Jaarverantwoording zorginstellingen 2013
JAARDOCUMENT 2013 CHRISTELIJKE STICHTING BCM ZORG EN DIENSTVERLENING
Voorwoord
Hierbij bieden wij u het jaarverslag over het jaar 2013 van de Christelijke stichting Zorg en Dienstverlening BCM aan. Met dit verslag willen wij verantwoording afleggen over het gevoerde beleid en de wijze waarop wij de doelen van de Stichting hebben geprobeerd te realiseren. Het beleidsplan 2011 – 2016 was o.a. uitgangspunt voor het gevoerde beleid in 2013. Met de cliëntenraad werden de verbeterpunten voor 2013 geagendeerd. Hier is in de loop van dit verslagjaar uitvoering aan gegeven. Het renovatietraject voor de locatie Beukenhof waarbij de eerste aanzet is gegeven in 2004 kwam tot een concrete invulling. In januari 2012 is met de sloop begonnen. De bewoners van Beukenhof zijn allen ondergebracht in het belendende pand en enkele bewoners zijn overgeplaatst naar de locatie Maarsheerd. In februari 2013 werd het nieuwe pand Beukenhof opgeleverd. Eind 2012 heeft een clienttevredenheidsonderzoek plaatsgevonden; de resultaten zijn goed te noemen en in 2013 zal de Cliëntenraad verbeterpunten aandragen en prioriteren. In het verslagjaar werd wederom de thuiszorg van BCM verder uitgebreid naar de omliggende complexen en naar toekomstige cliënten op de wachtlijst. In 2013 werd een aanloop genomen naar de toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Zo zijn er plannen gemaakt om de verzorgingshuizen in zowel Stadskanaal als Musselkanaal meer onderdeel te maken van de wijk. Uitgangspunt hierbij is het maatschappelijk samenzijn en de wijk meer naar deze locaties te halen. De Christelijke stichting BCM Zorg en dienstverlening werkt nauw samen met de Christelijke stichting BCM Wonen. Kortheidshalve zullen we in dit verslag steeds spreken van BCM. De Stichting wenst zich te profileren als een ondernemende organisatie, die slagvaardig wil inspelen op ontwikkelingen op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Mede dankzij de inzet van onze medewerkers en vrijwilligers zijn wij er in geslaagd om gestelde doelen te halen. Namens het bestuur, R. Veenstra
2
Inhoudsopgave 1.Uitgangspunten van de verslaggeving …………………………………….
5
2. Profiel van de organisatie 2.1. Structuur van het concern …………………………………………… 2.2. Kerngegevens ……………………………………………………….. 2.2.1. Werkgebieden………………………………………………….. 2.3. Belanghebbenden …………………………………………………….
5/6 6 7 7/8
3. Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering 3.1. Bestuur en toezicht ………………………………………………….. 3.1.1. Zorgbrede Governance Code …………………………………. 3.1.2. Raad van Bestuur ……………………………………………... 3.1.3. De medezeggenschapstructuur van cliënten ………………….. 3.1.4. Medezeggenschap voor medewerkers…………………………. 3.1.5. Toezichthouders (Raad van Toezicht)………………………… 3.1.6. Jaarverslag 2011 Raad van Toezicht …………………………. 3.1.7. Jaarverslag Cliëntenraad……………………………………….
8 8 9 9 9 9/10 10/11/12/13 13
4. Beleid, inspanningen en prestaties 4.1. Meerjarenbeleid ………………………………………………………. 4.2. Algemeen beleid ……………………………………………………… 4.3. Algemeen kwaliteitsbeleid ……………………………………………
14 14 15
5. Cliëntperspectief 5.1. Cliënttevredenheid ………. ……………………………………. 5.2. Vertrouwenspersoon ……………………………………………….. 5.3 Cliëntenraad …………………………………………………………
15 15 15/16
6. Prestaties primaire processen 6.1. Normen verantwoorde zorg/zorginhoudelijke indicatoren………….
16
7. Meldingen cliënten 7.1.Algemeen …………………………………………………………... . 7.2. Externe klachtencommissie ………………………………………… 7.3. Klachtenregistratie en analyse …………………………………… . . 7.4. Conclusies en vervolgacties ……………………………… ……….
16 16 16/17 17
8. Personeelsbeleid 8.1. Verzuimbeleid………………………………………………………. 8.2. Werkkostenregeling ………………………………………………… 8.3. Bevlogenheidsonderzoek …………………………………………… 8.4. Vertrouwenspersoon melding sexuele intimidatie ………… ……… 8.5. Meldingen ongevallen medewerkers (MIM) ……………………….. 8.6. Arbocommissie ……………………………………………………… 8.7 Opleiding- en deskundigheidsbevordering ………………………….. 8.8. Instroom/uitstroom ………………………………………………… . 8.9. Werving en selectie……………………………………………….. … 8.10. Conclusies en vervolgacties ……………………………………... …
17 17 17/18 18 18 19 19 19 19 19
3
9. Diensten door derden 9.1. Ketenzorg………………………………………………………… .
20
10. Interne audit………………………………………………………………
21
11.Wet/ en regelgeving 11.1. AZR ……………………………………………………………… 11.2. Casemanagement dementie …………………………………….. 11.3. Langdurige ouderenzorg en WMO ………………………………
21 21 21/22
12. Toegankelijkheid …………………………………………………………
22
13. Veiligheid 13.1 Samenleving …………………………………………………… . 14. Resultaat 2013 ……………………………………………………………
23 24/25/26
4
Jaardocument 2013 Maatschappelijk verslag Maatschappelijk verslag 1 Uitgangspunten van de verslaggeving In dit hoofdstuk geven wij u informatie over onze stichting als rechtspersoon. Ook geven wij aan wat onze kernactiviteiten zijn. Daarnaast treft u gegevens aan over de omzet, personeelsformatie en het aantal cliënten.
2 Profiel van de organisatie Algemene identificatiegegevens Algemene identificatiegegevens Naam verslagleggende rechtspersoon Adres Postcode Plaats Telefoonnummer Identificatienummer Kamer van Koophandel E-mailadres Internetpagina 2.1
Wiekedreef 2 9501 EA Stadskanaal 0599 - 568800 41014377
[email protected] www.woonzorgbcm.nl
Structuur van het concern
BCM zorg en dienstverlening is een stichting met een Christelijke identiteit die wordt bestuurd door een Raad van Bestuur. De Christelijke stichting BCM zorg en dienstverlening werkt nauw samen met de Christelijke stichting BCM wonen. De samenwerking ligt verankerd in een personele unie en wel op het niveau van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur. Binnen de organisatie bestaat een management team. Binnen het management team worden de doelstellingen, die vastgelegd zijn in het strategisch meerjarenplan en in het uitvoeringsplan, bewaakt en bijgesteld. Het uitvoeringsplan is tevens de basis voor de afdelingsjaarplannen die door de afdelingshoofden worden opgesteld. Tevens wordt gezocht naar afstemming tussen de verschillende beleidsonderdelen en worden zo nodig de prioriteiten vastgesteld. Vast agendapunt is de financiële-, personele- en managementinformatie. Het Management Team komt eens per maand bijeen.
5
Per 31 december 2013 had het management team de volgende samenstelling: dhr. R. Veenstra, directeur/bestuurder mevr. M. Bolmer, afdelingshoofd (zorgzaken) dhr. K. Meijer, hoofd voedselvoorziening dhr. J. Gengler, hoofd technische dienst dhr. J.H. Haandrikman, head mw. I. Staal, personeelszaken mw. M. van Dijk, kwaliteitsfunctionaris mevr. G.J. Muthert, directiesecretaresse verzorgde het secretariaat De stichting BCM zorg en dienstverlening heeft één ondernemingsraad en één cliëntenraad voor beide locaties. Maandelijks vindt er overleg plaats met de Raad van Bestuur; periodiek overlegt de Cliëntenraad ook met een afvaardiging van de Raad van Toezicht. Twee keer per jaar vindt er een gezamenlijk overleg plaats; hierbij zijn de cliëntenraad, de ondernemingsraad, de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur aanwezig. Het eigen woningbezit van de stichting BCM zorg en dienstverlening is per 31 december 2013 als volgt samengesteld: 50 woningen. Met BCM wonen is een beheerovereenkomst gesloten waarin is geregeld dat deze stichting het beheer van alle woningen verzorgt. De toewijzing van de woningen vindt plaats onder de regie en uitvoering van de Christelijke stichting BCM wonen. De Christelijke stichting BCM zorg biedt bewoners van naburige huurappartementen zorgcontracten aan; deze zorgcontracten worden op vrijwillige basis afgenomen. Periodiek vindt overleg plaats met de woonzorgcommissie en 2 x per jaar met de huurdersbelangenvereniging, de Koepel. Met de woonzorgcommissie wordt met name gesproken over zorg- en leefbaarheidsaspecten en met de Koepel worden daarnaast ook huurdersaangelegenheden besproken. 2.2
Kerngegevens
Kernactiviteiten en nadere typering BCM richt haar activiteiten op de ouderenzorg en geeft uitvoering aan de intra- en extramurale prestaties die op de doelgroep van toepassing zijn. BCM beschikt over toelating voor het verlenen van persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende begeleiding en de functie verblijf aan ouderen. BCM levert ook huishoudelijke zorg aan bewoners van de naastgelegen complexen middels een PGB. Het grootste deel van de zorg wordt gerealiseerd in de verzorgingshuizen. Binnen de verzorgingshuizen wordt zorg geleverd op basis van de geldende indicatie. Deze zorg betreft met name V & V - ZZP 1 t/m 7. Het verzorgingshuis Beukenhof richt zich meer op bewoners, die extra zorg en begeleiding behoeven betreffende hun sociale vaardigheden. Naast de 139 plaatsen voor duurzaam verblijf beschikt BCM ook over 2 plaatsen voor cliënten met een tijdelijke ZZP. In 2013 heeft BCM de capaciteit niet uitgebreid. Ook levert BCM extramurale thuiszorg in de producten persoonlijke verzorging, ondersteunende begeleiding en verpleging. Daarnaast heeft BCM een Dagopvang voor cliënten met COPD problematiek en voor cliënten met beginnende psychogeriatrische aandoeningen.
6
2.2.1
Werkgebieden
De Chr. Stichting BCM zorg en dienstverlening heeft haar werkgebied in de gemeente Stadskanaal. 2.3
Belanghebbenden
Hieronder wordt een overzicht gegeven van de contacten met de belangrijkste samenwerkingsrelaties. Zorgkantoor
Contract, productie- en tariefafspraken
Kwaliteitseisen
Regionale ontwikkelingen
Overheid en branche
Wet- en regelgeving
Normen verantwoorde zorg
Inspectie Volksgezondheid
Gemeente Stadskanaal
Afstemmen van gemeentelijke ontwikkelingen
Wijk- en service gericht werken
Chr. Stichting BCM wonen
Samenwerking op het gebied van huisvesting
Personele Unie en gemene rekening
Regionaal overleg ouderen beleid (ROOB)
Platform en overleg
Refaja Ziekenhuis
Afstemming rondom ketenzorg
Scholing personeel
Service apotheek
Medicijnverstrekking bewoners
Scholing medewerkers
Noorderpoort College
Scholing medewerkers
Leerlingen projecten
Zorggroep Meander
Collegiaal overleg
Inhuren van medische en para medische diensten
7
Stichting Philadelphia
Samenwerking in dagopvang
SDB groep bv.
Inhuren van financiële- en administratieve dienstverlening
Personeelszaken
Partners inzake ketenzorg dementie
Bijna alle zorgaanbieders in de provincie Groningen
Stichting Alzheimer Nederland
Huisartsen
Gemeenten in Groningen
Zorgkantoor Menzis
Leveringsafspraken zijn vastgelegd in contracten. Samenwerking met ketenpartners is vastgelegd in overeenkomsten.
3 Bestuur, toezicht en bedrijfsvoering 3.1
Bestuur en toezicht 3.1.1.
Zorgbrede Governance Code De Chr. Stichting BCM zorg en dienstverlening hanteert de zorgbrede Governance Code als uitgangspunt. De bestuursstructuur van BCM bestaat uit een Raad van Toezicht (toezichthoudend) en een Raad van Bestuur(statutair en uitvoerend bevoegd). De Raad van Bestuur neemt besluiten conform de statuten omtrent het beleid van de organisatie. De Raad van Bestuur houdt zich onder andere bezig met het opstellen en vaststellen van het jaardocument maatschappelijke verantwoording. De Raad van Toezicht zal dit jaardocument moeten goedkeuren. Vanaf 2004 is de Zorgbrede Governance Code uitgangspunt van beleid geweest. In 2013 heeft de Raad van Toezicht vijf keer vergaderd, vier keer in het bijzijn van de Raad van Bestuur als adviseur en één keer zonder de aanwezigheid van de Bestuurder. In 2013 heeft de Raad van Toezicht een functioneringsgesprek gehouden met de Bestuurder. Daarnaast hadden een delegatie van de Toezichthouders en de Raad van Bestuur in 2013 twee keer een overleg met een delegatie van de gezamenlijke cliëntenraden en de ondernemingsraad van BCM. De agenda voor deze bijeenkomsten wordt gezamenlijk opgesteld. De externe accountant woont de vergadering van de Raad van Toezicht bij waarin de jaarrekening wordt besproken en goedgekeurd. De externe accountant wordt benoemd en ontslagen door de Raad van Toezicht. In 2010 is gekozen voor het accountantskantoor Verstegen voor een periode van 5 jaar.
8
3.1.2. Raad van Bestuur Samenstelling Raad van Bestuur Naam De heer R. Veenstra
Bestuursfunctie bestuurder
Nevenfuncties geen
De Raad van Bestuur functioneert conform de statuten van de stichting en hanteert de uitgangspunten van het directiereglement. Voor de bewaking van de beleidsuitgangspunten overlegt de Raad van Bestuur maandelijks met zowel de leden van het Management Team als met de hoofden van dienst. De Raad van Bestuur wordt in deze overlegvormen geadviseerd door de leden; er worden afspraken gemaakt inzake (kwaliteits)-beleid, productie, formatie, budget en onderhoud van de gebouwen. De bezoldiging van de bestuurder vindt plaats conform de CAO V & V en overstijgt niet het gemiddelde belastbare loon van onze ministers. 3.1.3. De medezeggenschapstructuur voor cliënten. De medezeggenschap voor cliënten is binnen onze stichting geregeld conform de Wet Medezeggenschap Cliënten en een instellingsbesluit. BCM heeft één cliëntenraad voor de verzorgingshuizen Beukenhof en Maarsheerd en deze cliëntenraad vertegenwoordigt ook de belangen van de extramurale zorgvragers. De cliëntenraad bestaat uit cliënten, familieleden van cliënten, vrijwilligers en afnemers van extramurale zorgdiensten. Vanuit de cliëntenraad heeft een voordracht plaatsgevonden voor een lid van de Raad van Toezicht.
3.1.4. Medezeggenschap voor medewerkers. De medezeggenschap voor medewerkers is binnen de stichting BCM geregeld conform de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) De ondernemingsraad wordt door de bestuurder maandelijks geïnformeerd. De ondernemingsraad krijgt gelegenheid om van het advies- dan wel instemmingsrecht gebruik te maken. Bij het uitzetten van nieuw beleid wordt de Ondernemingsraad in een vroeg stadium geïnformeerd. De ondernemingsraad geeft een eigen jaarverslag uit. BCM heeft een onafhankelijke en externe klachtencommissie voor cliënten en voor de medewerkers een extern vertrouwenspersoon.
3.1.5. Toezichthouders (Raad van Toezicht/Raad van Commissarissen) Samenstelling Raad van Toezicht/Raad van Commissarissen per 31 december 2013.
Naam Dhr. G. v.d. Wal Dhr. B.A. Wever
Aandachtsgebied voorzitter secretaris
Dhr. J. Scholtens Dhr. J. Warris
lid lid
geen Ouderling Kerkenraad Chr. Ger. Kerk Stadskanaal Lid Dorpsraad Muntendam Bestuurslid VCPO Zuid Oost
9
Groningen Bestuurslid SBO De Baldakijn Lid van het samenwerkingsverband 208 WSN (Weer Samen Naar School) Dhr. A.J. Berkhof
lid
Kerkoudste bij de evangelische gemeente Stadskanaal
De notitie “Zorgbrede Governance Code” van de branche organisatie, is uitgangspunt voor het functioneren van de Raad van Toezicht. Rekening houdend met de wettelijke verplichtingen (bijv. één lid op voordracht van de gezamenlijke cliëntenraden) bestaat de Raad van Toezicht uit 5 leden. De leden zijn allen woonachtig in het verzorgingsgebied van de stichting BCM. Het is van belang dat naast bestuurlijke ervaring een maatschappelijke betrokkenheid aanwezig is. Van de leden van Raad van Toezicht mag worden verwacht dat ze een positief kritische instelling, communicatieve vaardigheden en een achtergrond hebben, waardoor met name juridische, financiële, maatschappelijke en gemeentelijke vraagstukken kunnen worden beoordeeld. De Raad van Toezicht vervult al haar taken die in de statuten zijn genoemd. De belangrijkste zijn: -het bewaken van de doelstelling van de stichting -het goedkeuren van de begroting -het goedkeuren van de jaarrekening -het goedkeuren van het aangaan van samenwerkingsovereenkomsten, vervreemding en bezwaring van registergoederen -het benoemen van een externe accountant -benoemen, schorsen en ontslaan van de Raad van Bestuur -vaststellen van het salaris en overige arbeidsvoorwaarden van de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur is verantwoordelijk om de Raad van Toezicht, gevraagd en ongevraagd alle informatie te verschaffen die nodig is om te kunnen functioneren als toezichthouder. De Raad van Toezicht laat zich voorlichten door de externe accountant over de stand van zaken over interne beheer- en controle systemen. Daarnaast laat de Raad van Toezicht zich door de extern accountant ook inlichten over de bedrijfsresultaten. De raad van Toezicht wordt geïnformeerd over de uitkomsten van in- en externe onderzoeken. De Raad van Toezicht bespreekt en evalueert met de Raad van Bestuur de strategie van de stichting aan de hand van beleidsstukken; hierbij worden ook de eventuele risico’s geanalyseerd.
3.1.6. Jaarverslag 2013 Raad van Toezicht Christelijke Stichting BCM voor zorg en dienstverlening. De leden van de Raad van Toezicht zijn geselecteerd op basis van onderstaande profielschets. Geen van de leden maakt deel uit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stadskanaal of van het college van gedeputeerde staten van de provincie Groningen.
10
Profielschets Op individueel niveau: • Onafhankelijk ten opzichte van in- en externe belangen; • Staan niet in een nauwe familierechtelijke verhouding tot de leden van de Raad van bestuur en zijn toegewijd, integer en betrouwbaar. • In staat tot onafhankelijke oordeel- en besluitvorming en geen nauwe familierechtelijke banden met andere leden; • Beschikken over bestuurlijke kennis, ervaring en vaardigheden; • Affiniteit met de doelstellingen van de Stichtingen. • In staat en bereid zich te verdiepen in de problematiek van de zorg en of de woningbouw en/of beide en dat in de breedste zin van het woord; • Het onderschrijven van de grondslag van de Stichtingen; • Meelevend en bij voorkeur belijdend lid te zijn van een christelijke kerk; • Brede maatschappelijke belangstelling en een aantoonbare maatschappelijke betrokkenheid; • Goede contactuele en representatieve vaardigheden; • Zowel klankbord voor als toezichthouder op de Raad van Bestuur en de gave te hebben op afstand te kunnen toezien en adviseren; • Kunnen samenwerken in teamverband; • Besluitvaardigheid bezittend. Op collectief niveau: • Een relevant extern netwerk bezitten; • Oog voor en zicht hebben op diverse belangen binnen en buiten de organisatie; • Deskundigheid bezittend op de voor de organisatie relevante terreinen: financieel, personeel en organisatie, zorginhoudelijk, juridisch, medisch/ethisch, wonen en welzijn; • De samenstelling is evenwichtig, respectievelijk in overeenstemming met de behoefte van de Stichtingen. De Raad van Toezicht was per 31 december 2013 als volgt samengesteld
Dhr. G. van der Wal, voorzitter (1961), manager werkgeversdiensten UWV regio Drenthe. Hij is benoemd op voordracht van de huurders- en woonbelangenvereniging De Koepel. Zijn specifieke aandachtsgebieden binnen de raad zijn: Wonen en welzijn, Personeel en Organisatie. Geen nevenfuncties. Zijn zittingsperiode eindigt op 1 januari 2015. Dhr. B.A. Wever, secretaris (1958), concerncontroller gemeente Stadskanaal. Zijn specifieke aandachtsgebied binnen de raad zijn de financiële zaken. Zijn zittingsperiode eindigt op 1 januari 2014. Dhr. J. Scholtens, lid (1941), predikant. Hij is benoemd op voordracht van de cliëntenraad. Nevenfunctie: bestuurslid Dorpsraad Muntendam Zijn specifieke aandachtsgebieden binnen de raad zijn: Zorg, Medisch-ethisch. Zijn zittingsperiode eindigt op 1 juni 2014. Dhr. J. Warris, lid (1946), voormalig wethouder van de gemeenten Stadskanaal en Winsum. Hij is benoemd op voordracht van de Woonzorgcommissie en de huurders- en woonbelangenvereniging De Koepel. Zijn specifieke aandachtsgebied binnen de raad is wonen en welzijn. Nevenfuncties: Bestuurslid (penningmeester) SBO “De Baldakijn” Lid Samenwerkingsverband 208 WSNS Zijn zittingsperiode eindigt op 1 januari 2015.
11
Dhr. A.J. Berkhof, lid (1971), SPV/behandelaar en systeemtherapeut io bij Lentis te Stadskanaal. Zijn specifieke aandachtsgebieden binnen de raad zijn: Zorg, Medisch-ethisch Nevenfuncties: (kerkelijk) oudste in de Evangelische gemeente Stadskanaal Zijn zittingsperiode eindigt op 1 juni 2017.
In de vergadering van 20 maart 2013 zijn de heren A.J. Berkhof en Y. Kootstra benoemd als opvolgers van de heren J.S. Frankema en B.A. Wever. De heer A.J. Berkhof is per 1 juni 2013 toegetreden tot de raad van toezicht. De heer Y. Kootstra is vanaf 1 januari 2014 secretaris van de raad. De taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht zijn vastgesteld in het Reglement voor de Raad van Toezicht, zoals vastgesteld in 2005. De honorering van de leden van de raad bedraagt totaal € 3.150,00 per jaar. In 2013 heeft de raad vier keer vergaderd, waarbij de directeur/bestuurder als adviseur aanwezig was. De raad heeft daarnaast nog één keer informeel vergaderd zonder aanwezigheid van de directeur. Tijdens die bijeenkomst is het functioneren van de raad geëvalueerd. De raad is van mening dat het 2013 in voldoende mate zijn toezichtsfunctie heeft uitgevoerd. Een afvaardiging van de raad, waaronder de voorzitter, heeft een functioneringsgesprek met de bestuurder gehouden. De raad is in algemene zin content met het functioneren van de bestuurder. Een belangrijk toetsingskader voor de raad is het beleidsplan BCM 2011-2016. Dit beleidsplan is in 2011 vastgesteld. BCM is een organisatie die, op Christelijke grondslag, een totaalconcept van wonen, zorg en welzijn aanbiedt. De missie van de organisatie is samengevat in de slogan: “BCM is meer dan een dak boven uw hoofd”. De organisatie wil een zo goed mogelijk woon- en leefklimaat bieden aan zijn cliënten en huurders. Centraal uitgangspunt is de zelfstandigheid en de eigen verantwoordelijkheid van de bewoner. De zorg en/of huisvesting wordt samen met de cliënt of bewoner overeengekomen en is afgestemd op de zorgindicatie en/of de medische verklaring voor de huisvesting. De Raad van Toezicht heeft in 2013 getoetst of de activiteiten van BCM bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen en of die activiteiten beheersbaar verlopen en de eventueel daar aan verbonden risico’s aanvaardbaar zijn. Op basis van de christelijke grondslag van de stichting heeft de Raad van Toezicht ook oog voor de ethische aspecten van de zorg en het welzijn van de zorgvragers. De raad voelt zich daar voor mede verantwoordelijk en is daar op aanspreekbaar. De strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van de organisatie zijn regelmatig onderwerp van gesprek geweest in het overleg met de Raad van Bestuur. Belangrijke onderwerpen waarover gesproken is zijn: De ontwikkelingen van het rijksbeleid op het gebied van de hervorming langdurende ouderenzorg. Er is zoveel mogelijke geanticipeerd op de organisatorische en financiële gevolgen voor BCM. De uitkomsten van het cliënt tevredenheidsonderzoek. De uitkomsten van het bevlogenheidsonderzoek medewerkers De Raad van Toezicht heeft het financieel toezicht in 2013 vorm gegeven door periodiek de aangeboden managementinformatie te bespreken in het bijzijn van de financieel deskundige van de organisatie. In 2013 is de jaarrekening 2012 vastgesteld. De jaarrekening is voorzien van een goedkeurende verklaring door Verstegen Accountants en Adviseurs. De raad heeft voor de bespreking van het jaarverslag en de jaarrekening, de accountant in één van zijn vergaderingen uitgenodigd. De accountant heeft zijn bevindingen mondeling toegelicht en vragen van de leden van de raad beantwoord.
12
Ook is het verslag van de door de accountant uitgevoerde interim controle besproken. De begroting 2014 is in het verslagjaar aangeboden en door de raad vastgesteld. In 2013 heeft een delegatie van de raad tweemaal deelgenomen aan een gezamenlijke vergadering met de ondernemingsraad, de cliëntenraad en raad van bestuur. De Raad van Toezicht spreekt haar waardering en dank uit aan alle medewerkers, vrijwilligers en de Raad van Bestuur voor hun inzet en inspanningen in dit verslagjaar. G. van der Wal, voorzitter
Y. Kootstra, secretaris
3.1.7. Jaarverslag Cliëntenraad van BCM Binnen de Christelijke Stichting voor zorg en dienstverlening BCM functioneert een Cliëntenraad die de belangen van de cliënten behartigt. De Cliëntenraad bestaat uit cliënten, vertegenwoordigers van cliënten en vrijwilligers, met de nadruk op de cliënten. Haar aandachtsgebied omvat de bewoners van de hoofdgebouwen Maarsheerd en Beukenhof evenals de cliënten die thuiszorg van BCM ontvangen. Ondersteuner van de Cliëntenraad is de geestelijke verzorger en de verslagen van de vergaderingen worden gemaakt door het secretariaat van BCM. Elke laatste vrijdag van de maand vergadert de Cliëntenraad in aanwezigheid van directie en eventueel hoofden van afdelingen en diensten. Vanuit de Cliëntenraad functioneert een menucommissie voor overleg met het hoofd voeding. Aan de volgende zaken werd onder meer aandacht geschonken en in een of andere mate gevraagd of ongevraagd advies gegeven: -
Ver- en nieuwbouw Beukenhof Ontwikkelingen WMO en wijkgericht werken De eigen bijdrage voor het wonen in een verzorgingshuis Activiteiten Cliënttevredenheidsonderzoek en verbeterpunten Buffetmaaltijd in restaurant Onderlinge omgang van cliënten Keuzevrijheid in broodverstrekking Herinrichting zaalruimte en nieuwbouw Begroting 2013, jaarrekening 2012, kwaliteitsdocument, huisreglement, exploitatieoverzichten, maatschappelijk verslag 2012 Tuinplan Beukenhof Schoonmaakwerkzaamheden Zorgbudget Klascoformulieren Reanimatiebeleid
De Cliëntenraad van BCM is aangesloten bij de Landelijke Organisatie van Cliëntenraden (LOC) en onderhoudt contacten met de Raad van Toezicht en de Ondernemingsraad via gezamenlijke bijeenkomsten en uitwisselingen. In het afgelopen jaar heeft de Cliëntenraad van BCM met vele anderen een aandeel mogen leveren aan een zo optimaal mogelijk woon- en leefklimaat voor de cliënten van BCM. J. Huisman, ondersteuner
13
4.
Beleid, inspanningen en prestaties
4.1
Meerjarenbeleid
Het meerjarenbeleid van BCM vindt zijn basis in het beleidsplan 2011-2016. Hierin is de missie van BCM als volgt verwoord: Zorg en/of huisvesting “op maat"; daar draait het om en deze missie kent dan ook een korte en bondige samenvatting: “BCM is méér dan alleen een dak boven uw hoofd” BCM streeft naar een totaal concept van wonen, zorg en welzijn, op Christelijke grondslag. Daar waar nodig zal en wil BCM zorgen en ondersteunen, maar dan wel in een (veilige) omgeving waar de cliënt zelf richting aan het leven geeft. Ook voor onze cliënten/huurders in de overige gebieden binnen de gemeente Stadskanaal, maakt BCM zich sterk voor een zo goed mogelijk woon, zorg - en leefklimaat en BCM wil en zal mee participeren in wijkvernieuwings-trajecten. Centraal uitgangspunt is de zelfstandigheid en de eigen verantwoordelijkheid van de bewoner. Ieder mens, waaronder ook de ouder wordende, wil de maximale zeggenschap hebben en (be)houden over zijn eigen leven. Dat bepaalt mede de kwaliteit van het bestaan. Niet de afhankelijkheid van zorg maar juist de zelfbepaling en zelfredzaamheid staan voorop. 4.2
Algemeen beleid
BCM is een relatief kleine organisatie met korte lijnen. Om voor iedereen duidelijk te krijgen wat de afspraken zijn, wat de samenhang is en wanneer een en ander gerealiseerd moet zijn, is een meerjarenbeleidsplan opgesteld. In het daaraan gekoppelde uitvoeringsplan staan de acties “wie doet wat en wanneer” opgenomen. De aansturing, de bewaking en voortgang vindt plaats in het M.T. Het meerjaren beleidsplan en het uitvoeringsplan worden besproken met de hoofden en er worden afspraken gemaakt over de realisatie hiervan. De hoofden vertalen het uitvoeringsplan naar hun afdeling door een jaarplan te maken. Elk jaar evalueren ze het oude jaarplan en stellen SMART geformuleerde doelen op voor het nieuwe jaarplan. Het meerjarenbeleidspan en de notulen van het hoofdenoverleg zijn voor iedereen te lezen op het intranet. De notulen van het M.T. worden besproken in het hoofdenoverleg. De afdelingshoofden worden door één afdelingshoofd vertegenwoordigd in het M.T De intramurale zorgverlening wordt aan de ene kant afgestemd op de vraag en aan de andere kant op de productieafspraken die gemaakt zijn met het zorgkantoor. De gemaakte afspraken worden uitgedrukt in ZZP dagen. BCM tracht een zo stabiel mogelijke bezetting te realiseren. Fluctuaties in de zorg worden door een flexibele inzet van het personeel opgevangen. Naast de nieuwe regelingen dat cliënten met een ZZP 1 en 2 niet meer in het verzorgingshuis mogen worden opgenomen, ziet BCM ook een verschuiving in de zwaarte van de zorg. Met name cliënten met ZZP 3 en 4 blijven ook meer dan voorheen zelfstandig wonen, met meer of mindere begeleiding/ondersteuning in de thuissituatie. De wachtlijst van BCM laat een toename van cliënten zien met een zorgzwaartepakket van 5 en hoger. BCM speelt op dit beleid in door het verhogen van het deskundigheidsniveau van de zittende medewerkers, zodat BCM in de komende jaren verpleegkundigen kan inzetten op alle afdelingen. BCM is eind 2011 begonnen met de daadwerkelijke renovatie cq nieuwbouw van de locatie Beukenhof. Alle cliënten van Beukenhof hebben een tijdelijke huisvesting gekregen in het belendende appartementencomplex dat eigendom is van BCM Wonen. De cliëntenraad en de bewoners van Beukenhof worden voortdurende geïnformeerd over de vorderingen in dit proces.
14
Begin 2013 konden cliënten “de nieuwe Beukenhof” betrekken. Het pand Beukenhof werd in 2011 verkocht aan BCM Wonen. Het pand is in 2012 “gehuurd” van BCM Wonen. In de financiële planvorming rondom Beukenhof is uitgegaan van de normatieve huisvestingscomponent. Ook naar de toekomst wil BCM zich meer gaan richten op het scheiden van wonen en zorg, daarom zijn in 2013 de extramurale zorgproducten verder uitgebreid; hierbij valt onder meer te denken aan het Volledig Pakket Thuis en de extramurale PV (persoonlijke verzorging) en begeleiding. In 2013 heeft BCM evenals voorgaande jaren veel aandacht geschonken aan de herkenbaarheid van onze organisatie. Dit geldt voor beide stichtingen BCM. Zo heeft BCM op al haar gebouwen duidelijke logo’s aangebracht, zijn alle vervoersmiddelen voorzien van naam en logo en alle buitendienst medewerkers voorzien van herkenbare bedrijfskleding. In 2013 is de nieuwe website opgeleverd. In 2011 zijn alle gebouwen van BCM fysiek onderworpen aan een keuring. Op basis van deze keuring is een meerjaren onderhoudsplan opgesteld. 4.3
Algemeen kwaliteitsbeleid
Het kwaliteitsmanagementsysteem is goed geborgd in de organisatie. De medewerkers zijn op de hoogte van de procedures en processen. Een aandachtspunt blijft het methodisch werken. Ook het invoeren van nieuwe protocollen of werkinstructies is een aandachtspunt. Het kost tijd voordat nieuwe protocollen gebruikt worden op de juiste manier door alle afdelingen. Hier moet goed op gestuurd worden door de hoofden en het intern auditteam controleert extra op het gebruik van nieuwe documenten.
5. Cliëntperspectief 5.1.Clienttevredenheid Om de 2 jaar wordt een cliënt tevredenheidsonderzoek gehouden door een geaccrediteerd bureau. In 2012 is dit onderzoek uitgevoerd door bureau TRIQS. In 2014 zal opnieuw een cliënt tevredenheidsonderzoek plaatsvinden. Om tussentijds ook te monitoren hoe het met de tevredenheid van cliënten staat, en waar verbeterpunten liggen, worden de mogelijkheden om te starten met een app in 2014 verder onderzocht. 5.2 Vertrouwenspersoon Dit jaar is geen beroep gedaan op de vertrouwenspersoon van BCM. 5.3 Cliëntenraad Sinds januari 2011 zijn de cliëntenraden van de locaties Beukenhof en Maarsheerd samengevoegd tot 1 cliëntenraad die BCM vertegenwoordigd. De cliëntenraad bestaat uit cliënten, vrijwilligers en familieleden. De cliëntenraad vergaderd regelmatig in aanwezigheid van de directie. Het voordeel hiervan is dat er korte lijnen zijn en dat punten snel opgelost kunnen worden. De cliëntenraad vervult een belangrijke rol binnen BCM. Hun stem is belangrijk in het bepalen van het beleid binnen BCM. Punten die door de cliëntenraad zijn aangedragen zijn opgenomen in het meerjarenbeleidsplan van BCM.
15
De cliëntenraad heeft naar aanleiding van het gehouden cliënttevredenheidsonderzoek in 2012 nieuwe verbeterpunten geformuleerd. Deze punten zijn in het MT besproken en worden in het beleidsplan opgenomen. De uitkomsten van de CQ-index van 2013 zijn met de cliëntenraad besproken.
6. Prestaties primaire processen 6.1. Normen verantwoorde zorg Zorginhoudelijke indicatoren Rondom het kwaliteitskader was veel onduidelijkheid. De vragenlijsten zijn ingekort, maar het dataprotocol heeft tot eind januari 2013 op zich laten wachten. Dit dataprotocol is ongewijzigd voor het meetjaar 2013, het formulier op organisatieniveau is wel aangepast. BCM heeft gemeten middels het ECD en de resultaten geupload naar de portal van Mediquest, zodat een landelijke vergelijking plaats kon vinden. De resultaten staan op de website vermeld.
7. Meldingen cliënten 7.1. Algemeen Meldingen van cliënten worden geregistreerd op een formulier en geanalyseerd door de kwaliteitsfunctionaris. De bevindingen worden elk kwartaal besproken in het MT om eventuele verbetertrajecten uit te zetten. 7.2. Externe klachtencommissie De externe klachtencommissie heeft geen officiële klachten binnengekregen. 7.3. Klachtenregistratie De werkwijze is dat het klasco-formulier wordt ingevuld en dat de leidinggevende binnen 2 weken terug reageert naar de cliënt op de ondernomen acties. Het klasco-formulier is uitgelegd in de verzorgingsoverleggen, evenals de werkwijze en het nut van dit formulier. Ook vindt regelmatig voorlichting plaats in het huisorgaan, zodat de klachtenprocedure bij cliënten onder de aandacht gebracht wordt. De cliënten wordt gevraagd de klachten en complimenten op het klasco-formulier te (laten) noteren. Daarnaast liggen klasco-formulieren bij de receptie en ingang van de huizen. Klachtenanalyse jaar 2014 Ook in 2014 is goed gebruik gemaakt van de klasco-formulieren. In onderstaande grafiek staat weer gegeven hoeveel complimenten (21), klachten (25) en suggesties (6) er binnen zijn gekomen. De klachten zijn vervolgens per categorie weergegeven. 25 20 15
Complimenten Klachten
10
Suggesties 5 0 Zorg
TD
Voeding
Algemeen
16
7.4. Conclusie en vervolgacties Het klasco-formulier wordt goed gebruikt en klachten worden doorgegeven. Complimenten worden goed ontvangen en klachten worden in de lijn opgelost. Tot nu toe is er niet iets uitgekomen waar een verbetertraject op gezet kan worden, maar een aantal suggesties zijn meegenomen in de procedures. Om nog meer bekendheid te geven aan het beleid van BCM is een ideeënbus in de hal van Maarsheerd geplaatst. Deze bus kan tevens gebruikt worden om klasco-formulieren in te deponeren. Ideeën, klachten en complimenten worden hierin verzameld.
8. Personeelsbeleid Het personeelsbeleid is vastgelegd in het personeelshandboek. Alle personele regelingen staan op het intranet, voor iedereen te lezen.
8.1. Verzuimbeleid Het ziekteverzuim (voorschrijdend) is in 2013 ten opzichte van 2012 nagenoeg gelijk gebleven. In 2012 lag het verzuim op 5,39% in 2013 ligt het verzuim op 5,38%. In 2013 heeft de teamleider van de Thuiszorg onderzoek gedaan naar het huidige ziekteverzuimbeleid. Naar aanleiding van dit onderzoek is besloten dat de teamleiders de rol van case manager per 1 januari 2014 zelf gaan vervullen. Bij complexe situaties kan er een beroep gedaan worden bij de personeelsfunctionaris. 8.2. Werkkostenregeling Ook in 2013 is BCM ruim binnen de vrije ruimte van 1,5% van de totale fiscale loon gebleven. Aangezien er nu sprake is van het structureel niet benutten van de volledige vrije ruimte zal er in 2014 gekeken worden of de arbeidsvoorwaarden ten aanzien van het fietsenplan aangepast kan worden, zodat er meer medewerkers mee kunnen doen dan het maximale van 10 personen. Het blijkt dat er jaarlijks meer aanvragen worden ingediend dan de 10 die nu jaarlijks mee kunnen doen. Dit heeft er toe geleid dat er meerdere aanvragen doorgeschoven zijn naar januari 2014. Tevens zal er in 2014 onderzocht worden of de ruimte binnen de werkkostenregeling nog ingezet kan worden voor andere arbeidsvoorwaarden. 8.3. Bevlogenheidsonderzoek In de periode september - oktober van 2013 heeft er een bevlogenheidsonderzoek door Schouten & Nelissen plaatsgevonden onder de medewerkers. Bevlogenheid is een positieve toestand bestaand uit drie kenmerken. 1. De energie en veerkracht waarmee werknemers hun werk doen (vitaliteit). 2. De betrokkenheid, het enthousiastme en de voldoening ten aanzien van het werk en de organisatie (toewijding). 3. De focus en gedrevenheid waarmee werknemers opgaan in hun werk (flow). Het responspercentage was 62%, waardoor de resultaten representatief zijn voor de organisatie. Uit het bevlogenheids onderzoek is naar voren gekomen dat 61% van de medewerkers bevlogen is, terwijl het landelijke gemiddelde in de zorg 21% bedraagt. Medewerkers hebben aan kunnen geven waaraan BCM in hun ogen aandacht moet besteden om meer bevlogenheid te realiseren. Met de verbeterpunten die hieruit zijn gekomen gaan de teamleiders met de medewerkers van hun eigen afdeling aan de slag.
17
Voor 2014 is afgesproken dat de teamleiders ieder 3 á 4 verbeterpunten gaan oppakken met hun medewerkers. De uitkomsten van de verbeterpunten worden gecommuniceerd naar de personeelsfunctionaris, die hiervan 1 x per kwartaal verslag doet aan het MT. In het onderstaande overzicht ziet u de analyse Bevlogenheid van BCM. In de tabel eronder is weergeven de bevlogenheid van BCM, de benchmark Zorg en de benchmark Nederland. Geconcludeerd mag worden dat BCM er met kop en schouders boven uit stijgt en zeer bevlogen is.
8.4. Vertrouwenspersoon Sinds 1994 is het bij wet verplicht seksuele intimidatie, agressie en geweld op de werkplek aan te pakken. Bestrijding hiervan is een zaak van de hele organisatie. Daartoe is er een vertrouwenspersoon aangesteld in de persoon van Karin Addens. In 2013 waren er geen vragen of klachten op dit gebied die de vertrouwenspersoon hebben bereikt. 8.5. Meldingen incidenten medewerkers (MIM) In 2013 is er een verbetertraject gestart met als doel de medewerker bewust te maken van het belang om een MIM-formulier in te vullen. Er zijn 21 MIM-formulieren ingeleverd, dit is ten opzichte van 2012, waarin slechts 5 formulieren werden ingeleverd, een behoorlijke verbetering. Incidenten Prikaccidenten Agressie Seksuele handelingen Overige Totaal
1e kwartaal 2 1
2e kwartaal 2 6
3
1 9
3e kwartaal 4e kwartaal Totaal 4 4 3 14 1 1
4
1 5
2 21
18
8.6. Arbocommissie De arbocommissie houdt zich bezig met het arbobeleid onder ander met het opstellen van de RI&E, bedrijfshulpverlening, ziekteverzuimbeleid en het nemen van kennis van de incidentenrapporten en het opstellen van richtlijnen en instructies over veilig en gezond werken. De commissie heeft 4 x vergaderd in 2013. Een punt van aandacht is de toename van het aantal meldingen van agressie. In 2013 is de cursus Gedragscompas gegeven. Doel van de cursus is dat de medewerkers vroegtijdig (probleem)gedrag en gedragsverandering bij cliënten herkennen. De medewerkers worden bewust gemaakt van het effect van het eigen gedrag op het gedrag van de cliënt. De scholing wordt als zeer zinvol ervaren. Per afdeling is er een ergocoach aangesteld. De scholing voor de egocoaches is gestart in december 2013, welke een vervolg krijgt in 2014. 8.7. Opleiding en deskundigheidsbevordering Het opleidingsbeleid neemt een belangrijke plaats in het personeelsbeleid. De toekomstige verzwaring van de zorg, het niet meer mogen opnemen van zzp 1 t/m zzp 3 in 2013, hebben er toe geleid dat in september 2013 een 15 tal medewerkers in de functie van helpende via een verkort traject van 38 weken worden opgeleid tot verzorgende IG. Daarnaast zijn er 3 medewerkers gestart met de opleiding verpleegkundige niveau 4. Tevens zijn 4 medewerkers gestart met de cursus psychologie. De intensiveringsgelden voor de zorg zijn in 2013, naast het opleiden van medewerkers, mede besteed aan meer handen aan het bed in de zin van meer zorg tijdens piekuren, meer AB-ers en een achterwacht in Maarsheerd, zodat de looplijsten gevolgd kunnen worden. 8.8. Instroom / uitstroom In 2013 zijn er 44 medewerkers in dienst getreden. Het verschil tussen instroom en uitstroom houdt direct verband met de groei van de thuiszorg. Jaartal Instroom Uitstroom einde Uitstroom Uitstroom Uitstroom Dienstverbanden totaal tijd. dienstverband eigen overlijden totaal verzoek 2013 44 8 13 1 22 8.9. Werving en selectie Vacatures worden eerst intern geplaatst, wanneer de interne vacature geen geschikte kandidaat oplevert wordt er gekeken of er geschikte kandidaten in portefeuille zijn. Is dit niet het geval dan wordt de vacature extern geplaatst. Voor het extern plaatsen van vacatures wordt alleen gebruik gemaakt van Zorgplein Noord, een digitale vacaturesite. In 2013 is er 1 vacature geplaatst op Zorgplein Noord voor invulling van de vakantieperiode. BCM merkt dat er in 2013 een verandering op de markt is ontstaan, waardoor er meer open sollicitatiebrieven binnenkomen, ook voor de functie van verzorgende IG. De invulling van vacatures voor zorg en overige functies heeft daarom geheel kunnen plaatsvinden door gebruik te maken van de open sollicitaties in portefeuille. 8.10 Conclusie en vervolgactie Het personeelsbeleid is een continue proces. Op verzoek van het MT /OR of door een veranderde wet- en regelgeving wordt nieuw beleid gemaakt of het huidige beleid aangepast. Het opleidingsbeleid heeft een prominente rol gekregen door de toekomstig verwachte zwaardere zorg. Door zelf een groot aantal medewerkers in de functie van helpende om te scholen naar verzorgende IG en verpleegkundigen op te leiden verwacht BCM in te spelen op de toekomstige zwaarder zorg.
19
Het personeelsbeleid is tot 1 juli 2013 uitbesteed aan SDB. Met ingang van 1 juli is de gedetacheerde personeelsfunctionaris van de SDB in dienst getreden bij BCM. Het personeelshandboek is doorgelicht en waar nodig aangepast. Ook zijn er een aantal nieuwe regelingen ingevoerd voor het personeel.
9. Diensten door derden BCM sluit, in principe, twee-jaarlijkse contracten af. Na afloop van het contract worden leveranciers, die naar tevredenheid van BCM hebben geleverd, opnieuw uitgenodigd te offreren. Hiertoe worden de kwaliteitseisen geëxpliceerd in een programma van eisen. Jaarlijks wordt beoordeeld of de dienstverlening aan de gestelde eisen voldoet. BCM betrekt een aantal diensten van derden die kritisch zijn voor het primaire proces, waar leveranciersbeoordelingen mee worden gehouden: Onderdelen m.b.t. ICT (salaris- en roosterpakket) worden ingekocht bij SDB. Dit pakket is bekend bij de gebruikers, met alle voor- en nadelen hiervan. Onderhoud t.b.v. tilliften en andere hulpmiddelen is uitbesteed aan Vitalis, uit de leveranciersbeoordeling blijkt dat dit naar tevredenheid loopt; Schoonmaak wordt uitbesteed aan Argo, uit de leveranciersbeoordeling blijkt dat dit naar tevredenheid verloopt. Omdat de ontwikkelingen in de gezondheidszorg niet stilstaan wordt in 2014 bekeken of de samenwerking in 2015 gecontinueerd wordt; Arbodiensten zijn sinds 2008 uitbesteed aan Ardyn. De samenwerking verloopt naar tevredenheid. Er zijn regelmatig bijeenkomsten tussen de afdelingshoofden en de casemanager van Ardyn; Opleidingen en bijscholingen worden incidenteel ingekocht op basis van een programma van eisen. De praktijkopleiders evalueren de opleidingen en bijscholingen; Met de apotheek zijn regelmatig bijeenkomsten om knelpunten te bespreken en op te lossen. De samenwerking loopt naar tevredenheid; Voeding wordt ingekocht bij Deli-XL. Uit de leveranciersbeoordeling blijkt dat dit naar tevredenheid loopt. 9.1. Ketenzorg BCM zit in ketenzorg voor dementie en het palliatief netwerk. Voor de ketenzorg dementie zit BCM in de stuurgroep en in de werkgroep vroegsignalering. Sinds 2011 wordt een casemanager dementie ingehuurd om de afdeling Meerzorg te ondersteunen bij de cliënten. Daarnaast wordt ze ingezet om cliënten met dementie en mantelzorgers in de thuiszorg te ondersteunen. Het palliatief netwerk is een initiatief vanuit de regio Oost-Groningen. Inmiddels heeft elke afdeling van BCM een aandachtsvelder geschoold die extra ondersteuning kan bieden bij de terminale fase van een cliënt aan zowel verzorgenden, familieleden als de cliënt zelf. Daarnaast neemt BCM deel aan de stuurgroep en de inhoudelijke werkgroep van het palliatief netwerk. Andere ketenpartners voor BCM zijn Lentis en VNN. 9.2. Conclusie en aanbevelingen Evaluaties hebben over 2013 plaatsgevonden. De directie en het hoofd van de technische dienst beheren deze processen en geven een conclusie en aanbevelingen met betrekking tot de samenwerking met deze diensten.
20
Aan het eind van elk jaar wordt de dienstverlening geëvalueerd met leveranciers. Met ketenpartners heeft BCM regelmatig overleg op alle niveaus. BCM heeft een positieve uitstraling naar ketenpartners.
10.Interne audit In 2012 is een auditplan voor 2013 vastgesteld door het MT. Het interne auditteam houdt audits op alle processen en op alle afdelingen. In totaal zijn in 2013 12 bevindingen geconstateerd. Hiervan zijn 2 bevindingen niet opgelost, dit is besproken in MT. De bevindingen worden tijdens audits in 2014 geverifieerd en waar mogelijk ook gecontroleerd op andere afdelingen.
11.Wet en regelgeving De financiering voor de VVT sector verandert en dit heeft grote gevolgen voor BCM. Cliënten krijgen een persoonsgebonden budget, middels een ZZP. In BCM is een werkgroep ZZP geformeerd, waar alle afdelingen in vertegenwoordigd zijn. Leden van de werkgroep hebben looplijsten gemaakt, die de zorg als leidraad gebruikt. Afwijkingen in de looplijst worden genoteerd in het dossier van de cliënt die de afwijking “veroorzaakt”. Op deze manier wordt het budget van de cliënt in de gaten gehouden, en kan tijdig een herindicatie worden aangevraagd, of afspraken met de cliënt worden bijgesteld. Het blijkt dat het principe van looplijsten goed werkt op de reguliere afdelingen in Maarsheerd en in Beukenhof, maar niet op de Meerzorg. Geen dag is daar hetzelfde, op de Meerzorg zijn de looplijsten afgeschaft. Een groot deel van de financiering gaat in de toekomst naar de gemeenten. Om hier tijdig op te anticiperen blijft BCM in gesprek met gemeenten en neemt actief deel aan de verschillende netwerken. Waar eerder concurrentie voor de hand lag, wordt nu meer samenwerking verwacht; ook tussen aanbieders onderling. 11.1.
AZR
In 2013 is AZR 3.2 geïmplementeerd. De AW319 (declaratie op cliëntniveau) is elke maand tijdig verstuurd en ook de MUT- en MAZ berichten voldeden aan de wettelijke termijnen, waardoor BCM met code groen geen korting op het budget krijgt over het jaar 2013. 11.2.
Casemanagement dementie
Vanuit het zorgkantoor is de verplichting opgelegd een deel van het AWBZ geld te besteden aan casemanagement dementie. Voor 14 uur per week bruto wordt een casemanager dementie ingezet op de afdeling meerzorg en voor cliënten met dementie in de thuiszorg en hun mantelzorgers. Op deze manier is BCM minder afhankelijk van de grotere instellingen. Multidisciplinaire achterwacht heeft plaatsgevonden met hulp van Team 290 en Geheugenteam Meander. Bekeken wordt hoe we de eisen met betrekking tot multidisciplinaire achterwacht concreter vorm kunnen geven in 2014. 11.3. Langdurige ouderenzorg en WMO Veel ontwikkelingen in de ouderenzorg staan op stapel. De begeleiding en een stukje persoonlijke verzorging gaan over naar de gemeenten per 1 januari 2015. Deze transitie gaat gepaard met aanzienlijke kortingen.
21
BCM zal in 2014 beleid moeten maken op het omgaan met de GGZ-C indicaties en de VV-1 t/m 3 indicaties. Leegstand ligt op de loer; daarnaast zullen de budgetten gekort gaan worden, wat personele consequenties met zich mee kan brengen. De beleidsdag wordt in 2014 eerder gehouden, zodat BCM een visie kan formuleren. De organisatie kan dit vervolgens in alle gremia uitdragen. 11.4. Conclusie en aanbevelingen Nieuwe wet en regelgeving blijft de VVT sector bezig houden. Ontwikkelingen worden door BCM op de voet gevolgd en waar nodig geïmplementeerd.
12. Toegankelijkheid De verzorgingshuizen van BCM zijn beide zeer goed te bereiken met het openbaar vervoer; voor de deur van beide locaties is een bushalte gesitueerd. Ook zijn er voldoende parkeerplaatsen rondom beide verzorgingshuizen. De locatie Maarsheerd heeft een receptie die zeven dagen per week van 8.30 uur tot 17.00 bemenst is. ’s Avonds zijn er gastheren/gastvrouwen in de receptie aanwezig; daarnaast worden er vanaf mei 2012 iedere avond activiteiten georganiseerd in de recreatiezaal, gecoördineerd door een activiteitenbegeleidster. BCM is 24 uur per dag via een centraal nummer bereikbaar. Het verzorginghuis Maarsheerd is goed toegankelijk voor minder validen. De in 2012 ingezette nieuwbouw en renovatie van het verzorgingshuis Beukenhof voldoet ook aan deze eisen. BCM is voor de extramurale zorg 24 uur per dag bereikbaar voor alle zorgvragen,. Dit geldt zowel voor acute zorgvragen als voor zorgvragen die regelmatig optreden buiten de kantooruren. Bijna alle wooncomplexen bedoeld voor senioren zijn uitgerust met een alarmering voorzien van een spreek – luister - verbinding. De wachttijden voor opname in de verzorgingshuizen zijn lang. De wachttijd voor het verzorgingshuis Maarsheerd bedraagt ongeveer 5-7 maanden. Beukenhof had in het verslagjaar i.v.m. de renovatie een opnamestop. Zo mogelijk biedt BCM in eerste instantie overbruggingszorg aan, eventueel in combinatie met extramurale zorg. Voor een aantal cliënten is door deze combinatie een adequaat zorgaanbod geboden, waardoor opname in het verzorgingshuis overbodig is geworden.
13.
Veiligheid
Veiligheid binnen de verzorgingshuizen van BCM kent een hoge prioriteit; dit geldt zowel voor de bewoners als medewerkers. BCM beschikt over een adequaat videotoezicht in de centrale hal en bij de ingangen van de seniorencomplexen. Om het toezicht in de centrale hal te vergroten is heeft BCM een vrijwilligersproject: Gastheer/Gastvrouw. Deze vrijwilligers bezetten in de avonduren, zeven dagen per week de receptie, hebben hier een toeziend oog en vervullen binnen bepaalde kaders een assisterende rol bij cliënten en/ hun bezoekers. Daarnaast heeft BCM in het verslagjaar evenals de voorgaande jaren verschillende veiligheidsaspecten aangepast en eventueel aangescherpt, te weten: Vaststellen van een schriftelijke instructie voor bewoners” Wat te doen bij brand” en deze instructie maandelijks door middel van de huisbladen bekend blijven maken.
Behalen van het “Veilig Voedsel” keurmerk e.e.a in het kader van de HACCP
22
Optimaliseren van het bedrijfsnoodplan e.e.a in samenwerking met de brandweer. In 2011 zijn er in de locatie Maarsheerd uitgebreidere voorzieningen getroffen inzake de brandveiligheid; hiermee voldoet het verzorgingshuis weer aan alle gestelde eisen Bijscholing bedrijfshulpverleners en preventie medewerker. Het afnemen van een RI&E, optimaliseren van het Arbobeleidsplan Legionella preventie Aanscherpen van het netwerkbeheer en de beveiliging van dit netwerk Vrijwilligerstevredenheidsonderzoek Clienttevredenheidsonderzoek waarin veiligheid van de bewoners onder de aandacht is gebracht 13.1 Samenleving Vanuit een sociaal maatschappelijk oogpunt streeft BCM samen met haar samenwerkingspartners naar een kwalitatief goed welzijn - voorzieningen – niveau (voor onze doelgroep en in ons werkgebied) . Goede voorzieningen dragen bij aan de kwaliteit van het wonen, maar ook aan de mogelijkheden om zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen. BCM heeft in het verslagjaar evenals voorgaande jaren fors geïnvesteerd in het opzetten van een extramurale zorgverlening voor de bewoners van de seniorenwoningen rondom de verzorgingshuizen. Daarnaast zijn er samen met Wijkaanpak van de gemeente Stadskanaal, activiteiten ontplooid, gericht op de oudere bewoners van omliggende wijken. Centraal staat hier in het aanbieden van sociale contacten en het voorkomen van sociale eenzaamheid. Daarnaast wil BCM ook de komende jaren in toenemende mate investeren in diensten en voorzieningen, die er toe bij dragen om het zolang mogelijk zelfstandig wonen, “haalbaar en betaalbaar” te houden. Vrijwilligers zijn behulpzaam en onmisbaar bij het bereiken van onze doelstellingen. Omgekeerd geeft het de vrijwilliger vaak ook een gevoel van betekenis om zich in te kunnen zetten voor anderen. BCM vindt het belangrijk om goede voorwaarden te scheppen waarin de vrijwilligers uit de omgeving hun inzet kunnen plegen. BCM heeft in 2012 een vrijwilligers tevredenheidonderzoek gehouden. De resultaten waren bemoedigend; op enkele punten zijn verbeteracties ingezet. Samen met de gemeente Stadskanaal is BCM in 2008 begonnen met het inzetten van personen die met behoud van hun uitkering vrijwilligerswerk voor BCM verrichten. Dit project werd in 2013 gecontinueerd. BCM profileert en presenteert zich in de omgeving als maatschappelijk ondernemer. Bijvoorbeeld door het starten en continueren van projecten met verschillende doelgroepen (cliënten met een verstandelijke beperking functioneren in een winkel annex boodschappenservice en in het tuinonderhoud), het opzetten van een leerlingenproject met het Noorderpoortcollege (vmbo leerlingen niveau 2 en 3 lopen stage) en de sponsoring van 2 G - teams van de voetbalvereniging SJS.
23
14. Resultaat 2013 Het jaar 2013 is voor de Christelijke Stichting voor Zorg en Dienstverlening BCM te Stadskanaal afgesloten met een voordelig resultaat van € 261.128,-. Uitgesplitst naar de bedrijfssegmenten bedragen de saldi: Ouderenzorg AWBZ € 140.060,voordelig en voor activiteiten overige dienstverlening, de verhuur van woningen € 121.068,voordelig. Het resultaat AWBZ is toegevoerd aan de Reserve Aanvaardbare kosten en het resultaat van de verhuur van de woningen aan de Algemene Reserve.
Managementrapportages: Maandelijks worden de ontwikkelingen in de productie ten opzichte van de begroting gerapporteerd. Periodiek, per kwartaal, wordt een integraal exploitatieoverzicht opgesteld waarin de ontwikkeling in de opbrengsten en de kosten worden gerapporteerd. Waar nodig vindt gedurende het boekjaar bijsturing plaats. De managementrapportages worden periodiek in het Management Team en de vergaderingen van de Raad van Toezicht besproken. Toelichting resultaat: Wettelijk budget: Het wettelijk budget wordt jaarlijks bepaald aan de hand van de werkelijke productie zorgproducten, met een maximum van de gemaakte productieafspraken. De productieafspraken worden met Zorgkantoor Menzis te Groningen gemaakt. De gemaakte afspraken zijn voor het laatst aangepast per 1 november 2013. BCM Zorg en Dienstverlening heeft een capaciteit van 139 zorgplaatsen welke in 2013 gemiddeld voor 133,9 plaatsen bezet waren. In de Beukenhof (33 plaatsen erkenning) waren 25,6 plaatsen bezet, de bezetting van Maarsheerd (106 plaatsen erkenning) was gemiddeld 108,3 plaatsen. De lagere bezetting in de Beukenhof was nog het gevolg van de nieuwbouw / renovatie. De productie extramuraal is in 2013 ten opzichte van 2012 verder uitgebreid naar 20.856 uur (2011 18.445 uur) zorgverlening en 4.051 dagdelen dagactiviteiten (2012 4.059). De zorgverlening aan cliënten welke in de thuissituatie volledige verzorging ontvangen: Volledig Pakket Thuis (VPT) is in 2013 gestabiliseerd. In 2013 was gemiddeld 4,9 plaats bezet, in 2012 was dit 4,4 plaatsen. Gedurende het jaar 2013 zijn met het zorgkantoor Menzis productieafspraken gemaakt. Voor de intramurale zorgverlening (inclusief VPT) was in 2013 financiële ruimte voor groei in de productie. Op basis van de geleverde productie tot en met augustus werden de definitieve afspraken gemaakt. Deze bleken echter niet voldoende om de intramurale productie volledig vergoed te krijgen; een bedrag van € 47.600,- werd niet vergoed. Voor de productieafspraken extramurale zorg golden voor het jaar 2013 andere spelregels. De afspraak werd door regelgeving van het zorgkantoor Menzis beperkt tot, maximaal, de productieafspraken zoals deze in 2012 waren gemaakt. Zoals boven al aangegeven groeide de productie extramuraal. Deze groei kwam volledig voor rekening van BCM Zorg en dienstverlening. Een bedrag van € 139.755,- kwam niet voor vergoeding in aanmerking.
24
2013 is het tweede jaar dat de kapitaalslasten niet meer op basis van de historische kosten worden vergoed. Overeenkomstig de overgangsregeling, welke tot het jaar 2018 loopt, wordt 80% van de kapitaalslasten op basis de historische kosten vergoed. De resterende 20% wordt vergoed op basis van de NHC (Normatieve Huisvestings Component) en is afhankelijk van de gerealiseerde productie intramuraal en een tarief per dag. Personeelskosten: De personeelskosten nemen een belangrijk deel van de stijging van de kosten voor hun rekening. Door verdere groei van de zorgverlening nam de formatie toe met 22,08 fte. Afschrijvingen: De NZa heeft in 2012 een wijziging in de afschrijvingsmethodiek voor de locatie Maarsheerd toegestaan. Deze wijziging (inhaalafschrijving), afschrijven van een deel van het gebouw over 20 jaar (renovatie) in plaats van 50 jaar, zorgt voor een eenmalige extra toename van de afschrijvingslasten met € 516.000,- in 2012. Onderhoudskosten: De onderhoudskosten zijn in 2013 fors hoger dan in voorgaande jaren doordat onder deze post aanpassingen aan het gebouw zijn opgenomen die noodzakelijk zijn om ook in de toekomst op een verantwoorde wijze zorg te verlenen aan intramuraal wonende cliënten en zelfstandig wonende ouderen. Met deze aanpassingen is een bedrag gemoeid van € 385.500,-. Huur en leasing: Het gebouw de Beukenhof is 1 februari 2013 opgeleverd na renovatie / nieuwbouw. Vanaf deze datum wordt huur voor deze locatie betaald aan BCM Wonen. Deze huurlasten zijn de oorzaak van de sterke stijging in de post huur en leasing.
Reserve en balansverhoudingen: De totale reserves van de Stichting zijn in 2013, als gevolg van het positieve resultaat, verder toegenomen. De reserve aanvaardbare kosten bedraagt op dit moment € 1.952.921,-. Het saldo voor de overige reserves bedraagt € 408,Verder is beschikbaar als niet collectief gefinancierd vermogen een bedrag van € 2.627.802,-. Onderstaand geven wij de verschillende balansposities in diverse ratio’s weer: 2013 Resultaatratio: AWBZ gefinancierde resultaten Resultaatratio: niet -AWBZ gefinancierde resultaten Liquiditeitsratio: Vlottende activa / kortlopende schulden
2012
2011
1,5%
6,1 %
3,2 %
35,8%
13,5 %
3,3 %
205,4%
358,2 % 332,9 %
Solvabiliteitsratio: Eigen vermogen / balanstotaal
26,8%
23,1 %
20,7 %
Solvabiliteitsratio: Eigen vermogen / totaal opbrengsten
48,6%
46,0 %
45,8 %
In 2013 zien we aan de kengetallen een verdere verbetering van de solvabiliteitsratio’s. De liquiditeitsratio neemt af als gevolg van de aflossing van een langlopende lening, met als onderpand de 50 woningen, ter grootte van € 1.936.000,-.
25
Samenvattend kunnen we stellen dat de Stichting BCM Zorg en Dienstverlening over een gezonde bedrijfsvoering beschikt en over voldoende middelen beschikt om in de toekomst, mogelijke, tegenvallende exploitatie tekorten en risico’s op te vangen.
Ontwikkelingen 2014: Zoals bij de toelichting al aangegeven is het maken van productieafspraken een belangrijk moment voor het verkrijgen van de financiering van de geleverde productie. In 2014 wordt de geleverde productie in relatie tot de productieafspraken nauwgezet gevolgd. De productieafspraken voor de extramurale cliënten zijn door het zorgkantoor Menzis voor 2014 wederom bevroren op de gemaakte productieafspraken 2012. Ook voor intramurale zorgverlening geeft het zorgkantoor aan dat erg (te) weinig middelen beschikbaar zijn om de volledige productie te vergoeden. De gemaakte productieafspraken voor 2014 (november 2013) zijn naar verwachting nagenoeg gelijk aan het uiteindelijk beschikbare budget. Cliënten met een ZZP 1, ZZP 2 en ZZP 3 indicatie komen niet meer aanmerking voor een indicatie voor opname in het verzorgingshuis. Deze groep cliënten ontvangt, in plaats van een intramurale zorgindicatie, een extramurale zorgindicatie en ontvangen thuis zorg. De wachtlijst voor de zorgcentra van BCM zijn hierdoor fors ingekrompen. Door de beperking van het beschikbare budget en de indicaties is het niet meer mogelijk om alle zorgappartementen te bezetten met ZZP geïndiceerde cliënten en zal een deel van de appartementen worden verhuurd aan zelfstandig wonende ouderen. BCM komt hiermee wel in een spagaat: zelfstandig wonende ouderen beschikken vaak over een indicatie met extramurale zorg. De financiering hiervan is gebonden aan het maximum van 2012. Zorgverlening aan deze groep bewoners zal naar verwachting voor rekening van BCM zijn. Hopelijk geldt dit alleen nog voor het jaar 2014. Zodra de inkoopvoorwaarden van het zorgkantoor / ministerie van VWS (medio juni 2014) gepubliceerd worden zal het duidelijk zijn hoe de financiering in 2015 gaat verlopen. Voor de kapitaalslasten is in 2012 een begin gemaakt met de invoering van de Normatieve Huisvestings Component (NHC). Dit betekent dat de vergoeding voor de huisvesting (kapitaalslasten) gebaseerd wordt op een landelijk vastgesteld tarief per verzorgingsdag. Hiermee komt een einde aan de nacalculatie van de kapitaalslasten en komt de risico’s voor huisvesting volledig bij de zorginstelling te liggen. Voor 2012 tot en met 2018 geldt er een overgangsregeling. In 2014 wordt 70% voor huisvesting nog op basis van nacalculatie vergoed en 30% op basis van de gerealiseerde productie (NHC’s). In de jaren tot 2018 wordt deze verhouding verder aangepast. Berekeningen van de toekomstige lasten voor huisvesting afgezet tegen de vergoeding van de NHC’s tonen aan dat BCM op basis van de gerealiseerde productie 2013 in staat is om kostendekkend aan deze verplichtingen te kunnen voldoen.
Wij vertrouwen er op dat wij u met dit maatschappelijk verslag een getrouw beeld hebben gegeven van onze activiteiten en ons gevoerd beleid in 2013.
Stadskanaal, mei 2014,
26
R. Veenstra, directeur en bestuurder
27