Jaarverslag 2014 Gezondheidscentrum Reeshof
Dubbeldamstraat 2-10 5043 GM Tilburg
Versie 2.0 Juni 2015
Doesburgstraat 10 5043 GC Tilburg
INHOUD
INLEIDING
5
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12 1.13
Het gezondheidscentrum en de wijk Wijkscan Beschrijving Gesworen Hoek Leeftijdsopbouw van de wijk Sociaal economische status Allochtonen Samenstelling van gezinnen Gevoel van veiligheid en sociale samenhang Toename zorgvraag chronische ziekten Overgewicht en obesitas Roken Alcoholconsumptie Bewegen Conclusies
6 6 6 6 9 9 10 11 11 12 12 13 13 14
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15 2.16 2.17 2.18 2.19 2.20
Zorgprogramma’s en projecten Diabetes Risicomanagement hart- en vaatziekten COPD Astma ESGR (Eerstelijns Samenwerkingsverband GGZ Reeshof) DBC depressie i.s.m. Zorroo BORIS (Bewegen Op Recept In de Sport) Gezinsproject voor kinderen met overgewicht Consulent maatschappelijke ondersteuning (CMO) Ouderenzorg Jeugdzorg Substitutie, verwijzen en terugverwijzen Versterken van de oncologische zorg in de eerste lijn door samenwerking Preventie en curatie De Toegang Klantenraadpleging NIVEL Online afspraken maken Website Voorschrijfbeleid geneesmiddelen
16 16 16 17 17 17 18 19 20 20 22 24 24 26 26 27 28 29 29 30 30
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15
Samenwerking met instellingen buiten het gezondheidscentrum Jeugdgezondheidszorg Kompaan en de Bocht Wijkverpleging van Thebe Instituut voor Maatschappelijk Werk RCH Midden-Brabant Zorroo ContourdeTwern De gemeente GGD De ziekenhuizen Hagro Tranzo IKZ De Wever De zorgverzekeraars
31 31 31 31 31 31 32 32 32 32 32 32 32 33 33 33
2
4 4.1 4.2 4.3
Gezondheidscentra Zuid-Nederland (GZN) Ontstaansgeschiedenis Project ZonMw Ontwikkelingen
34 34 34 34
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
De organisatie Het samenwerkingsverband Organisatie en verantwoordelijkheidsverdeling Bestuur en directie De klachtencommissie Zorgvisie Gezondheidscentrum Reeshof
35 35 35 35 36 36
6 6.1 6.2 6.3 6.3.1 6.3.2 6.3.3 6.4 6.5 6.6 6.6.1 6.6.2
Huisartsenzorg Praktijkpopulatie Praktijkorganisatie en medewerkers Geleverde huisartsenzorg in 2014 Totaal aantal verrichtingen Werkzaamheden POH Werkzaamheden praktijkverpleegkundige ouderenzorg Prevalentie van ziekten volgens ICPC-code Preventie Kwaliteitsbeleid Veilig Incident Melden 2014 Overige kwaliteitsverbeteringen
38 38 39 40 40 42 45 44 45 46 47 47
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
Apotheek Inleiding Organisatie en medewerkers Visie apotheek Missie apotheek Verbeterprojecten Kwaliteitsindicatoren
49 49 50 50 51 51 52
8 8.1 8.2 8.3 8.3.1 8.3.2 8.4 8.5 8.6 8.7
Fysiotherapie De praktijk Praktijkorganisatie en medewerkers Geleverde fysiotherapeutische zorg in 2014 Aantal patiënten Overzicht diagnosen en behandelde patiënten Voorlichtingsactiviteiten Kwaliteitsbevordering Activiteiten in 2014 Plannen voor 2015
54 54 54 55 55 55 56 56 56 57
9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7
Psychologie De praktijk Praktijkorganisatie en medewerkers Geleverde psychologische zorg in 2014 Samenwerking Kwaliteitsbevordering Wijzigingen in vergoeding behandeling Plannen voor 2015
58 58 58 59 59 60 60 60
10 10.1 10.2 10.3 10.4
Jeugdgezondheidszorg GGD Hart voor Brabant GGD JGZ 0 – 12 jaar Organisatie en medewerkers Geleverde zorg Voorlichtingsactiviteiten
61 61 61 62 62
3
11 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5
BES diëtisten BES diëtist DieetStijlpraktijk Esther Productenpakket Geleverde zorg in 2014 Kwaliteitsbevordering Ontwikkelingen
63 63 63 64 64 64
12
Outlook 2014
65
Bijlage 1. Namenregister Gezondheidscentrum Reeshof Bijlage 2. Overeenkomst 2015 VGZ
67 69
4
INLEIDING
Dit jaarverslag wordt samengesteld op basis van de verslagen die elke discipline zelf samenstelt. Bij het doorlezen valt de enorme gedrevenheid op van de verschillende hulpverleners. Iedereen poogt elk jaar er weer een schepje boven op te doen, om uiteindelijk de best mogelijke zorg te leveren voor de bij ons gezondheidscentrum ingeschreven patiënten. Ook dit jaar zijn er weer veel tabellen en verslagen van de werkzaamheden. Steeds wordt er een vergelijking gemaakt met voorgaande jaren om te kijken of we op de goede weg zijn. Belangrijke vernieuwingen in 2014 zijn: § Vanuit de zorgverzekeraars wordt GC Reeshof aangesproken steeds meer wijkgericht te gaan werken. Voor ons gezondheidscentrum is dat vanzelfsprekend. In het jaarverslag zijn veel voorbeelden terug te vinden van samenwerking met diverse partijen buiten het gezondheidscentrum en het ontwikkelen van activiteiten die verbinding leggen tussen het medische en het sociale domein. § Verdere ontwikkeling van de module kwetsbare ouderen. Dit project wordt uitgevoerd in samenwerking met stichting De Wever en de huisartsen van Tuindorp. § Een nieuwe start van het project ‘Consulent maatschappelijke ondersteuning’ (CMO) i.s.m. ContourdeTwern, CZ, ROS Robuust en de gemeente Tilburg. § Uitbreiding gezondheidscentrum met een pand aan de overzijde. § Introductie basis GGZ. § Structureel overleg met de gemeente i.v.m. transitie WMO en Jeugdzorg. § Oprichting samenwerkingsverband huisartsen Tuindorp, Dalem en GC Reeshof voor de uitvoering van de module POH-GGZ. § Verbetering wijkscan in het kader van het project ‘Verbinden curatie en preventie’ (ZonMw). § Uitvoering van het project ‘Kind en scheiden’ i.s.m. Kompaan en de Bocht. § De start van het multidisciplinair overleg ouderenzorg. § De start van het multidisciplinair overleg jeugd. § Invoering van verwijssoftware Zorgdomein. § Deelname aan ZonMw project BORIS (Bewegen Op Recept In de Sport). Verder zijn er nog diverse nieuwe projecten in voorbereiding, waarvan een overzicht wordt gegeven in de outlook 2015. Er was weer genoeg materiaal om over te rapporteren, waardoor het dit jaar toch weer een dik jaarverslag is geworden.
Frans van Muilwijk Directeur 1 juni 2015
5
1
HET GEZONDHEIDSCENTRUM EN DE WIJK
1.1
Wijkscan
Gezondheidscentrum Reeshof is in 2012 gestart om een wijkscan te maken in samenwerking met Robuust, de Regionale Ondersteuningsstructuur (ROS) voor de eerste lijn. In 2014 is dit herhaald in het kader van het ZonMw project ‘Verbinden curatie en preventie’. De in dit hoofdstuk getoonde afbeeldingen zijn voor een groot deel daaruit afkomstig. Veel gegevens zijn alleen op niveau postcode 5043 verkrijgbaar. Deze postcode is geldig voor de wijken Huibeven en Gesworen Hoek. Het is echter duidelijk dat het twee heel verschillende wijken betreft met ieder een eigen dynamiek. Huibeven is een typische midden-inkomen wijk, terwijl Gesworen Hoek een wijk is met veel sociale huurwoningen. Daar waar mogelijk wordt een onderscheid aangebracht. 1.2
Beschrijving Gesworen Hoek
De wijk Gesworen Hoek is in 2014 door de gemeente Tilburg aangewezen als aandachtswijk. We gaan hier tot juli 2016 aan de slag om belangrijke speerpunten in de wijk aan te pakken. Met Gesworen Hoek bedoelen we de subwijken 811 tot en met 816 (zie kaartje hieronder). Subwijk 817 behoort ook tot de Gesworen Hoek maar hier wonen geen mensen. Afbeelding 1. Indeling Gesworen Hoek in buurten
Bron: Gemeente Tilburg 2014
Gesworen Hoek is een van de wijken van het Tilburgse stadsdeel Reeshof. Er wonen 4.068 inwoners. De bebouwing bestaat uit een mix van koop- en huurwoningen. De woningcorporaties WonenBreburg en TBV Wonen verhuren eengezinswoningen (het merendeel), flats en enkele duplexwoningen. In totaal zijn er 1.726 woningen, waarvan 640 sociale huur (ofwel 34,4%).
6
Bewoners kunnen hun dagelijkse boodschappen doen op het Buurmalsenplein. In de wijk zijn verschillende speelplekken. Jongeren kiezen vaak het Buurmalsenplein en de Breukelentuin om elkaar te ontmoeten. Er wonen relatief veel eenoudergezinnen (10,6% t.o.v. 6,8% Tilburgs gemiddelde). Het percentage armoedehuishoudens ligt met 13,8% eveneens boven het Tilburgs gemiddelde (10,6%). Subwijk 813 valt op met een percentage van 17,3. In de eerste maanden van 2014 blijkt uit de cijfers dat de armoedecijfers in Gesworen Hoek licht stijgen. Alleenstaanden en eenoudergezinnen hebben het grootste aandeel in de armoedecijfers. Het is niet realistisch te verwachten dat in de komende twee jaar een sterke daling van deze percentages bereikt wordt. 1.3
Leeftijdsopbouw van de wijk
Op 1 januari 2014 telt de gemeente Tilburg 210.290 inwoners. Daarvan wonen 43.060 inwoners in de wijk Reeshof en in postcodegebied 5043 (Gesworen Hoek/Huibeven) 9.760 inwoners, een daling van 140 (-1,4%). In 2014 stonden in totaal 10.201 patiënten ingeschreven bij de huisartsenvoorziening GC Reeshof. Tabel 1. Percentage bevolking per leeftijdscategorie voor de postcodegebieden in de Reeshof, 2014 Postcode è
5035
5036
5043
5045
ê
R/S
A/W/V/Z
B/D/G
H/K/L/M/O
Leeftijd 0 - 10 jaar
1085
15,6%
1470
20,1%
1140
11,7%
2325
12,2%
10 - 20 jaar
1235
17,8%
905
12,3%
1335
13,7%
3445
18,1%
20 - 30 jaar
555
8,0%
605
8,3%
1230
12,6%
1715
9,0%
30 - 40 jaar
1095
15,8%
1435
19,6%
1170
12,0%
2190
11,5%
40 - 50 jaar
1595
22,9%
1435
19,6%
1540
15,8%
4125
21,7%
50 - 60 jaar
695
10,0%
610
8,3%
1745
17,9%
3015
15,9%
60 - 70 jaar
450
6,5%
580
7,9%
885
9,1%
1390
7,3%
70 - 80 jaar
200
2,9%
230
3,1%
395
4,0%
615
3,2%
80 - 90 jaar
40
0,6%
50
0,7%
280
2,9%
170
0,9%
> 90
0
0,0%
10
0,1%
40
0,4%
10
0,1%
6950
100%
7330
100%
9760
100%
19000
100%
Totaal
Uit de tabel blijkt duidelijk hoe de leeftijdsopbouw de jaren van oplevering van de nieuwbouwhuizen volgt. De wijken die het eerst zijn gebouwd, zoals Gesworen Hoek, hebben in verhouding het minste aantal kleine kinderen. Aan de totale leeftijdsopbouw in de Reeshof is te zien dat het nog steeds om een relatief nieuwe wijk gaat waar veel kinderen worden geboren en waar in beperkte mate sprake is van vergrijzing. Iets meer dan 30% van de inwoners is jonger dan 20 jaar. De bevolkingspiramide voor Gesworen Hoek, die in 2009 nog typische uitstulpingen toonde voor de leeftijd van ouders (30 – 50 jaar) en kinderen (0 – 20 jaar), is geleidelijk aan het veranderen.
7
Grafiek 1. Leeftijdsopbouw in Gesworen Hoek/Huibeven 2009 en 2014
Ten opzichte van 6 jaar terug is het aantal kinderen beneden 20 jaar met ongeveer 12% afgenomen. Het aantal mensen boven 50 jaar is sterk aan het toenemen. Voor de mensen boven 70 jaar is dat echter in absolute aantallen nog heel beperkt. Overigens zie je dat door de afname van het aantal kinderen het totaal aantal inwoners geleidelijk daalt. In 6 jaar is dat 3%. We zien dat overigens niet terug in het aantal ingeschreven patiënten bij de huisartsen. Afname van bevolkingsaantal leidt niet tot afname van het aantal patiënten bij de huisartsen. Klaarblijkelijk is er voldoende vraag van patiënten die nu nog elders hun huisarts hebben. Tabel 2. Verandering leeftijdsverdeling inwoners Gesworen Hoek/Huibeven (PC 5043), januari 2009 t/m januari 2014 (6 jaar) leeftijd
2014
2009
% verandering
0 - 10 jaar
1140
1275
-11%
10 - 20 jaar
1335
1540
-13%
20 - 30 jaar
1230
1230
0%
30 - 40 jaar
1170
1385
-16%
40 - 50 jaar
1540
1925
-20%
50 - 60 jaar
1745
1465
19%
60 - 70 jaar
885
570
55%
70 - 80 jaar
395
395
0%
80 - 90 jaar
280
235
19%
40
30
33%
9760
10050
-3%
> 90 Totaal
Een prognose op langere termijn geeft aan dat het aantal inwoners in Gesworen Hoek en Huibeven substantieel afneemt. De laatste 6 jaar gaat het om een afname van 290 personen (-3%), waardoor het lijkt of de werkelijke afname minder snel zal gaan dan de prognose.
8
Afbeelding 2. Ontwikkeling bevolking 2012 – 2040, postcodegebied 5043, Tilburg
1.4
Sociaal economische status
De sociaal economische status (afgekort SES) geeft de sociale status of de sociale achterstand van een postcodegebied weer. Het is samengesteld uit drie elementen: inkomen, werkgelegenheid en opleidingsniveau. Deze gegevens worden vanuit verschillende bronnen op het hoogste postcodeniveau (4 getallen, 2 letters) verzameld. De gegevens worden beschikbaar gesteld via het SCP. De berekende statusscores variëren grosso modo tussen -2 (lage statusscore) en +2 (hoge statusscore). In onderstaande tabel zijn de statusscores weergegeven voor de Reeshof in de periode 2006 – 2014. Tabel 3. Verloop statusscores in de Reeshof 2006 - 2014 Buurt/jaar
2006
2010
2014
5035
1,13
1,39
1,31
5036
1,53
0,67
1,83
5043
0,42
0,09
-0,04
5045
1,10
1,53
1,57
Referentie
0,15
0,11
0,28
Uit de tabel valt te concluderen dat de SES in Nederland (referentie) in de loop der jaren toeneemt. Dat geldt ook voor de recenter gebouwde buurten in de Reeshof. Alleen voor de buurt rond het gezondheidscentrum neemt de statusscore af t.o.v. een stijgende referentie, waarmee deze nu duidelijk onder het landelijk gemiddelde is gekomen. Inwoners met een sociale achterstand doen vaak een beroep op de gezondheidszorg. De statusscores zijn alleen op 4 cijferig postcode niveau te verkrijgen. De uitkomst geeft een vertekend beeld omdat de wijk Huibeven, eveneens postcode 5043, een veel hoger SES niveau heeft. Een andere manier om de problematiek specifieker in beeld te brengen is gebruik te maken van een aantal factoren, die wijzen op lage SES. Opvallend in Gesworen Hoek is het aantal eenoudergezinnen en het aantal armoedehuishoudens. Deze factoren hebben een belangrijke invloed op de psychosociale gezondheid.
9
Tabel 4. Percentages van een aantal factoren die op een lage SES wijzen Gesworen Hoek gemiddeld
Tilburg gemiddeld
Niet westerse allochtonen
17
14,6
Bijstandsgerechtigden
4,8
4,3
Niet werkende werkzoekenden
6,5
5,4
Eenoudergezinnen
10,6
6,8
Armoedehuishoudens
13,8
10,6
12 - 17 jarigen
6,4
6,5
Vertrekkers
9,7
17,3
Bron: Wijktoets 2014 Gemeente Tilburg
1.5
Allochtonen
De aanwezigheid van allochtonen van westerse afkomst is even hoog als het Nederlandse gemiddelde. Het aantal niet-westerse allochtonen ligt een stuk lager t.o.v. het Nederlandse gemiddelde. In de omgeving van het gezondheidscentrum (postcode 5043) wonen de meeste allochtonen. Tilburg in z’n geheel heeft 13,8% niet-westerse allochtonen. De afgelopen 6 jaar is het aantal nietwesterse allochtonen in postcode 5043 met 11,2% toegenomen, bij een dalende bevolkingsomvang. Tabel 5. Allochtone inwoners in de Reeshof per buurt, januari 2014
Totaal allochtoon Westerse allochtoon Niet-westerse allochtoon Totale bevolking
1.6
5035
5036
5043
5045
R/S
A/W/V/Z
B/D/G
H/K/L/M/O
Reeshof
1290
18,6%
1305
17,8%
2015
20,6%
3360
17,7%
7970
18,5%
685
9,9%
670
9,1%
975
10,0%
1820
9,6%
4150
9,6%
605
8,7%
640
8,7%
1040
10,7%
1535
8,1%
3820
8,9%
6950
7330
9760
19000
43040
Samenstelling van gezinnen
In een relatief nieuwe wijk zijn veel huishoudens met kinderen. Alleen in de buurt rond het gezondheidscentrum zijn relatief veel eenpersoons huishoudens, 27,1%. Dit percentage ligt nog een stuk lager dan het Nederlandse gemiddelde. Het loopt maar heel langzaam op. In 2010 bedroeg het 26,5%. Tabel 6. Type huishoudens in de Reeshof per buurt, januari 2014 5035
5036
5043
5045
R/S
A/W/V/Z
B/D/G
H/K/L/M/O
Reeshof
een persoon
485
19,1%
465
18,4%
1065
27,1%
1160
16,9%
3175
20,0%
meerpersoons zonder kinderen
650
25,6%
705
27,9%
1045
26,6%
1875
27,4%
4275
27,0%
meerpersoons met kinderen
1405
55,3%
1355
53,7%
1820
46,3%
3820
55,7%
8400
53,0%
Totaal
2540
2525
3930
6855
Gemiddelde omvang
2,73
2,76
2,45
2,76
10
15850
1.7
Gevoel van veiligheid en sociale samenhang
Uit de leefbaarheidsmonitor (Lemon) blijkt dat bewoners van Gesworen Hoek tevreden zijn over veel aspecten die met het samenleven te maken hebben. Omgang met elkaar, contacten in de buurt en omgang tussen bewoners van verschillende etnische afkomst scoren voldoende tot ruim voldoende. Daardoor is het opvallend dat bewoners negatief zijn over de betrokkenheid van bewoners bij hun buurt (gemiddeld een 5,5 voor Gesworen Hoek). Ten opzichte van 2010 (5,8) is sprake van een achteruitgang. In de wijktoets valt het aantal woninginbraken in de subwijken 811 en 812 op. Hier zijn beduidend meer koopwoningen dan elders in de wijk. Zeer waarschijnlijk zijn deze minder goed beveiligd dan huurwoningen (die nagenoeg allemaal voldoen aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen). Ook sociale problematiek valt op. Burenruzies en huiselijk geweld scoren opvallend hoog. Er wonen redelijk wat bewoners met lagere inkomens en een ‘rugzakje’ in de wijk. Op de basisschool bestaat bezorgdheid over kinderen waarvan nu al een ontsporing in de puberteit zichtbaar is. Het gevoel van veiligheid in de avond in subwijk 813 kan aandacht krijgen. Het is ten opzichte van 2010 fors gedaald van een 6,6 naar een 5,9. Bedreiging, mishandeling, drugsoverlast, vernieling, geluidsoverlast vanuit woningen komen gemiddeld (ruim) vaker voor dan het Tilburgs gemiddelde cijfer. Dit geldt met name voor subwijk 813, maar ook in andere subwijken. Uit de gezondheidsmonitor van de GGD HvB 2012 blijkt verder dat in de wijk Huibeven/Gesworen Hoek relatief weinig aan vrijwilligerswerk wordt gedaan, 18%. Het Tilburgse gemiddelde ligt op 24%. Een laatste punt is dat ouders zich substantieel meer zorgen maken over veilige oversteekplaatsen dan het geval is in andere Tilburgse wijken (Jeugdmonitor 2013, GGD Hart voor Brabant). 1.8
Toename zorgvraag chronische ziekten
De meeste voorkomende chronische aandoeningen zullen in de loop van de komende jaren sterk stijgen omdat de bevolking geleidelijk aan zal vergrijzen in de Reeshof. Afbeelding 3. Huisartsenepisodes chronische ziekten (per 1.000 inwoners) 2013, 2025, 2040 Postcode 5043 Gesworen Hoek/Huibeven 48 44 40 36 32 28 24 20 16 12 8 4 0
Bovenstaande prognose is gebaseerd op de huidige samenstelling van de wijkbewoners. Daarnaast komen nog effecten van politieke besluitvorming, zoals eigen bijdrage voor specialistenbezoek, substitutie en vermindering tweedelijns GGZ die het gebruik van huisartsenzorg zullen bevorderen.
11
In onderstaande afbeelding zoomen we even in op diabetes, omdat deze ziekte bij uitstek samenhangt met de leefstijlfactoren overgewicht en beweging. Zoals we in de volgende paragraaf kunnen zien is overgewicht een belangrijk probleem in de wijk Gesworen Hoek/Huibeven. Afbeelding 4. Huisartsenepisodes diabetes mellitus (per 1.000 inwoners) 2010, 2012, 2020, 2040 Postcode 5043 Gesworen Hoek/Huibeven
Uit de tendens die uit bovenstaande afbeelding blijkt, mag men concluderen dat vanuit preventief oogpunt gewichtsbeheersing en bewegen van groot belang zijn, met name voor mensen die de ziekte nog niet hebben. 1.9
Overgewicht en obesitas
Uit de gegevens van de gezondheidsmonitor van de GGD HvB blijkt dat het aantal mensen met overgewicht (incl. obesitas) in onze wijk substantieel hoger is, vergeleken met Tilburg en Nederland. Dit geldt vooral voor de leeftijdsgroep 19 – 64 jaar. Hetzelfde kan gezegd worden voor obesitas (BMI > 30). Afbeelding 5. Overgewicht wijk t.o.v. Tilburg, regio en Nederland
Overgewicht 80 60
57
64
63 45
40 20
61
13 10
12
11
46
10
2-11 jaar
59 46
12-18 jaar 19-64 jaar
11
0
65+ jaar 5043
Tilburg
Regio
Nederland
Bron: Gezondheidsmonitor GGD Hart voor Brabant 2012
12
Afbeelding 6. Obesitas volwassenen 19-64 jaar, wijk t.o.v. Tilburg en Nederland
Bron: Gezondheidsmonitor GGD Hart voor Brabant 2012
Aangezien deze groep voor een groot deel nog in het voorportaal van diabetes zit, ligt hier een grote uitdaging voor preventie. In deze groep kan in principe de ontwikkeling van diabetes nog worden voorkomen. Uit de jeugdmonitor 2013 van de GGD HvB lijkt overgewicht en obesitas bij kinderen nog mee te vallen. Het Tilburgs gemiddelde voor overgewicht (incl. obesitas) ligt rond 11%. Gezien de grote verandering t.o.v. 2008 moet in deze wel rekening worden gehouden met statistische effecten. De uitkomsten van de gezondheidsmonitor zijn gebaseerd op vragenlijsten. De gemiddelde respons ligt op 36%. Tabel 7. Overgewicht en obesitas bij kinderen 2 – 11 jaar, Gesworen Hoek/Huibeven Gewicht (2-11 jaar)
2008
2013
Overgewicht (inclusief obesitas)
13%
7%
Obesitas
1%
1%
Bron: Gezondheidsmonitor GGD Hart voor Brabant 2013
1.10 Roken Het aantal rokers ligt in Gesworen Hoek en Huibeven iets onder het Nederlands gemiddelde. Afbeelding 7. Percentueel aantal rokers wijk t.o.v. Tilburg, regio en Nederland
Bron: Gezondheidsmonitor GGD Hart voor Brabant 2012
13
1.11 Alcoholconsumptie Het aantal mensen dat overmatig alcohol gebruikt (>21 consumpties per week voor mannen en >14 consumpties per week voor vrouwen) ligt voor de volwassenen 19 – 64 jaar onder het Nederlands gemiddelde. Het gebruik bij 65 plussers is voor de toekomst, ook in de Reeshof, een aandachtspunt. Afbeelding 8. Overmatig alcoholgebruik, percentueel
Bron: Gezondheidsmonitor GGD Hart voor Brabant 2012
Volgens de gezondheidsmonitor is het aantal zware drinkers in Gesworen Hoek/Huibeven met 9% t.o.v. Tilburg (16%) en Nederland (12%) relatief beperkt. 1.12 Bewegen Voor wat betreft het bereiken van de beweegnorm zijn er geen uitzonderlijke verschillen tussen Gesworen Hoek/Huibeven, de gemeente Tilburg en de regio Midden-Brabant. De Nederlandse beweegnorm is gedefinieerd als: het tenminste vijf dagen per week gedurende 30 minuten hebben van een matig intensieve lichaamsbeweging. Voor de groep volwassenen onder 65 jaar lijkt het gemiddelde iets beter te zijn, voor ouderen boven 65 lijkt het iets slechter te zijn. Dit laatste kan echter te wijten zijn aan de aanwezigheid van een verzorgingshuis, waardoor er relatief meer kwetsbare ouderen zullen zijn. Afbeelding 9. Percentage dat de beweegnorm haalt 80
67
66
64
61
62
69
60 5043 40
Tilburg Regio HvB
20 0 19-64 jaar
65+ jaar
Bron: Gezondheidsmonitor GGD Hart voor Brabant 2012
1.13 Conclusies Ten opzichte van 2013 zijn er weer meer informatiebronnen gebruikt om een beeld te krijgen van de bevolking die een beroep doet op de zorg die in Gezondheidscentrum Reeshof wordt geboden. Een
14
probleem blijft dat met postcode 5043 twee heel verschillende wijken samen in beeld worden gebracht waardoor er een relatief rooskleurig beeld ontstaat van de wijk Gesworen Hoek. Alleen de gemeente Tilburg kan informatie verstrekken over specifiek de Gesworen Hoek, maar dat gaat dan over leefbaarheidsparameters. Over gezondheidsaspecten is dit vooralsnog niet mogelijk. Over de inwoners van Gesworen Hoek/Huibeven kan men het volgende concluderen: § Het aantal inwoners neemt gestaag af. § Het blijft een jonge wijk met een beperkte vergrijzing. § Vooral de leeftijdsgroep 45 - 65 jarigen neemt af. § Er is sprake van veel meer overgewicht bij 18 t/m 64-jarigen. § Het overgewicht bij ouderen is gemiddeld. § Beweeggedrag, rookgedrag en alcoholgebruik zijn gemiddeld. § Er wordt relatief weinig vrijwilligerswerk gedaan.
15
2
ZORGPROGRAMMA’S EN PROJECTEN
In het gezondheidscentrum wordt een aantal zorgprogramma’s uitgevoerd. De bedoeling hiervan is dat de zorg daardoor met meer samenhang tussen de verschillende hulpverleners en het netwerk buiten het gezondheidscentrum wordt aangeboden. 2.1
Diabetes
Voor de zorg voor diabetes type 2 (ouderdomsdiabetes) wordt deelgenomen aan de eerstelijns DBC van de Zorggroep Midden-Brabant (RCH Mbr). In 2014 waren er 433 patiënten met DM II bekend. Hiervan zijn er 357 ingebracht in de eerstelijns DBC. 76 patiënten (in 2013 waren dat er 81) zijn om uiteenlopende redenen niet ondergebracht in de DBC: § patiënten die een specialist als hoofdbehandelaar hebben; § patiënten die zelf niet wensen deel te nemen; § pas ontdekte patiënten met diabetes. Grafiek 2. Aantal DM type II patiënten GC Reeshof, 2009 – 2014
2.2
Risicomanagement hart- en vaatziekten
Sinds 1 januari 2013 wordt dit zorgprogramma uitgevoerd via de DBC van de RCH. Tabel 8. Aantal en type HVZ-patiënten GC Reeshof, 2014 Aantal 2014
Aantal 2013
Aantal 2012
Aantal 2011
Aantal 2010
Aantal 2009
Wijziging t.o.v. 2013
Diabetes mellitus II
433
406
420
390
312
336
6,7%
Hypertensie
1051
989
952
893
825
758
6,3%
Hypercholesterolemie
533
473
453
444
381
356
12,7%
Manifeste H/V ziekten: (=Event)
569
561
568
499
464
nb
1,4%
Totaal aantal hoog-risicopatiënten H/V ziekten
1748
1717
1784
1666
1500
1407
1,8%
Chronische aandoening
Vanwege het voorkomen van meer dan één cardiovasculaire risicofactor bij eenzelfde patiënt is het totaal aantal hoog-risicopatiënten lager dan de optelsom van de afzonderlijke risicofactoren. Er zijn wel duidelijke effecten te zien van het zorgprogramma CVRM. Alle risicofactoren nemen in aantal toe. Immers, in het kader van zowel het diabetesprogramma alsook het zorgprogramma CVRM wordt veel vaker het cholesterol bepaald. Het aantal patiënten met risico voor hart- en vaatziekten is dit jaar weer iets toegenomen (met 1,8%).
16
Ook alle patiënten met een manifeste hart- en vaatziekte zijn ondergebracht in de DBC. In onderstaande tabel wordt een overzicht gepresenteerd van de verschillende gediagnosticeerde manifeste hart- en vaatziekten. Tabel 9. Aantal en type manifeste HVZ-patiënten GC Reeshof, 2014 Manifeste H/V ziekten
Totaal
K74 (angina pectoris)
148
K75 (acuut myocardinfarct)
136
K76 (andere chronische hartziekten)
38
K77 (decompensatio cordis)
47
K90 (CVA)
123
K89 (TIA)
80
K99.01 (Aneurysma aorta)
21
Totaal
2.3
593
COPD
Volwassen cliënten met de diagnose astma/COPD worden vanaf 2009 systematisch opgeroepen. Vanaf 1 juli 2011 worden de patiënten die bij de huisarts onder behandeling zijn opgenomen in de eerstelijns DBC van de RCH Midden-Brabant. Tabel 10. Overzicht COPD patiënten (R95) GC Reeshof, 2014
R95
COPD
2014
2013
2012
2011
Toename t.o.v. 2013
189
159
154
145
18,9%
Slechts 48% (2013: 46%) van het aantal COPD patiënten heeft de huisarts als hoofdbehandelaar. Dit is dus nog altijd voor verbetering vatbaar.
2.4
Astma
Het is de bedoeling de zorg voor astma in GC Reeshof op dezelfde wijze te organiseren als de ketenzorg COPD. De planning is om eind 2015 een DBC Astma te introduceren. Om de juiste patiënten te kunnen includeren heeft er in 2014 een grote schoonmaakoperatie plaatsgevonden in het HIS volgens ADEMD. Toch werden er in 2014 in totaal 610 patiënten geteld op basis van de ICPC code R96. In vergelijking met de Nederlandse prevalentie (= 27/1000) zou men slechts 275 patiënten verwachten. Waar dit hoge aantal vandaan komt blijft onduidelijk. De huidige zorg van astma patiënten door de POH-S wordt vooral geleverd aan patiënten die op eigen initiatief komen. In dat kader werd 97 maal een longfunctieonderzoek uitgevoerd.
2.5
ESGR (Eerstelijns Samenwerkingsverband GGZ Reeshof)
Op 1 maart 2014 hebben de 11 huisartsen van GC Reeshof, Tuindorp en Dalem een samenwerkingsovereenkomst gesloten met als doel gezamenlijk de uitvoering van de module POHGGZ op zich te nemen. De reden om dit op deze manier te doen zijn als volgt: § creëren van grotere functies POH-GGZ qua fte § personeelsbinding § herkenbare medewerkers in de wijk § POH-GGZ met verschillende achtergrond § risicospreiding.
17
Naast de al in GC Reeshof werkende POH-GGZ werden in 2014 2 nieuwe POH-GGZ geworven en aangesteld. De 3 POH-GGZ hebben allen een verschillende opleidingsachtergrond: maatschappelijk werk, SPV en psychologie. Op die manier wordt het begeleidingsspectrum veel groter. Huisartsen gaan snel patiënten verwijzen naar die POH-GGZ die het best geschikt is voor de onderhavige problematiek. De werkzaamheden van de POH-GGZ staan beschreven in het hoofdstuk over de huisartsen. Het MDO-GGZ werd al geruime tijd georganiseerd voor GC Reeshof. In 2014 werd een apart MDO-GGZ opgezet voor Tuindorp en Dalem samen. Er worden nu dus maandelijks 2 MDO’s georganiseerd. Bij beide is een psychiater en een of meerdere psychologen aanwezig. De inbreng van cases tijdens het MDO-GGZ van GC Reeshof wordt jaarlijks geanalyseerd. Het MDO werd 10 maal georganiseerd, waarbij in totaal 41 verschillende patiënten werden besproken; gemiddeld 4 per MDO. Tabel 11. Overzicht MDO GC Reeshof, 2014 Parameter
Aantal
Geslacht
Aantal
Inbreng
Aantal
Unieke cases
41
M
13
Huisarts
13
Follow-ups
15
V
24
POH-GGZ
12
17 - 65
Ongereg.
4
PVK ouderenzorg
1
Psych-som. fysio
1
ELP
9
Ongeregistreerd
5
Leeftijdsspreiding Gem. leeftijd
36,5
De meeste patiënten worden ingebracht door de huisartsen en de POH-GGZ. Gedurende de afgelopen jaren ligt het aandeel besproken vrouwen steeds 2 maal zo hoog als het aandeel mannen. Het meest recente initiatief van ESGR is de organisatie van groepsbijeenkomsten door de POH-GGZ. Dat gebeurt in de vorm van een cursus mindfulness, die bestaat uit een 8-tal bijeenkomsten. Aan de eerste cursus deden 10 patiënten mee. Huisartsen en POH-GGZ beoordelen op voorhand of er een duidelijke indicatie bestaat.
2.6
DBC depressie i.s.m. Zorroo
De behandeling van depressie en somberheid is in 2014 georganiseerd via een DBC. Deze wordt aangeboden door de huisartsen zorggroep van Oosterhout en omstreken (Zorroo). Net als voor de andere DBC’s geldt, neemt de standaardisatie van de aanpak toe. Er wordt veel meer dan vroeger gebruik gemaakt van screeningsvragenlijsten zoals 4 DKL en monitorvragenlijsten zoals BDI. Voorts wordt via Minddistrict gebruik gemaakt van E-health. Zorroo presenteerde voor de huisartsen van GC Reeshof de resultaten van de pilot tot eind 2014. Hieruit bleek dat van de patiënten die tot dan in de DBC depressie waren geïncludeerd, slechts 5% is verwezen naar de tweedelijns GGZ en ongeveer 13% naar het Maatschappelijk Werk. De DBC is opgebouwd uit 4 modules. De indeling is afhankelijk van de ernst van de klachten. Voor module 1 worden patiënten geïndiceerd met somberheidsklachten en voor module 4 patiënten met matige ernstige depressie. In module 1, 2 en 3 zitten vooral patiënten die bij de POH-GGZ komen en in module 4 vooral patiënten die bij de eerstelijns psycholoog (ELP) komen.
18
Tabel 13. DBC depressie, verdeling patiënten over de modules vergeleken met de totale pilot. GC Reeshof, 2014
GC Reeshof
Pilot Zorroo
module 1
module 2
module 3
module 4
Totaal
2
23
32
57
114
2%
20%
28%
50%
190
293
232
423
17%
26%
20%
37%
1138
Ongeveer 10% van de patiënten in de pilot zijn afkomstig van GC Reeshof. Opvallend is dat de huisartsen van GC Reeshof heel weinig gebruik maken van de POH-GGZ voor module 1 (somberheidsklachten). Klaarblijkelijk vinden zij het logischer eenvoudige klachten binnen een paar consulten zelf af te handelen. Dientengevolge worden vooral patiënten met zwaardere depressieve klachten geïncludeerd in de DBC. 2.7
BORIS (Bewegen Op Recept In de Sport)
In het kader van het programma ‘Sportimpuls’ heeft ZonMw een subsidie toegekend aan het project BORIS (Bewegen Op Recept In de Sport). Dit project is in de Reeshof gericht op Huibeven en Gesworen Hoek (postcodegebied 5043). Doel van het project: duurzame verhoging van sportparticipatie en daarmee sport als middel voor gezondheidsbevordering optimaal benutten. Doelgroep: volwassen (45+) en ouderen (65+) met gezondheids- of leefstijlproblemen, vrouwen (van allochtone afkomst) en dak- en thuislozen. Senioren met gezondheids- en leefstijlproblemen wil men o.a. opsporen via de huisartsen en gezondheidszorg. Looptijd van het project is 2 jaar (september 2013-2015). In de projectgroep van dit project zijn 7 organisaties voor sport en bewegen vertegenwoordigd: § TIOS 51 (tafeltennis) § Beter in Beweging (cesartherapie) § Kunst en Kracht (gymnastiek) § B-Sportief (fitness) § Buiten Gewoon Actief (wandeltrainingen) § Backelandt Fysiotherapie § Fysiotherapie GC Reeshof. Verder zijn 6 organisaties voor zorg, welzijn en gezondheid betrokken bij het project, waaronder GC Reeshof. Fysiotherapie GC Reeshof heeft binnen dit project een subsidie ontvangen voor ‘Bewegen op recept’. Deelnemers met bewegingsbeperkingen kunnen individueel of in groepsverband begeleid worden, waarna doorverwijzing plaatsvindt naar het reguliere sport- en beweegaanbod. Met de sport- en beweegaanbieders binnen dit project worden concrete samenwerkingsafspraken gemaakt inzake terugkoppeling bij doorverwijzing van deelnemers. Eind 2013 werd een PR filmpje over het project BORIS gemaakt, waaraan medewerking werd verleend door verschillende hulpverleners van GC Reeshof. Zie: https://www.youtube.com/watch?v=9UN3WE8ZmZk&list=UUo-V27Pf2zHm54uNgQ3Gsjg Onder aanwezigheid van pers en sinterklaas werd het project BORIS in november 2013 officieel gelanceerd in GC Reeshof. Na afronding van de verbouwing van de fysiotherapiepraktijk, werd op 24 mei 2014 een voorlichtingsbijeenkomst over het project georganiseerd. Hiervoor werden alle diabetespatiënten van de huisartsen van GC Reeshof in postcodegebied 5043 in de leeftijd van 45 – 75 jaar uitgenodigd via een persoonlijke brief. In totaal werden 138 uitnodigingen verzonden. Betrokken disciplines gaven een presentatie over hun onderdeel in het project. Tevens waren de reguliere sportaanbieders aanwezig om mensen te enthousiasmeren voor hun aanbod. 23 Personen waren aanwezig tijdens de bijeenkomst; 19 mensen meldden
19
zich aan voor bewegen op recept. Op 16 november werd een soortgelijke bijeenkomst georganiseerd voor CVRM patiënten van 45 – 75 jaar met een BMI > 30. In totaal werden 117 personen uitgenodigd. 17 personen waren aanwezig; 9 mensen meldden zich aan voor het project. In totaal hebben in 2014 25 personen deelgenomen aan het project. De doorstroom naar de reguliere sportaanbieders wordt op dit moment in kaart gebracht. 2.8
Gezinsproject voor kinderen met overgewicht
Dit project is in 2013 afgerond. In 2014 zijn er echter nog 2 artikelen verschenen in TSG (Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen): § Muilwijk GF van: Het opsporen van kinderen met overgewicht in de huisartsenpraktijk. tsg 2014: 220-221 § Muilwijk GF van, Mierlo R van: Systeemaanpak van overgewicht bij kinderen in de eerste lijn. tsg 2015: 13-15. 2.9
Consulent maatschappelijke ondersteuning (CMO)
Zoals aangekondigd in het vorige jaarverslag heeft het project CMO op 01.01.2014 een doorstart gemaakt. In 2013 is een projectleider van Opera aangesteld die een aangepast projectplan heeft opgesteld: ‘Brugfunctie Consulent Maatschappelijke Ondersteuning’. De functie CMO werd na een keuzetraject, waarbij de huisartsen betrokken zijn, ingevuld door een sociaal verpleegkundige van de GGD Hart voor Brabant. Zij werkte 18 uur per week vanuit het gezondheidscentrum. Het project is gesubsidieerd door VEZN (Versterking Eerstelijn Zuid-Nederland). In de stuurgroep zitten vertegenwoordigers van gemeente, CZ, ContourdeTwern en GC Reeshof. In het projectplan is ook een uitgebreide evaluatie geformuleerd over de afzonderlijke projectdoelen: § verhoging van de patiënttevredenheid § verhoging van de ervaren kwaliteit van leven § verhoging van de mate van participatie § de medewerkerstevredenheid § afname van het gebruik van de eerstelijnszorg (huisarts, praktijkondersteuners, eerstelijnspsycholoog en fysiotherapeut) § afname van het gebruik van medicatie. Het project loopt tot 1 juli 2015 en zal dan worden afgerond met een uitgebreide rapportage. Hieronder worden al enkele voorlopige resultaten gepresenteerd. In de inclusiefase (patiënten waarbij de behaalde doelen worden geëvalueerd) tot 1 juli 2014 werden 87 cliënten geïncludeerd Grafiek 3. Aantal verwijzingen naar de CMO, GC Reeshof 2014
20
De patiënten werden het meest door de huisartsen en de praktijkondersteuners somatiek verwezen. Het is hierbij opvallend dat de POH-S veel meer verwijzen dan de POH-GGZ. Uit gesprekken met de POH-S blijkt dat patiënten tijdens de terugkerende onderzoeken voor DM, CVRM en COPD en passant veel sociale informatie vertellen. Behalve een luisterend oor te bieden, kunnen zij nu ook patiënten aanmoedigen een beroep op de CMO te doen om aan een oplossing te gaan werken. Grafiek 4. Herkomst verwijzing naar de CMO, GC Reeshof 2014.
Op basis van de door de patiënten ingevulde vragenlijst EQ5D blijkt de kwaliteit van leven een half jaar na de interventie door de CMO significant te zijn verbeterd. Grafiek 5. Het effect van de interventie van de CMO op de ervaren kwaliteit van leven N = 87, EQ5D. 0,7 0,61 0,6 0,51 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0 0 - me ng
1 - me ng
Via de tussenkomst van de CMO werden verschillende oplossingen bereikt. Ze staan in onderstaande tabel beschreven. Het is duidelijk dat deze tussenkomst in de meeste gevallen leidt tot oplossingen die geen extra kosten met zich meebrengen zoals betrekken familie en informele zorg (participatiemaatschappij), voorlichting en advies (zelfzorg) of afstemming tussen ketenpartners. Grafiek 6. Soorten oplossingen geboden door CMO 80
70
70 60
49
50 40 30
26
20 10
7
5
0 Betrekken Praktische Toeleiding naar Voorlichting en familie en ondersteuning juiste hulp en advies informele zorg bieden/regelen instanties
21
Keten coordinatie
Een van de projectdoelstellingen was een toolkit maken met informatie waarmee de hulpverleners ook zelf beter kunnen beoordelen of een patiënt problemen heeft die in het sociale domein opgelost kunnen worden en welke instanties in de Reeshof daarvoor het best aangewezen zijn. De toolkit is als volgt samengesteld: § quickscan § sociale kaart Reeshof § voorbeelden van CMO oplossingen. Aan het project is een omvangrijk evaluatie onderzoek verbonden. De uitwerking hiervan loopt tot 1 juli 2015. Eind 2014 is het volgende bekend: § er waren 132 doorverwijzingen naar de CMO gedurende 1 jaar § de kwaliteit van leven is toegenomen bij de patiënt § de patiënttevredenheid is gelijk gebleven § maatschappelijke participatie lijkt licht toegenomen bij de patiënt. Er loopt nog een onderzoek naar de substitutie van zorg. Dat wordt door de eigen medewerkers gedaan op basis van HIS-gegevens. Hiervan zijn nog geen tussenresultaten beschikbaar.
2.10 Ouderenzorg De module kwetsbare ouderen wordt uitgevoerd in samenwerking met de huisartsen van Tuindorp en stichting De Wever (verzorgingshuis Reyshoeve + thuiszorgaanbieder. De praktijkverpleegkundige werkt in totaal 24 uur per week voor de 8 deelnemende huisartsen. Het aantal geïncludeerde kwetsbare ouderen is aangegeven in onderstaande tabel. Tabel 14. Aantal geïncludeerde kwetsbare ouderen, ESOR 2014 Aantal pat. > 75 jaar
Geïncludeerde Patiënten
Perc.
GC Reeshof
289
144
50%
HOED Tuindorp
295
123
42%
Totaal
584
267
46%
Locatie
In onderstaande tabel is te zien dat de dynamiek op de lijst van geïncludeerde patiënten vrij groot is. Er zijn in 2014 nog vrij veel nieuwe patiënten geïncludeerd omdat nog niet alle kwetsbare ouderen in beeld waren. Naar verwachting zal de lijst vanaf nu vrij stabiel blijven in aantal, omdat het aantal de prognose benadert die bij de start van het project is berekend. Tabel 15. Dynamiek van de lijst van kwetsbare ouderen, ESOR 2014 Aantal Geïncludeerd 31.12.2013
246
Nieuw geïncludeerd 2014
52
Aantal overleden of verhuisd
31
Geïncludeerd 31.12.2014
267
Op 9 december 2014 is door het samenwerkingsverband i.s.m. De Wever een symposium georganiseerd over de aanpak van kwetsbare ouderen in de Reeshof. Tijdens een van de presentaties werd een overzicht gegeven welke zorg door de praktijkverpleegkundige ouderenzorg werd gegeven, ingedeeld in 4 dimensies: § zelfredzaamheid bevorderen
22
en behouden § zorgen voor een passende woonomgeving § afstemmen van zorg § signaleren en risico analyse. Het geeft een beeld van de diversiteit aan acties die, buiten de reguliere zorg, nodig zijn bij kwetsbare ouderen. Tabel 16. Soorten acties die werden gedaan sinds de start van de module kwetsbare ouderen in 2012, ESOR 2014 Zelfredzaamheid bevorderen en behouden Leefstijladvies
Bewegen, onder de mensen komen
100%
Versterken sociaal netwerk
Belastbaarheid mantelzorg, familiegesprek, MDO
27%
Toeleiding activiteit
Contact CdT, welzijn, sport, vrijwilliger
17%
Toeleiding WMO
Vervoer, huishulp, aanpassing woning
12%
Woonsituatie
CIZ aanvraag / contact woningbouw
23%
Contact Zorgadviseur
ZZP 4 of 5
9%
Persoonlijke verzorging
Afstemmen en coördinatie V&V
29%
Optimaliseren functioneren
Ergotherapeut
9%
Monitoren functioneren
31%
Dementieconsulente
6%
Senecure / GGZ
5%
Specialist ouderengeneeskunde
3%
Valrisico analyse
24%
Fysiotherapie n.a.v. valrisico
11%
Percentage kwetsbare ouderen ≥ 5 med.
79%
Percentage waarbij polyfarmacie check is gedaan
86%
Passende woonomgeving
Afstemmen van zorg
Signaleren en risico analyse Cognitieve achteruitgang
Mobiliteit & vallen
Polyfarmacie
Om tot een goede zorg voor kwetsbare ouderen te komen wordt veel inspanning gedaan om samen te werken met het netwerk van hulpverleners dat in de wijk actief is. Onderstaande afbeelding geeft een (niet uitputtend) overzicht.
23
Twee maal per jaar wordt in het verzorgingshuis Reyshoeve een netwerkbijeenkomst gehouden. In 2014 was dat een maal in de vorm van een symposium. Centraal tijdens dit symposium stond de rol van de praktijkverpleegkundige ouderenzorg. Omdat de 8 huisartsen van Tuindorp en GC Reeshof samen een praktijkverpleegkundige, afkomstig van stichting De Wever (ouderenzorg) in dienst hebben, fungeert zij als een baken voor alle hulpverleners rond ouderen. Via haar wordt het contact gelegd met de huisartsenzorg. De directeur gebruikte in zijn openingstoespraak als metafoor voor de functie: de vuurtoren in de wijk. 2.11 Jeugdzorg Bij het project ‘Aanpak van overgewicht bij kinderen in de eerste lijn d.m.v. systeembenadering’ was een ambulant hulpverlener van Kompaan en de Bocht betrokken. In de loop van de tijd werd zij steeds vaker geconsulteerd door huisartsen i.v.m. complexe gezinsproblematiek. Aangezien huisartsen vaak vroegtijdig bekend zijn met relatieproblemen werd in 2014 een project ‘Kind en scheiden’ opgezet. Patiënten met duidelijke relatieproblemen met scheidingsintentie konden een consult bij de ambulant hulpverlener van Kompaan en de Bocht krijgen. Deze kon dan met de partners inventariseren wat het mogelijk vervolgtraject ging zijn. Hierbij is het idee dat beide ouders doordrongen worden van het belang van hun kinderen. Vijf gezinnen met scheidingsproblemen werden begeleid. Gezien de goede samenwerking op het gebied van kind en scheiden werden later in het jaar ook gezinnen verwezen waarbij de huisarts ernstige gezinsproblematiek vaststelde zoals huiselijk geweld of ernstige opvoedproblematiek. Ook in dit kader werden 5 gezinnen begeleid. Deze samenwerking, die als waardevol werd ervaren, gaf de aanzet voor het project ‘Vroegsignalering jeugd’, dat in 2015 van start gaat. We hebben ook eens gekeken hoeveel patiënten (naar aller waarschijnlijkheid) een huisarts in het gezondheidscentrum hebben. In 2014 werden 70 cliënten door Kompaan en de Bocht begeleid in de Reeshof. Hiervan verbleven er in totaal 26 in een pleeggezin in de Reeshof. De overige 44 cliënten zijn verdeeld over in totaal 40 gezinnen. De meeste gezinnen zijn te vinden in de buurt rond het gezondheidscentrum. Uit navraag bij de huisartsen blijkt dat zij van deze begeleiding in de meeste gevallen niet op de hoogte zijn. Voor ons was dit een voorbeeld van het ernstige gebrek aan communicatie binnen de jeugdzorg. Daarom is besloten via de methodiek van multidisciplinair overleg de communicatie te verbeteren. Het MDO-jeugd is eind 2014 gestart. Hierin zitten de volgende disciplines: huisartsen, jeugdarts (GGD), jeugdverpleegkundige (GGD), een zelfstandig jeugdpsycholoog en een ambulant hulpverlener van Kompaan en de Bocht. Binnen het gezondheidscentrum wordt ook nagedacht over een POH-jeugd binnen de module POHGGZ. Echter, indien de samenwerking via het MDO-jeugd goed werkt zou het kunnen zijn dat die wens komt te vervallen. 2.12 Substitutie, verwijzen en terugverwijzen Verwijsanalyse Sinds juli 2013 is het verwijssysteem Zorgdomein ingevoerd. Alle verwijzingen naar de 2 ziekenhuizen in Tilburg vinden plaats via dit systeem. Verwijzingen naar de tweedelijns GGZ en naar verre ziekenhuizen gaan nog m.b.v. een traditionele verwijsbrief. Om te reflecteren over het verwijsgedrag van de huisartsen werd vanuit Zorgdomein een overzicht van het aantal verwijzingen per huisarts gemaakt voor de periode 01.10.2013 – 31.10.2014. De algemene verwijsgegevens staan vermeld in de navolgende tabel.
24
Tabel 17. Verwijzingen tweede lijn gedurende periode van 1 jaar door de huisartsen, GC Reeshof 2014 Specialisme
Totaal
Perc.
Landelijk*
Orthopedie
314
15%
11%
KNO-heelkunde
224
11%
10%
Dermatologie
222
11%
12%
Oogheelkunde
185
9%
10%
Heelkunde
164
8%
10%
Neurologie
149
7%
7%
Gynaecologie / verloskunde
132
6%
7%
Urologie
108
5%
5%
Interne geneeskunde
88
4%
7%
Kindergeneeskunde
87
4%
3%
Cardiologie
83
4%
5%
Plastische chirurgie
64
3%
2%
Longziekten
59
3%
2%
Reumatologie
50
2%
2%
Maag-, darm-, leverziekten
42
2%
2%
Allergologie
22
1%
Psychiatrie
18
1%
3%
Mondziekten en kaakchirurgie
9
0%
1%
Anaesthesiologie
7
0%
Geriatrie
5
0%
Revalidatiegeneeskunde
1
0%
TOTAAL per 10000 pat.
2031
1980
*Gegevens Nivel
Opvallend is dat het aantal verwijzingen per 1.000 op het eerste zicht ongeveer op hetzelfde niveau ligt dan het landelijk gemiddelde. Zoals gezegd staan niet alle verwijzingen geregistreerd in Zorgdomein, waardoor het aantal verwijzingen toch wel wat boven het landelijk gemiddelde zal uitkomen. De opvallende verschillen per huisarts werden tijdens een overleg met elkaar besproken. De grootste variëteit in verwijzingen zit bij de specialismen cardiologie, plastische chirurgie en reumatologie. Bij deze specialismen verwijst de meest verwijzende huisarts meer dan 2 keer zoveel dan de minst verwijzende. Gezien de sterk op elkaar lijkende praktijkpopulaties voldoende reden dus om er met elkaar over te discussiëren. Opvallende bevindingen uit deze bespreking worden puntsgewijs weergegeven: § Alle huisartsen maken voor hun verwijzingen gebruik van Zorgdomein. Uitzonderingen gelden voor de GGZ (geen enkele verwijzing via Zorgdomein), een aantal instanties die niet aangesloten zijn op Zorgdomein en een aantal bijzondere verwijzingen. § Globale verschillen worden deels veroorzaakt door een combinatie van verschillen in leeftijdsopbouw van de praktijken. § Bij 1 praktijk worden veel patiënten door de doktersassistenten verwezen (in opdracht van de huisarts). § De invloed van de aanwezigheid van een AIOS in de praktijk moet nader worden onderzocht. § Bij verwijzingen oogarts doet 1 huisarts nooit herhaalverwijzingen omdat die niet noodzakelijk zouden zijn. § Verwijzingen naar anaesthesie gaan meestal naar de pijnpoli (in Tilburg is rechtstreekse verwijzing mogelijk). Een van de huisartsen was van deze mogelijkheid niet op de hoogte.
25
§
Verschillen in verwijzing van ischaemische hartklachten worden deels veroorzaakt door voorgaande negatieve ervaringen die een defensiever beleid hebben veroorzaakt. § Verschillend gebruik van bepaling Troponine T door de praktijken. Onzekerheid over de waarde van de bepaling. § Gebruik van bepaling D-dimeer staat in de standaard longembolie. Navraag doen m.b.t. mogelijkheid sneltest in te voeren. § Verwijzingen met als reden ‘cardio-vasculair risico’ gaan over verwijzingen t.b.v. erfelijkheid en niet over CVRM. § M.b.t. buikklachten is verschillend beleid verwijzingen voor echografie besproken. Sommigen doen aanvullend onderzoek echografie terwijl anderen sneller naar de internist of de gynaecoloog verwijzen. § De bevinding dat het werken in een maatschap met huisartsen in opleiding kan leiden tot shopping gedrag waardoor toch uiteindelijk een verwijzing voor mineure klachten (bijv. oorsuizen). In 2015 wordt een nieuw overleg belegd om te kijken of dit overleg leidt tot minder onderlinge verschillen. Substitutie De lijst patiënten met COPD is doorgelopen. Hierbij is bij alle patiënten, waarbij een specialist als hoofdbehandelaar staat geregistreerd, beoordeeld of zij in aanmerking komen voor verdere behandeling in de eerste lijn. Patiënten die daarvoor in aanmerking komen krijgen vervolgens een brief met uitleg en het verzoek de overgang naar de eerste lijn met de longarts te bespreken. De longarts krijgt ook een brief. Acht patiënten kregen op deze manier een brief. Hiervan zijn er 5 naar de eerste lijn gekomen. Twee van hen zijn echter na een exacerbatie teruggekeerd naar de specialist. Twee van de 8 wensten bij de specialist te blijven en 1 patiënt zit niet meer in de praktijk . Terugverwijzen Sinds eind 2014 is het gezondheidscentrum betrokken bij gesprekken met artsen uit het stafbestuur om het gehele proces van verwijzen en terugverwijzen te verbeteren. 2.13 Versterken van de oncologische zorg in de eerste lijn door samenwerking Samen met het IKZ heeft GC Reeshof via de Robuust call van 2012 een subsidie ontvangen voor dit project. De praktische uitvoering wordt gerealiseerd door IKZ. De directeur van GC Reeshof is voorzitter van de stuurgroep, waarin ook Robuust is vertegenwoordigd. Het is in dit project de bedoeling om de (na)zorg in de huisartsenzorg m.b.t. prostaatkanker en melanoom te verbeteren. Via een 2-tal werkgroepen wordt een soort regionale standaard gemaakt waarin de samenwerking goed staat beschreven, waarna via 2 pilot regio’s die manier van werken wordt uitgeprobeerd. Aangezien de regio Midden-Brabant niet als pilot regio is aangewezen hebben de medewerkers van GC Reeshof uiteindelijk weinig bemoeienis met dit project. Het project loopt tot november 2015. 2.14 Preventie en curatie Om deze samenhang te verbeteren heeft GC Reeshof als mede-aanvrager met Tranzo en de GGD HvB in 2012 een subsidieaanvraag gedaan bij ZonMw. Dit project is in april 2013 van start gegaan en heeft een looptijd van 18 maanden. Er doen 7 locaties mee waarvan de Reeshof er 1 is. In samenwerking met ROS Robuust is voor postcodegebied 5043 een goed wijkprofiel gemaakt vanuit bestaande (epidemiologische) gegevens. Deze gegevens zijn met een epidemioloog van de GGD geanalyseerd. De uitkomsten zijn vervolgens voorgelegd aan professionals en bewoners uit de wijk tijdens een bijeenkomst op 17 april 2014 in wijkcentrum Heyhoef. Op basis hiervan is een wijkplan gemaakt. De belangrijkste elementen uit dit plan zijn: § Kennisdeling Er is behoefte aan onderlinge kennisuitwisseling tussen professionals uit de wijk; bijvoorbeeld door een vervolgbijeenkomst, een goede sociale kaart, uitwisseling van contactgegevens.
26
§ §
§ §
Armoedebestrijding Er is behoefte aan een betere bekendheid van regelingen voor de inwoners van Gesworen Hoek. Overgewicht Er is behoefte aan meer kennis- en informatiedeling op het vlak van preventie van overgewicht. Er gebeurt al veel, maar de bestaande initiatieven zouden beter gedeeld en met elkaar afgestemd kunnen worden. Er is tevens enthousiasme om gezamenlijk een wijkcampagne te organiseren met een breed scala aan belanghebbende partijen. De gemeente Tilburg is reeds JOGG-gemeente (Jongeren Op Gezond Gewicht) geworden en rolt deze aanpak nu in eerste instantie uit over de wijk Stokhasselt. Zodra de pijler ‘verbinden preventie en zorg’ in Stokhasselt is ontwikkeld en geïmplementeerd, zal door de gemeente en de GGD worden bekeken hoe deze uitgerold kan worden in de Reeshof. Sociale samenhang Uit de wijktoets van de gemeente Tilburg blijkt dat de betrokkenheid in Gesworen Hoek slecht is. Dit wordt ook door professionals herkend. Cijfers De cijfers zijn op 4-cijferig postcodeniveau gepresenteerd tijdens de wijkbijeenkomst. Dit zijn de wijken Gesworen Hoek en Huibeven. Uit de ervaringen van professionals is gebleken dat deze twee buurten veel van elkaar verschillen en de verwachting is dat bij een splitsing van de cijfers, Gesworen Hoek op een aantal vlakken slechter zou scoren.
Het project is als ZonMw project geëindigd in juni 2014. De uitkomsten zijn gepubliceerd in een E-book vol met aanbevelingen: http://www.loketgezondleven.nl/object_binary/o21084_E-bookpreventie-en-zorg-verbinden-in-de-praktijk.pdf 2.15 De Toegang In het kader van het project CMO is regelmatig met de gemeente gesproken over de organisatie van het sociale wijkteam. In Tilburg heeft de werkwijze de naam ‘De Toegang’ gekregen. In de Reeshof wordt in opvolging van het CMO-project een wijkverpleegkundige (segment 1) gestationeerd. Deze zal een verbinding leggen tussen de huisartsenzorg en De Toegang. Daarnaast maken de medewerkers van de jeugdgezondheidszorg van de GGD die in het gezondheidscentrum zitten deel uit van De Toegang. In de loop van 2015 zal blijken of hiermee de verbinding tussen eerstelijnszorg en De Toegang voldoende is geborgd.
27
2.16 Klantenraadpleging In 2012 heeft de directie van GC Reeshof in het kader van de contractering van de module GES met zorgverzekeraar VGZ afgesproken een patiëntenraadpleging te doen. Uit de verschillende aanbieders van patiëntenraadpleging is gekozen voor de digitale mogelijkheid van Infoscope Amicura. De vragenlijsten konden ingevuld worden gedurende het hele jaar 2013. Aangezien bij een tussenevaluatie bleek dat er slechts in beperkte mate reactie was op de uitnodiging, zijn via ContourdeTwern vrijwilligers geworven om extra stimulans en hulp te bieden bij het invullen van de vragenlijsten. Dit leidde tot de volgende respons. Tabel 18. Respons patiëntenraadpleging 2013, GC Reeshof Onderwerp
Respons
Huisartsen
266
POH
160
Fysiotherapeuten
110
Psychologen
26
Ten opzichte van de huisartsenzorg hebben de psychologen jaarlijks veel minder verschillende patiënten in de spreekkamer. Dat speelt waarschijnlijk een grote rol in het geringe aantal deelnemers. Opvallend is de grote bereidheid tot deelname bij de patiënten die onder de zorg van de praktijkondersteuners vallen. Voor de psychologen waren er geen aparte vragenlijsten beschikbaar bij Infoscope. Daarom werd gebruik gemaakt van de al bestaande vragenlijst van het NIP, die niet dezelfde structuur van onderwerpen heeft. De uitkomsten werden in 2014 geanalyseerd door Opera Consultancy die per onderzochte hulpverlenersgroep een rapport uitbracht. Deze rapporten zijn besproken met de verschillende hulpverleners. Tabel 19. Overzicht resultaten vragenlijsten huisartsenzorg, POH en fysiotherapie*, GC Reeshof Onderwerp
Huisartsen
POH
Fysio
Toegankelijkheid
3,0
3,8
3,9
Doktersassistente
3,7
Bejegening
3,7
3,9
4
Accommodatie
3,8
Informatie
3,5
3,8
Samenwerking
3,5
3,8
Participatie/therapietrouw
3,7
Ervaren behandelkwaliteit
3,8
*De resultaten worden weergegeven op een 4 punt-schaal
Huisartsen Over het algemeen kan men spreken van een ruime tevredenheid over de huisartsenpraktijken. Het onderwerp ‘toegankelijkheid’ scoort van alle onderwerpen duidelijk minder en vergt dus aandacht. Bij het onderwerp toegankelijkheid worden vragen gesteld over de bereikbaarheid van de praktijk, het maken van een afspraak en de wachttijden in de wachtruimte. De letterlijke vragen m.b.t. de huisartsen en hun gemiddelde scores staan vermeld in tabel 20.
28
Tabel 20. Overzicht resultaten vragen over toegankelijkheid bij de huisartsen, GC Reeshof Vraag
Score
Heeft u problemen ervaren met de openingstijden van de huisartsenpraktijk?
3,7
Kreeg u binnen 2 minuten iemand aan de telefoon als u overdag de huisartspraktijk belde?
2,7
Kon u een afspraak bij de huisarts maken op een door u gewenst moment?
2,8
Was het mogelijk om op een redelijke termijn een afspraak te krijgen met uw eigen huisarts?
3,2
Hielp de huisarts u binnen 15 minuten na de afgesproken tijd?
2,9
T1: Toegankelijkheid
3,0
Patiënten zijn dus minder tevreden over de wachttijd tot de telefoon wordt opgenomen en over het moment dat ze een afspraak kunnen maken met hun huisarts. Het gemiddelde van de wachttijd wordt heel erg beïnvloed door de resultaten van een van de huisartsen (2,0), terwijl de rest in de range 2,8 – 3,3 ligt. POH Er zijn alleen vragenlijsten ingevuld voor de POH-S. De tevredenheid van de patiënten is zo hoog dat er bijna geen bruikbare tips zijn voor verdere verbetering. Fysiotherapeuten Ook uit de reacties die betrekking hebben op de fysiotherapeuten blijkt een grote waardering. Er waren wel wat opmerkingen over de staat van de behandelkamers. In de loop van 2014 is, na de overname van de praktijk, de hele afdeling fysiotherapie verbouwd. Psychologen Voor de psychologen waren zoals gezegd geen aparte vragenlijsten beschikbaar bij Infoscope. Daarom werd gebruik gemaakt van de al bestaande vragenlijst van het NIP. Het nadeel van deze vragenlijst is dat er veel ja/nee vragen bij zitten, zodat enige nuancering niet mogelijk is. Over het algemeen spreekt een grote waardering uit de beantwoording, samengevat in het rapportcijfer 8,1. De enige ontevredenheid die door de respondenten werd geuit had betrekking op de beperkte vergoeding door de zorgverzekeraars.
2.17 NIVEL Sinds 2014 draaien de huisartsen mee in de zorgregistratie van NIVEL. Hierdoor kan op landelijk niveau beter onderzoek worden gedaan naar de gezondheidstoestand van de Nederlandse bevolking. Ook voor het opsporen van zeldzame bijwerkingen kan deze registratie een belangrijke rol spelen. Voor het jaarverslag 2013 dachten we snel inzicht te krijgen in onze eigen jaargegevens via kant en klare tabellen. Dat viel helaas erg tegen. Ze bleken uiteindelijk pas na de zomer van 2014 beschikbaar, waardoor het jaarverslag 2013 pas eind 2014 gereed kwam. Dit jaar maken we voor ons jaarverslag weer gewoon gebruik van een uitspoel van Medicom via de Q-module die op 31 december draait. In 2014 is een poging gedaan om via NIVEL het voorschrijfgedrag van de huisartsen te analyseren. Aangezien er geen onderscheid te maken is tussen eerste voorschriften van de huisarts, eerste voorschriften van de specialist en herhaalvoorschriften, zijn de gegevens momenteel niet geschikt voor een analyse van het voorschrijfgedrag van de huisartsen.
2.18 Online afspraken maken Deze mogelijkheid is eind december 2012 operationeel geworden. Er is gestart met een beperkt aantal momenten dat online afspraken gemaakt kunnen worden. Aan de hand van evaluaties is het systeem geleidelijk uitgebreid. Ook de fysiotherapeuten maken gebruik van dit systeem. In 2014 werden bij de huisartsen 1.322 online afspraken gemaakt (t.o.v. 562 in 2013). Hiermee werd 59% van de openstaande afspraakplekken daadwerkelijk online ingevuld (t.o.v. 40% in 2013).
29
Meer gebruik van deze mogelijkheid om online afspraken te maken kan mede leiden tot een betere telefonische bereikbaarheid van de huisartsen. Daarom is het van belang om na te gaan of het een optie is om meer afspraakplekken online open te stellen bij de huisartsen met de meeste online afspraken. En tevens te bezien hoe de patiënten van de overige huisartsen meer bekend kunnen worden met deze mogelijkheid, zodat er meer gebruik van wordt gemaakt. In 2014 werden bij de fysiotherapeuten 97 online afspraken gemaakt. Hiermee werd 15% van de openstaande afspraakplekken daadwerkelijk online gevuld. Een vergelijking met 2013 is niet zinvol, aangezien de fysiotherapeuten pas medio 2013 gestart zijn met online afspraken. Uit de cijfers van 2014 blijkt dat ook hier bezien moet worden hoe de patiënten meer bekend kunnen worden met deze mogelijkheid, zodat er meer gebruik van wordt gemaakt. Wel kan t.a.v. de fysiotherapie opgemerkt worden dat relatief veel patiënten na een bezoek aan de huisarts, direct doorlopen naar de balie van de fysiotherapie om desgewenst een afspraak te maken.
2.19 Website Het gezondheidscentrum heeft een website met algemene informatie over de aangeboden diensten: www.gcreeshof.nl. Op de website is relevante informatie opgenomen voor patiënten van ons gezondheidscentrum. Actualisatie van de website vindt wekelijks plaats. Begin november ontvingen we bericht van de webbeheerder dat deze zijn bedrijf per 31 december 2014 zou stoppen en er per die datum geen support en technisch onderhoud meer zou plaatsvinden. Dientengevolge zijn we direct op zoek gegaan naar een nieuw bedrijf en is van de gelegenheid gebruik gemaakt om de lay-out van de website eveneens in een nieuw jasje te steken. Na de kerstdagen is de vernieuwde website online gegaan. Uit statistieken van voorgaande jaren weten we dat de website regelmatig geraadpleegd wordt. In verband met de wisseling van webbeheerder zijn er helaas geen statistieken over 2014 bekend.
2.20 Voorschrijfbeleid geneesmiddelen In 2014 zijn 42 farmaciereviews uitgevoerd in het kader van het project ouderenzorg. Meer gedetailleerde uitkomsten staan beschreven in hoofdstuk 7 dat over de apotheek handelt.
30
3
SAMENWERKING MET INSTELLINGEN BUITEN HET GEZONDHEIDSCENTRUM
Met een aantal instellingen bestaat een gestructureerde samenwerking waarbij de hulpverleners elkaar regelmatig ontmoeten om gezamenlijke cases door te nemen of projecten op te zetten. 3.1
Jeugdgezondheidszorg
Het aantal ingeschreven patiënten bij de huisartsen van Gezondheidscentrum Reeshof bedraagt 10.201. Hiervan zijn ongeveer 2.370 ingeschrevenen onder de 20 jaar. Er zijn 1.099 kinderen onder de 10 jaar. De kinderen tot 4 jaar werden in 2014 zoals in de tijd van het consultatiebureau gewoon in het gezondheidscentrum opgeroepen en onderzocht. In 2014 is er een inloopspreekuur toegevoegd voor kinderen van de basisschool. De jeugdarts en de jeugdverpleegkundige zijn deelnemer aan het MDO jeugd. 3.2
Kompaan en de Bocht
In 2014 werd een gezamenlijk project opgezet rond kind en scheiden, waarbij een ambulant hulpverlener beschikbaar was voor consulten t.b.v. patiënten met kinderen die van plan waren te gaan scheiden. Voorts werd een analyse gemaakt van het aantal gemeenschappelijke patiënten met als conclusie dat de samenwerking verbeterd kan worden. Kompaan en de Bocht heeft een presentatie gehouden over het regionaal programma wijzer scheiden en de introductie van de website http://www.wijzer-scheiden.nl/ 3.3
Wijkverpleging van Thebe
Thebe heeft nu alleen nog een rechtstreekse relatie met het gezondheidscentrum doordat zij nog eigenaar zijn van het gedeelte van het gebouw waar het consultatiebureau is gevestigd. Thebe is ook nog steeds deelnemer aan het samenwerkingsverband SER. In het kader van de nieuwe opzet van de wijkverpleging (S1) liepen eind 2014 gesprekken over de invulling hiervan door een wijkverpleegkundige van Thebe. 3.4
Instituut voor Maatschappelijk Werk
Sinds de aanstelling van een POH-GGZ zijn er veel minder verwijzingen naar het IMW geweest. De POH-GGZ heeft wel elk kwartaal structureel overleg met een maatschappelijk werker van het IMW. Ook het IMW is nog steeds deelnemer aan het samenwerkingsverband SER. 3.5
RCH Midden-Brabant
De huisartsen werken samen met de Regionale Coöperatie Huisartsen Midden-Brabant in het kader van de eerstelijns DBC’s. Sinds 2010 wordt het zorgprogramma diabetes type II op die manier uitgevoerd. Vanaf 1 juli 2011 wordt het zorgprogramma COPD op deze wijze uitgevoerd en vanaf 1 januari 2013 wordt het zorgprogramma CVRM via de RCH uitgevoerd. Sinds 1 april 2012 wordt met de RCH samengewerkt in de pilot kwetsbare ouderen. Onze praktijkverpleegkundige ouderenzorg participeert in verschillende werkgroepen van de RCH. Met de directie van de RCH is regelmatig overleg over de toekomst van de financiering van het S2 segment. De ketenzorg en de GES-module behoren beiden tot de zgn. populatiebekostiging.
31
3.6
Zorroo
Voor de DBC depressie wordt samengewerkt met de Zorggroep Regio Oosterhout e.o. 3.7
ContourdeTwern
Met ContourdeTwern wordt regelmatig samengewerkt, zoals in het project CMO en in de zorg voor kwetsbare ouderen. ContourdeTwern is daarbij ook deelnemer van het MDO ouderenzorg. 3.8
De gemeente
De samenwerking met de gemeente Tilburg om de zorg in de buurt te verbeteren wordt steeds intensiever. In 2014 is er overleg gevoerd over de volgende projecten: § praktijkconsulent maatschappelijke ondersteuning (deelnemer van de stuurgroep) § project preventie en curatie § BORIS (Bewegen Op Recept In de Sport) § symposium ouderenzorg.
3.9
GGD
Naast de afdeling jeugdgezondheidszorg wordt ook samengewerkt met andere afdelingen van de GGD, zoals bij de uitwerking van plannen op wijkniveau in het ZonMw project ‘Verbinden preventie en curatie’. De GGD Hart voor Brabant maakt sinds 2013 deel uit van het samenwerkingsverband SER. 3.10 De ziekenhuizen Uiteraard wordt door de huisartsen intensief samengewerkt met de twee ziekenhuizen in Tilburg. Er is echter geen structureel overleg. Op initiatief van beide ziekenhuizen is in juni 2013 het verwijssysteem Zorgdomein geïmplementeerd. Alle verwijzingen gebeuren nu elektronisch. Na ontvangst zorgt het ziekenhuis zelf dat de afspraak met de patiënt tot stand komt. Via Zorgdomein kunnen de verwijzingen ook geanalyseerd worden. Naar de 2 ziekenhuizen werden gedurende het laatste kwartaal 2013 t/m 3e kwartaal 2014 2.441 patiënten verwezen. Hiervan werd 77% naar het dichtstbij gelegen Tweestedenziekenhuis verwezen en 23% naar het St. Elisabethziekenhuis. 3.11 Hagro Alle huisartsen die werkzaam zijn in de Reeshof komen minstens 1 maal per maand in wisselende samenstelling bij elkaar. Ook het FTO wordt regelmatig georganiseerd. 3.12 Tranzo In het door ZonMw gesubsidieerde project ‘Verbinden preventie en curatie’ wordt intensief samengewerkt. Dit geldt zowel voor de projectaanvraag alsook voor de uitvoering. Dit project is in juni 2014 beëindigd.
32
3.13 IKZ Met het IKZ, dat inmiddels is gefuseerd met het IKNL, wordt samengewerkt in het project ‘Versterken oncologische zorg in de eerste lijn’. De directeur van GC Reeshof is voorzitter van de stuurgroep. 3.14 De Wever Met stichting De Wever wordt samengewerkt op het gebied van de zorg voor kwetsbare ouderen in de Reeshof. Door die samenwerking is de deskundigheid op het gebied van ouderenzorg beter beschikbaar voor de ouderen die zelfstandig in de wijk wonen. Gezamenlijk worden in de Reyshoeve 2 maal per jaar netwerkbijeenkomsten georganiseerd voor alle hulpverleners in de wijk die actief zijn bij de hulpverlening aan ouderen. De huisartsen hebben meermaals per jaar een overleg met de leiding om de huisartsenzorg in het verzorgingshuis te verbeteren. 3.15 De zorgverzekeraars Het overgrote deel van de aangeboden zorg wordt gefinancierd via contracten met zorgverzekeraars. Steeds vaker vindt overleg plaats tussen directie en zorginkopers over verbeteringen in de zorg. Een van de grote verzekeraars is meestal aanspreekpunt. Afspraken die daarbij worden gemaakt met de ‘preferente’ zorgverzekeraar worden meestal zonder verdere discussie overgenomen door de ‘verre’ verzekeraars. In 2014 nam VGZ die functie waar voor ons gezondheidscentrum. Zorgverzekeraars CZ en VGZ hebben samen meer dan 75% van het patiëntenbestand als cliënt. Dat is al jaren zo. Er is weinig verschuiving naar de overige (‘verre’) zorgverzekeraars. Het is overigens zo dat de zorgverzekeraars steeds aangeven de financiering via de GES module te willen afbouwen. Over een eventuele alternatieve financiering in segment 2 wordt geen duidelijkheid gegeven. Inmiddels is wel weer duidelijk dat de GES-financiering tot eind 2016 blijft bestaan. Tabel 21. Aantallen bij de huisarts ingeschreven patiënten per zorgverzekeraar GC Reeshof (halverwege) 2014 Zorgverzekeraar
Totaal
Perc
CZ
4075
41%
VGZ
3426
34%
Achmea
1135
11%
Menzis
499
5%
Multizorg
306
3%
De Friesland
85
1%
Zorg en zekerheid
7
0%
Multizorg VRZ volmacht
6
0%
461
5%
Overigen
0
0%
Avéro Achmea (volmacht)
42
0%
VGZ (volmacht)
Totaal verzekerden
10042
33
4
GEZONDHEIDSCENTRA ZUID-NEDERLAND (GZN)
4.1
Ontstaansgeschiedenis
Zestien gezondheidscentra in Zuid-Nederland werken al tien jaar plezierig met elkaar samen. In de loop der tijd is een helder beeld ontstaan dat de vraagstukken en de oplossingen die spelen in de verschillende centra, met elkaar vergelijkbaar zijn. Daarnaast is het speelveld voor gezondheidscentra de laatste jaren fors veranderd. Gezondheidscentra Zuid-Nederland is van mening dat zij door het bundelen van haar krachten kan komen tot een gezamenlijk geïntegreerd aanbod eerstelijns gezondheidszorg. Door samen te werken worden kennis en ervaring gedeeld en vormen de gezondheidscentra een aanspreekbare organisatie voor derden. Het ontwikkelen en implementeren van geïntegreerde zorg, alsmede het vertalen ervan in de alledaagse bedrijfsvoering, is geen eenvoudige taak. Onderlinge steun en expertise uitwisseling achten de gezondheidscentra noodzakelijk en vraagt om een nieuwe organisatorische structuur. In 2013 werd daarom een vereniging opgericht. Het bestuur is als volgt samengesteld: Leo Kliphuis, voorzitter Wim Ooms, secretaris Frans van Muilwijk, penningmeester. Er zijn momenteel 19 gezondheidscentra lid die allen CZ of VGZ als preferente zorgverzekeraar hebben. 4.2
Project ZonMw
GZN heeft in het kader van het ZonMw programma ‘Op een lijn’ subsidie gekregen om de samenwerking beter te structureren. Dit project is in 2013 succesvol afgerond. Gezondheidscentra Zuid-Nederland is een vitale, krachtige en slagvaardige netwerkorganisatie geworden. GZN heeft inmiddels bewezen succesvol bij te dragen aan innovatieve, wijkgerichte geïntegreerde zorg en ondersteuning. De effectieve en efficiënte backoffice biedt adequaat en op maat ondersteuning aan het primair proces. GZN wordt erkend en gewaardeerd als organisatie die in brede zin proeftuin kan zijn voor dergelijke projecten, en vervult met verve haar rol als ambassadeur. Meer informatie is te vinden op de website: www.gezondheidscentrazuidnederland.nl In 2014 is een vervolg gekomen op dit project in de vorm van een VIMP bijdrage: Verspreidings- en Implementatie Impuls. 4.3
Ontwikkelingen
GZN speelt een belangrijke rol in het overleg met zorgverzekeraars VGZ en CZ op welke manier de GES-module ingezet kan worden voor een betere organisatie van de eerste lijn. De aansluiting bij het politieke beleid om meer zorg in de buurt te organiseren is daarbij van belang. Steeds meer staat het wijkgericht werken centraal waarbij van gezondheidscentra wordt verwacht daarbij een belangrijke rol te spelen. De financiering van de huisartsenzorg is vanaf 2014 sterk gewijzigd. Dat heeft ook belangrijke consequenties voor de financiering van gezondheidscentra. De GES-module gaat op in segment 2 van de bekostiging (populatiegericht), samen met de financiering van de eerstelijns DBC’s via zorggroepen. VGZ heeft al aangekondigd de GES-module te willen afbouwen. Een idee over een alternatieve financiering van de gezondheidscentra blijft daarbij achterwege Dit probleem speelt in het hele land. Momenteel loopt er een onderzoek naar infrastructurele kosten van de eerste lijn via brancheorganisatie InEen. Dat zou aanknopingspunten moeten bieden voor de financiering voor organisatiekosten in de wijk, zoals die nu via de GES-module worden betaald
34
5
DE ORGANISATIE
5.1
Het samenwerkingsverband
Het gezondheidscentrum is een gedeeld eigendom van de apotheek, Thebe, de fysiotherapie en de huisartsen. Het gebouw wordt door hen gezamenlijk beheerd via een Vereniging van Eigenaren. Daarnaast hebben zij vanaf het eerste begin een samenwerkingsverband opgericht: stichting Samenwerkingsverband Eerstelijnsgezondheidszorg Reeshof (SER). Naast de huidige eigenaren van het gebouw zijn ook de in het gezondheidscentrum werkende eerstelijns psychologen en het buiten het gezondheidscentrum gevestigde IMW lid van het samenwerkingsverband. Nadat per 01.01.2012 de jeugdgezondheidszorg voor 0 - 4 jarigen werd geïntegreerd in de GGD, is de GGD Hart voor Brabant eveneens onderdeel van het samenwerkingsverband. In 2013 heeft Thebe het bedrijfsonderdeel diëtetiek en voeding beëindigd. De diëtist is op zelfstandige basis verder gegaan en daardoor op individuele basis lid geworden van het samenwerkingsverband. De psychologen, die een ruimte huurden in het gezondheidscentrum, hebben in 2013 een woning aangekocht tegenover het gezondheidscentrum en deze omgebouwd tot een dependance van het gezondheidscentrum. Het samenwerkingsverband ontvangt van de zorgverzekeraars geld voor de ontwikkeling van geïntegreerde zorgprogramma’s (GES-module). 5.2
Organisatie en verantwoordelijkheidsverdeling
De zorgverleners van het gezondheidscentrum werken als zelfstandige beroepsbeoefenaren (niet in loondienst van de SER) vanuit een eigen maatschap of andere juridische vorm. De apotheker en huisartsen hebben diverse medewerkers in loondienst. Ook de praktijkvoerende fysiotherapeuten hebben verschillende andere fysiotherapeuten in loondienst. De organisatie en verantwoordelijkheidsverdeling van het zorgaanbod is binnen de SER/GCR als volgt geregeld: § Het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor de uitvoering van de contracten die zij met de zorgverzekeraars afsluit in het kader van de module geïntegreerde eerstelijnszorg. § Er zijn sub-contracten tussen het samenwerkingsverband en de deelnemende zorgaanbieders. § Interne regie: de organisatie heeft een bestuur en een managementstructuur die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het contract, het (kwaliteits)beleid en de organisatie van de geïntegreerde samenwerking. § Voor de uitvoering van de rechtstreekse patiëntenzorg hebben de zorgverleners aparte contracten met de zorgverzekeraars. De zorgverleners zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van deze zorg. 5.3
Bestuur en directie
Het bestuur bestaat in 2014 uit 5 personen. Twee van hen zijn tevens patiënt in het gezondheidscentrum. Er is deskundigheid op de volgende vakgebieden: jurist, controller, arts en bedrijfsleven (levensmiddelenindustrie). Om de verbinding tussen bestuur en werkvloer te borgen is een van de huisartsen toegevoegd aan het bestuur. Het samenwerkingsverband heeft een directeur, een office manager en een stafmedewerker in dienst. Zij werken allen in deeltijd.
35
5.4
De klachtencommissie
De klachtencommissie bestaat in 2014 uit 3 personen. Een van de leden is tevens patiënt in het gezondheidscentrum. Er is deskundigheid op de volgende vakgebieden: jurist, verpleegkundige en gezinsbegeleiding. De klachtencommissie heeft in 2014 een keer vergaderd. Belangrijkste agendapunten: acties n.a.v. ontvangen klachten en resultaten van de patiënten raadpleging (zie ook 2.16). De hulpverleners van GC Reeshof zijn op de hoogte van de klachtenregeling. Voor patiënten is deze digitaal beschikbaar via onze website. Een gedrukt exemplaar kunnen patiënten aanvragen, o.a. via een antwoordformulier in de folder van de klachtencommissie. De folder van de klachtencommissie is voor patiënten beschikbaar via de leestafels in de wachtruimte. Klachten, maar ook wensen/suggesties, kunnen schriftelijk ingediend worden (bijv. via de antwoordstrook in de klachtenfolder) en digitaal (via het klachtenformulier op de website). In toenemende mate worden klachten ingediend via de directie mail van GC Reeshof. In 2014 ontvingen we 1 klacht per telefoon, 1 klacht via het formulier op de website en 3 klachten per mail. In 2014 zijn de volgende klachten ontvangen: § Telefonische bereikbaarheid praktijk, wachttijd bij balie en bejegening doktersassistente. § Opvragen medicatie informatie bij een andere apotheek. § Klacht over annuleren online afspraak van nieuwe patiënt. Werd door huisartsenpraktijk 1 uur voor het geplande tijdstip telefonisch geannuleerd omdat praktijk geen ruimte heeft voor nieuwe patiënten. § Patiënt is teleurgesteld in advies huisarts/assistente en apotheek inzake alternatief voor anticonceptiepil. § Echtpaar voelt zich niet serieus genomen en conflict over gewenste medicatie. De klachten werden steeds met betrokkenen besproken. Alle klachten konden afgewikkeld worden in rechtstreekse gesprekken of briefwisseling tussen hulpverleners en klagers. Hierbij werd 2 keer van onze kant excuses aangeboden. We hebben 2 wensen/suggesties via de website ontvangen: § Graag gegevens praktijkondersteuners op de website opnemen, alsmede mogelijkheid om online afspraak te maken bij POH. Reactie: gegevens praktijkondersteuners staan op website bij ‘huisartsenzorg’, maar zullen bij update website op een visueel beter vindbare plek komen. Online afspraken bij de praktijkondersteuners is vooralsnog geen optie, omdat zij – afhankelijk van de klacht/vraag – consulttijd inplannen. § Wil JGZ verpleegkundige helpen met adviezen voor 4-jarig kind? Reactie: mail doorgestuurd en wordt rechtstreeks beantwoord door verpleegkundige. 5.5
Zorgvisie Gezondheidscentrum Reeshof
Het gezondheidscentrum biedt eerstelijns zorg vanuit een integrale, holistische visie op zorg. De hulpverleners kiezen vanuit deze grondhouding ervoor om de zorg systematisch volgens professionele normen in zorgprogramma’s te organiseren, echter zonder de patiënt achter de aandoening uit het oog te verliezen. De schaalgrootte van het gezondheidscentrum is zodanig dat het vertrouwelijke, persoonlijke karakter voor de patiënt behouden blijft. Patiënten in GC Reeshof hebben een eigen, vaste huisarts. De hulpverleners in het gezondheidscentrum bieden zorg op maat. Zorgvragen worden niet benaderd als losstaande, rationele problemen, maar worden benaderd vanuit het doel van de patiënt in het leven. De ene patiëntsituatie vraagt namelijk meer om probleemoplossing, de andere vraagt juist meer om ondersteuning bij zelfredzaamheid of oefening bij het omgaan met een terugkerende of chronische klacht. De maatschappelijke ontwikkelingen worden continue gevolgd. Ontwikkelingen zoals zorg in de buurt, participatiemaatschappij, van zorg en ziekte naar gezondheid en gedrag; de transities worden ook vertaald in nieuw zorgaanbod.
36
De zorg die Gezondheidscentrum Reeshof levert is ingekaderd in een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dat uit zich in de volgende activiteiten: § Het waarborgen van snelle toegang tot de eerstelijns zorg. § Rationeel voorschrijfgedrag op basis van evidence-based, waar mogelijk generiek en afwachtend t.a.v. nieuwe medicijnen. § Aandacht voor zorgkosten. § Taakverschuiving in de zorg: de juiste zorg op het juiste deskundigheidsniveau, maar met aandacht voor het behouden van overzicht. § Collegiale relatie met de overige hulpverleners in de wijk, met als doel een optimale samenwerking rond de patiënt. § Intensief contact met specialisten. Bedoeling om daar waar mogelijk patiënten te behandelen in de eerste lijn. § Intensivering contacten met welzijnswerk en gemeente. § Het leggen van verbindingen tussen de eerstelijns zorg en het sociale domein. § Aandacht voor de wensen van het NPCF m.b.t. de geïntegreerde eerste lijn. § Deelname aan regionale zorggroepen m.b.t. organisatie van de ketenzorg voor diabetes, COPD, CVRM en depressie.
37
6
HUISARTSENZORG
6.1
Praktijkpopulatie
De leeftijdsopbouw van de patiënten die GCR bezoeken weerspiegelt die van de wijk als geheel. Hieronder wordt de leeftijdsverdeling zowel in tabelvorm als grafisch gepresenteerd. Tabel 22. Leeftijdsverdeling patiënten GC Reeshof, 01-01-2015 Percentages Leeftijd 2014
2014
2013
2012
2011
0-9
1099
10,77%
10,64%
10,51%
10,24%
10-19
1371
13,44%
14,09%
15,52%
16,68%
20-29
1722
16,88%
16,69%
16,17%
15,98%
30-39
1177
11,54%
11,21%
10,93%
10,52%
40-49
1384
13,57%
14,52%
16,55%
17,82%
50-59
2071
20,30%
19,91%
18,97%
18,49%
60-69
922
9,04%
8,59%
7,26%
6,13%
70-79
283
2,77%
2,65%
2,41%
2,41%
80-89
152
1,49%
1,47%
1,50%
1,46%
>90
20
0,20%
0,22%
0,17%
0,28%
37,5
37,3
36,6
36,2
TOTAAL Gem. leeftijd
10201
Aantal patiënten
Grafiek 7. Leeftijdsverdeling ingeschreven patiënten bij de huisartsen GC Reeshof, 2014
Zomer
Rodenburg
Breedveld / Stokmans / Hendriks
Leeftijd
Om een indruk te krijgen van de vergrijzing van de ingeschreven populatie wordt hieronder het aantal patiënten boven 60 berekend en vergeleken met de afgelopen jaren.
38
Tabel 23. Ingeschreven patiënten > 60 jaar vanaf 2009 Totaal
Perc.
Perc.
Perc.
Perc.
Perc.
Perc.
Leeftijd
2014
2013
2013
2012
2011
2010
2009
Totaal > 60 jaar
1377
13,50%
12,94%
11,34%
10,3%
9,7%
10,1%
Grafiek 8. Totaal aantal ingeschreven patiënten > 60 jaar
Totaal aantal 60+ patiënten 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Zoals te verwachten is het aantal 60+ers dit jaar weer verder toegenomen. De gemiddelde leeftijd is in 7 jaar met 3,6 jaren gestegen: van 33,9 in 2007 naar 37,5 in 2014. Gemiddeld gezien neemt de gemiddelde leeftijd jaarlijks toe met ongeveer 0,5 jaar. 6.2
Praktijkorganisatie en medewerkers
De organisatiestructuur van de 5 huisartsen ziet er als volgt uit: De huisartsen Breedveld, Stokmans en Hendriks hebben samen een maatschap en werken als 1 praktijk. Er zijn 4 doktersassistentes werkzaam. Daarnaast fungeren Dr. Breedveld en Dr. Stokmans als opleider t.b.v. AIO’s die afkomstig zijn van de Universiteit van Maastricht. Tevens is er vaak een stagiaire doktersassistente. De huisartsen Zomer en Rodenburg hebben ieder een eigen praktijk met gescheiden ingeschreven patiënten. Er zijn 3 doktersassistentes werkzaam. Het gehele personeel van de huisartsen is in dienst via een gezamenlijke potovereenkomst, ook de praktijkondersteuners. De praktijkondersteuners worden formeel per toerbeurt aangestuurd door 2 van de 5 huisartsen. Tussen de 5 huisartsen vindt verder tweewekelijks een organisatorisch overleg plaats. De doktersassistentes zijn vast verdeeld over de huisartsen. De huisartsen sturen functioneel hun eigen doktersassistentes aan. In geval van onverwachte uitval worden wel doktersassistentes uitgewisseld. Er is maandelijks een werkoverleg per praktijk tussen de huisartsen en hun eigen doktersassistentes. Dr. Hendriks en Dr. Rodenburg hebben de opleiding voor reizigersadvisering gevolgd. Een van de doktersassistentes verricht voor beide praktijken het reizigersspreekuur.
39
Sinds augustus 2012 is een praktijkverpleegkundige werkzaam in het gezondheidscentrum t.b.v. de ouderenzorg. Deze wordt gefinancierd door de 5 huisartsen van het gezondheidscentrum, samen met de huisartsen van Tuindorp. Zij hebben daarvoor een separate samenwerkingsovereenkomst onder de naam ESOR (Eerstelijns Samenwerkingsverband Ouderenzorg Reeshof), De POH-GGZ wordt vanaf april 2014 gefinancierd door de 5 huisartsen van het gezondheidscentrum, samen met de huisartsen van Tuindorp en Dalem. Zij hebben daarvoor een separate samenwerkingsovereenkomst onder de naam ESGR (Eerstelijns Samenwerkingsverband GGZ Reeshof).
De huisartsen maken allen gebruik van hetzelfde informatiesysteem Medicom. Op werkdagen is er altijd een huisarts aanwezig. Bij vakanties wordt er voor elkaar waargenomen. Er is een website (www.gcreeshof.nl) waarop up-to-date informatie vermeld staat van alle in het gezondheidscentrum aanwezige disciplines. Tabel 24. Medewerkers huisartsenzorg GC Reeshof, 2014 Aantal Medewerkers
Aantal Fte
Huisartsen
5
4
Doktersassistentes
7
4,63
POH-somatiek
2
1,55
POH-GGZ
2
0,68
PV ouderenzorg
1
0,38
CMO
1
0,3
Functie
6.3
Geleverde huisartsenzorg in 2014
De meeste gegevens kunnen met de Q-module worden uitgedraaid uit Medicom. Er is voor gekozen om enerzijds de totale verrichtingen in beeld te brengen en anderzijds de verrichtingen die door de POH worden gedaan. 6.3.1 Totaal aantal verrichtingen Tabel 25. Aantal contacten huisartsenzorg GC Reeshof, excl. M&I, 2014 Tot. 2014
Tot. 2013
Tot. 2012
Tot. 2011
Tot. 2010
Tot. 2009
Verrichtingen
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Consult HA
20070
19790
18616
19324
17585
18785
Consult HA > 20 min
3865
3266
3812
3811
4609
3739
Visite HA
553
535
559
609
611
765
Visite HA > 20 min
331
238
290
241
326
281
Telefonisch consult HA
7254
6873
7522
8197
9027
7799
Consult POH-S
620
655
1062
851
781
484
Consult POH-S > 20 min
817
710
755
560
884
1123
72
49
61
4
Consulten Ketenzorg Diabetes
873
1049
1059
974
Consulten Ketenzorg CVRM
490
371
Visite POH-S
45
44
83
96
93
64
Visite POH-S > 20 min
44
22
71
54
99
168
Consulten Ketenzorg COPD
40
Telefonisch consult POH-S
1211
1002
1200
713
920
7
4
0
2
1
Consult POH-GGZ > 20 min
954
713
803
774
193
Consult DBC Depressie
145
Consult POH-GGZ
956
Visite POH-GGZ > 20 min
1
2
0
0
2
Telefonisch consult POH-GGZ
28
21
25
24
5
Consult PV OUD
2
2
0
Consult PV OUD > 20 min
1
0
0
Visite PV OUD
30
16
2
Visite PV OUD > 20 min
334
327
90
Telefonisch consult PV OUD
200
120
9
TOTAAL 2014
37947
35809
36019
36234
35136
34164
Vgl. totaal 2013
35809
Perc. verschil
6,0%
Praktijkgrootte
10201
9878
10065
10020
10188
9937
3,7
3,6
3,6
3,6
3,4
3,4
Aantal contacten/patiënt volgens CBS (consulten + visites + tel. consulten)
De contactfrequentie volgens de definitie van het CBS (consulten + visites + telefonische consulten) bedraagt binnen het gezondheidscentrum 3,7 contacten per patiënt (in vergelijking tot 3,6 vorig jaar). Dat ligt ca. 9,8% lager dan het landelijk gemiddelde van 4,1 (gemiddeld aantal contacten per persoon in 2014). Dit wordt voor een deel veroorzaakt door de relatief jonge populatie. De gemiddelde leeftijd in Nederland lag in 2014 op 40,8. Bij de in het gezondheidscentrum ingeschreven patiënten ligt dat op 37,5 (2014). Tabel 26. M&I verrichtingen door de huisartsen GC Reeshof, 2014 2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
GCR
GCR
GCR
GCR
GCR
GCR
GCR
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Audiometrie
41
51
59
41
43
58
56
Chirurgie
297
268
279
286
273
258
249
Therapeutische injectie
232
217
143
138
136
167
159
IUD
105
98
96
96
81
64
62
Intensieve zorg visite
112
113
108
60
106
42
55
Tapen
10
25
19
41
36
43
73
Vervang. specialistenbezoek
84
47
45
52
77
75
124
Euthanasie
1
3
0
0
0
1
0
Tympanometrie
27
Totaal aantal M&I
909
822
749
714
752
708
778
M&I module
Het totaal aantal M&I verrichtingen is in de afgelopen jaren gestaag toegenomen, met name als gevolg van een hoger aantal therapeutische injecties en chirurgie.
41
6.3.2 Werkzaamheden POH In tabel 27 en 28 wordt een overzicht gegeven van de werkzaamheden die de POH-Somatiek (excl. PVK ouderenzorg) hebben verricht, waarbij een vergelijking is gemaakt met de voorgaande jaren. Tabel 27. Aantal contacten praktijkondersteuners somatiek GC Reeshof, 2014 2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Consult POH
620
655
1062
851
781
484
555
Consult POH > 20 min
817
710
755
560
884
1123
577
72
49
61
4
Consulten ketenzorg Diabetes
873
1049
1059
974
Consulten ketenzorg CVRM
490
371
Visite POH
45
44
83
96
93
64
85
Visite POH > 20 min
44
22
71
54
99
168
127
Telefonisch consult POH
1211
1002
1200
713
920
956
704
Totaal aantal contacten
4172
3902
4291
3252
2777
2795
2048
Verrichtingen
Consulten ketenzorg COPD
Het totaal aantal contacten (consulten + visites + telefonische consulten) is met circa 7% gestegen. Er zijn wederom minder 'gewone' consulten gedaan, wel iets meer dubbele consulten. Door de introductie van de ketenzorg CVRM en de toename van het aantal telefonische consulten is het totaal aantal contacten toch gestegen t.o.v. 2013. Sinds de introductie van de praktijkverpleegkundige ouderenzorg blijft het aantal visites iets lager dan eerdere jaren. Waarschijnlijk zijn het met name ‘sociale visites’ die hierdoor wegvallen. Tabel 28. Aantal verrichtingen M&I praktijkondersteuners somatiek GC Reeshof, 2014 2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
M&I module
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Longfunctie
97
99
95
96
107
142
133
24 BD meting
42
50
25
31
16
29
35
Doppler
23
24
35
46
21
21
15
Teststrips bloedsuiker
295
203
315
342
284
293
223
Diabetes ketenzorg
873
1049
912
856
241
268
216
Instellen op insuline
144
137
147
118
96
77
36
COPD ketenzorg
72
49
61
4
CVRM ketenzorg
490
Cognitieve functietest
18
16
16
16
18
21
10
Compressie ulcus cruris
1
3
6
16
26
14
16
Stoppen met roken
32
Er is in tegenstelling tot voorgaande jaren een afname in het aantal diabetes-begeleidingen. Het aantal COPD jaarcontroles lag iets hoger. Nieuw is de ketenzorg CVRM welke een groot deel van het aantal verrichtingen betreft. Opvallend is daarnaast dat het aantal teststrips bloedsuiker flink en het aantal patiënten dat ingesteld is op insuline iets is toegenomen. Nieuw in de tabel is de begeleiding bij het stoppen met roken.
42
In tabel 29 en 30 wordt een overzicht gegeven van de werkzaamheden die de POH-GGZ heeft verricht. Tabel 29. Aantal contacten praktijkondersteuner GGZ GC Reeshof, 2014 2014
2013
2012
2011
2010
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
7
4
0
2
1
Consult POH-GGZ > 20 min
954
713
803
774
193
Consult DBC Depressie
145
90
Visite POH-GGZ > 20 min
1
2
0
0
2
Telefonisch consult POH-GGZ
28
21
25
24
5
Verrichtingen Consult POH-GGZ
De werkzaamheden van de POH-GGZ bestaan met name uit langere gesprekken. Korte gesprekken, visites en telefonische contacten zijn sporadisch. Het aantal consulten is weer sterk toegenomen t.o.v. 2013 (van 717 naar 961 consulten), vooral vanwege de uitbreiding van de functie met 10 uur per week. Tabel 30. Gepresenteerde pathologie praktijkondersteuner GGZ GC Reeshof, 2014 Aantal 2014
Aantal 2013
Aantal 2012
Aantal 2011
Surmenage/overbelasting
73
71
63
77
Relatieproblemen
34
16
31
31
Verwerkingsproblemen
7
13
25
23
Angst/paniekstoornis
11
6
6
8
Depressie
37
41
18
17
Identiteit
7
0
8
13
Overig
24
28
36
32
Totaal
193
175
187
201
Pathologie
De pathologie zoals die door de POH-GGZ wordt gezien, is vrij overeenkomstig voorgaande jaren. Wel is er een duidelijke toename in het aantal relatieproblemen. Het gemiddeld aantal consulten per cliënt is gelijk gebleven (4,4). 6.3.3 Werkzaamheden praktijkverpleegkundige ouderenzorg De werkzaamheden van de praktijkverpleegkundige ouderenzorg worden beschreven in het hoofdstuk zorgprogramma’s (zie 2.10). Tabel 27. Aantal contacten praktijkverpleegkundige ouderenzorg GC Reeshof, 2014 Totaal
Totaal
Totaal
Verrichtingen
2014
2013
2012
Visite PV OUD
30
16
2
Visite PV OUD > 20 min
334
327
90
Telefonisch consult PV OUD
200
120
9
43
De praktijkverpleegkundige bezoekt de kwetsbare ouderen thuis, nadat de huisarts deze 75 plussers heeft geselecteerd. In het eerste gesprek wordt de TFI (Tilburg Frailty Indicator) besproken en gebruikt de verpleegkundige de Orion lijst om een breed beeld te krijgen van huidige en dreigende problemen. Na de probleemanalyse wordt samen met de huisarts een zorg- en behandelplan geformuleerd, wat wordt afgestemd met de patiënt. Ook wordt een bezoekfrequentie afgesproken. Hieronder een overzicht van acties aan de hand van de huisbezoeken. Tabel 31. Overzicht van interventies bij geïncludeerde kwetsbare ouderen (zelfstandig in de wijk wonend) GC Reeshof, 2014 Interventies
GCR 2014
%
GCR 2013
%
GCR 2012
%
Advies, instructie en voorlichting, bijv. meer bewegen
107
100%
114
100%
8
16%
Bespreken sociaal netwerk, mantelzorg
107
100%
29
25%
onbekend
Toeleiding naar activiteit, vrijwilliger of welzijn
17
16%
14
12%
5
10%
Inzet van hulpmiddelen: Loket Z
5
5%
15
13%
5
10%
Valrisico analyse
11
10%
9
8%
2
4%
Contact dementie consulent
6
6%
6
5%
9
18%
Contact met thuiszorg
28
26%
31
27%
2
4%
Contact ergotherapeut
7
7%
6
5%
onbekend
Bespreken compliance en techniek medicatie
107
100%
114
100%
4
8%
Polyfarmacie check
42
39%
31
27%
16
32%
Huisvesting; zorgadviseur, woningbouw
18
17%
34
30%
onbekend
Naast de huisbezoeken in de wijk en aanleunwoningen, is de verpleegkundige begonnen met polyfarmacie reviews samen met de apotheker en de huisarts. In 2014 is dat bij 42 patiënten gedaan. Tabel 32. Overzicht van interventies n.a.v. polyfarmacie check bij geïncludeerde kwetsbare ouderen GC Reeshof, 2014 Polyfarmacie check
Totaal 2014
Totaal 2013
Totaal 2012
Patiënten besproken
42
31
16
Aantal gestopt
6
19
6
Aantal toegevoegd
10
18
6
Dosering gewijzigd
5
4
5
Inname schema gewijzigd
1
0
0
Aantal vervangen
5
0
6
6.4
Prevalentie van ziekten volgens ICPC-code
Via de Q-module is een uitdraai gemaakt van ICPC-codes die waren geconnecteerd aan het journaal.
44
Tabel 33. Gepresenteerde ziekten volgens ICPC-code in 2014 Hoofd groep
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
2014
2014%
2013
2013%
2012%
2011%
A
Algemeen en niet gespecificeerd
2906
14,8%
1695
10,0%
7,8%
7,0%
B
Bloed en bloedv. organen
133
0,7%
157
0,9%
0,8%
0,8%
D
Tractus digestivus
1459
7,4%
1368
8,1%
8,0%
8,1%
F
Oog
673
3,4%
617
3,6%
3,6%
3,7%
H
Oor
981
5,0%
904
5,3%
4,9%
5,5%
K
Tractus circulatorius
665
3,4%
636
3,8%
3,8%
3,7%
L
Bewegingsapparaat
3107
15,8%
2413
14,2%
15,7%
17,0%
N
Zenuwstelsel
632
3,2%
580
3,4%
3,2%
3,3%
P
Psychische problemen
1035
5,3%
891
5,3%
4,8%
5,2%
R
Tractus respiratorius
2015
10,3%
1943
11,5%
15,1%
12,0%
S
Huid en subcutis
2820
14,4%
2641
15,6%
14,7%
15,8%
T
Endocrien klieren/metabol./voeding
417
2,1%
369
2,2%
2,0%
2,2%
U
Urinewegen
694
3,5%
744
4,4%
3,8%
3,8%
W
Zwangerschap/bevalling/AC
508
2,6%
494
2,9%
2,8%
2,9%
X
Geslachtsorganen en borsten vrouw
934
4,8%
870
5,1%
5,3%
5,7%
Y
Geslachtsorganen en borsten man
288
1,5%
275
1,6%
1,5%
1,3%
Z
Sociale problemen
368
1,9%
363
2,1%
2,2%
2,0%
19635
100,0%
16960
100,0%
100,0%
100,0%
TOTAAL
De top 3 bestaat uit de volgende hoofdgroepen: 1. ziekten aan het bewegingsstelsel 2. 'algemeen en niet gespecificeerd' 3. ziekten van het de huid. Nieuw in dit rijtje is de hoofdgroep 'algemeen', welke de groep van het ademhalingsstelsel uit de top 3 gestoten heeft. Er is in de afgelopen jaren al een gestage toename van het aantal daaronder geclassificeerde consulten te zien. Daarnaast is er een duidelijke toename in het aantal ziekten van het bewegingsstelsel. Samen zijn deze groepen goed voor 45% van de gepresenteerde aandoeningen. 6.5
Preventie
In deze paragraaf komen de griepvaccinatie, het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker en het rookstopadvies aan bod. Griepvaccinaties In 2014 werden 2.312 patiënten die tot de doelgroep behoren opgeroepen voor griepvaccinatie (in vergelijking tot 2.179 in het voorgaande jaar). Dat is 22,7% van het totaal aantal ingeschreven patiënten en opnieuw een lichte stijging. Van het totaal aantal ingeschreven patiënten heeft 12,54% op de oproep gereageerd en een griepvaccinatie ontvangen.
45
Tabel 34. Griepvaccinaties (seizoensgriep) GC Reeshof, 2014 Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
Oproep
2312
2179
2134
2056
1959
1701
1564
Opkomst
1279
1232
1242
1232
1272
1153
1098
Opkomstpercentage
55%
57%
58%
60%
65%
68%
70%
Vanaf 2008 is het opkomstpercentage steeds verder gedaald, van 70% destijds naar de huidige 55%. Het aantal oproepen is in diezelfde tijd toegenomen met 48%, terwijl het aantal deelnemers met slechts 16% toenam. Hierbij spelen verschillende factoren een rol. Het aantal indicaties is de laatste jaren toegenomen. Tevens is de ICPC-codering steeds verder verbeterd en hebben dus meer mensen een indicatie. De vergrijzing zorgt ervoor dat steeds meer mensen in de doelgroep passen. Voorts is de leeftijdsgrens verruimd van 65 naar 60 in 2008. Tot slot is er nog het probleem dat een eenmaal toegekende ruiter ‘griepvaccinatie’ niet zomaar verwijderd wordt als hij niet meer van toepassing is, zoals na het stoppen van bepaalde medicatie. Mogelijk zijn er veel mensen die, gezien de ruime automatisch gestelde indicatiestelling, zelf vinden dat ze niet voor een griepvaccinatie in aanmerking komen, waardoor het opkomstpercentage steeds daalt. Vroegtijdige opsporing baarmoederhalskanker Tabel 35. Vroegtijdige opsporing baarmoederhalskanker GC Reeshof, 2014 Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
Totaal
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
Uitgenodigd
533
507
512
488
518
530
464
Geweest
331
346
354
339
355
417
356
Opkomstpercentage
62%
68%
69%
69%
69%
79%
77%
In 2014 werden 533 patiënten die tot de doelgroep behoren opgeroepen voor een uitstrijkje. Dat is 5,2% van de ingeschreven patiënten. Een opkomstpercentage van 62% is voor het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker lager dan het gemiddelde in Nederland. Volgens gegevens van het RIVM lag de opkomst in 2012 rond 64%. Voor geheel Tilburg was dit overigens 60,8%. Het is onduidelijk waarom er plots in 2010 zo’n grote daling is opgetreden. Sindsdien zijn de cijfers vrijwel gelijk gebleven. Het rookstopadvies In 2014 werden er weer minder patiënten begeleid bij het stoppen met roken. In totaal werd er voor 23 patiënten het L-mis protocol ingevuld. In 2013 waren dat er 65 en in 2012 waren dat er 27. Mogelijk heeft de onduidelijkheid over de vergoedingen hierbij een rol gespeeld. Als gekeken wordt naar het aantal keer dat 'stoppen met roken' gedeclareerd is, zijn dat er 32. 6.6
Kwaliteitsbeleid
Eind 2007 is besloten om deel te nemen aan de NHG praktijkaccreditatie. De huisartsen wensten als opleidingspraktijk de kwaliteit van hun werkzaamheden beter inzichtelijk te maken. Verder is het een wens om de werkzaamheden van de 3 verschillende praktijken steeds verder te integreren. Daarom is besloten de 3 praktijken als een geheel te accrediteren. De praktijk is geaccrediteerd op 13 november 2008. Deze accreditatie was geldig tot 13 november 2011. Vanwege het beëindigen van de vergoeding na 3 jaar door zorgverzekeraar VGZ werd door de
46
huisartsen besloten te stoppen met de accreditatie, maar het kwaliteitsbeleid wel op dezelfde manier voort te zetten. 6.6.1 Veilig Incident Melden 2014 In het afgelopen jaar werden in totaal 5 meldingen gedaan. Deze werden als volgt gecategoriseerd. Tabel 36. Veilig Incident Meldingen GC Reeshof, 2014 Risico
Categorie
Risico klein
5
Medisch inhoudelijk
0
Risico matig
0
Proces
4
Risico groot
0
Materiaal
1
Totaal
5
Communicatie
0
Vergissing
3
Logistiek
0
Alle 5 de meldingen waren met een klein risico. In 3 gevallen was er sprake van een vergissing m.b.t. medicatietoediening middels injecties. Een melding betrof ondeugdelijk materiaal. Dit is nieuw besteld en er is een aanpassing gedaan in de lijst met controle van apparatuur/inventaris. Tot slot was er nog 1 melding i.v.m. een klacht die via de website was ingediend over het maken van een online afspraak. De noodzaak tot het doen van veilig incidenten melden dient regelmatig onder de aandacht gebracht te worden. Hiertoe is in 2014 een stukje geschreven voor de nieuwsbrief die in het gezondheidscentrum verspreid wordt. Daarnaast is besloten een 'beloning' in het leven te roepen voor degene met de meest nuttige melding. 6.6.2 Overige kwaliteitsverbeteringen CRP sneltest Via DCT is in 2011 in het laboratorium van de huisartsen een sneltest voor de bepaling van CRP geplaatst. Deze test maakt het mogelijk om bij (bovenste) luchtweginfecties duidelijker onderscheid te maken in de ernst van de infectie. Vaak wordt antibiotica voorgeschreven omdat een ernstige infectie klinisch niet uit te sluiten valt. De uitslag van een CRP test geeft meer zekerheid. Indien de uitslag verhoogd is, samen met de klinische verschijnselen, is dit aanleiding om een antibioticum voor te schrijven. Het apparaat blijkt vaak te worden gebruikt. Er werd nagegaan of er aanwijzingen zijn dat de bepaling van CRP een effect heeft gehad op het aantal voorschriften antibiotica (amoxicilline + doxycycline) in de laatste kwartalen van de afgelopen jaren. Tabel 37. Aantal uitgevoerde CRP testen en antibiotica GC Reeshof, 2014 Aantal CRP-testen
Totaal
Perc
4e kwartaal 2011
381
4e kwartaal 2012
303
4e kwartaal 2013
161
4e kwartaal 2014
236
verschil t.o.v. 2013
75
47%
Totaal
Perc
Aantal AB-voorschriften 4e kwartaal 2011
290
4e kwartaal 2012
257
4e kwartaal 2013
249
4e kwartaal 2014
251
verschil t.o.v. 2013
2
1%
47
In het vierde kwartaal van 2014 is bij 236 patiënten een CRP test gedaan. Alle huisartsen hebben in 2014 weer substantieel meer gebruik gemaakt van de test dan in dezelfde periode van het voorgaande jaar. In totaal is het gebruik van de CRP test met 47% toegenomen. Het voorschrijven van antibiotica is in vergelijking tot het voorgaande jaar zo goed als gelijk gebleven. In het vierde kwartaal van 2014 zijn 251 recepten antibiotica voorgeschreven; dat is een toename van 1% ten opzichte van 2013. Sinds de invoering van de CRP sneltest in 2010 is er een duidelijke daling van antibiotica voorschriften. Nu lijkt dit wat gelijk te blijven, ondanks de grote 'griepgolf' van dit jaar (hetgeen wel duidelijk zichtbaar is in het aantal aangevraagde CRP-testen). Ten opzichte van 2010 is het aantal voorschriften antibiotica met 29% afgenomen (van 353 naar 251 voorschriften). Het najaar van 2013 liet een opvallende daling in het aantal CRP bepalingen zien. Aanvankelijk werd gedacht dat dit mogelijk verklaard zou kunnen worden door een leereffect welke de CRP test zou kunnen bieden. Door de 'toetsing' van de kliniek middels een CRP bepaling, zou het kunnen zijn dat er een betere inschatting gemaakt wordt van de klinische parameters van de patiënt. Dit zou de toevoeging van een CRP bepaling weer wat overbodig maken. Dit jaar is er echter weer een forse toename in het gebruik van de CRP test. Dit komt overeen met het groot aantal patiënten dat klachten had van (bovenste) luchtwegen en griep. Mogelijk is dat aantal dus een grote voorspeller van het aantal aangevraagde CRP bepalingen. IJken apparatuur De apparatuur wordt jaarlijks geijkt.
48
7
APOTHEEK
Dit hoofdstuk is een verkorte weergave van het kwaliteitsjaarrapport van de apotheken in de wijk Reeshof. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar het volledige rapport. 7.1
Inleiding
Bij het ontstaan van de vinex-wijk Reeshof startte Apotheek de Reeshof in 1983 in een noodgebouw en was daarmee de eerste apotheek in de wijk. Vanaf 1990 is deze apotheek gevestigd in de Dubbeldamstraat 2 als onderdeel van Gezondheidscentrum Reeshof. Door de groei van de wijk zijn er in de loop van de tijd 3 apotheken bij gekomen: Apotheek Heyhoef, Apotheek Witbrant en Apotheek Dalem. Apotheek de Reeshof is een niet-bereidende apotheek. Voor bereidingen wordt een beroep gedaan op Apotheek Heyhoef. Eind 2011/begin 2012 is het team van Apotheek de Reeshof behoorlijk uitgebreid. Reden hiervoor is dat de apotheek de farmaceutische zorg voor alle instellingen van Stichting De Wever in Tilburg ging verzorgen. Het betreft hier de levering van medicijnen en hulpmiddelen aan zo’n 1.600 verpleeg- en verzorgingsbedden binnen deze instellingen. In verband met ruimtegebrek in het gezondheidscentrum is dit instellingen gedeelte in 2014 verhuisd naar de Warmondstraat.
49
7.2
Organisatie en medewerkers
Tussen de vier apotheken in de Reeshof vindt nauwe samenwerking plaats. Binnen dit samenwerkingsverband wordt getracht de medewerkers zo flexibel mogelijk te verdelen over de locaties. Hierdoor werken er ook een aantal mensen op of voor meerdere locaties. Tabel 38. Apotheekteam Reeshof per 01-01-2015 Aantal medewerkers
Aantal fte
Apotheker(s)
10
7,5
Assistenten
49
41
Farmaceutisch manager
0
0
Farmaceutisch consulent
1
1
Farmaceutisch medewerker (t.b.v. Smart Filling)
2
1,56
Kwaliteitsmedewerker
1
0,75
Bezorger(s)
6
3,6
Interieurverzorgster(s)
3
1,2
Totaal
72
56,61
Kennis Zoals voorgeschreven door de beroepsgroep moeten alle geregistreerde apothekers voldoen aan de nascholingseisen van de KNMP. In november 2014 heeft één van de jonge apothekers de vervolgopleiding tot Openbaar Apotheker Specialist succesvol afgerond. In het najaar van 2014 zijn er 2 nieuwe jonge apothekers binnen de organisatie komen werken en ook zij zijn gestart met het volgen van deze registratie opleiding. Aangezien de farmacie continue onderhevig is aan verandering, is het van belang om niet alleen de kennis van de apothekers op peil te houden, maar ook die van de assistentes. Elk jaar stellen de apotheken in de Reeshof daarom aan de hand van hun doelstellingen in het jaarplan een cursusbeleid op met een verplicht gedeelte en een individueel in te vullen deel voor alle assistentes. De scholing van farmaceutisch consulente en de kwaliteitsmedewerker wordt individueel bepaald. Informatievoorziening patiënt Na het project uit voorgaande jaren betreffende de eerste en tweede uitgifte begeleiding, is hier in 2014 op verder gegaan en wordt dit sinds dit jaar ook gezien als een aparte prestatie. Na een verplichte communicatie cursus voor alle assistentes wordt er sinds 2014 standaard gebruik gemaakt van de UI-folders van stichting Uitgifte Informatie. Farmaceutische zorg aan verpleeg- en verzorgingshuizen Sinds 1 december 2011 heeft Apotheek de Reeshof de farmaceutische zorg aan de 13 instellingen van stichting De Wever overgenomen van de Instellingenapotheek uit Tilburg. In 2014 is daar verzorgingshuis De Duijnsberg bij gekomen. Naast het leveren van de farmaceutische zorg, wordt ook een groot aantal aanverwante diensten geleverd. 7.3
Visie apotheek
Samenwerking in de zorg is in de toekomst de meest efficiënte manier om met zorgvragen om te gaan. Samenwerkingsvormen, zowel in horizontale als in verticale zin, zullen verder worden ontwikkeld. De patiënt staat centraal en de zorgverleners richten zich gemeenschappelijk op de wensen van de patiënt. Waarschijnlijk zullen deze zorgverleners samen in gezondheidscentra, AHOED’s en medische centra zijn ondergebracht. Farmaceutische zorg is één aspect in de totale gezondheidszorg rond de patiënt en dient samen met andere disciplines te worden ingezet om een zo groot mogelijk totaaleffect te realiseren. De apotheek is naast zorgverlener een commerciële instelling die winst realiseert teneinde de farmaceutische zorg te kunnen garanderen.
50
7.4
Missie apotheek
Apotheken zijn als een schakel in de totale zorgketen gericht op het verlenen van farmaceutische zorg in samenwerking met voorschrijvers en zorgverzekeraars. Naast correcte verstrekking ziet de apotheek het als een belangrijke zorgtaak om de patiënt te begeleiden in een zo goed mogelijk gebruik van medicatie en zelfzorgartikelen, met inbegrip van het bewaken van ongewenste neveneffecten. Specifiek voor bepaalde patiëntcategorieën heeft de apotheek de beschikking over Service Apotheek zorgmodules (Zorg+ en Polyfarmacie).
7.5
Verbeterprojecten
Ook in 2014 hebben in de apotheken in de Reeshof een aantal verbeterprojecten plaatsgevonden. Voor een volledig overzicht zie hun kwaliteitsjaarrapport. Tabel 39. Selectie verbeterprojecten apotheken Reeshof, 2014 Aandachtsveld uit beleid 2. Project
Doelstelling (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden) Invoeren BOS MBJ BOS/MBJ is een uitstekend middel om de afhandeling van medicatiebewakingssignalen goed af te handelen en op een duidelijke manier vast te leggen. We werken al een aantal jaren met deze module. Streefdoel is om eind 2014 alle IA’s/CI’s via BOS/BMJ af te handelen.
Verantwoordelijke persoon Apothekers
Resultaat: In 2014 zijn alle BOS/MBJ schermen geactiveerd. 3. Project De zorg rondom patiënten die incontinentieproducten gebruiken verder Farmaceutisch consulente/ uitbreiden. Hierbij denken we aan een gestructureerder volgen van deze verantwoordelijk assistente patiënten inclusief minstens jaarlijks een evaluatie. De incontinentiemodule van NControl helpt ons hiermee. Hiervoor zal een projectplan worden opgesteld. Resultaat: Alle incontinentiegebruikers worden via de DISV-module van NControl begeleid. Via deze module vindt een intakegesprek plaats door een gespecialiseerde medewerker in de apotheek en wordt de patiënt via deze module gevolgd en regelmatig geëvalueerd. Hierdoor is ook overgebruik snel inzichtelijk. Er wordt voor gezorgd dat aan het eind van elke kalendermaand de patiënten die in deze module in de actielijst staan, geëvalueerd zijn en dit is in 2014 goed verlopen.
51
11.
Zorgcollega’s
FTO’s met artsen voeren. Gestreefd wordt om in 2014 4 FTO-bijeenkomsten te houden.
Apothekers
Resultaat: In 2014 zijn de volgende onderwerpen besproken in een FTO in de wijk: hartfalen, palliatieve zorg, polyfarmacie en wondzorg. Hiermee is het aantal van 4 bijeenkomsten succesvol behaald en waren het alle 4 nuttige en interactieve bijeenkomsten. 12. Zorgcollega’s Cliënten, die chronisch meer dan 5 geneesmiddelen gebruiken, wordt een Farmaceutisch consulent/ medicatiereview (MRT) aangeboden, indien zij daar volgens de apothekers zorgverzekeraar voor in aanmerking komen. Hiervoor wordt eerst een gesprek gepland met de cliënt over zijn medicijnen, eventuele problemen met het gebruik hiervan en zijn beleving van zijn gezondheid. Na dit gesprek, met toestemming van de cliënt, worden zijn medische gegevens en meetwaarden opgevraagd bij de huisarts. Hierna volgt een analyse van alle verzamelde gegevens en wordt daarna besproken met de betreffende huisarts en met de cliënt. Resultaat: In 2014 zijn in totaal 150 medicatiereviews uitgevoerd in de 4 apotheken. 59 reviews in Apotheek de Reeshof (waarvan 42 in het kader van het project ouderenzorg), 44 voor Apotheek Heyhoef, 18 voor Apotheek Witbrant en 29 voor Apotheek Dalem. Apotheek de Reeshof
13.
Zorgcollega’s
FTO met specialisten ouderenzorg voeren. Gestreefd wordt om in 2014 5 à 6 bijeenkomsten te houden.
Instellingen-apothekers
Resultaat: In 2014 zijn de volgende onderwerpen besproken in het FTO ouderenzorg: obstipatie, parkinson, angst/slaapstoornissen, luchtweginfecties en urineweginfecties en is het streven van 5 bijeenkomsten gehaald. 16. Zorgcollega’s 2 apothekers nemen deel aan het Geriatrisch Expertise Team, waarbij de 2 apothekers zorg voor de oudere patiënt besproken wordt. Resultaat: Deelname aan dit GET is in 2014 gecontinueerd. Dit heeft geleid tot introductie van nieuwe werkwijzen en duidelijkheid over wie wanneer te consulteren. Voordeel voor ons is dat 2 apothekers nu op de kaart staan als expert in de zorg bij ouderen.
7.6
Kwaliteitsindicatoren
Overal in de gezondheidszorg wordt hard gewerkt aan het inzichtelijk en transparant maken van de kwaliteit van de geleverde zorg. Voor de apotheken is daarvoor in 2007 een set prestatie indicatoren geïntroduceerd. Prestatie indicatoren bieden in de vorm van kengetallen inzicht in de kwaliteit van zorg en kunnen verschillende gebruiksdoelen hebben. Voor de apotheek worden de prestatie indicatoren door de IGZ (Inspectie voor de Gezondheidszorg) ingezet om het toezicht op de kwaliteit van zorg van openbare apotheken efficiënter en meer risicogericht te maken. Daarnaast moet de set indicatoren apothekers stimuleren en ondersteunen bij het verbeteren van de farmaceutische zorgverlening. Sinds 2010 wordt een deel van deze indicatoren ook openbaar gemaakt om de farmaceutische zorg transparant en zichtbaar te maken voor de zorgconsument.
52
De indicatoren van de apotheek zijn afgezet tegen landelijke percentielen. De eerste 3 indicatoren moeten zo laag mogelijk scoren. De middelste indicatoren moeten zo hoog mogelijk scoren. Van apothekers wordt verwacht dat zij actief zijn in het beïnvloeden van de indicatoren en een rol spelen in het bewust voorschrijven door huisartsen. Vanaf juli 2014 worden de prestatie indicatoren voor de instellingen-apotheek en de balie-apotheek in gescheiden overzichten weergegeven. Tabel 40. Prestatie indicatoren balie-apotheek Apotheek de Reeshof 2010 – 2014 Naam indicator
2010 2011 2012 2013 2014
Landelijk gemiddelde 2014
6
6
5,3
6
2
2
1,4
2
31
33
42
35
Percentage patiënten met minimaal 2 stootkuren prednis(ol)on ondanks chronisch long specifieke inhalatiemedicatie Percentage gebruikers antimycotica bij inhalatiecorticosteroïden
1
1
Percentage patiënten (16 – 45 jaar) met overgebruik van kortwerkende luchtwegverwijders bij astma Percentage patiënten >70 jaar dat klassieke NSAID’s met gastroprotectie gebruikt Percentage patiënten dat gelijktijdig nitraat en antithromboticum gebruikt (antithromboticum bij angina pectoris) Percentage gebruikers sterke opioïden met tevens laxantia
83
83
90
92
94,5
86
95
87
92
97
98,5
95
58
52
57
59
56,4
54
53
61
58,3
73
77
74
69,7
74
81
79
81,3
77
74,7
76
Percentage dosisaerosol-gebruikers met voorzetkamer Percentage nieuwe gebruikers simvastatine met meer dan 20 mg van het totaal aantal nieuwe gebruikers simvastatine Percentage patiënten met gebruik van nitraten of thrombocytenaggregatieremmers dat tegelijkertijd een statine gebruikt
70
61
Percentage diabetespatiënten dat een statine gebruikt. Percentage gebruikers van triptanen zonder overbehandeling of met gebruik van een profylactisch middel Percentage patiënten met een eerste uitgifte van slaapmiddelen met een gebruik van minder dan of gelijk aan 15 dagen Percentage patiënten met protonpompremmers waarbij de laatste aflevering omeprazol of pantoprazol was met generiek in koopkanaal Percentage patiënten met een eerste uitgifte NSAID’s van ibuprofen, naproxen of diclofenac met generiek inkoopkanaal of een van de preferente middelen diclofenac Percentage coxib-gebruikers met vermoedelijk geen ischemische cardiovasculaire aandoeningen Percentage patiënten (>80 jaar) met maagbescherming bij thrombocyten-aggregatieremmers Percentage patiënten met foliumzuur bij methotrexaatgebruik
91
90
89,6
93
96
92
95
93
86
87
88,2
88
92
94
93,4
91
80
76
88,9
88
73
79
82,6
77
93
96
97,9
96
Aantal patiënten dat meer dan 1000 mg metformine per dag gebruikt
257
Aantal patiënten met geïndividualiseerde distributievorm (baxter)
322
Aantal patiënten dat de combinatie coumarine en co-trimoxazol gekregen heeft
0
Het team van Service Apotheken de Reeshof, Heyhoef, Witbrant en Dalem gaat het komende jaar weer enthousiast verder met de door ons opgestelde doelen.
53
8
Fysiotherapie
8.1
De praktijk
De praktijk stelt zich tot doel het leveren van optimale en kwalitatief hoogwaardige, op de klachten van de patiënt afgestemde fysiotherapeutische zorg. Kernwaarden hierbij zijn: multidisciplinaire samenwerking, zorg op maat, persoonlijke aandacht voor de patiënt, transparantie en laagdrempeligheid. Het inzicht geven in zijn/haar klachtenbeeld staat centraal met daarbij als doelstelling een zo goed mogelijke zelfredzaamheid van de patiënt te bewerkstelligen. In de praktijk kunnen alle inwoners van de Reeshof e.o. terecht die behoefte hebben aan fysiotherapeutische zorg, zowel voor individuele als groepstherapie. Door onze specialisaties zijn de speerpunten: manuele therapie, manuele lymfdrainage, psychosomatische fysiotherapie en beweeggroepen voor mensen met een chronische aandoening. Praktijkfilosofie: vrijheid van bewegen geeft vrijheid in je leven. Dit past in onze manier van werken waarbij wij de fysiotherapeut zien als een belangrijke schakel in de multidisciplinaire aanpak in de gehele ketenzorg gericht op zelfredzaamheid van patiënten. 8.2
Praktijkorganisatie en medewerkers
In 2014 waren binnen Fysiotherapiepraktijk Gezondheidscentrum Reeshof 8 fysiotherapeuten werkzaam: 2 praktijkeigenaren, 1 fysiotherapeut met een zelfstandige praktijk en 5 fysiotherapeuten in loondienst. Als ondersteunend personeel zijn 1 administratieve kracht en 1 interieurverzorgster werkzaam in de praktijk. Voor een overzicht van de in 2014 in de praktijk aanwezige specialisaties zie onderstaande tabel. Tabel 41. Overzicht specialisaties fysiotherapie 2014 Naam
Specialisaties
Maikel de Beer
Manuele therapie
Patricia Bonants
Irma van Eijndhoven Jeroen Fassaert Marian Heesbeen
Carla van Nunen
Psychosomatische therapie Groepstherapie (oefengroepen) Kinesiotape / McConnell knie Mobillisatie Mulligan / Cyriax McKenzie therapie Kinesiotape / McConnell knie Psychosomatische therapie Manuele lymfdrainage Rug, nek en schouderscholing McKenzie therapie Kinesiotape / McConnell schouder Viscerale manipulaties McKenzie therapie
Danique de Rooij
Groepstherapie (oefengroepen)
Germa Spierings
Manuele therapie Groepstherapie (oefengroepen)
De praktijk biedt jaarlijks een opleidingsplek voor een stagiair van de opleiding fysiotherapie van Avans te Breda.
54
8.3
Geleverde fysiotherapeutische zorg in 2014
8.3.1 Aantal patiënten Onder vermelde aantallen hebben uitsluitend betrekking op Fysiotherapiepraktijk Gezondheidscentrum Reeshof. Dit is dus exclusief de behandelingen van Marian Heesbeen, welke een eigen praktijk voert. Tabel 42. In- en uitstroom patiënten fysiotherapie per leeftijdscategorie 2014 Instroom in 2014 Leeftijd
Aantal
%
0 – 19 jaar
79
20 – 39 jaar
Nog in behandeling uit 2013
Totaal 2014
Aantal
Aantal
Uitbehandeld in 2014 Aantal
%
8,3
77
8,0
215
22,6
213
22,1
40 – 59 jaar
441
46,4
453
46,9
60 – 79 jaar
191
20,1
191
19,8
> 80 jaar
24
2,5
31
3,2
Totaal
950
220
1170
965
§ De instroom per geslacht is 39,6% man, 60,4% vrouw. T.o.v. 2013 is er een lichte stijging van het aantal mannen (2,5%). § In 2014 werden in totaal 1.170 patiënten behandeld (1.157 patiënten in 2013). De instroom van nieuwe patiënten is toegenomen: van 901 in 2013 naar 950 in 2014. § T.o.v. 2013 is er een toename in met name de leeftijdscategorieën 60 – 79 jaar (56 patiënten) en > 80 jaar (5 patiënten). § Behandelduur: chronische patiënten gemiddeld 20,2 behandelingen/patiënt (20,8 in 2013); patiënten met acute klachten gemiddeld 6,7 behandelingen/patiënt (6,6 in 2013). Het totaal aantal behandelingen in 2014 gedeeld door het totaal aantal patiënten levert een gemiddelde van 10,4 op (t.o.v. 8,1 in 2013). § Binnen de praktijk zijn geen wachttijden. In het algemeen kunnen patiënten binnen 2 werkdagen terecht bij een fysiotherapeut die beschikt over de specialisatie die nodig is om de klacht van de patiënt te behandelen. 8.3.2 Overzicht diagnosen en behandelde patiënten Tabel 43. Overzicht aandoeningen van acute aard, 2014 Behandeld in 2014 Aandoeningen
Behandeld in 2013
Aantal
%
Aantal
%
Nek/rug
532
51,1
461
48,8
Bovenste extremiteit
144
13,8
129
13,7
Onderste extremiteit
185
17,8
178
18,9
Longen
3
0,3
3
0,3
Overige
177
17,0
173
18,3
Totaal
1041
100,0
944
100.0
T.o.v. 2013 is er een duidelijke toename in het aantal patiënten met klachten nek/rug (13%) en bovenste extremiteit (10%).
55
Tabel 44. Overzicht aandoeningen van chronische aard, 2014 Behandeld in 2014
Behandeld in 2013
Aandoeningen
Aantal
%
Aantal
%
Reumatologisch
1
1,0
1
0,9
Neurologisch
12
12,4
6
5,4
Longen
10
10,3
9
8,0
Postoperatief
62
63,9
70
62,5
Hart- en vaatziekten
1
1,0
7
6,3
Frozen shoulder, osteoporose en (reflex)dystrofie
3
3,1
5
4,5
Overige
8
8,2
14
12,5
Totaal
97
100,0
112
100,0
T.o.v. 2013 is er een duidelijke toename in het aantal patiënten met een neurologische aandoening (50%) en een daling in het aantal postoperatieve behandelingen (11%). 8.4
Voorlichtingsactiviteiten
§ §
Foldermateriaal voor specifieke aandoeningen, zoals manuele lymfdrainage en de groepstrainingen. De nieuwe website van de fysiotherapiepraktijk: www.fysiotherapiegcreeshof.nl
8.5
Kwaliteitsbevordering
Alle fysiotherapeuten zijn ingeschreven in het Centraal Kwaliteitsregister (CKR) Fysiotherapie. Dit betekent dat zij voldoen aan de door het KNGF gestelde kwaliteitseisen. Bij een volledige registratieperiode van 5 jaar gelden eisen t.a.v. te behalen studiepunten via aanvullende scholingen. Onderstaand een overzicht van de gevolgde nascholingen binnen de fysiotherapiepraktijk: § 1 fysiotherapeut is in 2010 gestart met een master upgrade manuele therapie en heeft deze in 2014 afgerond. § Cursus plexis lumbalis/lage rugklachten. § Trigger point therapie. § Nascholing orthopedie. § Cursus reanimatie/AED. Binnen de praktijk wordt uitsluitend gewerkt op basis van de richtlijnen van het KNGF (Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie). In 2013 zijn we gestart met het kwaliteitsonderzoek van het KNGF: Kwaliteit in Beweging. Dit is een toetsing van onze verslaglegging in de patiëntendossiers. Verder vindt er binnen de praktijk 6-wekelijks een teamoverleg plaats. Naast het bespreken van praktische aandachtspunten, wordt tijdens dit overleg casuïstiek besproken. Binnen het teamoverleg is in 2014 o.a. bekeken hoe patiëntendoelen SMART geformuleerd kunnen worden. In 2013 heeft de praktijk deelgenomen aan de patiëntenraadpleging van GC Reeshof. De vragen waren gericht op de praktijk, de behandelingen en de behandelend fysiotherapeut. Voor de resultaten zie 2.16. 8.6
Activiteiten in 2014
In 2013 is de praktijk overgenomen door 2 fysiotherapeuten. Zij huren de praktijkruimte van de oude praktijkeigenaar. Na de praktijkovername is direct geïnvesteerd in het professionaliseren van het ICTsysteem. De praktijk is in 2014 ingrijpend verbouwd/gemoderniseerd, waaronder realisatie en inrichting van een oefenruimte.
56
Op 23 mei 2014 vond een officiële opening van de vernieuwde praktijk plaats. De dag erna was er een open dag voor belangstellenden, waarbij ook de beweegaanbieders van BORIS aanwezig waren om hun aanbod te presenteren.
De praktijk is betrokken bij het project BORIS (zie ook 2.7). In het kader van dit project wordt ‘Bewegen op Recept’ aangeboden: 12 weken, 2 x per week sporten onder begeleiding van een fysiotherapeut. In 2014 hebben 25 personen deelgenomen aan dit project. In 2013 is binnen het gezondheidscentrum een depressieproject gestart: 2-jarige pilot aangestuurd door Zorroo (zie ook 2.6). Een multidisciplinair team bespreekt casuïstiek m.b.t. patiënten met klachten uiteenlopend van somberheid tot depressie. De psychosomatisch fysiotherapeuten nemen hieraan deel. In 2014 is het overleg huisartsen – fysiotherapeuten weer opgestart. Twee keer per jaar komen de huisartsen en fysiotherapeuten binnen GC Reeshof bij elkaar om praktische zaken af te stemmen en t.b.v. casuïstiek overleg. 8.7
Plannen voor 2015
§
Continueren van oefengroepen voor patiënten met specifieke aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, astma/COPD, depressie, diabetes, obesitas, etc. Een fysiotherapeut zal een cursus dry needling volgen; een andere fysiotherapeut start met de opleiding manuele lymfdrainage. Starten met continue patiëntenraadpleging via Mediquest.
§ §
57
9
Psychologie
9.1
De praktijk
Psychologiepraktijk Reeshof is een eerstelijns praktijk die kortdurende psychologische hulp verleent aan mensen met psychosociale problemen. Hierbij staat de cliënt centraal. De praktijk is voor iedereen – vanaf 18 jaar – toegankelijk. Cliënten kunnen er terecht met veel verschillende problemen en psychische klachten, alsmede met klachten die een meer persoonsgebonden karakter hebben. Wij bieden individuele- en relatietherapie. Waar mogelijk willen we de cliënten hun gezonde kant laten zien en versterken, hen feedback geven (ook d.m.v. vragenlijsten), hen waar nodig steunen, laten reflecteren, confronteren en positief bekrachtigen. Wij bieden hen deskundigheid, transparantie en vertrouwen en verwijzen door wanneer expertise nodig is die binnen onze praktijk niet aanwezig is.
9.2
Praktijkorganisatie en medewerkers
De psychologen vormen de vennootschap ‘Psychologiepraktijk Reeshof-Baarle’. We zijn werkzaam op 2 locaties. Begin november 2013 zijn we vanuit GC Reeshof verhuisd naar een eigen praktijkpand aan de overkant in de Doesburgstraat. Behalve de psychologen, werken hier ook de directie van het gezondheidscentrum, de POH-somatiek, POH-GGZ en een diëtist. Daarnaast huren we behandelruimte in ‘Het Praktijkhuis’ in Baarle-Hertog. Binnen de praktijk zijn 4 vennoten werkzaam, allen geregistreerd GZ psychologen met eerstelijns kwalificatie van NIP/LVE. Het team wordt administratief ondersteund door een assistente.
58
9.3
Geleverde psychologische zorg in 2014
In 2014 is het nieuwe vergoedingenstelsel binnen de GGZ van start gegaan. Binnen de basis generalistische GGZ waarin wij werkzaam zijn, wordt voortaan gewerkt met de behandelpakketten kort, middel, intensief en chronisch. Cliënten komen alleen nog in aanmerking voor vergoeding door een zorgverzekeraar indien er sprake is van een psychische stoornis volgens de DSM 4. Cliënten met lichtere psychische klachten worden voortaan behandeld bij de POH-GGZ. Het is duidelijk merkbaar dat de problematiek waarvoor cliënten hulp vragen, is verzwaard. Diagnosen en behandelingen Binnen de praktijk wordt de breedte van eerstelijns problematiek op psychosociaal vlak behandeld, m.n. stemmingsklachten, angstklachten, aanpassingsproblemen, verwerkingsproblemen, trauma, relatieproblematiek, gedragsproblemen en psychosomatische klachten. Behandelingen binnen de eerste lijn worden niet gekenmerkt door het specialisme van de behandelaar maar door de problematiek van de cliënt en zijn dus ‘op maat gesneden’ en derhalve divers. Wachttijden Ook in 2014 was er sprake van wachttijden variërend van 6 tot 12 weken. Wachttijd varieert en is lastig in te schatten omdat behandelingsindicatie, duur en arbeidsintensiviteit niet voor intake duidelijk is. Met de vaste verwijzende huisartsen bestaat de afspraak dat indien zij een verwijzing urgent vinden, deze binnen 2 weken wordt ingepland. 9.4
Samenwerking
In samenwerking zit een meerwaarde voor de behandeling. Op deze manier wordt vanuit verschillende disciplines naar het probleem van een cliënt gekeken, hetgeen helpt om de meest geschikte behandeling te kiezen. Binnen Gezondheidscentrum Reeshof Het psychologenteam maakt gebruik van elkaars deskundigheid en ervaring. In een sfeer van respect, deskundigheid en openheid zijn ze ondersteunend, kritisch en betrouwbaar. Een goede onderlinge samenwerking is stimulerend en inspirerend. Binnen het gezondheidscentrum is er samenwerking met de huisartsen, (psychosomatische) fysiotherapeuten, POH-S en met de POH-GGZ. Buiten Gezondheidscentrum Reeshof Psychologiepraktijk Reeshof-Baarle werkt samen met huisartsen in het Praktijkhuis Baarle-Hertog en onderhoudt contact met de andere huisartsen in de Reeshof in Tilburg rond cliënten die door hen zijn verwezen. De psychologen van GC Reeshof zijn actief binnen de afdeling Midden-Brabant van de LVE (Landelijke Vereniging Eerstelijnspsychologen). Tevens zijn de psychologen actief in het oprichten van de zorggroep Psy & Co Midden-Brabant, het GGZ-platform en de werkgroep inhoud ontstaan uit het Platform GGZ. Verder werkt Psychologiepraktijk Reeshof samen met collega eerstelijns psychologen, psychologen/psychotherapeuten werkzaam in de tweede lijn, bedrijfsartsen en met instellingen zoals
59
Tilburg Mentaal, Politie Midden- en West- Brabant, Leypark, Verbeten Instituut en Maatschappelijk Werk. Eind 2013 is er een wijkgericht overleg gestart met de psychologen werkzaam in de Reeshof. 9.5
Kwaliteitsbevordering
Alle behandelaars die werkzaam zijn in de psychologiepraktijk zijn aangesloten bij het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP) en de Landelijke Vereniging Eerstelijnspsychologen (LVE). Ze werken volgens de NIP beroepscode. Voorts werken de eerstelijns psychologen volgens de ‘state of the art’ en ‘evidence based’. Hiertoe blijven ze studeren en herregistreren volgens de eisen van NIP en LVE. De gekwalificeerde eerstelijns psychologen hebben in 2010 als eerste beroepsgroep onder praktiserende psychologen de eerste vijfjarige herregistratie gedaan. Kwaliteitsbevordering vindt plaats d.m.v. intervisie, nascholing en herregistratie. 9.6
Wijzigingen in vergoeding behandeling
In 2014 is de eigen bijdrage voor cliënten voor de behandeling geschrapt. Het eigen risico is verhoogd naar € 365,-. De behandelaars hebben met alle zorgverzekeraars contracten afgesloten waardoor cliënten behandeling vergoed krijgen indien er sprake is van een psychische stoornis. In het nieuwe stelsel blijft helaas de behandeling van aanpassingsstoornissen, werk- en relatieproblemen uitgesloten van vergoeding. Cliënten kunnen natuurlijk ervoor kiezen zelf de behandeling te betalen. In enkele gevallen wordt de partner-relatietherapie wel betaald door de zorgverzekeraar indien een of beide partners een DSM 4 diagnose heeft. Binnen het gezondheidscentrum zijn we een multidisciplinaire samenwerking aangegaan, het DBC project Zorroo-depressie. Cliënten die geïncludeerd worden, hoeven geen eigen risico te betalen voor behandeling. Het is duidelijk merkbaar dat dit de drempel verlaagt voor minder draagkrachtige cliënten. 9.7
Plannen voor 2015
Speerpunten voor 2015, naast lopende samenwerking en projecten: § De zorggroep Psy & Co.zal gaan fuseren met andere zorggroepen en Psywijzer Coöperatie gaan heten. § In 2015 zal de gehele organisatie en financiering van kind en jeugd onder verantwoordelijkheid van de gemeenten gaan vallen. De complexe manier van contractering en financiering, heeft ons in het najaar van 2014 doen besluiten om geen jeugdigen meer te behandelen. Dit was een moeilijke keuze omdat we de behandeling van jeugdigen jarenlang met veel plezier binnen onze praktijk hebben gedaan. § Afstemming met de POH-GGZ medewerkers van de huisartspraktijken Gezondheidscentrum, Dalem en Tuindorp.
60
10
Jeugdgezondheidszorg GGD Hart voor Brabant
10.1 GGD JGZ 0 – 12 jaar Na de geboorte van een kind komt de wijkverpleegkundige op kennismakingsbezoek bij de ouders thuis en legt uit wat zij van GGD JGZ/het consultatiebureau kunnen verwachten. Tegelijkertijd wordt een afspraak gemaakt voor het eerste bezoek aan het consultatiebureau. In het eerste levensjaar van hun kind worden ouders minimaal 7 keer uitgenodigd om naar het consultatiebureau te komen. Kinderen worden gewogen, gemeten en ontvangen de noodzakelijke inentingen. Daarnaast kunnen ouders vragen stellen over hun kind, bijvoorbeeld over huilen, slaapproblemen, eetgewoonten en gedrag. Een bezoek aan het consultatiebureau duurt ongeveer 20 minuten. Peuters en kleuters en kinderen in de leeftijd van 1 – 12 jaar worden 5 keer uitgenodigd om naar het consultatiebureau te komen. Ook dan worden ze gemeten en gewogen en ook de lichamelijke, sociale en spraak- en taalontwikkeling wordt op de voet gevolgd. Er wordt een visustest gedaan en met 5 jaar ook een audiogram. Verder kunnen ouders altijd vragen stellen. 10.2 Organisatie en medewerkers Sinds de start van het gezondheidscentrum bevindt zich het consultatiebureau van GGD Hart voor Brabant in het gebouw. Momenteel werken er op deze locatie 1 arts JGZ, 2 verpleegkundigen en 3 assistentes.
De GGD HvB is HKZ gecertificeerd In 2013 zijn voor de JGZ audits uitgevoerd op het gebied van psychologie, screening van 2e klas voortgezet onderwijs, organisatie van rijksvaccinaties en screening van het PGO voor 5- en 6-jarigen. Naar aanleiding van deze audits zijn er verbeterplannen opgezet. Zowel de audits alsook de verbeterplannen zijn niet specifiek voor één locatie, maar breed voor het hele programma Jeugd.
61
10.3 Geleverde zorg In onderstaande tabellen wordt een overzicht van de activiteiten gepresenteerd. Tabel 45. Overzicht consulten en huisbezoeken GC Reeshof, 2014 Aantal Totaal aantal consulten
2043
Totaal aantal huisbezoeken op indicatie
36
Totaal aantal intake huisbezoeken
162
Tabel 46. Aantal kinderen 0 – 4 jaar GC Reeshof, 2014 Geboortejaar
Aantal kinderen 0 - 4 jaar
2010
203
2011
211
2012
201
2013
177
2014
105
Alle nieuwgeborenen krijgen een hielprik. Ook wordt het rijksvaccinatie programma uitgevoerd voor kinderen van 0 – 19 jaar, inclusief HVP. 10.4 Voorlichtingsactiviteiten Diverse cursussen in het kader van opvoedingsondersteuning en zwangerschapscursussen. Daarnaast worden interventies ingezet zoals boekenpret, praktische thuisbegeleiding, Triple P video hometraining, voorzorg, inbakeren, etc. Aantallen zijn bekend voor heel Tilburg, maar niet gespecificeerd voor GC Reeshof.
62
11
BES diëtisten
11.1 BES diëtist DieetStijlpraktijk Esther BES diëtist DieetStijlpraktijk Esther levert op verwijzing van een arts een breed pakket aan voedingsvoorlichting, dieetbehandeling en leefstijladvisering aan cliënten thuis/in de eigen woonsituatie. Het uitgangspunt is dat de dienstverlening moet bijdragen aan het handhaven van de autonomie van de cliënt/consument. DieetStijlpraktijk Esther wil adviseren, behandelen en coachen om een bijdrage te leveren in het zoeken naar oplossingen voor vragen en behoeften van de cliënt door: § Dicht bij de cliënt werkzaam te zijn. § Dieetbehandeling zonder wachtlijst, gericht op gedragsverandering (verandering leefstijl). § Het aanbieden van voedings- en dieetbegeleiding bij diverse ziektebeelden, o.a. diabetes behandeld met insulinetherapie en ondervoeding. § Dieetbehandeling zonder wachtlijst, gericht op gedragsverandering (verandering leefstijl). § Multidisciplinaire samenwerking. § Een breed en flexibel aanbod voor jong en oud, ziek en gezond, individueel en groepsgericht. Per 1 juli 2013 is Thebe Diëtheek gestopt met haar activiteiten en zijn de meeste diëtisten in zelfstandige praktijken verder gegaan. Sinds 2008 werd door Thebe gedurende 1 dag in de week een spreekuur diëtetiek gehouden binnen GC Reeshof. Vanaf augustus 2013 wordt dit gedaan door DieetStijlpraktijk Esther, vrijgevestigd diëtist Esther Grauss, die met 6 ex-Thebe-diëtisten een samenwerking is gestart in BES diëtisten (Brabantse Eerstelijns Samenwerkende diëtisten). Vanaf de opening van het pand in de Doesburgstraat is Esther Grauss hier op woensdagen werkzaam. . 11.2 Productenpakket Het productenpakket van DieetStijlpraktijk Esther omvat: Dieetadvisering Dieetadvisering is het geheel aan activiteiten dat tot doel heeft een bijdrage te leveren aan het voorkomen, opheffen, verminderen of compenseren van met voeding samenhangende of met voeding beïnvloedbare stoornissen, beperkingen en participatieproblemen. Dieetadvisering wordt zowel individueel als in groepsverband aangeboden. Cliënten bezoeken veelal een van de spreekuren, maar ook telefonische consultering en het afleggen van een huisbezoek (op indicatie) zijn vormen waarin dieetadvisering wordt aangeboden. In het jaar 2013 werd dieetadvisering (m.u.v. ketenzorg) weer gefinancierd uit de basisverzekering. Enkele zorgverzekeraars hebben dieetadvisering in het aanvullende pakket opgenomen, waardoor meer behandeltijd benut kan worden. Dieetadvisering vindt plaats op medische indicatie van een arts. Voor mensen met diabetes, COPD en mensen met risico op hart- en vaatziekten zijn 3 ketenzorggroepen opgesteld, waarin deze mensen ook behandeld worden door de diëtist. Dieetadvisering wordt veelal rechtstreeks met de zorgverzekeraar of zorggroep (voor de ketenzorg) afgerekend. Declaratie vindt plaats in behandeleenheden van 15 minuten. Voedingsvoorlichting Voedingsvoorlichting omvat allerlei vormen van preventieve voorlichting op het gebied van voeding gericht op cliënten zonder medische indicatie. Voor voedingsvoorlichting was binnen Thebe tot en met 2012 budget beschikbaar wat beheerd en verdeeld werd door ZonMw. De activiteiten werden uitgevoerd conform een door ZonMw goedgekeurd programma en richtten zich op de doelgroepen cliënten met overgewicht en cliënten met diabetes. In 2013 is deze financiering komen te vervallen en kan deze voedingsvoorlichting helaas niet meer kosteloos worden aangeboden door de diëtist. In het kader van het project BORIS (Bewegen Op Recept In de Sport) zijn diverse groepsbijeenkomsten over voeding aangeboden voor de deelnemers.
63
11.3 Geleverde zorg in 2014 Tabel 47. Geleverde zorg GC Reeshof, 2014 Hoofdindicatie
Aantal nieuwe cliënten
Diabetes mellitus
22
Ondergewicht/ gewichtsverlies
7
Overgewicht
35
COPD
3
Prikkelbare Darm Syndroom (PDS) en obstipatie
8
Hyperlipidemie
4
Hypertensie
4
Consulten
Aantal
Eerste consulten
83
Vervolgconsulten
172
Totaal
255
DieetStijlpraktijk Esther heeft op woensdag een wekelijks spreekuur in de dependance van GC Reeshof. Bij drukte worden extra spreekuren op andere dagen ingepland om wachtlijsten te voorkomen. Met RCH is in 2014 opnieuw een contract gesloten t.a.v. het leveren van de dieetbehandeling in de DBC diabetes mellitus, CVRM en COPD waaraan ook door de huisartsen van Gezondheidscentrum Reeshof wordt meegewerkt. De diëtist krijgt via de praktijkondersteuner de verwijzingen voor diabeten, mensen met risico op harten vaatziekten en mensen met COPD. 11.4 Kwaliteitsbevordering DieetStijlpraktijk Esther en de collega BES-diëtisten zijn allen ingeschreven in het kwaliteitsregister paramedici en lid van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten. Regelmatig worden bijscholingen gevolgd en vindt intervisie plaats. 11.5 Ontwikkelingen Uit een analyse van externe factoren blijkt dat de behoefte aan dieetadvisering in de toekomst verder zal toenemen. Dit wordt onder meer veroorzaakt doordat de overheid preventie van o.a. overgewicht en diabetes hoog op haar prioriteitenlijst heeft staan. Daarnaast is de verwachting dat het aantal chronisch zieken (o.a. diabetes, hart- en vaatziekten, COPD) zal toenemen. DieetStijlpraktijk Esther richt zich zowel op cliënten met een medische indicatie alsook op mensen die hun leefstijl willen verbeteren. Cliënten met eetstoornissen en voedselallergieën die zich aanmelden bij DieetStijlpraktijk Esther worden doorverwezen naar gespecialiseerde diëtisten van DITO (Diëtisten Tilburg en Omstreken, allemaal ex-Thebe diëtisten). DieetStijlpraktijk Esther maakt deel uit van de werkgroep Gezond Gewicht kinderen Reeshof-oud van GGD, welke eind 2013 is herstart. Doel is om activiteiten gericht op preventie van overgewicht bij kinderen in de Reeshof in kaart te brengen en vorm te geven.
64
12
Outlook 2015
Als het jaarverslag eindelijk gereed is zitten we al ver in het ‘komende’ jaar. Daarom geven wij u graag nu al een blik op de ontwikkelingen in 2015. We doen dat in een staccato overzicht. In het jaarverslag 2015 volgt uiteraard een volledige beschrijving. Zorg voor jeugd De samenwerking op het gebied van jeugdzorg wordt verder vorm gegeven. Vanaf maart 2015 treedt een kinder- en jeugdpsycholoog toe tot het samenwerkingsverband. Zij zal 1 dag per week spreekuur houden in het gezondheidscentrum. Het eind 2014 gestarte MDO-jeugd zal maandelijks worden georganiseerd. Samenwerkingsproject Kompaan en de Bocht Door samenwerking tussen Kompaan en de Bocht en GC Reeshof willen beide partijen dat in 2015 de volgende doelen worden gerealiseerd: § de vroegtijdige signalering van problemen binnen gezinnen verbeteren § inzet preventieve hulp sneller en directer zonder wachttijd realiseren § de hulpverlening voor gezinnen (specialistische hulp) laagdrempeliger maken § goede communicatie en werkafspraken realiseren tussen betrokken hulpverleners op casusniveau § beoordeling of de inzet van een POH-jeugd zinvol zou zijn. Wijkverpleging Vanaf 1 januari 2015 is 24 uur ‘niet toewijsbare’ wijkverpleegkunde toegekend aan de Reeshof. In opvolging van het project Consulent Maatschappelijke Ondersteuning zal i.s.m. CZ en de Gemeente Tilburg de pilot ZOWEL (Verbinding Zorg en Welzijn) worden uitgetest. Ook de omliggende huisartsenpraktijken worden daarbij betrokken. BORIS (Bewegen op Recept) Het gezondheidscentrum heeft samen met een aantal sportverenigingen een subsidie verkregen van ZonMW in het kader van het programma Sportimpuls. Via voorlichtingsbijeenkomsten worden patiënten uitgenodigd tot deelname. Medio 2015 zullen nieuwe initiatieven worden ontwikkeld om het bewegingsaanbod na afloop van het project (september 2015) in stand te houden. Ook met de GGD zullen hierover gesprekken plaatsvinden. Samenwerking zuidelijke gezondheidscentra Twee elementen staan centraal bij de zuidelijke gezondheidscentra: Wijkgericht werken en substitutie. Via ZonMw is subsidie (VIMP) verkregen om de succesvolle projecten te promoten. Kostenbeheersing zorg Een van de contractafspraken met zorgverzekeraar VGZ is een plan te maken voor doelmatiger gebruik van de capaciteit en deskundigheid van de 1e lijn. Op initiatief van GZN worden de verwijzingen naar de specialist via Zorgdomein geanalyseerd. Telefonische bereikbaarheid In 2015 wordt een nieuw plan voor de verbetering van de telefonische bereikbaarheid gemaakt. Ouderenzorg In 2015 zal een nieuw zorgprogramma worden ontwikkeld. De keuze is gevallen op incontinentie. 25-jarig bestaan Het 25-jarig bestaan van het gezondheidscentrum zal gevierd worden met een symposium waar de betekenis van het gezondheidscentrum voor de wijk centraal zal staan.
65
Zorgverzekeraars Vanwege de verandering in de bekostigingssystematiek is zorgverzekeraar VGZ van plan de financiering van samenwerkingsverbanden te veranderen. Er is onduidelijkheid over de continuïteit van de financiering van de geïntegreerde samenwerking. De landelijke ontwikkelingen worden op de voet gevolgd. Vanaf 2015 is er een contractrelatie met zowel VGZ als CZ. Als basis gelden de doelstellingen 2015 die met VGZ zijn afgesproken en in bijlage 2 staan vermeld. Uitbreiding samenwerkingsverband Vanuit de GES financiering wordt ook de coördinatie van de samenwerkingsverbanden met omliggende huisartsenpraktijken gefinancierd. Dat geeft een grote extra belasting op het budget. In 2015 zal een traject worden opgestart voor integratie in de SER, waarmee de financiering kan worden verbeterd. E-health Vier initiatieven: uitbreiding mogelijkheden online afspraken maken, invoering aanvragen herhalingsrecept via de website, beveiliging e-mailverkeer GC Reeshof, uitbreiding gebruik e-health modules voor de POH-GGZ. Zorgprogramma CVA Opnieuw ontwikkelen met de kennis van nu. Dient het een stille dood gestorven project van Zorgnetwerk Midden-Brabant te vervangen. Essentieel hierbij is de beoordeling van de situatie thuis na ontslag van de patiënt uit het ziekenhuis of de revalidatiekliniek. Er zal ruime aandacht zijn voor de inzet van een ergotherapeut. Samenwerking RCH Met RCH Midden-Brabant zal nader worden bekeken op welke wijze de kennis over wijkgericht werken en de opzet van samenwerkingsverbanden met omliggende huisartsenpraktijken kan worden gebruikt t.b.v. andere wijken in Tilburg. ROS Robuust is uitgenodigd dit traject te begeleiden. Consulent Maatschappelijke Ondersteuning Medio 2015 zal de eindevaluatie van het project CMO gereed zijn. Deze evaluatie wordt begeleid door Opera Consultancy.
66
Bijlage 1.
Namenregister Gezondheidscentrum Reeshof
Discipline Apotheek de Reeshof
Huisartsenpraktijk Breedveld/Hendriks/Stokmans
Naam Dhr. R. Termeer Mevr. M. Herbst-von Hout* Mevr. A. Leijen* Mevr. K. Parel Mevr. M. van der Wegen-van Roy Mevr. M. Van Aaken Mevr. A. van Aarle Mevr. H. Bagijn-Geboers* Mevr. L. de Beer-Uytdewilligen* Mevr. F. van Beers Mevr. D. Bukva* Mevr. L. Erich* Mevr. I. Frensch* Mevr. A. Gaillard* Mevr. G. de Groot* Mevr. A. van Haaren-Punt* Mevr. M. Hakkert Mevr. L. van Hest-van Bezouw* Mevr. M.Hultermans-van Ham Mevr. W. van Iersel-Ansems* Mevr. I. de Jong* Mevr. B. van Os-Merks* Mevr. H. van Putten Mevr. P. Stoopen Mevr. J. Thijsen Mevr. J. Vink* Mevr. R. Vrijsen* Mevr. S. Wijtvliet* * werkt voor instellingenapotheek Mevr. E. Breedveld Mevr. H. Hendriks Dhr. A. Stokmans Mevr. K. de Hulster Mevr. A. Remie Dhr. H. Vermeltfoort Mevr. A. de Vries Mevr. M. Dooremalen Mevr. M. Couwenberg Mevr. J. Brünken Mevr. J. de Jong Mevr. M. Raasen Mevr. E. Stoop
Functie apotheker apotheker apotheker apotheker apotheker assistente assistente assistente assistente assistente assistente assistente assistente assistente assistente assistente assistente assistente assistente assistente assistente assistente assistente assistente assistente assistente assistente assistente huisarts huisarts huisarts praktijkondersteuner somatiek Praktijkondersteuner somatiek praktijkondersteuner GGZ praktijkondersteuner GGZ praktijkverpl. ouderenzorg consulent maatsch.onderst. assistente assistente assistente assistente
Huisartsenpraktijk Rodenburg/Zomer
Fysiotherapiepraktijk GC Reeshof
Instituut Maatschappelijk Werk Psychologiepraktijk Reeshof
Consultatiebureau GGD HvB
DieetStijlpraktijk Esther Directie
Bestuur
Klachtencommissie
Vereniging van Eigenaren GC
Mevr. A. Rodenburg Dhr. H. Zomer Mevr. H. Hendriks Mevr. K. de Hulster Mevr. A. Remie Dhr. H. Vermeltfoort Mevr. A. de Vries Mevr. M. Dooremalen Mevr. M. Couwenberg Mevr. D. Meeuwis Mevr. C. Rombouts (tot 01.10) Mevr. M. Musters (vanaf 22.09) Mevr. T. Roosen Mevr. P. Bonants Mevr. G. Spierings Mevr. M. Heesbeen Dhr. M. de Beer Mevr. I. van Eijndhoven Dhr. J. Fassaert Mevr. C. van Nunen Mevr. D. de Rooij Mevr. G. Tijssen Dhr. J. van Hulten Mevr. G. van Dongen Dhr. M. Blom Mevr. A. de Bok Mevr. M. van Hegten Dhr. J. Mulder Mevr. A. van Poppel Mevr. M. Spijkers Dhr. P. Knoop Mevr. A. van de Pol Mevr. G. Honderd Mevr. E. Kuypers Mevr. E. Grauss
huisarts huisarts huisarts praktijkondersteuner somatiek Praktijkondersteuner somatiek praktijkondersteuner GGZ praktijkondersteuner GGZ praktijkverpl. ouderenzorg consulent maatsch.onderst. assistente assistente
Dhr. F. van Muilwijk Mevr. H. Hendriks Mevr. G. Tijssen Mevr. M. de Koning Dhr. A. van Tilborg Dhr. W. Bartelings Dhr. U. Schuurmans Dhr. A. Stokmans Mevr. M. van Rooy Dhr. P. van Boextel Mevr. G. van Duijnhoven Dhr. H. Zomer Dhr. A. Stokmans Mevr. E. Breedveld Mevr. H. Hendriks Dhr. J. Dudar Mevr. A. Rodenburg Dhr. R. Termeer Thebe
directeur stafmedewerker managementassistente voorzitter secretaris-penningmeester vice-voorzitter bestuurslid bestuurslid voorzitter lid lid voorzitter secretaris
assistente fysiotherapeut fysiotherapeut fysiotherapeut fysiotherapeut fysiotherapeut fysiotherapeut fysiotherapeut fysiotherapeut administratie Teammanager Gebiedscoördinator Reeshof psycholoog psycholoog psycholoog psycholoog administratie arts JGZ verpleegkundige JGZ verpleegkundige JGZ CB-assistente CB-assistente diëtist
Bijlage 2.
Overeenkomst 2015 VGZ
70
71