Jaarverslag Dollard College
∆∆2012
1
2
Voorwoord Raad van Toezicht Voorwoord College van Bestuur Hoofdstuk 1 Organisatie 1.1 Missie 1.2 Visie 1.3 Strategische beleidsdoelen 1.4 Organisatie 1.5 Leerlingenaantallen Hoofdstuk 2 Onderwijs 2.1 Onderwijsontwikkelingen 2.2 Passend onderwijs 2.3 Zorgbeleid 2.4 Kwaliteitszorg 2.5 Beoordeling Hoofdstuk 3 Leeromgeving 3.1 Internationalisering en culturele diversiteit 3.2 Arbo & Veiligheidsbeleid 3.3 Huisvestig/Facilitair 3.4 Digitalisering Hoofdstuk 4 Medewerkers 4.1 Onze medewerkers 4.2 Professionalisering personeel 4.3 Functiemix VO 4.4 Gezondheidsmanagement Hoofdstuk 5 Financiën 5.1 Jaarrekening 2012 5.2 Begroting 2013 5.3 Risicoanalyse 5.4 Treasury
Jaarrekening Bijlagen
3
voorwoord>> Raad van Toezicht Wij bieden u hierbij het jaarverslag van 2012 van het Dollard College aan. De jaarrekening is vastgesteld door het College van Bestuur en gecontroleerd door KPMG Accountants N.V. Na vaststelling door het College van Bestuur en advies van de auditcommissie hebben wij op grond van de controleverklaring het besluit van het College van Bestuur goedgekeurd. Begin 2012 bestond de Raad uit vier personen. In 2012 werd de Raad van Toezicht uitgebreid met een nieuw lid dat zich inmiddels om persoonlijke redenen weer heeft teruggetrokken. Met inachtneming van het van toepassing zijnde voordrachtsrecht van de vier medezeggenschapspartijen binnen Onderwijsgroep Noord is de procedure om in de vacature te voorzien, gestart. In 2012 heeft de Raad vier keer in formele zin en drie keer in informele zin (op vestigingen) vergaderd. In informele zin heeft de Raad in aanwezigheid van het College van Bestuur drie keer met directeuren en vertegenwoordigers van de medezeggenschapsorganen gesproken. Doel van deze gesprekken is ‘enige voeling’ te hebben met het binnenste van de organisatie. De auditcommissie is in aanwezigheid van het College van Bestuur twee keer bijeen geweest. De belangrijkste onderwerpen waren de jaarrekening 2011, de begroting 2013 en de ontwikkelingen van de financiële situatie. Het blijft van belang om alert in te spelen op maatschappelijke en politiek gestuurde ontwikkelingen in het onderwijsveld. Omdat Onderwijsgroep Noord een complexe organisatie is met vier stichtingen, twee cao’s en een aantal interne uitdagingen, vraagt dit grote creativiteit en scherpe beleidskeuzes. Hierover zijn de Raad en het College van Bestuur intensief in gesprek geweest. Door hard te zijn op de inhoud, maar zacht op de relatie hebben de gesprekken in een prettig en constructief overlegklimaat plaatsgevonden.
4
De kwaliteit van het onderwijs had een prominente plek op de agenda van het College van Bestuur. Over de wijze waarop de kwaliteit binnen Onderwijsgroep Noord wordt vormgegeven heeft de Raad van Toezicht zich uitvoerig laten informeren. De Raad heeft kennisgenomen van het feit dat van de ongeveer 150 opleidingen op de 24 vestigingen er drie zwak zijn en heeft hierover periodiek overleg met het College van Bestuur. De Raad van Toezicht heeft zich geëvalueerd aan de hand van een daarvoor bestemd instrument. Het betrof een eerste evaluatie van de gezamenlijke Raad en het College van Bestuur over de Raad als geheel. Bij de volgende evaluatie gaat het om de evaluatie van individuele leden van de Raad van Toezicht. Ook heeft de (remuneratiecommissie van de) Raad, in haar rol als werkgever van het College van Bestuur, in het najaar HRM-gesprekken gevoerd met de leden van het College van Bestuur. Daarnaast heeft de remuneratiecommissie met het College van Bestuur gesproken over de taakverdeling binnen het College van Bestuur. De taakverdeling is efficiënter geworden en daardoor zijn verantwoordelijkheden duidelijker belegd. Groningen, 21 juni 2013 Namens de Raad van Toezicht, Erik Kuik, voorzitter
Het College van Bestuur Het jaarverslag van 2011 sloten wij af met het vertrouwen dat onze gebundelde kracht, capaciteit, creativiteit en visie binnen het Dollard College het in 2012 mogelijk maken om de ambities van onze leerlingen te realiseren. Dat vertrouwen hebben wij onverminderd, ook al moesten we - en dat is in 2012 niet anders dan in 2011 - onze ambities met minder middelen realiseren. En dat stelde nog hogere eisen aan ons allen. Gering geïndexeerde bekostiging vanuit het Rijk en stijgende sociale lasten en pensioenpremies hebben we kunnen opvangen. Hoogwaardig onderwijs organiseren en verzorgen, is wat onze collega’s onverkort en succesvol uitvoerden. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk. Het resultaat van hun inspanningen is dat van de vele onderwijssoorten op de vestigingen er slechts heel weinig de kwalificatie zwak dragen. Ondanks het feit dat de demografische krimp her en der voelbaar en zichtbaar wordt, bleven wij van de gevolgen daarvan in 2012 verschoond. Dat neemt niet weg dat wij ons blijven inspannen op de verdere verbetering van de positionering van onze vestigingen.
Onderwijsgroep Noord is, als we de goede onderwijsresultaten bezien, met het Dollard College, AOC Terra en rsg de Borgen, een beeldbepalende onderwijsorganisatie in de noordelijke regio’s van Nederland. Wij kijken terug op een spannend jaar waarin onderwijskundig, financieel en organisatorisch veel is gepresteerd. Het resultaat van enig jaar is natuurlijk geen eindresultaat, ook het volgende jaar zal niet minder uitdagend zijn. Wij verheugen ons erop ook de uitdaging in 2013 weer tot een goed einde te brengen. Groningen, 21 juni 2013 Roel Schilt, voorzitter College van Bestuur en
Astrid Berendsen, lid van College van Bestuur
Het Dollard College is onderdeel van Onderwijsgroep Noord, een organisatie met vele onderwijssoorten. In het verslag van 2011 spraken wij over de invoering van de netwerkorganisatie door middel waarvan onze directeuren meer en meer participeren in de totstandkoming van het beleid binnen het geheel van Onderwijsgroep Noord. Daarnaast wordt de besturingsfilosofie herijkt. Immers, omdat de organisatie Onderwijsgroep Noord omvangrijk en complex is, moet de vraag ‘hoe en wat willen wij zijn als onderwijsinstelling’ opnieuw worden beantwoord.
>>
Juist als de uitdagingen om te excelleren groot zijn en de marktomstandigheden niet meewerken, wordt een beroep gedaan op het ondernemerschap en de expertise van onze scholen. Met de gebundelde kracht van de stichtingen binnen Onderwijsgroep Noord zien wij nog steeds heel veel nieuwe kansen voor onze organisatie.
5
Hoofdstuk 1
De organisatie Het Dollard College is een school voor voortgezet onderwijs in Oost-Groningen en biedt praktijkonderwijs, vmbo, havo, atheneum en gymnasium. Het Dollard College heeft vestigingen in de plaatsen Bellingwolde, Oude Pekela, Scheemda, Winschoten en Woldendorp. Het Dollard College maakt samen met AOC Terra en rsg de Borgen deel uit van Onderwijsgroep Noord.
1.1 Missie Onze missie: jongeren in ons verzorgingsgebied begeleiden naar de best mogelijke uitgangspositie voor het ontwikkelen van hun talenten en het realiseren van hun ambities in de maatschappij. Deze missie is onze bestaansreden. Ze vormt het uitgangspunt voor onze visie op goed onderwijs en geeft richting aan ons dagelijks handelen. Daarom onderstrepen we in een aantal punten wat we met deze (bondige) formulering willen zeggen: • Centraal staat de positieve instelling: we gaan ervan uit dat er voor iedereen een plek in de samenleving is waar zijn talenten optimaal tot hun recht komen. • Onderwijs is een bewezen waardevolle manier om jongeren te helpen zich te ontwikkelen en voor te bereiden op de maatschappij. We mogen trots zijn op onze onderwijstraditie en ervaring. • ‘De best mogelijke uitgangspositie’ is voor ieder individu anders en vereist dus aandacht voor individuele behoeftes. • Onderwijs is meer dan kennis en vaardigheden overbrengen; om tot je recht te komen in de samenleving moet je ook de juiste instelling hebben. Het aanleren daarvan zien we als wezenlijk onderdeel van onze taak. • Tot de juiste instelling rekenen we houdingen als: tolerantie, veranderingsgezindheid, zelfreflectie en wijsheid. • Bovenal hebben jongeren een veilige basis nodig; daarom geven we onderwijs met grote betrokkenheid, dichtbij de doelgroep.
6
1.2 Visie Onze visie: om in onze missie te slagen moet het Dollard College een leerlinggerichte school zijn en een professionele organisatie. Ook in onze visie hebben de begrippen een specifieke, welomschreven betekenis. Onder ‘leerlinggericht’ verstaan we: • We streven er naar de leerstof en de activiteiten zo aan te bieden dat leerlingen deze als betekenisvol ervaren. • Leerlingen en docenten staan stil bij de betekenis van leerstof en opdrachten voor henzelf, elkaar, anderen en hun omgeving. • De leerlingen leren zoveel mogelijk ervarenderwijs. Wij moedigen hen aan om hun (leer) ervaringen serieus te nemen en hun keuzes erop te baseren. • Wij streven naar brede vorming, optimale zelfstandigheid van leerlingen en verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces. • Wij creëren een veilige en doelgerichte leeromgeving, met doorlopende leer- en begeleidingslijnen, zodat de leerlingen zich geborgen weten en de zorg en aandacht krijgen die zij nodig hebben. • De relatie tussen docenten en leerlingen is gebaseerd op respect, samenwerking en betrokkenheid. • Ook de moderne, praktijkgerichte leeromgeving en de moderne, effectieve hulpmiddelen dragen bij aan een sfeer die leerlingen uitdaagt om het beste uit henzelf te halen. • Wij bieden ons onderwijs in de woonomgeving van de leerling aan. Onder ‘professionele organisatie’ verstaan we: • De school is een ‘lerende’ organisatie. Reflectie en evaluatie zijn vanzelfsprekende begrippen. • De school communiceert open naar binnen en naar buiten. • Korte communicatielijnen en sturing op resultaatgerichtheid en eigen verantwoordelijkheid kenmerken de organisatie. • De school heeft aandacht voor de ontwikkeling en ontplooiing van haar medewerkers en biedt daartoe ruime mogelijkheden.
1.3 Strategische beleidsdoelen De beleidsdoelen voor de komende jaren zijn verwoord in het strategisch beleidsplan. Deze doelen worden verder uitgewerkt / geconcretiseerd in de vestigingsjaarplannen. De verbindende schakel hierbij is de kaderbrief van het College van Bestuur. Hierin staat wat het College van Bestuur van de vestiging verwacht en wat zij zal doen om die verwachtingen te faciliteren. Het strategisch beleidsplan is ambitieus. Gelet op
1.4
de noodzakelijke bezuinigingen, met name op formatie, is gekeken welke beleidsdoelen wenselijk én haalbaar zijn. Voor 2012-2013 zijn de volgende prioriteiten benoemd: • Professionalisering • Kwaliteitszorg en opbrengstgericht werken • Taal en rekenen • Passend onderwijs • Twee overige thema’s: demografische krimp en relatiemanagement.
De organisatie Raad van Toezicht
College van Bestuur
Bestuursbureau
Vestiging Bovenburen/ De Flint
Vestiging Bellingwedde
Vestiging Hommesplein/ Stikkerlaan
Vestiging Pekela
Governance Het Dollard College is een organisatie voor Voortgezet Onderwijs (VO) en daarmee een instelling die publieke taken uitvoert met door de rijksoverheid beschikbaar gestelde middelen. In de bestuurlijke verhoudingen met de rijksoverheid heeft het Dollard College een grote mate van autonomie om deze taken uit te voeren. De rijksoverheid is verantwoordelijk voor de kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid van het stelsel, de wet- en regelgeving, de kaders en randvoorwaarden. Het Dollard College is als maatschappelijke onderneming verantwoordelijk voor de prestaties met betrekking tot de publieke taken in de regio en de horizontale en verticale verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
Vestiging Scheemda
Vestiging Woldendorp
Campus Winschoten
Bestuurlijke autonomie gaat hand in hand met verantwoording afleggen en toezicht houden. Onderwijsinstellingen moeten daarom voldoen aan de eisen van goed bestuur, intern toezicht en verantwoording. Het interne toezicht wordt bij het Dollard College uitgeoefend door de Raad van Toezicht. Naarmate de instellingen hun ‘corporate governance’ beter in orde hebben, kan het toezicht vanuit de rijksoverheid worden beperkt, zonder ooit geheel te verdwijnen. Er moet sprake zijn van een goede balans tussen intern toezicht, bestuur, verantwoording en extern toezicht. In de statuten van het Dollard College is rekening gehouden met de bepalingen van de ‘Code goed onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs’.
7
In verband hiermee zijn tevens reglementen opgesteld, en door de Raad van Toezicht vastgesteld, voor de Raad van Toezicht en het College van Bestuur. Daarnaast is een regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand (klokkenluidersregeling) vastgesteld. Voorts kent de Raad van Toezicht een remuneratiecommissie en een auditcommissie. Daarmee zijn voor de Raad van Toezicht de belangrijkste randvoorwaarden voor het adequaat uitoefenen van haar toezichthoudende taak gecreëerd.
Ontwikkeling leerlingenaantallen 2012-2013 2011-2012 Leerlingen per opleiding Basisvorming lwoo Basisvorming avo/vmbo lwoo vmbo havo vwo pro
187 1.000 220 564 344 250 186
213 998 198 587 324 249 181
Totaal
2.751
2.750
Leerlingen per vestiging Bellingwedde Pekela Scheemda Bovenburen Hommesplein-Stikkerlaan Campus Winschoten Woldendorp De Flint
178 306 130 12 1.279 315 345 186
182 311 166 15 1.262 323 310 181
Totaal
2.751
2.750
1.5 Leerlingenaantallen Onderzoek demografische krimp In 2012 zijn we een project gestart om de gevolgen van de demografische krimp voor het Dollard College te onderzoeken. Intern werd het project georganiseerd en begeleid door de netwerkgroep demografische krimp. Met subsidie van de Provincie Groningen is een procesbegeleider van Stamm CMO ingehuurd voor dit project. In samenwerking met Stamm is vervolgens op basis van meerjarige leerlingprognoses een uitgebreide analyse gemaakt van de gevolgen van de daling van het aantal leerlingen voor het onderwijsaanbod, de financiën, de personeelsformatie en de huisvesting. Vervolgens zijn er per vestiging bijeenkomsten gehouden over de uitkomsten van die analyse en mogelijke oplossingsrichtingen. Tenslotte is een dergelijke bijeenkomst op Dollard-breed niveau gehouden. Begin 2013 ontvangt het College van Bestuur het eindrapport van de netwerkgroep over dit project. De opbrengsten en aanbevelingen worden dan meegenomen in het positioneringstraject van het Dollard College.
8
Positionering Gezien de toekomstige demografische krimp in Oost-Groningen en de slechte huisvesting in Winschoten hebben het Managementteam en het College van Bestuur regelmatig de positionering van het Dollard College besproken.
Uitgangspunten: • Onderwijskwaliteit: Dollard College als één geheel met borging doorlopende leerlijnen. • Deconcentratie handhaven waar mogelijk, anticiperen op concentratienoodzaak. In april heeft het College van Bestuur gekozen om de brede onderbouw te handhaven en in Winschoten voor de onderbouw gebruik te maken van de faciliteiten van de vestigingen Campus en Hommesplein. Bij de uitwerking hiervan bleek bij het managementteam de behoefte te bestaan nog eens met elkaar te bespreken wat dit voor de vestigingen en voor het Dollard College als geheel betekent. Hebben alle leden van het managementteam dezelfde beelden en hoe zien zij de onderlinge samenwerking? Is het een scholengemeenschap of een gemeenschap van scholen? Daarom is besloten om nog een aantal managementteamsessies te wijden aan het thema ‘samen sterk’. Aan de hand van de huidige missie en visie is gekeken wat dit betekent voor a) de leerling en b) samen sterk. Wat merkt de leerling van de visie en wat beloven we de leerling. En wat betekenen die beloften voor de samenwerking tussen de vestigingen. De discussie over positionering wordt uiteraard gevoerd in samenhang met het krimp-traject en de identiteitsdiscussie en transitie van Onderwijsgroep Noord. Scheemda Sinds het cursusjaar 2012-2013 maakt de vestiging Scheemda deel uit van de organisatorische eenheid Hommesplein/Stikkerlaan. Consequentie hiervan is dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden: de leerlingen die vmbo de basis- of kaderberoepsgerichte leerweg volgen, krijgen hun lessen op de Stikkerlaan. Gelet op het te verwachten geringe aantal nieuwe eerstejaars in Scheemda, zal deze vestiging met ingang van augustus 2013 geen instroomvestiging voor het eerste leerjaar meer zijn.
Hoofdstuk 2
Onderwijs 2.1 Onderwijsontwikkelingen Overzicht aangeboden onderwijsvormen in 2012
Vestiging
Onderwijsvorm
Bellingwedde onderbouw, vmbo-theoretische leerweg Bovenburen/ leerwegondersteunend De Flint onderwijs, praktijkonderwijs Campus vmbo-beroepsgerichte leerwegen Hommesplein/ onderbouw, vmbo, havo, Stikkerlaan vwo, ISK Pekela onderbouw, vmbo theoretische en beroeps- gerichte leerwegen Scheemda onderbouw, vmbo theoretische leerweg Woldendorp onderbouw, vmbo theoretische en beroeps- gerichte leerwegen Opbrengstgericht werken Alle vestigingen hebben in meer of mindere mate een start gemaakt met opbrengstgericht werken. Wij willen het maximale uit de leerling halen, passend bij zijn/haar niveau. Dit gebeurt vanuit de visie dat op alle niveaus - bestuur, schoolleiding, docenten en leerlingen - de uitkomsten van verschillende prestatiemetingen continu worden bijgehouden en geanalyseerd en vervolgens gebruikt worden om gericht actie te ondernemen (PDCA-cyclus). Taal en rekenen Vanuit het vastgestelde strategisch beleidskader taal en rekenen Onderwijsgroep Noord is bij het Dollard College in verschillende trajecten gewerkt aan verdere implementatie van het taal en rekenbeleid. Doelstelling was om op alle niveaus de leerlingen voldoende voor te bereiden op de pilotrekentoets van voorjaar 2012. De stichtingsbrede expertisegroepen taal en rekenen hebben de werkgroepen op de vestigingen verder ondersteund bij de implementatie van het taal en rekenbeleid. Rekenen heeft een vaste plaats op het curriculum van de vestigingen en met behulp van de Cito-volgtoetsen worden de leerlingresultaten in beeld gebracht.
9
Bestuursakkoord Voortgezet Onderwijs / Prestatiebox: Voor het voorgezet onderwijs heeft de minister met de VO-raad eind 2011 een bestuursakkoord gesloten. In dit akkoord worden de beleidsprioriteiten zoals die zijn gepresenteerd in de actieplannen ‘Beter Presteren’ en ‘Leraar 2020 – Een krachtig beroep!’ verder uitgewerkt en samengenomen. De intentie daarbij is dat de scholen ruimte hebben de landelijke prioriteiten te vertalen naar het eigen schoolbeleid en dat ze daarbij kunnen uitgaan van hun eigen startsituatie. De uitwerking en financiering is geregeld via de regeling Prestatiebox. Alle vestigingen van het Dollard College hebben een nulmeting uitgevoerd op de indicatoren vanuit dit bestuursakkoord. In het onderwijsberaad van het Dollard College, bestaande uit alle vestigingsdirecteuren en teamleiders, zijn vervolgens de gezamenlijke streefdoelen geformuleerd. Inhoudelijk sluit het traject goed aan bij de door het College van Bestuur geformuleerde ambities in de kaderbrief 2012-2013. De ambities op het gebied van taal en rekenen, opbrengstgericht werken en professionalisering zijn door de vestigingen gezamenlijk uitgewerkt en vastgelegd in de vestigingsjaarplannen en bijbehorende scholingsplannen.
2.2 Passend onderwijs Het wetsvoorstel passend onderwijs brengt verschillende veranderingen met zich mee. Van veranderingen op het niveau van samenwerkingsverbanden tot veranderingen in de zorgstructuur binnen de vestigingen en de invoering van de zorgplicht met ingang van het schooljaar 20142015. De Onderwijsgroep Noord-brede netwerkgroep passend onderwijs heeft in 2011 voor zover mogelijk de consequenties van het wetsvoorstel in kaart gebracht. Dit heeft geresulteerd in een door het College van Bestuur vastgesteld plan van aanpak. Begin 2012 heeft de netwerkgroep zich samen met het College van Bestuur bezonnen op de werkwijze. Daarbij is gezamenlijk het volgende besloten: • De voorbereiding van de (nieuwe) samenwerkingsverbanden VO wordt met voorrang opgepakt. Er wordt een Onderwijsgroep Noord-brede uitwisselgroep ingericht, bestaande uit vijf VO-directeuren vanuit de verschillende samenwerkingsverbanden en een bestuursadviseur. • Het eigenaarschap passend onderwijs wordt overgedragen aan de onderwijsberaden. Dit is ook bij het Dollard College gebeurd.
10
Het geheel wordt voor heel Onderwijsgroep Noord inhoudelijk en procesmatig begeleid door twee bestuursadviseurs en één directeur. Om goed in te kunnen spelen op (veranderende) wetgeving, wordt er zowel aanbodgericht gewerkt (activiteiten vanuit het plan van aanpak) als vraaggericht op vragen vanuit de stichtingen van Onderwijsgroep Noord, waaronder het Dollard College. Voor het voortgezet onderwijs vindt de invoering van passend onderwijs voornamelijk plaats via de samenwerkingsverbanden. Directeuren van de vestigingen nemen deel aan de besturen van de samenwerkingsverbanden. Het Dollard College neemt deel aan het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO Groningen Ommeland 20.02. In de uitwisselgroep wisselen de directeuren van de stichtingen van Onderwijsgroep Noord onderling ervaringen en documenten uit. Er is een routeplanner ontwikkeld waarin de verschillende aspecten van passend onderwijs zijn uitgewerkt met een tijdsplanning. Belangrijke onderwerpen van 2012 waren de visie, de uitgangspunten, de te kiezen rechtsvorm, de stemverhoudingen, tekenbevoegdheid en financiën. Verder is elke vestiging gestart met het opstellen van het ondersteuningsprofiel. Deze profielen worden in 2013 afgerond. Het Dollard College is daarnaast gestart met trainingen voor ‘omgaan met verschillen’.
2.3 Zorgbeleid Meldcode huiselijk geweld en mishandeling De meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling wordt naar verwachting vanaf juli 2013 verplicht voor organisaties en zelfstandig beroepsbeoefenaren. Het doel van de verplichting is dat sneller en adequater wordt ingegrepen bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het gaat daarbij niet alleen om melding van leerlingen/cursisten die slachtoffer zijn, maar ook om vermoedelijke plegers en getuigen. De meldcode bevat een 5-stappenplan dat medewerkers ondersteunt een bijdrage te leveren aan een effectieve aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het College van Bestuur heeft de meldcode voor het Dollard College op 26 maart 2012 vastgesteld en gepubliceerd. De meldcode is gepubliceerd op de portal.
Voortijdig schoolverlaten In toenemende mate is de afgelopen jaren aandacht besteed en inzet gepleegd om het aantal voortijdig schoolverlaters terug te dringen. Het Dollard College neemt in de provincie Groningen deel aan het convenant ‘Voortijdig schoolverlaten’ van het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC). VSV-cijfers Dollard College 2005/06 Totaal 2.624 VSV’s 34 % VSV 1.3%
2006/07
2007/08
2008/09
2009/10
2010/11
2.607 39 1.5%
2.609 40 1.5%
2.513 33 1.3%
2.461 29 1.2%
2.494 35 1.4%
Het Dollard College heeft de doelstelling uit het convenant niet gehaald. In 2010-2011 had het Dollard College 35 voortijdig schoolverlaters, terwijl de doelstelling was om maximaal 20 te hebben. Het totaal aantal voortijdig schoolverlaters in 2010-2011 is niet gedaald ten opzichte van het totaal aantal voortijdig schoolverlaters in 20052006. Landelijk gezien scoort het Dollard College wel goed, aangezien het landelijke percentage in 2010-2011 op 3% lag. In alle RMC regio’s zijn ondertussen nieuwe, prestatiegerichte convenanten afgesloten voor de periode 2012-2015. Onderdelen daarvan zijn een prestatiesubsidie en een subsidie voor de regio voor een regionaal programma voortijdig schoolverlaten. Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters mag in 2016 landelijk nog maar maximaal 25.000 zijn. In de convenanten wordt extra ingezet op een doorlopende leerlijn vmbo-mbo en een integrale aanpak op zorg, veiligheid en arbeidsmarkt. Met ingang van de nieuwe convenanten is ook een nieuwe bekostiging ingevoerd. Zo krijgen scholen een vaste voet (afhankelijk van het aantal leerlingen) en een prestatiedeel. De prestaties worden bekeken aan de hand van landelijke normen. Indien de doelstellingen niet worden behaald, krijgt de instelling alleen de vaste voet.
2.4 Kwaliteitszorg In 2012 is Onderwijsgroep Noord-breed, waaronder bij het Dollard College, een vervolg gegeven aan het project kwaliteitszorg. De belangrijkste doelen van het project in 2012 waren het verder ontwikkelen en invoeren van de kwaliteitsaspecten, het verder ontwikkelen van het managementinformatiesysteem, het ondersteunen van de scholen bij hun deelname aan Schoolkompas en het houden van audits.
Handboek Kwaliteitszorg en kwaliteitsaspecten Het Handboek Kwaliteitszorg, waarin kwaliteitszorgbeleid, -procedures en -instrumenten worden beschreven, begint steeds meer vorm en inhoud te krijgen. De meeste kwaliteitsaspecten in het handboek zijn inmiddels uitgewerkt in procedurebeschrijvingen, instrumenten en normen. Dit is in samenwerking met de kwaliteitscoördinatoren van de vestigingen gedaan. De beoogde communicatie over en beschikbaarstelling van het handboek en de kwaliteitsaspecten zijn onder andere gerealiseerd door plaatsing op de portal van het Dollard College. Het beschikbaar hebben van de uitgeschreven kwaliteitsaspecten is nog geen garantie dat dit actief wordt uitgevoerd in de praktijk van onze scholen. Om dat te bereiken hebben we, ook in 2012, actief de kwaliteitsaspecten op de relevante momenten onder de aandacht gebracht van de vestigingen en hun directeuren. De kwaliteitszorgcoördinatoren op de vestigingen vervullen hierin een belangrijke rol. Op deze wijze hebben we de cultuur van het werken aan en borgen van kwaliteitszorg ook in het afgelopen jaar weer versterkt. Overzicht schoolloopbaan In 2012 was er vanuit de scholen de specifieke vraag naar instrumenten om de rendementen in het VO te kunnen bekijken en berekenen conform de werkwijze van de inspectie. Dit is nodig voor een goede PDCA-cyclus ten aanzien van de rendementen in het onderwijs. Daartoe is een workshop rendementen gegeven aan kwaliteitscoördinatoren en directeuren. Daarnaast heeft de afdeling Deelnemersadministratie een Excel-overzicht ontwikkeld waarmee van jaar tot jaar gevolgd kan worden hoe de schoolloopbaan van een leerling eruitziet, met overgang, zittenblijven en op- en afstroom naar een ander niveau. Zo kan geanalyseerd worden waar de sterke en zwakke punten in de school zitten en kunnen bijvoorbeeld verbanden worden gelegd met het instroomadvies van de basisschool. Dit overzicht zal jaarlijks na de teldatum van 1 oktober gemaakt worden en is nu onderdeel van het kwaliteitszorgsysteem. Managementinformatiesysteem De behoefte om te sturen op betrouwbare en makkelijk toegankelijke informatie groeit; het schoolloopbaanoverzicht is daar een voorbeeld van. In de jaarlijkse Kaderbrief van het College van Bestuur is gesteld dat het Managementinformatiesysteem (MIS) van Onderwijsgroep Noord verder moet worden uitgebouwd om beter te kunnen sturen op onder andere de onderwijskundige rendementen.
11
Wij hebben eind 2012 de mogelijkheden verkend van managementinformatiesystemen op basis van het leerlingadministratiepakket SOM, waar het Dollard College gebruik van maakt. In 2013 hoopt het College van Bestuur over de invoering van nieuwe deelsystemen een besluit te nemen. Er wordt één samenhangend managementinformatiesysteem nagestreefd, waarin financiële, personele en onderwijsgerichte indicatoren worden opgenomen. De doorontwikkeling van de managementinformatiesystemen gericht op het onderwijs sluiten aan bij de ontwikkelingen op het gebied van opbrengstgericht werken. Personeelsenquête Door de projectgroep kwaliteitszorg is een personeelsenquête ontwikkeld, getest en inmiddels door de netwerkgroep kwaliteitszorg vastgesteld voor gebruik binnen Onderwijsgroep Noord. Ook dit is een sturingsinstrument ten behoeve van de schoolleiding in het personeelsbeleid. De projectgroep heeft een jaarkalender kwaliteitszorg ontwikkeld, waarin dit onderzoek door elke vestiging van het Dollard College opgenomen kan worden. Managementkalender Om verbinding te krijgen tussen de beleidscyclus van Onderwijsgroep Noord en de kwaliteitszorg is een managementkalender in ontwikkeling waarin de beleidscyclus en de kwaliteitscyclus beide zijn opgenomen en op elkaar afgestemd in de tijd. Deze managementkalender is in concept klaar. Schoolkompas Met de ontwikkeling van het Schoolkompas (www. schoolkompas.nl) in 2012 is een volgende stap gezet in het verlengde van Vensters voor Verantwoording. Schoolkompas helpt leerlingen van 12
groep 8 en hun ouders bij het maken van de belangrijke keuze voor een middelbare school. Schoolkompas helpt de toekomstige brugklasser en ouders te ontdekken welke scholen het beste aansluiten bij hun wensen. Het is geen kieswijzer die één school aanwijst als beste keus. Schoolkompas biedt de mogelijkheid verschillende scholen/vestigingen te vergelijken op een zestiental onderwerpen, waaronder tevredenheid leerlingen en ouders, veiligheid, medezeggenschap, groepsgrootte, leerwinst, examenresultaten en oordeel inspectie. Het merendeel van deze gegevens in Schoolkompas wordt vanuit Vensters voor Verantwoording gegenereerd. Vestigingen hebben de mogelijkheid deze informatie van detaillering en toelichting te voorzien. In november 2012 werd Schoolkompas landelijk gelanceerd. Alle vestigingen van het Dollard College hadden hun kompas ruim voor de Open Dagen van januari 2013 gevuld. Audits Voor de zomervakantie 2012 is het Handboek Audits VO opgeleverd; dit instrument is klaar. In het handboek worden werkwijze en procedures met betrekking tot de interne audits beschreven. Alle vestigingen van het Dollard College hebben een audit gehad en aan een audit meegedaan. De audits maken ook deel uit van de kwaliteitscyclus van Onderwijsgroep Noord waarbij elke vestiging tenminste één keer in de vier jaar wordt geaudit; de uitkomsten worden in de vestigingsjaarplannen meegenomen.
Klachten De klachtenregeling van het Dollard College is erop gericht om klachten in eerste instantie op te lossen zo dicht mogelijk bij de plek waar ze ontstaan. Als dit niet lukt, kan de klacht bij het College van Bestuur worden neergelegd en vervolgens bij de externe Landelijke Klachtencommissie (LKC). In 2012 bereikte een zevental klachten het College van Bestuur. Drie daarvan werden alsnog door de directeur van de betreffende vestiging naar tevredenheid afgehandeld en drie door het College van Bestuur. Eén klacht werd ingediend bij de LKC, die voor deze klacht terugverwees naar het College van Bestuur. Het College van Bestuur heeft deze klacht vervolgens afgehandeld, waarop de klager de klacht niet verder heeft doorgezet.
2.5 Beoordeling
Hiermee willen we de kwaliteit van begeleiding, advisering en determinatie verder verbeteren, zowel op leerlingniveau, klasniveau als op schoolniveau. Ook vanuit de wet- en regelgeving worden de komende jaren voorwaarden gesteld op het gebied van leerlingvolgsystemen, toetsen en referentieniveaus taal en rekenen. Met het invoeren van het Cito Volgsysteem voldoet het Dollard College voor een belangrijk deel al aan deze voorwaarden. In het schooljaar 2011-2012 hebben alle vestigingen van het Dollard College het Cito Volgsysteem ingevoerd en nemen ze tenminste toets 0, 1 en 2 af. Tevens zijn acties gestart om de resultaten van de toetsen te integreren in het determinatiebeleid van de scholen. Ook benutten de scholen het Cito Volgsysteem in het kader van het opbrengstgericht werken. Examenresultaten
Cito Volgsysteem Het Cito Volgsysteem is een genormeerd leerlingvolg- en toetssysteem. Met dit volgsysteem worden de prestaties van leerlingen op kernvaardigheden (rekenen/wiskunde, Nederlands en Engels) vanaf het moment van binnenkomst in de brugklas tot en met het eind van de tweede klas getoetst.
Vestiging
In onderstaand schema zijn de slagingspercentages 2012 per vestiging en per leerweg aangegeven.
Leerweg
Geslaagd % aantal
Bellingwedde Hommesplein
Pekela Campus Scheemda Woldendorp
Theoretische leerweg Theoretische leerweg HAVO VWO Gymnasium Theoretische leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Theoretische leerweg Theoretische leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg
95 92 93 84 100 94 80 74 96 84 96
20 73 105 27 17 31 4 65 27 26 25
Afgewezen % aantal 5 8 7 16
1 6 8 5
6 20 26 4 16 4
2 1 23 1 5 1
13
Inspectiezaken Bestuurlijk overleg met inspectie Op 26 juni 2012 heeft de inspectie in haar jaarlijkse gesprek met het College van Bestuur gesproken over de kwaliteit van de vestigingen van het Dollard College. In dat gesprek heeft de inspectie onder andere aangegeven welke risico’s zij ziet en welke mogelijke consequenties dat heeft voor het toezicht. De inspectie en het College van Bestuur hebben gezamenlijk geconstateerd dat veel VO-afdelingen van het Dollard College te kampen hebben met knelpunten in het onderbouw- en/of bovenbouwrendement. Voor wat betreft het onderbouwrendement is er al het nodige gedaan ten aanzien van analyse van oorzaken en het nemen van maatregelen. De effecten hiervan moeten op langere termijn zichtbaar worden. Voor het bovenbouwrendement is er vooralsnog minder zicht op waar de knelpunten liggen. Zowel het onderbouw- als het bovenbouwrendement worden door de stafafdeling Onderwijs & Kwaliteitszorg, samen met de vestigingen, onderzocht. Een deel van het probleem is al bekend. Oorzaken hiervan zijn vooral van administratieve aard en kunnen eenvoudig worden verholpen. Afgesproken werd dat de inspectie in het najaar de onderbouwafdelingen van de vestigingen Pekela, Woldendorp en Stikkerlaan zou bezoeken om een beter beeld te krijgen van de doorgaande leerlijn vmbo basisberoepsgerichte leerweg – mbo niveau 2. Daarnaast zou de inspectie op de vestiging Hommesplein de afdelingen vmbo theoretische leerweg, havo en vwo bezoeken. Inspectiebezoek Campus Winschoten De Inspectie van het Onderwijs heeft in juni 2012 een onderzoek uitgevoerd op de Campus Winschoten, afdeling vmbo-basisberoepsgerichte leerweg, om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs en over de naleving van de wet- en regelgeving. Aanleiding voor dit onderzoek was het niet kunnen beoordelen van de opbrengsten van de afdeling vmbobasisberoepsgerichte leerweg door de inspectie, omdat leerlingen in deze opleiding niet een formeel examen doen. De Campus heeft een specifiek onderwijsconcept waarin wordt voorzien in een doorgaande leerlijn van vmbo-basisberoepsgerichte leerweg naar mbo niveau 2. Er is sprake van een drempelloze overgang naar het mbo,
14
waarbij geen sprake is van examinering van de vmbo-basisberoepsgerichte opleiding. Het doel van deze aanpak is onder andere het verminderen van de tussentijdse uitval van leerlingen. De inspectie heeft de kwaliteit van het onderwijs op de afdeling vmbo-basisberoepsgerichte leerweg van deze vestiging als voldoende beoordeeld en kende het basisarrangement toe. De huidige aanpak op de Campus met betrekking tot de examinering van de vmbo-basisberoepsgerichte leerweg moet worden aangepast vanwege veranderde wet- en regelgeving en is onderwerp van gesprek bij het managementteam. Inspectiebezoeken in het najaar In oktober 2012 heeft de inspectie de onderbouwafdelingen van de vestigingen Pekela, Woldendorp en Stikkerlaan bezocht om een beter beeld te krijgen van de doorgaande leerlijn vmbo basisberoepsgerichte leerweg – mbo niveau 2. Alle drie vestigingen werden als voldoende beoordeeld. De vestigingen Pekela en Woldendorp kregen daardoor een basisarrangement. De vestiging Stikkerlaan kreeg dit niet omdat deze vestiging geen bovenbouwafdeling kent. Daarnaast bezocht de inspectie op de vestiging Hommesplein de afdelingen vmbo theoretische leerweg (Kwaliteitsonderzoek) en havo en vwo (Onderzoek naar Kwaliteitsverbetering). Het onderzoek vmbo theoretische leerweg was in 2012 nog niet afgerond. De afdeling havo werd als voldoende beoordeeld en kreeg een basisarrangement. De afdeling vwo vertoonde nog tekortkomingen en bleef vooralsnog onder een geïntensiveerd toezicht. Met de inspectie is de afspraak gemaakt dat de opbrengsten in 2013 weer van voldoende niveau zullen zijn.
Overzicht arrangementen Vestiging
Datum onderzoek
Soort Soort onderzoek onderzoek
Arrangement Arrangement
Bellingwedde
08-03-2012
Voldoende
Woldendorp
13-03-2012
Campus Winschoten vmbobasisberoepsgerichte leerweg Campus Winschoten
07-06-2012
Steekproefonderzoek Onderwijsjaarverslag Steekproefonderzoek Onderwijsjaarverslag Kwaliteitsonderzoek
Hommesplein havo Hommesplein vwo Hommesplein vmbo-theoretische leerweg De Flint Pekela vmbo-basis- en kaderberoepsgerichte leerweg Stikkerlaan onderbouw vmbo-basisen kaderberoepsgerichte leerweg Woldendorp vmbo-basis- en kaderberoepsgerichte leerweg
16-10-2012
Niet van toepassing; kleine onderrealisatie Basisarrangement
16-10-2012
Steekproefonderzoek Onderwijstijd Onderzoek naar Kwaliteitsverbetering Onderzoek naar Kwaliteitsverbetering Kwaliteitsonderzoek
18-10-2012 18-10-2012
Kwaliteitsonderzoek Kwaliteitsonderzoek
Basisarrangement Basisarrangement
18-10-2012
Kwaliteitsonderzoek
Niet van toepassing; is alleen onderbouw
18-10-2012
Kwaliteitsonderzoek
Basisarrangement
Zomer 2012
16-10-2012
Voldoende Basisarrangement
Geïntensiveerd toezicht tot 2013 Loopt nog
Opbrengsten In de opbrengstenkaart benoemt de inspectie een aantal kwaliteitsaspecten, met name doorstroomgegevens en examenresultaten. Hieronder staan deze aspecten voor het jaar 2012 vermeld. Vestiging
Leerweg
Bellingwedde Campus Hommesplein
Theoretische leerweg
+
100
Theoretische leerweg havo vwo Theoretische leerweg Theoretische leerweg Kaderberoepsgerichte leerweg Theoretische leerweg
0 0 0
100 97 95 100 96 100 100
Pekela Scheemda Woldendorp
Rendement onderbouw*
% in % van Gemiddeld leerjaar 3 3e leerjaar cijfer zonder naar diploma centraal zittenblijven zonder examen zittenblijven 84 86 89 55 63 81 85 86 83
6,4 6,0 6,4 6,2 6,4 6,3 6,4 5,8 6,2
* 0 = gemiddeld, - = onder gemiddeld, -- = ruim onder gemiddeld, + = bovengemiddeld, ++ = ruim boven gemiddeld
15
Onderwijstijd Het voortgezet onderwijs kent minimumnormen voor onderwijstijd. Alle leerlingen in de onderbouw en de bovenbouw hebben recht op minimaal 1000 klokuren onderwijs per schooljaar. In het examenjaar is de norm 700 uur. De vestigingen hebben in vrijwel alle gevallen voldoende onderwijstijd in het schooljaar 2011-2012 gerealiseerd. Op vrijwel alle vestigingen wordt de minimale norm van 1000 uur behaald. De gesignaleerde tekorten zijn dermate marginaal dat ze niet problematisch zijn. Het centraal gebruikte leerling-registratie en volgsysteem SOM is vanaf 2012 operationeel. Dit systeem werkte echter, als het gaat om het op een betrouwbare wijze rapporteren van onderwijstijd, in 2012 nog niet geheel adequaat. Schriftelijk onderzoek onderwijstijd 2011-2012 De afdeling vmbo-(gemengd)theoretische leerweg van de Campus Winschoten viel binnen de steekproef onderzoek onderwijstijd 2011-2012 van de inspectie. Door middel van het invullen van een vragenlijst heeft deze vestiging medewerking verleend aan dit onderzoek. Uit het onderzoek bleek dat er sprake was van een minimale onderrealisatie was van onderwijstijd. Deze onderrealisatie heeft verder geen gevolgen.
Hoofdstuk 3
Leeromgeving 3.1 Internationalisering en culturele diversiteit Het Dollard College maakt kennis met andere culturen door reizen, uitwisselingen, de (nieuwe) media en doordat er steeds meer leerlingen uit andere culturen in de klas zitten. De multiculturele samenleving is een gegeven. Wij willen dat onze leerlingen in deze multiculturele samenleving hun grenzen leren verleggen. Dat begint met een open en respectvolle manier van omgaan met mensen uit andere culturen. Internationalisering is daarvoor een uitstekende, aansprekende manier. Het Dollard College vindt internationalisering van belang en laat dat zien in verschillende projecten. Er wordt deelgenomen aan internationale debatwedstrijden en er vinden diverse succesvolle uitwisselingen plaats met scholen uit Duitsland, Denemarken, Polen, Italië, Engeland, Tsjechië en - buiten Europa - Japan. De leerlingen van het vijfde jaar van de vestiging Hommesplein doen ieder jaar mee aan een uitwisseling met scholen uit Europa en Japan. De uitwisseling is onderdeel van het studieprogram16
ma. De partnerscholen komen uit Italië (Dolo), Polen (Plonsk), Engeland (Londen) en Japan (Sakura). De vestiging Pekela neemt deel aan Committee Europe (culturele uitwisselingen) met tien internationale scholen. Dit jaar was de samenkomst in Aarhus, Denemarken met het thema Euro Vikings. Met de partnerschool in Grossefehn is een nieuw projectplan geschreven dat in 2012 is gestart en tot 2014 loopt. Het plan houdt e-mailcontacten en excursies in binnen- en buitenland in voor de eerste, tweede en derde klassen. De vestiging Bellingwedde heeft al 23 jaar goede contacten met de Ludgerusschule in Rhede. Ze hebben samen les in de Duitse-Nederlandse spreekvaardigheid en ze sporten met elkaar. Zo bereiken de vestigingen dat al hun leerlingen een keer in contact komen met het buitenland. De grote waarde van internationalisering voor onze leerlingen is dat het grensverleggend en horizonverbredend is. De vestiging Bovenburen/De Flint heeft in 2012 met subsidie voor internationale projecten van het Europees Platform het project ‘World of work’ gerealiseerd. In 2012 sloot vestiging De Flint het Europees project af met Woodlands Highschool uit Cardiff en de Schule an der Rolandsmauer uit Osnabrück. Het thema was ‘Supporting our students’. Hierbij werd vooral de nadruk gelegd op armoede in de betrokken landen. Leerlingen informeerden elkaar over hun sociale omstandigheden. Tijdens de uitwisselingsbezoeken werden lessen gegeven over armoede en werkloosheid. Docenten besteedden aandacht aan de rechten van het kind en concludeerden dat een grote groep kinderen in sociaal deprimerende omstandigheden hun weg naar de toekomst moeten vinden. Gelukkig kon de school deze leerlingen tijdens de uitwisselingsbezoeken een fantastische tijd bezorgen waar alle betrokkenen met veel genoegen op terug kijken. Uiteraard was dit voor de Flint reden om een volgend project aan te vragen met de partnerschool in Cardiff. De komende jaren wordt gewerkt aan het thema ‘Werken aan werk’.
3.2 Arbo & Veiligheidsbeleid Als Dollard College willen we leerlingen en medewerkers een veilige omgeving bieden, zowel vanuit sociaal als fysiek oogpunt. Veiligheid is voor ons onder andere een voorwaarde voor persoonlijke groei. Daarom hebben we in 2011 de basis gelegd in de notitie Arbo- Veiligheidsbeleid Onderwijsgroep Noord om de veiligheid en het veiligheidsbewustzijn binnen onze instellingen te vergroten. In aansluiting op de notitie hebben de vestigingen in 2012 de uitgangspunten vertaald naar de eigen
specifieke situatie en vastgelegd in hun schoolveiligheidsplan. Zo verantwoordt de vestiging jaarlijks hoe zij haar schoolveiligheid organiseert, evalueert, verbetert en borgt. Vanaf augustus 2012 is voor alle vestigingen de incidentenregistratie een wettelijke verplichting. Trends uit deze registratie kunnen het jaar daarop in het schoolveiligheidsplan worden gebruikt om bijstellingen te doen. Het merendeel van de vestigingen van het Dollard College had voor de wettelijke verplichting een incidentenregistratie op papier. In 2013 zal worden onderzocht of dit eenvoudig kan worden gedigitaliseerd. Om de vestigingen op weg te helpen met het schrijven van het schoolveiligheidsplan is voor één van hen een volledig uitgewerkt schoolveiligheidsplan gemaakt. De vestigingen hebben dit als voorbeeld kunnen gebruiken. Naast borging in het schoolveiligheidsplan is schoolveiligheid toegevoegd als gespreksonderwerp in het periodieke voortgangsgesprek tussen het College van Bestuur en de verschillende directeuren. Schoolveiligheid maakt ook deel uit van het inspectiekader dat zowel door inspectie als ons periodiek wordt geaudit. Inmiddels hebben bij het Dollard College vier van de zeven vestigingen een schoolveiligheidsplan. Doelstelling is dat begin 2013 elke vestiging een schoolveiligheidsplan heeft.
3.3 Huisvesting/Facilitair Huisvesting In het G-gebouw van de vestiging Hommesplein in Winschoten waren leerlingen van de Internationale Schakelklas (ISK) gehuisvest. Deze zijn door het COA voor het overgrote deel overgeplaatst naar de school bij het asielzoekerscentrum in Ter Apel, een klein deel van de leerlingen is geplaatst op de vestiging Scheemda van het Dollard College. Vanwege de slechte staat van het G-gebouw is dit eind 2012 gesloopt. Inkoop In 2012 heeft de afdeling Huisvesting & Facilitair van Onderwijsgroep Noord onderzoek gedaan naar de toegevoegde waarde van collectieve inkoop. Reden voor dit onderzoek was de belangstelling vanuit het managementteam van het Dollard College naar de opbrengsten van de inkoopverbeterslag in 2005. Bij het onderzoek zijn de belangrijkste inkoopverantwoordelijken betrokken, waaronder het College van Bestuur, managementteam, stafmedewerkers en bestellers. Het onderzoek heeft zich gericht op het inkoopbeleid, inkoopproces, draagvlak onder betrokkenen bij collectieve inkoop en de feitelijk gerealiseerde besparingen.
De voornaamste conclusies en aanbevelingen zijn: • Collectieve-inkoop heeft bij het Dollard College geleid tot een structurele jaarlijkse besparing op directe kosten van ongeveer € 300.000,-. • Winst valt nog te behalen op indirecte kosten door onder andere het aantal leveranciers en facturen te verminderen; • Op een aantal segmenten die nog niet collectief worden ingekocht, kunnen extra besparingen worden gerealiseerd, waaronder de segmenten afvalinzameling, kleine inventaris en groot onderhoud; • Door meer multidisciplinair in te kopen, ontstaat er meer begrip en draagvlak voor bepaalde inkoopkeuzes. Concreet betekent dit dat in nauw overleg met de vestigingen en afdelingen van het bestuursbureau een aanbesteding wordt voorbereid en uitgevoerd; • Per inkoopsegment moet vooraf een communicatiestrategie worden bepaald. Effectieve communicatie leidt tot meer draagvlak. • Herschrijven van het inkoopbeleid en dit opnieuw onder de aandacht brengen. Gebleken is dat veelal door directiewisselingen het inkoopbeleid uit beeld raakt; • Langlopende leveranciers-relatie (partner in business) leidt veelal tot extra besparing omdat men beter op elkaar is ingespeeld; • Per inkoopsegment moeten prestatie-indicatoren worden vastgesteld zodat er een instrumentarium ontstaat om de voortgang te bewaken. Hierdoor ontstaan doelstellingen en worden resultaten inzichtelijk. In 2013 zal de afdeling Huisvesting & Facilitair de conclusies en aanbevelingen ter hand nemen en integreren in het inkoopbeleid en -proces. Vanuit het convenant duurzaam inkopen blijft de doelstelling in beeld om in 2015 100% duurzaam in te kopen. Om dit te realiseren wordt bij elk nieuw aanbestedingstraject deze doelstelling als specifiek aandachtspunt opgenomen. Leveranciers dienen aan te geven hoe zij aan de duurzaamheidsdoelstelling een bijdrage kunnen leveren. Zo hebben we met onze leverancier voor kantoorartikelen de afspraak gemaakt om te meten hoeveel eco artikelen er worden besteld en wordt het aantal leveringen gereduceerd door een bestelling pas uit te leveren op het moment waarop de vastgestelde drempelwaarde is bereikt. Het aantal logistieke handelingen en bewegingen neemt hierdoor af waardoor CO²-uitstoot wordt verminderd. De leverancier speelt hierin een actieve rol.
17
Aanbesteding Dit jaar is vanuit Onderwijsgroep Noord gestart met een Europese aanbesteding voor communicatiestrategie, mediaplanning en -inkoop en vormgeving. Wij zoeken naar één partner die het totaalpakket moet kunnen bieden: strategisch advies, art (vormgeving, fotografie, video), copy, online, mediaplanning en -inkoop. Hiervoor hebben acht bureaus ingeschreven. De commissie, bestaande uit drie medewerkers Marketing & Communicatie en een vestigingsdirecteur hebben de inschrijvingen beoordeeld. Op basis van de score gaan vier bureaus door naar de pitch in februari 2013. Eind maart 2013 moet de opdracht zijn gegund.
Tegelijk heeft de economische crisis ook consequenties voor de ict-ontwikkeling. Zo kan de portalomgeving onvoldoende ontwikkeld worden en zijn enkele ict-investeringen uitgesteld.
3.4 Digitalisering
Portal Via de portal kan de interne communicatie worden verbeterd. Uiteraard binnen de vestigingen, maar ook vanuit het College van Bestuur en het bestuursbureau naar de medewerkers op de vestigingen. De vestigingen zetten de portalomgeving steeds meer in voor hun informatievoorziening naar leerlingen, ouders/verzorgers en medewerkers. Door de noodzakelijke bezuinigingen is het niet mogelijk om alle wensen vanuit de vestigingen te honoreren. Wel is in 2012 een start gemaakt met de ontwikkeling van twee functionaliteiten: teamsites en een ‘wie is wie’ applicatie. Via teamsites is het mogelijk om met collega’s van verschillende vestigingen en instellingen samen te werken. Ook is er veel aandacht besteed aan het beheer, zowel technisch als inhoudelijk. De portalbeheerders van de vestigingen zijn geschoold, met name op het gebied van plaatsen van informatie.
Het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ict) in het onderwijs is sterk in opmars. Dat wordt veroorzaakt door de combinatie van een aantal factoren. Naast de algemene tendens van de toename van het gebruik van ict in de maatschappij neemt de belangstelling voor ict in het onderwijs toe. Denk daarbij aan het gebruik van digiborden en het werken in een elektronische leeromgeving (ELO). Ook het toenemende gebruik van ‘social media’ door leerlingen met smartphones, het gebruik van tablets en de mogelijkheden van de digitale infrastructuur op school (wifi) spelen een belangrijke rol. Ontwikkeling en beleid Interessante uitdagingen als de ontwikkeling van één laptop of tablet per leerling, ‘Bring your own device’ en het zoveel mogelijk gebruik van ‘webbased’ programmatuur vragen om beleid, visie en leiderschap. Hiervoor is een netwerkoverleg onderwijs en ict opgericht. In dit netwerkoverleg participeren onderwijsdirecteuren en ict-adviseurs om het beleid voor te bereiden. Het netwerk onderwijs en ict heeft in 2012 een visie opgesteld, waar het onderwijs de verdere ict-ontwikkeling op kan baseren. Om de ict-ontwikkeling zo goed mogelijk vorm te geven wordt het ‘4-in-balans-model’ van Kennisnet gehanteerd. Hiermee willen we de toepassing van ICT in het onderwijs optimaliseren. In 2012 is de voorbereiding gestart voor de overgang naar het besturingssysteem Windows7. Dat betekent voor de programmatuur een migratie naar Windows7. Voor een deel van de programma’s wordt gekeken of er ook overgeschakeld kan worden naar een ‘webbased’ variant. In 2012 is door middel van een ‘pilotproject’ ervaring opgedaan met het gebruik van iPads. Deze pilot wordt begin 2013 geëvalueerd.
18
Infrastructuur De digitale infrastructuur wordt steeds intensiever gebruikt. Het glasvezelnetwerk en de koppeling met internet vraagt steeds meer bandbreedte, mede door het gebruik van smartphones en tablets via het wifinetwerk. Eind 2012 is een contract gesloten voor een nieuw glasvezelnetwerk met gigabitverbindingen. Dat biedt ruim voldoende capaciteit voor de komende jaren.
Elektronische Leeromgeving In 2012 is het Dollard College overgegaan naar een nieuwe elektronische leeromgeving (ELO). Het pakket Brainbox is vervangen door het pakket itslearning. Om de invoering zo goed mogelijk te laten verlopen is een projectgroep gevormd en een projectplan geschreven. De projectgroep heeft over haar werkzaamheden contact gehouden met een gevormde klankbordgroep en de ELO-werkgroepen van het Dollard College. Het projectplan was gericht op de technische implementatie van de nieuwe ELO. De verdere onderwijskundige ontwikkeling van de ELO was gezien de beperkte tijd geen onderdeel van het implementatieplan. Naast de technische implementatie waren er gebruikerstrainingen voor beheerders en docenten. Tevens zijn afspraken gemaakt over de inrichting van de ELO. Op 1 november 2012 is het project afgesloten en werden de projectgroep en de klankbordgroep ontbonden.
Hoofdstuk 4
Medewerkers 4.1 Onze medewerkers Met hoeveel medewerkers verzorgen wij het onderwijs en hoe ziet de groep eruit als het gaat om leeftijd en geslacht? Onderstaande schema’s tonen de leeftijdsopbouw binnen het Dollard College, de verdeling van het aantal mannen en vrouwen en het totaal aantal medewerkers per vestiging. Leeftijdsopbouw Dollard College, peildatum 31-12-2012
Vestiging
20-25 25-30 30-35 35-40 40-45 45-50 50-55 55-60 60-65 65+ Totaal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal 3
1
Bellingwedde
2
2
3
1
Bovenburen
1
6
3
2
20
2
6
Campus Winschoten
4
6
8
3
7
8
4
6
46
De Flint
1
3
2
4
2
8
4
4
28
Hommesplein/Stikkerlaan 1
6
11
16
11
12
21
21
17
Pekela
5
2
2
4
2
6
8
2
31
1
4
5
6
4
20 39
Scheemda Woldendorp
1
Eindtotaal
2
17
5
3
6
4
8
9
3
30
33
32
34
60
60
38
2
2
118
308
Verdeling mannen en vrouwen en het totaal aantal medewerkers per vestiging
Vestiging
Aantal van medewerkers Man Vrouw
in % Man
Vrouw
Totaal aantal medewerkers
Bellingwedde
11
9
55,00%
45,00%
20
Bovenburen
2
4
33,33%
66,67%
6
Campus Winschoten
19
27
41,30%
58,70%
46
De Flint
12
16
42,86%
57,14%
28
Hommesplein/Stikkerlaan
64
54
54,24%
45,76%
118
Pekela
13
18
41,94%
58,06%
31
Scheemda
9
11
45,00%
55,00%
20
Woldendorp
18
21
46,15%
53,85%
39
148
160
48,05%
51,95%
308
Eindtotaal
19
4.2 Professionalisering personeel In het Strategisch Beleidsplan 2010-2014 wordt aangegeven hoe het Dollard College als goed werkgever wil functioneren. Professionaliteit van onze medewerkers staat daarbij hoog in ons vaandel. Om die professionaliteit blijvend te garanderen, zijn binnen Onderwijsgroep Noord de leiderschapsacademie en de docentenacademie opgericht. Iedere medewerker heeft de verplichting om zijn/haar bekwaamheid op peil te houden. Als werkgever hebben wij de verplichting om medewerkers hiertoe in staat te stellen. Het Dollard College faciliteert medewerkers door: • het kunnen behalen van een bevoegdheid, een vereiste voor een vast dienstverband bij het Dollard College; • individuele scholing op basis van scholingswensen uit persoonlijke ontwikkelingsplannen; • scholing van groepen medewerkers/teams op basis van de gestelde doelen in de vestigingsjaarplannen. In het kalenderjaar 2012 zijn binnen het Dollard College acht medewerkers gefaciliteerd om met gebruikmaking van de lerarenbeurs een bevoegdheid te halen. De directeuren hebben op basis van de opbrengsten uit de persoonlijke ontwikkelingsgesprekken / functioneringsgesprekken en hun vestigingsjaarplannen (team)scholing georganiseerd.
20
De ontwikkelingsgerichte gesprekkencyclus zorgt ervoor dat medewerkers en leidinggevenden bewuster omgaan met de ontwikkeling en de inzet van hun kennis en vaardigheden. Netwerkgroep professionalisering Binnen Onderwijsgroep Noord is een netwerkgroep professionalisering actief. De netwerkgroep formuleert de visie van Onderwijsgroep Noord op professionalisering. In 2012 zijn de kernbegrippen en uitgangspunten met betrekking tot professionalisering vastgesteld.
4.3 Functiemix VO IIn het Convenant Leerkracht van Nederland (VO) hebben de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de sociale partners afspraken gemaakt over de verdeling van de docenten over de salarisschalen LB, LC en LD, de zogenaamde functiemix. Met de functiemix wordt het versterken van de aantrekkelijkheid van het beroep van docent beoogd. De intentie van de functiemix is dat het aandeel docenten dat volgens een LC- of LD-schaal beloond wordt, op elke school groeit. Het percentage LC docenten op 1 oktober 2012 is binnen het Dollard College niet gewijzigd ten opzichte van 1 oktober 2011. Het percentage LD docenten is op 1 oktober 2011 gegroeid met 7% ten opzichte van 1 oktober 2011. De te realiseren waarde van de functiemix in 2012, zoals vastge-
steld in het meerjarenplan functiemix, is behaald. Het voornemen was om een waarde van 54,44 te behalen en binnen het Dollard College was de feitelijke waarde 66,55.
4.4 Gezondheidsmanagement Gezondheidsmanagement is een strategisch thema binnen het Dollard College. Verzuim is voor elke werkgever een belangrijke factor, zowel de persoonlijke kant ervan als de financiële. Het ziekteverzuimpercentage is daarbij een belangrijk meetinstrument. Het streefpercentage van maximaal 5% is niet gehaald.
Duurzame inzetbaarheid Het duurzaam borgen van de kwaliteit van onderwijs en onderwijzend personeel is een belangrijk actiepunt. Duurzame inzetbaarheid richt zich op een goede balans tussen verschillende factoren. Denk hierbij aan een goed werkklimaat, ruimte voor professionele autonomie en een stijl van leidinggeven die ondersteunend en stimulerend werkt. Op verschillende manieren is hier het afgelopen jaar aandacht aan besteed, door onder meer individuele ondersteuning en acties, leren en opleidingsinitiatieven. Voor komende jaren zal ingezet worden op een samenhangend beleid rondom dit thema.
Bij de ziekteverzuimgegevens onderscheiden we een aantal categorieën: • ZV1%: ziekteverzuimpercentage 1. Het aantal gewogen kalenderdagen ziekteverlof van het reguliere personeel, gedeeld door de gemiddelde personeelssterkte en gedeeld door het aantal kalenderdagen van de rapportageperiode, maal 100%, • ZV2%: ziekteverzuimpercentage 2. Idem als ZV1%, exclusief ziektegevallen die langer dan een jaar geduurd hebben, • ZMF: ziekmeldingsfrequentie. Aantal ziektegevallen in de rapportage per 100 personeelsleden. 2011
2012
ZV 1%
7,14%
7,22%
ZV 2%
4,62%
4,86%
1,55
1,53
Ziekteverzuimpercentage
ZMF
Het ziekteverzuim van het Dollard College is in 2012 ten opzichte van 2011 nagenoeg gelijk gebleven. Directeuren zetten adequate interventies in om het ziekteverzuim daar waar mogelijk terug te dringen en/of te voorkomen. In 2012 hebben directeuren op verzoek van het College van Bestuur, in samenwerking met de afdeling Personeel en Organisatie een plan van aanpak geschreven om het ziekteverzuim terug te dringen. In het plan van aanpak is geformuleerd hoe om te gaan met: • Ziekmeldingen • Sociaal medisch overleg • Beïnvloedbaar verzuim • Vervanging • Inzet middelen preventieve interventies. Het plan van aanpak van het Dollard College is onderdeel van een nieuwe notitie ziekteverzuim Onderwijsgroep Noord breed. 21
Hoofdstuk 5
Financiën 5.1 Jaarrekening 2012 Resultaat Het Dollard College heeft het jaar 2012 afgesloten met een positief financieel resultaat van € 568.610 (2011: negatief € 614.455). Het exploitatieresultaat over 2012 is als volgt verdeeld: 2012
2011
Onttrekking aan de Algemene Reserve Onttrekking aan het Bestemmingsfonds Mediatheek Onttrekking aan de Herwaarderingsreserve
591.591 - 19.421 - 3.560
-610.098 - 420 - 3.937
Exploitatieresultaat
568.610
-614.455
In de begroting 2012 was rekening gehouden met een tekort van € 509.000. Uiteindelijk kon het boekjaar worden afgesloten met een positief resultaat. De totale baten zijn hoger dan begroot. De normatieve rijksbijdrage is hoger als gevolg van de verhoging van de personele en materiële bekostiging. Deze verhoging is deels structureel en deels eenmalig. Het aantal leerlingen is gelijk gebleven. De overige overheidsbijdragen en -subsidies zijn hoger omdat er in 2012 sprake was van een nieuwe subsidie (Prestatiebox VO), waarmee in de begroting geen rekening was gehouden. Tegenover deze extra baten staan echter in gelijke mate hogere lasten. Ook de overige baten zijn hoger, onder andere als gevolg van de teruggave van Omzetbelasting over de jaren 2007 tot en met 2011. De personeelslasten zijn ruim € 0,8 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door hogere sociale lasten en hogere pensioenlasten. Ook is sprake van hogere kosten voor personeel niet in loondienst als gevolg van hogere kosten voor inhuur van externe dienstverleners. Dit wordt weer gecompenseerd door een lagere bijdrage aan Onderwijsgroep Noord. De afschrijvingslasten komen iets hoger uit dan begroot vanwege niet begrote afschrijvingslasten van de sectorspecifieke inventaris bij de Campus Winschoten. De huisvestingslasten vallen lager uit door het uitstellen van planmatig onderhoud. Daarnaast is er sprake van lagere energiekosten en lagere huurkosten. De overige lasten komen bijna € 0,3 miljoen lager uit, omdat vestigingen terughoudend zijn geweest bij de besteding van het vestigingsbudget. Financiële kengetallen Op basis van de jaarrekening kunnen de volgende financiële kengetallen worden berekend:
Solvabiliteit Liquiditeit Rentabiliteit
2012
2011
0,64 1,66 2,33
0,63 1,63 -2,59
Met ingang van het verslagjaar 2012 zijn de vooruitontvangen investeringssubsidies opgenomen bij de Materiële Vaste Activa in plaats van bij de kortlopende schulden. Deze verschuiving is van invloed op de solvabiliteit en de liquiditeit. De vergelijkende cijfers van 2011 zijn overeenkomstig aangepast. De solvabiliteit (verhouding eigen vermogen/totaal vermogen) is in 2012 iets toegenomen en ligt ruim boven de, door de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (Commissie DON) gehanteerde, ondergrens van 0,20. De toename is het 22
gevolg van het positieve netto resultaat over 2012. Het eigen vermogen is voldoende groot om bij te sturen in het geval van veranderende omstandigheden die een nadelige invloed hebben op de exploitatie. De liquiditeit (vlottende activa/vlottende passiva) is eveneens gestegen ten opzichte van 2011. Zowel de vlottende activa als de vlottende passiva zijn toegenomen, maar de relatieve toename van de vlottende activa is iets hoger. De liquiditeit kan als ruim voldoende worden beschouwd. De rentabiliteit (resultaat gewone bedrijfsvoering/ totale baten uit gewone bedrijfsvoering x 100) is verbeterd ten opzichte van 2011 als gevolg van het positieve resultaat over 2012. Ook de baten zijn toegenomen. De stijging van de baten is echter relatief lager dan de stijging van het resultaat, waardoor de rentabiliteit is toegenomen.
Begroting 2012 De begroting 2012 heeft in het teken gestaan van bezuinigingen en ombuigingen. Het College van Bestuur heeft duidelijke keuzes moeten maken om het begrote tekort drastisch terug te brengen. Uiteindelijk resteerde een begroting voor 2012 met een tekort van € 0,5 miljoen. Het tekort is het gevolg van het feit dat op de normatieve rijksbijdrage geen indexering wordt toegepast. Het ministerie komt doorgaans pas in november van het lopende begrotingsjaar met definitieve informatie over de normatieve bekostiging zodat adequaat bijsturen in het lopende jaar moeilijk is. In het huidige onzekere economische en politieke klimaat is het daarom niet verantwoord om vooruit te lopen op een mogelijke prijsindexering. Om die reden is ten aanzien van de bekostiging de nullijn gehanteerd voor 2012. Om weer te komen tot een sluitende exploitatie heeft het College van Bestuur bezuinigingen opgenomen in de begroting 2012. Deze bezuinigingen waren in de begroting verwerkt en daarmee nadrukkelijk taakstellend voor alle betrokkenen. Een deel van deze bezuinigingen kon met onmiddellijke ingang worden geëffectueerd en een deel bij de aanvang van het schooljaar 2012-2013.
(x € 1.000)
Het College van Bestuur heeft zich bij de bezuinigingen in eerste instantie gericht op de investeringen, huisvestingslasten en overige materiële lasten. Bezuinigingen op de formatie waren echter onontkoombaar en om die reden is voor het schooljaar 2012-2013 een korting op de formatie toegepast, naast het beëindigen van extra toegekende formatie en het verder terugdringen van de boventalligheid.
5.2 Begroting 2013 Voor 2013 is gestart met een nieuwe begrotingssystematiek. Door het beleid en de financiën, meer dan nu het geval is, met elkaar te verbinden, beoogt het College van Bestuur het verbeteren van de beheersing van de organisatie en de afzonderlijke organisatieonderdelen. De begrotingssystematiek wordt daarmee, meer dan voorheen, een strategisch instrument. Gelet op de ontwikkeling van de organisatie is het noodzakelijk dit instrument duidelijk te positioneren. Daarbij wordt de verantwoordelijkheid voor budgetten zo laag mogelijk in de organisatie gelegd. Lasten worden zoveel mogelijk aan de vestigingen toegerekend. Door meer lasten op een lager budgetniveau toe te rekenen, ontstaat een grotere transparantie en een grotere invloed en eigenaarschap van de budgethouder op de vestigingsexploitatie.
Begroot 2013 Begroot 2012
Baten Rijksbijdragen Overige Overheidsbijdragen Overige baten Som der baten Lasten Personele lasten Afschrijvingslasten Huisvestingslasten Overige lasten Som der lasten Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten Resultaat
21.837 594 752 23.183
21.508 466 793
17.932 943 1.758 2.602 23.235
18.197 890 1.684 2.531
22.767
23.302
-52 52
-535 26
0
-509
23
De begrotingscyclus van plannen maken, begroten, uitvoeren, rapporteren en verantwoorden is gestart met de begrotingsbrief. In de begrotingsbrief staan de financiële kaders, de omgevingsfactoren en de financiële effecten daarvan, alsmede de vastgestelde strategische thema’s die vertaald worden naar budgetten. Deze begrotingsbrief vormt de basis van de budgetverdeling voor 2013 en omvat tevens de opdracht aan de directeuren om, met ondersteuning van het Bestuursbureau, de verdere keuzes te maken die leiden tot een sluitende, realistische, maar bovenal, breed gedragen begroting. Voor nieuw beleid zijn in de begroting 2013 maar zeer beperkt middelen beschikbaar, want de begroting 2013 staat, evenals de begroting 2012, in het teken van de bezuinigingen. Met name de lagere lump-sum bekostiging maakte aanvullende bezuinigingen voor 2013 noodzakelijk. De begroting voor 2013 is sluitend, maar daarvoor was wel een pakket aan bezuinigingsmaatregelen noodzakelijk. Behalve bezuinigingen op de materiële beheerslasten, onderhoud van de gebouwen, investeringen en vervangingskosten, is sprake van een extra bezuiniging op de formatie voor het schooljaar 2013-2014. Ten opzichte van 20122013 gaat het om 2% extra, waarmee de totale korting op de formatie uitkomt op 6,5% tot 7,5%. De begroting is besproken in de vergadering van de Raad van Toezicht van december 2012. De Raad van Toezicht heeft het begrote resultaat goedgekeurd, maar wil de in de begroting opgenomen taakstellingen uitgewerkt en geconcretiseerd hebben. De Raad van Toezicht wil daarmee meer zekerheden dat deze bezuinigingen realistisch zijn, gedragen worden en daadwerkelijk gehaald kunnen worden. Deze uitwerking leidt tot een bijgestelde begroting die in juni 2013 ter goedkeuring aan de Raad van Toezicht wordt voorgelegd.
5.3 Risicoanalyse Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de interne risicobeheersing van het Dollard College. Deze risicobeheersing is bedoeld om het risico, dat de doelstellingen van de organisatie niet worden gerealiseerd, te beperken. Het is niet bedoeld om dit risico geheel uit te sluiten. Een systeem voor beheersing van risico’s kan redelijke, maar geen absolute bescherming bieden. Het belangrijkste risico is de daling van het aantal leerlingen. Het College van Bestuur en het management streven naar een teruggang die kleiner
24
is dan de demografische ontwikkelingen in de regio, met andere woorden voor vergroting van het marktaandeel. Het streven is het leerlingenaantal de komende vier jaar zo dicht mogelijk bij het niveau van 2011 te houden. Het aantal leerlingen is in het schooljaar 2012-2013 stabiel gebleven en daarmee is het marktaandeel toegenomen. Dit risico is beheersbaar voor zover het de formatie en de materiële lasten betreft. Met betrekking tot de huisvesting is de kostenstructuur minder flexibel, maar daar gaat het nagenoeg geheel om exploitatiekosten en niet om kapitaalslasten. De gemeente heeft het economische eigendom van het merendeel van de gebouwen. In 2012 is een onderzoek uitgevoerd naar de demografische ontwikkelingen in het werkgebied van het Dollard College en de gevolgen die deze met zich meebrengen. Het eindrapport wordt in het voorjaar van 2013 verwacht. Het risico van een lagere bekostiging als gevolg van bezuinigingen bij de overheid is opnieuw groter geworden. Deze bezuinigingen, in combinatie met de toenemende vraag om innovatie en vernieuwing, de toenemende vraag vanuit de overheid om verantwoordingen en de complexiteit van de wet- en regelgeving, hebben grote gevolgen voor de organisatie en dus ook voor de medewerkers. Naast een lagere bekostiging is ook de beschikbaarheid van bekostigingsinformatie een groter wordend probleem. In tijden van bezuinigingen is het van groot belang dat de informatie tijdig beschikbaar is. Informatie over indexering volgt doorgaans als het jaar bijna voorbij is, zodat bijsturen niet of nauwelijks meer mogelijk is. Om dit risico te beperken wordt uitgegaan in de begrotingen en de budgetten van de nullijn in de bekostiging en wordt met een indexering geen rekening gehouden. Enige jaren geleden is een inventarisatie en analyse van de belangrijkste risico’s uitgevoerd. Dit voldoet niet meer en is te statisch om goed in te kunnen spelen op de steeds weer veranderende omgeving waarin we ons bevinden. Om deze reden is het nu niet mogelijk om het minimale weerstandvermogen, benodigd om risico’s te kunnen opvangen, te bepalen. Om beter zicht te krijgen en houden op de risico’s en de gevolgen voor de organisatie zal gewerkt moeten worden aan een meer systematische en dynamische aanpak van het risicomanagement. Voor 2013 heeft het College van Bestuur middelen vrijgemaakt om daartoe een eerste aanzet te geven.
5.4 Treasury Het treasurybeleid is onderdeel van het financiële beleid van de Stichting Onderwijsgroep Noord en de daaraan verbonden instellingen en is op de hele groep van toepassing. Het treasurybeleid vindt plaats binnen de kaders van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 16 september 2009, met kenmerk FEZ/CC-2009/150185, houdende regels over het beleggen en belenen van publieke middelen (Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010) en het Treasurystatuut Onderwijsgroep Noord van 10 oktober 2011. Bij het aantrekken, respectievelijk uitzetten van alle benodigde, respectievelijk overtollige liquide middelen wordt gehandeld in overeenstemming met de in deze regeling gestelde verplichtingen. De algemene doelstellingen van het treasurybeleid luiden: • het beheren van financiële geldstromen op de korte termijn met als doel op het juiste moment over de juiste hoeveelheid liquide middelen in rekening-courant te kunnen beschikken, zonder dat er sprake is van een overschot of tekort aan liquide middelen in rekening-courant. Essentieel voor het bereiken van deze doelstelling is een korte termijn liquiditeitsplanning. De korte termijn liquiditeitsplanning wordt gepland vanaf één week tot één jaar vooruit. Bij het uitzetten van overtollige gelden mogen transacties worden afgesloten met de volgende geldnemers: • financiële instellingen of door financiële instellingen uitgegeven papier met minimaal een A-rating, afgegeven door tenminste twee erkende rating agency’s, voor beleggings- en beleningsvormen voor een periode tot en met drie maanden. • financiële instellingen of door financiële instellingen uitgegeven papier met minimaal een AA-minus rating, afgegeven door tenmin ste twee erkende rating agency’s, voor beleg gings- en beleningsvormen voor een periode van meer dan drie maanden. Bij het voeren van het treasurybeleid zijn de volgende treasury instrumenten toegestaan: • rekening courant • spaarrekeningen • deposito’s • de solvabiliteit (verhouding Eigen Vermogen/ Totaal Vermogen) dient minimaal het door de overheid voorgeschreven percentage te zijn (31-12-2012: 20%)
• het minimaliseren van de kosten van leningen (kostenminimalisatie) in relatie tot de geld- en kapitaalmarktrente • het optimaliseren van het rendement van de overtollige liquide middelen binnen de kaders van het treasurystatuut (rentemaximalisatie) • het beheersen en bewaken van financiële risico’s die aan de financiële posities en geldstromen van de instelling zijn verbonden (risicominimalisatie) • het aantrekken van alle voor de instelling benodigde middelen dient plaats te vinden op basis van een actuele prognose van de financieringsbehoefte en een actuele rentevisie • bij het aantrekken van langlopende geldleningen worden offertes gevraagd bij minimaal twee partijen. Bovenstaande is een samenvatting en geen limitatieve opsomming. Uit oogpunt van interne controle is bij het uitzetten van overtollige liquide middelen op deposito’s sprake van functiescheiding tussen de front office en back office. In 2011 is het treasurystatuut geactualiseerd en vastgesteld door het College van Bestuur. In dit treasurystatuut wordt het treasurybeleid uiteengezet en wordt een beschrijving gegeven van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de treasuryfunctie van de instelling. Het treasurystatuut heeft tot doel sturing te geven aan de treasuryfunctie en risico’s te beperken. De Treasury-commissie rapporteert twee keer per jaar aan het College van Bestuur. De rentevergoeding op spaarrekeningen is nog steeds hoger dan op fixed-deposits, waar rente op basis van Euribor wordt berekend. De tijdelijk overtollige liquide middelen zijn daarom in 2012 weer weggezet op spaarrekeningen. De rente op de spaarrekeningen is in 2012 met 0,3% gedaald ten opzichte van ultimo 2011. Ondanks deze daling van het rentepercentage zijn de rentebaten hoger dan begroot. Voor zowel de fixed-deposits als de spaarrekeningen geldt dat er geen risico wordt gelopen over de hoofdsom. De rating van de huisbankier is afgenomen in 2012, maar voldoet voor wat betreft de korte termijn nog wel aan de ratingeisen in artikel 3.3 van de ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’. Voor uitgezet geld langer dan drie maanden is dit niet meer het geval. Het Dollard College heeft overtollige liquide middelen op een spaarrekening staan, waarbij het hele bedrag dagelijks opvraagbaar is. 25
De liquiditeitspositie van het Dollard College is gestegen van € 2,1 miljoen per ultimo 2011 naar € 2,8 miljoen per ultimo 2012. Financiële instrumenten Algemeen Het Dollard College maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die het Dollard College blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. Het Dollard College handelt niet in deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan het Dollard College verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico’s. Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. Het kredietrisico inzake deze vorderingen is beperkt.
26
Renterisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. Het Dollard College heeft derhalve als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om rentefluctuaties te beheersen. Liquiditeitsrisico Het Dollard College bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor het Dollard College steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde lening convenanten te blijven. Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.
De jaarrekening Jaarrekening
Balans per 31 december 2012 Staat van baten en lasten over 2012 Kasstroomoverzicht over 2012 Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening Toelichting behorende tot de balans Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Staat van baten en lasten over 2012 Dollard College (20CM) Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Dollard College (20CM) Staat van baten en lasten over 2012 De Flint (19UR) Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten De Flint (19UR) Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Bestemming van het exploitatiesaldo Gebeurtenissen na balansdatum Verbonden partijen
27
Balans per 31 december 2012
(na resultaatbestemming)
31-12-2012 €€
1.2
Vaste activa Materiële vaste activa
3.811.731
Totaal vaste activa
1.4 1.5 1.7
2.1 2.2 2.4
28
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen
31-12-2011 €€
3.226.045 3.811.731
565.588 471.674 2.813.745
3.226.045
565.863 867.087 2.143.765
Totaal vlottende activa
3.851.007
3.576.715
Totaal activa
7.662.738
6.802.760
Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden
4.869.385 471.753 2.321.600
4.300.775 313.513 2.188.472
Totaal passiva
7.662.738
6.802.760
Staat van baten en lasten over 2012 2012 € 3 3.1 3.2 3.5
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten
22.484.463 707.510 1.166.049
Totaal baten
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten Netto resultaat
Begroting 2012 €
2011 €
21.508.000 466.000 793.000 24.358.022
19.041.817 954.910 1.578.032 2.266.406
22.056.914 632.756 996.261 22.767.000
18.197.000 890.000 1.684.000 2.531.000
23.685.931
19.117.878 918.034 1.761.612 2.562.647
23.841.165
23.302.000
24.360.171
516.857
-535.000
-674.240
51.753
26.000
59.785
568.610
-509.000
-614.455
29
Kasstroomoverzicht over 2012 2012 €
2011 €
Kasstroom uit operationele activiteiten 516.857
Saldo baten en lasten Aanpassingen voor: - afschrijvingen - vrijval uit investeringssubsidies - mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - vorderingen - schulden
954.910 -470.668 158.240
275 401.731 133.101
535.107
918.034 -485.498 14.932
-69.422 485.936 -641.547
1.694.446
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
642.482
-674.240
55.711 -10.249
45.462
-225.033 -451.805
61.564 -2
1.739.908
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
447.468
61.562 -390.243
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Mutatie liquide middelen
30
-1.075.943 6.015
-1.069.928
-501.025 844
-500.181
-1.069.928
-500.181
669.980
-890.424
Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening Algemeen Rechtspersoon en voornaamste activiteiten Dollard College is een stichting en is gevestigd aan de Hereweg 101 te Groningen. Dollard College is een onderwijsinstelling die praktijkonderwijs, VMBO-, HAVO- en VWO-onderwijs aanbiedt op acht vestigingen in Bellingwolde, Pekela, Scheemda, Winschoten en Woldendorp. Stichting Dollard College maakt samen met Stichting AOC Terra en Stichting rsg de Borgen deel uit van Onderwijsgroep Noord. Verslaggevingsperiode Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en in overeenstemming met RJ 660 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' van 17 december 2007. Het resultaat over het boekjaar 2012 is reeds in de balans verwerkt conform het voorstel. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Fiscale eenheid Stichting Dollard College vormt een fiscale eenheid voor de omzetbelasting met Stichting Onderwijsgroep Noord, Stichting AOC Terra en Stichting rsg de Borgen. Grondslagen van waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Algemeen De cijfers over 2011 zijn geherrubriceerd teneinde vergelijkbaarheid met 2012 mogelijk te maken. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten waar mogelijk en voor zover niet anders vermeld. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten worden verantwoord indien alle belangrijke risico’s met betrekking tot de handelsgoederen zijn overgedragen aan de koper. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de stichting. Alle financiële informatie is afgerond op hele euro's. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Stelselwijzigingen Teneinde een reëler beeld te verkrijgen van de financiële ratio’s zijn met ingang van het verslagjaar 2012 de vooruit ontvangen investeringssubsidies opgenomen bij de materiële vaste activa in plaats van bij de kortlopende schulden. De vergelijkende cijfers van 2011 zijn overeenkomstig aangepast. De invloed van deze wijziging in de waarderingsgrondslag op het vermogen en het resultaat is nihil. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten vorderingen, geldmiddelen, kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde-veranderingen in de staat van baten en lasten maken eventuele direct toerekenbare transactie-kosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
31
Vorderingen Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslagen voor vorderingen. Geldmiddelen De geldmiddelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslagen voor kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen. Afgeleide financiële instrumenten (derivaten) Dollard College maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten zoals rentederivaten. Materiële vaste activa De materiële activa worden opgenomen voor de verkrijgings- of vervaardigingsprijs c.q. taxatiewaarde bij herwaardering verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. Activeren vindt plaats voor investeringen met een verkrijgings- of vervaardigingsprijs vanaf € 500. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op terreinen en op materiële vaste activa in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. Deze levensduur wordt voor de onderscheiden activa gesteld op: Gebouwen 30 jaar Semi-permanente gebouwen en verbouwingen/renovatie 10 jaar Apparatuur, machines en installaties 4-10 jaar Schoolmeubilair 15 jaar Kantoormeubilair 10 jaar Hard- en software 3 jaar Voor een deel van de in gebruik zijnde gebouwen berust het economisch eigendom bij de gemeenten. Deze gebouwen zijn om deze reden niet geactiveerd. Investeringssubsidies welke betrekking hebben op de materiële vaste activa worden, met ingang van verslagjaar 2012, in mindering gebracht op de materiële vaste activa (vooruitontvangen investeringssubsidies). De vergelijkende cijfers van 2011 zijn overeenkomstig aangepast. Voorraden De voorraden betreffen de lesboeken die aan de leerlingen worden verhuurd en zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten, zoals invoerrechten, transportkosten en andere kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de verwerving van voorraden. Handelskortingen, rabatten en soortgelijke (te) ontvangen vergoedingen met betrekking tot de inkoop worden in mindering gebracht op de verkrijgingsprijs. Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met de eventueel op balansdatum opgetreden waardeverminderingen. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats. Vorderingen De vorderingen zijn opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. De vorderingen op het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen betreft de periode van declaratiebekostiging. Deze vordering worden verrekend indien het Dollard College ophoudt te bestaan. Dit betreft een in de praktijk niet invorderbare vordering, tenzij op een moment daadwerkelijk de school wordt opgeheven. Om die reden is in 2007 besloten de vordering op het ministerie af te boeken en op te nemen als een niet in de balans opgenomen activa. Voor een deel van de vorderingen op leerlingen en deelnemers is sprake van onzekerheid over de inbaarheid vanwege het vrijwillige karakter. Daarvoor is op balansdatum een voorziening wegens oninbaarheid gevormd. Eigen vermogen Op basis van de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' wordt de algemene reserve als geheel aangemerkt als publiek vermogen. Onderwijsinstellingen hebben in 2007 de mogelijkheid gehad een, als zodanig aantoonbaar, deel van de algemene reserve als eigen privaat vermogen te rubriceren als bestemmingsreserve. Het Dollard College heeft op grond hiervan de bestemmingsfondsen 'Mediatheek' en 'Dr. Bosfonds' als privaat vermogen gerubriceerd. Het bestemmingsfonds Mediatheek is ontstaan bij de liquidatie van de Stichting Voorziening Leer- en Hulpmiddelen en bijzondere activiteiten Dollard College. Het batig saldo van deze stichting is bij opheffing overgedragen aan het Dollard College met de bepaling dat de middelen besteed moeten worden aan het inrichten van mediatheken en computerlokalen en zo ten goede komen aan de leerlingen van het Dollard College. Het bestemmingsfonds Dr. D. Bosfonds is ontstaan bij de liquidatie van de Stichting Dr. D. Bosfonds. Het batig saldo van deze stichting is bij opheffing overgedragen aan het Dollard College met de bepaling dat met deze middelen de stoffelijke belangen moeten worden behartigd van het Lager Beroepsonderwijs, zoals dat werd gegeven aan de Scholengemeenschap voor Beroepsonderwijs Dr. D. Bosschool te Winschoten, inmiddels het VMBO, zoals dat wordt gegeven bij de Onderwijs Campus Winschoten van het Dollard College. Bij de invoering van de lumpsum bekostiging voor De Flint is de daar aanwezige inventaris geïnventariseerd en geactiveerd. Op basis van de vastgestelde waarde van deze inventaris is een herwaarderingsreserve gevormd. De vrijval uit deze herwaarderingsreserve zal geschieden al naar gelang de afschrijving van de betreffende activa.
32
Voorzieningen De personele voorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden en voorziening ambtsjubilea. De voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van de huidige wachtgeldverplichtingen. Bij het berekenen van de contante waarde wordt een rentepercentage van 1,539% gehanteerd. Dit is het tarief van de 10-jaars kapitaalmarktrente voor Nederland per ultimo 2012. De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van deze verplichting leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening. Er is geen sprake van een onderhoudsvoorziening. De kosten van periodiek onderhoud worden als periodelasten genomen in de exploitatie. Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen De kortlopende schulden zijn, tenzij anders is aangegeven, opeisbaar binnen één jaar. Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Resultaatbepaling In de staat van baten en lasten worden verantwoord, met inachtneming van de eerder genoemde waarderingsgrondslagen, de baten en lasten welke aan het boekjaar toegerekend moeten worden. Lasten worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Dit met uitzondering van de bijdragen van leerlingen en cursisten, welke worden verantwoord in het jaar waarin het schooljaar, respectievelijk de cursus, een aanvang neemt. Baten en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord. Personeelslasten Onder personeelslasten is begrepen de in het boekjaar verschuldigde salarissen, sociale lasten, pensioenpremies, inleenkrachten en overige personeelskosten verminderd met de ontvangen uitkeringen van sociale fondsen. Tot 2012 werd onder de pensioenpremies de totaal verschuldigde afdracht verantwoord. Met ingang van het verslagjaar 2012 wordt hier uitsluitend het werkgeversaandeel in de pensioenpremies verantwoord. Dit leidt in de presentatie tot een verschuiving van de 'Pensioenpremies' naar 'Bruto lonen en salarissen'. De vergelijkende cijfers over 2011 zijn dienovereenkomst aangepast. Pensioenen Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Segmentatie In dit jaarverslag zijn overeenkomstig de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' afzonderlijke staten van baten en lasten, alsmede de daarbij behorende toelichting, opgenomen per BRIN-nummer. Het betreft hier BRIN-nummer 20CM 'Scholengemeenschap Dollard College voor Lyc Havo Mavo Vbo Lwoo' en BRIN-nummer 19UR 'School voor Praktijkonderwijs De Flint'. Bij de verdeling van de resultatenrekening per segment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De directe kosten van de segmenten zijn volledig toegerekend aan het betreffende segment. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
33
Toelichting behorende tot de balans 1.2
Materiële vaste activa
Aanschafprijs
Cumulatieve
Boekwaarde
Investeringen
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Aanschafprijs
Cumulatieve
Boekwaarde
1 januari 2012
afschrijvingen
1 januari 2012
2012
2012
2012
31 december 2012
afschrijvingen
31 december 2012
en waarde-
en waarde-
verminderingen
verminderingen
1 januari 2012
€ 1.2.1 1.2.2 1.2.5
1.2.6
Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Niet aan het proces dienstbare materiële vaste activa
€
31 december 2012
€
€
€
€
€
€
€
12.264.126
961.052
11.303.074
133.594
0
350.200
12.397.720
1.311.252
11.086.468
7.009.620
4.430.464
2.579.156
921.899
6.015
604.710
7.712.716
4.822.386
2.890.330
66.252
0
66.252
0
0
0
66.252
0
66.252
Materiële vaste activa
19.339.998
5.391.516
13.948.482
1.055.493
6.015
954.910
20.176.688
6.133.638
14.043.050
Vooruitontvangen investeringssubsidies
10.722.437
0
10.722.437
-20.450
0
470.668
10.231.319
0
10.231.319
8.617.561
5.391.516
3.226.045
1.075.943
6.015
484.242
9.945.369
6.133.638
3.811.731
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa is ten opzichte van 2012 gestegen met een bedrag van € 0,59 miljoen. In 2012 is voor een netto bedrag van € 1,08 miljoen geïnvesteerd in terreinen, gebouwen en inventaris. De totale afschrijvingslast bedroeg € 0,95 miljoen. Investeringen vonden bij alle vestigingen van het Dollard College plaats. De investeringen in machines bedroegen € 0,30 miljoen. Voor het overige betreft het investeringen in ICT-apparatuur, meubilair, transportmiddelen en installaties. Met ingang van het verslagjaar 2012 zijn de vooruitontvangen investeringssubsidies opgenomen bij de materiële vaste activa in plaats van bij de kortlopende schulden. De vergelijkende cijfers van 2011 zijn overeenkomstig aangepast. De vrijval van de vooruitontvangen investeringssubsidies is verantwoord onder de rijksbijdragen en de overige overheidsbijdragen en -subsidies. 1.4
Voorraden
1.4.1
Gebruiksgoederen
565.588
565.863
Voorraden
565.588
565.863
1.4.1.1 1.4.1.3
Stand per 1 januari Verkrijgingsprijs gebruiksgoederen Af: Waardevermindering Gebruiksgoederen
2012 €
565.863 219.288 219.563
2011 €
565.588
496.441 252.734 183.312
565.863
In 2012 is voor een bedrag van € 0,2 miljoen aan lesboeken aangeschaft. Dit is iets minder dan in 2011. Deze boeken worden gedurende het schooljaar aan de leerlingen in bruikleen gegeven. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats. Deze waardevermindering was in 2012 € 0,2 miljoen. De waardevermindering in 2012 is hoger dan in 2011 omdat in 2012 in de periode voorafgaand aan het nieuwe schooljaar voor een hoger bedrag aan lesboeken is gekocht dan in dezelfde periode van 2011. Daarnaast zijn voor een aantal methoden de werkboeken als klassensets of als huurboek in gebruik genomen.
34
1.5
Vorderingen
1.5.1 1.5.3 1.5.5 1.5.6 1.5.8 1.5.9
Debiteuren Groepsmaatschappijen Studenten / deelnemers / cursisten Overige overheden Overlopende activa Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid Vorderingen
1.5.8.1
Vooruitbetaalde kosten Overlopende activa
1.5.9.1 1.5.9.2 1.5.9.3
Stand per 1 januari Onttrekking Dotatie Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
2012 €
2011 € 71.350 288.298 140.078 10.735 33.509 72.296 471.674
33.509
33.509
20.640 5.151 56.807 72.296
826.202 0 35.374 26.151 0 20.640 867.087 0
0
29.046 38.948 30.542 20.640
De vorderingen zijn ten opzichte van 2011 gedaald met € 0,4 miljoen. Deze daling wordt veroorzaakt door een daling van de vorderingen op debiteuren en overige overheden. Daarnaast is er een vordering op Groepsmaatschappijen opgenomen vanwege de teruggave van Omzetbelasting over de jaren 2007 tot en met 2011 en zijn de vorderingen op Studenten/deelnemers/cursisten toegenomen. De afname van het debiteurensaldo is het gevolg van de afwikkeling van de bouw van de Campus Winschoten. De omvang van de voorziening voor oninbaarheid is ten opzichte van 2011 toegenomen. Dit wordt veroorzaakt door de opname van een voorziening voor de oninbaarheid van de vrijwillige ouderbijdrage in 2012. 1.7
Liquide middelen
1.7.1 1.7.2
Kasmiddelen Tegoeden op bankrekeningen
4.382 2.809.363
5.777 2.137.988
Liquide middelen
2.813.745
2.143.765
2.1
2012 €
Eigen vermogen
Saldo
Resultaat
Overige mutaties
Stand per
1 januari 2012
2012
2012
31 december 2012
€
€
€ 2.1.1 2.1.5 2.1.6
2.1.5
2011 €
€
€
€
Algemene Reserve Bestemmingsfonds (privaat) Herwaarderingsreserve
4.085.672 205.455 9.648
591.591 -19.421 -3.560
0 0 0
4.677.263 186.034 6.088
Eigen vermogen
4.300.775
568.610
0
4.869.385
-19.421 0
0 0
Bestemmingsfonds Mediatheek Bestemmingsfonds Dr. Bosfonds Bestemmingsfonds (privaat)
128.755 76.700
205.455
109.334 76.700
186.034
Het totale eigen vermogen komt, na de verdeling van het resultaat, uit op € 4,9 miljoen. Dit eigen vermogen kan worden onderverdeeld in een algemene reserve van € 4,7 miljoen en bestemmingsfondsen en een herwaarderingsreserve van tezamen € 0,2 miljoen. Het eigen vermogen is onderverdeeld in publiek en privaat vermogen, waarbij de bestemmingsfondsen van € 0,2 miljoen als privaat worden aangemerkt en de overige reserves van € 4,7 miljoen als publiek vermogen.
2.2
2.2.1
Voorzieningen
Stand per
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
Stand per
Kortlopende
Langlopende
1 januari 2012
2012
2012
2012
31 december 2012
deel < 1 jaar
deel > 1 jaar
€
€
€
€
€
€
€
Personeelsvoorzieningen
313.513
314.141
155.901
0
471.753
180.254
291.499
Voorzieningen
313.513
314.141
155.901
0
471.753
180.254
291.499
De personeelsvoorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden en een voorziening ambtsjubilea. De Voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van de huidige wachtgeldverplichtingen. De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van deze verplichting leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening.
2.4
Kortlopende schulden
2.4.3 2.4.5 2.4.7 2.4.8 2.4.10
Crediteuren Schulden aan groepsmaatschappijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen Overlopende passiva Kortlopende schulden
2.4.7.1 2.4.7.2 2.4.7.3
Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen
2012 €
2011 € 365.268 0 765.771 251.993 938.568 2.321.600
568.933 1.666 195.172
765.771
287.347 74.301 717.379 226.223 883.222 2.188.472 548.836 0 168.543
717.379
35
2012 2012 € € 2.4.10.2 2.4.10.2 2.4.10.4 2.4.10.4 2.4.10.5 2.4.10.5 2.4.10.6 2.4.10.6 2.4.10.8 2.4.10.8
70.810 97.394 70.810 32.413 97.394 32.413 706.340 706.340 7.884 7.884 23.727 23.727
Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI geoormerkt niet-geoormerkt Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI geoormerkt Vooruitontvangen termijnen subsidies OCW/ELI niet-geoormerkt Vooruitontvangen termijnen Vakantiegeld en -dagen Vakantiegeld en administratiekosten -dagen AccountantsAccountantsen administratiekosten Overige Overige Overlopende passiva Overlopende passiva
2011 2011 € €
938.568 938.568
54.453 165.244 54.453 0 165.244 0 635.631 635.631 6.717 6.717 21.177 21.177
883.222 883.222
De kortlopende schulden zijn gestegen met € 0,1 miljoen. Deze stijging wordt veroorzaakt door hogere bedragen voor crediteuren, belastingen, pensioenen en reservering vakantiegeld en lagere bedragen voor schulden aan groepsmaatschappijen en vooruitontvangen subsidies OCenW. De kortlopende schulden zijn gestegen met € 0,1 miljoen. Deze stijging wordt veroorzaakt door hogere bedragen voor crediteuren, belastingen, Het saldo van vooruitontvangen subsidies OCW/EZ geoormerkt (2.4.10.2) bestaat uit nog te besteden van € 28.000 met betrekking pensioenen ende reservering vakantiegeld en lagere bedragen voor schulden aan groepsmaatschappijen ensubsidies vooruitontvangen subsidies OCenW. tot onder G1subsidies van model G en hetgeoormerkt totaal van de nog te besteden subsidies verantwoord ondervan G2-B van model Hetsubsidies saldo vanverantwoord de vooruitontvangen OCW/EZ (2.4.10.2) bestaat uit nog te besteden subsidies € 28.000 met G. betrekking tot subsidies verantwoord onder G1 van model G en het totaal van de nog te besteden subsidies verantwoord onder G2-B van model G. Met ingang van het verslagjaar 2012 zijn de vooruitontvangen investeringssubsidies opgenomen bij de materiële vaste activa. De vergelijkende cijfers van 2011 zijnverslagjaar overeenkomstig Met ingang van het 2012 aangepast. zijn de vooruitontvangen investeringssubsidies opgenomen bij de materiële vaste activa. De vergelijkende cijfers van 2011 zijn overeenkomstig aangepast. Financiële instrumenten Financiële instrumenten Algemeen Algemeen Het Dollard College maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die het Dollard College blootstellen aan markten/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de van balans zijn opgenomen, zoals en schulden. Het Dollard College Het Dollard College maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik financiële instrumenten dievorderingen het Dollard College blootstellen aan markthandelt niet in deze financiële instrumenten eninstrumenten heeft procedures om de omvang van het kredietrisico bij elkeHet tegenpartij markt en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële die inen degedragslijnen balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. Dollard of College te beperken. het niet nakomen door een tegenpartij van aan het College verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit handelt niet inBijdeze financiële instrumenten en heeft procedures en Dollard gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt voortvloeiende beperkt tot de een marktwaarde deaan desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen te beperken. Bijverliezen het niet nakomen door tegenpartijvan van het Dollard College verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit van de financiële instrumenten slechts indicatie van de waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordthoofdsommen gemaakt en niet voortvloeiende verliezenzijn beperkt toteen de marktwaarde vanmate de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve vanvan de het bedrag vaninstrumenten de krediet- of marktrisico’s. financiële zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het Kredietrisico bedrag van de krediet- of marktrisico’s. Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. Het kredietrisico inzake deze vorderingen is beperkt. betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. Het De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren Renterisico kredietrisico inzake deze vorderingen beperkt. Renterisico Het renterisico is beperkt tot eventueleisveranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het van deleningen. looptijd. rsg Borgen heeft Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen eneinde uitgegeven Bij de deze leningen is derhalve sprake van als om geen afgeleide instrumenten gebruiken om rentefluctuaties te het beheersen. eenbeleid vast rentepercentage overfinanciële de gehele looptijd. De te leningen worden aangehouden tot einde van de looptijd. rsg de Borgen heeft derhalve als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om rentefluctuaties te beheersen. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico Het Dollard College bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor het Dollard College steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijnvan omopvolgende aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële Het Dollard College bewaakt de liquiditeitspositie door middel liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor het ruimte de steeds beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde lening convenanten te blijven. Dollardonder College voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte waarde onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde lening convenanten te blijven. Reële De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide Reële waarde liquide middelen middelen en en kortlopende kortlopende vandedeboekwaarde meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide schulden, benadert ervan. De reële waarde liquide middelen middelen en en kortlopende kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. G1 G1
Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule Toewijzing
Omschrijving Omschrijving
Kenmerk
Toewijzing
Kenmerk
Totaal Totaal G2 G2
G2-A G2-A
36
De prestatie is ultimo verslagjaar
Bedrag van
Ontvangen
Datum
Bedrag van de toewijzing
Ontvangen t/m verslagjaar
conform de subsidiebeschikking geheel uitgevoerd nog niet geheel
Datum
de toewijzing
t/m verslagjaar
geheel uitgevoerd en afgerond
nogafgerond niet geheel
€ €
€ €
en afgerond
afgerond
7.103 7.103 7.000 7.000 35.000 35.000 35.000
7.103 7.103 7.000 7.000 35.000 35.000 35.000
84.103 84.103
84.103 84.103
Praktijkleren groen onderwijs
404274-1
19-12-2011
Praktijkleren groen onderwijs Prestatiesubsidie VSV
404274-1 BEK-11/54818M
19-12-2011 20-10-2011
Prestatiesubsidie VSV
BEK-11/54818M BEK-12/64563M
20-10-2011 25-10-2012
Prestatiesubsidie VSV
BEK-12/64563M 484581-1
25-10-2012 22-10-2012
Prestatiesubsidie VSV
484581-1
22-10-2012
conform de subsidiebeschikking De prestatie is ultimo verslagjaar
X X X
X X X
Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule (Regeling ROS art.13,lid 2 sub bmet en verrekeningsclausule EL&I regelingen betrekking hebbend op de EL&I subsidies) Verantwoording van subsidies (Regeling ROS art.13,lid 2 sub b en EL&I regelingen betrekking hebbend op de EL&I subsidies) Aflopend Omschrijving
Aflopend per ultimo verslagjaar per ultimo verslagjaar
Toewijzing
Bedrag van
Ontvangen
Totale kosten
Te verrekenen
Omschrijving
Toewijzing Kenmerk
Datum
Bedrag van de toewijzing
t/mOntvangen 31-12-2012
Totale kosten t/m 31-12-2012
Te verrekenen ultimo verlagjaar
Kenmerk
Datum
€ de toewijzing
€ t/m 31-12-2012
€ t/m 31-12-2012
€ ultimo verlagjaar
€
€
€
29.100 29.100 -691 -691 4.581 4.581
29.100 29.100 -691 -691 4.581 4.581
29.100 29.100 -691 -691 4.581 4.581
€
32.990 32.990
32.990 32.990
32.990 32.990
Doorontwikkeling praktijkonderwijs
393349-1
21-11-2011
Doorontwikkeling praktijkonderwijs Studieverlof
393349-1 412596-1
21-11-2011 20-1-2012
Studieverlof
412596-1 413322-1
20-1-2012 20-2-2012
Studieverlof
413322-1
20-2-2012
Totaal Totaal
0 0 0 0 0 0
G2-B
Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Omschrijving
Toewijzing Kenmerk
G3
Doorontwikkeling praktijkonderwijs
486557-1
20-11-2012
Studieverlof
475184-2
20-8-2012
Studieverlof
480138-1
20-9-2012
Studieverlof
488072-1
18-12-2012
Bedrag van
Saldo
Ontvangen
Lasten in 2012
Totale kosten
Saldo nog te besteden
de toewijzing
2011
t/m 31-12-2012
t/m 31-12-2012
31-12-2012
ultimo dec. 2012
€
€
€
€
€
14.050 43.057 11.304 -4.514
0 0 0 0
14.050 43.057 11.304 -4.514
317 20.574 4.710 -4.514
317 20.574 4.710 -4.514
13.733 22.483 6.594 0
63.897
0
63.897
21.087
21.087
42.810
Overzicht niet-geoormerkte doelsubsidies OCW en ELI Omschrijving
Kenmerk
Rijksbijdrage personeel
398411-3
20-11-2012
Rijksbijdrage materieel
399166-2
20-11-2012
Verrekening uitkeringskosten
400212-4
20-11-2012
Bekostiging lesmateriaal
467799-2
20-11-2012
Maatschappelijke stage
485063-1
20-11-2012
LGF VO 2011-2012
BEK-11/37019 M
Prestatiebox VO
414751-1
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Toepassing art.96n WVO
Totaal
Datum
7-12-2012 20-11-2012
OND/ODS2012/23201 M
27-4-2012
OND/ODS-201218398 M
23-5-2012
OND/ODS-201218399 M
23-5-2012
OND/ODS-201218400 M
7-6-2012
OND/ODS-201218401 M
23-5-2012
OND/ODS-201218402 M
23-5-2012
OND/ODS-201218403 M
23-5-2012
OND/ODS-201218404 M
23-5-2012
OND/ODS-201218405 M
23-5-2012
OND/ODS-201218406 M
23-5-2012
OND/ODS-201218407 M
23-5-2012
OND/ODS-201218408 M
23-5-2012
OND/ODS-201218409 M
23-5-2012
Bekostiging personeelskosten
398558-4
20-11-2012
Bekostiging exploitatiekosten
398977-3
20-11-2012
Verrekening uitkeringskosten
400475-4
20-11-2012
Bekostiging lesmateriaal
467708-2
20-11-2012
Visueel gehandicapte leerlingen
412304-1
20-1-2012
Nieuwkomers VO
BVO-07/7758 M
Nieuwkomers VO
399582-4
20-11-2012
1e Opvang vreemdelingen
296739-2
22-11-2010
1e Opvang vreemdelingen
362572-1/396130-1
21-11-2011
1e Opvang vreemdelingen
467081-1
21-5-2012
1e Opvang vreemdelingen
486223-1
20-11-2012
Maatschappelijke stage
485673-1
20-11-2012
LGF VO 2009-2010
BEK-09/71855 M
27-1-2012
LGF VO 2010-2011
BEK-10/56083 M
25-5-2012
LGF VO 2011-2012
BEK-11/37019 M
Invoeringskosten gratis lesmateriaal
185125-2
20-10-2009
Prestatiebox VO
414715-1
20-3-2012
7-12-2012
Bedrag van
Saldo
Ontvangen
Lasten
Investeringen
Saldo
de toewijzing
2011
in 2012
2012
2012
2012
€
€
€
€
€
€
1.881.441 255.021 -17.828 61.433 8.820 28.700 19.957
0 0 0 0 0 0 0
1.881.441 255.021 -17.828 61.433 8.820 28.700 19.957
1.881.441 255.021 -17.828 61.433 8.820 28.700 19.957
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
-753
0
-753
-753
0
0
-1.602
0
-1.602
-1.602
0
0
-1.573
0
-1.573
-1.573
0
0
-1.972
0
-1.972
-1.972
0
0
-1.625
0
-1.625
-1.625
0
0
-2.534
0
-2.534
-2.534
0
0
-2.812
0
-2.812
-2.812
0
0
-2.739
0
-2.739
-2.739
0
0
-3.150
0
-3.150
-3.150
0
0
-5.146
0
-5.146
-5.146
0
0
-5.542
0
-5.542
-5.542
0
0
-4.253
0
-4.253
-4.253
0
0
-3.852
0
-3.852
-3.852
0
0
16.169.931 2.319.763 -155.251 872.284 3.150 62.816 214.026 45.000 96.750 11.250 18.000 139.890 132.120 147.439 121.164 78.771 296.284
0 0 0 0 0 2.144 0 6.604 96.750 0 0 0 0 0 0 59.746 0
16.169.931 2.319.763 -155.251 872.284 3.150 0 214.026 0 0 11.250 18.000 139.890 1.603 -1.592 121.164 0 296.284
16.169.931 2.319.763 -155.251 872.284 3.150 0 214.026 6.604 72.500 0 0 139.890 1.603 -1.592 121.164 17.996 296.284
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 2.144 0 0 24.250 11.250 18.000 0 0 0 0 41.750 0
22.773.378
165.244
22.210.493
22.278.343
0
97.394
37
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Huren Het jaarbedrag van met derden aangegane huurverplichtingen terzake van onroerend goed bedraagt € 223.000. De huurverplichtingen hebben een looptijd van één tot achtentwintig jaar. Investeringsverplichtingen Terzake van reeds verstrekte opdrachten ultimo 2012 belopen de geldende verplichtingen € 4,827. Dit bedrag heeft uitsluitend betrekking op inventaris en apparatuur. Overige verplichtingen Naast huur en investeringsverplichtingen is sprake van contractuele verplichtingen naar derden voor leveringen en diensten. Het betreft hier onder andere energie, schoonmaak, verzekeringen, schoolboeken en kantoorartikelen. Deze contracten zijn Europees aanbesteed voor zover de omvang van deze contracten de geldende grensbedragen te boven gaan. Hoofdelijke aansprakelijkheid Statutair is bepaald dat Stichting Dollard College hoofdelijk aansprakelijk is voor schulden, nu en in de toekomst, van alle tot de Stichting Onderwijsgroep Noord behorende instellingen. Vordering op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Stichting Dollard College heeft een vordering van € 1.568.673 op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het betreft de personeelskosten over het jaar 2005 welke, door de invoering van de kalenderjaarbekostiging, niet is ontvangen. Het Ministerie zal deze vordering verrekenen indien de Stichting Dollard College ophoudt te bestaan.
38
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten 3.1
Rijksbijdragen
3.1.1 3.1.2
Rijksbijdrage OCW/EZ Overige subsidies OCW
21.386.795 1.097.668
21.060.000 448.000
20.889.555 1.167.359
Rijksbijdragen
22.484.463
21.508.000
22.056.914
3.1.1.1
OCW Rijksbijdrage OCW/EZ
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies 3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies Overige subsidies OCW
2012 €
21.386.795
Begroting 2012 €
21.386.795
107.533 929.102 61.033
1.097.668
21.060.000
55.100 331.900 61.000
21.060.000
448.000
2011 €
20.889.555
20.889.555
64.248 1.029.850 73.261
1.167.359
De rijksbijdrage is gestegen ten opzichte van 2011. Dat is het gevolg van de verhoging van de personele - en materiële bekostiging. Deze verhoging is deels structureel en deels eenmalig. Het aantal leerlingen is gelijk gebleven. De overige subsidies zijn iets lager dan in 2011. Dit wordt veroorzaakt door lagere subsidies voor maatschappelijke stage, leerlinggebonden financiering en het vervallen van de subsidie verbetering kwaliteit voortgezet onderwijs. Daarnaast is meer subsidie ontvangen voor nieuwkomers, prestatiesubsidie VSV en een nieuwe subsidie Prestatiebox. De rijksbijdrage is € 0,3 miljoen hoger dan begroot. Dit is het gevolg van de eerder genoemde verhoging van de personele en materiële bekostiging. Hiermee was in de begroting geen rekening gehouden. De overige subsidies komen bijna € 0,7 miljoen hoger uit dan begroot. De oorzaak hiervan is dat de subsidie voor nieuwkomers en de nieuwe subsidie prestatiebox niet in de begroting waren opgenomen.
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1 3.2.2
Gemeentelijke bijdragen en subsidies Overige overheidsbijdragen
641.711 65.799
396.540 69.460
563.295 69.461
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
707.510
466.000
632.756
3.2.1.2
Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
2012 €
641.711
Begroting 2012 €
641.711
396.540
396.540
2011 €
563.295
563.295
De gemeentelijke bijdragen en subsidies vallen hoger uit als gevolg van een nabetaling van de Gemeente Delfzijl met betrekking tot de onroerend-zaakbelasting over de afgelopen jaren. Dit is er ook mede de oorzaak van dat de gemeentelijke bijdragen en subsidies hoger zijn dan begroot. Tevens is sprake van een gemeentelijke bijdrage in de zakelijke lasten. Hier staan echter ook lasten tegenover. De overige overheidsbijdragen zijn nagenoeg gelijk aan 2011 en begroot. Het bedrag van de overige overheidsbijdrage in 2011 en 2012 betreft de vrijval van de investeringssubsidie van de Provincie Groningen in de Campus Winschoten. Dit bedrag valt jaarlijks, tot en met 2019, vrij ten gunste van de exploitatie. Hier staan voor dezelfde periode afschrijvingslasten tegenover. 3.5
Overige baten
3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.5 3.5.6
Verhuur Detachering personeel Schenking Ouderbijdragen Overige Overige baten
2012 €
Begroting 2012 €
34.196 304.898 155 277.291 549.509
22.000 349.000 0 215.000 207.000 1.166.049
2011 € 27.703 429.055 2.456 280.899 256.148
793.000
996.261
39
De opbrengsten uit verhuur van lokalen is iets gestegen ten opzichte van 2011 omdat er een nabetaling van de huur van een gymlokaal heeft plaatsgevonden vanaf 2008. Dit is er ook de oorzaak van dat er een hogere opbrengst is dan begroot. De opbrengsten uit detachering zijn gedaald ten opzichte van 2011. In 2011 was sprake van een ontvangst van het Samenwerkingsverband. Deze is nu verantwoord onder de overige baten. De opbrengsten uit detachering zijn ook lager dan begroot. De ouderbijdragen zijn nagenoeg gelijk aan 2011 en hoger dan begroot. In 2011 is de vrijwillige ouderbijdrage gefactureerd op basis van overeenkomsten, waardoor alleen de aangegeven bedragen zijn gefactureerd. In 2012 is dit niet meer het geval, waardoor voor alle leerlingen een factuur is verstuurd. In de begroting is er echter rekening mee gehouden met dat niet alle facturen betaald zullen worden. Daarnaast is er sprake van lagere opbrengsten voor excursies ten opzichte van 2011. De overige baten zijn hoger dan in 2011 en hoger dan begroot. Dit is het gevolg van de verantwoording van de baten van het Samenwerkingsverband en de teruggave van Omzetbelasting over de jaren 2007 tot en met 2011.
4.1
Personele lasten
4.1.1 4.1.2 4.1.3
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen
16.408.565 2.752.617 119.365
15.768.000 2.501.000 72.000
15.885.404 3.298.248 65.774
Personeelslasten
19.041.817
18.197.000
19.117.878
4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overige Overige personele lasten
Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)
2012 €
12.627.224 1.890.257 1.891.084
314.141 2.230.879 207.597
Begroting 2012 €
16.408.565
2.752.617
2012
11.449.000 1.602.000 2.717.000
196.000 2.103.000 202.000
15.768.000
2.501.000
2011 €
12.529.885 1.635.981 1.719.538
109.990 2.978.588 209.670
2011
Onderwijsgevend personeel Directie en Onderwijsondersteunend personeel
208,0 48,4
208,7 47,1
Totaal
256,4
255,8
De personeelslasten zijn iets lager dan in 2011. Ten opzichte van de begroting is echter sprake van een stijging van ruim € 0,8 miljoen. De lonen en salarissen van het personeel met een aanstelling bij het Dollard College zijn gestegen ten opzichte van 2011. Ook ten opzichte van de begroting is sprake van een stijging. Tot 2012 werd onder de pensioenpremies de totaal verschuldigde afdracht verantwoord. Met ingang van het verslagjaar 2012 wordt hier uitsluitend het werkgeversaandeel in de pensioenpremies verantwoord. Dit leidt in de presentatie tot een verschuiving van de 'Pensioenpremies' naar 'Bruto lonen en salarissen'. De vergelijkende cijfers over 2011 zijn dienovereenkomst aangepast. De dotaties aan de personele voorzieningen zijn hoger dan in 2011 en tevens hoger dan begroot. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een hogere dotatie aan de voorziening voor wachtgeldverplichtingen. De kosten van personeel niet in loondienst zijn lager dan in 2011. In 2012 is voor ruim € 0,6 miljoen minder personeel ingehuurd via een uitzendbureau. Daarnaast valt de bijdrage aan Onderwijsgroep Noord lager uit. De kosten zijn wel hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door hoger kosten voor externe dienstverleners, wat weer wordt gecompenseerd door lagere bijdrage aan Onderwijsgroep Noord. De uitkeringen uit sociale fondsen zijn hoger dan in 2011 en ook hoger dan begroot. Hier staan echter ook lasten voor vervanging tegenover.
40
15.885.404
3.298.248
Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders De leden van het College van Bestuur en van de Raad van Toezicht ontvangen hun bezoldiging bij de Stichting Onderwijsgroep Noord. In het jaarverslag van deze stichting wordt de bezoldiging verantwoord. Omdat er sprake is van een normatieve bijdrage aan Onderwijsgroep Noord en geen doorbelasting op basis van feitelijke inzet, kan geen aandeel in de bezoldiging van het College van Bestuur en van de Raad van Toezicht worden berekend voor het Dollard College. Bestuurders
R. Schilt mw. A.A. Berendsen MBA Raad van Toezicht F. Kuik mw. C.Y.D. van Orden H. Holman F. Migchelbrink mw. W.G. Bredewold (van 20 maart tot en met 20 december 2012)
4.2
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
2012 €
Begroting 2012 €
954.910
Afschrijvingen
890.000 954.910
2011 € 918.034
890.000
918.034
De afschrijving op de materiële vaste activa is iets gestegen ten opzichte van 2011 en is ook hoger dan begroot. De afschrijvingslasten gebouwen zijn hoger dan in 2011 door een nagekomen afrekening betreffende de bouw van de Campus Winschoten. De afschrijvingslasten vallen hoger uit dan begroot. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de niet begrote afschrijvingslasten van de sectorspecifieke inventaris bij de Campus Winschoten.
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Huisvestingslasten
2012 €
Begroting 2012 €
218.818 13.831 326.928 309.811 428.284 280.360
254.000 14.000 425.000 383.000 410.000 198.000 1.578.032
2011 € 247.508 21.367 502.600 369.124 430.426 190.587
1.684.000
1.761.612
De kosten voor huur zijn lager dan in 2011 en ook lager dan begroot. De huurvergoeding die wordt betaald voor het aandeel in de Campus Winschoten is lager dan in 2011 en ook ten opzichte van de begroting valt deze huurvergoeding mee. Verder zijn er minder sportaccomodaties gehuurd. De kosten van de verzekeringen zijn lager in vergelijking met 2011 en nagenoeg gelijk aan de begroting. In 2011 was sprake van een nabetaling van verschuldigde premies over het jaar 2010. De kosten van onderhoud zijn lager dan in 2011 en ook lager dan begroot. De kosten voor planmatig groot onderhoud vallen aanzienlijk lager uit als gevolg van het uitstellen van het onderhoud. De kosten van onderhoud terreinen en van klein onderhoud zijn lager. In 2011 heeft bij de vestiging Hommesplein-Stikkerlaan een bouwkundige aanpassing plaatsgevonden. De kosten voor energie en water zijn gedaald ten opzichte van 2011. Met name de kosten voor gas zijn lager. Ook ten opzichte van de begroting vallen met name de kosten voor gas lager uit. De schoonmaakkosten zijn nagenoeg gelijk aan 2011 en iets hoger dan begroot. Ten opzichte van de begroting wordt de stijging veroorzaakt door hogere kosten voor schoonmaakmaterialen dan begroot. Bij de Heffingen zijn de kosten voor 2012 hoger dan voor 2011 en komen de kosten ook hoger uit dan begroot. De oorzaak hiervan is een hoger bedrag aan in rekening gebrachte onroerend-zaakbelasting door de diverse gemeenten. Hier staan echter ook hogere gemeentelijke bijdragen tegenover.
41
4.4
Overige lasten
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
2012 €
Begroting 2012 €
806.158 1.320.644 56.807 82.797
Overige lasten
1.037.000 1.401.000 11.000 82.000 2.266.406
2011 € 999.830 1.430.337 30.542 101.938
2.531.000
2.562.647
De administratie- en beheerslasten zijn lager dan in 2011 en ook fors lager dan begroot. Het College van Bestuur heeft de directeuren opdracht gegeven om terughoudend te zijn bij de besteding van het vestigingsbudget, hetgeen heeft geleid tot lagere kosten voor het onderdeel Administratie- en beheerslasten. Er is vooral bespaard op kopieerkosten, PR activiteiten en personeelsvoorziening. De kosten van informaticavoorziening zijn iets hoger. Ook de kosten van inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn gedaald ten opzichte van 2011 en zijn ook lager dan begroot. Ook hier zijn de vestigingen terughoudend geweest bij de besteding van het vestigingsbudget. De dotatie overige voorzieningen betreft de dotatie aan de voorziening wegens oninbaarheid debiteuren. Deze dotatie is hoger dan in 2011 en fors hoger dan begroot. In 2011 is de vrijwillige ouderbijdrage gefactureerd op basis van overeenkomsten. Dit is in 2012 niet meer het geval, waardoor er weer een voorziening voor dubieuze debiteuren voor de vrijwillige ouderbijdrage is opgenomen. De overige lasten zijn lager dan in 2011. Het betreft hier de inkoopkosten van de kantine. Vooral de inkoopkosten van de Campus Winschoten zijn lager dan in 2011. Accountant:
4.4.1.1
KPMG Accountants N.V. Honorarium controle jaarrekening en bekostiging Accountantslasten
5
Financiële baten en lasten
5.1 5.5
Rentebaten Rentelasten Financiële baten en lasten
2012 € 15.238
2011 € 15.329
15.238
2012 €
Begroting 2012 €
62.029 -10.276
26.000 0 51.753
2011 € 59.787 -2
26.000
De rentebaten komen hoger uit omdat gedurende 2012 meer liquide middelen zijn uitgezet dan was begroot en sprake is van een rentevergoeding van ruim € 6.000 in verband met nabetaling van BTW over de jaren 2007 tot en met 2011. De rentelasten hebben betrekking op een naheffing wegens premie WAO/WGA. Als gevolg van een fout bij de Belastingdienst is in 2008 teveel premie WAO/WGA terugontvangen. Deze premie is alsnog verschuldigd en daarover is tevens heffingsrente verschuldigd.
42
15.329
59.785
Staat van baten en lasten over 2012
Brinnummer: 20CM
2012 € 3 3.1 3.2 3.5
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten
20.218.045 691.658 1.007.302
Totaal baten
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Saldo baten en lasten 5
Financiële baten en lasten Netto resultaat
Begroting 2012 €
2011 €
19.302.700 380.340 646.600 21.917.005
17.055.912 927.612 1.468.220 2.100.893
19.709.611 617.658 867.676 20.329.640
16.371.169 867.111 1.562.092 2.321.386
21.194.945
17.161.920 880.497 1.638.314 2.378.193
21.552.637
21.121.758
22.058.924
364.368
-792.118
-863.979
51.753
26.000
59.785
416.121
-766.118
-804.194
43
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten
Brinnummer: 20CM 3.1
Rijksbijdragen
3.1.1 3.1.2
Rijksbijdrage OCW/EZ Overige subsidies OCW
19.206.727 1.011.318
18.915.000 387.700
18.642.266 1.067.345
Rijksbijdragen
20.218.045
19.302.700
19.709.611
3.1.1.1 OCW Rijksbijdrage OCW/EZ 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies 3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies Overige subsidies OCW
2012 €
19.206.727
80.763 874.193 56.362
19.206.727
1.011.318
27.000 299.700 61.000
18.915.000
387.700
18.642.266
18.642.266
35.160 967.524 64.661
1.067.345
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1 3.2.2
Gemeentelijke bijdragen en subsidies Overige overheidsbijdragen
625.859 65.799
380.340 69.460
548.197 69.461
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
691.658
380.340
617.658
3.5
Overige baten
3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.5 3.5.6
Verhuur Detachering personeel Schenking Ouderbijdragen Overige
2012 €
18.915.000
2011 €
3.2
3.2.1.2 Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
625.859
Begroting 2012 €
625.859
2012 €
380.340
380.340
Begroting 2012 €
34.196 304.898 155 268.192 399.861
Overige baten
22.000 236.400 0 207.000 181.200 1.007.302
2012 €
2011 €
548.197
548.197
2011 € 27.703 316.455 2.456 274.939 246.123
646.600
867.676
4.1
Personele lasten
4.1.1 4.1.2 4.1.3
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen
14.611.269 2.564.008 119.365
14.002.000 2.441.169 72.000
14.179.523 3.048.171 65.774
Personeelslasten
17.055.912
16.371.169
17.161.920
4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 4.1.1.2 Sociale lasten 4.1.1.3 Pensioenpremies Lonen en salarissen
44
Begroting 2012 €
11.235.508 1.691.876 1.683.885
Begroting 2012 €
14.611.269
10.166.000 1.429.000 2.407.000
14.002.000
2011 €
11.178.414 1.465.637 1.535.472
14.179.523
2012 € 4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 4.1.2.3 Overige Overige personele lasten
314.141 2.064.707 185.160
Begroting 2012 €
2.564.008
2012
Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)
178.000 2.085.000 178.169
183,9 45,6
184,9 44,4
Totaal
229,5
229,3
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
2012 €
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen
Overige lasten
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
2012 €
1.468.220
Financiële baten en lasten
5.1 5.5
Rentebaten Rentelasten Financiële baten en lasten
2.100.893
2011 €
2.321.386
26.000 0 51.753
1.638.314
971.115 1.274.598 30.542 101.938
Begroting 2012 €
62.029 -10.276
2011 €
1.562.092
1.005.986 1.231.900 11.000 72.500
2012 €
880.497
239.273 16.290 489.504 319.383 396.996 176.868
Begroting 2012 €
780.483 1.180.806 56.807 82.797
2011 €
867.111
245.500 11.800 401.492 339.000 378.500 185.800
2012 €
3.048.171
880.497
Begroting 2012 €
210.393 11.706 291.487 294.372 396.395 263.867
Overige lasten
5
867.111 927.612
Huisvestingslasten
4.4
Begroting 2012 €
927.612
109.990 2.741.801 196.380
2011
Onderwijsgevend personeel Directie en Onderwijsondersteunend personeel
4.2
2.441.169
2011 €
2.378.193
2011 € 59.787 -2
26.000
59.785
45
Staat van baten en lasten over 2012
Brinnummer: 19UR
2012 € 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus-, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten
2.266.418 15.852 0 0 158.747
Totaal baten
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
46
Begroting 2012 €
2011 €
2.205.300 16.200 0 0 146.400 2.441.017
1.985.905 27.298 109.812 165.513
2.347.303 15.098 0 0 128.585 2.367.900
1.825.831 22.889 121.908 209.614
2.490.986
1.955.958 37.537 123.298 184.454
2.288.528
2.180.242
2.301.247
Saldo baten en lasten
152.489
187.658
189.739
Netto resultaat
152.489
187.658
189.739
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten
Brinnummer: 19UR 3.1
Rijksbijdragen
3.1.1 3.1.2 3.1.3
Rijksbijdrage OCW/EZ Overige subsidies OCW Af: inkomensoverdrachten Rijksbijdragen
3.1.1.1 3.1.1.2
OCW EZ Rijksbijdrage OCW/ELI
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies 3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies Overige subsidies OCW
2012 €
Begroting 2012 € 2.180.068 86.350 0 2.266.418
2.180.068 0
26.770 54.909 4.671
2.180.068
86.350
2.145.000 60.300 0 2.205.300 2.145.000 0
28.100 32.200 0
2.145.000
60.300
2.247.289 100.014 0 2.347.303 2.247.289 0
29.088 62.326 8.600
2.247.289
100.014
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
15.852
16.200
15.098
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
15.852
16.200
15.098
3.2.1.2
Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
3.5
Overige baten
3.5.2 3.5.5 3.5.6
Detachering personeel Ouderbijdragen Overige
2012 €
2011 €
15.852
Begroting 2012 €
15.852
2012 €
16.200
Begroting 2012 €
0 9.099 149.648
Overige baten
16.200
112.600 8.000 25.800 158.747
15.098
15.098
2011 € 112.600 5.960 10.025
146.400
128.585
4.1
Personele lasten
4.1.1 4.1.2
Lonen en salarissen Overige personele lasten
1.797.296 188.609
1.766.000 59.831
1.705.881 250.077
Personeelslasten
1.985.905
1.825.831
1.955.958
4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overige Overige personele lasten
2012 €
2011 €
1.391.716 198.381 207.199
0 166.172 22.437
Begroting 2012 €
1.797.296
188.609
1.283.000 173.000 310.000
18.000 18.000 23.831
1.766.000
59.831
2011 €
1.351.471 170.344 184.066
0 236.787 13.290
1.705.881
250.077
47
2012
Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's) Onderwijsgevend personeel Directie en Onderwijsondersteunend personeel
24,1 2,8
23,8 2,7
Totaal
26,9
26,5
4.2
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
2012 €
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen
Overige lasten
4.4.1 4.4.2 4.4.4
Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Overige Overige lasten
22.889 27.298
2012 €
22.889
8.500 2.200 23.508 44.000 31.500 12.200 109.812
2012 €
2011 €
121.908
31.014 169.100 9.500 165.513
37.537
8.235 5.077 13.096 49.741 33.430 13.719
Begroting 2012 €
25.675 139.838 0
2011 € 37.537
Begroting 2012 €
8.425 2.125 35.441 15.439 31.889 16.493
Huisvestingslasten
4.4
Begroting 2012 €
27.298
Afschrijvingen
48
2011
123.298
2011 € 28.715 155.739 0
209.614
184.454
Overige gegevens
49
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van Stichting Dollard College Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2012 van Stichting Dollard College te Groningen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de staat van baten en lasten over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag Het bevoegd gezag van de school is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bevoegd gezag is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bevoegd gezag is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 18, lid 3 van het Bekostigingsbesluit W.V.O. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bevoegd gezag van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Dollard College per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2012 voldoen in alle van materieel belang zijnde aspecten aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Tenslotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.4 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2012. Zwolle, 21 juni 2013 KPMG Accountants N.V. G.J. Kamerling RA
50
Bestemming van het exploitatiesaldo Het exploitatiesaldo van de Stichting Dollard College is, conform het besluit van het College van Bestuur, van 2 april 2013 verdeeld zoals onderstaand is weergegeven. Deze verdeling is reeds in de balans per 31 december 2012 verwerkt. 2012 € Dotatie aan de Algemene Reserve Dotatie aan de Bestemmingsfonds Mediatheek (privaat) Dotatie aan de Herwaarderingsreserve
2011 €
591.591 19.421 3.560
-610.098 420 3.937
568.610
-614.455
51
Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich na balansdatum geen gebeurtenissen voorgedaan die van invloed zijn op de feitelijke situatie per balansdatum.
52
Verbonden Partijen
Naam
Juridische
Statutaire
Code
Eigen
Resultaat
Art. 2:403
vorm 2012
zetel
activiteiten
Vermogen
jaar 2012
BW
Deelname
Consolidatie
€
Ja/Nee
%
Ja/Nee
nee nee nee
0 0 0
nee nee nee
31 december 2012 €
Stichting Onderwijsgroep Noord stichting Stichting AOC Terra stichting Stichting rsg de Borgen stichting Naam
Groningen Groningen Groningen
Onschrijving doelstelling
Stichting Onderwijsgroep Noord Onderwijs Stichting AOC Terra Onderwijs Stichting rsg de Borgen Onderwijs
4 4 4
1.272.409 32.817.087 2.330.526
11.951 -134.987 632.687
Samenstelling Bestuur en directie
R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur) R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur) R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur)
Stichting Dollard College maakt samen met Stichting AOC Terra en Stichting rsg de Borgen deel uit van Onderwijsgroep Noord. Deze zijn verbonden op grond van overwegende zeggenschap en niet op basis van kapitaalbelang.
53
Bijlagen
54
Instellingsgegevens Naam instelling: Bezoekadres: Postadres: Postcode/Plaats: Telefoon: Fax: E-mail: Internet-site: Bestuursnummer: Brinnummers: Handelsregister: Contactpersoon: Telefoon: Fax: E-mail:
Stichting Dollard College Hereweg 101 Postbus 17 9700 AA Groningen 050-529 29 29 050-529 29 28
[email protected] www.dollardcollege.nl 41320 20CM en 19UR 02077743 H. Zwiep, controller 050-5292987 050-5292928
[email protected]
College van Bestuur dhr. R. Schilt mw. A. Berendsen MBA
Winsum, voorzitter Bunne
Raad van Toezicht dhr. F. Kuik mw. C.Y.D van Orden dhr. F. Migchelbrink dhr. H. Holman
Yde, voorzitter Groningen Roden Steenbergen
(Neven)functies van bestuurders en toezichthouders per 31 december 2012 College van Bestuur R. Schilt, Winsum, voorzitter voorzitter College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord voorzitter College van Bestuur Stichting rsg de Borgen voorzitter College van Bestuur Stichting Dollard College voorzitter College van Bestuur Stichting AOC Terra voorzitter Aequor te Ede bestuurslid Vereniging AOC raad, brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs A. Berendsen, Bunne, lid lid College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord lid College van Bestuur Stichting rsg de Borgen lid College van Bestuur Stichting Dollard College lid College van Bestuur Stichting AOC Terra lid Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs lid Bestuursadviesraad van de Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs vicevoorzitter Raad van Toezicht Bevolkingsonderzoek Noord
55
Raad van Toezicht F. Kuik, Yde, voorzitter lid Raad van Bestuur Stichting Zorggroep Alliade lid Raad van Bestuur Stichting Zorgcentra Moerborch lid Raad van Bestuur Werkstichting Driever's Dale voorzitter Stichting Maaltijdservice Tjongerborch voorzitter Stichting Venturafriesland voorzitter Stichting Friesland Bedrijven secretaris Stichting ‘Baan Plus’ (Stichting voor trajectbegeleiding arbeidsintegratie gehandicapten) lid bestuur Stichting ‘De Compaen’ lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra lid G-Beraad Stichting Dienstverlening Gezondheidszorg De Open Ankh lid Directiewerkgroep ’62 Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland lid Adviescommissie voor Arbeidszaken Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland arbiter Scheidsgerecht Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisdirecteuren mw. C.Y.D van Orden, Groningen, lid Beleidsmedewerker stafbureau P&O Stichting Hanzehogeschool Groningen Onderzoeker/lid kenniskring Excellentie in Hoger Onderwijs en Samenleving Lid werkveldadviescommissie lectoraat Duurzaam HRM Gastdocent part time MBA, International Business School lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra lid NVP (Nederlandse Vereniging voor Personeelsmanagement en Organisatieontwikkeling) lid Groepsoudercommissie Praedinius Gymnasium Eigenaar/trainer Zen.nl Groningen H. Holman, Steenbergen, lid Voorzitter European Dairy Farmers Nederland Vice-voorzitter European Dairy Farmers Europa Lid klankbordgroep Animal Science Group lid bestuur Waterschap Noorderzijlvest voorzitter voetbalvereniging Oranje Nassau Roden, Roden lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra F. Migchelbrink, Roden, lid lid RvC Teijin Aramid B.V., Arnhem lid Raad van Advies Alwaysbemobilecompany, Veenendaal voorzitter Stichting KwamUtegen, Bilthoven lid Raad van Commissarissen Sportstad Heerenveen, Heerenveen Lid bestuurs Noorderlicht, Roden lid RvA Fooq b.v. Heerenveen lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Commissarissen LabNoord, Groningen lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra
56
Afkortingenlijst pro vmbo havo vwo lwoo avo vo ELO
praktijkonderwijs voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs hoger algemeen vormend onderwijs voorbereidend wetenschappelijk onderwijs leerwegondersteunend onderwijs algemeen vormend onderwijs voortgezet onderwijs Elektronische leeromgeving
57
58
59
Begroting 2012 Bij het opstellen van de (meerjaren)begroting 2012-2017 is gebruik gemaakt van de beschikbare informatie en van de aangeleverde gegevens door directeuren en coördinerend bestuursadviseurs. Daarbij is te allen tijde het uitgangspunt dat Dollard College kwalitatief goed onderwijs moet bieden voor het budget dat beschikbaar is. Voor het begroten van de normatieve bekostiging is gebruik gemaakt van de laatst bekende, door de overheid verstrekte, bekostigingsinformatie. Omdat de indexering voor 2012 onzeker is wordt in de begroting de nul-lijn aangehouden. Bij het begroten van de bekostiging wordt gebruikt gemaakt van de bekostigde leerlingenaantallen op de van toepassing zijnde teldatum. Voor de meerjarenbegrotingen wordt gebruik gemaakt van de leerlingenaantallen uit de vastgestelde notitie ‘Marktaandeel en prognose aantal leerlingen 2011-2018’. Additionele bekostiging wordt alleen begroot als daarvoor beschikkingen zijn ontvangen. Voor het begroten van de loonkosten is gebruik gemaakt van de personele inzet en formatie per ultimo september 2011. Verwacht wordt dat de sociale lasten met 3% en de pensioenpremie met 1% zullen stijgen. Formatie mag uitsluitend worden ingezet als daarvoor financieel dekking is. Formatie waarvoor geen dekking is wordt gestopt. Ook projecten worden uitsluitend uitgevoerd als daarvoor een schriftelijk toegezegde financiële dekking is. De overige activiteiten vanuit projecten moeten worden uitgevoerd binnen de beschikbare formatie. Bij additionele formatie op basis van extra middelen, vindt afroming plaats voor bijkomende personele kosten zoals bijvoorbeeld wachtgeldverplichtingen en vervanging. De flexibele schil wordt teruggebracht tot een absoluut minimum. In huur van externen kan uitsluiten plaats vinden binnen de beschikbare formatie, waarbij rekening wordt gehouden met het hogere kostenniveau ten opzichte van eigen personeelsleden, of binnen het vestigingsbudget. Vervanging van personeel in verband met ziekte vindt uitsluitend plaats indien realisatie van de aangeboden onderwijstijd in gevaar komt. Vervanging vindt in eerste instantie plaats door tijdelijke uitbreiding van de inzet bij de eigen medewerkers en pas als blijkt dat dit niet mogelijk is door middel van uitzendkrachten. Boventalligheid moet worden teruggebracht en vooruitlopend op de bezuinigingen per 1 augustus 2012 geldt een vacaturestop vanaf 1 januari 2012. Investeringen in huisvestiging en ICT-apparatuur 60
moeten zijn voorzien vaneneen deugdelijke en Onderwijs, kwaliteitszorg internationalisering Daarbij moet Ininhoudelijke het nieuwe onderbouwing. Schoolplan 2010-2014 staanworden een aangegeven wat minimaal is, wat groot aantal doelen verwoordnoodzakelijk met betrekking tot extra investering is en wat daarbij de keuzededeontwikkeling van het onderwijs. Speerpunten mogelijkheden Tevens moet duidelijk worden daarin zijn onderzijn. andere de doorlopende leerwatvan de PO plannen engemaakt zorglijnen naar opleveren. VO en de verbetering Verwacht Resultaatinen van de determinatie demeerjarenperspectief onderbouw. Specifiek De begroting voor 2012 laat een negatieve exploiworden in het kader van onderwijsinnovatie zien van € 0,5 Het tekortvan is het detatie mogelijkheden vanmiljoen. de ontwikkeling een gevolg van het feit dat op de normatieve rijksbijberoepsgerichte havo verkend. geen indexering Het Indrage het verlengde van het wordt projecttoegepast. kwaliteitszorg ministerie aangegeven de financiële wordt op alleheeft vestigingen extradat ingezet op bewustgevolgen de afgesloten niet geheel wording vanvan kwaliteitszorg en CAO-VO het optimaal gecompenseerd zullen worden in de bekostiging. gebruiken van instrumenten en procedures. Alsgaat gevolg hiervan eende gat ontstaan tussen Het hierbij zowelisom kwaliteit van het de personele lastenals enerzijds en de daarop betrekonderwijsproces van de verantwoording over kingkwaliteit. hebbende anderzijds. deze Bijbekostiging de realisatie hiervan zal het De gevolgen van in 2008 afgesloten CAO-VO Bestuursbureau dede vestigingen van het Dollard wordenondersteuning voor slechts 0,8%, vanMet de ingang loonkosten College bieden. van van het onderwijzend personeel, in de normatieve schooljaar 2010-2011 is een auditteam gestart rijksbijdrage Voor compensatie bestaande uit gecompenseerd. een aantal vaste en wisselende van de gestegen pensioenpremie wordt 0,29% deelnemers. De vaste deelnemers zijn bestuurstoegevoegd de rijksbijdrage. De compensatie adviseurs vanaan Onderwijs & Kwaliteitszorg. wordt echter van geheel teniet gedaan door de korting Medewerkers de diverse vestigingen maken van 1,05% in verband met de kasschuif wisselend deel uit van het auditteam. Het van is de2010. Het ministerie komt doorgaans pas in november bedoeling uiteindelijk één keer per twee jaren hetvestiging lopendeeen begrotingsjaar met definitieve opvan elke audit uit te voeren. Als er informatietoe over normatievenaar bekostiging zodat aanleiding is, de bijvoorbeeld aanleiding adequaat bijsturen het lopende jaar moeilijk is. van indicaties van deinOnderwijsinspectie of In het huidige onzekere economischewordt klimaat opbrengsten van eigen onderzoeken, de is het daarom omzo vooruit lopen audit eens perniet jaarverantwoord uitgevoerd en nodigtevaker een mogelijke extra prijsindexering. opopspecifieke onderdelen. Het ziet ernaar uit dat de invoering van passend Om weervoor te komen tot eeneen sluitende exploitatie onderwijs alle scholen verplichting gaat heeft het College van Bestuur bezuinigingen worden. Om te voldoen aan de wettelijke eisen opgenomen in de Deze bezuinimoeten scholen aanbegroting bepaalde2012. voorwaarden gingen (referentiekader zijn in de begroting verwerkt en daarmee voldoen passend onderwijs). nadrukkelijk alle betrokkenen. Om dit procestaakstellend goed binnenvoor de verschillende Een deel van deze bezuinigingen organisaties gestalte te geven is er kan een direct bedrag worden geëffectueerd en het meeste zal bij de opgenomen in de begroting. Om bovenstaande aanvang van hetvernieuwingen schooljaar 2012-2013 zijn beslag onderwijskundige en ontwikkelinmoeten gevolg daarvan resteert voor gen goed krijgen. vorm teAls kunnen geven is, naast extra 2012inwel een begroot tekortvan vanbijna € 0,5€miljoen. inzet formatie, een bedrag 0,24 Het College van Bestuur het niet verantwoord miljoen gereserveerd in devindt begroting 2011. om in het schooljaar 2012-2013 nog verder te bezuinigen omdat daarmee de kwaliteit van het Vestigingsbudget onderwijs zeer onder heeft druk komt te staan. Het Collegetevan Bestuur de vestigingsbudgetten voor 2011 aangepast aan de prijsontwikkelingen. Voor het verstrekken van lesmaterialen en boeken aan de leerlingen ontvangen de vestigingen een bedrag gelijk aan de ontvangen bekostiging van het ministerie. Voor het overige zijn de vestigingsbudgetten met 7,1% ten opzichte van 2010 verhoogd.