Jaarverslag 2012 O&O fonds Waterbedrijven
1 van 13
11 december 2013
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.4.6 1.5
Jaarverslag Inleiding Doelstelling Bestuur Samenstelling Vergaderingen Taken O&O fonds Waterbedrijven Projectsubsidies ESF ESF programmaperiode 2007-2013 ESF programmaperiode 2014-2020 ESF subsidies aangevraagd in 2009 ESF subsidies aangevraagd in 2010 ESF subsidies aangevraagd in 2011 Ontwikkeling expertise subsidie lidbedrijven Vermogen O&O Fonds Waterbedrijven
3 3 3 3 3 3 4 4 4 5 5 5 5 5 6
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.4.1 2.5 2.6
Jaarrekening Balans per 31 december 2012 Resultatenrekening over 2012 Kasstroomoverzicht Algemene toelichting Grondslagen voor de financiële verslaglegging Toelichting op de balans per 31 december 2012 Toelichting op de resultatenrekening over 2012
7 7 8 9 10 10 11 11
3. 3.1 3.2 3.3
Overige gegevens Accountantsverklaring Resultaatbestemming Goedkeuring
12 12 12 13
2 van 13
1
Jaarverslag
1.1 Inleiding De statuten van het O&O-Fonds Waterbedrijven bepalen dat jaarlijks een balans en een staat van baten en lasten moet worden opgemaakt en dat daarover moet worden gerapporteerd door een externe accountant. Deze gegevens zijn opgenomen in het tweede en derde deel van dit jaarverslag. In dit eerste deel wordt verantwoording afgelegd over de organisatie en de projecten van het O&O-Fonds.
1.2 Doelstelling De Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Waterbedrijven heeft ten doel het ontwikkelen, opzetten en uitvoeren van activiteiten op het gebied van opleiding, ontwikkeling en arbeidsvoorziening in de drinkwatersector. De uitvoering van de doelstelling van het O&O-Fonds, zoals die in de statuten is vastgelegd, is ondergebracht bij het secretariaat van de Werkgeversvereniging Waterbedrijven (WWb). De controle op de uitvoering ligt bij het bestuur van het fonds. Het bestuur is verantwoordelijk voor de algemene strategie, de beleidsbeslissingen, de ontwikkeling van nieuwe beleidsinitiatieven en het toezicht op de uitvoering van de activiteiten.
1.3 Bestuur 1.3.1. Samenstelling Eind 2012 bestond het paritair samengestelde bestuur uit vier leden: twee namens de Werkgeversvereniging Waterbedrijven en twee leden namens de werknemers, respectievelijk ABVAKABO-FNV en CNV Publieke Zaak. Samenstelling bestuur 2012: - de heer ir. H. Hoogeveen, voorzitter, namens de werkgevers; - de heer Rik Vergunst, secretaris-penningmeester, namens de werknemers; - mevrouw Daniëlle Wiek, lid, namens de werknemers; - de heer drs. R. Berger, lid, namens de werkgevers. Helaas zijn eind 2012 de voorzitter de heer H. Hoogeveen en in 2013 de secretaris/penningmeester de heer R. Vergunst overleden.
1.3.2. Vergaderingen In 2012 is het O&O-Fondsbestuur op 26 april 2012 in vergadering bijeen geweest. In deze vergadering zijn de jaarverslagen en jaarrekeningen van 2010 en 2011 besproken. Voor de drinkwaterbedrijven verricht Marco Sassen van het O&O fonds ENb sinds 2010 de coördinatie voor ESF projecten, aanvragen subsidie en contacten met het Agentschap. De jaarverslagen en jaarrekeningen van 2010 en 2011 werden door het bestuur ongewijzigd vastgesteld.
3 van 13
Om de werkwijze van het fonds te optimaliseren wil Reinier Rutjens de financiële administratie beleggen bij de administrateur van de WENb. Reinier toont tevens de nieuwe huisstijl voor de O&O fondsen. Deelname aan deze ontwikkeling kost het O&O fonds Waterbedrijven 5.000 euro. De Overeenkomst met stichting Wateropleidingen (SWO) wordt als onderdeel van de subsidieprocedure getekend. CNV heeft een subsidieverzoek voor een internationaal project binnengekregen. Eerder heeft het fonds bijdragen gedaan aan Aqua for All, veel op technisch gebied, nu betreft het een project ter verbetering van arbeidsomstandigheden in een drinkwaterbedrijf in Jakarta. Hangende het besluit van de leden inzake het bevriezen van het fondsvermogen, wordt vooralsnog besloten geen toekenning van subsidie te doen. Subsidieverzoek Waterkennisbank Ook hiervoor geldt dat eerst oude afspraken/ESF-eisen gecheckt zullen worden. De leden checken in eigen gelederen (kaderleden, hoofden P&O) of er interesse is om gezamenlijk hieraan mee te doen. Subsidiemogelijkheid duurzame inzetbaarheid Rein vindt dit onderwerp het meest aansluiten bij de doelstellingen van het O&O fonds, maar ook hier is de vraag: willen we het fonds activeren. Als nadeel ziet hij dat forse bedragen nodig zijn voor de cofinanciering (minimaal 90.000 euro bij minimale projectkosten van 180.000 euro). Rein stelt voor dat Reinier ook voor dit thema bij de hoofden P&O polst of er draagvlak voor is. Rik verklaart zich graag bereid om dit te ondersteunen.
1.3.3. Taken O&O-Fonds Waterbedrijven Tot de taken van het O&O-Fonds Waterbedrijven behoort het bemiddelen bij het verwerven van subsidiegelden van instanties als het Europees Sociaal Fonds (ESF). Het O&O-Fonds is hierbij formeel de aanvrager van de ESF-subsidie, de lidbedrijven worden gezien als uitvoerder van de subsidieregeling. De subsidie wordt aangevraagd bij het Agentschap Sociale Zaken & Werkgelegenheid (SZW) in Den Haag. De activiteiten, gericht op het werven van de ESF-subsidies, zijn kostenneutraal voor het O&O-Fonds. Sinds 2009 wordt met het O&O-Fonds ENb (www.oof.nl) samengewerkt ten behoeve van de praktische invulling van deze subsidieregeling. Hierbij gaat het om zaken als het beoordelen en indienen van de subsidieaanvragen, de communicatie met het Agentschap SZW en de afwikkeling van de einddeclaraties. Het O&O-Fonds Waterbedrijven draagt in dergelijke situaties zorg voor de publiekrechtelijke ondertekening van de aanvraag en voor de advisering van de lidbedrijven.
1.4 Projectsubsidies ESF 1.4.1. ESF programmaperiode 2007 – 2013 Het ESF subsidieprogrammaperiode actie D voor de O&O fondsen is eind 2011 gestopt vanwege de uitnutting van de sudsidiemiddelen. 2011 was daarmee het laatste jaar waar de O&O fondsen en bedrijven subsidie konden aanvragen voor hun opleidingsactiviteiten. In dat jaar hebben vier drinkwaterbedrijven (WML, PWN, Evides en Brabant Water) en het O&O fonds WWb voor een totaalbedrag van meer dan 1,2 miljoen euro ESF subsidie aangevraagd. De aanvragen bestonden uit een groot aantal opleidingstrajecten die in 2011 en 2012 zijn uitgevoerd. Eind 2012 zijn vijf einddeclaratie rapporten ingediend. In het einddeclaratie rapport geeft het bedrijf aan hoeveel is benut van het oorspronkelijk toegekende subsidiebedrag. De gemiddelde benutting voor de vijf ESF projecten ligt op ongeveer 55% van de aangevraagde subsidie. Dit resultaat komt overeen met de WENb sectoren Energie, Afval & Milieu en Kabel & Telecom.
4 van 13
1.4.2. ESF programmaperiode 2014 – 2020 Per 1 januari 2014 start de nieuwe programmaperiode ESF 2014 – 2020. Er is 450 miljoen euro beschikbaar. Hiervan gaat 80% naar zogenaamde arbeidsregio’s, het overige is gereserveerd voor sectoren. Er zijn twee doelstellingen geformuleerd, activeren van mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt en Duurzame Inzetbaarheid huidige medewerkers. Doordat de O&O fondsen in 2014 en 2015 gebruik kunnen maken van de gelden uit het regeerakkoord (sectorplannen € 600 miljoen), mogen zij in deze periode zelf geen ESF subsidie aanvragen. Individuele bedrijven krijgen hier wel de gelegenheid voor. Eind 2013 is nog niet bekend hoe bedrijven de ESF subsidie kunnen aanvragen.
1.4.3. ESF-subsidies aangevraagd in 2009 In 2009 zijn door WML en het O&O fonds WWb in samenwerking met St. Wateropleidingen twee ESF subsidieaanvragen ingediend. Project WML is in 2012 afgewikkeld en uitbetaald (€ 35.472). Het brancheproject zou in 2012 afgewikkeld kunnen zijn, ware het niet dat de Rijks Audit Dienst het project opnieuw heeft gecontroleerd. Dit laatste gebeurt bij 10% van alle gecontroleerde ESF projecten. Het bedrag dat zal worden uitgekeerd in 2013 is € 124.683. Na aftrek van de kosten van het O&O fonds, zal de subsidie worden verdeeld onder de drinkwaterbedrijven.
1.4.4. ESF-subsidies aangevraagd in 2010 Opnieuw zijn door WML en het O&O fonds twee ESF subsidieaanvragen ingediend. De projecten zijn in 2010 en 2011 uitgevoerd. Beide einddeclaratierapporten zijn in 2011 ingediend en in 2012 gecontroleerd. Echter de uitvoerder van de ESF programmaperiode, het Agentschap Sociale Zaken en Werkgelegenheid (AgSZW), heeft een fikse achterstand met het afwikkelen van de projecten. De verwachting is dat m.b.t. het brancheproject een bedrag van € 86.651 wordt uitgekeerd (benutting 39%) en voor WML € 15.454 (benutting 7%).
1.4.5. ESF-subsidies aangevraagd in 2011 Van de vijf ESF subsidieprojecten zoals beschreven in 1.4.1, is alleen het project van Evides in 2013 gecontroleerd. De overige projecten worden pas begin 2014 gecontroleerd. De verwachting is dat deze projecten in 2014 worden afgewikkeld.
1.4.6. Ontwikkeling expertise subsidie lidbedrijven In 2012 zijn de vijf O&O-fondsen actief binnen de WENb/WWb gestart met de vorming van de Subsidie Expertise Groep (SEG), een overlegorgaan waarbij subsidieadviseurs vanuit de bedrijven, regelmatig bij elkaar komen om de actuele subsidies voor de bedrijven en de O&O fondsen te bespreken. De verslagen van die bijeenkomsten worden aan de verschillende opleidingscommissies en besturen binnen de O&O fondsen ter beschikking gesteld. Het doel van deze bijeenkomsten is om de sectoren en de bedrijven op de hoogte te stellen van de actuele subsidiemogelijkheden en eventueel te adviseren hoe je hiervan gebruik kunt maken. Ervaringen met de uitvoering van subsidies worden gedeeld en gezamenlijk wordt bijvoorbeeld het standpunt bepaald m.b.t. communicatie richting de subsidieverstrekker. Hiermee wordt de band tussen de O&O fondsen en de bedrijven versterkt. Brabant Water is namens de sector actief binnen dit overleg.
5 van 13
1.5 Vermogen van het fonds Bij de Cao-Waterbedrijven 2002 spraken partijen af dat de bedrijven geen dotaties meer aan het O&OFonds Waterbedrijven zouden doen. Voor het batig saldo werd een bestemming in overeenstemming met de doelstellingen van het fonds gezocht. Tweemaal, in 2005 en 2006, werden donaties toegekend aan Aqua for All, een stichting die bemiddelt en faciliteert bij drinkwaterprojecten in ontwikkelingslanden. De donaties van het O&O-Fonds aan Aqua for All hadden ten doel opleidingen te realiseren ten behoeve van drinkwaterprojecten in ontwikkelingslanden. Daar het O&O-Fonds Waterbedrijven conform ESF-eisen over eigen kapitaal dient te beschikken om subsidieaanvragen te kunnen doen, besloot het bestuur in 2008 het resterende vermogen intact te laten. Er werden in het verslagjaar dan ook geen uitkeringen gedaan.
Arnhem, december 2013 Ir. M.W.M. Tielemans Voorzitter
6 van 13
2.
Jaarrekening
Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Waterbedrijven ARNHEM 2.1 Balans per 31 december 2012 (bedragen x €) 31-122012
31-122011
Actief
Passief
Vlottende activa
Eigen vermogen Algemene reserve
Vorderingen Vooruitbetaalde kosten Overige vorderingen
Liquide middelen
Totaal
2.401 2.401
1.532 1.532
228.736
252.002
231.137
7 van 13
253.534
Kortlopende schulden Overige schulden
Totaal
11 december 2013
31-122012
31-122011
204.670
201.484
26.467
52.050
231.137
253.534
Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Waterbedrijven ARNHEM
2.2 Resultatenrekening over 2012 (bedragen x €) 2012
2011
Overige bedrijfsopbrengsten
5.657
-
Som der bedrijfsopbrengsten
5.657
-
Bedrijfskosten Accountantskosten Bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering Overige kosten
1.647 987 2.111
1.131 987 79 4.745
2.197
912
-2.197
Financiële baten minus lasten
2.274
2.371
Resultaat
3.186
174
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
8 van 13
11 december 2013
Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Waterbedrijven ARNHEM
2.3 Kasstroomoverzicht (bedragen x €) 2012
2011
3.186
174
Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat Veranderingen in het werkkapitaal: Af- resp. toename vorderingen Af- resp. toename kortlopende schulden
-869 -25.583
62.049 44.393 -26.452 -23.266
106.442 106.616
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-
-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-
-
-23.266
106.616
Kasstroom uit operationele activiteiten
Mutatie geldmiddelen
9 van 13
2.4
Algemene toelichting
2.4.1 Grondslagen voor de financiële verslaggeving Waarderingsgrondslagen Voorzover niet anders vermeld, worden de activa en passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, rekening houdende met een voorziening wegens oninbaarheid. Schulden De kortlopende schulden zijn gewaardeerd tegen nominale waarde en hebben een loop van maximaal één jaar. Grondslagen voor de resultaatbepaling Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn.
10 van 13
2.5 Toelichting op de balans per 31 december 2012 (bedragen x €)
Actief 31-12-2012 31-12-2011 Vlottende activa 2.5.1 Vorderingen Overige vorderingen Rente bank
2.401 2.401
1.532 1.532
Passief 31-12-2012 31-12-2011 2.5.2 Kortlopende schulden Overige schulden Ontvangen ESF subsidies Doorbetaalde ESF subsidies Afrekening ESF 3 (2004-2006) Accountantskosten Bankkosten
161.532 -136.475 1.350 60 26.467
945.071 -899.893 4.657 2.201 14 52.050
2.6 Toelichting op de resultatenrekening over 2012 (bedragen x €) 2012
2011
5.657 5.657
-
2.6.1 Overige bedrijfsopbrengsten Vrijval niet uitbetaalde subsidies
11 van 13
3 3.1
Overige gegevens Accountantsverklaring
De accountantsverklaring is opgenomen op pagina 13.
3.2
Resultaatbestemming
Vooruitlopend op goedkeuring door het bestuur is het resultaat over 2012 ad € 3.186 toegevoegd aan de reserves.
Arnhem, 10 december 2013
12 van 13
3.2
Goedkeuring
Vastgesteld en goedgekeurd dd 12 december 2013 Nieuwegein,
………………………………………………….. De heer Ir. M.W.M. Tielemans Voorzitter bestuur O&O fonds Waterbedrijven
……………………………………………………. Mevr. A. Polat, lid
……………………………………………………. Mevr. L. Groen, lid
……………………………………………………. drs. R. Berger, lid
13 van 13
