Jaarverslag 2006 College voor zorgverzekeringen
Voorwoord De invoering van de Zorgverzekeringswet is een belangrijk momentum in de sociale ziektekostenverzekering in Nederland. Een ingrijpende wijziging waarop weliswaar door partijen in de sector is geanticipeerd, maar waar ook in de komende jaren nog veel dynamiek achter zal wegkomen. Dit jaarverslag geeft blijk van die dynamiek voor de rol en de taken van het College voor Zorgverzekeringen. Uit het verslag blijkt dat het CVZ zich inspant zijn bijdrage aan de verandering in de sector, ook op het gebied van de AWBZ, bij voortduring te leveren.
Kortom, 2006 was een enerverend jaar waarin we de invulling van onze nieuwe rol en taken hebben aangescherpt. Ik kijk met plezier en trots terug op de inzet van de medewerkers van het CVZ. Veranderen kan ook leuk zijn.
Dik Hermans Voorzitter Raad van Bestuur
3
Inhoudsopgave 1 | Inleiding
7
1.1 Beleid
7
1.2 Opbouw jaarverslag
8
2 | Organisatie
9
3 | Een passend pakket 3.1 Pakketbeoordeling
10
3.2 Feitelijke ontwikkeling signaleren
12
3.3 Telezorg
13
3.4 AWBZ in perspectief gezien
13
3.5 Afstemming bevorderen tussen wet- en regelgeving
13
3.6 Onderzoeksbeleid voeren
14
3.7 Innovatiefonds voorbereiden
14
4 | Een duidelijk pakket
15
4.1 Zorgverzekeraars
15
4.2 Zorgaanbieders
16
4.2 Verzekerden
16
5 | Een verantwoorde verzekering
17
5.1 Klantgericht werkwijze
17
5.2 Publieke informatie
18
5.3 Elektronische infrastructuur
20
5.4 Betalingsverkeer
20
6 | Van zorg verzekerd 6.1 Vereveningsbijdrage vaststellen en toekennen
4
10
21 21
6.2 Boeteregeling in zorgverzekeringswet uitvoeren
22
6.3 Bijdragevervangende belasting voor gemoedsbezwaarden beheren
23
6.4 Subsidies verstrekken
23
6.5 Adviseren bij individuele geschillen
24
6.6 Als internationaal verbindingsorgaan fungeren
26
6.7 Topzorg en acute zorg coördineren
27
6.8 Modelpolissen beoordelen
28
6.9 Toegang tot AWBZ waarborgen
29
7 | Werkprocessen
31
8 | Bedrijfsvoering
33
8.1 Goed bestuur
33
8.2 Optimaal personeelsbeleid
34
8.3 Doelmatig kennismanagement en informatiebeleid
37
8.4 Effectieve beleidsinstrumenten
38
9 | Bedrijfsvoeringsverantwoording 10 | Jaarrekening 2006
39 41
10.1 Inleiding
41
10.2 Balans CVZ
43
10.3 Exploitatierekening CVZ
44
10.4 Waarderingsgrondslagen
46
10.4.1 Activa
46
10.4.2 Passiva
46
10.4.3 Pensioenverplichtingen
47
10.4.4 Overig
47
10.5 Toelichting op de balans van het CVZ
47
10.5.1 Vaste activa
48
10.5.2 Vlottende activa
49
10.5.3 Reserves
51
10.5.4 Voorzieningen
52
10.5.5 Vlottende passiva
54
10.6 Toelichting op de exploitatierekening CVZ
56
10.6.1 Baten
56
10.6.2 Lasten
57
10.7 Jaaroverzicht onderzoeksprogramma’s
Bijlage(n) 1. Samenstelling College en Directie
63
73 73
2. Overige functie college- en directieleden
74
3. Publicaties in 2006
78
4. Accountantsverklaring
80
5
1 | Inleiding 1.1 Beleid
De introductie van de nieuwe Zorgverzekeringswet (Zvw) per 1 januari 2006 had forse implicaties voor de organisaties en de mensen die in de zorgsector werkzaam zijn.
Zo ook voor het CVZ. De stelselwijziging deed en doet een groot beroep op ons aanpassingsvermogen. Vanuit onze wettelijke opdracht leveren we waar we kunnen een bijdrage aan de implementatie van de Zorgverzekeringswet. Een wet die voor ons zelf overigens ook nieuwe of gewijzigde taken met zich meebracht.
Zo is het CVZ verantwoordelijk voor de uitvoering van de regeling voor gemoedsbezwaarden en voor het opleggen van boetes aan onverzekerden. De meeste energie is gaan zitten in de uitbreiding van onze taken voor Nederlanders die in het buitenland wonen. We hebben het hele jaar 2006 nodig gehad om de uitvoering voor deze ‘verdragsgerechtigden’ en de vele klantcontacten die daarmee samenhingen op orde te krijgen.
Het nieuwe stelsel bracht nieuwe dynamiek in de verzekeringsmarkt. Dat ondervonden we bijvoorbeeld bij de risicoverevening, een belangrijke pijler van de sociale ziektekostenverzekering. In het verslagjaar hebben we geïnvesteerd in de verbetering van de kwaliteit waarmee we deze taak uitvoeren.
1 januari 2006 was ook de startdatum van de nieuwe CVZ-organisatie. Medewerkers kregen een plek in een volledig nieuwe structuur en gingen aan de slag met het ontwerpen van nieuwe producten en diensten. Vooral de functie pakketbeheer vroeg om veel ontwikkelwerk. In het verslagjaar werkten we aan een heldere set van beoordelingscriteria die we gaan gebruiken om de minister te adviseren zorginterventies wel of niet uit de sociale ziektekostenverzekering te vergoeden. We ontwierpen een procedure voor de agendering van pakketvraagstukken: welke onderwerpen gaan we beoordelen, met welke prioriteit? We troffen de voorbereidingen voor het eerste integrale advies aan de minister over de samenstelling van het verzekerde pakket.
7
1.2 Opbouw jaarverslag
Dit jaarverslag is net zo opgebouwd als het CVZ Werkprogramma 2006 van het CVZ. In dit werkprogramma is gekozen voor een thematische indeling, omdat de vier kerntaken van het CVZ (pakketbeheer, fondsbeheer, verzekeraarsfinanciering en centrale uitvoering) nauw met elkaar verbonden zijn. De vier thema’s in het werkprogramma zijn: • een passend pakket; • een duidelijk pakket; • een verantwoorde verzekering; • van zorg verzekerd.
Het CVZ gebruikt in dit jaarverslag deze zelfde thematische benadering om duidelijk in beeld te brengen of de doelstellingen van het werkprogramma wel of niet gehaald zijn. Bij elk thema staan we daarom eerst stil bij het doel ervan. In het werkprogramma van 2006 heeft het CVZ een aantal producten en diensten gedefinieerd om aan de doelstellingen van elk thema te voldoen. Op basis van deze producten en diensten gaan we hierna per thema na of de doelstellingen succesvol zijn verwezenlijkt. Eerst schetsen we in hoofdstuk 2 een globaal beeld van het CVZ. Daarna besteden we in de hoofdstukken 3, 4, 5 en 6 aandacht aan de vier thema’s: ‘een passend pakket’, ‘een duidelijk pakket’, ‘een verantwoorde verzekering’ en ‘van zorg verzekerd’. In hoofdstuk 7 gaan we in op de werkprocessen, waarna we in hoofdstuk 8 de bedrijfsvoering nader onder de loep nemen. Verantwoording over de bedrijfsvoering wordt in hoofdstuk 9 afgelegd. Tot slot staat in hoofdstuk 10 de jaarrekening 2006 centraal.
8
2 | Organisatie Het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) is een jong, maar ervaren zelfstandig bestuursorgaan. Het CVZ bestaat officieel sinds 1999, maar is rechtstreeks voortgekomen uit de Ziekenfondsraad, die al vanaf 1949 waakte over de publieke ziektekostenverzekering. Dat is wat het CVZ doet, opereren tussen de beleidsbepalende partijen (politiek en ministeries) en de uitvoerende partijen (zorgverzekeraars en zorgaanbieders). Het doel is dat burgers hun aanspraak op zorg kunnen realiseren. Het CVZ kijkt kritisch naar de inhoud van het verzekerde pakket van de nieuwe Zvw en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ).
Eenvoudig gezegd: het CVZ let er scherp op dat alle Nederlanders verzekerd zijn van de zorg die zij nodig hebben.
In 2006 had het CVZ een bestuur (het college en de directie) en een ondersteunende organisatie van bijna 300 fte. De medewerkers bereidden onder meer adviezen en richtlijnen voor die het college vervolgens vaststelde en aanbood aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het college bestond uit zeven onafhankelijke deskundigen die door de minister van VWS waren benoemd (zie bijlage 1 en 2). Per 1 januari 2007 zijn het college en de directie vervangen door een driehoofdige Raad van Bestuur.
Het jaar 2006 stond voor het CVZ in het teken van de invoering van de nieuwe Zorgverzekeringswet. Deze wet betekende vernieuwingen voor de zorgverzekering, en het CVZ sloot daarbij aan door een nieuwe koers te bepalen met een nieuwe positionering, een nieuw takenpakket en een nieuwe inrichting van de organisatie.
De missie van het CVZ is de publieke randvoorwaarden van het zorgverzekeringsstelsel te bewaken en te ontwikkelen, zodat de burgers hun aanspraak op zorg kunnen realiseren.
Het CVZ beoordeelt nieuwe en bestaande zorgvormen en adviseert de minister van VWS over opname van deze zorgvormen in het verzekerde pakket. Verder verdeelt het CVZ de voorlopige en definitieve budgetten van zorgverzekeraars en is het verantwoordelijk voor de aansturing van zorgkantoren. In deze context waarborgt het CVZ de positie van de verzekerden in het verzekeringsproces. Daarnaast voert het CVZ een aantal centrale taken uit die de wetgever aan het CVZ heeft toegekend, zoals informatiebeheer en verdragstaken. Samengevat voert het nieuwe CVZ in het kader van de Zvw en de AWBZ vier kerntaken uit: pakketbeheer, fondsbeheer, verzekeraarsfinanciering en centrale uitvoering.
9
3 | Een passend pakket In dit hoofdstuk bespreken we het eerste thema dat het CVZ nastreeft: een passend pakket. Dat is een pakket waarmee de overheid recht doet aan maatschappelijke behoeften en zorginhoudelijke ontwikkelingen. Doel van dit thema is dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders noodzakelijke gezondheidszorg van goede kwaliteit kunnen bieden. Om dit doel te kunnen behalen, heeft het CVZ in het werkprogramma van 2006 de volgende producten en diensten gedefinieerd: • pakketbeoordeling; • feitelijke ontwikkelingen signaleren; • telezorg; • AWBZ in perspectief bezien; • afstemming bevorderen tussen diverse wet- en regelgeving; • onderzoeksbeleid voeren; • innovatiefonds voorbereiden. Deze producten en diensten komen in dit hoofdstuk aan de orde.
3.1 Pakketbeoordeling
Het CVZ wil zodanig over in- en uitstroom van zorgvormen in het pakket adviseren dat het pakket evenwichtig en actueel blijft, binnen de financiële kaders die beschikbaar zijn. In zijn rapport Pakketbeheer in de praktijk (december 2006) heeft het CVZ beschreven volgens welke methode het adviseert. In dit rapport heeft het CVZ zijn beoordelingskader op hoofdlijnen beschreven. In 2007 werken we dit kader nader uit. Een pakketbeoordeling begint altijd met het vaststellen of een interventie (zorgvorm) al dan niet valt onder de te verzekeren prestaties. Op basis van deze uitkomst adviseert het CVZ aan de minister om een interventie op te nemen of te laten uitstromen. Dit gebeurt aan de hand van de principes noodzakelijkheid, effectiviteit, kosteneffectiviteit en uitvoerbaarheid. De resultaten van de pakketbeoordelingen maken deel uit van het jaarlijks pakketadvies dat voor het eerst in februari 2007 is verschenen. Het CVZ heeft in 2006 één advies uitgebracht om een zorgvorm onder de te verzekeren prestaties te brengen. Het ministerie van VWS heeft nog geen standpunt ingenomen over dit advies.
Niet alle nieuwe interventies die het CVZ beoordeelt, leiden tot een advies aan de minister. Interventies op het gebied van de eerstelijnszorg en medisch specialistische zorg vallen automatisch onder de te verzekeren prestaties als ze voldoen aan de stand van de wetenschap. Het CVZ heeft op verzoek van verzekeraars, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), zorgaanbieders of verzekerden over tal van interventies (geneeskundige zorg en hulpmiddelen) een standpunt ingenomen of deze tot de te verzekeren prestatie behoren.
Deze standpunten zijn opgenomen in het hiervoor genoemde jaarlijkse pakketadvies.
10
Het CVZ beoordeelt nieuwe geneesmiddelen en adviseert de minister om deze al dan niet op te nemen in het ‘Besluit zorgverzekering’, eventueel onder nadere voorwaarden. In 2006 zijn 36 extramurale geneesmiddelen beoordeeld. Het CVZ adviseert de NZa of geneesmiddelen wel of niet opgenomen moeten worden in de ‘Beleidsregel dure geneesmiddelen’ of de ‘Beleidsregel weesgeneesmiddelen’. Opname in de beleidsregels van de Nza betekent dat deze medicijnen op een andere manier dan gebruikelijk, bekostigd worden. Het doel is dat patiënten die deze middelen nodig hebben, ze ook daadwerkelijk krijgen. Deze geneesmiddelen worden voorlopig - voor drie jaar - opgenomen in deze beleidsregels. Het CVZ heeft in 2006 voor 15 dure geneesmiddelen of weesgeneesmiddelen een farmacotherapeutisch advies uitgebracht aan de NZa.
Verder heeft het CVZ in 2006 een herziening van het geneesmiddelenvergoedingssysteem (GVS) ontworpen en in concept voorgelegd aan de betrokken stakeholders. Het doel van dit GVS is vast te stellen welke geneesmiddelen door de zorgverzekering moeten worden vergoed en wat de hoogte van die vergoeding is. De minister heeft het CVZ gevraagd voorstellen te doen om de kwaliteit van het huidige GVS te verbeteren en een vergoedingssysteem te ontwerpen waarmee ook op de langere termijn de kosten van het geneesmiddelengebruik beter beheerst kunnen worden. In het vernieuwde GVS zouden de besparingen van het convenant dat 1 januari 2008 eindigt, bij voorkeur behouden moeten blijven. Eind 2006 heeft het CVZ de veldpartijen die bij dit onderwerp betrokken zijn, uitgenodigd om hun reactie te geven.
Ook op het gebied van de Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s) heeft het CVZ een taak, namelijk beoordelen of het bij een ingediende nieuwe DBC gaat om te verzekeren zorg. De stichting DBC-Onderhoud heeft in 2006 slechts één DBC (toepassing nervus vagusstimulatie bij patiënten met chronische of recidiverende therapieresistente depressie) ter beoordeling aan het CVZ voorgelegd. Het CVZ heeft hierop het standpunt ingenomen dat dit geen zorg is volgens de stand van de wetenschap en praktijk. Het CVZ had verwacht dat door de innovaties in de zorg vaker nieuwe DBC’s zouden worden ingediend. Dat dit niet gebeurt, hangt waarschijnlijk samen met de bekostigingssystematiek. Ziekenhuizen en beroepsgroepen zien weinig aanleiding om DBC’s aan te melden, omdat dit niet leidt tot extra financiële middelen. Nieuwe interventies stromen daarmee wellicht zonder beoordeling het pakket in.
De AWBZ-gefinancierde zorg is omschreven in functies. Het CVZ verduidelijkt deze functies, ook in relatie tot de te verzekeren prestaties in de Zvw. Het CVZ heeft het ministerie van VWS geadviseerd over de beleidsregels van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). Het CVZ toetst of
11
de beleidsregels die door het CIZ zijn geformuleerd in de praktijk leiden tot een juiste indicatiestelling, met ander woorden of de beoordeling overeenkomt met de verzekerde AWBZ-aanspraken. Het ministerie van VWS heeft de adviezen van het CVZ overgenomen en op grond daarvan de beleidsregels van het CIZ aangepast en vastgesteld.
De overheveling van de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg naar de Zvw is uitgesteld tot 2008. In 2006 heeft het ministerie van VWS een overhevelingsproject gecoördineerd. Het CVZ heeft hieraan deelgenomen, en zijn expertise ingebracht op het gebied van de wet- en regelgeving en de uitvoeringspraktijk.
3.2 Feitelijke ontwikkeling signaleren
Het CVZ streeft ernaar te anticiperen op maatschappelijke ontwikkelingen die relevant zijn voor de verzekerde zorg. Om deze te signaleren houdt het CVZ interviews met stakeholders zoals patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars en zorgaanbieders. Deze informatie vult het CVZ aan met uitspraken over geschillen, financiële gegevens en adviesaanvragen. De onderwerpen die hieruit naar voren komen, verzamelt het CVZ in de zogenoemde pakketagenda. De Pakketagenda 2007-2008 is in februari 2007 uitgebracht, maar al voor het grootste deel tot stand gekomen in 2006. De onderwerpen die in 2006 in de pakketagenda zijn opgenomen, zijn: • leefstijl; • noodzakelijke zorg; • effectiviteit en kosteneffectiviteit; • groot maatschappelijk belang; • langdurende zorg; • uitvoeringspraktijk; • systeem zorgverzekeringen. Het CVZ werkt deze onderwerpen in 2007 en 2008 verder uit.
In 2006 heeft het CVZ een rondetafelgesprek georganiseerd onder de noemer ‘Van preventie verzekerd’. Het doel van deze bijeenkomst was de mogelijkheden te verkennen voor preventie binnen de verzekerde zorg. Centrale vraag was wat preventie in de verzekerde zorg is en voor wie deze bedoeld is. Ter voorbereiding van het rondetafelgesprek hebben acht experts een essay geschreven waarin zij, vanuit hun eigen invalshoek, de vraag behandelde of, en waarom, preventie een plaats zou moeten krijgen binnen de verzekerde zorg.
De essays zijn in het rondetafelgesprek besproken en worden gebundeld onder de titel Van preventie verzekerd. Het CVZ gebruikt deze essays als basis voor een advies over preventie in 2007.
12
3.3 Telezorg
Telezorg wordt steeds belangrijker in de uitvoering van de zorg, omdat de processen, de organisatie en het beheer hierdoor verbeteren. Daarom heeft het CVZ in 2006 onderzoek uitgezet naar de kwantitatieve en kwalitatieve voordelen van opname van het e-mailconsult en het webconsult in het pakket. De conclusie van het onderzoek was dat deze vormen van huisartsenzorg de kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid van de eerstelijnszorg bevorderen. Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat telezorg binnen enkele jaren niet meer weg te denken zal zijn uit de zorgverlening. Punten van aandacht zijn de financiering, privacy, veiligheid, juridische borging en de stijgende zorgvraag. In het Pakketadvies 2007 zijn de conclusies van het CVZ opgenomen.
3.4 AWBZ in perspectief gezien
Het CVZ onderzoekt samen met andere partijen hoe de zorg voor chronisch zieken en gehandicapten in de toekomst gefinancierd moet worden. Als onderdelen van deze zorg in de Zvw worden ondergebracht, bekijkt het CVZ als pakketbeheerder vooral hoe deze zorg een goede plek kan krijgen in het pakket. Dit moet op zo’n manier gebeuren dat de kwaliteit van de zorg goed blijft, en dat de zorg toegankelijk en goed verzekerbaar blijft. Wanneer delen van de AWBZ worden overgeheveld naar de Zvw, wil het CVZ inzicht geven in de consequenties die dit heeft voor het verzekerde pakket. Dit geeft het CVZ ook aan in zijn CVZ Werkprogramma 2006. Omdat in 2006 geen politiek besluit is genomen over de overheveling van de AWBZ, heeft het CVZ ook geen acties ondernomen.
3.5 Afstemming bevorderen tussen wet- en regelgeving
De grenzen van de wetgeving (Zvw en AWBZ) doorkruisen soms de problematiek van individuele burgers. Die hebben daardoor te maken met meer wetgevingsgebieden. Het CVZ streeft ernaar om de aansluiting van wetgeving oplossingsgericht te benaderen. Het CVZ onderkent de mogelijkheid een vereenvoudigd ICF-model (‘International Classification of Functioning’) te gaan gebruiken voor het pakketbeheer. Zo’n model maakt zichtbaar hoe een individu voor een probleem in verschillende wetgevingen terechtkomt, waardoor suboptimale oplossingen soms de enige optie zijn. Het CVZ wil verbanden leggen tussen verschillende wet- en regelgeving, om de zorg en aangrenzende gebieden integraal te kunnen benaderen.
In 2006 heeft het CVZ het ICF-model gebruikt als één van de onderdelen in de verkenning over preventie en verzekerde zorg. Over dit model wordt in 2007 gepubliceerd in de essaybundel Van preventie verzekerd.
13
3.6 Onderzoeksbeleid voeren
In 2006 is er op onderzoeksgebied binnen het CVZ een duidelijke omslag geweest. Er is een centrale onderzoeksafdeling ingericht die alle CVZ onderzoek verricht of uitbesteedt. En er is een CVZ-onderzoeksprogramma opgesteld als eerste aanzet om meer programmatisch te werk te gaan. De manier waarop CVZ onderzoek aanbesteedt, is belangrijk veranderd. Sinds augustus 2006 wordt alle onderzoek publiek aanbesteed via de CVZ-website. Dit blijkt een groot succes. Op elk uit te besteden onderzoek reageren gemiddeld zes onderzoekinstellingen. In totaal is het aanbestedingsdeel van de website zo’n 420 maal geraadpleegd in de laatste vier maanden van het jaar. In 2006 zijn ruim 40 nieuwe projecten van start gegaan. Hiervoor is het CVZ voor bijna e
5,8 miljoen aan verplichtingen aangegaan. De projecten lopen uiteen van onderzoek naar
een meer integrale eerstelijnszorg tot onderzoek naar de afkadering van revalidatiezorg. Het merendeel van deze projecten wordt in 2008 afgerond. In 2006 zijn meer dan 150 onderzoekprojecten afgesloten die al vóór 2006 zijn begonnen. In een groot deel van deze projecten draait het om doelmatigheidsonderzoek; inmiddels doet ZonMw dit soort onderzoek. Momenteel lopen nog ruim 80 projecten die zijn gestart voor 2006, maar die nog niet zijn afgerond. Zo’n 20 - eigen en uitbestede - onderzoeksprojecten zijn gedurende het verslagjaar gestart én afgerond. Van al het onderzoek dat het CVZ in 2006 is gestart, gebeurt het grootste deel voor de taak pakketbeheer. In het Pakketadvies 2007 is gebruik gemaakt van onderzoek dat in 2006 is verricht, zoals het onderzoek naar cryopreservatie (invriezen) van semen voor ernstig zieke patiënten en het onderzoek naar staaroperaties. Een kleiner deel van het onderzoeksprogramma is evaluatief onderzoek in het kader van de subsidieverstrekking door het CVZ. Zo is onderzoek gedaan naar de dienstverlening door de MEE-organisaties.
3.7 Innovatiefonds voorbereiden
In 2006 heeft het CVZ een nieuwe taak uitgevoerd bij het publieke onderhoud van de DBCsystematiek: het CVZ beoordeelt voorstellen van de stichting DBC-Onderhoud om nieuwe of gewijzigde DBC’s op te nemen in het verzekerde pakket. Als het gaat om innovatieve interventies in het algemeen en DBC-innovaties in het bijzonder waarbij onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om tot een definitief oordeel te komen, wil het CVZ in de toekomst onderzoek instellen naar kansrijke zorg waarvan de waarde nog niet definitief vaststaat. Tijdens het onderzoek wil het CVZ een tijdelijke voorwaardelijke financiering van deze interventies totdat de minister op grond van het CVZ-advies besluit of deze worden opgenomen in het verzekerde pakket. Het CVZ heeft in 2006 nog geen innovatiefonds voorbereid, maar zich vooral geconcentreerd op de vraag welke informatiebehoefte er is bij het voorbereiden van een besluit tot (tijdelijke) opname in het pakket. Deze vraag is uitgewerkt in het rapport Pakketbeheer in de praktijk. In het jaar 2007 bekijkt het CVZ of het gewenst en nuttig is om, in aanvulling op de bestaande mogelijkheden, een tijdelijke financiering gekoppeld aan het onderzoek in te stellen.
14
4 | Een duidelijk pakket In dit hoofdstuk bespreken we het tweede thema: een duidelijk pakket. Door goede informatie te bieden over de aard, inhoud en omvang (transparant en consequent) van het verzekerde zorgverzekerings- en AWBZ-pakket, kunnen zorgverzekeraars en zorgaanbieders het pakket op een eenduidige manier uitleggen en weten verzekerden op welke zorg zij recht hebben. In de nu volgende paragrafen vindt u beschreven hoe het CVZ dit thema invult ten opzichte van zorgverzekeraars, zorgaanbieders en verzekeraars.
4.1 Zorgverzekeraars
Als zorgverzekeraars hun zorgpolis opstellen, moeten zij op de juiste wijze interpreteren welke wettelijke eisen worden gesteld aan het basispakket. Het CVZ ondersteunt hen daarbij met een aantal informatieproducten zoals de CVZ-website, specifieke themasites en nieuwsbrieven. Daarnaast biedt het CVZ ook richtlijnen om AWBZ-functies af te bakenen en geeft het communicatiemiddelen uit met informatie over uitspraken in verstrekkingen- en indicatiegeschillen.
In het kader van de Zvw kunnen zorgverzekeraars nu ook op vrijwillige basis het CVZ advies vragen of een bepaalde zorgvorm ‘gebruikelijke zorg’ is. In de tweede helft van 2006 hebben ze hiervan 21 keer gebruikgemaakt. Deze gevallen zijn gepubliceerd op de CVZ-website. Verder heeft het CVZ ‘kennisbundels’ uitgegeven met uitspraken bij geschillen en is zowel over de Zvw als de AWBZ een ‘Dag van het Advies’ georganiseerd.
Begin 2006 heeft het CVZ een vernieuwde website geïntroduceerd met een verbeterde ontsluiting en zoekstructuur. De site biedt ook uitgebreidere informatie over onder meer de risicoverevening Zvw, de verantwoording Zvw, aanbestedingen en kostencijfers AWBZ/Zvw. Deze informatie is bedoeld voor verschillende doelgroepen, onder meer voor de zorgverzekeraars. De corporate site voor professionals is in 2006 ruim 426.000 keer bezocht.
Verder kunnen verzekeraars terecht bij de themasites: • ‘GIPdatabank’ met informatie over het extramurale gebruik van genees- en hulpmiddelen in Nederland; • ‘Zorgregistratie’ met informatie over de AWBZ-brede Zorgregistratie (AZR), een landelijke systematiek voor het registreren en uitwisselen van berichten tussen het indicatieorgaan, het zorgkantoor en de zorgaanbieder (de ketenpartners); • ‘DBCloket’ (een gezamenlijke site met het Nza) met informatie over DBC’s en het onderhoud daarvan. Deze sites zijn in 2006 gezamenlijk circa 77.000 keer bezocht.
15
4.2 Zorgaanbieders
Het is belangrijk dat zorgaanbieders weten wat er in het verzekerde pakket zit, vooral bij nieuwe zorgvormen. De producten en diensten van het CVZ die op deze doelgroep zijn gericht, maken dit duidelijk.
In het Farmacotherapeutisch Kompas geeft het CVZ zorgaanbieders een gestructureerd overzicht van alle geneesmiddelen op de Nederlandse markt. Daarbij gaat het niet alleen om teksten over de geneesmiddelen zelf, maar wordt ook aangegeven hoe deze zijn ingebed in een therapie. In het kompas staan verder ook kostenvergelijkingen en adviezen. In 2006 is het Farmacotherapeutisch Kompas verschenen in een oplage van 62.000 en naar vrijwel alle zorgaanbieders verstuurd. Steeds belangrijker worden echter de digitale versies op internet en cd-rom, en voor PDA’s. De internetversie van het Farmacotherapeutisch Kompas werd in 2006 gemiddeld 180.000 keer per maand bezocht en is medio 2006 voor het eerst tussentijds geactualiseerd. Andere belangrijke informatieproducten voor zorgaanbieders zijn het GGZ-kompas, de CVZ-website, themasites ‘Zorgregistratie’ en ‘DBCloket’ en bijeenkomsten zoals congressen en workshops, die het CVZ speciaal voor deze doelgroep organiseert. Verder worden nieuwe zorgvormen in de vorm van nieuwe geneesmiddelen maandelijks gepubliceerd in het Geneesmiddelenbulletin, waarvan ook een themasite is. Dat gebeurt weliswaar op onafhankelijke basis door de gelijknamige stichting, maar wel onder de vlag van het CVZ.
4.3 Verzekerden
Het CVZ is voor veel verzekerden een belangrijke, onafhankelijke informatiebron over de zorg waar zij recht op hebben in het kader van de Zvw en de AWBZ. Informatie daarover kunnen ze vinden op de CVZ-website (127.000 keer bezocht in 2006), de themasites ‘Medicijnkosten’ en ‘PGB’ (in 2006 gezamenlijk 210.000 keer bezocht) en in de brochures en folders die het CVZ uitgeeft over tal van Zvw en AWBZ onderwerpen. Ook kunnen verzekerden bij het CVZ terecht met hun schriftelijke of telefonische vragen; dit leidt jaarlijks tot vele duizenden telefoontjes, brieven en e-mails. Daarnaast wordt het CVZ ook intensief benaderd door de pers, zowel op eigen initiatief als naar aanleiding van persberichten die het CVZ uitbrengt.
Speciale aandacht besteedt het CVZ aan de ‘rechthebbenden’ in het buitenland, omdat het voor deze groep verzekerden de internationale regelingen in het kader van de Zvw en AWBZ uitvoert. Zo heeft het CVZ in 2006 speciaal voor de pensioengerechtigden in Spanje, Frankrijk en Portugal een mobiel informatieteam ingesteld, dat hun ter plekke informatie kan verstrekken. Verder heeft het CVZ het afgelopen jaar apart voor deze groep verzekerden een callcenter ingericht en zijn specifieke direct mailings, brochures en folders ontwikkeld en rondgestuurd. Bovendien is er een speciale themasite gelanceerd voor deze groep verzekerden (48.000 keer bezocht in 2006).
16
5 | Een verantwoorde verzekering Dit hoofdstuk gaat over het derde thema uit het CVZ Werkprogramma 2006, te weten een verantwoorde verzekering. Vanuit de kerntaken fondsbeheer, verzekeraarsfinanciering en pakketbeheer levert het CVZ informatie over de zorguitgaven en inkomsten aan derden. Ook geeft het CVZ op basis van deze informatie adviezen over pakketbeheer en de financiële gevolgen van eventuele pakketmaatregelen. Verder kan het CVZ de informatievoorziening en -uitwisseling binnen de zorg verbeteren door regels te stellen voor de manier waarop gegevens in de zorg elektronisch worden uitgewisseld en voor de omvang waarin dit gebeurt. Deze producten vloeien logischerwijs voort uit het beheer van de fondsen en de andere wettelijke taken van het CVZ en vormen daarmee een solide basis voor een betrouwbare verantwoording en informatievoorziening aan derden. In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde: • klantgericht werkwijze; • publieke informatie; • elektronische infrastructuur; • betalingsverkeer.
5.1 Klantgericht werkwijze
Vanaf 2007 integreert het CVZ in zijn jaarlijkse pakketadvies zorginhoudelijke en financiële informatie. Het ministerie van VWS heeft aangegeven te willen weten wat de financiële consequenties zijn van de in- en uitstroomadviezen en welke gevolgen voortvloeien uit de standpunten over innovaties die op grond van de stand van de wetenschap inmiddels tot de verzekerde prestaties behoren. Ook gevolgen voor de risicoverevening vermeldt het CVZ, indien relevant, in zijn jaarlijkse pakketadvies.
Jaarlijks doet het CVZ onderzoek onder stakeholders naar het Farmacotherapeutisch Kompas. Om de inhoud van dit onderzoek te genereren heeft het CVZ in oktober 2006 een opstapcertificering behaald voor het ISO-kwaliteitssysteem.
Daarnaast probeert CVZ zo slim mogelijk aan zijn informatie te komen door gegevens eenmalig op te vragen en verschillende keren te gebruiken. Daartoe vraagt het CVZ een beperkte set van kerngegevens op bij zorgverzekeraars en zorgkantoren. Die set is voldoende om de structurele vragen te kunnen beantwoorden, die voortvloeien uit de kerntaken van het CVZ. Jaarlijks herijkt het CVZ deze kerndataset en wordt deze ook afgestemd op de informatiebehoefte van het ministerie van VWS. De herijkte kerndataset is vervolgens in samenspraak met zorgverzekeraars en zorgkantoren getoetst op doeltreffendheid (vragen we de juiste gegevens op?) en doelmatigheid (vragen we de gegevens slim op?).
17
In 2006 is met het ministerie van VWS de bestuurlijke afspraak gemaakt dat VWS zo veel mogelijk gebruik maakt van de bestaande kanalen van de zorg-ZBO’s, waaronder het CVZ, om alle nodige informatie te verkrijgen. Daarnaast is een convenant tussen de NZa en het CVZ opgesteld, dat beide partijen onlangs hebben ondertekend. In dit convenant is onder meer vastgelegd wie welke informatie opvraagt en hoe die onderling wordt uitgewisseld. Ook heeft het CVZ een convenant afgesloten met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dat de doorlevering van gegevens regelt.
5.2 Publieke informatie
Het CVZ brengt niet alleen producten en diensten uit voor specifieke stakeholders, maar verspreidt ook producten en diensten voor een breder publiek. Het CVZ voelt zich sterk betrokken bij de maatschappelijke verantwoording en administratieve lastenverlichting in de zorg en wil hieraan bijdragen door transparante informatie te verstrekken.
In het onderstaande overzicht staan de verschijningsdata van de verschillende producten: Product
Omschrijving
Maand van verschijnen in 2006
Monitor Wachtlijstrapportage AWBZ
rapportage landelijke wachtlijsten op basis
Maart
van AZR Financieel Jaarverslag Fondsen
financieel verantwoordingsverslag van de
Maart
fondsbeheerder Signaleringsrapporten hulpmiddelen
signalen op basis van actuele ontwikkelingen
Juni
in het hulpmiddelenveld CVZorgcijfers
jaarlijkse statistische publicatie met trendcijfers
Juli
Hulpmiddelenmonitor
markt- en kostenontwikkelingen hulpmiddelen
Juli
Monitor Eigen Bijdrage
inning van eigen bijdrage CAK/zorgkantoren
Augustus en november
Kostensignaal
actuele kwartaalcijfers op de website
September en december
Kwartaalrapportage
rapportages met prognoses financieel beslag
September en
binnen het jaar
december
Monitor Persoongebonden Budget
monitor over kosten van gebruik PGB
November
Liquiditeitenplanning
liquiditeitenprognose voor het
December
ministerie van Financiën
18
5.3 Elektronische infrastructuur
Het CVZ kan regels stellen voor de elektronische gegevensuitwisseling in de Zvw en de AWBZ. In die rol maakt het CVZ afspraken over hoe de elektronische infrastructuur wordt gebruikt, georganiseerd, beheerd en gefinancierd. Hiermee wil het CVZ bereiken dat het zorgveld de gegevens over cliënten zodanig vastlegt dat deze toegankelijk, bruikbaar en uitwisselbaar zijn, en dat ze voldoen aan de eisen van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Onder voorzitterschap van het CVZ hebben veldpartijen in 2006 het programma ‘Declaratiecasus’ afgerond met de rapportage Van schakel naar keten werkt!. Via een integraal pakket van verbeterplannen beoogde dit programma het declaratieverkeer voor 100 procent elektronisch te laten verlopen met een uitval van minder dan 1 procent. De speerpunten waren: standaarden voor effectief gebruik, effectieve logistiek, effectief codebeheer en effectieve randvoorwaarden.
Het CVZ heeft het initiatief genomen om de uitvraag van gegevens voor de uitoefening van de kerntaken in te richten conform de eisen van de Wet bescherming persoonsgegevens. Om de gegevens te pseudonimiseren heeft het CVZ afspraken gemaakt met een onafhankelijke trusted third party. Het CVZ faciliteert uitvoerders door software beschikbaar te stellen waarmee ze hun gegevens kunnen versleutelen.
In 2006 heeft het CVZ in een gezamenlijk programma (MARS) samen met het ministerie VWS, Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en een aantal andere partijen verder gewerkt aan de opzet van het zogenoemde referentiebestand. Met dit bestand worden voor een groot aantal uitvoeringsprocessen berichten uitgewisseld in de zorgsector en aangrenzende sectoren. Door op deze wijze elektronische gegevens uit te wisselen helpt het CVZ de administratieve lasten voor burgers en bedrijven te reduceren. Het Sectoraal Aanspreekpunt Zorgverzekeringen (SA-Z) beheert dit bestand.
5.4 Betalingsverkeer
Als fondsbeheerder heeft het CVZ in 2006 een missie geformuleerd: “Centen voor zorg”. Het CVZ is fondsbeheerder voor het fonds de Algemene Kas (ZFW), het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en het Zorgverzekeringsfonds (Zvw). Het CVZ heeft in 2006 het voor ontvangsten en betalingen en voor het beheer van de Fondsen Internationaal Cash Management georganiseerd en ingericht. Internationaal Cash Management omvat het liquiditeitenbeheer, geldstromenbeheer, saldobeheer en financiële risicobeheer van de fondsen.
Per 1 januari 2006 heeft het CVZ voor de uitvoering van de Zvw het Zorgverzekeringsfonds ingericht. Het Zorgverzekeringsfonds wordt hoofdzakelijk gevoed door de inkomensafhankelijke
19
bijdrage zorgverzekering en rijksbijdragen. Voor het Zorgverzekeringsfonds heeft het CVZ in totaal
e
16,1 miljard aan baten geregistreerd. In de Zvw is geregeld dat het CVZ de
Zorgverzekeringbijdrage 2006 van verdragsgerechtigden in het buitenland moet innen en administreren. Het CVZ heeft in 2006 voor het innen en administreren van de Zorgverzekeringbijdrage 2006 van ruim 70.000 verdragsgerechtigden een internationale bankrekeningenstructuur en een debiteurenadministratie ingericht en een debiteurenbeheerteam ingezet. In totaal heeft het CVZ in 2006
e
55,8 miljoen aan Zorgverzekeringbijdrage 2006 van verdragsgerechtigden
in het buitenland geïnd. In 2006 heeft het CVZ voor het Zorgverzekeringsfonds
e
17,0 miljard
aan lasten geregistreerd, waaronder betalingen aan zorgaanbieders voor nationaal en internationaal verleende zorg.
Voor het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten heeft het CVZ e
e
23,1 miljard aan baten en
23,0 miljard aan lasten geregistreerd waaronder betalingen aan zorgaanbieders voor verleende
zorg. In 2006 heeft het CVZ met de uitvoering van de subsidieregelingen Zvw en AWBZ e
1,5 miljard ten laste van respectievelijk het Zorgverzekeringsfonds en het Algemeen Fonds
Bijzondere Ziektekosten subsidies vastgesteld voor en verleend aan subsidieontvangers.
Voor de Algemene Kas, het fonds voor de uitvoering van de ZFW en in het kader van de afwikkeling, heeft het CVZ in 2006
e
130,7 miljoen aan lasten geregistreerd.
In 2006 heeft het CVZ de jaarrekeningen 2005 voor de Algemene Kas en het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten opgesteld en is een start gemaakt met de jaarrekeningen 2006 van de Algemene Kas, het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten en het Zorgverzekeringsfonds. Alle inkomsten en uitgaven van de fondsen zijn door het CVZ geadministreerd en op rechtmatigheid en doelmatigheid gecontroleerd.
Vanwege het feit dat de fondsbeheerder CVZ uitstel heeft gekregen voor de aanlevering van de jaarrekening, zijn bovenstaande cijfers onder voorbehoud geplaatst.
20
6 | Van zorg verzekerd Dit hoofdstuk gaat over het thema: van zorg verzekerd. De veranderingen in de zorgwetgeving mogen de zorg niet minder toegankelijk maken. Daarom voert het CVZ een aantal taken uit die er direct en indirect toe bijdragen dat de burger verzekerd blijft van zorg. Om de publieke randvoorwaarden van het zorgverzekeringsstelsel te waarborgen, voert het CVZ de volgende taken uit: • Het stelt de vereveningsbijdrage vast en kent deze toe. • Het voert de boeteregeling in de Zorgverzekeringswet uit. • Het beheert de bijdragevervangende belasting voor gemoedsbezwaarden. • Het verstrekt subsidies. • Het adviseert bij individuele geschillen. • Het fungeert als internationaal verbindingsorgaan. • Het coördineert topzorg en acute zorg. • Het beoordeelt modelpolissen van verzekeraars. • Het waarborgt de toegang tot de AWBZ. In de paragrafen hierna bespreken we deze taken één voor één.
6.1 Vereveningsbijdrage vaststellen en toekennen
Door middel van de risicoverevening wordt gewaarborgd dat de onkosten van de zorgverzekeraars in overeenstemming zijn met de verwachte schadelast van hun verzekerden ondanks het feit dat zorgverzekeraars hun nominale premies niet mogen differentiëren en een acceptatieplicht hebben. Dit gebeurt door een herverdeling van de inkomensafhankelijke bijdragen van de verzekerden uit het Zorgverzekeringsfonds. Het ministerie van VWS is verantwoordelijk voor het systeem van de risicoverevening en de verdere ontwikkeling daarvan. Het CVZ voert de risico-verevening in de zorgverzekering evenwichtig uit en waarborgt dat de risicoverevening uitvoerbaar blijft. Zo wordt risicoselectie voorkomen en blijft de zorgverzekering zo toegankelijk en doelmatig mogelijk.
In 2006 hebben twee belangrijke ontwikkelingen centraal gestaan. Ten eerste is de Zorgverzekeringswet ingevoerd. Voor een aantal verzekeraars was geen historische informatie beschikbaar of was die informatie onvolledig. Dit heeft tot problemen geleid bij de vaststelling van de oorspronkelijke vereveningsbijdragen. Omdat hierdoor bij verzekeraars te hoge verwachtingen voor hun vereveningsbijdragen zijn gewekt, heeft de minister van VWS besloten e
248 miljoen extra aan de zorgverzekeraars ter beschikking te stellen.
De tweede bijzondere ontwikkeling is de DBC-bekostiging van ziekenhuisgerelateerde zorg, die per 1 januari 2005 is ingevoerd. Dit heeft over 2005 en 2006 geleid tot forse overfinanciering.
21
Gedurende 2006 werd steeds duidelijker dat de ziekenhuizen grote problemen hebben gehad met deze consequentie. Deze overfinanciering zou normaliter in 2007 gecorrigeerd worden, maar de reguliere correctiemethode zou tot grove onrechtvaardig-heden bij verzekeraars leiden. In 2006 zijn veel inspanningen gedaan om hiervoor oplossingen te vinden binnen de risicoverevening Zvw en de verstrekkingenbudgettering ZFW 2005. Dit heeft er onder andere toe geleid dat de desbetreffende CVZ-regelingen zijn gewijzigd en dat eerder genomen beschikkingen zijn herzien.
Ondanks deze onverwachte tegenvallers is het CVZ erin geslaagd de ex-ante vereveningsbijdragen Zvw 2007 voor 1 oktober 2006 bij de zorgverzekeraars te krijgen, ruim voor de uiterste wettelijke datum van 1 november 2006.
Gedurende 2006 is opnieuw gebleken hoe belangrijk het is de risicoverevening vlekkeloos uit te voeren. Dat is een extra stimulans geweest om de kwaliteit van de uitvoering te verbeteren en te waarborgen. In 2006 zijn aanvullende interne controlemaatregelen genomen. Deze lijn van kwaliteitsverbetering en kwaliteitswaarborging zet het CVZ in 2007 met kracht door.
Daarnaast blijft het CVZ zich inspannen om de risicoverevening transparant en haalbaar uit te voeren. De problemen bij de invoering van de DBC-bekostiging ook voor de uitvoering van de risicoverevening hebben nog eens onderstreept hoe belangrijk dit is.
6.2 Boeteregeling in zorgverzekeringswet uitvoeren
Het CVZ legt een bestuurlijke boete op aan personen die zich niet binnen vier maanden na het ontstaan van de verzekeringsplicht hebben verzekerd. Ook treft deze boete personen die zich niet met ingang van de dag, volgende op de dag waarop een zorgverzekering is geëindigd, op grond van een andere zorgverzekering hebben verzekerd.
Het CVZ heeft de zorgverzekeraars gemandateerd om deze boetebeschikking en een deel van de boeteoplegging voor te bereiden en uit te voeren. Het CVZ behandelt zelf de gevallen waarbij de overtreder aangeeft dat de te late aanmelding bij een zorgverzekeraar hem niet kan worden aangerekend gelet op zijn psychische gesteldheid of gebrekkige verstandelijke vermogens. In deze gevallen kan het CVZ oordelen dat de overtreding ‘niet-verwijtbaar’ is. Ook de gevallen waarbij de overtreder aangeeft dat hij gelet op zijn financiële situatie, de boete niet binnen een jaar na oplegging kan voldoen, behartigt het CVZ zelf.
Daarnaast neemt het CVZ alle beslissingen op bezwaar tegen beschikkingen over het opleggen van een boete.
22
Het CVZ heeft in 2006 in beleidsregels vastgelegd hoe het de beoordeling van de criteria invult, met ander woorden: hoe het de desbetreffende bepalingen in de praktijk uitlegt. Daarmee kunnen belanghebbenden ook kennisnemen van dit beleid. De beleidsregels richten zich vooral op de niet-verwijtbaarheid en op de (bijzondere) financiële omstandigheden van overtreders. Daarnaast heeft het CVZ een mandaatregeling opgesteld om de zorgverzekeraars boetebeschikkingen af te laten geven. Ook is er een registratie- en administratiesysteem opgezet waarin de boetezaken vastgelegd worden.
Het CVZ heeft in 2006 nauwelijks boetezaken ontvangen, omdat verzekerden tot 1 mei 2006 de tijd hadden om zich aan te melden bij een zorgverzekeraar en omdat veel zorgverzekeraars de boeteprocedure vervolgens pas later in het jaar in gang hebben gezet. Eind 2006 had het CVZ 60 zaken in behandeling. Tijdens de uitvoering van de boetewerkzaamheden zijn zorgverzekeraars tegen praktische problemen en knelpunten aangelopen, die het CVZ gesignaleerd heeft en in samenwerking met de zorgverzekeraars zo veel mogelijk opgelost heeft. Het CVZ heeft regelmatig contact gehad met de zorgverzekeraars over de uitvoering van de boetewerkzaamheden in het algemeen.
6.3 Bijdragevervangende belasting voor gemoedsbezwaarden beheren
In 2006 heeft het CVZ de nieuwe taak gekregen de bijdragevervangende belasting voor gemoedsbezwaarden te beheren en financieel te administreren (Zvw, artikel 70). De gemoedsbezwaarde betaalt geen nominale verzekeringspremie. Om te voorkomen dat mensen zich om financiële redenen aanmelden als gemoedsbezwaarden, moeten zij wel bijdrage- vervangende belasting betalen. De Belastingdienst draagt deze bijdragevervangende belasting af aan het CVZ, dat de bedragen vervolgens op een rekening zet op naam van de gemoedsbezwaarde. Maakt een gemoedsbezwaarde zorgkosten, dan kan hij de declaratie indienen bij het CVZ; de vergoeding komt dan ten laste van het spaartegoed. Voor gemoedsbezwaarden ouder dan 18 jaar geldt, als pendant van de no-claimregeling, een drempelbedrag van
e
164 per jaar.
Op 31 december 2006 waren er 11.139 gemoedsbezwaarden. 6.509 daarvan waren 18 jaar of ouder en 4.630 waren jonger dan 18 jaar. De 11.139 gemoedsbezwaarden vormen 3.400 huishoudens. Over 2006 heeft het CVZ van 700 huishoudens in totaal 1.200 declaratieformulieren ontvangen.
6.4 Subsidies verstrekken
Het CVZ verstrekt subsidies voor zorg of andere diensten waarvoor het voornemen bestaat deze op te nemen in het pakket. Het doel daarvan is om zorgvormen waarop verzekerden volgens de bestaande regelgeving (Zvw en AWBZ) formeel nog geen aanspraken maken, toegankelijker te
23
maken. Verzekerden krijgen zo meer mogelijkheden om te bepalen op welke manier wordt voorzien in de zorg die zij nodig hebben. Het CVZ stuurt ieder jaar een rapportage naar het ministerie over de subsidies. Ook over 2006 wordt in april van 2007 de rapportage opgesteld en separaat naar de minister van VWS gestuurd.
6.5 Adviseren bij individuele geschillen
Het CVZ heeft een wettelijke adviestaak bij geschillen over de verzekerde zorg. Deze adviezen zorgen ervoor dat de grenzen van het pakket helder geformuleerd blijven en praktisch hanteerbaar zijn voor de uitvoeringspraktijk. De adviesprocedure biedt verzekerden, zorgverzekeraars en het CIZ een laagdrempelig, onafhankelijk en deskundig oordeel over de vraag of er sprake is van verzekerde zorg. Door de achtergronden van verstrekkingen- en indicatiegeschillen te bestuderen, krijgt het CVZ bovendien goed zicht op de knelpunten en hiaten van het huidige pakket. Deze informatie is belangrijk om de systematiek van pakketbeheer verder te ontwikkelen, om nieuwe en bestaande zorgvormen te beoordelen en om voorgenomen pakketmaatregelen te toetsen. Behalve problemen aan de kant van de vraag (verzekerden) en het aanbod (zorgverleners) komen ook problemen bij de uitvoering (zorgverzekeraars en CIZ) aan het licht.
In totaal heeft het CVZ in 2006 ruim 3.900 adviesaanvragen ontvangen en 5.800 adviezen uitgebracht. In 2005 waren in totaal 11.439 adviesaanvragen ontvangen en 10.236 adviezen uitgebracht.
Adviezen 2006 4500 4170
3000 2315
1433
1500
1516
150
0 Verstrekkingsgeschillen ZFW/AWBZ Ontvangen
24
Uitgebracht
Indicatiegeschillen CIZ
103
Verstrekkingsgeschillen Zvw SKGZ
42
26
Adviesaanvragen Zvw zorgverzekeraars
Zoals verwacht is het aantal adviesaanvragen voor verstrekkingengeschillen in het kader van de ZFW in 2006 langzamerhand afgenomen. In 2005 werden er nog 9.747 ontvangen en 9.333 uitgebracht.
Daarvoor in de plaats zijn de adviesaanvragen gekomen over verzekerde prestaties Zvw van de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ) en van de zorgverzekeraars over de Zvw. Het aantal adviesaanvragen over indicatiegeschillen van het CIZ is licht gedaald ten opzichte van het vorige jaar (In 2005 werden namelijk 1.692 adviesaanvragen ontvangen en 903 adviezen uitgebracht). De achterstanden van de vorige jaren zijn in 2006 nagenoeg weggewerkt, zowel bij de verstrekkingengeschillen als bij de indicatiegeschillen.
Het CVZ beoordeelt bij de verstrekkingengeschillen ZFW en de indicatiegeschillen de kwaliteit van de voorgelegde conceptbeslissingen, om te zien of de adviezen tot een verbetering van de beslissingen van de uitvoeringsorganisaties leiden. Bij de verstrekkingengeschillen ZFW is de kwaliteit licht gedaald. Bij de indicatiegeschillen van het CIZ is de kwaliteit daarentegen gestegen.
Kwaliteit Verstrekkingengeschillen Zfw
Kwaliteit Indicatiegeschillen CIZ
80%
80%
80% 66%
60%
60%
40%
40%
47% 34% 30%
20% 12%
28%
25%
23%
36%
20%
14%
6%
0%
0% Onjuist
2005
2006
Juist met opmerkingen
Juist zonder opmerkingen
Onjuist
2005
Juist met opmerkingen
Juist zonder opmerkingen
2006
Uit reacties op de adviezen over verstrekkingengeschillen ZFW, de indicatiegeschillen en de adviesaanvragen van zorgverzekeraars op grond van de Zvw blijkt dat de adviesvragers het advies van het CVZ doorgaans volgen. Het aantal SKGZ-geschillen is nog te klein om uitspraken te doen over de vraag in welke mate de SKGZ het advies van het CVZ volgt.
25
6.6 Als internationaal verbindingsorgaan fungeren
Doordat de nieuwe Zvw van kracht geworden is, heeft het CVZ zijn taak van internationaal verbindingsorgaan in heel 2006 onder zware druk moeten uitvoeren.
De grafiek hieronder laat zien hoe het aantal rechthebbenden is gegroeid:
Verloop populaties 80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 31-12-2005
23-06-2006
31-12-2006 31-12-2005
Uitkeringsgerechtigden
23-06-2006
31-12-2006
31-12-2005
Uitkeringsgerechtigden
23-06-2006
31-12-2006
Uitkeringsgerechtigden
34.751
64.411
73.271
22.640
47.684
58.744
4.630
4.636
4.482
14.515
17.876
19.409
3.009
5.710
7.037
7.107
6.989
6.570
5.395
6.036
4.823
10.369
13.495
1.275
1.297
1.428
4.743 Hoofdverzekerden
Medeverzekerden 18+
Medeverzekerden 18-
De groei van het aantal rechthebbenden is het best af te lezen uit het aantal uitkeringsgerechtigden (gepensioneerden, personen met een Nederlands inkomen zoals AOW en WAO wonend in een verdragsland). Dit aantal is in 2006 meer dan verdubbeld. In 2005 heeft het CVZ 170.000 potentieel nieuwe klanten benaderd van de categorie uitkeringsgerechtigden. Daarvan zijn er in 2006 uiteindelijk ruim 45.000 als nieuwe klant aangemerkt en in de administratie opgenomen. Wel zijn van alle 170.000 benaderde personen de reacties vastgelegd.
In projectvorm zijn alle noodzakelijke activiteiten uitgevoerd om de bijdrage bij rechthebbenden te kunnen heffen en innen. Daartoe behoren het inrichten van een debiteuren/crediteurenadministratie, het bouwen van een applicatie om de bijdrageberekening op individueel niveau uit te voeren, het uitwisselen van bijdragegegevens met broninhouders en het factureren van rechthebbenden.
Al voor 1 januari 2006 tekenden veel nieuwe rechthebbenden bezwaar aan tegen de bijdrageheffing en inning. Zij waren van mening dat de hoogte van de bijdrage niet in verhouding stond
26
tot de geboden zorg in hun woonland. Na een rechterlijke uitspraak heeft het ministerie van VWS de ‘Regeling zorgverzekering’ zodanig aangepast dat er een betere balans kwam tussen de geboden zorg in het woonland en de bijdrage die rechthebbenden daarvoor verschuldigd waren. Deze aangepaste regeling is in mei 2006 gepubliceerd. Vervolgens heeft het CVZ met alle broninhouders afspraken gemaakt over hoe ze hun administraties kunnen aanpassen en te veel ingehouden en/of betaalde bijdrage kunnen restitueren.
Eind 2006 is het CVZ gestart met een project om de jaarafrekening in 2007 uit te voeren.
Omdat de oude manier van administreren binnen het CVZ niet meer voldeed aan de eisen die aan een moderne klantenadministratie worden gesteld, zijn ook de werkprocessen hier aangepast. Na grondige voorbereiding is het proces van verwerken van binnenkomende papieren post (brieven en formulieren) in oktober 2006 compleet veranderd. De grootste verandering is dat alle post vooraf gescand wordt en vervolgens elektronisch wordt toegedeeld aan deelprocessen voordat deze verder verwerkt wordt. Ook is de noodzakelijke managementinformatie om deze werkprocessen strak te sturen op dagelijkse basis beschikbaar.
Tegelijk met deze omschakeling is de oude werkvoorraad uitbesteed aan een externe partij. Via een aanbestedingsprocedure heeft het CVZ een partij gecontracteerd die eind 2006 de oude voorraad van ruim 40.000 poststukken zou hebben verwerkt. Ondanks alle inspanningen is die doelstelling echter niet gehaald. Na indringende besprekingen is op basis van een aanvullend contract een einddatum van 16 maart 2007 overeengekomen.
Door de invoering van de Zvw moesten ook de afrekenakkoorden met alle verdragspartners worden herzien. In 2006 heeft het CVZ, al dan niet in samenwerking met het ministerie van VWS, de akkoorden herzien met Denemarken, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, België en Oostenrijk.
6.7 Topzorg en acute zorg coördineren
Het CVZ heeft adviezen uitgebracht over bepaalde zorgvormen waarop de Wet op bijzondere medische verrichtingen (WBMV) van toepassing is. Deze adviezen, waarbij vooral de toegankelijkheid van de zorg een rol speelde, hadden betrekking op de orgaantransplantaties en zijn voorbereid door de Begeleidingscommissie orgaantransplantaties (BOTX) van het CVZ. Zo heeft het CVZ de minister bijvoorbeeld geadviseerd om het aantal harttransplantatiecentra in Nederland uit te breiden van twee naar drie centra. Ook heeft het CVZ een positief advies uitgebracht over het verzoek van het VU Medisch Centrum voor het verlenen van een vergunning voor het verrichten van niertransplantaties.
27
Het CVZ heeft de voorgenomen evaluatie van het ‘Planningsbesluit radiotherapie’ niet uitgevoerd, omdat de minister van VWS zijn verzoek om dit besluit te evalueren alsnog heeft ingetrokken. Reden hiervoor was dat het ministerie intern eerst wil analyseren of het mogelijk is om bij alle of bepaalde WBMV-verrichtingen tot deregulering over te gaan, dat wil zeggen deze over te hevelen naar de reguliere gezondheidszorg.
In vervolg op het in 2005 uitgebrachte CVZ-rapport Acute zorg: over schakels en functies heeft het CVZ de minister een tweetal rapporten toegezonden, met behulp waarvan het in 2005 geschetste concept (een functionele beschrijving van de acute zorgketen) vertaald kan worden naar toepassingen in de praktijk. Het rapport van Prismant bevat een overzicht van eisen voor een regionaal loket en het rapport van Plexus gaat over de inkoop van functies binnen de acute zorg en bevat onder meer een functiecatalogus met productspecificaties per functies. Het CVZ verwacht dat de analyses en informatie in de genoemde rapporten behulpzaam kunnen zijn om initiatieven in de praktijk om regionaal meer samenhang in de keten van acute zorg te brengen, te laten slagen.
6.8 Modelpolissen beoordelen
Zorgverzekeraars moeten de modelpolissen die zij hun verzekerden willen aanbieden, vooraf voorleggen aan de NZa. De NZa beoordeelt in de vorm van een beschikking of de modelovereenkomsten een zorgverzekering zijn in de zin van de Zvw. Het CVZ beoordeelt het onderdeel ‘verzekerde prestaties’ van deze modelovereenkomsten en brengt hierover advies uit aan de NZa. Hierbij toetst het CVZ of de omschreven verzekerde prestaties in de modelovereenkomsten niet meer en niet minder omschrijven dan de te verzekeren prestaties uit de Zvw waarop de verzekerde recht heeft.
Het CVZ beoordeelt de verzekerde prestaties uiterlijk in oktober, omdat de zorgverzekeraars in november hun verzekerden dan een aanbieding moeten doen voor het volgende polisjaar en daarvoor over een goedgekeurde modelovereenkomst moeten beschikken.
In 2006 beoordeelde het CVZ voor de tweede keer de verzekerde prestaties in de modelovereenkomsten van zorgverzekeraars. Het ging daarbij om een klein aantal volledig nieuwe modelovereenkomsten en een groot aantal gewijzigde modelovereenkomsten. Deze laatste categorie bestond uit al bestaande modelovereenkomsten voor het polisjaar 2006, die voor het polisjaar 2007 in meer of mindere mate waren gewijzigd.
Deze wijzigingen betroffen in elk geval de aanpassingen door wijzigingen in wet- en regelgeving. Daarnaast werd in een aantal modelovereenkomsten de prestatievorm gewijzigd, het
28
recht op zorg (natura) gewijzigd in het recht op vergoeding van de kosten van de zorg (restitutie) of andersom of een combinatie van beide prestatievormen toegepast. In totaal heeft het CVZ voor het polisjaar 2007 net als voor het polisjaar 2006 circa 60 modelovereenkomsten beoordeeld.
6.9 Toegang tot AWBZ waarborgen
Het CVZ voert een aantal taken uit om de AWBZ te sturen en te coördineren. Het kabinet heeft eind 2005 besloten om de uitvoering van de ‘Eigenbijdrageregeling voor AWBZ-zorg met verblijf’ per 1 januari 2008 te centraliseren bij het Centraal Administratie Kantoor Bijzondere Zorgkosten (CAK-BZ). Daarbij is het CVZ verzocht om ervoor te zorgen dat deze taak tijdig en zorgvuldig wordt overgedragen van de zorgkantoren naar het CAK. In 2006 is het CVZ daartoe een project gestart om de CAK-organisatie op te bouwen, de dossiers over te dragen, de elektronische informatievoorziening in te richten met behulp van het AWBZ-brede Zorg Registratie (AZR), en ten slotte om de taak bij de zorgkantoren af te bouwen. Dit project is zodanig ingericht en gepland dat de zorgkantoren deze taak geleidelijk kunnen overdragen aan het CAK. In 2006 heeft het project in het teken gestaan van de voorbereiding en inrichting. Deze fasen zijn in 2006 - volgens planning - bijna helemaal afgerond en het project bevindt zich nu in de implementatiefase.
De ‘Eigenbijdrageregeling voor zorg met verblijf’ wordt in 2006 nog uitgevoerd door de zorgkantoren. Het CVZ rapporteerde hoe de zorgkantoren deze taak uitvoerden over zowel 2005 als over de eerste twee kwartalen van 2006. Het resultaat van deze monitor Opbrengst eigen bijdrage AWBZ zorg met verblijf gaf geen aanleiding om de zorgkantoren maatregelen op te leggen.
Het CAK voert de ‘Eigenbijdrageregeling zorg zonder verblijf’ uit. Het CVZ monitort de uitvoering daarvan en stuurt zonodig bij. Het CVZ bracht deze monitor in augustus uit. Daaruit komt naar voren dat het proces in zijn algemeenheid goed wordt uitgevoerd.
Het CVZ heeft een beperkt aantal klachten van burgers ontvangen over de uitvoering van de eigenbijdrageregeling. Deze spitsen zich bijna allemaal toe op de vertraging die ontstaat doordat de Belastingdienst het definitieve verzamelinkomen nog niet of laat heeft vastgesteld. Met het CAK is een alternatief ontwikkeld om het nadelige effect voor verzekerden hiervan te ondervangen.
Het CIZ, de zorgkantoren en de zorgaanbieders wisselen elektronisch gegevens uit zodat de zorgkantoren de juiste zorg kunnen toewijzen. Daarbij wordt gebruikgemaakt van de AWBZbrede zorgregistratie (AZR), waarvan het CVZ tactisch beheerder is. Omdat de kwaliteit van het berichtenverkeer verbeterd moest worden, heeft het CVZ in 2006 in samenwerking met het veld een nieuwe release ontwikkeld: AZR 2.1. De implementatie daarvan is complex. Voor een
29
succesvolle implementatie is namelijk afstemming noodzakelijk met het CIZ en met de softwareleveranciers van zorgaanbieders. Deze afstemming leidt ertoe dat op 1 maart 2007 AZR-release 2.1 operationeel is.
Ook is het CVZ in 2006 gestart de AZR-systemen in te vullen bij zorgkantoren en zorgaanbieders met alle cliënten die AWBZ-zorg ontvangen. Eind 2006 waren de AZR-systemen voor 95 procent gevuld. Ook dit project wordt op 1 maart 2007 afgerond. Met de afronding van dit project is bovendien voldaan aan een voorwaarde om de ‘Eigenbijdrageregeling zorg met verblijf’ over te dragen aan het CAK.
Het CVZ monitort periodiek hoe de wachtlijsten in de AWBZ zich ontwikkelen en stelt in opdracht van het ministerie van VWS daarover rapportages op. In 2006 heeft daarbij de nadruk gelegen op een verdieping van de in 2005 uitgebrachte monitor en is speciale aandacht besteed aan de intramurale zorg en zorg aan specifieke groepen. In maart 2007 brengt het CVZ de Landelijke wachtlijstrapportage: peildatum 1 januari 2007 uit.
30
7 | Werkprocessen Niet alleen ons takenpakket en de daarmee gepaarde verantwoordelijkheden zijn veranderd in 2006, het CVZ moest ook een omslag maken in zijn werkprocessen. Om te illustreren welke omslag het CVZ daarin de komende jaren wil en moet maken, is in het CVZ Werkprogramma 2006 ook een aantal organisatiethema’s benoemd, te weten: ‘verbeteren en vernieuwen’, ‘integrale producten’ en ‘programmatisch werken’. Deze thema’s hebben tot doel de kwaliteit en toepasbaarheid van de producten en diensten van het CVZ te waarborgen, zodat deze optimaal aansluiten bij de verwachtingen van onze stakeholders.
Het CVZ wil zijn processen en producten continu verbeteren en wil een lerende organisatie zijn, met medewerkers die zich willen ontwikkelen. In het verlengde van deze doelstelling heeft het CVZ in 2006 voor het eerst een integraal beoordelingskader toegepast in zijn adviezen over de samenstelling van het pakket. De ervaringen daarbij zijn gebruikt om de criteria voor het beoordelen van het pakket verder aan te scherpen en te verfijnen. Onze pakketadviezen worden hierdoor steeds beter van kwaliteit en steeds transparanter. Een nieuw instrument voor het pakketbeheer is de pakketagenda: een gestructureerd overzicht van de voorgenomen onderzoeken over pakketbeheer. Bij de totstandkoming van de Pakketagenda 2007-2008 hebben de verwachtingen van stakeholders over de ontwikkelingen in het zorgverzekeringsstelsel een belangrijke rol gespeeld.
Door de invoering van de Zvw zijn de relaties van het CVZ met andere partijen in het stelsel ingrijpend veranderd. Met de NZa is een samenwerkingsprotocol opgesteld, dat begin 2007 is ondertekend. Om de buitenlandactiviteiten goed uit te voeren, heeft het CVZ intensief samen-gewerkt met ketenpartners, met het doel de Zvw voor de burgers zo goed mogelijk uit te voeren.
De relatie met de zorgkantoren stond onder druk door problemen met de AWBZ-brede zorgregistratie (AZR). De verantwoordelijkheden en bevoegdheden hierbij zijn goed verdeeld en besproken, en daardoor heeft het CVZ nu de juiste rol gevonden.
Het CVZ heeft het INK-managementmodel in 2006 gebruikt om te inventariseren aan welke managementinformatie leidinggevenden en directie behoefte hebben.
Het CVZ werkt programmatisch met als doel een doelgerichte en effectieve organisatie te worden, die gestuurd wordt op basis van programma’s en te bereiken effecten. Het CVZ heeft dit programmatisch werken in 2006 op verschillende manieren ingevuld. Zo hebben de nieuwe afdelingen van het CVZ hun afdelingsplannen opgesteld op basis van het CVZ Werkprogramma 2006. Dit heeft in enkele gevallen geleid tot overlap van activiteiten. Dit is niet verwonderlijk,
31
omdat het profiel van de nieuwe afdelingen zich in de praktijk nog moest vormen. Toen de afdelingsplannen voor 2007 werden uitgewerkt, heeft het CVZ het proces aangepast, zodat overlappingen in de toekomst worden voorkomen.
In de loop van 2006 heeft het CVZ op twee gebieden projecten en verbeteracties gebundeld tot een programma, namelijk voor de buitenlandactiviteiten en voor het pakketbeheer. Dit heeft geleid tot betere afstemming en meer samenhang, het schept helderheid voor de omgeving (één geluid, één aanspreekpunt) en de schaarse capaciteit en financiën worden efficiënt ingezet. Ook zijn de eerste stappen gezet voor het programma ‘e-CVZ’, de vertaling van e-Overheid naar de benodigde ontwikkelingen bij het CVZ. 2006 was een turbulent jaar voor het CVZ, waarin veel problemen op korte termijn moesten worden opgelost. Desalniettemin heeft het CVZ geïnvesteerd in een onderzoek naar de benodigde verbeteringen voor de buitenlandactiviteiten op de lange termijn. Dit heeft ertoe geleid dat het programma voor de buitenlandactiviteiten wordt voortgezet en uitgebreid. Het programma ‘Pakketbeheer’ heeft vooral bij stakeholders veel lof geoogst, omdat zij actief betrokken zijn bij de uitwerking van dit programma. In 2007 zet het CVZ ook dit programma voort. De ervaringen van het CVZ met de besturing van deze beide programma’s zijn verwerkt in de opzet en besturing van de programma’s in 2007. Het CVZ heeft de ontwikkelingen van het afgelopen jaar en de toekomstverwachtingen nog niet verwerkt in een geactualiseerd meerjarenprogramma tot 2010.
32
8 | Bedrijfsvoering In dit hoofdstuk beschrijven we de bedrijfsvoering van het CVZ in het verslagjaar 2006. De volgende vier thema’s worden in de vier paragrafen hierna aan de orde gesteld: • goed bestuur; • optimaal personeelsbeleid; • doelmatig kennismanagement en informatiebeleid; • effectieve beleidsinstrumenten.
8.1 Goed bestuur
Het CVZ vindt het belangrijk om zich niet alleen verticaal, maar ook horizontaal, dus naar het publiek, te verantwoorden. Onder meer daarom heeft het CVZ zich twee jaar geleden aangesloten bij de Handvestgroep Publiek Verantwoorden. In 2006 heeft het CVZ een zelfevaluatie opgesteld, waarin het zichzelf gescoord heeft op de thema’s kwaliteit, prijs/prestatie, responsief handelen/participatie van stakeholders, en transparantie. In november 2006 heeft de visitatiecommissie van de Handvestgroep het CVZ bezocht. Deze commissie heeft zich op basis van de zelfevaluatie en interviews met stakeholders, directie, leidinggevenden en de ondernemingsraad een oordeel gevormd over de ontwikkeling van het CVZ over de hiervoor genoemde thema’s. Het rapport van deze visitatie verschijnt begin 2007. De uitwerking en uitvoering van de aanbevelingen combineert het CVZ met de uitwerking en uitvoering van de aanbevelingen uit de evaluatie van de reorganisatie door de Hay Group, die verder wordt besproken in paragraaf 8.b. Ook worden de conclusies en aanbevelingen van Kessels & Smit, die het management hebben begeleid in 2006, hierin meegenomen.
De codes ‘goed bestuur’ en ‘goed beheer’ blijken nog niet voldoende bekend te zijn bij de medewerkers van het CVZ. Doordat de topstructuur van het CVZ per 1 januari 2007 is gewijzigd - van college en directie naar Raad van Bestuur -, moeten deze codes geactualiseerd worden. Dit doet het CVZ in het eerste kwartaal van 2007, waarbij de codes gericht onder de aandacht van de medewerkers gebracht worden.
De auditcommissie van het CVZ heeft zich in 2006 gebogen over de gebruikelijke verantwoordingstukken. Daarbij heeft deze commissie speciale aandacht besteed aan de toegevoegde waarde die de externe accountant voor het CVZ zou moeten hebben. Hierover heeft de auditcommissie de toekomstige Raad van Bestuur geadviseerd. In december 2006 heeft de auditcommissie haar laatste vergadering gehad, vanwege het einde van het college. Het CVZ beraadt zich in 2007 over door wie en hoe de taken van de auditcommissie voortgezet worden.
33
8.2 Optimaal personeelsbeleid
Op 1 januari 2006 is de nieuwe CVZ-organisatie van start gegaan. Er zijn zestien afdelingen gevormd en zestien (deels) nieuwe hoofden benoemd. Iedereen heeft een plaats gekregen ondanks dat de formatie met ongeveer 50 formatieplaatsen is teruggebracht. Dit is grotendeels gerealiseerd doordat oudere medewerkers zijn uitgestroomd naar de Flexibele Pensioen Uitkering (FPU).
De reorganisatie had nog een nasleep in het eerste kwartaal van 2006. Een aantal medewerkers had bedenkingen over hun plaatsing. Naar aanleiding van de ingebrachte bedenkingen zijn twee onderzoeken uitgezet. Bureau Berenschot onderzoekt of de functiebeschrijvingen voor de groep adviesmedewerkers optimaal is en doet hetzelfde voor de groep medewerkers met specialistische kennis, waaronder het medisch specialisme. Beide onderzoeken worden na 2006 afgerond met een advies aan de Raad van Bestuur.
De invoering van de Zvw heeft in 2006 grote gevolgen voor de afdeling Buitenland. Deze afdeling gaat gebukt onder een grote werklast als gevolg van haar nieuwe rol als verbindingskantoor voor zowel Nederlanders die in het buitenland wonen als buitenlanders die een financiële relatie met Nederland hebben. Er is veel tijdelijk extra personeel ingezet. In 2006 is een groot project gestart om de organisatie van de buitenlandactiviteit aan te passen aan de nieuwe taken.
Verder heeft het CVZ heeft in 2006 opnieuw een strikt vacaturebeleid gevoerd.
Met de ondernemingsraad is gesproken over hoe het beoordelings- en beloningsinstrumentarium (Beoordelen en Belonen op Resultaten, kortweg BBOR) kan worden verfijnd. Vier competenties stonden centraal in 2006: ondernemerschap, klantgerichtheid, samenwerken en resultaatgerichtheid. Deze competenties sluiten aan bij de kernwaarden van het CVZ. Leidinggevenden spreken medewerkers binnen de beoordelingscyclus hier ook op aan.
Voor het nieuwe management is 2006 een leerjaar. Een cursus ‘Ziekteverzuim en WIA’ is georganiseerd en de 360 graden-feedbackmethode voor de managers zelf is geïntroduceerd. Die methode houdt in dat met invullen van vragenlijsten door onder andere medewerkers en collega-hoofden, een beeld wordt geschetst van de sterke kanten en de ontwikkelpunten van leidinggevenden. In een workshop zijn de leidinggevenden ook de fijne kneepjes van de beoordelingssystematiek bijgebracht.
Kessels en Smit hebben in 2006 de leden van het managementteam begeleid bij hun ontwikkeling. Leidinggevenden bogen zich hierbij over de vraag hoe zij ‘het verschil maken’ in het nieuwe CVZ.
34
De Hay Group heeft de doelstellingen van de reorganisatie geëvalueerd. Doel hiervan was te kijken naar wat er is ‘geland’ en wat beter kan. De Hay Group onderzocht dit door twee enquêtes uit te zetten onder het personeel en door panelbijeenkomsten te organiseren. Tijdens deze bijeenkomsten hebben groepen medewerkers met een gelijkwaardige functie aan de hand van stellingen en vragen gesproken over wat de reorganisatie voor hen teweeg heeft gebracht. De conclusie is dat de reorganisatie wel is geland, maar nog niet voltooid is.
Het CVZ heeft ervoor gekozen om de bevindingen van de Hay Group te combineren met die van de visitatiecommissie van de Handvestgroep en die van Kessels en Smit (zie paragraaf 8.1) en op basis daarvan in 2007 acties te ondernemen.
Het CVZ nam eind 2006 afscheid van het college. Na 2006 kent het CVZ een nieuw bestuursmodel, met een Raad van Bestuur en een Raad van Advies.
Een opvallende verandering in 2006 is dat de aanwezigheidsregistratie niet langer verplicht is. De directie (vanaf 1 januari 2007 Raad van Bestuur) vindt dat aanwezigheidsregistratie niet past bij een moderne organisatie en bij de besturingsvisie van de Raad van Bestuur. De ondernemingsraad moet nog instemmen met een verzoek tot afschaffing; tot die tijd is ‘klokken’ vrijwillig. Eind 2006 klokt 50 procent van de medewerkers niet meer.
Hieronder volgen enkele overzichten die betrekking hebben op de formatie en bezetting in 2006: Formatie Jaar
Formatie fte’s
Bezetting fte’s
Aantal medewerkers
2006
326
308
375
2005
265
232
275
2004
270
250
300
2003
275
258
305
2002
267
254
307
35
Uitstroom Aantal medewerkers
%
2006
45
12,0
2005
34
12,3
2004
21
6,9
2003
19
6,2
2002
19
6,1
Aantal medewerkers
%
2006
41
10,9
2005
15
5,4
2004
16
5,2
2003
19
6,2
2002
42
13,6
Aantal medewerkers
%
Jaar
Instroom Jaar
Verdeling man/vrouw Jaar Mannen
173
46,1
Vrouwen
202
53,9
Parttimers
% parttimers
Verdeling man/vrouw Fulltimers
t.o.v. totaal aantal Mannen Vrouwen
131
42
10,2
62
140
39,3
Mannen
Vrouwen
Totaal
9
12
21
136
170
306
28
20
48
173
202
375
Leeftijdsopbouw Leeftijd < 30 30 – 55 > 55 Totaal
36
Ziekteverzuim Jaar
Totaal % ziekteverzuim
Excl zwangerschapsverlof/ bev. Verlof
2006
5,80
5,43
8.3 Doelmatig kennismanagement en informatiebeleid
Het CVZ heeft in 2006 een aantal projecten in gang gezet met het doel kennis en informatie binnen de organisatie te ontwikkelen en te borgen.
Zo is binnen het proces ‘Voorlichting’ de koppeling tussen het bedrijfsproces en het kennisproces gemaakt; medewerkers hebben bewust gewerkt aan afdelingsoverstijgende kennisdeling. Het resultaat hiervan is dat medewerkers nu hun werkzaamheden kunnen doen vanuit een breder perspectief en dat ze meer geneigd zijn deze kennis vast te leggen in de hiervoor ontwikkelde kennisbank ‘Beantwoording voorlichtingsvragen’. In het kader van het programma ‘Elektronisch dossier’ heeft het CVZ een nieuwe versie van het document managementsysteem geïnstalleerd. Daarnaast worden ordeningsplannen gemaakt, waardoor de kennis goed gewaarborgd en beheerd wordt. Het CVZ heeft een specifieke alfabetische trefwoordenlijst opgesteld om informatie binnen het CVZ te ontsluiten.
Om de houding en het gedrag bij medewerkers te beïnvloeden heeft het CVZ initiatieven ontplooid, zodat het gemakkelijker wordt om kennis te delen. Ook is ervaring opgedaan met een ‘computersupported collaboration product’. Daarmee kan virtueel en multidisciplinair samengewerkt worden, zowel met interne medewerkers als met externen. Ten slotte heeft het CVZ onderzoek gedaan naar mogelijkheden om webpagina’s te personaliseren en naar mogelijkheden van portals.
Met betrekking tot het informatiebeleid heeft het CVZ heeft een strategische visie voor de periode 2006 tot en met 2010 neergezet met als titel ‘Programma e-CVZ: de burger centraal’. Het doel van deze programmalijn, die in 2007 van start gaat, is de dienstverlening aan burgers en bedrijven in de uitvoering van de Zvw en de AWBZ te verbeteren. Dit bereiken we door slimme en betrouwbare ICT-oplossingen in te zetten.
Het CVZ is sinds 2003 lid van de Manifestgroep. De Manifestgroep is een gezamenlijk initiatief van de uitvoeringsorganisaties om de dienstverlening aan burgers en bedrijven te verbeteren. Door aan dit netwerk deel te nemen, kan het CVZ gemakkelijker met andere leden samenwerken aan de gegevensuitwisseling en verbetering van de dienstverlening, bijvoorbeeld om de buiten
37
landactiviteiten en de risicoverevening uit te voeren. In 2006 heeft het CVZ het webportaal ‘Onderwijs en Bijverdienen’ mee helpen opzetten. Via deze invalshoek reduceert het CVZ ook de administratieve lasten voor burgers en bedrijven.
8.4 Effectieve beleidsinstrumenten
In het CVZ Werkprogramma 2006 is een aantal producten en diensten benoemd om invulling te geven aan de doelstelling in 2006 effectieve beleidsinstrumenten te implementeren. In de voorgaande hoofdstukken zijn deze producten en diensten reeds aan de orde geweest; het betreffen: • expertbijeenkomsten en congressen organiseren; • onderzoek uitzetten; • website onderhouden; • publicaties bijhouden; • schriftelijke adviezen en uitvoeringstoetsen uitbrengen aan VWS; • adviezen geven aan verzekeraars en verzekerden; • samenwerken met andere organisaties; • beleidsregels opstellen. Op deze producten en diensten gaan we in deze paragraaf dan ook niet verder in.
In het kader van managementinformatie heeft het CVZ in april van 2006 een nieuwe applicatie geïmplementeerd voor de urenregistratie. In de toekomst kan deze applicatie (TimeTell) het management van informatie voorzien waardoor gerichter gestuurd kan worden.
Een ander instrument om te verbeteren is de klachtenregeling van het CVZ, op basis waarvan gestuurd kan worden. In het verslagjaar 2006 zijn 630 klachten ingediend over de handelswijze van het CVZ. Daarvan heeft het CVZ er 607 gegrond verklaard. Eén klacht is ingetrokken en twaalf klachten bleken niet ontvankelijk. Het merendeel van de klachten zijn van in het buitenland wonenden (gepensioneerden, grensarbeiders, militairen, gezinsleden van deze groepen). Deze klachten zijn vooral gericht op de wettelijke regelingen zelf en de lange doorlooptijden voor het beantwoorden van vragen. Daarnaast heeft het CVZ klachten ontvangen over de lange doorlooptijd van advisering in verstrekkingen- en indicatiegeschillen.
38
9 | Bedrijfsvoeringsverantwoording Met de bedrijfsvoeringsverantwoording legt de Raad van Bestuur publiekelijk verantwoording af over de kwaliteit van de bedrijfsvoering binnen het CVZ. Deze verantwoording over de bedrijfsvoering betreft alle werkprocessen van het CVZ. In eerdere hoofdstukken van dit jaarverslag staat in welke mate het CVZ zijn doelstellingen voor 2006 heeft gerealiseerd. In dit hoofdstuk gaan we in op de besturing en beheersing van de bedrijfsvoering. De Raad van Bestuur is van oordeel dat de controle op de bedrijfsvoering in het jaar 2006 redelijk functioneerde. De invloed van de invoering van de Zvw op de bedrijfsvoering van het CVZ was groot, maar is in de loop van 2006 stabiel geworden. Speciale aandacht was nodig om de buitenlandactiviteiten, risicoverevening en de implementatie van AZR in goede banen te leiden. In onderstaande tabel lichten we enkele belangrijke aspecten van het managementcontrolesysteem toe. Aspect
Mate in control
Governance
Redelijk
Toelichting Het CVZ gaat de codes ‘goed bestuur’ en ‘goed beheer’ opnieuw actualiseren. Dit is nodig vanwege de nieuwe topstructuur van het CVZ. Daarbij is het nodig om extra aandacht te hebben voor de communicatie over de codes, zodat ze bij alle medewerkers bekend zijn.
Door het lidmaatschap van de Handvestgroep Publiek Verantwoorden werkt het CVZ aan een goede invulling van het governancebeleid.
Intern toezicht
Goed
De auditcommissie (bestaande uit de vice-voorzitters van het college) heeft in 2006 vergaderd over: • de jaarverslaggeving en accountantsrapportage over 2005; • de tussentijdse managementletter over 2006; • de rol die de externe accountant voor het CVZ zou moeten vervullen; • de invulling van intern toezicht onder de nieuwe topstructuur.
Informatiebeleid
Goed
Het CVZ heeft een visie op architectuur opgesteld, waarmee ontwikkelingen in processen, informatie en systemen beter beheerst kunnen worden.
In navolging van overheidsbrede initiatieven is het programma e-CVZ voorbereid, waarmee het CVZ door gericht informatiebeleid in 2007 stappen wil zetten om de dienstverlening aan de burgers te verbeteren.
39
Aspect
Mate in control
Beoordelings-
Goed
Toelichting De formulieren die het CVZ gebruikt in de BBOR-cyclus zijn vernieuwd, in de verwachting dat daarmee de cyclus beter wordt uitgevoerd. Het
cyclus
nieuwe management is daarom ook getraind in de uitvoering van de BBOR-cyclus.
Planning
Redelijk
De koppeling tussen diverse niveaus van planning en control is verbeterd. Het CVZ jaarplan en de diverse afdelingsplannen zijn
& control
duidelijker met elkaar verbonden. Dit geldt ook voor de verantwoording. Dit jaarverslag is daarvan het voorbeeld.
Een nieuw urenregistratiesysteem is ingevoerd, waarmee betere informatie beschikbaar is voor verantwoording, maar ook voor planning.
Wet Open-
Redelijk
Het CVZ beschikt over interne instructies en een meldpunt, dat open-
baarheid van
baarmaking van informatie bespreekt en de directie over de aanpak
Bestuur (WOB)
daarvan adviseert.
Kwaliteit van
Redelijk
Voor een aantal risicovolle uitvoeringsprocessen zoals de buitenlandactiviteiten en risicoverevening zijn in 2006 verbeteringen ingevoerd.
uitvoering
Er is nu meer informatie beschikbaar over de kwaliteit van uitvoering en controlestappen zijn toegevoegd.
Risico-
Redelijk
management
Systematisch risicomanagement en beveiligingsbeleid krijgen voldoende aandacht en worden steeds meer onderdeel van de planning- en controlcyclus. Het operationele management moet daar in het dagelijkse werk nog beter op inspelen.
Organisatieontwikkeling
Redelijk
Het nieuwe managementteam is intensief begeleid in 2006 om hen te ondersteunen bij de ontwikkeling van het nieuwe CVZ, hun afdeling en hun medewerkers. Een evaluatie van de reorganisatie onder directie, leidinggevenden en medewerkers in oktober 2006 heeft duidelijk gemaakt dat het CVZ er nog niet in is geslaagd alle doelstellingen te realiseren.
40
10 | Jaarrekening 2006 10.1 Inleiding
Dit hoofdstuk bevat de jaarrekening van het CVZ. Hierin verantwoorden we de beheerskosten van het CVZ en leggen we financiële verantwoording af over de verplichtingen die we zijn aangegaan voor onderzoeksactiviteiten.
De beheerskosten bestaan uit de volgende onderdelen: • de reguliere beheerskosten van het CVZ; dit zijn personele en materiële kosten (dit zijn de kosten die het CVZ maakt voor de wettelijke en overige reguliere taken die het moet vervullen); • incidenteel gefinancierde projecten.
Onderzoekskosten zijn kosten die het CVZ besteedt aan het coördineren van onderzoek in het kader van het monitoren van de uitvoering van de Zvw en AWBZ. Per 1 januari 2006 wordt het CVZ gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Zorg (zie ook paragraaf 10.6.1)
In onderstaand overzicht staan kort de inkomsten (het budget) weergegeven, evenals de uitgaven (de lasten). Het verschil levert het resultaat (het exploitatiesaldo) op. Het positieve resultaat wordt toegevoegd aan de bestemde reserves en de egalisatiereserve.
De reguliere beheerskosten worden gemaakt uit hoofde van de wettelijke en overige reguliere taken die het CVZ moet vervullen.
Beheerskosten 2006 X 1 MILJOEN EURO
Begroting 2006
Realisatie 2006
Realisatie 2005
Budget
46,1
52,1
41,3
Lasten
46,1
48,1
39,8
-
4,0
1,5
Exploitatiesaldo
Met het oog op de veranderde organisatie van het CVZ is het terughoudend uitgavenbeleid van 2005 doorgevoerd in 2006. Ondanks alle ontwikkelingen heeft het terughoudend uitgavenbeleid ertoe geleid dat de beheerskosten binnen de (bijgestelde) begroting zijn gebleven. Binnen de onderzoeksbegroting is financiële ruimte gecreëerd. Totaal gaat het om 4,0 miljoen euro (in 2005 1,5 miljoen euro).
41
Het jaar 2006 werd bepaald door de doorgevoerde veranderingen binnen de organisatie die al in 2005 opgestart werden. Per 30 september 2006 is het CVZ financieel losgemaakt van het College Toezicht Zorgverzekeringen (CTZ).
Het CTZ is, samen met het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) als zelfstandige organisatie voortgezet onder de naam Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
Het CVZ heeft een vergoeding van het CTZ ontvangen van 1,3 miljoen euro voor de diensten van het ‘oude’ dienstencentrum. Deze vergoeding is als volgt onder te verdelen: voor het gebruik van de huisvesting 0,3 miljoen euro, voor automatisering 0,2 miljoen euro, voor de bureaukosten 0,3 miljoen euro en voor de personele inzet met betrekking tot genoemde kostensoorten een bedrag van 0,5 miljoen euro (zie rekening ‘Baten en lasten’).
Naast de reguliere taken voert het CVZ ook projecten uit die afzonderlijk door het ministerie worden gefinancierd. In een aantal gevallen zijn dit meerjarige projecten. Tijdens iedere begrotingsronde wordt bekeken of de financiering van deze projecten voldoende gedekt is. In de loop van het jaar stelt het ministerie via een additionele budgettoewijzing vaak nog middelen beschikbaar. In 2006 was dat het geval bij de ‘Declaratiecasus’, het ‘AZR-beheer’ en het project ‘Geldstromen Buitenland’.
Het CVZ wordt bekostigd op basis van bovengenoemde activiteiten en de budgettoewijzingen die daaruit worden afgeleid.
Uit de onderzoeksbegroting 2006 resteert een niet besteed bedrag van 4,3 miljoen euro (zie paragraaf 10.7).
Dit hoofdstuk is als volgt ingedeeld. In paragraaf 10.2 presenteren we de balans en in paragraaf 10.3 de exploitatierekeningen. Vervolgens beschrijven we in paragraaf 10.4 welke waarderingsgrondslagen zijn gehanteerd bij het opstellen van de balans en de exploitatierekening. De toelichting op beide volgt in respectievelijk paragraaf 10.5 en 10.6 In paragraaf 10.7 gaan we in op de onderzoeksbegroting van het CVZ. Tot slot is in de bijlagen van het jaarverslag de accountantsverklaring van de externe accountant opgenomen (zie bijlage 4).
42
10.2 Balans CVZ
De balans van het CVZ op 31 december 2006 ziet er als volgt uit:
Balans CVZ X 1 MILJOEN EURO
Activa
31 dec. 2006
31 dec. 2005
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa
1,4
1,7
Financiële vaste activa
0,7
1,0
Totaal vaste activa
2,1
2,7
Rekening-courant Fondsen
16,9
2.802,2
Rekening-courant CTZ-NZa
0,2
7,4
Overige vorderingen
0,9
0,9
18,0
2.810,5
VLOTTENDE ACTIVA
Liquide middelen
17,9
4,7
Totaal vlottende activa
35,9
2.815,2
Totaal activa
38,0
2.817,9
31 dec. 2006
31 dec. 2005
7,0
3,0
Passiva RESERVES Bestemmingsreserve Egalisatiereserve
1,4
1,5
Totaal reserves
8,4
4,5
Voorzieningen
4,9
5,4
VLOTTENDE PASSIVA -
2.780,6
Overige schulden
24,7
27,4
Totaal kortlopende schulden
24,7
2.808,0
Totaal passiva
38,0
2.817,9
Rekening-courant ministerie van Financiën
43
10.3 Exploitatierekening CVZ
De exploitatierekening over 2006 van het CVZ ziet er als volgt uit:
Exploitatierekening CVZ X 1 MILJOEN EURO
Baten
Begroting 2006
Realisatie 2006
Realisatie 2005
TOEGEKEND BUDGET VWS Beheerskosten
35,4
40,1
-
Onderzoek
10,0
10,0
-
0,5
0,5
-
-
-
40,9
FINANCIERING EIGEN MIDDELEN Vrijval onderzoeksbegroting ‘05-’07
Doorberekend aan de fondsen: Beheerskosten Interestlasten middelenbeheer
-
-
64,6
Onderzoekskosten deel 2
-
-
9,7
45,9
50,6
115,2
Totale baten beheersbudget
Interestbaten
0,0
0,0
0,1
Overige baten
0,2
0,2
0,3
-
1,3
-
46,1
52,1
115,6
Ontvangen vergoeding CTZ Totale baten
44
Exploitatierekening CVZ X 1 MILJOEN EURO
Lasten
Personele kosten
Begroting
Realisatie
Realisatie
Aandeel DC
Totaal
2006
2006
2005
2005
2005
24,9
29,6
23,4
5,4
28,8
Huisvestingskosten
2,2
2,6
-
2,0
2,0
Bureaukosten
2,7
3,1
1,1
1,2
2,3
Automatiseringskosten
2,3
1,8
-
1,5
1,5
Bestuurskosten
0,5
0,4
0,5
-
0,5
0,4
0,1
0,4
-
0,4
-
-
0,3
-
0,3
3,1
4,8
4,0
-
4,0
-
-
-
-
-
OVERIGE KOSTEN Communicatiekosten Reorganisatiekosten Projectkosten Nagekomen kosten oude jaren Kosten Dienstencentrum
-
-
10,1
-10,1
-
36,1
42,4
39,8
0,0
39,8
-
-
64,6
64,6
Onderzoekskosten deel 2
10,0
5,7
9,7
9,7
Totale lasten
46,1
48,1
114,1
114,1
-
4,0
1,5
T.g.v. bestemmingsreserve
-
4,0
1,5
T.g.v. de egalisatiereserve
-
-
0,0
Totale beheerskosten
Interestlasten middelenbeheer
Exploitatiesaldo BESTEMMING VAN HET EXPLOITATIESALDO
Om een goede vergelijking mogelijk te maken met de realisatie 2006 hebben we naast de gerealiseerde cijfers 2005 in dit overzicht het aandeel van de kosten van het dienstencentrum 2005 vermeld. Deze kosten werden doorbelast aan het CVZ en zijn toe te delen naar de kostenposten ‘Personele kosten’, ‘Huisvestingskosten’, ‘Bureaukosten’ en ‘Automatiseringskosten’. Voor een verdere detaillering verwijzen we naar paragraaf 10.6.2
45
10.4 Waarderingsgrondslagen
De jaarrekening is opgesteld op basis van de aanwijzingen in de regeling ‘Begroting en Verantwoording Beheerskosten Uitvoeringsorganen Volksgezondheid’. Dit betekent dat de afdelingen 2 tot en met 6 van boek 2 BW Titel 9 zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing zijn.
10.4.1 Activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd op aanschafwaarde, onder aftrek van lineaire afschrijvingen en gebaseerd op de economische levensduur.
Het CVZ schrijft de huurderinvesteringen die samenhangen met de herhuisvesting in Diemen af over een periode van tien jaar. Deze termijn is gelijk aan die van het huurcontract, en is van toepassing op de huurderinvesteringen in het gebouw, de installaties, de amortisatierekening en de afschrijving van het meubilair. De overige afschrijvingstermijnen zijn gebaseerd op de verwachte economische levensduur. Activa
Installaties Kantoorapparatuur Kantoormeubilair
Verwachte
Afschrijvings-
levensduur
percentage per jaar
10 jaar
10%
5 jaar
20%
10 jaar
10%
Netwerk
5 jaar
20%
Computerapparatuur
4 jaar
25%
Software
3 jaar
33%
Vervoermiddelen
4 jaar
25%
Huurdersinvesteringen
10 jaar
10%
Amortisatierekening
10 jaar
10%
De hypotheekgelden die uitstaan onder de financiële vaste activa, zijn gewaardeerd op nominale waarde.
De overige activa zijn opgenomen tegen nominale waarde of aanschafwaarde onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen.
10.4.2 Passiva Zowel de reserves als de kortlopende schulden zijn opgenomen tegen de nominale waarde. In de kortlopende schulden is een verplichting opgenomen van de aanspraken op vakantiegeld en verlofdagen die CVZ medewerkers hebben opgebouwd.
46
De baten en lasten worden in beginsel toegerekend aan het jaar waarop deze betrekking hebben. Voor de projecten geldt dat de daaruit voortvloeiende verplichtingen jegens de opdrachtgever als kosten in de jaarrekening zijn verwerkt. De niet bestede gelden worden als overige schulden op de balans verantwoord.
10.4.3 Pensioenverplichtingen
De pensioenregeling van de Stichting Bedrijfspensioenfonds ABP is een zogenoemde toegezegde pensioenregeling. De premie die het CVZ betaalt aan het fonds (ABP) wordt jaarlijks vastgesteld, en het CVZ is niet verplicht aanvullende bijdragen te betalen als er een tekort is bij het fonds, uitgezonderd een hogere toekomstige premie. Het actuariële risico, inclusief het beleggingsrisico, ligt dus niet bij het CVZ. De indexatie van de pensioenen is, zowel formeel als feitelijk, voorwaardelijk, en is afhankelijk van of er voldoende middelen in het pensioenfonds zitten. Het CVZ is niet verplicht om bij te betalen om de uitkeringen te indexeren. Als een overschot of tekort in het fonds van invloed is op de premies die het CVZ in de toekomst moet betalen, dan informeert het ABP het CVZ hierover in de kwartaalberichten, het jaarverslag en bij de jaarlijkse bekendmaking van premies en franchises. De mogelijke gevolgen voor het CVZ zijn niet anders dan dat toekomstig te betalen premies lager of hoger worden. De feitelijke premieverhoging of -verlaging voor het CVZ kan ook beïnvloed worden doordat er iets veranderd in de pensioenbijdrage die bij de werknemer geïnd wordt.
Daarom is deze pensioenregeling in de jaarrekening verwerkt als een toegezegde-bijdrageregeling.
10.4.4 Overig In de tabellen worden de bedragen gepresenteerd in miljoenen of duizenden euro's.
10.5 Toelichting op de balans van het CVZ
In deze paragraaf geven we een toelichting op de financiële balans van het CVZ. Paragraaf 10.5.1 gaat over de vaste activa, dat zijn materiële en financiële bezittingen. In paragraaf 10.5.2 staan de vlotte activa centraal. Dat zijn de kort lopende vorderingen en liquide middelen. Paragraaf 10.5.3 gaat over de reserves. Vervolgens behandelen we in paragraaf 10.5.4 de zogenoemde voorzieningen. Paragraaf 10.5.5 ten slotte gaat over de vlottende passiva, dat zijn kortlopende schulden.
47
10.5.1 Vaste activa De mutaties in de materiële vaste activa zijn:
Materiële vaste activa X 1 DUIZEND
Terreinen gebouwen installaties en
Amor- Computer-
Kantoor-
Vervoer
tisatie- apparatuur apparatuur rekening
en
Activa
Totaal
in
middelen
bestelling
-meubilair
huurdersinvesteringen SALDI PER 1 JANUARI 2006 Aanschafwaarde
10.469
10.503-
5.523
778
44
Cumulatieve afschrijving
3.128-
3.109
4.432-
266-
44-
Boekwaarde per 1 januari
7.341
7.394-
1.091
512
-
624
172
Investeringen
24
108
6.419 4.761-
108
1.658
820
Desinvesteringen
108-
108-
Cumulatieve afschrijving op desinvesteringen
-
Boedelscheiding CVZ-CTZ
Afschrijvingen 2006
64
64-
-
940-
1.049-
1.051
826-
116-
6.316
6.343-
953
504
10.493
10.503-
6.211
886
44
-
7.131
4.177-
4.160
5.258-
382-
44-
-
5.701-
6.316
6.343-
953
504
-
-
1.430
BOEKWAARDE per 31 december 2006
-
-
1.430
BALANS PER 31 DECEMBER 2006 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijving Balanswaarde per 31-12-2006
Door de ontvlechting en daarmee samengaande boedelscheiding van het CVZ en CTZ vindt er een verschuiving plaats van activa. Dit wordt veroorzaakt doordat bepaalde, niet deelbare activa (mainframe, software) is achtergebleven bij het CVZ. Ter compensatie van de waarde van deze activa heeft het CTZ andere bezittingen meegenomen.
48
Financiële vaste activa X 1 DUIZEND EURO
31 dec. 2006
31 dec. 2005
1.046
1.341
-372
-295
674
1.046
UITSTAANDE HYPOTHEEKGELDEN Stand 1 januari Aflossingen Stand 31 december
De financiële vaste activa zijn eerste hypotheken met een rentevaste periode van één jaar, die het CVZ aan personeelsleden heeft verstrekt. Met ingang van 1999 zijn geen nieuwe hypotheken meer verstrekt. De hypotheekgevers (personeelsleden) zijn werkzaam bij het CVZ of NZa of zijn inmiddels met (vervroegd) pensioen. Ultimo december 2006 bedroeg het aantal hypotheken 20. Het CVZ hanteerde voor 2006 een rentepercentage van 2,85 procent.
10.5.2 Vlottende activa
Rekening-courant X 1 DUIZEND EURO
Rekening-courant Fondsen Te verdelen rente Rekening-courant CTZ-NZa Totaal
31 dec. 2006
31 dec. 2005
16.870
2.737.680
-
64.492
226
7.447
17.096
2.809.619
Voorgaande jaren berekende het CVZ zijn kosten door aan de Algemene Kas (AK) en het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ). Sinds 1 januari 2006 wordt het CVZ gefinancierd door het ministerie van VWS. De rekening-courant verhouding met AK en AFBZ is financieel afgewikkeld evenals de te verdelen rente over de tegoeden en schulden.
De onderzoekskosten tot en met het jaar 2006 worden nog steeds financieel afgewikkeld via de administratie van de beheerskosten. De rekening-courant stand met Fondsen geeft de vordering weer.
49
In verband met de ontvlechting van het Dienstencentrum CVZ/CTZ (thans onderdeel van het NZa) zijn in 2006 diverse bedragen verrekend. Om het betalingsverkeer te vergemakkelijken hebben beide organisaties een rekening-courantverhouding met elkaar.
Overige vorderingen X 1 DUIZEND EURO
31 dec. 2006 Voorschotten aan personeelsleden Vooruitbetaalde bedragen Te vorderen rente
31 dec. 2005
51
4
650
707
8
3
Overige vorderingen
220
128
Totaal
929
842
De vooruitbetaalde bedragen hebben voornamelijk betrekking op de huur van het pand in Diemen, vooruitbetaalde onderhoudskosten/licenties van software, het vooruitbetaalde lidmaatschap aan de International Social Security Association (ISSA), en in mindere mate vooruitbetaalde abonnementen. De overige vorderingen bestaan voornamelijk uit de vergoeding voor gedetacheerde werknemers.
Liquide middelen X 1 DUIZEND EURO
31 dec. 2006
31 dec. 2005
Kas
2
3
Giro
17.762
1.604
159
3.074
17.923
4.681
Bank Totaal
Het CVZ beschikt over een aantal bank- en girorekeningen. De saldi op deze rekeningen worden aangevuld uit de toegekende en betaalbaar gestelde budgetten van het ministerie van VWS. Het hoge banksaldo is een gevolg van de reeds ontvangen subsidiegelden voor onderzoek (zie paragraaf 10.5.5 overige schulden, verplichtingen onderzoek).
50
10.5.3 Reserves
De specificatie van de post ‘reserves’ is als volgt:
Reserves X 1 DUIZEND EURO
Automatiseringsreserve
Saldo 1-1-2006 Reslutaatbestemming Saldo 31-12- 2006
Flankerend-
Herfinan-
Transitie-
Egalisatie-
Totaal
reserve
reserve
mutaties
beleid-
ciering
reserve
nieuwbouw
418
371
567
1.579
1.531
4.466
-209
0
189
4.070
-86
3.964
209
371
756
5.649
1.445
8.430
Tot en met 2002 heeft het CVZ met het oog op de verhuizing een terughoudend investeringsbeleid voor automatisering gevoerd. Omdat het CVZ verwachtte dat in 2003 extra investeringen gedaan zouden moeten worden en in het verlengde daarvan de afschrijvingskosten bij het Facilitair bedrijf hoger zouden komen te liggen, is er een automatiseringsreserve gevormd. Deze reserve dekt in de periode 2004-2007 de extra afschrijvingen van het Facilitaire bedrijf.
De flankerend beleidreserve is een vast fonds om de kosten te dekken van sociale maatregelen vanuit het reguliere personeelsbeleid. Een voorbeeld hiervan is de PAS-regeling waardoor oudere medewerkers minder kunnen gaan werken.
Het CVZ voegt jaarlijks een bedrag van 189.000 euro toe aan de herfinancieringsreserve. Dit gebeurt om tien jaar nadat het huurpand in Diemen in gebruik genomen is, over voldoende financiële middelen te beschikken om vervangingsinvesteringen voor de huisvesting te kunnen doen.
Deze reserve is bestemd voor initiële activiteiten die te maken hebben met de invoering van de Zorgverzekeringswet en de herinrichting van de organisatie. Een deel van de initiële activiteiten lopen nog door in 2007. De transitiereserve is verhoogd met het resultaat (totaal 4,0 miljoen euro) om in 2007 uit deze reserve ook de kosten te financieren voor de reguliere bedrijfsvoering voor wat betreft de buitenlandtaak, risicoverevening, boeteregeling, gemoedsbezwaarden en uitvoering AWBZ.
In de nabije toekomst wordt in overleg met VWS bepaald of en op welke wijze er de komende jaren aanvullende dekking voor deze kosten noodzakelijk is.
51
De egalisatiereserve is bedoeld om incidentele posten te financieren en te vermijden dat het CVZ tussentijds een aanvullende begroting moet indienen. Deze reserve is gefinancierd uit positieve budgetresultaten van voorgaande jaren. Om de transitiereserve op het gewenste peil van 5.649 miljoen te brengen is een onttrekking van 86.000 euro noodzakelijk. Op grond van richtlijnen van het ministerie mag de egalisatiereserve niet meer bedragen dan 5% van het jaarbudget beheerskosten.
10.5.4 Voorzieningen
Voorzieningen X 1 DUIZEND EURO
Financiering wachtgeldaanspraken Terugbouwvoorziening Diemen
31 dec. 2006
31 dec. 2005
214
178
90
90
Financiering aanspraken vervroegde uittreding
3.307
3.848
Aanspraken sociaal akkoord
1.308
1.308
Saldo per 31 december
4.919
5.424
Het CVZ heeft voorzieningen gevormd voor personele gevolgen van bezuinigingen, die in 1996 zijn opgelegd, een terugbouwvoorziening Diemen en een voorziening om de kosten te betalen voor de medewerkers die in 2004 gebruik hebben gemaakt van de FPU-regeling voor vervroegde uittreding.
De terugbouwvoorziening is getroffen om de kosten op te vangen als de huidige huisvesting wordt opgegeven. Deze voorziening is gebaseerd op een raming van de kosten om het gebouw weer in oorspronkelijke staat te herstellen. In 2005 heeft het CVZ een additionele voorziening gevormd voor de aanspraken die kunnen volgen op basis van het met de vakbonden gesloten sociaal akkoord.
52
De voorzieningen zijn hierna verder gespecificeerd:
Voorziening financiering wachtgeldaanspraken X DUIZEND EURO
31 dec. 2006 Beginsaldo periode
31 dec. 2005
178
369
-98
191-
Dotatie
134
-
Saldo per 31 december
214
178
Betaalde wachtgeldaanspraken
Van de negen medewerkers die in 2004 aanspraak maakten op een wachtgeldvergoeding, zijn er ultimo 2006 nog vier over. Het laatste wachtgeld zal in 2012 worden uitgekeerd. Tot die tijd maakt deze voorziening deel uit van de balans van het CVZ. Dit verslagjaar zijn de aanspraken opnieuw berekend en was een dotatie van 134.000 euro noodzakelijk om de voorziening op het gewenste niveau te krijgen.
Voorziening financiering aanspraken vervroegde uittreding X DUIZEND EURO
Beginsaldo periode Dotatie Betaalde vervroegde uittreding aanspraken Saldo per 31 december
31 dec. 2006
31 dec. 2005
3.848
4.259
98
19
-639
430-
3.307
3.848
Bij de reorganisatie 2004-2006 zijn medewerkers in staat gesteld om vervroegd uit te treden met de FPU-regeling. Het CVZ heeft een voorziening gevormd voor de medewerkers waarvan verwacht wordt dat zij gebruik zullen maken van deze regeling. De laatste uitkeringen worden in 2013 gedaan. Het ABP voert deze regeling uit. De noodzakelijke omvang van de voorziening is in 2006 bepaald aan de hand van het aantal medewerkers die daadwerkelijk vervroegd zijn uitgetreden.
53
Voorziening aanspraken sociaal akkoord X DUIZEND EURO
31 dec. 2006 Beginsaldo periode Dotatie Saldo per 31 december
31 dec. 2005
1.308
-
-
1.308
1.308
1.308
In december 2005 zijn de medewerkers geplaatst op nieuwe functies binnen het CVZ. Voor een aantal medewerkers was geen plaats in de nieuwe organisatie. Het is vrijwel zeker dat enkele medewerkers per november 2007 aanspraak zullen maken op regelingen in het sociaal akkoord; dit is later dan in eerste instantie werd aangenomen. Dat is het gevolg van later ten uitvoer brengen van de reorganisatie.
10.5.5 Vlottende passiva Voor een nadere toelichting op de rekening-courantposities verwijzen we naar paragraaf 10.5.2 over de vlottende activa.
Overige schulden X 1 DUIZEND EURO
31 dec. 2006
31 dec. 2005
Te betalen vakantiegeld
706
612
Nog uit te betalen verlofdagen
657
567
Af te dragen premies en sociale lasten
530
442
884
1.103
2.310
1.296
Af te dragen loonheffing Crediteuren en betalingen onderweg Te betalen personeelsdeclaraties Verplichtingen onderzoek Overige schulden Totaal
1
0
14.187
17.043
5.426
6.370
24.701
27.433
Het saldo ultimo 2006 voor het vakantiegeld dat in mei 2007 uitbetaald wordt, betreft de periode juni tot en met december 2006. Per jaareinde neemt het CVZ verplichting op voor bestaande verlofaanspraken.
54
Sinds 2001 maken de verplichtingen uit de onderzoeksbegroting deel uit van de jaarrekening. Het nog te betalen bedrag is het saldo van het totaal van aangegane verplichtingen (verantwoord als kosten in de jaarrekeningen van 2001 tot en met 2006) en de betalingen die al zijn gedaan.
De post ‘Overige schulden’ heeft betrekking op kosten voor geleverde diensten, waarvoor we nog geen factuur hebben ontvangen, rente van de banksaldi en accountantskosten. Ook bevat deze post verwachte kosten voor lopende projecten waar al budget voor is verstrekt. Onder deze post vallen ook de kosten van de reorganisatie 2004-2006 waarvoor het ministerie het CVZ een budget heeft toegekend van 2,5 miljoen euro. Hiervan heeft het CVZ 632.000 euro in 2006 besteed. De rest van dit budget zal het CVZ in 2007 uitgeven. Daarbij gaat het om allerlei verschillende uitgaven, zoals voor het al in 2006 ingevoerde INK management model, voor het geïmplementeerde besturingsinstrumentarium waarbij de huisstijl en huisvesting zijn aangepast en voor het verder effectueren van het reorganisatieplan 2004-2006.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen X DUIZEND EURO
Ingangs-
Looptijd in
Huur/lease
Resterende
datum
maanden
per maand
verplichting
Kantoorpand
01-05-2003
120
146,2
10.953
Bedrijfsrestaurant
01-05-2003
120
6,9
515
Kantoorapparatuur
01-01-2003
60
9,1
92
Kantoorapparatuur
01-01-2003
72
23,3
503
Software
01-01-2006
60
2,3
112
Software
01-01-2007
36
2,2
67
Auto 2005
01-09-2005
48
1,3
40
Evenals vorig jaar is de in 2003 ingegane huur aangepast voor de geïndexeerde huurstijging. Tevens is er een meerjarige onderhoudsverplichting aangegaan voor de nieuwe software.
55
10.6 Toelichting op de exploitatierekening CVZ
De exploitatierekening van het CVZ is ingericht volgens artikel 1 van de regeling ’Begroting en Verantwoording Beheerskosten Uitvoeringsorganen Volksgezondheid’.
Paragraaf 10.6.1 geeft een overzicht van de Baten en in paragraaf 10.6.2 vindt u een specificatie van de lasten.
10.6.1 Baten De baten zijn budgetten die het ministerie van VWS aan het CVZ heeft toegewezen. Daarnaast financiert het CVZ projecten uit eigen middelen (zie overzicht baten en lasten). Van het College toezicht zorgverzekeringen (CTZ) ontving het CVZ een vergoeding voor facilitaire zaken tot en met 30 september 2006 (zie overzicht baten en lasten).
Interestbaten X 1 DUIZEND EURO
Begroting 2006
Realisatie 2006
Realisatie 2005
Hypothecaire geldleningen personeel
-
27
39
Over geïnvesteerd vermogen
-
-
13
Interestbaten middelenbeheer
-
22
7
Totaal
-
49
59
De interest-baten bestaan uit de rente die het CVZ heeft ontvangen op uitstaande hypotheken en de rentevergoeding voor de uitstaande gelden op de banken.
Overige baten X 1 DUIZEND EURO
Begroting 2006 Abonnementen
Realisatie 2006
Realisatie 2005
28
45
37
135
126
171
Overig
-
34
51
Totaal
163
205
259
Kompassen
56
Het CVZ brengt kosten in rekening voor de periodieken CVZ-magazine, GIPeilingen en het Geneeskundig Bulletin. De opbrengsten waren begroot op 53.000 euro. In 2006 bedroegen de abonnementsinkomsten voor CVZ-magazine 14.000 euro (379 abonnees), voor GIPeilingen 4.000 euro (79 abonnees) en voor het Geneeskundig Bulletin 27.000 euro (636 abonnees).
De opbrengst voor de kompassen van 126.000 euro is hieronder gespecificeerd.
Realisatie baten kompassen X DUIZEND EURO
Aantal
Bedrag
Abonnement
2.307
40
Verkoop
1.529
36
Distributieovereenkomst
-
20
Vrijwillige bijdrage
-
2
Cd-rom & PDA
-
28
3.836
126
Farmaceutisch Kompas
Totaal
10.6.2 Lasten
Personele kosten X DUIZEND EURO
Salariskosten
Begroting
Realisatie
Realisatie
Aandeel DC
Totaal
2006
2006
2005
2005
2005
19.704
19.527
16.390
4.253
20.643
Reiskosten
522
543
413
94
507
Opleidingen en ontwikkeling
711
502
329
129
458
Werving en selectie
114
74
130
9
139
Formatieve inleen
106
51
7
36
43
3.072
8.479
4.725
718
5.443
643
450
1.389
149
1.538
24.872
29.625
23.383
5.388
28.771
Niet-formatieve inleen Overige kosten Totaal
57
De kosten van inleen van derden worden conform de ministeriële regeling ‘Begrotingsvoorschriften’ gerangschikt onder de categorie ‘personele kosten’. De salariskosten blijven met 177.000 euro achter bij de begroting. De begroting is gebaseerd op een formatie van 326 formatieplekken. De werkelijke bezetting per ultimo 2006 bedroeg 306 formatieplekken.
Doordat het Dienstencentrum CVZ/CTZ ontvlochten is van het CVZ, zijn de meeste medewerkers van het Dienstencentrum in dienst gekomen van het CVZ. In 2004 en 2005 werd deze groep medewerkers gedeeltelijk betaald door het CTZ.
In 2006 bestond het directieteam van het CVZ uit een algemeen directeur en twee directeuren. Het salaris van de algemeen directeur bedroeg 158.000 euro; dat van de andere directeuren 121.000 euro en 108.000 euro.
De werkelijke kosten van opleiding en ontwikkeling zijn 209.000 euro lager dan begroot. Dat was in 2005 78.000 euro lager bij een vergelijkbaar budget. De opleidingskosten zijn ten opzichte van 2005 wel gestegen. Gedurende het jaar is duidelijker geworden welke richting het CVZ opging na de reorganisatie en wat de effecten van de nieuwe ZVW waren. Daar heeft het CVZ op ingespeeld met opleidingen. De stijging is vooral veroorzaakt doordat de afdelingshoofden gecoacht zijn, en doordat er een algemene training is aangeboden om gegevens in te voeren in het elektronisch dossier.
Bij ‘Werving en selectie’ gaat het zowel om advertentiekosten als om kosten voor de diensten van werving- en selectiebureaus. Het CVZ had dit budget voor 2006 op het verlaagde niveau van 2005 gehandhaafd in verband met een stringent vacaturebeleid. Voor de reguliere werving en selectie is dit voldoende gebleken. Die bedroeg 62.000 euro. De overige 12.000 euro hield verband met de interne werving van het management voor het vernieuwde CVZ.
De totale bestedingen aan ‘Niet-formatieve inleen’ komen uit op 8,479 miljoen euro. Deze bestaat uit de inhuur van consultants (6.518.000 euro), externe redacteuren (71.000 euro), uitzendkrachten (1.581.000 euro), vertaalbureaus (132.000 euro) en onderzoeksbureaus (177.000 euro).
Van het totaal van 8,479 miljoen euro aan niet-formatieve inleen is 6,4 miljoen euro besteed aan diverse projecten. De grootste posten daarin zijn ‘AZR-beheer’ (1,633 miljoen euro) en het project ‘Geldstromen Buitenland’ (4,184 miljoen euro).
58
De kosten voor uitzendkrachten (1.581.000 euro) komen voornamelijk ten laste van de afdeling Buitenland, de afdeling Fondsen en de afdeling Facilitaire ondersteuning. Deze kosten zijn toe te delen aan het project ‘Geldstromen Buitenland’.
De kosten die het CVZ heeft gemaakt op de posten redacteuren en vertaalbureaus wijken niet noemenswaardig af van de begroting.
De overige kosten zijn ten opzichte van 2005 sterk gedaald. In 2005 heeft het CVZ een voorziening getroffen van 1,3 miljoen euro om het sociaal plan uit te voeren (7,2 herplaatsers).
Huisvestingskosten X DUIZEND EURO
Gebouwen en installaties Bedrijfsrestaurant
Begroting
Realisatie
Realisatie
Aandeel DC
Totaal
2006
2006
2005
2005
2005
1.695
1.737
-
1.426
1.426
-
123
-
102
102
Onderhoud
134
234
-
140
140
Energie
192
168
-
153
153
Schoonmaak
165
218
-
159
159
28
-
2-
2-
Beveiliging
42
62
-
56
56
Overig
25
-
-
-
-
2.253
2.570
-
2.034
2.034
Verzekeringen
Totaal
De huisvestingskosten behelzen afschrijvings- en onderhoudskosten, van het kantoorpand en bedrijfsrestaurant in Diemen.
Deze kosten zijn 317.000 euro hoger dan begroot. Dit verschil wordt grotendeels veroorzaakt door onvoorziene uitgaven aan onderhoud en de kosten van het bedrijfsrestaurant. Deze kosten zijn begroot onder de kostensoort ‘bureaukosten’.
59
Bureaukosten X DUIZEND EURO
Kantoorapp/ -benodigdheden
Begroting
Realisatie
Realisatie
Aandeel DC
Totaal
2006
2006
2005
2005
2005
715
712
7
590
597
Druk- en bindwerk
434
802
423
80
503
Telefonie
142
202
-
114
114
Porti en vracht
458
659
260
143
403
Bedrijfsrestaurant
236
128
-
73
73
Externe partijen
348
368
249
51
300
Overig
382
242
180
107
287
2.715
3.113
1.119
1.158
2.277
Totaal
De bureaukosten zijn in totaal 398.000 euro hoger dan begroot.
Het CVZ heeft kosten gemaakt voor druk- en bindwerk voor onder andere de kompassen, brochures, het CVZ-magazine, verantwoordingsdocumenten (begroting, jaarrekening) en de mailingen en folders voor de afdeling Buitenland. De overschrijding van deze post ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt door het project ‘Geldstromen buitenland’.
Ook aan portikosten heeft het CVZ meer uitgegeven dan begroot was. Ook deze overschrijding van 201.000 euro komt grotendeels ten laste van afdeling Buitenland voor de mailings en folders die vanuit deze afdeling zijn verzonden.
De kosten van externe partijen betreffen kosten van rechtskundige bijstand, accountantscontrole Fondsen alsmede de accountantscontrole beheerskosten van het CVZ, bankkosten en salarisadministratie.
De ‘overige bureaukosten’ bestaan onder meer uit contributies en lidmaatschappen, representatiekosten en kosten van vergaderingen op externe locaties.
60
Automatisering X DUIZEND EURO
Onderhoud en afschrijving Meubilair en apparatuur
Begroting
Realisatie
Realisatie
Aandeel DC
Totaal
2006
2006
2005
2005
2005
1.599
1.656
-
1.413
1.413
-
156
-
124
124
Overig
667
16
-
39
39
Totaal
2.266
1.828
-
1.576
1.576
De kosten voor automatisering blijven onder de begroting. Dit heeft te maken met de kosten van de informatieprojecten die vanuit onze eigen middelen worden gefinancierd en ook later zijn gestart. De kosten voor onderhoud en afschrijving zijn licht gestegen.
Bestuurskosten X 1 DUIZEND EURO
Begroting 2006
Realisatie 2006
Realisatie 2005
213
222
222
Bezoldiging Overige kosten
27
7
17
Onkosten adviescommissies
249
188
218
Totaal
489
418
457
Het CVZ-college bestaat uit zeven personen. Het lidmaatschap van het college wordt ingevuld met een aanstelling van één dag per week; de voorzitter is drie dagen per week werkzaam. De totale formatie van het college bedraagt daarmee 1,8 formatie plekken. De collegeleden worden betaald op basis van een ministeriële regeling. Met ingang van 1 januari 2007 is de topstructuur van het CVZ veranderd, vanaf die datum is er sprake van een Raad van Bestuur (bestaande uit drie personen). Dit vloeit voort uit de nieuwe Zvw.
Een belangrijk onderdeel van de collegekosten vormen de kostenvergoedingen voor de leden van adviescommissies. Het CVZ voert het secretariaat voor zeven commissies. De commissies bestaan uit deskundigen die werken op diverse terreinen binnen de zorgsector. Voor hun deelname aan de meeste commissievergaderingen ontvangen de leden een, bij ministerieel besluit vastgestelde, vergoeding (circa 191 euro per dagdeel). De vergoeding voor de commissie
61
Farmaceutische Hulpmiddelen bedraagt 363 euro en de vergoeding voor de redactieraad GEBU 272 euro. Bij absentie krijgen de leden evengoed een vergoeding van 45 euro.
Communicatiekosten X 1 DUIZEND EURO
Begroting 2006
Realisatie 2006
Realisatie 2005
Publieksvoorlichting
320
36
332
Communicatie
175
65
57
Totaal
495
101
389
Het ministerie van VWS stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar voor publieksvoorlichting. De voorlichting gebeurt in opdracht van VWS. Dit jaar heeft het CVZ nagenoeg geen opdrachten gekregen voor landelijke voorlichting.
Projectkosten X 1 DUIZEND EURO
Begroting 2006
Realisatie 2006
Realisatie 2005
1.900
567
1.315
RINIS/MARS Declaratiecasus administratieve
485
lastenverlichting Reorganisatie 2004-2006
2.111
Ziekenfonds pakketwijzer AZR-beheer Geldstromen buitenland
121 1.190
621
-
3.482
Dbc-ontwikkeling
7
Diverse interne projecten Totaal
88 3.090
4.758
4.039
Het CVZ heeft in 2006 gewerkt aan een aantal projecten, waarvan ‘Geldstromen buitenland’ verreweg het grootste is geweest, en de meeste impact heeft gehad. Elk van de bovengenoemde projecten heeft een overloop naar 2007. De kosten die het CVZ nog verwacht hiervoor te maken, zijn meegenomen in de jaarrekening 2006.
62
De kosten voor de projecten zijn voor 4,8 miljoen euro verantwoord als algemene projectkosten (zie ook paragraaf 10.6.2 exploitatierekening CVZ, onderdeel ‘lasten’). Daarnaast is 5,1 miljoen euro op andere kostenposten geboekt en dat deel is daarom niet opgenomen de tabel hiervoor. Van deze 5,1 miljoen euro heeft het grootste deel betrekking op: ‘Niet-formatieve inleen voor de projecten’: • Geldstromen buitenland
3.171 (x 1.000 euro)
• AZR
1.297
• GEBU
140
Alsmede drukwerk en portikosten voor de projecten • Geldstromen buitenland
240
• GEBU • Farmaceutische Kompassen
28 292
10.7 Jaaroverzicht onderzoeksprogramma’s
In 2001 is het onderzoeksbeleid van het CVZ geformuleerd. In het werkprogramma 2005 zijn de hoofdlijnen van dit nieuwe onderzoeksbeleid aangegeven. Het CVZ heeft de inhoudelijke reikwijdte van het uit te voeren onderzoek, de interne begeleiding en de commissiestructuur aangepast conform dit beleid.
Het CVZ heeft concrete voorschriften opgesteld om de programma’s aan te sturen. Deze zijn voorgelegd aan het college en de minister.
Vervolgens zijn de vastgestelde programma's voorzien van doelstellingen ('prestaties') en zijn verplichtingen aangegaan. Het CVZ bewaakt voortdurend dat de programmadoelstellingen worden behaald. Om de cyclus van programmering van prestaties en verplichtingen beter te beheersen, wordt sinds 2002 gewerkt met formats.
Deze formats zorgen ervoor dat de beleidsverantwoordelijke sectoren de verschillende planningsdocumenten opstellen op een uniforme manier.
De financiële programmering is met ingang van 2001 gewijzigd. Als een deel van het programma niet gerealiseerd wordt, komen de verplichtingen die daarmee samenhangen, ten laste van het eerstvolgende begrotingsjaar.
63
De verplichtingen die het CVZ in 2006 is aangegaan, zijn als kosten opgenomen in de jaarrekening. De verplichtingen die het CVZ nog niet betaald heeft (uit de jaren 2001 tot en met 2006), vormen de balanspositie per ultimo december 2006.
Uiteindelijk resulteert van de onderzoeksbegroting 2005 een niet besteed bedrag van 1,2 miljoen euro met een totaal aan kosten voor 2005 van 10,8 miljoen euro. De overschotten uit de overige verplichtingen van 2001 tot en met 2004 van in totaal 1,1 miljoen euro worden in mindering gebracht op de doorbelasting. Zodoende heeft het CVZ voor de onderzoeksverplichtingen in 2005 per saldo 9,7 miljoen euro doorbelast aan de AK en het AFBZ.
De gerealiseerde onderzoeksverplichtingen bedroegen ultimo 2001 17,94 miljoen euro. Periodiek stelt het CVZ het verplichtingenniveau bij. In 2002 komt deze bijstelling door verschillen bij de formele vaststelling van contracten, per saldo uit op 0,59 miljoen euro, in de periode 2003-2004 per saldo op 0,26 miljoen euro, in 2005 per saldo op 0,28 miljoen euro en in 2006 op 0,36 miljoen. Hierdoor is bij de afrekening van contracten, in totaal 1,49 miljoen euro vrijgevallen.
Lagere verplichtingen voor: • Uitvoeringsonderzoeken
-/- 0,31 miljoen
Vervallen het contract met ZonMw voor ontwikkelingsgeneeskunde • Beleidsonderzoek geneesmiddelen
-/- 0,63 miljoen
Minderkosten Athena-project/AMC hiv registratie /Bijlage 2/Enbrel • Farmacie-overig
-/- 0,14 miljoen
Ondermeer door een co-financiering VWS voor groeihormonen kinderen • Kompassen
-/- 0,15 miljoen
Meerkosten pilot internet en minderkosten kompassen/hulpmiddelen kompas • Diverse onderzoeksprogramma's
-/- 0,47 miljoen
Hogere verplichting voor: • Beleidsonderzoek geneesmiddelen
+ 0,20 miljoen
Meerkosten bij afronding Europese aanbesteding • evaluatie bijlage 2 en generaliseerbaarheid van trialresultaten • Preventie
Per saldo lagere verplichtingen
64
+ 0,01 miljoen
-/- 1,49 miljoen
In onderstaande tabel is de herziene verplichtingenstand naar de diverse onderzoeksprogramma's weergegeven.
Verplichtingen onderzoeksprogramma's 2001 X 1 MILJOEN EURO
Gerealiseerde
Herziene
verplichtingen
verplichtingen
Verschil
Kompassen
1,66
1,51
0,15-
Orgaantransplantaties
0,81
0,81
-
0,63
0,58
0,05-
Evaluatie beleidsvisies/ planningsbesluiten Doelmatigheidsonderzoeken CVZ
1,70
1,68
0,02-
Zorgvernieuwing
0,02
0,01
0,01-
Beleidsonderzoek geneesmiddelen
4,83
4,20
0,63-
Beleidsonderzoek hulpmiddelen
1,20
1,13
0,07-
Experimenten meerjarenafspraken
0,07
0,03
0,04-
DOVG (ouderenzorg/verst.gehandicapten)
0,55
0,51
0,04-
DGG (geestelijke gezondheidszorg)
0,68
0,68
-
DPZ (effectiviteitsonderzoek)
1,36
1,35
0,01-
Tandheelkunde
0,90
0,88
0,02-
Farmacie-GIP
0,14
0,14
-
Farmacie-overig
1,20
1,06
0,14
Uitvoeringsonderzoeken
1,03
0,72
0,31-
Preventie
1,16
1,16
-
17,94
16,45
1,49-
Totaal Generaal * lagere verplichtingen = -/-
In totaal heeft het CVZ over het jaar 2001 een bedrag van 15.279.181 euro bevoorschot. Op basis van de herziene verplichtingen van 16.456.995 euro moet het CVZ nog maximaal 1.177.814 euro afrekenen.
De gerealiseerde onderzoeksverplichtingen bedroegen ultimo 2002 17,44 miljoen euro. Periodiek stelt het CVZ het verplichtingenniveau bij. In 2003-2004 is het verplichtingenniveau met 0,27 miljoen eur bijgesteld bij de afrekening van contracten met Ziekenfondsen in het het kader van
65
de gegevensaanlevering GIP, terwijl in 2004 bij de afrekening van contracten per saldo 0,13 miljoen euro is vrijgevallen. In 2005 was dat per saldo 0,23 miljoen euro, en in 2006 per saldo 0,09 miljoen euro. In totaal is het verplichtingenniveau vanuit dit begrotingsjaar met 0,72 miljoen euro bijgesteld.
In onderstaande tabel is de herziene verplichtingenstand naar de diverse onderzoeksprogramma's weergegeven ten opzichte van de stand ultimo 2005.
Verplichtingen onderzoeksprogramma's 2002 X 1 MILJOEN EURO
Gerealiseerde
Herziene
Verschil
verplichtingen
verplichtingen
Kompassen
1,22
1,12
0,10-
Orgaantransplantaties
0,52
0,52
-
planningsbesluiten
1,69
1,67
0,02-
Doelmatigheidsonderzoeken CVZ
1,78
1,70
0,08-
Zorgvernieuwing
0,81
0,80
0,01-
Beleidsonderzoek geneesmiddelen
3,36
3,35
0,01-
Evaluatie beleidsvisies/
Beleidsonderzoek hulpmiddelen
1,28
1,26
0,02-
Experimenten meerjarenafspraken
0,83
0,79
0,04-
(ouderenzorg/verst.gehandicapten)
1,09
1,05
0,04-
DGG (geestelijke gezondheidszorg)
0,15
0,15
-
DPZ (effectiviteitsonderzoek)
0,65
0,63
0,02-
DOVG
Tandheelkunde
1,15
1,15
-
Farmacie-GIP
1,52
1,25
0,27-
Farmacie-overig
0,26
0,24
0,02-
Uitvoeringsonderzoeken
1,09
1,00
0,09-
Preventie
0,04
0,04
-
17,44
16,72
0,72-
Totaal Generaal * onderbesteding = -/-
In totaal heeft het CVZ over het jaar 2002 een bedrag van 15.438.597 euro bevoorschot. Op basis van de herziene verplichtingen van 16.724.417 euro moet het nog maximaal 1.285.820 euro afrekenen.
66
Voor het jaar 2003 heeft het ministerie van VWS het onderzoeksbudget van het CVZ vastgesteld op 15.660.000 euro. Dit bedrag is inclusief een eenmalige verhoging van 205.000 euro om het datawarehouse te bouwen voor de landelijke wachtlijstmeting verpleging en verzorging.
Per brief van 3 april 2003 heeft het ministerie ingestemd met het verzoek van het CVZ om voor de personele ondersteuning van het project ‘Perinatal Audit’ voor de jaren 2003 en 2004 jaarlijks een bedrag van 75.000 euro over te hevelen van deel II van de begroting van het CVZ naar deel I. Het totale onderzoeksbudget bedraagt na de overheveling 15.585.000 euro.
Per 31 december 2003 had het CVZ voor 13,36 miljoen euro aan verplichtingen gerealiseerd. Ook zijn er bij het aangaan van verplichtingen nog middelen verschoven tussen de onderzoeksprogramma's. Uiteindelijk resteert van de onderzoeksbegroting een niet besteed bedrag van 2,22 miljoen euro.
Met instemming van het ministerie van VWS zal het CVZ dit bedrag gebruiken om de publieksvoorlichting over pakketmaatregelen te betalen (470.000 euro) en voor de voorziening sociaal flankerend beleid (1.750.000 euro).
Periodiek stelt het CVZ het verplichtingenniveau bij. In 2004 is het verplichtingenniveau met 0,52 miljoen euro bijgesteld toen de contracten met Ziekenfondsen werden afgerekend in het kader van het gegevensaanlevering GIP, terwijl in de periode 2004-2006 bij de afrekening van contracten per saldo 0,16 miljoen euro is vrijgevallen. In totaal is het verplichtingenniveau vanuit dit begrotingsjaar met 0,69 miljoen euro bijgesteld.
In de tabel op pagina 68 is de herziene verplichtingenstand naar de diverse onderzoeksprogramma’s weergegeven.
67
Verplichtingen onderzoeksprogramma's 2003 X 1 MILJOEN EURO
Gerealiseerde
Herziene
Verschil
verplichtingen
verplichtingen
Kompassen
1,17
1,26
0,09-
Orgaantransplantaties
0,99
0,99
-
planningsbesluiten
0,40
0,40
-
Doelmatigheidsonderzoeken CVZ
1,19
1,18
0,01
Sociale gezondheidszorg
0,87
0,82
0,05-
Beleidsonderzoek geneesmiddelen
1,67
1,63
0,04-
Evaluatie beleidsvisies/
Beleidsonderzoek hulpmiddelen
0,92
0,91
0,01-
Mondzorg
0,56
0,56
-
Farmacie-GIP
1,63
1,11
0,52-
Farmacie-overig
0,93
0,87
0,06-
Preventie
0,11
0,10
0,01-
Vademecum verloskunde
0,10
0,05
0,05-
Onderzoeken curatieve zorg
1,18
1,18
-
Onderzoek paramedische zorg
0,85
0,84
0,01-
Onderzoeksprogramma's DOVG/DGG
0,79
0,77
0,02-
13,36
12,67
0,69-
Voorlichting pakketmaatregelen**
0,47
0,47
-
Sociaal flankerend beleid**
1,75
1,75
-
15,58
14,89
0,69-
Sub-totaal
Totaal Generaal * lagere verplichtingen
** Deze middelen worden verantwoord via deel I van de begroting van het CVZ.
In totaal heeft het CVZ over het jaar 2003 een bedrag bevoorschot van 10.484.197 euro. Op basis van de herziene verplichtingen van 12.682.760 euro moet het nog maximaal 2.198.563 euro afrekenen.
Voor het jaar 2004 heeft het ministerie van VWS het onderzoeksbudget van het CVZ vastgesteld op 10.805.000 euro. Van dit bedrag is 75.000 euro bestemd voor de personele ondersteuning door het CVZ van het project ‘Perinatal Audit’.
68
Per brief van 3 april 2003 heeft het ministerie ingestemd met het verzoek van het CVZ om een bedrag van 75.000 euro over te hevelen van deel II van de begroting van het CVZ naar deel I. Het totale onderzoeksbudget na deze overheveling bedraagt 10.730.000 euro.
Het ministerie van VWS heeft vervolgens het plafondbedrag met brieven van 3 augustus 2004 (VWS/POG/ZP 2.501.446) en 26 augustus 2004 (VWS/AWBZ/2503678) eenmalig verhoogd met in totaal 393.181 euro, respectievelijk voor het onderzoek GINO (161.340 euro) en voor fase 1 van het ‘Plan van aanpak dyslexie’ (231.841 euro).
Na 2004 bleek dat het CVZ voor 9,50 miljoen euro aan verplichtingen gerealiseerd had. Ook zijn er bij het aangaan van verplichtingen nog middelen verschoven tussen de onderzoeksprogramma's. Uiteindelijk resteert van de onderzoeksbegroting een niet-besteed bedrag van 1,63 miljoen euro.
In onderstaande tabel is de herziene verplichtingenstand naar de diverse onderzoeksprogramma's weergegeven.
Verplichtingen onderzoeksprogramma's 2004 X 1 MILJOEN EURO
Gerealiseerde
Herziene
Verschil
verplichtingen
verplichtingen
Kompassen
0,81
0,46
0,35-
Doelmatigheidsonderzoeken CVZ
0,79
0,70
0,09-
Sociale gezondheidszorg
0,61
0,62
0,01
Beleidsonderzoek geneesmiddelen
1,25
0,88
0,37-
Beleidsonderzoek hulpmiddelen
0,89
0,66
0,23-
Mondzorg
0,45
0,45
-
Farmacie-GIP
1,90
1,24
0,66-
Farmacie-overig
0,65
0,77
0,12
Preventie
0,36
0,33
0,03-
Onderzoeksprogramma's AWBZ
0,62
0,63
0,01
Beleidsonderzoek CZ eerstelijn
0,77
0,75
0,02-
Beleidsonderzoek CZ tweedelijn
2,02
2,00
0,02-
11,12
9,49
1,63-
Totaal Generaal ** lagere verplichtingen = -/-
69
In totaal heeft het CVZ over het jaar 2004 een bedrag bevoorschot van 8.002.142 euro. Op basis van de herziene verplichtingen van 9.494.376 euro moet het nog maximaal 1.492.234 euro afrekenen.
Het beschikbare budget, zie brief VWS van 7 november 2003 (Z/T&S-2428753) voor het jaar 2005 is 10.805.000 euro. VWS heeft het plafondbedrag vervolgens verhoogd met in totaal 1.400.000 euro, voor het project ‘Dyslexie’.
Per brief van 19 november 2004 heeft het CVZ een verzoek aan VWS ingediend om een bedrag van 187.000 euro over te hevelen van deel II van de begroting van het CVZ naar deel I. Het totale onderzoeksbudget bedraagt na de verhoging en overheveling 12.018.000 euro.
Het ministerie van VWS heeft per brief van 9 mei 2005 (Z/VU-2584191) het onderzoeksbudget voor het jaar 2005 van het CVZ vastgesteld op 12.018.000 euro.
Per 31 december 2005 had het CVZ 10,83 miljoen euro aan verplichtingen gerealiseerd. Ook waren er bij het aangaan van verplichtingen nog middelen verschoven tussen de onderzoeksprogramma's. Uiteindelijk resteert van de onderzoeksbegroting een niet-besteed bedrag van 1,03 miljoen euro.
70
In onderstaande tabel is de herziene verplichtingenstand naar de diverse onderzoeksprogramma's weergegeven.
Verplichtingen onderzoeksprogramma's 2005 X 1 MILJOEN EURO
Gerealiseerde
Herziene
verplichtingen
verplichtingen
Verschil
pakketbeoordeling
0,20
0,09
0,11-
Afbakening pakket
0,20
0,10
0,10-
Pakketadviezen
0,50
0,53
0,03
Operationalisatie criteria
Informatieverstrekking pakket
0,64
0,23
0,41-
Pakketbeheer AWBZ
1,30
0,82
0,48-
Pakketbeheer Geneesmiddelen
0,80
0,27
0,53-
Pakketbeheer Hulpmiddelen
0,32
0,34
0,02
Pakketbeheer Mondzorg
0,45
0,86
0,41
Pakketbeheer Preventie
0,20
0,13
0,07-
Pakketbeheer Eerstelijnszorg
0,77
0,86
0,09
Pakketbeheer Tweedelijnszorg
2,10
2,99
0,89
Programma Zorgverbetering
0,15
-
0,15-
Programma Sociale Gezondheidszorg
0,37
0,41
0,04
Uitvoering GIP
1,90
1,36
0,54-
Projecten Farmacie
0,72
0,05
0,67-
Project Dyslexie
1,40
1,95
0,55
Totaal Generaal
12,02
10,99
1,03-
** lagere verplichtingen = -/-
In totaal heeft het CVZ over het jaar 2005 een bedrag bevoorschot van 5.443.973 euro. Op basis van de herziene verplichtingen van 10.990.475 euro moet het nog maximaal 5.546.502 euro afrekenen.
Het beschikbare budget, zie brief VWS van 6 juni 2006 (MC/T&B-2689827) voor het jaar 2006 is 10.000.000 euro.
Per 1 januari 2007 had het CVZ voor 5,72 miljoen euro aan verplichtingen gerealiseerd.
71
In onderstaande tabel is de herziene verplichtingenstand naar de diverse onderzoeksprogramma's weergegeven.
Verplichtingen onderzoeksprogramma's 2006 X 1 MILJOEN EURO
Gerealiseerde
Herziene
verplichtingen
verplichtingen
Verschil
Uitvoering GIP
1,10
0,63
0,47-
Toegang tot verzekering
0,50
0,07
0,43-
Beoordeling/omschrijven zorgprest.
1,20
0,36
0,84-
Beoordelingskader pakketbeheer
1,80
1,30
0,50-
Samenhang en evenwicht pakket
1,20
0,69
0,51-
Plaats zorg t.o.v. andere regelingen
0,70
0,14
0,56-
Toegankelijkheid zorg 3e comp.
0,30
0,22
0,08-
Een duidelijk pakket
0,90
0,12
0,78-
Een verantwoorde verzekering
1,20
1,04
0,16-
Onderzoek eigen werkproces
1,10
1,15
0,05
10,00
5,72
4,28-
Totaal Generaal ** lagere verplichtingen = -/-
In totaal heeft het CVZ over het jaar 2006 een bedrag bevoorschot van 1.249.415 euro. Op basis van de herziene verplichtingen van 5.725.055 euro moet het nog maximaal een bedrag van 4.475.640 euro afrekenen.
72
Bijlagen 1. Samenstelling College en Directie
Samenstelling op 31 december 2006
College Dhr. drs. J.S.J. Hillen, voorzitter Mw. P.M. Altenburg Dhr. J.F.M. Bergen, arts Mw. mr. A.M. van Blerck–Woerdman Mw. Y. Koster–Dreese Dhr. R.H. Levi, arts Dhr. prof. dr. R.J. van der Veen
Directie Dhr. dr. P.C. Hermans Dhr. dr. A. Boer Dhr. M. van Brouwershaven, MPA RA
Afdelingshoofden: Innovatie
Mw. dr. F. Rikken
Pakket
Dhr. drs. A.R. Schuurman, MBA
Geschillen
Mw. mr. M. van der Veen–Helder
Buitenland
Dhr. drs. J. Luursema
Fondsen
Dhr. A.M.W.A. van Dijk
Verzekeringsuitvoering
Dhr. drs. H.G. Poortman, RA
Verantwoording & Signalering
Dhr. drs. N.T.J.P. Rozing
Communicatie & Informatie
Dhr. drs. R.W.M. Schipaanboord
Personeel & Financiën
Mw. E.J.M. Driessen
Organisatiebesturing
Mw. ir. A.J.M. Schoutsen–Brandsen
Juridische zaken
Dhr. Mr. J.K. van den Bosch
Bedrijfsbureau
Mw. N.C.M. Jaspers
Automatisering
Dhr. C.J. de Koff
Facilitaire ondersteuning
Dhr. A. Vink
Onderzoek
Dhr. drs. R.G.P. Doeschot
Kenniscentrum
Mw. dr. A. van Rooy
73
2. Overige functies college- en directieleden
College DRS. J.S.J. HILLEN, VOORZITTER Vanaf
Bedrijven, branches
Functies
Vergoeding
2005
Telematica
Lid Raad van Commissarissen
Bezoldigd
2004
Centrum voor
Voorzitter
Bezoldigd
Buitengewoon lid
Vacatiegeld
Merk en Communicatie (CMC) 2005
Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV)
2003
Nederlandse Orde van Accountants- Lid Raad van Advies
Vacatiegeld
Administratieconsulenten (NOvAA) 2005
Nederlandse School voor
Lid Curatorium
Onbezoldigd
2005
Eilandbestuur Bonaire
Lid Adviesraad
Onbezoldigd
2005 2005
VNO NCWLid Dagelijks
Bestuur
Onbezoldigd
VNO-NCW
Voorzitter VNO-NCW ‘t Gooi
Onbezoldigd
Wetenschappelijke Adviesraad van
Lid
Onbezoldigd
Voorzitter
Onbezoldigd
Bedrijven, branches
Functies
Vergoeding
Levensverzekering Mij
Commissaris
Bezoldigd
Openbaar Bestuur (NSoB)
2005
het Instituut voor Informatierecht (IViR) van de Universiteit van Amsterdam (UvA) 2004
Stichting AVRO Orgels
MW. P.M. ALTENBURG Vanaf juni 2006
Kunst en Cultuur mrt 2006
M&N Services
Commissaris
Bezoldigd
2005
Koni BV
Commissaris
Bezoldigd
2004
PMA consult BV
Directeur
Bezoldigd
2002
Zuiderzeemuseum
Lid Raad van Toezicht
Vacatiegeld
2004
Stichting Welzijn aan het IJ
Voorzitter
Onbezoldigd
74
DHR. J.F.M. BERGEN, ARTS Vanaf 2003
Bedrijven, branches
Functies
Vergoeding
Statencommissie Sociale en
Lid
Bezoldigd
Bestuurlijke zaken 2003
Provinciale Staten Zeeland
Lid CDA-fractie
Bezoldigd
1999
Huisarts- en Verpleeghuisarts
Voorzitter (2004)
Bezoldigd
Huisartsenpraktijk, vrijgevestigd
Huisarts
Bezoldigd
Stichting Reclamecode
Lid Geschillencommissie kamer I
Vacatiegeld
Bestuurslid
Vacatiegeld
Voorzitter
Vacatiegeld
Registratie Commissie (HVRC) 1979 2001
Geneesmiddelen (SRG) 1999
Stichting Goodwillfonds voor Huisartsen (SGH)
1998
Nederlands Bijwerkingen Centrum (LAREB)
2005
KNMG
Adviserend lid federatie bestuur
Onbezoldigd
2003
CDA-Vlissingen
Adviseur bestuur
Onbezoldigd
2001
AURIVOM
Lid Raad van Commissarissen
Onbezoldigd
2001
Stichting Geneeskunde
Voorzitter
Onbezoldigd
Lid fractie
Onbezoldigd
Walcheren (SGW) 2002
Tweede Kamerfractie CDA
1999
Stichting Centra voor Arbeid en
begeleidingscommissie VWS Bestuurslid
Onbezoldigd
Functies
Vergoeding
Gezondheid in Nederland (CAGIN)
MW. MR. A.M. VAN BLERCK–WOERDMAN Vanaf
Bedrijven, branches
2005
Gemeenteraad Breda
Wethouder
Bezoldigd
2004
Buro Jeugdzorg Noord-Brabant
Voorzitter
Bezoldigd
2002
Zorgconsult Nederland
Lid Raad van Commis-sarissen
Bezoldigd
2002
NHTV Internationale
Lid Raad van Toezicht
Bezoldigd
Voorzitter Raad van Toezicht
Bezoldigd
Hogeschool Breda 1996
St. Elizabeth Ziekenhuis Tilburg
2004
Commissie scouting VVD
Lid
Onbezoldigd
1996
RK Gasthuis Tilburg
Bestuurslid
Onbezoldigd
75
MW. Y. KOSTER–DREESE Vanaf
Bedrijven, branches
Functies
Vergoeding
mei 2006
Quintis
Senior consultant
Bezoldigd
1996
Raad voor Maatschappelijke
Waarnemend voorzitter (2006)
Bezoldigd
Ontwikkeling (RMO) te Den Haag 1994
Kantel Konsult
Directeur/senior consultant
Bezoldigd
2004
ZorgCompanie
Lid Raad van Commissarissen
Vacatiegeld
2004
Jan van Breemen Instituut
Lid Raad van Toezicht
Vacatiegeld
2000 tot
Fonds Openbare Gezondheidszorg
Lid College van Advies
Vacatiegeld
1998
VISIO
Vice-voorzitter Raad van Toezicht
Vacatiegeld
1997 tot
Zorgonderzoek
Bestuurslid
Vacatiegeld
1 juli 2006
juli 2006
Nederland/Mw (ZonMw)
2006
Stichting Presentie
Bestuurslid
Onbezoldigd
2006
CrossOver
Bestuurslid
Onbezoldigd
2006
Vereniging tegen Discriminatie
Bestuurslid
Onbezoldigd
2000 tot
Stichting Patiëntenpraktijk
Voorzitter
Onbezoldigd
WelThuis Provincie Utrecht
Lid Denktank
Onbezoldigd
1 juni 2006 2003 tot 1 mei 2006 2004
Taskforce Handicap en Samenleving Lid
Onbezoldigd
DHR. R.H. LEVI, ARTS Vanaf 2004
Bedrijven, branches
Functies
Vergoeding
COGIS, kenniscentrum vervolging,
Lid Raad van Toezicht
Vacatiegeld
(onafhankelijk) Voorzitter
Vacatiegeld
oorlog en geweld 2000
Raad van Advies Zorgkantoor Amstelland/Meerlanden
2000
Muziek- en Dansschool Amstelveen Voorzitter
Onbezoldigd
2000
Stichting Sinaï Centrum
Voorzitter Raad van Toezicht
Onbezoldigd
1999
Stichting Vrienden
Secretaris
Onbezoldigd
lid
Onbezoldigd
Voorzitter
Onbezoldigd
Ziekenhuis Amstelveen 1988
Centraal Interkerkelijk Overleg Gezondheidszorg
1985
World Fellowship Israël Medical Association
76
PROF. DR. R.J. VAN DER VEEN Vanaf 2004
Bedrijven, branches Erasmus Universiteit
Functies
Vergoeding
Hoogleraar Sociologie van
Bezoldigd
arbeid en organisatie 2004
Clienten Keurmerk
Voorzitter Raad van Toezicht
Onbezoldigd
Lid
Onbezoldigd
Lid referentencollege
Onbezoldigd
Reintegratiebedrijven 2004
Toetsingscommissie Werk en Bijstand (SZW)
2004
Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
2004
Dordtse Welzijnsorganisatie
Lid Raad van Toezicht
Onbezoldigd
1998
Wiairdi Beckman Stichting
Lid curatorium
Onbezoldigd
1997
Amsterdam University Press
Redactielid
Onbezoldigd
Bedrijven, branches
Functies
Vergoeding
Avicenna executive opleiding
Moderator
Bezoldigd
Directie DR. P.C. HERMANS Vanaf 2006
voor topmanagers 2005
Groene Hart Ziekenhuis te Gouda
Vice-voorzitter Raad van toezicht
Bezoldigd
2006
Stichting STG/Health
Lid van de Raad van Advies
Onbezoldigd
Functies
Vergoeding
Management Forum
DR. A. BOER Vanaf
Bedrijven, branches
1999
Cap Gemini Leergangen
Docent
Bezoldigd
2006
Werkgroep 71: AWBZ-bestuurders
Lid
Onbezoldigd
2006
EuNetHTA
Lid Steering Committee
Onbezoldigd
2004
HTAi Policy Forum
Lid
Onbezoldigd
2003
Raad voor Gezondheidsonderzoek
Lid
Onbezoldigd
1997
Gezondheidsraad: commissie MTA
Adviseur
Onbezoldigd
77
M. VAN BROUWERSHAVEN, MPA RA Vanaf 1999
Bedrijven, branches
Functies
Vergoeding
M. van Brouwershaven
Directeur
Bezoldigd
Directeur-grootaandeelhouder
Bezoldigd
Management B.V 1999
M. van Brouwershaven Holding B.V
3. Publicaties in 2006
Publicatie
Nummer
Titel/Onderwerp
datum 21-12-2006
245
Rapport Pakketbeheer in de praktijk
07-12-2006
246
Rapport NESS Handmaster
23-11-2006
Eindrapport Evaluatie SPD Nieuwe Stijl
23-11-2006
Rapport Pakketbeoordeling oncologisch Revalidatieprogramma Herstel en Balans
23-11-2006 09-11-2006
Rapport Stamceltherapie en de zorgverzekering 244
06-11-2006
Uitvoeringsverslag PGB nieuwe stijl (juli 2005-juli 2006) Rapport Kosten bij levende donatie aan de kant van de donor en zijn/haar familie
31-10-2006
Evaluatie subsidie medische en seksuologische hulpverlening
26-10-2006
Heroriëntatie hulpmiddelenzorg: stand van zaken (brief aan de minister van VWS)
26-10-2006
Onderzoek PGB-gefinancierde wooninitiatieven (brief aan de staatssecretaris van VWS)
12-10-2006
Samenvatting onderzoeksproject ‘Aangepast Zorgmodel Slechthorenden’ (AZOS)
28-09-2006
Onderzoeksrapport Kwaliteit van zorg ingekocht met een Persoonsgebonden Budget
19-09-2006
Wachttijden levende donor niertransplantaties (brief aan de minister van VWS) Rapport Advies vergunningaanvraag niertransplantaties/VU medisch
14-09-2006
centrum 13-07-2006
Beleidsregels indicatiestelling (brief aan de staatssecretaris van VWS)
13-07-2006
Rapport Uitvoeringstoets geestelijke verzorging
22-06-2006
78
242
Signaleringsrapport hulpmiddelen 2006
Publicatie
Nummer
Titel/Onderwerp
datum 22-06-2006
Monitor hulpmiddelen 2006
22-06-2006
Rapport Vergoeding van extramurale geneesmiddelen buiten de geregistreerde indicaties
08-06-2006
Rapport Wachtlijsten in de verpleging en verzorging en gehandicaptenzorg: ontwikkelingen in 2005 en achtergronden
08-06-2006
Voorstel opname bekkenfysiotherapie bij urine-incontinentie in de Zorgverzekeringswet (brief aan de minister van VWS)
11-05-2006
Aanspraak hepatitis A-vaccin (brief aan de minister van VWS)
27-04-2006
Rapport Harttransplantaties in Nederland (eindrapportage)
27-04-2006
Rapportage Nederlandse Orgaantransplantatieregistratie (NOTR) gegevens 2004
13-04-2006
241
Rapport Procedure beoordeling intramurale geneesmiddelen
30-03-2006
Rapport Jaarverslag fondsen
02-03-2006
Rapport Beoordeling VNS-therapie
79
4. Accountantsverklaring
80
81
Colofon Uitgave
College voor zorgverzekeringen Mei 2007
Redactie
Afdeling Organisatiebesturing
Vormgeving
Afdeling C&I
Fotografie
Getty Images
Druk
VDA-groep, Apeldoorn
Adres
College voor zorgverzekeringen Postbus 320 1110 XH Diemen Telefoon: (020) 797 85 55 Fax:
(020) 797 85 00
E-mail:
[email protected]
Website: www.cvz.nl