Jaarverslag Dollard College
∆∆2014
Bewust, bekwaam, betekenisvol 1
2
Inhoudsopgave Voorwoord Raad van Toezicht
4
Voorwoord College van Bestuur
6
Deel 1 Jaarverslag Hoofdstuk 1 Organisatie 1.1 Dollard College 1.2 Organisatie 1.3
Identiteit, visie, missie en besturingsfilosofie
1.4
Strategische beleidsdoelen
1.5
Leerlingenaantallen
Hoofdstuk 2 Kwaliteit 2.1 Onderwijsontwikkelingen 2.2
Zorgbeleid
2.3
Onderwijskwaliteit
2.4
Beoordeling
2.5
Samenwerkingsverbanden
Hoofdstuk 3 Leer- en werkomgeving 3.1 Internationalisering en culturele diversiteit 3.2
Arbo- en veiligheidsbeleid
3.3
Huisvesting & Facilitair
3.4
Digitalisering
Hoofdstuk 4 Medewerkers 4.1 Onze medewerkers 4.2
Professionalisering en OGN-academie
4.3
Gezondheidsmanagement
Hoofdstuk 5
Begroting 2015
5.3
Continuïteit
5.4
Treasury
11 11 13 14 15 17 18 18 18 18 19 21 21 22 23 24 24 25 26 30
Financiën 5.1 Jaarrekening 5.2
8 8 8 9 10 10
Deel 2 Jaarrekening
32
Deel 3 Overige gegevens
56
Bijlagen
61 3
voorwoord >> RAAD VAN TOEZICHT
aanwezigheid van het College van Bestuur drie keer met directeuren en vertegenwoordigers van de medezeggenschapsorganen gesproken. Doel van deze gesprekken is ‘enige voeling’ te hebben met de medewerkers van de organisatie. Om dezelfde reden zijn leden van de Raad van Toezicht ook regelmatig aanwezig geweest bij informele personeelsbijeenkomsten. Ook heeft een extra bijeenkomst tussen het College van Bestuur en de Raad van Toezicht plaatsgevonden over de ontstaansgeschiedenis van de organisatie. De auditcommissie is in aanwezigheid van het College van Bestuur vijf keer bijeen geweest. De belangrijkste onderwerpen waren het vaststellen van de jaarrekening 2013, goedkeuring van de begroting 2015 en grote investeringen. De Raad heeft in 2014 met een positief kritische houding gekeken naar de financiële situatie. De Raad heeft het College van Bestuur het vertrouwen gegeven en tevens de opdracht om binnen de begroting te werken. De Raad heeft regelmatig met het College van Bestuur gesproken over hoe de begrotingsdiscipline en het eigenaarschap van de budgethouders binnen de organisatie verbeterd kan worden en over hoe verantwoordelijkheden met betrekking tot financiën en bedrijfsvoering beter belegd kunnen worden. Enerzijds vraagt de Raad meer sturing hierin, anderzijds begrijpt de Raad ook dat dit een proces is en de gewenste situatie niet van de ene op de andere dag gerealiseerd is. Tussen de Raad van Toezicht en het College van Bestuur zijn goede gesprekken gevoerd over deze processen, waarbij de Raad ook als sparringpartner voor het College van Bestuur fungeerde. De remuneratiecommissie is regelmatig in gesprek geweest met het College van Bestuur. Vanzelfsprekend heeft de remuneratiecommissie met de afzonderlijke leden van het College van Bestuur gesproken over hun functioneren, maar ook het vertrek van de voorzitter College van Bestuur, Roel Schilt, per 31 december was een belangrijk onderwerp in 2014. Als gevolg van zijn vertrek werd met het lid College van Bestuur, Astrid Berendsen, gesproken over haar ambities en dat resulteerde in het voornemen en vervolgens het besluit van de Raad van Toezicht om het lid College van Bestuur te benoemen als voorzitter College van Bestuur per 1 januari 2015. Ook heeft de Raad besloten een nieuw lid College van Bestuur te werven en daarvoor een werving- en selectiebureau in te schakelen. De wervingsprocedure is gestart in 2014 en wordt in het voorjaar van 2015 afgerond.
Wij bieden u hierbij het jaarverslag van 2014 van het Dollard College aan. De jaarrekening is vastgesteld door het College van Bestuur en gecontroleerd door KPMG Accountants N.V. Na advies van de auditcommissie hebben wij het voorgenomen besluit tot vaststelling van het jaarverslag en de jaarrekening door het College van Bestuur goedgekeurd. Het jaar 2014 was in veel opzichten een enerverend jaar met veel mooie ontwikkelingen. In het jaarverslag 2013 werd al melding gemaakt van de ideeën over een nieuwe organisatiestructuur. In 2014 zijn deze ideeën verder uitgewerkt en geconcretiseerd. Dit onderwerp en de gehele transitie van de organisatie stonden iedere vergadering van de Raad van Toezicht op de agenda. De Raad juicht de veranderingen toe en is positief over de wijze waarop de transitie wordt geleid door het College van Bestuur. Dat dit spannend is voor alle betrokkenen en onzekerheden met zich meebrengt, spreekt voor zich. Iedere vergadering werd besproken welke effecten dit heeft op de medewerkers. De Raad staat volledig achter de doelstelling van de transitie, namelijk verantwoordelijkheden zo diep mogelijk in de organisatie beleggen en een slagvaardig management realiseren. En dat alles met als doel om leerlingen zo veel mogelijk uit te dagen om te ontdekken waarvoor ze staan, wat hen drijft en waarin ze goed zijn. Naast het toezicht houden op de ‘technische’ zaken die te maken hebben met een grote organisatie- en cultuurverandering zoals de transitie, fungeert de Raad hierin ook als klankbord van het College van Bestuur. Verder kwam van twee leden van de Raad van Toezicht de zittingstermijn ten einde, traden drie nieuwe leden toe en verliet aan het eind van 2014 de voorzitter van het College van Bestuur de organisatie. De Raad van Toezicht bestond in de eerste helft van 2014 uit vijf personen. Omdat op 1 augustus 2014 de tweede en laatste termijn van twee leden zou eindigen is in het voorjaar een sollicitatieprocedure gestart. Met het oog op de transitie die gaande is binnen de organisatie, is ervoor gekozen om drie nieuwe leden aan de Raad toe te voegen. Naast geschiktheid voor een toezichthoudende rol bij het Dollard College was de sollicitatiecommissie van mening dat hun specifieke ervaring en expertise meerwaarde moest hebben voor de organisatie. De Raad van Toezicht heeft vijf keer in formele zin en drie keer in informele zin (op vestigingen) vergaderd. In informele zin heeft de Raad van Toezicht in 4
In verband met de nieuwe samenstelling van de Raad van Toezicht heeft de Raad besloten in 2014 geen zelfevaluatie uit te voeren, hoewel veel van de onderwerpen die daarbij aan de orde zouden zijn gekomen wel zijn besproken bij het opstellen van het profiel Lid College van Bestuur. We hebben dit onderwerp op de agenda gezet voor het najaar van 2015. De Raad heeft besloten om met ingang van 2015 een commissie Kwaliteitszorg binnen de Raad in het leven te roepen. Het betreft hier kwaliteitszorg in brede zin. Vanzelfsprekend gaat het om de kwaliteit van het onderwijs, maar het gaat ook over de kwaliteit van de organisatie. De commissie zal starten met het afbakenen van het aandachtsgebied en het opstellen van een werkagenda. In de bijlage achterin dit jaarverslag kunt u meer lezen over de samenstelling van de Raad van Toezicht en de commissies. In 2014 zijn enkele ontwikkelingen voortgezet. Tijdens de informele bijeenkomsten heeft de Raad zich verdiept in een aantal actuele thema’s in het onderwijs, namelijk Krimp en Entreeonderwijs.
• • • • • •
zoals opbrengsten en inspectie-arrangementen, krimp en de mogelijke gevolgen en risico’s, entreeonderwijs, passend onderwijs, samenwerking Dollard College-Ubbo Emmius, platform MBO-V(S)O in de provincie Groningen; personeel: ziekteverzuim, professionalisering, mobiliteit; bedrijfsvoering: begroting 2015, jaarverslag 2013, kaderbrief 2014-2015, begrotingsbrief 2015; transitie Onderwijsgroep Noord: nieuwe organisatiestructuur, (her)ontwerp bestuursbureau; organisatie: werving + benoeming nieuwe leden Raad van Toezicht, instellen commissie Kwaliteitszorg Raad van Toezicht, vertrek voorzitter College van Bestuur, benoeming nieuwe voorzitter College van Bestuur, werving lid College van Bestuur; good governance: toezichtskader Raad van Toezicht, WNT ICT: DDoS problematiek
De Raad van Toezicht ziet met vertrouwen het volgende jaar tegemoet. Groningen, 19 juni 2015
De volgende onderwerpen zijn aan bod geweest in 2014: onderwijs: kwaliteit van de onderwijsinstellingen,
Namens de Raad van Toezicht, Elly Pastoor-Meuleman, voorzitter
•
5
VOORWOORD
besturingsfilosofie, waarbij we de verantwoordelijkheden leggen daar waar beïnvloeding plaatsvindt, zo diep mogelijk in onze organisatie. In het verlengde hiervan hebben we bouwstenen ontwikkeld voor leiderschap op alle niveaus in de organisatie. Wij willen al onze medewerkers toerusten om de belofte aan onze leerlingen te realiseren, binnen de lerende organisatie die het Dollard College wil zijn. We willen alle mogelijkheden benutten om van elkaar te leren, om alle aanwezige kennis en kunde binnen onze organisatie te delen. Op deze manier zijn identiteit en handelen onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Het jaar 2014 was wederom een belangrijk jaar, met veel ontwikkelingen. Bij al die ontwikkelingen stond en staat de leerling centraal. We willen een pedagogisch klimaat creëren waarin onze leerling zijn of haar talenten optimaal kan ontwikkelen en zich veilig voelt. Hoe we dit gedaan hebben en wat de resultaten zijn, kunt u lezen in dit jaarverslag. Om onze leerlingen nog beter te kunnen begeleiden, moet je ook weten wie jezelf bent. Daarom werken we vanuit onze identiteit: wie zijn we, waar staan we voor en wat beloven we aan onze leerlingen? Het antwoord op deze vragen hebben we in 2013 beschreven in ons identiteitsbewijs. We hebben gekozen voor de kernwaarden ‘gemeenschappelijk versterkend’ en ‘bewust persoonlijk’. Dit identiteitsbewijs vormde de basis voor de nieuwe
Natuurlijk willen we uitvoeren wat verwoord staat in ons identiteitsbewijs en in onze besturingsfilosofie. Hiervoor hebben we onder andere een goede besturings- en managementstructuur nodig. In 2014 hebben we samen met de directeuren en de coördinerend bestuursadviseurs het nieuwe ontwerp van
6
nale ontwikkelingen in combinatie met onze ambities staat beschreven in het strategisch beleidsplan van het Dollard College. Eind 2014 was dit plan klaar. Het strategisch beleidsplan wordt gevoed vanuit het identiteitsbewijs en datgene wat we voor onze leerlingen willen betekenen. In het plan staan de strategische ambities beschreven en wordt beschreven op welke wijze we deze ambities willen gaan halen. Sinds ruim twee jaar werken de bestuurders van v(s)o en mbo samen op maatschappelijke thema’s zoals demografische krimp en Entree onderwijs, in een platform in de provincie Groningen. De bestuurders nemen bij deze thema’s hun verantwoordelijkheid om het onderwijs duurzaam en betekenisvol in de provincie Groningen vorm te blijven geven. Dit vraagt van een ieder: over de eigen schaduw heenstappen en vanuit de leerling denken en handelen. Op een goede manier vindt hierover overleg plaats en houden de bestuurders elkaar scherp. In het kader van de vernieuwingen in het vmbo, worden de beroepsgerichte programma’s in het vmbo vernieuwd. De nieuwe programma’s worden eenvoudiger en duidelijker en sluiten straks beter aan op de actualiteit. Daardoor worden leerlingen beter voorbereid op hun vervolgopleiding en toekomstige beroep. Ruim dertig afdelingsprogramma’s worden in 2016 vervangen door tien profielen, bestaande uit gemeenschappelijk vakken en beroepsgerichte profielen keuzevakken. Deze profielen maken het mogelijk onderwijs op maat aan de leerling aan te bieden en optimale leerlijnen naar het mbo vorm te geven. In 2014 is binnen geheel Onderwijsgroep Noord door middel van een werkgroep gewerkt aan de voorbereidingen hiervoor.
ons besturingsmodel ontwikkeld. In het voorjaar van 2014 heeft het College van Bestuur een voorgenomen besluit genomen over dit nieuwe besturingsmodel, na overleg met de Raad van Toezicht. Vlak voor de zomer heeft het College van Bestuur de adviesen instemmingsaanvraag inzake het nieuwe besturingsmodel en de plaatsingsprocedure voor de nieuw te benoemen regiodirecteuren, inclusief het veranderverhaal, het bijbehorende spoorboekje en de financiële onderbouwing, voorgelegd aan de Medezeggenschapsraad van het Dollard College. Gedurende een betekenisvol half jaar heeft het College van Bestuur regelmatig overleg gevoerd met de Medezeggenschapsraad over de advies- en instemmingsaanvraag. Begin 2015 wordt de reactie van de Medezeggenschapsraad verwacht. Ook het bestuursbureau werkt vanuit de belofte die we hebben gedaan aan onze leerlingen in het identiteitsbewijs en onze besturingsfilosofie. Dit betekent dat het bestuursbureau wordt herontworpen, waarbij de ondersteuning aan de medewerkers op de vestigingen centraal staat. Samen met directeuren van de scholen en medewerkers van het bestuursbureau zijn leidende principes ontwikkeld die richtinggevend zijn voor het herinrichten van het bestuursbureau. De bijpassende managementstructuur van het bestuursbureau zal aansluiten bij die van de onderwijsstichtingen. Aan het eind van 2014 heeft het College van Bestuur de advies- en instemmingsaanvraag voor de managementstructuur van het bestuursbureau, het veranderverhaal, het bijbehorende spoorboekje en de financiële onderbouwing, voorgelegd aan de Ondernemingsraad van het bestuursbureau. De directeuren en teamleiders van het Dollard College hebben samen met het College van Bestuur en met ondersteuning van de staf hun strategisch beleidsplan voor de komende vier jaar opgesteld. We willen adequaat kunnen inspelen op landelijke en regionale ontwikkelingen: vraagstukken als krimp, bezuinigingen en opdrachten van de landelijke overheid, zoals Passend Onderwijs en Leraar 2020. Deze ontwikkelingen doen een sterk beroep op het gezamenlijk zoeken naar oplossingen. Onze krachten bundelen en samenwerken. Gemeenschappelijk versterkend. Samenwerking tussen alle vestigingen binnen Onderwijsgroep Noord en samenwerken binnen de stichtingen in de regio. Dit betekent ook samenwerking met onze regionale partners: collegaonderwijsinstellingen, organisaties en bedrijven. Het adequaat in kunnen spelen op landelijke- en regio-
In 2014 is de aanzet gegeven tot wijziging in de samenstelling van het College van Bestuur. Op 31 december 2014 heeft de voorzitter van het College van Bestuur, Roel Schilt, afscheid genomen van de organisatie. Ondergetekende werd benoemd als voorzitter van het College van Bestuur per 1 januari 2015. In 2014 is een procedure gestart voor een nieuwe lid College van Bestuur. Hierbij dank ik alle medewerkers zeer voor hun inzet en inspanningen voor onze leerlingen. Groningen, 19 juni 2015 Astrid Berendsen, voorzitter College van Bestuur
<< 7
Hoofdstuk 1
DE ORGANISATIE 1.1
Dollard College
Het Dollard College is een school voor voortgezet onderwijs in Oost-Groningen voor praktijkonderwijs, vmbo, mavo, havo, zesjarige havo, atheneum of gymnasium. Het Dollard College heeft vestigingen in de plaatsen Bellingwolde, Oude Pekela, Winschoten en Woldendorp. Het Dollard College maakt samen met Terra en rsg de Borgen deel uit van Onderwijsgroep Noord. Raad van Toezicht
College van Bestuur
Bestuursbureau
Vestiging Bovenburen-De Flint
Vestiging Bellingwedde
Vestiging HommespleinStikkerlaan
Vestiging Pekela
1.2 De organisatie
Vestiging Woldendorp
Campus Winschoten
verdwijnen. Er moet sprake zijn van een goede balans tussen intern toezicht, bestuur, verantwoording en extern toezicht.
Governance Het Dollard College is een organisatie voor voortgezet onderwijs en daarmee een instelling die publieke taken uitvoert met door de rijksoverheid beschikbaar gestelde middelen. In de bestuurlijke verhoudingen met de rijksoverheid heeft het Dollard College een grote mate van autonomie om deze taken uit te voeren. De rijksoverheid is verantwoordelijk voor de kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid van het stelsel, de wet- en regelgeving, de kaders en randvoorwaarden. Het Dollard College is als maatschappelijke onderneming verantwoordelijk voor de prestaties met betrekking tot de publieke taken in de regio en de horizontale en verticale verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
In de statuten van het Dollard College is rekening gehouden met de bepalingen van de 'Code goed onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs’. In verband hiermee zijn tevens reglementen opgesteld, en door de Raad van Toezicht vastgesteld, voor de Raad van Toezicht en het College van Bestuur. Daarnaast is een regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand (klokkenluidersregeling) vastgesteld. Voorts kent de Raad van Toezicht een remuneratiecommissie en een auditcommissie. Daarmee zijn voor de Raad van Toezicht de belangrijkste randvoorwaarden voor het adequaat uitoefenen van haar toezichthoudende taak gecreëerd.
Bestuurlijke autonomie gaat hand in hand met verantwoording afleggen en toezicht houden. Onderwijsinstellingen moeten daarom voldoen aan de eisen van goed bestuur, intern toezicht en verantwoording. Het interne toezicht wordt bij het Dollard College uitgeoefend door de Raad van Toezicht. Naarmate de instellingen hun ‘corporate governance’ beter in orde hebben, kan het toezicht vanuit de rijksoverheid worden beperkt, zonder ooit geheel te
Organisatie- en managementstructuur In 2014 is het Dollard College verder gegaan met het aanpassen van de organisatie- en managementstructuur aan het identiteitsbewijs en de besturingsfilosofie van de organisatie. Zoals in het jaarverslag van 2013 werd vermeld kan het bestaande besturingsmodel onvoldoende slagvaardig en daadkrachtig inspelen op in- en externe ontwikkelingen. Dit 8
de regie neemt en haar rol duidelijk maakt. Onderwijs dat ambitieus en realistisch tegelijkertijd is. Onderwijs dat anderen aanspreekt op hun deel van de verantwoordelijkheid in het bereiken van gemeenschappelijke doelen. En we willen scholen zien die anticiperen op ontwikkelingen. Om dit te bereiken is een voortdurende open dialoog nodig met onze partners in de regio Oost-Groningen. Letterlijk de deuren openzetten zodat er wederzijds begrip ontstaat en inzicht in de vraagstukken waarvoor wij gezamenlijk staan. Wij willen van hen leren en ook onze kennis delen. Op deze manier kunnen wij de regio versterken. Het Dollard College en Oost-Groningen horen bij elkaar. Het Dollard College als centrale plaats in de ontwikkeling van mensen in de brede zin van het woord. We begeleiden jongeren en volwassenen en geven hen voldoende bagage mee voor een zinvol bestaan. Dan heeft onderwijs de plek in de samenleving die het in onze ogen verdient en hoort te hebben. Onze visie op onderwijs We willen onderwijs zien dat de toon zet waar het gaat om leren, talentontwikkeling en het vinden van antwoorden op maatschappelijke vraagstukken. Wij willen betekenisvol onderwijs zien, onderwijs dat geen andere grenzen accepteert dan de grenzen van de ambities en talenten van mensen die aan haar worden toevertrouwd. Betekenisvol onderwijs dat (jonge) mensen uitdaagt om te ontdekken waarvoor ze staan, wat hen drijft, waarin ze goed zijn en wat ze waard zijn. Steevast vanuit de overtuiging dat iedereen iets wil en kan betekenen voor anderen. Zo creëert onderwijs mede de voorwaarden voor mensen om waardevol te zijn en te kunnen presteren: in hun persoonlijke leven, in hun professionele leven en als burger in onze samenleving (een leven lang leren). Dat geldt niet alleen voor onze leerlingen, maar ook voor onze medewerkers.
maakt het noodzakelijk om van een sterk centraal gestuurde organisatie te gaan naar een organisatie met meer onderlinge participatie, die de verantwoordelijkheden en het eigenaarschap van problemen laag in de organisatie heeft belegd. Het CvB is veelvuldig in gesprek geweest met alle betrokken partijen (leidinggevenden, Raad van Toezicht, Medezeggenschapsraad en medewerkers) over mogelijke scenario’s. Dit heeft geresulteerd in concrete voorstellen voor een managementstructuur die bestaat uit twee regiodirecteuren bij het Dollard College. De vormgeving van de managementstructuur en de selectieprocedure voor het vormen van de regiodirectie is aan de Medezeggenschapsraad voorgelegd. Omdat het College van Bestuur dit proces zorgvuldig wilde doorlopen, heeft regelmatig overleg plaatsgevonden tussen beide partijen waarbij ook alle vragen, adviezen en reacties schriftelijk zijn vastgelegd. De Medezeggenschapsraad van het Dollard College heeft positief geadviseerd op de organisatiewijziging en ingestemd met de selectieprocedure. In begin 2015 is de plaatsingsprocedure uitgevoerd en afgerond. In 2015 zal verdere uitvoering worden gegeven aan de transitie. Naast de wijziging van de managementstructuur bestaat de transitie uit een cultuurverandering. Deze is al ingezet in 2014, maar zal meer prioriteit krijgen in 2015.
1.3 Identiteit, visie, missie en besturingsfilosofie Identiteit De identiteit van het Dollard College is in november 2013 vastgelegd in een identiteitsbewijs. Kort samengevat houdt dit in: we willen mensen laten ontdekken wat belangrijk en waardevol voor hen is; we ‘zien’ mensen; we verbinden ons aan onze belanghebbenden; we zoeken anderen op en stellen hun belang voorop; we zijn bewust, bekwaam, betekenisvol; gemeenschappelijk versterkend: gericht werken aan oplossen van gemeenschappelijke vraagstukken; bewust persoonlijk: elkaar kennen en erkennen, weten wat je voor elkaar kunt betekenen.
• • • • • •
Missie Wij helpen jongeren en volwassenen om een waardevol leven te leiden, zowel in hun eigen ogen als in de ogen van anderen. Wij helpen hen om succesvol te zijn in de samenleving, in het vervolgonderwijs en in het beroep van hun keuze. Een belangrijk onderdeel van onze rol is dat wij hen zelf leren ontdekken, keuzes maken en kansen zien. Wij begeleiden hen daarbij en rusten hen zo goed mogelijk toe om hun doelen te bereiken. We zijn trots op onze onderwijstraditie en ervaring. We laten mensen ontdekken en bepalen wat waardevol en belangrijk voor hen is. Het Dollard College neemt geen genoegen met de rol van traditionele opleider, hoe goed we dat ook doen. Onderwijs is meer dan kennis en vaardigheden overbrengen. We dagen jongeren ook uit om betekenisbewust te worden. Hiermee bedoelen we dat
•
Visie Onze visie op de relatie tussen samenleving en onderwijs De school heeft niet per definitie antwoord op elk (nieuw) maatschappelijk vraagstuk. Iedereen moet weten wat ze van onderwijsinstellingen mogen verwachten en wat niet. Wij willen onderwijs zien dat 9
leerlingen die afkomstig zijn van het Dollard College bekwame mensen zijn, die bovendien weten welke bijzondere waarde ze voor anderen kunnen en willen hebben. We drukken deze missie uit in onze merkbelofte: Bij het Dollard College worden mensen bewust, bekwaam en betekenisvol.
de stakeholders: wethouders, zorgverleners, medewerkers uit het basis- en vervolgonderwijs, het bedrijfsleven en ouders. In een bijeenkomst in april spraken ze met de directie over de toekomst van het Dollard College. Eind 2014 heeft het MT de ambitie voor 2015-2019 bepaald: inspelen op de specifieke behoefte van de leerling. Deze ambitie kan alleen worden waargemaakt met een integrale aanpak. We zetten de leerling centraal door het onderwijs te differentiëren en vervolgens in hoge mate te personaliseren. Dit kunnen we alleen bereiken als onze medewerkers zich blijven professionaliseren. Gepersonaliseerd onderwijs in een contextrijke omgeving betekent ook dat we participeren in de regio. Samen Sterk.
Besturingsfilosofie De identiteit is de basis voor de besturingsfilosofie. Waar in ons identiteitsbewijs nadrukkelijk de leerling centraal staat, geldt in het verlengde daarvan dat in onze besturingsfilosofie de medewerker centraal staat. Wat hebben onze medewerkers nodig om de belofte aan de leerling waar te maken? Centraal staat de professional, in zijn betekenis voor leerlingen: medewerkers zijn zich bewust van hun drijfveren, passie en mogelijkheden; Verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie: de medewerker krijgt professionele ruimte om bewust, bekwaam, betekenisvol te handelen. De verantwoordelijkheden worden zo ‘laag’ mogelijk in de organisatie belegd, daar waar de beïnvloeding mogelijk is; Samen werken = samen sterker; Inspirerend en coachend leiderschap: management creëert condities waaronder medewerkers hun verantwoordelijkheid kunnen waarmaken; Professionaliseren is een verantwoordelijkheid van iedere medewerker; Een heldere verantwoordelijkheidsverdeling: centraal wordt het ‘wat’ vastgesteld, decentraal het ‘hoe’.
•
1.5 Leerlingenaantallen
•
2013-2014 2014-2015 Leerlingen per opleiding basisvorming lwoo 210 186 basisvorming avo/vmbo 1.061 1.112 lwoo 202 189 vmbo 572 630 havo 353 391 vwo 254 239 pro 178 181
• • • •
1.4
Totaal
2.830
2.928
2013-2014 2014-2015 Leerlingen per vestiging Bellingwedde 166 180 Pekela 321 325 Bovenburen 15 6 Hommesplein-Stikkerlaan 1.464 1.566 Campus Winschoten 299 300 Woldendorp 387 370 De Flint 178 181
Strategische beleidsdoelen
Strategische koers In 2013 heeft het Dollard College gesproken over het thema ‘samen sterk’. Wat betekenen de beloften uit het identiteitsbewijs voor de samenwerking tussen de vestigingen. Vanuit de identiteit is ook de verbinding gemaakt naar de strategische koers voor de komende vier jaar. In 2014 is besproken in welke richting het Dollard College als geheel zich de komende jaren wil ontwikkelen. Deze discussie is gevoerd in samenspraak met een brede vertegenwoordiging van
Totaal
10
2.830
2.928
Hoofdstuk 2
om op een adequate wijze op de krimp te anticiperen. Wij beogen vanuit dit beleid het Dollard College optimaal te kunnen begeleiden in het anticiperen op de krimp.
KWALITEIT 2.1 Onderwijsontwikkelingen
Besluit tot invoering zesjarige havo Het Dollard College is met ingang van 2014-2015 een nieuwe opleiding gestart: de zesjarige havo. De laatste jaren maken meer leerlingen vanuit de mavo de overstap naar havo-4. Bijvoorbeeld omdat ze nog geen beroepskeuze hebben gemaakt. Of omdat ze graag naar het hbo willen. De leerlingen vinden de overstap van mavo naar havo vaak zwaar. Om de aansluiting beter te laten verlopen, ontwikkelt het Dollard College een nieuwe leerroute: de zesjarige havo. Deze leerroute is speciaal voor leerlingen met een mavo- of mavo/havo-advies, die de capaciteiten en de ambitie voor havo hebben en gebaat zijn bij een rustiger tempo. In de zesjarige havo krijgen ze extra tijd om hun talenten te ontwikkelen en toe te werken naar het havo-diploma. Bijvoorbeeld door de mavo-leerstof aan te vullen met leerstof op havo-niveau. Ook wordt er aandacht besteed aan de ‘havo-manier’ van denken, werken en toetsen. Na vier jaar doen de leerlingen examen mavo. Na dit examen (in mei) gaan ze gewoon weer naar school tot de zomervakantie om zich voor te bereiden op havo-4. Na de zomervakantie gaan ze verder in een reguliere havo-4-klas.
Krimp Krimp heeft tot gevolg dat er minder leerlingen komen en dus ook minder inkomsten. Scholen worden hierbij voor de opgave geplaatst om met minder middelen toch goed onderwijs te verzorgen. Dit is een lastig vraagstuk; de kerntaak van de school blijft immers het verzorgen van kwalitatief goed onderwijs. Ook het Dollard College wordt geconfronteerd met krimp. In 2014 zijn de effecten van krimp voor het Dollard College doorgerekend. In maart 2014 is een conceptdocument verschenen hoe hierop te anticiperen. Niks doen is geen optie. Maar dit anticiperen moet wel doordacht gebeuren, waarbij we ‘doordacht’ definiëren als: de leerling centraal, respectvol naar de medewerker, met oog voor de kwaliteit van het onderwijs en binnen de beschikbare financiële ruimte. Uit deze opsomming blijkt reeds het integrale karakter. Het gaat om goed onderwijs, het heeft betrekking op het personeelsbeleid en last but not least is het financiële kader ook relevant. Binnen het bestuursbureau wordt nu beleid voorbereid Overzicht aangeboden onderwijsvormen in 2014 Vestiging
Onderwijsvorm
Bellingwedde
onderbouw vwo, havo, zesjarige havo, mavo en vmbo; bovenbouw mavo
Bovenburen-De Flint
leerwegondersteunend onderwijs, praktijkonderwijs
Campus
bovenbouw vmbo-beroepsgerichte leerwegen en gemengde leerweg
Hommesplein-Stikkerlaan
onderbouw vwo, havo, zesjarige havo, mavo en vmbo; bovenbouw mavo, havo, vwo; ISK
Pekela
onderbouw vwo, havo, zesjarige havo, mavo en vmbo; bovenbouw mavo en vmbo beroepsgerichte leerwegen
Woldendorp
Dalton onderwijs onderbouw vwo, havo, zesjarige havo, mavo en vmbo; bovenbouw mavo en vmbo beroepsgerichte leerwegen
Daltonlicentie Woldendorp voor vier jaar verlengd De daltonlicentie van Dollard College vestiging Woldendorp is weer voor vier jaren verlengd. Om de daltonlicentie te behouden, wordt de school iedere vier jaar geëvalueerd. Tijdens de visitatie wordt gesproken met leerlingen, ouders, medewerkers en directie en er worden lessen bezocht. De vestiging in
Woldendorp heeft op 26 maart de visitatiecommissie op bezoek gehad en positief advies gekregen.
Leren en ICT Het gebruik van ICT in het onderwijs is binnen het Dollard College in ontwikkeling, maar verloopt per school op eigen wijze. Er is, naast de ondersteuning vanuit het bestuursbureau, ook een externe adviseur 11
vernieuwd. Het doel is om aantrekkelijke, herkenbare en overzichtelijke programma’s te ontwikkelen, die beter aansluiten op het vervolgonderwijs en de beroepspraktijk. Er komt een systeem van beroepsgerichte profielvakken (bestaande uit 4 modulen) en beroepsgerichte keuzevakken. In augustus 2014 is het concept examenprogramma gepubliceerd en in december is de concept syllabus gepubliceerd. In ºmei 2018 stroomt het eerste cohort leerlingen uit op basis van het vernieuwde examenprogramma. Voor het reguliere vmbo betekent dit dat het cohort 2014 hiermee te maken krijgt (deze leerlingen starten in augustus 2016 in het derde leerjaar). Binnen het Dollard College wordt deze vernieuwing gezamenlijk opgepakt. Deze ontwikkeling loopt ook parallel met de gestarte samenwerking met Scholengemeenschap Ubbo Emmius en ontwikkelingen binnen het RPO Winschoten e.o. Het loopbaanleren (LOB) vervult hierin bij het Dollard College een centrale rol. Er is een Dollard-brede werkgroep gestart die een visie rondom LOB heeft opgesteld en vanuit deze visie een integrale LOB-lijn heeft ontwikkeld. De werkgroep bereidt de implementatie van het vernieuwde LOB op de werkvloer voor. De vestigingen staan voor de uitdaging om op basis van het examenprogramma een onderwijsprogramma te maken dat aansluit bij het identiteitsbewijs en de eigen visie op leren. De vestigingen willen hierin maximaal gezamenlijk optrekken.
betrokken bij de implementatie van ICT-gebruik in het onderwijs. De ontwikkelingen zijn onder te verdelen in de volgende aandachtsgebieden: Visie op leren; Keuze voor een device; Leermiddelenbeleid; Gebruik maken van de ELO; Gebruik maken van een leerlingvolgsysteem; Deskundigheidsbevordering docenten.
• • • • • •
Momenteel wordt in het kader van het opstellen van leermiddelenbeleid nagedacht over de keuze voor een device. Ook is op alle scholen een leerlingvolgsysteem en een elektronische leeromgeving (ELO) in gebruik. De ELO maakt het mogelijk om leeractiviteiten te arrangeren en kan worden gebruikt als ondersteuning bij maatwerk, differentiatie en het analyseren van leerlinggegevens. Het leerlingvolgsysteem wordt binnen het Dollard College gebruikt om met ouders en leerlingen te communiceren over de studievoortgang. Zicht krijgen op de wijze waarop docenten gebruik maken van de mogelijkheden van de ELO, apps en andere digitale hulpmiddelen en het in kaart brengen van de hiervoor benodigde competenties van docenten, zijn zaken die volop in ontwikkeling zijn. Het scholingsaanbod van de OGN Academie ten aanzien van digitale didactiek is vooralsnog beperkt. In het Dollard-brede scholingsplan is hier nog niet concreet op ingezet.
Plaatsingswijzer In april heeft het Dollard College samen met het Samenwerkingsverband Groningen Ommelanden een informatieve bijeenkomst over de Plaatsingswijzer georganiseerd voor interne begeleiders, leer-
Vernieuwing beroepsgerichte examenprogramma’s In opdracht van het ministerie van OCW zijn in het vmbo de beroepsgerichte examenprogramma’s
12
menwerkingsverband Groningen Ommelanden. Dit samenwerkingsverband is in 2013 officieel opgericht. De directeuren die bestuurder zijn in het samenwerkingsverband, zijn door het College van Bestuur gemandateerd. De scholen binnen het samenwerkingsverband hebben dit jaar gezamenlijk een ondersteuningsplan opgesteld. In dit plan is vastgelegd welke basisondersteuning alle scholen binnen het samenwerkingsverband bieden, hoe de extra ondersteuning is georganiseerd en hoe ze het geld gaan besteden.
krachten van groep 8, teamleiders en zorgteams van het voortgezet onderwijs. Bij de Plaatsingswijzer gebruiken de scholen bij de advisering en plaatsing de gegevens vanaf groep 6. Omdat de ontwikkeling van een kind veel beter laat zien welke school bij hem of haar past dan met één toetsmoment, wordt de uitslag van de Cito-toets of Drempeltest alleen gebruikt als hulpmiddel bij het opstellen van het advies.
2.2 Zorgbeleid
Ondersteuning bieden Elke vestiging heeft daarnaast een ondersteuningsprofiel opgesteld. Hierin is omschreven welke ondersteuning de school kan bieden. Ook heeft op elke vestiging een traject plaatsgevonden voor differentiatie: leraren werden geschoold in het omgaan met verschillende leerlingen in de klas. Hierdoor kunnen leerlingen zo veel mogelijk extra ondersteuning in de klas krijgen, in plaats van daarbuiten.
De afgelopen jaren hebben we ons al voorbereid op de consequenties van het wetsvoorstel passend onderwijs. Passend onderwijs is een weerbarstig thema dat in- en extern nogal wat van ons vraagt. Het brengt meerdere veranderingen met zich mee. Van veranderingen op het niveau van samenwerkingsverbanden tot veranderingen in de zorgstructuur binnen de vestigingen. Voor ons staan hierbij nadrukkelijk de leerlingen centraal, en met name voor hen willen wij onze bijdrage aan deze verandering optimaal vormgeven. Passend onderwijs is één van de strategische beleidsdoelen.
Centrum voor Jeugd en Gezin Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is een herkenbaar inlooppunt waar ouders, jongeren en beroepskrachten terechtkunnen met hun vragen over opvoeden en opgroeien. Uitgangspunt van het CJG is het versterken van de eigen kracht van alle gezinnen. Als er echt iets aan de hand is met een kind, dan is snelle signalering cruciaal. Hulp of ondersteuning moet dan snel en effectief geboden worden. Het Dollard College heeft in 2014 de samenwerking met het CJG geïntensiveerd.
Zorgplicht Met ingang van 1 augustus 2014 hebben schoolbesturen een zorgplicht. Dit betekent dat zij vanaf dat moment iedere leerling die extra ondersteuning nodig heeft, een passende onderwijsplek moeten bieden. Deze plek kan zich bevinden op de eigen school of, als de leerling daar beter op zijn plaats is, op een andere school in het reguliere onderwijs of het (voortgezet) speciaal onderwijs.
Voortijdig schoolverlaten Het kabinet Rutte II heeft de doelstelling voor het tegengaan van voortijdige schooluitval (vsv) aangescherpt. Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters mag in 2016 nog maar maximaal 25.000 zijn. Voor de periode 2012-2015 zijn daarvoor nieuwe prestatiegerichte convenanten afgesloten. Met ingang van de nieuwe convenanten zijn nieuwe doelstellingen
Samenwerkingsverband Om de zorgplicht te kunnen waarmaken, werken reguliere scholen en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs samen in een samenwerkingsverband. Het Dollard College werkt samen in het sa-
Hieronder treft u de aantallen voorlopige voortijdig schoolverlaters voor het Dollard College (2013-2014) deelnemers
vsv'ers
% vsv
streef-norm
prestatienorm
Totaal
2.587
8
0,3%
vo onderbouw
1.414
2
0,1%
0,2%
1,0%
vmbo bovenbouw
760
4
0,5%
1,5%
4,0%
havo/vwo bovenbouw
413
2
0,5%
0,1%
0,5%
13
het herijken van de visie op en de instelling van professionele audits voor het vo. In plaats van conformerend en beoordelend wordt door het Dollard College gekozen voor waarderend auditen. Kern van deze opzet ligt in de centrale plaats voor de leer- en ontwikkelvraag van de te auditen school. Het doel van audits is het leer- en ontwikkelproces dat in de scholen bestaat, te activeren en te richten door middel van externe reflectie. Daarmee is nadrukkelijk gekozen voor het zelfontwikkelingsperspectief met verantwoordelijkheid voor het ontwikkelproces zo laag mogelijk in de organisatie. Vanuit deze visie op auditen zijn auditteams samengesteld en is voor het vo een auditpool gevormd van medewerkers uit alle stichtingen van Onderwijsgroep Noord die binnen hun taakomvang ingezet kunnen worden als auditor. In 2014 is de auditpool voor vo gestart en de auditoren zijn getraind. In 2014 zijn er nog geen audits uitgevoerd bij het Dollard College.
gesteld, is de meetsystematiek aangepast en is de nieuwe bekostigingssystematiek ingevoerd. Zo krijgen scholen een vaste voet (afhankelijk van het aantal leerlingen) en een prestatiedeel. De prestaties worden bekeken aan de hand van landelijke normen. Indien de doelstellingen niet worden behaald, krijgt de instelling alleen de vaste voet. De voorlopige cijfers voor het convenant jaar 20132014 laten zien de prestatienormen voor alle onderdelen zijn behaald. (Zie tabel op blz. 13).
2.3. Onderwijskwaliteit In 2014 lag bewaking van de reguliere kwaliteitscyclus met name in handen van de kwaliteitszorgcoördinatoren op de vestigingen. In de meeste gevallen maakt de kwaliteitszorgcoördinator deel uit van het vestigingsmanagementteam. De kwaliteitszorgcoördinator zorgt voor de bewaking van de kwaliteitsagenda, voor de uitvoering van de tevredenheidsonderzoeken en de ondersteuning bij de analyse van de sturingsinformatie. Daarnaast heeft de kwaliteitszorgcoördinator een rol in de zelfevaluaties en de voorbereiding op interne en externe onderzoeken: de audits en de inspectiebezoeken. Onderlinge afstemming en samenwerking tussen alle kwaliteitscoördinatoren binnen Onderwijsgroep Noord wordt gecoördineerd vanuit het bestuursbureau en vindt plaats tijdens de bijeenkomsten die drie maal per jaar plaatsvinden.
Vensters VO en Scholen op de kaart Alle vo-vestigingen dragen zorg voor structurele vulling en het actueel houden van de informatie op deze site. Hoewel de publieke belangstelling voor de scholen via ‘Scholen op de kaart’ nog tegenvalt, blijft het Dollard College deze manier van transparantie en horizontale verantwoording nadrukkelijk aandacht geven. Klachtenregeling De klachtenregeling van het Dollard College is erop gericht om klachten in eerste instantie op te lossen dicht bij de plek waar ze ontstaan. Als dit niet lukt, kan de klacht bij het College van Bestuur worden neergelegd en vervolgens bij de externe Landelijke Klachtencommissie (LKC). In 2014 bereikten twee klachten het College van Bestuur. Beide klachten werden alsnog door de directeur van de betreffende vestiging naar tevredenheid afgehandeld.
Interne kwaliteitsonderzoeken: audits De opzet, uitvoering en opbrengst van de audits binnen Onderwijsgroep Noord zijn zorgvuldig geëvalueerd. Op grond van de evaluatie heeft vervolgens een herbezinning op de visie op auditen plaatsgevonden. Daaropvolgend is een begin gemaakt met
14
2.4 Beoordeling
Afspraken en bezoeken
Te verwachten waarschuwingen en attenderingen en arrangementen
Verschil SE-CE
Gemiddeld cijfer CE
Rendement bovenbouw
Rendement onderbouw
Arrangementen Dollard College De opbrengstenoordelen 2014 voor de verschillende vestigingen van het Dollard College zijn hieronder te zien, inclusief de afspraken met de inspectie.
Bellingwedde
Basisarrangement
Geen afspraak of bezoek
Campus K
Aangepast arrangement voor vmbo K
Vervolgonderzoek in januari 2015 om het arrangement vast te stellen
Hommesplein
Basisarrangement met attendering voor vwo
Vóór 1 oktober heeft de inspectie een analyse met plan van aanpak ontvangen
Pekela
Basisarrangement met attendering voor vmbo T
Vóór 1 oktober heeft de inspectie een analyse met plan van aanpak ontvangen
Woldendorp
Aangepast arrangement voor vmbo GT
Kwaliteitsonderzoek in januari 2015 om het arrangement vast te stellen
Slagingspercentages 2013-2014 Vmbo-BB Vestiging
Gemiddelde CE
Verschil SE-CE
Slagingspercentage
Campus Winschoten
-
-
81%
Pekela
-
-
100%
Woldendorp
-
-
100%
Voor de vmbo-BB zijn nog geen gegevens voorhanden omdat er in schooljaar 2013-2014 nog geen examens zijn afgelegd in het kader van het experiment met doorlopende leerlijnen.
15
Vmbo-Kader Vestiging
Gemiddelde CE
Verschil SE-CE
Slagingspercentage
Campus Winschoten
5,8
0,37
89%
Pekela
6,1
0,10
92%
Woldendorp
6,4
-0,34
100%
Het verschil CE-SE is minder dan 0.5. Het landelijke slagingspercentage voor de KB is 94.91%. Campus Winschoten en Pekela scoren onder het landelijk gemiddelde. Woldendorp erboven. Het landelijk gemiddeld examencijfer voor de KB= 6.7. Alle vestigingen scoren onder het landelijk gemiddelde.
Vmbo-GT Vestiging
Gemiddelde CE
Verschil SE-CE
Slagingspercentage
Bellingwedde
6,5
0,23
97%
Campus Winschoten
5,6
0,82
100%
Pekela
6,4
0,05
100%
Hommesplein
6,2
0,11
99%
Woldendorp
6,4
-0,02
100%
Het verschil CE-SE is voor alle vestigingen, behalve Campus Winschoten, minder dan 0.5. Bij deze vestiging zit het er ruim boven. Het landelijke slagingspercentage voor de TL is 93.4%. Alle vestigingen scoren boven dit landelijk gemiddelde. Het landelijk gemiddeld examencijfer voor TL is 6.4. Bellingwedde zit hierboven. Pekela en Woldendorp zitten op het gemiddelde. Campus Winschoten en Hommesplein zitten onder het gemiddelde.
Havo/vwo Vestiging
Gemiddelde CE
Verschil SE-CE
Slagingspercentage
Hommesplein havo
6,3
0,08
85%
Hommesplein vwo
6,4
0,31
88%
Het verschil SE-CE is voor beide sectoren op het Hommesplein minder dan 0.5. Het landelijke slagingspercentage voor havo is 87.9% en voor vwo 89.7%. Hommesplein scoort met beide leerwegen net onder het landelijk gemiddelde.Het landelijk gemiddelde examencijfer voor de havo is 6.4 en voor vwo 6.4. Bij deze indicator scoort Hommesplein bij havo net onder en voor vwo op en het landelijk gemiddelde. Alle examenuitslagen zijn binnen de vestigingen geanalyseerd. Waar nodig zijn verbeteracties ingezet.
16
Inspectieonderzoeken In 2014 hebben er geen inspectieonderzoeken plaatsgevonden.
jaar vooruit. Zij constateren daarbij dat er tal van ontwikkelingen op het voortgezet onderwijs af komen die het nodig maken om tijdig stappen te zetten en beslissingen te nemen, bijvoorbeeld dalende leerlingenaantallen. De schoolbestuurders, verenigd in het Bestuurlijk Platform VO-MBO Groningen hebben afgesproken om niet meer afzonderlijk, maar samen te zoeken naar oplossingen. Goed onderwijs voor alle leerlingen in de provincie Groningen is daarbij het uitgangspunt.
De opbrengsten voor vmbo GT bij de vestiging Woldendorp zijn onvoldoende. Hierover is reeds in december 2013 een gesprek gevoerd tussen het bevoegd gezag en de inspectie. Er zijn toen afspraken met betrekking tot verbeteracties gemaakt, met name op het terrein van de gemiddelde examencijfers. Die verbeteracties zijn in 2014 opgepakt. Verder hebben de vestigingen Pekela vmbo T en Hommesplein vwo een attendering gekregen. Deze beide vestigingen hebben het laatste jaar op twee onderdelen onder het gemiddelde gescoord. Bij de Pekela vmbo T gaat het om het rendement onderbouw en rendement bovenbouw. Bij het Hommesplein vwo gaat het om rendement onderbouw en gemiddeld cijfer CE. Voor beide vestigingen zijn verbeterplannen opgesteld en aan de inspectie geleverd. Bovenstaande trajecten zijn intern voorbereid. Onderdeel daarvan is een interne zelfevaluatie c.q. analyse van het gehele onderwijsproces, inclusief het formuleren van verbeteracties. Tal van verbeteracties zijn al opgepakt en volop in uitvoering.
Samenwerking Dollard College en Ubbo Emmius Winschoten In het licht van het onderwijsmanifest hebben het Dollard College en Ubbo Emmius samenwerking gezocht. Het gaat daarbij zowel om een reactie op de aanstaande krimp in onze regio, als om versterking van de kwaliteit van het onderwijs in het belang van onze leerlingen. In het kader van het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO) zijn verkennende gesprekken gevoerd. In deze gesprekken is geconstateerd dat er veel kansen liggen in het samen optrekken vanuit een gezamenlijke visie op het onderwijs in Winschoten. In februari is een intentieverklaring getekend, waarin staat dat beide scholen willen werken als ware het één school. De samenwerking moet verder worden uitgewerkt. In oktober is een eerste stap is gezet in de samenwerking: het Dollard College en Ubbo Emmius geven vanaf dan een gezamenlijke voorlichting aan toekomstige leerlingen en hun ouders.
Onderwijstijd Het voortgezet onderwijs kent minimumnormen voor onderwijstijd. Alle leerlingen in de onderbouw en de bovenbouw hebben recht op minimaal 1000 klokuren onderwijs per schooljaar. In het examenjaar is de norm 700 uur. Alle vestigingen houden de actuele gerealiseerde onderwijstijd bij en rapporteren dit. Over het algemeen is de gerealiseerde onderwijstijd conform de planning en worden de minimale normen voor de onderwijstijd gehaald. Voor het schooljaar 2013/2014 geldt dat alle vestigingen voldoen aan de gestelde eisen, dat wil zeggen de vestigingen hebben de minimumnormen voor al hun opleidingen gehaald.
RPO Het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO) Winschoten en omstreken, gesloten tussen de pc en rk scholengemeenschap Ubbo Emmius te Winschoten en het Dollard College, loopt op 31 juli 2014 af. Beide besturen hebben besloten een nieuw RPO af te sluiten, mede in het licht van de krimp in de regio en de provinciale ontwikkelingen zoals neergelegd in het Onderwijsmanifest VO Groningen. Besloten is in dit RPO het huidige onderwijsaanbod te continueren en jaarlijks daar waar nodig in een update verdere afspraken te maken. De aanvraag voor een nieuw RPO 2015-2020 is voor 1 november 2014 ingediend en inmiddels goedgekeurd. Op basis van een gezamenlijke intentieverklaring zullen beide onderwijsorganisaties de komende jaren intensief samenwerken om een kwalitatief goed, breed en betaalbaar onderwijsaanbod in deze regio te kunnen blijven garanderen.
2.5. Samenwerkingsverbanden Onderwijsmanifest Op 21 februari 2014 hebben de bestuurders van nagenoeg alle vo-scholen in de provincie Groningen het Onderwijsmanifest Groningen genaamd ‘Kwaliteit en Toekomst Voortgezet Onderwijs provincie Groningen’ getekend. Met dit manifest kijken bestuurders 10
17
Hoofdstuk 3
Woldendorp contacten met een partnerschool in Halberstadt, Duitsland en een partnerschool in Nachod, Tsjechië. Ieder jaar zijn er uitwisselingen met leerlingen van de drie scholen. De internationale uitwisselingsweek staat open voor een beperkt aantal gemotiveerde leerlingen uit verschillende jaren. De bestemming varieert ieder jaar. Dit schooljaar waren de partners op bezoek bij de vestiging Woldendorp. De thema’s waren voeding en cultuur. Op deze manier bereiken de vestigingen dat al hun leerlingen een keer in contact komen met het buitenland.
LEER- EN WERKOMGEVING 3.1 Internationalisering en culturele diversiteit Het Dollard College maakt kennis met andere culturen door reizen, uitwisselingen, de (nieuwe) media en doordat er steeds meer leerlingen uit andere culturen in de klas zitten. Het Dollard College wil dat zijn leerlingen in de multiculturele samenleving hun grenzen leren verleggen. Dat begint met een open en respectvolle manier van omgaan met mensen uit andere culturen. Internationalisering is daarvoor een uitstekende, aansprekende manier. Het Dollard College vindt internationalisering van belang en laat dat zien in verschillende projecten. Er doen regelmatig leerlingen mee aan de internationale competitie Public Speaking en er vinden diverse succesvolle uitwisselingen plaats met scholen uit Duitsland, Denemarken, Polen, Italië, Engeland, Finland en, buiten Europa, Japan. De leerlingen van het vijfde jaar van het Hommesplein doen ieder jaar mee met een uitwisseling met scholen uit Europa en Japan. De uitwisselingen zijn onderdeel van het studieprogramma. De gasten die in november 2014 op bezoek waren, zo’n 60 leerlingen, komen van de partnerscholen uit Italië (Dolo), Polen (Plonsk), Engeland (Londen), Finland, Duitsland en Japan (Sakura). Het programma, Being young in Europe and Japan, bood gezamenlijke activiteiten rond diverse thema’s. De vestiging Bovenburen maakt nog steeds dankbaar gebruik van het Europees Platform voor diverse internationale projecten. Zo heeft De Flint een schoolpartnerschap met Woodlands Highschool in Cardiff dat in 2014 afliep. Op 10 juni vertrokken er weer leerlingen en leerkrachten naar Wales om de groep op te zoeken die een tijdje daarvoor op bezoek bij De Flint was. In november kwamen 10 leerlingen uit Polen, Duitsland en Denemarken naar het Dollard College, vestiging Pekela. Ze werkten aan de voorbereiding van het waterproject ‘Eurowater’ van Committee Europe. De kick off van dit grote evenement (180 leerlingen uit Spanje, Denemarken, Polen en Duitsland) vindt plaats in 2015 in Pekela. De voorbereidingen zijn in volle gang. Met de partnerschool in Grossefehn lopen de gezamenlijke activiteiten, e-mailcontacten en excursies in binnen- en buitenland voor de eerste, tweede en derde klassen van Pekela naar wens. Bellingwedde heeft al 25 jaar goede contacten met de Ludgerusschule in Rhede. Ze hebben samen les in de Duitse-Nederlandse spreekvaardigheid en ze sporten met elkaar. Al vele jaren heeft de locatie
3.2 Arbo- en Veiligheidsbeleid Arbo en veiligheid heeft onze voortdurende aandacht en daarom zijn de vestigingen in 2014 opnieuw gestart met de vierjaarlijkse risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). Als de vestigingen deze begin 2015 gereed hebben, zullen deze worden getoetst door de Arbodienst. In aansluiting hierop worden de uitkomsten van de RI&E in het schoolveiligheidsplan verwerkt. Alle vestigingen zijn door middel van een informatiebijeenkomst op de hoogte gebracht van de aandachtspunten uit de RI&E van 2011. Deze aandachtspunten worden meegenomen in de nieuwe RI&E. Via de maandrapportage aan het College van Bestuur en de directeuren wordt de voortgang van RI&E en schoolveiligheidsplannen inzichtelijk gemaakt. In december 2014 is ongeveer de helft van de RI&E’s opnieuw uitgevoerd en is ongeveer de helft van de schoolveiligheidsplannen geactualiseerd. Begin 2015 zal dit 100% moeten zijn. Geconstateerd is dat bij incidenten waarbij zich letsel heeft voorgedaan, er veelal in een te laat stadium melding wordt gedaan bij de inspectie en bij de verzekeringsmaatschappij. Vestigingen zijn over de eventuele (financiële) gevolgen hiervan geïnformeerd. Met betrekking tot arbo- en veiligheid hebben zich geen noemenswaarde zaken voorgedaan.
3.3 Huisvesting & Facilitair Huisvesting Dollard College Het open leercentum van de vestiging Hommesplein is in de zomer van 2014 verbouwd. Tevens is de inrichting van het open leercentrum en het aangrenzende leerplein volledig vernieuwd. Ook zijn installaties in de A-vleugel aangebracht om het binnenklimaat te verbeteren. Ook voor de bovenverdieping van de vestiging Pekela zijn voor de verbetering van het binnenklimaat installaties aangebracht. 18
Inkoop en aanbesteden Door continue aandacht te hebben voor inkopen en aanbesteden, proberen we de uitgaven te verminderen en de kwaliteit en rechtmatigheid van onze aankopen te vergroten. Daarom hebben we ons inkoop- en aanbestedingsbeleid geëvalueerd en in 2014 bijgesteld. De notitie inkoop- en aanbestedingsbeleid is tevens voorgelegd aan de medezeggenschapsraad die hierop zijn instemming heeft gegeven. In 2015 zullen de uitgangspunten opnieuw bij de belangrijkste betrokkenen onder de aandacht worden gebracht. Bij de accountantscontrole voor het jaar 2013 is geconstateerd dat nog niet overal doelmatig en rechtmatig wordt ingekocht. Daarom is afgesproken dat in 2015 per kwartaal een voortschrijdend jaargemiddelde van de uitgaven wordt gemaakt, zodat eerder wordt gesignaleerd dat er (Europees) moet worden aanbesteed.
•
aanbesteding gratis schoolboeken voor het VO. Voorlopig is de opdracht gegund aan Iddink. Zij worden naar verwachting de komende vier jaar de leverancier. In december 2014 is de levering van Windows werkplekken aanbesteed. Voorlopig is deze opdracht gegund aan Scholten Awater. Waarschijnlijk zullen zij de komende vier jaar onze nieuwe leverancier zijn.
Omdat in 2014 niet is toegekomen aan het segment drukwerk (o.a. enveloppen, briefpapier en folders) en papier zal deze opnieuw worden geagendeerd om te worden aanbesteed. Daarnaast willen we de afvalinzameling aanbesteden en onderbrengen bij één leverancier. Laatst genoemde aanbesteding wordt gecombineerd met duurzaamheidsdoelstellingen en social return. Jaarlijks zal de afdeling Huisvesting en Facilitair de aanbestedingskalender aan de medezeggenschap verstrekken en hierin aangeven of zij een rol heeft. Zodra dit overzicht wordt verstrekt, is het mogelijk om hierover met elkaar van gedachten te wisselen.
Afgeronde aanbestedingen 2014 Per 1 januari 2014 zijn opstal- en inboedelverzekering voor een periode van twee tot maximaal vier jaar ondergebracht bij Amlin en Raetshagen. Per 1 januari 2014 is het Arbodienstverleningscontract met Maetis-Ardyn verlengd. Op 6 oktober 2014 is de aanbesteding voor multifunctionals voor alle scholen en het bestuursbureau gegund aan Konica Minolta.
• • •
3.4 Digitalisering Informatiebeleidsplan In 2014 is een informatiebeleidsplan opgesteld met als doel het beter gebruiken en inrichten van onze informatie en informatiesystemen. Verder moet het Informatiebeleidsplan ons helpen beter in te spelen op organisatieveranderingen, wetgeving, toenemen-
Voorlopig gegunde aanbestedingen De voorlopig gegunde aanbestedingen zijn gestart in 2014 en worden afgerond en gegund in 2015. Voor de zomervakantie 2014 is gestart met de
•
19
de verantwoordingsbehoeftes en digitalisering van onderwijs en bedrijfsvoering. De belangrijkste thema’s in het informatiebeleidsplan zijn, kort samengevat: Inrichten van informatiemanagement en applicatiearchitectuur; Verzorgen van management- en stuurinformatie op maat; Efficiënt inrichten gebruiken van onze communicatiemiddelen; Leerlingen optimaal ondersteunen bij het vormgeven van hun leerproces, via een gepersonaliseerde leeromgeving; Medewerkers optimaal ondersteunen bij hun werk via een gepersonaliseerde werkomgeving; Betere ondersteuning van professionalisering van medewerkers, door het bieden van mogelijkheden voor het digitaal en (in)formeel delen van kennis en informatie. Het Informatiebeleidsplan is in 2014 vastgesteld door het College van Bestuur en de managementteams. De verschillende thema’s worden nu verder uitgewerkt.
men. Deze toename leidt ertoe dat er steeds meer gevraagd wordt van de kwaliteit van het draadloze netwerk. Om deze reden is ook in 2014 gewerkt aan het optimaliseren van de bestaande apparatuur. Daarnaast is een traject gestart om te komen tot de vervanging van alle zogenaamde access points. Inmiddels zijn diverse partijen uitgenodigd om informatie aan te leveren. De verwachting is dat in 2015 alle access points zullen worden vervangen om daarmee de verwachte groei van het gebruik van mobiele apparaten de komende jaren op een adequate wijze te kunnen verwerken.
Ontwikkelingen De ontwikkelingen binnen ICT gaan in snel tempo. Verwacht wordt dat over een aantal jaren iedere leerling minimaal één mobiel apparaat gebruikt binnen het leerproces. Met name bij gepersonaliseerd leren biedt dit voordelen. Een andere ontwikkeling is dat tijd- en plaatsonafhankelijk werken steeds meer gewenst is. De ICT-afdeling is zich bewust van deze ontwikkelingen en is voortdurend bezig met innovatie, aanpassingen, ontwikkelingen en vernieuwingen binnen de huidige omgeving. Werkzaamheden in dit kader in 2014 staan hieronder beschreven.
Hardware In 2014 zijn de voorbereidingen gestart voor een nieuwe Europese Aanbesteding voor personal computers, laptops en Windows tablets. Het lopende contract met Bossers en Cnossen loopt begin maart 2015 af. Er is voor gekozen de Apple-tablets buiten deze Europese aanbesteding te houden. Er wordt in de aanbesteding gezocht naar een aanbieder die in staat is een breed assortiment A-merken te kunnen leveren. Wanneer de leverancier bekend is zal de keuze voor merk/type apparaat opnieuw worden vastgesteld.
• • • • • •
Software In april 2014 is Microsoft gestopt met de ondersteuning van Windows XP. In 2014 zijn daarom alle personal computers en laptops geüpgraded naar Windows 7. Apparaten waarop Windows 7 niet kon worden geïnstalleerd, zijn afgevoerd. Inmiddels zijn de voorbereidingen gestart voor het gebruik van Windows 8.x voor het gebruik van tablets. Daarnaast zijn ook de eerste stappen gemaakt richting Office 365 en het meer gaan werken in de Cloud.
Tablets en laptops Op meerdere vestigingen zijn de afgelopen jaren tablets en laptops in gebruik genomen door zowel leerlingen als personeelsleden.
Netwerk Onderwijsgroep Noord In 2014 is de toegang tot het netwerk van Onderwijsgroep Noord meerdere malen doelwit geweest van aanvallen vanaf internet. De aanvallen vallen onder de categorie DDoS. Er is een recherchebureau gevraagd om onderzoek te doen naar de bron van de aanvallen en ook is gevraagd advies uit te brengen om de effecten van de aanvallen te minimaliseren. Het onderzoek heeft ertoe geleid dat een van de bronnen van de DDoS aanvallen is opgespoord. Mede naar aanleiding van de toename van de aanvallen en de uitgebrachte adviezen zijn inmiddels aanpassingen gerealiseerd waardoor de impact van de mogelijke aanvallen in de toekomst wordt geminimaliseerd.
Multifunctionals In 2013 is gestart met de voorbereiding van de Europese aanbesteding van Multifunctionals voor alle vestigingen ter vervanging van drie aflopende contracten. In 2014 zijn alle netwerkprinters en Multifunctionals van alle vestigingen vervangen door twee types Multifunctionals. Er is een nieuwe leverancier geselecteerd: Konica Minolta. De nieuwe aanbesteding levert een aanzienlijke besparing op. De kosten per afdruk zijn lager, de leasekosten zijn lager en er zijn in totaal minder apparaten geplaatst. De functionaliteit is toegenomen, het beheer is afgenomen. Extra functionaliteit bestaat onder andere uit het kunnen printen vanaf alle mobiele apparaten en follow-me printen.
Draadloos netwerk Ten opzichte van 2013 is het aantal verbindingen van draadloze apparaten die gelijktijdig verbonden zijn met het draadloze netwerk met circa 50% toegeno20
Hoofdstuk 4
MEDEWERKERS 4.1 Onze medewerkers Samenstelling personeelsbestand Hieronder is de man/vrouw verhouding per vestiging weergegeven. Vestiging
man
% man
vrouw
11
57,89%
8
42,11%
19
3
50,00%
3
50,00%
6
Campus Winschoten
20
40,00%
30
60,00%
50
De Flint
11
39,29%
17
60,71%
28
Hommesplein/Stikkerlaan
70
51,85%
65
48,15%
135
Pekela
11
32,35%
23
67,65%
34
Woldendorp
20
51,28%
19
48,72%
39
146
46,95%
165
53,05%
311
Bellingwedde Bovenburen
Totaal Dollard College
% vrouw
Totaal
In de volgende tabel is de verdeling van de medewerkers per vestiging naar de diverse leeftijdscohorten opgenomen.
Vestiging
20-25
25-35
Bellingwedde
3
60+
1
1
4
7
12
17
5
8
50
3
6
9
5
5
28
16
36
40
30
19
135
7
10
9
6
2
34
Pekela
3
Totaal
5
1
4
55-60
4
De Flint Hommesplein/Stikkerlaan
45-55
4
Bovenburen Campus Winschoten
35-45
19 6
Woldendorp
1
8
5
11
10
4
39
Totaal Dollard College
6
44
64
91
65
41
311
Flexibele schil In het afgelopen jaar zijn, overeenkomstig het beleid, nieuwe benoemingen en uitbreidingen van de betrekkingsomvang waar mogelijk in tijdelijke dienst aangegaan. Bij vacature-invulling met zittend personeel is veelal gekozen voor (uitbreiding van de) aanstelling in eigen tijdelijke dienst. Bij vacature-
invulling met nieuwe medewerkers is het risico op instroom in de WW en bovenwettelijke WW afgezet tegen de hogere tariefstelling en de BTW verplichting die flexconstructies met zich meebrengen. Op basis hiervan is de keuze gemaakt voor aanstelling in tijdelijke (eigen) dienst, een flexconstructie of een detacheringscontract. 21
Concernbreed wordt gestreefd naar een flexibele schil tussen de 10 en 15%. Eind 2014 bedroeg de flexibele schil 16%; 1% van het totaal aantal fte’s is ingevuld via flex-en detacheringsovereenkomsten, 15% door medewerkers in tijdelijke (eigen) dienst. De flexibele schil valt iets boven het streefpercentage. In de tabel hieronder staat het overzicht van de flexibele schil per 31-12-2014:
Aanstellingen
Fte (netto)
Onbepaalde tijd Bepaalde tijd eigen dienst Flex/detachering/ZZP Totaal
%
194
84
35
15
2
1
231
100
4.2 Professionalisering en OGN-academie Scholing De OGN-academie is een knooppunt binnen de stafdienst Personeel & Organisatie (P&O) van Onderwijsgroep Noord die allerlei vragen met betrekking tot professionalisering oppakt binnen Onderwijsgroep Noord en de instellingen Dollard College, rsg de Borgen en Terra. De scholingsactiviteiten zijn gebaseerd op de scholingsplannen van de stichtingen. In 2014 is voor het eerst gewerkt met een scholingskalender. Volgens de kalender is gewerkt aan collectieve scholingsvragen. In dit tweede jaar van de OGNacademie zijn tevens maatwerktrajecten georganiseerd. De ervaring leert dat hier steeds meer behoefte aan is en deze trajecten van toegevoegde waarde zijn omdat er op deze manier geïntegreerd gewerkt kan worden aan schoolontwikkeling. Ontwikkeling en leren gaan hiermee hand in hand samen. Hierdoor wordt mede de relatie tussen de scholen en de OGN-academie geïntensiveerd. Toch blijft scholingsbereidheid een thema, collectieve trainingen worden nu aangeboden in de middagen. In gesprek met het management over de nut en noodzaak van professionalisering blijft gewerkt worden aan het vergroten van de lerende cultuur. Het uiteindelijke streven is dat de OGN-academie er zal zijn voor elke professionaliseringsvraag van Onderwijsgroep Noord: van een training op een vestiging tot individuele loopbaangerichte opleidingen, van workshops tot coaching, van kenniscafé tot leernetwerk. Daarbij geldt: De OGNacademie is er voor iedereen: voor docenten, voor 22
Ten opzichte van 2013 is er sprake van een geringe stijging van het ziekteverzuim; in dat jaar was het gemiddeld ziekteverzuim 5,6%. Bij een aantal medewerkers gaat het om langdurige ziekte. Hier liggen vooral (ernstige) medische klachten aan ten grondslag. Directeuren van het Dollard College zetten in samenspraak met P&O en de bedrijfsarts adequate interventies in om het ziekteverzuim terug te dringen en/of te voorkomen.
onderwijsondersteunend personeel en voor het management.
4.3 Gezondheidsmanagement Gezondheidsmanagement is een strategisch thema binnen het Dollard College. Het ziekteverzuimcijfer is daarbij een belangrijk meetinstrument. Het streefpercentage van 5% is in 2014, met een gemiddeld ziekteverzuim van 5,9%, niet gehaald.
10,0 8,0 ZV1 ZV1 Bovengrens VG
6,0 4,0 2,0
r be
ce
m
r be
De
m
r
ve
be
No
to
r
Ok
em
be
us
pt Se
gu
st
li Ju
Au
ni Ju
ei M
ril Ap
rt aa M
ua br
Fe
Ja
nu
ar
i
ri
0,0
Legenda: Bovengrens De bovengrens is het geaccepteerde ziekteverzuim in een kalenderjaar. Deze grens is in april 2012 besproken tussen Raad van Toezicht en College van Bestuur ZV1 Aantal gewogen kalenderdagen ziekteverlof van het reguliere personeel, gedeeld door de gemiddelde personeelssterkte (GAP) en gedeeld door het aantal kalenderdagen van de rapportageperiode, maal 100% ZV2 Idem als ZV1 maar exclusief ziektegevallen die langer dan een jaar hebben geduurd VG Het voortschrijdend gemiddelde ziekteverzuim op basis van ZV1
23
Hoofdstuk 5
Totale dotatie in 2014 bedraagt € 0,42 miljoen. De afschrijvingslasten zijn lager (€ 0,1 miljoen) en de huisvestingslasten zijn hoger (€ 0,36 miljoen) dan begroot. Ook de overige lasten zijn hoger (€ 0,1 miljoen) dan begroot door hogere kosten voor het uitbesteed onderwijs.
FINANCIËN 5.1 Jaarrekening
Een uitgebreide toelichting op de verschillen tussen realisatie en begroting staat bij de afzonderlijke posten in de jaarrekening.
Resultaat Het Dollard College heeft het jaar 2014 afgesloten met een positief financieel resultaat van € 160.078 (2013: € 1.221.005). Het exploitatieresultaat over 2014 is als volgt bestemd:
2014
Toevoeging bestemmingsreserve In de komende jaren krijgt het Dollard College te maken met een aantal ontwikkelingen die een grote impact op de organisatie en de middelen zullen hebben. Het gaat daarbij met name om de gevolgen van de daling van het aantal leerlingen en onderwijskundige ontwikkelingen zoals de invoering van passend onderwijs. Dit brengt niet alleen een extra inspanning met zich mee maar tevens extra onzekerheden en daarmee ook risico’s.
2013
Toevoeging aan de Algemene 1.554 496.122
Reserve
Toevoeging aan de Bestemmingsreserve ‘Toekomstbestendig Dollard College’
160.000 538.000
Het College van Bestuur stelt zich op het standpunt dat bovenstaande ontwikkelingen moeten worden opgelost binnen de jaarlijkse begroting, maar heeft ook gemeend om vanuit het positieve resultaat een bestemmingsreserve te vormen van waaruit geïnvesteerd kan worden in een toekomstbestendig Dollard College. De mogelijke aanwending van deze bestemmingsreserve zal alleen geschieden vanuit goedkeurende besluitvorming door het College van Bestuur. Gezien de grootte van de toekomstige vraagstukken vindt het College van Bestuur het gerechtvaardigd hiervoor specifieke middelen te bestemmen. Het gaat hierbij om een bedrag van € 160.000.
Toevoeging aan de Bestemmingsreserve 0 190.000
‘Regeling jonge leerkrachten’ Onttrekking aan het Bestemmingsfonds Mediatheek
-42
- 521
1.434
- 2.601
Onttrekking aan de Herwaarderingsreserve Exploitatieresultaat
160.078 1.221.005
De totale baten zijn € 0,69 miljoen hoger dan begroot. De rijksbijdragen zijn € 0,45 miljoen hoger als gevolg van de extra subsidies voor nieuwkomers en opvang vreemdelingen. Bij de overige overheidsbijdragen en -subsidies zijn de gemeentelijke bijdragen iets hoger dan begroot. Door hogere inkomsten materieel en inkomsten SWV, maar lagere opbrengsten voor excursies en uitwisselingen met het buitenland zijn de overige baten € 0,17 miljoen hoger uit dan is begroot.
In 2013 is een subsidie ontvangen op grond van de ‘Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging jonge leerkrachten’ van € 190.000. Voor dit bedrag is in 2013 de bestemmingsreserve ‘Regeling Jonge leerkrachten’ gevormd omdat sprake zou zijn van een ‘kasschuif’ met terugbetalingsverplichting. In de loop van 2014 is bekend geworden dat dit bedrag niet terugbetaald hoeft te worden. Het bedrag van € 190.000 zal van de bestemmingsreserve ‘Regeling Jonge Leerkrachten’ worden overgeheveld naar de Bestemmingsreserve ‘Toekomstbestendig Dollard College’.
Ook de totale lasten zijn hoger dan begroot, namelijk € 0,53 miljoen. De personeelslasten zijn € 0,15 miljoen hoger. Dit is het gevolg van groei van het aantal leerlingen per 1 augustus 2014 en afname van het aantal externe personeelsleden. Er is dan ook sprake van lagere kosten voor personeel niet in loondienst doordat er minder uitzendkrachten, ZZP-ers en overige externe personeelsleden zijn ingezet, zowel voor de reguliere werkzaamheden als voor vervanging bij ziekte. De dotaties aan de personele voorzieningen zijn hoger omdat in 2014 twee nieuwe voorzieningen zijn gevormd, te weten voorziening spaarverlof en voorziening langdurig zieken. Daarnaast is de voorziening wachtgeldverplichtingen op peil gebracht.
Financiële kengetallen Op basis van de jaarrekening kunnen de volgende financiële kengetallen worden berekend:
24
2014
5.2 Begroting
2013
Solvabiliteit 1
0,67
0,70
Solvabiliteit 2
0,71
0,72
Liquiditeit (current ratio)
1,92
2,08
Liquiditeit (quick ratio)
1,75
1,86
Rentabiliteit (%)
0,64
5,00
Onderwijs draait om mensen. Als we met elkaar in het onderwijs iets willen bereiken, dan draait alles om passie, energie en verantwoordelijkheidsgevoel. Passie in combinatie met inhoud en dialoog. Om succesvol te kunnen zijn, is een helder zicht nodig op de behoeften van de leerlingen, hun ouders en de andere stakeholders in de samenleving. Meer nog is een duidelijke kijk op de eigen kracht en mogelijkheden nodig. Het besef wat het betekent om in de samenleving van vandaag een onderwijsinstelling te zijn zoals het Dollard College. Welke rol kan en wil het Dollard College in het leven van mensen spelen en hoe kan en moet dat gaan? Dit vraagt een open houding en de bereidheid om waar te maken waar het Dollard College voor staat en in gelooft. Het vraagt om een organisatie die in goede conditie is en die zich bewust is van haar bestaansrecht. Waarin iedereen ertoe doet, betekenis heeft en zich dat ook realiseert. Waar identiteit en handelen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. In de begroting 2015 is vanuit deze ideologie richting gegeven aan het handelen en is dat afgestemd met de middelen die hiervoor beschikbaar zijn.
Solvabiliteit 1 (verhouding eigen vermogen/totaal vermogen) is in 2014 gedaald naar 0,67 maar kan nog steeds als sterk worden gekwalificeerd. De afname van solvabiliteit 1 is het gevolg de toename van het totaal vermogen door de vorming van twee nieuwe voorzieningen en toename van de kortlopende schulden door vooruit ontvangen termijnen en nog niet bestede middelen SWV. Het eigen vermogen is voldoende groot om bij te sturen in het geval van veranderende omstandigheden die een nadelige invloed hebben op de exploitatie. Solvabiliteit 2 (verhouding eigen vermogen + voorzieningen/totaal vermogen) is in 2014 gedaald naar 0,71. Zowel het eigen vermogen als de voorzieningen zijn toegenomen. Ook het totale vermogen is toegenomen, echter het totale vermogen is relatief meer toegenomen (+ 6,7%) dan het eigen vermogen en de voorzieningen (+ 5,1%) waardoor het kengetal gedaald is ten opzichte van 2013.
In het nieuwe strategische beleidsplan worden externe ontwikkelingen gecombineerd met eigen sterktes en zwaktes om vervolgens te komen tot strategische keuzes en ambities. Dit alles in relatie en afgestemd met de beschikbare middelen, waarbij de demografische krimp uiteraard een belangrijke rol speelt. Naast de eigen ambities hebben we ook te maken met regionale en landelijke ontwikkelingen en worden we geconfronteerd met beleid van de rijksoverheid. Deze combinatie van enerzijds de eigen ideologie en ambities en anderzijds ontwikkelingen en overheidsbeleid, vraagt om een scherpe prioritering van de inzet van middelen.
De liquiditeit - current ratio (vlottende activa/vlottende passiva) is gedaald ten opzichte van 2013, maar ligt ruim boven de ondergrens van 0,75. Zowel de vlottende activa als de vlottende passiva zijn toegenomen, maar de relatieve toename van de vlottende passiva is hoger waardoor het kengetal daalt.
Om dit te ondersteunen worden er jaarlijks jaarplannen opgesteld. Ter voorbereiding op deze jaarplannen wordt een kaderbrief opgesteld, waarin de geprioriteerde thema’s voor het komende jaar worden omschreven. Deze prioriteiten zijn opgesteld in samenspraak met de directeuren en een aantal coördinerend bestuursadviseurs. Voor 2015 gaat het om de volgende thema’s: de OGN-transitie; pedagogisch-didactisch klimaat; professionalisering en strategisch HRM; kwaliteitszorg en Planning en Control.
De liquiditeit - quick ratio (vlottende activa (exclusief voorraden)/vlottende passiva) is gedaald ten opzichte van 2013, maar ligt ruim boven de ondergrens van 0,75. Zowel de vlottende activa exclusief voorraden (+4,0%) als de vlottende passiva (+10,8%) zijn toegenomen, maar de relatieve toename van de vlottende passiva is hoger waardoor het kengetal daalt.
• • • •
De rentabiliteit (resultaat gewone bedrijfsvoering / totale baten uit gewone bedrijfsvoering x100) is flink lager dan in 2013, maar wel positief. In 2014 is sprake van een flink lager exploitatieresultaat ten opzichte van 2013 (€ 1,0 miljoen). Ondanks de lagere rentabiliteit, kan geconcludeerd worden dat de exploitatie op orde is.
Om verbinding aan te brengen tussen beleid en middelen is vervolgens de begrotingsbrief opgesteld. Door het aanbrengen van deze verbinding worden de ambities realistisch en haalbaar. De begrotingsbrief 25
teerd die nog vier jaren verder ligt dan de tijdshorizon in deze continuïteitsparagraaf.
heeft als uitgangspunt gediend voor de begroting 2015. In deze begroting zijn dan ook extra middelen gereserveerd om uitvoering en ondersteuning te kunnen geven aan bovengenoemde thema’s. Er is sprake van een sluitende begroting waarin, naast de hiervoor genoemde middelen, ook extra is begroot voor innovatie en onvoorziene lasten.
Kengetallen Prognose leerlingenaantallen Het totaal aantal leerlingen in het voedingsgebied van het Dollard College daalt in de jaren 2013 tot 2020 van 1.736 naar 1.225. Dat is een daling van 511 leerlingen.
5.3 Continuïteit
De snelheid en scherpte van deze daling wordt enigszins getemperd door leerlingen die langer dan acht jaren in het basisonderwijs verblijven. In het jaar voor de instroom naar het voortgezet onderwijs, ontstaat zo ieder jaar een beperkt extra potentieel.
Deze continuïteitsparagraaf beoogt inzicht te verschaffen in de wijze waarop het College van Bestuur van het Dollard College omgaat met de financiële gevolgen in de jaren 2015 tot en met 2017 als gevolg van het gevoerde en te voeren beleid. In deze paragraaf wordt zicht geboden op het verwachte exploitatieresultaat in de komende jaren en de ontwikkeling van de vermogenspositie. Het proces om majeure ontwikkelingen in de nabije toekomst en de gevolgen hiervan voor het resultaat en de vermogenspositie te identificeren, is structureel ingebed in de organisatie van het Dollard College. Hiertoe wordt in de meerjarenbegroting een tijdshorizon gehan-
Het marktaandeel van het Dollard College is ten opzichte van het voorgaand schooljaar, gestegen. Groei van het marktaandeel leidt tot een positieve mutatie van het aantal leerlingen in de prognose. Het effect van de autonome krimp kan hiermee niet worden opgevangen maar wel worden gedempt en worden uitgesmeerd over meerdere jaren.
3100 3000 2900 2800 2700 Aantal leerlingen
2600
Prognose leerlingen
2500
26
2021-2022 –
2020-2021 –
2019-2020 –
2018-2019 –
2017-2018 –
2016-2017 –
2015-2016 –
2014-2015 –
2013-2014 –
2012-2013 –
2011-2012 –
2010-2011 –
2009-2010 –
2008-2009 –
2007-2008 –
2006-2007 –
2300
2005-2006 –
2400
De prognoses voor de jaren 2015-2021 staan in onderstaande tabel weergegeven. Prognose 01-10-’13
01-10-’14
01-10-’15
01-10-’16
01-10-’17
01-10-’18
01-10-’19
01-10-’20
01-10-’21
2.830
2.928
3.017
2.947
2.845
2.781
2.664
2.558
2.460
Mutatie t.o.v. voorgaand jaar
79
98
89
-70
-102
-64
-117
-106
-98
Mutatie in % t.o.v. voorgaand jaar
2,9
3,5%
3,3%
-2,3%
-3,5%
-2,2%
-4,2%
-4,0%
-3,8%
Totaal leerlingen
ging, komt deze inzet te vervallen indien de bekostiging in de komende jaren wordt beëindigd. Er wordt geanticipeerd op bezuinigingen op de bekostiging en daarom is bij de inzet van externe medewerkers rekening gehouden met een flexibele schil die voldoende groot is om een teruggang in formatie te kunnen opvangen.
De prognoses komen tot stand door mutaties in het aantal leerlingen in het verleden te extrapoleren naar de toekomst. Daarbij wordt uitgegaan van de gemiddelde prestaties in het verleden. Prestaties die in het verleden zijn behaald, bieden uiteraard geen garanties voor de toekomst maar kunnen wel gehanteerd worden voor het opstellen van deze prognoses. De mutatie van het aantal leerlingen is verwerkt in de meerjarenbegroting, zonder dat hiervoor aanvullende bezuinigingsmaatregelen zijn opgenomen.
In 2015 zal geen sprake meer zijn van een nog niet opgeloste boventalligheid. Daarnaast zijn in 2015 extra middelen gereserveerd voor wachtgeldverplichtingen, spaarverlof en langdurig zieken.
Personele bezetting Voor zover in het schooljaar 2014-2015 sprake is van inzet van formatie op basis van additionele bekostiSamenvattend overzicht kengetallen
2014 werkelijk
2015 begroot
2016 prognose
2017 prognose
Onderwijsgevend personeel (fte)
187,7
186,13
182
176
Directie en beheerspersoneel (fte)
43,24
42,94
42
41
Totale personele bezetting (fte)
231,03
229,07
224
216
lwoo
375
386
377
364
bavo
1.112
1.146
1.119
1.081
231
238
232
224
1.029
1.060
1.035
999
181
187
183
177
2.928
3.017
2.946
2.845
KENGETALLEN stand per 31-12
vmbo BB+KB vmbo GL/TL+havo+vwo PrO Totaal leerlingen
27
Balans 2014 werkelijk
2015 begroot
2016 prognose
2017 prognose
Materiële vaste activa
4.167
4.524
4.227
3.948
Vlottende activa
5.174
4.817
5.747
6.435
TOTAAL ACTIVA
9.341
9.341
9.974
10.383
6.250
6.250
6.883
7.292
391
391
391
391
Kortlopende schulden
2.700
2.700
2.700
2.700
TOTAAL PASSIVA
9.341
9.341
9.974
10.383
Balansratio’s
2014
2015
2016
2017
Solvabiliteit
0,67
0,67
0,69
0,70
Liquiditeitsratio
1,92
1,78
2,13
2,38
BALANS per 31-12 (x 1.000) ACTIVA
PASSIVA Eigen vermogen Voorzieningen
liquide middelen hebben voor de komende jaren het niveau dat voor een normale bedrijfsvoering gewenst is en bieden ook voldoende ruimte voor het uitvoeren van investeringen. Het liquiditeitsniveau zal in de komende jaren echter wel afnemen als gevolg van bezuinigingen in de bekostiging en krimp van de leerlingaantallen.
Gestreefd wordt naar een solvabiliteitratio van minimaal 0,30. Dit is nodig om financiële risico’s te kunnen opvangen. Bij de instellingen die niet aan deze minimumnorm van 30% voldoen, gaat de Inspectie onderzoeken of de financiële continuïteit in gevaar komt. Per ultimo 2014 bedraagt de solvabiliteit van het Dollard College 0,67. Daarmee wordt zowel aan de eigen minimumnorm, zoals verwoord in het Treasurystatuut, als aan de nieuwe solvabiliteitsnorm van de onderwijsinspectie voldaan. De verwachting is dat de solvabiliteit in de komende jaren op een vergelijkbaar niveau blijft. Dat betekent dat verdere versterking van het vermogen vooralsnog niet noodzakelijk is.
Investeringen In 2015 wordt het meerjarig investeringsbeleid, als onderdeel van het nieuwe strategische beleidsplan, voor het Dollard College opgesteld. De investeringen waarvoor in 2014 middelen zijn gereserveerd, zijn nog niet gebaseerd op een meerjarig investeringsbeleid maar op onderwijskundige of technische noodzaak.
De liquiditeitspositie van het Dollard College is goed. Per ultimo 2014 bedraagt de liquiditeitsratio 1,92. De
28
Staat van Baten en Lasten 2014 werkelijk
2015 begroot
2016 prognose
2017 prognose
23.419
24.519
25.195
24.874
616
654
658
661
1.109
1.213
1.268
1.258
25.144
26.386
27.121
26.793
19.249
19.557
19.588
19.509
Afschrijvingslasten
891
972
935
915
Huisvestingslasten
2.272
2.031
1.961
1.991
Overige lasten
2.619
3.874
4.052
4.017
25.031
26.434
26.536
26.432
113
48
585
361
47
48
48
48
160
-
633
409
BALANS per 31-12 (x 1.000) BATEN Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten TOTAAL BATEN LASTEN Personele lasten
TOTAAL LASTEN Saldo Baten en Lasten Saldo financiële baten en lasten NETTO RESULTAAT
rekening gehouden worden met verdere bezuinigingen in de formatie. De belangrijkste aandacht zal in de komende jaren uit moeten gaan naar de vaste kosten zoals afschrijvingslasten en huisvestingslasten omdat deze, bij een dalend aantal leerlingen, steeds zwaarder op de exploitatie gaan drukken.
De begrote en geprognosticeerde cijfers voor de jaren 2015 tot en met 2017 zijn ontleend aan de (meerjaren)begroting 2015-2020. Deze begroting is vastgesteld door het College van Bestuur en goedgekeurd door de Raad van Toezicht. Zoals uit de geprognosticeerde Staat van Baten en Lasten blijkt, is de impact van bezuinigingen door de overheid op de bekostiging tot 2017 nog niet zo groot. In 2016 is, bij ongewijzigd beleid, sprake van een resultaat van circa € 0,6 miljoen, wat in 2017 terugloopt tot een resultaat van € 0,4 miljoen. Belangrijke aanname is dat het beleid ongewijzigd blijft, wat betekent dat er geen rekening gehouden wordt met vertrek van ouder personeel en vervanging door jonger personeel, wat een positief effect zal hebben. Uit de meerjarenbegroting die voor interne doeleinden is opgesteld, blijkt dat vanaf 2018 de impact van bezuinigingen door de overheid op de bekostiging in combinatie met een teruglopend aantal leerlingen wel groter wordt hetgeen in 2018 leidt tot een tekort van € 0,1 miljoen.
Intern risicobeheersings- en controlesysteem In 2010 heeft het Dollard College een inventarisatie van de belangrijkste risico’s uitgevoerd. Deze inventarisatie was echter te statisch en daardoor onvoldoende geschikt als instrument in de planning en control-cyclus. Daarom is tezamen met de andere instellingen binnen Onderwijsgroep Noord in 2014 gestart met de implementatie van een dynamisch risicomanagementsysteem voor de gehele organisatie. De belangrijkste doelstellingen hierbij waren: het verkrijgen van inzicht in de grootste risico’s die de organisatie negatief kunnen beïnvloeden; het kwalificeren en kwantificeren van de impact van de risico’s; het stimuleren van risicobewustzijn bij de medewerkers; het ontwikkelen van een instrument dat gebruikt kan worden bij het maken en onderbouwen van strategische keuzes; het stimuleren van de communicatie over risico’s;
• • • •
De afgelopen jaren is bezuinigd op de materiële exploitatie. In de begroting 2014 is extra ruimte gevonden in de materiële exploitatie. Indien nodig kan in de toekomstige jaren ruimte worden gevonden voor extra bezuinigingen. Hierdoor hoeft voor de begrotingen vanaf 2015 niet noodzakelijkerwijs
• 29
et kunnen voldoen aan de verslagleggingsregels, • hzoals bijvoorbeeld het bepalen van de minimale
Op deze zevenenveertig belangrijkste risico’s is de gevoeligheidsanalyse uitgevoerd waarbij rekening is gehouden met de ingeschatte kans dat het risico zich voordoet alsmede de spreiding van de impact als het risico zich voordoet. De simulatie geeft een verwachte gemiddelde totale impact van € 5,5 miljoen, met een bandbreedte van € 4,4 miljoen en € 6,5 miljoen. Voor het opvangen van de impact van deze risico’s is het huidige groepsvermogen voldoende groot.
vermogensbuffer; Uit deze doelstellingen blijkt wel dat het niet alleen gaat om harde feiten maar ook over de medewerkers in de organisatie die zich bij de uitvoering van hun werkzaamheden bewust moeten zijn van de risico’s. Betrokkenheid, transparantie en communicatie op alle niveaus zijn belangrijke voorwaarden voor een effectief risicomanagement.
Bij het bepalen van de aan te houden vermogensbuffer om risico’s op te kunnen vangen, dient echter wel in ogenschouw genomen te worden dat in de huidige gevoeligheidsanalyse de eerste inventarisatie, en daarmee slechts een deel, van de risico’s meegenomen zijn.
Met het risicomanagementsysteem van het Dollard College kunnen de risico’s gedetailleerd worden vastgelegd en kan de kans dat dit risico zich voordoet, vermenigvuldigd met de financiële impact, worden bepaald. Deze twee factoren resulteren in een risicowaarde per risico. Alle, door de vestigingen en afdelingen, benoemde risico’s en waarderingen (kans x impact) resulteren in een risicoprofiel van elk organisatieonderdeel en een gezamenlijk risicoprofiel van heel het Dollard College. Het risicomanagementsysteem voorziet in de uitvoering van een gevoeligheidsanalyse (Monte Carlo Simulatie) waarmee kan worden berekend wat de impact van de risico’s over een langere periode op het vermogen van het Dollard College is. Op basis van het risicoprofiel en de gevoeligheidsanalyse worden gerichte beheersmaatregelen getroffen tegen de risico’s met de hoogste risicowaarde.
Belangrijkste risico’s en onzekerheden Voor de komende jaren is rekening gehouden met de financiële impact van de risico’s en bedreigingen die bij het opstellen van de begroting bekend zijn. De belangrijkste risico’s en bedreigingen zijn de ontwikkelingen in de bekostiging en de ontwikkeling van het aantal leerlingen. De effecten hiervan zijn meegenomen in de (meerjaren)begroting. Ook de hierdoor ontstane noodzaak tot bezuinigen wordt zichtbaar gemaakt. Te zijner tijd zal dit, in de onderscheiden jaren, nader worden uitgewerkt. Rapportage toezichthoudend orgaan Zoals uit het verslag van de Raad van Toezicht blijkt, laat de Raad zich informeren over de belangrijke ontwikkelingen en grote beleidsvraagstukken zodat de Raad haar toezichthoudende rol goed kan vervullen. Bij deze thema’s denkt de Raad van Toezicht mee met het College van Bestuur en geeft tevens adviezen (zie ook het verslag van de Raad van Toezicht).
Vastlegging in dit risicomanagementsysteem heeft als groot voordeel dat periodieke actualisatie en herijking van de onderkende risico’s en de daarbij behorende waardering en gevoeligheidsanalyse eenvoudiger kan worden gerealiseerd. Het kan daarom ook als instrument worden gebruikt bij het opstellen van de (meerjaren)begroting en bij het jaarverslag. Tegelijk met het opzetten van het risicomanagementsysteem heeft een inventarisatie van de belangrijkste risico’s plaatsgevonden. Deze risico’s zijn op systematische wijze en vanuit verschillende invalshoeken inzichtelijk gemaakt en gewaardeerd. Bij de eerste inventarisatie zijn uitsluitend het College van Bestuur, de directeuren en de coördinerend bestuursadviseurs betrokken geweest. De hierbij benoemde risico’s zijn dan ook vooral van strategische aard. Bij de verdere implementatie in 2015 zullen medewerkers op diverse posities worden betrokken waardoor ook tactische en operationele risico’s zullen worden meegenomen. Dit zal dan ook niet meer op groepsniveau worden uitgevoerd, maar specifiek voor het Dollard College.
5.4 Treasury Het treasurybeleid maakt deel uit van het financiële beleid van de Stichting Onderwijsgroep Noord en de daaraan verbonden instellingen en is op de hele groep van toepassing. Het treasurybeleid vindt plaats binnen de kaders van de regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 16 september 2009, met kenmerk FEZ/CC2009/150185, houdende regels over het beleggen en belenen van publieke middelen (Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010) en het Treasurystatuut Onderwijsgroep Noord van 10 oktober 2011. Bij het aantrekken respectievelijk uitzetten van alle
De eerste inventarisatie heeft geleid tot een lijst met de zevenenveertig belangrijkste risico’s. 30
Uit oogpunt van interne controle is bij het uitzetten van overtollige liquide middelen op deposito’s sprake van functiescheiding tussen de frontoffice en backoffice. In 2011 is het treasurystatuut geactualiseerd en vastgesteld door het College van Bestuur. In dit treasurystatuut wordt het treasurybeleid uiteengezet en wordt een beschrijving gegeven van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de treasuryfunctie van de instelling. Het treasurystatuut heeft tot doel sturing te geven aan de treasuryfunctie en risico’s te beperken. Rapportage over treasury aangelegenheden is integraal onderdeel van de bestaande managementrapportages. Voor de risico’s inzake financiële instrumenten wordt verwezen naar de jaarrekening.
benodigde respectievelijk overtollige liquide middelen wordt gehandeld in overeenstemming met de in deze regeling gestelde verplichtingen. De algemene doelstellingen van het treasurybeleid luiden: het beheren van financiële geldstromen op de korte termijn met als doel op het juiste moment over de juiste hoeveelheid liquide middelen in rekening-courant te kunnen beschikken, zonder dat er sprake is van een overschot of tekort aan liquide middelen in rekening-courant. Essentieel voor het bereiken van deze doelstelling is een korte termijn liquiditeitsplanning. De korte termijn liquiditeitsplanning wordt gepland vanaf één week tot één jaar vooruit; Bij het uitzetten van overtollige gelden mogen transacties worden afgesloten met de volgende geldnemers: financiële instellingen of door financiële instellingen uitgegeven papier met minimaal een A-rating, afgegeven door tenminste twee erkende rating agency’s, voor beleggings- en beleningsvormen voor een periode tot en met drie maanden. Financiële instellingen of door financiële instellingen uitgegeven papier met minimaal een AA-minus rating, afgegeven door tenminste twee erkende rating agency’s, voor beleggingsen beleningsvormen voor een periode van meer dan drie maanden. Bij het voeren van het treasurybeleid zijn de volgende treasury instrumenten toegestaan: Rekening courant Spaarrekeningen Deposito’s de solvabiliteit (verhouding Eigen Vermogen / Totaal Vermogen) dient minimaal het door de overheid voorgeschreven percentage te zijn (31-12-2014 VO: < 0,3); het minimaliseren van de kosten van leningen (kostenminimalisatie) in relatie tot de geld- en kapitaalmarktrente; het optimaliseren van het rendement van de overtollige liquide middelen binnen de kaders van het treasurystatuut (rentemaximalisatie); het beheersen en bewaken van financiële risico’s die aan de financiële posities en geldstromen van de instelling zijn verbonden (risicominimalisatie); Het aantrekken van alle voor de instelling benodigde middelen dient plaats te vinden op basis van een actuele prognose van de financieringsbehoefte en een actuele rentevisie. Bij het aantrekken van langlopende geldleningen worden offertes gevraagd bij minimaal twee partijen. Bovenstaande is een samenvatting en geen limitatieve opsomming.
•
In 2014 zijn de tijdelijk overtollige liquide middelen weggezet op spaarrekeningen. De rente op de spaarrekeningen is in 2014 met 0,35% gedaald ten opzichte van ultimo 2013. Als gevolg hiervan komen de rentebaten lager uit dan begroot. Over de hoofdsom van de spaarrekeningen wordt geen risico gelopen.
•
Er wordt gebruikt gemaakt van betaalrekeningen en spaarrekeningen bij drie banken, te weten ABN AMRO Bank, ING Bank en de Rabobank. Alle drie de banken hebben minimaal een A-rating en voldoen voor wat betreft de korte termijn aan de ratingeisen in artikel 3.3 van de ‘Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010’. Het Dollard College heeft de overtollige liquide middelen op een spaarrekening staan, waarbij het hele bedrag dagelijks opvraagbaar is.
•
•
• • •
De liquiditeitspositie van het Dollard College is gestegen van € 4,0 miljoen per ultimo 2013 naar € 4,4 miljoen per ultimo 2014.
• • •
31
DEEL 2 Jaarrekening Jaarrekening Balans per 31 december 2014 Staat van baten en lasten over 2014 Kasstroomoverzicht over 2014 Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening Toelichting behorende tot de balans Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Staat van baten en lasten over 2014 Dollard College (20CM) Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten Dollard College (20CM) Staat van baten en lasten over 2014 De Flint (19UR) Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten De Flint (19UR) Verbonden partijen Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Bestemming van het exploitatiesaldo Gebeurtenissen na balansdatum
32
Balans per 31 december 2014
(na resultaatbestemming)
31-12-2014 €
1.2
Vaste activa Materiële vaste activa
4.167.674
Totaal vaste activa
1.4 1.5 1.7
2.1 2.2 2.4
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen
31-12-2013 €
3.679.327 4.167.674
455.268 298.599 4.419.864
3.679.327
541.767 500.689 4.035.881
Totaal vlottende activa
5.173.731
5.078.337
Totaal activa
9.341.405
8.757.664
Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden
6.250.468 390.499 2.700.438
6.090.390 229.409 2.437.865
Totaal passiva
9.341.405
8.757.664
33
Staat van baten en lasten over 2014 2014 € 3 3.1 3.2 3.5
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten
23.419.444 615.837 1.108.897
Totaal baten
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Saldo baten en lasten 5
Begroting 2014 €
22.965.000 549.000 936.000 25.144.178
19.248.870 891.266 2.272.059 2.619.249
22.854.443 556.435 945.882 24.450.000
19.102.000 958.000 1.913.000 2.529.000
24.356.760
18.205.414 918.678 1.664.007 2.399.309
25.031.444
24.502.000
23.187.408
112.734
-52.000
1.169.352
47.344
52.000
51.653
160.078
0
1.221.005
Financiële baten en lasten Netto resultaat
2013 €
34
Kasstroomoverzicht over 2014 2014 €
2013 €
Kasstroom uit operationele activiteiten 112.734
Saldo baten en lasten Aanpassingen voor: - afschrijvingen - vrijval uit investeringssubsidies - mutaties voorzieningen Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - vorderingen - schulden
891.266 -497.617 161.090
86.499 216.725 262.573
565.797
918.678 -451.218 -242.344
23.821 -22.312 116.265
1.233.270
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest
554.739
1.169.352
32.709 0
32.709
117.774 1.512.242
44.949 0
1.265.979
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
225.116
44.949 1.557.191
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa
-887.784 5.788
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
Mutatie liquide middelen
35
-881.996
-364.018 28.963
-335.055
-881.996
-335.055
383.983
1.222.136
Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening Algemeen Rechtspersoon en voornaamste activiteiten Dollard College is een stichting en is gevestigd aan de Hereweg 101 te Groningen. Dollard College is een onderwijsinstelling die praktijkonderwijs, VMBO-, HAVO- en VWO-onderwijs aanbiedt op acht vestigingen in Bellingwolde, Pekela, Winschoten en Woldendorp. Stichting Dollard College wordt als gevolg van zeggenschap meegeconsolideerd in de jaarrekening van Stichting Onderwijsgroep Noord. Verslaggevingsperiode Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn, met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten waar mogelijk. Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Grondslagen van waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Algemeen Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten worden verantwoord indien alle belangrijke risico’s met betrekking tot de handelsgoederen zijn overgedragen aan de koper. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de stichting. Alle financiële informatie is afgerond op hele euro's. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen: - Inschatting van de levensduur van activa. - Inschattingen in het kader van personele voorzieningen. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten vorderingen, geldmiddelen, kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde-veranderingen in de staat van baten en lasten maken eventuele direct toerekenbare transactie-kosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Vorderingen Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslagen voor vorderingen. Geldmiddelen De geldmiddelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
36
Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslagen voor kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen. Afgeleide financiële instrumenten (derivaten) Dollard College maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten zoals rentederivaten. Materiële vaste activa De materiële activa worden opgenomen voor de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Activeren vindt plaats voor investeringen met een verkrijgings- of vervaardigingsprijs vanaf € 500. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op terreinen en op materiële vaste activa in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. Deze levensduur wordt voor de onderscheiden activa gesteld op: Gebouwen 30 jaar Semi-permanente gebouwen en verbouwingen/renovatie 10 jaar Apparatuur, machines en installaties 4-10 jaar Meubilair 10-15 jaar Hard- en software 3 jaar Voor een deel van de in gebruik zijnde gebouwen berust het economisch eigendom bij de gemeenten. Deze gebouwen zijn om deze reden niet geactiveerd. Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd, indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. Investeringssubsidies welke betrekking hebben op de materiële vaste activa worden in mindering gebracht op de materiële vaste activa (vooruit ontvangen investeringssubsidies) en vallen jaarlijks vrij ten gunste van de rijksbijdragen danwel de overige overheidsbijdragen. Bijzondere waardeverminderingen Voor materiële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te bepalen voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Wanneer de boekwaarde van een actief of een kasstroomgenererende eenheid hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Indien sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroomgenererende eenheid, wordt het verlies allereerst toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid. Een eventueel restant verlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun boekwaarden. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief of kasstroomgenererende eenheid geschat. Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardevermindering voor het actief (of kasstroomgenererende eenheid) zou zijn verantwoord. Voorraden De voorraden betreffen de lesboeken die aan de leerlingen in bruikleen worden gegeven en zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten, zoals invoerrechten, transportkosten en andere kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de verwerving van voorraden. Handelskortingen, rabatten en soortgelijke (te) ontvangen vergoedingen met betrekking tot de inkoop worden in mindering gebracht op de verkrijgingsprijs. Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met de eventueel op balansdatum opgetreden waardeverminderingen. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats. Vorderingen De vorderingen zijn opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Voor een deel van de vorderingen op leerlingen en deelnemers is sprake van onzekerheid over de inbaarheid vanwege het vrijwillige karakter. Daarvoor is op balansdatum een voorziening wegens oninbaarheid gevormd. Voorzieningen De personeelsvoorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden, een voorziening ambtsjubilea, een voorziening langdurig zieken en een voorziening spaarverlof. Algemeen Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer er sprake is van: · een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en · waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en · het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is. Indien (een deel van) de uitgaven die noodzakelijk zijn om een voorziening af te wikkelen waarschijnlijk geheel of gedeeltelijk door een derde worden vergoed bij afwikkeling van de voorziening, wordt de vergoeding als afzonderlijk actief gepresenteerd.
37
Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen. De voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van de huidige wachtgeldverplichtingen. De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van deze verplichting leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening. De voorziening langdurig zieken is gevormd voor de op balansdatum bestaande verplichting tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid. De voorziening spaarverlof is gevormd voor de verplichting, uit hoofde van het levensfase bewust personeelsbeleid ten aanzien van het persoonlijk budget van 50 uur per jaar op grond van de CAO-VO. Medewerkers waarop de CAO-VO van toepassing is kunnen ervoor kiezen deze uren te sparen. Voor deze gespaarde uren is in 2014 een voorziening getroffen. Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, waarbij een verschil tussen de geamortiseerde kostprijs en het aflossingsbedrag op basis van de effectieve-rentemethode in de winst- en verliesrekening wordt opgenomen over de looptijd van de leningen. Indien er geen sprake is van agio of disagio of transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde van de schuld. De kortlopende schulden zijn, tenzij anders is aangegeven, opeisbaar binnen één jaar. Resultaatbepaling In de staat van baten en lasten worden verantwoord, met inachtneming van de eerder genoemde waarderingsgrondslagen, de baten en lasten welke aan het boekjaar toegerekend moeten worden. Lasten worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Dit met uitzondering van de bijdragen van leerlingen en cursisten, welke worden verantwoord in het jaar waarin het schooljaar, respectievelijk de cursus, een aanvang neemt. Baten en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord. Personeelslasten Onder personeelslasten is begrepen de in het boekjaar verschuldigde salarissen, sociale lasten, pensioenpremies, inleenkrachten en overige personeelskosten verminderd met de ontvangen uitkeringen van sociale fondsen. Pensioenen Stichting Dollard College is aangesloten bij Stichting Pensioenfonds ABP. ABP is een bedrijfstakpensioenfonds met een toegezegde pensioenregeling (multi-employer defined benefit-regeling). Gezien het feit dat de pensioenregeling een multiemployer regeling betreft is de pensioenregeling als een toegezegde bijdrageregeling (defined contribution-regeling) verantwoord. Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als de onderneming de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de onderneming zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld. Segmentatie In dit jaarverslag zijn overeenkomstig de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' afzonderlijke staten van baten en lasten, alsmede de daarbij behorende toelichting, opgenomen per BRIN-nummer. Het betreft hier BRIN-nummer 20CM 'Scholengemeenschap Dollard College voor Lyc Havo Mavo Vbo Lwoo' en BRIN-nummer 19UR 'School voor Praktijkonderwijs De Flint'. Bij de verdeling van de resultatenrekening per segment is aangesloten op de activiteiten van het bedrijfsproces. De directe kosten van de segmenten zijn volledig toegerekend aan het betreffende segment. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
38
Toelichting behorende tot de balans 1.2
1.2.1 1.2.2 1.2.4
1.2.5
1.2.6
Materiële vaste activa
Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur In uitvoering en vooruitbetalingen Niet aan het proces dienstbare materiële vaste activa
Aanschafprijs
Cumulatieve
Boekwaarde
Investeringen
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Aanschafprijs
Cumulatieve
Boekwaarde
1 januari 2014
afschrijvingen
1 januari 2014
2014
2014
2014
31 december 2014
afschrijvingen
31 december 2014
€
en waarde-
en waarde-
verminderingen
verminderingen
1 januari 2014
€
€
€
€
€
31 december 2014
€
€
12.412.306
1.662.059
10.750.247
9.550
0
352.056
12.421.856
2.014.115
10.407.741
7.555.587
4.915.721
2.639.866
875.784
2.725
539.210
8.299.167
5.325.452
2.973.715
3.063
0
3.063
2.450
3.063
0
2.450
0
2.450
66.252
0
66.252
0
0
0
66.252
0
66.252
Materiële vaste activa
20.037.208
6.577.780
13.459.428
887.784
5.788
891.266
20.789.725
7.339.567
13.450.158
Vooruitontvangen investeringssubsidies
9.780.101
0
9.780.101
0
0
497.617
9.282.484
0
9.282.484
10.257.107
6.577.780
3.679.327
887.784
5.788
393.649
11.507.241
7.339.567
4.167.674
Materiële vaste activa
De boekwaarde van de materiële vaste activa is ten opzichte van 2013 nagenoeg gelijk gebleven. In 2014 is voor een netto bedrag van € 0,89 miljoen geïnvesteerd in gebouwen en inventaris. De desinvesteringen was nagenoeg nihil en en de totale afschrijvingslast bedroeg € 0,89 miljoen. Investeringen in gebouwen vonden plaats bij vestiging Woldendorp. Investeringen in terreinen hebben niet plaatsgevonden. De investeringen in inventaris hebben een omvang van € 0,88 miljoen. Hiervan heeft € 0,13 miljoen betrekking op ICT-apparatuur en € 0,45 miljoen op machines en apparatuur. Hiervan heeft € 0,33 miljoen betrekking op klimaatbeheersing op de vestigingen Hommesplein-Stikkerlaan en Pekela. Voor het overige (€ 0,3 miljoen) is sprake van investeringen in school- en kantoormeubilair (€ 0,24 miljoen inrichting OLC Hommesplein). De vrijgevallen investeringssubsidies zijn verantwoord onder de rijksbijdragen, de overige overheidsbijdragen en -subsidies en de overige baten.
1.4
Voorraden
1.4.1
Gebruiksgoederen
455.268
541.767
Voorraden
455.268
541.767
1.4.1.1 1.4.1.3
€
2014 €
541.767 190.779 277.278
Stand per 1 januari Verkrijgingsprijs gebruiksgoederen Af: Waardevermindering Gebruiksgoederen
2013 €
455.268
565.588 254.049 277.870
541.767
In 2014 is voor een bedrag van € 0,19 miljoen aan lesboeken aangeschaft. Dit is € 0,06 miljoen minder dan in 2013. Deze boeken worden gedurende het schooljaar aan de leerlingen in bruikleen gegeven. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats. Deze waardevermindering was in 2014 € 0,28 miljoen net als in 2013.
1.5
Vorderingen
1.5.1 1.5.3 1.5.5 1.5.6 1.5.7 1.5.8 1.5.9
Debiteuren Groepsmaatschappijen Studenten / deelnemers / cursisten Overige overheden Overige vorderingen Overlopende activa Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid Vorderingen
1.5.7.2
Overige Overige vorderingen
1.5.8.1
Vooruitbetaalde kosten Overlopende activa
2014 €
2013 € 62.217 62.656 149.191 0 353 85.878 61.696 298.599
353
85.878
39
353
85.878
60.838 222.567 132.009 22.697 67.642 50.800 55.864 500.689 67.642
50.800
67.642
50.800
2014 € 1.5.9.1 1.5.9.2 1.5.9.3
2013 € 55.864 49.328 55.160 61.696
Stand per 1 januari Onttrekking Dotatie Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
72.296 54.935 38.503 55.864
De vorderingen zijn gedaald ten opzichte van 2013. Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door een daling van de vordering op groepsmaatschappijen. De hoogte van de vorderingen is afhankelijk van het moment van factureren en betalen en kan daardoor per periode verschillen. Bij de overige vorderingen is in 2013 sprake van een vordering op de belastingdienst in verband met een gedeeltelijke teruggaaf van de basispremie WAO/WIA naar aanleiding van afspraken in het Belastingplan 2014. In 2014 bestaat deze vordering niet. De voorziening wegens oninbaarheid is hoger, omdat in 2014 meer bijdragen zijn gefactureerd en omdat de ervaringscijfers over 2013 een hoger percentage voor bepalen voorziening laat zien. Alle vorderingen hebben een looptijd korter dan 1 jaar. 1.7
Liquide middelen
2014 €
1.7.1 1.7.2
Kasmiddelen Tegoeden op bankrekeningen
3.701 4.416.163
2.373 4.033.508
Liquide middelen
4.419.864
4.035.881
2013 €
Alle liquide middelen zijn direct opeisbaar. 2.1
Eigen vermogen €
2.1.1 2.1.2 2.1.5 2.1.6
2.1.2
2.1.5
Saldo
Resultaat
Overige mutaties
Stand per
1 januari 2014
2014
2014
31 december 2014
€
€
€
€
€
Algemene Reserve Bestemmingsreserve (publiek) Bestemmingsfonds (privaat) Herwaarderingsreserve
5.173.390 728.000 185.513 3.487
1.554 160.000 -42 -1.434
0 0 0 0
5.174.944 888.000 185.471 2.053
Eigen vermogen
6.090.390
160.078
0
6.250.468
728.000
160.000 0 160.000
190.000 -190.000 0
888.000 0
185.513
-42 0 -42
0 0 0
108.771 76.700
Bestemmingsreserve 'Toekomstbestendig Dollard College' Bestemmingsreserve 'Regeling Jonge leerkrachten' Bestemmingsreserve (publiek)
538.000 190.000
Bestemmingsfonds Mediatheek Bestemmingsfonds Dr. Bosfonds Bestemmingsfonds (privaat)
108.813 76.700
Het totale eigen vermogen komt, na de verdeling van het resultaat, uit op € 6,25 miljoen. Dit eigen vermogen kan worden onderverdeeld in een algemene reserve van € 5,17 miljoen en bestemmingsreserves, bestemmingsfondsen en een herwaarderingsreserve van tezamen € 1,1 miljoen. Het eigen vermogen is onderverdeeld in publiek en privaat vermogen, waarbij de bestemmingsfondsen van € 0,18 miljoen als privaat worden aangemerkt en de overige reserves van € 6,07 miljoen als publiek vermogen.
Op basis van de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' wordt de algemene reserve als geheel aangemerkt als publiek vermogen. De publieke bestemmingsreserve ʻToekomstbestendig Dollard Collegeʼ is gevormd omdat het Dollard College in de komende jaren te maken krijgt met een aantal ontwikkelingen die een grote impact op de organisatie en de middelen zullen hebben. Het gaat daarbij met name om de gevolgen van de daling van het aantal leerlingen en onderwijskundige ontwikkelingen zoals de invoering van Passend Onderwijs. Dit brengt niet alleen een extra inspanning met zich mee maar tevens extra onzekerheden en daarmee ook risicoʼs. Voor bovenstaande ontwikkelingen zullen jaarlijks middelen worden gereserveerd binnen de begroting. Het gaat hier echter om meerjarige ontwikkelingen waarbij deze bestemmingsreserve kan worden ingezet om een mismatch in de tijd tussen de inzet van extra middelen en daarmee gerealiseerde besparingen of opbrengsten te kunnen opvangen. De publieke bestemmingsreserve ʻRegeling jonge leerkrachtenʼ is gevormd vanwege de in 2013 beschikbaar gestelde subsidie op grond van de ʻRegeling bijzondere en aanvullende bekostiging jonge leerkrachtenʼ. Door een besluit in 2014 is er geen aanleiding meer om deze bestemmingsreserve in stand te houden. De omvang van deze bestemmingsreserve is om die reden, bij de verdeling van het exploitatieresultaat over 2014, teruggebracht naar nihil. Onderwijsinstellingen hebben in 2007 de mogelijkheid gehad een, als zodanig aantoonbaar, deel van de algemene reserve als eigen privaat vermogen te rubriceren als bestemmingsreserve. Het Dollard College heeft op grond hiervan de private bestemmingsfondsen 'Mediatheek' en 'Dr. Bosfonds' als privaat vermogen gerubriceerd. Het private bestemmingsfonds ʻMediatheekʼ is ontstaan bij de liquidatie van de Stichting Voorziening Leer- en Hulpmiddelen en bijzondere activiteiten Dollard College. Het batig saldo van deze stichting is bij opheffing overgedragen aan het Dollard College met de bepaling dat de middelen besteed moeten worden aan het inrichten van mediatheken en computerlokalen en zo ten goede komen aan de leerlingen van het Dollard College.
40
888.000
185.471
Het private bestemmingsfonds ʻDr. D. Bosfondsʼ is ontstaan bij de liquidatie van de Stichting Dr. D. Bosfonds. Het batig saldo van deze stichting is bij opheffing overgedragen aan het Dollard College met de bepaling dat met deze middelen de stoffelijke belangen moeten worden behartigd van het Lager Beroepsonderwijs, zoals dat werd gegeven aan de Scholengemeenschap voor Beroepsonderwijs Dr. D. Bosschool te Winschoten, inmiddels het VMBO, zoals dat wordt gegeven bij de Onderwijs Campus Winschoten van het Dollard College. Bij de invoering van de lumpsum bekostiging voor De Flint is de daar aanwezige inventaris geïnventariseerd en geactiveerd. Op basis van de vastgestelde waarde van deze inventaris is een publieke herwaarderingsreserve gevormd. De vrijval uit deze herwaarderingsreserve zal geschieden al naar gelang de afschrijving van de betreffende activa.
2.2
Voorzieningen
Stand per
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
Stand per
Kortlopende
Langlopende
1 januari 2014
2014
2014
2014
31 december 2014
deel < 1 jaar
deel > 1 jaar
€
2.2.1
€
€
€
€
€
€
Personeelsvoorzieningen: Voorziening wachtgelden Voorziening ambtsjubilea Voorziening langdurig zieken Voorziening spaarverlof
85.409 144.000 0 0
312.627 26.228 60.000 51.000
262.537 26.228 0 0
0 0 0 0
135.499 144.000 60.000 51.000
68.811 28.727 60.000 0
66.688 115.273 0 51.000
Voorzieningen
229.409
449.855
288.765
0
390.499
157.538
232.961
De Voorziening wachtgelden is voor wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De looptijd is bepaald per individuele voormalige medewerker. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van de huidige wachtgeldverplichtingen. Bij het berekenen van de contante waarde wordt een rentepercentage van 0,6840% gehanteerd. Dit is het tarief van de 10-jaars kapitaalmarktrente voor Nederland per ultimo 2014. De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van deze verplichting leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening. De voorziening langdurig zieken is gevormd voor de op balansdatum bestaande verplichting tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte of arbeidsongeschiktheid. De voorziening spaarverlof is gevormd voor de verplichting uit hoofde van het levensfase bewust personeelsbeleid ten aanzien van het persoonlijk budget van 50 uur per jaar. Medewerkers kunnen ervoor kiezen deze uren te sparen. Voor deze gespaarde uren is in 2014 een voorziening getroffen.
2.4
Kortlopende schulden
2.4.3 2.4.7 2.4.8 2.4.10
Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen Overlopende passiva Kortlopende schulden
2.4.7.1 2.4.7.2 2.4.7.3
Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen
2014 €
2013 € 374.304 753.591 236.557 1.335.986 2.700.438
552.254 2.723 198.614
14.762 123.313 161.074 607.079 13.457 416.301
2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI geoormerkt Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI niet-geoormerkt 2.4.10.4 Vooruitontvangen termijnen 2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen 2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten 2.4.10.8 Overige Overlopende passiva
753.591
1.335.986
281.666 767.407 267.124 1.121.668 2.437.865 553.697 2.363 211.347
45.789 86.675 24.135 586.890 13.729 364.450
767.407
1.121.668
De kortlopende schulden zijn gestegen met € 0,26 miljoen. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de vooruit ontvangen termijn en de onder de overlopende passiva opgenomen bijdragen van het samenwerkingsverband. Een deel van de in 2014 ontvangen bijdrage wordt in de toekomst, op basis van besteding, toegerekend aan de exploitatie. De hoogte van de kortlopende schulden is afhankelijk van het moment van factureren en betalen en kan daardoor per periode verschillen. Onder de overlopende passiva is onder de post overige het nog te besteden bedrag van het samenwerkingsverband van € 0,31 miljoen (2013: € 0,27 miljoen) opgenomen. Alle kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan 1 jaar.
41
Financiële instrumenten Algemeen Het Dollard College maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die het Dollard College blootstellen aan markten/of kredietrisicoʼs. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. Het Dollard College handelt niet in deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan het Dollard College verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisicoʼs. Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. Het kredietrisico inzake deze vorderingen is beperkt. Renterisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Dollard College heeft geen opgenomen en uitgegeven leningen. Liquiditeitsrisico Het Dollard College bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor het Dollard College steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde lening convenanten te blijven. Reële waarde De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. G1
Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule Toewijzing
Omschrijving Kenmerk
Datum
Praktijkleren groen onderwijs
602195-2
20-11-2014
Prestatiesubsidie VSV VO vast
567733-1
21-10-2013
Studieverlof
550134-1
20-8-2013
Studieverlof
561970-1
20-9-2013
Studieverlof
645054-1
20-8-2014
Studieverlof
655346-1
20-11-2014
Totaal G3
Saldo
Ontvangen
Lasten
Totale kosten
Saldo nog te besteden
1-1-2014
t/m 31-12-2014
in 2014 t/m december
t/m 31-12-2014
ultimo december 2014
€ 10.550 35.000 33.656 21.715 34.505 -9.199
126.227
€
0 20.409 15.679 9.701 0 0
€ 10.550 0 0 0 34.505 -9.199
45.789
35.856
€ 10.550 20.409 15.679 9.701 10.544 0
66.883
€ 10.550 20.409 15.679 9.701 10.544 0
66.883
Overzicht niet-geoormerkte doelsubsidies OCW en ELI Omschrijving
Kenmerk
Toepassing art.96n WVO uitvoeringsjaar 2014
OND/ODS-2014/1029
11-4-2014
Toepassing art.96n WVO uitvoeringsjaar 2014
OND/ODS-2014/2678
29-10-2014
Bekostiging personeelskosten
592301-3
20-10-2014
Bekostiging exploitatiekosten
591397-1
18-12-2013
Verrekening uitkeringskosten
593289-2
18-12-2014
Bekostiging lesmateriaal
639600-1
20-6-2014
Maatschappelijke stage
652502-1
20-11-2014
LGF VO 2013-2014
BEK14-28460
16-10-2014
Prestatiebox VO
610754-1
Toepassing art.96n WVO uitvoeringsjaar 2014 Toepassing art.96n WVO uitvoeringsjaar 2014
Totaal
Bedrag van de toewijzing
OND/ODSOND/ODS-
19-3-2014
11-4-2014 29-10-2014
Bekostiging personeelskosten
592323-2
20-10-2014
Bekostiging exploitatiekosten
591411-2
20-10-2014
Verrekening uitkeringskosten
593301-2
18-12-2014
Bekostiging lesmateriaal
639638-2
20-11-2014
Visueel gehandicapte leerlingen
602307-1
18-12-2013
Nieuwkomers VO
BVO-07/7758 M
Nieuwkomers VO
591266-2
20-10-2014
1e Opvang vreemdelingen
573735-1
20-11-2013
1e Opvang vreemdelingen
638623-2
20-5-2014
1e Opvang vreemdelingen
652091-3
20-11-2014
Maatschappelijke stage
652517-1
20-11-2014
LGF VO 2013-2014
BEK14-28460
16-10-2014
Invoeringskosten gratis lesmateriaal
185125-2
20-10-2009
Prestatiebox VO
610738-1
19-3-2014
Prestatiesubsidie VSV VO variabel
651829-1
20-10-2014
Prestatiesubsidie VSV VO vast
649631-1
20-10-2014
Bedrag van
Saldo
Ontvangen
Lasten
Saldo
de toewijzing
2013
in 2014
2014
2014
€ -4.571 -6.031 1.833.939 262.705 -19.321 53.144 8.820 18.369 25.988
€
0 0 0 0 0 0 0 0 0
€ -4.571 -6.031 1.837.904 262.705 -19.321 53.144 8.820 18.369 25.988
€ -4.571 -6.031 1.837.904 262.705 -19.321 53.144 8.820 18.369 25.988
-48.671 -90.170 16.516.020 2.478.070 -175.826 791.781 6.300 62.816 173.333 72.000 202.500 373.500 145.620 155.845 78.771 405.147 12.000 35.000
0 0 0 0 0 0 0 2.144 0 62.618 0 0 0 0 21.913 0 0 0
-48.671 -90.170 16.551.519 2.478.070 -175.826 791.781 6.300 0 173.333 0 202.500 373.500 145.620 155.845 0 405.147 12.000 35.000
-48.671 -90.170 16.551.519 2.478.070 -175.826 791.781 6.300 2.144 173.333 62.618 202.500 270.000 145.620 155.845 21.913 405.147 4.978 22.209
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 103.500 0 0 0 0 7.022 12.791
23.367.078
86.675
23.192.955
23.156.317
123.313
42
€
0 0 0 0 0 0 0 0 0
€
0 0 0 0 23.961 -9.199
14.762
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Huren Het jaarbedrag van met derden aangegane huurverplichtingen terzake van onroerend goed bedraagt € 343.000. De huurverplichtingen hebben een looptijd van één tot zesentwintig jaar. Investeringsverplichtingen Terzake van reeds verstrekte opdrachten ultimo 2014 belopen de geldende verplichtingen € 34.000. Hiervan heeft € 34.000 betrekking op investeringen in gebouwen (verbouwing Campus). Deze investeringen wordt afgeschreven in 10 jaar naar € 0. Overige verplichtingen Naast huur en investeringsverplichtingen is sprake van contractuele verplichtingen naar derden voor leveringen en diensten. Het betreft hier onder andere energie, schoonmaak, verzekeringen, schoolboeken en kantoorartikelen. Deze contracten zijn Europees aanbesteed voor zover de omvang van deze contracten de geldende grensbedragen te boven gaan. Europese aanbestedingen Onderstaand een overzicht van het jaarbedrag van met derden aangegane verplichtingen naar aanleiding van Europese aanbestedingen: Contractant
Goed of dienst
Scholten Awater Maetis Iddink Essent via Hellemans Consultancy BV
Computers Arbo diensten Schoolboeken Elektriciteit
Essent via Hellemans Consultancy BV
Gas
USG People Deli XL Staples Konica Minolta Groot Haar + Orth ISS Amlin + Raetshagen
Inhuur uitzendkrachten Kantine inkopen Kantoorartikelen Multifunctionals Reclame-activiteiten Schoonmaak Verzekeringen gebouwen
Einddatum contract
Totale verplichting
Verplichting < 1 jaar
Verplichting 1-5 jaar
Verplichting > 5 jaar
1 maart 2019 31 december 2015 1 april 2019 1 januari 2017
P.M. P.M. P.M. P.M.
P.M. P.M. P.M. P.M.
P.M. P.M. P.M. P.M.
0 0 0
1 januari 2017
P.M.
P.M.
P.M.
0
P.M. P.M. P.M. 79.856 P.M. P.M. P.M.
P.M. P.M. P.M. 19.964 P.M. P.M. P.M.
P.M. P.M. P.M. 59.892 P.M. P.M. P.M.
0 0 0
31 juli 2017 1 oktober 2017 1 april 2016 1 februari 2021 1 april 2017 31 januari 2016 31 december 2017
0 0 0
Daar waar P.M. is opgenomen betreft het in alle gevallen raamovereenkomsten waarbij geen vaste afname verplichtingen zijn aangegaan. Konica Minolta heeft de huur van de multifunctionals die de stichtingen moeten betalen voor 4 jaar bij een lease maatschapppij ondergebracht. Garanties Stichting Dollard College heeft aan de ING Bank een compte joint- en mede-aansprakelijkheidsovereenkomst en een negative pledge / pari passu en cross default verklaring afgegeven. Deze afgegegeven verklaringen gelden als zekerheid voor de door de ING Bank N.V. verstrekte kredietfaciliteit van € 6.000.000 aan Stichting AOC Terra. De negatieve pledge heeft een waarde van € 7.500.000. Hoofdelijke aansprakelijkheid Statutair is bepaald dat Stichting Dollard College hoofdelijk aansprakelijk is voor schulden, nu en in de toekomst, van alle tot de Stichting Onderwijsgroep Noord behorende instellingen. Vordering op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen De vorderingen op het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen betreft de periode van declaratiebekostiging. Deze vordering worden verrekend indien Stichting Dollard College ophoudt te bestaan. Dit betreft een in de praktijk niet invorderbare vordering, tenzij op een moment daadwerkelijk de school wordt opgeheven. Om die reden is in 2007 besloten de vordering op het ministerie af te boeken en op te nemen als een niet in de balans opgenomen activa. Fiscale eenheid Stichting Dollard College vormt een fiscale eenheid voor de omzetbelasting met Stichting Onderwijsgroep Noord, Stichting AOC Terra en Stichting rsg de Borgen.
43
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten 3.1
Rijksbijdragen
3.1.1 3.1.2
Rijksbijdrage OCW/EZ Overige subsidies OCW
21.779.976 1.639.468
21.876.000 1.089.000
21.629.800 1.224.643
Rijksbijdragen
23.419.444
22.965.000
22.854.443
3.1.1.1
OCW Rijksbijdrage OCW/EZ
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies 3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies Overige subsidies OCW
2014 €
21.779.976
Begroting 2014 €
21.779.976
66.883 1.525.785 46.800
1.639.468
21.876.000
87.500 945.500 56.000
21.876.000
1.089.000
2013 €
21.629.800
21.629.800
103.671 1.065.456 55.516
1.224.643
De rijksbijdrage is gestegen ten opzichte van 2013. Het aantal leerlingen is toegenomen met 79 leerlingen (+2,9%), maar de gemiddelde bekostiging per leerling is gedaald. Ook de overige subsidies zijn gestegen ten opzichte van 2013. Dit wordt veroorzaakt door de extra bekostiging voor de 1e opvang vreemdelingen/ nieuwkomers (€ 0,57 miljoen). In verband met het vervallen van de extra bekostiging voor de maatschappelijke stage is in 2014 het resterende ontvangen bedrag ineens als bate genomen (€ 0,13 miljoen). Daarnaast is minder subsidie (€ 0,15 miljoen) ontvangen voor gehandicapte leerlingen (valt nu onder SWV) en is tevens geen aanvullende subsidie meer ontvangen voor invoering lesmateriaal (€ 0,17 miljoen). Hiermee was in de begroting geen rekening gehouden.
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
2014 €
3.2.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
615.837
549.000
556.435
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
615.837
549.000
556.435
Begroting 2014 €
2013 €
De gemeentelijke bijdragen en subsidies vallen hoger uit dan in 2013. In 2014 is het bedrag vrijval investeringssubsidie lager (€ 23.000) dan in 2013, maar is het voorgeschoten OZB in 2014 hoger (€ 83.000) dan in 2013.
3.5
Overige baten
3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.5 3.5.6
Verhuur Detachering personeel Schenking Ouderbijdragen Overige
2014 €
Begroting 2014 €
5.514 292.083 28.792 355.824 426.684
10.000 316.000 0 251.000 359.000 1.108.897
Overige baten
2013 € 4.308 318.950 49 316.013 306.562
936.000
De opbrengsten uit detachering zijn iets lager dan in 2013 en begroot. De daling ten opzichte van 2013 heeft betrekking op minder inzet van medewerkers van het Dollard College voor detachering. De bate uit hoofde van schenkingen is hoger dan in 2013 en hoger dan begroot. De bate betreft sponsorgelden voor de reunie in Bellingwedde en het prijzengeld van de Wubbo Ockelsprijs (gewonnen door Campus).
44
945.882
De stijging, ten opzichte van 2013, bij de ouderbijdragen wordt veroorzaakt door de bijdragen kopieerwerk, kunstvakken en schoolreisjes/ excursies. Voor schooljaar 2014/2015 is voor het eerst de cultuurkaart à €10 op prijslijst gezet hetgeen voor een hogere bijdrage voor kunstvakken zorgt. Daarnaast vinden de excursies naar het buitenland bij de vestigingen Hommesplein-Stikkerlaan en Campus Winschoten één keer per twee jaar plaats waardoor jaarlijks sprake is van een afwijking ten opzichte van het voorgaande jaar. In de begroting is rekening gehouden met een gedeeltelijke ontvangst van de ouderbijdrage. De stijging ten opzichte van de begroting is het gevolg van het feit dat de ouderbijdrage naar alle leerlingen wordt gefactureerd en dat de opbrengst voor het gehele bedrag wordt verantwoord. Omdat het schooljaar 2014-2015 nog niet is afgelopen, kan nog niet bepaald worden welk deel uiteindelijk onbetaald blijft. Voor het nog niet ontvangen deel is een voorziening wegens oninbaarheid gevormd (zie 4.4.3. Dotatie overige voorzieningen).
De overige baten zijn hoger dan in 2013. Dit komt doordat het bedrag aan schade-uitkeringen en de bijdrage internationale uitwisseling lager is dan in 2013, maar de bate uit hoofde van het SWV en overige inkomsten hoger is dan in 2013. In 2013 zijn schade- uitkeringen ontvangen voor gemaakte loonkosten van de vervangingskosten van een medewerker. Deze medewerker is, als gevolg van een ongeval, niet in staat om te werken en de loonkosten van de vervanger zijn verhaald op de veroorzaker van het ongeval. In 2014 is hiervoor een beperkte uitkering ontvangen. Daarnaast heeft in 2014 minder uitwisseling plaatsgevonden én is een bijdrage ontvangen van Europees platform, echter per saldo is de totale bijdrage internationale uitwisseling lager uitgevallen. Daarentegen zijn vanuit het SVW (loopt vanaf 1 augustus 2014) meer bijdragen ontvangen dan in 2013 en zijn meer uitgaven gedaan aan zorg dan voorgaand jaar en begroot. Bedrag aan SVWgelden bedraagt voor 2014 € 0,24 miljoen (begroot: € 0,21 miljoen en 2013: € 0,09 miljoen). Tot slot zijn de overige inkomsten materieel hoger dan in 2013 en begroot. Grootste mutatie ten opzichte van 2013 is 'correctie vrijval voorgaande jaren' ad 80K die in 2013 heeft plaatsgevonden.
4.1
Personele lasten
4.1.1 4.1.2 4.1.3
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen
16.963.631 2.341.748 56.509
16.867.000 2.253.000 18.000
16.323.955 1.948.965 67.506
Personeelslasten
19.248.870
19.102.000
18.205.414
4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overige Overige personele lasten
2014 €
13.110.704 1.809.829 2.043.098
449.855 1.679.935 211.958
Begroting 2014 €
16.963.631
2.341.748
2014
Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)
13.239.000 1.543.000 2.085.000
89.000 1.950.000 214.000
16.867.000
2.253.000
2013 €
12.523.873 1.734.286 2.065.796
-80.949 1.825.146 204.768
2013
Onderwijsgevend personeel Directie en Onderwijsondersteunend personeel
213,5 46,7
206,2 47,7
Totaal (exclusief inhuur)
260,2
253,9
De personeelslasten zijn gestegen ten opzichte van 2013. Het gaat hierbij om een bedrag van € 1,04 miljoen (+ 5,7%). De lonen en salarissen van het personeel met een aanstelling bij het Dollard College zijn ten opzichte van 2013, door een toegenomen aantal leerlingen per 1 augustus 2014, gestegen met bijna € 0,64 miljoen (+ 3,9%). Deze stijging wordt veroorzaakt door hogere brutolonen en salarissen (€ 0,59 miljoen) en hogere premies sociale lasten (€ 0,08 miljoen). Daarnaast zijn de pensioenpremies in 2014 gedaald ten opzichte van 2013 met (€ 0,02 miljoen). Ten opzichte van de begroting bedraagt de overschrijding € 0,1 miljoen (+ 0,57%) bij de lonen en salarissen ten opzichte van de begroting 2014.
45
16.323.955
1.948.965
Met betrekking tot de personele voorzieningen is sprake van de vorming van twee nieuwe voorzieningen: de voorziening langdurig zieken en de voorziening spaarverlof (+ € 0,11 miljoen). Daarnaast is de voorziening voor wachtgelden op peil gebracht rekening houdend met de nieuwe wachtgeldverplichtingen (+ € 0,31 miljoen). De voorziening ambtsjubilea is nauwelijks gedoteerd (+ € 0,03 miljoen). De kosten van personeel niet in loondienst zijn aanmerkelijk lager dan in 2013. In 2014 is voor € 0,2 miljoen minder gebruik gemaakt van uitzendkrachten, ZZP-ers en overige externe personeelsleden, zowel voor de reguliere werkzaamheden als voor vervanging bij ziekte. Daarnaast is de dienstverlening aan OGN met € 0,05 hoger uitgevallen dan in 2013. De overige personele lasten zijn ten opzichte van 2013 nagenoeg onveranderd gebleven (+ 3,5%). Ten opzichte van de begroting komen deze lasten nog meer in lijn uit met hetgeen begroot is voor 2014. De uitkeringen uit sociale fondsen zijn ten opzichte van 2013 lager als gevolg van afgenomen ZW en WAO-uitkeringen. Ten opzichte van de begroting zijn de uitkeringen hoger. In de begroting is onvoldoende rekening gehouden met de uitkeringen. Per 1 januari 2014 diende het pensioenfonds een dekkingsgraad van ten minste 104,5% te hebben. De dekkingsgraad ultimo 2014 bedraagt 101,1% (2013: 109%). Per 1 januari 2015 gelden nieuwe regels voor pensioenfondsen. Daarbij hoort ook een nieuwe berekening van de dekkingsgraad. De `nieuwe' dekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden en bedraagt per deze datum 104,7%. Door een gemiddelde te gebruiken zal de dekkingsgraad nu minder sterk schommelen. Op 31 december 2023 moet de dekkingsgraad minimaal 123% zijn. Wet Normering Topinkomens De tabel met toelichting is opgenomen na de toelichting op de financiële baten en lasten. Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders De leden van het College van Bestuur en van de Raad van Toezicht ontvangen hun bezoldiging bij de Stichting Onderwijsgroep Noord. In het jaarverslag van deze stichting wordt de bezoldiging verantwoord. Omdat er sprake is van een normatieve bijdrage aan Onderwijsgroep Noord en geen doorbelasting op basis van feitelijke inzet, kan geen aandeel in de bezoldiging van het College van Bestuur en van de Raad van Toezicht worden berekend voor het Dollard College. Bestuurders
mw. A.A. Berendsen MBA Raad van Toezicht mw. E.M. Pastoor-Meuleman H. Holman F. Migchelbrink M. Krijnsen T. Wagenaar E. van Zuidam 4.2
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
2014 €
Begroting 2014 €
891.266
958.000 891.266
Afschrijvingen
2013 € 918.678
958.000
918.678
De afschrijving op de materiële vaste activa is iets gedaald ten opzichte van 2013 en lager dan is begroot.
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen
2014 €
Begroting 2014 €
343.319 5.148 902.712 348.875 482.407 189.598
354.000 12.000 505.000 371.000 477.000 194.000 2.272.059
Huisvestingslasten
46
2013 € 282.908 8.495 367.480 321.898 500.412 182.814
1.913.000
1.664.007
De huisvestingslasten zijn ten opzichte van 2013 toegenomen met € 0,6 miljoen. Ten opzichte van de begroting 2014 komen de huisvestingslasten eveneens hoger uit (€ 0,35 miljoen). De hogere huur wordt veroorzaakt door uitbreiding met extra lokalen bij de vestiging Hommesplein-Stikkerlaan (vanaf 1-82013). Deze extra lokalen zijn geplaatst in verband met de sluiting van de vestiging in Scheemda. In 2013 zijn deze kosten voor 5/12 meegenomen en in 2014 voor een heel jaar, hetgeen een verschil van € 0,05 miljoen oplevert. De kosten van onderhoud zijn hoger dan in 2013 en ook hoger dan begroot. De stijging, zowel ten opzichte van 2013 als ten opzichte van de begroting, komt € 0,35 miljoen voor rekening van het onderhoud aan de gebouwen van de vestiging Hommesplein-Stikkerlaan (Open Leer Centrum). Daarnaast is op de vestiging Hommesplein-Stikkerlaan voor € 0,1 miljoen uitgegeven voor vervangen dak en € 0,06 miljoen voor schilderwerk. Deze posten waren wel begroot.
4.4
Overige lasten
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
2014 €
Begroting 2014 €
919.724 1.569.948 55.160 74.417
1.071.000 1.374.000 10.000 74.000 2.619.249
Overige lasten
2013 € 920.839 1.369.442 38.503 70.525
2.529.000
2.399.309
De administratie- en beheerslasten liggen in lijn met 2013. Ten opzichte van de begroting zijn de lasten afgenomen door lagere kosten voor toelatingsonderzoeken van zorgleerlingen en een niet gebruikte post voor onvoorziene uitgaven. De stijging, ten opzichte van 2013, bij de leermiddelen wordt nagenoeg geheel veroorzaakt door kosten uitbesteed onderwijs (€ 0,17 miljoen). In 2014 zijn naast de kosten voor VAVO- leerlingen ook de kosten voor het uitbesteed onderwijs van AMV leerlingen gemaakt. Grootste posten 2014 zijn bekostiging 1e opvang vreemdelingen ad 141K en bijdrage COA ad 16K. Deze bijdragen zijn ontvangen en weer doorgestort naar Landstede. Daarnaast zijn in 2014 kosten gemaakt voor de CJP cultuurkaart (€ 0,03 miljoen). In 2013 zijn deze kosten niet gemaakt. De dotatie overige voorzieningen betreft de dotatie aan de voorziening wegens oninbaarheid van vorderingen op debiteuren, inclusief de oninbare ouderbijdragen. Deze dotatie is hoger dan in 2013 en fors hoger dan begroot. De vestigingen hebben de omvang van deze post te optimistisch ingeschat bij het opstellen van de begroting. De overige lasten betreffen de inkoopkosten van de kantine. De daling ten opzichte van 2013 komt geheel voor rekening van de vestiging Hommesplien-Stikkerlaan. De lasten in 2014 zijn conform de begroting. Accountant:
4.4.1.1 4.4.1.2
KPMG Accountants N.V. Honorarium controle jaarrekening en bekostiging Honorarium overige controles Accountantslasten
5
Financiële baten en lasten
5.1
Rentebaten
2014 € 25.047 0
2013 €
25.047
2014 €
Begroting 2014 €
47.344
52.000 47.344
Financiële baten en lasten
41.093 2.662
2013 € 51.653
52.000
De financiële baten en lasten zijn gedaald ten opzichte van 2013 en ten opzichte van de begroting 2014. De verschillen ten opzichte van 2013 worden veroorzaakt door een daling van het rentepercentage.
47
43.755
51.653
WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector 4.1 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking
Naam
Omvang
Belastbare
Voorziening
Uitkering
dienst-
onkosten-
beloning
beëindiging
Voorzitter
Ingang
Einde
verband
Beloning
vergoeding
op termijn
dienstverband
(J/N)
dienstverband
dienstverband
in FTE
€
€
€
€
31-12-2014 Onbepaald
1,00 1,00
R. Schilt mw. A.A. Berendsen MBA
J N
01-03-2003 01-09-2011
175.810 137.500
0 0
27.406 23.874
Motiveringen overschrijding norm en andere toelichtingen
75.000 overgangsrecht van toepassing 0
Vermelding alle toezichthouders
Naam
F. Kuik mw. E.M. Pastoor-Meuleman mw. C.Y.D. van Orden H. Holman F. Migchelbrink M. Krijnsen T. Wagenaar E. van Zuidam
Ingang
Einde
Voorzitter
functie
functie
(J/N)
vervulling
vervulling
J J N N N N N N
30-03-2007 23-04-2013 30-03-2007 12-03-2009 12-03-2009 01-08-2014 01-08-2014 01-08-2014
31-07-2014
Belastbare
Voorziening
Uitkering
onkosten-
beloning
beëindiging
Beloning
vergoeding
op termijn
dienstverband
€
€
€
€
7.963 10.238 5.688 9.750 9.750 3.250 4.063 3.250
31-07-2014
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
Motiveringen overschrijding norm en andere toelichtingen
0 0 0 0 0 0 0 0
Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht worden bezoldigd door Onderwijsgroep Noord. Zij verrichten echter niet alleen werkzaamheden voor Onderwijsgroep Noord, maar ook voor de drie overige stichtingen die tot de groep behoren. Hierbij is sprake van twee instellingen voor Voortgezet Onderwijs (Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen) en één instelling die valt onder het Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie (Stichting AOC Terra). Met betrekking tot de normering voor de WNT zijn er voor Onderwijsgroep Noord twee sectoren van toepassing. Op basis van de verdeling van het aantal leerlingen is de WNT-norm van het MBO van toepassing (AOC Terra heeft meer dan 1/3e van het totaal aantal leerlingen). Deze norm bedraagt voor 2014 € 199.905. De doorbelasting van de kosten, inclusief de bezoldiging, vindt echter plaats op basis van de baten van de verschillende instellingen. Ook bij toepassing van deze verdeelsleutel heeft AOC Terra meer dan 50% van de totale baten. Toerekening van de bezoldiging naar de vier instellingen is als volgt: College van Bestuur Raad van Toezicht Onderwijsgroep Noord 26.375 3.237 6% AOC Terra 232.983 28.595 53% Dollard College 23% 101.106 12.409 rsg de Borgen 18% 79.126 9.711
Groningen, 19 juni 2015
Astrid Berendsen, voorzitter College van Bestuur
48
Staat van baten en lasten over 2014
Brinnummer: 20CM
2014 € 3 3.1 3.2 3.5
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten
21.236.001 600.921 945.544
Totaal baten
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Begroting 2014 €
20.753.131 543.000 782.500 22.782.466
17.383.330 861.663 2.130.878 2.478.702
20.527.857 541.538 882.428 22.078.631
17.226.800 931.284 1.761.300 2.364.151
21.951.823
16.300.743 892.024 1.499.669 2.246.817
22.854.573
22.283.535
20.939.253
-72.107
-204.904
1.012.570
47.344
52.000
51.653
-24.763
-152.904
1.064.223
Saldo baten en lasten 5
2013 €
Financiële baten en lasten Netto resultaat
49
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten
Brinnummer: 20CM 3.1
Rijksbijdragen
3.1.1 3.1.2
Rijksbijdrage OCW/EZ Overige subsidies OCW
19.645.544 1.590.457
19.722.000 1.031.131
19.394.035 1.133.822
Rijksbijdragen
21.236.001
20.753.131
20.527.857
3.1.1.1 OCW Rijksbijdrage OCW/EZ 3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies 3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies Overige subsidies OCW
2014 €
19.645.544
64.534 1.481.631 44.292
Begroting 2014 €
19.645.544
1.590.457
85.287 889.844 56.000
19.722.000
1.031.131
19.394.035
19.394.035
89.938 991.209 52.675
1.133.822
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1 3.2.2
Gemeentelijke bijdragen en subsidies Overige overheidsbijdragen
-14.916 615.837
-6.000 549.000
-14.897 556.435
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
600.921
543.000
541.538
3.2.1.2 Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
3.5
Overige baten
3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.5 3.5.6
Verhuur Detachering personeel Schenking Ouderbijdragen Overige
2014 €
19.722.000
2013 €
-14.916
Begroting 2014 €
-14.916
2014 €
-6.000
Begroting 2014 €
5.514 292.083 28.792 349.954 269.201
10.000 316.000 0 243.000 213.500 945.544
Overige baten
-6.000
-14.897
-14.897
2013 € 4.308 318.950 49 309.430 249.691
782.500
882.428
4.1
Personele lasten
4.1.1 4.1.2 4.1.3
Lonen en salarissen Overige personele lasten Af: uitkeringen
15.267.426 2.172.413 56.509
15.132.500 2.112.300 18.000
14.589.530 1.778.719 67.506
Personeelslasten
17.383.330
17.226.800
16.300.743
4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 4.1.1.2 Sociale lasten 4.1.1.3 Pensioenpremies Lonen en salarissen
2014 €
2013 €
11.797.116 1.631.961 1.838.349
50
Begroting 2014 €
15.267.426
11.881.200 1.386.000 1.865.300
15.132.500
2013 €
11.194.553 1.553.587 1.841.390
14.589.530
2014 € 4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 4.1.2.3 Overige Overige personele lasten
449.855 1.525.219 197.339
Begroting 2014 €
2.172.413
2014
Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)
84.000 1.827.000 201.300
191,9 43,0
182,1 44,9
Totaal
234,9
227,0
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
2014 €
Huisvestingslasten
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen
2014 €
Overige lasten
4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4
Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige
2.130.878
5
Financiële baten en lasten
5.1 5.5
Rentebaten Rentelasten
1.041.151 1.239.000 10.000 74.000
2014 €
51
2013 €
2.364.151
52.000 0 47.344
Financiële baten en lasten
1.499.669
897.953 1.239.836 38.503 70.525
Begroting 2014 €
47.344 0
2013 €
1.761.300
2.478.702
Overige lasten
892.024
274.272 7.103 308.508 273.430 464.168 172.188
Begroting 2014 €
889.474 1.459.651 55.160 74.417
2013 €
931.284
345.000 9.700 458.100 326.500 438.000 184.000
2014 €
1.778.719
892.024
Begroting 2014 €
334.467 5.009 854.104 310.710 447.246 179.342
Huisvestingslasten
4.4
931.284 861.663
Afschrijvingen
4.3
Begroting 2014 €
861.663
-80.949 1.670.997 188.671
2013
Onderwijsgevend personeel Directie en Onderwijsondersteunend personeel
4.2
2.112.300
2013 €
2.246.817
2013 € 51.653 0
52.000
51.653
Staat van baten en lasten over 2014
Brinnummer: 19UR
2014 € 3 3.1 3.2 3.5
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten
2.183.443 14.916 163.353
Totaal baten
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Begroting 2014 €
2013 €
2.211.869 6.000 153.500 2.361.712
1.865.540 29.603 141.181 140.547
2.326.586 14.897 63.454 2.371.369
1.875.200 26.716 151.700 164.849
2.404.937
1.904.671 26.654 164.338 152.492
2.176.871
2.218.465
2.248.155
Saldo baten en lasten
184.841
152.904
156.782
Netto resultaat
184.841
152.904
156.782
52
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten
Brinnummer: 19UR 3.1
Rijksbijdragen
3.1.1 3.1.2
Rijksbijdrage OCW/EZ Overige subsidies OCW
2.134.432 49.011
2.154.000 57.869
2.235.765 90.821
Rijksbijdragen
2.183.443
2.211.869
2.326.586
3.1.1.1
OCW Rijksbijdrage OCW/ELI
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies 3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies 3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies Overige subsidies OCW
2014 €
2.134.432
2.349 44.154 2.508
Begroting 2014 €
2.134.432
49.011
2.213 55.656 0
2.154.000
57.869
2.235.765
13.733 74.247 2.841
2.235.765
90.821
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
14.916
6.000
14.897
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
14.916
6.000
14.897
3.2.1.2
Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
3.5
Overige baten
3.5.2 3.5.5 3.5.6
Detachering personeel Ouderbijdragen Overige
2014 €
2.154.000
2013 €
14.916
Begroting 2014 €
14.916
2014 €
6.000
Begroting 2014 €
0 5.870 157.483
0 8.000 145.500 163.353
Overige baten
6.000
14.897
14.897
2013 € 0 6.583 56.871
153.500
63.454
4.1
Personele lasten
4.1.1 4.1.2
Lonen en salarissen Overige personele lasten
1.696.205 169.335
1.734.500 140.700
1.734.425 170.246
Personeelslasten
1.865.540
1.875.200
1.904.671
4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Lonen en salarissen
4.1.2.1 4.1.2.2 4.1.2.3
Dotaties personele voorzieningen Personeel niet in loondienst Overige Overige personele lasten
2014 €
2013 €
1.313.588 177.868 204.749
0 154.716 14.619
53
Begroting 2014 €
1.696.205
169.335
1.357.800 157.000 219.700
5.000 123.000 12.700
1.734.500
140.700
2013 €
1.329.320 180.699 224.406
0 154.149 16.097
1.734.425
170.246
2014
Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)
2013
Onderwijsgevend personeel Directie en Onderwijsondersteunend personeel
21,6 3,7
24,1 2,8
Totaal
25,3
26,9
4.2
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
2014 € 29.603
Huisvestingslasten
4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6
Huur Verzekeringen Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen
2014 €
Overige lasten
4.4.1 4.4.2 4.4.4
Administratie- en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Overige
26.716
9.000 2.300 46.900 44.500 39.000 10.000 141.181
2014 €
54
2013 €
151.700
29.849 135.000 0 140.547
Overige lasten
26.654
8.636 1.392 58.972 48.468 36.244 10.626
Begroting 2014 €
30.250 110.297 0
2013 € 26.654
Begroting 2014 €
8.852 139 48.608 38.165 35.161 10.256
Huisvestingslasten
4.4
26.716 29.603
Afschrijvingen
4.3
Begroting 2014 €
164.338
2013 € 22.886 129.606 0
164.849
152.492
Verbonden Partijen
Naam
Juridische
Statutaire
Code
Eigen
Resultaat
Art. 2:403
vorm 2014
zetel
activiteiten
Vermogen
jaar 2014
BW
Deelname
Consolidatie
€
Ja/Nee
%
Ja/Nee
nee nee nee
0 0 0
nee nee nee
31 december 2014 €
Stichting Onderwijsgroep Noord Stichting AOC Terra Stichting rsg de Borgen
stichting stichting stichting
Groningen Groningen Groningen
4 4 4
1.301.391 39.097.908 3.184.378
16.092 1.932.865 113.226
Naam
Onschrijving doelstelling
Samenstelling Bestuur en directie
Stichting Onderwijsgroep Noord Stichting AOC Terra Stichting rsg de Borgen
Onderwijs Onderwijs Onderwijs
mw. A.A. Berendsen (Voorzitter College van Bestuur) en vacature (lid van College van Bestuur) mw. A.A. Berendsen (Voorzitter College van Bestuur) en vacature (lid van College van Bestuur) mw. A.A. Berendsen (Voorzitter College van Bestuur) en vacature (lid van College van Bestuur)
Stichting Dollard College maakt samen met Stichting AOC Terra en Stichting rsg de Borgen deel uit van Onderwijsgroep Noord. Deze zijn verbonden op grond van overwegende zeggenschap en niet op basis van kapitaalbelang.
55
DEEL 3 Overige gegevens
56
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Toezicht en het College van Bestuur van Stichting Dollard College
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening over 2014 van Stichting Dollard College te Groningen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag Het bevoegd gezag van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bevoegd gezag is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bevoegd gezag is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 18, lid 3 van het Bekostigingsbesluit W.V.O. en artikel 103, lid 4 van de Wet op het voorgezet onderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
57
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het bevoegd gezag van Stichting Dollard College gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Dollard College per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3 Jaarverslag van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014 is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Groningen, 24 juni 2015 KPMG Accountants N.V.
W. Feenstra RA
58
Bestemming van het exploitatiesaldo Statutaire winstbestemming: In de statuten van de stichting is geen artikel opgenomen aangaande de winstbestemming. Het exploitatiesaldo van de Stichting Dollard College is, conform het besluit van het College van Bestuur, van 11 maart 2015 verdeeld zoals onderstaand is weergegeven. Deze verdeling is reeds in de balans per 31 december 2014 verwerkt. 2014 € Dotatie Algemene Reserve Dotatie Bestemmingsreserve 'Toekomstbestendig Dollard College' (publiek) Dotatie Bestemmingsreserve 'Regeling Jonge leerkrachten' (publiek) Dotatie Bestemmingsfonds Mediatheek (privaat) Dotatie Herwaarderingsreserve
59
2013 €
1.554 160.000 0 -42 -1.434
496.127 538.000 190.000 -521 -2.601
160.078
1.221.005
Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich na balansdatum geen gebeurtenissen voorgedaan die van invloed zijn op de feitelijke situatie per balansdatum.
60
Bijlagen Bijlage A De onderstaande gegevens zijn gebaseerd op de situatie per 31 december 2014.
Instellingsgegevens Naam instelling: Stichting Dollard College Bezoekadres: Hereweg 101 Postadres: Postbus 17 Postcode/Plaats: 9700 AA Groningen Telefoon: (050) 529 29 29 Fax: (050) 529 29 28 E-mail:
[email protected] Internetsite: www.dollardcollege.nl Bestuursnummer: 41320 Brinnummers: 20CM en 19UR Handelsregister: 02077743 Contactpersoon: H. Zwiep, controller E-mail:
[email protected]
College van Bestuur dhr. R. Schilt mw. A. Berendsen MBA
Winsum, voorzitter tot 31-12-2014 Bunne
Raad van Toezicht dhr. F. Kuik, voorzitter (tot 01-08-2014) mw. C.Y.D van Orden, lid (tot 01-08-2014) dhr. H. Holman, lid dhr. F. Migchelbrink, lid mw. E. Pastoor, lid / voorzitter m.i.v. 01-08-2014 dhr. M. Krijnsen, lid (m.i.v. 01-08-2014) dhr. T. Wagenaar, lid (m.i.v. 01-08-2014) dhr. E. van Zuidam, lid (m.i.v. 01-08-2014) De Raad van Toezicht kent twee commissies, de remuneratiecommissie en de auditcommissie. De remuneratiecommissie is verantwoordelijk voor: a) 1. voorstellen betreffende het te voeren vergoedingsbeleid voor leden van de Raad van Toezicht ter vaststelling door de Raad van Toezicht; 2. voorstellen betreffende het te voeren bezoldigingsbeleid voor leden van het College van Bestuur ter vaststelling door de Raad van Toezicht; 3. voorstellen inzake de hoogte van de bezoldiging, afvloeiingsregelingen en overige vergoedingen, van individuele leden van het College van Bestuur ter vaststelling door de Raad van Toezicht. b) De commissie is verantwoordelijk voor het geven van advies aan de Raad van Toezicht met betrekking tot de periodieke beoordeling van het functioneren van het College van Bestuur en de rapportage hierover aan de Raad van Toezicht. De remuneratie-commissie bereidt gesprekken met het College van Bestuur voor en voert ze uit. c) De commissie stelt jaarlijks een verslag op van haar beraadslagingen en bevindingen. d) De commissie kan naar eigen goedvinden ieder onderzoek dat zij voor de vervulling van haar taken nodig of wenselijk acht uitvoeren. Zij heeft daartoe onbeperkt toegang tot documenten van en informatie betreffende Terra, Dollard College, rsg de Borgen en Onderwijsgroep Noord. De voorzitter pleegt daartoe tevoren overleg met het College van Bestuur. 61
Samenstelling remuneratiecommissie: Naam
Functie
Periode
Dhr. F. Kuik
Voorzitter
Tot 01-08-2014
Mw. C.Y.D. van Orden
Lid
Tot 01-08-2014
Mw. E. Pastoor
Voorzitter
m.i.v. 01-08-2014
Dhr. T. Wagenaar
Lid
m.i.v. 01-08-2014
De auditcommissie is verantwoordelijk voor het geven van advies aan de Raad van Toezicht met betrekking tot: het voorbereiden van de besluitvorming van de Raad van Toezicht over de financiële gang van zaken bij Onderwijsgroep Noord en de daarvan deel uitmakende instellingen en over de toetsing van de werking van de administratieve organisatie en controle; onder de financiële gang van zaken vallen de begroting, het jaarplan, het financieel jaarverslag, het algemeen jaarverslag en de accountantscontrole (inclusief de managementletter); het jaarlijks rapporteren aan de Raad van Toezicht over de ontwikkelingen in de relatie met de externe accountant, waaronder in het bijzonder zijn onafhankelijkheid en eventuele niet-controlewerkzaamheden voor Onderwijsgroep Noord; het voorbereiden van de besluitvorming van de Raad van Toezicht met betrekking tot de financiering van Onderwijsgroep Noord en de daartoe behorende instellingen. Samenstelling auditcommissie: Naam Dhr. F. Migchelbrink Dhr. H. Hofman
Vestigingen Vestiging Bellingwedde Dorpsplein 7 Postbus 64 9695 ZH Bellingwolde tel. (0597) 55 31 50 fax (0597) 55 31 59 e-mail:
[email protected] directeur: mw. E.J. Staalstra * onderbouw: vwo, havo, zesjarige havo, mavo, vmbo kb/bb * bovenbouw: mavo Vestiging Bovenburen-De Flint Bovenburen 11-11a 9675 HA Winschoten tel. (0597) 55 31 95 (Bovenburen) tel. (0597) 55 31 90 (De Flint) fax (0597) 55 31 99 e-mail:
[email protected] directeur: dhr. F. Meijer * lwoo * praktijkonderwijs 62
Campus Winschoten P.C. Hooftlaan 1 Postbus 327 9670 AH Winschoten tel. (0597) 67 09 70 fax (0597) 67 09 79 e-mail: info@campusws directeur: mw. drs. I. Lagro * bovenbouw: vmbo gl/kb/bb * mbo Vestiging Hommesplein-Stikkerlaan Dr. J.H. Hommesplein 2 Mr. D.U. Stikkerlaan 4 Postbus 81 9670 AB Winschoten tel. (0597) 67 02 00 (Hommesplein) tel. (0597) 67 02 60 (Stikkerlaan) e-mail:
[email protected] e-mail:
[email protected] directeur: dhr. L. Veenstra * onderbouw: vwo+, vwo, havo, zesjarige havo, mavo, vmbo kb/bb * bovenbouw: vwo, havo, mavo Vestiging Pekela H. Hindersstraat 5 Postbus 19 9665 ZG Oude Pekela tel. (0597) 48 19 60 fax (0597) 48 19 69 e-mail:
[email protected] directeur: dhr. R. Erenstein * onderbouw: vwo, havo, zesjarige havo, mavo, vmbo kb/bb * bovenbouw: mavo, vmbo kb/bb zorg & welzijn Vestiging Woldendorp Burg. Garreltsweg 35 9946 PM Woldendorp tel. (0596) 58 33 80 e-mail:
[email protected] directeur: mw. E.J. Staalstra Daltononderwijs * onderbouw: vwo, havo, zesjarige havo, mavo, vmbo kb/bb * bovenbouw: mavo, vmbo kb/bb zorg & welzijn en intersectoraal programma dienstverlening & commercie
63
Managementteam (MT) Het managementteam bestaat uit het College van Bestuur en de directeuren. De huidige samenstelling van het managementteam is als volgt: dhr. R. Schilt College van Bestuur mw. A.A. Berendsen MBA College van Bestuur dhr. R. Erenstein directeur vestiging Pekela mw. drs. I. Lagro directeur Campus Winschoten dhr. F. Meijer directeur vestiging Bovenburen-De Flint mw. E.J. Staalstra directeur vestigingen Bellingwedde en Woldendorp dhr. L. Veenstra directeur vestigingen Hommesplein-Stikkerlaan
Medezeggenschapsraad In de Medezeggenschapsraad van het Dollard College kent een personeels-, ouder- en leerlinggeleding. De samenstelling per 31 december 2014 is als volgt: personeelsgeleding mw. J. Boxem dhr. W. Hamer mw. A. Kobus dhr. S. Soer dhr. M. van Vliet oudergeleding: mw. A. Bosch dhr. M. Doornbos dhr. E. Gringhuis dhr. H. van den Tillaart leerling geleding: Elise Vos Judith Holtjer Martijn Boutsioukis Marlies van der Laan
Decentraal Georganiseerd Overleg (DGO) mw. M. de Bree AOB dhr. K. Beljon FVOF dhr. J. Noorda CNVO
64
Bijlage B (Neven)functies van bestuurders en toezichthouders per 31 december 2013 College van Bestuur R. Schilt, Winsum, voorzitter (tot 31-12-2014): voorzitter College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord voorzitter College van Bestuur Stichting Dollard College voorzitter College van Bestuur Stichting rsg de Borgen voorzitter College van Bestuur Stichting AOC Terra voorzitter Aequor te Ede bestuurslid Vereniging AOC raad, brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs mw. A.A. Berendsen, Bunne, lid: lid College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord lid College van Bestuur Stichting Dollard College lid College van Bestuur Stichting rsg de Borgen lid College van Bestuur Stichting AOC Terra lid Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs lid Bestuursadviesraad van de Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs voorzitter Raad van Toezicht Bevolkingsonderzoek Noord lid Raad van Toezicht De Noorderbrug Raad van Toezicht F. Kuik, Wolvega, voorzitter (tot 01-08-2014): voorzitter Raad van Bestuur Stichting Zorggroep Alliade lid Raad van Commissarissen Sportstad Heerenveen lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra mw. C.Y.D van Orden, Groningen, lid (tot 01-08-2014): Senior beleidsadviseur stafbureau P&O Stichting Hanzehogeschool Groningen Toezichthoudend bestuurder Groningse Schoolvereniging lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra H. Holman, Steenbergen, lid: Voorzitter European Dairy Farmers Nederland Vicevoorzitter European Dairy Farmers Europa. Voorzitter Voetbalvereniging ONR Roden Bestuurslid Waterschap Noorderzijlvest. Gemeenteraadslid Noordenveld voorzitter voetbalvereniging Oranje Nassau Roden, Roden lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra
65
F. Migchelbrink, Roden, lid: lid Raad van Toezicht Certe, Groningen lid Raad van Commissarissen Twaron BV, Arnhem lid Raad van Commissarissen Sportstad Heerenveen, Heerenveen lid Raad van Advies Sameen, Groningen lid Raad van Advies Kredietunie Eemsregio, Delfszijl voorzitter Raad van Toezicht Stichting KwamUTegen, Rijswijk lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra mw. E. Pastoor, Groningen, lid: Elly Pastoor Advies, sociale en duurzame innovatie; zelfstandig ondernemer Projectleider landelijk project Verzuim 18+ van het ministerie van OC&W en Ingrado voorzitter vereniging Noorden Duurzaam mede-initiatiefnemer Culinaire Vakschool lid Raad van Toezicht Stichting Het Kopland lid bestuur Stichting Nieuw Nabuurschap lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra M. Krijnsen, Gasteren, lid (m.i.v. 01-08-2014): voorzitter van de tafel Duurzame Inzetbaarheid bij de Vereniging Noorden Duurzaam lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra T. Wagenaar, Bontebok, lid (m.i.v. 01-08-2014): lid van de Raad van Toezicht van Penta Primair. lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra E. van Zuidam, Roden, lid (m.i.v. 01-08-2014): directeur Veiligheidsregio Groningen lid Raad van Toezicht Regionaal Expertise Centrum Noord Nederland Cluster 4 Bijz. Onderwijs (RENN4) bestuurslid Stichting Vrienden van de Jeugdbrandweer Groningen lid Raad van Advies Stichting ‘Het Kopland’. lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra
66
Bijlage C Lijst met afkortingen AOC Agrarisch Opleidingscentrum avo algemeen vormend onderwijs AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten BB basisberoepsgerichte leerweg (vmbo) CE centraal examen CJG Centrum voor jeugd en gezin DDoS distributed denial-of-service ELO elektronische leeromgeving ELOS Europa als Leeromgeving Op School GL Gemengde leerweg (vmbo) havo hoger algemeen vormend onderwijs HRM Human Resource Management ICT informatie- en communicatietechnologie KB Kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo) LKC Landelijke klachtencommissie LOB Loopbaanoriëntatie en -begeleiding lwoo leerwegondersteunend onderwijs mavo middelbaar algemeen voortgezet onderwijs mbo middelbaar beroepsonderwijs OCW ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap OGN Onderwijsgroep Noord OPP Ontwikkelingsperspectiefplannen PDCA plan do check act pro praktijkonderwijs RI&E risico-inventarisatie en evaluatie RPO regionaal plan onderwijsvoorziening rsg regionale scholengemeenschap SE schoolexamen swv samenwerkingsverband TL theoretische leerweg (vmbo) vmbo voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs v(s)o voortgezet (speciaal) onderwijs vsv voortijdig schoolverlater vwo voorbereidend wetenschappelijk onderwijs WNT Wet normering topinkomens
67
68