reis- en verblijfskosten Accountants- en advieskosten Telefoon- en portokosten e.d. Kantoorartikelen Bestuurskosten Overige
Inventaris, apparatuur en leermiddelen Inventaris Software licenties Leermiddelen Examenkosten
Dotatie overige voorzieningen Overige Kantinekosten Excursies/werkweek Contributies Abonnementen Verzekeringen Overige faciltaire lasten
Totaal
Begroting 2010
Realisatie 2009
5.185 184 503 1.176 583 48 6.601 14.280
4.868 179 330 1.384 830 45 5.679 13.315
1.978 161 545 1.417 577 38 6.092 + 10.808
1.373 2.213 3.678 1.669 8.933
1.019 1.600 3.633 1.056 7.308
759 2.822 4.146 1.491 + 9.218
110
36
204 942 1.093 139 149 1.380 3.907
246 853 629 68 134 1.980 3.910
27.230
24.569
175
403 969 722 156 149 382 + 2.781 22.982
Bij de administratie- en beheerslasten is onder andere € 3,4 miljoen aan uitbesteed werk ICT opgenomen in verband met enerzijds de uitvoering van het ICT Masterplan dat in 2008 is gestart, inclusief de daarbij behorende aanbestedingstrajecten en anderzijds de inzet van ICT medewerkers op uitvoerend vlak. De kosten voor softwarelicenties zijn hier rechtstreeks aan gekoppeld. Tijdens de implementatie van nieuwe ondersteunende applicaties zijn tijdelijk dubbele kosten noodzakelijk. Deze kosten zijn in 2010 al weer afgenomen ten opzichte van 2009. De telefoonkosten nemen af door het steeds verder overgaan naar goedkopere mobiele communicatie middelen. De contributiebedragen zijn gestegen door de hogere verplichte contributie aan de MBO Raad en nieuwe verplichte contributies voor hieraan gerelateerde platforms. In de overige facilitaire kosten van 2009 is een incidentele baat opgenomen van de WI claim.
98
Onder de post overige administratie- en beheerslasten zijn onder andere opgenomen: - drukwerk-, repro-, en kopieerkosten € 1,6 miljoen (2009: € 1,3 miljoen) - PR/communicatiekosten € 1,1 miljoen (2009: € 0,7 miljoen) - uitbesteed werk en onderaanneming € 2,6 miljoen (2009: € 1,9 miljoen) - overige materiële kosten € 0,6 miljoen (2009: € 1,6 miljoen) - catering- en vergaderkosten € 0,5 miljoen (2009: € 0,4 miljoen) - transport-/ koerierskosten € 0,2 miljoen (2009: € 0,2 miljoen)
Onderstaande tabel geeft de vereiste uitsplitsing van de accountants- en advieskosten voor het jaar 2010 weer. Ernst & Young
Overige accountants
Totaal accountantsen advieskosten
Onderzoek van de jaarrekening Andere controleopdrachten Adviesdiensten op fiscaal terrein Andere niet-controle diensten Accountantskosten voorgaande jaren
133 144 45 116 45
3 17
136 161 45 116 + 45
Totaal
483
20
503
Vrijval herwaarderingsreserve Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
Vrijval herwaarderingsreserve
2.716
2.700
2.716 +
Totaal
2.716
2.700
2.716
Uit de herwaarderingsreserve valt jaarlijks een gedeelte vrij dat gelijk is aan de extra afschrijvingslasten van gebouwen die als gevolg van de waarderingswijziging naar actuele waarde in 2008 is opgebouwd.
Financiële baten en lasten Realisatie 2010
Begroting 2010
Realisatie 2009
Rentebaten Rentelasten
29 -1.203
0 -1.626
151 -1.405 +
Totaal
-1.174
-1.626
-1.254
De rentelasten betreffen de lasten uit langlopende leningen en de direct gerelateerde renteswaps. Doordat de BNG lening een annuïteitenlening is, neemt de rentelast jaarlijks af. De rentebaat is ontstaan door creditstand bij de banken. In de begroting is nog uitgegaan van het deels gebruik maken van de liquiditeitsruimte bij de banken.
99
Hoofdstuk 6. Overige gegevens 6.1 Voorgestelde bestemming exploitatieresultaat boekjaar 2010 Het gehele gerealiseerde exploitatieresultaat over 2010 wordt toegevoegd aan de Algemene reserve.
6.2 Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich na balansdatum geen gebeurtenissen voorgedaan die van invloed zijn op de feitelijke situatie per balansdatum.
6.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de raad van toezicht en het college van bestuur van Stichting voor Interconfessioneel Beroeps- en Algemeen Vormend Onderwijs en Volwasseneneducatie voor Rotterdam & omstreken Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2010 van Stichting voor Interconfessioneel Beroeps- en Algemeen Vormend Onderwijs en Volwasseneneducatie voor Rotterdam & omstreken te Rotterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2010 en de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is tenslotte verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.5.3, vierde lid van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2010. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de
100
accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede voor de naleving van de betreffende wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting.
Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting voor Interconfessioneel Beroeps- en Algemeen Vormend Onderwijs en Volwasseneneducatie voor Rotterdam & omstreken per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met de Regelgeving jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2010 voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het Onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2010. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:393 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 16 juni 2011
Ernst & Young Accountants LLP
w.g. J.C. Besters RA
101