Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
VNO-NCW VNO-NCW is de grootste centrale ondernemingsorganisatie van Nederland. Zij behartigt de gemeenschappelijke belangen van 160 brancheverenigingen met hun ruim 115.000 aangesloten ondernemingen. De vijf bij VNO-NCW aangesloten regionale werkgeversverenigingen en Jong Management vertegenwoordigen 11.000 persoonlijke leden. VNO-NCW representeert 90 procent van de werkgelegenheid in de marktsector. Postbus 93002, 2509 AA Den Haag Telefoon 070 349 03 49 Fax 070 349 03 00 Antwoordnummer VNO-NCW 070 349 03 66 (telefonische vraagbaak voor leden) Internet http://www.vno-ncw.nl
© VNO-NCW Januari 2011
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
INHOUD
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen VNO-NCW
Voorwoord ................................................................................................................................ 2
JAARVERSLAG 2010 ............................................................................................................. 3 1. Missie en organisatie .............................................................................................................. 3 Curatorium ............................................................................................................................. 5 2. VNO-NCW-nota Optimistisch! en regeerakkoord kabinet-Rutte/Verhagen ......................... 6 3. Bezinning ............................................................................................................................... 8 3.1 Bilderbergconferentie 2010 Duurzaam Herstel................................................................ 8 3.2 Voorbereiding Bilderbergconferentie 2011 Nieuwe verantwoordelijkheden................. 10 3.3 Overige conferenties ...................................................................................................... 10 3.4 Retraites .......................................................................................................................... 12 3.5 Bijeenkomsten Curatorium ............................................................................................ 12 4. Relaties met christelijk-maatschappelijke organisaties ........................................................ 13 4.1 Stichting Christelijk-Sociaal Congres ............................................................................ 13 4.2 CNV/SBI/Kerk en Wereld ............................................................................................. 14 4.3 Raad van Kerken ............................................................................................................ 14 4.4 Uniapac........................................................................................................................... 15 5. Maatschappelijk Ondernemen .............................................................................................. 16 5.1 Enkele actuele issues (niet volledig) .............................................................................. 16 5.2 Participatie in MVO netwerken...................................................................................... 18 5.3 Broodje C bijeenkomsten ............................................................................................... 20 6. Publicaties, lezingen en publiciteit ....................................................................................... 21
II Jaarplan 2011 ..................................................................................................................... 22 Bijlage 1: Programma 48ste Bilderbergconferentie duurzaam herstel..................................... 26 Bijlage 2: Passage uit nota Optimistisch! (april 2010) ............................................................. 28 Bijlage 3: Arbeid en menselijke waardigheid in een tijd van globalisering, inleiding Huib Klamer, secretaris Levensbeschouwing en Maatschappelijk Ondernemen, op 22 oktober voor het CSLK (Centrum voor de Sociale Leer van de Kerk) .............. 31
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
Voorwoord Hierna treft u het jaarverslag 2010 en het jaarplan 2011 aan van de stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW. Deze stafgroep is sinds 2005 werkzaam als uitvloeisel van de statutaire bepaling dat bezinning een integraal onderdeel van de belangenbehartiging van VNO-NCW is. Op basis daarvan wordt elk jaar een aantal bezinningsbijeenkomsten en seminars georganiseerd en daarnaast zijn er ook activiteiten met bevriende organisaties. De jaarlijkse Bilderbergconferentie vormt al vele jaren als het ware het ijkpunt. Deze conferentie mag zich in een grote belangstelling verheugen. De thematiek loopt gelijk op met de maatschappelijke ontwikkelingen – en is dus sinds enkele jaren sterk internationaal van aard. De hierboven genoemde statutaire bepaling heeft met het thema ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ nog verder aan betekenis gewonnen. MVO is veel meer dan een hype gebleken, het is van steeds meer bedrijven een intrinsieke karakteristiek van de bedrijfsvoering. Het functioneren van ondernemingen is afhankelijk van hun (wereldwijde) omgeving, zoals omgekeerd de samenleving niet zonder bedrijvigheid kan. In dit licht is voor 2011 ook het nodige te doen, zoals blijkt uit het jaarplan.
Louwe Dijkema Voorzitter Klankbordgroep Levensbeschouwing en Ondernemen
Jan-Willem van den Braak Hoofd Stafgroep
Den Haag, januari 2011
2
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
JAARVERSLAG 2010 1. Missie en organisatie Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen In september 2005 is binnen VNO-NCW de stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen gevormd. Uitgangspunt voor de stafgroep is artikel 2 van de VNO-NCW statuten dat luidt: ‘Bezinning op basis van een rijke traditie op levensbeschouwelijk terrein maakt integraal onderdeel uit van de belangenbehartiging. Dit betreft mede bezinning over het vraagstuk van een rechtvaardige sociaal-economische ordening.’ Tevens is in 2005 bepaald dat het jaarverslag van de stafgroep voorgelegd zal worden aan het Algemeen Bestuur van VNO-NCW. Dit is geschied door middel van een schriftelijke procedure in december 2010. Er zijn daarbij van de zijde van het bestuur geen opmerkingen gemaakt. De stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen bestond per ultimo 2010 uit: Jan-Willem van den Braak (hoofd) en Huib Klamer. Daarnaast dragen vele stafleden op ad hocbasis bij aan het werk van de stafgroep. Binnen het VNO-NCW-bureau houden vele stafleden zich bezig met aspecten van MVO, gerelateerd aan hun portefeuille. Coördinatie daarvan vindt o.a. plaats in de secretariaatsgroep MVO onder voorzitterschap van Jan-Willem van den Braak. Klankbordgroep Levensbeschouwing en Ondernemen Ter ondersteuning van de stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen bestaat een Klankbordgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van regionale verenigingen, Jong Management en brancheverenigingen, alsmede uit belangstellenden uit de ledenkring. Per ultimo 2010 was deze als volgt samengesteld: Voorzitter: L. (Louwe) Dijkema, directeur Koninklijke Van Gorcum, namens VNO-NCW Noord Secretariaat: J.W. (Jan-Willem) van den Braak en H.K. (Huib) Klamer. Leden: – C.J.W.M. (Cock) Aquarius, namens de LWV (Limburgse Werkgeversvereniging); – mevrouw B. (Brigitte) van Baren, directeur Inner Sense; – M.A.M. (Marleen) Barth, voorzitter branchevereniging GGZ Nederland; – C. (Kees) Blokland, tot medio 2010 directeur Personeel Nederlandse Spoorwegen en voorzitter Commissie Voorbereiding Arbeidsvoorwaardenbeleid VNO-NCW; – J.H. (Huibrecht) Bos, voorzitter Jong Management; – W.F.C.M. (Wil) Derkse, bijzonder hoogleraar Wetenschap, maatschappij en levensbeschouwing Radboud Universiteit Nijmegen; tevens bijzonder hoogleraar Wijsbegeerte vanwege de Stichting Thomas More bij de Open Universiteit Nijmegen – R.C.M. (Rogier) Chorus, adviseur; – H.W. (Henk-Willem) van Dorp, algemeen directeur Van Dorp Installaties Zoetermeer BV;
3
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
– E. J.J.M. Kimman (Eduard), hoogleraar bedrijfsethiek Radboud Universiteit en Vrije Universiteit; – N. (Nel) van Dijk-Koffeman, directeur BV De Hoofven, namens VNO-NCW West; – J. (Jaap) Haeck, voormalig vertrouwenspersoon TLN (Transport en Logistiek Nederland); – T.W. (Teun) Hardjono, directeur Sqeme BV en hoogleraar kwaliteitsmanagement en certificatie Erasmus Universiteit; – M.F.F.M. (Michel) van der Linden, directeur Bouwbedrijf Hurks van der Linden, namens de BZW (Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging); – G.C. (George) Molenkamp, lid raad van advies KPMG Sustainability en bijzonder hoogleraar Sustainability; – F. (Frans) de Nobel, directeur bij AKS grafische afwerking en drukwerkveredeling BV, namens de VCGON (Christelijke Grafische Ondernemers Nederland); – H.G. (Harry) Starren, algemeen directeur De Baak; – W.G. (Dick) van Yperen, Van Yperen & Co BV; – J. L.G.M. van der Vleuten (Hans), directeur Probroed en Sloot, namens VNO-NCW Midden; – J.E.F. (Jef) Wintermans, directeur Modint (brancheorganisatie mode en interieur). Tijdens het verslagjaar trad A.A. (Arie) Kars, voorzitter Reliëf (Christelijke Vereniging van Zorgaanbieders) en voorzitter Raad van Bestuur Protestants Christelijke Zorggroep Rijnmond, terug als lid. De Klankbordgroep heeft vier maal vergaderd, op 18 februari, 17 maart, 16 juni en 24 november. Met name is gesproken over: de afgelopen Bilderbergconferentie, de keuze van het Bilderbergthema, het jaarverslag 2010 resp. het jaarplan van de stafgroep voor 2011 en Uniapac. Op 18 februari werd gesproken met VNO-NCW secretaris Jan Klaver over de inhoud van de concept-beleidsnota van VNO-NCW voor de kabinetsperiode 2011-2015 (deze verscheen in april onder de titel Optimistisch!). Op 16 juni werd met Niek Jan van Kesteren, algemeen directeur VNO-NCW MKB Nederland over de uitslag van de verkiezingen en de door VNO-NCW te kiezen (maatschappelijke) positie (zie par. 2). Op 24 november vond een overleg plaats met de Raad van Kerken (zie par. 3.3). Regionale verenigingen De stafgroep is adviserend lid van een aantal commissies voor maatschappelijk ondernemen en ethiek van de regionale verenigingen: – de Beleidsgroep Onderneming, Ethiek en Maatschappij van VNO-NCW Midden (BOEM); – de commissie Maatschappelijk Ondernemen van de Brabants Zeeuwse Werkgeversvereniging (BZW); – Het Platform Ondernemer en Maatschappij van VNO-NCW Noord. Daarbij wordt met name gesproken over actualiteiten op het gebied van maatschappelijk ondernemen en concrete bezinningsactiviteiten.
4
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
Curatorium Sinds 2005 kent VNO-NCW een Curatorium onder voorzitterschap van voormalig ministerpresident Ruud Lubbers. Het Curatorium fungeert als onafhankelijk 'klankbord' voor het bestuur en de directie van VNO-NCW ten aanzien van de maatschappelijke positionering van de vereniging. Het Curatorium bestaat uit tien leden met diverse maatschappelijke achtergronden en richt zich op de invloed die (internationale) maatschappelijke, culturele, politieke en economische ontwikkelingen op beleid en positionering van VNO-NCW (dienen te) hebben en omgekeerd. Het Curatorium vergadert enkele malen per jaar met voorzitter en de directie van VNO-NCW. Naast voorzitter Ruud Lubbers bestaat het Curatorium uit Lizzy Doorewaard, Wim van de Donk, Peter Elverding, Tjark de Lange, bisschop Ad van Luyn, Trude Maas, Cees Storm, Erica Terpstra, Anton Westerlaken, Hans Borstlap en Hans Wiegel. De inhoudelijke agendering voor het Curatorium wordt mede verzorgd door de Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen.
5
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
2. VNO-NCW-nota Optimistisch! en regeerakkoord kabinetRutte/Verhagen VNO-NCW-nota Optimistisch! Het kabinet-Balkenende IV viel eind februari, waardoor vervroegde verkiezingen nodig werden op 9 juni. In april presenteerde VNO-NCW zijn visie op het te voeren beleid in de periode 2011-2015. Deze werd sterk geplaatst in het kader van duurzaamheid en MVO (zie bijlage 2). Kabinetsformatie en regeerakkoord De kabinetsformatie duurde bijna vier maanden. Nadat diverse meerderheidskabinetten niet mogelijk bleken (centrum-rechts: VVD/PVV/CDA; paars-plus: VVD/PvdA/D66/GL; middenkabinet: VVD/PvdA/CDA) trad op 14 oktober 2010 een minderheidskabinet van CDA/VVD aan met politieke gedoogsteun van de PVV. Op 30 september werden het regeer- en gedoogakkoord gepresenteerd, waarop VNO-NCW als volgt reageerde in een persverklaring: DEN HAAG, 30 september 2010 - VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland steunen het nieuwe kabinet onder leiding van premier Mark Rutte. Het regeerakkoord is een duidelijke keuze voor gezondmaking van de overheidsfinanciën en versterking van de economie. Dat is de beste weg naar een goede toekomst van Nederland. Het nieuwe kabinet kiest met de vorming van een sterk ministerie van Economische Zaken voor ondernemerschap en ondernemingen als motor van onze economie. De agrarische sector betreurt dat een zelfstandig ministerie voor de sector verdwijnt. Naast een algemene stimulering van ondernemerschap komt er een modern ondernemingsbeleid voor de sterke sectoren waarmee Nederland zijn geld verdient (sleutelgebieden). Dit sluit aan bij het toekomstscenario “Optimistisch” van de drie ondernemingsorganisaties, waarin innovatie en duurzaamheid een belangrijke rol spelen. Het nieuwe kabinet bezuinigt vooral op de overheid en in sectoren en organisaties die financieel van de overheid afhankelijk zijn. Dat is een begrijpelijke en terechte keuze, gezien de financiële problemen van de overheid. Bovendien ontstaat een nieuwe kans om de bureaucratie voor ondernemers en burgers tot aanvaardbare omvang terug te brengen. Het behoud van de hypotheekrenteaftrek is een vertrouwenwekkend signaal voor burgers en voor belangrijke sectoren als de bouw en wat daarmee samenhangt. Het kabinet kiest voor een realistisch duurzaamheidsbeleid. Kernenergie en hernieuwbare energie zorgen er voor dat de CO2 uitstoot drastisch vermindert. Het maakt ons land ook veel minder afhankelijk van internationale, onzekere energiestromen. De ondernemingsorganisaties zullen het duurzaamheidsakkoord dat ze met de overheid hebben gesloten uitvoeren. Meer geld voor infrastructuur en het ontzien van onderwijs en onderzoek bij de bezuinigingen zijn ook goed voor de economie. Ontwikkelingssamenwerking gericht op welvaartsverbetering via economische ontwikkeling, en met betrokkenheid van het Nederlandse bedrijfsleven, herstelt het draagvlak. Het is positief dat het kabinet het AOW- en pensioenakkoord van de Stichting van de Arbeid overneemt. Dat de PVV de leeftijdsverhoging tot 66 jaar gedoogt is een stap in de goede richting. De drie ondernemingsorganisaties vertrouwen erop dat er uiteindelijk voldoende steun in de volksvertegenwoordiging zal zijn voor het pensioenakkoord. De ondernemingsorganisaties vinden dat het Nederlandse imago in het buitenland van cruciaal belang is en blijft voor het behoud van onze welvaart. Nederland verdient driekwart van zijn boterham in het buitenland. De ondernemingsorganisaties gaan ervan uit dat het kabinet de Nederlandse handelsbelangen zal bewaken.”
6
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
In FORUM van 6 oktober werd de VNO-NCW-visie op het regeerakkoord nader toegelicht. Het ontbreken van een échte sociale agenda in het regeerakkoord vindt VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes een gemiste kans, maar daar staat volgens hem genoeg tegenover. Als positieve punten noemde de werkgeversvoorzitter een versterkt ministerie van Economische Zaken, een nieuwe kans voor kernenergie, een duurzaamheidsbeleid zonder 'Nederlandse kop', en extra investeringen in infrastructuur. Wientjes vindt het jammer dat het kabinet niets aan het ontslagrecht en de duur van de WW doet. CDA en VVD willen volgens hem wel, maar 'gedoogpartner' PVV wil er niet aan. "Dat betreur ik zeer." Maar hij benadrukt dat ook de PVV zich heeft verbonden aan het regeerakkoord, "inclusief de bezuinigingen en het EU-vriendelijke programma. Het is uit te leggen, ook aan het buitenland." De bezuinigingen op het ambtenarenapparaat zijn volgens hem alleen te realiseren als er taken worden afgestoten en een gedeeltelijke personeelstop wordt opgelegd. "En dat moet je niet aan de ministeries zelf overlaten, want niemand snijdt graag in eigen vlees."
7
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
3. Bezinning 3.1 Bilderbergconferentie 2010 Duurzaam Herstel Het thema Het bedrijfsleven staan voor grote uitdagingen, te weten duurzaamheid en de gevolgen van de financiële crisis, en dat in een globale context. Op de 48e Bilderbergconferentie op vrijdag 5 en zaterdag 6 februari 2010 is intensief gesproken over deze uitdagingen door leden van VNO-NCW en genodigden - politici, vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en media -. Zie voor het programma bijlage 1. De conferentie Inleiders waren: minister Maxime Verhagen; Rick van der Ploeg, hoogleraar economie Universiteit van Amsterdam en Universiteit van Oxford; Henk Rottinghuis, voorzitter directie PON Holdings BV; en Rob Riemen, oprichter-directeur Nexus Instituut. Over het thema werden 22 parallelsessies verzorgd. Overzicht: Vergelijking deelnemersaantallen Bilderbergconferentie 2010 en vorige jaren Jaar 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004 2003 2002 2001 2000 1999 1998 1997 1996
Thema Duurzaam herstel Duurzaam succes Duurzame globalisering Ondernemen in Europa Leiderschap is meesterschap Op eigen kracht Werken aan vertrouwen Een (on)gezonde afkeer van de politiek? De integere manager Arbeidsverhoudingen op een keerpunt Alles heeft zijn tijd Een goede buur(t) is beter Bedrijfscultuur, het hart van de zaak Ondernemen is meer De ondernemer als persoon
aantal deelnemers 387 396 404 393 383 323 311 274
van wie met partner 41 (12%) 52 (15%) 58 (17%) 61 (18% ) 57 (17%) 53 (16%) 55 (18%) 34 (12%)
247 245
51 (21%) 45 (18%)
305 303 362
81 ( 27%) -
330 325
-
Het totaal aantal deelnemers bedroeg 387. De opkomst lag op hetzelfde niveau als in 2009 en 2008. Verklaringen voor deze blijvend grote belangstelling zijn de reputatie van de conferentie, de gekozen thema’s en de mogelijkheden voor ontmoeting. Bij vergelijking van het deelnemersbestand in vergelijking met de vorige conferentie valt het volgende op: 8
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
-
Er waren 19 bestuurders van VNO-NCW (vorig jaar 27), van wie dit jaar 3 (vorig jaar 3) met partner. Verder namen 5 leden van het Curatorium deel (van wie 2 met partner). - Het aantal deelnemers uit de ledenkring was met 218 iets lager dan het vorige jaar (in 2009 224) van wie 12% met partner (vorig jaar was dat behoorlijk hoger: 17 %). Bepaalde regio's zijn duidelijk over- respectievelijk ondervertegenwoordigd. Verreweg de meeste deelnemers komen nu uit VNO-NCW West (daar was een duidelijke groei), gevolgd door VNO-NCW Midden. Het aantal deelnemers van BZW en vooral van Jong Management (bijna een halvering!) was lager dan in 2009. Overzicht: leden-deelnemers aan de Bilderbergconferentie 2010, uitgesplitst naar herkomst (met tussen haakjes de aantallen van 2009) regio/JM/overig VNO-NCW Noord VNO-NCW Midden BZW VNO-NCW West LWV Jong Management Overig TOTAAL -
Aantal 16 (18) 44 (47) 32 (37) 72 (60) 15 (15) 14 (26) 26 (21) 218 (224)
van wie met partner 3 (1) 8 (13) 2 (1) 8 (14) 1 (0) 3 (8) 1 (0) 26 (37)
Het aantal deelnemers uit het secretariaat (landelijk) bedroeg 16 (in 2009 20), van wie 1 (in 2009 3) met partner. Het aantal medewerkenden aan het programma (inclusief de inleiders van de 21 parallelsessies) bedroeg 36 (in 2009 33). Het aantal gasten bedroeg 31 (45) van wie 3 (3) met partner, onder wie: politici/bewindslieden 4 (15) journalisten 6 (6) vakbeweging 4 (6).
Van de conferentie is een eindverslag gepubliceerd met daarin de teksten van alle inleidingen en impressies van de forumdiscussies.
9
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
3.2 Voorbereiding Bilderbergconferentie 2011 Nieuwe verantwoordelijkheden De Klankbordgroep sprak in zijn vergadering op 17 maart en 16 juni over een aantal mogelijke thema’s. Daarvan werd min of meer een mix gemaakt die is samengevat in de titel Nieuwe verantwoordelijkheden. Deze titel verwijst naar de uitdagingen die thans nationaal en mondiaal aan de orde zijn (financiële crisis, klimaat-, water-, voedsel-, en energieproblematiek, morele crisis) en de manier waarop wij deze - als ondernemers, als organisaties en als maatschappij - tegemoet moeten treden. In december 2011 verscheen het programmaboekje met twee beschouwingen van de hand van Jan-Willem van den Braak en Huib Klamer. 3.3 Overige conferenties In 2010 zijn opnieuw enkele conferenties georganiseerd, zoals in eerdere jaren. Bij de meeste conferenties werd samengewerkt met andere organisaties/instellingen. Overzicht: conferenties en deelnemersaantallen in 2010 Conferentie
Wintercolleges Wat worden we wijzer van de crisis (georganiseerd met CNV en SBI) De economische crisis, de morele en spirituele aspecten (georganiseerd met De Boskant) Terug naar de kern, Crises vragen om keuzes (georganiseerd met CNV en Protestantse Theologische Universiteit) Wijs leiderschap (georganiseerd met De Baak) Dienend leiderschap, sleutel voor verandering van organisatie en maatschappij (georganiseerd met Stichting Servant Leadership)
Datum
Deelnemers (tussen haakjes: aantal deelnemers VNONCW)
1 maart
55 (25)
20 april
50 (25)
22 april
25 (23)
20 oktober
60
3 december
85
Over de conferenties: - Wintercollege Wat worden we wijzer van de crises? Op zoek naar een nieuwe koers, op maandagnamiddag 1 maart, in het SBI te Doorn, georganiseerd met CNV en SBI. Inleiders waren: Louwe Dijkema, algemeen directeur Koninklijke van Gorcum BV en voorzitter Klankbordgroep Levensbeschouwing en Ondernemen VNO-NCW; en mgr. Ad van Luyn, bisschop te Rotterdam en lid Curatorium VNO-NCW. 10
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
Sprekers gingen in op de gevolgen van de crises, met name ook de nieuwe koers die moet worden ingeslagen en de morele waarden die daarbij aan de orde zijn. De belangstelling was behoorlijk. - Eindemiddagbijeenkomst De economische crisis, de morele en spirituele aspecten, dinsdagnamiddag 20 april te Den Haag, georganiseerd met De Boskant. Sprekers waren: mgr. Gerard de Korte, bisschop bisdom Groningen-Leeuwarden; prof. Arnold Schilder, voormalig directielid van De Nederlandsche Bank; en Marleen Barth, voorzitter GGZ Nederland en lid Klankbordgroep Levensbeschouwing en Ondernemen VNO-NCW. Sprekers gingen in op de morele en spirituele dimensie van de crisis. Gaat het alleen om ons korte termijn eigenbelang of kijken we verder en laten we andere belangen meewegen en zijn morele waarden belangrijk? Daarbij is met name ook ingegaan op de recente encycliek van Paus Benedictus XVI Caritas in veritate (uit 2009). - Conferentie Terug naar de kern, Crises vragen om keuzes, donderdagmiddag 22 april, Kampen, georganiseerd met de Protestantse Theologische Universiteit. Sprekers waren: Gerrit de Kruijff, hoogleraar christelijke ethiek; Bert van Boggelen, vicevoorzitter CNV; en Louwe Dijkema, algemeen directeur Koninklijke Van Gorcum BV en voorzitter Klankbordgroep Levensbeschouwing en Ondernemen VNO-NCW. Conferentievoorzitter was : Lizzy Doorewaard, algemeen directeur SBI Training & Advies en lid Curatorium VNO-NCW. De crisis heeft ons opgeschud en zet aan tot nadenken en creativiteit. Ondernemers vragen zich juist nu af hoe en waar hun kracht ligt, hoe zij continuïteit kunnen waarborgen, nieuwe marktkansen vinden en hun bedrijfsvoering verduurzamen. Misschien zijn ook moeilijke keuzes nodig, moet een andere koers worden ingeslagen, moeten banen verdwijnen. Hoe maken we daarin verantwoorde keuzes? Op deze conferentie gingen inleiders en deelnemers na voor welke uitdagingen zij staan en wat hen in de kern drijft, juist in deze periode. Het aantal aanwezigen was minder dan verwacht, met als voordeel dat er intensieve gedachtewisseling kon plaatsvinden. - Conferentie Wijs leiderschap, woensdagmiddag 20 oktober, Driebergen, georganiseerd met De Baak. Sprekers waren: Wil Derkse, bijzonder hoogleraar Wetenschap, maatschappij en levensbeschouwing Radboud Universiteit Nijmegen; tevens bijzonder hoogleraar Wijsbegeerte vanwege de Stichting Thomas More bij de Open Universiteit; Harry Starren, algemeen directeur De Baak, Management Center VNO-NCW; en Irene Costera Meijer, hoogleraar Journalistiek Vrije Universiteit Amsterdam. Over leiderschap wordt veel gesproken en heel veel geschreven. De waarde van wijsheid krijgt daarbij weinig aandacht. Eeuwenlang is wijsheid beschouwd als hét kenmerk van voortreffelijk leiderschap. Op deze conferentie is nagegaan wat wijsheid voor leiders kan betekenen. - Conferentie Dienend leiderschap, sleutel voor verandering van organisatie en maatschappij, 3 december in Den Haag (Malietoren), georganiseerd met Stichting Servant Leadership Nederland. Sprekers waren: Tex Gunning, lid raad van bestuur AkzoNobel; en Paul de Blot s.j., hoogleraar Business Spirituality aan Nyenrode University.
11
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
3.4 Retraites De retraites bestaan uit korte inleidingen, gevolgd door oefening en dialoog. Ook worden enkele korte meditaties gegeven (met name lectio divina - geestelijke lezing - en oefeningen om tot stilte te komen). Deelnemers nemen veelal deel aan enkele diensten en er vindt een gesprek plaats met één van de monniken over vragen van inspiratie, leiderschap, samenwerken en werken. De deelnemers wisselen veelal ook persoonlijke dilemma’s en ervaringen uit. Overzicht: retraites en deelnemersaantallen in 2010 Overzicht Neem een sabbatical van 24 uur 5 en 6 maart (voor hoofdbestuur Jong Management), in ZININWERK Vught Spiritueel leiderschap 2 en 3 oktober (voor leden LWV), Sint Willibrordsabdij Doetinchem Neem een sabbatical van 24 uur maart (met Jong Management) 19 en 20 november, abdij Koningshoeven Berkel-Enschot
Deelnemersaantal 25
15
14
De LWV voert bij al haar activiteiten een enquête uit onder de deelnemers. De LWV-retraite werd op een schaal 1-5 gewaardeerd met een cijfer 4,6. 3.5 Bijeenkomsten Curatorium Het Curatorium kwam in 2010 driemaal bijeen over de volgende onderwerpen: - 12 januari: arbeidsverhoudingen; middellange termijnvisie - 4 juni: pensioenakkoord; vooruitzichten sociaal-economisch beleid en verkiezingen; internationaal MVO - 8 december: politieke situatie/vooruitzichten sociaal-economisch beleid.
12
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
4. Relaties met christelijk-maatschappelijke organisaties 4.1 Stichting Christelijk-Sociaal Congres In de Stichting Christelijk-Sociaal Congres, opgericht in 1991, participeren ca. 40 christelijke maatschappelijke organisaties waaronder VNO-NCW. Vooral non-profitorganisaties met een christelijke identiteit zijn sterk vertegenwoordigd (uit de sectoren zorg, onderwijs, media) en daarnaast het CNV. VNO-NCW is in het bestuur van de Stichting vertegenwoordigd door Jan-Willem van den Braak. Het secretariaat van de Stichting ligt nu bij het SBI, Centrum voor Opleiding en Training (het SBI is eerder opgericht vanuit CNV en NCW en is ook één van de grootste vormingsinstituten van Nederland). Guusje Dolsma participeerde namens VNO-NCW in de congrescommissie. De Stichting Christelijk-Sociaal Congres organiseert jaarlijks een grote conferentie die dit maal als thema had Een huis om in te wonen en plaatsvond op 25 en 26 augustus. Sprekers waren: minister Ernst Hirsch Ballin; Jan Jacob van Dijk, lid Tweede Kamer (tot juni 2010) en hoogleraar Christelijk-Sociaal denken; Erik Borgman, hoogleraar theologie van de religie aan de Universiteit van Tilburg; Govert Buijs, docent politieke en sociale filosofie aan de Vrije Universiteit. In de middag van de tweede dag vonden duo-presentaties plaats, onder andere van Louwe Dijkema, algemeen directeur Koninklijke Van Gorcum BV en voorzitter Klankbordgroep Levensbeschouwing en Ondernemen VNO-NCW, met Jaap Smit, de nieuwe voorzitter van het CNV. Het aantal deelnemers uit VNO-NCW kring aan de conferentie was beperkt (10 deelnemers op een totaal van 250; in 2009: 18). Huib Klamer schreef een artikel Moraal onlosmakelijk verbonden met economie en ondernemen in het speciaal voor het congres geschreven boek Daarom doen we het zo, over publieke moraal (onder eindredactie Jan Jacob van Dijk, uitgegeven bij Ten Have). Uitreiking Adriaan Borstprijs Op de vooravond van de conferentie is voor de vierde maal de Adriaan Borstprijs uitgereikt, dit maal aan Piet Hein Donner, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, eerder lid van de Raad van State, voorzitter van de WRR en voorzitter van de Stichting ChristelijkSociaal Congres. Eerder ging de prijs naar Jos van Gennip, voormalig senator voor het CDA, voormalig directeur van het wetenschappelijk instituut van het CDA, en initiator van de denktank Socires; Ad van Luyn, bisschop van Rotterdam en ook lid van het Curatorium van VNO-NCW; Leendert Bikker, ondernemer; en CDA-politica Hannie van Leeuwen.
13
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
Over de Adriaan Borstprijs: Adriaan Borst, een christelijk sociaal bewogen werkgever, richtte bij zijn afscheid in 1962 als voorzitter van het VPCW (Verbond van Protestants-Christelijke Werkgevers) - een rechtsvoorganger van het NCW resp. VNO-NCW -, een fonds op ter ondersteuning van projecten, gericht op christelijk sociale vorming. Dit Adriaan Borstfonds verleende tot 2006 subsidies aan concrete initiatieven, veelal van bij het CSC aangesloten organisaties. Het secretariaat van het fonds berustte bij NCW, en later VNO-NCW. In overleg met de stichting CSC is in 2006 besloten dat de doelstelling van het Adriaan Borstfonds beter tot zijn recht komt binnen het kader van de stichting CSC in de vorm van een in te stellen Adriaan Borstprijs. De Adriaan Borstprijs wordt uitgereikt aan een persoon die zich op bijzondere wijze actief en betrokken heeft getoond op het terrein van het christelijk sociaal handelen. De prijs bestaat uit een geldbedrag van € 10.000 en een bronzen beeldje. Het geldbedrag komt ten goede aan een door de ontvanger van de prijs te bepalen project op het terrein van het christelijk sociaal handelen. In 2007 is de Stichting Adriaan Borstfonds ontbonden en geliquideerd; het vermogen is overgedragen aan de Stichting Christelijk-Sociaal Congres. Over de ingestelde Adriaan Borstprijs is een convenant gesloten tussen het bestuur van het Adriaan Borstfonds en het bestuur van de Stichting ChristelijkSociaal Congres.
4.2 CNV/SBI/Kerk en Wereld Met CNV en SBI is een - in par. 2.3 al genoemd - wintercollege georganiseerd. Guusje Dolsma volgde Huib Klamer op als vice-voorzitter van de Stichting SBI, die de aandelen heeft van SBI Beheer waarin SBI Training en Advies en Zonheuvel zijn ondergebracht. In het verslagjaar is in het bestuur van de stichting onder meer gesproken over de maatschappelijke projecten waaraan SBI steun geeft en de wenselijkheid om daar meer focus in te brengen. Namens VNO-NCW functioneerde Louwe Dijkema als commissaris van SBI Beheer. Huib Klamer werd lid van het bestuur van de Stichting Kerk en Wereld. Deze Stichting beheert het vermogen dat vrijkwam door verkoop van het landgoed De Horst in Driebergen aan De Baak. De Stichting verleent subsidies aan de PKN-kerken, Oikos, en aan projecten op het gebied van interreligieuze dialoog, duurzaamheid en theologische vernieuwing. In 2010 werd een conferentie georganiseerd over duurzame consumptie. 4.3 Raad van Kerken Op 24 november overlegde een delegatie van de Klankbordgroep Levensbeschouwing en Ondernemen met een vertegenwoordiging van het bestuur van de Raad van Kerken (het laatste overleg daarvóór was in mei 2009). Onderwerpen van gesprek waren: het nieuwe regeerakkoord, kansarme groepen op de arbeidsmarkt en de armoede in Nederland. De kerken maken zich zorgen over kansarme groepen en zien een toenemend aantal hulpvragen bij de plaatselijke diaconieën van kerken.
14
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
4.4 Uniapac VNO-NCW is sinds 1997 actief lid van de internationale federatie van de christelijke ondernemersorganisatie Uniapac (International Christian Union of Business Executives) gebleven als opvolger van het NCW. Het voorzitterschap is in het najaar van 2009 overgegaan van Jose Ignacio de Mariscal (Mexico) naar de Fransman Pierre Lecocq. De belangrijkste activiteit van Uniapac is het drie-jaarlijkse wereldcongres. Van 30 september tot 2 oktober 2009 vond het congres plaats in Mexico-Stad. De volgende conferentie zal in 2012 plaatsvinden in Lyon. In 2008 heeft het Uniapac-bestuur een basisdocument The profit of values opgesteld (niet toevallig dezelfde titel als van het SER-advies over MVO ‘De winst van waarden’ uit 2000) In 2009 verscheen bovendien een Protocol dat een handvat aanreikt aan bedrijven hoe het boekje te vertalen naar de praktijk. Uniapac is het meest uitgesproken van belang voor de Zuid-Amerikaanse leden. In ZuidAmerika is het concept van CSR nog nieuw. Jan-Willem van den Braak is lid van het Uniapac-bestuur en nam deel aan de discussies over de toekomst van Uniapac. In de loop van 2009 bleek Uniapac nog over onvoldoende contributie-inkomsten te beschikken om substantiële activiteiten structureel te kunnen financieren. Vanaf 2011 zal er een UNIAPAC-Foundation fungeren als thinktank. Deze wordt gefinancierd door vermogende personen, die zeer betrokken zijn bij UNIAPAC en mede aangestuurd door de Board van UNIAPAC. Inmiddels is een directeur aangetrokken (exminister Chili en ex-plv. directeur IMF). VNO-NCW heeft besloten om lid te blijven van UNIAPAC. VNO-NCW zal zijn lidmaatschap in 2013 opnieuw evalueren.
15
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
5. Maatschappelijk Ondernemen 5.1 Enkele actuele issues (niet volledig) De SER-commissie IMVO In aansluiting op de SER Verklaring Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen van december 2008 heeft de SER-commissie IMVO een werkplan opgesteld dat voorziet in het verkrijgen van zicht op de werkelijke IMVO-activiteiten die bedrijven en branches ondernemen. De vervolgactiviteiten in het werkplan zijn gericht op (i) het verdiepen en uitdragen van de IMVO-beleidsfilosofie, (ii) het inventariseren van de werkelijke IMVO-activiteiten van bedrijven/branches en rapportages en communicaties daarover alsmede tekortkomingen hierin en (iii) het verbreden van de toepassing van IMVO door het stimuleren van rapportage over IMVO-activiteiten, onder andere via de Transparantiebenchmark, het geven van bekendheid aan de Richtlijn 400 (RJ400), en het ondersteunen van activiteiten van het MKB in het internationale brancheprogramma van MVO Nederland resp. de activiteiten van de producten bedrijfschappen. Het SER werkplan geeft uitzicht op een stevige kennisbasis om gericht verdere IMVOactiviteiten te ontwikkelen in de richting van specifieke branches. In 2010 is gewerkt aan de 2e voortgangsrapportage van de SER-Verklaring, die begin 2011 zal worden uitgebracht. Duurzaam inkopen De rijksoverheid wil in 2010 voor 100 procent duurzaam inkopen, de overige overheden voor 50 procent. Daarvoor zijn door SenterNovem voor concrete producten en productgroepen tal van concrete normen ontwikkeld. Adviesbureau PWC heeft een handreiking gemaakt voor overheids-inkopers hoe de sociale normen toe te passen. VROM heeft sociale criteria geformuleerd voor bedrijven. In dit kader zijn keteninitiatieven relevant. Als bedrijven meedoen aan dergelijke initiatieven worden zij geacht aan de sociale criteria te voldoen. VROM heeft een aantal criteria geformuleerd waaraan de keteninitiatieven moeten voldoen. MVO Nederland is belast met de voorlichting over de sociale aspecten van duurzaam inkopen in de richting van bedrijven. ISO 26000 Intensief is geparticipeerd in de ontwikkeling van de ISO 26000 standaard voor MVO, die eind 2010 van kracht wordt. Nadrukkelijk is niet de bedoeling dat de ISO guidelines voor certificatie vatbaar zijn. Niettemin zijn er vele initiatieven om toch tot een vorm van certificatie van MVO te komen. De NEN-werkgroep spreekt over een ‘zelfverklaring’ van bedrijven dat men de ISO normen uitvoert.
16
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
Transparantiebenchmark EZ Sinds enkele jaren heeft Economische Zaken een Transparantiebenchmark ingesteld waarvoor het onderzoek sinds dit jaar wordt uitgevoerd door KPMG. Ondernemingen krijgen een beoordeling van hun maatschappelijk jaarverslag op transparantie; het begint met een selfassessment. De methodiek van de benchmark is geëvalueerd en aangepast, bijvoorbeeld om het aspect van ketenverantwoordelijkheid beter tot zijn recht te laten komen. Het aantal bedrijven dat is betrokken bij de benchmark, is uitgebreid van 180 tot 500, teneinde de benchmark een rol te laten spelen in de komende voortgangsrapportages van de SERcommissie Internationaal MVO. - SER-advies Meer duurzame groei (mei 2010) VNO-NCW was actief betrokken bij de totstandkoming van het unanieme SER advies over het regeringsbeleid voor duurzame ontwikkeling. Het gaat om een beoordeling over de volle breedte: duurzaamheid op doelstellingen, indicatoren, evaluatie van het transitiebeleid (innovatieaanpak) en de beleidsinstrumenten. Op het gebied van milieuvervuiling, verlies aan biodiversiteit, efficiëntere inzet van energie en grondstoffen en hergebruik van afvalstoffen zijn grotere stappen nodig. Gezien de huidige crises moet duurzaamheid topprioriteit zijn; business-as-usual is geen optie. Dat creëert ook kansen voor economische groei en werkgelegenheid. De SER is voor een integrale strategie met een structurele aanpak van innovatie om de economie te verduurzamen. Belangrijk hierbij zijn samenhang en consistentie op de lange termijn. Dit moet uitmonden in een nationale duurzaamheidsstrategie. Niet alleen de overheid vervult hierbij een rol, maar ook sociale partners, maatschappelijke (milieu)organisaties en burgers/consumenten. Voor beleid over duurzame ontwikkeling zijn indicatoren nodig. De nadruk ligt nu te veel op de indicatoren nationaal inkomen en economische groei; er dienen meer milieu-, sociale en economische indicatoren te komen. De huidige innovatieaanpak (waaronder het transitiebeleid) heeft nog te weinig opgeleverd. Er is momenteel te veel verkokering en wispelturigheid. Nederland scoort laag met schone technologie en dreigt achter te blijven in een van de grootste mondiale groeimarkten van de toekomst. Versterking van innovatie en technologie is cruciaal. De SER doet hiervoor diverse aanbevelingen (onder andere duurzaamheid als leidraad bij de sleutelgebiedenaanpak, trajectfinanciering).
- Actieve bijdragen werden geleverd in de voorbereiding van conferenties die VNO-NCW organiseerde over duurzaamheid op 18 juni en samen met IDH (Internationaal Duurzame Handel) op 13 september. Op de eerste conferentie over duurzaamheid betoogde VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes dat het nieuwe kabinet zijn energie- en klimaatbeleid samen moet laten gaan met het innovatie- en industriebeleid. Hans Wijers, CEO van Akzo Nobel, benadrukte dat duurzaamheid een strategische kans is voor Nederland en het Nederlands bedrijfsleven. "Het is niet langer yes, we can maar yes, we do". Over de conferentie met IDH: VNO-NCW heeft in juni 2010 zijn steun gegeven aan het Actieplan Duurzame Handel 2011-2015, een gezamenlijke verduurzamingagenda die is ondertekend door ruim zeventig bedrijven, brancheorganisaties en maatschappelijke
17
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
organisaties. Gezamenlijk investeren zij de komende jaren ruim een half miljard in het verduurzamen van internationale grondstofketens (zoals soja, cacao, koffie, hout, thee). Op de druk bezochte gezamenlijke conferentie is het plan gepresenteerd en bediscussieerd met een aantal nieuwe leden van de Tweede Kamer. Het nieuwe kabinet heeft die steun inmiddels ook toegezegd. 5.2 Participatie in MVO netwerken MVO Nederland Huib Klamer heeft zitting in de Programmaraad van MVO Nederland. Daar is met name veel gesproken over de toekomst omdat vanaf 2012 de subsidie voor MVO Nederland wordt afgebouwd. Partner-bedrijven betalen een contributie vanaf 2009 (waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen grote en kleine bedrijven), zodat MVO Nederland meer op eigen benen kan staan en niet meer uitsluitend afhankelijk is van overheidsfinanciering. Ook VNO-NCW is een officiële partner van MVO Nederland. Global Compact Global Compact: een vrijwillige code voor ondernemingen Secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties riep in 1999 op het World Economic Forum in Davos bedrijven op om VN-organisaties te helpen bij het verbeteren van mensenrechten, de positie van werknemers, het milieu en corruptie. Daarvoor is een Global Compact opgesteld, waarbij bedrijven zich vrijwillig kunnen aansluiten. Wereldwijd hebben topbestuurders van meer dan 5.000 ondernemingen - vooral grote, maar ook kleine - in 120 landen met hun handtekening uitgesproken deze tien principes te zullen bevorderen en zich verplicht om over de voortgang van hun inspanningen jaarlijks te rapporteren aan de Verenigde Naties. De 10 principes van het Global Compact - die in hun beknoptheid verwijzen naar VN-verdragen1 zijn: Human Rights 1. Businesses should support and respect the protection of internationally proclaimed human rights. 2. Make sure that they are not complicit in human rights abuses. Labour Standards 3. Businesses should uphold the freedom of association and the effective recognition of the right to collective bargaining. 4. The elimination of all forms of forced and compulsory labour. 5. The effective abolition of child labour. 6. The elimination of discrimination in respect of employment and occupation. Environment 7. Businesses should support a precautionary approach to environmental challenges. 8. Undertake initiatives to promote greater environmental responsibility. 9. Encourage the development and diffusion of environmentally friendly technologies. Anti-Corruption 10. Businesses should work against all forms of corruption, including extortion and bribery.
1
Concreet gaat het om de volgende verdragen: The Universal Declaration of Human Rights (1948); The International Labour Organization’s Declaration on Fundamental Principles and Rights at Work (1998); The Rio Declaration on Environment and Development (1992); The United Nations Convention Against Corruption (2003)
18
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
Global Compact is het grootste wereldwijde bedrijvennetwerk op het gebied van MVO net ca 8.000 leden. Huib Klamer is secretaris van het Nederlands netwerk. Dat omvat de gebruikelijke secretariële werkzaamheden (inclusief contacten met leden, tal van geïnteresseerde organisaties, het secretariaat van de Verenigde Naties). Ook werd de Leaders Summit van Global Compact op 24 en 25 juni in New York bijgewoond. Inhoudelijke bijdragen werden geleverd aan de Round Table for Global Issues, de Peer Review Feedback voor Global Compact leden op 30 september bij ABNAmro en de jaarconferentie in januari 2011 met KPMG. Verder werd veel aandacht besteed aan de begeleiding van het project Business and Human Rights, waarvoor een medewerker, David Vermijs, is aangetrokken. Daarvoor werd een aantal conferenties georganiseerd. Over het eindrapport vonden gesprekken plaats met NGO’s. Het project Human Rights en Business In juni 2008 bracht professor Ruggie (verbonden aan Harvard University), die daarvoor een speciale opdracht kreeg van de Verenigde Naties, een belangrijk rapport uit over mensenrechten (gevolgd door een tweede rapport op 22 april 2009). Daarin werkt hij een drieledig framework van verantwoordelijkheden uit: protect, respect and remedies.2 De overheden hebben de plicht om mensenrechten te beschermen (duty to protect). Het bedijfsleven heeft de verantwoordelijkheid om mensenrechten te respecteren (responsability to respect); dit houdt allereerst dat ondernemingen geen schade (no harm) toebrengen aan de toepassing van mensenrechten. Verder moeten bedrijven een beleid van due diligence voeren; dat houdt in: bewust zijn van de impact van de eigen activiteiten op mensenrechten, aandacht voor mensenrechten integreren in bedrijfsprocessen, monitoring, zorgen voor klachtenmechanismes. Dit laatste is onderdeel van het derde onderdeel van Ruggie’s model: access to remedies. Ruggie kreeg opnieuw een opdracht van de VN om dit model verder uit te werken. Op 23 november bracht hij een nieuw rapport uit. 10 Nederlandse multinationale ondernemingen hebben het initiatief genomen om het in het rapport geschetste model nader uit te werken. Dit gebeurt onder de vlag van Global Compact Nederland. Vermijs onderzocht in de eerste fase van dit project bij de participerende 10 bedrijven of hun mensenrechtenbeleid ‘Ruggie-proof’ is. In de volgende fase - vanaf september 2009 - zijn ‘good practices’ uitgewerkt voor de vijf peilers van het de verantwoordelijkheid van bedrijven ‘to respect’ (wat Ruggie ‘due diligence’ noemt). Het eindrapport, dat in mei 2010 verscheen, is aangeboden op de Global Compact Leaders Summit op 24 en 25 juni en aan de ministeries van Economische en Buitenlandse Zaken op 28 juni.
Overleg MVO-Platform met VNO-NCW Er vond op 8 oktober het jaarlijkse overleg plaats tussen VNO-NCW en het MVO-Platform waarin een groot aantal Nederlandse NGO’s verenigd zijn. Daarbij is gesproken over het onderwerp extraterritorialiteit, de voortgang op de SERVerklaring Internationaal MVO en de betekenis van het rapport-Ruggie inzake mensenrechten.
2
Het rapport is te vinden onder www.business-humanrights.org/Gettingstarted/UNSpecialRepresentative
19
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
5.3 Broodje C bijeenkomsten Enkele malen per jaar wordt al sinds jaren in de Malietoren een lunchbijeenkomst georganiseerd rondom economie, maatschappelijk ondernemen, bedrijfsethiek en levensbeschouwing. De bijeenkomsten worden voorgezeten door Teun Hardjono, hoogleraar kwaliteitsmanagement Erasmus Universiteit en lid van de Klankbordgroep Levensbeschouwing en Ondernemen. Het aantal deelnemers bedraagt 50 tot 70 personen uit de kringen en netwerken van VNO-NCW. In 2010 vonden drie bijeenkomsten plaats:
- Woensdag 17 maart: Kopenhagen en hoe nu verder? Sprekers waren: Frits de Groot, teammanager milieu, ruimtelijke ordening en infrastructuur VNO-NCW en MKB Nederland: (internationaal) klimaatbeleid na Kopenhagen, en Jan Berends, manager responsible care & product safety DSM; en Joan Geerts, manager sustainable development DSM: over het DSM beleid dat blijft: verdere reductie van de carbon footprint. Frits de Groot vertelde dat de klimaatconferentie in Kopenhagen waar hij aanwezig was, niet heeft opgeleverd wat men ervan hoopte. Bij het opstellen van de uiteindelijke slotverklaring stond Europa zelfs buitenspel. Toch houdt Europa vast aan zijn emissiereductiedoelstelling van minus 20% in 2020 ten opzichte van 1990. Het bedrijfsleven - bij monde van DSM - gaat onverminderd verder in zijn streven CO2 uitstoot verder terug te brengen. Vooral in de keten kan nog aanzienlijke winst worden behaald. - Woensdag 16 juni: Duurzaamheid en innovatie, in het licht van de verkiezingsprogramma’s. Sprekers waren: Marga Hoek, directeur De Groene Zaak: Waar staat De Groene Zaak voor?; en Carin ten Hage, directeur TNT, Initiatief Planet Me: Het duurzaamheidsbeleid van TNT. Eén van de aanwezigen deed als volgt verslag: “Het was een geslaagde duo presentatie tussen Marga Hoek en Carin ten Hage (TNT Planet me). Juist de combinatie van een verhaal over De Groene Zaak (DGZ) met, ter ondersteuning, een praktijkcase van TNT werd goed ontvangen door de enthousiaste aanwezigen. Vanuit de zaal kwamen veel vragen over de verhouding VNO-NCW en DGZ, waar duidelijk werd gemaakt dat DGZ geen bedreiging is, maar dat de koplopers de weg vrij kunnen maken voor het peloton.“ - Woensdag 24 november: Human Rights en Business Sprekers waren: David Vermijs, adviseur Global Compact Nederland: Handreiking Global Compact Nederland voor toepassing van het Ruggie-framework voor Human Rights ‘protect, respect, access to remedies’; Marga Edens, directeur Corporate Responsability Essent: Due Diligence, een praktijkvoorbeeld; Jan-Willem van den Braak, adviseur beleidsdirectie VNO-NCW / MKB Nederland en lid SER-commissie IMVO (Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen): Stand van zaken SER-voortgangsrapportage IMVO Verklaring.
20
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
6. Publicaties, lezingen en publiciteit Van de Bilderbergconferentie ‘Duurzaam herstel’ verscheen een eindverslag in juni. In het boekje voor de komende Bilderbergconferentie ‘Nieuwe verantwoordelijkheden’ in 2011, verschenen in december twee beschouwingen van Van den Braak en Klamer. Van den Braak hield op 10 november een lezing voor de BZW-Studieclub Eindhoven over het Bilderbergthema. In 2010 gaf Forum aandacht aan de Bilderbergconferentie. Verder publiceerde Forum in juni een interview met Louwe Dijkema, voorzitter van de Klankbordgroep Levensbeschouwing en Ondernemen. Van den Braak nam deel aan het slotforum van het Future Leaders Event van MVONederland op 28 oktober. Hij voerde op 30 december een tweegesprek met Bert van Boggelen, ex-voorzitter CNV, in een workshop over de overlegeconomie, op de jaarlijkse vier-daagse Taizejongerenbijeenkomst, die deze keer plaatsvond in Rotterdam. Op deze al decennia lang bestaande oecumenische bijeenkomsten treffen enkele duizenden jongeren uit heel Europa elkaar om zich met elkaar te bezinnen op hun leven. Huib Klamer was samen met Frans Bosman (Luce) eindredacteur van het boek De ene Regel is de andere niet, Vijf spirituele grootmeesters over werk en leiderschap, dat in december 2009 verscheen bij uitgeverij Ten Have. In 2010 werd een eerste druk verkocht. Hij schreef een artikel Moraal onlosmakelijk verbonden met economie en ondernemen, in het speciaal voor het congres van de Stichting Christelijk-Sociaal Congres geschreven boek Daarom doen we het zo, over publieke moraal (onder eindredactie Jan Jacob van Dijk, uitgegeven bij Ten Have). Verder leverde hij een bijdrage aan de scheurkalender Business Spiritualiteit 2011 (uitg. Ten Have). Klamer werd geïnterviewd voor het blad De Ouderling. Hij hield verder inleidingen over: geluk en werk op 2 maart resp. 26 oktober (voor een kerk in Reeuwijk resp. Saxion Wageningen), MVO op 20 mei (voor de buitenlandse studenten van de Saxion Hogeschool), het nieuwe Bilderbergthema op 13 juni in Den Haag. Over het normatieve kader voor internationaal ondernemen hield hij inleidingen: - op 2 september voor de SER-commissie IMVO - op 22 oktober voor het Centrum van de Katholiek Sociale Leer (hieraan werd een radioprogramma gewijd; van de conferentie verschijnt een publicatie) - op 28 oktober voor de conferentie van CSR Europe in Brussel. Ook in het kader van Global Compact werden enkele presentaties gegeven: over verslaglegging - voor nieuwe leden van Global Compact -, op 13 januari, voor YPIC (vereniging van Young Professionals) op 27 mei, op 7 juli in Brussel voor het Belgische Global Compact en op de stakeholders-meeting van OCE op 10 november.
21
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
II JAARPLAN 2011 I. Algemeen De statuten van VNO-NCW bepalen sinds 2005 dat bezinning een integraal onderdeel is van de belangenbehartiging, mede gericht op een rechtvaardige sociaal-economische ordening. Op basis daarvan ontwikkelt de Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW een jaarlijks programma. Dit jaarplan 2011 is besproken in de vergadering van de Klankbordgroep Levensbeschouwing en Ondernemen VNO-NCW (voorzitter: Louwe Dijkema) op 24 november 2010. Vervolgens is het jaarplan voorgelegd aan het Algemeen Bestuur van VNO-NCW d.m.v. een schriftelijke procedure. Van de zijde van het bestuur kwamen geen opmerkingen. De Klankbordgroep zal ook in 2011 weer driemaal bijeenkomen (maart, juni, november), waarvan één keer (juni) in aanwezigheid van de algemeen directeur (ter bespreking van de actuele beleidsagenda van VNO-NCW). De Stafgroep zal ook in 2011 weer betrokken zijn bij de voorbereiding van de bijeenkomsten van het Curatorium van VNO-NCW.
II. Partners Externe partners Sommige activiteiten worden georganiseerd in samenwerking met externe partners zoals De Baak, NBN (Netwerk Bedrijfsethiek Nederland), Bureau Inner Sense, Nyenrode University (rondom de leerstoel business spirituality), CNV, ZININWERK, SBI, de Theologische Universiteit Kampen en De Boskant. Zulke partners kunnen eigen expertise (thema´s, sprekers) inbrengen, terwijl omgekeerd VNO-NCW toegang biedt tot een groot deel van het bedrijfsleven en kan meedenken hoe thema´s actueel te maken voor het bedrijfsleven. De regionale verenigingen, Jong Management en branches Er zijn regelmatige contacten met de regionale verenigingen en Jong Management. Enkele regionale verenigingen hebben een speciale werkgroep voor maatschappelijk ondernemen en ethiek (Noord, Midden en BZW). Deze werkgroepbijeenkomsten worden in beginsel bijgewoond. Met hen kunnen ook bijeenkomsten worden georganiseerd (met name moet dan gedacht worden aan conferenties en kleinschalige bijeenkomsten rondom maatschappelijke ondernemen en persoonlijk leiderschap).
22
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
III. Activiteiten voor 2011 1. Bilderbergconferenties 2011 en 2012 De Bilderbergconferentie over 'Nieuwe verantwoordelijkheden' vindt plaats op 4 en 5 februari 2011. De Klankbordgroep Levensbeschouwing en Ondernemen zal de conferentie in maart/april 2011 evalueren en een nieuw thema voorstellen voor de Bilderbergconferentie in 2012. Dan wordt ook besloten of een publicatie zal worden uitgebracht. 2. Levensbeschouwing, ethiek, spiritualiteit 2.1 Conferentie over spiritueel leiderschap Een conferentie is in voorbereiding met Anselm Grün op 10 juni 2011 in abdij Koningshoeven. Anselm Grün is Benedictijner monnik en heeft de leiding over de bedrijven van de abdij Münsterschwarzach. Hij is de meest gelezen schrijver op het gebied van spiritualiteit in Europa. Hij adviseert bedrijven en is een begenadigd spreker. De conferentie wordt voorbereid in samenwerking met Dorine Huijbregts. 2.2 ZEN en leiderschap Voor 25 januari wordt een conferentie voorbereid met Willigis Jäger, een Duitse monnik en zen-leraar. Dit gebeurt in samenwerking met Inner Sense en De Baak (die ook de praktische organisatie in handen hebben). 2.3 Retraites In 2011 willen we opnieuw enkele 24-uursretraites in kloosters organiseren, maar dan vooral i.s.m. belangstellende verwante organisaties, zoals Jong Management en de regionale verenigingen (met de LWV is al een afspraak voor een retraite gemaakt). Voor de driedaagse cursus Manager en Meditatie is een andere opzet gezocht i.s.m. Inner Sense en De Baak. Van 22 tot 25 januari wordt in de vestiging van De Baak te Driebergen een cursus ZEN for leadership georganiseerd met medewerking van Brigitte van Baren, Paul Kohtes en Lizelotte Smits 2.4 Cursus Levensbeschouwing en werk Met Kees Blokland, voormalig directeur Personeel van de NS en lid van de Klankbordgroep Levensbeschouwing en Ondernemen, wordt een driedaagse cursus Levensbeschouwing en werk voorbereid. Datum: 13-15 januari 2011. 3. Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) Inleiding Sinds het SER-advies over MVO van 2000 bestaat er een hoge mate van consensus dat MVO in de 21e eeuw corebusiness is: het behoort tot de kern van het ondernemen, dat immers
23
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
afhankelijk is van vele maatschappelijke factoren; zoals omgekeerd de samenleving qua welvaart en werkgelegenheid ook afhankelijk is van innovatief ondernemen. De globalisering voegt hier nog een dimensie aan toe. In het betreffende SER-advies van juni 2008 is hiervan rekenschap gegeven, met dezelfde uitkomst. MVO kan dus ook niet wettelijk worden voorgeschreven, het is gedifferentieerd per onderneming en sector. In deze zin is MVO onderdeel van steeds meer beleidsportefeuilles van VNO-NCW, maar ook de stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen neemt hier een coördinerend en faciliterend aandeel in. (Er is ook een interne werkgroep-MVO van secretarissen onder voorzitterschap van het hoofd van de Stafgroep). Dit leidt o.a. tot de volgende werkzaamheden. 3.1 Algemeen De maatschappelijke en politieke agenda voor MVO zal actief worden gevolgd, waarbij steeds de visie van VNO-NCW zal worden ingebracht. Thema’s die in 2011 wederom aan de orde komen, zijn: duurzaam inkopen, ketenbeheer, het monitoren van de aanbevelingen van de SER-Verklaring inzake Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (2e voortgangsrapportage februari 2011), de Transparantie Benchmark (van maatschappelijke jaarverslagen) van het ministerie van EZ (geparticipeerd wordt in een begeleidingscommissie), de discussie over mensenrechten (de uitwerking van het zgn. rapport Ruggie) enz. Klamer is ook lid van de werkgroep-CSR van BUSINESSEUROPE. 3.2 Mogelijke conferentie ‘Integratie in bedrijf: omgaan met verschillen op de werkvloer’ Integratie blijft een belangrijk aandachtspunt. Actueel is thans ook de religieuze dimensie. Bezien wordt of een conferentie kan worden georganiseerd hoe mensen met verschillende achtergronden op de werkvloer effectief en tot wederzijdse tevredenheid met elkaar kunnen samenwerken. 3.3 MVO-netwerken a. Geparticipeerd wordt in de Programmaraad van MVO Nederland, het Nederlandse kenniscentrum voor MVO (Klamer). b. Verder verzorgt Klamer het secretariaat van het Nederlands Netwerk van Global Compact. Dit netwerk bestaat uit 65 bedrijven in Nederland die elk de 10 principes hebben onderschreven van het Global Compact van de Verenigde Naties. Er zal verder worden gewerkt aan een follow up worden gegeven aan het project Business and Human Rights dat medio 2010 is afgerond. Met MVO Nederland wordt bijvoorbeeld gesproken over een bijeenkomst voor branches. Een nieuw project is Partnering for Prosperity waarvan de coördinatie bij het Global Compact secretariaat is gelegd en waarvoor externe deskundigheid wordt ingeschakeld. Global Compact zal in ieder geval twee conferenties organiseren. Ook zullen wederom enkele bijeenkomsten plaatsvinden van de Ronde Tafel Global Issues waar leden-bedrijven met ngo's vertrouwelijk dilemma's bespreken die samenhangen met hun internationale operaties. c. Er zal ook het jaarlijkse overleg plaatsvinden met MVO Platform, een koepel van ca 40 ngo's.
24
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
3.4 Drie lunchbijeenkomsten (Broodje B) in de Malietoren De thema's betreffen steeds MVO-onderwerpen en moeten nog worden vastgesteld. Data: woensdag 23 maart, donderdag 16 juni en woensdag 16 november. 3.5 Mogelijke conferentie in 2011 i.s.m. MVO Nederland 'MVO, state of the art' 4. Bijeenkomsten met C-organisaties 4.1 Raad van Kerken Op 24 november 2010 vond een overleg plaats met een delegatie van de Raad van Kerken over maatschappelijke onderwerpen van wederzijds belang. In 2011 zal een nieuwe bijeenkomst begin 2012 worden voorbereid. 4.2 CNV/SBI Met CNV resp. het daaraan verbonden scholings- en vormingsinstituut SBI bestaat een specifieke relatie, gelet op het levensbeschouwelijke karakter van deze organisaties. Geparticipeerd wordt in het SBI-bestuur (Dolsma), dat zich naast de exploitatie van de gebouwen en het aandeelhouderschap van SBI Beheer BV, buigt over identiteitsbepalende maatschappelijke projecten van het SBI. Louwe Dijkema, voorzitter van de Klankbordgroep, is lid van de Raad van Commissarissen van SBI Beheer BV. SBI viert in 2011 haar 50-jarig bestaan. In dat kader is ook een eindemiddagbijeenkomst met CNV en SBI gepland op 7 maart met als thema Kwaliteit van de arbeidsverhoudingen (met als sprekers Wientjes, voorzitter VNO-NCW, en Smit, voorzitter CNV). 4.3 Uniapac VNO-NCW heeft besloten om lid te blijven van UNIAPAC. Vanaf 2011 zal er een UNIAPAC-Foundation fungeren als thinktank. Deze wordt gefinancierd door vermogende personen, die zeer betrokken zijn bij UNIAPAC en mede aangestuurd door de Board van UNIAPAC (Van den Braak is boardmember). VNO-NCW zal zijn lidmaatschap in 2013 opnieuw evalueren. In 2011 zullen enkele boardmeetings plaatsvinden en eind 2011 zal VNO-NCW gastheer zijn van de jaarlijkse bijeenkomst van UNIAPAC Europa. 4.4 Stichting Christelijk Sociaal Congres Geparticipeerd wordt in het SCSC-bestuur (Van den Braak) en de congrescommissie. De belangrijkste activiteit is de jaarlijkse conferentie eind augustus. Het thema in 2010 was Een huis om in te wonen. Van den Braak wordt voorzitter van de congrescommissie die het congres eind augustus 2011 voorbereidt.
25
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
BIJLAGE 1: PROGRAMMA 48ste BILDERBERGCONFERENTIE DUURZAAM HERSTEL vrijdag 5 en zaterdag 6 februari 2010 Programma Dagvoorzitter: Peter van Ingen, VPRO TV/Buitenhof Vrijdagmiddag 5 februari vanaf 12.15 uur ontvangst met lunch 13.15 uur opening Bernard Wientjes, voorzitter VNO-NCW 13.30 uur inleidingen - Rick van der Ploeg, hoogleraar economie Universiteit van Amsterdam en Universiteit van Oxford: Duurzaamheid en mondiale economische ontwikkeling - Henk Rottinghuis, voorzitter directie PON Holdings BV: Heeft de shock gewerkt? - Rob Riemen, oprichter-directeur Nexus Instituut: Verval van waarden. De miskenning van een duurzaam probleem. 14.45 uur pauze 15.15 uur forumdiscussie - Marlies Dekkers, founder/ceo & creative director MD Design & Communication BV, Zakenvrouw van het jaar 2007 - Ruud Koornstra, ceo Tendris - Mark Rutte, voorzitter Tweede Kamerfractie VVD - Rob van Tulder, hoogleraar bedrijfskunde Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit 16.30-18.00 uur parallelsessies Hoe bereiken we duurzaam herstel? 18.00 uur aperitief 19.00 uur diner
26
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
Zaterdagochtend 6 februari vanaf 7.30 ontbijt 9.00 uur: Oecumenische dienst met Abeltje Hoogenkamp, predikant binnen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), geestelijk verzorger Sint Lucas Andreas Ziekenhuis Amsterdam, en winnaar van de Publieksprijs Preek van het Jaar 2006 10.00 uur inleiding Maxime Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken 10.45 uur pauze 11.15 uur forumdiscussie - Huibrecht Bos, directeur-eigenaar MoveNext, voorzitter Jong Management VNO-NCW en lid Dagelijks Bestuur VNO-NCW - Hans Hillen, lid Eerste Kamerfractie CDA, voorzitter Centrum voor Merk en Communicatie, lid Dagelijks Bestuur VNO-NCW - Tineke Lambooij, universitair docent ondernemingsrecht Universiteit Utrecht, onderzoeker duurzaamheid Nyenrode University en Worldconnector - Marianne Rijvers, algemeen directeur-eigenaar Rijvers Weert BV - Maxime Verhagen 12.30 uur afsluiting door Bernard Wientjes aansluitend lunch
27
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
BIJLAGE 2: PASSAGE UIT NOTA OPTIMISTISCH! (APRIL 2010) 3.1 Globalisering, duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen Er waren geluiden dat het na de financiële crisis gedaan zou zijn met globalisering en de internationale markteconomie en dat landen zich zouden moeten gaan terugtrekken op hun nationale economie. Niets is minder waar. Globalisering is onomkeerbaar. Het is ‘here to stay’. Gelukkig zien veel landen in dat zij bij protectionisme meer te verliezen dan te winnen hebben, hoewel waakzaamheid geboden blijft. Tegelijkertijd is eens te meer duidelijk geworden dat de wereld dringend behoefte heeft aan effectieve internationale samenwerking ter oplossing van mondiale economische, ecologische, voedsel- en veiligheidsvraagstukken. De Nederlandse positie is onomkeerbaar verbonden met de rol die een waarlijk Verenigd Europa op dat toneel kan spelen. De afgelopen crisis heeft ons de ogen geopend dat juist in het zakendoen waarden kardinaal zijn. Vanzelfsprekende waarden als eerlijkheid, betrouwbaarheid en transparantie vormen de basis voor constructieve en productieve relaties van bedrijven met hun directe stakeholders: klanten, medewerkers, leveranciers en aandeelhouders. Zij creëren de ‘license to operate’ voor het bedrijfsleven. Vertrouwen vormt de smeerolie van de economie. Wanneer vertrouwen ontbreekt, gaat het radarwerk van de economie haperen en komt de welvaartsmachine tot stilstand. Er is dus veel aan gelegen de betekenis van ‘moral sentiments’ in het bedrijfsleven (Adam Smith als geestelijk vader van de markteconomie en de economische wetenschap wees er al op) te benadrukken en zoveel mogelijk te bevorderen. We keren ons tegen excessen en immoreel gedrag. Nieuw perspectief voor de financiële sector en behoud van voldoende (ruimte voor) kredietverlening De crisis heeft een aantal feilen in het bank- en kredietwezen blootgelegd met grote gevolgen voor de wereldeconomie. Reparatie daarvan is noodzakelijk. Het is aan de banken zelf om het vertrouwen van klanten en de samenleving in bredere zin terug te winnen. Banken hebben inmiddels belangrijke stappen ondernomen. De aandacht voor het klantbelang is centraler komen te staan en de maatschappelijke rol van financiële instellingen wordt beter belicht. Toen de financiële crisis uitbrak zijn de beleidsreacties van Centrale Banken en overheden adequaat geweest. Systeembanken zijn gered en internationaal gecoördineerd is de krimp doorbroken via goedkope geldpolitiek, het aanvaarden van forse begrotingstekorten en tijdelijke Keynesiaanse stimulering. In het vooruitzicht van economisch herstel is de vraag nu hoe verder? Voor het Nederlandse bedrijfsleven is het cruciaal dat het Nederlandse bankwezen weer zo snel mogelijk revitaliseert en na de noodzakelijke aanpassingen weer voluit, ook internationaal, gaat functioneren. De waarde en betekenis van Nederland als financieel centrum met zijn internationale banken is groter geweest voor het Nederlandse ondernemerschap dan menigeen denkt. Zo verantwoord en zo snel mogelijk weer op de eigen private benen komen, is van groot belang. De voorstellen die in voorbereiding zijn over versterking van regelgeving en verhoging van kapitaaleisen verdienen de volledige steun. Maar Nederland moet niet voorop of uit de pas lopen met internationale regelgeving. De grotere instellingen in kleinere lidstaten mogen niet op achterstand gezet worden. Eén Europese interne markt voor financiële dienstverlening op basis van gelijke spelregels, waarbij de meest efficiënte aanbieders in heel Europa kunnen opereren zonder nationale bescherming, is een ‘must’ om het ontluikende economisch herstel te ondersteunen. Voor het herstel van de hele economie is tevens van groot belang dat bij de beoogde revitalisering van 28
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
banken hun kredietverlening door een stapeling van aangescherpte eisen van toezichthouders niet onder druk komt te staan. Zeker wanneer de investeringsvraag bij gunstiger mondiale economische vooruitzichten herstelt. Het huidige (verruimde) instrumentarium van het ministerie van EZ is te beperkt om dit voldoende zeker te stellen. Het is daarom wenselijk dat bij banken het proces van securitisatie, dat hun ruimte voor kredietverlening kan helpen vergroten, weer op gang komt. Bezien moet worden hoe in die situatie de middelen van de pensioenfondsen meer ten gunste van de Nederlandse economie kunnen worden aangewend. Versterking van het eigen vermogen door private equity fondsen die willen investeren in continuïteit van ondernemingen, kan ook een belangrijke bijdrage leveren aan de betere financiële positie van het bedrijfsleven. Ook verzekeraars zijn een krachtige investeerder in de Nederlandse economie. Deze rol moeten ook zij kunnen blijven vervullen. Eventuele aangescherpte eisen vanuit de EU mogen dit niet in de weg staan. Verduurzaming als aanjager voor innovatie Klimaatverandering als gevolg van te hoge emissies van broeikasgassen, beperkte beschikbaarheid en eindigheid van fossiele brandstoffen en voedselschaarste zijn wereldwijde problemen. Ze dwingen ons tot een maatschappelijke transitie naar een veel duurzamere economie. Voorzieningszekerheid van energie en de klimaatproblematiek plaatsen ons voor geweldige uitdagingen. Bij verduurzaming gaat het niet alleen om de voorziening van gas, elektriciteit of brandstoffen, maar ook om gebruik van grondstoffen, materialen, producten en product- en voedselketens. Verduurzaming heeft betrekking op elk facet en elke sector van de economie. Op energiegebied gaat het uiteindelijk om het gebruik van substantieel minder fossiele energie en vermindering van schadelijke broeikasgassen in de atmosfeer. Dat vergt een enorm aanpassingsproces dat binnen een ambitieus groeiscenario alleen kan worden bereikt met benutting van nieuwe kennis en de innovatiekracht van het bedrijfsleven, evenals door de dagelijkse toepassing hiervan. De ontwikkeling van een (gedeeltelijk) ‘biobased economy’, waarvoor Nederland sterke troeven in handen heeft, kan een belangrijke innovatieve bijdrage leveren aan het realiseren van een duurzamere economie. Economische groei en verbetering van het milieu zijn niet elkaars tegenstanders maar bondgenoten. Voor het bedrijfsleven is duurzaam groeien geen tweede maar eerste natuur geworden. Niet alleen omdat dit geweldige kansen biedt, maar ook vanuit het besef dat het bedrijfsleven een morele plicht heeft bij te dragen aan de houdbaarheid van onze aarde, voor huidige en vooral toekomstige generaties. Ondernemend Nederland heeft daarom met de overheid het ‘Duurzaamheidsakkoord’ afgesloten. Dat akkoord tussen bedrijfsleven en overheid is internationaal uitzonderlijk maar past binnen de beste Nederlandse traditie van samenwerking. Het akkoord rust op twee pijlers. In de eerste plaats heeft het bedrijfsleven zich verbonden aan de Europese doelstellingen ten aanzien van CO2-reductie, energiebesparing en duurzame energie zodat Nederland zijn bijdrage kan leveren. Eerste berekeningen laten zien dat dit voor veel sectoren haalbaar is. De kosteneffectiviteit van maatregelen moet wel scherp worden bewaakt. De tweede pijler is innovatie. De overheid deelt met het bedrijfsleven dat innovatie de sleutel is voor verduurzaming. Het akkoord moet de weg bereiden voor een prominente rol van het Nederlandse bedrijfsleven op de internationale groeimarkt van duurzame productie en consumptie. Deze innovatiepijler van het Duurzaamheidsakkoord moet de komende jaren écht handen en voeten worden gegeven. Nederland heeft gelukkig zeer sterke duurzaamheidtroeven in handen. Het is van het grootste belang - voor groei en het mondiale milieu - daar in eendrachtige publiekprivate
29
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
samenwerking (letterlijk) werk van te maken. Verduurzaming is een aanjager voor innovatie, maar andersom is ook het geval: innovatie is een aanjager voor verduurzaming. (Internationaal) maatschappelijk verantwoord ondernemen Het laatste decennium is steeds duidelijker geworden dat het bedrijfsleven een maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft. Door de globalisering krijgen eigenlijk alle grote vraagstukken een wereldwijd karakter en hebben problemen in het ene land al snel gevolgen voor andere landen. De maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven breidt zich uit in ruimte en tijd. Het klimaatvraagstuk vraagt om een verdere tijdshorizon. Ondernemers leven in de wetenschap dat tot 2050 de wereldbevolking nog fors groeit, olievoorraden slinken en temperatuurstijgingen kunnen leiden tot ingrijpende klimaatveranderingen. Ondernemingen opereren steeds vaker in ketens van toeleveranciers en afnemers. Die bevinden zich veelal in opkomende markten en in landen waar andere normen gelden voor milieu en arbeid dan hier. Hun regeringen oefenen vaak weinig toezicht uit. Denk aan landen in Afrika en Azië. Globalisering biedt kansen voor de grote delen van de wereldbevolking waar armoede en uitzichtloosheid al veel te lang domineren. Bedrijven uit welvarende landen hebben bij hun activiteiten in de betrokken landen een verantwoordelijkheid om internationale normen ten aanzien van mensenrechten en milieu te respecteren. Nederlandse bedrijven brengen hun eigen ‘business principles’ en standaarden mee naar landen die elementaire mensenrechten niet accepteren of handhaven. Dat kan daar ter plekke leiden tot verbeteringen en is daarom een goede zaak, want veranderingen in de betreffende landen vereisen invloeden van buitenaf. Voor het Nederlandse bedrijfsleven is het een uitdaging zoveel als mogelijk is zijn invloed ten goede aan te wenden. Dat is een opgave waarvan we ons ten volle bewust zijn. Tegelijk moet er begrip zijn dat bedrijven niet altijd in staat zijn om hun normen ter plekke toe te passen (bijvoorbeeld discriminatie van vrouwen in het Midden Oosten en vakbondsvrijheid in China). Het is goed dat de SER de vorderingen van het bedrijfsleven en ‘good practices’ in kaart brengt. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is geen zaak van overheidsregulering. De wetgever moet er ver van wegblijven (dat geldt ook voor de overheid in haar rol van inkoper). Het is ondernemen. Het is onderdeel van de ‘core business’ van ondernemingen. Maatschappelijk verantwoord handelen is echter niet alleen een zaak van ver buiten onze landsgrenzen. Het begint dicht bij huis. Bedrijven voelen zich onderdeel van de maatschappij en willen daaraan een positieve bijdrage leveren door duurzame en eco-efficiënte producten en processen te ontwikkelen en zuinig te zijn met energie en grondstoffen. Bedrijven leveren hun bijdrage tegen ‘uitsluiting’, door het bieden van werk en door het ‘insluiten’ van mensen die buiten de boot vallen (bijvoorbeeld vroegtijdig schoolverlaters, migranten, Wajongers). Bedrijven kunnen ook een bijdrage leveren aan het veiliger maken van de samenleving.”
30
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
BIJLAGE 3: ARBEID EN MENSELIJKE WAARDIGHEID IN EEN TIJD VAN GLOBALISERING, Inleiding Huib Klamer, secretaris Levensbeschouwing en Maatschappelijk Ondernemen, op 22 oktober voor het CSLK (Centrum voor de Sociale Leer van de Kerk) Ik zal focussen op Globalisering en arbeid, maar wil eerst enkele algemene opmerkingen maken over de betekenis van de encyclieken voor economie en werk. Ik zal dat ook verbinden met mijn persoonlijk werkervaringen. Wat doen we binnen VNO-NCW met de encyclieken? Binnen VNO-NCW is er een kleine groep die praat over de encyclieken. We hebben dit jaar april met De Boskant een symposium georganiseerd over de encycliek Caritas in veritate. We spraken over de encycliek binnen de Stichting Christelijk-Sociaal Congres en vooral binnen Uniapac, de internationale organisatie van christelijke werkgevers. De belangstelling voor de encyclieken is vooral groot in Afrika en Latijns Amerika. Daar is de katholiek-sociale leer een fundament voor het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Binnen de internationale christelijke werkgeversorganisatie Uniapac hebben we daarvoor een brochure opgesteld The profit of values waarin we de principes van de katholiek-sociale leer samenvatten en van handvatten voorzien. Daaraan heeft VNO-NCW actief bijgedragen. Het boekje is een bestseller geworden. Over mijzelf Ik werk sinds 1985 bij werkgeversorganisatie VNO-NCW, als secretaris Levensbeschouwing en Maatschappelijk Ondernemen. Eerst bij NCW, het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond. In de loop van die 25 jaar heb ik een aantal encyclieken de revu zien passeren. Ik denk dat een aantal encyclieken een grote impact heeft gehad en nog steeds heeft, zij het vaak impliciet. Deze encyclieken zijn onderdeel geworden van onze cultuur en van het maatschappelijke debat. De encyclieken verwoorden een universeel humanisme dat vaak voor anderen dan christenen aanvaardbaar is. De encyclieken richten zich ook niet exclusief op bisschoppen, en gelovigen maar op alle mensen van goede wil. De invloed van de encyclieken geldt allereerst voor oudere encyclieken, te beginnen met Rerum novarum in 1891 van paus Leo XIII. Die encycliek zette heel duidelijk de menselijke waardigheid en de waardigheid van de werknemer neer. Ik denk aan de passage over rechtvaardig loon. Een rechtvaardig loon is het loon dat - ik citeer - “niet ontoereikend mag zijn voor het onderhoud van een sober en oppassend werkman”. In mijn woorden: een menswaardig loon moet voldoende zijn voor een werknemer om zichzelf te onderhouden. Die norm speelde een rol in de discussies over de hoogte van het wettelijk minimumloon. Nog meer speelt de norm van rechtvaardig loon een rol in ontwikkelingslanden in de discussie over het zgn. leefbaar loon. Dat is een lastige discussie. Daar kom ik op terug. Het onderwerp menselijke waardigheid in de arbeid staat al decennia op de Nederlandse sociale agenda, ook al is dat niet altijd in die woorden. En al gebeurt dat niet exclusief vanuit een christelijk-sociaal perspectief.
31
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
Ik studeerde af in januari 1976 in de arbeids- en organisatiepsychologie aan de Vrije Universiteit. De jaren 70 betekende een nieuwe fase in het denken over arbeid. De materiële arbeidsvoorwaarden waren uitstekend geworden. De sociale zekerheidswetgeving bereikte langzamerhand zijn voltooiing. Even een zijpad. Die hele sociale wetgeving kwam tot stand onder de invloed van de ideologieën van christen-democraten, liberalen en sociaal-democraten. Daaraan heeft de christelijk-sociale leer terdege bijgedragen. Ik denk dat je dat kunt aanwijzen, bijvoorbeeld via de publicaties en programma’s van het CDA. Nieuw in de jaren 70 werd de aandacht voor meer immateriële aspecten van de arbeid: kwaliteit van de arbeid en participatie, medezeggenschap. Ook aspecten van de christelijk-sociale leer. Humanisering van de arbeid werd een centraal item. Die immateriële aspecten werden gemeengoed in het denken over arbeid. Ze werden vanzelfsprekende onderdelen van sociaal beleid. Tekenend voor die overgang zijn de wet op de Ondernemingsraden en de wet op de Arbeidsomstandigheden. Het NCW had begin jaren 80 een eigen groot project Anders werken: autonome taakgroepen als alternatief voor de lopende band. De Arbeidsorganisatie moest meer worden aangepast in plaats van omgekeerd. In ons land is een duidelijk normatief kader ontstaan van wat wel en niet hoort in de arbeid. Een professionele en morele standaard. Dat wil niet zeggen dat er nooit wat fout ging en gaat. Integendeel. Zeker gebeurt dat, maar de norm bestaat en daar worden werkgevers ook op aangesproken. Ik denk dat we over de laatste 50 jaar vooruitgang kunnen zien. De arbeid heeft gewonnen aan kwaliteit, aan menselijke waardigheid. Maar het werk is niet af, is nooit af. We zien dat ook nú welvaart en werk niet voor ieder vanzelfsprekend zijn. Een behoorlijke groep mensen doet niet mee. En er zijn nieuwe sociale kwesties gekomen, zoals nu: integratie, omgaan met diversiteit, het creëren van gelijke kansen, employability, het nieuwe werken, vergroten van duurzame inzetbaarheid, gericht op langer werken en bevorderen van vitaliteit. Maar de grote sociale uitdagingen liggen nu meer op internationaal vlak. De encycliek die in mijn 25 jaar dienstverband de meeste impact had, was ongetwijfeld de encycliek Centesimus Annus, die 100 jaar na RN, in 1991, verscheen. Een bijzonder moment, vrij kort na de val van de Berlijnse muur in 1989. De paus aanvaardt de vrije markt als hij deze omschrijft als “meest doelmatige werktuig om hulpbronnen aan te wenden en te beantwoorden aan behoeften”, maar onderscheidt direct twee soorten vrije markteconomie. De Franse ondernemer Michel Albert werkt dat een jaar later uit in zijn boek Capitalisme contre capitalisme. Albert liet zich inspireren door de paus, maar de paus ook door Albert. Hij onderscheidde: - het Rijnlandse model, zoals we dat in Europa in veel landen kennen (- sociale zekerheid, sociale wetgeving), en - het Angelsaksische model, dat hij ook ‘casinokapitalisme’ noemt; dat betekent: veel risico nemen om ook veel te verdienen. Die tweedeling heeft jarenlang de discussies beheerst. Ook bij NCW, VNO-NCW. We dachten een tijd dat de tweedeling achterhaald was, maar met de economische crisis is het onderscheid opnieuw relevant: wat voor type economie willen we?
32
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
Het heeft me een beetje verbaasd dat die tweedeling in de laatste encyclieken niet meer expliciet terugkomt. Impliciet wél als de paus pleit voor normen en waarden in de economie. Terecht. Ik ontmoet veel mensen in het bedrijfsleven die het wel eens zijn met de bezorgdheid die uit de encyclieken spreekt. De economie kan niet goed functioneren zonder een moreel kader. Vertrouwen, eerlijkheid, integriteit, solidariteit zijn sleutelwaarden. Ook Adam Smith, de geestelijke vader van de vrije markteconomie, vond trouwens ook al dat moraliteit onmisbaar is voor het functioneren van een markteconomie. Het bewijs hiervoor hebben we nu gezien. Een belangrijke oorzaak van de economische crisis ligt in een gebrek aan ethiek: hebzucht, ongebreideld zoeken naar winst, maximale winst, aangejaagd door bonussystemen. Aandacht voor menselijke waardigheid in globaal perspectief De encyclieken geven een normatief kader, maar ze behoeven een vertaalslag naar de praktijk. Ik zal ingaan op die praktijk: Wat gebeurt er in het bedrijfsleven? Wat is de praktijk? Welke initiatieven nemen bedrijven?. Een belangrijk aandachtspunt voor het bedrijfsleven, dat steeds meer internationaal opereert, zijn mensenrechten en dan vooral arbeidsnormen. Dan gaat het om human dignity, menselijke waardigheid. Ik zie dat het Nederlandse bedrijfsleven dat serieus oppakt. Dat gebeurt niet altijd expliciet met die woorden. Elementaire zaken als veiligheid en werktijden worden door bedrijven niet geduid als mensenrechten of menselijke waardigheid, maar worden zeer serieus genomen. Ze zijn vaak vanzelfsprekend. Op dat terrein maakten en maken bedrijven snel grote vooruitgang, juist in landen in ontwikkeling. Westerse bedrijven vervullen een voorbeeldrol. Globalisering heeft ook een andere kant, een problematische kant: - Het voormalige Organon, een nationale kroonjuweel, in Oss dreigt te worden gesloten. Ook al is het laatste woord er over nog niet gezegd en heeft de Raad van Commissarissen toestemming aan het besluit geweigerd. Er is nu een adempauze. Het geeft veel onzekerheid bij mensen. De afvloeiingsregeling is overigens zeer goed. - Er zijn incidenteel voorbeelden van schendingen van mensenrechten. Nederlandse bedrijven in armere landen zijn incidenteel betrokken bij kinderarbeid. Veel westerse bedrijven hebben maatregelen genomen maar er zijn er ook die achterblijven. Die bedrijven worden dan wel meteen met naam en toenaam genoemd. Een voorbeeld is de sector van de groenten- en katoenzaadteelt, zo bracht de Landelijke India Werkgroep onlangs aan het licht. De betrokken bedrijven zijn zich rot geschrokken. Vorige maand een artikel in de Volkskrant over kinderarbeid in fabrieken die werken voor C&A en H&M. Er werden Kamervragen gesteld. De bedrijven die de normen niet respecteren, worden onder druk gezet. Dus zo gemakkelijk gaat dat niet meer. De media spelen daarin een eigen, grote rol. Bij de laatste aantijging tegen C&A kun je trouwens heel grote vraagtekens plaatsen. Kranten zijn vooral geïnteresseerd in slecht nieuws, zo heb ik ervaren. Als bedrijven zich inspannen om werkomstandigheden te verbeteren hoor je de kranten niet. De verantwoordelijkheden verbreden zich Als ondernemer en burger ben je niet alleen verantwoordelijk voor de mensen dichtbij maar ook voor mensen verder weg. De pausen schrijven in hun encyclieken dat ‘ieder verantwoordelijk wordt voor ieder’. Dat geldt voor de burger maar ook voor een onderneming. De Duitse theoloog Hans Jonas noemt dat treffend Fernverantwortung.
33
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
Dat blijkt bijvoorbeeld in de recente discussie over ketenverantwoordelijkheid van ondernemingen. Ondernemingen opereren steeds vaker in ketens van toeleveranciers en afnemers: ze hebben fabrieken elders of besteden processen uit. Vaak in opkomende markten, in landen waar lagere normen gelden voor milieu en arbeid dan hier, en waar regeringen soms weinig toezicht uitoefenen. Denk aan landen in Afrika en Azië. Ketenverantwoordelijkheid betekent: steeds meer ondernemingen maken afspraken met hun leveranciers over het naleven en respecteren van milieu- en arbeidsnormen (zoals zij dat al eerder deden door afspraken te maken over de kwaliteit van geleverde producten). Die leveranciers kunnen op hun beurt weer eisen stellen aan hun leveranciers. En zo de keten door tot de eerste grondstoffenleverancier. Het georganiseerde bedrijfsleven VNO-NCW, MKB Nederland en LTO-Nederland stimuleert dat en heeft zich eind 2008 met de vakbeweging in de SER gecommitteerd aan een Verklaring met een normatief kader voor Internationaal Maatschappelijk Ondernemen. De SER heeft hiervoor een werkplan ontwikkeld. Voorbeelden van ketenverantwoordelijkheid: AkzoNobel, Philips, C&A zijn voorbeelden van bedrijven die hierin een actief beleid voeren. - Het begint vaak met een bezoek van een nieuwe site, inspectie ter plekke, maken van afspraken, vervolgbezoeken, trainingen. - C&A is speciaal interessant omdat het een familiebedrijf is van de Brenninkmeijers, een gedegen katholieke ondernemersfamilie. De Brenninkmeijers richtten al in 1996 een Stichting Socam op die toeziet op de naleving van arbeidsnormen bij de kledingsproducenten. Inclusief onverwachte inspecties ter plekke. Daarmee heeft C&A enorme en aanwijsbare vooruitgang geboekt. C&A is inmiddels al weer een stap verder en heeft ontdekt dat je voor bestrijding van kinderarbeid ook de plaatselijke gemeenschappen actief moet inschakelen. - Voor kleine bedrijven in de textielbranche doet de branchevereniging voor textiel en tapijten MODINT hetzelfde met zijn Fair Wear Initiatief. - Het IDH (Initiatief Duurzame Handel) heeft initiatieven in 15 grondstoffenketens: koffie cacao, hout, natuursteen; gericht op het verduurzamen van ketens. Een mooi voorbeeld hoe het bedrijfsleven een positieve rol kan spelen in ontwikkelingssamenwerking: cacaoboeren worden opgeleid in duurzame productie. Soms zijn er lastige dilemma’s zoals: - het overwerk in Chinese fabrieken door migranten-werkers - discriminatie van mannen en vrouwen in Islamitische landen - de vrijheid van vakvereniging bv in China - leefbaar loon Een voorbeeld van een dilemma: Een arts in dienst van een ziekenhuis in Cambodja verdient onvoldoende om van te leven en heeft er daarom een privé praktijk naast. Wat moet je dan doen als je als international ondernemer opereert in Cambodja: moet je dan je ongeschoolde werknemers meer gaan betalen dan wat een arts ter plekke verdient? Een lastige vraag. MVO, Maatschappelijk verantwoord ondernemen - je kunt ook zeggen Moreel verantwoord ondernemen - is een proces van steeds weer stappen vooruit zetten. Het is nooit af. Het is een leerproces, gebeurt met vallen en opstaan, maar er is zeker sprake van progressie. Er blijft altijd een spanning tussen ideaal en werkelijkheid.
34
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
Het internationale normatieve kader Er ontwikkelt zich een internationaal normatief kader voor ondernemen. Een beetje vergelijkbaar met het normatieve kader zoals we dat nationaal, bijvoorbeeld in Nederland, inmiddels kennen. Ja, eigenlijk bestaat dat normatieve kader al langer maar wordt geleidelijk serieuzer genomen. Dat kader ligt in de Verklaring inzake de Rechten van de Mens van 1948 - United Nations Declaration on Human Rights -, en de twee daarmee verbonden verdragen inzake mensenrechten. De mensenrechten gaan onder meer over beloning, werk en rusttijden, gezinsleven. Die zijn concreet uitgewerkt in de vele verdragen van de ILO, de Internationale Arbeids Organisatie die tal van standaarden heeft opgesteld voor arbeidsrechten en sociale zekerheid. De ILO heeft een viertal arbeidsrechten als fundamenteel aangemerkt: het verbod van kinderarbeid, dwangarbeid, het verbod van discriminatie en de vrijheid van vakvereniging. Die arbeidsnormen zijn breed aanvaard. Even een zijpaadje. Interessant is dat bij de totstandkoming van de Verklaring van de Rechten van de Mens in 1948 enkele vooraanstaande katholieke denkers waren betrokken, namelijk Jacques Maritain en mgr. Roncalli, de latere paus Johannes XXIII. Die invloed zie je terug in de woorden van de verdragen. In de preambule wordt gesproken over menselijke waardigheid. Er wordt gesproken over een redelijke beloning, werk en rusttijden, recht op een gezinsleven en ook over plichten jegens de gemeenschap. Mensenrechten zijn de concrete uitdrukking van menselijke waardigheid en waardigheid van de werknemer, gemeenschapszin, solidariteit, rechtvaardigheid. Alle belangrijke uitgangspunten in de katholiek-sociale leer. Deze internationale basisnormen hebben niet de status van dwingend recht voor bedrijven, maar worden wel degelijk serieus genomen. Ze zijn onderdeel van bedrijfscodes en initiatieven. En er zijn belangrijke nieuwe impulsen. De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties voerde een discussie over de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven voor mensenrechten. Daar leek geen vooruitgang totdat Kofi Annan in 2005 Harvard professor John Ruggie benoemde tot speciaal gedelegeerde voor mensenrechten en bedrijfsleven. In 2008 bracht Ruggie een rapport met een framework waarin hij de verantwoordelijkheden van overheden en bedrijfsleven helder definieerde en onderscheidde: - overheden hebben een plicht om mensenrechten en arbeidsnormen te beschermen door regelgeving, toezicht, sancties, ook in de richting van bedrijven - bedrijven hebben een verantwoordelijkheid om mensenrechten te respecteren: zij mogen geen inbeuk maken op mensenrechten en moeten met Due Diligence aantonen dat zij mensenrechten serieus nemen: door een commitment aan mensenrechten, door een inventarisatie te maken van mogelijke impacts op human rights door eigen activiteiten, door dat te vertalen in bedrijfsprocessen, te monitoren, te volgen hoe zij presteren en door een klachtenregeling Dit framework wordt breed gedragen, ook in het bedrijfsleven. Ik ben zelf direct betrokken bij het Business and Human Rights Initiative van 10 grote Nederlandse multinationals.
35
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
Spiritualiteit Ik kom bij mijn laatste punt: de hernieuwde aandacht die je overal ziet voor spiritualiteit, ook in het werk. Eerst een algemene opmerking. De christelijk-sociale leer kun je lezen als een maatschappijleer, een structuurvisie, die van bovenaf wordt afgekondigd. Spiritualiteit is eerder een beweging van onderop, die begint bij ieder mens zelf, de gelovige, manager zowel als medewerker. Bij spiritualiteit gaat het om levende ervaring, de Geest, die mensen bezielt, vernieuwt. Een bekende kardinaal zei: moraal zonder spiritualiteit is als een plant zonder wortels; het kwijnt weg. Voorbeeld is Jezus zelf. Hij zag mensen die kwetsbaar zijn en een appèl op Hem deden. Jezus zag, werd bewogen en kwam in beweging. Spiritualiteit vind ik bijvoorbeeld terug in de encycliek Laborem exercens uit 1981, een encycliek die misschien wel te weinig aandacht heeft gekregen. Die benadrukt de mens als subject van arbeid. De mens is conform Genesis mede-schepper met God, een rentmeester. Productiemiddelen, machines, zijn altijd ondergeschikt aan de mens. De mens heeft prioriteit boven kapitaal. In mijn woorden: de arbeid moet altijd worden geschoeid op de menselijke maat. De mens is geen slaaf van het kapitaal, kan niet als productiemiddel worden gebruikt. Dat is in strijd met de menselijke waardigheid. Dat houdt een opdracht in voor werkgevers maar ook voor de werknemer, medewerker zélf. Het gaat altijd ook om de eigen werkinstelling. Het bedrijf is ook altijd jouw eigen zaak. Beleefde spiritualiteit is bron van compassie en verbondenheid, dé basis voor solidariteit. Spiritualiteit vormt een essentiële - misschien wat onderbelichte - ingrediënt in de christelijksociale leer. Zij voorkomt een te moreel-dogmatische benadering, doordat zij zoekt naar een eigen, persoonlijke, authentieke humaniteit. Zonder spiritualiteit kan de leer een dode letter worden. Spiritualiteit is natuurlijk niet nieuw. De christelijke tradities spreken van oudsher van de helende werking van de Heilige Geest (Grieks: pneuma) die mensen bezielt, verbindt, elkaars taal doet verstaan en inspireert tot handelen - en soms tot terughoudendheid -. Aanknopingspunten voor een christelijke spiritualiteit in het werk liggen er volop in de christelijke tradities. Inspirerende bronnen zijn: - Wil Derkse heeft in zijn boek 'Een levensregel voor beginners', inmiddels een echte bestseller (22e druk), concreet uitgewerkt wat Benedictijnse spiritualiteit kan betekenen voor de verbetering van de kwaliteit van ons dagelijkse leven en werken: leiderschap, omgaan met tijd, werkhoudingen. - Paul de Blot, hoogleraar businessspiritualiteit aan Nyenrode University, doet dat voor de Ignatiaanse spiritualiteit. Hoe kom je tot een eigen missie? Het gaat er steeds om om de eigen inspiratie te verbinden met het eigen handelen: 'ora et labora' (Benedictus) of 'contemplatief in actie' (Ignatius). Bijbels gezegd: we moeten ons laten inspireren door Maria én Martha; beiden zijn belangrijk. Spiritualiteit als beleefde solidariteit is een belangrijke aanvulling op een structuur benadering. Dat is bijvoorbeeld mooi uitgedrukt in de volgende passage van paus Benedictus in zijn encycliek Deus caritas est (uit 2007) - God is liefde -: 'Liefde - caritas - zal altijd nodig zijn, ook in de meest rechtvaardige samenleving. Er is geen rechtvaardige staatsvorm die de dienst van de liefde overbodig zou kunnen maken Er zal altijd
36
Jaarverslag 2010 en Jaarplan 2011 Stafgroep Levensbeschouwing en Ondernemen van VNO-NCW
leed zijn dat om troost en hulp vraagt. Er zal altijd eenzaamheid zijn. Er zullen ook altijd situaties van materiële nood zijn, waarbij hulp in de zin van concrete naastenliefde nodig is. De totale verzorgingsstaat die alles naar zich toetrekt wordt uiteindelijk een bureaucratische instantie, die het wezenlijke niet kan geven dat de lijdende mens - iedere mens - nodig heeft: liefdevolle persoonlijke aandacht.' Soms wordt gezegd dat spiritualiteit een wereldvlucht is, maar dat is volgens mij gewoon onjuist. De onderzoeken van het agnostische Sociaal Cultureel Planbureau wijzen op het tegendeel. Spiritueel geïnteresseerde mensen zijn juist meer geëngageerd. Ik vat samen. De katholiek-sociale leer heeft aanwijsbaar invloed gehad op de ontwikkeling van morele normen in onze economie, nationaal en internationaal. Zij vormen mee de grondslag van de sociale wetgeving, de sociale zekerheid, het denken over mensenrechten, arbeidsnormen en arbeid. Ook al wordt dat meestal niet met zoveel woorden gezegd. Ook op ondernemingsniveau, in MVO: de drie P’s kunnen worden aangevuld met de P van Persoon en de P van Pneuma. Het is een stuk waardevol geestelijk erfgoed.
37