Jaarverslag 2011
Apotheekhoudende huisartspraktijk I.H.Souwer Middelie 91 1472 GT Middelie
2
Inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Inleiding Patiënten Personeel Praktijkorganisatie Zorg en zorgkwaliteit Kwaliteitsbeleid Beschouwing Referenties
pagina 4 pagina 7 pagina 9 pagina 10 pagina 12 pagina 22 pagina 26 pagina 28
3
1. Inleiding 1.1. De apotheekhoudende huisartspraktijk Souwer is sinds 1 januari 1993 gevestigd in Middelie, sinds medio 2000 aan het huidige adres Middelie 91. De laatste verbouwing van de praktijk dateert uit dat jaar. Sinds 2001 is de praktijk als opleidingspraktijk verbonden aan de huisartsopleiding van het Academisch Medisch Centrum van de Universiteit van Amsterdam. Sinds juni 2004 is de praktijk erkend leerbedrijf voor het opleiden van doktersassistenten en sinds 2011 ook voor het opleiden van apothekersassistenten.Sinds december 2006 is de praktijk NHG geaccrediteerd. Per 1 maart 2009 is de praktijk een samenwerking aangegaan met de Huisartspraktijk Oosthuizen. In dit samenwerkingsverband is een praktijkondersteuner voor de diabeteszorg aangesteld. De huisarts is als huisartsopleider geregistreerd bij de Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie (HVRC) en is lid van de Onderwijsbeleid adviescommissie van de huisartsopleiding van het AMC-Uva te Amsterdam. Er is een overeenkomst met die huisartsenopleiding voor het begeleiden van huisartsen in opleiding. We zijn erkend leerbedrijf voor het opleiden van doktersassistentes en apothekersassistentes. De huisarts doet onder begeleiding van Mw. Prof. A.L.M. Lagro-Janssen, huisarts en hoogleraar vrouwenstudies te Nijmegen promotie onderzoek naar het ziektebeeld chronische Perniones (winterhanden en wintertenen). Daarnaast wordt waar mogelijk meegewerkt aan studies van anderen.
1.2. Praktijkdoelen Het doel van onze praktijk is de uitoefening van de huisartsgeneeskunde, waar mogelijk inclusief de farmaceutische dienstverlening, het opleiden van nieuwe huisartsen en hulppersoneel en het bijdragen aan wetenschappelijk onderzoek. We willen hét vertrouwde aanspreekpunt zijn voor de patiënt in alle levensfasen en samenhangende, laagdrempelige zorg te bieden. Wij vinden ook dat die zorg veilig moet zijn en zoveel mogelijk wetenschappelijk onderbouwd.
1.3.
Het Zorgaanbod 1.3.1 Het zorggebied Het zorggebied van de praktijk omvat vooral de gemeente Zeevang. Daarnaast worden patiënten bediend in de gemeente Edam-Volendam, het zuidelijke deel van de gemeente Beemster, het westelijke deel van Purmerend en het dorp Oudendijk. Het totale werkgebied omvat zo´n 70 km2.
1.3.2 De zorgbehoeften De zorgbehoeften worden vooral bepaald door het karakter van het werkgebied en de kenmerken van haar populatie. Het totale werkgebied omvat zo´n 70 km2. Het gaat grotendeels om landelijk gebied met relatief weinig infrastructuur. De patiënten wonen voor het overgrote deel verspreid in de verschillende kleine dorpen in de Zeevang. In onze praktijk stonden op 31 december 2011 2228 patiënten ingeschreven. We zijn apotheekhoudend voor onze patiënten in de gemeente Zeevang (met uitzondering van het dorp
4
Kwadijk) en een deel van de gemeente Beemster. Het gaat om 1653 patiënten (74% van de praktijkpopulatie). De meeste patiënten uit onze praktijk wonen in het zuidelijke deel van de gemeente Zeevang. 17% van onze patiënten zijn 65 jaar of ouder tegen 15% in 1020 en 13% in 2009. De bevolkingssamenstelling in het praktijkgebied wijkt niet af van de landelijke gegevens waar het de geslachtsverdeling, het aantal 65 plussers, het aantal mensen met een laag inkomen en het aantal westerse allochtonen betreft. Het aantal 65-plussers in onze praktijk populatie ligt iets hoger dan het gemiddelde in de Zeevang maar komt overeen met het landelijke gemiddelde. Eenpersoonshuishoudens en niet westerse allochtonen komen in het praktijkgebied minder voor. De vraag naar onze zorg is groot. In 2011 registreerden wij een contactfrequentie van 4.34 consulteenheden per ingeschreven patiënt, en op jaarbasis 2566 uur directe patiëntenzorg vrij zwaar belast wordt. Het aantal geregistreerde consulteenheden is hoger dan mocht worden verwacht op grond van de demografische kenmerken van de praktijkpopulatie (3,47 consulteenheid per patiënt) en het landelijke gemiddelde (3,85 consulteenheid per patiënt) en stijgt bovendien1. De contacttijd per ingeschreven patiënt bedroeg in 2011 75 minuten. Dat is het dubbele van te verwachtte contacttijd die voor de Zeevang respectievelijk voor heel Nederland geschat wordt op 34-37 minuten1. De zorgbehoefte van onze patiënten lijkt dus groter te zijn dan gebruikelijk. Het feit dat wij proberen zoveel mogelijk onderzoek in de praktijk te doen, met als doel de patiënt en de 2e lijn te ontzien (en ook de kosten van de zorg laag te houden) speelt zeker ook een rol. Wij verwachten dat de vraag naar huisartsenzorg (contacttijd) in ons praktijkgebied tot 2015 met ongeveer 7% zal toenemen (tegen 4 % landelijk) ten opzichte van 20101. Voor een belangrijk deel zal dat een toename van het aantal te maken visites betreffen. Er is een grote groep 50 plussers (in de regio ongeveer 36% van de bevolking) en in de leeftijdscategorie daar juist onder. Het is bekend dat de behoefte aan huisartsenzorg boven de leeftijd van 50 jaar toeneemt. Er is daarnaast een trend waarneembaar naar een toename van het aantal patiënten dat complexere vormen van zorg en ondersteuning nodig heeft. Tot 2015 zal het aantal patiënten met diabetes met 18 % (tegen landelijk 0%) groeien. Het aantal patiënten met COPD 20 % (tegen 11,0% landelijk), het aantal patiënte met een hart of vaataandoening 13% (tegen landelijk 6%), het aantal patiënten met hartfalen 33% (landelijk een geringe afname)1. 1.3.3 Ons zorgaanbod Wij onderschrijven het standpunt van onze beroepsvereniging dat de huisarts in alle levensfasen hét vertrouwde aanspreekpunt moet zijn voor de patiënt en samenhangende, laagdrempelige zorg behoort te bieden 2. We bieden reguliere huisartsenzorg volgens de principes van Evidence Based Medicine, hanteren waar mogelijk de door onze wetenschappelijke vereniging (het Nederlands Huisartsengenootschap) vastgestelde standaarden en richtlijnen en houden ons aan geldende wetgeving. De avond, nacht en weekenddiensten zijn ondergebracht bij de Spoedpost in het Waterlandziekenhuis te Purmerend. Speerpunten van onze praktijk zijn: 1. Goede spoedeisende zorg: onze kennis en uitrusting is op dit punt bovengemiddeld. 2. Gestructureerde zorg aan ouderen en patiënten met chronische aandoeningen. Er zijn goed functionerende programma’s voor diabetes mellitus type 2, hartvaatziekten en COPD. Een programma voor ouderenzorg is in ontwikkeling. 5
3. Begeleiding bij stoppen met roken. We hebben een goed functionerend geprotocolleerd programma. 4. Goede psychosociale zorg: We zijn toegankelijk voor patiënten met een ongedifferentieerde zorgvraag. We verzorgen kortdurende steunende begeleiding of door de huisarts of door de POH-S. We hebben een netwerk met hulpverleners met specifieke kennis en interesses naar wie wij kunnen verwijzen. 5. Reizigersgeneeskunde: preventieadviezen en vaccinaties inclusief gele koorts vaccinaties, advies bij ziekte onderweg of bij terugkomst. De huisarts is als reizigersgeneeskundig huisarts ingeschreven in het betreffende register van het LCR en in het CHBB-register Reizigersadvisering. De praktijk heeft erkenning als gele koorts vaccinatiecentrum.
1.4. Totstandkoming van dit jaarverslag Dit is het zevende jaarverslag van de praktijk. Dit jaarverslag is primair bedoeld voor intern gebruik binnen onze praktijk. Voor anderen kan het een manier zijn om inzicht in onze werkwijze te verkrijgen. Geïnteresseerden kunnen dit verslag inzien en downloaden via onze website www.souwer.praktijkinfo.nl.
6
2. Patiënten 2.1. Aantallen, verdeling naar leeftijd en geslacht, in- en uitstroom In onze praktijk stonden op 31 december 2010 2228 patiënten ingeschreven. De praktijkomvang is daarmee met 14 patiënten afgenomen. We zijn apotheekhoudend voor onze patiënten in de gemeente Zeevang (met uitzondering van het dorp Kwadijk) en een deel van de gemeente Beemster.
Tabel 1: In en uitstroom 2009 Instroom -geboren -overig Uitstroom -overleden -overigen
2010 57
2011 50
64 11 53
77 10 67
68 12 56
78 12 66
Tabel 2: Patiëntenaantallen per dorp of woonplaats 2009 Zeevang -Beets -Hobrede -Kwadijk -Middelie -Oosthuizen -Schardam -Warder Edam-Volendam -Edam -Volendam Beemster Koggenland -Avenhoorn -De Goorn -Oudendijk -Scharwoude Purmerend Overig
2010 2053
51 38 447 569 508 6 434
2011 2042
48 35 448 560 517 6 428 70
61 9
64 56 8
22 9
70 36
68 59 9
21 11 2 2 7
7 2
2024 51 34 439 562 505 7 426
23 15 2 6 7
79 25
81 17
7
300
Mannen Vrouwen
0
100
200
aantal
Grafiek 1: Praktijkpopulatie naar leeftijd en geslacht.
0-10
11-20
21-30
31-40
41-50 leeftijd
51-60
61-70
71-80
>80
2.2. Kenmerken van de praktijkpopulatie De bevolkingssamenstelling in het praktijkgebied wijkt niet af van de landelijke gegevens waar het de geslachtsverdeling, het aantal 65 plussers, het aantal mensen met een laag inkomen en het aantal westerse allochtonen betreft. Het aantal 65-plussers in onze praktijk populatie ligt iets hoger dan het gemiddelde in de Zeevang maar komt overeen met het landelijke gemiddelde. Eenpersoonshuishoudens en niet westerse allochtonen komen in het praktijkgebied minder voor 1.
8
3. Personeel 3.1. Formatie In het afgelopen jaar hebben de volgende personen in onze praktijk gewerkt: 1. Damsma Bulder M. apothekersassistente 2. Hesselink S. arts in opleiding tot specialist huisartsgeneeskunde vanaf 1 maart 2011 3. Hombergh van den H. arts in opleiding tot specialist huisartsgeneeskunde tot 1 maart 2011 4. Laan v.d. Kreeke L. interieurverzorgster 5. Lange S. praktijkassistente 6. Souwer I.H. apotheekhoudend huisarts, praktijkhouder 7. Meij de M.A. Hidha van 1 januari tot 1 november 2011 8. Volkers Roelfsema M.A. praktijkondersteuner 9. Schurink K. praktijkondersteuner 10. Kleijweg A. praktijkassistente, apothekersassistente in opleiding (vanaf 1 juni 2011). 11. Siemons C.M. onderzoeksassistente 12. Zee van der Metselaar G. interieurverzorgster De praktijk had eind 2011 de beschikking over 1,00 fte huisarts, 0.20 fte waarnemend huisarts 0.6 fte huisarts in opleiding, 3.00 fte ondersteunend personeel (0.99 fte praktijkondersteuner, 1.09 fte praktijkassistente, 0.42 fte apothekersassistente, 0.18 fte interieurverzorging, 0.32 fte onderzoeksassistente). De taakverdeling in de praktijk is beschreven in het kwaliteitshandboek van de praktijk. 3.2 Nevenfuncties Geen van de praktijkmedewerkers heeft betaalde nevenfuncties. I.H. Souwer had in 2011 de volgende onbetaalde nevenfuncties: 1. Pro forma aanstelling als huisarts-onderzoeker bij de onderzoeksschool Nijmegen Centre for Evidence Based Practice (NCEBP). 2. Lid van de Onderwijsbeleid adviescommissie van het huisartseninstituut AMC/UvA, een overlegorgaan met een adviserende functie over het onderwijsprogramma van de huisartsopleiding van het AMC.
9
4. Praktijkorganisatie De praktijkorganisatie wordt beschreven op onze website www.souwer.praktijkinfo.nl. U vindt hier informatie over de openingstijden en de bereikbaarheid overdag en bij spoedgevallen, over het maken van afspraken voor het spreekuur en het aanvragen van huisbezoek, over het aanvragen van herhaalrecepten, over de diensten- en waarnemingsregeling, over de klachtenregeling en over speciale faciliteiten van onze praktijk. Aanvullend op deze informatie treft u hieronder informatie aan over automatisering en de praktijkuitrusting, onderwijs, onderzoek en publicaties. 4.1. Automatisering Onze praktijk werkt sinds 1993 met het automatiseringssysteem Promedico (VDF). Dit systeem wordt gebruikt voor de financiële administratie, het uitschrijven en registreren van recepten, de opslag en verwerking van medische gegevens en de communicatie met collegahuisartsen, de dienstapotheek in het Waterlandziekenhuis, diagnostische laboratoria en ziekenhuizen. Bij het werken met de computer wordt de privacy van patiëntengegevens zorgvuldig in acht genomen. In 2009 heeft de praktijk alle hardware vervangen. In 2011 is het systeem aangesloten op het Landelijk SchakelPunt (LSP). 4.2. Praktijkuitrusting Het praktijkgebouw beslaat een oppervlakte van 120m2. De laatste verbouwing dateert uit 2000 (toen de praktijk naar de huidige locatie verplaatst is). In 2006 is de westgevel opnieuw gevoegd. In 2007 is het binnenwerk opnieuw geschilderd Daarnaast zijn er enkele kleine bouwkundige voorzieningen getroffen die voorkomen dat er vanuit de wachtkamer meegeluisterd kan worden met wat er aan de balie besproken wordt. In 2011 is de buitenzijde opnieuw geschilderd Het gebouw voldoet goed, maar er ontstaat langzamerhand wel wat behoefte aan meer werkkamers. Het instrumentarium wordt voortdurend gecontroleerd en onderhouden. Controle en vervanging vinden plaats volgens regels die zijn vastgelegd in het kwaliteitshandboek van de praktijk. In 2010 is de telefooncentrale van de praktijk vervangen en ondergebracht in een gemeenschappelijke centrale voor de huisartsengroep. 4.3 Onderwijs De huisarts is als huisartsopleider geregistreerd bij de Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie (HVRC). Er is een overeenkomst met de huisartsenopleiding AMC-Uva te Amsterdam voor het begeleiden van huisartsen in opleiding. De praktijk is ook erkend leerbedrijf voor de opleiding van praktijkassistenten en apothekersassistenten. Tot 1 maart 2011 was H. van den Hombergh, 3e jaars arts in opleiding tot specialist huisartsgeneeskunde, in de praktijk aanwezig en vanaf 1 maart 2011 tot 1 november 2011 S. Hesselink, eveneens 3e jaars arts in opleiding tot specialist huisartsgeneeskunde. In 2011 was A. Kleijweg, praktijkassistente in opleiding tot apothekersassistente. Jaarlijks wordt ook een junior co-assistent huisartsgeneeskunde gedurende enige weken begeleid. 4.4 Onderzoek De huisarts doet onder begeleiding van Mw. Prof. A.L.M. Lagro-Janssen, huisarts en hoogleraar vrouwenstudies te Nijmegen, onderzoek naar het ziektebeeld chronische perniones, beter bekend als winterhanden en wintertenen (zie ook www.perniones.nl). In 2009 is door het ZonMw programma Alledaagse ziekten een projectsubsidie aan de huisarts toegekend voor het project “Perniones en de huisarts”. Met deze projectsubsidie wordt 10
gedurende twee en een half jaar onderzoek gedaan aan winterhanden en wintervoeten. Er is een overeenkomst afgesloten met een vaste waarnemend huisarts om gemiddeld één dag in de week in de praktijk te komen werken. Daarnaast is ten behoeve van het project een onderzoeksassistente aangesteld. 4.4
Externe studies
De praktijk heeft in 2011 meegewerkt aan een viertal externe studies: de Arrest-studie (Afdeling Cardiologie Medisch Academisch Centrum Amsterdam) met als onderwerp reanimatie, de SOS-studie (Stichting Artsenlaboratorium en Trombosedienst) met als onderwerp osteoporose, De beroepenregistratie (Nivel) over de beroepsuitoefening en tenslotte een internationale studie op het gebied van primary care (Common Wealth Fund). 4.5 Reizigersadvisering De praktijk houdt zich bezig met het geven van reizigersadviezen en vaccinaties. De huisarts is als reizigersgeneeskundig huisarts ingeschreven in het betreffende register van het LCR en in het CHBB-register Reizigersadvisering. De praktijk heeft erkenning als gele koorts vaccinatiecentrum. 4.6 Publicaties en wetenschappelijke voordrachten In 2011 is er vanuit de praktijk één publicatie geweest: Souwer IH, Lagro-Janssen ALM. Chronic chilblains. BMJ 2011;342:d2708. Er is bovendien een voordracht gegeven op het Europese huisartsencongres Wonca-Europe 2011 te Warschau. I.H. Souwer, A.L.M. Lagro-Janssen Vitamin D3 is not effective in the treatment of chronic chilblains. Wonca-Europe 2011.
11
5. Zorg en zorgkwaliteit Dit hoofdstuk geeft een overzicht van parameters die gerelateerd zijn aan de soort, de kwantiteit en de kwaliteit van de geleverde zorg en aan klachten en ziekten die in de praktijk worden geregistreerd. Meer over kwaliteit vindt u in het hoofdstuk ‘Kwaliteitsbeleid’. 5.1. Consulten, visites en overige verrichtingen In 2011 werd 4.34 consulteenheid per ingeschreven patiënt geregistreerd, tegen 4.17 in 2010, 4.21 in 2009 en 3.95 in 2008. Een consulteenheid is een rekeneenheid die overeenkomt met één standaard consult. Een visite telt bijvoorbeeld voor anderhalve consulteenheid en een telefonisch consult voor een halve consulteenheid. De bijzondere verrichtingen en controles (waarvoor een M&I tarief bestaat) en herhaalrecepten vallen buiten deze berekening. Het aantal geregistreerde consulteenheden is hoger dan mocht worden verwacht op grond van de demografische kenmerken van de praktijkpopulatie (3,47 consulteenheid per patiënt) en het landelijke gemiddelde (3,85 consulteenheid per patiënt) 1. De in 2011 in onze praktijk geregistreerde verrichtingen vindt u in tabel 3. Tabel 3: verrichtingen
Consult* Consult langer dan 20 minuten* E-mail consult* Telefonisch consult* Visite* Visite langer dan 20 minuten* Vaccinatie (Herhaal) recept COPDzorg per jaar Diabetesbegeleiding (SEZ) Aanmeten pessarium Audiogram Ambulante compressietherapie 24 uur Bloeddrukmeting Cervixuitstrijk bevolkingsonderzoek Chirurgie Cognitieve functietest Cryobehandeling Corticisteroidinjectie Desensibilisatievaccinatie Dopleronderzoek beenvaten Ecg maken en beoordelen Griepvaccinatie (preventie) Griepvaccinatie (pandemie) Hechtingen verwijderd op verzoek ziekenhuis Holter diagnostiek
2009 5558 805 -1983 569 59 20 3871 -199 -16 50 67 88 129 7 130 60 21 33 128 554 1023 9 --
2010 5753 734 -1601 522 70 12 4070 26 269 2 19 9 68 89 119 8 114 77 18 27 135 579 -7 21
2011 5928 881 31 1694 647 66 11 4264 42 323 0 9 6 53 97 140 26 155 93 13 49 196 531 -39 20 12
Insertie IUD Medisch paspoort Mrsa-screening Oogboring Reizigers advies (+/- vaccinaties) Spirometrie Spleetlamp onderzoek Tapen na inversietrauma enkel Teledermatologie consult Urinecatheterisatie Urine onderzoek praktijk Verrichting ter vervanging specialist Visite intensieve thuiszorg Visite intensieve thuiszorg >20 min Visite intensieve thuiszorg ANW Visitie intensieve thuiszorg ANW >20 min
16 -6 3 92 -11 10 14 1 -------
12 15 4 8 70 54 3 8 5 2 191 ------
16 7 3 7 69 96 0 24 9 0 228 39 15 8 3 3
* Verrichtingen welke gebruikt zijn bij het berekenen van het aantal consulteenheden per ingeschreven patiënt. Samengevat zijn er geringe verschuivingen geweest in de verrichtingen aantallen. De totale tijd door de praktijk besteed aan directe patiëntenzorg neemt echter toe en was in 2011 2566 uur tegen 2292 uur in 2010, 2232 uur in 2009 en 2088 in 2008. De contacttijd per ingeschreven patiënt bedroeg in 2011 75 minuten tegen 61 minuten in 2010 Dat is het dubbele van te verwachtte contacttijd die zowel voor de Zeevang als voor heel Nederland geschat wordt op 34-37 minuten1. 5.2. Preventie Het voorkomen van gezondheidsproblemen heeft onze volle aandacht. Daarom worden er aparte spreekuren aangeboden voor patiënten met diabetes, hartvaatziekten voor patiënten met COPD en voor reizigers. Onze praktijk is betrokken bij de landelijke campagne voor griepvaccinaties en bij het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. De praktijk speelt verder een rol in de afhandeling van patiënten bij wie bij het bevolkingsonderzoek borstkanker een afwijking wordt vastgesteld. Griepvaccinaties vonden plaats bij in totaal 531 personen. Dit cijfer lager dan verwacht. Daarbij speelt vermoedelijk de negatieve publiciteit over griepvaccinaties net voor de vaccinatieperiode een rol. De algemene indruk is dat in 2011 de opkomst in heel Nederland lager was dan verwacht. In tabel 4 vindt u de vaccinatiepercentages voor de praktijk afgezet tegen de benchmark 2009. De benchmark geeft de verdeling van de opkomstpercentages in alle NHG- geaccrediteerde huisartspraktijken in percentielen. Een getal tussen de 50ste en 75ste percentiel betekend dat de praktijk het beter doet dan de helft van de andere praktijken maar slechter dan het beste 1/4e deel van de andere praktijken.
13
Tabel 4: Griepvaccinaties Praktijk % Patiënten 60 jaar en ouder
66
% Diabetespatiënten % Astma patiënten % Copd patiënten % Patiënten met cardiovasculaire aandoening
82 64 86 78
Benchmark 2009 25pct 50pct 75pct 67 73 79 69 50 50 63
76 61 61 74
86 69 69 79
Er vonden in dit verslagjaar in het kader van het landelijke bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 97 uitstrijkjes plaats. In tabel 5 vindt u de opkomstpercentages afgezet tegen de benchmark: alle zelfuitnodigende huisartsen in het verzorgingsgebied van Bevolkingsonderzoek Midden-West. De technische kwaliteit van de door ons gemaakte uitstrijkjes is goed. Tabel 5: Cervixscreening Praktijk 86 0 87
Opkomstpercentage doelcohort Aantal uitslagen Pap 0 (niet beoordeelbaar) Beschermingsgraad*
Benchmark 2011 66.1 -63,7
* Beschermingsgraad: aantal uitstrijkjes plus aantal vrouwen met uterusextirpatie gedeeld door aantal vrouwen in het betreffende cohort.
Reizigersadvisering vond 69 keer plaats. Om bij patiënten het stoppen met roken te bevorderen, wordt het roken tijdens de categorale spreekuren voor diabetes en hypertensie, en tijdens contacten met patiënten met astma of chronisch obstructief longlijden systematisch besproken. In de praktijk wordt niet gerookt.
5.3. Sterfte en ziekte In het verslagjaar overleden 12 patiënten. De doodsoorzaken worden vermeld in tabel 6. Tabel 7 laat de in 2011 meest geregistreerde diagnosen zien.
Tabel 6: Doodsoorzaken.
Cardiovasculair Copd Dementie Infectie Maligniteit Trauma
2009 2 1 2 6 -
2010 5 1 1 5 -
2011 2 0 1 2 6 1
14
Tabel 7: Top 10 diagnosen
1 2 3 4 5 6
2009 Diagnose Hoesten Acute infectie hoge luchtwegen Knie symptomen / klachten Andere gelokaliseerde buikpijn Borstkas symptomen / klachten Overmatig cerumen
7 Lage rugpijn zonder uitstraling 8 Moeheid / zwakte 9 Hypertensie zonder orgaanbeschadiging 10 Wratten
5.4.
2010 n Diagnose 127 Urineweginfectie 112 Overmatig cerumen
2011 n Diagnose 160 Hoesten 112 Overmatig cerumen
102 Lage rugpijn zonder uitstraling 100 Acute infectie hoge luchtwegen 82 Hoesten
99 Andere gelokaliseerde buikpijn 94 Cystitis/ Urineweginfecties 90 Rug symptomen/ klachten 90 Moeheid/ zwakte
89 Andere gelokaliseerde buikpijn 83 Wratten 83 Voet/teen symptomen/ klachten 81 Borstkas symptomen/ Klachten 80 Benauwdheid toegeschreven aan de longen
n 132 121 113 110 100 89
83 Hypertensie zonder orgaanbeschadiging 80 Wratten
87
69 Voet/ teen symptomen/ klachten 69 Acute infectie bovenste luchtwegen
81
84
80
Voorschrijfgedrag
Ons doel is zinnig en zuinig om ter gaan met het voorschrijven van medicijnen. Dat betekent dat patiënten een gewenst of noodzakelijk middel niet onthouden mag worden en dat het voorschrijven onnodige of onnodig risicovolle medicijnen vermeden moet worden. In tabel 8 vind u een aantal aspecten van ons voorschrijfgedrag terug. Er wordt vergeleken met de actuele benchmark van het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM).
15
Tabel 8: voorschrijfgedrag: Indicator
Behandeling astma patiënten met inhalatiecorticosteroïden Behandeling diabeten met metformine (alle gebruikers) Behandeling diabeten met statine Behandeling hart en vaat ziekten met statine Behandeling NSAID-gebruikers met maagmiddel Optimale dosering statine bij nieuwe gebruikers (Geen) overbehandeling met triptanen Reserve en 2e keus antibiotica (lager is beter) Voorkeursmiddel ace-remmers (nieuwe gebruikers) Voorkeursmiddel PPI (alle gebruikers) Voorkeursmiddel Statine (nieuwe gebruikers)
Score 2011 % 90 92 88 74 89 94 76 13 100 96 95
IVM Benchmark GemiddelStreefde waarde waarde % % 78 100 87 71 69 86 59 77 16 73 82 87
99 86 81 100 100 100 27 100 97 100
Samengevat is ons voorschrijfgedrag op de onderzochte indicatoren doorgaans beter dan gemiddeld en benaderen we de (theoretische) streefwaarden.
5.5.
Zorg voor patiënten met chronische ziekten
De praktijk heeft zich in begin 2010 aangesloten bij de Stichting Eerstelijnszorg ZaanstreekWaterland (SEZ). Vooralsnog is hier de bekostiging en verantwoording van onze diabeteszorg ondergebracht. De zorg zelf leveren we gewoon in onze praktijk en bij de patiënten thuis. In onze praktijk stonden op 31 december 2010 101 personen geregistreerd met Diabetes mellitus, waarvan 11 (0,4% van de praktijkpopulatie) met Diabetes mellitus type I en 90 (4 % van de praktijkpopulatie) met Diabetes mellitus type II. 108 personen zijn bekend wegens hart en vaatziekten (5 % van de praktijkpopulatie). 62 personen (3% van de praktijkpopulatie) zijn bekend met COPD (Chronische bronchitis). Voor deze drie groepen hebben wij aparte spreekuren. Daarnaast zijn 105 personen zijn bekend met astma (5% van de praktijkpopulatie). Tabel 9 laat de belangrijkste indicatoren zien met betrekking tot de controle en behandeling van de verschillende patiëntengroepen in onze praktijk. De informatie wordt vergeleken met de NPA-benchmark 2009 en de SEZ-benchmark 2011.
16
Tabel 9: Indicatoren chronische ziekten Praktijk
Diabetes (NPABenchmark) -HbA1c bepaald -HbA1c <53 -HbA1C >53 <69 -HbA1c >69 -Bloeddruk bepaald -Bloeddruk <140 -Bloeddruk >140 <160 -Bloeddruk >160 -lipidenprofiel bepaald -LDL: < 2.5 mmol/l -Gebruikt cholesterolmiddel -Nierfunctie bepaald -eGFR < 30 ml/min -eGFR >30 <60 ml/min -eGFR >60 ml/min -Rookgedrag bekend -Rookt -Rookt niet (meer) -BMI bepaald -BMI <25 -BMI 25-30 -BMI >30 -Voetonderzoek gedaan -Fundoscopie verricht -Griepvaccinatie gehad -Volledige controles
2011 %
2010 2009 % %
NPA-Benchmark (percentiel) ste 25 50ste 75ste % % %
96 71 20 4 102 60 40
80 51 27 2 91 48 35
76 47 25 4 83 46 22
83 49 16 3 83 34 22
92 61 23 5 93 44 31
96 70 28 8 96 54 41
2 90
7 79
7 75
7 74
12 87
19 93
63
51
50
32
40
49
93
82
83
54
67
75
97
82
76
80
89
94
1 6
1 4
0 8
0.0 9
0.7 15
1.2 21
90 98
77 87
68 77
60 50
70 75
80 89
11 87 99 24 38 37 87
12 77 89 19 36 35 79
11 89 76 17 32 27 76
13 78 55 7 20 19 24
16 84 78 11 32 32 56
22 87 90 17 38 40 80
98
87
73
45
68
87
91
83
87
68
82
88
79
67
76
0
14
67
SEZ-Benchmark
17
Diabetes (SEZ-benchmark) Populatie DM 2: % praktijkpopulatie % beoordeeld % in 2e lijn % niet beoordeeld
% 4 90 4 6
% 4 77 5 18
%
% 7 74 9 17
Behandeling: %Dieet %Tabletten %insuline % combinatie
% 15 63 6 16
% 9 67 7 16
%
% 19 69 2 10
Procesparameters (% geregistreerd) HbA1c Totaal cholesterol HDL LDL Chol/HDL ratio Alb/kreat ratio SBP BMI Roken bekend Alcohol bekend Voetonderzoek Oogonderzoek DRP li/re Volledig profiel
%
%
%
%
Prestatie parameters HbA1C mmol/liter Totaal chol HDL LDL (mmol/l) Chol/HDL ratio SBP (mmHg) Albumine/kreatinin e ratio (mg/mmol) BMI (Kg/m2) Prestatie parameters Roken ja
100 100 100 100 100 99 100 98 100 100 100 99 99 91
98 96 96 94 96 87 98 91 92 80 90 88 85 69
gem
gem
gem
48 4.2 1.34 2.1 3.4 133 2
6.7
133 1
49 4.5 1.36 2.5 3.6 138 2
29.2
29.1
29.5
%
%
10
12
2.3
%
gemiddelde
% 16 18
Roken ja, stop advies Alcohol ja Voetonderzoek afw. DRP li/re ja Overige parameters MDRD MDRD <30 MDRD 30-60 MDRD >60 Statinegebruik Raas-remmer bij Normoalbuminurie Micro-albuminurie Macro-albuminurie Hartvaatziekten (NPA-benchmark) -Bloeddruk bepaald -Bloeddruk <140 -Lipidenprofiel bepaald -LDL < 2.5 -LDL>2.5 maar geen cholesterolmiddel -Rookgedrag bekend -Rookt -Rookt en stopadvies -BMI Bepaald -BMI <25 Copd (NPA-benchmark) -Rookgedrag bekend -Rookt -Rookt en stopadvies -BMI bepaald -Spirometrie laatste jaar
75
68
43 33
41 27
8
5
% 1 7 92 90
% 0 12 88 90
%
% 1 15 84 75
57
50
83 100
67 81
78 39 66
71 33 58
74 38 64
50 19 35
62 29 43
69 36 48
34 5
32 6
35 --
13 --
18 --
22 --
57
42
40
20
30
43
17 80
20 88
9 100
11 0
21 37
32 80
57 18
46 9
35 8
14 3
25 4
36 8
82
68
21
31
58
83
36 93
44 100
15 100
28 50
48 83
74 100
82 41
73 73
25 13
24 28
40 48
66 74 19
influenzavaccinatie -MRC bepaald -mate van bewegen bepaald Astma (NPA-benchmark) -Rookgedrag bekend -Rookt -Rookt en stopadvies -Ooit spirometrie -Ooit allergieonderzoek influenzavaccinatie -IHC bij chronisch gebruik luchtwegverwijder
86
83
80
73
80
86
76 78
65 70
---
0 17
32 33
76 58
8
8
9
11
28
61
0 0
0 0
0 0
12 20
19 70
22 100
5 27
9 23
7 18
10 10
40 28
66 60
62
69
66
47
56
65
67
84
84
33
86
100
5.4.1 Bespreking van de benchmarkgegevens: Diabetes mellitus type 2. In 2011 hebben wij ons controlesysteem zo aangepast dat onderrapportage ondervangen is. Daartoe hebben wij een eenvoudige maatregel genomen: In december worden geen jaarcontroles meer gepland zodat er geen jaarcontroles meer over de jaarwisseling heen worden uitgesteld. De rapportage is daarmee betrouwbaarder geworden. Samengevat blijkt uit vergelijking van onze uitkomsten met zowel de BPA als de SEZ benchmark dat onze diabeteszorg van goede kwaliteit is. Hart en vaatziekten. Over controle van onze patiënten met hart en vaatziekten zijn wij ook tevreden. We scoren bijzonder goed ten opzichte van de benchmark. COPD Dat geldt ook voor onze COPD zorg. Ook hier komen we goed mee met de beste 25% van de huisartspraktijken. Astma De controle van onze patiënten met astma is voor verbetering vatbaar. Wij hebben daarvoor nog geen systematisch controlesysteem. Dit heeft onze aandacht. .
5.6. Verwijzingen Uit de gegevens van de Achmea Praktijkstatus over 2010 blijkt dat wij meer verwijzingen 20
voor diagnostiek doen (+61%), meer verwijzingen naar Fysiotherapie (+21%) maar minder verwijzen naar het ziekenhuis (-5%), instellingen voor Geestelijke gezondheidszorg (-16%) en minder voorschrijven (-13% dan met ons vergelijkbare huisartspraktijken. De totale zorgkosten per bij ons ingeschreven patiënt vallen per saldo 2% lager uit dan gemiddeld. 5.7 Apotheek Het totale aantal verwerkte recepten in 2011 was 13528 tegen 12149 in 2010 tegen en 11735 in 2009.(in alle gevallen inclusief verwerkte recepten van specialisten en andere externe voorschrijvers). De top tien van meest voorgeschreven preparaten, staat vermeld in tabel 10.
Tabel 10: Top 10 verstrekkingen (aantal verstrekkingen) 2009 1 Hcl-thiazide 25mg 2 Acetylsalicylzuur 80mg 3 Omeprazol 40mg
2010 465 Acetylsalicylzuur 80 mg 414 Omeprazol 20 mg
2011 534 Acetylsalicylzuur 80 mg 531 Omeprazol 20
377 Hcl-thiazide 25mg
340
4 Lisinopril 20mg 5 Hcl-thiazide 12,5mg 6 Simvastatine 40mg 7 Metoprolol succ. ret. 100mg 8 Stediril 30mg
265 Lisinopril 20mg 223 Hcl-thiazide 12,5mg
392 Hcl-thiazide 12,5mg 344 Hcl-thiazide 25mg 327 Lisinoprol 20mg
208 Simvastatine 40mg
279 Simvastatine 40mg
227
18 Metoprolol succ. ret. 1 100 mg 169 Acenocumarol 1 mg 148 Metformine 500mg
204 Metoprolol succ. ret. 50mg 200 Persantin retard 200mg 181 Metformine 500mg
216
152 Metoprolol succ. ret.100mg
183
9 Acenocoumarol 1mg 10 Lipitor 20mg
125 Diclofenac 50 mg
686 531
332 306
207 183
21
6. Kwaliteitsbeleid
6.1. Visie en doelen. Wij bieden goed overdachte en veilige zorg, waar mogelijk op basis van wetenschappelijke onderbouwing. In onze visie is het nadenken over de kwaliteit van de geboden zorg niet vrijblijvend. Wij sluiten ons daarbij aan bij de visie van het Nederlands Huisartsen Genootschap (de wetenschappelijke vereniging van huisartsen). Sinds 2003 hebben wij gewerkt aan een helder vormgegeven kwaliteitsbeleid. In 2006 werd de NHGpraktijkaccreditering® verkregen. Het kwaliteitsbeleid van onze praktijk is er op gericht een cyclisch proces van signaleren van mogelijke knelpunten en aanbrengen van verbeteringen mogelijk te maken. 6.2. NHG-praktijkaccreditering® Onze praktijk is sinds december 2006 geaccrediteerd. 6.3 Het Kwaliteitshandboek en kwaliteitsjaarplan Sinds 2003 werken wij met een kwaliteitshandboek. In dit handboek is middels instructies en protocollen vastgelegd hoe wij dagelijks werken. Het gaat daarbij om groot aantal handelingen, van organisatorische zaken en het onderhoud van de aanwezige apparatuur tot instructies over de sterilisatie van het instrumentarium en de controle op de ampullen in de spoedkoffers. 6.4. Werkoverleg Er is een zeswekelijks werkoverleg, waaraan huisarts, waarnemend huisarts, huisarts in opleiding, praktijkondersteuner, de praktijk- en apothekersassistentes en de eventueel aanwezige stagiair deelnemen. Het overleg wordt vooruit gepland en er wordt gewerkt met een agenda en notulen. Daarnaast is er gestructureerd bilateraal overleg tussen de huisarts en het praktijkpersoneel dat gedelegeerde taken uitvoert. 6.5. Opleiding, cursussen, nascholing, etc. De huisarts heeft in 2011 in totaal 81 uur geaccrediteerde nascholing gevolgd op het gebied van kanker, onderwijs, wetenschap en reizigersgeneeskunde. Aan de verplichtingen welke door de registratie-eisen van de Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie (HVRC) opgelegd worden is daarmee ruim voldaan. Er is ook voldaan aan de nascholingseisen van het College van Huisartsen met Bijzondere Bekwaamheden voor het CHBB register reizigersadvisering en aan de eisen van het Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering (LCR) voor het register Reizigersgeneeskundig huisarts. Intercollegiale toetsing vond systematisch plaats in de toetsgroep “Toetsgoed” met de collega’s van de Biggelaar, Daan, Drijver, Klaassen, Tellegen en Zaat uit Purmerend. Het praktijkpersoneel woonde nascholing bij over reizigersgeneeskunde, COPD en het omgaan met agressie. Nascholing van de praktijkmedewerkers vind plaats aan de hand van een tijdens de functioneringsgesprekken vastgesteld opleidingsplan.
6.6. MIP-registratie. Wij houden een Meldingen Incidenten Patiëntenzorg registratie bij. De bedoeling is dat alle 22
incidenten die zich binnen de praktijk voordoen en waarbij patiënten betrokken zijn “blamefree” gemeld worden. De meldingen worden op gezette tijden in het werkoverleg besproken. Doel van de registratie is vermijdbare oorzaken van incidenten te identificeren zodat verbeteringen mogelijk zijn. In 2011 werden 11 meldingen geregistreerd, gespecificeerd in Tabel 11. Het aantal meldingen is verbeterd nadat het praktijkpersoneel extra geattendeerd werd op de wenselijkheid alle incidenten te melden.
Tabel 11 MIP-registratie 2009 Bejegening -klacht van patiënt over bejegening Administratief -consult in verkeerd dossier ingevoerd Diagnostiek -geen opvolging afwijking bij onderzoek -doseerfout buffer bij d-dimeer bedside test -foutief gestelde diagnose -foutieve laboratorium aanvraag Verrichtingen -prikaccident/spataccident personeel -accident/fout tijdens verrichting -onjuiste indicatie bij voorschrijven -contra-indicatie genegeerd bij voorschrijven -doseerfout bij voorschrijven -doseerfout bij toedienen -te voorkomen geneesmiddelen interactie/bijwerking -onjuiste beslissing door onvolledig medicatiedossier -onjuiste preparaat voorgeschreven -Onvoldoende instructie patiënt waardoor onvoldoende behandeling Verstrekkingen -telfouten aantal verstrekte tabletten -doseerfout bij aanmaken herhaalrecept -gebruik extern recept fout overgenomen -verwisseling sterkte of toedieningsvorm -verwisseling werkzame stof -fout bij bestelling -verlopen medicatie aangetroffen in voorraad -onjuist extern opiumrecept geaccepteerd -persoonsverwisseling bij invoeren herhaalrecept -persoonsverwisseling bij medicatieoverzicht -medicijnen aan verkeerde patiënt meegegeven
2010 0
2011 1
1
1 1
1 1 0
0
2
1 1 3
1
4 1 2
1
1
2 1 5
2
4
3 1 1 1 1 1 1 1
1 23
6.7. Klachtenregeling De praktijk is aangesloten bij de regionale klachtenregeling, ondergebracht bij DOKH. Klachten kunnen worden gemeld aan de receptie. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat via het Regionaal patiënten en consumenten platform in Purmerend te doen. In de praktijk is foldermateriaal aanwezig met informatie over de mogelijkheden. Er werden dit jaar één klacht over bejegening aangemeld maar voor behandeling weer ingetrokken. Deze klacht is opgenomen in de MIP-registratie. 6.8. De huisartsengroep Edam-Zeevang Onze praktijk werkt samen met de overige huisartsen in de Zeevang en de huisartsen in Edam. De huisartsengroep (hagro) Edam-Zeevang bestaat uit de huisartsen Landaal en ter Heide (Oosthuizen) en de huisartsen Frissen, van de Horst, van der Kamp, Koper en Scheltens (Edam). Er is een hagro-contract waarin samenwerkingsafspraken zijn opgenomen en er is een regeling die in geval van vakantie, ziekte of overlijden van één van de leden de continuïteit van de huisartsenzorg garandeert. In 2008 is een visiedocument vastgesteld dat een leidraad vormt voor onze samenwerking. Sinds 2010 heeft de hagro een gemeenschappelijke telefooncentrale die een goede bereikbaarheid van de verschillende praktijken bevordert. Bij de 100% controle van de Inspectiegezondheidszorg in 2010 was onze responstijd op de spoedlijn 5 seconden (norm: 30 seconden. De gemeenschappelijk centrale biedt ook belangrijke mogelijkheden voor onderlinge ondersteuning van de hagro-praktijken. Binnen de Hagro bestaat de mogelijkheden op eenvoudige wijze samenwerkingsafspraken te maken tussen de deelnemende praktijken. In dit kader is hebben de praktijken in de Zeevang samen een praktijkondersteunster voor de diabeteszorg in dienst. De praktijken van de huisartsen groep hebben ook ondersteuning middels door een praktijkondersteuner GGZ. We zijn daartoe een samenwerking aan gegaan met Indigo. Verder zijn er op hagro-niveau contacten onderhouden met de gemeenten Edam-Volendam en Zeevang.
6.9. Systematisch overleg Systematisch overleg vond plaats met de volgende eerstelijns disciplines: De apothekers in de gemeente Edam-Volendam, georganiseerd in een Farmaco Therapie Overleg (FTO). De bewegingstherapeuten (fysiotherapeuten, manueeltherapeuten en Mensendiecktherapeuten) in de gemeente Zeevang, georganiseerd in een Huisartsen Overleg Fysiotherapeuten (HOF) en in aparte patiëntenbesprekingen. Het woonzorgcentrum “de Seevanck” in Oosthuizen, georganiseerd in een overleg met de locatiemanager en separate patiëntenbesprekingen met de verzorgenden. Er is ad hoc patiënten overleg binnen de oncologiebespreking van het Waterlandziekenhuis. En daarnaast met Mw. Drs. Meerhoff, psychotherapeute te Middelie. De praktijk neemt verder deel in een breed informeel overleg met verschillende hulpverleners in de Zeevang. 24
Alle genoemde bijeenkomsten hebben naast het feit dat de praktijk op deze wijze een netwerk van medehulpverleners onderhoudt ook een kwaliteitsaspect. Wij hebben zo de mogelijkheid kennis en kunde uit te wisselen.
6.10. Financiën De praktijk is financieel gezond. Er zijn in dit opzicht geen bedreigingen voor de kwaliteit en de continuïteit van de door ons geleverde zorg.
6.11 Milieu De praktijk probeert zo verstandig mogelijk om te gaan met grondstoffen en afval. We kopen onze energie CO2-neutraal in, laten ons huishoudelijk-, papier- en ziekenhuisafval door een gespecialiseerd bedrijf gescheiden verwerken. We mijden gebruik van Pvc-houdende verbruiksartikelen en disposables.
25
7.
Beschouwing
7.1. Terugblik op het jaar, samenvatting van de situatie Er waren dit jaar geen werkelijk onverwachte ontwikkelingen. De praktijk draait goed. De kwaliteit van onze zorg is goed op orde, zoals blijkt uit de in het algemeen gunstige vergelijking van onze resultaten met de verschillende benchmarks. Er is, met steun van het ZonMw programma Alledaagse Ziekten, verder gewerkt aan het onderzoeksproject “Perniones en de huisarts”.
7.2. Opvallende punten, gesignaleerde trends Uit het rapport van de Commonwealth Fund 2006 Huisartsen enquête, waaraan onze praktijk ook deelnam, werd de huisartsenzorg in Australië, Canada, Duitsland, Engeland, Nederland, Nieuw Zeeland en de Verenigde Staten onderzocht 3. Het blijkt dat Nederland een goed toegankelijk zorgsysteem heeft met een grote mate van tevredenheid onder huisartsen over de kwaliteit van de door hun geleverde zorg. De kwaliteit is op onderdelen bovengemiddeld. Aandachtspunten zijn er op het gebied van ICT-toepassingen, wachtlijsten, veiligheidsbeleid, kwaliteitsbeleid en de zorg voor patiënten met chronische aandoeningen. Hier wordt in Nederland minder goed gepresteerd. Wij denken met het al langer ingezette kwaliteitsbeleid goed op de drie laatste punten in te spelen. Dat blijkt ook uit onze benchmark resultaten over onze zorg aan patiënten met een chronische aandoening. De vraag naar onze zorg is groot en neemt toe. In 2011 registreerden wij een contactfrequentie van 4.34 consulteenheden per ingeschreven patiënt, en op jaarbasis 2566 uur directe patiëntenzorg. Het aantal geregistreerde consulteenheden is hoger dan mocht worden verwacht op grond van de demografische kenmerken van de praktijkpopulatie (3,47 consulteenheid per patiënt) en het landelijke gemiddelde (3,85 consulteenheid per patiënt) en stijgt bovendien1. De contacttijd per ingeschreven patiënt bedroeg in 2011 75 minuten. Dat is het dubbele van te verwachtte contacttijd die voor de Zeevang respectievelijk voor heel Nederland geschat wordt op 34-37 minuten1. De zorgbehoefte van onze patiënten lijkt dus groter te zijn dan gebruikelijk. Het feit dat wij proberen zoveel mogelijk onderzoek in de praktijk te doen, met als doel de patiënt en de 2e lijn te ontzien (en ook de kosten van de zorg laag te houden) speelt zeker ook een rol. Wij verwachten dat de vraag naar huisartsenzorg (contacttijd) in ons praktijkgebied tot 2015 met ongeveer 7% zal toenemen (tegen 4 % landelijk) ten opzichte van 20101. Voor een belangrijk deel zal dat een toename van het aantal te maken visites betreffen 3.Er is een grote groep 50 plussers (in de regio ongeveer 36% van de bevolking) en in de leeftijdscategorie daar juist onder. Het is bekend dat de behoefte aan huisartsenzorg boven de leeftijd van 50 jaar toeneemt. Er is daarnaast een trend waarneembaar naar een toename van het aantal patiënten dat complexere vormen van zorg en ondersteuning nodig heeft. Tot 2015 zal het aantal patiënten met diabetes met 18 % (tegen landelijk 0%) groeien. Het aantal patiënten met COPD 20 % (tegen 11,0% landelijk), het aantal patiënte met een hart of vaataandoening 13% (tegen landelijk 6%), het aantal patiënten met hartfalen 33% (landelijk een geringe afname)1.
De niet direct patiëntgebonden werkzaamheden, zoals benchmarkrapportage, andere 26
werkzaamheden in het kader van kwaliteitsbewaking, overleg met het Centraal Indicatieorgaan Zorg(CIZ), de thuiszorg, en anderen worden door ons niet geregistreerd, maar nemen naar ons idee ook toe. Er blijft, we noemen dit nu al enkele jaren, zorg over de vooruitzichten van onze oudere patiënten. Bij een te verwachten achteruitgang op de wat langere termijn kunnen voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de ingezette (thuis)zorg nog te vaak niet eenvoudig en snel gerealiseerd worden. Dat wordt in belangrijke mate veroorzaakt door de huidige situatie met meerdere providers op het gebied van huishoudelijke, verzorgende en verpleegkundige hulp, de beperkte beschikbaarheid op korte termijn van intramurale en extramurale verzorgingshuiszorg, de communicatie het Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ) en lokale invulling van de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Ook de algemene opvatting van patiënten, familieleden en samenleving dat zelfstandig thuis blijven en daar verzorgd worden de standaard zou moeten zijn speelt een rol. Wanneer de verslechtering dan feit wordt, de zelfstandigheid verdwijnt en de zorgbehoefte groter blijkt dan thuis georganiseerd kan worden ontstaan er problemen die steeds weer moeilijk op te lossen blijken te zijn. Langzamerhand kom ter vooral waar het de communicatie tussen de verschillende instellingen en de praktijk echter verbetering. Wij denken dat dit ook te maken heeft met het aanstellen van één van de praktijkmedewerksters als contactpersoon. Zorgbelang Noord Holland heeft in 2010 gerapporteerd over meningen en ervaringen van patiënten met betrekking tot de huisartsenzorg in Noord Holland. Er waren aanbevelingen over het verbeteren van de bereikbaarheid, de informatievoorziening aan de patiënt, de vrijheid van huisartsenkeuze en de triage 4. Wij denken dat er nog verbeteringen mogelijk zijn in het geven van informatie over de praktijk aan onze patiënten. Daartoe zullen we in 2012 onder meer gebruik gaan maken van een wachtkamerscherm met informatie.
7.3. Voornemens en plannen Wij onderschrijven het standpunt van onze beroepsvereniging dat de huisarts in alle levensfasen hét vertrouwde aanspreekpunt moet zijn voor de patiënt en samenhangende , laagdrempelige zorg behoort te bieden 2. Wij vinden ook dat die zorg veilig moet zijn en zoveel mogelijk wetenschappelijk onderbouwd. Onze belangrijkste plannen voor 2012 betreffen: 1. Het consolideren van het kwaliteitsbeleid waarbij het voortzetten van de NHGpraktijkaccreditering® centraal staat. 2. Het verder verbeteren van de informatie aan onze patiënten (wachtkamerscherm, folder over het keuzemenu van de telefoon voor slechthorenden). 3. Het opstarten van een begeleiding- en controlesysteem ten behoeve van onze (hoog)bejaarde patiënten. Bij de uitvoering daarvan zal een praktijkondersteunster een belangrijke rol spelen. 4. Het afronden van het project “perniones en de Huisarts”
7.4. Vooruitblik We zien het volgende jaar met vertrouwen tegemoet. 27
8. Referenties 1. Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL): Vraag Aanbod Analyse Monitor, http://www.nivel.nl/vaam/. 2. Landelijke Huisartsen Vereniging. Position paper huisartsenzorg 2010-2014. 3. Grol R, Faber M. Braspenning, J. Timmermans M. Commonwelth Fund 2006 Huisartsen enquête in 7 landen. Afdeling Kwaliteit van Zorg (WOK), Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), Nijmegen/Utrecht, oktober 2006. 4. Offergelt N. Zorgbelang Noord Holland. Signalen over huisartsenzorg. April 1010.
28